Overweging Christus Koning Het feest dat we vandaag mogen vieren, dat wil nog wel eens verkeerd begrepen worden. We vieren op de laatste zondag van het kerkelijk jaar Christus Koning. Op een of andere manier lijkt dat niet te passen. Jezus heeft immers in het evangelie al gezegd dat zijn koninkrijk niet van deze wereld is, dus waarom zouden we Hem dan als koning moeten vieren. En waarom is het dan ook nog eens het patroonsfeest van deze parochie, die toegewijd is aan de Verlosser? Misschien dat het schilderij van pastoor Jan Kroon, dat we vandaag plechtig binnenhalen, daarop een antwoord kan geven. Als eerste kunnen we constateren dat het schilderij Christus aan het kruis afbeeldt, maar dat er wel een eenvoudig soort kroon boven zijn hoofd is geschilderd. Boven het hoofd en niet op het hoofd, dat lijkt al veelzeggend te zijn. Het is trouwens helemaal een bijzonder schilderij dat vandaag binnen de muren van de parochie is gekomen. De geschiedenis ervan kan ons ook wat meer op het spoor van Christus Koning laten komen… In een tijd van angst en onzekerheid, gedurende de Tweede Wereldoorlog, hadden de Groninger katholieken beloofd om dagelijks te bidden voor het behoud van hun stad. Ze hadden de Heer toegezegd om, als de stad redelijk gespaard zou blijven, het feest van de Stadspatroon Sint Martinus, die wel de vader van stad en Ommeland wordt genoemd, op bijzondere wijze te gaan vieren. Want het was natuurlijk een diepe wens dat de Martinitoren de verschrikkingen van de oorlog zou weten te doorstaan en dat in zijn schaduw ook en vooral de inwoners voor oorlogsleed gespaard zouden mogen blijven. Bij een dergelijke Martinusviering op de elfde van de elfde werd de belofte gedaan om een kerk te bouwen in Helpman, als de stad relatief gespaard zou blijven. Pastoor J.H. Koelman, in die tijd pastoor van de Sint Jozefparochie aan de Radesingel, waartoe ook Helpman behoorde,
opperde het idee om de nieuw te bouwen kerk de naam "San Salvator" te geven. Van Helpman kwam hij via Helper bij de "Grote Helper" Christus Salvator terecht. We vieren dus vandaag op het patronaatsfeest van deze kerk, een koning die voor alles een groter helper, een strijder voor zijn volk is. Dit alles inspireerde pastoor Jan Kroon, tot het maken van een schilderij waarop Christus aan het kruis staat afgebeeld als "De Grote Helper" met het Heilige Hart en omringd door Onze Lieve Vrouwe van Bijstand, de Heilige Jozef, de Heilige Franciscus van Assisië, de Heilige Walburga en de Heilige Nicolaas, namen die historisch onafscheidelijk verbonden zijn aan bestaande en deels niet meer bestaande kerken in de stad Groningen. En voor ons vandaag ook nog heel bijzonder, want op het schilderij herkennen we dus ook de naamheiligen van de kerken in Haren en Zuidhorn. De heilige Walburga herinnert ons aan de samenwerking tussen de vier parochies die steeds hechter wordt en in de toekomst nog meer nadruk zal krijgen. Al met al lijkt het alsof dit schilderij voor onze parochie werd gemaakt, maar niets is minder waar. Het origineel hangt in een veel handzamer formaat in de eetkamer van de bisschop. En dit schilderij heeft lange tijd een plaats gehad in de hal van het Rooms Katholiek ziekenhuis, hier aan de Verlengde Hereweg. Het werd door de parochianen van Helpman aan het ziekenhuis geschonken als dank dat ze konden kerken in de kapel van het ziekenhuis gedurende de tijd dat de kerk hier nog gebouwd moest worden.’ Al met al dus duidelijk dat na vele omzwervingen deze afbeelding vandaag thuis is gekomen en nu een goede plek binnen onze kerk zal gaan vinden. Met deze geschiedenis in het achterhoofd is misschien al het een en ander vertelt over die titel die we Christus geven: Koning. Maar niet een koning die het geweld wil, die erop uit is om oorlog te voeren en zijn land of ideeën te vuur en te zwaard uit te breiden. Deze koning is een andere, die regeert met zachte kracht, in de
harten van de mensen. Dit is een koning die een toevlucht wil zijn, een grote helper, een steun voor mensen in nood. En zijn dienaars zoekt hij ook op die manier. Het zijn niet de groten der aarde die zichzelf op de borst slaan en hun eigen kracht en daden prijzen, die genade bij hem vinden. Maar juist de eenvoudigen, de harde werkers, de mensen die zich voor anderen en zo voor het Rijk van deze koning willen inzetten. Het schilderij van pastoor Kroon heb ik vandaag niet alleen centraal gezet omdat we het van de bisschop hebben gekregen en de patroonheilige van onze parochie laat zien. Vandaag zou dit schilderij ook de preek kunnen houden…. Want al die personen die daar rond de Goddelijke Verlosser figureren, dat zijn niet alleen de naamgevers van de parochiekerken in de omgeving, die heiligen becommentariëren ook het evangelie van vandaag. Ik was naakt, zegt de lezing, en Gij hebt mij gekleed. Een van de bekendste verhalen uit het leven van Sint Maarten, laat zien dat deze legerofficier die op dat moment nog maar doopleerling was, deze woorden van Christus goed tot zich had laten doordringen. Hij aarzelde niet lang, toen hij die armzalig geklede bedelaar zag bij de stadspoort van Amiens. Hij deelde zijn lange en dikke soldatenmantel om de man van een zekere dood door onderkoeling te redden Maar het blijft niet bij St. Maarten alleen. De koning in de lezing van vandaag bevraagt ook ons. Wanneer heb je me naakt gezien? En toen, wat heb je gedaan? Ben je doorgelopen en heb je de andere kant op gekeken, of ben je me te hulp geschoten, ben je voor mij opgekomen? Ik was ziek en Gij hebt mij bezocht. Meer nog, toen Franciscus voor de eerste keer na zijn radicale bekering een melaatse tegenkwam, liet hij zich niet meer afschrikken door de angst om besmet te worden. Met de ogen van het geloof, zag hij in de lijdende zijn broeder en ook de Heer zelf. Daarom kon hij naar de man toelopen en hem omarmen, het
gevoel geven dat hij ondanks de ziekte niet afgeschreven was en nog steeds bij de gemeenschap hoorde. En in het voetspoor van Franciscus, wat doen wij? We weten dat de Ebola een deel van de wereld in een angstige greep houdt. Dat het een ziekte is die vanwege het zeer grote besmettingsgevaar de zieken bijna onaanraakbaar maakt. Als contact met een beetje lichaamsvocht de ziekte al over kan brengen. Hoe kun je dan de patiënten het gevoel blijven geven dat ze onze broeders en zusters zijn, dat ze bij ons en bij onze gemeenschap blijven horen. Hoe kunnen we die solidariteit vorm geven? Alleen maar door een collecte, een oproep om te geven via giro 555. Het hangt vooral van onze houding af. Stoten we deze en andere zieken uit onze gemeenschap, zoals ook vol angst de tijdgenoten van Franciscus deden met de melaatsen? Of hebben we zorg (die nooit zonder financiële middelen kan…), proberen we het anders op te lossen. Laten we het niet alleen een probleem van Afrika zijn, maar hebben we zelf ook de bereidheid mee te helpen en te investeren in een medicijn, in een inenting, nog voor de ziekte Europa bereikt en het actueel wordt voor ons. We hebben de hulp van een Walburga nodig, waarvan verteld wordt dat haar wonderdadige olie vele lijdenden van allerlei kwalen genas. Dat wij die Walburga’s willen zijn… Ik was in de gevangenis en Gij hebt mij bezocht…. In de verhalen over Sint Nicolaas van Mira is er een te vinden, waarin hij in de nacht een drietal onschuldig gevangen genomen officieren te hulp komt en hen door zijn inspanningen van een zekere dood weet te redden…. En wij, kennen wij gevangenen? Misschien niet alleen die mensen die hier in de Van Mesdagkliniek worden behandeld, maar misschien ook anderen. Mensen die vast zitten in hun eigen leven en geen uitweg meer zien. Mensen die door ouderdom of handicaps gevangen zitten in eigen huis of eigen lichaam. Merken we ze op en proberen we de boeien te helpen breken? Gewoon door een bezoekje, een paar goede woorden, af en toe een telefoontje. Groots hoeft het allemaal niet te zijn, daar gaat het de
koning in de lezing van vandaag niet om. Dan hadden al die mensen wel gemerkt dat ze iets goeds deden, dat ze zich in dienst van de koning hadden gesteld. Het gaat vandaag om onze houding in het leven en om onze daden, de daadwerkelijk wil om ons in te zetten in den tijd waarin we leven, dat we aandacht hebben voor God en de mensen om ons heen. De heiligen op het schilderij hebben hun voorbeeld gegeven en daarom staan ze nu om Christus Koning heen. Zijn koningsmantel heeft hij van mensen gekregen want dat is dat gedeelde kleed van Sint Maarten, met de rafels er nog aan. Zijn kroon, die boven Hem zweeft, laat zien dat God de Vader Hem als Zoon en koning ons tot helper en voorbeeld heeft geven. En wij, staan wij zelf ook op dit schilderij? Ik denk het wel. De uitspraak: “Wij zijn dwergen op de schouders van reuzen” van Bernardus van Chartres is zeker ook voor ons van toepassing. Er zijn grote voorgangers die goede voorbeelden hebben gegeven, wegwijzers voor het leven zijn geworden. Maar nu moeten we het zelf doen. Blijven groeien in inzet en ontwikkeling. Is er voor mij daarom misschien plaats op het schilderij in de vorm van een kind? Ik weet het niet en het maakt niet uit, als ik maar probeer om het evangelie van vandaag vorm te geven in mijn eigen leven. Dat is ons aller uitdaging. Amen.