Collegevoorstel
Openbaar Onderwerp
Ontwerpbestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC) Programma
BW-nummer
Grondbeleid Portefeuillehouder
B. Velthuis Samenvatting
Een deel van het bedrijventerrein Winkelsteeg wordt herontwikkeld tot een campus voor kennisintensieve en technologische bedrijven en instellingen; de Novio Tech Campus. Het gebruik van het plangebied wordt ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan beperkt tot bedrijven die behoren tot de sectoren Life Science, Health en High Tech. De mogelijkheden voor campus-ondersteunende functies zijn verruimd. Het doel van onderhavig bestemmingsplan is het juridisch planologisch kader te scheppen voor de Novio Tech Campus.
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
SO10, Dave te Braake, 9734 Datum ambtelijk voorstel
11 december 2014 Registratienummer
14.0013696
In het beelkwaliteitplan is aangegeven welke ruimtelijke kwaliteit de Novio Tech Campus moet hebben. Het beeldkwaliteitplan is een leidraad voor eenieder die zich bezighoudt met ontwikkelingen rondom de Novio Tech Campus. Ter besluitvorming door het college
1. Het ontwerpbestemmingsplan “Nijmegen Goffert-Winkelsteeg – 4 (NTC)” vrij te geven voor ter visie legging, overeenkomstig de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GMLbestand NL.IMRO.0268.BP12004-ON01.gml met bijbehorende bestanden. Steller 2. Het concept-beeldkwaliteitplan Novio Tech Campus vrij te Dave te Braake geven voor inspraak.
Paraaf akkoord
Datum
Paraaf akkoord
Datum
Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 6 januari 2015
X Conform advies Aanhouden Anders, nl.
nummer: 3.6
Bestuursagenda
Portefeuillehouder
Collegevoorstel
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
Bestemmingsplan Voor het plangebied geldt op dit moment het bestemmingsplan "Nijmegen GoffertWinkelsteeg" waarin het gebied is bestemd voor bedrijven in de categorieën 2 t/m 4 van de Staat van bedrijfsactiviteiten. In het nieuwe bestemmingsplan is in het plangebied een campus (Novio Tech Campus) voorzien voor bedrijven die (uitsluitend) behoren tot de sectoren Life Science, Health en High Tech inclusief campus-ondersteunende functies. Met de vigerende ‘ruime’ bedrijfsbestemming bestaat de mogelijkheid dat bedrijven zich in het plangebied vestigen die niet binnen het campusconcept passen. Aan de noordzijde van het plangebied (aan de zijde van het nieuwe station Nijmegen Goffert) is een verhoging van de bouwhoogte voorzien (van 25 meter naar 50 meter). Deze bouwhoogte is niet mogelijk in het vigerende bestemmingsplan ‘Nijmegen Goffert-Winkelsteeg’. Om medewerking te kunnen verlenen dient er toepassing gegeven te worden aan een nieuw bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro. Beeldkwaliteitplan Het beeldkwaliteitplan legt de verwachtingen en ambities vast voor wat betreft de architectuur in het algemeen, de relatie van de bebouwing met de context, de hoofdvorm van de gebouwen, de gevelopbouw en het materiaalgebruik, de detaillering en de kleur. Het vormt daarmee een schakel tussen het bestemmingsplan, het stedenbouwkundig programma van eisen, het structuurplan en het architectonisch ontwerp. Het beeldkwaliteitplan is een instrument voor de toetsing van de bouwaanvraag. 2
Juridische aspecten
De Wet ruimtelijke ordening en de Algemene wet bestuursrecht zijn hier van toepassing. 3
Doelstelling
Bestemmingsplan Het opstellen van een bestemmingsplan voor het betreffende plangebied om realisatie van de Novio Tech Campus mogelijk te maken en het campusconcept te borgen. Beeldkwaliteitplan Met het beeldkwaliteitplan Novio Tech Campus worden richtlijnen opgesteld met als doel de integrale kwaliteit van het te ontwikkelen gebied te waarborgen. Met deze richtlijnen wordt niet alleen de kwaliteit van individuele gebouwen gewaarborgd, maar wordt vooral ook de eenheid binnen het plan zeker gesteld. 4
Argumenten
De Novio Tech Campus (NTC) voorziet in een transformatie van een bestaand bedrijventerrein naar een modern en innovatief terrein welke gekoppeld is aan de kennisinstellingen op en rond Heijendaal. Het is een bestaand bedrijventerrein dat voor een deel wordt herontwikkeld voor bedrijven die gericht zijn op life-sciences en health en/of hightech. Het betreft een campusontwikkeling gericht op de hierboven genoemde sectoren, waaronder spin-off van bedrijvigheid die ontstaat op de kennisinstellingen van Heijendaal onder andere Radboud universiteit en Hoge school Arnhem-Nijmegen. Deze spin-off bedrijven kunnen vaak niet terecht op Campus Heijendaal vanwege gebrek aan geschikte ruimte, terwijl het voor hen essentieel is om in de nabijheid van de Campus Heijendaal te kunnen starten. NTC biedt de
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
gelegenheid aan spin-off-bedrijven die reeds op Campus Heijendaal gevestigd zijn, maar aan een volgende stap toe zijn, om passende huisvesting te krijgen in de buurt van de kennisinstelling. Hierdoor ontstaat er ruimte voor nieuwe spin-offs op Campus Heijendaal. Met de aanwezigheid van Science Meets Business (SMB) op NTC, worden echter ook ruimte en faciliteiten geboden aan starters vanuit Campus Heijendaal. Het terrein biedt voor de ruimere regio unieke faciliteiten, zoals clean rooms en laboratoria, specialistische apparatuur, bedrijfsstoffen en een concentratie van mensen met competenties die schaars zijn op de Europese markt. Het is daarmee een uniek bedrijventerrein. Dit wordt ook onderkend door zowel het ministerie van EZ en de Provincie Gelderland die financieel bijdragen aan de ontwikkeling. Met het ontwikkelen van NTC wordt voorkomen dat bedrijven wegtrekken uit Nijmegen omdat er geen goede faciliteiten beschikbaar zijn. Omdat het een uniek terrein is met kenmerken en infrastructuur die elders niet of nauwelijks aanwezig zijn voorziet de ontwikkeling in een behoefte en zorgt het ervoor dat bedrijvigheid niet wegtrekt uit Nijmegen en wijdere omgeving. De overige bestemmingen die in het bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt (zoals onderwijs, ondersteunende kantoren en dienstverlening waaronder horeca) zijn gericht op het campusconcept en ondersteunend aan de hoofdfunctie. Zij bieden faciliteiten aan de kenniswerkers en dragen bij aan een vitale campusontwikkeling. 5
Klimaat
Bij de aanvraag om omgevingsvergunning worden de ambities, geformuleerd in de Duurzaamheidsagenda 2011-2015, meegenomen. 6
Financiën
In de grondexploitatie Knoop Winkelsteeg zijn de kosten en opbrengsten van de realisatie van het bestemmingsplan opgenomen. De grondexploitatie is sluitend. De ontwikkeling en realisatie van de plandelen van de betrokken private partijen vindt voor eigen rekening en risico van die partijen plaats. Gemeente en deze partijen hebben in 2012 een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Via de samenwerkingsovereenkomst is het gemeentelijk kostenverhaal verzekerd. 7
Participatie en Communicatie
Bestemmingsplan Op 29 januari 2014 is de vooraankondiging van dit bestemmingsplan op de gemeentelijke website geplaatst. Na vrijgave door ons college wordt het ontwerpbestemmingsplan gedurende 6 weken ter visie gelegd. Conform de Gemeentelijke Inspraakverordening wordt de zienswijzenprocedure als inspraak gezien. Beeldkwaliteitplan Het concept-beeldkwaliteitplan ligt gedurende zes weken (tegelijk met het ontwerpbestemmingsplan) in het kader van de inspraak ter inzage. Er kan schriftelijk worden gereageerd. De inspraakperiode wordt gepubliceerd op de gemeentelijke website. 8
Uitvoering en evaluatie
Het besluit tot vrijgave van het ontwerpbestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg – 4 (NTC) en het concept beeldkwaliteitplan voor tervisielegging wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website en het ontwerpbestemmingsplan ook in de Staatscourant. In deze bekendmaking wordt ook gewezen op de mogelijkheid om zowel tegen het
Collegevoorstel
Vervolgvel
3
ontwerpbestemmingsplan als tegen het concept beeldkwaliteitplan een zienswijze dan wel een inspraakreactie in te dienen bij de gemeenteraad. Het ontwerpbestemmingsplan en het concept beeldkwaliteitplan zijn in te zien bij de informatiebalie in de Stadswinkel van de Gemeente Nijmegen en op de gemeentelijke website. Verder is het ontwerpbestemmingsplan ook nog te zien op de landelijke site www.ruimtelijkeplannen.nl
9
Risico
Eventuele bezwaren tegen de bouw- en gebruiksmogelijkheden die het onderhavige bestemmingsplan mogelijk maakt. Een gunstige afloop van de juridische procedure is vooraf niet te garanderen. Het bestemmingsplan kan schade veroorzaken als bedoeld in artikel 6.1 van de Wro (planschade), doordat nieuwe bouw- en gebruiksmogelijkheden ontstaan. Mocht uit de planologische herziening een planschadeclaim volgen dan komt deze ten laste van de Grondexploitatie Knoop Winkelsteeg, deelplan NTC.
Ter inzage: Ontwerpbestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC); Beeldkwaliteitplan Novio Tech Campus
Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
2
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Inhoudsopgave
Toelichting
5
Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Aanleiding Bestaande situatie Toekomstige situatie Leeswijzer
7 7 7 11 13
Hoofdstuk 2 2.1 2.2 2.3
Ruimtelijk beleid Rijksbeleid Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid
15 15 17 18
Hoofdstuk 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Sectoraal beleid Economische zaken Verkeer Milieu Water Natuur & Landschap Archeologie en Cultuurhistorie
21 21 22 25 39 42 46
Hoofdstuk 4 4.1 4.2 4.3
Plansystematiek Algemeen Regels Uitgangspunten per functie
51 51 51 52
Hoofdstuk 5 5.1 5.2
Uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid
55 55 55
Hoofdstuk 6 6.1 6.2
Vooroverleg Provincie Gelderland Waterschap
57 57 57
Regels
59
Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2
Inleidende regels Begrippen Wijze van meten
61 61 73
Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5
Bestemmingsregels Gemengd Leiding - Riool Waarde - Archeologie 2
77 77 81 83
Hoofdstuk 3 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11
Algemene regels Anti-dubbeltelregel Algemene bouwregels Algemene gebruiksregels Algemene aanduidingsregels Algemene afwijkingsregels Overige regels
87 87 87 87 88 88 89
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 12 Overgangsrecht Artikel 13 Slotregel
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
91 91 93
3
Bijlagen bij de regels Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten (model Nijmegen) Bijlage 2 Staat van horeca-activiteiten (model Nijmegen) Hoofdstuk 1 Staat van horeca-activiteiten Hoofdstuk 2
4
Toelichting op Staat van horeca-activiteiten
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
95 97 109
Toelichting
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
5
6
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1
Aanleiding
De halfgeleider producent NXP heeft een aantal strategische keuzes gemaakt waardoor de focus op hun terrein in Nijmegen primair ligt op de gespecialiseerde productie in combinatie met onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten. Een gedeelte van de productieprocessen stoppen of worden verplaatst naar elders in de wereld. Dit leidt er toe dat faciliteiten onderbenut worden. Deze factoren in combinatie met de vrije ruimte op het terrein maakt een herontwikkeling van het gebied mogelijk. Deze ontwikkelingen bij NXP bieden mogelijkheden voor de Radboud Universiteit Nijmegen en het Radboudumc, die door de spin-off vanuit hun onderzoeksactiviteiten, kleine startende bedrijven zien ontstaan. Voor deze (jonge) bedrijven, die soms vrij snel groeien, zijn er geen faciliteiten of ruimten beschikbaar op de campus van de universiteit. Hierdoor zijn zij op zoek naar (goedkope) lab- en cleanroom-faciliteiten om zich van daaruit als bedrijf te ontwikkelen. De combinatie van beide omstandigheden biedt een serieuze mogelijkheid voor de herontwikkeling van een deel van de NXP-site tot een Hightech Business-site. Ten behoeve van de uitwerking van de herontwikkelingsmogelijkheden van de NXP-site werd in 2012 de samenwerkingsovereenkomst tussen de verschillende partners van de Novio Tech Campus ondertekend. De partners binnen de campusontwikkeling zijn de provincie Gelderland, de gemeente Nijmegen, NXP, Kadans Biofacilities en de nieuw opgerichte Novio Tech Campus organisatie. In een periode tot en met 2020 willen deze partijen het bedrijventerrein herontwikkelen tot een aantrekkelijke, toekomstgerichte werklocatie voor hoogtechnologische en kennisintensieve bedrijven, die bij voorkeur in een open innovatieve omgeving samenwerking zoeken. De belangrijkste doelstelling hierbij is het ontwikkelen van lab- en cleanroomfaciliteiten voor startende bedrijven en voor bestaande bedrijven die behoefte hebben aan meer ruimte. Het scheppen van de juiste voorwaarden voor innovatie en samenwerking in de halfgeleiderindustrie en (medische) technologie is daarbij uitgangspunt. Novio Tech Campus richt zich met name op bedrijven die zich bezighouden met zogenaamde "toegepaste innovatie, ontwikkeling en productie". Bedrijventerrein Winkelsteeg is daarvoor een geschikte locatie, mede door de nabijheid van universiteitscampus Heyendaal, het Business & Innovation Center FiftyTwoDegrees en het al aanwezige bedrijfsleven in de halfgeleiderindustrie (waaronder NXP). Onlangs heeft het Rijk de NTC benoemd als één van de acht te herstructureren bedrijventerreinen van nationaal belang. Vanuit het FES-budget voor 2010 is onder voorwaarden een financiële bijdrage toegekend. Naast renovatie en hergebruik van gebouw M, richt deze aanvraag zich op de aanleg en ontsluiting van het station en de verknoping van het station met de toekomstige open innovatie campus NTC. Deze ontwikkeling, samen met het nieuwe elan van gebouw M kunnen een stimulans zijn voor eigenaren, potentiële ontwikkelaars en/of vestigers om in het gebied te gaan investeren.
1.2
Bestaande situatie
1.2.1 Beschrijving omgeving en plangebied Het plangebied voor de Novio Tech Campus is gelegen ten zuidwesten van het centrum van Nijmegen op het grensvlak van de centrale 'stadsas' (Graafseweg, singels, A325), de regionale spoorlijn Wijchen-Zevenaar en de (na opening van de nieuwe stadsbrug) steeds belangrijker wordende ringweg (de groene route), met onder andere de Neerbosscheweg
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
7
door Nijmegen. Het gebied is gesitueerd te midden van verschillende stedelijke elementen en bijbehorende sferen. Ten noorden en oosten liggen woonbuurten met een uiteenlopende ruimtelijke opzet. Heseveld en de Kolpingbuurt hebben het karakter en opzet van een tuinwijk, terwijl de wijk Neerbosch-oost gekenmerkt wordt door de structuur van een CIAM-wijk.
Figuur 1 en 2: Globale ligging plangebied in de stad
8
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Ten zuidoosten is een groene zone met het Goffertpark (NEC-stadion en de weide voor allerlei evenementen zoals popconcerten en het circus) en een deel met zorg- en gezondheidsinstituten (waaronder het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis, Sanadome, Pompekliniek en het Riagg) in 'groene kamers'. Uiteindelijk gaat dit in het zuidwesten over in het bedrijventerrein Winkelsteeg (waar NXP deel vanuit maakt). Opmerkelijk in het aangrenzende gebied is het hoogteverschil. Dit gebied ligt aan de rand van een puinwaaier die aan het eind van de IJstijd achter de stuwwal in Nijmegen-Oost is ontstaan. Het gebied bevindt zich daarmee op de geomorfologische overgang van een hoog en droog gebied in het oosten naar een laag en nat gebied in het westen (het oude rivierkleilandschap). Het totale terrein van NXP wordt plaatselijk omzoomd door groenstroken en bomen. Met name aan de noordzijde van het NXP terrein vormt het spoortalud een dominante, groene begrenzing. Ruimtelijke analyse De indeling van het NXP terrein bestaat uit een rechthoekige raster van infrastructuur dat is opgevuld met gebouwen, parkeren en plaatselijk groen. De oriëntatie van het raster en daarmee de gebouwen is zuidoost-noordwest. Aan het hoofd van het terrein, in de noordwesthoek tegen het spoortalud, staat het grootste gebouw, de chipfabriek (voor de productie van chips). In de zuidoost hoek tegen het terrein aan staat het nieuwste gebouw, Fifty Two Degrees. De bebouwing op het terrein is zeer divers, met verschillende bouwstijlen en bouwperiodes, maar kenmerkt zich door een sterk industrieel karakter. Dit wordt versterkt door de bovengrondse leidingbruggen, waarover een groot aantal buizen en pijpen de verschillende gebouwen verbinden.
Figuur 3: luchtfoto plangebied met daarop in rood de plangrens van onderhavig bestemmingsplan
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
9
Het huidige terrein wordt volledig omgeven door een hoog hekwerk, waarmee het zich afkeert en afschermt van de omgeving. Het nieuw te ontwikkelen NTC-gebied zal juist openbaar zijn en daarmee worden geïntegreerd in de omgeving met koppelingen aan bestaande en nieuwe routes. Het bestaande terrein heeft een duidelijke hoofdentree aan de noordwestzijde in de directe nabijheid van de chipfabriek. Centraal over het NXP terrein ligt een groot assenkruis van wegen dat het totale terrein verdeeld in 4 kwadranten. Binnen de vier kwadranten is het patroon van wegen en gebouwen verfijnd in een rasterpatroon. In het noordwestelijke kwadrant ligt de chipfabriek en het hoofdkantoor. In het zuidwestelijke kwadrant liggen de belangrijkste ondersteunende voorzieningen met grondstoffen voor de fabriek en de parkeervoorzieningen voor de medewerkers. Een groot deel van het zuidoostelijke kwadrant wordt afgestoten en vormt de basis voor de Novio Tech Campus. Ondanks het duidelijke patroon van infrastructuur en de centrale ontsluiting op het assenkruis ontbreekt het in het gebied aan een duidelijke kern en objecten ter oriëntatie in het gebied. Door het afstoten van een deel van het gebied en daarmee de inpassing van nieuwe hekwerken binnen het bestaande stratenpatroon zal dit nog meer versterkt worden.
1.2.2 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied is gelegen in het vigerend bestemmingsplan 'Nijmegen Goffert-Winkelsteeg'. In het vigerende bestemmingsplan zijn de gronden van onderhavig plangebied bestemd voor bedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 2, 3 en 4 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, alsmede voor:
één facilitypoint; productiegebonden en ondergeschikte detailhandel; ondergeschikte kantoren; opslag en uitstalling; ontsluitingswegen; bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen; opwekking van duurzame energie door middel van kleinschalige (urbane) windturbines.
Figuur 4: verbeelding vigerend bestemmingsplan 'Nijmegen Goffert-Winkelsteeg" met in rood de plangrens van onderhavig bestemmingsplan
10
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
1.3
Toekomstige situatie
1.3.1 Beschrijving toekomstige situatie Campus Het doel van de Novio Tech Campus is om een hoogwaardige voor een ieder openbaar toegankelijke vestigingslocatie voor kennisintensieve technologische bedrijven en instellingen te ontwikkelen, die bij voorkeur in een open innovatieve omgeving samenwerking zoeken. Het campusconcept heeft mede ten doel kruisbestuiving plaats te laten vinden tussen bedrijven in de hieronder benoemde sectoren en de kennis- en zorginstellingen in de regio. Onderdeel van de campus is dat men gebruik kan maken van bestaande en nieuw te ontwikkelen faciliteiten van de betrokken partijen en ontmoetingsruimten. Binnen het campusconcept kunnen bedrijfsactiviteiten worden uitgeoefend door:
bedrijven en/of kennisinstellingen die actief zijn in de Life Sciences (farma, food en health), de medische sector of de high tech sector (bij voorkeur semiconductor en solar); synergiebedrijven (bedrijf c.q. bedrijfsonderdeel c.q. bedrijfsvestiging die op zichzelf niet behoort tot de Life Science -, High Tech- of medische sector, maar die goederen of diensten levert die voor tenminste 50% worden geleverd aan bedrijven in de Life Science-, High Tech- of medische sector). Onderwijs- en onderzoeksinstellingen die meerwaarde creëren en/of ondersteuning bieden aan de voornoemde sectoren; Detailhandel, dienstverlening en horeca voor zover noodzakelijk om het campusconcept verder vorm te geven en de conituïteit van de campus te waarborgen. Teneinde het gebruik van het plangebied te beperken tot het campusconcept is in onderhavig bestemmingsplan gekozen voor inperking qua bedrijven ten opzichte van het vigerend bestemmingsplan. Deze inperking voorziet in het toestaan van bedrijven in dezelfde categorieën als het vigerende bestemmingsplan (tot en met categorie 4.2 uit de Staat van bedrijfsactiviteiten (model Nijmegen)) maar dan uitsluitend voor bedrijven die behoren tot de sectoren Life Science, Health en High Tech. In onderhavig bestemmingsplan zijn de mogelijheden voor (campus)ondersteunende functies (bedrijven, voorzieningen en instellingen) eingszins verruimd.
Ruimtelijke dragers De centrale ruimtelijke drager in het gebied is de herkenbare inrichting van de openbare ruimte als onderdeel van het stedelijk landschap. Leidraad hiervoor is de landschappelijke kwaliteit van het aangrenzende Goffertpark in combinatie met de karakteristieke hoogteverschillen en de oude laanstructuren. Door het gehele gebied zijn de hoogteverschillen voelbaar en beleefbaar wat als basis kan dienen voor een aangenaam verblijfsklimaat. De omliggende wijken en (ontwikkel)gebieden kunnen door nieuwe openbare ruimten en routes met elkaar verbonden worden. Enerzijds worden zo het aangrenzende woongebied Kolpingbuurt en het Goffertpark verbonden met Winkelsteeg en de woongebieden Neerbosch-Oost en Heseveld ten noorden van het spoor. Anderzijds worden het nieuwe station Nijmegen Goffert en de ontwikkelgebieden Novio Tech Campus en Fifty Two Degrees met elkaar en met de omgeving verbonden.
Plangebied Binnen de ruimtelijke dragers is ruimte voor de ontwikkeling van aanvullende en nieuwe (bouw)programma's. In het westelijk deel sluiten de ontwikkelgebieden aan bij de 'plant' van NXP en bestaan voornamelijk uit laboratoria en cleanroom faciliteiten en kunnen gekenmerkt worden met begrippen zoals industrieel, innovatie, hoog technologisch,
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
11
dynamisch en campus. In het oostelijk deel bieden de ontwikkelgebieden ruimte voor werken en sluiten aan op het bestaande woongebied. Hier geldt werken, luwte/rust, groen, landschap en transparantie. Tussen deze delen in ligt een ontwikkelingszone waar een noord-zuid route voor voetgangers & fietsers is voorzien. In deze zone is ruimte voor een verbindende openbare ruimte die, op het scheidsvlak van de twee landschapstypen, het hoogteverschil beleefbaar kan maken op basis van de karakteristieken en landschappelijke kwaliteit van het aangrenzende Goffertpark. In het verlengde van het assenkruis over het totale NXP terrein, krijgt het kwadrant van de NTC een eigen assenkruis, als groene hart van de nieuwe campus. Het assenkruis wordt gevormd door paden en groen die zijn opgespannen tussen de bestaande bebouwing waaronder het gerenoveerde "gebouw M" en het "FiftyTwo Degrees" gebouw. Vanaf het assenkruis loopt een lange lijn, in aansluiting op de bestaande structuur naar het nieuwe station Nijmegen Goffert. In de vier kwadranten van het assenkruis kunnen nieuwe gebouwen worden gerealiseerd. Deze gebouwen staan primair langs de buitenrand van de kwadranten haaks op Gebouw M. Rondom de middenas van het assenkruis, opgespannen tussen de entree van FTD en de voordeur van gebouw M, zal groen (een beeldbepalende boomstructuur) domineren. In de overgang van de campus naar het hoger gelegen spoor, in aansluiting op het station, zal er een gebouw worden gerealiseerd waarin een grote diversiteit aan bedrijvigheid een plek kan krijgen. De bedrijven zullen zich primair richten op de Hightech bedrijven met onder andere cleanroom en labfaciliteiten. Door de ligging tussen sterk verschillende maaiveldhoogten is een gebouw met een grotere overstijgende eigen bouwhoogte vereist om de herkenbaarheid te versterken. De grotere hoogte komt voort vanuit de markering van de plek. Een begeleidend gebouw met een grotere herkenbaarheid is daarom op dit punt gewenst. Deze locatie vormt de overgang van de campus naar het station, waarmee het tevens een ontmoetingsplaats vormt in de omgeving. Het totale terrein wordt openbaar toegankelijk.
Figuur 5: Impressie mogelijk toekomstbeeld inclusief grens plangebied
12
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Station Goffert De Novio Tech Campus is onderdeel van de ontwikkeling van het Knooppunt Winkelsteeg met het station Nijmegen Goffert als een belangrijk onderdeel hierin. Dit knooppunt is als één van de zes knooppunten opgenomen in het regionaal en gemeentelijk ruimtelijk beleid (onder andere Structuurvisie Nijmegen, 2010). Station Nijmegen Goffert zal een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het knooppunt Winkelsteeg - Novio Tech Campus. De bereikbaarheid van het gebied wordt sterk verbeterd en het gebruik van openbaar vervoer wordt gestimuleerd. Op deze knoop komen diverse vervoersmodaliteiten bij elkaar zoals trein, bus, auto en fiets. Er wordt ingezet op een concentratie van functies met een intensief en gemengd programma. Het station zal eind 2014 worden opgeleverd met een herkenbare uitstraling als baken in het gebied. Het station zal functioneren als een ruimtelijke aanjager voor de ontwikkeling van het (plan)gebied, omdat het station en de omliggende gebiedsontwikkelingen elkaar versterken. Enerzijds draagt de gebiedsontwikkeling bij aan een levensvatbaar station. Anderzijds zorgt het station voor een stedelijke ontmoetingsplek en betere bereikbaarheid, waardoor er een aantrekkelijk werklocatie voor hoog technologische en kennisintensieve bedrijven: het multimodaal knooppunt Winkelsteeg - Novio Tech Campus ontstaat. Hiervoor zal de komende jaren het gebied worden omgevormd naar een meer open en groene campus. Een campus die bovendien goed bereikbaar is vanwege de realisatie van een stadsregiostation, goede aansluitingen op buslijnen en fietsroutes en de ligging aan twee belangrijke hoofdaders van Nijmegen (de Graafseweg en Neerbosscheweg).
1.4
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 en 3 van deze toelichting komt alle beschikbare informatie over het plangebied aan bod. In het tweede hoofdstuk wordt het relevante ruimtelijke beleid en in het derde hoofdstuk het sectoraal beleid besproken. In hoofdstuk 4 komt de plansystematiek aan bod. De toelichting wordt afgesloten met een hoofdstuk over de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan en een kort hoofdstuk over het vooroverleg.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
13
14
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Hoofdstuk 2 Ruimtelijk beleid 2.1
Rijksbeleid
2.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte In 2012 heeft de Rijksoverheid de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vastgesteld, waarin het ruimtelijk beleid wordt vastgelegd. De Rijksoverheid richt zich op nationale belangen, zoals verbetering van de bereikbaarheid. De SVIR laat een sterke focus zien op het herstel van de economie met prioriteit bij de ontwikkeling van de mainports Amsterdam en Rotterdam, de brainport Eindhoven en de greenports met bijbehorende achterlandverbindingen. Voorheen benoemde nationale belangen, zoals verstedelijking en de bescherming van nationale landschappen worden losgelaten. Dat geldt ook voor onderdelen van het natuurbeleid, zoals de rijksbufferzones en groen in en om de stad. Tot 2028 heeft het kabinet in de SVIR 3 rijksdoelen geformuleerd: 1. de concurrentiekracht vergroten door de ruimtelijk-economische structuur van Nederland te versterken. Dit betekent bijvoorbeeld een aantrekkelijk (internationaal) vestigingsklimaat; 2. de bereikbaarheid verbeteren; 3. zorgen voor een leefbare en veilige omgeving met unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden. In de SVIR krijgt het vestigingsklimaat voor bedrijven extra aandacht. Te lezen is dat Nederland aantrekkelijk moet blijven voor buitenlandse bedrijven. Het kabinet blijft bedrijven stimuleren zich in Nederland te vestigen. Hiervoor moeten genoeg woningen, bedrijventerreinen en kantoren beschikbaar zijn. En deze moeten passen bij de wensen van bedrijven en hun werknemers. Het kabinet richt zich daarbij vooral op sectoren die zorgen voor de meeste economische groei. Deze economische topsectoren zijn geconcentreerd in de stedelijke regio's. Denk aan de gebieden rondom de haven van Rotterdam, de luchthaven Schiphol en Energyport in Groningen. Ook de regio Wageningen-Arnhem-Nijmegen maakt onderdeel uit van dit topsectoren-beleid (Health, life-sciences). Deze stedelijke regio's beschouwt het Rijk van nationale betekenis en hiermee gaat het Rijk samen met decentrale overheden aan de slag. Novio Tech Campus is een belangrijke ontwikkeling binnen dit topsectorenbeleid. Het maakt de ontwikkeling mogelijk van een High-tech bedrijventerrein waar spin-off van o.a. Radbouduniversiteit en Hogeschool zich kan vestigen. Het is daarmee in lijn met het rijksbeleid van de Rijksoverheid.
Ladder voor duurzame verstedelijking In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte wordt de ladder voor duurzame verstedelijking geïntroduceerd. Deze ladder is per 1 oktober 2012 als motiveringseis in het Besluit ruimtelijke ordening opgenomen. De ladder voor duurzame verstedelijking is ingericht voor een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten waardoor de ruimte in stedelijke gebieden optimaal benut wordt. Overheden dienen op grond van het Bro nieuwe stedelijke ontwikkeling standaard te motiveren met behulp van drie opeenvolgende stappen. Deze stappen borgen dat tot een zorgvuldige ruimtelijke afweging en inpassing van die nieuwe ontwikkelingen wordt gekomen.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
15
Figuur 6: ladder duurzame verstedelijking
Trede 1: is er een regionale behoefte? Novio Tech Campus (NTC) is een transformatie van een bestaand bedrijventerrein midden in de stad naar een modern en innovatief terrein wat gekoppeld is aan de kennisinstellingen op Heijendaal. Het is een bestaand terrein (voormalig NXP) wat voor een deel wordt herontwikkeld voor bedrijven die gericht zijn op life-sciences en health en/of semiconductors. Het betreft een campusontwikkeling, gericht op de hierboven genoemde sectoren, waaronder spin-off van bedrijvigheid die ontstaat op de kennisinstellingen van Heijendaal, vb Radboud universiteit en Hoge school Arnhem-Nijmegen. Deze spinoff bedrijven kunnen vaak niet terecht op Campus Heijendaal vanwege gebrek aan geschikte ruimte, terwijl het voor hen essentieel is om in de schoot van de kennismoeder te kunnen starten. NTC biedt de gelegenheid aan spinoff-bedrijven die reeds op Campus Heijendaal gevestigd zijn, maar aan een volgende stap toe zijn, om passende huisvesting te krijgen in de buurt van de kennisinstelling. Hierdoor ontstaat er ruimte voor nieuwe spinoffs op Campus Heijendaal. Met de aanwezigheid van Science Meets Business (SMB) op NTC, worden echter ook ruimte en faciliteiten geboden aan starters vanuit Campus Heijendaal. Het terrein biedt voor de ruimere regio unieke faciliteiten, zoals clean rooms en laboratoria, dure apparatuur, bedrijfsstoffen en mensen met competenties die schaars zijn op de Europese markt. Het is daarmee een uniek bedrijventerrein. Dit wordt ook onderkend door zowel het ministerie van EZ en de Provincie Gelderland die financieel bijdragen aan de ontwikkeling. Met het ontwikkelen van NTC wordt voorkomen dat bedrijven wegtrekken uit Nijmegen omdat er geen goede faciliteiten beschikbaar zijn. In het verleden is dat al gebeurd. Omdat het een uniek terrein is met kenmerken en infrastructuur die elders niet of nauwelijks aanwezig zijn voorziet de ontwikkeling in een behoefte en zorgt het ervoor dat bedrijvigheid niet wegtrekt uit Nijmegen en wijdere omgeving. De overige bestemmingen die in het bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt (zoals onderwijs, ondersteunende kantoren en dienstverlening) zijn gericht op het campusconcept en ondersteunend aan de hoofdfunctie. Zij bieden faciliteiten aan de kenniswerkers en dragen bij aan een vitale campusontwikkeling. Trede 2: Is (een deel van) de regionale behoefte op te vangen binnen het bestaand stedelijk
16
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
gebied? Het betreft een binnenstedelijke ontwikkeling, een transformatie van een bestaand bedrijventerrein. Daarmee wordt voldaan aan deze trede van de ladder.
2.1.2 Cultuurhistorie Cultuurhistorie speelt een belangrijke rol bij de ruimtelijke inrichting van ons land. Het geeft identiteit en kwaliteit aan een gebied. Om deze redenen heeft het rijk de beleidslijn ingezet om cultuurhistorie onderdeel te laten zijn van het afwegingskader bij het opstellen van bestemmingsplannen. Deze beleidslijn is verwoord in de beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg uit 2009 en heeft geleid tot wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) sinds 1 januari 2012. Met het gewijzigde Bro zijn gemeenten wettelijk verplicht cultuurhistorie deel uit te laten maken van het afwegingskader voor ruimtelijke ontwikkelingen. Het rijk vraagt hiermee aan gemeenten om bij het opstellen van bestemmingsplannen, projectafwijkingsbesluiten en beheersverordeningen cultuurhistorische gebouwen, objecten en structuren te inventariseren en daaraan conclusies te verbinden en in het bestemmingsplan te verankeren. De Monumentenwet 1988 vormt de basis voor de monumentenzorg. Rijksmonumenten worden op basis van deze wet aangewezen, evenals rijksbeschermde stadsgezichten.
2.2
Provinciaal beleid
2.2.1 Omgevingsvisie provincie Gelderland Op 18 oktober 2014 zijn de Omgevingsvisie en de bijbehorende Omgevingsverordening in werking getreden. In de Omgevingsvisie staan de hoofdlijnen en in de Omgevingsverordening de regels. Het Waterplan, het Provinciaal Verkeer en Vervoer Plan, het Streekplan, het Milieuplan en de Reconstructieplannen zijn herzien en samengebracht in de nieuwe Omgevingsvisie. De provincie kiest er in deze Omgevingsvisie voor om vanuit twee hoofddoelen bij te dragen aan gemeenschappelijke maatschappelijke opgaven. Deze zijn: 1. een duurzame economische structuur; 2. het borgen van de kwaliteit en veiligheid van onze leefomgeving. Deze twee hoofddoelen benadrukken de rol en kerntaken van de provincie als middenbestuur. Zij beïnvloeden elkaar. Economische structuurversterking vraagt om een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Dat is een goede bereikbaarheid en voldoende vestigingsmogelijkheden. Het betekent ook een aantrekkelijke woon- en leefomgeving met de unieke kwaliteiten van natuur, water en landschap in Gelderland. Te lezen is dat: Het verbeteren van de economische structuur is een belangrijke opgave voor de Gelderse samenleving. Er zijn veel kansen om de economische structuur te verbeteren. De provincie wil samen met haar partners de kansen benutten, mèt oog voor de unieke kwaliteiten van Gelderland. Het streven is om de concurrentiekracht van Gelderland te vergroten door een duurzame versterking van de ruimtelijk-economische structuur. In de omgevingsvisie staan ook de speerpunten voor de stadsregio. Te lezen is dat: De kwaliteiten van de Stadsregio bepalen in belangrijke mate de ontwikkelingsmogelijkheden en daarmee ook de concurrentiepositie van Gelderland in internationaal en nationaal verband. De innovatieve kwaliteiten bepalen de potenties van de regio. Prioritaire clusters, met samenwerking van overheid, ondernemingen en kennisinstellingen, zijn:
Health Valley: medische technologiecluster in Nijmegen en omgeving (verbondenheid bedrijven, overheid, gezondheidszorg en kennisinstellingen);
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
17
Creatieve Industrie: innovatie culturele sector met name in Arnhem; Energie- en Milieutechnologie, met een zwaartepunt in Arnhem.
Binnen de Stadsregio worden naast de genoemde topsectoren (Health Valley, Creatieve Industrie) de clusters Energie- en Milieutechnologie (EMT), logistiek, agro (glastuinbouw) en toerisme onderscheiden. Hieraan wordt in het economische beleid van de Stadsregio extra prioriteit toegekend. De focus van de provincie is daarbij gericht op Health Valley in een netwerkrelatie met FoodValley, technologie cluster Enschede, brainport Eindhoven en op Energie- en Milieutechnologie. Ook is te lezen dat: Met de regio onderkent de provincie het belang van de doorwerking van topsectorenbeleid naar de brede basiseconomie en vergroten van de mogelijkheden tot spin-off. Met de ontwikkeling van het NTC wordt concreet uitvoering gegeven aan de doorwerking van het topsectorenbeleid en vergroten van de spin-off en is daarmee in lijn met de provinciale doelstellingen en beleid.
2.3
Gemeentelijk beleid
2.3.1 Structuurvisie Nijmegen In de transitie van traditionele industrie naar kennisindustrie is het opleidingsniveau van de Nijmeegse beroepsbevolking gestegen. Inmiddels is bijna de helft van de volwassen Nijmeegse bevolking hoogopgeleid. Nijmegen is een kennisstad geworden met de zorgsector als excellerende tak. De zorgsector in Nijmegen is in omvang de tweede van het land en goed voor ruim 20% van de Nijmeegse werkgelegenheid. Mede daarom staat Nijmegen nationaal op de kaart met Health Valley als onderdeel van de topsector Life Sciences & Health. Andere speerpuntsectoren in Nijmegen zijn semiconductors en energieen milieutechnologie. Nijmegen kent een aanbod op deze specifieke technologiegebieden met hoog opgeleide kenniswerkers, toponderzoekers, een uniek aanbod van opleidingen en een breed scala aan testfaciliteiten. Uit de ruimtelijk economische trends en ontwikkelingen komt een aantal opgaven en ambities naar voren op het gebied van bedrijventerreinen, kantoren, werken aan huis, detailhandel, toerisme en horeca, de binnenstad en campusontwikkeling. Met de invulling van deze ambities versterken we de ruimtelijk economische structuur van de stad en spelen we in op trends en kansen. We scheppen de (ruimtelijke) voorwaarden voor economische groei nu en in de toekomst. Een goede bereikbaarheid is daarvoor een belangrijke randvoorwaarde.
Een gedifferentieerd aanbod aan bedrijventerreinen Nijmegen kent een kwalitatief gedifferentieerd aanbod van bedrijventerreinen. Onze ambitie is om voldoende en kwalitatief geschikte ruimte hebben voor bedrijvigheid zonder overaanbod te creëren. We kiezen ervoor om zoveel mogelijk bestaand bedrijventerrein eerst te benutten, dan wel te herstructureren voordat we overgaan tot de aanleg van nieuw bedrijventerreinen. Ook streven we naar goed bereikbare en zorgvuldig beheerde en onderhouden bedrijventerreinen. De werklocaties Heijendaal en Winkelsteeg (Novio Tech Campus) zijn de locaties voor kennisintensieve en innovatieve bedrijvigheid.
18
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Stimuleren van campusontwikkeling Bedrijven die zich vestigen in Nijmegen vanwege de unieke kennisinfrastructuur zijn vaak bedrijven die ook zelf weer investeren in hoogwaardige onderzoek, onderzoeksruimtes en productiefaciliteiten. Om deze ontwikkeling maximaal te faciliteren zorgen we voor goede ruimtelijke randvoorwaarden. Onze ambitie is om de kennispositie van Nijmegen en haar topsectoren verder uit te bouwen. We willen investeren in het vestigingsklimaat op de terreinen waar Nijmegen goed in is door campusontwikkeling bij Novio Tech Campus en Campus Heijendaal en de verbindingen daartussen. Voor het uitwisselen van kennis en innovatie zijn goede netwerken nodig, waarin experimenten en crossovers worden aangemoedigd.
Novio Tech Campus Nijmegen De gemeente Nijmegen, NXP Semiconductors, Kadans, de provincie Gelderland en de Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV werken samen aan de ontwikkeling van een nieuw technologisch bedrijvenpark, onder de noemer Novio Tech Campus. In de periode tot en met 2020 zal het oude NXP-terrein bedrijventerrein transformeren tot een aantrekkelijke en toekomstgerichte werklocatie voor hoogtechnologische en kennisintensieve bedrijven, die zich bezig houden met zogenaamde toegepaste innovatie. Met de realisatie van gebouw M (voorheen Novio Tech Innovation Center) is de eerste fase van Novio Tech Campus gestart. De komende jaren wordt ook het station Goffert gebouwd, waardoor het gebied met openbaar vervoer veel beter bereikbaar wordt.
2.3.2 Verkeer Het Nijmeegse mobiliteitsbeleid is vastgelegd in de nota "Nijmegen Duurzaam Bereikbaar". Hieronder volgt een beknopte beschrijving van het gemeentelijk beleid: De gemeente Nijmegen stelt zich ten doel de bereikbaarheid van de stad te garanderen en te verbeteren. Hierbij staat een multimodale aanpak centraal, waarbij de reiziger een keuze wordt aangeboden uit een aantal aantrekkelijke alternatieven: soms is de auto de beste keuze, soms de fiets, soms het openbaar vervoer en soms een combinatie van vervoerswijzen. Daarnaast neemt de gemeente maatregelen om het verkeerssysteem als totaal duurzamer te maken. Hierbij is de samenhang tussen het mobiliteitsbeleid en ruimtelijke ordeningsbeleid van groot belang. Het verstedelijkingsbeleid van de gemeente gaat uit van een concentratie van ruimtelijke ontwikkelingen op een aantal knopen die goed bereikbaar zijn met de fiets en met het openbaar vervoer. Ook nieuwe grootschalige woning- bouwontwikkelingen zoals de Waalsprong moeten goed ontsloten worden voor fiets, openbaar vervoer en auto. Voor bedrijventerreinen geldt dat deze zoveel mogelijk aan de rand van de stad worden gesitueerd met goede verbindingen naar de rijkswegen. Transferia worden op strategische plekken aan de rand van de stad gerealiseerd waar overstappen op het HOV mogelijk is. Bij elke geplande nieuwe ontwikkeling wordt onderzocht wat de effecten zijn op de bereikbaarheid. Dat kan leiden tot extra maatregelen, de keuze voor een andere locatie of in het meest extreme geval tot het niet doorgaan van de ontwikkeling. Tenslotte richt het beleid zich op maatregelen die leiden tot een betere benutting van de bestaande infrastructuur en het stimuleren van duurzame vervoerswijzen. Waar al deze maatregelen onvoldoende soelaas bieden, komt het vergroten van de capaciteit als optie in beeld. Nu De Oversteek gerealiseerd is, is de verkeersstructuur in de stad ingrijpend veranderd. Met realisatie van De Oversteek en verbreding van de A50 zal de doorstromingsproblematiek verschuiven van het gebied ten noorden van de Waal naar de zuid- en westflank van de stad. In het gebied ten zuiden van de Waal en ten oosten van het Maas-Waalkanaal was al sprake van hoge verkeersdruk. De ruimtelijke mogelijkheden om nieuwe infrastructuur te bouwen zijn hier beperkt. De aanleg van De Oversteek wordt door de gemeente Nijmegen aangegrepen om door dynamisch verkeersmanagement het verkeer beter te beheersen en de doorstroming te verbeteren.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
19
2.3.3 Cultuurhistorie Het gedachtengoed uit de beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg en het gewijzigde Besluit ruimtelijke ordening is aanleiding geweest het gemeentelijk erfgoedbeleid te actualiseren. Dit heeft geresulteerd in de Nota Cultureel Erfgoed, die op 15 mei 2013 door de raad is vastgesteld. Deze nota beschrijft op welke manier erfgoed kan bijdragen aan de ambitie van de gemeente Nijmegen om de identiteit van de stad te behouden en te versterken. Hiervoor worden drie strategieën ingezet: duurzame ruimtelijke ontwikkeling, kennis & inspiratie en bescherming & instandhouding. De strategie duurzame ruimtelijke ontwikkeling heeft betrekking op een toekomstbestendige stad, waar erfgoed ingezet wordt om bij gebiedsontwikkelingen de eigen identiteit te behouden of te versterken. De verplichtingen vanuit het Besluit ruimtelijke ordening en de daaruit voortvloeiende beleidsvrijheid die we als gemeente hebben zetten we in om deze ambitie te kunnen realiseren. Erfgoed is namelijk een factor die mede kwaliteit geeft aan de ruimte en daarmee ruimtelijke ontwikkelingen kan verrijken. De cultuurhistorische elementen die onderdeel zijn van de identiteit van de stad kan men niet allemaal als beschermd monument of gezicht aanwijzen, maar zijn wel onderdeel van de manier waarop we onze stad beleven, inrichten en gebruiken. De cultuurhistorische beleidskaart is de basis voor de cultuurhistorische inbreng bij het opstellen van ruimtelijke plannen. Een ander onderdeel van de Nota Cultureel Errfgoed is het belang van herbestemming van karakteristieke gebouwen voor behoud van de identiteit en eigenheid van de stad. Hierbij gaat het niet alleen om herbestemming van beschermde gebouwen, maar ook om niet-beschermde gebouwen. Een verstandig gebruik van erfgoed is een kernaspect van een duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Herbestemming van erfgoed houdt de geschiedenis van een gebied zichtbaar en beleefbaar. Voor gemeentelijke beschermingen is de gemeentelijke monumentenverordening de basis.
20
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Hoofdstuk 3 Sectoraal beleid 3.1
Economische zaken
De ontwikkeling van Novio Tech Campus (NTC) is een belangrijke ontwikkeling voor de economie van Nijmegen. Op NTC worden de unieke kwaliteiten die op het voormalige terrein van NXP aanwezig zijn, zoals cleanrooms, technische infrastructuur, bedrijfsstoffen, electriciteitsvoorziening en het Regional Quality Center, in combinatie met de kracht van het medische cluster rondom Campus Heijendaal ingezet om bedrijven en (kennis)instellingen die actief zijn op het terrein van Health & Life Sciences en/of Semiconductors/High Tech een biotoop te bieden waarin zij goed kunnen gedijen en waarin ze tot nieuwe innovaties en synergie kunnen komen. Een gezonde ontwikkeling van deze campus zal leiden tot het vergroten van de werkgelegenheid en de innovatiekracht van Nijmegen. Een van de voorwaarden om tot een gezonde ontwikkeling te komen is een bestemmingsplan dat de ontwikkelingsmogelijkheden van het concept optimaal faciliteert. Een bestemmingsplan waarin ruimte wordt geboden aan bedrijven die het concept NTC vorm moeten geven en dragen (Health & Life Sciences en Semiconductors/High Tech), maar ook synergiebedrijven (bedrijven die niet perse binnen het concept passen, maar wel een belangrijke toegevoegde waarde kunnen bieden aan de bedrijven die het concept dragen) en ondersteunende bedrijven, zoals horeca en dienstverleners als kappers, wasserettes, e.d.).
Horeca De Novio Tech Campus biedt een breed scala aan faciliteiten en diensten voor ondernemers in de Life Sciences, Health en High Tech Semiconductors. Bij deze faciliteiten horen ook horecavoorzieningen waar ondernemers, bezoekers en andere belanghebbenden in het gebied terecht kunnen. De ontwikkeling van nieuwe horeca op Novio Tech Campus wordt uiteraard overgelaten aan 'de markt'. Voor het gebied Novio Tech Campus worden wel de kaders aangegeven waarbinnen nieuwe horeca-initiatieven vorm kunnen krijgen. Uitgangspunt daarbij is geweest om ruimte te bieden aan nieuwe concepten die van een meerwaarde kunnen zijn voor de ontwikkeling van het gehele gebied en inspelen op de behoeften van gebruikers van het gebied. In de Horecanota Gastvrij Nijmegen (2007) zijn de volgende beleidslijnen opgenomen die de ontwikkeling van nieuwe horeca in dit gebied ondersteunen: 1. Horeca bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen In de horecanota Gastvrij Nijmegen (2007) is de beleidslijn opgenomen dat er ruimte zal zijn voor nieuwe grootschalige ontwikkelingen in de horeca indien er nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen plaats vinden. De ontwikkeling van 52 degrees wordt in de nota expliciet als voorbeeld genoemd. Maar ook de directe omgeving, Novio Tech campus, kan in dat licht worden bezien. 2. Horeca op unieke locaties In de horecanota Gastvrij Nijmegen wordt aangegeven dat nieuwe horeca is toegestaan op unieke locaties. Het profiel van Novio Tech Campus heeft een voor Nijmegen uniek karakter. Het bereik van een horecavoorziening op de Campus gaat verder dan de directe omgeving. De horeca-voorziening zal zich richten op zakelijke bezoekers, afkomstig uit de gehele regio.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
21
3.2
Verkeer
3.2.1
Bereikbaarheid
3.2.1.1 Gemotoriseerd verkeer Een goede bereikbaarheid van Nijmegen per auto is in de eerste plaats gediend met een goede en betrouwbare afwikkeling van het verkeer op de autosnelwegen rondom de stad. Het is van groot belang dat deze autowegen goed functioneren. Er is dan namelijk geen noodzaak om dóór Nijmegen te rijden als je niet ín Nijmegen moet zijn. Al het doorgaande verkeer gaat buiten de stad om, terwijl het bestemmingsverkeer de stad vanuit de beste windrichting kan benaderen. Binnen de stad hanteren we 3 beleidslijnen: doorstromen, doseren, overstappen.
Doorstromen: met de bouw van De Oversteek is er meer spreiding van het verkeer. Dit biedt betere handvatten om bij te sturen in geval van calamiteiten. De gemeente zet in op een goede doorstroming van het verkeer in de stad en ontwikkelde daarvoor de "doorstroomroute S100" (zie figuur 7). De S100 is een aaneengesloten route waarop de doorstroming optimaal is. Doseren: als de doorstroming op deze route op piekmomenten onder druk staat, wordt het verkeer op de invalswegen naar de route toe "gebufferd". Door middel van dynamisch verkeersmanagement wordt het verkeer monitort en waar nodig bijgestuurd. Overstappen: ten noorden, zuiden en westen van Nijmegen bieden we transferia aan waar automobilisten kunnen overstappen op het openbaar vervoer of de (elektrische) fiets.
22
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Figuur 7: Stadsroute Nijmegen S100 (in groen weergegeven)
Ook na 2013 zijn er nog werkzaamheden die de bereikbaarheid beïnvloeden, zoals de Dijkteruglegging en het groot onderhoud aan de Waalbrug. Daarom zal voor het autoverkeer in sterke mate worden aangestuurd op het zo goed mogelijk managen van de verkeersstromen en het stimuleren van het spitsmijden. Het plangebied maakt onderdeel uit van het industrieterrein Winkelsteeg en ligt direct aan de S100. Ontsluiting van het plangebied is voorzien aan de Nieuwe Dukenburgseweg.
3.2.1.2 Langzaam verkeer In Nijmegen liggen veel bestemmingen op korte afstand van elkaar. De fiets is hier een goed alternatief voor de auto. Van alle korte ritten (tot 7,5 kilometer) wordt 37% per fiets afgelegd. Dit percentage wil de gemeente laten toenemen. De gemeente gaat daarom de komende jaren door met het opwaarderen van het fietsroutenetwerk en het realiseren van snelfietsroutes op de belangrijkste verbindingen. Snelfietsroutes zijn doorlopende en aantrekkelijke fietsroutes dwars door de stad, die woonlocaties verbinden met belangrijke stedelijke bestemmingen, ook vanuit de regio. Snelfietsroutes zijn zo direct mogelijk en bieden de fietser extra kwaliteit in de vorm van doorstroming (voorrang, minder oponthoud, groen bij verkeerslichten), vlakke verharding en aantrekkelijkheid (autoluw, schone lucht, sociale veiligheid, omgeving). Door de snelfietsroutes wil de gemeente meer forenzen op de (elektrische) fiets krijgen. Ook werkt de gemeente de komende jaren aan de rest van het fietsnetwerk. Naast de hoofdfietsroutes moet het fietsverkeer aantrekkelijker worden door de inrichting van parallelle (schone lucht) routes en fijnmazige verbindingen door de verblijfsgebieden. Een fijnmazig fietsnetwerk is belangrijk, omdat de fiets een belangrijk onderdeel moet gaan uitmaken van de vervoersketen, het verwisselen van vervoerssysteem, bijvoorbeeld van fiets op trein. Minstens zo belangrijk als goede fietsverbindingen zijn tenslotte goede en veilige stallingen. Het plangebied kan voor fietsers en voetgangers ontsloten worden aan:
de zuidzijde naar de Nieuwe Dukenburgseweg de oostzijde naar de Neerboscheweg (S100) de Noordzijde nabij het toekomstige Station Goffert.
Het plangebied sluit aan de noord- en zuidzijde aan op een snelfietsroute. Aan de zijde van de Neerboscheweg ligt een twee-richtingen fietspad die beide snelfietsroutes verbindt.
3.2.1.3 Openbaar vervoer Het OV moet een belangrijke bijdrage gaan leveren aan het verbeteren van de bereikbaarheid van Nijmegen en haar knooppunten. Het streven is een toename van het gebruik van het OV. De kracht van het OV ligt vooral bij zoveel mogelijk gebundelde vervoersstromen.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
23
De bestaande spoorwegen vormen de ruggengraat van het OV. Om regionale verplaatsingen beter te kunnen bedienen, wordt StadsregioRail ontwikkeld. StadsregioRail voorziet in meer regionale treinen per uur en extra stations op de verbinding tussen Duiven, Arnhem, Nijmegen en Wijchen. In aanvulling hierop wordt een netwerk van Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) ontwikkeld. Het HOV bedient de belangrijkste knooppunten en bestemmingen in Nijmegen en omgeving en is vooral geschikt voor afstanden tussen de 3 en 10 kilometer. De stadsregio heeft zes te ontwikkelen regionale HOV-lijnen vastgelegd, waarvan er vier liggen op Nijmeegs grondgebied. Als eerste zal de lijn Heijendaal Nijmegen Centraal - Centrum - Waalsprong worden ontwikkeld. Voor deze verbinding wordt gestreefd naar een tramverbinding, die wordt doorgetrokken naar Bemmel en aansluit op de verbinding Arnhem - Huissen - Bemmel - Nijmegen. De andere twee HOV-lijnen lopen van Nijmegen Centraal Station, via Plein '44 naar Beuningen en van de Waalsprong naar Nijmegen-Dukenburg. Het HOV-lijnennet gaat de knooppunten, transferia en omliggende woongebieden met elkaar verbinden. Hiervoor is ook het normale, onderliggende lijnennet van belang voor de verbinding van de knopen met de wijken en de wijken onderling. De fijnmazigheid van een openbaar vervoer netwerk is van belang voor de bereikbaarheid, maar zorgt er ook voor dat het openbaar vervoer een aantrekkelijk alternatief is voor de auto. Nabij het plangebied is station Goffert in ontwikkeling. Het Station valt binnen de lijn Nijmegen - 's Hertogenbosch. Met station Goffert is er een snelle en rechtstreekse verbinding naar station Nijmegen Centraal. Voor de busverbinding is het plangebied aangewezen op de haltevoorzieningen aan de Graafseweg en de Nieuwe Dukeburgseweg.
3.2.2 Expeditie Op het gebied van (beroeps)goederenvervoer streeft Nijmegen naar een marktconform beleid, waarbij de overheid de randvoorwaarden schept om de markt tot kwalitatieve oplossingen te verleiden. Het streven is om tot een reductie van het aantal verkeersbewegingen te komen en daarbij zowel CO2-reductie als een gezonde businesscase te realiseren. Dit wordt bereikt door transportbedrijven die voorop durven lopen extra te belonen in de vorm van specifieke privileges. Daarnaast is ook afstemming op regionaal niveau van belang. Dit gebeurt door continue afstemming met de markt en omliggende gemeenten (vooral Arnhem). De gemeente Nijmegen werkt mee aan het stimuleringsprogramma Lean & Green en kent tenslotte ook nog de Groene Hub. Dit is een project voor het verduurzamen van het goederen- en busvervoer. In dit project zorgen deelnemers uit de regio Arnhem-Nijmegen ervoor dat lokaal opgewekt groen gas gebruikt wordt voor het openbaar vervoer. Expeditie voor het plangebied vindt plaats via de ontsluiting aan de Nieuwe Dukenburgseweg. Expeditieverkeer mag het plangebied alleen voorwaarts ontsluiten.
3.2.3 Parkeren De afgelopen jaren zijn stedelijke, maar ook regionale en landelijke ontwikkelingen op het gebied van verkeer en vervoer, ruimtelijke ordening en economie, van invloed geweest op het parkeerbeleid. Het parkeerbeleid is opgenomen in de Parkeernota "Kiezen en Delen" parkeren in Nijmegen, parkeernota 2013-2017 (Parkeernota). De Parkeernota biedt voldoende ruimte en mogelijkheden voor maatwerk met het oog op toekomstige ontwikkelingen. Samen met stakeholders in de stad wordt gewerkt aan een verdere vervolmaking van de parkeerproducten. Daarbij worden de ontwikkelingen op het mobiliteitsvlak op de voet gevolgd, zoals de ingebruikname van De Oversteek, de vernieuwde Waalbrug, de stadsuitbreiding in Nijmegen Noord en de toevoeging van meer transferia. Verder wordt er ruimte gecreëerd voor nieuwe technologische ontwikkelingen op parkeergebied (o.a. routeringsysteem, digitalisering en meer mogelijkheden tot het bieden van maatwerk).
24
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Het parkeerbeleid wordt gestuurd op de uitgangspunten leefbaarheid, aantrekkingskracht van de binnenstad en bereikbaarheid:
Leefbaarheid in de wijken: In de wijken zijn een rechtvaardige verdeling van de schaarse openbare ruimte (waaronder parkeerplaatsen) en het voorkomen van parkeeroverlast wenselijk. Hierbij is maatwerk noodzakelijk, bijvoorbeeld in de tijden waarop parkeerregulering van kracht is, tarieven en specifieke regelingen voor specifieke doelgroepen; Bruisende binnenstad: Aantrekkelijke, voldoende en goed bereikbare parkeerruimte in en om de binnenstad is erg belangrijk. De bezoekers van onze stad worden gastvrij ontvangen. Parkeren is een onderdeel van de service aan onze bezoekers. Dit betekent voldoende parkeergelegenheid, een kwalitatief hoogwaardig aanbod en duidelijkheid over de tarieven. Parkeren is immers direct gerelateerd aan de levensvatbaarheid van de economische functies en voorzieningen. Bereikbare parkeervoorzieningen: Vanuit de bereikbaarheid stimuleren we dat verkeersdeelnemers gericht kiezen of zij met fiets, auto of OV reizen. Het parkeerbeleid kan bijdragen aan het bevorderen van het selectieve gebruik van de auto, waarbij de groei van de automobiliteit voor kleinere afstanden wordt beperkt ten gunste van bereikbaarheid, leefbaarheid en luchtkwaliteit. Parkeren in het centrum blijft mogelijk, maar parkeren op afstand vormt een aantrekkelijk alternatief. Het uitgangspunt is dat de automobilist een keuze heeft waar hij zijn auto neerzet: binnen de singels, aan de rand van het centrum of goedkoop aan de rand van de stad in een transferium. Goede communicatie en informatie aan de bezoeker en een goede parkeerroutering zijn essentiële randvoorwaarden.
Het aantal parkeerplaatsen wordt berekend aan de hand van de toepassing van artikel 2.5.30 uit de Nijmeegse bouwverordening. Het artikel is een uitwerking van de door Burgemeester en Wethouders vastgestelde parkeervisie (2012) en de hierin verbonden nota parkeernormen gemeente Nijmegen (2012). Het plangebied valt in de sterk stedelijke zone "Centrum". Het totale aantal parkeerplaatsen (inclusief bezoek) moet op eigen terrein worden opgelost. Via de omgevingsvergunning is in bepaalde gevallen ontheffing mogelijk. Op eigen terrein moeten voldoende fietsenstallingen worden gerealiseerd. Aan de hand van de kengetallen voor fiets parkeren uit de ASVV 2012 wordt bepaald hoeveel klemmen minimaal noodzakelijk zijn.
3.2.4 Verkeersveiligheid In de Nota Nijmegen Duurzaam bereikbaar is verkeersveiligheid de randvoorwaarde voor alle ontwikkelingen in Nijmegen. Aan de hand van de wegencategorisering kaart is bepaald welke snelheidregime er geldt. Op de GOW-plus, GOW-basis, GOW-min en de industrieterreinen geldt 70 of 50 km/h. Voor de rest binnen bebouwde kom geldt 30 km/h. Voor alle wegen binnen en rondom het plangebied geldt een maximum snelheid van 50 km/h.
3.3
Milieu
3.3.1 Bodem Voor de bestemmingsplanparagraaf is het bodeminformatiesysteem van de gemeente Nijmegen geraadpleegd. Hierbij zijn naast bodemrapporten van de beide tankstations aan de Neerbosscheweg, de VOS locatie onderzoeken (bodemonderzoeken naar voormalige stortplaatsen) ook onderzoeken op het Phillips, NXP terrein doorgenomen. Dat is gedaan omdat de voormalige storten aan de rand van het toekomstig NTC terrein liggen en nagegaan moet worden of de stortresten ook onder het toekomstige NTC terrein kunnen
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
25
liggen. Een bodemonderzoek van 17 augustus 2012 (kenmerk NM514-1) gedaan door Witteveen en Bos in opdracht van Ontwikkelmaatschappij oost Nederland NV laat zien dat op het terrein enkele spots voorkomen van PAK en zink; beide spots bevinden zich in de eerste halve meter beneden maaiveld en zijn beperkt van omvang (3 en 7 M2); ze bevatten sterk verhoogde gehaltes aan zink en/of PAK. Uit de analyses van de overige (meng)monsters blijkt dat de grond veelal licht is verontreinigd met zware metalen en PAK. Het meest recente bodemonderzoek betreft een verkennend bodemonderzoek dat is uitgevoerd op de Gerstweg 2, op plot 1 en 2 na sloop van enkele gebouwen van NXP (MHW, B.V. op 22 oktober 2013 met kenmerk M13B0281). Bedoeling van het onderzoek was te achterhalen of er stort(resten) aanwezig zijn onder de gesloopte panden. Deze locatie ligt aan de rand van het NTC terrein. Belangrijkste conclusies bodemonderzoek aan de rand van het terrein:
Tijdens de veldwerkzaamheden zijn op het noordelijk deel ter plaatse van de Neerbosscheweg stortresten gevonden; de boven- en ondergrond (0,0-0,5 m-mv en 0,5 - 2,0 m-mv) van het overige onderzochte terrein zijn licht verontreinigd met PAK, PCB, minerale olie en zware metalen; het grondwater is niet onderzocht en er is virtueel geen asbest op het maaiveld en in de grondmonsters gevonden; de stortresten zijn sterk verontreinigd met zware metalen en PAK; het gaat om een stort en dit betreft een geval van ernstige bodemverontreiniging dat bij de gemeente bekend is onder de naam "Neerbosscheweg II", gevalscode GE026800310.
Omdat het maaiveld wordt verlaagd voor het toekomstige station en parkeerplaatsen is er een goedgekeurd saneringsplan aangevraagd en accoord bevonden. Uit de overige verkennende en nadere bodemonderzoeken (o.a. rapport 0238/GE/330/18/HO, 1986 Grontmij, 0834, 1993 Haskoning, rapport 1845/E1424.A01, 1998 Haskoning, rapport 1575/11065.C0129, 1994 Haskoning, rapport 4333/9R8933.01, 2008 Royal Haskoning) die zijn:
de bovengrond (0,0-0,5 m-mv) is licht verontreinigd met lood, koper, kwik, zink en PAK; de ondergrond (0,5-2,0 m-mv) van het overige terrein is licht verontreinigd met lood, koper, kwik, zink en PAK; het grondwater is sterk met VOCL verontreinigd; tevens is het grondwater plaatselijk verontreinigd met minerale olie en vluchtige aromaten;
Conclusie Uit de onderzoeken blijkt dat de stortresten inderdaad tot aan de randen van het NTC terrein komen. Op het NTC terrein zelf zijn in de bodemonderzoeken die zijn gedaan weliswaar puinresten, en resten van het voormalig composteerbedrijf gevonden, maar de bodem is licht verontreinigd met zware metalen en PAK. Het grondwater is sterk verontreinigd met VOCL. Dit zit 12 meter diep en vormt geen belemmering voor het bouwen van bedrijfspanden en woningen.
3.3.2 Geluid Het plan is gelegen op het geluid gezoneerde industrieterrein Winkesteeg. Dit betekent dat de geluidemissie ten gevolge van alle inrichtingen op het industrieterrein buiten de
26
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
vastgestelde geluidzone niet meer mag bedragen dan 50 dB(A) etmaalwaarde. De precelen binnen het plan blijven geschikt voor inrichtingen met een hoge geluidemissie. De vastgestelde geluidzone rond het industrieterrein Winkelsteeg wordt door de gemeente nijmegen gehandhaafd. Binnen het plan worden geen geluidgevoelige bestemmingen mogelijk gemaakt.
3.3.3 Luchtkwaliteit Als een ruimtelijk plan getoetst wordt op luchtkwaliteit, moet worden gelet op de volgende 2 zaken: a. het plan als veroorzaker van verkeer en daardoor bron van slechte luchtkwaliteit. b. het plan als te beschermen object tegen slechte luchtkwaliteit.
ad a) het plan als veroorzaker van verkeer en daardoor bron van slechte luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is de Wet Milieubeheer uitgebreid met hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteiteisen. De regelgeving met betrekking tot luchtkwaliteitseisen is verder uitgewerkt in AMvB's (Besluit niet in betekenende mate bijdragen luchtkwaliteitseisen, Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteitseisen) en Ministeriële regelingen (Regeling niet in betekenende mate bijdragen luchtkwaliteitseisen, Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007, Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007). Grenswaarden voor luchtkwaliteit gelden o.a. voor de stoffen stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). In Nijmegen worden alleen voor NO2 en PM10 mogelijke overschrijdingen verwacht. De grenswaarden betreffen bestuurlijke normen, ook beneden de grenswaarden zijn in studies gezondheidseffecten waargenomen. De normering voor NO2 en PM10 is als volgt: Norm Ingangsdatum 3 Jaargemiddelde grenswaarde 40 ug/m 1-1-2015 NO2 3 Jaargemiddelde grenswaarde 40 ug/m 1-6-2011 PM10 Daggemiddelde grenswaarde max. 35 dagen/jaar >50 1-6-2011 3 PM10 ug/m Bij ruimtelijke ontwikkelingen in het plangebied moet met deze normering rekening worden gehouden. Plannen worden getoetst aan de regelgeving voor luchtkwaliteit. Een ruimtelijke ontwikkeling kan doorgaan, indien aannemelijk kan worden gemaakt dat:
de ruimtelijke ontwikkeling, al dan niet in combinatie met aan het project verbonden maatregelen, niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Dit is sinds de inwerkingtreding van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) maximaal 3 %, of: de luchtkwaliteit door de ruimtelijke ontwikkeling, al dan niet in combinatie met aan het project verbonden maatregelen, per saldo verbetert of tenminste gelijk blijft, of: bij een beperkte verslechtering van de luchtkwaliteit vanwege de ruimtelijke ontwikkeling de luchtkwaliteit in een gebied rondom het project per saldo verbetert. De verbetering en verslechtering zullen beide moeten gelden voor overschrijdingssituaties en dienen te worden betrokken op de concentraties van NO2 en/of PM10, of: de ruimtelijke ontwikkeling is beschreven in, past binnen, of is in elk geval niet strijdig met een vastgesteld programma zoals het NSL, of;
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
27
er geen grenswaarden worden overschreden door de ruimtelijke ontwikkeling.
Onderhavig bestemmingsplan voorziet in een lagere danwel gelijkblijvende verkeersaantrekkende werking dan de huidige planologische situatie. Derhalve zal sprake zijn van een verbetering danwel gelijkblijven van de luchtkwaliteit. Het plan voldoet daarmee aan de luchtregelgeving.
ad b) het plan als te beschermen object tegen slechte luchtkwaliteit. Op 16 januari 2009 is het Besluit "gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen)" in werking getreden. Met deze amvb wordt de bouw van zogenaamde gevoelige bestemmingen in de nabijheid van (snel)wegen beperkt. Het besluit heeft als doel het beschermen van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2), met name kinderen, ouderen en zieken. Scholen, kinderdagverblijven en verzorgings-, verpleeg- en bejaardentehuizen met bijbehorende terreinen zijn gevoelige bestemmingen. Plannen voor gevoelige objecten zijn niet toegestaan binnen 300 meter vanaf de rand van een rijksweg of binnen 50 meter vanaf de rand van een provinciale weg, mits ter plaatse een grenswaarde overschreden wordt. Voor drukke stadswegen worden geen afstanden genoemd, maar kunnen door lokaal beleid aangewezen worden. De landelijke GGD heeft in de "GGD-Richtlijn medische milieukunde: luchtkwaliteit en gezondheid" het volgende geadviseerd ten aanzien van het bouwen van gevoelige bestemmingen langs snelwegen en drukke gemeentelijke wegen (meer dan 10.000 mvt/etm):
liever niet binnen 300 meter van een snelweg; op minder dan 100 meter van een snelweg wordt sterk afgeraden; niet bouwen direct langs een drukke weg, dus niet in 1e lijnsbebouwing; aangevuld met dat dit minimaal moet gelden binnen 50 meter van de rand van de drukke gemeentelijke weg.
Gemeente Nijmegen conformeert zich aan deze landelijke GGD-richtlijn. De geplande nieuwbouw betreft geen gevoelige bestemmingen en voldoet daarmee ook aan dit aspect.
3.3.4
Externe veiligheid
3.3.4.1 Beleidsvisie externe veiligheid In de beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen is het bedrijventerrein met de ontwikkeling van de Novio Tech Campus beschreven: 'Op Bedrijventerrein Winkelsteeg is met name aan de noordzijde van de Nieuwe Dukenburgseweg een vermenging aanwezig van kwetsbare objecten (52 Degrees) en Bevi-bedrijven (Hoes Errogas etc.). Gezien de ontwikkeling van de Novio Tech Campus met mogelijk ook kwetsbaar objecten ligt het voor de hand om op het terrein geen nieuwe Bevi-bedrijven meer toe te staan. Een extra argument hiervoor is het feit dat ook de aan- en afvoer van de gevaarlijke stoffen van Winkelsteeg tot problemen kunnen gaan leiden gezien de centrale ligging van het bedrijventerrein in de stad. Mochten zich echter Bevi-bedrijven willen vestigen op de Novio Tech Campus die toegevoegde waarde hebben voor het NTC concept (development- en pilot line activiteiten in het medische en/of semiconductorcluster (incl. solar)) dan kan de gemeente binnen een integrale afweging bepalen deze onder voorwaarden toe te laten. Dit laatste geldt ook voor het NXP terrein.'
28
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Besluit externe veiligheid inrichtingen (bevi) De gemeente heeft de wettelijke plicht externe veiligheid mee te wegen in de besluitvorming over ruimtelijke ontwikkelingen. In deze afweging is het van belang de risico's te beschouwen die ontstaan door inrichtingen vallend onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en risicovolle transportroutes. Voor het plaatsgebonden risico (PR) zijn grenswaarden voor kwetsbare objecten aangegeven en richtwaarden voor beperkt kwetsbare objecten. Het groepsrisico (GR) dient verantwoord te worden. 1
Definitie van een kwetsbaar object uit het Bevi : kwetsbaar object: a. woningen, woonschepen en woonwagens, niet zijnde woningen, woonschepen of woonwagens als bedoeld in onderdeel b (=definitie beperkt kwetsbaar object), onder a; b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals: 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen; 2. scholen, of 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen; c. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, waartoe in ieder geval behoren: 1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1500 m2 per object, of 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1000 m2 bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2000 m2 per winkel, voorzover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd, en d. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen; 2
Definitie van een beperkt kwetsbaar object uit het Bevi : beperkt kwetsbaar object: a.
b. c. d. e. f. g. h.
i.
1. verspreid liggende woningen, woonschepen en woonwagens van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen, woonschepen of woonwagens per hectare, en 2. dienst- en bedrijfswoningen van derden; kantoorgebouwen, voorzover zij niet onder onderdeel l, onder c, vallen; hotels en restaurants, voorzover zij niet onder onderdeel l, onder c, vallen; winkels, voorzover zij niet onder onderdeel l, onder c, vallen; sporthallen, sportterreinen, zwembaden en speeltuinen; kampeerterreinen en andere terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voorzover zij niet onder onderdeel l, onder d, vallen; bedrijfsgebouwen, voorzover zij niet onder onderdeel l, onder c, vallen; objecten die met de onder a tot en met e en g genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voorzover die objecten geen kwetsbare objecten zijn, en objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voorzover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval;
Plangebied
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
29
Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van de volgende risicobronnen; Het spoor Nijmegen-Den Bosch, NXP, de routering gevaarlijke stoffen van de gemeente Nijmegen en twee LPG tankstations. Daarnaast liggen er op grotere afstand het effectgebieden van TWO over het gebied. Hieronder worden de risico's die ontstaan door de nieuwe ontwikkeling verantwoord.
3.3.4.2 Plaatsgebonden Risico (PR) Onder het (PR) wordt verstaan de kans per jaar dat een persoon, die zich continu en onbeschermd op een bepaalde plaats in de omgeving van een gevarenbron bevindt, overlijdt ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen van die bron. Voor het plaatsgebonden risico zijn grenswaarden (PR*10-6) als toetsingswaarden aangegeven. Daar waar gesproken wordt van een plaatsgebonden risicocontour wordt de PR 10-6 contour bedoelt.
De PR van de opslag van waterstof van het bedrijf NXP loopt over het plangebied. De opslag zelf is geen onderdeel van het plangebied. Voor de PR 10-6 is een milieuzone gedefinieerd. Deze milieuzone is afgeleid van de QRA die is opgesteld in 2011 (Tebodin, QRA NXP, juli 2011). Buiten deze milieuzone en binnen de rest van het plangebied zijn geen nieuwe PR 10-6 contouren toegestaan omdat in de regels de vestiging van nieuwe Bevi bedrijven zijn uitgesloten. Tevens is van het LPG tankstation Texaco op Neerbosscheweg 1 de doorzet van LPG in de vergunning gelimiteerd op 1000 m3. Hierdoor is het onwaarschijnlijk dat de PR contour in de toekomst over het plangebied zal vallen. Volgens het Bevi heeft het tankstation een PR contour om het vulpunt, de opslagtank en het afnamepunt van respectievelijk 45 meter, 25 meter en 15 meter. Volgens de risicokaart ligt de PR contour (25 meter) van de ondergrondse tank (20 m3) over het plangebied.
30
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Figuur 8: Risicokaart
Conclusie Uitbreiding van de PR contour tot buiten de milieuzone is dan ook niet toegestaan zonder wijziging van het bestemmingsplan. Binnen bovengenoemde PR-contouren is de vestiging van beperkt kwetsbare en kwetsbare objecten uitgesloten. De overige risicobronnen (spoor, etc.) hebben geen PR 10-6 contour over het plangebied liggen en zijn voor de beoordeling van het PR dus niet relevant. Met inachtneming van bovenstaande en borging van de bestaande PR contour als milieuzone in de regels en op de verbeelding vormen de PR contouren geen belemmering voor de ontwikkeling van de Novio Tech Campus.
3.3.4.3 Groepsrisico (GR) Het groepsrisico geeft de kans weer op een ongeval met ten minste 10, 100 of 1000 dodelijke slachtoffers binnen het invloedsgebied van de beschouwde risicobron. De hoogte van het groepsrisico dient verantwoord te worden. Voor de verantwoording van het groepsrisico van bedrijven geldt een ander afwegingskader dan de verantwoording van de risico's rond transportroutes. Hieronder wordt eerst een verantwoording gegeven van de risico's van bedrijven en daarna van transportroutes.
Bedrijven Van het Shell tankstation aan de Neerbosscheweg 4 raakt het invloedsgebied aan het bestemmingsplan. Gezien de slechts zeer geringe overlap met het plangebied wordt hier afgezien van een groepsrisicoverantwoording voor deze risicobron.
LPG tankstation Texaco, Neerbosscheweg 1 Tankstation Texaco aan de Neerbosscheweg 1 heeft een invloedsgebied van 150 meter (7,1ha) vanaf het vulpunt en tevens om de ondergrondse tank. Het nieuwe
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
31
bestemmingsplan valt binnen dit invloedsgebied. Omdat het vulpunt op het parkeerterrein ligt aan de noodzijde van de Neerbosscheweg ligt slechts 30 % van het invloedsgebied over het nieuwe bestemmingsplan. Hiervoor dient dus een verantwoording van het groepsrisico plaats te vinden. Ten opzichte van het bestemmingsplan Goffert-Winkelsteeg vindt er geen toename plaats van de bestemmingsplan capaciteit. Voor het overige ligt het invloedsgebied alleen over de parkeerplaats en de Neerbosscheweg. De dichtheid van het aantal personen op het onderhavige bestemmingsplan is bepaald met PGS 1 deel 6. Gezien de toegelaten bebouwingshoogte en bebouwingspercentage van het oppervlak kan worden uitgegaan van een hoge dichtheid van 80 personen per ha die overdag aanwezig zijn. Voor de parkeerplaats is uitgegaan van een lage dichtheid van 10 personen per ha omdat personen hier maar zeer kortstondig aanwezig zijn. Dit leidt tot onderstaande groepsrisiconiveau.
Figuur 9: Groepsrisico ten gevolge van Texaco LPG tankstation)
Bovenstaande groepsrisiconiveau is de uitkomst (Berekening Texaco LPG, jan 2014 ODRN) van een berekening met de LPG rekentool waarbij de genoemde dichtheden zijn gebruikt. Het groepsrisico overschrijdt de oriëntatiewaarde niet. Ook is er geen toename van het risico ten opzichte van de huidige situatie.
Door het invloedsgebied van het LPG tankstation dat over het NTC terrein valt minder dicht te bebouwen kan het groepsrisico eventueel verder afnemen. Een andere maatregel om het groepsrisico te beperken is het saneren van het LPG tankstation. Hierdoor is een verdergaande verdichting op het terrein nabij het huidige LPG tankstation mogelijk. Vooralsnog worden deze maatregelen niet nodig geacht mede gezien het feit met de bestemmingen die met onderhavig bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt.
Overige maatregelen om de risico's te beperken De bron (het LPG tankstation) verwijderen en de vergunning intrekken is een (kostbare) manier om het risico te reduceren. Dat geldt ook voor andere maatregelen die ingrijpen in de huidige vergunde capaciteit van het tankstation zoals het reduceren van de doorzet of
32
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
anders. De LPG sector heeft daarnaast al diverse maatregelen doorgevoerd om het risico te reduceren. Dit heeft al geleidt tot een afname van het risico. In figuur 8 is dit aangegeven door de stippellijn (REVI 2004) zonder maatregelen en de rode lijn (REVI 2007) met maatregelen.
Bestrijdbaarheid en Zelfredzaamheid De Veiligheidsregio Gelderland Zuid heeft op 4 maart 2014 advies uitgebracht over de bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid voor het plangebied. Gezien de bepekte wijzigingen wordt door de VRGZ verwezen naar de Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen. Verder wordt aanbevolen de bedrijfshulpverlening van de bedrijven op de NTC campus te informeren over de bestaande risico's van gevaarlijke stoffen.
Waterstofopslag NXP Het invloedsgebied van de waterstof opslag van NXP ligt over het bestemmingsplan van de Novio Tech Campus. De opslag van waterstof is van vitaal belang voor de bedrijfsvoering van NXP. In juli 2011 is door Tebodin een QRA opgesteld waarin zowel het PR als het GR is berekend. Figuur 10 geeft het groepsrisico weer van de bestaande situatie van deze opslag.
Figuur 10: Groepsrisico uit QRA 2011.
De medewerkers van NXP zijn destijds niet meegenomen in de berekening aangezien deze beschermd worden door Arbo regelgeving en dus niet meetellen bij de afweging van het groepsrisico voor de externe veiligheid. Nu het NTC terrein wordt 'afgesplitst' ontstaat er een terrein dat geen onderdeel meer is van de Bevi inrichting en dus wel dient mee te tellen bij de groepsrisico berekening. Figuur 11 geeft het groepsrisico weer van de nieuwe situatie (bijlage: Herberekening QRA NXP tbv NTC, ODRN jan 2014). Berekening waarbij zo'n 1000 nieuwe personen zijn gemodelleerd op het nieuwe bestemmingsplan.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
33
Figuur 11: Toekomstige situatie groepsrisico NTC ten gevolge van H2 opslag NXP
Met het onderhavige bestemmingplan neemt het groepsrisico van de waterstof opslag dus toe doordat meer mensen buiten de Bevi inrichting werken die voorheen, in de oude situatie, allen binnen de Bevi inrichting werkten. Te zien is dat het groepsrisico bij meer dan 900 slachtoffers met een kans van bijna 1 op de miljard jaar een klein stukje over de oriëntatiewaarde gaat. Dit risico wordt als verwaarloosbaar gezien en derhalve wordt hier volstaan met een lichte verantwoording van het groepsrisico conform de beleidsvisie van de gemeente Nijmegen. Het groepsrisico zou nog verder beperkt kunnen worden door de bebouwingsdichtheid 9 binnen de PR 10- contour te beperken. Dominant in deze zone is de aanwezigheid van 1000 personen (potentieel) bij 52 degrees. Dit is een bestaande situatie. De toename van het groepsrisico is ook vooral en resultante van een andere juridische context en niet van het feit dat meer mensen in het invloedsgebied gaan werken. De bebouwingsdichtheid in het vlak aansluitend aan 52 Degrees is al relatief laag. Door dit nog verder omlaag te brengen zal het groepsrisico dan ook niet veel afnemen.
Bestrijdbaarheid en Zelfredzaamheid De Veiligheidsregio Gelderland Zuid heeft op 4 maart 2014 advies uitgebracht over de bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid voor het plangebied. Gezien de bepekte wijzigingen wordt door de VRGZ verwezen naar de Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen. Verder wordt aanbevolen de bedrijfshulpverlening van de bedrijven op de NTC campus te informeren over de bestaande risico's van gevaarlijke stoffen.
Overige risco's van Bevi bedrijven Over plangebied liggen ook nog de invloedsgebieden van de opslag van chemische stoffen van NXP (Fosfine, Chloor-waterstof, etc) en de opslag van TWO op Westkanaaldijk. Confrom de beleidsvisie externe veiligheid kan hier worden volstaan met onderstaande standaard verantwoording. Het plangebied en de geprojecteerde ontwikkeling bevindt zich op grote afstand van de risicobron. Op deze afstand is het toxisch scenario maatgevend. Effecten als gevolg van een plasbrand of BLEVE reiken niet tot het plangebied.
34
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Ontwikkeling groepsrisico Vanwege de grote afstand tot de risicobron zal een toename van personendichtheden niet significant doorwerken in de rekenkundige hoogte van het groepsrisico. De beschouwing van het groepsrisico en de verantwoording daarvan is om deze reden volledig kwalitatief uitgevoerd.
Mogelijkheden tot beperking van het groepsrisico De mogelijkheid tot beperking van het groepsrisico door het beïnvloeden van de personendichtheid is op deze grote afstand tot de risicobron geen item. Zoals gesteld heeft op deze afstand een toe- of afname van personendichtheid geen invloed op het groepsrisico. Verder is de kans te overlijden als gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen is in deze gebieden vele malen kleiner dan 1/1.000.000. Veiligheidsmaatregelen aan de bron zijn daarom niet realistisch.
De bestrijdbaarheid van de omvang van een ramp of zwaar ongeval In geval van een calamiteit zal de brandweer ingezet worden aan de bron ter beperking van de effecten van de calamiteit. Het bestrijdbaarheidsvraagstuk in relatie tot de ontwikkeling op deze grote afstand van de risicobron wordt daarom niet verder beschouwd. Mogelijkheden tot zelfredzaamheid Blootstelling aan een toxisch gas is het bepalende scenario. In geval van een calamiteit dienen personen te schuilen. De mate waarin deze bouwwerken afsluitbaar zijn tegen de indringing van toxisch gas en de tijdsduur dat deze bouwwerken worden blootgesteld zijn hierbij parameters. Nieuwe bouwwerken zijn goed geïsoleerd, waardoor ze een goede bescherming bieden tegen het binnendringen van het toxisch gas. Belangrijk is wel dat luchtbehandelinginstallaties met één druk op de knop uit te schakelen zijn. Verder dient in geval van een calamiteit tijdig gewaarschuwd te worden. Dit gebeurt door het in werking stellen van het WAS (Waarschuwings- en alarmsysteem) als onderdeel van de algemene Rampenbestrijding. Het grondgebied van Nijmegen valt grotendeels binnen de dekking van de sirenepalen. Op termijn zal dit waarschuwingssysteem vervangen worden door NL-alert. Deze verantwoording dient gelezen te worden in combinatie met de Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen en de daarin gemaakte keuzes.
Transportroutes De spoorlijn Nijmegen - Den Bosch Het plangebied ligt op een afstand van ongeveer 20 meter van de spoorlijn Arnhem Nijmegen - 's-Hertogenbosch, en daarmee binnen het effectgebied (1500 meter) van deze spoorlijn. In de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen en ook in het ontwerp besluit externe veiligheid transportroutes is een aandachtgebied gedefinieerd waarbinnen het groepsrisico verantwoord dient te worden (200 meter). Eerdere berekeningen van het groepsrisico uit 2009 (Externe veiligheid, Spooromgeving Nijmegen en Wijchen, AVIV 2009) laten zien dat de oriëntatiewaarde wordt overschreden op veel plekken in Nijmegen. De berekening van destijds is echter uitgegaan van de aanwezigheid van wissels op een groot deel van het traject evenals de mogelijkheid dat een warme BLEVE op kan treden. Met de komst van het Basisnet is een warme BLEVE echter uitgesloten. De ODRN heeft daarom
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
35
voor het plangebied een nieuwe berekening (bijlage; Rapport Berekening Spoor NTC, ODRN, jan 2014) gemaakt van het groepsrisico. In figuur 12 is het groepsrisiconiveau weergegeven. Het groepsrisico ligt onder de oriëntatiewaarde en neemt niet met meer dan 10% toe. Hierdoor kan worden volstaan met een beperkte verantwoording van het groepsrisico (art 8 lid 2b, Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt)). Deze beperkte verantwoording richt zich alleen op de bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid.
Fig 12: Groepsrisico spoor Nijmegen Den Bosch ter hoogte van NTC.
Bestrijdbaarheid en Zelfredzaamheid De Veiligheidsregio Gelderland Zuid heeft op 4 maart 2014 advies uitgebracht over de bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid voor het plangebied. Gezien de bepekte wijzigingen wordt door de VRGZ verwezen naar de Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen. Verder wordt aanbevolen de bedrijfshulpverlening van de bedrijven op de NTC campus te informeren over de bestaande risico's van gevaarlijke stoffen. Neerbosscheweg Het plangebied en de geprojecteerde ontwikkeling bevinden zich binnen het invloedsgebied van de Neerbosscheweg waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Het vervoer van gevaarlijke stoffen over deze weg en het daaraan gepaard gaande externe veiligheidsrisico over de weg is relatief laag. De weg wordt gebruikt ter bevoorrading van langs de weg gelegen risicovolle inrichtingen. Vervoerde stoffen zijn voornamelijk brandbare vloeistoffen (LF1/2) met een invloedsgebied van 30 meter en een beperkte hoeveelheid brandbaar gas (GF3) met een invloedsgebied van ongeveer 300 meter. Het groepsrisico van de weg ligt ruim beneden de oriëntatiewaarde (zie Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen). Het lage groepsrisico zal door de geprojecteerde ontwikkeling ook niet of nauwelijks toenemen. Ook is de kans te overlijden als gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen in deze gebieden vele malen kleiner dan 1/1.000.000. Gezien het beperkt risico van de weg zijn aanvullende veiligheidsmaatregelen niet realistisch. Deze verantwoording dient gelezen te worden in combinatie met de beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen en de daarin gemaakte keuzes. Cumulatie en domino effecten Domino effecten zijn in het plangebied niet te verwachten gezien de grote afstand tussen de diverse risicobronnen. Van cumulatie is wel sprake. Diverse invloedsgebieden, zoals
36
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
hiervoor beschreven, liggen over het plangebied. De overlap van de invloedsgebieden speelt zich af in het bereik van uitermate kleine kansen op een incident. Dit zal dus niet leiden tot een onverantwoorde toename van de risico's anders dan hierboven beschreven.
3.3.4.4 Conclusie Plaatsgebonden en Groepsrisico Voor wat betreft het plaatsgebonden risico zijn er geen belemmeringen aangezien beide PR 10-6 contouren (NXP en LPG) worden vastgelegd op de verbeelding met de beperking dat binnen de contour geen (beperkt) kwetsbare objecten zijn toegestaan. Ook het groepsrisiconiveau van de diverse risicobronnen wordt verantwoord geacht.
3.3.5 Fysieke veiligheid Het aspect fysieke (brand)veiligheid stelt voorwaarden aan de inrichting van de openbare ruimte, de situering van gebouwen ten opzichte van elkaar, de bluswatervoorziening en de bereikbaarheid. De van toepassing zijnde voorwaarden worden genoemd:
Inrichting openbare ruimte: ontvluchting en zelfredzaamheid Hoe de openbare ruimte is ingericht, is van invloed op de mate waarin hulpdiensten de incidentlocatie kunnen bereiken en betrokkenen bij een incident in staat zijn een locatie te ontvluchten. In dit kader zijn de mogeiijkheden voor ontvluchting en zelfredzaamheid binnen het plangebied bekeken. Er kunnen wat betreft de inrichting van de openbare ruimte geen beperkingen worden geconstateerd. Situering van gebouwen. In verband met brandveiligheid kan het Bouwbesluit voorwaarden stellen aan de afstand tussen gebouwen onderling en de positionering ten opzichte van elkaar of bouwkundige voorzieningen eisen ter voorkoming van brandoverslag. Er zijn bij diverse gebouwen op het NTC-terrein onvoldoende maatregelen genomen ter voorkoming van brandoverslag. Indien deze panden niet door bouwkundige maatregelen op vereist niveau gebracht worden, dan is borging van een bebouwingsvrije zone tussen de panden een andere mogelijkheid om het vereiste niveau van weerstand tegen brandoverslag te bereiken. In het bestemmingsplan is hierin voorzien in de regels, onder artikel 3.2.2 onder b. Bluswatervoorziening Het Bouwbesluit 2012 stelt eisen aan de beschikbaarheid van bluswater. Afstand van de bluswatervoorziening(en) tot de brandweertoegang van gebouwen dient maximaal 40 meter te bedragen. De benodigde capaciteit van een dergelijke voorziening is voor de panden in 3 dit plangebied minimaal 60 m water per uur. In de huidige situatie wordt in het bluswater voorzien door het bluswaternet van NXP. In de toekomst zullen er alternatieve voorzieningen getroffen moeten worden, indien overige gebruikers van de NTC geen gebruik meer kunnen maken van de voorzieningen van NXP. Bereikbaarheid Wat bereikbaarheid betreft, zijn voor dit plan met name de dimensionering van de wegen en de bereikbaarheid van brandweertoegang van de gebouwen van belang. De afstand van de ontslultingswegen op het NTC terrein tot deze brandweertoegang mag niet meer dan 10 meter bedragen en er dient een opstelplaats voor het voertuig te zijn. Doodlopende einden van de wegenstructuur op het terrein van NXP en/of NTC dienen zoveel mogelijk
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
37
voorkomen te worden of er dienen keervoorzieningen te zijn. Op basis van het huidige plan zien wij op voorhand geen beperkingen.
3.3.6 Klimaat De klimaatverandering noopt tot aanpassingen in ruimtelijke ontwikkelingen. De Gemeenteraad van Nijmegen heeft haar visie hierop in de Kadernotitie Klimaat en de duurzaamheidsagenda 2011-2015 vastgelegd. Kernbegrippen zijn compensatie en adaptatie. Compensatie is het tegengaan en verminderen van negatieve effecten op het klimaat. Dit kan door energiegebruik te beperken en/of duurzame energiebronnen te gebruiken en door gebruik te maken materialen uit vernieuwbare bronnen. Nijmegen streeft er daarom naar om als stad energieneutraal te worden. Adaptatie is het aanpassen aan de wijzigende omstandigheden zoals extremere weersomstandigheden en een stijgende energieprijs. Voorbeelden hiervan zijn het voorkomen van oververhitting, aandacht voor windklimaat en het realiseren van grotere piekbergingen voor neerslag. In de gebouwde omgeving zijn voor energiegebruik en oververhitting de oriëntatie van de bebouwing en de manier waarop met de bezonning is omgegaan bepalende factoren. Het microklimaat wordt bepaald door de verhouding tussen bebouwd en begroend oppervlak en de relatie tussen bebouwde en groene structuren. Een goed groenontwerp helpt oververhitting tegen te gaan en vangt neerslag en luchtverontreiniging op. Op dit bedrijventerrein kan in de onbebouwde ruimte groen voor een betere uitstraling en een gezonder verblijfsklimaat zorgen als de volgende maatregelen worden genomen:
overhoeken en ruimtereserveringen niet bestraten maar groen inrichten; erfgrenzen en hekken groen aankleden (bv begroeid met klimop); parkeerterreinen voorzien van beplanting zodat er voldoende beschaduwing is.
Voor utiliteitsbouw liggen kernpunten bij terugdringen van de CO2 uitstoot en aanpassing aan veranderde weersomstandigheden. Bijkomend voordeel hierbij is dat dit leidt tot lagere beheerlasten en een gezondere, comfortabeler gebouw. Om de mogelijkheden per plan in beeld te brengen kan de voor het bouwplan noodzakelijke installatie ontwerp aangevuld worden met een energiescan. Hierin kunnen zowel de warmtevraag als de koelingsbehoefte onderzocht worden. Op die manier kan de bijdrage van dit project aan de hierboven genoemde doelstellingen in beeld woorden gebracht. De gewenste high tech uitstraling is een belangrijke reden om de daken vergroend of voorzien van zonne-energiepanelen uit te voeren. Vergroenen van de daken heeft daarnaast positieve effecten op het micro-klimaat, de isolatiewaarde en levensduur van de onderliggende daken en de waterhuishouding van het gebied. Verantwoord materiaalgebruik, beperking van energievraag en een verstandige positionering van functies dragen mede bij aan de klimaatdoelstellingen. In Stadsregionaal verband wordt de GPR-methodiek gehanteerd om prestaties van gebouwen te in beeld te brengen. Deze software staat via de gemeente Nijmegen ter beschikking aan ontwikkelaars in dit gebied. De ontwikkelaar kan deze systematiek ook gebruiken om haar ontwerpen te optimaliseren en te toetsen op bouwbesluitaspecten zoals energieprestatie en materiaalprestatie.
38
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Het gebied is onder voorwaarden geschikt voor bodemenergiesystemen zoals Koude-Warmte opslag. Voor het bepalen van deze voorwaarden zal afstemming gezocht moeten worden met eventuele andere grondwatergebruikers in de omgeving en zal de milieu hygiënische situatie van de bodem en het grondwater mee moeten worden gewogen.
3.4
Water
3.4.1 De watertoets Voor de ruimtelijke aspecten heeft het Nationaal Waterplan de status van structuurvisie. Hierin zijn water en ruimtelijke ontwikkelingen geïntegreerd, conform de nieuwe Wet ruimtelijke ordening en de Waterwet. Binnen de volgende documenten is de watertoets verankerd: 3. Nota Anders Omgaan met Water (Kabinetsstandpunt over het waterbeleid 21e eeuw, dec. 2000) 4. Nationaal Bestuursakkoord Water (2 juli 2003) 5. Landelijke Handreiking Watertoets 2 (RIZA, december 2006) 6. Waterbeheerplan 2010-2015 (Waterschap Rivierenland 15 december 2008)
3.4.2 Algemeen Het plangebied maakt deel uit van de bestaande waterhuishoudkundige inrichting van het bedrijventerrein Winkelsteeg-Noord. Voor dit gebied zijn het "Waterplan Nijmegen (2001)" en het "Gemeentelijk Rioleringsplan 2010 t/m 2016" relevant. En er is een Rioleringsplan uit 2004 t.b.v. de ombouw van gescheiden naar VGS-stelsel. Er vinden geen grote wijzingen plaats als gevolg van de voorgenomen bestemmingsveranderingen. Op dit moment is het plangebied een bedrijventerrein van NXP (voorheen Philips), wat in zijn geheel verhard mocht worden volgens het oude bestemmingsplan. Op de nieuwe Novio Tech Campus (NTC) komt zowel ruimte voor gebouwen (health & High Tech sector), als parkeerterreinen en een fiets- en wandelverbinding vanaf het nieuwe station Goffert door het gebied heen. Het terrein beoogt een groene uitstraling te krijgen, wat betekent dat niet alles verhard gaat worden. Precieze inrichtingsplannen zijn er nog niet.
3.4.3 Oppervlaktewater Binnen het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Ten westen en zuiden van het plangebied is een verbeterd gescheiden rioleringsstelsel aanwezig, dat afwatert naar de watergangen aan de westzijde van het bedrijventerrein parallel aan het Maas-Waalkanaal. Deze watergangen lopen via Hatert door naar Malden, waar het water bij overbelasting van het systeem door het waterschap wordt verpompt naar het Maas-Waalkanaal middels een gemaal.
3.4.4 Grondwater Het plangebied bevindt zich niet in een grondwaterwingebied of grondwaterbeschermingsgebied. Wel bevindt zich een privaat grondwateronttrekkingspunt op het terrein (van NXP). Onder het NXP-terrein is sprake van grondwatervervuiling (zie paragraaf 3.3.1).
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
39
Het plangebied bevindt zich op 0,7 km van het Maas-Waalkanaal en 3,5 km van de Waal. De grondwaterstand wordt grotendeels beïnvloedt door de stabiele waterstand in het Maas-Waalkanaal die weer gestuurd wordt door de stuw bij Grave in de Maas. Gemeente Nijmegen heeft een meetpunt op 450 m van het kanaal en deze laat grondwaterstanden zien van 7,5 tot 8 m+NAP. Verwacht wordt dat de grondwaterstanden in het plangebied hier niet veel van zullen afwijken. De maaiveldhoogte in het plangebied varieert tussen de 11m (west) en 14 m +NAP (oost), zodat de grondwaterstand zich op 3,5 tot 6,0m onder maaiveld bevindt.
Uitgangspunt bij nieuwe stedelijke in- en uitbreidingen is dat er grondwaterneutraal wordt gebouwd. Dat wil zeggen dat de oorspronkelijke grondwaterstanden en -stromen in de omgeving niet wijzigen. Dit kan bereikt worden door:
een grondwatergerelateerde locatiekeuze: geen stedelijke uitbreidingen in gebieden met (kans op) hoge grondwaterstanden; maatregelen te treffen bij bouwrijp maken en tijdens de bouw (ophogen, goede structuur van het oppervlaktewatersysteem, voorkomen verdichting bodemstructuur); een waterproof bouwkundig ontwerp van woningen en gebouwen (bijvoorbeeld kruipruimteloos)
Om grondwateroverlast in bestaand stedelijk gebied te beperken zet het waterschap in eerste instantie in op bouwkundige maatregelen. Pas als dit onvoldoende soelaas biedt komen drainerende of onttrekkende oplossingen in beeld. Dit sluit niet uit dat er niet ondergronds gebouwd mag worden, mits er voldoende technische maatregelen worden getroffen zodat de bouw waterdicht is.
3.4.5
Riolering voor afval- en hemelwater
3.4.5.1 Huidige situatie riolering Het plangebied is grotendeels privaat terrein. De gemeente is geen eigenaar en beheerder van het rioolstelsel. Wel heeft de gemeente tekeningen van het rioolstelsel ontvangen. Sinds de eerste aanleg van riolering op het terrein is vele jaren van alles aan elkaar geknoopt. De gemeente heeft daardoor onvoldoende inzicht in ligging en werking van het rioolstelsel. Op drie plekken sluit de private riolering van het terrein aan op de openbare riolering. Aan de oost- en zuidzijde stromen afvalwater en hemelwater onder vrij verval naar het verbeterd gescheiden stelsel van het gebied Winkelsteeg noord. Proceswater stroomt via een behandelingsinstallatie onder vrij verval zonder verdere controle naar de riolering in de Gerstweg. In de oostelijke hoek van het gebied stroomt gemengd water onder vrij verval naar een aansluitpunt op het transportriool. In een deel van het terrein is ten gevolge van de sloop van een gebouw ook de riolering aangepast en/of verwijderd. Buiten het private terrein wordt het meeste hemelwater afgevoerd via het verbeterd gescheiden rioolstelsel van de Gerstweg en de Sint Teunismolenweg. Er zijn twee koppelingen tussen het regenwater- en het vuilwaterriool waardoor het regenwater afvoert naar het rioolgemaal aan de Gerstweg. Bij forse regenval kunnen de regenwaterriolen op twee locaties overstorten naar de watergang parallel aan het Maas-Waalkanaal. Het afvalwater gaat naar het gemeentelijk rioolgemaal Gerstweg, dat het via een persleiding onder de Nieuwe Dukenburgseweg verpompt naar het gemengde hoofdtransportriool van Nijmegen. Dat hoofdtransportriool ligt aan de westzijde van de Neerbosscheweg en een klein deel ervan loopt aan de rand van het plangebied door het private terrein. Het hoofdtransportriool is beschermd en moet beschermd blijven. Het oostelijke deel van het plangebied is voorzien van een gemengd rioolstelsel dat onder vrij verval afvoert op het genoemde hoofdtransportriool in de Neerbosscheweg.
40
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
3.4.5.2 Bescherming hoofdtransportriool Volgens de lokale bouwverordening geldt een beschermingszone van 6 m aan weerszijden van het hoofdriool waar in principe geen bebouwing mag plaatsvinden. Het hoofdtransportriool en de beschermingszone worden op de plankaart weergegeven. Gedeeltelijke ontheffing kan mogelijk zijn onder de randvoorwaarde dat vervanging van het riool mogelijk blijft. Boven het hoofdtransportriool mag nooit gebouwd worden. In een ontheffing zal de gemeente Nijmegen de specifieke randvoorwaarden geven voor elk bouwproject in het bestemmingsplangebied. Verder moet er minimaal 1,4 m grond aanwezig blijven als gronddekking op de bovenkant van het riool.
3.4.5.3 Toekomstige situatie riolering De planontwikkelingen leiden tot aanpassing van de aanwezige terreinriolering. De huidige afvoerrichtingen van afvalwater op het NXP-terrein naar het rioolgemaal aan de Gerstweg en naar de Neerbosscheweg moeten gehandhaafd blijven. Zodra gebouwen gesloopt gaan worden en/of er nieuwe gebouwen komen dan moet de terreinriolering ook aangepast worden. De aanpassing van de rioleringssituatie op NXP-terrein en indien nodig de verandering van de afvoer van afvalwater uit het plangebied, moet worden uitgewerkt in een waterhuishoudkundig plan dat door de gemeente goedgekeurd moet zijn bij aanvraag van de omgevingsvergunning (Nota afkoppelen en infiltreren hemelwaterafvoer, gemeenteraad, april 2013). In het Waterhuishoudkundig plan dient op basis van tekeningen, gegevens en onderzoeksresultaten over de riolering inzicht worden geboden in ligging en kwaliteit van het (aan te leggen) rioolstelsel.
3.4.5.4 Omgaan met hemelwater Vanuit het bouwbesluit 2012 geldt de verplichting om hemelwater op eigen perceel te verwerken op een verantwoorde manier. De gemeente staat conform de nota 'Afkoppelen en infiltreren hemelwaterafvoer' toe dat het verwerken van hemelwater op planniveau wordt opgelost. Alternatieve maatregelen in plaats van infiltratie kunnen toegestaan zijn en kunnen mogelijk een reducerend effect hebben op de omvang van de berging die voor hemelwater gemaakt moet worden. Voor plannen waarbij het hemelwater geïnfiltreerd kan worden, zoals in dit plangebied, moet een waterhuishoudkundig plan bij de gemeente worden ingediend ter toetsing. Het waterhuishoudkundige plan dient goedgekeurd te zijn als de omgevingsvergunning aangevraagd wordt. Op dit moment is er nog onvoldoende inzicht in de oppervlaktes van de verhardingen en de wijziging daarvan in de toekomst. Op drie bouwvlakken in het gebied mag gebouwd worden. Hemelwater dat afstroomt van nieuwe verharde oppervlakken moet conform geldende regelgeving en beleid op eigen terrein verwerkt worden. De drie bouwvlakken 2 omvatten in totaal een totaal verhard oppervlak van maximaal 14.604 m . Wanneer de bouwvlakken volledig verhard worden, hoort daar bij de geldende regelgeving een te 3 realiseren berging voor hemelwater van 146 m bij. Het daartoe benodigde groen is afhankelijk van de vormgeving van de voorzieningen maar past met een maximaal 2 oppervlak van 590 m in het beschikbare groen. Daarnaast wordt verwezen naar de algemene regels voor de infiltratie van hemelwater; criteria voor de infiltratieplicht van hemelwater zijn opgenomen in de nota 'Afkoppelen en infiltreren hemelwaterafvoer' (zie http://www.waterbewust.nl/waterbeleid.html). De aanleg van de voorzieningen komt voor rekening van de projectontwikkelaar en de voorzieningen voor hemelwaterafvoer moeten voldoen aan technische eisen van de gemeente.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
41
Het hemelwater binnen het plangebied wordt in principe ter plaatse geïnfiltreerd naar de bodem. Het kan zijn dat dit om milieu hygiënische (vanwege de grondwatervervuiling) of archeologische redenen niet mogelijk is. In dat geval wordt een afvoerstelsel ontworpen dat aansluit op een nabij gelegen hemelwaterriool. Bij afvoer van het water uit het plangebied geldt dat het waterschap aanvullende voorwaarden kan stellen aan waterkwantiteit en waterkwaliteit. De behandeling van hemelwater binnen het gebied of de afvoer daarvan wordt verder uitgewerkt in een waterhuishoudingsplan. In geval van afvoer uit het gebied dient het plan in overleg met Waterschap en gemeente Nijmegen te worden vastgesteld en goedgekeurd.
3.5
Natuur & Landschap
3.5.1 Natura 2000 Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden en vormt daarmee de basis voor het beleid van de EU voor behoud en herstel van biodiversiteit. Natura 2000 is niet enkel ter bescherming van gebieden maar draagt ook bij aan soortenbescherming. Het Natura 2000 netwerk omvat alle gebieden die zijn beschermd op grond van de Vogelrichtlijn van 1979 en de Habitatrichtlijn van 1992. In en om Nijmegen gaat het om de Natura 2000 gebieden 'Uiterwaarden Waal' en de 'Gelderse Poort'.
Dit bestemmingsplan ligt op voldoende afstand van Natura 2000 dat geen effecten te verwachten zijn. Natura 2000 is dan ook niet aan de orde voor dit bestemmingsplan.
3.5.2 Natuurbeschermingswet De Natuurbeschermingswet 1998 (NB-wet) is een Nederlandse wet die oorspronkelijk in 1967 is vastgesteld maar in 1998 ingrijpend is gewijzigd. In deze wet is nu de natuurbescherming van specifieke gebieden geregeld. Internationale verplichtingen uit de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn in de Natuurbeschermingswet verwerkt. De volgende gebieden zijn aangewezen in een aanwijsbesluit en beschermd op grond van de wet:
Natura 2000-gebieden (Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden 'Uiterwaarden Waal', 'Gelderse Poort' Beschermde Natuurmonumenten (Rondom Nijmegen gaat het dan om 'Oude Waal' en 'Bronnenbos Refter')
In het aanwijsbesluit wordt de exacte ligging van het gebied aangegeven en welke habitats in het gebied moeten worden beschermd. De provincie legt per gebied vast welke waarden aanwezig zijn en waar de te beschermen habitats liggen. Voor alle werkzaamheden die schadelijk zijn voor de beschermde habitats moet een vergunning worden aangevraagd. Om te bepalen of de Natuurbeschermingsweg aan de orde is, moet er een quick scan gedaan worden. Uit de quick scan (Toetsing beschermde natuurwaarden project Knoop Winkelsteeg, 30 januari 2014) is gebleken dat dit bestemmingsplan niet van invloed is op gebieden die onder de Natuurbeschermingswet vallen en derhalve is deze wet dan ook niet aan de orde voor dit bestemmingsplan.
42
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
3.5.3 Ecologische Hoofdstructuur (EHS) De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is een netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen natuurgebieden in Nederland. De EHS is in het Streekplan Gelderland 2005-2015 door de provincie vertaald in de Gebiedsplannen Natuur en Landschap. Nijmegen valt binnen het gebiedsplan Rivierenland. De uiterwaarden van de Waal, de stuwwal, de Ooijpolder en de bosgebieden ten zuiden van Nijmegen zijn opgenomen in de EHS evenals een deel van de landbouwgronden die grenzen aan de wijk Weezenhof en het bosgebied van Vogelzang. Dit bestemmingsplan ligt op voldoende afstand van de EHS om geen effecten te verwachten.
3.5.4 Flora en Fauna Op 1 april 2002 is de Nederlandse Flora- en faunawet in werking getreden. Deze nieuwe wet regelt de bescherming van dier- en plantensoorten. De Flora- en faunawet bundelt alles wat te maken heeft met de bescherming van flora en fauna in Nederland die voorheen in verschillende wetten was opgenomen. Ook is de Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn (Europees) en het CITES-verdrag (overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde soorten wilde dieren en planten) in de Flora en faunawet verwerkt. Hierdoor heeft Nederland nu één wet voor de bescherming van alle in het wild voorkomende beschermde soorten. Het doel van deze wet is het in stand houden en beschermen van in het wild voorkomende planten- en diersoorten. Deze wet hanteert daarbij het "nee, tenzij principe". Dat betekent dat alle schadelijke handelingen ten aanzien van beschermde planten- en diersoorten in principe verboden zijn. Alleen onder strikte voorwaarden zijn afwijkingen van de verbodsbepalingen mogelijk. Hiertoe zal een ontheffing ex artikel 75 moeten worden aangevraagd. De ontheffingsaanvraag moet onderbouwd zijn door een goed onderzoek naar het voorkomen van en de effecten op beschermde soorten. Ook moet aangetoond worden dat er sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk belang. In de Flora- en faunawet is daarnaast een zogenaamde 'algemene zorgplicht' opgenomen. De zorgplicht is van toepassing op alle planten en dieren, ongeacht of ze wettelijk beschermd zijn. De zorgplicht houdt in dat er bij ingrepen zoals bouwactiviteiten altijd zorgvuldig moet worden omgegaan met de aanwezige planten en dieren. Schadelijke activiteiten moeten zoveel mogelijk worden voorkomen. Bevoegd gezag voor de Flora- en faunawet is het Ministerie van EZ.
Voor dit bestemmingsplan is een quickscan Flora- en faunawet uitgevoerd (Toetsing beschermde natuurwaarden project Knoop Winkelsteeg, 30 januari 2014). Uit dat onderzoek blijkt het volgende:
Broedende vogels Alle broedende vogels, hun broedplaatsen én de functionele omgeving van de broedplaatsen zijn beschermd tijdens de broedperiode. Sloop van gebouwen en verwijderen van bomen en struiken dienen gezien te worden als een voor vogels verstorende activiteit en dienen daarom buiten het vogelbroedseizoen te starten of te worden uitgevoerd. Werkzaamheden kunnen in het broedseizoen worden uitgevoerd als een ter zake kundig ecoloog heeft vastgesteld dat er geen broedende vogels binnen de invloedsfeer van de werkzaamheden aanwezig zijn.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
43
Vleermuizen In de gebouwen in het plangebied bevinden zich mogelijk verblijfplaatsen van vleermuizen. De Flora- en faunawet gaat uit van het voorzorgsbeginsel en stelt dat een overtreding van verbodsbepalingen met zekerheid moet kunnen worden uitgesloten. Uitsluitsel is alleen mogelijk op basis van voldoende en actuele gegevens. Wanneer negatieve effecten op soorten mogelijk zijn, en wanneer op basis van het oriënterend veldbezoek of actuele verspreidingsgegevens niet met zekerheid vast te stellen is of een soort aanwezig is, is daarom nader onderzoek naar de aanwezigheid van deze soorten noodzakelijk. Ook bij het aanvragen van een eventuele ontheffing of indienen van een mitigatieplan dient de aanwezigheid van de betreffende soort aangetoond te worden. Hierbij geldt een 'omgekeerde bewijslast waarbij de initiatiefnemer verantwoordelijkheid draagt. Nader onderzoek naar vleermuizen is noodzakelijk, omdat op dit moment niet kan worden uitgesloten of en welke effecten optreden. Afhankelijk van de uitkomsten van nader onderzoek naar vleermuizen is een ontheffing noodzakelijk. Een ontheffing is noodzakelijk als er verblijfplaatsen worden aangetroffen of als de opgaande begroeiing in het plangebied van essentieel belang blijkt voor vleermuizen die in de nabije omgeving van het plangebied een verblijfplaats hebben. Mitigerende/compenserende maatregelen bestaan doorgaans uit het inpassen van groenstructuren, het realiseren van alternatieve groenstructuren en/of het realiseren van alternatieve verblijfplaatsen in omliggende gebouwen voorafgaand aan de beoogde werkzaamheden. Aanvullend kunnen ook in de nieuwbouw vleermuisvoorzieningen worden ingebouwd. De inspanning die geleverd moet worden om effecten te voorkomen is afhankelijk van de soorten vleermuizen, aantallen vleermuizen en type verblijfplaatsen die worden aangetroffen.
Mitigatie/Compensatie en/of ontheffing De jurisprudentie ten aanzien van te treffen maatregelen in het kader van de Flora- en faunawet is voortdurend aan veranderingen onderhevig. Zo kunnen inmiddels alleen maatregelen die gericht zijn op het geheel en vooraf voorkomen van effecten (en overtreding verbodsbepalingen) 'mitigatie' genoemd worden. Wanneer maatregelen gericht zijn op het wegnemen van aanvankelijk optredende effecten, dienen deze als 'compensatie' aangemerkt te worden. In dat geval is dus ook sprake van een overtreding van verbodsbepalingen (er is immers een al dan niet tijdelijk effect). Omdat bij compensatie een overtreding wordt gedaan is een ontheffingsaanvraag noodzakelijk. Het aanvragen van een ontheffing of het laten goedkeuren van het mitigatieplan én het uitvoeren van de maatregelen van de ontheffing of het mitigatieplan dienen vóór aanvang van de werkzaamheden afgerond te zijn. Bij formele ontheffingsaanvragen dient rekening gehouden te worden met een proceduretijd die kan oplopen tot meerdere maanden. In de uitvoeringsfase moet een goedgekeurd mitigatieplan of een ontheffing daadwerkelijk in bezit zijn. Wel kunnen, los daarvan, de overige ruimtelijke vergunning- en planprocedures doorgang vinden. Ook bij mitigatieplannen verdient het de aanbeveling het mitigatieplan vooraf te laten goedkeuren door het Ministerie van EZ. Ook dit dient te gebeuren door het indienen van een ontheffingsaanvraag, waarbij de goedkeuring van de mitigerende maatregelen gegeven wordt in de vorm van een afwijzing van de ontheffingsaanvraag. Afhankelijk van de tijd tussen onderliggend onderzoek en de sloop van gebouwen en het verwijderen van bomen en struiken, kan een actualiserend of aanvullend onderzoek noodzakelijk zijn naar de aanwezigheid van beschermde planten- en diersoorten. Met name bij het in onbruik raken van grond en/of bebouwing is de kans op (nieuw)vestiging van beschermde soorten aanwezig. In het voorgenomen bestemmingsplan wordt geen bebouwing wegbestemd. Voor de bestemmingsplanprocedure is nader onderzoek naar vleermuizen dan ook niet noodzakelijk. Dit bestemmingsplan is uitvoerbaar volgens de Flora- en faunawet.
44
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
3.5.5
Groen
3.5.5.1 Groenplan De groene draad (2007) Het groenbeleid is vastgelegd in 'De groene draad - kansen voor het Nijmeegse groen' en heeft als doelstelling:
inzicht te geven in het totaal van groene ontwikkelingen in en om de stad en hun onderlinge samenhang; een sturingsinstrument voor het bestuur te zijn voor groene ontwikkelingen in de stad; vanuit een groen toekomstperspectief een gids of leidraad te zijn voor toekomstige stedelijke ontwikkelingen; de groene ambities te benoemen voor de komende jaren die vertaald worden in een uitvoeringsprogramma.
De hoofdgroenstructuur en de hoofdbomenstructuur zijn de basis en de ruggengraat van het groen in Nijmegen. Deze structuren houden we dan ook in stand. In bestemmingsplannen gaat het dan om de bestemmingen Groen, Natuur en Bos. Daarnaast kennen ook andere plekken een groene bestemming bijvoorbeeld kleinere groenplekken op wijkniveau. In de ambities voor dit terrein wordt veelvuldig aangegeven dat de groene uitstraling van het terrein de belangrijkste karakteristiek zal zijn. Met name de voetgangers- en verblijfsgebieden zullen voorzien worden van een groene en kenmerkende inrichting. Tussen FTD en Gebouw M komt een beeldbepalende boomstructuur. Het beeld van de campus moet vooral groen en open worden. Deze ambities zorgen ervoor dat de relatie met de omgeving zoals het Goffertpark en Jonkerbosch via het groen beter tot stand komen. In het Groenplan De groene draad wordt voor dit gebied aangegeven dat de kansen benut moeten worden om de groene verbinding tussen de Goffert en het kanaal te versterken. Het voorgestelde groene assenkruis in de ambities voor het NTC terrein en het meer openbare karakter in de toekomst kunnen daar aan bij dragen. De gemeente Nijmegen streeft naar meer biodiversiteit in de stad. We planten daarvoor specifieke plantensoorten aan. Ook dit terrein leent zich goed voor een zorgvuldige plantenkeuze waar niet alleen de uitstraling van het gebied baat bij heeft maar ook de vogels en bijen.
3.5.5.2 Handboek stadsbomen Het Handboek Stadsbomen is een uitwerking van het Groenplan "De Groene draad, kansen voor het Nijmeegse groen'. Het Handboek Stadsbomen vormt het kader voor inrichtingsplannen en beheerplannen voor de openbare ruimte waar het bomen betreft. Het handboek is daarnaast te definiëren als toetsingskader voor ruimtelijke plannen en initiatieven en biedt inzicht in de beleidsuitgangspunten ten aanzien van bescherming, aanplant, beheer en kap van bomen. De hoofddoelstelling van het Handboek Stadsbomen is het waarborgen van de duurzame instandhouding van het Nijmeegs bomenbestand door middel van behoud èn ontwikkeling. De volgende uitgangspunten staan daarbij centraal:
Optimale inzet van middelen. Waarborgen van een vitaal bomenbestand. Zorgen voor draagvlak; zorgvuldig afwegen, bewust besluiten en tijdig communiceren. Meer bomen en meer kronen. Inzet op kwantiteit en kwaliteit.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
45
Het Handboek Stadsbomen heeft betrekking op alle bomen binnen de gemeentegrenzen. Dat zijn dus niet alleen de park-, laan- en straatbomen, maar ook bomen in tuinen en op particuliere terreinen. Voor bosopstanden, bosplantsoen en bomen in natuurgebieden gelden andere beleidskaders en wet- en regelgeving. In het Handboek Stadsbomen is de hoofdbomenstructuur opgenomen. Deze structuur vormt samen met de hoofdgroenstructuur de basis van het groen in Nijmegen. De hoofdbomenstructuur leggen we niet vast in bestemmingsplannen maar wordt wel beschreven in de toelichting en speelt daarmee wel een rol in bestemmingsplannen. Voor dit bestemmingsplan loopt de hoofdbomenstructuur langs de Neerbosscheweg en de Nieuwe Dukenburgseweg. De ambitie om in dit gebied een karakteristieke boomstructuur aan te leggen past in de wens om de hoofdbomenstructuur uit te breiden. Op een aantal plekken op het terrein staan groepen bomen of losse bomen. Deze kunnen onderdeel gaan uitmaken van de nieuwe groenstructuur die daardoor al meteen een volwassen aanzien heeft wat de beeldkwaliteit ten goede komt. Daarvoor is onderzoek naar de kwaliteit en levensverwachting van deze bomen nodig.
3.6
Archeologie en Cultuurhistorie
3.6.1 Cultuurhistorische waarden Onderhavig bestemmingsplangebied valt binnen gebiedstype 1 van de cultuurhistorische beleidskaart. Bij deze categorie is er hoofdzakelijk sprake van woonwijken die in de afgelopen 50 jaar tot stand zijn gekomen en moderne bedrijventerreinen en industriegebieden. In deze gebieden zijn cultuurhistorisch waardevolle elementen in mindere mate aanwezig. Bij ruimtelijke plannen zal daarom alleen gestreefd worden naar behoud en herkenbaarheid van historische structuren. In onderhavig bestemmingsplangebied zijn geen historische structuren aanwezig. Ook is er geen sprake van beschermde monumenten. Het NXP-terrein is wel onderdeel van de cultuurgeschiedenis van Nijmegen, namelijk van het industriële verleden. In Nijmegen maakte de industrialisatie na de Tweede Wereldoorlog een ongekend grote ontwikkeling door. Gedwongen door de grote werkeloosheid en het industriebeleid van de rijksoverheid zette de gemeente Nijmegen de industrialisatiepolitiek voorop. In de jaren 1952-1958 vestigden zich bijna veertig nieuwe bedrijven in de stad, waaronder Philips. De uitvinding van de transistor in 1947 had voor een enorme revolutie op het gebied van communicatie veroorzaakt. De zeer sterke positie van Philips op de markt van radiobuizen werd bedreigd en Philips moest dus meedoen aan de verdere ontwikkeling van transistors. Philips besloot daarom snel een eigen halfgeleiderbedrijf te stichten, maar in Eindhoven was daar geen personeel voor beschikbaar en daarom kwam men in 1953 in Nijmegen terecht. Het eerste hoofdgebouw van Philips in Nijmegen, ontworpen in 1953, staat nog op het terrein (Gerstweg 36). Dit hoofdgebouw is kenmerkend voor de Wederopbouwarchitectuur en heeft een representatief trappenhuis.
Gevolgen bestemmingsplan voor cultuurhistorische waarden Vanuit cultuurhistorisch oogpunt zijn er geen bezwaren tegen de voorgestelde bestemmingsplanwijziging. Wel verdient het vanuit cultuurhistorisch oogpunt de aanbeveling enkele van de industriële gebouwen, met name het hoofdgebouw, te hergebruiken. Hiermee blijft het industriële verleden van het gebied zichtbaar. Verschillende
46
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
herontwikkelde oude industriecomplexen, zoals bijvoorbeeld Strijp-S in Eindhoven, hebben uitgewezen dat hergebruik van oude gebouwen een meerwaarde zijn voor het gebied. Het hoofdgebouw is het oudste gebouw van het complex en heeft een representatief trappenhuis en kan hiermee de identiteit en de geschiedenis van het gebied herkenbaar houden.
3.6.2 Archeologie Beleid Met de ondertekening van het Verdrag van Valletta (Malta) in 1992 is in Nederland de beleidsmatige zorg voor het archeologisch bodemarchief aanzienlijk toegenomen. In het verdrag staat: Archeologische waarden dienen als onvervangbaar onderdeel van het culturele erfgoed te worden meegenomen en te worden ontzien bij de ontwikkeling en besluitvorming van ruimtelijke plannen. Mocht bescherming onvoldoende mogelijk zijn dan dient, volgens dit verdrag, de informatie te worden onttrokken aan de bodem via archeologisch onderzoek. Uitgangspunt hierbij is dat de initiatiefnemer van de verstoring van het bodemarchief de kosten van het onderzoek dient te dragen. Inmiddels zijn de uitgangspunten van het Verdrag in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd, nl. in de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMz, 1-9-2007). Het archeologiebeleid van de gemeente Nijmegen is, in overeenstemming met Malta en de Monumentenwet 1988, er op gericht om het bodemarchief zoveel mogelijk te ontzien. Indien dat niet mogelijk is, wordt voorafgaande aan de bodemverstoring archeologisch onderzoek verricht. De wijze van onderzoek wordt bepaald op basis van de vast te stellen archeologische waarden en de aard en omvang van de bodemingrepen. De archeologische (in bredere zin: cultuurhistorische) kennis die hierbij wordt vergaard, levert informatie op die ook als inspiratiebron kan dienen voor het ontwerp van een gebouw of bij het inrichten van de openbare ruimte. Zo kan het 'verhaal van de plek' ook door toekomstige generaties nog worden gelezen. Het zal duidelijk zijn dat een betere bescherming van het bodemarchief en vooral ook het tijdig meewegen van de archeologische belangen vraagt om een zo goed mogelijk inzicht in de verwachte ligging, verspreiding en aard van het bodemarchief. Om deze reden heeft Bureau Archeologie en Monumenten van de gemeente Nijmegen een archeologische beleidskaart ontwikkeld waarop de belangrijkste archeologische vindplaatsen en zones met hun waardering zijn aangegeven. Het gebied Nijmegen Goffert-De Winkelsteeg 4 ligt grotendeels in een zone van archeologisch belang (waarde 2 op de beleidskaart). Een deel is reeds dermate aantoonbaar verstoord dat hier geen archeologische waarden meer (kunnen) voorkomen. Dit is op de gemeentelijke beleidskaart aangeduid als waarde 0. Een klein deel in het zuidwesten valt onder de aanduiding onbekende archeologische waarde (waarde 1 op de archeologische beleidskaart).
Plangebied Uit het gebied zelf zijn geen archeologische onderzoeken bekend, wel zijn er twee meldingen van vondsten bekend uit het noordelijk deel. De meest oostelijke betreft een grafveld uit de ijzertijd. Een begrenzing van dit grafveld is niet bekend. Wat meer westelijk zijn waarnemingen gedaan van Romeinse dakpannen en tufstenen. Dit kan wijzen of op bebouwing of op grafmonumenten. Beide kunnen voorkomen langs de Romeinse weg die hier geprojecteerd is en die de verbinding vormde tussen de Romeinse stedelijke nederzettingen in het centrum van Nijmegen en de (vermoedelijke) vicus in Wijchen. De aanwezigheid van de weg is de reden voor de waarde 2 op de beleidskaart.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
47
Uit het gebied ten noordoosten van het kruispunt van de Graafseweg en de Neerbosscheweg is de vondst bekend van Canadees militair oorlogsgoed, mogelijk van een veldhospitaal. Dit lijkt te zijn gedumpt in een van de vele zandwinningskuilen die in de eerste helft va de twintigste eeuw in dit gebied zijn gegraven. Het is zeer wel mogelijk dat er ook op andere plaatsen in de directe omgeving (zoals binnen dit plangebied) dergelijke kuilen zo opgevuld zijn. Vondsten die verband houden met de bevrijding van Nijmegen, de periode dat Nijmegen frontstad was en de regio als uitvalsbasis diende voor het grote eindoffensief dat uiteindelijk de rest van Nederland bevrijdde, kunnen zeer belangwekkend zijn. In 2014 wordt de bevrijding van Nijmegen in het kader van het 70 jarige jubileum van Operatie Market Garden uitgebreid herdacht. In 2015 zal dit op nationaal niveau geschieden, in het kader van de algehele bevrijding van Nederland. Voorwerpen die als getuigenis kunnen dienen voor deze periode van strijd en bevrijding, zijn daarom mogelijk van grote waarde. Ter hoogte van de ligging van het te bouwen station Goffert is archeologisch onderzoek uitgevoerd, door middel van proefsleuven. Daaruit is gebleken dat in het deel dat ten noorden van de Graafseweg en ten westen van de Neerbosscheweg ligt, geen archeologische waarden (meer) voorkomen. De verwachting in het rapport ten aanzien van de oostelijk gelegen delen is dat daar mogelijk nog wel intacte bodems, en daarmee de kans op archeologie aanwezig is. Het gebied ten zuiden van de Graafseweg is nog niet onderzocht. De Archeologische Begeleiding van een sanering in het zuidelijk deel, zal mogelijk informatie opleveren over de staat van het archeologisch bodemarchief aldaar. Dit deel van het plangebied Station Goffert overlapt met het hier beschreven plangebied. Van delen van het terrein is inmiddels aannemelijk dat daar geen archeologie meer aanwezig is. Dit geldt met name voor het grote riool dat hier meters diep aangelegd is, en waarvoor een meters brede strook verstoord is. Van andere activiteiten, zoals de bouw en sloop van panden, is vooralsnog niet inzichtelijk gemaakt wat de gevolgen voor het archeologisch bodemarchief zijn geweest. In de directe omgeving van de Goffert-Winkelsteeg 4 is bij eerder archeologisch onderzoek een inheemse nederzetting met bijbehorend grafveld ontdekt. Van 1979-1980 werd door de afdeling Provinciaal-Romeinse Archeologie van de Radboud Universiteit Nijmegen een deel van het grafveld opgegraven en een paar jaar later een deel van de nederzetting. Het grafveld en de nederzetting dateren van de 1e eeuw tot het midden van de 3 e eeuw na Chr. Een tiental graven dateert uit de tweede helft van de Midden-IJzertijd en het begin van de Late IJzertijd. Ten noordwesten van het gebied is binnen het voormalige Philips terrein een klein onderzoek uitgevoerd naar een boerderij uit de 15e/16e eeuw. De afstand met het plangebied bedraagt nog geen 100 m. Van dit onderzoek is geen rapport verschenen, wel is het als melding in Archis (de landelijke archeologie-database) opgenomen. De melding maakt gewag van een nog intact loopniveau uit die tijd: "Onder het Philipsgebouw BF heeft eertijds een boerderij gelegen. Grond is daarna opgehoogd. Sporen van de boerderij zijn in het landschap nog te herkennen aan de bomenrij ten noordoosten van gebouw BF, een wegbegrenzing, en verder overgebleven begroeiing. Een oude perenboom heeft voor de aan te leggen zuurbak moeten wijken. Bij de verdieping tot -2 meter onder maaiveld, gerekend van het straatnivo ten westen van de zuurbak, bleek het boerderij-loopnivo nog aanwezig". Dit laat zien dat lokaal archeologische resten aanwezig kunnen zijn, ondanks moderne bouw (en sloop-) activiteiten.
Conclusie
48
Het gebied ligt in een zone waar de Romeinse weg naar Wijchen verwacht wordt. Daarmee geassocieerde complexen zoals grafvelden, nederzettingen en de weg zelf hebben een hoge waarde; Uit het gebied zijn meldingen bekend van een grafveld uit de ijzertijd, begrenzing onbekend;
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Uit of grenzend aan het gebied zijn meldingen bekend van Romeins bouwmateriaal. Toewijzing aan een complex of de begrenzing zijn niet te geven; In het gebied kan materiaal voorkomen dat in samenhang staat met de bevrijding van Nijmegen in 1944 en de daaropvolgende oorlogshandelingen tot in 1945; Ondanks bekende lokale verstoringen is niet uit te sluiten dat zich nog belangwekkende archeologie op het terrein bevindt; Vergunningplichtige bodemverstorende activiteiten dienen getoetst te worden op mogelijke gevolgen voor het archeologisch bodemarchief. Deze toetsing kan geschieden op basis van een rapport dat de waardestelling inzichtelijk maakt; Indien het een rapport betreft van gravend archeologisch onderzoek, is een vooraf door het bevoegd gezag goedgekeurd programma van eisen vereist; De kosten van het archeologisch onderzoek (inclusief uitwerking en rapportage) zullen als gevolg van de implementatie van het Verdrag van Valletta ten laste komen van de verstoorder van het bodemarchief (verstoorder betaalt-principe); Bevoegd gezag houdt toezicht op de werkzaamheden. Indien het onderzoek door derden wordt uitgevoerd, zal het Bureau Archeologie en Monumenten gemeente Nijmegen directievoerend optreden. De kosten hiervan liggen bij de initiatiefnemer.
Informatieplicht Een persoon die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt, waarvan deze weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), is verplicht dit te melden (artikel 53 Monumentenwet 1988). Dit dient te gebeuren bij de minister van OCW, i.e. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
49
50
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Hoofdstuk 4 Plansystematiek 4.1
Algemeen
Bij het opstellen van dit bestemmingsplan is uitgegaan van de eisen die de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) aan bestemmingsplannen stellen. De Wro en Bro leggen onder meer verplichtingen op ten aanzien van de opzet en presentatie van bestemmingsplannen. Hieruit vloeit onder andere voort dat bestemmingsplannen uitwisselbaar moeten zijn. De Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012) is op het voorliggende plan toegepast om aan genoemde wettelijke verplichting te voldoen. Ook een aantal algemene bepalingen welke in hoofdstuk 3 en 4 van de regels is opgenomen (bijvoorbeeld de overgangsregels) zijn voorgeschreven in het Bro. Het (juridische deel van het) bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding en de (plan)regels, vergezeld van een toelichting. De verbeelding visualiseert de bestemmingen. De verbeelding vormt samen met de regels het voor de burgers bindende deel van het bestemmingsplan. De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing, regelingen betreffende het gebruik van de aanwezige en/of op te richten bouwwerken. De toelichting heeft geen bindende werking: de toelichting maakt juridisch ook geen onderdeel uit van het bestemmingsplan maar heeft wel een belangrijke functie bij de weergave en de onderbouwing van het plan en ook bij de uitleg van de bestemmingen en overige regels. In de toelichting wordt ook een relatie met het relevante beleid gelegd en een gebiedsbeschrijving gegeven. Planmethodiek Het bestemmingsplan is opgesteld conform de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012 (Rsro 2012). Dit houdt in dat het bestemmingsplan is opgesteld volgens de StandaardVergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP), de verbeelding is getekend conform Informatiemodel Ruimtelijke Ordening 2012 (IMRO 2012) en wordt uitgewisseld volgens de conventies van de Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke Instrumenten (STRI2012).
4.2
Regels
De regels van het bestemmingsplan zijn opgebouwd uit inleidende regels (waar wordt ingegaan op de begrippen en wijze van meten), de bestemmingsregels (waar de bestemmingen worden beschreven), de algemene regels (waar de algemeen geldende regels staan), de overgangs- en slotregels (met het overgangsrecht). In de bestemmingsplanregels komt de enkelvoudige bestemming Gemengd voor. Deze bestemming is opgenomen voor locaties waar meerdere hoofdfuncties zijn toegestaan. Binnen de genoemde bestemming kunnen te beschermen waarden, zoals archeologische waarden, voorkomen. Om deze waarden te beschermen is een dubbelbestemming opgenomen waarbij de te beschermen waarde voorrang krijgt op de reguliere gebruiksfunctie. In het bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC) komen de volgende dubbelbestemmingen voor: Leiding - Riool; Waarde Archeologie - 2 Om deze waarden zo goed mogelijk te beschermen zijn de bouwmogelijkheden in de regels beperkt en is er een verbod om bepaalde werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren zonder omgevingsvergunning.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
51
Behalve bestemmingen en dubbelbestemmingen zijn in het bestemmingsplan aanduidingen opgenomen. Deze aanduidingen bevatten specificaties van de gebruiks- en dubbelfuncties met betrekking tot het gebruik of het bouwen. Aanduidingen komen zowel voor op de verbeelding als in de regels. Er worden in de SVBP 2012 zes soorten aanduidingen onderscheiden: gebiedsaanduidingen, functieaanduidingen, bouwvlakken, bouwaanduidingen, maatvoeringsaanduidingen en figuren. In het bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC) komen de gebiedsaanduidingen 'milieuzone - zones wet milieubeheer', 'overige zone geluidgezoneerd industrieterrein' en ''veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen', bouwvlakken, de maatvoeringsaanduidingen voor bebouwingspercentage, goot- en bouwhoogte en figuren (zoals hartlijn leiding - riool) voor.
4.3
Uitgangspunten per functie
4.3.1
Bestemmingen
Bedrijf De bestemming 'Gemengd' is opgenomen voor het gehele plangebied. De bestemming 'Gemengd' is opgenomen voor bedrijven in de life science & health- en/of de high tech sector tot en met categorie 4.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten (model Nijmegen) met bijbehorende voorzieningen zoals technische installaties en proefopstellingen, maar ook voor synergiebedrijven, onderwijs- en onderzoeksinstellingen en ondersteunende bedrijven. In deze bestemming zijn twee afwijkingsbevoegdheden opgenomen: 1. teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van bedrijfsactiviteiten en voorzover het bedrijf past binnen de campus. 2. teneinde BEVI-bedrijven toe te laten voorzover het bedrijf past binnen de campus.
4.3.2 Dubbelbestemmingen Leiding- Riool Met deze dubbelbestemming zijn de hoofdriolen aangegeven. Rondom de riolen is een strook van 2 meter aangehouden. Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd. Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien het belang van het riool hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. De gemeente is de beheerder van deze riolen.
Waarde - Archeologie 2 De dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' is opgenomen voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden (gebied van archeologisch belang). Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden
52
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
gebouwd, tenzij aan de genoemde voorwaarden wordt voldaan. In de dubbelbestemming is een aanlegvergunningenstelsel en zijn binnenplanse afwijkingsmogelijkheden opgenomen.
4.3.3
Algemene regels
4.3.3.1 Algemene bouwregels
Beeldende kunst Bij de algemene regels is een regeling opgenomen ten behoeve van beeldende kunst. Het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, ten behoeve van beeldende kunst is binnen alle bestemmingen toegestaan tot een maximale bouwhoogte van 15 meter, met dien verstande dat de regels van de dubbelbestemmingen onverkort van toepassing blijven.
(Bouw)werken ten algemenen nutte Overige nutsbedrijven (zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichtingen, gasdrukregel- en meetstations) met een inhoud van minder dan 50 m3 zijn niet opgenomen op de plankaart. Deze nutsbedrijven zijn op grond van de algemene regels binnen alle bestemmingen toegestaan. Op basis van de algemene bouwregel "(Bouw)werken ten algemene nutte" zijn tevens straatmeubilair, wachthuisjes voor verkeers- en parkeerdiensten, infiltratievoorzieningen, transformatorhuisjes e.d. binnen alle bestemmingen toegestaan. Op grond van de begripsbepaling van straatmeubilair behoren dan ook bijvoorbeeld beeldende kunst, speelvoorzieningen, afvalinzamelsystemen en reclameobjecten tot de mogelijkheden.
Ondergronds bouwen Bij deze algemene regel staan de regels voor ondergronds bouwen aangegeven. Bij alle bestemmingen is ondergronds bouwen toegestaan, met dien verstande dat de dubbelbestemmingen onverkort van toepassingen blijven. Ondergrondse parkeervoorzieningen zijn binnen alle bestemmingen toegestaan.
4.3.3.2 Algemene gebruiksregels Evenementen Evenementen zijn binnen alle bestemmingen toegestaan, mits hiervoor vergunning is verleend op grond van de APV.
4.3.3.3 Algemene aanduidingsregels milieuzone - zones wet milieubeheer Binnen de gebiedsaanduiding 'milieuzone - zones wet milieubeheer' zijn kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) niet toegestaan.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
53
overige zone - geluidgezoneerd industrieterrein Een terrein waar in hoofdzaak een bestemming is gegeven voor de vestiging van inrichtingen en waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van inrichtingen, behorende tot een bij een algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorie van inrichtingen, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.
veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen Binnen de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' zijn nieuwe zeer kwetsbaar objecten niet toegestaan.
54
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid 5.1
Economische uitvoerbaarheid
In de grondexploitatie Knoop Winkelsteeg zijn de kosten en opbrengsten van de realisatie van het bestemmingsplan opgenomen. De grondexploitatie is sluitend. De ontwikkeling en realisatie van de plandelen van de betrokken private partijen vindt voor eigen rekening en risico van die partijen plaats. Gemeente en deze partijen hebben in 2012 een samenwerkingsovereenkomst gesloten. De bestemmingswijziging is financieel-economisch uitvoerbaar. Via de samenwerkingsovereenkomst is gemeentelijk kostenverhaal verzekerd en hoeft bij de vaststelling van het bestemmingsplan geen exploitatieplan vastgesteld te worden.
5.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Voor dit bestemmingsplan is op 29 januari 2014 een vooraankondiging gepubliceerd. Het ontwerpbestemmingsplan wordt gedurende 6 weken ter visie gelegd. Binnen deze termijn wordt eenieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen tegen het plan kenbaar te maken. De tervisielegging wordt gepubliceerd op de gemeentelijke website en in de "Staatscourant".
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
55
56
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Hoofdstuk 6 Vooroverleg 6.1
Provincie Gelderland
De Provincie Gelderland heeft in haar brief van 16 mei 2014 in het kader van artikel 3.1.1 Bro overleg een reactie gegeven. De provinciale afdelingen geven aan dat zij in een vroeg stadium zijn betrokken bij het planproces. Dit heeft ertoe geleid dat er nu een bestemmingsplan voorligt waar de provinciale afdelingen zich goed in kunnen vinden.
6.2
Waterschap
Het waterschap Rivierenland heeft in haar brief van 15 juli 2014 in het kader van artikel 3.1.1 Bro overleg een reactie gegeven. Het waterschap aadviseert positief over het bestemmingsplan, mits de volgende opmerkingen op een juiste wijze worden verwerkt: Met de herontwikkeling van het bedrijventerrein kan de verharding binnen het gebied toenemen, hetgeen resulteert in extra afvoer van hemelwater. Bij een toename van de 2 verharding groter dan 500 m dient compenserende waterberging aangelegd te worden. In de waterparagraaf van de Toelichting bij het bestemmingsplan is onvoldoende duidelijk aangegeven hoe in de toekomstige situatie wordt omgegaan met het vuil- en hemelwater. Onduidelijk is hoeveel de verharding toeneemt. Daamaast is de uitwerking van de eventueel benodigde watercompensatie nog te summier. Wij verzoeken u het toekomstige watersysteem op de volgende punten verder uit te werken: 1. Hoe werkt het principe van infiltratie op eigen terrein; 2. Hoe zijn de waterhuishoudkundige omstandigheden hiervoor (nadere toelichting); 3. Hoe ziet de afvoer en waterberging er globaal uit als dit buiten het plangebied gebeurt. Uit de Toelichting van het bestemmingsplan moet blijken dat dit haalbaar is. Een nadere uitwerking kan dan, zoals voorgesteld, plaatsvinden in een waterhuishoudkundig plan.
Reactie gemeente Nijmegen Bovenstaande opmerkingen zijn verwerkt in de toelichting bij het bestemmingsplan onder paragraaf 3.4.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
57
58
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Regels
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
59
60
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1
Begrippen
1.1 plan: het bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC) met identificatienummer NL.IMRO.0268.BP12004-ON01 van de gemeente Nijmegen.
1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 aanbouw een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw, dat op de grond staat, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat een aparte ruimte vormt die al dan niet vanuit het hoofdgebouw bereikbaar is.
1.4 aan huis verbonden beroepsactiviteiten een dienstverlenend beroep, dat op kleine schaal in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.
1.5 aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten het verlenen van diensten, het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid (geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen), het voeren van de administratie van bedrijfsactiviteiten die (behoudens genoemde administratieve werkzaamheden) niet ter plaatse worden uitgeoefend, het verstrekken van logies en ontbijt (bed and breakfast) waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn dat de activiteit in de woning met behoud van de woonfunctie ter plaatse kan worden uitgeoefend.
1.6 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.7 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.8 achtergevellijn de achterste grens van het bouwvlak en het verlengde daarvan;
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
61
1.9 archeologisch deskundige de gemeentelijk (beleids)archeoloog of een andere door het College van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologie.
1.10 archeologisch onderzoek onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door de gemeente Nijmegen of namens de gemeente Nijmegen door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College voor de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB), beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 MW en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
1.11 agrarisch bedrijf een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of houden van dieren.
1.12 bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.13 bed and breakfast een overnachtingsmogelijkheid gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed- en breakfast heeft maximaal 4 kamers en 8 slaapplaatsen.
1.14 bedrijf een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel plaatsvindt uitsluitend als niet zelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
1.15 bedrijfswoning een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein kennelijk slechts bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk moet worden geacht.
1.16 bedrijvigheid het uitoefenen van een bedrijf, met aanverwante activiteiten als laden en lossen en parkeren.
1.17 beschermd stadsbeeld stadsbeelden die overeenkomstig de bepalingen van de gemeentelijke monumentenverordening zijn aangewezen als beschermde stadsbeelden en waarvan een kaart met daarop aangegeven de begrenzing van het te beschermen gebied is opgenomen in het gemeentelijk monumentenregister Nijmegen.
62
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
1.18 beschermd stadsgezicht stadgezicht dat ingevolge artikel 35 van de Monumentenwet is aangewezen, met ingang van de datum van publicatie van die aanwijzing in de Nederlandse Staatscourant.
1.19 bestaand a. bestaande bouwwerken: een legaal bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning; b. bestaand gebruik: het legale gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan. 1.20 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak.
1.21 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.22 BEVI-bedrijf bedrijf vallend onder de werkingssfeer van artikel 2 lid 1 a tot en met f van het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen.
1.23 bevoegd gezag bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
1.24 bijgebouw een vrijstaand, in functioneel en bouwkundig opzicht aan het hoofdgebouw ondergeschikt gebouw op hetzelfde bouwperceel dat op de grond staat en alleen bedoeld en ingericht ten behoeve van (huishoudelijke) berging, hobby- en/of stallingruimte.
1.25 bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.26 bouwhistorisch onderzoek in een schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouw-, verbouwings- en gebruiksgeschiedenis en bouwhistorische kwaliteit van een monument in de vorm van een bouwhistorische inventarisatie, -verkenning, -opname of -ontleding, uitgevoerd overeenkomstig de “Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek”.
1.27 bouwgrens de grens van een bouwvlak.
1.28
bouwlaag
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
63
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
1.29 bouwmarkt een geheel of gedeeltelijk overdekt detailhandelsbedrijf met een overdekt 2 verkoopvloeroppervlak van minimaal 1.000 m , waarop een volledig of nagenoeg volledig assortiment van bouw- en doe-het-zelf producten uit voorraad wordt aangeboden.
1.30 bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.31 bouwperceelsgrens een grens van een bouwperceel.
1.32 bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.33 bouwwerk een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.34 campus een hoogwaardig, voor een ieder openbaar toegankelijk terrein voor kennisintensieve technologische bedrijven en instellingen in de sectoren Life Science, Medisch en High Tech, waarbij men gebruik kan maken van bestaande en nieuw te ontwikkelen faciliteiten van de betrokken partijen en ontmoetingsruimten.
1.35 casino een speelcasino zoals bedoeld in artikel 27 lid g van de Wet op de kansspelen, te weten de voor het publiek opengestelde of bedrijfsmatig gedreven inrichting, waar door middel van gemeenschappelijk beoefende kansspelen aan de deelnemers de gelegenheid wordt gegeven om mede te dingen naar prijzen of premies, indien de aanwijzing der winnaars geschiedt door enige kansbepaling, waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen.
1.36 cultuurhistorische waarden waarden die zijn gekoppeld aan de beschavingsgeschiedenis, ondergebracht als historisch (steden)bouwkundig erfgoed, historisch landschappelijk erfgoed of archeologisch erfgoed.
64
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
1.37 cultuur en ontspanning voorzieningen gericht op cultuur en ontspanning, zoals een atelier, bioscoop, bowlingbaan, creativiteitscentrum, dansschool, museum, muziekschool, muziektheater, sauna, speelautomatenhal, theater en wellness. Prositutie, raamprostitutie/raamexploitatie of seksinrichting is uitgesloten. Een casino is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'casino'.
1.38 detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van het bieden van gelegenheid om gekochte etenswaren ter plaatse te nuttigen. Onder detailhandel wordt niet verstaan detailhandel in volumineuze goederen.
1.39 detailhandel in volumineuze goederen detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals: verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens, meubels en woninginrichting en sanitair.
1.40 dienstverlenend bedrijf een bedrijf met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak al dan niet met een baliefunctie, zoals: uitzendbureaus, reisbureaus, wasserettes, kapsalons, bijkantoren van banken en van sociaal-culturele instellingen, postagentschappen, telefoon-, internet-, telegraaf- en telexdiensten, snelfoto-ontwikkel- en copyshops, videotheken, autorijscholen en dergelijke.
1.41 erf de gronden met een woonbestemming gelegen binnen het bouwperceel maar buiten het bouwvlak.
1.42 escortbedrijf de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend (escortservices, bemiddelingsbureaus, overige).
1.43 evenement evenement zoals bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Nijmegen (APV).
1.44 garagebedrijf een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor verkoop, onderhoud en reparatie van motorvoertuigen, met dien verstande dat de verkoop van motorbrandstoffen is uitgezonderd.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
65
1.45 garagebox overdekte berg- en bewaarplaats, stalling voor auto's en (motor)fietsen.
1.46 gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.47 gebouwd terras aan- of uitbouw in de openbare ruimte ten behoeve van een aangrenzend horecabedrijf waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt.
1.48 geluidsgevoelige functies geluidsgevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder, te weten: geluidsgevoelige gebouwen a. b. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
woningen; andere geluidsgevoelige gebouwen: onderwijsgebouwen; ziekenhuizen; verpleeghuizen; verzorgingstehuizen; psychiatrische inrichtingen; kinderdagverblijven.
geluidsgevoelige terreinen I.
een standplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Huisvestingswet (woonwagen); II. ligplaats in het water, bestemd om door een woonschip te worden ingenomen. 1.49 gevelbreedte de breedte van de gevel waar tegenaan wordt gebouwd.
1.50 groothandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.
1.51 high tech sector bedrijven die actief zijn in de volgende subsectoren: a. b. c. d.
farmaceutische industrie medische, optische en precisie-instrumenten semiconductoren en zonne-energie fijnchemie
1.52 historisch stedenbouwkundig erfgoed fysieke verschijningsvorm en geschiedenis van de gebouwde omgeving.
66
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
1.53 historisch landschappelijk erfgoed fysieke verschijningsvorm en geschiedenis van landschap en geografie.
1.54 hoekovergang een aan- of uitbouw die buiten de gevelbreedten van het hoofdgebouw wordt gerealiseerd en die een verbinding vormt tussen een aan- of uitbouw aan de voorgevel en een aan- en of uitbouw aan de zijgevel van het hoofdgebouw.
1.55 hoofdbebouwing hoofdgebouw(en) inclusief aan- en of uitbouwen binnen het bouwvlak.
1.56 hoofdgebouw(en) een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.57 hoogwaardig openbaar vervoer een vorm van openbaar vervoer die gepositioneerd kan worden tussen de traditionele bus en trein, waarbij de nadruk ligt op het snel en betrouwbaar en comfortabel vervoeren van passagiers over vrijliggende HOV-infrastructuur.
1.58 horecabedrijf een bedrijf of instelling waar als hoofddoel bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, niet zijnde detailhandel en/of ondersteunende horeca of bed and breakfast.
1.59 hotel/pension een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse.
1.60 kantoor een ruimte welke door de aard en indeling kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig te zijn tot het verrichten van administratieve en/of ontwerptechnische arbeid, al dan niet met een ondergeschikte baliefunctie.
1.61 landschappelijke waarden waarden gebaseerd op aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke aspecten, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
1.62 kiosk een gebouw, al dan niet met een (gebouwd) terras, van beperkte omvang, veelal geplaatst in de openbare ruimte, gericht op het ter plaatse aan passanten te koop aanbieden van producten zoals souvenirs, kranten, tijdschriften, bloemen en planten, vis, groenten, versnaperingen, niet-alcoholische en licht alcoholische dranken, rookwaren, e.d.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
67
1.63 life science & health sector bedrijven en (kennis)instellingen die toepassingen ontwikkelen en diensten leveren ten behoeve van de voedingssector en/of bedrijven en (kennis)instellingen die toepassingen ontwikkelen en diensten en/of producten leveren in de medische-, zorg- en gezondheidssector.
1.64 maatschappelijke voorzieningen het openbaar bestuur, medische, sociale, educatieve en levensbeschouwelijke diensten, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen diensten, zoals: huisarts, apotheek, school, sportzaal, kinderdagverblijf, wijkcentrum, kerkgebouw, verzorgingstehuis, onzelfstandige woonvormen, uitvaartcentrum en bibliotheek.
1.65 natuurlijke waarden de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige, ecologische en biologische elementen voorkomende in dat gebied.
1.66 omgevingsvergunning vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.67 ondergronds bouwwerk a. een (gedeelte van een) gebouw dat gelegen is onder het niveau van de grondvloer van dat gebouw, waarbij de hoogte van die begane grondvloer hoger ligt dan 0,25 meter boven het aansluitende maaiveld ter plaatse hoofdtoegang; b. een zelfstandig voor mensen toegankelijk bouwwerk waarvan de bovenkant hoger is dan het maaiveld van het bouwperceel ter plaatse van dat bouwwerk.
begane nergens van de nergens
1.68 ondergeschikte detailhandel detailhandel waarbij de detailhandelsactiviteit een directe relatie heeft met de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is.
1.69 ondergeschikte kantoren kantoren waarbij het kantoor een directe relatie heeft met de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is.
1.70 ondergrond voor de ondergrond van het plan is gebruik gemaakt van de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN), als vervat in het bestand GBK 2013-10-10.
1.71 ondersteunende horeca horeca waarbij de horeca-activiteit ondersteunend is aan de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is.
1.72 overig bouwwerk een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
68
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
1.73 overkapping een op de grond staand, plat afgedekt bouwwerk, bestaande uit ten minste een dak, niet zijnde een gebouw.
1.74 pand de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
1.75 parkeerdak plat dak dat als parkeerplaats gebruikt kan worden.
1.76 parkeergarage onder- of bovengrondse voorziening waar automobilisten (meestal) overdekt hun auto's kunnen parkeren.
1.77 perceelsgrens de grens van een bouwperceel.
1.78 permanente bewoning bewoning van een ruimte als hoofdverblijf door dezelfde persoon.
1.79 productiegebonden detailhandel detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waar de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
1.80 prostitutie het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding.
1.81 raamprostitutie een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostituee/prostitué tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen.
1.82 recreatieve voorzieningen op verblijfs- en dagrecreatie gerichte voorzieningen, niet zijnde een sportvoorziening, zoals: kampeerterrein, kampeerboerderij, recreatiewoning en een volkstuin.
1.83 seksinrichting een voor het publiek toegankelijk gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde dan wel onderkomen, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al of niet in combinatie met elkaar.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
69
1.84 synergiebedrijvigheid bedrijf c.q. bedrijfsonderdeel c.q. bedrijfsvestiging die op zichzelf niet behoort tot de Life Science -, High Tech- of medische sector, maar die goederen of diensten levert die voor tenminste 50% worden geleverd aan bedrijven in de Life Science-, High Tech- of medische sector.
1.85 speelautomatenhal een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder c, van de Wet op de kansspelen.
1.86 sportvoorzieningen gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op sport, niet zijnde een recreatieve voorziening, zoals: fitnesscentrum, ijsbaan, manege, speelterrein, sporthal, sportveld, stadion, tennisbaan en zwembad.
1.87 straatmeubilair de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals: verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halteaanduidingen, parkeerregulerende constructies, road barriers, afvalinzamelsystemen, openbare toiletvoorzieningen, brandkranen, informatie- en reclameobjecten, fietsenstallingen, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, beeldende kunst, gedenktekens, sport- en speelvoorzieningen, abri's en dergelijke.
1.88 straatprostitutie het op straat door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot seksuele handelingen te bewegen, uit te nodigen dan wel aan te lokken.
1.89 stacaravan een caravan, die, ook als deze niet omgevingvergunningplichtig is, toch als bouwwerk valt aan te merken.
1.90 standplaats een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.
1.91 supermarkt een (grootschalig) detailhandelsbedrijf, veelal onderdeel van een supermarktketen, met een grote verscheidenheid aan levensmiddelen.
1.92 terras een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een bedrijf of instelling waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt.
70
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
1.93 terreinen met een archeologisch belang terreinen met een hoge verwachtingswaarde op het aantreffen van archeologische resten in de bodem of waarvan bekend is dat er in beperkte mate waardevolle archeologische resten in de bodem aanwezig zijn.
1.94 terreinen van zeer hoge archeologische waarde terreinen waarvan bekend is dat er waardevolle archeologische resten aanwezig zijn.
1.95 uitbouw een op de grond staand en aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat een vergroting betreft van een in het gebouw gelegen ruimte.
1.96 verblijfsgebied binnen de bestemming Verkeer gelegen gronden vooral bedoeld voor voetgangers en niet voor doorgaand verkeer.
1.97 voorgevellijn de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde ervan.
1.98 wadi voorziening voor de infiltratie van regenwater. Een wadi is een laagte waarin het regenwater zich kan verzamelen en in de bodem kan infiltreren.
1.99 werk een werk, geen bouwwerk zijnde.
1.100 winkelcentrum een cluster van winkels, al dan niet in combinatie met andere functies, die in ruimtelijk-economisch opzicht als eenheid beschouwd moet worden.
1.101 wonen de huisvesting van één of meerdere personen in een gebouw, niet zijnde een woonwagen of woonschip.
1.102 woning een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van een of meer personen.
1.103 woonschip onder woonschip verstaan we een (voormalig) schip met een (metalen) scheepsromp, dat is ingericht of verbouwd voor permanente bewoning waarbij de oorspronkelijke verschijningsvorm grotendeels behouden is gebleven. Met schip wordt in deze bedoeld: elk van oorsprong watergaand vaartuig, met eigen voortstuwing, dat gebruikt wordt (of werd) om goederen, passagiers of beide te vervoeren.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
71
1.104 woonwagen een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
1.105 zaalverhuur een inrichting ten behoeve van het al dan niet bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie, waarbij het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren en/of het verstrekken van drank voor consumptie ter plaatse mogelijk is.
1.106 zeer kwetsbaar object een object dat bestemd is voor groepen beperkt zelfredzame personen. Van beperkte zelfredzaamheid is sprake wanneer personen in geval van een calamiteit niet in staat zijn zichzelf zonder hulp van buitenaf in veiligheid te brengen, zoals kinderen, ouderen, gehandicapten en gedetineerden. Voorbeelden van zeer kwetsbare objecten zijn grote zorgcomplexen, ziekenhuizen, detentiecentra, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, basisscholen en begeleid wonen met 24-uurszorg.
72
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Artikel 2
Wijze van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand van een gebouw tot een zijdelingse perceelsgrens de afstand gemeten vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw tot aan de zijdelingse perceelsgrens.
2.2 de afstanden tussen lijnen afstanden tussen lijnen worden gemeten van het hart van de ene lijn tot het hart van de andere lijn.
2.3 de bedrijfsvloeroppervlakte de totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle op een bouwperceel aanwezige bebouwing, boven en onder peil, ten dienste van één bepaalde binnen een bestemming toegestane activiteit/functie.
2.4 de diepte van een bouwwerk, niet zijnde een hoofdgebouw de afstand gemeten vanaf het verste punt van het bouwwerk loodrecht op de gevel waartegen het bouwwerk wordt aangebouwd.
2.5 de bouwhoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels, dakkapellen, lucht- en liftkokers, (brand)trappen, zonnepanelen, andere technische ruimten en/of technische constructies, hekwerken, luifels, balkons en antennes.
2.6 de bouwhoogte van een dakopbouw vanaf de afdekking van de bovenste bouwlaag tot aan het hoogste punt van de dakopbouw.
2.7 de bouwhoogte van een kap vanaf de bovenkant goot, boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel tot aan het hoogste punt van de kap.
2.8 de dakhelling langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.9 gevellijn de plaats vanaf waar de bouw- en goothoogte van het aangrenzende maatvoeringsvlak wordt gemeten.
2.10 de goothoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met uitzondering van ondergeschikte
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
73
bouwonderdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels, dakkapellen, lucht- en liftkokers, (brand)trappen, zonnepanelen, andere technische ruimten en/of technische constructies, hekwerken, luifels, balkons en antennes. Voor de meest voorkomende dakvormen bij woningen is in onderstaande schetsjes aangegeven waar de goothoogte wordt bepaald. Daarbij geldt dat voorzover het gaat om een bestaand zadeldak deze niet mag worden uitgebouwd tot een afgetopte dakvorm.
74
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
2.11 de hoogte van een windturbine vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
2.12 de inhoud van een bouwwerk tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.13 de oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.14 het bebouwde oppervlakte de buitenwerks gemeten oppervlakte van de verticale projectie van alle in een nader aan te geven gebied aanwezige, al dan niet ondergrondse, bouwwerken, met uitzondering van ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals pompputten, luifels en balkons.
2.15 het bebouwingspercentage het percentage dat de oppervlakte van (een gedeelte van) het bouwvlak aangeeft dat binnen de aanduiding 'bouwvlak' maximaal mag worden bebouwd. Dit percentage geldt voor elk afzonderlijk bouwperceel.
2.16 het peil de plaats vanwaar in het kader van dit bestemmingsplan de hoogte wordt gemeten als bedoeld “bouw- en goothoogte” en als volgt bepaald: a. voor bouwwerken boven het maaiveld, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een (al dan niet openbare) weg grenst: de hoogte van de kruin van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang; b. voor bouwwerken boven het maaiveld, waarvan de hoofdtoegang niet onmiddellijk aan de hiervoor bedoelde weg grenst: de hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang; c. voor bouwwerken onder het maaiveld, het peil van het bijbehorende bovengrondse hoofdgebouw; d. voor drijvende bouwwerken: de waterlijn; e. in de andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld. 2.17 het (bruto) verkoopvloeroppervlak de totale oppervlakte van de voor publiek toegankelijke ruimten, etalages en ruimten achter toonbanken.
2.18 het vloeroppervlak de totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle ruimten ondergronds, op de begane grond, de verdiepingen, de zolder en de bijbehorende aan- en uitbouwen.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
75
76
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3
Gemengd
3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijfsactiviteiten zoals genoemd in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten (model Nijmegen) tot de milieucategorie 1 t/m 4.2, uitsluitend voor zover het betreft bedrijfsactiviteiten behorende tot de life science & health- en/of de high tech sector, met bijbehorende voorzieningen zoals technische installaties en proefopstellingen; b. nieuwe BEVI-bedrijven zijn niet toegestaan; c. synergiebedrijvigheid, met bijbehorende voorzieningen zoals technische installaties en proefopstellingen; d. tot maximaal 50% van het bouwvlak voor onderwijs- en onderzoeksinstellingen in de life science & health- of high tech sector, met bijbehorende voorzieningen zoals technische installaties en proefopstellingen; e. tot maximaal 10% van het bouwvlak voor detailhandel ten dienste van de campus met 2 een maximale verkoopvloeroppervlakte van 100 m per detailhandelszaak; f. tot maximaal 10% van het bouwvlak voor dienstverlening ten dienste van de campus 2 met een maximale oppervlakte van 100m per dienstverleningsbedrijf; 2 g. tot maximaal 1.500m voor horeca (met bijbehorende terrassen) ten dienste van de campus voor zover deze voorkomen in categorie 1a, 1b en 2a van de Staat van 2 horeca-activiteiten (model Nijmegen) met een maximale oppervlakte van 750m per horecabedrijf; h. ondergeschikte detailhandel; i. ondergeschikte kantoren; j. opslag en uitstalling; k. ontsluitingswegen; l. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen; m. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen. 3.2
Bouwregels
3.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
3.2.2
Specifieke bouwregels
De in artikel 3.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak'; b. In verband met het voorkomen van brandoverslag tussen gebouwen (brandcompartimenten), dient de onderlinge afstand tussen bebouwing zodanig te zijn dat voldaan wordt aan de eisen ten aanzien van de weerstand tegen brandoverslag uit het Bouwbesluit 2012, tenzij op andere wijze aan deze eisen kan worden voldaan.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
77
c.
ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' mag tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven; d. op het bouwperceel buiten de aanduiding 'bouwvlak' mogen, doch uitsluitend aan de voorzijde van en aangrenzend aan het hoofdgebouw, worden gebouwd: 1. aan- en uitbouwen, zoals erkers en ingangspartijen, tot een maximale breedte van 60% van de gevelbreedte van het hoofdgebouw en een maximale diepte van 2 meter; de goothoogte mag ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen; 2. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals luifels en balkons, met een maximale diepte van 2 meter; e. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht, met dien verstande dat: 1. de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2,5 meter mag bedragen; 2. de bouwhoogte van palen en (licht)masten niet meer dan 10 meter en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, niet meer dan 5 meter mag bedragen.
3.3 Specifieke gebruiksregels a. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan: 1. gebruik van gebouwen voor zelfstandige kantoren die niet ten ten dienste van de campus staan; 2. bewoning (inclusief kamerverhuur) van gebouwen; 3. opslag van goederen op onbebouwde gronden met een totale stapelhoogte van meer dan 5 meter. De opslag van goederen dient vanaf de openbare weg aan het zicht onttrokken te zijn. b. Ten aanzien van de in lid 3.1 onder g. genoemde functie 'horeca' gelden de volgende bepalingen: 1. de horeca-activiteit staat ten dienste van de campus; 2. de openingstijden van de horeca-activiteit zijn aangepast aan de openingstijden van de campus; 3. de toegang tot de horeca-activiteit is uitsluitend via die van het terrein van de campus. 3.4 Afwijken van de gebruiksregels Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: a. lid 3.1 teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van bedrijfsactiviteiten en voorzover het bedrijf past binnen de campus;
78
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
b. lid 3.1 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten en voorzover het bedrijf en voorzover het bedrijf past binnen de campus; c. lid 3.1 teneinde BEVI-bedrijven toe te laten voorzover het bedrijf past binnen de campus. 3.4.1
Adviesprocedure voor afwijkingen
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.4.1, onder c wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de Omgevingsdienst Regio Nijmegen, adviseur externe veiligheid, omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning externe veiligheidaspecten in het geding komen en welke voorschriften, ten aanzien van externe veiligheid, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
79
80
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Artikel 4
Leiding - Riool
4.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor aanleg, instandhouding en/of bescherming van een rioolwatertransportleiding.
4.2
Bouwregels
4.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 7.2 ; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
4.2.2
Specifieke bouwregels
a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen, met dien verstande dat palen en (licht)masten hoger mogen zijn. b. op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd. 4.3
Afwijken van de bouwregels
4.3.1
Afwijkingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: lid 4.2.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen.
4.3.2
Toelaatbaarheid
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de belangen van de leiding(en) hierdoor niet onevenredig worden geschaad.
4.3.3
Adviesprocedure voor afwijkingen
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en) omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de belangen van de leiding(en) niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
81
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 4.4.1
Omgevingsvergunningsplicht
Het is verboden op of in de in lid 4.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren: a. het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden; b. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren; c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen, het bebossen van gronden of het indrijven van voorwerpen in de grond; d. het aanleggen en verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen; e. het aanleggen van rioleringen, leidingen of kabels anders dan ten behoeve van de bestemming; f. het opslaan van zaken (waaronder begrepen afvalstoffen).
4.4.2
Uitzonderingen
Het in lid 4.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden die: a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
4.4.3
Toelaatbaarheid
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.4.1 zijn slechts toelaatbaar voor zover de belangen van de leiding(en) hierdoor niet onevenredig worden geschaad.
4.4.4 Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en) omtrent de vraag of door de uitvoering van de voorgenomen werken en werkzaamheden de belangen van de leiding(en) niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
82
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Artikel 5
Waarde - Archeologie 2
5.1 Bestemmingsomschrijving De voor Waarde - Archeologie 2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden (gebied van archeologisch belang).
5.2
Bouwregels
5.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde worden gebouwd.
5.2.2
Specifieke bouwregels
a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen, met dien verstande dat palen en (licht)masten hoger mogen zijn; b. op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd, tenzij aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan: 1. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; 2. het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken: vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande fundering; 3. het bouwplan is gesitueerd tot maximaal 3 meter uit de fundering van een bestaand gebouw; 4. geen grondwerk wordt verricht dieper dan 0,30 meter onder maaiveld; 2 5. de bebouwde oppervlakte van het bouwplan maximaal 50 m bedraagt. 5.3
Afwijken van de bouwregels
5.3.1
Afwijkingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen.
5.3.2
Toelaatbaarheid
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
5.3.3
Adviesprocedure voor afwijkingen
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
83
de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. Aan een omgevingsvergunning kunnen voorschriften worden verbonden zoals: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden, zoals alternatieven voor heiwerk, het aanbrengen van een beschermende bodemlaag of andere voorzieningen die op dit doel zijn gericht; b. het doen van nader archeologisch onderzoek; c. het begeleiden van de activiteiten waarvoor een omgevingsvergunning is verleend door een daarvoor aangewezen archeologisch deskundige.
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 5.4.1
Werken en werkzaamheden
Het is verboden op of in de in lid 5.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren: a. grondwerkzaamheden, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het aanleggen van drainage en het verwijderen van bestaande funderingen; b. het ophogen van de bodem met meer dan 1 meter; c. het tot stand brengen en/of in exploitatie brengen van boor-en pompputten; d. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen, e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en/of het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond; f. het verlagen van het waterpeil; g. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd; h. het omzetten van grasland in bouwland; i. het aanleggen van nieuwe ondergrondse transport-, energie-,of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
5.4.2
Uitzonderingen
Het in lid 5.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden indien: a. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; b. de werkzaamheden in de bodem niet dieper gaan dan 0,30 meter onder het maaiveld en de eventueel aan te leggen verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen niet 2 groter zijn dan 50 m ; c. de werken en werkzaamheden het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, met inbegrip van onderhouds-en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen binnen bestaande traces van kabels en leidingen; d. de werken en werkzaamheden: 1. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
84
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
4. het archeologisch onderzoek betreffen.
5.4.3
Toelaatbaarheid
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 5.4.1 zijn slechts toelaatbaar voor zover op grond van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
5.4.4 Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.
5.5 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door: a. de bestemming Waarde - Archeologie 2 als bedoeld in lid 5.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is; b. gronden alsnog te bestemmen als Waarde - Archeologie 2 indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
85
86
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 6
Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7
Algemene bouwregels
7.1 Beeldende kunst Het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, ten behoeve van beeldende kunst is binnen alle bestemmingen toegestaan tot een maximale bouwhoogte van 15 meter, met dien verstande dat de regels van de dubbelbestemmingen en algemene aanduidingsregels onverkort van toepassing zijn.
7.2 (Bouw)werken ten algemenen nutte Het oprichten van bouwwerken ten algemenen nutte, zoals: transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichtingen, gasdrukregel- en meetstations, straatmeubilair, infiltratievoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van koude- en warmteopslag, wachthuisjes voor verkeers- en parkeerdiensten en schuilgelegenheden, is binnen alle bestemmingen toegestaan, met dien verstande dat: a. de inhoud van elk gebouw niet meer mag bedragen dan 50 m³; b. de oppervlakte van elke overkapping niet meer mag bedragen dan 20 m²; c. de goothoogte van gebouwen niet meer dan 3 meter mag bedragen en de bouwhoogte van gebouwen niet meer dan 5 meter mag bedragen; d. de bouwhoogte van overkappingen niet meer dan 3 meter mag bedragen; e. voor de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, de bouwregels van de geldende bestemming van toepassing zijn; f. de regels van de dubbelbestemmingen en algemene aanduidingsregels onverkort van toepassing zijn. 7.3 Ondergronds bouwen Bouwen onder peil ten behoeve van de bestemming is toegestaan, met dien verstande dat: a. bouwen onder peil is toegestaan binnen de aanduiding 'bouwvlak' ten behoeve van op de begane grond toegestane functies; b. bouwen onder peil is toegestaan binnen de aanduiding 'bouwvlak' ten behoeve van ondergrondse parkeervoorzieningen; c. bouwen onder peil ten behoeve van bouwwerken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 7.2 is toegestaan; d. de regels van de dubbelbestemming en algemene aanduidingsregels onverkort van toepassing zijn.
Artikel 8
Algemene gebruiksregels
8.1 Evenementen Evenementen zijn binnen alle bestemmingen toegestaan, mits hiervoor vergunning is verleend op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
87
Artikel 9
Algemene aanduidingsregels
9.1 milieuzone - zones wet milieubeheer Binnen de gebiedsaanduiding 'milieuzone - zones wet milieubeheer' zijn kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) niet toegestaan.
9.2 overige zone - geluidgezoneerd industrieterrein Een terrein waar in hoofdzaak een bestemming is gegeven voor de vestiging van inrichtingen en waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van inrichtingen, behorende tot een bij een algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorie van inrichtingen, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.
9.3 veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen Binnen de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' zijn nieuwe zeer kwetsbaar objecten niet toegestaan.
Artikel 10
Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van dit plan, voor zover het een in beperkte mate afwijking van de maatvoering betreft, noodzakelijk om het bouwwerk zodanig te laten aansluiten op een bestaande, legale situatie dat dit vanuit architectonisch en/of bouwkundig opzicht een verbetering is.
88
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Artikel 11
11.1
Overige regels
Parkeerregels
11.1.1 Algemene parkeerregels Het is verboden te bouwen dan wel het gebruik van gronden en/of bouwwerken te wijzigen indien er niet wordt voldaan aan de op grond van dit artikel gestelde eisen ten aanzien van parkeren, stallen, laden en lossen.
11.1.2 Specifieke parkeerregels bij bouwplannen a. indien een bouwplan daartoe aanleiding geeft, moet ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op de bij het bouwplan behorende en daartoe bestemde gronden. De parkeer- en stallingsbehoefte wordt bepaald op de wijze zoals beschreven in de beleidsregels Parkeren. b. de onder sub a bedoelde ruimte voor het parkeren of stallen van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan: 1. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 2,50 m bij 5,00 m en ten hoogste 3,25 m bij 6,00 m bedragen met dien verstande dat als de parkeerruimte tevens fungeert als toegang tot het gebouw de afmetingen ten minste 3,00 m bij 5,00 m dienen te bedragen; 2. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte - voor zover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,50 m bij 5,00 m bedragen; c. indien een bouwplan daartoe aanleiding geeft, moet ten behoeve van het laden of lossen van goederen in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op de bij het bouwplan behorende en daartoe bestemde gronden. 11.1.3 Specifieke parkeerregels bij gebruikswijzigingen a. indien het wijzigen van het gebruik van gronden en/of bouwwerken daartoe aanleiding geeft, moet, voor wat betreft de toename in parkeer- of stallingsbehoefte, in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op die gronden of op de bij die bouwwerken behorende en daartoe bestemde gronden. De parkeer- en stallingsbehoefte wordt bepaald op de wijze zoals beschreven in de beleidsregels Parkeren. b. de onder sub a bedoelde ruimte voor het parkeren of stallen van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan: 1. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 2,50 m bij 5,00 m en ten hoogste 3,25 m bij 6,00 m bedragen met dien verstande dat als de parkeerruimte tevens fungeert als toegang tot het gebouw de afmetingen ten minste 3,00 m bij 5,00 m dienen te bedragen; 2. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte - voor zover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,50 m bij 5,00 m bedragen; c. indien het wijzigen van het gebruik van gronden en/of bouwwerken daartoe aanleiding geeft, moet, voor wat betreft de toename in de behoefte aan laad- en losruimte, in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op die gronden of op de bij die bouwwerken behorende en daartoe bestemde gronden.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
89
11.1.4 Afwijken van de parkeerregels Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.1.1, 11.1.2 en 11.1.3. Het bevoegd gezag neemt hierbij, conform de beleidsregels Parkeren, in overweging of: a. het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; b. er op andere wijze in de benodigde parkeer-, stallings-, laad- of losruimte wordt voorzien; c. er een financiële voorwaarde dient te worden gesteld. 11.1.5 Specifieke gebruiksregels Ruimte(n) voor het parkeren of stallen van motorvoertuigen, bromfietsen en fietsen, voor zover de aanwezigheid van deze ruimten krachtens deze parkeerregels is geëist, dient te allen tijde voor dit doel beschikbaar te blijven. Ander gebruik wordt aangemerkt als strijdig gebruik.
11.2 Voorrangsregeling bestemmingen Bij toepassing van de bestemmingen uit Hoofdstuk 2 geldt, indien op deze gronden een (enkelvoudige) bestemming samenvalt met een dubbelbestemming, primair het bepaalde met betrekking tot de dubbelbestemming. Indien twee of meer dubbelbestemmingen prioriteitenvolgorde te worden aangehouden:
samenvallen,
dient
a. de vierde plaats de planregels van artikel 4 Leiding - Riool; b. de negende plaats de planregels van artikel 5 Waarde - Archeologie 2.
90
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
de
volgende
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 12
12.1
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
12.1.1 Algemeen Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
12.1.2 Afwijken bij omgevingsvergunning Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 12.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 12.1.1 met maximaal 10%.
12.1.3 Uitzonderingen Artikel 12.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
12.2
Overgangsrecht gebruik
12.2.1 Algemeen Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
12.2.2 Strijdig gebruik a. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 12.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. b. Indien het gebruik, bedoeld in artikel 12.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
91
12.2.3 Uitzonderingen Artikel 12.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
92
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Artikel 13
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC).
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
93
94
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Bijlagen bij de regels
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
95
96
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Bijlage 1 Nijmegen)
Staat van bedrijfsactiviteiten (model
Staat van bedrijfsactviteiten
05
Visserij, kweken van vis en schaaldieren
Cat
0502
Kweken van vis en schaaldieren
3.1
15
Milieuaspect G-GE30
Industrie Cat Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken 1511 Slachterijen (geen pluimveeslachterijen) 3.2 1513.1 Vervaardiging van snacks en kant-en-klaar-maaltijden 3.1 1513.2 Vervaardiging van vleeswaren (geen snacks) en overige 3.1 vleesverwerking 1551 Melkproductenfabrieken v.c. < 55.000 t/j 3.2 Melkproductenfabrieken v.c. > 55.000 t/j 4.2 2 1552 Bereiding van consumptie-ijs p.o. = 200 m 2 2 Bereiding van consumptie-ijs p.o. > 200 m 3.2 1561 Vervaardiging van meel (geen zetmeel)< 500 t/u 4.1 Vervaardiging van meel (geen zetmeel)= 500 t/u 4.2 1562 Vervaardiging van zetmeel < 10 t/u 4.1 Vervaardiging van zetmeel = 10 t/u 4.2 1571 Vervaardiging van veevoeder (mengvoeder) < 100 t/u 4.1 Vervaardiging van veevoeder (mengvoeder) = 100 t/u 4.2 1572 Vervaardiging van voer voor huisdieren 4.1 1581 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: v.c. < 2.500 kg 2 meel/week Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: v.c. = 2.500 kg 3.2 meel/week 1582 Banketfabrieken en vervaardiging van beschuit en biscuit 3.2 2 1584.2 Vervaardiging van chocolade en suikerwerk p.o. = 200 m 2 2 Vervaardiging van chocolade en suikerwerk p.o. < 2.000 m 3.2 2 Vervaardiging van chocolade en suikerwerk p.o. > 2.000 m 5.1 1585 Vervaardiging van deegwaren 3.1 1589 Vervaardiging van overige voedingsmiddelen n.e.g. 4.1 1591 Distilleerderijen en likeurstokerijen 4.2 1596 Bierbrouwerijen 4.2
Milieuaspect G-GE100 G-GE50 G-GE50
17
Vervaardiging van textiel en textielproducten
1771 1772
Vervaardiging van gebreide en gehaakte kousen en sokken 3.1 Vervaardiging van gebreide en gehaakte truien, vesten en 3.1 pullovers
Milieuaspect G50 G50
18
Vervaardiging van kleding; bereiden en verven van bont
1822 1823 1824
Vervaardiging van bovenkleding (geen werkkleding en kleding 2 van leer) Vervaardiging van onder- en nachtkleding 2 Vervaardiging van overige kleding en -toebehoren n.e.g. 2
20
Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, Cat
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Cat
Cat
G100 G100 G30 G100 G200 G300 G-GE200 G-GE300 G-GE200 G-GE300 G-GE200 G-GE30 G-GE100 G-GE100 G-GE30 GE100 GE500 GE50 GE200 GE300 GE300
Milieuaspect G30 G30 G30 Milieu-
97
riet e.d. 2020 Vervaardiging van fineer en plaatmaterialen 2030.2 Vervaardiging van overig timmerwerk
3.2 3.2
21
Vervaardiging van papier, karton en papier- en kartonwaren; Cat uitgeverijen en drukkerijen e.d. 2112.1 Vervaardiging van grafisch papier en karton < 3 t/u 3.1 Vervaardiging van grafisch papier en karton 3 - 15 t/u Vervaardiging van grafisch papier en karton > 15 t/u 2121.1 Vervaardiging van verpakkingsmiddelen van papier en karton 2123 Vervaardiging van kantoorbenodigdheden van papier 2125 Vervaardiging van overige papier- en kartonwaren 22
4.1 4.2 3.2 3.2 3.2
aspect G-GE100 G100 Milieuaspect G-GE-S5 0 G200 G300 G100 G100 G100
2222.1 2222.2 2222.3 2222.5 2222.6 2223 2224 2225 2231
Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen Cat media Drukkerijen van boeken e.d. 3.2 Drukkerijen van tijdschriften 3.2 Drukkerijen van reclame 3.2 Drukkerijen van formulieren 3.2 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen 2 Grafische afwerking en binderijen 1 Grafische reproductie en zetten 2 Overige activiteiten verwant aan de drukkerij 2 Reproductie van geluidsopnamen 1
Milieuaspect G100 G100 G100 G100 G30 G10 GE30 G-GE30 G10
24
Vervaardiging van chemische producten
Cat
2416
Vervaardiging van kunststof in primaire vorm
5.2
Milieuaspect GE700
2430
Vervaardiging van verf, lak, vernis, inkt en mastiek
4.2
GE300
2441 2442
Farmaceutische grondstoffenfabriek - p.c. < 1.000 t/j Formulering en afvullen geneesmiddelen
4.2 3.1
GV300 G-GE50
2466
Chemische kantoorbenodigdheden fabrieken
3.1
G-GE50
Vervaardiging van overige chemische producten n.e.g.
4.1
G-GE200
25
Vervaardiging van producten van rubber en kunststof
Cat
2522
Productie van verpakkingsmateriaal en assemblage 3.1 kunststofbouwmaterialen Kunststofverwerkende bedrijven zonder fenolharsen 4.1 Kunststofverwerkende bedrijven met fenolharsen 4.2 Vervaardiging van overige producten van kunststof 4.1
Milieuaspect G-GE50
2524
26 2612 2613 2621
98
GE200 GE300 GE200
Vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en Cat gipsproducten Vormen en bewerken van vlakglas 3.1
Milieuaspect G50
Vervaardiging van holglas 3.2 Vervaardiging van huishoudelijk/sieraardewerk, Elektrische ovens 2 < 40 kW Vervaardiging van huishoudelijk/sieraardewerk, Elektrische ovens 3.2 = 40 kW
G100 G30
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
G100
2661.1 Vervaardiging van producten van beton voor de bouw 2663 Vervaardiging van stortklare beton p.c. < 100 t/d
5.2 3.2
G700 G100
Vervaardiging van stortklare beton p.c. > 100 t/d 4.2 Natuursteenbewerking, zonder breken zeven en drogen, p.o. = 3.1 2 2.000 m Natuursteenbewerking, zonder breken zeven en drogen, p.o. > 3.2 2 2.000 m
G300 G50
Milieuaspect G-GE700
2751
Vervaardiging van metalen in primaire vorm en van Cat producten van metaal Vervaardiging van ijzer, staal en ferro-legeringen(EGKS) p.c. < 5.2 1.000t/j Gieten van ijzer p.c. < 4.000 t/j 4.2
2754
Gieten van overige non-ferrometalen
G300
28
Vervaardiging van producten van metaal (geen machines en Cat transportmiddelen) Vervaardiging van metalen constructiewerken gesloten gebouw 3.1 2 p.o.= 200 m Vervaardiging van metalen constructiewerken gesloten gebouw 3.2 2 p.o.> 200 m Vervaardiging van metalen ramen, deuren en kozijnen, p.o.= 200 3.1 2 m Vervaardiging van metalen ramen, deuren en kozijnen, p.o.> 200 3.2 2 m Oppervlaktebehandeling, Algemeen 3.2 Oppervlaktebehandeling, Lakken, moffelen en emailleren 3.2 2 Overige metaalbewerking, p.o.= 200 m 3.1 2 Overige metaalbewerking, p.o.> 200 m 3.2 Vervaardiging van hang- en sluitwerk 3.2 Vervaardiging van overige producten van metaal n.e.g. p.o.= 200 3.1 2 m Vervaardiging van overige producten van metaal n.e.g. p.o.> 200 3.2 2 m
Milieuaspect G50
29
Vervaardiging van machines en apparaten
2911
Vervaardiging en revisie van motoren en turbines (geen motoren 4.1 2 voor vliegtuigen, motorvoertuigen en -fietsen) p.o. > 2.000 m 2 Vervaardiging van industriële ovens en branders, p.o. > 2.000 m 4.1 Vervaardiging van hijs-, hef- en andere transportwerktuigen, 4.1 2 p.o. > 2.000 m Vervaardiging van landbouwmachines en -werktuigen (geen 4.1 tractoren), 2 p.o. > 2.000 m Vervaardiging van machines en apparaten voor de productie van 4.1 2 papier, karton en papier- en kartonwaren, p.o. 2.000 m Vervaardiging van overige machines en apparaten n.e.g. voor 4.1 2 specifieke industriële activiteiten, p.o. > 2.000 m
Milieuaspect G200
2670
27 2710
2811
2812
2851 2852 2863 2875
2921 2922 2932
2955 2956
30
4.2
Cat
G100
G300
G100 G50 G100 G100 G-GE100 G50 G100 G100 G50 G100
G200 G200 G200
G200 G200
3002
Vervaardiging van elektrische en optische apparaten en Cat instrumenten Vervaardiging van computers 2
Milieuaspect G-GE30
31
Vervaardiging van overige elektrische machines, apparaten Cat
Milieu-
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
99
aspect G-GE200
3130
en benodigdheden Vervaardiging van elektromotoren en elektrische generatoren en 4.1 transformatoren Vervaardiging van geïsoleerde kabel en draad 4.1
3162
Vervaardiging van koolelektroden
GE1500
32
Vervaardiging van audio-, videoen Cat telecommunicatieapparaten en benodigdheden Vervaardiging van elektronische componenten 3.1 Vervaardiging van zendapparaten voor televisie en radio en van 3.1 apparaten voor lijntelefonie en -telegrafie
Milieuaspect G50 G50
Vervaardiging van medische apparaten en instrumenten, Cat orthopedische artikelen e.d., precisie- en optische instrumenten en uurwerken 3310.1 Tandtechnische bedrijven 2 3310.2 Vervaardiging van medische apparaten en instrumenten en 2 overige orthopedische en protheseartikelen 3320 Vervaardiging van meet-, regel- en controleapparaten (niet voor 2 de bewaking van industriële processen) 3350 Vervaardiging van uurwerken 2
Milieuaspect
34
Milieuaspect G200 G200
3110
3210 3220
6
33
Vervaardiging van transportmiddelen
3420.1 Carrosseriebouw 3420.2 Vervaardiging van aanhangwagens en opleggers 35
Cat 4 4
G200
G-GE30 G-GE30 G30 G30
Vervaardiging van transportmiddelen (geen auto's, Cat aanhangwagens en opleggers) 1 Nieuwbouw en reparatie van metalen schepen > 25 m , 5.1 baggermaterieel, booreilanden e.d. Nieuwbouw en reparatie van sport- en recreatievaartuigen, 4.1 1 metaal < 25 m Vervaardiging van fietsen 3.2 Vervaardiging van invalidenwagens 3.2 Vervaardiging van overige transportmiddelen n.e.g. 3.2
Milieuaspect G500
3611 3612.1 3612.2 3615 3622 3630 3663.1 3663.2
Vervaardiging van meubels; vervaardiging van overige Cat goederen n.e.g. Vervaardiging van zitmeubels 3.2 Interieurbouw 3.2 Vervaardiging van bedrijfsmeubels 3.2 Vervaardiging van matrassen 3.2 Vervaardiging van sieraden e.d. (geen imitatiesieraden) 2 Vervaardiging van muziekinstrumenten 2 Sociale werkvoorziening 2 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 3.1
Milieuaspect G100 G100 G100 G100 GE30 G-GE30 G-GE30 G50
37
Voorbereiding tot recycling
Cat
3720
Voorbereiding tot recycling van afval (geen metaalafval)
4.2
Milieuaspect G300
40
Productie en distributie van elektriciteit, aardgas en water
Cat
3511 3512 3542 3543 3550 36
4000.1 Centrale productie van elektriciteit (olie/gas) > 75 MW 4000.2 Decentrale productie van elektriciteit, stoom en warm water
100
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
5.1 5.1
G200 G100 G100 G100
Milieuaspect G500 G500
4000.3 Distributie van elektriciteit, aardgas, stoom en warm water
4.2
G300
41
Winning en distributie van water
Cat
4100
Winning en distributie van water
3.1
Milieuaspect G50
45
Bouwnijverheid
Cat 2
4511.1 Slopen van bouwwerken b.o. < 2000 m 3.1 2 Slopen van bouwwerken b.o. > 2000 m 3.2 2 4511.2 Grondverzet b.o. < 2000 m 3.1 2 Grondverzet b.o. > 2000 m 3.2 2 4521.1 Algemene burgerlijke en utiliteitsbouw < 2000 m 3.1 2 Algemene burgerlijke en utiliteitsbouw > 2000 m 3.2 2 4521.3 Leggen van kabels en buizen < 2000 m 3.1 2 Leggen van kabels en buizen > 2000 m 3.2 2 4522 Dakdekken en bouwen van dakconstructies < 2000 m 3.1 2 Dakdekken en bouwen van dakconstructies > 2000 m 3.2 4523.1 Aanleggen van wegen, luchthavens, spoorwegen en 3.1 2 sportterreinen < 2000 m Aanleggen van wegen, luchthavens, spoorwegen en 3.1 2 sportterreinen > 2000 m 2 4523.2 Stratenmaken < 2000 m 3.1 2 Stratenmaken > 2000 m 3.2 2 4525.1 Heien en andere funderingswerkzaamheden < 2000 m 3.1 2 Heien en andere funderingswerkzaamheden > 2000 m 3.2 2 4525.2 Vlechten van betonstaal < 2000 m 3.1 2 Vlechten van betonstaal > 2000 m 3.2 4525.4 Overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw n.e.g. < 3.1 2 2000 m Overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw n.e.g. > 3.2 2 2000 m 2 4531 Elektrotechnische bouwinstallatie < 2000 m 3.1 2 Elektrotechnische bouwinstallatie > 2000 m 3.2 2 4532 Isolatiewerkzaamheden < 2000 m 3.1 2 Isolatiewerkzaamheden > 2000 m 3.2 2 4533.1 Loodgieters-, fitterswerk; installatie van sanitair < 2000 m 3.1 2 Loodgieters-, fitterswerk; installatie van sanitair > 2000 m 3.2 4533.2 Installatie centrale verwarmings-/luchtbehandelingsapparaten < 3.1 2 2000 m Installatie centrale verwarmings-/luchtbehandelingsapparaten > 3.2 2 2000 m 2 4534 Overige bouwinstallatie < 2000 m 3.1 2 Overige bouwinstallatie > 2000 m 3.2 2 4541 Stukadoren < 2000 m 3.1 2 Stukadoren > 2000 m 3.2 2 4542 Timmeren < 2000 m 3.1 2 Timmeren > 2000 m 3.2 2 4544 Schilderen en glaszetten < 2000 m 3.1 2 Schilderen en glaszetten > 2000 m 3.2 2 4545 Overige afwerking van gebouwen < 2000 m 3.1 2 Overige afwerking van gebouwen > 2000 m 3.2 50
Reparatie van consumentenartikelen en handel
5020.1 Auto-onderdelenservicebedrijven 5020.2 Bandenservicebedrijven
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Cat 2 2
Milieuaspect G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G50 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 Milieuaspect G30 G30
101
5020.3 5020.4 5020.5 5030.1
Reparatie van specifieke auto-onderdelen 2 Carrosserieherstel 3.2 Overig onderhoud en slepen van auto's 2 Groothandel en handelsbemiddeling in auto-onderdelen en 2 -accessoires 5030.2 Groothandel en handelsbemiddeling in banden 2 5040.1 Groothandel en handelsbemiddeling in motorfietsen en 2 onderdelen en accessoires daarvan
G30 G100 G30 G30
51
Milieu-as pect G50
5121.5
5121.8 5122 5123.1 5123.2 5124.1 5131.1 5132 5133.1 5134 5136 5137 5138.1 5138.3 5139 5142.1 5142.3 5142.6 5143.2 5143.3 5143.4 5143.5 5146.2
5147.1 5147.4 5147.5 5147.8 5147.9 5148.1 5148.3 5148.4 5148.5 5148.6 5148.7
102
Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en Cat motorfietsen) Groothandel in veevoeder (geen ruw-, meng- en krachtvoeder) < 3.1 500 t/u Groothandel in veevoeder (geen ruw-, meng- en krachtvoeder) > 4.2 500 t/u Groothandel in overige akkerbouwproducten < 500 t/u 3.1 Groothandel in overige akkerbouwproducten > 500 t/u 4.2 Groothandel in bloemen en planten 2 Groothandel in levend vee 3.2 Groothandel in huisdieren, siervissen, siervogels en wilde dieren 3.2 Groothandel in huiden en vellen 3.1 Groothandel in groenten en fruit 3.1 Groothandel in vlees/vleeswaren, pluimvee, wild/gevogelte (niet 3.1 levend) Groothandel in zuivelproducten, spijsoliën en -vetten 3.1 Groothandel in dranken 2 Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk 2 Groothandel in koffie/thee/cacao/specerijen (geen ruwe tropische 2 producten) Groothandel in snacks 2 Gespecialiseerde groothandel in overige 2 voedings-/genotmiddelen n.e.g. Groothandel in voedings- en genotmiddelen algemeen 2 assortiment Groothandel in bovenkleding 2 Groothandel in onderkleding 2 Groothandel in textielwaren algemeen assortiment 2 Groothandel in audio- en videoapparaten 2 Groothandel in beeld- en geluidsdragers 2 Groothandel in verlichtingsartikelen 2 Groothandel in overige elektrische huishoudelijke apparaten 2 Groothandel in medische en tandheelkundige instrumenten, 2 verpleegen orthopedische artikelen en laboratoriumbenodigdheden Groothandel in sportartikelen (geen watersportartikelen) 2 Groothandel in speelgoed 2 Groothandel in optische artikelen 2 Groothandel in muziekinstrumenten 2 Groothandel in huismeubilair 2 Groothandel in woningtextiel en vloerbedekking 2 Groothandel in papieren kartonwaren (geen 2 verpakkingsmateriaal) Groothandel in boeken, tijdschriften en ander drukwerk 2 Groothandel in kantoor- en schoolbenodigdheden (geen 2 schoolboeken, kantoormeubels en -machines) Groothandel in fietsen en bromfietsen 2 Groothandel in overige non-food consumentenartikelen n.e.g. 2
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
G30 G30
G300 G50 G300 G30 G100 G100 GE50 GV50 GV50 GV50 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30
G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30
5151.2 Groothandel in vloeibare en gasvormige brandstoffen o.c. < 4.1 3 100.000 m Groothandel in vloeibare en gasvormige brandstoffen o.c. > 5.1 3 100.000 m 5151.3 Groothandel in minerale olieproducten (geen brandstoffen) 3.2 5152.2 Groothandel in ferrometalen en -halffabrikaten 3.2 5152.3 Groothandel in non-ferrometalen en -halffabrikaten 3.2 2 5153.1 Groothandel in hout en plaatmateriaal b.o. < 2000 m 2 2 Groothandel in hout en plaatmateriaal b.o. > 2000 m 3.1 2 5153.2 Groothandel in verf en verfwaren b.o. < 2000 m 2 2 Groothandel in verf en verfwaren b.o. > 2000 m 3.1 2 5153.3 Groothandel in vlakglas b.o. < 2000 m 2 2 Groothandel in vlakglas b.o. > 2000 m 3.1 2 5153.4 Groothandel in zand en grind b.o. < 200 m 2 2 Groothandel in zand en grind b.o. < 200 m 3.2 2 5153.5 Groothandel in tegels en plavuizen b.o. < 2000 m 2 2 Groothandel in tegels en plavuizen b.o. > 2000 m 3.1 5153.6 Groothandel in sanitaire artikelen/installatiemateriaal b.o. < 2000 2 2 m Groothandel in sanitaire artikelen/installatiemateriaal b.o. > 2000 3.1 2 m 5153.7 Groothandel gespecialiseerd in overige bouwmaterialen b.o. < 2 2 2000 m Groothandel gespecialiseerd in overige bouwmaterialen b.o. > 3.1 2 2000 m 5153.8 Groothandel in bouwmaterialen algemeen assortiment b.o. < 2 2 2000 m Groothandel in bouwmaterialen algemeen assortiment b.o. > 3.1 2 2000 m 2 5154.1 Groothandel in ijzer- en metaalwaren b.o. < 2000 m 2 2 Groothandel in ijzer- en metaalwaren b.o. < 2000 m 3.1 2 5154.2 Groothandel in verwarmingsapparaten b.o. < 2000 m 2 2 Groothandel in verwarmingsapparaten b.o. < 2000 m 3.1 5155.1 Groothandel in chemische grondstoffen en chemicaliën voor 3.2 industriële toepassing 5155.2 Groothandel in bestrijdingsmiddelen en kunstmeststoffen 2 5156.2 Groothandel in papier en karton 2 2 5157.1 Groothandel in autosloopmateriaal b.o. < 1000 m 3.1 2 Groothandel in autosloopmateriaal b.o. > 1000 m 3.2 5157.2 Groothandel in ijzer- en staalschroot en oude non-ferrometalen 3.1 2 b.o. < 1000 m Groothandel in ijzer- en staalschroot en oude non-ferrometalen 3.2 2 b.o. > 1000 m 5157.3 Groothandel in overige oude materialen en afvalstoffen b.o. < 3.1 2 1000 m Groothandel in overige oude materialen en afvalstoffen b.o. < 3.2 2 1000 m 5161 Groothandel in gereedschapswerktuigen 3 5164.1 Groothandel in computers en -randapparaten e.d. 3.1 5164.3 Groothandel in kantoormeubels 3.1 5165.2 Groothandel in machines voor de productie van voedings- en 3.1 genotmiddelen (geen verpakkingsmachines) 5165.3 Groothandel in intern transportmaterieel 3.1 5165.4 Groothandel in machines en apparaten warmte-,koel- en 3.1 vriestechniek 5165.5 Groothandel in verbrandingsmotoren, pompen en compressoren 3.1
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
GV200 GV500 GE100 G100 G100 G30 G50 G30 G50 G30 G50 G30 G100 G30 G50 G30 G50 G30 G50 G30 G50 G30 G50 G30 G50 GV100 GR-S-GGV100 G30 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G50 G50 G50 G50 G50 G50
103
5165.6 Groothandel in appendages, technische toebehoren e.d. 3.1 5165.7 Groothandel in elektromotoren, elektrotechnische en 3.1 elektronische instrumenten, schakelkasten en ander installatiemateriaal 5165.8 Groothandel in meet- en regelapparaten 3.1 5165.9 Groothandel in overige machines en apparaten voor industrie/ 3.1 handel 5166 Groothandel in landbouwmachines, -werktuigen en -tractoren 3.1 5171.2 Groothandel in scheepsbenodigdheden en visserijartikelen 2 5171.3 Groothandel in emballage 2 5171.4 Groothandel in vakbenodigdheden n.e.g. 2 5171.5 Overige gespecialiseerde groothandel n.e.g. 2 5172.2 Niet-gespecialiseerde groothandel in overige goederen 2
G50 G50
52
Detailhandel en reparatie van consumentenartikelen (geen Cat auto's, motorfietsen en motorbrandstoffen) 5261 Postorderbedrijven 3.1 5263.1 Colportage 3.1 5263.2 Straathandel 3.1 5271 Reparatie van schoeisel en lederwaren 1 5272 Reparatie van elektrische huishoudelijke apparaten 1 5273 Reparatie van uurwerken en juweliersartikelen 1 5274 Reparatie van consumentenartikelen n.e.g. 1
Milieu-as pect G50 G50 G50 G10 G10 G10 G10
60
Vervoer, opslag en communicatie
6010 6021.1 6021.2 6022 6023 6024.1
Vervoer per spoor 4.2 Openbaar personenvervoer over de weg 3.2 Geregeld besloten personenvervoer over de weg 3.2 Ongeregeld personenvervoer per taxi 2 Ongeregeld personenvervoer per autobus 3.2 2 Verhuisvervoer b.o, < 1000 m 3.1 2 Verhuisvervoer b.o, > 1000 m 3.2 Goederenvervoer over de weg (geen verhuisvervoer) b.o, < 3.1 2 1000 m Goederenvervoer over de weg (geen verhuisvervoer) b.o, > 3.2 2 1000 m
Milieuaspect G-GV300 G100 G100 G30 G100 G50 G100 G50
6024.2
Cat
63
Dienstverlening voor het vervoer
6311.2
Laad-, los- en overslagactiviteiten (geen zeeschepen) opslag < 4.2 2 2000 m Laad-, los- en overslagactiviteiten (geen zeeschepen) opslag > 5.2 2 2000 m Opslag in tanks 3.1 Opslag in koelhuizen e.d. 3.1 Opslag (geen opslag in tanks, koelhuizen e.d.) 3.1 Overige dienstverlening voor het vervoer over land n.e.g. 3.2 Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)
6312.1 6312.2 6312.3 6321
Cat
64
Post en telecommunicatie
Cat
6411 6412.1 6412.2
Nationale postdiensten Lokale postdiensten Koeriersdiensten
2 2 2
71
Verhuur van en handel in onroerend goed, verhuur van Cat
104
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
G50 G50 G50 G30 G30 G30 G30 G30
G100
Milieuaspect G300 G700 G50 G50 G50 G100
Milieuaspect G30 G30 G30 Milieu-
aspect G30 G30 G30
7122 7123 7132 7133 7134.2 7140.3 7140.4 7140.5
roerende goederen en zakelijke dienstverlening Verhuur van personenauto's (geen operational lease) 2 Operational lease van personenauto's 2 Verhuur van transportmiddelen vervoer over land (geen 2 personenauto's) Verhuur van schepen 3.1 Verhuur van vliegtuigen 3.1 Verhuur van bouwmachines en -werktuigen 3.1 Verhuur van computers en kantoormachines 3.1 Verhuur van machines en werktuigen n.e.g. 3.1 Verhuur van leesportefeuilles 2 Verhuur van kleding, huisraad e.d. 2 Verhuur van overige roerende goederen n.e.g. 2
72
Computerservice- en informatietechnologiebureaus e.d.
Cat
7250
Onderhoud en reparatie van computers en kantoormachines
1
Milieuaspect G10
73
Speur- en ontwikkelingswerk
Cat
7310.1 7310.3 7310.4 732
Speur- en ontwikkelingswerk op het gebied van landbouw en 2 visserij Medisch en farmacologisch speur- en ontwikkelingswerk 2 Overig natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk 2 Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek 1
74
Overige zakelijke dienstverlening
Cat
7470.1 7470.2 7481.1 7481.3
Reiniging van gebouwen Reiniging van transportmiddelen en overige reiniging n.e.g. Fotografie Ontwikkelcentrales
3.1 3.1 2 2
90
Milieudienstverlening, cultuur, recreatie en overige Cat dienstverlening Afvalwaterinzameling en –behandeling <1000.000 i.e. 4.1 Afvalwaterinzameling en –behandeling 1000.000 – 3000.000 i.e. 4.2 Afvalwaterinzameling en –behandeling >3000.000 i.e. 5.1 Afvalinzameling 3.1 Afvalverwerking - kabelbranderijen 3.2 - Vuilstorten 4.2 - Vuiloverslagstations 4.2 - Composteerbedrijven: - niet belucht v.c < 5.000 ton/jr. 4.2 v.c. 5.000 tot 20.000 5.2 ton/jr. v.c. > 20.000 ton/jr. 4.1
Milieuaspect GE200 GE300 GE500 G-GE50
92
Cultuur, sport en recreatie
Cat
9211.1 9220.1
Productie van (video)films (geen televisiefilms) Omroeporganisaties
2 2
Milieuaspect G30 G30
93
Overige dienstverlening
Cat
9301.1 9301.2
Wasserijen en linnenverhuur Chemische wasserijen en ververijen
3.1 2
7110.1 7110.2 7121
9000.1
9000.2 9000.3
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
G50 G50 G50 G50 G50 G30 G30 G30
Milieuaspect G-GE30 G-GE30 G-GE30 G10 Milieuaspect GE50 GE50 G30 G30
GE100 G-GE300 G-GE300 GE300 GE700 GE-S200
Milieuaspect G50 G-GE30
105
9301.3 9301.3
Wasverzendinrichtingen Wassalons, wasserettes
2 1
G30 G10
Toelichting op Staat van bedrijfsactiviteiten
Inleiding In dit bestemmingsplan wordt de toelaatbaarheid van bedrijven en bedrijfsactiviteiten gekoppeld aan een "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen". Dit is een lijst waarin de binnen de gemeente Nijmegen voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten al naar gelang de te verwachten belasting voor het milieu zijn ingedeeld in een aantal categorieën. Omdat de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" wordt gebruikt voor de milieuzonering in het kader van bestemmingsplannen zijn hierbij alleen de ruimtelijk relevante milieuaspecten van belang:
geluid; geur; stof; gevaar (vooral brand en explosiegevaar); verkeer; visuele aspecten.
Gebruikte bronnen Als belangrijkste bron bij het opstellen van de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" is gebruik gemaakt van de lijst van bedrijfstypen uit de publicatie "Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten editie 2009 (het "Groene Boekje"). In deze uitgave worden voor een groot aantal bedrijfstypen en activiteiten richtafstanden ten opzichte van een rustige woonwijk gegeven, uitgaande van functiescheiding. Uitgangspunt hierbij is de hoofdactiviteit van het desbetreffende bedrijf. Daarbij is ervan uitgegaan dat de bedrijven ter voorkoming van hinder en/of gevaar die technieken toepassen, die tenminste thans als het meest gebruikelijk worden beschouwd. In de praktijk blijkt dat vaak de wat zwaardere bedrijfscategorieën al gebruik maken van de Best Beschikbare Technieken (BBT) voor de meest milieubelastende activiteiten.
In de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" is voor de indeling van de bedrijven naar activiteiten, evenals in de VNG-publicatie, uitgegaan van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) uit 1993, waarvan in de VNG-publicatie overigens op enkele punten is afgeweken.
Model Nijmegen De lijst Model Nijmegen gaat net zoals voorgenoemde uitgave van de VNG uit van een rustige woonwijk. In de lijst Model Nijmegen is principieel niet afgeweken van de hindercirkels per bedrijfsactiviteit (gevaar, geur, geluid, stof, verkeer en visueel) zoals vermeld in de VNG-publicatie.
De lijst die hier is opgesteld als "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" deelt de bedrijven in een vijftal categorieën en een zevental subcategorieën in. Categorie 1 heeft betrekking op bedrijven die geen hinder van belang veroorzaken en categorie 4 en 5 op de potentieel milieuhinder veroorzakende zware bedrijven, meestal fabrieken. In het uitgangspunt voor deze lijst (zie bronnen) heeft men in de lijst van VNG ook nog categorie 6 bedrijven opgenomen. Deze komen echter binnen Nijmegen niet voor en zijn ook niet te
106
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
verwachten. Deze zijn daarom in de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" niet opgenomen.
Het verschil van deze lijst Model Nijmegen ten opzichte van de lijst van bedrijfsactiviteiten als in de VNG-publicatie zijn:
bedrijven die niet in Nijmegen voorkomen, zijn niet in deze lijst Model Nijmegen opgenomen, indien deze zich in de toekomst wel binnen Nijmegen willen vestigen zal dit van geval tot geval worden afgewogen; dienstverlenende bedrijven, begraafplaatsen, kantoren, detailhandel, horecabedrijven, maatschappelijke voorzieningen, agrarische bedrijven en culturele functies zijn niet in deze lijst Model Nijmegen opgenomen. Deze functies krijgen een eigen bestemming en vallen in het bestemmingsplan niet onder de bedrijven; activiteiten die niet plaatsgebonden zijn, zijn wel vermeld in de lijst maar krijgen niet vanzelfsprekend een bedrijfsbestemming; garagebedrijven en benzineservicestations (met en zonder lpg) zijn niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen en daarmee niet algemeen toegestaan binnen de bedrijfsbestemming. Alleen door een aanduiding of een specifieke bestemming op te nemen kunnen deze bedrijven alsnog worden toegestaan. Dergelijke bedrijven hebben namelijk veelal een dermate ruimtelijke uitstraling dat deze bedrijven alleen op specifieke locaties worden toegestaan.
Categorie-indeling en criteria voor de toelaatbaarheid van bedrijven In de VNG-publicatie zijn de 10 richtafstanden van de lijst van bedrijfstypen teruggebracht tot zes hoofdcategorieën welke hieronder vermeld staan:
categorie 1 categorie 2
categorie 3
categorie 4 categorie 5
categorie 6
bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn in woonwijken. bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woonbebouwing, echter alleen in gebieden met gemengde functies. bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving in enige mate ruimtelijk gescheiden dienen te zijn van woonwijken en dienen te zijn voorzien van een eigen autoverbinding met de hoofd en/of verzamelwegen. bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving op behoorlijke afstand van woonwijken gesitueerd dienen te zijn. bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op grote afstand van woonwijken gesitueerd dienen te zijn. De aan te houden afstanden dienen per geval te worden bepaald. komen in Nijmegen niet voor.
In tegenstelling echter tot de eerdere VNG uitgave zijn thans deze hoofdcategorieën 3, 4 een 5 verdeeld in de subcategorieën 3.1, 3.2, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 5.2 en 5.3 ieder met hun eigen richtafstanden ten opzichte van gevoelige objecten in een rustige woonwijk en gemengd gebied als hieronder aangegeven:
milieucategorie 1 2 3.1 3.2
rustige wijk 10 m 30 m 50 m 100 m
richtafstanden gemengd gebied 0m 10 m 30 m 50 m
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
107
4.1 4.2 5.1 5.2 5.3
200 m 300 m 500 m 700 m 1000 m
100 m 200 m 300 m 500 m 700 m
De richtafstanden die gelden ten opzichte van een rustige woonwijk, kunnen zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat, met één afstandsstap worden verlaagd indien sprake is omgevingstype gemengd gebied. Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen, behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied. Hier kan de verhoogde milieubelasting voor geluid de toepassing van kleinere richtafstanden rechtvaardigen. Geluid is voor de te hanteren afstand van milieubelastende activiteiten veelal bepalend. Opgemerkt over het bovenstaande dient wel te worden dat indien er sprake is van bedrijvigheid die onder het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen vallen, dan wel voor met name genoemde A-inrichtingen (gezoneerd) als opgenomen in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer van geval tot geval moet worden bepaald hoe groot de hinder-/gevarencontour is. Er kan dan niet alleen maar rekening worden gehouden met de in de voorgaande staten vermelde afstanden.
Opzet van de Staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen In de Staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen is de categorie-indeling weergegeven op grond van bedrijfsactiviteiten. Hiervoor is gebruikgemaakt van de SBI codes 1999. Deze indeling wordt hier gebruikt om bedrijfsactiviteiten in te kunnen delen. Het kan dus voorkomen dat de activiteiten binnen een bedrijf in twee of meer verschillende groepen volgens de SBI-indeling vallen. In die gevallen geldt dan de hoogste categorie van deze Staat van Bedrijfsactiviteiten. Indien de bedrijfsonderdelen duidelijk ruimtelijk van elkaar kunnen worden gescheiden, kunnen de bedrijfsonderdelen echter ook apart worden ingedeeld.
In de staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen is zoals eerder vermeld eveneens uitgegaan van zonering (afstandscriteria/hindercirkels) ten opzichte van een rustige woonwijk als vermeld in de VNG-publicatie.
Flexibiliteit De Staat van Bedrijfsactiviteiten blijkt in de praktijk een relatief grof hulpmiddel te zijn om hinder door bedrijfsactiviteiten in te schatten. Het is bovendien tijdgebonden. In de praktijk komt het dan ook voor dat een bepaald bedrijf als gevolg van een geringe omvang van hinderlijke deelactiviteiten, een milieuvriendelijke werkwijze of bijzondere voorzieningen minder hinder veroorzaakt dan in de Staat van Bedrijfsactiviteiten is verondersteld. Tevens kunnen de richtafstanden wanneer sprake is van een gemengd gebied met één afstandsstap worden verlaagd. In de regels is daarom bepaald dat het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning kan afwijken om bedrijven in een naastgelegen hogere categorie dan wel een bedrijf wat niet voorkomt op de Staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen toe te staan. De voorwaarde(n) daarbij is dat de bedrijfsactiviteiten naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijven als bedoeld in de betreffende categorie.
108
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Bijlage 2 Nijmegen)
Staat van horeca-activiteiten (model
Hoofdstuk 1
Staat van horeca-activiteiten
Categorie 1: lichte horeca Bedrijven die beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Onder lichte horeca wordt geen detailhandel en/of ondersteunende horeca verstaan. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden: 1a. Lichte horeca
automatiek; broodjeszaak (bijv. Subway); cafetaria; croissanterie; ijssalon; koffiebar; lunchroom; snackbar; tearoom.
1b. Overige lichte horeca
bistro; grillroom; restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice).
Categorie 2: middelzware horeca Bedrijven die aanzienlijke hinder kunnen veroorzaken voor omwonenden. Deze hinder kan onder andere bestaan uit openingstijden 's nachts en/of verkeersaantrekkende werking. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden: 2a. Middelzware horeca
bar; bierhuis; café; proeflokaal.
2b. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking
restaurant met bezorg- en/of afhaalservice (o.a. pizzeria, chinees, McDrive).
Categorie 3: zware horeca Bedrijven die grote hinder veroorzaken voor omwonenden. Deze hinder bestaat onder andere uit een combinatie van openingstijden 's nachts èn verkeersaantrekkende werking:
dancing; discotheek;
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
109
nachtclub; partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).
Hoofdstuk 2
Toelichting op Staat van horeca-activiteiten
Milieuzonering van horeca-activiteiten De problematiek van hinder door horecabedrijven onderscheidt zich als zodanig nauwelijks van de problematiek van hinder veroorzaakt door "gewone" (niet agrarische) bedrijven. Bij het opstellen van de in de regels opgenomen Staat van horeca-activiteiten en het daarmee samenhangende toelatingsbeleid is daarom nauw aangesloten bij de Staat van Bedrijfsactiviteiten die al veel langer in bestemmingsplannen wordt toegepast. Het vestigen van horecabedrijven middels een bestemmingsplan is ruimtelijk relevant om vormen van hinder te voorkomen. Verdere regulering van individuele bedrijven vindt plaats middels de Wet milieubeheer en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) welke mogelijkheden biedt om vormen van hinder te voorkomen. De milieuzonering van horecabedrijven in het bestemmingsplan richt zich in aanvulling op de beide genoemde instrumenten met name op de volgende vormen van hinder:
geluid; geur; verkeer.
Analoog aan de regeling voor "gewone" bedrijven worden bij de uitwerking van een ruimtelijk beleid voor hinderlijke horeca-activiteiten drie stappen onderscheiden: a. indelen van activiteiten in ruimtelijk relevante hindercategorieën; b. onderscheiden van gebiedstypen met een verschillende hindergevoeligheid; c. uitwerken van een beleid in hoofdlijnen: in welke gebieden zijn welke categorieën in het algemeen toelaatbaar. De onderstaande toelichting gaat nader in op de gehanteerde hindercategorieën en het algemene toelatingsbeleid voor deze categorieën. In het Bestemmingsplan vindt de verdere ruimtelijke afweging per locatie plaats.
Gehanteerde criteria Voor een indicatie van de mate van hinder veroorzaakt door horeca-activiteiten biedt de basiszoneringslijst uit de VNG-publicatie "bedrijven en milieuzonering" een goed vertrekpunt. De daar gehanteerde, nogal grove benadering behoeft echter voor een in de praktijk bruikbare Staat van horeca-activiteiten aanvulling en nadere motivering. In aanvulling op de gegevens uit de VNG-publicatie is gebruikgemaakt van de volgende ruimtelijk relevante criteria: a. de voor verschillende soorten horeca-inrichtingen over het algemeen gebruikelijke openingstijden. Het Besluit horecabedrijven en de circulaire industrielawaai hanteren voor de dag-, avond- en nachtperiode verschillende milieunormen; b. de mate waarin een bedrijfstype naar verwachting bezoekers en in het bijzonder bezoekers per auto en/of brommers (scooters) aantrekt. Categorieën van horeca-activiteiten Mede op grond van bovengenoemde criteria worden in de Staat van horeca-activiteiten de volgende drie categorieën onderscheiden (onderverdeeld in subcategorieën):
110
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Categorie 1: lichte horeca Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds geopend zijn (in hoofdzaak verstrekking van etenswaren en maaltijden) en slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken: restaurants, cafetaria's, ijssalons en dergelijke. In deze categorie zijn de volgende subcategorieën onderscheiden: a. horeca die qua ruimtelijke uitstraling vergelijkbaar is met detailhandel, zoals: cafetaria, ijssalon, lunchroom en dergelijke. Met name in centrumgebieden kan het in verband met ruimtelijk-functionele aspecten gewenst zijn deze groep als afzonderlijke categorie te beschouwen; b. overige lichte horeca, zoals restaurants. Categorie 2: middelzware horeca Bedrijven die aanzienlijke hinder kunnen veroorzaken voor omwonenden door enerzijds de openingstijden (ook 's nachts) en/of de grote verkeersaantrekkende werking: a. cafés, bars, e.d. Deze bedrijven zijn over het algemeen alleen toelaatbaar in weinig gevoelige gebieden, zoals centrumgebieden met primair een functie voor detailhandel en voorzieningen; b. bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking: restaurants met bezorgen/of afhaalservice (o.a. pizzeria, chinees, McDrive). Categorie 3: zware horeca Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts zijn geopend en tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en hetgeen grote hinder voor de omgeving met zich mee kan brengen, zoals: dancings, discotheken en partycentra. Deze bedrijven zijn alleen toelaatbaar in specifiek voor dergelijke bedrijven aangewezen gebieden.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
111
Eindnoten
1. bron: http://wetten.overheid.nl/BWBR0016767 geldigheidsdatum 08-12-2014 2. bron: http://wetten.overheid.nl/BWBR0016767 geldigheidsdatum 08-12-2014
112
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4 (NTC)
Beeldkwaliteitplan Novio Tech Campus Eisen aan de inrichting van het gebied en de architectuur van gebouwen
november 2014
AANLEIDING & OPGAVE
colofon Nijmegen, november 2014
Beeldkwaliteitplan Novio Tech Campus
Eisen aan de inrichting van het gebied en de architectuur van gebouwen
NTC BV
Gemeente Nijmegen
p/a Meander 601
Korte Nieuwstraat 6
6825 ME Arnhem
6511 PP Nijmegen
Postbus 5212
Postbus 9105
6802 EE Arnhem
6500 HG Nijmegen
www.noviotechcampus.com www.nijmegen.nl
INHOUD
3
1. Inleiding
4
2. Gebiedsvisie “Knoop Winkelsteeg” | Ruimtelijk concept en dragers
7
3. Plangebied | Ruimtelijke analyse
11
4. Strategie | Inrichtingsvisie NTC
13
5. Verkaveling | Structuurplan NTC
15
6. Eigenschappen inrichting | Beeldkwaliteit openbare ruimte
17
7. Eigenschappen bebouwing | Beeldkwaliteit gebouwen
33
beeldkwaliteitplan NTC
NXP
NXP
NTCFTD
FTD
4
afbeelding 1a: terrein NXP (2010) als basis voor de ontwikkeling van de Novio Tech Campus (NTC)
NXP
NTC FTD
afbeelding 1c: terrein NXP 2015 met aangrenzend de Novio Tech Campus (NTC)
beeldkwaliteitplan NTC
afbeelding 1b: terrein NXP 2013 met aangrenzend de Novio Tech Campus (NTC)
NXP NTC
FTD
afbeelding 1d: terrein NXP in mogelijke eindsituatie met aangrenzend de Novio Tech Campus (NTC)
INLEIDING 1
5
De halfgeleider producent NXP heeft een aantal strategische keuzes gemaakt waardoor de focus op hun terrein in Nijmegen primair ligt op de gespecialiseerde productie in combinatie met onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten. Een gedeelte van de productieprocessen stoppen of worden verplaatst naar elders in de wereld. Dit leidt er toe dat faciliteiten onderbenut worden en ook delen van het personeel overbodig wordt. Deze factoren in combinatie met de vrije ruimte op het terrein maakt een herontwikkeling van het gebied mogelijk. Deze ontwikkelingen bij NXP bieden mogelijkheden voor
mogelijkheden van de NXP-site werd in 2012 de
de Radboud Universiteit Nijmegen en het Universitair
samenwerkingsovereenkomst tussen de verschillende
Medisch Centrum St. Radboud, die door de spin-off vanuit
partners van de Novio Tech Campus ondertekend.
hun onderzoeksactiviteiten, kleine startende bedrijven zien
De partners binnen de campusontwikkeling zijn de
ontstaan. Voor deze (jonge) bedrijven, die soms vrij snel
provincie Gelderland, de gemeente Nijmegen, NXP,
groeien, zijn er geen faciliteiten of ruimten beschikbaar op
Kadans Biofacilities en de nieuw opgerichte Novio Tech
de campus van de universiteit. Hierdoor zijn zij op zoek
Campus organisatie. In een periode tot en met 2020
naar (goedkope) lab- en cleanroomfaciliteiten om zich van
willen deze partijen het bedrijventerrein herontwikkelen
daaruit als bedrijf te ontwikkelen.
tot een aantrekkelijke, toekomstgerichte werklocatie voor
De combinatie van beide omstandigheden biedt een
hoogtechnologische en kennisintensieve bedrijven. De
serieuze mogelijkheid voor de herontwikkeling van een deel
belangrijkste doelstelling hierbij is het ontwikkelen van lab-
van de NXP-site tot een Hightech Business-site.
en cleanroomfaciliteiten voor startende bedrijven en voor
Ten behoeve van de uitwerking van de herontwikkelings-
bestaande bedrijven die behoefte hebben aan meer ruimte.
beeldkwaliteitplan NTC
INLEIDING waarbij het station als aanjager voor de toekomstige
M, richt deze aanvraag zich op de aanleg en ontsluiting
voornamelijk gebouwen voor ontwikkelingsactiviteiten
gebiedsontwikkelingen
De
van het station en de verknoping van het station met
binnen een beveiligde en gecontroleerde omgeving.
inrichting van de aangrenzende gebieden dient in
de toekomstige open innovatie campus NTC. Deze
Het scheppen van de juiste voorwaarden voor innovatie en
het verlengde van de stationsomgeving voldoende
ontwikkeling, samen met het nieuwe elan van gebouw
samenwerking in de halfgeleiderindustrie en (medische)
flexibiliteit te hebben om het functioneren met minimale
M kunnen een stimulans zijn voor eigenaren, potentiële
technologie is daarbij uitgangspunt. Novio Tech Campus
ingrepen te waarborgen.
ontwikkelaars en/of vestigers om in het gebied te gaan
Er
wordt
geen
kantoorruimte
ontwikkeld,
maar
zal
gaan
functioneren.
investeren.
richt zich met name op bedrijven die zich bezighouden
6
met zogenaamde “toegepaste innovatie, ontwikkeling
Onlangs heeft de ministerie van VROM, de NTC benoemd
en productie”. Winkelsteeg is daarvoor een geschikte
als één van de acht te herstructureren bedrijventerreinen
Dit beeldkwaliteitplan beschrijft de kaders voor de
locatie, mede door de nabijheid van universiteitscampus
van nationaal belang. Vanuit het FES-budget voor
inrichting van de nieuwe openbare ruimte en de
Heyendaal,
Center
2010 is onder voorwaarden een financiële bijdrage
architectuur van te renoveren en nieuw te bouwen
FiftyTwoDegrees en het al aanwezige bedrijfsleven in de
toegekend. Naast renovatie en hergebruik van gebouw
gebouwen van de Novio Tech Campus.
het
Business
&
Innovation
halfgeleiderindustrie (waaronder NXP). De Novio Tech Campus is onderdeel van de ontwikkeling van het Knooppunt Winkelsteeg met het station Nijmegen
station Goffert
Goffert als een belangrijk onderdeel hierin. Dit knooppunt is als één van de zes knooppunten opgenomen in het regionaal en gemeentelijk ruimtelijk beleid (onder andere Structuurvisie Nijmegen, 2010). Station Nijmegen Goffert zal een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het knooppunt Winkelsteeg - NTC. De bereikbaarheid van het gebied wordt sterk verbeterd en
NXP
NTC
het gebruik van openbaar vervoer wordt gestimuleerd. Op deze knoop komen diverse vervoersmodaliteiten bij elkaar zoals trein, bus, auto en fiets. Er wordt ingezet
FTD
op een concentratie van functies met een intensief en gemengd programma. Het station zal eind 2014 worden opgeleverd met een herkenbare uitstraling als baken in het gebied. De omliggende gebieden zullen in het verlengde van het station geleidelijk van karakter gaan verkleuren, afbeelding 2: plangebied NTC in relatie tot NXP, FTD en station Goffert
beeldkwaliteitplan NTC
GEBIEDSVISIE
“KNOOP WINKELSTEEG”
Knooppunt Winkelsteeg wordt een betekenisvol en goed bereikbaar gebied waar het goed werken en verblijven is, en dat naar buiten toe zichtbaar en herkenbaar wordt opgenomen in het stedelijk weefsel. Dit gebied kan naast de directe gebruikers ook betekenis krijgen voor stad en stedeling. Een aantal thema’s is voor een toekomstige stedelijke ontwikkeling van dit gebied belangrijk, zoals meervoudig ruimtegebruik, functiemenging, fysieke duurzaamheid, versterking van de relaties met de omgeving, samenhang tussen plandelen, bereikbaarheid en multimodaliteit, parkeerstrategie en vernieuwing van het openbaar gebied.
2
7
Ruimtelijk concept De hiervoor genoemde thema’s kunnen een plek krijgen in een eenvoudig en robuust ruimtelijk concept, bestaande uit een stedelijk en groen raamwerk rond ontwikkelgebieden. Het ruimtelijk raamwerk zorgt voor een goede verankering in de stad en zorgt voor samenhang tussen de verschillende onderdelen in het gebied zelf. Binnen dit raamwerk is veel vrijheid voor de manier waarop de deelgebieden op termijn worden ontwikkeld en inhoud wordt gegeven aan de ambities van het knooppunt Winkelsteeg en daarbinnen de Novio Tech Campus.
afbeelding 3: gebiedskenmerken
beeldkwaliteitplan NTC
GEBIEDSVISIE
8
afbeelding 4: strategie - de ruimtelijke dragers
afbeelding 5: ontwikkelgebieden
Ruimtelijke dragers
De omliggende wijken en (ontwikkel)gebieden kunnen
Ontwikkelgebieden
De centrale ruimtelijke drager in het gebied is de
door nieuwe openbare ruimten en routes met elkaar
Binnen de ruimtelijke dragers is ruimte voor de ontwikkeling
herkenbare inrichting van de openbare ruimte als onderdeel
verbonden worden. Enerzijds worden zo het aangrenzende
van aanvullende en nieuwe (bouw)programma’s. In het
van het stedelijk landschap. Leidraad hiervoor is de
woongebied Kolpingbuurt en het Goffertpark verbonden
westelijk deel sluiten de ontwikkelgebieden aan bij de
landschappelijke kwaliteit van het aangrenzende Goffertpark
met Winkelsteeg en de woongebieden Neerbosch-Oost en
‘plant’ van NXP en bestaan voornamelijk uit laboratoria
in combinatie met de karakteristieke hoogteverschillen
Heseveld ten noorden van het spoor. Anderzijds worden het
en cleanroom faciliteiten en kunnen gekenmerkt
en de oude laanstructuren. Door het gehele gebied zijn
nieuwe station Nijmegen Goffert en de ontwikkelgebieden
worden met begrippen zoals industrieel, innovatie, hoog
de hoogteverschillen voelbaar en beleefbaar wat als
NTC, FTD met elkaar en met de omgeving verbonden.
technologisch, dynamisch en campus. In het oostelijk
basis kan dienen voor een aangenaam verblijfsklimaat.
beeldkwaliteitplan NTC
deel bieden de ontwikkelgebieden ruimte voor werken
GEBIEDVISIE
9
afbeelding 6: gebiedsvisie NTC, station en omgeving
beeldkwaliteitplan NTC
GEBIEDSVISIE en sluiten aan op het bestaande woongebied. Hier geldt werken, luwte/rust, groen, landschap en transparantie. Tussen deze delen in ligt een ontwikkelingszone waar de noord-zuid route voor voetgangers & fietsers en het station Nijmegen Goffert komen. In deze zone is ruimte voor een verbindende openbare ruimte die, op het scheidsvlak van de twee landschapstypen, het hoogteverschil beleefbaar kan maken op basis van de karakteristieken en landschappelijke kwaliteit van het aangrenzende Goffertpark.
Goffertpark
10
De aanwezigheid van het park de Goffert kan meer benut worden als een herkenbaar gebiedsmerk van het te ontwikkelen gebied. Middels interessante, duidelijke en veilige routes kunnen op een parkachtige wijze verschillende planonderdelen gekoppeld worden aan het park. Hierbij kan worden aangesloten op bestaande routes en lijnen in de omgeving en door het park. Samen met de verschillende nieuwe bouwmassa’s ontstaat op deze manier een organische verbinding met het stedelijk weefsel, waardoor het gebied beter in de omgeving past.
Station Goffert Het station ligt als centraal element tussen de ruimtelijke dragers en de verschillende ontwikkelgebieden en zal daardoor vooruitlopend op de ruimtelijke ontwikkeling als spil en representatieve aanjager van gebiedsontwikkeling gaan functioneren.
beeldkwaliteitplan NTC
afbeelding 7: visualisatie station Goffert
Het station is met gebouw M op de NTC, de eerste fase van het ruimtelijk raamwerk en zal daardoor de toon gaan zetten voor de uitstraling en de kwaliteit van de openbare ruimte. Het station en zijn omgeving zijn representatief en herkenbaar en maakt van het gebied een plek in de stad om te werken, te reizen en te verblijven.
PLANGEBIED 3
11
Bestaande situatie – gebiedskenmerken
gezondheidsinstituten (waaronder het Canisius-Wilhelmina
Het plangebied voor de Novio Tech Campus is gelegen
Ziekenhuis, Sanadome, Pompekliniek en het Riagg) in
ten zuidwesten van het centrum van Nijmegen op het
‘groene kamers’. Uiteindelijk gaat dit in het zuidwesten over
grensvlak van de centrale ‘stadsas’ (Graafseweg, singels,
in het bedrijventerrein Winkelsteeg (waar NXP deel vanuit
A325), de regionale spoorlijn Wijchen-Zevenaar en de (na
maakt).
opening van de nieuwe stadsbrug) steeds belangrijker wordende ringweg (de groene route), met onder andere de
Opmerkelijk
in
het
aangrenzende
gebied
is
het
Neerbosscheweg door Nijmegen. Het gebied is gesitueerd
hoogteverschil. Dit gebied ligt aan de rand van een
te midden van verschillende stedelijke elementen en
puinwaaier die aan het eind van de IJstijd achter de
bijbehorende sferen. Ten noorden en oosten liggen
stuwwal in Nijmegen-oost is ontstaan. Het gebied bevindt
woonbuurten met een uiteenlopende ruimtelijke opzet.
zich daarmee op de geomorfologische overgang van een
Heseveld en de Kolpingbuurt hebben het karakter en opzet
hoog en droog gebied in het oosten naar een laag en nat
van een tuinwijk, terwijl de wijk Neerbosch-oost gekenmerkt
gebied in het westen (het oude rivierkleilandschap). Het
wordt door de structuur van een CIAM-wijk.
totale terrein van NXP wordt plaatselijk omzoomd door groenstroken en bomen. Met name aan de noordzijde
afbeelding 8: locatie van knoop Winkelsteeg met NTC in Nijmegen
AANLEIDING & OPGAVE
Ten zuidoosten is een groene zone met het Goffertpark
van het NXP terrein vormt het spoortalud een dominante,
(NEC-stadion en de weide voor allerlei evenementen zoals
groene begrenzing.
popconcerten en het circus) en een deel met zorg- en
beeldkwaliteitplan NTC
PLANGEBIED Ruimtelijke analyse
Een groot deel van het zuidoostelijke kwadrant wordt
De indeling van het NXP terrein bestaat uit een rechthoekige
afgestoten en vormt de basis voor de Novio Tech Campus.
raster van infrastructuur dat is opgevuld met gebouwen,
Ondanks het duidelijke patroon van infrastructuur en de
NX
parkeren en plaatselijk groen. De oriëntatie van het raster
centrale ontsluiting op het assenkruis ontbreekt het in het
P
en daarmee de gebouwen is zuidoost-noordwest. Aan
gebied aan een duidelijke kern en objecten ter oriëntatie in het gebied. Door het afstoten van een deel van het gebied
het hoofd van het terrein, in de noordwesthoek tegen het
D
spoortalud, staat het grootste gebouw, de chipfabriek
FT
(voor de productie van chips). In de zuidoost hoek tegen
en daarmee de inpassing van nieuwe hekwerken binnen het bestaande stratenpatroon zal dit nog meer versterkt worden.
het terrein aan staat het nieuwste gebouw, Fifty Two Degrees. De bebouwing op het terrein is zeer divers, met verschillende bouwstijlen en bouwperiodes, maar kenmerkt zich door een sterk industrieel karakter. Dit wordt versterkt
12
door de bovengrondse leidingbruggen, waarover een groot aantal buizen en pijpen de verschillende gebouwen verbinden.
afbeelding 10: ruimtelijke analyse NXP terrein
Het huidige terrein wordt volledig omgeven door een hoog hekwerk, waarmee het zich afkeert en afschermt van de omgeving. Het nieuw te ontwikkelen gebied zal juist openbaar zijn en daarmee worden geïntegreerd in de omgeving met koppelingen aan bestaande en nieuwe routes. Het bestaande terrein heeft een duidelijke hoofdentree aan de noordwestzijde in de directe nabijheid van de chipfabriek. Centraal over het NXP terrein ligt een groot assenkruis van wegen dat het totale terrein verdeeld in 4 kwadranten. Binnen de vier kwadranten is het patroon van wegen en gebouwen verfijnd in een rasterpatroon. In het noordwestelijke kwadrant ligt de chipfabriek en het hoofdkantoor. In het zuidwestelijke kwadrant liggen de belangrijkste ondersteunende voorzieningen met grondstoffen voor de fabriek en de parkeervoorzieningen voor de medewerkers.
afbeelding 9: leidingbruggen tussen de gebouwen over het terrein
beeldkwaliteitplan NTC
afbeelding 11: gebouwen met een sterk industrieel karakter
AANLEIDING & OPGAVE
STRATEGIE 4
De gebiedsvisie gaat uit van het aansluiten van de
worden omgevormd naar een meer open en groene
Inrichtingsvisie
NTC op de omgeving en daarmee het integreren in
campus. Een campus die bovendien goed bereikbaar is
In het verlengde van het assenkruis over het totale
het stedelijk weefsel. In de strategie wordt er daarom
vanwege de realisatie van een stadsregiostation, goede
NXP terrein, krijgt het kwadrant van de NTC een eigen
gekozen voor het realiseren van een robuust ruimtelijk
aansluitingen op buslijnen en fietsroutes en de ligging
assenkruis, als groene hart van de nieuwe campus
raamwerk in het plangebied dat aansluiting zoekt bij de
aan twee belangrijke hoofdaders van Nijmegen (de
(zie afbeelding 12). Het assenkruis wordt gevormd
ruimtelijke structuur van de stad.
Graafseweg en Neerbosscheweg).
door paden en groen die zijn opgespannen tussen de
13
bestaande bebouwing waaronder het gerenoveerde Het
naastgelegen
als
Vanuit de hiervoor geformuleerde strategie kunnen
“gebouw M” en het “FiftyTwo Degrees” gebouw. Vanaf
een ruimtelijke aanjager voor de ontwikkeling van
concrete ambities worden bepaald voor de uitstraling en
het assenkruis loopt een lange lijn, in aansluiting op de
het gebied, omdat het station en de omliggende
herkenbaarheid van de Novio tech Campus in zowel de
bestaande structuur naar het nieuwe station Nijmegen
gebiedsontwikkelingen elkaar versterken. Enerzijds
architectuur als de (openbare) buitenruimte. Belangrijke
Goffert (zie afbeelding 13, 14 en 15).
draagt de gebiedsontwikkeling bij aan een levensvatbaar
elementen hierin zijn de inpassing binnen de ruimtelijk
station. Anderzijds zorgt het station voor een stedelijke
dragers;
landschappelijke
In het hart van de groene campus kunnen in de vier
ontmoetingsplek en betere bereikbaarheid, waardoor er
karakteristieken van het gebied en de aansluiting op
kwadranten van het assenkruis nieuwe gebouwen
een aantrekkelijk werklocatie voor hoog technologische
routes en verbindingen. Daarnaast zijn ook de inpassing
worden gerealiseerd. Deze gebouwen staan primair
en
en aansluiting van gebouwen op elkaar en de omgeving
langs de buitenrand van de kwadranten haaks op
belangrijk voor de uitstraling en herkenbaarheid van de
Gebouw M.
kennisintensieve
knooppunt
station
zal
bedrijven:
Winkelsteeg
–
Novio
functioneren
het
multimodaal
Tech
Campus
ontstaat. Hiervoor zal de komende jaren het gebied
AANLEIDING & OPGAVE
de
herkenbaarheid,
de
Novio Tech Campus.
beeldkwaliteitplan NTC
STRATEGIE Rondom de middenas van het assenkruis, opgespannen tussen de entree van FTD en de voordeur van gebouw M, zal groen (een beeldbepalende boomstructuur)
rlijn
Spoo
en
ijmeg
ch - N
os Den B
Ne
er
bo
domineren (zie afbeelding 14).
ss
ch
ew
eg
In de overgang van de campus naar het hoger gelegen uw
M
spoor, in aansluiting op het station, zal er een gebouw
ge
bo
worden gerealiseerd waarin een grote diversiteit aan bedrijvigheid een plek kan krijgen. De bedrijvigheid zal zich primair richten op het campus concept van
b
NTC. Door de ligging tussen sterk verschillende maaiveldhoogten is een gebouw met een grotere overstijgende
eigen
bouwhoogte
vereist
om
de
D
Du
N
herkenbaarheid te versterken. De grotere hoogte komt voort vanuit de markering van de plek. Een begeleidend gebouw met een grotere herkenbaarheid is daarom op
afbeelding 13: inrichtingsvisie NTC
afbeelding 12: dubbel assenkruis NXP en NTC
dit punt gewenst. Deze locatie vormt de overgang van de campus naar het station, waarmee het tevens een ontmoetingsplaats vormt in de omgeving. Het totale terrein zal openbaar toegankelijk zijn. Hekken zijn, in tegenstelling tot de hekken rondom het NXP terrein, op de campus niet aanwezig. Over de inrichting
M
ge bo uw
gemaakt met de gebruikers en exploitanten.
M
en het beheer van de campus worden vooraf afspraken ge bo uw
14
e
w ieu
n ke
FT
g
we
se
g ur
FT
D
afbeelding 14: groenstructuur in assenkruis
beeldkwaliteitplan NTC
FT
D
afbeelding 15: verkaveling NTC (bestaand en nieuwbouw)
AANLEIDING & OPGAVE
VERKAVELING 5
Centraal assenkruis en groenstructuur
het realiseren van nieuwe bebouwing. Het assenkruis
In tegenstelling tot het NXP terrein is de Novio Tech
wordt voor de helft omgeven door bestaande industriële
Campus opgebouwd rondom een centraal hart in het gebied, dat duidelijk herkenbaar is als middelpunt van de campus. Vanuit het hart verbindt het assenkruis de
4
gebouwen die grotendeels blijven staan en zullen worden gerenoveerd om deze opnieuw uit te geven (2). Bij de entree van de campus op een representatieve
verschillende delen van de campus met elkaar. Het assenkruis en de verbinding met het station worden gekoppeld aan een sterke groenstructuur. Hiermee worden
de
belangrijkste
verbindingen
en
(zicht)
assen over de campus begeleidt door een herkenbare
2
groenstructuur.
Uitgeefbaar gebied en bebouwing Binnen de totale campus zijn een viertal gebieden met een eigen herkenbare identiteit te onderscheiden.
2
zichtlocatie, ligt een kavel voor het realiseren van een representatief (“entree”)gebouw (3). Op de kop van de campus bij het station is een groot perceel beschikbaar voor het realiseren van een herkenbaar gebouw. Dit
1
3
gebouw zal een ingetogen herkenningspunt vormen langs het spoor, als entree naar de campus vanuit het noorden (4).
Ontsluiting De ontsluiting van het gebied voor gemotoriseerd verkeer
De verkaveling van de campus is opgebouwd vanuit
wordt gecombineerd met de ontsluiting van FiftyTwo
het assenkruis. Rondom het assenkruis, in de vier
Degrees, en sluit aan op de Nieuwe Dukenburgseweg.
kwadranten (1), liggen uitgeefbare kavels met ruimte voor
AANLEIDING & OPGAVE
15
afbeelding 16: verkaveling NTC (bestaand en nieuwbouw)
beeldkwaliteitplan NTC
VERKAVELING voorbeeld van “gebouw M”). Verder worden er op de campus een aantal centrale parkeervoorzieningen gerealiseerd. Deze parkeervoorzieningen liggen op maaiveld en/of worden gerealiseerd in een gebouwde parkeervoorziening (ondergronds of gestapeld door middel van bijvoorbeeld een dek). Er is inmiddels een parkeervoorzieningen aanwezig. Aan de zuidwestzijde van de campus, rondom het uiteinde van de westelijke poot van het assenkruis ligt een parkeerterrein met 150 parkeerplaatsen. Dit parkeerterrein zal de bezoekers van de westzijde van de campus bedienen. Dit parkeerterrein is echter grotendeels toebedeeld aan de gebruikers en bezoekers van “gebouw M”. Dit parkeerterrein kan worden
16
uitgebreid door het te voorzien van een parkeerdek (dit is in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt). Aan de noordzijde
afbeelding 17: ontsluiting auto’s (rood) en langzaam verkeer (geel/oranje)
Voor langzaam verkeer wordt er ook een aansluiting gerealiseerd in het noordwesten vanaf het nieuwe Station Nijmegen Goffert, dat vanaf eind 2014 zal functioneren in een dienstregeling waarbij er ieder kwartier een trein stopt. Dit maakt de campus tot een voor alle modaliteiten goed bereikbare plek in de stad.
Parkeervoorzieningen Het parkeren, behorend bij de bedrijven op de campus, wordt primair op eigen terrein georganiseerd. Deze parkeervoorziening kan direct grenzen aan het gebouw maar ook elders op de campus worden ingepast (naar
beeldkwaliteitplan NTC
verblijfsgebieden
van de campus, aan de voet van het station, ligt ook een
bebouwing
locatie voor een parkeerterrein dat de noord en oostzijde van
grens NTC/ NXP
de campus zal bedienen. De grootte van het parkeerterrein is mede afhankelijk van de nieuwbouw die hier aan de noordzijde van de campus zal worden gerealiseerd. Wanneer de noordelijke kavel volledig bebouwd zal worden, zal er onder het gebouw een gebouwde parkeervoorziening gerealiseerd moeten worden. Een overkluizing van het parkeerterrein door een gebouw is ook mogelijk.
Langzaam verkeer routes De routes over het terrein voor voetgangers en fietsers worden op verschillende manieren gerealiseerd. De routes voor fietsers zijn gekoppeld aan de autoroutes, waarbij de fietspaden vanaf de hoofdontsluiting vrijliggend zijn. Over de ontsluitingswegen naar “gebouw M” rijden de fietsers over de rijbaan. Het station wordt door middel van
afbeelding 18: verblijfsgebieden NTC
een eigen fietsroute gekoppeld aan de campus. Tussen de te behouden gebouwen BY en BZ en de te renoveren gebouwen A en G, ligt een straat voor langzaam verkeer waar het overige (vracht)autoverkeer te gast is. Deze straat is de directe koppeling van de campus aan het station voor voetgangers en fietsers en wordt ingericht met kenmerkend en herkenbaar groen, waarmee ook de stationsomgeving wordt ingericht. Naast de hiervoor genoemde straat van en naar het station is het assenkruis over de campus ingericht voor voetgangers. Het assenkruis vormt een mooie route door het groen waarover voetgangers zich makkelijk over de campus kunnen verplaatsen.
AANLEIDING & OPGAVE
EIGENSCHAPPEN INRICHTING 6
17
Op basis van de strategie op de inrichting en het verkave-
Waar de infrastructuur, het groen en de kavels voornamelijk
Hergebruik materiaal
lingsplan worden in dit hoofdstuk de eigenschappen van de
naast elkaar worden gerealiseerd zal het straatmeubilair
Het terrein van de NTC was onderdeel van het
inrichting van de (openbare) buitenruimte van de Novio Tech
overkoepelend over alle inrichtingen worden toegepast.
bestaande terrein van NXP, en daarom al van een
Campus beschreven. De inrichtingseigenschappen voor de toe te passen materialen worden naar materiaalfactsheets
Criteria bij de inrichting
vertaald. Deze factsheets worden gebruikt bij de inrichting
inrichting
en
materialisatie
voorzien.
Daar
waar
het mogelijk is en de materialen aansluiten bij de inrichtingskarakteristieken wordt er naar gestreefd
van de buitenruimte voor het toepassen van bestratingen,
“High Tech” imago
een deel van deze inrichtingsmaterialen opnieuw te
groen en straatmeubilair.
De NTC zal een bedrijvencampus voor high tech bedrijven
gebruiken op de campus.
Op de campus zijn vier typen inrichting te onderscheiden:
worden. De inrichting van de openbare buitenruimte zal hierbij
(bouw)kavels (of uitgeefbaar gebied) infrastructuur, groen en
aan gaan sluiten. Het high tech imago van de campus in
Aansluiten bij de omgeving
straatmeubilair. Het ‘uitgeefbare gebied’ valt niet onder de
combinatie met de karakteristieke bedrijvigheid wordt bij de
De inrichting van de campus zal in materialisatie
eigenschappen van de inrichting van de buitenruimte, maar
inrichting vertaald naar een sterk functionele inrichting. Hierbij
aansluiting zoeken bij de inrichting van het totale gebied,
wordt beschreven in het betreffende kavelpaspoort van
worden enerzijds materialen met een hoogwaardige uitstraling
zoals beschreven in de strategie. Met name een aantal
het bouwperceel. De inrichting van de ‘infrastructuur’ heeft
gebruikt in aansluiting bij het high tech karakter. Anderzijds
kenmerkende onderdelen van de inrichting van de
betrekking op alle verhardingen voor voetpaden, fietspaden,
worden materialen toegepast met een sobere uitstraling die
openbare ruimte rondom station Goffert (realisatie in
parkeerplaatsen en rijwegen. Het inrichtingstype ‘groen’ gaat
passen bij het industriële karakter. De twee-eenheid tussen
2014) zal ook op de campus worden doorgezet.
over alle overige buitenruimte bestemd voor groen zoals
hoogwaardig en sober wordt uitgewerkt voor zowel de
bomen.
verhardingen, de groenelementen als het straatmeubilair.
AANLEIDING & OPGAVE
beeldkwaliteitplan NTC
Groen De belangrijkste karakteristiek van een campus is de groene uitstraling van de inrichting. In combinatie met de functionele inrichting, zoals hiervoor beschreven, is er voor gekozen om met name de voetgangers- en verblijfsgebieden van de NTC te voorzien van een kenmerkende groene inrichting. Hierna worden de te gebruiken materialen nader gespecificeerd voor de volgende elementen: Infrastructuur / verhardingen
18
- Rijbaan - Trottoirs aan de rijbaan - Vrijliggende voetpaden - Fietspaden - Parkeerplaatsen - Kantopsluitingen Groen - Hoofdstructuur bomen - Solitaire bomen en boomgroepen - Hagen - Overig groen Straatmeubilair - Straatverlichting - Banken - Prullenbakken - Afzetpalen - Overig - Kunst
beeldkwaliteitplan NTC
MATERIALISATIE
EIGENSCHAPPEN INRICHTING
afbeelding 19: inrichtingsplan NTC
AANLEIDING & OPGAVE
EIGENSCHAPPEN INRICHTING
1. BESTRATING | STELCONPLAAT Type materiaal: - Stelcon betonplaat Naam: - Stelconplaat Materiaalsoort: - beton met stalen rand) Kleur: - grijs met bruin stalen rand
19
Formaat: - 1,99 x 1,99 meter foto: bestaande situatie stelcon platen
Verband: - recht in lijn tegen betonband Leverancier: - hergebruik op het werk (Stelcon) Toepassing: - op aanliggende voetpaden langs rijbaan Afbeelding: - foto (bestaande situatie) en referentiebeeld Opmerkingen / bijzonderheden: - de stelconplaten met bijzonder afmetingen en vormen toepassen op plaatsen waar dit wenselijk en passend is bij de situatie.
referentiebeeld: toepassing van Stelcon platen
AANLEIDING & OPGAVE
beeldkwaliteitplan NTC
EIGENSCHAPPEN INRICHTING
2. BESTRATING | GEBAKKEN KLINKER Type materiaal: - gebakken klinker dikformaat Materiaal soort: - gebakken steen Kleur: - rood/bruin Formaat: - dikformaat (200 x 68 x 85/98 mm)
20
Verband: - elleboogverband Leverancier: - hergebruik op het werk
foto: bestaande situatie gebakkken klinkers
Toepassing: - hoofdrijbaan Afbeelding: - foto’s bestaande situatie Opmerkingen / bijzonderheden - de verschillende kleuren klinkers door elkaar gebruiken.
foto: bestaande situatie gebakkken klinkers
beeldkwaliteitplan NTC
AANLEIDING & OPGAVE
EIGENSCHAPPEN INRICHTING
3. BESTRATING | BETONSTEEN
foto: Palladio stenen in gemêleerd halfsteens verband
foto: Palladio stenen in drie kleuren
AANLEIDING & OPGAVE
foto: Palladio stenen
Type materiaal: - hoogwaardige betonsteen Materiaal soort: - betonsteen met toeslag en toplaag bewerking Naam: - Palladio (Metten) Kleur: - antraciet (kleurcode 13.05), - donker grijs (kleurcode 13.01), 21 - licht grijs (kleurcode 11.05) Formaat: - 10 x 50 x 12 cm (bxlxh) Verband: - halfsteens wildverband: • 50% antraciet (kleurcode 13.05), • 25% donker grijs (kleurcode 13.01), • 25% licht grijs (kleurcode 11.05). Leverancier: - Metten Stein + Design Toepassing: - de vrijliggende voetpaden en als bies langs de stelconplaten van de aan liggende voetpaden (toe te passen breedte 70 cm) Afbeelding: - referentiebeelden Opmerkingen / bijzonderheden - bij paden toepassen haaks op de looprichting, als bies parallel aan looprichting
beeldkwaliteitplan NTC
EIGENSCHAPPEN INRICHTING BUITENRUIMTE
4.
BESTRATING | BETONTEGEL
Type materiaal: - betontegel Materiaal soort: - beton Naam: - zeskantsteen Kleur: - rood en grijs
22
Formaat: - 26 x 26 x 8 cm Verband: - honingraad verband
foto: bestaande situatie zeskantsteen in honingraadverband
Leverancier: - hergebruik op het werk Toepassing: - vrijliggende fietspaden Afbeelding: - foto’s bestaande situatie Opmerkingen / bijzonderheden - de verschillende kleuren die beschikbaar zijn door elkaar als wildverband toepassen.
foto: bestaande situatie zeskantsteen in honingraadverband
beeldkwaliteitplan NTC
AANLEIDING & OPGAVE
EIGENSCHAPPEN EIGENSCHAPPEN BUITENRUIMTE INRICHTING
5. BESTRATING | KANTOPSLUITING Type materiaal: - kantopsluiting Materiaal soort: - beton Naam: - brede trottoirband Kleur: - antraciet grijs
23
Formaat: - 28/30 x 12/24 x 100 cm (bxhxl) referentiebeeld: toepassing doorgaande brede band (kantopsluiting rijbaan)
Verband: - doorgaande aansluitende lange lijnen Leverancier: - Struyk Verwo Toepassing: - kantopsluiting van de rijbanen (tussen rijbaan en trottoir of groenstrook) Afbeelding: - referentiebeelden toepassing brede band. Opmerkingen / bijzonderheden - aansluitingen in de bandenlijn toepassen door middel van bochtbanden
referentiebeeld: maatvoering betonbanden
AANLEIDING & OPGAVE
en hoek- en eindstukken (geen zaag- en slijpwerk).
beeldkwaliteitplan NTC
EIGENSCHAPPEN INRICHTING BUITENRUIMTE
6. BESTRATING | BETONSTRAATSTEEN
24
Type materiaal: - betonstraatsteen Materiaal soort: - betonsteen met toeslag en topbewerking tot een uitstraling van gebakken steen Naam: - Retron Stretto Kleur: - stretto antraciet - stretto rood-zwart - stretto donkerrood - stretto donkergeel Formaat: - dikformaat: 21x7x8 cm (lxbxh) Verband: - halfsteens- en elleboogverband Leverancier: - MBI de steenmeesters Toepassing: - parkeerterreinen: • vlakken van de parkeervakken in antraciet • rijbaan in rood/zwart en donkerrood • parkeervakkaders en goten: donkergeel (75%) en donkerrood (25%) gemêleerd. Afbeelding: - foto / referentiebeeld Opmerkingen / bijzonderheden: - rijbaan in twee kleuren gemêleerd toepassen in elleboogverband.
beeldkwaliteitplan NTC
referentiebeeld: kleuren en uitstraling van Retro stretto stenen
foto: toepassing van MBI Retro stretto in Waalformaat
AANLEIDING & OPGAVE
EIGENSCHAPPEN EIGENSCHAPPEN BUITENRUIMTE INRICHTING
7. BESTRATING | SIERTEGEL Type materiaal: - siertegel soort: - beton Naam: - grootformaat Kleur: - antraciet (donker)
25
Formaat: - 100 x 100 x 12/15 cm (bxlxd) foto: toepassing donkere grootformaat betontegels bij “gebouw M”
Verband: - rasterpatroon Leverancier: - nader te bepalen Toepassing: - (verblijfs)pleinen bij de verschillende entrees van de gebouwen Afbeelding: - foto van toepassing en referentiebeelden grootformaat tegels. Opmerkingen / bijzonderheden - Aandachtvoor de dikte van de tegels in verband met de overrijdbaarheid
referentiebeeld: grootformaat siertegel
AANLEIDING & OPGAVE
beeldkwaliteitplan NTC
EIGENSCHAPPEN INRICHTING BUITENRUIMTE
8. GROEN | BODEMBEDEKKER Type materiaal: - bodembedekker Materiaal soort: - lage kruipende beplantingen Naam: - Pachysandra terminalis ‘Green carpet’ Kleur: - groen (wit bloeiend)
26
Formaat: - Potmaat P9 - hoogte tot 20 cm
referentiebeeld: pachysandra vlakvullend
Verband: - vlakvullend 9 st. per vierkante meter Leverancier: - nader te bepalen Toepassing: - onder de bomen op het parkeerterreinen en in de bermen tussen haag en parkeervakken. Afbeelding: - referentiebeelden Opmerkingen / bijzonderheden - plantvakken onder bomen vlakvullend dicht aanplanten referentiebeeld: deken van pachysandra
beeldkwaliteitplan NTC
AANLEIDING & OPGAVE
EIGENSCHAPPEN EIGENSCHAPPEN BUITENRUIMTE INRICHTING
9. GROEN | HAAG Type materiaal: - haag Materiaal soort: - dichte fijnvertakte, bladverliezende haag Naam: - Fagus sylvatica (beuk) Kleur: - groen (geel blad in de herfst – bruin blad in de winter)
27
Formaat: - aanplantformaat: 80/120 cm foto: beukenhaag in zomer en winterbeeld
• 5 st. per meter per rij • snoeien tot 100/120 cm Verband: - driehoeksverband in 5 rijen bij een breedte van 2,0 meter - driehoeksverband in 2 rijen bij een breedte van 1,0 meter Leverancier: - nader te bepalen Toepassing: - langs rijbaan en rondom parkeerterreinen Afbeelding: - referentiebeelden Opmerkingen / bijzonderheden - De hagen aanplanten met draadpaal om doorlopen te voorkomen.
referentiebeeld: hoogte van plantgoed bij aanplant
- Aandacht voor de toepassing van de breedte van de haag in het gebied.
AANLEIDING & OPGAVE
beeldkwaliteitplan NTC
EIGENSCHAPPEN INRICHTING BUITENRUIMTE
10. GROEN | BOOM Type materiaal: - boom Materiaal soort: - zuilvormige opgaande boomvorm Naam: - Carpinus betulus ‘Frans Fontaine’ (slanke zuil haagbeuk) Kleur: - groen (geel in de herfst)
28
Formaat: - plantmaat 30 / 35 (max. hoogte ca 10 -15 meter) Verband:
referentiebeeld: zuilvormige bomen in een (dubbele) rij
- (dubbele) rij om de 8 meter Leverancier: - nader te bepalen Toepassing: - bomen in assenkruis en op/langs parkeerterrein(en) Afbeelding: - referentiebeelden Opmerkingen / bijzonderheden - de bomen zijn bij voorkeur laag vertakt. De kroon begint op een hoogte van maximaal 2 meter referentiebeeld: Haagbeuk - Carpinus betulus frans fontaine
beeldkwaliteitplan NTC
AANLEIDING & OPGAVE
EIGENSCHAPPEN EIGENSCHAPPEN BUITENRUIMTE INRICHTING
11. STRAATMEUBILAIR | AFVALBAK Type materiaal: - afvalbak & peukenpaal Materiaal soort: - staal Naam: - Quadrat met kap - Cubic peukenpaal Kleur:
29
- antraciet Formaat: afmetingen afvalbak Quadrat
Quadrat in grijs met twee openingen
- 37 x 37 x 90 cm (bxlxh)
foto: Quadrat in twee kleuren grijs met een logo
- 18/26 x 12 x 91 cm (bxlxh) Verband: - afvalbak bij iedere bank en langs belangrijke looproutes - peukenpaal bij entrees en wachtruimten Leverancier: - Grijsen Toepassing: - 10 stuks verspreid over het terrein Afbeelding: - zie referentiebeelden Opmerkingen / bijzonderheden - op betonvoet in het straatwerk plaatsen. afmetingen peukenpaal Cubic
AANLEIDING & OPGAVE
peukenpaal Cubic in grijs gepoedercoat
Op de bak kan het NTC logo worden uitgefreesd (zie voorbeeld)
beeldkwaliteitplan NTC
EIGENSCHAPPEN INRICHTING BUITENRUIMTE
12. STRAATMEUBILAIR | VERLICHTING
30
Type materiaal: - straatverlichting Materiaal soort: - aluminium mast met armatuur Naam: - armatuur: ARC met LED verlichting - mast: RIO of vergelijkbaar. Kleur: - armatuur: antraciet - mast: antraciet Formaat: - 6 meter masten langs rijbaan - 4 meter masten langs trottoirs Verband: - eenduidige lange lijnen zonder verspringingen met een constante tussenafstand op basis van lichtberekening. De masten zijn conisch waarbij de uithouder tenminste 15 cm onder de top haaks doorsteekt. Leverancier: - Indal industria voor armaturen, masten nader te bepalen. Toepassing: - langs rijbanen, voetpaden en verspreid over een parkeerterrein Afbeelding: - zie referentiebeelden met armatuur en masttype (beeld is bepalend) Opmerkingen / bijzonderheden - Waar mogelijk masten met dubbele arm plaatsen om het aantal masten te beper ken. Masten zijn qua vormgeving gelijk aan RIO. LED verlichting toepassen.
beeldkwaliteitplan NTC
referentiebeeld: armatuur Arca (met vlak glas)
referentiebeeld: armatuur Arca (met lichtgebogen glas)
referentiebeeld: lichtaramtuur Arca in drie varianten (voorkeur heeft de vlak glas uitvoering - afh. van de lichtberekeningen)
referentiebeeld: masttype RIO met armatuur Arca
AANLEIDING & OPGAVE
EIGENSCHAPPEN EIGENSCHAPPEN BUITENRUIMTE INRICHTING
13. STRAATMEUBILAIR | BANKEN Type materiaal: - banken Materiaal soort: - staal en hout met een robuuste uitstraling referentiebeeld: robuuste bank met rugleuning 300 cm lang
Naam: - nader te bepalen Kleur: - antraciet en hout
31
Formaat: - 150 tot 300 cm lang, zithoogte tenminste 40 cm hoog Verband: - waar wenselijk Leverancier: - nader te bepalen Toepassing: - langs trottoir in de bies van 70 cm of naast het wandelpad referentiebeeld: aanzicht robuuste bank met rugleuning
referentiebeeld: robuuste bank met rugleuning 150 cm
Afbeelding: - referentiebeelden Opmerkingen / bijzonderheden - met en zonder rugleuning maar ook plaatselijk als bank met tafel toepassen.
AANLEIDING & OPGAVE
beeldkwaliteitplan NTC
EIGENSCHAPPEN INRICHTING BUITENRUIMTE
14. STRAATMEUBILAIR | AFZETPALEN Type materiaal: - afzetpalen Materiaal soort: - staal Naam: - Cono Kleur: - Akzo collection futura: Noir 2200 Sablé YW360F
32
Formaat:
referentiebeeld: afzetpaal Cono
referentiebeeld: afmetingen afzetpaal Cono
- hoogte: 800 mm - doorsnede: 136 mm Verband: - waar nodig Leverancier: - Grijsen Toepassing: - daar waar inrij beperkingen noodzakelijk zijn Afbeelding: - referentiebeelden Opmerkingen / bijzonderheden - alleen toepassen waar noodzakelijk, ook uitneembaar leverbaar.
referentiebeeld: toepassing van afzetpaal Cono
beeldkwaliteitplan NTC
AANLEIDING & OPGAVE
EIGENSCHAPPEN EIGENSCHAPPEN BUITENRUIMTE INRICHTING ZIJAANZICHT 3 / 4 MM DIBOND op afstand gemonteerd
3 / 4 MM DIBOND OP AFSTAND OP MUUR MONTEREN
FREESLETTER OP AFSTAND (UITVOERING MET WITTE OUTLINE)
MUUR
15. STRAATMEUBILAIR | BEWEGWIJZERING
815 MM
Type materiaal: 4 MM DIKKE FREESLETTER OP AFSTAND OP MUUR
- Zuilen met bewegwijzingsinformatie en gevelbelettering - Aluminium (frame en beplating)
2000 MM
815 MM
2850 MM
Materiaal soort: Kleur:
815 MM
- in huisstijl (kleuren en lettertypen) Formaat: - zie tekeningen hiernaast
3x in totaal (2x bewegzwijzering 1x bij ingang M)
tekening: maatvoering en toepassing van belettering gevels
- Schonenberg reklame
180 MM
80 MM
80 MM 600 MM
1200 MM
1200 MM
- waar noodzakelijk Leverancier:
BEWEGWIJZERING 1: TOE-RIT 180 MM
33
Verband:
2360 MM BEWEGWIJZERINGSFRAME
Toepassing:
600 MM
inwendig voorzien van alumunium constructie
Fifty Two Degrees
geheel voorzien van aluminium beplating voorzien van verlengde staanders t.b.v. plaatsing in beton geheel voorzien van belettering in huisstijl
- verwijzingen op terrein naar de diverse gebouwen - belettering op gevels van de verschillende gebouwen Afbeelding: - maatvoering gevelbelettering
2500 MM
- maatvoering bewegwijzeringszuilen
verlengde poten ten behoeve van plaatsing in beton
1200 MM
voorzijde
achterzijde
koker 800 mm in grond in beton storten
tekening: maatvoering en toepassing van bewegwijzering
AANLEIDING & OPGAVE
beeldkwaliteitplan NTC
EIGENSCHAPPEN BUITENRUIMTE
34
beeldkwaliteitplan NTC
AANLEIDING & OPGAVE
EIGENSCHAPPEN BEBOUWING 7 dit
hoofdstuk
worden
eerst
35
In het verlengde van de criteria voor de inrichting van
In
de
algemene
de openbare ruimte gelden er ook voor de bebouwing
beoordelingscriteria voor bebouwing op de campus
randvoorwaarden waar (her)ontwikkelingen aan moeten
beschreven. Daarna worden per afzonderlijk onderdeel
voldoen. De basis voor deze ontwikkeling van gebouwen
van het verkavelingsplan specifieke criteria geformuleerd
is juridisch vastgelegd in het bestemmingsplan. De
in zogenaamde kavelpaspoorten. Deze criteria zijn
criteria voor de uitwerking van de gebouwen wordt in dit
kenmerkend voor de afzonderlijke deelgebieden van
beeldkwaliteitplan beschreven en vastgelegd.
de campus. De specifieke karakteristieken maken dat de deelgebieden zich van elkaar onderscheiden en
Dit beeldkwaliteitplan vervangt op onderdelen de uitwerkingsnota
beeldkwaliteit.
De
daarmee herkenbaar worden.
sneltoetscriteria
voor aan- en uitbouwen alsmede reclame-uitingen blijft onveranderd van kracht. Voor de aspecten die niet worden beschreven in dit beeldkwaliteitplan blijven de criteria uit de uitwerkingsnota gelden.
afbeelding 21: werkmaquette NTC
AANLEIDING & OPGAVE
beeldkwaliteitplan NTC
EIGENSCHAPPEN BEBOUWING Algemene beoordelingscriteria Architectuur
Bebouwingseigenschappen
• De compositie van de bouwmassa’s (zoals de opbouw
• De bebouwing heeft een heldere hoofdvorm en een
in hoofd- en nevenmassa’s, de dakvorm en nokrichting)
eenduidige materialisatie.
is evenwichtig, hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan een rangorde in hoofdmassa en ondergeschikte onderdelen, of
• Het ontwerp van het gebouw sluit in stijl, allure, uitstraling, originaliteit, identiteit en karakter aan bij de functie en de
• Het ontwerp moet recht doen aan de functie die het
betekenis van het gebouw maar ook bij de omgeving.
gebouw heeft of krijgt (aan een openbaar gebouw
• Door dat er op het terrein verdichting en transformatie zal
bijvoorbeeld, kunnen andere eisen worden gesteld dan
• Bij herontwikkeling wordt gestreefd naar een rustig
aan een kantoor of een woongebouw).
en in de omgeving passend materiaal- en kleurgebruik. Het kleurgebruik is ingetogen waarbij een enkele
gaan plaatsvinden, wordt hierbij gestreefd naar bebouwing
36
een verdeling in een onderbouw, middendeel en een dakvorm.
met een krachtige architectonische compositie, die uitdrukking
• Het ontwerp van het gebouw heeft een logische
accentkleur wordt toegepast. Bij voorkeur worden
geeft aan het hoog technologisch karakter van het gebied.
samenhang tussen de functie(s), de constructie en het
duurzame materialen toegepast als baksteen, glas en
uiterlijk van het gebouw.
hout.
tuigende keuze tussen harmonie of contrast. Dit geldt
• De positionering van de entree in het gebouw is logisch
het bouwplan en de relatie ervan met de omgeving
zowel voor de relatie met de omgeving als voor de
gekozen als ook de oriëntatie van gebruiksruimten in
te ondersteunen. Ook aspecten als reflectie en licht-
compositie van het gebouw zelf. Hierbij wil ‘harmonie’
en om het gebouw. De plaatsing en uitstraling van de
echtheid van kleuren en duurzaamheid van mate-
niet zeggen dat dit leidt tot een zielloze imitatie. Contrast
hoofdentree vergt bijzondere aandacht. De entree moet
rialen en afwerkingen zijn hier onderdeel van.
daarentegen moet niet worden ingezet voor alleen het
duidelijk herkenbaar zijn.
- Materiaal- en kleurgebruik dienen het ontwerp van
• Het architectonisch concept gaat uit van een over-
• Het materiaalgebruik en de detaillering van de gebouw-
willen afwijken (van de omgeving). • De locatie van het gebouw bepaalt het onderscheid • De keuzes in het architectonisch concept zijn welover-
tussen voorkant, achterkant of ‘alzijdigheid’ van het gebouw.
en is rustig en sober: - Detaillering van karakteristieke delen en esthetisch belangrijke elementen als dakopeningen, erkers, dak-
wogen en gaan uit van een overtuigende keuze tussen eenvoud of complexiteit. Hierbij leidt eenvoud niet
• Er is een logische samenhang tussen de ‘korrelgrootte’
lijsten, goten, aansluitingen aan andere delen van de
tot simplisme, en complexiteit niet tot onbegrijpelijke
van het gebouw en het gevelbeeld in relatie tot de functie
constructie (naden, voegen, loodslabben, boeiborden
ingewikkeldheid.
die het herbergt.
etc.) en de maatvoering van deze onderdelen zijn elementen die het karakter van het gebouw bepalen.
• Het concept als ook de uitwerking daarvan (op
• De compositie van de gevelindeling (reliëf, vlakken,
- Kozijnindeling en detaillering van aansluitingen bij de
verschillende schaalniveaus) is consequent. Dat wil
openingen, onderlinge verhoudingen) dient op zichzelf
gevelconstructie (naden, voegen, omlijstingen, latei-
zeggen dat zowel de gevelcompositie als de detaillering
overtuigend te zijn.
en en vensterbanken, deklatten en –lijsten) vormen
in overeenstemming zijn met het ontwerpconcept van
een belangrijk onderdeel van de uitstraling van de gevel.
het gebouw als geheel, maar ook in zijn omgeving.
beeldkwaliteitplan NTC
AANLEIDING & OPGAVE
EIGENSCHAPPEN BEBOUWING • De avond-uitstraling van een gebouw/bedrijf is een
omliggende bebouwing in de directe omgeving van het
Naast de hiervoor genoemde algemene beeldkwaliteit-
belangrijk onderdeel van de vormgeving waar aandacht
nieuwe gebouw, spelen een rol bij het ontwerp (zowel
criteria worden hierna de specifieke eigenschappen
aan moet worden besteed.
het aansluiten, als het afwijken vraagt om een motivatie).
van de gebouwen beschreven. Deze karakteristieken van de bebouwingstypologie worden beschreven in
• Richting het spoor worden gebouwen met een
• Het representatieve deel van de bebouwing richt
kavelpaspoorten op basis van de eigenschappen
representatieve uitstraling gerealiseerd en dus geen
zich naar op de openbare ruimte. Ook de functionele
bouwhoogte, bebouwingspercentage, karakteristieken
achterkanten van gebouwen.
elementen, zoals de ontsluiting van het perceel maar
van de kavel, karakteristieken van de architectuur en
ook het parkeren, laden en lossen, opslag en afvoer van
randvoorwaarden bij de ontwikkeling. De kavelpaspoorten
Perceelsinrichting en inpassing in de omgeving
afval, die gericht zijn naar de openbare ruimte worden
zijn ingedeeld op basis van de verkaveling welke is
• De situering van de bebouwing op de kavel is een
op een representatieve wijze vormgegeven.
gekoppeld aan de eerder beschreven vierdeling.
bepaalt de mogelijkheden in het algemeen. De manier
• De representativiteit van een gebouw wordt mede
De volgende kavelpaspoorten worden onderscheiden:
waarop het ontwerp met de verdeling van bouwmassa’s,
bepaald door de visuele relatie tussen binnen en buiten,
1. Centraal assenkruis
van die mogelijkheden gebruik maakt is een belangrijk
alsook de algemene uitstraling van de naar de openbare
2. Herontwikkeling bestaande bebouwing
beoordelingscriterium.
ruimte gerichte gevels.
3. Entreegebouw
belangrijk beeldkwaliteitsaspect. Het bestemmingsplan
37
4. Spoorgebouw • Bij de inpassing op de kavel spelen onder meer
• Het erf en het gebouw zijn in samenhang ontworpen
de volgende aspecten een rol: de rangorde of
(verhouding verharding/groen). Voorterreinen hebben
gelijkwaardigheid (hoofdgebouw met bijgebouwen), het
een
ritme, een strakke of losse verkaveling (een willekeurige
representativiteit van de buitenruimte draagt bij aan de
plaatsing van gebouwen ten opzichte van elkaar).
uitstraling van het bedrijf en de campus. Het ontwerp
representatieve
en
groene
uitstraling.
De
van de erfscheidingen is onderdeel van deze opgave. • Bouwplannen worden getoetst op de wijze waarop ze zich in het stedenbouwkundig patroon voegen. Ook de
• Voor groen op de kavel wordt voornamelijk gebruik
opbouw van de bouwmassa in relatie tot de omgeving is
gemaakt van gras, lage bodembedekkers, hagen en
hier onderdeel van.
bomen. Er wordt een strak beeld nagestreefd.
• Bouwplannen dienen rekening te houden met de
• Het parkeren vindt hoofdzakelijk plaats op eigen
van omliggende bebouwing, waarbij zowel aansluiting
terrein. De bereikbaarheid, de ontsluiting en de
en contrast gemotiveerd moeten zijn. De schaal, maat
stallingmogelijkheden (voor auto’s, fietsen en containers)
en vormgeving (bouwstijl, reliëf, type detaillering,
dienen zorgvuldig in de architectuur, of het ontwerp van
geveldecoratie, materiaal- en kleurgebruik) van de
de buitenruimte te worden opgenomen.
AANLEIDING & OPGAVE
beeldkwaliteitplan NTC
EIGENSCHAPPEN BEBOUWING
1. CENTRAAL ASSENKRUIS • Bouwhoogte: Goot- en nokhoogte hoofdvolume tussen 4 en 16 meter
max 65%
• Bebouwingspercentage:
h = 4-16 m
Tot maximaal 65% van de kavel
• Karakteristieken kavel:
max 65% 20 m
h = 4-16 m
15 m
Een carré van circa 45 bij 45 meter met een oriëntatie die naar alle windstreken één keer beschikbaar is. De
38
kavels hebben een prominente plaats in het hart van de campus. De kavels zijn rondom gelegen in het groen met binnenin het assenkruis van bomen.
max 65% h = 4-16 m
max 65% h = 4-16 m
afbeelding: verkavelings- en bebouwingssuggestie
• Randvoorwaarden kavelinrichting: - De overgang van de kavel naar de omgeving wordt gevormd door het gebouw of een voor de plek ontworpen erfafscheiding. De vormgegeven erfafscheiding vormt
afbeelding: kaveleigenschappen centraal assenkruis
een eenheid met de architectuur en materialisatie van het gebouw. - De buitenrand van de kavel is groen. Het deel van de kavel dat grenst aan het assenkruis bestaat uit een brede groene inrichting (tuin) die direct aansluit op de bebouwing. - De entrees naar de percelen (de inritten) zijn gelegen aan de secundaire insteekwegen ten noordoosten en zuidwesten van het assenkruis.. - De
inpassing
van
de
bebouwing
(hoofdmassa
en bijgebouwen) op de kavel is vrij. Wel moet de afbeelding: verkavelings- en bebouwingssuggestie
hoofdmassa aan tenminste twee zijden van de kavel grenzen (zie verkavelings- en bebouwingssuggesties).
beeldkwaliteitplan NTC
referentiebeeld aansluiting groen op bebouwing
AANLEIDING & OPGAVE
EIGENSCHAPPEN BEBOUWING • Karakteristieken architectuur: Alzijdige architectuur met een functionele én representatieve oriëntatie op de omliggende wegen en een representatieve uitstraling gericht op voetgangers naar het hart van het assenkruis. Het gebouw is ondergeschikt aan de (groen)structuur van het assenkruis.
• Randvoorwaarden bebouwing: - De bebouwing heeft een herkenbaar en eenduidig hoofdvolume of volumes. - De bebouwing heeft een plat dak en is te karakteriseren als een doosvorm. - De bebouwing past zich aan, aan het stramien van het
referentiebeeld alzjdige architectuur referentiebeeld architectuur
assenkruis.
39
- De architectuur kenmerkt zich door een hoge mate van transparantie. - Het gevelbeeld van de gebouwen bevat een herkenbaar ritme van repeterende elementen. - De architectuur wordt gekenmerkt door een zorgvuldige detaillering.
referentiebeeld alzijdige architectuur in het groen
• Overige randvoorwaarden - Parkeren, laden en lossen moet op eigen terrein worden georganiseerd. - Ieder gebouw krijgt een naamsaanduiding door middel van een letter. De letter-aanduiding op de gebouwen heeft eenzelfde formaat en positie, de kleur kan afwijken (zie ook pagina 33).
referentiebeeld architectuur
AANLEIDING & OPGAVE
referentiebeeld architectuur
beeldkwaliteitplan NTC
EIGENSCHAPPEN EIGENSCHAPPEN BEBOUWING BEBOUWING
2. BESTAANDE GEBOUWEN • Bouwhoogte: Goot- en nokhoogte tussen 7 en 25 meter, gelijk aan bestaande gebouwen. Mogelijk dat er lokaal delen van de bebouwing worden opgetopt voor extra voorzieningen en het inpassen van liftfaciliteiten en installaties.
• Bebouwingspercentage: 50 tot 85% van de kavel. De vorm en oppervlakte van de kavels komt sterk overeen met de vorm en oppervlakte
40
van de bestaande gebouwen. De gebouwen grenzen aan de (semi) openbare ruimte.
• Karakteristieken kavel:
afbeelding: bestaande gebouwen BZ (rechts) en A (links)
De kavels zijn sterk functioneel met functies zoals parkeren, laden en lossen, maar ook de inpassing van de bijzondere installaties. De kavels hebben geen duidelijke, harde begrenzing maar gaan vloeiend over in de omgeving.
• Randvoorwaarden kavelinrichting: - De gebouwen staan zichtbaar op de grond. De kavel rondom een gebouw vormt het basement van het gebouw en vindt aansluiting bij de inrichting van de aangrenzende openbare ruimte. - De aansluiting van de kavel op het gebouw kenmerkt zich door een groene invulling. - De overgang van de kavel naar de omgeving wordt gevormd door het gebouw of een voor de plek ontworpen erfafscheiding.
beeldkwaliteitplan NTC
afbeelding: bestaande gebouwen A (rechts) en BZ (links)
afbeelding: bestaande gebouwen G (rechts) en BY (links)
AANLEIDING & OPGAVE
EIGENSCHAPPEN EIGENSCHAPPEN BEBOUWING BEBOUWING - De inrichting van de kavels is individueel maar wel herkenbaar als een onderdeel van de totale campus.
• Eigenschappen architectuur: De architectuur is sterk functioneel, met een industrieel karakter. Karakteristieken van de bebouwing zijn de repeterende elementen in de robuuste en massieve gevelwanden in combinatie met lichte en transparante entreepartijen en karakteristieke platte daken. De gebouwen worden gecombineerd met leidingen en buistracés op de daken en aangrenzende leidingbruggen, die het industriële karakter van de gebouwen benadrukt.
41 afbeelding: gebouw M na renovatie
• Randvoorwaarden bebouwing: - Het industriële karakter is een blijvend kenmerk van de architectuur. - Het behouden van de karakteristieke elementen van de bestaande gebouwen staat centraal. Toevoegingen zijn ondergeschikt of onderscheiden zich ten opzichte van de bestaande gebouwen. - De architectuur van de gebouwen is individueel maar wel herkenbaar als een onderdeel van de totale campus - Loop- en leidingbruggen vormen een ruimtelijk geheel met de gebouwen.
• Overige randvoorwaarden: - Ieder gebouw krijgt een naamsaanduiding door middel van een letter. De letter-aanduiding op de gebouwen heeft eenzelfde formaat en positie, de kleur kan afwijken afbeelding: bestaande gebouwen M (rechts) en G (links)
AANLEIDING & OPGAVE
afbeelding: bestaand gebouw G
(zie ook pagina 33).
beeldkwaliteitplan NTC
EIGENSCHAPPEN BEBOUWING
3. ENTREEGEBOUW • Bouwhoogte: Goot- en nokhoogte tussen 6 en 25 meter. De hoogte van het gebouw staat in directe relatie met de representativiteit
- De gebouwen staan zichtbaar op de grond. De kavel rondom het gebouw vormt het basement van het gebouw en vindt aansluiting bij de inrichting van de aangrenzende
van het gebouw als entree van de campus.
openbare ruimte.
• Bebouwingspercentage:
van de kavel, vloeiend opgaan in de omgeving. Hiervoor
65 tot 95% van de kavel. De kavel is circa 1400 m2 groot en sterk begrensd door de direct aangrenzende infrastructuur en het parkeerterrein. Een deel van het
42
• Randvoorwaarden kavelinrichting:
parkeerterrein zou kunnen worden overkluisd door het
- Het entreegebouw moet in samenhang met de inrichting krijgt de oost, zuid en westzijde een groene inrichting in aansluiting op de aangrenzende infrastructuur. De noordzijde krijgt een functionele ontsluiting in aansluiting op het parkeerterrein.
gebouw waardoor er meer ruimte beschikbaar is.
- De entree naar het perceel (de inrit) is gelegen
• Karakteristieken kavel:
het assenkruis. De ontsluiting van het gebouw voor
De kavel grenst aan de achterzijde aan het parkeerterrein. Op het parkeerterrein begint de voetgangersroute over het assenkruis onder begeleiding van bomen. De kavel en daarmee de bebouwing is direct vanaf de Nieuwe Dukenburgseweg zichtbaar. De kavel grenst direct aan de centrale entree van de campus. Hiermee neemt deze
referentiebeeld architectuur als orientatie- en herkenningspunt
aan de secundaire insteekweg ten zuidwesten van motorvoertuigen moet vanaf de insteekweg over het bestaande parkeerterrein worden gerealiseerd. - De inpassing van de bebouwing (hoofdmassa en bijgebouwen) op de kavel is vrij. Wel moet de hoofdmassa een begeleiding vormen van de weg (zie afbeelding kaveleigenschappen).
referentiebeeld transparante en open architectuur
kavel een prominente plaats in op de campus.
referentiebeeld herkenningspunt in de architectuur
beeldkwaliteitplan NTC
referentiebeeld herkenbare hoofdvorm
referentiebeeld van een eigen herkenbare architectuur
AANLEIDING & OPGAVE
EIGENSCHAPPEN BEBOUWING • Eigenschappen architectuur: Alzijdige
architectuur
met
een
• Randvoorwaarden bebouwing:
functionele
én
- Het industriële karakter is een kenmerk van de archi-
representatieve uitstraling. Het gebouw vraagt om een
tectuur.
alzijdige architectuur met een oriëntatie die aan de
- De architectuur van het gebouw is individueel, het heeft
voorzijde (zuidzijde) het herkenningspunt vormt bij de
een eigen karakteristieke vorm, maar is wel herkenbaar
entree van de Novio Tech campus. Dit representatieve
als een onderdeel van de totale campus
herkenningspunt,
- De bebouwing heeft een herkenbaar en eenduidig
moet
wel
worden
bezien
ondergeschikte van het aanwezige FTD gebouw.
als
hoofdvolume of volumes. - De architectuur kenmerkt zich door een hoge mate van transparantie. - Het gevelbeeld van het gebouw is onderdeel van de bijzondere karakteristiek. - De architectuur wordt gekenmerkt door een zorgvuldige detaillering.
43
• Overige randvoorwaarden: - Voor de inpassing van de hoofdentree zijn er verschillende mogelijkheden zoals op de kopse kant
max 65-95%
aan de oostzijde gericht naar het assenkruis en de
h = 6 - 25 m
ontsluiting voor voetgangers naar het station, maar ook centraal aan de zuidzijde gericht op de entree van de campus is mogelijk. - Ieder gebouw krijgt een naamsaanduiding door middel van een letter. De letter-aanduiding op de gebouwen heeft eenzelfde formaat en positie, de kleur kan afwijken (zie ook pagina 33).
afbeelding: kaveleigenschappen entreegebouw
AANLEIDING & OPGAVE
beeldkwaliteitplan NTC
EIGENSCHAPPEN BEBOUWING
4. SPOORGEBOUW
- Het spoorgebouw moet in samenhang met de inrichting
• Bouwhoogte:
krijgt de noord, oost, zuidzijde een groene inrichting in
Goot en nokhoogte tot maximaal 50 meter, ondergeschikt aan FTD (ruim 85 meter hoog), maar minimaal 15 meter hoog om onderscheid te kunnen maken met de
aansluiting op de aangrenzende infrastructuur. - De duidelijk herkenbare entree van het gebouw sluit aan op het padenpatroon van de campus.
omgeving en het station dat op de spoordijk is gelegen.
- Bij het afschermen van de kavel geldt dat de overgang
• Bebouwingspercentage:
gebouw of een voor de plek ontworpen erfafscheiding.
20% tot 80% van de kavel. Dit is sterk afhankelijk van het programma en de combinatie met een
44
van de kavel, vloeiend opgaan in de omgeving. Hiervoor
van de kavel naar de omgeving wordt gevormd door het De vormgegeven erfafscheiding vormt een eenheid met de architectuur en materialisatie van het gebouw.
referentiebeeld architectuur (Skylabs Heidelberg)
parkeervoorziening (op maaiveld of een gebouwde voorziening). Ook hier behoort een gedeeltelijke overkluizing tot de mogelijkheden.
• Karakteristieken kavel: De kavel is de begrenzing van de campus op de overgang naar de stationsomgeving. De kavel is ten opzichte van de Neerbosscheweg circa 3 meter hoger gelegen maar ligt 5 meter lager dan de bovenzijde van het perron van het station. De kavel is de beëindiging of entree van de
referentiebeeld architectuur (Skylabs Heidelberg)
campus vanuit het noorden. De kavel is groot en kan worden opgedeeld in een aantal kleinere eenheden. Deze kleinere eenheden vormen gezamenlijk wel een geheel.
• Randvoorwaarden kavelinrichting: - Het gebouw/de gebouwen staan zichtbaar op de grond. De kavel rondom het gebouw vormt het basement van het gebouw en vindt aansluiting bij de inrichting van de aangrenzende openbare ruimte. referentiebeeld architectuur (Skylabs Heidelberg) - geleding
beeldkwaliteitplan NTC
referentiebeeld zorgvuldig gedetaillerde architectuur
AANLEIDING & OPGAVE
EIGENSCHAPPEN BEBOUWING • Eigenschappen architectuur:
• Randvoorwaarden bebouwing:
De plek vraagt om een herkenbaar gebouw aan het spoor,
- Het industriële karakter is een kenmerk van de
dat wel ondergeschikt is aan het FTD gebouw. Het gebouw
architectuur.
laat het karakteristieke stationsgebouw in zijn waarde door
- De architectuur van het gebouw is individueel, het
een decor of achtergrond hiervoor te vormen. Het gebouw
heeft een eigen karakteristieke vorm, maar is wel
sluit in maatvoering en omvang aan bij de bestaande
herkenbaar als een onderdeel van de totale campus.
bebouwing op de campus en op het NXP terrein.
Het gebouw vormt daarmee een representatief element aan het spoor. - Het gebouw heeft een sterke geleding, zowel in horizontale als in verticale segmentering van het
r oo Sp
gebouw.
lij
- De bebouwing heeft een herkenbaar en eenduidig
n Ni
hoofdvolume of volumes.
jm en eg
- Het gebouw vormt een representatieve wand naar het
45
-D
spoor, het voorplein van het station en naar het zuiden
en
als beëindiging van de campus.
h
sc
Bo
- De architectuur wordt gekenmerkt door een zorgvuldige detaillering.
• Overige randvoorwaarden: - Parkeren, laden en lossen moet op eigen terrein worden georganiseerd. De vorm van de kavel en het gebouw vormen een afronding van het voorplein van het station. - Ieder gebouw krijgt een naamsaanduiding door middel van een letter. De letter-aanduiding op de gebouwen heeft eenzelfde formaat en positie, de kleur kan afwijken (zie ook pagina 33).
afbeelding: kaveleigenschappen stationsgebouw
AANLEIDING & OPGAVE
beeldkwaliteitplan NTC
EIGENSCHAPPEN BEBOUWING
46
beeldkwaliteitplan NTC
AANLEIDING & OPGAVE
Legenda d spa der Mul
Plangebied
p r bmg
Bestemmingen eg ew ch ss bo er Ne
Gemengd
eg ew ch ss bo er Ne
GD
L-R
Dubbelbestemmingen
4
L-R
Leiding - Riool
WR-A2
Waarde - Archeologie 2
50 80
Aanduidingen 38
WR-A2
overige zone - geluidgezoneerd industrieterrein eg ew ch ss bo er Ne
1
eg ew ch ss bo er Ne
milieuzone - zones wet milieubeheer
26
veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 34
25 65
bouwvlak L-R
28 40
minimum bouwhoogte (m), maximum bouwhoogte (m)
10 25 Ha lf ge le id er we g
5
36
maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)
5
5
25 25
50
maximum bouwhoogte (m), maximum bebouwingspercentage (%)
80
GD
16 40
hartlijn leiding - riool Algemeen Ondergrond bestaande bebouwing GBK 2013-10-10
53
52
16
g We or do s bo er nk Jo
Ha lf ge le id er we g
Tr an si st or we g
WR-A2 5 5
we eu Ni
eg ew gs ur nb ke Du
10
10 25
8c
Ha lf ge le id er we g
0
we eu Ni
20
40
60
eg ew gs ur nb ke Du
80
100
Gemeente 3 2
Nijmegen ter visielegging m.i.v.
dd:
vaststelling door Raad
dd: nr:
8a 8
Raad van State
dd:
ontwerp bestemmingsplan datum:
08-12-2014
Nijmegen Goffert-Winkelsteeg - 4
gewijzigd:
nr:
N i e u w e
D u k e n b u r g s e w e g
5
schaal:
1:2000_A3
get. / gez.:
EF
nummer:
449581
cadnr.:
(NTC)
NL.IMRO.0268.BP12004-ON01