Ons Hart
driemaandelijks nr 38 • september 2013 • Depotkantoor Luik X • P 401039
FONDS VOOR HARTCHIRURGIE vooruitgang door onderzoek
INHOUD Slaap en cardiovasculaire aandoeningen
3
Arteriosclerose: een probleem van volksgezondheid
7
Beroep, onderzoeker
11
Plantaardige oliën zijn niet altijd beter voor je hart!
12
Wereld dagen: hart en diabetes
14
EDITO
Beste lezersvrienden/-innen, De dossiers die in dit septembernummer worden behandeld, gaat iedereen aan: De kwaliteit van onze slaap kan van grote invloed zijn op ons hart- en vaatstelsel, zoals Prof. Myriam Kerkhofs ons weet uit leggen. Sommige oorzaken van arteriosclerose zijn momenteel goed gekend. Uit onderzoek van Prof. Karim Zouaoui blijkt dat plaatselijke factoren het ontstaan van arteriële beschadigingen kunnen bepalen. Een deïtistisch dossier over plantaardige oliën informeert u hoe u de goede keuze kunt maken bij het samenstellen van uw maaltijden. De carrière van onderzoekers is ongetwijfeld boeiend, maar stuit dikwijls ook op problemen. Wij moeten hen hier dan ook in steunen en hier respect voor hebben. Wij danken u voor uw trouwe steun. Professor Jean-Louis Leclerc, Gedelegeerd bestuurder
Onze publicaties verkrijgbaar op aanvraag (ook in het Frans) • Collectie “Uw hart, een levenspartner” Het cardiovasculair risico (2006) Cholesterol (2006) Diabetes mellitus (2007) Hypertensie (2011) • Speciale nummers Chronisch hartfalen • Driemaandelijks tijdschrift ’Ons Hart’
Hoofdredacteur: Jean-Louis Leclerc Hebben aan dit nummer meegewerkt: Simone Bronitz et Pierre Ralet (Upsilon), Professeur Luc Barvais, Nicolas Guggenbühl, Professeur Jean-Louis Leclerc, Docteur Pierre Stenier. De artikelen verbinden uitsluitend de auteurs. De teksten uitgegeven door het Fonds voor Hartchirurgie mogen slechts worden gereproduceerd na voorafgaande schriftelijke toestemming van de vzw, mits vermelding van bron, adres en datum. Grafische vormgeving: Eliane Fourré, Rumeurs.be Vertaling Atoutexte, Dr Sertyn. Fotoverantwoording Fotolia: WavebreakMediaMicro (p.3), pflooo (p.7), laurent hamels (p.9), rvlsoft (p.13), Louis Renaud (p.14), itsmejust (omslag).
met de steun van
Fonds voor Hartchirurgie vzw Tenbosstraat 11 1000 Brussel T. 02 644 35 44 F. 02 640 33 02
[email protected] Raad van Bestuur
giving sense to media
Prof. Georges Primo, Voorzitter Freddy Berger, Penningmeester Prof. Jean-Louis Leclerc, Gedelegeerd bestuurder Etienne Heilporn Philippe Van Halteren Prof. Pierre Wauthy
DOSSIER S L A A P
Slaap en cardiovasculaire aandoeningen
V
oor een mens is slapen van vitaal belang. Gebrek aan slaap gebonden aan onvoldoende duur of pathologie van de slaap zoals het slaapapnoesyndroom kan nefaste gevolgen hebben voor het cardiovasculaire stelsel.
De slaap Normale slaap bestaat uit opeenvolgende fasen of stadia die de weerspiegeling zijn van diverse niveaus van waakzaamheid of diepte van slaap. Men onderscheidt oppervlakkige trage slaap (stadia 1 en 2), diepe trage slaap (stadia 3 en 4) en paradoxale slaap (of Rapid Eye Movement Sleep: REM-slaap). Normale slaap begint met oppervlakkige trage slaap gevolgd door diepe trage slaap. Een eerste paradoxale slaapfase begint 90 à 100 minuten na het inslapen en is van korte duur. Daarna alterneren trage en paradoxale slaap, met een periodiciteit van 90 à 120 minuten. Diepe trage slaap is overvloediger in het begin van de nacht, terwijl paradoxale slaap toeneemt tijdens de nacht en overwegend is op het einde van de nacht. Samenstelling en duur van de slaap hangen af van een reeks factoren waaronder de leeftijd, het geslacht, inname van bepaalde medicaties, het ogenblik van het slapengaan, het humeur, de levensstijl, de aardrijkskundige hoogte, de temperatuur van de omgeving, en een of andere medische/neurologische/psychiatrische patho-
logie. Met de leeftijd ziet men een vermindering of verdwijning van de diepe trage slaap, vooral bij mannen. Nachtelijk ontwaken treedt vaker op vanaf 50-60 jaar.
Variaties van de cardiovasculaire functie tijdens de diverse slaapfasen De cardiovasculaire functie varieert naargelang van het slaapstadium. De hartfrequentie vertraagt bij trage slaap, vooral bij diepe trage slaap. Bij paradoxale slaap echter is de hartfrequentie variabel, met versnellingen en vertragingen. De gemiddelde hartfrequentie ligt hoger bij paradoxale slaap dan bij diepe slaap. Hartritmestoornissen treden soms op bij paradoxale slaap bij personen zonder enig cardiaal lijden. De bloeddruk vermindert eveneens bij diepe trage slaap en bereikt waarden die 5 à 15% lager liggen dan bij een toestand van waakzaamheid en rust. Het hartdebiet vermindert met ongeveer 10 % bij trage slaap en varieert niet bij paradoxale slaap.
Slaapduur en cardiovasculaire aandoeningen De duur van de slaap en de slaapbehoeften varieren van persoon tot persoon. Naast normale slapers zijn er ook korte en lange slapers. Een gemiddelde slaapduur van 7 à 8 uur is de norm. In onze samenleving die 24 uur op 24 uur en 7 dagen op 7 blijft draaien, vermindert de slaaptijd ten voordele van professionele, sociale en 3 Ons Hart 38 • september 2013 •
FIGUUR 1 : het hypnogram stelt het verloop van de nachtrust voor Waaktoestand
1 ste cyclus
2 de cyclus
3 de cyclus
4 de cyclus
Paradoxale slaap «REM» oppervlakkig
Trage slaap
I II III IV
23 u
0u
1u
2u
3u
4u
Tijd
sportieve activiteiten. Vele mensen hebben dan ook een chronisch slaapgebrek, hetzij gewild, hetzij opgelegd door hun werkurenschema. In Europa en in de Verenigde Staten is vastgesteld dat de gemiddelde slaapduur meer dan een uur per nacht is gedaald sinds 50 jaar. Momenteel is de gemiddelde slaapduur in de Verenigde Staten 6 uur 40 minuten tijdens weekdagen en 7 uur 7 minuten tijdens weekends (enquête van de National Sleep Foundation). Gelijkaardige cijfers worden vastgesteld in Frankrijk en België. Bovendien slaapt een derde van de actieve Amerikaanse en Franse bevolking minder dan 6 uur per nacht. De gevolgen van chronisch slaapgebrek zijn goed gekend op het vlak van de waakzaamheid, productiviteit en ongevallen, maar de impact op lange termijn op de gezondheid, de mortaliteit en diverse pathologieën waaronder cardiovasculaire aandoeningen wordt vaak onderschat. Recente en minder recente epidemiologische gegevens wijzen erop dat chronisch slaapgebrek, vaak opgelegd door de levensstijl, gevolgen heeft op het cardiovasculaire risico. Meerdere prospectieve studies tonen aan dat een korte slaapduur (minder dan 6 uur per nacht) beschouwd kan worden als een cardiovasculaire mortaliteitsfactor. De Nurses’ Health Study bijvoorbeeld, met opvolging gedurende 10 jaar van 71.617 vrouwen die in hospitalen werken, toont aan dat vrouwen die 5 uur of minder slapen per nacht 45% meer risico lopen op een coronaire aandoening dan vrouwen die 8 uur slapen per nacht. Andere studies op mannelijke populaties wijzen op een verband tussen een slaapduur gelijk aan of kleiner dan 5 uur per nacht en een groter risico van hoge bloeddruk.
• Ons Hart 38 • september 2013
6u
7u
De fysiopathologische mechanismen die een band leggen tussen de vermindering van de slaap en het cardiovasculaire risico zijn nog niet gekend. Er bestaan meerdere hypothesen in dit verband. Die hypothesen werden opgesteld op basis van studies rond gedeeltelijk slaapgebrek uitgevoerd in een slaaplabo, onder gestandaardiseerde voorwaarden. Een eerste hypothese betreft metabole stoornissen na gedeeltelijke slaapduurvermindering. Meerdere studies tonen aan dat slaapgebrek geassocieerd kan zijn met een verstoring van het koolhydraatmetabolisme. Bij gezonde personen aan wie een vermindering van de slaapduur wordt opgelegd, ziet men verminderde glucosetolerantie en verminderde insulinerespons na glucosetoediening. De vermindering van de slaaptijd heeft dus een nefaste invloed op de glucosehomeostase1, met verhoging van het risico van diabetes van type 2 en vervolgens cardiovasculaire complicaties. Een tweede hypothese is dat vermindering van de slaap de stresssystemen zou activeren. Bij gezonde personen verhoogt de sympathische activiteit en vermindert de parasympathische activiteit door slaapgebrek, met stijging van de concentratie catecholaminen2 in het bloed. Deze activering van stresssystemen door slaapgebrek bevordert waarschijnlijk cardiovasculaire events, gezien de welbekende nefaste invloed van die systemen op de coronaire vaten. Volgens een derde hypothese , zou gebrek aan slaap een inflammatoire toestand bevorderen, met mogelijk cardio1
4
5u
©Rumeurs.be
diep
reguleringsproces
vasculaire gevolgen op lange termijn. Meerdere studies bij jonge gezonden personen wijzen op een toename van de monocyten en neutrofielen als gevolg van totale of gedeeltelijke slaapdeprivatie. Er is ook aangetoond, bij gezonde personen, dat slaapgebrek oxidatieve stress kan induceren als gevolg van een toename van stressmoleculen met als naam ‘catecholaminen’. Die moleculen activeren een reeks reacties in verband met de productie van zogenaamde ‘vrije radicalen’. Andere inflammatoire merkers zoals CRP, interleukine-6 en TNF-α nemen eveneens toe bij slaapgebrek bij jonge gezonde personen. Dagelijks slaapgebrek kan dus leiden tot een verhoging van leukocyten4 en neutrofielen. Die bevorderen dan weer de ontwikkeling van cardiovasculaire aandoeningen via oxidatieve letsels ter hoogte van de coronaire arteriën. Volgens meerdere meta-analysen wordt zelfs een geringe stijging van de leukocyten beschouwd als een onafhankelijke risicofactor voor mortaliteit. Tot besluit wijzen meerdere studies erop dat slaapgebrek bijdraagt tot de ontwikkeling van cardiovasculaire aandoeningen. Hormonale spiegels, inflammatoire mediatoren en stresssystemen ondergaan allen wijzigingen tijdens gecontroleerde studies over totaal slaapgebrek en slaapbeperking. Herhaling van dergelijke situaties van slaapgebrek, zonder herstelfase, kan op lange tijd irreversibele gevolgen hebben. Bovendien wordt momenteel veel onderzoek gedaan over de aanpassingsmogelijkheden van het cardiovasculaire/endocriene/metabole systeem bij chronische vermindering van de slaapduur.
Slaapapnoesyndroom en cardiovasculaire aandoeningen Slaapapnoe wordt gedefinieerd als ademstilstand van meer dan 10 seconden die optreedt tijdens de slaap. Het slaapapnoesyndroom bestaat uit het zich meer dan 5 maal per uur herhalen van ademstilstand (apnoe) en/of episoden van vermindering van de ademhaling (hypopnoe). Er zijn drie types apnoe: obstructieve apnoe te wijten aan het ineenzakken van de bovenste luchtwegen met persisterende ademinspanning, centrale apnoe met stopzet2
3 4
‘stressmoleculen’ verhogen de hartarbeid en het bloeddebiet die een rol spelen bij immunitaire verdedigingsreacties witte bloedcellen
ting van de respiratoire inspanning en samengestelde apnoe met centrale apnoe gevolgd door obstructieve apnoe. Slaapapnoe leidt tot fragmentering van de slaap via vaak ontwaken of bijna ontwaken, wat leidt tot niet herstellende slaap, uitputting, slaperigheid overdag (soms heel invaliderend en oorzaak van verkeer- en werkongevallen). De nachtelijke slaap is vaak geagiteerd, met plots ontwaken en verandering van lighouding. Episoden van snurken en slaapapnoe wisselen elkaar af. De vele episoden van nachtelijke slaapapnoe leiden tot variaties van de intrathoracale druk, stoornissen zoals hypoxie en gebrekkige zuurstofvoorziening, plus herhaaldelijk (bijna) wakker worden. Deze diverse elementen activeren het autonome zenuwstelsel en dragen geleidelijk bij tot permanente sympathische hyperactiviteit. Het obstructief slaapapnoesyndroom is een belangrijke oorzaak van cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Gegevens uit epidemiologische en experimentele studies wijzen op een oorzakelijk verband tussen respiratoire slaapstoornissen en cardiovasculaire aandoeningen. De identificatie en eventuele controle van andere risicofactoren zoals de leeftijd, het gewicht, de levensstijl en het geslacht bevestigt in recente studies de associatie tussen slaapapnoe en cardiovasculaire aandoeningen.
Slaapapnoesyndroom en arteriële hypertensie Epidemiologische gegevens bevestigen de associatie tussen obstructief slaapapnoesyndroom en arteriële hypertensie. In deze studies wordt arteriële hypertensie op termijn aangetoond na een initiële polysomnografie. Voor een initiële apnoe- en hypopnoe-index tussen 0 en 5/uur slaaptijd bedraagt het relatief risico 1,42; dit risico neemt toe tot 2,03 wanneer de index ligt tussen 5 en 15/uur en tot 2,89 wanneer hij gelijk is of groter dan 15/uur. Patiënten met een slaapapnoesyndroom vertonen in de loop van de nacht voortdurende veranderingen van de hemodynamische parameters. Hartfrequentie, bloeddruk en hartdebiet variëren gedurig als gevolg van de steeds herhaalde respiratoire fenomenen en microontwakingen veroorzaakt door de apnoe. De gewoonlijke daling van de arteriële druk 5 Ons Hart 38 • september 2013 •
tijdens de nacht bij een gezonde persoon verdwijnt bij patiënten die lijden aan slaapapnoe. Bovendien is er een wijziging van de arteriële druk tijdens de apnoe: de druk is het laagst bij het begin van de apnoe en neemt progressief toe tot een maximaal niveau na het heroptreden van de ademhaling. De rol van micro-ontwakingen is eveneens belangrijk, aangezien een micro-ontwaking, zelfs van niet-respiratoire oorsprong, een hypertensiepiek kan induceren.
Slaapapnoesyndroom en coronair risico Complexe interacties bestaan eveneens tussen het apnoesyndroom en conventionele risicofactoren voor ischemische cardiopathie. De afwisseling hypoxie/zuurstoftoevoer induceert oxidatieve stress die verantwoordelijk is voor abnormale lipidenperoxydatie5 en inflammatoire en immunitaire reacties. Die laatste zouden tussenkomen bij endotheliale dysfunctie en atheroomvorming bevorderen. Er werd namelijk aangetoond dat gewijzigde LDL (Low Density Lipoproteins of slechte cholesterol) in staat is bijkomend oxidatieve stress te veroorzaken, zowel ter hoogte van de monocyten/ macrofagen als van de endotheliale cellen. Bovendien zijn een hele reeks inflammatoire merkers zoals CRP of interleukine-6, waarvan de stijging in verband staat met een toename van de mortaliteit bij coronaire patiënten, verhoogd bij slaapapnoesyndroom. Met een efficiente behandeling van apnoe, via met continue 6 • Ons Hart 38 • september 2013
positieve druk6, kunnen die inflammatoire merkers weer genormaliseerd worden.
Slaapapnoesyndroom en hartritmestoornissen De belangrijke variaties van de cardiale orthosympatische activiteit tijdens slaapapnoe bevorderen aanvallen van voorkamerfibrillatie en bepaalde vormen van ventriculaire aritmie.
Conclusie Alle actuele gegevens van de literatuur wijzen erop dat chronisch kwantitatief en kwalitatief gebrek aan slaap de ontwikkeling van cardiovasculaire aandoeningen bevordert. De mechanismen die tussenkomen in deze relaties worden momenteel door vele studies onderzocht, zowel epidemiologische als experimentele. Myriam KERKHOFS PhD 1, 2 & Karim ZOUAOUI Boudjeltia PhD 2 1 Slaaplaboratorium, CHU Charleroi, 2 Laboratorium voor Experimentele Geneeskunde ULB, Unit 222, UVC Charleroi (Andreas Vesalius Ziekenhuis)
verantwoordelijk voor weefselschade referentiebehandeling waardoor lucht zonder weerstand kan stromen, met een constante luchtdruk gedurende gans de nacht. Zo blijven de bovenste luchtwegen open en worden snurken en slaapapnoe vermeden. Een toestel genereert belangrijke luchtstroom ter hoogte van de farynx, waardoor de luchtwegen open blijven. De luchtstroom komt er via een neusmasker dat de ganse duur van de slaap wordt gedragen. 5 6
O N D E R Z O E K
Arteriosclerose : een probleem van volksgezondheid
A
arteriosclerose en zijn verwikkelingen zijn veruit de eerste mortaliteitsoorzaak wereldwijd en liggen aan de oorsprong van de meeste cardiovasculaire aandoeningen. Cardiopathie te wijten aan arteriosclerose van de coronaire arteriën veroorzaakt ongeveer 6 miljoen sterfgevallen per jaar, en CVA’s meer dan 4 miljoen. Beide oorzaken vertegenwoordigen 20% van alle sterfgevallen. De incidentie van deze aandoening is groter in Noord-Europese landen. Ze ligt duidelijk lager in mediterrane zones, in Aziatische landen en in de derde wereld, en is gecorreleerd met de graad van industrialisatie, eetgewoonten en levensstijl. Enkele definities
Een normale arterie bestaat uit drie delen, met van binnen naar buiten van het bloedvat: de intima (bestaat uit een laag endotheliale cellen in direct contact met het bloed en rustend op een dunne laag bindweefsel), de media (laagje gladde spiercellen) en de adventitia (externe laag uit fibreus en elastische nogal resistent weefsel) (zie fuguur 2, pagina 8). Arteriosclerose is een degeneratief proces dat zich uit als een verharding en verdikking van de arteriële wand. Het is een natuurlijk fenomeen dat heel vroeg in het leven begint en globaal gebonden is aan veroudering. Het woord arteriosclerose wordt als generische term gebruikt voor arteriële degeneratie en omvat dus de atheroscle-
rose met atheroomplaquevorming in de interne laag van de arteriële wand (de intima) van groot en middelgroot kaliber. Atheroomplaques zijn een stapeling van diverse stoffen (vetten, bloed, fibreus weefsel, calciumafzetting). De atheroomplaque groeit geleidelijk op een letsel van de arteriële wand, met vorming van cellen die vet stapelen en daarna afsterven. Atherosclerose evolueert over meerdere jaren en kan al in de kindertijd beginnen. Helaas gebeurt de diagnose pas na het optreden van een hartinfarct of een CVA. Voor kleine arteriën (nierarteriën, hersenarteriën, …) wordt de term arteriolosclerose gebruikt.
Risicofactoren Diverse elementen bevorderen het optreden en verergeren van atherosclerose: levensstijl (tabak, obesitas, stress, sedentair leven, alcohol), genetische factoren (familiale antecedenten), metabole aandoeningen (hoge cholesterol, diabetes, jicht), arteriële hypertensie. Tabak is een heel belangrijke risicofactor. Regelmatig tabaksgebruik (meer dan 10 sigaretten per dag) verhoogt driemaal het risico van een hartinfarct. Meer dan 20 sigaretten per dag verhoogt zesvoudig het risico van plotse dood. Sedentair leven en gebrek aan fysieke activiteit verminderen de arteriële weerstand. Sport verhoogt de ‘goede’ cholesterol. Wandelen, zwemmen en jogging zijn wellicht het meest efficiënt om de evolutie van atherosclerose te stoppen of op zijn minst af te remmen. De rol van genetische factoren is niet eenvoudig te bepa7 Ons Hart 38 • september 2013 •
FIGUUR 2 ♥ Anatomie van een slagader (arterie) © SERVIER Medical Art
Intima
endothelium lamina elastica interna
Media Adventitia lamina elastica externa
len, hoewel die factoren essentieel en talrijk zijn, en men weet met zekerheid dat het genetische patrimonium een doorslaggevende rol kan spelen. Eén cijfer illustreert dit feit: 30% van de vaders van coronaire patiënten zijn zelf overleden aan een coronaire aandoening. Het risico ligt hoger bij mannen dan bij vrouwen vóór de menopauze. Toename van lipiden in het bloed, vooral cholesterol, bevordert de vorming van atheroomplaque. Atherosclerose komt vaak voor bij jichtpatiënten. Hier speelt de levensstijl duidelijk een rol, want jicht en hypercholesterolemie zijn vaak het gevolg van slechte eetgewoonten.
Gevolgen van atheroomplaquevorming Atheroomplaques hebben vele gevolgen. Vooreerst is er de vernauwing van de diameter van de arteriën, met uiteindelijk vertraging van de bloedsomloop en verminderde zuurstoftoevoer naar het geïrrigeerde gebied. Met als gevolg de volgende pathologie: in een eerste stadium is de plaque glad, maar vervolgens vormt zich een ulcus en hechten er zich kleine bloedklonters aan vast. In een later stadium scheurt de aangetaste media los en veroorzaakt ze progressieve obstructie van de arterie. Dit proces kan evolueren naar trombusvorming ter hoogte van plaque waarvan de endotheliale laag verdwenen is (figuur 3). In arteriën met een geringe doormeter leidt trombose op 8 • Ons Hart 38 • september 2013
atheromateuze stenose vaak tot een hartinfarct of gangreen. Atrofie en fibrose van de media en destructie van de elastische lamina kunnen leiden tot dilatatie van het vasculaire lumen, een soort holte met als naam ‘aneurysma’. Een murale trombus (bloedklonter) kan zich in deze holte vormen. Aneurysmata van de abdominale aorta zijn de meest frequente. Die van de thoracale aorta kunnen heel groot zijn. Op de aorta en zijn grote collaterale vaten, onder meer wanneer er zich een aneurysma heeft ontwikkeld, kunnen trombi leiden tot embolen. Embolen zijn migrerende bloedklonters die blijven vastzitten in kleine vaten (bijvoorbeeld ter hoogte van de longen). Dit is dan een medisch spoedgeval. Ze treden vaker op bij ulcera van de interne wand van de arteriën. Ze kunnen worden veroorzaakt door een trauma van de atheroomplaque tijdens een arteriografie of een ingreep op een beschadigd bloedvat (angioplastiek). Arteriële dissectie van de aorta of een van zijn belangrijkste takken op basis van een atheroomplaque is een ander gevolg dat kan leiden tot ruptuur van het bloedvat en catastrofale bloeding.
Wat zijn de symptomen? Atherosclerose is een aandoening met vele gevolgen. De gevolgen van atheroomplaquevorming uiten zich op diverse niveaus. Ze geven aan-
FIGUUR 3 ♥ VAN ATHEROOM TOT TROMBUS De atheroomplaat vermindert de diameter van de arterie. In een gevorderd stadium verspert de trombus de arterie waardoor het bloed niet langer kan vloeien. © SERVIER Medical Art
leiding tot acute aandoeningen: ischemische cardiopathie te wijten aan atherosclerose van de coronaire arteriën, cerebrale vasculaire accidenten (CVA) te wijten aan atherosclerose van de hersenarteriën, arteritis van de onderste ledematen of van het spijsverteringskanaal. De symptomen variëren dus in functie van het aangetaste arteriële gebied, met een ernst evenredig met de graad van vernauwing veroorzaakt door de atheroomplaque. Ter hoogte van het hart leidt vernauwing (stenose) van een coronaire arterie tot pijn in de borst (angor, angina pectoris), bij rust of bij inspanning. Obstructie of occlusie (trombose) veroorzaakt een acuut coronair syndroom of hartinfarct. In de hersenen uit de stenose van een arterie zich als een transitoir ischemisch accident (TIA), dat die naam krijgt omdat het slechts enkele minuten tot maximaal één uur duurt: gezichtsverlies in één oog, motorisch of sensorisch deficit van een arm of been of lichaamshelft. In een meer gevorderd stadium treedt een cerebraal vasculair accident (CVA) op, dat eigenlijk een infarct is van een hersenzone, met of zonder belangrijke klinische sequelen. Ter hoogte van de onderste ledematen leidt arteriële stenose of occlusie in het betrokken gebied tot ischemie bij inspanning, met spierpijn of spierzwakte (claudicatio intermittens). Dit treedt bijvoorbeeld op bij het wandelen, waardoor de patiënt moet stoppen; in rust is er geen pijn. De ontwikkeling van hulpvaten (collaterale circulatie) speelt een belangrijke rol en kan het optreden van
de symptomen uitstellen. In het eindstadium ziet men plaatselijke necrose van de tenen of de voet, die wijst op occlusie van de meest perifere arteriën, die kan leiden tot gangreen, met afsterven van het lidmaat en risico van amputatie. Dit is het ultieme stadium van arteritis van de onderste ledematen.
Belangrijkste behandelingen en risico’s De belangrijkste behandeling is en blijft preventie: rookstop, fysieke activiteit, controle van de bloeddruk, correctie van lipiden, diabetes stabiliseren, dieet aanpassen om het lichaamsgewicht te normaliseren. De behandeling is chirurgisch bij levensbedreigende situaties, ernstige functionele hinder of ingeval van een belangrijk risico, allemaal factoren die het leven van een orgaan of lidmaat bedreigen. Er bestaan meerdere technieken om het arteriële lumen te herstellen: angioplastiek of dilatatie van de vernauwing via een ballonnetje, met of zonder endoprothese (stent), de obstructie verwijderen door het chirurgisch wegnemen van de atheroomplaque, een overbrugging maken van de geobstrueerde zone, chirurgie voor een aneurysma … In alle gevallen moeten voor elke techniek de voor- en nadelen tegen elkaar worden afgewogen, en elke ingreep moet worden aangepast aan elk geval, in functie van het functionele stadium, de algemene toestand van de patiënt en zijn fysiologische leeftijd (die niet noodzakelijk de legale leeftijd is). 9 Ons Hart 38 • september 2013 •
FIGUUR 4 ♥ Atheroomplaques komen vaak voor op een tweesprong. De gevolgen hiervan hangen af van hun precieze ligging. © SERVIER Medical Art.
Onderzoek over atherosclerose: een studie over bloedstroom, met steun van het Fonds voor Hartchirurgie. Het onderzoek in dit domein is heel actief. Doel is nieuwe therapeutische en preventieve strategieën te ontwikkelen. Het is slechts de laatste jaren dat men de intieme mechanismen van deze aandoening die aan de basis liggen van de complexe reactie die plaatsvindt in de vasculaire wand ter hoogte van de atheroomplaque echt is gaan begrijpen. Het laboratorium voor medisch onderzoek van de Université Libre de Bruxelles van het CHU te Charleroi neemt actief deel aan dit onderzoek en heeft een onderzoeksprogramma opgestart dat we voor een deel al hebben voorgesteld in ons vorig nummer, met studiewerk dat momenteel wordt voortgezet onder leiding van Dr. Zouaoui Boudjeltia (zie de rubriek portret van een vorser). Hier volgt een ander deel van dit onderzoeksprogramma dat steun geniet van het Fonds voor Hartchirurgie. Basisidee is dat hoewel gans het vasculaire systeem onderworpen is aan diverse risicofactoren (hoge cholesterol, hypertensie, diabetes, tabak…), atheroomplaques zich slechts op bepaalde plaatsen van de arteriële boom vormen en nooit verschijnen op andere plaatsen (in de bovenste ledematen bijvoorbeeld). De basishypothese is dat er mechanische/fysische lokale factoren bestaan die bijdragen tot het optreden van fenomenen die 10 • Ons Hart 38 • september 2013
zullen leiden tot het verschijnen van atheroomplaques. Die lokale factoren zijn enerzijds de mechanische effecten van de bloedstroom op de arteriële wand, belangrijker op sommige plaatsen (vertakkingen bijvoorbeeld, waar turbulentie optreedt figuur 4) dan andere, maar ook genetische factoren die atheroom remmen of integendeel bevorderen, die maken dat de interne wand van de arteriën min of meer weerstand biedt aan de mechanische effecten van de bloedstroom. In dit onderzoek is de experimentele opzet dezelfde als die gebruik in de studie over de vorming van bloedklonters in intracraniële aneurysmata (zie ons vorig nummer). Er wordt gebruik gemaakt van heel gesofisticeerde technieken: een 3D-printer voor de aanmaak van kunststofvaten uit bijzonder materiaal, waarin dan diverse vloeistoffen worden gepompt (onder meer bloed) en endotheliale cellen aangebracht om het binnenste deel van het kunstmatige bloedvat te bekleden, een holografische microscoop en een digitale camera voor observatie van het gedrag van de bloedelementen en de werking van de vloeistofflux op de endotheliale cellen, software voor beeldbewerking … Dit onderzoek impliceert integratie van meerdere disciplines: geneeskunde, biologie, informatica, medische engineering. Multidisciplinair toponderzoek dus, in een heel dynamisch kader. Dokter Pierre STENIER Journalist
PORTRET
Beroep, onderzoeker:
Dr. Zouaoui Boudjeltia Ons Hart. Dr. Zouaoui Boudjeltia, u bent vast aangesteld als onderzoeker aan het hoofd van het laboratorium Medisch Onderzoek van de Université Libre de Bruxelles (ULB unit 222) dat deel uitmaakt van het Centre Hospitalier Universitaire van Charleroi. Kunt u ons in het kort vertellen wat uw parcours is geweest?
♥ Hobby: kalligrafie
♥ Als hij geen onderzoeker was, dan zou hij musicus zijn en viool spelen..
Dr. Zouaoui Boudjeltia. Ik heb eerst elektronica en radiofysica gestudeerd. Omdat ik toen het effect van sommige stralingen op cellen bestudeerde, werd ik geconfronteerd met ‘het levende’ en zo kwam ik ertoe aan een studie biologie te beginnen die ik heb afgesloten met een proefschrift over de effecten van bepaalde bloedcellen (monocyten) op het oplossingsproces van bloedstolsels bij atherosclerose. Er bestaat een duidelijke link tussen beide wetenschappen, natuurkunde en biologie. Biologische verschijnselen maken deel uit van biochemie, dus ook van de fysico-chemie, en de technische middelen die bij beide disciplines worden gebruikt, vullen elkaar aan. Tegenwoordig is het juister om te spreken van ‘techno-wetenschappen’ in plaats van zuivere wetenschappen. Want we zijn wel gedwongen wetenschappelijke ontdekkingen en technische uitvindingen in eenzelfde context te plaatsen, gezien hun sterke interacties. Er bestaat een convergentie van kennis en methoden wat uiterst productief en stimulerend is voor de geest. Daarenboven zijn er tijdens mijn onderzoek in verband met radiofysica op biologisch terrein, interessante hypothesen naar voren gekomen die m.i. gestaafd moesten worden, maar waarvoor een grondiger opleiding biologie vereist was. Vandaar dat ik ben overgestapt van de ene discipline op de andere.
O.H. Hoe staat het met het financiële aspect van het wetenschappelijk onderzoek? Dr. ZB. Dit is uiteraard zeer belangrijk. Geld blijft altijd de zenuw van de oorlog. We worden gefi-
Dr. Pierre Stenier Journalist
nancierd door de universiteit, het Waals Gewest, sommige sponsors en organismen zoals het ‘Fonds voor Hartchirurgie’. Maar het verkrijgen van deze financieringen is niet altijd even gemakkelijk en vergt van ons veel tijd en energie. Nauwelijks is een programma uitgevoerd of we moeten al op zoek gaan naar een financiering voor het volgende onderzoek. Niets duidt erop dat hier in de toekomst verbetering in zal komen en, net als Sisyphus uit de Griekse mythologie, is de onderzoeker gedoemd tot een eindeloze taak en hij moet steeds weer opnieuw beginnen met het zoeken naar financieringen. Maar dit verhindert niet dat het onderzoek in België over het algemeen van een zeer goed niveau is.
O.H. Wat doceert u? Dr. ZB. Ik doceer aan de Université de MonsHainaut, en ik vind deze activiteit belangrijk ten opzichte van mijn activiteit als onderzoeker, in die zin dat voor overdracht van kennis een verhelderd denken nodig is en dan niet alleen een ‘in het net doen’, maar ook een kritische terugblik, iets wat een onderzoeker alleen maar ten goede komt en wat eventueel kan bijdragen tot toekomstige roepingen als onderzoeker.
O.H. Aan onderzoek doen, doceren, artikelen en rapporten opstellen, verplaatsingen in het buitenland, enz. …, is het mogelijk om met zoveel activiteiten een gezinsleven te combineren? Dr. ZB. Dit is niet altijd even gemakkelijk. Je moet je kunnen organiseren. Ik doe mijn best om mijn schoolgaande kinderen te volgen. Anderzijds kan ik, aangezien mijn echtgenote avondcursus geeft, tijd recupereren om thuis artikelen te schrijven. Aan de ene kant heb ik beslist een bepaalde hoeveelheid tijd die ik met mijn gezin kan doorbrengen, maar anderzijds is er ook de kwaliteit, zelfs al kan de een de ander niet volledig vervangen. In ieder geval probeer ik 'kwalitatief' zeer aanwezig te zijn. 11 Ons Hart 38 • september 2013 •
UW GEZONDHEID
van theorie tot praktijk
Plantaardige oliën: zijn niet altijd beter voor je hart!
A
l zijn sommige oliën van plantaardige oorsprong, daarom zijn ze nog niet goed voor de gezondheid van hart en bloedvaten. Dit geldt met name voor palmolie en nog méér voor kokosolie vanwege hun hoge gehalte aan verzadigde vetzuren. Er wordt vaak gezegd dat het voor je hart beter is dierlijke vetten te beperken en de voorkeur te geven aan plantaardige vetten. Dit klopt, voor zover dierlijk vet (vet vlees, koude vleeswaren, boter, room, kaas, enz. …) rijk is aan verzadigde vetzuren, die - bij overmatig gebruik - vaak in verband worden gebracht met een verhoogd aantal cardiovasculaire risicofactoren, om te beginnen met een te hoog cholesterolgehalte. Omgekeerd is het zo dat bij plantaardige vetten – of liever gezegd oliën, aangezien ze bij omgevingstemperatuur vloeibaar zijn – het vet dikwijls weinig verzadigde vetzuren bevat ten gunste van onverzadigde vetzuren die beter zijn voor onze gezondheid. Naar gelang het soort olie worden er zelfs zeer waardevolle vetzuren in aangetroffen – de etherische vetzuren zoals omega-3 en omega-6. Maar in werkelijkheid is het niet zo eenvoudig en er zijn tal van uitzonderingen, ja zelfs valstrikken…
Plantaardige uitzonderingen In het dierenrijk vormt vis de grote uitzondering. Het vet van de in het water levende gewervelde dieren bevat slechts weinig verzadigde vetzuren en levert het waardevolle omega-3, wat een voortreffelijk vet is. Het vet van 12 • Ons Hart 38 • september 2013
eenden en ganzen daarentegen is niet zo interessant als dat van vis, maar bevat toch minder verzadigde vetzuren dan de viervoeters (rund, varken, schaap). In het plantenrijk hadden we het in een vorig nummer reeds over de transvetzuren, gevormd tijdens het hydrogeneringsproces: gehydrogeneerde plantaardige olie kan dergelijke transvetzuren bevatten met als gevolg dat hierdoor zijn gehalte aan verzadigde vetzuren zal toenemen. Maar sommige “ exotische ” plantaardige oliën vertonen van nature een minder gunstig profiel aan vetzuren. Dit geldt met name voor palmolie, die ruimschoots wordt toegepast in de voedingsindustrie en afkomstig is van de noot van de oliepalm. Bijna de helft van zijn vetstoffen (47,5 %) wordt gevormd door verzadigde vetzuren. Dit is nog erger bij palmpittenolie, geperst uit de pit van de vrucht (kern of pit), die nog méér verzadigde vetzuren bevat: meer dan 90%!
Erger dan boter! Ter vergelijking: boter bevat iets meer dan 60% aan vetstoffen in de vorm van verzadigde vetzuren, wat veel is en wat tevens verklaart dat boter vaak wordt afgeraden, in het bijzonder bij mensen met een te hoog cholesterolgehalte. Kokosolie evenals kokosmelk en bereidingen op basis van kokosmelk bevatten ook zeer veel verzadigde vetzuren: 86% aan vetstof, dus nog méér dan boter! Kokosmelk mag dan wel plantaardig zijn, maar vormt geen gezonder alternatief voor room. Room en kokosmelk kunnen in de keuken best worden vervangen door yoghurt of gecondenseerde melk voor het maken van sausjes en warme of koude gerechten met saus.
Zout en zoet In ons land wordt palmolie als zodanig vrij weinig gebruikt. Palmolie wordt vooral gebruikt in de Afrikaanse keuken, met name in het bekende gerecht moambe. Deze olie is bij omgevingstemperatuur een van de weinige, niet-vloeibare oliën. Dit heeft te maken met zijn hoog gehalte aan verzadigde vetzuren, met als gevolg dat zijn fusiepunt stijgt en daardoor zeer stabiel wordt, met name bij het bakken. Deze eigenschappen worden zeer op prijs gesteld door de voedingsindustrie, want bij palmolie wordt een smeuïge textuur verkregen, terwijl tegelijkertijd wordt vermeden dat de olie uitvloeit (bijvoorbeeld koekjes). Palmolie is ook langer houdbaar. Daarnaast is palmolie bijzonder goedkoop en hoeft men niet te grijpen naar gehydrogeneerde plantaardige oliën rijk aan transvetten. Om al deze redenen zit er palmolie in heel wat voedselproducten, zowel zoute als zure zoals borrelhapjes, taartdeeg, koekjes, taartjes, luxebroodjes, kookvet, chocoladepasta, kant-en-klare schotels… en zelfs in plantaardige alternatieven met ganzenlever !
Duidelijker etiketten eind 2014 Palmolie valt vooralsnog niet makkelijk op te sporen, zelfs als je de etikettering van de etenswaren aandachtig leest. Hoewel de fabrikanten verplicht zijn de lijst ingrediënten te vermelden, kunnen ze volstaan door alleen “ plantaardige olie ” aan te duiden zonder dat ze verplicht zijn aan te geven om welke olie het precies gaat. De industriëlen kwamen met het argument naar voren dat de aard van de oliën wijzigingen kon ondergaan van het ene productieproces op het andere, waardoor ze verplicht zouden zijn telkens de etiketten te veranderen. Maar na jaren discussie en met de bedoeling de consument een grotere transparantie te bieden, komt er verandering in de Europese regelgeving: vanaf eind 2014 moet op alle voedselproducten verplicht de aard van plantaardige olie aangeduid staan, wat de consument, die er meer van wil weten, ten goede komt.
Palmolie ecologisch? In een heel ander domein wordt de productie van palmolie dikwijls scherp bekritiseerd omdat het een negatieve invloed heeft op het ecosysteem. Er zijn namelijk grote hoeveelheden oliepalmbomen aangeplant ten koste van het Amazonewoud, iets wat o.a. de biodiversiteit aantast. Aangezien de consumenten hoe langer hoe milieubewuster worden, zijn de zaken geëvolueerd en is er voortaan een opkomst van duurzame palmolie. Dit betekent een “ pluspunt ” voor het milieu, maar verandert echter niets aan zijn voedingswaarde, aangezien duurzame palmolie nog altijd evenveel verzadigde vetzuren bevat.
Kipfilet met curry en yoghurt Voor 4 personen
Ingrediënten • 600 g in blokjes gesneden kipfilet • 1 eetlepel olijfolie of arachideolie • 1 ui • 1 teentje knoflook • 200 g yoghurt • 2 theelepels currypoeder • zout en peper • koriander of platte peterselie ter garnering
Bereidingswijze • Laat de in schijfjes gesneden ui en geperste knoflook in een pan met hete olie fruiten. • Voeg de blokjes kipfilet toe en laat enkele minuten bruin worden. • Curry toevoegen, afdekken en op een laag vuurtje 5 minuten laten bakken. • De yoghurt toevoegen en al roerend opwarmen. Het fornuis uitdoen voordat het kookpunt wordt bereikt, daarna op smaak brengen. • Garneer met wat koriander of platte peterselie en dien op met basmatirijst en doperwtjes.
Suggestie U kunt de kip vervangen door mager lamsvlees, varkensblokjes of scampi’s. Voor een uitgesprokener smaak 4 cm geraspte gemberwortel of wat paprika aan het vlees toevoegen.
Voedingssamenstelling per portie • Energie kcal/kJ • Eiwitten • Koolhydraten • Totaal vetgehalte • Verzadigde vetzuren • Vezels • Cholesterol
218/915 31,3 g 4,1 g 8,5 g 2,3 g 1,1 g 75 mg
Wat voedzaamheid betreft Met deze schotel wordt de kokosmelk of room vervangen door yoghurt, zodat het niet alleen aanzienlijk minder verzadigde vetzuren bevat, maar ook zeer licht verteerbaar is.
Nicolas GUGGENBÜHL Voedingsdeskundige www.topicgezondheid.be 13 Ons Hart 38 • september 2013 •
UW GEZONDHEID
van theorie tot praktijk
Wereldhartdag - 29 september Iedereen kan op eender welke leeftijd een hart-/vaataandoening of een cerebrovasculair accident (CVA of beroerte) krijgen. Ieder jaar overlijden er 17,3 miljoen mensen aan één van deze aandoeningen die wereldwijd de eerste doodsoorzaak vormen. Dit jaar heeft de Wereldhartdag als thema: ‘’het belang van de leefstijl bij preventie en controle van hart- en vaataandoeningen’’.
Design by crushed.co.uk / Illustration by Giordano Poloni, agencyrush.com / © World Heart Federation
Raadpleeg een specialist voor Hoe ouder men wordt, des te het opnemen van uw arterihoger het risico op een hart- of 29 September 2013 World Heart Day ele bloeddruk, suiker- en chovaataandoening. Men kan echlesterolgehalte in het bloed, ter maatregelen nemen om dit gewicht en Body Mass Index risico te verlagen. Bent u bereid (BMI). Zo kan hij uw cardiohier iets voor te doen? vasculair risico inschatten en, Hierbij enkele tips bestemd voor indien nodig, u een behandemensen van 65 jaar en ouder. ling voorstellen. Let op uw voeding! Bij oudere mensen wordt dikHoud er een evenwichtige voewijls ook de pols van de voetding op na, met vooral veel rugslagader gevoeld, wat deel vruchten en groenten. Met het uitmaakt van een algemene ouder worden, ontstaat er vercheck-up. Hierbij wordt de pols andering in leefstijl en dit kan van de voet gemeten, zodat er ook de voeding beïnvloeden. een eventueel probleem kan Eenzaamheid, verveling, zorgen worden gediagnosticeerd in of een depressie kunnen somde perifere slagaderen en met mige mensen ertoe brengen Take the road name of er zich in de beenhun voeding te verwaarlozen. to a healthy heart slagaderen atheroomplaques Ze kunnen er dan zeer slechte hebben gevormd. gewoonten op na gaan houden Verlaag uw risico door de voorzoals een maaltijd overslaan. geschreven behandeling te Wat men vooral moet vermijvolgen die bestaat uit zowel den, zijn verzadigde vetzuren, geneesmiddelen, een verantransvetten en zout, die het in het bloed (diabetes), de bloeddruk dering van leefstijl en vooral een risico verhogen een CVA of een hart-/ en het cholesterolgehalte kan verhogezonde voeding. vaataandoening te krijgen. Te vet eten gen. Regelmatige lichaamsbeweging kan ertoe leiden dat een slagader ver- en gezonde maaltijden met kleinere Doe aan lichaamsbeweging ! stopt gaat raken en te veel zout ver- porties dragen er toe bij een ideaal Het is nooit te laat om aan wat extra oorzaakt een te hoge bloeddruk. gewicht te behouden. lichaamsbeweging te doen. Begin met wat korte oefeningen en verControleer regelmatig je gewicht: Wees risicobewust hoog gaandeweg de regelmaat en hoe ouder men wordt, hoe minder calorieën het lichaam verbruikt. Door Met het ouder worden, hebben de intensiteit. Raadpleeg eerst uw arts overgewicht raakt het hart overbe- bloeddruk, het cholesterolgehalte voordat u hiermee begint om er last, wat niet alleen het risico ver- alsook alle andere metingswaarden zeker van te zijn dat de lichaamoefehoogt op een hart- of vaataandoe- in verband met het hart de neiging ningen die u wilt gaan doen, goed op u zijn afgestemd. ning, maar wat ook het suikergehalte toe te nemen. In celebration of World Heart Day take steps towards a heart-healthy life: encourage physical activity, healthy eating and ban tobacco use to reduce your own and your family’s risk of heart disease and stroke. Today we have an opportunity to prevent the future impact of these diseases by enabling heart-healthy living from childhood throughout adulthood. Find out more: www.worldheartday.org Financially supported by:
Join us: www.facebook.com/worldheartday Follow us: www.twitter.com/worldheartfed
14 • Ons Hart 38 • september 2013
Voor volwassenen van 65 jaar en ouder, kan een lichamelijke activiteit bestaan uit een sport of andere activiteiten zoals wandelen, dansen, tuinieren en huishoudelijk werk. Indien uw lichaamsconditie u niet toelaat de aanbevolen lichaamsoefeningen te doen, probeer dan op z’n minst om zo veel als uw lichaamsconditie u toelaat, lichamelijk actief te zijn. Indien u volledig inactief bent of indien u een aandoening heeft die u beperkt in uw activiteiten, tracht dan van het stadium van totale inactiviteit over te stappen op een bepaald niveau van activiteit. Indien u het aanbevolen niveau niet haalt, probeer dit dan te bereiken door gaandeweg de duur, de regelmaat en tenslotte de intensiteit ervan te verhogen. Oudere mensen zouden minimaal 150 minuten per week aan matige lichaamsbeweging moeten doen of op z’n minst 75 minuten intensieve lichaamsbeweging of een gelijkwaardige combinatie van beide vormen van activiteit. Zeg "NEE" tegen het roken Stop met roken en vermijd ook zoveel mogelijk passief roken. Na twee jaar volledig stoppen met roken, verlaagt u aanzienlijk het risico een hart- of vaataandoening op te lopen. Als u moeilijk kunt stoppen met roken, raadpleeg dan uw huisarts. Hij zal u kunnen helpen. Of bespreek anders uw probleem met uw werkgever of arbeidsgeneesheer. © World Heart Federation, 2013.
www.worldheartday.org
wereld diabetes dag 14 november Diabetes mellitus, ook wel suikerziekte genoemd, is een chronische ziekte die ontstaat wanneer de pancreas niet meer in staat is insuline aan te maken of wanneer het organisme de aangemaakte insuline niet correct kan gebruiken. Insuline is een hormoon dat door de pancreas wordt aangemaakt. Het werkt als een sleutel die ervoor zorgt dat de glucose die in ons voedsel zit, het bloed kan verlaten en doordringen in de cellen van ons organisme om energie vrij te maken. Alle koolhydraten worden in het bloed afgebroken tot glucose. De insuline zorgt ervoor dat glucose in de cellen kan doordringen.
1 IN 2 PEOPLE WITH
DIABETES DON’T KNOW THEY HAVE IT ARE YOU
AT RISK?
Het onvermogen om insuline aan te maken of deze doeltreffend te DIABETES: PROTECT OUR FUTURE gebruiken, leidt tot een stijging www.worlddiabetesday.org van het glucosegehalte in het bloed (gekend onder de naam hyperglycemie). Op den duur veroorzaakt een verhoogd glycemiegehalte beschadigingen in het organisme of een dysfunctioneren van diverse organen en weefsels.
Diabetes : laten we onze toekomst veiligstellen De campagne van 2013 van de Wereld Diabetes Dag is de laatste van het campagnejaar 2009-2013 gewijd aan Opvoeding en Preventie van Diabetes. Diabetes vormt één van de grootste problemen rond gezondheid en ontwikkeling van de 21ste eeuw. Momenteel hebben 371 miljoen mensen diabetes en 280 miljoen lopen een verhoogd risico de ziekte te krijgen. Tegen 2030 zou een half miljard mensen aan diabetes kunnen lijden. Diabetes en zijn complicaties kunnen voor een groot deel worden vermeden en er bestaan beproefde en betaalbare ingrepen. Het kan immers iedereen overkomen en daarom moet iedereen bijdragen om de neiging tot diabetes helpen terug te dringen om zo onze toekomst veilig te stellen. 15 Ons Hart 38 • september 2013 •
Om vooruitgang te boeken, kan het onderzoek niet zonder u!
S
inds zijn oprichting in 1980, was de eerste activiteit van het Fonds voor Hartchirurgie de steun aan het onderzoek ter verbetering van de kennis en de behandeling van aangeboren hartafwijkingen, verworven kransslagaderaandoeningen, klepaandoeningen, hartritmestoornissen en hartfalen.… Ondanks grote vooruitgang, blijft er toch nog veel te doen. Artsen en onderzoekers staan voor nieuwe uitdagingen, die voortdurend vragen om aanzienlijke middelen en ruime steun aan het Fonds.
U kunt
het Fonds steunen
door
> een gift te doen, via een storting of een doorlopende betalingsopdracht op IBANrekeningnummer
BE15 3100 3335 2730
BIC: bbrubebb
Uw gift is fiscaal aftrekbaar* > een legaat Steun aan onze acties d.m.v. een donatie kan voordelig zijn voor uw erfgenamen. Uw notaris kan u kosteloos inlichten over de te volgen procedure.
> Ambassadeurschap Spreek uw relaties aan over de acties van het Fonds, signaleer de activiteiten van het Fonds bij belangrijke evenementen (verjaardag, huwelijk, geboorte, overlijden, …) en suggereer aan uw naasten een gift ten gunste van het Fonds te doen.
Welke formule u ook kiest,
wij zijn u uiterst dankbaar! * Om recht te geven op een belastingsverlaging van 45% van het geschonken bedrag, moeten giften voortaan minstens 40 € per kalenderjaar bedragen. Een fiscaal attest wordt u in maart van het volgende jaar toegestuurd. Het Fonds voor Hartchirurgie onderschrijft de Ethische Code van de VEF. Dit houdt in dat donatoren, medewerkers en personeelsleden tenminste één keer per jaar op de hoogte worden gebracht hoe de verworven fondsen werden aangewend.
Voor meer inlichtingen 02 644 35 44
[email protected]
In ons volgend nummer: Generische medicaties
Verantwoordelijke uitgever: Prof. Jean-Louis Clerc, Tenbosstraat 1000 Brussel Editeur responsable: Pr Jean-Louis LeLe Clerc, 11 rue Tenbosch,11, 1000 Bruxelles