Opleidingsplan Maart 2012
Adres
Telefoon
e
OZW-gebouw, 9 etage De Boelelaan 1109 1081 HV Amsterdam 020 – 444 83 78
Barend van Duin, onderwijscoördinator Januari 2012
Inhoudsopgave 1
Inleiding ....................................................................................................................... 3
1.1
Introductie ..................................................................................................................... 3
1.2
Onderbouwing .............................................................................................................. 3
1.3
Leeswijzer ..................................................................................................................... 3
2
Visie HOVUmc ............................................................................................................. 4
2.1
Missie Huisartsopleiding VUmc .................................................................................... 4
2.2 2.2.1 2.2.2
Visie op leren, begeleiden en toetsen........................................................................... 5 Visie op leren en begeleiden ........................................................................................ 5 Visie op toetsen ............................................................................................................ 6
2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5 2.3.6
De inrichting van de opleiding....................................................................................... 7 Regelgeving .................................................................................................................. 7 Opbouw aios curriculum HOVUmc ............................................................................... 7 Cursorisch onderwijs aios en hao's .............................................................................. 9 Zelfstandige perioden ................................................................................................... 9 Individuele begeleiding ............................................................................................... 10 Voorbeeld standaard IOS ........................................................................................... 10
3
Beschrijving per opleidingsperiode........................................................................ 11
3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3
Eerste opleidingsperiode in de huisartspraktijk .......................................................... 11 Globale inhoud............................................................................................................ 11 Diensten doen............................................................................................................. 12 Cursorisch onderwijs .................................................................................................. 12
3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5
Stages in een stage-inrichting .................................................................................... 13 Standaardopleidingsschema jaar 2 ............................................................................ 13 Keuzemogelijkheden stages 2e jaar ........................................................................... 13 Inhoud van de stages ................................................................................................. 14 Cursorisch onderwijs .................................................................................................. 15 Het cursorisch onderwijs in de klinische stage: de startclass ..................................... 15
3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4
Tweede opleidingsperiode in de huisartspraktijk ........................................................ 16 Globale inhoud............................................................................................................ 16 Diensten doen............................................................................................................. 17 Cursorisch onderwijs .................................................................................................. 17 Differentiaties .............................................................................................................. 17
4 Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4
Opleidingsprogramma opleiders 2011 ................................................................... 19 Opleidingsprogramma staf .......................................................................................... 22 Toetsing en beoordeling.............................................................................................. 23 Begrippenlijst............................................................................................................... 25 Beknopte versie competentieprofiel voor de huisarts ................................................. 32
2 Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
1. Inleiding
1 Inleiding 1.1 Introductie Dit is het Opleidingsplan van de Huisartsopleiding VUmc voor het jaar 2012. In dit plan wordt eerst de onderbouwing van de Huisartsopleiding VUmc gegeven en vervolgens het onderwijs aan aios beschreven. Als bijlagen treft u aan het scholingsprogramma voor de huisartsopleiders, het onderwijsaanbod voor de staf, ons toetsprotocol, een begrippenlijst en de verkorte versie van het competentieprofiel voor de huisarts. De vorm en inhoud van dit opleidingsplan worden bepaald door de daarvoor gestelde landelijke kaders; binnen deze kaders komen ook de eigen accenten van de Huisartsopleiding VUmc en de manier waarop we hier invulling aan geven aan bod.
1.2 Onderbouwing Het opleidingsplan is gebaseerd op de volgende landelijke kaders: § het Kaderbesluit CHVG § het Besluit Huisartsgeneeskunde § het Raamcurriculum 2005 § het Competentieprofiel van de huisarts § de Eindtermen huisartsopleiding 2001 § het Protocol Toetsing en Beoordeling 2005 § het Landelijk Toetsplan 2011 In vorm en inhoud zijn tevens diverse producten van het Project Vernieuwing Huisartsopleiding meegenomen, in het bijzonder: § het Competentieprofiel van de huisartsopleider § het Scholingsplan voor huisartsopleiders § het Competentieprofiel voor de docent § het Landelijk scholingsplan docenten huisartsopleiding § de Handreiking voor een Opleidingsplan § het Rapport Diensten (2005) en het daarop gebaseerde rapport ‘Aios op de Huisartsenpost, Leidraad voor het leren dienstdoen’ (SBOH en Huisartsopleiding Nederland, oktober 2011). Daarnaast wordt de inhoud van dit Opleidingsplan gevoed door de missie/visie HOVUmc voor de periode 2007-2012, die na overleg met staf, opleiders en aios is vastgesteld in 2007.
1.3 Leeswijzer In Hoofdstuk 2 vindt u een korte samenvatting van de missie/visie voor de jaren 2007-2012; ook treft u hier onze visie op leren, begeleiden en toetsen aan en de globale inrichting van de opleiding. In Hoofdstuk 3 volgt een meer gedetailleerde beschrijving van het aios-curriculum per jaar. In de Bijlagen zijn enkele voor de opleiding richtinggevende en ondersteunende documenten opgenomen. Om de leesbaarheid van dit plan te vergroten en de omvang te beperken, wordt regelmatig verwezen naar onze website www.hovumc.nl. De website wordt continu verbeterd en uitgebreid. Hierop vindt u de uitgebreidere procedurebeschrijvingen, de onderwijshandleidingen en andere onderwijsmaterialen waaraan in dit plan gerefereerd wordt.
3 Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
2. Visie HOVUmc
2 Visie HOVUmc 2.1 Missie Huisartsopleiding VUmc In 2007 hebben we de discussies rond onze missie/visie voor de jaren 2007-2012 afgerond. De missie bestaat uit de volgende vijf onderdelen: Meer dan medische kennis alleen Wij vinden het belangrijk dat huisartsen met twee benen op de grond staan: medisch inhoudelijk én communicatief. Daarom zorgen we in onze opleiding voor een breed aanbod aan medischinhoudelijk en vaardighedenonderwijs: kwalitatief goed, op de praktijk toegesneden. Daarbij integreren we - overal waar dat relevant is, maar met name in de toetsing - de twee kernelementen van het patiëntgebonden werk: vakinhoudelijk handelen én arts-patiëntcommunicatie. Het is voor ons belangrijk dat ook onze huisartsopleiders consultvoering geïntegreerd toetsen. Bij het vakinhoudelijk onderwijs leggen we de nadruk op onderwerpen die aansluiten bij de onderzoekslijnen van de afdeling huisartsgeneeskunde: alledaagse klachten, chronische ziekten, ouderenzorg en problematiek in de geestelijke gezondheidszorg. We stimuleren dat docenten en opleiders gebruik maken van de door de landelijke werkgroep Vaardigheden ontwikkelde ‘vaardighedenstations’ en 'praktijkscorelijsten' en we leggen een sterke link naar de praktijk: we schakelen toenemend huisarts-experts (bij voorkeur hao’s of eigen docenten) in als vakdocent bij workshoponderwijs op hun aandachtsgebied. Topniveau door Toetsing De kwaliteit van de opleiding wordt geborgd door veel aandacht te besteden aan toetsing. Toetsing is de motor van onze opleiding. Niet alleen bieden we veel toetsmomenten aan, maar we stimuleren ook dat de gekregen feedback ook weer vertaald wordt naar concrete leeractiviteiten. Toetsing wordt dus altijd gevolgd door feedback en een gesprek over wat deze feedback voor het praktijkleren in de komende tijd gaat betekenen. Leren en werken in de opleiding stemmen we voortdurend af op de toetsresultaten. Dat geldt voor zowel aios als huisartsopleiders. We toetsen de prestaties van de aios bij voorkeur in de dagelijkse praktijk: hoe gaan de aios om met patiënten en hun problemen, hoe functioneren zij binnen de huisartspraktijk? Er is een ruim aanbod aan toetsvormen dat alle taakgebieden van het competentieprofiel voor de huisarts dekt. Aios krijgen feedback van veel kanten: ze toetsen zichzelf en elkaar, ze worden beoordeeld door hun huisartsopleider of stageopleider, hun patiënten, de praktijkassistente(s) en/of praktijkondersteuner(s). In de totaalbeoordeling speelt ook mee wat aios met de feedback doén: hoe ze die omzetten naar gerichte leeractiviteiten. Stimuleren om te leren De Huisartsopleiding VUmc wil een inspirerende omgeving bieden om te leren en te werken. De belangrijkste leeromgeving is de huisartspraktijk. Daarom staat de motivatie, opleiding, ondersteuning, kwaliteitsbewaking en toetsing van opleiders hoog in ons vaandel. We bieden voor hao’s en aios uitdagend, activerend onderwijs waarin het praktijkleren centraal staat. Er is veel ruimte voor de persoonlijke leerstijl, keuzes en behoeften van de aios en hao’s: door vraaggestuurde keuzemogelijkheden in het onderwijs en door individuele begeleiding. Bovendien zijn onze aios actief betrokken bij ontwikkeling en uitvoering van het beleid van de opleiding (ROVAH, onderwijscommissie). Onze medewerkers bieden we mogelijkheden om zich te professionaliseren en te specialiseren. Evenals de aios begeleiden we ze aan de hand van Individuele Ontwikkelings Plannen (IOP’s) en voortgangsgesprekken, we faciliteren gerichte bijscholing en deskundigheidsbevordering. 4 Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
2. Visie HOVUmc Altijd alert op verbeterkansen De Huisartsopleiding VUmc is een lerende organisatie: we willen ons graag blijven ontwikkelen, ons kwaliteitsniveau verbeteren en alert inspelen op de veranderende praktijk. We investeren in een gericht kwaliteitsbeleid voor alle onderdelen van de opleiding. Alle onderdelen worden regelmatig getoetst; de resultaten daarvan verwerken we rechtstreeks in de werkplannen voor die opleidingsonderdelen; de werkplannen worden elk jaar geëvalueerd. De organisatie is transparant: de organisatiestructuur, de verantwoordelijkheden en het opleidingsplan zijn helder beschreven en zijn bekend bij alle medewerkers. Onze stafleden en docenten scholen zich actief bij op hun eigen vakgebied en op didactisch terrein. Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de huisartsgeneeskunde brengen we continu onder de aandacht van de staf, verwerken we in het opleidingsplan en in de onderwijsuitvoering. De blik naar buiten We willen een open organisatie zijn: toegankelijk, vriendelijk, naar buiten gericht. Dit betekent dat we belang hechten aan heldere en zorgvuldige communicatie, intern en extern. We communiceren snel en duidelijk naar aios en opleiders, we treden op een eenduidige manier naar buiten, zijn klantvriendelijk en aanspreekbaar. Samenwerking vinden we belangrijk. Onderling, tussen onze afdelingen binnen Huisartsgeneeskunde, maar ook met andere huisartsopleidingen, Huisartsopleiding Nederland, de HVRC, SBOH etc. We stimuleren de samenwerking binnen de afdeling en we participeren in landelijke werkgroepen en overleggen. We treden actief naar buiten met nieuwe resultaten en ontwikkelingen: bijvoorbeeld via publicaties, presentaties en workshops op symposia en congressen. Ook zijn we betrokken bij projecten in het buitenland (Aruba, Roemenië) om het opleiden van huisartsen daar te ondersteunen.
2.2 Visie op leren, begeleiden en toetsen 2.2.1 Visie op leren en begeleiden De opleiding biedt de aios een rijk palet aan leermogelijkheden met veel begeleiding waarbij we zo goed mogelijk willen aansluiten bij de mogelijkheden, lacunes en leerwensen van elke aios. Van de aios vereist dit een actieve opstelling, sturing van het eigen leren en een gedetailleerde verslaglegging in een portfolio van individuele leerplannen, leeractiviteiten en resultaten. Praktijkleren centraal Het accent binnen onze huisartsopleiding ligt op het bieden van een ‘krachtige leeromgeving’. We geven dit vorm in ons kwaliteitsbeleid ten aanzien van de opleidingsplaatsen én in het ondersteunend onderwijs. Het ondersteunend onderwijs op de opleiding zien we als faciliterend en ondersteunend voor het leren in en aan de praktijk. Leren en begeleiden Onze uitgangspunten voor het leren en de daarbij passende begeleiding zijn de volgende: § Leren verloopt vraaggestuurd: begeleiden is daarom vraaggericht dat wil zeggen gericht op het overbruggen van de discrepantie tussen huidige en gewenste situatie § Leren is een actief proces: begeleiden is gericht op (toenemende) zelfsturing van de lerende § Leren moet betekenisvol zijn: begeleiden is gericht op het creëren van leerervaringen in authentieke beroepssituaties
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
5
2. Visie HOVUmc Kernpunten bij het begeleiden § Zorgen voor betekenisvol leren: praktijkopdrachten, die leiden tot relevante patiëntcontacten (passend bij de fase van de opleiding) en tot actieve betrokkenheid bij de organisatie van de opleidingspraktijk § Voeren van kwaliteitsbeleid ten aanzien van de opleidingsplaatsen (zie de bijlage Opleidingsplan opleiders) § Bieden van stimuli voor de verdieping van leerprocessen (reflectieonderwijs, toetsen, assessment enz.) § Individueel begeleiden van elke aios en interveniëren bij leerblokkades (voortgangsgesprekken en waar nodig aanvullende begeleidingstrajecten)
De verantwoordelijkheid voor het begeleiden wordt gedragen door de huisartsopleiders, stageopleiders en de docenten; dit gebeurt in nauw onderling overleg en in samenspraak met de aios. Huisartsopleider, stageopleider en docenten wisselen daarbij de rollen af van coach, expert en beoordelaar. De begeleiding als coach is vraaggestuurd (proces- en ontwikkelingsgericht). De inbreng als expert is vraaggericht (moment - en onderwerpgebonden). De beoordeling is resultaatgericht (gebaseerd op betekenisvolle prestaties en getoetst aan het Competentieprofiel van de huisarts). 2.2.2 Visie op toetsen Toetsing is een integraal en sturend onderdeel van de opleiding. Veel en vaak toetsen op alle taakgebieden van het Competentieprofiel geeft opleiders en docenten zicht op waar de aios staat en op (het tempo van) diens ontwikkeling. Toetsen gebeurt bij voorkeur aan de hand van (de resultaten van) gerichte opdrachten. Ook door vakbekwaam handelen in beroepssituaties te demonstreren kan de aios laten zien over de benodigde competenties te beschikken. Landelijk worden er nu EPA’s (entrustable professional activities) beschreven die een belangrijke rol zullen gaan spelen bij de toetsing van het praktijkhandelen. Concreet gaat het om voor de praktijk relevante beroepssituaties waarbij de aios een beroep moet doen op competenties uit meerdere taakgebieden van het Competentieprofiel. Door als aios te laten zien dat al deze competenties geïntegreerd worden toegepast in het handelen en daarbij ook de juiste prioriteiten gesteld worden demonstreert de aios vakbekwaamheid. Door frequent te toetsen ontstaan even zoveel feedbackmomenten die van belang zijn voor de (begeleiding van) de leerontwikkeling van de aios. In de 3-maandelijkse voortgangsgesprekken geven docenten en opleiders/stageopleiders mede op basis van deze toetsmomenten richting en sturing aan het leren van de aios. Vaak toetsen is ook van belang om de kwaliteit van de formele toetsing volgens het Protocol Toetsing en Beoordeling te borgen. Naast toetsing door opleiders en docenten gebruiken wij ook toetsing door de aios zelf (selfassessment) en door collega-aios (peerassessment). Op basis van de prestaties van de aios vormen docenten en huisartsopleider/stageopleider zich een beeld van de ontwikkeling van de aios. De verzamelde beoordelingen van deze beoordelaars resulteren in een advies aan het Hoofd van de opleiding ten behoeve van de (selectieve) beoordeling. Zie ook de bijlage ‘Toetsing en Beoordeling’ en de website www.hovumc.nl
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
6
2. Visie HOVUmc
2.3 De inrichting van de opleiding 2.3.1 Regelgeving De duur van de onderdelen van het curriculum en de mogelijkheid voor een differentiatie zijn vastgelegd in het Kaderbesluit CHVG en het Besluit Huisartsgeneeskunde. Artikel B.2, lid 1 van het Besluit Huisartsgeneeskunde beschrijft de onderdelen van de opleiding: De aios volgt opleidingsperioden in een huisartspraktijk gedurende in totaal 21 maanden tot 30 maanden. De aios volgt stages buiten de huisartspraktijk gedurende in totaal 6 tot 15 maanden, waaronder: a) een klinische stage van ten minste 6 maanden: eerste hulp/chirurgie, interne, kindergeneeskunde, gynaecologie/verloskunde. b) Daarnaast kan een keuze worden gemaakt uit onderstaande stages: § Chronische complexe problematiek § Psychiatrische problematiek § Ook kan de aios één of meer keuzemodules volgen gedurende in totaal ten hoogste 6 maanden Daarbij dient de onderstaande regelgeving in acht te worden genomen. Richtlijn 93/16/EEG bepaalt in artikel 31, lid c dat de (ten minste driejarige) opleiding dient te bestaan uit een periode van ten minste zes maanden in een erkend opleidingsziekenhuis en van eveneens ten minste zes maanden in een erkende huisartsopleidingspraktijk. Voorts is het volgende bepaald: “Onverminderd deze minimumperioden mag de praktische opleiding evenwel ten hoogste zes maanden worden vervangen door een opleiding in andere instellingen of organisaties voor gezondheidszorg die relevant zijn voor de huisartsgeneeskunde.” Dit betekent dat naast de opleidingsperiode(n) in de huisartspraktijk en de stage(s) in een ziekenhuis, maximaal 6 maanden mogen worden besteed aan stages bij andere instellingen dan een huisartspraktijk of (algemeen) ziekenhuis, zoals een verpleeghuis of een GGZ-instelling. Langere stages zijn uitsluitend mogelijk indien deze in de huisartspraktijk of in een ziekenhuis plaatsvinden. 2.3.2 Opbouw aios curriculum HOVUmc, standaard en afwijkingen Het standaard Individueel Opleidings Schema (IOS) Als regel start de aios met een opleidingsperiode in de huisartspraktijk. Voor de hierop volgende periodes stelt de aios samen met de betrokken docenten en de teamleiders een IOS (Individueel OpleidingsSchema) samen, dat een optimaal perspectief biedt voor de verdere ontwikkeling van zijn/haar competenties. Uitgegaan wordt van een voltijds programma. Opleiding in deeltijd veroorzaakt aanpassingen van het schema. Het standaard opleidingsprogramma bestaat uit een eerste opleidingsperiode van 12 maanden in de huisartspraktijk. Het tweede jaar bestaat als regel uit de verplichte klinische stage van 6 maanden en uit een stage psychiatrische problematiek (GGZ-stage) en een stage chronische complexe problematiek (chronische zorgstage), beide 3 maanden durend. De volgorde van deze stages wordt in belangrijke mate bepaald door de logistieke mogelijkheden. De opleiding wordt afgesloten met de tweede opleidingsperiode in de huisartspraktijk van 12 maanden. Op dit standaard-IOS zijn afwijkingen mogelijk; vrijstellingen, IOS-wijziging tweede jaar, differentiaties of aiotho-traject.
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
7
2. Visie HOVUmc 1. Vrijstellingen De regelgeving biedt de mogelijkheid om vrijstelling te verkrijgen voor delen van de opleiding. Deze vrijstelling wordt aangevraagd uiterlijk binnen 2 maanden na aanvang van de opleiding. Het ligt voor de hand om een vrijstelling aan te vragen wanneer zich die mogelijkheid voordoet. Dit hoeft echter niet. 2. IOS-wijziging tweede jaar In het tweede jaar volgt de aios stages gedurende in totaal 6 tot 15 maanden, waaronder (a) een klinische stage van ten minste 6 maanden; daarnaast kan (b) een keuze worden gemaakt uit onderstaande stages: § Chronische complexe problematiek § Psychiatrische problematiek De aios kan één van deze beide stages inwisselen tegen een keuzestage van 3 maanden (dit kan zijn een klinische stage, een verlenging van de tweede huisartsstage of een verlenging van de stage chronische complexe problematiek of de stage psychiatrische problematiek, of een andere nader omschreven keuzestage). Daarnaast bestaat de mogelijkheid om een extra klinische stage van 3 maanden te volgen, waarbij de tweede huisartsstage met 3 maanden wordt ingekort. De aios levert hierbij dus geen van de andere tweedejaars stages in. Hiervoor dient vóór het begin van jaar 2 een gemotiveerd verzoek ingediend en goedgekeurd te zijn. Het aanvraagformulier hiervoor kunt u vinden op de website www.hovumc.nl - aios jaar 2 algemeen - IOS-wijziging. 3 Differentiaties Strikt genomen geeft het volgen van een differentiatie (zie ook par. 3.3) geen aanleiding tot een wijziging van het IOS, omdat het een integraal onderdeel van de tweede huisartsstage betreft. Het verdient echter aanbeveling om al in een vroeg stadium van de opleiding na te gaan welke mogelijkheden er zijn, eventueel in samenhang met de IOS-keuzes in het tweede jaar, om extra bekwaamheden te verwerven tijdens de opleiding. Vanaf september 2009 wordt het differentiatieonderwijs voor een groot deel op hetzelfde moment gegeven als de keuzeworkshops (zie tweede opleidingsperiode in de huisartspraktijk). Deelname aan een differentiatie kan dus inhouden dat een groot deel van de workshops niet gevolgd kan worden. We streven ernaar om een deel van het cursorisch onderwijs tijdens de differentiaties ook als workshop aan te bieden om niet-differentiërende aios de mogelijkheid te bieden dit ook te volgen. Om het differentiatieaanbod te vergroten werken we samen met de Huisartsopleidingen van AMC/UvA en Leiden. In 2012 zullen mogelijk ook Utrecht en Rotterdam hierbij aanhaken. 4 Aiotho-traject Sinds een aantal jaar bestaat er in Nederland de mogelijkheid om de huisartsopleiding te combineren met het uitvoeren van een promotieonderzoek. Deze combinatie heet een aiotho-traject (arts in opleiding tot huisarts en onderzoeker) en duurt 6 jaar. De aiotho sluit dit traject bij aangetoonde geschiktheid af met een afgeronde opleiding tot huisarts als een wetenschappelijke promotie. De afdeling Huisartsgeneeskunde VUmc ziet het aiotho-traject als een goede manier om de wetenschappelijke ontwikkeling van de huisartsgeneeskunde te bevorderen. Het College voor Huisartsgeneeskunde en Verpleeghuisartsgeneeskunde heeft in het BESLUIT CHVG no. 9 - 2000 regels opgesteld voor het aiotho-traject. De HVRC ziet toe op de toepassing van dit besluit. Dit zijn de regels:
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
8
2. Visie HOVUmc §
§
§
§
Het aiotho-model is gebaseerd op het vervlechten c.q. afwisselen van perioden van de opleiding tot huisarts met perioden van wetenschappelijk onderzoek volgens een tevoren vastgesteld schema. Ten minste een jaar van de onderzoeksperiode vindt plaats na aanvang van de opleiding en binnen de voltooiing daarvan; ten behoeve van het verwerkelijken van het aiotho-model wordt de totale tijdsduur van de opleiding met ten hoogste drie jaar op voltijdsbasis verlengd. Het hoofd van het opleidingsinstituut draagt de verantwoordelijkheid voor het opstellen van het gecombineerde traject c.q. het inbedden van het onderzoek in het opleidingstraject; het onderzoeksdeel van de opleiding is wetenschappelijk goedgekeurd door een promotor en de huisartsgeneeskundige relevantie is beoordeeld door een hoogleraar huisartsgeneeskunde (dit mag de promotor zijn); voorafgaand aan of tijdens de opleiding is door het hoofd van het opleidingsinstituut en de onderzoekbegeleider een voorstel voor de fasering van onderzoek en opleiding overeengekomen. Het hoofd van de opleiding biedt de HVRC een gecombineerd onderzoeks / opleidingsschema aan ter toetsing aan de CHVG-regelgeving; de HVRC neemt binnen twee maanden nadat het verzoek is ontvangen daarop een beslissing en doet van zijn beslissing mededeling aan het hoofd van de opleiding en aan de betreffende arts.
Verdere uitwerking van de wijze waarop het aiotho-traject wordt vorm gegeven binnen de huisartsopleiding VUmc is te vinden op www.hovumc.nl - aiotho worden? 2.3.3 Cursorisch onderwijs aios en hao’s De aios volgt per jaar minimaal 40 dagen cursorisch onderwijs. In ons aanbod bieden we de garantie dat de aios de mogelijkheid heeft deze 40 dagen ook te volgen. Het cursorisch onderwijs bestaat uit het onderwijs tijdens de terugkomdagen, het vrijdagkeuzeonderwijs, overig niet-groepsgebonden keuzeonderwijs en het differentiatieonderwijs. Daarnaast kan de aios ook gevolgde geaccrediteerde nascholing opvoeren als cursorisch onderwijs. Voorbeelden hiervan: NHG-congres, LOVAH-congres, wetenschapsdagen NHG en geaccrediteerd PAOH-aanbod. De aios verzamelt de bewijsstukken hiervan in het eigen Portfolio. Daarnaast bieden we in jaar 1 en jaar 3 acht dagen parallelonderwijs aan hao's aan. Eén van deze dagen (in het begin van het jaar) is een koppelbijeenkomst waarbij zowel de aios als hun opleiders aanwezig zijn. De doelen van het parallelonderwijs zijn het afstemmen tussen docenten en opleiders over de (leer)ontwikkeling van de aios, het faciliteren van het praktijkleren van de aios door de opleider en het leren toepassen van didactische vaardigheden door de opleiders. Halverwege het stagejaar vindt er daarnaast ook een praktijkbezoek plaats van de docent aan de opleidingspraktijk, waarin middels een driegesprek docent-opleider-aios het niveau van functioneren van de aios wordt besproken en afspraken worden gemaakt over de leerdoelen en de begeleiding voor de eerstkomende periode van de opleiding. 2.3.4 Zelfstandige perioden Zowel in de eerste als in de tweede opleidingsperiode in de huisartspraktijk voert de aios enige tijd zelfstandig (dat wil zeggen onder supervisie op afstand door een andere dan de eigen huisartsopleider) de opleidingspraktijk. In het eerste jaar gaat dit om 2x1 week (niet in de eerste 4 maanden van de opleiding); in de tweede huisartspraktijkstage om ofwel 2x1 week ofwel een periode van 2 weken aaneengesloten. Het belang van de zelfstandige periodes ligt met name in de gelegenheid voor aios om ervaring op te doen met patiënten die anders minder frequent gezien worden; in de zelfstandige periode(s) tijdens de tweede opleidingsperiode in de huisartspraktijk doet de aios daarnaast ook ervaring op met managementtaken in de opleidingspraktijk.
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
9
2. Visie HOVUmc
2.3.5 Individuele begeleiding Naast het groepsonderwijs krijgt elke aios ook individuele begeleiding. Deze begeleiding wordt in nauwe onderlinge afstemming geboden door opleiders/stageopleiders en docenten. In de 3maandelijkse voortgangsgesprekken wordt de ontwikkeling van de aios besproken; de aios geeft met behulp van een Individueel OntwikkelingsPlan (IOP) richting aan de eigen leeractiviteiten. Het IOP wordt minimaal 1x per 3 maanden geactualiseerd. De aios demonstreert de eigen voortgang in het eigen Portfolio; hierin worden minimaal de resultaten van alle verplichte toetsen, de verslagen van de voortgangsgesprekken en de achtereenvolgende versies van het IOP opgenomen. Daarnaast is hierin ruimte voor de aios om eigen prestaties te demonstreren (video van geslaagd consult, zelf gegeven onderwijs, presentaties, voorbeelden van vakbewaam handelen bij ‘EPA’s’ (entrustable professional activities), buiten de opleiding gevolgd onderwijs enz. Bij gecompliceerde trajecten of onvoldoende studieresultaten die niet met hulp van docent en opleider oplosbaar zijn, kan de aios studiebegeleiding worden aangeboden. De teamleider van het betreffende jaar wijst een daartoe gekwalificeerd staflid aan als studiebegeleider. De studiebegeleider stelt, in overleg met docenten en opleider, een aanvullend begeleidingstraject vast in samenspraak met de aios. Hierin wordt ook vastgelegd hoe getoetst gaat worden of het beoogde resultaat gehaald is. 2.3.6 Voorbeeld standaard IOS
VOORBEELD van een Standaard IOS bij voltijds programma
e
1 opleidingsperiode in de huisartspraktijk
Huisartspraktijk
stages in een stage-inrichting
§
Ziekenhuis (6 mnd)
§
Chronische complexe problematiek (2 - 4 mnd) en/of Psychiatrische problematiek (2 - 4 mnd) en/of Overige stages (3 wk – 4 mnd)
§ §
e
2 opleidingsperiode in de huisartspraktijk
Huisartspraktijk en geïntegreerde differentiatiemodule
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
Nominaal
12 -15 mnd
12 mnd
9 - 15 mnd
10
3. Beschrijving per opleidingsperiode
3 Beschrijving per opleidingsperiode 3.1 Eerste opleidingsperiode in de huisartspraktijk Doel: voldoen aan het ‘ Tussenprofiel jaar 1’ (van het ‘Competentieprofiel voor de Huisarts’) Duur: 12 - 15 maanden Plaats: huisartspraktijk onder begeleiding van een huisartsopleider Cursorisch onderwijs: 40 - 50 dagen 3.1.1 Globale inhoud In de eerste opleidingsperiode in de huisartspraktijk leert de aios het dagelijks werk van de huisarts uit te voeren. De aios raakt vertrouwd met het werkterrein en de werkwijze van de huisarts. Het adequaat omgaan met het klachtaanbod in de huisartspraktijk en de arts-patiënt communicatie staan hierbij centraal. Parallel hieraan maakt de aios zich de principes van de huisartsgeneeskundige besliskunde eigen. Ook de ondersteuning van het huisartsgeneeskundig handelen krijgt aandacht, met name het gebruik van het elektronisch Huisarts Informatie Systeem en de samenwerking met de andere medewerkers in de opleidingspraktijk. Aan het einde van deze periode is de aios in staat de huisartspraktijk zelfstandig waar te nemen wat betreft de patiëntenzorg. De vier hoofdthema’s van deze opleidingsperiode zijn: § veel voorkomende aandoeningen § acute problematiek § Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK) § veel voorkomende chronische ziekten: de primaire diagnostiek hiervan en de initiële behandeling In het kader van deze thema’s komen de volgende onderwerpen aan bod. Bij deze onderwerpen kijken we naast de medisch-inhoudelijke aspecten ook naar voor het onderwerp relevante aspecten uit andere Competentiegebieden zoals arts-patiënt communicatie, wetenschappelijke vorming etc. De onderwerpen zijn: § Top-50 huisartsgeneeskundige problemen (bv. luchtweginfecties, klachten van het bewegingsapparaat) § Farmacotherapie: kiezen, voorschrijven, vervolgen en stoppen van therapie § Spoedeisende problemen in de huisartspraktijk (o.a. pijn op de borst, bewusteloosheid); het toepassen van de ABCDE systematiek § Diagnostiek en therapie van korte episode problemen (o.a. otitis media, urineweginfecties) § Diagnostiek en therapie van problemen die meerdere contacten binnen een episode met zich meebrengen (o.a. prikkelbaar darmsyndroom, spanningshoofdpijn) § Omgaan met SOLK (Somatisch Onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten), bv. moeheid, duizeligheid; de nadruk ligt hierbij op de arts-patiënt communicatie en het professioneel handelen. § Opsporing, herkenning, diagnostiek en instellen initiële behandeling van veel voorkomende chronische ziekten in de huisartspraktijk (diabetes mellitus, astma/ COPD, hart- en vaatziekten) In deze eerste opleidingsperiode is er ook ruim aandacht voor het individuele leerproces, dat wil zeggen de manier waarop de aios vanuit het dagelijkse werk tot leeractiviteiten komt. Ruim aandacht voor reflectie op het eigen handelen en frequente toetsing zijn de hierbij gebruikte hulpmiddelen. De geplande leeractiviteiten worden vastgelegd in het Individueel Ontwikkelings Plan (IOP) waarin de aios beschrijft wat en hoe de komende tijd geleerd wordt. 11 Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
3. Beschrijving per opleidingsperiode
3.1.2 Diensten doen Deelname aan diensten is een essentieel onderdeel van het curriculum van de huisartsopleiding HOVUmc. Met name competenties ten aanzien van acute problematiek kunnen bij uitstek tijdens de diensten op de Huisartsenpost verworven worden. Het Rapport Diensten van het PVH en het SBOH rapport ‘Aios op de Huisartsenpost, Leidraad voor het leren dienstdoen’ vormen het kader voor de opleiding wat betreft het diensten doen. De huisartsopleider begeleidt de aios bij het leren invullen van de rollen van consultarts, visitearts en telefoonarts en stelt vast wanneer deze rollen zelfstandig vervuld kunnen worden. Het instituut, dan wel de Huisartsenpost waaronder de stageplaats van de aios ressorteert, verzorgt in het begin van het jaar voor de eerstejaars aios een training BasicLifeSupport en omgaan met de AED (automatische externe defibrillator). Het aantal diensten dat een aios doet wordt geregistreerd, zodat vastgesteld kan worden of een aios voldoende diensten gedaan heeft. Het minimaal aantal diensten waaraan een aios dient deel te nemen bedraagt in de eerste opleidingsperiode in de huisartspraktijk 20. Hierbij wordt uitgegaan van minimaal 12 consultdiensten (waarvan minimaal 2 zelfstandig), minimaal 6 visitediensten en minimaal 2 telefoondiensten (visitediensten en telefoondiensten in jaar 1 alleen onder supervisie van de huisartsopleider). Voor het organiseren van het leren en werken van aios op de Huisartsenpost is er door de Huisartsopleiding per preferente Huisartsenpost één van de huisartsopleiders die aan deze post is verbonden aangesteld als coördinator. 3.1.3 Cursorisch onderwijs De aios volgen in groepen van ongeveer 12 het instituutsonderwijs. De groep wordt als regel begeleid door twee docenten, doorgaans een huisarts en een gedragswetenschapper. Naast het begeleiden van de aios, individueel en als groep, verzorgt dit duo ook voor een belangrijk deel het cursorisch onderwijs. In toenemende mate worden ook de aios zelf ingeschakeld bij het voorbereiden en uitvoeren van groepsonderwijs en kan een beroep worden gedaan op expertdocenten (doorgaans huisartsen). Het cursorisch onderwijs vindt merendeels plaats op een vaste dag in de week op de huisartsopleiding; uitzondering daarop zijn de start van de opleiding met een meerdaagse introductiecursus en het keuzeonderwijs op de vrijdagen. Met behulp van praktijkopdrachten wordt steeds een verbinding gelegd tussen opleidingspraktijk en instituutsonderwijs. Er zijn vaste opdrachten (gekoppeld aan de inhoudelijke thema’s per jaar) en keuzeopdrachten.
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
12
3. Beschrijving per opleidingsperiode
3.2 Stages in een stage-inrichting Doel: voldoen aan het ‘ Tussenprofiel jaar 2’ (van het ‘Competentieprofiel voor de Huisarts’) Duur: 6 - 15 maanden Plaats: stages buiten de huisartspraktijk Cursorisch onderwijs: 20 - 53 dagen 3.2.1 Standaardopleidingsschema jaar 2 e
Het standaard opleidingsschema 2 jaar voor de aios zonder vrijstellingen bestaat uit 3 verschillende stages gedurende in totaal 12 maanden: § een verplichte klinische stage van ten minste 6 maanden voltijds in een ziekenhuis § een stage van 3 maanden in een instelling voor chronische complexe zorg en § een stage van 3 maanden in een instelling voor geestelijke gezondheidszorg Hierbij zijn de volgende stages mogelijk: § Klinische stage: SEH, interne geneeskunde, chirurgie, kindergeneeskunde, gynaecologie. § Chronische complexe problematiek (chronische zorg stage): verpleeghuis, geriatrische afdeling algemeen ziekenhuis, hospice. § Psychiatrische problematiek (GGZ-stage): diverse GGZ instellingen. § Keuzestages: verloskunde module, Wetenschappelijke stage bij het EMGO+-instituut, palliatieve zorg afdeling oncologie VUmc, KNO/Dermatologie, cardiologie, een stage als arts voor verstandelijk gehandicapten; ook een tevoren door de opleiding getoetst en goedgekeurd eigen voorstel van de aios is mogelijk.
3.2.2 Keuzemogelijkheden stages 2e jaar De Huisartsopleiding VUmc biedt de mogelijkheid om van het standaardprogramma af te wijken. Bepalende factoren hierbij zijn bv. eerdere werkervaring en vrijstellingen óf specifieke interesses. Voorafgaand aan de koppeling voor het 2e jaar moet de aios een gemotiveerde aanvraag indienen ter wijziging van het standaard-IOS. De procedurebeschrijving alsmede de relevante aanvraagformulieren zijn beschikbaar op de website www.hovumc.nl - aios jaar 2 - algemeen. Er bestaan twee mogelijkheden om af te wijken van het standaard opleidingsprogramma: 1.
Inwisselen van de GGZ-stage of van de Chronische zorg stage
De aios heeft bijvoorbeeld wèl ervaring maar geen vrijstelling. In dat geval kan òf de GGZ stage, òf de chronische zorg stage ingewisseld worden voor: § Een keuzestage Voorbeelden: de verloskundemodule, EMGO-instituut / wetenschappelijk onderzoek, palliatieve zorg, of verstandelijk gehandicaptenzorg. § Een extra GGZ- of chronische zorg stage van 3 maanden (dus verlenging van deze stages tot 6 maanden). § Een extra klinische stage van 3 maanden. Voorbeelden: SEH, interne geneeskunde, chirurgie, kindergeneeskunde, verloskunde/gynaecologie, dermatologie (6 weken), KNO-heelkunde (6 weken). e § Een verlenging van de huisartsstage in het 3 jaar met 3 maanden.
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
13
3. Beschrijving per opleidingsperiode 2.
Extra klinische stage
De regelgeving biedt ook de mogelijkheid om een extra klinische stage naast het standaard opleidingsprogramma te volgen, dus zonder inleveren van één van de keuzestages. Deze stage wordt dan in mindering gebracht op de tweede opleidingsperiode in de huisartspraktijk. De extra klinische stage moet plaatsvinden in een ziekenhuis en mag ook gevolgd worden op een andere afdeling dan die voor de verplichte klinische stage van 6 maanden, bv cardiologie of een combinatie van ‘kleine’ vakken als dermatologie en KNO-heelkunde. Een en ander kan alleen gerealiseerd worden na overleg met de teamleider jaar 2 en de onderwijsassistente jaar 2 over de praktische mogelijkheden en de vraag of het past in het IOP van de aios. 3.2.3 Inhoud van de stages Klinische stage: Verdieping medisch-inhoudelijke kennis en vaardigheden en samenwerkingsvaardigheden met de tweede lijn. Versterken van de competenties betreffende acute spoedeisende patiëntproblemen, traumatologie en kleine chirurgische ingrepen. Globale inhoud: Werken aan klinische competenties op het gebied van ziektebeelden die in de huisartspraktijk minder geclusterd voorkomen, met name spoedgevallen. Diagnostiek en behandeling van de naar de tweede lijn verwezen problemen. Daarbij wordt ook aandacht geschonken aan de verschillen tussen eerste en tweede lijn en de communicatie tussen deze beide. De inhoud van de stage wordt beschreven in het leerwerkplan van de betreffende stage-inrichting. Chronische zorg stage: Diagnostiek en behandeling van voornamelijk oudere patiënten met complexe (chronische) problematiek op somatisch en psychogeriatrisch gebied. Ook de palliatieve zorg heeft een belangrijke plaats in deze stage. Globale inhoud: Uitbreiding van klinische competenties op het gebied van chronisch complexe aandoeningen die in de huisartspraktijk minder frequent voorkomen, maar wel relevant voor de huisarts zijn. Aandacht voor het leren opvangen van de gevolgen van een chronische ziekte met aandacht voor de systeemaspecten hiervan (begeleiden familie, gezin) en de samenwerking tussen huisarts en intramurale instelling. De inhoud van de stage wordt beschreven in het leerwerkplan van de betreffende stage-inrichting. GGZ-stage: Versterken van competenties op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg en psychosociale problematiek. Diagnostiek en behandeling van diverse psychiatrische ziektebeelden, persoonlijkheidsstoornissen, gedrags- en verslavingsproblematiek. Er wordt speciaal aandacht besteed aan diagnostisch handelen en gespreksvaardigheden bij patiënten met psychische problemen. Globale inhoud: Verbreding van klinische competenties op het gebied van veel voorkomende psychosociale en psychiatrische problematiek die in de huisartspraktijk minder frequent voorkomen. Diagnostiek en behandeling zoals die in de tweede lijn worden toegepast. De inhoud van de stage wordt beschreven in het leerwerkplan van de betreffende stage-inrichting.
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
14
3. Beschrijving per opleidingsperiode Keuzestages Globale inhoud: Deze stage(s) is gericht op competentieontwikkeling op basis van gebleken lacunes of eigen interesse. Het richtsnoer bij keuzestages is, dat de beoogde competenties beperkt leerbaar en/of toepasbaar zijn binnen de eigen opleidingspraktijk in de tweede opleidingsperiode in de huisartspraktijk en dat het aanleren van de betreffende kennis en vaardigheden een aparte stage vereist. De inhoud van de stage wordt beschreven in het leerwerkplan van de betreffende stageinrichting. 3.2.4 Cursorisch onderwijs In alle stages wordt gewerkt met opdrachten en met competentiegerichte onderwijsprogramma’s. Per kwartaal worden ongeveer 10 dagen cursorisch onderwijs georganiseerd. Voor de Klinische stage vindt een belangrijk deel van deze dagen geclusterd aan het begin van de stage plaats; voor de andere stages wordt er doorgaans gewerkt met wekelijkse terugkomdagen verspreid over de stage. De aios nemen in stagegebonden groepen deel aan het instituutsonderwijs. Alle aios van een groep volgen een gelijksoortige stage. In 2012 gaan we daarnaast experimenteren met een gemengde GGZ/CZ groep. Na het afsluiten van een stage wordt bij de aanvang van de volgende stage weer een nieuwe groep gevormd. Deze groepen worden als regel begeleid door één of twee vaste docenten. Afhankelijk van de groepsgrootte en het te behandelen thema kunnen ook expertdocenten (specialisten óf huisartsen) een deel van de begeleiding bieden. 3.2.5 Het cursorisch onderwijs in de klinische stage: de STARtclass Met ingang van 1 september 2008 bestaat het cursorisch onderwijs van de klinische stage voor een belangrijk gedeelte uit de zogenaamde ‘STARtclass’. De STARtclass is een landelijk georganiseerd programma met 2 x 4 dagen onderwijs tijdens de eerste 2 weken van de klinische stage. De cursus vindt plaats in het Medisch Training en Simulatie Centrum Nederland (Metscenter) te Bilthoven. Het hoofddoel van de STARtclass is de aios goed voor te bereiden op het praktisch werken op de SEH. Alle aios moeten met een degelijk pakket aan kennis en vaardigheden aan hun stage beginnen. Feedback op praktijkhandelen komt pas naar voren in de praktijkstage volgend op deze inleidende cursus. Daarom beperkt deze cursus zich tot het overbrengen van kennis en vaardigheden. De STARtclass heeft meerdere doelstellingen: § de aios kennis en vaardigheden meegeven aangaande spoedgevallen in de huisartspraktijk in het algemeen; § de aios inzicht geven in het verschil in epidemiologie van spoedgevallen op de SEH en in de huisartspraktijk; § de aios een basis aan kennis en vaardigheden meegeven die nodig zijn om het werken op een SEH te kunnen starten; deze basis dient verder uitgebouwd te worden tijdens de gehele SEHstage; § de aios bewust te laten worden van de eigen grenzen in kennis en vaardigheden in het ziekenhuiswerk, en de vaardigheid te verwerven om tijdig hulp in te roepen als hij/zij zijn/haar grenzen dienaangaande bereikt. De STARtclass is per definitie niet geschikt (en ook niet bedoeld) om de aios reeds vanaf de eerste weken volledig zelfstandig te laten werken. Na de STARtclass resteren nog 8 onderwijsdagen op het instituut (1x per 3 weken). Tijdens dit cursorisch onderwijs komen de volgende zaken aan bod: reflectie, toetsing en capita selecta over nog niet tijdens de STARtclass behandelde onderwerpen.
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
15
3. Beschrijving per opleidingsperiode
3.3 Tweede opleidingsperiode in de huisartspraktijk Doel: Duur: Plaats: Cursorisch onderwijs:
kunnen voldoen aan het ‘Competentieprofiel van de huisarts’ 9 - 15 maanden huisartspraktijk 27 - 53 dagen
3.3.1 Globale inhoud In deze opleidingsperiode wordt de aios waar mogelijk betrokken bij alle aspecten van het werken in de huisartspraktijk. Waar in jaar 1 de nadruk lag op het rond de thema’s bezig zijn met patiëntcontacten, wordt in deze opleidingsperiode tijdens de stage tevens nadruk gelegd op praktijkmanagement, organisatie van zorg en samenwerking. Ook wordt verdieping aangebracht ten aanzien van doorlopende thema’s binnen de opleiding (professioneel handelen, arts-patiënt communicatie, chronische zorg). De volgende thema’s komen in deze opleidingsperiode vast aan de orde: § Chronische ziektes. Toegepast op veel voorkomende chronische ziektes als diabetes mellitus, (risicomanagement) hart- en vaatziekten en astma/COPD; ook de manier, waarop de zorg bij deze aandoeningen in de opleidingspraktijk wordt geboden krijgt in deze periode aandacht (‘diseasemanagement’). Bij dit thema zijn ook polyfarmacie en ouderenzorg ondergebracht. § Psychische problematiek. De nadruk ligt op de begeleiding bij veel voorkomende psychosociale en psychiatrische aandoeningen in de huisartspraktijk. Ook de persoonlijke keuzes van de aios ten aanzien van het al dan niet zelf behandelen bij specifieke problemen en de samenwerking met andere hulpverleners hierbij staan in focus. § Palliatieve en terminale zorg. De aios begeleidt in deze fase gericht patiënten, die palliatieve en terminale zorg behoeven. De nadruk ligt zowel op het medisch handelen en de samenwerking met andere professionele zorgverleners als op de arts patiënt communicatie met de patiënt en diens zorgsysteem (familie/mantelzorgers). § Praktijkmanagement. In deze opleidingperiode verdiept de aios zich ook in de manier waarop de opleidingspraktijk georganiseerd en gestuurd wordt. Met behulp van een praktijkverbeterplan werkt de aios samen met de huisartsopleider aan een aspect van het praktijkmanagement dat verbetering behoeft. Ook voor deze opleidingsperiode worden er enkele vaste opdrachten en een aantal keuzeopdrachten aangeboden. De vaste opdrachten (‘instituutsopdrachten’) hebben vooral als doel de aios actief aan het werk te laten gaan met de bovengenoemde thema’s. De keuzeopdrachten kunnen gekozen worden als ze aansluiten bij leerwensen van aios. De aios kan een opdracht ook toespitsen op eigen leerwensen. De aandacht voor het individuele leerproces (IOP begeleiding) heeft ook in deze fase van de opleiding een wezenlijke plaats. Met het vorderen van de opleiding komt het accent toenemend te liggen op individuele leerwensen van aios en minder op leerwensen van de groep als geheel.
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
16
3. Beschrijving per opleidingsperiode 3.3.2 Diensten doen Het aantal diensten waaraan een aios dient deel te nemen bedraagt in de tweede opleidingsperiode minimaal 5 en maximaal 8 per kwartaal. De aios zal in de loop van dit jaar ook zelfstandig ‘visitedienst’ en ‘telefoondienst’ gaan uitvoeren. Voor het superviseren van de assistentes en (het accorderen van) de telefonische triage (telefoondienst) worden op de diverse posten verschillende systemen gehanteerd. Pas als de aios door zijn eigen opleider volledig bekwaam geacht wordt in alle aspecten van het diensten doen kan hij/zij deze taak gaan vervullen. Sommige posten eisen voor het invullen van de rol van regiearts (telefonische consulten en ondersteuning assistentes) door de aios dat ook de opleider aanwezig is. Ook in deze periode wordt het aantal diensten geregistreerd om vast te kunnen stellen of de aios voldoende diensten heeft gedaan. De verdeling over de verschillende dienstvormen (bij een stage van 12 maanden) is hierbij als volgt: § minimaal 6 consultdiensten ( waarvan minimaal 2 zelfstandig) § minimaal 8 visitediensten (waarvan minimaal 2 zelfstandig) § minimaal 6 telefoondiensten (waarvan minimaal 6 zelfstandig) 3.3.3 Cursorisch onderwijs De aios starten in groepen van ongeveer 12 met het derde jaar van de opleiding. Door de grote wisselingen in het aanbod van instromende derdejaars aios per kwartaal starten er ook grotere (tot 18) of kleinere (minimaal 6 aios) groepen. Groepen worden over het algemeen gedurende het gehele jaar begeleid door 2 docenten, doorgaans een huisarts en een gedragswetenschapper. De norm is één docent voor 6-8 aios, dus bij kleinere of grotere groepen wordt het aantal docenten hieraan aangepast. De inhoudelijke thema’s van het derde jaar komen aan bod via vaste thematische programma’s in de kerngroep en in een keuzeaanbod van themagebonden workshops. Deze workshops worden één middag per maand aangeboden en vinden niet plaats in de eigen kerngroep, maar in derde jaarsgroepen van wisselende samenstelling. Op basis van leerbehoeftes en aansluitend bij waar op dat moment in de praktijk aan gewerkt wordt kan de aios zich gericht hierop inschrijven. Per workshopmiddag worden er 2-3 parallelworkshops aangeboden. Ook worden er in jaar 3 aan elke aios 12 supervisiebijeenkomsten aangeboden; deze vinden plaats in groepen van elk 3 aios onder leiding van een supervisor. In supervisie reflecteert de aios over de eigen attitude, opvattingen, normen en waarden in de interactie met patiënten, collega’s, het vak en de maatschappij. In supervisie onderzoekt de aios hoe hij op zijn eigen persoonlijke wijze vorm aan het huisartsenvak geeft. 3.3.4 Differentiaties De aios hebben de mogelijkheid om in deze tweede opleidingsperiode in de huisartspraktijk te werken aan een onderdeel van het vak dat hun bijzondere belangstelling heeft: de differentiatie. Als toelatingsvoorwaarden hebben de Huisartsopleidingen van VUmc, AMC en Leiden afgesproken dat de differentiaties open staan voor aios, die: § geen onvoldoende beoordelingen hebben in jaar 1 (LHK, videotoets etc.) § geen bijzondere trajecten volgen § minimaal 0,8 in opleiding zijn § toestemming van hun opleider jaar 3 hebben voor het volgen van de differentiatie
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
17
3. Beschrijving per opleidingsperiode Aan het eind van jaar 1 worden de differentiaties geïntroduceerd bij de aios; ook wordt dan aan zowel docenten als huisartsopleider gevraagd of de aios voldoende ruimte heeft in het IOP voor het volgen van de differentiatie. Tijdens de differentiatie werken de aios met behulp van specifieke opdrachten in de opleidingspraktijk aan het differentiatiethema. Het doel is om hierbij te komen tot het niveau van functioneren van een ervaren huisarts t.a.v. dit thema. De HOVUmc differentiaties duren 6 maanden. In deze tijd worden 5 onderwijs-bijeenkomsten gegeven waarin overdracht plaatsvindt van kennis en vaardigheden en waarin de opdrachten worden geformuleerd en nabesproken. De onderwerpen zijn astma/COPD, beheer en beleid, wetenschappelijke vorming, SOLK en cognitief-gedragstherapeutische technieken (CGT). De differentiaties die aangeboden worden door AMC/UVA en Leiden duren 9 –12 maanden. De onderwerpen zijn palliatieve zorg, beleid en beheer (praktijkmanagement), ouderengeneeskunde en psychotherapeutische technieken. Het HOVUmc differentiatieonderwijs vindt plaats op de donderdag van de vierde week van de maand. Dit is ook de dag waarop de keuze- workshops gegeven worden. Het volgen van een differentiatie beperkt daarom de mogelijkheid om deel te nemen aan workshops.
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
18
Scholingsprogramma opleiders
4 Opleidingsprogramma opleiders 2011 Het competentieprofiel van de huisartsopleider Wij richten ons in dit scholingsprogramma voor hao’s met name op de Taakgebieden 2, 3 en 4 van het Competentieprofiel van de huisartsopleider, te weten ‘Didactisch handelen’, ‘Faciliteren’ en ‘Persoonlijk functioneren van de opleider’. Voor de scholing ten aanzien van Taakgebied 1 (het eigen vakinhoudelijk handelen van de huisartsopleider) leggen wij de verantwoordelijkheid bij de huisartsopleider zelf. Wel willen we de medische inhoud van de opleiding een grotere rol geven in het onderwijs: wat moet er in welke fase geleerd worden en hoe leer ik dat mijn aios? In de toetsing van aspirant-opleiders besteden we ook aandacht aan Taakgebied 1. Het curriculum voor de huisartsopleider Selectie en scholing hao’s voor de eerste koppeling Voor de selectie en eerste scholing van aspirant-opleiders organiseert de opleiding 2x per jaar een oriëntatiecursus. In deze cursus wordt informatie gegeven over wat er van een opleider verwacht wordt en worden basale didactische kwaliteiten getoetst. Na afloop hiervan stellen opleiding en aspirant-opleiders vast of ze met elkaar in zee willen gaan. Bij wederzijds akkoord volgt er de formele visitatie door de HVRC. Als deze ook met een positief advies is afgesloten dan worden kort voor de start van de eerste aios- stage 2 ‘startersdagen’ georganiseerd voor deze nieuwe opleiders. Hierin wordt o.a. een eerste opzet geformuleerd voor een opleidingspraktijkplan. Ook wordt een aanzet gedaan tot het maken van een Leerwerkplan. Dit is een herregistratie-eis voor huisartsopleiders. Opbouw in leergangen, niveaugroepen Het curriculum bestaat uit leergangen die elkaar opvolgen en na elkaar worden doorlopen. De leergangen 1 t/m 4 zijn verplicht en vormen het basiscurriculum. Leergang 5 is het keuzecurriculum voor de ervaren opleiders. Het aanbod in Leergang 5 wisselt elk jaar en omvat cursussen die het instituut ontwikkelt en uitvoert (al dan niet met ondersteuning door gastdocenten). Alternatieve invullingen in leergang 5 zijn landelijke cursussen zoals ‘Beekbergen’, supervisie en eigen projecten. Het actuele programma wordt jaarlijks in het aprilnummer van het hao-bulletin ‘HAO-proVUssioneel’ gepubliceerd, zie www.hovumc.nl - hao proVUssioneel. Elke opleider maakt dus gedurende de gehele hao-loopbaan deel uit van een leergang en volgt jaarlijks evenveel didactische scholing. Alle hao’s die een aios in de praktijk hebben worden uitgenodigd voor de jaarlijkse scholing. Voor opleiders die gemeenschappelijk opleiden is in 2007 de notitie ‘Samen opleiden’ geschreven waarin de opleidingseisen per samenwerkingsconstructie zijn beschreven. Een hao schuift op naar de volgende leergang als aan de aanwezigheidsverplichting is voldaan en volgens de leergangdocenten de beoogde doelen zijn bereikt. In welke leergang men zit is dus niet gekoppeld aan het aantal aios dat een hao in opleiding heeft gehad, maar is afhankelijk van hoeveel leergangen succesvol zijn afgesloten.
19 Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
Scholingsprogramma opleiders Alle leergangcursussen duren 4 dagen (per jaar), verdeeld over 2 blokken van telkens 2 aaneengesloten dagen in juni respectievelijk november. In de tussentijd voeren de deelnemers opdrachten in de praktijk uit en koppelen de hiermee opgedane ervaringen in het tweede blok in november terug. Voor opleiders die tijdens het eerste blok niet deel hebben genomen aan een leergang, worden in november tweedaagse modules aangeboden. Deze modules vinden om logistieke redenen in niveauheterogene groepen plaats. Een voordeel van het leergangsysteem is, dat opleiders van hetzelfde opleidingsniveau met elkaar werken. Dit maakt dat ook ervaren opleiders op niveau verder kunnen leren en voldoende nieuwe prikkels krijgen. Verder blijft de leergroep gedurende de vier basisleergangen min of meer constant, waardoor er persoonlijk en intensief gewerkt kan worden. De cursussen zijn voor 8 - 14 deelnemers en worden door 2, 3 of 4 docenten begeleid, waaronder minimaal 1 staflid en vaak ook enkele ervaren, hiervoor uitgezochte hao’s als codocenten. Over het algemeen geven dezelfde docenten een cursus gedurende meerdere jaren. Alle cursussen worden schriftelijk geëvalueerd. In 2012 zullen in totaal ca. 7 verschillende meerdaagse cursussen door het instituut worden aangeboden.
Paralleldagen Alle opleiders volgen naast de leergangen minimaal 8 zogenaamde ‘paralleldagen’ per jaar samen met alle opleiders van dezelfde aios-opleidingsgroep. Deze parallelgroepen zijn niveauheterogeen, omdat ervaren en minder ervaren opleiders samen in een groep zitten. Daarbij kunnen de ervaren opleiders vaak begeleiding bieden aan hun minder ervaren collega’s. Eén paralleldag wordt benut voor praktijkbezoeken: door één of beide docenten om koppelgericht te kunnen begeleiden. Eén van de 6 paralleldagen op het instituut is altijd een koppelbijeenkomst waarbij alle hao-aioskoppels van een groep gezamenlijk op het instituut komen om met elkaar en andere koppels te werken. In deze bijeenkomst staat het plannen van leeractiviteiten en de coaching van de hao hierbij centraal. De paralleldagen worden begeleid door de docenten van de betreffende aios-groep. Een deel van de tijd wordt besteed aan overleg met de hao-groep. Daarnaast worden, om de opleiders gericht scholing aan te bieden over nieuwe onderdelen van de opleiding en om de aansluiting bij het aios curriculum te borgen, enkele vaste programma’s in alle groepen aangeboden. Dit waren in 2010: § Het beoordelen van aios en het gebruik van de ComBeL hierbij § Registreren in het HIS door opleider en aios Voor 2011 zullen dit zijn: § Klinisch redeneren § Werken met praktijkscorelijsten Andere onderwerpen, die in alle parallelgroepen regelmatig op de agenda staan zijn: § Onderlinge consultatie over opleidingsvragen § Bespreken voortgang praktijkopdrachten § Training didactische competenties (bespreken video’s van leergesprekken)
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
20
Scholingsprogramma opleiders Mentoraat en hao-coaches Ter ondersteuning van de huisartsopleiders heeft de HOVUmc de functies van hao-mentor en hao-coach ingevoerd. Deze functies worden vervuld door ervaren en didactisch bekwame hao’s, die door het instituut zijn benaderd. Zij worden tijdens scholingsdagen getraind om hun collega’s goed te kunnen ondersteunen in hun uitvoerende werk als opleider.
Een HAO-mentor is continu beschikbaar als raadsman/-vrouw voor alle opleiders. Hij of zij is te consulteren zonder tussenkomst van de huisartsopleiding. De mentor is een ervaren huisartsopleider, die vraaggericht de professionalisering van zijn/haar hao-collega’s ondersteunt. Een HAO-coach is een hao-expert op het gebied van de didactiek. Hij of zij is beschikbaar om hao-collega’s gericht bij te scholen en te ondersteunen op het gebied van hun professionalisering als opleider. Een hao-coach kan, ook op verzoek van de opleiding, worden ingezet bij door de opleiding vastgestelde en met de hao besproken knelpunten of problemen in de uitvoering van de functie als hao. Voor recente profielen zie www.hovumc.nl – hao – opleiding opleiders – mentoren & coaches. Kwaliteitsbewaking Kwaliteitsbewaking moet ertoe leiden dat de opleider meer inzicht krijgt in het eigen competentieniveau. In enkele gevallen zal dit uitmonden in een bindend advies om gericht aan kwaliteitsverbetering te werken. Voor het systematisch en longitudinaal volgen van een opleider is een commissie van meerdere stafleden en een hao samengesteld - de HaDiDoc - die om de zoveel tijd de volgende gegevens van alle opleiders naast elkaar legt: § de hao-aios-toets (toetsing van de hao door de aios) § het evaluatieformulier dat de groepsdocenten aan het einde van elke opleidingsperiode over een opleider invullen § het evaluatieformulier dat de docenten na een meerdaagse cursus in kunnen vullen met betrekking tot opvallende observaties (positief of negatief) § de gegevens over aan- en afwezigheid tijdens leergangen en paralleldagen Naar aanleiding van deze gegevens (positief of negatief) of een ontkoppeling worden individuele gesprekken gevoerd. Soms zullen daarbij afspraken worden gemaakt over wenselijke aanpassingen of scholingsactiviteiten. Een hao-coach kan in overleg met de betrokken hao worden ingeschakeld door het instituut om met betrokkene gericht te werken aan de verbetering van concrete didactische competenties of vaardigheden. De hao-coach kan ook gevraagd worden een beoordeling te geven. Als dit niet tot zichtbare verbetering leidt kan de teamleider didactische scholing in overleg met de voorzitter van HaDiDoc aan het hoofd van de opleiding adviseren de samenwerking met de betreffende opleider voorlopig of definitief stop te zetten. Sinds 2007 worden ook structureel individuele voortgangsgesprekken met de opleiders gevoerd. Minimaal 1x per 3 jaar vindt er met elke opleider een voortgangsgesprek plaats. Bij beginnende opleiders is deze frequentie hoger. Met hen vindt minimaal 1x per jaar een voortgangsgesprek plaats.
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
21
Opleidingsprogramma staf
5 Bijlage 1
Opleidingsprogramma staf
Het Competentieprofiel voor de docent Het Opleidingsprogramma staf heeft als doel de docenten waar nodig gericht (bij) te scholen ten aanzien van de competenties van het profiel voor de docent. Deels wordt het Opleidingsprogramma gestuurd door behoeftes van de opleiding die samenhangen met de implementatie van de onderwijsvernieuwing, zoals het voeren van voortgangsgesprekken en het uitvoeren van beoordelingen. Daarnaast is er ook ruimte voor het persoonlijk invullen van het leertraject door de docent zelf.
Functioneringsgesprekken en toetsing In functioneringsgesprekken met de teamleider van het jaar waarin de docent werkzaam is, wordt aandacht besteed aan het functioneren van de docent ten aanzien van het Competentieprofiel voor de docent. Regelmatig vindt er ook een toetsmoment plaats waarbij collega-docenten en een extern deskundige een videoregistratie van een onderwijsactiviteit bekijken en hier feedback op geven.
Overzicht opleidingsactiviteiten staf • Staf 2-daagse Jaarlijks vindt er een staf 2-daagse plaats; hierin wordt in workshops naar keuze gewerkt aan het toepassen van algemene docentvaardigheden, zoals het beoordelen, het begeleiden van reflectierondes, het gebruiken van activerende werkvormen enz. De staf 2-daagse wordt gecombineerd met een bezoek aan een andere afdeling huisartsgeneeskunde om ervaringen uit te wisselen over (het omgaan met) relevante opleidingsthema’s. • Themamiddagen Twee keer per jaar wordt er een bijeenkomst voor alle docenten georganiseerd, waarin het toepassen van nieuwe taken geoefend wordt. Voorbeelden hiervan zijn: het voeren van voortganggesprekken, het beoordelen van de videotoets, het werken met het portfolio en het begeleiden van vaardigheidstrainingen. • Intervisie In de maanden dat er geen 2-daagse of themamiddagen zijn, komen de docenten in vaste subgroepen bijeen voor intervisie. De groepen zijn divers samengesteld: docenten uit verschillende jaren, zowel huisartsen als gedragswetenschappers. Inhoudelijk wordt er aandacht besteed zowel aan actuele problemen als aan de ervaringen met het toepassen van nieuwe docentvaardigheden. • Individuele trajecten Als in overleg met de teamleider blijkt dat voor de leerontwikkeling van een docent een individueel traject de voorkeur verdient, dan worden er waar mogelijk hiervoor mogelijkheden geboden. In de praktijk gaat het dan vaak om een gericht coachingstraject of een gerichte bijscholing. • Landelijk onderwijsaanbod Naast deze eigen activiteiten wordt er ook gebruikt gemaakt van het landelijk aanbod van de DSH. Beginnende docenten volgen verplicht het aanbod voor beginners, gevorderde docenten dat voor gevorderden. Ook van het in 2007 landelijk gestarte aanbod voor onderwijsontwikkelaars wordt regelmatig gebruik gemaakt.
22 Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
Toetsing en Beoordeling
6 BIJLAGE 2 Toetsing en beoordeling Inleiding Zoals ook al aangegeven in hoofdstuk 2, is toetsing één van de belangrijkste instrumenten om de leerontwikkeling van de aios te stimuleren. Daarnaast is toetsing ook van belang om zicht te krijgen en te houden op de kwaliteit van het handelen van de aios. De opleiding heeft de maatschappelijke taak om de kwaliteit van de uitstroom van aios in de beroepsgroep van huisartsen te bewaken. Toetsing heeft dan ook een belangrijke plaats binnen de Huisartsopleiding VUmc. Toelichting op reglement toetsing en beoordeling Op basis van het landelijke protocol Toetsing en Beoordeling en het Landelijk Toetsplan is een Reglement Toetsing en Beoordeling voor de Huisartsopleiding VUmc gemaakt. Dit reglement is te vinden in het Instituutsreglement op onze website www.hovumc.nl - regelgeving - instituutsreglement. In 2012 gaat een nieuw toetsprogramma HOVUmc beschreven worden. Beoordelingscommissie De beoordelingscommissie adviseert het hoofd in geval van onvoldoende voortgang van de aios. De commissie bestaat uit de teamleiders van de drie jaren van de opleiding, een aios en een voorzitter. Schematische weergave formele toetsmomenten De formele toetsmomenten tijdens de opleiding zijn gebaseerd op het Protocol Toetsing en Beoordeling 2011. Voor schema zie de volgende pagina.
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
23
Toetsing en Beoordeling
Opleidingsjaar 1 activiteit
Maanden 1 x
2
3
4 x
5
x
6
7 x
8
x
9
10 x
11
x
X
12 x
x x x
x x x
Voortgangsgesprek aios-docent Voortgangsgesprek aios-opleider Landelijke kennistoets Consulttoets(en) door docent Advies docent tbv voortgangsbeslissing Advies opleider tbv voortgangsbeslissing Go/no-go beslissing obv verzamelde resultaten door hoofd
Opleidingsjaar 2 activiteit
Maanden 1 X
2
3
4 x
5
6
7 x
8
9
10 x
11
12
x X x X
x x x
Voortgangsgesprek aios-docent Voortgangsgesprek aios-stageopleider 1 Voortgangsgesprek aios-stageopleider 2 Voortgangsgesprek aios-stageopleider 3 Landelijke kennistoets Advies docent tbv voortgangsbeslissing Go/no-go beslissing obv verzamelde resultaten door hoofd
Toelichting: Stageopleider 1 = opleider klinische stage Stageopleider 2 = opleider GGZ-stage of verpleeghuisstage of differentiatiestage Stageopleider 3 = opleider GGZ-stage of verpleeghuisstage of differentiatiestage, waarbij geldt dat het om een andere stage en stageopleider gaat dan bij 2. NB: indien volgorde en/of duur van de stages afwijkt, dan kunnen de voortgangsgesprekken anders verdeeld zijn over het jaar. Voorwaarde is dat in de laatste maand van elke stage een voortgangsgesprek met de desbetreffende stageopleider plaatsvindt.
Opleidingsjaar 3 activiteit
Maanden 1 X
2
3 X
4 x
5
6
7 X
8
x
X
9 X
x x x x
10
11
12 Voortgangsgesprek aios-docent Voortgangsgesprek aios-opleider Landelijke kennistoets Consulttoets(en) door docent Waardering van resultaten differentiatie door stageopleider Advies docent tbv voortgangsbeslissing Advies opleider tbv voortgangsbeslissing Go/no-go beslissing obv verzamelde resultaten door hoofd
Toelichting: Stageopleider = opleider differentiatiestage; dit kan de eigen opleider zijn in geval sprake is van een geïntegreerde stage in de tweede huisartsopleidingspraktijk.
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
24
Begrippenlijst
7 Bijlage 3
Begrippenlijst
Toelichting Gestreefd is naar het weergeven van alle begrippen die we gebruiken, met vermelding van de bron. Begrippen worden niet altijd eenduidig gebruikt en hebben in verschillende documenten soms een verschillende betekenis. In deze lijst is ernaar gestreefd alle betekenissen te vermelden. Voor deze begrippenlijst is gebruik gemaakt van: § Kaderbesluit CHVG 2004. (gewijzigd 2006) § Besluit huisartsgeneeskunde CHVG april 2004 § Protocol Toetsing en Beoordeling. 2011 § Competentieprofiel voor de Huisarts PVH 2005 § Compententieprofiel en Eindtermen van de Huisarts, Concilium voor de Huisartsopleiding 2009 § Eindrapport Diensten HVRC 2004 § Landelijke Begrippenlijst (versie 1 maart 2005) § Reglement Toetsing en Beoordeling HOVUmc § Handleiding Protocol T&B HOVUmc § Landelijk Toetsplan. HON 2011
Begrippenlijst
Aios * Arts in opleiding tot specialist, te weten tot huisarts, verpleeghuisarts of arts voor verstandelijk gehandicapten. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Algemene competenties * Competenties die voor ieder specialisme van toepassing zijn. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Bekwaam * Door bevoegde mensen bekwaam verklaard worden. Uit: Eindrapport Diensten van het Project Vernieuwing Huisartsopleiding, pagina 63, december 2003.
Beoordelen * Interpretatie van de toetsresultaten ten opzichte van een norm. Uit: Protocol T&B HVRC.
25 Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
Begrippenlijst Beoordelingscommissie * Commissie die op grond van de resultaten van de beoordelingsprocedure het Hoofd adviseert over de selectieve boordeling. Uit: eigen definitie HOVUmc.
Beslissen * Consequenties verbinden aan de beoordeling. Uit: Protocol T&B HVRC.
Bevoegd * Alle BIG-geregistreerde artsen die tevens geregistreerd staan in het Huisartsenregister. Uit: Eindrapport Diensten van het Project Vernieuwing Huisartsopleiding, december 2003, pag. 63.
Bijscholing * Het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden door specialisten door middel van cursorisch onderwijs. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
ComBeL (Competentie BeoordelingsLijst) * Een opsomming van de competenties die de aios in een bepaalde fase van de opleiding dient te hebben op de huisartsgeneeskundige taakgebieden.
Competentie * De kwalificatie-eisen waaraan moet zijn voldaan om als huisarts, verpleeghuisarts of arts voor verstandelijk gehandicapten te kunnen worden geregistreerd. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004. * Een geheel van kennis, vaardigheden, attitudes, eigenschappen en inzichten dat in het beroepsmatig handelen op geïntegreerde wijze wordt toegepast. Uit: Competentieprofiel voor de Huisarts 2005.
Curriculum * Overzicht van de structuur en inhoud van de opleiding op hoofdlijnen. Uit: Eindrapport Diensten van het Project Vernieuwing Huisartsopleiding, december 2003, pag. 63.
Cursorisch onderwijs * Niet-patiëntgebonden trainings- en onderwijsactiviteiten. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004. * Onderwijs in cursusvorm, los van de werkplek in de vervolgopleiding. Dit in tegenstelling tot praktijkgebonden onderwijs dat plaatsvindt op de werkplek. Uit: De arts van straks, projectgroep medisch opleidingscontinuüm, oktober 2002.
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
26
Begrippenlijst Deeltijd * Minder dan een volledige week werkzaam zijn zoals neergelegd in de betreffende regeling arbeidsvoorwaarden. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Didactische werkvormen * Deze kunnen worden ingezet door de docenten en opleiders in de onderwijsleersituatie; het betreft bijvoorbeeld samenwerken of (andere) activerende werkvormen. Uit: Van Raamplan naar Landelijk Opleidingsplan, SVUH, november 2003, pag. 17.
Discipline ‘huisartsgeneeskunde’ * De huisartsgeneeskunde in volle omvang; het gaat daarbij om de - onlosmakelijk met elkaar verbonden - aspecten van de discipline: het klinische werk en de wetenschappelijke grondslag (wetenschapsbeoefening en opleiding). Uit: Samenvatting rapport Huisartsenzorg en Huisartsenvoorziening, februari 2004, pagina 5.
Docent * Een staflid van de huisartsopleiding die de betreffende aios coacht. Uit: scholingsprogramma docenten en Competentieprofiel Docent PVH.
Educatieve beoordeling * Een oordeel geven over het al dan niet aanpassen van een individueel opleidingsprogramma. Uit: CHVG, Specifiek besluit huisartsgeneeskunde, begrippenlijst, mei 2004.
Eindterm * Is een component van een competentie, die in het kader van instructiedoeleinden onderscheiden wordt. Eigen definitie HOVUmc.
Eindtermen * Beschrijving van het aanvangsniveau van de beroepsuitoefening. Uit: Opleidingseisen huisartsgeneeskunde Besluit CHVG no. 4 -2000. * De operationalisatie van de kwalificatie-eisen, waaraan moet worden voldaan om het vakdiploma te verwerven. Uit: Eindrapport Diensten PvH 2004.
Functiebeschrijving * Het door de betreffende beroepsgroep vastgestelde beroepsprofiel van de huisarts, verpleeghuisarts of arts voor verstandelijk gehandicapten dat het uitgangspunt vormt voor de competenties. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
27
Begrippenlijst Hoofd * Hoofd van een opleidingsinstituut. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Huisartsopleider (synoniemen: hao, opleider) * Huisarts, werkzaam in een opleidingsinrichting of in de huisartspraktijk en door de HVRC erkend voor de praktijkopleiding van aios. Uit: Kaderbesluit CHVG 2004.
Individueel OntwikkelingsPlan (IOP) * Verzameling opdrachten geformuleerd door de aios en gericht aan zichzelf, waarin concrete leerdoelen en te behalen resultaten verwoord worden. Uit: eigen definitie HOVUmc.
Individueel OpleidingsSchema (afkorting IOS) * Uitwerking van het opleidingsplan op individueel niveau dat aangeeft op welke wijze de competenties kunnen worden bereikt. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Individueel scholingsprogramma * Een op de individuele arts afgestemd programma van aanvullende opleiding of scholing, bestaande uit werken onder supervisie evenals het ondernemen van deskundigheidsbevorderende activiteiten. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Instelling * Een bestuurlijke eenheid, al dan niet over meerdere locaties verspreid, waar een deelgebied van de geneeskunde wordt uitgeoefend dat door het CHVG, het CSG of het CCMS als zodanig is aangewezen of waar één of meer beroepen in de individuele gezondheidszorg worden uitgeoefend Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Instituut * Organisatie die, in universitair verband, de gehele opleiding kan coördineren en voor de uitvoering van het cursorisch onderwijs kan zorgdragen. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Instituutsreglement * Reglement dat de praktische gang van zaken tussen het opleidingsinstituut en de aios, opleiders, stageopleiders en de opleidings- en stage-inrichtingen regelt. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
28
Begrippenlijst Intercollegiale toetsing * Vorm van deskundigheidsbevorderende activiteiten waarbij systematisch reflectie door specialisten op elkaars handelen plaatsvindt met behulp van gestructureerde methoden met als doel de verbetering van het handelen in de praktijk en de zorg voor patiënten. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Kerncompetentie * Een kerncompetentie is een unieke, contextgerelateerde combinatie van competenties gericht op een kritiek beroepsmatig dilemma en omvat een volledige handeling in de zin van voorbereiding, uitvoering en reflectie. Uit: Competentieprofiel voor de Huisarts, 2005.
Leerwerkplan * Plan dat de vorm en inhoud beschrijft van het praktisch en theoretisch gedeelte van de opleiding in de praktijk van de opleider, de opleidingsinrichting of stage-inrichting, met inachtneming van het opleidingsplan. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Nascholing * Het opfrissen van reeds aanwezige kennis en vaardigheden door specialisten door middel van cursorisch onderwijs. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Ondersteunend onderwijs * Al het onderwijs dat door het instituut direct of indirect aangeboden wordt dat faciliterend is aan het praktijkgebonden leren. Dit onderwijs omvat het cursorisch onderwijs, maar ook al het onderwijs aan opleiders, stagebegeleiders en aios. Uit: Eigen definitie HOVUmc, ontleend aan LOP PVH 2005.
Onderwijsdoelen * De onderwijskundige vertaling van de eindtermen naar onderdelen van de opleiding. Uit: Opleidingseisen huisartsgeneeskunde Besluit CHVG no. 4 -2000.
Opleider * Huisarts, werkzaam in een opleidingsinrichting of in de huisartspraktijk en door de HVRC erkend voor de praktijkopleiding van aios. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Opleiding * De opleiding tot huisarts, verpleeghuisarts of arts voor verstandelijk gehandicapten. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
29
Begrippenlijst Opleidingsinrichting * Door de HVRC erkende instelling, dan wel een locatie van de instelling, waar praktijkopleiding plaatsvindt. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Opleidingsinstituut * Instituut dat ten behoeve van de opleiding tot huisarts, verpleeghuisarts of arts voor verstandelijk gehandicapten door de HVRC erkend is. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004 * De organisatie die, in universitair verband, belast is met het verzorgen van het theoretische deel van de opleiding en het organiseren en begeleiden van het praktische deel. Uit: Opleidingseisen huisartsgeneeskunde Besluit CHVG no. 4 -2000.
Opleidingsplan * Door een opleidingsinstituut opgesteld plan dat de inrichting en de uitvoering van de opleiding beschrijft en het kader vormt voor de individuele opleidingsprogramma’s evenals voor de leerwerkplannen van de opleidings- en stage-inrichtingen. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004. * Beschrijving van de couleur locale door het betreffende instituut binnen de kaders van het landelijk opleidingsplan. Uit: Van Raamplan naar Landelijk Opleidingsplan, SVUH, november 2003, pag. 17.
Portfolio * Door de aios zelf te vullen en te beheren verzameling van bewijsstukken van de eigen voortgang gedurende de opleiding
Raamcurriculum * Landelijk geldend kader ten behoeve van het inrichten van de opleiding conform de opleidingseisen, inclusief de competenties. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Reflecteren * Een mentale activiteit, gericht op het onderzoeken van het eigen handelen in een bepaalde situatie. Daarbij gaat het om het verhelderen, expliciteren en integreren van kennis, vaardigheden en gevoelens, waarden en normen die aan het eigen handelen ten grondslag liggen. Uit: Eigen definitie HOVUmc, ontleend aan Raamplan Huisartsopleiding, april 2001, pag.19.
Selectieve beoordeling * Een oordeel geven over het al dan niet voortzetten van de opleiding. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
30
Begrippenlijst Specialisme gebonden competenties * Competenties die voor een bepaald specialisme van toepassing zijn. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Stage * Periode van praktijkopleiding onder begeleiding van een stageopleider. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Stage-inrichting * Door de HVRC erkende al dan niet over meerdere locaties verspreide instelling of afdeling van een instelling waar een stage kan worden gevolgd voor een specialisme. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Stageopleider * Degene die een stage in een stage-inrichting als onderdeel van de opleiding in een specialisme verzorgt en door de HVRC is erkend voor de praktijkopleiding van aios. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Toetsing * Vaststellen of en in welke mate aan de leerdoelen is voldaan. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Voltijds * Een volledige week werkzaam zijn zoals neergelegd in de betreffende regeling arbeidsvoorwaarden. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Vrijstelling * De ontheffing van de verplichting deel te nemen aan een gedeelte van de opleiding met als gevolg bekorting van de duur van de opleiding. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004. Wetenschappelijk onderzoek * Het opzetten en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek op universitair niveau op het terrein van het betreffende specialisme. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Zelfstudie * Voor de opleiding noodzakelijke activiteiten die geen deel uitmaken van de praktijkopleiding en het cursorisch onderwijs. Uit: Kaderbesluit CHVG, 19 februari 2004.
Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012
31
Beknopte versie competentieprofiel voor de huisarts
8 Bijlage 4 Beknopte versie competentieprofiel voor de huisarts CHVG- Besluit van 21 augustus 2008 opleidings-, erkennings- en (her)registratie-eisen voor het specialisme huisartsgeneeskunde De specialisme gebonden competenties zijn de volgende: 1. ten aanzien van medisch handelen: i. de huisarts interpreteert de klacht binnen de context; ii. de huisarts past het diagnostisch, therapeutisch en preventief arsenaal van het vakgebied doelgericht en evidence based toe; iii. de huisarts levert op gestructureerde wijze eerstelijnszorg; 2. ten aanzien van communicatie: i. de huisarts bouwt effectieve behandelrelaties met patiënten; ii. de huisarts past communicatietechnieken- en middelen doelgericht toe; iii. de huisarts betrekt de patiënt actief bij de besluitvorming. 3. ten aanzien van samenwerking: i. de huisarts draagt bij aan effectieve intra- en interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg; ii. de huisarts past samenwerkingsvaardigheden doelgericht toe; iii. de huisarts verwijst doelgericht op basis van actueel inzicht in de expertise van andere zorgverleners. 4. ten aanzien van organisatie: i. de huisarts realiseert integrale en doelmatige huisartsenzorg die continue en toegankelijk is; ii. de huisarts past organisatie- en managementprincipes doelgericht toe; iii. de huisarts gebruikt informatietechnologie voor optimale patiëntenzorg. 5. ten aanzien van maatschappelijk handelen: i. de huisarts bevordert de gezondheid van individuele patiënten en groepen patiënten; ii. de huisarts handelt overeenkomstig de geldende wetgeving voor de huisarts (WGBO, BIG, BOPZ, KNMG-groene boekje); iii. de huisarts behartigt de belangen van (toekomstige) patiënten naar aanleiding van incidenten in de zorg; iv. de huisarts handelt kostenbewust. 6. ten aanzien van kennis en wetenschap: i. de huisarts onderbouwt de zorg op wetenschappelijk verantwoorde wijze; ii. de huisarts bevordert ontwikkeling en implementatie van vakkennis; iii. de huisarts bevordert de deskundigheid van studenten, aios en van collegae en andere zorgverleners. 7. ten aanzien van professionaliteit: i. de huisarts houdt persoonlijke en professionele rollen in evenwicht; ii. de huisarts werkt systematisch en doelbewust aan verbetering van zijn beroepsmatig functioneren; iii. de huisarts gaat binnen het kader van de beroepsethiek bewust om met voorkomende verschillen in normen en waarden.
32 Huisartsopleiding VUmc – Opleidingsplan 2012