Openbare basisschool

Openbare basisschool

Maresiusstraat 22 9746 BJ Groningen tel: 050-5777216 email: [email protected] website: www.defeniks.o2g2.nl

Schooljaar 2014-2015

Inhoudsopgave Acht jaar op de Feniks, klaar voor de toekomst! ........................................................ 4 1 Onze SCHOOL .............................................................................................. 5 1.1 Algemene gegevens. .................................................................................. 5 1.2 Beschrijving van de school .......................................................................... 5 1.3 Contactgegevens ....................................................................................... 5 1.4 Aanmelden ............................................................................................... 5 2 WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT .................................................................... 6 2.1 Identiteit, visie en uitgangspunten ............................................................... 6 2.2 Daltonprincipes ......................................................................................... 7 2.3 Pedagogische taak ..................................................................................... 8 3 DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS ........................................................10 3.1 Groepering ..............................................................................................10 3.2 Tussentijdse groepsindelingssprocedure ......................................................10 3.3 De onderwijs activiteiten voor de kinderen ...................................................10 3.4 Informatie Communicatie Technologie (I.C.T.) .............................................13 4 EXTRA ONDERSTEUNING VOOR KINDEREN.....................................................15 4.1 Uitgangspunt ...........................................................................................15 4.2 Begeleiding leerlingen bij leerachterstand/ontwikkelingsproblematiek..............15 4.3 Leerstofaanbod verrijken of verdiepen .........................................................16 4.4 Passend Onderwijs ....................................................................................17 4.5 Verwijzing naar Speciaal Basis Onderwijs (S.B.O.) of R.E.C. ...........................17 4.6 Dyslexie ..................................................................................................18 4.7 Doublure .................................................................................................18 4.8 Overgang van groep 2 naar groep 3 ............................................................18 4.9 Overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs (VO) .............19 4.10 De G.G.D. op school ..................................................................................19 5 NASCHOOLSE ACTIVITEITEN VOOR KINDEREN ...............................................21 5.1 Naschoolse opvang ...................................................................................21 5.2 Buitenschoolse activiteiten voor kinderen ....................................................21 6 ONS TEAM ..................................................................................................22 6.1 Samenstelling team ..................................................................................22 6.2 Vervanging bij afwezigheid ........................................................................22 6.3 Begeleiding en inzet van stagiaires .............................................................22 6.4 Scholing van leraren .................................................................................23 7 OUDERS .....................................................................................................24 7.1 Betrokkenheid van ouders .........................................................................24 7.2 Informatievoorziening aan ouders ...............................................................24 7.3 Oudercommissie .......................................................................................25 7.4 Medezeggenschapsraad (MR) .....................................................................26 7.5 Ouderactiviteiten ......................................................................................26 7.6 Hoofdluis (L.O.T.). ....................................................................................26 7.7 Klachtenregeling openbaar onderwijs Groep Groningen .................................26 7.8 Schoolverzekering voor de kinderen ............................................................27 8 KWALITEIT VAN ONS ONDERWIJS .................................................................28 8.1 Sterkte/zwakte analyse van de school. ............................................................28 8.2 Resultaten Periodiek Kwaliteitsonderzoek (P.K.O.) van de onderwijsinspectie ..29 9 REGELS EN AFSPRAKEN ...............................................................................30 9.1 Time-out en verwijdering van een leerling in het primair onderwijs .................30 9.2 Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van schoolverzuim .......................30 9.3 Ziekte en afwezigheid. ..............................................................................31 9.4 Medicijn gebruik voor kinderen ...................................................................31 9.5 Eten, snoepen / jarig zijn ...........................................................................31 9.6 De schoolfotograaf ....................................................................................31 9.7 Op de fiets naar school ..............................................................................32 9.8 Roken .....................................................................................................32

9.9 9.10 9.11 9.12

Pleinwacht ...............................................................................................32 Schooltijden (in/uitgaan school) .................................................................32 Te laat komen ..........................................................................................33 Gevonden voorwerpen...............................................................................33

Schoolgids obs de Feniks 2014-2015

p.3

Acht jaar op de Feniks, klaar voor de toekomst! Obs de Feniks is een jonge dynamische school in de wijk Gravenburg. Op onze school staat leren met ‘PIT’ centraal. Dit wil zeggen: Plezier, Inzet en Talent. Verderop in de schoolgids lichten wij dit nader toe. De school valt onder het openbaar schoolbestuur O2G2. De Feniks bestaat als zelfstandige school sinds 1 augustus 2011 en heeft de inspirerende naam sinds we herrezen zijn na de brand die in oktober 2010 het schoolgebouw verwoestte. Ons logo verwijst naar de vuurvogel, de Feniks. Voor ons staat het vrolijke vogeltje symbool voor onze school; we zijn een kleurrijke veelzijdige school, waar je je vleugels uit kunt slaan Het kenmerkende gebouw staat opvallend in de groene weilanden tussen de wijken ‘De Held’ en ‘Gravenburg’. De gevel is bekleed met koper en zal in de loop der jaren verkleuren van glimmend koper, naar bruin, naar groen. Binnen zijn er speelse, ruime en lichte lokalen. Er zijn brede gangen en vrolijke kleuren. Er is een duurzaam systeem om het binnenklimaat te beheersen. Er zijn geen radiatoren, de lucht in de lokalen wordt voortdurend ververst. De energie om de school te verwarmen wordt opgepompt uit de aarde. In de zomer werkt het systeem andersom en wordt het gebouw juist gekoeld. Met deze schoolgids van obs de Feniks willen wij een beeld schetsen van de school. We vertellen u waar we voor staan en hoe de zaken op onze school geregeld zijn. De schoolgids is samengesteld door de directeur, Hella van der Lugt en vastgesteld door de medezeggenschapsraad. We hopen dat u de gids met plezier zult lezen. Vanzelfsprekend bent u van harte welkom als u een nadere toelichting wenst. Neemt u dan contact op met de directie van de school. Namens het team, Hella van der Lugt


p.4

1 1.1

Onze SCHOOL Algemene gegevens.

De Feniks is een openbare school. Dat wil zeggen dat de school toegankelijk is voor iedereen, ongeacht geloofsovertuiging of culturele achtergrond. Onze school biedt onderwijs aan kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar. We maken onderdeel uit van de stichting O2G2 (Openbaar Onderwijs Groep Groningen). 1.2

Beschrijving van de school

Onze school telt momenteel ongeveer 375 leerlingen. De meeste leerlingen komen uit de wijken De Held en Gravenburg, maar ook kinderen uit Vinkhuizen, Hoogkerk en de wijk Reitdiep weten onze school te vinden. De leerlingen zijn verdeeld over 16 groepen. Leerlingen hebben jaarlijks over het algemeen te maken met twee leerkrachten, die een gedeelte van een schoolweek wisselend lesgeven. De school heeft ongeveer 30 personeelsleden die parttime of fulltime aan de school verbonden zijn. Een groot deel hiervan zijn leerkrachten. Een aantal leerkrachten heeft andere taken, waaronder extra hulp aan kinderen. Daarnaast heeft de school een vakleerkracht in dienst voor gymnastiek. Ter ondersteuning van de directie zijn ook een administratief medewerker en een systeembeheerder werkzaam op school. 1.3

Contactgegevens

Algemeen e-mailadres: [email protected] Telefoonnummer: 050 - 57 77 216 We stellen het op prijs als u buiten de schooltijden belt. Dit wil zeggen voor 8.20 uur en na 14.15 uur. Wilt u iemand van het personeel persoonlijk spreken, maakt u dan eerst even een afspraak. 1.4

Aanmelden

Voor de aanmelding van nieuwe leerlingen kunt u een telefonische afspraak maken met de schoolleiding. We kunnen u dan zelf laten zien waarom zoveel kinderen elke dag met plezier naar onze school gaan. De aanmelding zelf verloopt via een aanmeldingsformulier. Kinderen kunnen worden aangenomen vanaf hun vierde verjaardag. In de weken voor plaatsing kan in overleg met de groepsleerkracht een tweetal ‘wendagen’ worden afgesproken. Een kind van vier jaar is nog niet leerplichtig. Mocht een hele schooldag nog te vermoeiend zijn voor uw kleuter, dan kunt u in overleg met de groepsleerkracht uw kind voor halve dagen naar school laten gaan. Vanaf vijf jaar geldt de leerplicht. Bij aanmelding van een kind wat al op een andere basisschool zit, is er altijd overleg over de plaatsing van het kind. De school waar uw kind vandaan komt voorziet ons van de nodige informatie omtrent de vorderingen van uw kind.


p.5

2

WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2.1

Identiteit, visie en uitgangspunten

De openbare identiteit De school is een openbare basisschool. De kenmerken van het openbaar onderwijs zijn vastgelegd in de Grondwet (artikel 23). Onze school is een school waar iedereen welkom is, zonder onderscheid naar godsdienst, levensovertuiging of wat voor ander kenmerk dan ook. Onze school wil een leef- en leerklimaat scheppen waarin respect voor anderen en andersdenkenden voorop staat. Een plek waar we samen leren, met en van elkaar. Onze missie Onze missie is dat leerlingen de school na acht jaar goed toegerust voor de toekomst verlaten. Zij hebben zich ontwikkeld op de vijf menselijke waarden die wij als school nastreven: 1. Een positief zelfbeeld Kinderen verlaten obs de Feniks met een positief zelfbeeld. Ze leren zich bewust te zijn van hun eigen talenten en kwaliteiten. 2. Kennis en vaardigheden die nodig zijn voor nu en in de toekomst We willen onze kinderen kansen bieden, nu en in de toekomst. 3. De vaardigheid om creatief te denken en te handelen In onze complexe wereld wordt veel van mensen gevraagd. We willen dat kinderen hun toekomst als een uitdaging ervaren en hen de hulpmiddelen geven om die toekomst vorm te geven. 4. Het in staat zijn om samen te werken en respectvol met anderen om te gaan Open staan voor de wereld en voor andere mensen en mede daardoor leren van elkaar vinden wij belangrijk. We sluiten op de Feniks niemand uit en we leren kinderen dit ook niet te doen. 5. Ze nemen hun verantwoordelijkheid en kunnen keuzes maken We willen kinderen leren zichzelf te zien als deel van een groter geheel en daarin hun verantwoordelijkheid te nemen. We vinden het belangrijk dat kinderen uit de enorme hoeveelheden informatie keuzes kunnen maken. Onze visie Uit onze visie blijkt hoe wij onze missie willen realiseren. De school is in de eerste plaats een onderwijsinstelling. De kerntaak van onze school is het geven van onderwijs, gericht op een brede ontwikkeling en vorming van jonge mensen. Aandacht voor de cognitieve én sociaal-emotionele ontwikkeling binnen een veilig pedagogisch klimaat zijn kenmerkend voor onze pedagogisch-didactische uitgangspunten. Onze prioriteit is het bieden van kansen aan alle leerlingen en het maximaal haalbare uit het kind halen. Dit betekent dat het beleid duidelijk ingesteld moet zijn op het omgaan met verschillen. De uitgangspunten van ons onderwijs zijn daarom: • • • •

het het het het

ontwikkelen van de mogelijkheden van elk kind bevorderen van de zelfstandigheid van ieder kind kunnen samenwerken met elkaar kunnen omgaan met vrijheid/verantwoordelijkheid

Deze uitgangspunten vormen de basis van ons onderwijs en zijn terug te vinden in de wijze waarop de leerkrachten de kinderen benaderen en de wijze waarop activiteiten en leerstof worden aangeboden. Schoolgids obs de Feniks 2014-2015

p.6

2.2

Daltonprincipes

Wij werken in ons onderwijs volgens daltonprincipes. Deze onderwijsvorm heeft meer aandacht voor het individuele kind met zijn/haar mogelijkheden. De daltonprincipes zijn: • zelfstandigheid • vrijheid • samenwerken Sfeer, veiligheid en geborgenheid zijn verweven met de Daltonprincipes, evenals structuur en regelmaat. Het zelfstandig leren werken is een belangrijke leerweg voor een kind. Wij leren onze leerlingen om kritisch te zijn op hun eigen functioneren. Door met anderen in gesprek te gaan over hun werk en handelen, worden zij zich steeds meer bewust van zichzelf en hoe zij in de wereld staan. We laten hen verantwoordelijkheid dragen voor zichzelf en anderen. Hoe doen we dat? De lesuren op onze school worden verdeeld in klassikale en taakuren. In de klassikale uren wordt aan de hele groep instructie gegeven over de diverse vakgebieden. De hele klas werkt dan aan hetzelfde vak, begeleidt door de leerkracht. Deze gemeenschappelijke activiteit is nodig voor goede kennisoverdracht en de sociale vorming. Naast onze klassikale uren, krijgen kinderen taakuren. Daarin komen de daltonprincipes optimaal tot zijn recht. In de taakuren kunnen kinderen kiezen aan welk vak zij willen werken. De taken bestaan uit opdrachten of opgaven die de leerlingen in een vastgelegde tijd moeten afwerken. Zelfstandigheid Alles wat op de taak staat kan zelfstandig verwerkt worden. De opdrachten zijn duidelijk en eerder uitgelegd. Op deze manier hoeven kinderen ook nooit op elkaar te wachten en kan de leerkracht makkelijk differentiëren. Vrijheid Bij het maken van taken heeft het kind een bepaalde vrijheid. De vrijheid in het werken volgens daltonprincipes heeft vier vormen: • • • •

Het kiezen op sommige momenten van de volgorde van werken en vakken. Het samenwerken met medeleerlingen. De vrije verdeling van tijd die besteed wordt aan de vakken tijdens het taakwerk. Leerlingen mogen zich in bepaalde mate vrij bewegen in de klas en het gebouw.

Juist de begrenzing van de vrijheid is essentieel om te leren hoe verantwoordelijk met die vrijheid om te gaan. De taken worden zó gegeven, dat deze de leerling verplicht tot werken, maar ook bepaalde vrijheden toestaat. Samenwerken De onderlinge samenwerking kan verscheidene vormen aannemen: bijvoorbeeld de hulp van het ene kind aan een ander. Een verdergaande samenwerking is dat de kinderen samen bepaalde opdrachten voltooien – het maatjeswerk - of elkaar overhoren. Zo leren ze rekening houden met elkaar en met de inbreng en de behoefte van de ander. In de maatschappij is samenwerken immers ook erg belangrijk.


p.7

Rol van de leerkracht De rol van de leerkracht is voor het slagen van deze manier van werken van groot belang. De leerkracht moet de leerling stimuleren, helpen en er op toezien dat de vrijheid goed wordt gebruikt. De kinderen leren beseffen dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor hun vrijheid en voor hun eigen gedrag én dat zij de anderen daarin niet mogen storen. Op deze manier denken wij de kinderen voor te bereiden op een steeds veranderende wereld en leren we ze omgaan met een complexe maatschappij.

2.3

Pedagogische taak

Naast de onderwijskundige taak van de school heeft onze school ook een opvoedende taak. Deze taak delen we natuurlijk met de ouders. Ouders zijn in de eerste plaats ervaringsdeskundige met betrekking tot hun kind. Daarom vinden wij een veelvuldige en open communicatie tussen ouders en school erg belangrijk, ook om de doorgaande lijn thuis-school te waarborgen. Op school leren we de leerlingen goed met elkaar om te gaan in een groep, om samen te spelen en om samen te leren werken. Een veilig klimaat waarin kinderen zich prettig voelen en zichzelf kunnen zijn draagt bij aan een goede ontwikkeling. Om een veilige omgeving te waarborgen voor kinderen, hebben we op school regels en afspraken, waar wij regelmatig met de groep bij stilstaan. De Vreedzame School Om kinderen goed met elkaar te leren omgaan en hun sociale vaardigheden te ontwikkelen, hanteren wij het programma De Vreedzame School. Daarmee leren de kinderen op een positieve manier met elkaar om te gaan en verantwoordelijk te zijn voor eigen keuzes en gedrag. Wij leren kinderen zo elkaar te accepteren en te respecteren. We willen dat ‘de Vreedzame School’ een school is waar: -

leerlingen, personeel en ouders zich veilig voelen je fouten mag maken je je mening mag geven en ideeën lanceren je kunt lachen en huilen een zichtbare doorgaande lijn is in het omgaan met elkaar

Meer informatie vindt u op de website van de Vreedzame School: www.devreedzameschool.net


p.8

Kivaschool Daarnaast zijn wij in 2014 gestart met het KiVa-programma. KiVa is een schoolbreed preventief antipestprogramma. KiVa legt de nadruk op de rol van de hele groep bij het voorkomen en stoppen van pesten. Wij voeren dit programma uit in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen. In juni 2014 zijn alle leerkrachten geschoold in het werken met het KIVA programma. Meer informatie vindt u op de website van KiVa: www.kivaschool.nl Zo zorgen wij samen voor een fijne en veilige school waar ieder kind zich thuis voelt.


p.9

3

DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 3.1

Groepering

Ons onderwijs geven we aan kinderen van 4 t/m 12 jaar, verdeeld over acht leerjaren. Groep 1 t/m 4 vormt de onderbouw, groep 5 t/m 8 de bovenbouw. In de groepen 1 en 2 zitten kleuters van 4 t/m 6 jaar samen in een groep, dit noemen we een heterogene groep. Het voordeel van zo’n gemengde kleutergroep is dat de kinderen veel van elkaar kunnen leren in sociaal, emotioneel en intellectueel opzicht. We streven ernaar de rest van de leerlingen, indien de formatieruimte dat toelaat, zoveel mogelijk in dezelfde, dus homogene, leeftijdsgroepen in te delen. Broertjes en zusjes plaatsen we in principe niet bij elkaar in de klas. 3.2

Tussentijdse groepsindelingssprocedure

Een enkele keer komt het door omstandigheden voor dat er een groep gedurende het jaar opnieuw verdeeld moet worden. Dit gebeurt zelden, maar mocht het voorkomen hanteren we de volgende procedure: Om tot een nieuwe groepsindeling te komen vormen de volgende criteria, in willekeurige volgorde, zoveel mogelijk het uitgangspunt: evenredige verdeling van het aantal kinderen, jongens en meisjes en leeftijden per groep; het onderwijskundig belang voor kinderen bij plaatsing in een bepaalde groep; rekening houden met sociale relaties tussen kinderen. Ook van belang zijn: geen broertjes/zusjes in dezelfde groep, tenzij dit pedagogisch wel is aan te bevelen; aanvullende relevante informatie van de ouders/verzorgers. Stappenplan: 1. Leerkrachten maken (per bouw) een conceptvoorstel voor de groepsindeling. Ouders mogen één vriendje/vriendinnetje aangeven waarbij ze hun kind graag in de klas willen hebben. Hiermee proberen wij rekening te houden. 2. De voorgestelde groepsindeling wordt besproken met de intern begeleider. 3. De voorgenomen groepsindeling krijgen de kinderen op schrift mee naar huis. 4. Ouders/verzorgers krijgen 5 werkdagen de tijd om eventueel bezwaar aan te tekenen bij de directie tegen het voorstel. 5. De directie weegt argumenten van de ouders en heeft hierover overleg met de betrokken leerkrachten en intern begeleider. 6. Uiteindelijk beslist de directie met die informatie binnen 5 werkdagen in welke groep het kind onderwijs krijgt en worden de ouders van die beslissing op de hoogte gesteld. 3.3

De onderwijs activiteiten voor de kinderen

Groep 1 en 2 ‘Piramideproject’ In de groepen 1 en 2 wordt gewerkt met het Piramideproject. Piramide is een totaalmethode die de ontwikkeling van de kinderen stimuleert met een combinatie van spelen, werken en leren. Er komen 8 ontwikkelingsgebieden aan de orde die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van kinderen, zoals taal/denkontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling, creatieve ontwikkeling, motorische ontwikkeling.


p.10

De activiteiten zijn nauw verbonden met de belevingswereld van de kinderen. In de thema’s zit een doorlopende ontwikkelingslijn van de peuterspeelzaal tot en met groep 2 van de basisschool. Dat betekent dat de peuterspeelzaal met dezelfde thema’s werkt, maar dan op een ander niveau. ‘Onderbouwd’: speels werken aan doelen Onderbouwd is een methode die we naast Piramide gebruiken om te zorgen dat de leerlingen de leerdoelen behalen van de eerste twee jaar basisschool. Onderbouwd stimuleert de ontwikkeling op een speelse, bewuste en doelgerichte manier. Het is een goed doordacht leeraanbod waarbij kinderen door middel van het spelen van een spel op een ontspannen manier kennis vergaren. Deze kennis hebben zij in de volgende groepen nodig om de leerstof te kunnen begrijpen, zoals de grondbeginselen van taal, rekenen en schrijven. Onderbouwd maakt gebruik van handpoppen om het doel herkenbaar te maken. Handpoppen: Fred van de Rekenflat , Arie de Letterkanarie, Wim de Nieuwsgierige Woordspin en Mollie de Mol.

Volgen van de kinderen Piramide en Onderbouwd hebben een helder kleutervolgsysteem, waarmee we kinderen in hun ontwikkeling kunnen volgen. Het volgsysteem wordt ook gebruikt om de resultaten van ons onderwijs weer te geven. Beide methodes bieden mogelijkheden om kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong of -achterstand verder te begeleiden. Groep 3 t/m 8 Schrijven

Vanaf groep 3 leren de kinderen volgens de methode ‘Pennenstreken’ licht hellend schrijven. Ze beginnen met losse letters en leren daarna doorlopend schrift.

Na de kerstvakantie krijgen ze een door de school verstrekte vulpen. Het schrijven hiermee is verplicht gedurende hun hele schoolloopbaan op De Feniks. In groep 6 krijgen alle leerlingen een nieuwe vulpen van school. Gaat de vulpen tussentijds stuk, kunt u op school een nieuwe aanschaffen tegen de kostprijs van € 4,-. Hiervoor krijgt u een goede duurzame pen. Lezen

We streven ernaar om kinderen op een hoog leesniveau te krijgen. Hiervoor gebruiken wij verschillende strategieën. Een goede leesvaardigheid is van cruciaal belang voor de schoolloopbaan en het toekomstig maatschappelijk functioneren van de leerlingen.

In groep 3 worden de eerste beginselen bijgebracht van het lezen. Dit gebeurt met de leesmethode ‘Veilig Leren Lezen’. Deze methode gebruikt werken leesboekjes, een computerprogramma en spelen plaatmateriaal. In de groepen 4,5,6 gaan we door met voortgezet technisch lezen aan de hand van de methode ‘Estafette’. Daarnaast hanteren we de methode ‘Nieuwsbegrip’, voor begrijpend en studerend lezen. Zo behandelen we ook het nieuws, wat de algemene ontwikkeling stimuleert.


p.11

Taal

Voor taal hanteren we de methode ‘Taal Actief’. Taal actief heeft een compact basisprogramma met veel aandacht voor differentiatie. De methode is onderverdeeld in 2 leergangen voor taal en spelling die naadloos op elkaar aansluiten: Taal actief Taal en Taal actief Spelling. In de methode wordt aandacht besteed aan spreken, luisteren, spellen, taalopbouw, taalgebruik. Voor oefening in spelling gebruiken we ook onze ‘klaptrein’. Een trein waarbij met gebaren, rijmpjes en versjes de spellingregels op speelse wijze worden geoefend.

In de groepen 7 en 8 wordt de Engelse taal aangeboden via de methode ‘The Team’. Daarbij is onze school zich aan het oriënteren om in alle leerjaren de Engelse taal aan te bieden. Rekenen en wiskunde Als methode bij rekenen hanteren we ‘Rekenrijk’. Rekenrijk biedt technieken en werkvormen waarvan in de praktijk bewezen is dat kinderen er goed mee leren rekenen. Er is aandacht voor verschil in strategieën bij rekenen, veel ruimte voor automatisering van de stof en de onderdelen tijd, meten en geld spelen een grote rol. Wereldoriëntatie Onder deze noemer horen de vakken aardrijkskunde, biologie en verkeer thuis, die vanaf groep 5 methodisch gegeven worden. Bij aardrijkskunde werken we met de methode ‘De Blauwe Planeet’, bij geschiedenis met de methode ‘Speurtocht’. Voor Biologie gebruiken we de methode ‘Leefwereld’ en de tv-serie ‘Nieuws in de Natuur’. Voor het verkeersonderwijs wordt gebruik gemaakt van de tijdschriften ‘Op voeten en fietsen’ (groep 5 en 6) en de Jeugdverkeerskrant (groep 7 en 8). In groep 7 wordt deelgenomen aan de landelijk georganiseerde schriftelijke verkeersproef. In groep 8 volgt het praktische verkeersexamen. Indien de leerlingen met goed gevolg dit examen hebben afgelegd, krijgen zij hun verkeersdiploma uitgereikt. Expressie activiteiten Deze activiteiten omvatten de tekentechnieken, verven, handvaardigheid, textiele werkvormen, muziek en zang. Naast de ruime aandacht die we hieraan besteden hanteren we de methode ‘Uit de Kunst’. Twee- tot driemaal per jaar zijn er toneelvoorstellingen van elke groep, hiervoor wordt u uitgenodigd. De groepen 8 sluiten hun basisschoolperiode af met een musical. Ook worden er buiten school concerten, voorstellingen en tentoonstellingen bezocht. Gymnastiek De leerlingen van groep 1 en 2 krijgen dagelijks gymnastiek in het speellokaal of tijdens het buiten spelen. De kleuters gymmen in hun hemdje en broekje (ondergoed) en op blote voeten. Alleen als zij voetwratten of voetschimmel hebben, dan is gymschoenen dragen verplicht in verband met besmettingsgevaar. Vanaf groep 3 (t/m 8) is het gebruik van gymkleding en gymschoenen noodzakelijk. De groepen hebben twee keer per week gym. De lessen worden gegeven door een vakleerkracht bewegingsonderwijs.


p.12

We willen dat de kinderen na de gymles douchen. Dus vergeet niet een handdoek mee te nemen. De douche-installaties worden regelmatig op legionellabacterie gecontroleerd. De meeste gymlessen vinden plaats in het gymlokaal. Vanwege het aantal groepen is het nodig dat we met een aantal groepen van de locatie Gravenburg naar een gymzaal aan de Agaathstraat fietsen Dit gebeurt via een veilige route en onder begeleiding van de leerkracht. Humanistisch vormingsonderwijs (h.v.o.) / godsdienstonderwijs (g.o.) In groep 7 krijgen de kinderen een uur per week humanistisch vormingsonderwijs of godsdienstonderwijs. Aan het eind van groep 6 wordt de ouders gevraagd een keus te maken. Huiswerk

3.4

Incidenteel geven we de kinderen in de groepen 3,4,5 werk mee naar huis. In de hogere leerjaren krijgen leerlingen werk mee om bijvoorbeeld tafels, een proefwerk wereldoriëntatie, spreekbeurt, boekenbeurt of werkstuk voor te bereiden. Verder stimuleren we leerlingen thuis veel te lezen.

Informatie Communicatie Technologie (I.C.T.)

Met behulp van I.C.T. bereiden we onze leerlingen voor op de zich steeds verder ontwikkelende informatiemaatschappij. Dit betekent niet alleen het opnemen van kennis en informatie, maar ook zelf actief kennis opzoeken, maken en bewerken. Wij dagen kinderen uit om zelf dingen te ontdekken en te oefenen en op de computer op een wijze die bij kinderen past. Dit gebeurt in onderlinge wisselwerking en met de leerkracht. We passen verschillende werkvormen toe zoals: in tweetallen werken met een opdracht die op de computer wordt uitgevoerd en brieven schrijven via e-mail. Verder wordt de computer toegepast bij (individuele) leertrajecten, zoals voor lezen, spelling en schrijven van teksten. De computer geeft de leerlingen direct reactie op een positieve manier en is een goede middel om zelfontdekkend en zelfstandig te leren, één van de uitgangspunten van onze school. Naast gewone computers, hebben alle groepen een touch screen aan de wand. De groepen 3 t/m 8 zijn allen voorzien van een digitaal schoolbord. Door interactief gebruik van speciaal daarvoor ontwikkelde software is dit een verrijking van de lessen. Voor het leren omgaan met internet hebben wij een protocol op school. Wij leren kinderen kritisch met internet om te gaan en hopen kinderen door een stukje opvoeding te beschermen tegen de gevaren op internet. Protocol Ongewenste communicatie en beeldmateriaal (internet) Sinds de school televisie, video en met name internetfaciliteiten heeft, kunnen er beelden en programma' s de school binnenkomen, die wij ongeschikt achten voor de leerlingen. Te denken valt aan bepaalde uitingen van geweld, seks en racisme. Het team heeft het standpunt dat ongewenste uitingen zoveel mogelijk moeten worden voorkomen, zonder de leerlingen alle verantwoordelijkheid uit handen te nemen. De school bevordert het verantwoordelijkheidsgevoel bij leerlingen door de toegang tot internet en videobeelden te begeleiden. Het team stelt kinderen niet bewust bloot aan videobeelden van geweld, seks en racisme, die geen opvoedkundige bedoeling hebben (uitzondering is bijvoorbeeld het school-tvSchoolgids obs de Feniks 2014-2015

p.13

weekjournaal voor groep 7 en 8, waarin soms oorlogssituaties voorkomen). Bij het vertonen van videofilms wordt de leeftijdscategorie in acht genomen. Wij zien het als opvoedkundige taak om kinderen ervan bewust te maken waarom bepaalde uitingen niet door de beugel kunnen. Leerlingen mogen niet onbeperkt en onbelemmerd op internet; personeel van de school kijkt als het ware ‘over de schouder mee'. We spreken kinderen aan op ongewenst (surf-, chat- en e-mail) gedrag en leren hen verantwoordelijk met het internet om te gaan. Ouders raden wij ten sterkste aan om het internetgedrag van hun kinderen goed in de gaten te houden en afspraken met hun kinderen te maken omtrent het gebruik. Bijvoorbeeld: nooit je adres aan anderen via internet geven. Digitaal pesten Bij digitaal pesten of cyberpesten heeft het terrein zich verplaatst naar internet. Kinderen durven meer achter een computer en vinden pesten via internet vaak 'gewoon' grappig. Totdat het ze zelf overkomt. Mocht dit voorkomen in één van onze groepen, is het van groot belang dat ouders en school op één lijn zitten om het gedrag aan te pakken en bespreekbaar te maken. Preventief praten we op school over goede omgangsvormen, óók op internet. Ook digitaal pesten behandelen we volgens onze anti-pest programma’s.


p.14

4

EXTRA ONDERSTEUNING VOOR KINDEREN 4.1

Uitgangspunt

De Feniks geeft het onderwijs zodanig vorm dat het zoveel mogelijk aansluit bij de leermogelijkheden van het kind. De school volgt de vorderingen in de ontwikkeling van het kind nauwlettend door op gezette tijden de vorderingen van de leerlingen te toetsen. Hierdoor wordt zichtbaar of bepaalde leerlingen extra aandacht behoeven. Zo kunnen we de resultaten ook vergelijken met het landelijk gemiddelde om na te gaan waar ons onderwijs nog verder verbeterd kan worden. Toetsen van basisvaardigheden/leerlingvolgsysteem Om na te gaan hoe de leerlingen op onze school presteren, worden regelmatig basisvaardigheden taal, lezen en rekenen gedurende de schoolloopbaan van de leerlingen getoetst. We gebruiken hiervoor diverse toetsen die gebonden zijn aan de methodes waar we mee werken. Daarnaast gebruiken we toetsen die niet gebonden zijn aan een methode. Met behulp van deze toetsen kunnen we bekijken of een leerling de stof beheerst die behandeld is. Dit systeem van toetsen noemen wij ons leerlingvolgsysteem. De toetsen die wij hiervoor hanteren zijn van Cito. De toetsresultaten worden per leerling genoteerd, zodat we ook kunnen kijken hoe een kind over een langere periode presteert. Bij de oudergesprekken over uw kind bespreken we de scores met u. Ouders krijgen de grafische weergave van de ontwikkeling van hun kind ten opzichte van de landelijke norm twee keer per jaar te zien. De resultaten van de toetsen en observaties vormen het uitgangspunt voor het onderwijsaanbod wat volgt. Dat wil zeggen dat uit de toetsen blijkt wat een kind beheerst en hoe het verder kan met de leerstof. In een grafisch overzicht van ons leerlingvolgsysteem kan in één oogopslag gezien worden hoe de ontwikkeling van het kind verloopt. Informatie over specifieke zorg voor leerlingen. Op school geven de groepsleerkrachten speciale aandacht aan hun leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben tijdens onder andere de taakuren. Tevens wordt in elke klas gedifferentieerd gewerkt. Voor elk vakgebied wordt een groepsoverzicht gemaakt waarmee in kaart wordt gebracht wat de leerlingen beheersen en/of nodig hebben in dat vakgebied. Middels dit groepsplan gaat de leerkracht met de groep aan het werk. Dit vormt de basis voor de wijze waarop de lessen aangeboden worden. De resultaten en de vorderingen van de leerlingen worden regelmatig besproken in leerling/groepsbesprekingen met de interne begeleiders. Tijdens deze vergaderingen worden afspraken gemaakt omtrent de aanpak van het onderwijs in de groepen en over individuele leerlingen. De resultaten van elke groep komen op overzichten te staan en worden regelmatig door de intern begeleider en de directie geëvalueerd. Onze school maakt onderdeel uit van het samenwerkingsverband van openbare scholen in de stad Groningen. Vanuit dit samenwerkingsverband komt per oproep een ambulant begeleider uit het speciaal basisonderwijs expertise met ons te delen over het begeleiden van leerlingen en/of groepen. 4.2

Begeleiding leerlingen bij leerachterstand/ontwikkelingsproblematiek

Leerlingen die op enig gebied achterblijven in hun ontwikkeling worden door de Interne Begeleiders (I.B.-ers) aangemeld voor specifieke ondersteuning. In de regel worden de volgende stappen ondernomen: Schoolgids obs de Feniks 2014-2015

p.15

● Niveau 1: De groepsleerkracht biedt extra instructie of begeleiding binnen de basisstof. Wanneer het kind desondanks onvoldoende vorderingen maakt, wordt een volgende stap genomen. ● Niveau 2: De leerling wordt besproken met de intern begeleider. De leerkracht zet in het groepsplan een route uit waarin het kind opgenomen wordt, specifiek gericht op kortdurende hulp op een leergebied. Dit wordt door de leerkracht in de klas uitgevoerd. Wanneer de plannen onvoldoende resultaat hebben gehad, wordt de volgende stap ondernomen. ● Niveau 3: De intern begeleider kan, naar aanleiding van de vraag van de groepsleerkracht, een klein onderzoek doen. Dit onderzoek is veelal gericht op de vaardigheden van de leerling. Vervolgens wordt bepaald welke gerichte hulp de leerling nodig heeft en hoe dit gegeven gaat worden. Natuurlijk worden de ouders hiervan in kennis gesteld. Na de vastgestelde tijd wordt bekeken of de geboden hulp voldoende effect heeft gehad. Mocht dat niet het geval zijn, wordt de volgende stap genomen. ● Niveau 4: De intern begeleider bespreekt de hulpvraag met de ouders en meldt het kind aan voor nader onderzoek bij de orthopedagoog die aan de school verbonden is. In sommige situaties kan een bespreking met de GGD (sociaal verpleegkundige en/of de schoolarts) nodig zijn. Ook kan er ambulante hulp vanuit het speciaal onderwijs worden ingezet. Voorafgaand aan deze stappen wordt de ouders om toestemming gevraagd. ● Niveau 5: Eventueel wordt het betreffende kind onderzocht, geobserveerd en/of behandeld door externe instanties. In het schooljaar gaan we vanuit de nieuwe richtlijnen vanuit Passend Onderwijs, werken met een Regionaal Expertise Team (RET). School kan het kind daar aanmelden wanneer de ondersteuningsbehoefte van het kind de ondersteuningsmogelijkheden van de school overstijgt. Samen met het Expertise Team wordt gekeken welke ondersteuning nodig is. Indien de Feniks dit niet kan bieden, kijken we met het Expertise Team wat een passende plek is voor het kind. Meer informatie hierover bij paragraaf 4.4, over Passend Onderwijs. De Feniks beschouwt de hulp aan kinderen zoals omschreven in niveau 1 t/m 3 als basisvoorziening in de school; uit te voeren met in de school aanwezig personeel en materiaal. De groepsleerkracht zal met de ouders deze vormen van hulp bespreken. Wanneer het kind (direct) hulp nodig heeft vallend in niveau 4 t/m 5 zal door de groepsleerkracht met de ouders overlegd worden. Hierbij is ook de intern begeleider betrokken. 4.3

Leerstofaanbod verrijken of verdiepen

Vanuit de beschreven uitgangspunten van onze school volgt dat er ook specifieke aandacht is voor de meer begaafde leerlingen. Ons hele team is geschoold in het herkennen en begeleiden van kinderen die bovengemiddeld presteren of die juist meer in zich hebben dan ze laten zien. We hebben een schoolbreed beleid en aanbod van verrijkende en/of verdiepende leerstof op diverse terreinen voor alle leeftijdscategorieën. Ook zijn er mogelijkheden het reguliere lesprogramma aan te passen. Deze schoolbrede aanpak is vastgelegd in een beleidsplan, waarin ook de criteria zijn opgenomen voor de diverse aanpakken van deze leerlingen. Tevens is er een coördinator (Ingrid Niehof), opgeleid voor de begeleiding van meer begaafde kinderen, op school aanwezig om het aanbod te bewaken. In enkele gevallen kan de school gebruik maken van de bovenschoolse plusklas die ons bestuur heeft opgericht. Een kind gaat daar dan één dag in de twee weken naar toe. Deze mogelijkheid wordt besproken als school en ouders samen denken dat dit nodig is.


p.16

4.4

Passend Onderwijs

Op 1 augustus 2014 wordt de wet Passend Onderwijs van kracht. Kernpunten uit deze nieuwe wet zijn dat: • Reguliere en speciale scholen op het gebied van ondersteuning aan leerlingen samenwerken; • Scholen zorgplicht hebben (de school waar de leerling schriftelijk is aangemeld dient te zorgen voor een passende plek indien er sprake is van zeer specifieke onderwijsbehoeften van een kind); • Scholen en gemeenten / jeugdhulpverlening samen werken aan de integrale ondersteuning aan leerlingen vanuit onderwijs en zorg; • Er minder regelgeving vanuit Den Haag komt, maar dat er meer in de eigen regio geregeld kan worden. Onderwijs, passend bij iedere leerling Alle schoolbesturen van de provincie Groningen plus gemeente Noordenveld zijn verenigd in het Samenwerkingsverband (SWV) 20.01. Dit samenwerkingsverband is opgedeeld in vier subregio’s. De Feniks maakt deel uit van subregio Stad/Haren. Alle scholen binnen het SWV 20.01 hebben met elkaar vastgesteld welke ondersteuning er tenminste op alle locaties geleverd wordt, de zogenaamde basisondersteuning. Daarnaast hebben alle scholen vastgesteld welke extra ondersteuning zij kunnen bieden aan leerlingen. Dit staat beschreven in het schoolondersteuningsprofiel. Deze kunt u bij de directeur opvragen. Kan de school niet voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van uw kind, dan wordt er allereerst binnen het bestuur of in de subregio gezocht naar een externe deskundige die samen met de school andere mogelijkheden voor ondersteuning in kaart brengt. In dit traject wordt er te allen tijde nauw samengewerkt met de ouders. Mochten extra interventies onvoldoende resultaat opleveren, dan zullen wij met de ouders een andere, beter passende plek zoeken. Dat kan ook het speciaal (basis) onderwijs zijn. Meer informatie voor ouders Op www.passendonderwijs.nl, www.passendonderwijsenouders.nl en www.5010.nl (Steunpunt Passend Onderwijs) kunnen ouders / verzorgers meer informatie vinden over de samenwerkingsverbanden en over Passend Onderwijs. 4.5

Verwijzing naar Speciaal Basis Onderwijs (S.B.O.) of R.E.C.

Leerlingen die onvoldoende baat hebben bij de extra zorg op de basisschool en een intensievere vorm van zorg nodig hebben, gaan naar een school voor speciaal basisonderwijs (sbo) of een R.E.C.(Regionaal Expertise Centrum). De REC's zijn onderverdeeld in groepen: Cluster 1: voor kinderen Cluster 2: voor kinderen spraakproblemen); Cluster 3: voor kinderen chronische ziekte; Cluster 4: voor kinderen

met visuele handicaps (blind of slechtziend); met communicatieve handicaps (gehoor-, taal- en/of met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap of met psychiatrische of gedragsstoornissen.

De overstap van een kind naar het speciaal (basis) onderwijs wordt heel zorgvuldig gemaakt. Via een onderwijskundig rapport bepaalt een speciaal daartoe ingerichte commissie of het kind al of niet toegelaten kan worden. De ouders worden hierbij nauw betrokken, zij geven uiteindelijk toestemming voor de verwijzing.


p.17

4.6

Dyslexie

Dyslexie is een stoornis bij het technisch leren lezen en/of spellen. Het omzetten van lettertekens naar klanken en omgekeerd, ontwikkelt zich bij kinderen met dyslexie moeizaam. Ze krijgen het niet geautomatiseerd. Dyslexie heeft niets te maken met de intelligentie van het kind. Ondanks extra oefenen blijven de problemen met lezen en/of spellen bestaan. Het blijven trage lezers die veel extra inspanning moeten leveren om alles te lezen wat er in het onderwijs gelezen moet worden. In veel gevallen lijdt hun zelfvertrouwen daaronder. Stappenplan dyslexie • Signaleren Vanaf groep 1/2 worden kinderen gevolgd in hun ontwikkeling, ook wat betreft de leesvoorwaarden die nodig zijn voor het leesproces in groep 3. Dit gebeurt aan de hand van signaleringstoetsen en observaties door de groepsleerkracht of de intern begeleider, gedurende de hele schoolloopbaan. • Handelingsplannen Aan de hand van bovenstaande wordt met behulp van het ‘protocol leesproblemen en dyslexie’, een handelingsplan opgesteld door de groepsleerkracht en de intern begeleider. • Dyslexieverklaring Pas als het kind gedurende 1 à 2 jaar leesonderwijs heeft ontvangen en daarnaast ook extra leeshulp heeft gekregen, kan er naar aanleiding van de leesresultaten een dyslexieverklaring worden afgegeven. Onderzoek en behandeling kan tegenwoordig door de ziektekostenverzekering vergoed worden. Bij de intern begeleider kunt u hier meer informatie over krijgen. Zwakke lezers krijgen meer tijd voor extra instructie en extra oefening, of zij nu dyslexie hebben of niet. Deze kinderen krijgen voor hen aangepaste Cito toetsen (vergroot, digitaal en dergelijke). 4.7

Doublure

‘Zittenblijven’ wordt zoveel mogelijk vermeden. Het gebeurt doorgaans alleen wanneer de leerresultaten en de sociaal–emotionele ontwikkeling van een kind opvallend achterblijven bij wat we zouden mogen verwachten. Wanneer een leerkracht een doublure overweegt worden de ouders hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte gesteld. Aangezien ouders en school veelvuldig in gesprek zijn, zal de overweging doorgaans een gezamenlijke zijn. In principe wordt in mei een beslissing genomen. Bij verschil van mening beslist uiteindelijk de directie. Wanneer ouders hiertegen bezwaar willen maken kan dit conform het Leerling/Ouder statuut, onderdeel voortgang van het onderwijs, art.nr. 14. 4.8

Overgang van groep 2 naar groep 3

Kleuters zijn in deze organisatie een verhaal apart. Zij beginnen op school in de maand dat zij 4 jaar worden. Zij zitten in leerjaar 1 en 2 in een samengestelde groep. Wat betreft de overgang naar groep 3 kijken we naar de ontwikkeling van het kind. De school kijkt naar de werkhouding, de sociaal-emotionele ontwikkeling en de cognitieve ontwikkeling. Het oordeel is gebaseerd op observaties, toetsen, een gesprek met de intern begeleider (IB-er) en de concentratie en spanningsboog.


p.18

Als richtlijn hanteren we dat kleuters minstens twee volle leerjaren in groep 1 en 2 hebben doorlopen. In de praktijk betekent het dat school samen met de ouders de ontwikkeling van het kind bijhoudt. Op basis van gegevens uit observaties en toetsen wordt beslist op welk moment een kind door kan naar groep 3. Voor sommige kinderen betekent dit krap twee jaar, voor andere kinderen ongeveer tweeënhalf jaar. 4.9

Overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs (VO)

“Waar gaat mijn kind heen na de basisschool?” Voor veel ouders een moeilijke vraag na 8 jaren basisonderwijs. Daarom helpen wij ouders om tot een verantwoorde keuze te komen. Wij adviseren u over welk niveau het beste bij uw kind past aan de hand van de Plaatsingswijzer. Volgens de Plaastsingswijzer kijken wij naar de gegevens van groep 6 t/m 8 die wij door de jaren heen verzameld hebben. Denk aan de resultaten van de toetsen die de kinderen maken die wij vastleggen in ons leerlingvolgsysteem. De uitslag van de eind Cito-toets wordt alleen aanvullend gebruikt bij het opstellen van het advies. De ouders beslissen vervolgens zelf voor welke VO school ze hun kind willen opgeven en moeten zelf hun kind aanmelden voor 15 maart. De scholen in het Voortgezet Onderwijs plaatsen de leerlingen. Wij geven in groep 8 uitgebreid informatie over hoe dit in zijn werk gaat: 1. September Informatieavond met uitgebreide uitleg over de vormen van Voortgezet Onderwijs en de te zetten stappen in de loop van het schooljaar. 2. November In deze maand krijgen de ouders een voorlopig advies van de leerkracht over welk onderwijstype waarschijnlijk het beste bij het kind past. Dit advies is tot stand gekomen op bevindingen van de school gedurende de hele schoolloopbaan van het kind. Verder is er deze maand een gezamenlijke voorlichtingsavond. Daar presenteren de scholen zich aan de ouders. Hierbij zijn alle openbare VO scholen uit Groningen aanwezig. U krijgt daarvoor een uitnodiging. 3. Januari/februari Open dagen van de VO. U krijgt een overzicht met alle VO scholen uit de gemeente Groningen en de tijden waarop u ze met uw kind kunt bezoeken. 4. Maart Bespreking toetsgegevens en de rapportage naar de middelbare school. Opgave bij de scholen voor VO. Inschrijfformulieren zijn op school verkrijgbaar. 4.10 De G.G.D. op school In de provincie Groningen wordt de jeugdgezondheidszorg voor kinderen van 0-19 jaar uitgevoerd door GGD Groningen. Tot de leeftijd van 4 jaar gaan ouders daarvoor naar het consultatiebureau. Vanaf 4 jaar komen de medewerkers van het GGD langs op de basisschool. Onderzoek van gehoor, gezichtsvermogen, lengte en gewicht In groep 2 komt de doktersassistent van de GGD op school voor een onderzoek van het gehoor- en gezichtsvermogen. De kinderen worden dan ook gemeten en gewogen. Uw kind hoeft daarbij alleen de schoenen uit te doen. Ouders worden bij dit onderzoek niet uitgenodigd. Wilt u er toch bij aanwezig zijn? Dan kunt u dit van tevoren aangeven bij het Afsprakenbureau van GGD Groningen, telefoon 050 367 4990. Schoolgids obs de Feniks 2014-2015

p.19

De kinderen worden opnieuw gemeten en gewogen in groep 7. Groep 7 krijgt dan ook een voorlichting over voeding en bewegen. De onderzoeken vinden alleen plaats als u als ouder hiervoor toestemming geeft. Als tijdens één van de onderzoeken blijkt dat iets niet (helemaal) goed is, krijgt u hiervan bericht. Samen met u wordt overlegd wat er moet gebeuren. Vragenlijst Als voorbereiding op het onderzoek in groep 2 en groep 7 krijgen ouders een vragenlijst over de gezondheid en het welzijn van hun kind. Alle gegevens die u invult, worden vertrouwelijk behandeld. Op de vragenlijst kunt u ook aangeven of u een gesprek wilt met een verpleegkundige of arts van de GGD. De doktersassistent neemt de vragenlijsten door en noteert de gegevens in een Digitaal Dossier. Signaleringslijst Alle leerkrachten krijgen een signaleringslijst. Op deze lijst kunnen ze bijzonderheden over kinderen in hun groep aangeven. Een medewerker van de GGD bekijkt dan welke aanpak nodig is. Dat kan bijvoorbeeld een onderzoek zijn, maar ook een gesprek met u als ouders. Vaccinaties Alle 9-jarige kinderen ontvangen een uitnodiging van de GGD voor de vaccinaties DTP en BMR. Ze worden gevaccineerd om te voorkomen dat ze besmettelijke ziektes als bof, mazelen of rode hond krijgen. Alle 12-jarige meisjes ontvangen ook nog 2 keer een uitnodiging voor de HPV-vaccinatie. Deze vaccinatie is bedoeld om hen te beschermen tegen baarmoederhalskanker. Informatie over gezondheid en opvoeding De meeste ouders hebben wel eens vragen of twijfels over de groei en ontwikkeling van hun kind. Op de website van GGD Groningen vindt u veel informatie over gezondheid en opvoeding. Bijvoorbeeld over zindelijkheid, de seksuele ontwikkeling, pesten of ruzies tussen kinderen. Kijk hiervoor op www.ggd.groningen.nl/jeugd-opvoeding


p.20

5

NASCHOOLSE ACTIVITEITEN VOOR KINDEREN 5.1

Naschoolse opvang

De naschoolse opvang wordt o.a. georganiseerd door: - Kids First (in het schoolgebouw) - De S.K.S.G. (in het gebouw op de rotonde) 5.2

telefoon: 050-3142952 telefoon: 050-3137727

Buitenschoolse activiteiten voor kinderen

Sportdag Elk jaar wordt een sporten speldag georganiseerd. Deze dag bestaat uit diverse spelletjes en sporten, waaraan door alle kinderen van de school wordt deelgenomen. Schoolreizen Voor alle groepen worden er in de laatste maanden van het schooljaar schoolreisjes georganiseerd. Groepen 7 en 8 gaan aan het begin van het schooljaar op kamp. Op die leeftijd een heel avontuur. We zien elk jaar weer hoe hecht de groepen worden van zo’n reisje. We informeren de ouders/verzorgers vroegtijdig over het reisdoel, datum en de hoogte van het te betalen bedrag. We willen u erop wijzen dat als uw kinderen, behoudens ziekte, niet deelnemen aan de schoolreis, zij wel naar school moeten. Ook een schoolreis valt onder de verplichte schooltijd. Vrijaf geven van school ten tijde van een schoolreis is niet toegestaan. Mocht uw kind onverhoopt door ziekte verhinderd zijn om met de schoolreis mee te gaan, dan krijgt u de helft van het betaalde bedrag terug. Dit omdat er van te voren al kosten gemaakt worden voor bijvoorbeeld vervoer, bespreking locatie etc. Sporttoernooien. In april/mei vindt er een voetbaltoernooi plaats binnen de gemeente Groningen, voor de groepen 8. We proberen altijd een jongens- en een meisjesteam te vormen. Verder zijn er verschillende toernooien waar we met diverse groepen aan meedoen zoals: korfbal, schaatsten, dammen, atletiekdagen. Hierover ontvangt u altijd tijdig bericht.


p.21

6

ONS TEAM 6.1

Samenstelling team

Wie werken er in de school en wat doen ze? Leerkrachten Het schoolteam bestaat momenteel uit ongeveer 28 leerkrachten. Het grootste aantal van de leerkrachten houdt zich hoofdzakelijk bezig met de lesgevende taken binnen de groepen. De rest vervult daarnaast ook een aantal specifieke onderwijstaken. Bouwcoördinatoren Dit zijn leerkrachten die naast hun lesgevende taak een coördinerende rol hebben in de leerjaren waarbinnen zij werkzaam zijn (groepen 1/2, groepen 3/4/5 en de groepen 6/7/8). Zij zijn een schakel tussen het team en de schoolleiding. Directeur De taken van de directie liggen onder andere op beleidsmatige en onderwijskundige ontwikkelingen, op het gebied van de schoolorganisatie, het beheer van de financiën, personeelsbeleid en het verzorgen/onderhouden van externe contacten bijvoorbeeld met schoolbestuur en schoolinspectie. Intern begeleiders Interne begeleiders (I.B.-ers) besteden een groot deel van hun taakomvang aan het coördineren en het uitvoeren van de zorg voor de leerlingen en daarnaast aan verdere verdieping op dit gebied. Zij administreren alle zorgleerlingen in een volgsysteem, stellen hulp- en begeleidingsprogramma’s op in samenwerking met de leerkrachten (handelingsplannen), soms in overleg met de onderwijsadviesdienst. Vakleerkrachten De vakleerkracht gymnastiek verzorgt de lessen lichamelijke opvoeding aan de leerlingen van de groepen 3 t/m 8. In groep 7 krijgen de leerlingen 1 lesuur per week godsdienstige vorming of humanistisch vormingsonderwijs van vakleerkrachten. Onderwijsondersteunend personeel We hebben 4 onderwijsondersteunende personeelsleden op school. Een administratief medewerker die de school ondersteunt op het gebied van de financiële boekhouding, personele administratie en leerlingenadministratie. Een conciërge die toezicht houdt, klein onderhoud doet en voorkomende werkzaamheden. Een systeembeheerder voor computerhulp en het volgen van ontwikkelingen op dat gebied. En tenslotte een schoonmaakster die de binnenruimten van ons gebouw netjes houdt. 6.2

Vervanging bij afwezigheid

Als een leerkracht om één of andere reden afwezig is, bijvoorbeeld vanwege ziekte, (studie)verlof of scholing, wordt deze vervangen. We proberen om niet meer dan twee leerkrachten in één groep te plaatsen, maar soms zijn we daartoe genoodzaakt. We proberen elkaar zoveel mogelijk intern te vervangen bij studieverlof en scholing. 6.3

Begeleiding en inzet van stagiaires

Elk jaar bieden we een aantal stagiaires van de opleiding tot leraar basisonderwijs (pedagogische academie basisonderwijs: pabo) en de Alo (Academie voor Lichamelijke Opvoeding) gelegenheid om werkervaring op te doen. Eén leerkracht binnen de school is stage-coördinator en onderhoudt de contacten met de Pabo en Alo.


p.22

Afhankelijk van het studiejaar van de studenten geven zij lessen onder toezicht van een leerkracht of zelfstandig. In alle gevallen is de leerkracht eindverantwoordelijk. De leerkracht is altijd nauw betrokken bij de invulling van de stage. Ook hebben we stagiaires van het Alfa College en Noorderpoort College van de opleiding S.P.W. (Sociaal Pedagogisch Werk). Zij worden opgeleid voor onderwijs- of klasse assistent. Deze stagiaires zijn bijna de hele week in groepen. Ze zijn een aanwinst voor de school omdat ze een paar extra handen bieden in de groep. 6.4

Scholing van leraren

Elk jaar kunnen de leerkrachten meedoen aan nascholing op onderwerpen die op school actueel zijn. Dat kan bijvoorbeeld zijn: informatie over een nieuwe methode, scholing op het gebied van leerlingbegeleiding of scholing over opvoedkundige zaken. Het doel is dat leerkrachten zich blijven bijscholen. Scholing van het hele team gebeurt ook wel eens op tijden waarop de kinderen normaal naar school zouden gaan. Dit noemen we de zogenaamde ‘margedagen’. Dan zijn de kinderen vrij van school. De data hiervan delen we aan het begin van elk schooljaar mee. U kunt ze ook vinden op onze website. Deze data zijn onder voorbehoud, aangezien wij mede afhankelijk zijn van de planning van de organisaties die wij voor scholing inhuren.


p.23

7

OUDERS 7.1

Betrokkenheid van ouders Een goed contact tussen ouder en school is van groot belang voor het begeleiden van uw kind. Als u als ouder merkt dat uw kind problemen heeft, op school of thuis, is het van groot belang dat u dit zo snel mogelijk met de leerkracht van uw kind bespreekt. Voor het goed functioneren van uw kind op onze school is het noodzakelijk dat wij zoveel mogelijk informatie uitwisselen.

7.2

Informatievoorziening aan ouders

Leerlingen hebben baat bij een goede relatie tussen hun ouders en de school. Samenhang in de opvoeding thuis en op school is daarbij erg belangrijk. Vaak heeft dat een positief effect op de schoolprestaties. Daarom dat we graag regelmatig informatie en gedachten uitwisselen. De informatieavond Aan het begin van het schooljaar is er een informatie avond per groep, waarop ouders kennis kunnen maken met de leerkracht van de groep en met elkaar. Op deze avond komen o.a. afspraken, regels, methodes en lesmaterialen van de betreffende groep aan de orde. ‘Omgekeerd oudergesprek’ Om te voorkomen dat de school vooral aan het ‘zenden’ is hebben we in de periode na de algemene informatieavond een ronde gesprekken met alle ouders apart. Hierbij staat kennismaken centraal. Ouders kunnen dan aan ons als school vertellen hoe het met hun kind gaat, hoe zij en het kind de school ervaren, enzovoort. Dit als vertrekpunt voor de rest van het schooljaar zodat leerkracht en ouders samen kunnen optrekken in de begeleiding van het kind. 10 minuten gesprekken In februari en juni vindt er een rapportbespreking met de ouders plaats. Het rapport is een woordrapport (goed, ruimvoldoende, voldoende, twijfelachtig, onvoldoende). Daarnaast kan de leerkracht een schriftelijke toelichting geven. Bij het eindrapport is ook een overzicht van het Cito Leerling Volgsysteem gevoegd. Groep 1/2: Leerlingen krijgen twee keer een rapport mee. In groep 1 rond de tijd dat het kind 5 jaar wordt en aan het eind van groep 2. Groep 3 t/m 8: Leerlingen krijgen in januari en aan het eind van het schooljaar een rapport. 'MIJN SCHOOLINFO' Wij gebruiken op de Feniks Mijnschoolinfo om alle schriftelijke informatie met ouders te delen en oudergesprekken te plannen. Op de website van De Feniks kunt u onder het kopje ‘Ouders’ naar MijnSchoolinfo gaan om in te loggen of, als u nog geen account heeft, een account aan te maken. Mocht het aanmaken van een account niet lukken neem contact op met de leerkracht van uw kind. Nieuwsbrief Eens in de twee weken op donderdag komt de nieuwsbrief uit, waarin actuele informatie over de school wordt verstrekt. De nieuwsbrief wordt via ‘Mijn Schoolinfo’ verstuurd.


p.24

Afspraak maken Ook tussen bovenstaande momenten door, kan het goed zijn met de leerkracht in gesprek te gaan. U kunt altijd om een gesprek met de leerkracht vragen, om over uw kind te praten. 7.3

Oudercommissie

De oudercommissie (OC) bestaat uit ouders en teamleden. De taken van de OC zijn onder andere: -

het beheren van het schoolfonds het helpen organiseren van feesten en evenementen het verlenen van handen spandiensten aan de school hulpouders rekruteren wanneer nodig

De verkiezing van de leden van de OC vindt plaats op de jaarlijkse ouderavond. Ook doet de zittende OC verslag van haar activiteiten op de jaarlijkse ouderavond en legt zij verantwoording af over het door haar gevoerde beleid zowel inhoudelijk als financieel. De OC vergadert ongeveer één keer per 6 weken. De vergaderingen zijn openbaar. De agenda en notulen liggen ter inzage in de school. Ouderbijdragen De oudercommissie vraagt jaarlijks een vrijwillige bijdrage van de ouders/verzorgers. Deze vrijwillige bijdrage wordt gestort in hun schoolfonds waaruit allerlei aanvullende activiteiten voor de kinderen worden betaald, zoals St. Nicolaas, kerstactiviteiten of sporten speldagen. Van deze activiteiten legt de oudercommissie jaarlijks financiële verantwoording af op de zogenaamde zakelijke ouderavond. De hoogte van de vrijwillige bijdrage wordt op voorstel van de oudercommissie door de aanwezige ouders op de zakelijke ouderavond vastgesteld. Voor het schooljaar 2014/2015 is het vastgestelde bedrag: € 15,- * per kind. * deelname van leerlingen aan activiteiten worden niet beïnvloed door het al dan niet betalen van de ouderbijdrage. > De bankrekening van de OC is: NL81INGB0003605604. In het begin van elk schooljaar wordt u door de penningmeester van de oudercommissie benaderd met het verzoek tot betaling. Het is ook mogelijkheid gespreid te betalen. Tegemoetkoming in de ouderbijdrage Als u een laag inkomen heeft, kunt u in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de ouderbijdrage. Ouders die in aanmerking komen, krijgen daarover bericht van de dienst SOZAWE van de gemeente. De betreffende ouders/verzorgers ontvangen van de ouderraad nog wel een brief voor het betalen van de schoolreisbijdrage. Betaling schoolfonds, schoolreizen enzovoort Als u bedragen aan bovengenoemde zaken betaalt, vraagt u dan altijd om een kwitantie als betalingsbewijs. Dit voorkomt achteraf meningsverschillen over al of niet gedane betalingen. De kwitantie en/of bankafschrift geldt als enig betalingsbewijs in zo'n geval.


p.25

7.4

Medezeggenschapsraad (MR)

De medezeggenschap van leerkrachten en ouders is geregeld via het wettelijk inspraakorgaan Medezeggenschapsraad (MR). In de MR hebben drie ouders en drie leerkrachten zitting. Zij geven advies of instemming op onderwerpen van het schoolbestuur (O2G2) en geven zo mede vorm aan het beleid van de school. Dat kan bijvoorbeeld gaan om: - onderwijstijd, ouderparticipatie - het vaststellen, aanvullen of wijzigen van het schoolplan en de schoolgids - het bespreken en vaststellen van het formatieplan Eens per twee jaar vinden er MR verkiezingen plaats. Na installatie vergadert de MR eens per maand. Verder wisselt de MR regelmatig informatie uit met de oudercommissie om op de hoogte te blijven van elkaars werk. Op gezette tijden is er intensiever contact. De MR bestaat momenteel uit de volgende personen: Namens de ouders: Henriet Veenstra Evelyn Kuiper Soon Ya Laverman

Namens de leerkrachten Jopie de Boer Dick van der Bij Pieter Zwart

De notulen van het MR overleg kunt u vinden op onze website: www.defeniks.o2g2.nl onder het kopje ‘Ouders’. 7.5

Ouderactiviteiten

Hulp van de ouders stellen wij zeer op prijs. Kinderen vinden het erg leuk als hun ouders ook zo nu en dan op school rondlopen. Als er een beroep op uw tijd wordt gedaan voor activiteiten van school, hopen we op uw medewerking. Deze hulp vragen wij bijvoorbeeld voor hulp bij feesten en evenementen zoals Sinterklaas, kerstviering, paasontbijt. Ook vragen wij hulp bij schoolreizen, vervoer voor excursies of bij het L.O.T (Luizen Opsporings Team): hulp bij controle op hoofdluis. 7.6

Hoofdluis (L.O.T.). Een aantal ouders onderzoekt regelmatig de leerlingen op hoofdluis om de luis zoveel mogelijk uit te bannen op onze school. We noemen dit het luizenopsporingsteam (L.O.T). Na elke vakantie worden de leerlingen gecontroleerd. De school kan altijd goed mensen gebruiken om te helpen.

Elk kind kan hoofdluis krijgen! Het is beslist geen schande en heeft niet met hygiëne te maken. Maar mocht bij de controle blijken dat uw kind hoofdluis heeft, wordt u verzocht uw kind, als dat mogelijk is, direct van school op te halen zodat u zo snel mogelijk uw kind kunt behandelen. 7.7

Klachtenregeling openbaar onderwijs Groep Groningen

Bent u het niet eens met de gang van zaken op school? En komt u er met de betrokkenen zelf niet uit? Dan kunt u een klacht indienden. De klacht moet binnen een jaar na de gedraging worden ingediend. We hanteren het volgende stappenplan: Stap 1: Klacht bespreken met de betrokken persoon Stap 2: Indien stap 1 niet naar tevredenheid wordt opgepakt, klacht bespreken met de directeur of de contactpersoon bij ons op school. Schoolgids obs de Feniks 2014-2015

p.26

Stap 3: Stap 4:

Indien stap 2 niet naar tevredenheid wordt opgepakt, klacht bespreken met schoolbestuur Indien stap 3 niet naar tevredenheid wordt opgepakt, klacht voorleggen aan de (landelijke) Klachtencommissie

Voor informatie over de klachtenprocedure kunt u terecht bij de contactpersoon op onze school Hella van der Lugt, de directeur. De officiële klachtenregeling kunt u bij ons op school inzien. Als het overleg op school geen oplossing biedt, kunt u een klacht indienen bij het College van Bestuur van O2G2 (p/a postbus 744, 9700 AG Groningen). De klachtencoördinator van O2G2 (tel: 088-3688800) kan u informeren over de procedure. Mocht deze stap ook niet tot een bevredigende oplossing leiden, dan kan formeel een klacht ingediend worden bij de Landelijke Klachtencommissie. De Openbaar Onderwijs Groep Groningen is aangesloten bij de Stichting Onderwijsgeschillen, postbus 85191, 3508 AD Utrecht. 7.8

Schoolverzekering voor de kinderen

De school heeft een collectieve schadeverzekering lopen bij de gemeente Groningen. In deze polis staat vermeld dat de gemeente Groningen verzekerd is voor de schade die de volgende personen (niet opzettelijk) hebben verricht bij de uitvoering van hun werkzaamheden: 1. Leerkrachten en overig personeel van de scholen. 2. Leden van oudercommissies, schoolraden, medezeggenschapsraden en dergelijke. 3. Degene die werkzaamheden verrichten in het kader van de zgn. ouderparticipatie en overblijfregeling. Kinderen zijn dus uitdrukkelijk uitgesloten. Schade die zij hebben veroorzaakt zal op henzelf dan wel op de ouders moeten worden verhaald. Dit is alleen anders indien de school iets verweten kan worden.


p.27

8

KWALITEIT VAN ONS ONDERWIJS 8.1 Sterkte/zwakte analyse van de school.

Op school wordt aan kwaliteitsmeting gedaan. Dit doen we door middel van twee instrumenten: een interne kwaliteitsmeting en een externe kwaliteitsmeting. Interne kwaliteitsmeting De teamleden worden (anoniem) gevraagd naar hun opvattingen over een aantal basisvaardigheden (rekenen, taal, spelling, aardrijkskunde enz.), het werkklimaat, het schoolklimaat, de ouderbetrokkenheid. Ook houden we om de zoveel jaar een oudertevredenheidsonderzoek. Externe kwaliteitsmeting Met het bestuur evalueren en volgen we de kwaliteit van ons onderwijs en de ontwikkeling van de school. De prestaties van de leerlingen worden weergegeven in vergelijking met andere Groningse scholen, waarbij rekening is gehouden met verschillende leerlingpopulaties op de scholen. Tevens houdt de inspectie van het onderwijs toezicht op de school. In paragraaf 8.2 vindt u een samenvatting van de uitkomsten van het laatste inspectiebezoek. De uitkomsten van de interne en de externe kwaliteitsmeting worden gebruikt om ons onderwijs, wanneer dit nodig is, aan te passen en te verbeteren. Deze beleidsmaatregelen worden opgenomen in ons schoolplan. Uitkomsten Het effect van ons onderwijsprogramma laat zien dat wij goed te vergelijken zijn met scholen die een vergelijkbare ‘leerling-bevolking’ hebben. Onze leerlingen scoren hoog (boven het gemiddelde) op begrijpend lezen en rekenen. Spelling en technisch lezen zijn de gebieden die aandacht behoeven omdat wij vinden dat die resultaten, hoewel niet onvoldoende, hoger kunnen. Wij presteren met de Cito-eindtoets boven het gemiddelde. Het was voor onze school lastig dit in cijfers weer te geven, doordat wij tot voor kort nog één waren met de Vlint Vinkhuizen die een andere ‘leerling populatie’ heeft. In februari 2013 was onze gemiddelde score 538,4. Onze ambities: • De leerlijnen hanteren van de belangrijkste methoden als leidraad voor het onderwijs, hiermee werken we naar de referentieniveaus. • Opbrengstgericht werken. Zowel tussentijds als aan het eind van de basisschool zijn wij ons bewust van de vereiste opbrengsten. Opbrengsten kunnen fungeren als basis en doel, zowel op cognitief vlak als bij de creatieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. • Meerbegaafdheid binnen de groep aanpakken in plaats van in een plusklas. De school heeft daarom een werkgroep meerbegaafdheid. Deze ondersteunt de leerkrachten met tips en materialen voor meerbegaafde leerlingen. • Met het hanteren van de groepsplannen vanuit de één zorgroute, tezamen met onze daltonwerkwijze en de aansluiting in de lessen met het directe instructiemodel zorgen voor een optimale afstemming. Deze ambities verwezenlijken en ontwikkelen wij door o.a. te werken aan: de bekwaamheid van de leerkrachten, een effectief HRM beleid, directie en interne begeleiders die voldoen aan geactualiseerde bekwaamheidseisen en het stimuleren van ouderbetrokkenheid bij de school. Schoolgids obs de Feniks 2014-2015

p.28

8.2

Resultaten Periodiek Kwaliteitsonderzoek (P.K.O.) van de onderwijsinspectie

Jaarlijks onderzoek inspectie van het onderwijs In juni 2013 is onze school voor het laatst door de inspectie bezocht. De inspectie kijkt naar een aantal kwaliteitsindicatoren om na te gaan of de school daaraan voldoet. Deze indicatoren zijn: • de school zorgt systematisch voor behoud en verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs; • De resultaten liggen tenminste op het niveau dat mag worden verwacht; • De leerlingen ontwikkelen zich naar verwachting. Zij doen daarvoor analyses van schooldocumenten, ingevulde vragenlijsten en een schoolbezoek. Daar kwam uit dat de kwaliteitszorg en het zorgsysteem op onze school zonder meer in orde zijn. De school hanteert een sluitend leerlingvolgsysteem en heeft goed inzicht in de resultaten van de leerlingen. De resultaten van onze leerlingen bevinden zich op of boven het te verwachten gemiddelde op een school als die van ons. De inspectie oordeelde dat op obs de Feniks een bevlogen team werkt die in grote saamhorigheid aan de voortdurende ontwikkeling van de school werken. Slotconclusie was dan ook dat we met vlag en wimpel goed door de beoordeling kwamen! Wij hebben met de inspectie onze beleidsplannen doorgesproken om deze positieve resultaten de behouden of nog verder te verbeteren. Wilt u meer informatie dan kunt u kijken op www.onderwijsinspectie.nl


p.29

9

REGELS EN AFSPRAKEN 9.1

Time-out en verwijdering van een leerling in het primair onderwijs

Voor de ontwikkeling van kinderen is het noodzakelijk dat er een goed en veilig klimaat op school heerst met duidelijke regels. Het team ziet erop toe dat de kinderen goed en verantwoord met elkaar omgaan en zich aan de schoolregels houden. Het star hanteren van regels is niet altijd in het belang van het kind. Een kind dat zich bijvoorbeeld plotseling niet goed voelt, hoeft zich bijvoorbeeld niet te houden aan de regel "nooit meer dan één kind naar de WC". Leerlingen kunnen worden gestraft als zij de schoolregels overtreden. Straffen zijn bedoeld om herhaaldelijk foutief gedrag van leerlingen te voorkomen. Mochten de waarden en normen van school toch herhaaldelijk overschreden worden, dan volgt er overleg tussen team, kind en ouders. Op deze manier wordt geprobeerd een goede sfeer binnen de school te creëren en te behouden. Soms zijn er echter situaties, dat de school niet meer in staat is om het gedrag van de leerling te corrigeren. Voor deze situaties is er een protocol omtrent verwijdering. Gronden voor verwijdering Voor openbare scholen zijn er twee mogelijk verwijderingsgronden waarbij het protocol 1 in werking treedt: • ernstig wangedrag van de leerling en/of de ouders (bijvoorbeeld met psychisch en/of lichamelijk letsel aan derden); • de school kan niet aan de zorgbehoefte van de leerling voldoen (handelingsverlegenheid). Gelukkig komen dergelijke situaties zelden voor. Om te voorkomen dat een leerling echt verwijderd wordt, zal bij situaties zoals boven beschreven, worden gezocht naar een andere school die bereid is de leerling toe te laten. Pas als dat lukt, zal de leerling verwijderd worden. Het verwijderingsprotocol ligt ter inzage op de school. 9.2

Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van schoolverzuim

Regelmatig wordt de directie van de school benaderd met aanvragen van verlof voor leerlingen. De directie is beperkt in het toekennen van verlof. De gemeente Groningen voert een actief beleid in het terugdringen van ongeoorloofd schoolverzuim. De directie van de Feniks ondersteunt dit beleid en handelt volgens de Leerplichtwet, zoals verplicht. Om u inzicht te geven wanneer en waarom verlof gegeven kan worden, hebben we voor u een overzicht gemaakt op welke gronden er verlof gegeven kan worden. We onderscheiden twee soorten verlof: 1. het buiten de reguliere schoolvakanties op vakantie willen gaan. 2. het verlof vanwege gewichtige omstandigheden. Ad.1. In sommige gevallen is het onontkoombaar dat ouders met hun kinderen buiten de schoolvakanties weggaan. U dient aan te tonen dat dit noodzakelijk is, bijvoorbeeld door een verklaring van de werkgever of de arts. U kunt hiervoor het formulier Aanvraag vrijstelling schoolbezoek invullen met de nodige verklaringen en daarna indienen bij de directie. Dit formulier kunt u vragen aan de leerkracht.

1

Dit protocol is tot stand gekomen in overleg met de afdeling Leerplicht, de Inspectie van het Onderwijs en de juridische afdeling van vos/abb. Schoolgids obs de Feniks 2014-2015

p.30

Als er geen toestemming wordt verleend en men gaat toch met vakantie, dan wordt de afwezigheid als schoolverzuim aangemerkt en doorgegeven aan het schoolbestuur. Ad.2. Leerlingen krijgen extra verlof wegens gewichtige omstandigheden: • bij verhuizing • bij het bijwonen van een huwelijk van bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad voor ten hoogste twee dagen. • bij een ernstige ziekte van ouders- of bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad. Duur in overleg. • bij een 25-, 40- en 50 jarig ambtsjubileum en het 12½, 25-,50- en 60 jarige huwelijksjubileum van ouders en grootouders. • voor andere naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen. Hiervoor kunt u middels het verlofformulier vrij vragen. Deze is te verkrijgen bij de leerkracht of directeur en daarnaast te downloaden van onze website. Alle leerlingen zijn leerplichtig vanaf 5 jaar en mogen de school dus niet ongeoorloofd verzuimen. Komt het in bepaalde gevallen voor dat kinderen, om welke reden dan ook, te vaak afwezig zijn, ook na druk van leerkrachten op ouders om de kinderen regelmatig en op tijd op school te laten komen, dan schakelen we de leerplichtambtenaar schoolverzuim van de gemeente in. 9.3

Ziekte en afwezigheid.

Kan uw kind door ziekte niet op school komen, dan dient u dit vóór aanvang van de schooltijd (’s morgens/’s middags) aan ons door te geven. Wordt uw kind niet afgemeld vóór 9.00 uur, dan belt de administratie naar de ouders. Wij verzoeken u afspraken met tandarts, huisarts e.d. buiten schooltijd te maken. Wellicht is het goed vertrouwelijke bijzonderheden op medisch gebied of anderszins in het begin van het schooljaar aan de leerkracht mee te delen. 9.4

Medicijn gebruik voor kinderen

Soms komt het voor, dat kinderen zich onder schooltijd niet fit voelen en liever naar huis willen. Als ouders dan niet thuis zijn, kan een paracetamol tijdelijk uitkomst bieden. Indien u dit beslist niet wenst, geeft u dit dan door aan de groepsleerkracht van uw kinderen. Wanneer uw kind medicijnen gebruikt, willen wij dit ook graag weten. 9.5

Eten, snoepen / jarig zijn

Halverwege de morgen kunnen de kinderen iets drinken (melk o.i.d.) en eten (fruit en/of een boterham o.i.d.). We stimuleren leerlingen zo gezond mogelijk voedsel/drinken te nuttigen. In elk geval geen drinken met prik of zoetigheid meegegeven aan uw kind a.u.b. We maken ouders erop attent als een kind koekjes e.d. meeneemt naar school. Jarigen mogen natuurlijk trakteren. Wij vragen u om niet op snoep te laten trakteren. Broertjes, zusjes en vriendjes in andere groepen kunnen onder schooltijd niet getrakteerd worden. Ook graag de uitnodigingen voor verjaardagspartijen en eventueel kerstkaartjes buiten school uitdelen. Het is anders een beetje sneu voor kinderen die geen kaartje krijgen. 9.6

De schoolfotograaf

Jaarlijks worden de leerlingen in de maand oktober gefotografeerd. Het ene jaar worden alleen groepsfoto's gemaakt, het jaar daarop worden de kinderen apart en met broer/zus gefotografeerd. Schoolgids obs de Feniks 2014-2015

p.31

9.7

Op de fiets naar school

Onze stallingsruimte voor fietsen is beperkt. Daarom mogen alleen kinderen die niet in de directe omgeving van school wonen op de fiets komen. Alle leerlingen ten zuiden van de elektriciteitsmast in Gravenburg mogen alleen lopend naar school. Parkeermogelijkheden bij de school zijn zeer beperkt! Komt u wél met de auto: u kunt alleen parkeren in de Maresiusstraat. Voor de veiligheid raden we dan ook ten sterkste aan de zoveel mogelijk lopend of op de fiets uw kinderen naar school te brengen. Als er verkeersmaatregelen genomen worden vanwege de huisvesting in het noodgebouw publiceren wij in de nieuwsbrief van de school. De fietsen dienen altijd, ook in de stalling, op slot te staan. De school kan geen enkele verantwoordelijkheid nemen voor eventueel vernieling en/of diefstal van de fietsen. 9.8

Roken

Volgens de wet is het verboden dat medewerkers op basisscholen roken in de school. We vragen de ouders om bij de in- en uitgangen van de school niet te roken, om zo het goede voorbeeld te geven. 9.9

Pleinwacht

Tijdens de pauzes fungeren de leerkrachten als pleinwacht en gaan alle leerlingen naar buiten. Ze mogen niet meer naar binnen, tenzij de pleinwacht hiervoor toestemming geeft. Bij slecht weer kunnen de leerlingen eerder naar binnen of binnen blijven. Bij het niet doorgaan van de pauze dragen de groepsleerkrachten de verantwoording voor de pauzeactiviteiten van de leerlingen in hun groepslokalen. 9.10 Schooltijden (in/uitgaan school) Onze school vindt het heel belangrijk, ingegeven door onze onderwijsvisie, dat kinderen in een voorspelbare omgeving in alle veiligheid zich kunnen ontwikkelen. Daarom zijn we in het schooljaar 2013-2014 overgegaan naar het zogenaamde ‘vijf gelijke dagen’ model. Dit wil zeggen dat alle kinderen van groep 1 t/m 8 elke dag dezelfde schooltijden hebben: van 8.30 uur tot 14.00 uur De lunchpauze is verkort en alle kinderen eten op school. Ze lunchen met hun leerkracht. Naar binnen gaan De leerlingen mogen vanaf 8.20 uur, bij het gaan van de eerste bel, naar binnen. Leerlingen die binnen zijn, blijven binnen. De lessen beginnen om 8.30 uur. Het dragen van jassen en petten in de klas is niet toegestaan. Ze worden opgehangen in zogenaamde luizencapes. Laarzen komen onder de kapstok van de leerling. De school draagt geen verantwoordelijkheid voor vermissing van jassen/tassen en eventuele kostbaarheden (geld e.d.) in de zakken van kinderen. We raden u aan dit niet mee te geven aan uw kind. Naar buiten gaan Na afloop van de lessen gaan de leerlingen rustig naar buiten. De eventuele klassendienst kan op verzoek van de leerkracht binnen blijven om bijv. de planten water te geven, bord schoon te maken, klusjes voor de juf te doen. Ouders die hun kinderen


p.32

ophalen van school wachten buiten de school, zodat kinderen de ruimte hebben de school te verlaten. 9.11 Te laat komen Te laat komen verstoort de lessen, wilt u er voor zorgen dat uw kind op tijd komt? Leerlingen die te laat komen worden door de groepsleerkracht geregistreerd. Bij veelvuldig te laat komen, neemt de leerkracht contact op met de ouder/verzorger van het kind. In het uiterste geval wordt de leerplichtambtenaar ingeschakeld. 9.12 Gevonden voorwerpen Gevonden voorwerpen worden bij de conciërge ingeleverd. Deze kunt u vinden in twee blauwe bakken bij de conciërgeruimte. Bij elke schoolvakantie worden de bakken uitgezocht en opgeruimd. Wat over blijft gaat naar andere doelen.


p.33

Openbare basisschool

Recommend Documents