openbare basisschool
Colofon: Openbare basisschool “De Dromedaris” Wolfsbossingel 105 6642 CM BEUNINGEN Telefoon 024-677 74 28
Website www.dedromedaris.nl Vormgeving en realisatie ontwerpbureau Voltage, Nijmegen Tekeningen kinderen van de Dromedaris
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
E-mail
[email protected]
2
Inhoudsopgave
Woord vooraf School 1.1 1.2 1.3 1.4
Gegevens school Situering van de school Kenmerken directie en leerkrachten Stichting Oeverwal
Waar de school voor staat 2.1 2.2 2.3
Algemene doelstellingen, uitgangspunten en slogan 2.1.1 Kernwaarden Werk- en leefklimaat van de school 2.2.1 Omgang tussen kinderen 2.2.2 Omgang tussen leerkracht en kinderen 2.2.3 Verantwoordelijkheid Kwaliteit 2.3.1 Werken met kwaliteitskaarten 2.3.2 Vragenlijsten voor ouders en leerlingen 2.3.3 Onderwijsinspectie 2.3.4 Schoolplan en ambities
3.1 Organisatie van de school 3.1.1 Groeperingsvormen 3.1.2 Visie op onderwijs 3.2 Onderwijsactiviteiten met de kinderen 3.2.1 Het onderwijs in de groepen 1-2 3.2.2 Het onderwijs in de groepen 3 t/m 8 3.2.3 Coöperatief leren en zelfstandig leren en werken 3.3 Het leerstofaanbod 3.3.1 Aanvankelijk en voortgezet technisch lezen 3.3.2 Begrijpend en studerend lezen 3.3.3 Taal 3.3.4 Spelling 3.3.5 Rekenen 3.3.6 Schrijven 3.3.7 Engels 3.3.8 Wereldoriënterende vakken 3.3.9 Expressie activiteiten 3.3.10 Cultuureducatie 3.3.11 Bewegingsonderwijs 3.3.12 Werken met computer (ICT) 3.4 Speciale activiteiten 3.5 Vervanging bij ziekten en ander verlof 3.6 Stagiaires
Zorg voor de kinderen 4.1 4.2
Opvang van nieuwe leerlingen in de school 4.1.1 Plaatsing van een kind op school Volgen van de ontwikkelingen van de kinderen in de school 4.2.1 Volgen van het leerproces 4.2.2 Verslaglegging van gegevens 4.2.3 Contactgesprekken
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
Organisatie van ons onderwijs
3
4.3 4.4
Speciale zorg voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften 4.3.1 Kennismakingsgesprekken en handelingsgericht werken 4.3.2 Procedure ten aanzien van het bieden van specifieke zorg 4.3.3 Zorg binnen de groep door de leerkracht 4.3.4 Gedeelde verantwoordelijkheid 4.3.5 Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong/ (hoog)begaafde kinderen 4.3.6 Passend onderwijs, schoolondersteuningsteam en multidisciplinair overleg 4.3.7 Passend onderwijs, ondersteuningsprofiel Begeleiding van de overgang naar het voortgezet onderwijs 4.4.1 Voorlichting aan de ouders 4.4.2 Procedure
Ouders 5.1 Het belang van betrokkenheid 5.2 Informatievoorziening aan ouders 5.2.1 Informatieavonden 5.2.2 Open dag 5.2.3 Nieuwsbrief 5.2.4 Website 5.2.5 Klasbord 5.3 Inspraak 5.3.1 Medezeggenschapsraad 5.3.2 Ouderraad 5.4 Ouderhulp 5.5 Vieringen met ouders 5.6 Overblijven en Buitenschoolse Opvang 5.7 Wet op de kwaliteitszorg - klachtrecht 5.7.1 Procedure 5.7.2 Vertrouwenspersoon 5.7.3 Interne Contactpersoon
De school en zijn relaties 6.1 Onderwijsinspectie 6.2 Schoolartsendienst/ GGD/ schoolverpleegkundige 6.3 Schoollogopedische dienst Maas en Waal 6.4 Schoolbegeleidingsinstanties 6.5 NIM: Instelling voor Maatschappelijk Werk 6.6 Het Sociaal Team Beuningen en Centrum voor Jeugd en gezin 6.7 Jeugdbescherming Gelderland 6.8 Organisaties voor educatie/ vorming
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6
Schooltijden Begin van de schooltijd Eet- en drinkpauze Ophalen van kinderen Afwezig zijn Regels in geval van schoolverzuim
Belangrijke weetjes
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
De regeling schooltijden
4
Een woord vooraf vanuit de directie
Beste ouders / verzorgers, Voor u ligt de Schoolgids van de Dromedaris. In deze gids geven wij een beeld over hoe wij het (samen) leren en werken zien op onze school. Wij geven aan op welke inzichten ons onderwijs gebaseerd is, hoe we de kwaliteit van ons onderwijs beoordelen en verbeteren, op welke manier ons onderwijs georganiseerd is en op welke wijze ouders en school samenwerken. Onze Schoolgids geeft u de kans om te zien of de school aan uw ideeën beantwoordt. Tevens hebben we ons zogenaamde Jaarboek. Dit Jaarboek wordt u aan het begin van het nieuwe schooljaar apart gemaild of uitgereikt. Hierin beschrijven we meer praktische zaken en weetjes. Ook namen van externe instanties en e-mail adressen van de leerkrachten worden in het Jaarboek vermeld. Tevens wordt aan het begin van het nieuwe schooljaar een namen- en adressenlijst verstrekt met daarin de namen en adressen van de kinderen in de groep waarin uw kind zit. Ook noodnummers van de directie staan op deze lijst. In onze Schoolgids spreken we over ouders. Met ouders bedoelen we alle volwassenen die de zorg voor onze kinderen hebben. We hopen dat u deze Schoolgids met plezier zult lezen. Voor reacties en suggesties ten aanzien van de Schoolgids en het Jaarboek houden wij ons van harte aanbevolen! De tekeningen in deze Schoolgids zijn gemaakt door kinderen van “onze” Dromedaris.
Namens het team van de Dromedaris, Monica Lumkes en Hans van Toor
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
5
Een woord vooraf vanuit de directeur-bestuurder van stichting Oeverwal
Beste ouders / verzorgers, Allereerst wil ik u en uw kind van harte welkom heten op de school die u gekozen heeft. Voor u ligt de schoolgids van deze school. Een “gids” informeert u en wijst u de weg. Dat gebeurt ook hier. Deze schoolgids informeert u namelijk over alle belangrijke zaken waar uzelf of uw kind mee te maken krijgt. Daardoor krijgt u een beeld van wat de school te bieden heeft aan onderwijs en alles daar omheen. Uw school is onderdeel van negen scholen onder de naam stichting “Oeverwal”. Elke Oeverwal-school heeft een eigen onderwijsconcept, een eigen organisatievorm en eigen schoolgebonden beleid en regels. De school is echter ook onderdeel van een groter geheel, een team van scholen. In dat Oeverwal-team worden sommige zaken voor alle scholen tegelijk geregeld, soms door mensen van het stafbureau, soms door de directeur-bestuurder van onze Stichting. Samen staan we voor goed onderwijs voor elk kind. Dat gebeurt op élke Oeverwal-school, in een veilige omgeving. Professionele, hard werkende, mensen doen daar hun uiterste best om de talenten van de kinderen optimaal te ontplooien. Elke Oeverwal-school levert aldus haar bijdrage aan de totale persoonsontwikkeling. Niet alleen qua kennis. Er is ook de nodige aandacht voor de creatieve, sociale en emotionele ontwikkeling. Als daarmee een stevig en evenwichtig opgebouwd fundament is gelegd voor vervolgonderwijs “op maat”, dan is ons doel bereikt. U zult hierover ongetwijfeld meer kunnen lezen in deze gids, want elke school kan u daarover veel meer melden. Mede namens het bestuur van stichting Oeverwal wens ik u een prettige en vooral leerzame schooltijd toe.
Gerard van der Burgt Directeur-bestuurder stichting Oeverwal
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
6
1
School
1.1
Gegevens school Openbare basisschool de Dromedaris Wolfsbossingel 105 6642 CM Beuningen tel.: 024 - 6777428 e-mail:
[email protected] internetsite: www.dedromedaris.nl De Dromedaris is een openbare basisschool voor kinderen van 4 tot en met 12 jaar. Dat betekent dat wij open staan voor alle kinderen. Wij hanteren het leerstofjaarklassensysteem, met veel aandacht voor het individuele kind en het samen spelen en werken tussen kinderen. Het ondersteuningsprofiel beschrijft de zorg die wij als reguliere basisschool kunnen bieden.
1.2
Situering van de school De school staat in het zuidoosten van Beuningen in de wijk de Beuningse Plas. De school is goed bereikbaar vanuit elke wijk in Beuningen, o.a. over vrij gelegen fietspaden. De aangrenzende wijken zijn verkeersluw.
Kenmerken directie en leerkrachten De directie van de school bestaat uit een meerhoofdige directie met twee directeuren. Beiden beschikken over het diploma Directeur Primair Onderwijs. Eén directeur is op universitair niveau afgestudeerd als psycholoog. De directie van de school wordt bijgestaan door twee bouwcoördinatoren (onderbouw - bovenbouw) en twee intern begeleiders. Samen vormen de directie en de bouwcoördinatoren het Management Team van de school. Het aantal leerkrachten op 1 oktober 2015 is 25; 4 leerkrachten werken in voltijd en 21 leerkrachten in deeltijd. De school beschikt daarnaast over twee conciërges (in deeltijd) en een administratief medewerkster (in deeltijd). Verder werken er een aantal vrijwilligers op onze school, ter ondersteuning of voor extra handen in de klas. Alle leerkrachten zijn gekwalificeerd. Ons team kent een aantal specialisten: één IB-er is op universitair niveau afgestudeerd als orthopedagoog en heeft de master Special Educational Needs afgerond, de andere IB-er is op HBO niveau afgestudeerd als pedagoog en heeft de IB opleiding afgerond. Eén bouwcoördinator heeft de middenmanagement opleiding afgerond.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
1.3
7
Verder werken we met specialisten- coördinatoren. Dit zijn leerkrachten met een speciale taak binnen de school, zij zijn medeverantwoordelijk voor de implementatie en uitvoering van beleid op een bepaald gebied: • Er zijn drie taalcoördinatoren, zij hebben alle drie de opleiding tot taalcoördinator gevolgd. • Er zijn twee gedragscoördinatoren, waarvan één de master Special Educational Needs heeft behaald. • Er zijn twee rekencoördinatoren, beiden hebben de opleiding tot rekenspecialist behaald. • Ook is er één ICT-er en één cultuurcoördinator. Het ziekteverzuim binnen onze school is relatief laag. Onze organisatiestructuur ziet er als volgt uit:
Directie
Onderwijs Ondersteunend Personeel Conciërges + Administratief medewerkster
Intern Begeleiders + Bouwcoördinatoren + Groepsleerkrachten +
Stichting Oeverwal De Dromedaris ressorteert onder de stichting “Oeverwal”. Waarom heet een stichting voor primair onderwijs Oeverwal? Een oeverwal is een natuurlijke verhoging, langs een rivier, die ontstaat door het jaar in jaar uit buiten de oevers treden van de rivier. De gemeente Beuningen is gebouwd op zo’n verhoging. De oeverwal is veilig en vruchtbaar. Dat is wat de stichting Oeverwal ook wil zijn voor de kinderen in de vier kerkdorpen van de gemeente Beuningen: een veilige en vruchtbare omgeving om zich te kunnen ontwikkelen op iedere school van de stichting. Het logo weerspiegelt de beschermende verhoging tegen het water, de vier kerkdorpen en het achterliggende land. De stichting is verantwoordelijk voor 9 van de 10 basisscholen in de gemeente Beuningen. De scholen verschillen en niet alleen in de richting van de school. De krachtenbundeling per 1 januari 2006 van de katholieke, openbare en protestants-christelijke besturen tot één schoolbestuur maakt het mogelijk de kwaliteit en de diversiteit van het onderwijs te waarborgen en te verhogen. Oeverwal staat dus synoniem voor “een dijk van een onderwijsstichting”. De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
1.4
Onderwijs Personeel
8
2
Waar de school voor staat
2.1
Algemene doelstelling, uitgangspunten en slogan De Dromedaris is een school waar kinderen elkaar ontmoeten, respecteren, verschillend mogen zijn en zich veilig voelen. Vanuit deze basis vinden wij dat het onze taak is bij ieder kind een evenwichtige en optimale ontplooiing te bewerkstelligen, zodat het adequaat wordt toegerust voor het vervolgonderwijs en voor haar/zijn toekomstige plaats in de samenleving in onze 21e eeuw. Het kind wordt mede door de school in staat gesteld om kritisch, zonder vooroordelen en constructief aan die dynamische samenleving deel te nemen. Onze slogan is: De Dromedaris: Samen op maat naar een mooie toekomst!
2.1.1 Kernwaarden Onze uitganspunten zijn: 1. Een veilig en sfeervol sociaal klimaat. 2. In de basis is er sprake van structuur en rust. 3. Een goede samenwerking tussen leerkrachten, kinderen en ouders. 4. Instructie, interactie en klassenmanagement worden zo ingericht dat kinderen competentie (“ik kan het”) en autonomie (“ik ben er mede zelf verantwoordelijk voor”) ervaren. 5. Er wordt uitgegaan van ontwikkelingsgericht onderwijs. We sluiten wat betreft inhoud en didactiek zoveel mogelijk aan bij de ontwikkelings-, ondersteunings-, en onderwijsbehoefte van kinderen. 6. Kinderen leren zelfstandig werken en leren. 7. Coöperatieve werkvormen zijn een onderdeel van onze lessen. 8. Verschillen zijn vanzelfsprekend en die verschillen worden gebruikt om samen te leren en te spelen. 9. Kinderen leren verantwoordelijk omgaan met de eigen omgeving.
Werk- en leefklimaat van de school Wij willen zorg dragen voor een veilig klimaat met duidelijke afspraken en een heldere structuur. De inrichting van het klaslokaal en de school is sfeervol. Wij vinden het belangrijk alle kinderen vanuit een positieve houding te benaderen. Hierbij hebben wij hoge verwachtingen van elk kind binnen zijn of haar grenzen en mogelijkheden. Leerkrachten en kinderen zijn samen verantwoordelijk voor een sfeer waarin optimaal gewerkt, gespeeld en geleerd kan worden. Er is een duidelijke lijn en opbouw binnen de school in de aanpak.
2.2.1
Omgang tussen kinderen
Het sociaal-emotionele welbevinden van de leerlingen heeft veel invloed op hun totale functioneren. Onze school besteedt daarom structureel en systematisch aandacht aan de sociaalemotionele ontwikkeling van de kinderen. Ons team heeft vijf basisgebieden uitgekozen die goed aansluiten bij de Dromedarisvisie op de sociaal-emotionele ontwikkeling van onze leerlingen. Deze basisgebieden zijn: 1. we horen er allemaal bij 2. samen werken 3. veilig voelen 4. samen spelen 5. zorg voor materiaal en school
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
2.2
9
Onze huisstijlontwerper Frank Toonen (ontwerpbureau Voltage) heeft deze basisgebieden middels pictogrammen gevisualiseerd. In elke klas en in de centrale hal zijn de pictogrammen te zien. Door deze eenduidigheid op visueel gebied, is er een basis voor een duidelijke rode draad binnen de school. Samen met de leerlingen zijn binnen de basisgebieden gedragsregels opgesteld die wij allemaal belangrijk vinden. Deze afspraken zijn zichtbaar in de groepen en worden regelmatig besproken. We hanteren deze afspraken als een kader waarbinnen een goed en veilig pedagogisch klimaat gestalte krijgt. We vinden het belangrijk kinderen medeverantwoordelijk te maken voor het sociale klimaat in de klas.
Tevens hebben we een sociaal-emotioneel leerlingvolgsysteem waarin we het sociale welzijn van de leerlingen bijhouden. In de bovenbouw worden er vragenlijsten toegepast die de leerlingen zelf invullen, hierdoor krijgen wij als school een compleet beeld van het sociaal- emotioneel welbevinden van elke leerling. Daarnaast wordt minimaal één keer per jaar een sociogram ingevuld (vanaf groep 3). De ontwikkeling van de groep en de individuele leerlingen wordt tijdens de groeps- en/of leerlingbespreking besproken. Dit gebeurt met de leerkracht en de intern begeleider. In deze gesprekken worden ook mogelijke aanpakken voor een groep of voor een individuele leerling besproken. We hebben een “Pestprotocol” op school waarin, via een stappenplan, wordt beschreven hoe de leerkracht en de desbetreffende kinderen in een conflictsituatie aan de hand van positieve instellingen zullen handelen. Ook de rol van de ouders staat hierbij beschreven. Dit protocol wordt door het team gedragen en kan nagelezen worden op de website van de school.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
We gebruiken daarnaast een methode voor sociaal- emotionele vorming. De methode is per augustus 2015 vernieuwd. Er is gekozen om te gaan werken met ‘Kwink’. ‘Kwink’ is een nieuwe, online methode voor sociaal-emotioneel leren (SEL). Inclusief burgerschap, sociale integratie en mediawijsheid. De methode is bedoeld voor groep 1 t/m 8. ‘Kwink’ biedt een doordacht SELprogramma, gebaseerd op de laatste wetenschappelijke inzichten. De methode is gericht op preventie (van bijvoorbeeld pesten op school) en de kracht van een veilige groep. Onder andere vanuit de principes van PBS (Positive Behaviour Support). Elk jaar worden nieuwe digitale lessen gemaakt die aansluiten op de actualiteit. De methode is wetenschappelijke onderbouwd vanuit de onderzoeken van dr. Kees van Overveld (verwoord in het boek “groepsplan gedrag, planmatig werken aan passend onderwijs”).
10
2.2.2 Omgang tussen leerkracht en kind Wij geven zodanig feedback aan het kind over het werken en handelen dat het een reëel positief zelfbeeld ontwikkelt. In de omgang met het kind vragen wij ons steeds af: • of het kind zich voldoende competent voelt (ik kan…) • of het kind zich voldoende autonoom voelt (ik mag…) • of het kind zich voldoende gewaardeerd voelt (ik ben…) In dit kader hebben we de volgende afspraken gemaakt: • De leerkracht toont in zijn/haar houding respect voor de kinderen. • De leerkracht heeft vertrouwen in de kinderen en bevordert het zelfvertrouwen van de kinderen. • De leerkracht benadert de kinderen en de groep positief. • De leerkracht is betrokken en probeert zich in te leven in de gevoelens van kinderen. • De leerkracht maakt weloverwogen gebruik van complimenten en correcties. • De leerkracht zorgt ervoor dat kinderen succeservaringen opdoen. • De leerkracht toont belangstelling voor wat de kinderen bezighoudt en bevordert een maximale communicatie tussen zichzelf en de leerlingen.
2.2.3 Verantwoordelijkheid
11
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
We vinden het belangrijk dat kinderen zich geleidelijk aan steeds meer verantwoordelijk gaan voelen voor de sfeer en de dagelijkse gang van zaken in hun klas en op school. We leren de kinderen zorgvuldig om te gaan met de materialen en middelen waarmee ze werken. In dit kader voeren de kinderen allerlei taken uit zoals: het opruimen van spullen die ze gebruikt hebben, elkaar helpen bij het opruimen, het opnieuw inrichten van een kast e.d. Enkele taken (ophangen dagplanning, aanvegen vloer, rechtzetten tafeltjes e.d.) gebeuren vanaf groep 3 volgens een rooster, zodat alle kinderen aan de beurt komen. In groep 1-2 worden de kinderen bij toerbeurt “kanjer” of “hulpje”. Deze kinderen zijn gedurende een schooldag de helpende handen van zowel de juf als de kinderen.
11
2.3 Kwaliteit Onze school werkt systematisch aan de optimalisering van het onderwijs; daar gaan en staan we voor als team. Intern betekent dit: wat vinden we zelf van de kwaliteit van ons onderwijs? Wat kan beter? Richten we ons op de belangrijkste zaken? En doen we deze ook echt goed? We hebben voor verschillende onderdelen doelen opgesteld, bijvoorbeeld met betrekking tot de opbrengsten (de resultaten) die we als school willen behalen en het pedagogisch en didactisch handelen van de leerkrachten. We beoordelen niet alleen zelf of we de doelen behalen, maar laten ook anderen ons beoordelen.
2.3.1 Werken met kwaliteitskaarten Als school werken we met het kwaliteitszorginstrument WMK-PO (werken met kwaliteitskaarten - primair onderwijs). Dit instrument bevat vragenlijsten om onze kwaliteit te meten zowel voor leerkrachten en directie als voor ouders en leerlingen. Ook kunnen we met dit instrument kwaliteitskaarten maken. Een kwaliteitskaart bevat een aantal indicatoren, die gaan over het handelen van de leerkracht. Er zijn enkele kernkaarten, waarbij het gaat om basiscompetenties van de leerkracht. Kernkaarten zijn de kaarten didactisch handelen, beroepshouding en pedagogisch handelen; deze kaarten zijn in eerdere jaren al ontwikkeld, gescoord en er zijn er werkpunten geformuleerd. Een voorbeeld van een kwaliteitskaart is onze kaart “didactisch handelen”. Deze kaart bestaat uit elf indicatoren. Deze indicatoren zijn onder andere: “leerkrachten zorgen voor veel structuur in onderwijsactiviteiten”, “leerkrachten werken volgens het directe instructie model met een duidelijke uitleg” en “leerkrachten betrekken alle leerlingen bij de onderwijsactiviteiten middels differentiatie”. De kwaliteitskaart zijn richtinggevend voor het handelen van de leerkracht. Alle leerkrachten scoren zichzelf op de kaarten. Ook de directie scoort de leerkrachten op de kaarten tijdens een observatie in de klas.
2.3.2 Vragenlijsten voor ouders en leerlingen
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
De vragenlijst voor ouders wordt elke twee jaar en de vragenlijst voor leerlingen wordt elke drie jaar afgenomen. De sterke punten en de verbeterpunten worden naar ouders en kinderen teruggekoppeld, richting de ouders middels de Nieuwsbrief en richting de kinderen mondeling in de klas. Naar aanleiding van de oudervragenlijst organiseren we een ouderavond. Op deze avond gaan we nader op de uitslagen in en vragen we ouders meer specifiek om feedback. Over het algemeen zijn ouders en leerlingen erg tevreden over de school. Ouders gaven de school bij de laatste afname als gemiddeld cijfer een 7, 9 (maart 2015). Vooral de veiligheid van kinderen op school en het plezier op school worden als positief ervaren.
12
2.3.3 Onderwijsinspectie In februari 2011 is de onderwijsinspectie op onze school geweest in het kader van het vierjaarlijkse scholenbezoek. De conclusie luidt dat “de kwaliteit van het onderwijs op de Dromedaris op de onderzochte onderdelen ten minste in orde en op een aantal onderdelen zelfs goed te noemen is. Uit het onderzoek is gebleken dat de school geen tekortkomingen kent. Om die reden wordt het reeds toegekende basisarrangement gehandhaafd. De inspectie concludeert tevens dat de naleving van de wet- en regelgeving voor de standaard gecontroleerde onderdelen op orde is.” De inspectie is zeer lovend over de kwaliteit van de zorg en begeleiding die leerlingen op onze school krijgen. Daarnaast geeft zij aan dat de kern van kwaliteitszorg – het evalueren van de opbrengsten van het onderwijsleerproces, het planmatig werken aan verbeteractiviteiten en het borgen van de kwaliteit van het onderwijs- goed is. Aan onze school is het basisarrangement toegekend.
De plannen en ambities die onze school voor de komende vier jaar heeft, staan beschreven in ons schoolplan 2015-2019. De volgende uitspraken zijn van belang voor onze activiteiten en het vaststellen van de belangrijkheid daarvan. 1. Op onze school is balans in het aanbod: de aandacht wordt gericht op zowel de cognitieve als de sociaal-emotionele als de creatieve ontwikkeling. 2. Op onze school wordt systematisch (gestructureerd) aandacht geschonken aan het school- en groepsklimaat. Kinderen leren daarbij medeverantwoordelijkheid voor elkaar, de klas en de school. 3. Op onze school is er sprake van passend onderwijs. We gaan uit van onderwijsbehoeften binnen ons schoolondersteuningsprofiel. 4. Binnen ons team gaan we uit van onze eigen kracht en professionaliteit, er is sprake van gedeelde verantwoordelijkheid en vertrouwen. 5. Er worden bewuste en doelgerichte keuzes gemaakt in het aanbod en het pedagogisch en didactisch handelen waarbij we een brede ontwikkeling nastreven. 6. Kinderen kunnen keuzes maken en leren zich verantwoordelijk te voelen voor hun eigen ontwikkeling en leerproces. 7. Op onze school wordt gewerkt met actuele methoden en inzichten rondom onderwijs. We gebruiken innovatie vanuit onze kernwaarden en uitgangspunten.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
2.3.4 Schoolplan en ambities
13
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
8. Op onze school is gericht aandacht voor de specifieke onderwijsbehoeften van (meer) begaafde kinderen/ kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. 9. De 21e eeuw vaardigheden creativiteit, samenwerken, communiceren, probleemoplossend vermogen, kritisch denken, ICT-vaardigheden en culturele vaardigheden zijn onderdeel van ons aanbod. 10. Alle teamleden werken (samen) aan hun persoonlijke ontwikkeling gerelateerd aan de schoolontwikkeling. We gebruiken als team elkaars kwaliteiten om het onderwijs een meerwaarde te geven. 11. Ouders worden positief betrokken bij het onderwijs. De concrete invulling van deze betrokkenheid is in de praktijk uitgewerkt en zichtbaar. Het schoolplan wordt per schooljaar specifiek ingevuld. Hiervoor wordt elk schooljaar door de directie een jaarplan opgesteld. Daarin wordt vermeld wat de scores zijn vanuit de verschillende vragenlijsten die zijn afgenomen in het WMK-PO (ons kwaliteitszorginstrument – zie 2.3.1), wat de basisgegevens van onze school zijn en welke verbeterplannen er dat schooljaar zijn. Per verbeterplan worden doelen geformuleerd en wordt aangegeven hoe die doelen behaald gaan worden. Het jaarplan wordt met het team en met het bestuur van onze stichting Oeverwal besproken. Ook de medezeggenschapsraad wordt geïnformeerd over het jaarplan. Aan het eind van het schooljaar wordt het jaarplan geëvalueerd en wordt een jaarverslag opgesteld. Bekeken wordt of de doelen behaald zijn en welke gevolgen dit heeft voor het komende schooljaar. Ook ouders worden geïnformeerd over de verschillende verbeterplannen (onderwijskundige projecten) in de maandelijkse Nieuwsbrief. In het Jaarboek staat beschreven wat er het afgelopen jaar bereikt is.
14
3
Organisatie van ons onderwijs
3.1
Organisatie van de school 3.1.1 Groeperingsvormen De kleutergroepen zijn gemengd qua leeftijdsopbouw. Kinderen van 4, 5 en 6 jaar zitten bij elkaar. Kinderen kunnen zo veel van elkaar leren. Dit geldt niet alleen voor kennis en vaardigheden, maar met name voor sociaal-emotionele aspecten. Vanaf groep 3 zitten de kinderen veelal in leeftijdshomogene groepen. Er zijn ook enkele combinatiegroepen. Het in sociaal-emotioneel opzicht van elkaar leren blijft daarbij een belangrijk aspect. In enkelvoudige groepen en in combinatiegroepen wordt gewerkt met 3 leerwegen per leerjaar. Zo sluiten we aan op de onderwijsbehoeften van de kinderen.
Visie op onderwijs
Binnen onze school willen we kinderen het gevoel geven veilig en gewaardeerd te zijn. We willen instructie, interactie en klassenmanagement zo inrichten dat kinderen competentie (ik kan het) en autonomie ervaren (ik ben er mede zelf verantwoordelijk voor). Pas dan zullen kinderen zich werkelijk kunnen ontwikkelen. We willen een school zijn waar een goede balans tussen de cognitieve vakken, de creatieve vakken en de sociaal-emotionele ontwikkeling centraal staat. Ons ideaalbeeld is een school waarin kinderen en teamleden worden uitgedaagd hun beste kanten te laten zien. Waar allen keuzes kunnen maken en zich verantwoordelijk voelen voor hun eigen ontwikkeling en leerproces. Een school waarin het een ieder lukt om succeservaringen op te doen. Waarin kinderen en leerkrachten worden aangesproken op hun kwaliteiten en waar je ondersteund en begeleid wordt in wat je lastig vindt. Waar verschillen vanzelfsprekend zijn en waar die verschillen gebruikt worden om samen te leren en te spelen. Waar samen spelen en werken centraal staat en waar een effectieve en efficiënte organisatie structuur en rust geeft. Ons onderwijssysteem gaat uit van deze visie. In ons onderwijs wordt ontwikkelingsgericht gewerkt. Door kinderen nauwlettend en systematisch te volgen (middels ontwikkelingsmateriaal, methodes en observaties) weten we waar kinderen zijn in hun ontwikkeling en wat hun onderwijsbehoeften (inhouden en activiteiten) en wat hun ondersteuningsbehoeften (hoe leert de leerling) zijn. In ons aanbod en in onze manier van begeleiden sluiten we hier zo veel mogelijk op aan.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
3.1.2
15
Door structureel uit te gaan van verschillen doen alle kinderen succeservaringen op en worden -binnen hun eigen mogelijkheden - uitgedaagd. Leerkrachten sluiten hun pedagogische en didactische begeleiding aan op de kinderen en merken dat hun onderwijs voor alle kinderen belangrijk en betekenisvol is.
Onderwijsactiviteiten met de kinderen 3.2.1
Het onderwijs in de groepen 1-2
De ontwikkeling van het jonge kind is uitgangspunt voor de manier waarop wij het onderwijs in onze groepen 1-2 vorm willen geven. Vanuit onze visie bieden we kinderen rust, structuur, sfeer en duidelijkheid. Kinderen kunnen zich pas vrij ontwikkelen in een stimulerend pedagogisch klimaat als er rekening wordt gehouden met de drie basisbehoeften van kinderen: relatie (veilig voelen), competentie (het gevoel iets te kunnen) en autonomie (onafhankelijkheid). Onze opstelling is daarin, dat we heel goed luisteren en kijken naar kinderen, meespelen en meewerken mét kinderen en kinderen serieus nemen. Ons handelen als leerkracht stemmen we af op basis van deze observaties en reflecties. Om het jonge kind op maat te kunnen bedienen worden verschillende werkvormen ingezet waaronder de kleine kring. In een kleine kring werkt de leerkracht met een klein groepje kinderen op basis van de specifieke ontwikkelingsbehoeften. Ook het gericht inzetten van verschillende ontwikkelingsmaterialen biedt veel mogelijkheden om te differentiëren. We gaan bewust om met de inrichting van de lokalen en de keuze van de thema’s. Deze sluiten aan bij de belevingswereld van het jonge kind. Het samen spelen en werken staat bij het jonge kind centraal. We vinden het belangrijk dat er afspraken gemaakt worden over hoe er samen gewerkt en gespeeld wordt. In de kleutergroepen wordt gewerkt met een kiesbord, waarbij kinderen zelf keuzes mogen maken voor een bepaalde activiteit. Ook leren kleuters met behulp van dit bord zelf taken plannen. 3.2.2 Het onderwijs in de groepen 3 t/m 8 Voor het aanbieden van een groot deel van de leerstof wordt gebruik gemaakt van moderne methoden. Binnen de methoden is er sprake van een leerstofopbouw. Periodiek wordt middels methodegebonden toetsen bekeken of de leerstof voldoende beheerst wordt.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
3.2
16
Vanaf groep 3 tot en met 8 werken we met een gedifferentieerde instructie voor de vakken rekenen, taal, lezen en spelling in de vorm van 3 leerwegen: - De Veilige weg is voor kinderen die het vak moeilijk vinden en extra of een andere instructie nodig hebben. Daarnaast is dit voor kinderen die veel behoefte hebben aan bevestiging en bij de hand genomen moeten worden. In de veilige weg hebben kinderen vaak aanvullende ondersteunende materialen en opdrachten. - De Hoofdweg. Deze leerweg is voor kinderen die behoefte hebben aan een directe instructie, kort en krachtig, waarna samen geoefend en vervolgens zelf aan de slag gegaan wordt. Veel kinderen hebben in de hoofdweg een boekje met plusopdrachten of extra oefening om – wanneer het gewone werk af is- verder in te werken. - De Ontdekroute is speciaal voor kinderen die graag zelf verbanden ontdekken en uit willen vinden hoe iets in elkaar zit. Deze kinderen hebben geen behoefte aan herhaling, wel aan een korte instructie bij geheel nieuwe onderdelen. Daarnaast hebben deze kinderen een eigen pakket met verrijkingsmateriaal en extra uitdaging. Een aantal keren per jaar wordt bekeken of het kind nog in de goede leerweg zit. Dit wordt ook samen met het kind besproken. Ook voor het technisch lezen wordt vanaf de start van groep 3 in verschillende leerwegen gewerkt.
Coöperatief leren en zelfstandig leren en werken
Al school werken we met coöperatieve werkvormen om samen actief te leren. Bij coöperatieve werkvormen gaat het om een aanpak waarbij samenwerking op basis van gelijkwaardigheid centraal staat. Er is sprake van actief deelnemen, verantwoordelijk zijn en betrokken zijn door alle leerlingen. Vaak wordt er gewerkt in groepjes van 2 of 4 leerlingen. De leerkracht kan deze aanpak inzetten tijdens een les, naast andere werkvormen. Uit hersenonderzoek blijkt dat kinderen die op deze manier leren veel actiever zijn. Daarnaast onthouden kinderen meer. In alle groepen wordt met coöperatieve werkvormen gewerkt. Binnen de school is een opbouw: kleuters leren vooral de voorwaarden om coöperatief te gaan werken (zoals om de beurt werken en rekening houden met elkaar). Op onze school hechten we ook veel waarde aan de zelfstandigheid (autonomie) van de leerlingen. Kernwoorden daarbij zijn: zelf ontdekkend of samen leren, zelf keuzes maken en zelfstandig of samen een activiteit uitvoeren. Vanaf de onderbouw wordt het zelfstandig werken steeds meer opgebouwd. Het kind leert om te gaan met uitgestelde aandacht en de leerkracht gebruikt de periode voor zelfstandig werken om instructie te geven aan een groepje of aan individuele kinderen.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
3.2.3
17
Naast het zelfstandig werken willen we kinderen steeds meer leren om hun eigen werk te plannen en keuzes te maken in hun leerproces. We willen kinderen bewust maken van de manier waarop ze leren. We willen kinderen dat verantwoordelijk (leren) zijn voor hun eigen resultaten en willen hen leren de te behalen doelen op hun eigen wijze te realiseren. De leerkrachten begeleiden de leerlingen op weg naar autonomie en eigen verantwoordelijkheid. Deze begeleiding wordt zo veel mogelijk afgestemd op de behoeften van de leerling. .
3.3 Het leerstofaanbod 3.3.1 Aanvankelijk en voortgezet technisch lezen In de groepen 1, 2 en 3 wordt gebruik gemaakt van het ‘Leeskastje’. Door de leesvoorwaarden te koppelen aan symbolen en deze bij het voorlezen in de grote of kleine kring toe te passen en te gebruiken, leren jonge kinderen spelenderwijs. Een kastje met laatjes en een boek vormen samen de tussendoelen. Elk laatje is voorzien van een pictogram, symbolisch voor het betreffende tussendoel. Uitgangspunt vormt steeds een prentenboek. Naar aanleiding van dit boek worden de verschillende laatjes gevuld met materialen en oefeningen die gebruikt worden om elk tussendoel aan bod te laten komen. Dit is toe te passen en te gebruiken in de grote en kleine kring. Met behulp van onder andere handpoppen en knuffels worden de oefeningen aantrekkelijker en betekenisvoller voor de kinderen. We gebruiken in groep 3 de methode ‘Veilig Leren Lezen’. Deze methode bevat een grondige en effectieve opbouw van alle leesstrategieën voor het aanvankelijk technisch lezen. De methode gaat uit van verschillen: afhankelijk van het niveau en de manier van leren van het kind vindt de instructie plaats en wordt oefenstof aangeboden. Voor het voortgezet technisch lezen maken we vanaf groep 4 gebruik van de methode ‘Estafette’. De methodes maken het ons mogelijk door gerichte observaties de leesontwikkeling van de kinderen op de voet te volgen. Daardoor komen we te weten wat een kind doorziet, kent en beheerst én wat het kind niet of nog net niet aankan. Geïntegreerd bij de methode wordt gebruik gemaakt van aansluitende software.
Het begrijpend lezen doet zich in alle leerjaren voor. Voorlezen, lezen en praten over de inhoud van boeken neemt in groep 1-2 en 3 een belangrijke plaats in. Vanaf groep 4 zijn de lessen begrijpend lezen expliciet opgenomen in het lesrooster. We gebruiken hiervoor in de groepen 4 tot en met 6 de methode ‘Grip op lezen’ en in groep 7 en 8 de methode ‘Leeslink’. Beide methodes gaan uit van 7 (dezelfde) leesstrategieën, waarmee kinderen teksten gericht gaan lezen. ‘Grip op Lezen’ werkt met een boek, waarin verschillende soorten teksten staan die leerlingen aanspreken; ‘Leeslink’ daarentegen is een digibordmethode die uitgaat van de actualiteit, maar ook verschillende tekstsoorten aanbiedt. Beide methodes gaan er van uit dat wij als leerkracht het zogenaamde ‘Modelen’ toepassen. ‘Modelen’ betekent dat we als leerkracht het gewenste gedrag laten zien aan de leerlingen, het gewenste gedrag voordoen (in dit geval het toepassen van één van de leesstrategieën). Je zou kunnen zeggen dat ‘Modelen’ ‘hardop denkend voordoen’ is. Het is hét middel om het tekstbegrip van leerlingen te bevorderen. Door te ‘Modelen’ leren kinderen hoe ze nieuwe ideeën en informatie uit een tekst kunnen halen en hoe ze die kunnen verbinden aan en integreren in hun eigen kennisen ervaringswereld. Ze krijgen een voorbeeld van de manier waarop een ervaren lezer een tekst leest en de inhoud ervan verwerkt. We vinden het belangrijk dat kinderen ervaren dat lezen niet alleen een schoolse vaardigheid is, maar dat je er, ongeacht je leesvaardigheid, ook veel plezier aan kunt beleven.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
3.3.2 Begrijpend en studerend lezen
18
Daarom: • Heeft elke klas een abonnement op de openbare bibliotheek, zodat het aanbod aan klassenleesboeken verbreed wordt. Elke klas heeft een bibliotheekouder, die elke 6 weken de collectie wisselt. • Wordt er regelmatig voorgelezen. In de loop van een schooljaar komen boeken uit verschillende genres aan de beurt. • Houden de leerlingen uit de groepen 3 t/m 8 boekbesprekingen, waarbij kinderen om de beurt boeken presenteren. Zelfs in groep 1-2 wordt hier aandacht aan geschonken. • Besteden we veel aandacht aan de Kinderboekenweek. • Kunnen ouders via school een abonnement nemen op enkele tijdschriften of een boekenserie van o.a. uitgeverij Malmberg aanschaffen. Bij veel kinderen staat of valt het leesplezier bij hun vaardigheid in het technisch lezen. Voor sommige kinderen vergt het technisch lezen zoveel energie dat ze het plezier verliezen. Deze kinderen hebben veel meer oefentijd nodig dan leessterke lezers. Door het inzetten van computers kunnen we die oefentijd vergroten zonder dat de kinderen het vervelend of saai vinden. Ook op die wijze wordt het leesplezier indirect bevorderd.
3.3.3. Taal
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
Voor taal maken we gebruik van de methode ‘Taal Actief’. ‘Taal Actief’ (versie 4) is een taalmethode voor groep 4 t/m 8. Het is een methode waarin alle nieuwste inzichten op het gebied van woordenschatontwikkeling en taalonderwijs worden toegepast. Differentiëren gebeurt standaard bij ‘Taal Actief’ op drie niveaus in elke les. Alle kinderen starten met de beginopdracht “eerst proberen”. Na de toets wordt gedifferentieerd; aan de hand van de toetsscore gaat een kind remediëren, herhalen of verrijken. ‘Taalactief 4’ werkt veel aan het ontwikkelen van de woordenschat van kinderen. De thema’s en de bijbehorende nieuwe woorden komen ook terug bij spelling. Er wordt gewerkt met schrijf- en praatwijzers die de kinderen helpen een tekst te maken of iets te vertellen.
19
3.3.4. Spelling Voor spelling hebben we ook de methode ‘Taal Actief’ (nieuwste versie 4) . De werkwijze is vergelijkbaar met de taalmethode. Ook hier wordt gedifferentieerd op drie niveaus, dit wordt bepaald door oefendicteetjes die de kinderen in de lessen maken. Alle woorden zijn onderverdeeld in drie hoofdcategorieën: luisterwoorden, weetwoorden en regelwoorden. Er wordt wekelijks één spellingscategorie aangeboden en twee categorieën worden herhaald. “Gekke Gerrit” (een animatiefiguurtje binnen de software op het digibord) laat in een grappig filmpje zien hoe je de woorden schrijven moet. Na het woordendictee wordt gekeken of een kind moet remediëren, herhalen of verrijken ter voorbereiding op het zinnendictee.
3.3.5 Rekenen
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
Hiervoor gebruiken we de methode ‘Wereld in Getallen’ (nieuwste versie 4). De methode is opgebouwd via de dakpanconstructie; er zijn eerst oriënterende lessen, vervolgens wordt gewerkt aan begripsvorming, daarna volgt de fase van het oefenen en ten slotte het automatiseren. Elke les heeft dezelfde opbouw; de eerste helft is instructie en de tweede helft werken de leerlingen zelfstandig. Elk blok wordt afgerond met een toets, die bestaat uit 3 onderdelen;
20
de minimumtoets, de projecttoets en de basistoets. De instructie en verwerking is gericht op 3 niveaus, vergelijkbaar met de hoofdweg, de veilige weg en de ontdekroute. Voor rekenzwakke leerlingen is er het bijwerkboek met één oplossingsstrategie voor tijdens de verlengde instructie. Voor rekensterke leerlingen is er het pluswerkboek. Het rekenboek is een omkeerboek, aan de ene kant staan de pagina’s van het lesboek, aan de andere kant staan de pagina’s van het takenboek (dus de differentiatie). Bij de methode hoort digibord software, dus de instructie wordt ondersteund door het digibord. Ook is er een oefenprogramma op de computer. De kinderen kunnen hiermee specifieke vaardigheden oefenen.
3.3.6 Schrijven In groep 1-2 gebruiken we ‘Schrijfdans’. Elke ‘Schrijfdans’ les is een uitdaging voor de motoriek, expressie en creativiteit, waarbij de kinderen op speelse en natuurlijke wijze vertrouwd raken met de basisbewegingen die voor het leren schrijven van belang zijn. Voor het verbonden schrift gebruiken wij vanaf groep 3 de methode ‘Pennenstreken’. De eerste jaren werken de kinderen met potlood. In groep 4 introduceren wij een schoolvulpen. Uit onderzoek is gebleken dat kinderen met deze schrijfmaterialen een beter handschrift ontwikkelen. Veel kinderen vinden het fijner om vanaf groep 4 met een andere pen te schrijven zoals een Stabilo. We vragen u deze (dure) pen en de vullingen zelf aan te schaffen.
3.3.7
Engels
3.3.8
Wereldoriënterende vakken
Onze methoden voor wereldoriëntatie bieden informatie rondom thema’s, waardoor het begripsmatig denken en het inzicht bij kinderen wordt vergroot. Naarmate leerjaren vorderen en begrippen complexer en genuanceerder worden, wordt dit steeds belangrijker. Wij hebben een benadering gekozen, waarbij ruimte gereserveerd blijft voor zelfgekozen projecten en thema’s. Hierbij gebruiken we de basisstof van onderstaande vakken.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
In groep 7 en 8 wordt eenmaal per week Engelse les gegeven m.b.v. de methode “Bubbles”. Het gaat er vooral om te leren mondeling te communiceren in het Engels. De lessen zijn opgebouwd rond situaties waarin kinderen dagelijks verkeren.
21
Aardrijkskunde In de groepen 5 t/m 8 werken we met de methode ‘De blauwe planeet’. Deze methode leert de kinderen kijken met andere ogen. Verbazing en nieuwsgierigheid zijn belangrijke ingrediënten om hun blik op de wereld te verruimen. ‘De blauwe planeet’ is opgebouwd rond vier thema’s die in alle jaargroepen terugkomen. Elk thema wordt in iedere groep tweemaal behandeld. De methode leert kinderen vaardigheden die ze in het dagelijks leven goed kunnen gebruiken: ze doen bronnenonderzoek, analyseren en interpreteren. Dit doen de kinderen alleen of in groepjes. In de methode is een heldere leerlijn opgenomen voor topografie en kaartvaardigheid. Extra aandacht wordt in de methode besteed aan zorg voor milieu en natuur om kinderen op te voeden tot wereldburgers.
Natuur- en techniekonderwijs In de groepen 3 t/m 8 gebruiken we de methode ‘Natuniek’, waarin aandacht wordt besteed aan de natuur, waaronder biologie, en techniek. Allerlei zaken uit de levende en niet-levende natuur komen bij dit leergebied in een samenhangend geheel aan de orde. Het gaat over mensen, dieren, planten en dingen, waaronder de bevordering van gezond gedrag. Meer nog dan kennis staat het verwerven van inzicht in de samenhang tussen de feiten en de verschijnselen centraal. Bovendien willen we onze kinderen verantwoord leren omgaan met de natuur direct om hen heen. Dit alles gebeurt door te werken met echte materialen, door de leerstof te ontlenen aan de leefwereld van het kind en door aan te sluiten bij het ontwikkelingsniveau van het kind. Naast de leerstof uit de methode gaan we met onze leerlingen ook naar buiten om de natuur te beleven. We hebben excursies naar de uiterwaarden, het bos in herfst en lente en naar de boerderij. We zoeken ook naar beestjes en planten rondom school. Groep 8 gaat gedurende drie dagen naar het Junior Technovium van het ROC in Nijmegen om op een boeiende manier met technische vraagstukken bezig te zijn.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
Geschiedenis We gebruiken hiervoor de methode ‘De Brandaan’. De leerstof wordt in thema’s aangeboden en volgt de lijn van de tijd. Binnen elk thema wordt bovendien een relatie gelegd tussen het toen en het nu. In groep 5 wordt de basis gelegd, waarbij vanuit het heden wordt teruggekeken naar de tijd van oma en opa. In groep 6 wordt de ontwikkeling van de nomadische samenleving tot en met de Middeleeuwen aangeboden, in groep 7 de Renaissance en de Franse tijd, in groep 8 de Industriële Revolutie tot het heden.
22
Ook hebben we als school een convenant afgesloten met NXP. Vanuit NXP worden in de groepen 6 tot en met 8 enkele technieklessen gegeven en de kinderen gaan een keer naar NXP om te zien hoe ‘chips’ gemaakt worden. Verkeersonderwijs Het verkeersonderwijs heeft betrekking op drie vormen van redzaamheid. • Individuele redzaamheid: het kind begeeft zich zelfstandig door het verkeer. • Sociale redzaamheid: het kind heeft naast de zorg voor de eigen veiligheid de zorg voor een ander. • Maatschappelijke reflectie: het kind denkt kritisch na over de verbanden binnen het maatschappelijk verschijnsel verkeer. We gebruiken de methode ‘Wijzer door het verkeer’ en passen de geleerde vaardigheden o.a. in de praktijk toe bij het lopen en fietsen naar en van de sporthal en bij speciale projecten. In groep 7 doen de kinderen een theoretisch en praktisch verkeersexamen. Het theoretisch examen wordt met speciale lessen voorbereid.
3.3.9 Expressie activiteiten
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
Er worden expliciete teken-, handenarbeid- en muzieklessen gegeven evenals lessen dramatische expressie. Daarnaast worden expressieve en musische activiteiten ook ingezet bij diverse andere vak- en vormingsgebieden; met name bij taal en lezen of als voorbereiding op een viering (Dramadaris). Bij de lessen beeldende vorming (tekenen, handenarbeid) leren de kinderen diverse technieken en experimenteren ze met verschillende materialen: papiersoorten, karton, textiel, klei, gips, papiermaché, wegwerpmateriaal, allerlei soorten potloden, verf, krijt, inkt. Voor de lessen muziek gebruiken we de methode ‘Moet je doen’. In de lessen gaat het om zingen, luisteren, muziek spelen, muziek vastleggen en bewegen op muziek. Vanaf het schooljaar 20152016 wordt er in groep 4 muziekles gegeven door een externe vakdocent muziek. Hierdoor krijgen de lessen (nog) meer diepgang. Enkele keren per jaar organiseren wij een zogenaamde Creadaris. Deze Creadaris is een groepsdoorbrekende activiteit waarin bijzondere opdrachten en ervaringen centraal staan. Bv. knutselen, techniek, drama maar ook sportieve- en natuuractiviteiten. De kinderen kunnen zich inschrijven voor activiteiten in een workshopachtige setting. Niet alleen de groepsleerkrachten van de eigen bouw maar soms ook een extern deskundige of specialist biedt dan een aparte creatieve activiteit aan. Ongeveer elke maand vindt er een zogenaamde Dramadaris plaats. Kinderen treden op, ze maken bijvoorbeeld muziek, dansen, doen een toneelstukje of dragen iets voor. Alle kunstdisciplines komen op deze manier aan bod. Kinderen leren zichzelf te presenteren aan medeleerlingen en ouders.
23
3.3.10 Cultuureducatie In het kader van kunst wordt er sinds enkele jaren door alle scholen in Beuningen, Ewijk, Weurt en Winssen gezamenlijk een keuze gemaakt uit kunstzinnige activiteiten, gebaseerd op een van te voren vastgelegd meerjaren cultuureducatieplan. Ieder kind komt tijdens zijn/haar schoolloopbaan in het basisonderwijs tenminste één maal met professionele kunstuitingen uit alle disciplines in aanraking. Zorgvuldig worden daartoe muziek en theateruitvoeringen, tentoonstellingen en films geselecteerd. Binnen de gemeente Beuningen is sprake van een netwerk van cultuurcoördinatoren. Vanuit elke school is hier één coördinator aan verbonden. Er is een lokaal coördinatiepunt dat culturele aanbieders en scholen met elkaar in contact brengt en ondersteuning en advies geeft.
3.3.11 Bewegingsonderwijs
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
Hierbij gaat het om het zo goed mogelijk ontwikkelen van het eigen lichaam en het leren samenwerken met anderen in bewegingssituaties. Bij de kleuters worden de bewegingslessen in het speellokaal binnen onze eigen school gegeven. Ook in groep 3 krijgen de kinderen de bewegingslessen binnen onze eigen school. De laatste periode van het jaar gymt groep 3 één keer per week in de sporthal. Groep 3 speelt vergeleken met de groepen 4 t/m 8 vaker en langer buiten. Bij slecht weer wordt gebruik gemaakt van het speellokaal binnen onze school. In de groep 4, 5 en 6 wordt één keer per week een lange gymles gegeven in de Tinnegieter. Elke week is er daarnaast een gerichte spel- en bewegingsactiviteit buiten. In de groepen 7 en 8 worden per week twee lessen bewegingsonderwijs gegeven in de Tinnegieter. De ene les is een spelles, de andere een toestellenles. Vanaf het schooljaar 2015-2016 wordt een deel van de gymlessen voor de hogere groepen gegeven door een vakleerkracht gymnastiek. In verband met de veiligheid loopt met groep 3 en 4 altijd een ouder of stagiaire mee naar de Tinnegieter. Met de groepen 5 en 6 fietst een ouder mee. De kinderen nemen voor de gymles een tas mee met daarin gymkleding en gymschoenen en een handdoek. Op verzoek van de leerkrachten van groep 3 en 4 graag gemakkelijke schoenen indien de kinderen nog niet kunnen strikken. Dit om te voorkomen dat veel kostbare gymtijd verloren gaat aan omkleden. Vanaf groep 4 verkleden jongens en meisjes zich in aparte kleedruimtes. De kinderen worden gestimuleerd om te douchen na de gym, het wordt niet verplicht gesteld.
24
3.3.12
Werken met computers (ICT)
Binnen ons onderwijs werken we met digitale schoolborden en computers. In elke groep is er een digitaal schoolbord. Verder zijn er in elke klas één of meerdere computers. Alle computers zijn aangesloten op een centrale server. Vanaf groep 6 kunnen de groepen daarnaast beschikken over meerdere laptops. Per 6 leerlingen is er één computer of laptop beschikbaar. Voor wat betreft het beheer maken wij gebruik van de klas.nu; een informatiesysteem toegespitst op het gebruik binnen het basisonderwijs. Naast de computers in de klas kunnen kinderen en leerkrachten gebruik maken van de computers in de Digibult. Wij onderschrijven de twee belangrijkste doelstellingen van ICT: 1. ICT als belangrijk middel om kwalitatief goed onderwijs te bewerkstelligen. 2. ICT als middel om aansluiting van onderwijs bij de kennissamenleving te realiseren. Bijkomend doel maar zeker niet minder belangrijk: 3. ICT maakt het mogelijk onderwijs beter te laten aansluiten op de belevingswereld van kinderen en derhalve aantrekkelijker. Daarbij is ICT voor het team een belangrijk middel bij de: 4. interne en externe communicatie 5. de bedrijfsvoering. Er zijn voor de kinderen afspraken hoe omgegaan wordt met het internet en social media. Hier wordt met name in de hogere groepen gericht aandacht aan besteed.
Speciale activiteiten met de kinderen Schoolsportdag Om het jaar organiseren we voor alle kinderen een bijzondere Koningssportdag. Scholensport(en)dag Beuningen Jaarlijks wordt er voor de kinderen van groep 8, maar ook voor de kinderen van groep 7 van alle basisscholen in de gemeente een sportdag georganiseerd. Schoolvoetbaltoernooi Zowel voor meisjes als voor jongens van groep 8 wordt na Pasen een schoolvoetbaltoernooi gehouden. Wij nemen aan sporttoernooien deel met in ons achterhoofd de Olympische leus, dat deelnemen belangrijker is dan winnen. Dat komt tot uiting in de manier waarop de teams gevormd en gecoacht worden. Bosdag De kleutergroepen hebben één keer per twee jaar een “bosdag” rondom een thema (bijv. indianen, piraten, circus). Gedurende een paar weken vinden er allerlei activiteiten rondom het thema plaats.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
3.4
25
De “bosdag” is het hoogtepunt van dit thema: een dag vol spel en avonturen buiten de school. Het andere jaar gaan alle kleuters samen naar een grote speeltuin. Er wordt volop gespeeld en samen gepicknickt. Klasse(!)uitje groep 3 tot en met 7 De kinderen uit de groepen 3 t/m 7 sluiten het schooljaar af door middel van een klasse(!)itje. Hierbij doorlopen we telkens een cyclus van 3 jaar: 1ste jaar Speel-uitje; bijvoorbeeld naar een ”pret-speel-achtig-park”. 2de jaar Natuur-uitje; bijvoorbeeld een dag naar een dierenpark 3de jaar Leer-uitje; te denken valt aan bijvoorbeeld een museum, waarbij niet alleen kijken maar ook doen en ervaren centraal staan
Kamp groep 8 Groep 8 sluit het schooljaar en hun basisschoolperiode af met een schoolkamp. Zij verblijven twee nachten in een blokhut van een scoutingvereniging in de omgeving. Het kamp wordt georganiseerd rondom een speciaal thema.
Eerste schooldag- en laatste schooldag-activiteit Het nieuwe schooljaar wordt op de eerste schooldag met een gezamenlijke activiteit begonnen. Op de laatste schooldag wordt het schooljaar op een bijzondere wijze afgesloten.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
Verkeersexamen Elk jaar neemt groep 7 deel aan het theoretisch en praktisch verkeersexamen. Aan het praktisch examen mag alleen worden deelgenomen met een verkeersveilige fiets.
26
3.5 Vervanging bij ziekten en ander verlof In het algemeen lukt het de directie om invallers te vinden bij verlof of ziekte. In bepaalde periodes van het jaar blijkt dit echter moeilijk te zijn, zeker als er meerdere zieke of verlofhebbende leerkrachten zijn. Bij nood zal er ook een beroep gedaan worden op onze ondersteuners, remedial teachers, intern begeleiders en de directie. Mocht het allemaal niet meer in goede banen geleid kunnen worden, dan zal een groep voor één, hooguit twee dagen gesplitst kunnen worden. Grote groepen worden bij de opdeling uiteraard zoveel mogelijk ontzien. In uitzonderingssituaties kunnen we een groep een dagdeel vrij geven. Wanneer u dit dagdeel geen opvang heeft, kunt u uw kind dit dagdeel wel naar school brengen, uw kind wordt het dagdeel dan in een andere groep geplaatst.
Stagiaires Op onze school worden regelmatig studenten van de PABO in Nijmegen en van de opleiding tot onderwijsassistent van het ROC in Nijmegen geplaatst. Er is eveneens een stageplek voor een stagiaire vanuit de HBO opleiding pedagogiek. Ook bieden wij binnen de zorggroep elk jaar een stageplek voor een student orthopedagogiek van de Universiteit in Nijmegen. - De PABO-studenten uit de eerste drie leerjaren verzorgen uiteenlopende lesactiviteiten binnen de groep, waarbij de leerkracht steeds als mentor en eindverantwoordelijke aanwezig is. - De LIO-stagiaire (vierdejaars leraar-in-opleiding) functioneert na een oriënterende periode zelfstandig ten aanzien van het onderwijs in de groep en verzorgt van daaruit alle voorkomende werkzaamheden. Hetgeen kan betekenen dat een LIO-student contactgesprekken met ouders voert over de vorderingen en het welbevinden van een leerling. De leerkracht is bij een dergelijk gesprek wel aanwezig en heeft bij alle activiteiten van de stagiaire een coachende rol. - Onderwijsassistenten van het ROC hebben een uitvoerende taak in hun stageklas onder supervisie van de mentor. - De stagiaire pedagogiek begeleidt groepjes leerlingen bijvoorbeeld een groepje (hoog) begaafde leerlingen. - De stagiaire orthopedagogiek voert onder meer drie casusonderzoeken uit, waarvan één zeer uitgebreide, ten behoeve van de diagnostiek en behandeling van leerlingen met zorg op meerdere gebieden. Eveneens doet zij een aantal op zichzelf staande onderzoeken onder meer met behulp van psychologische testen en andere genormeerde toetsen, bijv. om de intelligentie of de concentratie- en aandachtsspanne te meten. Daarnaast begeleidt de stagiaire orthopedagogiek uiteenlopende groepjes op alle vakgebieden. Ook vormt de gespreksvoering met ouders en externen en het bijwonen van bovenschoolse activiteiten een belangrijk onderdeel van het leerproces.
27
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
3.6
27
4
Zorg voor kinderen
4.1
Opvang van nieuwe leerlingen in de school 4.1.1 Plaatsing van een kind op school Tijden de jaarlijkse open dag kunnen ouders de Dromedaris in bedrijf zien en geven wij meer specifieke informatie. Ouders die belangstelling tonen voor onze school krijgen een Schoolgids en Jaarboek. Mochten ouders hun kind willen aanmelden, dan vullen ouders een inschrijfformulier in. Bij specifieke onderwijsbehoeften volgt een persoonlijk gesprek, waarin bekeken wordt in hoeverre en op welke wijze wij in staat zijn de ondersteuning te bieden die noodzakelijk is. Wanneer het ouders niet lukt om de open dag te bezoeken, kan er een afspraak worden gemaakt met de directie voor een rondleiding en meer informatie. Ouders die wel de open dag bezoeken, maar ook graag een apart gesprek willen, zijn natuurlijk ook welkom. We zijn trots op onze school en laten dat graag zien en horen!
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
Ongeveer zes weken voordat het kind bij ons op school komt, worden de ouders gebeld. Ouders kunnen natuurlijk zelf ook rond die tijd bellen. Er wordt verteld in welke groep het kind geplaatst is en er wordt een afspraak gemaakt voor een kennismakingsgesprek met de toekomstige leerkracht van het kind. Wat betreft plaatsing van een kind in een groep houden we met vele factoren rekening zoals het aantal jongens en meisjes, de verdeling van de leeftijd, de hoeveelheid en aard van de zorg in de groep. Tijdens het kennismakingsgesprek plannen we met de ouders maximaal vijf ochtenden voorafgaande aan de vierde verjaardag van het kind om alvast te wennen. Direct na de vierde verjaardag wordt het kind definitief op school geplaatst en mag het in principe hele dagen naar school. De eerste weken is er sprake van een gewenningsperiode; de leerkracht maakt met de ouders afspraken over de frequentie van het schoolbezoek, daarbij rekening houdend met wat ouders en leerkracht gezamenlijk goed achten voor het kind. Wanneer het kind zes weken bij ons op school is vullen zowel ouders als leerkracht de zogenaamde kijklijst in. Hierop staan vragen over uw kind. In een gesprek worden de ingevulde kijklijsten besproken, zodat we de eerste schoolervaringen van uw kind met elkaar kunnen delen. Als de aanmelding een ouder kind betreft, proberen we ook een kennismakingsdag te regelen, zodat het kind al een indruk van de sfeer op onze school heeft voor het afscheid neemt van de school waarop het zit. Voor plaatsing op onze school wordt de oorspronkelijke school verzocht een onderwijskundig verslag op te stellen en aan ons toe te zenden. Als daartoe aanleiding bestaat nemen de intern begeleider en/of de groepsleerkracht contact op met de desbetreffende school. In de beginperiode proberen we (bij een zogenaamde zij-instromer mede aan de hand van het onderwijskundig verslag van de andere school) zo goed mogelijk te bepalen hoe ver het kind met alle kennis en vaardigheden gevorderd is. Op grond van de verzamelde gegevens streven wij er naar onderwijs op maat te leveren.
28
Volgen van de ontwikkeling van de kinderen 4.2.1 Volgen van het leerproces Het gaat hierbij om de wijze waarop het dagelijkse werk van kinderen wordt bekeken en beoordeeld én welke middelen gebruikt worden om vorderingen van de kinderen te volgen. Iedere leerkracht krijgt zicht op de voortgang van de leerprocessen van ieder kind door observaties, procesbegeleiding, beoordeling van werk, toetsen en gesprekken met het kind en de ouders. Aan de hand van deze factoren begeleidt de leerkracht ieder kind zo goed mogelijk. Landelijk genormeerde toetsen Bij het volgen van het leerproces maken wij in de groepen 2 t/m 8 gebruik van het Leerlingen Observatie en Volg Systeem (LOVS) van de Citogroep. Het resultaat van de toets wordt geïnterpreteerd door te kijken welk resultaat het kind bij een vorige toetsing behaalde. Bovendien wordt gekeken welke resultaten andere kinderen (landelijke normering) behaalden om daarmee een maatstaf te hebben voor interpretatie van het resultaat dat het kind behaalde. Ook kunnen de toetsgegevens geanalyseerd worden. Met behulp van het computerprogramma LOVS is het resultaat eenvoudig en doeltreffend te verwerken. Het is mogelijk gegevens overzichtelijk weer te geven in een leerling-rapport, groepsoverzicht, groepsprofiel en schoolrapport. Het programma kan tevens worden ingezet bij de analyse van individuele-, groeps-, en schoolgegevens. In het Jaarboek vindt u de toetskalender zoals die dit jaar wordt gehanteerd. Methodegebonden toetsen Binnen onze methoden zijn toetsen opgenomen die periodiek peilen in hoeverre het kind de aangeboden stof beheerst. De leerkracht analyseert deze gegevens en kan op grond van de resultaten het onderwijs op de groep, een deel van de groep of een individueel kind afstemmen. De meeste methoden reiken hiervoor de leerkracht handelingswijzen en oefenstof aan. Observaties Naast toetsing is een goede observatie een onmisbaar middel bij het volgen van het leerproces van het kind. De leerkracht bekijkt niet alleen het resultaat, maar ook de wijze waarop het resultaat tot stand is gekomen. Observatiepunten zijn o.a.: concentratie, taakgerichtheid, zelfstandigheid, planningsvaardigheden, samenwerken, e.d.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
4.2
29
4.2.2
Verslaggeving van gegevens
Twee keer per jaar wordt aan de kinderen van de groepen 2 tot en met 8 een digitaal rapport meegegeven: in februari en juni. In groep 2 staat op het rapport verschillende vaardigheden per ontwikkelingsgebied benoemd. Bij elke vaardigheid wordt aangegeven of deze al dan niet beheerst is. De leerkracht heeft de mogelijkheid daarbij een korte toelichting te geven of een opmerking te plaatsen. In de groepen 3 tot en met 8 staan op het rapport de verschillende vakken benoemd. Ook is er een beoordeling van inzet, werkhouding en omgang met anderen. Vanaf het schooljaar 2015-2016 werken we met een digitaal rapport. De beoordeling wordt in de groepen 3 en 4 weergegeven in een 5-puntschaal. En er is ruimte voor toelichting. Vanaf groep 5 werken we met cijfers. We gebruiken een leerlingenkaart die dient als interne rapportage van en voor de leerkracht. De leerkracht zal deze rapportage toelichten tijdens een contactgesprek.
4.2.3 Contactgesprekken
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
We organiseren per jaar drie gespreksmogelijkheden met ouders: september-oktober, februari en, op verzoek van de leerkracht of ouders aan het einde van het schooljaar. Het gesprek in september-oktober is een start- of kennismakingsgesprek. De leerkracht geeft aan wat hij/ zij als sterke kanten van het kind ervaart en welke ontwikkelingspunten. Ook ouders wordt gevraagd dit te benoemen. Vervolgens wordt besproken wat de onderwijsbehoeften zijn voor het komende schooljaar: waar wordt op ingezet en is het van belang dat er extra aandacht is voor een bepaald onderdeel? We vinden het belangrijk dat school en ouders hierin één lijn trekken en dat leerkracht en ouders samen afspraken maken. Het tweede gesprek vindt plaats in februari. Het kind heeft dan het eerste rapport mee naar huis gekregen en ook zijn er vanaf groep 2 tot en met groep 7 Cito-toetsen afgenomen. Tijdens het gesprek worden het rapport en de toetsuitslagen toegelicht. Ook nu is er gelegenheid tot uitwisseling en kunnen specifieke afspraken worden gemaakt. Het gesprek in juni is facultatief, hier worden ouders al dan niet voor uitgenodigd. Indien ouders voor het gesprek in juni niet worden uitgenodigd, maar toch een gesprek wensen, bestaat de mogelijkheid dit aan te geven bij de leerkracht. De voorlopige adviezen voor het voortgezet onderwijs worden gegeven aan het eind van groep 7, als ook de Cito Entreetoets is afgenomen. De definitieve adviesgesprekken van groep 8 vinden plaats in januari. Bij een kind met extra zorg of ondersteuning zal er regelmatig contact plaatsvinden tussen ouders en leerkracht.
30
Speciale zorg voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften Zoals blijkt uit onze manier van werken hebben alle leerlingen binnen ons onderwijs recht op onze zorg en aandacht. Naast de zorg op cognitief gebied bieden wij ook specifieke ondersteuning op het gebied van gedrags- en werkhoudingsproblemen. Zorg-op-maat wordt in de eerste plaats geboden door de leerkracht in de klas. Daarnaast heeft onze school intern begeleiders, die de zorg op school aansturen. Er is een duidelijke zorgstructuur, waarbinnen kinderen systematisch worden gevolgd en begeleid.
4.3.1 Kennismakingsgesprek en handelingsgericht werken Op onze school streven we naar passend onderwijs, ofwel onderwijs dat is afgestemd op de talenten, mogelijkheden, en de onderwijsbehoeften van de leerlingen (zie ook 4.3.5). Passend onderwijs geven wij in de eerste plaats gestalte binnen de klas. Hierbij wordt sinds enkele jaren uitgegaan van de visie volgens handelingsgericht en opbrengstgericht werken. Handelingsgericht werken wil de kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding van alle leerlingen verbeteren, onder meer door het onderwijsaanbod af te stemmen of de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van het kind. We proberen steeds beter te achterhalen waar een kind in zijn leer- en gedragsontwikkeling specifiek behoefte aan heeft, bijvoorbeeld sommige leerlingen hebben baat bij samenwerking met groepsgenoten tijdens de verwerking van leerstof, anderen juist weer niet. Hierbij worden ook de sterke kanten van een kind (de bevorderende factoren) actief benut. Dit betekent dat de leerkracht zich ten aanzien van het leerstofaanbod en de pedagogischeen didactische aanpak richt op de individuele mogelijkheden van uw kind. Binnen dit kader vinden wij goede contacten en samenwerking tussen leerkrachten, kinderen en ouders van groot belang. School en ouders streven dezelfde doelen na op het gebied van de algemene, sociaal-emotionele en de cognitieve ontwikkeling van de kinderen. Voor de leerkrachten zijn de bevindingen van de ouders essentieel om het kind goed te kunnen begeleiden. En voor de ouders is het van belang dat zij goed geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind. Ook zijn leerkrachten, kinderen en hun ouders samen verantwoordelijk voor een sfeer waarin optimaal gewerkt, gespeeld en geleerd kan worden. Zodoende zien we ouders als gelijkwaardige gesprekspartners. Sinds schooljaar 2013-2014 hebben we het kennismakingsgesprek met ouders op een andere wijze invulling gegeven. Tijdens dit gesprek worden onder meer vragen gesteld met betrekking tot de kwaliteiten en de onderwijsbehoeften van uw kind. Via deze weg streven we ernaar om de aanpak zowel thuis als op school specifieker op elkaar alsook op uw kind af te stemmen. In principe zal er tijdens het kennismakingsgesprek beperkt aandacht besteed worden aan toetsresultaten.
4.3.2 Procedure ten aanzien van het bieden van specifieke zorg Alle leerlingen worden binnen onze school nauwkeurig gevolgd middels genormeerde- en methodetoetsen om een helder beeld te krijgen van hun mogelijkheden. Op deze wijze streven we ernaar om onvoldoende vooruitgang of juist een voorsprong op een specifiek ontwikkelingsgebied tijdig te signaleren. Desgewenst maken we gebruik van aanvullende toetsen, observatiegegevens en gesprekken met het kind en de ouders en -indien van toepassing- externen. Aan de hand van deze gegevens beoordelen de leerkracht en de intern begeleider in hoeverre het onderwijs afgestemd dient te worden op de individuele onderwijsbehoeften van een kind. We beogen om voor iedere leerling een passend onderwijsaanbod te realiseren.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
4.3
31
Tussen groepsleerkrachten en intern begeleiders vinden op drie vaste momenten per jaar en daarnaast op aanvraag, groepsbesprekingen plaats. In deze gesprekken bespreken zij de groep als geheel en de individuele leerlingen, waarbij afspraken gemaakt en vastgelegd worden, onder meer met betrekking tot diagnostiek, begeleiding en evaluatie. Wanneer er in de periode tussen twee consultatiemomenten signalen zijn dat de ontwikkeling van een leerling niet naar wens verloopt of wanneer de resultaten van een leerling juist een duidelijke voorsprong laten zien, kunnen de leerkrachten de intern begeleiders ook tussentijds consulteren.
4.3.3
Zorg binnen de groep door de leerkracht
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
De ontwikkeling van kinderen verloopt niet altijd vanzelfsprekend. Wanneer er signalen zijn dat een leerling problemen ervaart op enig gebied, dan probeert de leerkracht te achterhalen waar deze problemen vandaan komen. De ouders worden hier ook bij betrokken. Vervolgens zal de leerkracht de betreffende leerling binnen de groep meer aandacht geven en inspelen op zijn/ haar actuele onderwijsbehoeften. Bij de vakken taal, spelling, technisch lezen en rekenen bestaat de mogelijkheid om de leerlingen in de veilige weg te plaatsen (zie 3.2.2). Wanneer de zorg aanhoudt, kunnen de intern begeleider en de leerkracht al dan niet tijdens de groepsbespreking besluiten dat voor de leerling een specifieke aanpak op basis van een (groeps) handelingsplan wenselijk is. De volgende stappen worden dan gezet: • de leerkracht signaleert specifieke pedagogisch-didactische onderwijsbehoeften in het leerproces, het gedrag of de werkhouding van het kind, bijv. door te achterhalen -al dan niet middels onderzoek- waar en waarom sprake is van onvoldoende vooruitgang op enig ontwikkelings- of leergebied; • de leerkracht stelt een (groeps)handelingsplan op en voert dit uit binnen de klassensituatie, bijv. de leerling krijgt binnen een groepje kinderen extra of aangepaste leerstof, een aangepaste (verlengde) instructie en/ of extra begeleiding. Na een vooraf vastgestelde periode vindt een evaluatie plaats; • de leerkracht informeert de ouders. Veelal gebeurt dit tijdens de contactgesprekken. • de leerling wordt besproken tijdens de eerst volgende groepsbespreking(en). De leerkracht blijft de eerstverantwoordelijke binnen dit proces, maar kan zowel bij het vaststellen van de diagnose als het opstellen van het (groeps)handelingsplan om ondersteuning vragen bij de intern begeleider.
32
4.3.4 Gedeelde verantwoordelijkheid Blijkt tijdens de groepsbespreking dat de extra ondersteuning van de leerkracht niet voldoende resultaat opgeleverd heeft en dat de gestelde doelen niet bereikt zijn, dan wordt de intern begeleider bij het proces betrokken. Er is dan sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid om tegemoet te komen aan de specifieke onderwijsbehoeften van het kind. Vanaf dat moment maken leerkracht en intern begeleider periodiek afspraken over de inhoud en invulling van de zorg, de uitvoering van opgestelde (groeps)handelingsplannen en over eventuele vervolgafspraken. Wanneer een kind begeleiding krijgt volgens een opgesteld plan, worden de ouders op de hoogte gesteld en indien gewenst hierbij betrokken. Er vinden periodiek gesprekken tussen ouders en leerkracht(en) plaats, al dan niet in aanwezigheid van de intern begeleider. De ontwikkeling van het kind wordt op deze wijze goed gevolgd en op maat gestimuleerd.
4.3.5 Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong/ (hoog)begaafde kinderen
4.3.6
Passend onderwijs, Schoolondersteuningsteam (O-team) en Multidisciplinair Overleg (MDO)
Met ingang van het schooljaar 2014-2015 is ‘Passend Onderwijs’ van start gegaan en landelijk de zorgplicht ingevoerd. Bij passend onderwijs gaat het erom dat ieder kind de kans krijgt zich op de beste manier te ontwikkelen. Onderwijs wordt maatwerk voor zowel kinderen die (zeer) specifieke onderwijsbehoeften hebben als ook voor kinderen die zonder extra onderwijsondersteuning naar school gaan. Om dit maatwerk te leveren is een passend onderwijsaanbod nodig, wat gerealiseerd kan worden door de samenwerking tussen het reguliere onderwijs en andere ondersteunende instanties te intensiveren.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
Binnen ons onderwijs sluiten we aan bij de ontwikkelingsbehoeften van kinderen. Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong/ (hoog)begaafde kinderen hebben hun eigen specifieke onderwijsbehoeften. We willen kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong/ (hoog)begaafde kinderen in een vroeg stadium kunnen signaleren en herkennen. Het is belangrijk dat ouders hierbij betrokken worden. Om vervolgens vanaf de onderbouw een structureel uitdagend aanbod bieden. Dit aanbod zal in eerste instantie in de klas plaatsvinden, door het ‘gewone’ werk te compacten en kinderen verrijkingsopdrachten te geven. Dit vindt plaats binnen de kleine kring of middels de ontdekroute. De verrijking is niet vrijblijvend, dit is voor deze kinderen het ‘gewone’ werk en er mogen dus ook doelen en eisen gesteld worden. De verrijking kan ook inhouden dat kinderen een vreemde taal leren of zich verdiepen in sterrenkunde. Het is voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong/ (hoog)begaafde kinderen daarnaast goed dat ze elkaar buiten de klas ontmoeten en samen leren en werken binnen een uitdagend aanbod. Dan vindt stimulatie en herkenning plaats. Daarom werken we binnen de school met verschillende plusgroepen. We zetten onder andere stagiaires vanuit de studie (ortho)pedagogiek in om deze groepen te begeleiden. Er wordt bijvoorbeeld gewerkt met de lessen die ontwikkeld zijn door het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek (CBO). Deze lessen en achtergronden worden gepubliceerd in het blad Vooruit, waar we als school een abonnement op hebben. De inhoud van de lessen doet een beroep op het hogere orde denken van de kinderen en op het bedenken van creatieve oplossingen. Voor de kinderen uit de hoogste groepen is er buiten de school een extra aanbod in de vorm van een plusklas. Deze plusklas is bedoeld voor verschillende kinderen van onze stichting Oeverwal. We hebben criteria opgesteld welke kinderen mogen deelnemen aan de plusklas. Deze criteria hebben o.a. betrekking op motivatie, denkvermogen, zelfstandigheid en de prestaties in de klas. De kinderen gaan een dagdeel per week naar deze plusklas en krijgen opdrachten mee om in de eigen klas aan te werken. Er wordt projectmatig gewerkt met een uitdagend aanbod. Leerlingen in de hoogste groepen die vooral extra uitdaging nodig hebben op het gebied van rekenen kunnen deelnemen aan creatieve wiskunde, een serie lessen met uitdagende wiskunde opdrachten op het voortgezet onderwijs
33
Wanneer er sprake is van zorg rondom de ontwikkeling van het kind, dan bespreken ouders en school deze signalen met elkaar. Bij aanhoudende zorg bestaat de mogelijkheid om het kind te bespreken binnen het ondersteuningsteam en/ of middels een multidisciplinair overleg. De specifieke hulpvragen worden tijdens het gezamenlijk overleg gedeeld, met als doel een afgestemd plan van aanpak te formuleren. Aan de ouders wordt schriftelijk toestemming gevraagd. Het Schoolondersteuningsteam (O-team) De belangrijkste taken van het O-team: • meedenken, adviseren en/ of doorverwijzen; • besluiten om intern en/ of extern deskundigen in te schakelen, bijv. ter consultatie, voor diagnostiek en/ of een extern hulpverleningstraject; • besluiten dat het wenselijk is om het kind binnen een MDO nader te bespreken, bijvoorbeeld om een ondersteuningsvraag neer te leggen voor aanvullend onderzoek, specifieke hulp, extra leermiddelen e.d. Het gezamenlijk streven is om te komen tot passende vervolgstappen ten behoeve van het kind. De inhoud van de bespreking wordt aan de ouders teruggekoppeld. De samenstelling van het schoolondersteuningsteam is als volgt: • een deskundige vanuit de speciale vormen van onderwijs (SBAO of SO); • een schoolmaatschappelijk werker (NIM); • de schoolverpleegkundige (GGD); • de intern begeleider(s); • indien gewenst en op afroep de leerkracht en/ of de ouders van het kind die specifiek besproken wordt. Zo nodig kunnen ook andere deskundigen bij het overleg uitgenodigd worden, zoals de schoolarts. Het Multidisciplinair overleg (MDO) Indien er meer deskundigheid nodig is, wordt een breder overleg (MDO) georganiseerd, waarbij verscheidene deskundigen kunnen worden uitgenodigd. Hierbij participeert de directie van de school als voorzitter. De ouders en de leerkracht van het kind worden altijd bij dit overleg uitgenodigd. Daarnaast kunnen de volgende deskundigen gevraagd worden om aan te schuiven: de huisarts, een medewerker van jeugdzorg/ GGZ, een (GZ-) psycholoog, de dyslexiebehandelaar, de logopedist, de fysiotherapeut. Centraal staat het zoeken naar een passend zorgaanbod. Een belangrijk streven is om de positie van het kind in de klas, op school en binnen de thuissituatie te verbeteren. Waar nodig en mogelijk kunnen binnen ons samenwerkingsverband passende voorzieningen of arrangementen aangevraagd worden. De ouders zijn gedurende het hele proces gesprekspartners en medeverantwoordelijk voor het maken van plannen en de uitvoering van afspraken.
Passend onderwijs, schoolondersteuningsprofiel
Met het schoolondersteuningsprofiel brengen wij in beeld welke (extra) ondersteuning wij onze leerlingen bieden en welke onderdelen we verder willen ontwikkelen. Het profiel is samen met het team van onze school tot stand gekomen en na advies van de MR definitief door ons schoolbestuur vastgesteld. Hieronder vindt u een samenvatting van het schoolondersteuningsprofiel. Het volledige profiel is op te vragen bij de directie van de school. Basisondersteuning In onze school heerst een veilig en prettig klimaat, waarvoor kinderen medeverantwoordelijkheid (leren) dragen. We spreken kinderen vanuit een goede en veilige basis aan op wat ze kunnen en dagen hen uit om zich verder te ontwikkelen. Wanneer kinderen zich fijn voelen op school en een goede relatie hebben met de leerkracht, kunnen zij zich verder ontwikkelen. We gaan uit van verschillen tussen kinderen. Voor ons betekent dit dat leerkrachten zo goed mogelijk op deze
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
4.3.7
34
verschillen afstemmen en zowel planmatig als ook opbrengstgericht werken. Verschillen tussen kinderen worden gebruikt om samen te leren, te spelen en te werken, kinderen leren van en met elkaar. Als school werken we bewust met coöperatieve werkvormen. Dit is een vorm van leren, waarbij kinderen actief en betrokken samenwerken middels een gestructureerde aanpak. Om ontplooiing en ontwikkeling zo goed mogelijk voor alle kinderen te realiseren, volgen we nauwkeurig en systematisch hun ontwikkeling. De pedagogische en didactische begeleiding door de leerkracht sluit hierbij aan. We willen kinderen leren steeds meer verantwoordelijk te zijn voor hun eigen resultaten. We beogen om het maximale uit kinderen te halen. In het algemeen blijkt uit onze toets resultaten dat we scores behalen die, in vergelijking tot scholen met een gelijkwaardige leerlingenpopulatie, van onze school verwacht kunnen worden. We vinden het belangrijk om ouders te betrekken bij ons onderwijs. Ouders zijn actief in de school en helpen bij verschillende activiteiten. Door helder met ouders te communiceren en samen voor het belang van het kind te gaan, kunnen we de ontwikkeling van het kind versterken.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
Ontwikkelingsperspectief Binnen ons onderwijs streven we ernaar om leerlingen zo veel mogelijk aan te laten sluiten bij het reguliere programma van de groep. Afhankelijk van de leerweg vindt intensivering van het aanbod, de instructie en/ of de leertijd plaats. We stemmen dus vooraf onze aanpak af op basis van de didactische onderwijsbehoeften van ieder kind. Wanneer een leerling er desondanks niet langer in slaagt om de leerstof van een bepaald vakgebied te volgen met de groep, dan vindt nadere analyse en waar nodig aanvullend onderzoek plaats. Er zijn schoolspecifieke criteria opgesteld om te beoordelen welke leerlingen in aanmerking komen voor een zogenaamd ontwikkelingsperspectief. Een ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld voor een leerling die op tenminste drie meetmomenten bij de inzichtelijke vakgebieden (rekenen én begrijpend lezen), een achterstand heeft van 10 maanden of meer, dus minimaal een leerjaar. Het ontwikkelingsperspectief geeft aan welke einddoelen we nastreven voor de leerling aan het eind van de basisschool. Vervolgens wordt er per leerjaar bepaald waar we naar toe gaan werken. We bepalen het ontwikkelingsperspectief op basis van genormeerde en methodegebonden toetsgegevens en aanvullende test- en observatiegegevens in combinatie met het leerrendement. In principe stellen we op z’n vroegst vanaf eind groep 5 een ontwikkelingsperspectief op, met een voorspelling van het leerrendement tot aan groep 8. Dit omdat we kinderen wat betreft instructie en aanbod zo lang mogelijk bij de groep willen houden. Voor een leerling wiens leermogelijkheden niet aansluiten bij het reguliere leerstofprogramma van één of meerdere vakgebieden, kan worden gekozen voor een eigen leerlijn. Deze leerling heeft eigen werk binnen de klas en een instructie op maat. Voor deze leerling wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Daarnaast komen alle kinderen met een arrangement op leergebied in aanmerking voor een ontwikkelingsperspectief. Voor een kind met een arrangement op grond van gedrag zonder specifieke leermoeilijkheden, zal geen ontwikkelingsperspectief opgesteld worden. Het ontwikkelingsperspectief wordt altijd met ouders besproken.
35
Ondersteuningsdeskundigheid Onze leraren zijn deskundig en blijven zich ontwikkelen. Er is veel aandacht voor (interne) scholing. Binnen de school werken we met specialisten. Dit zijn teamleden die een specifieke opleiding gevolgd hebben en van daaruit collega’s kunnen begeleiden en het betreffende beleidsterrein deskundig vormgeven. Ten aanzien van verschillende gebieden is ruime ervaring opgedaan, bijvoorbeeld betreffende kinderen met dyslexie, taal-/ spraakproblemen, DCD (beperking in de coördinatie van bewegingen) en specifieke gedragsproblemen. Verder onderhouden we met uiteenlopende deskundigen goede contacten en we vinden dit van duidelijke meerwaarde voor ons onderwijs. Zodra een nieuwe leerling op onze school aangemeld wordt, vindt er een gesprek plaats met de ouders. Indien een kind zeer specifieke onderwijsbehoeften heeft, zal bij dit gesprek zowel een directielid als ook de intern begeleider van de onderbouw aanwezig zijn. Tijdens dit gesprek wordt ingegaan op datgene wat het kind binnen het onderwijs specifiek nodig. We laten ons eveneens informeren door de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf of de huidige school van het kind. Het is van belang dat we in kaart kunnen brengen welke specifieke onderwijsbehoeften het kind heeft en of wij dit als school kunnen bieden. Ter beoordeling is soms nader onderzoek nodig. Ook kan er op onze school in dit verband een multidisciplinair overleg plaatsvinden. Wanneer wij als school de gewenste zorg niet kunnen bieden en inschrijving dus niet mogelijk is, begeleidt de directeur de ouders naar een andere school.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
Ontwikkelpunten Als school willen we ons blijven profileren op grond van een goede basisondersteuning. Binnen dit kader gaan we ons als team de komende jaren nog verder ontwikkelen op het gebied van (hoog)begaafdheid en (ernstige) rekenproblemen/ dyscalculie. Daarnaast willen we in het belang van ieder kind investeren in het contact tussen ouders en school.
36
4.4 Begeleiding van de overgang naar het voortgezet onderwijs 4.4.1 Voorlichting aan de ouders
In januari geeft de leerkracht van groep 8 het definitieve advies. Dit wordt schriftelijk meegegeven. Tijdens het gesprek wordt bovendien de “route” besproken die samen bewandeld zal worden richting voortgezet onderwijs. In deze “route” staan ook alle belangrijke data van dat schooljaar [voorlichtingsavonden – aanmelding – bericht van inschrijving – kennismakingsdag e.d.]. Deze route ziet er als volgt uit: Februari groep 7 Kinderen en ouders worden gestimuleerd om de open dagen van scholen voor VO te bezoeken en zich breed te oriënteren. April groep 7 De leerlingen maken de Cito Entreetoets Juni groep 7 - De uitslagen van de Cito Entreetoets worden intern besproken. Na bespreking met de intern begeleider worden voorlopige adviezen opgesteld. - De ouders krijgen een breed voorlopig advies VO. September groep 8 Informatieavond van groep 8 waarbij ook de structuur van het VO en de route VO nader toegelicht worden. December groep 8 De leerlingen van groep 8 gaan een dag(deel) sfeer proeven op een school voor voortgezet onderwijs Januari groep 8 - Alle gegevens rondom het kind en de ontwikkeling in het afgelopen half jaar worden in kaart gebracht en met de intern begeleider besproken. Het definitieve advies wordt opgesteld. - Het kind en de ouders krijgen het definitieve advies voortgezet onderwijs (VO). Dit advies kan globaal zijn (bijvoorbeeld VMBO-K/T of HAVO/VWO) of meer specifiek (bijvoorbeeld VMBO-K of HAVO). De ouders krijgen een scholengids mee met informatie over het voortgezet onderwijs waaronder ook een aandachtspuntenlijst. Deze documenten kunnen door de ouders en kinderen gebruikt worden bij de besluitvorming. Januari groep 8 Er is gelegenheid voor ouders en kinderen om de scholenmarkt van scholen voor voortgezet onderwijs in en rondom Nijmegen te bezoeken. De ouders en leerlingen worden geattendeerd op de open dagen van het voortgezet onderwijs en de aanmeldingsdata. Februari Open dagen op de VO scholen. Voor 1 maart melden ouders hun kind aan bij de VO school. Maart groep 8 De school vult voor elke leerling een (digitaal) onderwijskundig rapport in ten behoeve van het VO. Op dit onderwijskundig rapport wordt onder andere ingevuld hoe de leerling presteert bij de verschillende vakken en hoe de leerling functioneert ten aanzien van werkhouding, samenwerking en inzet. Ook scores op toetsen worden ingevuld.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
In juni brengt de leerkracht van groep 7 het voorlopig advies uit ten aanzien van het voortgezet onderwijs (VO). Dit advies wordt met de ouders doorgesproken.
37
4.4.2 Procedure Het advies van de basisschool is gebaseerd op de gegevens vanuit de interne rapportage, het Cito leerlingvolgsysteem - inclusief de Cito Entreetoets - en het eventuele zorgdossier. Ook de observaties met betrekking tot werkhouding en inzet spelen een rol. Het voorlopig advies wordt vastgesteld door de leerkracht van groep 7, in samenspraak met de intern begeleider en voorgaande leerkrachten. De school geeft dan aan wat voor ieder kind de meest geschikte vorm van voortgezet onderwijs lijkt. Het definitieve advies wordt door de leerkracht van groep 8 gegeven, waarbij opnieuw overleg plaatsvindt met de intern begeleider. De ervaring leert dat het advies van de school zelden afwijkt van het beeld dat door de Eindtoets basisonderwijs geschetst wordt. Bij de keuze van een VO school heeft de basisschool een adviserende rol. De ouders bepalen uiteindelijk bij welke school zij hun kind aanmelden. Het advies van de school krijgen de ouders in de vorm van het informatieformulier dat naar het voortgezet onderwijs gaat.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
April groep 8 De leerlingen maken de Eindtoets. Juni groep 8 De leerlingen krijgen de uitslag van de Eindtoets mee naar huis. Indien nodig worden ouders uitgenodigd om de uitslag te bespreken. Ouders kunnen ook zelf aangeven de uitslag met de leerkracht te willen bespreken. Is de uitslag veel hoger dan het gegeven advies, dan wordt het gegeven advies heroverwogen. Het advies kan naar boven toe worden bijgesteld. Een advies kan niet naar beneden worden bijgesteld.
38
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
In sommige gevallen neemt de basisschool direct contact op met de VO school. Dit gebeurt in ieder geval bij: • twijfel over het gegeven advies; • een ander advies dan de keus van de ouders; • speciale omstandigheden van de leerling. Uiteraard worden de ouders hiervan op de hoogte gesteld. In de meeste gevallen bereiken school en ouders overeenstemming over de schoolkeuze en wordt de leerling na het aanmelden door de ouders en opsturen van het informatieformulier PO-VO (primair onderwijs - voortgezet onderwijs) aangenomen. De school voor voortgezet onderwijs stuurt een bericht van aanname / afwijzing naar de basisschool en de ouders. De meeste scholen voor voortgezet onderwijs nemen in het brugjaar van de leerling schriftelijk of mondeling contact op met de basisschool om de resultaten van de leerling en de bevindingen van de mentor door te nemen. In vervolgjaren krijgen wij de resultaten van de leerlingen schriftelijk toegestuurd. We gebruiken deze resultaten om de kwaliteit van onze advisering te beoordelen. De kwaliteit van advisering in de afgelopen jaren blijkt bovengemiddeld en dus goed te zijn.
39
5
De ouders
5.1
Belang van betrokkenheid van ouders Zowel ouders als leerkrachten hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid met betrekking tot het welzijn en welbevinden van het kind op school. Als ouders en school een goed contact met elkaar onderhouden zijn leerkrachten beter in staat de kinderen te leren kennen en begrijpen. Tegelijkertijd begrijpen de ouders dan beter waar kinderen en leerkrachten op school mee bezig zijn. Uit onderzoek blijkt dat kinderen beter presteren als hun ouders betrokken zijn bij de school.
Informatievoorziening aan ouders 5.2.1 Informatieavonden Aan het begin van het schooljaar organiseert elke leerkracht de zogenaamde klasseninformatieavond. U krijgt dan informatie over het onderwijs en praktische aangelegenheden in de klas.
5.2.2 Open Dag In maart wordt een open dag gehouden waarop nieuwe ouders zich een beeld van onze school kunnen vormen en zij tevens hun kind voor 1 april kunnen aanmelden.
5.2.3
Nieuwsbrief en andere schriftelijke informatie
Eén keer per maand verschijnt een Nieuwsbrief met de Ouderkalender. Deze wordt gemaild. Ook andere informatie wordt zoveel mogelijk gemaild. U kunt bij Hanny van Hemmen (secretariaat@ dedromedaris.nl) een wijziging van mailadres doorgeven. Ook kunt u aangeven dat u mail op twee adressen willen ontvangen.
5.2.4 Website Onze school heeft een speelse en duidelijke website. Mocht de Nieuwsbrief spoorloos zijn dan kunt u deze evenals notulen MR en OR terugvinden op onze site www.dedromedaris.nl. Ook de Schoolgids en het Jaarboek zijn te vinden op onze website. Verder vindt u op de site leuke foto’s van vieringen, feesten, projecten, andere (groeps)activiteiten en links voor ouders en leerlingen. Kortom, het is de moeite waard onze site regelmatig te bezoeken. Mocht u het als ouder niet op prijs stellen dat een foto met de afbeelding van uw kind wordt geplaatst, dan kunt u dit op het inschrijfformulier aangeven.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
5.2
40
5.2.5 Klasbord In de groepen 6 tot en met 8 gebruiken we Klasbord. Dit is een online applicatie voor communicatie met ouders en leerlingen. De leerkracht kan hiermee (via bijvoorbeeld zijn/ haar telefoon) direct berichten en foto’s plaatsen. Ouders en leerlingen kunnen zich aanmelden met een speciale code bij de leerkracht. De leerkracht voegt deze personen dan toe en zij worden volgers. Volgers kunnen de berichten en foto’s zien op de app en reageren op de berichten en foto’s. Het is dus een volledig afgeschermde veilige omgeving.
5.3 Inspraak 5.3.1 Medezeggenschapsraad (MR) De Medezeggenschapsraad is een wettelijk verplicht orgaan. De raad is bevoegd: • te overleggen over alle zaken die met de school te maken hebben, • het schoolbestuur gevraagd en ongevraagd te adviseren • en in een aantal zaken besluiten te nemen. Deze bevoegdheden zijn vastgelegd in het MR-reglement. Onderwerpen die aan de orde kunnen komen zijn het werkplan, (het plan van schooltijden, lesrooster, groepsindeling, vakantierooster enz.), benoeming van nieuwe leerkrachten, schoolontwikkeling, kwaliteitszorg enz. De MR bestaat uit een door de ouders gekozen geleding en een geleding die uit het team gekozen is; de directie is adviserend lid. Indien een lid van de oudergeleding aangeeft te willen aftreden als MR lid of als de wettelijk zittingstermijn is verstreken, wordt een nieuw lid gekozen door middel van verkiezingen.
5.3.2 Ouderraad (OR) De ouderraad bestaat uit een door ouders gekozen vertegenwoordiging van 10 tot 15 leden. Doel van de ouderraad is het team te ondersteunen bij activiteiten voor kinderen die buiten het reguliere lesprogramma vallen. De ouderraad helpt mee deze extra activiteiten te organiseren en uit te voeren of te regelen dat een en ander wordt uitgevoerd. Hierdoor worden deze extra activiteiten mogelijk. De ouderraad heeft een adviserende en ondersteunende functie. De ouderraad is tevens gericht op het stimuleren en vergroten van de betrokkenheid van de ouders bij de school. Op deze wijze kan gezamenlijk gewerkt worden aan optimale ontwikkelingskansen voor de kinderen. Dit kan door bijvoorbeeld een algemene informatieve ouderavond mede te organiseren over een specifiek onderwerp. Daarnaast heeft de ouderraad een signaalfunctie met betrekking tot ontwikkelingen binnen de school. Tijdens het eerste overleg van de ouderraad wordt de vrijwillige ouderbijdrage vastgesteld. Deze bijdrage wordt besteed aan traktaties bij seizoenvieringen, sinterklaascadeaus, maaltijden bij het kerstfeest, de bosdag, het klasse(!)uitje, het kamp enz. De hoogte van de ouderbijdrage staat vermeld in het Jaarboek.
Door de hulp van ouders kunnen activiteiten worden gedaan die anders niet of minder goed te organiseren zijn, zoals koken met kinderen, schoolkampen, excursies, het brengen en halen van boeken uit de bibliotheek, luizenkammen en klasse(!)uitje. Daarnaast kan ouderhulp van belang zijn bij het assisteren van onderwijsinhoudelijke activiteiten, zoals bijvoorbeeld lezen. Door ouderhulp zijn meer activiteiten mogelijk en tegelijkertijd verstevigt het de band tussen ouders, kinderen en school. Aan het begin van ieder schooljaar ontvangt elk gezin een lijst waarop men zich voor activiteiten kan opgeven.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
5.4 Ouderhulp
41
5.5
Vieringen met ouders Nagenoeg iedere maand vindt er een zogenaamde Dramadaris plaats. Twee groepen treden tijdens de Dramadaris op voor de hele school. Zij treden twee keer op. De eerste keer voor de helft van alle leerlingen, de tweede keer voor de andere helft van alle leerlingen en de ouders en andere belangstellenden. In de Nieuwsbrief wordt de Dramadaris aangekondigd, zodat u tijdig op de hoogte bent van het optreden van uw kind. Kinderen, die nog niet naar school gaan, mogen meekomen. Uiteraard is het belangrijk dat zij niet rondlopen of anderszins storen tijdens de viering. Belangstellenden vragen we op tijd aanwezig te zijn. Daarnaast worden projecten of feesten veelal op een aparte wijze gezamenlijk, per bouw of groep opgestart en/of afgesloten met een presentatie. Bij deze presentaties is het veelal niet mogelijk om ouders uit te nodigen. De grootte van de school en de beperkte ruimte in de grote hal zijn hier debet aan. Wij proberen om bij de organisatie van iedere activiteit creatief te kijken naar het betrekken van de ouders.
5.6
Overblijven en Buitenschoolse Opvang
5.7
Wet op de kwaliteitszorg – Klachtrecht Per 1 augustus 1998 is in het basis- en voortgezet onderwijs de Wet op de kwaliteitszorg van kracht. Een van de onderdelen van deze Kwaliteitswet is het Klachtrecht. Het klachtrecht geeft ouders en leerlingen (vanaf 12 jaar) het recht om te klagen over maatregelen vanuit de school waarover zij ontevreden zijn. Deze klachten kunnen ook betrekking hebben op gedrag van personeel en/of schoolleiding. De klachten kunnen tevens gaan over vermeende nalatigheid van de school.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
Stichting “Kido” (school kinderdagopvang) verzorgt op de Dromedaris het overblijven. “Go for Kids” en “De Wijze Dabbers” verzorgen de buitenschoolse opvang. Voor meer gegevens verwijzen wij u naar het Jaarboek.
42
Het klachtrecht verplicht de onderwijsinstelling om te voorzien in een klachtencommissie waar ouders en leerlingen met hun klachten terechtkunnen. De klachtencommissie onderzoekt een klacht, doet een uitspraak over de (on)gegrondheid van de klacht en laat haar uitspraak vergezeld gaan van een advies aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag is vervolgens gehouden om maatregelen te nemen. Het onderzoek door de klachtencommissie verloopt volgens een vast omschreven klachtenprocedure.
5.7.1
Procedure
Doorgaans worden de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en directie op correcte wijze afgehandeld. Indien dat, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is, of indien de afhandeling van een klacht niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan een beroep gedaan worden op de klachtenregeling. Onze school is aangesloten bij een landelijke klachtencommissie. De klachtenregeling is op school, dan wel bij het bevoegd gezag ter inzage. U kunt uw klacht schriftelijk indienen bij de secretaris van de klachtencommissie. De klachtencommissie doet onderzoek door betrokken partijen (afzonderlijk) te horen. Binnen twee maanden kunt u een uitspraak verwachten over de gegrondheid van uw klacht. Mogelijk spreekt de klachtencommissie zich eveneens uit over door het schoolbestuur te nemen maatregelen. Wendt u zich tot de klachtencommissie, dan kunt u zich bij laten staan door onze interne contactpersoon (zie Jaarboek) Heeft u een klacht, maar twijfelt u of een onderzoek door de klachtencommissie een geëigende weg is, dan kunt u bij de vertrouwenspersoon (zie Jaarboek) terecht voor informatie en advies. De vertrouwenspersoon zorgt voor begeleiding en ondersteuning waar u behoefte aan heeft. Hierbij willen wij nog eens benadrukken dat de gedachte achter het klachtrecht is: een gratis advies om het beter te doen. Doordat wij uw klachten serieus nemen, zorgt onze school voor kwaliteit. Heeft u klachten, schroomt u dan niet om de directie of de interne contactpersoon te benaderen. Met elkaar kunnen wij zorgdragen voor de zorgvuldige behandeling van uw klachten. Bij een vermoeden van seksueel misbruik is het bevoegd gezag wettelijk verplicht tot overleg met de vertrouwensinspecteur en heeft een aangifteplicht in het geval genoemd overleg leidt tot een redelijk vermoeden van een strafbaar feit.
5.7.2 Vertrouwenspersoon Voor de externe vertrouwenspersoon heeft Stichting Oeverwal een contract afgesloten met de GGD-Nijmegen. Deze externe vertrouwenspersoon is te raadplegen door ouders ingeval van klachten over ongewenste gedragingen. Naam, telefoonnummer en e-mailadres worden opgenomen in het Jaarboek.
Interne Contactpersoon
Om de afstand tussen de externe vertrouwenspersoon en de schoolbevolking te verkleinen, zijn op school twee interne contactpersonen benoemd. Hij/zij zorgt voor de eerste opvang van degene met een klacht. Deze interne contactpersoon heeft een verwijs- en begeleidingsfunctie voor hen die een klacht indienen. Hij/zij heeft geen bevoegdheid om klachten te onderzoeken. De interne contactpersoon heeft naast de taak tot verwijzen en begeleiden ook een hulpverlenende en preventieve taak. In het Jaarboek vindt u de namen van de interne contactpersonen. Wij verzoeken u hen bij een klacht niet via e-mail maar persoonlijk te benaderen.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
5.7.3
43
6
De school en zijn relaties
6.1
Onderwijsinspectie Onze school valt onder het Rijksinspectiekantoor (RIK) Utrecht. Het adres kunt u vinden in het Jaarboek. In februari 2011 heeft een schoolbezoek plaatsgevonden. Het rapport met betrekking tot dit bezoek kunt u vinden op de website van de onderwijsinspectie: www.onderwijsinspectie.nl. U typt vervolgens bij “zoek scholen” de gegevens van onze school in. Bij “rapportenarchief” vindt u het meest recente rapport. Aan onze school is het basisarrangement toegekend.
6.2 Schoolartsendienst / GGD / schoolverpleegkundige Rond de vierde verjaardag van uw kind bent u voor de laatste keer naar het consultatiebureau geweest. Voortaan kunt u, tot uw kind 19 jaar oud is, met uw vragen terecht bij de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD Regio Nijmegen. De GGD Regio Nijmegen heeft als taak het signaleren van gezondheidsproblemen van jeugdigen (4tot 19-jarigen), het geven van advies en waar nodig verwijzen. In de regio Nijmegen onderzoekt de GGD standaard alle 5-jarigen en de leerlingen van groep 7. Daarnaast onderzoekt de GGD kinderen op verzoek van bijvoorbeeld ouders of school. In overleg met de ouders worden leerlingen met leer- en/of gezondheidsproblemen naar de juiste hulpverlenende instelling verwezen. Naast individuele contacten heeft de GGD ook een taak in het geven van (groeps-)voorlichting aan leerlingen en ouders en het adviseren van gemeenten over hun jeugdbeleid. Er zijn tevens afspraken gemaakt met de GGD t.a.v. preventie en behandeling van hoofdluis. Ongeveer eenmaal per maand heeft de schoolverpleegkundige een inloop spreekuur op onze school. U kunt dan terecht met vragen over de opvoeding, ontwikkeling en gezondheid van uw kind.
Aan alle basisscholen in de gemeente Beuningen zijn logopedistes verbonden, afkomstig van de Logopedische Dienst Maas & Waal. De scholen worden bezocht door een vaste logopedist. Op de scholen worden in de groepen 1 t/m 3 de volgende taken verricht: 1. Logopedische screening 5-jarigen 2. Auditieve screening in groep 2 bij risicoleerlingen 3. Onderzoek 4. Controles 5. Interventie 6. Informatie, voorlichting en advisering aan ouders of leerkrachten. Bij alle 5- jarigen wordt een logopedische screening afgenomen. Aan de hand van de screening wordt een indruk verkregen van de spraak, taal, gehoor, vloeiendheid, nasaliteit, afwijkende mondgewoonten en stem.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
6.3 Schoollogopedische dienst Maas en Waal
44
Het is ook mogelijk om als ouder (of leerkracht) een kind aan te melden voor een logopedisch onderzoek in groep 1 t/m 3. Indien er bijzonderheden worden opgemerkt tijdens de screening of het onderzoek, kan besloten worden de ontwikkeling te volgen door een controle in te plannen (later in het jaar) of ouders uit te nodigen voor een adviesgesprek. Het kan zijn dat de logopedist adviseert logopedische behandeling te starten. De Logopedische Dienst zal dan verwijzen naar een particuliere logopedist in de regio. Ten slotte worden leerkrachten geïnformeerd over de screening, controle of het onderzoek en indien nodig geadviseerd over het begeleiden van het kind in de klas.
Schoolbegeleidingsinstanties Onze school maakt gebruik van verschillende professionals en organisaties op het gebied van nascholing en begeleiding: • Drs. G. van Hal, orthopedagoog-generalist. Voor pedagogisch-didactisch advies aan leerkrachten en intern begeleiders betreffende kinderen met specifieke hulpvragen. Hiertoe worden de ouders om hun instemming gevraagd. • Marant Educatieve Diensten. Voor begeleiding van het team bij veranderingsprocessen en innovatie onderwerpen zoals het uitzoeken en invoeren van een nieuwe methode. • Onderwijs Maak je Samen. Eveneens voor begeleiding van het team bij verbetertrajecten. Jaarlijks wordt door de directie besloten welke organisaties ons op een specifiek gebied gaan begeleiden. Onderwijsondersteuning aan zieke kinderen Enkele jaren geleden is de Wet ondersteuning onderwijs aan zieke kinderen ingegaan. In deze wet is vastgelegd dat scholen zelf verantwoordelijk zijn voor het verzorgen van onderwijs aan hun zieke leerlingen. Scholen kunnen daarbij een beroep doen op de dienstverlening van een consulent Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen (OZL). Deze consulenten zijn verbonden aan academische ziekenhuizen en hebben kennis van en ervaring met aangepaste onderwijsprogramma’s voor zieke kinderen. De consulenten OZL hebben daarnaast kennis van en zicht op de mogelijke consequenties van ziektebeelden, de behandelmethoden en de invloed van medicatie in relatie tot het onderwijs. Specifieke begeleiding en behandeling door externe instanties In overleg met onze school worden meerdere leerlingen met een dyslexieverklaring op onze school behandeld door externe specialisten. Het gaat hier om zogenaamde vergoede zorg vanuit de gemeente welke op school plaatsvindt op verzoek van ouders. Hierbij moet in verband met de regelgeving aan specifieke voorwaarden zijn voldaan. De directie neemt de uiteindelijke beslissing. We werken hierbij samen met instanties, zoals Leersaam, Marant, het RID en het Dyslexiecentrum Wijchen.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
6.4
45
6.5
NIM: Instelling voor Maatschappelijk Werk Op alle scholen voor basisonderwijs in de gemeente Beuningen is een schoolmaatschappelijk werker van de instantie NIM beschikbaar. De schoolmaatschappelijk werker is er om signalen van mogelijke problemen of vragen van ouders, leerlingen en de school zo snel mogelijk op te pakken, om te voorkomen dat problemen verergeren. Daarvoor heeft een schoolmaatschappelijk werker zitting in het Ondersteuningsteam van elke school in Beuningen en overlegt daar met JGZ, school en onderwijsspecialist over de aanpak van problematieken bij kinderen in een heel vroeg stadium. De schoolmaatschappelijk werker ondersteunt ouders en hun kinderen, leerkrachten en intern begeleiders bij het beantwoorden van vragen en oplossen van problemen. Ook verwijst de schoolmaatschappelijk werker als dat nodig is naar gespecialiseerde zorg. De schoolmaatschappelijk werker verzorgt ook trainingen voor kinderen: In samenwerking met de scholen in Beuningen wordt tweemaal per jaar een sociale vaardigheidstraining gegeven voor kinderen uit groep 7 en 8. In overleg met de leerkracht van uw kind of met de intern begeleider kunt u een aanvraag doen voor een gesprek met de maatschappelijk werker. Er kan dan zowel op school als bij het NIM een afspraak worden gemaakt. Soms kan ook de school u adviseren een gesprek met de schoolmaatschappelijk werker aan te vragen. Omdat de gesprekken binnen de vier muren van ons gebouw plaatsvinden, zullen veel ouders een lagere drempel ervaren om in contact te treden met deze hulpverlenende instantie.
Het Sociaal Team Beuningen en Centrum voor Jeugd en Gezin Iedereen heeft af en toe een steuntje in de rug nodig. Het Sociaal Team Beuningen kan daarbij helpen. Met vragen over opvoeden en andere zaken betreffende het gezin kunnen ouders terecht bij het Sociaal Team Beuningen. Het team zoekt samen met de ouders naar praktische oplossingen voor vragen en problemen. Hierin werken betrokkenen van verschillende organisaties met de gemeente samen, bijvoorbeeld de wijkverpleegkundige en het maatschappelijk werk. Het Sociaal Team maakt samen met de ouders een plan. Natuurlijk kunnen ouders ook rechtstreeks terecht bij de vertrouwde gezichten, zoals de huisarts, de school, kinderdagverblijf of consultatiebureau. Zij kunnen in geval van hulpvragen adviseren en doorverwijzen. Ook bestaat de mogelijkheid om het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) te raadplegen. Hier kunnen ouders hun zorgen met betrekking tot het gezin bespreken. Het CJG biedt advies, tips, cursussen of een gesprek over opvoeden en opgroeien.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
6.6
46
6.7
Jeugdbescherming Gelderland De instantie Jeugdbescherming Gelderland is bedoeld voor advies of ondersteuning in de hulpverlening aan gezinnen. Deze instantie komt in beeld, wanneer ouders zich zorgen maken over een kind en daar thuis hulp bij nodig hebben. De geboden hulp kan vrijwillig van aard zijn als soms ook verplicht. De vrijwillige hulp is kortdurend, waarbij sprake is van een intensief begeleidingstraject. Om Jeugdbescherming Gelderland in te schakelen, dienen ouders contact op te nemen met het Sociaal Team Beuningen (de plaatselijke hulpverlening). Telefoonnummer: 14024 (gemeentehuis Beuningen), van Heemstraweg 46 te Beuningen.
6.8. Organisaties voor educatie/vorming Bibliotheek Als school hebben we voor alle groepen een klassenabonnement bij een bibliotheek, waarvan veel gebruik gemaakt wordt. Iedere groep heeft een bibliotheekouder, deze zorgt ervoor dat iedere zes weken de collectie gewisseld wordt . Het Dijkmagazijn Dit centrum voor milieueducatie voorziet ons regelmatig van materiaal bij seizoenvieringen en verzorgt samen met de school excursies. Verschillende culturele instellingen Als school kunnen we diverse musea en culturele instellingen bezoeken. Keuzes worden gemaakt n.a.v. het cultuuraanbod wat door het Cultuurknooppunt Wijchen-Beuningen aangeboden wordt.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
Marant Educatieve Service We hebben voor onze school een abonnement afgesloten bij de educatieve service van Marant. Daarmee kunnen we zeer veel verschillende materialen, methodes en software lenen. Materialen met betrekking tot de verschillende leergebieden, maar ook ontwikkelingsmateriaal voor het jonge kind of bijvoorbeeld specifieke middelen voor meer- en hoogbegaafdheid. Al school maken we veel gebruik van deze service.
47
7
De schooltijden
7.1 Schooltijden
7.2
De leerplichtwet bepaalt dat kinderen van groep 1 t / m 4 per schooljaar 880 uur onderwijs moeten genieten en kinderen van groep 5 t / m 8 1000 uur. Hierdoor ontstaat er verschil in schooltijden en vrije dagen. De schooltijden zijn vermeld in het Jaarboek.
Begin van de schooltijd
7.3
Eet- en drinkpauze Kinderen hebben halverwege de ochtend vaak behoefte aan een opkikkertje. Wilt u uw kind ‘s ochtends iets gezonds te eten en / of te drinken meegeven in een rugzak of een tas? Om kinderen milieubewustzijn bij te brengen vragen we u geen gebruik te maken van wegwerpverpakkingen voor eten en drinken, maar van een stevige trommel en een beker, voorzien van naam.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
Iedere ochtend is er vanaf 08:20 tot 08:30 uur inlooptijd in de kleutergroepen en in de groepen 3 en 4. De kleuters gaan bij aankomst op school meteen naar hun eigen klas. In de klas zoekt het kind samen met de ouder een werkje uit waar hij of zij mee aan de slag kan. Als alle kinderen aan het werk zijn, start de leerkracht met een groepje kinderen de zogenaamde “kleine kring”. Deze kinderen krijgen instructie over een specifiek onderdeel. Alle kinderen nemen regelmatig deel aan de kleine kring op basis van hun onderwijsbehoeften. De kinderen uit de groepen 3 en 4 kunnen ook vanaf 8.20 uur naar hun klas. In de klas kan het kind zelfstandig starten met een activiteit en is er ruimte om aan de ouder te laten zien wat er al is geleerd. De groepen 5 t/m 8 mogen vanaf 08:15 uur op de speelplaats. Ze verblijven onder toezicht van een leerkracht. Om 08:25 uur gaat de zoemer en gaan de kinderen naar binnen. Om 08:30 uur starten in alle groepen de lessen. Ouders mogen naar binnen als de leerkracht iets dringends moet worden gevraagd of medegedeeld. ‘s Middags is de speelplaats tot 13:00 uur uitsluitend voor overblijvers. Kinderen die niet zijn overgebleven mogen na 13:00 uur op de speelplaats komen. Alle kinderen, ook de kleuters, blijven ’s middags buiten tot 13:10 uur. Ze worden door de leerkracht opgehaald om naar binnen te gaan. Wij hechten er waarde aan om op tijd te beginnen en verwachten van ouders dat zij ervoor voor zorgen dat hun kind op tijd aanwezig is en niet vóór 08:15 -13:00 uur op de speelplaats is.
48
7.4
Ophalen van kinderen om 12:00 uur (11:30 uur) en om 15:15 uur Om de rust in school te behouden hebben we de volgende regels ingesteld: • Ouders wachten op de speelplaats op hun kind(eren), behalve in geval van flinke regen. De kinderen van de groepen 1-2 gaan onder leiding van hun leerkrachten naar buiten, de overige kinderen komen als de groepsleerkracht het signaal heeft gegeven. • Als u iets aan een leerkracht wilt mededelen of werk van uw kinderen wilt bewonderen, wacht u tot uw kind buiten is en daarna gaat u samen met uw kind weer naar binnen. Doe dit zoveel mogelijk om 15:15 uur in verband met de rust voor de kinderen en de leerkrachten.
7.5
Afwezig zijn Als uw kind niet op school kan komen, ontvangen we daarvan graag vóór schooltijd telefonisch bericht, met opgave van de reden. Een bezoek aan de huisarts, specialist e.d. willen we graag een dag tevoren vernemen. Wilt u dergelijke afspraken zoveel mogelijk na schooltijd plannen?
Regels in geval van schoolverzuim
Leerplichtwet Kinderen moeten volgens de huidige wetgeving naar school vanaf de eerste schooldag in de maand na de vijfde verjaardag. Het kind mag al naar school wanneer het 4 jaar is. Vanaf 5 jaar moet het kind elke dag, wanneer er les is, naar school. Niet naar school (geoorloofd verzuim/verlof) • Ziekte: wie ziek is, kan niet naar school. • Godsdienst of levensovertuiging: voor sommige religieuze feesten mag uw kind thuis blijven. Natuurlijk moet u als ouder dit vooraf bespreken met de school. • Vijfjarigen: als uw kind vijf jaar is en de volle schoolweek nog niet aankan, mag het enkele uren per week (5-10 uur) thuis blijven, in overleg met de school. Dit geldt niet voor een incidentele situatie. Dat wil zeggen dat u niet zo maar uw vijfjarige kind voor één dagje van school mag laten wegblijven. • Belangrijke gebeurtenissen: als er een huwelijk is binnen de directe familie, kan uw kind daarvoor vrij krijgen. Ook voor jubilea, verhuizingen, ernstige ziekte van familieleden en andere belangrijke persoonlijke omstandigheden geldt dit. U moet dit verlof vooraf schriftelijk bij de school aanvragen. • Verlof buiten schoolvakanties: buiten de schoolvakanties om mag uw kind niet van school wegblijven, bijvoorbeeld om op wintersport te gaan of om familie in het buitenland te bezoeken. Op deze regel is één uitzondering. Soms kunt u namelijk als ouder vanwege uw werk beslist niet weg in alle schoolvakanties. Alleen dan kan uw kind (maximaal tien dagen per schooljaar) extra vrij krijgen. Deze dagen mogen niet vallen in de eerste twee weken na de zomervakantie. Voor dit extra verlof moet u schriftelijk, minimaal acht weken van tevoren, toestemming vragen aan de directie van de school met een verlofaanvraag. De verlofaanvraag is te vinden op de website van de school (onder formulieren) of te verkrijgen bij de administratie van de school. Bij uw verzoek moet een werkgeversverklaring bijgevoegd zijn waaruit blijkt dat geen verlof binnen de officiële schoolvakanties mogelijk is. De folder Leerplicht/Leerrecht voor ouders van kinderen in het primair onderwijs is bij de Gemeente Beuningen of de school verkrijgbaar.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
7.6
49
Belangrijke weetjes Bereikbaarheid ouders Onder schooltijd kan een kind ziek worden of een ongelukje krijgen. Het is daarom belangrijk om vanaf het begin van het schooljaar te weten waar één van de ouders of verzorgers te bereiken is. Aan het begin van het schooljaar wordt door de ouders/ verzorgers per kind een calamiteitenformulier ingevuld. Vergeet niet om tussentijdse wijzigingen tijdig aan de administratie, groepsleerkracht en/of directie door te geven. Verjaardag van kinderen en leerkrachten De meeste kinderen willen op hun verjaardag graag trakteren. Wij verwachten dat u bij de keuze van een traktatie rekening houdt met de taak van de school kinderen gezonde levensgewoonten aan te leren: o.a. leren matig met vet, zoet en zout te zijn en leren rekening te houden met het gebit. De kinderen mogen met een verjaardagskaart de klassen rond in hun eigen gebouw. Als uw kind ook de leerkrachten trakteert, willen we graag dezelfde traktatie als de kinderen. Bij groep 1-2 bent u bij het vieren van de verjaardag van harte welkom. Groep 3 t/m 8 vieren hun verjaardag in de klas zonder ouders.
Als leerkrachten jarig zijn wordt er feest gevierd met de eigen groep of binnen de bouw. In het Jaarboek en in de Nieuwsbrief / Ouderkalender treft u deze feestelijke dagen aan. In samenspraak met afgevaardigden van het team en OR is afgesproken dat er een gezamenlijk cadeau voor de jarige juf of meester gekocht kan worden. De richtprijs is € 1,00 per kind per leerkracht (bij een duo dus € 2,00 per kind). De klassenouder zal er voor zorg dragen dat enkele weken voor het verjaardagsfeest van hun groepsleerkracht[en] een briefje meegegeven wordt met daarin nadere informatie hieromtrent. Daarnaast kan een kind de leerkracht met een zelfgemaakt cadeautje verrassen. Hoofdzaak is en blijft dat er op de verjaardag van de leerkracht feest gevierd wordt. (t)Huiswerk (t)Huiswerk kan op De Dromedaris verschillende doelen hebben. 1. leren plannen (wanneer ga je het voorbereiden, zorgen dat je op tijd klaar bent) 2. leren presenteren, daarbij inspringen op interesses bij kinderen (een spreekbeurt of boekbespreking) 3. omgaan met verantwoordelijkheid (zorgen dat je alle spullen mee neemt) 4. verder automatiseren/ inoefenen van de lesstof (groep 3 tot en met 8, bijvoorbeeld thuis lezen of spellingswoordjes oefenen) 5. voorbereiding op het voortgezet onderwijs (groep 7 en 8)
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
8
50
Het is van belang dat het werk thuis afgestemd op bovenstaande doelen wordt ingezet. De leerkracht zal in lagere groepen in overleg met de ouders werk mee naar huis geven. We gaan ervan uit dat er vijf keer per week maximaal 15 minuten geoefend wordt. In de hoogste groepen krijgt het kind als voorbereiding op het voortgezet onderwijs huiswerk mee. Dit kan leerhuiswerk (bijvoorbeeld Engelse woordjes), maakhuiswerk (bijvoorbeeld rekenopgaven) of een opdracht (bijvoorbeeld een presentatie maken) zijn. Rookverbod Omdat de school een openbaar gebouw is, geldt in de hele school een strikt rookverbod. Uit opvoedkundig oogpunt vragen we u om ook op de speelplaats, in het bijzijn van kinderen, niet te roken. Verkeersveiligheid om en op school We vragen u rekening te houden met het verkeersgedrag van (jonge) kinderen. Laat kinderen niet alleen van en naar de auto op de parkeerplaats lopen! We vragen u uw auto niet op de verkeersdrempel parkeren (dit is namelijk een kruisingsvlak) en niet bij een oversteekplaats. Wacht uw kinderen op de speelplaats op! Stal uw fiets buiten het hek. Fietsen op de speelplaatsen en op de trottoirs rondom de school is verboden, zowel voor leerkrachten, leerlingen als ouders.
Gevonden voorwerpen In het entreehalletje van het hoofdgebouw staat een mand met gevonden voorwerpen. In de schoolwoningen staat de mand met gevonden voorwerpen bij het invalidentoilet. Aan het eind van het schooljaar worden deze spullen gedurende een week uitgestald. Voorwerpen die na die week niet zijn meegenomen worden aan een liefdadigheidsorganisatie gegeven.
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
Speelgoed Kinderen mogen uitsluitend speelgoed of materialen meebrengen, als daar door de leerkracht om wordt gevraagd (bijv. i.v.m. een thema). De school is niet aansprakelijk voor het zoek- of stuk raken van meegebracht speelgoed.
51
Veranderde wet aansprakelijkheid Een kind knipt in zijn trui of valt een gat in zijn broek of knie; een kind duwt een ander opzij en dit kind komt ongelukkig ten val: een gebroken arm. Voor dergelijke zaken zijn de ouders zelf aansprakelijk, tenzij de school ernstige nalatigheid verweten kan worden, bijv. wegens het ontbreken aan toezicht. Materiaal in de hal en de lokalen De school is ingericht voor het onderwijs. Daardoor staat er overal spel- en leermateriaal. Wij realiseren ons dat een heleboel spullen uitdagend zijn voor kleine kinderen. Toch vragen we u ervoor zorg te dragen, dat niet-schoolgaande kinderen van de schoolspullen afblijven. Sponsoring We hanteren de regels m.b.t. sponsoring zoals die omschreven staan in een circulaire van het ministerie van OC en W. Bij speciale activiteiten worden Beuningse bedrijven benaderd om ons te ondersteunen. Eenmaal per jaar organiseren we een sponsorloop. De opbrengst van deze sponsorloop gaat deels kan naar een goed doel buiten school gaan en/of naar een doel binnen de school. Samen met de medezeggenschapsraad en de ouderraad zullen we er op toezien dat een eventuele tegenprestatie ons schoolbeleid niet zal beïnvloeden. Wet op de privacy Er verschijnen regelmatig foto’s van de kinderen op de website van de school, de Nieuwsbrief of bijv. in de Schoolgids welke op onze website geplaatst is. Op het inschrijfformulier kunt u aangeven of u daar bezwaar tegen heeft. Tevens kunt u aangeven of u bezwaar heeft tegen het plaatsen van naam en adres op de adressenlijst die per groep wordt uitgereikt. Honden op de speelplaats Honden zijn op de speelplaats en in de school niet toegestaan. Mobiele telefoons op school De school is voor ouders goed bereikbaar. Een boodschap aan uw zoon of dochter kunt u via de schooltelefoon (024-6777428) doorgeven. De kinderen mogen zonodig de schooltelefoon gebruiken om u te bereiken. De kinderen uit de groepen 7 en 8 mogen hun mobiele telefoon mee naar school nemen (als ze die hebben). Dit om hun ouders na schooltijd te kunnen bereiken. Er zijn regels afgesproken rondom het gebruik van mobiele telefoons. Deze worden tegelijkertijd met de eerste Nieuwsbrief jaarlijks verstuurd. Wanneer u uw kind een mobiele telefoon meegeeft, onderschrijft u deze regels.
Vulpennen Kinderen krijgen bij ons in groep 4 een vulpen. Bij goed gebruik kan deze vulpen meerdere jaren mee. Wanneer de vulpen stuk is, of wanneer uw kind een specifieke vulpen (zoals Stabilo of Lamy) wil/ moet gebruiken, dan kunt u deze als ouder zelf aanschaffen. Inktvullingen voor specifieke vulpennen dient u zelf aan te schaffen
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
Verzekeringen Onze stichting Oeverwal heeft voor alle kinderen een schoolongevallenverzekering afgesloten. De verzekering is van kracht tijdens de schooluren, maar ook na schooltijd indien de evenementen en activiteiten in schoolverband plaatsvinden.
52
Lijst met afkortingen
Basisonderwijs Centraal instituut voor toetsontwikkeling Centrum voor Jeugd en Gezin Intern begeleider Informatie- en communicatietechnologie Geestelijke GezondheidsDienst Geestelijke GezondheidsZorg Leraar in opleiding Leerling- en onderwijsvolgsysteem Multi disciplinair overleg Medezeggenschapsraad Managementteam Instelling voor maatschappelijk werk Nijmegen Ouderraad Ondersteuningsteam Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen Pedagogische academie basisonderwijs Rijksinspectiekantoor Regionaal opleidingen centrum Remedial teaching Speciale school voor basisonderwijs Speciaal onderwijs Tussenschoolse opvang Voortgezet onderwijs
De Dromedaris. Schoolgids 2016-2020
BAO CITO CJG IB ICT GGD GGZ LIO LOVS MDO MR MT NIM OR O-team OZL PABO RIK ROC RT SBO SO TSO VO
53