Oorlog en voeding
Peter Scholliers
Oorlog en voeding: de invloed van de Eerste Wereldoorlog op het Belgische voedingspatroon,
1890-1940 Rece nt histo risc h o nd en~oe k wil de oo rlog volledi g integrere n in het maatschappe li jk gebe ure n. 1 He t moe t nagegaa n worden welke rol de oorl og verv ulde op he t vlak va n de econo mische politiek , de sociale, politieke en de mografische structure n, de o rga ni sa tie va n de la ndbo uw, de tewe rkstelling , e nz. H . Baude t rie p o nl a ngs o p to t nade r o nde rzoe k naar de invloed van de oorlog op een hoofdcompo ne nt va n he t maatschappe lijk gebe ure n, nl. de leve nssta ndaard e n de leve nswij ze. 2 Dit a rtike l heeft oog voor de impact van de Ee rste We reldoo rlog op de levensstanda ard in België. Tijdens e n dade lijk na deze oo rl og deden zich o p dit vlak fund a me ntele ve rschuivin ge n voor. He t a rtikel wi l in twee stadia to t deze problematie k bijdrage n doo r: - te peilen naa r de leve nsvoo rwaa rde n in he t beze tte België; - te pei len naa r de gevolge n van de oorlog op half-l a nge te rmijn op he t vlak va n de leve nssta ndaa rd. de leve nswijze e n voora l van de voedselcons umpti e 3
1 De levensstandaa rd tijde ns de bezetting , 4 augustus 191411 nove mbe r 1918 1.1 Acure bevoorradingsproblem en
31
maatregele n: handel me t vijande lijk è n bezet gebied was verbode n . De machtige Britse vloo t ste lde zich borg voor ee n strikt e blo kk ade . Be lgië was voo r de behoefte aa n ta rwe. ve ruit he t belangrijkste bestanddeel van de voe din g, voor na ge noeg 75 % afhank elijk va n impo rt. • Afgesnede n van de leve nsnoodza ke li jke st room goe dere n ko n het la nd zichze lf dan ook slechts ge dure nde zee r kort e tijd bevoo rrade n. De ges laagde oogstca mp agne va n 19 14 e n de aanzien li j ke stocks die België als tra nsitl and be za t , ko nd e n ni e t be le tt e n dat e r ree ds rond ke rstdag 1914 teko rt e n ware n. Onda nk s de prij ze nstop , di e doo r de Belgische rege rin g éé n dag voor de inva l e n door de Duitse beze tt e nde ove rheid op la te re data we rd bevole n . ve rt aa lden de teko rt e n zich in prij sstij ginge n . De te ko rt e n werden bovendie n syste ma ti sch doo r de bezett e r ze lf aa ngesche rpt. Va naf au gustu s 1914 to t he t e ind e va n de oorlog e iste n de Duitse troe pe n mo ndvoorraad o p . Omdat vrijwi llige leve ringe n 0 111 begrijpelijk e red e ne n op zich li e te n wacht e n . plunderde me n al vlu g hier e n daa r voedse ld e po ts. De in de Antwe rpse haven gestoekeerde graa nvoorrade n moeste n e r bij v. aa n ge love n . Daa rn aas t werden massa's voedingswa ren naar Duitsland gesleu rd . A l deze opeisi nge n dede n de slinke nd e voo rraden nog vlugge r vermin dere n -' He t werd vlu g duide lijk dat de te ko rt e n va n 19 14 in schaarste zo uden o mslaa n tijde ns de zo me r of de he rfst va n 19 15. De Duitse rs hadde n bij ee n de rge lij ke situatie gee n baat. He t was e r hun 0 111 te doe n rust e n orde in he t ve rove rd e gebied te ha ndh ave n e n. zo mogelijk nog mee r B e l g i ~c he goe de re n in de Duitse econo mi e te pompen . Doo r middel van een ree ks decre te n we rd de Belg bijgevolg aa nge maa nd op ni e uw ha ndel te drij ven , in de fabrie ke n te gaa n werke n of de oogst binne n te hale n. Er viel ech te r mind er e n minde r te verha nde len. te rwij l e tt elij ke fabri e ke n wegens ge brek aa n gro ndstoffe n of wegens di efstal va n machin es hun poorte n ges loten had de n. A ll een de la nd bo uw ve rschafte voo rl o pi g nog vo ldoe nde we rk . De beze tt e r be pe rkt e er zich ve rde r toe ma nu militare de o rde te ha ndhaven e n dec re te n uit te vaard ige n die he t mo ne taire systee m naar de duivel hi elpe n (ve rpli cht e wisse lkoe rs) e n die het betalingsve rk ee r ve ruit o nmoge lijk maa kt e n (gee n pasmunt , gee n kredie tmogelijkhede n) 6 Nocht a ns verpli chtt e n int e rn a ti o na le a kkoo rde n de beze tte r inwo ne rs va n beze t ge bied te ravitaille re n. De Duitse rs ve rtikt e n he t echt e r de bevoorrading op zich te ne me n . Z ij wa re n bereid Be lgië va n voedsel te voo rzien zo de gea lli ee rd e blo kk ade we rd opge heven.
Met de Duitse inval op 4 a ugustus 19 14 stond België plotseling voor het o nove rkomelijke problee m zichze lf te moeten bevoorrade n. De gea llieerde n wilde n imme rs vlug ee n einde make n aan de oorlog door econo mische
1.2 Falende voedselhulp. fa lende produktie en fa lende distributie
Tijdschrif t voor Sociale Geschiedmis . elfde jaargang.
In afwe zigheid va n de naa r Noord-Fra nkrijk gev lucht e rege ring. besloten
1111111111er / ,
felmmri IY/!5
32
Oorlog en ••oeding
Oorlog en voeding
33
fina nciers e n industri ë le n fo ndse n te ve rza me le n o m het leed van de a rm ste n te verl icht en. Reeds o p he t einde van augustus 1914 we rden gratis soepuitde linge n in het Brusse lse inge richt. In deze beperkte privéwe ld ad igheid schuilde n de ki emen va n he t se mi-offi ciële Comité National de secours er d'alimenration. Dit Comité National zou poge n de handelsblokkade te doo rbre ke n doo r de orga ni sa ti e van een doelge richt e voedselhul p. 'a ee n o ve ree nko mst tu sse n G roo t-Bri tta nni ë en he t Duitse Rijk betreffe nd e de effectie ve beste mmin g va n he t voedsel (nl. in Belgische mage n). kwam de hulp reeds in o kto be r 19 14 tot sta nd dankzij internationale solida rit ei t e n nationale sa menwerkin g tu sse n fin anci ers, industriëlen , po litici en syndi ca li te n. De Duitse ove rhe id werd van de last e n ve rantwoorde lijkhe id ver los t. Ze wist bovendien van het Comité National ge bruik te maken o m de soci ale onrust tot ee n minimum te be perke n. Hierove r was he t mede doo r bankie rs en we rkgeve rs gevormde Comité National wellicht eve nzeer te vre den. Mee r dan ooit oe fend e de weld adigheid aldus éé n va n de ha ar sinds o udshe r toe bedeelde fun cties uit .? In nauwe sa menwe rking met het Commission for Relief in Belgium o rga nisee rde het Comicé Nationa/ de voedse lhulp . Alle rl e i omstandigheden zorgde n ervoo r da t de geïmpo rt ee rde hoevee lhe id goederen op verre na nie t de invoer in no rm a le tijden kon eve nare n. De goede sta rt in 1915 was weliswaar veelbe love nd . Na de rh and we rd echt e r nooit mee r de invoer van het ee rste jaa r ge haa ld .H
billijke verdeling van de in België ingevoerde voedingswaar. De invoer werd voornamelijk verplaatst naar de onderstandsinstellingen: werklozenfondsen , ziekenhui zen en derge lijke. Aanvankelijk waren de hogere inkomenskl assen van de steunverlening uitgesloten . Naast de fal ende voedselimport, bleef de autochtone voedselproduktie eve neens in gebreke. Enerzijds lagen de opbre ngsten onder de vooroorlogse gemiddelden . anderzijds gebeurde de di stributi e op arbitraire en gebrekkige wijze. Een deel van het areaal bleef onbenut (wegens het front in West- Vlaanderen) en mankracht werd aan de landbouw onttrokken (vluchtelingen naar Nede rl and en Groot-Brittannië ; soldaten ; circa 120.000 verplicht en 90.000 vrijwillig tewerkgestelde n in Duitsland e n Noord-Frankrijk). De gebrekkige distribut ie was te wijten aa n de ongepaste inmenging van de beze tter bij het stockeren en verdelen van het voedsel. Zo beweerden Belgische experts dat de aa rdappeloogs t van 1917 400 gr aardappelen per da g en pe r persoon opbracht. In realiteit kreeg ieder slechts 190 gr. De combinatie van geb rekki ge produkti e en distributi e result ee rde in tek ort en van all e in Be lgië geproduceerde voedsel. De Brusselse agglomeratie ontving bijv. 240.000 liter vo lle melk in 1914, tege n slechts 90.000 liter ontroomde melk in 1917. D e autochtone produktie , die reeds in normale tijden ontoereikend was voor de consumptie , was aanzienlijk verminderd tijdens de bezetting.9
Tabel! . Totale import va n voedsel doo r he t Comité Nmional
1.3 Fenomale prijsstijgingen , de onrwrichting van de levenswijze en de allesoverheersende honger
1915 191 6 1917 19 18
Totaal
955.207.239 kg. 848. 016.465 63 1.165 .234 743.039.835
100% 89 66 78
3. 177 .428 .773
De teko rt en kome n eh rijn end aa n he t licht zo de in voe r a fge wogen wordt tege n de no rm a le voedselimpo rt . He t Statistisch Jaarboe k vcrmeldt een invoer va n 3.960.752 ton voed el in 19 13. De import van he t Comité Nalional re ikte nog ni et aa n dit cijfe r tijde ns de vier oo rlogsjare n sa men . In 1915 bedroeg de voedselimpo rt 24 % van de import van 1913, in 191 6 2 1,4% , in 19 17 15 ,9% e n in 191 8 18,7 %. Vervoe r van de goedere n was de belan grijkste bron va n pro ble me n. In februari 19 17 o ntk etende Duitsland de . U-bo tenoo rlog en ke lderde tijde ns dat jaar a lleen twa alf Relief in Belgium-sche pen . He t Comité Naciona/ was bijgevo lg nooit in staat de te kort en weg te we rke n. He t Comité kon door midde l van zijn invoer, die max imum 25 % va n de noden de kte , eve nwe l al te grote prijsstijgingen in 1915 en 1916 be iert e n. Het Com ité droeg eve nee ns bij tot een min of mee r
In de winter van 1916/1917 werd de situatie rampzalig. Winkeliers met winsthonger zagen hun kans en gooiden in de loop va n 1916 opgepotte goederen op de markt tegen prijzen die tenminste dubbel zo hoog lagen als in augustus 1914 . Aardappele n bedoeld als veevoeder werden voor menselijke consumptie gebruikt , terwijl ook massaal koolraap werd gegeten . Een klassieke hongercri sis, zoals die vóór de massale in voer van voedingswaren bestond , doemde einde 1917 op: zaaivoorraden werden opgepeuzeld , hongerende massa's kwamen bij de weldadigheid aankloppen en sterftecijfers van zieken , ouderen en pasgeborenen schoten omhoog. De hongersnood van 1917 en 191 8 was het kleinere broertje van de fameuze crisis van het midden van de vorige eeuw , die onder meer in Vlaanderen en Ierland duizenden slachtoffers heeft gemaakt. De fenomenaal geslegen prijzen van 1917 getuigen van de schaarste op de markt. Gemiddeld lag het prijspeil van voedsel bijna 100% hoger dan in 1916. Erwten , eieren , vlees , melk , spek en kaas kenden een veel hogere prijsstijging, aardappelen en fruit haalden ongeveer de 100% grens , terwijl boter, brood en meel
34
Oorlog en voeding
Oorlog en voeding
een kleinere stijging te zien gaven . Het volgende lijstje noteert de procentuele prijsstijgingen t.o .v. elk voorgaand jaar van de vijf grote bestedingsposten: 10 Tabel 2. Procentuele prijsstijgingen in het Brusselse t.o.v. elk voorgaand jaar
1915
1916
1917
191 8
totale stijging in 1918 t.o.v. 1914
34% 14
60% 15
96% 44
37% 257
487 % 582
22
25 8 40
57 28 84
170 61 366
79
52
434
voeding kleding verlichting/ verwarming woning varia
31
12 5 37
totaal
31
46
10
Dit lijstje houdt geen rekening met prijzen die op de zwarte markt werden betaald . De prijzen die dáá r in 1917 en 191 8 werden gegeven, tartten elke verbeelding. Een G e ntse professo r noteerde regelmatig de prijzen die op de Brusselse zwarte markt werden gevraagd. De resultaten zijn verbluffend . Een zakje aardappelen van 5 kg haalde er een prijs die 10 à 15 maal hoger lag dan in 1914, te_rwijl deze lfde hoe veelheid officieel slechts 3 à 4 maal duurder mocht zijn. Een slecht brood van spelt en aardappelm eel kostte op de clandestiene markt 18 frank , op de officiële markt 0,83 frank! Een prijsindex van de zwarte markt van inlandse goederen wij st in 1915 dan ook een stijging van 67% aan , in 1916 van 252% en in 1917 van 684'Yo, telkens ten opzichte van de basisperiode april 1914. Het jaar 1918 sloeg alle records: de prijsindex wees op een gemiddelde toename van J 200%. Let wel , het gaat hi e r om goederen van inlandse teelt . Met inachtneming van prijzen van geïmporteerde waren zou de prijsindex nog een stuk hoger ligge n . D e gemiddelde Belg was e r ee n zeldzame klant, want a l vlug ontbraken he m a lle financiële middele n . De rijkere lieden en de bezetter konden er steeds terecht , maar werden er als een kip kaal geplukt. Handelaars van allerlei slag hebben er reusachtige winsten binnengehaald . 11 Het bestaan van een dergelijke uitgebreide markt heeft een onbillijke verdeling van de goederen in hoge mate in de hand gewerkt. Het heeft niet lang geduurd vooral ee r er twee prijsniveaus naast elkaar bestonden : het hoge van de goed voorziene zwarte markt , en het gecontroleerde van het Comité National. Gaandeweg werd de cliëntele van de eerste markt schaarser ten voordele van de tweede bevoorradingsbron. De gestegen prijze n hebben het consumptiepatroon in hoge mate ontwricht. Het doorsnee menu zag er vanaf de lente van 1915 helemaal
35
anders uit dan vóór de oorlog. Goedkope calorieën vervingen de duurdere calorieën. Er werd veel minder vlees , boter , eieren , vet en melk verbruikt. De aardappel verdrong het brood als basisvoedseL Het gemiddeld voedingspatroon had in het laatste kwart van 1916 het uitzicht gekregen van het menu van de jaren zestig van de vorige eeuw: hoge voedseluitgaven in het algemeen en hoge uitgaven voor aardappelen en brood in het bijzonder. Budget-enquêtes werden tijdens de oorlog niet ondernomen. We kunnen niettemin de slechte levensvoorwaarden illustreren door middel van een budget dat in september 1919 door mijnwerkers werd opgesteld:l 2 Tabel 3. Proce ntuele bestedingen van mijnwerkers en geconsumeerde hoeveelheden voed·
set voeding: kleding: woning: licht/ warmte: varia :
84,6% 2,3 7 ,3 2 ,6
~
brood: aardappelen: boter: vlees: melk: suiker:
590 gr 890 gr 71 gr 133 gr 267 cl 35 gr
per per per per per per
dag/per dag/per dag/per dag/per dag/per dag/per
hoofd hoofd hoofd hoofd hoofd hoofd
100 ,0
De hoge procentuele uitgave voor voedsel valt onmiddellijk op . Met dit hoge bedrag werd een zeer eenzijdig menu samengesteld , waar brood en aardappelen primeerden . De hoge procentuele uitgave n voor voedsel en het eenzijdige menu waren zonder twijfel ook tijdens de oorlog voor talrijke gezinnen van tel. Zo het geconsumeerde voedsel in 1919 evenwel aan de calorische noden voldeed. dit was zeker niet het geval tijdens de oorlog. Verschillende meters staan ter beschikking om de tekorten aan te tone n . Het Comité National kon nooit de vooropgestelde hoeveelheden voedsel invoeren. Dat bleek reeds uit tabel I . De volgende tabel somt de belangrijkste ingevoerde goederen op, met e nerzijds de nodig geachte hoeveelheden en anderzijds de effectief verdeelde hoeveelheden. 13 Tabe/4. Import van voedsel , verdeeld naar voedingswaar per persoon/per dag
Programma van het Comité Na1io1uli tarwe vet en spek erwten rijst maïs varia totaal calorieën: in % calorieën =
288gr. 30 16 25 16 18,5 1.220 100%
effectief verdeelde voedingswaar 1915
1916
1917
1918
202 gr. 8
246 gr. 14 4 21 48 3 951 77.9%
165 gr.
183 gr. 21 16
11
18 38 15 788 64.6%
13 8 10 9 18 658 53.9%
11
16 25
794 65.1%
36 Oorlog en ••oeding
Oorlog en voeding
Uitge drukt in ca lorieën voo rzag he t Comité Narional een dagelijkse calorie-opname va n circa 1.200 kca l pe r pe rsoo n e n pe r d ag. Dit voedse lpakket had duide lijk ee n aanv ulle nd ka rak te r. De impo rt was slec ht s in sta a t oo r maxi mum 950 kca l te zorge n. We he rinn ere n e raa n da t de a utocht o ne voedse lpro dukti e, die reeds in no rm ale tijde n o ntoe reike nd was , we rd ve rminde rd door he t ve rdwijnen van ee n deel va n he t a reaa l. door de transfe rt e n naa r Duitsla nd , door de te ko rt e n aa n ma nkra cht en door mislukt e oogstca mpag nes. De gecumule e rde teko rte n la te n zich me te n door he t broodra nt soe n d at sinds se ptembe r 1914 werd o pge legd . Grafiek I toont de ste rke te ru gva l va n circa 500 gr. brood pe r dag e n pe r pe rsoo n naa r 250 gr. in se pt e mbe r 19 14. Een eerste diepte punt werd be re ikt tu sse n feb ruari e n j ui i 19 17 (225 gr.) e n een tweede tu sse n maart e n oktobe r 191 8 ( 190 gr. ) -' 4 Grafiek /. Broodrantsoen ( per persoon en per dag)
500 gr.
400 300
200 100
1914
1915
19 16
19 17
1918
De va l va n he t brood ra ntsoe n tot minder d a n d e he lft kwam eve nzee r tot uiting in de verkoop va n brood in de ve rbruikscoöpe ra ti even. De Gentse coöperat ieve ' Het Vo lk ' zag de b roodve rkoop pe r hoofd e n per jaa r ve rminde rd van indexcijfe r 100 in 19 14 naa r indexcijfer 60 tij de ns d e oorlogsjaren . 15 Dezelfde coöpera ti eve kende een daling van de hoofde lijke verkoop va n kruidenie r waren va n ind excijfe r 100 in 19 14 to t indexc ijfer 12 in 191 16 ! He t geb re kkig voedse ltra nspo rt , de inkrimping van he t brood rantsoe n e n de slinke nd e o mzet va n de detailhandel lat e n zich te n slo tte sa me nvatt e n in de gedaa lde opna me va n ca lorieë n e n e iwitte n per
37
persoo n . Deze indi ca to r va t het best de leve nsvoo rwaarden tijd e ns de beze tting sa men. 1i1óe/ 5. Calorie- opname pe r persoon en per dag 17
dece mber 1915 april 1916 septe mbe r 1917 scpte m ber I 9 I 7
ca lori eën
eiwitt en
onde rzocht e groep
1.928 1.860 1.387
57.1 54. 8 54.3 57.0
Brusse lse Brusse lse Brusse lse Brusse lse
1.500
werkloze n werklozen we rkl ozen we rkenden
Ik wijs e rop d at de normaal geacht e ca lo rieënbe hoeft e va n ee n volwasse n ma n, na argela ng van zijn acti vite it , 2.800 à 3.500 bedroeg. In se ptember 19 17 was e r dus ee n teko rt va n 1. 300 à 2.000 kca l wat ee n werke nde e n 1.400 kcal wat ee n werk loze be trof. Ik ve rgelijk deze ca lo rie -opna me met het zee r vo ll ed ige rappo rt va n Be.verid ge o ve r d e Britse ca lorische opn ame o m de Belgische situ a ti e be te r te doen uitkome n . H e t vooroor logs aa nt al ca lo rieë n (3.442) werd in 19 14. 191 5 e n 1916 ove rschreden , in 1917 e n 1918 ne t ni e t gehaald. 18 H e t Britse te ko rt bedroeg in 1917 3 ,5% , het Belgische ni e t mind er dan 56'Yo . Deze fenome nale ve rschill e n zi jn in de ee rste pl aats te ve rklaren door de fal e nd e Be lgische voedselinvoe r. G root-Bri tt anni ë 's ·we lva art ' tijde ns de oo rlog was nie tt emin ook te d ank e n aa n de Britse oorlogseco no mie , die ni et all een de werkloosh e id ops lo rpte , maa r oo k ee n gro te re participatie va n vrouwen in he t a rbe idscircuit me t zich bracht. Dit heeft het inkom e n verhoogd. 19 Ve rgeli j kingen me t and e re la nde n zi jn moe ilijk te mak en o md at er nagenoeg gee n gegevens beschikh aa r zij n. De Nederlandse Clt lo rieopn a me verminderde va n zowat 3.000 to t 2.380 voo r ee n vo lwassen a rbe id er. Deze ve rminde ring va n 20% tra d slecht s o p na februari 1917. Weense a rbeidersgezinnen moeste n he t stellen met een rantsoe n va n a mpe r 1. 300 kcal per hoofd va naf mei 19 15. Dit werd aangev uld met he t verga ren va n eetbare (?) reste n van vuilni sbe lte n e n geoogste akke rs. 20 Zo u er ee n d irect verba nd bestaa n tu sse n sociale-politieke instabilite it e n de ca lo rieopn ame in elk la nd ?
1.4 De vrije val van de k oopkracht en her belang van de soepbedelingen Be lgië 's econo mi e lag o m zo te zeggen vo ll edi g stil. Nagenoeg alle bedrijven draa iden op halve kracht of minder wege ns geb re k aa n grondstoffen of wegens o nt vreemdin g van machin es . Voo ral de zware nij verhe id was het slacht offe r va n dit laatste. De we rklooshe id in de indust rië le zones (Luik , Be rge n, Ve rvie rs, C ha rl e ro i, Ge nt e n Antwerpen) trof soms 90% van de
38
Oorlog en voeding
Oorlog en voeding 39
ind ustri ea rbe ide rs. Bove nd ie n \ve rd he t loo n van de we rkne mers die nog een job hadde n . he le maa l ni e t aa n de stijge nd e p rij ze n aa nge past. He t gevo lg was ee n voortd urende da ling va n de koopkracht , wa t wo rdt geïllu stree rd doo r de evo luti e va n de koopkrac ht va n de Brusse lse a rbe ide rs (grafiek 2) . De sta tu s va n de we rke nd e ve rsc hilde slechts we ini g meer van d ie van de we rkloze n. D at uitte zich o. m . in de ca lo ri eopna me in se pte mber 19 17: resp. 1. 387 e n 1. 500 kca l. o f ee n ve rsc hil va n 113. Dit ve rschil was in de ee rste ja re n o nge twijfe ld grote r.
·s avo nds uit vlees e n groe nt e n . De soep ui tde lin g we rd ech te r veruit de e ni ge hulpve rl e nin g wege ns de gebrekkige voedse li nvoe r. Ee n bo rdje soe p beva tt e circa 300 kca l. ee n hoevee lhe id di e so ms tot 130 kca l daa lde. De soe pui tde lin ge n. waarb ij ge mi dd e ld 40% va n de bevolkin g be tro kke n was , we rde n georga ni se erd in 74 % va n de Belgische ge mee nt en. Opgedee ld pe r p rovi ncie ko me n de geog rafische verschill e n aa n bod . De zwaarst getroffe n ge biede n wa re n de in d ustrië le regio ne n . Tabel ó. Pcrcc m agc:s va n ·soc pc tcrs ' per
p rovin ci~
Grafiek 2. Koopkracht va n de Brusselse a rbeiders. 19 14-1925. (b ro n: a ls noo t lU) .
110-
-
100-
-100
110
toto70-
An twerpen Braba nt Br usse l He negouwen Luik Lim burg Luxe mburg Na men Oost-Vlaa nderen (Zu id) Oost-Vlaa ndere n (Noord)
40%
36 29 ( h oo fds t ede l ijk~ agglo mera ti e) 65 I ·· d ustna · 1tseer · de regto · ·s ste r k· gem 56 38 5 (agrarische regio) 36
45 37
70
60!1040-
40
)0-
lO-
.,., I
I
I
I
~
16
17
11
I
I
I
19
lO
21
I
n
I
u
I
14
ttn
H et gevo lg van dit a lles was da t steed s mee r me nsen e e n be roe p die nde n te doen op de o penba re e n de privéweldadighe id . 'Traditi o nele ' ste untre kke rs (zie ke n , a rm e n , be jaa rde n ... ) e n we rklozen , ma ar oo k we rke nde a rbei de rs klo pte n bij de ste un ve rle nin g aa n . Naa rma te de oo rlo g vo rde rde , bre idde deze groep uit : re nte nie rs e n kle in e spaa rde rs zage n hun ge ld ve rdwijne n ten gevolge van d e ho lle nde infla tie, winke lie rs die nde n hun zaa k te sluite n wege ns ge bre k aa n stocks e n clië nte le , bea mbt e n zate n in deze lfde situa tie a ls d e a rbe ide rs ( uitho lling va n hun koopkracht wege ns de infl a ti e). Groepen die voordie n noo it ste un hadde n ge trokk e n , sto nde n tha ns in de ri j. D e ste un verle ning werd in de loop van 1917 toegank e lijk voo r a lle Be lgen , wat nog noo it he t geva l was ge weest. De ste un ve rl e ning besto nd ·s midd ags aa nva nke lijk uit b rood e n soe p e n
In so mmi ge de le n va n het la nd moest 90% va n de bewo ne rs ee n be roe p doe n op de ste un. Slechts e nk e le no tabe le n wa re n e r ni e t o p aa ngeweze n. Noo it voo rdi e n e n noo it nadi e n was de ste un ve rl e ning zo a lgemeen ve rsp reid a ls tijde ns de Eerste Were ldoo rlog. Dat staat in schr ill e tege nste lling tot he t bslu it va n J . Bu rn e tt be treffende de Britse voed in gssitu a ti e tijd e ns de oo rl og :2t ·Jf th e G rea t De pressinn ( 187 1-1 895) ma rks the first ste p by th e wo rkin g classes o f E ngland towa rds ma te ria l co nfo rt . th e First Wo rld Wa r . fo r a ll its horro rs a nd mi se ri es. ma rks the seco nd .' Toe n hee rste e r ho ngersnood in België. Ik ro nd deze sche ts af me t erop te wijzen d a t he t voedse l voo rtd urend va n slecht e re kwa lit e it we rd . T a rwe was nage noeg afwezig in he t brood, te rwijl ge bruik va n aa rd a ppe lm ee l. spe lt e n veevoede r de rege l was. Bove ndi e n ro tJ e dit b rooJ uit er ma te vlug. Aardappe le n . he t verva ngi ngs midde l, wa re n kl e in . ge rimpe ld , glazig e n zwa rt. Melk was ve rdund me t wa te r. V lees was mage r e n schraa l. De hoge re klassen bepe rkte n hun vleesge bruik gro te nde ls tot he t ·arme me nse nete n' va n vóó r de oorl og, spek . He t ge midde lde vleesve rbruik pe r pe rsoo n en per jaar vóór e n dade lijk na de oo rlog , ve rt e lt vo ldoende ove r de moe ilijke situatie tijde ns de beze tting: In 19 13 vero rbe rde de Belg gemi ddeld 30 kg vlees , in 19 19 a mpe r 17.3 kg 22 België's voedse lverbruik tijde ns de bezetting was d us voo r de meeste soc ia le kl asse n to taa l o ntoere ike nd. Kwa ntit ati eve te ko rte n bestonde n naast kwa li ia ti eve. De beze tte nde overh e id lie t he t le nige n va n de node n ove r aan een o fficie us orga nisme da t over vo lstre kt o ntoe rei ke nde middele n beschi kte . De hul pve rl e nin g faa lde in hoge ma te . Binne n haa r bepe rkt e
40
Oorlog en voeding
Oo rlog en voeding
mogelijkheden hie lp ze de mees t ge troffen kl asse n. zoda t ze ni ett e min ee n we inig bijdroeg tot ee n billijke verde ling van goede re n. Dit belette nie t dat er ee n omva ngrijke polari sati e optrad: ee n gro te groe p ve rarmde zie nd eroge n. terwij l een kle ine groe p baat had bij de oorl ogsja re n. De ee rste groep werd almaa r gro te r. de tweede steeds kle ine r. Falende voedse lim port, falende autoc ht o ne prod ukti e e n fa lend e ve rde ling va n het we inige voedse l hebbe n e rvoo r gezo rgd da t België zonder eni ge twijfe l bij de landen hoorde waar de leve nsvoo rwaarde n he t meest o nd er de oo rl ogsomstandigheden hebben gelede n. De gevolge n daa rva n op het demog rafische vlak bleve n nie t uit 23 Een tij dge noot va tte de angst e n de o nze ke rh e id als vo lgt sa me n: ·ra i été Frappé . après mes deux mois d'absencc . de l'état de dénutrition croissa ntc dans lequel j'ai rctrouvé no tre popu l:i tion . Les ravages sont moi ns m arq ués naturellcmcn l dans
les campagnes oU les habi tants arri vc nt plus aisérncnt '' trouvc r sur pliiCC les matièrcs
y est moins pronuncéc par suite t..lcs bénefi ces enormes réalisés par la plupart des cult iva tcurs, ma is dans les vi ll es ct les partics premières de leur alimcnt atio n. outre quc la mi sère
Tabd 7. Samenste ll in g va n de voedse limport . 1908 en 1920/21
1908 grane n zuivelproduk te n groe nt e n vis zout vlees fruit koffie
2.1;27 .683 3.895 llN. 22 1 68.323 136.429 13.887 45.542 6l.OSO
non agri coles du pays . la ituation devic nt rée llcment inquiétan tc .
on sc ulcment les Oe uvres (Comité Nariomrl: Commission fo r Rdief in
Bd~; ium
P.S.)
n"arrivcnt plus à sourcni r les indigc nt s par suite de !'absence de produ it s alimcnta ircs, ma is la bougco isic ct mëme la classe la plus aisée risqucnt de se trouvcr sous peu dan s unc siruation alarmant e.
L'amaigrisscment de tout Ie monde est frappant . la diminution de résistcncc physiquc et morale s·accusc de jour en jour. la tu berculose cxcrce ses ravages d'unc fa çon épouvanla· bie et Ja mon alité accuse une progression significativc. 11est absolument urgent que des mesures rapidc s ct radica lcs intcrvic nncnt dans l'organisa-
tion de not re ravitaillement. Le da nge r social et national auquct il convicnt de parcr au plus töt réclamc toute I' energie de ccux qui . au dchors. pc uvcnt sculs sauvcr la popu lat ion du pays occupé :~·
2 De gevolgen van de oorlog voo r de leve nsstandaard, 18901940
% ve rschil
1920/21 84. 8% 0. 1 5.5 2,0 4.0
0. 5
1.3 1,8 100%
1. 800. 790 32 .079 250.770 75 .530 174.7 19 70 .906 58.000 43.054
71.9% 1,3 10.0 3 ,0 6 .9 2 ,8 2 .3
1.7
- 36°/., +723 + 32 + JO + 28 +410 + 27 - 29
100 %
De geringe re impo rt va n granen wijst op de afb raa k va n hèt overwicht van de broodconsumpti e. He t is logisc h dat daaraa n ee n toena me va n de ove rige voedse lcons um pti e bean twoordde , o mdat de geslonken invoe r van tarwe ni et werd gecompe nseerd door ee n verhoogde binnenla ndse produktie (de tarweproduktie bedroeg ge middeld 385.393 to n tij de ns de ja ren 1904113 en jaa rl ijks ge middeld 397 .693 ton tijde ns de jaren 1920/39). Dit had uit eraard wijziginge n va n de hoofdelijke voedselconsumpti e tot gevo lg. Ik notee r hie r het per capit a verbruik va n enkele voedin gswaren op vier tijdstippen.2H Tabc·lli. Hoofde lijk verbruik van enk ele voedingswa ren {in kg.)
tarwe
aard- vlees peul - suik e r tabak m a rga- citrus- koffie vr ucht · appe lrine vruchten en en
173 ,6 219.3 147.6 157.4
353.3 293 .8 195 ,4 Jl) I.O
2. 1 Een paradox: de vlugge naoorlogse verbetering van het m enu Men ka n ve rwacht en dat de verarm ing en de polarisat ie tijde ns de oo rlog spo re n op he t consumptie patroon na 1918 zoude n nalate n. Van de drastische teko rte n tusse n 1914 en 191 8 was echter wein ig meer te merken na 1920! De totale voedselimport bleef weliswaa r onde r het vooroorlogs nivea u. maa r haa lde reeds ee n be hoo rlijk pe il in het jaa r twintig. België was e r op dat pun t ove rige ns hee l wat beter aa n toe da n de centra le mogendheden 2-' De sa me nstelling va n de voedse linvoer was echt er grondig veranderd . De invoe r in ab o lute cijfers va n vlees , vis. fruit en zuivelprod ukten was na de oorlog gestege n , terwijl de impo rt va n granen daarentegen was gedaald . De gedaalde massa va n de totaal ingevoe rde goedere n was uitslui-
41
te nd te wij ten aan de in krimping van de graanimport 26 De voedse limport lag op het kwan tita tieve vlak dus op ee n lage r nivea u dan vóór de oorlog, maar was er beduide nd op vooruit gegaa n op het kwalitatieve vlak. De sa me nstelling va n de goedere nstroo m zag er a ls volgt uit :27
l l:!lJ0/94 1909113 1920/24 1936/39
15.6 3 1,2 33.5 40 .2
7, 86 7.94 4 .77 4 ,46
2.79 14 ,08 19,08 29,35
2 . 13 2 ,74 2 .83 3 . 10
1,40 3 ,28 6 ,71
0 .88 3,21
4.06 7.8 1
3,8 1 4 ,70 4 ,6 1 5 ,79
Het verbruik va n tarwe nam toe tot 1914, dat van aa rd appelen toonde een licht e ac ht eruit ga ng. Na de oo rl og da alde het ve rbruik van beide gewasse n in hoge mate . De ge ringere aa rd appelenconsumpti e we rd na 1890 gecompensee rd door ee n gevoe li ge stij ging va n het ve rbruik van vlees , sui ke r, fru it en zu ive i. 2Y Na de oorl og we rd de kl e ine re consumptie van aardappe-
42
Oorlog en voeding
len en thans ook van tarwe gecompenseerd door een nog hoger verbruik van vlees, suiker, fruit en zuivel. Het toenemend belang van de vleesconsumptie tusse n 1890 en 1940 kan treffend worden geïllusteerd door het volume van het vleesverbruik af te wegen tege n de hoeveelheid geconsumeerde tar.ve . Rond 1890 at men ongeveer 11 ,2 maal meer tarwe dan vlees , vijftig jaar later was deze verhouding tot 3,9 gekrompen. Het verbruik van tarwe e n aardappelen was tussen 1910 en 1935/39 me t 30% gedaald , dat van vlees met 30% gestegen , dat van suiker ( + 108%), margarine ( + 380% ) en citrusvruchten ( + 125%) eveneens gevoelig toegenomen. Reken ik de geconsumeerde hoeveelheden om naar calorieën en eiwitten per dag en per hoofd , dan blijkt dattijdens de jaren 1904/13 bij benadering 3.700 kcal en 110 gr. eiwitten werden verbruikt , tijdens de jaren 1934/39 2.950 kcal en 82 gr. eiwitten. 30 De daling is te wijten aan de verminderde consumptie van brood en aardappelen en ze betekent geenszins dat de levensstandaard verslechterde. Rond de eeuwwisseling bleek imme rs bijna iedereen in staat zich voldoende van calorieën te voonien door het eten van grote hoeveelheden brood en aardappelen. Vanaf een bepaald niveau in de evolutie van de levensstandaard is niet zozeer de kwantiteit voedsel een goede graadmeter, maar wel de kwaliteit. 3 1 De verbetering van het menu blijkt uit de gestegen consumptie van dierlijke (en dus dure) calorieën en eiwitten: vóór de oorlog was dierlijk voedsel voor ongeveer 25% van de totale hoeveelheid verantwoordelijk , na de oorlog voor ongeveer 35%32 De miserabele voedingstoestanden tijdens de oorlog verdwenen derhalve vrij vlug. Reeds tijdens de eerste helft van het jaar 1920 was er nagenoeg geen spoor meer van voedseltekorten. De naoorlogse jaren kenden niet alleen een snel herstel van het voedingspatroon, doch dit herstel werd bovendien vrijwel ogenblikkelijk omgezet in een gevoelige kwalitatieve verbetering ten opzichte van de jaren 189o/19 14. Alvorens deze plotselinge overgang te verklaren, wens ik na te gaan in welke mate deze verbetering te beurt viel aan de verschillende sociale groepen.
Oorlog e11 voedi11g
43
tabel6) .:n Bleve n er na 191 8 sporen over van de toegenomen ongelijkheid die tijdens de oorlog was ontstaan? Gezindsbudgetenquêtes uit 1910, 1921 en 1928/29 verstrekken gegevens over het voedselverbruik van arbeidersgezinnen 3 4 Hoewel kritiek op deze cijfers mogelijk is , vooral dan wat de representativiteit van de geselecteerde gezinnen betreft, laat de vergelijking met de nationale gemiddelden toe een aantal trends vast te stellen . Het is raadzaam niet zozeer naar vergelijkingen in absolute cijfers te kijken , maar wel naar procentuele verschillen tussen de perioden binnen een zelfde cijferreeks . Dadelijk na de oorlog (budgetenquête van Int) waren de arbeidersgezinnen nog niet toe aan een verminderde consumptie van brood en aardappelen. Dat was toen duidelijk wel het geval voor de gemiddelde Belg. Tabel 9. Vcrgelijking lussen verbruik van arbeiders en gemiddelden-"
1909/191 3
tarwe aardappelen
hoofdelijk verbruik (in kg.) 1920/1924 % verschil 147,6 195 ,4
219,2 293.8
-32 ,7 -33 ,5
hoofdelijk verbruik van arbeiders (kg.) 1921 % verschil
1910
brood aardappelen
192 ,8 207.4
-1.0
190,9 210.0
+1,7
Het op peil gehouden verbruik van brood en aardappelen door de arbeidersgezinnen werd gecombineerd met een vlees- en suikerverbruik, waarvan de toe name groter was dan de stijging van de nationale gemiddelden.
Tabel JO. Vergelijking lussen verbruik van arbeiders en gemiddelden
2.2 De afnemende ongelijkheid op het vlak van de voedselconsumptie 11a
Tijdens de Duitse bezetting ontstond een zeer aanzienlijke polarisatie tussen het voedselverbruik van de verschillende klassen. De schaarste aan voedingswaren en de exorbitante prijzen die op de zwarte markt werden gevraagd, hebben belet dat heel wat mensen bepaalde goederen hebben geconsumeerd. Verarmde , industriële regionen hebben meer dan verrijkte, agrarische regio's een beroep moeten doen op de steunverlening (zie
hoofdelijk verbruik van arbeiders (kg.) %verschil 1910 1921 % verschil
hoofdelijk verbruik (kg.)
1920
vlees suiker
1909/1913
1920/1924
31 ,2 14,1
33.5 19,1
+ 7,4 +35 ,5
29,3 4,8
34,2 10,2
+ 16,6 +113,3
~
Oorlog en l'oeding
De uit ers t grote versc hill en me t betrekking to t het voedselverbruik tu sse n de sociale klassen ve rd we ne n blijkb aar zee r vlug na 1918. Het lijkt e r ze lfs op dat a rbeidersgezinne n op bepaalde vla kke n ee n re lati ef grotere verbete ring van het menu ke nde n dan de ge midd elde Belg. Arbeidersgezinnen waren dadelijk na de oo rl og toe aa n he t compe nse re n van ee n achterstand: hun verbruik va n vlees e n suik e r be naderde dat van de ge midde lde Belg. Het be ho ud va n de hoge hoevee lhede n brood e n aa rda ppele n op he t me nu va n arbeid ersgezinne n wijst dan weer o p een relatieve achterstand t. o.v. he t ge middelde me nu. Voedsel va n die rlijk e oo rspro ng was in 1910 ve rantwoo rdelijk voo r 22.8% e n in 192 1 voor 25,2 % va n het arbeidersmenu (tege n resp . 25 % e n 35 % wat betreft de ge midd eld e co nsumptie). De vera nd eringe n die op na tionaa l vlak o nmiddellijk na de oo rlog pl aa tsgrepe n , nl. ee n combinatie va n stij ge nd vleesverbruik met dalend broode n aa rd appelen ve rbruik , waren voo r de a rbeide rskl asse pas ee n feit o p het ei nde van de jaren twintig. He t broodverbruik bleef veruit op he tze lfde peil to t circa 1928, waa rn a ee n daling begon. 36 De budge te nquê te van 1928/1929 notee rde ee n ve rminderde broodco nsumptie me t 12,8'!/o t. o. v. 192 1. In dezelfde periode veranderde he t na tio na le broodverbruik nagenoeg nie t. De e nqu ê te van 1928/ 1929 registreerde eve nee ns ee n ve rminde rin g van de aa rdappe lenco nsumpti e me t 1,3 %, te rwijl de aa rd a ppe le nconsumptie va n de ge midde lde Be lg weinig ve ra nd e rde. Brood- e n aardappele n ve rbruik van de versc hill e nde klassen groeid e n dus naar e lkaar toe. De enq uê te van 1928/1929 no tee rd e dan oo k da t pro dukte n va n dierlijke komaf 32 ,6% van he t me nu uitm aakte n . Ruwweg kan me n stell e n dat he t voedse lverbruik van arbeidersgezinnen ron d 1929 he t kwa ntita tief e n kwalit a tie f nivea u va n de mo dale Belg in 192 1 had bereikt . D e hoofde lijke co nsumpti e va n luxe wa re n, zoals bijv . citrusvrucht e n , was in 1929 weer gevoe lig gestegen. H e t verbruik van ci trusvrucht e n door arbe ide rsgezinnen was op da t ogenblik daare ntege n nog steeds zee r laag.
2.3 Verklaringen: het nieuwe socio-economische beleid en de economische restauratie H oe ka n ve rklaa rd worden dat de verarmde , gepolariseerde voedingstoesta nde n tijde ns de oo rlog zeer vlug verdwenen o m plaats te ruimen voor ee n fundamenteel verbete rde voeding t.o .v. de j a re n 189011914? Co mpl ex o ptrede nde factoren , waarbij de invloed van de oorlog voortdurend van in vloe d was. speelden ee n ro l. Vooreerst dient geweze n op maatrege le n van socio-politieke aa rd. De e rba rme lijke levensomstandigheden tijd e ns de beze tting e n de angst voor moge lijke bolsjewistische acties' in België zette n er de socialistische
Oorlog en voeding 45
' Belgische We rkli ede npa rti j , de va kbo nd e n , industri ëlen e n de traditione le le ide nde kringen toe aa n de handen in e lk aar te slaa n o m de heropbouw van het la nd aa n te pa kke n . Ee n procla ma ti e va n de socialistische partij op de dag van de wapenstilst a nd ( IS novembe r 19 18) ste lde zo nde r mee r dat he t herw inn e n va n de vooroorlogse welvaart voo rra ng had op sociale of econo misc he eise n e n da t zo toch gestaakt werd , dit o nder le iding e n controle va n de va kbo nden moest gebe ure n . D e sa me nwe rking tu sse n werkgevers. we rkn e me rs e n ove rheid o p hoog ni veau viel voor de betrokkenen gemakkelijk o md at he t ee n voo rtze ttin g was va n de coöperatie binn e n het Comiré Na riona/. In ruil voo r de belofte to t heropbouw van he t la nd e n de d aaraa n gebo nde n socia le ru st, verk reeg de a rbeide rsbeweging o p rela tief ko rt e tijd ( 19 18-1 92 1) toezegginge n , waa ro nde r een aant al belangrijke programmapunten va n vóó r de oo rlog. He t Algemeen enkelvoudig ste mrec ht voo r manne n we rd toegepast, de socialistische pa rtij na m deel aan de rege ring. socia le wetten werden aage nom e n en de sociale ver ho udinge n werden o p ee n ni e uwe leest geschoeid. De individu ele re la ti e patroo n-arbeide r werd in tal va n bedrijven doo r ee n collectieve vervange n . wat result ee rde in coll ecti eve a rbeidsove ree nko mste n. De Belgische o nrust e n o nvrede we rd a ldus o mgeze t in ee n aa ntal verweze nlijkin gen. maa r de structure n van het land (ze ke r de economische) werden ni e t aa ngetast. Daa rm ee reagee rd e Be lgië op de oo rlog a ls een la nd- zoa ls Groot-Brittannië of Fra nkrijk - dat re la tief weinig ge led e n had . D e levensomstandigheden tijde ns de oo rlog li e te n noc ht a ns ee n uitb arsting , zoa ls in Duitsland , vermoeden. Dat he t zove r nie t is geko me n , is te wijte n aa n de brede sociaa l-po litieke co nse nsus di e tijde ns de oo rlog ee n concrete vo rm kreeg. Omdat de sociale vrede in ni e t geringe ma te werd bedreigd door de bevoorradingsmoe ilijkhede n e n de inflatoire prijzen ,3 7 kwame n binnen he t nie uwe socio-po litie ke kader ee n aant al maa trege le n tot stand die directe gevo lge n hadde n op de leve nso msta ndi gheden. H e t feit dat he t po litie ke verwezenlijkingen be trof, ve rklaa rt he t re latief vlug verdwijnen va n so mmige maatrege le n o p he t oge nblik dat de socialiste n ni e t mee r in de rege ring za te n. Be la ngrijk e vera nde ringen in he t sociaal-economisch bele id ontstonden o nde r impuls va n de sociali stische ministe r va n a rbeid e n bevoo rrading , J . Wa ute rs. Hij voerde va n nove mbe r 19 18 to t december 1921 (va l va n de regering) ee n politiek die tijde ns de oo rl og onder meer in GrootBrilla nni ë was gevoe rd . Wa ut e rs ri chtte he t Office Cenrra/ du Ra virai/lemenr op , dat insto nd voo r de voedselbevoorrading va n he t land (bijv . rec ht stree kse invoer va n bevroren vlees uit de V.S.); hij paste een prij zenco ntro le toe op een vi jftie nt al voed ingswa re n e n stelde max imumprij ze n in ; hij o ntwi e rp een stelsel va n ni e t-verplichte werkloosheidsverzekering min of meer overeen kom sti g he t Britse sys tee m : hij na m het initiatief tot
46
Oorlog en voeding
he t be reke nen va n ee n indexcij fe r va n kl e inhande lsprij ze n , waa raa n wedde n e n Jonen ko nden wo rde n ge koppe ld . Wa ute rs was bij a l deze ma atrege le n geïnspiree rd doo r de we rking va n het Comité Narional, waa rvan hij li d was geweest. Collega's van hem tro ffen maa tregele n di e voo r ee n vlo tte voedselinvoer moeste n zorge n (do uane ta rieve n e n ve rbruiksbe lasting werde n ni et aan het infla toi re prijsni vea u aa ngepas t) e n die ee n deel va n de koopk racht ove rhevelde n naa r voedseluit gave n (be perke n va n de hui shuurstij gin gen). Deze maa tregele n be te ke nde n ee n bre uk met de vooroorl ogse eco no mische po litie k en wa re n zonde r uitzonde rin g ee n gevolg va n de oo rl ogso mstandighe de n . Zoa ls gezegd bl eve n enke le e rvan bestaan . ande re ve rdwe ne n in de loo p van het inte rbe llum (prij scontro le, huur-we tgev in g, directe voedse lim po rt ). De maa tregele n he bben in ni et ge ringe ma te bijgedragen tot de vlott e aa nvoe r va n de noodza kelijke voedingsmidde le n en to t de billijke voedse ldistri butie. Naast he t ni euwe socio-eco no mische bele id , speeld en ee n aa nta l zuive r eco no mische factore n een ro l bij de beïn vloeding van de naoo rlogse levensomstandighede n . A lle ree rst was e r de verschui ving binnen de tewe rk stellingsstructuur. D e he ro pbo uw va n he t la nd ve rgde het inschakele n va n massa le arbe idskrachte n in d e nij ve rh eid . D e (J aag be taa lde) prima ire sector ve rloo r arbeidspl aa tse n (6'Yo tu sse n 1910 e n 1930) te n voorde le van de industrië le e n te rti a ire werkge lege nh eid . Binnen de secundaire tewe rk stelling had e r eve nzee r ee n versc huivin g plaat s, waa rbij goed betaalde jo bs gecreëe rd we rden . D e metaa lve rwerke nde sector bij v. ve rschafte we rk aan 104.000 man in 1910 e n aa n 180.000 we rkn eme rs in 1937. De ve rschuivingen brachte n ee n glo bale stij ging van he t inko men teweeg.38 D eze toe name we rd daare nbove n ve rsne ld doo r ee n gro tere parti cipatie va n vro uwe n in het arbe idscircuit. T ussen 1910 en 1930 we rkte n nage noeg 100.000 vro uwe n méér in de nijve rh eid. Deze g rote vraag naa r we rkkracht en was ee n gevolg va n de inte nse mechaniserin g van de zich va n de oo rl og he rste lle nde industri e. De inspa nninge n uit de jare n 1919/192 1 ble ken ni et ge rin g. In tege nste llin g tot bijvoo rbeeld GrootBrittannië ke nde Be lgië na de recessie van 1921 ee n zeer bloeiend e co nj un cture le fase, di e nage noeg alle we rkl ooshe id o pslo rpte . Ook deze factor zo rgde voo r ee n toe na me van het inko men . Bove ndie n steeg het reële Joo n tusse n 1926 en 1930 in belangrijk e ma te. Ik ve rm eld te rloops da t de voo rtgeze tte industri alisa ti e we inig plaats liet voor agrari sche bed rij vigh eid : Be lgië bleef na 1918 a fh anke lijk va n de buite nl andse voedselimpo rt .39 Het noodza ke lijke he rste l va n de Belgische economie bracht bij gevolg ee n alge me ne verrijking teweeg tijdens de ja re n twinti g, wa t ee n wee rslag had o p het inko men va n de we rkn emers. Ee n bela ng rijk deel van deze inko mensve rh oging ko n aa n de ve rbete ring van de voeding word en besteed. S. Stre uve ls ge tuigde daarove r: ' E r wo rdt nu ook be te r en voedza -
Oorlog en voeding 47
me r kost ge reedgemaak I , er ko mt vlees e n spe k o p tafe l - nu mag het er af .. . ' (La nd en leve n in Vlaa nde re n , 1923) 4 0
3 Conclusie
De oorl og en de bezetting beïnvloedd en zee r di rect de leve nsstand aa rd e n het co nsumpti e patroo n tusse n augustus 1914 en nove mbe r 1918. Afgesneden va n de o nmi sbare voedse linvoe r en geco nfron tee rd met fa le nd e autocht o ne opbre ngst e n di st ributi e . we rd België in armoede en ho nge rsnood o nd ergedo mpe ld. Aa nzienlijk e ei wit - e n ca lo rieënte ko rt e n o nt stonde n. Ee n o mva ngr ijke zwa rt e ma rkt heeft de bes taa nde o nge lij kh ede n ve rste rkt. De mis noegdheid o mtre nt dit a lles barstte los door ee n massa le stakin gsgo lf na november 1918. di e revolutio naire dim ensies kreeg toe bedeeld in het li cht va n de E uropese o nrust. D eze e rvaringe n uit de jare n 19 14- 1918 ze tt e n er de we rk geve rs tij de ns de Tweede We re ldoo rl og toe aa n supple me nte n o p het loo n (in ge ld e n in natura) te verstre kk e n , in een pog in g massaa l sociaa l o nge noege n en fund ament ele maatschappe lijke verschui vin ge n te be perke n . De leve nso mstandi ghede n tijd ens de T weede We re ldoo rl og wa ren o nd er meer daa ro m bete r dan deze tijdens de Eerste We re ldoo rl og. De oorlog beïn vloedde na 1918 ve rsc hillende facto re n die de leve nsstandaa rd en het consumpti e patroon in gun stige zin dede n evo lue re n. He t econo misch herste l had behoefte aan massa le industri ea rbeid , waa rdoo r ee n ve rschui ving in de tewc rk stellin gsstru ctuur o nt sto nd . Deze ve rschuiving kwa m op twee manie re n ten goede aa n de werkn eme rs: e r was mee r we rk in goed betaa lde jobs en ee n grote r aa nt al vro uwe n ko n aa n de slag . E r besto nd tusse n 1924 en 1929 nage noeg gee n werkl oosheid . Een toe name van het globaa l beschik ba re ink o me n was het gevolg va n dit alles. Daa renbove n was de arbeiderskl asse op sociaa l e n politie k vlak mo ndi g geworde n , wa t ee n recht stree ks gevo lg was va n de kracht sve rh o udin gen die uit de. oorl ogso mstandighede n wa ren gegroeid . D eze mo ndi gheid co ncre ti see rde zich in sociale wetgeving , ee n acti eve ravi ta ille rin gspo litie k en ee n strakk e prij ze nco ntro le. Gevo lg va n de econo mische , sociale e n po liti eke ve rschui vinge n was ee n toe name va n de ge midde lde bestedingsmoge lijkheden e n ee n wijziging va n he t voedselpatroo n: het sinds lan g bestaa nde ove rwicht va n pl ant aa rdig voedsel werd afge bro ke n . D e ve rbeterin ge n wa re n zee r reëel alth ans to t 1930, toe n de eco no mi sche crisis de voo ruit ga ng a fre mde. D e verbete rin g va n de leve nsstand aard en het co nsum pti e patroo n bleek nie lle min o no mkeerbaa r. l-I et is vrijwe l o nm oge lij k te peil en naa r het precieze aa nd eel va n de
48
Oorlog en voeding
oorlog m.b.t. de mutaties op het vlak van de voeding. Ongetwijfeld bestonden er een aantal endogene veranderingen die eveneens voor een verbetering van het voedingspatroon zouden hebben gezorgd. De oorlog heeft deze processen echter in zeer hoge mate versneld en heeft bovendien volledig nieuwe maatschappelijke processen op gang gebracht. De breuk tussen de 19de en de 20ste eeuw was daarom zeer abrupt, niet alleen op het vlak van het voedingspatroon maar ook op andere terreinen, zoals bijv. de denkwijze en het gevoelsleven. De prijs die voor het vlugge herstel én de verbetering van de voeding moest worden betaald , was wel extreem hoog. De levensomstandigheden tijdens de oorlog waren immers de slechtste die men sinds decennia had gekend.
Noten 1. Onder meer: G. Best , War and sociery in revolutionary Europe, 1770-1870. Bath, 1982 (in de reeks FolllaiUJ hisrory of European war and sociery'. 2. H . Baudet . 'Problèmes et métbodes de l'histoire de la consommation'. in : E . Le Roy Ladurie, ed .. L 'Histoire el ses mélhodes, Lille, 1981, p. 132. 3. Dit artikel werd voorgesteld op het colloquium The European famify and lhe Great War: slability and inslabiliry, /900-1930, georganiseerd door de Cambridge Group for lhe hislory of popu/ation and social struclure, te Cambridge in september 1983. Een Engelse versie ver· schijnt in de Proceedings. Deze uitgebreide Nederlandse versie houdt rekening met de commentaar van de deelnemers aan het colloquium . 4. Het aandeel van de Belgische produktie van tarwe in hettotale tarweverbruik evolueerde als volgt : 1910113 : 22.9% 1845 : 84.4% 1924129 : 28,9% 1860 :87,6% 1936139 : 32.0% 1875: 67 ,7"/o 1890 : 39.6% (eigen berekeningen op basis van het hoofdelijk verbruik van tarwe en op basis van de produkliecijfers). 5. L. Schepens, ' België in de Eerste Wereldoorlog' , in : Algemene Geschiedenis der Nederlanden, 1979, dl. 14, p . 22-23. Zo bijv . eiste de bezeuer 93.000 van de 317.000 paarden . Een Duitse krant meldde triomfantelijk 'En trois mois, Ie pays conquis a couvert les 4/5 des besoins de rarmée ' (geciteerd bij A . Henry, Le ravilaillement de la Belgique pendant l'occupalion allemande, Paris. 1924. p . 27-28). 6. F. Baudhuin. HisiOire économique de la Belgique, 1914-1939. Brussel , 1946, dl. I, p. 39-46. 7. Zie over de functies van de weldadigheid : F. Pi ven & R . Cloward , Regufaling I he poor. The Junelions of pub/ie welfare. Londen, 1974. 8 . A . Henry. a .w .. p. 71. 9. Rapport spécial sur Ie fonctionnemenl et les opérations de la section agricole du Comité National de Secours el d'alimentation , 1914- 1919. Brussel, 1920, p. 62-63 . 10. P. Scholliers, ' Koopkracht en indexkoppeling. De Brusselse levensstandaard tijdens en na de Eerste Wereldoorlog, 1914-1925' , in: Belgisch Tijdschrifl Nieuwsle GeschiedenLf, 1978,
rj ~h. de Lannoy, 'Quelques données rétrospectivcs sur les prix de détail à Bruxelles de
3
üt !914 à octobre 1918'. in: Revue du Travail, 1919. p . 642-662.
~~- P . Scholliers, ' Verschuivingen in het arbeidersconsumptiepatroon, 1890-1930', in: Bel-
gisch Tijdschrift Nieuwste Geschiedenis , 1982, p. ~ - De urtgave_n werden nagekeken door het Ministerie van Arbeid dat op kleine verandenngen na, de CIJfers beaamde.
Oorlog en voeding
49
13. A. Henry. a.w .. p. 192. 14. A . Henry. a.w. , p. 82. 15. Het gaal om inde xcijfers op basis van lopende prijze n. Bron : Archief 'Het Volk'. Jaarboeken. 16. Zelfde bron als noot 15. 17. J. De rnoor & A. Slossc. 'L'a limcnta tion des Belges pendant la guerre et ses conséqucnccs·. in: Bulletin de I'A cadémie Royale de m édecine, 1920, p. 464-472. 18. W.H . Beveridgc , Briti>·h Jood control. Londen , 1928, p . 313. 19. J. Burnell, Plenry and want. Londen, 1979. p. 282 . 20. D. van der Veen , 'Standard of living and nutritional standards ofworking-class families in the Netherlands, c. 1850-1940' . in: Proceedings of the international colloquium on the standard of living in Western Europe. Leiden. 1983. R.J. Sieder. The daify life of Viennese working-class families during World War I. (te publiceren in de acta van hel Cambridgecolloquium : R. Wall & J . Winter. eds .. The upheaval of war: famify. work and welfare in Europe, /914-191/J. 21. J. Burncll. a.w .. p. 282. 22. C ijfers van het vleesvcrbruik: 1913: C. Vandcnbroekc , ·Kwantitatieve en kwalitatieve aspecten van het vleesverbruik in Vlaanderen' . in: Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis, 9. (1983). p. 221-257 . 1919-1922: Consommat ion de la viande de bouche rie. Publication du Service des associations et de la statistique. Brussel , 1919-1922. 23. Dr. F. Daelemans besteedde aandacht aan de demografische ontwikkeling in België (Mo rtalit y and migratio n in Be lgium , 19 14-1930), een bijdrage die wordt gepubliceerd in de acta van het Cambridge·colloquium. R . Wa l!. J. Winter. a .w. 24. Ongedateerde tekst van onbekende auteur over de leve nsvoorwaarden in België, circa 1917. Bron: Archief Koninklijk Paleis , secretariaat van de Koning, 1914-191 8, nr. 604. 25. A . Maddison . ' Economie policy and performance in Europe. 1913-1970' , in: Fontana ec01wmic hisrory of Europe. Part 5/2. p. 447 . D e geaillieerde blokkade duurde na de oorlog verder. 26. De gedaalde graaninvoer na de oorlog trad eveneens op in Duitsland, cfr. H.J . Teuteberg, 'Food consumption in Germany since the beginning of industrialisation : a quantitalive longitudinal approach'. InH. Baudeten H . van der Meulen , Consumer behaviour and economie growlh in the modem economy, Lon.ien , 1982, p. 241. 27 . Het gaat om in België geconsumee rde goede ren . De handelsstatistieke n overschallen evenwel het volume van deze goederen. omdat een deel ervan niet in Be lgië werd verbruikt maa r er slechts gestockeerd werd . De overschalling zou groter zijn voor de oorlog dan erna. De cijfers in 1908 kunnen derhalve iets geringer geweest zijn . 28. P. van den Eeckhout en P. Scholliers, ·oe hoofdelijke voedselconsumptie in België, 1831-1939' , in: Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis, 9 , 1983, p. 293-296. 29. Cijfers van de hoofde lijke consumptie van zuivelprodukten zijn niet beschikbaar. In de lijn van een groter vlcesvcrbruik, vcronderstel ik een toegenomen consumptie van boter, melk en kaas. 30. P. van den Eeckhout en P . Scholliers. a .w .. p. 288 . 31 . A. Sauvy wijst eveneens op de daling van het aantal calorieën in Frankrijk na de Eerste · Wereldoorlog, gepaard met een toename van dierlijke voedingswaar (Histoire écorwmique de fa Fran ce emre fes deux guerres. Parijs. 1965, p. 256-257) . 32. Deze percentages worden bevestigd door de OECE, die het aantal dierlijke ciwillen op precies 35% voor de periode 1935/1939 schat {Bulfelins slatistiques de /'OECE. SIUtisliques générales, 1958, no. 2. p. 46). 33. De tegenstelling stad-pialleland was in de jaren 1919·1920 mede daardoor ten top gedreven. Treffend in d at vcrband was de brief van Minister van Arbeid J . Wauters aan Koning Albertl (dd. 16.1 1.1918) waarin drie sociaal-economische-politieke spanningsvelden werden aangewezen: de Vlaamse ontevredenheid, de onvrede van de arbeiders en de tegenstellingen stad-platteland 'd' une hostilité pleine d'amertume'). 34 . Bronnen : 1910 en 1921: Revue du Travail, 1922, p. 694 , 1928/1929: A. Julin. 'Résultats principaux d'une enquête sur les budgets ouvriers et d'employés en Belgique (1928-1929)' , in: Buflelin de /'Jnstilullnternationale de Statistique, 1934, p. 534-535.
50 Oorlog en voeding 35.
De e nquê1es geve n cijfe rs o ve r he l voedselve rb ru ik van een vo lwassen man of per qucl
( = ee nh eid va n he l verb ruik di e reke ning houd! me i de lcefl ijd). Ik rekende de cijfers o m
naa r he l hoofd e lijk verbruik . 36. D e gegeve ns ove r de broodco nsumpt ie van de arbcidcrsgczinnc11 zijn
:~fkom s ti g
uit de
boe kho udim?. va n ve rbruik scoöperati even.
37.
Peter Priester
De Be lgische klei nha nde lsprijzen lagen in de wirlie r va n 191RII919 zowal 8 à 10 maal
hoge r da n in april 19 14 ! H et land kende één van de hoogs te innaticvoclcn van E urop;.1.
3 P. Scho ll ie rs & C. Vandenbroe ke . "The 1ransi1ion fro m Iradilio nall o modem pa llc m s of de mand in Be lgium ·, in: H. Baudel e n H. V:m de r Mc ulc n. a.w .. 3R-39. Dil fe nomeen 1rof de lijdgenoo i in hoge mate . 5 . Stre uve ls bij v. schre ef uit gebreide passages ove r de ve ra nde rde tewerkstc llingssiructu ur Lg.v. de Eerste We re ldoo rl og in zijn roma n Land en leven in Vlaanderen ( 1923): ·Knapen en koeiers late n de boer be ulen . begeven zich
r-
op ee n ambachL gaan in grote werkin gen van de heropbouw of trekken naar de fabrieken waa r zij. met acht-u re n-werk . toch hoge lonen ve rdienen ' (La nd l.' nle ven ;" Vlamulel'l~ll . in :
Volledig werk. dee l 3 . Brugge . 19ï2. p. 503). St rc uvcls beschrijft in e en twi ntigtal bladzijde n va n deze roma n de invloed va n de oorlog op het Vlaa mse pla tte la nd en in de Vlaamse steden . Hij be nad rukt e nerzijds de toe name va n de wel vaa rt voor a lle bevolkingslagen e n in het bijzonder voor de la ndbo uwe rs (' Zola ng de opbrengst der vruchte n maa r voorde lig is en aa n prijs blij ft. de daglonen hoog zij n en 't werk e n geldwinning goed gaa t. wa aro m zo u me n nie t gerust op twee o ren slape n'!' - p. 501 ). Hij o nde rstreept ande rzijds het ve rdwijne n van de traditionele waarde n, ge bruiken e n ze den. 39. Zie noot 4. Evenee ns P.L. Ya tes . Food, land and manporver in Westem-Europe, Lo nden - New Yo rk . 1960. p. 238 . 40. S. Streuve ls . Land en leven in Vlaanderen , in : Vo lledig werk , deel 3 , Brugge , 1972 , p. 51 0.
Agrarische produktie en werkgelegenheid in een Groninger gemeente: Beerta, 1800 1870 Analyse van een intensiveringsproces * 1 Inl e iding
In de eerste helft van de 19de eeuw vo nd er ee n prod ukti egroei plaa ts in de Nede rl an dse akkerbouw. Hoe groot di e groe i was , is niet precies bekend . Landelijke stat isti eke n zijn e r voo rlopi g pas va naf 1842. Alleen va n de provincie Gro ninge n zij n produktiegegevens bekend va naf het begin va n de 19de ee uw . U it deze gegevens, die me t he t verschijnen va n de publikaties van G ri ffith s e n De Meere 1 in de belangstelling zijn ge kome n , valt ee n reële en nom ina le groe i van de agra risc he produktie in deze provi ncie af te leze n. Vermoedelijk heeft ee n dergelijke groei ook e lde rs in Nede rl a nd plaatsgevo nd en. He t is ni et du ide lijk hoe die groei to t stan d is ge kome n. Griffiths en De Meere noemen we liswaar ee n aa nt al mogelijke ve rkl aringsfacto ren , maa r het onderzoek naar he t re latieve aa nd eel va n verschille nd e factoren moet nog plaa tsvinde n. He tzelfde ge ldt e igen lijk voor de gevolgen va n de produktiegroei op de ag rari sche werkgelegenheid en de de mografische o ntwikk eling. De bevo lking van Nederland na m in de eerste helft van de 19de eeuw met ongevee r de helft toe . Het platleland had een belangrijk aa nd eel in die groei, en het is dan ook ze ker va n belang te o nd erzoeken , in hoeverre de toename van de prod uktie voldoe nd e was om een groeiende plattelandsbevolking werkgelegenheid .te bieden. Of was het ande rsom ? Heeft die bevolkingsgroei de agrarische sector juist gestimul ee rd doo r een grote re vraag en het e las lisch aa nbod va n arbe id ? Demografische va riabe le n a ls migratie , huwelijksleeftijd e n -vruchtbaarhe id zijn sterk afu ank elijk van ontwikk e linTijdschrift voor Sociale Geschiedenis. elf de jaargang, 1111111111er I . fe bruari 1985