OVER VLEES, VEILIGHEID EN VERTROUWEN trends en ontwikkelingen 1
De aanpak
In bestaande literatuur is gericht gezocht naar trends en ontwikkelingen in Nederland en Europa op de onderwerpen vlees, voedselveiligheid en traceerbaarheid. In onderstaand overzicht staan de belangrijkste bevindingen. Aan het slot presenteren wij enkele conclusies en treft u een uitgebreide literatuurlijst aan. De nummers in de tekst verwijzen naar de bijbehorende literatuur. 2
Trends voedselconsumptie
Algemeen !" In Nederland liggen de uitgaven voor voeding als percentage van de totale uitgaven iets lager dan in de ons omringende landen. Ten opzichte van het Europese gemiddelde zijn de uitgaven in Nederland laag (2). !" De verkoop van voedingsmiddelen in de supermarkten groeit ten opzichte van die in speciaalzaken (1). !" Buitenshuis eten neemt nog steeds toe. Dit geldt zowel voor uit eten gaan in een restaurant of een snackbar als voor eten afhalen of thuis laten bezorgen (1, 30). !" Consumenten maken in toenemende mate gebruik van gemaksvoeding, zoals magnetron- en kant & klaarmaaltijden. Dit geldt ook voor allochtone consumenten. Deze trend komt onder andere voort uit een behoefte aan gemak en snelheid. Ook de voortschrijdende individualisering is hierop van invloed. Mensen eten vaker alleen (1, 30). !" Zowel in Nederland als in de rest van Europa groeit de aandacht voor voedselveiligheid, mede onder invloed van voedselschandalen en dierziekten in de afgelopen jaren, zoals Salmonella, dioxine en BSE. Het is niet duidelijk hoeveel gevolgen dit heeft voor de consumptie van onder andere vlees. Het lange termijneffect lijkt opmerkelijk gering, zeker in Nederland. !" Gezondheid speelt een belangrijke rol bij de keuze van producten. !" De consumptie van functional foods en voedingssupplementen nam enkele jaren geleden toe (30), de laatste tijd nauwelijks meer. !" In heel Europa zijn de blikken gericht op biologische landbouw en voeding. Verkopen en productie stijgen, maar het marktaandeel blijft tot nu toe klein.
Vlees !" Vergeleken met andere Europese landen, eten Nederlanders weinig vlees. De Fransen en de Spanjaarden eten veel vlees. In Spanje en Duitsland wordt veel varkensvlees gegeten (22). !" Vleesprijzen liggen in Nederland boven het Europese gemiddelde. De prijzen in het Verenigd Koninkrijk liggen onder het gemiddelde. De prijzen in Duitsland zijn iets hoger, die in België iets lager en die in Frankrijk ongeveer gelijk aan die in Nederland (2). !" De trends in de vleesconsumptie komen overeen met algemene voedingstrends: gemak, kant en klaar, voorverpakt, gezondheid- en voedselveiligheidclaims (22). !" Het marktaandeel van supermarkten in vleesverkoop groeit (27). !" Het marktaandeel van biologisch vlees en Milieukeur vlees is klein, maar groeiend. Biologisch vlees is tegenwoordig ook in de supermarkt verkrijgbaar. !" De consument besteedde in 2001 meer geld aan vlees dan in 2000. Er is in 2001 weliswaar evenveel vlees verkocht als in 2000, maar de omzet van de vleesverkoop was groter; de consument kocht duurder vlees. Dit alles ondanks de MKZ-crisis en een groot aantal BSE-gevallen in 2001 (27). !" In een onderzoek uit 1997 geeft een meerderheid van de respondenten aan dat hun vleesconsumptie de laatste twee jaar gelijk gebleven was, eenderde was minder vlees gaan eten. Gezondheid, BSE en Salmonella waren belangrijke redenen (26). !" In 2001 werd meer kip, meer rund- en minder varkensvlees verkocht (27). Dit sluit aan bij de trend van de laatste jaren. Vooral de verkoop van kip is de laatste 20 jaar aanzienlijk gestegen. !" Vlees blijft nog altijd de favoriete maaltijdcomponent in Nederlandse huishoudens (ongeveer 75%). Het aandeel van kant en klaarmaaltijden groeit (10%). Het marktaandeel van vleesvervangers groeit, maar is procentueel nog niet groot (22). !" In Nederland eet 98% van de mensen geregeld vlees, 80% eet vier tot vijf maal per week vlees. In lagere sociale klassen liggen deze cijfers hoger (1). !" De visconsumptie stijgt flink, onder andere doordat het gemakkelijker verkrijgbaar is in de supermarkt.
3
Voedselveiligheid
!" Van de Nederlanders maakt 37 % zich zorgen maakt over voedselveiligheid (10). Dit is laag in vergelijking met de rest van Europa. In Europa is gemiddeld 60% van de bevolking bezorgd over voedselveiligheid. Meer dan 25% denkt dat de veiligheid van voedsel achteruitgaat. !" Het grootste deel van de Nederlanders (90%) vertrouwt de voedingsmiddelen in Nederland. Een kwart van de bevolking maakt zich af en toe zorgen over voedselveiligheid en 30% vindt alle aandacht overdreven (3). !" Het blijkt dat bij slechts 3% van de Nederlanders voedselveiligheid bewust een rol speelt bij de productkeuze (5). De meerderheid past zijn gedrag dan ook niet aan na voedselschandalen (3). Nederlanders hebben nog steeds vertrouwen in vlees (1). Ondanks BSE blijkt de Nederlander niet bang te zijn voor het eten van vlees (22). In andere landen in Europa spelen voedselveiligheid en voedselschandalen een grotere rol. !" Terwijl Nederlanders nog steeds vertrouwen hebben in vlees, blijkt dit product wel te horen bij de producten die men het minst vertrouwt. Andere producten waarover Nederlanders zich zorgen maken zijn kant en klaarproducten, sportdranken en vitaminepreparaten (10). Daarnaast maakt men zich vooral zorgen over toevoegingen, ingrediënten die van nature niet in het product voorkomen en genetische modificatie (10). !" Consumenten in Europa beschouwen een product als veilig als het geen pesticiden en hormonen bevat en het gecontroleerd is door bevoegde en gerespecteerde instanties (31). !" Uit diverse onderzoeken blijkt dat consumenten vinden dat met name de overheid en voedingsmiddelenproducenten verantwoordelijk zijn voor de voedselveiligheid. Boeren vindt men in mindere mate verantwoordelijk (3, 10). !" 43% van de consumenten wil niet worden betrokken bij de voedselproductie. Ze laten dit liever over aan professionals (5).
4
Vertrouwen
!" Er zijn grote nationale verschillen in vertrouwen. !" De Nederlanders onderscheiden zich duidelijk van de andere EU-lidstaten. Ze hebben meer vertrouwen in de veiligheid van hun voedsel en in de controle daarop (31). !" De Nederlanders vertrouwen erop dat hen de waarheid wordt verteld over de veiligheid van voedingsmiddelen en vertrouwen er ook op dat etiketten de juiste informatie vertellen. !" Ze vinden, in tegenstelling tot andere Europeanen, dat geen aanvullende controles nodig zijn op voedingsmiddelen. !" De aanwezigheid van additieven en conserveringsmiddelen in de voedingsmiddelen schrikt hen minder af. !" Nederlanders blijken het meeste vertrouwen te hebben in producten uit de supermarkt, 83% vindt dit de veiligste producten tegen een gemiddelde in de EU van 47%. !" Kleine en locale kruideniers en Europese boeren en kleine producenten hebben volgens 50% van de Nederlanders de veiligste producten (2). !" Dit wijkt duidelijk af van de Europese cijfers en die in de ons omringende landen. Consumenten in het Verenigd Koninkrijk hebben een bijna even groot vertrouwen in de supermarkt, terwijl Duitsers, Fransen en Belgen het meeste vertrouwen hebben in de kleine en locale kruidenier. In Duitsland blijkt groot vertrouwen te zijn in de producten van de boer en de kleine producent. In Frankrijk meent 40% dat de veiligste producten van de markt komen (2). !" 72% van de Nederlandse consumenten vertrouwt varkensvlees, 80% rundvlees, 63% vertrouwt ander vlees en 76% vertrouwt vis (10). !" Jongeren en studenten in Europa hebben meer vertrouwen in ‘instanties en personen die hen de waarheid kunnen vertellen over veilige voeding’ dan ouderen en gepensioneerden (31).
5
Controle
!" Goedkeuring door een daarvoor aangewezen instantie geeft Nederlanders (in vergelijking tot de rest van Europa) relatief veel zekerheid over voedselveiligheid. !" Consumenten in Europa hebben meer vertrouwen in producten die onderworpen zijn aan nationale controles. !" Europeanen hebben duidelijk het meeste vertrouwen in nationale controles en daarna in Europese controles. In controles van producenten, verenigingen, groothandels en supermarkten hebben zij minder vertrouwen. !" 80% van de Europeanen vindt dat voedingsmiddelen meer en strenger gecontroleerd moeten worden (31). !" 70% van de Nederlanders is van mening dat een product niet veilig is als het geen nationale controle heeft gehad. Het Europese gemiddelde is 65% (31). 6
Informatie
Nederland !" 46% van de Nederlanders kijkt nooit op de ingrediëntenlijst op het etiket (15). !" In 1997 keek 70% van de Nederlanders niet naar de herkomst van vlees (26). !" Zeer weinig mensen zoeken actief naar extra informatie over een product, 15% van de Nederlanders is wel eens actief op zoek gegaan naar informatie over E-nummers (15). !" 50% van de consumenten is geïnteresseerd in informatie over de voedingsmiddelen die ze kopen. Daarbij denken ze met name aan ingrediënten, vitaminen en mineralen (3). In andere informatie, zoals de herkomst van het product, blijkt maximaal 25% van de consumenten geïnteresseerd te zijn (3). !" Een derde van de consumenten wil graag informatie op het etiket over de ingrediënten (E-nummers), of het natuurlijk of kunstmatig is, plantaardig of dierlijk dan wel geproduceerd met gentechnologie geproduceerd (15). !" Ongeveer 26% zou meer informatie willen over bacteriële besmetting in huis, zoals bewaaradviezen, welke bacteriën in welke voedingsmiddelen voorkomen en hoe ze zelf voedselvergiftiging kunnen voorkomen. !" Onderzoek uit 1997 wijst uit dat de informatie die men wil over vlees vooral te maken heeft met de leefomstandigheden van het vee (50%) en in mindere mate met de controle op de productie van vlees (20%) (26). !" Bij berichtgeving over voedselproblemen halen de meeste mensen hun informatie bij de supermarkt, de fabrikant of de Consumentenbond (3).
!" Consumenten blijken met name informatie te verwachten van de overheid, de fabrikant en de Keuringsdienst van Waren (15). In de informatie van deze instanties hebben de consumenten het meeste vertrouwen (3). De consument vertrouwt de retailer niet als informatieverschaffer. Hij heeft wel vertrouwen in gezondheidsorganisaties (Hartstichting en dergelijke), consumentenorganisaties, huisartsen en diëtisten (5). !" Ook wanneer consumenten vragen hebben gaan ze hiermee vooral naar de Consumentenbond en de Keuringsdienst van Waren. Naar het Voedingscentrum blijkt slechts 5% te gaan (10). !" Er blijkt onder consumenten nogal eens verwarring te zijn over keurmerken. Ze zouden er graag minder zien, bijvoorbeeld één keurmerk dat de mate van dierenwelzijn aangeeft (5). De meeste keurmerken zijn bovendien niet tot nauwelijks bekend. Europa !" Het blijkt dat meer Nederlanders het etiket lezen dan de gemiddelde Europeaan, namelijk 70% (EU 66%) (2). !" 77% van de Nederlanders vindt dat duidelijke informatie over de oorsprong van een product altijd aanwezig moet zijn op het etiket of de verpakking, zelfs op bijvoorbeeld gemalen vlees. Het Europese gemiddelde is 86%; de meningen binnen Europa zijn hierover weinig verdeeld, de Nederlanders hebben hierin vergeleken met de rest van Europa het laagste percentage (31). !" Zowel in Nederland als in Europa is bijna de helft van de consumenten van mening dat op etiketten de informatie over de kwaliteit en veiligheid van producten het duidelijkst is wanneer deze volledig is uitgeschreven, 20-25% heeft liever informatie in de vorm van een figuur of symbool; een vergelijkbaar percentage prefereren beiden (31). !" Europeanen hebben het meeste vertrouwen in consumentenorganisaties als informatieverstrekker (52%). Deze laten de tweede meest betrouwbare partij, de nationale, locale en regionale overheid, ver achter zich (26%). De producenten zelf boezemen het minste vertrouwen in (12%) (31).
7
Conclusies
!" De Nederlandse consument heeft een duidelijk groter vertrouwen dan de andere Europeanen in voedselveiligheid, informatie over voeding en voedselveiligheid (op bijvoorbeeld etiket), de verstrekker van die informatie en de controle op de veiligheid van voedsel. !" Consumenten hebben een groter vertrouwen in producten die onderworpen zijn aan nationale controles. !" In Nederland hebben de voedselcrises van de afgelopen jaren weinig effect gehad op de omvang van de vleesverkoop. In andere Europese landen is deze invloed groter. Wel is de Nederlander duurder en betere kwaliteit vlees gaan kopen. Lange termijneffecten zijn nog onduidelijk. !" Er is een verschil tussen denken en doen in de beschikbare cijfers over vleesverkopen in verhouding tot uitspraken over minder vlees eten. Vermoedelijk wordt dit ten dele verklaard door de gestegen consumptie van verwerkt vlees in bijvoorbeeld snackproducten. !" Consumenten hebben weinig kennis van keurmerken en de betekenis ervan. De grote hoeveelheid keurmerken werkt verwarrend. !" Consumenten geven - wanneer daarom gevraagd wordt - aan een grote behoefte aan informatie te hebben over de producten (vlees) die zij kopen. Dit is echter niet terug te zien in het informatiegebruik. !" Consumenten maken alleen gebruik van informatie die hen op een gemakkelijke en toegankelijke manier wordt aangeboden. Ze zoeken weinig actief zelf informatie. !" Nederlanders vertrouwen met name informatie die zij krijgen van overheid, Keuringsdienst van Waren en Consumentenbond. Informatie van supermarkten en producenten wordt minder vertrouwd.
Gebruikte literatuur 1.
Vlees cijfers en trends 2000: marktverkenning over het consumptiegedrag in een dynamische samenleving; Voorlichtingsbureau Vlees, Productschappen Vee, Vlees en Eieren; juni 2001
2.
Consumers in Europe: facts and figures, data 1996-2000; Eurostat, 2001
3.
Berichtgeving over voedselproblemen kan beter: onderzoek onder de Nederlandse Consument; Nipo; september 1999
4.
Vers-Safety-Scan Vlees Groenwoudt; DLV Adviesgroep; januari 2001
5.
Duitsers en Nederlands aan het woord over de toekomst van de landbouw: een grensoverschrijdende dialoog 10 oktober – 21 november 2001; Future of Food; 2002
6.
Allerhande; Albert Heijn; januari 2002
7.
The food we eat; Bron: The Food and Veterinary Office EC DG XXIV Consumer policy & consumer health protection
8.
Meer informatie over E-nummers gewenst; Voeding Nu; januari 2001
9.
De betrokken biologische consument: consumentenonderzoek Platform Biologica, deel 1; Platform Biologica; december 2001
10.
Opinieonderzoek voedselveiligheid; Nederlandse Voedselautoriteit; januari 2002
11.
Diverse knipsels; o.a. Agrarisch Dagblad
12.
Vandaag geen vlees; Consumentengids; februari 2001
13.
Biologisch vlees is ook geen oplossing; Consumentengids; mei 2001
14.
Voedselveiligheid: SnapShots Onderzoek; Centraal Bureau Levensmiddelenhandel; december 2000
15.
Onderzoek consumentenzorgen: residuen bestrijdingsmiddelen, additieven, salmonella in eieren; Voedingscentrum; december 2001
16.
Zweden: groot vertrouwen in rundvlees uit eigen land; e-mail Koninklijke Nederlandse Ambassade Stockholm, bureau voor Landbouw, natuurbeheer en Visserij; februari 2002
17.
(W)eten wat erin zit: etiketten zoals het hoort; Consumentengids; november 2001
18.
15 Vragen over BSE; Consumentengids; februari 2001
19.
Kip, een erg onveilig stukje vlees: Bacteriën en antibiotica nog steeds niet in bedwang; Consumentengids; juni 2000
20.
100 vragen over voeding & gezondheid; Consumentengids; september 2001
21.
Jaarverslag 1999; Voedingscentrum; 1999
22.
Foodmanagement, jaargang 19 nr 8: diverse artikelen; juli 2001
23.
Zo eet Nederland 1998: resultaten van de Voedselconsumptiepeiling 1998; Voedingcentrum; 1998
25.
Vlees, ‘t moet minder 't kan beter: een pleidooi voor de integratie van beleid, begeleidend rapport; Vereniging Milieudefensie, Dierenbescherming, Alternatieve. Konsumentenbond, OIKOS, de Kleine Aarde; februari 1996
26.
Dierenwelzijn in de bio-industrie: uitkomsten Prisma-onderzoek; Signicom; januari 1997
27.
Diverse knipsels; o.a. Agrarisch Dagblad en Nederlands Dagblad, februari 2002
28.
100 vragen over voedselveiligheid; Consumentengids; maart 2002
29.
Factsheets Biologische landbouw, Voedselkeurmerken, Vleesproductie, Vlees en Voedselveiligheid, Eten zonder vlees; Milieu Centraal; februari 2000
30.
Domeinverkenning Voeden: ingrediënten voor een gezond milieu; Schuttelaar & Partners; juni 2000
31.
La securité des produits alimentaires: eurobaromètre 49; Inra (Europe) – European Coordination Office (voor de Europese Commissie); september 1998