Nota Fondsen Ruimtelijke Ontwikkelingen
1 november 2009 – M. Roobol / P. Bakker – Openbare Werken en Ruimtelijke Zaken
1
Inhoudsopgave 1
Inleiding
3
1.1 1.2 1.2
Inleidend Aanleiding Leeswijzer
3 3 4
2
Huidige situatie
5
2.1 2.2
Inleidend Reserve Dorpsontwikkeling
5 5
3
Op weg naar een nieuwe fondsenstructuur
6
3.1 3.2
Inleidend De vier nieuwe fondsen
6 6
4
Praktische zaken
8
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Inleidend Financiële structuur Reeds gemaakte afspraken Tot aan de structuurvisie Na de structuurvisie Bevoegdheden
8 8 8 8 8 8
Bijlagen
9
2
1 Inleiding 1.1 Inleidend Op 23 oktober 2009 heeft de raad de Nota Grondbeleid 2008-2010 vastgesteld. In het Uitvoeringsprogramma Grondbeleid 2008-2010 staat beschreven dat er een nota vereveningsfondsen zal worden opgesteld. Deze nota moet voor de toekomst een nieuwe fondsenstructuur bieden, passend bij de ambities van de gemeente Binnenmaas. Deze nota is noodzakelijk omdat de huidige fondsenstructuur niet past binnen de nieuwe wetgeving, maar ook onvoldoende mogelijkheden biedt voor de gemeente om de ruimtelijke ambities voor de gemeente waar te maken. Ruimtelijke ambities op het terrein van vitale kernen, woningbouw, bedrijventerreinen, infrastructuur, het nationaal landschap Hoeksche Waard en andere voorzieningen. 1.2 Aanleiding Met de nieuwe grondexploitatiewet, als onderdeel van de Wet ruimtelijke ordening, zijn diverse aspecten omtrent de verevening en het kostenverhaal veranderd. Naast de kostensoortenlijst en het kostenverhaal in het kader van de bovenplanse verevening zijn er zoals vermeld in de Nota Grondbeleid ook nog kosten, die niet vallen onder deze twee categorieën. Dit zijn kosten ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen elders binnen de gemeente of regio. Het begrip ‘ruimtelijke ontwikkeling’ is niet in de Wro gedefinieerd, wel kunnen voorbeelden worden ontleend aan de behandeling van de wet door de Tweede Kamer. Voorbeelden zijn belangrijke maatschappelijke functies, zoals natuur, recreatie, waterberging en infrastructuur in een ander gebied. De bijdrage kan ook betrekking hebben op regionaal groen en ook kan er een financiële bijdrage worden afgesproken voor het saneren of opknappen van oude bedrijventerreinen. Een bijdrage aan deze kosten kan alleen vastgelegd worden in een anterieure overeenkomst, voorwaarde hierbij is wel dat de ruimtelijke ontwikkeling in een vastgestelde structuurvisie is vastgelegd. Een bijdrage kan dus niet publiekrechtelijk in een exploitatieplan worden afgedwongen. Een bijdrage mag ook niet nadat er een exploitatieplan is vastgesteld, worden afgesproken in een posterieure overeenkomst. Doordat het niet mogelijk is om de kosten publiekrechtelijk af te dwingen zal er naar verwachting sprake zijn van een zekere schaduwwerking bij het maken van afspraken over de bijdrage in een anterieure overeenkomst. Immers als de gemeente en de private eigenaar er niet uitkomen dan kan de gemeente dit niet alsnog regelen in een exploitatieplan. Bovenstaande is gebaseerd op een uitspraak van een adviseur die betrokken is geweest bij de totstandkoming van de handleiding van VNG/VROM over de grondexploitatiewet. Andere adviseurs zien wel mogelijkheden om zo’n bijdrage publiekrechtelijk te verhalen. Uit de jurisprudentie zal moeten blijken wat hiervoor de mogelijkheden zijn. Wij gaan er in het vervolg van deze nota vanuit dat deze bijdrage niet publiekrechtelijk is af te dwingen. Voorwaarde om een bijdrage af te spreken in een anterieure overeenkomst is dus dat de ruimtelijke ontwikkeling, waarvoor een bijdrage wordt gevraagd, in een structuurvisie is neergelegd. Op 23 oktober 2008 heeft de raad besloten in anterieure exploitatieovereenkomsten een bijdrage te vragen aan de fondsen Dorpsontwikkeling en Sociale Woningbouw, ondanks het feit dat er nog geen structuurvisie is vastgesteld. Een betaling van een particuliere eigenaar van een fondsbijdrage leidt dus tot een bijdrage aan een ruimtelijk ontwikkeling: het gebruiken van financiële overschotten van winstgevende locaties (verdienlocaties) om tekorten op andere locaties te verevenen. De criteria, profijt, toerekenbaarheid en proportionaliteit, die gelden bij een binnenplanse en bovenplanse verevening gelden niet voor een bijdrage aan ruimtelijke ontwikkelingen. Wel dienen de bestedingsdoeleinden van de fondsen bekend te zijn en zullen deze moeten worden aangemerkt als ruimtelijke ontwikkelingen. 3
1.3 Leeswijzer Deze nota bestaat naast dit eerste inleidende hoofdstuk uit nog een drietal hoofdstukken. Hoofdstuk twee beschrijft de huidige situatie in Binnenmaas, hoofdstuk drie zet de nieuwe fondsenstructuur uiteen en hoofdstuk vier behandelt een aantal praktische zaken. In bijlage 1 is het Statuut Fondsen Ruimtelijke Ontwikkelingen opgenomen. In dit statuut zijn naast de vier fondsen, ook de betalings- en uitkeringsvoorwaarden vastgelegd alsmede de algemene voorwaarden.
4
2 Huidige situatie 2.1 Inleidend Om na te gaan welke toekomstige fondsenstructuur wenselijk is, is het van belang ook de huidige situatie te beschouwen. In dit hoofdstuk wordt de huidige fondsenstructuur beschreven. 2.2 Reserve Dorpsontwikkeling Op dit moment zijn er in de gemeente Binnenmaas een tweetal vereveningsfondsen vastgesteld, het Fonds Dorpsontwikkeling en het Fonds Sociale Woningbouw, beide onderdeel van de Reserve Dorpsontwikkeling. Het doel van deze reserve is het dekken van kosten in het kader van dorpsontwikkeling en sociale woningbouw. De reserve wordt gevoed door een toeslag van € 12,50 per vierkante meter op uit te geven bouwgrond, waarvan € 7,50 voor dorpsontwikkeling en € 5,00 voor sociale woningbouw. Sinds 2007 is er geen onderscheid meer tussen de twee fondsen en komt de storting van 12,50 euro per m2 in de Reserve Dorpsontwikkeling terecht. Vanaf 2003 is tevens het kunstbudget weggezet in de Reserve Dorpsontwikkeling onder vermelding van resterend kunstbudget van de voormalige gemeente Binnenmaas. Het kunstbudget bedraagt per 1 november 2009 € 48.066,65. Dit budget dient ingezet te worden voor kunstprojecten in de gemeente. Per 1 november 2009 bedraagt de reserve € 1.316.433,50. De afgelopen vijf jaar is er slechts driemaal een significant bedrag aan de reserve onttrokken. Dit was in 2006 een onttrekking van € 90.000,00 voor een extra ondersteuningssubsidie voor de molens, in 2008 een onttrekking van € 20.000,00 voor de aanleg van trapveldjes en in 2009 een onttrekking van € 15.000,00 voor het kunstproject WWZ Heinenoord ten laste van het kunstbudget.
5
3 Op weg naar een nieuwe fondsenstructuur 3.1 Inleidend Wij willen optimaal grip houden op de ruimtelijke ontwikkelingen binnen de gemeente. In de Nota Grondbeleid is vastgesteld dat wij dit doen door maximaal gebruik te maken van het instrumentarium van de Grondexploitatiewet. Voor een aantal ruimtelijke opgaven blijkt in de praktijk echter dat de markt dit onvoldoende kan of wil oppakken en de overheid dus een regievoerende rol moet voeren. Vooral bij het opknappen van oude woonwijken, het opknappen van verouderde bedrijventerreinen, het realiseren van onrendabele bovenwijkse voorzieningen zoals infrastructuur en gemeentelijke monumenten en investeringen in de groen- blauw projecten is dit het geval. Deze opgaven zijn ruimtelijk te koppelen aan nieuwe en bestaande ontwikkelingen binnen de gemeente. Investeringsmogelijkheden ontstaan door het heffen van reguliere belastingen bij bestaande inwoners en bedrijven, maar ook door het verevenen van rendabele ontwikkelingen met onrendabele ontwikkelingen. 3.2 De vier nieuwe fondsen Op basis van de in paragraaf 3.1 geformuleerde ruimtelijk opgaven stellen wij voor de nieuwe fondsenstructuur in Binnenmaas uit een viertal fondsen ruimtelijke ontwikkelingen te laten bestaan, te weten: 1. 2. 3. 4.
Regiofonds Fonds Vitale Kernen Fonds Werkterreinen Fonds Bovenwijks
Regiofonds Het regiofonds is een fonds met een intergemeentelijk Hoeksche Waards karakter. Het beheer van het fonds is in handen van de Commissie Hoeksche Waard. De bestedingsdoelstellingen zijn vastgelegd in het Statuut Regiofonds. Alleen regionale projecten die zijn opgenomen in het uitvoeringsprogramma, onderdeel van de intergemeentelijk Structuurvisie Hoeksche Waard, komen in aanmerking voor een bijdrage uit het Regiofonds. Besluitvorming over de bijdrage vindt plaats binnen de Commissie Hoeksche Waard. Een aantal voorbeeldprojecten waar het Regiofonds aan besteed kan worden op een rij:
Kreekontwikkelingen zoals Ikoonproject Binnenbedijkte Maas; Groene Zoom zoals Ikoonproject Regiopark Noord; Landbouwbouwontwikkeling zoals Ikoonproject reconstructie glastuinbouw; Recreatienetwerk zoals wandelpaden over het boerenland; Erfgoedpromotie en natuureducatie zoals een regionaal monumentenloket; Regionaal wegennet zoals transferia Hoeksche Waard; Woonlandschappen zoals stedelijke waterfronten; Werklandschappen zoals TNO Numansdorp;
De definitieve besluitvorming over het Regiofonds vindt begin 2010 plaats. Zodoende is op dit moment nog niet duidelijk hoe de heffing gaat plaatsvinden en ook de hoogte van de bijdrage is nog niet bekend. Het fonds wordt pas na definitieve besluitvorming in de raden operationeel. Het college heeft op 2 juli 2009 besloten om vooruitlopend op de vaststelling van de structuurvisie Hoeksche Waard bij nieuwe ruimtelijke projecten met private grondeigenaren afspraken te maken over een bijdrage aan het Regiofonds.
6
Fonds Vitale Kernen Het Fonds Vitale Kernen wordt ingezet om enerzijds onrendabele projecten zoals het opknappen van oude wijken financieel haalbaar te maken alsmede om niet of slecht publiekrechtelijk verhaalbare voorzieningen te financieren. Ook kan gedacht worden aan het opknappen van gemeentelijke monumenten of centrumontwikkelingen. Indien aangetoond is dat het realiseren van sociale woningbouw in een plangebied niet rendabel is, maar vanuit volkshuisvestelijk en maatschappelijk belang wel wenselijk, kan het Fonds Vitale Kernen ingezet worden om het onrendabele gedeelte (deels) mede te financieren. De projecten die voor het fonds in aanmerking komen (uitgezonderd zijn de aantoonbare onrendabele projecten) worden in de gemeentelijke structuurvisie opgenomen. Woningbouwlocaties en de realisatie van commerciële voorzieningen dienen bij te dragen aan het Fonds Vitale Kernen. In het Statuut Fondsen Ruimtelijke Ontwikkelingen zijn de verdere betalings- en uitkeringsvoorwaarden opgenomen. Fonds Werkterreinen Op dit moment vindt er een landelijke discussie plaats over de herstructurering van bedrijventerreinen. Groot probleem bij herstructureren is het financieel haalbaar maken van de herstructureringsopgave. Er moet veel publiek geld bij en privaat geld is lastig te verkrijgen vanwege het nog steeds aanwezige (relatief) goedkope alternatief van nieuwe bedrijventerreinen. De Commissie Noordanus geeft in haar rapport een aantal mogelijkheden om herstructurering aantrekkelijker te maken. Dit kan door het duurder maken van nieuwe bedrijventerreinen en het vermarkten van de herstructureringsopgave. Een instrument dat de gemeente Binnenmaas wil inzetten is de verevening van de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen met oude bedrijventerrein. Nieuwe bedrijventerreinen zoals Reedijk en de uitbreiding van bedrijventerrein Mijlpolder gaan dan bijdragen aan de herstructurering van bedrijventerreinen zoals Boonsweg en Mijlpolder. Naast bedrijventerreinen gaat het ook om kantoorlocaties. In het Statuut Fondsen Ruimtelijke Ontwikkelingen zijn de verdere betalings- en uitkeringsvoorwaarden opgenomen. Fonds Bovenwijks Bovenwijkse voorzieningen zijn voorzieningen die een functie hebben voor meerdere exploitatiegebieden. Deze kunnen zowel buiten als binnen het exploitatiegebied liggen. Om deze kosten publiekrechtelijk via het exploitatieplan te kunnen verhalen zal moeten worden aangetoond dat de kosten de criteria toerekenbaarheid, proportionaliteit en profijt doorstaan. Deze gelden komen dan in het Fonds Bovenwijks, maar worden dan ‘geoormerkt’ voor een aantal vooraf gedefinieerde voorzieningen. Het fonds wordt gevoed door de alle rendabele ontwikkelingen, zoals nieuwe bedrijventerreinen of woningbouwlocaties. De hoogte van de bijdrage wordt vastgesteld op basis van de raming van de kosten voor het realiseren van de gedefinieerde bovenwijkse voorzieningen. Pas op het moment dat er bovenwijkse voorzieningen zijn voorzien wordt het Fonds Bovenwijks ingesteld.
7
4 Praktische zaken 4.1 Inleidend In dit hoofdstuk worden een aantal praktische zaken met betrekking tot de Fondsen Ruimtelijke Ontwikkelingen beschreven. De overige voorwaarden en procedures zijn vastgelegd in bijlage één. 4.2 Financiële structuur Met het vaststellen van de Nota Fondsen Ruimtelijke Ontwikkelingen, en daarmee het Statuut Fondsen Ruimtelijke Ontwikkelingen, zijn de fondsen niet meteen actief. De formele oprichting van de fondsen dient binnen de financiële structuur van de gemeente plaats te vinden. Hiervoor wordt de Reserve Dorpsontwikkeling opgeheven en twee nieuwe reserves ingesteld; de Reserve Fonds Vitale Kernen en de Reserve Fonds Werkterreinen. De Reserve Fonds Bovenwijks wordt zoals gezegd pas ingesteld indien er sprake is van een bovenwijkse voorziening. 4.3 Reeds gemaakte afspraken Reeds gemaakte afspraken met particuliere eigenaren over hun bijdrage aan de Reserve Dorpsontwikkeling, waaronder de hoogte van de bijdrage, blijven gehandhaafd. De bijdragen worden conform het Statuut Fondsen Ruimtelijke Ontwikkelingen in de Reserve Fonds Vitale Kernen (woningbouw en commerciële voorzieningen) of in de Reserve Fonds Werkterreinen (bedrijventerrein en kantoordoeleinden) gestort. 4.4 Tot aan de gemeentelijke structuurvisie In de periode tussen nu en de vaststelling van de gemeentelijke structuurvisie worden er wel al bijdragen aan de fondsen gevraagd, maar vindt er slechts een beperkte uitkering uit de fondsen plaats. Dit vanwege het risico dat de inbreng in de fondsen, zolang er geen structuurvisie is vastgesteld, mogelijk teruggevorderd wordt als onverschuldigde bijdrage. In de structuurvisie dienen immers de ruimtelijke ontwikkelingen waar een bijdrage voor wordt gevraagd vastgelegd te worden. Vooruitlopend op de structuurvisie willen wij toch gebruik kunnen maken van de fondsen. Daarom wordt voorgesteld een gemaximaliseerde ruimte in de fondsen in te stellen om bijdragen aan projecten uit te keren. Het overige deel van de gelden in de fondsen wordt echter geblokkeerd tot de gemeentelijke structuurvisie is vastgesteld. 4.5 Na de gemeentelijke structuurvisie Als de gemeentelijke structuurvisie is vastgesteld kunnen de te betalen bijdragen aan fondsen niet meer teruggevraagd worden. Projecten die in de structuurvisie zijn bepaald kunnen een bijdrage uit de fondsen Vitale Kernen of Werkterreinen aanvragen. Er blijft tevens ruimte in de fondsen beschikbaar om onvoorziene aanvragen na opname in de gemeentelijke structuurvisie te honoreren. 4.6 Bevoegdheden Aanvragen om een uitkering uit de fondsen Vitale Kernen en Werkterreinen en het Fonds Bovenwijks dienen afgestemd te worden met de medewerkers grondbeleid. Feitelijke besluitvorming over een uitkering uit de fondsen vindt plaats in de gemeenteraad. Het bepalen van de bijdrage aan de fondsen is tevens een bevoegdheid van de gemeenteraad.
8
Bijlage 1 Statuut Fondsen Ruimtelijke Ontwikkelingen Deze bijlage is separaat bijgevoegd.
9