prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:44
Pagina 1
3 Ontwikkelingen in Ruimtelijke Informatie & Geo-ICT
April/Mei 2006 jaargang 4
● Special over GIS in mobiele telefonie en telecomunicatie ● Milieuhandhaving op de Veluwe ● Digitale dijkinmetingen worden gemeengoed ● GISTech gaat breed met landmeten en cartografie www.gismagazine.nl
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:44
Pagina 2
EEN KLEURENPRINTER VAN FORMAAT. Met de nieuwe HP DesignJet 4500 haalt u niet zomaar een printer in huis. Want hiermee print u moeiteloos in elke kleur, op elk formaat. Zelfs tot A0. Door de twee automatisch wisselende papierrollen kan er continu geprint worden. En met de Embedded Webserver is op elk tijdstip het exacte verbruik per opdracht zichtbaar.
€ 14.100,excl. BTW
HP DESIGNJET 4500
• Resolutie tot 2400 x 1200 dpi • Lijnaccuratesse met zwart pigment tot 0,1% • Printsnelheid tot 100 A1/u • Automatische papiersnijder • Optionele uitvoereenheid • Optionele automatische inlinevouwmachine Bestelnr.: Q1271A
Bovendien blijven de operationele kosten door de extra zuinige high-capacity kleureninktcartridges bijzonder laag. Zo print de HP DesignJet 4500 zelfs goedkoper dan de meeste zwart-witprinters. Wilt u de HP DesignJet 4500 in het groot zien? Bel dan voor een livepresentatie met 0172-474 808. Of kijk op www.hp.com/go/designjet.
HP DESIGNJET 4500 PS € 17.300,- (excl. BTW) Bestelnr.: Q1272A HP DESIGNJET 4500 mfp € 37.500,- (excl. BTW) Bestelnr.: Q1276A
Bel 0172-474 808 Kijk op www.hp.com/go/designjet Raadpleeg uw HP Business Partner
© Copyright 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P. HP behoudt zich het recht voor om zonder vooraankondiging wijzigingen aan te brengen in materialen, specificaties of accessoires.
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:44
Pagina 3
COLOFON GIS-Magazine informeert over ontwikkelingen op het gebied van ruimtelijke informatie en Geo-ICT. GIS-Magazine verschijnt 8 maal per jaar in Nederland en België. Directie/uitgevers: Dhr. R. Groothuis Dhr. K. van der Lei
[email protected] [email protected]
Redactie:
[email protected] Tel.: (0527) 619 000 Fax: (0527) 620 989 Hoofdredacteur: Dhr. J.H.J.M. Vos
[email protected] Eindredacteur: Dhr. Drs. R. Takken
[email protected] Redacteur: Dhr. Ing. L.J.A. Koops
[email protected] Aan deze uitgave werkten mee: Sonja de Bruijn Henk Cornelissen Guido van den Heuvel Roelof Keppel Jan de Leeuw Huibert-Jan Lekkerkerk Frank Philipson John Renard Margriet Verhoogt Erik Vriend Robin Wevers Coen Wessels Advertentie-exploitatie:
[email protected] Tel.: (0527) 619 000 Fax: (0527) 620 989 Dhr. W. Westerhof Abonnementenservice:
[email protected] Tel.: (0527) 619 000 Fax: (0527) 620 989 Mw. Y.B. Jonker Mw. L. Pels Mw. J Regterschot Vormgeving: Dhr. A.F. van der Kolk CMedia Productions, Emmeloord Druk: Drukkerij Giethoorn ten Brink, Meppel Uitgever: CMedia Productions B.V. Noordzijde 2b, 8302 GL Emmeloord Postbus 231, 8300 AA Emmeloord Tel: (0527) 619 000
Telecom: van bellen bij de buren tot UMTS In de jaren vijftig, helemaal niet zo lang geleden, communiceerden we compleet anders. Bellen deed je amper. Als het dringend was dan ging je naar de telefooncel. Beter nog: naar de buren die wél telefoon hadden. Niettemin werd het grote spel van de telecomwereld ook toen al gespeeld. Mijn grotere broer had met twee vrienden in de buurt een eigen telefoonlijn. Hun draden door de dakgoot en onder het achterommetje door vormden een ‘private network’. Elk einde van de draad was verbonden met een zwart bakelieten, drie ons wegende telefoonhoorn. Ernaast lag de 4,5 volts platte batterij voor de voeding van het netwerk. Op vaste tijden was er geheim overleg in het Boeventaaltje, dat alleen door broer en vrienden werd verstaan. Tegen een geringe vergoeding (enkele pakjes Silky sigaretten) nam ik van grote broer het netwerk met apparatuur over. Mogelijk was dit de eerste overname van assets in de telecomwereld. Het Boeventaaltje kregen we er gratis bij. We maken een sprong van vijftig jaar. We bellen zowat de hele dag door. Thuis, op kantoor of in de auto. We chatten wat af, sturen elkaar complete fotoalbums toe en doen aan video-conferencing. Onze kinderen houden we in de gaten middels i-Kids: we krijgen automatisch een sms of e-mail wanneer het veilige gebied van schoolplein of achtertuin wordt verlaten. Vele aanbieders hebben geïnvesteerd in dure technologie om dit communiceren allemaal mogelijk te maken. Wat te denken van het leggen van de vele duizenden kilometers snelle glasvezelkabel, het opkopen van (veel te) dure frequenties, het opbouwen van umts/edge-netwerken en ga zo maar door. Het is dan ook vanzelfsprekend dat non-stop naar goedkopere methoden voor aanleg van infrastructuur wordt gezocht. Bij gestuurde boringen kunnen lastige terreinsituaties worden omzeild. Combi-aanleg met andere disciplines en de inzet van zogenoemde ‘no-dig’-technieken zijn geen overbodige luxe. GIS, zo u wilt geo-informatie, wordt in diverse processen binnen de telecombranche ingezet. Van locatieonderzoek ten behoeve van de plaatsing van zendmasten tot en met assetmanagement. Daarbij beperkt men zich niet tot 2D-analyses, maar worden de omgevingen ook in 3D in de analyses betrokken. Uiteraard worden we in dit nummer niet alle activiteiten in deze sector de revue laten passeren. Wel laten we zien wat er leeft in de telecombusiness op het gebied van GIS en aanverwante zaken. Uiteraard had het in de telecombusiness niet zo ver kunnen komen als nooit de behoeften en wensen van mens en maatschappij waren gepeild. Dat geldt ook voor GIS-Magazine. We zijn alweer in de vierde jaargang terechtgekomen en het werd weer eens tijd om de mening van de lezer te peilen. We hopen dat u het bijgevoegde formulier massaal invult zodat we een duidelijk beeld krijgen van uw wensen en verlangens. Op basis van uw bevindingen kunnen we ons blad nog verder verbeteren. In een van de volgende uitgaven besteden we aandacht aan de uitkomsten van de lezers-enquète.
Abonnementen: Uitgebreide informatie over een abonnement op GIS-Magazine vindt u in de rubriek Lezersservice. GIS-Magazine op Internet: www.gismagazine.nl ISSN 1571-7194 Niets uit deze uitgave mag geheel of gedeeltelijk worden overgenomen en vermenigvuldigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Hans Vos Hoofdredacteur
© Copyright 2006 CMedia Productions B.V. April/Mei 2006-3
3
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 4
GIS-Magazine 2006-3
Het gebruik van geo-informatie bij Vodafone Een telecombedrijf als Vodafone beheert een uitgebreid netwerk van kabels, leidingen en masten. De planning van het netwerk heeft als doel een optimale dekking voor het hele land te krijgen. Telcom, pagina
Nexpri’s ‘Functional Studies’ helpt Orange De samenwerking tussen Nexpri en Orange betreft de manier waarop het landsdekkende gegevensbestand is opgebouwd en wordt onderhouden. Verder: geo-marketing, over de inzet van het bestand voor commerciële doeleinden. Telcom, pagina 26.
Digitale dijkinmetingen worden gemeengoed De waterschappen gaan hun dijken digitaal inmeten vanuit een helikopter. Digitale registratie is nauwkeuriger, vollediger en sneller dan de traditionele visuele inmetingen. Het maakt een einde aan de inmeters op de dijk.
Datainwinning, pagina 38.
Voorplaat: Foto: www.fotoburoseen.nl. Op de Veluwe lopen ongeveer 150 toezichthouders en opsporingsambtenaren rond van veertig verschillende instanties. In opdracht van de provincie Gelderland heeft Yucat een toepassing gebouwd, waarmee alle medewerkers melding kunnen maken van alle geconstateerde onregelmatigheden. Met evenveel mensen moet dit leiden tot een hogere kwaliteit van landschap en natuur. Zie ook het artikel op pagina 24.
4
April/Mei 2006-3
6.
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 5
GIS-Magazine 2006-3
Verder… GIS en Telecom:
Pagina Het gebruik van geo-informatie bij Vodafone
6
Masterglass doet aanbevelingen voor optimale netwerkstructuur
8
Falkmobile: van wegbeheer tot multimodaal reisplanner
12
Behulpzame GIS-systemen in de telecombranche
16
De i-Kids telefoon voor plaatsbepaling van je kind
18
Gestuurde boringen voorkomen overlast
20
Veranderende markten: parallellen in telecommunicatie en GIS
22
Milieuhandhavers met handcomputer het veld in
24
Nexpri’s Functional Studies helpt Orange
26
Actuele reisinformatie voor de OV-reiziger
28
Telecom-afkortingen
30
Column:
De toekomst ziet er mooi uit. Geo-ICT in 2020
15
Data-inwinning:
GNSS, Galileo en Egnos: de stand van zaken
32
GPS Deel 3: Foutenbronnen
34
Digitale dijkinmetingen worden gemeengoed
38
ESRI’s GISTech 2006 gaat breed
40
Mutatiesignalering pas interessant met digitaal materiaal als grondstof
42
GIS sneeuwt onder op CeBit in Hannover
44
Stroomlijning basisgegevens, stroomopwaarts of stroomafwaarts?
48
Flagis toont toepassingen voor gewone burger
50
Geoforum GeoSpatial Infrastructures meer dan GIS alleen
52
De 2007-producten van Autodesk
54
K&L-congres belicht nieuwe grondroerdersregeling
56
Nibra-dag informatief, informeel en multifunctioneel
60
Evenementen:
Zoals Altijd:
Adverteerdersindex 66, Agenda 46, Data-inwinning 31, Kort nieuws 62, Lezersservice 66, Productnieuws 19, Trainingswijzer 19 April/Mei 2006-3
5
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 6
Telecom
Beheer en analyse van een telecom-netwerk
H e t ge b r u i k v a n ge o i n fo r m a t i e b i j Door: Robin Wevers
Een telecombedrijf als Vodafone beheert een uitgebreid netwerk van kabels, leidingen en masten. De planning van het netwerk heeft als doel een optimale dekking voor het hele land te krijgen.
Luchtfoto van Rotterdam met daarin de antenne-opstelpunten. De gekleurde pijltjes geven de antennes weer; per opstelpunt zijn dat 1, 2 of 3 antennes.
Bij
gebruik van mobiele telefoons wordt de verbinding tot stand gebracht via de dichtstbijzijnde mast. Dit betreft allemaal geoinformatie. De vraag hoe een telecombedrijf met geoinformatie omgaat, blijkt vanuit concurrentieoverwegingen een gevoelige te zijn. Toch geven Maarten Seegers en Bas Gorissen, beiden applicatie- en functioneel beheerder bij Vodafone een toelichting. Beheer en analyse Voor het beheer van gegevens en analyse beschikt Vodafone over Atoll, een toepassing die ontwikkeld en gebouwd is door een externe leverancier. Atoll is een complex programma dat enkel bedoeld is en gebruikt wordt door rf-engineers, de radiofrequentie engineers die het netwerk plannen. Alle opstelpunten zijn in het systeem opgenomen met een groot aantal variabelen. Daarbij moet je onder andere denken aan de hoogte, het vermogen en het type antenne. Er wordt als onderligger gebruikt gemaakt van een kaart van Andes, maar er zijn ook 6
April/Mei 2006-3
landsdekkend luchtfoto’s beschikbaar. Een belangrijke factor voor de sterkte van een signaal op een bepaalde plaats is de bebouwing. Hoge flats vormen een barrière voor een radiosignaal. In Atoll zijn daarom gegevens opgenomen over alle gebouwen in Nederland met daarbij de hoogte van de gebouwen. Ook met het reliëf van het landschap wordt rekening gehouden. Op basis van al deze gegevens wordt voor elke gridcel van 40 bij 40 meter berekend wat de verwachte
signaalsterkte is. De werkelijke signaalsterkte kan daar van afwijken als er bijvoorbeeld nieuwbouw in de omgeving heeft plaatsgevonden, die nog niet in Atoll is opgenomen. De waarde van het systeem zit natuurlijk in het kunnen simuleren van nieuwe situaties. Op basis van het feitelijk belgedrag van klanten en van de huidige bedekking kan worden vastgesteld waar in het netwerk meer capaciteit gewenst is. De engineer kan in Atoll bijvoorbeeld de waarde van het vermogen van bestaande masten anders instellen of masten toevoegen. De nieuwe gegevens worden doorberekend en op een kaart weergegeven. Door zo te spelen met alle variabelen kan de engineer trachten een optimale situatie te modelleren. Dergelijke exercities worden voortdurend uitgevoerd, zowel voor het gsm-netwerk als voor het umts-netwerk. Bij het gsm-netwerk betreft dat vooral bijhouding; het umts-netwerk wordt nu als het ware uitgerold. Vodafone heeft inmiddels een dekking in Nederland van ruim 60 procent van de bevolking. De wildgroei aan masten is gelukkig afgenomen, doordat in de regel masten daar waar mogelijk gedeeld worden door verschillende operators. Koninginnedag Bij grote evenementen zoals popfestivals of koninginnedag kan er plaatselijk een zeer intensief telefoonverkeer zijn. Engineers van Vodafone
De toekomst van het verleden In de toekomst kijken is altijd koffiedik kijken, zeker als het om nieuwe ontwikkelingen gaat. Wat waren in het verleden de verwachtingen voor mobiele telefonie en zijn die verwachtingen ongeveer uitgekomen? • In 1995 werd verwacht dat de marktpenetratie per hoofd van de bevolking in 2000 circa 15 procent zou zijn en in het jaar 2004 zelfs 24 procent. In werkelijkheid was de penetratie in 2004 al meer dan 90 procent en is nu boven de 100 procent, met bellers die meer dan één toestel bezitten. • In 1995 was 92 procent van de gebruikers in Nederland zakelijk klant van een telecombedrijf en 8 procent privé. Verwacht werd destijds, dat in tien jaar tijd deze mix zou veranderen in 40 procent zakelijk en 60 procent privé. De praktijk wijst uit dat inmiddels 85 procent privé-klanten betreft.
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 7
Telecom
b i j Vo d a fo n e
Het Network Management Centre (NMC) doet nog het meest denken aan een vluchtcentrum.
capaciteit voorzien en tijdelijke voorzieningen worden bijgeplaatst. Atoll wordt daarbij gebruikt om een optimaal netwerk in te richten. Onvoorziene congestie, bijvoorbeeld ten gevolge van aanrijdingen op de snelweg, kan nog ten gevolge hebben dat mensen via hun mobiele telefoon tijdelijk geen verbinding krijgen.
Wildgroei aan masten is afgenomen doordat masten waar mogelijk gedeeld worden door verschillende operators.
zijn al lang van te voren bezig het netwerk zo in te richten dat in deze vraag voorzien kan worden. Bestaande opstelpunten worden maximaal gebruikt of worden tijdelijk van extra
Webgis Atoll is een complexe toepassing voor netwerkplanning door gespecialiseerde gebruikers. Voor andere afdelingen heeft Vodafone zelf de toepassing Webgis ontwikkeld. Via de browser kan hiermee snel en eenvoudig de relevante informatie zichtbaar worden gemaakt, bijvoorbeeld waar het dichtstbijzijnde antenne-opstelpunt zich bevindt. De toepassing is via het gprs- of umts-netwerk ook mobiel beschikbaar en is zo ook voor monteurs een hulpmiddel onderweg bij het onderhoud. De gegevens in Webgis zijn statisch en worden één maal per etmaal geüpdatet. Om de werkelijke sterkte van het radiosignaal te meten, rijden dagelijks enkele tientallen auto’s door het land. Apparatuur aan boord registreert voortdurend de locatie en de sterkte van het signaal. Zo wordt gericht informatie verzameld over gebieden waar het signaal mogelijk moet worden verbeterd of over gebieden waar potentiële grote klanten waarborgen over het netwerk vragen.
Het zenuwcentrum Voor het dagelijks beheer van het netwerk beschikt Vodafone over een Network Management Centre (NMC). Dit centrum doet zowel qua functie als qua uiterlijk nog het meest denken aan een vluchtcentrum uit de luchtvaart. Op deze plek worden alle operationele zaken gemonitord. De ‘vluchtleiders’ hebben acht tot tien monitoren waarop meldingen van eventuele storingen zichtbaar zijn en waar achtergrondinformatie kan worden geraadpleegd. De viewer Webgis speelt daarbij een belangrijke rol. Met vele duizenden opstelpunten met hoogwaardige elektronica doen zich altijd situaties voor die aandacht vragen, hetzij direct ingrijpen hetzij extra onderhoud. Een voorbeeld van een storing of dreigende storing kan een melding zijn van een koelingssysteem dat niet meer goed functioneert. Vanuit de opstelpunten komt voortdurend operationele informatie naar het NMC, dat automatisch gefilterd wordt, zodat de operators niet overspoeld worden met teveel informatie. Het NMC wordt 24 uur per dag, zeven dagen per week bemand.
Robin Wevers (
[email protected]) is freelance schrijver van geo-ict-artikelen. Voor meer informatie over de in dit artikel besproken onderwerpen kijkt u op www.vodafone.nl April/Mei 2006-3
7
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 8
Telecom
Masterglass doet aanbevelingen voor optimale netwerkstructuur
Plannen van glasvezelinfra onder m in Door: Frank Philipson en Roelof Keppel
In het project Masterglass doet TNO Informatie- en Communicatietechnologie in nauwe samenwerking met Grontmij en Visser&Smit Hanab onderzoek naar de mogelijkheden van het optimaal plannen van glasvezelnetwerken. Niet alleen wordt gekeken naar de harde investeringskosten, ook de maatschappelijke kosten worden meegenomen. Denk hierbij aan het slim meeleggen van telecom-infrastructuur samen met andere ondergrondse infrastructuur of het gebruikmaken van ‘No Dig-technieken’.
Gederfde omzet kan worden bepaald indien winkels moeilijk of niet bereikbaar zijn gedurende een bepaalde periode.
Nederland
heeft de ambitie om voorop te lopen op het gebied van innovatie. De aanwezigheid van een goede breedbandige infrastructuur naar huizen, bedrijven en instellingen wordt gezien als een belangrijke randvoorwaarde om innovatie te stimuleren. Een glasvezelnetwerk is de meest toekomstvaste en betrouwbare oplossing voor breedband. Het aanleggen van zo’n netwerk is echter prijzig, vooral door de hoge kosten van het graafwerk, nodig om ieder pand op glas aan te sluiten. Daarnaast zijn er ook forse maatschappelijke kosten gemoeid met graafwerk in een gemeente. Denk aan gederfde omzet van bedrijven en opstoppingen van verkeer. Directe en indirecte kosten Doel van het Masterglassproject is het opbouwen van unieke kennis op het 8
April/Mei 2006-3
gebied van planning van grote verglazingsprojecten ten behoeve van telecom-infrastructuur. Belangrijk is het eenduidig parametriseren van de technieken om zo op het gebied van directe en indirecte (maatschappelijke) kosten met elkaar te kunnen vergelijken. Het uiteindelijke resultaat is een rekenmodel dat op basis van de technische parameters, kosten en impact van wijzigingen van lokale geografische kenmerken aanbevelingen kan doen over de optimale netwerkstructuur en fasering door de tijd. Een voorbeeld om het gedachtenkader te bepalen: wat is het effect van ‘slim meeleggen’ tijdens gemeentelijke herstratingsprogramma’s? Welk effect heeft dit op de totale kostenopbouw wanneer je erin slaagt herstratingsprogramma’s en nieuwbouwplannen deel te laten uitmaken van je rekenmodel? Uit ons onderzoek is gebleken dat de
beschikbaarheid van goede, actuele en volledige geo-datasets onontbeerlijk zijn bij de het vinden van de meest optimale oplossing. De voorgestelde oplossing wordt dan een ‘deciscion support tool’: met transparante, vindbare, actuele en volledige geodata is al snel een rationeel en maatschappelijk verantwoord besluit te nemen. Samengevat: zichtbaar wordt hoe de maatschappelijke kosten zijn te minimaliseren bij optimalisatie van het verglazingsprogramma. Kosten-baten analyse In de bedrijfseconomie zijn verschillende methodes en kengetallen ontwikkeld voor de besluitvorming ten aanzien van investeringen in projecten. Een beperking van de bedrijfseconomische kosten/baten analyse is het gegeven dat geen rekening wordt gehouden met de maatschappelijke voor- en nadelen van een project. Zo kan het aanleggen van een tunnel in plaats van een viaduct leiden tot maatschappelijke baten voor de omwonenden van het betreffende viaduct. Deze omwonenden zullen immers als gevolg van de afgenomen geluids- en visuele hinder een hoger woongenot ondervinden. Ook zal de waarde van het onroerend goed hoger zijn. De maatschappelijke kosten/baten-analyse tracht de bovengenoemde onvolkomendheid van de bedrijfseconomische kosten/batenanalyse te ondervangen, door een gekwantificeerd overzicht te geven van de maatschappelijke voor- en nadelen van alternatieve projecten en beleidsmaatregelen. Dit geschiedt volgens het input/output-principe: alle directe noodzakelijke offers voor het project worden aan de kostenkant in rekening gebracht. Alle positieve gevolgen van het realiseren van een alternatief worden aan de batenkant gezet. Een voorbeeld van het monetariseren van overlast is het toekennen van een schadepost als het gevolg van omrijden door een wegafsluiting. Een simpele rekenregel als: Aantal voer-
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 9
Telecom
inimale maatschappelijke kosten Oplossingen van de zoektocht Het algoritme van Masterglass bestaat op dit moment uit de volgende stappen: • Bepalen waar glasvezel moet komen uit GIS-informatie. We zoeken hier met behulp van gedetailleerde en actuele geografische gegevens naar netwerkoptimalisatie. • Deadlines toewijzen aan de stukken van de netwerkstructuur. Dit geeft aan wanneer een bepaald deel van de structuur operationeel moet zijn. Welke wijk willen we in welk jaar operationeel hebben? • Inventariseren waar slim meegelegd kan worden, gegeven de tijds fasering. Ook hiervoor dient een koppeling gemaakt te worden met gegevens van gemeentes en andere betrokkenen. Belangrijke gegevensbron hierbij vormt het meerjarenonderhoudsplan van de gemeente. Met behulp hiervan kan een wenselijke fasering van de uitvoering worden voorgesteld. • Afhankelijk van het type bestrating (en andere parameters) de kosten berekenen voor slim meeleggen, graven en boren. Ook hiervoor wordt gebruik gemaakt van hoogwaardige geo-informatie zoals een grootschalige basiskaart en hoge resolutie digitale luchtfoto’s van het onderzoeks gebied. • Hier ook de maatschappelijke kosten bij berekenen (afhankelijk van andere kenmerken van wijk/straat). Belangrijke input is hier ook weer GIS-informatie in combinatie met demografische datasets en de beschikbaarheid van goede registraties van bedrijven en gebouwen (authentieke basisregistraties) en hun functionele bestemming. • Op basis van het integrale kostenplaatje een advies geven over de bij voorkeur toe te passen methode (graven/boren) per straat/deel van wijk, via een wiskundig model. Dit advies is gebaseerd op een optimale oplossing die met behulp van parametrisering in een wiskundig model is bepaald.
tuigen per etmaal * gemiddelde omrijdtijd * reistijdwaardering (in euro’s) voldoet hier prima. Als we in dit voorbeeld uitgaan van een buurtweg (circa 2500 voertuigen per etmaal), 10 minuten omrijdtijd en een reistijdwaardering van 15 euro per uur, dan komen we op een kostenpost van 6250 euro per dag. De reistijdwaardering wordt bepaald aan de hand van de verdeling in soorten verkeer, de zogenaamde modalsplit. Verschillende verkeersgroepen hebben ieder een ander prijskaartje. In een voorbeeld-case bij een middelgrote gemeente werd een maximale kostenpost van 50.000 euro per dag behaald bij afsluiting van bepaalde wegen. Op eenzelfde manier kan ook gederfde omzet worden bepaald indien winkels moeilijk of niet bereikbaar zijn gedurende een bepaalde periode.
Effectmaximalisatie Niet op geld waardeerbare effecten spelen bij de besluitvorming echter vaak ook een grote rol. Bij kosten/baten-analyse is het niet altijd mogelijk de verschillende voordelen op een bevredigende, objectieve wijze in geld uit te drukken. Met name de waardering van de effecten die projecten op derden hebben blijft bij de maatschappelijke kosten-baten analyse vaak een lastig te modelleren parameter. De kosten-effectiviteitsanalyse is te gebruiken wanneer de baten van een project niet (eenvoudig) in geld zijn uit te drukken. Het is een evaluatiemethode, waarbij wordt onderzocht met behulp van welk alternatief een gegeven concrete doelstelling zo efficiënt mogelijk is te realiseren (kostenminimalisatie). Hierbij wordt nagegaan hoe met gegeven middelen een concrete doel-
stelling zo optimaal mogelijk kan worden gerealiseerd (effectmaximalisatie). De aandacht wordt uitdrukkelijk geconcentreerd op één bepaalde, zo goed mogelijk te realiseren doelstelling. Het vergelijken van de effecten van de verschillende alternatieven wordt hierdoor uitgesloten. Een andere definitie van kosten-effectiviteitsanalyse sluit nauw aan bij de kosten/baten-analyse in ruime zin. Hierbij worden voordelen zoveel mogelijk gekwantificeerd, maar hier wordt geen poging ondernomen deze onder één noemer te brengen, bijvoorbeeld een ‘consequent prijskaartje’. De nadelen zijn makkelijker onder één noemer te zetten, gezien de mate van kwantificeerbaarheid. Masterplan De maatschappelijke kosten/batenanalyse kan uitsluitsel geven over de wenselijkheid van een bepaald project. Men gaat er dan vanuit dat een project, dat voor de meerderheid van de maatschappij een batig saldo oplevert, moet worden uitgevoerd. De kosten-effectiviteitsanalyse geeft geen uitsluitsel over de wenselijkheid van een project. Het geeft alleen weer welk alternatief de goedkoopste oplossing is voor een maatschappelijk probleem. De bepaling van de relevantie van deze maatschappelijke problemen vormt dus geen onderdeel van deze methode. Het eindresultaat is nu de implementatie van een methode waarmee een masterplan voor glasvezelaanleg kan worden gemaakt. Dit masterplan behelst een gefaseerde aanleg zodanig dat de totale kosten, dus zowel de out-of-pocket kosten, de investeringen, de exploitatiekosten en de maatschappelijke kosten, minimaal zijn, door optimaal gebruik te maken van meelegmogelijkheden of graafloze technieken. Daartoe ontwikkelen we een algoritme dat de netwerkstructuur ontwerpt die voor eenwijk beschrijft waar buizen moeten komen, met een tijdscomponent erbij, en hoeveel capaciteit die moeten April/Mei 2006-3
9
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 10
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 11
Telecom
hebben, in aansluiting bij bestaande glas-infrastructuur. Een eerste stap is het identificeren van mogelijke technieken om de glasvezel in de grond te krijgen. Graafloze technieken Vaak is het traditionele graven de goedkoopste oplossing, tenzij er bijvoorbeeld asfalt gekruist moet worden. Deze techniek levert echter veel overlast. De stoep zal enkele dagen of zelfs weken zijn opengebroken, of bewoners moeten omrijden voor een opengebroken weg. Zeker als het winkelstraten betreft is het duidelijk dat het niet alleen overlast maar ook economische schade oplevert. Als deze kosten worden meegenomen, kan er ook worden gekeken naar technieken die duurder zijn, zoals graafloze technieken als boren of persen. Deze kunnen immers de overlast beperken en zo maatschappelijke kosten verminderen. Als we de tijdshorizon verbreden en niet alleen kijken hoe we zo goedkoop mogelijk de glasinfrastructuur kunnen aanleggen, dan kunnen we kijken of
De aanwezigheid van een goede breedbandige infrastructuur naar huizen, bedrijven en instellingen wordt gezien als een belangrijke randvoorwaarde om innovatie te stimuleren.
we kunnen aansluiten bij andere infrastructurele werken, zoals herbestratingprogramma’s en het aanleggen of vervangen van andere infrastructurele bouwwerken. Deze methode kan goedkoper zijn in kosten en tevens overlast voor de maatschappij en zo maatschappelijke kosten besparen.
Frank Phillipson is consultant bij TNO Informatie- en Communicatietechnologie. Roelof Keppel is adviseur geo informatie bij Grontmij. Meer informatie over de in dit artikel besproken onderwerpen vindt u op www.tno.nl/ict en www.geoinformatie.grontmij.nl.
April/Mei 2006-3
11
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 12
Telecom
Van wegbeheer tot multimodaal reisplanner
A c t u e l e i n fo r m a t i e i s e s s e n t i e e l , g p Door: Remco Takken
“Wat zou het toch mooi zijn als je routeplanner raad weet met wegwerkzaamheden, en dat je meteen vanaf de kaart even belt naar het bedrijf waar je heen wilt,” zegt Fred Jonkman, een van de bedenkers van FalkMobile. Telefoonboek,OV-informatie, stratenboek, reisafstanden en routeplanner zijn binnen handbereik. “Het is een multimodale reisplanner.”
Fred Jonkman over Falkmobile: “Bijna alle mensen hebben tegenwoordig een mobiele telefoon op zak. Dat is potentieel een gigantisch publicatieplatform.”
Falkplan-Andes begon ongeveer drie jaar geleden met de ontwikkeling van iFalk Local Traffic Control (LTC), waarmee wegbeheerders direct in de database van Falkplan Andes hun wegwerkzaamheden en andere actuele bijzonderheden kunnen invoeren. De routeplanners die Falkplan-Andes produceert, waaronder de ANWB routeplanner, rekenen automatisch met deze belemmeringen en presenteren een route met een door de wegbeheerder ingevoerde alternatieve route. FalkMobile is naast de routeplanners in feite een tweede publicatieplatform, toegespitst op de individuele reiziger met een mobiele telefoon. “Zoals het gaat met de meeste nieuwe ideeën, begint het met een simpele 12
April/Mei 2006-3
vraag. Wat zou het toch mooi zijn als... je routekaart of planner raad weet met wegwerkzaamheden en andere bijzonderheden,” aldus Jonkman, business unit manager mobile bij Falkplan-Andes. Dat nieuwe idee groeide uit tot een multimodale reisplanner die kaart, OV-informatie, adressenbestanden en telefoonnummers met elkaar koppelt op een gewone mobiele telefoon. “Gps of geen gps, dat maakt eigenlijk niet zo veel uit,” beweert Jonkman, “rond juni komen we met de gps-variant, maar dat is op zich geen must voor de gebruiker. Waar het om gaat is in feite het Location Based Service (LBS)-principe: ik ben ergens, ik ben er niet bekend, maar ik heb wel informatie nodig.”
Verkeersbeheer Gps-navigatiesystemen schrijven vaak niet de routes voor die wegbeheerders beogen. Jonkman: ‘Met de gemeenteapplicatie LTC en de publicatie in onze routeplanners krijgt de wegbeheerder de regie over de weg weer terug. Wij willen de distributie van dagverse verkeersinformatie doortrekken via mobiele telefoons en navigatiesystemen. We zien allemaal dat gebruikers van gps-navigatie blindelings hun systemen volgen, met alle risico van dien. Alle inspanningen op het gebied van bebording en bewijzering hebben veel geld gekost, maar als een automobilist op een ‘decision point’ staat tijdens zijn reis, dan volgt hij in veel gevallen het advies van zijn routeplanner-uitdraai of het navigatiesysteem. Dat is ergens ook wel logisch, de gps-gebruiker weet al dat de file-informatie op het hoofdwegennet van sommige navigatiesystemen beter is dan die van de radio. De stem in het dashboard of de uitdraai naast hem op de stoel geeft hem ook nog eens de ‘zekerheid’ dat hij bij het exacte adres komt. Een omleiding met tijdelijke wegbewijzering ziet de automobilist gewoonlijk als een melding van invloed op andere eindbestemmingen, maar niet voor die van hem. Zo rijdt de automobilist regelmatig met open ogen de file in, of stuit op een afgezet gebied.” De data is in principe eenvoudig in te lezen in de meeste navigatiesystemen, zoals dat nu ook al het geval is met de TMC file-informatie. Op dit moment bezit ongeveer tien procent van de autobezitters een navigatiesysteem, dus het hierboven geschetste effect moet niet worden overschat. Jonkman reageert: “toch is het een grote groep, waarvan wegbeheerders graag zien dat ze een andere route nemen.” Koppeling op gsm-telefoon Een grotere groep potentiële gebruikers heeft geen gps-navigatie systeem aan boord. Veel automobilisten plannen hun route met behulp van internet. De internetkaartjes die zij uitprinten maken gebruik van dezelfde algorit-
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 13
, g p s - n av i g a t i e m i n d e r tieel een gigantisch publicatieplatform.” Wat heeft Falkplan-Andes gemaakt? “In feite is het een mobiel internetversie van een ‘gewone’ digitale Falkplan-kaart, met daaraan toegevoegd een routeplanner, de dienstregelingen van het openbaar vervoer in Nederland en het telefoonboek. De geplande routes zijn geldig voor de voetganger, fietser, automobilist of bus- en treinreiziger.” De samenwerking met De Telefoongids BV en de REISinformatiegroep (9292OV) geeft FalkActuele Falkplan-Andesdata die de internetrouteplanners Mobile zijn ‘multimodale’ bevoorraadt, kan met FalkMobile worden gepresenteerd op tintje. Jonkman heeft tachtig procent van de huidige mobiele telefoons. grootse plannen: "Ik wil FalkMobile zo laagdremmes als die in de navigatiesystemen. pelig mogelijk in de markt zetten. De Het enige verschil is dat er in dit geval prijsgedachte moet vergelijkbaar zijn geen gebruik wordt gemaakt van gps. met een massaproduct als het Shell Ongeveer tweehonderd gemeenten Stratenboek, waarbij we voor kleine voeren nu hun wegwerkzaamheden en gebruikers denken aan een nog goedbijbehorende omleidingen in de koop 'pay per use' systeem." Falkplan-Andes-database. Jonkman Een extra toegevoegde waarde van vult aan: “Onze actuele data die de in- FalkMobile is de mogelijkheid van de ternetrouteplanners bevoorraadt. kan gebruiker om zelf te overwegen welk met FalkMobile nu ook worden gepre- vervoermiddel hij zal nemen. De reële senteerd op tachtig procent van de hui- reiskosten van autorijden liggen dige mobiele telefoons die de mensen meestal hoger dan verwacht, omdat nu in de zak hebben.” geen rekening wordt gehouden met parkeerkosten. Jonkman blikt in de Markt voor reisinformatie toekomst als hij zegt: "Op termijn wilMet FalkMobile mikt Falkplan Andes len we er meer elementen bij betrekop de consument die goed geïnfor- ken. Een partij als Q-park kan precies meerd en comfortabel wil reizen. aangeven waar de parkeerplaatsen vrij Jonkman zegt: “de markt voor reisin- zijn, maar kan ook een steentje bijdraformatie is veel groter dan de automo- gen aan een kostenberekening voor de bilist met een navigatiesysteem in zijn reiziger." dashboard. Als je beseft dat niet alleen automobilisten behoefte hebben aan goede reisinformatie, maar ook fietsers, voetgangers, bus- en treinreizigers, dan kom je vanzelf los van het Remco Takken (
[email protected]) ‘sec’ gps-navigatie-denken. De vol- is eindredacteur van GIS-Magazine. gende stap is dan het besef dat bijna al- Meer informatie over de in dit artikel le mensen tegenwoordig een mobiele besproken onderwerpen vindt u op telefoon op zak hebben. Dat is poten- www.falk.nl.
Wat hebben Smallworld ESRI en Oracle Gemeenschappelijk?
De Geo-consultants van Realworld
Realworld OO Systems Venusstraat 17 4105 JH Culemborg 0345 614406 www.realworldwide.com
Geografische systemen
April/Mei 2006-3
13
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 14
Schuif met de muis. Beweeg de weg. Autodesk Civil 3 D.
Idee: Complexe taken sneller uitvoeren, de nauwkeurigheid vergroten en alle aspecten van het infrastructurele ontwerpproces stroomlijnen.
Werkelijkheid: Autodesk® Civil 3DTM 2006, onze snelste, meest innovatieve software, helpt u bij het verwezenlijken van uw infrastructurele projecten. Het biedt de kracht en flexibiliteit die u nodig heeft om de situatie te analyseren, ontwerpvarianten te maken en te evalueren, en complete plannen te ontwikkelen. Dit alles op basis van een dynamisch 3D engineeringmodel dat onmiddellijk reageert op elke wijziging. Met de muis heeft u de touwtjes in handen. Het verplaatsen van een weg is even gemakkelijk als het aanpassen van een detail. Met Autodesk Civil 3D kunt u uw vooruitstrevende ideeën sneller en beter realiseren. Voor meer informatie gaat u naar www.autodesk.nl/civil3D. Autodesk en Civil 3D zijn (geregistreerde) handelsmerken van Autodesk, Inc., in de Verenigde Staten en / of andere landen. Alle andere merknamen, productnamen en handelsmerken zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaars. © 2006 Autodesk, Inc. Alle rechten voorbehouden.
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 15
Column
De toekomst ziet er mooi uit. Geo-ICT in 2020 In het tijdschrift Geo-Info schreef Michel Grothe de afgelopen maand zijn eerste column. Ik ken Michel al een hele tijd, nog uit onze CMG-tijd. We hebben toen veel gesprekken gevoerd over de mogelijke en onmogelijke toepassingen van GIS en geo-ICT. Vaak zaten we op één lijn. Ik was dan ook aangenaam verrast over de titel van zijn column: ‘Locatiebewustzijn 2020’. Ook ik zat met het idee in mijn hoofd om te schetsen welke mooie, innovatieve geo- of locatiegerelateerde zaken op ons af zullen komen en hoe deze toepassingen over een aantal jaar geïntegreerd zullen zijn in onze dagelijkse werkzaamheden. Waarschijnlijk zal de technologie door veel mensen deze niet meer herkend worden als zijnde een geo-ICT toepassing. De vraag voor de experts zal zijn wat de afbakening is van geo-ICT en of er nog wel een scheidslijn is tussen geo-ICT en andere ICT.
’s Ochtends beneden gekomen voor het ontbijt is mijn table-board, een ingebouwd display op tafel, al opgestart. De table-board werkt op handbediening. Ook schrijven met een speciale pen is mogelijk op basis van Microsoft INK technologie. Ik switch van de Game-mode (hebben ze gisteravond alwéér zitten gamen!) naar de work-mode. Ik roep de aan mij toegewezen ‘Call’ op. De kaart van het gasstation dat ik moet inspecteren verschijnt. Als ondergrond zijn alle authentieke basisregistraties beschikbaar. De discipline-specifieke informatie van mijn bedrijf is er overheen geprojecteerd. Door met mijn handen over de kaart te schuiven zoom ik in op het station en worden de assets getoond. Van de aangewezen assets vraag ik op welke storingen er de laatste twee jaar zijn opgetreden, wie er voor het laatst onderhoud heeft gepleegd en wat er toen is uitgevoerd. Voor de zekerheid check ik ook even de financiële situatie van de assets. Alles is vanzelfsprekend geïntegreerd beschikbaar. Ik zoom uit op de route en laat via het Mobile Traffic System de doorstroming op de wegen naar het station zien. De snelste route wordt geselecteerd en verzonden naar het navigatiesysteem in mijn auto. Als ik in mijn auto stap is mijn Personal Navigation Assistant al opgestart. Dit zelflerende navigatiesysteem interpreteert de historische
ritgegevens en combineert deze met mijn persoonlijke voorkeuren en externe factoren zoals tijdstip en weersomstandigheden. Tegenwoordig, in 2020, kom ik op tijd aan. Sinds Galileo volledig is opgeleverd zijn de systemen ook nog eens sneller, betrouwbaarder en nauwkeuriger geworden. Onderweg wordt automatisch een bericht verstuurd naar het station hoe laat ik arriveer. Op locatie aangekomen pak ik mijn digipaper uit mijn binnenzak en klap het open. Opgevouwen is dit niet groter dan zo’n klassieke pda met traditionele GIS-toepassingen, zoals je die jaren geleden nog vaak tegenkwam. Via de nieuwste generatie umts komt het kaartmateriaal razendsnel binnen en wanneer nodig alle overige informatie over de assets. Ik zie dat een bepaald gegeven op de kaart niet duidelijk is en geef dit aan op mijn digipaper. Ik spreek een tekst in over de wijzig ingen die ik heb aangebracht. De gegevens samen met mijn positie en tijdstip worden direct verzonden en gecontroleerd geregistreerd in de Integrated Asset Information Database op de back-office.
Henk Cornelissen (
[email protected]) Principal Consultant Geo-ICT LogicaCMG
positie projecteer ik de kabels en leidingen van de andere kabel- en leidingbeheerders op deze locatie. Ik zie ook dat de aannemer werkt scan-apparatuur, waarmee hij op een display de werkelijke 3-D weergave ziet. Dit systeem werkt zo goed als foutloos en heeft het veilig graven een enorme impuls gegeven. Voordat ik naar huis ga heb ik nog een afspraak bij de DNA databank. De DNA-profielen van alle EU-inwoners liggen daar driedimensionaal opgeslagen in Oracle Spatial. Het klinkt raar, maar bij het opzetten van deze architectuur en toepassing is druk gebruik gemaakt van GISspecialisten. Een geografische informatie databank waarbij de geografie beperkt is tot het menselijke lichaam. Er valt gelukkig nog genoeg te doen voor ons geo-ICTspecialisten.
’s Middags moet ik een graafwerkzaamheid controleren. Een aannemer gooit een kruispunt open dat zal worden veranderd in een rotonde. Op mijn digipaper roep ik de 3D-weergave op uit de Back-Office Asset registratie. Aan de hand van mijn
April/Mei 2006-3
15
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 16
Telecom
Geografische data voor aanbieders van mobiele telefonie
Behulpzame GIS-systemen in de te Door: Erik Vriend
Mobiele telefoongebruikers zijn kritisch. Overdag wil men een perfecte ontvangst tegen geringe kosten, eenmaal thuis gekomen wil niemand een gsm- of umts-mast voor de deur. Zie hier de uitdaging voor de aanbieders van mobiele telefonie in Nederland: hoe een optimale service verlenen tegen minimale kosten en overlast? GIS-systemen bieden uitkomst. Met geavanceerde geografische data worden dagelijks analyses uitgevoerd.
In het onbewoonde duingebied boven Scheveningen is goed te zien dat de ontvangst van gsm-signaal afneemt naarmate het aantal gsm-masten beperkter is. (bron: www.T-Mobile.nl)
De aanbieders van mobiele telefonie brengen allereerst de klanten en eigen installaties in kaart. De exacte woonplaats van de abonnee is slechts gedeeltelijk van belang. Mobiele telefoons worden juist elders gebruikt: nabij scholen, stations, kantoren en uitgaansgelegenheden. Het is echter goed mogelijk om per gesprek vast te leggen waar de beller zich (ongeveer) bevindt en hoe lang een gesprek duurt. Deze locaties kunnen worden getoond op een kaart. Tezamen met het overzicht van eigen installaties wordt zo een eerste inschatting gemaakt waar capaciteit nodig is.
16
April/Mei 2006-3
Metingen en analyses Verfijningen zijn uiteraard mogelijk. Onder het motto ‘meten is weten’ laten de aanbieders de technische kwaliteit van hun netwerken controleren. Deze metingen worden met behulp van mobiele testapparatuur getoond op kaarten. Daarnaast is het mogelijk om software-pakketten toe te passen die het zend/ontvangstproces simuleren. Hiervoor is het nodig om beschikking te hebben over de bebouwing van Nederland in 3D. De administratiesystemen van de aanbieders van mobiele diensten herbergen een schat aan informatie. Door per wijk de gevraagde en de beschikbare capaciteit per maand te volgen
kan men uitspraken doen over toekomstige ontwikkelingen, met name waar extra capaciteit nodig zal zijn. Om echter te kunnen vaststellen hoe de extra capaciteit ingebracht kan worden zijn gedetailleerde straat- en objectdata nodig, eventueel in combinatie met luchtfoto's. Zuiver pro-actief handelen is uiteraard ook mogelijk. Bouwplannen sturen immers voor een deel de vraag naar telefoondiensten. De aanwezigheid van nieuwe stations, woon- en kantoorwijken maken het aannemelijk dat extra capaciteit nodig zal zijn. Telecombedrijven maken gebruik van bestanden met huidige en toekomstige bevolkingsdichtheid en -samenstelling voor het optimaliseren van de technische planning en marketingactiviteiten. Een voortdurende inschatting Elk netwerk heeft een beperkte capaciteit, terwijl de vraag en de aard van het telefoonverkeer in rap tempo verandert. Zo is er een snelle toename in de vraag naar data-gerelateerde diensten. Concreet betekent dit dat de aanbieders de netwerken moeten vernieuwen en uitbreiden, nog afgezien van de toename in het aantal belminuten. Een voortdurende inschatting van de vraag en het aanbieden van redundantie (overbodige capaciteit) is nodig om een betrouwbaar datanetwerk te kunnen garanderen. Om te begrijpen hoe GIS-systemen de aanbieders behulpzaam kunnen zijn, is het goed om de dilemma's te schetsen waarmee men wordt geconfronteerd bij netwerkbeheer en de optimalisatie van de plaatsing van zend- en ontvangstapparatuur. Antennes en de bijbehorende apparatuur (Base Tranceiver Stations) zijn duur in aanschaf en beheer, dus men wil zeker geen onnodige apparatuur plaatsen. Te weinig BTS’en resulteren in gaten in het ontvangst en dit is slecht voor de reputatie van het bedrijf. Op dit moment staan er ongeveer 16.000 gsm-installaties in Nederland
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 17
Telecom
e telecombranche Vaak is een technisch optimale locatie niet een geschikte locatie en moeten de aanbieders rekening houden met allerlei beperkingen, zoals het niet verkrijgen van toestemming voor plaatsing, of een ongeschikte ondergrond. Het visualiseren in 3D kan daarbij een goed hulpmiddel zijn om snel scenario’s te kunnen evalueren.
Geografische data (DTM, DSM, locaties en overige vector data en luchtfoto).
verdeeld over de verschillende aanbieders van mobiele telefoondiensten KPN/Telfort, Vodafone, T-Mobile en Orange. Elk bedrijf heeft de beschikking over toegepaste GIS-software voor RF (Radio Frequency) planning. Hiermee is het mogelijk om voor mobiele telefoons de zend- en ontvangstkant te simuleren op basis van een beschrijving van Nederland. Men kiest hierbij meestal voor een grid-representatie. Voor een grid-cel wordt de bebouwingshoogte en de hoogte van het maaiveld ten opzichte van NAP beschreven. Een grid-cel kan een gebiedje beslaan van bijvoorbeeld vijf bij vijf meter. Het maaiveld wordt in dit verband vaak aangeduid met de term Digital Terrain Model (DTM). De inrichting van een gebied, dus de gebouwen, kassen, vegetatie en industrie krijgt de term Digital Surface Model mee.
Digital Surface Model en luchtfoto’s Vlaardingen. Eurosense
Soort installaties Een aantal aanbieders introduceert momenteel derde-generatie (3G) technologie om de beperkingen van het traditionele gsm-netwerk te ondervangen. Het simpel bijplaatsen van umts-apparatuur op de huidige zend/ontvangstations is niet altijd toereikend om een netwerk uit te rollen
Naarmate de bebouwingsdichtheid en hoogte toenemen zullen er meer antennes nodig zijn. De betrokken engineers hebben een speciale interesse voor grote metalen constructies (denk aan olie-installaties in de haven van Rotterdam) omdat dit effect heeft op het zend/ontvangstsignaal. De meest optimale locaties worden zodoende bepaald op basis van het hoogte- en bebouwingsprofiel van Clutter data (overgangen in het terrein of in de Nederland. De grotere bebouwing) uitgevoerd als vector data. Eurosense telecombedrijven hebben een landelijk dekkend Digital met een hoge capaciteit. Terrain Model en Digital Surface Dit heeft te maken met het feit dat er Model om de optimalisatieberekenin- hogere frequentiebanden en lagere gen te kunnen uitvoeren. Hierbij geeft vermogens worden gebruikt en de de combinatie van het DTM en het umts-signalen gedragen zich anders DSM meer informatie dan het dan de gsm-signalen in de bebouwde Algemene Hoogtemodel Nederland omgeving. Het Ministerie van (AHN). AHN schiet soms ook tekort Economische Zaken schat dat er in de qua nauwkeurigheid in de bebouwde nabije toekomst tienduizend umts-antennes nodig zijn. Voorlopig zijn de omgeving. telecom GIS-medewerkers dus nog Inpassing van de apparatuur in de druk in de weer. omgeving Recent kwamen bewoners in opstand tegen de (vermeende) schadelijke effecten van met name umts-zendappa- Erik Vriend is senior GIS-consultant bij ratuur. In de gemeente Barendrecht iDelft. Verdere informatie over de in dit werd zelfs de plaatsing van een mast artikel besproken onderwerpen kunt u midden in een woonwijk afgelast. vinden op: www.idelft.nl/telecom. April/Mei 2006-3
17
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 18
voor data-inwinning, plaatsbepaling en GIS-oplossingen
Telecom
...de juiste richting
De i-Kids telefoon voor plaatsbepaling van je kind
De i-Kidstelefoon bepaalt tot binnen vijf meter nauwkeurig de locatie van een kind.
GEOMETIUS
SURVEYING & GIS SOLUTIONS
Maatschapslaan 33 2404 CL Alphen aan den Rijn (NL) T: +31(0)172 469 610 F: +31(0)172 469 620 E:
[email protected] www.geometius.nl
i-Kids is een speciaal voor kinderen ontworpen telefoon die er op basis van gsm- en gps- technologie voor zorgt dat ouders altijd weten waar hun kind is. Via vier snelkeuzetoetsen kan uitsluitend worden gebeld naar de voorgeprogrammeerde telefoonnummers. Deze zijn door de ouders in te stellen via Internet, i-mode of sms. Met i-Kids kunnen kinderen hun ouders bellen en vice versa. Het is mogelijk om via sms, Internet of een i-mode toestel te bepalen waar het kind zich op dat moment bevindt, tot binnen vijf meter nauwkeurig. Bovendien kan een veilig gebied worden ingesteld, waarbij te denken valt aan de omgeving rond school, huis en plekken in de buurt. Wanneer het kind zo’n gebied verlaat, krijgt de ouder een waarschuwing via sms. Als de telefoon uit staat, blijft het gps-signaal actief.Optioneel is de ‘Mobile Route’-functie. Hiermee is het mogelijk de positie van de telefoon iedere tien minuten vast te leggen in een logboek, en terug te zien met behulp van een kaart op straatniveau.i-Kids is gebaseerd op een bestaand product dat door de Zuid Koreaanse multinational SK Telecom werd ontwikkeld. Dat product is sinds de zomer van 2004 te koop in Korea. SF Alert heeft het product nu doorontwikkeld voor de Europese markt en het is sinds oktober 2005 in Nederland verkrijgkbaar via KPN. www.sfalert.com
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 19
Trainingswijzer Bedrijf/trainingsinstituut:
Bedrijf/trainingsinstituut:
Autodesk MAP MapInfo Professional NedView-applicaties en -koppelingen
NedGeodataManager NedGeodataWarehouse NedBrowser
ESRI ArcFM UT, Network Engineer of Smallworld PNI?
Geïnteresseerd?
www.msc-gima.nl
Bel dan: 076-5722966 Minervum 7491, 4817 ZP Breda GeoMETIUS bv geeft op reguliere basis diverse trainingen en workshops in het trainingscentrum in Alphen a/d Rijn.
[email protected]
Specifieke kenmerken • Voor studenten èn werkenden uit binnen- en buitenland • Voltijds en deeltijd programma • Blended learning = contactonderwijs + afstandsonderwijs • Modules + stage + thesis • Opleiding tot geo-informatie-manager en –specialist
De trainingen die ondermeer gegeven worden zijn: • • • • •
GPS-training RTK meten GPS-training Post Processed meten GPS-training ESRI-Arcpad GPS-introductiecursus (Geodesie & GIS) Diverse opfriscursussen
Al onze trainingen kunnen volledig op maat en behoefte worden samengesteld zodat een ieder zijn doelstelling(en) hierin zal kunnen behalen.
Intergraph Security, Government & Infrastructure – Leren, Bereiken en Groeien Intergraph biedt verschillende cursussen en workshops voor Geospatial toepassingen. Het doel van onze opleidingen is een succesvolle en effectieve implementatie en toepassing van onze producten. Deze omvatten praktisch cursusmateriaal en begrijpelijke documentatie. Onze opleidingen: GeoMedia-GeoMedia Professional-GeoMedia WebMap-GeoMedia voor Developers-GeoMedia Grid-Oracle Spatial-IntelliWhere OnDemand-Plotten met GeoMedia-G/Technologie.
www.intergraph.com
www.infotech-europe.nl of .be
Telefoon cursussen 0347 - 329 625 Telefoon algemeen 0347 - 329 600 E-mail
[email protected] contactpersoon: mevrouw K. van ‘t Reve
Master of Science GIMA In de masteropleiding GIMA worden aangeboden: • kennis van en vaardigheden in geo-informatiemanagement: ‘hoe geo-informatie projecten of organisaties te managen’ • kennis van en vaardigheden in geo-informatietoepassingen: ‘waar kan geo-informatie worden toegepast’ • technologische en methodologische geo-informatievaardigheden: ‘hoe geo-informatie toepassen’
www.deco.nl
GIS Trainingen:
Voor meer informatie: Intergraph Benelux B.V., Siriusdreef 2, 2132 WT Hoofddorp Tel: 023-5666616 of e-mail:
[email protected]. Educating GIS Professionals Worldwide Postgraduate Certificate, Diploma and Please visit our website: MSc Programme by distance learning providing students with the knowledge and skills necessary to translate management and scientific problems into GIS. For more information please contact us:
www.unigis.nl
www.unigis.nl
www.nedgraphics.nl
NedGraphics CAD/GIS Ir. D.S. Tuynmanweg 10 4131 PN Vianen
UNIGIS Amsterdam - Vrije Universiteit (020-598 6099 or :
[email protected]
Voor meer info bel naar 0172-469610 of mail naar
[email protected]
Pythagoras GIS+CAD Pythagoras GIS+CAD van ADW Software is, wat betreft de grafische interface, gebaseerd op het landmeetkundig en civiel technisch programma Pythagoras, en is bestemd voor de implementatie van GIS. Het programma is ontwikkeld voor gemeenten, kadaster, nutsbedrijven, ruimtelijke ordening en voor wetenschappelijk onderzoek met als doel de analyse en het in kaart brengen van ruimtelijke informatie. Pythagoras GIS+CAD beperkt zich niet tot geografische analyse. Binnen eenzelfde omgeving is het volledige proces tebeheren van het aanmaken en bijhouden van grafische informatie, consultatie en bijhouden van ruimtelijke informatie, analyse van de ruimtelijke informatie en rapportering
en cartografische weergave van de analyse. Eigen lijnstijlen, symbolen, arceringen laten toe thematiek duidelijk weer te geven. Verschillende thematische kaarten kunnen gecombineerd worden om een visuele analyse te vergemakkelijken. Uniek in Pythagoras GIS+ CAD zijn de zoekmogelijkheden waarin binnen één expressie zowel gegevens uit een databank als grafische kenmerken kunnen gecombineerd worden. De grafische weergave van de mate van afwijking van een oppervlakte in de tekening en de oppervlakte in de databank kunnen o.a. voor kadastrale toepassingen zeer nuttig zijn. Voor de doorsneegebruiker zijn de ingebouwde functies zoeken, aanmaken
van rapporten en mail merge (het gebruik van standaardbrieven) voldoende intuïtief om ze op een productieve wijze te gebruiken en is maatwerk overbodig. Eigen formulieren, toegangsrechten op de interne of externe database, toegang tot externe databases via ODBC, rapportering, mail merge, automatische, eventueel real-time inwinnen van data, zijn enkele andere mogelijkheden. Pythagoras GIS+CAD wordt voorgesteld tijdens een roadshow op de volgende locaties : 16 mei, Gent (B), 19 mei, Meise (B), 23 mei, Mechelen (B), 30 mei, Made (NL), 1 juni, Heusden-Zolder (B), 8 juni, Utrecht (NL). www.pythagoras.net
Maart 2006-2
19
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 20
Telecom
Efficiënt ontwerpen met InfraCAD
G e s t u u r d e b o r i n g e n v o o r k o m e n ov Door: Remco Takken
Wanneer je het over telecom hebt, denk je niet direct aan gestuurde boringen. Toch zijn aanleg van telecomroutes en gestuurde boringen onlosmakelijk met elkaar verbonden. InfraCAD is een product voor parametrisch ontwerp dat het traject ondersteunt van ontwerp tot oplevering.
InfraCAD genereert een compleet maatvoeringraster met één druk op de knop
De opdracht: het aanleggen van een glasvezelverbinding tussen Amsterdam en Oss… een route van meer dan 100 kilometer. Een route met vele uitdagingen en obstakels. Een route waarin je als ontwerper meerdere malen voor de keuze komt te staan “gaan we er omheen of er onder door?” De keuze is niet altijd even eenvoudig. Zolang het tracé in de berm blijft lopen, is het graven van de geul eenvoudig. Ook het oversteken van een met klinkers bestrate dorpsweg in een dorpje aan de Maas zal niet veel problemen opleveren. Maar de A2 stilleggen omdat er een sleuf gezaagd moet worden ten behoeve van onze telecomroute is echt geen optie. De ontwerper staat voor een dilemma. Er omheen betekent meer (kilo)meters graafwerk, meer materiaal en meer grondeigenaren met bijkomende vergunningsproblemen. In een dergelijke situatie wordt steeds meer gebruik gemaakt van gestuurd boren. Deze techniek, officieel Horizontal Directional Drilling (HDD) genoemd, heeft de laatste tien jaar een flinke opmars heeft gemaakt. Het is goed mogelijk dat er in een dergelijk tracé zo’n twintig gestuurde 20
April/Mei 2006-3
boringen nodig zijn. Er zijn een aantal rivieren zoals de Lek, de Waal en de Maas, een aantal rijks- en spoorwegen kruisen. Het geeft aan hoe telecomroutes en gestuurde boringen met elkaar verbonden zijn. De techniek Bij gestuurd boren wordt een ondergrondse verbinding gemaakt zonder te graven. Met behulp van een geavanceerde boormachine wordt een gat geboord waardoor een boorgang ontstaat. Omdat de boorkop bestuurd kan worden vanaf de machine, kan deze boorgang nauwkeurig volgens een geplande ondergrondse route worden aangelegd. Deze eerste stap in het boorproces wordt de pilot-boring genoemd. Zodra de boorkop aan de andere kant ‘boven’ komt, wordt er een buis, een dikke zwarte slang op een haspel, aan vastgekoppeld en wordt deze door de boorgang teruggetrokken tot aan de boormachine (stap 2). Deze buis wordt later gebruikt om de telecomkabels doorheen te trekken tijdens de aanleg van de route. Met deze techniek kunnen boringen van honderden meters gemaakt worden, zonder dat er boven de grond ook maar iets van te merken is.
InfraCAD InfraCAD is een op AutoCAD gebaseerde applicatie voor de wereld van kabels en leidingen en biedt oplossingen gericht op de aanleg- of projectfase. Tot op heden is deze branche weinig gestandaardiseerd qua tekennormen voor aanleg en oplevering. Opdrachtgevers hanteren eigen richtlijnen, wat veel extra werk oplevert voor aannemers bij het vervaardigen van revisietekeningen. CAD Accent, Autodesk Value Added Reseller en gespecialiseerd in ondergrondse infrastructuren heeft in samenwerking met Van de Beek Gestuurd Boren InfraCADHDD ontwikkeld. InfraCAD wordt ontwikkeld voor ingenieursbureaus, aannemers en nutsbedrijven en CAD Accent heeft de ambitie om met deze nieuwe oplossing dit tot op heden weinig gestandaardiseerde marktsegment te gaan bedienen. Het ontwerp Voor het ontwerp, de uitvoering en de oplevering inclusief een As-built tekening is dit jaar een nieuw Nederlands product verschenen: InfraCAD. De
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 21
Telecom
e n ov e r l a s t
Boorproces stap 1, de pilotboring
modules HDD-Ontwerp en HDDUitvoering ondersteunen het gehele project van ontwerp tot en met oplevering. Het maken van een ontwerptekening is een lastige en tijdrovende klus. Er dient rekening gehouden te worden met een groot aantal factoren. De topografische situatie en het dwarsprofiel worden gekoppeld waardoor intrede – en uittredepunt altijd op een correcte positie worden gepresenteerd. Vervolgens kan de gewenste horizontale afwijking worden aangegeven door het plaatsen van één of meerdere constructiepunten. InfraCAD berekent op basis van deze input de meest optimale horizontale sturing. In het dwarsprofiel wordt middels een combinatie van parameters en constructiepunten de optimale verticale sturing berekend. Tenslotte wordt op basis van de berekende horizontale – en verticale sturing een realistische 3-dimensionale boorlijn gegenereerd. Dit levert tijdens de uitvoering grote voordelen op omdat met behulp van de 3D coördinaten de boring zeer nauwkeurig aangelegd kan worden. Direct na het genereren van de 3D boorlijn worden relevante gegevens
zoals gronddekking, lengtes en radii gerapporteerd ten behoeve van sterkteberekeningen. Eventuele wijzigingen van het ontwerp zijn snel en eenvoudig door te voeren; een groot voordeel van parametrisch ontwerpen. Wanneer het ontwerp goed bevonden is, dient dit voorzien te worden van maatvoering. Voorheen een enorm tijdrovende klus, omdat een compleet raster opgezet moest worden met dieptes, afstanden en NAP-hoogtes. InfraCAD stelt de engineer in staat om met één druk op de knop de boring volledig automatisch voorzien van een compleet maatvoeringraster. Hiermee is de ontwerptekening gereed en kan gebruikt worden voor het aanvragen van een vergunning.
De uitvoering Wanneer op basis van deze ontwerptekening een vergunning verleend is, kan de boring gemaakt worden. Het doel is uiteraard om de boring exact volgens tekening te maken, iets wat niet eenvoudig is omdat niet direct zichtbaar is wat er onder de grond gebeurt. Met de module InfraCAD HDDUitvoering is de aannemer in staat om de tekening te exporteren naar een coördinatenbestand, waarbij rekening gehouden wordt met de opstelling van de boormachine. Dit coördinatenbestand kan ingelezen worden in de boormachine en/of bijbehorende meetsystemen zoals een Steering-Tool of Gyroscoop. Dit zijn nieuwe technieken waarmee op elk moment nauwkeurig de Boorproces stap 2, trekken van de productpijp
positie van de boorkop bepaald kan worden. De geplande boring wordt als het ware ‘geprogrammeerd’ en door de positie van de boorkop tijdens de uitvoering te monitoren kan de boring nauwkeurig volgens plan aangelegd worden. Naast een dergelijke digitale export is vanuit de tekening ook een boorrapport met geplande boorhoeken, afstanden en dieptes te genereren. Hierop kan de boormeester relevante uitvoeringsgegevens vastleggen, een uitvoeringseis van Rijkswaterstaat. De oplevering Tijdens de aanleg zijn uitvoeringsgegevens op twee verschillende manieren vastgelegd; digitaal in het meetsysteem en analoog op het boorrapport. InfraCAD biedt de mogelijkheid om digitale gegevens te importeren en analoge gegevens in te voeren in een tabel. Beide uitvoeringsgegevens worden geautomatiseerd verwerkt naar een As-built tekening. De As-built boring kan dan eenvoudig vergeleken worden met de geplande boring door beide boringen over elkaar te presenteren. Hierdoor kunnen eventuele afwijkingen vastgesteld en beoordeeld worden. Bijvoorbeeld een slingering in de asbuilt boring die ontstaan is door een te sterke correctie na afketsen van de boorkop. Door een dergelijke situatie achteraf te beoordelen ontstaat een leercurve waardoor de boormeester een volgende keer minder sterk zal corrigeren… Tenslotte kan de as-built tekening weer automatisch worden voorzien van een maatvoeringraster waarmee de tekening gereed is om op te leveren.
Remco Takken (
[email protected]) is eindredacteur van GIS-Magazine. Meer informatie kunt u vinden op www.infracad.nl. April/Mei 2006-3
21
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 22
Telecom
Veranderende markten: parallellen in telecommunicatie en GIS
Wa a r b e g i n t d e e n e t e c h n o l o g i e e n Door: John Renard en Jan de Leeuw
Bij British Telecom (BT) in Engeland, maken de binnenlandse retailverkopen nog slechts 27 procent van de omzet uit. Neem hierbij het gegeven dat de meeste van dit soort vroegere overheidsorganisaties nu moeten concurreren en vergeleken worden met de grootste en meest succesvolle bedrijven van de wereld. Dan komt het niet als verrassing dat juist deze bedrijven nu hard moeten nadenken over hun toekomstige business-model.
GIS wordt steeds meer een integraal onderdeel van een groter ICT-plan.
‘V
aste’ telecommunicatie-leveranciers waren gewend het merendeel van hun omzet en winst te halen uit spraak- en datagesprekken naar zakelijke en particuliere klanten. Elke nationale aanbieder had een virtueel monopolie, dankzij hun ‘last mile’aansluiting naar bijna ieder gebouw. Deze analoge netwerken zijn in de afgelopen jaren succesvol opgewaardeerd en ontwikkeld door nieuwe infrastructuren en verbeterde technieken zoals glasvezel en DSL-techniek. Echter, de afzetmarkt voor telecommunicatie diensten is zelfs nog sneller veranderd. Het nettoresultaat van al deze veranderingen is dat veel van de ‘traditionele’ vaste telecommunicatie-aanbieders zich in de situatie bevinden waarin hun oorspronkelijke inkom22
April/Mei 2006-3
sten in snel tempo een veel kleiner deel van hun omzet uitmaken. Neem bijvoorbeeld British Telecom (BT) in Engeland, waar de binnenlandse retailverkopen nog slechts 27 procent van de omzet uitmaken. En neem hierbij het gegeven dat de meeste van deze vroegere overheidsorganisaties nu moeten concurreren en vergeleken worden de grootste en meest succesvolle bedrijven van de wereld. Dan komt het niet als verrassing dat juist deze bedrijven nu hard moeten nadenken over hun toekomstige business-model. De investeringen en beslissingen die nu worden gemaakt gaan niet alleen over groei en winstgevendheid, maar over fundamentele veranderingen in de omkadering van werkzaamheden en diensten voor de toekomst.
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 23
Telecom
ie en eindigt de andere? Investeren in volgende generatie Een van de grootste investeringen die de meeste grote voormalige nutsbedrijven op dit moment uitvoeren, is de implementatie van de volgende generatie netwerken, de multi-service IP-netwerken. Aangezien de grenzen tussen traditioneel gescheiden markten zoals kabel-tv, spraak en data zijn verdwenen, is de visie achter deze investeringen een platform te verschaffen voor alle vormen van contentcreatie, -levering en -management. Dit zou de klant een grote diversiteit aan diensten tegen lagere kosten bieden. Wederom is BT een goed voorbeeld. Hun investeringen om dit 21e eeuwse volgende-generatie-netwerk te bouwen zijn hoger dan wat wordt uitgegeven aan alle Engelse snelwegen en doorgaande wegen in een jaar, ongeveer acht miljard pond.
Het is interessant te zien hoe de GISgemeenschap op de veranderingen reageert. Leveranciers en integrators ontwikkelen hun markten via een meer gezamenlijke ‘consortia’-manier van werken. Voor iedere GIS-leverancier is het niet langer praktisch om te proberen een complete range van oplossingen en diensten aan te bieden en zien zichzelf genoodzaakt om zich te focussen op wat ze zelf het beste ‘binnenshuis’ kunnen. Het zijn dan ook vooral de applicatie- en technologieleveranciers, meer dan de traditionele GIS-bedrijven, die het meest hierop hebben ingespeeld met gespecialiseerde oplossingen. Voorbeelden hiervan zijn de Telcordia Network Engineer telecom-toepassing voor de ESRI-productlijn of GE Smallworld’s PNI/LNI extensies.
GIS deel van groter plan De behoefte om een breder dienstenpakket aan te bieden over deze nieuwe platvormen heeft een grote impact gehad op de onderliggende gedachten over netwerk-management en in het bijzonder rondom de manier hoe GIS wordt gebruikt binnen deze discipline. Zo is bijvoorbeeld de focus van GIS is verschoven van oplossing-gebaseerde stand-alone applicaties, gebundeld met training en applicatie ontwikkeling, naar GIS als integrator en enablingtechnologie voor andere systemen. Met andere woorden, GIS wordt steeds meer een integraal onderdeel van een groter ICT-plan. De grenzen tussen GIS en netwerk-management, indien al aanwezig, zijn zelfs nog meer door elkaar heen gaan lopen. Er kan zelfs worden beargumenteerd of de grenzen niet geheel zijn verdwenen. Deze fundamentele verandering laat veel vragen onbeantwoord achter. Ieder bedrijf moet zich wellicht afvragen waar de ene technologie eindigt en de andere begint. Tegelijkertijd is het belangrijk om de vele verschillende gebieden te begrijpen waarin GIS nu kan worden geïntegreerd te begrijpen.
Verandering en positionering Infotech Bij Infotech heeft een soortgelijke verandering en positionering plaatsgevonden. Onze toegevoegde waarde is om juist deze zeer gespecialiseerde vakkennis te verschaffen over meerdere geografische gebieden. Dit heeft ertoe geleid dat er gespecialiseerde kennisteams zijn gecreëerd rondom de netwerk-managementdiscipline voor de telecommunicatie- en nutsbedrijven en voor de belangrijkste domeinen waarmee wordt geïntegreerd. In de praktijk betekent dit dat er in relatie met GIS en Netwerk Management, Infotech gespecialiseerde teams heeft voor Telcordia’s Network Engineer, GE Smallworld’s PNI/ LNI en ESRI’s ArcFM(UT)-toepassingen. Onze klanten kiezen per geval voor de inzet van zulke gespecialiseerde teams: of lokaal op kantoor, of op de klantlocatie of offshore in India middels een klantspecifiek ‘Center of Excellence’. Het is helder dat in het verleden, de GIS-database van fysieke assets een stand-alone database zou zijn geweest met specialistische GIS-applicaties om de database te bevragen en de informatie te managen. GIS van van-
Infotech Enterprises werkt samen met een aantal grote Europese telecommunicatiebedrijven zoals KPN, Swisscom Fixnet en BT bij hun transformaties naar volledig digitale en IP-gebaseerde netwerken. Infotech’s niche business model bestaat uit het bundelen van specialistische geografische data en software diensten met telecommunicatie en nuts domein-expertise op een voor de betrokken organisaties op cruciaal moment. daag is echter één van de vele enabling-technologieën met een belangrijke toegevoegde waarde voor de levering en management van de volgende generatie digitale netwerken en haar bijbehorende diensten. Om relevante geografische informatie en specifieke functionaliteit ter beschikking te stellen aan de juiste personen zijn specialistische toepassingen vereist, die gebruik maken van GIS. Het is hier dat de zittende telecommunicatiespelers de onwankelbare hulp zullen krijgen, die GIS ze kan verstrekken.
John Renard (
[email protected]) is Algemeen Directeur van Infotech Enterprises Europe en Jan de Leeuw (
[email protected]) is Country Manager Benelux. Voor meer informatie over de in dit artikel besproken onderwerpen kijkt u op www.infotech-europe.com. April/Mei 2006-3
23
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 24
Telecom
Handhavers met handcomputer het veld in
Wel of geen dekking op de Veluwe, de Door: Robin Wevers
“Het was een eye-opener te ontdekken hoeveel handhavers er uit verschillende disciplines actief zijn op de Veluwe”. Buiten Beter voert nu een systeem waarbij alle handhavers worden uitgerust met een pda. Deze hoeven bij het invoeren van meldingen niet in verbinding te staan met de centrale computer en dat is maar goed ook. Juist in natuurgebieden is de dekking van mobiele telefoonnetwerken niet altijd even goed.
De kaart op de pda laat de geregistreerde meldingen zien en zo nodig de details van een melding.
Op de Veluwe lopen ongeveer 150 toezichthouders en opsporingsambtenaren rond van veertig verschillende instanties. De verschillende mede werkers zijn alleen bevoegd voor hun eigen discipline en houden zich normaal niet bezig met gebeurtenissen buiten hun bevoegdheden. Het project Buiten Beter beoogt deze toezichthouders efficiënter in het buitengebied in te kunnen zetten. In opdracht van de provincie Gelderland heeft Yucat een toepassing gebouwd, waarmee alle medewerkers melding kunnen maken van alle geconstateerde onregelmatigheden. Met evenveel mensen moet dit leiden tot een hogere kwaliteit van landschap en natuur. Vier kleursporen Het project Buiten Beter onderscheidt vier sporen van toezicht en handhaving. Allereerst is er het blauwe spoor: de kwaliteit en kwantiteit van 24
April/Mei 2006-3
www.fotoburoseen.nl
het oppervlaktewater. Hier zijn onder andere de wet verontreiniging oppervlaktewater en het lozingenbesluit van toepassing en ook ge- en verboden die in de Keur zijn opgenomen. Het bevoegd gezag is het waterschap Veluwe. Het groene spoor heeft betrekking op natuur- en landschapsregelgeving. Belangrijkste handvat is de Flora- en Faunawet. Controlerende instanties zijn de Algemene Inspectie Dienst (AID), de provincie en de verschillende terreinbeheerders, zoals Staatsbosbeheer, het Kroondomein, het Geldersch Landschap en Natuurmonumenten. Het rode spoor betreft zaken die te maken hebben met ruimtelijke ordening. Gedacht kan worden aan illegale bouwsels, aanleg van wegen en ontgrondingen. Het grijze spoor tenslotte heeft betrekking op het gebied van milieuhygiëne zoals de wet milieubeheer, de meststoffenwet en de wet milieugevaarlijke stoffen.
Er zijn vele instanties betrokken bij het grijze spoor. Efficiëntere inzet handhavers Bovenstaande illustreert de vele aspecten en regels die spelen bij het toezicht in het buitengebied. “Het was een eye-opener te ontdekken hoeveel handhavers er uit verschillende disciplines actief zijn op de Veluwe,” betoogt Ton Wassink, namens de provincie projectleider van Buiten Beter. Er zijn zo’n 150 handhavers actief uit veertig verschillende organisaties, waaronder gemeenten, provincie, waterschap en terreinbeherende instanties, politie en koninklijke marechaussee. De ene medewerker houdt zich bezig met bouw- en regelgeving, een ander met waterbeheer en een derde met naleving van de natuurregelgeving. In principe houden zij zich bezig met die zaken waarvoor ze bevoegd zijn. Buiten Beter voert nu een systeem in dat daar verandering in brengt. Alle handhavers worden uitgerust met een handcomputer (pda). Met deze handcomputer is het mogelijk om te telefoneren, om data uit te wisselen en e-mail te versturen, om informatie op te vragen en om digitale foto’s van een eventueel delict te maken en te versturen. Komt de handhaver nu weer een ongerechtigheid tegen, dan kan hij hiervan melding doen via de toepassing op de pda. Om te beginnen zal hij veelal eerst met zijn pda vaststellen of het vergrijp mogelijk al door een ander gemeld is. Hij roept de kaart op, bepaalt zijn locatie, bijvoorbeeld met behulp van gps, en ziet de in die omgeving geregistreerde meldingen op de kaart. Details van een melding zijn eenvoudig opvraagbaar. Als het vergrijp nog niet gemeld is, kan hij zelf een melding maken. Allereerst wordt dan de locatie vastgelegd; dat kan via een punt op een kaartje, via een adres of met behulp van een plaatsbepaling met gps. Voor het soort melding kan de gebruiker kiezen uit een lijst met de voorkomende vergrijpen. Zo nodig maakt hij met zijn pda een foto, die bij de melding wordt
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 25
Telecom
we, de melding komt aan opgeslagen. De medewerker kan, als hij dat weet, aangeven wie het bevoegd gezag voor het gemelde vergrijp is. Als dat een gemeente is, ‘weet’ het systeem in welke gemeente de melding ligt. Afhandeling Op het moment dat de pda gesynchroniseerd wordt met de centrale computer bij de provincie worden de geregistreerde meldingen daar opgeslagen. De handcomputers hoeven bij het invoeren van meldingen niet in verbinding te staan met de centrale computer en dat is maar goed ook, want juist in natuurgebieden is de dekking van mobiele telefoonnetwerken niet altijd even goed. Ingevoerde meldingen worden per e-mail doorgegeven aan de verantwoordelijke personen, die deze weer op hun pda ontvangen. Details over de melding kan de ontvanger eenvoudig opvragen en bekijken. Daarbij gaat het om de locatie, het type melding, maar eventueel ook een beschrijving en de foto. Het Milieu Klachten Informatie Centrum (MKIC) van de provincie Gelderland in Arnhem registreert en monitort alle meldingen. Als een melding niet binnen drie dagen geaccepteerd wordt, neemt het MKIC actie. Gebruikers van het systeem zien eenvoudig welke meldingen hun eigendom zijn en kunnen daarop actie nemen. Dat wordt via de handcomputer
weer bijgewerkt. Maar ze kunnen ook zien wat er gebeurt met meldingen die ze voor anderen gedaan hebben. Als je regelmatig meldingen doet, is het natuurlijk plezierig te weten dat er op die meldingen ook daadwerkelijk actie wordt ondernomen. Voortgang Het project is in oktober 2005 gestart. Onder verantwoordelijkheid van de provincie heeft het projectteam zelf zorg gedragen voor het functioneel ontwerp van het systeem. Ontwikkeling en bouw is relatief snel gerealiseerd door Yucat. Buiten Beter zal nog doorlopen tot oktober dit jaar. Dan moet de werkwijze bij de deelnemende organisaties deel uitmaken van de dagelijkse gang van zaken. Het project wordt gefinancierd door de provincie Gelderland als uitvoering van het Gelders ICT-project ‘Digitaal landschap van Gelderland’ en door Europa in het kader van het plattelandsontwikkelingsplan (POP). Vanuit het programma Handhaven op Niveau van het ministerie van Justitie wordt bijgedragen op voorwaarde dat de resultaten breed worden verspreid en in de verwachting dat het project zal leiden tot een landelijke standaard. Het lijkt inderdaad die kant op te gaan: inmiddels zijn er daadwerkelijk enkele honderden meldingen in het systeem
www.fotoburoseen.nl
Meldingen in de pda kunnen ook worden ingevoerd als er geen verbinding met het netwerk is. Bij synchronisatie worden de gegevens doorgestuurd, bijvoorbeeld bij terugkeer in de auto.
ingebracht en uit diverse andere delen van het land bestaat serieuze belangstelling voor de resultaten van het project.
Robin Wevers (
[email protected]) is freelance schrijver van geo-ict-artikelen. Voor meer informatie over de in dit artikel besproken onderwerpen kijkt u op www.yucat.com.
April/Mei 2006-3
25
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 26
Telecom
Gegevensbestand voor geo-marketing en netwerkuitbreidingen
Nexpri’s Functional Studies helpt O Door: Margriet Verhoogt en Coen Wessels
De samenwerking tussen Nexpri en Orange betreft de manier waarop het landsdekkende gegevensbestand is opgebouwd en wordt onderhouden. Verder: geo-marketing, over de inzet van het bestand voor commerciële doeleinden.
Landgebruikfuncties hebben een prioriteit gekregen om aan te geven of het in het uiteindelijke bestand ‘boven’ of ‘onder’ andere objecten komt te liggen.
Het telecombedrijf Orange gebruikt ruimtelijke gegevens voor het optimaliseren en uitbreiden van haar mobiele netwerk en services. Eén van de bestanden die men in dit proces gebruikt is een landsdekkend bestand met landgebruikfuncties als wonen, bedrijven en infrastructuur. Dit bestand is voor Orange ontwikkeld door Nexpri op basis van de inhoudelijktechnische specificaties die het bedrijf daarvoor heeft opgesteld. Orange gebruikt deze gegevens tevens in een GIS samen met andere ruimtelijke gegevens voor het uitvoeren van onder andere dekkingsanalyses en marktanalyses. Op basis van de analyseresultaten neemt Orange beslissingen over de ontwikkeling van het netwerk en ontwikkelt het bedrijf marketing campagnes.
26
April/Mei 2006-3
Nexpri en Orange Nexpri werkt inmiddels al acht jaar voor Orange en heeft het bedrijf zien ontwikkelen vanaf haar start in Nederland als Federa, later Dutchtone en tegenwoordig Orange. Voordat Federa in 1998 een licentie kreeg om een landsdekkend gsm-netwerk op te bouwen op basis van GSM1800, heeft het bedrijf in 1996 Nexpri gevraagd te helpen met een Nederlands marktonderzoek. Federa is vervolgens begin 1999 onder de naam Dutchtone van start gegaan met de bouw van het netwerk en het aanbieden van mobiele telefonie. Dutchtone, en dan met name de afdeling geo-marketing, had al vroeg behoefte aan een landsdekkend bestand met landgebruikfuncties. De afdeling ondersteunt de eigen organisatie met ruimtelijke analyses voor het ontwikkelen en optimaliseren van het gsm-netwerk. Dutchtone heeft
Nexpri in 1999 gevraagd dit bestand te ontwikkelen, omdat Nexpri enerzijds beschikt over een uitgebreid overzicht van geschikte databronnen en anderzijds over de benodigde kennis van de ruimtelijke ontwikkelingen in Nederland. Nexpri is daar samen met Dutchtone in een zeer hectische tijd op de telecommarkt mee gestart. Er werd een hoge mate van flexibiliteit verwacht omdat de eisen van het telecombedrijf door de marktomstandigheden met de dag konden veranderen. Sinds 2001 is het bestand operationeel. In 2003 veranderde Dutchtone haar naam in Orange, nadat moederbedrijf France Telecom alle aandelen van Dutchtone had verkregen. Momenteel is het telecombedrijf in 135 landen actief en opereert het wereldwijd onder de naam Orange. Alle belangrijke locaties Het ‘Functional Studies’-bestand is niet in één keer maar gefaseerd op gebouwd in een periode van ongeveer twee jaar. Bij de start van de samenwerking stonden de functioneeltechnische specificaties voor het bestand nog niet op papier. Samen met de geo-marketingmanager van Dutchtone is in kort tijdsbestek een eerste opzet van het bestand gemaakt voor Amsterdam. Gewapend met de beschikbare ruimtelijke gegevens en geografische kennis van de stad is met de kaart in de hand de stad ‘doorkruist’ en zijn alle belangrijke locaties bezocht en nauwkeurig ingetekend. Deze gebieden werden op kantoor gedigitaliseerd en in een GIS gecombineerd en verwerkt met de andere basisgegevens. Na deze eerste aanpak voor Amsterdam hebben Dutchtone en Nexpri de eerste functioneel-technische specificaties en een lijst met dertig noodzakelijke landgebruikfuncties en attributen opgesteld (zie afbeelding 1). Elke functie heeft een prioriteit gekregen om aan te geven of het in het uiteindelijke bestand ‘boven’ of ‘onder’ andere objecten
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 27
Telecom
pt Orange
Orange gebruikt GIS voor het uitvoeren van onder andere dekkingsanalyses.
komt te liggen. Op basis van deze eerste specificaties zijn de overige drie grote steden geïnventariseerd en vervolgens vijf regio’s en veertig andere steden. Voor de steden is een hogere mate van detail gedefinieerd dan voor het landelijk gebied in de regio’s. In alle steden is naast het gebruik van geo-informatie intensief veldwerk uitgevoerd, het buitengebied is vooral met digitale CBSdata, Falkplan-Andeskaarten, wegenbestanden en de Nieuwe Kaart op gebouwd. Actuele luchtfoto’s zijn gebruikt om de kwaliteit van alle gegevens te controleren en te verbeteren. Omdat de functies in de specificaties niet één op één overeenkomen met de gangbare legenda-eenheden in de genoemde bronbestanden, is het veldwerk gedurende het hele proces onmisbaar gebleken om de juiste objecten te kunnen definiëren. Bovendien gaf het veldwerk antwoord op vragen over de vele verschillen tussen en fouten in de beschikbare brongegevens. Het uiteindelijke bestand is dus ook tot stand gekomen door gebruik te maken van uitgebreide gebiedskennis. Gedurende het hele proces zijn de specificaties aangescherpt. Beheer en onderhoud Sinds 2001 is het ‘Functional Studies’-bestand operationeel. Het bestand is eigendom van Orange en wordt beheerd door Nexpri. Het onderhoud wordt uitgevoerd in een ArcGIS Geodatabase. Alle gegevens worden van daaruit voor Orange
geëxporteerd naar één topologisch correct MapInfo polygonenbestand. Tot op heden is het bestand alleen door Orange in gebruik, andere partijen kunnen in overleg met het telecombedrijf eventueel gebruik maken van het bestand. Omdat het ruimtegebruik in Nederland aan verandering onderhevig is, wordt het ‘Functional Studies’bestand jaarlijks geactualiseerd. De functies ‘wonen’, ‘werken’ en ‘infrastructuur’ worden dan bijgewerkt. Nexpri bespreekt met Orange welke relevante ruimtelijke ontwikkelingen in Nederland plaatsvinden en welke overige objecten/ locaties derhalve in de databestanden moeten worden geactualiseerd. Met behulp van de meest recente luchtfoto’s en thematische kaarten van FalkplanAndes wordt nog een extra controle op de data uitgevoerd. De actualisatie vindt jaarlijks plaats en bestaat uit het bijhouden van relevante ruimtelijke ontwikkelingen in Nederland, het verwerken van deze
Op basis van analyseresultaten neemt Orange beslissingen over de ontwikkeling van het netwerk en ontwikkelt het bedrijf marketing-campagnes. Foto: KPN Telecom.
ontwikkelingen in het bestand, het bijwerken van de documentatie over de bestanden en de levering van nieuwe versies van de bestanden op cd-rom. Gebruik van het functioneel bestand Het ‘Functional Studies’-bestand wordt ingezet voor marketing-doeleinden en netwerkuitbreidingen. In de eerste jaren is het bestand met name gebruikt voor de bouw en ontwikkeling van het gsm-netwerk. Landgebruik in combinatie met andere geografische gegevens zoals bevolkingsdichtheden en bezoekersaantallen kan een goed beeld geven van de noodzakelijke netwerkcapaciteit. Momenteel is Orange weer verder met de mobiele technologie en bouwt het bedrijf een landsdekkend umtsnetwerk. Met umts biedt Orange haar klanten mobiele toegang tot het internet met hoge datasnelheden. Ook hiervoor wordt het ‘Functional Studies’-bestand gebruikt. Tenslotte wordt het bestand, in combinatie met andere geografische data, ingezet om marktanalyses uit te kunnen voeren. Zo wordt het als hulpmiddel gebruikt bij het zoeken naar locaties voor nieuw te openen Orange-shops.
Margriet Verhoogt (
[email protected]) is Nexpri’s acquisitie & managing-manager, samen met Coen Wessels is zij ook directeur van Nexpri. Voor meer informatie over de in dit artikel besproken onderwerpen surft u naar www.nexpri.nl.
April/Mei 2006-3
27
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 28
Telecom
Ruimte voor Geo-informatie: met de routeplanner in de trein?
Actuele reisinformatie voor de O Door: Robin Wevers
Routeplanners voor in de auto beginnen steeds meer gemeengoed te worden. Automobilisten worden van deur tot deur begeleid. Bij het nemen van een verkeerde afslag wordt automatisch een nieuwe route bepaald. Maar hoe zit het met openbaar-vervoer-reizigers?
De ov-reiziger geeft zijn doel op en wordt tijdens de reis begeleid op basis van actuele informatie.
OV-reizigers moeten thuis hun route uitstippelen en bij eventuele vertragingen zijn ze aangewezen op overzichtsborden met algemene informatie. Dat kan anders. In het kader van Ruimte voor Geo-Informatie wordt het project ‘Navigatiesysteem voor openbaarvervoer reizigers’ uitgevoerd. Het doel is te komen tot een navigatiesysteem voor OV-reizigers, waarmee deze onderweg persoonsgerichte reisinformatie via zijn gsm krijgt aangeboden. Niet gebaseerd op de dienstregelingen, maar op de actuele aankomst- en vertrektijden van bussen en treinen. Het startpunt De mogelijkheden van mobiele telefoons blijven toenemen. Het lijkt dan ook een logische stap de mobiele telefoon te gaan gebruiken als een soort routeplanner voor openbaar-vervoer reizigers. Roel Westenberg en Christiaan Veluwenkamp, respectievelijk systeemarchitect en softwareengineer bij Strukton Systems, lichten toe hoe het komt, dat hun bedrijf het initia28
April/Mei 2006-3
tief heeft genomen onderzoek te doen naar de verschillende aspecten hiervan. Strukton Railinfra, waarvan Strukton Systems onderdeel uitmaakt, is één van de drie grote partijen in Nederland, die in opdracht van ProRail het onderhoud verzorgen aan het spoor. Daarnaast heeft Strukton Systems reizigersinfor-
matiesystemen voor tram, bus en metro ontwikkeld, die door een aantal busmaatschappijen gebruikt wordt. Deze kennis en contacten zijn een goed startpunt voor de ontwikkeling van ov-routeplanner. Aanpak Om te komen tot een mobiele routeplanner voor ov-reizigers moet een aantal zaken onderzocht of ontwikkeld worden. Allereerst is actuele informatie nodig over bussen, trams, metro’s en treinen. Eén van de uitdagingen in het project is om deze informatie centraal beschikbaar te krijgen zodat de ov-reiziger goed kan worden geïnformeerd. Daar waar deze informatie niet beschikbaar is, kan natuurlijk gebruik gemaakt worden van de reguliere dienstregelingen, waarbij de reisadviezen gebaseerd zijn op de spoorboekjes en niet op de actuele aankomst- en vertrektijden. Het systeem zou nog steeds nuttig zijn, maar daar wel een deel van zijn kracht en waarde mee verliezen. Als bijvoorbeeld de metro net vertrokken is, is het misschien sneller de bus te pakken; daarvoor is wel de actuele informatie van vitaal belang. Technische mogelijkheden en beperkingen spelen ook een rol: het gaat om veel gegevens die uit verschillende bronnen komen en efficiënt verwerkt en opgeslagen moeten worden. Deze
Overzichtsborden geven algemene, niet klant-specifieke informatie.
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 29
Telecom
d e OV- r e i z i g e r
Als een bus te laat is, vertelt het systeem of het beter is een tram of een andere bus te nemen.
gegevens moeten vertaald worden naar antwoorden op de vragen van de reiziger. Aan de gebruikerskant is de pda of gsm van belang: kan een dergelijke toepassing gerealiseerd worden met een gangbare gsm of zijn er extra’s nodig? In elk geval moet het mogelijk zijn de locatie van de mobiele telefoon te bepalen. Dat kan het best als de gebruiker een gsm met een gprs-abonnement heeft. Maar ook zonder gprs kan de locatie van een gsm eventueel bepaald worden met een soort triangulatie vanuit de omringende zendmasten. Dat vergt dan wel de medewerking
van telecommunicatiebedrijven en ook extra software. Misschien dat voor verschillende types bepaalde aanpassingen moeten worden gerealiseerd. Tenslotte moet de software ontwikkeld worden. Allereerst de interface waarmee de reiziger op intuïtieve manier zijn reisdoel en andere gegevens kan opgeven. Het startpunt is in principe bekend omdat de locatie van de gsm bekend is. De gebruiker moet zijn reisdoel opgeven. Verder kan hij eventueel een keus maken tussen de snelste of de goedkoopste route of de route waarbij zo min mogelijk gelopen hoeft te wor-
Hoe het werkt Een reiziger wil bijvoorbeeld van de Waalstraat in Rotterdam naar de Populierendreef in Vlaardingen. Omdat zijn gsm ‘weet’ waar hij is, hoeft hij geen beginpunt op te geven maar alleen het eindpunt. Hij kiest voor de snelste route. Er wordt voor hem een route bepaald alsmede de reisduur en de kosten van de reis. Hij krijgt instructies om naar de dichtstbijzijnde halte van tramlijn 2 te gaan. De vertrektijd wordt gegeven als 9.35 uur en de verwachte aankomsttijd is 10.50 uur. De tram brengt hem naar de Dorpsweg. Op grond van de actuele posities van tram en bus ziet het ernaar uit, dat hij de aansluiting met de bus gaat missen: de verwachte aankomsttijd is daarom 5 minuten later geworden. Hij heeft geluk en haalt net de aansluiting met bus 44. Op zijn scherm volgt hij de route die de bus neemt; elke twintig seconden wordt de positie opnieuw bepaald en wordt het scherm bijgewerkt. De reiziger krijgt tijdig een waarschuwing dat hij moet uitstappen. Hij ontvangt instructies om over te stappen op de Calandlijn van de metro en wat de actuele vertrektijd is. Hij wordt weer tijdig geïnformeerd wanneer hij uit moet stappen. Daar krijgt hij instructies bus 56 te nemen, die op tijd vertrekt. Om 10.46 arriveert hij op de plaats van bestemming.
den. Algoritmen voor routebepaling zijn voldoende bekend, maar deze moeten nog wel gerealiseerd worden binnen deze toepassing. Demonstratieversie Online actuele reisinformatie voor de ov-reiziger lijkt een logische stap voor de wereld van morgen, maar bovenstaande illustreert dat er nog vele vragen zijn, die moeten worden beantwoord. En dat is precies wat dit project poogt te doen. Het streven is het komende half jaar het nodige onderzoek te doen naar de mogelijkheden. Aan het eind van dit jaar moet vervolgens een demonstratiemodel gebouwd zijn waarin getoond wordt hoe de wereld van de ovreiziger van morgen eruit kan gaan zien.
Robin Wevers (
[email protected]) is freelance schrijver van geo-ict-artikelen. Voor meer informatie over de in dit artikel besproken onderwerpen kijkt u op www.rgi.nl en www.strukton.com. April/Mei 2006-3
29
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 30
Telecom-afkortingen
Leica GNSS-technologie Met kop en schouders er bovenuit
EDGE Edge staat voor ‘Enhanced Data Rates for Global Evolution’ en kan worden gezien als een stap tussen gprs en umts. Over normale gsm-netwerken worden data-snelheden bereikt die vele malen hoger liggen dan bij gprs. Edge heeft lange tijd in de schaduw gestaan van umts. Echter, met de vraag naar snelle mobiele data-diensten tegen relatief lage kosten, staat Edge weer op de agenda.
GPRS
Maak kennis met de Leica GNSS-technologie (GPS en GLONASS) Voeg GLONASS-satellieten toe aan het beste GPSsysteem ter wereld, realiseer een aanzienlijke reductie van stilstandtijd en profiteer van een hogere productiviteit – vooral in hoogbouw stadsdelen en plaatsen waar bomen de ontvangst van satellietsignalen beperken. De bewezen betrouwbaarheid van het System 1200 wordt dankzij de GNSS-ondersteuning naar een hoger plan getild en levert nu ongeëvenaarde resultaten op in combinatie met SmartTrack+ en SmartCheck+.
Leica GX1230 GG/ATX1230 GG GPS en de GLONASS GNSS technologie • Verbeterde prestaties en productiviteit door gebruik van twee navigatiesatellietsystemen (GPS en GLONASS) • ’s Werelds eerste fase-multi-path effect vermindering • SmartTrack+ & SmartCheck+ voor de beste RTK-resultaten • Volledig compatibel met Leica TPS1200 en SmartStation • Ook geschikt voor de GNSS-signalen van de toekomst (zoals GPS L5 & Galileo) Voor meer informatie en/of een persoonlijke demonstratie:
Tel. 070/307 89 00 E-mail:
[email protected]
Gprs staat voor ‘General Packet Radio Service’. Bij gprs wordt de data niet in één keer over het netwerk verstuurd maar in stukjes. Op die manier wordt het netwerk efficiënter gebruikt en wordt het ook mogelijk om andere, grotere delen informatie te versturen. Met een gprs-telefoon heeft de gebruiker een permanente internetverbinding, en kan meer data worden verzonden en ontvangen dan met een gsm-telefoon. Hierbij wordt niet per seconde betaald maar voor de hoeveelheid overgedragen data. Gprs-gebruikers delen de bandbreedte, daarom is gprs traag wanneer er veel mensen bellen op een mast.
GSM GSM staat voor ‘Global System for Mobile Communications’. Het is een aanduiding voor een digitale standaard voor mobiele telefonie. De twee belangrijkste verbeteringen bij gsm ten opzichte van eerdere analoge mobiele netten waren het digitaliseren van de spraak en de gebruikte frequentiebanden. Een gsm-verbinding loopt van het toestel naar de gsm-zend/ontvangstinstallatie met het sterkste signaal, meestal het dichtstbijzijnde station. Aan de mast hangen veelal drie antennes die samen een gebied van 360 graden bestrijken. De antennes hangen bovenin de mast en zijn herkenbaar aan hun smalle rechthoekige vorm.
On-board en off-board Er bestaan twee soorten navigatiesystemen voor smartphones: on-board en off-board systemen. Bij on-boardsystemen staan kaarten en routebeschrijvingen op een geheugenkaart in het toestel. Door middel van gps wordt steeds het juiste kaartje gevonden. Populaire on-board systemen zijn Route66 en TomTom. Een off-boardsysteem staat ook via gps in contact met satellieten, maar de kaarten en routebeschrijvingen worden gedownload. Een off-board systeem brengt extra datakosten met zich mee door het gebruik van gprs. De gebruiker is echter verzekerd van de meest recente informatie.
UMTS UMTS staat voor Universal Mobile Telephone System. UMTS onderscheidt zich van gsm door een lager benodigd vermogen, hogere frequenties (en dus kleinere antennes) en hogere data-doorvoersnelheden, tot meer dan 1 megabit per seconde. In Nederland werden de umts-frequenties in 2001 voor veel geld geveild. De introductie verliep daarna echter langzaam.
Foto: KPN Telecom
Leica Geosystems BV The Netherlands www.leica-geosystems.com/GNSS
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 31
Data-inwinning
Leica GPS1200 GNSS Systeem: meer satellieten, meer betrouwbaarheid
Het Leica GPS1200-Assortiment is uitgebreid met de introductie van de GX1230 GG en de ATX1230 GG. Naast ontvangst van de gps L2C- en Glonass-signalen zijn deze nieuwe systemen ook geschikt voor het opsporen van de toekomstige gps L5- en Galileo-satellietsignalen.
Waterdicht radiomodem voor zware omstandigheden De Environmental Data Link (EDL) van Pacific Crest is een radiomodem dat is ontwikkeld voor sensordatatoepassingen onder zware omstandigheden. De metalen behuizing is waterdicht tot IP 67 voor gebruik onder elke weersomstandigheid. Ook de connector voor de gecombineerde interface/voeding aansluiting is waterdicht. De werktemperatuur ligt tussen de -30°C en + 60°C. Er zijn standaard N-connectoren aanwezig, TNC is een optie. Hiermee wordt een directe koppeling naar Offshore-antennes mogelijk. Voordeel is het elimineren van signaalverlies dat normaal in de antennekabel plaatsvindt. Hiermee wordt een groter bereik behaald. De 20 MHz brede band biedt een flexibele inzet voor internationale toepassingen, terwijl de 19.2 kbps data rate garandeert een snelle verzending van gegevens garandeert. De EDL ondersteunt meerdere mo-
Trimble Ranger Handheld: veldboek voor veld- en kantoorwerk Met de ingebouwde draadloze communicatiemogelijkheden van de Trimble Ranger Handheld is er direct data-uitwisseling met kantoor mogelijk. Met het verbeterde draadloze alfanumerieke toetsenbord zal de gebruiksvriendelijkheid en de efficiency verder toenemen. De ingebouwde Bluetooth geeft de mogelijkheid om met andere Bluetooth-systemen draadloos te communiceren, zoals bijvoorbeeld met Trimble gps voor de plaatsbepaling. Draadloos LAN maakt verbinding met lokale netwerken en twee CompactFlash-slots maken het mogelijk om scanner/camerafunctionaliteiten in te zetten, uit te breiden met gprs, radiomodem of te werken met CDMA-cards. Daarnaast is er data-uitwisseling
De sensoren in beide apparaten maken gebruik van een 72-kanaals meettechniek die gps en Glonass ondersteunt en is ontworpen voor de toekomstige gnss-signalen, zoals gps L5 en Galileo. Er zijn momenteel zeventien Glonass-satellieten beschikbaar. De capaciteit om extra signalen op te sporen en te gebruiken betekent dat er nu in gebieden gewerkt kan worden waar dat voorheen met alleen gpssignalen niet mogelijk was. De stilstandtijd wordt daarmee beperkt terwijl de productiviteit omhoog gaat. Met SmartTrack+ zijn alle beschikbare signalen snel op te sporen, en is de gebruiker tevens verzekerd van signalen met een zeer laag geluidsniveau en hoge gevoeligheid. Het kunnen meten in gebieden zoals hoogbouw stadsdelen en plaatsen waar bomen de ontvangst van satellietsignalen beperken behoort daarmee tot de mogelijkheden. SmartCheck+ versterkt de betrouwbaarheid doordat de processen en resultaten continu worden gecontroleerd. De nieuwe ATX1230 GG-sensor is volledig compatibel met de Leica TPS1200 Total Stations, waarmee het begrip 'gnss smartstation' zijn intrede doet. Total Station-gebruikers kunnen nu ook profiteren van de extra satellietsignalen en de Leica SmartStation gebruiken op plaatsen waar dat voorheen niet mogelijk was www.leica-geosystems.com
dulatievormen en radioprotocollen, waaronder Trimble. Hiermee wordt een grote mate van compatibiliteit met andere systemen verkregen. Elke radio kanworden gebruikt als zender, ontvanger of als repeater. Verder is er een breed scala aan accessoires beschikbaar zoals interface-kabels naar diverse systemen, beugels,antennes en andere bijbehoren. Een gebruikersvriendelijk Windows configuratieprogramma is bijgeleverd. www.geometius.nl
mogelijk via onder andere usb, RS232 en CompactFlash. De Trimble Ranger Handheld is uitgerust met Microsoft Windows Mobile 2003 software voor Pocket PC, waardoor er uit een legio aan software-mogelijkheden gekozen kan worden voor data-inwinning en mobiel werken. www.geometius.nl
April/Mei 2006-3
31
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 32
Data-inwinning
Actuele ontwikkelingen rond nieuwe ontvangers
GNSS, Galileo en Egnos: de stand va Door: Huibert-Jan Lekkerkerk
GNSS-fabrikanten zijn volop bezig met de ontwikkeling van nieuwe producten, zo zijn inmiddels chipsets beschikbaar die alle drie de gnss-systemen aankunnen. De ontwikkeling van chipsets voor de nieuwe gps-frequenties begint goed op gang te komen. Ook bij de ontwikkelaars van de gnss-systemen staat men niet stil, zo is het gps-systeem in de afgelopen maanden zo’n 10 tot 15 procent nauwkeuriger geworden.
Ondertekenen van het contract voor de eerste vier Galileo-satellieten (bron: www.esa.int)
Egnos In december 2005 is in Zuid-Afrika gedemonstreerd dat het Egnos-systeem geschikt is om, in samenwerking met gps en conventionele sensoren, de treinenloop te sturen zonder dat daarbij dure spoorbaangebonden systemen nodig zijn. Naast de tests voor transportdoeleinden was dit tevens een test voor het uitzenden van Egnos-signalen boven Afrika. Naar verwachting is dit de volgende stap in de toepassing van Egnos. In maart van dit jaar is er door Alcatel Alenia Space een test uitgevoerd in Portugal om daar de werking van Egnos in combinatie met gsm-telefoons te testen. Doel van de test was het verbeteren van de plaatsbepaling voor het alarmnummer 112. De verwachting is dat binnen enkele jaren meer dan de helft van de mobiele telefoons gebruik zal maken van de geteste technologie, waarbij een gecombineerde gps/ gsm-plaatsbepaling ook locatiebepaling binnenshuis mogelijk maakt.
32
April/Mei 2006-3
Galileo Op 19 januari 2006 werd in Berlijn een contract getekend tussen de Europese Unie en Galileo Industries Gmbh voor de ontwikkeling van de eerste vier satellieten en het bijbehorende grondsysteem. Voor de Europese Unie was Giuseppe Viriglio, directeur EU en industriële zaken van ESA hierbij aanwezig. Voor Galileo Industries was Gunter Stamerjohanns, CEO van Galileo Industries, aanwezig. Het contract is een belangrijke stap in de richting van een operationeel Galileo. Daarnaast tekenden de Europese Unie en Korea in januari, na zes maanden onderhandelen, een overeenkomst tot samenwerking met betrekking tot Galileo. Korea is hierin niet het eerst land. Enkele, voornamelijk Aziatische landen zijn hen al voorgegaan, waaronder India en China. Giove-A is momenteel volledig operationeel en er vinden uitgebreide testen plaats. Daarbij zijn meerdere grondstations betrokken in Nederland, België en Engeland. Met behulp van de grote radiotelescoop in Chibolton, Engeland
worden de radiosignalen van Giove-A gemonitord om zo een goed beeld te krijgen van de radio-omstandigheden in de Galileo-satellietbanen. Daarnaast wordt gecontroleerd of de signalen van de Galileo-satelliet niet interfereren met andere radiosignalen. Met behulp van Giove-A worden ook de eerste, experimentele ontvangers getest die gemaakt zijn door Septentrio (B). Dit is een belangrijke stap in de ontwikkeling van Galileo aangezien hiermee ook daadwerkelijk het gebruik van het systeem in de praktijk getoetst kan worden. Giove-B, de zuster satelliet van Giove-A wordt momenteel samengesteld bij Alcatel Alenia Space in Italië. Later zal deze naar Estec (NL) vervoerd om daar op de ‘testbank’ getest te worden op de zware omstandigheden in de ruimte. De lancering van Giove-B wordt voor het najaar van 2006 voorzien. GPS De volgsystemen van de Amerikaanse luchtmacht waarmee de satellieten in hun baan worden gevolgd, is onlangs gemoderniseerd. Door de upgrade kan twee keer zoveel informatie worden verzameld. Als gevolg hiervan kunnen gebruikers een 10 tot 15 procent grotere precisie van het gps-systeem verwachten. De eerste Block IIF satelliet, die momenteel bij Boeing in aanbouw is heeft met succes de eerste radiotesten doorstaan. Daarnaast ontving Boeing in januari een vervolgorder voor nog eens 3 Block IIF-satellieten. Inclusief opties heeft Boeing momenteel opdracht negen Block IIF-satellieten te bouwen. Boeing heeft ruimschoots ervaring met de bouw van gps-satellieten, zij waren ook de bouwers van de block IIA-satellieten. Van deze block IIA-satellieten hebben momenteel twee satellieten een levensduur van meer dan 15 jaar, twee keer de ontwerplevensduur. Glonass Door de succesvolle lancering van drie satellieten eind 2005 heeft president Putin besloten zich persoonlijk met het
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 33
nd van zaken Glonass-programma te bemoeien. Dit betekent dat, in plaats van de geplande drie nieuwe satellieten per jaar er in 2006 tenminste vier gebouwd gaan worden. Als gevolg hiervan zullen er in 2006 drie satellieten gelanceerd worden en in 2007 nog eens zeven. In een vorig artikel werd al melding gemaakt van het grote aantal oude satellieten. In de afgelopen maanden zijn er dan ook drie gestopt met functioneren. Het aantal satellieten op het moment Chilbolton Observatory in Engeland waarvandaan van schrijven van dit artikel GIOVE-A getest wordt (bron: www.esa.int) bedraagt 11, maar de onlangs gelanceerde satellieten zijn nog niet • Topcon, die altijd al systemen heeft ontwikkeld voor alle gnss-systeallemaal actief, zodat het aantal naar 13 men, komt met de G3 technologie kan oplopen. waarmee zowel alle gps als GNSS-ontvangers Glonass als (in de toekomst) Alle ontwikkelingen van de diverse Galileo-frequenties ontvangen kungnss-systemen zijn natuurlijk prachtig, nen worden. maar zonder ontvangers heeft de ge- • Novatel kiest voor een andere bebruiker er weinig aan. Dat realiseren de nadering, en levert enerzijds de leveranciers van gnss-ontvangers en gps+ technologie waarmee zowel chipsets zich ook en op dit moment gps als Glonass ontvangen kan zien we de ene na de andere gnss-ontworden, en anderzijds een vanger verschijnen. De markt bereidt Galileo/gps-ontvanger voor de zich daarbij niet alleen voor op de L1/L5/E5-frequentie. komst van Galileo, maar ook op de • Javad, die tot half 2005 voor de modernisering van het GPS-systeem landsurvey-markt een exclusieve en. Ook Glonass lijkt weer in de gratie overeenkomst had met Topcon, te komen. ontwikkelt enkel gps- en Glonass• Trimble levert sinds kort weer een gecombineerde ontvangers. Daargecombineerde Glonass + gps-ontnaast heeft het bedrijf aangekonvanger (R8). Behalve Glonass ontdigd binnenkort met de eerste provangst kan deze ontvanger ook ducten te komen die zijn gebaseerd overweg met de nieuwe L2C- en op de GeNiuSS-chip, waarmee ook L5-frequentie. Galileo-signalen zijn te ontvangen.
• Vectordata
• Rasterdata
• Centroiden
• Postcodes
www • falk • nl
• Navigatiedata
Postbus 751 5600 AT • Eindhoven Fellenoord 310 5611 ZD • Eindhoven
Eerste radiospectrum dat van GIOVE-A ontvangen is (bron: www.esa.int)
Huibert-Jan Lekkerkerk (
[email protected]) is freelance schrijver en trainer op het gebied van plaatsbepaling en hydrografie.
T (0)40 26 45 100 F (0)40 26 45 108 E
[email protected] W www.falk.nl Actueel
• Betrouwbaar • Compleet
April/Mei 2006-3 e 59x272 idd 1
33 10 02 20
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 34
Data-inwinning
GPS Deel 3: Foutenbronnen
Satellietnavigatie in de praktijk Door: Huibert-Jan Lekkerkerk
In de voorgaande artikelen is beschreven hoe de positiebepaling bij gps tot stand komt. De gps-positie, gebaseerd op de C/A-code, is tot op ongeveer 10-20 meter nauwkeurig. De P-code geeft een preciezer resultaat, met nauwkeurigheden tot 5 meter. Het verschil in nauwkeurigheid tussen de C/A- en de P-code komt door de lengte van de code. Er bestaan een aantal foutenbronnen die de precisie van de gps-positie soms met meters verslechteren. Dit artikel geeft een overzicht van een aantal mogelijke, grote, foutenbronnen die een rol spelen bij de positiebepaling. Effect van satelliet-elevatie op de weglengte van het gps-signaal.
Zoals in het vorige artikel beschreven gebruiken de satellieten atoomklokken die zeer precies zijn, maar er blijft een kans op kleine fouten door onder andere natuurkundige verschijnselen. Variaties in het zwaartekrachtveld van de aarde spelen daarbij een belangrijke rol. Als gevolg van relativiteitsfouten kunnen de klokken kleine afwijkingen gaan vertonen ten opzichte van de moederklokken op aarde. Verder zullen door veranderingen in het gravitatieveld kleine veranderingen in de baan van de satellieten ontstaan. In het vorige artikel hebben we al gezien dat de satellieten constant gevolgd worden door grondstations. Deze bepalen de correcties voor de baan en de klok van de satelliet en 34
April/Mei 2006-3
corrigeren de satelliet hiervoor één keer per week, op zondag. Dit betekent dat we gedurende maximaal een week met incorrecte gegevens kunnen werken. Voor nauwkeurigere gpstoepassingen worden deze correctiegegevens dan ook vaak achteraf (post-processing) toegepast op de ruwe satelliet-data. Selective Availability Kort na de voltooiing van het gpssysteem bleek dat het systeem beter functioneerde dan van tevoren was ingeschat. In plaats van de voorspelde 50-100 meter nauwkeurigheid voor het civiele signaal (C/A-code oftewel Standard Positioning Service) werden resultaten in de orde van 10-20 meter gehaald. Hoewel dit zonder meer positief te noemen zou zijn voelde de
Amerikaanse overheid dit als een bedreiging. Immers, ook niet-militaire toepassingen zouden nu een nauwkeurigheid kunnen behalen die bijna gelijk was aan dat van het militaire signaal (P-code, oftewel Precise Positioning Service). In 1989 werd daarom besloten de C/A-codesignalen dusdanig te verslechteren middels Selective Availability (SA) dat de precisie kunstmatig op 50-100 meter kwam te liggen. SA is ruim een decennium actief geweest, met uitzondering van de eerste Golfoorlog in 1991, toen de Amerikanen onvoldoende militaire gps-ontvangers beschikbaar hadden voor de eigen troepen en daarom civiele ontvangers bij moesten kopen. Op 1 mei 2000 verklaarde de toenmalige president Clinton dat er, gezien het toenemende gebruik van gps en dgps, geen verdere noodzaak was tot het in stand houden van een wereldwijde SA en werd deze uitgeschakeld. Wel werd daarbij het voorbehoud gemaakt dat deze in tijden van nood weer teruggeplaatst zou kunnen worden. Troposfeer De aardatmosfeer is opgebouwd uit een aantal lagen, waarbij de troposfeer het onderste gedeelte van de atmosfeer is (tot op een hoogte van plusminus 13 kilometer). Omdat de gps-satellieten hoog boven de aarde in hun banen draaien, moeten de signalen van de sa-
Aantal (voorspelde) zonnevlekken voor de huidige zonnecyclus. (bron: www.taborsoft.com)
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:45
Pagina 35
Data-inwinning
Antenne met choke-ring ter voorkoming van multipath (bron: /www.ipgp.jussieu.fr)
RTK GPS metingen in november 2001. De schaal voor X,Y en Z is 0.25 meter. De Kp index geeft de radio-omstandigheden in de ionosfeer aan (rood = slecht). (bron Kp index: www.sec.noaa.gov)
telliet door de atmosfeer. Factoren zoals vochtigheid in de atmosfeer beïnvloeden de lichtsnelheid, en vertragen daarmee de gps-signalen waardoor looptijdfouten van tientallen meters kunnen ontstaan. Om hiervoor te corrigeren zijn gps-ontvangers uitgerust met een atmosfeer model waarin deze vertraging is gemodelleerd. Lokale variaties (weersinvloeden) zijn echter niet te modelleren en veroorzaken alsnog fouten tot enkele meters in de looptijd. Afhankelijk van de elevatiehoek (Afbeelding 1) welke de satelliet maakt met de horizon, kan de weg door de atmosfeer langer worden. Dit kan resulteren in een grotere looptijdfout. Satellieten recht boven de ontvanger geven de kleinste fout. In de praktijk wordt er vaak gekozen voor een minimale elevatie van 10 à 15 graden om de troposferische fout zoveel mogelijk te reduceren.
Een andere manier om de troposferische fout te reduceren is het gebruik van een meerfrequentie ontvanger. Het blijkt namelijk dat ook de frequentie van het signaal van invloed is op de hoeveelheid vertraging van de signalen. Door nu zowel de looptijd van de L1- als de L2-frequentie te meten is het mogelijk een inschatting te maken van de lokale troposferische fout. Veel ontvanger gebruiken hierbij de, onbekende, P-code. Deze wordt namelijk op beide frequenties op hetzelfde moment uitgezonden. De starttijd van de meting is onbekend, maar looptijdverschil metingen zijn wel goed mogelijk. Met het toevoegen van extra frequenties aan satelliet navigatie systemen in de toekomst (L5) zal het eenvoudiger worden de troposferische fout te modelleren, zodat de precisie van de gpsontvangers omhoog zal gaan.
Door reflectie van gps-signalen wordt een langere looptijd gemeten waardoor positiefouten ontstaan.
Ionosfeer De ionosfeer is de laag in de atmosfeer van vijftig tot vijfhonderd kilometer hoogte. Hierin bevindt zich - door de zon - geïoniseerde lucht waardoor lagen met daarin elektrisch geladen deeltjes ontstaan. Een sprekend voorbeeld van deze ionisatie is het poollicht. De geïoniseerde deeltjes kunnen het gps-signaal vertragen en daarbij fouten veroorzaken tot dertig meter overdag of zes meter ’s nachts. Een grote bron van ionisatie zijn de zonnevlekken en daaraan gerelateerde stormen op de zon. Deze zonneactiviteit kent een cyclus van 11 jaar met de laatste piek in 2001 (Afbeelding 2). Momenteel bevinden we ons nagenoeg op het minimum van de zonnecyclus. Verder zal het probleem groter zijn op plaatsen met veel zonneschijn (evenaar, rond het middaguur). Bij een beperkte hoeveelheid storing in de ionosfeer zullen meetfouten ontstaan, maar bij grote(re) activiteit zal het gps-signaal in het geheel kunnen wegvallen (Afbeelding 3). Bij toepassing van dgps-systemen wordt het effectieve bereik van het systeem door de zonnevlek activiteit beperkt met een factor 2 tot 4. Ionosferische fouten als gevolg van bijvoorbeeld zonnevlekken zijn niet te voorspellen maar de reguliere ionisatie van de atmosfeer kan wel worden voorspeld met behulp van een ionosfeer model. Evenals bij de troposferische fout kan met behulp van een meerfrequentie ontvanger het effect op de looptijd worden gecorrigeerd. Multipath Net zoals licht gereflecteerd wordt, kan een radiosignaal ook gereflecteerd worden. Goede reflectoren zijn bijvoorbeeld wateroppervlakken zonder veel golven, tanks gevuld met olie en water maar ook auto’s of scheepsbruggen. De gereflecteerde signalen April/Mei 2006-3
35
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:46
Pagina 36
Data-inwinning
Positiefouten door keuze verkeerde geodetische datum. In het voorbeeld lezen we ED50 posities af, de WGS84 posities liggen circa 180 meter verder in coördinaten.
die de ontvanger bereiken zullen daar interfereren met de signalen die rechtstreeks van de satelliet komen, zie afbeelding 4. Als gevolg hiervan kan het zijn dat de ontvanger het gereflecteerde signaal gaat gebruiken voor de positiebepaling waardoor een te lange afstand wordt gebruikt en de positie verschuift. De verschuiving is daarbij altijd in de richting van de multipath bron. Omdat multipath moeilijk gecorrigeerd kan worden, is de beste oplossing voor dit probleem het te vermijden door te dicht in de buurt van reflecterende objecten te meten. Vergroten van het elevatie masker van de ontvanger of het veranderen van de hoogte van de antenne kunnen multipath fouten verminderen. Een multipath fout in een gps-afstand kan enkele minuten duren en weer verdwijnen wanneer het signaal vrij is van hetgeen de multipath veroorzaakte. Tegenwoordig hebben de meeste professionele gps-antennes een ingebouwde grondplaat of zogenaamde choke ring (afbeelding 5) welke het signaal van onder de antennehorizon tegenhoud en daarmee multipath vaak voorkomt. Gebruikers fouten De grootste groep fouten bij gps-metingen zijn gebruikersfouten, of blunders. In de regel geld dat blunders voorkomen kunnen worden door een consequentie meetmethodiek waarbij van zo veel mogelijk controle middelen gebruik wordt gemaakt. Veel gemaakte blunders zijn: • Dicht bij objecten meten waardoor multipath veroorzaakt wordt of een gedeelte van de horizon wordt afgeschermd met een vermindering van de positie nauwkeurigheid als gevolg • Toepassen van height aiding zonder rekening te houden met de juiste antenne hoogte
36
April/Mei 2006-3
De Dilution of Precision is hoog (a) als alle satellieten zich aan één zijde van de antenne bevinden en laag (b) als deze geometrisch goed verspreid zijn.
•
•
Verkeerd ingevoerde initialisatie positie in de ontvanger bij het opstarten Verkeerde geodetische instellingen gekozen voor het uitlezen van de posities. GPS geeft standaard posities in WGS84 coördinaten, maar veel ontvangers kunnen deze intern omrekenen voor weergave op het scherm. Bij veel ontvangers blijft het uitgangsbericht echter in WGS84. Fouten als gevolg van het kiezen van het verkeerde geodetische datum kunnen oplopen tot honderden meters (Afbeelding 6).
Kwaliteitscontrole Om inzicht te krijgen in de kwaliteit van de positie bij een gps-ontvanger, zijn er enkele kwaliteitscontrole parameters beschikbaar. De belangrijkste hiervan is de zogenaamde Dilution of Precision (DOP). Deze beschrijft de sterkte van een satelliet configuratie, ofwel een indicatie hoe de satellieten verspreid staan ten opzichte van de horizon. Wanneer alle satellieten zich aan één kant van de antenne bevinden, zal de DOP hoog zijn (Afbeelding 7a). Wanneer de satellieten verspreid over de horizon staan zal de DOP laag zijn (Afbeelding 7b). DOP’s komen is verschillende smaken, de belangrijkste bij gps-plaatsbepaling zijn in de regel de zogenaamde Horizontal DOP (HDOP)
en Geometrische DOP (GDOP). Naast de DOP kennen sommige ontvangers nog de ‘line of position mean error’ (LPME). Deze is een indicatie van de nauwkeurigheid van de positie en neemt ook nog andere parameters zoals de looptijdmeting in ogenschouw. Sommige fabrikanten geven een kwaliteitsgetal om de precisie van de plaatsbepaling aan te duiden. Deze wordt meestal verkregen uit berekeningen gebaseerd op bijvoorbeeld HDOP, LPME en het aantal satellieten. In de regel moet men voorzichtig omgaan met deze kwaliteitsgetallen omdat de achterliggende formule vaak niet bekend is. Uit dit artikel blijkt dat er een zeer groot aantal foutenbronnen op de gpsplaatsbepaling kunnen inwerken waar we bij het verrichten van metingen terdege rekening mee moeten houden. Veel van de, in dit artikel, beschreven fouten zijn gedeeltelijk te corrigeren met dgps-methodieken. Hierop zal in het volgende artikel worden ingegaan.
Huibert-Jan Lekkerkerk (
[email protected]) is freelance schrijver en trainer op het gebied van plaatsbepaling en hydrografie.
prod_GISM_03-2006
19-04-2006
09:46
Pagina 37
De Landmacht zoekt specialisten op alle terreinen. De Koninklijke Landmacht kun je gerust een dynamische organisatie noemen. Elke dag opnieuw leveren 35.000 werknemers, in de meest uiteenlopende beroepen een topprestatie. Zo helpen we in eigen land bij het bestrijden van rampen en het organiseren van grote evenementen. In het buitenland wordt ons beroepspersoneel ingezet voor humanitaire hulp en crisisbeheersing. Geen gemakkelijk werk, maar wel altijd uitdagend. De militaire basisopleiding, die standaard wordt aangeboden aan nieuwe werknemers, is het begin van deze uitdaging. Een specialist bij de Landmacht bestrijkt dus vanaf de eerste minuut een veel groter terrein dan alleen het eigen vakgebied. De Koninklijke Landmacht is altijd opzoek naar enthousiast personeel. Het Militair Geografische Peleton in ’t Harde is een eenheid van 10-15 militair analisten voor Beroeps Bepaalde Tijd (BBT) met diverse geografisch gerelateerde opleidingen (so-ciale geografie, bodemkunde, geologie enz.). Zij werken met GIS (Geografisch Informatie Systeem), Remote Sensing, dataverzameling, -analyse en -presentatie.
MILITAIR GEOGRAFISCH ANALIST FUNCTIE: U maakt zelfstandig of in teamverband analyses ter voorbereiding van missies van eenheden van de Koninklijke Landmacht. Uw werkzaamheden richten zich op de beschrijving van de omgeving in de ruimste zin en met name de invloed die deze omgeving heeft op een operatie. Opdrachten voor
de Militaire Inlichtingen Dienst duren soms een paar weken en soms een aantal dagen. Dat maakt het werk – bijvoorbeeld de ondersteuning van verkenners - afwisselend en verrassend. Bij deze projecten wordt gebruik gemaakt van GIS en de diverse (geo-)specialismen van de verschillende analisten. Voor u als militair aan de slag gaat, volgt u een militaire training aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA) te Breda. De opleiding begint in februari 2006. WAT VRAGEN WIJ: Academisch/HBO werk- en denkniveau, Analytisch vermogen, geografische /aardkundige achtergrond, communicatief vaardig, zelfstandig en in teamverband inzetbaar. Bij uw aanstelling bent u niet ouder dan 30 jaar. WAT BIEDEN WE: U wordt aangesteld voor bepaalde tijd als officier in de rang van luitenant. Uw salaris bedraagt, afhankelijk van kennis en ervaring, minimaal &