blad 1
CONCEPT
Reglementen van Nederlandse Beroepsorganisatie voor Register Valuators / Nederlands Instituut voor Register Valuators, (vanwege de nader te bepalen naam in de tekst omschreven als “DE BEROEPSORGANISATIE”) terzake Toelating tot het lidmaatschap Permanente Educatie Openbaar profiel Benoemingsprocedure deskundigen Raad van Tucht en een Raad van Beroep,
203118
JKS
419264
blad 2
CONCEPT I.
INLEIDING
Nederlandse Beroepsorganisatie voor Register Valuators/Nederlands Instituut voor Register Valuators, hierna: “DE BEROEPSORGANISATIE” is van mening dat kwaliteit een randvoorwaarde is om te kunnen toetreden tot het lidmaatschap van “DE BEROEPSORGANISATIE” en het continueren van het lidmaatschap. In dit reglement, dat is vastgesteld door de Algemene Vergadering van “DE BEROEPSORGANISATIE” op [datum], zijn regels opgenomen met betrekking tot de toelating van leden en permanente educatie waaraan leden van “DE BEROEPSORGANISATIE” dienen te voldoen en het openbaar profiel van de leden op de website van DE BEROEPSORGANISATIE. Artikel 1 Definities In dit reglement wordt verstaan onder: Assessment:
het "BEROEPSORGANISATIE" Assessment als bedoeld in artikel 4 van dit Reglement
Bestuur:
het bestuur van “DE BEROEPSORGANISATIE”
Commissie Toelating:
de door de "BEROEPSORGANISATIE" ingestelde commissie die de taken als omschreven in dit Reglement uitvoert
Commissie Vaktechniek:
de door de "BEROEPSORGANISATIE" ingestelde commissie die de taken als omschreven in dit Reglement uitvoert
Erkende Opleiding:
vakinhoudelijke opleiding als bedoeld in artikel 3 lid 1 van dit Reglement die geldt als een randvoorwaarde voor de toelating tot het lidmaatschap van “DE BEROEPSORGANISATIE”
Gedrags- en beroepsregels:
de gedrags- en beroepsregels van “DE BEROEPSORGANISATIE
203118
JKS
419264
blad 3
CONCEPT “DE BEROEPSORGANISATIE”:
de te Amsterdam gevestigde vereniging: Nederlandse Beroepsorganisatie voor Register Valuators/Nederlands Instituut voor Register Valuators, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 24346429
Onderwijs:
elke vorm van onderwijs gericht op register valuators ter verhoging van de kwaliteit van de beroepsuitoefening die door het bestuur van “DE BEROEPSORGANISATIE” is goedgekeurd
Opleidingspunt:
de eenheid waarin de door het bestuur van “DE BEROEPSORGANISATIE” aan onderwijs toe te kennen waarde wordt uitgedrukt
Raad van Tucht:
de commissie door het Bestuur ingesteld en belast met het tuchtrecht van “DE BEROEPSORGANISATIE”
Raad van Beroep:
de commissie door het Bestuur ingesteld en belast met beroep zaken op uitspraken van de Raad van Tucht aangaande het tuchtrecht van “DE BEROEPSORGANISATIE”
Reglement:
het onderhavige reglement
RV-register:
het door “DE BEROEPSORGANISATIE” gehouden register waarin alle tot het lidmaatschap van “DE BEROEPSORGANISATIE” toegelaten leden zijn ingeschreven gedurende het lidmaatschap van “DE BEROEPSORGANISATIE”
Statuten:
de statuten van “DE BEROEPSORGANISATIE”
203118
JKS
419264
blad 4
CONCEPT Artikel 2 Toelating leden 1. Op de toelating tot het lidmaatschap als lid is het bepaalde in artikel 3 lid 3 tot en met 5 van de Statuten van toepassing. 2. Alle leden van “DE BEROEPSORGANISATIE” die op 1 januari 2015 lid zijn van “DE BEROEPSORGANISATIE” worden geacht te hebben voldaan aan de eisen gesteld in artikel 3 lid 3 en artikel 3 lid 4 sub a. (opleidingseis voor toelating of aantoonbare ervaring) van de Statuten. 3. Alle leden van “DE BEROEPSORGANISATIE” die op 1 januari 2015 lid zijn van “DE BEROEPSORGANISATIE” zullen onverminderd verplicht zijn tot het voldoen aan de volgende uit artikel 3 lid 4 sub b. tot en met d. van de Statuten blijkende verplichtingen: a. het voor 31 december 2015 schriftelijk instemmen met de nieuwe Gedrags- en beroepsregels; b. het uiterlijk 31 augustus 2015 op de website van “DE BEROEPSORGANISATIE” invullen van het openbaar profiel met daarin opgenomen de in artikel 6 van dit Reglement vermelde gegevens; c. het uiterlijk op 31 augustus 2015 overleggen van een positief gestelde Verklaring omtrent het Gedrag. 4. Elk lid dat in het RV-register is ingeschreven heeft het recht de titel RV te voeren. Artikel 3 Toelating nieuwe leden 1. Om lid te kunnen worden van “DE BEROEPSORGANISATIE” dient de aanvrager een door het Bestuur Erkende Opleiding met goed gevolg te hebben afgerond. De Erkende Opleidingen zijn vermeld in Bijlage 1 bij dit Reglement. 2. Het Bestuur is bevoegd dispensatie van het in lid 1 bepaalde te verlenen indien de betreffende persoon naar het oordeel van het Bestuur beschikt over: a. zodanige aantoonbare kennis - zodat ten minste wordt voldaan aan het niveau van de Erkende Opleiding - en ervaring op het vakgebied van waardering van ondernemingen; b. of een opleiding heeft gevolgd op het gebied van waardering van ondernemingen met een vergelijkbaar niveau als de Erkende Opleiding.
203118
JKS
419264
blad 5
CONCEPT 3. Naast het in lid 1 en 2 bepaalde dient elke aanvrager van het lidmaatschap het Assessment met goed gevolg te hebben afgelegd. De Commissie Toelating is verantwoordelijk voor het Assessment. 4. Om toegelaten te worden tot het Assessment dient aan de volgende eisen te worden voldaan: a. de aanvrager overlegt aan de Commissie Toelating een C.V.; b. de aanvrager die voldoet aan het in lid 1 bepaalde overlegt aan de Commissie Toelating een door hem/haar opgesteld waarderingsrapport uit zijn/haar eigen waarderingspraktijk niet ouder dan twaalf (12) maanden dat niet onder begeleiding van een Erkende Opleiding is geschreven; c. de aanvrager die het lidmaatschap op grond van het in lid 2 bepaalde wenst te verkrijgen overlegt aan de Commissie Toelating twee (2) door hem/haar opgestelde waarderingsrapporten uit zijn/haar eigen waarderingspraktijk niet ouder dan twaalf (12) maanden die niet onder begeleiding van een Erkende Opleiding zijn geschreven; d. de aanvrager dient te verklaren dat hij in het register opgenomen wil worden en te bevestigen dat hij het beroep van waarderingsdeskundige op professionele wijze zal gaan uitvoeren; e. de aanvrager overlegt een positief gestelde Verklaring omtrent het Gedrag; f. de aanvrager dient aannemelijk te maken te voldoen aan het criterium om tenminste 350 uur op jaarbasis te besteden aan waarderingen, waaronder mede wordt begrepen: M&A waarderingen, waarderingen zonder rapportage, waarderingen bij de fiscus of een bank, waardering in het kader van jaarrekeningen. De Commissie Toelating kan aan de aanvrager een nadere onderbouwing / toelichting vragen indien zij dat voor haar beoordeling nodig acht. g. Als de aanvrager aan alle punten heeft voldaan onder de punten genoemd onder a, c, d, e en f maar niet aan punt b, dan dient de aanvrager in overleg te treden met de Commissie Toelating over een alternatieve rapportage uit zijn/haar eigen waarderingspraktijk waaruit de beroepsvaardigheid blijkt. Deze uitzondering zal alleen op gaan in zeer uitzonderlijke gevallen waarbij niet van aanvrager gevraagd kan worden een praktijk waarderingsrapport aan te leveren. 5. De Commissie Toelating beoordeelt of aan de in lid 4 bedoelde eisen is voldaan en besluit op basis daarvan omtrent het al dan niet toegang geven tot het Assessment. De afwijzing van het verzoek tot toelating tot het Assessment zal door de Commissie Toelating worden beargumenteerd en schriftelijk ter kennis van de aanvrager worden gebracht. Bij afwijzing staat voor de aanvrager schriftelijk beargumenteerd beroep bij het Bestuur open. Het Bestuur besluit schriftelijk en met redenen omkleed op het beroep binnen twee (2) maanden na ontvangst van het beroep. 203118
JKS
419264
blad 6
CONCEPT Artikel 4 Assessment 1. De Commissie Toelating benoemt twee beoordelaars die het Assessment zullen afnemen. In een bijlage bij dit Reglement zal de procedure van benoeming nader worden vastgelegd. In het Assessment komen ten minste de volgende aspecten aan bod: a. vakinhoudelijke kennis op het niveau van het examen van de Erkende Opleiding; b. kennis van de Gedrags- en beroepsregels; c. professionele houding en begrip van de context van verschillende waarderingsopdrachten(en); d. bespreking en beoordeling - waaronder (in het bijzonder) begrepen toepassing van de onder lid 1 sub a genoemde vakinhoudelijke kennis van het/de door de aanvrager ingeleverde niet onder begeleiding van een Erkende Opleiding geschreven (waarderings)rapport(en) uit de eigen praktijk 2. Het Assessment zal op minimaal 4 en maximaal 8 examen dagen per jaar worden afgenomen het Assessment afgenomen door twee beoordelaars en zal ongeveer 1,5 uur duren. 3. Het Assessment staat open voor personen die: a. het Assessment afleggen binnen een periode van één (1) jaar volgend op het examen van de Erkende Opleiding; b. dispensatie van het Bestuur hebben ontvangen voor de verplichting tot het succesvol voltooid hebben van een Erkende Opleiding dan wel is meer dan één (1) jaar verstreken tussen het succesvol voltooid hebben van de Erkende Opleiding en het afleggen van het Assessment. In beide gevallen a. en b. zullen de beoordelaars alle in lid 1 gemelde aspecten toetsen waaronder dus ook vakinhoudelijke kennis. 4. Indien het Assessment naar het oordeel van de beoordelaars niet met goed gevolg is afgelegd zal de aanvrager in de gelegenheid worden gesteld om na drie (3) maanden opnieuw een Assessment af te leggen. Indien het niet slagen naar het oordeel van de beoordelaars mede het gevolg is van onjuistheden of onvolledigheden in het rapport, dan is toelating tot een volgend Assessment alleen mogelijk indien dit tijdig in voldoende mate is gecorrigeerd (in het rapport zelf of door middel van aanhechting van een Addendum/Erratum) dan wel tijdig een nieuw rapport is ingediend in geval het rapport grotendeels herschreven dient te worden. 5. Indien ook het tweede Assessment naar het oordeel van de beoordelaars niet met goed gevolg wordt afgelegd dan zal pas nadat ten minste één (1) jaar is verstreken opnieuw toelating tot het Assessment met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 lid 4 kunnen plaatsvinden. 203118
JKS
419264
blad 7
CONCEPT 6. Na het met goed gevolg afleggen van het Assessment wordt de aanvrager onverminderd het daaromtrent in de Statuten bepaalde toegelaten tot het lidmaatschap van “DE BEROEPSORGANISATIE” en ingeschreven in het door “DE BEROEPSORGANISATIE” gehouden Register van Register Valuators. Artikel 5 Permanente Educatie 1. Ieder lid van “DE BEROEPSORGANISATIE” is verplicht zich zodanig te scholen en bij te scholen op vakinhoudelijk gebied dat hij beschikt over de kennis die gezien zijn functie noodzakelijk is voor een kwalitatief hoogwaardige beroepsuitoefening. Binnen de Vereniging is de Commissie Vaktechniek verantwoordelijk voor de invulling, selectie en beoordeling van de opleidingen die kwalificeren binnen de permanente educatie verplichting. 2. Aan de in lid 1 neergelegde verplichting is voldaan indien een lid telkens binnen 3 kalenderjaren een door het Bestuur vast te stellen aantal opleidingspunten heeft behaald. Het aantal opleidingspunten is thans vastgesteld op vijfenveertig (45) per drie (3) jaar. Verdeling over de jaren is vrij, met uitzondering van de door “DE BEROEPSORGANISATIE” verplicht gestelde bijscholing. De volgende activiteiten leveren Opleidingspunten op: 1. Het volgen van (externe) workshops/seminars op het gebied van economie (waarderen), rechten en belastingen georganiseerd door: a. een door “DE BEROEPSORGANISATIE” toegelaten organisatie (NBA; SRA; LRGD, Controllers Instituut, VERA, etc.). Voor deze workshops/seminars geldt dat voor elk effectief lesuur één (1) Opleidingspunt wordt toegekend, tenzij door “DE BEROEPSORGANISATIE” anders is aangegeven; b. “DE BEROEPSORGANISATIE”. Deze workshops zullen worden georganiseerd door de Commissie Vaktechniek, en/of Erkende Opleidingen. Organisatoren van workshops kunnen hun programma ter goedkeuring voorleggen aan de Commissie Vaktechniek. c. Tenminste zes (6) uren per jaar moeten worden behaald met het volgen van Onderwijs op het gebied van waarderen. 2. Het optreden als docent in een aan waarderingsvraagstukken gerelateerde cursus of opleiding. Voor elk gedoceerd klokuur wordt 1 Opleidingspunt toegekend. Over een periode van drie jaar kunnen maximaal twintig (20) Opleidingspunten op basis van doceeractiviteiten worden toegekend. De docent dient in staat te zijn aan te tonen op welke tijdstippen werd gedoceerd en welke onderwerpen werden behandeld.
203118
JKS
419264
blad 8
CONCEPT 3. De Register Valuator van wie een artikel in een wetenschappelijk tijdschrift wordt gepubliceerd over een onderwerp dat betrekking heeft op de waardering van ondernemingen in de ruime zin des woords, kan de Commissie Vaktechniek verzoeken hem opleidingspunten toe te kennen. Per één duizend (1.000) woorden kan één (1) Opleidingspunt worden toegekend. Over een periode van drie jaar kunnen op deze grond maximaal vijftien (15) Opleidingspunten worden toegekend. 4. Optreden als projectmeester bij een geaccrediteerde Opleiding. Per jaar kan aan deze activiteit maximaal vijf (5) Opleidingspunten worden toegekend. 5. Deelnemen aan intervisie groepen. De voorzitter c.q. gespreksleider noteert welke deelnemers aanwezig waren en geeft een korte omschrijving van het behandelde onderwerp. Per effectief klokuur wordt één (1) Opleidingspunt per deelnemer toegekend. Maximaal kunnen per jaar vijf (5) punten aan deze activiteit worden toegekend. 6. Middels zelfstudie bestaande uit het bijhouden van relevante vakliteratuur, wetenschappelijke artikelen kunnen jaarlijks maximaal vijf (5) Opleidingspunten worden toegekend. Het lid dat in aanmerking wenst te komen dient te documenteren welke relevante vakliteratuur en wetenschappelijke artikelen zijn bestudeerd en overlegt op verzoek een overzicht van de relevante publicaties. 3. Het Bestuur bepaalt het aantal Opleidingspunten dat aan Onderwijs wordt toegekend met dien verstande dat als hoofdregel geldt dat het volgen van één (1) uur Onderwijs recht geeft op één (1) Opleidingspunt, voorbereidingstijd daarbij buiten beschouwing gelaten. Indien huiswerkopdrachten die van te voren moeten worden ingeleverd onderdeel uitmaken van het Onderwijs, kunnen hiervoor ook Opleidingspunten worden toegekend. 4. De Commissie Vaktechniek verleent goedkeuring aan programma’s voor permanente educatie die voldoen aan de volgende criteria: a. Het Onderwijs wordt gegeven door professionele docenten die ervaring hebben in het geven van cursussen bij verschillende organisaties; b. Het gebruikte studiemateriaal is van academisch niveau; c. De controle van het hiervoor sub a en b bepaalde kan achteraf steekproefsgewijs plaatsvinden door het opvragen van het cursusmateriaal, het curriculum van de docent(en) en/of een schriftelijk bewijs van deelname. 5. Onderwijs dat wordt aangeboden door of in opdracht van “DE BEROEPSORGANISATIE” wordt geacht te zijn goedgekeurd. 6. Het Bestuur kan des verzocht aan een lid in geval van buitengewone omstandigheden geheel of gedeeltelijk vrijstelling van de in lid 2 omschreven verplichting verlenen. 203118
JKS
419264
blad 9
CONCEPT 7. De vaststelling van het vereiste aantal opleidingspunten vindt steeds plaats gemeten over een tijdvak van drie kalenderjaren, zodanig dat een lid aan het einde van het tijdvak van drie kalenderjaren het totaal voor die drie kalenderjaren vereiste aantal opleidingspunten moet hebben behaald. Het eerste tijdvak van drie kalenderjaren beslaat de jaren 2015, 2016 en 2017. Een volgend tijdvak begint de dag nadat het vorige tijdvak is geëindigd. Het aantal Opleidingspunten dat een lid moet behalen in een tijdvak van drie (3) jaren bedraagt vijfenveertig (45). 8. Indien het lidmaatschap aanvangt gedurende het in lid 7 genoemde tijdvak, dan geldt de in dit lid genoemde minimaal aantal Opleidingspunten naar tijdsevenredigheid. 9. De in dit reglement aan het lid opgelegde verplichtingen gelden onverkort ook voor het lid dat in deeltijd als Register Valuator werkzaam is. 10. Ieder lid dient een overzicht bij te houden waaruit blijkt hoeveel Opleidingspunten hij heeft behaald met specificaties van de opbouw van de behaalde punten. Dit overzicht vermeldt minimaal de datum waarop de punten zijn behaald, het onderwerp, de categorie waartoe de punten behoren conform artikel 5 lid 2 van dit reglement. 11. De bewijslast van het gevolgd hebben van Onderwijs rust op het lid van “DE BEROEPSORGANISATIE”. Deelname aan workshops etc. als bedoeld in artikel 5 lid 2 sub 1 t/m 3 wordt gedocumenteerd door middel van deelnamebewijzen en/of –certificaten alsmede met afschriften van gepubliceerde artikelen. 12. Het Bestuur is bevoegd maatregelen op te leggen waaronder schrapping uit het RV register / opzegging van het Lidmaatschap indien een lid niet voldoet aan de verplichting tot permanente educatie. Artikel 6 Openbaar profiel website “DE BEROEPSORGANISATIE” 1. Op de website van “DE BEROEPSORGANISATIE” zal elk lid verplicht zijn een openbaar profiel aan te maken en te onderhouden. 2. Na toelating tot het lidmaatschap dient het lid het openbaar profiel binnen één (1) maand te hebben ingevuld. 3. Het openbaar profiel bevat ten minste de volgende gegevens: a. naam en voorletters en eventuele titels; b. zakelijke contactgegevens;
203118
JKS
419264
blad 10
CONCEPT c. werkervaring; i. hoe lang men als waarderingsdeskundige werkzaam is; en ii. sinds wanneer men is ingeschreven in RV register; d. actief; i. actief of niet actief in de waarderingspraktijk blijkende uit een aangegeven (procentuele) tijdsbesteding op fulltime jaarbasis verdeeld over waarderingen, aan waardering gerelateerde activiteiten (fiscaal, juridisch, etc.) en overige werkzaamheden; e. werkomgeving; i. hoeveel mensen binnen de eigen organisatie lid zijn van “DE BEROEPSORGANISATIE” en actief zijn als waarderingsdeskundige; f. beschikbaarheid voor gerechtelijke procedures; i. ja of nee. 4. “DE BEROEPSORGANISATIE” zal alle leden eenmaal per zes (6) maanden verzoeken het profiel te controleren en zo nodig aan te passen. Artikel 7 Benoeming deskundigen 1. Algemeen ”DE BEROEPSORGANISATIE” is de beroepsvereniging voor Register Valuators in Nederland. Een Register Valuator, afgekort RV, is een financieel deskundige die gespecialiseerd is in de bepaling van de waarde van een onderneming. 2. Benoemingsprocedure en timing Het Bestuur van “DE BEROEPSORGANISATIE” benoemt op verzoek van partijen één (1) RV als waarderingsdeskundige. Partijen kunnen er ook voor kiezen het Bestuur te verzoeken om meerdere RV's voor te dragen, uit welke voordracht de aanvragers vervolgens zelf één (1) RV benoemen. Bij een verzoek tot benoeming van een RV moet door partijen een profiel van de te benoemen deskundige worden aangeleverd, welke bestaat uit selectiecriteria. Daarbij gaat het om een omschrijving van het profiel en de branche van de onderneming. Voorts dient te worden aangegeven of het noodzakelijk is dat de RV ervaring met een rechtbank heeft en of er uitsluitingen zijn waar rekening mee moet worden gehouden. Vervolgens zet “DE BEROEPSORGANISATIE” het verzoek met vermelding van de selectiecriteria anoniem uit onder de RV's in haar bestand. RV's kunnen zich op basis hiervan aanmelden bij het Bestuur van “DE BEROEPSORGANISATIE”, die uit de aanmeldingen willekeurig één (1) RV benoemt of meerdere RV's voordraagt, afhankelijk van het verzoek van partijen. Indien meerdere RV's worden voorgedragen door “DE BEROEPSORGANISATIE” dienen partijen zelf over te gaan tot benoeming.
203118
JKS
419264
blad 11
CONCEPT “DE BEROEPSORGANISATIE” speelt na de benoeming of voordracht geen rol meer. De hele procedure neemt in totaal ongeveer vijf (5) werkdagen in beslag. 3. Bestand van deskundigen De leden van “DE BEROEPSORGANISATIE” zijn allen Register Valuators (RV) die een door "DE BEROEPSORGANISATIE" Erkende Opleiding hebben afgerond dan wel een andere opleiding van een vergelijkbaar niveau en als waarderingsdeskundige in de praktijk werkzaam zijn. Indien een RV niet (meer) in de waarderingspraktijk actief is wordt dit op het openbaar profiel van de RV op de website kenbaar gemaakt. “DE BEROEPSORGANISATIE” draagt uitsluitend deskundigen voor die op hun openbaar profiel hebben aangegeven dat zij actief zijn in de waarderingspraktijk en hebben aangegeven beschikbaar te zijn voor benoeming als waarderingsdeskundige. 4. Kosten Aan de voordracht en/of benoeming door “DE BEROEPSORGANISATIE” zijn geen kosten verbonden. De kosten voor de waardering door de RV dienen tussen partijen en de RV te worden afgestemd. Artikel 8 Raad van Tucht en Raad van Beroep: 1. De “DE BEROEPSORGANISATIE” heeft een Raad van Tucht en een Raad van Beroep 2. De leden van de Raad van Tucht en de Raad van Beroep worden benoemd door het Bestuur. 3. De Beroepsvereniging dient een tuchtregeling te hebben en na te leven om: a. naar externe belanghebbenden aan te kunnen tonen dat er waarborgen zijn voor een verantwoorde beroepsbeoefening door de leden; b. intern mogelijkheden te hebben om leden aan te spreken c.q. sanctiemaatregelen op te leggen indien een lid zich niet houdt aan de verantwoorde beroepsuitoefening. Enkele kenmerken van de tuchtregeling: a. de behandeling van een tuchtklacht beperkt zich tot de ingediende klacht en treedt daar niet buiten; b. de tuchtregeling ziet toe op naleving van de Gedrags- en Beroepsregels van de Beroepsorganisatie;
203118
JKS
419264
blad 12
CONCEPT c. indien de klacht gaat over waarderings-inhoudelijke aspecten dient de behandelende instantie zich te realiseren dat over belangrijke waarderingsonderwerpen verschillende opvattingen zijn (waarderingsmethode, disconteringsvoet, CAPM, multiple-analyse) en dat waarderen geen exacte wetenschap is; een waarderings-inhoudelijke toetsing dient dan ook met extra waarborgen te zijn omgeven; d. een zodanige samenstelling of uitbreiding van de behandelende instantie dat geen “school” of “richting” overheersend is in die instantie; e. een marginale toetsing of de aangeklaagde RV-er tot een wezenlijk andere uitkomst had moeten komen. 4. Er dient een mogelijkheid van beroep te zijn; dientengevolge zijn er twee instanties: een Raad van Tucht en een Raad van Beroep, beide bestaande uit 3 personen: a. een onafhankelijke voorzitter die jurist is, geen RV is en benoembaar is als rechter in een arrondissementsrechtbank; b. een lid-RV; c. een lid, niet zijnde RV. 5. Beide commissies worden ondersteund door een onafhankelijke secretaris (die geen lid is van het college maar slechts fungeert als griffier en de vonnissen voorbereidt); deze wordt door de voorzitter aangewezen en ontvangt daarvoor een vaste vergoeding per casus. Het lid-RV wordt op voordracht van het Bestuur van de Vereniging, gekozen uit een “pool” van RV’s die voldoen aan de volgende criteria: a. minimaal 7 jaar ervaring in de waarderingspraktijk; b. maximaal 5 jaar niet meer actief in de waarderingspraktijk; c. per procedure: minimaal één lid moet ruime ervaring hebben met de context van de onderhavige opdracht, bijvoorbeeld optreden als rechtbankdeskundige, bindend adviseur, arbiter, overname-adviseur; d. indien de klacht betrekking heeft op waarderingstechnische aspecten: op verzoek van de beklaagde wordt de commissie uitgebreid met maximaal 2 waarderingsdeskundigen; e. overigens de gebruikelijke criteria t.a.v. onafhankelijkheid van de beklaagde en onderlinge verwantschap. 6. Om de kosten binnen de perken te houden worden aan de voorzitters van beide raden een beperkte jaarlijkse vergoeding betaald. Daarnaast aan de leden van de commissies inclusief de voorzitter een vergoeding per zittingsdag en een vergoeding voor het secretariaat per klacht. Voordat een klacht in behandeling wordt genomen, dient de klager een bedrag te storten ad € 2.500,-. 7. De beroeps- en gedragsregels van de “DE BEROEPSORGANISATIE” worden met inachtneming van het bepaalde in de statuten in een separaat reglement vastgelegd. 203118
JKS
419264