Leugenbankje in het Reidingpark in De Bouwen.
FOTO: MICHELLE HAMSTRA
Louise Meijering Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Rijksuniversiteit Groningen
Ouder worden in De Bouwen H
et aantal ouderen in onze samenleving neemt toe. In 1990 telde Nederland ruim 1,9 miljoen mensen van 65 jaar en ouder, in 2011 waren dat er al bijna 2,6 miljoen. Dat is een stijging van 12,8 naar 15,6% van de totale bevolking. Omdat ouder worden gepaard gaat met lichamelijke en geestelijke beperkingen is het belangrijk te weten in wat voor huizen en wijken mensen ouder willen en kunnen worden. Het huis en de wijk zijn immers schaalniveaus die er voor ouderen het meest toe doen vanwege hun beperktere mobiliteit.
Leeftijdsopbouw in De Bouwen (2010)
De wijk De Bouwen en het zuiden en oosten van de aangrenzende wijk De Singels in Drachten hebben een bijzondere leeftijdsopbouw: in 2010 was 46% van de inwoners van De Bouwen 65 jaar of ouder (figuur). Het gebied telt een aantal verzorgings- en verpleeghuizen, maar de meeste mensen wonen ‘thuis’. Aan de specifieke bevolkingsopbouw ligt geen expliciet beleid ten grondslag. De bewoners wonen er vaak al lange tijd, voelen zich met de wijk verbonden en willen er ook graag blijven wonen. Een dergelijke ontwikkeling is op veel plaatsen in het land waar te nemen. Vergrijzende wijken zullen in de toekomst meer en meer voorkomen. Je zou de situatie in De Bouwen dan ook kunnen beschouwen als een mooie showcase.
en vooral ook niet flexibel bruikbaar in een andere levensfase. Onderzoek Studenten van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen hebben samen met de gemeente Smallingerland en zorginstelling ZuidOostZorg onderzocht waar en hoe ouderen in De Bouwen willen wonen. Ze keken naar de huisvesting, voorzieningen en zorg in de wijk. Dit drieluik in Geografie belicht de effecten van herstructurering voor oudere bewoners, hun binding aan woning en wijk, en ruimtegebruik door scootmobiels. • Onze speciale dank gaat uit naar Albert Scheffer, senior beleidsmedewerker Samenlevingszaken van de gemeente
65 jaar en ouder
25-64 jaar
Bron: Wijkatlas Gemeente Smallingerland (2011)
6
0-24 jaar
Naoorlogse wijk De Bouwen is een naoorlogse wijk, en de meeste woningen zijn gebouwd in twee perioden: 19551972 en 1987-1995. Het aandeel sociale huurwoningen in het totale woningaanbod is hoog, bijna tweederde, en de meeste woningen zijn etagewoningen of rijtjeshuizen. De bewoners voelen zich tevreden over en betrokken bij hun wijk, maar zijn minder tevreden over de woningen. Bij de ouderen heeft dat vooral te maken met de geringe levensloopbestendigheid ervan. De huizen zijn verouderd
Smallingerland, en Inge Doornbos, hoofd van de paramedische en medische dienst van ZuidOostZorg. Bronnen •
Gemeente Smallingerland 2011. Wijkatlas Smallingerland 2011. Oostveen Beleidsonderzoek en Advies, Enschede.
•
Wiles, J.L., A. Leibing, N. Guberman, J. Reeve & R.E.S. Allen 2012. The meaning of ‘ageing in place’ to older people. The Gerontologist 52: 357-366.
•
ZuidOostZorg 2012. www.zuidoostzorg.nl (bezocht op 17 augustus 2012).
geografie | maart 2013
Ellen Verbeek
ouderen en ruimte (1)
Herstructurering van een vergrijzende wijk In de wijk De Bouwen in Drachten is bijna de helft van de bevolking ouder dan 65. Momenteel wordt het gebied flink op de schop genomen. De veranderingen zijn van grote invloed op de leefbaarheid voor ouderen.
I
n de naoorlogse wijk De Bouwen is 47% van de 3300 bewoners ouder dan 65 jaar. De wijk is daarmee mogelijk een voorbeeld voor de ontwikkelingen die veel andere wijken in NoordNederland te wachten staan als de krimp en ontgroening doorzetten. De Bouwen wordt momenteel geherstructureerd.
betrokken via huiskamergesprekken. Bewoners kunnen ook deelnemen aan werkgroepen die de plannen voor bepaalde locaties bespreken en aanpassingen voordragen. Verder organiseren de woningbouwcorporaties informatieavonden voor hun huurders en zijn de ontwikkelingen van de wijk te volgen via een website en een nieuwsbrief.
Verouderd vastgoed Een van de actiepunten van de gemeente Smallingerland en de lokale woningcorporaties is het aanpakken van het verouderde vastgoed. Het grootste deel van de wijk dateert uit de jaren 50-70 en voldoet niet meer aan de huidige eisen. Meer dan de helft van de wijk wordt onder handen genomen. In sommige blokken is gekozen voor renovatie, op andere plekken voor sloop en nieuwbouw. De verschillende delen van de wijk hebben ieder een eigen karakter en problematiek, en vragen om specifieke oplossingen. Qua leefbaarheid scoort De Bouwen rond of net iets onder het gemiddelde in de gemeente. Doel van de herstructurering is de leefbaarheid in de wijk te verhogen, met aandacht voor de fysieke en de sociale kwaliteit. Diverse fysieke ingrepen in de wijk zijn al gerealiseerd (kaart op pag. 8). Zo is de lokale groenvoorziening, het Reidingpark, heringericht en zijn de woningen op Klaverweide Noord fase 1 gerenoveerd. Ook kwam er een multifunctionele accommodatie met een basisschool, peuterspeelzaal, sporthal en een buurttrefpunt. Om de sociale veranderingen in de wijk te ondersteunen heeft de gemeente een sociaal plan opgesteld. Bewoners zijn hierbij
Ouderenbelangen Bij de herstructurering wordt specifiek aandacht besteed aan de oudere bewoners in de wijk.
geografie | maart 2013
Naast de multifunctionele accommodatie is op de Klaverweide een beweegtuin voor ouderen aangelegd, met sporttoestellen speciaal voor ouderen en bankjes om uit te rusten. Op de plek van een voormalige garage is een appartementencomplex neergezet waar veel ouderen uit de wijk naartoe zijn verhuisd – de woningen zijn overigens niet speciaal voor deze groep ingericht. Ten slotte is in de zorginstelling Bertilla van ZuidOostZorg een centrum voor anderhalvelijnszorg gekomen. Hier werken diverse partijen samen op het gebied van zorg, welzijn, onderzoek en behandeling. Ouderen uit de wijk kunnen hier terecht voor specialistische medische kennis waardoor ze minder vaak een bezoek aan het ziekenhuis hoeven te brengen. Ze krijgen er ook informatie over allerlei praktische zaken en dat versterkt de zelfredzaamheid thuis. Naast medische voorzieningen bevat het centrum ook een reeks algemene voorzieningen zoals een supermarkt, cursuszaal, restaurant en kapper. Door die combinatie wordt de zorg laagdrempelig. Er is van alles te doen en volop gelegenheid om anderen te ontmoeten. De komst van het anderhalvelijnscentrum past in het nationale ouderenbeleid, waarin wonen en zorg gescheiden worden. De cliënt betaalt zelf voor het wonen via huur of koop. De zorg wordt betaald vanuit de Zorgverzekeringswet, Wmo, AWBZ en eventueel eigen middelen van de ouderen. Andere zorginstellingen in de wijk (Zuid-
FOTO: SMALLINGERLAND 50+
De Bouwen in Drachten
De beweegtuin met toestellen voor oudere wijkbewoners, geopend in oktober 2012. De voorziening is betaald uit het Wmo-potje van de gemeente.
7
Karin Beenes & Meike Kompaan
Ouderen en ruimte (2) Wijkvernieuwing in De Bouwen, Drachten zorginstelling Bertilla (met anderhalvelijnscentrum)
De Warrenhove
‘t Suderhiem West (2012-2013) Garage Dracham
20112012
N
start planvorming vanaf 2016 20122013
‘t Suderhiem Oost (2015)
Rispinge 2012-2013 Centrale As
Klaverweide na KlaverZuid-West 2019 weide (2012(2015) 2013) 2014- 2010- beweeg2015 2011 tuin
herstructureringgebieden ontwikkelingslocaties particuliere woningverbetering projecten WoonFriesland projecten Accolade
Servotel (2014)
Klaverweide Zuid-Oost (2014-2015)
20112012
wateras Bron: www.debouwen.nl
OostZorg Rispinge en De Warrenhove) volgen de ontwikkelingen op de voet. Moeten zij zich in de nabije toekomst gaan richten op ouderen met een hoge zorgindicatie (zorgzwaartepakket) of hun huidige cliënten behouden en huisvesting blijven aanbieden? De onzekerheid van Rispinge (in 1957 het eerste bejaardencentrum in Drachten) laat zien dat het beleid gericht op scheiding van wonen en zorg mogelijk ook ruimtelijke effecten heeft. Hoe kunnen ouderen zo lang mogelijk thuis blijven wonen en welk type woning is daarvoor het meest geschikt? Uit onderzoeken blijkt dat een grote groep ouderen het liefst thuis blijft wonen (zie ook de bijdrage van Beenes en Kompaan hiernaast). Met het grote zorgaanbod en een aantal vernieuwde zorgconcepten, zoals de beweegtuin en het anderhalvelijnscentrum, leent De Bouwen zich daar heel goed voor. Ook de ligging nabij het centrum van Drachten is gunstig. Daar vinden de bewoners diensten en voorzieningen die niet in de wijk worden aangeboden.
nele multifunctio atie accomod
Bergingsvijvers (2009-2010)
8
Reidingpark
Klaverweide Noord fase 1 (2010-2012)
Klaverweide Noord fase 2 (2013-2014)
Noord-Oost (na 2015)
geen specifieke aandacht voor de ontwikkelingen in de zorg. Ook is er geen overeenstemming over levensloopbestendig bouwen in de wijk: het realiseren van woningen die eenvoudig aangepast kunnen worden aan de veranderende woonwens naarmate bewoners ouder worden. Denk aan een badkamer en/of slaapkamer op de begane grond. De gemeente heeft levensloopbestendig bouwen omarmd, maar de woningcorporaties (nog) niet. Zij streven naar woningen die vijftig jaar meekunnen en in die periode een doorstroom aan bewoners hebben. Het aanbieden van levensloopbestendige woningen heeft op dit moment niet hun voorkeur. De corporaties betwijfelen of er wel vraag naar is. Ouderen blijven langer vitaal, dus misschien zijn kleine aanpassingen al voldoende. Het wachten is dus op een volgende voorbeeldwijk waar het concept van levensloopbestendig bouwen wel wordt omarmd. • Bronnen •
Tekortkomingen Wat opvalt aan de herstructurering in De Bouwen is de beperkte aandacht voor de zorginstellingen. Zo verdwijnen er met de sloop van het Servotel 110 serviceappartementen en 40 verzorgingshuisappartementen uit de wijk. Het is nog onduidelijk wat hiervoor terugkomt. Hoewel ZuidOostZorg nauw verbonden is met de beide woningbouwcorporaties, Accolade en WoonFriesland, en de gemeente Smallingerland werkt aan een zorgbeleid, is er binnen het herstructureringsbeleid
)
(2009-2010
De Bouwen 2012. www.debouwen.nl (voor het laatst geraadpleegd op 21 januari 2013).
•
Hart, J. de (red.) 2002. Zekere banden. Sociale cohesie,
In onze vergrijzende samenleving speelt de vraag op welke plek mensen oud willen en kunnen worden. De bewoners in De Bouwen en De Singels in Drachten weten precies wat ze wensen en houden de touwtjes graag zelf in handen. Ze blijven het liefst zelfstandig in de eigen wijk wonen. Dat strookt mooi met het overheidsbeleid.
Ouder wo eigen thui N
aarmate mensen ouder worden, hechten ze meer betekenis aan plekken, hun place attachment neemt toe. Dit komt doordat vele ervaringen en gebeurtenissen de plek kleuren. Place attachment gaat over fysieke en sociale kenmerken van een plek, de beschikbare voorzieningen en de relaties en interacties met andere mensen. Ervaringen uit het verleden, herinneringen en gevoelens van trots geven een gevoel van veiligheid en eigenwaarde. We vroegen oudere bewoners van de herstructureringswijken De Bouwen en De Singels naar hun woonvoorkeuren.
leefbaarheid en veiligheid. Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag. •
Hortulanus, R.P. & J.E.M. Machielse (red.) 2001. Op het snijvlak van de fysieke en sociale leefomgeving. Het sociale debat. Elsevier, Den Haag.
•
Gemeente Smallingerland 2012. Korte analyse De Bouwen. Geen officiële publicatie.
Graag dicht bij dokter, postkantoor, bank en openbaar vervoer geografie | maart 2013
moment ben je zo oud, dan lukt het ook niet meer.’ Ongeacht het aantal jaren bewoning willen alle geïnterviewden het liefst zo lang mogelijk in hun huidige woning blijven. Ze waarderen de thuisomgeving en kunnen zichzelf nog redden. Op de vraag of ze ook ingeschreven staan bij een bejaardentehuis antwoordt Elly (75): ‘Nog geen haar op mijn hoofd die eraan denkt. Maar als het moet, moet het. Wat komt, dat weet je toch niet. Gelukkig. Maar zolang we hier kunnen blijven wonen, blijven we gewoon hier.’ Autonomie wordt dus erg belangrijk gevonden.
anders te gaan wonen. Wij hebben geanticipeerd, kijk, we hoefden nog niet, we zijn gegaan voor de locatie. Er zijn genoeg mensen die die keuze niet hebben kunnen maken en op een gegeven
Figuur 1: Reden dat mensen graag in hun
Figuur 2: Gemiste voorzieningen
huis wonen
in de woonwijk
ng rt
buu
ove
m
ntru
rtce
uu
h
ot
ap
rig
k ee
huis
eb
bank dok ter
wo te oo t gr ed
oor
ant
stk
po
ke nlij soo g per zorgin ver
pe inn rsoo eri nlij ng ke wo her nin g verzo rging
overig
go
r
milie
bij fa
oe
ng
n de en vri bij ht dic ging ale lig centr
geografie | maart 2013
dicht
erv
wo
ni
In eigen hand De ouderen blijken tevreden met hun huidige woning. Een aantal van hen woont al een groot deel van hun leven in hetzelfde huis – een mevrouw van 82 zelfs al 51 jaar. Anderen zitten er nog niet zo lang. Zij hebben bewust gekozen voor een andere woonruimte. Jan (71) woont pas acht jaar in zijn huidige woning. ‘Veel mensen wachten te lang om de keuze te maken om
win bo kels od da sch ge ap lijk pe se n overige wink els
v ar
ak
ni
m
ba
ge
en op
Ouderen willen het liefst zelfstandig wonen in een gemeenschap, in de wetenschappelijke literatuur ageing in place genoemd. Ook de ouderen in De Bouwen en De Singels hebben een sterke binding met de eigen omgeving. Uit enquêtes en interviews onder bewoners van 65 jaar en ouder komt naar voren dat zij graag in hun eigen huis, in de eigen wijk oud willen worden. De meest genoemde redenen zijn de grootte en het gemak van de woning. Daarnaast spelen persoonlijke herinneringen en de nabijheid van familie en vrienden een belangrijke rol (figuur 1).
in De Bouwen: Rispinge (eind jaren 50).
hulp in
rden in de somgeving
Ansichtkaart van het eerste bejaardencentrum
Voorzieningen Behalve de woning speelt ook het voorzieningenniveau in de woonwijk een grote rol in de place attachment. In de enquête werden nog niet veel voorzieningen gemist, maar de bewoners voorzagen dat ze in de toekomst wellicht nog andere zaken in de buurt nodig zouden hebben, zoals een postkantoor, bankfiliaal, winkels en openbaar vervoer. Ook de dokter scoort hoog (figuur 2). Deze voorzieningen bevinden zich nu in een naastgelegen wijk, maar worden in de toekomst in de eigen wijk gewenst. Ouderen willen zichzelf kunnen redden en graag mobiel blijven. Uit de diepte-interviews komt eenzelfde beeld naar voren. Voorzieningen in de wijk geven een veilig gevoel, een gevoel van controle en zelfstandigheid. Dit maakt dat ouderen zich gemakkelijker kunnen aanpassen aan de omstandigheden. ‘Nou kijk, ik vind een winkel heel praktisch, want je wordt alleen maar ouder hè. En
9
Rienk Kuipers
ouderen en ruimte (3)
het ziekenhuis is hier dichtbij. Ja, het gemeentehuis is vlakbij. Het is allemaal op loopafstand bereikbaar.’ (Elly, 75 jaar) Vraaggestuurd aanbod In de wijk De Bouwen wordt al goed ingespeeld op de behoefte van ouderen om zelfstandig te blijven wonen. De gemeente Smallingerland is bereid huizen aan te passen, zodat mensen zich kunnen redden zonder extra hulp in huis. Ook zorginstelling ZuidOostZorg speelt steeds meer in op de persoonlijke zorgbehoeften van mensen. De zorg wordt meer vraaggestuurd, aangepast aan de individuele klant. ZOZ heeft een anderhalvelijnscentrum opgericht waarin diverse partijen op het gebied van zorg, welzijn, onderzoek en behandeling samenwerken. Het doel is de thuissituatie optimaal te maken, zodat de ouderen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Nationaal beleid Het idee van vraaggestuurde zorg wordt sowieso steeds belangrijker door de bezuinigingen die de nationale overheid voorstaat. In plaats van zorg aan te bieden op bepaalde plekken, zoals in een verzorgingshuis en in medische praktijken, is het de bedoeling zorg thuis aan te bieden om zo kosten te besparen. De ouderen moeten dan wel bekend zijn met het aanbod en ermee vertrouwd raken. Er ligt nog een kans voor de nationale en lokale overheden en zorginstellingen om ouderen meer bewust te maken van de opties. Het voorbeeld uit Drachten geeft een beeld van de mogelijkheden voor het vergroten van de bekendheid van ageing in place in de praktijk. •
Mensen die slecht ter been zijn, kunnen een scootmobiel aanvragen bij de gemeente. Die voorziening staat door de bezuinigingen onder zware druk. De scootmobiel is echter van vitaal belang voor het welzijn van een steeds grotere groep Nederlanders en levert de samenleving per saldo winst op.
Scootmobiel: meer dan een hulpmiddel
D
e scootmobiel vergroot de zelfredzaamheid van de gebruikers en draagt bij aan het scheiden van wonen en zorg. Dit blijkt uit een enquête onder vijftig scootmobielgebruikers uit het Friese Smallingerland (Drachten e.o.), een gemeente waar in totaal 128 scootmobiels zijn verstrekt. De groep gebruikers is heel divers; wat hen bindt is dat ze zonder hulpmiddelen zeer gering mobiel zijn. De meesten wonen zelfstandig (86%) en gebruiken hun scootmobiel dagelijks (54%) of meermaals per week (41%). Zonder scootmobiel zou de meerderheid niet meer buiten de deur komen. Trijntje (72): ‘Overal waar ik naartoe ga ben ik afhankelijk van mijn scootmobiel, ook voor mijn hobby’s, de bazaar en de rommelmarkt.’ Bijna negen op de tien scootmobielgebruikers gaan de deur uit om te winkelen of boodschappen te doen of een ommetje te maken op de scootmobiel. Bijna driekwart bezoekt sociale contacten met de scootmobiel.
bij regen, harde wind en gladde wegen vanwege mijn leeftijd’. Enkele ouderen geven aan zich niet iedere dag even goed en daarmee in staat te voelen om naar buiten te gaan. Ondergebruik valt dus te nuanceren. Vanuit het perspectief van de scootmobielrijder is het gebruik optimaal, al is het dan niet zo frequent. De scootmobielrijders zijn zeer te spreken over hun vervoermiddel, 55% is zeer tevreden en nog eens 43% is er tevreden (samen 98%) over. Onnodig Nog zo’n publieke opvatting: een scootmobiel is helemaal niet nodig. Tegenwoordig is het immers goed mogelijk zelfstandig te wonen zonder dat je de deur uit hoeft. Overal zijn bezorgdiensten voor en hulpverleners kunnen langskomen voor huisbezoeken. Toch heeft iedereen in enige mate behoefte aan mobiliteit. Als vrienden en familie niet kunnen helpen, bestaat er de mogelijkheid
Bronnen •
Altman, I. & S. Low (Eds.) 1992. Place Attachment. Plenum Press, New York.
•
Wiles, J.L., R.E.S. Allen, A.J. Palmer, K.J. Hayman, S. Keeling & N. Kerse 2008. Older People and Their Social Spaces: A Study of Well-being and Attachment to Place in Aotearoa New Zealand. Social Science & Medicine, 68: 664-671.
•
Wiles, J.L., A. Leibing, N. Guberman, J. Reece & R.E.S. Allen 2011. The Meaning of ‘Ageing in Place’ to Older People. The Geronotoligist, 1(10).
10
Ongebruikt In de publieke opinie heerst sterk het idee dat scootmobiels de meeste tijd ongebruikt staan. De gratis verstrekking door de gemeente (kader) zou dus geldverspilling zijn. De scootmobiel wordt inderdaad niet noodzakelijkerwijs iedere dag gebruikt. Redenen om thuis te blijven zijn vooral het weer en de gezondheid. Wil (76) blijft binnen als het ‘te koud of te nat is’. Jan (96) zegt: ‘Ik kan geen gebruik maken van de scootmobiel
Meer welzijn voor de scootmobielgebruikers én lagere lasten voor de samenleving geografie | maart 2013
FOTO: SABINE JOOSTEN/HOLLANDSE HOOGTE
Bijna negen op de tien scootmobielgebruikers gaan de deur uit om boodschappen te doen of een ommetje te maken; driekwart ook om ergens op bezoek te gaan.
een taxi of deeltaxi te bellen. Maar in al die gevallen is sprake van afhankelijkheid. Bovendien moet je altijd plannen. Even spontaan ergens heen gaan, is zonder scootmobiel niet mogelijk. Voor het welzijn van mensen moet mobiliteit ‘autonoom’ zijn. Autonomie betekent meer dan het vermijden van afhankelijkheid. Het gaat om de vrijheid keuzes te maken en een betekenisvol leven te leiden.
wonende oudere. Het mes snijdt dus aan twee kanten: meer welzijn voor de scootmobielgebruikers gaat samen met lagere lasten voor de samenleving. •
Meerwaarde Autonome mobiliteit geeft moed en is een bron van trots. Wie ondanks zijn hoge leeftijd of mobiliteitsbeperking zelfstandig de deur uit kan, behoudt zijn waardigheid. Scootmobielrijders zijn zelden jong, maar ook niet heel oud: gemiddeld 69 jaar. 70% is tussen de 50 en 80 jaar en een op de vier is ouder dan 80. Dit is een groep die soms nog werkt, vrijwilligerswerk doet en actief is met hobby’s. Het zijn mensen die midden in het leven staan. Dankzij de scootmobiel kunnen ze blijven meedoen in de samenleving. Als deze mensen achter de geraniums verdwijnen, lopen zij risico eenzaam te worden en psychische en emotionele problemen te ontwikkelen. Bovendien verliest de samenleving dan toegang tot hun kennis, ervaring en productiviteit. Daarenboven levert de gemeentelijke verstrekking van scootmobiels juist geld op, doordat de regeling mensen in staat stelt thuis te blijven wonen. Een oudere in een verzorgingshuis kost de staat duizenden euro’s meer dan een thuis-
•
Bronnen •
Burkhardt, J. E. 1999. Mobility changes: their nature, effects and meaning for elders who reduce or cease driving. Transportation Research Record, 1671/1999: 11-18.
geografie | maart 2013
Kok, J., J. Stevens, N. Brouwer, E. van Gameren, K. Sadiraj & I. Woittiez 2004. Kosten en baten van extramuralisering. SCP/SEO, Den Haag/Amsterdam.
•
Kuipers, R.P. 2012. Plan voor een scootmobielpool verzorgingshuis is onzalig idee. Dagblad van het Noorden, 9 augustus 2012.
•
May, E., R. Garrett & A. Ballantyne 2010. Being mobile: electric mobility-scooters and their use by older people. Ageing & Society, 30(7): 1219-1237.
•
Schwanen, T., M. Dijst & F.M. Dieleman 2001. Leisure trips of senior citizens: determinants of modal choice. Tijdschrift voor Economische en Sociale Geografie, 92(3): 347-360.
•
Ziegler, F. & T. Schwanen 2011. ‘I like to go out to be energized by different people’: an exploratory analysis of mobility and wellbeing in later life. Ageing & Society, 31(5): 758-781.
Gemeente betaalt
I
edere gemeente heeft een Wmo-loket (Wet maatschappelijke ondersteuning) waar mensen een scootmobiel kunnen aanvragen. Uitgangspunt is dat de gemeente een aanvullende vervoersvoorziening dient aan te bieden aan de categorie gehandicapten met uiterst geringe mobiliteit. Scootmobiels worden verstrekt aan mensen die maximaal 100 meter kunnen lopen. Het gaat hier om mensen die geen gebruik kunnen maken van een ander vervoermiddel zoals een auto of fiets: voor iedere verplaatsing buitenshuis is deze groep aangewezen op een vervoermiddel voor de korte afstand. Verschillende gemeenten vroegen een besparingsbijdrage voor het aanvragen van een scootmobiel. De gedachte was simpel: wie een scootmobiel rijdt, heeft geen fiets meer nodig en bespaart dus op die kosten. De scootmobiel mag echter niet beschouwd worden als een evidente vervanging van de fiets, aldus de Centrale Raad van Beroep. Deze uitspraak betekent niet dat scootmobiels altijd gratis zijn, aangezien het vragen van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage wel toegestaan is onder de huidige wetgeving. Steeds meer gemeenten maken hier gebruik van om kosten te besparen.
11