Oranjeburgh Informatiebrochure Zusterhuislocatie
Openbare inschrijving
Zusterhuislocatie
Informatiebrochure Zusterhuislocatie Onderwerp:
Openbare inschrijving
Datum: april 2013
Inhoudsopgave Voorwoord .............................................................................................................................................. 3 1. Inleiding .............................................................................................................................................. 5 2. Plan Oranjeburgh - Zusterhuislocatie ............................................................................................. 6 2.1. Een monument in een wijk vol met karakter................................................................................. 6 2.2. Van ziekenhuisterrein naar lommerrijke woonwijk ....................................................................... 8 2.3. Bouwprogramma .......................................................................................................................... 8 2.4. Voorziening ................................................................................................................................... 9 3. Het bestemmingsplan ..................................................................................................................... 10 3.1. Stedenbouwkundige inpassing ................................................................................................... 10 3.2. Het bestemmingsplan ................................................................................................................. 11 3.3. Regels voor het Bouwen ............................................................................................................ 12 3.4. Erfafscheidingen ......................................................................................................................... 13 3.5. Verkeer en parkeren ................................................................................................................... 13 3.6. Geluid ......................................................................................................................................... 14 3.7. Beschermde dier- en plantsoorten ............................................................................................. 14 3.8. Archeologie ................................................................................................................................. 15 4. Het Zusterhuis, een monument voor de wijk ................................................................................ 16 4.1. Inleiding ...................................................................................................................................... 16 4.2. Waardering ................................................................................................................................. 16 4.3. Gevolgen van bescherming ........................................................................................................ 20 4.4. Mogelijkheden van herbestemming en aanbouw ....................................................................... 21 4.5. Brandschade .............................................................................................................................. 22 5. Welstands- en Monumentenkader ................................................................................................. 23 5.1. Welstandskader .......................................................................................................................... 23 5.2. Monumentenkader...................................................................................................................... 24 6. Woonvisie 2030 ................................................................................................................................ 27 7. Bouwterrein ...................................................................................................................................... 29 7.1. Waardevolle bomen.................................................................................................................... 29 7.2. Kabels en leidingen .................................................................................................................... 29 7.3. Oude heipalen ............................................................................................................................ 29 7.4. Afvalinzameling .......................................................................................................................... 29 8. Gronduitgifte in Erfpacht ................................................................................................................ 30 9. Procedure Openbare inschrijving Zusterhuis………………………………......……………………31
1
2
Voorwoord De ontwikkeling van het project Oranjeburgh op de plaats waar voorheen het Vlietland ziekenhuis stond, is in volle gang. De architectuur van de woningen die in Oranjeburgh worden gerealiseerd sluit aan bij de stijl van de jaren dertig van de vorige eeuw, net zoals de omliggende bebouwing en het Zusterhuis, dat deel uitmaakte van het oorspronkelijke ziekenhuiscomplex. In veel huizen in de wijk West is de stijl van de bekende Schiedamse architect Piet Sanders te herkennen. Het monumentale Zusterhuis is nu beschikbaar voor herontwikkeling. Het werd gebouwd tussen 1936 en 1938 en draagt bij aan de authenticiteit van de nieuwe wijk. De ligging aan het centrale plantsoen geeft het geheel extra allure. Het Zusterhuis kent een gemeentelijke monumentstatus. Dit betekent dat voor de herbestemming spelregels gelden die het behoud van de kwaliteit van het gebouw garanderen. Tegelijkertijd biedt het pand voldoende vrijheid voor een indeling die aansluit bij het hernieuwde gebruik. De herbestemming van het Zusterhuis is een uitdaging voor ambitieuze ontwikkelaars. In deze brochure leest u over de uitgangspunten en mogelijkheden die deze unieke locatie biedt. Ik wens u veel inspiratie toe!
A.J.A. Wijten wethouder Wonen en Bouwen
3
4
1. Inleiding
In 2007 is een ontwikkeltraject gestart om de voormalige ziekenhuislocatie te transformeren tot een nieuwe woonbuurt binnen de bestaande wijk. Er worden in het plan Oranjeburgh in totaal circa 110 grondgebonden woningen en appartementen gerealiseerd in jaren 30 stijl. De Zusterhuislocatie is nu voor herontwikkeling beschikbaar. Benadrukt dient te worden, dat de precieze invulling en uitwerking aan de ontwikkelaar worden overgelaten. Programmatisch wordt ruimte gelaten om tot een invulling wonen en/of zorg te komen. Er zijn mogelijkheden voor het inpassen van zorg- en verpleegvoorzieningen. Eerder In 2012 is een openbare inschrijving georganiseerd, die echter niet tot het gewenste resultaat heeft geleid. Na consultatie van de markt is besloten om een nieuwe openbare inschrijving uit te schrijven, onder gewijzigde voorwaarden. Voor de nieuwe gewijzigde selectieprocedure wordt verwezen naar de bijlage ‘ Procedure voor de selectie van een ontwikkelaar’. Eén van de wijzigingen is o.a. dat de 4 kavels voor vrijstaande woningen aan de Westzijde nu niet meer deel uitmaken van de Zusterhuislocatie. Deze informatiebrochure geeft een overzicht van de uitgangspunten die de gemeente voor de herbestemming van het Zusterhuis wil hanteren. Hierin komen diverse ruimtelijke aspecten aan bod aan de hand waarvan een planontwikkeling kan plaatsvinden. Ook wordt nader ingegaan op de reikwijdte van de bescherming van het Zusterhuis als gemeentelijk monument en worden de mogelijkheden voor transformatie geschetst.
5
N.B. Hoewel bij het opstellen van dit document grote nauwkeurigheid is betracht, kunt u aan de inhoud
2. Plan Oranjeburgh - Zusterhuislocatie 2.1. Een monument in een wijk vol met karakter De gemeente Schiedam transformeert de voormalige locatie van het Vlietlandziekenhuis aan de Burgemeester Knappertlaan tot een nieuw aantrekkelijk woongebied met ongeveer 120 woningen. Op 5 juli 2011 werd de naam van de ontwikkeling bekend gemaakt: Oranjeburgh. Oranjeburgh ligt in het zuidelijke deel van de wijk Schiedam West langs de Burgemeester Knappertlaan. De locatie wordt begrensd door de Juliana van Stolbergstraat in het westen, de Louise de Colignystraat en de Charlotte de Bourbonstraat in het zuiden, de Anna van Burenstraat in het oosten en de Nassaulaan in het noordoosten. Het Zusterhuis ligt in het zuidelijk deel.
Luchtfoto van het Voormalige Vlietlandziekenhuis, met in rood de grenzen van de ontwikkeling Oranjeburgh en in blauw het Zusterhuis. (bron: Live search maps) Schiedam West is een aantrekkelijke woonwijk, die zich karakteriseert door de jaren 20- en 30-stijl van de bebouwing en een ruime en groene opzet. De straten worden bepaald door traditionele bebouwing, die overwegend bestaat uit twee bouwlagen met een kap. Afwisseling en differentiatie in gevelindeling en kapvorm is eerder regel dan uitzondering. De wijk heeft een groene uitstraling door de 6
aanwezigheid van voortuinen. Oranjeburgh zal in opzet en beeld aansluiten bij deze kwaliteiten van de omgeving. De wijk Schiedam West is tussen 1910 en 1940 aangelegd in de West Frankenlandse polder. Deze polder bestond uit grasland en werd doorsneden door enkele wegen, zoals de Groene Laan en de Nieuw Frankenlandseweg. De Groene Laan werd deels benut voor de aanleg van de Burgemeester Knappertlaan die de nieuwe verbindingsweg werd tussen oost en west en daardoor een veel gelijkmatiger verloop kreeg. De woonwijk kreeg een orthogonale (raster) opzet, gebaseerd op het oude slotenpatroon. Het deels verleggen en het deels handhaven van de bestaande landschappelijke structuur, verklaart het verloop van de straten en de hoekverdraaiing van de wijk ten opzichte van het eerder ontwikkelde gebied rond de Warande.
Het eerste ziekenhuis werd naar ontwerp van architect Piet Sanders in de jaren 1917-1919 gebouwd. Dit gemeenteziekenhuis was een groot complex, bestaande uit verschillende vleugels en vrijstaande paviljoens. De blikvanger was het monumentale hoofdgebouw, dat was gericht op de Burgemeester Knappertlaan. In de loop van de jaren twintig en dertig vonden diverse uitbreidingen plaats. De belangrijkste toevoeging betreft de bouw van het Zusterhuis, dat in 1938 in gebruik werd genomen. Het werd ontworpen door ir. C.E. Alexander. Het Zusterhuis was niet zozeer georiënteerd op de straten van de omliggende wijk, als wel op het Ziekenhuisterrein zelf. Van het oorspronkelijke ziekenhuiscomplex uit de jaren 1917-1919 resteert na diverse verbouwingen en grootschalige vernieuwingen uiteindelijk niets. In de jaren zestig werd zelfs het gehele ziekenhuis vernieuwd. In 2007 is het ziekenhuis verhuisd naar een nieuwe locatie, waarna alle gebouwen op het terrein, met uitzondering van het Zusterhuis, zijn gesloopt. De structuur van de Zusterhuislocatie heeft sindsdien geen relatie meer met de vroegere inrichting van het terrein.
7
2.2. Van ziekenhuisterrein naar lommerrijke woonwijk In 2007 is een ontwikkeltraject gestart om de voormalige ziekenhuislocatie te transformeren tot een nieuwe woonbuurt binnen de bestaande wijk. Op 29 maart 2011 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schiedam het Stedenbouwkundig Plan en het Beeldkwaliteitplan voor de nieuwbouw van Oranjeburgh vastgesteld, waarna de plannen op 21 april 2011 tevens ter kennisname aan de raad zijn voorgelegd. Zowel in mei 2011 als in november 2011 heeft een optimalisatieslag plaats gehad, waarbij het Stedenbouwkundig Plan verder is geoptimaliseerd. De ruimtelijke uitgangspunten zijn verder uitgewerkt in een Bestemmingsplan en het Beeldkwaliteitplan is doorvertaald in een Welstandparagraaf. De plannen worden breed gedragen door zowel het bestuur als de bestaande bewoners en belangenverenigingen. Het Bestemmingsplan en de Welstandparagraaf vormen de ruimtelijke kaders voor de toekomstige planontwikkeling en zijn de toetsingskaders op basis waarvan de gemeente en de welstandscommissie de plannen zal beoordelen.
Figuur 3.Stedenbouwkundig plan Oranjeburgh d.d. 7 maart 2012.
2.3. Bouwprogramma Oranjeburgh kan met een bebouwingsdichtheid van ca 30 woningen per hectare met recht een groene lommerrijke stadsbuurt genoemd worden. Het plan is primair gericht op een prettige woonomgeving. 8
Er worden in het plan Oranjeburgh in totaal circa 110 grondgebonden woningen en appartementen gerealiseerd. Voor de Zusterhuislocatie wordt programmatisch ruimte gelaten om tot een combinatie van wonen en/of zorg te komen. Het Zusterhuis biedt mogelijkheden voor het inpassen van zorg- en verpleegvoorzieningen. Benadrukt dient te worden, dat de precieze invulling en uitwerking aan de ontwikkelaar worden overgelaten. Deze brochure geeft een overzicht van de uitgangspunten die de gemeente voor de herbestemming wil hanteren.
2.4. Voorziening Het centrum van Schiedam is prima te bereiken op circa 900 meter afstand. Er is een bushalte op loopafstand aan de Burgemeester Knappertlaan. De buurt krijgt een centraal plantsoen, waarin een aantal waardevolle bomen staan. Het Zusterhuis is gesitueerd aan dit plantsoen.
9
3. Het bestemmingsplan 3.1. Stedenbouwkundige inpassing Het bestemmingsplan is de juridische vertaling van het Stedenbouwkundig Plan en het Beeldkwaliteitplan. Zowel het Stedenbouwkundige Plan als het Beeldkwaliteitplan zijn gemaakt op basis van het uitgangspunt om de oorspronkelijke kwaliteit en identiteit van de wijk zoveel mogelijk te behouden. De ontwikkeling sluit daarom aan op de omgeving, het bestaande stratenpatroon en de architectuur. In de planvorming is nadrukkelijk rekening gehouden met het behoud van zo veel mogelijk volwassen bomen in het gebied. Hierdoor is het groene karakter van de nieuwe stadsbuurt gegarandeerd. Het monumentale Zusterhuis is het meest karakteristieke gebouw van Oranjeburgh en neemt dan ook een centrale plaats in aan het plantsoen. De oorspronkelijke tuinen rond het Zusterhuis gaven aan het gebouw een belangrijke meerwaarde. Deze aanleg zal waarschijnlijk bij de ontwikkeling van Oranjeburg grotendeels verdwijnen. In het gehele plan voor Oranjeburgh wordt niettemin ingezet op behoud van volwassen bomen, zo ook op het terrein van het Zusterhuis. De aanwezigheid in het plan van een groen, centraal plantsoen waaraan het Zusterhuis met zijn belangrijkste gevel ligt, biedt goede kansen om tot een bijzondere, groene inpassing te komen van het gebouw. De weg die voor het Zusterhuis loopt, is om die reden verkeersarm gemaakt. Hierdoor ontstaat een zone die als een doorlopend groen gebied kan worden ervaren. Bij de inpassing en herontwikkeling van het Zusterhuis dient hiermee rekening te worden gehouden. Aan de Oostzijde van het zusterhuis is er nog ruimte om bebouwing toe te voegen. Dit kan als aanbouw aan het Zusterhuis of als zelfstandige bebouwing. Het parkeren vindt plaats op eigen terrein en dient zoveel mogelijk achter de bebouwing aan de westzijde van het zusterhuis te worden geprojecteerd om de groene uitstraling te handhaven. Vlakbij de zusterhuislocatie bevindt zich tevens een bunker uit WOII. Deze blijft vooralsnog gehandhaafd. Onderstaande afbeelding geeft een indicatie van de bebouwingsmogelijkheden.
10
Figuur 4. Plangebied Zusterhuislocatie
3.2. Het bestemmingsplan Het bestemmingsplan Oranjeburgh is vastgesteld door de gemeenteraad op 26 april 2012. Wie iets wil bouwen moet een omgevingsvergunning aanvragen. Bij de toetsing van die vergunning wordt onder meer gekeken of het bouwplan binnen het bestemmingsplan past. Het nieuwe bestemmingsplan maakt een ontwikkeling van de Zusterhuislocatie mogelijk. Aan de oostzijde van het zusterhuis is een bouwvlak gereserveerd waarin nieuwbouw mogelijk wordt gemaakt. Voor de bouwstijl (architectuur) wordt verwezen naar de Welstandparagraaf.
11
Figuur 5. Zusterhuislocatie, uitsnede bestemmingsplan
3.3. Regels voor het Bouwen 3.3.1. Bestemming ‘Gemengd’ (Zusterhuislocatie) •
Op de locatie zijn de stedenbouwkundige randvoorwaarden zoals vastgesteld in het bestemmingsplan en de beeldkwaliteiteisen uit de welstandparagraaf voor Oranjeburgh van toepassing.
•
Op de locatie mogen appartementen of grondgebonden woningen worden gerealiseerd, bestemd voor wonen of woonzorg-voorzieningen, alsmede zorg- en verpleeginstellingen.
•
Op de locatie mogen tevens parkeervoorzieningen worden gerealiseerd.
•
Gebouwen en parkeergarages dienen binnen het aangegeven bouwvlak te worden gebouwd.
•
Het bebouwingspercentage is maximaal 70%. Voor ondergronds gelegen delen van een parkeergarage geldt een bebouwingspercentage van 100%.
•
De hoogte van een parkeergarage mag niet meer bedragen dan 1,5 meter boven maaiveld.
•
De goothoogte van een gebouw mag maximaal 10 meter bedragen. 12
•
De bouwhoogte (nokhoogte) van een gebouw mag maximaal 15 meter bedragen.
•
Bijgebouwen en overkappingen zijn onder voorwaarden buiten het bouwvlak toegelaten.
•
Bij grondgebonden woningen dient een bijgebouw aanwezig te zijn.
•
De bouwdiepte van vrijstaande woningen, geschakelde en 2-onder-1-kapwoningen en aaneengesloten woningen mag niet meer bedragen dan 12,0 meter.
3.3.2. Aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen •
Aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen op een afstand van minimaal 1,0 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan te worden gebouwd.
•
De gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag maximaal 2
75 m bedragen, mits niet meer dan 40% van het zij- en achtererf van het hoofdgebouw wordt bebouwd. •
De diepte van aanbouwen aan de achtergevel van een hoofdgebouw mag niet meer dan 3,0 meter bedragen.
•
De bouwhoogte van aanbouwen en aangebouwde overkappingen mag maximaal de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw bedragen, vermeerder met 0,3 meter.
•
De bouwhoogte van bijgebouwen en vrijstaande overkappingen mag niet meer dan 3,0 meter bedragen.
•
Bijgebouwen worden plat afgedekt of met een kap met een minimale hellingshoek van 40 graden
3.4. Erfafscheidingen •
In het bestemmingsplan en de welstandparagraaf zijn de uitgangspunten ten aanzien van erfafscheidingen opgenomen.
•
De breedte van doorgangen dient te worden beperkt conform de richtlijnen uit de welstandparagraaf.
•
Rond het zusterhuis wordt de gemeenschappelijke tuin begrensd met een erfafscheiding van minimaal 80 cm hoogte. Deze dient te worden afgestemd op de omgeving / architectuur.
•
De erfafscheiding aan de westzijde van de parkeerhof grenzend aan de erven van de woningen varieert van circa 1,90 meter tot maximaal 2,0 meter. Deze wordt uitgevoerd in de vorm van een hoge haag in combinatie met muurvlakken. De toegang tot de parkeerhof dient mee ontworpen te worden.
3.5. Verkeer en parkeren Bij de realisatie van woningen en appartementen moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid. De directe omgeving van het plangebied kent een hoge parkeerdruk. Er is dan ook gekozen voor een parkeeroplossing die het straatbeeld niet te zeer overheerst. Het parkeren vindt overwegend plaats op eigen terrein. Het bezoekersparkeren vindt plaats in de openbare ruimte.
13
Voor het parkeren geldt dat: •
bij vrijstaande woningen, geschakelde woningen of 2-onder-1 kapwoningen dient te worden voorzien in minimaal twee parkeerplaatsen per woning op het eigen terrein, niet zijnde parkeerplaatsen gelegen in een bijgebouw of andere gebouwde voorziening;
•
bij aaneengesloten woningen dient te worden voorzien in minimaal één parkeerplaats per woning op ten behoeve van het parkeren uitgegeven gronden in de nabijheid van de woning (parkeerhof);
•
bij gestapelde woningen (appartementen) dient te worden voorzien in minimaal twee parkeerplaatsen per woning in een parkeergarage of op ten behoeve van het parkeren uitgegeven gronden in de nabijheid van de woningen (parkeerhof);
•
bij woonzorg-voorzieningen en verpleeg- of zorginstellingen dient te worden voorzien in minimaal 0,6 parkeerplaatsen per woning of wooneenheid in een parkeergarage of op ten behoeve van het parkeren uitgegeven gronden in de nabijheid van de woningen (parkeerhof);
•
de parkeerplaatsen minimaal 2,50 meter breed worden gemaakt.
3.6. Geluid Bij bouwen in de bestaande stad geldt veelal, dat er sprake is van een hogere blootstelling van de toekomstige bewoners aan geluid dan in het buitengebied het geval kan zijn. In het geval van het zusterhuis overschrijdt de geluidsbelasting door de industrieterreinen Schiedam-Zuid, Pernis/Botlek en Waal-Eemhaven de voorkeursgrenswaarde. Tegelijkertijd met het bestemmingsplan is daarom een ‘hogere waarde’ procedure doorlopen, waardoor hogere waarden dan de voorkeursgrenswaarden (50 dB(A))voor geluid op de gevel zijn toegestaan. De cumulatieve geluidsbelasting op de gevels van het zusterhuis (zowel het bestaande deel als de mogelijke nieuwbouw aan de oostzijde) bedraagt 57 à 58 dB. Bij de aanvraag van de bouwvergunning moet door de aanvrager worden aangetoond dat de binnenwaarde van 33 dB/35 dB(A) wordt gegarandeerd. Hiertoe dient bij het ontwerp rekening gehouden te worden met een afdoende geluidwering van de gevels.
3.7. Beschermde dier- en plantsoorten Er zijn gegevens beschikbaar met betrekking tot het voor komen van bij de Flora- en faunawet beschermde vogels en zoogdieren (vleermuizen) binnen de onderzoekslocatie. De geplande werkzaamheden hebben mogelijk een nadelig effect op de binnen de onderzoekslocatie aanwezige beschermde vogels. De werkzaamheden dienen, in verband daarmee, buiten het zogenaamde vogelbroedseizoen (15 maart tot en met 15 juli) te worden uitgevoerd. Buiten deze periode dient het terrein direct voorafgaand aan de werkzaamheden te worden gecontroleerd op (en vrij bevonden van) bewoonde nesten van vogels. Met betrekking tot alle, eventueel, aanwezige flora en fauna geldt een zorgplicht zoals omschreven in de Flora- en faunawet.
14
3.8. Archeologie De locatie ligt in een archeologisch kansrijk gebied. Naar aanleiding van de voorgenomen sloop van het Vlietlandziekenhuis heeft ArcheoMedia BV in 2008, in opdracht van de gemeente Schiedam, een bureauonderzoek, een verkennend inventariserend veldonderzoek en een karterend inventariserend veldonderzoek door middel van grondboringen uitgevoerd. Het verkennend inventariserend veldonderzoek heeft ten noord westen van het zusterhuis geul- en oeverafzettingen van een Duinkerke I-geulsysteem aangeboord. Vindplaatsen uit de IJzertijd of de Romeinse tijd kunnen gerelateerd zijn aan dit geulsysteem. De aanwezigheid van fosfaten in twee verkennende boringen vormde een eerste aanwijzing voor de eventuele aanwezigheid van een archeologische vindplaats. Het karterend inventariserend veldonderzoek heeft de locatie van de geul- en oeverafzettingen nader begrensd. In twee karterende boringen werd in en op deze oeverafzettingen grind aangetoond en in één van deze boringen werd ook bot aangetroffen. Grind en bot zouden een indicatie kunnen zijn voor de aanwezigheid van een archeologische vindplaats, maar hun aanwezigheid kan ook een natuurlijke oorsprong hebben. Op grond van het bestemmingsplan is voor dit deel het aanvragen van een aanlegvergunning noodzakelijk indien grondroerende werkzaamheden worden uitgevoerd over een 2
oppervlak groter dan 100 m en die dieper reiken dan 1,5 m-NAP. Voor de rest van het plangebied is op grond van het bestemmingsplan het aanvragen van een omgevingsvergunning noodzakelijk indien grondroerende werkzaamheden worden uitgevoerd over 2
een oppervlak van 200 m en die dieper reiken dan 3,5 m-NAP.
15
4. Het Zusterhuis, een monument voor de wijk 4.1. Inleiding De architectuur van de nieuw te bouwen woningen en appartementen in het plangebied ontleent zijn inspiratie aan typische twintiger en dertigerjaren architectuur met veel oog voor afwerking en detaillering. De architectuur van het bestaande Zusterhuis is hierbij het uitgangspunt. Kenmerkende elementen in de vormuitwerking van het Zusterhuis zijn de beschuttende elementen, zoals grote overstekende daken, geprononceerde lateien in raam- en entreepartijen en bijzondere balkons en loggia’s. Op 2 maart 2010 sprak het college het voornemen uit het voormalig Zusterhuis als gemeentelijk monument aan te wijzen. Sinds dat moment geldt voor het gebouw een voorbescherming op basis van de gemeentelijke Erfgoedverordening. De gemeente heeft vervolgens onderzocht of het Zusterhuis technisch en financieel herbestemd kon worden. Eind 2010 is een marktconsultatie uitgevoerd, waaruit bleek dat herbestemming onder bepaalde voorwaarden haalbaar is. Bovendien kwamen uit de marktconsultatie een aantal programmatische varianten naar voren. Op 14 februari 2012 heeft het college besloten het Zusterhuis definitief aan te wijzen als gemeentelijk monument. Door het besluit van het college geldt voor het Zusterhuis bescherming onder het regime van de gemeentelijke Erfgoedverordening Schiedam 2010. Dit betekent dat het verboden is om in afwijking van een vergunning het gebouw te wijzigen of te slopen. Voor de herbestemming van het zusterhuis zal een omgevingsvergunning moeten worden aangevraagd. Bij de beoordeling van de plannen is het belang van de monumentenzorg in principe leidend. Het belang van monumentenzorg bij het Zusterhuis wordt uitgewerkt in de redengevende omschrijving (zie bijlage C). Hierin wordt het Zusterhuis als volgt gewaardeerd: Het Zusterhuis is als markant voorbeeld van een vooroorlogs instellingsgebouw, met bijzondere functionele en esthetische aspecten van algemeen belang vanwege de architectuur- en cultuurhistorische waarde en van bijzonder belang als enig bewaard gebleven restant van de (vooroorlogse) bebouwing van het vroegere Gemeenteziekenhuis in Schiedam. Het gebouw markeert de bloeitijd van de instelling in het interbellum. Van belang bij de herbestemming van het gebouw is dat het herkenbaar blijft als Zusterhuis en daardoor een authentiek restant en een herinnering kan zijn aan de geschiedenis van het voormalige Vlietland ziekenhuis.
4.2. Waardering Om de waarde van de verschillende onderdelen van een monument goed te kunnen duiden worden waarderingsplattegronden gemaakt, waarbij vier categorieën onderscheiden worden, namelijk: •
Hoge monumentwaarde: behoud is noodzakelijk
•
Positieve monumentwaarde: behoud is wenselijk 16
•
Indifferente monumentwaarde: aangepaste vervanging is mogelijk
•
Negatieve monumentwaarde: vervanging is wenselijk
Voor het Zusterhuis is de waarde bepaald voor wat betreft de bouwmassa’s, de gevels en het interieur.
Bouwmassa Het voormalig Zusterhuis is een fors gebouw op een samengestelde, min of meer kruisvormige plattegrond. De hoofdbouwmassa is te onderscheiden in een T-vormig opgezette hoofdbouw voorzien van zadeldaken en een lage, onregelmatig gevormde vleugel aan de westzijde, die is voorzien van een plat dak. De vier vleugels hebben van oorsprong verschillende functies. De grote zuidelijke vleugel met de voormalige zusterkamers heeft drie bouwlagen en een zadeldak. De noordvleugel heeft (deels) een hoog souterrain (de voormalige kolenkelder en fietsenstalling), twee bouwlagen en een zadeldak, en eindigt in een éénlaags bouwdeel met zadeldak. In deze vleugel waren de dienstruimten ondergebracht, zoals de eet- en kleedruimten, de provisiekast en de studiezalen. De westvleugel met de voormalige recreatie-, conversatie- en eetzalen is een éénlaags bouwdeel met een platdak. De kleine oostvleugel (die qua hoogte en dakvorm aansluit op de zuidvleugel) met wasen linnenkamers, kofferberging en badkamers had oorspronkelijk nog een éénlaagse aanbouw met zadeldak, die bij de bouw van een corridor naar het nieuwe beddenhuis in 1966 gesloopt is. De (gewijzigde) hoofdentree is gelokaliseerd in de oostelijke oksel van het kruisvormige pand, met een grote betonnen luifel die is afgerond en rust op een betonnen kolom. De vleugels worden ontsloten doormiddel van een centraal trappenhuis, die in de massa wordt geaccentueerd door de traptoren.
De vleugels rond de ingangspartij zijn het meest bijzonder uitgevoerd. Dit komt tot uitdrukking in een meer gevarieerd spel van bouwblokken, bouwhoogtes en kaprichtingen, maar ook in de uitwerking van de raamkozijnen. De bouwblokken aan de noord- en oostzijde zijn tezamen met de centrale partij het meest interessant en vertegenwoordigen architecturaal en stedenbouwkundig de grootste waarde. De zuid- en westvleugels zijn in massa en structuur van positieve waarde.
17
Gevels De gevels van het Zusterhuis zijn gemetseld in een bruinrode baksteen in klezoorverband met een platvolle voeg. Dit type metselwerk is kenmerkend voor de bouwstijl en accentueert de horizontale belijning van de gevels. De gemetselde gevels suggereren een traditionele constructieve opzet, maar in werkelijkheid verhullen ze een eenvoudige betonnen constructie met betonnen funderingen, vloeren en trappenhuizen. De gevelindeling met veelal liggende vensterformaten, doorgaande keramische lekdorpels en doorlopende vensterstroken (noordvleugel) zorgen voor een horizontaliserend karakter. De meeste vensters en deuren hebben nog hun originele detaillering. De gevelarchitectuur van de vleugels rond de ingangspartij heeft een hoge waarde. De monumentwaarde van de oostgevel (kopgevel) is verminderd door de verwijdering van de oorspronkelijke eenlaags aanbouw. De oorspronkelijke gevel en bouwmassa van het blok zijn voor de uitstraling van het Zusterhuis echter van groot belang. De overige gevels hebben een positieve monumentale waarde. De indifferente waarde van de gevels van de westvleugel hangt samen met de noodzaak vanuit de planontwikkeling van het totale gebied om dit gebouwdeel te slopen. Daarnaast zijn de gevels hier deels aangetast door een vroegere verbinding met het kinderpaviljoen. De zuidvleugel heeft aan de zuidzijde een oorspronkelijke aangebouwde secundair trappenhuis met een eigen zadeldak. Op de begane grond heeft dit bouwdeel een ingang en een klein terras met gemetselde borstwering. Hierboven hebben de verdiepingen een balkon met een halfronde beëindiging en stalen balustrades. De betonnen balkonplaten worden ondersteund door gemetselde kolommen. De zadeldaken hebben flinke houten overstekken, houten goten en een dekking van gesmoorde verbeterde Hollandse pannen. Bij de zijtopgevels zijn de goten van de langskappen op decoratieve wijze omgehoekt.
18
Interieur Het centrale trappenhuis en de ruime traphallen met doorgangen naar de verschillende vleugels zijn waardevolle en bijzondere elementen. Het hoofdtrappenhuis heeft een betonnen trapconstructie met leisteenbekleding en stalen leuningen. Het kleine trappenhuis aan de zuidzijde is betegeld en heeft stalen leuningen. De huidige indeling van de vleugels is niet leidend bij een eventuele herbestemming en hoeft niet per definitie te worden gehandhaafd. De constructiewijze van de zuidvleugel stelt mogelijk beperkingen. Rigoureuze ingrepen in deze vleugel zijn mogelijk, mits deze in relatie staan tot het noodzakelijke bouwprogramma en op een voor het monument passende wijze zijn vormgegeven. Uitgangspunt moet zijn om de bouwmassa en de gevel(s) te behouden .De toelaatbaarheid van eventuele ingrepen wordt getoetst door de Commissie Welstand en Monumenten. De kapconstructies verkeren (op 3 kapspanten na) in oorspronkelijke staat en bestaan uit Hollandse spanten met kreupele stijlen, makelaars en gordingen ondersteund door geprofileerde klossen. De kappen zijn geheel beschoten.
19
4.3. Gevolgen van bescherming Door het besluit van het college om het Zusterhuis aan te wijzen tot gemeentelijk monument is het pand beschermd op basis van de gemeentelijke erfgoedverordening.
20
Van belang bij de herbestemming van het gebouw is dat het herkenbaar blijft als Zusterhuis en daardoor een authentiek restant en een herinnering kan zijn aan de geschiedenis van het voormalige Vlietland ziekenhuis. Door de aanwijzing tot monument zijn de gevels en de invulling van de gevelopeningen in principe beschermd. Bij het herstel staat behoud voorop en dienen bij vervanging de materialisering en detaillering te worden gehandhaafd. Het metsel- en voegwerk dient zo veel mogelijk te worden gerespecteerd. Nieuw werk dient zorgvuldig te worden ingeboet. Nieuw metselwerk sluit aan bij het bestaande werk. Eventueel nieuwe gebouwdelen sluiten aan bij het bestaande, voor wat betreft gevelopeningen en gevelwerk. In de monumentenomschrijving van het gebouw wordt geanticipeerd op een ander gebruik. Dit betekent onder andere dat de westvleugel wel onderdeel is van het monument, maar niet in de redengevende vermelding wordt vermeld, terwijl de zuidvleugel wel voor wat betreft zijn massa en gevelopbouw wordt beschreven, maar niet voor wat betreft de structuur. Reconstructie door nieuwbouw is niet onmogelijk. Bovendien wordt, met uitzondering van het centrale trappenhuis, de interieurafwerking en/of structuur niet monumentaal beschermd. De toelaatbaarheid van aanpassingen zijn onderwerp van de planbeoordeling in het kader van een omgevingsvergunning. De bandbreedte van de bescherming is afgestemd met de Commissie Welstand en Monumenten die iedere vergunningaanvraag zal toetsen.
4.4. Mogelijkheden van herbestemming en aanbouw Het bestemmingsplan laat voor het Zusterhuis wonen en combinaties van wonen en zorg toe. Voor de ruimtelijke herbestemming is de hierboven voorgelegde waardestelling leidend. Uit deze waardestelling is de transformatieruimte af te leiden. Op basis hiervan en de programmatische eisen kan een ervaren architect een plan opstellen. In het interieur wordt de transformatieruimte, naast de monumentale waarden, ook bepaald door het constructieprincipe van het gebouw. De vloeren zijn met uitzondering van de zoldervloer uitgevoerd met in het werk gestorte betonvloeren, dragend in twee richtingen op binnenwanden en buitengevels. De constructie van de zuidelijke vleugel (de grootste vleugel) is zodanig dat het mogelijk beperkingen oplevert voor de herindeelbaarheid van het gebouw. In het uiterste geval kan deze vleugel worden vervangen door een in vorm en massa vergelijkbare moderne vleugel. Behoud van de gevels met een nieuwe constructie is ook mogelijk. In de noordvleugel zijn meer mogelijkheden door grotere overspanningen. In het stedenbouwkundig plan voor Oranjeburgh wordt uitgegaan van sloop van de westvleugel. Het bestemmingsplan biedt een wijzigingsbevoegdheid waardoor eventueel ook gekozen kan worden om de westvleugel te handhaven. De toelaatbaarheid van aanpassingen zijn onderwerp van de planbeoordeling in het kader van een omgevingsvergunning.
21
4.5. Brandschade In de nacht van 20 op 21 juli 2011 heeft er brand gewoed in het Zusterhuis. De brand heeft zich geconcentreerd in de zolderverdieping. De onderliggende etages werden niet door vuur aangetast. De aanwezige water- en rookschade is na het verwijderen van asbest zelfs nauwelijks meer zichtbaar. Belangrijke onderdelen zijn niet of nauwelijks aangetast, met uitzondering van de top van de oostelijke kopgevel die vanwege instortingsgevaar is verwijderd. De kap boven het centrale trappenhuis is geheel verdwenen. De verloren onderdelen kunnen echter worden gereconstrueerd of hersteld.
22
5. Welstands- en Monumentenkader Bij het aanvragen van de omgevingsvergunning zal ook worden gekeken of het bouwplan voldoet aan ‘redelijke eisen van welstand’, met andere woorden: of de architectuur past binnen de gestelde beeldkwaliteit. Er zal extra aandacht worden besteed aan de verhouding tot de bestaande architectuur van het Zusterhuis.
5.1. Welstandskader In het geval van de realisatie van grondgebonden woningen (aan de Oostzijde van het Zusterhuis) dient te worden voldaan aan de uitgangspunten uit de Welstandsparagraaf Oranjeburgh. Het betreft in dit geval regels voor traditionele stijl. Ook voor wat betreft groen en erfafscheidingen wordt verwezen naar de uitgangpunten in de genoemde welstandparagraaf. Hieronder worden een aantal van de uitgangspunten uit de Welstandparagraaf kort samengevat.
5.1.1. Algemeen •
De architectuur ontleent zijn inspiratie aan de typische twintiger en dertigerjaren architectuur met veel oog voor afwerking en detaillering. Daarbij is de architectuur van de Schiedamse architect Piet Sanders een bijzondere inspiratiebron. De bouwmassa’s zijn telkens geleed, waarbij erop toegezien wordt dat de naar voren komende bouwdelen een rol spelen op de zichtlijnen in de buurt.
5.1.2. Entreepartij •
Bij grondgebonden woningen in traditionele stijl is de voordeur gedecoreerd, mooier en groter gemaakt of bewerkt, anders dan een achterdeur. Soms omkaderd met een bijzondere baksteenrand. Soms wordt in de voortuin de bezoeker verwelkomd bij de deur met een entreestoep en/of luifel, of de deur is teruggelegd. De overgang tussen openbaar en privé kan begeleidt worden door een luifel of bankjes.
5.1.3. Gevels •
Bij grondgebonden woningen in traditionele stijl is de gevel opgebouwd uit overwegend baksteen. Naast baksteenprofileringen dient bijzondere aandacht gegeven te worden aan verzorgd voegwerk en bijzondere baksteenverbanden. Verdiept en dun voegwerk zijn onderdeel van het scala aan afwerkingsmiddelen. Kleurverschillen in voegwerk en het toepassen van verschillende kleuren metselwerk behoren hierbij. Houtwerk mag alleen in de vorm van planken in ondergeschikte gevelvullingen voorkomen. De kleuren zijn zwart, donkergrijs, donkergroen, donkerblauw of terra (roodbruin).
5.1.4. Kappen •
Versterking van de beeldkwaliteit wordt bewerkstelligd door de vormentaal en keuze van de kapvorm. Kwaliteit uit zich in juiste vormverhoudingen en proporties van de samenstellende onderdelen.
23
•
Bij de grondgebonden woningen in traditionele stijl zijn de kappen overwegend schilddaken met overstekende dakrand (minimaal 60cm) of zadeldaken. Op bijzondere plaatsen en hoeken van de straat wordt vaak gewerkt met gedraaide kappen of schilddaken. Uitvoeringen met dakklossen zijn welkom. De dakhelling bedraagt 40 tot 60 graden.
5.1.5. Dakopbouwen / dakkapellen •
Een dakkapel is een bescheiden proportionele toevoeging, die de ruimtelijke kwaliteit van het dakvlak niet aantast. De kapvorm eindigt met een overstek van minimaal 40 cm.
5.1.6. Aanbouwen, erkers en veranda’s •
Bij grondgebonden woningen wordt het uitwerken van het standaard bouwvolume met verschillende uitbouwopties, zoals erkers, luifels, loggia’s, dakkapellen, hoektorentjes, praktijkruimte, ruimschoots toegelaten. De architectuurstijl van de aanbouwen komt overeen met de stijl van de woning.
5.1.7. Buitenruimte, bijgebouwen en garages •
Buitenruimte aan de appartementen worden in de bouwmassa geïntegreerd of als zelfstandige elementen aan het gebouw toegevoegd.
5.1.8. Erfafscheidingen De beeldkwaliteit wordt voor een groot deel bepaald door de begrenzingen van particuliere terreinen. In de welstandparagraaf wordt uitvoerig ingegaan op de uitstraling en materialisering.
5.2. Monumentenkader Er is ruimte om aan of bij het Zusterhuis nieuwbouw te plegen. Vanwege de monumentale bescherming is het bestaande gebouw en het bestaande architectuurbeeld leidend bij de beoordeling van de aanvraag. Het aanbouwen bij een beschermd monument is altijd maatwerk. Bij de beoordeling van plannen voor herbestemming van het Zusterhuis is het belang van de monumentenzorg voor de Commissie Welstand en Monumenten in principe leidend. Bij deze beoordeling hanteert de commissie de volgende algemene uitgangspunten: •
Behoud gaat voor vernieuwing;
•
Historisch bouwmateriaal is essentieel;
•
Kijken naar de eigen vormlogica van het gebouw;
•
De bouwgeschiedenis moet afleesbaar blijven;
•
Reconstructie van volledige bouwwerken is niet gewenst;
•
Beoordelen op verschillende schaalniveaus: omgeving, gebouw, constructie en detaillering;
•
Beoordelen van het karakter en de structuur van de omgeving
Voor een aanbouw aan of nieuwbouw bij het Zusterhuis worden vanuit monumentenzorg specifieke kaders ten opzichte van de Welstandparagraaf Oranjeburgh omschreven, zowel voor wat betreft de positionering als voor de vormgeving. Dit is nadrukkelijk geen vastgesteld toetsingskader, maar is er op gericht om op voorhand aan geïnteresseerde ontwikkelaars aan te geven aan welke voorwaarden 24
een aanbouw aan of nieuwbouw bij het Zusterhuis zou moeten voldoen, om een kansrijke aanvraag te doen voor het monumentendeel van de omgevingsvergunning.
5.2.1. Algemeen •
In het geval van het Zusterhuis is de bestaande architectuur leidend en het accent te liggen op de monumentale entreepartij.
•
Bij nieuwbouw aan het zusterhuis dient het accent te allen tijde te liggen op het oorspronkelijke monument. Nieuwbouw of aanbouwen zijn passend en ondergeschikt aan de monumentale hoofdmassa.
•
Nieuwbouw bij voorkeur los houden of met een ondergeschikt tussenlid koppelen aan de oostvleugel. Deze koppeling moet ondergeschikt zijn qua hoogte (de oorspronkelijke, nu verwijderde, aanbouw als ontwerprichting voor een tussenlid).
•
Een nieuw te bouwen massa (evenwijdig aan de zuidvleugel) niet voorbij de oostvleugel laten steken. Dus zicht op de entreepartij niet belemmeren.
•
De materialisering en detaillering van een nieuw volume (ook bij een losstaand volume!) dient te verwijzen naar de oorspronkelijke detailleringen van het zusterhuis, maar eenvoudig gehouden, met name bij de entreezijde van het zusterhuis; niet concurreren.
•
De tussenruimte tussen de bestaande zuidvleugel van het zusterhuis en een nieuw te bouwen volume niet bebouwen (dus geen atrium o.i.d.).
•
Geen koppeling maken tussen een nieuwbouw en het zusterhuis aan de zuidzijde (dus een open zicht houden vanaf de zuidzijde op het binnenterrein dat ontstaat).
•
Een siertorentje of spits behoort niet tot de mogelijkheden.
•
Voor het Zusterhuis dient de oorspronkelijke architectuur te domineren.
5.2.2. Entreepartij •
Bij het Zusterhuis blijft de monumentale entree het hoofdaccent en krijgt geen concurrentie van andere entrees.
•
De bestaande entreepartij is door middel van een luifel geaccentueerd. Secundaire toegangen van een eventuele aanbouw zijn te allen tijde ondergeschikt aan deze entree.
5.2.3. Gevels •
De gevels van het Zusterhuis zijn zeer zorgvuldig gemetseld in een machinaal vervaardigde bruinrode baksteen in klezoorverband, met een platvolle voeg. Eventuele (vervangende) nieuwbouw sluit aan bij deze situatie.
•
De bestaande vensterindeling in het Zusterhuis is uitgangspunt. In principe worden alle bestaande vensters in het bestaande gebouw gehandhaafd. Nieuwe raamopeningen sluiten qua materialisatie aan bij het bestaande. Dit geldt ook voor de ramen en gevelopeningen in een eventueel te realiseren aanbouw.
•
Het horizontale karakter van de architectuur van het Zusterhuis wordt bewerkstelligd door de veelal liggende vensterformaten of een visuele koppeling van raamreeksen. Er is sprake van grote vormafwisseling.
•
In het Zusterhuis komen geen glas-in-loodcomposities voor.
25
•
Decoratieve onderdelen van een aanbouw aan of nieuwbouw bij het Zusterhuis (dak- of luifellijsten, balustrade- en kozijnonderdelen, deurlijsten, raamlijsten, onderverdelingen in de vensters, kolommen onder de luifels, baksteenprofileringen etc.) dienen qua detaillering aan te sluiten bij het bestaande Zusterhuis.
5.2.4. Kappen •
Voor de nieuwbouw aan het Zusterhuis wordt in principe uitgegaan van zadeldaken. Een schilddak is minder geëigend. De dakhelling en –overstek van de zadeldaken van het zusterhuis is uitgangspunt bij een aanbouw.
•
Het dak van het Zusterhuis is gedekt met gesmoorde verbeterde Hollandse pannen (antraciet). Deze pannen dienen te worden gehandhaafd en worden ook toegepast op de dakvlakken van een eventuele aanbouw of nieuwbouw bij het Zusterhuis.
•
Er mogen geen zonnepanelen toegepast worden op het bestaande Zusterhuis. Bij toepassing van panelen met pv-cellen op een eventuele aan- of nieuwbouw dienen deze zodanig op of in de dakvlakken te zijn aangebracht dat ze tot een integraal onderdeel van het ontwerp behoren. De panelen (collectors of pv-cellen) worden daarbij tevens zoveel mogelijk uit het zicht vanaf de openbare weg gehouden.
5.2.5. Dakkapellen Het oude Zusterhuis heeft een aantal kleine liggende dakkapellen met een dakoverstek. Oorspronkelijk gesloten dakvlakken van het Zusterhuis worden in principe niet voorzien van daklichten of dakkapellen.
5.2.6. Aanbouwen, erkers en balkons Het Zusterhuis bestaat in principe uit grote volumes. Toevoegen van uitbouwen zoals erkers, veranda’s en luifels zijn beperkt mogelijk. De balkons van een eventuele nieuwbouw moeten onderdeel uitmaken van het gebouwontwerp. De borstweringen zijn opgetrokken in metselwerk (eventueel afgewerkt met een metalen reling) en doen mee met de horizontale geleding van het gebouw. In sommige gevallen kunnen de balkons ook de bovenlaag vormen van een uitstekend bouwdeel van een onderliggende verdieping (zoals een balkon op een erker). Indien een balkon zich op de bovenste woonverdieping bevindt en het gebouw wordt afgedekt met een pannen dak, dan wordt dit balkon mee afgedekt onder hetzelfde dak of onder een nevengeschikte kap die hierop aansluit. In het bestaande Zusterhuis behoren nieuw aan te brengen loggia’s tot de mogelijkheden. Aangehangen balkons worden in het plangebied Oranjeburgh in principe in aantal tot een minimum beperkt, maar kunnen voor het Zusterhuis noodzakelijk blijken. Aan de noord- en oostgevels kunnen in geen geval balkons aangebracht worden.
5.2.7. Erfafscheidingen •
De erfafscheiding rondom het zusterhuis zal worden afgestemd op de omgeving (ligging aan het plantsoen) en de architectuur.
26
6. Woonvisie 2030 Op 28 juni 2012 is de Woonvisie Schiedam 2030 vastgesteld. In deze Woonvisie staat centraal dat Schiedam een beter afgewogen woningvoorraad en meer verschillende woonmilieus wil ontwikkelen. Zo krijgen alle Schiedammers kans op een wooncarrière, waardoor zij zich kunnen binden aan de stad. Deze ambitie wordt bereikt via twee pijlers. Schiedam wil nieuwe woonmilieus realiseren door stedelijke vernieuwing. En er wordt gewerkt aan een levensloopvriendelijke stad.
Levensloopvriendelijke stad Schiedam wil voor jong en oud een levensloopvriendelijke stad creëren. Wie zich hecht aan zijn wijk of stad wil daar ook een wooncarrière kunnen maken. Het is belangrijk dat mensen zoveel mogelijk voor zichzelf kunnen blijven zorgen. Daarom moeten er voor elke levensfase voldoende voorzieningen zijn. Van kinderopvang tot ouderenzorg, van winkels tot huisartsen. Kwetsbare groepen krijgen bij de ontwikkeling van de levensloopvriendelijke stad nadrukkelijk aandacht. Voor ouderen wil Schiedam bijvoorbeeld woningen realiseren met de juiste voorzieningen in de buurt en met mogelijkheden voor ontmoeting.
De stad vergrijst Schiedam vergrijst langzaam. Dat heeft gevolgen voor het type woningen waaraan in de komende jaren behoefte ontstaat. Tot 2020 kunnen de bestaande woningen nog in die behoefte voorzien. Daarna wordt nieuwbouw noodzakelijk. Bekend is nu al welke woningen voor ouderen geschikt zijn. Om ouderen te steunen in hun zelfredzaamheid, en ze zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen laten wonen, zijn voorzieningen nodig op het gebied van wonen, zorg en welzijn. De gemeente wil daarin een leidende rol spelen bij het realiseren van nieuwbouw. En een stimulerende rol bij het verbouwen, dus aanpassen en toegankelijk maken, van bestaande woningen. De gemeente Schiedam kan betrokken partijen samenbrengen, steunpunten in de wijk realiseren en het toewijzingsbeleid vormgeven. Deze informatie is afkomstig uit de Woonvisie Schiedam 2030. De Woonvisie is in te zien via www.schiedam.nl/woonvisie
Programma Zusterhuis Voor de Zusterhuislocatie zijn, vanuit het oogpunt van de Woonvisie 2030, diverse programma’s mogelijk. Er kan gedacht worden aan vormen van zorgwoningen, waarbij de zorgcomponent een nadrukkelijke rol speelt. Hier zijn diverse doelgroepen mogelijk; senioren, maar ook mensen met een beperking. Ook kan gekozen worden voor appartementen waar de focus niet zo sterk op zorg ligt. Om in de wijk en de stad doorstroming te creëren, is het van belang dat de woningen ruim zijn en
27
levensloopbestendig. Voor de doelgroep starters is in Schiedam al een ruim aanbod van woningen aanwezig. Het ligt niet voor de hand om op deze locatie in te zetten op het kleinere startersappartement. Indien aan de Oostzijde van het Zusterhuis grondgebonden woningen worden ontwikkeld, past dit tevens binnen de doelstelling van de Woonvisie 2030 om het aandeel grondgebonden woningen in Schiedam te vergroten.
28
7. Bouwterrein 7.1. Waardevolle bomen Voor de locatie is een inventarisatie van het bomenbestand gemaakt. Alle te behouden bomen dienen gedurende de (sloop-), ontwikkelings- en afrondingsfase deugdelijk te worden beschermd. Het is niet toegestaan om te behouden bomen te rooien, te snoeien of anderszins aan te tasten zonder dat daarvoor vergunning of toestemming is verleend. De overige op het terrein aanwezige bomen, waarvoor reeds een kapvergunning is verleend, worden bij voorkeur behouden voor zover deze behoudenswaardig zijn en voor zover deze geen belemmering vormen voor de toekomstige ontwikkeling. De gemeente kan deze rooien. In dat geval geldt voor de ontwikkelaar een herplantplicht.
7.2. Kabels en leidingen Oude kabels en leidingen zijn verwijderd. De nieuwe hoofdleidingen worden door de nutsbedrijven aangelegd (gas, water, electra, en cai). De huisaansluitingen moeten worden aangevraagd door de bouwer zelf bij www.aansluitingen.nl. De rioolhuisaansluiting dient bij de gemeente te worden aangevraagd bij de afdeling Beheer Openbare Ruimte (tel. 14010).
7.3. Oude heipalen In de bodem kunnen zich nog heipalen van de voormalige bebouwing bevinden die in de ondergrond zijn achtergebleven (o.a. onder het voormalige beddenhuis aan de Oostzijde van het Zusterhuis). De palen zijn op minimaal 1 meter onder maaiveld afgetopt. Op die plaatsen is het heien van vervangende palen niet mogelijk.
7.4. Afvalinzameling Rekening dient te worden gehouden met opstelruimten voor afvalcontainers. Er dient een voorziening te worden geplaatst, zodanig dat containers niet in het zicht staan en met voldoende gebruiksgemak. Grondgebonden woningen krijgen rolcontainers en de grotere complexen zoals appartementen en het Zusterhuis moeten inpandig ruimte voor containers realiseren.
29
8. Gronduitgifte in Erfpacht De kavel van het voormalige Zusterhuis (kavelnr. 58) wordt door de gemeente Schiedam aan een geselecteerde ontwikkelaar gereserveerd. Beoogd wordt dat de kavel geleverd zal worden door middel van de vestiging van erfpachtrechten. Op de erfpachtovereenkomst zijn de Algemene Erfpachtvoorwaarden Schiedam 2004 van toepassing. Dit betekent in hoofdzaak: dat de erfpacht wordt uitgegeven voor een periode van 99 jaar; dat de erfpachter bij aanvang van het recht kan kiezen tussen canonbetaling of afkoop van de canon; dat afkoop van de canon mogelijk is voor een maximale periode van 50 jaar, waarbij de afkoopsom is bepaald op 100% van de grondwaarde; 1
dat in het geval gekozen wordt voor canonbetaling de canon wordt bepaald op 5,5% van de grondwaarde en in twee gelijke helften achteraf per half jaar verschuldigd is; dat in geval gekozen wordt voor canonbetaling telkens na ommekomst van tien jaar sprake is herziening van de canon op basis van een herijking aan de markt. De kavel voor het Zusterhuis blijft naar gelang de contractuele bestemming in erfpacht. Indien het een appartementencomplex wordt, kunnen na de appartementsplitsing de appartementsrechten via conversie in eigendom omgezet worden voor zover sprake is van zelfbewoning. Indien op een deel van de kavel grondgeboden woningen worden gerealiseerd, die verkocht worden voor particuliere bewoning, dan kunnen de kopers-zelfbewoners via conversie de grond in eigendom krijgen tegen betaling van een conversieprijs.
1
Genoemd is het tarief dat geldt bij het opstellen van deze informatiefolder. Het werkelijk toe te passen percentage kan gewijzigd worden. 30
9. Procedure Openbare inschrijving Zusterhuis Procedure voor de selectie van een ontwikkelaar (aspirant-erfpachter) voor het aangaan van een reserveringsovereenkomst De Gemeente Schiedam hanteert een openbare inschrijving waarmee de herontwikkeling en herbestemming van het voormalig Zusterhuis in het plan Oranjeburgh wordt beoogd. De Gemeente selecteert aan de hand van de Visievoorstellen een ontwikkelaar (aspirant-erfpachter) waarmee een reserveringsovereenkomst zal worden aangegaan. Bij de nadere uitwerking van het bouwplan zal de inschrijver zich houden aan het Visievoorstel dat hij in het kader van deze inschrijving ter beoordeling heeft ingezonden. Als het bouwplan nader is uitgewerkt en haalbaar wordt geacht, geschiedt de levering van de grond onder en rond het voormalige Zusterhuis door middel van de vestiging van een erfpachtrecht. In april 2012 zijn het bestemmingsplan en de welstandparagraaf Oranjeburgh vastgesteld door de gemeenteraad van Schiedam. Op 14 februari 2012 heeft het college besloten om het Zusterhuis definitief aan te wijzen als gemeentelijk monument. Door het besluit van het college geldt voor het Zusterhuis bescherming onder het regime van de gemeentelijke Erfgoedverordening Schiedam 2010. Voor de herbestemming van het Zusterhuis zal een omgevingvergunning moeten worden aangevraagd. In de informatiebrochure worden de regels voor het bouwen en de transformatiemogelijkheden van het pand geschetst. De procedure ten behoeve van de openbare inschrijving geschiedt volgens de volgende bepalingen: 1.
Het inschrijvingsobject omvat de op bijgaande model-uitgiftetekening We-427-58 aangegeven bouwlocatie
2.
Bij de nadere uitwerking van het bouwplan zal de inschrijver zich houden aan het Visievoorstel dat hij in het kader van deze inschrijving ter beoordeling heeft ingezonden.
3.
De inschrijving geschiedt middels het Inschrijfformulier en de “Eigen Verklaring voor aanbestedingsprocedures van aanbestedende diensten” tot woensdag 12 juni 2013 tot 12.00 uur en is alleen toegestaan voor rechtspersonen (inclusief personenassociaties). Inschrijving door natuurlijke personen is niet toegestaan.
4.
Als onderdeel van de “Eigen Verklaring voor aanbestedingsprocedures van aanbestedende diensten” dient de inschrijver op verzoek de volgende documenten te kunnen overleggen: a. een goed leesbare kopie van de relevante bladzijden uit een geldig paspoort of Nederlands rijbewijs of Europese identiteitskaart van de Inschrijver. b. een origineel en gewaarmerkt uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel waar de rechtspersoon is ingeschreven, dan wel een overeenkomstig register van het land van vestiging van de rechtspersoon. Dit uittreksel mag blijkens de dagtekening door de Kamer van Koophandel niet ouder zijn dan één week ten opzichte van de datum van datumtekening van het Inschrijfformulier. c. een rechtsgeldig verleende volmacht voor het geval het Inschrijfformulier wordt ondertekend door een andere persoon dan die blijkens het hiervoor bedoelde uittreksel bevoegd is de rechtspersoon te vertegenwoordigen. Volmachten dienen van een datum te zijn voorzien en dienen middels een originele handtekening, rechtsgeldig te zijn ondertekend en gepaard te gaan van een kopie van een geldig paspoort of rijbewijs, van degene door wie de volmacht is verleend.
31
5.
Vragen kunnen uitsluitend tot donderdag 2 mei 2013 tot 12.00 uur schriftelijk gesteld worden, gebruikmakend van het digitale vragenformulier, via het gemeenschappelijk Bureau Inkoop van de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam op het e-mailadres:
[email protected] o.v.v. Vragen Zusterhuis Oranjeburgh. Alle gestelde vragen worden geregistreerd en gelijktijdig beantwoord in een Nota van Inlichtingen die uiterlijk woensdag 15 mei 2013 op www.tenderned.nl zal worden aangeboden. Deze Nota van Inlichtingen vormt een aanvulling op de selectiestukken en vormt een integraal onderdeel van de selectieprocedure. Over de procedure kan niet gecorrespondeerd worden met ambtenaren, bestuurders en/of bestuursorganen van de gemeente Schiedam. Bezichtiging van het pand is mogelijk op donderdag 25 april 2013, van 10.30 tot 12.30 uur, onder aanmelding met bijgaand Aanmeldingsformulier.
6.
De inschrijvers moeten in ieder geval voldoen aan alle onderstaande selectiecriteria: a. De inschrijver dient boekjaar 2012 te hebben afgesloten met een solvabiliteitsratio (eigen vermogen / vreemd vermogen) gelijk aan 0,10 of hoger, en de inschrijver moet solvabel zijn op het moment dat de reserveringsovereenkomst wordt aangegaan; b. De inschrijver dient op verzoek van de Gemeente informatie over één (1) door hem vergelijkbaar uitgevoerd referentieproject (met een minimale vloeroppervlakte van 2.000 m2 gbo) in de afgelopen 5 jaar te overleggen, waaronder aanduiding locatie en tijdsduur van voorbereiding en uitvoering, investeringskosten en programma dat is gerealiseerd. Ad a. Vanwege de financiële crisis wil de Gemeente dat het project uitgevoerd worden door een financieel en economisch draagkrachtige inschrijver, en vanwege het ontbreken van een afbouwgarantie moet dit criterium onderbouwd worden met één of meer van de volgende middelen: - passende bankverklaringen; - overlegging van balansen of van balansuittreksels, indien de wetgeving van het land waar de ondernemer is gevestigd, de bekendmaking van balansen voorschrijft; of - een verklaring betreffende de totale omzet en de omzet van de bedrijfsactiviteit die het voorwerp van de overheidsopdracht is, over ten hoogste de laatste drie beschikbare boekjaren, afhankelijk van de oprichtingsdatum van de onderneming of van de datum waarop de ondernemer met zijn bedrijvigheid is begonnen, voor zover de betrokken omzetcijfers beschikbaar zijn. Ad b. Vanwege het karakter van het bouwplan (gemeentelijk monument, de locatie naast bestaande woningen, een nieuwbouwwijk in jaren 30-stijl) wil de Gemeente dat het project uitgevoerd wordt door een inschrijver die bekend is met dit type bouwprojecten.
7.
De inschrijvers dienen een Visievoorstel voor te leggen. Het Visievoorstel dient te bevatten: a. een toelichting (ca. 2 A4-tjes) inzake het te realiseren programma, de inpassing in de stedenbouwkundige context, de wijze waarop omgegaan wordt met monumentale karakter van het pand, en informatie over een mogelijke eindgebruiker; ter beoordeling van het programma wordt tevens ter indicatie een opgave van (woning)type’s, aantal woningen / units, gbo’s van woningen/units, totale bvo gevraagd. b. een globaal schetsplan: globale plattegronden met de verdeling van woningen of units, volumes en dakvormen (eventueel axonometrie), terreininrichtingsvoorstel met situering van het vereiste aantal parkeerplaatsen.
8.
Er wordt geen geldelijk bod gevraagd. De grondwaarde zal worden bepaald op basis van het definitieve bouwplan op het moment van de aanvraag omgevingsvergunning, waarbij de taxatie geschiedt door een door de Gemeente aan te wijzen gecertificeerd taxateur.
32
9.
De inzendingen worden beoordeeld door een door de Gemeente aan te stellen beoordelingscommissie, op grond van de volgende gunningcriteria: a. PROGRAMMA: beoordeeld zal worden op levensloopbestendigheid en de mate waarin het programma passend is binnen de Woonvisie Schiedam 2030. Getoetst wordt op de pijler Levensloopvriendelijke Stad uit de Woonvisie Schiedam 2030. In aansluiting op deze pijler worden levensloopbestendige woningen, zorg of een combinatie van beide positief gewaardeerd. b. STEDENBOUW: beoordeeld zal worden hoe het programma zich inpast binnen de stedenbouwkundige context en de wijze waarop de parkeereis op eigen terrein wordt opgelost. De parkeereis is nader omschreven in art. 3.5 van de Informatiebrochure Zusterhuislocatie. c. MONUMENTEN: beoordeeld wordt hoe omgegaan zal worden met het monumentale karakter van het Zusterhuis, en hoe de eventuele nieuwbouw zich tot het pand verhoudt. d. EINDAFNEMER: beoordeeld wordt de eindafnemer, eindgebruiker of de investeringspartner (zie ook bepaling 11). De beoordelingscommissie wordt samengesteld uit ambtenaren van de vakgebieden stedenbouw, monumenten, wonen en maatschappelijke ontwikkeling.
10. De Gemeente zal punten toekennen aan elk van de gunningcriteria. De totale score komt tot stand na vermenigvuldiging per criterium van het aantal punten met een wegingsfactor, waarna de totaalsom wordt berekend, conform onderstaande matrix. Gunningcriteria A. Programma B. Stedenbouw C. Monumenten D. Eindafnemer
Punten 0–5 0–5 0–5 2–5
Wegingsfactor 3 2 3 1
Toelichting gunningcriteria A t/m D: Per onderdeel kunnen hele punten 0 – 5 (bij criterium D, 2 – 5) worden gescoord waarbij de cijfers de volgende betekenis hebben: 0 = niet behandeld, 1 = slecht, 2 = onvoldoende, 3 = voldoende, 4 = goed, 5 = zeer goed. 11. Visievoorstellen welke niet conform het bestemmingsplan en/of de welstandsparagraaf Oranjeburgh zijn (criteria A, B, C) krijgen 0 punten voor alle aspecten. Deze Visievoorstellen worden hierdoor gediskwalificeerd en komen niet in aanmerking voor gunning. Indien de eindafnemer of investeerder nog niet bekend is, wordt aan criterium D 2 punten toegekend. Indien een zorgafnemer aan het plan wordt gekoppeld resulteert dit in 5 punten. Indien een belegger/investeerder bekend is en het betreft een huurproject 4 punten Indien een commercieel koopproject met een risicodragende ontwikkelaar resulteert dit in 3 punten. De inschrijver zal bij zijn Visievoorstel gegevens verstrekken omtrent de eindafnemer, zorgafnemer, belegger, investeerder of risicodragende ontwikkelaar die aan de ontwikkeling wordt gekoppeld. 12. Voor alle inschrijvingen (inclusief de gediskwalificeerde Visievoorstellen) wordt een rangorde aan de hand van de totale score opgesteld. Van de beoordeling wordt een beoordelingsrapport opgemaakt dat aan alle inschrijvers zal worden toegezonden. Aan het college zal een advies tot
33
gunning worden voorgelegd, waarbij het bouwplan met de hoogste score c.q rangorde de voorkeur geniet van de beoordelingscommissie. Het voornemen tot gunning is een verantwoordelijkheid van het college. De ondertekening van de reserveringsovereenkomst voor kavel 58 zal vervolgens op zijn vroegst geschieden, nadat 20 dagen zijn verstreken na het verzenden van de genoemde mededelingen. Indien de eerste plaats gedeeld wordt met meerdere inschrijvers, zal de Gemeente de rangorde laten vaststellen door loting. 13. De Gemeente Schiedam hanteert een vervaltermijn van 20 dagen aan het einde van de gunning. Indien niet tijdig voor ommekomst van deze vervaltermijn, te rekenen vanaf de verzending van de genoemde mededeling van de Gemeente ter zake het einde van een fase, een kort geding aanhangig wordt gemaakt bij de Rechtbank Rotterdam, is de desbetreffende inschrijver niet ontvankelijk in zijn vorderingen ter zake van de afgesloten fase van de procedure. 14. De Gemeente is bereid in verband met de verdere uitwerking van het bouwplan waarvoor de ontwikkeling aan hem gegund is, de grond voor de inschrijver (aspirant-erfpachter) te reserveren voor een periode van twee (2) jaar. Deze kan bij instemming van beide partijen worden verlengd. Deze reserveringsovereenkomst zal door de aspirant-erfpachter binnen één (1) maand na gunning worden ondertekend, op straffe van verval van de reservering (in dat geval is de Gemeente vrij te gunnen aan een derde). De reserveringsovereenkomst is niet onderhandelbaar. Binnen 6 maanden na gunning dient de aspirant-erfpachter een samenwerkingsovereenkomst met een eindgebruiker of -afnemer, hetzij een risicodragende investeerder aan de Gemeente voor te leggen. De reserveringsvergoeding t.w.v. € 25.000,00 excl. BTW op jaarbasis gaat in vanaf één (1) jaar na gunning door het college. De aspirant-erfpachter dient gedurende de looptijd van deze reserveringsovereenkomst een bruikbare omgevingsvergunning voor de herontwikkeling van het Zusterhuis te verkrijgen. Op moment van de aanvraag omgevingsvergunning wordt door en namens de Gemeente een onafhankelijke taxatie uitgevoerd door een gecertificeerd taxateur, waarbij het taxatiebedrag zal gelden als de grondwaarde voor de opvolgende erfpachtovereenkomst. Voor overige bepalingen wordt verwezen naar de bijgevoegde reserveringsovereenkomst. Bij niet tijdig aangaan of bij voortijdige beëindiging van de reserveringsovereenkomst zal het college worden geadviseerd om te gunnen aan de volgende inschrijver in de rangordelijst. 15. De inschrijvers dienen zich er van te vergewissen dat in het kader van de aanvraag voor de omgevingsvergunning het bouwplan dient te worden voorgelegd aan de Commissie Welstand & Monumenten, en dat het bouwplan een positief advies dient te verkrijgen. 16. De gemeente Schiedam behoudt zich het recht voor de selectieprocedure zonder motivering tussentijds te schorsen of geheel te staken, de planning bij te stellen, dan wel uiteindelijk de grondreservering niet te gunnen. De Gemeente zal in zodanig geval alle inschrijvers daarover tijdig schriftelijk informeren. De gemaakte kosten van de inschrijvers worden, ook in geval van tussentijds geheel of gedeeltelijk beëindigen van de procedure en ongeacht de beëindigingsgrond, niet door de Gemeente vergoed. 17. De gemeente Schiedam is gerechtigd om de gunning afhankelijk te stellen van de uitkomst van een, door de Gemeente desgewenst uit te voeren integriteits- en/of solvabiliteitsonderzoek naar de inschrijvers. De Gemeente is gerechtigd een externe partij te verzoeken om dienaangaande een voor de Gemeente niet bindend advies of adviezen uit te brengen.
34
18. Lijst selectiedocumenten : Alle selectiedocumenten en bijlagen die betrekking hebben op deze openbare inschrijving dienen te worden gedownload via www.tenderned.nl. De Nota van Inlichtingen evenals eventuele updates en aanvullende documenten zullen op TenderNed worden aangeboden.
Basisdocumenten: 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5
Informatiebrochure Zusterhuislocatie april 2013 Inschrijvingsformulier Eigen Verklaring voor aanbestedingsprocedures van aanbestedende diensten Aanmeldingsformulier bezichtiging Zusterhuis Reserveringsovereenkomst Zusterhuis 0.5.1 Uitgiftetekening kavel 58 0.5.2 Kavelpaspoort Zusterhuislocatie 0.5.3 Algemene erfpachtvoorwaarden Schiedam 2004 0.5.4 Model erfpachtovereenkomst kavel 58 0.5.4.1 Algemene bepalingen bouwrijpe grond kavel 58 0.5.4.2 Algemene bepalingen realisatie Zusterhuis 0.5.4.3 Bodemrapport kavel 58
Aanvullende documenten: 1.1 Bestemmingsplan Oranjeburgh (vaststellingsbesluit, regels, toelichting, verbeelding en bijlagen) 2.1 Welstandparagraaf Oranjeburgh 3.1,2 Kavelpaspoort Zusterhuislocatie (dwg-file) 4.1-7 Archieftekeningen Zusterhuis 5.1-3 Redengevende omschrijving, Waardebepaling, Erfgoedverordening 2010 Schiedam 6.1,2 Bouwtechnische beoordeling, vrijgave asbestsanering 7.1,2 Bomenbestand, restant heipalen 8.1,2 Erfdienstbaarhedenonderzoek, Archeologische plankaart
35
Openbare inschrijving Zusterhuis (Oranjeburgh)
Inschrijvingsformulier (PM. dit formulier is in de bijlagenlijst opgenomen) Ondergetekende: Statutaire naam : _____________________________________ Statutaire zetel : _____________________________________ Kantooradres plus postcode : _____________________________________ Plaats plus land vestiging kantoor : _____________________________________ Plaats inschrijving handelsregister : _____________________________________ Inschrijfnummer handelsregister : _____________________________________ hierna te noemen ‘de Inschrijver’, te dezen, blijkens de hieraan gehechte en aan de op volgende pagina’s van dit formulier genoemde bijlagen, rechtsgeldig vertegenwoordigd door: Voorna(a)m(en) en achternaam : _____________________________________ (Idem indien meerdere gevolmachtigden) : _____________________________________ (Idem indien meerdere gevolmachtigden) : _____________________________________ telefoonnr. contactpersoon : _____________________________________ E-mail contactpersoon : _____________________________________ In geval van samenwerkingsverband Naam aanspreekpunt : _____________________________________ Naam contactpersoon : _____________________________________ telefoonnr. contactpersoon : _____________________________________ E-mail contactpersoon : _____________________________________ verklaart: kennis te hebben genomen van de Procedure voor de openbare inschrijving en selectie van een ontwikkelaar (Aspirant-Erfpachter) voor het aangaan van een reserveringsovereenkomst voor de herontwikkeling van het Zusterhuis (bouwkavel nr. 58) en hiermee onvoorwaardelijk in te stemmen; kennis te hebben genomen van de Informatiebrochure Zusterhuislocatie en alle bijlagen die zijn gepubliceerd op www.tenderned.nl; kennis te hebben genomen van de Nota(’s) van inlichtingen die zijn gepubliceerd op www.tenderned.nl; kennis te hebben genomen te hebben genomen van de tezamen met de publicatie van de Nota(’s) van inlichtingen doorgevoerde actualisatie van downloads op www.tenderned.nl; ten behoeve van de inschrijving onvoorwaardelijk en onherroepelijk akkoord te gaan met de methodiek van de onafhankelijke taxatie van het definitieve bouwplan, op basis waarvan de aanvraag voor de omgevingsvergunning gebaseerd is, en waarbij het taxatiebedrag zal gelden als de grondwaarde voor de opvolgende erfpachtovereenkomst; afstand te doen van aanspraken op enige vergoeding van plankosten ten aanzien van deze inschrijving;
36
zich onvoorwaardelijk, ondubbelzinnig en onherroepelijk akkoord met de inhoud van de reserveringsovereenkomst en bij gunning bereid te zijn te contracteren op basis van de reserveringsovereenkomst; zich onvoorwaardelijk, ondubbelzinnig en onherroepelijk akkoord met de inhoud van de modelerfpachtovereenkomst en de Algemene Erfpachtvoorwaarden Schiedam 2004; kennis te hebben genomen van alle selectiedocumenten en bijlagen, nota’s van inlichtingen en aanvullingen die op TenderNed zijn geplaatst in het kader van deze inschrijving. Ondergetekende voegt voorts bij: Een ingevulde en getekende “Eigen Verklaring voor aanbestedingsprocedures van aanbestedende diensten”; en het Visievoorstel conform bepaling 7 van de Procedure. In hardcopy (1 exemplaar) en ook op USB-stick of CD-schijf. Getekend te……………………op ……………………………….. …………………………………… (Handtekening van de Inschrijver)
De inschrijving dient te worden aangeleverd voor 12 juni 2013 tot 12.00 uur op het volgende adres: Bezorgadres: 2 Bureau Inkoop MSV p/a Gemeente Vlaardingen t.a.v. J.A. Poot Hoflaan 43 3134 AC Vlaardingen “af te geven bij de receptie”
De inschrijving mag uitsluitend aangeboden worden in een gesloten envelop met bedrijfsgegevens waarop vermeld is: Vertrouwelijk/persoonlijk Inkoop, Aanbesteding BI.2013.308 Openbare inschrijving Zusterhuis (Oranjeburgh) Niet openen voor 12 juni 2013 12:00 uur.
Een inschrijving, welke na 12 juni 2013 om 12:00 uur bij opdrachtgever binnenkomt, wordt van beoordeling uitgesloten.
2
De gemeente Schiedam heeft samen met de gemeenten Vlaardingen en Maassluis een aantal functies gecentraliseerd, waaronder inkoop. Bureau Inkoop MSV is gevestigd in een gebouw van de gemeente Vlaardingen.
37
Is de envelop te klein om uw inschrijving te bevatten, dan dient u uw inschrijving op andere wijze gesloten te verpakken. Ten behoeve van de adressering en de juiste afhandeling, dient u het bovenstaande duidelijk op de verpakking te vermelden. Het risico van slechte of vertraagde postbezorging, files et cetera is voor rekening van de inschrijver. Met strafport bezwaarde inzendingen kunnen worden geweigerd. Per fax of e-mail ingediende inschrijvingen zullen niet worden geaccepteerd. Inschrijvingen die om welke reden dan ook niet op 12 juni 2013 om 12.00 uur zijn ontvangen bij Bureau Inkoop MSV zullen terzijde worden gelegd en niet in behandeling worden genomen. Na aflevering van uw inschrijving op voornoemde locatie wordt u de ontvangstbevestiging overhandigd. Aangezien de envelop tot de sluitingsdatum ongeopend bewaard wordt, mogen er geen andere van u afkomstige stukken worden ingesloten. Zowel de aanbieding, het documentatiemateriaal als alle correspondentie dienen in de Nederlandse taal aangeleverd te worden. Indien de inschrijving niet aan deze voorwaarden voldoet heeft opdrachtgever het recht de inschrijving niet in behandeling te nemen (uitsluitingcriterium). Opening van de inschrijvingen Na sluiting van de termijn voor de indiening van de inschrijving(en) worden de enveloppen met de inschrijving(en) door de opdrachtgever geopend waarna de beoordelingsprocedure start. Van de opening wordt een proces verbaal van aanbesteding opgemaakt dat naar alle inschrijvers wordt verzonden. De opening van de inschrijvingen is niet openbaar; u kunt hierbij niet aanwezig zijn. Tot aan het moment van bekendmaking van de voorgenomen gunning, zullen geen mededelingen worden gedaan over de inhoud van de ingediende inschrijvingen.
38
Aanmeldingsformulier bezichtiging Zusterhuis (PM. dit formulier is in de bijlagenlijst opgenomen)
Ondergetekende: Voorna(a)m(en) en achternaam : _____________________________________ namens Rechtspersoon (statutaire naam) : _____________________________________ Kantooradres plus postcode : _____________________________________ Plaats plus land vestiging kantoor : _____________________________________ Telefoon nr. : _____________________________________ E-mail : _____________________________________ hierna te noemen ‘de Aanmelder’
wenst met maximaal 4 personen deel te nemen aan de bezichtiging van het Zusterhuis op:
en verklaart zich tijdens dit bezoek te houden aan onderstaande regels: Aanmelden bij de projectleiding, ingang aan de Nassau Dillenburgstraat. Aanmelders zijn alleen toegelaten tot het Zusterhuis en de directe omgeving van het kavel. Aanmelders mogen geen hinder veroorzaken aan de omgeving. In het pand is beperkt verlichting aanwezig. Aanmelders wordt aangeraden om een zaklantaarn mee te nemen. Getekend te……………………op ……………………………….. …………………………………… (Handtekening van de Aanmelder)
Het ingevulde aanmeldingsformulier dient uiterlijk 2 werkdagen voor de datum van bezichtiging te worden gemaild aan de Gemeente Schiedam, emailadres:
[email protected] o.v.v. bezichtiging Zusterhuis. Te laat ingediende aanvragen worden niet in behandeling genomen.
39
40
41
42