Werkvorm Geloofsgesprek met doopouders aan de hand van een evangelielezing
Toelichting: Deze werkvorm wil catechisten helpen om met doopouders tot een geloofsgesprek te komen rond een evangelietekst (zowel in groep als aan huis). De eerste fiche geeft suggesties om het gesprek op gang te brengen. De ouders worden gevraagd naar de ervaring bij de geboorte van hun kind en naar de droom die zij voor hun kind koesteren. Ook wordt gevraagd naar de plaats die het doopsel en het geloof volgens hen hierbij inneemt. Vervolgens wordt er verwezen naar de bijbel, waar in mensentaal verwoord wordt, wie God voor iedere mens, voor de ouders en hun kind wil zijn. Men kan dan de fiche voorleggen, met de zinnen uit de verschillende bijbelteksten. Laat de ouders uit deze zinnen kiezen, welke hen het meeste aanspreekt. Lees dan samen met de ouders de door hen gekozen tekst (zie andere fiches). Na het lezen van de tekst kan je hen vragen wat zij denken dat God hen in deze tekst wil zeggen. (Indien mogelijk, kan men de gekozen evangelietekst ook gebruiken in de doopviering.)
Wat heb je ervaren bij de geboorte van je kind?
Welke toekomst droom je voor je kind?
Welke rol spelen het doopsel en het geloof hierin?
In de doopviering luisteren we naar een tekst uit de bijbel die ons iets zegt over wie God wil zijn voor u en voor uw kind…. (keuze en lezen van de evangelietekst) Wat wilt God u in deze evangelietekst zeggen?
“Alleen wie opnieuw geboren wordt, kan het koninkrijk van God zien.” (Joh 3) “Laten we met elkaar verbonden blijven, jullie en Ik, want zoals een rank geen vrucht kan dragen uit eigen kracht, maar alleen als ze verbonden blijft met de wijnstok, zo kunnen ook jullie geen vrucht dragen als je niet met Mij verbonden blijft.” (Joh 15) “Waarom zijn jullie bang? Hebben jullie nog geen vertrouwen?” (Mc 4) “Hij haalde er een kind bij, zette het in hun midden, sloeg er zijn armen omheen en zei tegen hen: ‘Wie een van zulke kinderen ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij.” (Mc 9) “Jij bent mijn geliefde Zoon, in wie Ik vreugde vind.” (Mc 1) “Maak je dus niet bezorgd over de dag van morgen, want de dag van morgen zal zich wel bezorgd maken over zichzelf.” (Mt 6)
Zo was er onder de farizeeën een man, Nikodemus genaamd, die tot de leidende Joodse kringen behoorde. Hij kwam in de nacht naar Jezus toe en zei: ‘Rabbi, we weten dat U als leraar van Godswege gekomen bent. Geen mens immers kan die tekenen verrichten die U doet, wanneer God niet met hem is.’ Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Waarachtig, Ik verzeker u: alleen wie opnieuw geboren wordt, kan het koninkrijk van God zien.’ ‘Geboren worden?’ zei Nikodemus. ‘Hoe kan dat wanneer je al op jaren bent? Kun je soms nog eens de schoot van je moeder binnengaan om geboren te worden?’ Jezus antwoordde: ‘Waarachtig, Ik verzeker u: alleen wie geboren wordt uit water en geest, is in staat het koninkrijk van God binnen te gaan. Wat uit vlees geboren is, is vlees; en wat uit de Geest geboren is, is geest. Wees dus niet verwonderd als Ik u zeg dat jullie opnieuw geboren moeten worden. De Geest is als de wind: hij waait waar hij wil; je hoort hem waaien, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met ieder die geboren is uit de Geest.’ Joh 3, 1-8
Laten we met elkaar verbonden blijven, jullie en Ik, want zoals een rank geen vrucht kan dragen uit eigen kracht, maar alleen als ze verbonden blijft met de wijnstok, zo kunnen ook jullie geen vrucht dragen als je niet met Mij verbonden blijft. Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Alleen wie met Mij verbonden blijft – zoals Ik met hem – draagt rijkelijk vrucht, want los van Mij kunnen jullie niets. Wie niet met Mij verbonden blijft, wordt weggegooid als een wijnrank: ze verdorren, men haalt ze bijeen en gooit ze in het vuur, waar ze verbranden. Als jullie met Mij verbonden blijven en mijn woorden in jullie blijven, vraag dan wat je wilt, en het valt je ten deel. Mijn Vader wordt verheerlijkt wanneer jullie rijkelijk vrucht dragen en jullie je mijn leerlingen betonen. Met de liefde die de Vader Mij heeft toegedragen, heb Ik jullie liefgehad. Blijf in die liefde met Mij verbonden. Als je mijn opdracht ter harte neemt, zul je in liefde met Mij verbonden blijven, zoals ook Ik de opdracht van mijn Vader ter harte heb genomen en met Hem in liefde verbonden blijf. Dit alles heb Ik jullie gezegd om jullie deelgenoot te maken van mijn eigen vreugde, en zo jullie vreugde volkomen te maken. Dit is mijn opdracht: dat jullie elkaar liefhebben met de liefde die Ik jullie heb toegedragen. De grootste liefde die iemand zijn vrienden kan betonen, bestaat hierin dat hij zijn leven voor hen geeft. Mijn vrienden zijn jullie, maar dan moeten jullie ook doen wat Ik jullie opdraag. Joh, 15, 4-14
Tegen de avond van die dag zei Hij tegen hen: ‘Laten we naar de overkant gaan.’ Ze lieten de mensen achter en namen Hem mee met de boot waarin Hij zat; er waren nog andere boten bij. En er stak een hevige storm op, en de golven sloegen over de boot, zodat die al volliep. Maar Hij lag op het achterdek op een kussen te slapen. Ze maakten Hem wakker en zeiden: ‘Meester, kan het U niet schelen dat wij vergaan?’ Hij stond op en bestrafte de wind en het water: ‘Zwijg, wees stil!’ En de wind ging liggen en het werd volkomen stil. Hij zei tegen hen: ‘Waarom zijn jullie bang? Hebben jullie nog geen vertrouwen?’ Ze werden door schrik bevangen, en zeiden tegen elkaar: ‘Wie is dat toch, dat zelfs de wind en het water naar Hem luisteren?’ Mc 4, 35-41
Ze kwamen in Kafarnaüm. Thuis vroeg Hij hun: ‘Waar hadden jullie het onderweg toch over?’ Maar ze zwegen, want ze hadden onderweg ruzie gehad over de vraag wie de grootste was. Hij ging zitten, riep de twaalf en zei hun: ‘Als iemand de eerste wil zijn, zal hij de laatste van allen zijn en de dienaar van allen.’ Hij haalde er een kind bij, zette het in hun midden, sloeg er zijn armen omheen en zei tegen hen: ‘Wie een van zulke kinderen ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij. En wie Mij ontvangt, ontvangt niet Mij, maar Hem die Mij gezonden heeft.’ Mc 9, 33-37
In die dagen kwam Jezus uit Nazaret in Galilea en Hij liet zich in de Jordaan dopen door Johannes. Meteen toen Hij uit het water kwam, zag Hij de hemel openbreken en de Geest als een duif op zich neerkomen. En er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in wie Ik vreugde vind.’ Mc 1, 9-11
Daarom zeg Ik jullie: maak je niet bezorgd over wat je zult eten of drinken om in leven te blijven, en ook niet over de kleding voor je lichaam. Is het leven niet meer dan het eten, en het lichaam niet meer dan de kleding? Kijk naar de vogels van de hemel: ze zaaien niet en maaien niet en oogsten niet, je hemelse Vader voedt ze. Zijn jullie niet meer waard dan vogels? Wie van jullie kan met al zijn zorgen een el toevoegen aan zijn leven? En wat maak je je bezorgd over je kleren? Leer van de lelies op het veld hoe ze groeien. Ze werken niet, ze spinnen niet. Maar Ik zeg jullie: zelfs Salomo met al zijn pracht en praal ging niet gekleed als een van hen. Als God nu het gras op het veld, dat er vandaag staat en morgen in de oven wordt gegooid, zo kleedt, hoeveel te meer kleedt Hij dan jullie, kleingelovigen? Vraag je dus niet bezorgd af: Wat zullen we eten? Wat zullen we drinken? Wat zullen we aantrekken? Want naar dat alles zijn de heidenen op zoek. Jullie hemelse Vader weet wel dat je dat allemaal nodig hebt. Zoek eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan krijg je dat alles erbij. Maak je dus niet bezorgd over de dag van morgen, want de dag van morgen zal zich wel bezorgd maken over zichzelf. Iedere dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. Mt 6, 25-34