1
HET NEDERLANDS INSTITUUT VOOR PRAEVENTIEVE GENEESKUNDE
‘.‘VII3OEKNUMM:, Go
WASSENAARSEWEG 56 LEIDEN
JOTHEEK NEDERLANDS INSTITUUT L4lAEdENIIEVE GONDNIDS2OR TNO
ZDEQ 1993 JS V24, 23 AC I.EEN -.
—
TEL: 01710-50940
Beschermvrouwe: Hare Majesteit de Koningin
Doelstelling Het doel van het Nederlands Instituut voor Praeventieve Geneeskunde is het verrichten van toegepast wetenschappelijk onderzoek, gericht op de reacties van de mens met betrek king tot zijn omgeving en het uitdragen van kennis daarom trent, zulks ter voorkoming van ziekten en ter bevordering van de gezondheid. —
—
Historie 1929 Op initiatief van Prof. Dr. E. Gorter en Prof. Dr. J. van der Hoeve wordt, onder auspiciën van de Rijksuniversiteit te Leiden, het Instituut voor Praeventieve Geneeskunde opgericht. Hare Majesteit de Koningin wordt Bescherm vrouwe van het Instituut. 1933 Onder leiding van de directeur, Prof. J. P. Bijl, ontwikkelt het instituut zich in belangrijke mate ook in internationaal opzicht. De werkzaamheden omvatten Prof. Dr. E. Gorter voornamelijk de preventieve geneeskun (1881—1954) de der infectieziekten. 1939 Het Instituut wordt overgenomen door het Prophylaxefonds *). 1941 Een nieuw gebouw aan de Wassenaarseweg(56) kan worden betrokken. De werkzaamheden om vatten nu mede arbeidsphysiologie en -hygiëne. 1942 Twee nieuwe afdelingen worden opgericht: de afdeling Statistiek en de afdeling Geestelijke Gezondheid. 1949 De afdeling Genetica wordt uitgebreid tot een afdeling voor Anthropogenetica. 1950 Bij de Wet op het Praeventiefonds wordt het Prophylaxefonds vervangen door het Praeventiefonds ) dat zijn gelden krijgt uit het Vereveningsfonds ). Het Instituut wordt overgenomen door het Praeventiefonds.
1
Prof. Dr. J. van der Hoeve (1878—1952) 6
) Zie pag.
25.
FINANCIËLE BASIS
WERKGEVERS
WERKNEMERS
VE RE VEN INGS FON DS VAN DE VERPLICHTE ZIEKENFONDSVERZEKERING BEHEERD DOOR
ZIEKENFONDSRAAD
3 )
v VARIABELE INKOMSTEN VOORTKOMEND UIT: VERLEENDE DIENSTEN PROJECT SUBSIDIES (E.G.K.S.; MIN. v. S.Z. EN V.G. MIN. v. 0K. EN W. ENZ.)
NEDERLANDS INSTITUUT VOOR PRAEVENTIEVE GENEESKUNDE
7
1951 De eerste cursus Gezondheidszorg en Praeven tieve Geneeskunde wordt gehouden. 1953 Het Instituut voor Praeventieve Geneeskunde wordt nu Nederlands Instituut voor Praeven tieve Geneeskunde. De afdeling Hygiëne en Arbeidsphysiologie wordt herdoopt in de afdeling Arbeidsgenees kunde. De hygiëne en de sectie voor biochemie onder leiding van Prof. Dr. W. F. Donath wor den ondergebracht in de tegelijkertijd opgerich te afdeling Gezondheidszorg, later Sociale Hygiëne genoemd. 1956 Het gebouw aan de Wassenaarseweg ondergaat een belangrijke uitbreiding. 1957 Een afdeling voor Chemie en Physica wordt opgericht. 1959 De door de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid ingestelde commissie inzake reorganisatie van het Nederlands instituut voor Praeventieve Geneeskunde brengt haar rapport uit. 1960 1. De Stichting ter Bevordering van de Prae ventieve Geneeskunde komt tot stand. 2. Het Bestuur van de Gezondheidsorganisatie T.N.O. wordt tevens het Bestuur van de Stichting ter Bevordering van de Praeven tieve Geneeskunde. 3. De afdeling Anthropogenetica wordt opge heven. 4. De afdeling Medische Microbiologie zat ge leidelijk worden overgedragen aan de Rijks universiteit te Leiden. $
0 NTW 1 K K E LI N G HUISVESTING
9
Raad van Beheer Leden PROF.
J. DE GROOT, voorzitter
Hoofd Bedrijfsgeneeskundige Dienst der Koninklijke Nederlandse Hoogovens en Staalfabrieken N.V. en aangesloten bedrijven te IJmuiden Buitengewoon hoogleraar in de Arbeidshygiëne en Arbeidsphysiologie aan de Technische Hogeschool te Delft MR. P. A. H. BAAN Hoogleraar in de Psychiatrie aan de Rijksuniversiteit te Groningen
PROF. DR.
MR.
G. C.
VAN DIJK
Algemeen Secretaris Centraal Sociaal Werkgeversverbond Lid van het bestuur van het Praeventiefonds DR.
R. 1. H.
KRuISINGA
Directeur Wetenschappelijk Onderzoek en Planning van het Departe ment van Sociale Zaken en Volksgezondheid W. F. J. M. KRuL Hoogleraar in de Civiele Gezondheidstechniek aan de Technische Hogeschool te Delft
PROF.
J. LANDMAN
Secretaris Nederlands Verbond van Vakverenigingen Lid van het bestuur van het Praeventiefonds PROF.
DR. P.
MUNTENDAM
Directeur-Generaal van de Volksgezondheid Buitengewoon hoogleraar in Hygiëne en Sociale Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit te Leiden 10
ORGANISATIE VAN HET BESTUUR
BESTUUR CENTRALE ORGANISATIE VOOR TOEGEPAST NATUURWETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
ORGANISATIES
-
BESTUUR GEZONDHEIDS ORGANISATIE TNO.
STICHTING TER BEVORDERING VAN DE PRAEVENTIEVE GENEESKUNDE
/
/
/
/
INSTITUTEN
E HLJfl7z //
RAAD VAN BEHEER NEDERLANDS INSTITUUT VOOR / // PRAEVENTIEVE GENEESKUNDE
/ 11
Vervolg Raad van Beheer Dii. E. H. REERINK Voorzitter van het College van Curatoren der Rijksuniversiteit te Leiden 1. W. TESCH Voorzitter Gezondheidsorganisatie T.N.O. Buitengewoon hoogleraar in de Algemene en Sociale Gezondheidsleer en Tropische Hygiëne aan de Landbouwhogeschool te Wage ningen
PROF. DR.
Penningmeester: P. L. Ek, Algemeen penningmeester van de Centrale Organisatie T.N.O. Secretaris: Drs. F. H. 1. Essenstam, Secretaris van de Gezondheidsorganisatie T.N.O.
Nederlands Instituut voor Praeventieve Geneeskunde Directeur: P. C. Broekhoff, arts
12
INTERNE ORGANISATIE
1 MED. MICROBIOLOGIE’ NFLUENZA WERKGR
13
Afdeling arbeidsgeneeskunde Hoofd: Du. F. H.
BONJER
Studie van de betekenis van de arbeid en het arbeidsmilieu voor de gezondheid van de mens. Uit de klassieke arbeidsphysiologie ontwikkelen zich methoden voor liet bestuderen van de arbeidsbelasting, die samen met de studie van arbeidshouding en -beweging bijdragen leveren tot de ergonomie. Naast de arbeidsbelasting staat de arbeidscapaciteit van de werknemer, die afhankelijk is van zijn lichaamsbouw, zijn gezondheidstoestand en de van hem verlangde arbeidsduur. Methoden om deze te bepalen worden verder ontwikkeld en zijn in het algemeen gebaseerd op in spanningsproeven. De warmtephysiologie houdt zich bezig met de studie van het arbeids klimaat in bedrijven en met onderzoekingen in de klimaatkamer, als aanvulling op het onderzoek in de bedrijven. Andere milieufactoren brengen gevaren met zich mede in de vorm van beroepsintoxicaties (door het inademen van stof of giftige dampen). Contact met de huid geeft bij vele moderne chemische verbindingen aanleiding tot beroepsdermatosen. De onderzoekingen ten behoeve van de preventie van deze beroepsaandoeningen vinden plaats in het be drijf of in de laboratoria. Hoge lawaainiveaus zijn vaak de oorzaak van beroepshardhorendheid. Het audiologisch onderzoek vindt plaats in de bedrijven of in de ge luidkamer.
14
ARB EI DSG EN E ES KU N DE
ARBEI DSPATHOLOGI E
nnn
WARMTEPHYSIOLOGIE
AUDIOLOGIE ARBEIDSPHYSIOLOGIE
ARBEIDSCAPACITEIT
15
Afdeling sociale hygiëne Hoofd:
PROF. DR.
J. H.
DE HAAS
Speunverk op het gebied van biologische ontwikkeling, ziekte en sterf te, onderzoek naar de waarde en betekenis van sociaal-medische voor zieningen (voor zover dit niet direct betrekking heeft op het veld van de Arbeidsgeneeskunde of de Geestelijke Gezondheid). Aanvankelijk was de aandacht hoofdzakelijk gericht op jeugdigen. Geleidelijk worden ook andere leeftijdsgroepen bestudeerd, hetgeen onder andere tot uitdrukking komt in de oprichting van een sectie Chronische Ziekten en Sociale Geriatrie. Belangrijke studie-objecten zijn de groei en ontwikkeling van het kind en analyse van de gegevens betreffende oorzaken van ziekte en dood, in vergelijking met andere landen. De afdeling tracht de noodzaak tot longitudinale ‘) observatie van de jeugd en volwassenen en van research in de praktijk van de gezond heidszorg uit te dragen. Wegen aan te geven tot verbetering van sociaalhygiënische voorzieningen is het uiteindelijke doel.
) Dit is een in de loop der tijden herhaald onderzoek bij dezelfde personen, zo
dat veranderingen die ontstaan, gevolgd kunnen worden. Dit is van betekenis bij groei- en ontwikkelingsverschijnselen. 16
SOCIALE HYGIËNE
17
Afdeling geestelijke gezondheid Hoofd: PROF. DR. J.
KOEKEBAKKER
Studie van factoren, welke van invloed zijn op de geestelijke gezond heid van de mens. De opkomst van de psycho-sociale wetenschappen maakte het mogelijk door middel van onderzoekingen op dit gebied mede een bijdrage te leveren aan de geestelijke gezondheid. Een groep onderzoekers uit verschillende vakgebieden tracht het inge wikkelde patroon van relaties, waarin deze factoren werkzaam zijn, aan onderzoek te onderwerpen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van zowel experimentele bevindingen als van onderzoekresultaten, verkregen in de actuele levenssituatie. Enerzijds richt het werk van de afdeling zich op industriële problemen, terwijl daarnaast ook de mens in andere werkverhoudingen en in school- en beroepskeuze bestudeerd wordt. Aangezien het gezin een belangrijke factor blijkt in de ontwikkeling van de geestelijke gezond heid, wordt ook aan de gezinsproblemen veel aandacht besteed. In samenwerking met het Instituut voor Gezondheidstechniek T.N.O. wordt onderzoek verricht naar volkshuisvestingsproblemen, terwijl tevens de geluidhinder bestudeerd wordt.
1$
GEESTELIJKE GEZONDHEID
SOCIOLOGIE
SOCIALE PSYCHIATRIE
)
BEDRIJ FSPSYCHIATRIE
7
GEZONDHEIDS-
19
Afdeling voorlichting Hoofd:
DR.
J. A. C.
DE
KOCK
VAN LEEUWEN
Deze afdeling fungeert als een belangrijk kanaal waardoor de resul taten, verkregen uit liet wetenschappelijk onderzoek, naar buiten stromen.
Eén van de voornaamste middelen hiertoe is de opleiding van artsen in de verschillende sectoren der sociale geneeskunde. De officiële vast stelling van de sociaal-geneeskundige vorming leidde in 1961 tot aan wijzing van het N.I.P.G. als erkend opleidingsinstituut. De staf van docenten bestaat uit wetenschappelijke medewerkers van het Instituut en externe deskundigen. Regelmatig verschijnen naast het 2-maandelijkse orgaan ,,Mens en Onderneming” publicaties betreffende het wetenschappelijk onderzoek. Een uitgebreide bibliotheek op het gebied der preventieve geneeskunde staat ook voor extern gebruik ter beschikking. De wetenschappelijke activiteiten van deze afdeling richten zich op de bestudering van de validiteit van diverse ondenvijstechnieken en methoden. De ontwikkeling van audio-visuele hulpmiddelen en van de gezond heidsvoorlichting en -opvoeding behoort eveneens tot de taken van deze afdeling.
20
VOORLICHTINJ
o BIBLIOTHEEK EN DOCUMENTATIE O PUBLICATIES o TIJDSCHRIFT MENS EN ONDERNEMING o VERHANDELINGEN o AUDIO-VISUELE HULPMIDDELEN
CURSUSSEN VOOR OPLEIDING VAN SOCIAAL-GENEESKUNDIGEN ALGEMENE GEZONDHEIDSZORG KINDERHYGIËNE EN SCHOOLGEZONDHEIDSZORG —
BEDRIJFSGENEESKUNDE BEVOLKINGSONDERZOEK OP TUSERCULOSE BOUW- EN WOONHYGIËNE MEDISCHE STATISTIEK
21
Afdeling statistiek Hoofd:
DRS. CH.
A. G.
NASS
Statistische voorbereiding van het speurwerk alsmede statistische be werking en analyse van onderzoekingsresultaten. Onderzoek naar de statistische samenhang van de factoren in het be drijf, die van directe betekenis zijn voor het ziekteverzuim en de ge zondheid van de werknemers.
Afdeling chemie en physica Adviseur: PROF. DR. H. L. Boon Speurwerk en adviezen op chemisch en physisch gebied. De hoofdtaak is het verlenen van steun aan onderzoekingen van andere afdelingen, in het bijzonder aan die van de afdeling Arbeidsgenees kunde.
22
Laboratorium voor medische microbiologie Adviseur: PRoF. Dp. J. D.
VERLINDE
De onder auspiciën van het Nederlands Instituut voor Praeventieve Geneeskunde verrichte werkzaamheden betreffen speurwerk en advie zen inzake de preventieve geneeskunde der virusziekten.
Influenza werkgroep Hoofd:
PROF. DR.
1.
MULDER
Onderzoek inzake de pathogenese der virusziekten van longen en lucht wegen.
23
Voor inlichtingen betreffende onderstaande onderzoekgebieden kan men zich wenden tot de volgende personen: Afdeling Sociale Hygiëne Kind en jeugd: Groei en ontwikkeling; ongevallen Adolescenten Kraamzorg en pasgeborenenzorg Zuigelingenzorg, kleuterzorg en schoolgezondheidszorg Medische dernografie en epidemiologie Schoolaudiologie Sociale geriatrie en chronische ziekten
Dr. Béa J. van den Berg F. Wafelbakker, arts H. P. Verbrugge, arts J. C. van Wieringen, kinderarts Prof. Dr. 1. H. de Haas H. W. Rusbach Flora van Laar, arts Dr. R. J. van Zonneveld
AIdelif7g A rbeidsgeneeskunde Arbeidscapaciteit Arbeidspathologie Arbeidsphysiologie Audiologie Warmtephysiologie Afdeling Geestelijke Gezondheid Arbeidspsychologie Beroepskeuze Geluidhinder Groepspsychologie Kinderbescherming
Dr. B. Bink Dr. R. L. Zielhuis Dr. B. Bink flora van Laar. arts Dr. F. H. Bonjer
Maatschappelijk werk (Bedrijfs-) Personeelsbeleid Psychiatrie School- en selectiepsychologie Sociologie
Dr. W. Winsemius Dr. S. Wiegersma Drs. C. Bitter Prof. Dr. M. Mulder Mej. Mr. Dr. B. L. F. Clemens Schröner Mej. M. Schröder Mej. M. Schröder R. A. de Boer, zenuwarts Dr. S. Wiegersma Dr. C. J. Lammers
Afdeling Statistiek Ziekteverzuim
W. Ekker, arts
Afdeling Chemie en Physica Biochemie 24
Dr. W. A. Loeven
Toelichting 1. Prophytaxefonds Fonds ingevolge artikel 125 van de Ziektewet (Stb. 1913, No. 204). Beschikte over gelden, welke onder meer bestemd waren voor liet voorkomen van ziekten der verzekerden. 2. PraeventieJonds Fonds dat ingevolge de wet op het Praeventiefonds van 1950 werd ingesteld onder gelijktijdige opheffing van het Prophylaxefonds. Het Praeventiefonds heeft onder meer de taken overgenomen van liet vroegere Prophylaxefonds. Een bij de wet vastgesteld bedrag uit het Vereveningsfonds van de verplichte ziekenfondsverzekering wordt aan het Praeventiefonds uitgekeerd. 3.
Vereveningsfonds der verplichte ziekenfondsverzekering. Dit is het algemene fonds gevormd door de premiebijdragen welke ingevolge het Ziekenfondsenbesluit moeten worden opgebracht door werkgever en werknemer.
4. Ziekenfondsraad De Ziekenfondsraad is belast met toezicht op de Ziekenfondsen; hij voert liet beheer over het Vereveningsfonds en is adviesorgaan voor de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid voor alle onderwerpen die het Ziekenfondswezen raken.
25
AUTOWEG RICHTING AMSTERDAM
OEGSTGEEST
LEIDEN STATION AUTOWEG RICHTING UTRECHT DEN HAAG ROTTERDAM