Opdracht grondslagen pedagogiek
Pedagogische visie
Voor + achternaam: Jan-‐Hessel Boermans Studentnummer: 277827 Soort verslag: Opdracht grondslagen pedagogiek Cohortjaar: 2013 Opleiding: Master Pedagogiek, Leren en Innoveren Lesplaats: Groningen Datum: 14 mei 2014 Opdrachtgever: SO De Ambelt, Steenwijk Begeleider: Hillary Vos Beoordelaar: Joachim Wettering, Hillary Vos
Opdracht bij Grondslagen pedagogiek t.b.v. POP (groeidocument voor doorstroomassessment en eindassessment) Doel van de opdracht (Verder) ontwikkelen en verwoorden van een eigen beargumenteerde visie “in gesprek met” de instellingsvisie en de bestudeerde theorieën/literatuur. Formulering van de opdracht 1. Ontwikkel je eigen pedagogische* visie en doe dat “in gesprek met” bestudeerde theorieën. De visie is gerelateerd aan het werk dat je nu in samenwerkingsverband (team, instelling en/of anderszins) doet. Denk steeds aan je directe dagelijkse werk èn aan dat van het samenwerkingsverband waaraan jouw werk een bijdrage levert. • Wat inspireert jou als professioneel pedagoog? • Wat is voor jou de eigenlijke pedagogische opdracht, in het verband van je werk èn in groter (maatschappelijk, cultureel en/of historisch) verband? • Wat zijn volgens jou kernprincipes voor het organiseren van een pedagogische omgeving en voor het pedagogische handelen. Waarom denk je dat de pedagogische opdracht zo wordt waargemaakt? Waar baseer je je op? • Welke omgevingen/instellingen buiten de instelling zijn ook relevant voor de invulling en realisering van de opdracht? Waarom? Wat zijn kernuitgangspunten voor pedagogisch verantwoorde betrekkingen met deze omgevingen/instellingen? • Maak op grond van het voorgaande een lijst van pedagogische kerncriteria waar je werk (en dat van het relevante samenwerkingsverband) aan zou moeten voldoen. Denk aan proces èn resultaat! 2. Wat valt je vanuit jouw visie-‐in-‐ontwikkeling op aan de huidige pedagogische praktijk van jezelf èn het relevante samenwerkingsverband? Zoom in op enkele kernissues en verant-‐woord vanuit je visie waarom je deze issues kiest. • Wat gaat in wezen goed (of is goed in ontwikkeling)? Waar baseer je dat op? • Wat behoeft echt verbetering of verandering? Waar baseer je dat op? • Wat zou de belangrijkste verandering volgens jou moeten zijn? Hoe past die in je visie-‐in-‐ontwikkeling? Betrek ook hier weer bestudeerde theorieën/literatuur. 3. Hoe verhoudt je visie-‐in-‐ontwikkeling zich met relevante visiedocumenten van je instelling? Test die laatste uit op hun pedagogische gehalte en hun verenigbaarheid met je eigen visie. • Vergelijk de visies volgens een beargumenteerde systematiek. • Wat zijn dan belangrijke gesprekspunten tussen jou en de instelling? (Je kunt hier ook focussen op de implementatie van de visie) • Welke punten zou je als eerste willen aankaarten. Waarom? Waar/bij wie? *Pedagogisch in de breedste zin van het woord die ook volwassenen-‐educatie, bedrijfsopleidingen enz. insluit.
OPDRACHT GRONDSLAGEN PEDAGOGIEK TBV EINDASSESSMENT Verwoord en/of verbeeld je beargumenteerde pedagogische1 visie. De visie is gerelateerd aan het werk dat je nu in samenwerkingsverband (team, instelling en/of anderszins) doet. In het geval van een school of opleiding, betreft zij héél de school of opleiding, beschouwd als pedagogische omgeving die in het teken staat van een pedagogische opdracht. De interactie met relevante omgevingen is daarbij inbegrepen. Ontwikkel je visie aan de hand van wat je (ook gaandeweg de Master) aan inspiratie, inzich-‐ten en ervaringen hebt opgedaan. Je gaat ook “in gesprek” met bestudeerde theorieën. Je zet je visiedocument naar eigen idee op. De vragen hieronder dienen er wel in verwerkt te zijn. 1. Wat is je pedagogische visie? • Wat/wie inspireert jou als professioneel pedagoog? • Wat is volgens jou de eigenlijke pedagogische of educatieve opdracht van de school of opleiding (enz.) waar je werkt? Welke contexten zijn volgens jou relevant voor het bepalen van de opdracht? • Wat zijn volgens jou, met het oog op de opdracht, kernprincipes (a) voor het organiseren van een pedagogische omgeving (school of opleiding enz.) en (b) voor het directe pedagogische handelen. Waarom denk je dat de pedagogische opdracht zo wordt waargemaakt? Waar baseer je je op? • Welke omgevingen/instellingen buiten de instelling zijn ook relevant voor de invulling en realisering van de opdracht? Waarom? Waar moeten de betrekkingen met deze omgevingen pedagogisch aan voldoen? 2. Wat valt je vanuit jouw visie op aan de huidige pedagogische praktijk (van de school of de opleiding enz.)? Maak eventueel, afgeleid uit je visie, een lijst van pedagogische kerncriteria waar de praktijk aan zou moeten voldoen en gebruik deze als kritische bril. Zoom in op enkele kernissues en verantwoord vanuit je visie waarom je deze issues kiest. • Wat gaat in wezen goed (of is goed in ontwikkeling)? Waar baseer je dat op? • Wat behoeft echt verbetering of verandering? Waar baseer je dat op? • Wat zou de belangrijkste verandering volgens jou moeten zijn? Hoe past die in je visie? 3. Hoe verhoudt je visie zich met relevante visiedocumenten van je instelling? Test die laatste uit op hun pedagogische gehalte en hun verenigbaarheid met je eigen visie. • Vergelijk de visies volgens een beargumenteerde systematiek. • Wat zijn dan belangrijke gesprekspunten tussen jou en de instelling? (Je kunt hier ook focussen op evt. gebrekkige implementatie van de visie)
1
Pedagogisch in de breedste zin van het woord die ook volwassenen-educatie, bedrijfsopleidingen enz. insluit.
De criteria waar ivm het visiedocument in het eindassessment op wordt gelet. A. De gestelde vragen zijn verwerkt. B. De visie getuigt van een helicopterview:
-‐ Zij betreft heel de school of opleiding (enz.) in beargumenteerde samenhang
beschouwd
-‐ Zij integreert relevante omvattender (maatschappelijke, culturele, technologische in de beschouwing.
enz.) contexten
-‐ Zij maakt op logisch samenhangende en betekenisvolle wijze gebruik van theoretisch referentiekaders.
verdiepende
C. De implicaties van de visie voor de professionele/organisatie-‐ontwikkeling zijn consequent doordacht. D. Kernbeweringen worden van relevante en plausibel gemaakte gronden voorzien.
Pedagogische visie Hierin beschrijf ik mijn pedagogische visie, dat doe ik aan de hand van de opdracht ‘grondslagen pedagogiek’ in professionaliseringstaak 1, aangevuld met de opdracht ‘grondslagen pedagogiek’ voor het eindassessment. De opdracht zit voor een deel ook verweven in professionaliseringstaken 1, 2 en 3 Wie inspireert mij? In het eerste blok van de master hebben we een collegereeks gevolgd over de grondslagen van pedagogisch-‐ en didactisch handelen. Hierin maakte ik onder meer kennis met Rousseau, Fröbel en Dewey. Zo kwam ik er onder andere achter de het werkwoord fröbelen voortkwam uit de filosofie van Friedrich Fröbel. Ik had eerder al eens gelezen over Dewey en kon me goed vinden in zijn opvattingen. Dewey is ervan overtuigd dat kinderen naar school zouden moeten gaan om te leren hoe zij zich in de samenleving moeten gedragen en leren hoe ze een bijdrage aan de samenleving kunnen leveren. Ik vind dat hier in ons hedendaagse onderwijssysteem te weinig ruimte voor is. Naar mijn idee persen we onze kinderen te veel door hetzelfde malletje en is er over het algemeen te weinig ruimte voor zelf ontplooiing. Al voordat ik mijn start maakte aan de masteropleiding Pedagogiek dacht ik hier zo over, maar ik vond het lastig te beargumenten waarom ik dit vond. Net als Rousseau, Pestalozzi, Fröbel en Dewey ben ik een voorstander van ervaringsgericht leren. Een kanttekening die ik hierbij plaats is dat we wel bepaalde algemene basisvaardigheden aan moeten leren bij onze kinderen. Kinderen moeten leren hun vrijheid op de juiste manier te benutten binnen bepaalde grenzen. Mocht ik ooit zelf kinderen krijgen, dan zal ik proberen om ze vanuit deze filosofie op te voeden. Ik vind een vrije keuze in opvattingen en geloof belangrijk, maar respect er moet te allen tijde respect blijven voor de andere denkende mensen. Mijn visie op onderwijs sluit goed aan bij die van het Dalton onderwijs, dit probeer ik, waar dat mogelijk is ,ook terug te laten komen in mijn eigen handelen als leraar. Mijn opvatting is dat wanneer kinderen de vrijheid binnen bepaalde kaders krijgen ze er uiteindelijk het meeste van leren. Kinderen leren zo het beste reflecteren op hun eigen handelen en zullen het in volgende keren in veel gevallen anders aanpakken omdat ze er van geleerd hebben. Binnen mijn eigen onderwijspraktijk zijn de kaders erg belangrijk. Ik heb in de afgelopen jaren geleerd dat ik een omgeving moet creëren waar ik duidelijke grenzen stel en daarin zo consequent mogelijk handel. De kinderen waar ik mee werk hebben erg veel behoefte aan duidelijkheid. Het begin van het schooljaar bouw ik op dat gebied een vertrouwensrelatie met de kinderen op, waarin ik mijn best doe om de kinderen te laten weten wat ze aan mij hebben. Ik hecht veel waarde aan de eigen verantwoordelijkheid van de kinderen (zelf nakijken, klusjes doen etc.), ik benoem dat het niet mijn klas is, maar onze klas. Wanneer de kaders duidelijk zijn probeer ik ze beetje bij beetje bewuster te maken van hun eigen handelen. Daarnaast doe ik mijn bewust om de kinderen vooruit te helpen door veel te complimenteren en opbouwende kritieken te geven, mede door middel van het inzetten van PBS (positive behavoir support)2. Het resulteert er in de meeste gevallen op dat de kinderen zich verantwoordelijk voelen en hierdoor vanuit hun eigen motivatie dingen oppakken. Op die manier wil ik bijdragen aan de zelfredzaamheid van de kinderen die bij mij in de klas zitten en ze helpen om het gevoel te krijgen dat er mogen zijn en serieus genomen worden. Dit helpt deze doelgroep vooruit om uiteindelijk, op hun eigen manier, zo zelfstandig mogelijk deel te kunnen nemen aan onze maatschappij.
2
Schoolwide positive behavior support (PBS) is een schoolbrede aanpak gericht op het bevorderen van positief gedrag binnen school.
Het doel van PBS: een positieve, sociale omgeving creëren die het leren bevordert en die gedragsproblemen voorkomt of doet afnemen.
De pedagogische en educatieve opdracht van de Ambelt Ik ben werkzaam bij orthopedagogisch centrum de Ambelt. De Ambelt is een stichting met scholen voor speciaal (basis)onderwijs voor kinderen met psychiatrische problematiek. De Ambelt heeft 17 locaties in het midden en noorden van Nederland in SO (speciaal onderwijs) en VSO (voortgezet speciaal onderwijs). Pedagogische opdracht De Ambelt heeft de pedagogische opdracht om jongeren met psychiatrische en/of gedragsproblemen onderwijs en begeleiding te bieden, gericht op het verwerven van competenties, die hen in staat stellen als volwaardige deelnemers zo zelfstandig mogelijk aan het maatschappelijk handelen deel te nemen. De Ambelt is kort gezegd bestemd voor kinderen en jongeren bij wie het ontwikkelingsproces is verstoord of waar het verstoord dreigt te worden. De oorzaak, maar ook de aard daarvan is voor ieder kind anders. Regelmatig is er sprake van een zeer complexe problematiek en is het één het gevolg van het ander. Essentieel hier is creëren van een veilige omgeving. Educatieve opdracht De Ambelt biedt de kinderen onderwijs waarbij ze uitgaan van de mogelijkheden en de belangstelling van het kind. Ze sluiten daarbij zoveel mogelijk aan bij de doelen uit het reguliere onderwijs. De problematiek van de kinderen brengt met zich mee dat leerlingen vaak belemmerd worden in hun leerproces. Dat kan betekenen dat het onderwijs anders georganiseerd moet worden en dat de doelen uit het regulier onderwijs aangepast moeten worden. Passend onderwijs3 Vanaf 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs ingevoerd. Deze wet verplicht scholen een passende onderwijsplak te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben (Passend Onderwijs, 2014). Voor De Ambelt zal er een aantal punten gaan veranderen. De Ambelt ’t Ravelijn moet aansluiten bij regionale samenwerkingsverbanden, deze samenwerkingsverbanden (her)verdelen de financiële middelen. De vraag naar speciaal onderwijs wordt niet meer centraal gesteld in de vorm van indicatiestelling, maar komt tot stand binnen de samenwerkingsverbanden. Hoe de toekomst er precies uit zal gaan zien weet nog niemand. Voorlopig blijft het Speciaal Onderwijs, zoals De Ambelt ’t Ravelijn, bestaan voor leerlingen die het echt nodig hebben (Passend Onderwijs, 2014). De verwachting is dat kinderen niet meer hun schoolloopbaan in het speciaal onderwijs naar school zullen gaan. TLV’s (toelaatbaarheidsverklaring) worden voor maximaal twee jaar afgegeven, daarna wordt opnieuw bekeken of speciaal onderwijs nodig is. Door opbrengstgericht te werken (d.m.v. handelingsplannen) probeert de Ambelt passend onderwijs zo goed mogelijk door te voeren in het verzorgen van onderwijs.
3
Zie ook professionaliseringstaak 2, interne en externe analyse.
Kernprincipes voor het organiseren van een pedagogische omgeving en het pedagogisch handelen Kijkend naar de Ambelt gaat het in de kern gaat het om drie basale pedagogische principes: veiligheid en ondersteuning bieden, ruimte scheppen voor leren en ontwikkelen, en regels en grenzen stellen. De Ambelt omschrijft deze principes in de volgende missie:4 “De Ambelt is een orthopedagogisch onderwijsexpertisecentrum dat: • Leerlingen weet te begrijpen en hun een leer-‐ en ontwikkelomgeving biedt die recht doet aan hun talenten. • Leerlingen begeleidt in het leren omgaan met en begrijpen van hun beperkingen en stoornissen • Leerlingen de competenties meegeeft, die hen in staat stelt als volwaardige deelnemers zo zelfstandig mogelijk aan het maatschappelijk handelen deel te nemen. • Bereikt dat leerlingen zo evenwichtig, gelukkig en zelfstandig mogelijk kunnen functioneren in de maatschappij op het gebied van wonen, werken, leren en vrije tijd. Daarom bieden wij de leerlingen onderwijs waarbij we uitgaan van de mogelijkheden en de belangstelling van het kind of jeugdigen • Een pedagogisch klimaat schept waarin leerlingen zich veilig voelen. Hierbij sluiten we zoveel mogelijk aan bij de doelen uit het reguliere onderwijs. • Een didactisch klimaat schept waarin leerlingen tot leren komen.”
4
Zie ook professionaliseringstaak 1
Welke omgeving of instelling is nog meer relevant voor het slagen van de pedagogische opdracht De Ambelt ’t Ravelijn heeft in het schooljaar 2013-‐2014 een nieuw schoolgebouw gekregen op een mooie locatie in een nieuwbouwwijk van Steenwijk. De school vormt samen met de Burgemeester Voetelinkschool (een school voor speciaal basisonderwijs) een OEC (een onderwijs expertise centrum). De wensen zijn in de toekomst dat de scholen samen één (zorg)school wordt, daarom is een goede samenwerking erg van belang. De doelgroep van Ambelt ’t Ravelijn komt uit een grote regio, de school heeft niet alleen leerlingen uit Steenwijk, maar komen bijvoorbeeld ook uit Heerenveen en Emmen. De school ervaart geen concurrentie van andere scholen uit Steenwijk, omdat zij de enige school zijn die cluster 4 onderwijs aanbied. De bereikbaarheid van Ambelt ’t Ravelijn is daarom wel erg belangrijk. De school is gelegen aan het station van Steenwijk en de snelwegen zijn op korte afstand. De samenwerking met andere organisaties is wel belangrijk. Zo heeft de school nauwe samenwerking met een zorgboerderij in de buurt en een (naschoolse)opvang voor kinderen met gedragsproblemen. De kinderen worden door deze organisaties na schooltijd bij school opgehaald om ouders/verzorgers te ontlasten. De school heeft ook een goede samenwerking met externe partners binnen de school, zo is er logopedie en fysiotherapie in het gebouw waar kinderen onder schooltijd gebruik van kunnen maken. Verder heeft Ambelt ’t Ravelijn ook nauw contact met instanties die therapieën aanbieden, deze instanties komen ook op school, zodat kinderen hier onder schooltijd naar toe kunnen. De school doet veel voor een goede ontwikkeling van de leerlingen bij hen op school.5 Een overzicht van de partners, en de partners binnen het passend onderwijs. Regulier onderwijs Gemeenten Jeugdzorg SWV Steenwijk SO Voetelink Steenwijk Accare Kamer Steenwijk Op Kop scholen Westerveld Dimence (jeugd & Kamer Hoogeveen PC scholen Scholen De Wolden volwassenen) Renn-‐4 richting Friesland van Catent Noordwolde Zwartewaterland (Hasselt e.o.) Wat gaat goed? De Ambelt mag zich met recht specialist in gedrag noemen. De expertise op het gebied van de cluster 4 problematiek is goed en de Ambelt doet er dan ook alles aan om ervoor te zorgen dat dit op niveau blijft. Middels het stimuleren van scholing aan de werknemers, daarnaast wordt de expertise binnen de werknemers goed verspreid middels het inzetten van een intern opleidingsinstituut, de Ambeltacademie. Op welk gebied is er behoefte aan verandering? In de toekomst wil de Ambelt de volgende plannen ontwikkelen en uitvoeren: De school is een onderwijsinstelling met een A-‐merk, deze hoge naamsbekendheid en de goede reputatie wil de school graag behouden. De Ambelt wil door middel van haar expertise en kwaliteiten ervoor zorgen dat, in de regio’s waar de Ambelt werkt, er geen thuiszitters zijn. Ze willen voor iedere jongere een passende onderwijsplek zorgen. In de keten van onderwijs en ondersteuning wil de school een belangrijke partner blijven. Ook toont de school veel flexibiliteit. De Ambelt ziet zichzelf als ondernemend en innovatief. Ze willen middenin de samenleving staan en veel samenwerken met ouders en andere partners. De Ambelt ziet samenwerken als: ‘Samen werken aan een gezamenlijke dienst of product’.
5
Zie ook professionaliseringstaak 2
Wat is de belangrijkste verandering? Ambelt ’t Ravelijn heeft geen duidelijke visie rondom ouderbetrokkenheid (november 2013). De leerkrachten en ouders/verzorgers van Ambelt ’t Ravelijn hebben geen richtlijnen waar zij zich aan (moeten) houden en wat er van elkaar verwacht wordt. De school wil zich graag onderscheiden van andere (cluster 4) scholen door een goed en gedegen beleid op het gebied van ouderbetrokkenheid. In een gesprek met de adjunct directeur is zij heel duidelijk in wat zij zou willen: “School-‐ouderbetrokkenheid of partnerschap tussen school en ouders is geen doel op zich, maar een middel om uiteindelijk samen betere voorwaarden te scheppen voor de ontwikkeling en het leren van het kind, de leerling. Dat is het gezamenlijke belang van ouders en school, want wie wil niet het beste voor zijn kind c.q. 'zijn' leerling? Als we van daaruit handelen dan zijn we gelijkwaardige partners en dan ligt er een wereld aan kansen voor ons” De Ambelt (’t Ravelijn) wil een duidelijke visie op ouderbetrokkenheid. Vanuit deze visie willen zij een beleid op ouderbetrokkenheid dat zorgt voor een prettige samenwerking met ouders en op deze manier wil de school een positief imago en een groei van de ouderbetrokkenheid bereiken.6 Belangrijke gesprekspunten tussen mij en de instelling In het kader van mijn onderzoek zitten deze vragen verweven in de professionaliseringstaken 1, 2 en 3.
6
Zie voor de uitwerking professionaliseringstaak 3