Ontwerp Begroting 2006 en meerj arenr aming 2007 - 2009 Openbaar Lichaam Sociale Werkvoorziening Drechtsteden Postbus 528 3300 AM Dordrecht
Kamerlingh Onnesweg l 3316 GK Dordrecht
Telefoon 078-6525911 Fax 078-6181800 Email:
[email protected] Website: www.drechtwerk.nl 31 augustus 2005
Inhoud: 1.0 2.0 2.1
2.2
2.3
2.4
3.0 3.1 3.2 3.3 3.4
Beleidsbegroting Algemene beleidsuitgangspunten Externe ontwikkelingen 2.1.1 Verschuiving in het personeelsbestand 2.1.2 Modernisering SW 2. l .3 Vermindering rijksbijdrage Beleidsplan Industriële Dienstverlening 2.2.1 Algemeen 2.2.2 Arbeidsontwikkeling 2.2.3 Financieel 2.2.4 Markt 2.2.5 Productie Beleidsplan Zakelijke Dienstverlening 2.3.1 Algemeen 2.3.2 Financieel 2.3.3 Markt 2.3.4 Productie Beleidsplan Arbeidsintegratie 2.4.1 Algemeen 2.4.2 Arbeidsontwikkeling 2.4.3 Financieel 2.4.4 Markt
l l l
2
3
S
3.5
De paragrafen Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Grondbeleid Treasury 3.4.1 Risicobeheer 3.4.2 Kasgeldnormering 3.4.3 Renterisiconormering 3.4.4 Valautarisico- en koersrisico 3.4.5 Financieringsbehoefte en leningenportefeuille 3.4.6 Administratie organisatie Verbonden partijen
6 6 6 7 7
10
4.0 4.1 4.2
Financiële begroting 2006: Resultaat begroting 2006 Algemene toelichting Toelichting op de begroting 2006
11 12 14
5.0 5.1
Algemene toelichting meerjarenbegroting 2007 - 2009 Meerjarenbegroting 2007 - 2009
19 20
1.0
Beleidsbegroting 2006 In het Openbaar Lichaam Sociale Werkvoorziening werken 10 gemeenten samen, te weten: Alblasserdam, Barendrecht, Dordrecht, Graafetroom, Hendrik Ido Ambacht, Nieuw-Lekkerland, Papendrecht, Ridderkerk, Sliedrecht en Zwijndrecht Drechtwerk heeft 2100 werknemers in dienst, waarvan 1905 WSW-geïndiceerden. De activiteiten van het bedrijf zijn divers; Drechtwerk is actief op het gebied van assemblage / verpakken, (groeps)detacheringen, dienstverlening, onderhoud groenvoorzieningen en industriële producten. Met ingang van de begroting 2005 is het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (hierna te noemen BBV) van toepassing. Dit besluit is op onderdelen afwijkend van de tot op dat moment van toepassing zijnde begrotings- en verantwoordingsvoorschriften (vastgelegd in de Comptabilhehsvoorschriften 1995, CV95). Het BBV schrijft in artikel 7 voor dat de begroting bestaat uit twee delen, te weten de beleidsbegroting en de financiële begroting. Daarbij is nader gedefinieerd dat de beleidsbegroting bestaat uit het programmaplan en de paragrafen. Het programmaplan is binnen Drechtwerk niet van toepassing, omdat zij als gemeenschappelijke regeling uitvoeringsorgaan is van de Wet Sociale Werkvoorziening. De taak van Drechtwerk is om ten behoeve van personen die tot de WSW-doelgroep behoren en die tot regelmatige arbeid in staat zijn, binnen een redelijke termijn passend werk onder aangepaste omstandigheden werk aan te bieden. Drechtwerk voert deze taak uit in opdracht van de 10 deelnemende gemeenten.
2.0
Algemene beleidsuitgangspunten De jaren 2006 en verder zullen worden gekenmerkt door het ten uitvoer leggen en implementeren van de resultaten van het deels in 2005 geïmplementeerde Veranderplan. De gevolgen van dit plan zijn verwerkt in de begroting 2006 en de meerjarenraming 2007 - 2009.
2.1
Externe ontwikkelingen
2.1.1
Verschuiving in het personeelsbestand De afgelopen jaren heeft er een verschuiving in het personeelsbestand plaatsgevonden. De nieuwe instroom bestaat voor een aanzienlijk deel uit psychisch gehandicapten, terwijl in het verleden meer verstandelijke en lichamelijk gehandicapten instroomden. Deze ontwikkeling heeft verschillende gevolgen. De arbeidsprestatie ligt bij psychisch gehandicapten gemiddeld lager (hogere uitval) en er is meer (specifieke) persoonlijke begeleiding nodig. Daarnaast is de slaagfactor van integratie in arbeid lager.
2.1.1
Modernisering SW Door verandering in de wetgeving wordt een modernisering van de WSW nagestreefd. Per l april 2005 is de indicatie overgegaan naar het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). Door de landelijke uniformering in indicatie die hiermee gepaard gaat, valt te verwachten dat er scherper beoordeeld zal worden volgens de letter van de wet Daarmee is voor de toekomst de algemene verwachting dat rekening gehouden moet worden met een verdere verzwakking van de instroom als het gaat om de te leveren arbeidsprestatie. Een belangrijke doelstelling van de modernisering van de WSW is de uitbreiding van het aantal externe plaatsingen. Het valt te verwachten dat op dit punt door de overheid actiever gestuurd zal worden, wanneer de sociale werkvoorzieningen zelf niet in staat blijken te zijn deze omslag te maken. Te denken valt aan een aanpassing van de financieringssystematiek. Op 15 juni 2005 heeft het kabinet haar plannen ten aanzien van de modernisering bekendgemaakt Deze plannen zullen in het najaar van 2005 worden besproken La de Tweede Kamer.
2.1.2 Vermindering Rijksbijdrage De SW-sector is de afgelopen jaren met verschillende structurele financiële tegenvallers geconfronteerd. Met de afbouw van de SPAK/VLW zijn vanaf 2004 aanzienlijke bedragen gemoeid, die slechts ten dele door incidentele rijksbijdrageverhogingen zijn gecompenseerd. Vanaf 2006 worden de verhoogde loonkosten, als gevolg van de afbouw van de loonkostensubsidies, niet meer gecompenseerd. Daarnaast zijn de loonkostenontwikkelingen SW-personeel (CAO-verhogingen, verhoging sociale premies en pensioenlasten) in de laatste jaren hoger uitgevallen dan de bijstelling van de reguliere rijksbijdrage.
2.2
Beleidsplan Industriële Dienstverlening
2.2.1
Algemeen. Binnen de divisie Industriële Dienstverlening (IDVL) werken op fulltime basis circa 900 medewerkers. De divisie bestaat uit de bedrijfsonderdelen Metaal, Elektronica, Assemblage en Verpakken. Het bedrijfsonderdeel Assemblage en Verpakken vormt verreweg de grootste werkeenheid met circa 670 fulltime arbeidsplaatsen. In het Metaalbedrijf werken gemiddeld genomen 90 medewerkers en Elektronica is de laatste jaren gegroeid naar bijna 130 werkplekken. Binnen het onderdeel Assemblage en Verpakken worden relatief eenvoudige en repeterende werkzaamheden uitgevoerd, waarvan een deel in een beschutte werkomgeving. De werkzaamheden bij Metaal en Elektronica zijn doorgaans gespecialiseerder en ingewikkelder van aard. Het is de verwachting, dat de nieuwe instroom van medewerkers voor een belangrijk deel binnen Assemblage en Verpakken tewerkgesteld zal (moeten) worden. Er is sprake van een groot verschil in het rendement van de activiteiten. De Toegevoegde Waarde (TW) per uur loopt uiteen van 3 tot 4 euro bij Assemblage en Verpakken tot circa 20 euro bij MetaaL Het gegeven dat de grootste werkeenheid het laagste rendement oplevert heeft uiteraard zijn weerslag op de bedrijfseconomische prestatie van IDVL. Het beleid binnen IDVL is mede gericht op ontwikkeling van medewerkers. Om dit te realiseren is nauwe samenwerking nodig met de andere Drechtwerkdivisies. De samenwerking met de divisie Arbeidsintegratie heeft in dit verband bijzondere aandacht, omdat medewerkers via deze divisie in aanmerking komen voor begeleid werken of detachering. De consulenten van de divisie Arbeidsintegratie participeren in werkoverlegsituaties en er is frequent overleg over de invulling van vacatures en het doorstroompotentieel binnen IDVL.
2.2.2
Arbeidsontwikkeling Zoals hiervoor aangegeven vormt arbeidsontwikkeling een centrale dosistelling voor IDVL. De nieuwe medewerkers vanaf de wachtlijst doorlopen eerst een traject via het expertisecentrum. Hier worden de nieuwe medewerkers gedurende maximaal 6 weken getest en getraind. De periode op het expertisecentrum wordt afgesloten met een plaatsingsadvies en een Individueel OntwikkelPlan QOP). Vervolgens wordt ieder jaar een lOP-gesprek gevoerd met de medewerker. In deze IOP wordt naast het functioneren ook gesproken over de ontwikkelpunten van de medewerker en gekeken naar de loopbaanmogeüjkheden van de medewerker.
2.23 Financieel De divisie IDVL sloot het jaar 2004 af met een toegevoegde waarde van bijna € 6,5 miljoen. De aanvankelijke begroting voor 2005 was gericht op het realiseren van een TW van ruim € 7 miljoen. Onder druk van tegenvallende resultaten in het eerste kwartaal van 2005 en bijgestelde markt- en rendementsverwachtingen voor de rest van het jaar is de TW van IDVL voor 2005 uiteindelijk begroot op ruim € 6,1 miljoen. Dit betekent een daling van ruim 5% ten opzichte van de gerealiseerde toegevoegde waarde in 2004. De toegevoegde waarde van onze industriële activiteiten zal ook in 2006 onder druk blijven staan. Hiervoor zijn meerdere oorzaken aanwijsbaar. In de eerste plaats beschikt IDVL over een uiterst kwetsbare activiteitenportfolio. Zowel Assemblage en Verpakken als ook Metaalbewerking zijn onderhevig aan dalende vraag en aanhoudende prijsdruk. Dit onder meer als gevolg van concurrentie uit lage lonen landen. Er zijn geen signalen dat hier in 2006 verandering in zal komen. Om toch voldoende werk binnen te halen voor de honderden medewerkers die aangewezen zijn op eenvoudig werk, zullen onze verkopers zich primair blijven richten op het binnenhalen van volume-opdrachten Het acquireren op prijs is onder de heersende omstandigheden niet effectief gebleken. Een andere oorzaak voor de verslechterde toegevoegde waarde is gelegen in de zwakte van de nieuwe instromers. Uit analyses over de periode 2002 tot 2005 blijkt dat de handicapfactor van medewerkers bij met name Verpakken met ruim 50% (!) is gestegen. Dit betekent een forse toename van het aantal uren dat aan een order wordt besteed. Dit gaat uiteraard ten koste van het rendement Het is de verwachting dat ook deze trend zich zal gaan voortzetten. Voor 2006 gaat IDVL uit van een toegevoegde waarde die iets hoger is dan de toegevoegde waarde voor 2005. De begroting 2006 is erop gericht om voor IDVL bijna € 6,3 miljoen toegevoegde waarde te realiseren. Gezien de interne en externe omstandigheden waarmee IDVL te maken heeft is dit een ambitieuze begroting, die alleen gerealiseerd kan worden als we erin slagen om onze productiviteit optimaal te benutten. In 2005 hebben we de basis gelegd voor een kwaliteitsslag binnen IDVL. In 2006 moet deze kwaliteitsslag gerealiseerd worden. Op vitale functies zullen nieuwe, enthousiaste en gekwalificeerde medewerkers geplaatst (moeten) worden die de performance van DRECHTWERK en IDVL naar een hoger niveau kunnen tillen. Het succesvol doorvoeren van de kwaliteitsslag is cruciaal voor IDVL en vormt de belangrijkste investering
voor 2006. De investeringen zullen onder meer betrekking hebben op het versterken van de commerciële slagkracht en het binnenhalen van hoogwaardige operationele expertise en "hands on management" in de productie. Ook in de indirecte sfeer zijn kwaliteitsimpulsen onontbeerlijk. 2.2.4
Markt De marktomstandigheden blijven ongunstig voor het merendeel van onze industriële activiteiten. Zoals hiervoor aangegeven proberen we om met een scherp prijsbeleid volumecontracten binnen te halen die zorgen voor voldoende langdurige omzet De samenwerkingsovereenkomst met Royal Glas Leerdam die voorziet in een zogenaamde "groepsdetacheringsplaatsing" van 50 medewerkers in Gorinchem voor een periode van twee jaar, alsmede de omvangrijke opdrachten voor Imco zijn hiervan goede voorbeelden. De markt voor onze metaalproducten (Comguard) zal naar verwachting meer en meer verzadigd raken. Het binnenhalen van grote orders zal hierdoor steeds moeilijker worden.
2.2.5
Productie Om de gestelde doelen te realiseren wordt voortdurend gewerkt aan het optimaliseren van de bedrijfsprocessen. De vooruitgang die hierin wordt geboekt hangt mede samen met de eerder genoemde kwaliteitsslag op vitale posities. Het (verder) op orde brengen van de bedrijfsvoering richt zich o.a. op de samenwerking tussen productie, planning en verkoop en op het stroomlijnen van de logistieke keten. Ook zal de decentralisatie van de verkoop binnendienst nadrukkelijk aandacht behouden. Om structurele verbeteringen tot stand te brengen zal gelijktijdig op zes verbetergebieden gestuurd worden: * Acquisitie * Versterken van vitale functies (kwaliteitslag) * Capaciteitsplanning * Voor- en nacalculatie orders * Spreiding van de productiecapaciteit * Verbeteren van de toegevoegde waarde
23
Beleidsplan Zakelijke Dienstverlening
2.3.1
Algemeen. Zakelijke Dienstverlening maakt onderdeel uit van Drechtwerk als één van de 3 pijlers waarbij het onderscheid ligt op het werken binnen een zo regulier mogelijke arbeidsomgeving. Deze ontwikkeling wordt ook vanuit de landelijke politiek benadrukt en door wetgeving ondersteund. Industrie is intern gericht en biedt een beschermde werkomgeving. Arbeidsreïntegratie laat gedetacheerde medewerkers bij reguliere bedrijven werken en zo mogelijk in vaste dienst Zakelijke Dienstverlening heeft een drietal bedrijfsonderdelen: * Groenbedrijf * Facilities * Kwekerij De onderdelen maken een eigen bedrijfsplan, vanuit de missie van Drechtwerk. In het bedrijfsplan worden de processen beschreven en worden financiële maatstaven genoemd. Bedrijfsleiders zijn eindverantwoordelijk voor de eigen unit op commercieel en sociaal gebied. Stafdiensten zijn ondersteunend, controlerend en rapporteren het management De bedrijfsonderdelen zijn afhankelijk van doorstroming van nieuwe medewerkers vanuit Industrie. In enkele gevallen worden er nieuwe medewerkers vanuit de Wachtlijst geplaatst Er worden voor diverse instanties stageplaatsen geboden en leer-/ werkplekken. Het streven is om medewerkers te plaatsen bij het onderdeel Arbeidsreïntegratie om een verdere doorstroming naar het bedrijfsleven te bevorderen. Commercieel is er samenwerking met collega SW-bedrijven en aannemers. Op sociaal gebied is er overleg en advies vanuit GGZ De Grote Rivieren, waarbij ondersteuning gegeven wordt op het psychiatrische vlak, direct voor medewerkers of ter ondersteuning van leidinggevenden. Alle medewerkers krijgen een individueel opleidingsplan (IOP) en aan de hand hiervan wordt een opleidingsjaarplan gemaakt Het betreft sociale vaardigheden, vakgerichte opleidingen, herhalingscursussen en taalvaardigheden. Daarbij zijn er specifieke trainingen op het gebied van agressief gedrag. Leidinggevenden worden in een contractgesprek dat voor een budgetjaar plaatsvindt betrokken bij de bedrijfsdoelstellingen, hetgeen zij dan ook onderschrijven. Bij deze medewerkers ligt de taak de geplande werkzaamheden uit te voeren en te voldoen aan kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen van het bedrijfsonderdeel.
2.3.2
Financieel Onderstaand overzicht geeft de toegevoegde waarde pst bedrijfsonderdeel aan: Groentedrijf
Begroting 2006
5.120.000
Facilities
710.000
Kwekerij
480.000
De toegevoegde waarde van de onderdelen facilities en kweketij zijn verhoogd met een inflatiecorrectie van 1%.
233
Markt Groenbedrijf In 2005 zijn de prijzen verder onder druk komen te staan. Opdrachtgevers bezuinigen op openbaar groen en prijsindexaties worden veelal niet geaccepteerd. Vooral bij de afzet aan gemeenten komt het steeds vaker voor dat er aanbieders zijn bij openbare aanbestedingen die ver onder de marktprijs aanbieden en opdrachten wegkapen. Gemeenten gaan steeds vaker over tot openbare aanbesteding en inkoopfunctionarissen gaan voorbij aan de sociale aspecten bij de gunning aan een SW-bedrijf. Scherp inspelen op prijsontwikkeling, leveren van kwaliteit en continuïteit zijn de beste wapens in de strijd. Kansen: * Door het op de markt komen van bestekken ontstaan groeimogelijkheden. * Samenwerking met aannemers. * Blijvende vraag naar 'handjeswerk', specialiseren in eenvoudig en repeterend werk. * Sociale gunningcriteria bij gemeenten gunstig voor Drechtwerk. * Inkoopbeleid bij gemeenten gericht op zo-goedkoop-mogslijk. * Bezuinigingen bij gemeenten. * Zwakker worden van nieuwe instroom, uitstroom van kwalitatieve krachten. Facilities Het schoonmaakbedrijf maakt een gestage groei door. Doordat er moeilijk nieuwe medewerkers binnenkomen zijn er beperkingen bij de orderacceptatie. Er is voldoende werk omdat er veel beweging is in de branche door bedrijven die komen en gaan. Klanten kiezen voor continuïteit en een goede prijs/kwaliteitsverhouding. Kansen: * Groeimogelijkheden bij voldoende gemotiveerd nieuw personeel * ISO-certificaat geeft vertrouwen in geboden kwaliteit * Meer nevenactiviteiten mogelijk, zoals wassen en strijken en catering. Bedreigingen: * Onder druk staan van prijzen, niet transparante materie en ongelijke beoordeling. * Weinig doorstroom en zwakkere instroom. Kwekerij De potplantenkwekerij heeft een 3-tal plantsoorten die grotendeels via de veiling afgezet wordt De vraag is erg seizoengebonden, terwijl de productie gelijkmatig verdeeld moet zijn in verband met het werkaanbod. Nieuwe producten kunnen een bredere klantgroep bedienen waardoor de seizoeninvloeden minder voelbaar zijn. Kansen: * Groeimogelijkheden door beschikbare productieruimte en infrastructuur. * Hoge kwaliteitsniveau is door nieuwe locatie goed te waarborgen. * Door hogere productie nieuwe klanten te werven. Bedreigingen: * Hogere energieprijzen, waardoor marge daalt en transport duurder wordt en vraag vermindert * Verdergaande milieu-eisen, waardoor kostprijs hoger uitkomt
23.4 Productie Het Groenbedrijf is sterk gericht op repeterend, eenvoudig werk, zoals papierprikken, onkruid verwijderen, bosmaaien, bladblazen en snoeien. Door werkgebieden uit te breiden, zoals langs autosnelwegen, zijn er volop kansen nieuw werk binnen te halen. Bij Facilities is door de opgang van microvezel bestaand werk sneller te verrichten. Aanwezige schoonmakers kunnen aldaar of elders nieuw werk verrichten en voor meer TW zorgen, zoals kantinediensten en schoonmaak in productie ruimtes. De Kwekerij is gespecialiseerd in de productie van 3 hoofdgroepen planten. Een belangrijk deel is bedoeld voor export
2.4
Beleidsplan Arbeidsintegratie
2.4.1 Algemeen De Divisie Arbeidsintegratie zal zich in 2006 toeleggen op de volgende activiteiten: * Ontwikkelen en uitplaatsen naar reguliere arbeid van SW-medeweikers die behoren tot de doelgroep Begeleid Werken in (afbouwende) samenwerking met collega-bedrijf VierL * Het detacheren (op contractbasis) van SW-medewerkers bij reguliere bedrijven en instellingen * Het uitvoeren van Reïntegratietrajecten in opdracht van gemeenten en derden * Het uitvoeren van Retategratietrajecten in opdracht van KREW BV /UWV * Het uitvoeren van mobiliteitstrajecten en Wet Verbetering Poortwachter trajecten in opdracht van reguliere bedrijven. Een tweetal interne Drechtwerfcpartijen is van groot belang voor de Divisie Arbeidsintegratie. De bedrijven die SW-medewerkers leveren voor geschikte detacheringsbanen bij reguliere werkgevers en leerwerkplekken ter beschikking stellen voor de rcmtegratietrajecten. Personeel & Organisatie op het gebied van training (expertisecentrum) van SW-personeel en reïntegratieclienten.
2.4.2 Arbeidsontwikkeling De divisie Arbeidsintegratie werkt voor haar cliënten (SW-medewerkers en reïntegratiecliënten) via een duaal spoor. Enerzijds wordt de ontwikkeling van cliënten vormgegeven vanuit de vraagkant van de arbeidsmarkt, anderzijds wordt aanbodsgericht een passende vacature bij de cliënt gezocht Eenmaal op de externe werkplek wordt er een passende ondersteuning geboden door de consulenten teneinde cliënten verder te ontwikkelen en de baan te behouden. Ontwikkelingstrajecten worden door Stimulans B.V. vormgegeven. Een uniek en onderscheidend instrument in deze ontwikkeling is de leerwerkplek binnen de bedrijven van Drechtwerk. Maar ook trainingen (sociale activering en sollicitatietraining) en zaken als intervisiebijeenkomsten en diepte-interviews zijn belangrijke instrumenten om cliënten te ontwikkelen richting reguliere arbeid. Met name voor de retntegratieclienten is er een mobiliteitscentrum opgericht en ingericht, waar cliënten getraind worden in het vinden van een eigen baan onder professionele begeleiding.
2.43
Financieel Onderstaand overzicht geeft de toegevoegde waarde per activiteit aan: Trajecten Trajecten Toegevoegde waarde Aantal trajecten/fte's
gemeenten
KREW
600.000 500
240.000 200
Detacheringen
Projecten
2.300.000 220
75.000
Divisie Arbeidsintegratie zal de activiteiten rondom Begeleid Werken in 2006 verhogen naar 50 fte's (2005:30 fte's).
2.4.3 Markt Onderstaand overzicht geeft de kansen en bedreigingen voor de divisie Arbeidsintegratie weer. Kansen: * De doelgroep Begeleid Werken groeit enorm. * De Flex-markt groeit behoorlijk, dit betekent meer kansen voor detachering. * Per l januari 2006 mogen gemeenten SW-bedrijven op basis van exclusiviteit orders gunnen. Voor Stimulans B. V. kan dit grote voordelen geven voor de reïntegratie-activheiten. * Arbeidsintegratie beschikt over een groot netwerk van bedrijven en instellingen en heeft goede contacten met branches en ondernemersverenigingen, waardoor vele passende vacatures gevonden worden. * Stimulans B.V. is regionaal binnengekomen in de markt van Individuele Reïntegratie Overeenkomsten (IRO's), dit is een nieuwe, snelgroeiende markt Bedreigingen: * Het niet kunnen "loslaten" van SW-medewerkers door de bedrijven van Drechtwerk bij geschikte externe vacatures. * Het moeilijk kunnen beschikken over leerwerkplekken bij de bedrijven van Drechtwerk voor reïntegratiecliënten * Begeleid Werken geeft bij externe werkgevers extra risico en binding die zij niet altijd gewenst vinden. * De KREW-organisatie is afhankelijk van het beleid binnen het UWV. Vraagstukken rondom uitvoering WW en WAO kunnen van grote invloed zijn op gunningen van UWVs.
3.9
De paragrafen
3.1
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen kan gedefinieerd worden als Tiet vermogen van Drechtwerk om niet-structurele financiële risico's op te bomen vangen teneinde haar taken te kunnen voortzetten'.
Het weerstandsvermogen wordt gevormd uit de algemene reserve, stille reserves en de post onvoorzien. Drechtwerk heeft geen stille reserves en geen ruimte in de begroting om de post onvoorzien te vormen. De algemene reserve vertoont eind 2004 een negatief saldo van € 1.6 mm. ten gevolge van het negatieve resultaat over het jaar 2004 van € 1.7 min. In onderstaand overzicht over het verloop van de algemene reserve over de periode 2004 - 2009 is nog geen rekening gehouden met de compensatie van de verliezen door de deelnemende gemeenten. De algemene reserve laat zich van 2004 tm. 2009 als volgt in beeld brengen: In dnizcDdB& CIUD'S
2004|
2005
2006
2007
2008
2009
Stand per 1-1 toevoeging resultaat Stand per 31-12
181 1.7401.559-
1.5592.2423.801-
3.8011.9975.798-
5.7982.6168.414-
8.4142.30010.714-
10.7142.13312.847-
Conclusie: Drechtwerk is niet in staat om een weerstandsvermogen op te bouwen. Naast het ontbreken van een weerstandsvermogen kent Drechtwerk de volgende (latente) risico's die zich als volgt in beeld laten brengen: • Omzet/toegevoegde waarde: het huidige en (mogelijk) toekomstige economische slechte klimaat kan invloed hebben op de omzet/toegevoegde waarde. In de begroting 2006 is de toegevoegde waarde vrijwel gelijk gebleven aan de gewijzigde begroting 2005, echten 1% minder toegevoegde waarde betekent al gauw een verliespost van € 0,2 min. • Salariskosten personeel: In de begroting 2006 en meerjarenraming is weliswaar rekening gehouden met een verhoging van de CAO-voorwaarden met 0,5% en een verhoging van de sociale lasten met 0,5%, echter deze zullen slechts ten dele door de Rijksbijdrage gecompenseerd worden. Een verhoging van de werkgeverslasten met 1% betekent een verzwaring van de loonkosten personeel van € 100.000,-, met dien verstande dat de eventuele premiestijging van de werkgeverslasten voor het SW-personeel gecompenseerd wordt door een verhoging van de rijksbijdrage. • Rijksbijdrage: Mogelijke (toekomstige) aanpassingen van derijksbijdrageals gevolg van: - niet voldoende compenseren van een verhoging van de werkgeverslasten WSW. Bij 1% werkgeverslastenverzwaring, waarbij slechts 75% compensatie plaatsvindt, ontstaat een daling van het exploitatieresultaat met € 0.1 min. - het niet halen van de target van het ministerie van SZW om 25% van de vacatureruimte te benutten voor begeleid werken (terugvordering van l SE betekent circa € 25.000,-).
3.2
Onderhoud kapitaalgoederen
Onder kapitaalgoederen wordt verstaan: de in eigendom verkregen terreinen, gebouwen en installaties. Hieronder vallen de volgende lokaties: • De hoofdvestiging aan de Kamerlingh Onnesweg in Dordrecht: de renovatie zal vanaf de tweede helft van 2005 tot begin 2007 plaatsvinden. Tijdens deze periode wordt slechts correctief onderhoud gepleegd. De nieuwe kweken) in 's-Gravendeel; Onderkomen Bakestein in Zwijndrecht; Onderkomen De Gorzen in Ridderkerk; Onderkomen De Lockhorst in Sliedrecht; Onderkomen aan de Sikkelstraat te Dordrecht; De laatste vier onderkomens zijn in goede conditie; worden jaarlijks geïnspecteerd door externe organisaties (brand- en bedrijfeschadeverzekeraar) en/of Drechtwerk (gebouwenbeheer). De onderhoudskosten op kapitaalgoederen zijn in 2006 e.v. begroot op € 187.000 per jaar. Dit is 0,2 % op de totale begroting van Drechtwerk.
33
Grondbeleid Drechtwerk heeft op twee lokaties grond in eigendom, te weten aan de Sikkelstraat in Dordrecht en aan de Strijenseweg in 's-Gravendeel. • Aankoopbeleid: De aankoop van grond vindt slechts dan plaats indien bedrijfsactiviteiten ontplooid worden. • Grondonderzoek: In 2001 en 2002 is uitgebreid onderzoek gedaan naar bodemvervuiling bij de kwekerij aan de Strijenseweg in 's-Gravendeel. Uit deze onderzoeken bleek dat er matige tot ernstige bodemverontreiniging aanwezig was met name onder het aldaar gelegen ketelhuis. Deze vervuilde grond mag het complex niet verlaten. Echter door toedoen van microbiologische processen zal de vervuiling in de bodem in de komende decennia afbreken. Er heeft recentelijk geen bodemonderzoek plaatsgevonden aan de Sikkelstraat te Dordrecht
3.4
Treasurv Het Treasurystatuut Drechtwerk is in de vergadering van het Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam Sociale Werkvoorziening Drechtsteden van 5 september 2001 vastgesteld. Bij het opstellen van het statuut is rekening gehouden met de relevante bepalingen van de wettelijke kaders (de Wet Fido, de Gemeentewet, de Wet Gemeenschappelijke Regelingen en de Algemene Wet Bestuursrecht). In de treasuryparagraaf worden de toekomstige renterisico's middels de kasgeldlimiet en de renterisicononnering in kaart gebracht Binnen de kaders van het statuut wordt het te voeren beleid voor 2006 aangegeven. Uit hoofde van de publieke taak is er een viertal doorverstrekkingen danwei deelnemingen: • Een lening aan Stadsvervoer Dordrecht van € 68.000. • Een deelneming in Stimulans BV van € 18.000. • Een deelneming middels Stimulans BV in Krew BV van € 65.000. • Een deelneming in de Bloemenveiling Holland van € 35.000.
3.4.1
Risicobeheer De renteontwikkelingen in 2006 (Bron: Bank Nederlandse Gemeenten): De korte rente (looptijd < l jaar) en de lange rente (looptijd > l jaar) zijn de laatste jaren vrij stabiel De verwachtingen zijn dat deze situatie zich komend jaar zal voortzetten. De korte is als regel lager dan de lange rente. De rekening-courantpositie bij de liquide middelen is door de verliezen over 2004 en 2005 verder verslechterd. De compensatie van de verliezen door de deelnemende gemeenten zal pas begin 2006 gerealiseerd zijn. Dit betekent dat de rekening-courantlimiet bij de BNG dreigt te worden overschreden. Dit wordt voorkomen door kasgeldleningen op te nemen. De begrote verliezen in de periode 2006 - 2009 worden op voorschotbasis aan de deelnemende gemeenten in rekening gebracht, hetgeen voorkomt dat de rekening-courantlimiet wederom overschreden wordt In de verslagperiode zal geen gebruik gemaakt worden van een rentevisie. In de verslagperiode zal geen gebruik gemaakt worden van derivaten.
3.4.2
Kasgeldnormering De kasgeldlimiet heeft betrekking op leningen met een looptijd tot maximaal l jaar en de renterisiconorm op leningen met een looptijd vanaf l jaar. Het doel van deze normen vit hoofde van de wet Fido is te voorkomen dat bij herfinanciering van de leningen bij hogere rente grote schokken optreden in de hoogte van de rente die Drechtwerk moet betalen. De normen beperken de budgettaire risico's. Het niveau van de korte leningen, de kasgeldlimiet, is gelimiteerd tot 8,2% van het begrotingstotaal. De renterisiconorm houdt in dat maximaal 20% van de lange leningen perjaar afgelost kan worden. De norm beoogt een evenwichtige opbouw van de leningen in de tijd. Begrotingstotaal per l januari 2006: Sommatie van bedrijfslasten € 64,0 min. en kosten orders € 3,7 min. is € 67,7 min. Kasgeldnorm: Het vastgestelde percentage van 8,2% over het begrotingstotaal van € 67,7 min. resulteert in een kasgeldlimiet van € 5,6 min.
Het verloop laat zich voor 2006 als volgt in beeld brengen: Periode Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
Netto vlottende schuld € 5.5 min. € 5.5 min. € 5.5 min. € 5.0 min.
Kasgeldlimiet € 5.6 min. € 5.6 min. € 5.6 min. € 5.6 min.
Ruimte (+) cq overschrijding (-) + € 0.1 min. + € 0.1 min. + € 0.1 min. + € 0.6 min.
De liquiditeitspositie wordt wat betreft de ontvangsten met name bepaald door de ontwikkeling van de debiteuren, alsmede de omzet en de te ontvangen subsidies. Aan de uitgavenkant betreft het met name de salarissen en de te betalen belasting en sociale lasten. Het jaar 2006 begint met een vlottende schuld van ruim € 10.0 nün. Het verlies over 2004 (€ 1,7 min.) en het begrote verlies over 2005 (€ 24 nün.) worden in januari 2006 bijgeschreven. Het begrote verlies van 2006 (€ 2,0 min.) zal per kwartaal als extra gemeentelijke bijdrage in rekening worden gebracht aan de deelnemende gemeenten. Overeenkomstig voorgaande jaren wordt voor 2006 voorzien dat de liquiditeitspositie in de eerste 3 kwartalen als gevolg van salarissen en belasting- en sociale lastenbstalingen verder zal verkrappen. In het 4de kwartaal zal de liquiditeitspositie worden verruimd door ontvangen subsidie als gevolg van de definitieve toekenning van de rijksbijdrage over 2005. Ervan uitgaande dat de omzetontwikkeling in 2006 niet sterk afwijkt van 2005 wordt voorzien dat de kasgeldlimiet niet overschreden zal worden. 3.43
Renterisiconormering Begrote vaste schuld 2006 - 2009 Vaste schuld per l januari 2006: Aflossing 2006: Investeringen 2006:
€ 11.3 min. € 0.8 min. € 1.0 nün.
Vaste schuld per l januari 2007: Aflossing 2007: Investeringen 2007:
€ 11.5 min. € 0.9 nün. € 8.5 nün.
Vaste schuld per l januari 2008: Aflossing 2008: Investeringen 2008:
€ 19.1 min. € Umin. € 1.0 min.
Vaste schuld per l januari 2009: Aflossing 2009: Investeringen 2009:
€ 18.8 nün. € 1.5 min. € 1.0 mm.
Renterisiconorm: Een renterisico kan in principe worden gedefinieerd als het bedrag aan leningen dat in een bepaald jaar aan rente-aanpassing onderhevig is. De renterisiconorm is: het vastgestelde percentage van 20% over de vaste schuld. Er geldt een minimum van € 2.5 nün.
Bepaling renterisico's 2005-2009: 2005
2006
2007
2008
2009
-
-
-
-
-
1,0 1.0
1,0 1,0
8,5 8,5
1.0 1,0
1,0 1,0
0,8 0,8 0,8
0,8 0,8 0,8
0,9 0,9 0,9
1,3 1,3 1,3
1,5 1,5 1,5
Omschrijving
2005
2006
2007
2008
2009
12,2 20% 2,4
11,3 20% 2,3
11,5
19,1
18,8
20% 2,3
20% 3,8
20% 3,8
2,5 0,8 1,7
2,7 0,8
3,2 0,9 2,3
3,6 1,3 2,3
3,7 1,5 2,2
Omschrijving 1a
Renteherziening op vaste schuld o/g
lb
Renteherziening op vaste schuld u/g
2
Nettorenleherzieningvaste schuld (la-lb)
3a
Nieuw aangetrokken schuld
3b
Nieuw verstrekte leningen
4
Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b)
5
Betaalde aflossingen
6
Herfinanciering (laagste van 4 en S)
7
Renterisico op vaste schuld (2 + 6)
Bepaling ruimte/overschrijding renterisiconorm 2005-2009:
8
Stand vaste schuld per 1 januari
9
Percentage conform ministeriële regeling
10
Renterisicononn (8 ' 9V100 Toets renterisicononn
10
Renterisicononn
7
Renterisico op vaste schuld
11
Ruimte (+)/ Overschrijding (-); (10-7)
1,9
Uitgangspunt voor 2005 en de komende jaren is het aantrekken van leningen langer dan l jaar om de investeringen in de komende jaren te kunnen financieren. Deze leningen zullen lineair afgelost dienen te worden op basis van de afschrijvingstermijnen. Bij het bepalen van de condities van de financiering zal er naast de afschrijvingstermijnen rekening worden gehouden met de liquiditeitenplanning, waarbij een zekere spreiding in de vervalkalender en renteherzieningsmomenten wordt nagestreefd om overschrijding van renterisico's in de toekomst te voorkomen.
3.4.4
Valntarisico- en koersrisicobeheer Er zijn in de verslagperiode geen valuta- en koersrisico's gelopen.
3.4.5
Financieringsbehoefte en leningenportefeuille Uit hoofde van liquiditeitsbegroting wordt er voor 2006 een financieringsbehoefte van € 1.0 min. Voorzien. Daarbij is rekening gehouden met de ervaringsregel dat de realisatie van de investeringsbudgetten in een later stadium plaats vindt dan gepland. De investeringen van 2006 bestaan uit: • Investeringen in het machinepark € 0.6 min. • Investeringen in het wagenpark € 0.4 min. Totaal investeringen € l .0 min.
3.4.6
De administratieve organisatie De administratieve procedures die gevolgd moeten worden om volledig conform het treasurvstatuut te handelen, zijn in 2005 afgerond. Binnen het kader van de functiescheiding hebben de procuratiehouders geen toegang tot de administratie en heeft de administratie geen toegang tot de autorisatiecodes. Bankbescheiden worden direct naar de administratie gestuurd.
3.5
Verbonden partijen In het vierde kwartaal van 2000 is Stimulans BV opgericht Stimulans BV heeft tot doel het op commerciële basis reïntegreren van (langdurig) werklozen, arbeidsgehandicapten, WAO-ers en andere uitkeringsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt in opdracht van sociale diensten en UWV. Drechtwerk is aandeelhouder (100%) in Stimulans BV.
10
4.0 Begroting 2006 In duizenden euro's
Herziene
Netto-omzet
Realiteit
Begroting
Begroting
Begroting
2004
2005
2005 «Ld. 29-6-2005
2006
20.604
19.031
19.756
19.793
3.982-
3.807-
3.699-
3.725-
15,049
16.797
16.057
16.068
1.449
1.188
771
592
16.498
17.985
16.828
16.660
1.346
1.811
1.367
1.352
44.787
44.572
41.827
41.418
Sociale lasten
8.045
10.585
11.022
10.894
Overige bedrijfslasten
9.662
8.553
10.009
9.566
751
955
805
763
Som der bedrijfslasten
64.591
66.476
65.030
63.993
Bedrijfsresultaat (nadelig)
48.093
48.491
48302
47333
Rijksbijdrage
44.664
44.825
44.152
43.650
Gemeentelijke bijdrage
1.689
1.695
1.808
3.683
Bijdragen overheden
46.353
46.520
45.960
47J33
Kosten orders Toegevoegde waarde
Overige opbrengsten
Netto-opbrengsten
Afschrijvingen Salarissen
Rentelasten
Exploitatieresultaat
1.740-
11
1.971-
2.242-
4.1 Begroting 2006 Algemeen Drechtwerk bevindt zich, overigens zoals het merendeel van de sociale werkvoorzieningen, in de hoek waar de klappen vallen. De economische laagconjunctuur alsmede de bezuinigingen op de overheidsuitgaven hebben een forse impact gehad op de negatieve exploitatieresultaten van 2004 en 2005. In de eerste helft van 2005 is een aantal maatregelen uit het Veranderplan geïmplementeerd. De belangrijkste maatregel betrof een herschikking en positionering van zowel het SW- als ambtelijk personeel 36 SW-ers en 16 AP-ers werden boventallig verklaard. De toekomst van deze boventalligen wordt voor de 36 Sw-medewerkers gezocht bij het onderdeel Detacheringen en bij het ambtelijk personeel in FPU-regelingen en outsourcing naar andere werkgevers. Voor de outsourcing ambtelijk personeel is een extern buro ingeschakeld. Omdat de toegevoegde waarde in de eerste helft van 2005 fors achterbleef en extra middelen benodigd waren voor kosten interim-management, verbetering marketing- en ve±oopinstrumentarium en een herijking van de sleutelfuncties (assessmentkosten) zal 2005 hoogst waarschijnlijk afgesloten worden met een verlies van € 2,2 min. De begroting over het verslagjaar 2006 is opgesteld op basis van een wederom te verwachten tegenvallende toegevoegde waarde, alsmede te verwachten lagere salariskosten voortvloeiend uit de reducering van het ambtenarenbestand. Drechtwerk verwacht 2006 af te sluiten met een verlies van € 2,0 min. Omzet Ten opzichte van 2005 wordt in 2006 rekening gehouden met een vrijwel gelijkblijvende toegevoegde waarde. Op de onderdelen Industrie en Arbeidsintegratie is slechts 1% inflatiecorrectie toegepast De omzet van de divisie Zakelijke Dienstverlening is op basis van tegenvallende opbrengsten in 2005, waarbij o.a. als oorzaak het verlies aan orders bij lagere overheden genoemd kan worden, bijgesteld met €150.000. Bedrijfslasten Salarissen en sociale lasten Op l april 2005 zijn de salarissen SW verhoogd met 0,5% (CAO-looptijd 1-7-2004 tm. 1-1-2006). De CAOonderhandelingen voor het ambtelijk personeel zijn inmiddels afgerond. De nieuwe CAO heeft een looptijd van 1-6-2005 Lm. 1-12-2005. De verhoging van de ambtelijke salarissen bedraagt 1% en is meegenomen naar de salariskosten ambtelijk personeel in de begroting 2006. De eigen bijdrage vervoer voor het WSW-personeel is verlaagd van € 34 naar € 25 per maand. De salarissen van het SW- en ambtelijk personeel vormen de grootste kostencomponent in de gehele exploitatierekening. Voor 2006 en volgende jaren wordt een verhoging van 1,5% per jaar ingeschat voor salarissen en sociale lasten, te weten 0,5% verhoging CAO-lonen, 0,5% incidentele verhogingen (voornamelijk periodieken) en 0,5% sociale lastenverzwaring. Overige kosten In de overige personeelskosten AP is rekening gehouden met de FPU- en wachtregelingen voor ambtelijk personeel (2006: € 615.000). De overige kosten volgen de verwachte inflatie van 1%. In de posten onderhoud, rente en afschrijvingen is rekening gehouden met de mogelijke gevolgen van de renovatie van de lokatie aan de Kamerlingh Onnesweg. De energiekosten staan onder druk als gevolg van de hoge olieprijzen, waardoor de energiekosten exclusief inflatie met 10% stijgen to.v. de herziene begroting 2005. Tenslotte is er bij de externe advieskosten een post voor gekwalificeerd leidinggevend personeel opgenomen. De in het Strategisch Plan aangegeven doelstelling rondom het thema "bezuinigingen" (-€ 90.000) is als stelpost uit de begroting 2006 gehaald en bij de betreffende kostenposten geplaatst, indien een verlaging en/of bezuiniging aan de orde was.
12
Personeel Drechtwerk verwacht t.a.v. de taakstelling SW een verlaging van het aantal SW-medewerkers. De taakstelling voor 2006 wordt geraamd op 1773 Se's (2005:1791 SE's). De omvang van het ambtelijk personeel zal verlaagd worden van gemiddeld 146 fte's (2005) naar 131 fte's gemiddeld in 2006, voornamelijk veroorzaakt door vertrekkende ambtenaren die gebruik maken van FPU-regelingen. Bijdragen overheden Rijksbijdrage De verhoging van de rijksbijdrage betreft slechts een compensatie voor werkgeverslastenverzwaring van 1%. De discussie rondom SPAK-VLW is definitief afgesloten en inmiddels is bekend dat voor 2006 en verder geen compensatie voor de aflopende loonkostensubsidies verwacht mag worden.
Gemeentelijke bijdragen De verdeling van de reguliere en extra gemeentelijke bijdragen door de deelnemende gemeenten laat zich als volgt in beeld brengen: x€ 1.000 Personen Reguliere per gemeente bijdrage Alblasserdam 82 72 Barendrecht 35 31 Dordrecht 1-080 956 Graafstroom 17 15 Hendrik Ido Ambacht 38 34 Nieuw-Lekkerland 24 21 Papendrecht 125 111 Ridderkerk 165 146 Sliedrecht 144 127 Zwijndrecht 194 172 Delft 1_ l Totaal 1-905 1.686
13
extra bijdrage 86 37 1.132 18 40
25 131 173 151 204
1.997
Totaal 158 68 2.088 33 74 46 242 319 278 376 1_ 3.683
4.2 Toelichting op de begrotiag 2006 In duizenden euro's
Categorie
Begroting 2005
Herziene Begroting 2005
Begroting 2006
19.031 3.982-
20.604 3.807-
19.756 3.699-
19.793 3.725-
15.049
16.797
16.057
16.068
Realiteit 2004
3.4 Nettoomzet 3.4 Kosten orders Toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde blijft in het begrotingsjaar 2006 nagenoeg gelijk aan de herziene begroting 2005. De omzetten van de divisies IDVL en Arbeidsintegratie zijn licht verhoogd met een inflatiecorrectie van 1%. De verwachtingen over de toegevoegde -waarde van divisie ZDVL zijn neerwaarts bijgesteld met ruim 1%.
3.4 3.4 3.4 3.4 4.2 4.2 4.2
Prijsverschillen inkopen Opbrengst afval Huuropbrengst gebouwen Overige incidentele baten Bijdrage bedrijfsvervoer Subsidie scholing Overige bijzondere inkomsten
3 28 106 352 56 904
Overige opbrengsten
1.449
20 13 579 20 56 500 1.188
22 68 22 55 150 454
275
771
592
22 218 22 55
In de overige opbrengsten is rekening gehouden met een opbrengst van € 150.000 voor het doorverhuren van panden aan de Vierlinghstraat in Dordrecht.
Netto-opbrengsten
2.0
Afschrijvingen
Gemiddelde bezettine in FTE's : WSW-personeel Niet-WSW-personeel
16.498
17.985
16.828
16.660
1-546
1.811
1367
1.352
1.794,6 155.8
1.756,0 145,8
1.769,0 152,0
1.740,0 130,8
Het verschil tussen het aantal WSWFTE's en WSWSE's is ruim 33. Dit wordt veroorzaakt door de instroom van ernstig gehandicapte medewerkers (l FTE is gelijk aan 1,25 SE). De verlaging van het aantal ambtenaren is voornamelijk veroorzaakt door 56/57- jarigen gebruik te laten maken van FPU-regelingen. 10 ambtenaren zullen in 2006 Drechtwerk verlaten. In de begroting 2006 is rekening gehouden met extra middelen voor het aantrekken van personeel met kennisen managementvaardigheden. 42 Salarissen WSW 1.0 Salarissen niet-WSW Salarissen 4.2 1.0
Sociale lasten WSW Sociale lasten niet-WSW Sociale lasten
14
35.528 9.259 44.787
37.704 6.868 44.572
35.460 6.367 41.827
35.456 5.962 4L418
6.449 1.596 8.045
9.059 1.526 10385
9.489 1.533 11.022
9.443 1.451 10.894
4.2 Toelichting op de begroting 2006 In diazenden euro's
ateeorie
Realiteit 2004
Begroting 2005
Herziene Begroting 2005
Begroting 2006
De salarissen zijn herrékend op basis van de afgesloten CAO-voorwaarden 2005 voor zowel het WSW- als het ambtelijk personeel. De stijging van de salarissen en sociale lasten in 2006 zijn geraamd op 1,5%. Op de salarissen SWzijn de ontvangen WAO-gelden en loonheffingssubsidies in mindering gebracht. 3.4 3.4
3.4 3.4 4.2 4.2 42 3 .4
Vervoerskosten WSW Eigen bijdrage vervoer WSW
1.482
Vervoerskosten WSW
1.402
80-
1.067
90977
1.520 101-
1.505
1.419
1.440
65-
Studiekosten Werkkleding Afdelingsaktiviteiten Kerstpakketten Jubilea, recepties e.d. Overige kosten
266
372
214
250
133 17 52 17 130
142 29 58 35 112
151 28 55 38 61
153 28 56 38 365
Overige personeelskosten WSW
615
748
547
889
In de overige kosten is rekening gehouden met loonsuppleties voor externe werkgevers die in het kader van begeleid werken SW-personeel een dienstbetrekking zullen gaan verlenen. 1.0 3.4 3.4 1.0 3 .4 3.4
82 14 266 206 565 25
Vergoeding reis- en verblijfkosten Aanstellingskosten Studiekosten Kosten voormalig personeel Ingehuurd personeel extern Overige personeelskosten
1.158
Overige personeelskosten niet-WSW
50 19 410 176 350 41
1.046
66 34 160 659 435 58
1.412
67 20 100 790 200 59
1.235
De kosten voormalig personeel stijgen door toedoen van extra kosten voor FPU-regelingen. 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4
Terreinen Gebouwen Installaties Machines Computerapparatuur Inventarissen Aanschaffingen < £ 2.000 Vervoermiddelen Schoonmaakkosten
13 107 129 203
23 52 158 280
18 48 120 168
18 48 121 170
162 20 63 69
179 46 99 49
161 33 68 70
163 33 69 71
118
138
136
137
Onderbond
884
1.024
822
830
Als gevolg van de start van de renovatie in 2005 zijn de onderhoudskosten voor gebouwen en installaties opnieuw laag begroot, voornamelijk voor correctief onderhoud.
15
4.2 Toeiichtiag op de begroting 2006 In diasenden airo's
ategorie
Realiteit 2004
303 458 19 167 947
3.1 Elektriciteit 3.1 Gas 3.4 Water 3.1 Benzine/gasolie/lpg Energie
Begroting 20C5
Herziene Begroting 2005
Begroting 2006
283 384 26 162 855
276 396 22 181 875
335 435 22 183 975
Eenforse toename van de energiekosten -wordt veroorzaakt door hogere olieprijzen. 3.4 Erfpacht 3.4 Gebouwen 3.4 Bedrijfsmiddelen Huur
247 347 79
250 290 75
248 297 68
250 296 58
673
615
613
604
De huurcontracten van gebouwen aan de Vierlingkstraat in Dordrecht zullen gedeeltelijk in 2007 aflopen en niet meer verlengd -worden. 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4
3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4
Onroerende zaakbelasting Milieubelastingen, reinigingsrechten Brand- en bedrijfsschadeverzekering WA.-verzekering bedrijf Motorrijtuigenverzekering Overige belastingen & verzekeringen
40 129 165 43 108 37
46 105 166 50 109 28
45 101 125 45 78 70
45 125 125 45 79 78
Belastingen & verzekeringen
522
504
464
497
Telecommunicatie Kantoorbenodigdheden Drukwerk Portikosten Kosten fotokopieën Kosten personeelskrant Abonnementen, contributies, vakliteratuur Accountantskosten Vergader- en representatiekosten Diverse overige kosten
148 80
43 74 20 89 31 18 65
166 79 37 58 1 71 35 51 32
153 69 45 85 29 89 63 28 58
150 50 30 45 86 29 90 64 0 59
Kantoorkosten
568
530
619
603
52 148 27 14
76 121 46 45
36 102 51 125
36 110 52 126
241
288
314
324
- "
3.4 Reclamekosten 3.4 Veflingkosten 3.4 Acquisitiekosten 3.4 Overige verkoopkosten Verkoopkosten
16
4.2 Toelichting op de begroting 2006 In duizenden euro 's
Categorie
Realiteit 2004
Begroting 2005
Herziene Begroting 2005
Begroting 2006
Reis- en verblijfkosten Kosten lease auto's Afschrijving incourante voorraden Oninbare vorderingen Voorraadverschillen Boekresullaat verkoop activa Externe adviseurs Kosten alg. beheer & pers.zaken Magazijn & expeditiekosten Diverse overige lasten
113 620 24 421 112 1.153 35 14 394
124 690 10 11 15
121 434 25 11 25
122 438 25 11 25
656 39 11 211
1.730 36 10 332
1.000 36 10 335
Overige kosten
2.482
1.767
2.724
2.004
94 76
115 85
90 72
91 73
170
200
162
164
Overige bedrijfslasten
9.662
8.554
9.971
9.566
2.0 Rente leningen 2.0 Rente liquide middelen Rente
696 55
955
565 240
536 227
751
955
805
763
Som der bedrijfslasten
64.591
66.477
64.992
63.993
Bedrijfsresultaat (nadelig)
48.093
48.492
48.164
47.333
44.664 1.689 46.353
44.825 1.695 46.520
44.152 1.808 45560
43.650 3.683 47333
Doelstelling SWSE's: Taakstelling excl. herbezetting Over-fonderrealisatie
1.824,9 0,2
1.824,9
1.815,4 24,0-
1.773,4
Realisatie l interne taakstelling
1.825,1
1.824.9
1.791,4
1.773,4
Toekenning oer SE fincL incidenteel):
24.472
24.563
24.647
24.612
3.4 3.4 2.0 4.2 3.4 6.0 3.4 3.4 3.4 3.4
3.4 Indirect materiaalverbruik 3.4 Verbruik gereedschap Indirecte prodnktiekosten
4.1 Rijksbijdrage 4.2 Bijdrage gemeenten Bijdragen overheden
17
4.2 Toelichting op de begroting 20Q»S In diazenden ewo's
Categorie
Realiteit 20M
Begroting 2005
Herziene Begroting 2005
Begroting 2006
De rijksbijdrage is ten opzichte van de herziene begroting 2005 verhoogd met 1%. Daartegenover staat het •wegvallen van de compensatie SPAK/VLW. UitkeringLLv. maa-obudeet - Onderrealisatie
44.664 -
44.825 -
44.752 600-
43.650
Totaal Rijksbijdrage
44.664
44.825
44.152
43.650
Biidraee Gemeenten : Bijdrage per werknemer Extra bijdrage per werknemer Totaal
874 899 1.773
876 1.019 1.895
934 1.139 2.073
885 1.048 1.933
Gemiddeld aantal personen
1.935
1.935
1.935
1.905
De verliezen van 2004 en 2005 vorden eind 2005 middels een extra gemeentelijke bijdrage in rekening gebracht aan de deelnemende gemeenten. Het begrote verlies over 2006 zal tesamen met de reguliere bijdrage op voorschotbasis in rekening gebracht worden.
Exploitatieresultaat
1.740-
18
1.972-
2.204-
5.0 Meerjarenraming 2007 - 2009 Omzet Het is de verwachting dat de economische ontwikkelingen in de komende jaren moeizaam zullen blijven. De verwachtingen van het Centraal Plan Bureau rondom de ontwikkelingen van de Nederlandse economie geven slechts een licht herstel weer. Desondanks past Drechtweik slechts een inflatiecorrectie toe op de ontwikkeling van de toegevoegde waarde voor de jaren 2007 - 2009. Overige opbrengsten De a&ame van het verlofstuwmeer met 50% (vanaf 2002) zal in 2006 bereikt zijn. Daardoor zal in 2007 een "zekere" opbrengstpost komen te vervallen. Salarissen en sociale lasten Voor de periode 2007 - 2009 wordt een gelijkblijvende percentuele verhoging (1,5%) voorzien. Daarnaast vervalt de laatste tranche SP AK-VLW ia 2006 van ca. € 0,3 min., hetgeen een extra lastenverzwaring vanaf 2007 bewerkstelligd. Een "positieve" ontwikkeling ten aanzien van de loonkosten is de verlaging van het bnitoloon met 30% bij langdurig ziekteverzuim langer dan l jaar. Door deze maatregel zal het ziekteverzuim mogelijk afnemen. Ook zal een compensatie door de werkgever worden verkregen ter dekking van eventuele inhuur van vervangend personeel. Overige bedrijfslasten De bedrijfslasten zijn verhoogd met een inflatiecorrectie van 1%. Een aantal kostenposten zal in 2007 en/of later komen te vervallen. Vanaf 2007 zal de kostenbesparing op het kleine vervoer wederom met € 0,1 min. structureel worden verlaagd. De huurkosten van de panden aan de Vierlinghstraat vervallen eveneens in 2007 (€0,2 min.)Vanaf 2008 worden de kosten van voormalig personeel lager als gevolg van aflopende FPU- en wachtgeldregelingen voor respectievelijk € 0,2 min. (2008) en € 0,03 min, (2009). Afschrijvingen en rente Naar verwachting zal de renovatie eind 2006 gerealiseerd zijn. Dit betekent dat afschrijvings- en rentekosten vanaf 2007 aanzienlijk zullen stijgen. De kapitaallasten die gepaard gaan met de renovatie van € 7,5 min. bedragen € 0,6 min. per jaar. Bijdragen overheden De rijksbijdrage is in de periode 2007 - 2009 opgehoogd met 1%. De verhoging bestaat uit een compensatie voor CAO-verhogingen en 0,5% voor hogere werkgeverslasten. Zoals reeds eerder genoemd in de begroting zal de compensatie SPAK-VLW volledig vervallen. Om de verliezen te compenseren in de periode 2007 - 2009 zullen extra gemeentelijke bijdragen benodigd zijn. Deze extra bijdrage wordt op basis van de geraamde verliezen: 2007 2008 2009 Verliessaldi(x€ 1.000) 2.6142.3002.133Gemiddeld aantal personen 1.905 1.905 1.905 extra bijdrage per werknemer per jaar 1.3721.2071.120-
19
5.1 Meerjarenraming 2007 - 2909 In duizenden euro's
Realiteit
Herziene Begroting
Begroting
Raming
Raming
Raming
2004
2005
2006
2037
2008
2009
d-d. 29-6-2005
Netto-omzet Kosten orders
19.031 3.982-
3.699-
3.725-
3.762-
20393
20.191
19.991
19.793
19.756
3.838-
3.800-
16555
16391
15.049
16.057
16.068
16.229
Toegevoegde waarde
1.449
771
592
259
260
261
Overige opbrengsten
16.816
16.498
16.828
16.660
16.488
16.651
Netto-opbrengsten
1367 41.827 11.022 10.009 805
1352 41.418 10.894
1.502 41.989
42.409
10.927
10.982
9.566
9.408
9.243
763
1.067
1.058
1.531 42.833 11.037 9.222 1.036
Rentelasten
1.346 44.787 8.045 9.662 751
1.506
Afschrijvingen
64.591
65.030
63.993
64.893
65.198
65.659
Som der bedrijfclasten
48.093
48.202
47333
48.405
48.547
48.843
Bedrijfsresultaat (nadelig)
44.152
43.650
44.087
44.527
44.973
Rijksbijdrage Gemeentelijke bijdrage
44.664
1.689
1.808
3.683
4318
4.020
3.870
46353
45.960
47333
48.405
48.547
48.843
Bijdragen overheden
0
0
0
0
Salarissen Sociale lasten Overige bedrijfslasten
EVnlnitafieresnltBat
1.740-
2.242-
20