ONDERZOEKSRAPPORT NAAR LEESVOORKEUREN ONDER LEERLINGEN VAN VMBO EN HAVO/VWO
SHIRLEY HOFMAN NICOLE BLIEK
MONIQUE VAN STAVEREN MARIËLLE HAMELINK
MEI 2011
INHOUD Inleiding................................................................................................................................................................... 3 Hypothesen ............................................................................................................................................................. 4 Werkwijze ............................................................................................................................................................... 5 Wat is onderzocht ? ............................................................................................................................................ 5 De leesvoorkeur ............................................................................................................................................. 5 De auteurs ...................................................................................................................................................... 6 Verwerking van de gegevens .............................................................................................................................. 6 Onderzochte groep ................................................................................................................................................. 7 De uitkomsten ......................................................................................................................................................... 8 Een boek kiezen .................................................................................................................................................. 8 Motivatie ............................................................................................................................................................. 9 Leesvoorkeur ..................................................................................................................................................... 10 Auteurs .............................................................................................................................................................. 11 Conclusies ............................................................................................................................................................. 12 Meisjes lezen breder ......................................................................................................................................... 12 Meisjes van havo/ vwo lezen beduidend meer dan de andere groepen .......................................................... 13 Op de naam van de schrijver wordt niet gelet bij het kiezen van een boek ..................................................... 13 Wat betekent dit voor het inrichten van de mediatheek?.................................................................................... 14 Bijlagen ............................................................................................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Inleiding In april 2011 kregen we de opdracht een onderzoek op te zetten naar de leesvoorkeur van leerlingen in de onderbouw. Wat lezen jongeren tot 15 jaar graag? Welke genres zijn populair? Alvorens een eigen onderzoek op te zetten, zijn wij gaan kijken wat er al aan studies aanwezig is. Opmerkelijk vonden we dat er weliswaar al veel onderzoeken zijn gedaan naar het leesgedrag van jongeren, maar dat wij geen studie konden vinden waarbij de smaak van leerlingen tot 15 jaar expliciet aan de orde komt. Veel onderzoeken richten zich op de vraag of jongeren meer of minder zijn gaan lezen in de afgelopen jaren. Andere richten zich op de vraag wát jongeren dan lezen: de krant, tijdschriften, jongerenbladen, internet, boeken? De literaire voorkeur komt hierbij dan niet of slechts in de marge aan de orde. Het onderzoeksrapport dat nog het dichtste bij ons doel kwam, was het rapport Lezen van het Jeugdraadpanel, dat in september 2006 is verschenen. Dit rapport is als bijlage bij dit onderzoeksverslag gevoegd. Opgemerkt moet worden dat het Jeugdraadpanel een grotere leeftijdsgroep in zijn studie betrok – de groep jongeren van 13 tot 18+ - en dat veel vragen zich richten op omstandigheden rond het lezen: waar koop je een boek, waar lees je een boek, wie maakt je enthousiast voor het lezen, hoeveel boeken lees je per maand voor school, wordt er thuis gelezen etc.
Hypothesen Wat dachten wij dat er uit ons onderzoek zou komen? Op grond van het onderzoek van het Jeugdraadpanel en op grond van onze intuïtie en ervaring met leerlingen, hebben wij drie hypothesen opgesteld die wij wilden toetsen. Mede op grond hiervan zouden we onze mediatheek nog kunnen bijstellen. De veronderstellingen die wij hier naar voren willen brengen: 1. Meisjes lezen het liefst over onderwerpen die dicht bij hun eigen belevingswereld staan, en die emotioneel geladen zijn: liefde, vriendschap. De Carry Sleeboeken dus. Jongens zullen eerder naar avontuur en spanning zoeken. 2. Op de havo/vwo wordt meer gelezen dan op het vmbo. 3. Bij het uitkiezen van een boek zijn vooral titel en flaptekst belangrijk.
Werkwijze De groepsleden hebben eerst de conclusies bekeken van het Jeugdraadpanel waar het gaat om de leesvoorkeur. Op grond daarvan zijn de vragen opgesteld. Voor het onderzoek hadden we een aantal onontbeerlijke basisgegevens nodig als: leeftijd, geslacht, niveau van de opleiding. Verder vonden we het – met oog op het inrichten van de mediatheek – ook van belang om te kijken naar hoe een boek wordt uitgekozen en door wie de kinderen zich gestimuleerd voelen om een boek te lezen. De belangrijkste vragen, het hart van het onderzoek, waren echter de onderdelen leesvoorkeur en auteurs.
Wat is onderzocht ? De leesvoorkeur Om de voorkeur voor genres te onderzoeken, leek het ons niet juist om een omschrijving in één woord te geven zoals ‘thriller’ of ‘avontuur’, ‘liefde’ of ‘vriendschap’. Dit om te voorkomen dat leerlingen al heel snel ‘avontuur’ aankruisen of juist ‘liefde’ overslaan. We benoemden voor onszelf tien genres en maakten voor elk genre een heel kort flaptekstje. We kwamen zo tot de volgende tekstjes: 1. Een vliegtuig stort neer op een onbewoond eiland. De 14-jarige Peter is de enige overlevende. Hij moet zien hoe hij zich in zijn eentje redt. Gemeten genre: avontuur 2. Sanne wordt verliefd op een bekende dj. Gemeten genre: liefde 3. Martijn ziet hoe een moord wordt gepleegd. Als hij de politie erbij haalt, is het lijk weg. Gemeten genre: thriller. 4. Jamy en Nina zijn al sinds de basisschool met elkaar bevriend. Dan gaan ze allebei naar een andere school. Blijven ze bevriend? Gemeten genre: vriendschap 5. Koen gaat verhuizen. In het nieuwe huis gebeuren ’s nachts geheimzinnige dingen. Is er een geest aan het werk? Gemeten genre: griezelgenre/horror 6. Het is het jaar 1656. Olivier woont in Alkmaar met zijn vader, moeder, broertje en zusje. Dan breekt de pest uit … Gemeten genre: historisch 7. Tim wordt verliefd op zijn buurjongen. Hij durft het niemand te vertellen. Gemeten genre: probleemboek
8. Ahmed wordt als klein kind ontvoerd uit Pakistan. Hij moet voor een rijke sjeik gaan werken en wordt heel slecht behandeld. Gemeten genre: andere culturen 9. Het nieuwe boek over Michael Jackson is eindelijk uit! Gemeten genre: biografie 10. Spaceshuttle minerva 422 raakt verdwaald in de ruimte en landt op een onbekende planeet met vreemde wezens … Gemeten genre: science fiction. De auteurs In onderzoeksdeel 4 hebben we een lijst weergegeven met 23 auteurs. (zie bijlage enquête). De leerlingen konden hier aangeven of zij graag boeken van deze auteurs lazen, of ze boeken van deze schrijvers niet graag lazen, of dat zij de auteurs niet kenden. Ze kregen daarbij bovendien de mogelijkheid de lijst aan te vullen met twee auteurs. Dit onderdeel diende twee doelen: we wilden weten hoe groot de leeservaring is van de onderzochte leerlingen, en we wilden een koppeling leggen naar de leesvoorkeur (de genres). Als laatste stap hebben we de enquête zo helder mogelijk vorm gegeven, en voorzien van een korte instructie.
Verwerking van de gegevens De onderzoeksleden zijn een middag bij elkaar geweest om de uitkomsten te turven. Daarbij werd de onderzoeksgroep (n=86) onderverdeeld in vier subgroepen: -
De meisjes van het vmbo De jongens van het vmbo De meisjes van de havo/vwo De jongens van de havo/vwo
(n1=18) (n2=28) (n3=23) (n4=17)
Een verdere onderverdeling naar leeftijd was niet zinvol, omdat de subgroepjes dan te klein zouden worden. De leeftijden van de onderzochte groep liggen bovendien dicht bij elkaar (13-15). Waar dat relevant was, zijn de resultaten van de deelgroepjes weer bij elkaar opgeteld. Zo is verschil gemaakt tussen de voorkeuren van jongens en van meisjes (ongeacht schoolniveau), en tussen de voorkeuren van leerlingen van vmbo en havo. De uitkomsten zijn verwerkt in grafieken om de resultaten direct inzichtelijk te maken.
Onderzochte groep De enquête is voorgelegd aan leerlingen van vmbo-t uit de eerste en tweede klas van het Pontes/Goese lyceum in Goes en aan havo/vwo-leerlingen uit de eerste en tweede klas van het Alfrink College in Zoetermeer. Bij de afname waren twee leden van ons onderzoeksgroepje aanwezig. Opvallend was dat de enquête door de leerlingen zeer serieus werd genomen en dat zij over het algemeen de vragen gemotiveerd hebben beantwoord. De ‘flaptekstjes’ die naar genres verwezen, lokten hier en daar onderlinge discussies uit die in de kiem moesten worden gesmoord om onderlinge beïnvloeding te voorkomen. De bedoeling was dat 98 leerlingen aan het onderzoek zouden deelnemen. Door ziekte en uitval kwamen er uiteindelijk 86 formulieren terug.
De uitkomsten Een boek kiezen Als we de gemiddelde uitkomst nemen voor de hele onderzoeksgroep, dan blijkt dat leerlingen in de allereerste plaats letten op de titel, dan op de omslag en vervolgens op de flaptekst. De naam van de schrijver speelt bij het VMBO vrijwel geen rol. Voor leerlingen van de havo/vwo telt de schrijver veel zwaarder mee, maar ook bij deze categorie leerlingen moet de schrijver zich tevreden stellen met een plaats in de staart van het peloton. Opvallend is verder de negatieve keuzefactor ‘dikte van het boek’. Die speelt bij de jongens van het vmbo helaas een heel belangrijke rol. Zij letten bij de keuze van een boek in de tweede plaats op de dikte. Bij de jongens van Havo/vwo komt dit op de vierde plaats. Jongens van het vmbo lijken lezen helaas écht vervelend vinden …
100 80 60 40
Jongens VMBO
20 0
Jongens HAVO/VWO Jongens VMBO
100
80 60 40
Meisjes VMBO
20
Meisjes HAVO/VWO
0 Meisjes VMBO
Motivatie Wie stimuleert de leerlingen om te lezen? Zijn dat de ouders, de leeftijdgenoten of de docent? Bij de jongens speelt de docent de belangrijkste rol. Bij de jongens van de havo/ vwo is de docent hierbij even belangrijk als de ouders. Opvallend bij de jongens verder is dat zij niet of nauwelijks door leeftijdgenoten gemotiveerd worden om een boek te lezen. Je zou bijna denken: lezen is niet cool voor een jongen. Opgemerkt moet ook worden dat bij de jongens van het VMBO bijna de helft (!) bij deze vraag niets heeft ingevuld. Worden ze niet enthousiast gemaakt? Láten zij zich niet enthousiasmeren? Bij de meisjes zien we een omgekeerd beeld, dat overigens exact overeenkomt met de uitkomsten van het Jeugraadpanel. Meisjes zetten vrienden het hoogst op de lijst als het gaat om leesmotivatie. Bij de meisjes van havo/vwo spelen ouders en docenten weliswaar een belangrijker rol, maar vrienden scoren hier nog altijd 26 procent. (Dan nog komt dit overeen met de uitkomsten van het panel, omdat meisjes van het vmbo landelijk een veel grotere populatie vormen, dan de meisjes van havo/vwo.)
Ouders Vrienden Docent
Ouders Vrienden Docent
Jongens VMBO 28 17,8 % 5 3,5 % 1 32,1% 9
Jongens HAVO-VWO 17 35,2% 6 5,8% 1 35,2% 6
Meisjes VMBO 18 5,5% 1 72,2% 13 16,6% 3
Jongens VMBO-HAVO-VWO 45 24,4% 11 4,4% 2 33,3% 15
Meisjes HAVO-VWO 23 30,4% 7 26% 6 39,1% 9
Gemiddeld
22,2% 26,9% 30,8%
Meisjes VMBO-HAVO-VWO 41 19,5% 8 46,3% 19 29,2% 12
Jongens VMBO/HAVO/VWO
Meisjes VMBO/HAVO/V…
Ouders
Vrienden
Vrienden
Docent
Docent
Ouders
40 20
Jongens VMBO
0 Vrienden
Ouders
Docent
Jongens…
Jongens HAVO/VWO
100
50
Meisjes VMBO
0 Ouders
Docent
Vrienden
Meisjes… Meisjes HAVO/VWO
Leesvoorkeur De totale categorie jongens scoort zoals verwacht hoog op de spannende genres. Bij hun staat avontuur op 1, gevolgd door thriller, science fiction, en het griezel/horror-genre. Opvallend is dat de totale groep jongens (45) de genres ‘liefde’ en ‘probleem’ helemaal niet hebben aangekruist. Bij meisjes komt – tot onze verrassing – ‘andere culturen’ op de eerste plaats. Daarna volgen ‘thriller’ op de tweede plaats, ‘avontuur’ op de derde plaats en dan pas ‘liefde’. De uitkomsten tussen jongens van het vmbo en havo/vwo ontlopen elkaar nauwelijks. Meisjes van het VMBO geven voorkeur aan de spannende genres, maar hebben ‘vreemde culturen’ toch nog op de derde plaats staan. Over het algemeen valt op bij de meisjes in het algemeen dat de genres elkaar dicht op een volgen. De genres science fiction en biografie bungelen wel onderaan. Maar zelfs bij science fiction geeft bijna een kwart van de meisjes aan dit graag te willen lezen.
Auteurs Bij de meisjes komen Carry Slee en Francine Oomen beiden voor in de top 5 waar het gaat om waardering. Dahl wordt wel goed gekend, maar slecht gewaardeerd. Hij komt bij de meisjes niet in de top 5 voor. Bij de jongens bestaat er nog een opmerkelijke waardering voor Slee. Zij figureert bij beide groepen jongens in de top-5 voor waardering. Opvallend hoog scoort zij zelfs bij de havo/vwo-jongens: daar neemt zij met een waarderingscijfer van 73 % na Jan Terlouw de tweede plaats in. Beide groepen jongens zijn tegelijkertijd opvallend anti-Oomen. Van de tamelijk grote groep jongens die Francine Oomen hebben gelezen, waardeerde het vmbo haar met een 18 %. De havo/vwojongens hadden een waarderingscijfer voor Oomen van 8 %. Gaat het om bekende auteurs, waarbij wij onder ‘bekend’ verstaan een auteur die door de ondervraagden is gelezen, dan zien we opvallend genoeg bij alle vier onderzochte deelgroepen dezelfde top 3: Carry Slee staat op de eerste plaats, gevolgd door Francine Oomen op de tweede plaats en Roald Dahl op drie. De auteurslijst is in de enquête ook ingevoegd om meer te weten over leeservaring. Geven we een punt voor iedere auteur die door de leerling als ‘bekend’ (=gelezen) is genoteerd, dan komen we in de vier groepen op de volgende cijfers: Meisjes havo/vwo scoren 217 punten. Deze groep telt 23 meisjes. Per leerling is de score 9,4 (afgerond). Zij kennen dus gemiddeld ‘9,4 auteur’. Meisjes vmbo scoren samen 88 punten. Gemiddelde score per leerling; 4,9. Jongens vmbo haalden 140 punten. Gemiddelde score per leerling: 5,0. Jongens havo/vwo haalden samen 100 punten. Per leerling komt dat op 6,0 De meisjes van havo/vwo kennen dus opvallend méér schrijvers dan de andere drie deelgroepen. De havo/vwo kent gemiddeld genomen meer schrijvers dan vmbo.
Meisjes HAVO VWO AANTAL =23 Top 5 bekendheid (=gelezen) 1 2 3 4 5
Carry Slee Francine Oomen Roald Dahl Jacques Vriens Caja Cazemier
aantal x genoemd
22 21 21 20 17
Top 5 waardering S. van der Vlugt Astrid Lindgren Tonke Dragt Francine Oomen Carry Slee
(=graag gelezen)
86 % 83 % 83 % 80 % 77 %
Meisjes VMBO AANTAL = 18 Top 5 bekendheid (=gelezen) 1 2 3 4 5
Carry Slee Francine Oomen Roald Dahl Jacques Vriens Caja Cazemier
aantal x genoemd
18 16 10 8 6
Jongens HAVO VWO AANTAL = 17 aantal x Top 5 bekendheid (=gelezen)
genoemd
1 2 3 4 5
Carry Slee Francine Oomen Roald Dahl Caja Cazemier Jan Terlouw
15 12 11 11 10
Jongens VMBO AANTAL = 28 Top 5 bekendheid (=gelezen)
aantal x genoemd
Top 5 waardering Carry Slee Francine Oomen J.K. Rowling Maren Stoffels Jacques Vriens
Top 5 waardering Jan Terlouw Carry Slee J.K. Rowling Roald Dahl Guus Kuijer
Top 5 waardering
(=graag gelezen)
94 % 87 % 83 % 80 % 75 %
(=graag gelezen)
80 % 73 % 55 % 55 % 50 %
(=graag gelezen)
1 Carry Slee 27 Roald Dahl 69 % 2 Francine Oomen 17 Jan Terlouw 66 % 3 Roald Dahl 16 J.K. Rowling 60 % 4 Jacques Vriens 16 Jacques Vriens 50 % 5 Caja Cazemier 12 Carry Slee 40 % Leeservaring dit zijn het aantal auteurs die door de ondervraagde als ‘bekend’ (=gelezen) werd aangekruist Meisjes havo/vwo Meisjes vmbo
9,4 4,9
Jongens havo/vwo Jongens vmbo
6,0 5,0
Conclusies Meisjes lezen breder Wat ons vooral opviel na het bekijken van de resultaten was dat meisjes veel ‘breder’ lezen dan jongens. Zij geven net als de jongens de voorkeur aan spannende boeken, maar de genres volgen dicht op elkaar waar het gaat om voorkeuren. Opvallend is de interesse in ‘vreemde culturen’ bij de meisjes. Carry Slee is een absolute topper bij de dames in deze leeftijdscategorie, maar de levensechte emotie is niet het enige waar zij zich voor interesseren. De jongens gaan voluit voor de spannende genres. Het probleem/taboeboek kan hun gestolen worden, met thema’s als ‘vriendschap’ hebben ze weinig, met ‘liefde’ al helemaal niet. Carry Slee is
bij de heren overigens wel populair, alhoewel over haar bij met name de jongens van het vmbo een strijd woedt: 11 van de 28 jongens las haar boeken graag, 16 weer niet. Bij slechts één vmbo-jongen was de naam Slee een onbekende. Het waarderingscijfer voor Slee lag in deze groep op 40 procent.
Meisjes van havo/ vwo lezen beduidend meer dan de andere groepen Op havo/vwo wordt beduidend meer gelezen dan op het vmbo, uitgaande van de resultaten die gescoord worden op hoeveel auteurs bekend waren bij de ondervraagden. Dit is vooral te danken aan de meisjes van havo/ vwo die gemiddeld een 9,4 scoorden op dit onderdeel. De jongens van havo/vwo kwamen niet verder dan een 6,0. Daarmee scoren ze maar iets beter dan de jongens van het vmbo die gemiddeld 5,0 haalden. Tussen de jongens en de meisjes van het vmbo zat opvallend weinig verschil (respectievelijk 5,0 en 4,9).
Op de naam van de schrijver wordt niet gelet bij het kiezen van een boek Leerlingen kijken niet of nauwelijks naar de naam van een schrijver als het gaat om het kiezen van een boek. De meisjes van havo/vwo doen dat méér, maar ook voor hen geldt dat zij dat pas in laatste instantie doen. De titel en flaptekst zijn wel uiterst belangrijk bij de boekenkeuze.
Wat betekent dit voor het inrichten van de mediatheek? Het is ongewenst om de mediatheek in te richten naar een voorkeur voor jongens en meisjes. Dit in de eerste plaats omdat dit het volkomen voorbij zou gaan aan de brede interesse van meisjes. Carry Slee blijkt ook niet – zoals wij veronderstelden – een echte meidenboeken-schrijfster te zijn. Francine Oomen is dat overigens wél. Indexeren naar schrijvers heeft geen zin, omdat nauwelijks op auteursnaam wordt geselecteerd. Onze voorkeur heeft het om de boeken te indexeren naar genre en ze eventueel te voorzien van oormerkjes als ‘spannend’, ‘griezelig’ etc. Dat zou kunnen naar voorbeeld van de kijkwijzer. We moeten nog overleggen hoe we dit precies in het vat kunnen gieten. Duidelijk is ook dat de samenvattingen van groot belang zijn. Puntig en smeuïg geschreven kunnen ze dezelfde uitwerking hebben als de flapteksten van het boek. En bewezen is hoe goed daar op gelet wordt! Tenslotte denken we dat wij een goede spreiding hebben aangebracht in onze keuze voor de boeken tot dusver. Ongetwijfeld zijn er boeken dus die voor de onderzochte doelgroep net te hoog gegrepen zijn, of die buiten hun interessewereld vallen. Maar dat zijn er niet veel, en bovendien: niet alles moet afgestemd worden op de grote gemene deler. Ook de enkelingen die aan de boven- of juist aan de ondergrens zitten, moeten in onze mediatheek aan hun trekken kunnen komen.