Ooggetuigen Verslag van een groeiend vertrouwen Catechese in voorbereiding op de plechtige geloofsbelijdenis Voor 12-jarigen
Map voor de catechist
De redactie: - Greet Denolf (secretariaat) - Ria Dereymaeker - Eva Gelper - Chris Smits - Steven Wielandts De liturgische werkgroep: - Ria Dereymaeker - Filip Hacour - Felix Van Meerbergen - Paul Van Steen De leesploeg: - Jean Bastiaens - Lutgard De Vos - Annemie Dillen - Iny Driessen - Kristof Struys - Kristl Van Cleemput - Paul Van Steen - Karin Vervliet De filmploeg: - Benjamin Goyvaerts (acteur) - Jan Goyvaerts (assistentie) - Thomas Goyvaerts (scenario, regie, beeld en montage) De gedichten over verrijzenis zijn van de hand van: - +Godfried Kardinaal Danneels - Lutgard De Vos - Iny Driessen - Jan Lagae - Erik Stynen - Paul Van Steen Tekeningen: Broeder Paul Delmé, OCD Vormgeving: Toon Van Wambeke (www.bullseyegraphics.be) Eindredactie Ria Dereymaeker
Contactadres: “Verkondigen” Varkensstraat 6 2800 Mechelen telefoon 015 29 84 53 e-mail
[email protected] [email protected] www.groeieninhetgeloof.be
2
Inleiding
Beste catechist, Deze catechesemap richt zich tot 11-12-jarigen die zich voorbereiden op de viering van de plechtige geloofsbelijdenis. Deze groep kinderen, meestal uit het zesde leerjaar, is heel verscheiden als het op gelovige vorming aankomt: sommigen zijn sinds hun eerste communie niet meer in aanraking met de kerk geweest, tenzij via de school, anderen hebben dan weer regelmatig met hun ouders aan het parochieleven deelgenomen of kregen een gelovige basis mee van thuis uit. Deze map wil al deze kinderen de kans geven thuis te komen in het christelijk geloofsverhaal en met hen op weg gaan om een relatie met de levende God op te bouwen. De bedoeling is dat ze op het einde van het catechesejaar met overtuiging zelf in een plechtige viering hun geloof kunnen uitspreken, of in tekenen en gebaren uitdrukken. Dit vraagt natuurlijk heel wat van jou als catechist. Eerst en vooral durven wij hopen dat je zelf een beetje vertrouwd bent met de christelijke geloofsschat en dat je jouw band met God een plaats hebt kunnen geven in je leven. Bovendien gaat dit catecheseproject ervan uit dat je een grote openheid voor kinderen kan opbrengen, en dat je in staat bent hen de tijd en de ruimte te laten zelf een geloofsweg te gaan. De werkvormen in deze map zijn in functie daarvan gekozen. Het zal er nooit om gaan dingen te kunnen onthouden en correcte antwoorden te kunnen formuleren. Altijd weer zullen kinderen uitgedaagd worden om zelf kleine stapjes van geloof te zetten, om dichter bij hun geloofsbeleving te komen en nieuwe geloofservaringen op te doen. Soms zal je als catechist niet goed zien of ze wel stappen zetten, en welke. Dit is eigen aan elk begeleidingswerk. We beseffen dat dit af en toe voor jou moeilijk kan zijn, maar we geloven in de kracht van het zaaiwerk dat catechisten verrichten en zijn er van overtuigd dat het vrucht zal voortbrengen. Er zijn een aantal praktische aandachtspunten die we hier even voor jou op een rijtje willen zetten: - Eerst en vooral denken we dat het goed is de map op voorhand in zijn geheel door te lezen. Zo krijg je de inhoudelijke lijn te pakken. Tegelijk kan je zo ook al een paar noodzakelijke afspraken regelen (een getuige voor bijeenkomst 2 of een werkplaats voor bijeenkomst 4) of wat voorbereidend praktisch werk doen (knippen, plakken, lamineren,…). - Elke bijeenkomst duurt twee uur. De bijeenkomsten zijn echter zo opgebouwd dat je elke bijeenkomst ook kan splitsen in twee bijeenkomsten van telkens één uur. (splitsingsmoment: de “pauze”). Voor wie twee uur werkt, raden we aan een pauze in te lassen van tien tot vijftien minuten. Zeker voor wie daarna aansluitend nog een viering heeft, bevelen we ten sterkste aan in de pauze ook een hapje en een drankje te voorzien. - De bijeenkomsten gaan ervan uit dat je werkt met groepjes van ongeveer 10 kinderen. Ze kunnen dus zowel in een huiskamer als in een parochielokaal plaats vinden. Ook de vieringen (de verzoeningsviering in bijeenkomst 6 en de eucharistieviering in bijeenkomst 8) zijn bedoeld om in deze kleine groepen te laten plaats vinden. Het is echter niet uitgesloten dat deze ook met meer groepen samen gevierd worden.
3
- Centrale figuur in de catechesemap is Teofil. Hij loodst de kinderen doorheen het Lucasevangelie. De inbreng van Teofil is beschikbaar op DVD. Voor catechesegroepen die geen projectiemateriaal (een TV en dvd-speler, een laptop, eventueel met een beamer) ter beschikking hebben, wordt de boodschap van Teofil ook op papier gezet, vormgegeven als een blog. Een goede acteur in de catechistenploeg is natuurlijk ook een zegen, dan kan Teofil elke keer in levende lijve aanwezig zijn. - Aan het einde van elke bijeenkomst geven we je een aantal liturgische suggesties mee. Dit zijn geen uitgewerkte catechese-vieringen, maar wel tips om op een zinvolle manier de catechese te integreren in de zondagsliturgie. - Het is best mogelijk dat je nog wat extra achtergrondinformatie wil bij de verhalen uit het evangelie. Hiervoor werken we een aparte bijlage uit. - Het is best mogelijk dat je vanuit je ervaring en eigen creativiteit nog andere ideeën hebben. Het staat je natuurlijk vrij om die in de catechesebijeenkomsten te verwerken. Deze map wil een houvast zijn, geen dwangbuis. Trouwens, goeie ervaringen en tips, mag je ons altijd toesturen, wij zetten ze dan op de website zodat ze alle catechisten in Vlaams-Brabant van dienst kunnen zijn. Voor de Bijbelteksten is gebruik gemaakt van de interconfessionele BIJBEL in De Nieuwe Bijbelvertaling, NBG/KBS, 2004. Dit catecheseproject kwam tot stand binnen het kader van het Centrum voor Christelijk Vormingswerk (CCV) en de Interdiocesane Jeugddienst (IJD) Wij hopen dat deze catechesemap in zeer veel parochies gebruikt zal worden, zodat we onze kinderen “leven in overvloed” (Joh 10,10) kunnen aanreiken. Ria Dereymaeker Mechelen April 2008
4
Vooraf Na de inschrijving krijgen de kinderen deze brief als uitnodiging:
Hallo! Ik ben Teofil. Je ke nt me nog niet, m aar ik hoor net da komt. Tof! Ik zal er t jij ook naar de ca alleszins ook zijn. techese Dan vertel ik jou over een boek dat over mijn reisplann ik gekregen heb va en en n mijn vriend Luca s. De eerste keer zal ik er zijn op .....om ....u. Kom je ook? We gaan samen aa n de slag tot ...u. H et adres is:............ .... O ja, ook dit nog, ik zal je die eerste keer vertellen over ik kwam terecht mijn eerste uitstap bij mensen die no : g helemaal vol w Breng jij een foto ar en van een doopvier mee van jouw do ing. opfeest? Liefst eentje waa r je familie ook op staat. Dat vertelt gemakkelijker. Je mag ook je doop kaars meebrengen, die kunnen we in (neenee, de verlich de kerk dan gebrui ting is niet stuk, m ken aar dat is zo mooi, al die kaarsjes). Zal je er zijn? Ik w eet al dat ..... (namen van de ca techisten) er ook zu llen zijn. Dat zijn vrienden van Lucas. Zo kenn en jullie die metee n ook. Tot dan!
Teofil
PS. Vergeet je foto
en je kaars niet!
5
6
1
Bij de Jordaan Waar Teofil ontdekt dat God mensen graag ziet Doelstellingen qDe kinderen en de catechisten leren elkaar kennen. qDe kinderen en de catechisten worden een groep. qDe kinderen leren Teofil kennen. qDe kinderen verkennen wat ze zoal weten over Jezus. qDe catechisten leren de beginsituatie van de kinderen kennen: wat is hun voorkennis, hoe staan ze (in eerste instantie) tegenover geloven en wat is hun referentiekader? qDe kinderen ervaren wat het betekent als iemand zegt: “jij bent mijn geliefd kind”. qDe kinderen leren een eerste betekenis van het doopsel kennen.
Werkwijze De catechist verwelkomt de kinderen. Kennismakingsspel | 30’ Voor de catechist: we bieden hier verschillende soorten spelletjes aan, die elk een beetje verschillend zijn qua doelstelling. Bij de eerste twee spelen is het eerder de bedoeling elkaar bij naam te leren kennen, het derde spel beoogt eerder een diepere kennismaking. In sommige groepen (waar de kinderen bv. allemaal uit dezelfde klas komen) kan je het leren van de namen misschien wel overslaan. Opdracht 1: journalistenspel Ga in groepjes van 2 zitten (bij onpaar aantal doet de catechist mee). Vertel aan elkaar in twee minuutjes wie je bent: qHoe heet je? qWaar woon je? qWie zijn je broers en zussen? qWaar ga je naar school? qWat is je favoriete hobby en waarom? Daarna komen we terug in de kring zitten. We stellen elk onze gesprekspartner voor aan de rest van de groep. Opdracht 2 Ga op een rij staan en probeer in stilte in de juiste volgorde te gaan staan: - qvan klein naar groot - qen dan op schoenmaat - qen dan alfabetisch op voornaam. Dit spel wordt nog leuker als alle kinderen boven op een stoel staan en de grond niet mogen raken om zich te schikken... Geef als begeleider wel telkens aan waar bv. de kleinste en waar de grootste moet terecht komen.
7
Opdracht 3: Ganzebordspel Spelregels Dit spel wordt ongeveer gedurende een twintigtal minuten gespeeld, met 4 à 5 kinderen per speelbord. De eerste speler begint en gooit met een dobbelsteen en zet zijn pion zoveel plaatsen vooruit. De persoon voert de opdracht uit en de volgende speler is aan de beurt. Deze mag niet op een plek komen waar reeds iemand staat dus hij gaat steeds verder naar de eerst volgende vrije plek. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
Zeg van elke speler zijn of haar naam en voornaam. Vraag aan elke speler waar hij of zij woont (de tweede en volgende die hier op komen, herhalen waar iedereen woont) Beeld uit wat je graag doet. De andere spelers raden wat jij uitbeeldt. Zeg van elke speler welke haarkleur hij of zij heeft. Je mag één plaats vooruit! Vraag aan elke speler hoeveel broers en/of zussen hij of zij heeft (kom je hier als tweede of volgende dan probeer je bij iedere medespeler te zeggen hoeveel broers en/ of zussen hij of zij heeft). Vertel aan de spelers wat je graag eet. Vertel aan de anderen waarvoor jij bang bent. Vertel welk liedje jij graag hoort. Oei, je moet één plaats terug. Vraag aan een speler om zijn of haar lievelingsdier uit te beelden. Jij raadt wat het is. Jouw buren mogen helpen. Vertel aan de spelers wanneer of waarom je boos wordt. Vertel wat je graag zou willen worden. Vertel aan de anderen waar jij het liefst naartoe gaat. Het bos of het strand? Zeg er ook bij waarom, wat jou in bos of strand aantrekt. Eventjes uitrusten…. lekker niets doen! Geen opdracht! Vertel aan alle spelers wat jou blij maakt. Vraag aan een speler om een muziekinstrument uit te beelden (dat ze graag zouden kunnen bespelen). Jij raadt wat het is. Jouw buren mogen helpen. WIJ. Zing samen een lied, jij mag kiezen welk. Vertel de anderen wat jou verdrietig maakt. Je hebt elkaar nu beter leren kennen! De eerste kennismakingsronde is voorbij!
1
2
3
4
5
10
9
8
7
6
11
12
13
14
20 ~~
19
18 D
17
k 16 H
ik en jij samen wij 8
15
Kennismaking met Teofil | 5’ Projectie van een DVD waarop Teofil zichzelf voorstelt. Voor wie geen DVD ter beschikking heeft, wordt dit stukje weergegeven als een “blog” (een kortverslag van de dag, vormgegeven als een dagboek op het internet) in de map van de kinderen. Niets belet natuurlijk dat een catechist in de rol van Teofil kruipt… Hoi! Ik ben Teofil en ik ga op reis! Via deze blog hou ik jullie op de hoogte van mijn belevenissen. Waar ik naartoe ga, vraag je? Tja, ik weet het zelf nog niet zo goed. Vind je me een beetje gek? Wel, het zit zo. Ik had al even in de gaten dat er bij ons in de buurt mensen leven die zichzelf christen noemen. Ik had al opgemerkt dat zij hele fijne mensen zijn. En dus dacht ik: mijn vriend Lucas, die is ook christen, laat ik hem wat meer uitleg vragen. Nu is Lucas iemand die alles grondig doet. In plaats van mij in ’t kort even uit te leggen hoe dat nu precies zit met die christenen, heeft hij me direct een gans boek over het leven van hun stichter, Jezus van Nazareth geschreven. Ik heb dat boek van Lucas van ’t begin tot het einde uitgelezen en ik ben er van onder de indruk. En dus dacht ik: laat ik eens naar dat land van Jezus op reis gaan. En hier ben ik dus, gepakt en gezakt, klaar om te vertrekken. Ik zal jullie af en toe een berichtje sturen. Willen jullie me wel af en toe ook antwoorden? Ik ben nl. razend benieuwd wat jullie van die Jezus denken en of jullie ook christen willen worden. Allez, vooruit, daar gaan we... Teofil. Jezus... wie is dat? | 20’ De catechist nodigt de kinderen uit, de titel van een verhaal over Jezus op te schrijven dat ze zich kunnen herinneren. Een paar mogelijke richtvragen: - q Welk verhaal over Jezus raakt jou? - qIs het een verhaal over Jezus of een verhaal dat Jezus zelf verteld heeft? - qWat ben je over jezus te weten gekomen in dit verhaal? Wat voor iemand is Jezus volgens dit verhaal? Hoe is zijn karakter, wat vindt hij belangrijk? Waaraan merk je dat in het verhaal? - qWaarom spreken die dingen je zo aan in Jezus? Ervaar je die dingen ook wel eens in je dagelijks leven en hoe is dat dan? Voor de catechist: geef de kinderen voldoende tijd, zodat ze allemaal de kans krijgen iets te noteren. Ze hoeven het verhaal niet uit te schrijven. Deze schrijfronde heeft tot doel de kinderen ook echt bij hun eigen herinneringen te brengen en te vermijden dat alleen de snelsten straks iets weten te vertellen en de rest met een “ik ook” zich geruisloos aansluit of verschuilt. Nodig materiaal: papier, schrijfgerief, sets van kaartjes met emoticons (tip: je vindt een paar modellen in bijlage 1. Misschien bedenk jij er nog andere. Maak er direct voldoende, eventueel gelamineerd of geplastificeerd, we zullen ze in de loop van het catechesejaar nog vaak gebruiken.) Uitwisselingsronde. De catechist vraagt aan elk kind: - qWelk verhaal over Jezus heb jij onthouden? - qWaarvan ken je dat verhaal? Waar heb je dat gelezen, wie heeft jou dat verteld? - qWat vind je van dat verhaal? Aan de hand van kaartjes met emoticons mogen de kinderen aangeven wat ze van het verhaal vinden. Ook de andere kinderen mogen eventueel aan de hand van emoticons op het verhaal reageren. Als laatste komt de catechist aan het woord om dezelfde vragen te beantwoorden: welk verhaal over Jezus heeft mij geraakt en waarom? Belangrijk is hier dat de catechist getuigend spreekt: waarom vind ik het de moeite waard om met Jezus op weg te gaan?
9
Met Teofil op weg naar de plechtige geloofsbelijdenis | 5’ De catechist verwijst nu naar de bedoeling van deze catechesebijeenkomsten: we bereiden ons voor op de “plechtige geloofsbelijdenis”. Dat wil zeggen: wat onze ouders en meter en peter uitgesproken en beloofd hebben bij ons doopsel, toen we zelf meestal nog baby waren, mogen we nu zelf uitspreken. Dat is niet niks. Om er achter te komen wat het betekent om gedoopt te zijn, lezen we na de pauze/volgende keer eerst een verhaal uit het boek dat Teofil van Lucas gekregen heeft over het doopsel van Jezus. Pauze | 10’ Teofil aan het woord... | 5’ Aangekomen! Wat is het hier mooi! Ik heb om te beginnen direct het mooiste plekje gekozen, de oevers van de Jordaan. Blijkbaar vinden de mensen hier deze plek ook heel mooi, want er waren heel veel wandelaars. Eentje wist me te vertellen dat er vroeger mensen gedoopt werden in de Jordaan. Daarover heeft Lucas ook iets verteld in zijn boek! Heel het volk liet zich dopen, en toen ook Jezus was gedoopt en hij aan het bidden was, werd de hemel geopend en daalde de heilige Geest in de gedaante van een duif op hem neer, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’ Het verhaal verkennen | 5’ Ten behoeve van de catechisten geven we hier het volledige verhaal. Het is niet nodig dat de kinderen dit ganse verhaal te horen krijgen, het citaat dat Teofil brengt, volstaat voor de doelstellingen van deze bijeenkomsten. Voor jou, als catechist kan het wel prettig zijn naar de context te kunnen teruggrijpen als de kinderen vragen stellen of als er onduidelijkheden rijzen. In het vijftiende jaar van de regering van keizer Tiberius, toen Pontius Pilatus Judea bestuurde, en Herodes tetrarch was over Galilea, zijn broer Filippus over het gebied van Iturea en Trachonitis, en Lysanias over Abilene, en toen Annas en Kajafas hogepriester waren, richtte God zich in de woestijn tot Johannes, de zoon van Zacharias. Daar ging Johannes in de omgeving van de Jordaan verkondigen dat de mensen zich moesten laten dopen en tot inkeer moesten komen, om zo vergeving van zonden te verkrijgen, zoals geschreven staat in het boek met de uitspraken van de profeet Jesaja: ‘Luid klinkt een stem in de woestijn: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden! Johannes zei tegen de mensen die massaal uitliepen om zich door hem te laten dopen: ‘Addergebroed, wie heeft jullie wijsgemaakt dat je veilig bent voor het komende oordeel? Breng vruchten voort die een nieuw leven waardig zijn, en zeg niet meteen bij jezelf: Wij hebben Abraham als vader. Want ik zeg jullie: God kan uit deze stenen kinderen van Abraham verwekken! Ja, de bijl ligt al aan de wortel van de boom: iedere boom die geen goede vruchten draagt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen.’ De mensen vroegen hem: ‘Wat moeten we dan doen?’ Hij antwoordde: ‘Wie twee stel onderkleren heeft, moet delen met wie er geen heeft, en wie eten heeft moet hetzelfde doen.’ Er kwamen ook tollenaars om zich te laten dopen, en die vroegen hem: ‘Meester, wat moeten wij doen?’ Hij zei tegen hen: ‘Vorder niet meer dan wat jullie is opgedragen.’ Ook soldaten kwamen hem vragen: ‘En wij, wat moeten wij doen?’ Tegen hen zei hij: ‘Jullie mogen niemand afpersen en je ook niet laten omkopen, neem genoegen met je soldij.’ Het volk was vol verwachting, en allen vroegen zich af of Johannes misschien de messias was, maar Johannes zei tegen hen: ‘Ik doop jullie met water, maar er komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om de riem van zijn sandalen los te maken. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur; hij houdt de wan in zijn hand om de dorsvloer te reinigen, het graan zal hij bijeenbrengen in zijn schuur en het kaf in onblusbaar vuur verbranden.’ Op deze en andere wijze spoorde hij de mensen aan en verkondigde hij hun het goede nieuws. Maar de tetrarch Herodes, die door Johannes was terechtgewezen in verband
10
met Herodias, de vrouw van zijn broer, en vanwege al zijn andere wandaden, voegde aan alle slechte dingen die hij had gedaan nog toe dat hij Johannes opsloot in de gevangenis. Heel het volk liet zich dopen, en toen ook Jezus was gedoopt en hij aan het bidden was, werd de hemel geopend en daalde de heilige Geest in de gedaante van een duif op hem neer, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’ Lc 3,1-22 De catechist geeft een paar woordjes verduidelijking: - qHet is Johannes de Doper die de mensen doopt in de Jordaan. - qDe mensen toen begrepen dit als een oproep tot bekering, als een daad waarmee je uitdrukt dat je vanaf nu opnieuw wil beginnen en je leven op God wilt afstemmen. Met het water worden al je “fouten weggespoeld”. Het gaat hier immers over volwassenen en niet over baby’tjes. De kinderen mogen reageren: - qWat valt hen op in het verhaal? - qWat geeft te denken? Het verhaal uitdiepen | 30’ Er zijn verschillende mogelijkheden om met dit verhaal te werken: Mogelijkheid 1: werken met de eigen doopfoto’s We bekijken samen de foto’s van het eigen doopsel. Elk kind mag een beetje vertellen: wie staat er allemaal op, wie was er misschien per ongeluk niet, hoe staan de mensen erbij, wat gebeurt er allemaal? Het is de bedoeling dat dit een gezellig gesprek wordt. Waaraan kan je allemaal merken dat de mensen dit kindje (jou!) heel graag zien? Zeggen ze dat nu soms nog tegen jou, dat ze je graag zien? Kijk eens terug naar het verhaal over het doopsel van Jezus: wie zegt daar tegen hem dat Hij hem heel graag ziet? Staat die ook bij op onze foto’s? Heeft Hij dat ook gezegd toen wij gedoopt werden, denk je? Als de kinderen hierop “neen” antwoorden, kan je doorvragen naar waarom Hij dat bij Jezus dan wel deed: op die manier kan je het unieke van Jezus al beginnen aanbrengen. En dan toch verder zoeken: ook al hebben we zijn stem niet gehoord, misschien was Hij toch wel aanwezig, want God heeft alle mensen lief. Als ze “Ja” zeggen, kan je eerst vragen naar “hoe dan wel” en dan doorvragen naar wat dat dan betekent als hij dat zowel tegen Jezus als tegen alle gedoopten zegt (oneindig grote liefde voor alle mensen, dus ook voor mij...).
- -
-
Tips voor de catechist: 1Laat de kinderen maar vrij nadenken, er zijn geen “juiste” antwoorden. 1Wees alert als je voor deze werkvorm kiest. Blijf niet te lang stilstaan bij de “schattige kindjes” en de familieanekdotes (het mag wel even, tenslotte is dit ook nog een mooie vorm van kennismaking met elkaar, maar houd het onder controle). Houd er ook rekening mee dat er een reële kans is dat de familiebanden van de kinderen al lang niet meer dezelfde zijn als op de foto’s. Zorg dat je op die manier de doelstelling (ervaren wat het betekent geliefd kind van God te zijn) niet voorbij schiet. 1 Als je niet voor deze werkvorm kiest, laat je de vraag om foto’s mee te brengen best weg uit de uitnodigingsbrief.
Mogelijkheid 2: werken met symboolpanelen Achtergrondinformatie voor de catechist. Bijbelverhalen lees je niet op dezelfde manier als een krantenartikel, een geschiedenisboek, een liefdesbrief of een gedicht. Toen men deze verhalen opschreef, maakten de schrijvers ook
11
gebruik van symbolische taal. Om de bijbelse verhalen te begrijpen, is het dan ook nodig te durven overstappen van de vraag “is dat werkelijk zo gebeurd?” naar de vraag: “wat wil dat verhaal ons vertellen? Wat wil het ons vertellen over God en mens?” Het werken met symboolpanelen is geïnspireerd op twee franse catechetische methodieken, één die je best kan beschrijven als een poging tot bijbelse catechese door middel van tekeningen en één die de nadruk legt op de symbolische betekenis van de bijbelse teksten. De werkvorm zoals wij hem hier uiteindelijk beschrijven, werd uitgewerkt door Reinhilde Houtevels – Minet (Maison de la P(p)arole Kikayone in Sint-Lamberts-Woluwe) Bij het werken met symboolpanelen worden er vier stappen doorlopen. De vijfde is een uitwisseling met elkaar, het vertellen van de eigen ervaringen aan de anderen. De uitbeelding van de tekst, gebeurt aan de hand van een reeks gestileerde tekeningen. We beschrijven de werkvorm hier stap voor stap. stap 1 De catechist leest het verhaal nog eens voor en situeert het in het boek van Lucas. Wat was er voordien gebeurd, hoe komen de personages terecht in de situatie waarin ze nu verkeren. Waar speelt het zich af en wanneer? Concreet: Jezus is uitgegroeid tot een volwassen man, iemand die doelgericht aan zijn levensopdracht begint. In die tijd trad ook Johannes op. Hij leefde aan de rand van de woestijn. Hij riep mensen op om anders te gaan leven. Hij riep op tot gerechtigheid. Heel wat mensen lieten zich door Johannes dopen en ook Jezus gaat mee in de rij staan om gedoopt te worden. stap 2 vragen en verbanden. a. Zijn er vragen naar extra uitleg? Woorden die niet begrepen worden, iets dat men niet goed kent... het gaat hier om vragen op het puur letterlijk niveau. Wat deze tekst betreft zouden bv. volgende vragen kunnen komen: - Wat is een tetrarch? De titel tetrarch geeft aan dat de koning zelf ook een onderdaan van de keizer van Rome is (hij is dus niet koning in de betekenis van “de grote baas”) én dat hij slechts heerst over een kwart van een bepaald gebied, er zijn dus nog drie andere koningen die elk over een ander stukje van dat gebied heersen. - Wat is een hogepriester? Een hogepriester is in het jodendom de leider van de priesters die de tempeldienst verrichten. - Wat is inkeer? Andere woorden hiervoor zijn bezinning, berouw,... - ... b. Aan welke teksten van de bijbel (zowel uit het oude als het nieuwe testament) of aan welke elementen van de liturgie doen sommige woorden, uitspraken, beelden je denken? (het is goed mogelijk dat hier niet veel uitkomt, maar toch maar even proberen...) - Pontius Pilatus: lijdensverhaal van Jezus - Herodes: kindermoord in de tijd dat Jezus geboren werd - Duif: ark van Noach - Galilea: plaats waar Jezus ging verkondigen, plaats waar hij de eerste leerlingen riep - Woestijn: bekoringen - Heilige Geest: Pinksteren - ... c. Vragen naar de inhoud van de tekst. Wat gebeurt hier eigenlijk, verstaan we dat? Wat strookt er niet met de logica? Waarom zijn sommige details vermeld? Dit zijn vragen waarop geen duidelijk of juist/ fout antwoord te formuleren valt, maar waarover je samen met de groep in gesprek zult moeten gaan. Hoe verstaan anderen het, wat zouden zij hier op zeggen? stap 3 het verhaal. Na al wat we gehoord hebben... kunnen we nu uit het verhaal halen wat voor ons belangrijk is. Is er een beweging in het verhaal? Welke? Wie speelt er mee in het verhaal? Wat gebeurt er met die mensen? Treedt er een verandering op? Je kan de kinderen alle personages die voorkomen laten onderlijnen in hun tekst. Vergeet de stem niet! Dan kijken met welke personages er iets gebeurt. Wie doet wat? Wie overkomt wat? stap 4 het symboolpaneel De kinderen worden in groepjes van maximaal 5 verdeeld.
12
Ieder groepje krijgt een prikbord of legblad en een set symboolfiguren. Vermits dit de eerste keer is dat je hiermee werkt, zal je de kinderen even toelichting bij de figuren moeten geven. Opdracht voor de kinderen: beeld deze situatie uit met behulp van de symbolen. De catechist gaat in elk groepje even kijken of het werkt. Welk symbool willen we gebruiken? Waarom dat symbool? Waarom in die houding? Een uitdaging: tussen de symbolen zit er geen stem of duif. Hoe kan je die dan weergeven? Kom niet te snel met oplossingen aandraven, maar ga in gesprek met de kinderen. Wat zouden zij kiezen? Waarom? stap 5 uitwisselen Aansluitend bekijken we met alle kinderen samen de verschillende taferelen. Elk groepje mag zijn tafereel ook verduidelijken. Ook de catechist stelt verduidelijkende vragen. Belangrijk om op het spoor te komen: waar staat Jezus, waar staat God, waarom heb je dat zo in beeld gebracht? Tips voor de catechist - qIn een aparte bijlage (2) vind je al het nodige materiaal om te werken met symboolpanelen en ook de uitleg bij de symbolen. - qOnderschat het knipwerk dat je vooraf hebt niet! Misschien is dit wel een kans om ook andere mensen uit de parochie – die eerder talent hebben om dingen te doen in plaats van te vertellen - op een actieve manier bij dit catecheseproject te betrekken. Mogelijkheid 3: creatieve verwerking De kinderen mogen het tafereel bij de Jordaan zelf schilderen. Opdracht: beeld je in dat jij die Jezus bent. Zorg dat je in beeld probeert te brengen hoe jij je daarbij voelt. De catechist houdt dit een beetje in de gaten terwijl de kinderen aan het schilderen zijn (niet sturen, wel bij de opdracht houden). We organiseren een kleine tentoonstelling. De kinderen geven elkaar wat toelichting bij hun schilderij. Hoe hebben ze Jezus geschilderd en waarom? Tips voor de catechist. Deze schilderijen kunnen eventueel ook achteraf in een viering nog gebruikt worden, of aan de ouders getoond. Mogelijkheid 4: het verhaal spelen We staan stil bij het zinnetje “Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde”. De catechist vraagt aan de kinderen om elk apart en in stilte even na te denken over volgende vraagjes: - Tegen wie zou jij allemaal willen zeggen “Ik zie jou heel graag, ik ben blij dat jij er bent”. - Kies één iemand uit tegen wie jij dat wel eens zou willen zeggen. - Denk nu goed na, want we gaan dit straks ook even doen, spelen, alsof die persoon er is. Met welke stem zou je dit willen zeggen: heel zachtjes, gewoon, of net heel luid, zodat iedereen het kan horen? En waar wil je bij die persoon gaan staan: vlak naast, voor, van aangezicht tot aangezicht, of achter, met je armen om hem/haar heen, of boven op een toren/in een boom... - Hoe zou je dat hier straks willen spelen, heb je iets nodig? Wil je graag dat iemand de persoon tegen wie jij spreekt, speelt? Hoe moet die zich dan houden? - Als iedereen klaar is mag elk kind om beurt dit stukje spelen, deze zin zeggen tegen wie en zoals hij zou willen. Alleen als het nodig is stelt de catechist het kind een bijkomende vraag. Als iedereen gespeeld heeft, gaan alle kinderen samenzitten in een kring om het spel te bespreken. - Hoe was het om dit te doen? - Hoe denk je dat dit aankomt bij degene tegen wie je spreekt? - God heeft dit tegen Jezus gezegd. Hoe denk je dat de relatie tussen God en Jezus is? Tips voor de catechist - qDit is een vorm van bibliodrama. Je kan daar meer over lezen in Bibliodrama begeleiden. Wegwijzers voor de praktijk, van Jean Agten, Erik Herrebosch, Katelijne
13
Verduyn en Liliane Vervoort, uitgegeven bij Garant (Antwerpen, 2007)
- qAls de nabespreking voor jouw groep te moeilijk om te verwoorden is, kan je hier ook weer werken met de emoticon-kaartjes. Een berichtje van Teofil | 5’ De kinderen krijgen nu een individuele verwerkingsopdracht. Op hun werkblad vinden ze een berichtje van Teofil met een vraagje waar ze elk voor zichzelf mogen op antwoorden (schriftelijk). Deze verwerking is persoonlijk, er wordt niet gecontroleerd op juistheid, de catechist gaat alleen even kijken of de kinderen er weg mee weten. Het berichtje van Teofil: Hoi! Het doopsel van Jezus in de Jordaan, waar Lucas over schrijft, heeft nogal indruk gemaakt op de mensen hier. Ze spreken er nu nog over! En vooral wat God gezegd heeft: : ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’ Stel je eens voor dat God dat ook tegen jou zegt! Hoe zou jij je daarbij voelen? Ik ben benieuwd naar je antwoord! Groetjes, Teofil. Eventueel kan je na het individuele werk van de kinderen, kort even de kans geven uit te wisselen, maar zeker geen rondje afwerken, het is niet verplicht dit persoonlijk werk met de rest van de groep te delen. Tip voor de catechist. Deze verwerkingsopdracht zal in elke bijeenkomst terugkeren. Probeer er telkens een echt rust- en verwerkingsmoment van te maken. Gebedsmoment | 5’ Voor het gebedsmoment zoeken we een ander plekje op, om duidelijk aan te geven: nu gaan we iets anders doen. Dat “ander plekje” kan heel eenvoudig een ander stukje van je woonkamer of je lokaal zijn, maar als je naar de kapel kan gaan is dat natuurlijk ook ok. Zorg alleszins dat je een vast gebedshoekje hebt, waar de kinderen eventueel op de grond kunnen gaan zitten en waar je een sfeer van rust en bezinning kan creëren. Elke gebedsviering volgt een vast stramien, om de herkenbaarheid voor de kinderen te vergroten. Dit brengt rust. In ieder gebedsmoment is ook een moment van stilte ingebouwd. Dit zullen de kinderen geleidelijk gewoon moeten worden. Dit wil zeggen dat je als catechist telkens goed zal moeten aankondigen dat er nu een stiltemoment komt en wat de bedoeling is: we proberen te laten doordringen bij onszelf wat er tot nog toe gezegd is en eventueel eens na te denken wat we hierover tegen God zouden willen zeggen. Of misschien is er wel iets anders wat we heel graag aan God willen toevertrouwen. Deze eerste keer hou je het stiltemoment heel kort 15 à 30 seconden maximum. Doorheen de volgende bijeenkomsten bouw je de lengte dan geleidelijk op. Nog een suggestie: gebruik een mooie bijbel om uit voor te lezen, dit is liturgisch veel sterker dan een blaadje papier! Kruisteken We lezen een stukje uit het boek van Lucas Heel het volk liet zich dopen, en toen ook Jezus was gedoopt en hij aan het bidden was, werd de hemel geopend en daalde de heilige Geest in de gedaante van een duif op hem neer, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’ Gebed door de catechist Goede God, Jij zegt tegen elk van ons: “ik zie je graag”.
14
We worden er een beetje stil van. En ook wel dankbaar, want hoewel we het nog niet heel goed begrijpen, vermoeden we wel dat dit iets heel bijzonders is. Help ons, God, doorheen dit catechesejaar, om jou een beetje beter te leren begrijpen. Misschien lukt het ons dan ook wel om meer verbonden met jou te gaan leven. Amen Stilte Voorbeden door de kinderen Is er iets dat je nog wil vragen aan God? Is er iets waarvoor je wil danken? Kruisteken
Om thuis nog eens over te praten of na te denken Aan het einde van elke bijeenkomst geven we de kinderen nog een kleine opdracht voor thuis mee. Dit heeft als doel de catechesebijeenkomst nog wat te laten doorwerken. Een tweede doelstelling is om op die manier ook de directe omgeving van het kind (ouders, grootouders, leerkrachten,...) inhoudelijk wat mee op sleeptouw te nemen. Je vraagt hier best even naar bij het begin van de volgende bijeenkomst. Ga eens op interview uit: welke verhalen van Jezus kennen je ouders nog? En je grootouders? Vraag hen ook maar eens wat hun favoriet verhaal is en waarom?
Tips voor een eventueel aansluitende zondagsviering/startviering. Catechese en vieren horen samen. Wat we meegemaakt hebben, wat we hebben beleefd en doorzien in de catechese, dat moet gevierd worden. Daarom bieden we je na elke bijeenkomst enkele tips om de catechese ook aan bod te laten komen in de weekendliturgie van je (parochie)gemeenschap. Het zijn geen uitgewerkte “catechese-vieringen”, enkel een paar liturgische suggesties die aansluiten bij de voorbije catechese-bijeenkomst. Er is geprobeerd om verspreid over de tien bijeenkomsten, telkens verschillende delen van de liturgie aan bod te laten komen: nu eens worden de kinderen betrokken bij de eerste lezing, dan bij het onze vader, dan bij een schuldbelijdenis, enz. Vooraf willen we je voor alle gezinsvieringen die je in het kader van dit catecheseproject zou willen organiseren, deze gouden regel meegeven: een goede gezinsviering gebeurt met en door kinderen en volwassenen samen. Kinderen en volwassenen hebben niets aan een “ verkinderlijkte” viering. Daar worden volwassenen toeschouwers, niet betrokken en niet aangesproken. En in een viering met volwassenen alleen, daar voelen kinderen zich niet thuis. We mogen in geen geval deze vieringen alleen aan kinderen uitbesteden. Dit is een veel te zware opdracht. Maar het is vanzelfsprekend dat de kinderen af en toe op hun manier en in hun taal naar voor mogen komen, alleen of ook wel eens met een ouder. Ieder van ons, klein of groot, heeft God iets te zeggen ... en God heeft ook aan ieder van ons iets te zeggen. Graag een suggestie voor een viering na de eerste bijeenkomst. De start van de catechese kan best een aansluitende zondagviering gebruiken. Dan heb je meteen de band met de geloofsgemeenschap. Onze start mag goed gehoord worden! Concrete toepassing van wat een gezinsviering op het einde van de eerste bijeenkomst zou kunnen worden. Probeer om te beginnen 1 of 2 bouwstenen te zoeken die best passen bij het thema van de voorbije catechese: bouwstenen om een viering op te zetten.
15
Wil je dat eens opzoeken in de eerste bijeenkomst. In de catechesebijeenkomst krijg je vier mogelijkheden geboden om het verhaal uit te diepen. Afhankelijk van de gekozen werkwijze, kan je kiezen uit volgende elementen als bouwsteen in een startviering: Bij mogelijkheid 1: als je doopfoto’s of doopkaarsen laat meebrengen. Bouwsteen: na een lieve welkom, ga je het licht ontsteken aan de Paaskaars. Even vertellen dat die kaars voor ons het teken is van Jezus, die wij het licht van de wereld noemen. Daarna ontsteken we de doopkaarsen aan de Paaskaars. Drie kinderen kunnen zeggen; - ik wil graag in het licht van Jezus staan of, ik wil graag over Jezus vertellen...of, ik wil licht zijn, thuis en in de klas. Tip voor de catechist: plak best naampjes op de doopkaarsen, om verlies te vermijden… Bij mogelijkheid 2 en 3: werken met symboolpanelen of met creatieve verwerking. Bouwsteen: bij de offerande. 1 Eerst muziek en ondertussen omhaling en aanbrengen van brood en wijn. 1 Daarna vertellen en tonen wat je gezien hebt in de symboolpanelen of je brengt de schilderijen aan, ZICHTBAAR hangen en even vertellen. 1 Afsluiten met een lied. Bij mogelijkheid 4: het verhaal spelen. Bouwsteen: uit dit verhaal halen we het zinnetje; “ jij bent mijn geliefd kind”. Dit kan dan groeien naar voorbeden, zoiets als ... 1 Een kind bidt: Goede Vader, net als Jezus, mag ik je geliefd kind zijn. Je ziet me graag zoals ik ben. Help me om een lieve mens te worden. 1 Een ouder bidt voor haar eigen geliefde kinderen en voor alle kinderen die daar zijn. 1 Een ander iemand bidt voor alle ouders, dat zij de kracht en de inspiratie vinden om zo goed als God te zijn. Natuurlijk kan je deze bouwstenen ook combineren… In dit type gezinsviering, is er nog ruimte voor het bidden van priester en andere gelovigen, ruimte voor een verhaal. Ruimte ook voor groepszang of wat koorinbreng,... ruimte voor iedereen. Het is een edele kunst om dit alles mooi te doseren. Er kan een kaars meegegeven worden aan elk groepje. Dat kan best vanuit een zendingsmoment op het einde van de startviering, met zoiets als: Beste kinderen en goede catechisten, we willen jullie graag in vuur en vlam zetten bij de start van de catechese. Ieder groepje krijgt nu een kaars mee. Ze zal bij jullie blijven op elke bijeenkomst en daar aangestoken worden in het gebedsmoment. Veel goede moed ! We blijven aan jullie denken. Deze kaars kan dan vanaf nu dienen als “onze kaars” die bij het begin van ieder gebedsmoment wordt aangestoken. Deze kaarsen kunnen ook een plaats krijgen in de verzoeningsviering en zelfs in de feestelijke viering van de plechtige geloofsbelijdenis.
16
2
In de tempel Waar Teofil verneemt dat God vele namen heeft Doelstellingen: q De kinderen denken na over hun beeld van God. q De kinderen vergelijken hun beeld van God met wat Jezus ons in het tweede hoofdstuk van het evangelie volgens Lucas leert over God: God is een vader. q De kinderen leren het “Onze Vader”, voorlopig staan ze alleen nog maar stil bij het woordje “Vader”. (andere aspecten van het gebed zullen in latere bijeenkomsten aan bod komen)
Werkwijze: Even terugblikken op de opdracht voor thuis | 5’ Teofil aan het woord | 5’ Vandaag ben ik naar het dorp geweest waar Jezus is opgegroeid. ‘t Lag er wat verlaten en verkommerd bij. Zijn ouders wonen er natuurlijk al een hele tijd niet meer. De schrijnwerkerij van zijn vader Jozef stond ongeveer op instorten. Bij de buren was er wel nog iemand thuis. Daar ben ik heel gastvrij ontvangen, zeg! En vertellen dat die mensen konden. Ze herinnerden zich hun vroegere buren nog heel goed. Jozef en Maria hebben het niet onder de markt gehad met hun zoontje! Stel je voor, toen hij pas 12 was, namen ze hem eens mee naar Jeruzalem - dat is hier de hoofdstad - om samen pesach te vieren in de tempel. Goed, tot daar geen probleem. Maar wat blijkt bij de terugreis: meneerke is niet mee, meneerke is achtergebleven in de tempel. Konden Jozef en Maria helemaal terugkeren - te voet! - om hem te gaan zoeken. En weet je wat die dan zegt als ze hem uiteindelijk vinden? Waarom hebben jullie mij gezocht? Wisten jullie dan niet dat ik in het huis van mijn Vader moest zijn? Vreemde jongen! En hij had het niet over Jozef, hè, neen, hij noemde God zijn “Vader”. En over die God zat hij dus te praten met de geleerden uit de tempel. ‘t Zal je kind maar zijn! Een interview | 40’ De catechist toetst even bij de kinderen: als je vragen hebt over God en over Jezus, naar wie zou jij dan gaan? Welke mensen ken jij die iets over God weten? Opdracht in groepjes van 3: Straks komt er iemand/gaan we naar iemand aan wie we al onze vragen over God mogen stellen. In groepjes gaan we die vragen even voorbereiden. De kinderen schrijven in de kleine groepjes alle vragen op die ze willen stellen. Na deze brainstorming vergelijken ze even het resultaat, kwestie van niet allemaal hetzelfde te vragen of in herhaling te vallen. Misschien ook even afspreken wie wat zal vragen. Interview met de getuige.
17
Tips voor de catechist. 1 Zoek op voorhand iemand uit de parochiegemeenschap die naar je groep wil komen of bij wie je langs mag gaan. Dit is eventueel een mooie gelegenheid om de kinderen te laten kennismaking met de parochiepriester, de plaatselijke diaken of de pastoraal werker, maar het kunnen ook “gewone” parochianen zijn. God is te vinden bij gewone mensen, geloof is niet alleen een “zaak van de pastoor”. 1 Zie je op tegen de verplaatsing dan kun je ook op voorhand afspreken dat de hele bijeenkomst bij de getuige thuis kan doorgaan, of de getuige komt naar je vast catecheseadres. 1 De geïnterviewde hoeft geen uiteenzetting te geven. Er wordt hem/haar enkel gevraagd eerlijk te antwoorden vanuit zijn/haar eigen geloof. Hij of zij mag dus gerust ook een antwoord niet weten! 1 Ontdek je dat de kinderen toch echt wel nog andere mensen genoemd hebben naar wie ze met hun vragen zouden gaan? Dit kan een mooie opdracht als “huiswerk” zijn: stel je vragen ook eens aan iemand die jij genoemd hebt. Kom er in een volgende bijeenkomst dan wel even op terug! Pauze | 10’ Teofil aan het woord | 5’ Ik ben naar de tempel in Jeruzalem geweest! Ah ja, als Jezus daar als kind al zo graag bleef rondhangen, wilde ik het ook gezien hebben. Waauw, wat een prachtig gebouw! En volk! Er liepen ook geleerden rond. Die kleine jongen van toen herinnerden ze zich natuurlijk niet meer. Maar ik heb hen wel gevraagd, wat zij vertellen als kinderen hen vragen wie God is. En weet je wat ze toen zeiden? Als kinderen ons naar God vragen, dan vertellen we verhalen, verhalen van lang geleden, van Mozes bijvoorbeeld. Aan Mozes heeft God immers zijn naam verklapt... Ze hebben het ook aan mij verteld. God noemt zichzelf “Ik zal er zijn”. Dat staat in de boeken die wij nu het “oude testament” noemen. Wist jij al dat dit de naam van God was? Vreemde naam, hè! Daar wil ik meer over weten! Korte toelichting | 5’ Even toetsen of de kinderen Mozes kunnen situeren, anders kort even toelichten. (niet te lang bij stil staan, het gaat vooral over de naam van God, de rest van het verhaal van Mozes is op dit ogenblik niet zo belangrijk voor de kinderen) Kort gesprek met de kinderen | 10’ q Wisten jullie dat God een naam had? q Wat vinden jullie zelf van deze naam voor God? (eventueel emoticonkaartjes gebruiken, zodat iedereen kans heeft zich te uiten) q Wat zou die naam kunnen betekenen? Wat wil God eigenlijk zeggen? Tips voor de catechist. 1 Het is de bedoeling in dit gesprek het relationele aspect van God aan bod te laten komen. “Ik zal er zijn” heeft te maken met de aanwezigheid van God in het leven van ieder mens: je mag je aan hem toevertrouwen, je kan op hem rekenen als je troost nodig hebt, hij zal er ook zijn als je het niet vraagt of als je hem vergeet, maar hij blijft ook aan je schudden, hij houdt je wakker (dubbele betekenis van “Ik zal er zijn”) 1 Doseer goed je informatie volgens wat de kinderen aankunnen. Als je merkt dat ze afhaken, stop dan met dit gesprek, ga over naar de volgende werkvorm en probeer daarna de draad van het gesprek weer op te nemen. Namen en beelden voor God | 20’ De kinderen verkennen hun eigen namen en beelden voor God.
18
Mogelijkheid 1: namen voor God “kiezen”. De catechist legt verspreid op een tafel een heleboel kaartjes waar heel verschillende namen voor God op staan. De kinderen nemen rustig de tijd om wat rond de tafel te lopen en te verkennen welke namen er allemaal zijn. Eventueel mogen ze uitleg vragen als ze een naam niet goed begrijpen. Als iedereen de kans gekregen heeft om alles te bekijken en vragen te stellen, mogen de kinderen een emoticonkaartje leggen bij een naam die ze heel geschikt vinden, die ze zelf ook (zouden) gebruiken en eentje bij een naam die ze absoluut niet goed vinden. Als alle kinderen een kaartje gelegd hebben, volgt er een uitwisselingsgesprek. Alle kinderen mogen vertellen welke naam ze goed vinden en welke niet. En wat voor het gesprek vooral belangrijk is: wat vinden ze nu precies zo passend of ongepast aan deze naam? Tips voor de catechist: 1 Zorg dat alle kinderen aan bod kunnen komen én dat aan alle kinderen recht wordt gedaan: ook hier zijn geen juiste of foute, laat staan belachelijke antwoorden. 1Je kan een voorbeeld van mogelijke kaartjes met namen voor God vinden in bijlage 3. 1 Het kan een goed idee zijn om wat blanco kaartjes te voorzien, zodat de kinderen een naam kunnen opschrijven die niet in het rijtje voorkomt. Mogelijkheid 2: Schilderen Hoe stel ik mij God voor, wat eigenschappen betreft, niet wat het “uiterlijk” betreft? Misschien een paar voorbeelden van eigenschappen om uit te kiezen: veraf, almachtig, rechtvaardig, groot, hoog, onzichtbaar, licht, donker, dichtbij, in ieder van ons, in de natuur, standvastig, betrouwbaar, kleurrijk, lief, streng,... Heb ik een goed beeld dat dit kan uitdrukken? De kinderen gaan individueel met verf aan de slag om God te verbeelden. Achteraf: tentoonstelling. Elk kind mag vertellen waarom hij/zij God zo verbeeld heeft, geeft er ook wat uitleg bij. De catechist vraagt ook wat hij/zij vindt van deze God. Tips voor de catechist: Vermijd dat je twee bijeenkomsten na elkaar met de kinderen gaat schilderen! Mogelijkheid 3: Afbeeldingen van God De kinderen krijgen verschillende afbeeldingen/verbeeldingen van God te zien, verspreid over de tafel. De kinderen nemen rustig de tijd om wat rond de tafel te lopen en te verkennen welke afbeeldingen er allemaal zijn. Eventueel mogen ze uitleg vragen als ze een afbeelding niet goed begrijpen. Als iedereen de kans gekregen heeft om alles te bekijken en vragen te stellen, mogen de kinderen een emoticonkaartje leggen bij een afbeelding die ze heel geschikt vinden en eentje bij een afbeelding die ze absoluut niet goed vinden. Als alle kinderen twee kaartjes gelegd hebben, volgt er een uitwisselingsgesprek. Alle kinderen mogen vertellen welke afbeelding ze goed vinden en welke niet en vooral waarom ze de ene afbeelding passend vinden en de andere ongepast. Voor de catechist: een aantal mogelijke symbolische afbeeldingen voor God, vind je in bijlage 4. Jezus noemt God “Vader” | 10’ - Brainstorming. De catechist legt een groot blad papier op de tafel. Een grote flap aan de muur mag ook, of als jullie in een klas samenkomen is dit het moment om het bord eens in gebruik te nemen. In het midden van het blad/de flap/het bord schrijft de catechist: “vader” in grote letters. Alle kinderen krijgen een viltstift of een krijtje. Rodom het woord “vader” mogen de kinderen hun reacties op volgende vraag opschrijven: welke eigenschappen zien we allemaal in een goede vader? Tijdens het schrijven wordt er niet gepraat. De kinderen mogen wel een reactie schrijven bij iets wat iemand anders al had opgeschreven. - Vinden we deze eigenschappen van een goede vader terug in wat we net over God gezegd
19
hebben? Kort gesprek hierover met de kinderen. - Waarom denk je dat Jezus dit een goede naam voor God vond? - Welke overeenkomsten zie je met de naam “Ik zal er zijn” die Mozes leerde kennen? Een berichtje van Teofil | 5’ Hallo! Wat heb ik vandaag allemaal ontdekt, zeg! Er zijn wel heel veel namen voor God! Blijkbaar zijn er twee namen die de christenen heel belangrijk vinden: “Ik zal er zijn” en “Vader”. Wat vind jij eigenlijk van die namen? En wat heb jij vandaag voor nieuwe dingen over God geleerd? Schrijf je me even terug? Dankjewel! Teofil. PS. Ik ben heel moe nu, slaapwel! Gebedsmoment | 5’ “Onze” kaars aansteken bij een kruisbeeld. We gaan in de lichtkring van Jezus zitten. Kruisteken We lezen een stukje uit het boek van Lucas. Na drie dagen vonden Maria en Jozef Jezus in de tempel, waar hij tussen de leraren zat, terwijl hij naar hen luisterde en hun vragen stelde. Allen die hem hoorden stonden versteld van zijn inzicht en zijn antwoorden. Toen zijn ouders hem zagen, waren ze ontzet, en zijn moeder zei tegen hem: ‘Kind, wat heb je ons aangedaan? Je vader en ik hebben met angst in het hart naar je gezocht.’ Maar hij zei tegen hen: ‘Waarom hebt u naar me gezocht? Wist u niet dat ik in het huis van mijn Vader moest zijn?’ Meditatie door de catechist Jezus was veel samen met zijn leerlingen. Toch gebeurde het wel eens dat Jezus wegtrok, vroeg in de morgen. Hij zei dag en tot straks en ging de bergen in. Dat kon wel voor een hele dag zijn. In de late namiddag zagen de leerlingen Jezus aankomen op een bergpad. Het was eerst nog een witte stip en dan bij de volgende bochten werd de gestalte groter en groter. En toen kwam Jezus dichterbij. In de morgen had zijn gezicht veel rimpels. Hij had veel zorgen, zou men zeggen. Maar nu, nu straalde het gezicht van Jezus. Hij zag er zo gelukkig uit. Dag mijn goede lieve vrienden, zei Hij. Ik ben zo blij. Ginds op de berg heb ik kunnen spreken met God. Ik noem Hem altijd “ Vader”. We verstaan elkaar heel goed en nu weet ik weer, heel diep in mij, hoe het verder moet. De leerlingen stonden een beetje beteuterd te kijken. Ze waren blij voor Jezus natuurlijk maar bidden, zegde iemand van de leerlingen, bidden is toch wel moeilijk voor ons. We vinden de woorden niet. Toen zei iemand anders; Meester, wil jij ons leren bidden ? Jezus glimlachte met zijn mooiste glimlach. Luister goed, zei Hij, ik zal het je voorzeggen: Onze Vader... De begeleider kan elk zinnetje traag voorzeggen en de kinderen vragen om dit rustig te herhalen (stiltes tussen elk zinnetje!) Stilte Voorbeden door de kinderen Is er nog iets wat we aan God willen vragen of waarvoor we hem willen danken? Onze Vader samen bidden Kruisteken
20
Om thuis nog eens over te praten of na te denken Heb je je vragen over God goed opgeschreven? Had jij nog een vraag bedacht die je nog niet kon stellen? Misschien moet je met je vragen ook eens naar mama, papa, oma of opa gaan. Of misschien weet jij nog wel iemand anders die je wil interviewen over God.
Liturgische suggesties voor de zondagsviering Het Onze Vader terug vertellend aanbrengen (zie gebedsmoment), iets korter dan in de catechese ofwel door de priester ofwel door de catechist. De kinderen vragen om in een grote kring rond het altaar te komen staan. De vierende gemeenschap wordt ook gevraagd om recht te staan. Willen we elkaars hand vastnemen en de afstandjes overbruggen, ook de middengang. Nu worden we stil en rustig van binnen. We voelen ons verbonden met de warme hand van elkaar en we bidden nu met de woorden van Jezus: Onze Vader ... Daarop kan de vredewens volgen.
21
22
3
In de synagoge Waar Teofil te weten komt dat God een dromer is Doelstellingen: q De kinderen verkennen hoe zij zelf van een "goede wereld" dromen. q De kinderen verkennen wat God droomt voor deze wereld, de droom van het rijk Gods. q De kinderen gaan op zoek welke rol Jezus opneemt in het realiseren van die droom en welke rol zij zelf kunnen opnemen en hoe dan wel. q De kinderen krijgen de kans te ontdekken dat "Uw Rijk kome" in het Onze Vader met dit rijk Gods te maken heeft.
Werkwijze: Even terugblikken op de opdracht voor thuis | 5' Teofil aan het woord | 5' Ik reis hier veel over en weer! Vandaag was ik in de synagoge in het dorp waar Jezus is opgegroeid. De dienaar was er druk bezig de boel een beetje proper te maken. Die man herinnerde zich trouwens dat Jezus nog eens was teruggekeerd naar Nazareth, lang nadat hij al van thuis was weggetrokken. Ze waren eigenlijk allemaal wel blij om hem nog eens terug te zien en ze vonden het wel tof dat hij met hen mee naar de synagogedienst kwam. De dienaar kon zich nog heel goed herinneren dat Jezus was opgestaan om voor te lezen uit de bijbel. Dit was het stukje dat hij gelezen heeft, ik heb het ook in mijn boek van Lucas teruggevonden: 'De Geest van de Heer rust op mij, want hij heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, om een genadejaar van de Heer uit te roepen.' Lc 4,18-19 Het was een heel vreemde situatie en de dorpelingen begrepen het allemaal niet zo goed. Dit was een tekst die al eeuwen in de synagogen werd voorgelezen en die eigenlijk de droom van God voor de wereld verwoordde. Ze haalden hier heel veel troost uit als het moeilijk ging. En nu zei Jezus eigenlijk dat dit het was waar hij zijn leven ging aan wijden: deze droom realiseren, sterker nog, hij beweerde dat met zijn komst deze droom bezig was uit te komen. Ze waren er daar in de synagoge wel even de kluts van kwijt! Stellingenspel | 15' De catechist brengt - één na één - drie stellingen aan die te maken hebben met een "droom van een wereld", met het Rijk Gods. De kinderen mogen op elke stelling reageren met hun emoticonkaartjes: wat vinden zij ervan?
23
Na het lezen van de stelling legt elk kind zijn/haar emoticonkaartje voor zich. Als alle kinderen een kaartje gelegd hebben kan een korte uitwisseling volgen aan de hand van volgende vraag: jij vindt deze stelling ok, tof, stom, heel juist, verkeerd.... kan je dat even uitleggen? Tips voor de catechist. 1 We geven je hierbij een aantal mogelijke stellingen. Misschien heb je er zelf ook nog wel betere. Kies er maximaal drie uit, anders duurt deze werkvorm veel te lang. Over milieu: • In een wereld die goed is, mag je in sommige bossen niet spelen, want de natuur moet beschermd worden. • In de ideale wereld rijden er alleen nog auto's rond die geen uitlaatgassen meer produceren. • Wij dromen van een wereld zonder lawaai. • Op zondag mag niemand nog met de auto rijden. Over arm en rijk: • Als je arm bent, is dat je eigen schuld. • Als je echt honger hebt, mag je stelen. • Kinderarbeid mag, maar enkel in arme landen. • In de ideale wereld kunnen alleen mensen die hard werken geld verdienen. Over mensen: • In de ideale wereld heeft niemand nog scheve tanden! • In de ideale wereld hebben alle mensen dezelfde kleur. • Het is niet eerlijk dat mooie mensen altijd vriendelijker worden behandeld dan lelijke. • Oude mensen lopen eigenlijk vooral in de weg. • Ik kan niets doen om de wereld beter te maken Over oorlog en vrede: • Oorlog kan nooit goed zijn. • Sommige mensen kan je alleen met bommen overtuigen. 1 Opgelet: het is de bedoeling met de kinderen af te tasten wat nu een "ideale wereld" kan zijn: een wereld die perfect in orde is (dus niemand nog scheve tanden!) of een wereld waarin de relaties tussen mensen zo zijn dat iedereen gelukkig kan worden (dus niemand wordt uitgelachen om zijn scheve tanden). 1 Een andere mogelijke werkvorm is het bespreken van een bestaand lied, bv. "Als hij kon toveren" van Herman Van Veen of "De baas van het journaal" van Kinderen voor Kinderen. Vertrekkend van de tekst van deze liederen kunnen de kinderen dan proberen hun eigen droom van een betere wereld te verwoorden. Je vindt een paar suggesties in bijlage 5. Een contrastcollage maken | 20' De kinderen krijgen een stapel tijdschriften, twee grote vellen papier en lijm. Ze mogen allemaal samen twee grote collages maken: één die een "ideale" wereld verbeeldt, en één die het tegendeel verbeeldt, wat er fout gaat. Korte bespreking van de collages. Tip voor de catechist: het kan een goed idee zijn de kinderen op voorhand te vragen een paar kranten of tijdschriften mee te brengen die verknipt mogen worden. De droom van God | 15' We herlezen met de kinderen even de tekst uit het vierde hoofdstuk van het evangelie volgens Lucas
24
Jezus keerde, gesterkt door de Geest, terug naar Galilea. Het nieuws over hem verspreidde zich in de hele streek. Hij gaf onderricht in de synagogen en werd door allen geprezen. Hij kwam ook in Nazaret, waar hij was opgegroeid, en volgens zijn gewoonte ging hij op sabbat naar de synagoge. Toen hij opstond om voor te lezen, werd hem de boekrol van de profeet Jesaja overhandigd, en hij rolde hem af tot de plaats waar geschreven staat: 'De Geest van de Heer rust op mij, want hij heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven om een genadejaar van de Heer uit te roepen.' Hij rolde de boekrol op, gaf hem terug aan de dienaar en ging weer zitten; de ogen van alle aanwezigen in de synagoge waren op hem gericht. Hij zei tegen hen: 'Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan.' Allen betuigden hem hun bijval en verwonderden zich over de genaderijke woorden die uit zijn mond vloeiden, en ze zeiden: 'Dat is toch de zoon van Jozef?' Lc 4, 14-23 Gesprek met de kinderen: 1Met welke woorden hebben mensen geprobeerd de droom van God voor de wereld uit te drukken? (uit de tekst halen) Hier zal de catechist best even uitleg geven over het "genadejaar", zonder in detail te treden, de kern van de zaak uitleggen. Vinden we die elementen ook terug in onze collage? Wat wel? Wat niet? 1 Wat heeft Jezus ons nu al bijgeleerd over de God die hij Zijn Vader noemt? 1 Wordt het ons nu al een beetje duidelijk wat Jezus wil komen doen ? Pauze | 10' Teofil aan het woord | 5' Ik moet jullie nog iets vertellen! Jezus gebruikte een mooie naam als hij het over de droom van God had. Hij noemde dat het "Rijk Gods". Maar wat een werk, dat Rijk Gods. Dat kon hij nooit helemaal alleen, dat was toen al duidelijk. Maar eigenlijk heeft Jezus dat ook niet echt alleen geprobeerd. Al heel vlug heeft hij een groepje vrienden rond zich verzameld om samen met hem te werken aan Gods droom. Lucas noemt die vrienden van Jezus de "leerlingen". Eerst had hij er twaalf, maar later nog veel meer, 72 zegt Lucas. Er moet nogal eens veel werk geweest zijn... Misschien is het wel dat wat hij bedoelt als hij ook ons zijn vrienden noemt. Misschien hoopt hij wel dat ook wij meewerken aan Gods droom voor de wereld, aan dat Rijk Gods. De collage | 5' We nemen een dikke rode stift en kijken nog eens goed naar onze collage. We houden een gesprek over wat er allemaal opstaat: - Wat raakt me? - Waar wil ik iets aan doen? Kan ik daar ook iets aan doen? - Wat kan ik al doen? Wat is voorlopig nog voor de volwassenen? - Hoe denken we dat God ons hierbij kan helpen? We zetten dikke cirkels rond de foto's die ons raken... De grote vraag is: er is zoveel werk, waar kunnen we beginnen? De zaligsprekingen | 5' De catechist geeft aan dat Jezus ons eigenlijk zelf de "criteria" heeft aangereikt waar te beginnen. Jezus zelf heeft duidelijk aangegeven wat hij de belangrijkste eerste stappen vind in het werken aan Gods droom, aan het Rijk Gods. Hij heeft dat natuurlijk niet op die manier gezegd, maar hij heeft wel heel duidelijk gemaakt voor welke mensen God het meest aandacht heeft. Je kan dat ook nalezen in het boek dat Teofil van Lucas gekregen heeft.
25
'Gelukkig jullie die arm zijn, want van jullie is het koninkrijk van God. Gelukkig jullie die honger hebben, want je zult verzadigd worden. Gelukkig wie nu huilt, want je zult lachen. Gelukkig zijn jullie wanneer de mensen jullie omwille van de Mensenzoon haten en buitensluiten en beschimpen en je naam door het slijk halen. Wees verheugd als die dag komt en spring op van blijdschap, want jullie zullen rijkelijk beloond worden in de hemel. Lc 6,20-23 De kinderen mogen eerst even reageren: wat vinden jullie van deze tekst? De catechist geeft wat uitleg bij deze op het eerste zicht toch wat bizarre gelukwensen De tekst verkennen met de kinderen: wie zijn volgens deze tekst de eersten die onze aandacht verdienen? - de armen - de hongerigen - mensen met verdriet - mensen die uitgelachen worden om hun geloof Verwerking | 15' Mogelijkheid 1: muurgesprek Er hangen, liggen 4 flappen in de ruimte met op elke flap een thema: arm, honger, verdriet, uitgelachen worden om je geloof De kinderen worden verdeeld per flap en reageren in stilte op de flap. Enkel zaken noteren i.v.m. het thema. De kinderen nog niet laten reageren op elkaar, op datgene wat de anderen schrijven. Wat roept dit woord, dit thema bij mij op? Wat versta ik onder dit woord, thema? Ken ik zo'n mensen en hoe ga ik met hen om? Na een minuutje of 5 doorschuiven naar de volgende flap Nadien worden de verschillende flappen in grote groep besproken. Op dit moment kan er besproken worden wat iedereen geschreven heeft en kan ook daarop gereageerd worden door de kinderen. Mogelijkheid 2: gesprek in een dubbele kring met doorschuifsysteem De groep wordt in twee gesplitst. In de ruimte staan de stoelen in twee cirkels opgesteld (een binnen- en buitencirkel) De kinderen nemen plaats op een stoel. Op die manier vormen ze een duo met de persoon die recht tegenover hen zit. Er wordt een situatie, vraag, stelling voorgelezen en hierover wordt per twee doorgepraat. Wat roept het woord armoede bij jou op? Wat denk jij over de uitspraak "Gelukkig jullie die honger hebben, want je zult verzadigd worden"? De laatste keer dat jij iemand ontmoette die echt verdrietig was.... wat heb je toen gedaan? Ken jij mensen die uitgelachen worden om hun geloof? Lach je zelf ook om het geloof van anderen? Hoe zie, versta jij de belofte "Jullie zullen rijkelijk beloond worden in de hemel?" Stel dat er in jouw groep iemand aanwezig is die omwille van de financiële situatie thuis niet mee kan gaan op groepsweekend. Wat zou jij doen? Wat doe jij als iemand jou uitlacht? Waarom werd je ooit uitgelachen? Na elke vraag, stelling, situatie wordt er doorgeschoven iedereen een plaats naar links allemaal twee plaatsen naar rechts de binnensten kring één plaats naar links en de buitenste twee plaatsen naar rechts de binnenste kring zorgt ervoor dat ze allemaal op een andere stoel zitten de buitenste kring blijft gewoon zitten Idem maar de buitenste kring verandert en de binnenste blijft zitten
26
Mogelijkheid 3: gespreksvraagjes voor een losse babbel - Ken ik iemand die arm is, honger heeft, verdrietig is, uitgelachen wordt om zijn geloof? - Heb ik een idee om die mens te helpen? Doe ik daar al iets voor? Doen we met onze ouders, school, thuis... iets? Wat zouden we nog kunnen doen? - Wat vind ik ervan dat Jezus zegt dat God juist over deze mensen het meeste bezorgd is? Een berichtje van Teofil | 5' Hallo! Ik heb het al zo dikwijls gedacht: er mag in onze wereld wel één en ander veranderen. Ik had er echter nog nooit aan gedacht dat God daar ook zo zijn ideeën over had. Ik vind ze wel radicaal, hoor, die ideeën van God. En zeggen dat Jezus daar helemaal voor gegaan is. Het was precies ook "gene gewone", hè. Wat vind jij eigenlijk van die droom van God? Wat vind je er het mooiste stukje van? Ik heb alleszins al heel veel goesting gekregen om eraan te beginnen? En jij? Groetjes, Teofil. Gebedsmoment | 5' "Onze" kaars aansteken bij een kruisbeeld. We gaan in de lichtkring van Jezus zitten. Kruisteken We lezen een stukje uit het boek van Lucas. Jezus zegt: 'De Geest van de Heer rust op mij, want hij heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, om een genadejaar van de Heer uit te roepen.' Gebed door de catechist Heer Jezus, Jij wil ons ook Jouw Heilige Geest schenken. Geef ons Jouw kracht, zodat we meer op Jou gaan lijken. Geef ons de moed om net zoals Jij alle mensen lief te hebben. Help ons om dat te doen wat Jij wenst voor ons, en niet wat wij wensen. Zo wordt onze wereld beter. Zo wordt Gods droom echt. Heilige Geest, daal af in ons hart en help ons hierbij. Amen Stilte Voorbeden door de kinderen Is er nog iets wat we aan God willen vragen of waarvoor we hem willen danken? Onze Vader samen bidden
27
De catechist wijst er even op dat er één zinnetje in het Onze Vader staat dat helemaal wil zeggen waar wij het vandaag over gehad hebben. "Uw rijk kome". Zo bidden wij dat wij de droom van God willen delen, er willen aan meebouwen en dat we hopen dat Hij ons hierin ook wil steunen. Laten we dit zinnetje vandaag met extra veel aandacht bidden... Kruisteken
Om thuis nog eens over te praten of na te denken Zijn we thuis ook al bezig met meewerken aan het Rijk Gods? Wat is onze bijdrage aan een beter leefmilieu? Of doen wij dingen die helpen armoede bestrijden? Misschien letten we er wel op welke koffie we kopen, of welke schoonmaakprodukten, of hebben we zonnepanelen, of werkt iemand van ons mee aan 11.11.11 of...
Liturgische suggesties Hier kunnen we iets doen na de communie in de vorm van een meditatiefje. We geven de kinderen de kans om op een meditatieve manier verslag uit te brengen van deze derde bijeenkomst. Eén kind leest bv.: Lieve mensen allemaal, vandaag is ons verteld over de droom van God. Dat lijkt wel heel groot voor ons en toch kunnen we daar aan meedoen. We hebben heel wat gevonden. Willen jullie ons helpen? Uit de "verwerking" in de catechese komen enkele kinderen hun aanbreng uitspreken, traag en met een stiltemomentje tussenin. Eventueel kunnen ook de collages worden aangebracht. Afsluiten met: We gaan ons best doen. Jullie doen toch ook mee aan de droom van God? Liedje van Wim ter Burg; " Waar zou de stad van de vrede zijn?" Of: "Ik had een droom van een wereld"
28
4
Op de werkvloer Waar we stoppen met kletsen en zelf aan de slag gaan. Doelstellingen: q De kinderen doen een heel concrete ervaring op van inzet voor de droom van God. q De kinderen leren mensen kennen die zich op een heel eigen wijze inzetten voor het Rijk Gods.
Werkwijze: Deze bijeenkomst loopt niet zoals de vorige. We gaan de handen uit de mouwen steken! De kinderen verzamelen op het vaste catechese-adres. De catechist herinnert hen aan de vorige bijeenkomst: waarover ging die? De inhoud wordt even terug opgeroepen, want wat we vandaag gaan doen heeft daar alles mee te maken. We gaan nl. zelf een uurtje of twee meedraaien in een organisatie of vereniging die zelf heel concreet meebouwt aan de droom van God. Waar kan je met de kinderen naartoe? Een paar suggesties: q wereldwinkel q buurthuis q beschutte of sociale werkplaats q woon- en zorgcentrum voor bejaarden q voorziening voor mensen met een handicap q voedselbank q ontmoetingshuis voor kansarmen: Welzijnsschakel, Vereniging Waar Armen het Woord Nemen, CAW Inloophuis ... q "sociaal restaurant" q vluchtelingenopvanghuis q ... Heb je niet direct een idee waar naartoe? Kijk dan beslist eens op www.welzijnszorg.be/mechelen. Hier vind je de regionale projectenlijst terug. Met de inkomsten van hun jaarlijkse campagnes kan Welzijnszorg tal van armoedeprojecten en Welzijnsschakels ondersteunen. Je vindt er beslist een project uit je buurt. Veel van deze armoedebestrijdingsinitiatieven staan ervoor open om werk-bezoek te ontvangen. Neem gerust contact met ze op. Twijfel je? Neem dan eerst eens contact op met het regionaal secretariaat van Welzijnszorg/Welzijnsschakels in Mechelen op 015 29 84 58. Zij helpen je graag verder. Het is niet de bedoeling dat deze uitstap een vorm van "miserie-toerisme" wordt. Om de kinderen een goede structurele visie op de problematiek van armoede en sociale uitsluiting mee te geven, kan je beroep doen op allerlei methodieken (jongerenvideo, educatieve spelen) van Welzijnszorg. Hiervoor kan je ook terecht op het bovenvernoemde regionale secretariaat. Laat alleszins voor jullie aan de slag gaan de verantwoordelijke even uitleggen wat precies het doel van hun organisatie is en vanuit welke inspiratie zij hieraan werken. En laat de kinderen dan maar echt een beetje werken: de rekken aanvullen/opruimen, de groenten snijden, de tweedehandskleren sorteren, materiaal opruimen/sorteren, een activiteit doen met de bewoners van een instelling, helpen bij het uitdelen van het vieruurtje, inschakelen in het dagelijks werk van een beschutte
29
werkplaats (bv. samen met de gewone werknemers meehelpen in de pluk of het wieden van het onkruid), voorlezen aan rusthuisbewoners of aan kinderen van vluchtelingen, alles mee klaarzetten voor een tweedehandskledingbeurs, of... Voor de catechist: Neem best tijdig contact op met de organisatie/instelling/vereniging waar je naartoe wil. Zo kunnen zij zich ook voorbereiden om de kinderen op een zinvolle manier in te schakelen, of kunnen ze je een periode/datum suggereren waarop ze wel wat hulp kunnen gebruiken, dat maakt het allemaal wat minder kunstmatig. Vermijd zo mogelijk huis-aan-huis-verkoop van knutsel- of bakwerk "ten voordele van". Dit is op zich niet zinloos, maar zal hen minder raken. Zorg dat je een kwartier voor het einde van de bijeenkomst stopt met de activiteit, zodat je die nog even met de kinderen kan nabespreken: q Herinner je je nog van daarstraks waarom we deze activiteit vandaag gedaan hebben? q Wat vond je er zo van om mee te werken aan die droom? Voor de catechist: zorg dat je werk maakt van je inleiding van deze bijeenkomst en ook van dit afrondend gesprek. Hier wordt het verschil gemaakt tussen een humanitaire actie en catechese! Ook deze bijeenkomst kan je besluiten met een kort gebedsmoment. Omdat je waarschijnlijk "op locatie" bent, is het misschien best je te beperken tot het samen bidden van een "Onze Vader".
Liturgische suggesties Een kort verslagje van het geleverde werk kan bv. net voor de Dienst van de Tafel gebracht worden. De catechist leidt eerst goed in wat we de kinderen wilden laten ervaren. Zij maakten kennis met daadwerkelijke inzet voor de droom van God, het Rijk Gods. De priester neemt dit dan mee op in het offerandegebed. Misschien is het intussen al advent geworden, dit hangt een beetje af van je planning. Als het zo is, kunnen de kinderen hun verslag ook kaderen binnen het Welzijnszorg-project dat jouw parochie in de zondagsvieringen onder de aandacht brengt. Welzijnszorg maakt ook jaarlijks een aparte brochure met creatieve bezinningsmodellen die ook bruikbaar zijn bij kinderen.
30
5
Op het dak Waar Teofil ziet dat er mensen zijn die alles zouden doen om Jezus te ontmoeten Doelstellingen: qDe kinderen ontdekken de bevrijdende kracht van de ontmoeting met Jezus. qDe kinderen gaan op zoek naar mogelijkheden om Jezus te ontmoeten. qDe kinderen ontdekken dat God zich openbaart doorheen mensen, dat zijn Geest werkzaam is in mensen vandaag.
Werkwijze: Even terugblikken op de opdracht voor thuis | 5' Teofil aan het woord | 5' Vandaag ben ik een rare snuiter tegengekomen! De man had pijn aan zijn rug. Toen ik zijn verhaal hoorde verbaasde me dat niks! Weet je wat hij en een paar vrienden gepresteerd hebben? Eén van hun vrienden was verlamd en toen ze hoorden dat Jezus bij iemand op bezoek was hebben ze hem met bed en al bij Jezus proberen te brengen. Er was wel een klein probleem: er was zoveel volk dat die gast van op zijn bed niks kon zien of horen. En weet je wat ze toen gedaan hebben: vriend met bed en al het dak van dat huis opgedragen, dak opengelegd en dan die man - in zijn bed - heel voorzichtig door dat dak naar beneden laten zakken, zodat die precies op de eerste rij, aan de voeten van Jezus terecht kwam. Nu vraag ik je! Wat bezielt mensen om zo'n zotte toeren te doen? Was die Jezus dan echt zo speciaal? Maar wat er toen gebeurd is, dat is eigenlijk bijna ongelooflijk. Jezus zei tot die man: ik zie je graag, jij hoort er bij. En je gelooft het nooit: hij liep! Hij stond op, nam zijn bed op en wandelde weg. Ik kan je verzekeren, ze zaten perplex, daar boven op het dak! Het verhaal verkennen | 40' De kinderen lezen samen het verhaal nog eens door. Toen hij op een dag onderricht gaf, bevonden zich onder zijn gehoor ook Farizeeën en wetgeleerden die uit allerlei plaatsen in Galilea en Judea en uit Jeruzalem waren gekomen. De kracht van de Heer was werkzaam in hem, opdat hij zieken zou genezen. Er kwamen een paar mannen met een verlamde op een draagbed, die ze naar binnen wilden brengen om hem voor Jezus neer te leggen. Maar ze zagen geen kans om door de mensenmassa heen te komen, en dus gingen ze het dak op en lieten hem op het bed door een opening in het tegeldak naar beneden zakken tot vlak voor Jezus. Toen hij hun geloof zag, zei hij tegen hem: 'Uw zonden zijn u vergeven.' De schriftgeleerden en de Farizeeën begonnen zich af te vragen: Wie is die man dat hij deze godslasterlijke taal spreekt? Wie kan zonden vergeven dan God alleen? Maar Jezus begreep wat ze dachten en zei tegen hen: 'Vanwaar toch al die bedenkingen? Wat is gemakkelijker, te zeggen: "Uw zonden zijn u vergeven" of: "Sta op en loop"? Ik zal u laten zien dat de Mensenzoon volmacht heeft om op aarde zonden te vergeven.' En hij zei tegen de verlamde: 'Ik zeg u, sta op, pak uw bed en ga naar huis.' En onmiddellijk stond hij voor de ogen van alle aanwezigen op, pakte het bed waarop hij altijd had gelegen en vertrok naar huis, terwijl hij God loofde. Allen stonden versteld en ze loofden God, en zeiden, vervuld van ontzag: 'Vandaag hebben we iets ongelooflijks gezien!' Lc 5,17-26
31
Mogelijkheid 1: een bericht van onze reporter ter plaatse... De kinderen worden in groepjes van 3 verdeeld. Ze krijgen de opdracht een reportage te maken, alsof zij een journalistenploeg ter plaatse zijn. De catechist bepaalt - volgens de mogelijkheden voor welk medium er gewerkt zal worden: TV, radio, krant. De kinderen bereiden hun reportage goed voor: wie willen ze interviewen, wat willen ze vragen, wat willen ze dat de kijkers/luisteraars/lezers zeker onthouden uit het verhaal. Maar ook de rollen dienen eventueel te worden afgesproken: wie speelt de interviewer, wie de geïnterviewde, of schrijven we gewoon samen een verslag en maakt iemand er een pakkende foto/tekening bij. Dan kunnen ze aan de slag gaan voor het uitwerken van hun reportage. Bij beide fasen probeert de catechist coachend van groep naar groep te gaan. Voorstelling van het werk: de krantenartikels worden vergeleken, de radioreportages beluisterd, er wordt naar het TV-programma gekeken (je hoeft hiervoor geen TV en camera ter beschikking te hebben, met je hoofd in een grote doos kan je ook het nieuws lezen, of je zet een paar zeteltjes rond een tafeltje en hop, je zit midden in een uitzending van "de zevende dag") Mogelijkheid 2: Werken met symboolpanelen stap 1 De catechist leest het verhaal nog eens voor en situeert het in het boek van Lucas. Wat was er voordien gebeurd, hoe komen de personages terecht in de situatie waarin ze nu verkeren. Waar speelt het zich af en wanneer? Concreet: Jezus heeft mensen nodig die samen met hem werken aan Gods Rijk. Hij vraagt mensen om samen met hem te leven naar Gods plan, om met hem mee te gaan en te leren wat dit dan allemaal concreet kan betekenen. Vlak voor en na dit verhaal worden er leerlingen geroepen. Doorheen dit verhaal wordt ook verteld dat het niet voor iedereen evident is om mee te gaan in dit gedachtengoed. Er zijn mensen die het moeilijk blijven hebben om Jezus als zoon van God te erkennen. stap 2 vragen en verbanden a Zijn er vragen naar extra uitleg? Woorden die niet begrepen worden, iets dat men niet goed kent... het gaat hier om vragen op het puur letterlijk niveau. Wat deze tekst betreft zouden bv. volgende vragen kunnen komen: - Wat zijn Farizeeën? Een Joodse religieuze groep die omstreeks 200 v.Chr. is ontstaan. - Wat is een tegeldak? - Godslasterlijke taal? Hiermee wordt taal bedoeld die wel zegt dat God bestaat maar ontkent dat God groot en/of goed is. Een valse eed afleggen of de naam van God verkeerd gebruiken (bv. God inroepen om een oorlog te rechtvaardigen) valt hier ook onder - Volmacht? Een volmacht is de toestemming, de kans die een ander je biedt om namens hem bepaalde (rechts-)handelingen te verrichten. Als je een volmacht krijgt mag je dus in naam van de ander dingen doen of zeggen. a Aan welke teksten van de Bijbel (zowel oude als nieuwe testament) of aan welke elementen van de liturgie doen sommige woorden, uitspraken, beelden je denken? (het is goed mogelijk dat hier niet veel uitkomt, maar toch maar even proberen...) - Alle genezingsverhalen - Verhalen waarin veel volk samenstroomt, bijvoorbeeld broodvermenigvuldiging, Zacheüs..... - Verhalen waarin Farizeeën voorkomen. - ... a Vragen naar de inhoud van de tekst. Wat gebeurt hier eigenlijk, verstaan we dat? Wat strookt er niet met de logica? Waarom zijn sommige details vermeld? Dit zijn vragen waarop geen duidelijk of juist/fout antwoord te formuleren valt, maar waarover je samen met de groep in gesprek zult moeten gaan. Hoe verstaan anderen het, wat zouden zij hier op zeggen? stap 3 het verhaal Na al wat we gehoord hebben... kunnen we nu uit het verhaal halen wat voor ons belangrijk is. Is er een beweging in het verhaal? Welke? Wie speelt er mee in het verhaal? Wat gebeurt er met die mensen? Treedt er een verandering op? Je kan de kinderen alle personages die voorkomen laten
32
onderlijnen in hun tekst. Dan kijken met welke personages er iets gebeurt. Wie doet wat? Wie overkomt wat? stap 4 het symboolpaneel De kinderen worden in groepjes van maximaal 5 verdeeld. Ieder groepje krijgt een prikbord of legblad en een set symboolfiguren. Als dit de eerste keer is dat je hiermee werkt, zal je de kinderen even toelichting bij de figuren moeten geven. Ook voor wie er wel al mee gewerkt heeft kan een beetje opfrissing geen kwaad. Opdracht voor de kinderen: beeld deze situatie uit met behulp van de symbolen. De catechist gaat in elk groepje even kijken of het werkt. Welk symbool willen we gebruiken? Waarom dat symbool? Waarom in die houding? Een uitdaging: Breng je de zonden ter sprake of blijft het bij een lichamelijk genezingsverhaal. Hoe kan je de zwaarte, het neergedrukt, verlamd worden door zonden weergeven? Kom niet te snel met oplossingen aandraven, maar ga in gesprek met de kinderen. Wat zouden zij kiezen? Waarom? Heb je een heel sterke groep? Laat ze dan deze opdracht maken zonder dat ze het symbool van de zieke op een bed mogen gebruiken. stap 5 uitwisselen Aansluitend bekijken we met alle kinderen samen de verschillende taferelen. Elk groepje mag zijn tafereel ook verduidelijken. Ook de catechist stelt verduidelijkende vragen. Belangrijk om op het spoor te komen: waar staat Jezus, waar staan de mensen, waar bevindt de lamme zich, wat doen de dragers, waarom heb je dat zo in beeld gebracht? Mogelijkheid 3: Bibliodrama met de open stoel De catechist leidt het bibliodrama in. "Wat we nu gaan doen, is een verhaal uit de bijbel "spelen" (bibliodrama). Het is echter niet zomaar "toneeltje spelen". We zullen het verhaal in één rol naspelen, nl. de rol van de man die verlamd was, maar nu genezen is. We proberen zo in de huid te kruipen van die man vanuit onze eigen verbeelding, zodat die verbeelding ons helpt om een beetje te begrijpen wat er daar zou kunnen gebeurd zijn." De catechist legt dan de werkwijze uit (zoals hieronder beschreven), en toont ook heel concreet wat er van de kinderen verwacht wordt. De catechist herleest of hervertelt kort (volgens de noden van de groep) het verhaal uit Lc 5,17-26. De kinderen krijgen de kans om kort nog enkele verduidelijkende vragen te stellen. De kinderen gaan zitten op stoelen die in een halve cirkel zijn geplaatst. Er moet ruimte zijn voor de begeleider tussen de stoelen en de muren van het lokaal, zodat men zich achter de kinderen kan begeven. De begeleider zet zorgvuldig een lege stoel voor de groep neer. Zorg voor voldoende ruimte tussen de stoel en de kinderen. Het is immers belangrijk dat je bij het begeleiden achter de kinderen door kan lopen. Hun aandacht moet tijdens het spelen gericht kunnen blijven op de man op de stoel. Als je door hun blikveld gaat lopen, breek je de aandacht en de concentratie. De begeleider vraagt de deelnemers de verlamde man uit het verhaal in hun verbeelding op de open stoel te laten plaats nemen. "Sluit even je ogen en probeer die man, die door dragers op zijn bed bij Jezus gebracht werd en nu weer kan lopen, voor je te zien. (verhaal nog even kort navertellen) Waaraan denk je als je hem zo voor jou ziet? Wat gaat er door je heen? Wat zou je hem willen zeggen of vragen? Zet nu in gedachten die man op de stoel en doe dan voorzichtig je ogen weer open" (wat ook kan: deelnemers kort laten overleggen wat ze allemaal gaan vragen, of elk individueel een vraag voor de man voorbereiden en opschrijven)
33
De begeleider nodigt de kinderen nu uit hun vragen te stellen aan de man. Nadat één kind een vraag gesteld heeft, vraagt de begeleider aan de man of hij iets wil antwoorden. Als het kind denkt te weten wat de man wil antwoorden, wordt hij gevraagd plaats te nemen achter de stoel en met de hand op de rugleuning de rol van de "genezen man" op te nemen en een antwoord te geven. Ook de andere kinderen mogen een antwoord op de vraag komen geven, altijd vanuit de rol van de man die weer loopt. Het gaat er bij deze antwoorden om zich sterk in te leven in die figuur en ook van daaruit te reageren. Als de antwoorden gegeven zijn mogen ook de andere kinderen hun vragen stellen. Zo kan je deze man "uitvragen" en tegelijk allerhande antwoorden zoeken. (Eventueel kan de begeleider bij het uitleggen van de werkvorm hier een kort voobeeld geven van een mogelijke vraag en een mogelijk antwoord. Bv. Doen je benen nu nog pijn? - Neen, alleen als ik te ver moet stappen.) Als alle vragen zijn gesteld en de antwoorden gegeven, wordt de man bedankt voor zijn aanwezigheid. Hij wordt uitgeleide gedaan. De stoel word "ontrold" (dwz. de catechist geeft met een duidelijk gebaar aan dat er niemand meer op de stoel zit, dat dit weer een gewone stoel is) en opzij gezet. Dan wordt er ruimte gemaakt voor de uitwisseling van belevingen en ervaringen. De kring wordt helemaal gesloten en de catechist komt mee in de kring zitten (gebruik de lege stoel beter niet, neem een andere!). De kinderen worden uitgenodigd te vertellen wat ze in het contact met deze man beleefd hebben en hoe ze dit hebben beleefd. De kinderen kunnen ook eigen herinneringen en levenservaringen vertellen die ze associeerden bij het spelen. Het bibliodrama wordt afgesloten. Samengevat: 1 je legt eerst alles wat je gaat doen uit, zoals hierboven beschreven 1 dan pas voer je dit alles ook uit, stap voor stap opnieuw benoemend Pauze | 10' Bij Jezus komen... | 20' De kinderen krijgen een tekening waarop het tafereel is afgebeeld. De kinderen mogen elk voor zich proberen in te vullen waarvoor die figuren vandaag, in hun leven, zouden kunnen staan, vanuit het standpunt van de verlamde man (ze bekijken dus de tekening alsof zij de verlamde man zijn die bij Jezus wil gaan). De catechist stuurt dit werk een beetje door richtvragen te stellen: q Wil ik graag bij Jezus gaan? Wat verwacht ik van een ontmoeting met Jezus? Wat zou ik willen zeggen? (in de figuur van de verlamde man schrijven) q Wat houdt me tegen? Wat "verlamt" mij? Durf ik niet goed? Of komt het er niet van? Of weet ik niet goed waar ik moet zijn? Of hoe ik bij hem moet geraken? (in de figuur van de verlamde man schrijven) qWie of wat staat er in de weg om bij Jezus te gaan? (in de figuur van de omstanders schrijven) q Wie helpt mij om Jezus te ontmoeten? Hoe doen die mensen dat? (in de figuur van de dragers schrijven) q Wat denk ik dat Jezus tegen mij zal zeggen? (in de figuur van Jezus schrijven) De kinderen krijgen de kans om hun ideeën even met elkaar uit te wisselen Waar kan ik Jezus vinden? | 30' We tonen één voor één een vijftal filmfragmenten. Na ieder fragment aan de kinderen vragen: heb je Jezus gezien? Kort gesprek hierover...
34
In bijlage 6 vind je een aantal mogelijke filmfragmenten beschreven en hoe je er mee kan werken. Als je moeite hebt om het beeldmateriaal te vinden, mag je contact met ons opnemen, dan helpen we je wel verder. Het is ook mogelijk dat je zelf nog een ander idee hebt, een ander sprekend fragment wil gebruiken. Zeker doen! Gesprek om dit gedeelte af te ronden: dit waren geen films over Jezus, en toch hebben we telkens kunnen zeggen dat we Jezus gezien hebben. Waren dit dan geen gewone mensen in die film? Waarom kan je zeggen dat deze mensen ons Jezus toonden? Hoe komt het, denk je, dat zij dat kunnen en doen? Hier brengt de catechist zelf de idee binnen dat de Geest van God ook nu nog mensen zo kan inspireren en voort drijven dat die mensen ons God zelf, of dat zij ons Jezus laten zien. In de voorbereiding op het vormsel zal daarop verder worden ingegaan. Een berichtje van Teofil | 5' Hoi! Ik ben nog altijd onder de indruk van het verhaal van die verlamde man. Blijkbaar gebeurt er nogal wat als je Jezus ontmoet. Denk je dat jij Hem al ontmoet hebt? Ik bedoel natuurlijk niet echt, echt, in levende lijve. Wat ik eigenlijk wil vragen: heb jij al mensen ontmoet die je het gevoel gaven dat je bijzonder bent? Mensen die je vleugeltjes geven? Dit zijn immers de mensen die je tonen wie God is, net als Jezus, mensen die bezield zijn door zijn Geest. Wat vind je er trouwens van dat God jou doorheen die mensen zo nabij komt? Zo, nu ga ik eens vroeg slapen, want morgen ga ik weer op stap! Warme groet, Teofil. Gebedsmoment | 5' "Onze" kaars aansteken bij een kruisbeeld. We gaan in de lichtkring van Jezus zitten. Kruisteken We lezen een stukje uit het boek van Lucas Er kwamen een paar mannen met een verlamde op een draagbed, die ze naar binnen wilden brengen om hem voor Jezus neer te leggen. Maar ze zagen geen kans om door de mensenmassa heen te komen, en dus gingen ze het dak op en lieten hem op het bed door een opening in het tegeldak naar beneden zakken tot vlak voor Jezus. Toen hij hun geloof zag, zei hij tegen hem: 'Uw zonden zijn u vergeven.' ... En hij zei tegen de verlamde: 'Ik zeg u, sta op, pak uw bed en ga naar huis.' En onmiddellijk stond hij voor de ogen van alle aanwezigen op, pakte het bed waarop hij altijd had gelegen en vertrok naar huis, terwijl hij God loofde. Gebed door de catechist Jezus, Wij willen elkaar meer helpen. Wij vragen om elkaar te durven helpen, ook wanneer we soms bang zijn dat mensen met ons zouden lachen. Jezus, Ik wil je elke dag liever leren zien. Help me hierbij, want ik weet dat ik dan ook mezelf en alle mensen liever ga zien. Jij bent immers heel erg aanwezig in alle mensen die zorgen voor elkaar. Amen. Stilte
35
Voorbeden door de kinderen Onze Vader samen bidden Is er nog iets wat we aan God willen vragen of waarvoor we hem willen danken? Kruisteken
Om thuis nog eens over te praten of na te denken Vraag eens aan een paar mensen wat hen in Jezus het meest aanspreekt. En de dapperen onder jullie mogen aan diezelfde mensen ook deze keimoeilijke vraag stellen: heb je Jezus al ontmoet? Zeg er maar direct bij dat het een moeilijke vraag is, dan zullen ze wat dieper nadenken...
Liturgische suggesties Kan hier geen dankmoment ingelast worden? Het ging over de lamme : dragen en gedragen worden. Ter attentie van de voorganger: dit kan ingebed worden in de prefatie. De kinderen proberen hun dank uit te spreken en leren bidden tot de Vader. Dat kan de priester dan verder opnemen in zijn gebed. Voorbereidend gesprekje met de kinderen over de vraag: wie draagt mij? Bouw dit gesprekje op tot een dankmoment terwijl we God zelf aanspreken. Zoiets van : Goede God, ik dank u voor mijn ouders; mijn opa en oma en... Leer de kinderen inzien hoeveel mensen hen graag zien en verder dragen in het leven om een fijne mens te worden. Leer hen God danken die ons graag ziet, alle dagen.
36
6
Onder een boom Waar Teofil ervaart dat God barmhartig is Doelstellingen: q De kinderen leren de vergevingsgezindheid en barmhartigheid van God, de Vader kennen. q De kinderen krijgen de kans te ontdekken dat die barmhartigheid van God ook voor hen bestemd is. q De kinderen leren het sacrament van de verzoening kennen als een kans die God je telkens opnieuw biedt om verbonden met Hem te leven. q De kinderen leren de betekenis van het "Onze Vader" verder kennen: "vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven... en leid ons niet in bekoring ..."
Werkwijze: Even terugblikken op de opdracht voor thuis | 5' Teofil aan het woord | 5' Dit was de dag van mijn leven! Ik ben één van de leerlingen van Jezus tegengekomen. Zo'n kans om met iemand te praten die Jezus zo goed gekend heeft, krijg je niet dikwijls! We hadden het erover dat Jezus altijd heel veel inspanningen deed om aan zijn leerlingen duidelijk te maken wat hij bedoelde met Gods droom, met het Rijk Gods. Het straffe was dat Jezus daarvoor meestal geen ingewikkelde toespraken gaf of geleerde uiteenzettingen. Neen, hij vertelde verhalen. Die leerling heeft zo een verhaal verteld, luister... 'Iemand had twee zonen. De jongste van hen zei tegen zijn vader: "Vader, geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb." De vader verdeelde zijn vermogen onder hen. Na enkele dagen verzilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver land, waar hij een losbandig leven leidde en zijn vermogen verkwistte. Toen hij alles had uitgegeven, werd dat land getroffen door een zware hongersnood, en begon hij gebrek te lijden. Hij vroeg om werk bij een van de inwoners van dat land, die hem op het veld zijn varkens liet hoeden. Hij had graag zijn maag willen vullen met de peulen die de varkens te eten kregen, maar niemand gaf ze hem. Toen kwam hij tot zichzelf en dacht: De dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed, en ik kom hier om van de honger. Ik zal naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: "Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw dagloners." Hij vertrok meteen en ging op weg naar zijn vader. Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem. "Vader," zei zijn zoon tegen hem, "ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden." Lc 15,11-21 En toen, en toen,... Verdorie, nu ben ik toch wel niet vergeten hoe het afloopt zeker...
37
Het slot van het verhaal bedenken | 30' De catechist herhaalt kort nog even de plot van het verhaal, eventueel voorlezen. (Lc 15,11-21) De kinderen worden in kleine groepjes verdeeld (2 à 3). Opdracht voor de kinderen: hoe gaat dit verhaal verder? Hoe loop het af? Hoe voelen de verschillende personages zich bij die afloop? Denk aan alle personages: de jongste zoon, de oudste zoon, de vader, de knechten,... De kinderen schrijven zelf een vervolg voor het verhaal. Blijken sommige kinderen het verhaal al te kennen? Dan wordt de opdracht: bedenk een ander mogelijk vervolg voor het verhaal. Het verhaal had ook anders kunnen lopen: probeer eens een ander vervolg te bedenken. De kinderen komen weer samen in grote groep en lezen telkens hun versie voor. Bij ieder verhaal wordt er even stilgestaan: waarom denken jullie dat het zo zal aflopen? Zie je misschien aanknopingspunten met dingen die in je omgeving of in de wereld gebeuren? Wat vinden de anderen van deze afloop? Als alle versies besproken zijn leest de catechist het vervolg van de parabel zoals die in het Lucasevangelie staat (Lc 15,21-32). De kinderen mogen hardop hun indrukken bij deze afloop laten horen. Wat vinden ze van de reactie van de vader? En van de oudste zoon? Zijn er overeenkomsten of verschillen met hun eigen verhaal? Wat vind je daarvan? Kan je je in deze afloop wat herkennen? In welke versie (de jouwe, die van iemand anders, of die van Teofils boek) zou jij liefst van al de jongste zoon zijn? Ter info, het vervolg zoals Lucas het beschrijft: "Vader," zei zijn zoon tegen hem, "ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden." Maar de vader zei tegen zijn knechten: "Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen. Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren, want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden." En ze begonnen feest te vieren. De oudste zoon was op het veld. Toen hij naar huis ging en al dichtbij was, hoorde hij muziek en gedans. Hij riep een van de knechten bij zich en vroeg wat dat te betekenen had. De knecht zei tegen hem: "Uw broer is thuisgekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht omdat hij hem gezond en wel heeft teruggekregen." Hij werd woedend en wilde niet naar binnen gaan, maar zijn vader kwam naar buiten en trachtte hem te bedaren. Hij zei tegen zijn vader: "Al jarenlang werk ik voor u en nooit ben ik u ongehoorzaam geweest als u mij iets opdroeg, en u hebt mij zelfs nooit een geitenbokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. Maar nu die zoon van u is thuisgekomen die uw vermogen heeft verkwanseld aan de hoeren, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht." Zijn vader zei tegen hem: "Mijn jongen, jij bent altijd bij me, en alles wat van mij is, is van jou. Maar we konden toch niet anders dan feestvieren en blij zijn, want je broer was dood en is weer tot leven gekomen. Hij was verloren en is teruggevonden."' Een berichtje van Teofil | 10' Hallo! Ik ben er al een beetje vroeger bij vandaag met mijn berichtje. Ik vind het namelijk ongelooflijk cool van die vader dat hij zijn jongste zoon, die toch wel een en ander uitgespookt heeft, zo hartelijk ontvangt. En Jezus die vertelt dat verhaal dus om ons duidelijk te maken dat God ook zo'n vader is. Ik kan met alles waar ik spijt van heb bij hem terecht. En dan is Hij ontzettend blij dat ik er spijt van heb. "Jij bent immers mijn geliefd kind", zegt Hij, "hoe zou ik boos op jou kunnen blijven als jij zo duidelijk spijt hebt?" Nu ik erover nadenk, ik heb ook wel van een paar dingen heel veel spijt. Jij ook? En durf jij dat ook aan God vertellen? Misschien moet ik nu maar stoppen met schrijven en je hierover even laten nadenken. Dag, hè! Teofil
38
Opmerking voor de catechist: het bericht van Teofil komt deze keer al vroeg in de bijeenkomst, zodat het kan dienen als voorbereiding op de verzoeningsviering. We nemen er deze keer dan ook meer tijd voor. Pauze | 10' Spijt uitdrukken | 30' De catechist herinnert nog even aan wat we voor de pauze/vorige bijeenkomst gedaan hebben. Weet je nog dat de jongste zoon heel veel spijt had? Wat deed hij om zijn vader te tonen dat hij spijt had? Kort gesprekje: hoe kan je allemaal uitdrukken dat je spijt hebt? Dan gaan de kinderen aan de slag met klei. Opdracht: boetseer een symbool dat heel goed uitdrukt wat spijt voor jou betekent. De catechist kondigt op voorhand aan dat deze werkjes straks in de viering gebruikt zullen worden. De catechist is bij het werken coachend en aanmoedigend, maar niet sturend aanwezig. Verzoeningsviering | 30' Hierbij bieden we u een suggestie van hoe een verzoeningsviering aansluitend op deze catechese kan verlopen. In deze beschrijving gaan we ervan uit dat er een priester kan voorgaan in de viering. Is dit niet het geval, dan kan je de persoonlijke biecht vervangen door een moment van stilte. De kinderen krijgen een blaadje papier waarop ze hun persoonlijke belijdenis mogen opschrijven. Deze blaadjes worden dan in een grote pot gedeponeerd, waarin de briefjes duidelijk zichtbaar voor de kinderen worden verbrand. Daarna kan de viering verder verlopen zoals beschreven. Maar dit is dus echt een "noodoplossing"! 1. Kruisteken en moment van stilte Het is goed dat de kinderen de kans krijgen om aan het begin van deze viering stil te worden. We maken het stil om helemaal open te staan voor het Woord van God en Gods stem diep in mij. Daarom wordt de toon gezet met een korte stilte die beste even voordien geduid wordt. 2. Woordje van de priester of de catechist De priester of catechist benadrukt vervolgens wie God ten diepste is: een barmhartige Vader die vol liefde is voor iedereen. Wie je ook bent, wat je ook gedaan hebt, indien je verdriet hebt over je fouten, je zonden, ben je altijd welkom bij God. Hij is een God die er is voor ons. Het lied 'Jij die bent' kan vervolgens gezongen worden. 3. We zingen samen: Jij die bent (C. Desoete ZJ 758) ( partituur zie achteraan dit hoofdstuk) 4. Evangelie : 'de parabel van de verloren zoon' Lc 15,11-24 Jezus vertelde: 'Iemand had twee zonen. De jongste van hen zei tegen zijn vader: "Vader, geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb." De vader verdeelde zijn vermogen onder hen. Na enkele dagen verzilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver land, waar hij een losbandig leven leidde en zijn vermogen verkwistte. Toen hij alles had uitgegeven, werd dat land getroffen door een zware hongersnood, en begon hij gebrek te lijden. Hij vroeg om werk bij een van de inwoners van dat land, die hem op het veld zijn varkens liet hoeden. Hij had graag zijn maag willen vullen met de peulen die de varkens te eten kregen, maar niemand gaf ze hem. Toen kwam hij tot zichzelf en dacht: De dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed, en ik kom hier om van de honger. Ik zal naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: "Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw dagloners." Hij vertrok meteen en ging op weg naar zijn vader.
39
Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem. "Vader," zei zijn zoon tegen hem, "ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden." Maar de vader zei tegen zijn knechten: "Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen. Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren, want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden." En ze begonnen feest te vieren. 5. Het verhaal even overdenken De priester of catechist kan aan de hand van het verhaal met de kinderen een stukje weg afleggen om zich voor te bereiden op een persoonlijke biecht. "Wat wij nu gaan doen, is eigenlijk doen wat de jongste zoon ook gedaan heeft ." Daag de kinderen uit om in de huid van de jongste zoon te kruipen en de vader als God te zien. In het komen tot vergeving en 'nieuw leven' zijn bij de zoon zes stapjes te onderscheiden. Eigenlijk zijn dit de stapjes die we in deze viering ook gaan zetten. Tip voor de catechist of priester: de tekst die we je hier bieden is bedoeld als kapstok, probeer dit op je eigen manier, met je eigen woorden, vertellend aan te brengen... stap 1 je geweten onderzoeken Lucas schrijft: "Toen kwam hij tot nadenken" (v. 17a) De jongste zoon begint na te denken over wat hij uitgespookt heeft. Misschien moeten wij hier en nu ook eens goed nadenken: wanneer was ik verkeerd, welke kansen om goed te doen heb ik laten liggen, wie heb ik pijn gedaan? Teofil vroeg er hiernet in zijn berichtje ook al naar... Ik maak het nu een paar ogenblikken heel stil, zodat je even tijd hebt om daarover na te denken. - minuutje stilte stap 2 spijt Lucas schrijft: "De dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed, en ik kom hier om van de honger. Ik zal naar mijn vader gaan." (v. 17b - 18a) De jongste zoon wil het anders aanpakken, hij wil zijn leven veranderen. Waarover heb ik spijt? Wat zou ik vanaf nu anders willen aanpakken? (denk eens terug aan wat je hierover aan Teofil geschreven hebt) stap 3 belijdenis Dat is een moeilijk woord om eigenlijk iets heel moois uit te drukken. Lucas schrijft dat de jonste zoon naar huis terugkeert en zegt: "Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u." (v. 18b en 21a) Hij zegt tegen zijn vader dat hij er spijt van heeft. Dat noemen we een belijdenis. Wij mogen ook tegenover God zo onze spijt uitdrukken, wij mogen tegen God alles zeggen waar we spijt van hebben, zonder er doekjes om te winden, heel concreet, we moeten niet verlegen zijn voor God. We hebben dat al proberen uit te drukken met ons symbooltje in klei en we krijgen straks de kans dit te doen bij de priester die in naam van God naar ons luistert en ons vergeven zal. stap 4 vergeving Lucas schrijft: "De vader rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem." (v. 20b) Als gebaar van vergeving kan dat wel tellen! God vergeeft je! Je ontvangt als het ware een verfrissende douche van God! De priester zal dit straks uitspreken. Hij geeft me moed en zegt: "Ik ontsla je van je zonden. Ga in vrede." Ik maak een kruisteken. stap 5 hoe kan ik dit rechtzetten Lucas schrijft: "behandel mij als een van uw dagloners." (19b) De zoon was bereid de prijs te betalen van zijn fouten: hij wilde behandeld worden als een dienaar van zijn vader. Wij willen ook aan God laten zien dat we verlangen onze fouten te
40
herstellen. Daarom luisteren we goed naar de priester en volgen zijn raad op om iets extra te doen (Bv. een goede daad, een extra gebed,...). Zo kunnen we aan God laten zien dat we het helemaal menen als we zeggen dat we het willen goed maken. stap 6 wij zijn blij Lucas schrijft: "Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen. Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren, want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden. En ze begonnen feest te vieren." (v 22b - 24). Als we het goed gemaakt hebben met God en met mekaar hebben ook wij reden om blij te zijn en feest te vieren! Maar misschien vraag je je wel af: welke fouten zou ik nu kunnen begaan hebben? Dan moet je eens aan volgende dingen denken: - Durf ik echt op God te vertrouwen? Geloof ik echt dat Hij me graag ziet? Ben ik bereid mee te werken aan zijn droom? Dit zijn allemaal tekortkomingen die ik tegenover God kan hebben? - Maar ook tegenover andere mensen kan ik fouten maken, hier zal ik waarschijnlijk het gemakkelijkst een paar voorbeelden van vinden... - Wist je dat je ook tegen jezelf fouten kan maken? Als ik niet genoeg slaap, of veel te weinig gezonde dingen eet, of hele dagen achter de computer zit en nooit sport, dan verzorg ik mezelf niet goed, misschien word ik dan wel ziek, en dat is niet serieus tegenover mezelf! - En het milieu? Daar kan je ook fouten maken! We hebben het er vroeger al over gehad. We zijn allemaal samen verantwoordelijk voor de zorg voor de schepping. 6. Kort getuigenis van een leeftijdsgenoot. Het zou goed zijn, mocht er nu een kort getuigenis klinken van een leeftijdsgenoot die durft te vertellen hoe spijtig die het vond om stomme dingen gedaan te hebben, en nadien de blijdschap mocht ervaren dat zij/hij vergeven werd in het sacrament van de verzoening. Anders kan het volgende getuigenis gelezen worden door een jongere of een catechist: "Hallo! Ik ben Noor en ik ben 11 jaar. Vorige week heb ik iets heel bijzonders meegemaakt! Ik was met oma op stap in een grote stad en we gingen er een kerkje binnen. In een hoekje naast een kaars zal heel stil een pastoor die aan het luisteren was naar een man. Ik kon niets verstaan van wat er gezegd werd, maar toen de man rechtstond en achteraan in de kerk nog even ging zitten, had die zo'n blij gezicht als ik nog maar zelden gezien had! Ik vroeg aan mijn oma - hé, heb jij dat gezien, die man en die pastoor in gesprek, en dan die grote glimlach op het gezicht van die man! Mijn oma vertelde me toen dat de pastoor daar af en toe zat om de mensen de kans te geven alles waar ze spijt van hadden te komen vertellen. Zij zei: de pastoor hoort met de oren van God, en mag in de naam van God ons vergeving schenken. Je kan het een beetje vergelijken met een douche! Als we vuil zijn van buiten dan wassen wij ons. Wel, we zijn soms ook van binnen niet zo proper, maar als we spijt hebben, dan spoelt God dat allemaal weg! En de priester mag dat in naam van God uitspreken." Toen ik dat hoorde, vond ik dat super! Helemaal proper worden van binnen! Toen dacht ik na en zei: vorige week ben ik niet zo lief geweest tegen mijn vriendin Lena, ik heb lelijke dingen over haar verteld die niet waar waren. Ik heb gezien hoe Lena triest werd. Al dagen spreken we niet meer met elkaar door mijn stomme schuld. Ik weet ook dat ik vaak stiekem nog zit te computeren in mijn kamer terwijl mijn mama denkt dat ik al aan het slapen ben. 's Morgens heb ik dan een keislecht humeur omdat ik niet goed uitgeslapen ben. Toen ik dat zo bedacht, keek ik naar de priester. Een stemmetje in mij zei "Noor, vooruit ga naar de pastoor toe, hij wil je in naam van God vergeving schenken en je terug goede moed geven!" Ik had wel wat angst, maar de glimlach van de priester overwon die snel. Hij luisterde echt heel aandachtig naar me, en gaf me enkele goede tips om het goed te maken met Lena en haar nooit meer pijn te doen. Toen zei hij: "Noor, je bent een flink en dapper meisje, je wil echt vooruit en dat ziet God heel graag. God ziet jou heel graag. Hij vergeeft je al je zonden! In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest." Toen zei hij nog, "Ga nu in vrede! En proficiat dat je gekomen bent!" Mijn oma was achteraan blijven zitten en ik ging nog even bij haar zitten. Ik sloot mijn ogen en dankte God dat Hij me zo graag ziet, dat ik zijn kind mag zijn en telkens opnieuw mag beginnen. Mijn hart voelde heel prettig aan. Toen we terug in de straten liepen, was ik echt blij! Bijna zou ik echte vreugdesprongen gemaakt hebben, maar door het drukke verkeer moest ik goed opletten!
41
Ik hoop af en toe terug te gaan naar de pastoor om bij hem te biechten, want ik weet dat God me steeds aanmoedigt en kracht geeft. En jij! Durf het en je zal zien hoe blij het je maakt!" 7. Wij bidden samen Vader, Jij kent ons, Jij weet dat wij soms afdwalen, en ons van jou verwijderen, net als de jongste zoon. Jezus zegt ons dat jouw liefde voor ons oneindig is, jij bent geduldig en goed, jij wacht steeds tot we naar jou terugkeren. Vader, ook ik wil niet ver van jou weg blijven. Ik wil jouw warme armen voelen. Ik ben niet bang want jouw armen zijn altijd open voor mij. Ik heb vertrouwen in jouw liefde want ik weet dat jouw liefde sterker is dan mijn fouten. Jezus, ik dank je omdat je ons de liefde van God hebt leren kennen. Ik dank je omdat je me oneindige liefde hebt leren kennen: de barmhartigheid van jouw en onze Vader. Amen. 8. Moment van aanbidding Terwijl er wat muziek speelt, zetten de kinderen, als gebaar van spijt en berouw hun kleiwerkje bij het kruis. Eventueel kan ook dit lied gezongen worden:
Om dit lied aan te leren zie: http://www.taize.fr/en_article467.html?lang=nl Eventueel in volgende vertaling: Omdat Zijn liefde ons vergeving schenkt, wil ik zingen voor de Heer.
42
9. Persoonlijke biecht bij de priester De jongeren komen één na één bij de priester die na het beluisteren van hun fouten, hen aanmoedigt en hen de handen oplegt. (of het alternatief: briefjes verzamelen in een aarden pot en verbranden) 10. Gebed in stilte Terug op hun plaats bidden de jongeren in stilte het gebed van Sint Franciscus Heer, maak mij een instrument van uw vrede; laat me liefde brengen waar haat heerst, laat me vergeven aan wie mij beledigde, laat me verzoenen wie in onmin leven, laat me geloof brengen aan wie twijfelt, laat me hoop brengen aan wie wanhoopt, laat me licht brengen aan wie in duisternis leeft, laat me vreugde brengen aan wie bedroefd is. Laat me niet zozeer zoeken getroost te worden maar te troosten, laat me niet zozeer zoeken begrepen te worden maar te begrijpen, laat me niet zozeer zoeken bemind te worden maar te beminnen. 11. Slotgebed Wanneer alle jongeren teruggekeerd zijn van bij de priester, kan men afsluiten met een Onze Vader waarbij alle kinderen in een kring rond het kruis staan. 12. Kruisteken De priester of catechist kan zo de viering besluiten: God, onze Vader, zoekt ons altijd weer op als wij van de rechte weg afdwalen en Hij is altijd bereid het kwaad dat wij hebben gedaan, te vergeven. Moge Jezus ons hart steeds vervullen met liefde voor God en moge Hij ons de kracht geven vanaf nu een nieuw leven te leiden in de voetsporen van Jezus. En zegene u de barmhartige God, Vader, Zoon en heilige Geest. Amen.
Om thuis nog eens over te praten of na te denken Heb je nog met iemand iets goed te maken? Dit is het goeie moment! Zo kan je over een paar weken met een propere lei het feest van je plechtige geloofsbelijdenis vieren!
43
Jij die bent ( C. Desoete ZJ 758)
44
7
Bij de stadspoort Waar Teofil inziet dat Jezus meer is dan alles wat we over Hem kunnen vertellen Doelstellingen: q De kinderen verkennen het lijdensverhaal. q De kinderen leren doorheen hedendaagse getuigenissen het verrijzenisgeloof van de christenen kennen. q De kinderen proberen zelf op creatieve wijze uitdrukking te geven aan hun (zoekend, beginnend) verrijzenisgeloof.
Werkwijze: Even terugblikken op de opdracht voor thuis | 5' Teofil aan het woord | 5' Ik ben nog maar eens teruggekeerd naar Jeruzalem. Ik begin die stad stilletjesaan op mijn duimpje te kennen, 't is te zeggen: dat dacht ik. Vandaag heb ik echter een heel bijzondere rondleiding door Jeruzalem gehad. Zo had ik de stad nog nooit bekeken. Mijn gids was Johanna, een heel sympathieke vrouw, ik had ze toevallig bij de stadspoort ontmoet. Ze was bij Jezus tijdens zijn laatste uren. Ze heeft me in de stad getoond wat er toen op de verschillende plaatsen gebeurd is en hoe het uiteindelijk met hem is afgelopen. Ze is daar nog steeds niet goed van en ze is er eigenlijk nog altijd niet uit... Ze was erbij toen hij stierf, ze was één van de vrouwen die meeging naar het graf na de sabbat en ze was erbij toen de apostelen de mensen toespraken. En ergens is ze er van overtuigd dat Jezus leeft... maar hoe dan? Ik ben zelf ook wel een beetje in de war nu. De verhalen verkennen | 30' Mogelijkheid 1: de kinderen reconstrueren zelf de verhalen van laatste avondmaal, kruisdood en leeg graf. De kinderen nemen plaats rond een tafel waarop allerlei voorwerpen liggen die verwijzen naar deze verhalen: brood, wijn, doornenkroon, haan, kruis, rotsblok, balsem, ... Gecoached door de catechist proberen de kinderen zich de gebeurtenissen zoals ze verteld worden te herinneren. Mogelijkheid 2: het verhaal reconstrueren aan de hand van een kruisweg. Als jullie in de kerk een mooie, sprekende kruisweg hebben is dit een kans om die eens van naderbij te verkennen. Er zijn ook mooie kruiswegen te vinden op het internet: - www.intercitypasen.nl doorklikken naar downloads - www.kuleuven.be/thomas/pastoraal/goede_week/goedevrijdag1.php - users.pandora.be/pastonet/liturgia/vieringen/vasten/kruiswegk02.htm - corporate.skynet.be/kerkenwereld/pages/vasten.htm
45
Verwerkingsmoment | 10' Jezus heeft veel pijn en verdriet doorstaan. Hij weet dus als geen ander wat wij meemaken als we pijn of verdriet hebben. Hij vindt het dan ook heel normaal als we hem dat graag eens willen vertellen. De kinderen krijgen een tekening van een "leeg" kruisbeeld, met dus heel veel plaats om alles in te schrijven waar zij verdriet om hebben, waarover zij teleurgesteld zijn, zowel bij zichzelf als bij elkaar. Deze kruisbeelden kunnen straks/volgende keer in de gebedsviering gebruikt worden. Pauze | 10' Hij leeft | 50' De catechist zorgt ervoor dat de sfeer in het lokaal heel warm is. Er liggen bv. kussens op de grond waar de kinderen kunnen op zitten, er liggen dekentjes, er branden wat kaarsen, er speelt wat zachte muziek. De kinderen worden uitgenodigd om heel rustig een comfortabel plekje te zoeken en om te proberen stil te worden. Opm. Dit lukt het best als je dit allemaal al vraagt voor je het lokaal binnengaat. De catechist vertelt dat we nu in het boek van Lucas het vervolg gaan lezen. Wat hebben de vrienden van Jezus beleefd na zijn begrafenis en hoe hebben ze dat verteld? De catechist leest/vertelt heel rustig Lc 24,1-12. Maar op de eerste dag van de week gingen ze bij het ochtendgloren naar het graf met de geurige olie die ze bereid hadden. Bij het graf aangekomen, zagen ze echter dat de steen voor het graf was weggerold, en toen ze naar binnen gingen, vonden ze het lichaam van de Heer Jezus niet. Hierdoor raakten ze helemaal van streek. Plotseling stonden er twee mannen in stralende gewaden bij hen. Ze werden door schrik bevangen en sloegen de handen voor hun ogen. De mannen zeiden tegen hen: 'Waarom zoekt u de levende onder de doden? Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt. Herinner u wat hij u gezegd heeft toen hij nog in Galilea was: de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan zondaars en moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.' Toen herinnerden ze zich zijn woorden. Ze keerden terug van het graf en gingen aan de elf en aan alle anderen vertellen wat er was gebeurd. De vrouwen die het graf bezochten, waren Maria uit Magdala, Johanna, Maria de moeder van Jakobus, en nog enkele andere vrouwen die hen vergezelden. Ze vertelden de apostelen wat er was gebeurd, maar die vonden het maar kletspraat en geloofden hen niet. Petrus echter stond op en rende naar het graf. Hij bukte zich om te kijken, maar zag alleen de linnen doeken liggen. Daarop ging hij terug, vol verwondering over wat er gebeurd was. Korte uitwisseling met de kinderen: wat vind je bijzonder aan dit verhaal? Wat vind je mooi? Wat vind je moeilijk? De catechist legt even uit dat het voor ons moeilijk is om die verhalen te begrijpen, omdat ze geschreven zijn met beelden die de mensen toen wel gewoon vonden, maar die voor ons nu misschien een beetje bizar klinken. Daarom hebben we wat tekstjes verzameld van mensen van vandaag, die ook geprobeerd hebben op te schrijven dat ze geloven dat Jezus leeft, ook al is hij gestorven. (zie bijlage 7) De catechist verspreidt de gedichtjes, afgedrukt op een groot blad papier, over de vloer van het lokaal. De kinderen mogen rustig rondwandelen en ze één voor één bekijken. Dan gaan ze weer zitten. De catechist nodigt elk kind uit om één van de gedichtjes dat vlakbij hem of haar ligt voor te lezen. De andere kinderen mogen even reageren, eventueel met behulp van emoticon-kaartjes. Het is echter niet de bedoeling elk gedicht uitvoerig te bespreken, enkel wat indrukken verzamelen.
46
Dan krijgen de kinderen een persoonlijke opdracht, ze mogen er één van de drie kiezen: - maak een tekening die volgens jou goed uitdrukt dat Jezus leeft. - schrijf zelf een elfengedichtje dat volgens jou goed uitdrukt dat Jezus leeft. Een elfengedicht is een gedicht dat uit elf woorden bestaat, die op de volgende manier gerangschikt zijn:
X X X X X X X X X X X Twee "neutrale" voorbeeldjes, die helpen verduidelijken wat een elfengedicht is, maar je nog niet in een bepaalde riching willen sturen in je denken en voelen over verrijzenis.
Elf woorden schrijven samen een gedicht op het ritme van elf
zee witte schuimkoppen grote hoge golven beuken op het strand storm
- kies één van de gedichten op de grond dat volgens jou het beste uitdrukt dat Jezus leeft en geef het een passende versiering/illustratie/... Als iedereen klaar is worden de verschillende werkjes kort even gelezen/bekeken. Een berichtje van Teofil | 5' Hoi! Het was me het dagje wel. Wat ik vandaag ontdekt heb, had ik eigenlijk helemaal niet verwacht. Ik dacht dat Jezus gewoon een toffe gast van lang geleden was, waar we nu ook nog iets kunnen van leren. Dat was dus een vergissing! Jezus is helemaal niet zomaar iemand van lang geleden, dood en begraven. Hij is er ook nu, nog steeds, Hij leeft! Dat is toch wel iets heel bijzonders. Ik vind het heel erg moeilijk om mij goed voor te stellen hoe dat dan is. Ik begrijp het echt niet goed. Maar ik heb wel begrepen dat dat niet zo erg is. Want het belangrijkste heb ik wel heel goed door: Jezus' dood was niet het einde van een mooie droom. Er begon iets nieuws. Hij is verrezen staat in het boek van Lucas. Jezus leeft voor altijd heel dicht bij ons. Als God zegt "Ik zal er zijn", neemt hij dat dus echt wel heel erg serieus! Pijn en verdriet krijgen niet het laatste woord. "Ik wil dat jullie volop leven!", zegt God. Hij leeft! Ik ben eigenlijk wel benieuwd wat jij daarvan vindt! Probeer je dat voor mij eens op te schrijven? Groetjes, Teofil
47
Gebedsmoment | 5' "Onze" kaars aansteken bij een kruisbeeld. We gaan in de lichtkring van Jezus zitten. Kruisteken We lezen een stukje uit het boek van Lucas Aangekomen bij de plek die de Schedelplaats heet, werd hij gekruisigd, samen met de twee misdadigers, de een rechts van hem, de ander links.(...) Rond het middaguur werd het donker in het hele land omdat de zon verduisterde. De duisternis hield drie uur aan. Toen scheurde het voorhangsel van de tempel doormidden. En Jezus riep met luide stem: 'Vader, in uw handen leg ik mijn geest.' Toen hij dat gezegd had, blies hij de laatste adem uit. Meditatie door de catechist We hebben ons verdriet proberen op te schrijven op de kruisen. Er zijn inderdaad dingen die pijn doen, diep van binnen. De catechist zal aanvoelen wat nu best is. Ofwel de kinderen vragen iets te vertellen over hun verdrietje. Ofwel zoekt de catechist er een paar uit om voor te lezen. Stilte Voorbeden door de kinderen Is er nog iets wat we aan God willen vragen of waarvoor we hem willen danken? Onze Vader samen bidden Kruisteken Tip voor de catechist: deze bijeenkomst vraagt veel van de kinderen, er wordt veel verteld en stilgezeten. Als je aansluitend nog een kruisjesviering organiseert, is het nodig een stevig loopspel in te bouwen om af te reageren!
Om thuis nog eens over te praten of na te denken Hangt er bij jullie thuis een kruisbeeld? Of in de klas? Of bij iemand anders? Heb je al eens gevraagd waarom dat daar hangt? Wat denk je zelf?
Liturgische suggesties De zondagsviering na deze bijeenkomst is het aangewezen moment om met de kinderen de kruisoplegging te vieren. Heel waarschijnlijk is het nu al vasten, misschien zelfs goede week, dat zou mooi zijn. We bieden je hier geen uitgewerkte viering. Hoe de viering er uiteindelijk zal uitzien, hangt immers af van de liturgie die op de gekozen zondag op de kalender staat. We bieden je wel een aantal ideeën waaruit je wat kan "sprokkelen" om op een zinvolle manier de kruisoplegging te vieren.
48
Welkom Vandaag zetten onze 12-jarigen een belangrijke stap in de voorbereiding op hun Plechtige Geloofsbelijdenis. Zij hebben ontdekt dat ook zij, hoe jong ze ook nog zijn, actief kunnen meewerken aan de opbouw van het Rijk Gods door te leven in het spoor van Jezus en in Zijn Geest. Zij zullen in deze viering een kruisje krijgen als teken van hun Christen zijn. Zo worden ze blijvend herinnerd aan hun keuze voor Jezus. Laat ons daarom ook allemaal deze viering beginnen met het kruisteken: in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. of Welkom in deze viering rond het kruis. Het kruis dat voor alle volgelingen van Jezus teken mag zijn van liefde, vrede, goedheid, lijden en hoop. Vandaag krijgen alle kinderen die zich voorbereiden op de plechtige geloofsbelijdenis een kruisje. Mogen zij op de weg van Jezus en met de hele kerkgemeenschap, teken worden van liefde en trouw. Openingsgebed Goede God Wij zijn hier samen om de kruisoplegging te vieren van onze kinderen. Wil Jij hen helpen om Jouw weg te gaan, ook als het moeilijk is. Als de schaduw van het kruis over hun leven valt, laat ook hen dan ervaren dat Jij er altijd bent, Jij, onze God met ons vandaag en alle dagen tot in eeuwigheid. Amen. Gebed om vergeving Bij het begin van deze viering willen we aan elkaar en aan God om vergeving vragen. Heer, omdat we op de weg naar God niet altijd Uw voorbeeld van liefde volgen, omdat wij U vaak geen plaats gaven in het leven van elke dag, vragen we U om vergeving. Goede Heer, wij vragen U, vergeef ons telkens weer. Heer, wij zien niet altijd dat mensen ons nodig hebben. Voor al die keren dat we geen antwoord gaven op de roep van mensen dichtbij en wereldwijd, vragen we om vergeving. Goede Heer, wij vragen U, vergeef ons telkens weer. Heer, wij denken dikwijls alleen aan onszelf. Omdat we zo vaak afzijdig blijven voor de pijn en het verdriet van anderen, vragen we om vergeving. Goede Heer, wij vragen U, vergeef ons telkens weer.
49
Goede God, wil onze fouten vergeven. Leer ons als christenmens leven. Keer ons altijd opnieuw naar U en naar alle mensen. Wijding van de kruisjes God, onze Vader, laat uw zegen rusten op deze jonge mensen. Doe hen groeien in geloof en leer hen luisteren naar Uw woord. Dan kunnen zij Jezus' kruis dragen en andere mensen nieuwe kansen geven. Zegen deze kruisjes die we aan hen willen toevertrouwen God, zegen hen die de weg van Jezus gaan ook als het moeilijk wordt. God, zegen ons allen. Amen (+) of Kind: In de voorbije periode hebben wij Jezus beter leren kennen. We waren soms erg geboeid en willen zelfs gaan leven zoals Hij ons heeft voorgedaan. We weten en ondervinden het: het is niet altijd gemakkelijk om zijn spoor te volgen. Maar we proberen het, en doen er ons best voor. We willen dan ook vol vertrouwen bidden: Allen: Heer Jezus, Gij kent ons en nodigt ons uit om vrienden te zijn van U en van elkaar. Wil ons heel nabij zijn zodat wij ons met U en elkaar verbonden kunnen voelen. Geef ons ook de kracht om trouw te blijven aan ons gegeven woord, zodat wij op U mogen lijken. Amen. Ouder: God, ook als ouders en begeleiders van deze kinderen komen wij tot U en bidden: Laat onze kinderen niet stranden in moedeloze onverschilligheid. Houd hen vast, wanneer wij ze moeten loslaten. Wees hun troost en bemoedig hen als ze zich eenzaam voelen of bang worden om wat hun kan overkomen. Blijf hen nabij als het donker wordt in hun leven. Reik hun steeds uw hand en open hun ogen zodat ze het verschil zien tussen het belangrijke en bijkomstige. We leggen hun leven in uw handen. Zegen hen met hoop en toekomst. Amen. Priester: (zegent de kruisjes) Goede Vader, in uw naam zegenen wij de kruisjes die de kinderen worden opgelegd. Laat ze voor deze meisjes en jongens een teken van hoop zijn. Dat ze uw kruis met fiere vreugde dragen en het blijde Woord van uw boodschap verkondigen en beleven. Zegen ook allen die hen voorgaan en moedig hen aan in geloof en vertrouwen. + Zegen de kruisjes met dit water dat ons verwijst naar het doopsel waarin wij allen zijn gedoopt. of
50
Voorganger: Jezus zette zich totaal in voor zijn medemensen. Dat kostte Hem het leven. Hij werd gekruisigd. Maar Jezus' liefde is sterker dan de dood. God heeft Hem ook niet in de steek gelaten. Hij deed Jezus opstaan uit de dood. Hij deed Hem verrijzen voor het volle leven. Kind: Ik krijg nu een kruisje opgelegd. Ik draag het met fierheid, nu en op de dag van mijn Plechtige Geloofsbelijdenis. Het herinnert mij eraan dat ik een christen ben, een volgeling van Jezus. In zijn spoor wil ik mij, samen met alle christenen, inzetten voor een wereld van vrede en geluk voor alle mensen. Voorganger: De kinderen komen hier vooraan bij hun catechist die hen zal vragen of zij in Jezus' Geest willen leven. Wie antwoordt: "Ja, dat wil ik" krijgt een kruisje omgehangen. Kruisoplegging De kinderen komen één voor één bij de priester, die tot elk kind zegt: Moge de Gekruisigde je vreugde en je kracht zijn. of De kinderen komen met hun catechist rond het altaar staan.. Kind: Jezus, hier zijn we, op andere zaterdagen/zondagen zitten we nu misschien voor de T.V., of zijn we nog onderweg van de voetbal of de turnkring... Maar vandaag zijn we hier. Wij vinden het belangrijk. Jij leert ons leven als toffe mensen, om echt gelukkig te zijn, om andere mensen te ontmoeten en gelukkig te maken. Catechist: Beste jongens en meisjes, door dit kruisje aan te nemen, zeggen jullie dat jullie niet alleen aan jezelf, maar ook aan andere mensen zult denken; dat jullie tijd willen maken om te bidden, en samen met andere mensen tijd willen maken om te vieren, dat jullie veel voor Jezus en de mensen willen doen. Priester: Willen jullie dit kruisje dragen als een teken van jullie bereidheid om te leven naar het voorbeeld van Jezus? Alle kinderen samen : JA, DAT WILLEN WIJ DOEN! Priester: Heer, deze jonge mensen zijn bereid de weg van Jezus te gaan, ook als het moeite kost. Geef hun de kracht als goede christenen op te groeien. Beste kinderen, jullie krijgen nu je kruisje van je eigen catechist. Draag het opnieuw bij de viering van de plechtige geloofsbelijdenis en geef het een goed plaatsje op je kamer. Draag er zorg voor.
51
Of Priester: Beste kinderen, zijn jullie bereid dit kruisje te ontvangen als teken van je inzet voor Gods droom over deze wereld? Kinderen: Ja, wij zijn bereid om met dit kruisje, het teken van de christenen, verder op weg te gaan. Priester: God, onze Vader, Deze kinderen willen Jezus leren kennen, op Hem gelijken en Hem navolgen. Laat uw zegen op hen rusten. Doe hen groeien in geloof en leer hen luisteren naar Uw Blijde Boodschap. Dan kunnen zij net als Jezus de mensen liefhebben en zelfs als het moeilijk wordt zijn kruis dragen. De kinderen krijgen een kruisje Priester: XXX (naam van het kind), draag dit kruisje als teken van de christenmens
52
8
In Emmaus Waar Teofil Jezus herkent Doelstellingen: q De kinderen verkennen het Emmaüsverhaal. q De kinderen leren de eucharistie kennen als een gedachtenisviering en de viering van de aanwezigheid van Christus zelf. q De kinderen worden op weg gezet om eucharistie te beleven als de viering van de gedachtenis en de aanwezigheid van Christus.
Werkwijze: Even terugblikken op de opdracht voor thuis | 5' Teofil aan het woord | 5' Johanna had wel gezien dat ik in de war was. "Ga eens met Kleopas praten", zei ze, "die woont hier niet zo ver vandaan. Hij heeft dingen beleefd waardoor hij nu beter begrijpt dat Jezus eigenlijk nog steeds midden onder ons is." En dus ben ik die Kleopas eens een bezoekje gaan brengen. Kleopas vertelde me hoe moedeloos hij was na de dood van Jezus. 't Was dus toch alleen maar een mooie droom, maar verder niks. Had Jezus hen dan gebakken lucht verkocht? Samen met één van zijn vrienden was hij dan maar terug naar huis vertrokken, een beetje al zuchtend en zagend. Maar het werd geen gewone tocht. Lucas heeft het ook in zijn boek opgeschreven wat Kleopas heeft meegemaakt. Ik vind het zelf een heel bijzonder verhaal! En vooral dat slot: in 't breken van het brood blijft Jezus altijd bij ons, daar kunnen we hem altijd opnieuw ontmoeten. Dus dat is wat die christenen op zondag doen! Die komen daar niet voor de pastoor, ze kijken er gewoon telkens opnieuw naar uit om Jezus te ontmoeten! Ik denk dat ik daar ook wel eens wil bij zijn!
Het Emmaüsverhaal verwerken | 40' Mogelijke werkvormen (kies er een die je nog niet gebruikt hebt!) Mogelijkheid 1: Bibliodrama. Gesprek met de "vriend van Kleopas" op de open stoel: waaraan hebben jullie Jezus herkend? De catechist leidt het bibliodrama in. "Wat we nu gaan doen, is een verhaal uit de bijbel "spelen" (bibliodrama). Het is echter niet zomaar "toneeltje spelen". We zullen het verhaal in één rol naspelen, nl. de rol van de vriend van Kleopas. We proberen in de huid te kruipen van die man vanuit onze eigen verbeelding zodat die verbeelding ons gaat helpen om een beetje te begriijpen wat er daar zou kunnen gebeurd zijn." De catechist legt dan de werkwijze uit (zoals hieronder beschreven), en toont ook heel concreet wat er van de kinderen verwacht wordt. De catechist/begeleider herleest of hervertelt kort (volgens de noden van de groep) het verhaal uit Lc 24,13-35.
53
Diezelfde dag gingen twee van de leerlingen op weg naar een dorp dat Emmaüs heet en zestig stadie van Jeruzalem verwijderd ligt. Ze spraken met elkaar over alles wat er was voorgevallen. Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf naar hen toe en liep met hen mee, maar hun blik werd vertroebeld, zodat ze hem niet herkenden. Hij vroeg hun: 'Waar loopt u toch over te praten?' Daarop bleven ze somber gestemd staan. Een van hen, die Kleopas heette, antwoordde: 'Bent u dan de enige vreemdeling in Jeruzalem die niet weet wat daar deze dagen gebeurd is?' Jezus vroeg hun: 'Wat dan?' Ze antwoordden: 'Wat er gebeurd is met Jezus uit Nazaret, een machtig profeet in woord en daad in de ogen van God en van het hele volk. Onze hogepriesters en leiders hebben hem ter dood laten veroordelen en laten kruisigen. Wij leefden in de hoop dat hij degene was die Israël zou bevrijden, maar inmiddels is het de derde dag sinds dit alles gebeurd is. Bovendien hebben enkele vrouwen uit ons midden ons in verwarring gebracht. Toen ze vanmorgen vroeg naar het graf gingen, vonden ze zijn lichaam daar niet en ze kwamen zeggen dat er engelen aan hen waren verschenen. De engelen zeiden dat hij leeft. Een paar van ons zijn toen ook naar het graf gegaan en troffen het aan zoals de vrouwen hadden gezegd, maar Jezus zagen ze niet.' Toen zei hij tegen hen: 'Hebt u dan zo weinig verstand en bent u zo traag van begrip dat u niet gelooft in alles wat de profeten gezegd hebben? Moest de messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan?' Daarna verklaarde hij hun wat er in al de Schriften over hem geschreven stond, en hij begon bij Mozes en de Profeten. Ze naderden het dorp waarheen ze op weg waren. Jezus deed alsof hij verder wilde reizen. Maar ze drongen er sterk bij hem op aan om dat niet te doen en zeiden: 'Blijf bij ons, want het is bijna avond en de dag loopt ten einde.' Hij ging mee het dorp in en bleef bij hen. Toen hij met hen aan tafel aanlag, nam hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze hem. Maar hij werd onttrokken aan hun blik. Daarop zeiden ze tegen elkaar: 'Brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?' Ze stonden op en gingen meteen terug naar Jeruzalem, waar ze de elf en de anderen aantroffen, die tegen hen zeiden: 'De Heer is werkelijk uit de dood opgewekt en hij is aan Simon verschenen!' De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood. De kinderen krijgen de kans om kort nog enkele verduidelijkende vragen te stellen. De kinderen gaan zitten op stoelen die in een halve cirkel zijn geplaatst. Er moet ruimte zijn voor de begeleider tussen de stoelen en de muren van het lokaal, zodat men zich achter de kinderen kan begeven. De begeleider zet zorgvuldig een lege stoel voor de groep neer. Zorg voor voldoende ruimte tussen de stoel en de kinderen. De begeleider vraagt de kinderen de vriend van Kleopas in hun verbeelding op de open stoel te laten plaats nemen. "Sluit even je ogen en probeer die man voor je te zien. (verhaal nog even kort navertellen) Waaraan denk je als je hem zo voor jou ziet? Wat gaat er door je heen? Wat zou je hem willen zeggen of vragen? Zet nu in gedachten die man op de stoel en doe dan voorzichtig je ogen weer open" (wat ook kan: deelnemers kort laten overleggen wat ze allemaal gaan vragen, of elk individueel een vraag voor de man voorbereiden en opschrijven) De begeleider nodigt de kinderen nu uit hun vragen te stellen aan de man. Nadat één kind een vraag gesteld heeft, vraagt de begeleider aan de man of hij iets wil antwoorden. Als het kind denkt te weten wat de man wil antwoorden, wordt hij gevraagd plaats te nemen achter de stoel en met de hand op de rugleuning de rol van de vriend van Kleopas op te nemen en een antwoord te geven. Ook de andere kinderen mogen een antwoord op de vraag komen geven, altijd vanuit de rol van de vriend van Kleopas. Het gaat er bij deze antwoorden om zich sterk in te leven in die figuur en ook van daaruit te reageren. Als de antwoorden gegeven zijn mogen ook de andere kinderen hun vragen stellen. Zo kan je deze man "uitvragen" en tegelijk allerhande antwoorden
54
zoeken. Als alle vragen zijn gesteld en de antwoorden gegeven, wordt de man bedankt voor zijn aanwezigheid. Hij wordt uitgeleide gedaan. De stoel wordt "ontrold" en opzij gezet. Dan wordt er ruimte gemaakt voor de uitwisseling van belevingen en ervaringen. De kring wordt helemaal gesloten en de catechist komt mee in de kring zitten. De kinderen worden uitgenodigd te vertellen wat ze in het contact met deze man beleefd hebben en hoe ze dit hebben beleefd. De kinderen kunnen ook eigen herinneringen en levenservaringen vertellen die ze associeerden bij het spelen. Het bibliodrama wordt afgesloten. Mogelijkheid 2: "Van onze reporter ter plaatse" De kinderen worden in groepjes van 3 verdeeld. Ze krijgen de opdracht een reportage te maken, alsof zij een journalistenploeg ter plaatse zijn. De catechist bepaalt - volgens de mogelijkheden voor welk medium er gewerkt zal worden: TV, radio, krant. De kinderen bereiden hun reportage goed voor: wie willen ze interviewen, wat willen ze vragen, wat willen ze dat de kijkers/luisteraars/lezers zeker onthouden uit het verhaal. Maar ook de rollen dienen eventueel te worden afgesproken: wie speelt de interviewer, wie de geïnterviewde, of schrijven we gewoon samen een verslag en maakt iemand er een pakkende foto/tekening bij. Dan kunnen ze aan de slag gaan voor het uitwerken van hun reportage. Bij beide fasen probeert de catechist coachend van groep naar groep te gaan. Voorstelling van het werk: de krantenartikels worden vergeleken, de radioreportages beluisterd, er wordt naar het TV-programma gekeken. Mogelijkheid 3: Symboolpanelen stap 1 De catechist leest het verhaal nog eens voor en situeert het in het boek van Lucas. Wat was er voordien gebeurd, hoe komen de personages terecht in de situatie waarin ze nu verkeren. Waar speelt het zich af en wanneer? Concreet: Jezus is gestorven en begraven. De leerlingen zien het allemaal niet meer zo goed zitten. Ze voelen zich alleen. Hun droom valt uit elkaar en ze besluiten om terug te keren naar hun leven van voor Jezus' tijd. stap 2 vragen en verbanden a. Zijn er vragen naar extra uitleg? Woorden die niet begrepen worden, iets dat men niet goed kent... het gaat hier om vragen op het puur letterlijk niveau. Wat deze tekst betreft zouden bv. volgende vragen kunnen komen: - stadië: is een lengtemaat die gebruikt werd in de oudheid - profeet: is in religieus verband een persoon die boodschappen van God doorgeeft. De tweede betekenis van profeet is toekomstvoorspeller, - messias: de gezalfde. De term 'Messias' wordt in het christendom daarom vaak gebruikt om Jezus aan te duiden. - ... a. Aan welke teksten van de Bijbel (zowel het oude als het nieuwe testament) of aan welke elementen van de liturgie doen sommige woorden, uitspraken, beelden je denken? (het is goed mogelijk dat hier niet veel uitkomt, maar toch maar even proberen...) - Mozes - lijdensverhaal - laatste avondmaal - ... a. Vragen naar de inhoud van de tekst. Wat gebeurt hier eigenlijk, verstaan we dat? Wat strookt er niet met de logica? Waarom zijn sommige details vermeld? Dit zijn vragen waarop geen duidelijk of juist/fout antwoord te formuleren valt, maar waarover je samen met de groep in gesprek zult moeten gaan. Hoe verstaan anderen het, wat zouden zij hier op zeggen?
55
stap 3 het verhaal Na al wat we gehoord hebben... kunnen we nu uit het verhaal halen wat voor ons belangrijk is. Is er een beweging in het verhaal? Welke? Wie speelt er mee in het verhaal? Wat gebeurt er met die mensen? Treedt er een verandering op? Je kan de kinderen alle personages die voorkomen laten onderlijnen in hun tekst. Dan kijken met welke personages er iets gebeurt. Wie doet wat? Wie overkomt wat? stap 4 het symboolpaneel De kinderen worden in groepjes van maximaal 5 verdeeld. Ieder groepje krijgt een prikbord of legblad en een set symboolfiguren. Als dit de eerste keer is dat je hiermee werkt, zal je de kinderen even toelichting bij de figuren moeten geven. Ook voor wie er wel al mee gewerkt heeft, kan een beetje opfrissing geen kwaad. Opdracht voor de kinderen: beeld deze situatie uit met behulp van de symbolen. De catechist gaat in elk groepje even kijken of het werkt. Welk symbool willen we gebruiken? Waarom dat symbool? Waarom in die houding? Kom niet te snel met oplossingen aandraven, maar ga in gesprek met de kinderen. Wat zouden zij kiezen? Waarom? stap 2 uitwisselen Aansluitend bekijken we met alle kinderen samen de verschillende taferelen. Elk groepje mag zijn tafereel ook verduidelijken. De catechist stelt verduidelijkende vragen. Belangrijk om op het spoor te komen: waar staat Jezus, hoe geven we weer dat Jezus nabij komt doorheen het breken van het brood, waarom heb je dat zo in beeld gebracht? Mogelijkheid 4: Het verhaal opnieuw vertellen vanuit een ander standpunt De kinderen gaan in groepjes van drie samen zitten. Ze krijgen volgende opdracht. Beeld je in: jij was er bij, jij was de vriend van Kleopas, jij was de tweede Emmaüsganger. Jullie zijn net in Jeruzalem teruggekeerd uit Emmaüs en bij de elf apostelen aangekomen. Vertel hen eens wat jullie hebben meegemaakt! De verschillende groepjes herschrijven (dat mag ook met een paar staakwoorden, het hoeft geen uitgeschreven tekst te zijn) het verhaal vanuit het standpunt van de vriend van Kleopas. Als de groepjes klaar zijn, vertellen ze hun verhaal aan elkaar. Na het vertellen worden de verhalen kort even in groep besproken: waarom heb je dat zo verteld, wat heb je veranderd aan het origineel en waarom, welke rol speelt Jezus in het verhaal, hoe kijken jullie naar Jezus in dit verhaal, hoe komt het dat de Emmaüsgangers Jezus niet direct herkend hebben en in Emmaüs dan opeens toch wel,... Mogelijkheid 5: Schilderen "Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze hem." staat er in het verhaal. De catechist vraagt de kinderen zich in te beelden dat zij daar ook bij zaten. Wat zou dat zinnetje dan kunnen betekenen? Hoe stel jij je die hele situatie voor. Hierover wordt kort even uitgewisseld. Dan mogen de kinderen proberen met papier, verf en kwast de situatie in beeld te brengen. Pauze | 10' Eucharistie vieren | 50' Mogelijkheid 1 Indien mogelijk zou het goed zijn om nu samen met de kinderen, rond een tafel eucharistie te vieren, zodat ze heel bewust ook de kans krijgen de aanwezigheid van Jezus te ervaren. Belangrijk is wel dat deze viering kan plaats vinden in de eigen catechesegroep, op de gewone catecheselocatie, niet in de zondagsviering. Bedoeling is immers (hier) niet hen te leren aansluiten bij de vierende parochiegemeenschap (dat kan - en moet - op andere momenten), maar wel hen een ervaring aan te reiken van de aanwezigheid van Christus in de eucharistie.
56
De opstelling is heel belangrijk! De kinderen zitten rond de tafel, hetzij een aaneengeschoven rij tafels hetzij in vierkantvorm. Elk kind moet goed kunnen zien en vooral wat gemakkelijk zitten. De tafel(s) zijn ook eenvoudig versierd met een tafelkleedje, een bloemstukje en de kaars natuurlijk. Ook het mandje met hosties (liefst enkele grote hosties die later gebroken en gedeeld kunnen worden) staat klaar en de kelk met wijn. De kinderen zijn nog even buiten en worden ontvangen met zachte muziek en een sobere, niet te donkere verlichting. De priester zit mee aan tafel, voor alle kinderen goed zichtbaar. Hij kan zich bekleden met een brede stola en vertrouwt op de goede Geest. Hij begint te vertellen over het begin. De mensen kwamen bijeen in kleine groepjes, in een huis of in een zaaltje, dan hier dan daar. Er waren nog geen kerken zoals nu en bovendien werden ze ook wel eens met een wantrouwig oog bekeken. Maar ze wilden samenkomen om te doen wat Jezus had gezegd: kom samen in mijn naam en deel het Brood met elkaar. Dan ben ik bij jullie. (Deze aanbreng is heel belangrijk om de juiste sfeer te scheppen en de goede toon te vinden). Iets van verzoeningsmoment kan hier binnenkomen. Niet altijd volgen we de woorden van Jezus. Het is dikwijls ook onze eigen goesting. En echt lief zijn we ook niet altijd. Al pratend lokken we de medewerking van de kinderen uit. Zij zeggen geen volzinnen maar een woord of twee. Dat moet opgeraapt worden en met zorg in de goede bedding gelegd worden. Daarna komt er een vorm van woorddienst. Samen met de kinderen bouwt de priester die op. De catechist is hier een kostbare hulp. Vanuit de voorbije catechesebijeenkomsten is er een duidelijker beeld gegroeid over die Jezus. Wat is je bijgebleven? Waarom vind je Jezus tof? Welk verhaal over Jezus treft je? Dit is geen ondervraging, maar wel het bijeenleggen van wat de ene en de andere weet te vertellen over Jezus. Ook het Emmaüsverhaal komt hier binnen. Daarom is het goed eerst even aan te geven, dat de eerste christenen op hun samenkomsten dat ook zo deden: vertellen over Jezus. Ieder wist wel wat. Dat gaan we nu doen. Pas veel later zijn dan de evangelies geschreven. Dan gaan we God danken. Waarvoor allemaal? De kinderen zijn daarin heel vaardig. Geef hen de kans en help hun aanbreng in een goede, biddende vorm te gieten. Het breken van het Brood en het zegenen van de wijn. We denken nu aan Jezus en doen wat Hij gezegd heeft. Daarna bidt de priester voor de kinderen en voor alle kinderen in de wereld. Hij vraagt de Geest van Jezus. Zijn hulp en zijn kracht zal ons helpen om lieve, fijne mensen te worden. Dan komt het Onze vader - handen geven aan elkaar. Goed inleiden. Voor de communie het mandje doorgeven aan elkaar kan lukken. Communie onder de twee gedaanten is moeilijk en zeer ongewoon voor de kinderen. Een biddend moment door priester of catechist. Warme zending door de priester met veel vertrouwen en bevestiging en zegenend afsluiten De kinderen bedanken dat ze zo goed hebben meegebeden en meeverteld. Deze viering kan maar lukken als ze eenvoudig blijft tot in haar elementaire vorm. We gedenken Jezus en vieren zijn aanwezigheid. Dat is het hoofdaccent. Er kunnen een paar liederen in verweven worden, maar niet te veel en zeker niet te druk. Mogelijkheid 2 (als het niet mogelijk is om op dit moment in de catechese eucharistie te vieren) Een plek om Jezus te gedenken | 30' De kinderen zetten zich in groepjes van drie. Ieder groepje krijgt een groot wit blad en een aantal viltstiften. Opdracht: jullie hebben in het verhaal van de Emmaüsgangers kunnen lezen hoe Jezus hen heel nabij kwam in het vertellen en in het breken van het brood. Denk nu eens goed na: als christenen
57
opnieuw willen samen komen om samen te luisteren naar de verhalen over Jezus en daarover met elkaar van gedachten willen wisselen en als ze samen het brood willen breken, wat voor een soort ruimte/huis/gebouw hebben ze daar dan voor nodig, welke voorwerpen en meubels zijn daarvoor nodig en hoe zou je die schikken? Denk hiervoor goed na over wat volgens jullie de belangrijkste elementen waren in het verhaal van de Emmaüsgangers. De kinderen gaan als echte interieurarchitecten aan de slag. Na een kwartier: uitwisseling. Hoe ziet jullie ruimte eruit en waarom heb je dat zo gemaakt? Opmerking voor de catechist: de bedoeling van deze werkvorm is niet de kinderen de kerk en haar bemeubeling en voorwerpen te laten verkennen, maar wel dat ze gaan nadenken over de essentie van wat eucharistie vieren nu precies is. Het mag er dus gerust gans anders uitzien dan onze kerkgebouwen. Stellingenspel | 25' De catechist legt een aantal stellingen verspreid over de tafel, die alle te maken hebben met de kracht van eucharistie vieren ( zie boekje van I.Driessen, Zondag vieren in de kerk.. waarom toch gaan?, uitgegeven bij Halewijn, zeker eens lezen!) - Ik begrijp er niets van. - Ik kan toch thuis in mijn bed bidden? - De mis, dat is de zaak van de pastoor. - Het is altijd hetzelfde. - De mis, dat is nog niks, maar onze pastoor, aiaiai! - Ik heb er niks aan. - Jezus nodigt zijn vrienden uit om in zijn huis feest te komen vieren. In de kerk komen we samen om te luisteren naar wat God ons zeggen wil. - In de eucharistie willen we God danken en loven omdat Hij zoveel van ons houdt. - In de eenvoudige tekenen van brood en wijn wil Jezus ons aanraken en nabij zijn. - Door eucharistie te vieren wordt je vriendschap met Jezus vergroot, ze wordt dieper en echter. - In de kerk kan je tot rust komen in de stilte van God. - Je krijgt een hele gemeenschap die je wil steunen cadeau. - Je hoort er woorden van vergeving, troost en bemoediging. - God toont dat Hij heel dicht bij je wil zijn. - Alles wat in je hart leeft, mag je aan Hem toevertrouwen. De kinderen mogen met hun emoticonkaartjes aangeven welke stelling goed aansluit bij hun eigen ervaring met of beleving van eucharistie en welke helemaal niet. Als elk kind een aantal emoticon-kaartje heeft kunnen leggen, krijgen ze de kans om aan elkaar hun ervaringen en indrukken te vertellen.
Een bericht van Teofil | 5' (voor alle groepen, onafhankelijk van het gekozen programma na de pauze) Hallo! Hier ben ik weer! Ik had al dikwijls gezien dat de christenen in onze buurt 's zondags samen komen. Ik ben daar wel al een paar keer naartoe geweest, met mijn eerste communie, en een paar keer met mijn ouders, en met 't school af en toe. Maar als ik eerlijk ben, moet ik bekennen dat ik het eigenlijk maar niks vond, waarschijnlijk omdat ik er niet veel van begreep. Wat Kleopas me vertelde, heeft me echter een ander zicht op de zaak doen krijgen. Wist jij al dat Jezus in de eucharistie zo dicht bij ons komt, dat we, als we een beetje opletten, hem bijna kunnen voelen? Wat denk je, zullen we er samen nog eens naartoe gaan? Hoe zou jij willen dat het daar dan is? Tot morgen! Teofil.
58
Gebedsmoment | 5' (alleen voor de groepen die na de pauze geen eucharistie gevierd hebben) "Onze" kaars aansteken bij een kruisbeeld. We gaan in de lichtkring van Jezus zitten. Kruisteken We lezen een stukje uit het boek van Lucas De twee mannen zeiden tot Jezus: 'Blijf bij ons, want het is bijna avond en de dag loopt ten einde.' Hij ging mee het dorp in en bleef bij hen. Toen hij met hen aan tafel aanlag, nam hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze hem. Maar hij werd onttrokken aan hun blik. Daarop zeiden ze tegen elkaar: 'Brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?' Meditatie door de catechist Jezus, Jij houdt zoveel van ons dat je voor ons hebt willen sterven. Jij breekt het brood met ons. Jij deelt jouw leven met ons. Leer ons om met mekaar ons dagelijks brood te breken en ons leven te delen. Dat maakt ons gelukkig. Dat maakt jou gelukkig. Dank je, Jezus, omdat jij ons hart in elke eucharistieviering voedt met jouw liefde. Laat ons hiervan echt leven, God. Amen Stilte Voorbeden door de kinderen Is er nog iets wat we aan God willen vragen of waarvoor we hem willen danken? Onze Vader samen bidden Kruisteken
Om thuis nog eens over te praten of na te denken Heb je nog herinneringen aan je eerste communie? Wat vond je daar het mooiste? En wat denk je dat het belangrijkste was? Vraag ook eens aan de mensen om je heen wat zij nog weten van hun eerste communie. Zeker voor je oma en opa zal dat een gans ander feest geweest zijn dan voor jou. Laat ze maar vertellen!
Liturgische suggesties Heb je tijdens deze bijeenkomst nog geen eucharistie gevierd met de kinderen? Dan vind je onder de rubriek "eucharistie vieren" vast wel wat tips die je ook in de weekendliturgie kan gebruiken.
59
60
9
Op weg naar huis Waar Teofil de puzzelstukjes van zijn geloof met elkaar verbindt Doelstellingen: q De kinderen frissen even alles op wat tot nu toe in de catechese aan bod kwam, zodat het mogelijk wordt stilaan naar een synthese toe te groeien. q De kinderen proberen een eerste synthese van christelijk geloof te formuleren.
Werkwijze: Even terugblikken op de opdracht voor thuis | 5' Teofil aan het woord | 5' Ziezo, ik ben op de terugweg. Om mijn reis af te ronden, ben ik nog even bij Lucas langs geweest. We hebben heel lang zitten praten. Natuurlijk over zijn boek. En ook over mijn reis. Maar vooral over Jezus! Door rond te lopen op de plekken waar hij geweest is, door te praten met mensen die hem ontmoet hebben, maar ook door al jullie reacties, is voor mij steeds duidelijker geworden wie Jezus is. Ik heb geleerd en gezien dat God een vader is, iemand die altijd heel dicht bij ons wil zijn. Maar ik heb ook geleerd dat Jezus zo verbonden met die Vader leefde dat Hij terecht de Zoon van God genoemd wordt. Hij heeft zijn leven gegeven om de droom van God, het Rijk Gods, gestalte te geven. Radicaal en tot het uiterste is Hij ervoor gegaan. Ook nu nog zijn mensen begeesterd door die droom. "Ze zijn vervuld van Heilige Geest", schrijft Lucas. Je zou kunnen zeggen dat deze mensen, gesteund door de Geest van God, samen proberen het Rijk Gods waar te maken. En al die mensen samen, die groep van christenen, dat is de Kerk. Een hele boterham, hè! Opfriskwis | 40' De catechist telt de punten door streepjes te trekken bij de betreffende ploeg, op een groot bord / flip-over, met voor elke ploeg een kolom. Verdeel de kinderen in ploegjes, zodat ze met elkaar kunnen overleggen (de kwis is geen examen, maar een speelse manier om de dingen wat op te frissen zodat we een volgende stap kunnen zetten) Antwoorden gebeurt zo: 1. De kinderen schrijven hun antwoord op een blad of bord en steken dat gelijktijdig op. 2. Andere mogelijkheid: elke ploeg krijgt om beurt een vraag. Het is wel belangrijk er dan voor te zorgen dat elke ploeg evenveel vragen krijgt. A. beeld-ronde (zie bijlage 8) Puntentelling: elk goed antwoord = 1 punt - wie is hier te zien ? 1) Lucas 2) Kleopas
61
3) Johanna 4) De synagogedienaar 5) De tempelleraar - waar is deze tekening gesitueerd ? 6) aan de jordaan 7) in Emmaüs 8) in de tempel 9) aan de stadspoort (Jeruzalem) - wat is hier te zien ? 10) het verhaal van de lamme B. kaas-met-gaatjes ronde met Bijbelse citaten Werkwijze: - de catechist leest de hele zin met "puntje puntje puntje" voor. - De kinderen mogen proberen te antwoorden - Lukt het niemand, leest de catechist de meerkeuze-mogelijkheden voor - De kinderen krijgen opnieuw de kans te anwoorden Puntentelling: goed antwoord voor meerkeuze = 2 punten goed antwoord na meerkeuze = 1 punt 1) Heel het volk liet zich dopen, en toen ook Jezus was gedoopt en hij aan het bidden was, werd de hemel geopend en daalde de heilige Geest in de gedaante van een ......(1) op hem neer, en er klonk een stem uit de hemel: 'Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik ...... (2).' (duif, vogel, wolk) 2) Heel het volk liet zich dopen, en toen ook Jezus was gedoopt en hij aan het bidden was, werd de hemel geopend en daalde de heilige Geest in de gedaante van een duif op hem neer, en er klonk een stem uit de hemel: 'Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik ...... (2).' (welbehagen, vreugde, liefde) Opmerking voor de catechist: dit zijn dus wel degelijk twee vragen: in de eerste vraag gaat het over het eerste "gaatje", waar de "duif" moet ingevuld worden, maar je mag op dat ogenblik de "vreugde" nog niet verklappen, want dat is het goede antwoord op de tweede vraag. 3) Mozes zei: 'Stel dat ik naar de Israëlieten ga en tegen hen zeg dat de God van hun voorouders mij gestuurd heeft, en ze vragen: "Wat is de naam van die God?" Wat moet ik dan zeggen?' Toen antwoordde God hem: 'ik ben ......' (die er zijn zal, de Heer van Israël, God) 4) Toen ze hem niet vonden, keerden ze terug naar Jeruzalem om hem daar te zoeken. Na drie dagen vonden ze hem in de ....... (tempel, synagoge, kerk) 5) De Geest van de Heer rust op mij, want hij heeft mij gezalfd. Om aan armen het ... te brengen heeft hij mij gezonden, (rijke leven, goede leven, goede nieuws) 6) Er kwamen een paar mannen met een ... op een draagbed, die ze naar binnen wilden brengen om hem voor Jezus neer te leggen. (verlamde, zieke, man) 7) In het verhaal van de verloren zoon, zegt de vader wanneer zijn zoon terugkomt: 'Haal vlug het
62
mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen. Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we ......, want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.' (eten en feestvieren, het glas heffen en drinken, dansen en zingen) 8) De vrouwen die ... bezochten, waren Maria uit Magdala, Johanna, Maria de moeder van Jakobus, en nog enkele andere vrouwen die hen vergezelden. (Maria en Jozef, het graf, de synagoge) 9) Uit het verhaal van de Emmaüsgangers: "De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door ......." (het breken van het brood, de Schrift uit te leggen, zijn naam te zeggen) 10) Uit het pinksterverhaal: "Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van ......" (enthousiasme, talenkennis, Heilige Geest) C. open vragen ronde Zelfde werkwijze als kaas-met-gaatjes-ronde. Puntentelling: goed antwoord voor meerkeuze = 2 punten goed antwoord na meerkeuze = 1 punt
1) Hoe heet de vriend van Teofiel, waar hij het boek van gekregen heeft ? (Ludo, Marcus, Lucas) 2) Wie doopte de mensen aan de jordaan ? (Johannes de doper, Johannes de evangelist, Jacobus de doper) 3) Hoe oud was Jezus toen Jozef en Maria hem moesten gaan zoeken in de tempel, omdat hij niet met alle anderen mee teruggekeerd was ? (6 jaar, 9 jaar, 12 jaar) 4) Hoe noemt de 12-jarige Jezus de tempel in Jeruzalem ? (het huis van God, het huis van mijn Vader, het huis van de Heer) 5) Hoeveel leerlingen zond Jezus uit ? (twaalf, tweeënzeventig, eerst twaalf en later tweeënzeventig) 6) Hoe geraakte de verlamde man tot bij Jezus ? (hij werd tot bij Jezus gedragen, ze lieten hem door een opening in het dak tot bij Jezus zakken, hij riep zo hard tot Jezus kwam) 7) Welke woorden gebruikte Jezus om een 'droom van een wereld' aan te duiden ? (ideale wereld, Rijk der dromen, Rijk Gods) 8) Waarom is Jezus gestorven ? (omdat iedereen nu eenmaal doodgaat, omdat hij niet wou toegeven als het op de droom van God aankwam, omdat Pilatus en Herodes hem niet mochten) 9) Wat gebeurt er in de eucharistie ? (herdenken we het laatste avondmaal, vieren we dat Jezus leeft, herdenken we Jezus en vieren dat hij ons nabij komt) Opmerking: hier zijn eigenlijk alle antwoorden juist!!!!
63
10) Wat kunnen we, behalve een gebouw, nog bedoelen met het woord 'kerk' ? (alle mensen die samen proberen het Rijk Gods waar te maken, alle diakens en priesters en bisschoppen, alle mensen die 's zondags naar de mis gaan) D. Finale De ploegen noemen om de beurt een Jezus-verhaal op; de ploeg die er geen meer kan opnoemen valt af. Dan gaat het verder met de andere ploegen, tot er een winnaar van de ronde is. Opm. Je kan dit ook gebruiken als beslissende ronde als er na de eerste drie ronden een ex aequo op het scorebord staat. Pauze | 10' "Wie zegt gij dat ik ben?" | 45' Individuele opdracht: De kinderen krijgen een blad papier en schrijfgerief. De catechist geeft hen één na één volgende opdracht (telkens wachten tot iedereen klaar is met noteren): - Schrijf eens op in één zinnetje: wie is God volgens jou? - Wie denk jij dat Jezus is? - Wie is volgens jou de Heilige Geest? - Wat is de Kerk eigenlijk? Fluisterspel: De kinderen gaan in een kring bij elkaar zitten. Ze mogen hun blad bij zich houden. De catechist vraagt aan het eerste kind: wie is God volgens jou? Dat kind fluistert dan zijn of haar antwoord in het oor van het kind naast hem. Die fluistert het weer door in het oor van het volgende kind. Als het antwoord bij het laatste kind is aangekomen, schrijft die wat hij gehoord heeft op een grote flap. Dan vraagt de catechist aan het tweede kind in de rij: wie denk jij dat Jezus is? De procedure herhaalt zich (het eerste kind van hierboven, zal nu de laatste zijn en degene die opschrijft). Op dezelfde wijze worden de vier vragen afgewerkt. Afhankelijk van de grootte van de groep en de beschikbare tijd kunnen de vragen een paar keer herhaald worden. Zorg er wel voor dat ieder kind eens heeft kunnen beginnen met het doorfluisteren van een antwoord, en dat iedereen eens heeft kunnen schrijven. Na afloop worden de flappen aandachtig bekeken en besproken: - Kloppen de uitspraken, was het dit wat we aanvankelijk hebben doorgefluisterd of is er onderweg iets aan veranderd? - In welke uitspraak kan ik me best herkennnen? Waarom? - Met welke uitspraak heb ik moeite? Waarom? - Heb ik nog iets op mijn blad staan dat nog niet op de flappen staat? Kan ik daarover nog iets vertellen? Samenvatting: Als mensen ons nu zouden vragen: "wat is dat toch, wat christenen geloven?", wat zouden wij hen dan antwoorden? Samen met de kinderen zet de catechist dit in een paar staakwoorden op een flap. Tip: dit hoeft nog geen volledige geloofsbelijdenis te zijn, daar gaan we volgende keer wel op in. Bedoeling is nu samen te vatten wat er tot nu toe bij de kinderen is blijven hangen.
64
Een bericht van Teofil | 10' Hallo! Vandaag heb ik een hele moeilijke vraag: wie is Jezus voor jou? Ik bedoel: na alles wat ik op mijn reis heb meegemaakt, na alles wat ik jou daarover heb verteld en na alles wat jij me hebt geantwoord, ben ik ontzettend benieuwd geworden naar wat jij nu gelooft? Ik heb in mijn blog over mijn geloof verteld. Vertel jij me nu eens over het jouwe? Warme groet, Teofil Gebedsmoment | 5' "Onze" kaars aansteken bij een kruisbeeld. We gaan in de lichtkring van Jezus zitten. Kruisteken We lezen een stukje uit het boek van Lucas Toen Jezus eens aan het bidden was en alleen de leerlingen bij hem waren, stelde hij hun de vraag: 'Wie zeggen de mensen dat ik ben?' Ze antwoordden: 'Johannes de Doper, maar anderen zeggen Elia, en weer anderen beweren dat een van de oude profeten is opgestaan.' Hij zei tegen hen: 'En wie ben ik volgens jullie?' Petrus antwoordde: 'De door God gezonden messias.' Gebed door de catechist Goede God, Wij geloven dat U dicht bij ons bent. In woorden hebben wij willen zeggen hoe wij u zien. Jezus helpt ons en zijn Geest geeft ons inspiratie. Dank U wel, God, samen willen we graag aansluiten bij de gemeenschap van de kerk, die in U gelooft, vandaag en alle dagen. Amen Stilte Voorbeden door de kinderen Is er nog iets wat we aan God willen vragen of waarvoor we hem willen danken? Onze Vader samen bidden Kruisteken
Om thuis nog eens over te praten of na te denken Wie is Jezus voor jou? Stel die vraag eens aan minstens vijf verschillende mensen. Vergeet je juf of meester niet!
Liturgische suggesties In de viering kunnen de kinderen, net voor de geloofsbelijdenis van de grote mensen, een paar korte stukjes getuigenis brengen van hun antwoord op de vraag: wie zeggen jullie dat Ik ben?
65
66
10
Thuis Waar Teofil zijn geloof deelt met anderen Doelstellingen: q De kinderen leren de geloofsbelijdenis van de kerk kennen. q De kinderen proberen zichzelf te situeren ten opzichte van die geloofsbelijdenis. q De kinderen bereiden de viering van de plechtige geloofsbelijdenis samen voor.
Werkwijze: Even terugblikken op de opdracht voor thuis | 5' Teofil aan het woord | 5' Thuis! Amai wat ben ik moe! Maar vooral: wat ben ik blij dat ik deze reis gemaakt heb! Het was een hele onderneming, maar ik heb zoveel gehoord en gezien dat ik blij ben dat ik het gedaan heb! En straks, straks ga ik naar de christenen hier, in mijn buurt. Ik denk echt dat ik nu heel eerlijk kan zeggen dat ik ook in Jezus Christus geloof. Dat ga ik hen vertellen. En ik ga hen ook vertellen dat ik graag bij hen wil horen. Zeg, wat ga jij doen? Ga je mee? Wil jij nu ook bij die groep christenen horen?
De geloofsbelijdenis van de christenen | 30' De catechist legt 4 flappen, verspreid over het lokaal. Op de ene flap staat centraal het woord "Vader", op de tweede "Zoon", op de derde "Geest", op de vierde "Kerk". De catechist nodigt de kinderen uit met een viltstift op de flappen die dingen te schrijven waarvan ze denken: dit heb ik erover onthouden, dit vind ik een belangrijk kenmerk, dit wil ik zeker zeggen vanuit mijn geloof,... Als iedereen klaar is met schrijven, overloopt de catechist samen met de kinderen wat er allemaal op de flappen staat, eventueel wat extra toelichting vragen, kans geven om een beetje te verduidelijken,... Dan bekijken de kinderen samen met de catechist de geloofsbelijdenis van de katholieke kerk. De catechist situeert deze tekst even. Hij is al bijna tweeduizend jaar oud, generatie na generatie hebben christenen deze tekst aan elkaar doorgegeven omdat ze geloven dat hierin het belangrijkste staat wat christenen geloven, je zou kunnen zeggen: dit is de meest kernachtige samenvatting van het geloof die we hebben. De catechist wijst er even op dat er een eigennaam in de geloofsbelijdenis staat: Pontius Pilatus. Die man is in historische verhalen van de Romeinen terug te vinden, we kunnen nagaan wie hij was en wanneer hij geleefd heeft. Christenen hebben die naam niet in de geloofsbelijdenis gezet omdat ze hem zo interessant vonden, maar wel om op die manier uit te drukken dat Jezus een historische figuur is, dat hij op een bepaald moment in de geschiedenis, dat goed na te gaan is, écht op aarde geleefd heeft. We geloven niet in een verzinseltje, maar in Iemand die tussen ons geleefd heeft.
67
Ik geloof in God de Almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde. En in Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer, die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de Maagd Maria, die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, die nedergedaald is ter helle, de derde dag verrezen uit de doden, die opgevaren is ten Hemel, en zit aan de rechterhand van God de Almachtige Vader, van daar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in de Heilige Geest; de heilige Katholieke Kerk, de gemeenschap van de heiligen; de vergeving van de zonden; de verrijzenis van het lichaam; het eeuwig leven. Amen. We vergelijken deze tekst met onze flappen: wat komt overeen? Wat is verschillend? Wat zouden we bij één van beide nog zeker willen aanvullen? Of anders zeggen? Omdat deze tekst voor ons misschien nogal zwaar overkomt, suggereren we om deze tekst in de viering van de hernieuwing van de doopbeloften en de plechtige geloofsbelijdenis te gebruiken: Ik geloof in Jou, God, die ik Vader mag noemen en die met ons op weg gaat. Jij zal er altijd voor ons zijn. Ik geloof in jouw liefde: die alles vergeeft en die mij op handen draagt door tijd en eeuwigheid. Ik geloof in, Jezus, je geliefde Zoon. Hij bracht ons het goede nieuws van jouw komende Rijk. Hij ging ons voor als medemens. Al wat Hij was, al wat Hij bezat, deelde Hij tot geluk van velen. Omdat Hij in de liefde tot het uiterste ging, werd Hij gekruisigd en begraven. Maar door de kracht van jouw Geest is Hij opgestaan uit de dood om voor altijd bij jou te zijn en toch ook heel dicht bij ons te blijven. Ik geloof in de Geest, die Jij ons schenkt. Hij geeft licht en warmte en energie om te leven en lief te hebben, om mijn talenten te gebruiken voor het goede, om met anderen te delen en om van anderen te ontvangen. Ik geloof in de Kerkgemeenschap, in allen die overal ter wereld samenkomen in Jezus' naam. Met hen verbonden geloof ik dat liefde het wint van haat, dat vergiffenis en barmhartigheid bestaat. Ik geloof dat er leven is sterker dan de dood en dat wij ooit zoals Jezus voor altijd bij Jou mogen leven. Amen De kinderen lezen samen deze tekst. Even bespreken: is dit allemaal duidelijk? Staat hier nu alles in? Eventueel nog een paar dingen aanpassen, zodat de tekst helemaal klaar is om in de viering te gebruiken. Een bericht van Teofil | 10' Dag! Mijn reis zit erop. En de jouwe? Je feest komt nu wel heel dicht bij! Je hebt samen met mij heel wat ooggetuigen kunnen ontmoeten. Mijn vertrouwen in het verhaal van Jezus is zeker gegroeid. En het jouwe? Als je het zo allemaal op een rijtje ziet staan, wat zeg je dan? Ja, ook ik geloof? Of nog iets anders? Ik ben heel erg benieuwd wat jij gaat zeggen! Ik hoop echt dat jij even hard geraakt bent door Jezus als ik. Stel je even voor dat ze je in de viering over een paar dagen vragen: en jij, geloof jij in Jezus, in Zijn Vader, in de Geest, in de gemeenschap van de Kerk, wat ga je dan antwoorden? Schrijf dat eens in één zinnetje op! Ik ben benieuwd! Hopelijk nog dikwijls tot ziens! Teofil PS. De christenen hier organiseren toffe bijeenkomsten voor jongeren vanaf 12-13-jaar. Ik ga daar zeker naartoe. Kom jij ook?
68
Pauze | 10' Voorbereiding van de viering | 40' Deze tijd kan je gebruiken om de kinderen eventueel een welkomstwoord, een voorbede, een gebed om vergeving,... te laten schrijven. Ook een paar praktische dingen kunnen ingeoefend worden, of nog een lied aangeleerd... En de begeleiders van de jongerenwerking, die deze kinderen zullen voorbereiden op het vormsel, kunnen zich komen voorstellen. Gebedsmoment | 5' "Onze" kaars aansteken bij een kruisbeeld. We gaan in de lichtkring van Jezus zitten. Kruisteken De catechist bidt de geloofsbelijdenis van de kerk. Gebed door de catechist Goede God, Met deze woorden proberen mensen al tweeduizend jaar hun geloof en vertrouwen in u tot uitdrukking te brengen. Binnen enkele dagen zullen ook wij deze woorden uitspreken. Kom dicht bij ons, zodat wij in vertrouwen en met vuur als jonge christenen achter deze woorden kunnen gaan staan, omdat wij weten en beleven dat Gij van ons houdt. Amen Stilte Voorbeden door de kinderen Onze Vader samen bidden Is er nog iets wat we aan God willen vragen of waarvoor we hem willen danken? Kruisteken
Om thuis nog eens over te praten of na te denken Vraag eens een paar mensen om advies: waarom denk je dat het een goed idee is dat jij je doopbeloften hernieuwt en plechtig de geloofsbelijdenis uitspreekt?
Voorbeeld van een viering van de plechtige geloofsbelijdenis Zie bijlage 9
69