Interviews 3de Bachelor Pedagogische Wetenschappen: Pedagogiek en Onderwijskunde Taaldidactiek Prof. Hilde Van Keer Assistent Fien De Smedt Academiejaar 2014-2015
Groep 12 Laure Eeckhout Paulien Verleure Astrid Vermeersch
01204321 01201488 01206932
Inhoudsopgave Interviews leerlingen 6de leerjaar.......................................................................................... 3 Interview Thibaut : ........................................................................................................... 3 Interview Casimir ............................................................................................................. 7 Interview Britt................................................................................................................. 12 Interview Juffrouw Marleen ............................................................................................... 21
2
Interviews leerlingen 6de leerjaar Interview Thibaut : Wat is het laatste dat je hebt geschreven? Vanmorgen, in ons spellingsboek. Dat was voor de hoofdletters in ons spellingsboek omdat we al veel vergeten waren van de hoofdletters.
Kun je mij iets meer vertellen over wat je vrijdag op school hebt geschreven? We hebben een dictee moeten schrijven. Dat ging wel.
Heb je ook eens een verhaaltje uit jezelf moeten schrijven? Ja dat is al een tijd geleden, we moesten over een conflict een verhaaltje schrijven, maar we mochten kiezen met welke personen… enz., dat was wel leuk.
En wat heb jij dan geschreven? Over de spelers van KV Oostende die ruzie maakten met mr. Bean.
Schrijf je soms wat in het weekend? Wat heb je dan allemaal geschreven? Nee, eigenlijk niet. Zelfs geen dagboek.
Zijn er ook dagen dat je thuis veel meer schrijft? Schrijf je thuis veel? Soms, om te oefenen voor school, maar zelf beginnen schrijven doe ik niet graag. Soms is het leuk, zo een dictee is minder leuk, maar zo’n verhaaltje is dan wel weer leuk.
Welke opdrachten vond jij het moeilijkst? Dictee, soms vind ik dat wel moeilijk van woorden die je niet kent. Soms weet je niet wat het woord betekent want sommige woorden staan niet in het woordpakket dat we krijgen. Voor verhaaltjes weet ik direct met welke personen, omdat ik veel van voetbal hou enz.
Krijg je steun bij de opdrachten die je moeilijk vindt? Ja, van de juf, ze zegt als het echt niet lukt dan zal ze helpen, maar je moet zelf eerst proberen of van mijn vrienden. We lezen dan elkaars stukjes.
3
Wie helpt je bij het schrijven? Voor school is het meestal mama, voor papa is het meestal voor gek te doen. Mama helpt vooral bij het dictee, ze doet dan zelf eens een dictee met mij, zo weet ik welke dingen ik moeilijk ga vinden.
Zijn er momenten dat je zelf bezig bent met schrijven? Nee.
Doe je er zelf iets aan om beter te leren schrijven? Wat doe je dan? Nee, eigenlijk niet, soms als ik echt niets te doen heb dan zit ik te fantaseren enz.
Heb je het gevoel dat je goed bent in schrijven? Ja, want mijn dictees zijn altijd goed. En ik moest mijn verhaaltje voorlezen voor de klas en de juffrouw zei dan dat het goed was.
Schrijf je veel bij andere vakken? Zoals bij WO? Schrijf je dan veel teksten? Ja soms, maar dan is dat klassikaal omdat we dan een toets hebben zodat we dan zeker weten dat het juist is. Ze schrijft het op bord en dan schrijven we het over. Ik ben meestal bij de eersten die klaar is met schrijven.
We gaan even ingaan op de tekst die je hebt geschreven in de les taal: vond je het een leuke taak? Vond je het moeilijk? Of gemakkelijk? Ja ik vond het een leuke taak. Soms was het moeilijk, omdat het begin weet je dan, maar dan moet je nadenken over wat zal er verder gebeuren en dan was dat even nadenken, maar eens je een paar zinnen weet dan ben je weer weg. Als je begint aan zo’n verhaaltje, weet je dan al hoe het zal eindigen? Nog niet, terwijl dat ik aan het schrijven ben dan denk ik na, en dan pas ik het nog aan. Als mijn vrienden het hebben gelezen en ze vinden het niet goed, of ze snappen het niet dan kijk ik nog een keer en vraag ik waar vind je het raar?
Denk je dat je weet wat de bedoeling was van deze taak? Niet echt, ik vind dat wel leuk maar ik weet niet wat je daar zo van bijleert. Het is gewoon leuk. 4
Kreeg je eerst uitleg van de juf of mocht je direct beginnen aan de taak? Ja, bijvoorbeeld als we in ons werkboek bezig zijn dan overlopen we alles en vraagt ze of er nog vragen zijn na de uitleg en dan moeten we zelf beginnen. Het is meestal erg duidelijk.
Wanneer de taak af is, krijg je punten: geeft de juf uitleg over je punten? Geeft ze uitleg over wat je verkeerd doet? De juffrouw verbetert het wel, en die moeten wij dan verbeteren maar het staat niet op punten. We krijgen dan wel zo’n kleine tekstjes van je werkt goed door. Of niet goed, ze zegt het als het niet goed is.
Doet ze dit voor de hele klas of voor jou alleen? Als iedereen niet goed heeft gewerkt dan zegt ze wel voor heel de klas van die en die heeft goed gewerkt, maar dat gebeurt niet zo veel.
Mocht je hulp vragen aan de leerkracht? Of kreeg je hulp van de juf zonder te vragen? Soms komt ze rond en overloopt ze de tafels en ziet ze als je het moeilijk hebt en vraagt ze of er iets is.
Mag je soms samenwerken met andere medeleerlingen? Soms wel, maar meestal is het apart omdat het anders te luid wordt. Samen schrijven is niet zo gemakkelijk zeker als het met iemand is die van iets helemaal anders houdt dan is dat moeilijk. Dan mogen we soms, alleen maar als het echt niet gaat, dan mag je eens wisselen maar dat gebeurt bijna nooit.
Mocht je hulpmiddelen gebruiken zoals een woordenboek of computer? Soms, maar als we zelf een verhaaltje gaan schrijven gebruiken we zelf geen moeilijker woorden, ze zegt niet dat het mag of niet mag, maar ze weet wel dat wij niet zo’n moeilijke woorden zullen gebruiken.
Stel dat jij even de meester/juf bent, wat zou jij veranderen aan de taak om het interessanter te maken? Misschien met een beloning, wij hebben een klein schoolkrantje, de beste mag zijn verhaaltje daar in zetten.
5
Wat zou je bij taal willen leren als het om schrijven van teksten gaat? Kweet het eigenlijk niet wat ik nog zo wil leren. De juf legt alles al goed uit vind ik. Ik heb niet het gevoel dat ik meer wil leren.
6
Interview Casimir
Kun je mij iets meer vertellen over wat je vrijdag op school hebt geschreven? Euhm, ik weet het niet. Ik denk dat we geen schrijfopdracht gekregen hebben vrijdag.
Welke opdrachten heb je gekregen? Leg eens meer uit. In de ochtend doen we meestal wiskunde en dan nog een paar andere dingen en in de namiddag hadden we een toets van taal. Daar heb ik wel geschreven. Het was een toets van taalbeschouwing. We moesten juiste antwoorden aanduiden en ook zelf zinnen schrijven.
Wat heb je allemaal in het weekend geschreven? Ik heb niet veel geschreven. We hadden wel huiswerk, maar dat was wiskunde dus daarbij moest ik niet echt schrijven.
Zijn er ook dagen dat je thuis veel meer schrijft? Schrijf je thuis veel? Nee. Als ik iets moet leren thuis, dan schrijf ik wel.
Wat schrijf je dan allemaal? Ik maak samenvattingen als ik iets moet leren of ik schrijf dingen op die ik op het internet vind.
Kun je mij eens een paar voorbeelden geven? Als ik iets moet leren dan schrijf ik meestal de belangrijkste dingen op, dan maak ik een soort samenvatting. Als ik een spreekbeurt moet doen dan schrijf ik die volledig uit. Ik doe dat op twee manieren. Eerst schrijf ik alles in korte zinnetjes op een blad papier en daarna typ ik het langer op de computer en zoek ik dingen op. Soms schrijf ik het dan als het klaar is nog eens mooi over op papier.
Welke opdrachten vond jij het moeilijkst? Het was niet echt een tekst schrijven, maar we kregen in ons groepje een tekstje en daar moesten we dan vragen bij verzinnen. De tekst ging over een helm die bijvoorbeeld signalen doorgeeft dat je zonder handen kan fietsen, die moesten we lezen en er ook vragen bij stellen
7
en opschrijven. Maar dat lukte niet echt omdat de anderen van mijn groepje het niet zo goed snapten en dachten dat het over iets anders ging.
Krijg je steun bij de opdrachten die je moeilijk vindt? Meestal moeten we zo’n opdracht maken met ons taalboek en die onderwerpen vind ik meestal saai. We moeten eerst een woordspin maken, daarna de personages opschrijven, kort samenvatten enzovoort.
Wie helpt je bij het schrijven? Woordenboeken mogen we altijd gebruiken wanneer we iets niet snappen. Als we een woord niet snappen, maar het is bijvoorbeeld in een andere taal is, dan mag je het vragen aan de juf en zoekt zij het op de computer, maar we mogen niet zelf op de computer.
Als je op school zit? En thuis? Soms mag je hulp vragen aan de juf, maar meestal zegt ze dat het te druk heeft. Ook is het zo dat als één iemand iets vraagt, iedereen plots vragen begint te stellen. Soms als ik iets niet snap of als ik niet weet hoe ik het moet dan vraag ik hulp aan mijn mama.
Zijn er momenten dat je zelf bezig bent met schrijven? Als ik iets opzoek op de computer dan schrijf ik die dingen meestal op.
Doe je er zelf iets aan om beter te leren schrijven? Wat doe je dan? We moeten elke week oefenen voor het dictee, maar dat moet.
Heb je vorige week grote teksten geschreven in de les taal? We moesten voor taal een conflict in de klas beschrijven.
Schrijf je veel bij andere vakken? Zoals bij W.O.? Schrijf je dan veel teksten? Als ik oefen dan maak ik een soort van samenvatting voor W.O. Als we iets moeten opschrijven dan doen we dat meestal samen in de klas. De juffrouw schrijft dan het antwoord op het bord en dat moeten wij overschrijven in ons boek.
8
We gaan even ingaan op de tekst die je hebt geschreven in de les taal: vond je het een leuke taak? Ik vond het een beetje leuk, maar ik vond het ook nogal stom want het moest over een conflict op school gaan. Ik had liever zelf gekozen, maar hier kon je enkel kiezen op school of op de speelplaats.
Vond je het moeilijk? Of gemakkelijk? In het begin vond ik het wel moeilijk omdat ik geen personages had en geen onderwerp. Maar later als ik een personages en een onderwerp had gevonden, dan ging het wel snel.
Vind je het goed dat je deze taak gekregen hebt? Voel je dat je er iets aan hebt gehad. Aan de ene kant wel, maar ik denk dat taal niet zoveel helpt om te schrijven maar spelling wel omdat je dan de woorden juist leert schrijven. Bij taal is het vooral teksten schrijven, samenvattingen maken, vragen beantwoorden. Maar als ik een opstel maak in taal, dan denk ik nooit echt aan wat we in de les spelling geleerd hebben. Zou je zo’n taak nog eens willen krijgen? Ja, maar ik zou liever zelf kiezen waarover we mogen schrijven.
Wat denk je dat de bedoeling was van deze taak? Het was de bedoeling om een verhaal te schrijven met iemand van de klas die je nog niet zo goed kent en dan de andere klasgenoten die je wel al kent in je verhaal betrekken. Het was meer de bedoeling om een verhaal te schrijven over wat er in de klas gebeurt. Ik denk dat het de bedoeling is om hierdoor beter een verhaal te leren schrijven.
Kreeg je eerst uitleg van de juffrouw of mocht je direct beginnen aan de taak? De juffrouw gaf een beetje uitleg, maar alles staat ook in het boek. Je kan het boek nog eens bekijken als je wat meer uitleg wil.
Wanneer de taak af is, krijg je punten: geeft de juffrouw uitleg over je punten? Geeft ze uitleg over wat je verkeerd doet? Doet ze dit voor de hele klas of voor jou alleen? De juffrouw geeft geen punten, maar verbetert het gewoon. Soms legt ze het wel uit, maar vaak moeten we datgene wat fout was een aantal keer juist schrijven of schrijft de juf heel kort op wat er verkeerd is. Het gebeurt ook vaak dat ze het aan de hele klas uitlegt. 9
Mocht je hulp vragen aan de leerkracht? Of kreeg je hulp van de juf zonder te vragen? We moesten het eerst zelf proberen, want iedereen had een ander verhaal.
Mocht je samenwerken met andere medeleerlingen? We moesten het alleen doen. Soms vragen we wel iets aan elkaar. Het mocht eigenlijk niet, maar toch vragen we aan elkaar waarover iemand gaat schrijven. Eigenlijk mag je niet praten.
Mocht je hulpmiddelen gebruiken zoals een woordenboek of computer? Je mocht een woordenboek gebruiken. Meestal staat alles in het woordenboek, maar als we het niet vinden dan mogen we het aan de juf vragen.
Stel dat jij even de meester/juf bent, wat zou jij veranderen aan de taak om het interessanter te maken? Ik zou wel iets met school hebben laten maken, maar dat ze meer plaatsen kunnen kiezen en dat het bijvoorbeeld niet alleen op school mag afspelen, maar ook op andere plaatsen.
Wat zou je bij taal willen leren als het om schrijven van teksten gaat? We krijgen genoeg les om het goed te doen. We gaan even ingaan op de tekst die je hebt geschreven in de les …: Wat was de opdracht? Wat moest je doen van de juffrouw? Soms hebben we een bundel en daar moeten we antwoorden invullen. Meestal doen we dat samen in klas en schrijft de juffrouw een samenvatting van alles op. Als ik ga leren dan maak ik meestal ook zelf een samenvatting.
Vond je het een leuke taak? Soms vind ik het leuk als het een leuk onderwerp is.
Vond je het moeilijk? Of gemakkelijk? Het is makkelijker samen, maar het is ook te zien welk onderwerp want de één weet meer dan de ander over een bepaald onderwerp.
Vind je het goed dat je deze taak gekregen hebt? Ja, ik vind dat goed. 10
Voel je dat je er iets aan hebt gehad? Zou je zo’n taak nog eens willen krijgen? Het is beter om het samen met de volledige klas te doen, zo leer je meer.
Mocht je hulp vragen aan de leerkracht? Of kreeg je hulp van de juf zonder te vragen? Het was samen met de hele klas.
Mocht je hulpmiddelen gebruiken zoals een woordenboek of computer? Als je een woord niet kent, mag je het ook opzoeken in een woordenboek. Maar bij WO doe je alles samen met de juffrouw, dus als het dan een moeilijk woord is, dan vertelt de juf het gewoon.
11
Interview Britt Weet je nog wat je geschreven hebt vrijdag op school? Wat je van opdracht hebt gekregen? Weet je dat nog? Nee.
Nee? En weet je wat je vorige week nog van schrijfopdracht hebt geschreven? In de les Taal? Heb je iets moeten schrijven? Ja, maar het was niet in de taalles. Het was in de godsdienstles.
En zeker dat je niets gekregen hebt in de les Taal? Niet dat ik weet.
Heb je opdrachten mee naar huis gekregen om te maken? Ja, in de klas moesten we een opdracht maken waarbij er nieuwe kindjes komen in de klas en we moesten daar een verhaal rond schrijven.
Wanneer was dat? Vorige week? Ja.
Wat heb je allemaal in het weekend geschreven? Ik moest mijn huiswerk maken.
Wat heb je allemaal gemaakt van huiswerk? Ik moest nog mijn woordpakket schrijven, dat zijn woordjes die je moet leren en dan hebben we daar vrijdag een dictee van.
Aahn, een soort van spellingsboekje. Heb je een dictee gehad? Nee, maar vandaag hebben we wel spelling gehad over de hoofdletters.
Heb je dan elke week een dictee? Ja.
12
En vind je dat leuk? Lezen vind ik wel leuk maar schrijven is leuker.
Je hebt in het weekend je spelling geleerd. Heb je dan iets moeten schrijven? Je woordjes schrijven of heb je zelf iets geschreven? Een verhaaltje? Nee, maar ik heb wel de krant gelezen en dan een beetje overgeschreven.
Vind je dat leuk? Ja, als ik maar kan schrijven.
Zijn er dagen dat je veel meer schrijft dan anders? De woensdag. Want dan heb ik vaak weinig huiswerk en op dat moment schrijf ik de krant over.
Je schrijft eigenlijk wel heel graag? Ja!
Dus je schrijft de krant thuis, schrijf je dan nog iets? Ik schrijf soms eens een verhaaltje. Papa schrijft dan iets op van onderwerp en ik schrijf er beetje een verhaaltje rond.
Zijn er nog dingen waar je op kunt komen? Soms schrijf ik gewoon dingen over van mijn iPad.
Wat schrijf je dan over? Als we dan eens informatie moeten opzoeken voor in de les dan gebruik ik de iPad om informatie op te zoeken en dan schrijf ik die informatie over van de iPad. Ik heb geen printer thuis dus moet ik wel alles overschrijven. Soms vind ik het wel ambetant wanneer ik lange stukken moet overschrijven.
Als we nog eens nadenken over de opdrachten die je gekregen hebt op school, wat vond je dan de moeilijkste? Als het over Potteus ging. Dan moesten we allemaal oude dingen opzoeken van hem en dan stonden er soms veel dingen in het Grieks en dan moesten we dat weer allemaal opzoeken. 13
Wat vond je daar moeilijk aan? Dat je telkens die woorden weer moest opzoeken en opschrijven. Je moest dan de betekenis naast de Griekse woorden schrijven om de betekenis er van te weten. Dat was wel moeilijk want dan schrijf je het verkeerd en dan mag je het nog eens schrijven.
Zijn er nog opdrachten die je moeilijk vond? In de godsdienstles, op de toets van boeddhisme en zo zulke dingen. Dan moet je die moeilijke woorden allemaal in het net schrijven. Dat was echt wel irritant want je moest dan dat allemaal uit het hoofd schrijven.
Als je opdrachten krijgt, krijg je dan veel steun bij die opdracht die je moeilijk vindt? Geeft je juf dan uitleg? Ja.
Moet je het allemaal zelf vragen? Ja, eerst geeft ze zelf een beetje uitleg en als je het dan niet begrijpt, mag je vragen stellen.
Wie helpt je bij het schrijven? Enkel je juffrouw of is dat ook je mama en papa? Als ik eens niet weet hoe ik het moet schrijven dan helpt mijn mama en papa.
Nog mensen? Als mijn mama of papa weg zijn dan vraag ik het aan oma of ze wilt komen en dan helpt ze me met het schrijven. Daarnaast is er ook een andere juffrouw die me helpt.
Doe je er zelf iets aan om beter te schrijven? Ik oefen wel heel veel, als ik een woordpakket heb en er zijn een paar woordjes dat ik niet goed kan schrijven dan vraag ik aan papa hoe schrijf je dat woordje en hoe schrijf je dat woordje en als ik het dan juist heb dan mag ik nog een beetje van mezelf op de iPad.
Herschrijf je het veel? Ja als het woordje fout is dan moet ik het ook bedekken en dan schrijf ik het nog eens opnieuw en opnieuw tot ik het zeer goed ken.
14
Let je ook op de letters die je schrijft? Vorig jaar schreef ik gelijk anders dan dit jaar.
Wil je een mooi schrift hebben? Ik wil het wel hebben maar het lukt niet.
Heb je vorige week of van september tot nu, al grote teksten moeten schrijven behalve dat verhaaltje? Ja, ja op een blad. Een verhaal schrijven.
Kies je zelf hoe groot dat dit is? Je kiest zelf maar als ik niet veel zin heb dan schrijf ik vlug iets kort op en dan laat ik lijnen tussen zodat de tekst langer lijkt.
Vind je het jammer dat je weinig schrijft in de les? Soms wel, soms niet. Als ik zin heb om te schrijven dan vind ik het wel jammer dat we geen grote schrijftaken krijgen.
Schrijf je veel bij andere vakken? Bijvoorbeeld bij W.O., of godsdienst? Ja, toch wel een beetje, want soms moet je lijntjes overschrijven wat de juf op het bord schrijft.
Gebeurt dat veel? Niet echt in een bepaalde les, in elke les een beetje.
Op wat moeten jullie dan schrijven? Op cursuspapier of in een werkboek? Soms, heel soms als we verhalen moeten schrijven dan is het op gewoon papier, maar ook soms in ons werkboek.
Die taak dat je geschreven hebt, vond je dat leuk? Ja, maar het was wel heel erg schrijven en soms moest ik wel eens een pauze nemen omdat mijn hand begon pijn te doen.
15
Vond je de opdracht moeilijk of gemakkelijk? Ik vond het wel moeilijk omdat je veel moest verzinnen vanuit je eigen. Je krijgt daar een ding voor je neus en ja dan begin ik soms zelf te fantaseren maar soms moet je echt over dat onderwerp schrijven en dat vind ik moeilijk. Ik vind het echt leuk als je zo alles mag fantaseren.
Het schrijven van het verhaaltje, vond je dit moeilijk of gemakkelijk? Ja, half en half, ik vond het wel moeilijk. Het schrijven was niet moeilijk maar vooral het fantaseren vond ik wel moeilijk.
Vind je het goed dat je die taak gekregen hebt? Ja, want dan kan je een beetje leren schrijven en dan weet je ook van dat gaat juist zijn en dat niet.
Vind je het dan jammer dat je zo weinig schrijfopdrachten krijgt? Jammer vind ik het niet maar ik vind het wel leuker als je het krijgt. Bijvoorbeeld nu zou ik er wel zo eentje willen hebben omdat ik daar wel zin in heb maar soms ook weer niet. Af en toe eentje krijgen is wel leuk.
Heb je het gevoel dat je iets aan die taak gehad hebt? Ja, want dan kan je die woordjes leren, zeker als je een woordje een keer niet begrijpt. Je kunt dan ook een woordenboek nemen en kijken hoe je het woord schrijft.
Wat denk je dat de bedoeling zou geweest zijn van deze taak? Soms om te leren en soms gewoon ook om informatie op te zoeken. We moeten dat meer doen dan vorig jaar.
Denk je dat de juffrouw kijkt hoe mooi je schrijft? Ik denk wel dat als het in de godsdienstles is dat het meer om het zoeken van informatie is maar als het in de spellingsles is, ja dan denk ik wel dat ze kijkt hoe goed je het schrijft. Ik denk ook wel dat ze soms denkt dat ik mooier moet schrijven want papa heeft echt een lelijk geschrift, dat trekt echt op niets en ik wil wel mooier schrijven dan hem. Als ik eens lelijk schrijf, dan zie je dat wel aan haar gezicht.
16
Als je taak niet goed is, wat denk je dat de juf zou doen? Zou ze het alleen tegen jou zeggen of klassikaal? Nee, ik denk dat ze dat alleen zou doen. Bijvoorbeeld in de agenda of op het rapport schrijven of zo zodat niemand het zou zien.
Als je een opdracht krijgt, krijg je dan eerst uitleg? Ja, dan krijgen we eerst uitleg, ze geeft de nodige informatie en als je nog uitleg nodig hebt dan kan je het vragen.
Geeft ze deze uitleg klassikaal? Het is te zien welke vraag het is. Als het een heel belangrijke vraag is dan zegt ze het voor heel de klas maar als het een klein vraagje is wanneer alleen jij het niet begrijpt dan komt ze soms ook naar je bank. Af en toe komt ze een keer. Soms antwoord ze ook niet op een vraag en dan zegt ze ‘het licht staat op rood’. Dat betekent dan dat ze met iets anders bezig is (ze is bijvoorbeeld bezig met toetsen te verbeteren of zo) en dat de opdracht duidelijk genoeg zou moeten zijn.
Geeft de juffrouw uitleg over de punten van de opdracht? Uitleg niet echt maar als je iets niet begrijpt hoe dat het komt dat het fout is of als je iets niet begrijpt dan mag je het wel vragen en dan geeft ze uitleg.
Schrijft ze iets op de taak? Bijvoorbeeld prima of zeer goed? Nee, op de toetsen wel, dan schrijft ze een ‘heel goed’ maar soms zet ze ook een smiley bijvoorbeeld als het slecht is dan staat er een smiley naar beneden. Maar meer zegt ze eigenlijk niet. Soms zegt ze ook: ‘jij kunt beter”, als de taak niet goed was.
Als je een taak hebt, mag je dan samenwerken? Een verhaaltje moet je soms apart doen maar soms ook samen, het is te zien voor wat maar soms hebben we ook informatie die we thuis moeten opzoeken.
Werk je vaak in groep? Voor de godsdienstles en zo wel maar eigenlijk werken we niet vaak samen. Voor taal soms maar erg weinig. We moeten eigenlijk meer schrijven dan samenwerken.
17
Mag je hulpmiddelen gebruiken? Ja, een woordenboek. Als het eigenlijk voor een heel klein dom woordje is, ja soms wel dan gebruik ik dat maar ook als het een erg moeilijk woord is. In de klas hebben we wel een computer maar die mogen wij niet gebruiken.
Stel dat jij nu juffrouw bent, wat zou jij veranderen aan de taak die je krijgt? Ik denk dat de kinderen zelf niet zo graag schrijven dus ik zou wel een beetje geven maar niet elke dag een verhaal van vijf bladzijden lang.
Wat zou je veranderen aan de schrijfopdracht zelf? Ik zou het verhaaltje zelf behouden. Ik vind de taak nu goed.
Zou je iets veranderen aan de andere taken die je krijgt? Ik persoonlijk zou dat niet doen. Ik vind die taken leuk.
Wat zou je bij taal willen leren als het om het schrijven van teksten gaat? Wat zou je echt graag willen bijleren? Echt hele moeilijke woorden, bijvoorbeeld Griekse woorden en wat dat die betekenen. Dat zou ik wel willen weten. Ik zou die woorden wel graag goed willen schrijven en dat je daar dan een klein tekstje over kan maken. Dat zou wel heel tof zijn.
We gaan nu eens naar de taak van de godsdienstles gaan, wat vond je van de opdracht? Ik vond het wel leuk maar het was heel erg lang want ik had niet veel zin om dat in het weekend te schrijven. We mochten het niet in de les maken en dat vond ik niet leuk want we moesten in een kwartier een hele lange tekst schrijven en dat vind ik niet leuk als je het vlug moet schrijven. Ik vind dat niet leuk omdat ik in het weekend iets doe met mama of papa en dat is leuker dan het schrijven. De krant overschrijven doe ik wel graag omdat ik dan meestal niets heb te doen.
Wat moest je doen van de juffrouw? Er waren vier of vijf groepjes en zij moesten elk over iets anders dingen opzoeken op het internet. Heel veel informatie over opzoeken. Dan moest daar een klein informatietekstje over schrijven en dan voor de klas zeggen.
18
Vond je het leuk? Ja, maar ik vond dat niet leuk om dat voor de klas te vertellen.
Het schrijven, vond je dat leuk? Ja, dat vond ik wel leuk.
Vond je het moeilijk? Ik vond sommige woorden wel moeilijk want dan zeg je het fout of dan schrijf je het fout en dan lacht iedereen je uit in de klas.
Vond je het een goede taak? Ja, maar het was wel… De namen waarover het ging waren wel moeilijk om te schrijven.
Voel je ook dat je iets aan die taak gehad hebt? Eeuuhn… er is nog één klein stukje dat ik nog weet en dat dat echt in je hoofd blijft omdat je dat echt veel moest schrijven en de tekst die je moest zeggen voor de klas moest je schrijven op papier en ook uit je hoofd leren en ja, dat stukje ken ik nog wel.
Het schrijven van de tekst, heb je daar iets aangehad? Juaa, bij elke tekst dat je schrijft, is het natuurlijk over iets anders en bij elke tekst dat je schrijft, leer je wel iets. Ja, je krijgt wel meer informatie rond een onderwerp.
Zou je nog eens een dergelijke taak willen krijgen? Ja, maar niet direct.
Mocht je hulp vragen aan de juffrouw voor deze opdracht? We kregen een blad met allemaal informatie op, we hadden heel veel bladeren met informatie op. Elk kind van de groep had heel veel blaadjes. We kregen eigenlijk alleen maar informatie die op dat blad stond en dat was het. Je kreeg informatie en bijkomende uitleg van de juffrouw maar het was te zien bij wat. We mochten eigenlijk geen uitleg vragen aan de juffrouw omdat er veel informatie op het blad stond.
Mocht je samenwerken? Ja, want de opdracht was in groepjes. 19
En vond je dat leuk? Ja, want dat is beter dan alleen informatie opzoeken dan heb je maar zo weinig en in een groepje heb je veel meer informatie.
Mocht je hulpmiddelen gebruiken? Thuis mocht je de computer krijgen, in de klas mocht je niet echt informatie opzoeken want je moest dat echt al allemaal thuis opgezocht hebben.
Stel je voor dat je nog eens de juffrouw bent, zou je iets veranderen aan de taak? We moesten heel veel leren en dan hebben we maar op de toets over één iets moeten schrijven. We moesten zoveel dingen opzoeken maar het ging maar over één ding op de toets. Dat vind ik wel ambetant. Het zou leuker zijn moest ze meerdere dingen vragen op de toets en niet één dingen. De moeilijke woorden zou ik kinderlijker maken dat je echt weet waarover het gaat.
20
Interview Juffrouw Marleen Wat was de laatste grote opdracht? De leerlingen moesten een conflict schrijven dat zich speelde in de klas van meester Beenhesp. Vier leerlingen van deze fictieve klas werden al voorgesteld tijdens de lessen in het lesboek. Er werd een vijfde leerling gesuggereerd. Die konden ze zelf invullen.
Wat moesten de leerlingen ervan leren? Wat was het doel? Ze moesten leren om voor een fictief verhaal een verhaallijn op te bouwen door een beginsituatie, een intrige en een ontknoping te bedenken. Ze leren de hoofdpersonages typeren van een fictief verhaal en moesten rekening houden met de verhaallijn. Voor het schrijven kregen ze tijd om informatie te verzamelen. Ze mochten ook gerichte vragen stellen zoals wie, wat, waar, wanneer, hoe, … enzovoort. Tijdens het schrijven leren ze oorzaak - en gevolgrelaties weer te geven. Daarnaast moesten ze ook een passende titel verzinnen. Na het schrijven moesten mijn leerlingen de spelling en interpunctieregels in acht nemen.
Welke ondersteuning kregen de leerlingen bij deze opdracht? Mochten ze samenwerken? Mochten ze bijkomende vragen stellen? Ik heb in de vorige lessen Taal tijd besteedt aan het voorbereiden van de taak door het conflict in de klas van meester Beenhesp uit te leggen. Op de dag van de taak heb ik uitgelegd wat ik van de taak verwachtte en hoe de taak er moest uit zien. Ik had al veel informatie meegegeven aan mijn leerlingen. Ik had hen duidelijk gemaakt dat ze verder geen vragen meer mochten stellen aan mij in de klas, enkel als het een zinvolle vraag zou zijn. Wat ik wel deed, was hen bijsturen of feedback geven. De taak op zich was goed uitgelegd. Als ze niet wisten hoe ze verder moesten met de taak konden ze nog steeds de opdracht in hun lesboek bekijken. Daarin wordt er een pagina besteedt aan het geven van tips die aangeven hoe je een goed verhaal kunt schrijven. Hier bijvoorbeeld kunnen jullie zien dat ze eerst moeten beginnen met een inleiding en daarna overgaan naar het beschrijven van de personages… enzovoort. Daarnaast konden ze ook hun werkboek bekijken. Op deze pagina kan je zien dat er een aantal vragen gesteld worden om een verhaallijn op te bouwen. Dit moesten ze eerst doen vooraleer het volledige fictieve verhaal op papier te schrijven. Deze taak moest volledig alleen gemaakt worden.
21
Hoe heb je de grote opdracht opgebouwd? Heb je ze laten voorbereiden door kleine oefeningen te maken? Of ze direct de grote oefeningen laten maken? De leerlingen hebben eerst een eerste versie van de tekst in hun werkboek geschreven. Dan stuur ik de leerlingen bij waar het nodig is en geef ik bij sommigen feedback. Als de leerlingen meteen een leuk voorstel hebben dan ondersteun ik deze ook. In de eerste fase is het vooral belangrijk dat de inhoud goed is, maar opvallende schrijffouten worden ook al besproken. De leerlingen die hier nog moeite mee hebben worden door mij extra ondersteund.
Hoe werden de leerlingen beoordeeld? Heb je dit met hulpmiddelen gedaan? Bijvoorbeeld via een beoordelingsschema? Ik heb een duidelijk beoordelingsschema die ik hanteer bij de teksten. Zo staat het typeren van het hoofdpersonage op 3 punten, de beginsituatie schrijven op 2, een intrige verzinnen staat op 3 punten, een goede ontknoping bedenken op 1. De doelen die ik daarnet heb beschreven worden allemaal apart gecodeerd. Daarnaast staat de zinsbouw, woordenschat en gevarieerd taalgebruik op 1 punt.
Welke aspecten van de tekst waren belangrijk voor de beoordeling? Bij deze vraag leest de juffrouw haar beoordelingsschema af: hoofdpersonages typeren (3 punten), een beginsituatie schrijven (2 punten), een intrige verzinnen (3 punten), een ontknoping bedenken (1 punt), zinsbouw, woordenschat, gevarieerd taalgebruik (1 punt).
Na de opdracht, welke feedback krijgen de leerlingen? Krijgen ze directe/tussentijdse feedback in de les? Geef je deze feedback individueel of klassikaal? Is de feedback meer gericht op inhoud, vorm of op taalgebruik? Waar richt jij je op om ze te beoordelen? Tijdens het schrijven hebben de sterke leerlingen nauwelijks hulp nodig, zwakke leerlingen echter moet ik wel individueel aanmoedigen. Ze moeten altijd reflecteren na het schrijven zoals ‘Wat vond je moeilijk?’, ‘Heb je iets bijgeleerd?’ (Hierbij moeten mijn leerlingen refereren naar het werkboek. Daarin staat een plan uitgeschreven hoe ze een verhaallijn moeten uitwerken), ‘Heb je rekening gehouden met eventuele tips tijdens het schrijven?’. Mijn feedback is vooral gericht op de beoordeling, deze is dan weer afhankelijk van de doelen. Verder probeer ik altijd opbouwende feedback te geven. Zwakkere leerlingen schrijven sowieso al niet graag, negatieve feedback zou hen al helemaal demotiveren.
22
Heb je het gevoel dat de leerlingen gebruik maken van de feedback die ze krijgen? Ik denk dat de feedback hen wel motiveert om nog beter te schrijven.
Hoe ervaar jij de lessen? Zijn er sterke of minder sterke elementen die je opvallen? Het blijft een groot werk om schrijven te evalueren. De leerlingen zijn ook veel nonchalanter geworden. Hoofdletters en leestekens vergeten was vroeger in het zesde leerjaar ondenkbaar! Ook spelling en zinsbouw gaan sterk achteruit. De leerlingen maken voor schrijven vaak gebruik van chattaal of sms-taal!! Ik laat sommige leerlingen dan hun werkje voorlezen. Op die manier ervaren ze zelf dat de zin slecht gebouwd is. De beste schrijvers van de klas zijn de verwoede lezers, hun zinsbouw is veel sterker. Ze schrijven veel vlotter en boeiender.
Zou je zaken anders aanpakken? Ik vind de evolutie van het schrijven binnen het onderwijs heel positief. Stelwerkjes moeten niet noodzakelijk ‘lang’ zijn om goed te zijn. Leerlingen krijgen ook leukere opdrachten dan vroeger. Ze moeten enthousiast zijn om iets te vertellen! Creatief denken is heel belangrijk geworden. De saaie titels van vroeger zijn verdwenen.
23