DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
Open cursussen
Wouter Vanden Hove Burgerlijk ingenieur in de natuurkunde, werkzaam bij het Vlaams open source bedrijf Think Wize, actief medewerker aan Wikipedia en oprichter van
8 opencursus.org
1. Inleiding 1.1. Drie criteria van geslotenheid 1.2. Open cursussen als alternatief 2. Waarom open cursussen ? 2.1. Pedagogische voordelen voor studenten 2.2. Voordelen voor niet-studenten 2.3. Voordelen voor lesgevers 3. Auteursrechten 3.1. Inleiding 3.2. Het grote belang van licenties 3.3. GNU Vrije Documentatie Licentie 3.4. Creative Commons Licenties 4. Concrete Projecten 4.1. MIT OpencourseWare 4.2. Het Connexions Project & Open Learning Support 4.3. Wikipedia en andere Wikimedia Projecten 4.3.1. Wikipedia 4.3.2. Wiktionary 4.3.3. Wikiquote 4.3.4. Wikibooks 4.3.5. Wikisource 4.3.6. WikiCommons 4.3.7. Wikinews 4.3.8. Wikispecies 4.3.9. Wikijunior
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
83
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
4.3.10. Wikipedia-integratie in KDE 4.4. Overige projecten 4.4.1. California Open Source Textbook Project 4.4.2. Links 5. Besluit 6. Literatuur Noten
Krachtlijnen Educatief cursusmateriaal dat via een elektronisch leerplatform aan studenten of leerlingen ter beschikking wordt gesteld, is veelal van het gesloten type. Op basis van welke criteria kunnen we gewag maken van gesloten cursussen en wanneer is een cursus open ? Welke maatschappelijke meerwaarde zit er bovendien in dit open cursusmateriaal vervat ? Een belangrijke problematiek die we in dit kader moeten behandelen, betreft de auteursrechten. We verduidelijken het begrip ‘open licentie’ en illustreren hoe je vrije licentie in je eigen werk kunt gebruiken. Dit is vooral nuttig voor individuele lesgevers die lesmateriaal on line ter beschikking wensen te stellen. Vervolgens komen enkele voorbeelden aan bod van grote, succesvolle cursusprojecten die van open licentievormen gebruik maken, zoals MIT’s OpenCourseWare en het Connexions Project. Deze projecten kunnen op de volle steun rekenen van de onderwijsinstellingen die ze hebben gelanceerd en zorgen wereldwijd voor een enorme naambekendheid. Directies van Vlaamse instellingen die eraan denken hun elektronische leeromgeving, of enkele geselecteerde delen ervan, publiek te maken, volgen het best de stappen die MIT na enkele jaren praktische ervaring aanraadt. We ronden af met de vaststelling dat Wikipedia, de vrije internetencyclopedie, beschouwd kan worden als de grootste drijvende kracht in de richting van open inhoud. Wikipedia is een fenomenaal succes, dat de kracht toont van vrije licenties en on line samenwerking. Met zijn meerdere miljoenen bezoekers per dag illustreert het duidelijk de toegevoegde waarde van publiek toegankelijke kennis.
84
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
1. Inleiding
&
Het succes van Vrije Software, met de heel sociale achterliggende ideee¨n i.v.m. kennisoverdracht en on line coo¨peratie, heeft al veel mensen geı¨nspi-
educatief lesmateriaal
reerd om dit ontwikkelingsmodel toe te passen op andere domeinen dan louter software. Men kan het zo gek niet bedenken of er bestaat wel een open project voor, gaande van muziek, kunst en gedichten tot bier, cola en auto’s. Veel van deze projecten zijn kleinschalige eenpersoonsprojecten die na een tijdje opnieuw in de vergetelheid verdwijnen. Er is evenwel een domein waar het model van vrije software alle kans op slagen heeft en dat kan zorgen voor een heel brede maatschappelijke impact wereldwijd : het publiekelijk cree¨ren en onderhouden van educatief lesmateriaal. De meest gebruikte generieke Engelstalige term hiervoor is open content, naar analogie van open source. In het Nederlands spreken we over open inhoud, open cursussen of vrije leermiddelen. Als we het in dit artikel over open cursussen zullen hebben, dan moeten we in de eerste plaats verder formuleren wat we precies met dat begrip open of vrij bedoelen. Anderzijds, als er open cursussen bestaan, dan impliceert dat meteen ook het bestaan van gesloten cursussen. We geven hier enkele criteria wanneer we van gesloten cursussen kunnen spreken. 1.1. Drie criteria van geslotenheid Al heel veel educatieve instellingen hebben inmiddels een elektronisch leerplatform geı¨nstalleerd dat dagdagelijks door hun studenten en lesgevers
criteria gesloten lesmateriaal
gebruikt wordt. Lesgevers stellen via deze weg digitaal lesmateriaal ter beschikking in de vorm van tekstdocumenten, presentaties, afbeeldingen en links. Dit lesmateriaal is evenwel in meerdere opzichten gesloten te noemen. We geven de volgende drie criteria : 1
gesloten bestandsformaten : het lesmateriaal is gesloten, indien het in gesloten bestandsformaten opgeslagen wordt. Dit type bestandsformaten is niet gebaseerd op open standaarden, maar veeleer op bedrijfsgeheimen. De bedrijfstactiek achter gesloten bestandsformaten is om uitwisseling van documenten met applicaties van andere softwareproducenten zoveel mogelijk te bemoeilijken. Een heel typisch voorbeeld hiervan is Microsoft Office : het ‘DOC’-formaat van Word en het ‘PPT’-formaat van PowerPoint. Als lesgevers materiaal in dergelijke formaten ter beschikking stellen, dan zetten zij hun eigen studenten onder druk om hetzelfde MS-Office-programma te gebruiken. Sommige lesgevers gaan vaak nog een stap verder en eisen dat papers of presentaties enkel in dit bestandsformaat mogen worden ingediend. Dit hoort niet;
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
85
DEEL 2
2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
geen publieke toegankelijkheid : een tweede criterium om lesmateriaal gesloten te noemen, is dat vele digitale leerplatformen niet publiek toegankelijk zijn. Enkel de eigen studenten kunnen met hun accountgegevens inloggen, de rest van de maatschappij krijgt helemaal geen toegang. Sommige leerplatformen hebben een functie van ‘guest acces’ : men kan dan inloggen met een bepaalde login, waarvan de gegevens publiek kenbaar zijn gemaakt. Dit lijkt in eerste instantie wel publiek, maar toch zit hier een addertje onder het gras : door deze guest access, waarbij een menselijke logintussenkomst vereist is, worden wel de spiders van zoekmachines tegengehouden. Als jouw lesmateriaal voor dergelijke robots niet bereikbaar is, dan kan de inhoud ervan onmogelijk in een zoekmachine worden teruggevonden. Vele commercie¨le leerplatformen, zoals Blackboard, implementeren deze tactiek doelbewust. Daarmee zorgen ze er in eerste instantie voor dat de content die hun klanten op het leerplatform publiceren, voor andere klanten onvindbaar blijft, zodat er een markt kan worden gecreeerd voor hun eigen commercie¨le course-packages. Doe zelf de praktische test : Blackboard wordt wereldwijd door duizenden instellingen gebruikt. Al deze platformen samen bevatten miljoenen cursussen. Hoeveel ervan bent u ooit al in Google tegengekomen ?
3
alle rechten voorbehouden : een derde criterium om lesmateriaal gesloten te noemen, ligt op het vlak van auteursrechten. Het overgrote deel van alle lesmateriaal mag men niet kopie¨ren, niet doorsturen naar vrienden of kennissen, en er mogen geen gewijzigde of geu¨pdate versies van gepubliceerd worden. Praktisch gezien houdt dit in dat alle mogelijke symbiose en een verder voortborduren op elkaars werk a priori in de kiem wordt gesmoord. Dat is heel jammer.
Dit zijn kortweg drie criteria om lesmateriaal gesloten te noemen. Helaas voldoet een groot deel van het lesmateriaal in de huidige digitale leerplatformen aan al deze criteria van geslotenheid. Als heel typisch voorbeeld gelden de Worddocumenten in een afgesloten leerplatform met de standaard auteursrechtenclausule ‘Alle rechten voorbehouden’. 1.2. Open cursussen als alternatief open of vrij
We kunnen nu verder specificeren wat we met de termen open of vrij
lesmateriaal
cursusmateriaal bedoelen. Dit is simpelweg lesmateriaal dat niet voldoet aan de drie genoemde criteria voor gesloten cursussen. Open of vrij lesmateriaal is : 1
beschikbaar in een open standaardformaat;
86
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
2 3
publiek toegankelijk voor iedereen; gepubliceerd onder een vrije auteursrechtenlicentie die kopie¨ren, wijzigen en publiceren toelaat, op voorwaarde dat aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt.
Van deze drie criteria is het belangrijkste dat inzake auteursrechten, want daarin zit meteen ook een oplossing vervat voor de twee overige criteria : indien een document in een afgesloten leerplatform in een gesloten formaat is gepubliceerd, maar onder een vrije auteursrechtenlicentie die kopie¨ren toelaat, ook van gewijzigde versies, dan mag elke eindgebruiker op een publiek platform een versie publiceren in een open formaat.
2. Waarom open cursussen ?
&
praktische
De discussie over auteursrechten en de publieke toegankelijkheid van insti-
voordelen open
tutionele leerplatformen blijkt in praktijk maar al te vaak een heel gevoelige materie te zijn. Voordat men die discussie kan aanvatten, kijkt men het best
inhoud
eerst naar welke maatschappelijke voordelen deze publieke toegankelijkheid met zich kan brengen. We volstaan hier met een kort overzicht van de praktische voordelen. 2.1. Pedagogische voordelen voor studenten voordelen voor
De publieke toegankelijkheid van cursusmateriaal heeft voor studenten,
studenten
potentie¨le studenten of gewoon nieuwsgierige leken, systematisch grote pedagogische voordelen. We sommen er enkele op : n
Middelbare scholieren die moeten kiezen welke studierichting ze aan een hogeschool of universiteit zullen volgen, kunnen het cursusaanbod in zijn totaliteit bekijken en zo een beter inzicht verkrijgen in wat hen te wachten staat. Men kan zo een meer gefundeerde studiekeuze maken, met betere slaagkansen tot gevolg. Het is helaas nog vaak zo dat in het eerste jaar veel studenten falen, omdat ze een verkeerde studiekeuze hebben gemaakt op basis van subjectieve ervaringen van kennissen of ouders.
n
Idem met studenten die keuzevakken moeten kiezen. Trouwens, waarom zou men effectief moeten wachten tot de aanvang van het semester om de cursus te kunnen lezen ?
n
Bij onduidelijke delen van een cursus kunnen studenten makkelijker equivalente hoofdstukken opzoeken in andere cursussen en zo hun inzicht vergroten.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
87
DEEL 2
n
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
Vakken en de daarbijbehorende cursussen zijn vaak blokken die in hun totaliteit gestudeerd moeten worden. Dat valt evenwel dikwijls niet helemaal samen met de specifieke interessepunten van een leergierige. Door een makkelijkere toegang tot andere cursussen kan hij/zij verder gaan dan het minimum dat in een vak is opgelegd en vrijblijvend in complementaire cursussen meer diepgaande hoofdstukken lezen. Zo kan men veel beter van een bepaald onderwerp een globaal overzicht krijgen. Ik geef een concreet voorbeeld. De relativiteitstheorie van Albert Einstein wordt onderwezen aan wiskundigen. Men focust dan vooral op het opstellen en oplossen van wiskundige vergelijkingen. In een richting filosofie schenkt men evenwel uitgebreid aandacht aan de filosofische implicaties van deze theorie. Hoeveel studenten zien evenwel ooit beide vakken tegelijk ? Men is er zich nog veel te weinig van bewust hoezeer de structuur van instellingen, met onderverdelingen in faculteiten, departementen en vakgroepen, de eigenlijke leerinhouden van de vakken soms artificieel opsplitst en gescheiden houdt.
n
Een heel groot verschil met een luttele tien jaar geleden is de huidige alomtegenwoordigheid van het internet. Vrijwel alles en iedereen heeft tegenwoordig een website. Met e´e´n druk op de zoekknop vindt men makkelijk duizenden pagina’s over om het even welk onderwerp. Het internet herbergt een onwaarschijnlijke hoeveelheid aan informatie ... en desinformatie. Het onderscheid kunnen maken tussen juiste en onjuiste informatie is dan ook een heel belangrijke basisskill geworden. Bovendien is werkelijk geen enkele bron absoluut foutenvrij. Fouten kunnen overal opduiken, zelfs in gereputeerde vakbladen, encyclopediee¨n of schoolboeken. Een belangrijk instrument om de correctheid van informatie te kunnen inschatten, is om de gegevens met andere bronnen te vergelijken. Stemmen ze overeen, dan groeit de kans dat ze beide correct zijn. Zijn ze tegenstrijdig, dan is er met zekerheid e´e´n bron verkeerd. Hoe groter de toegang tot kwalitatief hoogstaande bronnen, hoe makkelijker de informatie inhoudelijk kan worden beoordeeld. Hoe laagdrempeliger deze toegang, hoe meer dit ook in de praktijk zal gebeuren. Een dergelijke zelfredzaamheid aankweken in een overvloed aan informatie en desinformatie kan het best vroeg genoeg beginnen.
2.2. Voordelen voor niet-studenten levenslang leren
Al te vaak wordt studeren en leren vernauwd tot het georganiseerde, formele onderwijs. De meeste dingen leren we evenwel helemaal niet op school. In een snel veranderende technologische maatschappij kan geen enkele school of opleiding aan zijn studenten alle benodigde kennis meegeven.
88
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
Levenslang leren zal meer en meer een noodzakelijkheid worden. Zonder de beschikbaarheid van publiek cursusmateriaal van zowat alle disciplines die onderwezen worden, is levenslang leren simpelweg een leeg begrip. Ik geef een concreet voorbeeld van hoe open cursussen mij konden helpen bij het zoeken naar een job. Na mijn afstuderen vond ik een bepaalde vacature, waarbij stond dat ‘‘kennis van bio-informatica een pluspunt’’ was. Welnu, ik kende niets van bio-informatica, maar ik heb wel gereageerd, met een uitnodiging tot een jobinterview tot gevolg. Ik had tien dagen om me voor te bereiden. Aangezien ik wel enthousiast was over die positie, heb ik op het internet uitgebreid zitten ‘googlen’ op zoek naar cursussen bioinformatica. Ik had naar een wetenschappelijke boekenwinkel kunnen gaan, maar daar zijn tientallen boeken te koop : wist ik veel welke voor mij relevant waren. Bovendien hadden dergelijke boeken mij een pak geld gekost, terwijl ik niet eens wist of het tien dagen later een terechte investering zou blijken. Ik vo´nd cursussen bio-informatica, maar niet in de universiteit waar ik gestudeerd had. Die liet mij alvast niet meer binnen : niet meer ingeschreven, geen toegang ! Ik greep uiteindelijk nipt naast die job, maar geen nood, want binnen enkele dagen had ik alweer een nieuwe interessante vacature gevonden, dit keer was ‘‘kennis van medische informatica een pluspunt’’. Ik kende niets van medische informatica ... publiek
Als we bekijken hoeveel honderdduizenden werkzoekenden er zijn en hoe-
cursusmateriaal
veel niet-ingevulde vacatures, dan wordt het bijna crimineel om al het educatieve lesmateriaal van hogescholen en universiteiten opgesloten te houden voor enkel de eigen ingeschreven studenten. Levenslang leren zonder publiek cursusmateriaal is simpelweg een leeg begrip. Publiek toegankelijke cursussen zetten ongetwijfeld meer volwassenen aan een drastische wending te geven aan hun carrie`re door een nieuwe studie aan te vatten en uiteindelijk een diploma te behalen via zelfstudie of via meer gepersonaliseerde studieprojecten zoals Open Universiteit. Op voorhand alles vrijblijvend kunnen bekijken, is heel sterk drempelverlagend. Instellingen hoeven helemaal niet voor minder inschrijvingen te vrezen, integendeel. Publieke cursussen zijn een ideale manier om meer kennis te verspreiden, maar als mensen een diploma wensen te behalen, zullen ze zich toch ergens moeten inschrijven en ze zullen alvast een flink stuk beter voorbereid zijn op wat hen te wachten staat.
wetenschaps-
Een taak van wetenschappers die soms een beetje in de vergetelheid raakt, is
popularisering
wetenschapspopularisering. Als je niet in een bepaalde richting gestudeerd hebt, is het soms verdraaid moeilijk om je een correct beeld te vormen van de werking van een bepaalde wetenschapsdiscipline. Dat is jammer, omdat toch zovele druk besproken maatschappelijke thema’s toch liefst enige zinvolle achtergrondkennis vergen, zoals de uitstap uit kernenergie, het mi-
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
89
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
grantenvraagstuk of de globalisering, om er maar enkele te noemen. Publieke cursussen zijn bij uitstek geschikt om een introductie te vormen die niet te veel afbreuk doet aan de complexiteit van een vakgebied zoals gewone populariserende lectuur dit vaak doet. 2.3. Voordelen voor lesgevers betere cursussen
Een publieke syllabus kan voor professoren een motief zijn om betere syllabussen te produceren en ze up-to-date te houden. In een open systeem kunnen studenten daar een groot stuk bij helpen, vooral ook omdat vergelijken met andere equivalente cursussen plots een stuk eenvoudiger wordt. Lesgevers kunnen de cursussen van hun collega’s bekijken om inspiratie op te doen, of delen over te nemen.
peer review
Op korte termijn vergt dit misschien meer werk, maar op langere termijn is dit voor iedereen een voordeel. Uit persoonlijke gesprekken met vele lesgevers blijkt vaak dat ze zelf helemaal niet tevreden zijn met de kwaliteit van hun eigen geschreven syllabus. Dat is meteen een van de meest genoemde redenen om een cursus niet publiek te maken. Dat is jammer, want op deze wijze is op het vlak van cursusmateriaal geen enkele vorm van peer review mogelijk. Peer review is uiterst belangrijk om de wetenschappelijke kwaliteit van publicaties te garanderen, dus waarom zou een informele vorm van peer review voor cursussen niet kunnen helpen ? Een tweede reden die daarmee samenhangt, is dat bijna altijd cursussen geschreven en onderhouden worden door e´e´n enkele persoon, nl. de lesgever zelf. Dat vergt ontzettend veel werk, waardoor er ook een verknochtheid ontstaat aan al die arbeid die men daarin gestoken heeft. Het is dan psychologisch heel moeilijk om die cursus ter beschikking te stellen aan collega’s die die moeite niet gedaan hebben. Dat is heel begrijpelijk, maar het vormt wel een vicieuze cirkel : cursussen worden niet publiek gemaakt, omdat de lesgever de cursus helemaal alleen heeft moeten samenstellen, wat tot gevolg heeft dat andere, bijvoorbeeld pas beginnende, lesgevers niet kunnen voortbouwen op het bestaande lesmateriaal van collega’s en dus ook weer vanaf nul moeten beginnen, wat leidt tot dezelfde reactie als de eerste lesgever. Deze vicieuze cirkel kan worden doorbroken door ervoor te zorgen dat er een grote hoeveelheid vrij materiaal ontstaat, gaande van kleine learning objects tot volledige cursussen. Het is vooral Wikipedia die deze rol op dit moment aan het vervullen is. Er zijn nu al cursussen die evengoed opgebouwd zouden kunnen worden op basis van hun corresponderende Wikipedia-artikelen. Maar ik loop voorop.
90
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
3. Auteursrechten
&
3.1. Inleiding intellectuele
We stelden in paragraaf 1.1. dat er drie criteria zijn om van gesloten cursus-
eigendomsrechten
materiaal te spreken. Het belangrijkste daarvan is de problematiek m.b.t. auteursrechten. Auteursrechten en het internet zijn vaak niet al te beste vrienden. Daarvan getuigen de vele conflicten en rechtszaken die er de jongste jaren zijn geweest. Intellectuele eigendomsrechten en vooral hoe we er gebruik van wensen te maken, zijn een van de centrale themapunten in elke discussie over open versus gesloten inhoud. Ik schets hier enkel de grote relevante lijnen. Voor een algemene inleiding verwijs ik graag naar de online cursus van Melanie Carly, ‘Auteursrecht in een academische context’1, en het artikel ‘Open Courseware and Open Scientific Publications’.2 Nog meer bronnen zijn in de literatuurlijst terug te vinden. Als een werk geschreven wordt, zij het nu software of lesmateriaal, dan zegt de wet dat de auteur ervan bepaalde eisen kan stellen inzake het publiceren, kopie¨ren en wijzingen van het werk. De auteur heeft bepaalde exclusieve rechten : enkel hij mag beslissen wie het werk mag kopie¨ren, wie het werk mag voordragen of opvoeren, wie een vertaling mag maken, ... Bij een gedrukte publicatie zal de auteur normaal een contract onderhandelen met een uitgever en zijn exclusieve rechten overdragen in ruil voor royalty’s. Op de morele rechten na, is het dan de uitgever geworden die zich verder over de uitoefening van de exclusieve rechten bekommert. Als leerkrachten of instellingen nu op een website of op een digitale leeromgeving hun eigen materiaal publiceren, dan vervullen zij zelf de rol van uitgever en moeten zij dus zelf het hoofd buigen over de kwestie welke invulling men aan het gebruik van hun exclusieve rechten wenst te geven. Jammer genoeg wordt dit maar al te vaak verwaarloosd. Ingeval de auteur aan het gebruik van zijn exclusieve rechten zelf geen enkele invulling heeft gegeven, dan stipuleert de auteurswet dat voor de auteur de maximaal toegelaten exclusiviteit geldt. Onlosmakelijk daarmee verbonden gelden dus vice versa de minimale rechten voor de eindgebruiker (leerling, toevallige surfer, ...). Voor de eindgebruiker betekent dit dat je het werk niet naar een kennis mag doormailen, dat je het niet mag gebruiken als basis voor een eigen cursus of een Wikipedia-artikel (zie 4.3), enz. Als je een dergelijk werk op je harde schijf opslaat en het nog eens op jouw USB-stick zet, dan bega je in principe al een zware overtreding.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
91
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
Bovendien geldt deze maximale exclusiviteit ontzettend lang, namelijk tot 70 jaar na het overlijden van die auteur. Met andere woorden, als je nu een cursus vindt van een 40-jarige lesgever en die wordt 80 jaar oud, dan vervallen pas vanaf het jaar 2115 de exclusieve rechten en is pas dan het werk vrij distribueerbaar. 3.2. Het grote belang van licenties auteursrechten-
De meeste boeken hebben een kleine auteursrechtennoot, typisch terug te
licentie
vinden onderaan de tweede bladzijde, die zegt ‘‘Alle Rechten voorbehouden’’. Als die noot er evenwel niet staat, geldt dus exact hetzelfde. Ik ken meerdere professoren die steevast weigerden om deze noot aan hun eigen cursus toe te voegen, omdat zij van oordeel waren dat hun cursus aan iedereen toekwam. Universiteiten worden ten slotte grotendeels met belastingsgeld gefinancierd. Ze wilden hiermee verder kopie¨ren toelaten. Dat kan evenwel niet op deze manier. De juiste manier om kopie¨ren toe te laten, is door dit expliciet in die auteursrechtennoot te vermelden. Het wordt evenwel algauw een complexe zaak om dit voor allerhande verschillende scenario’s juridisch correct uit te werken, zoals het al dan niet toelaten van commercieel gebruik of afgeleide werken. Daarom is het veel handiger om al bestaande kant-en-klare auteursrechtenlicenties te gebruiken.
open content licenties
Net zoals er tientallen open source licenties bestaan, bestaan er ook een heleboel open content licenties : de Open Publication License, de Free Documentation Dissemination License, de Free Curricula License en vele andere. De achterliggende idee is quasi altijd dezelfde. Een groot voordeel om bestaande licenties te gebruiken, is dat ze de gebruiksvoorwaarden standaardiseren. Veel verschillende licenties zijn evenwel net niet bevorderlijk voor uitwisseling tussen verschillende documenten. Gelukkig is het probleem van licentie-incompatibiliteiten voor open inhoud veel beperkter in vergelijking met open source software. In de praktijk zijn er nu twee belangrijke licentiemodellen waarmee ernstig rekening moet worden gehouden : de GNU Vrije Documentatie Licentie en de Creative Commons-licenties. We bespreken beide.
92
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
3.3. GNU Vrije Documentatie Licentie GNU Free
Richard Stallman, de oprichter van de Free Software Foundation en auteur
Documentation
van de bekende GNU General Public License, moest erkennen dat deze GPL-
License
licentie niet geschikt was voor andere zaken dan software. In 1999 schreef hij een licentie die geoptimaliseerd is voor boeken, handleidingen, cursussen en dergelijke meer : de GNU Free Documentation License (GFDL). De GFD (de tekst hiervan op 8 www.gnu.org/copyleft/fdl.html) is een heel complexe licentie van 11 bladzijden lang. Bovendien bestaat er enkel een officie¨le Amerikaanse versie, die op het Amerikaanse copyrightsysteem geent is. Een heel summiere samenvatting geldt als volgt : een werk onder de GFDL mag worden gekopieerd en gewijzigd, het mag opnieuw gepubliceerd worden, zolang dezelfde licentievoorwaarden aangehouden worden. M.a.w., een werk onder de GFDL moet altijd onder de GFDL blijven. Dit is dezelfde copyleftclausule als bij de GPL. Voor alle juridische details verwijs ik naar de tekst van de licentie zelf. De belangrijkste reden waarom deze licentie zo belangrijk is, is dat Wikipedia er gebruik van maakt. Dit project beleeft een indrukwekkende exponentie¨le groei en publiceert alles onder deze GFDL-licentie. Iedereen mag artikelen van Wikipedia overnemen, bewerken, publiceren, zolang men de voorwaarden van de licentie blijft respecteren. Ook alle andere projecten van de Wikimedia Foundation gebruiken de GFDL. De licentie zit zelfs als defaultlicentie ingebouwd in de Mediawiki-software, het wikiplatform van Wikipedia. Dit heeft als positief gevolg dat er nu heel veel wikiprojecten bestaan die allemaal de GFDL gebruiken. Daarom blijft deze licentie zo belangrijk. Dus, indien je wenst toe te laten dat materiaal uit jouw cursus aan Wikipedia wordt toegevoegd, dan is het gebruik van deze GFDL-licentie sterk aangeraden. Omgekeerd, indien je materiaal uit Wikipedia in je eigen cursus wenst te hergebruiken, dan zul je voor ten minste dat hoofdstuk de GFDL-licentie moeten gebruiken. 3.4. Creative Commons Licenties
Creative Commons
Het Creative Commons-project (8 creativecommons.org) werd in 2001 opge-
licentieproject
richt door onder meer enkele vooraanstaande Amerikaanse experts op het vlak van intellectuele eigendomsrechten. Zij startten met Creative Commons voornamelijk uit onvrede tegenover de manier waarop de muzieken filmindustrie hun eigen visie op intellectuele eigendomsrechten naar de politiek en naar de burger probeert door te drukken. Zij wensten een alternatief met iets meer gezond verstand.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
93
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
Creative Commons is absoluut niet tegen auteursrechten op zich, maar wel tegen het ondoordacht en dogmatisch toepassen van regels uit de negentiende eeuw op de nieuwe genetwerkte informaticawereld van vandaag. Het bekendste project van Creative Commons is hun licentieproject. De inspiratie hiervoor haalden ze rechtstreeks bij de Free Software Foundation en de bekende GPL-licentie. De grootste beperking van de GPL-licentie is dat ze enkel zinvol gebruikt kan worden voor software. De Creative Commonslicenties zijn veel generieker en kunnen voor alles gebruikt worden. Een ander belangrijk voordeel van deze licenties is dat ze vertaald en aangepast kunnen worden naar de taal en de wetgeving van andere landen buiten de Verenigde Staten. Zo werd in juni 2004 de Nederlandse tak van Creative Commons gelanceerd en in december 2004 volgde Belgie¨. Men heeft deze licenties nu dus ook officieel in het Nederlands ter beschikking. Met een Creative Commons-licentie kun je aangeven wat anderen met jouw materiaal mogen doen en wat niet. Een Creative Commons-licentie voor je eigen werk gebruiken, gaat als volgt : ga naar
8 www.creativecommons.nl,
klik in het menu bovenaan op ‘Licentie kiezen’. Dan beland je op het volgende formulier (zie Figuur 1), met enkele eenvoudige vragen over hoe jij wenst dat anderen jouw werk gebruiken. De eerste vraag gaat over het al dan niet toestaan van commercieel gebruik. Intuı¨tief is te verwachten dat veel auteurs dit liever meteen, zonder veel nadenken, zouden willen uitsluiten. Zo had ook Linus Torvalds in 1991 een licentie voor zijn Linux gemaakt die enkel niet-commercieel gebruik toeliet. Pas nadien schakelde hij over op de GPL-licenite, die dat wel toelaat. We kunnen enkel gissen wat er met Linux gebeurd zou zijn, indien Torvalds een dergelijke licentieswitch niet gemaakt zou hebben, maar dan zou Linux waarschijnlijk allang niet meer bestaan.
94
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
Figuur 1 : kiezen van een Creative Commons-licentie
De tweede vraag gaat over het al dan niet toelaten van ‘afgeleide werken’.
afgeleide werken
Mogen er gewijzigde versies gepubliceerd worden ? Om als lesgever educatief materiaal zinvol te kunnen gebruiken, moet het wel altijd mogelijk zijn om het oorspronkelijke materiaal te mogen bewerken. Men moet in staat zijn enkel bepaalde hoofdstukken te kunnen gebruiken, verouderde informatie te kunnen updaten, samen te kunnen voegen met ander materiaal, ... Verbieden dat het werk bewerkt wordt, houdt geen steek als het over educatief lesmateriaal gaat. Indien het werk bewerkt mag worden, moet men dan ook ‘gelijk delen’ ? Gelijk delen betekent dat men het werk mag bewerken, maar enkel op voor-
gelijk delen
waarde dat het resultaat onder dezelfde Creative Commons-licentie geplaatst wordt. Zonder gelijk delen, zou men op het resultaat opnieuw alle rechten mogen voorbehouden en dus kopie¨ren en bewerken kunnen verbieden. Gelijk delen cree¨ert dus een ketting van reciproque gebruiksvoorwaarden voor alle mogelijke betrokken auteurs. Voor elk groot werk is het dan ook aangeraden om deze ‘Gelijk delen’-optie te kiezen. Ook commerciele actoren moeten zich aan deze clausule houden. Gelijk delen is bijgevolg een heel geschikte voorwaarde om commercieel gebruik toch toe te laten. Puur parasiteren wordt dan makkelijk in een constructieve symbiose omgezet.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
95
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
Op basis van de gekozen antwoorden wordt een Creative Commons-licentie opgesteld. Nadat je de gekozen antwoorden hebt ingezonden, krijg je een summiere samenvatting te zien van de geselecteerde licentie en een overzicht hoe je deze gebruikersvoorwaarden in je werk kunt weergeven. Indien je werk uit webpagina’s bestaat, kun je de gegenereerde html-code in je eigen website incorporeren. Deze html-code bevat naast gewone html ook meer ingewikkelde rdf-tags. Die dienen om de gebruiksvoorwaarden van uw werk ‘machine-readable’ te maken. Zo kunnen gespecialiseerde zoekmachines ontwikkeld worden waarbij je kunt specificeren op welk soort gebruiksvoorwaarden je wenst te zoeken. Zo wordt het mogelijk om afbeeldingen te zoeken die je voor commercie¨le doeleinden mag gebruiken. Creative Commons heeft nu een dergelijke zoekmachine (8 search.creativecommons.org). Die zit standaard ingebouwd in de zoekbalk van de Mozilla Firefox webbrowser. Ook grote zoekmachines zoals Yahoo hebben al Creative Commons-ondersteuning aangekondigd (8 search.yahoo.com/cc). Ideaal zou zijn dat ondersteuning voor deze CC-licenties ook in digitale leerplatformen ingebouwd wordt, zodat elke lesgever met een paar klikken voor zijn materiaal een licentie kan kiezen. Ondersteuning in ELO’s is voorlopig wel nog schaars. Van commercie¨le leerplatformen hoeft niet snel ondersteuning verwacht te worden, maar bij Dokeos, bijvoorbeeld, staat het alvast op het verlanglijstje. Indien je werk uit tekstbestanden of presentatiefiles bestaat, of je hebt geen toegang tot de code van de website (bv. bij een digitaal leerplatform), kopieer in dat geval het licentielogo van Creative Commons van op 8 creativecom mons.org/images/public/somerights20.png, vermeld expliciet de naam van je gekozen licentie en de url. De vermelding van de Creative Commons-licentie in het werk gebeurt normaliter op het titelblad of op de tweede bladzijde onderaan. Het volgende voorbeeld toont hoe : Figuur 2 : typische verwoording van een Creative Commons-licentie in een werk
De hier vermelde URL verwijst naar een webpagina waarop de gekozen licentievoorwaarden in eenvoudige taal worden uitgelegd. Dit is nog niet de eigenlijke licentie, wel een vereenvoudigde schematische weergave van de juridische tekst. Hier volgt zo’n voorbeeld.
96
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
Figuur 3 : voorbeeld van een Creative Commons-licentie
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
97
DEEL 2
&
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
4. Concrete Projecten 4.1. MIT OpencourseWare In april 2001 maakte MIT-President Charles Vest bekend dat het Massachussets Institute of Technology al het materiaal van hun 2000 cursussen online zou brengen, gratis toegankelijk en distribueerbaar voor/door de hele wereld : ‘‘OpenCourseWare lijkt contra-intuı¨tief in een marktgedreven wereld. Het gaat in tegen stroom van materie¨le waarden. Maar het is echt consistent met wat ik denk dat het beste is aan MIT : het is innovatief. Het drukt ons geloof uit in de manier waarop onderwijs progressie kan maken : door constant de drempel tot informatie en kennis te verlagen en door anderen aan te zetten om mee te doen’’.3 Tegen 2007 moeten alle 2000 cursussen online beschikbaar zijn. MIT OpenCourseWare (8 ocw.mit.edu) is in de eerste plaats een disseminatieproject van informatie en kennis. Het is geen lange-afstands-MIT-opleiding en dat zal het ook niet worden. Alle materiaal is gelicensieerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen-NietCommercieel Licentie. De eerste fase van 500 cursussen werd grotendeels gefinancierd door 10 miljoen dollar van de Hewlett Foundation. Paul Brest, voorzitter van deze stichting, drukte als volgt zijn hoop uit over de maatschappelijke impact van OpenCourseWare : ‘‘Het is onze hoop dat dit project gelijkaardige inspanningen zal inspireren in andere instellingen en de idee zal versterken dat kennis best beschouwd kan worden als een publiek goed van ons allemaal, en niet als commercie¨le producten die geld moeten opbrengen’’.4 Ook Vest doet een expliciete oproep naar andere universiteiten om hetzelfde te doen : ‘‘Dit gaat over iets veel groter dan MIT. Ik hoop dat andere universiteiten ons zullen zien als educatieve leiders, en we hopen sterk dat OpenCourseWare andere instellingen zal aanzetten om hetzelfde te doen. We zouden ontzettend verheugd zijn, indien we na verloop van tijd, een wereldwijd web van kennis zouden hebben dat globaal de kwaliteit van het onderwijs en ultiem, de kwaliteit van het leven verhoogt’’.5 Na een klein jaar van activiteit was de reactie overweldigend positief en zijn ook de allerlaatste sceptici binnen MIT bekeerd. Anne Margulies, OpenCourseWare’s executive director :
98
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
‘‘Het is een onwaarschijnlijk simpel idee dat niet intuı¨tief duidelijk was. Op dat moment probeerde de wereld met alle macht informatie onderdrukt te houden, het beperkend tot enkel diegenen die het konden betalen. Maar snel was geld aan het binnenstromen om ons initiatief te steunen. MIT verdient een onderscheiding als de enige instelling die vooruitziend genoeg was om zichzelf te open-sourcen’’.6 De oproep van MIT naar andere instellingen toe om hetzelfde te doen i.v.m. het publiek beschikbaar maken van hun cursusmateriaal, is, buiten Europa althans, niet in dovemansoren gevallen. Dit is een lijstje van instellingen die eenzelfde OpenCourseWare-programma gestart hebben : n
Utah State University OpenCourseWare (8 ocw.usu.edu);
n
John Hopkins Bloomberg School of Public Health (8 ocw.jhsph.edu);
n
Tufts University (8 ocw.tufts.edu);
n
Japan OpenCourseWare Alliance (8 www.jocw.jp) : Osaka University, Kyoto University, Keio University, Tokyo Institute of Technology, University of Tokyo, Waseda University;
n
CORE, China Open Resources for Education (8 www.core.org.cn), 26 aangesloten Chinese universiteiten;
n
MIT OCW vertalingen naar het Spaans (8 mit.ocw.universia.net);
n
MIT OCW Vertalingen naar het Portugees (8 www.universiabrasil.net/mit);
n
The Fulbright Economics Teaching Program in Vietnam (8 ocw.fetp.edu.vn);
n
Sofia Open Content Initiative (8 sofia.fhda.edu);
n
OpenCourseWare Finder : (8 opencontent.org/ocwfinder).
Na enkele jaren praktische ervaring met het ‘open coursen’ van hun instellingen, hebben ze bij MIT hun ervaringen neergeschreven in een praktische HowTo-handleiding voor andere instellingen.7 Het bevat een praktische leidraad over hoe men best een institutioneel brede ‘open coursing’ aanpakt. Alvast een aanrader voor alle directies van educatieve instellingen. 4.2. Het Connexions Project & Open Learning Support Connexions : het
Connexions (8 cnx.rice.edu) is een heel innovatief project van Rice Univer-
meest geavanceerd
sity, dat studeren en onderwijzen probeert te verbeteren door middel van het faciliteren van collaboratieve ontwikkeling van educatief materiaal in een brede reeks van disciplines, publieke toegang te leveren tot een grote bibliotheek van curricula en cursusmodules en het cree¨ren van diverse online gemeenschappen om bij te dragen in de ontwikkeling en het onderhoud van het materiaal.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
99
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
Terwijl MIT OpenCourseWare op dit moment veeleer een toegankelijk maken is van bestaand materiaal, is Connexions volledig gericht op de collaboratieve ontwikkeling van nieuwe modules. Het Connexions-systeem bestaat uit twee grote componenten : een bibliotheek van cursusmodules, gelicentieerd onder the Creative Commons Naamsvermelding Licentie, en een open source platform om cursusmodules te cree¨ren, te onderhouden, te filteren en opnieuw samen te voegen tot een op maat gemaakte coherente cursus.8 Aan elke Connexions-leermodule zit nu ook een discussieforum vast, zodat mensen vragen kunnen stellen en feedback kunnen krijgen. Op deze manier kunnen learning communities ontstaan waar over de inhoud kan worden gedebatteerd. Deze discussiefora worden gehost door het Open Learning Support Project (8 oslo.usu.edu). Technologisch gezien is Connexions ook een van de meest geavanceerde projecten, met een XML-markup taal, ingebouwde versioning en een navigatiesysteem. Op het moment van z’n eerste lancering was het te veel zijn tijd vooruit, vanwege een gebrek aan makkelijk te gebruiken XML-editors, maar op dit moment kan men eenvoudigweg zelfs Worddocumenten importeren. Figuur 4 geeft een voorbeeld van een typische Connexions-module. Figuur 4 : leermodule uit het Connexions Project
100 & OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
4.3. Wikipedia en andere Wikimedia-projecten Wikipedia : een
MIT OpenCourseWare en het Connexions Project zijn grote projecten met
goedkope formule
een budget van vele miljoenen dollars. Veel geld ter beschikking hebben, is altijd leuk, maar de projecten van de Wikimedia Foundation bewijzen dat het ook goedkoper kan, want deze projecten worden quasi volledig door vrijwilligers gedragen.
wiki’s in het
Wikipedia, de Vrije Encyclopedie, is veruit het bekendste project van de Wikimedia Foundation (8 wikimediafoundation.org). Het is evenwel lang
onderwijs p. 119
niet meer het enige. In totaal zijn er nu acht officie¨le Wikimedia-projecten.
Het gebruik van
We geven hier een heel bondig overzicht. Figuur 5 : overzicht van de Wikimedia-projecten
4.3.1.
Wikipedia _______________________________________________________
Wikipedia (8 wikipedia.org) is een non-profit collaboratief webproject, opgericht door Jimmy Wales in januari 2001. Het resultaat is een extreem succesvol project dat op enkele jaren tijd aan het uitgroeien is tot het belangrijkste webproject van het hele internet. 4.3.2.
Wiktionary ______________________________________________________
Wikipedia is een encyclopedie, geen woordenboek. Algauw gingen meer dan voldoende stemmen op om een afzonderlijk woordenboekproject te starten, gebaseerd op dezelfde wikiprincipes als Wikipedia. Wiktionary (8 wiktio-
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
101
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
nary.org) is dan ook een elementair complement op Wikipedia. De bedoeling is om vrij woordenboeken te maken, in zoveel mogelijk talen, waarin woordbetekenissen, hun uitspraak en etymotologie beschreven worden. 4.3.3.
Wikiquote _______________________________________________________
Iedereen houdt wel van een boutade, maar wie sprak dat citaat nu alweer uit ? Wanneer en in welke context ? Wikiquote (8 wikiquote.org) maakt een on line compendium van citaten, natuurlijk het liefst voorzien van een bronvermelding. 4.3.4.
Wikibooks _______________________________________________________
Het Wikibooks-project (8 wikibooks.org) heeft als doel cursussen en allerhande handleidingen te cree¨ren. Terwijl Wikipedia bestaat uit onafhankelijke artikelen die sterk intergelinkt zijn, bestaat een Wikibook uit een reeks van modules die het best in een lineaire volgorde gelezen worden. Het Wikibooks-project begon pas midden 2003 en bestaat nu voor net iets meer dan 100 talen. De Nederlandstalige versie van Wikibooks telt voorlopig nog amper 28 auteurs en staat nog grotendeels in de kinderschoenen. Niettemin lijkt Wikibooks aan eenzelfde exponentie¨le groei begonnen als Wikipedia. Figuur 6 toont een grafiek met de groei van het aantal auteurs in het Engelstalige Wikibooks-project. Figuur 6 : groei Wikibooks
Twee voorbeelden van al relatief goed uitgewerkte cursussen die als Wikibook ontwikkeld zijn : n
n
Cell Biology (8 en.wikibooks.org/wiki/Cell_Biology) Introduction to Sociology (8 en.wikibooks.org/wiki/Introduction_to_Sociology)
102 & OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
4.3.5. Wikisource ______________________________________________________ Wikisource (8 wikisource.org) herbergt een groeiende collectie aan primair bronnenmateriaal en hun vertalingen. Gaande van de teksten van Homeros, speeches van Martin Luther King tot de grondwet van Irak. 4.3.6.
WikiCommons ___________________________________________________
WikiCommons (8 commons.wikimedia.org) geldt als de centrale multimediabibliotheek voor de andere Wikimedia-projecten. Hier worden afbeeldingen, muziek- en geluidsfragmenten, videoclips, e.d. opgeslagen. Zonder een gecentraliseerde bibliotheek zouden vele afbeeldingen in tal van afzonderlijke wikipedia’s als onnodig duplicaat opduiken. 4.3.7.
Wikinews ________________________________________________________
Wikinews (8 wikinews.org) is een Wikimedia-project om het wereldnieuws op een collaboratieve wijze te beschrijven. Wikinews is een zelfstandig project geworden nadat vele nieuwsitems aan Wikipedia werden toegevoegd die niet echt encyclopediewaardig genoeg waren. Ook onvrede tegenover vele partijdige nieuwsbronnen zijn een belangrijke motivatiefactor. De belangrijke basisregel van neutraliteit uit Wikipedia heeft hierdoor nog aan belang gewonnen. 4.3.8.
Wikispecies ______________________________________________________
Wikispecies (8 species.wikipedia.org) is een recent wetenschappelijk project om de taxonomie van miljoenen bestaande diersoorten te beschrijven. 4.3.9.
Wikijunior _______________________________________________________
Wikijunior is nog een recent project om een serie educatieve kinderboeken te schrijven. Dit gebeurt op vraag van de Amerikaanse Beck Foundation. Voorlopig is Wikijunior nog in Wikibooks. opgenomen (8 en.wikibooks.org/wiki/Wikijunior). Wikipedia heeft al vele andere projecten geı¨nspireerd. Een goede leidraad om dergelijke projecten te vinden, is te kijken welke websites het Mediawikiplatform gebruiken.9 Zoals in punt 3.3 werd vermeld, valt quasi alle inhoud van de Wikimedia-projecten onder de GNU Vrije Documentatie Licentie. 4.3.10. Wikipedia-integratie in KDE _______________________________________ In juni 2005 maakte Jimmy Wales een samenwerkingverband10 tussen Wikipedia en de KDE-Desktop (8 kde.org) bekend. Hoofddoel is om de Wikipedia-artikelen makkelijker toegankelijk te maken in tal van KDE-applicaties. Wikipedia van zijn kant, zal daarvoor een open webservice en API ontwikkelen, zodat de inhoud door applicaties kan worden opgevraagd. De moge-
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
103
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
lijkheden zijn legio, zeker op het vlak van de educatieve toepassingen. Er ontstaat zo vanzelf een symbiose tussen open inhoud en open source software. 4.4. Overige projecten 4.4.1.
California Open Source Textbook Project ____________________________
‘‘Het COSTP-project (8 www.opensourcetext.org) is een reactie tegen de dure tekstboeken die in het Amerikaans onderwijs gebruikt worden, en waarvan vaak ook de pedagogische kwaliteit en de academische correctheid bekritiseerd wordt. De homepage bevat een korte economische analyse van hoeveel miljoen dollar jaarlijks gespendeerd wordt aan studiemateriaal, en hoe groot de besparingen zouden zijn indien men dat door gedrukt ‘vrij’ cursusmateriaal zou kunnen vervangen. Aangezien de vrije licenties voor COSTP een belangrijk uitgangspunt waren, keek men dan ook met grote interesse naar de werking van het Wikipedia-project. In plaats van hun eigen platform te gaan oprichten om het beoogde cursusmateriaal te gaan ontwikkelen, heeft men besloten samen te werken met het Wikibooks-project. Om dergelijk cursusmateriaal u¨berhaupt te mogen gebruiken in het Amerikaans onderwijs, wat uiteraard de bedoeling is, is het wettelijk noodzakelijk dat zij het opgelegde Amerikaanse leerprogramma strikt volgen. Als proefproject en proof-of-concept wordt nu gewerkt aan een cursus over Wereldgeschiedenis dat gedetailleerd het officie¨le Californische leerprogramma volgt’’.11 4.4.2. Links ____________________________________________________________ Er bestaan nog vele tientallen dergelijke projecten, evenals honderden individuele open cursussen die her en der op het internet terug te vinden zijn. Ikzelf probeer die zoveel mogelijk op mijn eigen portaalsite
8 www.open
cursus.org te verzamelen. We sommen nog enkele buitenlandse projecten op : n
Light & Matter, een reeks van zes open fysicahandboeken :
8 n
www.lightandmatter.com;
Open Source Courseware Initiative New Zealand :
8 n
www.elearning.ac.nz en 8 www.eduforge.org; Canadian Open Source Education and Research :
8 n
8 n
www.canopener.ca;
een Zuid-Afrikaans project, Free Highschool Science Texts : www.nongnu.org/fhsst;
een Franse portaalsite :
8
www.librecours.org.
104 & OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
We eindigen met een mooi Vlaams voorbeeld van enkele open cursussen, namelijk dat van het departement Japanologie van de KULeuven : n
Moderne geschiedenis van Japan 8 japanology.arts.kuleuven.ac.be/static/ moderne_geschiedenis.
n
Geschiedenis van Japan tot 1868
8 japanology.arts.kuleuven.ac.be/static/geschiedenis_tot_1868. n
Geschiedenis van Oost-Azie¨
8 japanology.arts.kuleuven.ac.be/static/geschiedenis_van_oostazie. 5. Besluit
&
In theorie is iedereen het er volslagen over eens dat open cursussen een enorme positieve impact kunnen hebben op het onderwijs en op de verspreiding van kennis in het algemeen. MIT OpenCourseWare was een belangrijke eye-opener die navolging krijgt in de rest van de Verenigde Staten en Azie¨. Dat Europa veeleer aan het achterblijven is, is duidelijk, maar een verklaring daarvoor is moeilijk te vinden. De Europese Unie wou de grootste kenniseconomie ter wereld worden, maar op deze manier lijkt de kloof met de VS enkel toe te nemen. Er is wel hoop. Als deze noodzakelijke vernieuwing niet institutioneel breed, top-down kan worden ingevoerd, laat ons het dan bottom-up proberen. Elke lesgever kan nu zelf makkelijk een vrije licentie op z’n eigen werk gebruiken. Het waanzinnige succes van Wikipedia toont aan waartoe dit kan leiden.
6. Literatuur
&
Bollier, D., Silent Theft : The private Plunder of our Common Wealth, Routledge, 2002, ISBN 0415932645. Cedergren, M., Open content and value creation, First Monday, volume 8, nr. 8 (augustus 2003), on line op http ://firstmonday.org/issues/issue8_8/cedergren/index.html. Crowell, B., Free Books : A Sneaky Success, 2002, on line op http ://www.lightandmatter. com/article/sneaky.html. Lessig, L., Free Culture, The Penguin Press, 2004, ISBN 0143034650, te downloaden op http ://www.free-culture.cc/freecontent. Liang, L., Guide to Open Content Licenses, Piet Zwart Institute, 2004, on line op http :// pzwart.wdka.hro.nl/mdr/research/lliang/open_content_guide. Siemens, G., Open Source Content in Education : Developing, sharing, expanding resources, http ://www.elearnspace.org/Articles/open_source_part_2.htm. Stallman, R., Free Software, Free Society Selected Essays of Richard M. Stallman, GNUPress, 2002, ISBN 1-882114-98-1. Vaidhyanathan, S., Copyrights and Copywrongs : The Rise of Intellectual Property and How It Threatens Creativity, New York University Press, 2001, ISBN 0-8147-8806. Wynants, M. en Cornelis, J., How open is the future, VUB Press, 2005, on line op http :// crosstalks.vub.ac.be/publications/Howopenisthefuture/howopenfuture_CROS STALKSBOOK1.pdf.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
105
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
Noten 1.
Centre for Intellectual Property Rights, Auteursrecht in de academische context, on line cursus http ://www.law.kuleuven.ac.be/cir/publications/auteursrecht_ academische_context.htm. 2. Questier, F. en Schreurs, W., Open Courseware and Open Scientific Publications, in How open is the future, VUB Press, 2005, p. 111-132, on line op http ://crosstalks. vub.ac.be/publications/Howopenisthefuture/howopenfuture_CROSSTALKSBOOK1.pdf. 3. MIT News, MIT to make nearly all course materials available free on the World Wide Web, 2001, on line op http ://web.mit.edu/newsoffice/nr/2001/ocw.html. 4. MIT News, Mellon & Hewlett Foundations grant $11M to launch free MIT course materials on web, 2001, on line op http ://web.mit.edu/newsoffice/2001/ocw fund.html. 5. Diamond, D., MIT Everyware, in Wired Magazine, september 2003, on line op http ://www.wired.com/wired/archive/11.09/mit.html. 6. Diamond, D., MIT Everyware, in Wired Magazine, september 2003, on line op http ://www.wired.com/wired/archive/11.09/mit.html. 7. Website MIT, Opencourseware How To, on line op http ://ocw.mit.edu/OcwWeb/ HowTo. 8. Connexions, Sharing Knowledge and building Communities, 2004, on line op http ://cnx.rice.edu/aboutus/publications/ConnexionsWhitePaper.pdf. 9. Websites die het Mediawikiplatform gebruiken : http ://meta.wikimedia.org/wiki/ Sites_using_MediaWiki. 10. Wikipedia and KDE cooperation, http ://meta.wikimedia.org/wiki/KDE_and_Wikipedia. 11. Wikibooks, COSTP World History Project, http ://en.wikibooks.org/wiki/COSTP_ World_History_Project + http ://en.wikibooks.org/wiki/COSTP_World_History_ Project :_California_Content_Standards.
106 & OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING