prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:51
Pagina 1
2 Ontwikkelingen in Ruimtelijke Informatie & Geo-ICT
Maart 2006 jaargang 4
● Google Earth brengt GIS in de huiskamer ● Geoloketten – Vrijheid in verbondenheid ● Vogels tellen bij Sovon: van hobby tot wetenschap ● Het tijdperk van organisatiebreed GIS is hier… www.gismagazine.nl
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:51
Pagina 2
#2934!, 8, ! POWERFUL TOOL TO DIGITIZE YOUR MAPS
#2934!, 8L #/,/2 3#!..%2
4HE #2934!, 8, AND ITS EXTENSIVE DRIVER PACKAGE ENSURE FULL COMPAT IBILITY WITH THE MOST POPULAR SOFTWARE FOR #!$ $40 !RCHITECTURE !RCHIVAL AND ')3
)JHIMJHIUT (IGH VALUE FOR MONEY &AST MONOCHROME SCANNER %XCELLENT COLOR SCANNING 4HICK ORIGINALS ¯ UP TO ² MM
7)4( !,, 4(% -%2)43 /& ! 425% 7/2+ (/23% 4HE SCANNERS IMAGING AREA HANDLES ENGINEERING DRAWINGS ARCHITECTURAL SKETCHES MAPS AND LARGE COLOR POSTERS 4HE SCANNER UTILIZES SPECIAL SCAN AND COPY MODES FOR OPTIMAL CAPTURE OF SEPIA BLUEPRINT AND FADED BLACK WHITE DRAWINGS WITH OPTIMAL CLEAN UP AND ENHANCEMENT CONTROLS WWWCONTEXCOM
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:51
Pagina 3
COLOFON GIS-Magazine informeert over ontwikkelingen op het gebied van ruimtelijke informatie en Geo-ICT. GIS-Magazine verschijnt 8 maal per jaar in Nederland en België. Directie/uitgevers: Dhr. R. Groothuis Dhr. K. van der Lei
[email protected] [email protected]
Redactie:
[email protected] Tel.: (0527) 619 000 Fax: (0527) 620 989 Hoofdredacteur: Dhr. J.H.J.M. Vos
[email protected] Eindredacteur: Dhr. Drs. R. Takken
[email protected] Redacteur: Dhr. Ing. L.J.A. Koops
[email protected] Aan deze uitgave werkten mee: Harvey van Diek Egbert van Hattem Guido van den Heuvel Clasine Hoogerwaard Huibert-Jan Lekkerkerk John Renard Robin Wevers Advertentie-exploitatie:
[email protected] Tel.: (0527) 619 000 Fax: (0527) 620 989 Dhr. W. Westerhof Abonnementenservice:
[email protected] Tel.: (0527) 619 000 Fax: (0527) 620 989 Mw. Y.B. Jonker Mw. L. Pels Mw. J Regterschot Vormgeving: A.F. van der Kolk / CMedia Productions, Emmeloord Druk: Drukkerij Giethoorn ten Brink, Meppel
Geo-tic Als de eerste zondag in februari, geheel in overeenstemming met de berichten van Erwin Krol (die van Piet Paulusma vertrouw ik niet) een strakblauwe hemel aankondigt, slaan we ons bezoekje aan mijn 92-jarige schoonmoeder een keertje over. Even geen verplichtingen, maar rust op de hei en in het bos van de Veluwse Posbank. Na een korte autorit schieten we bij Rheden omhoog en parkeren we ons brikkie op de bijna hoogste top van dit unieke stukje Nederland. We verwisselen ons fatsoenlijke schoeisel voor het type ‘aanvalluh’ en kiezen een van de kronkelige paden. Het steile pad leidt naar de stille heide. Ondanks het kleinschalige karakter van dit natuurlandschap komt al snel de rust over ons heen. Ik denk alleen nog aan de natuur en de historie van dit ongerepte gebied. Paadje omhoog en paadje omlaag gaat het. Stukje bos, stukje hei, een mooie grote zandvlakte. Even buiten het pad, wijzend naar de grond onder me, zeg ik tegen mijn vrouw: “stel je voor, hier heeft mogelijk nog nooit eerder iemand gelopen.” Tijdens het uitspreken van deze woorden struikel ik over een hard obstakel dat nét boven het zandoppervlak uitsteekt. Ik kijk nog even achterom en schraap met mijn rechtervoet het mos van het obstakel. Na enkele seconden wordt het me duidelijk dat ík hier niet als eerste mijn voet zette. Langzaam komen de letters K, A en D onder het mos tevoorschijn… Hoe is het mogelijk. Loop ik in ‘the middle of nowhere’ om me even helemaal te ontspannen, wordt ik weer met de neus op mijn roots gedrukt. Alle gevoelens van rust en ontspanning meteen vervlogen. Tijdens de laatste kilometers van onze wandeling zie ik tussen bos en hei alleen nog maar attributen die me vóór het rendez-vous met de KAD-steen totaal niet waren opgevallen. Grensstenen en -palen, meetspijkers in het asfalt, afrasteringen, merktekens voor ondergrondse bekabeling, geschilderde paspunten… Het is een geo-tic, ik kom er denk ik nooit meer van af. Terug bij het startpunt wordt automatisch de wijdse blik over het fraaie heide- en boslandschap door mijn brein omgetoverd tot een digitaal terreinmodel met alle grenzen, ondergrondse infrastructuur en zelfs een nieuw digitaal recreatiedorp… Virtual reality van de koude grond, er komt geen computer aan te pas. Met geo in het hoofd zijn de mogelijkheden onbegrensd. Na 35 jaar in het vakgebied komen alle facetten ervan te pas en te onpas naar boven.
Uitgever: CMedia Productions B.V. Noordzijde 2b, 8302 GL Emmeloord Postbus 231, 8300 AA Emmeloord Tel: (0527) 619 000 Abonnementen: Uitgebreide informatie over een abonnement op GIS-Magazine vindt u in de rubriek Lezersservice.
Hans Vos Hoofdredacteur
GIS-Magazine op Internet: www.gismagazine.nl ISSN 1571-7194 Niets uit deze uitgave mag geheel of gedeeltelijk worden overgenomen en vermenigvuldigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. © Copyright 2006 CMedia Productions B.V.
Maart 2006-2
3
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:51
Pagina 4
GIS-Magazine 2006-2
Google Earth brengt GIS in de huiskamer Google Earth is een snel populair wordende zoekmachine voor geografische informatie. Met Google Earth vliegt de consument vanuit de ruimte naar een virtuele plek op aarde om daar de omgeving te verkennen. Een jaar na de introductie is het tijd om de nieuwe toepassingen van Google Earth te inventariseren en te zoeken naar de impact die ‘GE’ heeft op de GIS-sector. Artikel, pagina 22.
In data-inwinning en GIS bestaan geen deelgebieden meer Met de opsplitsing in Topcon Europe Medical en Topcon Europe Positioning gaat Topcon Europe sinds juli 2005 serieus de strijd aan met concurrenten als Leica en Trimble. Toegegeven, Topcon is minder bekend, maar de van oorsprong Japanse onderneming heeft goede papieren als uitvinders van het total station, de spiegelreflexcamera en de ‘beter zichtbare’ groene laserstraal.
Data-inwinning, pagina 42.
Top10NL grote winnaar van GML Relay 2006 “Ik hoop van harte dat dit een lange saaie dag zal worden,” zegt Peter van Oosterom bij de opening van de vierde GML Relay, “dat zou betekenen dat alle GIS-software gewoon prima functioneert en alle schema’s probleemloos worden verwerkt.” Maar helemaal probleemloos wordt het natuurlijk nooit, als het gaat om een wedstrijd in GIS-standaarden. Evenement, pagina 58.
Voorplaat: Total E&P Nederland was één van de winnaars van de BE Awards tijdens de BE Conference van Bentley in Baltimore. De prijs voor Best Managed Environment op geospatial-gebied krijgt een bedrijf natuurlijk niet zo maar. Wat heeft Total E&P Nederland zo goed gedaan dat het een prijs verdient? Lees verder op pagina 20.
4
Maart 2006-2
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:51
Pagina 5
GIS-Magazine 2006-2
Verder… Artikel:
Pagina Liever tien vogels in de lucht…. Vogels tellen bij Sovon: van hobby tot wetenschap
19
Henk Pauwels Nederlander met meeste ‘degree confluences’. DCP tien jaar later.
14
Geoloketten – Vrijheid in verbondenheid Geoinformatie kunnen vinden en mogen gebruiken
16
Behoud van informatie essentieel voor Total E&P Overzicht houden net zo belangrijk als het aanmaken van data
20
Google Earth brengt GIS in de huiskamer Een jaar na de lancering
22
Nieuwe toepassing maakt analyses eenvoudiger MorphGIS brengt de zeebodem in kaart
28
Nieuwe legger op basis van luchtfoto’s Rivierenland vanuit de lucht
32
Het tijdperk van organisatiebreed GIS is hier… De betekenis voor de vooruitgang van de GIS-industrie
35
Onwetendheid en vooroordelen rond outsourcing/ offshoring Communicatie en training in plaats van angst
47
GPS Deel 2: plaatsbepaling en tijdwaarneming Satellietnavigatie in de praktijk
38
Topcon neemt integratie op in marketingplan In data-inwinning en GIS bestaan geen deelgebieden meer
42
Voorbeschouwing Overheid & ICT 2006 Standhouders en en deelnemende bedrijven
49
IDSW, standaarden en basisregistraties Verantwoord beheer en koppeling door eenduidigheid
54
Vooral aandacht voor mobiel werken, met of zonder kaart Mobility Event 2006: praktische tools en snelle jongens
56
Geen wereldproblemen tijdens estafette Top10NL grote winnaar van GML Relay 2006
58
Uitwisseling en nieuwtjes van Grontmij gemeente-applicatie DG Dialog Gebruikersdag groeit, net als de helpdesk
60
Hardware:
HP xw4300 dicht gat tussen workstation en desktop pc
19
Interview:
Nederland blijft spoorwegen bouwen met input-files BE Award voor Betuweroute
Beschouwing:
Data-inwinning:
Evenementen:
6
1,8 miljoen bevragingen per maand Europese e-Government prijs voor het Kadaster Zoals Altijd:
44
Adverteerdersindex 66, Agenda 46, Data-inwinning 37, Kort nieuws 62, Lezersservice 66, Trainingswijzer 19 Maart 2006-2
5
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:51
Pagina 6
Interview
Nederland blijft spoorwegen ontwerpen met inputfiles
BE Award voor Betuweroute Door: Egbert van Hattem
Bij het ontwerpen van de Betuweroute werd begin jaren negentig meteen gekozen voor ontwerpen in 3D volgens Bentley MX. “Een vooruitziende blik,” zegt Biem Troost van Grontmij. “We schrijven nog steeds inputfiles, maar de toepassingen zijn ondertussen flink toegenomen.”
De Betuweroute ter hoogte van knooppunt Deil.
Eén
van de Bentley BE Awards 2005, die voor Rail Design, werd vorig jaar in Baltimore uitgereikt aan Grontmij-De Weger voor hun innovatieve inzet van deze ontwerp- en analysetools bij de aanleg van de Betuweroute. Vijftien jaar terug werd al gekozen voor het volledig ontwerpen in 3D van dit 160 kilometer lange goederentransporttracé per rail. Het MOSS-modelleersysteem, van Engelse origine, kreeg destijds de voorkeur boven het meer Amerikaans georiënteerde Inroads. De Betuweroute bestaat uit twee hoofddelen. Beginnend aan zee betreffen de eerste 48 kilometer de Verlegde
6
Maart 2006-2
Havenspoorlijn en Kortsluitroute. Dan volgen 112 kilometer compleet nieuwe spoorweg: vanaf rangeerterrein Kijfhoek tot Valburg. Het ontwerp is inclusief de verbindingsbogen met andere spoorlijnen en de bestekvoorbereidingen hiervan. Ook horen alle noodzakelijke aanpassingen aan wegen erbij die de spoorbaan kruisen en de benodigde verkeersfaseringen tijdens de uitvoering van het project. Behalve de omvang van het project is de aanpak bijzonder. De Betuweroute geldt als het eerste grote infrastructurele project in Nederland dat grotendeels door particuliere ingenieursbureaus is uitgewerkt.
Tijdperk Ingenieur Biem Troost is Projectleider Infrastructuur & Milieu van de afdeling Wegen bij Grontmij, alsook kennismanager 3D-wegontwerp. Hij vertelt dat de eerste ontwerpen van de Betuweroute, die in 1991 leidden tot de Tracénota en bijbehorende MER zijn begonnen in het ‘MOSS-tijdperk’. Dit modelleersysteem is de voorloper van de huidige Bentley MX-producten en sinds 1976 in gebruik in Nederland. Troost: “Later is het systeem door alle regionale directies van Rijkswaterstaat ingezet bij wegontwerpprojecten. Het is moeilijk een recente autosnelweg of verkeersknooppunt in Nederland te vinden dat niet is ontworpen met MOSS/MX.” De manier van werken was in 1991 dus ruimschoots bekend. Er was veel kennis aanwezig en ervaring mee opgedaan. Het Amerikaanse pakket Inroads gold als enige serieuze alternatief. Dit pakket was vooral dwarsprofiel-georiënteerd. Dat paste goed bij de Amerikaanse situatie waar iedere doorsnede mijlenver lang ongewijzigd gekopieerd kon worden. In Nederland is de situatie heel anders. Zo zijn in het nieuw aangelegde spoortracé van de Betuweroute een kleine tweehonderd kruisingen met andere wegen, wateren spoorwegen opgenomen. Troost: “MX was daarvoor beter geschikt. Dat is meer langsprofiel-georiënteerd. Je begint met het ontwerpen van het alignement, ofwel een basis-as van het tracé. Vanuit dit alignement definieer je alle andere kenmerkende langslijnen zoals verharding, bermen en taluds. Door een standaard manier van werken in Nederland is een afsprakenstelsel tot stand gekomen. Daardoor is een uniforme taal bewerkstelligd in de naamgeving van de 3D-modellen en de daarin opgenomen langslijnen (strings). De basis is nu overal hetzelfde, moeilijker gaan we het niet maken.” Herontwerpen De benadering vanuit MX geeft de mogelijkheid tot het uitdetailleren van
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:51
Pagina 7
Interview
De Betuweroute bestaat uit twee hoofddelen. Beginnend aan zee betreffen de eerste 48 kilometer de Verlegde Havenspoorlijn en Kortsluitroute. Dan volgen 112 kilometer compleet nieuwe spoorweg: vanaf rangeerterrein Kijfhoek tot Valburg.
kruisingen. Juist op deze plaatsen komt het ware natuurlijk gegroeid, heel an- alternatieven voor MX beschikbaar. een dwarsprofiel-georiënteerde oplos- ders dan bijvoorbeeld in de automo- Biem Troost noemt AutoDesk Civil 3D sing niet tot zijn recht. Door de opzet bielbranche waar afspraken van boven- (AutoDesk) als een goed pakket dat iets met inputfiles kunnen ontwerpers af zijn opgelegd aan samenwerkende dichterbij AutoCAD staat en waar de binnen enkele uren een complete aan- partners.” conversie van 2D naar 3D meer laagsluiting of kruising herontwerpen drempelig verloopt. na mogelijke aanpassingen van het Country Kits Troost: “Nederland is een van de alignement. Dit is dan inclusief het ge- Het werken met landspecifieke richtlij- weinige landen die volhardt in het nereren van de benodigde ontwerpte- nen en afsprakenstelsels wordt vastge- schrijven van inputfiles. Dat is meteen keningen. Ingenieur Jaap de Boer is legd in zogenaamde Country Kits. De ook de grootste kracht van Bentley projectmanager bij Bentley Profes- Bentley MX gebruikers in Nederland MX. Nieuwe ontwerpen kunnen snel sional Services, Civil & Transportation. werken samen in de Dutch Country Kit worden gegenereerd en gewijzigd aan “Met het 3D modelleersysteem kon (DCK) waar afspraken over ondermeer de basis. Met wat ervaring zijn verschilmen al snel en relatief eenvoudig modelbenamingen en stringcoderingen lende inputfiles gemakkelijk te combinauwkeurige volumehoeveelheden be- zijn vastgelegd. Ook nu nog zorgen ge- neren. Een ervaren ontwerper kan in rekenen. Dit was een van de belangrij- bruikers en leverancier er samen voor zijn slaap de files lezen en de weg of ke aspecten, naast flexibiliteit, bij de dat een nieuwe MX-versie volgens de spoorlijn voor zich zien. Een snelwegkeuze van het systeem voor het ont- laatste richtlijnen en standaarden werkt. aansluiting kan soms binnen enkele werpen van de uren geheel herontBetuweroute.” worpen zijn. Bij het De eerste versies project van de werkten onder Unix. Betuweroute konden Later volgde de de inputfiles soms wel ondersteuning van 18 pagina’s groot worMicrosoft Windows den! Het mooie hierbij en integratie met is dat de codes die diverse CAD-systemen nu gebruikt al in men. De data waren de eerste versie van en zijn nog steeds MOSS zijn ingezonder conversies te bracht.” benaderen door meerLicenties dere ontwerpers. Ook Continuïteit staat binwerkvoorbereiders en nen het langlopende landmeters kunnen project hoog aangeeenvoudig met elkaar schreven, maar ook communiceren en een nieuw Bentleydata delen. Biem Troost van Grontmij zegt: “Het is moeilijk een recente autosnelweg product als Arenium De Boer: “Na de erof verkeersknooppunt in Nederland te vinden dat niet is ontworpen heeft zijn intrede varingen met MOSS met MOSS/MX.” gedaan bij Grontmij, bij de Regionale dat inmiddels meer Directie (RD) ZuidHolland van Rijkswaterstaat adopteer- De Boer: “Omdat Grontmij een belang- dan twintig MX-licenties heeft. Met den andere RD’s het systeem. Omdat rijke gebruiker is van onze ontwerppro- het gebruik van Arenium was Rijkswaterstaat steeds vaker ingeni- grammatuur zijn wij altijd benieuwd Grontmij de eerste in Europa. Hierbij eursbureaus en andere partijen inhuur- hoe zij over onze nieuwe producten en worden 3D-data op een centrale plaats opgeslagen en kunnen meerdere gede, werd ook daar de standaardmanier toepassingen denken.” van werken overgenomen. Die is als Voor grote projecten zijn nog weinig bruikers de data tegelijk benaderen en Maart 2006-2
7
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:51
Pagina 8
Interview
De aanleg van de Betuweroute ter hoogte van Giessen.
samen aan een model werken, onafhankelijk van locatie en tijdstip. Datagebruikers worden automatisch op de hoogte gehouden van de laatste ontwerpwijzigingen. De Boer: “De producten zijn geëvolueerd. Het gebruik op grote projecten, zoals de Betuweroute, leidt vaak tot nieuwe productontwikkelingen. Een voorbeeld hiervan is de DTM Controle-tool (DCT), ontwikkeld in opdracht van Rijkswaterstaat Meetkundige Dienst, tegenwoordig Adviesdienst Geo-Informatie en ICT. Het hele tracé van de Betuweroute moest opnieuw worden ingemeten. Met DCT als hulpmiddel is Rijkswaterstaat in staat de metingen op nauwkeurigheid te analyseren en te controleren alvorens het digitale terreinmodel vrij te geven voor productie.” Spoor of weg Bentley biedt diverse vakdisciplineafhankelijke programma’s. MXRail bijvoorbeeld heeft railspecifieke reken- en analyse-tools, en de Country Kit voorziet onder meer in een bibliotheek met wissels. Troost: “Het klinkt misschien gek, maar heel wat railtools hebben we onbenut gelaten. In de kern van de zaak maakt het niet veel uit of je een autoweg of een spoorlijn ontwerpt wanneer je de basis inputfiles goed gebruikt en je daar veel ervaring mee hebt. Afhankelijk van de fase waarin het project 8
Maart 2006-2
verkeert, is het mogelijk om vergelijkbare deeltracé’s te gebruiken maar in andere gevallen is het beter om het ontwerp zo snel mogelijk specifiek in te vullen. Ook dat is een kwestie van ervaring.” Een grote innovatie, volgens Troost, zijn de visualisatiemogelijkheden die erbij zijn gekomen. “Zo kunnen we direct op basis van de 3D-data een film genereren om al in een vroeg stadium te beoordelen of het geheel voor de gebruikers logisch in elkaar zit. Ook in de publieksvoorlichting spelen visualisaties een steeds grotere rol.” Machineaansturing Biem Troost merkt op dat de logistieke afhandeling steeds meer vanuit het ontwerp, zonder handmatige of papieren tussenkomst, rechtstreeks vanuit de data, verloopt. De werkzaamheden aan boord van bijvoorbeeld een bulldozer worden met GPS-gegevens rechtstreeks aangestuurd. “Toch blijft ook daar veel ervaringskennis nodig,” zegt Troost. “Alleen de meest ervaren machinisten kunnen effectief met de aanwijzingen omgaan. Toen het werk met de Betuweroute begon waren dit soort technieken nog lang niet voorhanden, maar de data die eraan ten grondslag liggen zijn wel dezelfde gebleven. Daardoor waren aannemers, toen de technieken er eenmaal waren, in staat deze data te gebruiken voor het afwerken van de zandbaan en het aanbrengen van de ballastafdekkingen.”
Innoveren De Boer geeft aan dat de BE Award voor Grontmij een beloning is, zowel voor de grootte van het project waarin de programmatuur is ingezet, als voor de verfijning die men daarmee heeft weten te bereiken. “Grontmij heeft aangetoond dat het grensverleggend bezig is en telkens blijft innoveren.” Biem Troost verwacht dat die innovatie doorgaat. “Vanuit de aannemers voelen we als ingenieursbureau de druk toenemen. Er zijn meer eisen om aan te voldoen zowel qua engineering maar ook uitvoering en onderhoud. We zoeken naar een groter detailniveau in onze uitwerkingen en we stellen ons flexibel op naar de eisen van de aannemer om gedurende het project wijzigingen te kunnen doorvoeren. Steeds meer snelheid is geboden, want stilstand van machines is soms duurder dan twee keer engineeren. Aan de andere kant zullen de engineeringkosten globaal zeven à tien procent blijven van de uitvoering van een project in zijn totaliteit. We moeten de balans tussen deze uitersten telkens opzoeken en beoordelen hoe we de tools het best kunnen toepassen.”
Egbert van Hattem (
[email protected]) is freelance schrijver van ICT-artikelen. Voor meer informatie over de in dit onderwerp besproken onderwerpen surft u naar www.bentley.nl en www.grontmij.nl.
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 9
Gemeente informatie op maat.
Uw bestelling? Stelt u zich voor: u wilt een drankje op een terras. Dan vraagt u zich niet af waar de wijn staat en waar de glazen? Nee, u roept een ober en doet uw bestelling. Binnen twee minuten staat uw bestelling op tafel en dat vindt u vanzelfsprekend. Wij ook. U kunt Vicrea's oplossingen voor uw gemeentelijke informatie vergelijken met een ober, of sterker nog, met een butler. U bestelt informatie, al dan niet via een webservice. Stroomlijn zoekt ze op en presenteert ze zoals u erom gevraagd heeft. In de keuken heeft Vicrea's Geo Vastgoed Registratie een aantal belangrijke vastgoedgegevens geregistreerd. Hoe dat allemaal gebeurt, interesseert u vast niet. Als het maar goed gebeurt, u er snel over kunt beschikken en de kosten binnen de perken blijven.Toch?
En voor wie het wel precies wil weten: Vicrea Solutions is specialist in ruimtelijke informatietechnologie. Vicrea biedt locale overheden geïntegreerde totaaloplossingen om authentieke gegevens te registreren (Geo Vastgoed Registratie) en op maat te presenteren (Stroomlijn). Onze producten worden in ruim dertig gemeenten gebruikt. Ze zijn bijzonder gebruiksvriendelijk, gebaseerd op industriële standaarden en landelijke wet- en regelgeving en geënt op authentieke registraties van gebouwen, adressen en percelen. Ze zijn backoffice- en GIS-onafhankelijk, snel te implementeren, modulair opgezet en gebaseerd op uitstekende materiekennis.
Vicrea Solutions b.v. postbus 1489 3800 BL Amersfoort
[email protected] www.vicrea.nl
geeft informatie de ruimte.
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 10
Artikel
Liever tien vogels in de lucht….
Vogels tellen: van hobby tot wete nsc Door: Robin Wevers
Betrouwbare gegevens over het voorkomen van vogels, zowel in aantallen als verspreiding, zijn van belang om te waken over de vogelstand. Sovon houdt zich al dertig jaar bezig met het verzamelen en verwerken van gegevens over vogels in Nederland. Onder de geïnteresseerden vinden we niet alleen vogelaars. Ook enkele ministeries en de luchtmacht willen graag weten waar en wanneer de kans op ‘wolken’ vogels groot kan zijn.
Afbeelding 1: Alle blokken waar één of meer buizerds zijn waargenomen zijn met groen aangegeven.
Niet zonder zelfspot heet het jubileumboek van Sovon ‘Boeiende vogels of saaie pieten’. Sovon is een vereniging die zich bezig houdt met vogelonderzoek in Nederland. Je verwacht er mensen aan te treffen met geitenwollen sokken, die in een andere wereld leven. De andere wereld lijkt te kloppen: bij de vrijstaande villa in Beek-Ubbergen op een besneeuwde berghelling waan je je in het buitenland. Henk Sierdsema en Willy-Bas Loos, respectievelijk onderzoeker en GISmedewerker van Sovon, hebben geen geitenwollen sokken, maar wel de gedrevenheid van mensen, die van hun hobby hun werk hebben kunnen maken. 10
Maart 2006-2
Sovon is opgericht in 1973 en telt op dit moment vijftig medewerkers. Daarnaast is er een netwerk van circa 7.000 vrijwilligers door het hele land, die in hun vrije tijd vogels tellen. Sovon is daarmee haast een datafabriek waar grote hoeveelheden gegevens worden verwerkt en omgezet naar zinvolle informatie. Het betreft veel meer dan een tabelletje van de hoeveelheid wilde ganzen in Nederland. De kaarten en cijfers van Sovon zijn de basis voor vogel- en natuurbescherming en voor terreinen milieubeheer. De eerste vogelatlassen In de jaren zeventig bestonden er nog geen overzichten van de verspreiding
van broedvogels in Nederland. Dat was aanleiding een project te starten om een atlas voor broedvogels samen te stellen. Enkel met vrijwilligers zijn talloze gegevens verzameld. De waarnemingen zijn in kaart gezet: 100.000 stippen zijn daarbij met de hand in kaarten weergegeven. Het in 1973 gestarte project leidde zeven jaar later tot de uitgave van de eerste broedvogelatlas. Het is een indrukwekkend boek, maar het kent ook zijn beperkingen: het toont een momentopname in het broedseizoen van de verspreiding van de broedvogels. Het zegt niets over aantallen vogels of over de andere seizoenen. Eventuele trends zijn hier niet te vinden. Ondertussen was besloten ook een jaaratlas te maken met een kaart voor elke maand. In 1987 zag de Atlas van de Nederlandse Vogels het daglicht. Hierin zijn ook de vogels opgenomen, die niet in Nederland broeden en de atlas vertelt iets over alle seizoenen. Beide atlassen gebruiken gridcellen van 5x5 kilometer. Methodes De atlassen vielen goed en voorzagen in een behoefte. Er bleven echter vragen over waarop de atlassen geen antwoord gaven, met name waar het gaat om het detailniveau, de aantallen vogels en eventuele trends. Voor de tweede broedvogelatlas, die is verschenen in 2002, is daarom aan de waarnemers gevraagd van een groot aantal soorten een schatting te maken van de aantallen per gridcel van 5x5 kilometer. Voor het vergroten van het detailniveau is gekozen voor een steekproefbenadering. In elke gridcel zijn acht kleinere cellen van één vierkante kilometer aangewezen, waarin gedurende twee maal een uur is waargenomen welke vogelsoorten zich daar bevonden. In afbeelding 1 zijn de gridcellen te zien waar buizerds zijn waargenomen. Met behulp van ruimtelijke interpolatie op basis van kriging ontstaat een kaart met de relatieve dichtheid van de buizerd in Nederland (afbeelding 2). Van alle
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 11
Artikel
e nschap vogelsoorten kan zo een dichtheidskaart worden gemaakt. Het betreft de relatieve dichtheid, omdat bij deze methode niet wordt gekeken naar absolute aantallen, maar alleen naar het al dan niet vóórkomen van een vogelsoort tijdens de twee bezoeken van een uur. Naast de informatie over verspreiding ontstond in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw tevens een behoefte aan informatie over trends.Daarom trad een verschuiving op in de waarnemingen: steeds vaker werden tellingen verricht. Onder andere de zogenaamde punt-transect tellingen: op vaste punten worden jaarlijks op een vast moment gedurende vijf minuten alle vogels geteld. Dit levert schattingen van aantallen en na verloop van jaren worden ook trends zichtbaar. Door nu gegevens van tellingen in proefvlakken te combineren met de relatieve dichtheid kan een schatting worden gemaakt hoeveel vogels van een bepaalde soort op elke plek in Nederland voorkomen. Daarbij wordt ook rekening gehouden met een groot aantal landschapsvariabelen, zoals de bodemsoort, de openheid van het landschap, het percentage grasland, en nog vele andere. Door het gemaakte model weer te vergelijken met de waarnemingen ontstaat een residuenkaart, die informatie geeft over lokale factoren of over variabelen, die nog geen deel uitmaken van het model. De toekomst De werkzaamheden van Sovon zijn uitgegroeid van eenvoudige waarnemingen tot complexe statistische ruimtelijke analyses. Daarmee zijn grote hoeveelheden gegevens gemoeid en er is veel rekenkracht voor nodig. Sovon neemt deel aan een project van het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED) van de Universiteit van Amsterdam waarin onderzoek gedaan wordt naar mogelijke toekomstige toepassingen van internet.
De buizerd (foto: Harvey van Diek, Ooij)
Afbeelding 2: Het combineren van gegevens uit diverse bronnen leidt tot de relatieve dichtheidskaart van de buizerd in Nederland (wit: weinig buizerds; rood: veel buizerds).
Binnen dit project wordt een aantal deelprojecten onderscheiden waarvan Ecogrid er één is. Ecogrid tracht een grid van computers te realiseren, die gezamenlijk kunnen functioneren. Op deze wijze zijn gegevens gedistribueerd op te slaan en, misschien nog belangrijker, kan voor de statistische analyses gebruik worden gemaakt van de rekenkracht van een groot aantal computers. Belanghebbenden Eén van de partijen die geïnteresseerd is in de gegevens van Sovon is het CBS. De genoemde monitoringprojecten vinden plaats in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring waarin ook het CBS participeert. De genoemde punt-transect tellingen worden bekostigd door het CBS en Sovon zelf. Verder maken onder meer het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Rijkswaterstaat bij hun werkzaamheden gebruik van informatie van Sovon.
Naast deze structurele afnemers is er een aantal organisaties die op incidentele basis meer informatie willen hebben over het voorkomen van vogels in bepaalde gebieden, zoals bijvoorbeeld Staatsbosbeheer. Een derde pijler onder de werkzaamheden van Sovon zijn onderzoeks opdrachten, bijvoorbeeld voor meer gedetailleerde onderzoeken naar de toename of afname van bepaalde vogelsoorten, bijvoorbeeld de grutto. De grutto Zeventig procent van de wereldpopulatie van de grutto bevindt zich in Nederland. Daarmee heeft Nederland een grote verantwoordelijkheid voor het voortbestaan van deze vogelsoort. De grutto draagt in hoge mate bij aan het gezicht van het Nederlandse weidelandschap. Dat het aantal paren grutto’s in Nederland is teruggelopen van 100.000 naar 62.000 is dan ook verontrustend. Gelukkig groeit het besef dat het anders kan. In opdracht van de Vogelbescherming Nederland heeft Sovon een gedetailleerd onderzoek verricht naar de grutto. Op basis Maart 2006-2
11
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 12
Artikel
De grutto (foto: Harvey van Diek, Ooij)
Afbeelding 3: De gruttokaart van Nederland laat de gebieden zien die geschikt zijn voor de grutto (in rood weergegeven).
van territoriumkarteringen, nestvondsten, grootschalige kartering en een turfmethode is de gruttokaart van Nederland voor 2004 samengesteld (afbeelding 3). Luchtmacht Op 15 juli 1996 vond in Eindhoven de ramp met het Hercules-vliegtuig plaats. Die ramp trok veel aandacht, vooral door een tekortschietende communicatie tussen hulpverleners en autoriteiten: de hulpverleners wisten niet, dat er een militair fanfarekorps aan boord was. Velen is daardoor waarschijnlijk de oorzaak van de ramp ontgaan: een wolk van spreeuwen en kieviten. De ramp illustreert het belang van goede informatie over vogels voor de luchtmacht. Vliegtuigen van de luchtmacht vliegen vaak op vrij lage hoogte en lopen daardoor het risico op aanvaringen met vogels. Omdat het hier gaat om éénmotorige vliegtuigen kunnen de gevolgen van een aanvaring al snel fataal zijn, niet alleen voor de vogel. Omdat vooral 12
Maart 2006-2
wolken vogels gevaar opleveren, zijn vooral die vogelsoorten van belang die in groepen leven. Sovon heeft samen met de Universiteit van Amsterdam voor 65 vogelsoorten elk 24 verspreidingskaarten gemaakt, voor iedere maand twee, waarop de verspreiding van deze vogels te zien is. Deze kaarten zijn opgenomen in het Bird Avoidance Model, het product van de samenwerking van de Uva, Sovon en de Luchtmacht. De luchtmacht kan zo risico-gebieden mijden. Ook de burgerluchtvaart heeft belang bij goede informatie over het voorkomen van grote hoeveelheden vogels. Burgervliegtuigen vliegen op grotere hoogte, zodat risico’s zich alleen rond luchthavens voordoen. Bovendien gaat het hier om toestellen met meer motoren, waardoor de gevolgen minder ernstig zijn. De kosten, die gepaard gaan met aanvaringen kunnen echter toch groot zijn: bij uitvallende motoren wordt omgedraaid of een tussenlanding gemaakt.
Brussel Vanuit de overheid wordt steeds meer het belang onderkend van het behoud van een aantal natuurwaarden. Dit belang heeft zijn weerslag gevonden in een aantal regels, zowel vanuit Brussel als vanuit Den Haag. Op landelijk niveau hebben we de Flora- en Faunawet, die op 1 april 2002 in werking is getreden. Deze wet regelt de bescherming van soorten. Hieronder vallen bijvoorbeeld een aantal inheemse plantensoorten, de meeste van nature in Nederland voorkomende zoogdieren en reptielen, maar ook alle vogelsoorten, die van nature op het Europese grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie voorkomen. Vanuit Brussel komt de vogelrichtlijn, de EG-richtlijn inzake het behoud van de vogelstand (79/409/EEG, 2 april 1979), die al op 6 april 1981 in werking is getreden. Het is een Europese richtlijn die betrekking heeft op de instandhouding van alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten op het Europese grondgebied van de Lidstaten van de Europese Unie. Het betreft de bescherming, het beheer en de regulering van deze soorten en stelt regels voor de exploitatie daarvan. De richtlijn is van toepassing op vogels, hun eieren, hun nesten en hun leefgebieden. De Lidstaten zijn verplicht alle nodige maatregelen te nemen om de bedoelde vogelsoorten een voldoende gevarieerdheid van leefgebieden en een voldoende omvang ervan te beschermen, in stand te houden of te herstellen. Op basis van de vogelrichtlijn worden gebieden aangewezen waar een speciaal regime geldt. Onderzoeken zoals die naar het voorkomen van de grutto zijn onmisbaar voor het aanwijzen van gebieden die van belang zijn voor het voortbestaan van kwetsbare soorten.
Robin Wevers (
[email protected]) is freelance schrijver van geo-ict-artikelen.Voor meer informatie over de in dit artikel besproken onderwerpen kijkt u op www.sovon.nl.
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 13
EEN KLEURENPRINTER VAN FORMAAT. Met de nieuwe HP DesignJet 4500 haalt u niet zomaar een printer in huis. Want hiermee print u moeiteloos in elke kleur, op elk formaat. Zelfs tot A0. Door de twee automatisch wisselende papierrollen kan er continu geprint worden. En met de Embedded Webserver is op elk tijdstip het exacte verbruik per opdracht zichtbaar.
€ 14.100,excl. BTW
HP DESIGNJET 4500
• Resolutie tot 2400 x 1200 dpi • Lijnaccuratesse met zwart pigment tot 0,1% • Printsnelheid tot 100 A1/u • Automatische papiersnijder • Optionele uitvoereenheid • Optionele automatische inlinevouwmachine Bestelnr.: Q1271A
Bovendien blijven de operationele kosten door de extra zuinige high-capacity kleureninktcartridges bijzonder laag. Zo print de HP DesignJet 4500 zelfs goedkoper dan de meeste zwart-witprinters. Wilt u de HP DesignJet 4500 in het groot zien? Bel dan voor een livepresentatie met 0172-474 808. Of kijk op www.hp.com/go/designjet.
HP DESIGNJET 4500 PS € 17.300,- (excl. BTW) Bestelnr.: Q1272A HP DESIGNJET 4500 mfp € 37.500,- (excl. BTW) Bestelnr.: Q1276A
Bel 0172-474 808 Kijk op www.hp.com/go/designjet Raadpleeg uw HP Business Partner
© Copyright 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P. HP behoudt zich het recht voor om zonder vooraankondiging wijzigingen aan te brengen in materialen, specificaties of accessoires.
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 14
Artikel
Henk Pauwels Nederlander met meeste ‘degree confluences’.
Degree Confluence Project (DCP): tie Door Herman Tjesse de Haan
Wie op zoek is naar een alternatieve gezonde verslaving kan het Degree Confluence Project (DCP) eens overwegen. De wereld over, op zoek naar mooie coördinatensnijpunten. Het enige wat je nodig hebt is een GPS-ontvanger en een flinke dosis padvindersmentaliteit. Het project bestaat nu tien jaar. Is er reden voor een feestje?
Het paaltje naast mevrouw Pouwels geeft het punt 45°00'00"N 0°00'00"E weer in Frankrijk. Een mooie vangst voor een ‘confluence hunter’.
Zoek GPS op Internet en je krijgt bijna tweehonderd miljoen hits. Met het woord ‘padvindersmentaliteit’ is het meer dan zestig keer raak. De combinatie van beide lemma’s levert twee resultaten op, maar geen van de twee is gerelateerd aan het DCP, het Degree Confluence Project. Gebruik je echter het woord ‘Confluence’ , dan is het meteen raak. Het DCP is een project waarvan iedereen in de wereld projectmedewerker kan zijn, mits je je eigen onkosten betaalt. Deadlines zijn er 14
Maart 2006-2
niet en je mag zelf bepalen wanneer je voor het DCP werkt. Dat verklaart misschien de grote animo om mee te doen. Wat is de taak van de vrijwilliger? Ga naar buiten met een GPS-ontvanger en zoek een plek op waar een gehele lengte- en breedte graad elkaar snijden. Maak vervolgens foto’s van die plek en omgeving. Het snijpunt wordt een ‘degree confluence’ genoemd. Natuurlijk zijn niet alle locaties altijd even gemakkelijk te bereiken. Verder wordt verwacht dat je een kor-
te omschrijving levert van de natuur en cultuur op die plek, beschrijft hoe je er gekomen bent en welke ontberingen je hebt doorstaan. Specifieke voorwaarden en tips zijn op de DCPwebsite te vinden. Bergen, woestijn, water en oerwoud zijn in dit project de grootste risicofactoren. De projectleider van het DCP is een Amerikaanse IT-er, Alex Jarrett. Op de DCP-website staat dat het hem intrigeert om plaatsen op aarde te bezoeken, die op een mooi rond geografisch coördinaat liggen, zoals bij
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 15
: tien jaar later Geografische coördinaten zijn coördinaten die met behulp van breedtegraden en lengtegraden een exacte locatie op aarde weergeven. Breedtegraden worden ook wel parallellen genoemd en lengtegraden meridianen. De langste breedtegraad is de evenaar. De breedtegraden worden opgedeeld in noorder- en zuiderbreedte met de evenaar als nulpunt. De lengtegraden worden opgedeeld in ooster- en westerlengte met de nulmeridiaan of greenwichlijn als nulpunt. voorbeeld 43°00'00"N 72°00'00"W. Wat zou daar te doen zijn? Jarrett vraagt zich af of ook andere mensen dit als een unieke plaats herkennen. Jarrett hoopt zo mensen aan te moedigen om naar buiten te gaan, rond te struinen in gebieden waar ze normaal nooit zouden komen en er foto’s te maken. Zelf heeft hij een aantal ‘degree confluences’ bezocht en de foto’s op zijn eigen website geplaatst. Niet lang daarna ontdekken anderen zijn website en ook zij bezoeken ‘degree confluences’. Het veroorzaakt een kettingreactie. Jarrett hoefde niets te doen om anderen te enthousiasmeren. In 2006 bestaat het project tien jaar. Er zijn inmiddels bijna achtduizend mensen geweest die erop uit gingen om plaatsen in de wereld te bezoeken, waar normaal gesproken geen hond komt. Wat drijft deze mensen om mee te doen aan dit onalledaagse project? Padvindersmentaliteit In Nederland zijn maar zeven ‘degree confluences’ en ze zijn allemaal bezocht. Eén van de bezoekers is Henk Pouwels, een remote-sensingspecialist. Hij heeft achttien ‘degree confluences op zijn naam staan en is daarmee de fanatiekste Nederlander op dit gebied. Wat drijft hem? “Fotograferen is één van mijn hobby’s en dat kan ik mooi combineren met het DCP,” aldus Pouwels. Hij houdt van navigeren en vertelt dat hij
door het DCP onverwacht in erg mooie gebieden is geweest. Henk Pouwels is naar eigen zeggen beslist niet verslaafd aan het DCP. Hij ziet het als leuk tijdverdrijf tijdens de vakantie. De meeste mensen gaan overigens niet alleen op pad. De echte DCP-er neemt vaak andere op sleeptouw. Zo ontstond ooit de kettingreactie van snijpuntzoekers. Anderen doen mee om een land op een andere manier te bekijken en in contact komen met de lokale bevolking. Targ Parsons, een Amerikaanse IT-er in Hongkong doet dit bijvoorbeeld. Hij bezoekt China niet met een reisgids om uit te komen op de geijkte toeristische plaatsen, maar aan de hand van het DCP. Inmiddels heeft hij meer dan honderd degree confluences in China bezocht, afgelopen zomer twee dozijn in een maand tijd. Zijn gedetailleerde reisverslagen zijn te lezen op de DCPwebsite. Greg Michaels bezoekt vooral hooggelegen degree confluences. De beschrijving van zijn ontberingen om het punt 30°00'00"N 90°00'00"E in Tibet te bereiken is het lezen meer dan waard. De Duitse Familie Liska heeft heel Duitsland gedaan en gaat nu over op Frankrijk. Het project is een succes. Vorig jaar is 25 procent van de te bezoeken degree confluences bezocht en bijna elke dag worden nieuwe of opnieuw bezochte degree confluences aan het DCP toegevoegd. Wat Alex Jarret hoopte gebeurde, talloze mensen trekken erop uit om naar gebieden te gaan waar ze waarschijnlijk nooit zouden komen en leggen de wereld op een unieke manier vast met foto’s. Het tienjarig bestaan van het DCP is daarom zeker een feestje waard.
Herman Tjesse de Haan (
[email protected]) is freelance schrijver van geo-ICT-artikelen. Voor meer informatie over de in dit nummer besproken onderwerpen surft u naar www.confluence.org.
Wat hebben Smallworld ESRI en Oracle Gemeenschappelijk?
De Geo-consultants van Realworld
Realworld OO Systems Venusstraat 17 4105 JH Culemborg 0345 614406 www.realworldwide.com
Geografische systemen
Maart 2006-2
15
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 16
Artikel
Geoloketten – Vrijheid in verbondenheid
G e o i n fo r m a t i e k u n n e n v i n d e n e n m o Door: Robin Wevers
De mogelijkheden van het werken met geografische gegevens worden groter en groter; het aantal toepassingen stijgt. De hoeveelheid gegevens en aanbieders houdt daarmee gelijke tred. Het project ‘Geoloketten’ beoogt een raamwerk te ontwikkelen dat een laagdrempelige toegang garandeert voor deelname en gebruik van geo-informatie.
1
2
Bekend Bereikbaar Bruikbaar
Be sc hik b
Ke nb a
3
Duidelijk Hanteerbaar Betrouwbaar aa r
ar
ta Be
r aa b l a
r
a ba d n Vi
© 2003 Merijn Backx
Het project Geoloketten concentreert zich op de buitenste twee schillen van het toegankelijkheidsmodel van Backx (bekendheid en de bereikbaarheid). De bruikbaarheid (de binnenste schil uit het model) is de verantwoordelijkheid van de individuele aanbieders.
Tegenwoordig kun je een scala aan kaartgerelateerde informatie vinden op internet. Maar hoe kan de gebruiker in deze berg gegevens nu de informatie vinden die hij zoekt? Bij een gerichte vraag is het niet altijd duidelijk hoe deze vraag gesteld kan worden, laat staan dat het juiste antwoord gevonden wordt. Het is evenmin altijd duidelijk bij welke organisatie je de gewenste informatie moet zoeken. In het kader van Ruimte voor Geoinformatie wordt het project ‘Geoloketten - Vrijheid in verbondenheid’ uitgevoerd, waarin getracht wordt hierin verandering te brengen. Het project beoogt een raamwerk te ontwikkelen dat een laagdrempelige toegang garandeert voor deelname aan en gebruik van het netwerk van geoloketten.
16
Maart 2006-2
Vraag en aanbod Voor het aanpakken van actuele vraagstukken op het gebied van ruimtegebruik, mobiliteit, economische ontwikkeling, waterbeheer en milieukwaliteit is geografische kennis van cruciaal belang. De toenemende complexiteit van de vraagstukken vereist een geïntegreerde benadering; horizontaal geïntegreerd in de zin van interdisciplinaire samenwerking, verticaal geïntegreerd door interbestuurlijke samenwerking. Deze integratie vraagt om een soepele informatie-uitwisseling. Aan deze uitwisseling van kennis hapert het vaak. De reden hiervan is niet zozeer de beschikbaarheid van informatie. Overheden, kennisinstituten en commerciële bedrijven beschikken tegenwoordig over een schat aan
geografische informatie van hoge kwaliteit. Oorzaak van het probleem is vooral dat het werkveld van geografische informatie er niet in slaagt om vanuit de vraagstelling gebruikers en aanbieders bij elkaar te brengen. Maatschappelijk en economisch heeft deze situatie negatieve gevolgen. Het kost veel geld om aan de juiste informatie te komen, processen worden vertraagd, de burger is niet goed geïnformeerd, plannen zijn soms onevenwichtig en urgente problemen komen moeizaam tot een oplossing. Veel gegevensverzamelingen worden aangelegd en onderhouden voor het uitvoeren van wettelijke taken van de overheid. Vanuit die primaire toepassing is ook in de bekostiging voorzien. Er bestaat een behoefte om deze bestaande gegevensverzamelingen voor aanvullende toepassingen in te zetten. De beperkte toegankelijkheid bemoeilijkt dit, waardoor kansen voor het terugverdienen van investeringen in opgebouwde gegevensverzamelingen onbenut blijven. Om hier verandering in te brengen moet de mismatch tussen vraag en aanbod worden opgeheven. Daarvoor moet helder worden hoe maatschappelijke vragen op basis van het aanwezige aanbod aan geoinformatie optimaal kunnen worden beantwoord. Ook moeten de soms latent aanwezige vragen en behoeften concreet worden gemaakt. Eventuele barrières, organisatorisch, financieel, juridisch en technisch, moeten worden weggenomen. Raamwerk In het verleden is middels het Clearinghouse Geoinformatie getracht een soort paraplu te creëren over de in Nederland aanwezige geoinformatie. De benadering was top-down, onder andere doordat de toenmalige technologie nog relatief beperkte mogelijkheden bood. Inmiddels zijn de destijds gebruikte technologie en standaarden achterhaald. Bij het RGI is een proposal ingediend voor het inrichten van een nieuw centraal toegangspunt voor geoinformatie op basis open
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 17
Artikel
n m oge n ge b r u i ke n standaarden en webservices. In dit project wordt de toegang het geoloketten-netwerk en diverse portalen geregeld. Daarop aansluitend beoogt het project Geoloketten vervolgens een raamwerk te bieden van regels en afspraken om de verschillende bestaande geoloketten te verbinden tot één samenhangend netwerk. Er is hier nadrukkelijk gekozen voor een betrokkenheid van een flink aantal aanbieders en beheerders van informatie. Deelnemers in het project zijn onder andere Alterra, TNO (DINO), DLG en Rijkswaterstaat. Hierbij wordt de verwachte vraag van de eindgebruiker als uitgangspunt gehanteerd. Het project Geoloketten richt zich niet op het ontwikkelen van standaarden, maar op het maken van afspraken voor het toepassen van bestaande standaarden en het signaleren van hiaten in deze standaarden. Het project zal uitsluitend gebruik maken en voortbouwen op bestaande ICT en OpenGIS standaarden. Het project Geoloketten concentreert zich op de buitenste twee schillen van het toegankelijkheidsmodel van Backx (bekendheid en de bereikbaarheid). De bruikbaarheid (de binnenste schil uit het model) is de verantwoordelijkheid van de individuele aanbieders. De geoloketten Niet alleen wordt gewerkt aan het raamwerk voor de geoloketten, er wordt tevens getracht bestaande loketten te verbinden en nieuwe loketten te ontwikkelen. Dit netwerk is tevens de proeftuin voor wetenschappelijk onderzoek, dat eveneens deel uit maakt van dit project. Via een geoloketten-portaal krijgen externe gebruikers toegang tot een aantal geoloketten, die omwille van de overzichtelijkheid in een vijftal groepen zijn verdeeld. Het groene loket richt zich op milieu en natuur (RIVM, DLG, Alterra, RWS-AGI), het bruine loket is voor de ondergrond (ISRIC, TNO-NITG, Alterra), het rode loket betreft gebouwgegevens (DataLand, IOG-Geo, ESRI), het witte loket richt zich op aardobservatie (NLR en ESRI)
Het project zorgt voor een raamwerk van geoloketten
en het zwarte loket gaat over de infrastructuur (RWS-AGI,Grontmij). In dit laatste loket wordt tevens een case uitgewerkt, waarbij een webservice van een commerciële aanbieder gebruikt wordt om gegevens aangeboden door een overheidsinstantie (RWS-AGI) te ontsluiten voor individuele gemeenten bij het beheer van wegen. De case laat ook zien hoe, gebruikmakend van het netwerk van geoloketten, vragers ook weer aanbieders kunnen worden bij het realiseren van een landelijke database met wegkenmerken. Het project heet voluit ‘Geoloketten – vrijheid in verbondenheid’. De verschillende loketten blijven volledig de zeggenschap houden over hun eigen gegevens en de organisatie van die gegevens. Anderzijds worden er wel afspraken gemaakt om de toegankelijkheid en de vindbaarheid van de gegevens te optimaliseren. Hiervoor wordt een aantal ‘spelregels’ vastgelegd aangaande de inhoud en de kwaliteit van geoinformatie, over de wijze waarop de geoinformatie gepresenteerd wordt en over de techniek. De set van afspraken levert een raamwerk. Marc Hoogerwerf, namens Alterra projectleider van het project filosofeert: “Ook leveranciers van geoinformatie die niet in het project participeren kunnen makkelijk aanhaken. Ook de basisregistraties kunnen eventueel met hetzelfde mechanisme worden ontsloten.”
Vraagsturing Het centrale thema van het project Geoloketten is: geo-informatie kunnen vinden en mogen gebruiken. Daarom is in het project een manifest opgesteld om dit nader vast te leggen in een aantal aspecten. De eerste daarvan is de verheldering van de vraag: het netwerk moet de gebruiker helpen bij het formuleren van de vraag. In een dialoog met de gebruiker moet deze ondersteund worden bij het vinden van een passend antwoord. Dat gaat veel verder dan het bieden van een zoekfunctie op trefwoorden. Het netwerk moet als het ware begrijpen wat de gebruiker zoekt, zelfs als deze niet de juiste vraag stelt: “Bedoelt u misschien?” De gebruiker moet worden geholpen de juiste vraag te stellen. Het systeem zal daarvoor enige intelligentie moeten hebben en moeten kunnen ‘leren’ van eerdere bezoekers. Het netwerk moet verder keuzevrijheid bieden aan de gebruiker bij het vinden van een oplossing die maximaal voldoet aan zijn eigen criteria. Als er meerdere aanbieders van vergelijkbare gegevens zijn, is de gebruiker de enige die bepaalt wat hij wil en wat goed voor hem is. Het netwerk moet het bovendien mogelijk maken om bronnen van verschillende aanbieders op prijs, kwaliteit en gebruiksvoorwaarden te vergelijken. Dit laatste klinkt eenvoudig, maar de praktijk valt tegen: er zijn Maart 2006-2
17
prod_GISM_02-2006
21-02-2006
13:01
Pagina 18
Artikel
zoeker gaat meedraaien in de ontwikkeling van de loketten en analyseren welke factoren bijdragen in het al dan niet succesvol zijn van deze loketten.
Vrijheid in verbondenheid
vele verschillende aanbieders van gegevens zijn, die elk hun eigen gebruiksvoorwaarden hebben. Het project Geoloketten gaat niet trachten dit op elkaar af te stemmen, maar wel om de belangrijkste punten inzichtelijk te maken voor de afnemer. Wetenschappelijk onderzoek Het project Geoloketten wordt onderbouwd met wetenschappelijk onderzoek, uit te voeren door de Technische Universiteit Delft en de Universiteit Wageningen. Er wordt
18
Maart 2006-2
nader onderzoek gedaan naar de toegankelijkheid van informatie, onder andere naar het genoemde schillenmodel van Backs. Ook economische en juridische aspecten worden onder de loep genomen. Aansprekend is het onderzoek naar succes- en faalfactoren bij loketten en netwerkvorming. De individuele loketten in het netwerk van geoloketten vormen hierbij de studieobjecten. Er moet geleerd worden van behaalde successen, maar ook van zaken, die niet naar wens lopen. Een onder-
Toekomst Iedere GIS’er zal het aanspreken: een project om geo-informatie beter vindbaar te maken. Wat gebeurt er als het project afgelopen is? Jan Kooijman, namens TNO betrokken bij het project, stelt: “Dadelijk hebben we een netwerk waar iedereen aan zit, maar wie zorgt er dat het in de lucht blijft? De gebruikte technieken, standaarden en afspraken moeten ook worden beheerd”. Vanuit het project zal daarom ook aan de continuïteit nadrukkelijk aandacht worden besteed.
Robin Wevers (
[email protected]) is freelance schrijver van geo-ict-artikelen. Voor meer informatie over de in dit artikel besproken onderwerpen kijkt u op www.geoloketten.nl en www.gebouwde-omgeving.nl.
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 19
Trainingswijzer Bedrijf/trainingsinstituut:
Bedrijf/trainingsinstituut:
GIS Trainingen: NedGeodataManager NedGeodataWarehouse NedBrowser
Telefoon cursussen 0347 - 329 625 Telefoon algemeen 0347 - 329 600 E-mail
[email protected] contactpersoon: mevrouw K. van ‘t Reve
www.infotech-europe.nl of .be
INFOTECH GIS-TRAININGEN Gecertificeerde AGI GIS Trainingen op Esri/MapInfo platform nu ook in de Benelux. Trainingen op ESRI/MapInfo platform: - Toepasbaarheid GIS (outsourcing) voor uw organisatie; - MapInfo/ArcGIS foundation en Advanced - GIS Criminaliteit & Veiligheid (>250 crime analysts getraind! www.crime-mapping.com) - GIS en (weg)netwerkberekeningen voor o.a. bereikbaarheidsstudies & logistiek (Gratis Netwerkmodule RouteViewPro) Locaties o.a. Utrecht, Breda, Brussel en op locatie INFOTECH ON- EN OFFSHORE (INDIA) GIS, ENGINEERING & IT DIENSTVERLENING? +31-765733114 of
[email protected]
[email protected]
GeoMETIUS bv geeft op reguliere basis diverse trainingen en workshops in het trainingscentrum in Alphen a/d Rijn. De trainingen die ondermeer gegeven worden zijn: • • • • •
GPS-training RTK meten GPS-training Post Processed meten GPS-training ESRI-Arcpad GPS-introductiecursus (Geodesie & GIS) Diverse opfriscursussen
Al onze trainingen kunnen volledig op maat en behoefte worden samengesteld zodat een ieder zijn doelstelling(en) hierin zal kunnen behalen.
www.deco.nl
Master of Science GIMA In de masteropleiding GIMA worden aangeboden: • kennis van en vaardigheden in geo-informatiemanagement: ‘hoe geo-informatie projecten of organisaties te managen’ • kennis van en vaardigheden in geo-informatietoepassingen: ‘waar kan geo-informatie worden toegepast’ • technologische en methodologische geo-informatievaardigheden: ‘hoe geo-informatie toepassen’ Specifieke kenmerken • Voor studenten èn werkenden uit binnen- en buitenland • Voltijds en deeltijd programma • Blended learning = contactonderwijs + afstandsonderwijs • Modules + stage + thesis • Opleiding tot geo-informatie-manager en –specialist Geïnteresseerd?
www.msc-gima.nl
Intergraph Security, Government & Infrastructure – Leren, Bereiken en Groeien Intergraph biedt verschillende cursussen en workshops voor Geospatial toepassingen. Het doel van onze opleidingen is een succesvolle en effectieve implementatie en toepassing van onze producten. Deze omvatten praktisch cursusmateriaal en begrijpelijke documentatie.
www.intergraph.com
Autodesk MAP MapInfo Professional NedView-applicaties en -koppelingen
Onze opleidingen: GeoMedia-GeoMedia Professional-GeoMedia WebMap-GeoMedia voor Developers-GeoMedia Grid-Oracle Spatial-IntelliWhere OnDemand-Plotten met GeoMedia-G/Technologie. Voor meer informatie: Intergraph Benelux B.V., Siriusdreef 2, 2132 WT Hoofddorp Tel: 023-5666616 of e-mail:
[email protected]. Educating GIS Professionals Worldwide Postgraduate Certificate, Diploma and Please visit our website: MSc Programme by distance learning providing students with the knowledge and skills necessary to translate management and scientific problems into GIS. For more information please contact us:
www.unigis.nl
www.nedgraphics.nl
NedGraphics CAD/GIS Ir. D.S. Tuynmanweg 10 4131 PN Vianen
www.unigis.nl
UNIGIS Amsterdam - Vrije Universiteit (020-598 6099 or :
[email protected]
Voor meer info bel naar 0172-469610 of mail naar
[email protected]
HP xw4300 dicht gat tussen workstation en desktop pc HP biedt veeleisende gebruikers het HP xw4300 High Performance Desktop Workstation. Dit workstation combineert grafische technologie van Intel en technologie van grafische leveranciers met de betrouwbaarheid en ondersteuning van HP. De xw4300 biedt een maximale geheugenbandbreedte 667 MHz en geïntegreerde Serial ATA (SATA) 3.0 Gigabyte per seconde RAID-functionaliteit. HP levert de xw4300 met non-ECC geheugen. Dit is een prijstechnisch gunstig alternatief voor gebruikers die vooral op zoek zijn naar hogere prestaties en flexibiliteit, maar geen strikte behoefte hebben aan real-time
single-bit geheugenfoutcorrectie. Dit workstation kent ondersteuning van Windows XP Professional 64-bit Edition en de Intel 955X Express chipset en dual-core processortechnologie. Intel’s dual-core Pentium D processor is geschikt voor het draaien van multithreaded applicaties of binnen multitasking omgevingen. Met de xw4300 geeft HP gebruikers die werken met grootschalige modellen de mogelijkheid om tegelijkertijd en in realtime meerdere beelden te bewegen en te bewerken, dankzij 8 gigabyte aan systeemgeheugen. CAD-gebruikers in het middensegment van de markt profiteren van
hogere prestaties in 2D en 3D CADsoftware en meer opslagcapaciteit voor omvangrijke modellen. Daarnaast hebben zij de keuze uit single- of dualcore processors en 32- of 64-bit besturingssystemen. De xw4300 biedt een ultra-stil chassis dat zonder gereedschap geopend en uitgebreid kan worden, PCI Express graphics en HP’s Performance Tuning Framework. Dit laatste helpt gebruikers bij het configureren van het systeem, waarbij een maatwerkconfiguratie wordt opgesteld die ervoor zorgt dat het workstation optimaal wordt afgestemd op de behoeften van de gebruiker. www.hp.nl. Maart 2006-2
19
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 20
Artikel
Behoud van informatie essentieel voor Total E&P
Overzicht houden net zo belang rijk Door: Lambert-Jan Koops
Total E&P Nederland was één van de winnaars van de BE Awards tijdens de BE Conference van Bentley in Baltimore. De prijs voor Best Managed Environment op geospatial-gebied krijgt een bedrijf natuurlijk niet zo maar. Wat heeft Total E&P Nederland zo goed gedaan dat het een prijs verdient?
Total is in Nederland bekend van de benzinepompen die in vaste regelmaat langs de snelweg opduiken. Minder bekend is dat het bedrijf ook enkele zusterondernemingen heeft. Een daarvan is Total E&P Nederland. Deze tak houdt zich sinds 1964 bezig met de opsporing en winning van aardgas in Nederland en op het Nederlandse deel van de Noordzee. Het bedrijf heeft meer dan twintig productieplatformen in gebruik. Deze voor het merendeel onbemand functionerende platformen zijn met pijpleidingen via vier gasbehandelingscentra verbonden met het vaste land waar het behandelde gas wordt afgeleverd aan de Nederlandse Gasunie. Per jaar produceert Total E & P Nederland zo'n zeven miljard kubieke meter aardgas. Het bedrijf is de op één na grootste producent van aardgas in Nederland. 20
Maart 2006-2
Geoscience-divisie Het hoofdkantoor van Total E&P Nederland staat in Den Haag. Vanuit Den Helder worden alle operationele activiteiten gecoördineerd. Er werken in totaal ongeveer 270 mensen. Een aantal doet dat op de geoscience-divisie van het bedrijf. Deze afdeling voert studies uit naar alles wat zich onder het aardoppervlak bevindt. Met deze informatie worden vervolgens nieuwe boorlocaties aangewezen of wordt in bestaande gasvelden de productie geoptimaliseerd. Huub Streng, verantwoordelijk voor kartografie en geospatial datamanagement, is werkzaam op de geoscience-divisie en legt uit dat de workflow op zijn afdeling ingewikkeld is. “We gebruiken veel verschillende applicaties en grijpen bij een onderzoek vaak terug op de resultaten van een groot aantal eerdere studies
en surveys. En in het algemeen geldt: hoe meer informatiebronnen we gebruiken, hoe moeilijker het is om het overzicht te bewaren. Een voordeel is dat al onze data locatiegebonden zijn. Dat maakt het mogelijk om een duidelijk en eenduidig eindresultaat te creëren, bijvoorbeeld in de vorm van een kaart van de ondergrond of een dwarsdoorsnede van de bodem.” Dertig jaar gegevens De studies die Streng en zijn collega’s uitvoeren zijn over het algemeen van lange duur en daardoor zijn de beschikbare gegevens kwetsbaar. “Voor sommige locaties geldt dat er al dertig jaar optimaliseringsonderzoek wordt uitgevoerd. In de olie- en gasindustrie wordt echter veel gewerkt met expats, mensen die tijdelijk meewerken binnen het bedrijf. De informatie die in de hoofden van die mensen zit, mag niet zo maar
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 21
Artikel
n g r i j k a l s h e t a a n m a ke n v a n d a t a verdwijnen als ze het bij ons weggaan. Daarom besteden we erg veel aandacht aan het vastleggen van informatie.” Niet alleen de lange exploitatieduur van gasvelden is een reden om aandacht te besteden aan informatieopslag. Binnen Total E&P wordt vaak met teams gewerkt. Deze teams zijn gespecialiseerd in bijvoorbeeld een activiteit of een geologisch gebied. Al deze teams verwerken vervolgens allerlei soorten ruwe data, bijvoorbeeld van seismisch onderzoek of ontwerpwerk in de tekenkamer. “Dat kan snel onoverzichtelijk worden,” geeft Streng toe. “Bij een dergelijke productie van gegevens is het minstens zo belangrijk om het overzicht te houden als om nieuwe data te produceren. Vandaar ook dat we hebben gekozen voor het bouwen van een kennisdatabase in ProjectWise. We hebben dit programma voorzien van een spatial geo-module en slaan daarmee met name onze eindproducten op. Hapklare zaken zoals een kaart of een uitgewerkte tabel die we bijvoorbeeld gebruiken in een rapportage of een vergadering.” Door de aanmaak van de database is het veel makkelijker geworden om gegevens op te zoeken, stelt Streng. “We kunnen nu zoeken op basis van attributen zoals geologische structuur, contracten of locatie. Bovendien kunnen we bij het zoeken deze zaken combineren. Doordat het daarnaast mogelijk is om via Internet Explorer de database te bezoeken is het een eenvoudig te gebruiken systeem geworden. Momenteel werkt dan ook onze hele divisie met deze database. Dat zijn zo’n veertig gebruikers.” Risico In het verleden kwam het wel eens voor dat er een studie werd uitgevoerd waarbij niet alle beschikbare informatie werd gebruikt. Bijvoorbeeld omdat deze informatie niet centraal gearchiveerd was of omdat er op de verkeerde manier naar was gezocht. In een ongunstig geval werd er vervolgens werk dubbel gedaan en ging er dus een x-aantal productieve uren verloren. Al met al vindt Streng het moeilijk om
te laten koppelen door de software. Daarbij worden de database-attributen van het document gebruikt en krijgt het document automatisch een ‘plaats in de wereld’ en een nummer toegewezen in de database. Dat scheelt ons enorm veel tijd, want anders zouden we die 30 duizend documenten met de hand een locatie moeten geven.”
de waarde van het nieuwe systeem in concrete cijfers uit te drukken. “Het is niet zo dat we kunnen zeggen we elke zes maanden minstens één onderzoek niet dubbel doen dankzij de zoekmogelijkheden die we nu hebben. Het enige wat ik kan bewijzen, is dat we maar één dubbel onderzoek per jaar hoeven te voorkomen, dan is het de investering al waard. Het is echter allemaal afhankelijk van een belangrijke factor: de laagdrempeligheid van het systeem. Hoe makkelijker het is voor de gebruikers om dingen terug te vinden in de database, hoe hoger het percentage hergebruik en hoe zinvoller de investering.” Testen Momenteel wordt er op de geosciencedivisie hard gewerkt om ProjectWise te vullen met data die nu nog op papier staan. Daarnaast zal er binnenkort een nieuwe versie komen van ProjectWise Geospatial Management. Dat is een versie die voorlopig nog niet op de markt zal verschijnen. Streng: “We zijn door Bentley gevraagd om de software te testen en daar zijn we op ingegaan. We zijn met name in deze versie geïnteresseerd omdat er een aantal functies aan zijn toegevoegd die voor ons van direct belang zijn. Zo is het in de nieuwe versie bijvoorbeeld mogelijk om gescande documenten automatisch aan een locatie
CAD vs GIS Een van de dingen die Streng in de toekomst nog graag zou zien is de verdere verbetering van de interoperabiliteit tussen CAD en GIS. “Je hoort mensen wel eens discussiëren over de voordelen van beide systemen ten opzichte van elkaar. Zelf vind ik het een nutteloze discussie. Er zijn eigenschappen die elkaar simpelweg niet overlappen. Zo is het onzin om te praten over tekenproductiviteit in een GIS-omgeving of over de databasevriendelijkheid van een CAD-systeem. Daar waar er wel overlap is, dienen de eindjes echter aan elkaar te worden geknoopt. Dat doen we dan ook binnen ProjectWise omdat de software daar geschikte functionaliteit voor bezit. Zo kunnen we bijvoorbeeld GIS-documenten gebruiken als referentiebestanden in ontwerptekeningen. Ook zijn er connectors verkrijgbaar die ProjectWise bewust maken van een Oracle of ArcSDE spatial database.” Ondanks de beschikbare koppeling tussen CAD en GIS zou Streng nog graag een extra mogelijkheid toegevoegd zien aan ProjectWise.“ Momenteel kan het programma niet worden gebruikt voor het beheer van de spatial database. Het zou mooi zijn als dat wel het geval zou zijn, bijvoorbeeld door de integratie met een beheeromgeving voor GIS-data, zoals ArcCatalog.”
Lambert-Jan Koops (
[email protected]) is redacteur bij GIS-Magazine. Meer informatie over Total E&P is te vinden op www.ep.total.nl. Maart 2006-2
21
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 22
Artikel
Een jaar na de lancering
Google Earth brengt GIS in de hu Door: Guido van den Heuvel
Google Earth is een snel populair wordende zoekmachine voor geografische informatie. Met Google Earth vliegt de consument vanuit de ruimte naar een virtuele plek op aarde om daar de omgeving te verkennen. Een jaar na de introductie is het tijd om de nieuwe toepassingen van Google Earth te inventariseren en te zoeken naar de impact die GE heeft op de GIS-sector.
Omdat de data op Google Earth van Amsterdam (en de rest van Nederland) nog beperkt is, wordt bij het verder inzoomen op een locatie de ondergrond nogal wazig.
Geografische informatie is altijd het werk geweest van GIS-professionals. Al twee decennia genereren zij geodata, kaartjes en visualisaties die vooral intern gebruikt werden. Op een enkel bestemmingsplan na, kreeg het publiek er weinig van te zien. Door Google Earth en de populaire satellietnavigatie komt daar snel verandering in. Het stuwmeer aan geodata dat de nijvere GIS-werkers bij elkaar hebben verzameld, lijkt nu in snel tempo ontsloten te worden voor een groot publiek. Cockpit ‘Google Earth’ Wie bij www.google.com de applicatie Google Earth downloadt, heeft de 22
Maart 2006-2
wereld aan zijn voeten. Voer een plaats in en vanuit de ruimte vlieg je er direct naar toe. Het programma smeedt satellietfoto’s, luchtfoto’s en animaties vloeiend samen tot een spannend cockpituitzicht. In een oogwenk vlieg je van de Golden Gate Bridge naar het Utrechtse RietveldSchröderhuis. Tot voor kort waren vooral de wereldsteden tot op straatniveau te bekijken, maar de invoering gaat rap. De grote steden in Nederland vertonen al flinke activiteit op de virtuele globe. Amsterdam en Utrecht zijn een lappendeken van visualisaties, links en points of interest. De eerste reclameborden van Burger Kings en waarschuwingen voor flitspalen doemen op. Met de handige navigatieknoppen vliegt een leek overal naartoe. Filters zorgen dat je ziet wat je wilt zien; musea, infrastructuur, bouwhoogte, ondergrond en begroeiïng. Eén klik
en je boekt online een hotel. In combinatie met een gewone zoekmachine kan elke buitenstaander zich uitstekend oriënteren in een onbekende stad. In de VS is Google Earth een groot succes. Iedereen gebruikte het programma om de ramp in New Orleans in beeld te krijgen. In Nederland deed het programma stof opwaaien toen bleek dat er met Google Earth ook ingezoomd kon worden op riskante locaties. Verder kan iedereen een foto of link op Google Earth plaatsen en de codes aan maatjes doorsturen. Dat gebeurde bij de recente rellen in Parijs, met alle gevolgen van dien. Google Earth blijkt dezelfde vrijbuiterskenmerken te hebben als internet. De Redactie van het GISmagazine is er enthousiast over, maar welke Nederlandse partijen zijn met Google Earth aan de slag gegaan? Naar je nieuwe huis vliegen De eerste grote Nederlandse marktpartij die Google Earth ontdekte, is de woningsite Funda. Zij bieden sinds kort een beta-applicatie die het mogelijk maakt om met Google Earth het enorme huizenaanbod te doorzoeken. Om hiervan gebruik te maken, moeten gebruikers eerst twee gratis programma’s downloaden, waaronder Google Earth (zie kader met links). Wie daarmee over de kaart ‘vliegt’, ziet al naar gelang de hoogte meer of minder huizen verschijnen. Hierbij is sprake van ‘altitude- of hoogtemarketing’. De best betalende adverteerders zijn vanaf grote hoogte zichtbaar. Funda kocht hiervoor dit jaar 15 miljoen buurtfoto’s en dagelijks komen er nieuwe beelden bij. Ook de reiswereld in Nederland ontdekt de mogelijkheden. De site Promotor (voor ‘motorfreaks’) maakte met Google Earth een virtuele ‘Tanzania motorroute’. Vanachter een pc kunnen belangstellenden de hele safari vooraf uitrijden (zie onderstaande link). Het landschap, toeristische informatie en aantrekkelijke sites komen direct in beeld. Via links
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 23
Artikel
de huiskamer naar de zoekmachine kunnen direct informatie, foto’s en landmarks opgevraagd worden. Op een site van de Volvo Ocean Race kan met een speciale ‘tracker’ (http://map.defoged.dk/VOR) de race stap voor stap gevolgd worden. Over een tijdje kunnen we de rally ParijsDakar thuis rijden, zonder de bekende ontberingen. Nieuwe internethype? De uitgebreide zoekmogelijkheden van Google Earth zullen een enorme stroom consumenten aantrekken. Een consument die zich oriënteert op een plek, ziet bij Google Earth in een oogopslag wat er in de omgeving te beleven valt. De bonte kleurenpracht die de Nederlandse kaarten nu al laten
zien, komt van commerciële aanbieders; horeca, hotels en musea. De tarieven zijn naar verwachting lager dan bij traditionele media. Digitaal adverteren langs de Google Earthsnelweg maakt het mogelijk om per klik af te rekenen. Daardoor kan Google Earth een marketingkanaal van je welste worden. Een van de pioniers op dat gebied is de Nederlandse zakenman Erwin Nikkels. Zijn bedrijfje introduceerde de applicatie GlobeAssistant die draait bij Funda en de Amerikaanse hoteldienst Earthbooker. De applicatie draait sinds kort ook bij Toeristiek Satelliet, een business-to-business kanaal voor de reiswereld. Voor de techniek werkt GlobeAssistant samen met Google Earth. GoogleEarth is het
platform en het Nederlandse bedrijfje voegt er razendsnel geodata aan toe. Oprichter Erwin Nikkels: “Toeristen kunnen zich met de applicatie voorbereiden op een locatie en direct een hotel boeken. We hebben nu 80.000 hotels online. Het gaat verschrikkelijk goed, we staan bovenaan de Googlelijst van groeiers. Onze focus ligt voor de komende tijd op onroerend goed, nieuws, travel en Yellow pages. Per dag ondersteunen we 500.000 virtuele vliegbewegingen.” De marketingeuforie klinkt alsof we nog op het hoogtepunt van de laatste internethype zitten, maar de cijfers van deze bedrijvigheid spreken voor zich. En daar wordt dit soort servicebedrijfjes op afgerekend.
Maart 2006-2
23
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 24
Artikel
Ook wetenschap actief De TU-Delft, de kraamkamer van veel nieuwe ruimtelijke toepassingen, omarmt Google Earth als informatie- en visualisatieplatfrom. Bij de sectie GIStechnologie wordt de interface gebruikt voor 2,5D-modellen. Andere afdelingen bouwen applicaties in het kader van een geo-DBMS (Database Management Systeem). Tijdens de laatste Wereld GIS-dag werd Google Earth ingezet tijdens een mini-college over GIS en een schatzoekspel. Hoogleraar Peter van Oosterom van de TU Delft geeft dagelijks leiding aan het Geo Database Management Center (GDMC). Hij zegt: “Google Earth is een geweldig mooie ontwikkeling. De openheid van Google Earth is fraai en de interface biedt gebruikers toegang tot veel data.” Ook op de Amsterdamse Vrije Universiteit (VU) en bij het SPINlab van de VU is er enthousiasme over Google Earth. Henk Scholten en Rob van de Velde van het Spatial Information Laboratory (SPINlab, waar innovatief onderzoek en onderwijs plaatsvindt op het gebied van ruimtelijke informatie) knikken op de vraag of Google Earth het isolement van het GIS-vakgebied opheft. Rob van de Velde: “Het is een geweldige infrastructuur. Vanachter je scherm kun je rondlopen in een vreemde stad. Op termijn is het heel goed denkbaar dat consumenten hun gedrag door Google Earth veranderen. Ze gaan er reizen mee voorbereiden en vakanties mee boeken.” SPINlab gebruikt Google Earth in 24
Maart 2006-2
twee projecten: Het Europese project Bewonersparticipatie en een definitiestudie (met BSIK-geld) waarin de kennisvragen rond het effect van geo-visualisaties via Internet op beleidsprocessen zijn geïnventariseerd. Infrastructuur Google Earth kan zelfs op landelijk niveau gebruikt worden, daarvan zijn de drie woordvoerders uit de wereld van de wetenschap overtuigd. Henk Scholten, hoogleraar Ruimtelijke Informatica aan de VU en directeur van Geodan: “Veel ministeries worstelen nog steeds met uitwisselbaarheid, standaardisering en visualisatie. Daardoor zijn allerlei GIS-bestanden
ArcGIS mogelijkheden Het is mogelijk data uit ArcGIS om te vormen naar 3D-data. Deze data kan vervolgens geëxporteerd worden naar KML/KMZ (het Google-formaat). De nieuwe release van ArcGIS (versie 9.2, nu in Beta) kent uitgebreide ondersteuning van kml/kmz. Daarmee is het eenvoudig om ArcGIS-data op Google Earth te publiceren. Verder consumeert ArcGIS Google Earth (kml/kmz); je kunt dus zelf kmlof kmz-layers aan ArcGIS toevoegen. De ArcGIS server serveert kml-output,
In Google Earth staan 3D-gemodelleerde gebouwen van Rotterdam.
grafit-werbeagentur.de
Meternauwkeurigheid op Google Earth-foto's van Lissabon
nog steeds moeilijk te ontsluiten. Wij roepen al jaren dat geo-informatie een landelijke infrastructuur nodig heeft waardoor overheidsorganisaties beter met elkaar kunnen samenwerken. Met Google Earth is dat een peulenschil. Google Earth toont aan dat het oude ‘GIS voor nerds in een hoekje’ achterhaald is. Het is een vorm van infrastructureel denken over ruimte die GIS bij mensen in de huiskamer brengt.” Rob van de Velde, tevens werkzaam bij het Ministerie van LNV als hoofd van het GIS Competence Center, heeft een debat georganiseerd voor de leden van de Bestuursraad van het Ministerie van LNV. “Daar gebruikten we Google Earth om het thema van actieve openbaarheid van LNV geo-informatie aan de orde te stellen”. Peter van Oosterom vult aan: “Binnen Rijkswaterstaat bestaan vergevorderde plannen om voor de burger relevante gegevens in de toekomst via Google Earth te tonen.”
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 25
4)-% &/2 #(!.'%
grafit-werbeagentur.de
Imaging! Verleg uw grenzen, combineer metingen met digitale beelden. www.topcon.nl www.topcon.be
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 26
Artikel
Google Earth De client maakt het mogelijk om favoriete plekken op te slaan, aantekeningen te verbinden aan elke locatie en er een url-link aan te koppelen. Google Earth is gelinkt aan de Google Local-zoekfunctie en aan Google Maps. Gelinkte pagina's worden in een ingebedde browser getoond. Een Plus-versie van Google Earth (20 dollar per jaar) maakt het mogelijk om vormen op de kaarten te tekenen en om gegevens van GPS-toestellen te importeren. De Pro-versie (400 dollar per jaar) verhoogt de afdrukresolutie en maakt het mogelijk om vogelvluchtfilmpjes op te slaan. Interessant is ook dat je extra lagen (layers) met informatie (webcams, wegen, grenzen, bezienswaardigheden) kunt bekijken en er een koppeling met de gigantische fotoverzameling van Flickr is gemaakt. die via het internet door elke client die kml begrijpt (waaronder ook weer Google Earth) getoond kan worden. Zo komt informatie die gebruikers in ArcGIS hebben beschikbaar voor het grote publiek. Apeldoorn vanuit de lucht Gemeentes vertonen nog niet veel Google Earth-activiteit. Uitzondering is de dienst Ruimtelijke Informatie
Aanklikbare lagen in Google Earth
van Apeldoorn. Met een uitstekende presentatie, staat Apeldoorn inmiddels aardig op Google Earth’s virtuele kaart. Zonder probleem vlieg je over gedetailleerde luchtfoto’s om te eindigen bij een 3D-presentatie van de binnenstad. De gemeente heeft enkele voorbeelden uitgewerkt zoals Driedimensionale bebouwing, Bestemmingsplannen,Kadastrale eigendomsgrenzen en Trouwlocaties. Een woordvoerder van de gemeente: “Google Earth werkt prima met eigen materiaal. Een groot gedeelte van de bevolking bekijkt z’n huis nu via
Henk Scholten, directeur van Geodan: “wij roepen al jaren dat geo-informatie een landelijke infrastructuur nodig heeft waardoor overheidsorganisaties beter met elkaar kunnen samenwerken. Met Google Earth is dat een peulenschil.” 26
Maart 2006-2
internet vanuit de lucht.” Apeldoorn werkt verder aan een Virtueel Apeldoorn. Kijk hiervoor op www.virtueelapeldoorn.nl/ Links Google Earth: Werking Google: http://earth.weblog.nl/ Uitgebreide Google Earth-pagina op: http://google-earth.pagina.nl www.GoogleEarthHacks.com: links van hobbyisten www.Earthbooker.com, een wereldwijde hotelboeker met applicatie van het Nederlandse GlobeAssistent www.googleearthhacks.com/downloads/country.php?country=11, met Nederlandse sites www.misdaadkaart.nl, actuele misdaad bekijken, voorlopig nog beperkt tot openbare dronkenschap en diefstal in de Haagse regio ) www.nieuwekaart.nl. De Nieuwe Kaart' biedt de mogelijkheid om Nederlandse plaatsen en postcodes op te zoeken. www.promotor.nl/published/prm/con tent/pages/nieuws/google-earth-route.nl.html: een motorroute door Tanzania rijden vanachter je pc. http://beta.funda.nl: Huizen in Nederland bekijken? Download Google Earth en start funda GlobeAssistant (http://beta.funda.nl)
Guido van den Heuvel (
[email protected]) is freelance schrijver van ICT-artikelen.
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 27
Schuif met de muis. Beweeg de weg. Autodesk Civil 3 D.
Idee: Complexe taken sneller uitvoeren, de nauwkeurigheid vergroten en alle aspecten van het infrastructurele ontwerpproces stroomlijnen.
Werkelijkheid: Autodesk® Civil 3DTM 2006, onze snelste, meest innovatieve software, helpt u bij het verwezenlijken van uw infrastructurele projecten. Het biedt de kracht en flexibiliteit die u nodig heeft om de situatie te analyseren, ontwerpvarianten te maken en te evalueren, en complete plannen te ontwikkelen. Dit alles op basis van een dynamisch 3D engineeringmodel dat onmiddellijk reageert op elke wijziging. Met de muis heeft u de touwtjes in handen. Het verplaatsen van een weg is even gemakkelijk als het aanpassen van een detail. Met Autodesk Civil 3D kunt u uw vooruitstrevende ideeën sneller en beter realiseren. Voor meer informatie gaat u naar www.autodesk.nl/civil3D. Autodesk en Civil 3D zijn (geregistreerde) handelsmerken van Autodesk, Inc., in de Verenigde Staten en / of andere landen. Alle andere merknamen, productnamen en handelsmerken zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaars. © 2005 Autodesk, Inc. Alle rechten voorbehouden.
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 28
Artikel
Nieuwe toepassing maakt analyses eenvoudiger
MorphGIS brengt de zeebodem in ka Door: Robin Wevers
Zand is onze natuurlijke bescherming tegen de zee. Het Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ) verzamelt kustgegevens en voert hierop analyses uit om te bepalen waar sedimentatie of erosie plaatsvindt. Hiervoor heeft de Grontmij de GIS-toepassing MorphGIS ontwikkeld, die sinds 2005 in gebruik is.
De look and feel van MorphGIS
De Nederlandse kust is 340 kilometer lang en bestaat voor ongeveer driekwart uit duinen. Het zand van de duinen, het strand en de ondiepe zee is onder invloed van wind, golven en stromingen voortdurend in beweging. Jaarlijks bewegen miljoenen kubieke meters zand heen en weer in het kustsysteem. Rijksinstituut voor Kust en Zee Het RIKZ is een onderdeel van Rijkswaterstaat van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Rijkswaterstaat bestaat uit tien regionale diensten, zeven specialistische diensten, twee projectorganisaties en één stafeenheid. Het RIKZ is voor het ministerie de leverancier van kennis en advies over de bescherming van het land tegen overstromingen en het duurzaam gebruik van 28
Maart 2006-2
kusten en zeeën. Om erosie van de kustlijn en het kustfundament tegen te gaan geeft Rijkswaterstaat op basis van de adviezen van het RIKZ elk jaar opdracht voor de suppletie van 12 miljoen kubieke meter zand; om een indruk te geven: daarmee zou een honderd meter breed strand over een afstand van 120 kilometer één meter opgehoogd kunnen worden. Zandsuppletie is een relatief nieuw begrip; voor 1990 werd de kust verdedigd met strandhoofden, oeverbestortingen, duinvoetverdedigingen en dijken. In de loop der jaren is het inzicht gegroeid, dat de kustlijn alleen kan worden veilig gesteld als het hele kustfundament intact blijft. Daarom worden sinds 2001 ook zandverliezen in diepere zones tot circa 20 meter diepte aangevuld.
In de kustzone verplaatst het zand zich onder invloed van water en wind als in een soort rivier naar het noorden. Deze rivier stroomt niet overal even snel: de snelste verplaatsingen vinden plaats in de branding, de kleinste in diep water en bij de duinen. Veranderingen hierin worden vaak pas jaren later zichtbaar. Door de zandverplaatsingen wordt het strand op sommige plaatsen smaller en op andere plaatsen breder en kunnen duinen aangetast worden. Als we niets doen, ontstaan er risico’s voor het land achter de duinen. Daarom wordt de kust nauwlettend in de gaten gehouden. Rijkswaterstaat helpt de natuur af en toe een handje door extra zand te storten: een zandsuppletie. Dat kan op het strand of vlak voor de kust onder water gebeuren. Suppletiezand is schoon zand uit de Noordzee, dat ongeveer tien kilometer voor de kust gewonnen wordt op plaatsen waar de zee dieper is dan twintig meter. De zandwinning veroorzaakt op deze plaatsen de minste schade aan het onderwaterleven en het kustfundament wordt niet aangetast. Metingen Het begint met het verzamelen van gegevens, dat cyclisch plaats vindt. Essentieel zijn de jaarlijkse metingen van de kustlijn: dit gebeurt door schepen, die in raaien om de 200 à 250 meter loodrecht op de kust de hoogte en diepte meten van duin, strand en vooroever. Tevens wordt eens in de paar jaar met behulp van vaklodingen een deel van het kustsysteem gemeten tot een diepte van twintig meter onder NAP. Hiermee worden grote hoeveelheden ruwe data verzameld, die omgerekend worden naar dieptes. Alle gegevens worden omgezet naar regelmatige grids. Om het eventuele ontstaan van geulen, zandbanken en andere veranderingen te kunnen vaststellen, worden gegevens van grids van verschillende tijdstippen met elkaar
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 29
Artikel
in kaar t gegevens of berekende variabelen op drie verschillende manieren benaderd worden: door presentatie en analyse in profielen (ProfielGIS) of in gewone kaarten (AtlasGIS) of voor analyse van verschillende vakken (VakGIS). Bij alle drie manieren wordt gebruik gemaakt van grids van verschillende tijdstippen. Daarbij moet rekening worden gehouden met verschillen in de grids. Zo kunnen er gaten in de grids voorkomen waar geen waarde bekend is. Of de grids bedekken niet precies
hetzelfde gebied, zodat gebruik gemaakt moet worden van de mathematische doorsnede. MorphgGIS is zo ontwikkeld dat het een prettige look and feel heeft, waardoor het ook voor niet GIS specialisten te gebruiken is. Berekeningen vinden plaats op basis van gegevens uit databases. Hierna vinden de analyses en bewerkingen plaats. Hier ligt het hart van MorphGIS: de analyses. MorphGIS is meer dan een presentatietool: het is primair bedoeld om
Een hypsometrische curve geeft het watervolume weer, dat zich onder een bepaalde diepte bevindt. Aan het wateroppervlakte is dit maximaal, bij de grootste waterdiep te is dit ‘0’.
vergeleken. De eerste metingen dateren van enkele decennia geleden en zijn kwalitatief minder dan de huidige waarnemingen door de betere apparatuur en technieken van deze tijd. Met enige nabewerkingen blijken ze echter nog bruikbaar. Vanaf 2006 wordt minimaal één kustdekkend grid per jaar gemaakt. MorphGIS In de loop der tijd had het RIKZ diverse routines ontwikkeld voor het doen van verschillende analyses. De verschillende routines waren niet op elkaar afgestemd en waren niet uniform. Om een beter beheer van de gegevens te bewerkstelligen en een meer uniforme aanpak van de verschillende analyses te krijgen heeft het RIKZ de Grontmij opdracht gegeven MorphGIS te ontwikkelen. De gebruiker selecteert geschikte grids en kan met behulp van MorphGIS de gewenste analyse daarop toepassen. De grids vormen de basis van alle analyses. Daaruit kunnen de
Een time-stack; de profielen van verschillende jaren zijn onderling verschoven, waardoor veranderingen goed zichtbaar worden. Maart 2006-2
29
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 30
Artikel
De kustlijnenkaart toont de gebieden voor de kust waar zand door de zee wordt meegenomen dan wel wordt afgezet.
analyses uit te voeren en de resultaten daarvan vast te leggen. De output wordt weer in databases opgeslagen tezamen met de instellingen. Op deze manier is altijd later te achterhalen welke gegevens en instellingen gebruikt zijn, maar ook kan, als nieuwe gegevens beschikbaar komen, de berekening opnieuw uitgevoerd worden met de nieuwe gegevens. MorphGIS genereert bovendien output, die de adviseur of kustbeheerder meteen in zijn adviesrapportage kan gebruiken. Door onder andere Excel te gebruiken als opslag voor gegevens en voor presentatie, heeft de adviseur de mogelijkheid om zelf nog nabewerkingen op gegevens en grafieken uit te voeren. Voor Rijkswaterstaat betekent MorphGIS een eenvoudiger beheer van de analyses en methodieken en een verbetering van de efficiëntie. Vak-GIS Met de module VakGIS worden totale zandvolumes en zandvolumeverschillen in tijd en diepte ten gevolge van erosie en sedimentatie in de kustzone bepaald: het zogenaamde kuberen. Dit vindt plaats in kuberingsvakken. Het resultaat van de berekening zijn volumes en oppervlakken als functie van de diepte: de zogenaamde hypsometrische 30
Maart 2006-2
curve. In zo’n curve kan op elke diepte het bijbehorende wateroppervlakte afgelezen worden en het onder dit oppervlak behorende watervolume. Is in een vak de maximale waterdiepte bijvoorbeeld twintig meter dan zal de curve bij twintig meter een volume van “0” laten zien, dat toeneemt tot een maximum-waarde aan het wateroppervlak. Door een tijdreeks van hoogtegrids aan te bieden, worden evenzo veel hypsometrische curves gemaakt. Verschillen tussen de verschillende hoogtegrids worden bepaald door bijbehorende hypsometrische curves van elkaar af te trekken. Op deze manier kan precies worden vastgesteld hoe diep en hoe veel erosie en sedimentatie plaatsvindt. Dergelijke hypsometrische curves zijn een essentieel hulpmiddel in het beheer van de kust. Ze vertellen in welke kustgebieden zand verdwenen is en waar zand erbij is gekomen en helpt in de besluitvorming over eventuele suppleties. Profiel-GIS Een andere voor de hand liggende manier om de gegevens weer te geven is met behulp van profielen. Dat kan zijn door middel van “gewone” profielen: dwarsdoorsneden waarop met een verticale overdrijving
het reliëf van de zandbodem is weergegeven. De gegevens van verschillende jaren worden over elkaar heen getoond met dezelfde schaalindeling. Meer gebruikt wordt de time-stack: een dwarsdoorsnede waarop het reliëf van de zandbodem van de verschillende jaren onderling enigszins verticaal verschoven is. Zo wordt duidelijker gevisualiseerd welke veranderingen zich voordoen. Zo kan bijvoorbeeld het verplaatsen van geulen in bijvoorbeeld de Waddenzee beter gevolgd worden en kunnen hieruit eventueel toekomstige ontwikkelingen afgeleid worden. Bijgaande afbeelding laat een voorbeeld zien van een time-stack waarop verschillen in de tijd goed te zien zijn. Verder is het nuttig te weten hoe groot veranderingen in de tijd zijn. Dit wordt inzichtelijk gemaakt door de kenmerken van een dwarsdoorsnede te parametriseren in een groot aantal parameters en de bijbehorende waardes te bepalen. Voorbeelden zijn de oppervlakte van de dwarsdoorsnede van een geul, de maximale diepte en breedte en de gemiddelde helling. Een opeenvolging van grids levert zo per parameter een tijdreeks op die grafisch of in tabelvorm kan worden weergegeven.
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 31
Artikel
Een dieptekaart
Atlas-GIS Het woord atlas maakt al duidelijk, dat het hier gaat over kaarten. Op basis van de gegevens uit de grids worden hoogtekaarten gegenereerd. Aan de hand van de gegevens over meerdere jaren worden tevens verschilkaarten gemaakt, waarop te zien is waar zand door de zee wordt meegenomen of juist wordt •1/2pag. adv.(gevaar)
20-09-2004
afgezet. Met ingang van 2006 zal de nieuwe morphologische atlas worden uitgegeven, die zal zijn gebaseerd op resultaten uit MorphGIS. KustlijnGIS tenslotte biedt de gebruiker de middelen de kustlijn te presenteren en te analyseren. Rijkswaterstaat geeft jaarlijks een kustlijnkaartenboek uit. Met ingang van 2006 zal de nieuwe morphologische atlas worden uitgegeven, de kustatlas, die zal zijn gebaseerd op resultaten uit MorphGIS. Kustverdediging Al met al stopt het Rijkswaterstaat en met name het RIKZ veel inspanning in het doen van waarnemingen, het interpreteren van de waarnemingen en het
09:25
aanbrengen van suppleties. Het lijkt zo makkelijk: is er zandtekort, dan baggert Rijkswaterstaat gewoon wat zand uit zee en spuit die op het strand. De praktijk is veel ingewikkelder. Veranderingen in het reliëf van de zeebodem kunnen gevolgen hebben voor stromingen, die weer ongewenste zandafslag aan de kust kunnen veroorzaken en effecten zijn vaak pas op lange termijn waar te nemen. Deze vorm van kustverdediging door dynamisch handhaven en door behoud van functies aan de kust vergt een voortdurende inspanning om met suppleties op de juiste plaatsen het systeem in stand te houden.
Robin Wevers (
[email protected]) is freelance schrijver van geo-ict-artikelen. Voor meer informatie over de in dit artikel besproken onderwerpen kijkt u op: www.rikz.nl of www.grontmij.nl.
Pagina 1
U ziet veel gevaren op de weg naar een GIS? Helaas stranden GIS projecten in de fase van implementatie. Tablin heeft de mensen en de ervaring om GIS in de praktijk te brengen. Bel ons (0541-572260) of kijk op www.tablin.nl
Tablin maakt GIS concreet Inwinning, invoer, conversie, kwaliteitsverbetering, beheer en advies. Maart 2006-2
31
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 32
Artikel Een impressie van Rivierenland vanuit de lucht.
Nieuwe legger op basis van luchtfoto’s
Rivierenland vanuit de lucht Door: Robin Wevers
Waterschap Rivierenland is ontstaan door het samengegaan van een achttal waterschappen. Een dergelijke fusie heeft niet alleen organisatorische gevolgen, maar raakt ook de informatievoorziening. Dankzij de nieuwe omvang van het waterschap bleek het mogelijk daarvoor een innovatieve benadering te kiezen.
De schappen, die zijn opgegaan in het nieuwe waterschap hadden elk hun eigen legger, die ze elk op hun eigen manier onderhielden en die gekenmerkt werden door een verschillend niveau van onderhoud. Er was een grote behoefte dit te uniformeren. Waterschap Rivierenland werkt aan het water in het gebied dat loopt van de Duitse grens tot bijna aan de kust. De noordgrens wordt gevormd door de Rijn en de Lek, de zuidgrens wordt gevormd door de Maas. Kortom: het
Een voorbeeld van de oude legger. 32
Maart 2006-2
gaat over de brede oost-west-strook van Nederland waarin de grote rivieren stromen, één van de markante gebieden van het land. Waterschap Rivierenland bevindt zich in vier provincies: Gelderland, Utrecht, Noord Brabant en Zuid Holland. Het gebied van ruim 2.000 vierkante kilometer strekt zich uit over 38 gemeenten en telt zo’n 950.000 inwoners. Waterschap Rivierenland is verantwoordelijk voor de waterhuishouding in het gebied. Met ruim 700
medewerkers wordt gewerkt aan de veiligheid tegen overstromingen en voldoende schoon oppervlaktewater. De taken omvatten waterbeheer, de zorg voor dijken en kades, het beheer van een aantal wegen en vaarwegen, het zuiveren van rioolwater, maar ook het bestrijden van muskus- en beverratten in Gelderland. De zorg voor de kwaliteit van het drinkwater ligt niet bij het waterschap, maar bij de waterbedrijven. Luchtfoto’s Gezien het grote oppervlak van het waterschap is het maken van een nieuwe legger een forse opgave, waarbij een efficiënte aanpak mogelijk veel geld en inspanning kan besparen. Het waterschap heeft dan ook weloverwogen de mogelijkheden op een rijtje gezet om een geschikt plan te kunnen trekken. De klassieke manier voor het maken van een nieuwe legger is middels terrestrische inmetingen. Dit geeft betrouwbare driedimensionale gegevens voor alle relevante objecten. Deze aanpak is bekend en de kosten zijn goed in te schatten: voor Rivierenland zou het neerkomen op circa zeven miljoen Euro. Een andere benadering is de legger op te bouwen aan de hand van luchtfoto’s.
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 33
Artikel
Het gebruik van foto’s bij waterschappen is niet nieuw, maar beperkte zich tot de ondersteuning van alledaagse activiteiten, bijvoorbeeld voor de handhaving van regels kan op luchtfoto’s de aan- of afwezigheid van kunstwerken op een bepaalde datum geconstateerd worden. Het opbouwen van een volledige legger op basis van luchtfoto’s is wel nieuw. Om een aantal redenen heeft het waterschap hier toch voor gekozen. Zo kunnen de oude leggers eenvoudig over de luchtfoto’s gelegd worden. Eventuele fouten worden direct geconstateerd en verbeterd. De administratieve gegevens zijn in de oude leggers bekend en zijn overgenomen
De legger Een legger zoals waterschappen die gebruiken is een kaart met daarop weergegeven de beheerobjecten en een overzicht van de bijbehorende administratieve gegevens. Eigenlijk een soort analoge voorloper van een GIS-systeem. De beheerobjecten betreffen zaken als de tracés van watergangen, bruggen, stuwen, sluizen, gemalen, duikers en overige kunstwerken. Van alle watergangen en kunstwerken wordt onder andere bijgehouden wie onderhoudsplichtig is. De Keur van het waterschap is een waterschapsverordening, waarin een aantal publiekrechtelijke beperkingen wordt genoemd, die van kracht zijn op watergangen die in de legger zijn opgenomen. Een voorbeeld is de verplichting om een strook van meestal vier meter naast sloten toegankelijk te houden voor onderhoudswerkzaamheden. Een legger is een formeel document met een juridische status, dat bepalend is bij eventuele geschillen. De legger vormt tevens de basis voor tal van werkprocessen bij het waterschap zoals het onderhoud van de watergangen. Het waterschap is ook verantwoordelijk voor een goede afvoer van overtollig water. Daartoe wordt aan de hand van zogeheten maatgevende buien het gebied met al zijn watergangen doorgerekend en getoetst of de watergangen het water ook genoeg af kunnen voeren. Een maatgevende bui is daarbij een regenbui met een bepaald maximum aantal millimeters neerslag per etmaal. De uitkomst van zo’n berekening kan veranderen bij een veranderend grondgebruik, wat het belang van goed gegevensbeheer onderstreept. De legger is daarmee een vitaal document; niet alleen voor formeel juridische zaken, maar ook voor het toetsen van de dagelijkse werkzaamheden. Bij de fusie tussen een aantal waterschappen had het waterschap Rivierenland plotseling vijf leggers met onderling grote verschillen, die onderling ook erg afwijkend waren in de processen van bijhouding en in de mate van actualiteit. Gezien het grote belang van een legger voor een waterschap bestond vanaf het begin een duidelijke behoefte aan een uniforme legger over het hele gebied.
in het nieuwe systeem. De kosten van het maken van de nieuwe legger op basis van luchtfoto’s bestaan voor een deel uit het laten maken en de aanschaf van de foto’s, maar vooral ook uit de toch intensieve bewerkingen:
externe partijen hebben de beheerobjecten gedigitaliseerd vanaf de foto’s. Bovendien is niet alles op de foto’s goed te zien, zodat ook daarna nog enkele nabewerkingen nodig zijn. Dat maakt dat niet op de cent is aan te
Het kantoor van waterschap Rivierenland in Tiel. Maart 2006-2
33
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 34
Artikel
De nieuwe legger van Rivierenland met onderliggende luchtfoto en diverse watergangen en kunstwerken.
geven wat de kosten zijn van de aanpak met luchtfoto’s: waar houdt het maken van de legger op en begint het operationeel beheer? Wel is duidelijk dat deze aanpak ongeveer een factor zeven goedkoper is dan wanneer terrestrisch was gemeten. Een voordeel, dat voor een deel bereikt kon worden door de omvang van het waterschap. Een deel van de kosten wordt bovendien terugverdiend door de foto’s voor een redelijk bedrag door te verkopen aan de betrokken gemeenten. Een nieuwe legger Sommige watergangen zijn van groter belang voor de waterhuishouding dan andere. Bijvoorbeeld watergangen die belangrijke verbindingen vormen tussen gebieden zijn vanzelfsprekend van meer belang dan doodlopende sloten. Het belang wordt dus niet bepaald door de omvang, maar door de functie van een watergang. Waterschap Rivierenland maakt onderscheid tussen A- en B-watergangen. De A-watergangen zijn hierin de watergangen, die belangrijker zijn voor het watersysteem; deze worden door het waterschap zelf beheerd en onderhouden. De B-water-
34
Maart 2006-2
gangen, die van iets minder belang zijn, moeten worden onderhouden door de grondeigenaars aan weerszijden van de watergang. Met het opnieuw maken van de legger heeft het waterschap ervoor gekozen ook C-watergangen te onderscheiden, die enkel een waterbergende functie hebben. In de oude leggers werd van de watergangen alleen de aslijn bijgehouden. Met behulp van de luchtfoto’s konden voor de nieuwe legger relatief eenvoudig de insteken worden vastgelegd. Van alle watergangen breder dan anderhalve meter zijn de insteken gekarteerd. Omdat insteken ‘zachte’ overgangen zijn, die vaak niet scherp te zien zijn, is gebruik gemaakt van 3800 stereofoto’s met een grondresolutie van vijftien centimeter. Dankzij een scherp driedimensionaal beeld is de overgang goed te onderscheiden en vanaf de foto te karteren. Tussen de insteken bevindt zich de kernzone, daarnaast zijn de beschermingszones. Waar nodig zijn de watergangen in het systeem opgeknipt in lijnstukken, bijvoorbeeld tussen kunstwerken en kruispunten. Van de verschillende delen van de watergang kunnen zo verschillende kenmerken
worden bijgehouden. Beschermingszones kunnen variëren: de breedte van de zone is niet altijd hetzelfde en zelfs kan soms, bijvoorbeeld in bebouwde gebieden, één zijde geen beschermingszone zijn, omdat je niet bij particulieren door de tuin gaat rijden met zwaar materieel. Dankzij de nieuwe legger is dit soort informatie nu eenvoudig selectief op te bouwen en bij te houden. Bij kruisingen van waterwegen doen zich overlappende beschermingszones voor. Met slimme algoritmes wordt hieruit de juiste informatie gedestilleerd en vastgelegd. Ook bij duikers moeten de beschermingszones aangepast worden. Het maken van de nieuwe legger vergt dus meer dan het maken van de luchtfoto’s en het digitaliseren. Een aantal nabewerkingen is onvermijdelijk. Ton Sijnen, de bevlogen projectleider voor het leggerproject, ziet vrijwel alleen voordelen in het gebruik van luchtfoto’s. Het enige minpuntje is misschien, dat de gekozen aanpak de noodzakelijke driedimensionale gegevens niet in beeld brengt, terwijl terrestrisch inmeten dat wel doet. Dat ziet hij niet als een groot bezwaar: de gegevens van de derde dimensie zijn namelijk vastgelegd in de oude leggers. Door de grotendeels nog actuele leggergegevens te koppelen aan de nieuw gekarteerde situatie wordt de derde dimensie in beeld gebracht. De ontbrekende gegevens moeten hierna vooralsnog terrestrisch worden ingemeten. Robin Wevers (
[email protected]) is freelance schrijver van geo-ict-artikelen. Voor meer informatie over de in dit artikel besproken onderwerpen kijkt u op www.waterschaprivierenland.nl.
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 35
Beschouwing
Het tijdperk van organisatiebreed GIS is hier…
De betekenis voor de vooruitgang van de GIS industrie Door: John Renard
Binnen de geo-wereld hebben we er de laatste jaren veel over gepraat en we zijn er in meegegaan, de ontwikkeling van losstaande GIS-applicaties naar organisatiebrede oplossingen. De ruimtelijke informatie wordt nu algemeen gezien als een hoofdbestanddeel van de informatiestrategie van een organisatie.
Jarenlang moest met GIS-technologie en de onderliggende ruimtelijke database anders worden omgesprongen dan met mainstream IT-systemen.
Deze
verandering vond de laatste vijf jaar plaats en wordt over het algemeen welwillend aanvaard in de GISindustrie. Gekoppeld aan de almaar lager wordende kosten van aanschaf en bijhouding van geodata, is het gecombineerde effect een gezonde groei en rendement. Dit gaat samen met een hoge mate van activiteit voor de meerderheid van de betrokken GIS-leveranciers. De vraag is echter hoe lang de goede tijden zullen voortduren. Ook zou het succes van het organisatiebrede gebruik van GIS haar eigen ondergang kunnen betekenen. Slachtoffer van eigen succes? In dit artikel wordt ingegaan op de vraag hoe GIS het slachtoffer zou kunnen worden van haar eigen succes, en dat een grondige herbezinning en mentaliteitsverandering nodig is om te kunnen overleven. In het bijzonder wordt stil gestaan bij het feit dat
GIS-leveranciers zullen moeten inzien dat de meeste organisaties helemaal niet geïnteresseerd zijn in het bezit van een Geografisch Informatie Systeem. Toekomstig succes in de GIS-industrie zal voortkomen uit het besef waar GIS nu eigenlijk het beste in is. Daaruit volgt dan de plek die GIS inneemt in de informatiemanagementstrategie. Jarenlang moest met GIS-technologie en de onderliggende ruimtelijke database anders worden omgesprongen dan met mainstream IT-systemen. Dat is niet langer het geval. Natuurlijk zijn GIS-databases groter en ingewikkelder dan ‘normale’ relationele databases met, laten we zeggen, financiële of klantinformatie. De noodzaak bestaat niet langer om de geodata in een andere omgeving en in een ander formaat te bewerken en op te slaan. Oracle en anderen hebben goed werk geleverd door dat probleem op te lossen.
Wat daarna echter aan het licht kwam, is dat de ruimtelijke data vaak niet voldeed aan geldende eisen die worden gehanteerd bij andere data. Om het anders te zeggen: het komt nogal eens voor dat ruimtelijke data onvoldoende scoort op het gebied van accuratesse en inhoud, of beide. Dit degradeert die data tot ‘ondoelmatig’. Scherp kijken naar data Daarom zou ik er voor willen pleiten dat de eerste grote uitdaging voor iedereen in de GIS-industrie is om eens scherp te kijken naar de geleverde en gebruikte data in GIS-oplossingen. Daarna moet worden afgevraagd of deze data wel echt voldoet aan wat de klant heeft gevraagd, met andere woorden: is de data ‘fit for purpose’? Het merendeel van de data die wordt geleverd voor GIS-oplossingen is op zijn best een compromis en in het slechtste geval gewoon ongeschikt voor de voorliggende taak. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, zoals Teleatlas, die in de routenavigatiemarkt content genereren die mensen willen en nodig hebben, en waaruit blijkt dat Teleatlas heeft geluisterd naar hun partners en klanten Hetzelfde geldt op een ander vlak. Wanneer je kijkt naar de vele ruimtelijke databases die in de loop der jaren intern zijn ontworpen in grote organisaties, dan blijkt de situatie niet veel beter te zijn. Je hoeft eigenlijk alleen maar te kijken naar het geld dat de Tier1-telecommunicatiebedrijven moeten uitgeven om hun ruimtelijke data op orde te krijgen om hun toekomstige intelligente netwerken te kunnen plannen en bouwen. Geen applicaties meer De tweede grote taak waarvoor de GIS-industrie zich gesteld ziet in dit ‘organisatiebrede GIS-tijdperk’ is inzien wat een GIS-oplossing zou kunnen, of juist niet zou moeten Maart 2006-2
35
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 36
Beschouwing
Het succes van het organisatiebrede gebruik van GIS zou best haar eigen ondergang kunnen betekenen.
proberen te doen. Mijn suggestie is dat een GIS-oplossing erg goed is in het beheren, delen en benaderen van ruimtelijke gegevens door de organisatie heen. Het is echter niet goed als platform voor bedrijfskritische applicaties, of het nu gaat om assetmanagement of foutbeschrijvingen in een fabrieksomgeving of eigendomsbeheer in een publieke organisatie. Ik zeg niet dat deze applicaties niet bestaan in een GIS, of dat ze geen van allen naar behoren werken. Integendeel, er zijn er genoeg die erg goed zijn. Ik probeer alleen aan te geven dat we, hoewel we druk bezig zijn met op te schuiven van de losstaande
afdelingen naar de gehele organisatie, helemaal geen applicaties hoeven te maken die geen ruimtelijke informatie gebruiken. Laat dat maar over aan SAP, Oracle of een andere organisatiebrede applicatieleverancier. Voor sommigen klinkt dit misschien als een open deur, maar ik geloof dat de echte verandering nog altijd niet onder ogen wordt gezien door de industrie. Bewustzijn van veranderingen Wie tot hier gekomen is, zal zich afvragen of ik de toekomst voor GIS niet heel somber inzie. Ik denk van niet, ik denk eerder het tegenovergestelde. Dat neemt niet weg dat er een
Voldoet deze data wel echt aan wat de klant heeft gevraagd, met andere woorden: is de data ‘fit for purpose’? 36
Maart 2006-2
aantal fundamentele veranderingen hebben plaatsgevonden, en dat slechts die bedrijven zullen overleven die goed reageren op die veranderingen. Ik zie bijvoorbeeld bij Infotech, dat al vijftien jaar actief is in de GISwereld, dat we ons zeer bewust zijn van de veranderingen. Wij geloven dat de toekomst van deze bedrijfstak zit in de combinatie van wereldwijde standaarden en kennis, gekoppeld aan een focus op verticaliteit en relevante vakgebieden. De standaarden en kennis zijn nodig om de ontwikkelingen van SAP en Oracle te kunnen bijbenen, de focus op verticaliteit en vakgebieden maakt het ons mogelijk niet alleen geschikte geodata te leveren, maar ook op maat gemaakt en geoptimaliseerd om aan de behoefte te kunnen voldoen van klanten in een gespecialiseerde markt. We zien ook in dat GIS-technologie en de daaraan gerelateerde ruimtelijke data slechts een taartpunt is in het veel grotere informatiemanagementgeheel. Het goede nieuws is, dat het een steeds grotere taartpunt wordt, die nog steeds even belangrijk als complex is, zodat gespecialiseerde dienstverleners er van kunnen leven. Ook in de toekomst.
John Renard is Managing Director bij Infotech Enterprises Europe. Voor meer informatie over de in dit artikel besproken onderwerpen surft u naar www.infotechsw.com.
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 37
Data inwinning
Trimble GNSS-ontvangers nu met Glonassontvangst
PinPoint-technologie van Leica Geosystems voor reflectorloos meten
De Trimble R8 GNSS-ontvanger en de Trimble NetR5 referentiestation-ontvanger bieden flexibiliteit en verbeterde signaal ontvangst. De GNSS systemen van Trimble hebben R-Track technologie, ondersteunen GPS L2C en L5 signalen en nu ook Glonass. De Trimble R8 GNSS is een multi-kanaal en multifrequentie GNSS-ontvanger met antenne en data-link radio in één compacte behuizing. Het hart van deze ontvanger is de Trimble RTK-engine, die GPS L2C- en L5-signalen ontvangt, R-Track-technologie in zich heeft en nu ook de Russische satellieten van Glonass kan ontvangen. De R8 GNSS-ontvanger is robuust, compact, licht en kabelvrij en met geïntegreerde radio of GSM/GPRS leverbaar. De R8 GNSS is als rover en als base te gebruiken. De R8 maakt deel uit van het ‘geïntegreerd landmeetconcept’ van Trimble, dat GPS en Optische data in één job file combineert. De uitwisseling van de ingewonnen data naar Trimble’s kantoorsoftware kan eenvoudig en snel worden uitgevoerd. Door een prisma op de stok te plaatsen kan de Trimble R8 GNSS tevens als I.S. Rover (Integrated Surveying) worden gebruikt. Hierdoor is direct over te schakelen van GPS naar Robotic Total Station, bijvoorbeeld de Trimble S6. De Trimble NetR5 referentiestation (Base) is een multi-kanaal, multifrequentie GNSS-ontvanger, ontwikkeld voor standalone gebruik of als onderdeel van een GNSS-netwerkoplossing. De NetR5 ontvangt ook GPS L2C en L5-signalen en nu ook de Glonass L1/L2-signalen. De ontvanger kan een volledige dag werken onder extreme omstandigheden, zonder de batterij te hoeven laden. De NetR5 is te configureren via het frontpaneel (zonder software). Het frontpaneel geeft ook de mogelijkheid om direct de status van de ontvanger te controleren. De NetR5 ondersteunt USB, zoals memory-sticks en externe harddrives. Middels ‘FTP Push’ worden automatisch files geüpload, waarmee de noodzaak om handmatig files in de ontvanger te kopiëren is verdwenen.. Het systeem kan tevens fungeren als FTP server om files handmatig te ontsluiten. De interne batterij dient als backup in geval van externe stroomuitval. Uiteraard werkt de Trimble NetR5 naadloos samen met de Trimble GPSBase en GPSNet software. Aanvullend kan deze software veiligheidsopties bevatten waardoor alleen geautoriseerde personen toegang hebben tot het systeem. www.geometius.nl www.trimble.com
Na de succesvolle toepassing in de Leica TPS1200-serie maakt Leica Geosystems de PinPoint-technologie nu ook beschikbaar voor de Leica Total Stations uit de TPS400, TPS700 en TPS800reeks. Snelle en nauwkeurige metingen - reflectorloos - zijn gegarandeerd tot op 500 meter, ook op ontoegankelijke punten. Met een nauwkeurige, smalle laser verschaft de PinPoint-technologie zijn nauwkeurigheidsgraad inzake richten en meten. Hoeken van muren en ontoegankelijke punten zijn te meten zonder speciale hulpmiddelen. De PinPoint-technologie is beschikbaar in twee modellen: de R100 met een bereik van 200 meter en de R300 met een bereik van 500 meter. Naast de PinPoint-technologie zijn de nieuwe generatie Leica Total Stations TPS400, TPS700 en TPS800 ook uitgerust met de functie ‘Direct.dxf’. Dit betekent dat de gegevens onmiddellijk zijn te exporteren in DXF-formaat en in diverse softwarepakketten zoals Autocad op een PC zijn in te lezen. www.leica-geosystems.com
Per abuis is in GIS-Magazine 2006-1 naar een foutief Internetadres verwezen bij de onderstaande producten: Trimble S6 met GPS Search, de verwijzing had moeten luiden www.trimble.com of www.geometius.nl. Thales GPS-differential voor ArcPad, de verwijzing had moeten luiden www.thales-navigation.nl. Excuses voor het eventueel bezorgde ongemak.
Maart 2006-2
37
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 38
Data inwinning
GPS Deel 2: Plaatsbepaling en tijdwaarneming
Satellietnavigatie in de praktijk Door: Huibert-Jan Lekkerkerk
GPS-ontvanger bepaalt zijn positie met behulp van signalen. De tijdwaarneming in de ontvanger speelt hierbij een cruciale rol, maar is ook het minst begrepen onderdeel van de plaatsbepaling. Een aantal (mobiele) gebruikers hebben dit in de eerste week van januari ondervonden toen er een schrikkelseconde werd toegepast in de atoomklokken en hun meetsysteem daardoor van slag raakte.
Afbeelding 1. Twee dimensionale plaatsbepaling met twee zenders
Zoals in het vorige artikel besproken zendt de GPS-satelliet voor civiele doeleinden de C/A code uit op de L1-frequentie. Daarnaast wordt het navigatiebericht met daarin de almanak en de ephemeride verzonden. Maar hoe is de ontvanger nu in staat om op basis van deze signalen zijn positie te bepalen? Laten we het probleem voor de eenvoud in eerste instantie tweedimensionaal beschouwen. Stel we hebben een zender (GPS-satelliet) op een vast punt staan en zenden daar vandaan een signaal naar de ontvanger. Als we nu het exacte moment van zenden en ontvangen van het signaal kunnen bepalen, weten we hoe 38
Maart 2006-2
lang het signaal onderweg is geweest. Weten we daarbij ook de voortplantingssnelheid van het signaal, dan kunnen we door de looptijd met de snelheid te vermenigvuldigen de afstand tussen zender en ontvanger bepalen. De snelheid die we moeten gebruiken is gelijk aan de lichtsnelheid en bedraag ongeveer 300.000 kilometer per seconde. De afstand die we op deze manier bepalen tussen satelliet en ontvanger word bij GPS de pseudo-range genoemd. Positiebepaling Aan de hand van een enkele meting krijgen we een cirkel met de straal die gelijk is aan de pseudo range waarop
onze ontvanger zich moet bevinden. Meten we nu tegelijkertijd de pseudo range naar een tweede zender dan krijgen we twee mogelijke punten waarop onze ontvanger zich kan bevinden (afbeelding 1). Dit hoeft geen probleem te zijn als we bij benadering weten waar we ons bevinden, want dan kunnen we één van de twee punten uitsluiten. Als we dus maar weinig satellieten kunnen ontvangen zullen we de ontvanger moeten vertellen waar we ons, bij benadering, bevinden. In dit geval is een afstand van circa 300 kilometer vanaf onze werkelijke positie voldoende. In het twee dimensionale vlak kunnen we dus volstaan met twee zenders en
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 39
Data inwinning
k
een locatie die bij benadering bekend is. GPS werkt echter in het drie dimensionale vlak zodat we nog een extra zender (satelliet) nodig hebben om onze positie te bepalen. Verder zijn we er vanuit gegaan dat de zenders op een vast punt staan, maar in het vorige artikel hebben we al gezien dat de satellieten rondom de aarde cirkelen. De ontvanger heeft
dan ook de gegevens in de almanak of ephemeride nodig om de positie van de satelliet te kunnen bepalen. Meting van de looptijd De nauwkeurigheid waarmee we de looptijd naar de satelliet moeten bepalen is groot, voor het meten van de afstand tot op vijftien meter nauwkeurig moten we de looptijd tot op twee
nanoseconden nauwkeurig bepalen. En dat op een totale looptijd van satelliet tot ontvanger van nog geen tiende van een seconde. Totnogtoe zijn we er vanuit gegaan dat we de looptijd van het signaal exact konden bepalen, echter terwijl de satellieten met atoomklokken zijn uitgerust, moet onze ontvanger het met een eenvoudige kwartsklok doen. Om toch
Leica SmartRover Kabelloos & Lichtgewicht RTK GPS
’s Werelds lichtste kabelloze RTK GPS-systeem – de allernieuwste innovatie van Leica Geosystems SmartRover is het allerlichtste kabelloze RTK GPS systeem en is volledig compatibel met SmartStation, ’s werelds eerste Total Station met ingebouwde GPS. Geniet van uitstekende prestaties bij slechts een fractie van het gewicht van alle andere all-on-the-pole systemen.
Leica Geosystems BV The Netherlands www.leica-geosystems.com/smartrover
Leica SmartRover het gemak van een all-on-the-pole-systeem weegt slechts 2,8 kg volledig compatibel met Leica TPS1200 en SmartStation draadloze WinCE en Bluetooth™-technologie beste GPS-resultaat met SmartTrack en SmartCheck uw perfecte metgezel voor veeleisende taken Maak het uzelf gemakkelijk; vraag vandaag nog een demonstratie aan en oordeel zelf over de voordelen van de SmartRover. Tel. 070/307 89 00 | E-mail:
[email protected]
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 40
Data inwinning
Height aiding In de begindagen van GPS, toen er nog onvoldoende satellieten beschikbaar waren, werd soms een methode toegepast waarbij het mogelijk was om een positie te bepalen met slechts drie satellieten in plaats van vier. In dat geval werd de hoogte van de GPS-antenne boven zeeniveau ingevoerd in de ontvanger. Doordat nu één van de vier variabelen (Z) bekend was, kon met de ontvangst van drie satellieten worden volstaan om toch een positie te kunnen berekenen. Het grote nadeel van deze zogenaamde height aiding methode is en was dat we de antenne hoogte nauwkeurig moeten bepalen. Dit is lastig als deze varieert, zoals bijvoorbeeld aan boord van een vaartuig of vliegtuig het geval is, hierdoor wordt de precisie van de positiebepaling snel minder. De nauwkeurigheid waarmee de antenne hoogte bepaald moet worden om een voldoende nauwkeurige positie te verkrijgen is ongeveer twee meter. Met de huidige GPS-constellatie van circa dertig satellieten is het toepassen van height aiding alleen nog maar noodzakelijk onder bijzondere omstandigheden. tot een nauwkeurige plaatsbepaling te komen past de GPS-ontvanger een speciale correctie methode toe. De atoomklokken in de GPS-satellieten hebben een nauwkeurigheid van enkele nanoseconden per dag. De afwijking van de klokken en het verloop daarvan wordt bij elke passage van een controlestation vastgesteld en eenmaal per week verzonden aan de satelliet. Deze informatie wordt meegestuurd naar de ontvanger in het navigatiebericht. Het tijdstip van verzenden van de GPS-signalen is daarmee dus exact te bepalen. Om een nauwkeurige tijdmeting te verkrijgen wordt de ontvanger-klok elke seconde gelijkgezet met de satellietklok. Dit gebeurt door gebruik te maken van een aanvullende pseudorange meting. Het principe hierachter laat zich het beste twee dimensionaal uitleggen (afbeelding 2). Als we de afstand naar drie zenders meten, dan kunnen zullen deze metingen elkaar
niet exact in één punt snijden doordat onze ontvanger-klok een tijdfout heeft. Ze zullen een positiedriehoek vormen waar onze werkelijke positie in ligt. Gaan we er nu vanuit dat de enige fout die nog in de meting kan zitten de klokfout van onze ontvanger is, dan kunnen we deze eenvoudig elimineren. Immers alle metingen zullen dezelfde klokfout hebben. Door alle gemeten pseudo-ranges nu te corrigeren met dezelfde tijdcorrectie (dt) zodanig dat de metingen door één punt gaan, vinden we onze positie en klokfout. In het geval van GPS werken we echter niet in het platte vlak maar in drie dimensies. In dit geval zullen we aan drie satellieten niet voldoende hebben, maar moeten we tenminste vier satellieten ontvangen om een positie te kunnen bepalen.
GPS-ontvangers als klok We hebben al gezien dat de tijdwaarneming van de GPSontvanger gerelateerd is aan die van de GPS-satelliet. Dit betekent dat de ontvanger na correctie een tijdnauwkeurigheid heeft die bijna gelijk is aan die van een atoomklok. Er zijn dan ook speciale GPS-ontvangers op de markt die speciaal voor tijdwaarneming zijn gemaakt. Deze ontvangers worden ingezet voor bijvoorbeeld Afbeelding 2. Klokcorrectie bij tweedimensionale het schakelen van plaatsbepaling energiestromen en
40
Maart 2006-2
telecommunicatie signalen. Veel mensen realiseren zich niet wat voor impact het uitvallen van GPS dan ook zal hebben op de Westerse wereld. Velen maken zich geen zorgen omdat ze geen navigatiesysteem bezitten, maar zullen wel degelijk grote problemen ondervinden als telefoon en stroomvoorziening uitvallen. Vanuit dit oogpunt is de ontwikkeling van zowel Glonass als Galileo dan ook zonder meer verklaarbaar. Het is riskant gebonden te zijn aan de goodwill van een enkele mogendheid voor een systeem dat een onderdeel van de huidige maatschappij is gaan uitmaken. Pulse per second De meeste professionele GPSontvangers bieden de gebruiker de mogelijkheid tot toepassing van een zogenaamde Pulse per second (PPS). Dit is een signaal dat precies een halve seconde ‘hoog’ is en precies een halve seconde ‘laag’. Bij het PPS-signaal hoort een bericht waarin de GPS-tijd van de ontvanger staat waarop het signaal is verstuurd. Dit bericht wordt binnen een seconde na het verzenden van het PPS-signaal uitgestuurd. De combinatie van beide signalen wordt in veel meetsystemen en netwerken gebruikt voor tijdsynchronisatie. De positieberichten die de GPSontvanger verstuurt bevatten naast de berekende positie ook het tijdstip waarop deze bepaald is in UTC-tijd. Hebben we nu een door het PPS-signaal gesynchroniseerd meetsysteem, dan ontstaat er een discrepantie tussen de tijd van de plaatsbepaling en het meettijdstip van de overige sensoren. Dit probleem is vooral van belang bij dynamische metingen aangezien we hier te maken hebben met een bewegend platform. Bij een snelheid van dertig meter per seconde levert een discrepantie van een seconde in de tijdwaarneming in dit geval een positiefout van dertig meter op. Op 1 januari werd voor het eerst sinds lange tijd weer een schrikkelseconde toegepast. Gebruikers die dit niet in de gaten hebben gehad en met een PPS gesynchroniseerd meetsysteem werkten hebben dan ook problemen ondervonden met de plaatsbepaling als gevolg van het toepassen van een foutief aantal schrikkelseconden. Vooral bij zich langzaam ver-
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:52
Pagina 41
Data inwinning
Afbeelding 3. De atoomklokken in de GPS-satellieten zijn in 1980 gelijkgezet met de toen geldende UTC-tijd. De atoomklokken in de satellieten zijn sindsdien echter niet meer bijgesteld en lopen daarmee op het moment 14 seconden achter bij UTC-tijd. Twee keer per jaar wordt het verschil met de GMT-tijd vastgesteld. Wijkt deze meer dan 0.9 seconde af, dan wordt de UTC-tijd met een seconde gecorrigeerd. Op 1 januari 2006 werd voor het eerst sinds lange tijd weer een schrikkelseconde toegepast.
plaatsende meetsystemen zoals aan boord van schepen kan het detecteren van een dergelijke fout lastig zijn.
Tijdnotatie binnen GPS GPS werkt niet met een datum/tijd notatie zoals we die van de kalender kennen, maar maakt gebruik van een
Tijdwaarneming en GPS De manier van tijdwaarneming is voor velen een mysterie. Lezen we bijvoorbeeld de tijd af van een eenvoudige GPS-ontvanger en verge lijken we deze met een atoomgestuurde klok, dan zullen we in de regel een verschil van circa veertien seconden vinden. Om dit fenomeen te begrijpen is enig inzicht in de verschillende manieren van tijdwaarneming noodzakelijk. De volgende tijdsystemen worden in de regel gebruikt: Greenwich Mean Time (GMT), ook wel zonnetijd genoemd. Deze wordt bepaald door de gemiddelde tijdsduur die de aarde nodig heeft om een volledige omwenteling te maken ten opzichte van de zon. Atoomtijd (TAI), de tijd zoals aangegeven door atoomklokken. Aangezien een atoomklok circa een seconde in de miljoen jaar af zal wijken is deze tijdwaarneming extreem nauwkeurig. Universal Time Coordinated (UTC). Dit is feitelijk atoomtijd maar dan aangepast aan GMT. Doordat de aarde kleine schommelbewegingen vertoont, varieert de tijd die de aarde nodig heeft voor een volledige omwenteling om de zon van dag tot dag. Twee keer per jaar wordt het verschil tussen de dan geldende UTC-tijd en GMT-tijd vast gesteld. Wijkt deze meer dan 0.9 seconde af, dan wordt de UTC-tijd met een seconde gecorrigeerd. Momenteel is het verschil tussen TAI en UTC 33 seconden. De atoomklokken in de GPS-satellieten zijn in 1980 gelijkgezet met de toen geldende UTC-tijd. UTC-tijd week op 1 januari 1980 in totaal 19 seconden af van de Atoomtijd. De atoomklokken in de satellieten zijn sindsdien echter niet meer gelijk gezet met UTC en lopen daarmee op het moment 14 seconden achter bij UTC tijd (afbeelding 3). Hoewel deze zogenaamde schrikkelseconden of leap seconds dus niet worden gecorrigeerd in de atoomklokken worden ze wel in het navigatiebericht naar de GPS-ontvanger vermeld.
weeknummering. Week 0 begon op 5/6 januari 1980 om middernacht UTC-tijd. De weeknummering loopt tot en met week 1023. In 1999 had GPS dan ook zijn eigen ‘millenniumprobleem’ toen het nummer 1023 bereikt werd in augustus. De meeste ontvangers bleven echter normaal werken na deze zogenaamde weeknumber roll-over. Binnen de genummerde weken werkt GPS werkt niet met dagen en uren maar met het aantal seconden sinds het begin van de week. Doordat de schrikkelseconden niet in het GPS-systeem worden toegepast, begint de huidige GPS-week niet meer om middernacht UTC-tijd, maar om 14 seconden voor middernacht in de nacht van zaterdag op zondag. Een GPS-week duurt in totaal 604.800 seconden daarna wordt het weeknummer met één verhoogd en beginnen de seconden weer opnieuw te tellen. Huibert-Jan Lekkerkerk (
[email protected]) is freelance schrijver en trainer op het gebied van plaatsbepaling en hydrografie. Voor meer informatie over de in dit artikel besproken onderwerpen kijkt u op www.navcen.uscg.gov (gps), www.esa.int (Galileo) en www.glonass-center.ru (Glonass). Maart 2006-2
41
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 42
Data inwinning
Topcon neemt integratie op in marketingplan
In data-inwinning en GIS bestaan gee Door: Remco Takken
Met de opsplitsing in Topcon Europe Medical en Topcon Europe Positioning gaat Topcon Europe sinds juli 2005 serieus de strijd aan met concurrenten als Leica en Trimble. Toegegeven, Topcon is minder bekend, maar de van oorsprong Japanse onderneming heeft goede papieren als uitvinders van het total station, de spiegelreflexcamera en de ‘beter zichtbare’ groene laserstraal.
Axel Messing: ”De markt van de total stations is volwassen geworden, de keerzijde is dat er niet zoveel gebeurt.”
T
opcon richt zich op de gehele markt van data-inwinning, landmeetkunde, GIS en machinebesturing. De organisatie weigert om de markt in aparte deelgebieden op te splitsen. Axel Messing, salesmanager Benelux van Topcon zegt: “Integratie is de essentie van wat we doen. Onze software is volledig geïntegreerd in total stations, 42
Maart 2006-2
GPS, machinebesturing en lasers. Kijk op een willekeurige bouwplaats, daar zie je al die apparaten terug. De integratie is overal te zien, behalve bij de verkopers in onze branche. Want wat zie je aan de verkoopkant? Een compleet versnipperde serviceverlening. De gebruiker moet voor twee apparaten van hetzelfde merk naar een andere dealer. Topcon steekt al haar ‘effort’ in nieuwe dealers die van ons de kans krijgen om écht alles te verkopen wat ze willen.” Marketingmanager Achiel Sturm is ook aangeschoven, hij vult aan: “Vroeger waren ook onze verkoopkanalen meer versnipperd dan nu. Als je terugkijkt, moeten we concluderen dat we mede daardoor binnen de Europese markten te weinig hebben gedaan om iedereen te vertellen wat voor mooie specialistische producten wij hebben. Dat gaat nu snel veranderen.” Verscherpte focus Dat het merk Topcon niet zo bekend is als Leica en Trimble, is deels te verklaren uit het feit dat het Europese hoofdkantoor in Capelle aan de IJssel haar krachten moest verdelen tussen de medische wereld en het positioneringsprogramma. Messing: “Je moet je voorstellen dat we ons tot voor kort ook richtten tot professoren in de oogheelkunde. Een heel andere tak van sport, die we nu overlaten aan Topcon Europe Medical. Na de opsplitsing werkt Topcon Europe Positioning met een focus die eerder onmogelijk was. Vijf jaar geleden onderging de Amerikaanse divisie van Topcon een succesvolle herstructurering die vergelijkbaar is met wat we hier nu in Europa doen. De groei in Amerika over de laatste drie jaar is verbluffend. We zijn van plan hetzelfde te gaan doen. Het is goed om met het gevoel te leven dat we nu zo veel méér kunnen dan vroeger. De nieuwe advertentiecampagne ‘Time for Change’ is voor heel Europa gestructureerd, de focus ligt helemaal op ‘positioning’.”
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 43
Data inwinning
an geen deelgebieden meer Russische satellieten Een van de manieren om kennis binnen de organisatie te krijgen geschiedt via overnames. In 2000 nam Topcon JPS, met een Research Centre in Moskou over. Daarmee werd ook alle parate kennis van Glonass, de Russische tegenhanger van het Amerikaans GPS binnen gehaald. Dat verklaart het feit dat de Topcon-producten ook de informatie van de Glonass-satellieten aankunnen.
een Europese testsatelliet de ruimte in gaat, wordt de hele wereldpers uitgenodigd. Op ongeveer hetzelfde moment gaan er drie Russische Glonass-satellieten tegelijk omhoog met een nieuw type raket. Nota bene op dezelfde raketbasis in Kazachstan. Daar zie je dan bijna niets van terug in de media. Het is deels een imagokwestie, maar de Russen communiceren ook niet echt handig als het gaat om hun innovatieve technologieën.”
“We werken nu met een focus die voorheen onmogelijk was.” Het grote voordeel van dual of zelfs triple constellatie-ontvangers, is dat met meer satellieten de uiteindelijke positie berekend wordt. Als vuistregel geldt immers, hoe meer satellieten, hoe nauwkeuriger en hoe sneller een oplossing gevonden kan worden. Vergelijk GPS met 24 satellieten en GPS plus Glonass met 41 satellieten, dat is ruim vijftig procent meer. Messing praat gepassioneerd over data-inwinning en de recente ontwikkelingen op het gebied van satelliettechnologie, dus ook de Russische. Kom bij Messing niet aanzetten met geringschattende praatjes over Glonass. “Je komt er niet meer mee als je volhoudt dat de Russische satellieten van ellende uit de ruimte komen vallen. Sinds drie jaar is de groei in Rusland duidelijk zichtbaar, ze zijn daar op dit moment moderner dan GPS. Aan de Amerikaanse technologie is al jarenlang niets meer verbeterd. Het streven van President Poetin is om een volledige constellatie operationeel te hebben in 2007. Dat is volgend jaar al, het gaat allemaal veel sneller dan het Europese Galileo. Een groot verschil met Galileo is dat het Russische systeem al operationeel is. De verwachting voor Galileo is ergens rond 2010.” De onbekendheid in Europa met Glonass wijt Messing deels aan een gebrekkige communicatie: “Als er
Volwassen markt Met de nieuwe ontwikkelingen op satellietgebied is het lastig te bepalen of het handig is om juist op dit moment een nieuw inwinningsapparaat aan te schaffen. Messing onderkent het probleem: “Zo’n apparaat is na ongeveer vier à vijf jaar afgeschreven, maar in de praktijk werken veel overheidsinstanties er wel acht jaar mee door. Je kunt op je klompen aanvoelen dat dat op dit moment geen verstandige keuze is. Maar ja, aarzelen is verleidelijk, zeker nu. Galileo verkeert in de testfase, en er staan natuurlijk veel vernieuwingen op stapel. Het argument dat de prijzen straks zullen dalen is een waarheid als een koe, maar daarom hoef je nog niet stil te blijven staan. Wie in 2000 besloot nog even te wachten op een betaalbare pc met nóg meer mogelijkheden, heeft nu nog steeds geen computer in huis. Die ontwikkelingen blijven ook doorgaan, zo is het in de data-inwinning eveneens.” ”De markt van de total stations is volwassen geworden, maar de keerzijde is dat er niet zoveel gebeurt. Wat je goed moet beseffen, is dat de gemiddelde inmeter van nu zowel een total station als een gps-apparaat in zijn auto heeft liggen. De markt van total stations wordt ook deels vervangen door de snellere en flexibeler gps-inwinapparatuur. Gemeentes
hebben vaak een basisstation op het dak, en zijn in de afgelopen jaren marktgerichter gaan werken. Als het gat om bulkwerk zoals rioolputten, dan is het centimeter-niveau van een GPS-apparaat goed genoeg, en werkt het vele malen sneller.” Jong en GPS En dan speelt er nog iets: het goede imago van GPS. Marketingmanager Achiel Sturm vult aan: “Jongere landmeters werken liever met GPS, ze zijn er mee grootgebracht. Voor oudere landmeters is het werken met een pc al een grote stap. Waar het om gaat, is het goed begeleiden van beide groepen. In bijvoorbeeld de gemeente Ede is dat heel goed opgepakt. Daar stuurden ze hun medewerkers in het begin met zijn tweetjes op pad, ook al kun je met GPS gerust alleen uit de voeten. Waar het om gaat is dat je samen de nieuwe technologie leert ontdekken, en je kunt terugvallen op de oude situatie als dat nodig lijkt. In de praktijk raken dan ook de oudere collega’s enthousiast over wat ze in handen hebben.” Sleutelwoord bij Topcon is integratie, niet alleen aan de verkoopkant, maar ook aan de produkt-ontwikkelingskant. Sturm: ”Zo is de nieuwste GISontvanger een combinatie van GPS, Glonass èn digitale beeldtechnieken. Met de GMS-2 kun je bij GIS-inwinning direct een foto van het object combineren met de positie en coderingen of een positie met behulp van twee foto’s berekenen. Hiermee is de toegevoegde waarde van deze technologie-integratie voor de meeste gebruikers meteen duidelijk. Dit is de kant die we op gaan!”
Remco Takken (
[email protected]) is eindredacteur van GIS-Magazine. Meer informatie over de in dit artikel besproken onderwerpen vindt u op www.topcon.nl. Maart 2006-2
43
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 44
Interview
1,8 miljoen bevragingen per maand
Europese e-Government prijs voo r h Door: Robin Wevers
De Europese Commissie reikt elke twee jaar Europese prijzen voor e-Government uit. In de categorie ‘Gebruiksgemak voor particulieren en zakelijke klanten’ (Service use: Citizens and Businesses in the centre) ging de prijs naar Kadaster-on-line. Arco Groothedde, lid van de Raad van Bestuur van het Kadaster geeft zijn reactie.
gekregen. Tijdens de ministersconferentie in Manchester van 24 en 25 november presenteerden de finalisten hun inzendingen.
De e-Government Award.
De bedoeling van de prijs is ruchtbaarheid te geven aan voorbeelden van best practice, zodat de opgedane kennis elders binnen de Europese Unie gebruikt kan worden. De prijzen worden toegekend onder het toeziend oog van het Europese Instituut voor Bestuurskunde (EIPA – European Institute of Public Administration). In 2005 waren er 234 inzendingen in vier verschillende categorieën. Hieruit zijn 52 finalisten geselecteerd, die alle het predikaat ‘good practice’ hebben 44
Maart 2006-2
Kadaster on-line Tot enkele jaren geleden beschikte het Kadaster over een gedateerde toepassing, waarmee klanten gegevens konden opvragen. Deze toepassing was niet gebaseerd op internettechnologie’, was relatief ingewikkeld in het gebruik en maakte gebruik van standalone systemen. Omdat dit niet meer voldeed aan de eisen van deze tijd, is het Kadaster in 2001 overgegaan op Kadaster-on-line. Deze nieuwe toepassing biedt actuele informatie, die snel beschikbaar is en die via een eenvoudige internet-interface afgenomen kan worden. Kadaster-on-line was in eerste aanleg gebouwd voor gebruik door makelaars en notarissen. Deze zakelijke klanten hebben een abonnement en kunnen selectief informatie opvragen. Kadaster-on-line is een innovatieve ontwikkeling. Arco Groothedde: “Het eerste wat in je opkomt bij het Kadaster is misschien niet innovativiteit, maar als je doorvraagt bij de makelaardij en het notariaat zullen die ons ongetwijfeld als innovatief bestempelen”. Sinds 2003 hebben ook particulieren toegang tot de gegevens. Groothedde betoogt: “Het is de taak van het Kadaster informatie laagdrempelig, gemakkelijk en goedkoop toegankelijk te maken. De elektronische weg is voor ons een speerpunt waarmee we vastgoedinformatie tot in de huiskamer en de kantoortuin brengen.” Particulieren kunnen een keus maken tussen een kadastraal bericht, een koopsommen-
overzicht of een uittreksel van de kadastrale kaart. Het meest gevraagde product is het koopsommenoverzicht: dit is een opsomming van de koopsommen van de woningen in een bepaald postcodegebied die in de laatste vijf jaar verkocht zijn. Vooral bij aankoop van een woning kan dat erg nuttig zijn. Het overzicht wordt, na betaling, meteen online verstrekt. Grote vlucht Kadaster-on-line heeft een grotere vlucht genomen dan de betrokkenen bij het Kadaster zelf verwacht hadden. In 2001 waren er maandelijks 175.000 inzagen van informatie, in 2005 was dat gegroeid naar 1,8 miljoen. Het aantal zakelijke abonnementen is toegenomen van 6.000 naar 12.000. Omdat achter elke abonnee meerdere gebruikers schuil kunnen gaan, wordt het aantal zakelijke gebruikers geschat op 45.000. Wat Kadaster-on-line onderscheidt van de meeste andere toepassingen, is aldus Groothedde, “dat er voor de toegankelijkheid niet is uitgegaan van wat het Kadaster kan aanbieden, maar van de vraagkant. Wij bieden de producten die de klant wil hebben.” Hij weet dat te onderbouwen met: “Sinds de introductie van Kadasteron-line zien we een exponentiële afname van het aantal bevragingen via de telefoon of de balie.” “Waar vroeger het aantal bevragingen rond een transactie tussen de twee en de drie lag, is dat nu gestegen naar vijf à zes; het gaat nu veel eenvoudiger en sneller en een notaris kan vlak voor het passeren van een akte nog controleren of er geen veranderingen Arco Groothedde: “Je moet niet zijn opgetreden.” op de eieren gaan zitten, maar Kadaster-on-line je moet ervoor zorgen, dat de is een mooie mensen de eieren opeten.”
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 45
Interview
voo r het Kadaster Het oordeel van de jury De jury van e-Government omschrijft Kadaster-on-line als volgt: “Het project biedt toegang tot kadastrale producten van de nationale up-to-date kadastrale registratie. Het heeft 12.000 geregistreerde klanten en 45.000 gebruikers en biedt diensten met een significante toegevoegde waarde.” Het oordeel van de jury luidde : “Een goed voorbeeld van een innovatie op het gebied van toepassingen. Integratie en samenwerking van verschillende systemen en hoedanigheden is overtuigend uitgewerkt. Het heeft een groot potentieel voor een groot aantal gebruikers en voor navolging in verschillende regio’s en Europese landen.”
Kadaster-on-line
voorkant, een mooie toegang tot kadastrale informatie. Het meest indrukwekkend moet datgene zijn wat je niet ziet: de systemen en gegevens, die zich achter die voorkant bevinden: cartografische informatie, administratieve gegevens, het waarborgen van actualiteit, het administreren en loggen van transacties en de betalingen, om een aantal voorbeelden te geven. Kadaster-
on-line is de spin in het web. Een mooie voorkant kan pas goed werken als de back-office op orde is. Robin Wevers (
[email protected]) is freelance schrijver van geo-ict-artikelen. Voor meer informatie over de in dit artikel besproken onderwerpen kijkt u op www.kadaster.nl of www.egov2005conference.gov.uk.
DHV Beheerpakketten voor technisch beheer openbare ruimte Advies- en ingenieursbureau DHV ondersteunt gemeenten bij hun technisch beheer van de openbare ruimte met een geïntegreerde softwaresuite: DHV Beheerpakketten. De geïntegreerde softwaresuite biedt beheerders van openbare ruimte de mogelijkheid zowel hun eigen, als naastgelegen vakgebieden bij hun besluitvorming te betrekken. De Grafische module werkt op de nieuwste versies Microstation, Autocad en Nedview. De DHV GIS Plugin ontsluit de gegevens moeiteloos in iedere WEB-GIS omgeving. DHV implementeert de GIS Plugin in de WEB-GIS omgeving van Nedgraphics, Bentley, Esri, GisKit en Vicrea.
Wegen, riolering, groen en kunstwerken De DHV Beheerpakketten zijn er voor het beheer van Wegen, Riolering, Groen (inclusief bomen en speelelementen) en Kunstwerken. Daarnaast zijn er aanvullende pakketten voor het beheer van Openbare verlichting, Verkeersborden, Open water, Bodem (inclusief kabels en leidingen), Woningen en Gebouwen.
Landelijke standaards DHV is actief betrokken bij de vaststelling van landelijke standaards voor het technisch beheer openbare ruimte. Voorbeelden zijn de CROW-methodiek, de leidraad riolering, de Europese norm voor rioolinspecties, de VTA en de NENNormen voor de inspectie van speelelementen. Deze standaards zijn verwerkt in de DHV Beheerpakketten.
Meer informatie: DHV BV Ruimte en Mobiliteit Kees van der Lee Postbus 1132 3800 BC Amersfoort telefoon (033) 468 33 91 e-mail
[email protected] www.beheerpakketten.nl
Beurs overheid & Ict Stand 01. A033 25 - 27 april 2006 Jaarbeurs Utrecht
Maart 2006-2
45
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 46
Agenda De agenda bevat aankondigingen van workshops, seminars, themadagen en vergelijkbare GIS-gerelateerde activiteiten van bedrijven en organisaties. Daarnaast is er natuurlijk ook aandacht voor relevante beurzen die in Nederland en België worden gehouden. De agenda in GIS-Magazine is doorlopend en bevat in ieder geval de evenementen die worden gehouden in de periode tot het verschijnen van het volgende nummer. Voor de volgende agenda kunnen beurzen, seminars en workshops per e-mail worden aangemeld bij de redactie:
[email protected]. Vermeld als onderwerp van uw mail ‘Agenda’. Maart 08 maart Seminar Geomarketing Baarn, Kasteel 'de Hooge Vuursche' Informatie: Carlien Stadhouders, MapInfo Tel: 0183 - 642 950 Fax: 0183 - 616 653 E-mail:
[email protected] Internet: www.mapinfo.nl 09 maart Mutatiesignaleringsconferentie 2006 "Mutatiesignalering, gedetailleerd monitoren met vliegtuig en satelliet" Amersfoort, Congrescentrum De Eenhoorn E-mail:
[email protected] Internet: www.geosensus.nl en www.neo.nl 23 maart GBI/OpenGIS-dag De Meern, AC Restaurant Internet: www.oranjewoud.nl 29-30 maart Innovatiegala Architect '06 Rotterdam, World Trade Center Informatie: Tjerk van Duinen en Cock de Penning Tel: 076 - 521 10 03 Fax: 076 - 515 65 89 E-mail:
[email protected] Internet: www.architecteninnovatie.nl 30 maart Intergraph GeoForum Hoofddorp, Intergraph Informatie: Marion van der Bent E-mail:
[email protected] Internet: www.intergraph.nl
April
46
12 april GISkit Gebruikersdag Houten, De Wereld Informatie: Marcel de Vries Tel: 030 - 634 04 30 Fax: 030 - 634 24 33 E-mail:
[email protected] Internet: www.giskit.nl 25 april Cadac Expo Gouda, Cadac E-mail:
[email protected] Internet: www.cadac.com 25-27 april Overheid & ICT Utrecht, Jaarbeurs Internet: www.jaarbeurs.nl 28 april Studiedag 3D Topografie: Gebruikerswensen en huidige mogelijkheden De Meern, Oracle Nederland Informatie: Han Wammes, Oracle Fax: 030 - 669 99 66 E-mail:
[email protected] Internet: www.gdmc.nl/3dtopo/
Mei 08-11 mei ISPRS Commission VII Mid-Term Symposium: "Remote Sensing: From Pixels to Processes" Enschede Tel: 053 - 487 43 33 Fax: 053 - 487 4 554 E-mail:
[email protected] Internet:www.itc.nl/isprsc7/symposium2006
05 april GIS Tech 2006 Rotterdam Informatie: AGGN en ESRI Nederland Internet: www.gistech.nl
10 mei Bijeenkomst Innovatie in Veiligheid Utrecht, Stadion de Galgenwaard Tel: 073 - 684 25 25 Fax: 073 - 684 25 20 E-mail:
[email protected] Internet: www.innovatieinveiligheid.nl
11 april Cadac Expo Meppel, Cadac E-mail:
[email protected] Internet: www.cadac.com
11 mei Cadac Expo Heerlen, Cadac E-mail:
[email protected] Internet: www.cadac.com
Maart 2006-2
17 mei Cadac Expo 's-Hertogenbosch E-mail:
[email protected] Internet: www.cadac.com 18 mei Intergraph OOV Seminar Hoofddorp, Intergraph Informatie: Marion van der Bent E-mail:
[email protected] Internet: www.intergraph.nl 21-25 mei Bentley User Conference Charlotte, NC, (U.S.A.) Informatie: Linda Hovestad E-mail:
[email protected] Internet: www.be.org/preregister 30 mei MapInfo Benelux Conferentie 2006 Ede, De Reehorst E-mail:
[email protected] Internet: www.mapinfo.nl 31 mei ARCADIS Beheerdag Apeldoorn Informatie: Manon van Gasteren E-mail:
[email protected] Internet: www.arcadis.nl
Juni 01 juni Cadac Expo Brussel (B) E-mail:
[email protected] Internet: www.cadac.com 11-15 juni BE Conference Europe 2006 Praag (Tsjechië) Informatie: Bentley Systems Internet: www.be.org/beconferenceeurope 12-15 juni Intergraph User Conferentie 2006 Orlando, FL, U.S.A., Disney Coronado Spring Resorts Internet: www.intergraph2006.com
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 47
Beschouwing
Onwetendheid en vooroordelen rond outsourcing/ offshoring
Communicatie en training in plaats van angst Door: Clasine Hoogerwaard
We horen het dagelijks om ons heen: GIS-werkzaamheden die worden uitgevoerd in India of een andere ‘lage lonenland’. Vervolgens wordt snel duidelijk dat er veel onwetendheid heerst rond ‘outsourcing’ van werk. Clasine Hoogerwaard voelt dat ook . Zij is werkzaam als general manager bij Rolta, een bedrijf dat werkzaamheden laat uitvoeren in Mumbai, India.
Toen
ik in 2000 Rolta’s services introduceerde in het bedrijfsleven, stuitte ik al snel op scepsis. Vraagtekens werden gezet bij de Indiase werkomgevning, de knowhow, de afstand. Data moest in huis blijven, zo was de algemene gedachte. Ten opzichte van de prijs was men echter heel positief. De manager van toen had nog geen ‘outsourcing-ervaring’, het was een nieuwe manier van zakendoen en managen. Juist door de vele aanbieders van outsourcing nu, is er nog steeds reden genoeg om buiten de landsgrenzen te blijven denken. De aanleiding voor mij om de discussie rond outsourcing/ offshoring nog eens aan te willen zwengelen ligt in het gegeven dat bedrijven er nog relatief weinig gebruik van maken. Tijdens conferenties, seminars en artikelen over dit onderwerp wordt vaak voorbijgegaan aan een aantal
belangrijke aspecten om outsourcing tot een succes te kunnen maken. Er heerst nog veel onwetendheid en er zijn bepaalde vooroordelen die worden gevoed door slechte ervaringen. De voorspellende berichten van bekende onderzoekbureaus zoals Gartner, Giga Information Group of Forrester Research, die beweren dat de groei van overzeese outsourcing explosief zal zijn in de toekomst, draagt naar mijn mening niet echt bij om een project goed uitgevoerd te krijgen en dat financieel ook nog eens besparend is. Laten we eens naar de praktijk kijken. Het proces Het ‘outsourcingsproces’ kan starten bij een nieuw aangeschaft GISsysteem. Het eerste werk kan variëren van het schrijven van extra tools en applicaties, tot conversie van analoge data, migratie en revisiewerkzaam-
heden. De ervaring leert dat bedrijven vaak geen rekening houden met de extra kosten en tijd na de aankoop van de software. Dat is echte rhard nodig om optimaal gebruik te kunnen maken van die software. Hier ligt een belangrijke taak weggelegd voor de softwaresuppliers om de klant goed te informeren over de totale investering. Ze kunnen niet te luchthartig over de investering heen stappen. Innovatie stopt niet bij het aanschaffen van nieuwe software. We willen allemaal de moderne technologie voor foto-apparatuur, GPS-systemen, audio-apparatuur maar blijven vaak steken als het om het bedrijf gaat. ‘Return on investment’ is hier zeker van toepassing. Maar ook het voorkomen van calamiteiten of het crëeeren van een efficiëntere werkomgeving. Het kan zeer motiverend werken als het personeel zich op andere zaken kan richten dan datamigratie. Een tip, bijvoorbeeld voor het schrijven van een Europese aanbesteding, is om assistentie te vragen aan bedrijven die outsourcing aanbieden. Deze zijn praktijkgericht. Hierdoor ontstaat een duidelijke omschrijving van de werkzaamheden en zodoende ook een offerte. Communicatie Bedrijven zijn op dit moment matig geïnformeerd als het gaat om de bedrijven die outsourcing aanbieden. Het lijkt op een ver-van-mijn-bedshow. Communicatie bij outsourcing is een hele belangrijke factor. Een locaal kantoor is eigenlijk een vereiste, maar uiteraard geen garantie. Bezoek daarom zelf het productiecentrum in het desbetreffende land. Waarom bezoeken? Men krijgt een betere indruk van het bedrijf, men kan direct face-to-face met de technici overleggen, korte lijnen voor de latere communicatie. Men heeft elkaar ‘in de ogen gekeken’. Maart 2006-2
47
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 48
Beschouwing
Dat blijkt een grote stap te zijn. Ik heb inmiddels vele managers uitgenodigd om ons hoofdkantoor in Mumbai te bezoeken, maar weinig hebben hiervan gebruik gemaakt. Een veel gehoord excuus was: het is de policy van het bedrijf om niet vooraf een bezoek te brengen om de indruk weg te nemen van een zogenaamd ‘snoepreisje’. Zo kom je natuurlijk nooit iets te weten. Juist in de beginfase, wanneer men moet kiezen voor een outsourcingspartner is het zeer belangrijk om deze aanbieders eens te bezoeken. Wie koopt er een auto zonder een proefrit gemaakt te hebben en alle voors en tegens te hebben afgewogen?
personen die het project gaan uitvoeren. Daarnaast is het de overweging waard om mensen van het betreffende die lageloonbedrijf, betrokken zijn bij het project, naar Nederland uit te nodigen. Zo krijgen zij een goede indruk van de organisatie, de werkomgeving en de mensen zelf. Stel vaste projectmanagers aan (vice versa), zij worden het aanspreekpunt. Evalueer tussentijds. Dat is belangrijk om te voor- Outsourcing: het meeste vertrouwen genieten India, China en de komen dat eventuele regio Spanje, Portugal en Italië. Aandachtspunten obstakels en problemen Om een project zo efficient mogelijk pas aan het einde van een project Werk weg uit Nederland uitgevoerd te krijgen, zijn een aantal boven water komen, wat vertraging De angst van outsourcing: daar gaan aandachtspunten van groot belang. in de oplevering kan geven. Om niet onze (ict-)banen! Uit onderzoek is geEen pilot is een vereiste om de werk- het gevoel te hebben, dat al het werk bleken dat Nederland hooguit 1 tot 2 specificaties duidelijk af te stemmen wordt uitbesteed naar een lageloon- procent van de banen verliest aan en af te bakenen. Deze pilot zal land en om toch enigszins de grip op goedkopere landen. Echter, hebben onduidelijkheden wegnemen en een project te behouden, kan men wij ook wel eens gedacht, aan het feit zodoende een enorme tijdsbesparing kiezen voor een partnership tussen dat outsourcing juist goed kan zijn geven tijdens de productiefase en een Nederlandse organisatie en een voor het behoud van arbeidsplaatsen? communicatie. firma uit een lageloonland. Zo’n De combinatie van het gebruik maken Ook een training voor grote en/ of constructie heeft als voordeel, dat de van innovatie en lage uurtarieven, complexe projecten is absoluut geen opdrachtgever met een Nederlandse stelt de onderneming in een betere overbodige luxe. Deze training, hon- uitvoerder te maken heeft en aan de concurrentiepositie. derd procent afgestemd op het pro- andere kant profiteert van de lage Met het fenomeen ‘jobhoppers’ heeft ject, wordt vaak gegeven door de uit- uurtarieven en/of grote productie- men in India ook te maken. Verschil besteder zelf en ter plekke aan de capaciteit. is echter, dat er een zeer groot aanbod is van gekwalifieerd personeel op de arbeidsmarkt aldaar. Dit maakt het Ook werk van hoger geschoolden naar buitenland gemakkelijk om het personeelsbeTNS NIPO heeft in opdracht van Capgemini onderzoek gedaan naar het verstand snel aan te vullen. Om een schijnsel offshoring, ofwel het uitbesteden van werk naar het buitenland. De voorbeeld te noemen: veel afgesturesultaten laten zien dat circa één op de zeven bedrijven en instellingen taken deerden verrichten werk als operauitbesteedt naar het buitenland en dat gemiddeld vijf procent van het organitors. satiebudget aan offshoring wordt besteed. Opvallende conclusie is verder dat Men realiseert zich nog te weinig dat men van mening is dat ook werkzaamheden van hoger geschoolden naar het de focus in India duidelijk verschobuitenland kunnen worden uitbesteed. De meest aansprekende manier van ven is van productiewerkers naar kenuitbesteden is voor organisaties dan ook een contract met een binnenlandse niswerkers. Het is bekend, dat India dienstverlener. wil meespelen op wereldniveau. Niet Hoewel nog slechts een klein deel van de ondervraagden zich op uitbestezonder reden hebben grote multinading naar het buitenland oriënteert, vindt men offshoring geen hype die wel tionals zoals Philips, Unilever, Shell weer overwaait. Vijftig procent van alle respondenten ziet serieuze mogelijken ABN-Amro al ruim geïnvesteerd heden voor uitbesteding naar het buitenland, waarbij met name aan IT-werkin outsourcing. Rest mij de vraag: zaamheden wordt gedacht. Waar blijft het MKB? Als grootste bedreigingen van offshoring ziet men communicatieproblemen, verlies van kennis en kerncompetenties en cultuurverschillen. De drie grootste voordelen van uitbesteding van werkzaamheden naar het buitenland zijn volgens de ondervraagden: lagere kosten, meer ruimte voor kernactiviteiten en innovatie en grotere flexibiliteit. Clasine Hoogerwaard is general manager bij Rolta. Voor meer informatie De top drie van landen en regio’s waarin organisaties het minste vertrouwen hebben voor wat betreft het uitbesteden van werkzaamheden zijn: Latijnsover de in dit artikel besproken onderAmerika , Rusland en Oost-Europa met uitzondering van Polen. Het meeste werpen surft u naar www.rolta.com. vertrouwen genieten India, China en de regio Spanje, Portugal en Italië. 48
Maart 2006-2
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 49
Overheid & ICT
Overheid & ICT 2006 Van 25 tot en met 27 april zal in de Jaarbeurs van Utrecht de dertiende editie van Overheid en ICT worden gehouden. Overheid & ICT wil een platform zijn voor ICT en innovatie binnen de overheid.
De beurs richt zich met name op bezoekers vanuit de ICT en overheid met onder andere de functies: ICT-manager, hoofd I&A, adviseur, coördinator, analist, systeem-, gegevens- en applicatiebeheerder, hoofden burgerzaken, financiën, interne zaken, sociale dienst, vastgoed, openbare werken, hoofd beleidsafdeling, beleidsmedewerkers, burgemeester, wethouder, gemeentesecretaris. Als altijd wordt Overheid & ICT omlijst met een gericht congres- en seminarprogramma, vendorsessies en een open discussiepodium. Om vast een beeld te krijgen van de exposanten die op de beurs te vinden zijn is hier een bijlage waarin verschillende deelnemers zich voorstellen.
Arcadis
Autodesk
Arcadis hanteert dit jaar op de beurs ICT en Overheid het thema ‘Kwaliteit van de Leefomgeving’. Het gaat om producten en diensten die gericht zijn op (semi-)overheden op het gebied van ruimtelijke informatievoorziening. Speciale aandacht zal uitgaan naar mi2 Spatial Edition, een uitbreiding van de productlijn mi2 Beheersystemen gericht op de integrale benadering van wegen- , groen- en rioolbeheer. Daarnaast zal Obterra (basisregistratie Gebouwen en Adressen) en haar dienstverlening een plaats krijgen op de beursvloer. Obterra (voorheen Spin-OFFice) is een integraal beheersysteem voor de Basisregistratie Adressen en Gebouwen. Dit systeem is bij grote en kleine gemeenten inzetbaar voor authentieke basisregistraties en overige vastgoedinformatie. Standnr. C113
De Topografische dienst heeft recentelijk besloten om de topografische kaarten ook rechtstreeks in het Autodesk DWG formaat aan te bieden. Dit betekent dat alle AutoCAD-gebruikers nu ook binnen hun vertrouwde omgeving eenvoudig gebruik kunnen maken van deze kaarten. Doordat alle attribuutgegevens, zoals omschrijving en TDN-code direct opgeslagen zijn in het DWG-formaat, is op een zeer eenvoudige wijze direct een thematische kaart aan te maken door gebruik te maken van de gratis template tekening. Door gebruik te maken van de classificatie-functionaliteit in Autodesk Map, kunnen wijzigingen in de kaarten onmiddellijk worden doorgevoerd conform de door de Topografische dienst vastgelegde afspraken. Aandacht is er ook voor Autodesk Civil 3D. Deze op AutoCAD gebaseerde ontwerpomgeving voor de GWW-sector heeft zich op korte tijd in de marktleiderspositie gewerkt door zijn gebruiksvriendelijkheid en dynamische 3D aanpak. Standnr. D121
Centric Ook dit jaar zal Centric zich presenteren met een stand op Overheid & ICT, ditmaal onder het motto: ‘Een zee van ICT’. Centric neemt haar bezoekers mee op een wandeling langs authentieke registraties. Met onze oplossingen voor stroomlijning basisgegevens houdt een gemeente haar gegevens op koers en is het mogelijk te sturen vanuit de basis. Daarnaast biedt Centric een zee van mogelijkheden op het gebied van ICT voor de lokale overheid. Op maar liefst 27 werkplekken toont Centric de nieuwste ontwikkelingen van haar applicaties en diverse oplossingen om de SBG gestroomlijnd te laten verlopen. Op deze manier wil het bedrijf haar licht laten schijnen over eventuele problemen waar de gebruiker tegenaan loopt en ook mogelijke paden naar een oplossing aandragen, zodat projecten niet in het water vallen. Standnr. C074.
Atlis De service-line Ruimtelijke InformatieVoorziening van Atlis richt zich op het effectief gebruik van geografische en administratieve informatie. De service-line Projectmanagement biedt diensten aan op het gebied van (multi-) projectmanagement. Op Overheid en ICT 2006 demonstreert Atlis onder andere een aantal praktijk-cases die een beeld vormen van de oplossingen die Atlis voor haar klanten ontwikkelt. Aan bod komen de laatste ontwikkelingen op het gebied van het beheersen en integreren van geografische informatie middels ruimtelijke databases en Enterprise Java webservices. Naast praktijkoplossingen worden ook de ontwikkelmethodieken getoond. Atlis besteedt ook aandacht aan het Projectportfolio Management. Daarnaast komt de bedrijfsvisie met betrekking tot projectmanagement aan bod. Er zijn ook praktijkvoorbeelden van pakketselecties en implementaties van projectbureaus. Standnr. E050 Maart 2006-2
49
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 50
Overheid & ICT
CycloMedia
DataLand
CycloMedia is al ruim 15 jaar gespecialiseerd in het systematisch in beeld brengen van omgevingen op basis van 360 graden panoramafoto’s, ook wel cyclorama’s genoemd. Met cyclorama’s is direct een nauwkeurig en werkelijk beeld van de omgeving te zien. Deze foto’s worden gebruikt voor verschillende toepassingen die geleverd worden aan klanten in diverse branches zoals gemeenten, provincies, woningcorporaties, makelaars, financiële instellingen en openbare orde en veiligheid. Door de gehanteerde technologie zijn de foto’s van hoge kwaliteit waar ook nauwkeurig in gemeten kan worden. Het gebruik van cyclorama’s vergroot de efficiency van bestaande werkzaamheden en verbetert de kwaliteit van de dienstverlening en producten. Door de combinatie van ervaring, gepatenteerde technologie en strategische partnerships zijn wij in staat totaaloplossingen aan onze klanten te leveren. Op de beurs zullen wij onder andere onze 3D-toepassing laten zien en de verschillende mogelijkheden met cyclorama’s. Standnr. D048
DataLand viert haar vijfjarig bestaan. Opgericht in april 2001 door de Nederlandse gemeenten, maken gemeenten door middel van dit centrale loket hun administratieve vastgoedinformatie voor partijen toegankelijk. Nu vijf jaar later blijkt deze constructie een succes. Meer dan 250 gemeenten hebben zich verenigd in DataLand waardoor ruim 85 procent van de informatie over de gebouwde omgeving bovenlokaal toegankelijk is. Met deze werkwijze lopen de gemeenten vooruit op de implementatie van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). In de afgelopen vijf jaar heeft DataLand tastbare bijdragen geleverd aan onder meer de verbetering van de kwaliteit van de gemeentelijke gegevens door middel van de jaarlijkse kwaliteitsmonitor; de ontwikkeling van de BAG, door het delen van kennis met onder andere het Ministerie van VROM; het inzichtelijk maken van de externe gebruikers en hun eisen en wensen ten aanzien van de gemeentelijke vastgoedinformatie. Standnr. C037
DHV
Advies- en ingenieursbureau DHV, specialist op het gebied van exploitatie en beheer openbare ruimte met producten als basismodel grondexploitatie, beheerpakketten en grafische modules. DHV adviseert over de toepassing van deze pakketten. De DHV Beheerpakketten vormen een geïntegreerde softwaresuite voor het technisch beheer van de openbare ruimte. In de nieuwe versie zijn belangrijke wijzigingen doorgevoerd op alle gebieden. Ook presenteert DHV de nieuwe versie van de DHV Grafische module. Deze verzorgt koppelingen op Microstation, AutoCAD map en Nedview. De grafische module voor AutoCAD Map 2006 is een volledig nieuw product. De DHV GIS Plugin wordt gepresenteerd op de WebGISproducten van Bentley en Nedgraphics. Ook is de DHV GIS-plugin beschikbaar op de Web GIS-producten van ESRI, Vicrea, GISKit en Geon. Het klantenbestand van DHV bestaat voor 90 procent uit lokale overheid. Deze klantengroep kiest over het algemeen voor een integrale aanpak. Standnr. A033 50
Maart 2006-2
Issue Issue is een onafhankelijke systeemintegrator, die ICT-oplossingen levert aan bedrijven en overheden. Deze oplossingen bestaan uit alle benodigde hardware, software en ondersteunende dienstverlening voor CAD&GIS, documentbeheer, vaste- en draadloze communicatienetwerken, opslagnetwerken, serverclusters, kantoorautomatisering en PDA-toepassingen. Als Beneluxpartner van Autodesk voor GIS en Civiel technische toepassingen presenteert Issue Information Technology tijdens Overheid & ICT een aantal actuele projecten. Op GeoSpatial-gebied is dat de IGOS-migratie van Gemeente Venlo naar Autodesk Map in combinatie met Oracle en door Issue ontwikkelde maatwerkapplicaties. Op civieltechnisch gebied de dijkverbredingsprojecten, waarin Issue zowel het projectbureau van Waternet alsook Arcadis ondersteunt bij het gebruik van Autodesk Civil 3D. Verder werkt Issue op bouwkundig gebied samen met VBWTN en Arcadis aan de automatisering van het landelijk toezichtprotocol voor bouwvergunningen. Standnr. C116
Syncera Syncera IT Solutions houdt zich bezig met het ontwikkelen en leveren van IT-oplossingen op het gebied van milieu, vastgoed en ruimtelijke ontwikkeling. IT Solutions is een werkmaatschappij die is ontstaan door bundeling van IT-activiteiten die voorheen meer verspreid in de Syncera-organisatie plaatsvonden. Inmiddels gebruiken alle provincies en ruim 200 gemeenten één of meer oplossingen van Syncera. Op Overheid en ICT presenteert het bedrijf dit jaar haar nieuwe productlijn onder de naam Synfonie. Synfonie is de nieuwe generatie software van Syncera. De kracht van Synfonie zit in het ontsluiten van alle vergunningsprocedures en alle omgevingsinformatie binnen één applicatie. Standnr. C013
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 51
Overheid & ICT
Facto Facto is een onafhankelijk productiebedrijf op het gebied van Geodesie en Geo-informatie. Vanaf 1975 is Facto actief in heel Nederland met vestigingen in Deventer, Bunschoten en Sliedrecht. De activiteiten omvatten het verzamelen, bewerken en presenteren van geo-informatie. In integrale GIS-projecten kunnen fotogrammetrische-, remote sensing- en hydrografische technieken worden geïntegreerd met de gebruikelijke landmeet-
kundige inwinnings- en verwerkingsmethoden. Tot onze huidige opdrachtgevers behoren Rijkswaterstaat, Kadaster, het Ministerie van Defensie, Nederlandse Gasunie en Shell. Daarnaast verzorgt Facto werkzaamheden en diensten voor gemeenten, provinciale overheden, energiebedrijven, waterschappen, recreatieschappen, aannemers en ingenieursbureaus Standnr. A033
GISkit
GISkit BV uit Houten is gespecialiseerd op het grensgebied van CAD en GIS en is Autodesk Dealer, met
producten als AutoCAD, Autodesk Map, Mapguide en MapServer Enterprise. Voor AutoCAD en Autodesk Map heeft GISkit applicaties voor Landmeetkunde (LKI), Belastingen (WOZ), Beheer (ACADGBI) en Stedenbouw (PLAN). Daarnaast biedt GISkit raadpleegoplossingen op basis van Autodesk Mapguide en MapServer Enterprise en tenslotte een reeks converters van NEN1878 en GML naar de meest uiteenlopende CAD- en GIS-formaten waaronder ESRI’s Shape en Oracle Spatial. Giskit geeft een vooruitblik op haar applicaties voor de nieuwste versie van AutoCAD ontwikkeld in C# en gebaseerd op het nieuwe Basismodel Geoinformatie met gegevensuitwisseling gebaseerd op GML 3.1 en NEN1878. Standnr. C031
GeoCensus is een landmeetkundig ingenieursbureau dat zich heeft gespecialiseerd in landmeetkundige dienstverlening en GIS. Met onze circa 30 gemotiveerde medewerkers bieden wij zowel het bedrijfsleven als de overheid een breed scala aan diensten. Natuurlijk staat kwaliteit voorop bij al het werk dat GeoCensus voor u uitvoert. Gewoon omdat wij werken volgens het principe ‘afspraak is afspraak’. Of het nu om spoedklussen of langdurige projecten gaat, doet daarbij niet ter zake. Efficiëntie en korte doorlooptijden tegen een scherp tarief zijn onze uitgangspunten. Kortom, GeoCensus verzorgt het, als u dat wilt en zoals u dat wilt!
‘GeoCensus verzorgt het, als u dat wilt en zoals u dat wilt!’
GeoCensus Geodesie en GIS Birkstraat 95 Postbus 495 3760 AL Soest
GeoCensus Geodesie en GIS Bosscheweg 107-08 Postbus 343 5280 AH Boxtel
T 035 - 622 11 79 F 035 - 622 11 92 E
[email protected] I www.geocensus.nl
T 0411 - 64 44 22 F 0411 - 67 70 77 E
[email protected] I www.geocensus.nl
De vier kernactiviteiten van GeoCensus zijn Geodesie, GIS, Maatvoering, Mutatiesignalering met behulp van satellietbeelden. GEODESIE: Grootschalige basiskaart: • uitvoering van GBK-metingen (vervaardiging en bijhouding) • opwaardering van de GBK • uitvoering van GIS-inventarisaties • landmeetkundige projectbegeleiding • DTM-metingen • GPS-metingen GIS-werkzaamheden: • Advisering • Projectmanagement • Detachering en ondersteuning • Dataverwerking
(Bouw)maatvoering: • inhouds- en hoeveelhedenmetingen • volledige bouwmaatvoering • wegenbouw • spoormetingen • revisiemetingen • deformatiemetingen • kabel- en leidingregistratie Mutatiesignalering met behulp van satellietbeelden: GeoCensus levert deze SAT1-beelden en de mutatiesignaleringen exclusief aan Nederlandse gemeenten en gemeentelijke samenwerkingsverbanden. Dit alles in een exclusief voor deze markt opgezet samenwerkingsverband met NEO BV.
Detachering: Wij leveren de opdrachtgever een medewerker of medewerkers met een kennisniveau dat voor de werkzaamheden door u noodzakelijk wordt geacht.Tot de mogelijkheden behoren o.a. (interim)projectleiders, meetploegen, maatvoerders, rekenaars, CAD/GISoperators en assistent-landmeters. Kwaliteit en veiligheid: GeoCensus is in het bezit van het ISO 9001:2000certificaat, van het VCA* 2000/03-certificaat en tevens van het BTR 2000/01-certificaat: een waarborg voor genormeerde kwaliteit en veiligheid alsmede voor een correcte totstandkoming van de te leveren producten en diensten.
Maart 2006-2
5135
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 52
Overheid & ICT
NEO
Grontmij
Op de beurs demonstreert NEO haar mutatiesignalering met opnamen uit vliegtuigen en satellieten. Een groeiend aantal gemeenten en waterschappen maakt inmiddels gebruik van deze innovatieve manier voor de verzameling van actuele en betrouwbare beheersinformatie te verzamelen voor het beheer van gebouwen, wegen, watergangen en groen, maar ook voor de handhaving en het beleid en natuurlijk de basisregistraties en –kaarten.
Grontmij presenteert op de ICT & Overheid 2006 opnieuw een breed assortiment aan producten en diensten, met dit jaar veel nieuwtjes. Veel aandacht is er voor de basisregistraties. Grontmij introduceert de software-oplossing dg Dialog DIALOG Basisregistraties Basisregistraties, waarmee de opbouw en het beheer van de basisregistraties adressen en gebouwen, inclusief de gebouwenkaart, kan worden uitgevoerd. Indien gewenst neemt Grontmij ook het hele proces van bestandsopbouw uit handen. Daarnaast is er een prominente plaats voor het vergunningenmanagement systeem SBA. Met SBA wordt voorzien in een integrale oplossing voor vele soorten gemeentelijke vergunningen: bouw, milieu, inrit, kap, evenementen, horeca, gebruik etc. Intake, workflow, registratie en facturatie worden ondersteund. Alle processen zijn gecentreerd rondom een centrale database met persoons- en objectgegevens. Tevens is er aandacht voor de dienstverlening van Grontmij rondom de implementatie van geo-ICT architecturen. Andere nieuwtjes op de beurs zijn onder andere de nieuwe versies van GeoWeb en dg DIALOG Beheer Openbare Ruimte. Standnr. B014
In het laatste jaar is de analyse van beeldmateriaal verder geautomatiseerd. De signaleringen zijn vollediger en betrouwbaarder geworden. De grootste vernieuwing is echter te vinden in de ontwikkeling van de systematiek waarbij de projectmatige signalering van afwijkingen in de kaart evolueert naar een constant up-to-date gehouden bron van gecertificeerde informatie omtrent ruimtelijke veranderingen in Nederland. Ook de grondstof voor de mutatiesignalering, het beeldmateriaal, wordt steeds gedetailleerder en betrouwbaarder. Standnr. D091.
Oranjewoud Oranjewoud wil toonaangevend partner zijn bij het ontwikkelen en toepassen van duurzame en integrale oplossingen voor alle facetten van onze leefomgeving, waarin we wonen, werken, recreëren en reizen. Oranjewoud heeft ambities als het gaat om de vormgeving van de wereld om ons heen. Als één van de grootste onafhankelijk opererende advies- en ingenieursbureaus in Nederland levert Oranjewoud diensten op het terrein van wonen, werken, recreëren, mobiliteit en milieu. Oranjewoud zet ICT in zoals het bedoeld is: als hulpmiddel voor de ondersteuning van processen. Op elk vakgebied biedt ICT een oplossing, of het nu gaat om het beheer van de openbare ruimte, waardebepaling van vastgoed, geografische informatie of brandweerzorg. Standnr. C105.
ESRI Nederland
Intergraph Intergraph verleent diensten aan een verscheidenheid van klanten, gericht op het leveren van software en diensten die de gebruikers in staat stellen de juiste beslissingen te nemen op het juiste moment op basis van de juiste informatie. Intergraph biedt producten, diensten, open technologie en data-integratie in een groot aantal sectoren: Communicatie, Commerciële Fotogrammetrie, Overheden (Lokaal, Regionaal en Nationaal), Openbare Veiligheid, Binnenlandse Veiligheid, Militaire Geospatiale Inlichtingen, Process & Energie (Chemische Industrie, Kernenergie, Offshore, Olie- en Gasindustrie, Farmaceutische Industrie), Scheepsbouw, Transport en Nutsbedrijven. Standnr. C.007 52
Maart 2006-2
ESRI Nederland besteedt tijdens Overheid & ICT 2006 aandacht aan preparatie, beheer en ontsluiting van basisregistraties via open databasetechnologie. Deze transparante oplossing heeft ESRI Nederland samen met een groep gemeenten ontwikkeld op basis van standaard ArcGIS technologie. Adviseurs van ESRI Nederland geven daarnaast concrete oplossingen voor vragen als: hoe creëer ik met mijn bestaande gegevens de eerste aanzet tot een basisregistratie en hoe overtuig ik mijn organisatie van de noodzaak GIS in te zetten bij basisregistraties? De ArcGIS productlijn kenmerkt zich door openheid en conformeert zich aan ICT/OpenGIS-standaarden, waardoor geografische informatie een integraal onderdeel vormt van de hedendaagse services-architectuur. Tijdens Overheid & ICT 2006 besteedt ESRI Nederland ook aandacht aan efficiëntieverbetering in de geografische informatievoorziening door de integratie van DURP, CAD en geodetische inwinning. Standnr. D008
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 53
Overheid & ICT
Vicrea Vicrea ontwikkelt en implementeert geïntegreerde informatiesystemen voor lokale overheden. Met de Geo Vastgoed Registratie (GVR) kunnen gemeenten de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) en publiekrechtelijke beperkingen (PRB) realiseren. Stroomlijn biedt een geïntegreerde raadpleegomgeving op basis van een operational data store (ODS). Met een elektronisch vastgoedloket kunnen grote aantal gegevens via webservices beschikbaar worden gesteld. Vicrea’s GVR-modulen en Stroomlijn gebruiken de ruimtelijke informatietechnologie om gegevens te integreren en overzichtelijk te presenteren. Zowel de alfanumerieke als de geografische gegevens worden in één ruimtelijke database opgeslagen. Hiermee worden ingewikkelde koppeltabellen vermeden en de kosten van beheer tot nihil gereduceerd.
Canon Canon is zich sterk bewust van de druk die op publieke organisaties en hun systemen ligt. Enerzijds moeten er kosten bespaard worden en anderzijds is meer openheid naar de burger gewenst. Canon ziet het antwoord in kantooroplossingen die zorgen voor meer beheersbaarheid en efficiency en sterke kostenbesparingen. Met ‘Connect-IT’biedt Canon een compleet pakket aan diensten en producten voor documentverwerking dat naadloos integreert met de bestaande ICT-omgeving. De inzet van een paar krachtige multifunctionals kan al een einde maken aan de wildgroei aan decentrale printers
Nedgraphics NedGraphics CAD/GIS presenteert de volgende thema’s: Basisregistraties Adressen en Gebouwen. Tijdens de beurs is de oplossing te zien die door NedGraphics en Getronics PinkRoccade is ontwikkeld. Digitale Ruimtelijke Plannen: naast de nieuwste ontwikkelingen in de geboden stedenbouwkundige software, informeert Nedgraphics ook over de te nemen acties om tijdig klaar te zijn voor IMRO 2006. Civiele Techniek: Nedgraphics heeft highend oplossingen op basis van Autodesk Civil 3D. Landmeetkunde: NedGraphics presenteert de nieuwe inwinningsmodule NedInwinning. Geo-Informatie op Internet: de dienstverlening van de overheid gaat verder, hoe helpt automatisering u hierbij? Nedgraphics toont de mogelijkheden van de generieke NedBrowser software, NedBrowser Webservices en ODS (Gegevensmagazijn). Standnr. A060.
Met Vicrea’s aanpak kunnen gemeenten direct voordelen realiseren. De GVR BAG bouwt 8090% van de noodzakelijk adressen- en gebouwenregistraties geautomatiseerd op. Dit bespaart veel tijd. Stroomlijn brengt medewerkers, burgers, managers, bedrijven en bestuurders de informatie die zij nodig hebben op hun eigen bureau. Dit bespaart ‘kantoorkilometers’ en wachttijden, en is dus effectiever en efficiënter. Met het elektronische vastgoedloket verhoogt de gemeente haar dienstverlening naar burgers en bedrijven aanzienlijk. Standnr. A067
en kantoormachines. Met als gevolg meer inzicht, controle en lagere totale exploitatiekosten. Flexibiliteit en slagvaardigheid staan bij Canon voorop. De hoog opgeleide adviseurs van het team Centrale Overheid beschikken over uitgebreide kennis van hardware, software en ondersteunende diensten en denken graag mee. Daarnaast beschikt Canon over een intern projectbureau dat zich volledig toelegt op de uitrol van complexe en omvangrijke projecten. Op de Overheid & ICT beurs is het professionele Canon team aanwezig. Standnr. D105
GeoCensus
GeoCensus, gevestigd in Soest en in Boxtel, is een landmeetkundig ingenieursbureau dat zich heeft gespecialiseerd in landmeetkundige dienstverlening en GIS. Met onze circa 40 medewerkers bieden wij zowel de overheid als het bedrijfsleven een breed scala aan diensten. Natuurlijk staat kwaliteit voorop bij al het werk dat GeoCensus uitvoert. De vier kernactiviteiten zijn Geodesie, GIS, Maatvoering, Mutatiesignalering met behulp van satellietbeelden en digitale luchtfoto’s in samenwerking met NEO. GeoCensus informeert over actuele zaken op vastgoedgebied zoals het digitaliseren en IMRO-coderen van bestemmingsplannen en het vervaardigen en bijhouden van diverse (digitale) kaarten zoals de WOZ-objectenkaart, gebouwenkaart en huisnummerkaart. Ook op het gebied van de Basisregistraties Vastgoed adviseert en ondersteunt GeoCensus. standnumer D091
53
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 54
Evenement
IDSW, standaarden en basisregistraties
Verantwoord beheer en koppeling door eenduidigheid Door: Hans Vos
Als er íets is dat om standaarden roept, dan is het wel water. Meestal worden standaarden pas bedacht als er eenmaal een woud van formats is ontstaan, men eindelijk over de grenzen van het eigen eiland begint te kijken en tot de conclusie komt dat het wel handig zou zijn om anderen ook eens van de gegevens te laten genieten. Zou het met water anders gaan, omdat het goedje zelf zich aan geen enkele grens houdt?
Welke basisgegevens kennen we tot nu toe: • Natuurlijke personen • Ondernemingen en instellingen • Adressen • Gebouwen • Kadastrale percelen • Kleinschalige topografie Te verwachten zijn: • Niet-ingezetenen • Voertuigen • Dienstverbanden • Inkomen en vermogen • Geologie • Grootschalige topografie • WOZ ??
de overheden hun basisgegevens slechts éénmaal en eenduidig moeten opslaan zodat ze voor meerdere processen kunnen worden gebruikt.
Jacobien Eijer, de nieuwe programma-manager van het IDSW.
Op 26 januari kwamen de leden van de Adviesraad IDSW en andere geïnteresseerden bij elkaar in het Provinciehuis van Gelderland. Het eerste deel van de bijeenkomst was een kleine opsomming van namen van gaande en komende bestuursleden met als topper de aankondiging van de nieuwe programmamanager Jacolien Eijer. Zij gaf aan de klanten pro-aktief te zullen gaan benaderen en de nieuwe ontwikkelingen op de voet te volgen en een goed accountmanagement te gaan voeren. Of dit een simpele aankondiging van haar gedachten was of een verwijzing naar de bestaande reputatie van het IDSW is niet geheel duidelijk, maar er gaat dus wel enige stroomversnelling 54
Maart 2006-2
komen. “Van bovenaf sturen en beter laten samenwerken,” aldus Eijer, “samenwerking in de waterketen en informatievoorziening.” Waarom basisregistraties? Al ruim vijf jaar houdt Marcel Rietdijk zich bezig met de materie rondom de basisregistraties, ook wel authentieke registraties genoemd. “Het antwoord op de vraag -waarom basisregistraties?- is eenvoudig,” gaf Rietdijk aan, “we willen naar een betere dienstverlening door overheden. Ze moeten modern en slagvaardig worden, klantgericht zijn, fraude- en criminaliteitsbestendig worden en vooral: goedkoper kunnen werken.” Rietdijk gaf verder aan dat
Als tweede inleider ging Huibert Jan Lekkerkerk in op de betekenis van de basisregistraties voor het IDSW en roerde daarbij een aantal hot items aan zoals het verantwoorde beheer en koppeling van de basisgegevens. Volgens Lekkerkerk zal er ook zeker een mutatiehistorie worden bijgehouden en wordt er druk gestudeerd op het feit waar de verantwoordelijkheid ligt bij de garantie op de juistheid van de gegevens, vooral als die straks via webservices bij de gebruiker komen in de vorm van een punt, vlak of misschien wel als 3D-object. Basisregistraties staan volgens Lekkerkerk in de EU in de belangstelling, getuige de positionering binnen Inspire.
Hans Vos (
[email protected]) is hoofdredacteur van GIS-Magazine. Voor de overige presentaties surft u naar www.idsw.nl.
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 55
"ASISREGISTRATIES $E REALISATIE VAN DE "ASISREGISTRATIES GAAT VAN START !DRESSEN EN GEBOUWENBESTANDEN $E GEOMETRIE MOET OP ORDE WORDEN GEBRACHT $E IMPACT IS GROOT 'RONTMIJ HEEFT OPLOSSINGEN
WWW
GRO
NTM
IJCO
M
MOETEN WORDEN OPGEBOUWD EN GEKOPPELD
'RONTMIJ
PLANNING CONNECTING RESPECTING THE FUTURE
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 56
Evenement
Vooral aandacht voor mobiel werken, met of zonder kaart
Mobility Event 2006: praktische too Door: Remco Takken
In toenemende mate wordt de telecombranche interessant voor GIS- en GPS-ontwikkelaars. Op het Mobility Event in Rotterdam waren dan ook praktische tools te bewonderen met een ruimtelijke component. De grote producenten als Nokia en HP bezitten weliswaar niet de know-how om zelf een grote spelers te worden in de geo-wereld, zij zijn er natuurlijk als de kippen bij om hun mobiele producten te promoten. Geodan’s Henk Scholten vraagt: “Zijn al mijn data mobiel, zijn alle processen mobiel?”
Het
is niet meer dan logisch dat Geodan’s Henk Scholten spreekstalmeester is van een evenement dat mobiliteit als overkoepelend thema heeft. Zijn vermogen om ook minder ingewijden te enthousiasmeren voor ruimtelijke informatie is zeer welkom. In de telecomwereld worden mobiele telefoons in de markt gezet als leuke speeltjes voor volwassenen. Scholten begrijpt dat heel goed, maar gaat zelf niet op zijn knieën zitten. Hij brengt de zaak terug tot de kern, en gaat niet-ingewijden niet vermoeien met technische praatjes. Scholten stelt: “Zijn al mijn data mobiel, zijn alle processen mobiel? Daar begint de vraag bij mobiliteit. En als ik in dat verband zeg: de informatie waarmee je werkt moet op orde zijn, dan bedoel ik ‘ruimtelijke’ informatie, maar dat leg ik nog wel eens een keertje aan jullie uit.” Natuurlijk is er ruimte voor vertegenwoordigers van Nokia en 56
Maart 2006-2
T-mobile die komen vertellen dat alles en iedereen altijd mobiel zal zijn binnen een paar jaar. Afsluiter van de dag, Michiel Muller van ANWB-uitdager Route Mobiel, houdt zich net zo min diepgravend bezig met kaartgebaseerde toepassingen. Deze snelle jongen en medebedenker van de onbemande Tango-tankstations, is niet geïnteresseerd in kleinigheden en details als workflow of materiaalbeheer. Desgevraagd zegt hij: “Ik schaf geen dure organisatiebrede track’n’trace-producten aan. Ik hoef helemaal niet te weten waar al onze monteurs zitten. Zolang onze klant op de weg maar op tijd wordt geholpen.” Mobiel werken Jan-Willem van Lummel van ATOS Origin vertelt over mobiel werken bij waterbedrijf Vitens. De storingsafhandeling van veertig call-centermede-
werkers, 130 monteurs en dertig backoffice-medewerkers is geheel geïntegreerd met SAP. Planning en locatie van de monteurs is nu altijd beschikbaar. Een in Gelderland geschoten filmpje toont aan dat een politieagent eerst zijn iPac uit de auto pakt, en daarna zijn pet. De relatief slechte dekking op de Veluwe weerhoudt de milieuhandhavers aldaar niet om hun meldingen mobiel vast te leggen. Op het moment dat er weer dekking is, worden de meldingen automatisch verstuurd. Deze oplossing van Yucat Mobile Solutions wordt uitgelegd door Alexander Kalkman, marketing manager bij Hewlett Packard. “Bij milieuhandhaving is de winst moeilijk vast te leggen.” De tegenstander wordt steeds slimmer, zo krijgen we te horen. We hebben het hier over stropers, dus wordt er gezocht naar slimme technologie. Deze technology-push is ook verklaarbaar uit een personeelsprobleem. Er is weinig capaciteit, de veldpolitie is al jaren terug gesneefd. Brandweer en gevangenbewaking Misschien berust het volledig op toeval, maar op deze door Geodan’s Henk Scholten gepresenteerde beurs vallen een relatief groot aantal Geodan-producten op. De presentatie van de brandweer van GelderlandMidden is er niet minder indrukwekkend om. Stefan Diehl voert de aanwezigen mee in zijn verhaal over een bosbrand in 2003. Toen daar een wagen vastliep in het bos, draaide ook de wind, en liepen manschappen, toegestroomde sleepmanschappen en al het aanwezige materieel plotseling gevaar. “Wat heb je nodig?” vraagt Diehl zijn publiek, “een handheld device waarmee je kunt zien waar je bent, en die je aansturing geeft vanuit de meldkamer. Dat is belangrijk, want je moet gestuurd actie kunnen ondernemen als je de mist in dreigt te gaan met z’n allen.” Diehl ziet dat de kern van een goed
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 57
Evenement
he tools en snelle jongens werkend mobiel apparaat ligt in de back-office: “Aansluiting zoeken bij standaarden is de voorwaarde voor mobiele netwerken. Wij spreken als brandweer nogal wat databases aan. We moeten weten of er gevaarlijke stoffen aanwezig zijn, bewonersaantallen, wegopbrekingen, we willen automatisch worden gewaarschuwd als we een gifwolk binnenrijden.” Zonder een merknaam te laten vallen moet ook Tony Hardenberg, senior adviseur bij Van de Geijn Partners ketenarchitecten enkele Geodan-producten kennen. De gevangenen in de volgens Tony Hardenberg ‘modernste gevangenis ter wereld’ (het Detentie Concept Lelystad) dragen allemaal RFID-polsbandjes, afkomstig van Geodan.
Voedingsbodem voor innovatie Hoewel de ruimtelijke component alom aanwezig is tijdens het Mobility Event, blijft het een evenement dat slechts zijdelings aanschurkt tegen de geo-wereld. Lang niet alle mobiele tools en diensten gaan immers uit van kaartgebaseerde systemen, en veel vormen van mobiele bereikbaarheid hebben zelfs met het ruime begrip ‘locatie’ weinig van doen. Ronduit bemoedigend is daarentegen het feit dat het volstrekt logisch is geworden dat digitale kaartinformatie een belangrijke rol speelt als het gaat om track’n’trace, RFID en melddiensten. Het is een goede voedingsbodem voor verdere innovatie en verfijning van de bestaande mobiele GIS- en
GPS-toepassingen. Op naar het volgende Mobility Event, met hopelijk nóg meer innovaties op ruimtelijk gebied.
Remco Takken (
[email protected]) is eindredacteur van GIS-Magazine. Meer informatie over de in dit artikel besproken onderwerpen vindt u op www.mobilityevent.nl.
Maart 2006-2
57
prod_GISM_02-2006
21-02-2006
14:45
Pagina 58
Evenement
Geen wereldproblemen tijdens estafette
To p 1 0 N L g ro t e w i n n a a r v a n G M L R e Door: Remco Takken
“Ik hoop van harte dat dit een lange saaie dag zal worden,” zegt Peter van Oosterom bij de opening van de vierde GML Relay, “dat zou betekenen dat alle GIS-software gewoon prima functioneert en alle schema’s probleemloos worden verwerkt.” Maar helemaal probleemloos wordt het natuurlijk nooit, als het gaat om een wedstrijd in GIS-standaarden.
GML Relay 2006, een estafette waarbij GIS-concurrenten voor de uitdaging staan elkaars data te kunnen lezen en bewerken.
Het
gegeven is simpel: organiseer een estafette waarbij concurrenten voor de uitdaging staan elkaars data te kunnen lezen en bewerken. Wie zich niet conformeert aan GIS-standaarden is nat. Wie niet meedoet, heeft op voorhand verloren. Toegegeven, wie dit evenement bezoekt is niet vies van een beetje sensatiezoekerij. Welke prominente GISleverancier zal dit jaar de mist ingaan bij het inlezen van andermans data? Welk systeem schrijft een attribuut weg dat onbegrijpelijk blijkt voor gebruikers van een ander softwaremerk? Vorig jaar was hoogstwaarschijnlijk Bentley de oorzaak van tumult op de estafette-vloer. Een 3Dobject werd toegevoegd aan de dataset, en dat leek niet te ‘kunnen’ in de bestaande GML-schematiek. De GML-Relay van 2004 liep uit op een verward heen-en-weer lopen van 58
Maart 2006-2
specialisten die het ook allemaal niet meer wisten. Iedereen kon data lezen, maar niet iedereen kon iets nieuws wegschrijven. Een vervolg op deze ultieme GIS-standaardentest bleef dan ook niet uit. Opvallende wendingen Het moet gezegd: de deelnemers die op 26 januari 2006 aantreden hebben hun zaakjes goed voor elkaar. Een korte presentatie van de courante software, dan snel een object muteren in het op een memory-stick geleverd databestandje. Halverwege lijkt het idee van een lange, saaie dag niet ondenkbeeldig. Bentley komt echter opnieuw met een opvallende wending. Oscar Custers schrijft data weg naar Google Earth. Zo maakt hij duidelijk dat Bentley hoger wil inzetten dan ‘alleen maar’ voldoen aan GIS- en GML-standaar-
Wat is GML? GML (Geography Markup Language) is een bestandsformaat waarmee geografische informatie is uit te wisselen. Het is geschikt voor iedere computer met een XMLinterface, zodat data van het ene naar het andere GIS-systeem is te sturen. Iedere browser die ‘vector graphics’ ondersteunt, kan een kaart genereren uit GML-data. Ook mobiele telefoons en PDA’s kunnen GML aan, zodat gesteld kan worden dat dit formaat geschikt is voor alle soorten gebruik. Het uiterlijk van de kaart bepaalt de gebruiker zelf, GML levert puur de data. Het is vrij simpel om locaties te linken aan een website. Dat maakt het mogelijk om bijvoorbeeld op een gebouw te klikken en meteen de website van die locatie op te roepen. Na het Britse Ordnance Survey is de Topografische Dienst/ Kadaster de tweede in de wereld die op GML-schema’s gebaseerde landsdekkende data aanbiedt, onder de naam Top10NL.
den. ESRI’s Milos van Leeuwen brengt probleemloos mutaties in het bestand aan, en geeft terloops een compliment aan Bentley, met hun op KML-gebaseerde Google Earth-truc. Wel laat Van Leeuwen weten dat zijn bestand 15 seconden sneller was ingeladen dan bij de concurrent. Het kleine Britse bedrijfje CADCorp kiest direct daarop voor een aanval in de flank. De Britten nemen voorganger ESRI op de hak met software die duidelijk veel sneller is. Martin Schäfer van CADCorp gaat ironisch op de Tellsell-standwerkerstoer: “We laden nu het bestand, en dat duurt geen hele minuut, of 45 seconden. Nee, gewoon net zo gemakkelijk: zes seconden.” De deelnemers hebben zich vantevoren kunnen voorbereiden, maar zelfs het huiswerk kan niet verhoeden, dat er toch dingen misgaan. Intergraph
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 59
Evenement
M L R e l ay 2 0 0 6 loopt vast na een goede start, waarschijnlijk in een door verkeerd aangeleverd schema. Van Oosterom blijkt niet helemaal gelijk te hebben als hij beweert dat deze dag saai is als er niets misgaat. Het herhaaldelijk moeten herstarten van een bestand dat niet goed wordt geïnterpreteerd door anders geconfigureerde software is natuurlijk ook vrij vervelend om uit te zitten. Hilarisch is de man achter de Bentley-pc. Hij vindt het maar vreemd dat hij bij een tekening van een toekomstige fabriek de exacte benaming ‘in aanleg’ moet invoeren. Hij vindt zijn eigen bedenksel ‘voorstel’ ook prima, maar dat kan hij de computer niet wijsmaken. Echt spannende problemen doen zich niet voor tijdens deze vierde GML
Het estafettestokje, een memorystick met een Top10NL-bestand, werd tijdens de 4th GML Relay in onderstaande volgorde doorgegeven na een mutatie in het originele bestand. Ionic> Bentley> ESRI> CADCorp> Snowflake MapInfo> Intergraph> Autodesk Relay. Toch komt er zeker een vervolg. Met een toekomst van 3Dtopografie en andere innovaties blijft een evenement als dit vermakelijk en nodig om alle leveranciers scherp te houden. De grote winnaar is in 2006 echter geen software-leverancier. Het GML-bestand Top10NL blijkt goed bestand tegen gebruik en misbruik van allerhande gebruikers en alle bezoekers kunnen met eigen ogen aanschouwen dat het werken met
Top10NL geen wereldproblemen oproept. De leveranciers voldoen aan de standaarden en het dataformaat GML, zoals gepropageerd in Top10NL, blijkt een werkbare basis voor de toekomst. Remco Takken (
[email protected]) is eindredacteur van GIS-Magazine. Meer informatie over de in dit artikel besproken onderwerpen vindt u op www.gdmc.nl/events/relay4/results.html.
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 60
Evenement
Uitwisseling en nieuwtjes van Grontmij gemeente-applicatie
d g D i a l o g G e b r u i ke r s d a g g ro e i t , n e Door: Remco Takken
Wanneer een gebruikersgroep bijeenkomt, is er natuurlijk ruimte voor uitwisseling. Niet alleen bespreken (eind-)gebruikers onderling hun ervaringen, de leverancier zal er alles aan doen om de laatste nieuwtjes voor het voetlicht te brengen, en terloops de pijnpunten in kaart te krijgen. Dat was niet anders op de dg Dialog-gebruikersdag van Grontmij. Versie 2006 wordt dit voorjaar uitgerold.
De opkomst is groot en de stemming zit er bij de tweehonderd bezoekers al snel in op 31 januari in het Galgenwaardstadion, thuishonk van FC Utrecht. Grontmij’s Richard Rombouts komt met een tot FC Dialog omgetoverd logo van de Utrechtse voetbalclub, en zo spreekt hij over teamwerk en scoren in de wereld van de geo-informatie. De dg Dialog-productsuite is het team, en de bal waarmee gescoord moet worden is de (basis-)kaart. dg Dialog is een gemeente-applicatie voor het beheer van de openbare ruimte. De productsuite bestaat uit de secties ‘Wegen en Verkeersborden’ ‘Inventarisatie & Inspectie’, 60
Maart 2006-2
‘Beheerkaart’, ‘Riolering’, ‘Openbare Verlichting’, ‘Kunstwerken’, ‘Groen’ en ‘Speeltoestellen’. Deze onderverdeling verklaart meteen de opkomst en de informele sfeer: per gemeente verschijnt er een bataljon ambtenaren uit de verschillende afdelingen, naar gelang het aantal applicaties dat de betreffende gemeente in huis heeft. Tijdens deze gebruikersdag was dan ook goed te zien hoe het gebruikersbestand van dg Dialog is opgebouwd. Bij de sessies over de applicaties, Inventarisatie & Inspectie en Beheerkaart zat het bomvol, maar blijkbaar hebben al die gebruikersgemeentes nog niet de andere producten uit de suite in huis. De ‘groeiende’
applicaties zijn de modules Verkeersborden, Openbare Verlichting, Kunstwerken en Speeltoestellen. De bijeenkomsten hiervoor vonden in kleinere zaaltjes plaats. Groei van helpdesk Productmanager Joost Schoenmakers vertelt over de groei van dg Dialog en de daarbij behorende explosie van het gebruik van de telefonische helpdesk. 3500 meldingen kreeg Grontmij het afgelopen jaar te verwerken, waarvan 1500 over topografie en beheerkaart. Natuurlijk benut Grontmij de gelegenheid om bij de gebruikers te peilen hoe het zit met het gebruik van de on-line helpdesk en de behoefte
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 61
Evenement
it, net als de helpdesk aan een eigen forum of nieuwsgroep. Dat valt nogal tegen: ongeveer de helft van de aanwezigen ziet iets in een forum, een ruime meerderheid belt liever even op in plaats van eerst op Internet te zoeken. Hilariteit alom. Schoenmakers speelt de bal terug door fijntjes op te merken dat de gebruiker die het afgelopen jaar het vaakst heeft opgebeld ook in de zaal aanwezig is. 110 keer heeft deze persoon een van de dames van de helpdesk blij gemaakt met een vraag of opmerking. Vanuit de zaal komt de wens voor een eenvoudige handleiding. De peilingen met blauwe en gele kaarten leveren aardige inzichten op. Verbeteringen in dg Dialog mogen meer plaatsvinden op het gebied van de gebruiksvriendelijkheid dan op het gebied van functionaliteit. Het om de oren slaan met nieuwe versies is sowieso niet populair: een ruime meerderheid verkiest eenmaal per jaar een nieuwe versie boven een halfjaarlijkse update. Een Grontmij-medewerker herkent de problematiek: “hoe vaak kom ik niet bij gemeentes die ook de vorige versie nog netjes ingepakt hebben klaarliggen.” Herzien en innovatief Nieuw in de versie 2006 is onder meer de herziene applicatie Inventarisatie & Inspectie, gebaseerd op dg Dialog Beheerkaart. Ook de module Openbare Verlichting is herzien, waarbij wordt opgemerkt dat de conversie niet volledig automatisch verloopt. Verkeersborden is aangepast aan de nieuwe CROWrichtlijnen, en Wegen bevat nieuwe standaardrapporten en verbeteringen op het gebied van begroten. De meest innovatieve applicatie binnen dg Dialog is ongetwijfeld Riolering. De GIS-functionaliteit van dit pakket zal hoogstwaarschijnlijk de basis vormen voor toekomstige uitbreidingen van de andere applicaties. De planning van rioolrenovatie hangt nauw samen met de graaf- en onderhoudactiviteiten van andere
gemeentelijke instanties. Liefst combineert een gemeente onderhoud aan rijbanen en groen met rioolwerkzaamheden. In GIS komen mogelijke verbanden tussen wortelgroei en defecte riolen snel aan het licht. Marinus Vonhof geeft een live-demo en stipt de laatste wijzigingen aan. Bij Riolering is im- en exporteren niet meer nodig nu direct kan worden weggeschreven in de dg Dialog-database. De verhoogde snelheid van het openen van het werkgebied ontlokt in de zaal de verzuchting dat je ‘niet eens meer even rustig naar het toilet’ kunt terwijl het scherm opbouwt. Vonhof legt uit dat de winst ook zit in de combinatie met de Beheerkaartmodule: “Invoeren van geografische gegevens kan éénduidig via Beheerkaart worden geregeld”. Omdat het met GIS berekenen van afvoerend oppervlak puur in 2-D geschiedt, komt er een vraag uit de zaal over hellingen en maaiveldhoogtes die dan ontbreken. Vonhof: “Dat is correct. Ik zie dat u uit de gemeente Heerlen komt, daar speelt reliëf natuurlijk een rol. Voor hellingen hou je een aparte laag bij.” Wensen en verbeteringen Een van de modules die begin 2006 nauwelijks is veranderd, is de Groenmodule. Brian van Straalen neemt van de gelegenheid gebruik om zijn ‘Groen-sessie’ geheel te wijden aan toekomstige plannen, en zoekt feedback van ‘zijn’ gebruikers. “Ik kom vandaag niet met platjes van wat dit pakket allemaal kan, liever geef ik een overzicht van wat we graag zouden willen. We krijgen signalen die aangeven dat we verbeteringen moeten aanbrengen, en mede met deze sessie willen we dichter op de huid van de gebruiker komen.” De doelstellingen die Grontmij formuleert op basis van opmerkingen van Groen-gebruikers en eigen opgedane kennis betreffen onder meer de wens om de toegankelijkheid van het programma te vergroten en het maken van rekensommen te vereenvoudigen.
Ook het op een hoger plan brengen van de inspectiemogelijkheden is noodzakelijk, aldus Van Straalen, om het maken van meerjarenplannen beter mogelijk te maken. Van Straalen vertelt over de lange historie van de Groen-module. “Je kunt stellen dat we al in 1987 zijn begonnen, en dat er functionaliteit is meegeconverteerd die ooit modern was, maar nu nog maar weinig wordt gebruikt. De subelementen van bomen komen nog uit de tijd dat bomen als een ‘lijn’ werden gezien. Ik heb persoonlijk nog nooit iemand gezien die het veld ‘beoordelen bomen’ gebruikte, dus die staat ook op de nominatie om te lozen.” Gebruikers kregen een enquête mee, en in de loop van 2006 kunnen zij zelf zien op welke manier de plannen en verbeteringen zijn doorgevoerd. Roeiend naar Rotterdam Het programma kende een brede schakering aan sessies, en er was veel ruimte ingepland voor koffie- en theepauzes. Omdat een inhoudelijke dag als deze toch vrij zwaar is, is de afsluiting verrassend en licht gehouden. Een van de vier jongens van Ocean Fours, die met een roeiboot van New York naar Rotterdam voeren, vertelde over de fysieke en mentale grenzen die zijn overschreden tijdens dat avontuur. Er deed zich zelfs een moment voor dat de strenge rantsoenering de heren zo ver bracht dat zij overwogen een zeeschildpad uit zee te vissen. De overweging dat de Stichting Postcode Loterij bij het behalen van een nieuw roeirecord 100.000 Euro aan de beschermde dieren zou schenken, weerhield hen van een maritieme slachtpartij. Het implementeren van een nieuwe versie van dg Dialog lijkt in dat licht bezien een makkie.
Remco Takken (
[email protected]) is eindredacteur van GIS-Magazine. De volledige presentaties tijdens deze dag zijn terug te vinden op www.grontmij.nl. Maart 2006-2
61
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 62
Kort nieuws
Nederland digitale luchtfoto 2005
Nexpri B.V. is nu gehuisvest aan de Ondiep Zuidzijde 6, 3551 BW Utrecht, tel: 030-2456316. www.nexpri.nl
Overname Geo Meetdienst door Facto
De nieuwe digitale luchtfoto van Nederland is na een verwerkingsproces van drie maanden beschikbaar. Vanaf begin september tot medio oktober 2005 heeft Aerodata International Surveys digitale luchtfoto’s gemaakt van geheel Nederland. De opnamen werden op eigen initiatief gemaakt met een grootformaat digitale camera van 90 megapixel. De volledige dataset of delen ervan wordt momenteel aan klanten uitgeleverd onder de merknaam aeroGRID NL2005.Het gehele bestand zal later dit jaar online worden gezet, waardoor het te raadplegen is alvorens een bestelling te plaatsen. De set van 7.000 foto’s heeft een aantal bewerkingen ondergaan en zijn samengevoegd tot een grote landsdekkende digitale kleurenluchtfoto van Nederland. De foto heeft een grondresolutie van 40 centimeter en bevat daarmee in totaal 850 gigabytes aan beeldinformatie. Het is de meest recente hoge resolutie momentopname van ons land. Het is de eerste maal dat een dergelijk groot project met een digitale camera werd opgenomen. www.aerodata-surveys.com
Nexpri zelfstandig Vanaf 1 februari 2006 zijn de werkzaamheden van de stichting Nexpri ondergebracht bij Nexpri B.V. De trekkers van deze verzelfstandiging zijn Coen Wessels en Margriet Verhoogt, adviseurs in de geo-informatie en directeuren van Nexpri. Met deze ontwikkeling heeft Nexpri na veertien jaar afscheid genomen van de Universiteit Utrecht. De goede contacten met de universiteit, in het bijzonder de faculteit Geowetenschappen, zullen echter zeker blijven bestaan en waar nodig worden benut. 62
Maart 2006-2
Facto Beheer BV, houdstermaatschappij van Facto BV, met vestigingen in Deventer en Sliedrecht, heeft per 1 januari 2006 de aandelen overgenomen van Geo Meetdienst BV te Bunschoten. Beide bedrijven zullen onder eigen naam, maar onder een gezamenlijke directie, hun diensten aanbieden. Door intensieve samenwerking, onder andere op het gebied van facilitaire diensten en innovatie, zal de bedrijfsvoering van beide organisaties verder worden geoptimaliseerd en geprofessionaliseerd. Voor het overige zal de overname voor de relaties met klanten geen consequenties hebben. In totaal zijn 130 mensen werkzaam bij beide zusterbedrijven. www.facto.info
Bentley koopt Cook-Hurlbert Bentley Systems Incorporated meldt dat het de bezittingen van CookHurlbert uit Austin, Texas, heeft overgenomen. Cook-Hurlbert is een leverancier van engineering-ontwerpsoftware voor elektriciteit- en gasdistributienetwerken. De Cook-Hurlbert Expert Designer ruimtelijke netwerkontwerp- en -analysesoftware was in deze specialiteit voor utility ontwerpers en engineers een van de eerste softwareproducten die op de markt werden gebracht. Onder de gebruikers van deze open en geintegreerde software bevinden zich ‘utilities’ zoals Baltimore Gas and Electric. www.bentley.com
Van denken naar doen! Innovatie in Veiligheid Op 6 april 2006 vindt in het Congrescentrum de Reehorst te Ede Innovatie In Veiligheid plaats. U bent welkom vanaf 8:15 uur, het programma begint om 9.00 uur. Dagvoorzitter is Klaas Wiltink, gastsprekers zijn onder meer Henk Geveke, Directeur Rampenbestrijding Ministerie van BZK, Leo Kliphuis, Directeur Extramurale Zorg en Voorzitter Acute Zorgplatform Ministerie van VWS en Wim Papperse, Directeur Nibra. Er zal ruimte zijn voor debat, met
vragen als ‘hoe komen we van regionale flexibiliteit naar landelijke uniformiteit?’ en ‘hoe komen we slagvaardig van denken naar doen?’ In de ‘Innovatiekamers’ komen zaken aan bod als ‘operationele informatievoorziening’, ‘informatievoorziening bij opleiden en oefenen’, ‘crisis- en risicocommunicatie’ en ‘bedrijfszekere infrastructuren’. Ook is er de mogelijkheid om te stemmen op het meest kansrijke project voor de ‘Innovatie en Veiligheid Award’. Deze publieksstem wordt meegewogen door de jury van de award. www.innovatieinveiligheid.nl
ESRI Nederland slaat brug tussen Landmeetkunde en GIS met MobileMatriX ESRI Nederland gaat MobileMatriX van Leica Geosystems, ontwikkelaar van meetapparatuur, distribueren. MobileMatriX is een nieuwe extensie op ArcGIS 9 en kan worden gezien als de brug tussen GIS en landmeten. Een landmeter is dankzij deze softwareoplossing in staat meetgegevens vanuit zijn mobiele computer in het veld te verwerken in ArcGIS. Hij kan hierdoor efficiënter meten. MobileMatriX is te installeren op mobiele computers zoals tablet-pc’s en laptops. Tijdens het meetproces worden gegevens door MobileMatriX direct geactualiseerd en gevisualiseerd in ArcGIS 9. Eenmaal op kantoor kan de landmeter de data inlezen in de centrale Geodatabase. Omdat gegevens uit de centrale Geodatabase worden gevisualiseerd is het mogelijk ingewonnen gegevens direct te controleren. Fouten komen zo snel aan het licht, wat dure hermetingen voorkomt. GIS gaat op deze manier mee het veld in als ‘stille kracht’. Landmeters hoeven geen diepgaande kennis van ArcGIS te hebben om met MobileMatriX uit de voeten te kunnen. MobileMatriX is interoperabel met allerlei dataformaten zoals CAD, Shapefiles en Rasterdata. Daarnaast is de software te combineren met de meest gebruikte TPS-formaten zoals GSI, ascii, SDR en TDS. www.esrinl.com
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 63
Advies- en ingenieursbureau Oranjewoud heeft alle activiteiten rondom de informatievoorziening met betrekking tot de omgeving en ruimte waarin we wonen, werken en recreëren gebundeld in de businessgroep Ruimtelijke Informatie. Deze businessgroep bestaat uit zo’n 125 gespecialiseerde adviseurs en projectmedewerkers die hoogwaardige diensten leveren op het gebied van onder andere geo-informatie, waardebepaling en gemeentelijke lokale heffingen. Op dit moment zijn we op zoek naar nieuwe collega’s die onze gelederen komen versterken.
De juiste dimensie in ruimtelijke informatievoorziening Senior projectleider Geo-informatie
GIS-specialisten
Heerenveen/Almere (vac.nr. 05-02-30)
Heerenveen/Oosterhout (vac.nr. 05-02-28)
Commercieel ingestelde hbo’er/academicus (Geodesie/Geo-informatie)
Communicatief vaardige academici of hbo’ers (GIS/Geo-informatie),
met ten minste vijf jaar ervaring op het vakgebied. In deze functie
liefst met ongeveer een jaar relevante werkervaring. In deze functie
ben je verantwoordelijk voor de gehele projectorganisatie. Daarbij
ben je onderdeel van het GIS-kenniscentrum en fungeer je als
voer je de regie over werkzaamheden die aan onderaannemers
belangrijke schakel in het gespecialiseerde gebied van geografische
zijn uitbesteed en stuur je de leden van je projectteam aan. Op
informatiesystemen. Je denkt mee over toekomstige toepassingen
basis van je brede inhoudelijke kennis en marktcontacten, lever
en bent goed op de hoogte van de ontwikkelingen binnen het
je een stevige bijdrage aan onze dienstverlening op het gebied
markt- en vakgebied. Het is de bedoeling dat je op termijn
van ruimtelijke informatie.
doorgroeit naar de rol van zelfstandig GIS-adviseur.
Senior data-analist
Specialist remote gegevensinwinning
Heerenveen (vac.nr. 05-02-31)
Almere (vac.nr. 05-02-27)
Commercieel ingestelde hbo’er (Geodesie/Geo-informatie) met
Creatieve en praktische hbo’er/academicus (Geo-informatie/
zo’n vijf jaar ervaring op het vakgebied. In deze functie ben je
Geodesie), liefst met enige jaren ervaring. Als specialist voer je
verantwoordelijk voor het zelfstandig verrichten, begeleiden en
projecten uit op het gebied van fotogrammetrie en laserscanning.
coördineren van complexe landmeetkundige berekeningen.
Tevens volg je ontwikkelingen op je vakgebied op de voet en pas je
Tevens fungeer je daarbij geregeld als projectleider. Je uitgebreide
deze op innovatieve en praktische wijze toe. Uiteraard beschik je
kennis van het vakgebied, data-anlayses en ICT maken je tot de
over kennis en kunde op het gebied van remote gegevensinwinning
specialist die ons team op dit terrein completeert.
en aantoonbare programmeervaardigheden op het vakgebied.
Reageer nu Sta je open voor een belangrijke wending in je carrière, kijk dan voor meer informatie over deze functies op www.oranjewoud.nl Geïnteresseerd? Stuur dan een e-mail waarin je je belangstelling motiveert, voorzien van curriculum vitae en het vacaturenummer, binnen veertien dagen naar:
[email protected] Een brief sturen kan natuurlijk ook. Stuur deze, voorzien van vacaturenummer op brief en envelop, naar onderstaand adres: Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Job Center Postbus 24 8440 AA HEERENVEEN Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.
Heerenveen
•
Assen
•
w w w . o r a n j e w o u d . n l Deventer
•
Almere
•
Capelle a /d IJssel
•
Goes
•
Oosterhout
•
Geleen
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 64
Kort nieuws
Map&Guide lanceert eerste Europese navigatiesysteem voor vrachtwagens Map&Guide Truck Navigator is de eerste speciaal voor vrachtwagens ontwikkelde navigator op de Nederlandse markt. De software beschikt over specifieke routeinformatie voor het vrachtverkeer zoals maximale brugbelasting, maximale doorrijhoogte en actuele wegwerkzaamheden. De vrachtwagennavigatiesoftware is geschikt voor draagbare pc’s en stootvaste pda's en is ontwikkeld op basis van reeds bestaande Map&Guide software. Deze software is vervolgens aangepast met de meest actuele gegevens uit de Falk Vrachtwagenatlas. Dat betekent dat kritische doorrijhoogten met brugafmetingen, tunnels, toegestane brugbelastingen, wegwerkzaamheden, wegversperringen voor vrachtwagens vanaf 3,5 ton en wegblokkades voor gevaarlijk transport in de software geïntegreerd zijn. De Truck Navigator biedt vier standaard keuzetalen: Nederlands, Engels, Duits en Frans. Een bijpassend apparaat geeft tijdens de rit onverhoopte filevorming kosteloos aan de vrachtwagenchauffeur door en stelt daarbij een alternatieve route voor. Ook kan dit Map&Guide product veranderingen in koers, einddoel of andere aanwijzingen vanuit de centrale (in alle mogelijke tekstbestanden) ontvangen, zodat onmiddellijke aanpassing van navigatie en routing gedurende de rit gewaarborgd is. Mg Truck Navigator is in Nederland verkrijgbaar via PTV-Ordis in Breukelen. www.mapandguide.com www.ptv-ordis.com
Aon’s Political & Economic Risk Map 2006: risico’s rondom supply chains Voor investeerders wordt het wereldwijde handelsklimaat er in 2006 niet veiliger op, ondanks het feit dat in tweemaal zoveel landen de politieke situatie beter in plaats van slechter is geworden ten opzichte van vorig jaar. Dit blijkt uit de Political & Economic Risk Map 2006 die begin januari is gepubliceerd door Aon, adviseur op het gebied van risicomanagement, employee benefits en verzekeringen. De Risk Map toont aan dat politieke bemoeienis het grootste gevaar vormt 64
Maart 2006-2
voor de wereldhandel. Wet- en regelgeving en een falende terugbetaling van nationale leningen vormen eveneens serieuze risico’s voor de wereldhandel. Ook ten aanzien van de levering van belangrijke grondstoffen als olie en gas ziet Aon risico’s, zoals recent nog werd aangetoond door het gasconflict tussen Rusland en de Oekraïne. Voor het eerst geeft Aon in haar analyse de risico’s voor de supply chain, oftewel ketentoevoer aan, samengesteld op basis van metingen door Oxford Analytica. Recente voorbeelden van onderbrekingen in de supply chain zijn ondermeer het gasconflict tussen Rusland en de Oekraïne, de staking van havenarbeiders aan de Amerikaanse westkust, de blokkade van het Suezkanaal als gevolg van een kapotte tanker en de uitbraak van SARS in China. Mogelijke politieke risico’s voor de supply chain in de toekomst zijn het politieke geweld in Israël, onrust onder arbeiders in Brazilië en een crisis in het financiële systeem in China. www.aon.nl
Geomatics Business Park Het Geomatics Business Park in Marknesse wordt versterkt met drie nieuwe bedrijven, te weten Water Insight, Bakkenist & Zomer en CycloMedia. Het doel van het Geomatics Business Park is om bedrijven die zich bezighouden met het ontwikkelen van producten en diensten op basis van ‘earth observation’ oftewel ‘remote sensing’ verkregen gegevens onder één dak onder te brengen. Op dit moment zijn er 23 bedrijven actief. Water Insight richt zich op het ontwikkelen van technieken en modellen waarmee de kwaliteit van binnenwateren kan worden gemeten en voorspeld. De basis van dit werk wordt gevormd door remote sensing. Bakkenist & Zomer begeleidt ondernemers gedurende het proces van innovatie. CycloMedia uit Waardenburg start een nevenvestiging in Marknesse. Het bedrijf verzamelt beelden van Nederland via op auto’s gemonteerde camera’s. De kennis van de collegabedrijven in het Geomaticspark kan bijvoorbeeld worden ingezet om de beelden driedimensionaal te maken. www.geomaticspark.com
Geodan introduceert EuroStreets producten op Tele Atlas MultiNet basis Geodan heeft de EuroStreets productenserie uitgebreid met informatie die afkomstig is uit de MultiNet stratendatabase van Tele Atlas. EuroStreets biedt nu meer functionaliteit en geïntegreerde dekking van West-Europa. Naast de EuroStreets Vector- en Rasterproducten, heeft Geodan nu ook Roadnet, Postcodes en Drive Time Matrix ontwikkeld. Deze producten zijn bedoeld voor bedrijven en andere organisaties die internationaal opereren. Voorbeelden van applicaties van de datasets zijn locatieplanning voor bedrijven, het in kaart brengen van de belangrijkste bedrijfscijfers en demografie, gedetailleerde referentiekaarten en routeplanning. www.geodan.nl
Geo-informatie beter uit te wisselen met nieuwe NEN 3610 Onlangs is de NEN 3610 met het Basismodel Geo-informatie verschenen. Toepassing van dit model zorgt ervoor dat verschillende partijen de werkelijkheid op dezelfde manier ‘vastleggen’. NEN, het centrum van normalisatie, heeft de norm als definitief gepubliceerd. Het Basismodel Geo-informatie bouwt voort op de bestaande norm NEN 3610 ‘Terreinmodel Vastgoed’ uit 1995. Voor de gebruiker zijn de volgende punten van belang: UML wordt gebruikt voor de beschrijving van het model. Er is een verwijzing naar de authentieke registraties (Gebouwen, Adressen), .Meervoudige geometrie wordt ondersteund. Uitwisselformaat is GML (OGCstandaard). Er is een XML/GMLschema beschikbaar voor import en export naar dit formaat. Het schema toetst tevens of de gegevens modelconform zijn. sectormodellen krijgen een eigen XML/GML-schema. Het Basismodel Geo-informatie is sectoronafhankelijk. Het omvat alleen die informatie die voor alle onderliggende sectoren relevant is en waar overeenstemming over bestaat. Binnen het totale werkveld van geo-informatie is daarom een onderverdeling ontstaan naar sectoren die elk op hun eigen wijze het model
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 65
Kort nieuws
verder invullen. Te denken valt aan sectormodellen voor zowel grootschalige topografie als kleinschalige topografie. Van de sector Ruimtelijke Ordening is IMRO beschreven en van de watersector IMWA, aangevuld met de Europese Kaderrichtlijn Water. Met de publicatie van de nieuwe NEN 3610 komt NEN 3610:1995, inclusief het wijzigingsblad A2:2001 en NEN 1878:1993, inclusief het wijzigingsblad A2:1998, te vervallen. Voor inhoudelijke informatie over deze norm(en) of over het normalisatieproces neemt u contact op met Jappe van der Zwan, tel. (015) 2 690 157, e-mail:
[email protected]. www.nen.nl
Logica CMG ontwikkelt vluchtbesturingssysteem voor Aeolus Weersatelliet LogicaCMG is door het Europese Ruimtevaart Agentschap ESA uitgekozen om de software te ontwikkelen voor het vluchtbesturingssysteem van de Aeolus satelliet. Vanuit de ruimte verschaft de Earth Explorer ADMAeolus (Atmospheric Dynamics Mission) een totaalbeeld van wind patronen. Daarmee verbetert de kwaliteit van weersvoorspellingen en draagt het bij aan het begrip van atmosferische dynamiek en klimatologische processen. LogicaCMG maakt eveneens melding van de succesvolle ingebruikname van een nieuwe generatie vluchtleiding-software die toekomstige missies van Europa’s grootste wetenschappelijke satelliet, XMM-Newton, meer rendabel moet maken. www.logicacmg.com/nl
Oranjewoud actualiseert percelen landbouwgrond en natuurgebieden In opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), gaat Oranjewoud in de periode 2006-2007 alle percelen landbouwgrond en natuurgebieden in Nederland digitaliseren en actualiseren. Het resultaat zal worden opgenomen in de Basisregistratie Percelen (BRP), een landelijke registratie van perceelsgegevens. Het gaat hierbij om circa 750.000 gewaspercelen en ongeveer 35.000 natuurgebieden per jaar. Met de BRP wil het ministerie een actueel bestand realiseren, met
gegevens van alle percelen landbouwgrond en natuurterrein die landbouwbedrijven feitelijk in gebruik hebben. De gegevens uit de BRP worden gebruikt voor verschillende regelingen en door verschillende partijen, met de bedoeling om de administratieve lasten voor de agrarische sector te verminderen. Bovendien kan Nederland met de BRP voldoen aan de eisen van de Europese Unie voor perceelsregistraties. Oranjewoud voert de werkzaamheden uit in samenwerking met Alterra en Rolta. Als hoofdaannemer is Oranjewoud onder meer verantwoordelijk voor het projectmanagement, de productie-omgeving en de geleverde kwaliteit. Alterra adviseert met betrekking tot het proces en zorgt voor de ontwikkeling en implementatie van productie- en kwaliteitstools. Rolta voert vanuit India de datahandlingswerkzaamheden uit. www.oranjewoud.nl
CycloMedia benoemt Paul Bosman tot algemeen directeur Met ingang van 1 januari is Paul Bosman (39) benoemd als algemeen directeur bij CycloMedia Technology B.V. Hiervoor bekleedde hij binnen CycloMedia de functie van directeur Marketing & Sales. Voordat Paul Bosman bij CycloMedia kwam was hij onder andere directeur bij Philips en CMG, het huidige LogicaCMG. Hij heeft uitgebreide ervaring op het gebied van marketing en sales. www.cyclomedia.nl
AND levert digitale kaarten aan Mappy.com Automotive Navigation Data (AND), leverancier van wereldwijde kaartdata, kondigt het partnerschap aan met Mappy, een Franse multimediaservice. Mappy biedt on-line route planning services, kaart- en toeristinformatie in geheel Europa, die zich nu tot wereldwijd kan uitbreiden. Te denken valt aan online hotelreserveringen en parkeergelegenheid gebaseerd op geografische data. Mappy.com zal daarvoor kaartdata van AND inzetten met daarin meer dan 150 steden op straatniveau wereldwijd. The AND-kaarten zullen op www.mappy.com beschikbaar komen, maar ook in business-to-businessap-
plicaties als MappyPro Locator, MappyPro Map, MappyPro Route and Mini Map. www.and.com
Nieuwe buurtinformatie en kaarten van Bridgis op Woonkrant.nl Woonkrant.nl biedt kaartinformatie bij ieder huis. De kaarten worden geleverd door Bridgis en zijn te vinden bij ieder huur- en koopwoning op Woonkrant.nl. Zo kan de woningzoekende de directe omgeving van een woning op de site verkennen. Woningzoekenden kunnen het betreffende huis vinden op een overzichtskaart van de regio; zich oriënteren op openbare voorzieningen in de omgeving zoals bibliotheek, politiebureau, scholen, huisarts en kinderopvang. Ook is het mogelijk te bekijken waar winkels en uitgaansgelegenheden zich bevinden en wat het welstandsniveau is. Verder is de gezinsfase van buurtbewoners te bekijken. De kaarten staan op Woonkrant.nl bij de woningen onder de knop ‘Kaart en Wijk’. www.bridgis.nl
Stichting neemt Buurtenonline over van Geodan Op 13 januari jongstleden heeft Geodan al haar belangen in Buurtenonline overgedaan aan de Stichting Ondersteuning Buurten Online. De stichting is daarmee eigenaar geworden van www.buurtenonline.nl. Deze overname is mogelijk gemaakt door financiële steun van de Nationale Postcode Loterij. Buurtenonline is in 2001 door Geodan gestart. Op dit moment wordt de website maandelijks door circa 70.000 bezoekers bezocht. De stichting hoopt met de nieuwe ontwikkelingen een doorbraak te maken naar grootschaliger gebruik. Op basis van een postcode worden berichten uit de buurt via een afstandsorteermodule gepresenteerd. Samen met de bezoekers van de website wil de stichting het platform vullen met dagelijks regionaal nieuws, nieuws van lokale goede doelen, van (sport- en buurt-) verenigingen, van gemeente, politie, de bibliotheek, maar bovenal met het nieuws, de visie en ideeën van haar bezoekers. www.buurtenonline.nl Maart 2006-2
65
prod_GISM_02-2006
20-02-2006
11:53
Pagina 66
Lezersservice
Wat is GIS-Magazine ?
GIS-Magazine op Internet
GIS-Magazine informeert over ontwikkelingen op het gebied van ruimtelijke informatie en Geo-ICT. GIS-Magazine verschijnt 8 maal per jaar in Nederland en Belgie.
www.gismagazine.nl Voor informatie en aanvraag abonnementen:
[email protected]
Adverteerdersindex
Gegevens onjuist?
Aerodata
www.aerodata-surveys.com
Indien uw adres- of persoonsgegevens op de adresdrager van GIS-Magazine onjuist blijken te zijn, verzoeken wij u deze adresdrager met gecorrigeerde gegevens in een gesloten enveloppe te retourneren aan: CMedia Productions B.V. Antwoordnummer 1036 8300 VB Emmeloord
Contex
www.contex.com
DHV
www.dhv.nl
45
Facto
www.facto.info
39
Geocensus
www.geocensus.nl
51
Goudappel
www.goudappel.nl
18
Grontmij
www.grontmij.nl
55
Hewlett Packard
www.hp.nl
13
Leica
www.leica-geosystems.nl
57
Nedgraphics
www.nedgraphics.nl
34
Nedgraphics
www.nedgraphics.nl
67
Oranjewoud
www.oranjewoud.nl
63
Prodesk/Autodesk
www.autodesk.nl
27
Realworld Systems
www.realworldwide.com
15
Tablin
www.tablin.nl
31
Tensing
www.tensing.nl
23
Thales
www.thales-nederland.nl
68
Topcon
www.topcon.nl
25
Vicrea
www.vicrea.nl
9
Waar gaat GIS-Magazine over? Aan de hand van praktijkverhalen, interviews en columns wil GIS-Magazine op een bondige en zakelijke manier laten zien hoe organisaties met behulp van ruimtelijke informatie betere beslissingen kunnen nemen. Daarnaast wil GIS-Magazine concrete handvatten aanreiken hoe Geografische Informatie Systemen (GIS) succesvol kunnen worden geïmplementeerd binnen bedrijven en overheden. Huidige en toekomstige gebruikers zullen zich herkennen in vraagstukken rondom invoering van geo-informatie of het ‘promoten’ hiervan binnen de eigen organisatie.
Pag.
GIS-Magazine nr. 3 – 2006 verschijnt omstreeks 26 april 2006
Abonnementen 2006 Een abonnement op GIS-Magazine kunt u aanvragen middels de antwoordkaart in dit blad of via www.gismagazine.nl. Een jaarabonnement (8 nummers) op GIS-Magazine kost € 50,00 excl 6% BTW. Voor verzending buiten Nederland bedraagt de prijs € 65,00. Abonnementen worden automatisch verlengd. Opzeggingen, uitsluitend schriftelijk, dienen twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar in ons bezit te zijn.
Uitgever:
Telefoon: Fax: Redactie: Advertentieexploitatie:
CMedia Productions B.V. Antwoordnummer 1036 8300 VB Emmeloord 0527 619 000 0527 620 989
[email protected]
Secretariaat/ Abonnementen:
[email protected]
www.gismagazine.nl
Mutatiekaart Vul onderstaande gegevens zo compleet mogelijk in of geef uw adreswijziging door via
[email protected].
Oude gegevens Nieuwe gegevens
:
Contactpersoon hr./mw. : Adres/Postbus
:
Postcode/Plaats
:
Telefoon
:
E-mail adres
:
Bedrijfsnaam
:
Land :
Contactpersoon hr./mw. : Adres/Postbus
:
Postcode/Plaats
:
Telefoon
:
E-mail adres
:
Land :
CMedia Productions B.V., Antwoordnummer 1036, 8300 VB Emmeloord. 66
Maart 2006-2
2
[email protected]
Bezoek onze website voor het laatste nieuws op het gebied van Ruimtelijke Informatie en GEO-ICT
Bedrijfsnaam
59
prod_GISM_08-2005
21-11-2005
11:46
Pagina 59
Met Oracle MapViewer & NedBrowser
kunt u het ruimtelijk bekijken! Uw digitale plannen snel, overzichtelijk en overal
NedBrowser Generiek Onlangs is de vernieuwde internet applicatie NedBrowser gelanceerd. Webpagina’s worden volledig dynamisch vanuit de Oracle omgeving gepubliceerd. Met de beheertool bepaalt u welke gegevens gepresenteerd worden en hoe uw webpagina eruit ziet. Door NedBrowser en het NedGeodata Warehouse te combineren bent u als organisatie in staat om snel en eenvoudig bestaande en nieuwe gegevensbronnen op een overzichtelijke manier via internet beschikbaar te stellen. Staat in uw organisatie elektronische dienstverlening hoog op de agenda? Neem dan contact op met NedGraphics en wij vertellen u graag meer over de mogelijkheden.
Meer informatie Bel 0347 - 329 621 of stuur uw e-mail naar
[email protected].
w w w. n e d g r a p h i c s . n l
prod_GISM_02-2006 20-02-2006 11:53 PM3_dAD 17-02-2006 13:11 Pagina 1
Pagina 68
Are You Ready to Shift Up?
ProMark 3
> Meer meten in minder tijd
MEER DAN ALLEEN CENTIMETER NAUWKEURIGHEID
> Eenvoudig en gebruiksvriendelijk
Thales introduceert de ProMark3. Dit complete en zeer aantrekkelijk geprijsde GPS/GIS systeem combineert de kracht van centimeter nauwkeurig inmeten met een complete submeter GIS oplossing en nog veel meer. De geïntegreerde Thales Prism™ technologie maakt dataopname ook onder GPS onvriendelijke omstandigheden aanzienlijk sneller zonder gebruik te maken van GLONASS*. ProMark3 verlegt de grenzen van GPS/GIS systemen met een maximum aan eenvoud en gebruiksvriendelijkheid. De ProMark3 is handzaam, licht in gewicht, waterdicht en schokbestendig en daardoor uitermate geschikt voor meten onder de meest extreme omstandigheden.
> Zeer aantrekkelijk in prijs
TM
> Centimeter nauwkeurigheden
(vanaf € 3.250,-) > Handzaam, water- en
schokbestendig
Thales Navigation B.V. Ketelweg 12-14 NL- 3356 LE Papendrecht Tel +31 (0)78 615 79 88 Fax +31 (0)78 615 20 27 Email:
[email protected] Website: www.thales-navigation.nl/gm
Get more. Get ProMark3.
©2006 THALES Navigation. Alle rechten voorbehouden. ProMark is een merknaam van THALES Navigation. *Nauwkeurigheden zijn gebaseerd op een minimaal gebruik van 5 satellieten en opvolging van de voorgestelde meetprocedures. Een verhoogde multipath omgeving, hoge PDOP waarde en periode van verhoogde atmosferische omstandigheden kunnen de nauwkeurigheden beïnvloeden.