www.researchportal.be - 13 Feb 2016 12:55:16
Onderzoeksprojecten (100 - 120 van 853) Zoekfilter: Classificaties: Neurologie, neuropsychologie, neurofysiologie
Een fysiologische, op modellen gebaseerde, analyse van de werking van het cerebellum. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondanks de eenvoudige en zeer regelmatige anatomische structuur van het cerebellum, blijven de functie en werking ervan nog steeds onduidelijk. Mijn onderzoeksgroep zal in nauwe samenwerking met buitenlandse experimentele groepen de werking van het cerebellum volledig herevalueren om aldus te pogen nieuwe theorieÙn te ontwikkelen. Hierbij worden vier onderzoekslijnen gevolgd: (1) gedetailleerde modellen van calciumdynamiek en synaptische integratie in de Purkinje cel (2) een realistisch neuraal netwerk model van het cerebellum (3) experimentele fysiologie: multi single-unit onderzoek van het cerebellum in vivo (4) ontwikkeling en verspreiding van simulatie software en technieken. Organisaties: • Theoretische neurobiologie • Theoretische neurobiologie en neuroengineering
Onderzoekers: • Erik De Schutter
Moleculair genetisch en functioneel onderzoek van Rho guanine nucleotide exchange factor 10 (ARHGEF10) : een nieuw gen voor erfelijke perifere neuropathie. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit project is de moleculair genetische en functionele karakterisatie van ARHGEF10 (muis homoloog Gef1 0) .We beogen dit te doen op de volgende manier: 1) Genotype/fenotype correlaties: Door mutatieanalyse van ARHGEF1 0 in families en geisoleerde patienten met een perifere neuropathie hopen we additionele mutaties te vinden. Zo kunnen we nagaan of ARHGEF1 0 gecorreleerd is met het specifieke fenotype van CMT -54 of dat ARHGEF10 betrokken is in een breder ziektespectrum. Bovendien kunnen nieuwe mutaties functioneel belangrijke domeinen aanduiden. 2) Additionele expressie studies van Gef10: Op dit moment zijn er slechts gegevens over de expressie van het Gef1 0 gen op embryonaal niveau. Daarom zullen er immunohistochemische en in situ hybridisatie experimenten worden uitgevoerd op adulte wild-type (WT) muizen. Deze kennis vormt dan een basis voor de histomorfologische en fenotypische analyse van de Gef10-/- muis. 3) Genereren van een 'gefloxte' Gef10 muis voor conditionele gen deletie: Om de in vivo functie van Gef10 verder te bestuderen, zullen we een LoxP-geflankeerd Gef10 muismodel creeren (Gef10f1/f1). Na kruising met een 'deleter' muis kan een totale knockout verkregen worden. Bovendien geeft deze Igefloxte' muis de mogelijkheid om de Gef10 functie te bestuderen in een weefselspecifieke, tijdsgelimiteerde of induceerbare manier, afhankelijk van het type Cre-muis dat wordt gebruikt. 4) Fenotypische karakteristie van totale Gef10 knockout muizen: Indien de Gef10-/- muizen levensvatbaar zijn, zal de fenotypische karakterisatie zich in eerste instantie richten op het perifere zenuwstelsel. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Kristien Verhoeven • Vincent Timmerman
Differentiatie van stamcellen tot functionele neuronale cellen : een in vitro en in vivo model voor de behandeling van traumatische hersen- en ruggemergletsels bij kinderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Differentiatie van stamcellen tot functionele neuronale cellen : een in vitro en in vivo model voor de behandeling van traumatische hersenen ruggemergletsels bij kinderen. Organisaties: • Intensieve - en urgentiegeneeskunde • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Philippe Jorens • Pierre-Paul Van Bogaert • Luc Delbeke • Dirk R Van Bockstaele • Jan Verlooy • Patrick Cras • Philippe Buytaert • Zwi Berneman • Vigor F I Van Tendeloo
Analyse van de rol van genetische variaties in het tau gen in progressieve supranucleaire palsy en parkinsonisme. Universiteit Antwerpen Abstract: Er zijn sterke aanwijzingen dat genetische variaties in MAPT een rol spelen in de ontwikkeling van verschillende neurodegeneratieve ziekten, en illustreert de bijdrage die het recent ontwikkelde MAPT htSNP panel kan leveren bij de identificatie van risicofactoren in MAPT. 'n dit project zal enerzijds getracht worden om het gendefect verantwoordelijk voor PSP te identificeren door een uitgebreide mutatieanalyse in Amerikaanse PSP patienten en controles van het 22 kb kandidaatgebied in MAPT intron O. Daarnaast zal het H1 htSNP panel aangewend worden om de bijdrage van H1 subhaplotypes in 2 onafhankelijke PD patienten populaties afkomstig uit Belgie en Frankrijk te onderzoeken. Deze uitgebreide moleculair genetische analyses van MAPT in PD moeten een duidelijk beeld scheppen van de rol van tau in PD, een actueel vraagstuk in vele onderzoekslaboratoria. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Rosa Rademakers
Moleculaire genetica van neurodegeneratieve hersenziektes. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is het opsporen van genen en genetische risicofactoren voor de ziekte van Parkinson (PD), parkinsonisme en mengvormen van parkinsonisme en dementie, zoals dementie met Lewy bodies (DLB). Om deze genetische factoren te identificeren worden families en patiëntenpopulaties gebruikt in respectievelijk koppelings- en associatiestudies. Familie AD-V, een Vlaamse multiplex familie met
parkinsonisme en dementie, werd verzameld nadat onderzoek van de indexpatiënt van deze familie uitwees dat de patiënt geen mutaties droeg in de gekende genen voor Alzheimer dementie, noch in SNCA, PARK2, DJ1 en de exonen van LRRK2 waarin reeds mutaties beschreven werden. Van 22 familieleden, waaronder 8 patiënten, werd DNA verzameld en hiermee werd een genomische zoektocht gestart. Hierbij werd suggestieve koppeling gevonden op chromosoom 2. Haplotypereconstructie en de identificatie van obligate recombinanten lieten toe een minimaal kandidaatgebied van 9.2 Mb af te bakenen. Binnen dit kandidaatgebied liggen 73 genen. Voor deze genen werd een prioriteitslijst opgesteld op basis van hun expressie in hersenen en hun biologische relevantie met betrekking tot de pathogenese van DLB. Met behulp van directe sequentieanalyse worden alle exonen, de intron-exon grenzen en de promotorregio van deze genen op mutaties onderzocht. Vergelijking van de sequenties van patiënten en controle individuen laat toe de pathogene mutatie te identificeren. Karakterisatie van de normale en gemuteerde functies van het causale gen zal gebeuren in vitro in getransfecteerde cellen en in vivo in relevante diermodellen. De gebruikte methodologie zal afhangen van de aard van de mutatie en het gen. Daarnaast wordt ook onderzoek gedaan naar genetische risicofactoren voor PD. Hiervoor beschikken we over DNA van PD patiënten uit de Middelheim Prospectieve Dementiestudie (Engelborghs et al., 2003) en uit een Belgische retrospectieve epidemiologische patient-controle studie in het kader van onderzoek naar omgevings- en genetische risicofactoren voor PD (Pals et al., 2003). Voor de associatiestudies worden single nucleotide polymorphisms (SNPs) geanalyseerd. Deze SNPs zijn gekende SNPs of SNPs die we zelf identificeerden in een pilootstudie van 25 patiëntentrio's. Op basis van deze SNPs wordt de haplotype blokstructuur van de kandidaatgenen bepaald. Vervolgens worden haplotype tagging SNPs (htSNP) geselecteerd die de maximale (sub)haplotype diversiteit van de kandidaatgenen capteren. Met behulp van high throughput genotyperingstechnieken worden deze htSNPs dan getest in populaties patiënten en controle individuen. Op deze manier worden (sub)haplotypes geïdentificeerd die het risico op PD beïnvloeden. Ook verder onderzoek met behulp van sequentieanalyse in het minimale geassocieerde gebied kan varianten identificeren die functioneel relevant zijn voor de pathogenese van PD. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Jessie Theuns • Christine Van Broeckhoven • Veerle Bogaerts
Moleculair biologische, farmacologische, neurochemische en gedragsmatige genotypering van muismodellen voor dementie. Universiteit Antwerpen Abstract: Moleculair biologische, farmacologische, neurochemische en gedragsmatige genotypering van muismodellen voor dementie. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Peter De Deyn • Katrien Coen
Genetische epidemiologische analyse van een prospectieve Alzheimer populatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is via moleculair genetische aanpak een bijdrage te leveren in het ontrafelen van de etiologie en de epidemiologie van AD en neurodegeneratie. Hiertoe worden volgende stappen ondernomen: (1) Genetische karakterisatie en uitbreiding van een AD patiëntenpopulatie, hiervoor zal een mutatieanalyse van de gekende dementiegenen en een APOE-genotypering uitgevoerd worden, en verzamelen van multiplex families en patiëntentrio's vanuit deze populatie. (2) Identificatie van nieuwe causale AD genen in de multiplex families dmv positionele klonering. (3) Identificatie van nieuwe AD risicogenen in de patiëntentrio's via associatiestudies. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van familiegebaseerde (in patiëntentrio's) en klassieke patiënten/controle associatiestudies. (4) Bepaling van Ab42/Ab40 ratio's in plasma om niet symptomatische 'at risk' individuen te identificeren, of als co-variant in associatiestudies te gebruiken. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Nathalie Brouwers • Kristel Sleegers
Identificatie van nieuwe genen en risicofactoren voor de ziekte van Parkinson. Universiteit Antwerpen Abstract: De ziekte van Parkinson (PD) is de tweede meest voorkomende progressieve neurodegeneratieve hersenaandoening. De meerderheid van de patiënten zijn sporadisch, toch heeft een minderheid (~15%) een familiehistoriek van PD. Hoewel er verschillende genen voor PD gekend zijn, wordt nog 80% van de genetische variatie in PD veroorzaakt door ongekende genetische factoren. Er zal gezocht worden naar nieuwe causale genen en risicogenen via respectievelijk koppelingsstudies in PD families en patient/controle associatiestudies. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Karen Nuytemans
Onderzoek naar de mogelijkheid tot functioneel en histologisch herstel van beschadigd zenuwweefsel na ruggenmergtrauma bij rat: modulatie door in vivo implantatie van in vitro getransfecteerde adulte mesenchymale en embryonale stamcellen. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit doctoraal onderzoek is nagaan of functioneel en histologisch herstel na ruggenmergtrauma bij de rat versneld of verbeterd kan worden door stamceltherapie, al dan niet in combinatie met kooiverrijking en chondroitinase behandeling. Organisaties: • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Philippe Jorens • Peter Ponsaerts • Mark Willy Emma Ronsyn
Klinische, elektrofysiologische en moleculair genetische karakterisatie van HMSN type II en intermediaire vormen van CMT. Universiteit Antwerpen
Abstract: Klinische, neuropathologische en moleculair genetische karakterisering van erfelijke axonale en intermediaire neuropathieën namelijk Hereditaire Motorische en Sensorische Neuropathie (HMSN II), Hereditaire Motorische Neuropathie (HMN) en Hereditaire Sensorische en Autonome Neuropathie (HSAN) met als doel het maken van gedetailleerde genotype-fenotype correlaties. Deze zijn van belang bij het opstellen van diagnostische richtlijnen en bij het oriënteren van verdere genetische en celbiologische studies naar de ziektemechanismen die spelen bij erfelijke aandoeningen van het perifere zenuwstelsel. Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica
Onderzoekers: • Peter De Jonghe • Kristl Claeys • Jonathan Baets
Studie van de functie van progranuline in frontaalkwab dementie via cellulaire en muismodellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit doctoraatsproject heeft als doel de rol van progranuline (PGRN) te bestuderen in FTD met behulp van zowel in vitro experimenten als in vivo muismodellen. In vitro zal door middel van RNA interferentie (RNAi) bestudeerd worden of een verminderde expressie van PGRN leidt tot verminderde overleving van gecultiveerde neuronale cellen en primaire neuronen. Voor de in vivo experimenten zal een progranuline constitutief en conditioneel knock-out muismodel ontwikkeld worden. Met deze muizen willen we bestuderen wat de exacte functie van progranuline in de hersenen is en hoe verlies van PGRN specifieke neurodegeneratie in de frontale kwab van de hersenen veroorzaakt. Tenslotte zullen eveneens primaire neuronale culturen afkomstig van verschillende regio's van muishersenen ex vivo bestudeerd worden om het PGRN expressiepatroon te onderzoeken en op te helderen waarom verlies van PGRN meer kritiek is voor neuronen in de voorste hersenregio's. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Samir Kumar-Singh • Hans Wils
Moleculaire genetische analyse van chromosoom 17-gekoppelde frontotemporale dementie en gerelateerde neurodegeneratieve hersenziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: De belangrijkste doelstelling van dit project is de identificatie van het gendefect op chromosoom 17q21 verantwoordelijk voor taunegatieve FTD. Identificatie van dit gendefect zal in grote mate bijdragen tot de huidige kennis van de biochemische processen die betrokken zijn bij het ontstaan van FTD. Door uitgebreid moleculair genetisch onderzoek van MAPT, het belangrijkste kandidaatgen op 17q21, zal ook worden bijgedragen tot een betere kennis van andere vormen van dementie die geassocieerd zijn met tau pathologie, zoals AD, PSP en CBD. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Rosa Rademakers
Een onderzoek naar de bijdrage van de evolutionair cognitieve neurowetenschappen tot het wijsgerig-antropologisch debat over de noties zelf en zelfbewustzijn Universiteit Gent Abstract: Enerzijds wordt nagegaan indien een evolutionaire invalshoek enige verdienste heeft voor cognitief neurowetenschappelijk onderzoek. Anderzijds wordt een evolutionair metatheoretisch kader toegepast op de noties zelf en zelfbewustzijn. Adaptieve hypotheses over zelfbewustzijn worden geformuleerd, geanalyseerd en gekoppeld aan neurowetenschappelijk onderzoek. Een aantal hypotheses worden getest aan de hand van experimenteel (o.a. fMRI) onderzoek naar introspectie, empathie, 'mind-reading' en simulatie. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Walter Verraes • Johan Braeckman
VIB-Frontotemporale dementie met ubiquitine-positieve neuronale inclusies. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project ligt de nadruk op het identificeren en karakteriseren van genetische defecten die depositie van tau-negatieve, ubiquitinepositieve neuronale inclusie pathologie veroorzaken in frontotemporale dementia gekoppeld aan chromosoom 17q21 (FTDU-17). Frontotemporale vormen van dementie vormen met Alzheimer dementie (AD) de meest frequent voorkomende types van neurodegeneratieve dementies. Om de pathofysiologie in cellen en diermodellen te modelleren is een betere kennis van de moleculaire oorzaken van neurodegeneratie in FTDU noodzakelijk. Deze modellen vormen de basis voor onderzoek naar de biologie van neurodegeneratie en de ontwikkeling van afdoende therapieën. Ongeveer 5% van patiënten met dementie lijdt aan FTD. Bij patiënten met een aanvangsleeftijd beneden 65 jaar is dit 10-20%. FTD-patiënten presenteren persoonlijkheidstoornissen en disinhibitie, vaak met graduele en progressieve taalstoornissen. Neuropathologisch onderscheidt men 3 types van FTD: patiënten met tau-positieve pathologie of FTD¿, patiënten met tau-negatieve, ubiquitine-positieve pathologie of FTDU en patiënten zonder typische histopathologische kenmerken of DLDH. Ongeveer 1/3de van alle FTD-patiënten heeft FTD¿. De relatieve frequenties van FTDU en DLDH variëren significant in verschillende studies. Ongeveer 40% van FTD-patiënten heeft een positieve familiegeschiedenis van dementie en in de meeste families wordt de ziekte autosomaal dominant overgedragen. Recente studies toonden aan dat 10-43% van alle familiale FTDpatiënten geassocieerd zijn met mutaties in het gen dat codeert voor het tau-eiwit (MAPT), gelegen op chromosoom 17q21. Wereldwijd zijn er zijn 36 verschillende MAPT mutaties gevonden in 106 dementie families. In ten minste 4 autosomaal-dominante FTD-families gekoppeld aan 17q21 werd geen MAPT-mutatie gevonden. Dat stimuleerde veel onderzoekers om grote FTD-families met ongekende genetische oorzaak te onderzoeken, wat leidde tot een groeiend aantal FTDU-17 families. Dit was suggestief voor een hogere frequentie van FTDU-17 dan oorspronkelijk voorspeld. Ook uitgebreide neuropathologische studies toonden aan dat de meeste, zoniet alle tau-negatieve families tot het FTDU type behoren. De identificatie van het gendefect in FTDU-17 kan dus significant bijdragen tot onze begrip van het pathomechanisme dat leidt tot neurodegeneratie in dit type van dementie. Wij zullen moleculair genetische en neuropathologische studies ondernemen om het defect in FTDU-17 te identificeren. Eerder definieerden we het kleinste kandidaatgebied van 4.8 cM in de Nederlandse FTDU-17 familie 1083. Recent identificeerden we 3 Belgische FTDU-17 families en toonden door haplotype-analyse de aanwezigheid van een foundereffect aan in Vlaanderen, het Nederlands taalgebied van België. Daarnaast streven we naar de karakterisering van de inclusiepathologie en proteïnopathie door immunohistochemie en/of massaspectrometirsche analyses van door laser-dissectie aangerijkte ubiquitine-positieve aggregaten van bevroren FTDU-17 hersenen. We verwachten dat de identificatie van het moleculair defect in FTDU-17 zal bijdragen tot een betere differentiële diagnose van FTD en het ontwikkelen van cel- en diermodellen van FTDU-17. Uiteindelijk zal dit leiden tot een betere kennis van het neurodegeneratieve proces in het algemeen en zal
het bijdragen tot de ontwikkeling van een meer effectieve therapie voor dementie. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Christine Van Broeckhoven • Samir Kumar-Singh
Karakterisatie van biologische merkers bij dementie. Universiteit Antwerpen Abstract: In de hersenen van patiënten met de ziekte van Alzheimer treedt er een opstapeling op van verschillende eiwitten: beta-amyloïd proteïne (Aß), totaal proteïne tau (tau) en de gefosforyleerde variant van tau (P-tau). Aangezien het cerebrospinaal vocht (CSV) in nauw contact staat met de hersenen, kunnen deze eiwitten in het CSV opgespoord worden. In vergelijking met gezonde controlepersonen van dezelfde leeftijd, is er een afname van de Aß concentratie en een toename van de tau en P-tau concentraties in het CSV van patiënten met de ziekte van Alzheimer. De bepaling van CSV concentraties van Aß, tau of P-tau helpt om de ziekte van Alzheimer te discrimineren van normale veroudering of depressie. Het discriminerend vermogen van elke merker afzonderlijk is echter te beperkt om de ziekte van Alzheimer te onderscheiden van andere vormen van dementie. Prof. Dr. Sebastiaan Engelborghs en zijn team stellen voorop dat het discriminerend vermogen van een gecombineerde bepaling van Aß, tau en P-tau in CSV hoog genoeg zal zijn om de ziekte van Alzheimer te onderscheiden van andere vormen van dementie of om Alzheimerpatiënten in een vroeg (preklinisch) ziektestadium te kunnen identificeren. De doelstellingen van dit onderzoeksproject kunnen als volgt worden samengevat: (1) bepalen en valideren van de toegevoegde diagnostische waarde van een gecombineerde bepaling van Aß, tau en P-tau in CSV voor de diagnose van de ziekte van Alzheimer en om de ziekte van Alzheimer te onderscheiden van andere vormen van dementie; (2) het bepalen van de voorspellende waarde van een gecombineerde bepaling van Aß, tau en P-tau in CSV voor conversie naar dementie bij patiënten met milde cognitieve tekorten (MCI); (3) de identificatie van specifieke klinische, gedragsmatige en neuropsychologische symptomen die geassocieerd zijn met bepaalde profielen van biologische merkers. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Sebastiaan Engelborghs
Een 4-perioden, placebo-gecontrolleerde, crossover studie ter evaluatie van de mogelijkheid van gebruik van BOLD fMRI en cerebrale bloedstroommetingen als biomerker voor cognitie verstrekende drugs (donepezil and MK-3134) Universiteit Gent Abstract: Van de cholinergische neurotransmissie versterkende drug donepezil (Aricept) is aangetoond dat die het fMRI signaal moduleert geassocieerd aan sensoriële perceptie en selectieve aandacht. Deze piloot studie onderzoekt door middel van fMRI en MRI perfusiemetingen het effect van nieuwe potentiëel aandachtsversterkende medicatie. Organisaties: • Vakgroep Radiologie en Nucleaire Geneeskunde
Onderzoekers: • Eric Achten
Moleculaire genetica en biologie van Charcot-Marie-Tooth neuropathieën. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit GSKE project beogen we nieuwe genen te identificeren waarin een mutatie aanleiding geeft tot gekende of nieuwe vormen van erfelijke perifere neuropathieën. Verder is het belangrijk het effect van deze mutaties te bestuderen in cellijnen en diermodellen. Mutaties in verschillende genen kunnen resulteren in vergelijkbare fenotypes wat er op wijst dat complexe interacties moeten bestaan tussen de betrokken proteïnes. De identificatie van bij ziekte betrokken genen is een eerste stap tot het beter begrijpen van de fundamentele biologische en biochemische processen in het perifeer zenuwstelsel. De kennis van structuur en functie van deze genen zal ook van groot belang zijn voor de classificatie van perifere neuropathieën en voor het bepalen van de onderliggende moleculaire pathomechanismen. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman • Peter De Jonghe
Moleculaire biologie van het heat shock proteïne HSP22 en HSP27 mutaties in relatie tot erfelijke distale motorische neuropathieën. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zullen we de gevolgen van HSP22 en HSP27 mutaties onderzoeken door middel van moleculaire en cellulaire studies. We hebben reeds aangetoond dat mutaties in HSP22 leiden tot aggregaten in celculturen (2). Aan de hand van co-localisatie en co-immunoprecipitatie experimenten met merkers voor mitochondrieën en apoptose, zullen we nagaan of deze aggregaten specificiek gelokaliseerd zijn in mitochondria en de caspase cascade beïnvloeden. We zullen eveneens onderzoeken of mutaties in HSP22 de p38MAPK pathway inhiberen of activeren. Indien we apoptose waarnemen, zullen we nagaan of apoptose caspase afhankelijk is of niet. Verder zullen we de nucleaire fragmentatie nagaan. We gaan ook de interactie van de HSP mutanten bestuderen met andere proteïnes zoals: actine en neurofilament en verder zullen we de fosforylatie capaciteit van mutante HSP proteïnen onderzoeken. Deze experimenten zijn belangrijk voor het onderzoek naar celdood en chaperone activiteit van de HSP mutanten. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Joy Ijeoma Irobi-Devolder
Opheldering van Pick pathologie en andere aspecten van neurodegeneratie in hPS1 G183V knock-in en overexpressie muismodellen. Universiteit Antwerpen Abstract: 1. We willen de onderliggende mechanismen die verantwoordelijk zijn voor tau accumulatie en neurodegeneratie veroorzaakt door PS1 G183V bestuderen. Ten eerste, zullen we dit doen aan de hand van een hPS1 G183V (PS1m1wt) knock-in muismodel dat de vorming van kortere, getrunceerde peptiden zou toelaten, waarvan de stabiliteit en de functie op dit moment niet gekend zijn. Door gepaste kruising van deze mutante muizen, met PS1 +I-PSZ-I- en wild type muizen, zullen PS1 mI- , PS1 mfwt, PS1 mtm muizen met of zander PS2 bekomen worden. In deze modellen zal onderzocht worden of G183V knock-in tau fosforylatie en/of de vorming van tau aggregaten kan veroorzaken. De hoeveelheden en de enzymatische activiteit van minstens 2 tau kinases (Cdk5, GSK-3,B) zullen in detail bestudeerd worden. Neuronale degradatie zal onderzocht worden en hippocampaalleren en geheugen zullen getest worden met behulp van de Morris water maze test.
2. Bovendien is het mogelijk dat vanwege het verwachte ernstige tot totaal verlies van PS1 functie gebaseerd op gegevens dat PS1 G183V preterne niet geïncorporeerd wordt in het y-secretase complex), PS1 mpS2+ muizen niet leefbaar zijn. We zullen dan neuronen en fibroblasten aanmaken van deze embryo's en op die manier het PS1 y-secretase complex verder karakteriseren. PS1 domeinen die essentieel zijn voor de vorming van het y-secretase complex en voor de y-secretase onafhankelijke functie(s) zullen ge'ldentificeerd worden. 3. Omdat deze observaties aangeven dat, naast de PS LOF, er ook mogelijks een toxische GOF is, zal een overexpressie model in PS1--PS2-1- of PS1+I-PS2-1- aangemaakt en bestudeerd worden zoals vermeld in doelstelling 1. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Samir Kumar-Singh
Functionele genoomanalyse in de ziekte van Parkinson. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is een systematische en gestroomlijnde zoektocht naar genetische variaties geassocieerd met een verhoogd risico voor PD die het expressieniveau van kandidaat-genen veranderen. Het effect op transcriptieregulatie en factoren betrokken in allelspecifieke genexpressie zal verder bestudeerd worden. Kandidaat-genen zijn de reeds geïdentificeerde en nieuwe causale PD genen, genen geassocieerd met de gekende genen en genen betrokken bij de regulatie van dopamine. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Jessie Theuns