Klokkenluidster Relaas vanuit een tbs-kliniek
Onwil om zorgvuldig te werken naam: Léonie Holtes, afgestudeerd psycholoog en journalist. In Ervaring niet vereist schrijft Holtes openhartig over haar werk in een tbs-kliniek. Daar werd ze, na een stage van drie maanden, al snel gepromoveerd tot afdelingspsycholoog. Op 25-jarige leeftijd behandelde ze veroordeelde moordenaars en verkrachters met ernstige persoonlijkheidsstoornissen.
Moker Ontwerp
Léonie Holtes is een opvallende verschijning in de tbs-kliniek. Ze leert snel, maar ze past zich niet klakkeloos aan. In Ervaring niet vereist spaart ze zichzelf en haar collega-psychologen niet. Haar boek is nooit gepubliceerd. Foto Merlijn Doomernik / Hollandse Hoogte
Léonie Holtes (1980-2011) was psycholoog in een tbs-kliniek. Amper 25 jaar oud behandelde ze moordenaars en verkrachters met ernstige stoornissen. In haar ongepubliceerde boek 'Ervaring niet vereist' geeft ze kritiek op de vluchtige beoordeling van ontspoorde mensen. DOOR TONIE MUDDE
Bookcover 'Ervaring niet vereist' van Léonie Holtes.
'Het eerste voorstelrondje was verfrissend.'Jasper, moord.' 'Han, verkrachting.' 'Achmed, moord.' 'Nico, doodslag.' Een van mijn taken was de groepstherapie, met als doel het terugdringen van het recidiverisico. Maar hoe moest ik ervoor zorgen dat deze mannen minder gevaarlijk werden voor de maatschappij? Ik had niets om op terug te vallen. Geen ervaring, geen statistieken, geen therapiecursussen, niets.' Met dit fragment kondigt de Amsterdamse uitgeverij Podium voor begin 2010 een boek aan van een veelbelovende debutante. Haar
© de Volkskrant
zaterdag 06 oktober 2012
In de folder van de uitgeverij staat ook een lovend citaat van journalist en schrijver Joris Luyendijk, onder andere bekend van zijn bekroonde boek Het zijn net mensen. Luyendijk las een eerste versie van het manuscript en raakte zo enthousiast dat hij de volgende zinnen noteerde: 'Léonie Holtes kijkt en schrijft met een verpletterende puurheid. Wie wil snappen hoe ons land écht in elkaar zit, leest dit boek.' Met zo'n aanbeveling op het omslag vliegt een boek doorgaans de winkels uit. Maar dat gebeurde niet. De reden: Ervaring niet vereist is tot op de dag van vandaag niet verschenen. Het verhaal van Léonie Holtes krijgt na de aankondiging van de uitgeverij namelijk een bizarre wending, waarover later meer. Eerst haar ongepubliceerde boek, waarover de Volkskrant sinds kort beschikt. In Ervaring niet vereist toont Holtes de praktijk van een unieke Nederlandse maatregel: de terbeschikkingstelling. Gedetailleerd beschrijft ze de interactie tussen de mannen die door de samenleving worden gezien als gevaarlijke gekken, en het personeel dat hen moet behandelen en beoordelen. Holtes - die als studentenbijbaan modellenwerk heeft - is een opvallende verschijning in de tbskliniek. Collega's waarschuwen Pagina 5 (1)
haar dat de gedetineerden haar zeker zullen testen.
'Goed, dan is dat tenminste duidelijk. Mijn volgende vraag is...'
'Kunt u misschien een voorbeeld geven?'
Voor haar eerste stage-opdracht praat ze met een gedetineerde veroordeeld voor mishandeling van vrouwen - over zijn seksuele ontwikkeling. Samen zitten ze in een afgesloten kamer. Bijzettafeltje, dorre plant, alarmknop aan de wand. Holtes heeft haar best gedaan om zich vooral niet sexy te kleden. Hoewel er niks mankeert aan haar ogen, heeft ze een bril opgezet. Zonder sterkte, om met het montuur en de glazen iets van een barrière op te werpen tussen haar en haar gesprekspartner.
Holtes is slim en leert razendsnel, bevestigt haar voormalig leidinggevende aan de Volkskrant. Maar ze is niet het type dat zich klakkeloos aanpast aan een nieuwe werkomgeving. Ze blijft kritisch en in Ervaring niet vereist spaart ze zichzelf en haar collegapsychologen niet.
Een minzaam lachje: 'Ik zeg toch, het is gewoon een psychopaat.'
'Hoe ben je in contact met andere vrouwen?', leest Holtes voor van een vragenlijst die haar is aangereikt door haar stagebegeleider. 'Heel lief en zacht', antwoordt de gedetineerde. 'Hoe is dit op seksueel gebied?', vervolgt Holtes. 'Bij mij is het: de vrouw komt eerst. (...) Stel, hè, stel, het is maar een voorbeeld. Maar stél dat wij wat zouden hebben, dan zou ik gewoon vragen wat je fijn vindt. Om maar even aan te geven hoe ik ben in relaties.' Even weet Holtes zich geen raad met de situatie. Maar dan herinnert ze zich haar collega's advies over moeilijke situaties: speel open kaart, benoem het probleem. Holtes past de les direct toe en zegt: 'Goh, ik moet toch even iets aan je vragen. We zitten nu te praten en ik krijg ineens een ongemakkelijk gevoel. Bijvoorbeeld als je over vrouwen in de kliniek begint... Wie bedoel je dan eigenlijk?' 'Uhh... nou niemand in het bijzonder.' 'O, ik dacht even dat je mij bedoelde. Ook omdat je mij als voorbeeld nam.' 'Nee! Nee, hoor!' © de Volkskrant
Behandelaars in een tbs-kliniek hebben een gigantische machtspositie, signaleert Holtes. Ze schrijven rapporten die vastleggen wat iemand mankeert en of hij rijp is voor proefverlof. Rapporten met enorme gevolgen dus, voor zowel de cliënt als de samenleving. Groot is dan ook de schok wanneer ze ontdekt hoe dergelijke beslissingen vaak worden genomen. Amper uit de collegebanken moet Holtes risicotaxaties maken. Hoe gevaarlijk is deze tbs'er? Kan hij terugkeren in de maatschappij? Van een van de mannen die ze moet beoordelen, ontbreekt het dossier. Alleen een drie jaar oud, half ingevuld risicotaxatieformulier van een psychiater is beschikbaar. Ze besluit de psychiater op te zoeken om meer over het vak te leren. Uit 'Ervaring niet vereist': Een grijze man met dikke brillenglazen kijkt me bedachtzaam aan. Ineens herinnert hij zich de naam weer, waarna hij plompverloren zegt: 'O, daar hoeven we geen tijd aan te besteden. Een duidelijk geval. Psychopaat.' Mijn checklist lag keurig op schoot. Ik had zeker dertig vragen. Alleen had deze psychiater aan één antwoord genoeg. Ik pakte mijn lijstje op om de punten één voor één af te gaan. 'Uhm... empathie. Kan hij zich verplaatsen in andere mensen?' 'Nee, natuurlijk niet.' zaterdag 06 oktober 2012
Holtes ontdekt dat de werkwijze van de psychiater geen uitzondering is. In haar derde stageweek overlegt ze met haar collega's over een nieuwe patiënt: een jongen van een jaar of 18 die is veroordeeld voor geweldpleging en ontuchtige handelingen met een minderjarige. 'Kille man, nietwaar?', oppert het hoofd behandeling, nadat de jongen vijf minuten binnen is geweest om wat vragen te beantwoorden. Collega's stemmen in. 'Die ogen, ijskoud', zegt er een. 'Zo jong en dan al zo... zo... onverstoorbaar', zegt een ander. Holtes durft als nieuweling niets te zeggen, totdat het hoofd behandeling naar haar mening vraagt. Holtes biecht op sympathie te voelen voor de jongen, die jonger is dan haar broertje, en met zijn capuchontrui en warrige kapsel door zou kunnen gaan voor een van haar vrienden. Plotseling slaat de stemming om in de vergadering. 'Ik had precies hetzelfde gevoel', zegt een collega. 'Het is evident dat dit een onzekere jongen is. Zagen jullie niet hoe hij beefde?' 'Een kwajongen, maar wel één met een klein hartje.' Uit 'Ervaring niet vereist': Vijf minuten. Mijn beeld van deze patiënt was in minder dan vijf minuten gevormd. Op basis van wat ik aan de buitenkant zag, trok ik direct mijn conclusies. Net als mijn collega's. Allen waren we overtuigd van onze eigen intuïtie. Het gevolg: totaal tegenovergestelde interpretaties Pagina 5 (2)
van hetzelfde gedrag van dezelfde persoon. In het begin denkt Holtes nog dat dergelijke taferelen - waarin subjectiviteit en willekeur een hoofdrol spelen - het gevolg zijn van personeelstekort en tijdnood. Maar langzaam ontdekt ze dat er onder de oppervlakte meer speelt. Ze schrijft: 'Mijn echte schok was niet de onmacht, maar de onwil om zorgvuldig en wetenschappelijk verantwoord te werken.' In een handboek voor Pro Justitiarapporteurs - die vaststellen of een verdachte toerekeningsvatbaar is leest Holtes: 'Voortdurend fungeert de onderzoeker zelf als spiegel in het onderzoeksproces en is de vraag aan de orde: 'Wat brengt de ander bij mij teweeg?' Deze manier van psychologische diagnosen stellen - gebaseerd op het gevoel van de behandelaar-, staat haaks op wat Holtes op de universiteit heeft geleerd. Daar leerde ze dat je patiënten wetenschappelijk gevalideerde tests moet afnemen, waarbij je met concrete voorbeelden onderbouwt waarom iemand bijvoorbeeld psychopathische trekjes heeft. Haar kliniek gebruikt dergelijke tests weliswaar, maar niet op de manier waarop dat zou moeten. 'De punten op de risicotaxatieformulieren werden vluchtig afgevinkt, de argumentatie werd overgeslagen en een tweede beoordelaar: die was er simpelweg niet.' In de zomer van 2006 verlaat Holtes de kliniek. De werkdruk, gecombineerd met de grote verantwoordelijkheden voor jonge, onervaren medewerkers, wordt haar te veel. Hetzelfde jaar verschijnt een parlementair onderzoek naar misstanden in tbsklinieken. In het eindrapport echoën de problemen die Holtes signaleert: 'Er is een schaars aanbod van personeel met een passende vooropleiding, zoals sociotherapeuten, maar ook psychotherapeuten en psychiaters. Zeker wanneer het gaat om © de Volkskrant
ervaren personeel. Daarentegen is er een relatief groot aanbod van jonge vrouwen die pas de opleiding hebben afgerond en geen of weinig ervaring hebben.' Holtes gooit het roer om: ze kiest voor een postdoctorale opleiding journalistiek en begint aan haar boek. Ze werkt zich door stapels rapporten en publicaties over het tbs-systeem, schrijft nachten achter elkaar door. Hoewel haar boek een pleidooi is om het wetenschappelijk gehalte van psychologische diagnosen op te krikken, noemt ze ook de beperkingen daarvan. Want zelfs risicotaxaties die volgens protocol worden uitgevoerd, geven geen garanties. De wetenschappelijke tests gaan uit van gemiddeld gedrag - bijvoorbeeld dat iemand die én in zijn jeugd is mishandeld én verslaafd is aan alcohol én in de kliniek agressief gedrag vertoont een relatief hoog risico heeft om bij vrijlating weer een geweldsdelict te plegen. Maar er zijn altijd statistische uitschieters, beseft Holtes: individuen die niet gehoorzamen aan gemiddelde patronen. Mensen met een waslijst aan psychische risicofactoren, die toch geestelijk gezond blijven. Of andersom: mensen met een gelukkige jeugd, een fantastische opleiding, een rijk sociaal netwerk, die om volstrekt onduidelijke redenen toch ontsporen. Alsof de duvel ermee speelt: bij het afronden van haar boek wordt Léonie Holtes zélf zo'n statistische uitschieter. Wat geen test had kunnen voorspellen, gebeurt toch: ze krijgt psychische klachten. Wat zijn eind 2009/begin 2010 de eerste symptomen van de ziekte die zich nestelt in haar hoofd? Is het die keer dat ze op haar vaders verjaardag verschijnt met een sigaar in haar mondhoek, terwijl ze nooit eerder heeft gerookt? Tsja, kan een opstandige gril zijn. zaterdag 06 oktober 2012
Is het die keer dat ze plotseling met de nachtbus naar Frankrijk vertrekt 'om haar vrijheid te vinden'? Of wanneer ze - in een rode jurk en met een antieke reiskoffer in haar hand - het Amsterdamse Sarphatipark in loopt, in de hoop dat daar de man van haar dromen op haar wacht? Gaat ver, maar volgens vriendinnen staat Holtes al langer bekend om haar romantische buien. Soms is ze net Amélie Poulain, de hoofdpersoon uit de dromerige Franse film. Maar maart 2010 weet haar moeder Wilma Wessels dat het mis is. Bij een bezoek aan haar dochter treft ze een leeg appartement. Als Wessels een keukenkastje opentrekt, ontdekt ze dat het servies ontbreekt. Verbaasd draait ze zich om naar haar dochter. 'Niks zeggen!', roept die. 'Ik heb alles naar de daklozenopvang gebracht. Ik wil geen spullen meer. Ik wil vrij zijn. Vrij van alles.' Holtes zegt haar huur op, trekt zes weken in bij een vriendin, om daarna plotseling te verdwijnen. Ze gooit haar mobiele telefoon in de gracht, logeert bij een bekende zonder dat vrienden en familie weten waar ze is. Overdag doolt ze door de straten van Amsterdam om zich op 29 juni 2010 te melden bij de politie. Ze wordt opgenomen in een crisiscentrum van Mentrum, dat hulp biedt bij ernstige psychiatrische problemen. Holtes krijgt psychoses: angstaanvallen waarbij ze haar greep op de werkelijkheid compleet verliest. Ze denkt dat behandelaars en medepatiënten duivels zijn die bezit nemen van haar ziel. Ze is zo bang dat ze zich vastklampt aan deurklinken. Ook als haar situatie door medicatie is gestabiliseerd, is Holtes niet meer de oude. Ze vermijdt spiegels, uit angst dat ze zichzelf er niet meer in herkent. Wanneer haar ouders haar opzoeken in het crisiscentrum, zegt ze - op een verbaasde toon alsof Pagina 5 (3)
ze hen jaren niet heeft gezien: 'Mam! Pap! Jullie zijn helemaal niks veranderd.' Vervolgens dwaalt haar blik af naar een WK-voetbalpoule aan de muur, met namen van patiënten. 'Ahh, kijk nou', zegt ze. 'Mijn jongens van de tbs.' Vanuit het crisiscentrum belt ze met uitgeverij Podium. Holtes laat haar redacteur Harminke Medendorp weten dat ze het manuscript niet goed genoeg meer vindt. In overleg besluiten ze het contract te ontbinden. Medendorp - die Holtes een schrijftalent noemt om 'stil van te worden', hoopt dat de auteur later zal terugkeren bij de uitgeverij. Bij Medendorp ligt dan al een brief van een Rotterdams advocatenkantoor. Namens Holtes' voormalige werkgever waarschuwt het voor privacyschendingen van de cliënten in de tbs-kliniek. 'Door een boek met dergelijke passages te publiceren, zouden ook de uitgeverij en uzelf zich aan een strafbaar feit schuldig kunnen maken.' Medendorp: 'Na haar opname heb ik niet meer met Léonie over die brief gesproken. Ze moest weer gezond worden, dat was de enige prioriteit. We krijgen wel vaker dreigbrieven binnen, dus daar schrik ik niet zo van. Die brief gaf vooral aan dat Léonie met iets belangrijks bezig was.' In september 2010 verhuist Holtes naar de adolescentenafdeling van het AMC in Amsterdam. Door de week verblijft ze daar intern, in de weekenden logeert ze bij haar moeder. Manisch-depressief met psychotische episoden, luidt de diagnose van haar psychiater. ('O ja?', werpt Holtes tegen. 'Kunt u die conclusie staven? Waar heeft u uw opleiding eigenlijk gevolgd?') Ze slikt antipsychotica: Risperdal en Seroquel. Maar die helpen niet tegen de stem die haar blijft achtervolgen. Een diepe, zware mannenstem, midden in haar hoofd, die haar uitscheldt en vunzig commentaar levert bij alles wat ze doet. © de Volkskrant
Ze is bang voor een nieuwe psychose. 'Wat als ik jullie dan iets aandoe?', zegt ze tegen haar ouders. 'We kennen je toch', antwoorden die. 'Je doet geen vlieg kwaad.' 'Dat is precies het probleem: tijdens een psychose ben ik mezelf niet. Dan ben ik net een tbs'er: ontoerekeningsvatbaar.' In haar dagboek doet Holtes verslag van haar leven als psychiatrisch patiënt. 7 januari 2011 Op het perron komt een meisje met krukken langs, ik zou graag willen vragen: 'Zullen we ruilen?' Dan zou iedereen leuke teksten op het gips zetten, dan zou ik grappig met één been kunnen dansen, zoveel wijn drinken als ik wil, en met een gewone kater wakker worden, in plaats van de olifanten die nu elke ochtend bovenop me komen zitten.' 9 maart 2011 Ik zeg, kom neurotransmittertjes, do your job. 15 april 2011 De psycholoog zei: 'Het is langs de afgrond waar je nieuw evenwicht vindt.' Maandagmiddag 16 mei 2011 heeft Holtes een afspraak met haar psychiater in het AMC in Amsterdam. Per sms laat ze weten dat ze tien minuten later komt. Maar ergens in de metro gaat het mis, vermoedelijk door een psychose, wellicht veroorzaakt door vergeten medicatie. Ze belandt in de Bijlmer en neemt de lift in de Grubbehoeve, een enorme, U-vormige galerijflat. Op de bovenste verdieping glipt ze achter een bewoonster aan door de deur naar de galerij. Ze draagt een legergroene jas met de capuchon over haar hoofd. zaterdag 06 oktober 2012
'Waar moet je zijn?', vraagt de bewoonster, die - zoals ze later zal verklaren tegen de politie - nog nooit zulke angstige ogen heeft gezien. 'Verderop', antwoordt Holtes en loopt door, langs ramen met rolgordijnen en rode deuren met spiekgaatjes. Aan het einde van de galerij stopt ze en draait een kwartslag. Leunend op de betonnen reling kijkt ze in de verte, waar de snelweg bromt en regenwolken over de Bijlmerweide drijven. Ook kijkt ze naar beneden. Negen verdiepingen lager staan auto's en slingert een fietspad door een grasveld. Recht omlaag: de stoep en een gele glasbak. Ze zal toch niet...? Al bijna een jaar spookt die vraag door de hoofden van familie en vrienden. Bij haar eerste opname in het crisiscentrum deed ze twee zelfmoordpogingen tijdens psychoses. Een duidelijke waarschuwing, want - zoals Holtes zelf in haar boek schrijft - gedrag in het verleden is de beste voorspeller voor gedrag in de toekomst. Maar, verdomme, juist de laatste weken lijkt het zoveel beter te gaan, vinden vriendinnen, juist de laatste weken lijkt het risico op zelfmoord lager. Op de Grubbehoeve valt een deur in het slot; de bewoonster is haar appartement binnengegaan. Holtes blijft alleen achter op de negende verdieping. Ze springt. De crematie, de rouw. Maar dan dringt zich toch die vraag op: wat te doen met Ervaring niet vereist? Holtes' levenswerk dat zo'n prachtige inkijk geeft in een tbskliniek? Het boek dat volgens Joris Luyendijk 'iedereen zou moeten lezen om iets van ons land te snappen'? Daarvan ligt het lot nu in handen van haar ouders die als nabestaanden de publicatierechten hebben. Haar vader, Peter Holtes, twijfelt of hij het boek wil uitgeven, en wijst Pagina 5 (4)
op de brief van de advocaat die optreedt namens de tbs-kliniek. De advocaat hanteert een strikte definitie van privacygevoelige informatie. Hij eist dat de cliënten ook elkáár niet mogen herkennen in de tekst. Daardoor moeten er mogelijk allerlei passages bewerkt of geschrapt worden, zonder dat Holtes daar zelf nog iets over kan zeggen. De brief van de advocaat negeren? Peter Holtes: 'Nu er zoveel emoties zijn, is een slepende rechtszaak het laatste waarop ik zit te wachten.' De moeder van Holtes wil het boek juist wél publiceren. 'Een paar weken voor haar dood zei Léonie nog tegen me: 'Het verhaal moet verteld worden.' Uit het dagboek dat Holtes bijhield, valt niet op te maken hoe ze hierover dacht. Of het moet die allerlaatste notitie zijn. Op 8 mei 2011, een week voor haar overlijden, schrijft ze twee zinnen, gescheiden door een witregel: Ik ben nog verknipter dan mijn expatiënten. Maar ik heb wel een goed verhaal.
beoordeeld hoe gevaarlijk patiënten zijn, is een terugkerend thema in Holtes' boek. Hoe moet een psycholoog te werk gaan bij zo'n risicotaxatie? 'Eén: je neemt de patiënt verschillende wetenschappelijk gevalideerde tests af. Dit houdt in dat er vergeleken wordt met een controlegroep, om goed te kunnen beoordelen hoe afwijkend de antwoorden van de patiënt zijn. Twee: je registreert alle interviews met een videocamera, zodat de werkwijze achteraf controleerbaar is. Drie: je vergelijkt de antwoorden van de patiënt met informatie uit andere bronnen, zoals observaties in de kliniek, het proces-verbaal van de politie en interviews met familie van de patiënt. Vier: je onderbouwt elk oordeel bijvoorbeeld of iemand impulsief gedrag vertoont - met voorbeelden. Vijf: je controleert of een onafhankelijke tweede psycholoog tot dezelfde diagnose komt.' Holtes schrijft over de praktijk in
tumorcellen hebben gezien, anders mag hij zo'n oordeel niet vellen. Toch worden in tbs-klinieken aan de lopende band psychische diagnosen gesteld zonder goede onderbouwing. Dit leidt tot zinloze behandelingen en verkeerde beslissingen over proefverloven. De misstanden die Holtes aankaart, zijn nog steeds zéér actueel.' Schrijfster hield publicatie tegen Uitgeverij Podium kondigde begin 2010 het boek 'Ervaring niet vereist' in de catalogus aan. Schrijfster Léonie Holtes hield publicatie echter tegen. Ze kon zich niet meer vinden in het manuscript. Of haar levenswerk toch nog uitkomt, is onzeker. ,,
Vijf minuten. Mijn beeld van deze
patiënt was in minder dan vijf minuten gevormd.',, ,,
De psycholoog zei: 'Het is langs
de afgrond waar je nieuw evenwicht vindt.',,
haar tbs-kliniek: 'De punten op de risicotaxatie-formulieren werden
HEEFT LéONIE HOLTES EEN PUNT?
vluchtig afgevinkt, de argumentatie
In haar boek 'Ervaring Niet Vereist' uit Léonie Holtes, die zelf tbs'ers behandelde, forse kritiek op de werkwijze van psychologen in tbsklinieken. Ze zouden te veel op hun gevoel beslissingen nemen, en te weinig gebruikmaken van wetenschappelijke inzichten. Corine de Ruiter, hoogleraar forensische psychologie aan de Universiteit Maastricht, onderschrijft de kritiek van Holtes.
beoordelaar: die was er simpelweg
werd overgeslagen en een tweede niet.' 'Dan is een zorgvuldige analyse onmogelijk. Een risicotaxatie kost minimaal twee weken fulltime werk. Die tijd moet je er echt voor nemen: een risicotaxatie bepaalt het verschil tussen vrijheid en gevangenschap, je beslist ermee over iemands léven.' Holtes werkte in 2005 en 2006 in
Kent u Léonie Holtes?
een tbs-kliniek. Is haar aanklacht
'Ze volgde ooit een vak bij me. Ik herinner me haar als een opvallend slimme studente met een kritische geest. Dat ze een boek heeft geschreven over haar werk in een tbs-kliniek, wist ik niet.'
nog actueel?
De risicotaxatie, waarbij wordt © de Volkskrant
'Absoluut, met name wat de onderbouwing van risicotaxaties betreft. Die is in de meeste tbsklinieken slecht of ontbreekt geheel. Vergelijk het met een arts die een patiënt vertelt dat hij kanker heeft. Dan moet die arts eerst zaterdag 06 oktober 2012
Pagina 5 (5)