Overzicht van wijzigingen BRL SIKB 7000 (versie 4.1 versie 4.2) Plaats in versie 4.1 Voorwoord
Voorwoord
Voorwoord
Oude tekst (versie 4.1)
Nieuwe tekst (versie 4.2)
Reden aanpassing
Het certificaat dat een aannemer op grond van deze BRL kan verkrijgen bewerkstelligt dat de aannemer een goede kwaliteitsborging voert ten aanzien van alle in de BRL genoemde aspecten. Tevens is geregeld dat de aannemer voor de betreffende bodemsanering juist die elementen borgt die van belang zijn en voortvloeien uit het specifiek voor de locatie opgestelde saneringsplan. Een opdrachtgever en/of de houder van de beschikking en het bevoegd gezag mogen van een aannemer die werkzaamheden onder dit certificaat aanbiedt derhalve verwachten dat deze aannemer de sanering op een correcte manier uitvoert. Onderwerpafbakening Onder deze BRL valt de uitvoering van (water)bodemsaneringen in het kader van de Wbb en de Wm. Wanneer sprake is van „saneren‟ wordt bepaald door de regelgeving. In de hierna vermelde situaties is het verplicht de werkzaamheden onder certificaat uit te voeren. De aanwezigheid van een beschikking op een saneringsplan (Wbb), afgegeven door het bevoegde gezag Wbb, ófwel de verklaring van instemming met de melding in het kader van het Besluit Uniforme Saneringen (BUS), ofwel de aanwijzingen op een melding van een ongewoon voorval (art. 13 en 27 Wbb), ofwel een goedkeuringsverklaring op het saneringsplan (Wm), afgegeven door het bevoegde gezag Wm, vormt uitgangspunt voor deze BRL. De activiteiten die voorafgaan aan de uitvoering van een bodemsanering vallen buiten de werkingssfeer van deze BRL. Naast het opstellen van een saneringsplan geldt dit dus ook voor het onderzoek dat voorafgaand aan dit plan is uitgevoerd. Wel dient het saneringsplan als uitgangspunt voor de sanering. De werkingssfeer van de BRL beperkt zich tot die activiteiten die een relatie hebben met de milieuhygiënische aspecten van de uitvoering van de (water)bodemsanering.
Een opdrachtgever en/of de houder van de Wbb-beschikking en het bevoegd gezag mogen van een aannemer die werkzaamheden onder dit certificaat aanbiedt, verwachten dat deze aannemer de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem op een correcte manier uitvoert. Het certificaat bewerkstelligt dat de aannemer een goede kwaliteitsborging voert ten aanzien van alle in de BRL genoemde aspecten.
Tekstuele aanpassing
Onderwerp afbakening Onder deze BRL vallen de uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem in het kader van de Wbb, de Wtw en de Wm. Of er sprake is van „saneren‟ respectievelijk een „ingreep‟ wordt bepaald door de wet- en regelgeving.
Verwijderd omdat toepassingsgebied niet in voorwoord hoort.
Uitsluitend de voorbereiding en uitvoering door de aannemer vallen binnen de werkingssfeer van deze BRL. De activiteiten die voorafgaan aan de voorbereiding en uitvoering door de aannemer van een (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem, vallen buiten de werkingssfeer van deze BRL. Dit betreft onder meer het opstellen van een saneringsplan, melding, projectplan of locatieplan, maar ook het onderzoek dat voorafgaand aan dit plan is uitgevoerd. Wel dient het plan of de melding als uitgangspunt voor de sanering of ingreep. Onder deze BRL vallen de uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem, zowel in het kader van de Wbb, de Wtw als de Wm. Wanneer sprake is „saneren‟ of een „ingreep‟ wordt bepaald door de regelgeving. In het kader van de Wbb betreft het een (water)bodemsanering indien de uitvoering plaatsvindt: op basis van de melding in het kader van het Besluit Uniforme Saneringen (BUS), of
Tekstuele aanpassing
1.2
Deze BRL betreft de uitvoering van (water)bodemsaneringen zowel in het kader van de Wbb als in het kader van de Wm. Wanneer sprake is van „saneren‟ wordt bepaald door de regelgeving.
1.2
In het kader van de Wbb betreft het (water)bodemsaneringen, op basis van de verklaring van instemming met de melding in het kader van het Besluit Uniforme Saneringen (BUS), of
Toevoeging vanwege Waterwet
Tekstuele aanpassing
Plaats in versie 4.1 1.2
Oude tekst (versie 4.1)
Nieuwe tekst (versie 4.2)
Reden aanpassing
In het kader van de Wm betreft het (water)bodemsaneringen op basis van een goedkeuringsverklaring op het saneringsplan (Wm), afgegeven door het bevoegde gezag Wm.
Tekstuele aanpassing
1.2
Specifiek voor waterbodems geldt dat deze BRL van toepassing is op waterbodemsaneringen: in alle oppervlaktewateren in de zin van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren (WVO). Dit betekent dat het zowel natte waterbodems, als de combinatie van natte en droge waterbodems kan betreffen; op saneringslocaties met een oppervlakte van minder dan 100.000 m²(of een te verwijderen volume < 100.000m³). Voor grootschaliger locaties kan het protocol als uitgangspunten worden gebruikt, maar zal in het algemeen maatwerk vereist zijn.
In het kader van de Wm is sprake van een bodemsanering indien de uitvoering plaatsvindt op basis van een goedkeuringsverklaring op het saneringsplan (Wm), afgegeven door het bevoegd gezag Wm. In het kader van de Wtw is deze BRL in de volgende situaties van toepassing op ingrepen in de waterbodem en waterbodemsaneringen: in alle oppervlaktewaterlichamen in de zin van de Waterwet, waarbij de interventiewaarden worden overschreden en die worden uitgevoerd op basis van een vastgesteld projectplan, locatieplan of waterwetvergunning. Dit betekent dat het zowel natte waterbodems, als de combinatie van natte en droge waterbodems betreft; op locaties met een oppervlakte van minder dan 100.000 m² (of een te verwijderen volume < 100.000m³). Voor grootschaliger locaties wordt het protocol als uitgangspunt gebruikt. In het algemeen zal doorgaans maatwerk vereist zijn. Voetnoot: In het Besluit bodemkwaliteit en de Regeling bodemkwaliteit is aangegeven dat een erkenning verplicht is voor de uitvoering bij een ingreep in de waterbodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam waarbij meer dan 1.000 m³ van die bodem of oever de interventiewaarden overschrijdt. De BRL 7000 en protocol 7003 hebben echter betrekking op alle ingrepen in de waterbodem waarbij de interventiewaarde wordt overschreden. Het onder certificaat uitvoeren van de werkzaamheden bij ingrepen in de waterbodem voor het traject tot 1.000 m³ verontreiniging groter dan interventiewaarde is vrijwillig en niet verplicht. Deze BRL is van toepassing op ingrepen in de waterbodem die voortvloeien uit het beheerplan van de waterbeheerder, een projectplan of uit de toepassing van de zorgplicht van art. 6.8 Wtw en eventuele aanwijzingen over te nemen maatregelen die de beheerder heeft gegeven op grond van art. 6.9 Wtw. Tevens is deze BRL van toepassing op saneringen van de waterbodem in het kader van het overgangsrecht van de Invoeringswet Waterwet (gevallen van ernstige, spoedeisende verontreinigingen waarvoor voor 22 december 2009 een beschikking op grond van art. 29 en 37 Wbb is gegeven) en saneringen van waterbodems als onderdeel van een geval van bodemverontreiniging met een bron in de landbodem (art. 63c Wbb). Een volgens dit certificatieschema gecertificeerde aannemer is
Toevoeging vanwege Waterwet
Plaats in versie 4.1
1.2
1.2
1.2
Oude tekst (versie 4.1)
Het onderwerp van deze beoordelingsrichtlijn betreft een proces of dienst in de zin van EN 45011. De input voor dit proces bestaat uit de specifieke inhoud van de opdracht en de saneringsgegevens (paragraaf 2.3), aangevuld met de instructies verstrekt door degene die verantwoordelijk is voor de milieukundige processturing van de sanering. De output van het proces bestaat uit een aan de hand van deze input goed uitgevoerde bodemsanering, tastbaar gemaakt in een logboek en eventueel in een proces verbaal van oplevering. Onder “goed” wordt in dit kader verstaan “uitgevoerd volgens de eisen als gesteld door dit certificatieschema”. Het betreft een procescertificaat. Het certificaat geeft aan op welke wijze de aannemer de preventie van fouten bij de uitvoering van werkzaamheden binnen het hierboven beschreven kader heeft georganiseerd. Het toepassingsgebied is in drie activiteiten onderverdeeld, te weten: uitvoering van landbodemsaneringen met conventionele methoden; uitvoering van landbodemsaneringen met in-situ methoden; uitvoering van waterbodemsaneringen.
Voetnoot: Het is een aannemer die een werk onder certificaat van SIKB-protocol 7002 uitvoert, toegestaan tevens de milieukundige processturing uit te voeren. Daarbij gelden de eisen van VKB-protocol 6002 voor zover die betrekking hebben op processturing. Het is niet toegestaan de milieukundige verificatie bij in situ saneringen uit te voeren zonder hiervoor gecertificeerd te zijn op grond van VKBprotocol 6002.
Nieuwe tekst (versie 4.2) dan ook verplicht om (water)bodemsaneringen, tijdelijk uitplaatsen en ingrepen in de waterbodem (waarbij meer dan 1.000 m³ van die bodem of oever de Interventiewaarden overschrijdt) uit te voeren conform de eisen van dit certificatieschema. Het onderwerp van deze beoordelingsrichtlijn betreft een proces of dienst in de zin van EN 45011. De input voor dit proces bestaat uit de specifieke inhoud van de opdracht en de gegevens over de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem (paragraaf 2.3), aangevuld met de instructies verstrekt door degene die verantwoordelijk is voor de milieukundige processturing van de sanering of ingreep. De output van het proces bestaat uit een aan de hand van deze input goed uitgevoerde (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem. De output is tastbaar in de vorm van een logboek, opleverdocumentatie en een proces verbaal van oplevering. Dit schema betreft een procescertificaat. Het certificaat geeft aan op welke wijze de aannemer de preventie van fouten bij de uitvoering van werkzaamheden binnen het hierboven beschreven kader heeft georganiseerd. Het toepassingsgebied is in vier activiteiten onderverdeeld, te weten: uitvoering van landbodemsaneringen met conventionele methoden (protocol 7001); uitvoering van landbodemsaneringen met in-situ methoden (protocol 7002); uitvoering van ingrepen in de waterbodem en waterbodemsaneringen (protocol 7003); tijdelijk uitplaatsen van grond zoals omschreven in BUS (protocol 7004). Het is een aannemer die een werk onder certificaat van protocol 7002 uitvoert, toegestaan tevens de milieukundige processturing uit te voeren zonder zelf gecertificeerd te zijn voor BRL SIKB 6000. Hierbij gelden de eisen van protocol 6002 voor zover die betrekking hebben op processturing. Het is niet toegestaan de milieukundige verificatie bij in-situ saneringen uit te voeren zonder hiervoor gecertificeerd te zijn op grond van protocol 6002. Het is een aannemer die een werk onder certificaat van protocol 7002 uitvoert, toegestaan mechanische boringen uit te voeren zonder zelf gecertificeerd te zijn voor BRL SIKB 2100. Hierbij gelden de eisen van protocol 2101. Indien een aannemer gecertificeerd is voor protocol 7001 is een aparte erkenning voor het uitvoeren van werkzaamheden onder protocol 7004 niet vereist. De aannemer die is
Reden aanpassing
Verplaatst naar 1.1 + toevoeging vanwege Waterwet
Aanpassing vanwege Waterwet + introductie protocol 7004
Tekstuele aanpassing
Toegevoegd om mechanisch boren onder protocol 7002 mogelijk te maken Toegevoegd om aan te geven dat protocol 7001 en 7004 niet
Plaats in versie 4.1
Oude tekst (versie 4.1)
1.2
De aannemer kan ten behoeve van certificering van de onderneming of instelling een keuze maken uit één of meerdere van deze drie deelactiviteiten. Deze keuze moet zijn vastgelegd in het eigen kwaliteitssysteem. Ook de keuze of de milieukundige processturing onder SIKB-protocol 7002 (conform de eisen van VKB-protocol 6002) wordt uitgevoerd moet zijn vastgelegd in het kwaliteitssysteem.
1.3
Deze certificatieregeling sluit aan op hetgeen vermeld staat in de regelgeving over de uitvoering van (water)bodemsaneringen. Het betreft de Wet milieubeheer (Wm), Wet bodembescherming (Wbb), Kwalibo-regeling, en Besluit en Regeling Uniforme Saneringen (BUS en RUS), inclusief de meldingen via standaardformulieren bij uniforme saneringen.
BRL SIKB 7000 en de bijbehorende protocollen zijn opgesteld onafhankelijk van de verhoudingen tussen opdrachtgever, opdrachtnemer en aannemer. Toelichting: Contractvorming is in zoverre van belang dat indien onder UAV wordt gewerkt de verhouding tussen opdrachtgever, aannemer en directie in feite op hoofdlijnen is vastgelegd. De BRL SIKB 6000 speelt hierop in door te eisen dat de verhouding tussen opdrachtgever/opdrachtnemer en de milieukundige begeleiding, inclusief de mandatering wordt vastgelegd in het geval de UAV niet van toepassing is (bijvoorbeeld in een kwaliteitsplan). Elke contractvorm is vanzelfsprekend mogelijk, mits de rollen bij de contractvorm, de taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot het behalen van het saneringsresultaat etc. maar eenduidig zijn vastgelegd. In deze vorm staan ze innovatieve contractvormen niet in de weg.
Nieuwe tekst (versie 4.2)
Reden aanpassing
gecertificeerd voor protocol 7001 wordt geacht volledig te voldoen aan protocol 7004. Aparte inspectie door de certificatie-instelling op de eisen van protocol 7004 is dan ook niet vereist.
complementair zijn maar protocol 7004 meer een vereenvoudigde versie van protocol 7001 is en dat dit gevolgen heeft voor de wijze van certificeren. Tekstuele aanpassing vanwege introductie protocol 7004
De aannemer kan ten behoeve van certificering van de onderneming of instelling een keuze maken uit één of meerdere van deze vier deelactiviteiten. Deze keuze moet zijn vastgelegd in het eigen kwaliteitssysteem. Ook de keuze of de milieukundige processturing of de mechanische boring onder protocol 7002 (conform de eisen van protocol 6002 en protocol 2101) wordt uitgevoerd moet zijn vastgelegd in het kwaliteitssysteem. Deze certificatieregeling sluit aan op hetgeen vermeld staat in de regelgeving over de uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem. Het betreft de Wet milieubeheer (Wm), Wet bodembescherming (Wbb), Waterwet (Wtw), het Besluit en Regeling bodemkwaliteit, en Besluit en Regeling Uniforme Saneringen (BUS en RUS), inclusief de meldingen via standaardformulieren bij uniforme saneringen. BRL SIKB 7000 en de bijbehorende protocollen zijn opgesteld onafhankelijk van de verhoudingen tussen opdrachtgever en aannemer.
Toevoeging vanwege Waterwet + overbodige tekst verwijderd
Plaats in versie 4.1
Oude tekst (versie 4.1)
Nieuwe tekst (versie 4.2)
Reden aanpassing
1.4
Aannemer: De natuurlijke of rechtspersoon die de uitvoering van de (water)bodemsanering op zich neemt.
Aannemer: De natuurlijke of rechtspersoon die de uitvoering van de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem op zich neemt.
Toevoeging vanwege Waterwet
1.4
Afwijking t.o.v. eisen uit BRL of protocol: Bij externe audits wordt onderscheid gemaakt tussen kritieke en niet-kritieke afwijkingen: Niet-kritieke afwijking: Afwijking van de eisen zoals gesteld in deze beoordelingsrichtlijn die in potentie geen invloed heeft op de interpretatie van de onderzoeksgegevens en de uitvoering (water)bodemsanering.
1.4
1.4
Kritieke afwijking: Er is sprake van een „kritieke afwijking‟ wanneer de afwijking: onmiddellijk kritiek effect heeft op de resultaten van het (water)bodemsaneringsproces, zoals deze zijn vastgelegd in de kwaliteitseisen van het door het bevoegde gezag goedgekeurde (water)bodem-saneringsplan of in de eisen zoals die bij Ministeriële Regeling zijn vastgelegd. Kritiek wil zeggen dat de afwijking direct van invloed kan zijn op de vervolgfasen van de uitvoering van de sanering of, een afwijking die eruit bestaat dat één of meer eisen van deze beoordelingsrichtlijn niet zijn geïmplementeerd of, geregistreerd medewerker zonder dat ze gemeld zijn via het (bedrijfseigen) meldingensysteem of,
1.4
Afwijkingen t.o.v. saneringsplan of beschikking/melding: Onder afwijkingen wordt het volgende verstaan: de aard van het geval blijkt af te wijken van het saneringsplan of de voornoemde BUS-melding of het geval blijkt significant groter dat dit invloed kan zijn op de aanpak en het resultaat van de sanering; de sanering duurt significant langer (of korter) dan is aangegeven in het saneringsplan of de melding; de saneringswijze wordt aangepast het eindresultaat is anders dan de saneringsdoelen waarop het plan of de melding is geschreven.
Tekstuele aanpassing
Afwijking, niet kritiek: Afwijking van de eisen zoals gesteld in deze beoordelingsrichtlijn die in potentie geen invloed heeft op de uitvoering (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem.
Toevoeging vanwege Waterwet
Afwijking, kritiek: Er is sprake van een „kritieke afwijking‟ wanneer de afwijking: onmiddellijk kritiek effect heeft op de resultaten van het proces van de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem, zoals deze zijn vastgelegd in de kwaliteitseisen van het door het bevoegde gezag goedgekeurde saneringsplan, projectplan of locatieplan of in de eisen zoals die bij Ministeriële Regeling zijn vastgelegd. Kritiek wil zeggen dat de afwijking direct van invloed kan zijn op de vervolgfasen van de uitvoering van de (water)bodemsanering of ingreep of, bestaat uit het niet implementeren van één of meer eisen van deze beoordelingsrichtlijn of, inhoudt dat de aannemer geen werkvoorbereider of kwaliteitsverantwoordelijke persoon in dienst heeft of, inhoudt dat medewerkers als geregistreerd medewerker, zonder dat ze gemeld zijn via het (bedrijfseigen) meldingensysteem, worden ingezet of, Afwijkingen t.o.v. plan of beschikking/melding: Onder afwijkingen wordt het volgende verstaan: de aard of omvang van het verontreinigingsgeval afwijkt van het saneringsplan, projectplan, locatieplan of de voornoemde BUS-melding en indien deze afwijking van invloed is op de aanpak en het resultaat van de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem; de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem significant langer (of korter) duurt dan is aangegeven in het plan of de melding; de uitvoeringswijze anders is dan omschreven; het eindresultaat afwijkt van de saneringsdoelstelling waarvoor het plan of de melding is geschreven. Beheerplan: Plan als bedoeld in art. 4.6 Wtw, waarin de waterbeheerder maatregelen heeft opgenomen ter
Toevoeging vanwege Waterwet + tekstuele aanpassing + toevoeging vanwege kwaliteitsimpuls (in dienst hebben van werkvoorbereider en kwaliteitsverantwoorde lijke persoon)
Tekstuele aanpassing
Toevoeging vanwege Waterwet
Plaats in versie 4.1
Oude tekst (versie 4.1)
1.4
Bevoegd gezag: Bevoegd gezag voor het betreffende kader. In de meeste gevallen wordt hiermee de overheidsinstantie bedoeld die de saneringsplannen beschikt, aan wie de melding in het kader van het BUS wordt gedaan en de evaluatieverslagen beoordeelt voor gevallen van ernstige bodemverontreiniging.
1.4
Bodemsanering: Het beperken en zoveel mogelijk ongedaan maken van verontreiniging en de directe gevolgen daarvan of van dreigende verontreiniging van de bodem. Maatregelen om de verontreiniging weg te nemen en de verspreiding te voorkomen (afdekken, isoleren) behoren tot de sanering.
1.4
Conventionele technieken: Bodemsaneringstechnieken niet zijnde in-situ saneringstechnieken.
1.4
Directievoerder: Degene namens de opdrachtgever toezicht uitoefent op de uitvoering van het werk en op naleving van het contract met de aannemer. Evaluatieverslag: De rapportage die na beëindiging van de sanering onder verantwoordelijkheid van de milieukundige verificatie en in samenwerking met de milieukundige processturing wordt opgesteld en waarin de wijze waarop deze beide onderdelen zijn uitgevoerd wordt beschreven.
1.4
Nieuwe tekst (versie 4.2) bescherming en verbetering van de watersystemen in zijn beheer. Bevoegd gezag: Bevoegd gezag voor het betreffende kader waarin de ingreep of sanering wordt uitgevoerd. In de meeste gevallen de overheidsinstantie die de saneringsplannen beschikt, aan wie de melding in het kader van het BUS wordt gedaan en die de evaluatieverslagen beoordeelt voor gevallen van ernstige bodemverontreiniging, of de waterbeheerder als het een ingreep in de waterbodem betreft. Bodemsanering: Het beperken en zoveel mogelijk ongedaan maken van verontreiniging en de directe gevolgen daarvan of van dreigende verontreiniging van de bodem. Maatregelen om de verontreiniging weg te nemen en de verspreiding te voorkomen (afdekken, isoleren) behoren tot de sanering. Tijdelijk uitplaatsen binnen een geval van bodemverontreiniging betreft, vanwege de verplichting van een BUS-melding, tevens een bodemsanering. Landbodemsanering met conventionele methoden: Sanering of beheersing van verontreinigingen in grond en/of grondwater door middel van ontgraving en/of pump & treat.
Directievoering: Het namens de opdrachtgever toezicht uitoefenen op de uitvoering van het werk en op naleving van het contract met de aannemer.
Reden aanpassing
Uitbreiding vanwege Waterwet
Toevoeging “tijdelijk uitplaatsen” aan definitie vanwege apart protocol 7004
Omschrijving begrip in overeenstemming gebracht met titel protocol + verduidelijkt wat wordt bedoeld Tekstuele aanpassing Verwijderd omdat het een verplichting van MKB is.
Het evaluatieverslag heeft als doel het bevoegde gezag in staat te stellen te beoordelen of de saneringsdoelstelling is bereikt zoals die is vastgelegd in de beschikking op het saneringsplan (Wbb), afgegeven door het bevoegde gezag WBb, ófwel de verklaring van instemming met de melding in het kader van het Besluit Uniforme Saneringen (BUS), ofwel de aanwijzingen op een melding van een ongewoon voorval (art. 13 en 27 Wbb), ofwel een goedkeuringsverklaring op het saneringsplan (Wm), afgegeven door het bevoegde gezag Wm.
1.4
In-situ reinigingstechnieken: In-situ reinigingstechnieken zijn
Ingreep in de waterbodem: Het uitvoeren van maatregelen aan een waterbodem waarin de interventiewaarden worden overschreden. Landbodemsanering met in-situ technieken: Sanering of
Toevoeging vanwege Waterwet Omschrijving begrip in
Plaats in versie 4.1
Oude tekst (versie 4.1)
Nieuwe tekst (versie 4.2)
Reden aanpassing
bodemsanerings technieken die verontreinigingen uit de bodem verwijderen zonder dat grondverzet noodzakelijk is. Kenmerken van een in-situ reinigingstechniek zijn: door de beperkte verstoring van de bodem blijft de bodemopbouw en structuur behouden; de bodem wordt behandeld zoals deze van nature aanwezig is.
beheersing van grond en/of grondwater met methoden waarbij geen sprake is van ontgraving of uitsluitend pump & treat.
overeenstemming gebracht met titel protocol + verduidelijkt wat wordt bedoeld
Kritische en niet-kritische werkzaamheden: Kritische werkzaamheden zijn alle werkzaamheden in de (water)bodem die het resultaat van de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem (kunnen) beïnvloeden: het vaststellen van de uit de bodem te verwijderen verontreinigingen in het veld (land- en waterbodem); het aanbrengen van het saneringssysteem door de aannemer voor de sanering van grond en grondwater; het scheiden van grond/baggerstromen, het in depot brengen en/of afvoeren van gescheiden deelstromen grond of bagger.
Nog ontbrekende definitie toegevoegd
Een verdere toelichting is opgenomen in SIKB-protocol 7002.
Niet-kritische werkzaamheden zijn die werkzaamheden in de (water)bodem die het resultaat van de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem niet (kunnen) beïnvloeden en alle werkzaamheden die niet van invloed (kunnen) zijn op de verwerking van te verwijderen grond/bagger en verontreinigingen.
Kwaliteitsverantwoordelijke persoon: De medewerker(s) van de aannemer die op de plaats van uitvoering van de bodemsanering verantwoordelijk is of zijn voor de kwaliteit.
Voorbeelden van niet-kritische werkzaamheden, waarbij niet de (continue) aanwezigheid van de kwaliteitsverantwoordelijke persoon is vereist, zijn: het inrichten van het werkterrein; het aanbrengen van isolerende voorzieningen als bijvoorbeeld een leeflaag, verhardingslaag of scheidingslaag; het aanvullen van de saneringsput na eindkeuring; het ontgraven van een grond- of baggerdepot waarbij de kwaliteit en einddiepte op basis van inmeten van tevoren bekend is; het ontgraven van grond uit een homogeen verontreinigde bodem waarbij de ontgravingscontour is bepaald door de in de bodem te realiseren functie, zoals bijvoorbeeld een aan te leggen kelder of parkeergarage. Kwaliteitsverantwoordelijke persoon: De medewerker(s) van de aannemer die op de plaats van uitvoering van de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem
Passage aanwezigheid verwijderd omdat deze niet in definitie hoort
Plaats in versie 4.1
Oude tekst (versie 4.1)
Nieuwe tekst (versie 4.2)
Reden aanpassing
Deze medewerker is tijdens de voor de sanering kritische werkzaamheden op de locatie aanwezig en het eerste aanspreekpunt voor de certificerende instelling. Bij niet kritische werkzaamheden kan de kwaliteitsverantwoordelijke persoon zich laten vervangen door een voldoende deskundige assistent, hetgeen wordt geregistreerd in het logboek
verantwoordelijk is of zijn voor de kwaliteit van de uitvoering van het werk.
+ toevoeging vanwege relatie met protocol 2101
Logboek (van de aannemer): Document, waarin gedurende de sanering alle voor de uitvoering relevante gegevens worden vastgelegd. Milieukundige processturing: De milieukundige aansturing van de (water)bodemsanering in het veld. Hieronder vallen onder meer het aangeven van de verontreinigingsgrenzen, het aangeven van de bestemming van vrijkomende grond- en afvalstromen, het toezien op de juiste plaatsing en instelling van installaties en het nemen van monsters ten behoeve van voortgangscontrole en vergunningen. Milieukundige verificatie: Het vastleggen van het eindresultaat van de sanering met als doel het bevoegde gezag in staat te stellen te beoordelen of de saneringsdoelstelling is bereikt zoals die is vastgelegd in de beschikking op het saneringsplan (Wbb), de melding in het kader van het Besluit Uniforme Saneringen (BUS) of de goedkeuringsverklaring op het saneringsplan (Wm).
Voor de aannemer die zelf mechanische boringen uitvoert: In de situatie dat de aannemer zelf mechanische boringen uitvoert kan de kwaliteitsverantwoordelijke persoon de rol van boormeester, zoals omschreven in protocol 2101, op zich nemen. Locatieplan: Nadere uitwerking van de waterbodemmaatregelen uit een beheerplan of projectplan. Een locatieplan is een niet wettelijk vastgelegd plan, waarin de voorgenomen ingreep wordt uitgewerkt tot een niveau dat als basis kan dienen voor opdrachtverlening of een bestek. Een locatieplan is in ieder geval nodig bij ingrepen die voortvloeien uit een beheerplan. Beheerplannen zijn zo abstract, dat zij niet kunnen dienen voor opdrachtverlening of een bestek. Projectplannen kunnen wel worden vastgesteld op dit detailniveau, maar dat is niet altijd het geval. Ook projectplannen kunnen daarom worden uitgewerkt in een locatieplan. Logboek (van de aannemer): Document, waarin gedurende de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem alle voor de uitvoering relevante gegevens worden vastgelegd.
Toevoeging vanwege Waterwet
Toevoeging vanwege Waterwet
Milieukundige processturing: De milieukundige sturing van de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem ter plaatse van de uitvoering.
Passage over wat er onder valt verwijderd omdat deze niet in definitie hoort
Milieukundige verificatie: Het met visuele inspectie, monsterneming, analyses en rapportage vastleggen en beschrijven van het eindresultaat van de werkzaamheden / (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem waarop de BRL SIKB 6000 van toepassing is. De milieukundige verificatie heeft als doel het bevoegde gezag in staat te stellen te beoordelen of de (sanerings)doelstelling is bereikt.
Toevoeging vanwege Waterwet en vereenvoudiging omschrijving toepassingsgebied
Nazorg bij bodemsanering: Het geheel aan technische, juridische, organisatorische en financiële maatregelen om het saneringsdoel in stand te houden nadat deze is bereikt. Ongewoon voorval: Een plotseling gepleegde handeling of plotseling optredende gebeurtenis met mogelijk milieuhygiënische gevolgen (zie verder artikel 30 van de Wbb
Verwijderd omdat niet relevant voor BRL 7000 Nog ontbrekende definitie toegevoegd
Plaats in versie 4.1
Oude tekst (versie 4.1)
Opdrachtgever: De natuurlijke of rechtspersoon, die opdracht geeft voor de uitvoering en de milieukundige begeleiding van bodemsanering en/of nazorg bij bodemsanering. Opdrachtnemer: De organisatie die in het kader van deze BRL en bijbehorende protocollen, een procescertificaat wil behalen of in bezit is van een procescertificaat.
Nieuwe tekst (versie 4.2)
Reden aanpassing
en artikel 5.15 van de Waterwet). Opdrachtgever: De natuurlijke of rechtspersoon, die opdracht geeft voor de uitvoering van de (water)bodemsanering en/of ingreep in de waterbodem.
Toevoeging vanwege Waterwet
Projectplan: Plan als bedoeld in art. 5.4 Wtw, waarin de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk is beschreven. Projectleider: De persoon binnen de organisatie van de opdrachtnemer die verantwoordelijk is voor de inhoudelijke kwaliteit van het project. Realisatierapport: Rapportage opgesteld na beëindiging van de ingreep in de waterbodem onder verantwoordelijkheid van de milieukundige verificatie en in samenwerking met de milieukundige processturing. Betreft onder andere een beschrijving van de wijze waarop deze beide onderdelen zijn uitgevoerd. Het realisatierapport heeft tot doel de opdrachtgever resp. het bevoegd gezag in staat te stellen te beoordelen of de doelstelling van de ingreep is bereikt zoals die is vastgelegd in het projectplan of het locatieplan of de aanwijzingen op een melding van een ongewoon voorval (art. 6.8 en 6.9 Wtw). Tijdelijk uitplaatsen: Tot de categorie van uniforme saneringen “tijdelijk uitplaatsen” behoren saneringen die voldoen aan de volgende voorwaarden: de saneringslocatie betreft een landbodem; de sanering betreft een immobiele verontreinigingssituatie; toegepast wordt een saneringsaanpak die bestaat uit: het na uitplaatsen zoveel mogelijk terug brengen van de tijdelijk uitgeplaatste grond in hetzelfde ontgravingsprofiel onder dezelfde bodemomstandigheden zonder dat de grond een bewerking heeft ondergaan; en, eventueel het van de locatie afvoeren van de overtollige verontreinigde grond. het tijdelijk uitplaatsen is noodzakelijk voor de uitvoering van civieltechnische werkzaamheden zoals voor de aanleg, het onderhoud of de verwijdering van ondergrondse infrastructuur waaronder begrepen kabels, leidingen, rioleringen, duikers, funderingen en vergelijkbare activiteiten binnen een geval van verontreiniging; artikel 1.3, derde lid van de Regeling uniforme saneringen is niet van toepassing; en, het betreft een verontreiniging met stoffen bedoeld in bijlage 6 van de RUS onder categorie Tijdelijk uitplaatsen waarop het
Verwijderd omdat hier de aannemer wordt bedoeld Toevoeging vanwege Waterwet Verwijderd omdat aan projectleider geen eisen worden gesteld Toevoeging vanwege Waterwet
Toegevoegd vanwege introductie protocol 7004
Plaats in versie 4.1
Oude tekst (versie 4.1)
Waterbodemsanering: Het wegnemen van onaanvaardbare risico‟s middels verwijdering van de verontreiniging dan wel het (natuurlijk) afdekken van de verontreiniging, al dan niet in combinatie met gedeeltelijke verwijdering van de verontreiniging in de waterbodem, of een andere methode, tot een vooraf vastgestelde saneringsdoelstelling of tot een vooraf vastgesteld niveau (diepte of hoeveelheid) (voor een verdere toelichting wordt verwezen naar par. 6 van de Circulaire sanering waterbodems, 31 mei 2006).
Nieuwe tekst (versie 4.2) besluit van toepassing is. Uitvoeringsplan: Het plan dat door de aannemer wordt opgesteld waarin wordt beschreven op welke wijze de aannemer het werk gaat uitvoeren en op welke wijze hij gaat voldoen aan de in het bestek of werkomschrijving genoemde eisen (zie 2.2.2 van deze BRL). Verificatieplan: Door de milieukundige verificatie opgesteld plan dat de kritische momenten en aspecten van een bodemsanering waarop verificatie moet plaatsvinden, vastlegt. Waterbodem: De bodem en oever van een oppervlaktewaterlichaam als bedoeld in de Waterwet. Waterbodemsanering: Het wegnemen van onaanvaardbare risico‟s middels verwijdering van de verontreiniging dan wel het (natuurlijk) afdekken van de verontreiniging, al dan niet in combinatie met gedeeltelijke verwijdering van de verontreiniging in de waterbodem, of een andere methode, tot een vooraf vastgestelde saneringsdoelstelling of tot een vooraf vastgesteld niveau (diepte of hoeveelheid) (voor een verdere toelichting wordt verwezen naar par. 5 van de Circulaire sanering waterbodems 2008, laatst gewijzigd bij Stcrt. 2009, 68). NB Waterbodemsaneringen worden sinds de inwerkingtreding van de Waterwet alleen nog op grond van het overgangsrecht uitgevoerd, of als onderdeel van een sanering met een bron in de landbodem (art. 63c Wbb). Werkomschrijving: Door of namens de opdrachtgever opgesteld stuk met daarin een omschrijving van de door de aannemer uit te voeren werkzaamheden. Werkvoorbereider: Medewerker van de aannemer die verantwoordelijk is voor de voorbereiding van het werk.
H2
Uitvoering van landbodemsaneringen met conventionele methoden, SIKB-protocol 7001; Uitvoering van landbodemsaneringen met in-situ methoden, SIKB-protocol 7002; Uitvoering van waterbodemsaneringen, SIKB-protocol 7003. Indien deze protocollen verwijzen (behoudens informatieve verwijzingen) naar normen of andere eisenstellende documenten, dan zijn deze normen of andere documenten volledig van kracht.
Uitvoering van landbodemsaneringen met conventionele methoden, protocol 7001; Uitvoering van landbodemsaneringen met in-situ methoden, protocol 7002; Uitvoering van ingrepen in de waterbodem en waterbodemsaneringen, protocol 7003; Tijdelijk uitplaatsen van grond, protocol 7004. Indien deze protocollen verwijzen (behoudens informatieve verwijzingen) naar normen of andere eisenstellende documenten, dan zijn deze normen of andere documenten volledig van kracht en moet volgens deze normen worden gewerkt.
Reden aanpassing
Nieuwe definitie vanwege eisen aan uitvoeringsplan in protocol Toegevoegd vanwege ontbreken ervan Toegevoegd vanwege ontbreken ervan Aanpassing vanwege Waterwet
Nieuwe definitie toegevoegd vanwege ontbreken ervan Nieuwe definitie omdat aan werkvoorbereider eisen worden gesteld Aanpassing vanwege protocol 7004 + tekstuele aanpassingen + verwijderen verwijzingen naar CROW 132 en Arbo + verwijzing naar eisen BRL SIKB 2100
Plaats in versie 4.1
2.2
Oude tekst (versie 4.1)
Nieuwe tekst (versie 4.2)
De certificatie-instellingen hanteren naast de andere eisen uit deze BRL de eisen die in deze protocollen zijn opgenomen bij de beoordeling van de aannemer in het kader van certificatieonderzoek.
De certificatie-instellingen hanteren bij de beoordeling van de aannemer in het kader van certificatieonderzoek zowel de eisen uit deze BRL als de eisen die in protocollen zijn opgenomen.
Naast de eisen uit deze protocollen zijn er eisen die voor alle situaties gelden. Deze eisen zijn opgenomen in CROWpublicatie 132 „Werken met verontreinigde grond en verontreinigd grondwater‟. 2.2 Saneringsgegevens Om de sanering op een juiste wijze te kunnen uitvoeren, beschikt de aannemer voor aanvang en tijdens de sanering over de gegevens zoals deze staan opgesomd in paragraaf 3.10. 2.2.1 Saneringsplan Voor aanvang van de sanering van de (land of water)bodem beschikt de aannemer over een schriftelijke instemming / beschikking van het bevoegd gezag met het saneringsplan. Verschillende overheidsorganen kunnen als bevoegd gezag optreden. De aannemer moet vervolgens nagaan of voldaan is aan de gestelde voorwaarden van de schriftelijke instemming/ beschikking. De aannemer gaat niet eerder over tot uitvoering van de sanering tot aan al deze voorwaarden is voldaan. Niet in alle gevallen is er vooraf een beschikking vereist van bevoegd gezag en volstaat een melding die vooraf gaat aan de sanering. De aannemer vergewist zich ervan dat deze melding is uitgevoerd (zie par. 2.7).
Voor de aannemer die zelf mechanische boringen uitvoert: Indien de aannemer zelf mechanische boringen uitvoert onder protocol 7002, gelden tevens de eisen zoals aangegeven in BRL SIKB 2100. 2.2 Gegevens 2.2.1 Administratieve voorbereiding Voor aanvang van de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem beschikt de aannemer over: Het bestek (indien van toepassing) of de werkomschrijving; Het saneringsplan, de BUS-melding, het door de waterbeheerder goedgekeurde projectplan of het locatieplan; De beschikking/instemming van het bevoegd gezag; De melding nieuw geval van bodemverontreiniging (indien van toepassing); Alle relevante bodemonderzoeksgegevens; Melding aanvang sanering.
Indien de aannemer constateert dat niet aan alle voorwaarden is voldaan, treedt de aannemer in contact met de opdrachtgever dan wel directievoerder.
Verschillende overheidsorganen kunnen als bevoegd gezag optreden. De aannemer moet nagaan of door de daarvoor verantwoordelijke partij voldaan is aan de gestelde voorwaarden van de schriftelijke instemming/beschikking. De aannemer gaat niet eerder over tot uitvoering van de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem tot aan al deze voorwaarden is voldaan. Indien de aannemer constateert dat niet aan alle voorwaarden is voldaan, treedt de aannemer vóór aanvang van de saneringswerkzaamheden in contact met de opdrachtgever dan wel de directievoerder. In gevallen waarvoor geldt dat voorafgaand aan de (water)bodemsanering of ingreep een melding voldoet, en een beschikking van bevoegd gezag niet vereist is, vergewist de aannemer zich ervan vóór aanvang van de saneringswerkzaamheden dat deze melding is uitgevoerd. De opdrachtgever of de persoon/instelling die door de opdrachtgever hiervoor is gemandateerd zorgt voor het op het juiste tijdstip verrichten van de melding “aanvang sanering”. Gelijktijdig dient een kopie van deze melding aan
Reden aanpassing
Tekstuele aanpassingen + aanpassingen vanwege kwaliteitsimpuls BRL 7000 (aannemer mag niet eerder beginnen tot dat aan aantal voorwaarden is voldaan)
Plaats in versie 4.1
Oude tekst (versie 4.1)
Nieuwe tekst (versie 4.2)
Reden aanpassing
de aannemer te worden overhandigd. Indien geen melding is gedaan dan wel te laat, wijst de aannemer de opdrachtgever of diens vertegenwoordiger er op dat deze in overtreding is en de saneringswerkzaamheden niet kunnen worden gestart.
2.2.2 Werkomschrijving of bestek Voor aanvang van de sanering beschikt de aannemer over een werkomschrijving of een bestek. De werkomschrijving of het bestek is een vertaling van de in het saneringsplan beschreven saneringsaanpak. Toelichting De volgende onderwerpen zijn ten minste in de werkomschrijving of het bestek uitgewerkt: de werkzaamheden en de plaats op het terrein waar de werkzaamheden plaatsvinden; de aan de wijze van uitvoering van de werkzaamheden te stellen eisen; de toegepaste saneringstechniek. Veiligheid- en Gezondheid plan Voor de aanvang van het werk en tijdens de uitvoering beschikt de aannemer over: het veiligheid- en gezondheid plan (V&G plan)'ontwerpfase' (indien van toepassing); het veiligheid- en gezondheid plan (V&G plan)'uitvoeringsfase';
Toelichting: De melding door de opdrachtgever/directievoerder of de houder van de beschikking aan het bevoegd gezag moet tenminste bevatten: de naam van de aannemer; de verantwoordelijke uitvoerder/contactpersoon; een telefoon- en faxnummer van de aannemer; het adres van de locatie van de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem met postcode; de datum van aanvang en geplande einde van de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem; vermelding van de datum en het kenmerk van (de schriftelijke instemming met) het saneringsplan, projectplan of locatieplan; NAW-gegevens opdrachtgever en/of houder van de beschikking; tevens voor welke onderdelen van de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem dat van toepassing is; Deze lijst is niet limitatief en normatief. 2.2.2 Uitvoeringsplan Voor aanvang van de (water)bodemsanering stelt de aannemer een uitvoeringsplan op. Dit uitvoeringsplan geeft een omschrijving van de saneringsaanpak zoals deze is omschreven in het saneringsplan of BUS-melding, beheerplan, projectplan of locatieplan. Indien de aannemer een bestek of werkomschrijving van of namens de opdrachtgever heeft ontvangen kan dit als uitvoeringsplan worden beschouwd, mits is voldaan aan de hier beschreven eisen. Omschreven zijn in ieder geval: De werkzaamheden en de plaats op het terrein waar de werkzaamheden plaatsvinden; De aan de wijze van uitvoering van de werkzaamheden te stellen eisen; De toe te passen (sanerings)techniek; Het wettelijk kader op basis waarvan de (water)bodemsanering, ingreep in de waterbodem of tijdelijk uitplaatsen wordt uitgevoerd (toepassingsgebied); De kritische werkzaamheden waarbij de kwaliteitsverantwoordelijke persoon op het werk aanwezig moet zijn;
Tekstuele aanpassingen + aanpassingen vanwege kwaliteitsimpuls BRL 7000 + verwijderen verwijzingen naar CROW 132 en Arbo
Plaats in versie 4.1
Oude tekst (versie 4.1) de onderzoeksresultaten betreffende de aard, eigenschappen en vastgestelde concentraties van de verontreinigende stoffen. De eisen voor de inhoud van de V&G-plannen staan om schreven in publicatie 132 van CROW. Indien de aannemer constateert dat niet aan alle voorwaarden is voldaan, treedt de aannemer in contact met de opdrachtgever dan wel directievoerder.
Nieuwe tekst (versie 4.2) NAW-gegevens bevoegd gezag; NAW-gegevens van alle bij de sanering betrokken partijen; De taken en verantwoordelijkheden van bij de sanering betrokken partijen. Tenminste moeten de taken en verantwoordelijkheden vastgelegd worden van de: o Opdrachtgever; o Directievoerder; o Milieukundige processturing; o Milieukundige verificatie; o Werkvoorbereider van de aannemer; o Kwaliteitsverantwoordelijke persoon. De verantwoordelijke voor de communicatie met opdrachtgever en bevoegd gezag in het bijzonder v.w.b. doen van meldingen van bijvoorbeeld afwijkingen; NAW-gegevens van de ontvanger/verwerker van de af te voeren grond en materialen; Planning en voortgangsrapportage; Hoe te handelen bij afwijkingen; NAW-gegevens van de vervoerder (indien bekend); Wie namens de ontdoener van de af te voeren grond is gemandateerd. Voor aanvang van het werk is het uitvoeringsplan aan de opdrachtgever/directievoerder en de milieukundige begeleiding voor akkoord aangeboden. Indien de opdrachtgever niet de ontdoener is van de af te voeren grond en materialen wordt schriftelijk vastgelegd wie namens de ontdoener gerechtigd is. Een kopie van deze verklaring is zowel op de saneringslocatie als op het kantoor van de aannemer aanwezig. Voetnoten: Tenminste moeten vastgelegd worden de naam en contactpersoon van de opdrachtgever en de namen van de personen en organisaties die zijn belast met: Directievoering (indien aangesteld); De uitvoering door de aannemer (waaronder werkvoorbereider en kwaliteitsverantwoordelijke persoon), inclusief de onderaannemer; Milieukundige processturing; Milieukundige verificatie. Indien onder UAV wordt gewerkt kan de aannemer zich bij het uitvoeringsplan beperken tot de taken en verantwoordelijkheden die niet in de UAV zijn geregeld.
Reden aanpassing
Plaats in versie 4.1
2.3
Oude tekst (versie 4.1)
2.3 Ongewoon voorval / calamiteit In geval van een sanering van een ongewoon voorval (calamiteit) zal veelal direct worden overgegaan tot uitvoering. De aard en de omstandigheden van het ongewoon voorval bepalen de werkwijze en de van toepassing zijnde eisen uit deze BRL en protocollen. In het kader van deze BRL en bijbehorende protocollen, moet in ieder geval melding aan het bevoegd gezag plaatsvinden en moet registratie plaatsvinden middels het bijhouden van een logboek. In overleg met het bevoegd gezag moeten de verontreinigingen worden aangepakt (verwijdering, isolatie etc). Toelichting Daarbij moet milieukundige processturing plaatsvinden en moet de milieukundige verificatie onafhankelijk plaatsvinden. Indien de aannemer constateert dat niet aan alle voorwaarden is voldaan, treedt de aannemer in contact met de opdrachtgever dan wel de directievoerder. De aannemer voert de sanering bij een calamiteit uit volgens een in het handboek vastgelegde procedure met betrekking tot het uitvoeren van calamiteitensaneringen. Deze procedure moet borgen dat aan bovenstaande eisen m.b.t. melding, registratie en overleg wordt voldaan, dat de werkzaamheden conform het van toepassing zijnde protocol worden uitgevoerd en dat de veiligheid van de betrokken personen / omgeving is gewaarborgd.
2.4
Voor aanvang van de werkzaamheden maakt de aannemer schriftelijk aantoonbaar welke partijen bij de uitvoering zijn betrokken en wat hun verantwoordelijkheid is. Dit kan in het V & G plan worden opgenomen. Ten minste is vastgelegd wie (naam persoon en organisatie) belast is met: de directievoering; de milieukundige processturing;
Nieuwe tekst (versie 4.2) Duidelijk gemaakt moet worden wie verantwoordelijk is voor de communicatie met opdrachtgever en bevoegd gezag (dit kan eventueel in een communicatiematrix worden vastgelegd). 2.3 Ongewoon voorval In geval van een ongewoon voorval of nieuwe verontreiniging wordt veelal direct overgegaan tot uitvoering van een (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem. Aard en de omstandigheden van het ongewoon voorval of de nieuwe verontreiniging bepalen: de werkwijze en, de van toepassing zijnde eisen uit deze BRL en protocollen.
Reden aanpassing
Verwijderd omdat calamiteit geen begrip uit de Wbb is + tekstuele aanpassingen + toevoegingen vanwege kwaliteitsimpuls BRL 7000
In het kader van deze BRL en bijbehorende protocollen, vindt in ieder geval melding aan het bevoegd gezag en registratie door het bijhouden van een logboek plaats. In overleg met het bevoegd gezag worden de verontreinigingen aangepakt. De sanering van het ongewoon voorval kan zich beperken tot de verontreiniging als gevolg van het ongewoon voorval. Indien de aannemer constateert dat niet aan alle voorwaarden is voldaan, treedt de aannemer in contact met de opdrachtgever dan wel de directievoerder. De verplichtingen met betrekking tot start en planning (2.7) zijn niet van toepassing bij ongewone voorvallen. De aannemer voert de sanering of ingreep uit volgens een in het handboek vastgelegde procedure met betrekking tot het uitvoeren van saneringen of ingrepen als gevolg van ongewoon voorval. Deze procedure borgt dat: aan bovenstaande eisen m.b.t. melding, registratie, overleg en verantwoording aan bevoegd gezag en opdrachtgever wordt voldaan; de werkzaamheden conform het van toepassing zijnde protocol worden uitgevoerd en; de veiligheid van de betrokken personen / omgeving is gewaarborgd. Verwijderd omdat het arbo-eisen betreft
Plaats in versie 4.1
Oude tekst (versie 4.1)
Nieuwe tekst (versie 4.2)
Reden aanpassing
Bij aanvang en tijdens de uitvoering is op de locatie van de (water)bodemsanering of de ingreep in de waterbodem een logboek aanwezig. De kwaliteitsverantwoordelijke persoon van de aannemer is verantwoordelijk voor dit logboek. Hij/zij houdt dit logboek bij of controleert, in het geval deze taak is gedelegeerd, de inhoud.
Verwijderd omdat het registraties betreft vanuit Arbo-wetgeving
de milieukundige verificatie; en specifiek voor de organisatie van de aannemer: de naleving van het veiligheid- en gezondheidplan; het periodieke toezicht ter plekke op de uitvoering namens de aannemer;
2.5
Daarnaast maakt de aannemer inzichtelijk welke functies binnen de eigen organisatie een rol vervullen bij de uitvoering van de sanering en welke taak en bevoegdheid daarbij behoren. Ook maakt de aannemer inzichtelijk welke activiteiten hij uitbesteedt aan derden. Bij aanvang en tijdens de uitvoering is er op de (sanerings)locatie een logboek aanwezig. Dit logboek houdt de aannemer bij.
Aantekeningen in het logboek kunnen verwijzen naar het logboek van de milieukundige begeleider. Een duidelijke verwijzing in het logboek van de aannemer is vereist. De kwaliteitsverantwoordelijke persoon parafeert de notities die namens de aannemer door de milieukundige begeleider zijn gemaakt. Aan het einde van het werk wordt een kopie hiervan verstrekt aan de kwaliteitsverantwoordelijke persoon. Aannemers die gebruik maken van een digitaal logboek, moeten hiervoor een procedure opstellen. De aannemer draagt zorg voor een unieke digitale handtekening die slechts door een en dezelfde persoon wordt gebruikt. In het logboek komen ten minste de volgende onderwerpen tot uiting: Algemeen (eenmalige vermelding) de verantwoordelijke voor het bijwerken van het logboek; het tijdschema van de belangrijkste werkzaamheden; de dagindeling met arbeids- en rusttijden; een lijst met namen, adressen en telefoonnummers van de bij het werk betrokken instanties en bedrijven met vermelding van contactpersonen. Tijdsafhankelijk (per dag) namen van bij het werk betrokken personen; overzicht van bezoekers; momenten van vrijgave vanuit de opdrachtgever/directievoerder voor bijvoorbeeld aanvulling en beëindiging van ontgraven en de wijze van
In het logboek komen minimaal de volgende onderwerpen tot uiting (tijdsafhankelijk (per dag)): overzicht van bezoekers; momenten van vrijgave, melding bereiken einddiepte of einde sanering; afwijkingen van het saneringsplan, beschikkingen, besluiten of aanwijzingen en/of meldingen, uitvoeringsplan, projectplan of locatieplan en de wijze van akkoord hierop; aantekeningen door derden en alle voor de uitvoering en omgeving relevante informatie.
Verwijderd omdat het arbo-eisen betreft
Plaats in versie 4.1
Oude tekst (versie 4.1) akkoord hierop; afwijkingen van het saneringsplan en de wijze van akkoord hierop. Met betrekking tot de aspecten veiligheid en gezondheid van de bij het werk betrokkenen zijn de in het logboek geregistreerde gegevens in overeenstemming zijn met de eisen die vermeld staan in publicatie 132 van CROW. Afhankelijk van de veiligheidsklasse die is vastgesteld voor het werk volgt uit deze publicatie welke specifieke eisen om invulling vragen. Dit laatste kan zowel betrekking hebben op de eenmalige als dagelijkse gegevens. Iedere in het logboek gemaakte registratie is voorzien van een datum en paraaf (door een tekenbevoegde functionaris van de aannemer). Ter verduidelijking bevat het logboek een overzicht van alle parafen met de daarbij behorende persoonsnaam gekoppeld aan het bijbehorende bedrijf/instantie. In het logboek mag ook de verwijzing staan naar de documenten waarop de in deze paragraaf vermelde gegevens zijn terug te vinden. Alle gegevens zijn altijd op locatie en eenvoudig te achterhalen. Indien er werkzaamheden worden uitgevoerd werkt de aannemer het logboek dagelijks bij. De aannemer kan (een deel van de) registratie taken delegeren aan andere, op de locatie aanwezige personen, mits is geborgd dat de registraties voldoen aan de gestelde eisen, de aannemer dagelijks tekent voor de correctheid van de registraties en deze voortdurend beschikbaar zijn op de locatie.
2.6
De aannemer stelt aantoonbaar voor zichzelf vast dat de milieukundige begeleider heeft genoteerd dat er gerapporteerd is aan de directievoerder/opdrachtgever over afwijkingen ten opzichte van het saneringsplan of een andere goedkeuring/beschikking. Toelichting: De milieukundig begeleider maakt inzichtelijk of er tijdens de uitvoering afwijkingen optreden ten opzichte van het saneringsplan of een andere goedkeuring/beschikking conform de mogelijkheden conform hoofdstuk 1 en meldt dit aan de opdrachtgever/directievoerder. Onder afwijkingen wordt het volgende verstaan
Nieuwe tekst (versie 4.2)
Reden aanpassing
Verwijderd omdat het arbo-eisen betreft
Iedere in het logboek gemaakte registratie is voorzien van een datum en paraaf (door of namens de kwaliteitsverantwoordelijke persoon).
In het logboek mag ook de verwijzing staan naar de documenten waarop de in deze paragraaf vermelde gegevens terug zijn te vinden. Alle gegevens zijn altijd op locatie en eenvoudig te achterhalen. Indien werkzaamheden worden uitgevoerd werkt de aannemer het logboek binnen 24 uur bij. In de protocollen zijn de verplichte registraties in het logboek nader gespecificeerd. De aannemer kan (een deel van de) registratietaken delegeren aan andere op de locatie aanwezige personen, mits is geborgd dat registraties voldoen aan de gestelde eisen, de kwaliteitsverantwoordelijke persoon wekelijks tekent voor de correctheid van de registraties en registraties voortdurend beschikbaar zijn op de locatie. 2.5 Omgaan met afwijkingen Voor aanvang werk wordt in het uitvoeringsplan vastgelegd wie verantwoordelijk is voor de melding van afwijkingen op het saneringsplan, beheerplan, locatieplan of BUS-melding aan: opdrachtgever/directievoerder; bevoegd gezag. De milieukundige begeleider is verantwoordelijk voor het bepalen, vastleggen en doorgeven van afwijkingen op het saneringsplan, beheerplan, locatieplan of BUS-melding. De kwaliteitsverantwoordelijke persoon vermeldt de afwijkingen in het logboek van de sanering en controleert of de melding van de afwijking is gedaan.
Verwijderd omdat het overbodige eisen zijn (alleen de kvp‟er mag het logboek aftekenen) + aanpassing omdat het praktisch niet altijd mogelijk is het logboek dagelijks bij te werken en ook de noodzaak daartoe ontbreekt
Aanpassing omdat het praktisch niet altijd mogelijk is dagelijks te tekenen en ook daartoe de noodzaak ontbreekt Verwijderd omdat door het bevoegd gezag wordt bepaald wat afwijkingen zijn en dit is uitgewerkt in de HUM + verwijderd omdat taken van de MKB‟er niet thuis horen in de BRL 7000
Plaats in versie 4.1
Oude tekst (versie 4.1)
Nieuwe tekst (versie 4.2)
Reden aanpassing
2.6 Aanwezigheid kwaliteitsverantwoordelijke persoon De aannemer draagt er zorg voor dat hij voorafgaand aan het uitvoeren van kritische werkzaamheden ter plaatse voldoende aanwijzingen en instructies ter zake van de milieukundige begeleider heeft ontvangen.
Tekst opgenomen om te voorkomen dat aannemer om te voorkomen dat aannemer werkzaamheden uitvoert die milieuhygiënisch
de aard van het geval blijkt af te wijken van het saneringsplan of de voornoemde BUS-melding of het geval blijkt significant groter dat dit invloed kan zijn op de aanpak en het resultaat van de sanering; de sanering duurt significant langer (of korter) dan is aangegeven in het saneringsplan of de melding; de saneringswijze wordt aangepast het eindresultaat is anders dan de saneringsdoelen waarop het plan of de melding is geschreven. Voor een verdere omschrijving van de termen significant en een uitwerking van de mate van afwijking, wordt verwezen naar de HandhavingsUitvoeringsMethode Wbb (HUM). De lijst van criteria die in dit document is opgenomen, is niet normatief. Het betreft een indicatieve, niet limitatieve opsomming van te melden afwijkingen aan het bevoegd gezag. De milieukundig begeleider moet zich vergewissen van het beleid van het bevoegd gezag ter plaatse met betrekking tot het melden van afwijkingen. De opdrachtgever/directievoerder meldt deze afwijkingen aan het bevoegd gezag, tenzij in het contract anders staat aangegeven. De opdrachtgever/directievoerder krijgt een rapportage van de milieukundige begeleider over de volgende punten: treden er afwijkingen op ten opzichte van de beschikking op het saneringsplan of dreigen deze op te treden; voldoet het resultaat van een eventuele afwijking van de wijze van uitvoeren aan het beleid van het bevoegd gezag; is het voor de afwijking noodzakelijk een nieuw saneringsplan op te stellen of een nieuwe beschikking aan te vragen, danwel een nieuwe melding te doen; is er sprake van een wijziging ten opzichte van de beschikking die het belang van derden schaadt? In het logboek staat de verwijzing naar de rapportage en de datum waarop deze aan de opdrachtgever / directievoering is aangeboden.
Kritische werkzaamheden De kwaliteitsverantwoordelijke persoon is tijdens de voor de
Plaats in versie 4.1
Oude tekst (versie 4.1)
Nieuwe tekst (versie 4.2)
Reden aanpassing
(water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem kritische werkzaamheden (zoals beschreven in het uitvoeringsplan) op de locatie aanwezig en aanspreekpunt voor het bevoegd gezag en de certificerende instelling.
ongewenst zijn.
Niet-kritische werkzaamheden Bij uitvoering van niet-kritische werkzaamheden kan de kwaliteitsverantwoordelijke persoon zich laten vervangen door een voldoende deskundige assistent, hetgeen wordt geregistreerd in het logboek. In protocol 7004 zijn afwijkende eisen opgenomen ten aanzien van de aanwezigheid van de kwaliteitsverantwoordelijke persoon (zie paragraaf 4.1 van protocol 7004 bij taken van de kwaliteitsverantwoordelijke persoon). 2.7
De aannemer stelt aantoonbaar vast dat het gestelde in deze paragraaf geregeld is. Indien derden (bijvoorbeeld de directievoerder) bepaalde vereisten organiseren, dan maakt de aannemer dit aantoonbaar (bijvoorbeeld middels een afschift van een brief of een verslag). Indien de aannemer constateert dat niet aan alle vereisten is voldaan, treedt de aannemer in contact met de opdrachtgever dan wel directievoerder. De aannemer wijst de opdrachtgever erop dat hij in overtreding is, indien hij de afwijkingen niet meldt aan het bevoegd gezag. In dat geval kan de aannemer het werk niet onder certificaat uitvoeren dan wel voortzetten. A. Indien een beschikking of instemming op een melding van het bevoegd gezag benodigd is De opdrachtgever of houder van de beschikking meldt bij het bevoegd gezag de start van de sanering. De termijnen hiervoor zijn via PMV of BUS geregeld. Voor zover er geen voorwaarden ten aanzien van het tijdstip van melden zijn opgenomen in de schriftelijke instemming van het bevoegd gezag moet de aannemer minimaal 5 werkdagen voor aanvang van de uitvoering van de bodemsanering aantoonbaar controleren of deze melding aan het bevoegd gezag is gedaan. De aannemer wijst de opdrachtgever er op dat hij in overtreding is, indien niet aan de voorwaarden in deze paragraaf is voldaan. In dit geval kan de aannemer het werk niet onder certificaat uitvoeren. B. Indien geen beschikking of instemming op een melding van het bevoegd gezag benodigd is De aannemer moet minimaal 5 werkdagen voor aanvang van de uitvoering van de bodemsanering aantoonbaar controleren of deze is gemeld aan het bevoegd gezag:
Toegevoegd als aparte paragraaf (overgenomen uit definitie kvp‟er)
Verwijderd omdat eisen elders in andere paragrafen thuis horen (o.a. administratieve voorbereiding) + verwijdering van overbodige passages
Plaats in versie 4.1
Oude tekst (versie 4.1)
Nieuwe tekst (versie 4.2)
Reden aanpassing
2.7 Afvoer grond, baggerspecie en materialen De aannemer kan, namens de ontdoener, het vervoer van de verontreinigde grond of baggerspecie en vrijgekomen materialen verzorgen. De aannemer is dan verantwoordelijk voor vervoer volgens de geldende eisen. 2.7.1 Eisen te stellen aan het vervoer Het vervoer van verontreinigde grond en baggerspecie en vrijkomende materialen voldoet aan de bij de wet en in de gemeentelijke of provinciale verordeningen gestelde eisen.
Tekstuele aanpassingen
Toelichting: De melding door de opdrachtgever/directievoerder of de houder van de beschikking aan het bevoegd gezag moet ten minste bevatten: de naam van de aannemer; de verantwoordelijke uitvoerder/contactpersoon; een telefoon- en faxnummer van de aannemer; het adres van de saneringslocatie met postcode; de datum van aanvang en geplande einde van de sanering; vermelding van de datum en het kenmerk van de schriftelijke instemming met het saneringsplan; NAW-gegevens opdrachtgever en/of houder van de beschikking; tevens voor welke onderdelen van de sanering dat van toepassing is. Deze lijst is niet limitatief en normatief. Planning en voortgangsrapportage De planning van de werkzaamheden en de voortgangsrapportage (met daarin speciale aandacht voor afwijkingen) hierover communiceert de aannemer aantoonbaar en regelmatig met de opdrachtgever. Wat regelmatig inhoudt is voor aanvang afgestemd met de opdrachtgever (bv tijdens de bouwvergaderingen). 2.10 De aannemer die verantwoordelijk is voor het vervoer van verontreinigde grond, vrijkomende materialen en dergelijke houdt zich aan het gestelde in dit hoofdstuk. Het vervoer van verontreinigde grond en vrijkomende materialen voldoet aan de bij de wet en de PMV gestelde eisen. 2.7.1 2.7.2
2.8
2.7.2 Grond-, baggerspecie- en materiaalboekhouding De aannemer voert middels de officiële transportdocumenten en ontvangstbewijzen (getekend door de ontvanger) een sluitende grond-, baggerspecie- en materiaalboekhouding. De aannemer is verantwoordelijk voor de juiste toepassing en een verantwoorde ondertekening van de begeleidingsbiljetten. De aannemer draagt er zorg voor dat het juiste materiaal wordt ingezet om het versmeren van grondstromen te voorkomen.
Verwijderd als aparte paragraaf. Eis staat elders in BRL +
Plaats in versie 4.1
Oude tekst (versie 4.1)
2.8 Oplevering locatie De oplevering van de locatie van de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem voldoet aan de vooraf afgesproken eisen van de opdrachtgever. De kwaliteitsverantwoordelijke persoon toetst aantoonbaar of aan de vooraf afgesproken eisen is voldaan. Als bewijs hiervoor kan de aannemer ook een proces-verbaal van oplevering gebruiken. In de protocollen is aangegeven uit welke documenten de opleverdocumentatie bestaat. In paragraaf 3.15 van deze richtlijn staan eisen vermeld met betrekking tot de rapportage. Voor de aannemer die tevens mechanische boringen uitvoert: Indien de aannemer zelf mechanische boringen uitvoert onder protocol 7002, gelden tevens de eisen aan het kwaliteitssysteem zoals beschreven in protocol 2101.
H3
3.2
Bij (water)bodemsanering inclusief nazorg zijn drie hoofdtaken te onderscheiden: 1) de uitvoering van (water)bodemsanering 2) de milieukundige processturing bij (water)bodemsanering/de milieukundige procesmonitoring bij nazorg; 3) de milieukundige verificatie bij (water)bodemsanering en nazorg;
Hoofdtaak 1, de uitvoering van (water)bodemsaneringen, is een kritische functie, zoals beschreven in de Regeling uitvoeringskwaliteit bodembeheer, maar hiervoor is geen persoonregistratie verplicht. Er zijn in de regelgeving geen eisen gesteld aan functiescheiding voor deze functie. Functiescheiding is dus niet verplicht.
3.3
Nieuwe tekst (versie 4.2)
Indien de certificaathouder er voor kiest om functiescheiding toe te passen, zijn de eisen opgenomen in het Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer en in (de informatieve) bijlage 1 van toepassing. 3.3.1 NEN-EN-ISO 9001-2000 De certificaathouder moet beschikken over een functionerend en gedocumenteerd systeem dat is opgezet volgens en voldoet aan de NEN-EN-ISO 9001 en aan de VGM Checklist Aannemers. De certificaathouder moet dit op één van de volgende manieren aantoonbaar maken:
Bij (water)bodemsanering inclusief nazorg en ingrepen in de waterbodem zijn drie hoofdtaken te onderscheiden: de uitvoering van (water)bodemsanering of ingreep; de milieukundige processturing bij (water)bodemsanering of bij een ingreep in de waterbodem / de milieukundige procesmonitoring bij nazorg; de milieukundige verificatie bij (water)bodemsanering, ingrepen in de waterbodem en nazorg.
Reden aanpassing protocollen Nieuwe paragraaf 6.11 met eisen aan oplevering (kwaliteitsimpuls 7001)
Toevoeging om mechanisch boren onder protocol 7002 mogelijk te maken Toevoeging vanwege Waterwet + aanpassing vanwege actualisatie wetgeving
Hoofdtaak 1, de uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem, is een kritische functie, zoals beschreven in de Regeling bodemkwaliteit, persoonsregistratie is echter niet verplicht. Er zijn in de regelgeving geen eisen gesteld aan functiescheiding voor deze functie, functiescheiding is dus niet verplicht. Indien de certificaathouder kiest voor toepassing van functiescheiding, zijn de eisen opgenomen in het Besluit bodemkwaliteit, de Regeling bodemkwaliteit en in bijlage 1 van deze BRL van toepassing.
3.3.1 Kwaliteits en veiligheidssysteem De aannemer beschikt over een functionerend en goed gedocumenteerd kwaliteitsmanagementsysteem dat is opgezet volgens en voldoet aan NEN-EN-ISO 9001 of een daaraan gelijkwaardige norm voor kwaliteitsmanagementsystemen. De aannemer toont dit op
Tekstuele aanpassing + aanpassing vanwege consistentie met andere BRL‟s + toevoeging vanwege Waterwet +
Plaats in versie 4.1
Oude tekst (versie 4.1) door de certificatie-instelling te laten vaststellen of het kwaliteitssysteem voldoet aan de NEN-EN-ISO 9001 of gelijkwaardig1 en de VGM Checklist Aannemers. De certificatie-instelling moet daartoe een initieel onderzoek en periodiek certificatie-onderzoek uitvoeren (dat gelijk is aan het onderzoek dat normaal onder accreditatie wordt uitgevoerd) om te beoordelen of de certificaathouder voldoet aan NEN-EN-ISO 9001 en de VGM Checklist Aannemers; door het overleggen van een geldig certificaat van het kwaliteitssysteem met een voor deze activiteit relevante scope gebaseerd op NEN-EN-ISO 9001 of gelijkwaardig en de VGM Checklist Aannemers, dat is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerde certificatie-instelling. De scope waaraan moet worden getoetst is “uitvoering van (water)bodemsanering”, conform de hiervoor gestelde eis aan de certificaathouder.
3.3
3.3.2 Gedocumenteerd kwaliteitssysteem De certificaathouder moet alle eisen uit deze BRL en protocollen aantoonbaar hebben geborgd binnen het gedocumenteerde kwaliteitssysteem. Daar waar in deze BRL inhoudelijke eisen zijn opgenomen moeten deze ook ongewijzigd worden toegepast. Waar mogelijk mogen vereisten worden ingebouwd in bestaande procedures en werkvoorschriften. Indien deze optie niet toereikend is, moeten hiervoor nieuwe procedures en/of werkinstructies
1 Als gelijkwaardige systemen worden in elk geval beschouwd ISO 14001 en 17025
Nieuwe tekst (versie 4.2)
Reden aanpassing
één van de volgende manieren aan: Door een geldig certificaat voor het kwaliteitsmanagementsysteem te overleggen met een relevante scope, gebaseerd op NEN-EN-ISO 9001 of een daaraan gelijkwaardige norm voor kwaliteitsmanagementsystemen, dat is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie voor de betreffende norm geaccrediteerde certificatie-instelling; Door de certificatie-instelling te laten vaststellen of het kwaliteitsmanagementsysteem voldoet aan NEN-EN-ISO 9001 of een daaraan gelijkwaardige norm voor kwaliteitsmanagementsystemen.
verwijdering omdat het eisen uit Arbowetgeving betreft
De scope waaraan wordt getoetst is “uitvoering van (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem”, conform de hiervoor gestelde eis aan de certificaathouder. De aannemer beschikt over een functionerend beheersysteem voor Veiligheid, Gezondheid en Milieu dat is opgezet volgens en voldoet aan de VCA of een daaraan gelijkwaardig systeem. De aannemer toont dit op één van de volgende manieren aan: Door een geldig VCA-certificaat te overleggen voor het VGM-beheersysteem of een daaraan gelijkwaardige norm, dat is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie voor de betreffende norm geaccrediteerde certificatieinstelling; Door de certificatie-instelling te laten vaststellen of het beheersysteem voldoet aan VCA of een daaraan gelijkwaardige norm voor VGM-beheersystemen. 3.3.2 Gedocumenteerd kwaliteitssysteem De certificaathouder borgt aantoonbaar alle eisen uit deze BRL en protocollen binnen het gedocumenteerde kwaliteitssysteem. Daar waar in deze BRL inhoudelijke eisen zijn opgenomen worden deze ook ongewijzigd toegepast. Waar mogelijk mogen vereisten worden ingebouwd in bestaande procedures en werkvoorschriften. Indien deze optie niet toereikend is, worden nieuwe procedures en/of werkinstructies opgesteld. De certificaathouder beschikt over
Tekstuele aanpassingen + toevoeging vanwege Waterwet
Plaats in versie 4.1
Oude tekst (versie 4.1)
Nieuwe tekst (versie 4.2)
worden opgesteld. De certificaathouder moet beschikken over passende werkvoorschriften2 beschikken voor de begeleiding
passende werkvoorschriften3 voor de uitvoering van de werkzaamheden bij een (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem. Op de locatie van de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem zijn de, voor goede uitvoering en vastlegging noodzakelijke, werkvoorschriften en formulieren aanwezig.
van de saneringswerkzaamheden. Op de saneringslocatie moeten de werkvoorschriften en formulieren die nodig zijn voor de goede uitvoering en vastlegging van de werkzaamheden.
Voor de aannemer die tevens mechanische boringen uitvoert: Indien de aannemer zelf mechanische boringen uitvoert onder protocol 7002, vult de aannemer het systeem tevens aan met de eisen van de hoofdstukken 2 en 3 van de BRL SIKB 2100. Als de aannemer van mening is dat bepaalde eisen niet van toepassing zijn op de eigen bedrijfsvoering, dan verwoordt en beargumenteert hij dit in het handboek.
3.4
3.5
3.6
3.6
De documentatie van de aannemer is voorzien van een index met ingangsdatum, versienummer en validatie door de eindverantwoordelijke persoon. De aannemer beschikt over: een schriftelijke procedure voor het verzorgen van de meldingen aan het bevoegd gezag en de certificerende instantie; de door hem gehanteerde werkinstructies, veiligheidsinstructies waaronder een noodplan, registratie over voorlichting en onderricht, controleformulieren en een klachtenregistratieformulier; een geldig uittreksel uit het handelsregister. 3.5 Organisatie en personeel
De taken, bevoegdheden en de onderlinge verhoudingen van de werknemers van de aannemer zijn schriftelijk vastgelegd in een organisatieschema of structuurdiagram.
2 De protocollen zijn voor dit doel geschikt. 3 De protocollen zijn voor dit doel geschikt.
Reden aanpassing
Toegevoegd om mechanisch boren onder protocol 7002 mogelijk te maken
Overbodige verplichting verwijderd Verwijderd omdat eis elders in BRL staat + het eisen uit Arbowetgeving betreft
Een aannemer die onder het certificaat van deze BRL werkt, is in staat alle verrichtingen die op de scope van zijn certificaat vermeld staan, zelfstandig uit te voeren. De aannemer toont aan dat hij voor de voorbereiding en de uitvoering van het werk minimaal één werkvoorbereider en één kwaliteitsverantwoordelijke persoon in dienst heeft die voldoet aan de opleidings- en ervaringseisen, zoals omschreven in de protocollen 7001 t/m 7004. De aannemer toont aan dat hij met betreffende personen een arbeidsovereenkomst heeft afgesloten waarbij 0urencontracten in dit verband niet worden gezien als arbeidsovereenkomst. De taken, bevoegdheden en de onderlinge verhoudingen van de werknemers van de aannemer zijn schriftelijk vastgelegd in een organisatieschema of structuurdiagram. Alle
Toegevoegd om te voorkomen dat bedrijven die niet erkend zijn werk aannemen en vervolgens inhuren
Toegevoegd omdat dit essentieel wordt geacht voor een goede
Plaats in versie 4.1
Oude tekst (versie 4.1)
3.6
Alle werknemers zijn goed op de hoogte van de gevaren die een bodemsanering met zich meebrengt, de gewenste werkwijze en de hierbij behorende achtergrondinformatie.
3.6
De verantwoordelijke en bevoegde personen met hun vervangers, die tot taak hebben de uitvoering van de werkzaamheden te controleren en te toetsen aan de daarvoor geldende eisen/voorschriften e.d., zijn altijd bij de certificatieinstelling bekend. Wijzigingen hierin meldt de aannemer schriftelijk aan de certificatie-instelling. Nieuwe kwaliteitsverantwoordelijke personen worden aantoonbaar intern beoordeeld op de in 3.7 gestelde eisen aan opleiding en ervaring en mogen pas worden ingezet na positieve interne toetsing. Indien een medewerker nog niet aan de ervaringseisen als kwaliteitsverantwoordelijke persoon voldoet en de aannemer wil deze medewerker inzetten als kwaliteitsverantwoordelijke persoon, is dit slechts mogelijk na een goed verlopen onderzoek van de betreffende persoon door de certificatie-instelling. De kwaliteitsverantwoordelijke is bij de voor de sanering kritische werkzaamheden aanwezig. Dit houdt in dat de kwaliteitsverantwoordelijke minimaal aanwezig is bij die werkzaamheden die het saneringsresultaat kunnen beïnvloeden (b.v. grondverzet in en van verontreinigde grond, vaststellen van grenzen, aanbrengen van systemen) en werkzaamheden rondom grond- en afvalstromen (b.v. vrijkomen van grond en afval, aan- en afvoer, verwerken, controle kwaliteit). 3.7 Vakbekwaamheid De hieronder genoemde personen voldoen aantoonbaar aan de volgende kennis- en ervaringseisen.
3.6
3.6
3.7
Kwaliteitsverantwoordelijke persoon Minimaal een MBO-opleiding in een relevante richting: Civiele Techniek, Milieu- of Cultuurtechniek, Procestechnologie of een direct hieraan gelijkwaardige opleiding, en Aantoonbare praktijkervaring van minimaal 2 jaar (3 jaar als een bewijs van MBO-opleiding niet beschikbaar is) met als hoofdtaak uitvoering van bodemsaneringen bij een aannemer; Kennis van alle van toepassing zijnde procedures en het noodplan;
Nieuwe tekst (versie 4.2)
Reden aanpassing
werknemers zijn hiervan goed op de hoogte en zijn bekend met de taken en verantwoordelijkheden zoals in het protocol beschreven.
uitvoering Verwijderd omdat dit verband houdt met Arbo
De werkvoorbereiders en kwaliteitsverantwoordelijke personen zijn bij de certificatie-instelling bekend. De aannemer meldt wijzigingen schriftelijk aan de certificatieinstelling. Verwijderd omdat passage in H4 thuis hoort
Verwijderd omdat aanwezigheid in aparte paragraaf is geregeld + omschrijving kritische werkzaamheden in definities staat 3.6 Vakbekwaamheid De aan het personeel van de aannemer te stellen opleidingseisen staan in de betreffende protocollen. Dit betreffen algemene eisen voor opleidingen voor de werkvoorbereider, de kwaliteitsverantwoordelijke persoon, de machinist graafmachine en de grondwerker. Nieuw personeel met een functie waaraan in de protocollen eisen zijn gesteld wordt aantoonbaar intern beoordeeld op de in de protocollen gestelde eisen aan opleiding en ervaring en mag pas worden ingezet na positieve interne toetsing. Ook moet aanmelding bij de certificatie-instelling van het positief getoetste personeel plaatsvinden. Inzet door de aannemer van een medewerker die nog niet
Verwijderd omdat eisen aan vakbekwaamheid in protocollen zijn opgenomen + toevoeging ten overvloede (eisen initiële audit staan ook in H4) + verwijdering kenniseisen m.b.t. Arbo en CROW 132
Plaats in versie 4.1
Oude tekst (versie 4.1) Kennis van de relevante onderdelen van de Standaard 2005 (inclusief UAV en UAV GC); Kennis van publicatie 132 van CROW; kennis van relevante veiligheidsmetingen en normeringen; Opleiding: gasmeten, basisveiligheid voor aannemers (VCA-Basis), opleiding veiligheid voor leidinggevenden (VOL-VCA), EHBO of BHV Overige medewerkers Opleiding: basisveiligheid voor aannemers (VCA-Basis).
Nieuwe tekst (versie 4.2)
Reden aanpassing
aan de ervaringseisen als werkvoorbereider of kwaliteitsverantwoordelijke persoon voldoet, is slechts mogelijk na een positief verlopen onderzoek van de betreffende persoon door de certificatie-instelling.
Opmerking: De opleiding “gebruik van onafhankelijke adembescherming”, inclusief de bij deze opleiding behorende verplichte medische keuring en de opleiding “asbestherkenning” zijn aan te bevelen. Een medewerker die beschikt over het diploma DLP wordt geacht te voldoen aan de kenniseisen met betrekking tot P132, veiligheidsmetingen en normeringen.
3.8
3.8
Op de locatie moet tijdens de werkzaamheden altijd de bedrijfshulpverlening (BHV) geborgd zijn waarbij tenminste één persoon aanwezig is die beschikt over het Diploma Eerste Hulp (voorheen EHBO). 3.8 Uitbesteden van werkzaamheden Een aannemer die onder het certificaat van deze BRL werkt, moet in staat zijn alle verrichtingen die op de scope van zijn certificaat vermeld staan, zelfstandig uit te kunnen voeren. Per taak moet aantoonbaar zijn, dat minimaal één medewerker voldoet aan de opleidings- en ervaringseisen, zoals omschreven in de protocollen 7001 t/m 7003. Het door de onderaannemer te verrichten werk moet worden uitgevoerd overeenkomstig de voorwaarden als beschreven in deze BRL. Uitbesteding is gebonden aan de volgende twee situaties: De aannemer moet beschikken over sluitende procedures, waarin wordt aangegeven hoe de kwaliteit die door de onderaannemer wordt geleverd, is geborgd conform deze BRL. In dit geval is de kwaliteitsverantwoordelijke persoon van de aannemer aanwezig bij alle voor de bodemsanering kritische werkzaamheden die door de onderaannemer worden uitgevoerd of, De onderaannemer moet aantonen te beschikken over een procescertificaat op grond van deze BRL voor het werk dat is uitbesteed. In dit geval is de
3.7 Uitbesteden van werkzaamheden
Verwijderd omdat het niets met uitbesteden te maken heeft maar met certificatie
Indien het werk wordt uitbesteed aan een onderaannemer toont de onderaannemer aan dat hij beschikt over een procescertificaat op grond van deze BRL. Het werk wordt dan uitgevoerd onder het certificaat van de onderaannemer. De werkvoorbereider van de aannemer controleert of het certificaat van de onderaannemer geldig is. In het contract met de onderaannemer worden de werkzaamheden, verantwoordelijkheden en de wijze van verantwoording vastgelegd.
Aanpassing omdat uitbesteden aan niet erkend bedrijf wettelijk niet is toegestaan
Plaats in versie 4.1
3.9
Oude tekst (versie 4.1) kwaliteitsverantwoordelijke persoon van de onderaannemer aanwezig bij alle voor de bodemsanering kritische werkzaamheden die door de onderaannemer worden uitgevoerd De kwaliteitsverantwoordelijke persoon van de aannemer controleert of dit certificaat geldig is. Inhuur van personeel Personeel dat door de aannemer wordt ingehuurd op uitzendbasis / detacheringbasis of andere wijze (voor zover het hier medewerkers betreffen die aan de eisen van de BRL SIKB 7000 moeten voldoen (bv. kwaliteitsverantwoordelijke persoon)), moet volledig voldoen aan de in deze BRL gestelde eisen en moet als zodanig als eigen personeel worden beschouwd en aan dezelfde vakbekwaamheidseisen voldoen. Indien personeel van een ander gecertificeerd bedrijf wordt ingehuurd kan de opdrachtnemer door het overleggen van een geldig procescertificaat op grond van deze BRL en een personeelsverklaring van het betreffende bedrijf aantoonbaar maken dat dit personeel aan de vakbekwaamheidseisen voldoet. Ingehuurd of tijdelijk personeel moet, voor zover het de kritische functies betreft, intern worden geregistreerd.
3.9 3.9.1
Op de saneringslocatie De volgende documenten en gegevens zijn bij aanvang en tijdens de uitvoering van de sanering op de saneringslocatie ter inzage aanwezig, echter voor zover deze van belang zijn voor de betreffende fase waarin het werk zich bevindt, de aard van de werkzaamheden en hiervoor een afgesloten ruimte op de saneringslocatie ter beschikking staat. Indien geen afgesloten ruimte op de saneringslocatie aanwezig is, moeten de documenten en gegevens bij de aannemer ter inzage aanwezig zijn.
Ook wordt er conform deze documenten gewerkt: saneringsplan; beschikking op het saneringsplan; werkomschrijving en plan van aanpak van de aannemer; gerichte instructies of werkvoorschriften op basis van
Nieuwe tekst (versie 4.2)
Reden aanpassing
3.8 Inhuur van personeel of materieel Bij capaciteitstekort mag de aannemer personeel of materieel inhuren. De werkzaamheden worden uitgevoerd onder het certificaat van de aannemer.
Aanpassing (deels tekstueel) om duidelijker aan te geven onder welke voorwaarden ingehuurd kan worden
Ingehuurd personeel voldoet aan de kennis-, opleidings- en ervaringseisen zoals weergegeven in het van toepassing zijnde protocol. Tevens toont ingehuurd personeel aan dat zij aan de onderhoudseisen zoals vermeld in paragraaf 4.2 van de protocollen, voldoet. Ingehuurde werkvoorbereiders en kwaliteitsverantwoordelijke personen worden intern geregistreerd en aangemeld bij de certificerende instelling. Voor de aannemer die zelf de milieukundige processturing op zich neemt: Projectleiders en milieukundige begeleiders processturing insitu bodemsaneringen moeten bij de uitvoering van een werk onder protocol 7002 zijn beoordeeld en goedgekeurd door een certificerende instelling. De milieukundige begeleiders moeten geregistreerd zijn bij Bodem+. Op de locatie van de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem De volgende documenten en gegevens zijn bij aanvang en tijdens de uitvoering van de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem op de betreffende locatie ter inzage aanwezig. In ieder geval voor zover deze van belang zijn voor de betreffende fase waarin het werk zich bevindt, de aard van de werkzaamheden en hiervoor een afgesloten ruimte op de locatie ter beschikking staat. Indien geen afgesloten ruimte op de locatie aanwezig is, zorgt de aannemer er voor dat de vereiste documenten beschikbaar zijn (dit kan zowel fysiek als digitaal). Ook wordt er conform deze documenten gewerkt: saneringsplan, projectplan en/of locatieplan; beschikking op het saneringsplan (indien van toepassing); uitvoeringsplan van de aannemer; afschrift van alle voor de sanering of ingreep in de
Toevoeging vanwege Waterwet + verwijdering documenten die verband houden met Arbo en CROW 132
Plaats in versie 4.1
3.9.2
3.10
Oude tekst (versie 4.1) vergunningen, meldingen, ontheffingen, beschikkingen of rapporten van onderzoeksgegevens; projectnoodplan; veiligheid- en gezondheidplan uitvoeringsfase; publicatie 132 van CROW; de Standaard 2005; NAW-gegevens van degene die een zakelijk of persoonlijk recht heeft op het verontreinigde grondgebied alsmede van de gebruiker ervan; NAW-gegevens van de opdrachtgever en/of de houder van de beschikking, directievoerder en milieukundige begeleider; KLIC-melding; informatie over ondergrondse kabels, leidingen, en obstakels; informatie over gebouwen, opstallen en terreininrichting; informatie over bedrijfstijden, beschikbare ruimte en specifieke bedrijfsvoorwaarden; logboek; relevante delen van het handboek van het bedrijf. Op het kantoor van de aannemer De volgende gegevens zijn tijdens en na afloop van de sanering, ter verificatie, op het kantoor van de aannemer aanwezig: alle hierboven genoemde gegevens en documenten; de benodigde door de aannemer aangevraagde vergunningen, meldingen, ontheffingen, beschikkingen en toestemmingen, de status ervan met de bijbehorende voorwaarden c.q. beperkingen; veiligheid- en gezondheidplan ontwerpfase; het volledige handboek van het bedrijf; AI-5 “Veilig werken in besloten ruimten”; CROW P132
De interne auditor is onafhankelijk van het te beoordeling proces en project moet aantoonbaar voldoen aan de volgende eisen: - een opleiding tot interne auditor - kennis van het eigen kwaliteitssysteem
Nieuwe tekst (versie 4.2)
Reden aanpassing
waterbodem relevante vergunningen, meldingen, ontheffingen en beschikkingen; kopie van alle bodemonderzoeksrapportages en overige relevante informatie die betrekking hebben op het werk; schriftelijke verklaring wie namens de ontdoener gerechtigd is om de transportdocumenten te ondertekenen; KLIC-melding en overige informatie over ondergrondse kabels, leidingen en obstakels (indien van toepassing); informatie over gebouwen, opstallen en terreininrichting (indien van toepassing); informatie over bedrijfstijden, beschikbare ruimte en specifieke bedrijfsvoorwaarden (indien van toepassing); logboek.
Op het kantoor van de aannemer De volgende gegevens zijn, fysiek of digitaal, tijdens de sanering of ingreep in de waterbodem op het kantoor van de aannemer aanwezig: Contractstukken opdrachtgever - aannemer; Verslagen bouwvergadering(en); Schriftelijke bevestigingen van de gemaakte afspraken; Afschrift van alle vergunningen, meldingen, ontheffingen, en beschikkingen; Uitvoeringsplan van de aannemer. Naast de saneringsgegevens zijn op het kantoor van de aannemer de navolgende documenten aanwezig: het vigerende handboek van het bedrijf; de voor de betreffende sanering toepassing zijn BRL‟en en protocollen; de vigerende versie van de BRL SIKB 6000 met het daarbij behorende protocol; de meest recente versie van de Standaard RAW bepalingen van CROW; reglement ADR/VLG/ADNR/VBG. De interne auditor is niet betrokken (geweest) bij de voorbereiding en/of uitvoering van het te auditen werk en moet succesvol een interne of externe opleiding als intern auditor hebben afgerond. Tevens moet de interne auditor kennis hebben van:
Verwijdering documenten die verband houden met Arbo en CROW 132 + toevoegen nieuwe relevante documenten
Tekstuele aanpassing + aanvullende eisen aan auditor (in overeenstemming met eisen zoals in andere
Plaats in versie 4.1
3.11
3.13
Oude tekst (versie 4.1)
Nieuwe tekst (versie 4.2)
Reden aanpassing
- kennis van deze beoordelingsrichtlijn en protocollen - kennis van de processen bij de uitvoering van (water)bodemsanering
auditprocessen, zoals vermeld in NEN-EN-ISO 19011; het eigen kwaliteitssysteem; dit certificatieschema; de hoofdlijnen van de Wbb, BUS, RUS, Bbk, Rbk en het Activiteitenbesluit; de processen bij de uitvoering van (water)bodemsanering. De aannemer archiveert op een overzichtelijke wijze alle gegevens en registraties, die betrekking hebben op de eisen zoals gesteld in deze BRL, voor een periode van minimaal 5 jaar na beëindiging van de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem. Indien in de aanvraag voor een bodemsanering expliciet wordt vereist dat de sanering onder certificaat BRL SIKB 7000 moet worden uitgevoerd, hoeft het werken onder certificaat niet nogmaals bevestigd te worden door de aannemer.
BRL‟s)
De aannemer heeft alle gegevens en registraties, die betrekking hebben op de eisen zoals gesteld in deze BRL, voor een periode van minimaal 5 jaar na beëindiging van de (water)bodemsanering op een overzichtelijke wijze gearchiveerd. Indien de opdrachtgever voorafgaand aan een aanbieding mondeling opdracht verstrekt aan de aannemer, dan bevestigt de aannemer dit schriftelijk en vermeldt daarbij dat hij de werkzaamheden onder certificaat op grond van deze BRL uitvoert.
H4
4.4.2
4.5.3
Beoordeling kwaliteitsverantwoordelijke persoon op de locatie De aannemer meldt alle kwaliteitsverantwoordelijke personen aan bij de certificatie-instelling. Bij de initiële audit beoordeelt de certificatie-instelling alle aangemelde kwaliteitsverantwoordelijke personen op de protocollen waarvoor deze zijn aangemeld. Tijdens het certificatieonderzoek toetst zij de van toepassing zijnde elementen uit deze BRL. Per kwaliteitsverantwoordelijke persoon maakt de certificatie-instelling een volledig rapport op. Uit die rapportage moet de diepgang van de toetsing blijken doordat vastgesteld is dat de uitvoeringseisen zoals inhoudelijk voorgeschreven in de documenten (contract,
Indien in geval van een aanbesteding het aanbestedingstechnisch niet mogelijk is dit bij inschrijving aan te geven, wordt achteraf (nadat de opdracht is verworven) dit alsnog aangegeven. Indien de opdrachtgever voorafgaand aan een aanbieding mondeling opdracht verstrekt aan de aannemer, dan bevestigt de aannemer dit schriftelijk en vermeldt daarbij dat hij de werkzaamheden onder certificaat op grond van deze BRL uitvoert. Voor de aannemer die zelf mechanische boringen uitvoert: Indien de aannemer zelf mechanische boringen uitvoert onder protocol 7002, gelden tevens de eisen aan de certificering zoals beschreven in BRL SIKB 2100 en protocol 2101. Deze kennis is aantoonbaar middels: minimaal twee jaren werkervaring in de milieutechniek met het zelfstandig uitvoeren/beoordelen van (water)bodemsaneringen of ingrepen in de waterbodem; Beoordeling werkvoorbereider en kwaliteitsverantwoordelijke persoon De aannemer meldt alle werkvoorbereiders en kwaliteitsverantwoordelijke personen aan bij de certificatieinstelling. Bij de initiële audit beoordeelt de certificatieinstelling alle aangemelde werkvoorbereiders en kwaliteitsverantwoordelijke personen op de protocollen waarvoor deze zijn aangemeld. Indien een aannemer gecertificeerd is kunnen na interne toetsing werkvoorbereiders en kwaliteitsverantwoordelijk personen aangemeld worden voor registratie bij de certificatieinstelling. Tijdens het certificatieonderzoek toetst zij de van toepassing zijnde eisen uit deze BRL. Per werkvoorbereider en
Tekstuele aanpassing + toevoeging vanwege Waterwet Aanpassingen om knelpunt inde praktijk op te lossen
Toevoeging om mechanisch boren onder 7002 mogelijk te maken Toevoeging vanwege Waterwet Aanpassing omdat uitsluitende de vakbekwaamheid hoeft te worden beoordeeld
Plaats in versie 4.1
4.5.4
Oude tekst (versie 4.1)
Nieuwe tekst (versie 4.2)
saneringsgegevens, V&G-plan: voor een totaaloverzicht zie paragraaf 3.10), voor de betreffende locatie, volgens de inhoud ervan correct zijn uitgevoerd. De certificatie-instelling maakt in de rapportage specifieke referentie naar de projectdocumenten die inhoudelijk zijn getoetst.
kwaliteitsverantwoordelijke persoon toetst de certificatieinstelling of de geregistreerde personen voldoen aan de opleidings- en ervaringseisen. Uit die rapportage blijkt de diepgang van de toetsing doordat vastgesteld is dat de uitvoeringseisen, zoals inhoudelijk voorgeschreven in de beschikbare documenten (o.a. uitvoeringsplan en logboek; voor een totaaloverzicht zie paragraaf 3.9) voor het betreffende werk, volgens de inhoud ervan correct zijn uitgevoerd.
Bedrijfsbezoek Jaarlijks wordt op iedere vestiging van de opdrachtnemer een aangekondigd bedrijfsbezoek afgelegd om de vereisten die in deze BRL staan vermeld te toetsen. Bij dit bedrijfsbezoek beoordeelt de certificatie-instelling van 1/3 van het totaal aan kwaliteitsverantwoordelijke personen alsmede de nieuwe kwaliteitsverantwoordelijke personen, de registraties van verschillende uitgevoerde bodemsaneringen. Hierbij wordt ten minste elk op het certificaat vermelde protocol getoetst. In elk geval wordt bij dit bedrijfsbezoek getoetst of de kwalificaties van elke (nieuwe) kwaliteitsverantwoordelijke persoon voldoet aan de in dit certificatieschema daaraan gestelde eisen.
De kwaliteitsverantwoordelijke persoon wordt op de uitvoeringslocatie getoetst en de werkvoorbereider op kantoor. De certificatie-instelling refereert in de rapportage specifiek naar de projectdocumenten die inhoudelijk zijn getoetst. Voor de aannemer die zelf mechanische boringen uitvoert: Per vestiging van de aannemer wordt de aannemer beoordeeld op de relevante taken van het uitvoeren van mechanische boringen onder protocol 7002 zoals die in protocol 2101 staan beschreven. De eisen uit BRL SIKB 2100 zijn van overeenkomstige toepassing. Bedrijfsbezoek Jaarlijks wordt op iedere vestiging van de aannemer een aangekondigd bedrijfsbezoek afgelegd om de vereisten die in deze BRL staan vermeld te toetsen. Bij dit bedrijfsbezoek beoordeelt de certificatie-instelling van 1/3 van het totaal aan geregistreerd personeel alsmede de nieuwe werkvoorbereiders en kwaliteitsverantwoordelijke personen, de registraties van verschillende uitgevoerde (water)bodemsaneringen of ingrepen in de waterbodem. Hierbij wordt tenminste elk op het certificaat vermelde protocol getoetst. In elk geval wordt bij dit bedrijfsbezoek getoetst of de kwalificaties van elke (nieuwe) werkvoorbereider of kwaliteitsverantwoordelijke persoon voldoen aan de in dit certificatieschema daaraan gestelde eisen. Als een aannemer in het jaar na de initiële of de vorige opvolgingsaudit geen werk onder BRL SIKB 7000 heeft uitgevoerd dan kan de certificatie-instelling de volgende opvolgingsaudit bij die aannemer met maximaal een half jaar uitstellen. Als de aannemer na het verstrijken van die periode van een half jaar of, als dit eerder is, na het verstrijken van drie jaar na de ingangsdatum van het certificaat, ook geen werk onder BRL SIKB 7000 heeft uitgevoerd dan trekt de certificatie-
Reden aanpassing
Toevoeging om mechanisch boren onder protocol 7002 mogelijk te maken Aanpassing vanwege introductie eisen aan werkvoorbereider
Aanpassing om te voorkomen dat bij weinig werk in de markt de erkenning wordt ingetrokken
Plaats in versie 4.1
Oude tekst (versie 4.1)
4.5.4
Beoordeling kwaliteitsverantwoordelijke persoon Op basis van de planningen die de certificatie-instelling ontvangt van de aannemer worden opvolgingsaudits uitgevoerd op uitvoeringslocaties. De certificatie-instelling beoordeelt per kalenderjaar per op het certificaat vermelde protocol het aantal medewerkers zoals is aangegeven in tabel A op evenzoveel verschillende uitvoeringslocaties.
4.5.4
Voor de inhoud van de rapportage zie paragraaf 4.7.3 van deze BRL. De certificatie-instelling voert deze audits altijd onaangekondigd uit, met uitzondering van de audits tijdens de instandhoudingsfase van een in-situ sanering en/of grondwatersanering.
4.5.6
Tijdsbesteding
Nieuwe tekst (versie 4.2) instelling het certificaat voor het betreffende protocol per direct in. De certificatie-instelling kan het genoemde uitstel van een half jaar aan een aannemer maximaal één maal per certificatieperiode van drie jaar verlenen. Beoordeling werkvoorbereiders en kwaliteitsverantwoordelijke personen Uitvoering van opvolgingsaudits vindt plaats op basis van de planningen die de certificatie-instelling van de aannemer ontvangt. De certificatie-instelling beoordeelt per kalenderjaar per op het certificaat vermelde protocol het aantal medewerkers zoals is aangegeven in tabel A op evenzoveel verschillende werken. De minimale frequentie waarop elke persoon getoetst wordt is één maal per drie jaar. De kwaliteitsverantwoordelijke persoon wordt op de uitvoeringslocatie getoetst en de werkvoorbereider op kantoor. Voor de inhoud van de rapportage zie paragraaf 4.4.7 van deze BRL. De certificatie-instelling voert deze audits altijd onaangekondigd uit, met uitzondering van de audits tijdens de instandhoudingsfase van een in-situ (water)bodemsanering en/of grondwatersanering en/of ingreep in de waterbodem. Tijdsbesteding
Reden aanpassing
Tekstuele aanpassing + aanpassing vanwege introductie werkvoorbereider
Toevoeging vanwege Waterwet
Toegevoegd vanwege protocol 7004
Voor de aannemer die uitsluitend gecertificeerd is voor protocol 7004: Indien de aannemer uitsluitend voor protocol 7004 gecertificeerd is, betekent dit een mindere inspanning voor de certificatie-instelling. In dat geval is de volgende tijdsbesteding van toepassing: 4.5.6
Tijdsbesteding
4.5.7
Rapportage De rapportage van het auditteam moet tenminste een goed overzicht geven van: Het door de certificatie-instelling uitgevoerde onderzoek, de tijdsbesteding (kantoor/locatie/rapportage), de namen
Zie tabel in BRL SIKB 7000 Voor de aannemer die zelf mechanische boringen uitvoert: Indien de aannemer zelf mechanische boringen uitvoert onder protocol 7002 betekent dit een extra inspanning van de certificatie-instelling. Het team dat de mechanische boring(en) uitvoert wordt beoordeeld op de relevante aspecten van protocol 2101. In dat geval is de volgende tijdsbesteding van toepassing: Zie tabel in BRL SIKB 7000 Rapportage De rapportage van het auditteam geeft tenminste een goed overzicht van: Het door de certificatie-instelling uitgevoerde onderzoek, de tijdsbesteding (kantoor/locatie/rapportage), de namen
Toevoeging om mechanisch boren onder protocol 7002 mogelijk te maken
Toegevoegd vanwege introductie werkvoorbereider
Plaats in versie 4.1
4.6.2
4.6.2
4.6.6
Oude tekst (versie 4.1)
Nieuwe tekst (versie 4.2)
en functies van het auditteam, de namen en functies van de geïnterviewden (kwaliteitsverantwoordelijke persoon, leidinggevende, inkoper, planner etc.). Certificaat afgifte Op dit certificaat wordt aangegeven voor welke onderdelen van het toepassingsgebied de organisatie is gecertificeerd en wordt een vermelding gemaakt over het voldoen aan de eisen die zijn gesteld in deze beoordelingsrichtlijn aan te roepen door „Beoordelingsrichtlijn Uitvoering van (water)bodemsanering‟.
en functies van het auditteam, de namen en functies van de geïnterviewden (werkvoorbereider en kwaliteitsverantwoordelijke persoon). Certificaat afgifte Op dit certificaat wordt aangegeven voor welke onderdelen van het toepassingsgebied de aannemer is gecertificeerd en wordt een vermelding gemaakt over het voldoen aan de eisen die zijn gesteld in deze beoordelingsrichtlijn aan te roepen door „Beoordelingsrichtlijn Uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem‟. Voor de aannemer die zelf mechanische boringen uitvoert: Indien de aannemer voldoet aan de eisen met betrekking tot het uitvoeren van mechanische boringen conform protocol 2101, wordt op het certificaat BRL SIKB 7000 bij protocol 7002 het volgende toegevoegd: “inclusief uitvoeren van mechanische boringen conform protocol 2101”. De certificaathouder verzorgt het verzoek om erkenning door Bodem+ namens de minister van I&M, en verstrekt in dat kader tevens een kopie van het certificaat aan Bodem+.
Toelichting: De certificaathouder verzorgt het verzoek om erkenning door Bodem+, namens de ministers van VROM en Verkeer en Waterstaat, en verstrekt in dat kader tevens een kopie van het certificaat aan Bodem+. Sancties jegens de certificaathouder
4.6.6
4.6.8
Archivering De certificatie-instelling houdt per gecertificeerde organisatie een overzicht bij van positief beoordeelde projectleiders en milieukundig begeleiders.
Sancties jegens de certificaathouder een schriftelijke waarschuwing indien een werkvoorbereider of kwaliteitsverantwoordelijke persoon wordt ingezet die niet aan de vereiste kwalificaties voldoet of die niet in dienst is van de aannemer; directe intrekking van het certificaat bij constatering van fraude of overtreding van de wettelijke voorschriften ter zake de (water)bodemsanering, ingreep in de waterbodem, transport en/of verwerking van verontreinigde grond of baggerspecie. Voor de aannemer die zelf mechanische boringen uitvoert: Indien de aannemer zelf mechanische boringen uitvoert is het sanctiereglement overeenkomstig de BRL SIKB 2100 van toepassing. Archivering De certificatie-instelling houdt per gecertificeerde aannemer een overzicht bij van positief beoordeelde kwaliteitsverantwoordelijke personen.
Reden aanpassing
Toevoeging vanwege Waterwet
Toevoeging om mechanisch boren onder protocol 7002 mogelijk te maken Aanpassing vanwege naamswijziging ministerie
Toevoeging om mechanisch boren onder protocol 7002 mogelijk te maken Aanpassing omdat het om de kvp‟er gaat