OP REIS MET HUISDIEREN
Reisadvies vanwege het Departement Diergeneeskunde Instituut voor Tropische Geneeskunde Antwerpen INLEIDING Deze brochure heeft tot doel enkele praktische raadgevingen en inlichtingen te verstrekken over importziekten bij kleine huisdieren. Door de toename van het aantal reizigers, dat een huisdier meeneemt naar het buitenland of van daaruit invoert, worden importziekten bij gezelschapsdieren (o.a. leishmaniose, babesiose, ehrlichiose en dirofilariose) steeds vaker aangetroffen. Meestal betreft het infecties opgedaan in het Middellandse Zeegebied. I. ALGEMEEN 1)
Vooraleer u besluit uw huisdier mee op reis te nemen, overweeg steeds of eventuele risico's niet kunnen vermeden worden door een tijdelijke opvang van het dier bij familieleden of in een pension.
2)
Informeer over de geldende wetgeving betreffende de invoer van huisdieren bij de diplomatieke vertegenwoordiging van uw vakantieland. Sommige landen verbieden de invoer van huisdieren of verplichten u het dier voor meerdere maanden in quarantaine te plaatsen. Andere landen eisen serologische onderzoeken (ondermeer om na te gaan of antistoffen aanwezig zijn die aanduiden dat de vaccinatie tegen rabiës op een efficiënte manier werd uitgevoerd).
3)
Omwille van de vaccinatieprocedures en de vereiste certificaten, is het aangeraden om reeds enkele maanden voor een geplande reis contact op te nemen met uw dierenarts. Hij kan de vereiste vaccinaties toedienen, u helpen met de samenstelling van een kleine reisapotheek en deskundig advies geven.
II. VACCINATIE 1.
Hond en kat:
1
Een geldig vaccinatiebewijs tegen rabiës (hondsdolheid) is in alle landen verplicht. Het internationale vaccinatiecertificaat vermeldt een begin- en einddatum van geldigheid. De geldigheid vangt één maand na de inspuiting van het vaccin aan en duurt drie jaar. Voor Ierland, Noorwegen, Zweden, Malta en het Verenigd Koninkrijk (UK) is een (eenmalige) bloedtest vereist. 2.
Een inenting is aan te raden voor de hond tegen hondenziekte, hepatitis, parvovirose, leptospirose en kennelhoest, en voor de kat tegen kattenziekte, kattenniesziekte en leucose.
III. GEZONDHEIDSCERTIFIKAAT De meeste landen eisen een certificaat vermeldend dat het dier enkele dagen voor het vertrek door een dierenarts onderzocht werd en gezond werd bevonden. IV. ZIEKTEN ALS GEVOLG VAN GEWIJZIGDE LEVENSOMSTANDIGHEDEN 1.
Beperk zoveel mogelijk de vervoersongemakken voor uw dier. Uw dierenarts kan eventueel medicamenten voorschrijven die kunnen gegeven worden vóór en tijdens het transport.
2.
Verander zo weinig mogelijk aan het dieet van uw huisdier. Dieetwijzigingen dienen geleidelijk te gebeuren.
3.
Laat uw dier niet drinken van of zwemmen in onzuiver water.
4.
Vermijd een hitteslag bij uw huisdier door steeds voor de nodige beschutting, afkoeling en verluchting te zorgen. Laat uw dier nooit achter in de wagen op een zonnige dag.
5.
Het is raadzaam het dier in huis te laten overnachten om het te beschermen tegen ziekten overdragende insecten. Besmettingen met ectoparasieten (teken, schurftmijten, vlooien, vliegenmaden) en wormen komen in warme landen veelvuldig voor. Controleer daarom regelmatig de vacht van het dier op ectoparasieten en behandel het zonodig met een insecticide of acaricide. Volg het advies van uw dierenarts voor het regelmatig ontwormen (rondwormen en
6.
2
lintwormen). 7.
Voorzie in uw reisapotheek ook enkele geneesmiddelen om uw hond te verzorgen in geval van maagdarmstoornissen of lichte verwondingen (ontsmettingsmiddelen, verbandmiddelen, wondpoeders).
8.
Het is nuttig om bij aankomst reeds een adres te zoeken van een dierenarts en/of dierenkliniek in de nabijheid. In geval van problemen, aarzel niet om een plaatselijke dierenarts te raadplegen.
3
V. KORTE BESPREKING VAN ENKELE BELANGRIJKE ZIEKTEN 1. BABESIOSE Babesia is een parasiet van de rode bloedcellen van de hond en wordt overgedragen door teken. Een besmette teek die zich vasthecht aan een hond, kan na twee tot drie dagen de parasiet overdragen. Eén tot twee weken later wordt de hond ziek. Bloedarmoede, donkere urine en geelzucht zijn vaak waargenomen symptomen. Het is een ernstige ziekte die, indien onbehandeld, soms een fataal verloop kent voor uw huisdier. Voor de behandeling wordt imidocarb* of diminazeen aceturaat* gebruikt. Preventie: het huisdier dagelijks controleren op teken, een geschikt acaricide gebruiken (spot-on, halsband). Teken verwijderen met een teken pincet. Vaccinatie is mogelijk, maar is relatief duur en garandeert geen volledige bescherming. Ook een injectie met imidocarb* biedt een tijdelijke bescherming.
2. LEISHMANIOSE Leishmania is een parasiet van de witte bloedcellen. Deze zoönose heeft bij de hond een chronisch en dikwijls fataal verloop. Ze gaat gepaard met algemene en huidsymptomen, die soms pas geruime tijd na de infectie optreden. Behandeling met antimoonderivaten* of met allopurinol onderdrukt de ziektesymptomen, maar geeft geen definitieve genezing. Overdracht gebeurt door kleine (± 3 mm) steekmuggen, Phlebotomidae, die vooral bij schemerlicht actief worden. In het Middellandse Zeegebied is hun grootste activiteit van mei tot oktober. Preventie: het contact tussen de mug en het huisdier vermijden door de hond niet buiten te laten overnachten en insectenwerende middelen en muggengaas te gebruiken. Vaccinatie is niet mogelijk.
3. EHRLICHIOSE Ehrlichia is eveneens een parasiet van de witte bloedcellen, die ernstige en soms fatale infecties veroorzaakt. Overdracht gebeurt door teken. Na één tot drie weken wordt het dier ziek. Bloedstollingstoornissen (bloedingen in de huid, neusbloedingen) zijn een vaak voorkomend symptoom. Een snelle behandeling met tetracyclines leidt meestal tot volledig herstel. Preventie: de hond vrij houden van teken. Het dagelijks toedienen van een kleine *
Deze producten zijn niet geregistreerd in België en moeten op voorschrift uit het buitenland geïmporteerd worden.
4
hoeveelheid tetracyclines zou eveneens bescherming bieden.
4. DIROFILARIOSE Dirofilaria immitis, de zogenaamde "hartworm" van de hond, wordt overgedragen door besmette muggen. De worm ontwikkelt zich in een tijdspanne van ongeveer drie maanden tot het volwassen stadium en bevindt zich dan ter hoogte van de longarteries of het hart. Pas na zes maanden worden kleine wormen (microfilairen) teruggevonden in de bloedbaan en deze kunnen dan weer andere muggen besmetten. Enkele wormen veroorzaken meestal minimale symptomen, meerdere wormen geven aanleiding tot ernstige long-, lever-, nieren hartproblemen. De behandeling van deze dieren is complex en niet zonder gevaar voor het dier. Preventie: contact tussen huisdier en muggen vermijden. In gebieden waar de ziekte veel voorkomt, kan de hond beschermd worden door maandelijkse toediening van een antiparasitair middel (milbemycine of selamectine).
5. BORRELIOSE Borrelia burgdorferi, een microbe, veroorzaakt bij mens en dier de "ziekte van Lyme", gekenmerkt door huidsymptomen, gewrichtspijnen en eventueel hartproblemen of nerveuze verschijnselen. Overdracht gebeurt door besmette teken (Ixodes spp.), die zich langer dan 24 uren op de gastheer hebben kunnen voeden. Een behandeling met antibiotica is effectief wanneer in een vroeg stadium toegediend. Preventie: tekenpreventie. Een goed vaccin is nog niet op de markt.
6. TRYPANOSOMOSE a)
Trypanosoma spp. zijn parasieten die in het bloed kunnen gevonden worden en voornamelijk in sub-sahara Afrika de dodelijke slaapziekte veroorzaken. Enkele soorten worden ook in Azië en Zuid-Amerika aangetroffen. Sommige Afrikaanse trypanosomen zijn ook besmettelijk voor de mens. Overdracht gebeurt door bloedzuigende vliegen, in Afrika voornamelijk de tseetseevlieg. Europese hondenrassen zijn erg gevoelig voor deze infectie, die een snel verloop kent. Koorts, extreme
5
lusteloosheid, gewichtsverlies, lokale oedemen en blindheid behoren tot de symptomen. Zonder behandeling (isometamidium chloride of diminazeen aceturaat†) volgt weldra de dood. b)
Trypanosoma cruzi veroorzaakt in Latijns-Amerika bij mens en dier de "ziekte van Chagas". Overdracht gebeurt door bloedzuigende wantsen (triatomen). Deze insecten zijn vooral 's nachts actief en verschuilen zich overdag in spleten en kieren. Omdat deze trypanosoom zich in de spiercellen nestelt, kan hij ernstige schade aan het hart toebrengen. Er bestaat geen vaccin en er is ook geen goede behandeling voorhanden.
7. MALARIA Belangrijke parasitaire infecties bij de mens in de tropen, zoals malaria en schistosomose, kennen niet noodzakelijk het zelfde belang bij de gezelschapsdieren. Malaria komt zelfs helemaal niet voor bij de hond en de kat.
VI. TERUG THUIS Indien uw huisdier ernstig ziek wordt kort of zelfs enkele maanden na terugkomst van een reis, meld dan steeds aan uw dierenarts waar u met uw dier verbleven heeft.
Voor verdere inlichtingen: Instituut voor Tropische Geneeskunde Departement Diergeneeskunde Nationalestraat 155 2000 Antwerpen Tel: 03/247.62.71 Fax: 03/247 62 68 e-mail:
[email protected]
†
Deze producten zijn niet geregistreerd in België en moeten op voorschrift uit het buitenland geïmporteerd worden.
6