Over een zorg die voor zichzelf spreekt…
Voor alle vragen en/of opmerkingen:
[email protected] voor extra info i.v.m. de ontwikkeling van uw kind: kijk regelmatig op de website van de school onder het item “zorg”.
September 2015 1
“Zorg” “SES” “M-decreet” ??… Wablief ?? Brandend actueel en wellicht al van gehoord maar wat is dat nu eigenlijk en wat betekent dit voor onze school ?
Vanuit de overheid … worden regelmatig rapporten gepubliceerd waaruit blijkt dat veel kinderen kampen met leermoeilijkheden. … vraagt men of scholen aandacht willen schenken aan kansarmen, migranten, sociaalzwakken, vluchtelingen. … worden scholen die iets extra’s willen doen, beloond met extra lestijden, deze lestijden noemen wij onze SES-uren (=sociaal-economische-status). Het aantal uren dat wordt toegekend aan een school is afhankelijk een aantal factoren (bv. thuistaal, opleidingsniveau van de ouders, …) … buiten deze uren krijgt elke school nog uren ter beschikking om mensen aan te stellen die de ZORG op school kunnen en willen coördineren. …
Vanuit onze school
2
… vinden wij het de moeite om een actieplan op te stellen om zo onze zwakkere leerlingen optimaal te kunnen helpen. En ons sterkere de optimale kansen tot leerwinst te geven. … zorgen we ervoor dat ‘resturen’ ook een invulling krijgen in functie van leerlingen die het nodig hebben. … krijgen we positieve rapporten en kritieken van ouders en inspectie die vinden dat we reeds een grote deskundigheid opbouwden. … nemen we nieuwe initiatieven die we regelmatig in vraag stellen of bijsturen door aan zelfevaluatie te doen. … volgen we regelmatig bijscholingen om op de hoogte te blijven van vernieuwingen en interessante weetjes. … is heel ons team betrokken bij deze ZORG. Het kernteam bestaat uit: meester Patrick, juf Sarah (zorg bij de kleuters), juf Elsy, juf Kathleen (zorg 3de kleuterklas + 1ste en 2de leerjaar), juf Diane (zorg 3de en 4de leerjaar B), juf Imke (zorg 4de leerjaar A, 5de en 6de leerjaar). Met dit team hebben we een wekelijks overleg en proberen we zicht te houden op het reilen en zeilen van onze school. We willen de vinger aan de pols houden, problemen die zich voordoen, proberen we zo snel mogelijk op te lossen. We proberen op de hoogte te blijven van onderwijsveranderingen. We scholen ons regelmatig bij om leerlingen en leerkrachten zo goed mogelijk te ondersteunen. We werken samen met de andere scholen van onze scholengemeenschap. Verder hebben we ook een werkgroep opgericht die een “anti-pest-plan” uitwerkt voor onze school.
3
Kortom ZORG houdt in dat wij, als schoolteam, het beste willen nastreven voor alle leerlingen.
Enkele gehoorde uitspraken ! Ik zie 2 keer per week de fietsen van de leesmoeders staan. Waarom moet Bram maar de helft van zijn huiswerk maken ? Silke en Ellen spelen met (of is het experimenteren?) met water in de gang. Vandaag waren we met 1 meester en 2 juffen in de klas. Er wordt tijd vrijgemaakt voor leerlingen die wel eens nood hebben aan een goede babbel. Lien en Piet hermaken een toets bij de zorgjuf. Een onderdeeltje werd verkeerd begrepen. We leren omgaan met verschillen, we proberen een anti-pest klimaat te creëren. Lieven zit in mijn klas voor rekenen, maar gaat voor taal soms naar een andere klas of zorgklas.
Jammer genoeg hoor je soms ook minder positieve dingen : Ze leggen er teveel eieren onder. Bij mij zou dat niet waar zijn ! Dat kind zou van school weg moeten. Het haalt het niveau van de klas naar beneden.
Maar wat als dit over jouw kind gaat ??
4
Hoe proberen we aan deze noden tegemoet te komen? In de klas: - In eerste instantie gebeurt er al heel veel “zorg” in de klas. - Elke leerkracht heeft als taak aandacht te hebben voor alle leerlingen die hem/haar worden toevertrouwd. Elke leerling is anders en heeft ook andere noden en deugden. Het is aan de klasleerkracht om hierop in te spelen en alle leerlingen optimale leer- en ontwikkelingskansen te geven. - Daardoor komt het ook dat soms niet alle leerlingen dezelfde taken moeten uitvoeren. (= differentiatie) - Sommige leerlingen krijgen een eigen leertraject of hulpmiddelen, of extra uitdagingen, of… In de zorgklas of tijdens de zorguurtjes: - Alle kinderen kunnen voor specifieke taal- en wiskundeproblemen terecht in de zorgklas. De zorgjuffen proberen die kleine probleempjes dan weg te werken. Soms lukt dat, soms ook niet… - Ook kinderen die eens nood hebben aan een luisterend oor kunnen bij hen terecht. - De klastitularis bepaalt wie er extra uitleg of inoefening nodig heeft. - Soms helpt de zorgjuf ook IN de klas. De klasleerkracht geeft de les, de zorgjuf geeft nog eens extra uitleg aan zij die het nodig hebben of begeleidt bij het maken van oefeningen. - De zorgjuffen zoeken ook naar techniekjes, materialen, … die kunnen helpen bij het verwerken van de leerstof. - Allerlei methodieken en spelletjes helpen het kind om meer zicht te krijgen op zijn werkwijze en om zijn zelfvertrouwen te verhogen. - Kinderen die systematisch worden geholpen door een zorgleerkracht krijgen ook een woordje uitleg op he rapport. Zo weten ook de ouders wat er op school gebeurt. Tevens proberen we hier suggesties te doen om het “thuis helpen” te vergemakkelijken.
5
Hoe gaan we concreet te werk? - Samen bespreken de klasleerkracht, de zorgjuf, een CLBmedewerker en de directeur de kinderen die worstelen met een probleem en nog meer extra begeleiding nodig hebben. - Bij hardnekkige fouten wordt een stappenplan uitgewerkt waarbij we, iedereen die kan helpen, inschakelen. (meester Patrick, juf Imke, juf Diane, juf Kathleen, een logopediste, het revalidatiecentrum, het CLB, de ouders, …) - We onderhouden regelmatige contacten met de ouders (extra oudercontacten, via agenda en/of mail, …) - We houden een leerlingvolgsysteem bij. Zo krijgen we een overzicht van elk kind inzake de evolutie en eventuele problemen die optreden. - We onderhouden contacten met CLB, logopedisten en revalidatiecentra die onze leerlingen ook verder helpen. - Ouders die vragen hebben omtrent leerproblemen of vorderingen van hun kind kunnen ook altijd terecht bij iemand van de zorgleerkrachten. - De zorgleerkrachten scholen zich ook regelmatig bij om kinderen met specifieke noden (en hun ouders) beter te kunnen helpen.
Op regelmatige basis worden testen uitgevoerd: Het leerlingvolgsysteem (LVS) - Om een kind in zijn ontwikkeling en zijn stappen naar zelfstandigheid en blijvend leren te volgen, houden we een LVS bij. - Een kind wordt jaarlijks twee maal getest voor rekenen, lezen en spelling om zo de zone van ontwikkeling te bepalen. Deze toetsen gelden voor heel Vlaanderen en zijn niet gebonden aan een bepaald handboek. Op die manier krijg je een objectiever beeld van waar het kind staat.
6
-
-
De uiteindelijke bedoeling van een LVS is niet om een kind in een vakje te stoppen, maar om dat kind hogerop te trekken. Als een kind lange tijd stagneert, onderzoeken we hoe dat komt. Heb je graag even inzage in dit systeem ? Dan kan je dit vragen aan juf Kathleen, juf Diane of juf Imke. Deze toetsen worden ook vaak besproken tijdens oudercontacten. Verder wordt er omtrent deze toetsen nooit iets meegegeven naar huis om de objectiviteit ervan niet in het gedrang te brengen.
De AVI-bepalingen en de leesauto - En … ken je onze leesauto al ?
-
-
-
Minstens twee keer per jaar nemen we AVI-testen af. Deze testen bepalen het leesniveau van het kind. Dit niveau wordt dan aangeduid op een ‘leesauto’. Dit is geen gewone auto maar een auto met maar liefst 9 versnellingen. We proberen met onze auto op het einde van het eerste leerjaar in versnelling 3 te staan, in het tweede leerjaar op versnelling 5, in het derde leerjaar op 7 en op het einde van het vierde leerjaar op 9. Deze auto wordt dan ook even meegegeven naar huis. Zo weten ouders ook exact op welk niveau hun kind leest : niveau 4 bereikt, wil zeggen dat je mag oefenen op niveau 5. (Het heeft immers geen zin om een kind van AVI 3 te laten oefenen op AVI 6 of omgekeerd !) Deze AVI-aanduidingen vind je terug op de meeste leesboeken. Deze aanduidingen geven enkel informatie over het technisch leesniveau en zegt niets over het begrijpen van informatie!
7
Soms hebben we ook testen nodig om extra info te bekomen. -
-
Wanneer blijkt dat een probleem blijft aanslepen, proberen we te achterhalen waar het probleem zit. Hiervoor hebben we dan specifieke toetsen. Soms vragen we ook testen aan bij het CLB. Bijvoorbeeld bij het vermoeden van een leer- of gedragsstoornis (dyscalculie, dyslexie, ADHD, ADD, NLD,…). Soms vragen we ook om een IQtest. Een IQ-test kan een belangrijke indicator zijn bij de verwachtingen die we mogen hebben bij een bepaald kind.
Voor sommige kinderen hebben we STICORDI-maatregelen uitgewerkt. -
-
STICORDI staat voor stimuleren, compenseren, remediëren en differentiëren. Kinderen die kampen met een leerstoornis bieden we hulpmiddelen aan om, ondanks de problemen die zij ervaren, toch een maximaal resultaat te behalen. In dit opzicht kochten we bijvoorbeeld SPRINT aan. Dit is een voorleesprogramma voor dyslectische kinderen. Andere kinderen krijgen dan weer geheugensteuntjes op hun bank gekleefd. Nog anderen worden soms vrijgesteld van bepaalde taken. Natuurlijk gebeurt dit steeds in overleg met de ouders!
Welke zorginitiatieven lopen er nog op onze school ? Het niveaulezen - Om de techniek van het lezen regelmatig te oefenen, komen leesmoeders, leesgrootmoeders en een leesgrootvader kleine groepjes kinderen begeleiden. - Ieder kind leest op een bepaald niveau. De één kan al wat moeilijkere zinnen of woorden aan, de ander doet het nog wat te traag; vandaar niveaulezen.
8
-
Niveaulezen met leesouders doen we tot en met het tweede leerjaar. In het derde leerjaar doen we ook nog aan niveaulezen maar dat doen we dan in de klas zelf. In het 4 de leerjaar mag je er vanuit gaan dat de techniek van het lezen beheerst is. Is dat nog niet zo ? Dan zal er nog extra geoefend worden.
Groepswerk, hoekenwerk en contractwerk - Om het zelfstandig werken te bevorderen, richten we regelmatig groepswerk, hoekenwerk of contractwerk in. - De kinderen moeten een aantal taken verplicht maken, andere taken mogen ze dan weer zelf kiezen. - Tijdens deze werkvormen kan er nog verder gedifferentieerd worden. Zwakkere leerlingen werken samen met juf of meester aan de dingen die zij moeilijk vinden. - Het zelfstandig werken geeft aan de leerkracht de tijd en ruimte voor observatie en individuele begeleiding. Socio-emotionele opvoeding - Niet alleen het verstandelijke primeert ; ook het psychomotorische en het socio-emotionele moet voldoende aandacht krijgen. - Een kind moet betrokken bezig zijn en zich goed in zijn vel voelen om optimaal te kunnen leren. - De zorgjuffen voeren 1 keer per schooljaar een grote screening uit. Kinderen kunnen dan aangeven wat ze leuk en minder leuk vinden. Ze kunnen ook aangeven of ze behoefte hebben aan een individueel gesprek. - Werken aan een positief zelfbeeld en aan verdraagzaamheid dragen wij hoog in het vaandel. Daarom proberen we om kinderen te leren omgaan met hun gevoelens en ook om respect op te brengen voor die van andere kinderen. - Dit jaar werken we verder aan ons ‘anti-pest-project’. Via een aantal werkpunten proberen we het pesten in onze school te beperken…
9
We proberen “pesten” bespreekbaar te maken – ook enige vorm van weerbaarheid vinden we belangrijk!
Deze twee lieverdjes helpen ons daarbij!
Brats
Dingske
InterCultureelOnderwijs en NT2 - Ieder kind is anders, uniek. In elke klasgroep is er al diversiteit genoeg om bij stil te staan. (Anderstaligen, andere nationaliteit, andere gezinssamenstelling,…) We leren onze kinderen omgaan met deze verschillen. - Daar waar we aanvankelijk aandacht hadden voor vreemde culturen, gebruiken of feesten van anderen volkeren, zijn we nu eerder bezig met ‘omgaan met verschillen’.
-
-
In het kader van ICO gaan de leerlingen van onze school bijvoorbeeld regelmatig naar het rusthuis. Daar doen ze allerlei activiteiten samen met de bejaarden. Voor beiden een waardevolle en plezierige ontmoeting ! Af en toe hebben we ook anderstalige leerlingen, deze noemen wij onze NT2-leerlingen. Gaandeweg proberen zij onze taal op te nemen en ons onderwijs te volgen. Dat dit niet gemakkelijk is, spreekt voor zichzelf. Daarom proberen we hen dagelijks ook even individueel te begeleiden.
Leren leren - We kochten klasagenda’s aan waarin kinderen aangespoord worden om zelf taken en lessen te plannen. Ze moeten ook zelf leren denken aan materiaal dat moet meegebracht worden of briefjes die aan de ouders moeten bezorgd worden. - Vanaf het derde leerjaar wordt stelselmatig aangeleerd hoe je kan leren leren. Technieken van zelfbevraging en planning worden aangeleerd. Uiteraard blijft dit ook een belangrijk werkpunt in de hogere klassen.
10
-
-
Dit schooljaar werken we tijdens onze pedagogische studiedagen verder aan “leren leren”. We proberen een opbouwende lijn uit te werken doorheen heel de lagere school. Onze visie op huiswerk, die van ouders en leerlingen, hebben we uitgeschreven en kan je lezen in de infobrochure.
GON-werking - GON staat voor geïntegreerd onderwijs. Kinderen met een stoornis of beperking kunnen op deze manier toch functioneren in het gewone onderwijs. - Voor de GONwerking worden er contracten afgesloten met scholen voor het buitengewoon onderwijs. Zij stellen dan vakkundige mensen ter beschikking om deze kinderen te begeleiden. De klimopklas - Sinds enkele schooljaren proberen we ook onze zorg “ook naar boven” uit te bereiden. Concreet wil dit zeggen dat leerlingen die meer of extra uitdagingen nodig hebben deze ook krijgen. - In de onderbouw krijgen sterkere leerlingen “de blauwe map”. Hierin mogen ze vrij en zelfstandig werken. Juf Kathleen volgt dit op en bespreekt met deze leerlingen hun individuele vorderingen. Deze kinderen krijgen werkpunten die voor hen van belang zijn. (Bijv. netjes leren werken, tijd leren nemen om over een opdracht na te denken, …) - In de bovenbouw gaan de sterkere leerlingen wekelijks één uurtje bij juf Imke. Daar kunnen ze werken aan oefeningen op niveau, groepswerken, projecten,… - Wie er mee mag naar de klimopklas, wordt bepaald door de klasleerkracht. Zij hebben genoeg objectief testmateriaal om het “kennen” en “kunnen” van hun leerlingen in te schatten. - Tijdens dit uurtje klimopklas krijgen de sterkere leerlingen ook het nodige werk-materiaal mee voor de komende week. Hierin kunnen zij vrij werken of op aangeven van de klasleerkracht.
11
Tandemwerking - Elke leerling van een hoger leerjaar krijgt één of twee kindjes uit een lager leerjaar onder zijn/haar hoede. - Samen gaan zij 1 keer per week een half uurtje lezen of rekenen of… Af en toe mogen ze ook eens samen een spelletje spelen. - De juffen en meesters begeleiden daar waar het nodig is. - Het is een werkvorm die voor iedereen enorm zinvol (en leuk) is: o De kindjes uit de onderbouw worden gemotiveerd om te oefenen. (En dat doen ze ook echt want ze willen zich bewijzen voor hun begeleider). o De kinderen uit de hogere leerjaren verbeteren hun eigen prestaties en leren dingen voorbereiden, uitwerken voor en uitleggen aan anderen. o Juffen en meesters genieten van het enthousiasme dat dit met zich meebrengt. o Het is een werkvorm die de sfeer op school echt ten goede komt ! - We doen dit 2 keer per schooljaar gedurende een 8-tal weken. Na de eerste beurt worden nieuwe duo’s gevormd! Informeren van ouders: - Een aantal keer per schooljaar geven we een nieuwsbrief uit over een zorgitem. Op deze manier proberen we sommige “hete hangijzers” bespreekbaar te maken. Deze nieuwsbrieven vindt u vanaf dit schooljaar terug op de website! - In het eerste leerjaar werken we een aparte nieuwsbrief uit met allerlei weetjes uit de klas. We ervaren dat het voor sommige kinderen heel moeilijk is om te vertellen over het klasgebeuren. Zo kunnen we ook info geven over de manier waarop we leerstof overbrengen. Ook geven we tips hoe je thuis je zoon of dochter kan helpen bij zijn/haar huiswerk. Ook deze nieuwsbrieven vind je terug op de website. …
12
En er is nog zoveel waar we nu niet meteen aan denken… En als we het zelf toch niet meer weten ? -
-
Met onze CLB-medewerker bespreken we of er hulp kan geboden worden door een gespecialiseerd iemand. Denk maar aan logopedisten, kinesisten, mensen van het revalidatiecentrum of een speciale school zoals het Buitengewoon Onderwijs. We proberen steeds eerlijk te zijn in onze mening en ouders zo vlug mogelijk in te lichten van eventuele problemen. Een doorverwijzing wordt uitvoerig met de ouders besproken. Bij het CLB kan u terecht voor allerlei inlichtingen en advies.
Tot slot… … willen wij je danken voor het vertrouwen, voor je waardering, je enthousiasme voor ons werk. … mag je altijd meewerken als je je geroepen voelt om ons bij te staan om onze zorg uit te breiden (als leesouder, weeg- of meetmoeder, …) … willen we nog even vermelden dat we altijd openstaan voor een gesprek. …
13