Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs ( mr. H.T. van der Meer, W. Dulfer-Visser, S.Y. Kuurstra-Brons )
Uitspraaknr. 05.014 Datum: 27 mei 2005 Onvoldoende pedagogische en didactische begeleiding, niet vermelden LKC in schoolgids; klacht gedeeltelijk gegrond; voortgezet onderwijs.
De klacht Een moeder klaagt erover dat de school haar zoon pedagogisch en didactisch onvoldoende begeleidt en onzorgvuldig jegens haar heeft gehandeld, zoals geïllustreerd in het klaagschrift. De moeder stelt dat - school haar zoon na een periode van ziekte onvoldoende heeft bijgestaan door bijvoorbeeld onvoldoende huiswerk door te geven en hij daardoor een achterstand heeft opgelopen en faalangst heeft ontwikkeld; - er ten onrechte door de school meldingen bij de leerplichtambtenaar zijn gedaan wegens ongeoorloofd verzuim van de zoon; - de klachtencommissie niet in de schoolgids staat vermeld; - het tweetalig onderwijs dat op school wordt aangeboden niet altijd het juiste niveau heeft; - de school de leerlingen onnodig onder druk zet en dwangmethodes gebruikt.
De visie van partijen De moeder stelt dat de school haar zoon nadat hij de ziekte van Pfeiffer heeft gekregen onvoldoende heeft bijgestaan. De moeder heeft tevergeefs regelmatig de mentor gebeld om een opgave van het huiswerk te verkrijgen. Ook heeft de school heeft geen medeleerling aangewezen om het huiswerk aan de zoon door te geven. De zoon heeft het gevoel dat hij er niet meer bij hoort en dat docenten een hekel aan hem hebben. Zij heeft met school tot een goede samenwerking willen komen en verwijst daarbij naar de brieven en e-mails die zij aan school heeft gezonden. De school heeft diverse meldingen wegens ongeoorloofd verzuim bij de leerplichtambtenaar gedaan. De moeder had de afwezigheid van haar zoon telefonisch doorgegeven, nadat ze van een administratief medewerker van de school had vernomen dat zij geen briefjes hoefde in te leveren. De school wist immers dat de zoon de ziekte van Pfeiffer had. In januari 2005 heeft school wederom een melding gedaan bij de leerplichtambtenaar, nadat de zoon veel afwezig was vanwege de nasleep de ziekte van Pfeiffer, faalangst en schoolvrees. In deze periode heeft zij altijd netjes briefjes geschreven voor de dagen dat hij ziek was. De brieven van de leerplichtambtenaar heeft zij als bedreigend ervaren.
De moeder brengt naar voren dat de klachtencommissie niet in de schoolgids wordt genoemd. Tevens stelt de moeder dat het tweetalig onderwijs dat op school wordt aangeboden niet altijd het juiste niveau heeft. Leraren lezen veel uit de boeken voor, leggen bijna niet uit en behoudens een paar uitzonderingen spreken de leraren niet echt goed Engels. Ook meent de moeder dat de school leerlingen onder druk zet. Dat de school gebruik maakt van dwangmethodes vindt de moeder een teken van zwakte. Als voorbeeld van een dwangmethode noemt zij de situatie dat leerlingen onder dwang een contract dienden te tekenen dat zij tijdens een theateroptreden stil moesten zijn. De directie geeft aan dat de school vaker te maken heeft met ziekte van leerlingen. In dit soort situatie maakt zij met de leerling en ouders afspraken om in goede samenwerking het leerproces te continueren. Ook met de moeder en haar zoon zijn afspraken gemaakt. De zoon zou zoveel naar school komen als mogelijk was. De school heeft met hem afgesproken wat hij moest doen bij het missen van lessen, hoe werk werd ingehaald, gemiste toetsen werden gemaakt etc. Tevens werden met hem afspraken gemaakt over het eerder naar huis gaan. Met de moeder zijn afspraken gemaakt over ziekmeldingen. De afspraken zijn niet schriftelijk vastgelegd. De zoon is herhaaldelijk afspraken met de mentoren over de voortgang van het werk vergeten. Het initiatief tot het oplossen van de problemen heeft vooral bij de mentor gelegen en de contacten met de moeder en de zoon zijn moeizaam totstandgekomen. Er zijn met de moeder in totaal drie gesprekken op school gevoerd. Tijdens een telefoongesprek tussen de moeder en een mentor heeft zij aangegeven dat zij haar zoon niet naar school kreeg. Ook heeft thuis bij de moeder een gesprek tussen haar en de mentor plaatsgevonden. De zoon was de deur uitgegaan voordat de mentor kwam. De mentor heeft met de moeder besproken dat de school niets kan zonder medewerking van de zoon en heeft haar dringend aangeraden een afspraak met Jeugdzorg te maken. Een week later is de zoon weer naar school gekomen. Opnieuw heeft hij alle hulp en ondersteuning gekregen die binnen de bovengenoemde afspraken mogelijk was. De school heeft geconstateerd dat de zoon vluchtgedrag vertoont. De mentoren hebben met de moeder gesproken over hulpverlening, maar zij gaf aan dat dit haar door vriendinnen was afgeraden. De moeder heeft slechts gedeeltelijk gehandeld conform de regels die gelden bij afwezigheid van leerlingen vanwege ziekte. De zoon zelf hield zich geregeld niet aan de afspraak om met de mentoren of teamleider contact op te nemen als hij zich niet lekker voelde en naar huis wilde. Hij ging weg zonder overleg. Dit wordt overeenkomstig het schoolbeleid als ongeoorloofd verzuim aangemerkt. De school heeft de wettelijke plicht om de leerplichtambtenaar te informeren over al dan niet vermoed ongeoorloofd schoolverzuim. Het Zorg Advies Team heeft besloten een melding bij de leerplichtambtenaar te doen naar aanleiding van hun zorg over de veelvuldige afwezigheid van de zoon, die mogelijk andere oorzaken had dan de ziekte van Pfeiffer. De school heeft ervoor gekozen het adres van de LKC niet in de schoolgids op te nemen om te voorkomen dat ouders zich tot externe instanties wenden voordat problemen bij de school
zijn aangekaart. Ouders kunnen, indien zij dit wensen, altijd het adres van de LKC krijgen van de vertrouwenspersoon, de schoolleiding of de administratie van de school. Overigens bestaat voor ouders uiteraard ook de mogelijkheid zich tot het schoolbestuur te wenden. In het Tweetalig HAVO/VWO wordt in de onderbouw ongeveer 50% van de lessen in het Engels gegeven. De lessen worden gegeven door native speakers, docenten Engels en Nederlandse docenten die hun vak in het Engels geven. De laatste groep docenten volgt een uitgebreid scholingsprogramma. De school bestrijdt dat zij gebruik te maakt van dwangmethodes. Volgens de directie doelt de moeder op een gesprek dat de teamleider tezamen met een docente heeft gehad met een aantal leerlingen. Onderwerp van dat gesprek was het ongewenste gedrag van deze leerlingen tijdens toneelvoorstellingen buiten de school onder schooltijd, zoals luidruchtigheid, mobiele telefoons die niet uitgezet werden en eten tijdens de voorstelling. Hieromtrent hebben ze de leerlingen een contract voorgelegd, met het doel de leerlingen bewust te maken van hun verantwoordelijkheden. Het maken van nadere afspraken met de leerlingen in dit soort situaties is een onderdeel van het beleid van de school, het is een pedagogische maatregel.
Overwegingen van de Commissie (... ) Tussen partijen staat niet ter discussie of de school een taak heeft bij het aanbieden van schoolwerk bij afwezigheid wegens ziekte of in geval van faalangst. De Commissie stelt vast dat de zoon blijkens de door de directie overgelegde overzichten veelvuldig afwezig is geweest. Tevens constateert zij dat de school heeft gepoogd met de zoon afspraken te maken over onder andere het inhalen van schoolwerk. De zoon heeft zich regelmatig niet aan de afspraken gehouden. Dit kan de school niet worden aangerekend. De Commissie is van oordeel dat de school voldoende actie heeft ondernomen. Dit klachtonderdeel is ongegrond. Ook acht de Commissie het voldoende aannemelijk dat de zoon gedrag vertoont dat als ‘vluchtgedrag’ zou kunnen worden getypeerd. Zij constateert dat de school de zorgen van de moeder over de zoon deelt, dat de school erkent dat de zoon “vluchtgedrag” vertoont dan wel faalangst heeft. De Commissie acht het voldoende aannemelijk dat school diverse malen contact heeft gehad met de zoon en de moeder om nadere afspraken te maken en ondersteuning te bieden. De Commissie is van oordeel dat school het “vluchtgedrag” niet alleen kan oplossen. Dit geldt tevens voor de continuering van het leerproces. Het bereikte resultaat is in belangrijke mate afhankelijk van de samenwerking tussen de leerling, ouders en de school, waarbij de opstelling van de leerling cruciaal is. Als een en ander niet goed verloopt kan in geval van ‘vluchtgedrag’ dan wel faalangst externe hulp nodig zijn. De school kan daarbij een signalerende en verwijzende taak hebben, maar de primaire verantwoordelijkheid voor het resultaat van die externe begeleiding ligt bij de leerling en/of de ouder. De Commissie is van oordeel dat de school de zoon voldoende heeft willen bijstaan. De school is het ontbreken van een goede samenwerking niet te verwijten.
De Commissie is van oordeel dat de leerling zelf verantwoordelijk is voor het ontvangen van huiswerk en voor het nakomen van gemaakte afspraken. De Commissie is van oordeel dat de redenen voor het onvoldoende resultaat in dit geval en vooral bij de zoon zelf gezocht dienen te worden. Derhalve is dit klachtonderdeel ongegrond. De moeder klaagt erover dat de school ten onrechte meldingen bij de leerplichtambtenaar wegens ongeoorloofd verzuim heeft gedaan. Het is de Commissie gebleken dat de zoon erg veel heeft verzuimd, waarbij het vermoeden gerechtvaardigd was dat dit tenminste gedeeltelijk ongeoorloofd was. De school mocht immers veronderstellen dat dit verzuim ongeoorloofd was omdat zij vaak geen absentiebriefjes heeft ontvangen. De Commissie stelt vast dat de school wettelijk verplicht is om bij een vermoeden van ongeoorloofd schoolverzuim een melding te doen bij de leerplichtambtenaar. Dit klachtonderdeel is ongegrond. De moeder klaagt erover dat Landelijke Klachtencommissie niet in de schoolgids staat vermeld. De directie heeft dit erkend. De Commissie heeft bij eerdere klachten reeds uitgesproken dat het de bedoeling van de wetgever is dat klagers rechtstreeks toegang hebben tot de klachtencommissie waarbij het schoolbestuur de scholen heeft aangesloten. Het is dientengevolge niet meer dan logisch dat de school het bestaan van de LKC in de schoolgids vermeldt. Redelijke wetsuitleg brengt mee dat de school daarbij eveneens het adres van de LKC in de schoolgids vermeldt. Nu dit niet is gebeurd, is dit klachtonderdeel gegrond. Het is de Commissie niet gebleken dat het niveau van het tweetalig onderwijs op deze school onder de maat is. De moeder heeft haar stelling dat het niveau van het tweetalig onderwijs niet altijd juist is onvoldoende onderbouwd. De school heeft aangegeven dat de lessen worden verzorgd door native speakers, docenten Engels en Nederlandse docenten die hun vak in het Engels geven die een uitgebreid scholingsprogramma volgen. De Commissie is van oordeel dat ouders die kiezen voor tweetalig onderwijs moeten beseffen dat niet alle docenten een Engelstalige achtergrond hebben en hun uitspraak niet altijd vlekkeloos zal zijn. Het klachtonderdeel over het niveau van het tweetalig onderwijs is ongegrond. De moeder heeft haar stelling dat de school leerlingen onder druk zet alleen onderbouwd met het voorbeeld van het ondertekenen van een contract. De Commissie is van oordeel dat het (incidenteel) laten ondertekenen van een contract tot het naleven van schoolregels een geoorloofd pedagogisch hulpmiddel is, ook als aan het niet nakomen van dit contract een sanctie verbonden is. De Commissie is tevens van oordeel dat de betreffende gedragsregels normaal, dat wil zeggen algemeen geldend en bekend in de school zijn, en dat de sanctie niet buitensporig is. Dit klachtonderdeel is ongegrond.
Het oordeel van de Commissie De klacht is ongegrond, met uitzondering van het onderdeel over het niet noemen van de LKC in de schoolgids.
Advies aan het schoolbestuur De Commissie beveelt het schoolbestuur aan ervoor zorg te dragen dat de school alle afspraken die zij met ouders van leerlingen over de begeleiding maakt, schriftelijk vastlegt.