Onderwijsprogramma 2014-2015
ONDERWIJSPROGRAMMA VOOR ALLE STUDIERICHTINGEN (IN ONTWIKKELING)
Hogeschool voor Filosofie Nederland 2014 – 2015
1
Onderwijsprogramma 2014-2015
BESCHRIJVING VAKKEN EERSTE LEERJAAR Module : Inleiding in de filosofie Omvang : 7 EC Docent : dr. H.G. Schipper Eindtermen : Er wordt een aanzet tot periodisering van de wijsbegeerte in Europa gegeven. Opdrachten zullen een belangrijke rol spelen, om aan te zetten tot een eigen kijk op de filosofie en om oefenstof te bieden voor basale vaardigheden. Inhoud : Wat maakt de filosofie heden ten dage zo populair? Wat zoeken mensen daarin? Eerst zal duidelijk moeten worden wat we onder filosofie verstaan. Het belang van de ‘socratische methode’ zal worden benadrukt. Wat is de plaats van de ‘levensfilosofie’? Moeten er grenzen aan de filosofie worden gesteld, wil zij haar identiteit bewaren? Of kan zij zich over alle denkbare onderwerpen uitspreken? Mede aan de hand van Plato’s Theaitetos wordt nagedacht over de identiteit en de activiteit van de filosoof. In de colleges komen belangrijke stromingen uit de filosofie ter sprake, in verband met de genoemde thema’s. Werkvorm : hoor- en werkcollege Toetsvorm : schriftelijk Literatuur : a. Verplicht: - H.J. Störig, Geschiedenis van de filosofie. Utrecht 2000. - K. Verrycken (red.), Filosofie als levenskunst. Budel 2004. b. Aanbevolen - Plato, Theaitetos (in elke gewenste uitgave). Module : Toegepaste ethiek (1) Omvang : 7 EC Docent : dr. T. Kochetkova Eindtermen : Diverse ethische thema’s zullen worden behandeld aan de hand van actuele casussen. Zo komen ethische vraagstukken op het gebied van de gezondheidszorg komen aan de orde. Er zal tevens aandacht worden besteed aan bedrijfsethiek. Inhoud : Voor het praktische handelen is de ethiek van grote waarde. Zij kan ons helpen onze besluitvorming meer doordacht en verantwoord te maken. Daartoe worden de belangrijkste ethische theorieën behandeld: utilisme, plichtethiek en deugdethiek. Ook komen diverse rechtvaardigheidstheorieën ter sprake (distributief, correctief etc.). Concrete thema’s zijn: omgang met geld en goed, vriendschap en liefde, het streven naar geluk. Werkvorm : hoor- en werkcollege Toetsvorm : schriftelijk Literatuur : - F. Jacobs, G. den Hartogh, T. van Willigenburg, Wijsgerige ethiek. Hoofdvragen, discussies en inzichten. Budel 2013. Module
: Toegepaste politieke filosofie (1) 2
Onderwijsprogramma 2014-2015
Omvang : 7 EC Docent : Eindtermen : Met behulp van actuele kwesties kan het politieke en bestuurlijke leven in onze tijd beter worden doorgrond. In het kader van dit vak komen ook juridische aspecten aan de orde. Deelnemers zullen een politiek pleidooi houden waarin de behandelde politieke theorieën worden verwerkt. Inhoud : Hoe is het ontstaan van samenlevingen en staten te verklaren? Wat is hun bestaansrecht? Is dit recht er van nature of is het gebaseerd op afspraken? Hoe zou het maatschappelijke leven er idealiter uit moeten zien? Hoe kunnen in een samenleving welzijn en geluk worden gerealiseerd? Dergelijke vragen worden gesteld in de politieke of sociale filosofie. Werkvorm : hoor- en werkcollege Toetsvorm : schriftelijk Literatuur : Kernbegrippen in de Politieke Filosofie. H.E.S. Woldring, 2001. Module : Wijsgerige Antropologie Omvang : 7 EC Docent : dr. H.G. Schipper Eindtermen : Het formuleren van eigen standpunten omtrent de aard van de mens. Deze standpunten confronteren met andere visies. Er zal veel ruimte zijn voor de werkvorm van het debat. Inhoud : Wat is de mens? Een eenheid of een dualiteit? Hoe komt een mens tot ontplooiing? Wat is de zin / doel van het menselijke leven? Wat is de (wenselijke) verhouding van de mens tot de dieren en tot de natuur? Veel wijsgerige zienswijzen op de mens zijn in omloop; een aantal daarvan zal tijdens de lessen de revue passeren. De waardigheid van de mens en de mensenrechten worden besproken. Ook komen diverse levensbeschouwelijke richtingen aan bod. Werkvorm : hoor- en werkcollege; debat Toetsvorm : schriftelijk Literatuur : a. Verplicht - D. Kleinlugtenbelt, Mensbeelden en levenskunst. De mens en de kunst het eigen leven vorm te geven. Budel 2010. b. Aanbevolen - Aristoteles, De ziel (in elke gewenste uitgave). - B. Keizer, Waar blijft de ziel? Amsterdam 2012. Module : Filosofische vaardigheden Omvang : 7 EC Docent : dr. T. Kochetkova Eindtermen : Na afloop van de cursus is de student in staat een filosofische vraagstelling te ontwikkelen en af te bakenen; een filosofisch werkstuk te schrijven; een (beperkt) wijsgerig literatuuronderzoek uit te voeren. 3
Onderwijsprogramma 2014-2015
Inhoud : Hoe houdt men een lezing of geeft men een cursus? Hoe schrijft men een boeiend artikel of andersoortige publicatie? Hoe voert men een gesprek, een-op-een of in groter verband? In deze colleges staat de eigen werkzaamheid van de studenten voorop. De docent geeft aanwijzingen voor een succesvolle voordracht of werkstuk; deze zullen tijdens de lessen worden gepresenteerd. In kleinere groepen worden filosofische gesprekken gevoerd. Werkvorm : hoor- en werkcollege Toetsvorm : schriftelijk Literatuur : - U. Eco, Hoe schrijf ik een scriptie? Amsterdam 2005 - W. Wagenaar, Het houden van een presentatie. In: NRC Handelsblad (Reeks ‘Studeren’). Rotterdam 1996. Module : Wetenschapsfilosofie (1) Omvang : 7 EC Docent : Eindtermen : Bij dit vak zal veel casusmateriaal ter sprake komen, ontleend aan discussies in de media over wetenschappelijke ontwikkelingen en de gevolgen daarvan. De deelnemers zullen dit materiaal verwerken om tot een eigen standpunt te komen. Zij zullen de verworven inzichten uiteenzetten in korte voordrachten. Inhoud : Wat is de verhouding van de filosofie tot de wetenschap? Wat betekent het om ‘kennis’ op te bouwen? Hoe komt wetenschap tot stand? Wat is de rol van de techniek in onze samenleving? Is de ‘mechanisering van het wereldbeeld’ een reden tot zorg? Of hebben wij aan de techniek voornamelijk vooruitgang te danken? De filosofie van de wetenschap is van groot belang voor onze samenleving. Werkvorm : hoor- en werkcollege Toetsvorm : schriftelijk Literatuur : - M. Leezenberg, G. de Vries, Wetenschapsfilosofie voor de geesteswetenschappen. Amsterdam 2012. Module : Cultuurfilosofie (1) Omvang : 7 EC Docent : dr. H.G. Schipper Eindtermen : Vraagstukken van culturele aard in kaart brengen en daarvoor oplossingen of althans strategieën vinden. Het leren hanteren van cultuurfilosofische begrippen; zicht krijgen op culturele activiteiten in vroegere tijden en het heden. Inhoud : Wat zijn grondtrekken van onze cultuur? Is een vergelijk en zelfs samengaan met andere culturen mogelijk? Of is een botsing van culturen onvermijdelijk? Is de wereld een database geworden en is onze cultuur in verwarring (De Mul)? Stromingen als modernisme, postmodernisme en metamodernisme komen aan bod. Ook zal er in deze colleges aandacht zijn voor cultuurbeleid en de rol en betekenis van de cultuur in de samenleving. Werkvorm : hoor- en werkcollege Toetsvorm : schriftelijk 4
Onderwijsprogramma 2014-2015
Literatuur
: a. Verplicht - J. de Mul, Database delirium. Lessen in culturele verwarring. Amsterdam 2013. b. Aanbevolen - P. Gay, Het modernisme. De schok der vernieuwing. Amsterdam 2008 (2e druk). - A. Baricco, De barbaren. Amsterdam 2010.
Module : Vergelijkende filosofie (1) Omvang : 7 EC Docent : dr. T. Kochetkova Eindtermen : Een geïnformeerd betoog kunnen houden over de behandelde wijsgerige en religieuze stromingen. Het verkennen van de verhouding tussen religie en filosofie. Inhoud : Tot nu toe heeft in de colleges vaak de Europese, ‘westerse’ filosofie centraal gestaan. Bij dit vak worden de filosofie van het oude India en de boeddhistische filosofie behandeld. Ook de ‘vrije’ of ‘nieuwe spiritualiteit’ komt ter sprake. Is er een gemeenschappelijke basis aan te wijzen voor de verschillende religies? Kan het filosofische gehalte van religies daaruit worden losgemaakt of is het daar onlosmakelijk mee verbonden? Heeft de (universele) rede het laatste woord? Werkvorm : hoor- en werkcollege Toetsvorm : schriftelijk Literatuur : J. Bor & K. van der Leeuw (red.), 25 Eeuwen Oosterse Filosofie. Amsterdam 2008.
5
Onderwijsprogramma 2014-2015
BESCHRIJVING VAKKEN TWEEDE LEERJAAR A. Gemeenschappelijke vakken Module : Bio-ethiek en -politiek Omvang : 7 EC Docent : dr. T. Kochetkova Eindtermen In staat zijn om met goede argumenten (weldoordacht, logisch consistent) en met respect voor de standpunten van anderen deel te nemen aan een bio-ethische discussie. Daarbij kunnen refereren aan de bekende ethische theorieën. Daarnaast dilemma’s uit de wetenschappelijke praktijk kunnen herkennen, erkennen en bespreekbaar maken. Inhoud : In de cursus bio-ethiek leert men om kritisch te reflecteren op de ethische en maatschappelijke aspecten van de praktijk van de levenswetenschappen en toe te passen van inzichten uit de filosofie (ethiek) bij het analyseren van bio-ethische vraagstukken. Na een korte inleiding in de bekendste ethische theorieën en de toepassing hiervan op de biologie komen verschillende ethische kwesties aan de orde. Typische vraagstukken hebben betrekking op het gebruik van proefdieren, de toepassing van biotechnologie in de geneeskunde en de landbouw, natuurbescherming, de mens als proefpersoon en het gebruik van menselijk lichaamsmateriaal in het onderzoek. Werkvorm : hoor- en werkcollege Toetsvorm : schriftelijk Literatuur : a. Verplicht B. Mepham, Bioethics, An introduction for the biosciences. 2008 (2e druk). Module : Filosofie en levensbeschouwing (1) Omvang : 7 EC Docent : dr. H.G. Schipper Eindtermen : Het verkennen van de verschillen en overeenkomsten tussen rede en religie. De vaardigheid om vragen omtrent waarheidsclaims van wetenschap en religie zelf te doordenken. Het wetenschappelijk en maatschappelijk debat omtrent schepping, evolutie en ‘Intelligent Design’ in kaart brengen. In deze colleges zullen berichten uit de diverse media een belangrijke rol spelen. Van de deelnemers wordt gevraagd dat zij ook zelf informatie over dit onderwerp verwerven en verwerken. Inhoud : In deze lessen zal de verhouding van geloof en wetenschap centraal staan. Is er tussen deze twee een dialoog mogelijk of staan zij tegenover elkaar? Verder wordt bekeken of religiositeit noodzakelijkerwijs ‘theïstisch’ is (dat wil zeggen: uitgaat van het bestaan van een God of goden) of dat religiositeit het ook zonder godsgeloof kan stellen. De klassieke ‘godsbewijzen’ worden behandeld, en ook de richting van het zgn. Intelligent Design. 6
Onderwijsprogramma 2014-2015
Werkvorm Toetsvorm Literatuur
: hoor- en werkcollege : werkstuk : a. Verplicht - P. Oomen & T. Smedes (red.), Evolutie, cultuur en religie. Kampen 2010. b. Aanbevolen - A. Driessen & Gerard Nienhuis (red.), Evolutie: wetenschappelijk model of seculier geloof. Kampen 2010. - L.M. de Rijk, Geloven en weten. Amsterdam 2010. - M. Sarot, De goddeloosheid van de wetenschap. Theologie, geloof en het gangbare wetenschapsideaal. Zoetermeer 2006.
Module : Filosofie van techniek en duurzaamheid Omvang : 7 EC Docent : dr. T. Kochetkova Eindtermen : 1. De studenten maken zich het conceptuele vocabulaire eigen dat nodig is om ethische argumenten op te stellen en te evalueren. 2. De studenten zijn in staat om ethisch te redeneren en te reflecteren over milieuvraagstukken. 3. De studenten kunnen filosofische inzichten omtrent techniek toepassen op actuele vraagstukken. Inhoud : Deze cursus onderzoekt hoe de hedendaagse maatschappij overeind kan blijven tegen de achtergrond van globale veranderingen en aantastingen van het milieu. Wij bestuderen het gebruik van hulpbronnen, dierenwelzijn, biodiversiteit, ecologische rechtvaardigheid en mondiale klimaatverandering. Daarnaast wordt de vraag 'wat is techniek?' behandeld. In deze module wordt gepoogd om zo dicht mogelijk bij de praktijk te blijven. De vorm van deze module is zodanig dat studenten uitgedaagd worden om 'vanzelfsprekende' denkbeelden omtrent de techniek kritisch te doordenken en zo te komen tot een wijsgerige visie. Werkvorm : hoor- en werkcollege Toetsvorm : schriftelijk Literatuur : a. Verplicht: R. Munnik,Techniek en cultuur. 2007. b. : Aanbevolen: T. Swierstra, M. Boenink, B. Walhout & R. van Est (red.), Leven als bouwpakket. Ethisch verkennen van een nieuwe technologische golf. Kampen 2009. M . Korthals, Duurzaamheid en democratie. Meppel 1994. Module Omvang Docent
: Filosofische vaardigheden (2) : 7 EC : dr. T. Kochetkova 7
Onderwijsprogramma 2014-2015
Eindtermen : Na afloop van de cursus is de student in staat om een beperkt aantal bronnen kritisch te verwerken in een eigen betoog; volgens gangbare wetenschappelijke richtlijnen te verwijzen naar gebruikte bronnen; argumenten te hanteren; aan een socratisch gesprek deel te nemen. Inhoud : Tijdens de cursus filosofische vaardigheden leert men een aantal basisvaardigheden voor het opzetten en uitvoeren van een wijsgerig onderzoek, en hoe men dit kan vormgeven in een samenhangende tekst. Hierbij wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan argumentatie, structuur en stijl. Ook zullen de deelnemers elkaars teksten bespreken De volgende studievaardigheden worden getraind: tekstanalyse, praktische argumentatie, het schrijven van een filosofische tekst, spreken in het openbaar en het voeren van een socratisch gesprek. Werkvorm : hoor- en werkcollege Toetsvorm : een essay en een presentatie Literatuur : a. Verplicht: J. Delnoij, Het socratisch gesprek. Budel 2003. b. Aanbevolen W. van Dalen (red.) , Het socratische gesprek. Budel 2003. W.R. de Jong , Argumentatie en formele structuur. Basisboek logica. Amsterdam 2005. M. Willemsen, Richtlijnen voor het schrijven van een paper, werkstuk of scriptie. Syllabus Faculteit Wijsbegeerte Vrije Universiteit. Amsterdam 1998.
8
Onderwijsprogramma 2014-2015
B. Vakken per afstudeerrichting Journalistiek & Media ALGEMEEN: Module : Journalistieke vaardigheden Omvang : 7EC Docent : Eindtermen : Het verkrijgen van inzicht in de grondbeginselen van de journalistiek en het verwerven van journalistieke basisvaardigheden. Inhoud : In deze inleidende module wordt aandacht besteed aan de grondbeginselen van de journalistiek en geoefend met journalistieke basisvaardigheden. Vragen die aan de orde komen zijn: Wat betekent journalistiek vandaag? Wat zijn de verschillende genres van de journalistiek? Ook zullen meer filosofische reflecties aan de orde komen, zoals: Wie is de persoon van de journalist? Wat is het perspectief van waaruit de journalist opereert? Mag/moet de journalist zelf stelling innemen? Is journalistiek neutraal? Bestaat objectiviteit? Journalistieke genres die aan de orde komen en geoefend worden zijn o.a.: het achtergrondverhaal, de reportage, samengestelde productie en het interview. Werkvorm : hoor- en werkcollege Toetsvorm : digitaal portfolio Literatuur : - N. Kussendrager en D. van der Lugt, Basisboek Journalistiek. Groningen, 2007. - Rob Wijnberg, De nieuwsfabriek: Hoe media ons wereldbeeld vervormen. Amsterdam, 2013. Module : Journalistieke en redactionele vaardigheden Omvang : 7EC Docent : Dr. Taede A. Smedes Eindtermen : Het verkrijgen van inzicht in en ervaring met het schrijven van het journalistieke artikel en andere redactionele vaardigheden. Inhoud : Het artikel vormt nog altijd de basis van de journalistiek. In deze module zal aandacht worden besteed aan de kunst van het schrijven van een journalistiek artikel (bijv. achtergrondverhaal). Er worden journalistieke teksten geanalyseerd om te kijken hoe een degelijk artikel in elkaar zit, hoe het is opgebouwd, welke stijlmiddelen worden gebruikt om maximaal effect te creëren, etc. Er zal ook worden nagedacht over de vraag hoever een journalist mag gaan in het gebruiken van retorische technieken. De nadruk van de module zal liggen op het artikel als een vertelling via de feiten, die de lezer meeneemt van begin tot eind. Daarmee wordt ook geoefend, want uiteindelijk gaat het bij redactionele vaardigheden om het schrijven van heldere en journalistiek verantwoorde teksten of 9
Onderwijsprogramma 2014-2015
het bewerken van bestaande teksten in deze richting. Cruciaal is het ontwikkelen van een persoonlijke, journalistieke schrijfstijl. Werkvorm : hoor- en werkcollege Toetsvorm : digitaal portfolio Literatuur : a. Verplicht - Jack Hart, Story Craft: The Complete Guide to Writing Narrative Nonfiction. Chicago/London, 2011. - Peter Burger & Jaap de Jong, Handboek stijl: Adviezen voor aantrekkelijk schrijven. Groningen, 2009. b. Aanbevolen: - Jan Renkema, Schrijfwijzer. Amsterdam 2012. DUURZAAMHEID: Module : Journalistiek, media en de macht van de wetenschap Omvang : 7EC Docent : Dr. Taede A. Smedes Eindtermen : Het verkrijgen van inzicht in de beginselen van de wetenschapsjournalistiek en in staat zijn om filosofisch na te denken over de plaats van wetenschap in onze cultuur en samenleving. Inhoud : Wetenschap en techniek zijn in onze samenleving niet meer weg te denken. In deze module wordt aandacht besteed aan de journalistieke omgang met wetenschap en techniek. Er wordt aandacht besteed aan wetenschapsfilosofie: wat is wetenschap en wat mag je er realistisch gesproken van verwachten? Hoe kan een journalist wetenschap vertalen naar een breder publiek? Ook wordt er aandacht besteed aan wetenschappelijke controverses, zoals fraude en plagiaat (bijv. de “affaire Stapel”). Wat was de rol van de journalistiek daarin? En hoe ga je als journalist om met discussies over bijv. klimaatverandering en duurzaamheid? Ook hier zal weer de nodige filosofische aandacht worden besteed aan de plaats en rol van de journalist als “filter” tussen wetenschap en samenleving. Werkvorm : hoor- en werkcollege Toetsvorm : schriftelijk tentamen Literatuur : - Klaas van Egmond, Een vorm van beschaving. Zeist, 2013. - Jan Bransen, Laat je niets wijsmaken: Over de macht van experts en de kracht van gezond verstand. Zoetermeer, 2013. - Frans van Kolfschooten, Ontspoorde wetenschap: Over fraude, plagiaat en academische mores. Amsterdam, 2012. POLITIEK: Module Omvang Docent
: Journalistiek, media, en politiek : 7EC : 10
Onderwijsprogramma 2014-2015
Eindtermen : Het verkrijgen van inzicht in de beginselen van de politieke journalistiek en het filosofisch leren nadenken over de journalistieke omgang met de politieke “waan van de dag”. Inhoud : “Alles in het leven is politiek, maar politiek is niet alles”, hoort men soms zeggen. Er gaat geen dag voorbij zonder dat de politiek in kranten en in journaals een rol speelt. Hoe ga je als journalist met de politiek om? Wat betekent “de politiek” voor de journalist? Speciale aandacht zal ook worden besteed aan de retorische rol van taal in de politiek, zoals bij “framing” en “soundbites”. Werkvorm : hoor- en werkcollege Toetsvorm : schriftelijk tentamen Literatuur : - Marin Terpstra (red.), Onenigheid en gemeenschap: Basisboek politieke filosofie. Amsterdam, 2012. - Hans de Bruijn, Framing: Over de macht van taal in de politiek. Amsterdam, 2011. Aanbevolen literatuur: - Joris Luyendijk: Je hebt het niet van mij, maar… Een maand aan het binnenhof. Amsterdam, 2010. - Rob Wijnberg, En mijn tafelheer is Plato: Een filosofische kijk op de actualiteit. Amsterdam, 2010. CULTUUR: Module : Nieuwe media en het publieke debat Omvang : 7EC Docent : Eindtermen : Het verkrijgen van inzicht in de geschiedenis van mediagebruik, de ontwikkeling van nieuwe (sociale) media en de invloed daarvan op de politieke, economische, sociale en culturele aspecten van de samenleving. Inhoud : De digitale cultuur is een nieuw paradigma van de journalistiek. Hoe heeft dit paradigma zich ontwikkeld? In deze module wordt de invloed van de nieuwe media op de huidige samenleving en de bijdrage van de digitale cultuur op journalistiek aan de orde gesteld. Hoe hebben Facebook, Twitter, LinkedIn, en vele andere digitale media de journalistiek veranderd? Welke kansen én bedreigingen zijn er hier voor de journalist? Er zal in het bijzonder aandacht worden besteed aan de filosofische achtergrond en grondpatronen van nieuwe journalistieke ontwikkelingen. Ook zal aandacht worden besteed aan cultuurbeleid. Werkvorm : hoor- en werkcollege Toetsvorm : schriftelijk tentamen Literatuur : - Paulus Van Bortel (red.), Wij en de media: Kritische reflecties over media, waarheid & vertrouwen. Zoetermeer 2013. - De nieuwe regels van het spel: Over de betekenis van nieuwe media voor het publieke debat, Raad voor maatschappelijke ontwikkeling, 2011. 11
Onderwijsprogramma 2014-2015
- Chatfield: Floreren in het digitale tijdperk. Hoe doe je dat? Amsterdam, 2012. Aanbevolen literatuur: - René Boomkens, Erfenissen van de Verlichting: Basisboek cultuurfilosofie. Amsterdam, 2011. LEVENSBESCHOUWING: Module : Media en religie Omvang : 7EC Docent : Dr. Taede A. Smedes Eindtermen : Het verkrijgen van inzicht in het religieuze en spirituele landschap van Nederland, als basis voor religiejournalistiek. Inhoud : Voor sommige mensen is religie de drijfveer voor alles wat ze doen. Anderen zijn veel pragmatischer aangelegd en lenen van religies en sommige eeuwenoude mystieke stromingen wat ze kunnen gebruiken voor hun eigen levensbeschouwing. Weer anderen verzetten zich tegen iedere vorm van religie en spiritualiteit als zweverig wensdenken. In deze module zal aandacht worden besteed aan de manier hoe er in onze samenleving tegen religie en levensbeschouwing wordt aangekeken, welke veranderingen en trends er zichtbaar zijn (bijvoorbeeld van geïnstitutionaliseerde religie naar spiritualiteit; het opkomende “nieuwe atheïsme”), en hoe er in de media met religie wordt omgegaan. Ook hier weer zal weer kritisch worden gekeken naar het perspectief van de journalist zelf. Werkvorm : hoor- en werkcollege Toetsvorm : schriftelijk tentamen Literatuur : - Emiel Hakkenes, God van de gewone mensen: Hoe het geloof uit een Nederlands gezin verdween. Amsterdam, 2013. - Alain de Botton, Religie voor atheïsten: Een heidense gebruikersgids. Amsterdam, 2012. - Joep de Hart, Zwevende gelovigen: Oude religie en nieuwe spiritualiteit. Sociaal en Cultureel Planbureau 2013. Module : Media en ethiek Omvang : 7EC Docent : Eindtermen : Het verkrijgen van inzicht in en het leren nadenken over de rol van ethiek in de journalistiek en de media. Inhoud : Journalisten hebben dagelijks te maken met het maken van morele beslissingen. Hoe ga je om met je “bronnen”? Mag je als journalist betalen voor exclusieve informatie? Hoever gaat de vrijheid van meningsuiting? Wat voor morele kwesties spelen een rol bij burgerjournalistiek, zoals bij onthullingen op weblogs of bij schokkende filmpjes op Youtube, Twitter en Facebook? En hoe gaat de journalist zelf om met deze media? Doel van deze module is om gevoeligheid te 12
Onderwijsprogramma 2014-2015
ontwikkelen voor de complexiteit van ethische en morele aspecten van de journalistiek. Werkvorm : hoor- en werkcollege Toetsvorm : schriftelijk tentamen Literatuur : - Huub Evers, Media-ethiek: morele dilemma's in journalistiek, communicatie en reclame. Groningen, 2012. - Henk Blanken, Mediamores: Over Digitale Cultuur, Bloggende Burgers en Journalistieke Ethiek. Amsterdam, 2009. - Ethische code van de journalistiek, opgesteld door de NVJ: http://www.nvj.nl/ethiek/code-voor-de-journalistiek. Aanbevolen literatuur: - Huub Evers, Kan dat zomaar? Over ethische kwesties in de journalistiek. Amsterdam, 2011.
13
Onderwijsprogramma 2014-2015
Onderwijs & Liberal Arts Module : Cultuurfilosofie (2) Omvang : 7 EC Docent : dr. H.G. Schipper Eindtermen : Inhoud : In deze reeks staat de betekenis van taal, mythen en symbolen voor de hedendaagse cultuur centraal. Leidend zijn daarbij de gedachten van de joodse filosoof Ernst Cassirer. Deze stelt dat naast logisch denken ook ervaring in poëtische en mythologische vorm een toegang kan bieden tot de werkelijkheid. Tevens wordt aandacht besteed aan de structuralistische benadering van cultuuruitingen, zoals die naar voren komt in het werk van o.a. Roland Barthes. Ten slotte worden de mogelijkheden voor een hedendaagse mythologie overdacht, waarbij het begrip ‘tragiek’ centraal staat. Werkvorm : hoor- en werkcollege Toetsvorm : Literatuur : a. Verplicht - E. Cassirer, Taal en mythe. Amsterdam 2008. b. Aanbevolen - J. de Mul, De domesticatie van het noodlot. De wedergeboorte van de tragedie uit de geest der technologie. Kampen 2008 (3 e druk). Module : Filosofie en levensbeschouwing (2) Omvang : 7 EC Docent : dr. H.G. Schipper Eindtermen : Het verkrijgen van inzicht in een belangrijk thema van de filosofie. Men leert belangrijke filosofische stromingen tegen elkaar af te zetten en ook op zoek te gaan naar de overeenkomsten. Oefening in de lectuur van ‘klassieke’ filosofische teksten en het gebruik daarvan in de praktijk van het onderwijs. Inhoud : In deze reeks wordt ruime aandacht besteed aan de klassieke metafysica (of: zijnsleer). Bij Plato kan men een didactisch, kosmologisch en psychologisch perspectief onderscheiden. De beroemde Metafysica van Aristoteles mag natuurlijk niet ontbreken. Vervolgens komt de aanval van Friedrich Nietzsche op de metafysica aan bod. In de moderne tijd lijkt een overgang van metafysica naar fenomenologie plaats te vinden; vertegenwoordigers daarvan zijn o.a. Martin Heidegger en de Nederlandse filosoof Cornelis Verhoeven. Mede aan de hand van Plato’s Sofist wordt nagedacht over de rol van de docent in het filosofieonderwijs. Werkvorm : hoor- en werkcollege Toetsvorm : werkstuk aan de hand van opgegeven vragen Literatuur : a. Verplicht - Aristoteles, Metafysica (in elke gewenste uitgave). b. Aanbevolen 14
Onderwijsprogramma 2014-2015
- Plato, De sofist (in elke gewenste uitgave). - F. Nietzsche, Aldus sprak Zarathustra. Amsterdam 1996. - C. Verhoeven, De ogen van Plato. Amsterdam 2000. Module : Toegepaste politieke filosofie (2) Omvang : 7 EC Docent : dr. H.G. Schipper Eindtermen : Actuele discussies over politiek en idealen in kaart kunnen brengen; het onderwerp via media en kunst aantrekkelijk maken voor onderwijs en lezingen. Inhoud : In de loop der tijd hebben vele ontwerpen voor een ideale samenleving het licht gezien. Daarnaast zijn er altijd denkers geweest die wantrouwend stonden tegenover blauwdrukken voor een ideale samenleving. Zo kwam tegenover de ‘utopie’ de ‘anti-utopie’ te staan. In hoeverre is onze maatschappij maakbaar? Tegenover het utopische denken kan ook het pragmatisme worden geplaatst, zoals dat gestalte krijgt in het politieke denken van o.a. John Dewey. Werkvorm : hoor- en werkcollege Toetsvorm : werkstuk / presentatie Literatuur : a. Verplicht - W. Schinkel, De nieuwe democratie. Naar andere vormen van politiek. Amsterdam 2013. - L. Logister, Creatieve democratie. John Deweys pragmatisme als grondslag voor een democratische samenleving. Budel 2004. b. Aanbevolen - Plato, De politicus (of: De staatsman). (In elke gewenste uitgave) Module : Kennisleer en wetenschapsfilosofie (2) Omvang : 7 EC Docent : dr. H.G. Schipper Eindtermen : Inzicht verkrijgen in wetenschapsfilosofische discussies; deze kunnen toepassen op maatschappelijke vraagstukken. Inhoud : Volgens rationalisten is het verstand de bron van al onze kennis, volgens empiristen de zintuiglijke ervaring. Immanuël Kant trachtte deze tweestrijd te beslechten met zijn kritische, ‘transcendentale’ filosofie. In de 20e eeuw zou dit debat worden voortgezet, waarbij vooral de Angelsaksische wijsbegeerte op de voorgrond zou treden. In deze colleges wordt bezien welke invloed deze debatten hebben gehad op de beoefening van de wetenschap en de verwerking daarvan in de samenleving. Werkvorm : hoor- en werkcollege Toetsvorm : schriftelijk Literatuur :15
Onderwijsprogramma 2014-2015
Beleid & Consult ALGEMEEN Module 1 Omvang Docent Eindtermen
: Filosofisch consult : 7 EC : T. Kochetkova : Filosofisch consult kunnen voeren. Ontwikkelen van adviesvaardigheden die nodig zijn om het eigen denkproces bij de klant of de groep te inspireren en faciliteren.
Inhoud : In deze module leer je filosofische inzichten en technieken inzetten om mensen te helpen over hun leven na te denken. Je leert methoden om mensen te betrekken bij een dialoog om professionele of persoonlijke problemen en opvattingen te verhelderen en te reflecteren over de beste manieren om met het probleem / de situatie om te gaan. Het doel van de filosofische dialoog is niet zozeer om definitieve antwoorden te vinden, maar om het denkproces te stimuleren en filosofische vaardigheden en attitudes te verwerven. In deze cursus train je 1) filosofische argumentatie en 2) adviesvaardigheden die nodig zijn om het proces van filosofische reflectie op een professionele en respectvolle manier toe te passen. Je traint jezelf in het faciliteren van het denken van een individu of van een groep die focust op belangrijke, maar problematische begrippen (bijv. vrijheid en verbondenheid, grenzen van de tolerantie, verantwoordelijkheid). Het gaat niet alleen om begrippen die voor het dagelijkse denken en communicatie ingezet worden, maar die ook dienen als basis voor handelingen (bijv. “gedrevenheid”, “flexibiliteit”). Je leert vragen te stellen met als doel om de verborgen veronderstellingen, theoretische kaders en wereldvisies van mensen te identificeren. Aan het einde van deze cursus heb je een methode geleerd om anderen aan te moedigen tot hun eigen filosofische inzichten te komen. Werkvorm Toetsvorm Literatuur
: hoor- en werkcollege : werkstuk / presentatie : a. Verplicht - Koopmans, M. & Schröer, C., Adviesvaardigheden, 2013. - Gaag, H. van der, Wie het niet weet, mag het zeggen, in de spreekkamer van de filosofische praktijk, 2014. b. Aanbevolen - Schuster, S. C., Filosofische Praktijk, 2011. - Pasmans, V., Pioniers in de Praktische Filosofie, 2014 16
Onderwijsprogramma 2014-2015
- Wolbink, R., Het coachvak binnenstebuiten, een filosofisch perspectief, 2013 Module 2
: Socratisch gespreksleider
Omvang Docent Eindtermen
: 7 EC : : Het aanleren en trainen van socratisch coachen in verschillende professionele situaties
Inhoud : In deze cursus bestuderen we de essentie van de socratische dialoog als een gezamenlijke zoektocht naar antwoorden op vragen als “Wat beweegt ons?” of “Wat zijn de grenzen van de vrijheid?”. Het beantwoorden van dergelijke vragen gebeurt door systematische reflectie op een concreet voorbeeld uit de ervaring van één van de deelnemers (maar toegankelijk voor iedereen). Geïntroduceerd door Leonard Nelson, wordt de socratische dialoog steeds meer toegepast door managers en professionals in organisaties, evenals in het onderwijs en de gezondheidszorg. We behandelen de systematiek van het gesprek en de details van verschillende elementen, en we oefenen de onderdelen van het socratisch gesprek. De opleiding tot socratische gespreksleider is te vergelijken met het leerlingwezen: de deelnemers leren door het voorbeeld en de praktijk, in plaats van formele lessen. Deze module bevat drie stappen: 1. Deelname aan socratische gesprekken 2. Het waarnemen van socratische gesprekken en het schrijven van verslagen en reflecteren hierover. 3. Het faciliteren van dialogen onder de supervisie van een ervaren gespreksleider. Werkvorm Toetsvorm Literatuur
: hoor- en werkcollege : werkstuk / presentatie : a. Verplicht - Appelo, M., Socratisch motiveren, 2011. - Delnoij, J., Het socratisch gesprek, 2003. b. Aanbevolen - Veraart-Maas, H., Socratisch coachen, 2010.
17
Onderwijsprogramma 2014-2015
Module 3
: Existentieel- biografisch onderzoek
Omvang : 7 EC Docent : T. Kochetkova Eindtermen : In staat zijn om processen van zingeving door middel van existentieel biografisch onderzoek te coachen. Inhoud : Kan het ook anders in het leven? Als je een filosofisch consulent bent, dan kunnen mensen bij je terecht met levensvragen of existentiële dilemma’s. Soms weten ze niet meer hoe ze verder moeten, bijv. na een ervaring van verlies of als ze voor een moeilijke levenskeuze staan (bijv. samen verdergaan of scheiden). Soms zijn ze op zoek naar hun talenten en nieuwe paden. Dan kun je met existentieel biografisch onderzoek met ze aan de slag. Door middel van existentieel biografisch onderzoek leer je om de cliënt inzicht te bieden in haar/zijn diepere drijfveren en ambities. Daardoor kan de cliënt zich opnieuw leren verbinden met de waarden die voor hem of haar belangrijk zijn. In deze module behandelen we de bouwstenen van existentieel biografisch onderzoek, zoals onderzoek naar existentiële vragen, levenspanorama, herinnering aan de vroege jeugd, verkennen van de actuele situatie, analyse van een fragment uit de door de cliënt gekozen autobiografie, ontwerpen van toekomstscenario’s. Werkvorm Toetsvorm Literatuur
: hoor- en werkcollege : werkstuk / presentatie : a. Verplicht - Prinsenberg, G. Biografisch leren en werken. Het levensverhaal in kaart brengen, Amsterdam: SWP, 2005. - Brouwer, I. (red), De stille kracht van transcendentie, Amsterdam, SWP, 2007. b. Aanbevolen - Mooren, J.H. & A. Bolsenbroek ( (eds.), Zingeving. Inleidende teksten in de humanistische geestelijke begeleiding, Utrecht: Uitgeverij de Graaff, 2013. - Hanneke Elich, Coachen van processen van zingeving met existentieel biografisch onderzoek, Nederlands Tijdschrift voor Coaching, nr. 4 december 2007
18
Onderwijsprogramma 2014-2015
CULTUUR Module 4 Omvang Docent Eindtermen
:Kritische filosofie van cultuur & het bedrijfsleven :7EC : T. Kochetkova : 1. Het verkrijgen van het inzicht in het benadering van cultuur en politiek door Hannah Arendt en Michel Foucault. 2. In staat zijn om de kernbegrippen van kritische cultuurfilosofie toe te passen op de analyse van het bedrijfsleven en die van de individuele klanten.
Inhoud : Ten eerste zal deze module twee cruciale filosofen uit het veld van cultuurpolitiek behandelen: Hannah Arendt en Michel Foucault. Ze worden niet vaak vergeleken in filosofiecursussen, maar de overeenkomsten tussen hun denkwijzen zijn onmiskenbaar. In deze module zullen wij deze overeenkomsten bestuderen met behulp van geselecteerde teksten uit hun meest representatieve werken. Hoofdonderwerpen zijn: verbanden tussen politieke regimes en macht (totalitarisme, normalisatie, pastorale macht), filosofie en politiek (kritiek, republicanisme, revolutie), de sociale sfeer, private en publieke sfeer. Ten tweede leer je hoe je met de kernbegrippen van kritische filosofie het bedrijfsleven kritisch kunt analyseren. Het gaat er om uit te zoeken wat mensen (klanten, werknemers) tevreden stelt en wat hen beweegt. Die kennis stelt het bedrijf in kwestie in staat om een betere service te kunnen leveren, klanten tevreden te stellen. Het tevreden stellen van klanten is echter niet het enige waarop bedrijven zich richten. Bedrijven handelen ook; en als filosoof analyseer je hoe zij dat doen (action bij Hannah Arendt). In een bedrijf zijn macht en “weten” (zoals Foucault dat noemt) verbonden. Wij leren institutionele en machtsanalyse te gebruiken voor zowel de samenleving als de betreffende organisatie. Werkvorm Toetsvorm
: hoor- en werk- college : werkstuk
Literatuur
: a. Verplicht Arendt, H. The Origins Of Totalitarianism, 1973. Foucault, M., Discipline, toezicht en straf, de geboorte van de gevangenis, 1989. b. Aanbevolen Arendt, H. De menselijke conditie, 2009.
19
Onderwijsprogramma 2014-2015
Foucault, M., De geboorte van de biopolitiek, 2013. Kessels, J. Socrates op de markt, filosofie in bedrijf, 1997. POLITIEK Module 5: Omvang: Docent: Eindtermen
: Visieontwikkeling voor organisaties & leiderschap : 7EC : Het aanleren van de onderliggende archetypen, waarden, en visies van een organisatie te verhelderen en toe te passen voor probleemoplossing.
Inhoud : Een visie geeft richting en een doel aan een organisatie. In deze module leren we visies, grondslagen en ethische uitgangspunten van organisaties te analyseren en bespreekbaar te maken. Daartoe is een vorm van gesprek nodig die gericht is op de verheldering van essenties, op het opschorten van oordelen, en op het verwoorden en toetsen van persoonlijke visies. Deze module bevat een theoretisch en een praktisch deel. In het theoretische deel leer je de onderliggende archetypen, waarden, verhalen en belevenissen van de leden van een organisatie te verhelderen en daarover te reflecteren. Archetypen bijvoorbeeld zijn behulpzaam in het verwoorden hoe een organisatie ervaren wordt: als een “zorgende ouder”, een “held”, een “avonturier”, of een “oude wijze man”? Hetzelfde is ook van de toepassing op het herkenen van de typen van leiderschap. Door archetypische beelden in de leiderschapsstijlen te herkennen, leren we tussen verschillende typen van leiderschap te onderscheiden. Dergelijke inzichten faciliteren het oplossen van problemen. Niet alleen om de persoonlijke visies van individuen, maar ook de visie / missie van de organisatie als geheel zal ter sprake komen. Daarnaast kijken we naar conflicten en voorbeelden van verzet die zich binnen een organisatie kunnen voordoen. In het praktische deel – de werkcolleges – toetsen we de verschillende bouwstenen van visieontwikkeling, zoals waarden, hoger doel, competenties, trends, en een concreet of gewaagd doel. In de werkcolleges onderzoeken en formuleren we die uitgangspunten en behandelen we verschillende empirische casussen. Werkvorm: Toetsvorm:
: hoor- en werk- college : werkstuk/ presentatie
Literatuur:
: a. Verplicht: - Kessels, J. (2012) Spelen met ideeën – De kunst van het filosofisch gesprek, 2012 20
Onderwijsprogramma 2014-2015
. b. Aanbevolen: - Morgan, G. Images of organisation, 2006. - Bolten, H. (2003). Het socratisch gesprek als instrument voor teamreflectie; spreken buiten de orde. Amsterdam: Boom - Kessels, J. (2012) Spelen met ideeën – De kunst van het filosofisch gesprek, 2012 - Kessels, J., Boers, E. & Mostert, P. (2008). Vrije ruimte praktijkboek; filosoferen in organisaties. - Kessels, J. (2009). De jacht op een idee. Visie, strategie, filosofie. - Wolbink, R., Filosoferen over management en organisatie, H. Nelissen, 2012. LEVENSBESCHOUWING Module 6: : Moreel beraad Omvang : 7EC Docent : T. Kochetkova Eindtermen : De student is in staat om morele dilemma’s en visies uit professionele praktijken op een gestructureerde wijze te benoemen en te analyseren en de adequate gespreksmethode toe te passen voor het oplossen van morele dilemma’s van cliënten uit bedrijfsleven. Inhoud : Wat doe je als in een organisatie een dilemma ontstaat: wel of niet ingrijpen, handelen volgens bestaande afspraken of niet? Dan is het tijd om met elkaar in dialoog te gaan, en daarvoor is moreel beraad ontwikkeld. Hoewel moreel beraad geen wondermiddel is, kan het welbevinden van het team verbeteren, het multidisciplinair samenwerken bevorderen, en bijdragen tot een beter klimaat in de organisatie. In deze module leer je een gespreksvorm leiden waarin professionals systematisch morele praktijkkwesties doordenken, met als doel tot een praktische oplossing te komen. We behandelen de vraag in welke situaties een moreel beraad kan worden georganiseerd, welk soort casuïstiek er geschikt voor is, welke methodieken worden gebruikt, en hoe je als gespreksleider zorgt voor feedback en een praktische tijdsindeling. Werkvorm: Toetsvorm:
: hoor- en werk- college : schriftelijk tentamen
Literatuur:
a. Verplicht 21
Onderwijsprogramma 2014-2015
- Bree, M. de, Handleiding moreel beraad, Praktische gids voor zorgprofessionals, 2012. b. Aanbevolen - Nistelrooy, I, van, Basisboek zorgethiek, 2de druk, 2012.
22