Overige lesideeën
©KPC Groep september 2005
Calamiteitenteam
1 ACHTERGRONDINFORMATIE
Inhoud
september 2005
4
1.1 Brand en brandwonden
4
1.2 Drugsdealen
5
1.3 Wapenbezit
6
1.4 Ramp op afstand
6
2 LESIDEEËN
8
2.1 Broodje aap
8
2.2 Campagneposter
10
2.3 Herinneringsmuur
11
2.4 Krant
12
2.5 Kwaadmuur
13
2.6 Memory planting
14
2.7 Order order!
15
2.8 Rappen
16
2.9 Samen verder
18
2.10 Soaps maken
20
2.11 Stilteplek in school
21
2.12 Symposium organiseren
22
2.13 Van scherven naar geheel: mozaïek
23
2.14 VerBEELDing
25
2.15 Wat mag (niet)?
26
2.16 Website maken
27
2.17 Website herdenken
28
Voorwoord De lesideeën zijn te gebruiken tijdens de eerste dagen nadat zich op school een calamiteit heeft voorgedaan. De materialen zijn een bewerking van bestaand materiaal uit de VS (Columbine) en KPC Groep. Aangezien iedere schoolsituatie anders is, dient de gebruiker zelf te beoordelen of en voor welke leerlingen dit lesmateriaal geschikt is. Soms is een les met een enkele wijziging gemakkelijk aan te passen aan een andere leeftijd- of niveaugroep. De lessen zijn bedoeld als inspiratiebronnen. In de lessen komen zoveel mogelijk intelligenties aan bod; soms zijn de werkvormen verbaal, soms visueel en soms creatief. Sommige lessen zijn geschikt als mentorles of deel van een vakles, in andere gevallen is het ook mogelijk lessen om te buigen tot grotere opdrachten of prestaties. Het kan wenselijk zijn om niet alle leerlingen van een groep deze lessen verplicht te laten volgen: ieder gaat immers op zijn of haar manier om met een calamiteit. Sommige leerlingen hebben wellicht meer behoefte aan ‘gewone’ lessen. Het vraagt dan ook inlevingsvermogen en creativiteit van begeleiders om recht te doen aan die verschillen. Soms hebben leerlingen een stimulans nodig en soms is respect voor een andere verwerkingsvorm van belang.
Pagina 3/29 september 2005
1 ACHTERGRONDINFORMATIE 1.1 Brand en brandwonden Jaarlijks komen in Nederland ongeveer 50 mensen door verbranding om het leven, onder wie enkele jongeren. Een veelvoud daarvan loopt ernstige verwondingen op. Een brandwond is een beschadiging van de huid veroorzaakt door warmte, elektriciteit, straling, bevriezing of chemische stoffen. De meeste branden in huis of op andere plekken waar jongeren komen zoals scholen, clubgebouwen, hotels en uitgaanscentra, ontstaan door menselijke fouten zoals niet opletten bij brandende kaarsen, oververhitting van frituurvet en niet goed omgaan met elektrische apparaten in huis. Ook brandstichting kan de oorzaak zijn. Daarnaast ontstaan brandwonden en overlijden door brand bijvoorbeeld door auto-ongelukken en vuurwerk. Achtergronden Brand veroorzaakt emotionele ellende en lichamelijke letstel. Omdat het onvoorspelbaar, oncontroleerbaar, levensbedreigend en bezitsbedreigend is, heeft brand een enorme impact. Jongeren zijn vaak zeer getroffen door wat ze zien tijdens en na de brand; of ze nu lichamelijk letsel opgelopen hebben of niet. De nasleep van een brand is enorm. Het gezin moet onderdak zoeken, spullen zijn voorgoed verloren, de dagelijkse gang van zaken is verstoord, het gevoel van veiligheid is weg, de afwerking met verzekeringen leidt tot extra stress en dat kan ook gelden voor de medische verzorging. Jongeren kunnen op allerlei manier herinnerd worden aan de gebeurtenis: door beelden, geluiden, geuren en gevoelens. Ze zien beelden van branden op tv, in de krant, horen sirenes, ruiken as of zien rook. Het lichamelijke en emotionele herstel van een brand kan lang duren. Andere emotionele reacties van jongeren: -
toegenomen angst bij dingen die hen herinneren aan de brand
-
afgenomen gevoelens van veiligheid
-
actiever en onrustiger worden
-
moeilijk de aandacht bij de les kunnen houden, concentratiestoornissen
-
veranderende schoolprestaties
-
eet- en slaapstoornissen
-
terugtrekgedrag
-
woede-uitbarstingen en agressie naar mensen om hen heen
-
lichamelijke klachten als hoofdpijn en buikpijn
-
gebrek aan interesse in hun normale activiteiten
-
risicogedrag zoals gebruik van alcohol en drugs, zichzelf beschadigen of meedoen aan gevaarlijke activiteiten.
Wanneer een leerling zelf brandwonden heeft en terugkomt op school, kan een consulent van de Nederlandse Brandwonden Stichting een gratis voorlichtingsbijeenkomst geven voor ouders en leerkrachten. De Stichting heeft ook lespakketten en materiaal voor spreekbeurten. Signalering Bij een ernstige brand waar de leerling zelf, vrienden of zijn familie bij betrokken is, kan de leerling posttraumatische stressreacties vertonen. Meestal trekken die na een maand of twee bij. Ze worden minder heftig en verdwijnen geleidelijk. Ook kan het gebeuren dat ze zich eerst een tijd goed houden en pas later signalen gaan afgeven dat ze het erg moeilijk hebben met het gebeurde. Hoe te handelen Pagina 4/29 september 2005
Voor jongeren is het belangrijk dat hun persoonlijke leven en het gezinsleven zo snel mogelijk weer structuur krijgt. School kan daar een rol in spelen. Het kan voor jongeren belangrijk zijn om
te zorgen dat ze niet al te veel blootgesteld worden aan beelden en geluiden die te maken hebben met brand, met name in de media. Bij het werken aan het gevoel van veiligheid helpt regelmaat en structuur en het focussen op positieve dingen. Zorg voor afleiding door samen met de jongere te kijken wat hij leuk vindt om te doen. Het opnieuw oppakken van activiteiten waar hij voor de brand van genoot is hier onderdeel van. Bespreek dat herstel tijd zal kosten. Een leerling die zelf brandwonden heeft, moet het schoolritme weer oppakken na de ziekenhuisopname. Dat valt niet mee daar de leerling, naast angst voor stigmatisatie, ook last kan hebben van slaaptekort, nachtmerries en jeuk. De drie Nederlandse Brandwondencentra begeleiden leerlingen met brandwonden bij hun terugkeer naar school. Zorg dat je goed geïnformeerd bent: niet alleen over de brand of de verbranding zelf, maar ook over de secundaire stressoren zoals een nieuw onderkomen, financiële problematiek, schuldgevoelens, letstel bij andere gezinsleden of het verlies van een of meerdere huisdieren of bepaalde voorwerpen die onvervangbaar zijn en waar de jongere erg aan gehecht is. Wanneer er sprake is van een overlijden als gevolg van de brand zie bij Plotseling overlijden. Wanneer de leerling zelf brandwonden heeft, verwijzen we voor de opvang naar de brochure van de Nederlandse Brandwonden Stichting Brandwonden genezen, hoe verder (te downloaden via hun website). Probeer attent te zijn op reminders in de school zoals het onderwerp brandverzekeringen bij economie of bepaalde schoolactiviteiten. Als er sprake is van zichtbare verwondingen moet hiervoor aandacht zijn bij terugkeer op school. Wat wil de jongere zelf, wat is de behoefte van klasgenoten? Bespreek zonodig met medeleerlingen hoe je kunt reageren. Belangrijk is dat de jongere goed voor zichzelf gaat zorgen door genoeg rust, gezond eten en regelmaat in het leven. Een luisterend oor en begrip is belangrijk, terwijl tegelijkertijd de jongere wordt geconfronteerd met structuur en regels. Zorg dat de normale activiteiten weer op gang komen en zoek samen met de jongere naar mogelijkheden tot ontspanning en afleiding. Zoek ook samen naar een veilige plek. Is dat bij vrienden, op school, bij de grootouders? Ook moet er aandacht zijn voor het sociale leven: vertoont de jongere terugtrekgedrag? Waar nodig kun je werken met oefeningen om met boosheid om te gaan. Kijk samen naar de toekomst: het is immers belangrijk dat de jongere hoop houdt voor de toekomst en ook optimistisch vooruit kan kijken. Een belangrijk aandachtspunt is de zorg die de jongere kan hebben voor de andere gezinsleden. Is draagkracht en draaglast hier in balans? Omdat brand en verbranding zo’n enorme impact hebben is het van belang om ook na lange tijd nog aandacht te hebben voor de gevolgen; zeker wanneer de jongere ernstige verwondingen opgelopen heeft waardoor de toekomst anders kan lopen dan voorheen gedacht werd. Dit kan invloed hebben op verliefdheden, relaties en toekomstig beroep. Belangrijk is ook om aandacht te hebben voor de mogelijke veranderingen in het relatienetwerk van de jongere omdat dit kan leiden tot secundaire verliesreacties. Ook moet je bedacht zijn op eventuele pestreacties. 1.2 Drugsdealen Het handelen in drugs op of bij het terrein van de school. Achtergronden De school is een aantrekkelijke ‘verkoopplek’ voor drugsverkopers. Vanwege de leeftijd zijn de leerlingen beïnvloedbaar om verleid te worden het een keer te proberen. Pagina 5/29 september 2005
Signalering Eigen waarneming en melding van leerlingen, collega’s, ouders of politie.
Hoe te handelen Het is zeer te adviseren dat de school aangifte doet wanneer ze merkt dat er sprake is van drugsdealen binnen of rond de school. Eventueel kan eerst overleg worden gevoerd met de contactpersoon bij de politie alvorens wordt besloten aangifte te doen. Wanneer de school aangifte doet, is de opsporingsambtenaar of de contactpersoon verplicht om de aangifte op te nemen (art. 163, lid 5 van het Wetboek voor Strafvordering). In de schoolregels kan opgenomen worden dat de school van strafbare feiten die haar ter ore komen aangifte doet volgens artikel 161 van het Wetboek van Strafvordering (ieder die kennis draagt van een begaan strafbaar feit is bevoegd daarvan aangifte of klacht te doen). Dat schept duidelijkheid. 1.3 Wapenbezit Onder wapenbezit wordt verstaan: het in het bezit hebben van wapens of voorwerpen die als wapen kunnen fungeren. Achtergronden Het in het bezit hebben van wapens door leerlingen neemt hand over hand toe. Leerlingen hebben voor hun eigen veiligheid soms een wapen in hun bezit, niet met de bedoeling om het te gebruiken. Maar wanneer een situatie bedreigend is, is de kans dat ze naar het wapen zullen grijpen levensgroot aanwezig. Signalering Sommige scholen gaan over tot detectiepoortjes, plaatsen camera’s of zetten beveiligingspersoneel in dat alert is op wapenbezit. Ook kan er een melding komen van collega’s of medeleerlingen. Hoe te handelen De school doet aangifte van verboden wapenbezit bij de politie hoewel ze dat niet verplicht is. Eventueel kan eerst overleg gevoerd worden met de contactpersoon bij de politie alvorens besloten wordt om wel of geen aangifte te doen. Wanneer de school aangifte doet, is de opsporingsambtenaar of de contactpersoon verplicht om de aangifte op te nemen (art. 163, lid 5 van het Wetboek voor Strafvordering). Er is in ieder geval aangifteplicht wanneer de school kennis draagt van misdrijven tegen de veiligheid van de staat of zeer ernstige levensbedreigende strafbare feiten. In de schoolregels kan worden opgenomen dat de school van strafbare feiten die haar ter ore komen aangifte doet volgens art. 161 van het Wetboek van Strafvordering (ieder die kennis draagt van een begaan strafbaar feit is bevoegd daarvan aangifte of klacht te doen). Dat schept duidelijkheid. 1.4 Ramp op afstand Soms dichtbij, maar meestal veraf, krijgen leerlingen via de media veel mee over grote (natuur)rampen in de wereld. Zoals de vliegramp in de Bijlmer, de vuurwerkramp in Enschede, de cafébrand in Volendam, de terroristische aanslag in New York op 11 september 2001, het gijzelingsdrama Beslan in september 2004, de tsunami op 26 december 2004, grote aardbevingen, orkanen en andere natuurrampen waarbij veel slachtoffers vallen. Het maakt vaak veel los in jongeren en daarmee komt het thema de school binnen. Achtergronden Leerlingen kunnen reacties vertonen wanneer zich rampen in de wereld voordoen. Ze zien Pagina 6/29 september 2005
televisiebeelden, horen erover praten en praten er met elkaar over. Door de heftigheid van het nieuws en de beelden op tv lijkt alles zeer dichtbij te komen. Pubers kunnen geïnteresseerd zijn in de achtergronden en er soms een standpunt over willen innemen. Uit onderzoek van Dr.
Juliette Walma van der Molen (2002) – waarin weliswaar geen kinderen ouder dan twaalf jaar waren opgenomen – blijkt dat kinderen angstiger worden van gewelddadig nieuws dan van gewelddadige fictie. Vooral beelden van interpersoonlijk geweld jagen veel angstgevoelens aan, gevolgd door branden, ongelukken, rampen en beelden van gevolgen door geweld. Meisjes hebben hier meer last van dan jongens. Volgens Walma van der Molen is geruststelling belangrijk bij een gijzeling zoals in Beslan. De kans dat dit soort situaties zich in Nederland voordoet is klein (Impact, Nieuwsflits). Hoe te handelen Voor pubers is het prettig om met elkaar te praten over de gebeurtenis. Stem dit af in school zodat het niet in iedere les gebeurt. Benadruk dat het normaal is dat ze heftig reageren en last hebben van het gebeurde en de beelden die ze op tv zien. Sommige leerlingen zullen er helemaal niet over willen praten: zij drukken de beelden liever weg en vermijden de confrontatie met de gebeurtenis. Ook deze wijze van omgaan met dramatische gebeurtenissen in de wereld moet worden gerespecteerd. Deze leerlingen vinden juist afleiding in de lesstof en willen liever dat de lessen op de normale manier doorgaan. Probeer ook met hen rekening te houden. Jongeren vinden het vaak fijn om iets te doen om het gevoel van machteloosheid te verminderen. Ze willen actie voeren of geld inzamelen. Ondersteun hen hierbij. Hun gevoelens van boosheid en woede kunnen veel jongeren op een veilige manier kwijt in bewegingsactiviteiten als sport.
Pagina 7/29 september 2005
2 LESIDEEËN 2.1 Broodje aap In groepjes worden waarheiden tot grove leugens opgeblazen. Toepasbaar bij Drugsdealen, wapenbezit Doel -
voorlichten
-
versterken
-
verwerken
-
verdergaan
Werkwijze Maak groepjes van ongeveer 5 leerlingen. De eerste leerling krijgt een kaartje waarop wat informatie staat (bijlage). Hij geeft deze informatie door aan de volgende in de groep, maar verandert er 1 ding aan. De wijziging moet klein zijn. Zo gaat het de kring rond. Laat de informatie 1 op 1 doorgeven; de rest hoort het niet. De eerste van de groep vertelt wat de basisinformatie was als de roddel de kring rond is. Herhaal Bespreek klassikaal wat er gebeurt en waarom. Naar aanleiding hiervan kun je afspraken gaan maken met de groep. Benodigdheden Kaartjes met de basisinformatie Tips en aandachtspunten voor begeleiders Bij verdenkingen van drugsgebruik, dealen of wapenbezit doen binnen afzienbare tijd de wildste verhalen de ronde. Deze oefening maakt lln. bewust van dit proces. Geef een eerste en een laatste zin geven en laat de groep werken aan de tussenliggende fasen. Eerste keer klassikaal op het bord doen, om te grove overdrijvingen te temperen. Of: informatie steeds in een kring door laten geven zodat ieder groepslid het hoort. Benodigde tijd Maximaal 1 lesuur
Pagina 8/29 september 2005
Bijlage bij: Broodje aap Voorbeelden: 1.
David en Jesse hebben zaterdagavond in de disco gesproken over het uitproberen van
een xtc-pil. Niemand weet er verder van behalve jij. 2.
Kim heeft een vriendje die waarschijnlijk wel aan drugs kan komen. Jouw vriend, Thomas,
zei dat hij dat wel interessant vond. 3.
Een jongen uit een ander leerjaar dan jij, hij heet geloof ik Sander, heeft je wat wiet
aangeboden in de pauze. Je kent hem verder eigenlijk helemaal niet. 4.
Na een werkweek/studiereis (niet een waar jij bij was) zijn er twee leerlingen geschorst.
Het had wat met drugs te maken, maar meer weet je er eigenlijk niet van. 5.
Jasper, iemand uit jouw klas, moest zich melden bij de afdelingsleider/conrector na school
vandaag. Jij denkt dat je geroken hebt dat hij vanochtend voor schooltijd had zitten blowen. Bron: Anette van het Erve, Alfrink College, Zoetermeer
Pagina 9/29 september 2005
2.2 Campagneposter Prijsvraag om poster of collage voor een campagne te ontwerpen in twee-, drie of viertallen. Poster draagt uit dat de school specifiek gedrag zoals pesten, seksueel geweld, loverboys, internetgeweld of drugsgebruik niet accepteert. De winnende poster wordt afgedrukt en verspreid in school. Toepasbaar bij Intercultureel geweld, pesten, loverboys, drugsdealen, seksueel geweld. Doel voorlichten Werkwijze Laat leerlingen eerst individueel op A4 kladjes maken om ideeën uit te proberen alvorens met definitieve ontwerpen aan de gang te gaan. Ze kunnen meerdere ontwerpen maken en samen kiezen met welke ze verder gaan voor de wedstrijd. Benodigdheden Geschikt papier en verschillende tekenmaterialen. Collagemateriaal, tijdschriften etc. Tips en aandachtspunten voor begeleiders Samenwerking met tekendocent(e) Hoewel de oorsprong van deze opdracht bij pesten ligt, kan deze eenvoudig worden aangepast voor bestrijding van internetgeweld, loverboys, seksueel geweld, drugs etc. Benodigde tijd 2 à 3 lesuren. Bronvermelding Bert Haring, Scholengemeenschap Tabor Hoorn
Pagina 10/29 september 2005
2.3 Herinneringsmuur Herinneringsmuur maken n.a.v. een calamiteit. Later kan die muur omgevormd worden naar iets anders, iets blijvends of juist afgebroken worden om met de bouwstenen iets nieuws te maken. Toepasbaar bij Zelfdoding, vermissing of verdwijning, dood, plotselinge dood, gijzeling, terroristische aanslag, brand Doel verwerken Werkwijze -
Op een plek in of bij de school bouwen de leerlingen een muur of een bankje, van bakstenen of keien.
-
Het zou mooi zijn af en toe een nisje te maken, zodat er in het nisje iets neergezet kan worden wat met de gebeurtenis te maken heeft. De nisjes vormen de symbolische “luchtgaten”.
-
De muur wordt een soort herinneringsplek, een klaagmuur, waar je briefjes kan
-
Duidelijk zou moeten zijn dat na verloop van tijd de muur een andere functie zou moeten
neerleggen, voorwerpen kan neerzetten. krijgen: de stenen worden gebruikt voor een bankje, de nisjes worden leeggehaald en beplant etc. Benodigdheden -
Stenen, cement, troffels, herinneringen etc.
-
Technisch toezicht en assistentie
-
Wellicht een vergunning als het buiten is.
Tips en aandachtspunten voor begeleiders -
Begeleiding is noodzakelijk, evenals overleg met de beheerder van het gebouw! Denk ook
-
Op het Terra College in Den Haag is er na de moord op Hans van Wieren een
aan de brandveiligheid herinneringsbank gebouwd op het schoolplein Benodigde tijd Enkele dagdelen/project Bronvermelding Ellen Koemans, Alfrink College, Zoetermeer
Pagina 11/29 september 2005
2.4 Krant Maak een tijdschrift/krant/folder/brochure waarin je allerlei aspecten van het onderwerp aan de orde laat komen Toepasbaar bij Brand, seksueel geweld, (inter)cultureel geweld, wapenbezit, internetgeweld, pesten, loverboys, drugsdealen Doel voorlichten Werkwijze Bespreek met de leerlingen het betreffende onderwerp in een onderwijs leergesprek. Wat weet iedereen er al van? Zijn er ervaringen mee? Waar kun je informatie zoeken en vinden? Wat weet je over de betrouwbaarheid van zo’n informatiebron? Vervolgens gaan de leerlingen in groepen uiteen om informatie over het onderwerp te verzamelen, hetzij in de mediatheek op internet, als het gaat om de korte termijn, hetzij in kranten, boeken, interviews als er wat langer overheen mag gaan. Laat de groepen via de expert–oefening uitwisselen waar de gevonden informatie over gaat. Laat de leerlingen de informatie dan verwerken in een krant of folder voor leeftijdsgenoten of jongere kinderen. Verspreid de krant of folder na controle. Benodigdheden Tijd en ruimte De informatie moet voorhanden zijn, als je interviews wil laten maken moet je zorgen voor deskundigen, maar een goed uitgeruste bibliotheek/mediatheek is ook noodzakelijk. Computers, printers, papier Tips en aandachtspunten voor begeleiders Het leereffect staat of valt met de bronnen en de informatie moet gecheckt worden Realiseer je dat sommige leerlingen ervaringsdeskundigen zijn. Denk aan items zoals interview met brandweer, interview met slachtoffer, onderzoek naar motieven en schade, oproep geld inzamelen voor herstel, etc. Benodigde tijd project Bronvermelding Ellen Koemans, Alfrink College, Zoetermeer
Pagina 12/29 september 2005
2.5 Kwaadmuur Tekeningen over boosheid laten maken, om die vervolgens op een kwaadmuur te bevestigen en er weer af te gooien. Uiteindelijk van de eraf gegooide klei weer iets moois maken. Toepasbaar bij Dood, plotselinge dood, enstige ziekte, zelfdoding, vermissing of verdwijning, brand, (inter)cultureel geweld, seksueel geweld, terroristische aanslag, moord, gezinsmoord Doel verwerken Werkwijze -
Laat eerst een tekening maken om te laten zien waar je boos over bent.
-
Tekeningen op de muur laten plakken en vervolgens met klei de eigen tekening er vanaf laten gooien.
-
Als alles eraf is gegooid de klei verzamelen en er iets moois van maken om mee te nemen naar huis.
-
Voorbeelden: hartjes, kaarsenstandaards, handen
Benodigdheden -
Papier- en tekenmateriaal
-
Plakband
-
Klei
-
Zeil om als kwaadmuur te spannen tegen een muur
-
Bak met water
Tips en aandachtspunten voor begeleiders Laat kinderen lekker hard schreeuwen en elkaar helpen als die tekening er maar niet af wil Kwaadmuur buiten is praktisch. In plaats van een kwaadmuur, kan ook voor een klaagmuur worden gekozen met plekjes om de briefjes in te stoppen Benodigde tijd Dagdeel Bronvermelding Weijers, A. & P. Penning (2001). Het leven duurt een leven lang. Nijmegen : SON I.s.m. Stichting Achter de Regenboog. deel II, taak 2, p.39. ISBN 90-9014574-5
Pagina 13/29 september 2005
2.6 Memory planting Planten van bomen, struiken of bloemen planten. Toepasbaar bij Dood, plotselinge dood, zelfdoding, moord, gezinsmoord, brand Doel -
versterken
-
verdergaan
Werkwijze Op een plek bij school of in de schooltuin of op het schoolplein wordt voor de overleden leerling of docent één boom, struik of bloemenperkje geplant. Benodigdheden Bijv. bomen, struiken, Vergeet-me-nietjes Materiaal om te planten Tips en aandachtspunten voor begeleiders Betrek biologiedocent hierbij Uitbreiding mogelijk met behulp van muziek (herdenking). Inzet muziekdocent is dan welkom. Let op uitvoerbaarheid als je bomen gebruikt. Is het praktisch? Neem kleine bomen of struiken Benodigde tijd 1 lesuur, kan meer, afhankelijk of het een uitgebreidere herdenking wordt Bronvermelding Roswitha Fens, SG Tabor Hoorn
Pagina 14/29 september 2005
2.7 Order order! Groepsdiscussie over wapenbezit, waarbij de leerlingen zich in een bepaalde rol moeten plaatsen en zo leren anders tegen het onderwerp aan te kijken. Toepasbaar bij Drugsdealen, wapenbezit Doel -
voorlichten
-
verdergaan
Werkwijze Maak groepen van 7 of 8 mensen met de volgende rollen: 5 mensen die verschillende groepen vertegenwoordigen en dus verschillende standpunten innemen; zoals: schoolleiding, slachtoffer, politie, “’drager” uit gewoonte; “drager” door eerdere ervaringen, medewerker bureau Halt, enz. een voorzitter 1 of 2 notulanten Iedere spreker bereidt zich voor op zijn rol en zet zijn standpunten op papier. Presenteert zich zonder interruptie. Daarna discussie; de voorzitter zorgt voor gelijke verdeling van spreektijd en vat samen. De notulanten nemen aantekeningen. De groep moet tot 1 slotsom komen. Vervolgopdracht is het schrijven van een verslag (kan vanuit verschillende perspectieven of voor verschillende soorten media). Benodigdheden Laptop evt. voor de notulanten Voorzittershamer is leuk Tips en aandachtspunten voor begeleiders In de onderbouw is deze les geschikter als mentorles, en dan zonder de schrijfopdracht. Kan in de bovenbouw gemakkelijk een lesplan verwerkt worden voor bijvoorbeeld een taal of maatschappijleer. Het is erg leuk om de schrijfopdrachten te bundelen en voor iedereen te kopiëren of om ze in een lokaal op te hangen. Benodigde tijd Maximaal 1 lesuur voor de discussie; voor de schrijfopdracht kun je een week de tijd geven. Bronvermelding Anette van ’t Erve, Alfrinkcollege Zoetermeer
Pagina 15/29 september 2005
2.8 Rappen Rappen in muziekles Toepasbaar bij Bedreiding, internetgeweld, pesten, loverboys, drugsdealen, (inter)cultureel geweld, seksueel geweld, terroristische aanslag, gijzeling, moord, gezinsmoord, wapenbezit, brand Doel -
versterken
-
verdergaan
Werkwijze Startpositie: algemene beginselen van rappen zijn duidelijk Klas in groepen verdelen Iedere groep gaat de rap instuderen en oefenen met elkaar Benodigdheden Tekst van pestrap M.Fraikin (zie bijlage) Handen, voeten en mond zorgen voor de beat Tips en aandachtspunten voor begeleiders -
Betrek de muziekdocent bij deze les
-
Houd een wedstrijd binnen de klas wie de rap het best vertolkt
-
Winnaar mag optreden voor school om ‘statement’ te maken
-
Leerlingen mogen ook eigen rap schrijven
Benodigde tijd 1 à 2 lesuren. Dagdeel als leerlingen zelf een rap gaan schrijven Bronvermelding Tekst pestrap: M.Fraikin, Hoorn 1998 Roswitha Fens, SG Tabor Hoorn
Pagina 16/29 september 2005
Bijlage bij: Rappen De volgende tekst is een aanpassing op het nummer Zondebokken Van de CD Briljant, hard en geslepen van de Osdorp posse met Nembrionic (1996) DJAX RECORDS. Het bevat overeenkomstige passages maar is een aanpassing in het kader van een pestproject voor het (basis)onderwijs. Het is niet gebruikt voor commerciële doeleinden. De schrijver. M.Fraikin
Pestrap
Rapper:
Fokken, treiteren, plagen en pesten Gedaan door de domsten maar ze voelen zich de besten Ieder klaslokaaltje zijn eigen pispaaltje Ben je anders dan de rest, ja dan baal je
Pestgroep:
We narren en we sarren en we doen je lekker pijn
We testen en we pesten omdat we lafaards zijn Want oh wat zijn we bang om uit de boot te vallen Dus doen we domweg mee met die stomme pestgevallen Rapper:
Maar je weet, het is niet goed wat jij nu doet Je pest iemand in de put en die weet niet goed wat hij moet Als je echt lef hebt, dan stop je met je ongein en vertelt de plaaggeesten dat ze vreselijk dom zijn
Refrein:
Het is laf, gemeen en heeft geen enkele zin Nu weet je hoe het zit dus maak vandaag nog een begin Stoppen met het narren, het treiteren en fokken Het plagen en het pesten, het sarren en het bokken
Pestgroep:
We halen het bloed onder je nagels vandaan
Vinden het tof om met z’n allen tegen één te gaan Om zo onze eigen slapheid te verdekken Onzekerheid, de reden van onze grote bekken Rapper:
Je bent echt niet stoer, als je iemand boos kunt maken Door met gemene woorden, iemand anders’ ziel te raken Met schelden, schoppen, slaan doe je iemand zeer Maar een ieder die verstand heeft kijkt op dat soort mensen neer
Refrein:
2x
tekst: M.Fraikin.
Pagina 17/29 september 2005
2.9 Samen verder Gesprekjes over hoe ver je bent in het verwerkingsproces. Toepasbaar bij Brand, gijzeling, terroristische aanslag, moord, gezinsmoord, drugsdealen Doel verdergaan Werkwijze Maak groepen. Op iedere groepstafel ligt een gekleurd vel papier met daarop een vraag. Deel per persoon een set gekleurde kaartjes uit. Laat de leerlingen eerst hun naam achter op ieder kaartje schrijven. Stel open vragen en vraag om korte, spontane reacties. Per kleur een andere vraag. Geef steeds goed aan om welke kleur het gaat (bijlage). Leerlingen lopen door de klas en leggen de juiste kleur kaartjes bij de juiste kleur vraag. De groepen lopen nu langs alle reacties en praten erover. Praatsuggesties op het bord (bijlage). Leg uit: als je wilt, mag je op de achterkant van een kaartje kijken, omdat je er bijvoorbeeld met diegene verder over wilt praten. Eindig met klassengesprek over de verschillen die inmiddels in het verwerkingsproces zijn ontstaan. Benodigdheden Gekleurde kaartjes (bijv. zo’n telefoonblokje). A3 vellen in dezelfde kleuren Tips en aandachtspunten voor begeleiders Deze activiteit kan ook heel goed gebruikt worden als er een belangrijke datum wordt gepasseerd, zoals een verjaardag of een jaar na de gebeurtenis. Benodigde tijd 1 lesuur Bronvermelding A. van het Erve, Alfrink College, Zoetermeer
Pagina 18/29 september 2005
Bijlage bij: Samen verder Ideeën voor vragen: 1.
Wat vind je van de gegeven straf en waarom vind je dat?
2.
Hoe vaak denk je nog aan de moord/ wat er … gebeurde/ wat er gebeurd is met …?
3.
Zou je nu nog eens/ weer iets willen doen voor de nabestaanden? Wat dan?
Wanneer? 4.
Heeft deze moord/gebeurtenis jou veranderd? Hoe dan/ waarom niet, denk je?
5.
Heb je in de afgelopen periode iets meegemaakt waardoor je er weer sterk aan herinnerd werd?
Suggesties om het praten te starten (op het bord)
Pagina 19/29 september 2005
a.
kun je de verschillende antwoorden schikken? Wie denken er ongeveer hetzelfde over?
b.
Wie is er nog het meest/ minst mee bezig?
c.
Wat verbaast je?
d.
Wat verrast je?
2.10 Soaps maken Het van begin (script schrijven n.a.v. de situatie) tot eind maken van een eigen soap Toepasbaar bij Bedreiging, internetgeweld, pesten, loverboys, wapenbezit, seksueel geweld, (inter)cultureel geweld, drugsdealen Doel -
voorlichten
-
verwerken
Werkwijze Leerlingen schrijven script Als groepswerk wordt per shot gewerkt aan de opname Een speciale montagegroep monteert de hele soap Bekijken van de soap en nagesprek Benodigdheden -
schrijfmateriaal voor script
-
opname-, montage- en afspeelapparatuur en programmatuur
-
belichting
-
microfoons
-
décorstukken en eventueel kleding
Tips en aandachtspunten voor begeleiders Bekijk de mogelijkheden van eigen CKV of Dramadocenten. Misschien kan men i.s.m. de sectie Nederlands zorgen voor het script en i.s.m. de kunstsecties voor het décor. Zoek contact met plaatselijke jeugdtheaterschool of muziekschool voor eventuele gastdocent Zoek naar technische kennis van zaken bij toa’s en de leerlingen zelf Goede opvang tijdens project noodzakelijk, sommige leerlingen zijn “ervaringsdeskundigen” Indien van goede kwaliteit kan de gemaakte soap ook gebruikt worden als voorlichtingsmateriaal Benodigde tijd Vakoverstijgend/prestatie/project Bronvermelding Lieke Schasfoort, Carmelcollege Emmen
Pagina 20/29 september 2005
2.11 Stilteplek in school Inrichten van stilteplek in school. Toepasbaar bij Dood, plotselinge dood, zelfdoding, vermissing of verdwijning, terroristische aanslag, moord, gezinsmoord, brand Doel verwerken Werkwijze Werkwijze wordt vooral bepaald door de leerlingen zelf. Willen ze foto’s? Willen ze schriftjes om berichten achter te laten voor wie ze missen? Hebben ze behoefte aan boeken, gedichten etc. Benodigdheden Foto’s overledenen; schriftjes per leerling; boeken rondom rouw, gedichten; dingen met symbolische waarde. Tips en aandachtspunten voor begeleiders Het is belangrijk dat het voor de leerlingen een plek wordt waar ze kunnen stilstaan bij hun overleden klasgenoten zoals zij dat willen. Let op: Niet te centraal in school zodat het andere leerlingen niet stoort die geen behoefte hieraan hebben. Spreek van te voren af of de plek permanent wordt of tijdelijk. Spreek dan over opbouw, afronding en afbouw Benodigde tijd 2 lesuren. 1 voor planning en afspraken ( wie zorgt voor wat) 1 voor uitvoering Bronvermelding Roswitha Fens, SG Tabor Hoorn
Pagina 21/29 september 2005
2.12 Symposium organiseren Een symposium organiseren. Een onderwerp uitdiepen, presenteren aan anderen als een voorlichting, om je kennis erover te vergroten. Toepasbaar bij Wapenbezit, loverboys Doel voorlichten Werkwijze Start met een verkenning van het onderwerp. Wat weet iedereen al? Voor wie is het symposium? Wat wil je bereiken/vertellen/weten? Formeer groepen die gaan brainstormen over de inrichting van de dag. Wat houdt het een symposium in? Wie nodig je uit als sprekers? Wat gaan die mensen vertellen? Wat kun je als leerling als ervaringsdeskundige bijdragen? Na de brainstorm en bespreking moeten de taken verdeeld worden. Benoem een symposiumcommissie als bestuur/organiserend comité en zorg dat alle groepen een afgevaardigde daarin hebben. Laat leerlingen de dag inrichten, inclusief setting, catering, congresmap, etc. Benodigdheden Veel achtergrondinformatie Beschikking bibliotheek/mediatheek Middelen en faciliteiten( tijd, geld en ruimte) om het symposium voor te bereiden en het te organiseren Tips en aandachtspunten voor begeleiders Deze werkvorm is geschikt voor de bovenbouw Vraag hulp aan collega’s! Controleer de kwaliteit van de bijdragen Benodigde tijd Project/prestatie Bronvermelding Ellen Koemans, Alfrink College, Zoetermeer
Pagina 22/29 september 2005
2.13 Van scherven naar geheel: mozaïek Mozaïek maken dat herinnering/troost vorm geeft (vanuit scherven naar een geheel werken) Toepasbaar bij Dood, plotselinge dood, enstige ziekte, zelfdoding, vermissing of verdwijning, brand, terroristische aanslag, gijzeling, moord, gezinsmoord Doel verwerken versterken Werkwijze Maak met kinderen een ontwerp dat past bij de gebeurtenis. (bijv. een symbool, een kleurenimpressie van de gevoelens die de gebeurtenis bij je opriep.) Probeer samen tot een ontwerp te komen. Werk dit ontwerp uit in een “plattegrond”. Zoek en knip tegels in de juiste kleuren en afmetingen, en laat leerlingen samen al pratend de stukjes inpassen op de plattegrond. Na de pasfase komt het lijmen, daarna het voegen. Het mozaïek moet een mooie plek krijgen in de school. Voor een precieze werkwijze: zie bijlage Benodigdheden Ontwerp, papier, stiften, onderplaat, tegels, tangen, lijm, voegsel, veiligheidsbrillen, eventueel handschoenen. Tips en aandachtspunten voor begeleiders Zoek een werkruimte waar stromend water is. De band Blöf heeft op de cd “Omarm” (EMI, 2003) een nummer staan dat gaat over de overleden drummer, Chris. Het nummer heet Barcelona en de ikfiguur in dit liedje mist in die stad zijn vriend. “ik zat in Parc Guell, tussen Gaudi’s mozaïeken, zo gebroken en zo bont en blauw”. (tekst van Peter Slager) Dit nummer en foto’s van het werk van Gaudi kunnen misschien helpen bij deze werkvorm. Benodigde tijd Project Bronvermelding Alfrink College, Zoetermeer
Pagina 23/29 september 2005
Bijlage bij: Van scherven naar geheel Mozaïek en benodigdheden -
Badkamertegels
-
Multiplex onderplaat
-
Kleine tegelsnijders
-
Speciale kniptangen voor mozaïek ( te koop bij speciaalzaak)
-
Voegenmiddel ( voor badkamertegels)
-
Lijm, bijvoorbeeld Majolicol 682 van Eurocol
Wanneer je kleiner wilt werken kun je gebruik maken van kleine houten of spanen doosjes, spiegels met een houten rand etc. Bij een multiplex plaat (9mm) van 1 vierkante meter moet je rekenen op 1,5 vierkante meter tegeltjes Belangrijk Als het kunstwerk een plaats moet krijgen aan de muur moet je van tevoren gaten boren in de plaat, waardoor het opgehangen kan worden. Later plak je steentjes over de gaten heen. Ontwerp -
Maak een ontwerp
-
Breng het ontwerp over op de onderplaat en verf het voor (zoals “painting by numbers” )
Tegels -
Snij met behulp van de tegelsnijder de tegel in lange stroken. Dat werkt makkelijker bij het
knippen -
Knip de stroken in kleine scherfjes, willekeurige vormen van ongeveer 1,5 bij 2 centimeter,
of kleiner als je op een kleiner vlak werkt. Grillige vormen werken het best, probeer de gladde geglazuurde randjes van de stukjes af te knippen. Mozaïek -
Pas en puzzel net zo lang tot de tegeltjes het ontwerp bedekken
-
Smeer elk stukje tegel in met lijm, bijvoorbeeld met behulp van een ijslollystokje, ongeveer
zo dik als pindakaas -
Druk het stukje stevig aan, tot de lijm er aan de zijkant onderuit komt. Let op: niet tot
boven de rand van het scherfje! -
Hou tussen de scherfjes 2 a 3 millimeter ruimte aan voor de voeg
-
Na het plakken moet het kunstwerk 24 uur drogen
Voegen -
Voeg water bij het voegpoeder tot een yoghurtachtige substantie. Eventueel kun je een
kleurstof toevoegen, verkrijgbaar bij een groothandel/speciaalzaak voor professionele klussers -
Giet het voegmiddel over de tegeltjes en wrijf het er tussen m.b.v. een voegrubber
-
Poets met een vochtige spons de steentjes tevoorschijn. Er blijft een poederachtig zweem
over de steentjes liggen, als alles droog is kun je dit met een zachte doek weg wrijven zodat alles gaat glanzen. Bron: Alfrink College, Zoetermeer, met dank aan Ingeborg van der Neut en Jose Boijens
Pagina 24/29 september 2005
2.14 VerBEELDing Een expositie maken van de verbeelding van je gevoelens, van wat de gebeurtenis bij jou opriep, welke plaats het heeft gekregen etc. Toepasbaar bij Dood, plotselinge dood, enstige ziekte, zelfdoding, vermissing of verdwijning, brand, terroristische aanslag, moord, gezinsmoord, pesten Doel -
verwerken
-
verdergaan
Werkwijze Geef leerlingen de gelegenheid om uit allerlei materialen en technieken te kiezen. (foto, film, collage, beeld, schilderij, installatie etc.) Laat leerlingen aan de slag gaan met de verbeelding van hun gevoelens Stel daarna (met de leerlingen) de expositie samen, hetzij op internet, hetzij als echte tentoonstelling Nodig mensen uit om te komen kijken naar het resultaat Denk ook aan een catalogus, waarin iedereen zelf kan verwoorden welk facet hij of zij heeft verbeeld. Benodigdheden Alle mogelijke materialen op het gebied van verbeelding. (papier, verf, camera’s, klei, hout etc.) Tentoonstellingsborden Een ruimte waar de expositie kan worden ingericht Materiaal om een catalogus mee te maken: papier, tekstverwerkers, mogelijkheid tot reproductie Tips en aandachtspunten voor begeleiders Net als bij een echte tentoonstelling moet het eindresultaat eindig zijn: het heeft even een vaste plaats gehad, bijvoorbeeld in school, maar het is tijd om verder te gaan. De expositie kan digitaal of als echte tentoonstelling worden opgezet Benodigde tijd Dag of project Bronvermelding Ellen Koemans, Alfrink College, Zoetermeer
Pagina 25/29 september 2005
2.15 Wat mag (niet)? Het schrijven van regels bij overtredingen van de wet en het verifiëren aan de hand van de bestaande regels en wetten. Toepasbaar bij Loverboys, drugsdealen, wapenbezit Doel voorlichten Werkwijze Verdeel de klas in 8 groepen. Kies 4 onderwerpen uit die wettelijke gevolgen hebben; bijv. diefstal, blowen, dealen, wapenbezit, seksuele intimidatie. Verdeel de onderwerpen: er krijgen dus steeds 2 groepen hetzelfde onderwerp. Methode placemat: op een A3-vel staat het onderwerp beschreven in vraagvorm. Het papier is in vieren verdeeld. Ieder groepslid schrijft in stilte zijn eigen antwoorden op de vraag in zijn eigen stukje. Groepsoverleg en dan een groepsantwoord formuleren. Iedere groep stuurt nu een scout naar de groep met dezelfde opdracht en die haalt daar nog ideeën vandaan. Dan weer terug en eventueel aanpassen. Huiswerk: de ene groep zoekt op wat de (en óf er) schoolregels zijn. De andere groep zoekt op wat de wet zegt in deze gevallen. Les 2: groepen half om half samenstellen. N.a.v. de gevonden wetten en schoolregels het vorige groepsantwoord nog aanpassen en dan voorbereiden op presenteren. Presenteren aan de hele klas. Eventueel lamineren en in het lokaal hangen. Benodigdheden A3 papier Tips en aandachtspunten voor begeleiders Houd als docent steeds de tijd in de gaten. De leerlingen verzanden anders in eindeloze discussies. Als je zelf al de regels opzoekt en kopieert, kan het in 1 les. De presentatie moet dan simultaan gebeuren. Benodigde tijd 2 lessen met huiswerk tussendoor of 1 les (zie tips) Bronvermelding Anette van ’t Erve, Alfrinkcollege Zoetermeer
Pagina 26/29 september 2005
2.16 Website maken Het maken van een website, of een onderdeel van de schoolwebsite Toepasbaar bij Bedreiding, pesten, loverboys, drugsdealen, wapenbezit Doel voorlichten Werkwijze Zoek allereerst contact met de websitebeheerder van de school. Ga met de leerlingen de wensen, de mogelijkheden en de onmogelijkheden na. Wat is de doelgroep, wat is het onderwerp, welke informatie zet je op de site, welke links? Benodigdheden Op internet zijn eenvoudige bouwprogramma’s voor websites te vinden, maar de ICTbeheerder op school is wellicht de eerste informatiebron. Tips en aandachtspunten voor begeleiders Leerlingen kunnen heel bedreven zijn in het maken van websites, gebruik hun expertise en maak ook gebruik van de kennis die bij collega’s aanwezig is. Pas op met een forum. Daar komen namelijk niet altijd even genuanceerde reacties op te staan. Om problemen te voorkomen is het handig om een controle in te bouwen (bijvoorbeeld door eerst de bijdrage te laten mailen naar iemand die het overzicht houdt). Maak afspraken over de periode dat de site in de lucht is. Benodigde tijd Prestatie/project Bronvermelding Ellen Koemans, Alfrink College, Zoetermeer
Pagina 27/29 september 2005
2.17 Website herdenken Het maken van een website, of een onderdeel van de schoolwebsite Toepasbaar bij Dood, plotselinge dood, zelfdoding, brand, moord, gezinsmoord Doel verwerken Werkwijze Zoek allereerst contact met de websitebeheerder van de school. Ga met de leerlingen de wensen, de mogelijkheden en de onmogelijkheden na. Wat kan er op de site, wat willen ze graag op de site? Bij een herdenkingssite kun je denken aan foto’s,een condoleanceregister, mooie herinneringen en dergelijke. Ook mededelingen over het afscheid kunnen op zo’n site komen. Benodigdheden Op internet zijn eenvoudige bouwprogramma’s voor websites te vinden, maar de ICTbeheerder op school is wellicht de eerste informatiebron Tips en aandachtspunten voor begeleiders Overleg eerst met de familie en de nabestaanden! Leerlingen kunnen heel bedreven zijn in het maken van websites, gebruik hun expertise en maak ook gebruik van de kennis die bij collega’s aanwezig is. Pas op met een forum of bijvoorbeeld een condoleanceregister, de reacties daarop kunnen wel eens heftig zijn of nieuwe problemen oproepen. Zorg voor een controle (bijvoorbeeld door eerst de bijdrage te laten mailen naar iemand die het overzicht houdt) Maak afspraken over de periode dat de site in de lucht is. Maak een papieren versie voor de nabestaanden. Kijk ook eens op http://altaar.kro.nl/default.asp, een mogelijkheid om via internet een digitaal altaar te maken. Benodigde tijd Prestatie/project Bronvermelding Ellen Koemans, Alfrinkcollege Zoetermeer
Pagina 28/29 september 2005
Medewerking Aan de lesideeën hebben meegewerkt: Ariëlle de Ruyter, Femke van Galen en Carlijn de Roos (Stichting Impact) en Laura Beek, Jet Strijker en Arend Groot (Psychotraumacentrum WKZ, Utrecht). Het verzamelen en uitschrijven van de werkvormen kwam tot stand in nauwe samenwerking met Ellen Koemans en Anette van het Erve (Alfrink College, Zoetermeer), René Kok (Sint-Janslyceum, ’s-Hertogenbosch), Matyeta Hukom (Herberd Vissers College, NieuwVennep), Lieke Schasfoort (Carmelcollege, Emmen), Bert Haring en Roswitha Fens (Scholengemeenschap Tabor, Hoorn). Bronvermelding en auteursrecht Bij het overnemen van lessen is waar nodig vooraf toestemming gevraagd aan de auteursrechthebbenden en hebben we zoveel mogelijk vermeld waar bepaalde lessen vandaan komen. We zijn daarin niet in alle gevallen geslaagd. Zij die menen alsnog rechten te ontlenen aan bepaalde tekstdelen, kunnen contact opnemen met Ine Spee (projectleider).
Pagina 29/29 september 2005