Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep Gemeente Gennep
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep Gemeente Gennep
Toelichting Bijlagen Regels Bijlage Verbeelding Schaal 1:1.000 Datum: 10 juli 2015 Projectgegevens: TOE01-0253088-01d REG01-0253088-01b TEK01-0253088-01b Identificatienummer: NL.IMRO.0907.BP11022Nijmwg27GNP-ON01
Vestiging Oosterhout Beneluxweg 125 4904 SJ Oosterhout T: +31 (0)162 48 75 00 www.croonenburo5.com
Vestiging Maastricht Louis Loyensstraat 5 6221 AK Maastricht T: +31 (0)43 325 32 23
[email protected]
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
Inhoud 1
Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Plangebied 1.3 Vigerend bestemmingsplan 1.4 Bij het plan behorende stukken 1.5 Leeswijzer
1 1 2 2 3 3
2
Planbeschrijving 2.1 Gebiedskarakteristiek 2.2 Stedenbouwkundige visie 2.3 Inrichtingsplan Nijmeegseweg 27
5 5 5 7
3
Beleidskader 3.1 Provinciaal beleid 3.2 Gemeentelijk kader 3.3 Conclusie
11 11 18 20
4
Milieuhygiënische en planologische verantwoording 4.1 Bodem 4.2 Geluid 4.3 Luchtkwaliteit 4.4 Externe veiligheid 4.5 Bedrijven en milieuzonering 4.6 Kabels en leidingen 4.7 Verkeer en parkeren 4.8 Water 4.9 Flora en fauna 4.10 Archeologie en cultuurhistorie
21 21 22 24 26 27 29 29 30 32 34
5
Juridische planopzet 5.1 Juridische planopzet 5.2 Beschrijving van de bestemmingen
37 37 37
6
Haalbaarheid 6.1 Financieel 6.2 Maatschappelijk
39 39 39
Bijlagen: 1.
Verkennend bodemonderzoek, Geofox-Lexmond bv, 23 december 2010
2.
Beoordeling milieuhygiënische bodemkwaliteit, Antea Group, 19 maart 2015
3.
Akoestisch onderzoek industrielawaai, JAMI advies en onderzoek, 19 januari 2009
4.
Nader akoestisch onderzoek piekgeluiden, JAMI advies en onderzoek, 25 mei 2009
5.
Aanvullende motivatie industrielawaai, Antea Group, 22 april 2015
6.
Quickscan flora en fauna, Croonen Adviseurs, 10 augustus 2010
7.
Aanvullend vleermuizenonderzoek, Econsultancy, 24 oktober 2012.
8.
Archeologisch bureau- & inventariserend veldonderzoek, BAAC bv, 23 november 2010
CroonenBuro5
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Ligging plangebied binnen Gennep (BING Maps, 2014)
Begrenzing plangebied (BING Maps, 2014)
CroonenBuro5
Gemeente Gennep
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
1 Inleiding 1.1
Aanleiding Ter hoogte van de kruising Nijmeegseweg/Ottersumseweg in Gennep is Geurts van Bergen BV gevestigd. Het plangebied behoort tot de bebouwde kom van Gennep ondanks dat deze gronden fysiek van Gennep gescheiden zijn door het beekdal de Niers. In het vervolg van deze toelichting wordt om misverstanden te voorkomen echter gesproken over een ligging in de kern Ottersum, mede in relatie tot het vigerend bestemmingsplan. De bestaande bedrijfsvoering bestaat uit verschillende groothandels- en detailhandelsactiviteiten. Deze bedrijfsactiviteiten zijn momenteel gesitueerd aan de westzijde van de Nijmeegseweg (Nijmeegseweg 16). Het bedrijfsperceel aan de Nijmeegseweg 27, ten oosten van de Nijmeegseweg, in de bestaande situatie volledig in gebruik als opslagterrein, ter ondersteuning van de groothandels- en detailhandelsactiviteiten. Ten behoeve van een (bedrijfseconomische) duurzame en efficiënte bedrijfsvoering is Geurts van Bergen BV voornemens haar groothandelsactiviteiten en detailhandelsactiviteiten fysiek van elkaar te scheiden. De detailhandelsactiviteiten blijven, conform de bestaande situatie, gesitueerd op het bedrijfsperceel aan de Nijmeegseweg 16. De doelstelling is om de groothandelsactiviteiten, bestaande uit bouwmaterialenhandel en de keuken- en sanitairverkoop, te verplaatsen naar het bedrijfsperceel aan de Nijmeegseweg 27. Tot dit doel is Geurts van Bergen BV voornemens het bestaande bedrijfsperceel aan de Nijmeegseweg 27 te herinrichten alsmede te vergroten, in combinatie met de realisatie van een nieuw bedrijfsgebouw. Voor de voorgenomen ontwikkeling is in 2007 een stedenbouwkundige visie opgesteld. Uitgaande van deze visie en een schetsplan van 20 juni 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders op 27 oktober 2009 aangegeven medewerking te willen verlenen aan het initiatief. In de tussenliggende periode is het planvoornemen nader geconcretiseerd en uitgewerkt tot een gedetailleerd inrichtingsplan. De voorgenomen herontwikkeling van het plangebied past echter niet binnen het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Om de ontwikkeling mogelijk te maken is voorliggend bestemmingsplan opgesteld. Dit bestemmingsplan voorziet in een passende juridische en planologische regeling om de realisatie van de gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken.
CroonenBuro5
1
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
1.2
Gemeente Gennep
Plangebied Het plangebied van dit bestemmingsplan betreft het bestaande bedrijfsperceel van Geurts van Bergen, bestaande uit drie kadastrale percelen (sectie C, nummers 1642, 1643 en 289 (gedeeltelijk). De totale oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 15.340 m2. Momenteel is binnen het plangebied, afgezien van één bedrijfswoning, enkele loodsen en een schuur, geen bebouwing aanwezig. Het grootste deel van het plangebied dient als opslagterrein voor bouwmaterialen en materieel. De noordwesthoek van het plangebied bestaat uit een weide. Het plangebied grenst aan de noord- en oostzijde aan het agrarisch gebied met weilanden. In het zuidoosten grenst het plangebied aan de cafetaria aan de Ottersumseweg 2 en aan het woonperceel Rozenstraat 5. In het zuiden wordt de grens gevormd door de Nijmeegseweg en Ottersumseweg. De westgrens loopt langs de perceelsgrens met de woning aan de Nijmeegseweg 27 en de woning aan de Horsestraat 5.
1.3
Vigerend bestemmingsplan Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan ‘Kern Ottersum 2011' alsmede het bestemmingsplan 'Buitengebied Gennep'. Hieronder worden de desbetreffende bestemmingsplannen in het kort benoemd in relatie tot het voorliggend initiatief.
Bestemmingsplan 'Kern Ottersum 2011'
Bestemmingsplan 'Buitengebied Gennep'
Bestemmingsplan ‘Kern Ottersum 2011’ Voor het merendeel van het plangebied vigeert het bestemmingsplan ‘Kern Ottersum 2011’. Het bestemmingsplan is vastgesteld op 14 mei 2012 door de gemeente Gennep vastgesteld en onherroepelijk geworden op 30 januari 2013. Het bestaande bedrijfsperceel heeft hierbij de enkelbestemming 'Detailhandel - Volumineus'. Deze gronden zijn aangewezen gronden voor detailhandel in volumineuze goederen, groothandel alsmede een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'. Daarnaast is een enkelbestemming 'Agrarisch' opgenomen voor het noordelijk gedeelte van het plangebied, welke buiten de rode contour is gelegen. Tot slot is een dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' opgenomen voor het gehele perceel ter bescherming van de potentieel aanwezige archeologische en cultuurhistorische waarden binnen het plangebied beschermd.
CroonenBuro5
2
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
Bestemmingsplan ‘Buitengebied Gennep’ Voor de gronden aan de noordoostzijde van het plangebied vigeert het bestemmingsplan ‘Buitengebied Gennep’. Het bestemmingsplan is op 3 april 2012 vastgesteld door de gemeenteraad van Gennep. Deze gronden hebben een enkelbestemming 'Agrarisch' en zijn aangewezen voor de uitoefening van agrarische bedrijfsactiviteiten maar tevens voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de landschappelijke en natuurlijke waarde van de gronden alsmede voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding. Tot slot is eveneens de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' is opgenomen voor deze gronden. Conclusie De voorgenomen herinrichting en vergroting van het bedrijfsperceel van Geurts van Bergen BV is niet realiseerbaar binnen het bestemmingsplan ‘Kern Ottersum 2011’ en het bestemmingsplan 'Buitengebied Gennep'. In het bestemmingsplan ‘Kern Ottersum 2011’ is het planvoornemen wel benoemd maar is aangegeven dat voor deze ontwikkeling een afzonderlijke bestemmingsplanprocedure wordt gevolgd. Dit betreft het onderhavig bestemmingsplan.
1.4
Bij het plan behorende stukken Dit bestemmingsplan bestaat uit drie delen: — een verbeelding, waarop onder meer de bestemmingen in het plangebied zijn aangegeven; — regels, waarin de bouw- en gebruiksmogelijkheden van de op de verbeelding vermelde bestemmingen zijn opgenomen; — en voorliggende toelichting, waarin de keuzes die in het bestemmingsplan worden gemaakt nader gemotiveerd en verantwoord worden. Hierin staat ook beschreven wat het vigerend beleid inhoudt en hoe bij de ontwikkeling met (milieu)planologische aspecten rekening is gehouden. De verbeelding vormt samen met de regels het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan.
1.5
Leeswijzer Na deze inleiding wordt in hoofdstuk 2 het initiatief beschreven, waarna in hoofdstuk 3 het geldende beleidskader aan bod komt. In hoofdstuk 4 worden diverse milieuhygiënische en planologische aspecten verantwoord. De beschrijving van de juridische regeling is opgenomen in hoofdstuk 5. Tot slot wordt in hoofdstuk 6 de financiële en maatschappelijke haalbaarheid beschreven.
CroonenBuro5
3
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
Bestaande situatie kruising Nijmeegseweg/Ottersumseweg (Google Streetview, juli 2009)
Stedenbouwkundige visie (Bron: BRO, 2007)
Bestaande situatie Nijmeegseweg (vanuit Gennep)
Entree, incl. bedrijfswoning Nijmeegseweg 27
(Google Streetview, juli 2009)
CroonenBuro5
4
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
2 Planbeschrijving In dit hoofdstuk wordt aandacht geschonken aan de beoogde ontwikkeling binnen het plangebied. Allereerst wordt kort ingegaan op de gebiedskarakteristiek en de gehanteerde randvoorwaarden en uitgangspunten bij het planvoornemen. Daarna wordt het stedenbouwkundig plan beschreven, inclusief de inpassing in de directe omgeving.
2.1
Gebiedskarakteristiek De kern Ottersum ligt op korte afstand ten noorden van Gennep. Gennep en Ottersum worden van elkaar gescheiden door het rivierdal van de Niers, waardoor een directe ruimtelijke relatie tussen beide kernen ontbreekt. Van oorsprong heeft de kern Ottersum zich ontwikkeld aan de oever van de Niers, op de grens tussen het beekdal en de hogere gronden ten noorden daarvan. De huidige ruimtelijke structuur van Ottersum wordt in belangrijke mate bepaald door de Ottersumseweg en de Sint Janstraat. Het historisch hart is te vinden ter hoogte van het Raadhuisplein, gelegen aan de Sint Janstraat. Aan de zuidzijde wordt de kern begrensd door de dijk langs de uiterwaarden van de rivier de Niers. Het plangebied zelf is gelegen aan de Nijmeegseweg en vormt een directe verbinding met (het centrum van) Gennep. Deze weg leidt het doorgaande verkeer in noordzuidrichting langs de kernen Gennep en Ottersum waarbij Geurts van Bergen BV een nadrukkelijke zichtlocatie vormt voor verkeer vanuit Gennep.
2.2
Stedenbouwkundige visie Ten behoeve van een (bedrijfseconomische) duurzame en efficiënte bedrijfsvoering is Geurts van Bergen BV voornemens haar groothandelsactiviteiten en detailhandelsactiviteiten fysiek van elkaar te scheiden. De detailhandelsactiviteiten blijven, conform de bestaande situatie, gesitueerd op het bedrijfsperceel aan de Nijmeegseweg 16. De doelstelling is om de groothandelsactiviteiten, bestaande uit bouwmaterialenhandel en de keuken- en sanitairverkoop, te verplaatsen naar het bedrijfsperceel aan de Nijmeegseweg 27. Tot dit doel is Geurts van Bergen BV voornemens het bestaande bedrijfsperceel aan de Nijmeegseweg 27 te herinrichten alsmede te vergroten, in combinatie met de realisatie van een nieuw bedrijfsgebouw. Bij de herontwikkeling van het plangebied is het van belang om rekening te houden met de ruimtelijke en landschappelijke context en de wijze waarop de relatie tussen de nieuwe en bestaande bebouwing alsmede het aangrenzende landschap vormgegeven kan worden. Tot dit doel is in 2007 een stedenbouwkundige visie opgesteld waarbij als doelstelling is opgenomen dat voorkomen moet worden dat nabij de kruising van de Nijmeegseweg en de Ottersumseweg een bedrijvenlocatie ontstaat met een grootschalig karakter.
CroonenBuro5
5
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
1 2
3 1
1. houtsingel 2. graslandvegetatie
4
3. plas-draszone 4. architectonische inpassing Inrichtingsplan Geurts van Bergen BV (CroonenBuro5, 19 november 2014)
Sfeerimpressie gevelbekleding Nijmeegseweg 16 (Johan.nl, augustus 2013)
Doorsnede houtsingel en plas-draszone, nabij nr. 3 (CroonenBuro5, 19 november 2014)
CroonenBuro5
6
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
Om deze doelstelling vorm te geven is een aantal ontwerpuitgangspunten opgesteld. Allereerst dient de schaal van de bedrijfsbebouwing afgestemd te worden op het kleinschalige karakter van de lintbebouwing aan de Nijmeegseweg en de Ottersumseweg. Dit wordt bereikt door de bedrijfsbebouwing te positioneren aan de Nijmeegseweg en de opslagactiviteiten te situeren op het noordelijk gedeelte van het plangebied. Hierdoor wordt aangesloten op de bestaande occupatiegrens van Ottersum. Tevens is het hierdoor mogelijk om een representatieve uitstraling te creëren voor de bedrijfsbebouwing aan de Nijmeegseweg door de toepassing van hoogwaardige materialen zoals baksteen, glas en hout. Op deze manier wordt de situering van het bedrijfsperceel, als zichtlocatie, versterkt. Tot slot dient het panvoornemen middels een robuuste landschappelijke inpassing vorm te worden gegeven.
2.3
Inrichtingsplan Nijmeegseweg 27 Op basis van de stedenbouwkundige visie is het planvoornemen nader geconcretiseerd en uitgewerkt tot een gedetailleerd inrichtingsplan ten behoeve van de onderhavige bestemmingsplanprocedure. Hierna wordt per paragraaf nader ingegaan op de beoogde ontwikkelingen.
2.3.1
Bedrijfsbebouwing Binnen het plangebied zijn de groothandelsactiviteiten voorzien, die betrekking hebben op de verkoop van bouwmaterialen, keukens en sanitair. Vanuit Geurts van Bergen BV bestaat de nadrukkelijke wens om deze bedrijfsvoering binnen één bedrijfsgebouw onder te brengen. Tot dit doel wordt een nieuw bedrijfsgebouw gerealiseerd, bestaande uit een showroom, inclusief magazijn met laadperron. De diverse ondersteunende voorzieningen, in de vorm van een kantine en nieuwe kantoor- en ontvangst/bespreekruimten worden eveneens in het bedrijfsgebouw gesitueerd. Dit is uit zowel het oogpunt van bedrijfspresentatie als ruimtelijke uitstraling een positieve ontwikkeling. Naast het te realiseren bedrijfsgebouw blijft ook de bestaande bedrijfswoning onderdeel van de bedrijfsbebouwing. Het bedrijfsgebouw zelf is gesitueerd en georiënteerd op de kruising Nijmeegseweg/Ottersumseweg. De positionering van de bedrijfsbebouwing is niet alleen een logisch gevolg van deze prominente zichtlocatie maar zorgt tevens voor een voortzetting van het bestaande bebouwingslint. De voorgevel van het bedrijfsgebouw is zodanig bepaald dat wordt aangesloten op de bedrijfswoning aan de Nijmeegseweg 27 en het cafetaria aan de Ottersumseweg 2. In totaal wordt voorzien in een bedrijfsgebouw met een totale oppervlakte van circa 3.340 m2. Er is weliswaar sprake van één bedrijfsgebouw maar door de toepassing van twee hoogteaccenten krijgt het gebouw vanaf de weg een kleinschalig aanzicht. Hierdoor ontstaat een beeld van twee, met elkaar verbonden, (woon)huizen. Aan de Nijmeegseweg is de showroom voor sanitair en keukens voorzien met een bouwhoogte van circa 5 meter.
CroonenBuro5
7
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
De twee hoogteaccenten krijgen een goot- en bouwhoogte van respectievelijk 7 en 10 meter en huisvesten de ondersteunende voorzieningen (o.a. kantoorruimte). Achter de showroom is het magazijn. Dit deel van de bebouwing heeft een bouwhoogte van 7 meter. De achtergevel van het magazijn (ofwel de achtergevel van de bebouwing in zijn geheel) ligt in lijn met de perceelsgrens van Horsestraat 5. Hiermee wordt een aangesloten bebouwingsgrens gevormd ten opzichte van het aangrenzende agrarisch landschap. Het noordwestelijk deel van het magazijn wordt ingericht als laadperron ten behoeve van expeditie.
Aanzicht vanaf Nijmeegseweg (Bron Ingenieursbureau van Bergen, 2008)
2.3.2
Herinrichting bedrijfsperceel In aansluiting op het te realiseren bedrijfsgebouw wordt het toekomstige bedrijfsperceel heringericht om te komen tot een, in bedrijfsmatig opzicht, zo efficiënt mogelijke inrichting. Dit betekent concreet dat er rekening is gehouden met de benodigde interne verkeersrouting Daarnaast is op het perceel parkeerruimte voorzien voor het ter plaatse aanwezige personeel en bezoekers van Geurts van Bergen BV. De ingang van de showroom bevindt zich aan de binnenzijde van het terrein en is bereikbaar via de hoofdentree van het bedrijfsperceel, gesitueerd aan de Nijmeegseweg ten noorden van de bebouwing. Deze entree leidt ook naar de parkeerplaatsen voor bezoekers, die zijn gesitueerd langs de perceelsgrens van de Nijmeegseweg 27. Het bedrijfsperceel ten noorden van de bebouwing wordt gebruikt voor buitenopslag van bouwmaterialen en materieel. De gronden die grenzen aan de Horsestraat worden ingericht ten behoeve van parkeervoorzieningen voor het personeel. Het parkeerterrein krijgt een groene uitstraling, doordat dit net als in de huidige situatie volledig uit een grasveld bestaat. Tot slot wordt rondom het bedrijfsperceel voorzien in een robuuste groenstructuur.
2.3.3
Landschappelijke inpassing De situering binnen de kern Ottersum, in combinatie met het rondomliggend open agrarisch landschap maakt een landschappelijke inpassing noodzakelijk. De kwaliteitsverbetering waarmee de bestemmingswijziging gepaard gaat, is uitgewerkt in een inrichtingsplan. Er is daarbij naar een balans gezocht tussen de impact van de ruimtelijke ontwikkeling enerzijds en de (tegen)prestatie die geleverd moet worden voor de kwaliteit van het landschap anderzijds. In overleg met de gemeente Gennep is hierbij overeengekomen dat het inrichtingsplan invulling geeft aan zowel het onderhavig initiatief alsmede het bestaande bedrijfsperceel aan de Nijmeegseweg 16. Ten behoeve van een correcte landschappelijke inrichting wordt, door middel van navolgende inrichtingsoplossing, aangesloten op de desbetreffende uitgangspunten.
CroonenBuro5
8
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
1 Houtsingel De voorgenomen wijziging wordt door middel van een brede houtsingel, met een gezamenlijke oppervlakte van circa 1.980 m2, landschappelijk ingepast. De houtsingel wordt toegepast rondom het plangebied en dient ten behoeve van een groene afscherming naar het rondomliggend gebied. Een houtsingel is een brede, landschappelijk waardevolle afscheiding, die bestaat uit een mengeling van inheemse boom- en struikvormende beplanting. Het betreft een lijnvormig landschapselement van circa 5 meter breed. De toegepaste beplanting zal bestaan uit groepen van minstens 5-7 stuks per soort. Op deze manier wordt een gevarieerd beeld bereikt en wordt voorkomen dat de langzaam groeiende soorten worden overgroeid door snel groeiende soorten. De uitbreiding van Geurts van Bergen BV zal derhalve vanuit de omgeving nauwelijks waarneembaar zijn. 2 Graslandvegetatie De groenzone wordt, afgezien van houtsingel, vormgegeven middels de realisatie van een graslandvegetatie, bestaande uit een gevarieerde kruidachtige begroeiing van inheemse grassen en kruiden. De gezamenlijke oppervlakte bedraagt circa 2.420 m2. De toepassing van bloemrijk grasland in het plangebied biedt de mogelijk om een gevarieerd en natuurlijk beeld te creëren. Bij de toepassing van een eenvoudig, middelhoog mengsel kan qua sortiment gedacht worden aan de toepassing van bijvoorbeeld duizendblad, margriet en scherpe boterbloem. 3 Plas-draszone De uitbreiding van Geurts van Bergen BV leidt tot een toename van het verhard oppervlak. Middels de realisatie van een bovengrondse infiltratievoorziening wordt de benodigde compenserende waterberging gerealiseerd. Hierbij is ervoor gekozen om een plas-draszone te realiseren met een totale omvang van circa 120 m3 zodat wateroverlast wordt voorkomen. Tevens vormt de plas-draszone een meerwaarde voor insecten, vogels en overige diersoorten. 4 Architectonische inpassing Tot slot wordt ook de bestaande bebouwing aan de Nijmeegseweg 16 landschappelijk ingepast om de overgang naar het rivierdal van de Niers te verbeteren. Vanwege de directe situering nabij de waterkering zijn met het Waterschap Peel en Maasvallei hiervoor de (on)mogelijkheden besproken. Hierbij is overeengekomen dat op 5 meter buiten de kernzone van het dijklichaam een groene erfafscheiding, bestaande uit een beukenhaag, struikvormende beplanting en boomvormers gerealiseerd kan worden. Deze inrichtingsmaatregel is echter niet mogelijk ter inpassing van het bestaande bedrijfsgebouw, vanwege de directe situering nabij het dijklichaam. Tot dit doel is, in overleg met de gemeente Gennep, besloten om middels de toepassing van gevelbekleding de bebouwing in te passen in het landschap en hiermee de beleving van én naar de omgeving te verbeteren.
CroonenBuro5
9
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
CroonenBuro5
10
Gemeente Gennep
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
3 Beleidskader De voorgenomen ontwikkeling van het plangebied moet passen binnen het vigerend beleid op zowel nationaal, provinciaal, regionaal als gemeentelijk niveau. Voor de ontwikkeling en het plangebied zijn verschillende beleidsstukken relevant. Hierna zijn de belangrijkste bevindingen uit het beleid beschreven en wordt aangegeven hoe de ontwikkeling van het plangebied hierop inspeelt.
3.1
Provinciaal beleid
3.1.1
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2014 Op 12 december 2014 hebben Provinciale Staten het Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2014 vastgesteld. Het POL2014 geeft een visie op de ontwikkeling van de Limburgse omgeving en de regio's Noord-, Midden- en Zuid-Limburg in de komende 10 tot 15 jaar. In het POL zijn ambities, opgaven en een aanpak voor belangrijke thema's geformuleerd. De ambitie van het POL2014 is het realiseren van een voortreffelijk, grensoverschrijdend leef- en vestigingsklimaat, dat eraan bijdraagt dat burgers en bedrijven kiezen voor Limburg. Het POL is een omgevingsplan, dat focust op de fysieke aspecten van het leef- en vestigingsklimaat. Belangrijke uitdagingen voor de provincie Limburg zijn het faciliteren van innovatie, het aantrekkelijk houden van de regio voor jongeren en arbeidskrachten, de fundamenteel veranderde opgaven op het gebied van wonen en voorzieningen, de leefbaarheid van kernen en buurten en het inspelen op klimaatverandering. Kwaliteit staat centraal. Dat komt tot uiting in het koesteren van de gevarieerdheid van Limburg onder het motto ‘meer stad, meer land’, in het bieden van ruimte voor verweving van functies, in kwaliteitsbewustzijn en in dynamisch voorraadbeheer dat moet resulteren in een nieuwe vorm van groeien. Algemene principes voor duurzame verstedelijking, zoals de ladder van duurzame verstedelijking en de prioriteit voor herbenutting van cultuurhistorische en beeldbepalende gebouwen, sluiten hierop aan. Op het gebied van woningbouw, bedrijventerreinen, kantoren en winkels liggen grote kwalitatieve opgaven. De uitdaging is om een omslag te maken van kwantiteit naar kwaliteit. De sleutel daarvoor ligt in dynamisch voorraadbeheer. Per regio zijn visies gemaakt waarin gezamenlijke ambities, principes en werkwijzen worden uitgewerkt. Voor sommige thema's gaat het ook om gezamenlijke programmering. Als basis hiervoor bevat het POL uitgewerkte regiovisies voor Noord-, Midden- en Zuid-Limburg. Hierna wordt nader ingegaan op de, voor het planvoornemen, relevante aspecten.
CroonenBuro5
11
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
Visie Noord-Limburg De regio Noord-Limburg laat zich in ruimtelijk, economisch en maatschappelijk opzicht het beste karakteriseren door twee dominante, voor iedereen herkenbare assen: een snelle, hoog-dynamische Oost-West-as en een meer op (be)leefkwaliteit gerichte NoordZuid-as. De ruimtelijke as die de meeste mensen kennen is de harde, dynamische, economisch georiënteerde Oost-West-as. De regio kent ook een ander gezicht, met een beduidend lager tempo. Een wereld van rust, ruimte en schoonheid, met de Maas als herkenbare kwaliteitsas. Het Maasdal met zijn terrassenlandschap is niet de enige kwaliteit. Het landschap is afwisselend met maasmeanders, natuur- en bosgebieden, peelvenen en ontginningsgebieden en gevarieerde landbouwactiviteiten. Juist de afwisseling van landschappen, grootschalig en kleinschalig, natuur en cultuur, nabijheid van steden en dorpen, economische activiteiten en voorzieningen, maakt Noord-Limburg prettig divers. Dit is de wereld van het goede leven met lekker eten, kunst, cultuur en historie, maar ook gewoon fijn wonen. Hier is de vrijetijdseconomie een economische motor. In de kop van Noord-Limburg kiezen de Maasduinengemeenten met als belangrijkste kernen Gennep en Nieuw Bergen voor een profiel dat aansluit bij het unieke natuurlijke karakter van het gebied (met wonen en recreëren) en onderscheiden zij zich aldus van de meer stedelijke regio’s in de omgeving. Zij passen daarmee duidelijk in het profiel van de genoemde Noord-Zuid-as, met een tweezijdige oriëntatie. Op het gebied van detailhandel is een goed toekomstperspectief aanwezig voor Gennep, Horst en Panningen, welke zijn aangewezen als een bovenlokaal verzorgend centrum. De opgave voor deze gebieden is erop gericht om de boodschappenfunctie te behouden en om accenten te zetten voor het recreatieve winkelen. Visie detailhandel In hoofdstuk 6 van het POL 2014 is de provinciale visie voor detailhandel opgenomen. De doelstelling is het creëren van een gezonde detailhandelsmarkt die goed inspeelt op maatschappelijke ontwikkelingen. De belangrijkste kwalitatieve uitdaging is de kwaliteit van de binnensteden als belangrijke ontmoetingsplaatsen te behouden en waar mogelijk te versterken. Daarnaast moet er gewerkt worden aan de kwaliteit van de grootschalige winkelgebieden aan de rand van de steden. Het vernieuwen en verbeteren van de detailhandelsstructuur is primair de verantwoordelijkheid van de markt (winkeleigenaren, winkelketens, vastgoedeigenaren). De gemeenten zijn waar het gaat om de ruimtelijke sturing van detailhandelsontwikkelingen de belangrijkste partij. Het opstellen van de regionale visies is een verantwoordelijkheid van de gezamenlijke gemeenten in een regio, samen met de Provincie. De keuzes die gemaakt worden moeten leiden tot een goede balans tussen de winkelvoorraad in respectievelijk de binnensteden, de grootschalige winkelgebieden aan de rand van de steden en dorpskernen en wijken.
CroonenBuro5
12
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
Conclusie Geurts van Bergen BV maakt onderdeel uit van de bestaande bovenlokale detailhandelsstructuur binnen de gemeente Gennep. Het doel van de beoogde ontwikkeling is om de bestaande groothandels- en detailhandelsactiviteiten fysiek van elkaar te scheiden. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid voor zowel de groothandels- als detailhandelsactiviteiten om zich beter te profileren en presenteren. Het planvoornemen sluit aan op de provinciale doelstelling om accenten te zetten voor het recreatieve winkelen welke leiden tot een vernieuwing en verbetering van de detailhandelsstructuur. 3.1.2
Omgevingsverordening Limburg 2014 Op 12 december 2014 hebben Provinciale Staten de Omgevingsverordening Limburg 2014 vastgesteld. In de Omgevingsverordening Limburg 2014 zijn regels opgenomen die een juridische doorvertaling zijn van het omgevingsbeleid zoals opgenomen in het POL2014. De Omgevingsverordening is een samenvoeging van de Provinciale milieuverordening, de Wegenverordening, de Waterverordening en de Ontgrondingenverordening en is uitgebreid met een nieuw hoofdstuk Ruimte. Het hoofdstuk Ruimte bevat regels die zijn gericht op de doorwerking van het ruimtelijke beleid van het POL2014 in gemeentelijke bestemmingsplannen. Op de kaarten behorende bij de Omgevingsverordening Limburg 2014 is het plangebied grotendeels gesitueerd in het ‘Bebouwd gebied’ en deels in de ‘Bronsgroene landschapszone’. Hierna wordt nader ingegaan op de, voor het planvoornemen, relevante aspecten. Stedelijke ontwikkeling (artikel 2.2.1.) Op het gebied van woningbouw, bedrijventerreinen, kantoren en winkels liggen grote kwalitatieve opgaven. De uitdaging is om een omslag te maken van kwantiteit naar kwaliteit. De sleutel daarvoor ligt in dynamisch voorraadbeheer. In de Omgevingsverordening zijn hiervoor geen specifieke regels opgenomen. Wel zijn regels opgenomen ten aanzien van duurzame verstedelijking. De POL2014 zet sterk in op het zoveel mogelijk concentreren van nieuwe stedelijke ontwikkelingen binnen bestaand stedelijk gebied. Voor de afbakening van ruimtelijke functies binnen het 'bestaand stedelijk gebied', wordt voor de toepassing van POL2014 aangesloten bij de omschrijving in artikel 1.1.1 Bro. Het gaat daarbij om een bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca en de daarbij behorende openbare en of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur. Anders gezegd: het gaat dus om bestaand bebouwd gebied (met bijbehorende percelen) van steden en plattelandskernen.
CroonenBuro5
13
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
Ladder voor duurzame verstedelijking (artikel 2.2.2.) Doel van de ladder voor duurzame verstedelijking (hierna: ladder) is een goede ruimtelijke ordening door een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden. Het Rijk wil met de introductie van de ladder vraaggerichte programmering bevorderen. De ladder beoogt een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten. In de POL 2014 is aangegeven dat de door het rijk vastgelegde ladder voor duurzame verstedelijking (artikel 3.1.6 Besluit ruimtelijke ordening) ingeval van stedelijke ontwikkeling deel uitmaakt van de afweging rondom zorgvuldig ruimtegebruik omdat duurzame verstedelijking ook een provinciaal ruimtelijk belang betreft. Nieuwe stedelijke ontwikkelingen dienen te worden gemotiveerd aan de hand van drie opeenvolgende stappen. De stappen bewerkstelligen dat de wens om een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk te maken, nadrukkelijk wordt gemotiveerd en afgewogen met oog voor de ruimtevraag, de beschikbare ruimte en de omgeving waarin het gebied ligt. Bepalen regionale vraag naar ruimte (trede 1) Trede 1 vraagt de regionale ruimtevraag (kwantitatief én kwalitatief) voor stedelijke ontwikkelingen te bepalen. Dit betreft wonen, werken, detailhandel en overige stedelijke voorzieningen. Wanneer de regionale ruimtevraag in beeld is, kan worden beoordeeld of een voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte. Voor stedelijke detailhandel is de regio-afbakening sterk vergelijkbaar met de indeling bij wonen en werken, waarin woon-werkafstanden een belangrijke rol spelen. In de detailhandelsvisie van de provincie Limburg (2011) is nader ingegaan op de toekomstige gewenste detailhandelsstructuur in de provincie Limburg. De hoofddoelstelling van de provinciale detailhandelsvisie is het tot stand brengen van een evenwichtige en duurzame detailhandelsstructuur in Limburg, waarbij rekening wordt gehouden met de aanwezige structuur en ontwikkelingen en waarbij gestreefd wordt naar een maatschappelijk verantwoorde een op elk niveau van de voorzieningenhiërarchie gezonde winkelstructuur. Deze hoofddoelstelling is ingegeven door de ambitie om een goede consumentenverzorging én goed functionerende ondernemingen te waarborgen. Dit betekent onder meer het creëren van omstandigheden voor de huidige en toekomstige detailhandelsondernemers waarbij een rendabele exploitatie mogelijk is en perspectief wordt geboden voor de langere termijn. Een ondernemer dient daarbij ook de ruimte krijgen om te ondernemen. Om het hoofddoel te bereiken dient de concurrentiekracht van de detailhandel in Limburg als geheel versterkt te worden. Daartoe wordt ingezet op een kwaliteitsverbetering van het aanbod, een evenwichtige en sterke structuur voor de detailhandel en een sturing op basis van kwaliteit.
CroonenBuro5
14
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
Gennep is in de detailhandelsvisie van de provincie Limburg aangewezen als een van de twaalf grote kernverzorgende centra. Een sterke voorzieningenstructuur is van grote betekenis voor de gemeente Gennep zowel vanuit economisch als maatschappelijk perspectief. Detailhandel en leisure zijn essentieel voor het leefklimaat en de aantrekkingskracht voor inwoners, recreanten en als vestigingsvoorwaarde voor bedrijven. Daarnaast levert detailhandel natuurlijk een forse bijdrage aan de inkomende geldstromen en tegelijkertijd de werkgelegenheid. Tot dit doel wil de gemeente Gennep de detailhandelsstructuur versterken en de aantrekkelijkheid van het bestaande centrum vergroten. De doelstelling hierbij is om adequaat in te spelen op ontwikkelingen en trends in de markt zodat een gezond en gedifferentieerd winkelklimaat in stand wordt gehouden. Op basis van de centrumvisie Gennep 2013 is echter geconstateerd dat de marktruimte hiertoe beperkt is. In de dagelijkse sector is ruimte voor een toevoeging van maximaal 185 m2 winkelverkoopvloeroppervlak zonder dat dit effecten heeft op het economische functioneren van de bestaande winkels. In de niet-dagelijkse sector is geen marktruimte, afgezien van maatwerk voor separate initiatieven om de diversiteit van het winkelaanbod te vergroten. Ontwikkelingen worden hierbij gefaciliteerd via een “ja, mits”-houding. Dit betekent concreet dat de detailhandelssector niet langer beschouwd dient te worden als een groeimarkt. Per saldo is er geen behoefte aan meer winkelmeters, wel aan ‘andere meters’ om ruimte te bieden aan dynamiek en innovatie. Als uitgangspunt dient een ontwikkeling derhalve bij te dragen aan/het versterken van een gezond ondernemersklimaat, een compleet en aantrekkelijk voorzieningenniveau voor consumenten en een goede ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik. Ten behoeve van een gezond ondernemingsklimaat dienen de omstandigheden gecreeerd te worden voor huidige en toekomstige detailhandelsondernemingen waarbij een rendabele exploitatie mogelijk is én perspectief wordt geboden voor de langere termijn. De onderhavige bestemmingsplanprocedure sluit aan op deze doelstelling door het juridisch-planologisch kader te scheppen voor een (bedrijfseconomische) duurzame en efficiënte bedrijfsvoering van Geurts van Bergen BV. Aangezien Geurts van Bergen BV onderdeel uitmaakt van de bestaande bovenlokale detailhandelsstructuur binnen de gemeente Gennep wordt hiermee tevens bijgedragen aan het behoud en versterking van het voorzieningenniveau, zowel in kwantitatief als kwalitatief opzicht. De doelstelling is namelijk om de groothandels- en detailhandelsactiviteiten van Geurts van Bergen BV beter te profileren en te presenteren. Dit door middel van het fysiek scheiden van de beide bedrijfsactiviteiten. Bovendien vindt feitelijk geen fysieke uitbreiding (m2) plaats aangezien de desbetreffende percelen reeds in gebruik zijn ten behoeve van de bedrijfsactiviteiten van Geurts van Bergen BV.
CroonenBuro5
15
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
De detailhandelsactiviteiten blijven, conform de bestaande situatie, gesitueerd op het bedrijfsperceel aan de Nijmeegseweg 16, waarbij de groothandelsactiviteiten, bestaande uit bouwmaterialenhandel en de keuken- en sanitairverkoop, worden verplaatst naar het bedrijfsperceel aan de Nijmeegseweg 27. De herstructurering en herontwikkeling van het bestaande bedrijfsperceel aan de Nijmeegseweg 27 vindt hierbij plaats volgens de uitgangspunten ten aanzien van duurzaam en efficiënt ruimtegebruik. De versterking van de ruimtelijke kwaliteit is tot slot doormiddel van een landschappelijk inrichtingsplan nader uitgewerkt en gedetailleerd zodat een zorgvuldige landschappelijke inpassing een integraal onderdeel uitmaakt van de beoogde ontwikkeling. De realisatie, instandhouding en het beheer van de landschappelijke inpassing is bovendien gegarandeerd middels de onderhavige planprocedure. Bouwen binnen bestaand stedelijk gebied (trede 2) Trede 2 motiveert of de beoogde ontwikkeling plaats kan vinden binnen het bestaand stedelijk gebied. De ruimtevraag moet bij voorkeur worden opgevangen in het bestaand stedelijk gebied. Dit kan door op lege plekken de ruimte ‘in te vullen’, door herstructurering van bestaande terreinen of door transformatie van bestaande gebouwen of gebieden. Tot dit doel dient geïnventariseerd te worden wat de potentiële ontwikkelingslocaties zijn en om een inschatting te maken van de (financiële) haalbaarheid daarvan. In sommige gevallen kan de vraag volledig worden opgevangen binnen het stedelijk gebied, door lege ruimtes te benutten of, andersom, ruimte vrij te maken. In die gevallen is de ladder succesvol doorlopen en is de motivering klaar. De beoogde ontwikkeling vindt op basis van het kaartbeeld ‘duurzame verstedelijking en wonen’ uit de omgevingsverordening Limburg 2014 grotendeels plaats binnen het bebouwd gebied. De overige gronden zijn gelegen in de bronsgroene landschapszone. De beoogde ontwikkeling is dus niet volledig gelegen binnen het bestaand stedelijk gebied. In het vigerend bestemmingsplan ‘Kern Ottersum 2011’ is het planvoornemen echter reeds benoemd maar is aangegeven dat hiervoor een separate bestemmingsplanprocedure wordt gevolgd. Dit betreft het onderhavig bestemmingsplan. Vanuit de gemeente Gennep heeft dus reeds de keuze en afweging plaatsgevonden dat een stedelijke ontwikkeling, die betrekking heeft op de transformatie van een bestaand bedrijfsperceel, op deze locatie acceptabel is en daarmee gaat behoren tot het bestaand stedelijk gebied. Dit betekent dat wordt voldaan aan trede 2 van de ladder voor duurzame verstelijking en dat de ladder succesvol is doorlopen. Een nadere onderbouwing in het kader van trede 3 is derhalve niet noodzakelijk. Op basis van het voorgaande past de beoogde ontwikkeling binnen de 'ladder voor duurzame verstedelijking' als bedoeld in artikel 3.1.6 Bro. In de volgende paragraaf wordt nader ingegaan op het aanvullende toetsingskader voor de gronden gelegen in de bronsgroene landschapszone.
CroonenBuro5
16
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
Bronsgroene landschapszone (artikel 2.7.2) De provincie Limburg legt in haar landschapsaanpak de focus op de landschappelijke kwaliteit van de goudgroene en zilvergroene natuurzones, de bronsgroene landschapszone, het Maasdal en het Nationaal Landschap Zuid-Limburg. Dit zijn de landschappen van provinciaal belang. In deze gebieden is sprake van een gezamenlijke regie van Provincie en gemeenten. In het buitengebied van Noord- en Midden-Limburg ligt vooral een verantwoordelijkheid voor de gemeenten. Buiten een aantal specifiek te benoemen thema’s van provinciaal belang zoals de doorontwikkeling van de land- en tuinbouw, windenergie en monumentaal erfgoed is de rol van de Provincie hier beperkter. De bronsgroene landschapszone, veelal geconcentreerd in en rond beekdalen en langs steilere hellingen in Zuid-Limburg, bestaat uit landschappelijk aantrekkelijke gebieden met een veelheid aan functies. Het is belangrijk om de specifieke kwaliteiten van het landschap, de kernkwaliteiten, te koesteren en monumentaal erfgoed te optimaal te gebruiken. Het beleid is er daarom op gericht om de (huidige) landschappelijke kernkwaliteiten van de bronsgroene landschapszone te behouden, te beheren, te ontwikkelen en te beleven. Ontwikkelingen binnen de ruimte die het beleid voor de verschillende thema’s biedt zijn mogelijk mits de kernkwaliteiten behouden blijven of versterkt worden (‘ja-mits’). Nieuwe stedelijke ontwikkelingen zijn binnen deze zone in principe niet mogelijk en dienen een plek te krijgen binnen het bebouwd gebied. Wanneer dit in uitzonderingsgevallen niet kan, dan dient zoveel mogelijk aansluitend daaraan én met een stevige tegenprestatie voor het verlies aan omgevingskwaliteiten. Met dit principe, in combinatie met het dynamisch voorraadbeheer, wordt invulling gegeven aan het principe van ‘duurzame verstedelijking’. Bij de beoogde ontwikkeling is zoveel mogelijk aansluiting gezocht met het bestaand stedelijk gebied. De beoogde ontwikkeling vindt grotendeels plaats binnen het bestaand bebouwd gebied en het planvoornemen is in het vigerend bestemmingsplan ‘Kern Ottersum 2011’ reeds benoemd . Vanuit de gemeente Gennep heeft dus reeds de keuze en afweging plaatsgevonden dat een stedelijke ontwikkeling, die betrekking heeft op de transformatie van een bestaand bedrijfsperceel, op deze locatie acceptabel is. Daarnaast is in overleg met de gemeente Gennep invulling gegeven aan de doelstellingen en uitgangspunten op basis van het Limburgs Kwaliteitsmenu, zoals beschreven in de navolgende paragraaf. 3.1.3
Limburgs kwaliteitsmenu 2012 Op 12 januari 2010 hebben Gedeputeerde Staten van Limburg het Limburgs Kwaliteitsmenu (LKM) vastgesteld. Het Limburgs Kwaliteitsmenu is een uitwerking van hetgeen in hoofdlijnen is vastgelegd in de ´POL-aanvulling Verstedelijking gebiedsontwikkeling en Kwaliteitsverbetering’, en stelt regels voor ontwikkelingen in het buitengebied.
CroonenBuro5
17
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
Door de Gedeputeerde Staten is op 2 januari 2012 het Limburgs Kwaliteitsmenu 2012 vastgesteld, welke een geactualiseerd document betreft waarin alle aanpassingen en aanvullingen ten opzichte van de voorgaande versie zijn verwerkt. Het kwaliteitsmenu is van toepassing op (niet onaanvaardbare) ontwikkelingen buiten de, rond de plattelandskernen getrokken, contour die middels een bestemmingsplanwijziging mogelijk worden gemaakt. Het kenmerkende voor de bedoelde ontwikkelingen is dat het (nieuwe) functies zijn die een nieuw ruimtebeslag leggen op het buitengebied en/of met nieuwe verstening en verglazing gepaard gaan. Dergelijke ontwikkelingen kunnen alleen plaatsvinden als tegelijk een verbetering van de kwaliteit van het buitengebied plaatsvindt. Om invulling te geven aan het ontwikkelingsgericht beleid in het buitengebied is door de gemeente Gennep het gemeentelijk kwaliteitsmenu (GKM) opgesteld. Hier wordt nader op ingegaan in paragraaf 3.2.1.
3.2
Gemeentelijk kader
3.2.1
Structuurvisie buitengebied gemeente Gennep – borging kwaliteitsmenu De gemeenteraad van Gennep heeft op 15 februari 2012 de Structuurvisie buitengebied gemeente Gennep –Borging Kwaliteitsmenu- ongewijzigd vastgesteld. De structuurvisie brengt bestaand beleid samen in één integraal ruimtelijk beleidstuk en maakt vervolgens de gemeentelijk doorvertaling van het provinciale beleid van het Limburgs Kwaliteitsmenu. Het doel van/de aanleiding voor de structuurvisie is mede om nieuwe ontwikkelingen in het buitengebied mogelijk te maken en tegelijkertijd de kwaliteit van het buitengebied te versterken. De structuurvisie vormt daarmee de verbindende schakel tussen het hoge abstractieniveau van de Regiovisie en het concrete niveau van het vigerende bestemmingsplan Buitengebied. De provinciale belangen binnen het plangebied zijn in deze structuurvisie doorvertaald. Om invulling te geven aan een zorgvuldige landschappelijke inpassing is reeds in 2009 een stedenbouwkundige visie, inclusief een landschappelijk inrichtingsvoorstel opgesteld. Op dat moment was er nog geen sprake van een Gemeentelijk Kwaliteitsmenu. De gemeente Gennep heeft het onderhavig initiatief derhalve aangemerkt als een pijplijnplan. Dit houdt in dat het inrichtingsplan niet behoeft te worden voorgelegd aan de commissie GKM. Conclusie Bij de gemeentelijke beoordeling van het inrichtingsplan is de Structuurvisie buitengebied gemeente Gennep –Borging Kwaliteitsmenu- in acht genomen en geconcludeerd dat het inrichtingsplan aan de beoogde uitgangspunten voldoet. Op grond van de berekening, behorende bij het inrichtingsplan, kan tevens gesteld worden dat de investering in de landschappelijke kwaliteitsverbetering proportioneel is. Daarnaast wordt de realisatie, de instandhouding en het beheer van de landschappelijke inpassing gegarandeerd middels de onderhavige planprocedure.
CroonenBuro5
18
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
3.2.2
Gemeente Gennep
Landschapsontwikkelingsplan Het Landschapsontwikkelingsplan geeft de visie van de gemeente Gennep en de gemeente Mook en Middelaar op het landschap, de bestaande kwaliteiten en de gewenste ontwikkelingen. Met dit landschapsontwikkelingsplan laten beide gemeenten zien dat ze serieus willen investeren in het mooie en unieke landschap in hun omgeving. Het Landschapsontwikkelingsplan geldt hierbij als een belangrijk hulpmiddel voor het garanderen en verbeteren van de kwaliteit van het landschap. De verschillende deelgebieden uit de visie corresponderen met de deelgebieden uit de landschapsanalyse. Deze deelgebieden hebben allemaal een sterke geomorfologische basis. Want juist de verschillen in de ondergrond zijn bepalend geweest voor het ontstaan van verschillende landschappen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in het deelgebied stuwwal, overgangszone, ontginningsgebied, rivierduinen, maasdal, niersdal. Voor ieder deelgebied is een toekomstig sfeerbeeld geschetst. Hierin worden de gewenste ontwikkelingen en de aandachtspunten aangegeven. Per deelgebied wordt het toekomstige karakter omschreven met de bijbehorende doelen en acties om dit beeld te bereiken Het voorliggend initiatief behoort tot het ontginningsgebied. Het ontginningsgebied is een overwegend open gebied met een duidelijk agrarisch karakter. Dit gebied is echter alles behalve eentonig. Opvallend open velden worden afgewisseld met verspreide boerderijen met erfbeplanting. In dit relatief open landschap is de vormgeving van de overgang tussen dorp en landschap voor beide van groot belang. Door de ontwikkeling van zorgvuldig vormgegeven groene randen worden de minder fraaie delen van bebouwingsconcentraties gecamoufleerd, terwijl markante en beeldbepalende zichtlijnen zorgvuldig behouden blijven. Conclusie Bij de uitwerking en detaillering van het landschappelijk inrichtingsplan is aangesloten op de doelstellingen en uitgangspunten uit het landschapsontwikkelingsplan. Het planvoornemen voorziet in een zorgvuldige landschappelijke inpassing door onder meer een groene omzoming van het bedrijfsperceel. In paragraaf 2.3.3. is nader ingegaan op de beoogde landschappelijke inpassing en de specifieke inrichtingsmaatregelen.
3.2.3
Waterplan Gennep 2007 Het Waterplan Gennep 2007 is op 16 april 2007 door de gemeenteraad van Gennep vastgesteld. In het plan is invulling gegeven aan het provinciale en landelijke beleid. Met behulp van het waterplan wordt inzichtelijk gemaakt wat er speelt op het gebied van het waterbeleid en wat er wordt verwacht van de gemeente. In het waterplan wordt voornamelijk ingegaan op het stedelijk waterbeheer. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan de omgang met regen- en grondwater. De kwaliteit van het stedelijk water heeft echter ook invloed op het water in het landelijk gebied.
CroonenBuro5
19
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
Daarom worden in het waterplan alle aspecten van het water binnen de gemeente Gennep beschouwd, met als doel het water voor het stedelijke gebied (met zijn gebruikers) te optimaliseren en daarbij de negatieve invloeden op natuur en landbouw te minimaliseren. In het waterplan is een visie opgenomen waarmee in beeld wordt gebracht welke weg de gemeente wil bewandelen omtrent alle waterhuishoudkundige aspecten van de gemeente. De visie is uitgewerkt in vijf thema’s: ruimtelijke inrichting, riolering en regenwater, beleving en recreatie, grondwater, waterkwaliteit en ecologie. Conclusie Het voorliggend initiatief sluit aan op de uitgangspunten en voorwaarden uit het waterbeleid. In paragraaf 4.8 is nader ingegaan op het aspect water en de desbetreffende onderzoeksaspecten die hiervoor zijn onderzocht. 3.2.4
Beleidsnota archeologie Met de inwerkingtreding van de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) is de zorg voor het bodemarchief in hoge mate bij gemeenten neergelegd. Tot dit doel heeft de gemeente Gennep in mei 2009 de beleidsnota archeologie vastgesteld alsmede de beleidskaart archeologie. De gemeente Gennep zoekt in haar archeologiebeleid een goede balans tussen het zo min mogelijk belasten van vergunningaanvragers en een verantwoorde omgang met het kostbare bodemarchief. Dat betekent zo goed mogelijk passende ondergrenzen bij de vastgestelde archeologische waarden en de gepercipieerde verwachtingen van het Gennepse bodemarchief. De beleidskaart van Gennep is opgesteld op basis van de archeologische waarden en verwachtingenkaart. Het betreft een overzichtelijke kaart, zonder archeologisch inhoudelijke informatie, die duidelijk aangeeft voor welke gebieden welke ondergrens geldt in de gemeente Gennep. Conclusie Op basis van de archeologische verwachtings- en beleidskaart van de gemeente Gennep is vastgesteld dat binnen het plangebied zones met een hoge en middelhoge verwachtingswaarde voorkomen. Op het aspect archeologie wordt in paragraaf 4.10 nader ingegaan.
3.3
Conclusie Het onderhavig bestemmingsplan voorziet in een herziening van het vigerend bestemmingsplan ten behoeve van een (bedrijfseconomische) duurzame en efficiënte bedrijfsvoering op en vanuit de huidige bedrijfslocatie. Hierbij wordt aangesloten op de nationale, provinciale en gemeentelijke doelstellingen. Geconcludeerd kan derhalve worden dat de voorgenomen ontwikkeling past binnen het geldend beleidskader.
CroonenBuro5
20
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
4 Milieuhygiënische en planologische verantwoording Op grond van het bepaalde in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het bij het opstellen van een bestemmingsplan verplicht om inzicht te bieden in de relevante planologische en milieuhygiënische aspecten. In dit hoofdstuk is een verantwoording voor deze aspecten opgenomen.
4.1
Bodem Voor elke functiewijziging, al dan niet naar een gevoelige functie, dient een onderzoek te worden verricht naar de bodem- en grondwaterkwaliteit. De bodem moet geschikt zijn voor het voorgenomen gebruik.
4.1.1
Verkennend bodemonderzoek Door Geofox-Lexmond is hiertoe een verkennend bodemonderzoek verricht. Het onderzoek heeft tot doel om de milieuhygiënische kwaliteit van grond en grondwater vast te stellen en om na te gaan of er bodemverontreiniging aanwezig. De rapportage, d.d. 23 december 2010, is als bijlage aan deze onderbouwing toegevoegd. Hierna zijn de conclusies en bevindingen beschreven. Bij het chemisch onderzoek van de grond met bodemvreemde bijmengingen zijn lichte verontreinigingen met PAK, som PCB's en minerale olie aangetoond (in gehalten boven de betreffende achtergrondwaarden). De verontreinigingen zijn zeer waarschijnlijk te relateren aan de bodemvreemde bijmengingen en komen overeen met de resultaten van het eerder uitgevoerde onderzoek. Opgemerkt wordt dat er geen lood is aangetoond in een gehalte boven de achtergrondwaarde. De bovengrond zonder zintuiglijke waarnemingen is niet verontreinigd maar de ondergrond is plaatselijk licht verontreinigd met kobalt en molybdeen. Het grondwater is licht verontreinigd met barium en nikkel (in concentraties boven de betreffende streefwaarden). In de regio komen vaker verhoogde concentraties metalen in het grondwater voor. Omdat er geen stoffen zijn aangetoond boven de desbetreffende tussenwaarden is er conform de Wet bodembescherming geen aanleiding om nader onderzoek uit te voeren. De aangetroffen concentraties leveren geen milieuhygiënische risico's op voor de gebruikers of voor het milieu. Het terrein(deel) is daarmee vanuit milieuhygiënisch oogpunt geschikt voor het voorgenomen gebruik.
4.1.2
Beoordeling milieuhygiënische bodemkwaliteit Gezien de verstreken tijd en de gewijzigde uitgangspunten ten aanzien van het aspect bodemkwaliteit heeft Antea Goup, op verzoek van de gemeente Gennep, een beoordeling van het verkennend bodemonderzoek plaatsgevonden. De notitie, d.d. 19 maart 2015 is als bijlage opgenomen.
CroonenBuro5
21
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
Hieruit is geconcludeerd dat er geen belemmeringen aanwezig zijn ten aanzien van de onderhavige bestemmingsplanprocedure. De geconstateerde nadere onderzoeksverplichtingen, met name gericht op de aanwezigheid van asbest, kunnen worden verricht in een later stadium, bij de aanvraag van de omgevingsvergunning. 4.1.3
Conclusie Vanuit het oogpunt van bodemkwaliteit bestaan geen belemmeringen voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied.
4.2
Geluid
4.2.1
Wegverkeerslawaai Conform de Wet geluidhinder dient een akoestisch onderzoek te worden verricht indien de bouw van geluidgevoelige objecten binnen de onderzoekszone van rail- en wegverkeer mogelijk wordt gemaakt. Het voorliggend initiatief voorziet in de herinrichting en vergroting van het bedrijfsperceel van Geurts van Bergen BV en wordt in het kader van de Wet Geluidhinder als niet-geluidsgevoelig object beschouwd. Conclusie Er is geen aanleiding te veronderstellen dat er bij de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied belemmeringen vanuit het aspect geluid aanwezig zijn. Een akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai hoeft derhalve niet verricht te worden.
4.2.2
Industrielawaai Akoestisch onderzoek industrielawaai Om inzicht te verkrijgen in de geluiduitstraling van de bedrijfsvoering van het groothandelsbedrijf Geurts van Bergen BV is een akoestisch onderzoek industrielawaai uitgevoerd. Het doel van het geluidonderzoek is het bepalen van de veroorzaakte geluidsniveaus in de toekomstige situatie ter plaatse van de meest relevante waarneempunten. Dit met als doelstelling om te kunnen beoordelen of in de toekomstige situatie sprake is van een goed woon- en leefklimaat. Tot dit doel is door JAMI advies en onderzoek een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de geluiduitstraling van de bedrijfsactiviteiten. De rapportage, d.d. 19 januari 2009, is als bijlage opgenomen. Hierna zijn de conclusies en bevindingen vermeld. Uit de berekeningen blijkt dat het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau ter plaatse van de geluidgevoelige bestemmingen maximaal 45 en 39 dB(A) in respectievelijk de dag- en nachtperiode is. Hiermee wordt voldaan aan de richtwaarden van 50, 45 en 40 dB(A), zoals deze van toepassing zijn in het kader van het activiteitenbesluit. Tevens kan gesteld worden dat ter plaatse van de woningen in de omgeving sprake is van een goed woon- en leefklimaat.
CroonenBuro5
22
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
De piekgeluiden bedragen maximaal 67 dB(A) in de dagperiode. Hiermee wordt in de dagperiode voldaan aan de richtwaarden. Vanwege het vertrekken van een vrachtauto in de nachtperiode kan een overschrijding plaatsvinden aan de Horsestraat 5. Met het hanteren van een gewijzigde opstelplaats wordt ter hoogte van de Horsestraat 5 wel voldaan aan de richtwaarde voor de nachtperiode. Ter hoogte van de Nijmeegseweg 21 en 28 vindt echter nog steeds een beperkte overschrijding plaats van 1 tot 4 dB(A). Nader akoestisch onderzoek piekgeluiden Naar aanleiding van de conclusies en bevindingen uit het akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai is geconcludeerd dat niet wordt voldaan aan de toetswaarde in de nachtperiode met betrekking tot piekgeluiden. Tot dit doel is door JAMI advies en onderzoek een nader akoestisch onderzoek verricht. De rapportage, d.d. 25 mei 2009, is als bijlage opgenomen. Hierna zijn de conclusies en bevindingen vermeld. De overschrijding wordt veroorzaakt door één vertrekkende vrachtauto ter hoogte van de zij- en achtergevel van de woning aan de Horsestraat 5 en de voorgevel van de woningen aan de Nijmeegseweg 21 en 28. De hoogte van de overschrijding voor de woning aan de Horsestraat bedraagt maximaal 7 dB(A) en voor de woningen aan de Nijmeegseweg 21 en 28 is dit respectievelijk 1 en 4 dB(A). Tot dit doel is op basis van het akoestisch onderzoek reeds gekozen voor een alternatieve opstelplaats zodat er voor de woning aan de Horsestraat geen sprake meer is van een overschrijding. De overschrijding kan nog verder verminderd worden door de toepassing van een (verplicht) rustig rijgedrag op het terrein. Een gewijzigde opstelplaats, inclusief aangepast rijgedrag, binnen de grenzen van de inrichting kan echter niet voorkomen dat een piek ter hoogte van de entree van de inrichting zal optreden. De hoogte van de overschrijding is echter slechts zeer beperkt ter hoogte van de Nijmeegseweg 21 en 28. Gezien de ligging van beide woningen, namelijk op het kruisingsvlak van enkele drukke doorgaande wegen, is het aannemelijk dat ten gevolge van het verkeer op deze openbare wegen al veel frequenter pieken en mogelijk ook van een hoger niveau zullen optreden. Hierdoor zal de eenmalige piek ten gevolge van de vertrekkende vrachtauto minder hinderlijk en herkenbaar ervaren worden. Aanvullende motivatie industrielawaai Gezien de verstreken tijd en de gewijzigde uitgangspunten ten aanzien van het aspect industrielawaai heeft Antea Goup, op verzoek van de gemeente Gennep, een notitie opgesteld waarin op basis van de huidige wet- en regelgeving een aanvullende onderbouwing is gegeven. De notitie, d.d. 22 april 2015, is als bijlage opgenomen. Hieruit is geconcludeerd dat het opstellen van maatwerkvoorschrift in het kader van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor een hoger toe te staan maximaal geluidniveau bij de woningen Nijmeegseweg 21 en 28 voor de nachtperiode (23.00-07.00) vanwege de activiteiten binnen de inrichting van Geurts van Bergen BV voldoende is te motiveren.
CroonenBuro5
23
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
Er wordt voldaan aan de daarbij te hanteren wettelijke regelgeving. Bij de woningen zijn geen aanvullende gevelmaatregelen noodzakelijk.
4.3
Luchtkwaliteit
4.3.1
Algemeen De 'Wet luchtkwaliteit' is op 15 november 2007 in werking getreden (Stb. 2007, 434) en vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. Met de 'Wet luchtkwaliteit' wordt de wijziging van de Wet milieubeheer (m.n. hoofdstuk 5, onder titel 5.2) op het gebied van luchtkwaliteitseisen bedoeld. De aanleiding hiervan is de maatschappelijke discussie die ontstaan is als gevolg van de directe koppeling tussen ruimtelijke ordeningsprojecten en luchtkwaliteit. De directe koppeling had tot gevolg dat veel geplande (en als noodzakelijk of gewenst ervaren) projecten geen doorgang konden vinden in overschrijdingsgebieden. Bovendien moest voor ieder klein project met betrekking tot luchtkwaliteit een uitgebreide toets gedaan worden. Met de nieuwe 'Wet luchtkwaliteit' en bijbehorende bepalingen en hulpmiddelen, wil de overheid zowel de verbetering van de luchtkwaliteit bewerkstelligen als ook de gewenste ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening doorgang laten vinden. De 'Wet luchtkwaliteit' voorziet onder meer in een gebiedgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het Rijk, provincies en gemeenten werken in het NSL-programma samen aan maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren tot de normen, ook in gebieden waar nu de normen voor luchtkwaliteit niet worden gehaald (overschrijdingsgebieden). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. De Nederlandse overheid heeft de EU verzocht om verlenging van de termijn (derogatie) waarbinnen de luchtkwaliteitseisen gerealiseerd moeten zijn. Op 7 april 2009 heeft de Europese Commissie hiermee ingestemd. Het tijdstip waarop aan de normen voor PM10 moet worden voldaan is uitgesteld tot 11 juni 2011. De datum waarop aan de jaargrenswaarde voor NO2 moet worden voldaan bedraagt 1 januari 2015. Het NSL is per 1 augustus 2009 van kracht geworden. Hierdoor zijn onder andere de uitvoeringsregels rond saldering verruimd en is de definitie van 'niet in betekenende mate' (NIBM) verlegd naar 3% van de grenswaarde. Een project draagt 'niet in betekenende mate' bij aan de luchtverontreiniging als de 3% grens niet wordt overschreden. De 3% grens is gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijnstof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Dit komt overeen met 1,2 microgram/m3 voor zowel PM10 als NO2. In artikel 4 van het 'Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' en de bijlagen van de 'Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' is voor bepaalde categorieën projecten met getalsmatige grenzen vastgesteld dat deze 'niet in betekenende mate' (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Dit geldt o.a. voor woningbouwlocaties die niet meer dan 1500 nieuwe woningen omvat-
CroonenBuro5
24
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
ten. Wanneer projecten wel in betekenende mate bijdragen aan de luchtkwaliteit dient luchtonderzoek uitgevoerd te worden, waarbij getoetst wordt aan de normen. Kort samengevat dienen bouwplannen te worden beoordeeld op basis van de 'Wet luchtkwaliteit' c.q. artikel 5.16 van de Wet milieubeheer. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de nieuwe 'Wet luchtkwaliteit' geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkelingen als: — er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde — een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt — een project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging — een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL, dat in werking treedt nadat de EU derogatie heeft verleend Naast toetsing aan de 'Wet luchtkwaliteit' dient altijd te worden onderzocht of sprake is van een goede ruimtelijke ordening. 4.3.2
Luchtkwaliteit plangebied Binnen het plangebied is uitbreiding van groothandelsactiviteiten voorzien. De luchtkwaliteitseisen van de Wet luchtkwaliteit vormen geen belemmering voor de plannen, wanneer de activiteiten 'niet-in-betekenende-mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (artikel 5.16 lid 1 onder c Wm). In artikel 4 van het 'Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' en de bijlagen van de 'Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' is voor bepaalde categorieën projecten met getalsmatige grenzen vastgesteld dat deze 'niet in betekenende mate' (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Voor onderhavig plangebied plan zijn geen grenzen aangegeven. Aangezien de invloed van het plan op de luchtkwaliteit wordt bepaald door de verkeersaantrekkende werking, wordt aangesloten bij de grenzen die gesteld worden voor woningbouwlocaties, waarbij ook de verkeersaantrekkende werking maatgevend is. Conform voorschrift 3B.2 van bijlage 3b van de 'Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' draagt een bouwplan niet in betekenende mate bij aan de luchtkwaliteit wanneer het plan niet voorziet in de bouw van meer dan 1500 woningen (in geval van één ontsluitingsweg). Voor woningen wordt over het algemeen uitgegaan van een kengetal van 5 verkeersbewegingen per woning. Dit betekent dat een plan niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit wanneer sprake is van niet meer dan 7.500 verkeersbewegingen. Voor het plangebied is een worst-case raming gemaakt voor wat betreft het aantal voertuigbewegingen van en naar het plangebied. De verkeersaantrekkende werking van het initiatief is bepaald aan de hand van de intensiteiten, die zijn opgenomen in
CroonenBuro5
25
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
het bij deze plantoelichting gevoegde akoestisch onderzoek industrielawaai (JAMI, 19 januari 2009). Per etmaal gaat het in totaal om circa 62 personenautobewegingen en circa 15 vrachtwagenbewegingen. De uitstoot van een gemiddelde vrachtwagen is equivalent aan 25 personenauto's. De verkeersaantrekkende werking van het bedrijventerrein komt hiermee op een equivalent van circa 440 personenautobewegingen. Geconstateerd kan worden dat dit aantal zich ver onder de grens van 7.500 verkeersbewegingen bevindt, die gehanteerd wordt als bovengrens voor ‘niet in betekenende mate’ bij woonwijken. Conclusie Aangezien de verkeersaantrekkende werking van dit plan gelijk is aan circa 440 verkeersbewegingen (dan wel iets meer of iets minder, afhankelijk wat uiteindelijk gerealiseerd gaat worden) per etmaal, kan gezien het voorgaande geconcludeerd worden dat het plan niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Op basis van artikel 5.16, lid 1, aanhef en onder c van de Wet milieubeheer kan het project zonder nader onderzoek doorgang vinden.
4.4
Externe veiligheid Externe veiligheid betreft het risico dat aan bepaalde activiteiten verbonden is voor niet bij de activiteit betrokken personen. Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het voorkomen en beheersen van risicovolle bedrijfsactiviteiten en van risicovol transport (o.a. van gevaarlijke stoffen). Het gaat daarbij om de bescherming van individuele burgers en groepen tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen of omstandigheden. Risicobronnen kunnen onderscheiden worden in risicovolle inrichtingen (o.a. l.p.g.tankstations), vervoer van gevaarlijke stoffen (via wegen, spoorwegen, waterwegen) en leidingen (o.a. aardgas, vloeibare brandstof en elektriciteit). Om voldoende ruimte te scheppen tussen risicobron en de personen of objecten die risico lopen (kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten) moeten vaak afstanden in acht worden genomen. Ook ontwikkelingsmogelijkheden die ingrijpen in de personendichtheid kunnen om onderzoek vragen. Bij externe veiligheid wordt onderscheid gemaakt in het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans dat een persoon die (onafgebroken aanwezig en onbeschermd) op een bepaalde plaats overlijdt als gevolg van een calamiteit met een inrichting of een transportmodaliteit. Het GR bestaat uit de cumulatieve kans per jaar dat een groep van een bepaalde omvang overlijdt als gevolg van een calamiteit met een inrichting of een transportmodaliteit.
Uit een inventarisatie van de nationale risicokaart blijkt dat het plangebied niet in het invloedsgebied van risicovolle inrichtingen of leidingen is gelegen. De Nijmeegseweg is echter aangemerkt als een transportroute gevaarlijke stoffen. Voor de weg is een risicoafstand PR 10-6 van 0 m van toepassing.
CroonenBuro5
26
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
Er is derhalve geen nader onderzoek vanwege deze weg aan de orde. De veiligheidsregio, in de vorm van de brandweer Limburg-Noord, heeft in een reactie aangegeven deze conclusie te onderschrijven. Conclusie Vanuit het oogpunt van externe veiligheid bestaan geen belemmeringen voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied.
4.5
Bedrijven en milieuzonering
4.5.1
Algemeen Er moet een noodzakelijke ruimtelijke scheiding worden aangebracht tussen milieubelastende en milieugevoelige functies ter bescherming en/of vergroting van de leefkwaliteit. De milieuhinder van bedrijven moet worden geanalyseerd op hun invloed op mogelijke ontwikkelingen. Indien milieubelastende functies in het plangebied mogelijk worden gemaakt, dient de invloed op de omgeving inzichtelijk te worden gemaakt. De toelaatbaarheid van bedrijvigheid kan globaal worden beoordeeld met behulp van de methodiek van de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' (uitgave 2009). In deze brochure is een bedrijvenlijst opgenomen die informatie geeft over de milieukenmerken van typen bedrijven. Vervolgens wordt in de lijst op basis van een aantal factoren (waaronder geluid, gevaar en verkeer) een indicatie gegeven van de afstanden tussen bedrijfstypen en een rustige woonwijk of een vergelijkbaar omgevingstype (zoals rustig buitengebied), waarmee gemeenten bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening kunnen houden. Deze afstand is gebaseerd op de grootste indicatieve afstand. De lijst is algemeen geaccepteerd als uitgangspunt bij het opstellen van ruimtelijke plannen. Naast het omgevingstype 'rustige woonwijk' wordt het omgevingstype 'gemengd gebied' onderscheiden. Een gemengd gebied is een gebied met een matig tot sterke functiemenging. Gebieden die direct langs de hoofdontsluiting liggen behoren eveneens tot het omgevingstype 'gemengd gebied'. Binnen het omgevingstype ‘gemengd gebied’ kan de richtafstand uit de richtafstandenlijst met één afstandstap worden verminderd. Geurts van Bergen BV is gesitueerd aan de Nijmeegseweg. Dit betreft een provinciale weg met diverse functies die de hoofdontsluiting voor Ottersum vormt en een directe verbinding biedt tot het centrum van Gennep en de N271. Voor de inschatting van de gewenste richtafstanden op basis van de milieucategorie wordt derhalve uitgegaan van het omgevingstype ‘gemengd gebied’ (Bron: Bedrijven en milieuzonering, 2009).
CroonenBuro5
27
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
4.5.2
Gemeente Gennep
Geurts van Bergen BV In de bestaande situatie is reeds sprake van een bedrijfsbestemming waarbij de gronden zijn aangewezen gronden voor detailhandel in volumineuze goederen en groothandelsactiviteiten. In de directe omgeving zijn aan de Nijmeegseweg, Ottersumseweg, Horsestraat en Rozenstraat diverse hindergevoelige objecten (burgerwoningen) aanwezig. De meest nabijgelegen woonpercelen zijn hierbij gesitueerd aan de Horsestraat 5 en de Rozenstraat 5 vanwege de directe begrenzing aan het bedrijfsperceel aan de Nijmeegseweg. Op de bedrijvenlijst in de VNG-handreiking behoren de bedrijfsactiviteiten tot milieucategorie 3.1 (groothandel in hout en bouwmaterialen > 2.000 m2. Voor activiteiten in deze categorie geldt een indicatieve afstand van 30 meter voor het aspect geluid tot hindergevoelige objecten in een ‘gemengd gebied’. De richtafstanden uit de VNGhandreiking zijn hierbij niet bedoeld om bestaande situatie te toetsen op een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Er kan echter wel inzicht worden verkregen in het toetsingskader voor het toekomstig woon- en leefklimaat, in relatie tot de beoogde ontwikkeling. Er zijn hierbij twee relevante partijen: enerzijds de omwonenden (hindergevoelige objecten) en anderzijds Geurts van Bergen BV zelf. Bij de beoordeling moet in ogenschouw worden genomen of ter plaatse een aanvaardbaar woon- en verblijfklimaat is gegarandeerd (belang hindergevoelig object). Tevens moet beoordeeld worden of niemand onevenredig in zijn belangen wordt geschaad (belangen Geurts van Bergen BV). De beoogde ontwikkeling betreft de herinrichting en vergroting van het bestaand bedrijfsperceel, in combinatie met de realisatie van een nieuw bedrijfsgebouw. Dit betekent concreet dat de afstand tot het woonperceel aan de Horsestraat 10 verkleind wordt tot circa 15 meter. Voor de overige hindergevoelige objecten aan o.a. de Horsestraat en de Rozenstraat blijft de afstand tot de bedrijfsvoering van Geurts van Bergen BV ongewijzigd. De herinrichting van het bestaand bedrijfsperceel, in combinatie met de realisatie van een nieuw bedrijfsgebouw, betekent echter tevens een nieuwe (planologische) situatie. Dit betekent dat vanuit het oogpunt van milieuzonering alle bedrijfsactiviteiten nader onderzocht dienen te worden op de (potentiele) gevolgen voor de omliggende hindergevoelige objecten. Tot dit doel is een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de geluiduitstraling van de totale toekomstige bedrijfsactiviteiten (zie paragraaf 4.2.2). De bevindingen en conclusies uit deze studie hebben onder meer geleid tot wijzigingen in de inrichting van het bedrijfsperceel om geluidhinder tot een minimum te beperken. Vervolgens is in de regels en op de verbeelding van het onderhavig bestemmingsplan vastgelegd waar én in welke omvang de bedrijfsactiviteiten plaats kunnen vinden.
CroonenBuro5
28
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
4.5.3
Conclusie Met het vastleggen van de positionering van de bebouwing en de inrichting van het bedrijfsperceel in de regels en de verbeelding bestaan er geen belemmeringen vanuit het aspect bedrijven en milieuzonering. Er is sprake van een acceptabel woon- en leefklimaat voor de omliggende hindergevoelige objecten (burgerwoningen).
4.6
Kabels en leidingen In en in de directe omgeving van het plangebied zijn geen planologisch relevante kabels en leidingen aanwezig die een belemmering vormen voor de voorgenomen ontwikkeling.
4.7
Verkeer en parkeren
4.7.1
Verkeersgeneratie Met betrekking tot de verkeersgeneratie is gebruik gemaakt van de intensiteiten die zijn opgenomen in het bij deze plantoelichting gevoegde akoestisch onderzoek industrielawaai (JAMI, 19 januari 2009). Hierbij is uitgegaan van een worst-case scenario waarbij er in de toekomst sprake is van circa 62 personenautobewegingen en circa 15 vrachtwagenbewegingen per etmaal. De verkeersbewegingen van en naar het plangebied betreffen personeel, bezoekers en bevoorradingsverkeer. De maximale toename van het verkeer, uitgaande van 100% autogebruik van bewoners/bezoekers is voor het omliggende wegennet relatief gering. Ten opzichte van de huidige situatie vindt er bovendien een verbetering van de verkeerssituatie plaats, aangezien vrachtwagens niet langer hoeven over te steken van de huidige showroom (aan de overkant van de Nijmeegseweg) naar het opslagterrein (het plangebied). In de nieuwe situatie zijn namelijk zowel de showroom als het opslagterrein in het plangebied gesitueerd. De ontsluiting van het plangebied vindt plaats via de Nijmeegseweg. Deze weg vormt één van de belangrijke hoofdontsluitingswegen van de kern Ottersum. Deze weg beschikt over een grote verkeerscapaciteit. Doordat aan de Horsestraat geen toegang tot het plangebied komt, blijft het verkeersluwe karakter van deze straat gehandhaafd. Aangezien in de huidige situatie er geen problemen bekend zijn m.b.t. de afwikkeling van het verkeer op de Nijmeegseweg zijn er derhalve geen belemmeringen te verwachten voor de voorgestane ontwikkeling van het plangebied.
4.7.2
Parkeerbalans Ten aanzien van parkeren gelden ingevolge het Parkeerbeleidsplan gemeente Gennep de normen die worden aangehouden voor een gebied dat buiten het centrum gesitueerd is. Het gaat om de volgende normen: — Arbeidsextensieve bedrijven/bezoekersintensieve bedrijven (waaronder showroom) 1.8 p.p/100 m2 b.v.o. — Kantoor zonder baliefunctie (de kantoren op de verdiepingen) 1.8 p.p/100 m2 b.v.o. — Arbeidsextensieve bedrijven/bezoekersextensieve bedrijven (waaronder magazijn) 0.5 p.p/100 m2 b.v.o.
CroonenBuro5
29
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
In de navolgende tabel zijn de diverse functies en bedrijfsactiviteiten benoemd, in relatie tot de beoogde ontwikkeling. Hierbij is uitgegaan een ruime metrage zodat de parkeerberekening is gebaseerd op een ‘worst-case scenario’. Dit leidt tot het volgende aantal benodigde parkeerplaatsen: — Showroom (1.250 m2) 22,5 parkeerplaatsen 2 — Kantoren ( 500 m ) 09,0 parkeerplaatsen — Magazijn (2.500 m2) 12,5 parkeerplaatsen — Totaal 44,0 parkeerplaatsen De bezoekers parkeren in parkeervakken, gesitueerd langs de perceelgrens van Nijmeegseweg. Er zijn 27 parkeerplaatsen voorzien. De overige benodigde parkeervoorzieningen zijn, conform de bestaande situatie, voorzien op een grasveld in de noordwesthoek van het plangebied. Het plangebied beschikt derhalve over voldoende ruimte om de volledige parkeerbehoefte op te vangen. Conclusie Er zijn geen problemen ten aanzien van de verkeersafwikkeling te verwachten.
4.8
Water Ten aanzien van de voorgenomen ontwikkeling dient te worden verwoord hoe er in het plan met de aspecten water en ruimte rekening wordt gehouden in relatie tot enerzijds het waterbeleid en anderzijds de waterhuishouding. In dit kader is door GeofoxLexmond in 2011 een waterhuishoudkundig plan opgesteld. Gezien de verstreken tijd alsmede de nadere detaillering van het planvoornemen is door CroonenBuro5 in het kader van de bestemmingsplanprocedure de watertoets geactualiseerd.
4.8.1
Beleid en regelgeving Het plangebied valt onder het beheer van Waterschap Peel en Maasvallei. De doelen van het waterschap voor de periode van 2010 tot 2015 staan beschreven in het waterbeheerplan “Orde in water; Water in orde”. Daarnaast ligt momenteel het gezamenlijke ontwerpwaterbeheerplan 2016 tot 2021 van de Limburgse waterschappen ter inzage waarin staat hoe de waterschappen zorgen voor veilige dijken, droge voeten en voldoende en schoon water. Aansluitend op het waterbeheerplan beschikt het Waterschap Peel en Maasvallei over een verordening: De Keur 2013. Hierin staan de regels die het waterschap hanteert ten aanzien van het gebruik van oppervlaktewaterlichamen, waterkeringen en grondwater. Bij alle in- en uitbreidingsplannen adviseert en toetst het Waterschap op hydrologische effecten, waarbij het hydrologisch neutraal ontwikkelen het uitgangspunt is. Kortom, het initiatief mag niet leiden tot een verandering in de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse en in de directe omgeving. Daarnaast is het streven om het schone en het verontreinigde water zoveel mogelijk te scheiden.
CroonenBuro5
30
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
4.8.2
Gemeente Gennep
Locatiestudie Het onderzoeksgebied ligt tegen de noordwestelijke grens van de kern Ottersum. Het grootste deel van het plangebied is verhard in de vorm van terreinverharding, bedrijfsbebouwing en een bedrijfswoning. Het noord(west)elijke deel van het plangebied bestaat uit gras. De bestaande bebouwing is aangesloten op een gemengd rioolstelsel, gelegen onder de Ottersumseweg. De planlocatie ligt op een maaiveldniveau van circa 12,9 m + NAP (www.ahn.nl), waarbij de gemiddelde hoogste grondwaterstand zich bevindt op een diepte van 3,5 m onder maaiveld en de gemiddelde laagste grondwaterstand 4,7 m onder maaiveld. De bodemsamenstelling van het terrein bestaat globaal uit zandgronden, waarbij is uitgegaan van een theoretische k-waarde van 10 m/dag. Dit op basis van de verrichte metingen in het kader van het waterhuishoudkundig plan (2011). Het planvoornemen zelf voorziet in de sloop van de bestaande bebouwing en het realiseren van een nieuwe showroom en een nieuw magazijn. In aanvulling op de nieuwbouw wordt een groot gedeelte van het plangebied verhard. Om een indicatie te geven van de benodigde berging is de verhouding tussen het verhard oppervlak in de huidige en de toekomstige situatie weergegeven. Hierbij dient het te projecteren watersysteem de neerslag adequaat op te kunnen vangen in een situatie, die naar verwachting éénmaal per 10 jaar voorkomt. Eveneens dient bij een neerslagsituatie van éénmaal per 100 jaar geen wateroverlast te ontstaan op eigen terrein of bij derden. Oppervlakte
Bestaande situatie (m2)
Toekomstige situatie (m2)*
Dakoppervlakte bebouwing
390
3.340
Terreinverharding
6.185
4.660
Totaal 6.575 8.000 * indicatieve maatvoering op basis van het inrichtingsplan, d.d. 19 november 2014
4.8.3
Waterkwantiteit De voorgestane ontwikkeling van het plangebied zal naar verwachting een toename van het verhard oppervlak van circa 1.425 m2 tot gevolg hebben. Op basis van de verwachte toename van het verhard oppervlak, is de benodigde ruimte voor de bergingsvoorziening bepaald. Hierbij dient een infiltratievoorziening met een overloop op het eigen terrein gedimensioneerd te worden op een bui die één keer in de honderd jaar (T=100) voorkomt. In de infiltratievoorziening moet het hemelwater van een bui van 84 mm kunnen worden geborgen. Hierbij wordt aan de hand van ‘het te compenseren oppervlak’ x ‘de voorgeschreven berging’, de benodigde waterberging berekend. Op basis van deze berekening dient een bergingsvoorziening met een inhoud van circa 119,7 m3 (1.425 m2 x 0,084 m per m2) gerealiseerd te worden voor een neerslagsituatie die eens in de 100 jaar voorkomt. Hierbij wordt geadviseerd om de benodigde waterberging middels een bovengrondse infiltratievoorziening, in de vorm van een plasdraszone te realiseren.
CroonenBuro5
31
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
De realisatie van de plas-draszone wordt gecombineerd met de voorgenomen landschappelijke inpassing van het plangebied. Tot dit doel is de positionering van de plasdraszone voorzien aan de noordoostzijde van het bestemmingsplangebied, als onderdeel van de landschappelijke inpassing. 4.8.4
Waterkwaliteit Ten behoeve van de waterkwaliteit zal de voorgestelde ontwikkeling, indien van toepassing, gebruik maken van milieuvriendelijke bouwmaterialen en worden uitloogbare materialen, zoals lood, koper, zink en zacht OVC niet gebruikt, waardoor de uitspoeling van vervuilende stoffen via de bodem naar het oppervlaktewater voorkomen wordt. De aansluiting op het gemeentelijk rioolsysteem zal gerealiseerd worden met een gescheiden rioleringsysteem voor hemel- en vuilwater. Het vuilwatersysteem wordt direct aangesloten op het bestaand gemeentelijk rioolstelsel. Het afstromend hemelwater, afkomstig van de bebouwing en de terreinverharding, wordt binnen het plan verwerkt (geïnfiltreerd) middels groenstroken en de plas-draszone of, indien dit technisch niet mogelijk is, gedoseerd afgevoerd naar een watergang.
4.8.5
Conclusie Geconcludeerd kan worden dat er met het voorliggend initiatief geen waterschapsbelangen in het geding zijn. Er is derhalve geen belemmering aanwezig vanuit het aspect water.
4.9
Flora en fauna Ruimtelijke plannen moeten worden beoordeeld op de uitvoerbaarheid in relatie tot actuele natuurwetgeving, met name de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet. Er mogen geen ontwikkelingen plaatsvinden die op onoverkomelijke bezwaren stuiten door effecten op beschermde natuurgebieden en/of flora en fauna. In dit kader is inzicht gewenst in de aanwezige natuurwaarden en de mogelijk daarmee samenhangende consequenties vanuit de actuele natuurwetgeving.
4.9.1
Quickscan flora en fauna Door Croonen Adviseurs is een quickscan flora en fauna verricht. De rapportage, d.d. 10 augustus 2010, is als bijlage opgenomen. Hierna zijn de conclusies en bevindingen vermeld. Beschermde natuurgebieden Er zijn geen natuurgebieden in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 (Natura 2000-gebieden) in de directe omgeving van het plangebied aanwezig. Aangezien de ruimtelijke ingrepen op kleine schaal plaatsvinden en vanwege de afstand tot het Natura 2000-gebied, zal er van enige negatieve externe werking op het Natura 2000-gebied geen sprake zijn. De instandhoudingsdoelen komen door de ruimtelijke ingrepen niet in gevaar.
CroonenBuro5
32
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
In de nabijheid (enkele honderden meters) van het plangebied ligt een gebied dat deel uitmaakt van de EHS. Indien alle werkzaamheden in het plangebied hydrologisch neutraal worden uitgevoerd blijft de waterhuishouding onveranderd. In dat geval zal er naar alle waarschijnlijkheid geen sprake zijn van een significant negatief effect op de nabijgelegen EHS. Er is daarom geen noodzaak voor een compensatieplan of een voortoets. Beschermde soorten Op basis van de beschikbare literatuurgegevens en het veldbezoek kan worden vastgesteld dat het terrein een potentiële habitat biedt voor enkele licht beschermde soorten (tabel 1-soorten) en voor de strikter beschermde rugstreeppad. De ruimtelijke ontwikkeling zal naar verwachting leiden tot een beperkt verlies van leefgebied van enkele soorten van tabel 1 van de Flora- en faunawet. Dit heeft geen invloed op de gunstige staat van instandhouding van deze soorten, omdat er voldoende leefgebied aanwezig blijft en het relatief algemene soorten betreft. Voor deze soorten geldt dan ook een vrijstelling. Een ontheffing Flora- en faunawet is derhalve niet noodzakelijk. De zorgplicht blijft wel gelden. De oude schuur vormt een potentieel geschikt biotoop voor gebouwbewonende vleermuizen. De aanwezige kersenboom aan de oostkant van het plangebied bevat een grote, diepe holte in de stam, waar boombewonende vleermuizen in zouden kunnen verblijven. Een vervolgonderzoek naar gebouw- en boombewonende vleermuizen in de betreffende boom en schuur wordt noodzakelijk geacht voordat deze gekapt en gesloopt worden. Bij dit onderzoek kan door middel van een aantal veldbezoeken de aanwezigheid van vleermuizen in de kersenboom en schuur worden aangetoond of uitgesloten. Conclusie Conclusie van de quickscan is, dat nader onderzoek naar gebouw- en boombewonende vleermuizen nodig is om duidelijkheid te verkrijgen over de daadwerkelijke aanwezigheid van deze beschermde soorten. 4.9.2
Aanvullend vleermuisonderzoek Naar aanleiding van de conclusies en bevindingen uit de verrichte quickscan flora en fauna is een aanvullend vleermuisonderzoek verricht door Ecoconsultancy. De rapportage, d.d. 24 oktober 2012, is als bijlage opgenomen. Hierna zijn de conclusies en bevindingen vermeld. Op basis van de huidige onderzoeksinspanning kan met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat de betreffende bebouwing geen functie heeft als vaste rust- en verblijfplaats voor vleermuizen. Tijdens het veldonderzoek zijn geen in- of uitvliegende, gevelgrijpende of zwermende vleermuizen waargenomen. Daarnaast is er geen lijnvormig element op de onderzoekslocatie aanwezig dat kan dienen als vliegroute en is het uit te sluiten dat op de locatie essentieel foerageergebied aanwezig is. Het wettelijk verplicht treffen van maatregelen ten aanzien van vleermuizen is niet aan de orde.
CroonenBuro5
33
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
4.9.3
Conclusie De voorgenomen ontwikkeling van het plangebied veroorzaakt geen negatieve effecten op flora en fauna.
4.10
Archeologie en cultuurhistorie Op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg is de gemeente verplicht om bij het vaststellen van nieuwe bestemmingsplannen of aanpassing(en) van oude plannen, rekening te houden met archeologie.
4.10.1 Archeologisch bureau-en inventariserend veldonderzoek Door BAAC is een archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek in het plangebied verricht. De rapportage, d.d. 23 november 2010, is als bijlage opgenomen. Hierna zijn de conclusies weergegeven. Op basis van het bureauonderzoek kunnen binnen het plangebied archeologische resten aanwezig zijn vanaf het laat paleolithicum tot heden. Er bestaat een specifieke verwachting op resten van de eventuele Romeinse voorganger van de Ottersumseweg en op resten van de steenfabriek die begin 19e eeuw (nieuwe tijd) binnen het plangebied heeft gestaan. Het verkennend booronderzoek heeft aangetoond dat er mogelijk resten van de steenfabriek aanwezig zijn op het grasland en dat overige archeologische resten hier niet kunnen worden uitgesloten. Voor dit deel van het plangebied blijft de archeologische verwachting daarom hoog. Ter plaatse van het momenteel verharde deel van het terrein is de natuurlijke bodem dermate geroerd en waarschijnlijk ook afgegraven dat hier geen intacte archeologische resten meer worden verwacht. De archeologische verwachting voor dit deel van het terrein is op basis van het veldonderzoek laag. Op basis van het uitgevoerde onderzoek wordt voor het grasland een archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen in de vorm van een proefsleuvenonderzoek. Ter plaatse van dit terrein worden resten van een 19e eeuws steenfabriek verwacht. Archeologische resten uit overige perioden kunnen niet worden uitgesloten. Voor het overige deel van het terrein wordt vanwege de aangetroffen bodemverstoring geen vervolgonderzoek noodzakelijk geacht. 4.10.2 Selectiebesluit De gemeente Gennep heeft het advies uit het verkennend onderzoek laten controleren door ‘The Missing Link’ en op 15 december 2010 het navolgende selectiebesluit genomen. Op basis van de gegenereerde gegevens kan het zuidelijk deel van het plangebied vrijgegeven worden voor herinrichting. Met de constatering dat het profiel intact is, is een hoge verwachting op het aantreffen van archeologische waarden met name in het noordelijk deel binnen het plangebied aan de orde. De conclusie uit het rapport, de noodzaak voor het uitvoeren van vervolgmaatregelen, wordt hier onderschreven.
CroonenBuro5
34
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
Dit vervolgonderzoek hoeft echter niet uitsluitend te worden uitgevoerd in de vorm van een IVO-P (proefsleuven). Er is naast proefsleuven nog een optie. Dat betreft het uitvoeren van een archeologische begeleiding tijdens de uitvoer van de civiele werken. Een archeoloog doet dan tijdens de uitvoering van het graafwerk waarnemingen. Voor zowel een proefsleuvenonderzoek als een archeologische begeleiding bij graafwerkzaamheden dient een Programma van Eisen (PvE) opgesteld te worden, dat voorafgaande aan het veldwerk door de bevoegde overheid dient te worden goedgekeurd. Indien er geen grondverzet ter plaatse van de zone van hoge verwachting wordt uitgevoerd, kan worden volstaan met het opnemen van planregels in het bestemmingsplan. 4.10.3 Conclusie Voor het zuidelijk deel van het plangebied, waar de nieuwe bebouwing wordt gerealiseerd, bestaan geen belemmeringen vanuit archeologie. In het noordelijk deel zijn mogelijk wel archeologische waarden aanwezig. Aangezien in het kader van de herontwikkeling van het plangebied in dit deel geen graafwerkzaamheden zijn voorzien, is een nader onderzoek voor het bestemmingsplan niet noodzakelijk. Ter bescherming van de potentieel aanwezige archeologische waarden binnen het plangebied is een dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie 2’ opgenomen. Hiermee worden bij toekomstige ontwikkelingen de potentieel aanwezige archeologische en cultuurhistorische waarden binnen het plangebied beschermd.
CroonenBuro5
35
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
CroonenBuro5
36
Gemeente Gennep
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
5 Juridische planopzet Het onderhavige bestemmingsplan heeft tot doel een juridisch-planologische regeling te scheppen voor het bouwen en het gebruik van gronden en gebouwen binnen het plangebied. In dit hoofdstuk is een toelichting op de systematiek en de inhoud van de verschillende toegekende bestemmingen van het bestemmingsplan gegeven.
5.1
Juridische planopzet De bij dit plan behorende regels zijn opgenomen in 4 hoofdstukken: — hoofdstuk 1 – Inleidende regels; — hoofdstuk 2 – Bestemmingsregels; — hoofdstuk 3 – Algemene regels; — hoofdstuk 4 – Overgangs- en slotregels. Deze hoofdstukindeling is conform de richtlijnen uit de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2012). In hoofdstuk 1 worden ter voorkoming van interpretatieproblemen in de regels gebruikte begrippen nader verklaard. Ook wordt aangegeven op welke wijze in de regels gebruikte afmetingen moeten worden gemeten. In hoofdstuk 2 worden de op de verbeelding aangegeven bestemmingen omschreven en voor welke doeleinden de in die bestemmingen opgenomen gronden en gebouwen mogen worden gebruikt. Daarnaast zijn per bestemming de bebouwingsmogelijkheden vermeld. In hoofdstuk 3 (Algemene regels) zijn de bepalingen opgenomen die betrekking hebben op meerdere bestemmingen. Hoofdstuk 4 bevat het overgangsrecht en de aanhalingstitel van het bestemmingsplan.
5.2
Beschrijving van de bestemmingen In dit bestemmingsplan komen de volgende enkel- en dubbelbestemmingen voor: Enkelbestemming 'Bedrijf' De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor een groothandel, inclusief één bedrijfswoning, waarbij de toegestane milieucategorie maximaal 3.1 bedraagt. Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in de bestemmingsomschrijving voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, mits het bedrijf is opgenomen in de categorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten dan wel het een bedrijf betreft dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in de categorieën 1 of 2. Tot dit doel is als bijlage bij de regels een Staat van bedrijfsactiviteiten opgenomen, conform het vigerend bestemmingsplan 'Kern Ottersum 2011’.
CroonenBuro5
37
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
Binnen het, op de verbeelding opgenomen, bouwvlak is het mogelijk om een bedrijfsgebouw te realiseren, waarbij de showroom voor keukens en sanitair is aangeduid met een aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - showroom'. De maximale goot- en bouwhoogte en het maximum bebouwingspercentage voor bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen zijn eveneens op de verbeelding aangeduid. Tot slot is binnen deze bestemming een voorwaardelijke verplichting opgenomen. Met deze voorwaardelijke verplichting is vastgelegd dat de gronden binnen de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - niet eerder overeenkomstig de bestemmingsomschrijving mag worden gebruikt, dan nadat ter plaatse van de aanduiding 'groen' de beoogde landschappelijke inpassing, conform het inrichtingsplan, is gerealiseerd. 5.2.1
Dubbelbestemming 'Waarde – Archeologie 2' Deze gronden zijn mede bestemd voor behoud en bescherming van de archeologische waarden. Dit is een dubbelbestemming, die naast de enkelbestemming geldt. De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen moet archeologisch onderzoek laten doen. Voor ‘Waarde – Archeologie 2’ geldt dit voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 30 m² en dieper dan 30 centimeter of voor bouwwerken die zich binnen een straal van 50 meter van een vindplaats bevinden. Voor het uitvoeren van de genoemde werken en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist. De minimale oppervlakte en diepte zijn dezelfde als die voor bouwwerken gelden. Indien noodzakelijk kunnen aan een omgevingsvergunning voorwaarden worden verbonden. Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemmingen wijzigen indien dit op basis van archeologisch onderzoek wenselijk is.
CroonenBuro5
38
Ontwerpbestemmingsplan Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep
Gemeente Gennep
6 Haalbaarheid In dit hoofdstuk wordt de haalbaarheid van dit bestemmingsplan aangetoond. Een bestemmingsplan moet zowel in financieel als in maatschappelijk opzicht haalbaar zijn. Er wordt daarom een korte financiële toelichting gegeven en daarnaast worden de doorlopen procedures weergegeven.
6.1
Financieel
6.1.1
Uitvoerbaarheid De kosten die gemaakt worden bij de uitvoering van de ontwikkeling zijn voor rekening van de initiatiefnemer. De ontwikkeling heeft voor de gemeente geen negatieve financiële gevolgen.
6.1.2
Kostenverhaal Wanneer voor gronden een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan (zoals gedefinieerd in artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening) is voorgenomen, dient conform artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening een exploitatieplan te worden opgesteld. Deze eis geldt niet indien het kostenverhaal anderszins is verzekerd. In voorliggend geval is het kostenverhaal vastgelegd door middel van een anterieure overeenkomst tussen gemeente en initiatiefnemer, zodat een exploitatieplan niet noodzakelijk is.
6.2
Maatschappelijk Het ontwerpbestemmingsplan ‘Geurts van Bergen, Nijmeegseweg 27 Gennep’ doorloopt de procedure van artikel 3.8 en verder van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij het plan zes weken ter inzage wordt gelegd. Hierbij wordt een ieder in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen. De resultaten van deze procedures worden te zijner tijd in deze toelichting verwerkt. Indien van toepassing wordt in een aparte bijlage een zienswijzennota opgesteld.
CroonenBuro5
39