2
Ontwikkelingen in CAD, CAM en CAE
Maart 2009 jaargang 20
G Systeem verbetert de samenwerking G Strak trekken en repareren G Achter het stuur G Organische vormen ontwerpen G BIM ook onder het oppervlak www.cadmagazine.nl
®
HP raadt Windows Vista Business aan.
Pixelicious.
Alle nieuwe ATI FireGL (SBĔTDIF,BBSUFOPOEFSTUFVOFO%JSFDU9®WPPSPQUJNBMFQFSGPSNBODF TM TM
Complete Image Production - Taylor James
3D Powerbundle - ATI FireGL & HP Workstation TM
ATI FireGL™ V5600 & V7700 Grafische Kaarten en de HP xw4600 Workstations staan garant voor een perfecte combinatie van snelheid en stabiliteit. Voorheen was een dergelijke grafische performance alleen beschikbaar in een hoger prijssegment; nu is deze toegankelijk voor elk budget. De prijs-prestatie verhouding zal u overtuigen, of u nu werkzaam bent in Design of Engineering. Meer informatie over deze actie bundels (BKK508ET6 & BKK508ET7) kunt u vinden op: Productinformatie: www.hp.nl/workstations Bestelinformatie : 0800 – 266 72 72 (09:00 – 17:00uur)
Legitieme Windows Vista® Business met downgrade naar Legitieme Windows XP Professional installatie naar keuze Intel® Core™ 2 Quad Q9550 (2,83 GHz, 12 MB L2 Cache, 1333MHz FSB) Intel® X38 Express Chipsatz 4GB DDR2-800 500GB SATA-vaste schijf (3 GB/s; NCQ; 7200 RPM) 16x DVD +/- RW SATA SuperMulti Brander HP ProtectTools Security Software 80+ Efficiënte voeding HP 16-in-1 Media Card Reader 3 Jaar On-Site garantie
Actie bundel 1 > Bestelnummer BKK508ET6 Bovenstaande HP xw4600 Workstation + ATI FireGL™ V5600 met 512 MB Videogeheugen Bundelprijs ex. BTW
€ 1.239,-
Actie bundel 2 > Bestelnummer BKK508ET7 Bovenstaande HP xw4600 Workstation + ATI FireGL™ V7700 met 512 MB Videogeheugen Bundelprijs ex. BTW © 2009 Hewlett-Packard Development Company, LP. Alle rechten voorbehouden. Advanced Micro Devices, Inc. AMD, het AMD Arrow-Logo, ATI, het ATI-Logo en ATI FireGL zijn merken van Advanced Micro Devices. Tussentijdse prijswijzigingen voorbehouden.
€ 1.563,-
Colofon CAD-Magazine is een vaktijdschrift voor (potentiële) gebruikers van CAD, CAM, CAE, Mapping en Visualisatiesystemen en informeert over de ontwikkelingen en toepassingsgebieden, alsmede over software- en hardware-producten, leveranciers en gebruikers. CAD-Magazine verschijnt 8x per jaar in Nederland en België. Directie/uitgever: Dhr. R. Groothuis
[email protected]
Redactie:
[email protected] Tel.: (0527) 619 000 Fax: (0527) 620 989 Hoofdredacteur: drs. J.F.O. van Haaften
[email protected] Redacteuren: drs. E. van Rees
[email protected] R. Sman
[email protected] Aan deze uitgave werkten mee: Jordy Brouwers Marcel de Klein Jaap Dubbelaar Lambert-Jan Koops Jean-Pierre van Gastel Renso Kuster Gerard IJzermans Robert Marschallinger Kurt IJzermans Remco Takken Lisa Kamphuis Fritz Zobl Advertentie-exploitatie:
[email protected] Tel.: (0527) 619 000 Fax: (0527) 620 989 Dhr. W. Westerhof Abonnementenservice:
[email protected] Tel.: (0527) 619 000 Fax: (0527) 620 989 Mw. L. Pels Ontwerp: Sander van der Kolk CMedia Productions, Emmeloord Druk: Drukkerij Giethoorn ten Brink, Meppel Uitgever: CMedia Productions B.V. Noordzijde 2b, 8302 GL Emmeloord Postbus 231, 8300 AE Emmeloord
Duurzaamheid Er wordt de laatste tijd veel gesproken over duurzaamheid. Zo zette vorig jaar The CAD Society, de Amerikaanse vereniging van CAD-gebruikers, Carl Bass, de CEO van Autodesk, in de bloemetjes omwille van zijn inspanningen voor duurzaam ontwerpen. Verder heeft Autodesk vorig jaar de ‘Sustainable Materials assistant’ vrijgegeven voor Inventor. Deze tool helpt ontwerpers om de impact van hun ontwerpen op het milieu te begrijpen en te optimaliseren. Ontwerpers krijgen de mogelijkheid geboden om verantwoorde materiaalkeuzes te maken en de ecologische impact van hun product te minimaliseren zonder dat ze inboeten op productie- en prestatievereisten. De materiaalkeuze die vroeg in het ontwerpproces gemaakt wordt, heeft effect op de werkvloer, op consumenten en uiteindelijk ook op de afvalverwerking. De software kan een soort van duurzaamheidsrapport samenstellen. Ook SolidWorks liet tijdens de SolidWorks World conferentie in februari zien met duurzaamheid aan de weg te timmeren. Om de gebruiker aan een antwoord te helpen op de vraag hoe duurzaam zijn ontwerp is, introduceert SolidWorks software die gedetailleerd en in real-time het milieueffect van onderdelen en samenstellingen kan berekenen en de invloed van ontwerpbeslissingen. Tijdens SolidWorks World is een vroege versie van de software gedemonstreerd. Ontwerpers bepalen veel van de effecten op het milieu die producten hebben en veel producten worden in grote aantallen gemaakt, waardoor een klein verschil duizenden keren of meer vermenigvuldigd wordt. Kies je een materiaal of onderdeel dat van de andere kant van de aardbol moet komen, dan is bijvoorbeeld de CO2-emissie vele malen groter dan wanneer het geen verre reis hoeft te maken. De software met de voorlopige naam ‘Sage', geeft de ontwerper waardevolle informatie op basis waarvan deze goede beslissingen kan maken die het effect op het milieu kunnen verminderen. De software geeft informatie over bijvoorbeeld de CO2-emissie, watervervuiling en verbruikte energie tijdens productie. Het zal vast niet lang duren voor dit voorbeeld gevolgd wordt door de rest van de producenten en ontwikkelaars van CAD-software. Ook in de bouw zal zeker een boel winst te behalen zijn. En mocht u ooit uw CAD-Magazines kwijt willen, dan graag bij het oud papier. Zoekt u toch nog informatie uit een eerder verschenen nummer: kijk dan in het digitale archief op onze eigen website.
Abonnementen: Uitgebreide informatie over een abonnement op CAD-Magazine vindt u in de rubriek Lezersservice. CAD-Magazine op Internet: www.cadmagazine.nl www.cadmagazine.nl/banenmarkt www.cadplaza.nl ISSN 1386-1689 Niets uit deze uitgave mag geheel of gedeeltelijk worden overgenomen en vermenigvuldigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Job van Haaften Hoofdredacteur CAD-Magazine
© Copyright 2009 CMedia Productions B.V.
CADMagazine Maart 2009-2
3
Finnen blikken vooruit Civil 3D User Group van start Het begon allemaal tijdens de Autodesk University in Las Vegas, eind 2007. De eerste informele contacten werden gelegd tussen een aantal Civil 3D-gebruikers van verschillende bedrijven. Tussen de sessies door, maar meer nog in de avonduren, werd druk gediscussieerd over verschillende Civil 3D-projecten, de mogelijkheden en onmogelijkheden van het programma en de potentie die de software heeft.
Versie 15 van Vertex is uit en om die toe te lichten was er een demonstratiemiddag in Houten op 29 januari, georganiseerd door Cad Serviceburo. Daar waren ook de Finse productmanagers van het moederbedrijf: Jukka Haho voor Building Applications en Erkki Laitinen voor Mechanical Engineering Applications. Platform, Pagina 40.
Vervolg en verdieping
11
Ecover krijgt milieuvriendelijk hervulsysteem
12
Voor elk wat wils
18
Doe maar een bod, column
21
Finnen blikken vooruit
40
Systeem verbetert de samenwerking
48
Bouw & Civiel, Pagina 52.
Naadloze planning en constructie 6 Flexibele opstelling
20
BIM ook onder het oppervlak
26
PowerCivil nu ook voor Nederland
36
Alle software kan communiceren
42
Déja vu, column
43
Civil 3D User Group BIM overal toegankelijk voor iedereen CADMagazine Maart 2009-2
Vroeger was zo slecht nog niet, column 53 Ontoereikend, column
59
Organische vormen ontwerpen
60
Blokken op het toolpallet
70
52
Panasonic Toughbooks, de zevende generatie In februari 2009 introduceerde Panasonic nieuwe versies van hun CF-19, CF-30 (Mark 3) en CF52Toughbooks. Dit zijn extra stevige (‘ruggedized’) notebooks voor buitengebruik. De concurrentie is nog enkele passen verwijderd, maar de uitvinder van het Toughbook wil niet al te veel veranderen aan het bekende concept. Hardware, Pagina 56.
76
Elke dag opnieuw aan het begin
Voorplaat
Solid Works World 2009, een bijeenkomst voor de gebruikers, de leveranciers en medewerkers van SolidWorks, waar ze ervaringen uitwisselen en hun wensen kenbaar kunnen maken. Deze elfde keer gehouden in Orlando, Florida van 9 tot en met 11 februari. Mechanical & Design, Pagina 22.
BIRA maakt instrumenten voor ruimteonderzoek
8
Elke dag opnieuw aan het begin 22 Hightech kenniscentrum vertrouwt op Productstream
38
Strak trekken en repareren
44
Wat zijn de verschillen? Sinds vorig jaar oktober was ik al in het bezit van de nieuwste versie van 3ds Max genaamd 3ds Max (Design) 2010 als een van de bèta-testers in Nederland. Uiteindelijk heeft Autodesk het officieel aangekondigd dat er nieuwe versies uitkomen van 3ds Max en mag er officieel over gepubliceerd worden. 3ds Max (Design 2010) of eigenlijk versie 12 bevat verschrikkelijk veel nieuwe mogelijkheden. Visualisatie, Pagina 20.
De vestiging van BrainCenter in Noord-Nederland te Drachten is gespecialiseerd in het engineeren van apparatuur ten behoeve van ECMbewerkingen. Toen 3D voor iedereen bereikbaar werd, heeft het gekozen voor Autodesk Inventor. www.braincenter.nl Zie Pagina 38
Zoals Altijd Trainingswijzer
16
Eenvoudiger tekeningen bekijken 51
CAD-Courant
29
Comsol is als een Zwitsers zakmes
Kort Nieuws
Add-ins naadloos verwerkt in SolidWorks Achter het stuur CADMagazine Maart 2009-2
10, 31
54 Agenda
32
63
Nog eens wat anders dan fotorealistisch
34
Lezersservice
78
68
Wat zijn de verschillen?
74
Volgende keer
78
B OUW & C IVIEL
Efficiënte energieproductie
Naadloze planning en constructie Door de redactie
STB Advies- en ingenieursbureau gebruikt Allplan BIM 2008 voor de planning en de constructie van de Europark Verbrandingsinstallatie (EVI) in het Nederlands-Duitse grensgebied bij Coevorden. De EVI verwerkt afval, wekt daar elektriciteit uit op en de vrijgekomen warmte wordt ook gebruikt. De afvalverwerkingsinstallatie kan voor meer dan honderdduizend huishoudens stroom voorzien.
De afvalverwerkingsinstallatie bestaat uit twee verbrandingsovens.
Na een constructieperiode van twee jaar is de Europark Verbrandingsinstallatie bij Coevorden nu in bedrijf. Het bedrijf gebruikt afval voor de productie van elektriciteit en warmte. De energie die vrijkomt bij het verbranden van het afval wordt in het elektrische net ingezet zodat, bedrijven en huishoudens dit weer kunnen gebruiken, zo is de cirkel weer rond. Ook de warmte die vrijkomt bij het verbranden kan gebruikt worden. Grensoverschrijdend Er is veel vraag naar afvalverwerking met de modernste technieken omdat het een goede alternatieve energiebron is. Niet alleen wordt restafval verwerkt, ook wordt er waardevolle energie door het gebruik van geavanceerde procesCADMagazine Maart 2009-2
sen waarmee milieuvervuiling tot een minimum wordt beperkt. Met een investering van 180 miljoen euro’s hebben EVI Abfallverwertung BV & CO KG en EVI Nederland VOF samengewerkt bij de bouw van de installatie, die bestaat uit twee verbrandingsovens op het industrieterrein Europark Coevorden-Emlichem dat zich uitstrekt over beide zijden van de Duits-Nederlandse grens. Deze locatie is geselecteerd vooral omdat het terrein goed toegankelijk is vanaf de weg, het spoor en over het water, zowel vanuit Duitsland als vanuit Nederland. De EVI is operationeel vanaf eind april 2008. De capaciteit is 350.000 ton afval per jaar. De turbines van de installatie zijn vanaf juli in bedrijf. De stoom die ontstaat bij het verbrandingsproces
6
bij 850 graden Celsius wordt naar de turbines geleid, die dit op hun beurt omzetten naar elektrische energie en het Nederlandse elektriciteitsnet voeden. Bouwen met vooruitziende blik Voor de planning van dit grote DuitsNederlandse project werd, door de twee eigenaren/investeerders, het ingenieursadviesbureau STB Döhren Sabotke Triebold & Partner ingeschakeld. Een bureau met uitvoerige kennis van de implementatie van complexe concepten in industriële bouw en civiele techniek. Het bureau is in 1948 in Bremen opgericht en heeft nu veertig medewerkers, het is gespecialiseerd in innovatieve concepten die zowel veilig als economisch verantwoord zijn. In februari 2006 is STB begonnen met het ontwerp van de buitenkant en wapening voor het betonnen deel van de afvalinstallatie. “Tussen de start van de planning en de start van de constructie zat slechts een maand, beide processen liepen dus in elkaar over.” Vertelt Maike Timm een civiel ingenieur en projectmanager voor de afvalverwerkingsinstallatie. “Omdat het ontwerp niet compleet was bij de start van de constructiefase, werd het fundament voor het EVI-project gelegd zonder dat in detail bekend was hoe de installatie eruit ging zien en zich zou ontwikkelen tijdens de constructiefase. Dat betekende dat we met vooruitziende blik moesten bouwen, en klaar moesten staan om met allerlei onverwachte problemen om te gaan en die op te lossen.” STB kon met deze hoge eisen omgaan door de coördinatie te optimaliseren tussen de verschillende ontwerpers en planners, en daarnaast het gebruik van 3D planning software: Allplan BIM 2008 Engineering. Visuele checks Volgens Maike Timm: “Onze belangrijkste reden om met Allplan Engineering te werken was dat bekisting en wapening in één centraal model zichtbaar gemaakt konden worden. 3D
STB kon met deze hoge eisen omgaan door de coördinatie te optimaliseren en het gebruik van 3D planning software: Allplan BIM 2008 Engineering.
was zondermeer een recept voor succes en foutloos ontworpen constructies in dit complexe project. Tijdens het ontwerp- en bouwproces hadden we zowel 2D- als 3D-representaties nodig, we hadden dus een programma nodig die beide aanpakken kon bolwerken.”Toen STB het ontwerp van de architect in 2D kreeg, konden de data probleemloos worden omgezet in Nemetschek’s planning software, die de basis werd voor de ontwikkeling van het 3D-model. Dat maakt het mogelijk op elk gewenst moment te schakelen tussen het oorspronkelijke ontwerp, het ontwerp van de mantel, de wapeningsontwerpen en diverse tekeningen en ontwerpen met één druk op de knop. Onafhankelijk van of de ontwerper met ‘intelligente’ componenten had gewerkt of simpele lijnen, het ontwerp werd altijd juist weergegeven. Een ander voordeel voor Maike Timm was dat de planning steeds up-to-date was en gecontroleerd werd door het bouwmodel: “Het eenmaal invoeren van planningdata in het programma was voldoende om het in
Tussen de start van de planning en de start van de constructie zat slechts een maand, beide processen liepen dus in elkaar over.
alle secties van het model door te voeren. Alles werd automatisch aangepast in alle aanzichten en lijsten, en daarmee konden bronnen voor fouten worden voorkomen. Ook kon de doorvoertijd sterk verkort worden, vergeleken met het conventionele ontwerpen in 2D.” Gelijktijdig bezig zijn Eén aspect van het planningproces bleek erg veeleisend, dat was de planning van de bekisting en wapening in relatie met de betonnen componenten die ter plekke gemaakt moesten worden en opgericht met een hoogte van 45 meter, gebruikmakend van een techniek waarbij delen van een samenstelling langs elkaar glijden. Deze ontwerpuitdaging vroeg om intensieve samenwerking en een uitgebreide coördinatie tussen ontwerpers en planners. Om het beheer van alle ontwerpen centraal te houden, gebruikte STB de Workgroup Manager die snel toegang biedt tot data van het project vanaf elk werkstation. Hierdoor konden de data bewerkt worden op een werkstation en meer com-
puters geïntegreerd worden als er meer geheugen of processors nodig waren. Het werkgroepprincipe verzekerde zo een consistente dataopslag en vormde de basis voor gladjes verlopend en parallel teamwerk. Maike Timms somt de situatie op: “De optie om gelijktijdig bezig te zijn met verschillende stappen in het project en het volledige overzicht van alle data in het model, maakt een naadloze werkstroom mogelijk. Met Allplan Engineering hadden we vanaf het begin een transparant planning systeem dat ons ook steunde tijdens de complexe wapeningstaken. De positieve ervaringen bij het EVI-project, hebben ons ervan overtuigd Nemetschek Allplan 3D planning software ook te gebruiken voor toekomstige projecten.” www.nemetschek.de
&$'-2%6QO HQJLQHHU\RXUIXWXUH !&$'YDFDWXUHVEHQMLMJRHGJHQRHJ" CADMagazine Maart 2009-2
7
M ECHANICAL & D ESIGN
Met CoCreate de ruimte in
BIRA maa kt meetinstrumenten voor ruimteonderzoek Door Job van Haaften
Ontwerper Jeroen Maes van het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie (BIRA) vertelt geestdriftig over zijn projecten en over CoCreate Modeling. Hij werkt de mechanische onderdelen uit voor wetenschappers die metingen willen uitvoeren in de atmosfeer, zowel rond de aarde, als rond andere planeten. Zo leren we meer kennen over fenomenen als zonnewinden, ruimteplasma, het gat in de ozonlaag en de opwarming van de aarde.
Jeroen Maes vertelt: “Als meetinstrumenten op satellieten gebruikt worden, zijn er bijzonder strenge eisen. Er moet bijzonder licht materiaal gebruikt worden en de constructie moet bestand zijn tegen hevige vibraties. Denk maar aan de lancering van een raket. Bovendien kost het allemaal (raket, satelliet en lancering) heel veel geld, zodat we ons geen fouten kunnen veroorloven.” De belangrijkste ‘klant’ van BIRA voor de ruimtevaartinstrumenten is de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA. De keuze van BIRA voor het ontwerpen en ontwikkelen viel op CoCreate. Maes: “Wij hebben voor CoCreate OneSpace Designer gekozen omdat wij in onze branche aan prototyping doen en hierdoor dikwijls ‘from scratch’ onze ontwerpen moeten opbouwen en/of verfijnen. Snelle aanpassingen of radicale ontwerpwijzigingen vragen een flexibel designpakket zonder gebonden te zijn aan een eerdere ontwerpstrategie. Het feit dat OneCADMagazine Maart 2009-2
Space Modeling niet parametrisch werkt, is daarin een groot voordeel.” De zon volgen Maes: “Momenteel testen we een Suntracker, een instrument op aarde die de zon van zonsopgang tot zonsondergang volgt en het zonlicht naar een sterke FTIR-spectrometer stuurt. Met deze spectrometer worden de bestanddelen in de troposfeer en de stratosfeer opgemeten en vergeleken met de data gemeten door satellieten. Deze metingen kaderen vooral in het onderzoek naar de opwarming van de aarde. Door de gegevens op verschillende plaatsen op aarde te verzamelen, krijgen de wetenschappers een schat aan informatie. Het voordeel van deze meetstations op aarde is dat ze met een heel grote resolutie de atmosfeer kunnen analyseren. Dit in tegenstelling tot satellieten die minder nauwkeurig zijn, maar die dan weer wel het ganse aardoppervlak kunnen omspannen. Beide systemen vul-
8
len elkaar als het ware aan. Bij ons in Ukkel wordt zo’n FTIR-meetstation opgesteld en worden de metingen in België uitgevoerd. Belangrijker zijn de meetcampagnes die uitgevoerd worden op La Réunion in de Indische Oceaan. Het meetnetwerk op het zuidelijke halfrond is matig uitgebouwd en om de opwarming van de aarde over het hele aardoppervlak goed te begrijpen, zijn zulke meetcampagnes dan ook erg belangrijk. Het is onze bedoeling een volledig geautomatiseerd meetstation continue te laten functioneren in een nieuw gebouwd observatorium op de Maidoberg in La Réunion.” Ontworpen met CoCreate BIRA is bijzonder trots op SOIR, een infraroodspectrometer met hoge resolutie voor interplanetair gebruik. Met een infraroodspectrometer worden chemische bindingen vastgesteld, ofwel welke moleculen en bindingen er in de atmosfeer zitten. Maes: “Er was al een
Jeroen Maes met zijn nieuwe collega Sabrina Bonnewijn, zijn de mechanische ontwerpers-ingenieurs bij Engineering van BIRA.
instrument rond Mars dat met het 2Dpakket van ME10 ontworpen werd. Dat werd verder verfijnd met CoCreate Modeling voor een missie naar Venus. De hoge resolutie is het tienvoudige van wat andere landen kunnen bereiken op instrumenten van vergelijkbare omvang. Het instrument ontworpen met het 2Dpakket ME10 heet SPICAM en werd in 2003 gelanceerd aan boord van de ESA-sonde Mars Express en heeft sinds begin 2004 gegevens over de atmosfeer van Mars naar de aarde doorgestuurd. Door het succes van deze sonde besloot de ESA een gelijkaardige satelliet (Venus Express) naar Venus te sturen met aangepaste instrumenten. De bijdrage van het BIRA voor deze missie werd fors uitgebreid door de toevoeging van het krachtige SOIR aan het instrument SPICAM. Dit 2-in-1 instrument heet SPICAV. In het SOIR-instrument werden enkele revolutionaire technologieën geïncorporeerd waardoor er een bijzonder flexibel en voor zijn grootte krachtig instrument ontstond. Er bestaan krachtigere instrumenten, maar dat zijn zware kolossen die enkel aan boord van
Het ruimte-experiment EPT (Energetic Particle Telescoop) zoals ze ontworpen is op het CAD-programma met het mechanische prototype op de voorgrond. CADMagazine Maart 2009-2
heel zware satellieten in een baan rond de aarde gebracht kunnen worden en niet geschikt zijn voor interplanetaire reizen. Met de 3D-Modeling werden de optica, de elektronica, de detector en de overige kernonderdelen samengevoegd in een specifiek ontworpen mechanische structuur die het mogelijk maakt te functioneren en te overleven in de ruimte. Het 3D modeling-pakket heeft er vooral toe bijgedragen dat het instrument in een recordtijd ontworpen is. Met de SOIR hopen we ook bij te dragen aan het meten of er leven is of was op Mars. Het BIRA probeert heel hard om SOIR op één van de komende missies van ESA of NASA naar Mars te plaatsten, omdat SOIR in staat is door zijn hoge resolutie methaan in de atmosfeer van Mars te detecteren en in kaart te brengen. De ontdekking van methaan in de atmosfeer van Mars in 2003 bewijst dat Mars ofwel geologisch ofwel biologisch ‘leeft’. Verder onderzoek moet uitmaken welke van de twee (of beide) de oorzaak is van deze aanwezigheid in de atmosfeer van Mars. SOIR kan hierin een belangrijke bijdrage leveren.” Veiliger naar de maan reizen Een ander project is EPT (Energetic Particle Telescope). Het zeer kleine en flexibele meetinstrument moet aan boord gaan bij heel veel satellieten. Maes: “Hiermee wordt in het ruimteplasma de straling rond de aarde gemeten. Doordat deze satellieten in verschillende zones vliegen, kan er op termijn zo een kaart gemaakt worden van de stralingsgordels rond de aarde. De Amerikanen zijn van plan om opnieuw naar de maan te gaan. Bij de eerste
Het BIRA maakt onder meer ruimtevaartinstrumenten voor de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA.
keer hebben de astronauten een grote dosis straling gekregen. Met de resultaten van het onderzoek gaan ze op zoek naar plaatsen met de minste straling.” Prototypes Jeroen Maes is heel tevreden over zijn 3D-pakket: “Wij maken echt prototypes, totaal nieuwe instrumenten, dus niet op basis van voorgangers waarbij alleen wat parameters worden gewijzigd. Ieder stuk is uniek. Zeventig procent van mijn tijd ben ik aan de slag met het pakket en ik heb er nog geen seconde spijt van gehad, de opleiding bij SAVACO was ook bijzonder aangenaam. We blijven vooruitgang boeken, vorig jaar is er nog een tweede ontwerper bijgekomen en via SAT kunnen we de 3D-ontwerpen nu ook bezorgen aan het CAM-pakket.” www.aeronomie.be www.savaco.be
Aëronomie De aëronomie bestudeert de hogere lagen van de aardse atmosfeer. Het gebied dat raakt aan het aardoppervlak en waarin de weerkundige verschijnselen zich afspelen is de troposfeer die onmiddellijk gevolgd wordt door de stratosfeer. Het onderzoeksgebied van de aëronomie strekt zich verder uit tot aan de interplanetaire ruimte over afstanden van honderdduizenden kilometers. Hier bestaat er, in de strikte zin van het woord, geen atmosfeer meer, maar toch laat de magnetische invloed van onze planeet zich er nog gelden. Alleen nog maar het opsommen van de hierna volgende onderzoeksgebieden bewijst reeds het belang van de kennis en het begrijpen van alle waargenomen verschijnselen in de hoge atmosfeer en in de aardse omgeving: ozongat, broeikaseffect, aërosols van vulkanische oorsprong, voortplanting van radiogolven in de ionosfeer, magnetische stormen die de telecommunicatie kunnen verstoren, stralingsgordels die een gevaar kunnen betekenen voor de astronauten en de elektronica aan boord van ruimtevoertuigen en bijvoorbeeld omloopafwijkingen en het vallen van kunstmatige satellieten door atmosferische wrijvingsweerstand.
9
Arkey Interieur versie 6
ProductPoint van Microsoft en PTC geplaatste producten. Deze lijst wordt fraai weergegeven door middel van 3D-illustraties en versnelt het herhalen van plaatsingen.
Begin dit jaar is versie 6 van Arkey Interieur verschenen. Arkey Interieur is een 2D en 3D softwaresysteem voor project- en winkelinrichters, interieurbouwers en interieurarchitecten dat is gebaseerd op het CAD-systeem Arkey. De nieuwe versie bevat een verder ontwikkelde componentselector met onder meer een zoekfunctie en een parkeerfunctie. Met deze laatstgenoemde functie is het mogelijk een gedeelte van de selector aan de zijkant van het Arkey-scherm te parkeren, waardoor de producten nog sneller kunnen worden geselecteerd en geplaatst. Verder ontstaat er tijdens het werken automatisch een lijst met recent
Productbibliotheken Voor het inrichten biedt Arkey Interieur zeer complete 2D/ 3D-productbibliotheken van bekende fabrikanten met duizenden producten. In versie 6 is een groot aantal productbibliotheken geüpdatet (o.a. Concept-s, Febrü, Gispen, Renz en Vepa) en zijn er nieuwe productbibliotheken toegevoegd, zoals Amerland, Schaffenburg, Vervoort en Zevenbergen. Naast deze bibliotheken biedt Arkey Interieur een compacte bouwbibliotheek met selector om snel muren, ramen, deuren, en meer te plaatsen. Bovendien bevat Arkey Interieur een accessoirebibliotheek met een groot aantal accessoires zoals planten, lampen, een keuken, en bijvoorbeeld bureauaccessoires. www.arkey.nl
Ruim 3.000 bouwdetails met Bouwcad-online
Voor tekenaars wordt het uitwerken van bouwdetails nu nog gemakkelijker. Op de nieuwe website Bouwcad-online zijn meer dan drieduizend bouwdetails te raadplegen. De online CAD-bibliotheek maakt het mogelijk om met een unieke zoekstructuur binnen drie klikken het gewenste detail op het scherm te toveren. De website, die een initiatief is van Archidat Bouwkosten, is tijdens de Bouwbeurs officieel geïntroduceerd. Bouwcad-online beschikt over de CADMagazine Maart 2009-2
bibliotheken Woningbouw, Woongebouwen, Utiliteitsbouw, Verbouw en Renovatie. Daarin wordt een handige onderverdeling gemaakt naar de verschillende bouwmethodes zoals gietbouw, prefab, stapelbouw, houtskeletbouw en staalbouw. De bouwdetails zijn na gratis aanmelding eenvoudig te raadplegen. Met een abonnement is het ook mogelijk om de bouwdetails in alle gangbare CAD-formaten te downloaden en af te drukken. Met de bouwdetails van Bouwcad-online kan een tekenaar efficiënter werken. Directeur Max de Jong van Archidat Bouwkosten: “De online bouwdetails zijn dé oplossing om kostenbesparend te kunnen werken. Altijd een compleet overzicht van bouwdetails overal met een internetverbinding beschikbaar.” Volgens De Jong is dat nog maar het begin en is in de nabije toekomst ook een koppeling te verwachten met bouwkosten. www.bouwcad-online.nl
10
WindChill ProductPoint is het resultaat van een samenwerking tussen PTC en Microsoft, het is een op SharePoint gebaseerde PDM-oplossing. ProductPoint is een krachtige software voor het beheren, bekijken en gecontroleerd delen van CAD-data. Microsoft ‘s SharePoint is hard op weg de standaard te worden op het gebied van Document Management en het aansturen van processen door ‘workflows’. Veel bedrijven gebruiken SharePoint inmiddels al voor het beheren en delen van hun documenten. Het inzetten van SharePoint voor het beheren van CADdata met allerlei onderlinge complexe relaties, blijkt tot op heden echter niet goed mogelijk. ProductPoint is een krachtige oplossing voor het beheren, bekijken en gecontroleerd delen van CAD-data. Enkele mogelijkheden die beschikbaar zijn in ProductPoint zijn: Product Data Management (PDM). ‘Locken’ en ‘unlocken’ van files, zodat meerdere mensen gelijktijdig kunnen werken aan hetzelfde project of product. Versiebeheer waardoor altijd de juiste en laatste versie te vinden is maar oudere versies altijd te bekijken zijn. Een centrale kluis waardoor bestanden maar één keer opgeslagen worden. Beheren en delen van CAD-data binnen SharePoint, waarbij ProductPoint in staat is de complexe structuren van Pro/Engineer en andere CAD-applicaties te beheren. Visualisatie met 3D-thumbnails en de mogelijkheid om op eenvoudige wijze de modellen te bekijken en daar opmerkingen bij te plaatsen, buiten de oorspronkelijke CAD-applicatie om. Visuele weergave van de altijd bij CAD-data aanwezige onderlinge relaties (bijvoorbeeld family tables). www.ptc.com www.hecbv.nl
P LATFORM
TEC/CADCollege 25 jaar
Ve r vo l g e n ve rd i e p i n g Door Lisa Kamphuis
Het TEC/CADCollege is na 25 jaar een begrip in de Nederlandse CAD-wereld. Het werk van docent R. Boeklagen en zijn team is voor het derde achtereenvolgende jaar bekroond met de titel ‘Beste Autodesk Training Center van Nederland’. Genoeg redenen om eens een kijkje achter de schermen te nemen bij dit succesvolle CAD-opleidingscentrum. ten op tot AutoCAD-systeemmanager, Mechanical-, of 3D-designer. Naast de gebruikelijke kennis van CADsystemen, kunnen afgestudeerde cursisten ook VBA gebruiken of een methodisch ontwerpproces toepassen. Deze beroepsgerichte opleiding van TEC wordt afgesloten met een HBO-verklaring.
Het pand van het TEC ziet er modern en sfeervol uit. In 1984 was dat wel andere koek. De oprichters Ronald Boeklagen en Leonie Bergsma begonnen hun bedrijf in een oude fabriek die ingericht was als verzamelpand voor kleine bedrijfjes.
Studiemateriaal In eerste instantie begon TEC met het adviseren van Aanpassen en inspelen Nog eens 25 jaar: “We zullen zien.” bedrijven bij de invoering Het succes van TEC valt volvan CAD-systemen. Ronald gens Ronald Boeklagen onBoeklagen: “Een CAD-systeem toen bestond uit hard- en der andere te danken aan het aanpassingsvermogen van het software van meer dan een ton en was toch minder krachtig bedrijf: “Nieuwe ontwerptechnieken zoals ‘Rapid Protodan het eenvoudigste CAD-programma van nu.” TEC heeft typing’ of 3D-printen worden bijvoorbeeld geïntroduceerd toentertijd veel bedrijven begeleid met de overstap. Een en in de praktijk getest, zodat deze in de leertrajecten meenieuw aspect van de CAD-systemen waar TEC tegenaan genomen kunnen worden.” liep, was de begeleiding van de gebruiker. Een hard- en Leonie Bergsma voegt daaraan toe: “TEC streeft ernaar softwarepakket invoeren was niet voldoende voor een sucklantvriendelijk te zijn. We hebben er bewust voor gekozen cesvol gebruik van het CAD-systeem; de tekenaar had er om kleinschalig te blijven. Dit stelt ons in staat om de kwaook behoefte aan ondersteund te worden. TEC heeft dit opliteit van het bedrijf te optimaliseren. Zo kunnen gebruikers gepakt met het ontwikkelen van gebruikersvriendelijk stuonline een cursusplaats reserveren en studiemateriaal besteldiemateriaal. Inmiddels heeft Boeklagen al meer dan 50 len.” AutoCAD- en Inventor-studieboeken uitgebracht. Ronald Boeklagen voegt toe: “Deze kleinschaligheid zorgt Naast het studiemateriaal biedt TEC ook trainingen aan, ervoor dat we klanten goed persoonlijk kunnen begeleiden. waarmee het bedrijf al meerdere jaren in de prijzen is gevalWe proberen cursisten, waar dat kan, ook buiten het leslolen. Toen TEC begon met de trainingen, volstond een curkaal te helpen. Het komt ook wel eens voor dat we werk- of sus ter kennismaking met het systeem. Nu bieden CADopdrachtzoekers aan werkgevers koppelen, we spreken zosystemen veel meer mogelijkheden en de cursussen worden veel mensen.” daarop aangepast. Ronald Boeklagen: “een CAD-ontwerp moet parametrisch zijn, zodat deze snel gewijzigd kan worOp de vraag of het duo nog 25 jaar met TEC door zal gaan den. Het ontwerp moet zijn doorgerekend op sterkte-, koswordt door beiden met een grote glimlach geantwoord. ten- of milieuaspecten, daarom hebben we het cursusmateLeonie Bergsma: “We zullen zien. Op dit moment hebben riaal uitgebreid.” we nog veel plezier in het werk. Ronald Boeklagen is het daar zeker mee eens: “Het lesgeven en schrijven van studieVervolg en verdieping materiaal vind ik nog steeds leuk om te doen. We willen Een enkele cursus is niet meer genoeg om alle facetten van blijven voorlopen: software wordt een half jaar voordat dede huidige CAD-systemen onder de knie te krijgen. Het ze uitkomt bestudeerd, zodat het aanbod van studiemateriTEC biedt vervolgcursussen aan, maar ook verdiepingsstof aal en trainingen erop aan wordt gepast. Zoals je hoort hebvoor thuis. Verder publiceert TEC gratis oefeningen, filmben we er nog lang niet genoeg van.” pjes en testen op haar website. De afgelopen jaren heeft TEC zich vooral gericht op de Lisa Kamphuis is freelance auteur, voor meer informatie complete leertrajecten. Het leertraject van TEC leidt cursiswww.cadcollege.com. CADMagazine Maart 2009-2
11
M ECHANICAL & D ESIGN
Wasmiddelenfabrikant denkt eerst aan milieu
Ecover krijgt milieuvriendelijk hervulsysteem Door de redactie
Pars Pro Toto is een in Gent gevestigd bureau dat meer diensten levert dan design alleen. De onderneming profileert zich dan ook als een full service ontwerpbureau dat zich richt op het begeleiden en uitvoeren van innovatieprojecten voor bedrijven en overheden. Met behulp van Pro/Engineer worden nieuwe producten ontwikkeld op basis van originele ideeën, zoals bijvoorbeeld voor de Belgische wasmiddelenfabrikant Ecover.
Met stickers wordt op de navulling in de landstaal aangegeven wat het product is.
P
ars Pro Toto is in 1994 gestart met drie partners die zich niet alleen hebben gericht op industrieel ontwerp maar ook op tentoonstellingsontwerp en het zogenaamde ‘brand experience design’. Johan Bonner verzorgt de sales en marketing binnen Pars Pro Toto en kan vanuit die positie dan ook prima uitleggen wat deze diensten precies inhouden. “In het geval van industrieel ontwerp ontwikkelen we voor onze klant nieuwe producten, of een deelaspect van een product, op zo’n manier dat er een balans wordt gevonden tussen vormgeving, functie en prijs. Hierbij gaan we verder dan enkel vormgeving. Ook conceptontwikkeling, engineering, ergonomische studie komen hierin aan bod. Daarnaast verzorgen we tentoonstellingsontwerpen of ‘exhibit design’, een dienst die met name door de overheid wordt afgenomen. Vaak krijgen we dan de opdracht om een tentoonstelling te ontwerpen binnen een thema dat door CADMagazine Maart 2009-2
de klant is aangegeven. De opdrachtgever vertelt dan aan onze ontwerpers welke boodschap er uitgedragen moet worden, waarna zij een totaalpakket ontwikkelen van visuele en auditieve onderdelen die interactief beschikbaar zijn voor de bezoekers van de tentoonstelling.” De activiteiten op het gebied van tentoonstellingsontwerp hangen nauw samen met het zogenaamde ‘brand experience design’. Bonner legt uit: “Brand experience design zit als het ware op de rand van tentoonstellingsontwerp, industrieel ontwerp en communicatie.
12
Steeds meer consumentenmerken zoeken naar manieren om hun doelgroep te bereiken op een meer efficiënte manier. Hierbij hebben ze behoefte aan fysieke objecten/omgevingen die hun merk in een perfecte beleving omzetten en die ze kunnen inzetten op festivals, in bezoekercentra of in winkels. Wij bedenken dan een manier waarmee we consumenten als het ware kunnen onderdompelen in een merk. Dat doen we door bijvoorbeeld speciale trucks of andere mobiele units te ontwerpen waarmee roadshows zijn te geven en die festivals kunnen aandoen. Dat hebben we ook gedaan voor Ecover, waarbij bezoekers van de truck bijvoorbeeld konden ruiken welke bloemengeuren er in een wasmiddel zaten. Op die manier krijgen consumenten niet alleen een goed overzicht van het merk en zijn communicatie-uitingen te zien, maar hebben ze ook een herinnering aan de interactie met het product.”
Hervulsysteem gen tot 40 kilo en waren moeilijk Het ontwikkelen van een ‘brand hanteerbaar. Verder was het sysexperience’ is niet het enige werk teem erg vandalismegevoelig: wat Pars Pro Toto heeft gedaan kinderen die het leuk vonden om voor Ecover. Het Gentse bureau te pompen konden een kleine was ook betrokken bij de ontwikramp veroorzaken, want het opkeling van een nieuw hervulsysruimen van zeep is geen sinecure; teem voor de wasmiddelenfabrimet water er bij blijft het maar kant. Een opdracht die niet alleen schuimen. Er kwamen toch al gein het teken stond van gemak voor noeg zeepresten op de vloer teconsument en winkelier, maar recht bij normaal gebruik van de vooral het milieu. Bonner legt uit pompen. hoe dit komt. “Ecover is een interIn de praktijk kwam het dan ook nationale producent van ecologiregelmatig voor dat de winkelier sche was- en reinigingsmiddelen, een soort vulservice verleende: de die in 1980 in België vanuit een klant gaf zijn lege fles aan de winnatuurboerderij is gestart. De opkelier die hem vervolgens vulde richters wilden een fosfaatvrij met het gewenste product: iets dat wasmiddel op de markt brengen, nu juist niet de bedoeling was van nog vóór fosfaten als een prodit zelfbedieningssysteem,” zegt bleem werden gebrandmerkt. Bonner. Sindsdien is Ecover uitgegroeid tot de grootste producent van eco- De sluitkraan is zo geconstrueerd dat hij niet in Voorwaarden logische was- en schoonmaak- een vaste positie open kan blijven staan zonder Omdat de nadelen van de oude middelen. Naast het hoofdkantoor hervulsystemen bekend waren, dat de gebruiker die zelf openhoudt. in het Belgische Malle heeft was het voor de ontwerpers van Ecover vestigingen in De Pars Pro Toto duidelijk aan welke Verenigde Staten van Amerika, het Verpakking voorwaarden een nieuw systeem zou Verenigd Koninkrijk en Zwitserland Uiteraard zijn het niet alleen de was- moeten voldoen. Bonner: “We wilden en worden de producten in meer dan middelen waar Ecover de verant- een systeem dat hervulstations getwintig landen aangeboden.” woording voor draagt. Ook het ver- bruikte die qua gewicht voor de winpakkingsmateriaal is een belangrijke keliers hanteerbaar zouden zijn. Milieubeleid aandachtspunt. Er wordt daarbij ge- Daarnaast zou de zeepvervuiling in Het milieubeleid van Ecover uit zich tracht om zo weinig mogelijk verpak- de winkel met dit systeem geminimaniet alleen in de producten die het be- kingsmateriaal te gebruiken. Niet al- liseerd moeten worden. Bovendien drijf op de markt brengt, maar is een leen moeten alle verpakkingsmateria- wilden we dat het oersimpel in het vast onderdeel van de bedrijfsvoe- len makkelijk te recyclen, maar ook gebruik zou zijn, zodat iedere klant ring. Het meest in het oogspringende bij voorkeur herbruikbaar zijn. Aan het zou kunnen gebruiken. Verder hiervan, is het eerste ecologische fa- die laatste eis zitten echter verschil- kregen we de opdracht mee dat het brieksgebouw ter wereld, met een lende haken en ogen, zo ontdekten nieuwe concept fris en vernieuwend groendak van ruim zesduizend vier- Bonner en zijn collega’s toen Ecover moest zijn, maar niet zo spectaculair kante meter. bij Pars Pro Toto aanklopte. “Het dat het de vaste Ecover-gebruiker af Ecover zorgt er niet alleen voor dat de principe van hervulbare flessen was zou schrikken. Dit alles natuurlijk eigen bedrijfsvoering milieuvriende- al tweemaal gelanceerd door Ecover, naast de voor de hand liggende eisen lijk is, ook de producten van toeleve- maar beide keren is het geen succes op het gebied van milieuvriendelijkheid. ranciers worden met een ecologische geworden. bril bekeken. Ecover houdt van de Toen wij de opdracht kregen om na te oorsprong van zijn grondstoffen tot denken over een nieuwe methode was Geen schetsen en met de afbraak van zijn eindpro- er een systeem in gebruik waarbij de Al de ontwerpwerkzaamheden voor ducten, rekening met ecologische, klant in de winkel met behulp van een Ecover zijn, zonder voortraject, rechteconomische en sociale aspecten. handpomp het wasmiddel in zijn streeks uitgevoerd in Pro/Engineer. Voor de hele bedrijfsvoering, van de meegebrachte fles moest pompen. Bonner stelt dat er binnen Pars Pro grondstofkeuze via de productietech- Dat was in theorie een goed systeem, Toto nauwelijks nog geavanceerde nieken tot en met de volledige af- maar bleek weinig praktisch. Zo was schetsen worden gemaakt. “Ideeën braak van het eindproduct, worden het voor de klant helemaal niet prettig worden vrijwel direct in Pro/Engineer strikte criteria als leiddraad gehan- dat hij met één hand de fles moest uitgewerkt, omdat het maken van een teerd. De producten bij Ecover wor- vasthouden terwijl hij met de andere uitgebreide schets alleen maar een exden dan ook ontwikkeld met grond- hand moest pompen. Bovendien lie- tra stap is. stoffen van plantaardige en minerale pen de winkeliers ook tegen proble- Als we bij een bespreking tot de conoorsprong, die een maximale biologi- men aan. De grote pompvaten waren clusie komen dat het ontwerp anders sche afbreekbaarheid garanderen. niet erg handig in het gebruik: ze wo- moet, is de wijziging snel genoeg CADMagazine Maart 2009-2
13
real power
ALS U GEEN ZANDKASTELEN BOUWT, GEBRUIK DAN SOLIDWORKS. U hoeft geen beeldhouwer te zijn om indrukwekkende ontwerpen in 3D te maken. SolidWorks® (SWIFT™) beschikt over zeer krachtige hulpmiddelen om uw model te bewerken. Dit vereenvoudigt en automatiseert het ontwerpproces voor uw team. U maakt aantrekkelijke producten, waarmee u zich onderscheidt van uw concurrentie. Skip Barber Racing School LLC gebruikt SolidWorks 3D-CAD software om de prestaties van hun raceauto te verbeteren, terwijl de ontwerptijd met circa 80% wordt teruggebracht.
Lees meer over de voordelen van SolidWorks op www.solidworks.com/sand DESIGN BETTER PRODUCTS
SolidWorks is een geregistreerd handelsmerk en SWIFT is een handelsmerk van SolidWorks Corporation. ©2008 Dassault Systèmes. Alle rechten voorbehouden.
Voor de hele bedrijfsvoering, van de grondstofkeuze via de productietechnieken tot en met de volledige afbraak van het eindproduct, worden strikte criteria als leiddraad gehanteerd.
door te voeren in de software. We kunnen dan ook altijd al binnen een paar dagen een compleet concept aan onze klanten overleggen. In het geval van de hervulstations hebben we ook alle concepten en prototypes rechtstreeks in Pro/ Engineer gemaakt, veruit de meest efficiënte manier van werken voor ons.” Zak in een doos Na enig denkwerk en overleg kwamen Bonner en zijn collega’s tot de conclusie dat de ‘bag-in-a-box’ de beste verpakkingsmethode zou zijn voor het nieuwe systeem. Hierbij bevindt zich, zoals de naam al aangeeft, een zak in een kartonnen doos, zoals we deze onder meer terugvinden bij wijnen in de grootwarenhuizen. De zakken kregen hierbij een inhoud van vijftien liter toebedacht: een gewicht dat voor de winkeliers hanteerbaar zou zijn. “Het voordeel van de bagin-a-box-methode is verder dat het vervoer van de zakken relatief milieuvriendelijk is omdat deze in een vrachtwagen tegen elkaar aan gelegd kunnen worden zonder dat er lucht tussenzit, waardoor er een maximum aan product wordt vervoerd per rit,” zo legt Bonner uit. “Het was dan ook niet moeilijk om de marketingafdeling van Ecover te overtuigen van de voordelen van dit systeem. De productieafdeling was in eerste instantie minder enthousiast, want het betekende dat de hele productielijn opnieuw CADMagazine Maart 2009-2
opgezet moest worden. We hebben ze echter kunnen overtuigen van de voordelen.” Vandalen Bij de door Pars Pro Toto ontwikkelde vulmethode krijgt de winkelier een doos van gerecycled karton, waar een ring en sluitkraan op te monteren zijn. Deze sluitkraan is zo geconstrueerd dat hij niet in een vaste positie open kan blijven staan zonder dat de gebruiker die openhoudt. Op deze manier is het systeem beschermd tegen vandalen, die denken de kraan open te kunnen draaien om de zeep te laten weglopen. Voor de zeep die toch nog lekt bij het normale gebruik van het systeem, hebben we een opvangreservoir bedacht.” Toen het ontwerp van het hervulstation eenmaal uitgedacht was, bogen de ontwerpers zich over de materialen. Samen met Ecover hebben we een volledige analyse gemaakt van de CO2-uitstoot van alle onderdelen en zo de meest ideale oplossing gekozen. De kartonnen doos diende in een frame te worden geplaatst dat voor stevigheid zorgt. Het bleek dat het milieuvriendelijker was om een stalen frame te nemen dan één van hout. Hout is weliswaar een natuurproduct, maar zou te kwetsbaar zijn in het dagelijks gebruik. Ook in het geval van het opvangreservoir bleek de keus voor natuurmaterialen niet de beste te zijn. Bonner: “We wilden in eerste in-
15
stantie de reservoirs laten maken van een bioplastic. Dit is een materiaal dat wordt afgebroken als het in een composthoop wordt verwarmd tot zestig graden. Op zich een mooi, milieuvriendelijk product, maar helaas niet bestand tegen een temperatuur van negentig graden. En dat is de temperatuur van het water in een afwasmachine. De winkelier moet de reservoirs af kunnen koppelen en in de afwasmachine stoppen. We hebben nog wel geëxperimenteerd met de bioplastics, maar als we die in de afwasmachine zetten, werd het een grote softe brij die overal in de machine terechtkwam. Vandaar dat we uiteindelijk toch hebben gekozen voor polyprolyleen.” Promotiecampagne Nadat de ontwerpen van Pars Pro Toto waren goedgekeurd, werd de implementatie van de nieuwe hervulstations voorbereid door Ecover. In totaal zullen er 35 duizend navulstations worden ondergebracht bij de winkeliers in Europa, waarbij een winkel gemiddeld over zo’n vijf stations beschikt. Over de distributie is inmiddels al nagedacht. Bonner: “Omdat tijdens het ontwerpproces met echt alles rekening is gehouden, denk ik dat we kunnen spreken van een succesvol project. We hebben uitgerekend dat er per vulstations één kilo plastic is bespaard. Dat betekent dat we in totaal 35 duizend kilo plastic zullen hebben uitgespaard, een prestatie waar Ecover en Pars Pro Toto trots op mogen zijn.” www.parsprototo.be www.ecover.be www.ptc.com
Ons doel: U een perfecte CAD-specialist maken USG Innotiv Training Center is gespecialiseerd in het ontwikkelen en organiseren van standaard- en maatwerk trainingen voor CAD-specialisten. Bel of mail voor een informatiepakket of kijk voor trainingsdataen prijzen op www.usginnotiv.nl. Hier kunt u ook onze brochure downloaden. AutoCAD 2D - AutoCAD 3D - AutoCAD Advanced Autodesk Inventor Professional MicroStation V8 - Essentials (2D)- Level 2 (3D)
www.cadix.nl
(Introduction to) Pro/ENGINEER Wildfire 3.0 Update from Pro/ENGINEER Wildfire 2.0 Introduction to Windchill PDMLink 8.0
033 - 450 40 80
[email protected]
www.usginnotive.nl
HOFSTEDE VAN ERKEL Hofstede van Erkel Bilderdijkkade 13a 1053 VA Amsterdam tel.: 020-6124780 fax: 020-6124730
www.cadcenter.nl
* AutoCAD Basis * AutoCAD Update * AutoCAD Gevorderd * AutoCAD Update * AutoCAD Mechanical
Profes sion Certiafl ication
* Inventor Suite Basis Spoed (31/2 dag) * Inventor Suite Basis Stnd. (5 dagen) * Inventor Suite Basis Extra (6 dagen) * Inventor Suite Gevorderd * Inventor Professional Basis * Inventor Release Update * Inventor Thema Training * Inventor Professional Modules * Vault
www.inventor-professional.nl
Widenhorn Industriële Automatisering is al meer dan 25 jaar specialist op het gebied van CADCAM & DNC. Wij verzorgen o.a. trainingen voor: SpaceClaim Edgecam & Partmaker JETCAM, PROfirst & AutoPOL www.wia.nl
www.cadmatch.nl
-
3D CAD CADCAM Verspanen CADCAM Plaatbewerking
Kijk voor meer informatie op www.wia.nl
Uw trainingen een heel jaar lang in CAD-Magazine en op www.cadmagazine.nl voor slechts € 1300,–
CADMagazine Maart 2009-2
16
TRAININGSWIJZER TEC / CAD College BV Autodesk Authorized Training Centre
Autodesk trainingen standaard en op maat met trainingslocaties door het hele land.
• AutoCAD Basis • AutoCAD Update • AutoCAD Gevorderden • AutoCAD 3D • AutoCAD Optimalisatie • AutoCAD & VBA Basis • AutoCAD & VBA Gevorderden • Inventor Basis • Inventor Gevorderden • Inventor Ontwerpen • 3ds Max • Revit Basis • Revit Gevorderd
z z z z
Kijk voor ons complete aanbod op http://opleidingen.itannex.com
z z z
Het CAD-Centrum TEC, ook wel genoemd het CAD College, verzorgt sinds 1984 kennis-overdracht in de vorm van CAD -opleidingen, -leerboeken en educatieve software. Bij de cursus ontvangt u een uitgebreid Nederlandstalig leer- en naslagwerk van R. Boeklagen die tevens uw docent is. U krijgt een Autodesk-certificaat bij de cursussen en een HBO-Verklaring bij de opleidingen.
AutoCAD (LT) Revit Architecture Revit Structure Autodesk NavisWorks AutoCAD Architecture AutoCAD Civil 3D AutoCAD Map 3D
opleidingen.itannex.com www.itannex.com
Autodesk HBO instituut Behaal uw HBO Verklaring! TEC biedt de mogelijkheid u verder te bekwamen tot een Autodesk Certified Engineer (ACE). U doorloopt een bepaald traject van cursussen, maakt een praktische eindopdracht, bij voorkeur passend binnen uw werk en bij uw eigen werkgever en verdedigt deze. Slaagt u, dan heeft u een Autodesk HBO Verklaring verdiend! De opleiding is inclusief materialen als boeken en software. Toelatingseisen: MBO. Studierichtingen: System Manager (AutoCAD), 3D Designer (AutoCAD/3ds Max), en Mechanical Designer (Inventor) en Architectural Designer (Revit) Kerkenbos 1018 B 6546 BA Nijmegen T: (024) 356 56 77 F: (024) 354 19 31 E:
[email protected] CP: Leonie Bergsma
is! prong met kenn
Realiseer voors
Kijk op Internet www.cadcollege.nl of vraag de brochure aan.
, of updatetraining rs-, gevorderdent Met een beginne in huis die u direc nn ny haalt u ke is pa r, m ve Co tie & ec D eff CA en n va rkt mete nt brengen. U we t he k kij in de praktijk ku Be e. ar met uw CAD softw sneller én beter cadcompany.nl. anbod op www. sa ng actuele traini
www.cadcollege.nl Holland Engineering Consultants bv (HEC) verzorgt trainingen en workshops voor de software die wij aan onze klanten kunnen leveren. Deze trainingen vinden doorgaans plaats in ons pand in Nieuwegein maar kunnen op verzoek ook op locatie gegeven worden. De trainingen hebben een hoog “hands-on” gehalte daar de praktijk nog steeds de beste leermeester is. Ons trainingsaanbod bestaat o.a. uit: 3D CAD Stromings- en warmteoverdracht Pro/ENGINEER Basis training NIKA EFD Basis training Pro/ENGINEER Update training Pro/ENGINEER voor Pro/MECHANICA Mechanisme berekeningen gebruikers Pro/ENGINEER MDO Basis training Sterkte- en stijfheidsberekeningen Pro/ENGINEER Mechanica Basis training Pro/ENGINEER Mechanica Update training Pro/ENGINEER Fatique Advisor
CAD & Company Training Centers: Alkmaar - Amsterdam - Boxtel - Emmen - Oosterhout - bij u op locatie
www.cadcompany.nl
Code P10 Pipestress Basis training P10 Pipestress Advanced training P10 Pipestress Update training Microprotol Basis training
Nieuw!!! Haal nu uw Autodesk certificering
í Autodesk Certified Associate
Databeheer Windchill PDMLink Windchill ProjectLink CM II Change management
í Autodesk Certified Professional Onze sterke punten: Ŷ Persoonlijke aandacht Ŷ Flexibel Ŷ Uitstekende trainers Ŷ Goed uitgeruste leslokalen Ŷ Gevarieerd cursusaanbod Ŷ Mogelijkheid van maatwerk Ŷ Officiële certificaten Ŷ Certificering van Autodesk Ŷ Certificering van Microsoft Ŷ Locaties: Gouda, Heerlen, Meppel,Vianen, Hasselt (be) of onsite
Kijk voor meer informatie op de website of neem contact met ons op. Holland Engineering Consultants bv Ratelaar 39, 3434 EW Nieuwegein T 030 600 60 60 F 030 600 60 61 E
[email protected] W www.hecbv.nl
www.hecbv.nl
NedGraphics B.V. Ir. D.S. Tuynmanweg 10 4131 PN VIANEN
Autodesk Authorized Training Center AutoCAD Basis AutoCAD Upgrade AutoCAD Applicatiebeheer/Gevorderden AutoCAD MAP AutoCAD Civil 3D
tel: +31 (0)347 329 626 fax: +31 (0)347 329 666
E-mail:
[email protected] Contactpersoon: mevrouw K. van ‘t Reve Voor meer informatie: www.nedgraphics.nl
basis, vervolg & update trainingen
AutoCAD Inventor Inventor Professional AutoCAD P&ID AutoCAD Electrical AutoCAD Architecture Revit Architecture Revit Structure AutoCAD Civil 3D AutoCAD MAP
Ź 00800 2255 22322 Ź
[email protected]
www.cadac.com
www.nedgraphics.nl
Arkey-ASD • • Normworm • Woordpoort • Woordpoort • Knaakbaak Droomstroom • Knaakbaak • ALFA • ALFA NextGen •
www.alfadevelopment.nl CADMagazine Maart 2009-2
CivilCenter is Autodesk Authorized Training Center (ATC) en gespecialiseerd in het ontwikkelen en verzorgen van professionele standaard en klantspecifieke opleidingen op het gebied van civil en geo/gis.
2D Tekenen Basis en Gevorderden 3D Tekenen • Strategiecursus • Beheercursus Cursus Cursus
Nederlandstalig, modulair, marktspecifiek, op maat en dankzij ons mobiele opleidingscentrum overal mogelijk.
Informatiebijeenkomst Informatiebijeenkomst Cursus inclusief Kostenbestand Basiscursus 2D Workshop • Gevorderden • 3D Tekenen
• AutoCAD Civil3D
• AutoCAD Map3D
Voor meer informatie kunt u een mail sturen naar CivilCenter
[email protected]
Het Digitale Huis • 073 614 04 08 •
[email protected]
www.civilcenter.nl
17
• AutoCAD
P LATFORM
Drie boeken AutoCAD 2009
Voor elk wat wils Door Rob Sman
Voor wie nog geen kennis heeft van AutoCAD maar er toch mee aan de slag moet of wil, staan een paar wegen open om de benodigde kennis te vergaren. Cursussen zijn te hooi en te gras beschikbaar, maar niet iedereen kan zich die veroorloven. Zelfstudie is tot op zekere hoogte mogelijk met de hulpmiddelen in het pakket zelf, maar een boek in je moedertaal, dat helpt de eerste stappen te zetten, is wél zo prettig.
Er is een aantal boeken over AutoCAD in het Nederlands te verkrijgen. De drie meest in het oog lopende boeken hebben wij ter vergelijking eens naast elkaar gezet. Eerst maar eens man en paard noemen. Ten eerste hebben we Basiscursus AutoCAD 2009 en LT 2009, door Harold Weistra, uitgegeven door Academic Service / Sdu (€29,95). Ten tweede is er Handboek AutoCAD 2009 en LT 2009, door Bram Rademaker, uitgegeven door Van Duuren Informatica / Van Duuren Media (€39,90). Ten slotte noemen we AutoCAD 2009, CADMagazine Maart 2009-2
door Ronald Boeklagen, uitgegeven door TEC; Twente Engineering Consultancy (€59,50). In de rest van dit artikel zal ik de namen van de auteurs gebruiken om de boeken aan te duiden. De auteurs zijn overigens alledrie door Autodesk erkende schrijvers, en mogen het predikaat ‘Authorised Author’ voeren. Ze hebben ook allemaal hun sporen in de AutoCAD-wereld reeds lang verdiend. Minst lang in beeld is voor mij Harold Weistra, die sinds AutoCAD
18
2007 een waardig opvolger blijkt voor Rademaker, die tot die tijd bij Academic de AutoCAD-boeken schreef. Opvallend is het verschil in gekozen titel. Bij Boeklagen verraadt de subtitel ‘Computer Ondersteund Ontwerpen’ al een beetje dat het boek iets meer wil zijn dan alleen maar een AutoCAD-boek. De titel bij Weistra liegt er niet om: Basiscursus. Omdat die titel daarmee al vergeven is moest Rademaker met een andere titel komen: ‘Handboek’ is een gedurfd gekozen titel die zou kunnen suggereren dat het hier niet om een leerboek gaat,
maar om een (volledig) handboek. Er bestaat denk ik nauwelijks iets als een volledig AutoCAD handboek. Tenslotte merk ik nog op dat zowel Rademakers als Weistra ook AutoCAD LT in hun boek behandelen. Dat kan makkelijk omdat het hoofdzakelijk neerkomt op het vermelden wanneer een functie niet in LT beschikbaar is, en een paar maal op het bespreken van functies die alleen in LT beschikbaar zijn. Boeklagen heeft voor LT een aparte titel uitgebracht, die we hier niet bespreken. De consistente methodiek die Boeklagen hanteert, laat mijn bevindingen hier vrijwel geheel op zijn LT-boek toepassen. Een eerste indruk Qua uiterlijk en omvang lopen de boeken nogal uiteen. De werken van Rademaker en Boeklagen zouden als kloek kunnen worden gekwalificeerd, met respectievelijk ruim 800, en bijna 1800 pagina’s. Zelfs wanneer we er bij Boeklagen een paar honderd bladzijden aftrekken voor het gedeelte Naslagwerk, blijven het indrukwekkende getallen. Weistra lijkt daar met nog geen 400 bladzijden schril bij af te steken, maar kwantiteit en kwaliteit zijn verschillende begrippen, en we moeten ook de doelstelling en de doelgroep in het oog houden. Het Boeklagen-boek is gebonden en de beide andere zijn paperbacks. Dat merk je vooral wanneer je probeert het boek opengeslagen neer te leggen, wat meer dan eens zal moeten gebeuren als je probeert de beschreven oefeningen uit te voeren. Bij Weistra lukt dat zo goed als niet, en bij Rademaker slechts als je meer dan 100 bladzijden van begin of eind afblijft. Alleen Boeklagen laat zich gebruiken zoals ik het van een studieboek verwacht. In het boek bladerend komen we bij Boeklagen de hem typerende indeling van de badzijden tegen. Goed bruikbaar en doordacht, maar het meest effectief als je even de moeite hebt genomen de aanwijzingen voor het gebruik van het boek door te nemen. De bladzijden ogen vaak erg druk. Bij Rademaker oogt de indeling helderder en minder druk, en kun je ook zonder instructies de weg makkelijk vinden. De lettergrootte lijkt wat aan de kleine kant. Bij Weistra ogen de pagina’s ook helder, zij het iets minCADMagazine Maart 2009-2
der rustig dan bij Rademaker. Het grootste verschil met de andere twee zit hem in het gebruik van kleur. Vooral afbeeldingen van dialoogvensters, iconen en dergelijke komen zo veel beter tot hun recht, ook wordt er vaak gebruik gemaakt van kleur door vetgedrukte woorden ook een kleur te geven en inleidingen op de hoofdstukken, tips en opmerkingen en dergelijke van een achtergrondkleur te voorzien. Een absoluut pluspunt. Bij geen van de boeken wordt een CD meegeleverd. De lezer wordt geacht over een internetverbinding te beschikken; de benodigde oefenbestanden moeten bij Weistra en Rademaker van de site van de uitgever gehaald worden. Bij Boeklagen zijn de oefeningen vaak van ‘nul’ af opgebouwd. Op de site van TEC kunnen echter wel filmpjes worden bekeken die het verloop van een oefening tonen; een sterk punt. Ook voor gebruikers van oudere versies is er altijd wat te leren: er wordt in alle boeken uitgegaan van het werken met de ribbon. De inhoud AutoCAD is een veelomvattend en zeer uitgebreid pakket. Bij iemand die er volledig onbekend mee is, kan een foliant als die van Boeklagen de indruk wekken dat je wel héél veel moet weten om er iets mee te kunnen. Schiet het werk van Weistra dan te kort? Naar mijn mening zeker niet. Basiscursus is een volledig juiste benaming voor dit boek. Zonder volledig te kunnen zijn, som ik hier de belangrijkste punten op: de bediening van AutoCAD, de omgang met de bestanden, het pannen en zoomen, het opgeven van afmetingen en posities, de belangrijkste tekenfuncties inclusief bematen, het bewerken van het getekende en het structureren van de tekening, en het afdrukken. Als je dat allemaal beheerst kun je al aan de slag. Dat is ruwweg ook wat je leert in het eerste gedeelte van het de boek van Boeklagen, en ook bij Rademaker. Het verschil zit hem in de hoeveelheid informatie. Die is bij Weistra vaak kort en bondig, maar toch bruikbaar. Bij Rademaker wordt vaak uitvoerige uitleg en achtergrondinformatie gegeven, en zo doet Boeklagen het ook. Dat verklaart niet het hele verschil in omvang van de boeken.
19
Rademaker breidt ook de behandelde functionaliteit uit, veelal in het verlengde van de basis. Een voorbeeld is bijvoorbeeld het onderwerp ‘blocks’ (symbolen). Weistra houdt het hier erg elementair, terwijl Rademaker ook aandacht schenkt aan ‘dynamic blocks’, het toekennen van data (attributen) aan de blocks en de functies om die informatie gestructureerd uit een tekening op te vragen. Ook geavanceerde technieken als het gebruik van referentietekeningen, of het organiseren van tekeningen door gebruik van zogeheten ‘sheetsets’ komen aan bod. En dan is er ook nog 3D; niet onbelangrijk, want AutoCAD krijgt qua 3D steeds meer mogelijkheden. Ook het aanpassen van de menu’s en het macro’s opnemen wordt aangestipt. Boeklagen tenslotte trekt op elk front alle registers open. Intern is het boek opgesplitst in maar liefst vijf delen. Deel 1 behandeld het 2D-tekenen, en laat zich vergelijken met Rademaker. In de andere delen komen onder meer 3D-ontwerpen en VBA-programmeren aan bod. In alle boeken worden uiteraard oefeningen voorgeschreven. Meestal wordt daarbij iedere stap beschreven. Bij Boeklagen vindt je aan het eind van ieder hoofdstuk opdrachten om je kennis te testen. Voor wie Eén ding hebben de auteurs en uitgevers in ieder geval goed gedaan; ondanks de onvermijdelijke overlap is er ook genoeg verschil. Wie kennis wil maken met AutoCAD en behoefte heeft aan een helder en vlot boek is met Weistra goed bediend. Wie al wat meer ervaring heeft kan met Rademaker zijn kennis verbreden en verdiepen. Boeklagen doet daar nog een schepje bovenop. Wie bijvoorbeeld wil leren VBA-programmeren komt automatisch bij dit boek uit. Wie een boek kiest dat bij zijn of haar profiel past, maakt altijd een goede keus. Voor meer informatie: www.cadcollege.nl, www.vanduurenmedia.nl en www.academicservice.nl.
B OUW & C IVIEL
ICT-Infrastructuur voor 2e Coentunnel
Flexibele opstelling Door de redactie
Het voor de gelegenheid opgerichte bouwconsortium Coentunnel Company B.V. is gestart met de voorbereidingen voor het aanleggen van een tweede Coentunnel en modernisering van het al bestaande tracé. Om de betrokken bouwpartners zo goed mogelijk te laten samenwerken en de benodigde informatie overal te kunnen raadplegen, heeft CAD & Company een flexibel schaalbare ICT-infrastructuur geïmplementeerd. Wout Molthoff, Coördinator ICT, vertelt hoe de selectie en implementatie zijn verlopen.
De
aanleg van een tweede Coentunnel en modernisering van het bestaande tracé is een megaproject dat als DBFM-contract (Design, Build, Finance en Maintain) is gegund aan de Coentunnel Company B.V. Dit bedrijf is een samenwerkingsverband van Arcadis, Besix, CFE, Dredging International, Dura Vermeer, TBI Bouw en Vinci. Het totale contract voor de ‘Capaciteitsuitbreiding Coentunnel Tracé’ heeft een bouwsomwaarde van € 500 miljoen en een looptijd van dertig jaar. Om alle betrokken partijen op diverse
CADMagazine Maart 2009-2
projectlocaties met elkaar te kunnen laten samenwerken, is de Coentunnel Company op zoek gegaan naar een flexibel te gebruiken en eenvoudig schaalbare ICT-infrastructuur. “Tijdens de aanbestedingsfase, die bijna twee jaar heeft geduurd, is gebruik gemaakt van reeds aanwezige infrastructuur, documentmanagementsoftware en ICThelpdesk, om de acquisitiekosten te beperken.”, vertelt Molthoff. Flexibiliteit Molthoff: “Na de opdrachtgunning hebben wij als één van de eerste activi-
20
teiten met alle bouwpartners een Programma van Eisen (PVE) opgesteld voor de benodigde ICT-middelen en deze aan twee leveranciers voorgelegd. Hoewel je met zo’n PVE de aan te bieden oplossingen goed vergelijkbaar afbakent, is het opvallend hoe verschillend leveranciers daarop reageren. In ons geval kwam de ene leverancier met een starre oplossing waar moeilijk van af te wijken was, terwijl de andere zich veel flexibeler opstelde en ook met meer betrokkenheid meedacht. Die laatste was CAD & Company, waarmee wij een vijfjarig samenwerkingscontract hebben getekend.” Korte communicatielijnen De Coentunnel Company heeft ervoor gekozen om de benodigde ICT-infrastructuur en het documentmanagement centraal te regelen, terwijl de bouwpartners verantwoordelijk blijven voor de eigen werkplekken en softwarelicenties. Voor de infrastructuur is vlakbij Amsterdam een centraal datacenter ingericht, waarmee elke medewerker via Microsoft Terminal Server verbinding kan maken. Ook maken het gebruik van e-mail, Internet, Office-appli-
caties en printen onderdeel uit van de gezamenlijke basisvoorzieningen. Verder worden alle projectdocumenten, waaronder veel tekeningen, beheerd in FileNet uitgebreid met ImandrA. “De flexibele opstelling en korte communicatielijnen met CAD & Company’s medewerkers zijn doorslaggevend geweest voor onze leverancierskeuze.”, vervolgt Molthoff. “Bij megaprojecten als de tweede Coentunnel kun je nooit alles tot op detailniveau standaardiseren. Het zijn nu eenmaal geen hapklare brokken zoals in de woningbouw, omdat je altijd te maken krijgt met onverwachte situaties, waarbij iedereen de schouders eronder moet zetten. Dan heb je een leverancier nodig die snel kan schakelen en waarvan de medewerkers bereid zijn om net zolang door te werken totdat een probleem is opgelost. Een ander verschil was de inzet van Microsoft Terminal Server. Deze oplossing wordt misschien minder gebruikt dan Citrix, maar was voor onze behoeften aanzienlijk goedkoper, terwijl CAD & Company heeft aangetoond er veel ervaring mee te hebben.” 30 jaar onderhoud Omdat de Coentunnel Company gedurende 30 jaar verantwoordelijk is voor het onderhoud, moeten alle tekeningen en andere projectdocumenten zorgvuldig worden bewaard. Daarom maakt documentmanagementsoftware ook onderdeel uit van de centrale ICT-middelen. Door vanaf het ontwerpstadium alle geproduceerde documenten centraal te beheren, kunnen de bouwpartners eenvoudig op elke locatie werken en kostbare fouten voorkomen. Alle goedgekeurde documenten worden via een portal gepubliceerd, zodat ze afhankelijk van de toegangsrechten door alle belanghebbenden met een browser te raadplegen zijn. Dus zowel door uitvoerders in de bouwkeet als door leden van de Raad van Bestuur die vanaf kantoor of huis het project willen volgen. Voor het Coentunnel-project gebruiken alle betrokken partijen de documentmanagementsoftware van FileNet uitgebreid met ImandrA. “Omdat CAD & Company zowel veel kennis en ervaring heeft met documentmanagement, als met engineeringsoftware, zijn zij al CADMagazine Maart 2009-2
ruim vijftien jaar de ICT-leverancier van Dura Vermeer’s dochteronderneming Advin.”, zegt Molthoff. “Uiteraard heeft die relatie ook bijgedragen aan het vertrouwen dat tijdens de aanbesteding bij andere Coentunnel Company-deelnemers is ontstaan. Verder wordt onze combinatie voor documentmanagement ook gebruikt bij Ingenieursbureau Arcadis. Hoewel alle deelnemers zelf mogen kiezen met welke applicatiesoftware ze hun werk verrichten, zijn er natuurlijk wel harde afspraken gemaakt over de uit te wisselen bestandsformaten.” Implementatieaspecten Omdat de Coentunnel Company het vijfjarige contract net voor de zomer aan CAD & Company heeft gegund, zijn de levering en installatie in een moeilijke periode uitgevoerd. Tijdens de bouwvak kan een levertijd van apparatuur makkelijk uitlopen en zijn veel specialisten niet of slecht bereikbaar. “Hoewel ik andere bedrijven adviseer om niet midden in de zomer te implementeren, hebben wij daar gelukkig geen hinder van ondervonden.”, vervolgt Molthoff. “Om na de vakanties iedereen met vol gas aan het project te kunnen laten werken, had CAD & Company slechts zes weken de tijd om alle apparatuur en software te leveren en te installeren. Dat is terugkijkend op enkele maanden ervaring naar volle tevredenheid gebeurd. Op de eerste dag zijn ruim vijftig medewerkers op de hoofdlocatie live gegaan en sindsdien is de totale infrastructuur probleemloos beschikbaar geweest. Uiteraard zijn daar diverse back-upvoorzieningen ingebouwd, waaronder de dagelijkse replicatie van alle data naar een uitwijklocatie. Behalve de levering en implementatie van alle benodigde servers en opslagcapaciteit hebben wij ook het ICT-beheer voor vijf jaar uitbesteed. Zo kan elk bedrijf doen waar het goed in is, namelijk de Coentunnel Company het aanleggen en onderhouden van civiele infrastructuur en CAD & Company de benodigde ICT-infrastructuur.” www.cadcompany.nl en www.coentunnelcompany.nl
21
COLUMN Doe maar een bod Vreemd eigenlijk dat zaken waar je het minst verstand van hebt vaak het meeste kosten. Het afgelopen jaar ben ik in de gelukkige omstandigheid geweest om zowel een nieuwe auto als woning te kunnen ‘uitzoeken’. De auto heb ik al eens eerder een column over geschreven (en ging vooral over het plezier van mijn klassieke motorscooter) maar over het huis heb ik nog niet gerept. Zodra je jezelf gaat oriënteren op de aanschaf van een nieuwe woning dan schat je eerst je eigen kredietwaardigheid in en start je een zoektocht op internet. Natuurlijk zijn de huizen die je het leukste vind ‘net boven je budget’. In de meeste zoekmachines kun je prijs als belangrijkste criterium opgeven maar weet u wat uw huis waard is? Écht waard dus bedoel ik dus... Waarschijnlijk heeft u mijn vorige vraag bevestigend beantwoord. Ik geloof er echter niets van. De stapel stenen, oneerbiedig gezegd, vertegenwoordigd een herbouwwaarde, emotionele waarde en economische waarde in het vrije verkeer. U en ik gaan uit van de waarde van het huis van de buren dat vorig jaar verkocht is en vullen dat aan met de emotie die onze woning voor ons en vertalen dat naar een prijs. In diverse programma’s op de televisie worden bouwvallen van huizen opgeknapt door de toekomstig bewoners opgeknapt en opnieuw getaxeerd. Opmerkelijk zijn de verschillen tussen de waarde die de bewoners in hun hoofd hebben en de gemiddelde waarde die ervaren taxateurs voor de woning berekenen. Bijna altijd zit er een groot verschil tussen en zijn de bewoners teleurgesteld met de uiteindelijke verkoopwaarde. Weet u wat uw software kost? Ik bedoel niet de kosten die u moet maken om een licentie aan te schaffen maar de kosten om de software te maken. Uw software wordt geschreven door mensen, echte mensen die met passie hun kennis aanwenden om een digitaal product te vervaardigen. Mensen met een woning waarvan ze niet precies weten wat ‘ie waard is. Rob Roef directeur vMV CAD-adviseurs bv
[email protected]
M ECHANICAL & D ESIGN Jeff Ray in gesprek met Sir Richard Branson: “Luisteren naar de klant. Daarnaast moet je de moed hebben om te stoppen met iets dat niet voldoet.”
SolidWorks World 2009
Elke dag opnieuw aan het begin Door Job van Haaften
Solid Works World 2009, een bijeenkomst voor gebruikers, leveranciers en medewerkers van SolidWorks, waar ze ervaringen uitwisselen en hun wensen kenbaar kunnen maken. Deze elfde keer gehouden in Orlando, Florida van 9 tot en met 11 februari.
Jeff Ray, CEO van SolidWorks opende de General Session op maandag 9 februari met de mededeling dat ze vanwege de crisis hoopten op 3.000 deelnemers, het zijn er 4.313 geworden, op de eerste dag en er schrijven zich nog steeds deelnemers in. Ray: “Ik vraag jullie allemaal om drie dagen geen krant in te kijken, geen TV aan te doen, als je naar huis belt dat kort te houden, want we zijn onder vrienden en er is veel te leren van elkaar.” Vervolgens geeft hij op drie punten SolidWorks een soort schoolrapport, voor Klantenservice een B-, voor Prestatie een C+ en Gebruikerstevredenheid een B. Geen hoge cijfers (C+ is maar net voldoende) en gedurfd on-Amerikaans; zijn boodschap: er is altijd ruimte voor verbetering. Hij noemt drie zaken de verbeterd zouCADMagazine Maart 2009-2
den moeten worden: 1. De installatie, die is natuurlijk ook afhankelijk van andere software op een PC, maar dat moet zeker eenvoudiger kunnen, want het is de eerste kennismaking van een gebruiker met SolidWorks. 2. Upgrades, die moeten beter aansluiten en eenvoudiger te installeren zijn. 3. Het beheer van ‘design data’, bestanden moeten sneller en makkelijker teruggevonden kunnen worden. Over de huidige economische crisis zegt hij verder nog: “Als het donker genoeg is, kun je de sterren zien.” Waarmee hij bedoelt dat in tijden van crisis de beste uitvindingen worden gedaan. Ray: “Tijdens de depressie in de jaren dertig werd nylon ontdekt, een stof die we nu overal dagelijks tegenkomen en heel gewoon zijn gaan vinden, juist door het succes ervan. Zoiets
22
alledaags als de autoradio werd ontwikkeld in die tijd, en er is natuurlijk veel meer.” Hij gaat verder met het heden en baanbrekende ontwerpen die in SolidWorks zijn gemaakt. Ray: “Windenergie is een prachtig alternatief voor de huidige fossiele brandstoffen, maar niemand wil een windmolen zien in de tuin van zijn buurman. Ze zijn groot, opvallend en verdienen zichzelf terug in een jaar of tien. Een jonge gebruiker van SolidWorks heeft een klein soort windturbine ontwikkeld, deze windmolen kan op een dak geplaatst worden en is slechts anderhalve meter hoog. De windmolen verdient zich terug in vijf jaar. De maker zoekt alleen nog financiën om tot productie over te gaan. Trojan VG System heeft een installatie ontwikkeld die uit vuil water schoon drinkwater maakt met behulp van UV licht, het UV licht doodt al het leven in het water zonder gebruik te hoeven maken van chemicaliën. Couveuses die uit oude auto-onderdelen worden gemaakt en daardoor overal te maken en te repareren zijn van Design That Matters (DTM).” Hij noemt meer voorbeelden, maar mijn ruimte is beperkt.
De moed om te stoppen De eerste keynote speaker is Sir Richard Branson, oprichter van de Virgin Group, die bestaat uit meer dan 200 bedrijven die samen meer dan 50.000 medewerkers hebben, daaronder Virgin Records en de luchtvaartmaatschappij Virgin Atlantic. Daarnaast is hij avonturier en idealist, die zijn idealen wat betreft milieu, vrede, educatie en gezondheid ook met initiatieven in de praktijk brengt en daar veel geld in steekt, zoals ook het geld dat hij krijgt voor het verschijnen op SolidWorks World naar ‘The Elders’ gaat. ‘The Elders’ is een groep wijze mensen zoals Nelson Mandela en Kofi Annan die bemiddelen bij crisissen en oorlogen zoals Irak en Zimbabwe. Jeff Ray interviewt Branson op het podium, later vertelt Fielder Hiss, Director Product Management dat ze daar achter de schermen behoorlijk nerveus over waren. Omdat Branson dyslectisch is, houdt hij geen grote speeches zoals een keynote speaker dat gewoonlijk doet, hij geeft de voorkeur aan een gesprek en voor Ray is het de eerste keer dat hij iemand interviewt. Niemand in de zaal zal daar iets van gemerkt hebben. Ray vraagt Branson welke records er nog op zijn naam staan van de vele die hij heeft behaald in de loop van zijn avontuurlijke carrière. Branson: “In ieder geval de snelste vaart per schip rond de aarde, bij de eerste, mislukte, poging werden we door helikopters uit het water gehaald. Dat is vast ook een record want ik ben vijfmaal door helikopters uit het water gered.” Branson eerste succes als ondernemer was als zeventienjarige toen een vijftienjarige Mike Oldfield met een bandje naar hem toekwam. Branson probeerde het te slijten, maar alle platenmaatschappijen weigerden het, dat was het begin van Virgin Records en Mike Oldfield werd een begrip, evenals Rolling Stones, Boy George en Sex Pistols. Zijn motto is “Enjoying live is critical”, als je iets met plezier doet is het altijd beter. Als raad aan de zaal vol CAD-tekenaars geeft hij mee: “Een goed ontwerp is meer dan een product ontwerpen, praat met de gebruiker, wat die wil en verwacht. Luisteren naar de klant. Daarnaast moet je de moed hebben om te stoppen met iets dat niet volCADMagazine Maart 2009-2
doet, hoeveel tijd en geld daar ook in zit. Als het niet goed genoeg is, is het ook niet concurrerend, als je de moed hebt opnieuw te beginnen, heb je kans van slagen.” Ook worden er een paar vragen die bloggers hebben kunnen stellen hem voorgelegd. Van Marijn van den Heuvel: “Zal ik ooit op vakantie kunnen in de ruimte, ik ben nu 26 jaar?” Branson: “Zeker de kans is zelfs dat je naar een hotel in de ruimte kunt, en in een ruimteschip kunt stappen om een trip rond de maan te maken.”
Jon Hirschtick, medeoprichter SolidWorks: “Er is niets veranderd sinds de eerste dag van SolidWorks, we staan elke dag opnieuw aan het begin.”
Partnerpresentaties Tijdens het hele evenement was er een grote hal die gevuld werd door stands van bij SolidWorks betrokken bedrijven. In een speciale hoek stonden de gebruikersgroep, vertegenwoordigers van educatiemogelijkheden en de promotieartikelen. Voor een redelijk lage prijs zijn er diverse artikelen te koop van waterflessen tot cocktailshaker, baseball-pet tot fleece, bagagelabel tot wekker met het SolidWorks-logo erop; de T-shirts en polo’s waren in de aanbieding. Ook waren er vele bijzondere producten te zien die met SolidWorks zijn gemaakt. Zoals de Triton XLX van Perry Slingsby Systems Inc., een ultra diepzee ROV (Remotely Operated Vehicle) die in staat is tot 4000 meter diep te gaan en met 200 HP hydrauli-
23
sche kracht. Vooral interessant voor olie-, gas- en telecommunicatiebedrijven. Een ander in het oogspringend product is een tafeljukebox, die er uitziet als een jukebox uit de zestiger jaren, maar zo digitaal als het heden: de Q Table-Top Music Centre van RockOla Manufacturing Corp. Deal or No Deal, bekend van TV, heeft een officieel spel bedoeld voor een speelhal, met interactieve videobeelden die je het gevoel geven dat je echt in de (Amerikaanse) show zit. Het spel is van Innovative Concepts in Entertainment (ICE). Voor Nederland, en blijkbaar ook voor de rest van de wereld, een bijzonder product is het bouwpakket voor de zeepkist van MOOV, zie CAD-Magazine nummer 1 of onze website. En dan de stands met nieuwtjes van partners en bekende en nog onbekende partijen in de software en hardware. Nieuw was bijvoorbeeld Office2PDM, dat maakt automatisch lijsten aan van maten en toleranties, erg belangrijk voor automobielindustrie, luchtvaartindustrie, defensie- en medische apparatuur, waar vaste normen (in Europa NEN) voor zijn. Het is te koop vanaf 1 maart j.l. Voor elektroontwerpen die aansluiten bij Solid Works is er ElecWorks en van dezelfde firma is er TraceParts voor een gratis bibliotheek met meer dan een miljoen onderdelen voor 2D- en 3Dmodelleren, onderdelen van alle grote fabrikanten. Niet alleen zijn er stands, in de hal is ook een zaal waar ‘Certified Partners’, om de beurt, een presentatie houden. Thema’s en niveaus Elke dag heb je de gelegenheid vier technische sessies bijwonen, waarvan sommige ‘hands on’, waarbij je een keuze moet maken uit 14 of 15 verschillende sessies. Die zijn verdeeld over 10 thema’s zoals ‘CAD Administration’, Data Management, ‘Design Validation’, ‘Education’ en ‘Productivity Tools’, en dat is weer onderverdeeld in drie niveau’s: beginner, minder gevorderde en gevorderde. Even een greep uit de sessies: Zeven gewoontes van de meest efficiënte SW-gebruikers, tips voortkomend uit de praktijk. CAD-manager overlevingsgids, voor een beter begrip van verschillende thema’s zoals software, tools en managementvaardigheden.
Om ook u te laten profiteren van de veelzijdige NedInfra oplossingen is de website www.nedinfra.com beschikbaar. Zo kunt u zich op ieder gewenst moment laten informeren over de NedInfra oplossingen, waarbij ook korte filmpjes worden getoond. De NedInfra Suite bestaat uit praktische locale civiele oplossingen voor AutoCAD Civil 3D en AutoCAD Map. Wereldwijd wordt er voor civieltechnisch tekenen en ontwerpen het meest gewerkt met producten van Autodesk. De producten AutoCAD Civil 3D en AutoCAD Map bieden zeer veel standaard functionaliteit. Toch sluit deze wereldstandaard niet altijd aan op de locale behoeften. Deze lacune wordt opgevuld met de NedInfra oplossingen van NedGraphics. NedInfra is een verzameling van applicaties voor het civieltechnische ontwerp, waarmee u uw werk volgens locale standaarden kunt optimaliseren. NLCS NLCS wordt vanaf 2009 de landelijke standaard voor de bestandsopbouw van CAD tekeningen in de GWW sector. NedInfra gaat NLCS implementeren in de NedInfra Suite. Haal het uiterste uit uw AutoCAD Civil 3D en AutoCAD Map software met de locale praktische NedInfra oplossingen.
NedGraphics B.V. Nederland Ir. D.S. Tuijnmanweg 10 4131 PN VIANEN T: + 31 (0) 347 329600 F: + 31 (0) 347 329666 E:
[email protected] www.nedgraphics.nl België Luikersteenweg 167 Bus2 3500 HASSELT T: + 32 (0) 11300 911 F: + 32 (0) 11300 910 E:
[email protected] www.nedgraphics.be
NedGraphics. Voor complete en modulaire CAD/GIS systemen. GEOCAD, IGOS, NedBrowser, NedGeomagazijn, NedInwinning, NedPlan, NGdW, NedView, TopoCAD, NedInfra, NedGeoservices
Microsoft Surface, een beeldscherm waarop je direct met je vingers werkt in plaats van met toetsenbord en muis.
Automatisch genereren van een stuklijst (Bill of Materials) met SW Enterprise PDM. Verbinding maken tussen SW Enterprise PDM en je ERP-systeem, door Bas Koomen van Cadmes. Een overzicht van de API in SW Enterprise PDM, wat is er mogelijk in automatisering en instellen van bedrijfsstandaarden bij vaak voorkomende handelingen. Het gebruik van 3DVIA Composer voor het vervaardigen van productdocumentatie, waarbij de ontwerpers en technisch schrijvers tijd besparen. Het gebruik van animaties in ontwerppresentaties, gebruik van de animatie wizard, met technieken als vervagen (‘fading’), wisselen van kleurgebruik en camerastandpunten. Het in combinatie toepassen van SW Simulation en Flow Simulation in het ontwerpproces. Het creëren van een groenere wereld met SW, zien hoe zonne-energie toegepast kan worden in producten die ontworpen worden met SW. Zelfs een kleine opsomming wordt al snel te uitgebreid maar je hebt het ook over een ruime 160 verschillende sessies. Grondlegger SW Eén van de vijf oprichters van SolidWorks, en jarenlang CEO, is Jon Hirschtick. Sinds de overname door Dassault Systems is hij adviseur voor het management team van SW. Hij is al bijna dertig jaar in CAD bezig en CADMagazine Maart 2009-2
de laatste vijftien jaar bij SW. Hirschtick: “Mensen vragen me vaak: hoe was dat in het begin bij SolidWorks? Mijn antwoord is steevast: we staan elke dag opnieuw aan het begin, er is niets veranderd. Er zijn nieuwe wensen, nieuwe mogelijkheden en je doet elke dag weer je best om daar de beste oplossingen voor te vinden.” Zonder vooruit te willen lopen op de toevoegingen en verbeteringen die in versie 2010 worden verwerkt, signaleert hij vier technologische trends in computer hard- en software, waar SW zeker zijn weg in zal vinden. Als eerste: ‘Touch and Motion User Interface’. Geen knoppen meer en muisklikken maar bijvoorbeeld een touchscreen en pen-tablet. De 3Dmuizen van 3Dconnexion zijn ook al een stap op die weg en onmisbaar voor wie er eenmaal gebruik van heeft gemaakt. Nog een stap verder is de Microsoft Surface, ontwikkeld door Microsoft, SolidWorks en Identity Mine, te zien in één van de stands. Het is een beeldscherm dat plat ligt en veel verder gaat dan een touchscreen, de gebruiker kan er met zijn vingers direct lijnen trekken, cirkels maken, een 3D-model draaien en zoomen en nog veel meer. Heel veel van de functies in een 3D CAD-software kunnen direct met alleen de vingers worden uitgevoerd zonder tussenkomst van toetsenbord of muis.
25
Het is nu nog een prototype, maar geeft duidelijk een ontwikkeling aan waar we mee te maken gaan krijgen. Tweede ontwikkeling is ‘Online Applications’. Software die je niet meer zelf hebt op je PC maar die online gebruikt kan worden, zoals nu al veel e-mail accounts en bankieren. Dat wordt zeker uitgebreid, straks is veel of alle software via een webbrowser te gebruiken, geen licentiecodes, geen installatie, geen upgrades meer. Het maakt niet uit vanaf welke computer, je kunt inloggen en de software gebruiken, en je eigen bestanden zijn bereikbaar zodat je verder kunt aan een ontwerp. Derde trend zijn de videogames-technologieën: fysische simulatie, onderdelen bewegen ten opzichte van elkaar, schaduwen in je ontwerp ook voordat je rendert. Veel daarvan is al mogelijk, en dat wordt meer. De grafische kaarten worden krachtiger en sneller, daar zal CAD-software meer gebruik van gaan maken. De vierde trend is ook al duidelijk zichtbaar: 3D-printen. Er zijn meer kleuren mogelijk, meer materialen, de kosten zijn veel lager geworden. Het wordt een sleutelonderdeel in het ontwerpen, een dagelijks onderdeel in het ontwerpproces. We staan nog maar aan het begin.” In de afsluitende sessie komt Jeff Ray nog even terug op de windturbine, waar de jonge ontwerper financiering voor zocht. Die heeft inmiddels een telefoontje gehad van Sir Richard Branson, dus dat komt wel goed. www.solidworks.com
B OUW & C IVIEL
GeoBIM
BIM ook onder het oppervlak Door Fritz Zobl en Robert Marschallinger
In de meeste geotechnische of constructieprojecten moeten architecten en civiele ingenieurs rekening houden met zowel de objecten die het oppervlak volgen als vast gesteente. Dat laatste komt misschien in Nederland niet veel voor maar veel Nederlandse ingenieurs en architecten hebben ook in het buitenland projecten. Vanuit het perspectief van een civiel ingenieur is er daarom een dringende behoefte om BIM uit te breiden naar onder het aardoppervlak, waarbij de natuurlijke omgeving wordt meegenomen.
Virtuele 3D stadsmodellen en BIM De laatste jaren zijn de meeste 3D stadsmodellen, die gecreëerd zijn, puur grafische of geometrische modellen die samenhang/relaties en topologische aspecten negeren. KML of X3D/VRML zijn sterk in visualisaties maar zijn zeer beperkt voor wat betreft ruimtelijke relaties en samenhang van data. Daarom worden deze modellen meestal gebruikt voor visuele doeleinden en niet voor thematische vragen, analyses of onderzoek betreffende ruimtelijke gegevens. Als gevolg daarvan is de City Geography Markup Language (CityGML) ontwikkeld om een basisdefinitie te bereiken van de basiseenheden, -attributen en –relaties die uitgewisseld kunnen worden tussen verschillende applicaties. Features in CityGML zijn bijvoorbeeld digitale terreinmodellen, gebouwen, vegetatie, water, transportfaciliteiten en stadsmeubilair. BIM gaat een stap verder, de technologie maakt gedetailleerde virtuele modellen mogelijk van complete gebouwen. Een BIM bevat naast de exacte geometrie alle data van de constructie en de bouw die nodig zijn om het gebouw neer te zetten. BIM ondersteunt ook veel van de functies voor de levenscyclus van een gebouw, het geeft bijvoorbeeld een basis voor nieuwe constructiemogelijkheden bij verbouwingen. BIM maakt een geïntegreerde manier van ontwerpen en constructieproces mogelijk, die resulteert in betere kwaliteit voor minder geld en een kortere duur van het project. Architecten, bouwkundigen evenals eigenaren en beheerders kunnen belangrijke voordelen realiseren binnen een project door BIM-processen en tools te gebruiken en daardoor een hogere kwaliteit gebouwen afleveren. Op dit moment worden BIM en virtuele 3D stadsmodellen toegepast op technische objecten en gebouwen boven het (aard)oppervlak. In dit artikel focussen we op natuurlijke en technische objecten onder het aardoppervlak en hun rol in een GeoBIM.
Afbeelding 1. Geo Building Information Model schematisch, met geologische objecten (lichtgeel), hydrologische objecten (blauw) en technische objecten (oranje). Typerende voor GeoBIM-data is dat het data bevat van complex gevormde natuurlijke objecten evenals relatief simpele vormen van door de mens gemaakte objecten.
Building Information Modeling (BIM) is het proces van het genereren en beheren van bouwgegevens gedurende de volledige levenscyclus van een gebouw. Het gebruikt een 3D-model, is real-time, is opgebouwd met dynamische modelleersoftware en geeft een hogere productiviteit in het ontwerpen en de constructie, minder faalkosten. Het ontwerpproces produceert het ‘Building Information Model’ ofwel BIM, dat omvat de geometrie van het gebouw, ruimtelijke relaties, geografische informatie en kwantiteit en eigenschappen van bouwcomponenten. Daardoor kan het model gebruikt worden tijdens de hele levenscyclus van het gebouw, van constructie, beheer en onderhoud tot en met verbouwingen of afbraak. Virtuele 3D stadsmodellen, zoals in Google Earth, tonen alle objecten die boven het oppervlak uitkomen. In aansluiting daarop, stellen wij een Geo Building Information Model voor (GeoBIM) als een extensie van het BIM-concept. In dat concept kunnen alle gegevens verwerkt worden die te maken hebben met wat onder de oppervlakte ligt: geologische data, hydrogeologische data, en alle constructies zoals kelders, leidingen en meer. In dit artikel beschrijven we de componenten, objecten, kenmerken. CADMagazine Maart 2009-2
Geo-objecten onder het oppervlak Geologische en hydrogeologische objecten onder het aardoppervlak vormen de ondergrond waar we op leven. Deze objecten worden gedefinieerd door hun locatie, 3D-vorm, samenstelling, structuur, dynamiek (verplaatsing) en historie (geologische informatie) evenals hun ‘technische’ eigenschappen (geotechnische informatie). De verzameling van deze objecten noemen we ‘Subsurface GeoObjects’ (S_GO).
26
daarvoor zijn karteren, ‘remote sensing’ (waarnemingsmethoden vanuit de lucht), geofysica en boren. Om automatisch rekening te houden met S_NGO bij het ontwerpen van S_TGO moeten alle gegevens over S_NGO in een goed model zijn opgenomen. De norm in de sector voor geometrisch ‘solid’ modelleren is B-REP, dat beschikbaar is in CAD-systemen. Door de Nurbs-functionaliteit in de huidige CAD-systemen (zoals AutoCAD, Microstation, Catia) kunnen naast de S_TGO ook complexe vormen van S_NGO opgenomen worden. In deze CAD-systemen kan het totaal aan S_GO gecombineerd worden via Boolean berekeningen. Als de gegevens via een database beschikbaar zijn, kunnen query’s worden uitgevoerd betreffende de S_GO in 3D. Veranderingen in S_GO Een geotechnisch project beschrijven betekent op de hoogte blijven van een dynamisch systeem waarin veranderingen aan S_GO meestal projectgerelateerd zijn: de voortgang bij tunnelbouw, uitgraven van een bouwplaats, boren, beton storten en andere activiteiten veranderen zowel de S_NGO als de S_TGO. In mindere mate zullen ook veranderingen veroorzaakt door de natuur meegenomen moeten worden zoals variaties in het grondwaterpeil. Het constant overnemen van de wijzigingen in geometrie en vormen van aan elkaar gerelateerde S_GO is een belangrijke uitdaging voor het GeoBIM concept.
Afbeelding 2. Wat kan er allemaal onder het oppervlak aan objecten aanwezig zijn?
De ondergrond is voornamelijk opgebouwd uit natuurlijke objecten, gevormd en beïnvloed door geologische en klimatologische processen in de afgelopen miljoenen jaren. Deze objecten worden ‘Subsurface Nature GeoObjects’ genoemd (S_NGO). Van een pragmatisch GeoBIM-perspectief kunnen S_NGO verdeeld worden in twee categorieën: geologische objecten en hydrogeologische objecten. Door de natuurlijke variatie kunnen S_NGO qua grootte verschillen van micro tot macro. Op basis daarvan kunnen de objecten in deze categorieën verder verdeeld worden in verschillende componenten, afhankelijk van waar de informatie voor gebruikt wordt. Zo zal een tunnelproject in sediment, zoals zand of klei, andere ontwerpcriteria gebruiken dan één in vast gesteente, waarbij de mineralen waaruit het gesteente is opgebouwd een rol spelen en bijvoorbeeld de gelaagdheid. Voorbeelden van S_NGO zijn eenheden bestaande uit grind, marmer of grondwater. In alle civieltechnische en bouwprojecten zullen naast S_NGO ook technische objecten onder de grond aanwezig zijn. We noemen deze objecten ‘Subsurface Technical GeoObjects’ (S_TGO). Die objecten zijn onder meer alle elementen van ondergrondse infrastructuur zoals pijpleidingen, bedrading, bekabeling, holtes en ondergrondse componenten van gebouwen zoals fundamenten, kelders en ondergrondse parkeergarages. Bij de constructie van deze S_GTO wordt er informatie vergaard over de S_NGO. Samen vormen de S_TGO en S_NGO de opzet voor het GeoBIM. Modelleren onder de grond Terwijl geometrische modellen die de S_TGO weergeven het bijproduct zijn van elk up-to-date CAD-gebaseerd planningsproces, moeten gegevens over S_NGO verzameld worden in de aanloopfase van een project uit gericht onderzoek. De gebruikelijke bronnen CADMagazine Maart 2009-2
Voordelen van GeoBIM Telkens als er een gebouw neergezet wordt, moet rekening worden gehouden met alle relevante ondergrondse objecten. Bij projecten in de civiele techniek is het noodzakelijk een gedegen kennis te hebben van positie, vorm en eigenschappen van ondergrondse objecten. Dat geldt voor alle fases van de levenscyclus van een gebouw: voorontwerp, ontwerp, constructie en beheer. Zoals hierboven gezegd, ondergrondse objecten kunnen natuurlijk zijn (geologie en hydrogeologie), of bestaande en ook geplande technische objecten zoals bekabeling, leidingen of tunnels. Om een gebouw aan te passen aan plaatselijke omstandigheden, en om veilig en kosteneffectief te kunnen bouwen, dient met deze objecten rekening te worden gehouden. Toegang tot alle gegevens over positie, vorm en eigenschappen van relevante ondergronds objecten is, evenals datakwaliteit, van groot belang voor de betroken experts
Afbeelding 3. Locatie, vorm, eigenschappen en het aantal S_GO verandert. Elke technische activiteit verandert de S_NGO en S_TGO in een GeoBIM.
27
Uitgraven van een bouwplaats in een gebied waar al gebouwen stonden, daar speelt GeoBIM een belangrijke door gegevens te leveren voor de bestaande infrastructuur.
Afbeelding 4. S_TGO voor een tunnelproject (detail van afbeelding 1). Deel van S_NGO rond de tunnel is uitgezet om de infrastructuur van de tunnel te tonen. Een deel is transparant gerenderd om de trap in de noodtunnel zichtbaar te maken.
Het model vormt met de erin verwerkte S_GO een kwantitatieve basis voor technische simulaties voor bijvoorbeeld luchtvervuiling en voortgang van een brand.
gedurende het hele project. Een Geo Building Information Modelling-aanpak geeft een volledig digitale representatie van het bouwproces en faciliteert de uitwisseling van data. Een GeoBIM dataset bevat complex gevormde natuurlijke objecten evenals de relatief eenvoudige vormen van de door mensen gemaakte objecten. Om een ontwikkelingsplatform te bieden voor ontwerp- en beheertools voor natuurlijke ondergrondse en geotechnische objecten, dienen de locatie, geometrie en eigenschappen van S_GO opgegeven te worden volgens open standaarden. Deze aanpak behoort het mogelijk te maken voor civiel ingenieurs en bouwkundigen om betere en veiligere kunstwerken en gebouwen neer te zetten, op een meer efficiënte manier.
Bouwplaats in bewoond gebied Bouwprojecten in bewoonde gebieden kunnen door de bestaande infrastructuur een uitdaging vormen. Wanneer de bouwplaats wordt uitgegraven, moet er behalve met geologie en hydrogeologie rekening worden gehouden met alle bestaande ondergrondse bekabeling, leidingen en fundamenten, zie afbeelding 5. GeoBIM geeft volledig 3D-beheer van relevante data en verkort daardoor de tijd voor de ontwerpfase door de integratie van nieuw ontworpen en bestaande infrastructuur. En heel belangrijk, het verkleint het risico op beschadiging van de bestaande infrastructuur. Deze uitbreiding van het BIM-concept tot GeoBIM integreert natuurlijke elementen met de bestaande en geplande infrastructuur, gebruikmakend van in de CAD-wereld bestaande en bewezen technologieën. GeoBIM geeft aannemers, bouwkundigen en civiele ingenieurs efficiënte manieren om samen te werken in een digitale omgeving. GeoBIM kan bijdragen aan het beheer tijdens de hele levenscyclus van het ondergrondse deel van een gebouw of kunstwerk, het beperkt zich niet tot de bouw of constructie. Vanwege de vele mogelijke toepassingen, is er grote behoefte aan open standaarden voor het modelleren en ontwerpen onder het aardoppervlak, waardoor GeoBIM wijd verspreid en geaccepteerd kan worden.
Twee praktische GeoBIM-voorbeelden Er zijn Geo Building Information Modellen ontwikkeld met gebruik van Autodesk software (AutoCAD Civil 3D) en Bentley (Microstation). Tunnelbouw Bij het bouwen van tunnels kan de verzameling S_NGO en S_TGO behoorlijk complex zijn (vergelijk figuur 2 en 4). Tijdens het plannen van het tunnelproject wordt de bodem grondig onderzocht, wat de noodzakelijke gegevens op moet leveren voor het S_NGO model. De S_TGO zijn een belangrijk product van de ontwerpfase en het model bevat alle geometrie (B-REP) en bijbehorende data, die het omhulsel van de tunnel beschrijven en overige tunnelinfrastructuur zoals rails, leidingen, elektrische bedrading en noodvoorzieningen. In de GeoBIM-omgeving kunnen S_TGO en S_NGO door toepassing van Boolean-berekeningen aan elkaar gerelateerd worden. Als eenmaal een consistent GeoBIM is samengesteld voor een tunnel, kan onderhoudswerk of kunnen toekomstige uitbreidingen, zoals een parallelle tunnel of nooduitgang, op een economische manier worden ingepast. CADMagazine Maart 2009-2
Fritz Zobl,
[email protected], en Robert Marschallinger,
[email protected] zijn onderzoekers bij GIScience Salzburg, Austrian Academy of Sciences www.oeaw.ac.at/giscience. Voor meer informatie: www.oeaw-giscience.org/download/ GeoBIM.
28
Courant
Het best bemeten stukje Nederland
Pagina 1. | Gratis verspreiding in iedere uitgave van CAD-Magazine
Man overleeft explosie van zijn gsm in borstzak niet
Pag 3.
Geograaf Archief Online Pag 2.
20 Maart | 2e jaargang | nummer 2
Ta c h t i g c o m p u t e r s m e t atoomgeheimen vermist
Laatmiddeleeuws aardewerk in 3D-print ROTTERDAM - Eeuwenoude kookpotten en kommen zijn in 3D-modellen beschikbaar en kunnen geprint worden door de liefhebber.
CHINA - Een Chinese jongeman is op een erg tragische manier aan zijn einde gekomen. Zijn gsm explodeerde in zijn borstzakje. De telefoon knalde uit elkaar en veroorzaakte een zware bloeding aan een halsslagader van de twintiger. Hij overleefde de explosie niet. De tragedie speelde zich af in een winkel van Lenovo in Guangzhou, China. Het slachtoffer was een werknemer van de winkel. Volgens een collega had hij recent een nieuwe batterij in zijn mobiele telefoon gestopt en deze vlak voor het incident opgeladen. De Chinese autoriteiten zijn momenteel aan het onderzoeken om welk merk van gsm en batterij het gaat. Het is niet de eerste keer dat een batterij in een mobiele telefoon explodeert, maar gelukkig heeft het in de meeste gevallen geen fatale afloop gehad.
Ter bescherming van je computer
VERENIGDE STATEN - Tachtig computers zijn weg, gestolen of ‘zoekgeraakt’ bij het belangrijkste Amerikaanse laboratorium voor nucleaire wapentechnologie, zo heeft de non-profit organisatie POGO (Project on Government Oversight) bekend gemaakt. POGO heeft een brief op het internet gezet over de zorgwekkende vermissingen bij het Los Alamos National Laboratory in de deelstaat New Mexico. Volgens deze brief zijn er het afgelopen jaar 13 laboratoriumcomputers vermist of gestolen, waarvan er 3 in januari uit de woning van een medewerker werden ontvreemd.
Verder worden er nog 67 computers als ‘vermist’ opgegeven. In de brief aan de veiligheidsadviseurs van het Ministerie van Energie staat dat de veiligheidsrisico's niet tijdig onderkend zijn omdat de verloren computers als een ‘managementprobleem’ zijn gerapporteerd. Los Alamos is een top-secret laboratorium waar destijds de eerste atoombommen zijn ontwikkeld. Ook nu nog is dit het belangrijkste onderzoekscentrum op het gebied van de nationale veiligheid, de buitenaardse ruimte, duurzame energie, de ontwikkeling van nieuwe medicijnen, de nanotechnologie en supercomputers.
Vrachtwagens kunnen ruim 8% zuiniger rijden BIELEFELD - Automotive Software Development, een ontwerper en installateur van motormanagement software, introduceert ECO Performance. Een veilige manier om motoren van vrachtauto's zo af te stellen dat zij ruim 8% minder brandstof verbruiken.
Ben je bezorgd over de veiligheid van je computer? Nou je kunt nu veilig voelen met deze USB Uitsmijter. Je kunt ongewilde indringers buiten houden. Bij beweging wordt hij geactiveerd door middel van een sensor in zijn jasje. Wanneer iemand indringt, komt hij met één van zijn zes uitspraken, die ongenode gasten zeker tot bezinning zullen brengen: “You’re not welcome here” of “Your name’s not down, you’re not comin’ in”, “You’re not comin’ anywhere near here lookin’ like that”, “Not today mate”, “Come over ‘ere if you think you’re hard enough” en “You’re cruisin’ for a bruising”. Hij werkt zelfs zonder de USB-kabel, dan doen de batterijen hun werk. www.megagadgets.nl
Steven Renes van Automotive Software Development: “Brandstof is binnen de transportindustrie een van de hoogste kostenposten. Besparingen op brandstof vertalen zich dan ook direct in een hogere winstmarge. ECO Performance kan hiervoor zorgen, doordat wij het motormanagement van de vrachtauto's optimaliseren. Bij exact hetzelfde rijgedrag rijdt de vrachtauto, afhankelijk van zaken als het merk en de motoruitvoering, ruim 8% zuiniger. Om ECO Performance te installeren hoeft de vrachtauto nauwelijks uit de planning gehaald te worden. We kunnen alle werkzaamheden op locatie binnen twee uur uitvoeren. Dat kan ook in onze werkplaatsen in Utrecht, Groningen, Parijs of Evergem in België.” Uitgebreid advies ECO Performance is volledig veilig, is uitgebreid getest en wordt geïnstalleerd door speciaal opgeleide vakmensen. Wagenparkbeheerders krijgen
vooraf een uitgebreid advies op basis van een wagenparkanalyse. Zo weten zij vooraf welke besparingen haalbaar zijn. Ook de kosten, die vaak al in een half jaar kunnen worden terugverdiend, worden vooraf inzichtelijk gemaakt. www.ecoperformance.nl
Het museum Boijmans van Beuningen toont zijn prachtige sgraffito-collectie uit de periode 14501550. Sgraffito is een eeuwenoude versieringstechniek van aardewerk waarbij in de nog natte klei figuren zijn gekrast. Beeldend kunstenaar en mediatechnoloog Joachim Rotteveel maakt de collectie op bijzondere wijze toegankelijk met behulp van 3D-reconstructie-technieken uit de medische en industriële wereld. Innovatieve visualisatietechnieken zijn te gebruiken om voorwerpen te scannen, archiveren en printen in 3D. Speciaal voor de tentoonstelling wordt dit proces op sgraffito-aardewerk toegepast. Zo kan de collectie via internet wereldwijd driedimensionaal toegankelijk worden gemaakt, en zelfs worden gekloond. De reliëfpatronen van de handvervaardigde schotels, kommen en potten komen in de virtuele weergaves en 3D-prints prachtig naar voren. De tentoonstelling Sgraffito in 3D maakt dit proces van registratie en reconstructie stap voor stap inzichtelijk voor het publiek. Videoprojecties werpen licht op de CT-scans. Bezoekers kunnen driedimensionale afbeeldingen van alle kanten bekijken en zelfs in de hand nemen. Sgraffito in 3D is te zien in het entreegebied van het museum, en is voor iedereen gratis toegankelijk. Joachim Rotteveel ontwikkelde ook onderstaande website waarop de 3D-objecten te zien zijn. De tentoonstelling is mede mogelijk gemaakt door Erasmus MC, TNO Techniek en Industrie, de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten Den Haag en de Erasmusstichting. sgraffito-in-3d.com www.boijmans.nl
20 Maart | 2e jaargang | nummer 2
Groningen krijgt oplaadpunten elektrische voertuigen
GRONINGEN – De gemeente Groningen gaat oplaadpunten voor elektrische voertuigen in de stad plaatsen. Dat maakte de gemeente maandag bekend. De oplaadpunten bestaan uit palen waar elektriciteit getapt kan worden die met behulp van drie zonnepanelen en een windmolen is opgewekt. De eerste twee palen worden in maart geplaatst bij de Hanzehogeschool en het Universitair Medisch Ziekenhuis. In september wordt de proef geëvalueerd door de gemeente, NUON en de Hanzehogeschool Groningen, die samen verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling. De bedoeling is dat er uiteindelijk zes tot acht oplaadpunten in de stad komen.
De gemeente hoopt met de palen het gebruik van groene stroom voor het vervoer promoten. “Wij willen graag mensen laten kennismaken met duurzame mobiliteit op een zichtbare manier”, aldus een woordvoerder. Afgelopen zomer heeft Rotterdam al twee snelle oplaadpunten geplaatst voor elektrische scooters en auto’s. Daarvoor is een snellaadtechniek ontwikkeld voor lithium ionbatterijen door drie afgestudeerden aan de TU-Delft. Daarmee wordt vier tot zes uur laden aan het stopcontact gereduceerd tot 15 à 30 minuten aan de Epyon-snellader, zonder de levensduur van de batterij te schaden. Ze worden NRGSPOT-oplaadpunten genoemd, spreek uit als ‘energy spot’.
Monument in gewapend beton
Plannen voor 450 meter hoge wolkenkrabber in Rotterdam
ROTTERDAM - Als het aan het architectenbureau Monolab ligt, verrijst in de Rotterdamse Maashaven een wolkenkrabber met een hoogte van 450 meter. Het gebouw staat in het water van de Maas, herbergt ruimte voor woningen en kantoren en is via een pier verbonden met de kade en metrostation Maashaven. Dat plan heeft directeur Jan Willem van Kuilenburg van Monolab Architects in januari gelanceerd. Hij stelt vergevorderde en uitgewerkte plannen te hebben en in gesprek te zijn met investeerders en ontwikkelaars. "Als het financiële kader rond is, duurt het nog zeker vijf tot zeven jaar voordat de toren ook
daadwerkelijk klaar is." Het plan is ambitieus, zeker gezien het huidige economische klimaat en de ingezakte woningmarkt. Van Kuilenburg vindt de economische neergang echter juist het moment om te investeren. "De huidige middelhoge torens in Rotterdam zijn van lage kwaliteit en te primitief, het is allemaal standaard." De City Tower zou in één klap het hoogste gebouw van Nederland worden. Die eer valt nu nog te beurt aan de Rotterdamse Euromast (185 meter). De Delftse Poort bij Rotterdam Centraal Station (151) is het hoogste kantoorgebouw in Nederland. www.monolab.nl
Tentoonstelling over Oscar Niemeyer: Europese primeur
om het gebouw juist werd opgetrokken uit gewapend beton. Ook wordt de impact die de bouw van het zendstation had op de omtrek beschreven; niet alleen architectonisch, maar ook sociologisch was het gebouw bepalend in de omgeving. De mensen die er bouwden, woonden en werkten vormden een bijzondere gemeenschap.
BOXTEL - Uitgeverij Æneas publiceerde onlangs het boek 'Radio Kootwijk, monument in gewapend beton'. Het nieuwe boek beschrijft het ontstaan van het zendstation, gebouwd 'in the middle of nowhere'. Het gaat in op de keuzes in het ontwerp en de uitvoering in het begin van de jaren '20 van de vorige eeuw. Vanuit het voormalige zendstation Radio Kootwijk, werd in de vorige eeuw contact onderhouden met Nederlands-Indië. Het inmiddels bijna 90 jaar oude bouwwerk, ontworpen in artdecostijl, vormt een herkenbaar silhouet te midden van de Veluwse natuur. 'Radio Kootwijk, monument in gewapend beton' beschrijft waar-
Besloten wordt met een beschouwing van de huidige situatie en toekomstscenario's. Na het wegvallen van de zendfunctie verkocht KPN Telecom in 2003 de gebouwen en de omliggende 400 hectare natuur aan het Rijk. Verschillende overheden zoeken nu samen naar een nieuwe bestemming voor dit unieke en kwetsbare complex dat ook van binnen bezienswaardig is. Met veel uniek fotomateriaal en een schat aan gegevens over dit bijzondere Rijksmonument heeft het boek 'Radio Kootwijk, monument in gewapend beton' veel te bieden voor een breed publiek. Auteur: Pieter Spits Eind- en beeldredactie: Jacques Linssen en Henk Wapperom ISBN 978-90-75365-92-4 Prijs 19,95 euro, incl. btw en excl. Portokosten www.aeneas.nl
HEERLEN - Van vrijdag 6 maart tot en met maandag 1 juni 2009 presenteert SchunckGlaspaleis een bijzondere tentoonstelling van de Braziliaanse architectuurlegende Oscar Niemeyer (1907, Rio de Janeiro). De tentoonstelling geeft een overzicht van het enorme oeuvre van Niemeyer. De bezoeker wordt meegenomen op een ontdekkingsreis door een wereld van ontwerpen en bouwen en zal getroffen worden door de indrukwekkende schoonheid van de talrijke projecten die hij gedurende zevetig jaar heeft geschapen. De Braziliaanse architect, visionair en communist Oscar Niemeyer, geldt als wegbereider van de moderne architectuur van de twintigste eeuw. Het oeuvre van Niemeyer is zowel wat betreft kwantiteit als kwaliteit indrukwekkend. Met meer dan 600 gebouwen op zijn naam
heeft hij het aanzicht van de moderne architectuur wezenlijk vormgegeven. De architect werd het meest bekend door zijn grote bijdrage aan de ontwikkeling van de nieuwe Braziliaanse hoofdstad, eind jaren vijftig. De tentoonstelling van Oscar Niemeyer werd voor het eerst in 2007 in Rio de Janeiro geopend en is vervolgens door Brazilië gereisd. Schunck-Glaspaleis heeft de Europese primeur om deze indrukwekkende tentoonstelling te mogen huisvesten. Gastcurator Lauro Cavalcanti voorziet de tentoonstelling van een nieuw concept, toegespitst op de nieuwe locatie. www.glaspaleis.nl
Het is de twintigste jaargang van CAD-Magazine, dat in april 1990 voor het eerst verscheen. In de aanloop naar dat jubileum, passeren enkele ‘oude nieuwtjes’ de revue. Wat toen nieuws was, is nu zo verouderd dat het vreemd aandoet.
Drukte op vakbeurs Bouw & ICT
Hoe kun je ICT inzetten om je te wapenen tegen de economische crisis? Voor veel bezoekers was dit een belangrijk motief om af te reizen naar de jubileumeditie van de vakbeurs Bouw & ICT, die op 10, 11 en 12 februari werd gehouden in de Jaarbeurs in Utrecht. Van de recessie zelf was op de beursvloer helemaal niets te merken. Integendeel, de 75 exposanten zijn meer dan tevreden, getuige de 6,8 als waarderingscijfer. Deelnemers die zeventig procent nieuwe contacten hebben gelegd, zijn CADMagazine Maart 2009-2
Desktop 3D-printer op de markt
geen uitzondering. “Voor ons had de beurs langer dan drie dagen mogen duren”, zei één van de exposanten. Iedereen was tegen het licht van de recessie benieuwd naar deze editie en met 11.098 bezoekers is de organisatie met vlag en wimpel geslaagd. Belangrijker nog is het profiel van het bezoek. Vier van de tien bezoekers nemen zelf investeringsbeslissingen, een kwart van het bezoek heeft een adviserende stem. Veel exposanten hebben veel nieuwe contacten gelegd. Juist in tijden dat omzet onder druk komt te staan, is het belangrijk de ‘salespijplijn’ te vullen. De recessie speelde geen rol op de beursvloer zoals ook blijkt uit het percentage deelnemers dat een optie op de 2010-editie heeft genomen: vijftig procent. Bouw & ICT 2010 wordt gehouden van 17 tot en met 18 maart. www.bouwenict.nl
31
De Dimension 3D Printing Group, onderdeel van Stratasys, heeft een betaalbare en kleine 3D-printer op de markt gebracht: de uPrint Personal 3D-printer. De printer neemt weinig ruimte in beslag met een grondoppervlak van 63,5 bij 66 centimeter en kan modellen printen tot 203 x 152 x 152 millimeter. Hij gebruikt de FDM technologie van Dimension De uPrint is zeer geschikt om vorm, functie en pasvorm te testen van prototypes. En door zijn formaat en prijs (onder de 13.000 euro) is het niet langer nodig in de rij te staan bij een gedeelde printer of te wachten tot een servicebedrijf de print heeft gemaakt. De 3D-printer is beschikbaar bij Somatech, reseller voor alle Stratasys-producten. www.dimensionprinting.com www.somatech.nl
De agenda bevat aankondigingen van gratis workshops, seminars, themadagen en andere kosteloze activiteiten van CAD-leveranciers en dealers. Daarnaast is er natuurlijk ook aandacht voor relevante beurzen in Nederland en België. De agenda is doorlopend en beslaat in ieder geval de evenementen tot aan de volgende uitgave van CAD-Magazine. Hiervoor kunnen beurzen, gratis seminars en workshops per e-mail worden aangemeld bij de redactie:
[email protected]. Vermeld de datum, plaats, website en een korte inhoud, en geef als onderwerp van uw mail 'Agenda'.
Maart
26 maart, Comsol Multiphysics & Structural Mechanics Modeling Workshop Zoetermeer www.comsol.nl
31 maart, Hands-On Workshop: Databeheer met Windchill & ProductPoint Nieuwegein www.hecbv.nl
26 maart, Seminar EPLAN PPE Zevenaar www.eplan.nl
31 maart, ArchiCAD Testdrive Amsterdam www.kubusinfo.nl
25 maart, Support inloopdag Edegem (B) www.cadcenter.be
26 maart, Seminar EPLAN PLC & Hardware Configurator Waalre www.eplan.nl
31 maart, Webinar What's new? Vanaf je werkplek www.npqcad.com
25 maart, Demo SolidWorks Simulation en Demo SolidWorks Enterprise PDM Almelo www.cadmes.com
26 maart, PRO.File Roadshow: Bepaal nu uw PLM/DMS strategie Van der Valk De Witte Bergen, Hilversum www.plmxpert.nl
25 maart, Sneak preview: AutoCAD Electrical Aalst (B) www.cadservice.be
27 maart, Autodesk Webinar: De basis van Revit Architecture deel 2 Vanaf je werkplek www.pollux.nl
24 - 26 maart, METAVAK Evenementenhal, Hardenberg www.evenementenhalhardenberg.nl 24 maart, Demo/Workshop CAMWorks 's-Hertogenbosch www.cadmes.com
April 1 april, Comsol Multiphysics & Electromagnetics Modeling Workshop Zoetermeer www.comsol.nl 2 april, BIMformatiedag Eindhoven www.cadac.com
25 maart, Comsol Multiphysics Modelling Workshop Nijmegen www.comsol.nl
27 maart, Workshop Typical Manager Veenendaal www.aceri.nl / www.typicalmanager.nl
25 maart, Klantseminar: Synchronous Technology in de Praktijk Amsterdam www.siemens.com/plm
27 maart, Workshop: Introductie Solid Edge 'Synchronous technology' Oldenzaal www.boschengineering.nl
2 april, Demo/Workshop SolidWorks 's-Hertogenbosch www.cadmes.com
26 maart, Introductie simulatie en analyse software Femap Oldenzaal www.boschengineering.nl
30 maart, Sneak preview: Revit Aalst (B) www.cadservice.be
2 april, Demo SolidWorks Simulation Gent (B) www.cadmes.com
30 maart, Workshop SolidWorks/PDM Bruchem www.designsolutions.nl
2 april, Seminar EPLAN PLC & Hardware Configurator Zevenaar www.eplan.nl
26 maart, Inloopdag: Digital Prototyping Workshop Heerlen www.cadac.com 26 maart, BIMformatiedag Hasselt (B) www.cadac.com 26 maart, Demo/Workshop 3DVIA Composer 's-Hertogenbosch www.cadmes.com 26 maart, CADTEAM Plant Solutions Event AutoCAD P&ID en Autodesk NavisWorks Rheden www.cadteam.nl
CADMagazine Maart 2009-2
30 maart, Productsessie NX Laminates 's-Hertogenbosch www.siemens.com/plm 31 maart - 2 april, On- and Offshore Vakbeurs Evenementenhal, Gorinchem www.evenementenhalgorinchem.nl 31 maart, Sneak preview: Inventor Aalst (B) www.cadservice.be
AGENDA 32
2 april, Land- en tuinbouw seminar: Velocity for Agro Hotel Carlton, Naaldwijk www.cadcenter.nl
2 april, Workshop: Introductie in simulatie: mechanisch, aerodynamisch en discrete elementen Nieuwegein www.hecbv.nl 2 april, 3D Plant Design Seminar Waterland Neeltje Jans, Vrouwenpolder www.intergraph.nl 3 april, Seminar EPLAN PPE Zevenaar www.eplan.nl
AGENDA 6 april, Seminar EPLAN Platform Reeuwijk www.eplan.nl
14 april, ArchiCAD Testdrive Eindhoven www.kubusinfo.nl
16 april, Hands-On Workshop: Arbortext IsoDraw Nieuwegein www.hecbv.nl
7 april, Comsol Multiphysics Modeling Workshop Eindhoven www.comsol.nl
15 april, Kennismakingsinfosessie Autodesk 3ds MAX Design Gent-Zwijnaarde (B) www.c3a.be
17 april, Inventor Gebruikersbijeenkomst Hasselt (B) www.cadac.com
7 april, Autodesk Webinar: Nieuwe features in Revit Architecture Vanaf je werkplek www.pollux.nl
15 april, Inloopdag: Digital Prototyping Workshop Gouda www.cadac.com
17 april, Beheren van productinformatie en ontwerpwijzigingen Emmen www.cadcompany.nl
15 april, Inventor Gebruikersbijeenkomst Meppel www.cadac.com
17 april, Workshop Simulation Bruchem www.designsolutions.nl
8 april, Inloopdag: Digital Prototyping Workshop Meppel www.cadac.com
15 april, Beheren van productinformatie en ontwerpwijzigingen Boxtel www.cadcompany.nl
20 april, Workshop SolidWorks/PDM Bruchem www.designsolutions.nl
8 april, Seminar EPLAN Blokeigenschappen Reeuwijk www.eplan.nl
15 april, Demo/Workshop 3DVIA Composer Almelo www.cadmes.com
8 april, PRO.File Roadshow: Bepaal nu uw PLM/DMS strategie Bergambacht www.plmxpert.nl
15 april, Comsol Multiphysics Modeling Workshop Leuven (B) www.comsol.nl
8 april, Seminar: PDM voor de KMO: ProductPoint Hotel Aldhem, Grobbendonk (B) www.savaco.com
16 april, Inventor Gebruikersbijeenkomst Gouda www.cadac.com
8 april, Kennismakingsinfosessie Autodesk REVIT Architecture Gent-Zwijnaarde (B) www.c3a.be
9 april, Inloopdag Elektrotechniek Meppel www.cadac.com
16 april, BIMformatiedag Meppel www.cadac.com
9 april, Solid Edge introductiemiddag Bergambacht www.cadcenter.nl
16 april, Beheren van productinformatie en ontwerpwijzigingen Amsterdam www.cadcompany.nl
9 april, Demo/Workshop SolidWorks Gent (B) www.cadmes.com
16 april, Demo/Workshop Mastercam 's-Hertogenbosch www.cadmes.com
9 april, Seminar: Arbortext IsoDraw, voor technische illustraties in handleidingen Kortrijk (B) www.savaco.com
16 april, SolidWorks Simulation Premium Bruchem www.designsolutions.nl
14 april, Seminar EPLAN What's new Waalre www.eplan.nl 14 april, Hands-On Workshop: Pro/ENGINEER Advanced Assembly Nieuwegein www.hecbv.nl
16 april, Seminar EPLAN Fluid Waalre www.eplan.nl 16 april, Hands-on Workshop: Ervaar zelf de kracht en eenvoud van Pro/ENGINEER! Breda www.gposolutions.nl
21 - 23 april, Overheid & ICT Jaarbeurs, Utrecht www.overheidenict.nl 21 april, Inventor Gebruikersbijeenkomst Heerlen www.cadac.com 21 april, Mathcad Seminar Stoomgemaal, Nijkerk www.cadservices.nl 21 april, CADTEAM Plant Solutions Event AutoCAD P&ID en Autodesk NavisWorks Antwerpen (B) www.cadteam.nl 21 april, Installatie Vakbeurs Evenementenhal, Gorinchem www.evenementenhalgorinchem.nl 22 april, Inloopdag: Digital Prototyping Workshop Hasselt (B) www.cadac.com 22 april, Demo SolidWorks Simulation en Demo SolidWorks Enterprise PDM 's-Hertogenbosch www.cadmes.com 22 april, PRO.File Roadshow: Bepaal nu uw PLM/DMS strategie Van der Valk, Gilze Rijen www.plmxpert.nl 22 april, PTC/User Benelux Event TU, Eindhoven www.ptcuser.nl
Ga voor de meest actuele informatie naar de agenda op www.cadmagazine.nl CADMagazine Maart 2009-2
33
V ISUALISATIE
Mental Ray in Revit 2009 vs 3ds Max: Deel 2
O o k e e n s wa t a n d e rs d a n f o t o re a l i s t i s c h Door Jean-Pierre van Gastel
In het vorige artikel over Mental Ray in CAD-Magazine is al aan het licht gekomen dat er flink wat verschillen zitten in de Mental Ray versie voor 3ds Max (Design), AutoCAD, Revit Architecture en Maya. In dit tweede en tevens laatste artikelen komen de verschillen op het gebied van materialen en lichtberekeningen aan bod. bleem meer. Indien de Revit Architecture-gebruiker er overigens de voorkeur aan geeft om een eigen textuur te kiezen, dan zal deze ook keurig worden meegenomen naar 3ds Max (Design), zolang hij maar gebruik maakt van het FBXbestandsformaat om de data uit te wisselen tussen beide applicaties. Gebaseerd op een materiaalsoort zal Revit Architecture de specifieke eigenschappen van het materiaal tonen. Zo kan de gebruiker na het kiezen van een materiaal van steen, naast de gebruikte textuur, ook de afwerking van de steen kiezen, bijvoorbeeld of dit mat is of geglazuurd. Er kan gebruik gemaakt worden van een ‘Bump’ map om een reliëf te renderen. ‘Bump maps’ zijn overigens een visueel effect tijdens de rendering en vervormen niet de geometrie, zoals een ‘Displacement’ map in 3ds Max (Design) en Maya wel kan doen. ‘Bump maps’ werken op basis van grijswaarden. Witte pixels worden omhoog getrokken en zwarte pixels worden ingeduwd tijdens het renderproces. Dat is het effect van een ‘Bump’ map. Een materiaal zoals glas in Revit Architecture gebruikt standaard al de juiste brekingsindex van licht (I.O.R.) zijnde 1, 52 voor glas. Interessanter worden de materialen die reflecties nodig hebben. Revit Architecture maakt gebruik van zogenaamde BRDF (Bidirectional Reflection Distribution Function), maar baseert dit niet op graden, wat in de werkelijkheid wel zo is. Simpel gezegd houdt dit in dat reflecties zich aanpassen bij de gebruikte hoek van de camera.
Afbeelding 1
Het gebruik maken van specifieke Mental Ray-materialen is in Revit Architecture het meest gemakkelijk, aangezien er geen andere keuze voor materialen is te maken. In Revit Architecture worden materialen standaard al gekoppeld aan elementen die de gebruiker bijvoorbeeld uit een zogenaamde ‘Localiser’ haalt. Eventueel zijn deze naar eigen wensen nog aan te passen. Revit Architecture biedt een ruime standaardbibliotheek met materialen variërend van diverse steensoorten, houtsoorten, glas en meer. Deze materialen kunnen weer worden gegeven gebaseerd op de scene, gedrapeerd over een stoel, of over een terrein, zodat een goede weergave wordt gegeven van het eindresultaat, zie afbeelding 1. Vele materialen werken op basis van een textuur die de gebruiker terugvindt in de installatiefolder van Revit Architecture. Het goede nieuws is dat zowel Revit Architecture 2009 als 3ds Max (Design) exact dezelfde texturen beschikbaar hebben na het installeren van deze producten. Daardoor is het uitwisselen van data geen enkel pro-
Afbeelding 3
Afbeelding 2 CADMagazine Maart 2009-2
34
Occlusion’ ofwel ‘AO’-effect is te vergelijken met een indirect lichteffect. Simpel gezegd: als twee vlakken elkaar raken, zal er in de hoek van deze twee vlakken een subtiele zachte schaduw Licht doorlaten ontstaan, waardoor het diepte-effect beTransparantie en zelfs ‘Translucency’ ter is te zien, zie afbeelding 3. (lichtdoorlatendheid) komen we tegen Daarnaast bieden 3ds Max (Design) en in de materialen van Revit Architecture. Maya nog veel meer natuurlijk op het Papier is bijvoorbeeld een goed voorgebied van Mental Ray. Bijvoorbeeld beeld van een materiaal dat lichtdoorlade ‘contourshaders’ waarmee het motend is. De ‘Cut-Out’ maps zijn bedoeld gelijk is om een rendereffect te maken om op basis van zwart-wit texturen alsof de scene met de hand is getekend. openingen te maken tijdens de rendeZonder al te veel werk is dit zeer snel te ring of ook wel ‘Opacity maps’ geworrealiseren, zie afbeelding 4. Een evenden. Zo kan er bijvoorbeeld op basis Afbeelding 5 tueel alternatief is het beschikbaar ‘Ink van een zwart-wit textuur van gaas een ’n Paint’-materiaal in 3ds Max, waardoor het effect van compleet traliewerk gerenderd worden zonder onnodig veel technische illustraties gewoon is te renderen, zie afbeelding in 3D te hoeven modeleren. De laatste, toch wel knappe, ei5. Of door zelfs verschillende materialen over elkaar heen te genschap in Revit Architecture 2009 is de mogelijkheid om leggen (‘Blend’), ontstaat als zeer snel een zogenaamde op basis van een materiaal licht af te geven in een ruimte. ‘Clay Rendering’ dat het effect weergeeft van klei. Dit zijn Gebaseerd op een aantal candela per m2 of kant en klare rendereffecten die haast geen extra moeite kosten en eens presets zoals LED-verlichting, een kleurtemperatuur in een keer wat anders doen dan fotorealistisch renderen. Kelvin (standaard 6500 gelijk aan wit) en een ‘Filtercolor’ die het licht zal kleuren tijdens de rendering, is het aardig compleet. Exposure Naast het geweldig goed uitlichten in 3ds Max, kan de ge‘ProMaterials’ bruiker natuurlijk nog veel meer informatie halen uit de diOverigens al deze besproken instellingen komen op exact verse lichtbronnen die uit Revit Architecture zijn gekomen, dezelfde wijze terug in 3ds Max (Design) als men gebruik of die hij zelf heeft geplaatst. Gebaseerd op een techniek maakt van de zogenaamde ‘ProMaterials’ specifiek bedoeld ‘Exposure’ kan 3ds Max Design een lichtberekening uitvoor Mental Ray. Materialen die vanuit Revit Architecture voeren die gebaseerd is op de ‘Leed Certification’. Deze worden geïmporteerd via het FBX-bestand ,zullen om die lichtberekening kan opgeslagen worden in Microsoft Excel, reden automatisch omgezet worden naar ‘ProMaterials’. waardoor de gebruiker zou kunnen aantonen dat hij als arDeze materialen bieden echter in 3ds Max (Design) direct chitect wel degelijk heeft gekozen voor een duurzaam ontnog wat extra mogelijkheden om het geheel nog beter eruit werp. Dit zal in de toekomst meer en meer belangrijk gaan te laten zien. Indien de gebruiker overigens niets doet aan worden. de materialen, zal de rendering in 3ds Max (Design) exact Uiteraard zijn er nog veel en veel meer specifieke Mental hetzelfde zijn als in Revit Architecture 2009, zij het dat deRay extra’s terug te vinden in 3ds Max (Design) en Maya. zelfde scene tweemaal zo snel gerenderd zal worden. Denk bijvoorbeeld aan ‘Caustics’ die ontstaan als licht door Door gebruik te maken van de ‘Special Effects Roll-Out’ in glas heen wordt afgebroken, ‘Global Illumination’ waarbij 3ds Max (Design) kan de gebruiker het materiaal automahet licht wordt berekend op basis van Photons, tisch alle scherpe randen laten afronden tijdens het rende‘Displacement’ rendering handig voor gras, tapijt en degeren, waardoor er meer lichtval ontstaat en kan er een zogelijke, en de mogelijkheid om een render apart op te slaan in naamd ‘Ambient Occlusion’-effect meegenomen worden, diverse lagen zodat deze gemakkelijk, in bijvoorbeeld wat voor veel meer diepte zal zorgen. Dit ‘Ambient Adobe Photoshop, zijn aan te passen zonder dat de hele boel opnieuw uitgerenderd behoeft te worden. Mental Ray is als laatste een fysisch correcte render engine waar iedereen nog veel van zal horen in de komende tijd gezien de nieuwe ontwikkelingen met name in 3ds Max (Design). Conclusie voor al diegene die af en toe een render moeten maken en zeer snel tevreden zijn en alle tijd hebben is Revit Architecture voldoende. Wil je echter snel en volledige controle hebben over een rendering, dan is 3ds Max (Design) of Maya een absolute ‘Must Have’. Uiteraard biedt de Mental Ray-render in 3ds Max (Design) en Maya wel deze realistische instellingen, zie afbeelding 2.
Jean-Pierre van Gastel
[email protected] is freelance redacteur voor CAD-Magazine. Voor dit onderwerp zie ook: www.autodesk.nl. Afbeelding 4
CADMagazine Maart 2009-2
35
B OUW & C IVIEL Het niet-asgerelateerde ontwerp in een landschap.
Extra aandacht voor niet-asgerelateerd ontwerpen
Powe r C i v i l n u o o k vo o r N e d e rl a n d Door Lambert-Jan Koops
Bentley PowerCivil is een zelfstandig civieltechnisch ontwerp- en modelleerpakket dat 2D- en 3D-tools biedt voor landinrichting en het indelen van terreinen. Hiermee is de software geschikt voor uiteenlopende projecten, van commerciële bouw-, fabrieks- en productieterreinen tot dammen, mijnen en stortplaatsen. In Nederland richt Bentley zich vooral op gemeenten, aannemers en de civieltechnische ingenieursbureaus.
In PowerCivil zijn de civieltechnische oplossingen van Bentley samengevoegd in één multidisciplinair product voor landmetingen, grafische geometrische coördinaten (COGO), digitale terreinmodellering, het egaliseren van terreinen en het ontwerpen van waterleidings- riool- en hemelwaterafvoersystemen en straten. De gebruiker kan vervolgens controleren of de capaciteit van deze systemen voldoende is door simulaties uit te voeren, waarbij de intensiteit van de neerslag door de ontwerper zelf kan worden ingesteld. PowerCivil is ontwikkeld op basis van PowerDraft, maar werkt volledig zelfstandig. Het is een objectgeoriënteerd programma dat het dankzij de intelligente associaties mogelijk maakt om alle soorten civieltechnische elementen in een objectgeoriënteerde context toe te passen, zoals bijvoorbeeld vijvers, sloten en kanalen en woningen, straten en rotondes. Als een ontwerpobject wordt gewijzigd, worden de bijbehorende elementen automatisch aangepast, waarbij rekening wordt gehouden met de door de gebruiker ingestelde beperkingen en opzet van het model. CADMagazine Maart 2009-2
Associatie PowerCivil is een laagdrempelig pakket voor 2D-tekenaars en de stap naar 3D is eenvoudig te maken. Daarom bevat het ook veel wizards waarmee het mogelijk is om eenvoudig intelligente terreinelementen te maken, zoals woningen, vijvers, kanalen, kavels, straten en wegen. Dankzij de objectgeoriënteerde functies, zijn wijzigingen aan te brengen zonder dat de nauwkeurigheid of integriteit van een ontwerp verloren gaat. Teamleden van een project kunnen werkzaam zijn in verschillende disciplines en elke gebruiker kan naar het werk van de anderen verwijzen of dit werk weergeven. De ontwerper bepaalt zelf in welke mate de objecten in het model met elkaar geassocieerd zijn, met inbegrip van de prioriteit van componenten van elementen en de relaties tussen elementen. Dankzij de integratie van 2D en 3D is het mogelijk om te ontwerpen in zowel overzichts-, langsprofiel-, dwarsprofiel- als 3D-weergaven. Import van landmeetdata, DGN en DWG PowerCivil is in staat om alle soorten landmeetkundige data in te lezen, zo-
36
als die van Leica en Trimble. Deze gegevens zijn zowel binnen te halen als RAW- als ASCII-data, waarna ze vervolgens te gebruiken zijn voor het ontwerpen van wegen en niet-asgerelateerde zaken, zoals baggervakken en ophogingen. Omdat het pakket is gebaseerd op MicroStation V8i, blijven alle lijnen, zoals die van dwarsprofielen, MicroStation-lijnen. De output van PowerCivil is standaard DGN, maar het is ook mogelijk om bestanden op te slaan als DWG. Dat was altijd al een standaardmogelijkheid in de producten van Bentley, maar dankzij de recente overeenkomst tussen Bentley en Autodesk zullen de programma’s van Bentley sneller dan voorheen beschikken over de nieuwste DWG-versies. Uiteraard werkt PowerCivil ook goed samen met andere producten van Bentley, zoals PowerSurvey en PowerMap. Verder zijn er im- en exportmogelijkheden aanwezig voor XML-bestanden van oppervlakken. De overzichtstekeningen zijn op te slaan als PDF’s. Tenslotte kan de software de CADelementen automatisch omzetten naar COGO-functionaliteiten voor het genereren van rapporten en tabellen.
Uitwisseling Binnen PowerCivil zijn nieuwe meetgegevens te genereren voor gebruik in het veld. Zo kan een bureau een wegmodel uitzetten en deze gegevens exporteren, om daarmee de werkmethode in het veld aan te sturen. Bijvoorbeeld door uitwisseling met de hardware van Leica. Op die manier kunnen de uitvoerders dus direct de gegevens uit het model gebruiken voor de aanleg van de constructies. Na de oplevering is het uiteraard weer mogelijk om de aangelegde wegen, kunstwerken en niet-asgerelateerde onderdelen in te meten en deze te gebruiken voor de correctie van het digitale model. Een van de sterke punten van PowerCivil is het ontwerpen van binnenstedelijke situaties met dwangpunten, zoals bij kruispunten, trottoirs en parkeervakken het geval is. Hierbij dient de target van de constructie, zoals de wegen en parkeervakken, bepaald te worden. In PowerCivil worden de targets van trottoirs, parkeervakken automatisch opgezocht en in de constructie toegepast. De situatie is vervolgens uit te werken tot aan dwarsprofielen en hoeveelheden toe.
Are You a
Pro
ENGINEER?
rogressive ] D Design esign without without compromise compromise with with [ BBee PProgressive Pro / EENGINEER N G I N E E R ®, tthe he m most ost ttrusted rusted 33D D CCAD A D software sof t ware Een voorbeeld van een binnenstedelijk ontwerp in PowerCivil.
Lokalisatie Hoewel PowerCivil inmiddels anderhalf jaar beschikbaar is in Nederland, is de actieve promotie van het pakket pas in 2009 opgestart. Het pakket is in de tussentijd gelokaliseerd en dus volledig geschikt voor Nederlands gebruik. De voertaal is wel Engels gebleven. Op dit moment zijn er nog geen plannen om een Nederlandstalige versie uit te brengen: Bentley vertrouwt er op dat de civiel ingenieurs in Nederland slim genoeg zijn om met een Engelstalig pakket te werken. Met cursusmateriaal ontwikkeld voor de Nederlandse markt en de opleidingen voor de software die worden gegeven door Bentley, moet dat ook geen probleem zijn.
for ttrue rue eengineering ngineering professionals professionals the the w orld oover. ver. for world P r of i ci ent ] FFrom rom conceptual conceptual design, design, through through [ BBee Proficient ttooling, ooling, m achining aand nd m ore. [ B machining more. Bee PProlific r o l i f i c ] SSoo pproduct roduct changes changes made made aanywhere, nywhere, uupdate pdate everywhere. everywhere. r o / EENGINEER N G I N E E R ] LLearn earn why why this this simple, simpl e, yet y et [ BBee a PPro powerful tool tool is is the the professional’s professional’s choice. choice. Visit V i s i t: powerful
PTC.com P T C . c o m / ggo o / bbeapro eapro
Lambert-Jan Koops
[email protected] is voormalig hoofdredacteur van CAD-Magazine. Voor verdere informatie over het onderwerp van dit artikel zie: www.bentley.com/nl-NL.
CADMagazine Maart 2009-2 ©2009 © 2009 Parametric Parametric Technology Technology Corporation Corporation (PTC). (PTC). PTC, PTC, the the PTC PTC logo, logo, and and Pro/ENGINEER Pro/ENGINEER are are trademarks trademarks or or registered registered trademarks trademarks of of PTC. PTC.
M ECHANICAL & D ESIGN
PDM bij BrainCenter Drachten
H i g h t e c h ke n n i s c e n t ru m ve rt ro u w t o p P ro d u c t s t re a m Door Rob Sman
De vestiging van BrainCenter in Noord-Nederland te Drachten is gespecialiseerd in het engineeren van apparatuur ten behoeve van ECM-bewerkingen. De technologie die hier ontwikkeld wordt, behoort tot de wereldtop. Tabe Oldenhuis, Senior Mechanics Engineer, vertelt over de ontwikkelingen van de laatste tijd.
Tabe Oldenhuis: “Van meet af aan maakte 3D de beloftes waar: fouten kunnen worden vermeden of vroeg worden onderkend.”
Kenniscentrum Philips is nog steeds de grootste klant, maar BrainCenter heeft inmiddels ook andere klanten voor haar ECM-producten gevonden. Deze kunnen ook het bewerkingsproces voor hun product door BrainCenter laten ontwikkelen. Voor alle duidelijkheid: de kennis en kunde van BrainCenter Drachten beperkt zich niet tot ECM. Recent is bijvoorbeeld ook nog gewerkt aan apparatuur voor het buigen van tramrails. Behoefte aan de kennis is er genoeg; het personeelsbestand groeide inmiddels van zestig naar hondert. De kernactiviteit van BrainCenter is ongetwijfeld engineering, maar het bedrijf omschrijft zichzelf liever als kenniscentrum, en technologiepartner.
BrainCenter bestaat voor een deel uit de overblijfselen van verschillende afdelingen van Philips. Ontstaan in Eindhoven, heeft BrainCenter inmiddels ook vestigingen in Veldhoven, Sittard, en Drachten. Deze laatste is een overname van Philips DAP Equipment Engineering, in 2007. Hier werden en worden productiemiddelen voor de fabricage van scheerapparaten ontwikkeld. In Drachten worden bij Philips Consumer Lifestyle, de nieuwe naam voor Domestic Appliances (DAP), jaarlijks al ruim zestig miljoen koppen voor scheerapparaten geproduceerd. De eindbewerking van die scheerkoppen gebeurt door middel van ‘Electro Chemical Machining’ (ECM). Hierbij wordt in korte tijd met behulp van hoge stroomsterktes materiaal weggenomen. De bewerking vindt plaats in een speciale zoutoplossing, en er wordt gebruik gemaakt van platina elektrodes. De voorgevormde en nog doffe ‘blanks’ van de scheerkoppen worden in een aantal seconden bewerkingstijd voorzien van alle gaatjes en sleuven, en krijgen tevens hun gepolijst uiterlijk. De vereiste precisie ligt in het micronbereik, hetgeen gemakkelijk haalbaar is, en dankzij de productspecifieke en nagenoeg onverslijtbare elektrodes kan dit ook massaal worden gereproduceerd. BrainCenter ontwikkelt en bouwt de bewerkingseenheden, ‘procesactuators’ geheten, en complete installaties. De technologie wordt nog altijd doorontwikkeld en verfijnd. CADMagazine Maart 2009-2
De nodige eisen Uiteraard worden in een bedrijf als BrainCenter de nodige eisen gesteld aan de ontwerpgereedschappen, en wordt de beheersbaarheid van een ontwerp mede bepaald door de controle over de ontwerpdocumentatie. Tabe Oldenhuis is Senior Mechanics Engineer, en behoort tot de oudgedienden. Hij vertelt ons over verleden en heden. “Toen ik hier achttien jaar geleden begon, was Unigraphics in gebruik. Let wel: er was één station aanwezig op ongeveer tien constructeurs, en als je er gebruik van wilde maken, kon je intekenen op een lijst om te reserveren. Voor de alledaagse werkzaamheden werd nog gebruik gemaakt van de tekenplank, dieal snel werd vervangen door AutoCAD. Dat bleek een pakket dat goed aansloot bij onze werkwijze. Toch liepen ook wij zo af en toe tegen onze eigen beperkingen aan en kwamen er laat in het ontwikkeltraject fouten in het ontwerp boven drijven. Toen 3D voor iedereen bereikbaar werd, hebben wij gekozen voor Autodesk Inventor, en daarvoor nog een blauwe maandag met Mechanical Desktop gewerkt. Hierbij bouwden we voort op de investering die we al gedaan hadden in AutoCAD. Voor ons werk volstaat de Suite-versie; nu hebben alle 24 mechanical engineers hun eigen pakket. 38
Van meet af aan maakte 3D de beloftes waar: fouten kunnen worden vermeden of vroeg worden onderkend. Als bonus heb je dan ook nog eens de visualisatiemogelijkheden, en dan niet alleen de plaatjes; wij hebben hier zelfs een vergaderruimte met een volledige Inventor-installatie om interactief, en met de klant, aan de hand van het model het ontwerp te evalueren. Dat is effectiever dan werken met platte afbeeldingen.” Praktisch ingesteld Het is uiteraard zaak om het document dat je wilt raadplegen, en de daaraan gerelateerde documenten, snel te kunnen vinden. Daarbij moet je er ook zeker van zijn de juiste versie te hebben. Dat gaat vrijwel niet zonder beheersysteem. Ook daarmee heeft Oldenhuis ruime ervaring. “Aanvankelijk was er het eigen archiveringssysteem Prodoc. Voor de werkwijze van de oorspronkelijke Unigraphics-gebruikers (productontwikkelaars) was dit wel geschikt. Daar werd veel minder frequent iets aan het systeem toegevoegd. Bij het meer dynamische gebruik binnen de AutoCAD-omgeving was het door de administratieve rompslomp, die Prodoc met zich meebracht, minder geschikt. Daar beheerden we onze documenten met de destijds meest populaire oplossingen, Automanager Workflow en Automanager Meridian. Toen we naar Inventor omschakelden als ontwerpsysteem, bleek de combinatie met Meridian voor ons niet te werken zoals we wilden. Daarbuiten was het qua performance ook niet optimaal. Vooral wanneer tijdens het werken nieuwe documenten ontstaan, zoals het ‘spiegelen’ in een samenstelling. Het aanmaken van een nieuwe kaart in Meridian bleek eenvoudigweg niet ondersteund, met als gevolg dat de feature niet te gebruiken was. Al met al genoeg redenen om naar een ander PDM-systeem uit te kijken. Vanwege de veel betere ondersteuning voor Inventor viel de keuze op Productstream van Autodesk. Ik ben nogal praktisch ingesteld: als een product aan mijn wensenlijstje voldoet is het goed, en met Productstream Professional Easy was dat zo. Het blijkt door eenvoudige configuratie-instellingen zó in te richten dat wij er met onze werkwijze prima mee uit de voeten kunnen. Het werkt zogezegd ‘out-of-the-box’. Wel zijn er enkele mogelijkheden in de Pro-versie van Productstream die ook leuk zouden zijn geweest om te hebben, zoals ‘batch-plotting’ bijvoorbeeld. Wij hebben echter voornamelijk van Pro-versie afgezien om twee redenen. Ten eerste is er een prijsverschil, en ten tweede is de Prouitvoering programmeerbaar. Wij zouden niet eens in de verleiding willen worden gebracht om te gaan programmeren.”
Totale ECM-unit. Met deze unit kan een scheerkap worden nabewerkt op micron-niveau, met behulp van ‘Precision Electro Chemical Machining’.
hier ook het geval is geweest. “Wij hebben Productstream geïmplementeerd met de overstap naar Inventor 11. Op dat moment moest de Meridian database, en de circa tachtigduizend documenten die ermee werden beheerd, gemigreerd worden. Voor zo’n eenmalige actie gaan wij ons niet in de problematiek verdiepen, daarom hebben wij de migratie laten uitvoeren door onze leverancier Cadac. Autodesk brengt tegelijk met iedere nieuwe versie van Inventor ook een nieuwe Productstream uit. Wij stapten van Inventor 11 over op 2009, daarbij 2008 overslaand. Het migreren van de data bleek nu heel eenvoudig te zijn, de constructeurs konden gewoon doorwerken, Productstream 2009 ondersteunt namelijk zowel Inventor 11 als 2009.” Het is duidelijk dat in ieder geval de ontwerpers zelf direct voordeel hebben van het werken in Productstream. Hier worden tenslotte de relaties tussen documenten beheerd; in Inventor kun je volstaan met een enkel projectbestand. Behalve de in Inventor aangemaakte bestanden worden ook AutoCAD- en MS Office-documenten beheerd. Deze kunnen ook allemaal in Productstream bekeken worden. Zijn er nog anderen dan de ontwerpers die gebruik maken van Productstream? “Jazeker”, vervolgt Oldenhuis: “ook de process-engineers, die de ECM-bewerking ontwikkelen, de onderhoudsdienst, en alle andere klanten hebben toegang. Ze kunnen via een door Cadac ontwikkeld ‘Web Access’tool direct de voor hen bestemde documenten inzien.” Dat gaat op basis van DWF’s, die net als de overige informatie na vrijgave automatisch gegenereerd worden door de ‘JobServer’. De administratieve handelingen voor de constructeur blijven daardoor gering. Het is inmiddels nauwelijks nog voor te stellen hoe projecten bij BrainCenter zouden moeten worden gerealiseerd zonder de hulp van een stabiel, snel en gebruiksvriendelijk PDM-systeem. Rob Sman
[email protected] is redacteur Mechanical voor CAD-Magazine. Voor meer informatie over dit onderwerp: www.cadac.com en www.braincenter.nl.
Overstappen Vaak heeft het overstappen van het ene naar het andere beheersysteem heel wat voeten in aarde. De vraag is of dat CADMagazine Maart 2009-2
39
P LATFORM
Versie 15 van Vertex
F i n n e n bl i k ke n vo o ru i t Door Job van Haaften
Versie 15 van Vertex is uit en om die toe te lichten was er een demonstratiemiddag in Houten op 29 januari, georganiseerd door Cad Serviceburo. Daar waren ook de Finse productmanagers van het moederbedrijf: Jukka Haho voor Building Applications en Erkki Laitinen voor Mechanical Engineering Applications.
Erkki Laitinen vertelt over versie 15 van G4 en de plannen voor versie 16.
Vertex is er in twee varianten G4 voor 3D modelling in Mechanical en BD voor de bouw. Stefan Baens van Cad Serviceburo demonstreerde nieuwe functies in versie 15 van Vertex BD. Veelgebruikte functies kan de gebruiker in een eigen icoonbalk plaatsen, zodat ze meteen bij de hand zijn. Die icoonbalk of dat pallet kan qua hoogte, breedte en plaats eenvoudig aangepast worden. Systeeminstellingen, standaardinstellingen in het programma wijzigen niet bij het installeren van een update. Het is mogelijk een parametrisch vloerplan toe te passen, maatgevingen in te voeren en daarmee componenten te verplaatsen. Er kunnen koppelingen worden gemaakt tussen objecten, constraints in het X-Y-vlak, bijvoobeeld wanden met vaste onderlinge afstanden. Ook hoogte-constraints zijn mogelijk (Zniveau), objecten kunnen zo worden gekoppeld aan een peilhoogte, zoals vloeren of de bovenlijn van ramen. De project doucument browser is verbeterd, er zijn functies en documentCADMagazine Maart 2009-2
soorten toegevoegd en het samenstellen van een Bill of Materials (BOM) kan nu ook in het Nederlands. Er kunnen nieuwe 3D modellen worden gebruikt, overgenomen uit G4, en er is een dynamische part modeller toegevoegd. Er zijn nieuwe wandpanelen die direct in 3D worden gegenereerd, en ze kunnen naar wens worden aangepast. Er is een bekledingstool waarmee bekleding kan worden toegevoegd aan bijvoorbeeld wanden, vloeren en daken. De kopieerfunctie is uitgebreid zodat nu ook koppelingen meegekopieerd kunnen worden. Bibliotheken zijn projectspecifiek aan te maken met eigen codes voor dat betreffende project. De componenten kunnen uit een algemene bibliotheek worden gekopieerd maar zijn ook aan te passen, bijvoorbeeld maten die verschillen. Er is een voortgangsdialoog die laat zien dat het systeem bezig is met een bewerking en hoever het daarmee is. En nog veel meer aanpassingen.
40
Niveauverschil Jukka Haho vertelt over de plannen voor verbeteringen in de volgende versie van Vertex BD voor de bouw. Haho: “Er zal onder meer gelet worden op kwaliteit en detaillering. Ook de gebruiksvriendelijkheid krijgt aandacht, snelheid en er zal rekening worden gehouden met verschil in handigheid tussen gebruikers, niveauverschil bij het gebruiken van de software. Er komt meer eenheid in de gebruikersinterface en een uitgebreidere ondersteuning voor ontwerpteams die via een netwerk zijn verbonden zoals integratie voor PDM-systemen en ‘Design Stream Integration Development’. Overigens zijn alle ontwikkelingen gebaseerd op wensen van de gebruikers zelf. Verder FEM-integratie en mogelijkheden voor calculaties van gewicht, kracht en sterkte. Ook zal de integratie van BD en G4 vergroot worden zoals met gelijke dialoogvensters en een uniforme componentenbibliotheek. Bèta-versie Erkki Laitinen vertelt over de verbeteringen die in versie 16 van Vertex G4 voor Mechanical worden verwacht. Laitinen: “ De import en export wordt uitgebreid. Ook wordt het mogelijk 3D-modellen te verkleinen tot minder dan één procent van de oorspronkelijke grootte die het in het geheugen inneemt, door het te exporteren naar een ‘Shell’-model. Dan bevat het alleen nog de aanzichten, heeft geen volume meer en geen details, voordeel is dat het niet alleen kleiner is maar ook kritische data niet zichtbaar zijn, die een bedrijf liever voor zichzelf houdt. Dat kan heel handig zijn om klanten een idee te geven van het product. Er zullen patronen gedefinieerd kunnen worden, bijvoorbeeld een aantal gaten en bouten in de rand van een deksel, eenmaal een bout geplaatst in een gat en door het patroon wordt de rest ook gevuld. Ook kan het aantal gaten eenvoudig gewijzigd worden met een regelmatige verdeling. Zo kan ook een trap worden samengesteld, door onder-
Gerrard Knepper vertelde waarom Fraanje (Zeeland) Vertex koos, vanwege de goede uitwisseling en koppeling met andere software.
van de gekozen configuratie. Met enkele 3Dprints, die hij heeft meegebracht is te zien hoe het systeem werkt. Een standaardmodel van een huis met verschillende opties, in 3D-prints tastbaar gemaakt.
linge afstand volgens een patroon te definiëren. Ook FEM en berekeningen van krachten en deformaties kunnen worden geïntegreerd. Elementen kunnen worden gegroepeerd zonder dat ze als assembly/samenstelling te boek staan, wel met een eigen stuklijst (BOM).” Dit is slechts een greep uit wat Erkki Laitinen vertelde. Er is inmiddels een bèta-versie van V16 beschikbaar.
Jos Stals, van Cad Serviceburo vertelt dat ze bezig zijn een productconfiguratie op te zetten. Een standaardmodel met verschillende opties, bijvoorbeeld een huis waarbij verschillende daken kunnen worden gekozen, aanbouwen, details. Allemaal componenten die uitgewerkt klaar staan en door de klant kunnen worden gekozen. Doordat de stuklijsten ook beschikbaar zijn, kunnen de kosten direct berekend worden
Gebruikersgroep George Hoekstra is bezig een gebruikersgroep van Vertex op te richten. De bedoeling is om een website te maken, ervaringen uit te wisselen, bibliotheken en eigen modules. Ook zouden de leden elkaar kunnen bijstaan door pieken in het werk op te vangen bij elkaar, ze werken immers met hetzelfde pakket. Bij het verlaten van de bijeenkomst kunnen belangstellenden zich opgeven. www.cadserviceburo.be
Als er één provincie is waar wonen, werken en recreëren buitengewoon goed samengaan is het
ZEE,
wel
Zeeland.
Wij
hebben
de
schoonste stranden, de meeste zonuren, weidse vergezichten en een prachtige natuur. In de monumentale steden en schilderachtige dorpjes proef je onze historie en cultuur. De woonkeuze is uitgebreid en veelzijdig en de Randstad en Vlaamse steden zijn goed filevrij bereikbaar. Uit een recent gehouden medewerkerstevredenheidsonderzoek blijkt bovendien dat wij zeer hoog sco-
EN... JIJ?
ren. 750 mensen hebben al voor werken bij de provincie Zeeland
Medewerker cartografie en GIS Vacaturenr. 2.06.09, mbo-niveau, salaris max. € 2.831,-Je werkt aan cartografische producten zoals kaartmateriaal en computerpresentaties. Je vertaalt beleidsspecifieke gegevens naar (geo)grafische data, verzorgt de vormgeving hiervan en je zorgt er ondermeer voor dat (geo)grafische producten geschikt zijn voor drukwerk of publicatie op internet. Provincie Zeeland kent goede secundaire arbeidsvoorwaarden o.a. studiefaciliteiten.
Voor inlichtingen kun je contact opnemen met: Theo van de Swaluw, afdelingshoofd Bedrijfsvoering, tel. (0118) 63 11 70. Meer informatie en/of beeldmateriaal kun je vinden op www.zeeland.nl. Stuur vóór maandag 23 maart a.s. je sollicitatie met gerichte motivatie en cv, onder vermelding van het vacaturenummer, naar Provincie Zeeland, t.a.v. personeelszaken RMW, Postbus 6001, 4330 LA Middelburg of reageer via
[email protected]
Provincie Zeeland Z E E ,
L A N D
E N
M E N S E N
w w w. z e e l a n d . n l CADMagazine Maart 2009-2
41
Acquisitie wordt niet op prijs gesteld
gekozen. En jij?
B OUW & C IVIEL
Alle software kan communiceren BIMCaseweek
Door Job van Haaften
Tijdens de BIMCaseweek waren een honderd professionals gezamenlijk en in teams bezig met een fictief project, met als doel samenwerking en coördinatie van mensen en software. Arjan van Wingerden, beleidsmedewerker economische zaken bij Bouwend Nederland, vertelt erover.
De BIM Caseweek begon met een briefing over de gezamenlijke opdracht.
In
Westraven, het kantoorgebouw van Rijkswaterstaat werd eind november de BIMCaseweek gehouden. In 2007 werd de BIMCaseweek voor CADMagazine Maart 2009-2
de eerste keer georganiseerd. Verantwoordelijk voor dit initiatief is Platform Virtueel Bouwen, een werkgroep die functioneert onder de para-
42
plu van de Cogrit (contactgroep ICT) van Bouwend Nederland. Rijkswaterstaat en de Rijksgebouwendienst waren in 2008 mede-initiatiefnemer voor deze week. PSIbouw is nauw betrokken als promotor. Van Wingerden: “De BIMCaseweek is opgezet om te laten zien en laten ondervinden wat er kan met ICT en samenwerking, en ook om uit te vinden wat er nog niet kan, onderzoek doen. Het is meteen een integratie van diverse vakgebieden in de bouw. Er wordt voornamelijk in stilte hard gewerkt door de deelnemers, die waren gesplitst in vier teams die elk een onderdeel van het project deden. Een integrator moest zorgen voor een goede afstemming tussen de vier teams, daar zijn vooraf duidelijke afspraken voor nodig. Later bij het samenvoegen zag je toch nog een paar ‘clashes’, dus het kan nog beter.” De teams bestonden onder meer uit architecten, bouwers, ingenieurs, kostenadviseurs, installatieadviseurs en ook studenten. Van Wingerden: “Het is veel meer dan ICT en techniek, de middelenkant is maar een kwart van de oplossing, de inrichting van de bedrijfsvoering, samenwerking met partners, keuzes in de markt, ICT werkmethodieken en middelen. We hadden van de 17e tot en met de 20e toch een paar honderd bezoekers en met name op de laatste dag, vrijdag 21 november was het druk. Die bezoekers kunnen vragen stellen, het is een interactieve aangelegenheid. De honderd deelnemers kwamen voort uit open aanmeldingen, de grootte van de zaal beperkte het aantal. Het was een goede mix van vakmensen, een gemêleerd gezelschap met een goede spreiding over alle peilers net als overigens in de stuurgroep waar BNA, Bouwend Nederland, Rijkswaterstaat en de Rijksgebouwendienst in waren vertegenwoordigd.” Op de website van de BIMCaseweek, zie eind van dit artikel, is een verslag te lezen van de BIMCaseweek 2008. Van Wingerden vervolgt: “Volgend jaar komt er op initiatief van BNA en Bouwend Nederland weer een BIMCaseweek. We zijn aan het kijken of het mogelijk is de volgende keer een
Bouwend Nederland Bouwend Nederland is de vereniging van bouw- en infrabedrijven en heeft ongeveer 5000 bouwbedrijven als leden, variërend van ZZP-ers tot en met de grootste Nederlandse bouwbedrijven. Bouwend Nederland is een organisatie die zich inzet voor een betere profilering van de branche en een passende maatschappelijke erkenning voor de sector. De kerntaken van Bouwend Nederland zijn belangenbehartiging, brancheontwikkeling en individuele dienstverlening aan haar lidbedrijven. Bouwend Nederland behartigt de belangen van haar leden op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau. Verder richt Bouwend Nederland zich op brancheontwikkeling; het verder professionaliseren van de bedrijfsvoering van haar leden. Programma’s hiervoor worden door Bouwend Nederland ontwikkeld en aangeboden aan de leden. Een derde belangrijke taak van de vereniging is het bieden van dienstverlening, individueel en collectief. Zo is er onder meer de telefonische helpdesk, er zijn spreekuren sociale zaken, financiële ledenvoordelen en kwaliteitslabels.
Er wordt voornamelijk in stilte hard gewerkt door de deelnemers, die waren gesplitst in vier teams die elk een onderdeel van het project deden.
echt project te gebruiken van een projectontwikkelaar bijvoorbeeld. Het was moeilijk om nu al een echt project te nemen dat dan verwezenlijkt kan worden, vooral doordat de deelnemers er toch ook specifieke kennis in leggen van zichzelf en hun bedrijf. Uiteindelijk willen we dat alle software kan communiceren met de database, het BIM, ook bijvoorbeeld de kostenplanning en de visualisaties. Er kan al heel veel maar veel software sluit niet op elkaar aan en is niet open; het gebeurt al meer dat de IFCstandaard wordt gebruikt. In een nieuwe situatie, waar sprake is van open CADMagazine Maart 2009-2
uitwisseling, zullen softwarehuizen zich niet op prijs en marktaandeel maar op kwaliteit gaan onderscheiden.” Ing. Arjan van Wingerden is per 1 maart niet meer werkzaam voor Bouwend Nederland waar hij zes jaar in dienst was. Hij is nu bij BAM Infraconsult informatiemanager voor de Nederlandse infrabedrijven. www.bimcaseweek.nl
43
COLUMN Déjà vu U kent het wel, dat gevoel dat je een bepaalde gebeurtenis al eerder hebt meegemaakt. Je kunt er dan niet achter komen wanneer en hoe. Toch is dat niet wat ik bedoel. Ik weet namelijk precies wanneer ik het eerder heb gezien en dat was zo'n 25 jaar geleden. Waar gaat dit over, vraagt u zich wellicht af. Over zaken die gepaard gaan met de introductie van BIM. Die lijken namelijk als twee druppels water op die speelden bij de introductie van CAD in begin jaren tachtig. Softwareleveranciers die vertellen dat al uw problemen over zijn als u maar hun producten koopt. Sommige van hun gebruikers die dit verhaal vrijwel letterlijk rondbazuinen. Het ontstaan van gebruikersgroepen rond producten, om die ‘perfecte’ producten geschikt te maken voor de Nederlandse markt. Deskundigen die soms verhalen vertellen, die soms wel een kern van waarheid bevatten, maar een hoog klok-en-klepel gehalte hebben (toen ik in 1982 zo'n deskundige confronteerde met een aantal minder ware uitspraken vertrouwde hij me: toe “ach, in het land van de blinden is eenoog koning”). Gebruikers van software, die als specialisten hun diensten aanbieden aan collega's. Met name dat laatste is iets wat mij toen al verbaasde en dat nog steeds doet. Hoe kan iets dat zo eenvoudig is voor de ene gebruiker, zo ingewikkeld zijn voor de andere dat hij de hulp van zijn concurrent moet inroepen om deze zaken tot een succes te maken. Zodat sommigen zelfs overgaan tot het uitbesteden van BIM alsof het niet de kernactiviteit van de onderneming gaat raken. Gaat het dan niet goed komen met BIM. Natuurlijk wel, al zal het net als bij de introductie van CAD niet zo verlopen als sommigen gedacht hebben. Het is de moeite waard om met BIM te beginnen. Maar u hoeft niet in paniek te raken en overhaast te werk te gaan. Zie het als een uitdaging, een avontuur dat uw werk interessanter kan maken. Een avontuur waarbij de denk- en werkwijze meer invloed hebben op het welslagen, dan het product dat u gebruikt. Arie van Kranenburg directeur Arkey Systems
M ECHANICAL & D ESIGN
Tools om te repareren en strak te trekken in CopyCAD Pro maken het mogelijk modellen van hoge kwaliteit te maken van slechte scandata.
Analysetools kunnen nieuwe oppervlakken vergelijken met de gescande data.
Delcam heeft eerste ‘Tribrid Modelling’ ontwerpsoftware
Stra k trekken en re pa reren Door de redactie
Delcam heeft een nieuwe stap gezet in ontwerpsoftware met het uitbrengen, eind vorig jaar, van een nieuwe versie van zijn CopyCAD, een ‘reverse engineering’-pakket. CopyCAD is het eerste productontwikkelingsysteem dat ‘Tribrid Modelling’ biedt, door driehoeksmodelleren toe te voegen aan de combinatie van oppervlakte- en solid-modelling, die momenteel in veel bestaande CAD-pakketten wordt aangeboden als ‘hybrid modelling’.
De uitgebreide functionaliteiten van CopyCAD zijn zeer geschikt voor het opnieuw ontwerpen van bestaande producten in een verbeterde of klantspecifieke versie. “Tribrid Modelling biedt een betere werkwijze voor alle bedrijven die varianten op bestaande ontwerpen maken, vooral voor het maken van producten die per klant aangepast moeten worden.”, zegt Delcam’s CAD Product Marketing Manager, Chris Lawrie. “De combinatie van het modelleren van solids, oppervlaktes en driehoeksmodelleren, geeft een uniek ontwerpsysteem voor deze bedrijven. Door deze verschillende modelleertechnieken in één pakket aan te bieden, is er minder noodzaak om data te converteren tussen verschillende programma’s. Dat versnelt het hele proces van productontwikkeling.” ‘De meeste bestaande ‘reverse engiCADMagazine Maart 2009-2
neering’-software is beperkt tot het vastleggen van data en het creëren van een duplicaat.”, meent Lawrie. “Dat betekent dat de meeste bedrijven dan een apart CAD-systeem moeten gebruiken om het bestaande ontwerp aan te passen en een verbeterd product te ontwerpen of een klantspecifieke uitvoering voor een individuele klant. Door deze drie modelleertechnieken te combineren in CopyCAD Pro, kunnen we een compleet ‘re-engineering’ pakket aanbieden in één enkel programma. Zo kunnen bedrijven veel efficiënter nieuwe varianten ontwikkelen op bestaande ontwerpen.” Meer dan een combinatie Delcam heeft deze ontwerpaanpak ontwikkeld door de integratie van zijn PowerShape oppervlak- en solid-modelleerfunctionaliteit met het ‘reverse
44
engineering’ en driehoeksmodelleren uit eerdere versies van CopyCAD. Dat betekent dat ontwerpers data, die zijn vastgelegd met ‘reverse engineering’, eenvoudig kunnen gebruiken in de ontwerpomgeving en makkelijker iets kunnen wijzigen en toevoegen aan het ontwerp. De software is meer dan een eenvoudige combinatie van bestaande functionaliteiten, er is ook een groot aantal verbeteringen aangebracht op veel belangrijke punten. Bijvoorbeeld uitbreiding van de mogelijkheden om modellen vorm te geven en te repareren door het bewerken van de ‘triangle files’. Deze tools bieden de mogelijkheid om modellen te creëren van hoge kwaliteit, gebaseerd op ‘reverse engineering’-gegevens van mindere kwaliteit of van beschadigde fysieke onderdelen. Een ruw oppervlak kan worden strak getrokken, gaten in de data kunnen worden opgevuld, en extra punten kunnen worden toegevoegd in gebieden waar weinig punten zijn verzameld. De toevoeging van functionaliteiten uit PowerShape aan CopyCAD Pro maakt de vervaardiging van oppervlakken op basis van ‘triangle data’ makkelijker, sneller en meer accuraat. De gebruiker heeft en behoudt controle over de manier waarop de complete dataset is verdeeld over component features en op-
Modelling tools van PowerSHAPE zorgen ervoor dat perfect symmetrische CAD-modellen gecreëerd kunnen worden.
pervlakken. Elk deelgebied kan geconverteerd worden naar CAD-data door het genereren van een netwerk van curves op die geprojecteerd worden op de mesh van driehoeken. Aan de hand van die projectie wordt een enkel oppervlak gegenereerd met de ‘Smart Surfacing’functionaliteit van PowerShape. Deze analyseert automatisch de lijnen en bepaald de beste manier om een oppervlak daaruit samen te stellen. Verder zijn er analysetools beschikbaar die het verschil laten zien tussen de ‘triangle mesh’ en het uiteindelijke oppervlak. Zo kan bijvoorbeeld worden vastgesteld dat in sommige gebieden de lijnen dichter op elkaar moeten liggen om het oppervlak binnen de gewenste tolerantie te krijgen. Een ander belangrijk voordeel van de integratie van de modelleeropties uit PowerShape in CopyCAD, is de mogelijkheid ‘perfecte’ geometrie te creëren, met name in gebieden waar elk ander ‘reverse engineering’-systeem alleen de juiste geometrie bij benadering weergeeft. Bijvoorbeeld: het ontwerp bevat een geëxtrudeerd oppervlak, dat in traditionele ‘reverse engineering’-softwarepakketten alleen kan worden weergegeven door een serie van afzonderlijke oppervlakken. Met de toegevoegde modelleertools is het met CopyCAD Pro eenvoudig om de oorspronkelijke bedoeling van het ontwerp te reproduceren, door het betreffende gebied met een enkel oppervlak weer te geven. Zo kan ook een fillet worden hersteld. Booleaanse bewerkingen ‘Tribrid Modelling’ staat toe dat Booleaanse bewerkingen worden uitCADMagazine Maart 2009-2
Het complete wielontwerp is opgebouwd uit driehoeken, ‘solids’ en oppervlakken.
gevoerd tussen de driehoeksmodellen en oppervlakken of solids. Lange tijd is PowerShape één van de weinige CADsystemen geweest dat in staat was Booleaanse bewerkingen uit te voeren tussen ‘solids’ en oppervlakken, maar daaraan is nu ook het driehoeken-model toegevoegd. Hiermee is CopyCAD Pro nog flexibeler geworden. Er zijn veel voorbeelden waarbij een combinatie van technieken nodig is om een volledig ontwerp te maken. Een typisch voorbeeld vind je in de kunststofindustrie waar handgemaakte prototypes vaak in massief materiaal worden aangemaakt. ‘Reverse engineering’ van zulke modellen geeft alleen het oppervlak van de buitenkant van een component. Door echter CopyCAD Pro toe te passen, kan dit worden aangevuld met de materiaaldikte waardoor ook de interne oppervlakken worden meegenomen. Extra geometrische elementen zoals ribben kunnen vervolgens worden toegevoegd met de extra tools van PowerShape om het ontwerp af te ronden. Het uiteindelijke model van het product kan dan van andere solids worden afgetrokken, om zo de kern en de vormholte in de matrijs te modelleren. Klantspecifiek Delcam’s introductie van Tribrid Modelling zorgt voor een prima softwareoplossing voor het op grote schaal vervaardigen van ontwerpen die telkens weer op maat/klantspecifiek gemaakt moeten worden. Consumenten vragen steeds meer om klantspecifieke aanpassingen. Deels doordat ze individuele wensen hebben, of omdat om bijvoorbeeld medische reden of persoon-
45
lijk comfort een product op maat gewenst is. Dit kan alleen bereikt worden door het toepassen van ‘reverse engineering’ in combinatie met CAD-ontwerpen. ‘Tribrid Modelling’ biedt de gebruiker de mogelijkheid om snel en eenvoudig om te gaan met data uit verschillende bronnen. Het maakt het makkelijk om een globale vorm te ontwerpen in CAD en om fysieke modellen te gebruiken voor het toevoegen van complexe details of versieringen, of om specifieke maten en gegevens van een klant of patiënt te verwerken. De benodigde extra gegevens, kunnen dan verzameld worden door het instrument of voorwerp te scannen en de data te combineren met het CAD-model. Een zelfde benadering kan gebruikt worden bij het ontwikkelen van nieuwe onderdelen, die feitelijk variaties zijn op bestaande onderdelen die gemaakt zijn zonder CAD. Het is vaak sneller om het bestaande onderdeel te digitaliseren en het werken in CAD-software te beperken tot het aanbrengen van veranderingen, dan om het hele onderdeel opnieuw te ontwerpen met de software. Deze aanpak is ook zeer bruikbaar voor bedrijven, zoals in de keramische industrie, die historische ontwerpen willen toepassen voor moderne productie. Voor meer informatie over dit onderwerp: www.delcam.com.
JE HET ONVOORSTELBARE MOGELIJK KUNT MAKEN?
www.nationaleautodeskgebruikersdag.nl
WAT
:
Nationale Autodesk Gebruikersdag
WANNEER :
28 april, start 8.30 uur
WAAR
Antropia, Driebergen
:
Kom naar de Nationale Autodesk Gebruikersdag en ontdek hoe Autodesk® 2010 software ‘WAT ALS’ verandert in werkelijkheid, door uw ideeën te visualiseren, simuleren en analyseren voordat ze werkelijkheid worden. REGISTREER NU OP: www.nationaleautodeskgebruikersdag.nl
P LATFORM
Gefaseerde overstap naar Organice bij BAM
S y s t e e m ve r b e t e rt d e s a m e n we rk i n g Door Job van Haaften
Bij BAM Utiliteitsbouw BV stappen ze in een succesvol pilotproject gefaseerd over op Organice van Cadac Organice BV. Jacco Elberse, Wilfred van Woudenberg en Cees Rens vertellen over de introductie van het pakket bij een groot project: UMC het Radboud-ziekenhuis in Nijmegen. De aanbouw bij UMC St. Radboud is een project dat drie jaar gaat duren en waarbij het ziekenhuis flink wordt uitgebreid.
BAM Utiliteitsbouw is betrokken bij grote bouwprojecten zoals stadions, kantorencomplexen en ziekenhuizen. Wilfred van Woudenberg is actief bij de afdeling Bouw en Informatie, Cees Rens is hoofd ICT en Jacco Elberse fungeert als tolk/brug tussen ICT en de bouwactiviteiten. Jacco Elberse vertelt dat er als pilot eerst aan een ander project werd gedacht: “Toen dat niet doorging kwam het Universitair Medisch Centrum St. Radboud in beeld. Een project dat CADMagazine Maart 2009-2
drie jaar gaat duren en waarbij het ziekenhuis flink wordt uitgebreid, om een indruk van de grootte te geven: er zijn zeven werkvoorbereiders en zeven uitvoerders bij betrokken.” Wat speciaal is aan het Radboud-project is onder meer de fasering in de bouw. Dat komt voornamelijk doordat de nieuwbouw aan moet sluiten op bestaande gebouwen van het ziekenhuis waar doorgewerkt moet kunnen worden. Alle kabels en andere verbindingen moeten tijdens de bouw
48
in stand blijven, of tijdelijk worden omgeleid. Elberse: “Er is de laatste jaren een verschuiving van witdruk (papier) naar digitaal. Tot voor kort had witdruk nog de hoofdrol, nu worden digitale bestanden de leidraad. Voor het papier was er een archiefsysteem maar ook de digitale bestanden moeten centraal gearchiveerd worden, er wordt vaak met verschillende versies gewerkt, er is e-mailverkeer en er werken vaak veel mensen aan één
Ook de digitale bestanden moeten centraal gearchiveerd worden, en er wordt vaak met verschillende versies van tekeningen gewerkt.
project. Dan moet je voor archivering goede afspraken maken en regels opstellen.” Cees Rens: “BAM is een gecentraliseerde organisatie dus alles moet benaderbaar zijn, alle informatie moet met de hele organisatie gedeeld kunnen worden en natuurlijk met projectpartners. “ Lagere drempel Organice is gebaseerd op SharePoint van Microsoft; doordat Microsoft al overal gebruikt wordt, is de drempel lager bij het invoeren. Cadac Organice heeft met Organice de functionaliteit van SharePoint uitgebreid en het pakket geschikt gemaakt voor CAD-gebruikers. Dit hebben ze in nauwe samenwerking met hun klanten gedaan, die hebben aangegeven welke functio-
naliteit in SharePoint gemist werd. Elberse: “BAM heeft er niet te lang op gestudeerd toen duidelijk was dat er een Document Management Systeem moest komen. Er is bewust gestart met een pilot in plaats van alles tot in detail voor te bespreken, met een pilot kom je juist tot het testen van de essentie van het pakket.” Rens: “Het moest een project zijn met een bijzonder grote datastroom. Vanuit het Radboud moest de medewerking ook goed zijn, omdat je wel eens een hobbel tegen kunt komen bij een pilot, en dat gaat prima. Er is alle vertrouwen van hun kant en inmiddels is iedereen enthousiast. Ook krijgen we alle medewerking bij terugkoppeling naar Cadac en dat stimuleert.” Elberse: “Organice werkt met een soort
labels (metadata) die aan documenten hangen, je kunt zoeken op basis van die labels, sorteren, filteren, groeperen en selecteren. Door die zoekmogelijkheid is het heel flexibel. Met alleen een mapstructuur of boomstructuur, kun je vaak niet alles vinden omdat iedereen het toch op zijn eigen manier invult. Voor het papieren archief was er intern een goed werkende structuur die BMS wordt genoemd.” Wilfred van Woudenberg: “Een voorbeeld: iemand wil weten op welke schaal de beddenwascentrale in het ziekenhuis is getekend. Je toets een zoekvraag in en je hebt zo alle informatie over de beddenwascentrale. Bij veel andere programmatuur moet je diep graven om de structuur voor een nieuw project aan te passen. Door de basis van Sharepoint is dat al heel erg flexibel. ” Rens: “Voor het pilotproject hebben we wel een echt en meteen groot project genomen om er een serieuze test van te maken. De mappenstructuur is er wel visueel aanwezig, wat houvast geeft aan de gebruikers, daar zijn ze aan gewend. Het zoeken gaat echt snel met Organice. Heb je een e-mail opgeslagen bij een project dan is deze op basis van de metadata direct op te roepen en ook op de inhoud van de e-mail is het terug te vinden.” Elberse: “Het Radboud-project liep al en er werd een Access-database gebruikt voor de witdrukken, maar de digitale data passen daar niet in. Ook rapportages over de status van verschillende stukken, zoals: goedgekeurd, reactie terug gehad, dat is nu meteen overzichtelijk. Er is ook een tool om tekeningen
www.isdgroup.nl ISD Benelux Het Zuiderkruis 33 5215 MV ’s-Hertogenbosch +31 (0)73 615 38 88 +31 (0)73 615 38 99
[email protected]
» Met parametrische én dynamische modelleertechnieken » Voor plaatwerk, machine-, staal-, metaal- en installatiebouw » Betere performance, ook bij grote samenstellingen
CADMagazine Maart 2009-2
49
gen het opnieuw inboeken van alle stukken. Dat is uiteindelijk voor ze gedaan waardoor ze alleen nieuwe stukken in de nieuwe software inboeken.” Van Woudenberg: “Verschillende manieren, slechte afspraken Gefaseerde invoering over naamgeving van tekeElberse: “Tot nu toe beningen komen boven water, stond de gefaseerde invoeen bijvoorbeeld PDF’s, tering uit drie introducties, keningen in witdruk, terdriemaal is een deel van de wijl de originelen digitaal functionaliteiten in gebruik Alle kabels en andere verbindingen moeten tijdens de bouw in zijn, dat wordt nu blootgegenomen. Om het goed stand blijven, of tijdelijk worden omgeleid. legd.” Rens: “Het is nodig over te brengen naar de gebruikers hebben Wilfred en ik elkaars moest digitaal worden gemaakt. De e- te ontzorgen, je moet het gebruik makverhaal vertelt. Als je het zelf doet, mail was belangrijk om mee te starten kelijk maken zodat het oude systeem loop je het gevaar dat je stappen over- vanwege de actualiteit en de aantallen. verlaten wordt en de mensen enthouslaat, omdat je de stof zo goed kent en Fase 2 omvatte de correspondentie, en siast met het nieuwe aan de slag gaan.” het voor jezelf logisch is. Geen lange daarmee ook de BAM-sjablonen en Elberse: “Fase 4 wordt de rest. Meer verhalen, vooral de introductie kort metadata uit het systeem. In fase 3 was samenwerking met andere partijen, in houden en veel leren en tegenkomen in het de tijd om het hele (oude) docu- een vroeg stadium overleg met de ophet gebruik. Wij kijken mee om te zien mentregistratiesysteem buiten spel te drachtgever, architect, constructeurs, of ze het snappen en werkelijk gebrui- zetten en alles in Organice te sturen en aannemers, leveranciers; kortom iederken die begeleiding is erg belangrijk te bewaken.” Rens: “In de oude data- een die betrokken is bij het project. gebleken. Je wil niet dat ze, omdat ze base zaten ongeveer 20.000 documen- Daarbij is de samenwerking binnen iets niet snappen het oude systeem blij- ten die nu in Organice zijn terug te vin- Organice de toekomst, het voorkomt ven gebruiken. Rens: “Omdat Jacco den, die moesten geconverteerd wor- dat er iets niet past of moet worden verzelf een bouwer is, organisator is ge- den. Het is best een ‘kunstje ‘geweest anderd omdat ergens geen rekening weest bij bouwprojecten, spreekt hij de omdat tijdens het omzetten natuurlijk mee is gehouden.” Van Woudenberg: “Er wordt steeds juiste taal en snapt de problemen die werd doorgewerkt.” zich voordoen.” Van Woudenberg: Van Woudenberg: “Een Document meer met 3D en BIM gewerkt, de in“Heel belangrijk bij de implementatie Management Systeem werkt breed bij- terne controle van tekeningen, of alles is de ondersteuning, aanwezig zijn om voorbeeld basale dingen zoals verjaar- past, mogelijk is, of materialen gelevragen te beantwoorden en direct pro- dagen, routebeschrijvingen, vakantie- verd kunnen worden, prijzen, beschikblemen op te lossen.” dagen en agenda kun je ermee bijhou- baarheid. We zijn in dit project goed op Elberse: “De fasering was onder meer den. Een systeem dat daardoor de sa- weg geholpen door de consultancy van Cadac, ze hebben onder meer snel de omdat het project al liep. In fase 1 wer- menwerking ook verbetert.” nodige templates gemaakt.” den alle tekeningen digitaal opgeslagen volgens het systeem, de e-mails en de Ontzorgen www.bam.nl, www.cadac.com en vele fotos’. De digitale tekeningen was Elberse: “We hebben gezocht naar mowww.organice.com. het meeste werk, het archief in witdruk gelijke weerstanden, bijvoorbeeld tete vergelijken, je weet direct wat er is aangepast en wat de verschillen zijn. Ook is goed te zien waar en welke fouten in de tekening zitten.”
CADMagazine Maart 2009-2
50
M ECHANICAL & D ESIGN
ISD presenteert CAD-viewer met ‘Ribbons’
Eenvoudiger tekeningen bekijken Door Marcel de Klein
De ISD Group International presenteert haar laatste versie van de CAD-viewer met een compleet opnieuw ontworpen Graphical User Interface (GUI). De zogenaamde ‘Ribbons’, die wel bekend zijn van Microsoft Office 2007, maken een veel snellere toegang mogelijk tot de gewenste functies door het zoeken door lange menustructuren overbodig te maken.
De nieuwe viewer met Ribbons-technologie. (Afbeelding: Sauer & Sohn)
De nieuwe HiCAD-viewer heeft een modern design, met multifunctionele ‘Ribbon’-werkbalk en een ‘Quick Access’-werkbalk. Verschillende stijlen worden aangeboden voor visuele weergave, zodat de gebruiker met het, voor hem meest comfortabele, kleurschema kan werken. De nieuwe ‘Ribbon’-werkbalk past zichzelf dynamisch en contextgevoelig aan bij de werksituatie van dat moment en haalt dus de benodigde functies zelf op. De ‘Quick Access’-werkbalk is persoonlijk te configureren en maakt het mogelijk om, onafhankelijk van het actieve tabblad, onmiddellijk toegang te krijgen tot functies die vaak nodig zijn. Verder kan de gebruiker ieder commando aan een ‘hotkey’ toekennen, wat het mogelijk maakt om ieder viewer-commando via het toetsenbord aan te roepen indien nodig. CADMagazine Maart 2009-2
Meer ‘Viewing’-opties Het redesign en de verbetering van de GUI, maakt de bediening van de viewer een stuk eenvoudiger, zelfs voor niet-CAD-gebruikers. ‘Viewing’ opties voor 2D en 3D HiCAD-tekeningen bevatten onder meer dynamisch roteren en zoomen, verschillende aanzicht- en visualisatiefuncties, maar ook meetfuncties voor 2D-elementen en 3D-afstanden. In samenstellingen kunnen eenvoudig parts in- en uitgeschakeld worden. Dankzij de ‘Multiple Windows’-technologie is het mogelijk om elementen, onderdelen of samenstellingen vanuit de viewer in andere applicaties, bijvoorbeeld Office-applicaties of HiCAD te slepen. Deze techniek zorgt voor het makkelijk en eenvoudig creëren van samenstellingen in HiCAD via slechts enkele muisklikken.
51
De viewer kan ook als een soort navigator gebruikt worden voor grote samenstellingen. Indien HiCAD en de viewer beiden geopend zijn met dezelfde tekening, dan kan de gebruiker in de viewer een zoombereik definiëren, die direct in HiCAD wordt weergegeven, terwijl in de viewer het overzicht behouden blijft. Door het zoombereik in de viewer te verslepen, verschuift direct dynamisch het aanzicht in HiCAD. Ten slotte kunt u ook andere bestandsformaten bekijken zoals TIFF, JPG, BMP PNG, GIF of EMF met de viewer. Marcel de Klein
[email protected] schrijft artikelen over HiCAD voor CAD-Magazine. Voor meer informatie over het onderwerp in dit artikel: www.isdgroup.nl.
B OUW & C IVIEL
Website c3dbenelux.org is kloppend hart
Civil 3D User Group van start Door Jordy Brouwers
Door een levende groep te vormen met gevorderde, maar ook nieuwe gebruikers hoeft niet iedereen het wiel opnieuw uit te vinden.
Het begon allemaal tijdens de Autodesk University in Las Vegas, eind 2007. De eerste informele contacten werden gelegd tussen een aantal Civil 3D-gebruikers van verschillende bedrijven. Tussen de sessies door, maar meer nog in de avonduren, werd druk gediscussieerd over verschillende Civil 3D-projecten, de mogelijkheden en onmogelijkheden van het programma en de potentie die de software heeft.
De contacten hielden niet op in Las Vegas. Terug in de Benelux werd samengewerkt aan projecten, gebruikmakend van de expertise van de afzonderlijke bedrijven. Maar dat niet alleen; er ontstonden min of meer spontane bijeenkomsten, om verder te discussiëren maar vooral om te leren van elkaar en informatie en standaarden uit te wisselen. Het idee van een Nederlandstalige CADMagazine Maart 2009-2
gebruikersgroep voor Civil 3D was geboren. In de zomer van 2008 kreeg de groep meer gestalte en werd er werk gemaakt van een ‘echte’ gebruikersgroep, waar ook andere leden welkom zijn. Door gebruikers De ‘User Group’ is opgericht door enkele enthousiaste gebruikers van
52
AutoCAD Civil 3D. De leden van de groep, werkzaam bij Breijn, DEME, Geonius, Grontmij en Oranjewoud, hebben ervaring op verschillende onderdelen van bijvoorbeeld grootschalig wegontwerp, infrastructurele constructies, landschapsinrichting, grondwerk, baggerwerkzaamheden en aanleg van kustlijnen en rivieren in AutoCAD Civil 3D. Maar ook kleinschalige reconstructies, rioleringen, revisie, rotondes en koppeling met andere programmatuur (ArcGIS, MX, Dynamite) zijn reeds gedaan in AutoCAD Civil 3D. Opnieuw het wiel uitvinden Het doel is het delen van kennis en materiaal zodat iedereen op een zo efficiënt mogelijke manier zijn uitdagingen in AutoCAD Civil 3D kan verwezenlijken. Door een levende groep te
Een gebruikersgroep met discussies over verschillende Civil 3Dprojecten, de mogelijkheden en onmogelijkheden van het programma.
vormen met gevorderde, maar ook nieuwe gebruikers hoeft niet iedereen het wiel opnieuw uit te vinden. Er wordt samengewerkt aan de standaardisatie van civiele projecten uitgewerkt met AutoCAD Civil 3D, met het oog op de uitwisselbaarheid van projectgegevens. Een belangrijk onderdeel hiervan is de opmaak van een standaard template waarbij de Nederlandse CAD Standaard (NLCS) wordt gehanteerd. Vanuit de gebruikersgroep worden ook wensen geformuleerd met betrekking tot de inhoud van de Benelux lokalisatie voor AutoCAD Civil 3D (Country Kit), waarin ook bovengenoemde template zal worden opgenomen. Voor gebruikers Kloppend hart van de User Group is de website waarvan de URL onderaan dit artikel staat. Naast een gebruikersforum, bedoeld voor vragen en antwoorden van de leden, worden op deze site diverse downloads (waaronder de standaard template) aangeboden. Verder bevat de site een overzicht met interessante websites, een blog met ‘tips & tricks’, en wordt de site in de toekomst nog verder uitgebreid. De site zal het ultieme start- en verzamelpunt worden voor de serieuze Civil 3D-gebruiker. Bent u ook geïnteresseerd geworden in de gebruikersgroep? Meldt u dan nu CADMagazine Maart 2009-2
aan via bovengenoemde website. Lidmaatschap is gratis. Het enige dat gevraagd wordt, is een zakelijk e-mailadres en een actieve bijdrage aan de gebruikersgroep, zodat iedereen van elkaar kan leren en een goede basis ontstaat voor het gestandaardiseerde gebruik van Civil 3D in de Benelux. Op deze manier wordt werken met Civil 3D nog leuker dan het al is. Officiële start Het ‘officiële’ startsein wordt gegeven op een evenement dat dit voorjaar zal plaatsvinden. Met behulp van de nieuwe Civil 3D 2010, die later dit jaar zal verschijnen, presenteren de leden van de gebruikersgroep zich op een aparte manier tijdens een informele bijeenkomst. Naast de ins en outs van de nieuwste versie van AutoCAD Civil 3D, wordt ook een overzicht gegeven van enkele projecten en de achtergrond van de leden, en wordt de mogelijkheid gegeven om kennis te maken met de oprichters van de User Group. Jordy Brouwers
[email protected] is één van de initiatiefnemers van c3dbenelux.org en werkzaam bij Geonius BV. Voor meer informatie over dit onderwerp: www.c3dbenelux.org.
53
COLUMN Vroeger was zo slecht nog niet Het gaat slecht in Nederland en dan bedoel ik niet alleen voor de journalisten en redacteuren zoals ik. De kredietcrisis heeft flink huis gehouden, doet het nog steeds en wordt nog erger. Overigens ben ik blij dat ik er nog wel een vrijstaand huisje in Drenthe aan over heb gehouden. Nou, nou, wat hebben we het weer slecht, hoor ik u denken. Ergens heeft u gelijk, maar u krijgt het niet. Het huis dat ik voor de financiële malaise bewoonde was namelijk een kapitale villa in Wassenaar. Afijn ik moet mij dus verlagen tot het plegen van acquisitie om brood op de plank te krijgen. Ik dacht twee vliegen in één klap: de noodzakelijke verbouwing aan mijn nieuwe onderkomen en een gebruikersartikel voor CAD-Magazine van diezelfde verbouwing. Ik zag het helemaal voor me: architect aan het werk, prachtige visualisaties tot op het kleinste detailniveau uitgewerkt om niets aan het toeval over te laten en wat gaat goed, wat kan beter. “Baukema Architecten” klonk het met een krassende mannenstem door de telefoon. Ik legde de situatie aan meneer Baukema uit en we praten wat. We waren nog maar net in het gesprek toen hij vertelde: “Ik ben een architect van de oude stempel en raak geen computer aan. Hoe raar het ook in uw oren zal klinken, heb ik het razend druk.” “Hoe komt dat?” vraag ik verbaasd. Ik zal het u uitleggen. € 31.500.exclusief btw voor mooie plaatjes met detail en kleur, die als de verbouwing klaar is er uiteindelijk toch niet zo uitziet. Of € 15.400.- exclusief de omzetbelasting voor duidelijke tekeningen waar de gemeente en aannemer ook iets mee kunnen. Tja de CAD-automatisering heeft absoluut veel voordelen. Maar zoals een bekende Nederlandse ex-voetballer pleegt te zeggen: Elk voordeel heeft z’n nadeel (of zo iets). Heeft u nog stoffige Rotring inktpennen in een kast liggen? Ik zie een gat in de markt. Stuur ze op naar
[email protected]
Willem Barendsz
M ECHANICAL & D ESIGN
Complex onderzoek naar pijpleidingen
Comsol is als een Zwitsers zakmes Door Job van Haaften
Bij OCAS wordt industrieel toegepast onderzoek gedaan in metaal, met name onderzoek naar nieuwe staalsoorten en toepassingen in nieuwe producten. Filip Van den Abeele en Patrick Goes zijn beiden research engineer en vertellen over één van de projecten waarbij ze de simulatiesoftware van Comsol hebben gebruikt.
Een object dat in een stroming ligt, gaat daarop reageren en daar reageert de stroming weer op, waarbij alternerende stromingen kunnen ontstaan.
Veel van het gas en de olie, die de motor vormen van onze Westerse economie, wordt in pijpleidingen vervoerd over de bodem van de zee. Dat is nodig doordat de vraag naar brandstof stijgt en de voorraden in makkelijk te ontginnen gebieden opraken, daardoor wordt er geboord in minder toegankelijke gebieden als bijvoorbeeld Alaska, de Russische toendra’s en op de zeebodem. Pijpleidingen die voor het vervoer van olie en gas worden gebruikt, hebben veel te verduren en moeten tijdig vervangen worden omdat een breuk rampzalige gevolgen zal hebben. De weerstand van het materiaal en de dikte van de wand van zo’n pijpleiding moeten voldoende zijn om de hoge inwendige druk aan te kunnen van de getransporteerde brandstof en uitwendig de waterdruk op soms grote dieptes. Daarnaast zijn er stromingen die invloed uitoefenen op de pijpleidingen. CADMagazine Maart 2009-2
Filip Van den Abeele, links en Patrick Goes bij een doorsnede van de pijplijn.
54
Filip Van den Abeele vertelt over het onderzoek naar het stabiliseren van pijpleidingen voor olie en gas op de zeebodem. Van den Abeele: “Een belangrijke eis van die onderzeese pijpleidingen is de taaiheid, dat wil zeggen het toestaan van vervorming. Een object dat in een stroming ligt, gaat daarop reageren en daar reageert ter plekke ook de stroming weer op. Daar kunnen alternerende stromingen bij ontstaan, van onder naar boven en van links naar rechts, ofwel ze gaan dansen en daardoor ontstaat metaalmoeheid wat kan resulteren in een breuk. Een onderzeese pijplijn ligt vaak op een ongelijke bodem waardoor de pijplijn over langere delen los kan liggen, bij wijze van spreken tussen twee heuveltoppen in. De lasnaden waarmee de stukken van tien meter lengte aan elkaar gelast zijn, bieden een broeihaard voor foutjes, kleine imperfecties. Door de trillingen zullen
OCAS en ArcelorMittal OCAS is het OnderzoeksCentrum voor de Aanwending van Staal, een joint venture tussen het Vlaamse Gewest en ArcelorMittal. Het is een marktgericht onderzoekscentrum dat innovatieve oplossingen en diensten aanbiedt aan staalverwerkende bedrijven wereldwijd. OCAS beschikt over moderne toestellen en installaties voor Research en Development in haar laboratoria in Zelzate en Zwijnaarde (beide bij Gent). Het team van medewerkers bestaat uit 130 ervaren onderzoekers en technici. AcelorMittal is wereldwijd de grootste staalgroep met circa 300.000 werknemers verspreid over 60 landen. Het bedrijf heeft een vijftiental onderzoekscentra, waaronder die in Gent en Luik die zich toespitsen op ontwikkelingen voor de industrie (niet-automobiel). juist daar dus scheuren ontstaan, vanuit die imperfecties. Bij hogere snelheden van die stroming ontstaan wervels, bij zeer hoge snelheden, gaan die wervels met elkaar botsen. Bij een bepaalde kritische snelheid ontstaat het dansen waarbij de pijplijn in een soort 8-vorm beweegt.” Van den Abeele vervolgt: “Dan ga je mogelijkheden onderzoeken. De stroomsnelheid kun je niet wijzigen, wel de vorm van de pijpleiding, er zijn diverse mogelijke maatregelen die je daarbij kunt nemen. Om de effecten daarvan te testen werd Comsol ingezet. Eén van die geteste vormen is een helix, een schroefvorm die wel bij fabrieksschoorstenen wordt gebruikt, vaak zichtbaar als een trap die om de schoorsteen draait. Andere mogelijkheden waren een soort vliegtuigvleugel, splitters en spoilers. De testen die dan werden uitgevoerd, betreffen de vloeistofstromingen en structuurmechanica, ofwel het stromingsveld en de reactie van de pijpleiding. Verder spelen mee de levensduur van de pijpleiding en hoe de bodem op de bewegingen reageert.” “Die stromingsproblemen gelden nog meer voor een pijpleiding die van de zeebodem gas en olie naar boven transporteert bij een boorplatform bij-
voorbeeld. Daar zijn de stromingen nog sterker en ontstaan al snel turbulente stromingspatronen. De software van Comsol wordt bij ons verder ook gebruikt voor warmtetransport, elektro en lassimulaties om bijvoorbeeld het elektriciteitsverlies te beperken.” Meer geavanceerd Patrick Goes: “Tot voor een paar jaar waren we bij ArcelorMittal en OCAS voornamelijk met ‘sheetmetal’ bezig voor huishoudelijke apparaten, daarbij voldeed de andere software die we gebruikten. Nu gebruiken we meer testmogelijkheden omdat de problemen ruimer zijn. Zoals bij het maken van email: glas en metaal met verschillende eigenschappen die bij hoge temperatuur worden samengevoegd. We gebruiken bij OCAS nog steeds ook andere pakketten maar alle meer ingewikkelde problemen worden met Comsol aangepakt. Alle speciale opdrachten worden daarmee gesimuleerd omdat het meer geavanceerd is en dan gaat het ook sneller. We hebben steeds meer modules in huis. Zo wordt ook intern het gedrag van coatings onderzocht. Ook een onderzoek naar het lassen van buizen met behulp van magneetvelden, en eindige elementen analyse (FEM).
Comsol evolueert naar ons Zwitsers zakmes, overal een oplossing voor. Er zijn diverse specialistische pakketten maar de integratie is nergens zo sterk als bij Comsol.” Over het ontstaan van de relatie met Comsol vervolgt Goes: “Een jaar of drie terug is het contact ontstaan met Comsol (toen nog Femlab) en kregen we een keer een demonstratie. Er waren collega’s die bezwaren hadden omdat een andere software op een specifiek gebied misschien beter was, maar het grote voordeel van Comsol zit in de combinatie, de verschillende fysica’s met elkaar in verband brengen. In bijvoorbeeld de structurele mechanica komt Comsol bijzonder ver, en dat kan dan ook nog gecombineerd worden met andere fysica’s in één simulatie. Een belangrijk voordeel is de grote bibliotheek van voorbeeldmodellen, die voorbeelden kunnen aangepast worden zodat de werkelijkheid het best benaderd kan worden. Gebruikers dragen zelf ook voorbeeldmodellen aan die dan aan die bibliotheken worden toegevoegd. En iedere gebruiker kan zijn eigen modellen maken.” Moeilijkheidsgraad Veel mogelijkheden dus, maar is het ook erg moeilijk om de software toe te passen en simulaties uit te voeren? Van den Abeele: “De software staat toe om heel diep te gaan, mede dankzij de uitgebreide voorbeelden in de bibliotheken, maar dat wil niet zeggen dat het erg ingewikkeld hoeft te zijn. Eenvoudige simulaties zijn erg makkelijk en meer complexe zijn mogelijk. Het is goed te leren en prima qua gebruikersgemak.” Goes: “Hier in huis wordt ook veel met SolidWorks ontworpen, daar hebben we de importmodule van in huis en dat werkt prima met Comsol. Door veel interactie tussen diverse fysica’s kan je het onderzoek heel complex maken, als je start met de voorbeeldmodellen en daaraan sleutelt, kom je een heel eind. Je moet er even tijd insteken, maar het blind kunnen gebruiken van een CAE-pakket vanuit je CAD-pakket, daar geloof ik niet in.” www.comsol.nl www.arcelormittal.com
Er zijn verschillende vormen getest, en diverse aanhangsels.
CADMagazine Maart 2009-2
55
H ARDWARE
LED, touchscreen en connectiviteit
Panasonic Toughbooks, de zevende generatie Door Remco Takken
In februari 2009 introduceerde Panasonic nieuwe versies van hun CF-19, CF-30 (Mark 3) en CF-52Toughbooks. Dit zijn extra stevige (‘ruggedized’) notebooks voor buitengebruik. De concurrentie is nog enkele passen verwijderd, maar de uitvinder van het Toughbook wil niet al te veel veranderen aan het bekende concept.
D
e belangrijkste verbeteringen bij Panasonic’s Toughbooks is de technologie die het LED-screen ‘van achteren’ (backlit) verlicht en de grotere variëteit aan aansluitmogelijkheden en interfaces. Gebruikmakend van een geïntegreerde Gobi (Qualcomm) Module, ondersteunen de Mark 3modellen GSM-inbellen, GPRS, EDGE en 3G tot 7.2 MegaBytes per seconde HSUPA-toegang. Meer wendbaarheid kan worden verkregen met CDMA-ondersteuning. Naast WLAN en WWAN, kan ook GPS door de CF-19 end de CF-30 worden gestuurd, waarbij aangetekend moet worden dat twee van de drie functies tegelijkertijd kunnen ‘draaien’. In gedachten houdend dat veldwerkers een broertje dood hebben aan vernieuwingen in computerprogrammatuur, is het goed om te weten dat een downgrade van Windows Vista naar de oudere XP-versie mogelijk is. Dankzij verbeterde processors van Intel in de CF-19 en de CF30, kan nu tot negen uur aan een stuk ‘multi-task’ worden doorgewerkt met één opgeladen accu. Backwards compatible Toughbooks bestaan al sinds 1996, toen Panasonic zich als eerste, en lange tijd ook als enige computerbouwer waagde aan ‘ruggedized’ (ofwel robuuste) notebooks. Als pionier ziet Panasonic zich nu voor het feit gesteld dat de markt nog altijd goed gevuld is met hun eigen eersteling. De inmiddels bijna klassieke CF-18 is nog volop in gebruik bij buitendiensten van grote organisaties.
CADMagazine Maart 2009-2
56
De CF-52 weegt ongeveer 3,3 kilo, en de touchscreen overleeft een val van ongeveer 75 centimeter (30 inch). “Zeg maar de gemiddelde hoogte van een bureaublad”, aldus Tucker. Speciale aandacht is bij het ontwerp van de CF-52 besteed aan mobiele communicatie. De laptop is klaar voor WLAN en WWAN (HSPA) voor draadloze data-transfer onderweg.
Dat betekent dat ieder nieuw model, wil het kans van slagen hebben, helemaal ‘backwards compatible’ moet zijn met eerdere versies, zegt A.J. Edmeads, marketing-manager bij Panasonic tijdens de perspresentatie van de nieuwe modellen. “Dit product beleeft nu haar zevende generatie. Er is een groot aantal eerdere types in omloop, waarvan er vele zijn ingebouwd, bijvoorbeeld in auto’s en andere voertuigen. Het wordt een dure grap als ook de ombouw en de ophangrekjes moeten worden vernieuwd.” Evolutie Deze wet van de remmende voorsprong verklaart waarom Panasonic in haar communicatie rond de Toughbooks kiest voor de wat voorzichtige term ‘evolutie’. De grootste concurrenten zijn veelal fabrikanten van gewone laptops, terwijl de eisen aan de ‘ruggedized’ ontwerpen op een ander vlak liggen dan pc-ontwerp. Het apparaat moet niet alleen extreem robuust zijn, en zijn werk doen onder alle weersomstandigheden (regen en lage of hoge temperatuur), maar moet ook schok-, stof- zand- en olie-bestendig zijn. En de levensduur, oplaadtijd en capaciteit van de accu moet goed zijn. Belangrijkste types Hoewel Panasonic momenteel veel verschillende laptops en notebooks verkoopt, bestaat de ‘ruggedized’ variant in slechts drie types: de CF-19 Mark 3, de CF-30 Mark 3 en de CF52. Tijdens de presentatie van de nieuwe modellen legden Panasonicmedewerkers uit, dat vooral de mate van robuustheid van model tot model varieert. De keuze wordt gemaakt op basis van het gebruik. Half grappend werd gesteld dat de CF-52 heel geschikt is voor onhandige kantoorbediendes die nog al eens hun laptop van het bureau stoten, terwijl de CF30 ook het ruwe gedrag Formule 1pitstop crews moet kunnen weerstaan, zelfs als zij hun Toughbook kwaad in een hoek smijten na een slechte pitstop-tijd. CF-19 Mark 3 De CF-19 is, met 2,300 gram, een draagbare combinatie van een notebook en een tablet-pc. Om de laptop CADMagazine Maart 2009-2
in tablet-mode te zetten, draait de gebruiker het 10.4 inch kleurenscherm helemaal om, en vouwt het om het toetsenbord. De tevoorschijn getoverde touchscreen is geschikt om data in te voeren met de vinger of met een pen. Momenteel zijn er in Europa ongeveer honderdduizend van deze apparaten in gebruik. Panasonic houdt contact met verschillende gebruikers in grote organisaties als British Telecom en Deutsche Telecom om te peilen welke verbeteringen wenselijk zijn. Marketing-manager Edmeads: “Deze mensen hebben al in het product geïnvesteerd, dus vinden wij het belangrijk om naar hun ervaringen te luisteren.” CF-52 Het budget-model, het business notebook CF-52 wordt ‘semi-rugged’ genoemd. Het biedt een groot aantal interfaces en verbeterde data-beveiliging ten opzichte van eerdere types. Voor het eerst heeft ook de CF-52 touchscreen-functionaliteit. Het beeldscherm heeft nu een 4/3-verhouding, en bevat een penhouder. Gebruikmakend van LED-technologie, blijft het beeldscherm ook bij fel zonlicht en onder verschillende hoeken goed leesbaar. Interessant is de dimlicht-optie, die speciaal is bedacht voor militaire toepassingen. Product-manager Jon Tucker: “Stel je een soldaat aan het werk voor, in volledige camouflage-uitrusting en prachtig oplichtend achter zijn scherm. Alsof hij roept: ‘schieten maar, ik heb een laptop’.”
57
CF-30 Mark 3 De CF-30 wordt door Panasonic gezien als het vlaggenschip. Hij weegt 3,8 kilogram, heeft een 13.3 inch kleurendisplay en een handvat .“De CF30 vormt de ruggengraat van ons succes. Het is de grotere broer voor constructie- en nutsbedrijven, defensie en de telecomindustrie”, zegt Russell Younghusband. Hoewel Younghusband Manager ‘Automotive’ is bij Panasonic, is hij zich terdege bewust van het feit dat de allereerste grote klant voor Toughbooks uit een heel andere sector komt: British Telecom, met twaalfduizend gebruikers. Automotive focus ‘Automotive’ was het thema tijdens de persconferentie op de Ascari Race Track in het Spaanse dorpje Ronda. Verschillende leden van het Panasonic Toyota race-team, zowel monteurs als coureurs, legden uit in welke zware omstandigheden hun computers moeten functioneren. Met de automobielbranche als uitgangspunt van alle presentaties, werd wel duidelijk waar Panasonic de meeste nieuwe klanten denkt te winnen: in de vele autogarages en service-stations waar monteurs zich tot op de dag van vandaag moeten behelpen met enorme rekken vol gedateerde en nauwelijks te verplaatsen hardware. Voor sectoren buiten de auto-industrie, zoals energie- en nutsbedrijven, ook zeker de bouw en constructiesector en landmeet-/GPS-toepassingen, is maar een heel klein beetje fantasie nodig om te zien wat de meerwaarde is van een Toughbook. www.toughbook.eu/NLD
P LATFORM
Over 3D CAD-software
Vi j f d i n g e n d i e j e zo u m o e t e n we t e n Door de redactie
Het kan goed zijn dat je de meeste tijd kwijt bent met het aanbrengen van wijzigingen in plaats van nieuwe ontwerpen maken. Maar met de juiste 3D CAD-software, kun je dat probleem oplossen, en nog enkele andere. De CAD-software hoort informatie vast te leggen over haakjes, schroeven en andere koppelingen van componenten die ontworpen zijn in een samenstelling, om die weer aan te bieden in volgende projecten met gelijksoortige componenten en samenstellingen.
Als je een CAD-tekenaar bent voor een ‘typisch’ productiebedrijf, kan het zijn dat je zestig tot tachtig procent van je tijd bezig bent om oude ontwerpen bij te werken, te optimaliseren of veranderingen aan te brengen op basis van Engineering Change Orders (ECO’s), in plaats van het creëren van nieuwe ontwerpen. Onderzoek gedaan over de breedte van de bedrijfstak en onderzoek door PTC, de producent van Pro/Engineer, bevestigen deze cijfers. Met zo een significant deel van de werkdag besteed aan wijzigingen in ontwerpen, is het belangrijk te beschikken over een 3D-CAD-syteem waarmee het proces van die wijzigingen zo CADMagazine Maart 2009-2
eenvoudig en snel mogelijk is uit te voeren. Dit is slechts één uit vele uitdagingen die CAD-gebruikers kunnen oplossen door de meest geavanceerde software te gebruiken. Hier volgen vijf essentiële kenmerken om de meest geschikte en geavanceerde CAD-software te herkennen en te kiezen zodat de gebruiker zich kan concentreren op wat hij het beste kan: het ontwerpen van bijzondere producten. 1. Makkelijk in gebruik niet hetzelfde als ‘versimpeld’ Vaak was het dat ‘makkelijke’ CADsoftware betekende dat er minder functionaliteiten waren. Maar de hui-
58
dige CAD-software heeft meer mogelijkheden en functionaliteiten dan tien of twintig jaar geleden mogelijk achtten. De huidige CAD-software makkelijk in het gebruik maken, met behoud en blijvende verrijking van de functionaliteiten is een nieuwe uitdaging voor de makers van de software. Een geavanceerde software zal bekende commando’s dienen te hebben en zich aan bepaalde conventies daarvoor moeten houden vanwege nieuwe gebruikers. En daarnaast een goed bereikbare menustructuur voor de doorgewinterde gebruikers die snel willen werken. Ofwel makkelijk èn krachtig! De CAD-software moet de gebruiker
‘diepgaande’ functionaliteiten bieden waar hij makkelijk toegang toe heeft en die hij makkelijk beheert. Bijvoorbeeld de software maakt het mogelijk lasnaden in het model te tekenen, waarbij de lasinformatie automatisch in de ontwerpdocumentatie wordt meegenomen en de verdere structuur. 2. 3D CAD-ontwerpen moeten ‘solide’ zijn De huidige ‘intelligente’ CAD-software zou het eenvoudiger, niet moeilijker, moeten maken om ontwerpen te hergebruiken. Dat doet de software door informatie vast te leggen over het model terwijl de gebruiker er aan werkt, met die informatie is hergebruik van het model eenvoudiger. De software zou de toegang tot gegevens moeten vereenvoudigen van oudere ontwerpen, met de nieuwere versies van de software. De CAD-software hoort informatie vast te leggen over haakjes, schroeven en andere koppelingen van componenten die ontworpen zijn in een samenstelling, om die weer aan te bieden in volgende projecten met gelijksoortige componenten en samenstellingen. De meer geavanceerde CAD-software laat de gebruiker annotaties (aantekeningen) maken direct in het CAD-model, waarmee de bedoeling van het ontwerp duidelijk wordt voor toekomstige gebruikers van het model, ook al gebruiken ze dan nieuwere versies van de software. 3. CAD-software moet wijzigen makkelijk maken Veranderen hoort bij het leven, en veranderingen in CAD-modellen worden aangebracht gedurende het gehele ontwerpproces. De sleutel tot het voorkomen van tijdverlies is het goed omgaan met veranderingen door de CAD-data effectief te beheren. Om dit te kunnen doen is het nodig dat de structuren waarin gegevensbestanden worden opgeslagen zichtbaar en herkenbaar zijn, en een betrouwbaar systeem voor het automatisch opslaan van gewijzigde ontwerpen. Ofwel gecontroleerde wijzigingsmethoden. De huidige, krachtige 3D CAD-software geeft de gebruiker tools om de hiërarchie van de gegevens te zien en om selectief te zijn in het specificeren van automatische updates. Op die CADMagazine Maart 2009-2
manier kan de gebruiker de associativiteit uitschakelen, om bijvoorbeeld een wijziging lokaal te houden en te voorkomen dat andere modellen ook geüpdate worden.
COLUMN
4. Je komt niet aan het plafond van een functionaliteit 3D CAD-software zou de gebruiker een volledige set ontwerpgereedschap in handen moeten geven, of hij nou plastic speelgoedautootjes maakt of het machineblok voor een raceauto. De gebruiker moet niet worden gedwongen om tussentijds te stoppen en buiten zijn applicatie te gaan voor assistentie van analyses, beperkingen in het productieproces of andere zaken. Niet alleen vanwege tijdverlies, vanwege potentiële vertaalfouten in de data maar ook omdat het zijn creativiteit onderbreekt die nu juist de katalysator is van het werk van de gebruiker. Daarom is recht door zee ontwerpen belangrijk. De ideale 3D CAD-software integreert een robuuste geometrie-kernel met een compleet repertoire van ontwerp en analyse applicaties, allemaal toegenakelijk vanuit de originele CAD-applicatie.
In het jargon van CAD-gebruikers verschijnen veel Engelse woorden. Wat je dan vaak hoort zeggen is dat die woorden meer zeggen dan de Nederlandse tegenhangers of dat vertalen niet mogelijk is; bull shit! (in goed Nederlands), het is een keuze. Jargon heeft echter één groot nadeel, het sluit veel mensen uit. Mensen die niet in het vak zitten, snappen het jargon niet. Het heeft dus iets asociaals in zich.
5. Onderhoud mag je de kop niet kosten Voor 3D CAD-software moet onderhoud meer zijn dan lapwerk om de veiligheid te vergroten. Het hoort inclusief het installeren van nieuwe applicaties te zijn, upgrades naar nieuwe versies, overstappen naar PLM-systemen en integratie met planningsprocessen en financiële processen. Onderhoud mag geen lage prioriteit hebben, omdat de CAD-software direct verantwoordelijk is voor de kwaliteit en de concurrerende kracht van producten. Een oplossing daarvoor is een compleet onderhoudscontract, en dat mag niet zo kostbaar zijn dat het ‘je de kop kost’. De beste CAD-software maakt installeren eenvoudig door webgebaseerd downloaden en het vergemakkelijken van nieuwe integraties door krachtige tools voor het overgaan op complexere applicaties en systemen.
Ontoereikend
Neem nou zo’n woord als ‘stress’. Heel Nederland kent dat en gebruikt dat voor spanning op het werk of in het verkeer. Maar het betekent in het Engels niets meer of minder dan ‘spanning’. De spanning op een elastiekje, of op een stuk metaal is net zo goed ‘stress’. Het is niet zo dat het woord ‘stress’ dus specifieker is, maar wij gebruiken het in een specifieke betekenis. We hadden het net zo goed ‘overdruk’ kunnen noemen. Niet dat ik daar nu voor pleit, maar het ontkracht wel het argument dat we die Engelse woorden gebruiken om dat ze zo veelzeggend zijn en het Nederlands ontoereikend is. Of neem nou zo’n woord als ‘button’, iedereen die met computers werkt denkt dan niet aan een knop om in te drukken, maar een knop die je op het beeldscherm ziet en waar je op klikt met je muis. In het Engels is de betekenis veel breder: knop, dop, speldje en het kan ook nog een piccolo of knechtje betekenen. Daarnaast is het ook gewoon de knoop op je overhemd. Oh sorry, shirt moet ik natuurlijk zeggen. Mijn punt is: als je een Engels woord ergens voor wilt gebruiken, ga je gang, maar verschuil je dan niet achter het argument dat het niet te vertalen is en het Nederlands ontoereikend is.
www.ptc.com
Jan de Flint
59
P LATFORM
AutoCAD 2010 aangekondigd
O rg a n i s c h e vo r m e n o n t we rp e n Door Jean-Pierre van Gastel
Zoals inmiddels elk jaar gebruikelijk, komen bijna alle nieuwe versies van de diverse Autodesk-producten rond maart uit. Elk nieuw product heeft als nummer 2010 en ze gaan ook steeds meer op elkaar lijken. AutoCAD 2010 maar als je goed kijkt in het Windows-register kom je vanzelf AutoCAD versie 18 tegen. een nieuwe ‘Workspace’ genaamd ‘Initial Setup Workspace1’. Op deze wijze kan de gebruiker vervolgens razendsnel kiezen met welke omgeving hij of zij wil gaan werken. De ‘Workspaces’ een andere naam geven, zal de gebruiker echter wel moeten doen via het ‘Customize User Interface’-commando, zie afbeelding 3. Ander bestandsformaat AutoCAD 2010 heeft een nieuw bestandsformaat, iets dat eigenlijk al wel te verwachten was aangezien dit al geruime tijd niet meer aangepast was. De belangrijkste reden hiervan is de introductie van de organische ontwerpmogelijkheden en de nieuwe mogelijkheden om 3ds Maxmodellen uit te kunnen wisselen met AutoCAD 2010 (zie artikel 3ds Max Design 2010 elders in dit blad). Uiteraard kan het DWG-bestandsformaat nog terug opslagen worden als AutoCAD 14 DWG dus dit zal voor veel gebruikers absoluut geen problemen op gaan leveren.
Afbeelding 1.
In een aantal artikelen zullen alle nieuwe mogelijkheden in AutoCAD 2010 aan bod komen. De meest belangrijke vernieuwingen zijn terug te vinden in het 3D-ontwerpen (organische vormen), parametrisch 2D-ontwerpen, 3D-printen en de vele verbeteringen op het PDF-vlak.
Ribbon De meningen zijn er over verdeeld, maar feit is wel dat in alle Autodesk 2010-producten die ik tot nu toe heb mogen zien (3ds Max, AutoCAD en Revit) er veelvuldig gebruik gemaakt wordt van een ‘Ribbon’. Zeker voor een
‘Initial Setup’ De allereerste keer dat AutoCAD 2010 wordt opgestart, komt de gebruiker in de zogenaamde ‘Initial Setup’ terecht waar hij kan kiezen in welk vakgebied hij werkzaam is. Zo kan er een keuze gemaakt worden tussen Architectuur, Civiel technisch, Electro, Mechanisch, Installatie, Constructie of Algemeen. Op basis van deze keuze worden specifieke ‘Tool Palettes’ met de desbetreffende symbolen geladen, en kan de gebruiker kiezen voor een specifieke template of standaard ‘workspace’ waarmee hij wil starten, zie afbeelding 1. Indien de gebuiker deze stap overslaat, dan is deze later alsnog te maken via het ‘Options’-dialoogvenster in het ‘User Preferences’ -tabblad, zie afbeelding 2. In ieder geval wordt er een ‘Workspace’ aangemaakt met de naam ‘Initial Setup Workspace’. Indien de gebruiker opnieuw door de ‘Initial Setup’ gaat, kan hij bijvoorbeeld een andere keuze maken voor het desbetreffende vakgebied en deze wordt dan uiteindelijk opgeslagen in
Afbeelding 2.
Nagenoeg alle in dit artikel genoemde eigenschappen van en mogelijkheden in AutoCAD 2010 gelden ook voor AutoCAD LT 2010. CADMagazine Maart 2009-2
60
cursussen
AutoCAD-Inventor
n
TEC, het CAD College, is een uniek kenniscentrum, volledig gespecialiseerd in CAD. Middels professionele boeken en opleidingen werkt TEC aan een gedegen kennisoverdracht. Autodesk heeft haar naam gekoppeld aan TEC met de titel ‘Autodesk Training Center’. TEC-docent Ronald Boeklagen ontving een award voor zijn werk als ‘Best ATC Instructor’.
s u s r u c
nieuwe gebruiker is dat absoluut de snelste methode om het programma onder de knie te krijgen. Wat in AutoCAD 2010 opvalt aan de ‘Ribbon’ is de snelheid. De verschillende tabs reageren razendsnel, nadat ze voor de eerste keer zijn ingeladen. Wat wel voor vele AutoCAD-gebruikers wennen zal zijn, is dat het complete verticale ‘Pulldown’-menu is verdwenen uit het ‘Application Menu’ helemaal links bovenin het scherm. In AutoCAD 2010 staan hier namelijk de commando’s in om tekeningen te beginnen, te openen, te bewaren, te printen en te verzenden, zie afbeelding 4. De ‘Ribbons’ zijn in AutoCAD 2010 veel duidelijker ingedeeld, waardoor de gebruiker niet zo snel terug
• CAD tekenen
s
e
Afbeelding 3.
AutoCAD Basis
AutoCAD Update
Nieuw: cursus REVIT
Revit Basis
Inventor Basis
Revit Gevorderden
Inventor Gevorderden
AutoCAD Gevorderden
AutoCAD Optimalisatie AutoCAD & VBA Basis
AutoCAD 3D
AutoCAD & VBA Gevorderden
3ds Max Basis
• CAD Systeembeheer AutoCAD of AutoCAD LT
Ronald Boeklagen
Revit Architectural
Inventor Ontwerpen
• Ontwerpen • 3D illustraties AutoCAD
• WTB ontwerpen Inventor of Inventor Professional
3ds Max
HBO Verklaring
Inventor Professional
Autodesk Certificaat
Complete leerboeken
NIEUW
ised Training Ce hor n ut
of
3x
x
Best ATC
the
ter
A
NIEUW
u Ben el
euwe Kijk voor de ni : op en boek .nl ge lle co ad .c www
A utodesk
Afbeelding 4 CADMagazine Maart 2009-2
tel • (024) 356 56 77 • fax (024) 354 19 31 • E-mail:
[email protected] • Internet: www.cadcollege.nl Kerkenbos 1018 B 6546 BA Nijmegen
paald ‘Panel’ in een ‘Ribbon’ actief te zetten, gebaseerd op een objectselectie in de AutoCAD-tekening. Dit gedrag is op te zetten door gebruik te maken van de zogenaamde ‘Ribbon Contextual Tab State’ in het ‘Customize User Interface’-dialoogvenster. Zo kan de gebruiker er bijvoorbeeld voor kiezen dat, zodra hij een ‘Arc’ selecteert in de tekening, dan het ‘Home Panel’ actief gezet wordt. Om dit voor elkaar te krijgen, sleept hij de ‘Home-2D Ribbon’-tab naar de ‘Arc selected node’ onder de ‘Contextual Tab States’. Vervolgens kan hij instellen of het ‘Panel’ als een eigen tabblad tevoorschijn komt (‘Full’) of samengevoegd wordt met alle andere tabbladen (‘Merged’), zie afbeelding 6.
Afbeelding 5.
zal grijpen naar de traditionele AutoCAD-omgeving. Daar komt ook nog eens bij dat een ‘Panel’ uit een ‘Ribbon’ gesleept kan worden zodat er een zogenaamd ‘Sticky Panel’ ontstaat. Zeg maar een zwevend ‘Panel’ met daarin de commando’s die de gebruiker op dat moment veel toepast. Dit zwevende ‘Panel’ blijft actief, zelfs als de gebruiker een ander ‘Panel’ actief maakt, afbeelding 5. Door gebruik te maken van het ‘Return Panels to Ribbon’-commando, worden de zwevende ‘Panels’ weer netjes teruggezet in de ‘Ribbon’. Als een gebruiker ervoor kiest om met een verticale ‘Ribbon’ te werken door deze uit zijn horizontale positie te verslepen, worden ook de namen van de verschillende tabs netjes weergegeven. Mocht er te weinig ruimte zijn in de ‘Ribbon’ dan worden de icoontjes dynamisch aangepast om het dashboard op te vullen. Gebruikers die gaan upgraden van AutoCAD 2008 naar AutoCAD 2010, kunnen hun zelf gemaakte dashboard converteren naar nieuwe ‘Panels’ in de ‘Ribbon’. Dit kan de gebruiker doen door gebruik te maken van de ‘Transfer Tab’ in het dialoogvenster ‘Customize User Interface’ (CUI). Voor de echte Ribbon ‘Die Hards’ zijn er in AutoCAD 2010 zelfs mogelijkheden om een be-
‘Quick Acces Toolbar’ De ‘Quick Acces Toolbar’, helemaal links bovenin beeld, is verder uitgebreid met functionaliteit om meer consistent te zijn met diverse Windows-applicaties. Het ‘Undo’en ‘Redo’-commando hebben nu zoals het hoort een historielijst, en het rechtermuisknopmenu bevat nieuwe mogelijkheden om icoontjes die de gebruiker heeft toegevoegd weg te halen uit de ‘Quick Acces Toolbar’. Om het geheel wat overzichtelijker weer te geven, kan de gebruiker ook zogenaamde ‘Separators’ plaatsen tussen de diverse icoontjes en kan de ‘Quick Acces Toolbar’ ook onder de ‘Ribbon’ worden weergegeven. Daarnaast heeft de ‘Quick Acces Toolbar’ een nieuw ‘Fly-out’-menu gekregen met daarin een overzicht van veel gebruikte commando’s in AutoCAD, zoals ‘Match Properties’, ‘Batch Plot’, ‘Plot Preview’, ‘Properties’, ‘Sheet Set Manager’ en ‘Render’. Deze commando’s kan de gebruiker direct toevoegen aan de ‘Quick Acces Toolbar’ door hier op te klikken. Nog een stapje verder is de mogelijkheid om diverse ‘Quick Acces Toolbars’ zelf te maken en deze toe te voegen aan een ‘Workspace’. In het ‘Customize User Interface’-dialoogvenster is er een apart gedeelte (‘Quick Access Toolbars’), waarin de gebruiker deze zelf aan kan maken. Uiteraard zijn alle nieuwe mogelijkheden, die AutoCAD 2010 biedt, terug te vinden in het ‘New Features Workshop’-dialoogvenster, dat bij het opstarten van AutoCAD 2010 tevoorschijn komt en eventueel later ook nog terug is op te roepen via het Help-icoontje in de ‘InfoCenter Toolbar’ rechts bovenin beeld. Samengevat zijn dit alle nieuwe zaken die direct opvallen in de gehele ‘User Interface’ van AutoCAD 2010 en die AutoCAD absoluut een heel stuk gebruikersvriendelijk maken. In het volgende deel komt de geheel nieuwe parametrische 2D-omgeving aan bod, waarmee er zelfs constraints zijn aan te brengen, die ik zelf voor het eerst zag met de introductie van Genius 13 op AutoCAD 13. Jean-Pierre van Gastel
[email protected] is freelance redacteur voor CAD-Magazine. Voor dit onderwerp zie ook: www.autodesk.nl.
Afbeelding 6. CADMagazine Maart 2009-2
62
M ECHANICAL & D ESIGN
SolidWorks 2009 deel 2
Add-ins naadloos verwerkt in SolidWorks Door Renso Kuster
In de vorige uitgave van CAD-Magazine heeft u al deel 1 kunnen lezen over de SolidWorks 2009 vernieuwingen. Onderwerpen als SpeedPak, BOM en ‘sheetmetal’ zijn daarin aan bod gekomen. Ditmaal wil ik ingaan op wat meer specialistische onderwerpen zoals Simulation, CircuitWorks en ‘Plastics Design’.
Met CircuitWorks is het mogelijk om printplaatdata (PCB) in te lezen in SolidWorks.
Ook in dit tweede deel is het maar mogelijk om een klein gedeelte van alle 250 vernieuwingen te bespreken. Voor de verdere functies is de ‘what’s new manual’ van SolidWorks aan te raden. Naast de klassieke 3D MCad-functionaliteit bevat SolidWorks veel additionele functionaliteit, zowel voor ontwerpverificatie als voor bijvoorbeeld het omgaan met data uit een ECad-applicatie. Om de integratie van deze modules te benadrukken, heeft er in SolidWorks 2009 een naamswijziging plaatsgevonden. Zo zal bijvoorbeeld CosmosWorks voorCADMagazine Maart 2009-2
taan onder de naam SolidWorks Simulation door het leven gaan. Simulation Advisor Voor het uitvoeren van een controleberekening van een ontwerp in SolidWorks kan de ontwerper gebruikmaken van Simulation. Deze add-in is volledig in de code van SolidWorks geïntegreerd. Om deze tool voor nog meer gebruikers toegankelijk te maken, is de ‘Simulation Advisor’ geïntroduceerd. Deze ‘Advisor’ zal aan de hand van een vraag- en antwoordspel het juiste onderzoek opzetten. Als eerste zal de
63
gebruiker in normale termen gevraagd worden waar hij naar op zoek is. Bijvoorbeeld naar het maximale doorbuigen, vervorming dan wel breuk of misschien wel of het product heel blijft na een lange periode van lastwisselingen. Aan de hand van deze keuzes zullen meer vragen gesteld worden en uiteindelijk één of meer onderzoeken aangemaakt worden. In dit proces worden voor de gebruiker ook al lastige stappen, zoals het bepalen van het type ‘mesh’ voor hem gedaan. SolidWorks herkend aan het ontwerp wat de beste ‘mesh’ is, een ‘solid’, ‘Shell’, ‘beam mesh’ of een
Een ‘Motion’-analyse uitvoeren op schetsniveau.
combinatie hiervan. Het is natuurlijk wel mogelijk om deze gekozen ‘mesh’ te wijzigen indien de gebruiker dit wenst. Als hij reeds een ‘study’of onderzoek heeft aangemaakt, maar hij wilt later gebruik maken van de ‘Advisor’, bijvoorbeeld voor het definiëren van de krachten die op zijn ontwerp werken, dan kunt hij op dat moment ook altijd deze opstarten. De ‘Simulation Advisor’ is te vinden rechts in de interface in de ‘taskpane’.
tion data’ kan de gebruiker eigenlijk een ‘trigger’ zetten op alle uitkomsten van de berekeningen. Hij wil bijvoorbeeld dat zijn ontwerp niet verder doorbuigt dan een bepaalde waarde, een bepaalde minimale veiligheidsfactor heeft of niet harder versnelt dan de door hem opgegeven waarde. Hij kiest gewoon de juiste sensor en SolidWorks zal hem een melding geven zodra de door hem opgegeven waarde wordt overschreden.
Simulation Sensors Een vernieuwing die ook nauw verwant is aan Simulation bestaat uit de sensoren. Hiermee is het mogelijk dat de gebruiker SolidWorks de opdracht geeft bepaalde ontwerpvariabelen in de gaten te houden tijdens het ontwerpproces. Dit kan bijvoorbeeld de massa zijn, want het product mag niet zwaarder worden dan een vooraf gesteld gewicht, opdat het volgens Arbo-regelgeving nog door één persoon getild mag worden. De sensoren staan in de feature bovenaan. De gebruiker kan in deze interface drie verschillende types sensoren kiezen. Een sensor kan gekoppeld worden aan een ‘mass property’ (massa, volume, oppervlak, etc.) een dimensie, ‘interference detection’ of aan ‘simulation data’. Kijkend naar de sensoren op ‘simula-
Integratie ECad en MCad Meer en meer komen de werelden van de elektrotechnicus en de mechanisch ontwerper dichter bij elkaar te liggen. Hierdoor moet het in een vroeg stadium van het ontwerp mogelijk zijn data uit te wisselen. Een antwoord op deze vraag uit de markt is CircuitWorks. Met CircuitWorks is het mogelijk om printplaatdata (PCB) in te lezen in SolidWorks. Belangrijk voor deze import is, dat vaak niet één op één deze data ingelezen kunnen worden. De oorzaak hiervan is dat binnen ECad vaak in 2D wordt gewerkt, waarbij de hoogte van de verschillende componenten als waarde is gegeven. Ook staan er vaak veel hele kleine onderdelen op, die ingesloten worden door grote onderdelen. Met CircuitWorks is het mogelijk om de gegeven hoogte om te zetten naar een
CADMagazine Maart 2009-2
64
daadwerkelijke hoogte in SolidWorks. Hiervoor maakt SolidWorks gebruik van of een bibliotheekitem of als deze niet aanwezig is van de ‘outline’ van de component en deze wordt met de gegeven hoogte geëxtrudeerd. In de interface van CircuitWorks is het ook mogelijk om voor de conversie al componenten uit te filteren aan de hand van afmeting, boven- onderkant en dergelijke. Het model dat vervolgens in SolidWorks gebouwd wordt, is een perfecte 3D-weergave van de PCB inclusief ‘keep in’- en ‘out’-zones. Deze kan gebruikt worden om hier vervolgens een mechanisch ontwerp omheen te maken. Eventueel is het mogelijk om in SolidWorks kleine wijzigingen aan te brengen aan het PCB-ontwerp als bijvoorbeeld een component in de weg zit, deze wijziging kan weer worden teruggeschreven naar de ECad-applicatie. Bewegingssimulatie Om in een dergelijk vroeg stadium van het ontwerp al een beeld te kunnen vormen van de gewenste bewegingen in het ontwerp, is het nu ook mogelijk om een ‘Motion’-analyse uitvoeren op schetsniveau. Hiervoor zal de gebruiker in de SolidWorks’ ‘Assembly lay-out’-omgeving een
aangeven voor iedere ‘property’ ontwerp aan moeten maken op om te verduidelijken. Indien de basis van ‘Sketsch blocks’. gebruiker op de onderhoek klikt, Deze ‘blocks’ legt hij op een ziet hij als lichtblauwe blokken normale manier vast middels wat de velden zijn om in te vulschetsrelaties. Vervolgens kan len. hij motoren, dempers, veren, krachten en zwaartekracht definiëren. Met deze gegevens laat Custom property entry form de gebruiker een simulatie uitZoals net besproken is er op de voeren, waaruit verschillende 2D-tekening een nieuwe manier gegevens te halen zijn zoals om ‘custom properties’ direct in snelheden, versnellingen en bete vullen. Dit zelfde principe nodigd vermogen. geldt ook voor ‘parts’ en ‘assemNormaal gezien zou dit te bereblies’. Met de nieuwe ‘property kenen zijn, omdat schetsen geen tab builder’ is het mogelijk om massa-eigenschappen hebben. een eigen interface te definiëren Daarom is nu een extra mogevoor het invullen van de ‘proMet de nieuwe ‘property tab builder’ is het mogelijk lijkheid geïntroduceerd ommasperties’. Deze interface zal verom een eigen interface te definiëren voor het invullen sa-eigenschappen aan ‘blocks’ volgens aan in de ‘taskpane’ aan van de ‘properties’. toe te voegen. Deze worden de rechterkant van het scherm standaard al door SolidWorks worden weergegeven. Een groot berekend en zijn door de gebruiker Title block wizard voordeel van deze interface is bijvoornog verder aan te passen. In 2D-tekeningen wordt meestal ge- beeld dat in een samenstelling zowel bruikgemaakt van de rechter onder- ‘properties’ voor de samenstelling als Kunststof onderdelen hoek, die gewoonlijk wordt ingevuld ook voor de ‘parts’ ingegeven kan worVoor SW-gebruikers die geregeld met de ‘properties’ van de onderdelen den, alsook voor meerdere ‘parts’ tegekunststof producten ontwerpen, is een die op de tekening staan of van de teke- lijk. Zo kan de gebruiker bijvoorbeeld aantal zeer praktische tools toege- ning zelf. Dit was altijd een eenrich- het materiaal of de leverancier van een voegd. Zo is het met de nieuwe tingscommunicatie, dus moest de ge- of meer ‘parts’ met een druk op de ‘lip/groove’-functie mogelijk om in bruiker goed weten waar elke waarde knop wijzigen, voor én de samensteléén handeling in twee verschillende vandaan kwam. Om dit proces te ver- ling- en de ‘part’-omgeving. Daarnaast onderdelen een lip-groef-verbinding eenvoudigen, is met de komst van heeft de gebruiker ook de mogelijkheid te maken. De afmetingen van deze SolidWorks 2009 dit een tweerich- om voor het invullen van ‘properties’ lip-groef zijn volledig aan de wensen tingscommunicatie geworden. De ge- gebruik te maken van standaardlijsten. aan te passen en eventueel op te slaan bruiker kan nu direct in de rechter on- Dit kunnen passieve lijsten zijn, maar als ‘favorites’ zodat de gebruiker derhoek de ‘properties’ invullen, en de ook actieve lijsten die gelinkt zijn met makkelijk hergebruik kan maken van nieuwe waarden worden ook naar de bijvoorbeeld een Excel-bestand of eerder gebruikte combinaties. ‘file properties’ van de ‘part’/’assem- Access database. Dit is met name hanDaarnaast is het reeds bestaande ‘rib blies’ gestuurd. dig voor bijvoorbeeld de keuzelijst met feature’ aangepast. Normaliter gaf de In de ‘sheet format’ kan de gebruiker, namen van de constructeurs maar ook opgegeven materiaaldikte de dikte door met de rechtermuisknop te klik- voor toeleveranciers. aan ter hoogte van de schets. Echter ken, kiezen voor ‘,define title block’. Renso Kuster
[email protected] is in gevallen met een gekromde bo- Vervolgens geeft hij het gebied aan dat freelance redacteur voor dem, is het vaak wenselijk om de dik- de onderhoek beschrijft en klikt de CAD-Magazine. Voor meer gegevens te bij die bodem op te geven. Met de ‘properties’ aan die door de gebruiker over dit onderwerp zie: nieuwe optie ‘Thickness at wall inter- vanaf de tekening gevuld mogen worwww.solidworks.nl. face’ is dit vast te leggen. den. Eventueel kan hij ook een tooltip
CADMagazine Maart 2009-2
65
banen
NIEUW! vacaturepagina’s in
eXpe rts t
a in to k n t a d g n i n r u
o w le dge
Wij zijn op zoek naar een PLM Consultant
Plaats vanaf € 250,– uw vacature hier en online
Wil je … •
een boeiende uitdaging in een frisse, dynamische en informele werkomgeving?
•
Kansen en aanmoediging om je capaciteiten verder te ontplooien?
Streef je er naar … •
Klanten doelgericht te adviseren om hun bedrijf nog slagvaardiger te maken in de markt?
•
Een autoriteit te zijn binnen jouw vakgebied?
•
Te werken in een deskundig team van professionals?
Neem dan snel contact op met onze wervingspartner, Atlantae bvba, en vraag naar Patrick Van Lijsebetten. Via telefoon (BELGIE) +32 (0)9 328.30.32 of via mail
[email protected]
www.plmxpert.nl - www.atlantae.eu CADMagazine Jan./Febr. 2009-1
WWW.CADMAGAZINE.NL 66
> Kwaliteit en snelheid tegen de laagste kosten - Wereldwijd kantoren - Honderden Specialisten direct beschikbaar - Nederlandse Projectleiders - Realtime online inzicht in projectstatus www.exere.nl
Heb je interesse in een baan bij een toonaangevend bedrijf dat zich bezighoudt met alle aspecten van CAD en GIS? Wij zijn voortdurend op zoek naar mensen die het een uitdaging vinden om in een dynamische en technologische GIS-omgeving innovatieve oplossingen te bedenken voor onze klanten.
NedGraphics B.V. Ir. D.S. Tuijnmanweg 10 4131 PN VIANEN T: + 31 (0) 347 329600 F: + 31 (0) 347 329666 E:
[email protected] www.nedgraphics.nl
CADMagazine Jan./Febr. 2009-1
67
Vacatures: • Sales Consultant • Adviseur • Jr. Consultant • Sr. Consultant • Consultant NedBrowser • Functioneel Ontwerper • Ontwikkelaar MicroStation • Projectleider Software Ontwikkeling Geïnteresseerd in een van deze functies? Je sollicitatie en CV kun je sturen naar:
[email protected]
M ECHANICAL & D ESIGN
Solid Edge Tips & Tricks
Achter het stuur Door Jaap Dubbelaar
Tijdens het uitvoeren van modelaanpassingen met ‘Synchronous Technology’, dus ‘history-free’, wordt veelvuldig gebruik gemaakt van het zogenaamde ‘Steering Wheel’. In dit artikel een overzicht van de belangrijkste functies van deze nieuwe tool.
Het Steering Wheel met zijn verschillende functies.
Met de laatste versie van Solid Edge heeft het pakket er een belangrijk nieuw gereedschap bij gekregen: het ‘Steering Wheel’. Dit is een bedieningsorgaan met een groot aantal functies. Een soort ‘Zwitsers zakmes’. Het komt automatisch tevoorschijn binnen een ‘Synchronous Part’ of ‘Synchronous Assembly’ zodra objecten worden geselecteerd. Voorbeelden van objecten zijn: één of meer vlakken van een model, ‘features’, ‘reference planes’, schetsen, coördinatensystemen. Het ‘Steering Wheel’ verschijnt op de plek waar het object is geselecteerd. De meest gebruikte functie die gebruikers daarna zullen toepassen, is het verplaatsen van het betreffende object. Dit kan direct in verschillende richtingen afhankelijk van de keuze van het bedieningselement van het ‘wheel’. Kiest de gebruiker, met een enkele klik, de ‘Primary Axis’ (zie de afbeelding met de benamingen) dan wordt een verplaatsing in deze richting gestart. Dat is CADMagazine Maart 2009-2
dus haaks op het vlak in zowel positieve als negatieve richting. Met een tweede klik wordt de bestemming aangegeven. Haaks op de ‘Primary Axis’ staat de ‘Secondary Axis’. Deze maakt een verplaatsing mogelijk langs het vlak in de aangegeven richting. Ook hier weer over een positieve of negatieve afstand. De zogenaamde ‘Cardinal Points’ geven de mogelijkheid de richting van de ‘Secondary Axis’ te wijzigen. Met de ‘Plane’-functie van het ‘wheel’ kan een verplaatsing is alle richtingen langs het vlak worden uitgevoerd. De ‘Torus’ geeft de echte ‘stuurfunctie’. Hiermee wordt het geselecteerde object gedraaid rond de ‘Primary Axis’. Deze is in dit geval dus de rotatie-as. Verplaatsen van het wiel Het zal duidelijk zijn dat bij alle voorgenoemde operaties de positie van het ‘wheel’ van groot belang is. Deze be-
paalt in welke richting de objecten verplaatsen of roteren. Er zijn daarom meerdere functies om het ‘wheel’ te verplaatsen of in een andere oriëntatie te zetten. Zo kan de gebruiker door het ‘Origin’-punt aan te klikken en vast te houden het wiel verplaatsen. Dynamisch wordt de positie en de oriëntatie gewijzigd bij het aanraken van vlakken en ribben van het model. Solid Edge reageert daarbij door het wiel haaks op vlakken te plaatsen of door de ‘Primary Axis’ te laten samenvallen met ‘edges’. Ook worden hartlijnen van cilindervormen zoals gaten gevonden. Na het loslaten van de linkermuisknop, staat het wiel op de nieuwe locatie waarna de verplaatsing- en verdraaiinghandelingen zoals hiervoor beschreven weer kunnen worden gestart. In een gedetailleerd model, met veel samenkomende vlakken en ribben, kan het lastig zijn om het wiel alleen via het ‘Origin’-punt op te pakken en te plaatsen. Het vereist dan sterk inzoomen omdat anders het wiel te veel naar verschillende standen springt. Om dit te vereenvoudigen kan de ‘Shift’-toets in combinatie met het kiezen van de ‘Origin’, de ‘Primary Axis’ en de ‘Secondary Axis’ worden gebruikt. Bij elk van deze wordt de richtingsveran-
Het vlak wordt geselecteerd en het ‘Steering wheel’ verschijnt – de ‘Primary axis’ wordt gekozen als richting van verplaatsing – en door naar een punt te snappen wordt de nieuwe plaats aangegeven.
68
Het complete overzicht van alle functies van het ‘Steering wheel’.
dering van het wiel beperkt. ‘Shift – Origin – Drag’ laat het ‘Steering Wheel’ verplaatsen maar de oriëntatie blijft ongewijzigd. Hij behoudt dezelfde richting maar wordt op een ander vlak gezet. ‘Shift – Primary Axis – Drag’ verplaatst het wiel en draait het in de richting van een ribbe van het model of de hartlijn van een cilindrische vorm. ‘Shift – Secondary Axis – Drag’ werkt vergelijkbaar maar dan met de tweede as. Tijdens alle verplaatsingen van zowel het ‘Steering Wheel’ als van de geselecteerde objecten kan ‘gesnapt’ worden naar voorkeurspunten zoals eindsnij- en middelpunten van lijnen en vlakken. De afstanden waarover verplaatst wordt en de hoekverdraaiingen worden weergegeven op het scherm in ‘text boxen’, waar ook een getal in kan worden ingegeven. Bij het roteren met de ‘Torus’, wordt de verdraaiingshoek
aangegeven vanaf de ‘Secondary Axis’; dat is nul graden. Met de ‘Primary Knob’ kan de oriëntatie van het wiel worden gewijzigd, door een punt aan te geven waar de ‘Primary Axis’ doorheen moet gaan. De combinatie van alle functies maken vrijwel alle translaties en rotaties van objecten mogelijk zonder ingewikkelde hulpconstructies. Kopiëren Tijdens de verplaatsingen met het ‘Steering Wheel’ van geselecteerde objecten, kan door het tegelijkertijd indrukken van de ‘Ctrl’-toets de kopieerfunctie worden gebruikt. Het geselecteerde object, zoals bijvoorbeeld een gat of ander feature, blijft daardoor ook op de oorspronkelijke positie aanwezig en er ontstaat een nieuwe op de nieuwe plaats. Voor de kopieerfunctie is ook een knop op de ‘Quick Bar’ samen met
andere opties die hier nu buiten beschouwing worden gelaten. Bij het kopiëren van geometrie via het Windows ‘klembord’ dus met ‘Kopiëren (Copy)’ en ‘Plakken (Paste)’ wordt de positie van het ‘Steering Wheel’ gebruikt als ‘Origin’ van de geometrie. Dit bepaalt dus waar deze terecht komt bij het plaatsten en in welke richtingen direct daarna verplaatst kan worden. Het is dus aan te raden om het ‘Steering Wheel’ op een handige plaats te zetten alvorens de ‘Copy’ wordt vastgelegd. Dit geldt ook voor vormen die in een ‘Feature Library’ worden opgeborgen en daarna via ‘Drag & Drop’ weer worden hergebruikt. Live Rules Op de achtergrond van het uitvoeren van alle plaatselijke modelaanpassingen werken de ‘Live Rules’ van Solid Edge. Deze detecteren geheel automatisch modelkarakteristieken zoals symmetrisch, concentrisch, parallel en tangentiaal. Op basis van deze herkende eigenschappen wordt het model ook op andere plaatsen aangepast en wordt voorkomen dat wijzigingen handmatig op meerdere plaatsen in het onderdeel moeten worden herhaald. In het ‘Live Rules’-formulier, onderdeel van de ‘Edge Bar’, kan de gebruiker bepalen welke regels actief zijn. Eventuele ongewenste modelwijzigingen kunnen zo voorkomen worden. Alle regels, die ook werkelijk op een bepaald moment geometrie beïnvloeden, worden vetgedrukt weergegeven. De ‘Live Rules’ vereisen geen van te voren ingebouwde intelligentie zoals constraints of een bepaalde featureopbouw. Ook op modellen vanuit andere CAD-systemen, die direct of middels een translator worden bewerkt, kan deze techniek volledig worden gebruikt. Jaap Dubbelaar is freelance redacteur voor CAD-Magazine. Aanvullende informatie over Solid Edge is te vinden op www.solidedge.com en www.solidedge.nl. Eventuele vragen of opmerkingen zijn welkom via:
[email protected].
De plaats van het ‘Steering wheel’ tijdens ‘Copy’ bepaalt de plaats van het ‘origin’ tijdens de ‘Paste’ functie bij het kopiëren van geometrie.
CADMagazine Maart 2009-2
69
P LATFORM
Tuning AutoCAD
B lo k ke n o p h e t t o o l p a l e t Door Gerard en Kurt IJzermans
In de vorige aflevering van Tuning AutoCAD hebben we aan de hand van voorbeelden kunnen zien dat het toolpalet een krachtig en efficiënt middel vormt om de productiviteit te verbeteren. Bovendien is het eenvoudig in gebruik en inrichting. Het inrichten van het toolpalet met blokken en dergelijke verloopt echter enigszins anders dan voor commando’s zoals voor arceringen. Hierbij maken wij ook kennis met een relatief onbekende voorziening in AutoCAD, het ‘DesignCenter’. Alle in dit artikel genoemde eigenschappen van en mogelijkheden in AutoCAD 2009 gelden ook voor AutoCAD LT 2009.
Afbeelding 1: Zoekpaden gedefinieerd in het ‘Support File Search Path’.
passingen uit de tekening worden verwijderd. Voor het toolpalet betekent dit, dat het niet aan te bevelen is om zomaar een blok uit een tekening op het palet te plaatsen. De blokdefinities worden namelijk niet opgeslagen in het toolpaletbestand, wat voor het arceertool wel het geval is. Voor een bloktool wordt in plaats daarvan een referentielink naar het bronbestand bewaard. Als de tekening die het bronbestand vormt wordt verplaatst of verwijderd, ontstaat een probleem. Om dit te voorkomen kunnen twee methodes worden gehanteerd: mappen maken met afzonderlijke tekeningbestanden die bestemd zijn om als blok in ande-
Alvorens op het toolpalet tools aan te maken voor het invoegen van blokken, moet eerst nog eens gekeken worden hoe een blok in een tekening wordt ingevoegd. Om in een maagdelijke tekening een blok in te voegen, zal het blok eerst van buiten de tekening moeten worden opgehaald. Het vervolg bestaat uit twee acties: het blok wordt aan de hand van de invoegparameters in de tekening geplaatst en het blok wordt in de tekeningdatabase ingevoegd. Bij elke volgende toepassing van het blok in de tekening wordt in feite een kopie ingevoegd van het blok in de tekeningdatabase. Het blok blijft in de tekeningdatabase staan, ook als alle toeCADMagazine Maart 2009-2
Afbeelding 2: Het ‘DesignCenter’ met een map met tekeningbestanden voor blokken.
70
Afbeelding 3: Het ‘DesignCenter’ met verzameltekening met blokken.
re tekeningen te worden ingevoegd en blokken bewaren in ‘verzameltekeningen’. Voor beide methodes geldt dat de mappen of bestanden met de blokdefinities in het zoekpad van AutoCAD moeten staan. Dit is in het dialoogvenster ‘Options’ in het tabblad ‘Files’ in het ‘Support File Search Path’ gedefinieerd en daaraan kunnen ook nieuwe paden worden toegevoegd, zie afbeelding 1. Om vanuit de verzamelmappen of de verzameltekeningen tools voor een toolpalet aan te maken kunnen deze bestanden het beste vanuit het ‘DesignCenter’ van AutoCAD worden benaderd. DesignCenter Vanuit het ‘DesignCenter’, kan de toegang tot de inhoud van de tekenin-
gen worden beheerd. Via deze voorziening kunnen onder meer onderdelen zoals blokken, layer-definities en tekststijlen, van de ene naar de andere tekening worden gekopieerd. Het ‘DesignCenter’ speelt ook een belangrijke rol als intermediair voor het creëren van bloktools op het toolpalet. Omdat in dit artikel niet uitgebreid op het ‘DesignCenter’ kan worden ingaan, beperken wij ons tot deze laatste rol waarbij het wordt gebruikt om bloktools op het toolpalet te creëren. De snelste manier om het ‘DesignCenter’ te openen is het invoeren van de toetscombinatie
+<2>. Op het scherm verschijnt dan een drijvend venster zoals dat bekend is van onder meer het toolpalet. Het ‘DesignCenter’ laat op het tabblad
Afbeelding 4: Nieuw toolpalet met blokken creëren. CADMagazine Maart 2009-2
71
‘Folders’ in het linker deel een ‘Folder List’ zien met mappen en bestanden in een boomstructuur. Zie afbeelding 2. In de panelen rechts daarvan is in het bovenste venster de inhoud van de selectie afgebeeld. In de ‘Folder List’ van de afbeelding is de map ‘06 Raamkozijn’ geselecteerd. Dit is een map met afzonderlijke tekeningbestanden, die bestemd zijn om als blok in andere tekeningen te worden ingevoegd. Deze tekeningbestanden bevatten alleen de objecten die voor het definiëren van de blokken zijn geselecteerd. Ze zijn met miniatuurafbeeldingen in het inhoudsvenster weergegeven. In afbeelding 3 is een verzameltekening met blokken van deursymbolen geselecteerd. De blokken van de verzameltekening zijn in het rechterdeel van het ‘DesignCenter’ zichtbaar. Voor beide methodes kunnen vanuit het inhoudsvenster de gewenste blokken op dezelfde wijze als de arceringen in de vorige aflevering naar het toolpalet worden gesleept. Het blok selecteren, opnieuw aanklikken en met ingedrukt gehouden muistoets naar het toolpalet voor de bloktools slepen. Als alle blokken in het venster op een toolpalet moeten worden gezet, hoeft alleen maar met de rechter muistoets op een blok, een tekeningbestand of een bestandenmap in boomstructuur te worden geklikt, waarna de optie ‘Create Tool Palette of Blocks’ wordt geselecteerd, zie afbeelding 4. Via deze actie wordt automatisch een nieuw tabblad op het toolpalet aangemaakt en bezet met tools van alle blokken uit het inhoudsvenster. Op dezelfde wijze kunnen ook tools voor het invoegen van Xref's en ‘raster images’ op het toolpalet worden geladen. Blok invoegen Een blok invoegen vanaf het toolpalet verloopt een beetje anders dan het invoegen met het ‘Insert’-commando. Bij het gebruik van het ‘Insert’-commando om een blok in te voegen, moeten de invoegparameters worden gespecificeerd voordat het blok wordt ingevoegd. Via het toolpalet wordt een blok in eerste instantie rechttoe rechtaan op het invoegpunt geplaatst
WIN MET AUTODESK EN CITRIX Autodesk en Citrix werken een winnende application delivery-strategie uit voor AutoCAD
Autodesk en Citrix Systems hebben een partnership afgesloten om hun klanten te voorzien van een betere efficiëntie en flexibiliteit in hun gebruik van de Autodesk-oplossing AutoCAD Map 3D. Door AutoCAD beschikbaar te stellen aan gebruikers via Citrix XenApp, kunnen klanten hun applicatie-performance aanzienlijk verbeteren en de kost per werkstation reduceren, zonder in te boeten op een goede gebruikservaring.
Ontwerpers, ingenieurs en managers rekenen al jaren op AutoCAD voor hun Computer Aided Design in allerlei bedrijfstakken en sectoren. Om gebruikers in verschillende departementen te ondersteunen, installeren bedrijven software nog vaak lokaal op high-end werkstations en laptops. Deze traditionele, gedecentraliseerde aanpak kan echter leiden tot een trage performance over het Wide Area Network (WAN) en bovendien zorgen voor een hogere workload bij IT-medewerkers, die regelmatig support moeten bieden voor individuele werkstations. Citrix XenApp biedt applicatievirtualisatie en streaming applicatie delivery-methodes om de best mogelijke AutoCAD-ervaring te garanderen voor elke gebruiker, op elk apparaat of netwerkverbinding. De Citrix-oplossing centraliseert applicatie-processing en administratie in het datacenter, waardoor IT-managementkosten worden teruggedrongen, terwijl de dataveiligheid aanzienlijk wordt verhoogd. Vandaag hebben al vele grote klanten, waaronder telecommunicatiebedrijven, energieleveranciers en overheden AutoCAD ter beschikking gesteld aan honderden medewerkers door één enkele, beveiligde en aan het netwerk gekoppelde Citrix-server. Wilt u ontdekken hoe AutoCAD op Citrix uw efficiëntie kan verhogen en uw kosten kan terugschroeven? Surf dan naar www.autodeskseminars.com of bezoek ons op Overheid & ICT op stand 01.E078.
AutoCAD Map 3D AutoCAD Map 3D is een volwaardige AutoCAD, die dus alle AutoCAD-functionaliteit bevat! Wat eens begon als een digitale tekenplank is door de jaren heen gegroeid naar de meest gangbare 2Doplossing, met verbeterde functionaliteit voor tekenwerk, conceptueel ontwerp, presentaties en publiceren. AutoCAD is het basisproduct voor alles wat met CAD-tekenen te maken heeft en is veruit het meest gebruikte CAD-pakket ter wereld. Wat biedt AutoCAD Map 3D dan meer? AutoCAD Map 3D biedt nog meer handige functionaliteit bovenop AutoCAD. Wilt u data beheren op een centrale plek, dan kan AutoCAD Map 3D een-voudig deze data uit verschillende bestandsformaten, databases en/of webservices ontsluiten. Daarnaast groeit de vraag naar het aanleveren van gestandaardiseerde tekeningen, waarbij tekeningen aan bepaalde normen en tekenvoorschriften moeten voldoen. Met AutoCAD Map 3D kunt u standaarden aanmaken en wordt de kans op fouten, zoals het tekenen op de verkeerde laag en koppelen met de verkeerde data, veel kleiner! Kijk voor meer informatie over de AutoCAD Map 3D-oplossing op www.autodeskseminars.com/map.
eventuele attributen worden bij deze actie gevraagd. In het venster 'Tool Properties' van afbeelding 5, zijn de waardes van de invoegparameters van het bloktool zoals schaal, rotatie, kleur en layer af te lezen. De waardes van de parameters kunnen in dit venster rechtstreeks worden gewijzigd. De optie ‘Prompt for rotation’ in het properties-venster is hierbij zeer praktisch. Door deze te wijzigen van ‘no’ in ‘yes’, wordt bij het invoegen van het blok de mogelijkheid geboden het blok onder een andere Afbeelding 5: De eigenschappen van het bloktool. hoek te plaatsen. De waarmet de overige invoegparameters, zo- de van de opties onder ‘General’ verals ze in de eigenschappen van het in- meldt in eerste instantie voor allemaal voegtool zijn gespecificeerd, zie af- ‘-- use current’. De afbeelding laat beelding 5. Alleen de waarden van de voor deze variabelen een voorbeeld
G A
N A A R
voor de gebruikelijke waardes zien. Als het tool is gecreëerd om het object als Xref in te voegen, kan hiervoor in de optie ‘Insert as’ de waarde ‘Block’ in ‘Xref’ worden gewijzigd. In dat geval kan in ‘Reference type’ worden aangegeven dat het Xref van het type ‘Attach’ dan wel ‘Overlay’ is. Met het inrichten van het toolpalet met tools voor het invoegen van blokken wordt een eigentijds alternatief voor het iconenmenu verkregen dat met de ‘auto-hide’ optie áán, binnen muisbereik altijd discreet paraat staat. Gerard en Kurt IJzermans zijn freelance redacteuren van CAD-Magazine. Voor eventuele vragen en/of opmerkingen over dit artikel zijn de auteurs bereikbaar per e-mail: [email protected]. Voor meer informatie over dit onderwerp: www.autodesk.nl.
W W W . C A D M A G A Z I N E . N L
En vraag een gratis proefexemplaar aan.
1
Bedragen zijn excl. 6% BTW. U ontvangt automatisch een factuur. Het jaarabonnement geldt tot wederopzegging en wordt automatisch omgezet in een regulier jaarabonnement. CAD-Magazine verschijnt 8 keer per jaar. De reguliere prijs voor een jaarabonnement is € 72,50 excl. BTW voor verzending binnen Nederland. Voor verzending buiten Nederland bedraagt de prijs € 98,-
CADMagazine Maart 2009-2
73
V ISUALISATIE
Autodesk 3ds Max (Design) 2010
Wa t z i j n d e ve rs c h i l l e n ? Door Jean-Pierre van Gastel
Sinds vorig jaar oktober was ik al in het bezit van de nieuwste versie van 3ds Max genaamd 3ds Max (Design) 2010 als één van de bèta-testers in Nederland. Uiteindelijk heeft Autodesk het officieel aangekondigd dat er nieuwe versies uitkomen van 3ds Max en mag er officieel over gepubliceerd worden. 3ds Max (Design 2010) of eigenlijk versie 12 bevat verschrikkelijk veel nieuwe mogelijkheden.
Afbeelding 1
Een vraag die menig gebruiker tot nu toe heeft beziggehouden, was welke keuze hij of zij nou moest maken. Of 3ds Max Design of gewoon 3ds Max. De ‘subscription’-houder kreeg overigens bij het uitleveren van 3ds Max 2009 beide versies in de doos en moest een keuze maken. Beide versies tegelijk installeren was namelijk niet mogelijk. 3ds Max Design 2010 en 3ds Max verschillen hier al direct in. Beide producten zijn naast elkaar te installeren aangezien er voor beide een autorisatiecode noodzakelijk is. Grote vraag blijft, wat zijn dan de grote verschillen? Op dit moment is het verschil nog steeds marginaal. 3ds Max Design heeft een lichtberekeningmodule genaamd ‘Exposure’ die niet in 3ds Max zit en andersom heeft 3ds Max een SDK (Software Development Kit) om op basis van C++ eigen plug-ins te kunnen schrijven. Kortom iedereen werkzaam in de architectuur, civiel, constructie, manufacturing enzovoorts kan het beste kiezen voor 3ds Max CADMagazineMaart 2009-2
Design. Personen in de Entertainmentindustrie zoals game-bedrijven en filmindustrie hebben meer baat bij de 3ds Max-versie, aangezien de tutorials hierop zijn aangepast. Bij het vergelijken van beide producten, na het opstarten hiervan, valt op
dat beide nieuwe maar duidelijkere icoontjes hebben gekregen en dat 3ds Max 2010 standaard op een donkere interface staat, zie afbeelding 1. 3ds Max Design 2010 daarentegen staat standaard op lichtere kleuren en staat standaard zo ingesteld dat de gebruiker met Mental Ray wil renderen, gebruik maakt van een lagenstructuur enzovoorts, zie afbeelding 2. Overigens start 3ds Max Design 2010 met de ‘Perspective View’ gemaximaliseerd op, wat de 3ds Max 2010 gebruiker zelf mag doen. Beide versies maken voortaan gebruik van een aantal ‘User Interface’-elementen die we tegenkomen in alle Autodesk 2010 gebaseerde producten. Zo is er linksboven in het scherm de ‘Quick Acces Toolbar’ terug te vinden met daarin de veel gebruikte commando’s ‘New’, ‘Open’, ‘Save’, ‘Undo’ en ‘Redo’ (met historielijst) en een zeer handig icoontje om direct het actieve project in te stellen. Een klein nadeel hiervan is wel dat het actieve project niet meer zichtbaar is helemaal bovenin beeld in de titelbalk, maar dat de gebruiker het icoontje moet aanraken om te zien in welk project hij aan het werk is. Met behulp van het rechtermuisknopmenu kan de ‘Quick Acces Toolbar’ worden aangepast door er een commando uit te verwijderen, deze kan
Afbeelding 2
74
voorzien worden van separators waardoor deze overzichtelijker wordt en kan worden weergegeven onder de aanwezige ‘Ribbon’. Jawel een ‘Ribbon’ in 3ds Max (Design) 2010 waarover later meer. Naar wens aanpassen Wat er mist in de ‘Quick Acces Toolbar’ is een mogelijkheid om via het rechtermuisknopmenu direct naar de ‘Customize User Interface’ te kunnen gaan om er zelf commando’s aan toe te voegen. Om dit voor elkaar te krijgen moet de gebruiker zelf het ‘Customize User Interface’-dialoogvenster openen en daar kan hij in het tabblad ‘Toolbars’ de ‘Quick Acces Toolbar’ aanpassen naar eigen wensen, zie afbeelding 3. Overigens is dit laatste wel verschrikkelijk handig om bijvoorbeeld het commando ‘Reset’ of ‘Hold’ en ‘Fetch’ in de ‘Quick Acces Toolbar’ te plaatsen. Als laatste optie in de ‘Quick Acces Toolbar’ bevindt zich helemaal rechts in de ‘Toolbar’ een uitklappijltje, waaronder zichtbaar is welke commando’s er standaard beschikbaar zijn in de ‘Quick Acces Toolbar’. Door op het vinkje van het desbetreffende commando te klikken, verdwijnt het bijbehorende icoontje uit de lijst. Door deze weer te actieveren, wordt het icoontje weer teruggezet alleen dan achteraan de lijst wat een beetje onhandig is. De icoontjes weer netjes terug zetten in de originele volgorde zal men handmatig moeten doen in het ‘Customize User Interface’-dialoogvenster. ‘Application’-menu 3ds Max (Design) 2010 heeft geen ‘File’-menu meer, maar beschikt net als alle overige Autodesk 2010 producten over een zogenaamd ‘Application’-
Afbeelding 3
CADMagazineMaart 2009-2
Afbeelding 4
menu dat de gebruiker links bovenin het scherm aantreft. In het ‘Application’-menu zijn eigenlijk alle opties te vinden van het ‘File’-menu voorzien met duidelijke iconen, in plaats van tekst met een paar extra mogelijkheden die nieuw zijn voor 3ds Max (Design). De nieuwe mogelijkheden hebben te maken met bestanden die de gebruiker eerder heeft geopend. Overigens valt het op dat het openen van een bestand in 3ds Max (Design) 2010 zeer snel gaat. De lijst met recent geopende bestanden kan worden weergeven in tekstvorm, maar ook als afbeelding in diverse formaten en ze worden automatisch weergegeven per dag/week/maand. Standaard worden de laatste tien geopende bestanden weergegeven (dat is aan te passen), zie afbeelding 4. Door gebruik te maken van de punaise achter een bestandsnaam, zal deze naam echter niet zomaar uit de recente lijst verdwijnen. Nog een kleine nieuwigheid is dat de gebruiker met de sneltoetscombinatie Alt+F het ‘Application’-menu kan openen, waarna automatisch alle sneltoetsen van de commando’s die zich hierin bevinden zichtbaar worden. Beweegt de gebruiker echter met de muis, dan zullen deze automatisch verdwijnen totdat hij weer met de Alt+F combinatie het ‘Application’-menu opent. Helemaal rechts onderin het ‘Application’-menu kan de gebruiker via het ‘Options’-commando direct naar alle instellingen van 3ds Max (Design) 2010 gaan, waardoor hij uiteindelijk in het ‘Preferences’-dialoogvenster terecht komt. Boven de standaard gemaximaliseerde ‘Perspective Viewport’ bevindt zich de ‘Graphite
75
Modeling Tools Ribbon’ die standaard wordt weergegeven als geminimaliseerde tabs. Met behulp van het nieuwe ‘Graphite Modeling Tools’-icoontje in de ‘Main Toolbar’ kan deze ‘Ribbon’ helemaal uitgezet worden. Tot zover is dit nog de enige ‘Ribbon’ in 3ds Max (Design) 2010, maar hiermee toont Autodesk al wel aan waar het naartoe gaat in de toekomst. Overigens met betrekking tot de inhoud van de ‘Ribbon’, daar kom ik in een ander artikel nog uitvoerig op terug. Het laatste wat eigenlijk nog opvalt in de ‘Viewport’ is dat het verschrikkelijke ‘Navigation Wheel’ standaard uitstaat en dat de ‘ViewCube’ kleiner wordt weergegeven. Wat dat betreft heeft Autodesk toch wel goed geluisterd naar haar klanten. In het volgende deel over Autodesk 3ds Max (Design) 2010 komen de nieuwe mogelijkheden aan bod met betrekking tot ‘Viewport’ evenals de vele nieuwe mogelijkheden in de ‘Graphite Modeling Tools Ribbon’ die voorheen beschikbaar was als zogenaamde ‘Polyboost’ plug-in waarvoor de gebruiker extra moest betalen. Ook de vernieuwde uitwisseling van Autodesk 3ds Max (Design) 2010 naar AutoCAD 2010 en Revit Architecture 2010 zullen ruimschoots aanbod komen. Wat dat betreft is er weer veel te vertellen. Jean-Pierre van Gastel [email protected] is freelance redacteur voor CADMagazine. Voor dit onderwerp zie ook: www.autodesk.nl.
B OUW & C IVIEL
Interactieve game-like omgeving voor communiceren BIM
B I M ove ra l t o e g a n ke l i j k vo o r i e d e re e n Door de redactie
Graphisoft, leverancier van Virtual Building-oplossingen introduceert Virtual Building Explorer, een manier om intelligente gebouwmodellen te delen met eindgebruikers, collega’s, consultants of bouwbedrijven. Deze kunnen zonder softwarelicentie een gebouwmodel bekijken en onderzoeken. Het combineert het plezier en het gemak van een videospel met de kracht van intelligente gebouwmodellen.
‘Flytrough’ of zelf sturen op elk moment te bepalen.
Diverse weergave tot en met ’Radiosity’
Met deze mogelijkheid om door het virtuele gebouw te
”Het beste aspect van de Virtual Building Explorer is dat bouwelementen hun intelligentie behouden, zelfs in deze navigatieomgeving” zegt Miklos Szovenyi-Lux, vicepresident, Product Management van Graphisoft. ”Je kunt elementen filteren door lagen aan en uit te zetten, je kunt nauwkeurige metingen verrichten in het model en je kunt gedetailleerde objectinformatie zoals materiaalspecificatie op vragen, met slechts een enkele muisklik.”
navigeren, wordt een nieuwe norm in de communicatiemogelijkheden van de architect gezet, die zijn model als een ‘self-running’, stand-alone navigatieomgeving kan opslaan. Met de Virtual Building Explorer kunnen gebruikers door een gebouw navigeren als in een computergame. In elke fase van een project kan een architect zijn ontwerp als een interactieve 3D-presentatie inpakken in een stand-alone pakket, inclusief de speler. Er is geen aparte installatie of software benodigd om de presentatie te bekijken. De zelfspelende navigatieomgeving wordt ingepakt in de presentatie zelf, zodat het voldoende is om de presentatie aan partners in het bouwproces te geven. De presentatie is navigatie en gebouwmodel in één ‘executable’. Het bedieningsgemak is erg groot omdat de Virtual Building Explorer gebruik maakt van de natuurlijk navigatie van een computerspel. De interface helpt de gebruiker als vanzelf op weg. Verschillende grafische modes zijn mogelijk zoals rendering, ‘Hidden-line’, ‘Shaded OpenGL’ en zelfs ‘Radiosity’ in de uitgebreide versie. CADMagazineMaart 2009-2
Stereobrilletje Eén van de grootste uitdagingen van een architect is om zijn ideeën uit te leggen en af te stemmen met opdrachtgever, adviseurs en bouwbedrijf. Tekeningen alleen zijn niet voldoende, een 3D-afbeelding helpt al beter. Maar als de ontvangende partij zelf door het gebouw kan lopen en rond kan kijken is de overdracht sterk. Gecombineerd met de zwaartekracht en de ervaring van massa vanwege de onmogelijkheid om door wanden heen te lopen, biedt dit voor de ontvanger een ongeëvenaarde beleving van een gebouw. De mogelijkheden van weergave in grijstinten om te focussen op het concept en de massa’s tot le-
76
Rood-cyaan splitsing voor extra diepte met stereobrilletjes
Opmeten en opvragen van elementinformatie
vensechte verlichting door de ingebouwde ‘Radiosity engine’, maken het begrip op elk gewenst niveau compleet. Met de Virtual Building Explorer wordt een stereobrilletje meegeleverd. Het is namelijk mogelijk om als weergave te kiezen voor een zogenaamd stereobeeld. Met een rood-groen brilletje kan vervolgens veel meer diepte in de presentatie ervaren worden. Daarmee wordt de beleving van een 3D-ruimte nog realistischer.
ruimtes en massa’s van het gebouw zijn te ervaren en de architect kan zijn ontwerpideeën delen met anderen. Ook op plekken waar minder krachtige computers of internetverbindingen aanwezig zijn, zoals bijvoorbeeld in de bouwkeet. Een model verstrekt in VBE-formaat, kan gezien worden als de volgende stap, na het verstrekken van tekeningen of perspectieven in PDF-formaat. Verschillende versies De Virtual Building Explorer is in verschillende smaken leverbaar. De uitgebreide versie onderscheid zich van de standaard versie enkel door de beschikbaarheid van de ‘Radiosity Engine’. Daarmee zijn levensechte verlichtingseffecten zoals ‘Global Illumination’, ‘Soft Shadows’, Diffuse inter-reflecties en ‘bleed’ weer te geven. De Virtual Building Explorer wordt door Kubus gepositioneerd als veel meer dan een presentatiehulpmiddel. De voordelen van de Virtual Building Explorer overstijgen immers die van de bekende presentatieprogramma’s: de architect onderhoudt een interactieve communicatie met de opdrachtgever; dankzij het beter inzichtelijk maken van het model worden er minder fouten gemaakt, waardoor faalkosten worden verminderd; een architect kan zich aldus onderscheiden in de strijd om de opdrachtgever.
Virtuele rolmaat Een presentatie met de Virtual Building Explorer kan gebruikt worden om een gebouw te onderzoeken en analyseren. Een architect kan de ontvanger vooraf gedefinieerde paden aanbieden. Deze hoeven dan alleen maar ingeschakeld te worden of er ontstaat een ‘Fly through’-presentatie. Op elk moment kan de kijker de muis echter ter hand nemen en zelf achter het stuur gaan zitten. Bijvoorbeeld als deze een bepaald deel van het gebouw nader wil onderzoeken. Door op een bouwelement te klikken, wordt informatie getoond zoals afmetingen, oppervlakte, volume, afwerkingmateriaal, enzovoort. Met een virtuele rolmaat kunnen ook exacte afstanden opgemeten worden in het model. Een architect kon niet eerder een dergelijk groot inzicht in zijn ontwerp overdragen. Van PDF naar VBE Normaliter zijn gebouwmodellen (BIM) erg zwaar en afhankelijk van het pakket waarin ze gemaakt zijn om ze goed te kunnen bekijken. Dat blijkt in de praktijk vaak een belemmering te zijn om binnen een BIM gemakkelijk en snel samen te werken. Alle partijen moeten immers over de geschikte software beschikken, reden waarom veel mensen toch nog teruggrijpen op PDF’s of perspectieven. Doordat het met de Virtual Building Explorer (VBE) gemakkelijk is om een model met behoud van intelligentie naar anderen te sturen, kunnen gebruikers makkelijker samenwerken over verschillende locaties. De relatie tussen CADMagazineMaart 2009-2
Voorbeelden kunnen gedownload worden van de Graphisoft-website. Meer informatie over de Virtual Building Explorer op www.kubusinfo.nl of www.graphisoft.com.
77
Servicepagina De doelgroep
CAD-Magazine op Internet
CAD-Magazine wordt in Nederland en België verspreid onder (potentiële) gebruikers van PC CAD, GIS, Visualisatie en andere ontwerpproducten, binnen industriële ondernemingen, productie-, bouw-, installatie- en civieltechnische bedrijven, ingenieurs-, technische advies-, ontwerp- en architectenbureaus, de centrale, lokale en provinciale overheden, nutsbedrijven, instellingen voor middelbaar en hoger technisch onderwijs, dealerorganisaties en leveranciers in de CAD-branche.
www.cadmagazine.nl, www.cadmagazine.nl/banenmarkt www.cadplaza.nl Voor info en aanvraag abonnementen: [email protected]
Informatieservice Onder elk artikel staat de website van de producent of dealer vermeld. Geïnteresseerden kunnen hiermee zelf informatie opzoeken over de besproken onderwerpen.
Abonnementen 2009
Gegevens onjuist?
Een abonnement op CAD-Magazine vraagt u aan via de website www.cadmagazine.nl. De prijs voor een jaarabonnement (acht opeenvolgende nummers) bedraagt € 75,– excl. 6% BTW. Deze prijs geldt voor verzending binnen Nederland. Voor verzending buiten Nederland bedraagt de prijs € 98,-. Het abonnement wordt automatisch verlengd. Opzeggingen, uitsluitend schriftelijk, dienen twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar in ons bezit te zijn.
Indien uw adres- of persoonsgegevens op de adresdrager van CADMagazine onjuist blijken te zijn, verzoeken wij u deze adresdrager met gecorrigeerde gegevens in een gesloten envelop te retourneren aan: CMedia B.V. Antwoordnummer 1036 8300 VB Emmeloord (NL). U kunt wijzigingen ook via e-mail verzenden naar [email protected]
Password Profiteer van de voordelen van het abonnement op CAD-Magazine! Met uw persoonlijke password krijgt u toegang tot alle archief op de website www.cadmagazine.nl.
In CAD-Magazine 3 - 2009
Adverteerdersindex Autodesk/Prodesk
www.autodesk.nl
72
AMD
www.hp.nl/workstations
CAD & Company
www.cadcompany.nl
Cadjobs.nl
www.cadjobs.nl
7
CADKoop
www.cadkoop.nl
50
CAD-Magazine
www.cadmagazine.nl
73
DuoTec
www.3dprinter.nl
65
ISD Benelux
www.isdbenelux.nl
49
Provincie Zeeland
www.zeeland.nl
41
Nedgraphics
www.nedgraphics.nl
25
Man & Machine
www.manandmachine.nl
79
Pollux
www.pollux.nl
80
PTC
www.ptc.com
36
SolidWorks
www.solidworks.nl
14
TecCad College
www.cadcollege.nl
61
Laserscannen bij inspectie De gieterij van Volkswagen in Hannover, Duitsland, past Metris laser-
2
scanning toe om de geometrie van zandvormen te inspecteren die gebruikt worden in de productie van gegoten aluminium motoronderdelen. Een laser-
46-47
scanner gemonteerd op een CMM legt de volledige kwetsbare zandkorreloppervlakken van zandkernen vast, wat voorheen niet mogelijk was met aanraaksondes. www.metris.com
3D een mechanisme printen Het printen in 3D heeft veel voordelen: snel een prototype in handen, de klant een voorbeeld kunnen tonen en meer. Het wordt ook steeds beter bereikbaar en betaalbaar. Het is al mogelijk om een mechanisme te printen zonder dat de onderdelen nog in elkaar gezet moeten worden. www.cad2m.nl
CAD-Magazine verschijnt omstreeks 1 Mei 2009. CADMagazine Maart 2009-2
78
Creëer indrukwekkende ontwerpen door gebruik te maken van software die speciaal is ontworpen voor de bouwkundige visualisatie en beschikt over nieuwe functionaliteiten voor het simuleren en analyseren van verlichting, en een verbeterde comptabiliteit met Revit® en AutoCAD® Architecture.
Autodesk® 3ds Max® Design 2009
Image courtesy of Spine 3D.
Ontdek, ontwikkel en communiceer uw ideeën met Autodesk® 3ds Max® Design software, een complete oplossing voor 3D-modellering, -animatie en rendering, aangepast aan de manier waarop ontwerpers en visualisatieexperts werken: creatief, iteratief en applicatieonafhankelijk.
Kijk voor meer informatie op: www.autodesk.nl/3dsmaxdesign
Autodesk, AutoCAD, Revit en 3ds Max zijn geregistreerde handelsmerken van Autodesk, Inc., in de Verenigde Staten en/of andere landen. Alle andere merknamen, productnamen en handelsmerken zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaars. Autodesk behoudt zich het recht voor om productaanbiedingen en specificaties op ieder tijdstip en zonder kennisgeving aan te passen, en is niet verantwoordelijk voor eventuele typografische of grammaticale fouten in dit document. © 2008 Autodesk, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Arkey Interieur versie 6
ProductPoint van Microsoft en PTC geplaatste producten. Deze lijst wordt fraai weergegeven door middel van 3D-illustraties en versnelt het herhalen van plaatsingen.
Begin dit jaar is versie 6 van Arkey Interieur verschenen. Arkey Interieur is een 2D en 3D softwaresysteem voor project- en winkelinrichters, interieurbouwers en interieurarchitecten dat is gebaseerd op het CAD-systeem Arkey. De nieuwe versie bevat een verder ontwikkelde componentselector met onder meer een zoekfunctie en een parkeerfunctie. Met deze laatstgenoemde functie is het mogelijk een gedeelte van de selector aan de zijkant van het Arkey-scherm te parkeren, waardoor de producten nog sneller kunnen worden geselecteerd en geplaatst. Verder ontstaat er tijdens het werken automatisch een lijst met recent
Productbibliotheken Voor het inrichten biedt Arkey Interieur zeer complete 2D/ 3D-productbibliotheken van bekende fabrikanten met duizenden producten. In versie 6 is een groot aantal productbibliotheken geüpdatet (o.a. Concept-s, Febrü, Gispen, Renz en Vepa) en zijn er nieuwe productbibliotheken toegevoegd, zoals Amerland, Schaffenburg, Vervoort en Zevenbergen. Naast deze bibliotheken biedt Arkey Interieur een compacte bouwbibliotheek met selector om snel muren, ramen, deuren, en meer te plaatsen. Bovendien bevat Arkey Interieur een accessoirebibliotheek met een groot aantal accessoires zoals planten, lampen, een keuken, en bijvoorbeeld bureauaccessoires. www.arkey.nl
Ruim 3.000 bouwdetails met Bouwcad-online
Voor tekenaars wordt het uitwerken van bouwdetails nu nog gemakkelijker. Op de nieuwe website Bouwcad-online zijn meer dan drieduizend bouwdetails te raadplegen. De online CAD-bibliotheek maakt het mogelijk om met een unieke zoekstructuur binnen drie klikken het gewenste detail op het scherm te toveren. De website, die een initiatief is van Archidat Bouwkosten, is tijdens de Bouwbeurs officieel geïntroduceerd. Bouwcad-online beschikt over de CADMagazine Maart 2009-2
bibliotheken Woningbouw, Woongebouwen, Utiliteitsbouw, Verbouw en Renovatie. Daarin wordt een handige onderverdeling gemaakt naar de verschillende bouwmethodes zoals gietbouw, prefab, stapelbouw, houtskeletbouw en staalbouw. De bouwdetails zijn na gratis aanmelding eenvoudig te raadplegen. Met een abonnement is het ook mogelijk om de bouwdetails in alle gangbare CAD-formaten te downloaden en af te drukken. Met de bouwdetails van Bouwcad-online kan een tekenaar efficiënter werken. Directeur Max de Jong van Archidat Bouwkosten: “De online bouwdetails zijn dé oplossing om kostenbesparend te kunnen werken. Altijd een compleet overzicht van bouwdetails overal met een internetverbinding beschikbaar.” Volgens De Jong is dat nog maar het begin en is in de nabije toekomst ook een koppeling te verwachten met bouwkosten. www.bouwcad-online.nl
81
WindChill ProductPoint is het resultaat van een samenwerking tussen PTC en Microsoft, het is een op SharePoint gebaseerde PDM-oplossing. ProductPoint is een krachtige software voor het beheren, bekijken en gecontroleerd delen van CAD-data. Microsoft ‘s SharePoint is hard op weg de standaard te worden op het gebied van Document Management en het aansturen van processen door ‘workflows’. Veel bedrijven gebruiken SharePoint inmiddels al voor het beheren en delen van hun documenten. Het inzetten van SharePoint voor het beheren van CADdata met allerlei onderlinge complexe relaties, blijkt tot op heden echter niet goed mogelijk. ProductPoint is een krachtige oplossing voor het beheren, bekijken en gecontroleerd delen van CAD-data. Enkele mogelijkheden die beschikbaar zijn in ProductPoint zijn: Product Data Management (PDM). ‘Locken’ en ‘unlocken’ van files, zodat meerdere mensen gelijktijdig kunnen werken aan hetzelfde project of product. Versiebeheer waardoor altijd de juiste en laatste versie te vinden is maar oudere versies altijd te bekijken zijn. Een centrale kluis waardoor bestanden maar één keer opgeslagen worden. Beheren en delen van CAD-data binnen SharePoint, waarbij ProductPoint in staat is de complexe structuren van Pro/Engineer en andere CAD-applicaties te beheren. Visualisatie met 3D-thumbnails en de mogelijkheid om op eenvoudige wijze de modellen te bekijken en daar opmerkingen bij te plaatsen, buiten de oorspronkelijke CAD-applicatie om. Visuele weergave van de altijd bij CAD-data aanwezige onderlinge relaties (bijvoorbeeld family tables). www.ptc.com www.hecbv.nl