Dialoog
Peter Degadt (gedelegeerd bestuurder Zorgnet Vlaanderen) en Caroline Ven (gedelegeerd bestuurder VKW). 22 |
oktober
| vkw ondernemen 2014
(Foto Jan Locus)
Een zorg voor iedereen
Dialoog
Wie zegt gezondheidszorg, denkt tegenwoordig ‘besparen’… Peter Degadt: “Er is een budgettair probleem en noch onze sociale zekerheid noch onze gezondheidszorg zullen duurzaam zijn als we dat probleem doorschuiven naar een volgende generatie. Maar we mogen niet besparen zoals de laatste jaren met de kaasschaaf per begrotingspost. Actoren in onze gezondheidszorg worden betaald voor prestaties. Als je daarop bespaart, stimuleer je het systeem onbedoeld om te compenseren door méér prestaties te leveren. De hond gaat achter zijn eigen staart aan. Dat zorgt voor werkdruk bij o.m. verpleegkundigen en overconsumptie met meerdere dure CT-scans per patiënt als berucht voorbeeld. Pak dus het onderliggende mechanisme aan. Blok overconsumptie af en maak dat artsen en ziekenhuizen er belang bij hebben om geïntegreerd te werken en zorg voor kwaliteitsprikkels. Op vandaag zijn patiënten heel tevreden doordat onze zorg erg toegankelijk is, zeker in vergelijking met buitenlandse wachtlijsten, maar we scoren in Europa slechts elfde als het aankomt op het meten van het resultaat.”
Zorgnet Vlaanderen bezorgde minister Vandeurzen een beleidsvisie voor een genetwerkte en integrale gezondheidszorg. Gedelegeerd bestuurder Peter Degadt lichtte het plan toe aan Caroline Ven. Beiden beseffen dat de ziekenhuizen nog zo performant mogen zijn, een gezonde maatschappij is een brede verantwoordelijkheid en niet enkel die van de sector.
Wat bedoelt u met dat geïntegreerder werken? Peter Degadt: “Doordat onze vergrijzingsgolf naar een piek gaat, blijven steeds meer mensen langer leven, maar dat doen ze met verschillende kwaaltjes. Om daarop in te spelen moeten artsen en therapeuten meer samenwerken en dat vergt een andere organisatie en een meer holistische visie op ziekte en gezondheid. Maar zorgverstrekkers worden vandaag niet financieel beloond om samen te werken; elk heeft zijn patiënt of taak. Een orthopedist zorgt voor een nieuwe heup, een internist behandelt diabetes, maar we moeten het totaalplaatje zien voor de patiënt. We moeten naar geïntegreerde teams die hun zorg afstemmen op een zorgpakket. Wij moeten dan ook naar netwerking tussen ziekenhuizen, woonzorgcentra, revalidatiecentra, etc. We denken dan aan horizontale netwerken tussen ziekenhuizen, de eerste lijn en de chronische zorg. Maar we denken ook aan samenwerking tussen ziekenhuizen in netwerken waarbij de hooggespecialiseerde zorg wordt geconcentreerd. De specialisatie heeft als gevolg dat ziekenhuizen niet langer alles kunnen, mede doordat apparatuur steeds sneller vernieuwt en steeds duurder wordt. Dus moeten ziekenhuizen taken verdelen. Minister Vandeurzen heeft ons zorgstrategisch plan in het regeerakkoord opgenomen. Het voorziet in een meerjarenplanning, want grote organisaties zoals ziekenhuizen kan je niet van vandaag op morgen reorganiseren.” Caroline Ven: “Ziekenhuizen zullen net als veel organisaties efficiënter moeten gaan werken en hun aanbod herstructureren, maar zullen als extra uitdaging krijgen dat hun klant heel sterk gewend is aan veel individuele autonomie om de dokter of het ziekenhuis te kiezen en om te shoppen naar tweede en derde opinies. Er zal veel communicatie nodig zijn om die autonomie te verzoenen met het nieuwe model. We moeten opletten dat niet de perceptie ontstaat dat we enkel willen besparen en zorgbehoevenden duidelijk maken dat het ook gaat om een beter aanbod.” Peter Degadt: “In ons liberaal model van vandaag is het minder makkelijk om dure middelen goed te plannen. Een operatiekwartier, een duur stuk infrastructuur, is in Nederland maanden op voorhand vol gepland, bij ons soms maar drie dagen. Daar liggen potentieel enorme efficiëntiewinsten, maar onze patiënten zijn niet gewoon om wat te wachten, zelfs niet voor niet-dringende problemen. Informatiecampagnes tegen bijvoorbeeld roken bewijzen dat communicatie wérkt,
vkw ondernemen 2014 |
oktober
| 23
Dialoog
maar het vergt tijd en moed. Mensen zullen er ook voordeel bij hebben, en dit moet helder gemaakt worden.” Kan een grotere rol voor de privésector geen ruimte creëren? Peter Degadt: “Ik zie zeker ruimte; de zorg is een economie. Nog zonder farmasector en allerlei toeleveringsbedrijven zijn we al goed voor 16 procent van de tewerkstelling. Er is niets tegen een aanbod dat zich organiseert rond een markt voor ouder worden, bijvoorbeeld. De knoop zit hem wel in de bepaling hoever de solidariteit gaat en in welke mate privéresponsabilisering moet spelen. Het echte ethische debat draait rond de vraag wie solidair is met wie en in welke omstandigheden.” Welke ruimte ziet u voor commerciële spelers? Peter Degadt: “In Nederland zie je hoe ook commerciële spelers bijvoorbeeld een ziekenhuis uitbaten. Je ziet vandaag bij ons al veel privékliniekjes ontstaan die zich toeleggen op specifieke ingrepen, bijvoorbeeld oogheel-
“Pak het onderliggende mechanisme aan. Blok overconsumptie af en maak dat artsen en ziekenhuizen er belang bij hebben om geïntegreerd te werken.” Peter Degadt
kunde of plastische chirurgie. Geen probleem, al moeten we toch letten op zaken als kwaliteitscontroles. Zijn die dezelfde als in de klassieke, zwaar gecontroleerde ziekenhuisomgevingen? En wat met de tariefzekerheid? En wat met onverwachte complicaties? In een ziekenhuiscontext kan je daar sneller ingrijpen, vandaar ons pleidooi voor afspraken en samenwerking.”
24 |
oktober
| vkw ondernemen 2014
Krijg je niet meer efficiëntie door die kleine spelers die geen grote infrastructuur nodig hebben? Peter Degadt: “Je krijgt wat meer efficiëntie, maar blijft zitten met een continuïteitsverplichting voor een ziekenhuis dat er altijd moet zijn en dat bijvoorbeeld wachtdiensten moet organiseren met steeds minder dokters. In een netwerk kan je wie in de satellieten werkt, ook wachten laten doen. Wie van het RIZIV wil leven, moet de lusten én de lasten meenemen. We krijgen stilaan schaarste aan artsen.” Caroline Ven: “Die mening deel ik absoluut en er is toch veel te regelen met kwaliteitscontroles. Je kunt ook opleggen dat een privékliniek backup moet voorzien voor complicaties. En dan kom je al snel bij de netwerken waar u het al over had; dergelijke zaken lijken me beschrijfbaar. Dat geldt ook voor wachtdiensten. Wat privé-ondernemerschap in de sector betreft denk ik dat we moeten uitkijken voor twee snelheden, waarbij een kleine groep zich de beste zorgen kan veroorloven en een andere groep de tweederangszorg. Ik maak me daarbij specifiek zorgen over de grote groep van recente inwijkelingen die wellicht eigen zorgbehoeften hebben en vandaag nog maar weinig aandacht genieten. Na de komende besparingsgolf mogen we niet blijven zitten met een verloren groep.” Peter Degadt: “Zeer juist. Je kan samenvatten dat we zowel overzorg als onderzorg hebben. Een groeiende groep stelt zorgen uit om financiële redenen. Zo krijg je extreme ongelijkheid. Vrouwen die niet studeerden, leven gemiddeld acht jaar minder lang. Er is daar een verband met ongezonder levenswijzen, bestaansonzekerheid, meer kortetermijnbeslissingen… We werken dus nog te veel vanuit het aanbod en te weinig vanuit de behoeften.”
Is dit netwerkmodel verzoenbaar met een realiteit waar veel dokters werken vanuit een vennootschap en hun eigen dynamiek kennen? Peter Degadt: “In ons voorstel sleutelen we aan het prestatiegericht systeem zonder het voordeel te verliezen van een situatie met zelfstandigen. We weten namelijk uit internationale studies dat systemen met allemaal zorgverstrekkers in vaste dienst en met vaste verloning en dito carrière, niet leiden tot de beste resultaten. Er was recent een onderzoek in Vlaanderen dat prestaties bekeek voor een specifiek soort chirurgie en de chirurgen in loondienst bleken duidelijk minder goede resultaten af te leveren. Toch willen we geen volledig prestatiegedreven financiering en zeker niet als het technische prestaties zijn, zoals CT-scans, labotests etc. Anderzijds mogen intellectuele prestaties zeker vergoed worden. Bijvoorbeeld een dokter die de tijd neemt om met zijn patiënt te spreken en minder patiënten ziet per dag, mag toch even goed betaald worden. De technische prestaties kan men tegenwoordig al beter aansturen op basis van data-analyses. Men weet statistisch beter welke prestaties nodig zijn voor welke pathologie en de overheid zou per instelling kunnen bepalen welk recht die heeft op welke prestaties. Men kan afdelingen en dokters confronteren met hun resultaten, bijvoorbeeld met het aantal heringrepen na hun ingrepen. Er wordt immers meer en meer geregistreerd in het kader van kwaliteitssystemen.” Waarom geen resultaten publiek maken van goed presterende diensten, want er zijn grote verschillen, zelfs in overlevingskansen? Peter Degadt: “Het is opletten met publicatie van deelresultaten, want dan gaat iedereen daarop focussen en zorgen voor betere scores, maar tegelijk het bredere plaatje negeren.
Dialoog
Caroline Ven: “Hier kan ook de mening van de patiënt een rol spelen. We moeten wel besparen, maar hoofddoelstelling blijft de gezondheid van de mensen verbeteren. Als we het holistisch beeld verliezen, krijgen we wellicht perverse aspecten en verzeilen we misschien in extreme situaties waar euthanasie te snel als enig alternatief opduikt.” Peter Degadt: “Gelukkig zie je nu meer hoe jonge mensen die starten in de zorg, holistischer worden opgeleid. Er groeit in de maatschappij toch ook stilaan meer bewustzijn dat gezondheid ook een kwestie is van het eigen gedrag aanpassen.” Caroline Ven: “Al vraag ik me af of we niet wat hetzelfde fenomeen zien als tegenover het bedrijfsleven: ‘ze moeten maar zorgen dat ik die en die mogelijkheid krijg omdat ik daar recht op
“Bedrijven worden steeds breder geresponsabiliseerd op het vlak van gezondheid, tot en met het psychosociale.” Caroline Ven
heb.’ Bedrijven worden steeds breder geresponsabiliseerd op het vlak van
Peter Degadt
(Foto Jan Locus)
Ten tweede gaat men misschien anders registreren en potentieel negatieve berichten niet publiceren. Problemen zijn dikwijls multicausaal. Als een bepaald ziekenhuis zeer veel infecties ziet verschijnen en dat niet rapporteert, mist men misschien het inzicht dat er in een bepaalde regio een probleem is dat tot die infecties leidt. Niet alle domeinen zijn ook even verifieerbaar. Voor orthopedisten is het relatief makkelijk, voor internisten is het erg moeilijk.”
(Kortrijk, 1954) Peter Degadt is sedert 2007 gedelegeerd bestuurder van Zorgnet Vlaanderen. Hij is ook lid van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid, voorzitter van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, en zetelt nog in o.m. de algemene raad van het Riziv. Degadts loopbaan begon op kabinetten, al was deze jurist eerst nog juridisch adviseur voor het katholiek onderwijs. Later werd hij kabinetschef van Daniël Coens, adjunct-kabinetschef van eerste minister Wilfried Martens en kabinetschef van Vlaams minister Wivina Demeester. Hij managede ziekenhuizen, o.m. als directeur personeelsbeleid van het Universitair Ziekenhuis Leuven en als algemeen directeur AZ SintLucas Gent, het fusieziekenhuis dat tot stand kwam gedurende zijn bestuursperiode. (JC)
gezondheid, tot en met het psychosociale. De patiënt moet zeker gehoord worden, maar ook gewezen worden op consequenties van bepaalde keuzes in gedrag.” Peter Degadt: “Je kunt natuurlijk geen goede economie hebben in een gefragmenteerde maatschappij met te veel eenzame, gestresseerde mensen. Economie moet ten dienste staan van de mens en niet omgekeerd. Daarom moet iedereen meehelpen aan meer cohesie.
Bedrijven hebben daar ook hun rol in. Gezondheid is geen verantwoordelijkheid van de gezondheidszorg alléén. Studies als die van professor Putnam wezen uit dat solidaire maatschappijen waarin mensen goed sociaal contact houden, veel minder gezondheidskosten genereren. Mensen zijn er langer zelfstandig, leven langer, zijn gelukkiger en zijn ook productiever als werknemers. Met veel ongelukkige en gestresseerde mensen krijg je consumentisme en gedrags- en gezondheids-
vkw ondernemen 2014 |
oktober
| 25
Dialoog
Zorgnet
Vlaanderen
Zorgnet Vlaanderen is een werkgeversfederatie die de belangen verdedigt van Vlaamse non-profitorganisaties die zorg voorzien in de ziekenhuissector, geestelijke gezondheidszorg en ouderenzorg. Een 530 leden vertegenwoordigen alle samen ruim 100.000 zorgwerkers. (JC)
problemen. Een ongezonde geest in een ongezond lichaam, weet je wel.” Caroline Ven: “Mensen uit de zorgsector vertellen me dat ook inclusie en een sociale mix bijzonder positief werken. Door instellingen voor zorgbehoevenden niet geïsoleerd in een buitenwijk in te planten, maar te integreren in woonwijken.” Er is tegenwoordig veel technologie en farmacologie. Wordt die onbetaalbaar of juist een oplossing? Caroline Ven: “Van een ziekenhuisdirecteur hoor ik dat de besparingen in de terugbetalingen soms eerder kortetermijnbesparingen zijn die de
innovatieve aanpak fnuiken. Hij gaf me het voorbeeld van een duurdere ingreep die gepaard gaat met een kortere opnametijd die niet terugbetaald wordt, maar een goedkopere wél maar waardoor de totale kosten uiteindelijk hoger liggen.” Peter Degadt: “Terechte opmerking. De technische commissie die daarover adviseert binnen het RIZIV, durft niet voldoende, bijvoorbeeld door compleet verouderde zaken te schrappen. Er is nood aan het beter en sneller evalueren van technologie en ook het durven te schrappen in wat in aanmerking komt voor terugbetaling.” Jo Cobbaut
Helft ziekenhuizen structureel in het rood De laatste jaren hebben de Vlaamse ziekenhuizen het door opeenvolgende besparingsrondes steeds moeilijker, zo deelt Zorgnet Vlaanderen mee. Twee jaar geleden ging een vierde van de ziekenhuizen in het rood, een jaar geleden was dat 1 op de 3. De helft van de ziekenhuizen heeft 2013 nu met een negatief bedrijfsresultaat afgesloten, zo blijkt uit de MAHA-analyse die Belfius al twintig jaar doet (Model for Automatic Hospital Analyses). De 92 algemene ziekenhuizen behalen nog slechts een structureel bedrijfsresultaat van amper 66 miljoen euro op een omzet van 14,2 miljard euro. De ziekenhuizen trekken steeds luider aan de alarmbel: alle marges zijn opgesoupeerd. Zorgnet Vlaanderen wijst als eerste verklaring naar de verdere toename van de kosten, vooral die van het personeel. Nochtans remmen ziekenhuizen de aangroei van het personeel al af. De MAHA-cijfers leren dat de stijging van het aantal VTE’s beperkt bleef tot 0,98%, in
26 |
oktober
| vkw ondernemen 2014
tegenstelling tot de andere jaren. Een negatieve evolutie, zeker als je kijkt naar recent Europees onderzoek (RN4CAST), waaruit blijkt dat het aantal patiënten per verpleegkundige evenredig is met de kans op mortaliteit. Een andere verklaring ligt bij de hoge maar noodzakelijke investeringsgraad, vooral bij de publieke ziekenhuizen. Dat gebeurt meer dan voorheen met eigen middelen, zonder inbreng van de overheid. Daarnaast bleef de groei van de drie grote omzetcomponenten beperkt: er is het budget financiële middelen (+2,4%), de omzet van de honoraria (+2,7%) en de farma (+0,9%). Concreet ziet Zorgnet Vlaanderen dat de winsten op de omzetcomponenten dalen en dat de verliezen (toenemende anciënniteit personeel, niet-gefinancierde beroepstitels, etc.) stijgen. Het huidige zorg- en financieringsmodel botst op zijn limieten. Ziekenhuizen kunnen geen middelen meer voorzien om later te herinvesteren in de zorg. (JC)