Management Samenvatting Lightrail in relatie tot ruimtelijke ontwikkelingen Ruimtelijke ontwikkelingen moeten en kunnen bijdragen aan de realisatie van lightrail in Nederland Case studie Zwolle-Kampen
Afstudeeronderzoek Jan Willem de Kleuver Studie Ruimtelijke ordening en Planologie Differentiatie Mobiliteit en verkeer 8 juni 2009 Onderzoeksstage bij Twynstra Gudde
Persoonlijke gegevens Student: Studentnummer: Contactgegevens:
Jan Willem de Kleuver 1522783
[email protected] /
[email protected] [email protected] 06 - 55 128 918 Van Lieflandlaan 102 3571 AG Utrecht
Gegevens opleiding Naam: Faculteit: Opleiding: 1e begeleider: Contactgegevens: 2e begeleider: Contactgegevens:
Hogeschool van Utrecht Natuur en Techniek Ruimtelijke Ordening en Planologie Drs. Ing. Arnold Helfrich; Consultant XTNT
[email protected] 06 2535 7227 Ing. Wim Vos
[email protected]
Gegevens stagebedrijf Stagebedrijf: Begeleider: Contactgegevens: Secretariaat:
Twynstra Gudde adviseurs en managers Ir. Roderik Schunck
[email protected] 06 10 935 103 033 467 7608 Stationsplein 1 Postbus 907 3800 AX Amersfoort
Hogeschool Utrecht De onderzoeker, Jan Willem de Kleuver, studeert Ruimtelijke Ordening en Planologie met een differiëntiatie Mobiliteit en Verkeer aan de Hogeschool Utrecht. Voltooing van dit onderzoek betekent de afronding van 4 jaar studie en leidt tot een Bachelor of Science diploma. Twynstra Gudde Het afstudeeronderzoek voer ik uit bij Twynstra Gudde (TG). Twynstra Gudde is een organisatieadviesbureau met de kerncompetenties project- en programmamanagement, veranderkunde en organisatiekunde. Binnen de publieke sector is TG onder meer betrokken bij publiek-private samenwerkingsconstructies in infrastructuur en mobiliteitsprojecten, waaronder opgaven ten aanzien van lightrail. Railforum Railforum is een kenniscentrum van en voor de Nederlandse spoorsector. Voor dit onderzoek ben ik gesponsord door de commissie Rootliep, onderdeel van Railforum.
Afstudeeronderzoek Jan Willem de Kleuver
2
Lightrail in relatie tot ruimtelijke ontwikkelingen
Voorwoord Het adviesbureau Twynstra Gudde heeft mij de mogelijkheid geboden om binnen mijn interesses, ruimtelijke planning en mobiliteit, een onderzoek te doen naar de relatie tussen lightrail en ruimtelijke ontwikkelingen. Dit afstudeeronderzoek is geschreven voor Twynstra Gudde Lightrail, waarvoor Ellen Lastdrager - van der Woude de aansturende persoon is. Deze management samenvatting is het resultaat van het onderzoek omtrent lightrail en ruimtelijke ontwikkelingen en bevat een samenvatting en de belangrijkste conclusies van het onderzoek. Daarnaast is er in 2 overzichtstabellen een totaal beeld gegeven van alle lightrailprojecten en financieringsmogelijkheden van lightrail in Nederland. Deze management samenvatting is afgesloten met een opsomming van de geraadpleegde literatuur, internetbronnen, interviews met experts, presentaties en congressen. Ik heb bij Twynstra Gudde een inspirerende tijd gehad, omdat veel ruimte werd geboden voor eigen initiatief, terwijl ik van mijn kant heb ik kunnen profiteren van de kwaliteiten van Twynstra Gudde en haar adviseurs en managers. Bovendien werd mij de mogelijkheid geboden om mee te draaien in een de adviespraktijk van Twynstra Gudde, dit heeft voor mij veel nieuwe inzichten opgeleverd, waarvan ik ook in de toekomts mij voordeel kan doen. In het bijzonder bedank ik mijn begeleider Roderik Schunck voor zijn inhoudelijke steun en de plezierige omgang die wij samen hadden. Deze dank geldt ook voor Ellen Lastdrager - van de Woude omdat zij de onderzoeksplaats mogelijk maakte en mij bovendien betrok bij een aantal adviesactiviteiten. Ook alle andere medewerkers van mijn afdeling, waaronder het secretariaat dank ik voor hun bereidheid mij te helpen. Daarnaast wil ik graag de Hogeschool Utrecht bedanken, in de personen van Arnold Helfrich en Wim Vos voor hun steun en begeleiding van dit onderzoek door hun affiniteit met planologie en mobliteit. Voor het onderzoek heb ik een twintigtal experts uit verschillende disciplines geraadpleegd, zowel uit decentrale overheden, de adviespraktijk, maar ook tramenthousiasten die een totaal andere inkijk op het product lightrail hebben. Bij deze wil ik deze experts graag bedanken voor hun tijd en medewerking aan dit onderzoek. Kortom, de afgelopen maanden heb ik met veel plezier aan mijn afstudeerrapport gewerkt! Jan Willem de Kleuver Mocht u na het lezen van deze management samenvatting geïnteresseerd zijn in mijn volledige afstudeeronderzoek en zou u deze graag willen ontvangen. Neem dan contact met mij op. Contactgegevens: Jan Willem de Kleuver Tel: 06 55 128 918 Email:
[email protected] /
[email protected]
Railforum
Hogeschool Utrecht
3
Twynstra Gudde
Een hoogwaardige grensoverschrijdende lightrailverbinding.
Enschede Gronau Gerealiseerd
Afstudeeronderzoek Jan Willem de Kleuver
Een grensoverschrijdende hoogwaardige lightrailverbinding.
Een nieuw efficiënt OV netwerk in de regio middels HOV Bus en Stadsregiorail.
SnelTram Hasselt, Maastricht Grote kans van slagen
HOV Tram netwerk KAN Arnhem, Nijmegen. Grote kans van slagen
Het eerste trjaect betaat uit een tramlijn tussen Heyendaal en Arnhem.
Deels bestaand spoor. Nieuw spoor in Maasstircht en rond Hasselt.
Deel 1: Verbinding tussen Groningen centraal station, -centrum en ’ Zernike’.
Mogelijke vetramming bestaande busverbinding en aansluiting op sneltram.
Het realiseren van een tramverbinding tussen Utrecht Centraal en de ‘Uithof’.
Nieuwe metroverbinding voor verbinden noord-, zuiden A’dam-centrum.
De bestaande busverbinding wordt mogelijk in de toekomst vetramd.
Utrecht Utrecht Centraal, ‘Uithof’. Mogelijk.
Noord-Zuid Lijn A’dam-noord, A’dam-centrum en A’dam-zuid. Mogelijk.
Zuidtangent Haarlem, Hoofddorp, Schiphol, Amsterdam. Mogelijk.
Rijksoverheid, decentrale overheden, Luchthaven Schiphol en Connexxion.
De busverbinding wordt 33 000 uitgebreidt naar Nieuwreizigers Vennep, Uithoorn en IJburg. per dag
€ 300 mljoen
€ 960 mljoen
€ 11 mljoen
Initiatieffase
Realisatiefase
Initiatieffase
Realisatiefase
€ 2,59 Miljard
€ 55 mljoen
Ontwerp- Totaal: fase € 360 mljoen
Ontwerp- € 70 fase mljoen
Ontwerp- Totaal: fase € 700 mljoen
2015
2017
Onbekend
2012
2020
2013
Medio 2012
Deel 1: 2014
Medio 2012
2010, 2015
2006
2001
Aanleg- Realisatie kosten
Ontwerp- € 16 fase mljoen
Realisatiefase
Exploitatiefase
Exploitatiefase
< 30 000 Agendereizgers per ring dag
6 000 reizigers per dag
4 000 reizigers per dag
25 000 reizigers per dag
8 500 reizigers per dag
37 000 reizigers per dag
42 000 reizigers per dag
2 200 reizigers per dag
Intensiteit Fase netwerk(±)
Rijksoverheid, Provincie Nieuw spoor, deels onder57 500 Noord-Holland en Stadsre- gronds. 9,7 kilometer met 7 reizigers gio Amsterdam. nieuwe stations. per dag
Provincie Utrecht, Bestuursregio Utrecht en gemeente Utrecht.
Bestaand spoor en aansluiting op RET-metronetwerk vanaf Schiedam Centraal.
Provincie, regio’s, stadsBestaand spoor met capagewesten, stadsregio’s, citeitsvergroting en vernieugemeenten, NS en ProRail. wing stations(omgeving).
Rijksoverheid, de stadsregio en betrokkken gemeenten in de regio.
Gewest Vlaanderen, Rijksoverheid, Provincies Limburg, en gemeenten.
Provincies Groningen en Drenthe, gemeenten Groningen en Assen.
Hoekse Lijn Vertramming spoorlijn Schie- Stadsregio Rotterdam, beRotterdam Centraal, Hoek van dam, Hoek van Holland. Mul- trokken gemeenten, RET Holland. Mogelijk. tifunctioneel spoorgebruik. en ProRail.
Stedenbaan Frequentief rail netwerk Drechtsteden, Rijnmond, in relatie met ruimtelijke Haaglanden, Leiden. Mogelijk. ontwikkelingen bij stations.
Een nieuwe regionale tram verbinding in de regio Groningen en Assen.
RegioTram Kolibri Groningen, Assen Grote kans van slagen
Provincie Overijssel, geBestaand spoor met 5 meente Zwolle , gemeente nieuwe haltes plus electrifiKampen en ProRail. catie van de spoorlijn.
Vertramming spoorlijn ‘Kamperlijntje’ oa door realisatie ‘Hanzelijn’.
RegioTram Zwolle, Kampen Grote kans van slagen
Deels bestaand spoor en trambaan. Aansluiting op metronetwerk Rotterdam.
Bestaand Traject ‘geupgraded’. 9 kilometer met 2 nieuwe stations.
Traject
Upgraden verbinding Gouda, Rijksoverheid, Provincie Deels betaand spoor en Leiden en realiseren nieuwe Zuid-Holland, gemeenten, stations. Nieuw deel tussen verbinding naar Katwijk. Rijkswaterstaat en ProRail. Leiden en Katwijk aan Zee.
Rijksoverheid, decentrale overheden, RET en HTM.
Nederlandse en Duitse decentrale overheden, Arriva en DB Regio.
Betrokken partijen
RijnGouwelijn Katwijk aan Zee, Leiden, Gouda. Zeker
RandstadRail Comfortabel en frequentief Haaglanden, Zoetermeer, Rot- interstedelijk ov-netwerk in terdam. Gerealiseerd de Provincie Zuid-Holland.
Summiere beschrijving
Project en locatie Gesorteerd op slagingskans
Overzichtstabel Lightrailprojecten in Nederland
Lightrail in relatie tot ruimtelijke ontwikkelingen
4
Samenvatting Lightrail in relatie tot ruimtelijke ontwikkelingen Ruimte en infrastructuur zijn twee verschillende interessante stromingen die samen komen bij de ontwikkeling van lightrailverbindingen en stationslocaties. In dit onderzoek is een koppeling tussen ruimtelijke ontwikkelingen en lightrail onderzocht. De aanleiding voor het onderzoek is de vraag in hoeverre lightrail een oplossing is voor regionale mobiliteitsvraagstukken en of ruimtelijke ontwikkelingen langs lightrailverbindingen kunnen bijdragen aan het vergroten van de financiële haalbaarheid van railinfrastructuur, zoals lightrail. Allereerst is in dit onderzoek aandacht besteed aan het product lightrail en de invloed hiervan op de omgeving. Lightrail is een lastig te omschrijven begrip, omdat de meningen uiteenlopen over een juiste definitie. Eén van de veel gehoorde omschrijvingen is: ‘het beste van een trein en een tram gecombineerd’. Deels klopt dit ook, maar bovenal is het een product dat de intentie heeft om het imago van het openbaar vervoer in Nederland drastisch te verbeteren. Lightrail is geschikt voor kosteneffectief vervoer tot afstanden van 40 kilometer en het product heeft een structurerende werking op een regio. Daarnaast kunnen (life cycle) kostenvoordelen behaald worden door lagere kosten aan onderhoud en beheer, de realisatie van haltes in plaats van stations en de minder grote impact van lightrail op de directe omgeving. In het onderzoek wordt verslag gedaan over de manier waarop de realisatie en ontwikkeling van lightrailprojecten verloopt. De centrale regie berust bij de vervoersautoriteit (meestal een Provincie of stadsregio). Deze decentrale overheid heeft bij lightrailprojecten het recht en de plicht om meerjarige concessies te verlenen aan vervoerders voor lightrailverbindingen. De ontwikkeling van het product lightrail gaat via de volgende fasering: agendafase, initiatieffase, ontwerp- en aanbestedingfase, realisatiefase en exploitatie- en beheerfase. Daarnaast is er aandacht besteedt aan de manier waarop lightrailprojecten in Nederland worden gefinancierd, welke partijen hierbij betrokken zijn en op welke wijze alternatieve financieringsconstructies de mogelijkheid bieden om de financiële haalbaarheid van dergelijke projecten te vergroten. Hierbij is voornamelijk gekeken naar de relatie tussen ruimtelijke ontwikkelingen en lightrail. Dit heeft geleid tot een volledige weergave in een overzichtstabel (pagina 6) van de verschillende financieringsmogelijkheden van lightrail. Onder meer is gekeken naar publiek-private samenwerking (PPS)-constructies en de mogelijkheden die dit biedt bij lightrailprojecten in Nederland. PPS in de vorm van een integrale concessie is gewenst, door de efficiëntie- en optimalisatievoordelen bij integratie van openbare ruimte en ruimtelijke ontwikkelingen rondom stations of haltes. Het product lightrail, de ontwikkeling, de realisatie en de verschillende financieringsconstructies van lightrail zijn onderzocht in een case studie. Door het creëren van een overzichtstabel (pagina 4) met alle bestaande lightrailprojecten in Nederland, is een helder beeld gegeven van de huidige markt waarin het product te stand komt. Uit deze overzichtstabel is het onderwerp van de case studie gekozen, namelijk het lightrailproject Zwolle-Kampen. De vervoersautoriteit Provincie Overijssel gaat in samenwerking met de gemeente Zwolle, gemeente Kampen en ProRail de bestaande spoorverbinding van 16 km ‘vertrammen’. Dit houdt in dat een bestaande railverbinding wordt aangepast tot lightrail. De nieuwe lightrailverbinding kan mogelijk door 5 nieuwe haltes, een hogere frequentie en een positief imago een rendabele hoogwaardige regionale openbaar vervoer verbinding worden. In de case studie is de financiering van de lightrailverbinding onderzocht. Uit de openbaar gemaakte business case blijkt dat de publieke partijen 100% van het project financieren. Dit is een opvallende constatering, waaruit blijkt dat decentrale overheden de kosten van lightrailprojecten centraal stellen en nauwelijks oog hebben voor de financiële opbrengsten van lightrail. Nader onderzoek toont immers aan dat in de werkelijkheid 6% van de totale kosten worden gefinancierd uit ruimtelijke ontwikkelingen rond haltes. In dit onderzoek is een totaalbeeld gegeven van het product lightrail, de ontwikkeling, de realisatie en de financieringsconstructies van lightrail. De hoofdconclusie is dat lightrail een perfect concept is om het regionale openbaar vervoer structureel te verbeteren, mits decentrale overheden en andere partijen bereid zijn om op een innovatieve wijze om te gaan met het product lightrail.
Railforum
Hogeschool Utrecht
5
Twynstra Gudde
Afstudeeronderzoek Jan Willem de Kleuver
Kosten voor investeringen in lightrail worden Gemeente verhaald op die partijen die profiteren van de investering.
De kosten voor bovenwijkse voorzieningen (vb Gemeente en hoofdinfastructuur, zoals lightrail) kunnen ver- private grondeihaald worden op private grondeigenaren. genaren
De OZB binnen de gehele gemeente laten stij- Gemeente gen, met verhoogde eigen middelen tot resultaat.
Concessie geldt voor spoorvervoer en voor het Alle decentrale ontwikkelen van stationsomgevingen. overheden
Baatbelasting (niet toegepast in het onderzoek)
Grondexploitatiewet
Onroerende Zaak Belasting (OZB)
PPS-constructies Integrale concessie
Private partijen
Gebruikers
Verschillende partijen plaatsen tegen betaling Vervoerders en reclame in het voertuig of bij een halte. overige partijen.
Realisatie van lightrail verlaagd de kosten voor Vervoersautoandere regionale vervoersdiensten riteit
Exploitatievoordelen
Reclameopbrengsten
Werkzaamheden aan riolering, bestrating kun- Rijk, provincie nen tegelijk met de realisatie van lightrail in de en gemeente stedelijke integratie plaatsvinden.
Planning efficiëncy
Reizigers betalen, dmv ritprijzen, voor het ge- Vervoersautobruiken van openbaar vervoer, zoals lightrail. riteit, exploitant en gebruikers
Ontwikkelen van eigen gronden rond stations- Gemeente locaties. Winsten door stijging grondprijzen komen ten gunste van van lightrail.
Grondbeleid
Kaartverkoop
Decentrale overheden kunnen de investeringen Decentrale over- - Prioriteit aan lightrail geven. in lightrail uit de eigen middelen betalen. heden - een financieel daadkrachtige decentrale overheid.
Eigen middelen decentrale overheden
Decentrale overheden
Vervoersautoriteit ontvangt BDU-gelden van Decentrale over- - Afhankelijk van bevolkingshet rijk voor de jaarlijkse kosten van lightrail heden dichtheid.
Brede Doel Uitkering (BDU)
-
-
-
Minder gelden voor andere doeleinden.
-
Een eigen inverstering van € 112,5 miiljoen.
Negatief gevolg
- Private partijen moeten investeringen durven te doen
- Een stijging geldt voor de gehele gemeente
Verhoogde jaarlijkse inkomsten
Jaarlijkse inkomstenbron
Lager kosten voor overig OV
Extra financiële middelen
Risicospreiding
Initiatieffase
Exploitatiefase
Realisatiefase
Exploitatiefase
Exploitatiefase
Exploitatiefase
Exploitatiefase
RealisaLagere kosten tiefase voor totale werkzaamheden
Extra financiële Koopkracht inwoners gemeente middelen daalt Consortium is grondeigenaar
Initiatieffase
Initiatieffase
Initiatieffase
Initiatieffase
Fase
Kwaliteit ontwik- Initiatiefkelingen zelf fase bepalen
Decentrale overheid steunt het project
Jaarlijkse inkomstenbron
Extra financiële middelen
Extra financiële middelen
Positief gevolg
Onenigheid bij Investering partijen onderling wordt verhaald - Private grondeigenaren dienen Kwaliteit ontwikde gronden te ontwikkelen kelingen kan minder zijn.
- Alle partijen die profiteren dienen mee te betalen naar ratio van dat zij profijt hebben.
De verdeling van de opbrengsten dient vastgelegd te worden in contracten tussen de vervoersautoriteit en de exploitant. -
- Prioriteit aan lightrail geven
- Onderhoudswerkzaamheden zijn op de korte termijn noodzakelijk
- In bezit zijn van gronden rondom stationslocaties
- Zelf 112,5 miiljoen investeren - Investering dient nationale gevolgen te hebben.
Decentrale overheid kan voor investeringen in Rijk en decenlightrail boven de € 112,5 miljoen gelden van trale overheden het minist. van RWS ontvangen.
Meerjarenplan Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT)
Rijksoverheid
Voorwaarden
De decentrale overheden kunnen financiëel Decentrale over- - Strikte controle op ontvangengesteund worden door de EU om investeringen heden gelden. in regionale ontwikkelingen te bewerkstelligen.
Betrokken
Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)
Summiere beschrijving
Europese Unie
Publieke partijen
Financiering van lighrail door
(Alternatieve) financieringsmogelijkheden voor lightrail
Lightrail in relatie tot ruimtelijke ontwikkelingen
6
Eindconclusie Lightrail in relatie tot ruimtelijke ontwikkelingen Dit onderzoek laat ik uitmonden in een beperkt aantal conclusies en aanbevelingen. Steeds formuleer ik een korte conclusie, die daarna uitvoeriger wordt toegelicht. 1: Stadshagen is een aansprekend voorbeeld voor decentrale overheden vanwege aanwending van privaat geld ten gunste van lightrailprojecten. In de Vinex-locatie Stadshagen worden opbrengsten uit ontwikkelingen rondom de haltes ingezet voor de realisatie van lightrailhaltes in het gebied. Een duidelijk voorbeeld waarbij private partijen die profijt kunnen hebben van de lightrailverbinding meebetalen aan de realisatie hiervan. De financieringsinstrumenten ‘grondbeleid’ en ‘grondexploitatiewet’ hebben het mogelijk gemaakt om voor elke woning die gerealiseerd is in het gebied 4.000 euro af te laten dragen ten gunste van de realisatie van hoofdinfrastructuur in Stadshagen. Een klein deel hiervan wordt gebruikt voor de realisatie van lightrailhaltes. Het totaal aan financiële middelen welke ten gunste zijn gekomen voor lightrail is 1 miljoen euro. 2: Decentrale overheden zijn gehouden om opbrengsten in kaart te brengen. Het is opvallend dat decentrale overheden de kosten centraal stellen en niet of nauwelijks oog hebben voor de financiële opbrengsten van railinfrastructuur projecten zoals lightrail. Dit is een gemiste kans omdat lightrailprojecten naast maatschappelijke ook financiële opbrengsten genereren. In de case studie is aangetoond dat een decentrale overheid als de gemeente Zwolle voor 100% de lightrailverbinding met publiek geld wil financieren, terwijl er 1 miljoen euro – van de totale investeringkosten van 16 miljoen euro – afkomstig is van private partijen in Stadshagen. Aandacht voor de opbrengstenkant door decentrale overheden kan er toe leiden dat private partijen in de meest ruime zin beseffen dat zij een rol kunnen spelen in de financieringsoplossing. Ook bedrijven kunnen aldus gestimuleerd worden om financiëel bij te dragen aan de ruimtelijke ontwikkelingen langs de lightrailverbinding. 3: Vastgoedopbrengsten komen onvoldoende ten gunste van lightrailprojecten. Ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur zijn vaak gescheiden werelden. Hoewel die samenhang in de gemeente Zwolle wel aanwezig is, blijkt dat het in het algemeen onvoldoende duidelijk is hoe de financieringsstromen rond vastgoed er in de praktijk uitzien. Deze constatering, in combinatie met de gescheiden ontwikkeling van ruimte en infrastructuur, leidt tot de conclusie dat lightrailprojecten niet profiteren van vastgoedontwikkelingen bij haltes. 4: PPS via de vorm van een integrale concessie is gewenst, omdat het belangrijke voordelen heeft ten opzichte van de huidige ontwikkeling en realisatie van lightrailprojecten. De integrale concessie is een gezamenlijk pakket, waarbij exploitatierechten voor openbaar vervoer en ontwikkelingsrechten van grondlocaties worden aanbesteed door de vervoersautoriteit aan een privaat consortium van vervoersaanbieders, ontwikkelaars, beleggers en/of financiers. De belangrijkste voordelen hiervan zijn dat ruimtelijke ontwikkelingen bij haltes gestuurd kunnen worden naar functie, de concessieduur voor een veel langere periode geldt en dat decentrale overheden voor een langere periode dan zij gewend zijn dergelijke afspraken aangaan. Dit leidt tot efficiëncy- en optimalisatievoordelen tussen de ontwikkeling van railinfrastructuur en openbare ruimte / ruimtelijke ontwikkelingen rond haltes. 5: Lightrail is hét innovatieve middel voor regionaal openbaar vervoer. De invalshoek voor dit onderzoek is dat het product lightrail een perfect concept is, omdat lightrail een hoogwaardig, innovatief, comfortabel en duurzaam product is met de mogelijkheid om het regionale openbaar vervoer structureel te verbeteren. Dit onderzoek bevestigt dat lightrail een perfect concept is. Juist mijn bovenstaande conclusies laten zien dat er met de ontwikkeling van lightrail veel kansen liggen, mits decentrale overheden en andere partijen bereid zijn om op een innovatieve wijze om te gaan met het product lightrail. Dit wil zeggen dat lightrail niet moet worden gelijkgesteld aan trein of bus, maar veel meer mogelijkheden biedt voor het regionaal openbaar vervoer. In het bijzonder gaat dit onderzoek in op de relatie tussen infrastructuur en ruimtelijke ontwikkelingen. Ook daar geldt het perfecte concept van lightrail, omdat het geen barrièrevormende werking heeft op de directe omgeving, en hierdoor kansen biedt om de koppeling tussen openbare ruimte, bebouwing en infrastructuur te optimaliseren.
Railforum
Hogeschool Utrecht
7
Twynstra Gudde
Literatuurlijst • (Binsbergen, 2007) van Binsbergen B. (2007); Samenhang tussen stedelijkheid en infrastructuur; in: De grenzeloze regio, praktijkboek regionale strategieën, p. 120-131. • (Elshof, 2006) Elshof, M., Pieters, I. (2006); Een goed onderzoek. • (Lastdrager,2008) Lastdrager, E., Bonnemayer, L. (2008); Stationsontwikkeling is regionale opgave; in: Stedebouw & Ruimtelijke Ordening, nr. 5, Stationsomgevingen, p. 36-39 Lastdrager E., Bonnemayer, L. (2008); Regionaal openbaar vervoer, verbinden van mobiliteit en ruimtelijke inrichting: een methodische aanpak; Habiforum. Lastdrager, E. Bonnemayer, L. (2007); Regionale alliantievorming rond regionale ver voerautoriteiten; in: De grenzeloze regio, praktijkboek regionale strategieën. • (Kampen,2009) Structuurvisie 2030 (2009). Netwerkstadvisie 2030 (2009). GrondprijzenNota 2009 (2009). • (KpVV) KpVV ism NIROV, CROW, Vereniging STADSWERK Nederland (2005); Bereikbaarheid anders betalen; Over de mogelijkheden en beperkingen van value-capturing bij de financiering van infrastructuur. Programma ruimte en mobiliteit. KpVV (2008); Verdichting en OV hebben elkaar nodig. • (Provincie,2009) Statenvoorstel Provincie Overijssel Vertramming Kamperlijn 2009 • (Schoemaker, 2002) Schoemaker, T. (2002); Samenhang in vervoer- en verkeerssystemen. • (Stamsnijder, 2008) Stamsnijder, M.C.M. (2008); Stadsregio’s en de nieuwe WRO. Nirov. • (Twynstra Gudde,2009) Twynstra Gudde (2009); Informatie uit oriëntatie- en diepte-interviews en interne documentatie. • (Vertramming,2009) Haalbaarheidsstudie vetramming Zwolle Kampen (2007); Arcadis en RVDB. • (V&W) Ministerie van Verkeer en Waterstaat (2008); Vervoersconcessie hoofdrailnet. • (Zwolle,2009) GrondprijzenNota 2009 (2009). • (Zwolle Kampen, 2009) Zwolle Kampen Netwerkstad (2009); Persberichten.
Internetbronnen De onderstaande congressen en de kenniskring hebben een inhoudelijke bijdrage geleverd aan dit onderzoek. • • • • • • • • • • • • • • •
(Boelens, 2009) (DeltaRail,2008) (EFRO,2009) (KVK,2009) (Movares, 2009) (Nationaal Landschap,2009) (NoordZuidlijn) (OV-chipkaart,2009) (Postbus51,2009) (Railpedia,2009) (RVDB, 2009) (Stedenbaan) (Stentor 2008) (V&W) (Zwolle Kampen, 2009)
Boelens, L. (2009); www.urbanunlimited.nl/ DeltaRail (2009); www.deltarail.nl/ Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (2009); www.europa-nu.nl/ Kamer van Koophandel (2009); www.kvk.nl/wettenenregels/ Movares Light Rail (2009); www.movares.nl/Expertises/Light+Rail/ Nationaal Landschap (2009); www.nationalelandschappen.nl/ NoordZuidlijn Amsterdam (2009); www.noordzuidlijn.amsterdam.nl/ OV-Chipkaart (2009); www.ov-chipkaart.nl/ Postbus 51 (2009); www.postbus51.nl/ Railpedia. Encyclopedie voor de spoorsector (2009); www.railpedia.nl/ Rob van der Bijl Urban Planning (2009); www.lightrail.nl/ Stedenbaan (2009); www.stedenbaan.nl/ Stentor. Regionaal dagblad. (2009); www.stentor.nl/ Ministerie van Verkeer en Waterstaat (2009); www.verkeerenwaterstaat.nl/ Zwolle Kampen Netwerkstad (2009); www.zwollekampennetwerkstad.nl/
Afstudeeronderzoek Jan Willem de Kleuver
8
Lightrail in relatie tot ruimtelijke ontwikkelingen
Interviews Met de onderstaande personen hebben er (diepte) interviews en/of gesprekken plaatsgevonden omtrent onderwerpen voorkomend in dit onderzoek. Allen zijn ze experts in hun eigen vakgebied. De gegevens zijn als volgt weergegeven: achternaam, voornaam, gespreksdata, organisatie, functie. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Bandel, Paul (6 maart 2009); voormalig gemeentenecretaris Deventer, tram enthousiast van der Bijl, Rob (2009); RvdB Urban Planning, Light Rail Atlas, Stedebouwkundige, Bonnemayer, Loes (20 februari 2009); Twynstra Gudde, Adviseur Infrastructuur Bosma, Klaas (18 februari 2009); Twynstra Gudde, Adviseur Vastgoed Das, Wouter (2009); Hogeschool Utrecht, docent Ruimtelijke Ordening en Planologie Ekhart, Rutger (7 april 2009); Gemeente Zwolle, Beleidsadviseur Verkeer en Vervoer Favié, Paul (13 februari 2009); Twynstra Gudde, Partner Infrastructuur Helfrich, Arnold (2009); XTNT, Consultant Heemskerk, Gregor (13 februari 2009); Twynstra Gudde, Adviseur Ruimte Gloudemans, Migiel (20 feburari 2009); Twynstra Gudde, Adviseur Lastdrager - van der Woude, Ellen (2009); Twynstra Gudde Partner Infrastructuur van den Linden, Martin (6 februari 2009); Twynstra Gudde, Adviseur Infrastructuur Onderwater, Pieter (26 februari 2009); DHV Consultants, Manager network studies Transfer & Rail Schaminée, André (13 februari 2009); Twynstra Gudde Adviseur Infrastructuur Schunck, Roderik (2009); Twynstra Gudde, Adviseur Infrastructuur Sijtsma, Jelte (22 april 2009); Gemeente Kampen, Beleidsadviseur Verkeer en Vervoer Tommassen, Peter; (27 februari 2009); Provincie Overijssel, Beleidsmedewerker Verkeer en Vervoer Vos, Wim (2009); Hogeschool Utrecht, docent Ruimtelijke Ordening en Planologie Westerweel, Jan Willem (17 april 2009); Twynstra Gudde, Adviseur Mobiliteit Zbinden, Suzanne (6 februari 2009); Twynstra Gudde, Adviseur Infrastructuur
Overige bronnen De onderstaande congressen en de kenniskring hebben een inhoudelijke bijdrage geleverd aan dit onderzoek. • Vastgoedcongres over stationslocaties • Presentatie over Spoorzone Zwolle • Presentatie over Bestuurlijke regie • Presentatie over Stationslocatie Tilburg • CROW XL • Presentatie over integrale concessie Arnhem Nijmegen • Railforum • Participeren in de kenniskring Lightrail. Een gezamelijk onderzoek naar mogelijke verbeteringen bij de implementatie van lightrail in Nederland en de daarbij behorende problematiek. •
Google Earth Een vrij te downloaden informatiesysteem waarmee elke locatie in Nederland is op te zoeken met behulp van sateliet- en luchtfoto’s.
Railforum
Hogeschool Utrecht
9
Twynstra Gudde