4. Nijmegen en Biodiversiteit 4A. Huidige Situatie Uniek gelegen, op de grens van uiteenlopende landschapstypes, zijn Nijmegen en ‘Het Rijk van Nijmegen’ rijk aan biodiversiteit. De compacte stad Nijmegen heeft zelf weinig open ruimte; daarom medefinanciert de stad de ontwikkeling en beheer van de groene ring rondom haar stadsgrenzen. Door aanleg van de nevengeul langs de Waal ontstaat een slagader voor natuur en biodiversiteit dwars door het stadshart. Bevers en otters krijgen daar een plek in de stad. Natura 2000 De Waaluiterwaarden ten westen en oosten, deels op Nijmeegs grondgebied, zijn april 2014 definitief bestemd als Natura 2000-gebied (zie kaart 1). De afwisseling van open water, moerassen, slikoever, ruigten, wilgenbossen en diverse typen grasland, bijvoorbeeld stroomdalgrasland op hooggelegen ruggen en dijken, resulteert in veelvoud aan habitattypen en soorten. De uiterwaarden zijn belangrijk broedgebied voor moerasvogels en vogels van waterrijke gebieden en natte graslanden, en belangrijk rust- en foerageergebied voor eenden en ganzen (figuur 1).
Figuur 1: Natuur Waaluiterwaarden Ecologische Hoofdstructuur De groene ring om Nijmegen valt grotendeels binnen het beschermingsregime van de Ecologische Hoofdstructuur, het nationale netwerk van natuurgebieden en ecologische verbindingszones (figuur 2). Westelijk van Nijmegen is de groene ring deels verstedelijkt, deels agrarisch. Binnen Nationaal Landschap Gelderse Poort, ten oosten van Nijmegen, waar de Duitse Rhein Nederland binnenkomt en splitst in Rijn, IJssel en Waal, ligt de Millingerwaard: bakermat (1983) van grootschalige natuurontwikkeling langs Nederlandse rivieren en van essentiële samenwerking tussen rivierbeheerder Rijkswaterstaat, baksteenindustrie, boeren, ontgronders en natuurorganisaties. Natuurgebieden in de Gelderse Poort sluiten aan op natuur en landschap, incluis Natura 2000gebieden, langs de Duitse Niederrhein. Op bos- en heiderijke stuwwal zuidelijk van Nijmegen liggen overigens geen Natura 2000-gebieden. Essentieel in deze groene ring is de bufferzone tussen Arnhem en Nijmegen. Deze steden realiseren er Park Lingezegen (1700 hectare)(figuur 2), buiten hun eigen gemeentegrenzen. Park Lingezegen is een ecologische verbindingszone van de Ecologische Hoofdstructuur.
Figuur 2: Ecologische Hoofdstructuur
Stedelijk ecologisch netwerk Ruimtelijke structuur en vorm van het groen zijn gevolg van geomorfologie/geologie, (cultuur)historie en stedelijke ontwikkeling. Stuwwal en Waal (figuur 3) domineren: de glorieuze, Parijse allure van de singels en de heuvelachtige, monumentale parken in het centrum; oude bossen en bron-gebieden op de stuwwal in Nijmegen-Oost; op de spoelzandvlakte parkachtig groen in voormalige dorpskernen als Brakkenstein, Hatert en Hees, en ‘verstedelijkte’ landgoederen zoals Heijendaal en Winkelsteeg; Park-West, het sinds 1995 gerealiseerde, groene kralensnoer van kleine en grote parken in vroeg ste 20 eeuw gebouwde tuindorp-wijken van Nijmegen-West; overdadig groen en water in jonge, westelijke stadsdelen Dukenburg en Lindenholt dringt diep door in de woonwijken. Waal, kanaalzone en spoorlijnen vormen belangrijke ecologische routes dwars door de stad; boomstructuren langs de radiale wegen en de singels rond het centrum vormen ecologische verbindingen.
Figuur 3: Landschappelijke situering Door haar bijzondere geomorfologie en geologie bezit Nijmegen met omgeving grote verscheidenheid aan leefmilieus voor plant- en diersoorten. Onderzoek (Flora van Nijmegen en Kleef 1800 – 2006) toont dat er ongeveer 1500 plantensoorten zijn waargenomen. Nederland telt momenteel 1536 inheemse plantensoorten. In de nationale benchmark Atlas van Nederlandse Gemeenten, jaargang 2013, scoort Nijmegen als eerste op vogelrijkdom. Ecologische hotspots zijn de waardevolle natuurplekken die een relatie hebben met natuur buiten de stad. Hier zetten we in op de verdere ontwikkeling van de natuur, het beheer is afgestemd op de aanwezige en potentiële natuurwaarden. Ook bezit Nijmegen verschillende waardevolle wijkhotspots (figuur 4).
Figuur 4: Ecologische structuur Nijmegen
In Nijmegen-Noord vindt een enorme landschappelijke transitie plaats: een voormalig dorp met agrarische omgeving verandert in een nieuw stadsdeel; de nevengeul wordt de ecologische verbinding door het stadshart, met nieuwe mogelijkheden voor natuur in uiterwaarden en op het stadseiland (figuur 5). Het streefbeeld van dit nieuwe natuurlint (globaal en in detail) en het cyclische, meerjarige beheer zijn vastgelegd in het Beheer en Onderhoudsplan Ruimte voor de Waal.
Figuur 5: Beheerplan Nevengeul, globaal (boven), in detail (onder)
4B. In het verleden gestelde prestatiedoelen Dwars door Nijmegen loopt Natura 2000-gebied Rijntakken. De uiterwaarden zijn Vogelrichtlijn en/of Habitatrichtlijngebied. De natuur in de Ecologische Hoofdstructuur, in de groene ring om de stad, deels binnen de gemeentegrens van Nijmegen, wordt beheerd op basis van natuurbeheerplannen. Het beheer en de natuurmonitoring is bijna overal in de professionele handen van de natuurorganisaties Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, Stichting Het Gelders Landschap en Staatsbosbeheer, die al honderd jaar bestaan. Nijmegen is een compacte stad, omgeven door een natuurrijke, groene ring, aantrekkelijk en goed bereikbaar voor de bewoners van Nijmegen. Binnen de compacte stad wordt onderscheid gemaakt tussen de hoofdgroenstructuur en het wijkgroen: vanuit de natuurlijke potenties en binnen de mogelijkheden die stedelijkheid biedt, en nadrukkelijk rekening houdend met belangen en wensen van bewoners, is daar behoud en ontwikkeling van natuurwaarden een van de doelen. Landschapsbeheer Gemeente Nijmegen heeft de afgelopen jaren actief en financieel (€ 0,6 miljoen) bijgedragen aan de verbetering van de biodiversiteit in het aangrenzende landbouwgebied van de Ooijpolder (deel van Nationaal Landschap Gelderse Poort) (figuur 6). Samen met de boeren, natuurorganisaties, andere gemeenten, Provincie Gelderland en het Rijk is het agrarische gebied voor mens en natuur beter toegankelijk gemaakt door aanleg van struinpaden en ecologische verbindingszones. De grondeigenaren beheren de landschapselementen voor de komende 30(!) jaar tegen een marktconforme vergoeding. Behoud en versterking van biodiversiteit zijn hiermee gewaarborgd; recreatieve en educatieve waarde zijn sterk toegenomen. Nijmegen heeft met haar steun voor landschaps- en natuurwaarden buiten haar gemeentegrenzen, een belangrijke, nationaal erkende voorbeeldfunctie.
Figuur 6: Landschapsontwikkeling in de Ooijpolder
De ontsluiting van de Ooijpolder is voor Nijmegenaren verbeterd door aanleg (2012) van een brugpassage over de provinciale, drukke weg Nijmegen-Kleve. Tevens is in 2013 de 60 meter lange wandelbrug (figuur 7) opgeleverd tussen het centrum van Nijmegen, over een zijarm van de Waal, rechtstreeks de Ooijpolder in. Motto: ‘uitgaan in de stad, wandelen in de polder’.
Figuur 7: Brug naar de Ooij: een echte hit Natuurbeheer Het beheer van circa 80% van ons natuurbezit hebben we in 2013 overgedragen aan de nationale natuurbeschermingsorganisatie Vereniging Natuurmonumenten. Zij richt het beheer op verdere ontwikkeling van natuurwaarden en op benutten van aanwezige potenties (figuur 8). Voorafgaand aan deze overdracht hebben gemeente Nijmegen en Ministerie van Defensie bodemverontreiniging, erfenis van militair gebruik, gesaneerd. Tegelijkertijd hebben we 200 hectare van het bosgebied verkocht aan drinkwaterleidingbedrijf Vitens. Contractueel is vastgelegd dat Natuurmonumenten ook het Vitens eigendom beheert en dat de raad van de gemeente Nijmegen het natuurbeheer vaststelt. Nijmegen bezat tot voor kort circa 625 hectare bos, direct buiten haar gemeentegrenzen, vroeger grotendeels militair oefenterrein. Deze bossen liggen in de nationale Ecologische Hoofdstructuur en er zijn beheervisies voor opgesteld. Tot 2013 voerde Nijmegen zelf het beheer uit, medegefinancierd door het Rijk, inhoudelijk getoetst door de provincie. Samen met beheerders van aangrenzende natuurgebieden, en in samenspraak met vrijwilligers, aangrenzende gemeenten en provincies (Gelderland en Limburg) is afgelopen jaren het heidegebied tussen Nijmegen en Mook (figuur 8) hersteld. Er zijn corridors aangebracht en barrières opgeheven waardoor een grote, aaneengesloten heide is ontstaan. Doelsoorten zijn Zandhagedis, Gladde slang, Nachtzwaluw en Zadelsprinkhaan. Een schaapskudde wordt ingezet bij het beheer. Monitoring toont er de goede resultaten van.
Figuur 8: Heidegebied tussen Mook en Nijmegen Gemeente Nijmegen participeert volop in Park Lingezegen, 1700 hectare groene buffer tussen Nijmegen en Arnhem: Wij investeerden €3,8 miljoen (totale investering circa €68,5 miljoen) en dragen met ingang van 2014 bij aan het beheer (jaarlijks €0,25 miljoen). Belangrijke natuurpartners zijn Staatsbosbeheer en Waterschap Rivierenland. Dit overwegend agrarisch gebied ondergaat komende jaren de metamorfose naar natuur en recreatie, van levensbelang voor de Nijmegenaren woonachtig ten noorden van de Waal. Gemeente Nijmegen is 2013 toegetreden tot organisatie die Park Lingezegen beheert en verder ontwikkelt. Natuurwaarden binnen de stad worden vaak bepaald door natuurlijke potentie en mate van stedelijkheid, en niet te vergeten: door de wensen en op basis van de inzet van onze inwoners. Hierbij is de relatie tussen groen/ecologie/biodiversiteit met gezondheid en sociale cohesie essentieel. Hieronder noemen we enkele aansprekende voorbeelden (figuur 9 en 10). Niet alleen buiten onze gemeentegrenzen werken we aan de verbetering van de biodiversiteit, maar ook in de stad worden terreinen zo natuurlijk mogelijk ingericht en beheerd. Ons groenstructuurplan “De Groene Draad” legt de ecologische structuur vast. Bij groenbeheer wordt nauw samengewerkt met tientallen buurtgroepen en met lokale organisaties voor natuurbeheer en -educatie. Zij beheren enkele bijzondere natuurhotspots zoals de Natuurtuin Bottendaal, het Patersbos, Natuurtuin De Goffert en het Javabosje. We stimuleren de verbinding tussen stad en ommeland. Dankzij het Limospark (voormalig kazerneterrein) trekt natuur nu de stad in. Enkele jaren geleden wroette er zelfs een everzwijn, zichtbaar vanuit de lagere school, gevestigd in een voormalige kazerne.
De recente aankoop van het landgoed Driehuizen (30 hectare) en de eveneens recente omvorming van traditioneel in natuurlijker groen zoals het Geologenpark (Dukenburg) en het Randpark (Hatert) brengt de natuur in de woonwijk. Op enkele binnenstedelijke graslanden zetten we een schaapskudde in (figuur 9).
Figuur 9: Randpark Hatert (linksboven), schapenbegrazing in de stad (rechtsboven natuurlijk spelen op school (linksonder) en natuureducatiecentrum (rechtsonder) In onze waterrijke stadsdelen Lindenholt en Dukenburg hebben we sinds 2001 vele steile, beschoeide oevers van vijvers natuurvriendelijk gemaakt, in combinatie met natuurlijke spelen. Hier wordt de ijsvogel vaak gespot. Voor deze stadsdelen zetten we zeer bewust in op groen en water als unique selling point. Waterschap Rivierenland monitoort de ecologische waarden en waterkwaliteit. Dankzij vele rasters en tunnels langs wegen rondom Nijmegen om verkeersmortaliteit onder dassen te voorkomen, is het aantal dassen rond Nijmegen sterk gegroeid. Ook in enkele woonwijken fourageren en vestigen zich inmiddels dassen. In samenspraak met omwonenden en natuurorganisaties passen we inrichting en beheer van groen erop aan. In stenige woonbuurten stimuleren we bewoners meer groen toe te voegen door samen geveltuinen aan te leggen en schuttingen te vervangen door hagen. De gemeente faciliteert de aanleg; de bewoners beheren het nieuwe groen. Dit bevordert de gezondheid, de belevingswaarde van de buurt en komt de biodiversiteit ten goede.
Figuur 10: Geveltuinen en beleefbaar groen en water In samenspraak met en vooral op initiatief van lokale natuurorganisaties en bewonersgroepen ontstaan er specifieke projecten, zoals nestkasten voor gierzwaluwen, gebouwd door asielzoekers en geplaatst in volkswijken van Nijmegen-west. We streven met lokale imkers naar een netwerk van bijenstallen verspreid over de stad, hetgeen ook aanpassing van inrichting en beheer van openbaar groen vereist. Ter promotie van klimaatadaptatie is een vegetatiedak aangelegd op het stadhuis. De plaatselijke imkervereniging heeft er enkele bijenkasten geplaatst. Meerdere lokale organisaties (Natuurmuseum, Kinderboerderijen, Natuurtuin Goffert, Heemtuin Lent, Milieu-educatiecentrum, Instituut voor natuurbeschermingseducatie) bieden een veelzijdig aanbod over natuur in en rond de stad, voor jong en oud, variërend van praktisch groen- en natuurbeheer, tot cursussen (bijvoorbeeld tuinieren, fruitboomonderhoud) en lessen, wandelingen enzovoorts. In het 2012 gestarte schooltuinenproject de Stadswaard (Ooijpolder) leren schoolkinderen voedsel te verbouwen. De gemeente financiert een deel van deze organisaties en activiteiten. Het bereik is groot: Alleen al ruim 31.000 Nijmeegse schoolkinderen krijgen jaarlijks natuureducatie (figuur 9). Bijzonder is dat in de voor Nijmegen’s stadsgezicht iconische toren van de historische Stevenskerk de slechtvalk huist, evenals in een van de koeltorens van de energiecentrale Electrabel. Bijzonder is ook dat in meerdere nieuwbouwprojecten, zoals in de projecten Hessenberg en Plein ’44, midden in het stadscentrum, voorzieningen voor gierzwaluwen zijn ingebouwd. De website Waarneming.nl toont 1499 soorten inheemse planten en dieren in Nijmegen in 2013, en de afgelopen 10 jaar 3143 soorten. Sinds 1995 gebruikt Nijmegen geen chemische bestrijdingsmiddelen bij beheer van haar openbare ruimte. Als signaal naar de Rijksoverheid tegen de risico’s van genetisch gemodificeerd voedsel, heeft Nijmegen zich in 2012 “gentechvrij” verklaard.
4C. Toekomstige Plannen Voor de beheerplannen voor het Natura 2000-gebied Rijntakken is Provincie Gelderland het bevoegde gezag. Grondeigenaren en toekomstige beheerders worden daarbij betrokken. Gemeente Nijmegen stimuleert met bewoners, bouwers en organisaties biodiversiteit IN de stad. Belangrijk zijn de natuurontwikkeling in de uiterwaarden, de dijkteruglegging (figuur 11 en 12 met nevengeul en toekomstige stadseiland) en bij de bouw van de woonwijken in Nijmegen-noord de aanleg van de duurzame waterhuishoudkundige inrichting met haar groen-blauwe netwerk.
Figuur 11: Kaart, Impressie Nevengeul (vanuit oosten gezien)
Figuur 12: Nevengeul ‘Work in progress’ (vanuit westen gezien) gereed 2016 Stadseiland en nevengeul worden een nieuwe schakel in de keten van natuurontwikkeling langs de Waal, en Rijn. Westelijk van Nijmegen is natuurontwikkeling in Oosterhoutse en Beuningse Waard, oostelijk in de Stadswaard (figuur 13). Het Wereldnatuurfonds is een krachtige motor achter deze natuurontwikkeling. Zij steunt beheerorganisaties als Stichting Ark. Enkele jaren geleden heeft Stichting Ark de Steur in de Waal geherintroduceerd. Andere aansprekende soorten die profiteren van de natuurontwikkeling rond en in Nijmegen zijn de Bever en de Zeerarend. Otters, jarenlang uit Nederland verdwenen, worden in 2014 op meerdere plekken in de Ooijpolder waargenomen. Nijmegen wil, als grootste stad langs de Waal, uitgroeien tot poort van beleving van de riviernatuur. Samen met het Natuurmuseum Nijmegen en Staatsbosbeheer werkt Nijmegen aan realisatie van Natuurmuseum Gelderse Poort (rode stip figuur 13) in een eeuwenoud monumentaal pand, aan de voet van de stuwwal met het monumentale Valkhofpark, nabij de voetgangersbrug naar de Ooijpolder en de uiterwaarden van de Waal. Het Natuurcentrum gaat een breed scala aan uitdagende informatie en actieve buitenbeleving, over natuur in en buiten de stad, bieden: ‘Natuur is niet alleen te vinden buiten de stad, maar krijgt juist ook een plek binnen de stad’. Het Natuurcentrum vergt een investering van ruim €6.000.000; oplevering 2016.
Figuur 13: Natuurontwikkeling uiterwaarden De aanwezigheid van vijf landelijk werkende natuurorganisaties, met 120 medewerkers en 20.000 vrijwilligers, op de Natuurplaza van de Radboud Universiteit Nijmegen, landelijke natuurorganisaties gesitueerd in buurgemeente Berg en Dal en de organisaties betrokken bij natuurontwikkeling in de Millingerwaard, maken van Nijmegen een belangrijke broedplaats van wetenschappelijk denken over natuur, natuurontwikkeling en natuurbehoud. Dat stimuleert in en rond Nijmegen de projecten en toepassingen ten behoeve van natuur. Vanuit deze organisaties worden honderden vrijwilligers aangestuurd die natuurwaarnemingen doorgeven ten behoeve van monitoring (www.waarneming.nl). Tussen de steden Arnhem en Nijmegen ontstaat Park Lingezegen, een landschapspark met een fijnmazig netwerk van fiets- en wandelpaden, nieuwe waterpartijen, lanen en bos. Bestaande karakteristieke fruitboomgaarden worden opgenomen in het park en de verkoop van agrarische streekproducten wordt er gestimuleerd. Het park markeert de overgang van de stad naar het platteland en verbindt de oevers van de Waal bij Nijmegen met de oever van de Rijn bij Arnhem. Dichtbij Nijmegen ligt deelgebied De Woerdt (figuur 14). De bestemming tot landschapspark leidt er nu al tot particuliere initiatieven van ondernemers die zich richten op natuur en recreatie.
Figuur 14: De Woerdt Aan de oostzijde van de stad wordt verder gewerkt aan ontwikkeling van het Ketelwald (figuur 15), het grensoverschrijdend project waarin Nederlandse en Duitse overheden, natuurorganisaties en natuurbeheerders samen werkafspraken maken voor de ontwikkeling van hun terreinen tot een samenhangend natuurgebied. Met haar 9.000 ha, rijke cultuurhistorie en grote verscheidenheid aan biotopen heeft Ketelwald alles in zich uit te groeien tot Duits-Nederlandse natuurparel.
Figuur 15: Ketelwald Voor de inrichting en het beheer van het groen in Nijmegen ten zuiden van de Waal zijn de komende jaren van belang: • aanleg van vijf wijkparken (ieder minimaal 0,5 hectare groot) in stenige wijken, met name waar afstand tot groen groter is dan 300 meter. • vergroten onder burgers van de bewustwording van en de betrokkenheid bij inrichting en beheer van het groen. • de onderkenning laten doorwerken dat natuurlijkheid binnen de stedelijke omgeving de kwaliteit van de leefomgeving voor mensen verbetert en samenhangt met het vaak abstracte begrip van duurzaamheid. Dit kan leiden tot vergroting van biodiversiteit in de stad. Naast de reguliere budgetten voor beheer en inrichting van groen (uitgebreid verteld in indicator 3) heeft het nieuwe (2014) gemeentebestuur de ambitie van ‘’groene linten en 10.000 extra bomen’’: meer ecologie, minder verstening. En bovenal: groen van de burger, door de burger. Extra budget 2015 €200.000; 2016 en volgende jaren: €300.000/jaar. TEEB staat voor The Economics of Ecosystems and Biodiversity, een internationale studie naar de economische betekenis van biodiversiteit en ecosysteemdiensten. Nederland participeert in het landelijke programma TEEB-Nl. waarvan TEEB-Stad weer een onderdeel is. Hierin werken twee ministeries, een ingenieursbureau en diverse gemeente aan de economische betekenis van natuur en water in en om de stad. Het is de bedoeling dat de gemeente Nijmegen in dit project met een pilot gaat participeren. TEEB en ook de toepassing van GPR (een methodiek voor waardering van duurzaamheid bij bouw projecten en gebiedsontwikkeling) kan leiden tot vergroting van natuurwaarden in de stad. Dergelijke methodieken hebben echter pas werkelijk effect, als er binnen de stedelijke samenleving draagvlak is voor de creatieve toepassing ervan.
4D. Referenties Links behorende bij vraag 4 A huidige situatie Natura 2000 http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/gebiedendatabase.aspx?subj=n2k&groep=6&id=n2k67 http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/gebiedendatabase.aspx?subj=n2k&groep=6&id=n2k68 EHS http://www.gelderland.nl/eCache/DEF/20/540.html Stedelijk ecologisch netwerk http://www2.nijmegen.nl/wonen/milieuenafval/groen Links behorende bij vraag 4B In het verleden gestelde prestatiedoelen Ooijpolder http://www.vianatura.nl/overige-projecten/ecologische-verbinding-ubbergen-groenlanden Heiderijk http://www.heiderijk.nl/page/408/heide:-gevarieerd-leefgebied.html Heumensoord http://www.natuurmonumenten.nl/natuurgebieden/heumensoord Groene Draad http://www2.nijmegen.nl/wonen/milieuenafval/groen/groen_zelf_beheren Links behorende bij vraag 4C Toekomstige plannen Dijkteruglegging http://www.ruimtevoorderivier.nl/waar-doen-we-dit/projecten/gelderland/dijkteruglegging-lent/ De Waaijer http://www2.nijmegen.nl/wonen/ontwikkeling/Waalsprong/groen_en_water/landschapszone Park Lingezegen http://parklingezegen.nl/ D’Waalfilm http://www.dwaalfilm.eu/# Natuurorganisaties en monitoring biodiversiteit http://www.arknature.eu/ark-en/about-us http://www.dasenboom.nl/ http://www.natuurplaza.org/ http://waarneming.nl/ Slechtvalk in Stevenskerk http://www.youtube.com/watch?v=o98LdEBAC64 Otter in Ooijpolder http://www.youtube.com/watch?v=nQ-peYnN1Gw Ketelwald http://www.ketelwald.de/nl/ GPR http://www.gprstedenbouw.nl/ Links behorende bij vraag 4E Goede toepassingen Stadsbijen http://www.gnmf.nl/site/Stadsbijen/ Voedselbossen en permacultuur; stichting Doornik Natuurakkers http://www.permacultuurnederland.org/wp/ www.doorniknatuurakkers.nl/
4E. Goede toepassingen Twee schoolvoorbeelden van passie voor groen, natuur en sociale duurzaamheid. 1-In Nijmegen zijn vele bezorgde initiatieven rond de bij. De gemeenteraad besloot in 2013 tot steun. Het project Stadsbijen, opgezet door duurzaam ondernemer Ingrid Kerkvliet, startte 2013 met plaatsing van bijenkasten op de daktuin van het Stadhuis (figuur 16). Oktober 2014 kwamen er vier bijenkasten op en gesponsord door Hotel-Wellnesscentrum Sanadome. De kasten worden gemaakt door cliënten (mensen met grote afstand tot de arbeidsmarkt) van Iriszorg. De gemeente vernieuwt najaar 2014 het opleidingscentrum van de Nijmeegse Imkervereniging (in Volkspark De Goffert). Hier worden ook cliënten van Iriszorg opgeleid.
Figuur 16: Bijenkasten op groendak Stadhuis; Wethouder krijgt eerste opbrengt honing 2-Grenzend aan nieuwbouw Nijmegen-Noord, in De Woerdt (Park Lingezegen; figuur 13) ontwikkelt Stichting Doornik vele natuurprojecten, zoals natuurakkers. Komende jaren ontwikkelt de stichting ook ‘voedselbossen’ (duurzame permacultuur) (figuur 17). Stichting Doormik werkt met vrijwilligers en verzorgt natuureducatie. Zij inspireert (bijvoorbeeld heggenvlechten), geeft voorbeelden en sluit aan op historie van de streek.
Figuur 17: Schema Permacultuur-Voedselbos