Onderwijsfilosofie en doelstellingen Homepage Thematische Projecten Het onderwijsprogramma in de verschillende studiejaren

MT-Kompas: inhoudsopgave

Onderwijsfilosofie en doelstellingen Homepage Thematische Projecten Het onderwijsprogramma in de verschillende studiejaren

Verkort programma voor studenten met HBO-vooropleiding De Jaarindeling Studentenstatuut en Onderwijs- en Examenreglement

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/0inhoud1.htm [29/12/1999 15:21:18]

Onderwijsfilosofie

De functie van de opleiding Maritieme Techniek De opleiding Maritieme Techniek beslaat het gebied van het ontwerp, de bouw en de exploitatie van produkten -verder maritieme produkten genoemd- die drijvend, zwevend, of met een flexibele verbinding naar de bodem, in het water worden gebruikt, zowel varend als stilliggend. Maritieme Techniek heeft als unieke opleiding in Nederland de functie van het verzorgen van het universitair onderwijs, het uitvoeren van onderzoek en het ontwikkelen van middelen en systemen voor maritieme produkten. Door samenwerking met andere universiteiten, faculteiten en studierichtingen kan de TU-Delft, en daarmee de faculteit WbMT, een goede positie van (internationale) allure in Nederland bekleden voor overheid, bedrijfsleven, beleids- en andere instanties voor veilig en milieuvriendelijk transport over water en het werken op zee. Er bestaat een grote mate van saamhorigheid onder de scheepsbouwers waarvoor de grondslagen tijdens het onderwijs worden gelegd. De specialisaties bieden de studenten de mogelijkheid zich te specialiseren in essentiële vakgebieden van de opleiding. Het gaat hierbij om het economisch verantwoord ontwerpen, produceren en beheren (in onderlinge samenhang) van de produkten, met de daarbij behorende procedures voor het optimaliseren van het produkt. Dit vraagt analytische, conceptuele en innovatieve vaardigheden van de maritieme ingenieur. De toezichthoudende- en management functie van de overheid op het gebied van milieu en veiligheid eist van de maritieme ingenieur dat hij, zowel bij de overheid als het bedrijfsleven, nationaal en internationaal de technologische ontwikkelingen moet kunnen begrijpen, interpreteren en besturen. Identiteit en kenmerken van de opleiding MT Het gegeven dat vrijwel ieder maritiem produkt eenmalig wordt ontworpen en gebouwd eist van de ingenieur een initiërende en innoverende instelling. Dat houdt in dat de kennis en informatie op het vakgebied voorloopt op de omgeving. Dit uit zich in: aandacht voor duurzame ontwikkelingen, milieu-effecten bij de bouw en exploitatie van schepen, waarvan de effecten voor een deel geëffectueerd moeten worden in het ontwerp, inspelen op de veranderingen in de industriële structuur ten gevolge van internationalisering en (deels) globalisering van de maritieme branches, de veiligheid op zee, de binnenvaart, integratie van de transportketen (schip-schip, Ro-Ro, Flo-Flo). De relaties met de afnemers van het onderwijs De afnemers van het onderwijs zijn de studenten. Voor de studenten en de kwaliteit van het onderwijs zijn de contacten met het bedrijfsleven en buitenlandse instellingen van belang. De contacten met de industrie geven aan de activiteiten van MT een realistisch karakter en zijn van belang voor de afzet van ingenieurs en de overdracht van kennis aan de industrie. Karakteristiek van de opleiding MT Een universitair gevormd maritiem ingenieur is krachtens zijn/haar fundamentele vorming en opleiding in staat wetenschappelijke methoden en inzichten toe te passen bij het oplossen van technische problemen binnen de maritieme vakgebieden, waarbij analyse, synthese en evaluatie belangrijke factoren zijn. Hij/zij is in staat persoonlijk verantwoordelijkheid te dragen bij het ontwikkelen, het toepassen en het overdragen van technische wetenschap en kennis. Dit komt niet alleen tot uiting in taken bij het onderzoek, het conceptueel ontwerp, de constructie, het toezicht en het management daarvan maar ook bij het HBO- en VWO-onderwijs.

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Ow_alg.htm (1 of 6) [29/12/1999 15:21:20]

Onderwijsfilosofie

Maritieme produkten vertonen een aantal gemeenschappelijke kenmerken: ●

het zijn kapitaalgoederen die worden ontwikkeld, ontworpen en gebouwd voor de exploitatie op zee of in binnenwateren,

●

het ontwikkelen, ontwerpen en bouwen is gericht op enkel-produkten,

●

de produkten hebben een lange levensduur variërend van 20 tot soms 50 jaar of meer,

●

er is een grote variatie in produkten door de gevarieerde vraag naar transporten, zowel naar vorm (verpakking) als afmetingen, en andere functies op zee,

●

het produkt is complex en multidisciplinair: de scheepsbouwer coördineert en stemt af, hij heeft een integrerende taak.

De opleiding MT heeft door het multidisciplinaire karakter raakvlakken met veel andere faculteiten, opleidingen en vakgebieden, zoals werktuigbouwkunde, elektrotechniek, civiele techniek, luchten ruimtevaart, materiaalkunde en wiskunde/informatica. Dit aspect is in het curriculum van de opleiding terug te vinden. De opleiding heeft een aantal vakgebieden waarin zowel onderwijs wordt gegeven als onderzoek wordt verricht. Elk vakgebied biedt een mogelijke variant voor het afstuderen. De basisstudie omvat de eerste drie cursusjaren. Tijdens de basisstudie volgen alle MT-studenten hetzelfde programma. Na de basisstudie volgt de afstudeerfase. De afstudeerfase beslaat de laatste twee jaar in de vijfjarige opleiding. De vakgebieden bieden specialistische diepgang. Het afstuderen is deels een begeleide oefening in het uitoefenen van het ingenieursberoep (het cursuswerk), deels een zelfstandige proeve van bekwaamheid (het afstuderen). Daarmee wordt beoogd dat de afgestudeerde ingenieur onmiddellijk inzetbaar is in een functie binnen de afstudeerrichting. De afgestudeerde maritieme ingenieur is, indien hij zich in een ander vakgebied met studie bekwaamt binnen één van de drie hoofdstromen (ontwerp, onderzoek, bedrijfskunde) na een half jaar inzetbaar. Hij is in staat de daarvoor vereiste kennis en vaardigheden zelfstandig te verwerven. Doelstellingen van de opleiding MT Aan het einde van de studie worden aan de afgestudeerde maritieme ingenieur verschillende eisen gesteld, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de inhoudelijke kennis en de wijze waarop hij geleerd heeft te werken. Doelstellingen met betrekking tot de inhoud van de opleiding: ●

De maritieme ingenieur dient over de wetenschappelijke en vakkennis te beschikken die hem inzetbaar maakt bij werkzaamheden die betrekking hebben op het ontwerp, de bouw en de exploitatie van maritieme produkten.

●

Hij dient daartoe inzicht te hebben verworven in de maatschappelijke gevolgen van zijn handelen en in staat te zijn persoonlijk verantwoordelijkheid te dragen voor de resultaten van zijn werk. Dit stelt bijzondere eisen aan de ingenieur. De maatschappelijke gevolgen van zijn handelen kunnen verstrekkend zijn. Dit betreft onder meer de duurzaamheid en betrouwbaarheid van het produkt tijdens de exploitatie, de voorzieningen voor de veiligheid aan boord van schepen en andere maritieme produkten (op zee en in binnenwateren), en de gevolgen van calamiteiten tijdens de exploitatie (aanvaringen, strandingen en andere ongevallen).

●

Hij is in staat om tijdens het ontwikkelen en ontwerpen van het produkt voortdurend technische compromissen te vinden tussen conflicterende eisen waarbij hij/zij zich realiseert dat het eindprodukt wordt vastgelegd in begrippen die gekoppeld zijn aan prestaties die niet door middel van prototypes kunnen worden bepaald. Tijdens de bouw moet het resultaat 'in één keer goed' zijn.


Onderwijsfilosofie

Doelstellingen met betrekking tot de werkwijze van de ingenieur: ●

De afgestudeerde ingenieur dient zowel zelfstandig als in teamverband door analyse en synthese innoverend te kunnen werken op één van de maritieme vakgebieden, waarbij hij/zij over voldoende kennis van andere (maritieme) vakgebieden dient te beschikken om de effecten van bepaalde oplossingen in een groter verband te kunnen plaatsen en met deskundigen uit andere, niet maritieme vakgebieden te kunnen overleggen.

●

De maritiem ingenieur dient over de vereiste attitude te beschikken om de verworven kennis te kunnen toepassen in een bij uitstek internationaal opererende branche. Hij dient voldoende wetenschappelijke belangstelling te hebben om zijn kennis niet alleen op peil te houden maar ook te verdiepen en nieuwe ontwikkelingen te volgen c.q. te anticiperen.

Eindtermen van de opleiding Maritieme Techniek De eindtermen zijn een verdere detaillering van de doelstellingen. Onderscheiden worden de eindtermen voor de basisstudie, de eerste drie jaar van de opleiding, algemene eindtermen voor de afstudeerfase en een verdergaande detaillering van de eindtermen naar de vakgebieden van de afstudeerfase. Eindtermen van de basisstudie In het kader van de trits ontwerp-bouw-gebruik worden in de eindtermen van de basisstudie drie elementen van de opleiding onderscheiden: ●

Het concipiëren en ontwerpen van maritieme produkten.

●

De bedrijfsvoering bij de bouw en de exploitatie van maritieme kapitaalgoederen.

●

Het onderzoek op maritiem-technisch gebied (bijv. op het gebied van scheepshydromechanica en sterkte van zeegaande constructies).

De basisopleiding is er op gericht de student inzicht te geven in de onderlinge samenhang van deze drie elementen. De student bereikt met de basisopleiding een zodanig niveau dat hij in staat is zich zelfstandig verder te verdiepen in een vakgebied. Aan het eind van de eerste drie jaar heeft de student voldoende inzicht verzameld om de verworven kennis van de fysica, de wiskunde, bedrijfskunde en andere basiswetenschappen in samenhang met de maritieme vakgebieden toe te passen zowel op het ontwerp van een schip of ander maritiem produkt als bij het formuleren, modelleren en analyseren van een probleem op een maritiem vakgebied. Dit komt tot uiting in de afronding van het geïntegreerd ontwerp. De student is zich bewust van de daarvoor benodigde kennis en demonstreert dit in deze oefening. De combinatie met een specialisatie in een van de drie bovengenoemde hoofdrichtingen maakt de inzet van de ingenieur in de verschillende maritieme branches mogelijk. Het niveau van de ingenieur wordt naast de basisopleiding vooral bepaald door de kennis die hij op een vakgebied tijdens de afstudeerfase vergaart. Daartoe worden de eindtermen per vakgebied nader gespecificeerd. Algemene en specifieke eindtermen van de afstudeerfase (specialisatiestudie) Van de afgestudeerde ingenieur wordt verwacht dat hij op één van de vakgebieden: ●

innoverende werkzaamheden kan verrichten,

●

dit vakgebied op hoog abstractieniveau beheerst,

●

in staat is wetenschappelijke methoden en technieken toe te passen en indien nodig verder te ontwikkelen,

●

op de gebieden van het ontwerp, bouw en exploitatie grensverleggend durft te werken,


Onderwijsfilosofie

●

begrip heeft van de wetenschappelijke kaders waarbinnen moet worden gewerkt.

Dat wil zeggen dat de afgestudeerde maritieme ingenieur besef, kennis en bedrevenheid heeft in het toepassen en uitvoeren van werkzaamheden op één van de volgende vakgebieden. Rederijkunde De ingenieur heeft inzicht in en kennis van de scheepvaart en exploitatie van schepen. Hij is bedreven in het formuleren van het eisenpakket m.b.t. de: ●

hoofdkenmerken (draagvermogen, snelheid, aantal passagiers),

●

vaargebieden en havens (weersomstandigheden, inrichting, diepgang,) en

●

rederseisen (financiële randvoorwaarden, wijze van onderhoud, onderhoudstrategie).

Hij heeft kennis van de raakvlakken met het werktuigkundige vakgebied Logistiek en is bedreven in rederij-logistieke thema's. Ontwerpen De afgestudeerde beschikt over inzicht, kennis en vaardigheden in het integraal technisch ontwerpen van een scheepstype (offshore constructie) op basis van rederseisen, waarbij technische- en economische aspecten, betrouwbaarheid en optimalisatie een rol spelen. Hij is bedreven in het uitvoeren van de daarvoor benodigde berekeningen, kan de effecten van technische en economische compromissen overzien en heeft inzicht in aspecten die de kostprijs beïnvloeden. De aanpak van het ontwerpen van schepen en offshore constructies verschilt als gevolg van specifieke aspecten van de beide soorten vaartuigen. De taak van offshore eenheden is het creëren van een zeegaand platform waarop industriële activiteiten kunnen worden uitgevoerd. Bovendien voert een belangrijk deel van de offshore eenheden taken uit die bijzondere risico's voor de veiligheid met zich meebrengen. Dit leidt tot innovatieve ontwerp procedures en de ontwikkeling van bijzondere types vaartuigen. Maritieme werktuigkunde De afgestudeerde beschikt over inzicht, kennis en vaardigheden in het technisch ontwerpen van de voortstuwingsinstallatie en andere werktuigkundige en elektrische systemen, kan stationair gedrag en dynamische gedrag voorspellen en beïnvloeden o.a. door simulaties en is in staat betrouwbaarheid, beschikbaarheid en onderhoudbaarheid te berekenen, te beïnvloeden en beoordelen. Hij is bedreven in het toepassen van de bovengenoemde methodieken. Voor veel vaartuigen vormt dit een belangrijke kostenpost, zowel in investering als in het operationeel gebruik. Bovendien is een goede werktuigkundige installatie van belang voor de betrouwbaarheid en efficiëntie van de taakuitvoering van de eenheid. Scheepshydromechanica De afgestudeerde kan de problemen die zich in de praktijk op dit gebied voordoen onderkennen. Hij heeft de vaardigheid, deze problemen na een analyse te schematiseren en te formuleren en ze vervolgens met de ten dienste staande middelen tot een oplossing te brengen. Hierbij worden zowel kennis van als inzicht in de mogelijkheden en waarden van (model) experimenten geëist als van voldoende kennis, inzicht en vaardigheid in het toepassen van theoretische berekeningen met de twee- of driedimensionale potentiaaltheorie. Het wordt van belang geacht dat theoretische methoden voor de bepaling van het dynamisch gedrag en eventuele daaruit voortvloeiende berekeningen geverifieerd worden door experimenteel onderzoek, zowel met behulp van fysische modellen als (zo nodig) met ware grootte proeven. De algemene aspecten worden verbijzonderd in toepassingen op het gebied van offshore, nautische techniek, kleine vaartuigen.


Onderwijsfilosofie

Constructie en sterkte van schepen en offshore-eenheden De in dit vakgebied afgestudeerde ingenieur beschikt over de kennis, het inzicht en de bedrevenheid om een in alle opzichten verantwoord conceptueel constructief ontwerp op te zetten. Hij kan belastingen en responsies bepalen. Hij begrijpt de relevantie en de technische inhoud van het analytisch en experimenteel onderzoek dat op het vakgebied wordt verricht en kan daar actief aan bijdragen. Scheepsproductie (werfinrichting en werfbedrijf) De afgestudeerde heeft kennis van en inzicht in de karakteristieke werfactiviteiten van marketing tot en met aftersales. Hij heeft inzicht in het >in één keer goed' principe en is in staat dit door te voeren, mensen te motiveren en leiding te geven. Hij is in staat een samenhangende analyse van een project te maken met betrekking tot het uitvoerbaar zijn (technisch, binnen de tijd, budgettair en capacitatief), de risico's (technisch en financieel) af te wegen en de daarvoor benodigde informatie te verzamelen, te ordenen en te onderzoeken. Hij heeft daarnaast uitgebreide kennis van bewerkingen produktietechnologieën voor scheepsbouw en offshore. Vertaling van de eindtermen in de onderwerpen van het onderwijsprogramma MT Zoals reeds aangegeven worden in de basisstudie met betrekking tot het onderwijs drie elementen onderscheiden. Elk element kan worden vertaald in onderwerpen voor de basisstudie die hieronder zijn samengevat. De basisstudie Het concipiëren en ontwerpen van maritieme produkten. Het ontwerpen behandelt de eisen en beperkingen die leiden tot compromissen en het systematisch en methodisch zoeken naar technisch en maatschappelijk verantwoorde oplossingen, rekening houdend met veiligheid van mensen, lading en milieu en nationale en internationale wetgeving en regelgeving op maritiem gebied. Onderwerpen als ontwerpmethodieken voor schepen (offshore constructies), de achtergronden en beperkingen van (analytische) methoden en de mogelijkheden tot anticipatie op nieuwe situaties maken deel uit van het ontwerpen, dat gericht is op verwerven van inzicht, kennis en een zekere mate van bedrevenheid. Hetzelfde geldt voor ontwerpen analyse methodieken voor (scheeps)machine installaties en de daarbij behorende keuzeprocessen van te installeren systemen, dimensionering van de systemen en afstemming van de componenten op elkaar. De bedrijfsvoering bij bouw en exploitatie van maritieme kapitaalgoederen. Bedrijfskundige elementen zijn gericht op het verwerven van inzicht in de technische, organisatorische, economische en maatschappelijke aspecten van het ontwerpen, bouwen en exploiteren van schepen, dat wil zeggen algemene bedrijfskundige aspecten en specifieke aspecten als bijvoorbeeld de kostenopbouw van de exploitatie van schepen en de consequenties van rederseisen op de kosten van het schip. Kennis van materialen, met name staal en in mindere mate aluminium en kunststoffen, bewerkingsen verbindingstechnieken die in de scheepsbouw en offshore worden toegepast. De analyse van het constructief (kwaliteitsaspecten als het voorkomen van concentraties van spanningen en trillingen) en economisch aanvaardbaar zijn van de uitvoering. Het onderwijs in het eerste, tweede en derde jaar geeft een aanzet tot de integratie van het construeren en produktierijp maken. Aspecten van werf lay-out en tewaterlaten. Het onderzoek op maritiem-technisch gebied. Hydrostatische en hydrodynamische onderwerpen zijn met name gericht op de kennis van en fysisch inzicht in aspecten als stabiliteit, weerstand en voortstuwing van schepen, zeegolven en het gedrag van afgemeerde, drijvende en varende constructies in deze golven en het


Onderwijsfilosofie

manoeuvreergedrag van schepen. De constructieve en sterkte-onderwerpen hebben betrekking op de achtergronden en het gedrag van normale en bijzondere scheeps- en offshore constructies en de voor de constructie relevante aspecten van het materiaalgedrag, de verschillende bezwijkvormen van een constructie en de responsie hiervan, het bepalen van de belastingen op de constructie en het uitrekenen van de responsies, zowel (quasi-)statisch als dynamisch, zowel handmatig als met behulp van numerieke rekentechnieken. Het opzetten van een conceptueel constructief ontwerp. De afstudeerfase Voor de afstudeerfase wordt, in overleg met de student, naast de verplichte keuze uit een aantal maritieme vakken, een op maat gesneden vakkenpakket voor het vakgebied opgesteld, dat gericht is op de in de eindtermen van de basisstudie genoemde aspecten. De nadruk ligt op het oefenen op het gebied van concipiNren, ontwerpen en construeren waarbij maatschappij-, ethiek- en milieu-aspecten worden betrokken. Als kennismaking met de praktijk is een stage van drie maanden opgenomen. Toelichting op de overzichten Op de volgende bladzijde is de opleiding Maritieme Techniek schematisch weergegeven. In de rechthoeken die de verschillende cursusjaren representeren zijn van het voor alle maritieme studenten gemeenschappelijke deel van het programma, de eerste drie jaar, de examenonderdelen (vakken, practica en projecten) met de omvang in studiepunten opgenomen. Daarna volgt de afstudeerfase van twee jaar bij één van de specialisaties. In de rechthoeken die de afstudeerfase weergeven zijn achtereenvolgens de regels of vormeisen waaraan het afstudeerprogramma moet voldoen en een opsomming van de specialisaties opgenomen. In de bladzijden volgend op het schema vindt U allereerst de voor alle studenten gemeenschappelijke jaren verder uitgewerkt. Het eerste jaar, de propedeuse wordt afgesloten met het officiële, in de wet opgenomen, propedeutisch examen. Het tweede officiële examen is het doctoraal of ingenieurs examen aan het eind van het vijfde jaar. De faculteit het tussen het propedeutisch en het doctoraal examen twee examens gevoegd respectievelijk aan het eind van het tweede (D1-examen) en het derde jaar (D2-examen). Met het D2-examen wordt het voor alle studenten gemeenschappelijke deel van het programma afgesloten. Het D2-examen geeft toegang tot de daaropvolgende fase, de specialisatiestudie. De inhoud van de specialisatiestudie is afhankelijk van de gekozen specialisatie. Elke specialisatie presenteert zich in dit hoofdstuk met een korte omschrijving en een lijst van verplichte en keuzevakken. Aan de hand van deze lijst wordt met de student een programma van vakken en opdrachten overeengekomen. Onderling zullen deze afstudeerprogramma's verschillen vanwege de beoogde afstudeeropdracht in het vijfde jaar en de interesse van student en docent voor bepaalde technische en maatschappelijke aspecten die bij de opdracht aan de orde kunnen komen. Het kan voorkomen dat de belangstelling onder studenten voor een bepaalde specialisatie groter is dan de begeleidingscapaciteit ter plaatse. De faculteit streeft er echter zoveel mogelijk naar de voorkeur van de student te kunnen honoreren. Op het specialisatiekeuze formulier, verkrijgbaar bij de Onderwijsadministratie, is de daartoe relevante informatie opgenomen. Alle in dit hoofdstuk opgenomen examenonderdelen worden in een volgend hoofdstuk uitgebreid beschreven. Eventuele ingangseisen voor vakken zijn in de Onderwijs- en Examenregeling opgenomen en bij de beschrijving van het vak.


Specialisatie Rederijkunde

Hoofdvak Ontwerpen van Vaartuigen Rederijkunde Hoogleraar: prof.dr.ir. N. Wijnolst Beschrijving van de specialisatie: De leerstoel is in 1973 van start gegaan en heeft over deze periode bijna honderd ingenieurs afgeleverd. Hun werkkring ligt vanzelfsprekend merendeels in de scheepvaart, bij rederijen of transportbedrijven, bij scheepvaartfinancieringsinstellingen, in maritiem onderzoek e.d. Deze afgestudeerden hebben zich verenigd in de NVVR (Nederlandse Vereniging van Rederijkundigen) en houden regelmatig contact. Een jaarverslag van de leerstoel is verkrijgbaar bij de leerstoel. Vanuit de scheepvaart wordt naar het ontwerpen van schepen gekeken. Zonder kennis van de scheepvaart, de exploitatie van schepen, rederijwereld, ladingmarkten, financiering, vrachtmarkten etc. kan men geen goed schip ontwerpen. Innovaties in het scheepsontwerp komen dan ook, vanuit de visie van de leerstoel, voort uit impulsen van de maritieme omgeving en niet persé uit de techniek. De rederijkundig ingenieur geeft als technicus vorm aan nieuwe kansen, daarbij gesteund door kennis van en belangstelling voor deze complexe omgeving. Het afstudeerwerk wordt vaak in samenwerking met een bedrijf of instelling uitgevoer, meestal een rederij, soms in het buitenland. Een overzicht van de afstudeerprojecten is te verkrijgen bij de leerstoel en op internet: (http://www-mt.wbmt.tudelft.nl/rederijkunde/overview.htm). Studenten die bij de leerstoel Rederijkunde afstuderen moeten naast de voornoemde colleges in hun keuzevakken vakken kiezen op het gebied van de systeemanalyse (van het transport), logistiek, economie, creatief probleem oplossen en informatica. Het afstudeerproject duurt negen maanden; ongeveer vier maanden worden besteed aan een vooronderzoek en vijf maanden aan de ingenieursopdracht. Heeft u belangstelling voor deze afstudeerrichting, dan wordt u aangeraden de afstudeervoordrachten bij te wonen. De leerstoel wordt bemand door een deeltijd hoogleraar en een medewerker. Voor verdere inlichtingen kunt u bellen met prof. dr. ir. N. Wijnolst, telefoon 015-(278)4682 of ir. F.A.J. Waals 015-(278)6566. Verplichte vakken Vakcode mt312

Vaknaam Ontwerp innovatie in de scheepsbouw

mt313

Shipping managament

College-uren 0/0/0/4/0

Stp. 2

0/0/0/0/4

2

College-uren 0/0/2/0 0/0/2/2 0/4/0/0 0/0/2/0 -/-/-/0/0/0/2/2

Stp. 1 2 2 1 2 2

Aanbevolen keuzevakken Vakcode bb30 f12 f13 io24 io96 wb3407A

Vaknaam System dynamics Havens en scheepvaartwegen 1 Havens en scheepvaartwegen 2 Ontwerpmethodologie Creatief probleem oplossen Logistiek: introductie

wb3407B

Logistiek: ontwerpen softwareengineering

0/4/0/0/0

2,5

wb3407C wi4071tu wm0610

Logistiek: simulatie transportsystemen Digitale simulatie A Elem. bedrijfseconomie

4/0/0/0/0 4/0/0/0 2/0/0/0/0

2,5 3 1

wm0611

Kosteninformatie

0/2/0/0/0

1

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Hfdv03ne.htm [29/12/1999 15:21:20]

mt312

Vakcode: mt312 Vaknaam: Ontwerp innovatie in de scheepvaart Het betreft een College TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Wijnolst, prof.dr.ir. N.

Tel.: 015-2784682

Trefwoorden: Wie ontwerpt een schip, ontwerpmethodologieën in de scheepvaart, uitvindingen en innovaties in de scheepvaart, technologische innovatie en economische groei, concurrentie voordeel en innovatie, s-curven en innovatie, benchmarking van performance, diffusie van innovatie, innovatie in de wetenschap, de technologie en in het bedrijf, management van innovatie, ontwerp methodologieën, innovatie casestudies, denken, creativiteit en innovatie, stimuleren van creativiteit; ontwerpinnovatie methodologie voor de scheepvaart.

Cursusjaar: 4 Quintaal: 0/0/0/4/0 Coll.uren p/w: 4 Andere uren: Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: 4, 6 (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt311 Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: 1. Wie ontwerpt en innoveert schepen? 2. Bestaande ontwerpmethodologieën in de scheepvaart 3. Uitvindingen en basis innovaties in de scheepvaart 4. Technologische innovaties en economische groei, conceptuele modellen 5. Concurrentievoordeel door innovatie, casestudies 6. S-curven en innovatie; performance limits en innovatie triggers 7. Benchmarking in de scheepvaart; case-studies 8. Diffusie van innovatie 9. Innovatie in wetenschap en technologie; paradigma shifts in het ontwerpproces 10. Innovatie en de onderneming; casestudies 11. Management van innovatie; business re-engineering 12. Generieke ontwerpmethodologieën 13. Innovatie casestudies: gastankers, zee-rivier containerschip, zee-rivier tug-barge, chemicaliëntanker, logistieke olieketen, forest products en shortsea shipping, decision support system voor chemicaliëntankers 14. Denken, creativiteit en innovatie 15. Stimuleren van creativiteit; technieken 16. Ontwerpinnovatie methodologie voor de scheepvaart

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/vakken/mt312.htm (1 of 2) [29/12/1999 15:21:21]

mt312

College materiaal: Design innovation in shipping; prof.dr.ir. N. Wijnolst Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Meer informatie over de leerstoel en het vak is te vinden op internet: http://www-mt.wbmt.tudelft.nl/rederijkunde/overview.htm of via e-mail: [email protected] Doel: ●

ontwerpen gebeurt volgens iteratieve procedures, waarbij het veelal moeilijk is innovaties te incorporeren, met name concept-innovaties ; het college geeft inzicht in het ontwerpproces van schepen, aan de hand van vele case-studies en toont de triggers achter deze innovaties

●

het identificeren van innovatie-triggers op en het genereren van ideeën voor nieuwe scheepsconcepten

●

het formaliseren van diffuse, kreatieve ontwerpprocessen in een innovatie theorie en -methodologie.

Computer gebruik: Practicum: Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 100%


mt313

Vakcode: mt313 Vaknaam: Scheepvaartmanagement Het betreft een Hoorcollege TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Wijnolst, prof.dr.ir. N.

Tel.: 015-2784682

Trefwoorden: Structuur van de scheepvaartsegmenten: olie-, chemicaliën- en gastankers, bulk carriers, container- en reefer schepen; management theorie en scheepvaart; strategisch-, financieel-, investerings-, marketing-, informatie-, operationeel- en innovatie management

Cursusjaar: 4 Quintaal: 0/0/0/0/4 Coll.uren p/w: 4 Andere uren: Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt311 Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Dit college vormt het sluitstuk van een drieluik: ●

MT311- Scheepvaart en Exploitatie van Schepen, waarin de basiskennis wordt geleerd van het scheepvaartbedrijf;

●

MT312- Innovatie in de Scheepvaart, waarin de fundamentele processen achter innovaties in de scheepvaart worden beschreven;

●

MT313- Scheepvaart Management, waarin in engere zin het management van een onderneming in de scheepvaart aan de orde komt.

Deze drie colleges vormen een solide basis voor de maritieme en logistieke studenten om in de scheepvaart aan de slag te gaan. In het college worden de zes belangrijkste scheepvaartsegmenten behandeld, omdat de karakteristieken van ieder segment gevolgen heeft voor de management structuur. De generieke management thema's, zoals strategisch en informatie management worden geïllustreerd aan de hand van concrete voorbeelden uit de scheepvaart. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om als afsluiting van het college een rederij te bezoeken en de theorie aan de praktijk te toetsen. College materiaal: Shipping mangement; N. Wijnolst, T. Wergeland, F.A.J. Waals Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Meer informatie over de leerstoel en het vak is te vinden op internet: http://www-mt.wbmt.tudelft.nl/rederijkunde/overview.htm of via e-mail: [email protected] Doel: Computer gebruik: Practicum:


mt313

Ontwerp component: Het ontwerpen van schepen of logistieke (maritieme) ketens kan niet in isolatie gedaan worden van de markt of de structuur van de ondernemingen daarbinnen. Maritieme en logistieke studenten dienen derhalve niet alleen technisch onderlegd te zijn, maar zullen ook een goed beeld dienen te hebben van het functioneren van de marktsector. Het college Scheepvaart Management beoogt een introductie te verschaffen op het terrein van het management van een onderneming, in het bijzonder van het rederijbedrijf. Percentage ontwerponderwijs: 25%


Specialisatie Ontwerpen van Schepen

Hoofdvak Ontwerpen van Vaartuigen Ontwerpen van Vaartuigen Hoogleraar: prof.ir. A. Aalbers In het algemeen zijn scriptie en afstudeeropdracht gericht op hetzelfde onderwerp, zodat de student zich terdege kan verdiepen in het probleem. De opgaven worden in de regel in samenwerking met het bedrijfsleven opgesteld en uitgevoerd. Hierdoor kunnen actuele onderwerpen worden behandeld. Bovendien kan men dan in het algemeen beschikken over recente technische en economische gegevens. De onderwerpen kunnen zijn: ❍ Het ontwerpen van een schip of een maritieme constructie of een deel daarvan ❍ ❍

Het ontwikkelen van ontwerpmethoden voor nieuwe scheepstypen of een deel daarvan. Het schrijven van computerprogramma's voor de opgestelde uitvoermethoden (gewenst maar niet verplicht).

❍

Het berekenen van economische prestaties van het te ontwerpen object, eventueel met gebruik maken van een optimalisatiemethode;

❍

Kritische beschouwing van geldigheidsbereik en relatieve fouten van de ontwerpmethode; Gevoeligheidsanalyse met parameterstudie en eventueel met gebruik maken van optimalisatiemethoden.

❍

Enige titels van uitgevoerde opdrachten zijn: ❍ De ontwikkeling van een nieuw multifunctioneel (standaard) bergingsvaartuig voor grote bergingsoperaties op zee. ❍ ❍ ❍ ❍ ❍

Een ontwerpstudie van een 2,2 miljoen barrel ruwe olietanker met dubbele huid. Invloed tankindeling op het ontwerp van chemicaliëntankers. Ontwerp containerschepen met eigen overslag voor de binnenvaart. Concept exploratie model voor semi-submersible platvormen. Ontwerpstudie van een een-punts afgemeerde tanker voor de produktie.

Opdrachten kunnen ook liggen binnen het kader van het Vakgroepsonderzoekprogramma. De volgende onderzoeksthema's die vallen onder de richting Ontwerpen, komen voor op het huidige programma: ❍ Ontwerpcriteria voor moderne ankersystemen voor maritieme constructies. ❍ Ontwerpen van geavanceerde scheepstypen. ❍ CAD/CAM ontwerp - en rekenmodellen. ❍ Energiebesparing bij voortstuwing van schepen. ❍ Veiligheid en milieu bij het ontwerpen van maritieme constructies. Werkgelegenheidsmogelijkheden voor afgestudeerden in de richting Ontwerpen: ❍ Scheepswerven. ❍ Raadgevend ingenieursbureau. ❍ Rederijen. ❍ Koninklijke Marine. ❍ Technisch wetenschappelijk onderwijs. De richting ontwerpen is de meest algemene afstudeerrichting bij de faculteit der Maritieme Techniek en biedt daardoor in principe een breder werkgelegenheidsterrein dan de meer gespecialiseerde afstudeerrichtingen. De bovenvermelde mogelijkheden vormen de belangrijkste. http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Hfdv01ne.htm (1 of 2) [29/12/1999 15:21:22]

Specialisatie Ontwerpen van Schepen

Verplichte vakken: Vakcode mt112

Vaknaam Ontwerpen van schepen 3


Stp. 2

mt113

Ontwerpen van schepen 4

2/2/0/0/0

2

mt411

Offshore 2

0/0/0/2/2

2

mt514

Bewegen en sturen 2

0/0/0/2/2

2

mt515

Weerstand en voortstuwing 2

0/0/0/2/2

2

Vakcode b3 f12 io24 lr32 mt213

Vaknaam Probabilistisch ontwerpen Havens en scheepvaartwegen Ontwerpmethodologie Composieten Maritieme werktuigkunde 4

College-uren 4/0/0/0 0/0/2/2 0/0/2/0 0/4/0/0 0/0/0/0/2

Stp. 2 2 1 2 1

mt213P

Simulatieoefening MW4

mt312

Innovatie in het rederijbedrijf

0/0/0/4/0

2

mt712

Werfinrichting, werfbedrijf

0/0/0/3/0

1.5

mt713

Grootschalig enkelproducten

0/0/0/0/2

1

mt816

Composietmaterialen in de scheepsbouw

0/2/0/0/0

1

mt817

Toepassing EEM

0/2/2/0/0

1

wb3413

Baggerprocessen 1

2/2/0/0/0

2,5

wb3414

Baggerprocessen 2

0/0/0/2/2

2,5

wb3408B

Ontwerpen van baggerwerktuigen

2/2/0/0/0

2

wb3407A

Logistiek: introductie

0/0/0/2/2

2

wb3410

Grootschalige transportsystemen

0/0/0/0/2

1

wm0102

Arbeidspsychologie

0/0/0/2/2

2

wm0504

Industriële organisatie

4/0/0/0/0

2

wm0610

Bedrijfseconomie

2/0/0/0/0

1

wm0611

Kosteninformatie

0/2/0/0/0

1

Aanbevolen vakken:

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Hfdv01ne.htm (2 of 2) [29/12/1999 15:21:22]

1,5

mt112

Vakcode: mt112 Vaknaam: Ontwerpen van schepen 3 Het betreft een college TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde & Maritieme Techniek Docent(en): Aalbers, prof.ir. A.

Tel.: 015-2781732

Trefwoorden: betrouwbaarheidsanalyse en innovatie in het ontwerp van schepen

Cursusjaar: 4 Quintaal: 0/0/0/2/2 Coll.uren p/w: 2 Andere uren: 0 Toetsvorm: Mondeling Tentamenperiode: 5 (zie jaarindeling)

Voorkennis: Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: In het college worden recente ontwikkelingen in het ontwerpen van schepen en offshore platformen behandeld. De onderwerpen worden jaarlijks gekozen en merendeels behandeld in de vorm van een responsiecollege, waarbij de deelnemende studenten ieder een onderwerp voorbereiden en presenteren. Daarnaast worden één of twee gastdocenten uitgenodigd. College materiaal: Wordt op het college uitgereikt. Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Beoordeling vindt plaats op basis van de presentatie van de studenten en hun bijdrage aan de discussie bij ieder onderwerp. Aanwezigheid bij alle colleges is verplicht. Doel: Het leren omgaan met betrouwbaarheidsanalyse bij innovaties en snelle ontwikkelingen in het ontwerpen van schepen. Computer gebruik: geen Practicum: geen Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 75%

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/vakken/mt112.htm [29/12/1999 15:21:22]

mt113

Vakcode: mt113 Vaknaam: Ontwerpen van Schepen 4: Ontwerpen van geavanceerde vaartuigen Het betreft een Scriptie en college TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Pinkster, ir. J.A., Stapersma, prof.ir. D., Keuning, dr.ir. J.A. Trefwoorden: Inleiding geavanceerde vaartuigen, voortstuwingssystemen, scheepsbewegingen, materialen, draagkracht materialen, veiligheidsaspecten, rederij-eisen en economie, ontwerpen van geavanceerde vaartuigen

Tel.: 015-2786606 Cursusjaar: 3/4 Quintaal: 2/2/0/0/0 Coll.uren p/w: 2 Andere uren: 0 Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: 2, 3 (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt110, mt111, mt112, mt210, mt513 Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ● ●

Een basisintroductie wordt gegeven m.b.t. geavanceerde vaartuigen (GV). De basisprincipes van de verschillende typen GV's worden uitgelegd en verder ondersteund met data van pas gebouwde voorbeelden van deze vaartuigen.

●

Verschillende typen voortstuwingssystemen (d.w.z.: hoge snelheid dieselmotoren en gasturbines) worden uitvoerig behandeld, alsmede mogelijke typen voortstuwers die gebruikt worden voor GV's (inclusief surface-piercing-schroeven en waterjets).

●

Een basisintroductie wordt gegeven m.b.t. verschillende constructiematerialen, beschikbaar voor GV's en aspecten zoals de draagkracht van materialen komen aan de orde.

●

Hydrodynamische aspecten, die betrekking hebben op het ontwerpen van GV's worden onder de aandacht van de ontwerper gebracht en tegenstrijdige belangen tussen aan de ene kant weerstand en voortstuwing en aan de andere kant scheepsbewegingen worden tevens sterk belicht.

●

Veiligheidsaspecten gerelateerd aan GV's worden behandeld samen met mogelijke fouten-trajecten tijdens ontwerpen constructiefase.

●

Ontwerpstrategieën van een aantal GV-typen worden onder de aandacht gebracht en uitgebreid behandeld.

●

Rederseisen en economische waardering van een GV-systeem wordt behandeld, alsmede trends en toekomstverwachtingen van GV's.

College materiaal: J. Pinkster, "Introductie Geavanceerde Vaartuigen", 1998, en kopieën van publicaties over relevante onderwerpen Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Doel: Inleiding geavanceerde vaartuigen, basiscomponenten en probleemgebieden, ontwerpen van geavanceerde vaartuigen Computer gebruik:


mt113

Practicum: Ontwerp component: Ontwerpstrategie van geavanceerde vaartuigen en ontwerpmethoden voor de basiscomponenten. Synthese van het totale ontwerp. Percentage ontwerponderwijs: 25%


mt411

Vakcode: mt411 Vaknaam: Ofshore 2 Het betreft een college TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde & Maritieme Techniek Docent(en): Boonstra, ir. H.

Tel.: 015-2781521

Trefwoorden: mobiele offshore platformen, ontwerpen, golfbelastingen, betrouwbaarheid

Cursusjaar: 4/5 Quintaal: 0/0/0/2/2 Coll.uren p/w: 2 Andere uren: 0 Toetsvorm: Zie opm. Tentamenperiode: 5, 6 (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt110, mt111, mt513 Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Specifieke toepassing op offshore eenheden en onderdelen daarvan van de maritieme vakgebieden zoals: voorschriften, zeegangs-belastingen, stabiliteit, bewegingen. Sterkte, logistiek, inrichting, veiligheid. Criteria die op deze gebieden gesteld worden door de industriële activiteiten aan boord, de autoriteiten, de bouwwerven en de eigenaars. College materiaal: B. Boon en H. Boonstra, "Het ontwerpen van Maritieme Offshore Constructies II", 1991 Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Het tentamen is schriftelijk, of d.m.v. het maken van vraagstukken uitgereikt tijdens het college. Doel: Het leren toepassen van en omgaan met analyse en berekeningsmethoden, waarmee mobiele offshore platformen kunnen worden ontworpen. Computer gebruik: geen Practicum: geen Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 75%


mt514

Vakcode: mt514 Vaknaam: Bewegingen en sturen 2 Het betreft een College TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Pinkster, prof.dr.ir. J.A.

Tel.: 015-2783598

Trefwoorden: Manoeuvreren en Sturen.Verdieping theorie manoeuvreren van schepen en andere objecten. Lineaire modellen, niet-lineaire modellen. Model proeven ter bepaling van coëfficiënten voor lineaire en niet-lineaire mathematische modellen. Stoppen en versnellen van schepen. Invloed van beperkte waterdiepte en beperkte breedte van een vaarwater. Onderlinge beïnvloeding van schepen. Simulatoren. Scheepsbewegingen. Verdieping theorie van scheepsbewegingen. 3-dimensionale diffractie theorie. Strip theorie. Gedrag van afgemeerde offshore constructies. Niet-lineaire golfdriftkrachten.


Voorkennis: mt513 Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ●

●

Deel 1: Manoeuvreren en Sturen De algemene bewegingsvergelijkingen van een star lichaam met 6 graden van vrijheid volgens Euler, de lineaire stuurvergelijkingen van 6 graden van vrijheid(onderzeeer), samenvatting van bestaande niet-lineaire bewegingsvergelijkingen en een kritische beschouwing daarover, simulatietechnieken ten behoeve van training van zeevarenden en wetenschappelijk onderzoek, de menselijke reactie, eventueel een excursie naar een van de simulatoren. Regeltechnische beschouwingen en criteria voor stuurautomaten. Experimenten en resultaten van experimenten van oscillatie- en transient proeven, invloed beperkingen vaarwater in diepte en/of breedte. Stoppen en versnellen van schepen. Deel 2: Scheepsbewegingen Lineaire 3-dimensionale potentiaaltheorie, symmetrie van de toegevoegde massa en demping, de Haskind relaties tussen golfkrachten, golfpotentiaal en stralingspotentiaal. Numerieke oplossingen voor het lineaire 3-dimensionale potentiaalprobleem zonder invloed voorwaardse snelheid. Striptheorie voor schepen met voorwaardse snelheid. Niet-lineaire effecten in de golfkrachten op een drijvend lichaam zonder voorwaardse snelheid. Weerstandstoename van schepen varend in golven. Optimaliseren van het zeegangsgedrag van een schip in het ontwerpstadium.

College materiaal: ● ●

Scheepsbewegingen, sturen en manoeuvreren 2: Prof. J. Gerritsma Wave drift forces: Prof.dr.ir. J.A. Pinkster

Referenties vanuit de literatuur: Proceedings ITTC, Principles of Naval Architecture Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): De studenten worden de gelegenheid gegeven een voordracht te geven en een scriptie te schrijven over in nader in overleg met de docent vast te stellen onderwerpen uit de scheepshydromechanica. Doel:


mt514

Computer gebruik: Afhankelijk van de keuze van onderwerpen voor scriptie en/of voordracht kunnen studenten gebruik maken van software van de afdeling voor het voorspellen van het gedrag van drijvende objecten. Practicum: Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 25%


mt515

Vakcode: mt515 Vaknaam: Weerstand en voortstuwing 2 Het betreft een College TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Kuiper, prof.dr.ir. G.

Tel.: 015-2786860

Trefwoorden: Cursusjaar: 3, 4 Gelineariseerde draaglijntheorie, instationaire aanstroming van Quintaal: 0/0/0/2/2 schroeven. Bijzondere onderwerpen. Coll.uren p/w: 2 Andere uren: Toetsvorm: Zie opm. Tentamenperiode: (zie jaarindeling) Voorkennis: mt512, lr44 Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ● ●

Eerste helft: gedrag van schroeven in instationaire aanstroming achter het schip. Inceptie van cavitatie en instationair gedrag van cavitatie. Tipwervels. Trillingsexcitatie. In de Tweede helft wordt een reeks recente artikelen van niveau uit de scheepshydrodynamica besproken. Onderwerpen varieren met de belangstelling van de deelnemers en beslaan onderwerpen als recente propellerontwerpen, validatie van berekeningsmethoden, toepassing van rekenmethoden in het ontwerp van scheepsvormen, planeren, etc.


1e deel: uitgereikte hoofdstukken diktaat over de te behandelen onderwerpen. 2e deel: uitgereikte artikelen.

Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Toetsvorm: voordracht tijdens college en mondelinge voor- en nabespreking daarvan. Doel: Het doel van het college is een verdieping te geven van de stof van het eerste college. In het tweede deel wordt gevalideerd om men recente literatuur kan lezen en interpreteren in het licht van de behandelde stof. Presenteren van inzichten en kritische bespreking wordt getraind in de voordracht. Computer gebruik: Geen. Practicum: Geen. Ontwerp component: Het college traint in de toepassing van recente kennis in scheeps- en schroefontwerp. Percentage ontwerponderwijs: 50%


mt213

Vakcode: mt213 Vaknaam: Maritieme werktuigkunde 4 Het betreft een college TUD studiepunten: 2,5 ECTS studiepunten: 4 Faculteit Ontwerp, Constructie en Productie Docent(en): Klein Woud, prof. ir. J.

Tel.: 015 278 1556

Trefwoorden: Betrouwbaarheid en beschikbaarheid van maritieme installaties. Verend opstellen van werktuigen, trillingsen geluidsisolatie. Dynamisch gedrag van machine-installaties.

Cursusjaar: MT4,Wb4 Quintaal: 0/0/0/0/2 Coll.uren p/w: 2 Andere uren: 0 Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: 5, 6 (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt214 Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Enkele meer specialistische onderwerpen betreffende maritieme werktuigkunde: ● Betrouwbaarheid en beschikbaarheid van maritieme installaties. 1. Bedrijfszekerheid, onderhoudbaarheid, beschikbaarheid. 2. Foutboom- en gebeurtenissenboom-analyses, FMECA. Soorten faalgedrag. 3. Onderhoud en conditiebewaking. ● Verend opstellen van werktuigen, trillingsen geluidsisolatie. 1. Principe van verend opstellen, invloed van demping en fundatiestijfheid, doorleidfactor. 2. Verende opstelling met meerdere vrijheidsgraden, berekeningsmethodiek, elastisch centrum van een verende opstelling. 3. Ontwerp van een verende opstelling, eisen, keuze en plaatsing van veren, stabiliteit van de opstelling, eigenschappen van rubberveren. 4. Balancering van dieselmotoren, vrije krachten en vrije momenten, invloed van vrije krachten en momenten bij verende en vaste opstelling. ● Dynamisch gedrag van machine-installaties. 1. Simulatie van een dieselmotor voortstuwingsinstallatie. 2. Modellering van dieselmotor met regulateur, vaste- en verstelbare schroeven, schip. 3. Simulatie-oefening m.b.v. SIMULINK (zie mt213P). College materiaal: J. Klein Woud, "Maritieme werktuigkunde IV", 1999 J. Klein Woud, "Maritieme werktuigkunde II", 1995 Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): ● ● ●

mt213 (tentamen) = 1 stp. mt213P (simulatie-oefening) = 1,5 stp. Het eindcijfer is het gewogen gemiddelde van de 2 delen.


mt213

Doel: ●

Het kennen van de beginselen van het betrouwbaarheids- en beschikbaarheidsonderzoek en dit kunnen toepassen,

●

Het kunnen ontwerpen van een verende opstelling , Het kunnen ontwikkelen van een simulatiemodel van een werktuigkundige installatie aan de hand van mathematische verbanden, om het dynamische gedrag te voorspellen en de regelstrategie te bepalen.

●

Computer gebruik: Simulatie-opdracht (mt213P) Practicum: Verplicht practicum: simulatie-opdracht (mt213P) Ontwerp component: Ontwerpen van verende opstellingen en simulatie van werktuigkundige installaties Percentage ontwerponderwijs: 100%


mt712

Vakcode: mt712 Vaknaam: Werfinrichting, werfbedrijf, en bedrijfsomgeving van de werf Vak is vervallen. Zie mt720/mt721 Het betreft een .. TUD studiepunten: 1, 2 (zie ‘vakbeschrijving’) ECTS studiepunten: Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Hengst, prof. ir. S.

Tel.: 015-278 5306

Trefwoorden: Kenmerken enkelproduktie, interne en externe bedrijfsfactoren, markt-factoren, strategische planning, begroting, operationele research, productie optimalisatie, probleemanalyse, kwaliteitsbeheersing.

Cursusjaar: 4 Quintaal: 0/0/0/3/0 Coll.uren p/w: 3 Andere uren: Toetsvorm: Scriptie + presentatie Tentamenperiode: (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt711, wm0501, wb0504 Wordt vervolgd door: mt713, mt714 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Methode: ●

Zelfstandig bestuderen van de literatuur over de theorie en praktijk van de scheepsbouw, de organisatie van projecten en de specifieke toepassingen daarvan in de producerende en dienstverlenende sectoren van de maritieme branches.

●

Zelfstandig leren uitvoeren van projecten in teamverband. Toepassen van de in de literatuur aangetroffen theorie. Kritisch beoordelen van de theoretische modellen met betrekking tot de toepassing in de praktijk.

● ●

Vakbeschrijving (1): "Opzet en indeling" Voor het vak ‘Werfinrichting, werfbedrijf, en bedrijfsomgeving van de werf’ wordt de student gevraagd een keuze te maken uit een aantal aandachtsgebieden die direct gerelateerd zijn aan de bedrijfsvoering en de lay-out van een werf. Aandachtgebieden zijn: ● Planning en organisatie ● ● ● ● ●

Interne en externe bedrijfsfactoren Financieën, administratie en economie Kwaliteitsbeheersing en controle Onderhoud en onderhoudsmanagement Transport, logistiek en operations research

Binnen deze aandachtsgebieden staat het de studenten vrij zelf een onderwerp te kiezen. De gekozen onderwerpen worden behandeld voor scheepnieuwbouwwerven en / of voor reparatiewerven. Het vak wordt voltooid met een scriptie en een presentatie. Voor het vak zijn maximaal 2 studiepunten te behalen. Het is ook mogelijk het vak voor 1 studiepunt te volgen. De scriptie wordt hier op afgestemd. Het aantal college-uren is in beide gevallen gelijk.


mt712

Vakbeschrijving (2): "Mogelijke onderwerpen binnen de aandachtgebieden" De door de student gekozen onderwerpen worden nader onderzocht ten aanzien van het belang ervan binnen een maritiem bedrijf. In het bijzonder een scheeps (-reparatie) werf. Mogelijke onderwerpen zijn: ● De interne bedrijfsfactoren. ● ● ● ● ●

● ● ● ● ● ● ●

Sleutelfuncties. Het karakter van de enkelproduktie in de scheepsbouw en reparatie. Voorwaarden voor produktiebeheersing. Technische-en organisatorische aspecten van bouwsystemen. Produktie ondersteunende, service verlenende en managements afdelingen en diensten, karakteristieken en kosten. Werkplanning en allokatie. De risico's van bouwers en gebruikers. Management en omgeving - ontwerp produkt - produktiemethodieken - produktiebesturing. Beheersing produktieproces. Begrotingsbudgetten. De externe bedrijfsfactoren. Markt, invloedsfactoren, marketing. De taken van de organisatie, strategische planning in de maritieme staalverwerkende industrie, het beoordelen van investeringen, marketing, verkoop en innovatie, produkt-en marktcombinaties.

●

Bijzondere onderwerpen, zoals b.v.: toepassing operationele research, optimalisatie-technieken in de produktie, systematische analyse van produktieproblemen.

●

Normalisatie. ISO 9000. Kwaliteitsborging, kwaliteitscontrole. Eisen en specificaties van afnemers. Eisen en specificaties van klassebureaus. Inspecties. Procedures. Materiaal-controle systemen.

Kwalificaties procedures. Planning en werkvoorbereiding. Opleveringsdocumenten. College materiaal: ●

"Een boekje over bedrijfskundige methodologie"; Management van onderzoek Prof.dr.ir. A.C.J. de Leeuw.

●

Ship Production Kaizen, Imaki Masai Produceren door informeren. Th.M.J. van Rijn. Produktie management H. Botter ISO-9000 t/m 9004.

● ● ● ●

Referenties vanuit de literatuur: ● ● ● ●

Uitgaven van "The journal of Ship Production" Boeken over "Production and Operations Management" Management., P. Drucker Russell en Taylor. "Production & Operations Management". (1995, Prentice-Hall, Inc. / ISBN 0-205-14733-X).

●

Storch, Hammon en Bunch. "Ship Production Work" (1988 Cornell Maritime Press, Inc. / ISBN 0-87033-357-7).

●

In overleg: boeken over "Quality Assurance" en "Total Quality Management"


mt712

Opmerkingen (specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Het onderwijs in het vierde en vijfde jaar wordt verzorgd in de vorm van werkcolleges. De studenten bestuderen zelfstandig de opgegeven literatuur, maar dienen eveneens literatuur op te sporen. Naast de bestudering van de literatuur worden "case studies" opgedragen. Voor een opdracht winnen de studenten onder meer informatie bij bedrijven, om de gang van zaken in de praktijk te bestuderen. De colleges zijn besprekingen van de voortgang, met alle daarbij behorende aspecten van verslaggeving, het vastleggen van de gemaakte afspraken, planning en voortgangscontrole. Er worden de studenten onderwerpen aangereikt die tijdens de colleges worden besproken. Omdat er in teamverband moet worden gewerkt kunnen meerdere aspecten in een onderwerp worden meegenomen en ontstaan "combinaties" van vakken in een bepaalde groep. Een schriftelijke verslaggeving en mondelinge presentaties van de groep ronden het werk af. De beoordeling van de scripties geschiedt aan de hand van een aantal criteria waarin de elementen voorkomen die met de opdracht worden beoogd. De opdrachten hebben meerdere invalshoeken (multi-disciplinair) en lenen zich voor de combinatie van literatuur en veldwerk bij bedrijven. Deze werkwijze is voor de studenten weliswaar arbeidsintensief maar door het samenspel van theorie en praktijk leerzaam. Aanmelden bij secretaresse mevrouw A. Nieuwland-Jobse. Doel: ●

Het verkrijgen van kennis over en inzicht in de productieprocessen in de scheepsbouw, de scheepsreparatie, de toeleverende industrie en de wijze waarop deze processen kunnen worden beïnvloed.

●

Het verkrijgen van inzicht in de factoren die de organisatie van een werf beïnvloeden en de productiviteit bepalen.

Computer gebruik: Tekstverwerking en spreadsheets. Practicum: Zie ‘Opmerkingen’ Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs:


mt713

Vakcode: MT713 Vaknaam: Projectmanagement in de scheepsbouw en offshore Vak is vervallen. Zie mt720/mt721 Het betreft een .. TUD studiepunten: 1, 2, 3 (zie ‘vakbeschrijving’) ECTS studiepunten: Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en) Hengst, prof. ir. S.

Tel.: 015-278 5306

Trefwoorden: Marktfactoren, strategische planning, begroting, operationele research, productie-optimalisatie, probleemanalyse, kwaliteitsbeheersing, organisatie en uitvoering van reparaties en bergingen, slopen, expertise, verzekering, enkelproductie, productiebesturing, planningssystemen.


Voorkennis: mt711, wm0501, wm0504 Wordt vervolgd door: mt712, mt714 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Methode: ●


●


● ●

Vakbeschrijving (1): "Opzet en indeling" Voor het vak ‘Projectmanagement in de scheepsbouw en offshore’ wordt de student gevraagd een keuze te maken uit een aantal aandachtsgebieden die direct van belang zijn bij het projectmatige karakter van de geleverde producten en diensten in de maritieme industrie. Aandachtgebieden zijn: ● Planning, organisatie en uitvoering van maritieme projecten ● ● ● ● ●


Binnen deze aandachtsgebieden staat het de studenten vrij zelf een onderwerp te kiezen. De gekozen onderwerpen worden behandeld voor projecten in de scheepnieuwbouw, de scheepsreparatie, het slopen van schepen en / of voor projecten in de bergingssector. Het vak wordt voltooid met een scriptie en een presentatie. Voor het vak zijn maximaal 3 studiepunten te behalen. Het is ook mogelijk het vak voor 1 of 2


mt713

studiepunt te volgen. De scriptie wordt hier op afgestemd. Het aantal college-uren is in alle gevallen gelijk. Vakbeschrijving (2): "Mogelijke onderwerpen binnen de aandachtgebieden" De door de student gekozen onderwerpen worden nader onderzocht ten aanzien van het belang ervan binnen een project in de maritieme sector. Mogelijke onderwerpen zijn: ● Interne bedrijfsfactoren. Externe bedrijfsfactoren. Markt, invloedsfactoren, marketing. ● ● ●

Management en omgeving - ontwerp produkt - produktiemethodieken - projectbesturing. Begrotingsbudgetten. De taken van de organisatie, strategische planning in de maritieme industrie, het beoordelen van investeringen, marketing, verkoop en innovatie, produkt-en marktcombinaties.

●


●


●

Kwalificatie procedures. Planning en werkvoorbereiding. Opleveringsdocumenten. Organisatie van nieuwbouw, reparatie, sloop en bergingsprojecten. Financiële aspecten. Verzekering, assuradeuren, expertise. Bergingsmethoden. Slopen. Relatie eigenaar, berger, verzekeraar, overheid, reparatiewerf. Geavanceerde planning systemen.

● ● ● ● ●

De bouw van schepen en offshore-units en -installaties worden gekenmerkt als enkelprodukten. Voor de beheersing en besturing van het produktie-proces kan niet worden uitgegaan van de principes voor serie-matige of massa produktie. Het ver doorvoeren van een gedetailleerde voorbereiding van het werk is voor het produkt te kostbaar. Welke voorwaarden worden gesteld aan de beheersing en aan het management van een proces in de enkel-produktie. Wat is de relatie tussen het ontwerpen, de produktietechnieken, produktiemethodes en de produktiebesturing. Gelijke overwegingen gelden ook voor projecten in de reparatie- en de bergingssector. Elke sector heeft een eigen cultuur en kent eigen management technieken. College materiaal: ●


●

Ship Production Kaizen, Imaki Masai Produceren door informeren. Th.M.J. van Rijn. Produktie management H. Botter ISO-9000 t/m 9004. Literatuur afhankelijk van het onderwerp, Lloyd’s List en tijdschriften.

● ● ● ● ●


mt713



●


●

In overleg: boeken over "Quality Assurance" en "Total Quality Management" In overleg: boeken over "Project Management".

●


Het verkrijgen van kennis over en inzicht in de specifieke aspecten verbonden aan het projectmanagement in de scheepsbouw, scheepsreparatie en offshore.

●

Het verkrijgen van inzicht in de factoren die de organisatie en de uitvoering van projecten in de maritieme industrie beïnvloeden.

Computer gebruik: Tekstverwerking en spreadsheets Practicum: Zie ‘Opmerkingen’ Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs:


mt816

Vakcode: mt816 Vaknaam: Composietmaterialen in de scheepsbouw Mededeling over de vernieuwing van dit vak!! Het betreft een College TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 2 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Boon, prof.ir. B.

Tel.: 015-2784538

Trefwoorden: Toepassingsgebieden in maritieme constructies, materiaalcomponenten, fysische en mechanische eigenschappen, productiemethoden, constructieve vormgeving, sandwich constructie, verbindingen, sterkte en stijfheid, statische en dynamische sterkte, responsie en draagkracht, voorschriften en regelgeving.


Voorkennis: Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Het college richt zich met name op de mogelijkheden en beperkingen van vezelversterkte kunststoffen (VVK's) in maritieme constructies. Voor- en nadelen van VVK's t.o.v. conventionele materialen worden besproken in relatie tot een aantal toepassingen in de scheepsbouw. Er wordt ingegaan op de vervaardiging, leveringsvorm en eigenschappen van zowel de basiscomponenten (matrix, wapening, kernmateriaal) als het samengestelde product (laminaat en sandwich). Behandeld worden relevante productiemethoden en constructievormen van maritieme constructies en onderdelen, de onderlinge samenhang en de invloed op de kosten en eigenschappen van het product. Vervolgens wordt ingegaan op de constructieve vormgeving en de responsie en draagkracht van de constructie en onderdelen onder de geNigende belastingen. Bijzondere aandacht wordt daarbij gegeven aan de invloed van de eigenschappen en samenstelling van de basiscomponenten en van de constructieve vormgeving. Ook de invloed van milieu en tijdsaspecten wordt daarbij in beschouwing genomen. Tenslotte wordt nader ingegaan op regelgeving en voorschriften van o.a. klassenbureaus t.b.v. constructief ontwerp, materiaalgebruik, dimensionering, onderhoud en gebruik. College materiaal: Samenvattingen; collegedictaat in voorbereiding. Referenties vanuit de literatuur: ●

Composite Materials in maritime structures, edited by R.A. Shenoi and J.F. Wellicome, Vol. I and Vol. II, Cambridge Ocean Technology Series 4 and 5, Cambridge University Press 1993, ISBN 0 521 45153 1, ISBN 0 521 45154 X, Combined ISBN 0 521 458765.

Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Doel: Het doel van het college is de toekomstige scheepsbouwingenieur vertrouwd te maken met de constructieve eigenschappen van composietmaterialen en met de mogelijkheden en beperkingen van hun toepassing in primaire en secundaire verbanddelen van maritieme constructies. Computer gebruik: geen Practicum: geen


mt816

Ontwerp component: Interactie tussen materiaaleigenschappen, constructieve vormgeving en responsie en draagkracht (stijfheid en sterkte) van de constructie onder praktijkbelasting. Percentage ontwerponderwijs: 50%


mt817

Vakcode: mt817 Vaknaam: Toepassingen eindige-elementenmethode Het betreft een College + oefening TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 2 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Hommel, ir. G.

Tel.: 015-2786507

Trefwoorden: Gebruikersaspecten, kwaliteitseisen, ontwikkelingen.

Cursusjaar: 4, 5 Quintaal: 0/2/2/0/0 Coll.uren p/w: 2 Andere uren: 0 Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: 3, 4 (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt825, mt826 Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ● ● ●

Toepassingen van de eindige-elementenmethode in de (maritieme) techniek. Gebruikersaspecten van en kwaliteitseisen aan computerprogramma's. Ontwikkelingen in de eindige-elementenmethode.

College materiaal: Finite Element Modeling for Stress Analysis, Robert D. Cook, ISBN 0-471-10774-3. Referenties vanuit de literatuur: Concepts and Applications of Finite Element Analysis, Robert D. Cook et al., ISBN 0-471-50319-3. Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Doel: Verkrijgen van kennis over toepassingen en gebruikersaspecten van alsmede kwaliteitseisen aan en ontwikkkelingen in eindige-elementen software. Computer gebruik: Oefeningen m.b.v. de computer Practicum: Ontwerp component: De eindige-elementenmethode is belangrijk voor de analyse van de stijfheid, sterkte en stabiliteit van ontworpen en te ontwerpen constructies. Percentage ontwerponderwijs: 50%


Specialisatie Maritieme Werktuigkunde -MT-

Hoofdvak Ontwerpen van Vaartuigen Maritieme Werktuigkunde Hoogleraar: prof. ir. J. Klein Woud Beschrijving van de specialisatie: Deze specialisatie betreft het ontwerpen, installeren en operationele gebruik van werktuigkundige en elektrische installaties aan boord van schepen en andere maritieme objecten. Hierbij is vooral het integratieaspect van de componenten (werktuigen, elektrische machines, meet- en regelsystemen) tot een goed werkend en betrouwbaar systeem van belang. Technische en economische aspecten zoals betrouwbaarheid, veiligheid, onderhoudbaarheid alsmede aanschaffings- en operationele kosten spelen een belangrijke rol. Kennis van het gedrag van de afzonderlijke componenten zoals motoren, pompen, compressoren, warmtewisselaars en elektrische machines is daarvoor noodzakelijk. Het gaat hierbij in eerste instantie niet om de constructieve aspecten, maar om de karakteristieke eigenschappen, die bepalen hoe de componenten toegepast moeten worden, wat het dynamisch gedrag zal zijn en welke regelingen gewenst zijn. Het totale afstudeer traject omvat 84 studiepunten (28 sp vakken, 14 sp stage en 42 sp afstudeer project). In overleg met de afstudeerhoogleraar wordt een vakkenpakket samengesteld met een omvang van 28 studiepunten. Dit vakkenpakket is als volgt onderverdeeld: ●

Minimaal 6 studiepunten aan maatschappijvakken, aanbevolen hierbij zijn wm0301tu,

wm0742tn, wm0748tu, wm0801

en wm0909. ●

●

Minimaal 10 studiepunten aan MT-vakken, te kiezen uit de lijst volgens het eind-doctoraal programma. Hiervan zijn de vakken mt212, mt213 en mt213p verplicht (totaal 4,5 studiepunten), Een keuzevakkenlijst die mede vastgesteld kan worden in het kader van het latere afstudeeronderwerp en de belangstelling van de student. Aanbevolen worden als fundamentele vakken wb1303, wb1320, tn371, wb2307, wb2400 en wb2405 en als ontwerpen constructieve vakken ide543, wb2402, wb3407A, wb4408A, wb4408B, wb4409A, wb4409B, wb4409C, wb5415 en lr4-96A.

Aanbevolen keuzevakken en -oefeningen Vakcode

Vaknaam

College-uren

Stp.

ide543

Ontwerpleer 2

0/0/2/2

2

in4013tu

Expertsystemen in een technische omgeving

0/2/2/0

3

lr4-96A

Onderhoudstechnologie

0/0/2/2

2

tn371

Voortgezette thermodynamica

0/0/2/2

2

wb1303

Dynamica 3A

2/0/0/0/0

1

wb1320

Stroming en warmteoverdracht 2

2/0/0/0/0

1

wb2307

Signaalanalyse

0/0/0//4

3

wb2311

Inleiding modelvorming

4/0/0/0/0

2

wb2400

Procesregeling

0/0/0/2/2

2

wb2402

Hydraulische servosystemen

2/2/0/0/0

2

wb3407A

Logistiek: introductie logistieke systemen

0/0/0/2/2

2

wb4408A

Dieselmotoren A

0/0/0/2/2

3

wb4408B

Dieselmotoren B

2/2/0/0/0

3

wb4409A

Gasturbines A

2/0/0/0/0

1

wb4409B

Gasturbines B

0/2/0/0/0

1

wb4409C

Gasturbines C

0/2/0/0/0

1

wb5415

Onderhoudsmanagement

2/2/0/0/0

1,5

wi2021tu

Numerieke analyse C1

0/0/0/2/2

3

wi3021tu

Toegepaste statistiek B

0/0/2/2

3

wi4019

Niet-lineaire differentiaalvergelijkingen

0/4/0/0

4

wi4052

Risico-analyse + practicum

0/0/2/2

2

wm0301tu

Algemene inleiding techniekfilosofie

0/2/0/0

2

wm0742tn

Technische Bestuurskunde I en II

0/4/0/0

2


Specialisatie Maritieme Werktuigkunde -MT-

wm0748tu

Beleid: analyse en ontwikkeling

0/4/0/0

2

wm0801

Inleiding veiligheidskunde: methoden en technieken

0/4/0/0/

2

wm0909

Techn. assessment: naar een milieuvriendelijk techn.-ontwikkeling

0/0/2/2

2

OPMERKINGEN:

zie verder TU-Gids

Het afstuderen bestaat uit een scriptie en een ingenieursopdracht, gezamenlijk een studielast van 42 punten. Vrijwel altijd zullen deze opdrachten in samenwerking met een bedrijf (ingenieursbureau, werf, research-instelling) worden gedaan. Indien de scriptie en/of ingenieursopdracht in het bedrijfsleven wordt uitgevoerd, is de verplichte stage van 14 studiepunten hiermee te combineren. De beide opdrachten zullen bij voorkeur hetzelfde onderwerp betreffen, waarbij de scriptie veelal oriënterend van karakter zal zijn en de ingenieursopdracht een verdere uitwerking van een bepaald aspect zal zijn. Deze laatste opdracht dient in belangrijke mate zelfstandig uitgevoerd te worden.


Specialisatie Scheepshyrdomechanica

Hoofdvak Scheepshydromechanica Scheepshydromechanica Hoogleraren: prof.dr.ir. J.A. Pinkster, prof.dr.ir. G. Kuiper Het vakgebied kan in 2 delen gesplitst worden: ● ●

Hydrostatica: vooral gericht op het schip in stil water (carène stabiliteit, schottenkromme). Hydromechanica: heeft betrekking op interactie tussen water en schip, zowel in vlak water als in golven. Vakken op dit gebied: ❍ Weerstand en voortstuwing. ❍

Scheepsbewegingen ten gevolge van golven en sturen.

Uitrusting De vakgroep beschikt over de nodige computerapparatuur en programmatuur, 2 sleeptanks en een kleine cavitatietunnel. De beide sleeptanks (L = 80 m en L = 145 m) beschikken over een hydraulische golfopwekker (flaptype). De cavitatietunnel wordt hoofdzakelijk voor onderzoek aan profielen gebruikt. Afgestudeerden Sinds 1963 zijn ongeveer 100 mensen afgestudeerd en er vonden ongeveer 15 promoties plaats onder leiding van een docent van de vakgroep. De plaatsingsmogelijkheden van afgestudeerden zijn o.a.: research-instituten, marine, rijkswaterstaat, scheepvaartinspectie, offshore, onderwijs, ontwerpbureau's, schroevenfabriek, werven. Afstudeeronderwerpen ●

Optimalisatie semi-submersibles.

●

Ontwerp windvoortstuwing visserij research vaartuig. Slingerstabilisatie d.m.v. gewichten. Oscillatie en/of stabilisatie van de slingerbeweging d.m.v. roer. Gedrag-sleepboot op zee t.a.v. bewegingen en weerstand. Eindige elementen methoden toegepast op de berekening van toegevoegde massa en demping (van offshore constructies).

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●

Berekening hydrodynamische krachten op een catamaran. Bewegingen van een SWATH in golven met invloed van vinnen. Zeegangsgedrag planerende boten. Kapseizen reddingsboten. Zware lading schepen, stabiliteit tijdens laden en lossen. Broachen van snelle kleine vaartuigen. Duwvaart, manoeuvreren met 6 baks combinaties. Scheepsbewegingen t.g.v. golven op ondiep water. Optimalisatie van de scheepsvorm i.v.m. scheepsbewegingen. Onderzoek naar een uit weerstands- en voortstuwingsoogpunt gunstige scheepvorm. Studie betreffende wrijvingsweerstand of golfweerstand, de berekening of experimentele bepaling daarvan, het onderzoek van factoren die ze beïnvloeden.

●

Een studie betreffende de eigenschappen van scheepsschroeven, schroeven in straalbuizen, Voith-Schneider propellers, contraroterende schroeven of andere voortstuwers, in stil water of in golven.

●

Onderzoek van de interactie schip-voortstuwer.


Specialisatie Scheepshyrdomechanica

● ● ● ● ● ● ●

Onderzoek naar factoren die cavitatie beïnvloeden. Bepaling van relatie tussen rompvoren en volgstroom. Ontwerpen van scheepsschroeven met draaglijn-theorie. Weerstandspredictie van catamaran, hydrofoils. Onderzoek aan straalbuizen. Reductie van bewegingen van een olie opslagtanker. Gedrag van planerende vaartuigen in hoge golven.

Vakgroeponderzoek Het onderzoek in het laboratorium voor Scheepshydromechanica heeft thans betrekking op voornamelijk de volgende onderwerpen: ● Snelle en geavanceerde schepen. ● ● ● ●

Het gedrag afgemeerde constructies in golven, wind en stroom. Zeegangseigenschappen en stabilisatie van de bewegingen. Windschepen, zeilende vrachtschepen en jachten. Cavitatie op profielen.

Verplichte vakken: Vakcode lr44 lr45 mt514

Vaknaam Aërodynamica 1 Aërodynamica 2 Scheepsbewegingen en sturen 2

mt515

Weerstand en voortstuwing 2 Continuüm mechanica Numerieke analyse C2

wi2061 wi4014tu

College-uren 4/0/0/0 0/0/2/2 0/0/0/2/2

Stp. 2 2 2

0/0/0/2/2 0/0/4/3 2/2/0/0

2 3,5 3

College-uren 0/0/2/2 0/0/4/0/0

Stp. 2 2

0/0/0/2/2 0/0/2/2 0/4/0/0 2/2/0/0

2 2 2 2

Aanbevolen keuzevakken Vakcode lr56I mt212

Vaknaam Num. Methoden in de vliegtuigaërodynamica 1 Maritieme werktuigbouwkunde 3

mt411

Offshore 2 Fourier- en laplace transformaties Complexe analyse numerieke stromingsleer A

wi4007tu wi4008tu wi4011


mt212

Vakcode: mt212 Vaknaam: Maritieme Werktuigkunde 3 Het betreft een College TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Faculteit Ontwerp, Constructie en Productie Docent(en): Klein Woud, prof. ir. J.

Tel.: 015 278 1556

Trefwoorden: Asdynamica, uitlijning

Cursusjaar: MT4,Wb4 Quintaal: 0/0/4/0/0 Coll.uren p/w: 4 Andere uren: Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: 3, 6 (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt214, mt211 Wordt vervolgd door: mt213 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ●

●

●

Torsie en axiale trillingen: 1. Modelleren, bewegingsvergelijkingen 2. Eigen frequenties en eigen trillingen 3. Vrije en gedwongen trillingen, gedempte trillingen 4. Dieselmotoren : modelleren, excitaties, traagheid, krukasstijfheid 5. Demping 6. Schroeven 7. Elastische koppelingen, vertakte systemen 8. Torsie trillingsdempers 9. Procedures voor torsie trillingsberekeningen Laterale trillingen: 1. Modelleren, bewegingsvergelijkingen 2. Eigen frequenties en eigen trillingsvormen met en zonder gyroscopische effecten, lager stijfheden, niet ronde assen 3. Whirling van schroefas systemen en dieselmotoren Asuitlijning: 1. Probleem definitie, invloedsfactoren 2. Gewenste uitlijning 3. Uitlijn procedures

College materiaal: J. Klein Woud, "Maritieme Werktuigkunde III", 1996. Referenties vanuit de literatuur: Zie collegedictaat Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Doel: ●

Het verkrijgen van inzicht in (en het beheersen van) de soorten van astrillingen, hun ontstaan en de van belang zijnde parameters.

●

Het verkrijgen van inzicht in (en het beheersen van de redenen) voor uitlijning en de verschijnselen welke de uitlijning beïnvloeden.


mt212

Computer gebruik: Oefeningen met de computer. Practicum: Ontwerp component: Beheersing van astrillingen en uitlijnprocedures Percentage ontwerponderwijs: 50%


Specialisatie Constructie, Sterkte en Productie

Hoofdvak Constructie, Sterkte en Productie Scheeps- & Offshoreconstructie Hoogleraar: prof.ir. B. Boon Het construeren is sinds de komst van 'open' schepen, Ro-Ro-schepen en offshore-constructies een van de belangrijkste vakgebieden van de maritiem ingenieur geworden. De betrokken ingenieurs op scheepswerven en ontwerpbureaus hebben tesamen met de klassebureaus de verantwoordelijkheid ten aanzien van de vorm, de materiaalkeuze, de produktietechniek en het dimensioneren van de verbanddelen. Een belangrijke complicatie hierbij is dat in gelaste constructies de breukveiligheid niet uitsluitend te maken heeft met de berekende spanningen. Een constructeur moet een schaap met 5 poten zijn. Betrekkelijk nieuwe wetenschappen als eindige elementenberekeningen en breukmechanica horen net zo goed thuis in zijn studiepakket als kennis van de achteruitgang van materiaalkwaliteit tengevolge van lassen en snijden of het bestrijden van trillingsen geluidshinder. Door de hierboven geschetste situatie is er een duidelijke behoefte aan all-round sterktedeskundigen. Op het ogenblik liggen de plaatsingsmogelijkheden ongeveer in overeenstemming met de volgorde in onderstaande rij: ❍

Ingenieursbureaus.

❍

❍

Olie-industrie. Klassebureaus. Scheepswerven. Onderzoekinstituten (bijv. TNO).

❍

Marine.

❍ ❍

Binnen de groep zijn verschillende specialismen aanwezig die tot uiting komen in het wetenschappelijk onderzoek dat in het Laboratorium voor Scheepsconstructies wordt verricht. De sectie richt zich vooral op de invloed van de fabricage, de vorm en het materiaal van een constructie op het gedrag onder wisselende belastingen (vermoeiing) en bij lage temperatuur (brosse breuk). Tevens wordt aandacht besteed aan plastisch bezwijken onder druk. De sectie houdt zich ook bezig met het beheersen van trillingen en lawaai, opgewekt door de schroef, de motoren, de pompen, de ventilatiesystemen, golven, enz. Behandeld worden de trillingen van zowel het gehele schip als van onderdelen ervan. Aandacht wordt besteed aan praktische en aan fundamentele behandeling van trillingsproblemen. Daar trillingen en geluid in elkaar overgaan worden ook de problemen van het produceren, het doorleiden en het verzwakken van het lawaai van bron naar ontvanger bekeken. Beide secties hebben uiteraard grote belangstelling voor de problematiek van de belastingen in zeegang. Er is alle gelegenheid om bij het 4e jaars cursus- en afstudeerwerk ingeschakeld te worden bij het onderzoek in het laboratorium. Andere mogelijkheden zijn meewerken aan projecten in de praktijk. Plaatsingsmogelijkheden voor de scheepsbouwkundig ingenieur ❍

Haven en overslagbedrijven.

❍

Fabricage scheepsbouw en offshore. Oliemaatschappijen. Ingenieursbureaus. Binnenvaartbedrijven.

❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍

Overheden. Koninklijke Marine. Scheepswerven. Classificatiemaatschappijen. Expertisebureau's. Baggerbedrijven en aannemers. Reders. Transportbedrijven.



Vakkenpakket De afstudeerrichting kent geen verplichte keuzevakken. In overleg tussen de afstudeerder en de afstudeerdocent wordt een pakket samengesteld uit het brede scala dat de universiteit te bieden heeft. Daarbij wordt rekening gehouden met wensen en verwachtingen van de afstudeerder, o.a. ten aanzien van de latere werkkring en, indien mogelijk, de afstudeeropdracht. Niettemin moet het vakkenpakket aan enkele wensen vanuit de sectie voldoen. Het ligt voor de hand dat in het pakket de door de sectie verzorgde keuzevakken zullen worden opgenomen. Daarnaast is het vak mt514 Bewegingen en Sturen 2 vrijwel onmisbaar vanwege het daar geleerde over hydrodynamische belastingen op het schip. Voor hen die in trillingen en geluid geïnteresseerd zijn worden vakken als mt212 en mt213 (Werktuigkunde 3 en 4 o.a. over asdynamica en geluidsisolatie van de motor) en mt515 (weerstand en Voortstuwing 2 vanwege cavitatie) sterk geadviseerd. Daarnaast zullen er zowel meer praktische vakken (als bijvoorbeeld aangaande het lassen) als theoretische vakken (technische mechanica, wiskunde, probabilistiek) nodig zijn. Het zwaartepunt zal hierbij sterk van de wensen en mogelijkheden van de afstudeerder afhangen. Aanbevolen wordt bij deze keuze vakken uit verschillende studierichtingen te kiezen (werktuigbouwkunde, civiele techniek, luchten ruimtevaart, materiaalkunde, wiskunde). Enkele maatschappijvakken completeren de lijst. Een enkel vak zou bij een andere universiteit of in het buitenland gevolgd kunnen worden. Voorbeelden van mogelijke vakken: Maritieme Techniek Vakcode mt212

Vaknaam Maritieme werktuigkunde 3


Stp. 2

mt213

Maritieme werktuigkunde 4

0/0/0/0/2

mt213P


mt411

Offshore 2

0/0/0/2/2

2

mt514

Bewegingen en sturen 2

0/0/0/2/2

2

mt515


0/0/0/2/2

2

mt716

Kwaliteitsbeheersing en fabr.technologie offshore

2/0/0/0/0

1

mt814

Scheepstrillingen en geluid

0/0/0/2/2

2

mt815

Constructie en sterkte bijzondere onderwerpen

0/0/0/3/0

1,5

mt816


0/2/0/0/0

1

mt817

Toepassingen eindige elementenmethode

0/2/2/0/0

1

1 1,5

Werktuigbouwkunde wb1304

Stijfheid en sterkte 3A

0/2/0/0/0

1

wb1305

Stijfheid en sterkte 3B

0/0/0/2/0

1

wb1306

Stijfheid en sterkte 3C

0/0/0/0/2

1

wb1310

Multibody dynamics A

0/0/4/0/0

2

wb1402A

Platen en schalen A

2/2/2/0/0

3

wb1405A

Knik

0/0/0/2/2

2

wb1405B

Na-knikgedrag

2/2/0/0/0

2

wb1406

Experimentele mechanica

0/0/0/2/2

2

wb1409

Elasticiteitstheorie

2/2/0/0/0

2

wb1412

Niet-lineaire trillingen

2/2/0/0/0

2

wb1430A

Inl. vezelversterkte kunststoffen

0/0/0/2/2

2

wb1431

Mechanica van vezelversterkte kunststoffen

2/2/0/0/0

2

Civiele Techniek b3

Probabilistisch ontwerpen

b14

Platen

b15

Stochastische trillingen

b16

Elasticiteitstheorie

b18

Elementenmethode voor constructies

b19

Plasticiteitsleer

g12

Staalconstructies 2

g16

Offshore ontwerp en uitvoering

x1

Inleiding offshore technologie

Lucht- en Ruimtevaart lr22

Vliegtuigsterkteleer

lr28

Computerized structural analysis

lr29

Vliegtuigmaterialen 2

lr33

Stabiliteit van dunwandige constructies 1



lr34

Stabiliteit van dunwandige constructies 2

lr35

Optimalisatie van constructies

lr36

Experimenteel constructie-onderzoek

lr84

Versterkte materialen in de vliegtuigbouw

Materiaalkunde mk17

Lastechnologie

mk21

Materiaalkunde 3

mk26

Breukleer

mk29

Niet-destructief onderzoek

mk56

Plasticiteit en breukleer

mk60

Corrosie en bescherming tegen corrosie

Wiskunde wi2020 wi2066 wi4006 wi4007tu wi4008tu wi4014tu wi4022tu wi4025/26/27 wi4048 wi4052 wi4059

Numerieke analyse Voortgezette kansrekening Bijzondere functies Fourier- en laplace-transformaties Complexe analyse Numerieke analyse C2 + practicum Inleiding partiële differentiaalvergelijkingen Partiële differentiaalvergelijkingen A/B/C Mathematische methoden in de hydromechanica Risicoanalyse Betrouwbaarheidsanalyse


0/0/2/2 3/0/0/0 0/4/0/0 0/0/2/2 0/4/0/0 2/2/0/0 2/2/0/0 2/2/2/0 0/4/0/0 0/0/2/2 2/2/0/0

2 1,5 2 2 2 3 2 3 2 2 2

mt716

Vakcode: mt716 Vaknaam: Kwaliteitsbeheersing Vak is vervallen. Zie mt720/mt721 en mt722/mt723 Het betreft een Werkcollege TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 2 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Hengst, prof.ir. S.

Trefwoorden: Normalisatie, ISO 9000, kwaliteitsborging, kwaliteitscontrole, kwaliteitsprocedures, inspecties, opleveringsdocumenten

Tel.: 015-2783882 Cursusjaar: 4 Quintaal: 2/0/0/0/0 Coll.uren p/w: 2 Andere uren: Toetsvorm: Scr.+ voordr. Tentamenperiode: 1, 3. (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt711, bb1, bb4Wordt vervolgd door: mt714, mt715, mt717, mt718 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Normalisatie. ISO 9000. Kwaliteitsborging, kwaliteitscontrole. Eisen en specificaties van afnemers. Eisen en specificaties van klassebureaus. Inspecties. Procedures. Materiaal-controle systemen. Kwalificaties procedures. Planning en werkvoorbereiding. Opleveringsdocumenten. College materiaal: ●


●

Kaizen, Imaki Masai Produceren door informeren. Th.M.J. van Rijn. ISO-9000 t/m 9004.

● ●

Referenties vanuit de literatuur: ● ●

In overleg: boeken over "Quality Assurance" en "Total Quality Management" Russell en Taylor. "Production & Operations Management" (1995, Prentice-Hall, Inc. / ISBN 0-205-14733-X).

Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Het onderwijs in het vierde en vijfde jaar wordt verzorgd in de vorm van werkcolleges. De studenten bestuderen zelfstandig de opgegeven literatuur, maar dienen eveneens literatuur op te sporen. Naast de bestudering van de literatuur worden "case studies" opgedragen. Voor een opdracht winnen de studenten onder meer informatie bij bedrijven, om de gang van zaken in de praktijk te bestuderen. De colleges zijn besprekingen van de voortgang, met alle daarbij behorende aspecten van verslaggeving, het vastleggen van de gemaakte afspraken, planning en voortgangscontrole. Er worden de studenten onderwerpen aangereikt die tijdens de colleges worden besproken. Omdat er in teamverband moet worden gewerkt kunnen meerdere aspecten in een onderwerp worden meegenomen en ontstaan "combinaties" van vakken in een bepaalde groep. Een schriftelijke verslaggeving en mondelinge presentaties van de groep ronden het werk af. De beoordeling van de scripties geschiedt aan de hand van een aantal criteria waarin de elementen voorkomen die met de opdracht worden beoogd. De opdrachten hebben meerdere invalshoeken (multi-disciplinair) en lenen zich voor de combinatie van literatuur en veldwerk bij bedrijven. Deze werkwijze is voor de studenten weliswaar arbeids-intensief maar door het


mt716

samenspel van theorie en praktijk leerzaam. ● mt716 kan worden gecombineerd met mt714, mt715 en/of mt717. ● Als alternatief kan mt716 samengaan met mt715, mt718 en/of mt717 ● Aanmelden bij secretaresse mevrouw A. Nieuwland-Jobse. Doel: ● ●

●

Kennis maken met de specifieke aspecten van de kwaliteitszorg. Het zelfstandig bestuderen van de literatuur over de theorie en praktijk van de scheepsbouw, de organisatie van projecten en de specifieke toepassingen daarvan in de producerende en dienstverlenende sectoren van de maritieme branches. Het zelfstandig leren uitvoeren van projecten in teamverband en het toepassen van de in de literatuur aangetroffen theorie. Het kritisch beoordelen van de theoretische modellen met betrekking tot de toepassing in de praktijk.

Computer gebruik: Tekstverwerking, spreadsheets. Practicum: Zie onder Opm.Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: -


mt814

Vakcode: mt814 Vaknaam: Scheepstrillingen en -geluid Het betreft een College TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Boon, prof.ir. B.

Tel.: 015-2784538

Trefwoorden: Scheepstrillingen, geluid, trillingsmetingen, ontwerpfilosofie, schroefexcitatie, trilvormen, trillingsbeheersing, lokale trillingen, schroefgeluid, geluidsprognoses.


Voorkennis: mt812, mt213, mt515 Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: In aansluiting op dat wat in mt812 is onderwezen, wordt nader ingegaan op de berekeningen van de trillingsen geluidsproblematiek bij schepen. Behandeld worden: trillingsbeheersing, lokale trillingen en trillingen van deelconstructies, door de schroef opgewekte rompkrachten, schroefgeluid, geluidsbeheersing en geluidsprognosemodellen. College materiaal: ● ●

Collegediktaat "Noise, vibration and shock on board ships", 16th WEGEMT Graduate School, Genoa, 1992.

●

Pettersen, J.W.E. (ed.), Storm, J.Fr.(ed.): "Noise control in ships", Oslo 1975 ISBN 82-7174-071-7.

●

"Vibration Control in Ships", Oslo 1985, ISBN 82-515-0090-7

Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Doel van het vak is de studenten de technieken bij te brengen om de belangrijkste trillingsen geluidsberekeningen voor scheepsconstructies te kunnen maken, de resultaten te verwerken in het scheepsontwerp en dieper gravende literatuur op dit gebied te begrijpen. Doel: Computer gebruik: Practicum: Geleerd wordt hoe in het ontwerp met trillingsen geluidsproblematiek rekening wordt gehouden. Ontwerp component: 25% Percentage ontwerponderwijs:


mt815

Vakcode: mt815 Vaknaam: Constructie en sterkte bijzondere onderwerpen Het betreft een Colloquium TUD studiepunten: 1,5 ECTS studiepunten: 3 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Boon, prof.ir. B.

Tel.: 015-2784538

Trefwoorden: Scheepsconstructies, offshore-constructies, materialen, lassen, probabilistische ontwerpen, aanvaringen, metingen op zee, strandingen.

Cursusjaar: 3 Quintaal: 0/0/0/0/4 Coll.uren p/w: 3 Andere uren: Toetsvorm: Zie opm. Tentamenperiode: n.v.t. (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt822, mt823, mt824, mt825, mt826, mt814, mt817, mt514 Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Aan de hand van recent gepubliceerde literatuur worden nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot scheeps- en offshore-constructies bestudeerd. Hierbij wordt nadruk gelegd op de fundamentele aspecten en de manier waarop deze worden toegepast. Voorbeelden van mogelijke onderwerpen zijn: moderne materialen in de scheepsbouw, integrale (constructieve) veiligheidsbenadering, dynamische respons van de constructie, impact en aanvaringen, fitness for purpose, ongevalsanalyse, invloed van materiaalbewerkingen. Nagegaan wordt welke eisen nieuwe ontwikkelingen binnen de scheepsbouw en scheepvaart stellen aan de constructieve kennis van de maritiem ingenieur. College materiaal: Verschillende recente publicaties; per jaar verschillend. Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Het vak wordt onderwezen door het bespreken van recente literatuur. Hiertoe is v\\raanmelding voor de deelname noodzakelijk, bijwonen van de colloquia een eis, terwijl de student gedurende het dimester buiten de colloquia zelf wekelijks tenminste 6 uur aan het vak zal moeten besteden. Beoordeling van de kandidaat geschiedt aan de hand van de inbreng in de colloquia en een eindgesprek. Deelname aan het colloquium is beperkt tot maximaal 10 studenten. Doel: Doel van het vak is het bijbrengen van nieuwe ontwikkelingen op het vakgebied, inzicht te verschaffen in de wijze waarop de basiskennis op het gebied van constructie en sterkte wordt toegepast en te laten zien hoe nieuwe ontwikkelingen leiden tot nieuwe eisen ten aanzien van de basiskennis. Daarnaast leert het colloquium wetenschappelijke artikelen te begrijpen en hierover een kritisch oordeel te kunnen geven. Computer gebruik: Practicum: Ontwerp component: Veelal zullen de besproken publicaties expliciet of impliciet directe invloed hebben op scheeps- en offshore-ontwerpen. In het colloquium wordt hieraan aandacht gegeven. Percentage ontwerponderwijs: 50%


Specialisatie Scheepsproductie

Hoofdvak Constructie, Sterkte en Productie Scheepsproductie Hoogleraar: prof.ir. S. Hengst Onderwijs Bij scheepsproduktie komen aan de orde: ❍ De beschrijving van een aantal produkten die in scheepsbouw en offshore worden vervaardigd. ❍ ❍ ❍

Een aantal karakteristieke kenmerken van deze produkten. De analyse van de produkten voor zover deze van belang zijn voor het produktieproces. Mogelijkheden om tot eigen produktontwikkeling te komen.

Het produktieproces Het produktieproces wordt meestal gekenmerkt door een meer of minder gevestigde aanpak van het vervaardigen van de romp. De beschrijving van dit proces behelst de verschillende bewerkingen en de samenhang daarvan. De kenmerken van het produkt die het produktieproces beïnvloeden worden behandeld. Als extremen worden genoemd: . Een produkt waarbij het bedrijf het gehele produkt ontwerpt, tekent en alle materialen koopt. Het bedrijf heeft daarbij de verantwoordelijkheid voor kwaliteit, levertijd en het voldoen aan de gespecificeerde prestaties (afmetingen, draagvermogen, snelheid, brandstofverbruik, etc.).

B. Een produkt waarbij de afnemer het ontwerp en alle materialen (incl. staal) levert en de verantwoordelijkheid van het bedrijf zich beperkt tot het leveren van de juiste kwaliteit en levertijd zoals gespecificeerd op het moment van het tekenen van het contract. De behandeling in het produktieproces is verschillend. Voorbeelden daar van zijn: ❍ Werkwijze op de produktiekamers. ❍ Bezetting en werkmethoden van de inkoopafdelingen. ❍ Behandeling van de materialenstroom. ❍ Werkmethodieken in de produktievoorbereiding. ❍ Opslag en sortering van materialen. ❍ Beheersing van de produktieprocedures. ❍ Commerciële afwikkeling, etc., etc. Een en ander houdt in dat kennis moet worden opgebouwd van de samenhang van produkt, produktiemiddelen, produktieproces, methodieken tot beheersing van het produktieproces, sociale verhoudingen, planning, strategie, marketing & sales, managementtechnieken; e.e.a. specifiek betrokken op de activiteiten in scheepsbouw en offshore. Wetenschappelijk onderzoek Er wordt bij de opzet en inhoud van de onderzoekprogramma's naar gestreefd te anticiperen op de te verwachten ontwikkelingen in de scheepsbouw en offshore. Afstemming met andere vakgroepen, ook buiten de faculteit, is hierbij noodzakelijk. Het onderzoek is voor een belangrijk deel gericht op de verbetering van de concurrentiepositie in de Nederlandse scheepsbouw, o.a. door middel van: ❍ De ontwikkeling van eigen produkten. ❍

Mogelijkheden tot verbetering van de motivatie binnen de bedrijven.


Specialisatie Scheepsproductie

❍ ❍ ❍

Verbetering van planning en organisatie. Mogelijkheden tot verbetering van de produktiviteit. CAM.

Bijzondere aspecten In het kader van het bovenstaande wordt op een aantal deelgebieden specifiek onderwijs gegeven en onderzoek op deze gebieden wordt in samenwerking met derden geïnitieerd. Het belang van onderwerpen als b.v. binnenvaart, reparatie en berging en offshore, behoeft geen nadere toelichting. CAM en robotica gaan in de technologie van de fabricage van zware constructies hand in hand. De volgende onderwerpen worden behandeld: ❍ Binnenvaart. ❍ ❍ ❍ ❍ ❍

Tewaterlaten. Reparatie en berging. Offshore fabricage en installatie op zee. Robotica. CAD/CAM.

Aanbevolen vakken tijdens de afstudeerfase. Het is verstandig tijdens de afstudeerfase een aantal vakken op te nemen die op de volgende gebieden liggen. De definitieve keuze geschiedt in overleg met de afstudeerhoogleraar. Algemene bedrijfskundig georiënteerde vakken. ❍

Arbeids- en organisatie psychologie *

❍

Bedrijfsorganisatie (wm0504 of wm0505) *

❍

Transport, routing and scheduling *

❍

Planning technieken Projectmanagement Financial management *

❍ ❍

Technische vakken ❍

Operations research *

❍

Robotica

❍

❍

Materiaalkunde Kunststoffen Bewerkingstechnieken en lassen *

❍

Informatie systemen *

❍

Data-base management 1. Aangezien het aanbod bij de faculteiten groot is wordt in overleg een programma vastgelegd dat een goede studievoortgang mogelijk maakt. ❍

2. Vakken met een * zijn meer of minder verplicht. 3. Studenten met een specifieke belangstelling kunnen een op hun interesse gebied afgestemd programma opstellen.


Onderwijsprogramma MT (overzicht)

Eerste cursusjaar: propedeuse 42 studiepunten Projecten:

Colleges: Analyse module 1, 2, 3

Constructieleer

Introductieproject

Lineaire algebra

Vervaardigingskunde

Systeemkunde / Ingenieur en maatschappij

Materiaalkunde 1

Technische systemen

Projectweek

Statica

Stromingsleer 1

Computers en netwerken

Stijfheid en sterkte 1

Thermodynamica 1

Maritieme oefeningen

Dynamica 1

Techn. tekenen en ontwerpen Studiepunten: 31

Studiepunten: 11

Tweede cursusjaar: 42 studiepunten Colleges:

Projecten en practica:

Analyse module 5

Scheepsbouwkunde

Programmeren PASCAL

Differentiaalvergelijkingen

Stijfheid, sterkte, eindige elementenmeth. Practicum maritieme Wtk.

Dynamica 2

Constructie en sterkte

Project hydrodynamica

Thermodynamica 2

Geometrie en stabiliteit

Oefening constructief

Stromingsleer 2

Oefening productie

Ontwerpen van schepen

Verslaglegging

Maritieme werktuigkunde

Praktisch werken

Weerstand en Voortstuwing Studiepunten: 29,5

Studiepunten: 12,5

Derde cursusjaar: 42 studiepunten Colleges:

Projecten en practica:

Numerieke analyse

Trillingen

Pract. numerieke analyse

Toegepaste statistiek

Bedrijfsleer

Scheepsontwerp

Eindige elementen methoden

Elem. Bedrijfseconomie

Pract. constructie en sterkte

Inleiding CAD

Milieutechniek

Pract. Scheepshydromech.

Regeltechniek

Mondeling presenteren

Vaarweek

Ontwerpen van schepen

Recht voor MT

Maritieme werktuigkunde

Exploitatie

Bewegen en sturen

Bedrijfsvoering

Weerstand en voortstuwing Studiepunten: 28 Vierde cursusjaar 42 studiepunten

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Owtab_ne.htm (1 of 2) [29/12/1999 15:21:30]

Studiepunten: 14

Onderwijsprogramma MT (overzicht)

Begin van de afstudeerfase in één van de specialisaties. Het programma heeft een omvang van 84 studiepunten en omvat het vierde en vijfde cursusjaar. Het vierdejaars programma bestaat uit vakken, practica en het praktisch werken. In het vijfde cursusjaar wordt de afstudeeropdracht plaats. Het programma wordt in overleg met de student vastgesteld door de afstudeerdocent en moet voldoen aan de volgende vormeisen:

● Omvang van het afstudeerprogramma bij een van de specialisaties van Maritieme Techniek 84 studiepunten ● Omvang van de stage als onderdeel van het vierdejaars programma 14 studiepunten ● Omvang van de opdrachten in het vijfde cursusjaar 42 studiepunten

Vijfde cursusjaar: 42 studiepunten Afstuderen bij een van de specialisaties

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Owtab_ne.htm (2 of 2) [29/12/1999 15:21:30]

1e cursusjaar Maritieme Techniek 1999-2000 1e cursusjaar

Maritieme Techniek

Contacturen per week en tentamens per quintaal

Laatst gewijzigd: 14-12-99 Vakcode

Vaknaam

Stp.

1

2

4t

t

mk1A

Materiaalkunde 1

2

mt500

Technische systemen

3

mt700 / mt800

Vervaardigingskunde / Constructieleer

6

3

4

4t

t

5

4t

t 6t

wb1109

Technische mechanica voor MT

2

wb1109 d2 Technische mechanica deel 2 (sterkteleer)

3

wb1109 d3 Technische mechanica deel 3 (dynamica)

2

Thermodynamica en stromingsleer 1 voor MT

2

wb1123 d2 Stromingsleer 1

1

Analyse + matlab practicum

2

wi1257mt Analyse module 2

2


2

Lineaire algebra

2

wi1307mt d2 Lineaire algebra deel 2

2

Studiepunten/contact-uren colleges

31

Projecten mt020 1)

Projectweek

1

mtop01

Maritiem object project Drijvende Bok

2) 4)

xt s m p c pr d ec sc

c

s

c

s

c ec

6t

t 6t

t 6t

t

s

c

s

c

s

c ec

4t

t

s 2t

t

c

s

c ec

6t

t 6t

t 6t

t

s

c

s

c

s

c ec

6t

t 6t

t

s

c

s

c

Verdeling stp. per quintaal 1

p

6,5

c ec

mtop01 d1 Project 1: introductie

1

1

pr

c

mtop01 d2 Project 2: computersyst. en netwerken

1

1

pr

c

mtop01 d3 Project 3: maatschappelijke aspecten

1

mtop01 d4 Project 4: systeembeschouwing

1

mtop01 d5 Project 5: maritieme oefeningen

2,5

Technisch tekenen en ontwerpen

3,5

6 middagen oefenen van basisvaardigheden

0,6

6 middagen oefenen handschetsen

1,0

6 middagen oefenen schetsen, construeren en berekenen

0,6

6 middagen oefenen CAD (Eagle pakket)

0,6

6 middagen constructieoefeningen

0,7

Studiepunten projecten Totaal studiepunten

1)

c

s

4

wi1307mt d1 Lineaire algebra deel 1

mt032P

s

6


wi1307mt

Beoordeling

3

wb1123 d1 Thermodynamica 1A/B

3)

t

Toetsvorm

7

wb1109 d1 Technische mechanica deel 1 (statica)

wb1123

herkansing

1

0,1

1,1

1,2

pr

c

1

pr

c

0,1

pr

c

p

ec 2)

p

c

p

c

p

c

p

c

p

c

0,6 1,0 0,6 0,6 0,7

11 42

Toegangseis: minimaal 10 studiepunten behaald hebben. In het eerste jaar van inschrijving kan men het P-examen aanvragen als dit onderdeel nog niet is afgerond. Deze practica zijn onderverdeeld in delen die apart afgerekend worden. Zie voor de verdeling van de studiepunten en de bepaling van het eindcijfer de vakbeschrijvingen. Het practicum Matlab is een verplicht onderdeel bij het vak Analyse. Het eindcijfer wordt vastgesteld wanneer dit practicum is voltooid. = x uren college, gevolgd door tentamen = schriftelijk tentamen = mondeling tentamen, scriptie, voordracht = practische oefening = cijfer = project = voldoende/onvoldoende = eindcijfer; deze worden bepaald door de delen (gewogen) te middelen = computertentamen.

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Mt1_ned.htm (1 of 2) [29/12/1999 15:21:31]

1e cursusjaar Maritieme Techniek 1999-2000

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Mt1_ned.htm (2 of 2) [29/12/1999 15:21:31]

2e cursusjaar Maritieme Techniek 1999-2000 2e cursusjaar

Maritieme Techniek



Vaknaam

mt110


3

mt214


3

mt510

Geometrie en stabiliteit

mt511

Bewegingen en sturen, Weerst. en voortstuwing, Dynamica mt511 d1 Weerstand en voortstuwing 1A

Stp.

2

1

2

3

4 6t

5 t 6t

4t

Herkansing

t

t

Toetsvorm

Beoordeling

s

c

s

c

s

4,5 t

s

c

0,5

(3)

p

c

mt511 d3 Dynamica voor MT

2

4t

s

c

mt511 d4 Bewegingen en sturen 1A

1

2t

t

s

c

2t

t

s

mt511 d2 Oefeningen weerstand en voortstuwing

1

c ec

mt710

Scheepsbouwkunde

1

mt827

Constructie en sterkte 1

3

mt827 d1 Constructie en sterkte 1

2,5

mt827 d2 Practicum constructie en sterkte 1

0,5

mt828


2t

t

6t

t (3)

s

c

p

c

4

mt828 d1 Stijfheid en sterkte 2 deel 1

2

mt828 d2 Stijfheid en sterkte 2 en eindige elem. methode

2

c ec

ec 4t

t 4t

t

p/s

c

p/s

c

s

c

wb1220

S.W.O. 1

2

wb1224

Thermodynamica 2

2

4t

t

s

c

wi2019mt 1)

Analyse module 5

2

6t

t

s

c

wi2050mt

Differentiaalvergelijkingen

wi2050mt d1 Differentiaalvergelijkingen deel 1 wi2050mt d2 Differentiaalvergelijkingen deel 2 Studiepunten/contacturen colleges Projecten en practica Vakcode Vaknaam in2046mt Programmeren mt081P

Hydromechanica

mt082P

Constructie oefeningen

mt083P

Productie oefeningen

t

1,5

6t 16

Stp

1

14 6 16 Studiepunten per quintaal 2 3 4

2 3

t

1,5

s

c

s

c

p

c

p

c

p

c

16 5

2 1,5

1,5

1,5

1 0,5

mt083P d2 Productie oefeningen -huiduitslag

0,5

Schriftelijke verslaglegging

1

mt214P

El.energietechn. en MW1

1

mt040

Stage

xt s m p c d ec sc

ec 6t

29,5

wm0201MT

1)

t

3 1,5

mt083P d1 Productie oefeningen -CAD

Studiepunten practica Totaal studiepunten

4t

3

ec 0,5 0,5 1 1

p

d

p

d

p

c

p

d

3

12,5 42

In de 3e en 6e onderwijsweek van het 5e quintaal vindt het Maple-practicum plaats. Dit practicum is verplicht voor de studenten vanaf de generatie 1995-1996. = x uren college, gevolgd door tentamen = schriftelijk tentamen = mondeling tentamen, scriptie, voordracht = practische oefening = cijfer = voldoende/onvoldoende = eindcijfer; deze worden bepaald door de delen (gewogen) te middelen = computertentamen.

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Mt2_ned.htm [29/12/1999 15:21:31]

3e cursusjaar Maritieme Techniek 3e cursusjaar

Maritieme Techniek



Vaknaam

mt111


2

mt114

Maritieme techniek en duurzame ontwikkeling

2

mt211


2

mt311

Scheepvaart en exploitatie schepen

2

mt516

stp.

Bew. en sturen 1B / W & V 1B

2

mt516 d1 Weerstand en voortstuwing 1B

1

1

2

3

4

4t

toetsvorm

beoordeling

2

t

s

c

p

c

s

c

4t

t

s

c

2t

t

s

c

ec

mt516 d2 Bewegingen en sturen 1B

1

mt711

Lay-out, inr. & uitr. werven

2

mt826

Eindige elementen-methode

2

mt829

Scheepstrillingen en geluid

3

wb2202

Inleiding regeltechniek MT

1

2t

wb5306

Inleiding CAD

1

2

wi2021tu

Numerieke analyse C1

3

wi3012mt

Toegepaste statistiek

2

wm0501

Inleiding bedrijfsleer

2

wm0610

Elementaire bedrijfseconomie

1

wm0732mt

Recht voor MT

Studiepunten/contacturen colleges

herkansing

t 2

4t

5

2t

t 2

4t 6t

t

t

2 2

2t

2t

2t

t

4t

t

2t

t

t

4t

c c

s

c

s

c

s

c

p

c

t

s

c

t

s

c

s

c

s

c

s

c

d

t

2

s m

t

29

Practica mt043

Vaarweek

1

p

mt111P5

Scheepsontwerp + mond.pres.

10

p

c

mt513P

Scheepshydromechanica

1

p

d

mt823P

Practicum constructie en sterkte 2

1

p

d

Totaal studiepunten

1)

xt s m p c d ec sc

1)

42

Het tijdvak waarin het examenonderdeel wordt afgenomen is per student verschillend maar zal hoofdzakelijk in het 3e, 4e en 5e quintaal plaatsvinden.

= x uren college, gevolgd door tentamen = schriftelijk tentamen = mondeling tentamen, scriptie, voordracht = practische oefening = cijfer = voldoende/onvoldoende = eindcijfer; deze worden bepaald door de delen (gewogen) te middelen = computertentamen.


4e en 5e cursusjaar Maritieme Techniek Vormeisen 4e en 5e

jaar

Het onderwijsprogramma van de laatste twee jaar wordt het hoofdvak genoemd. Het hoofdvakprogramma van de student wordt na overleg met de hoofdvakdocent conform de volgende regels vastgesteld. 1.

Het hoofdvakprogramma heeft een omvang van 84 studiepunten.

2.

Het vakkenpakket inclusief de bijbehorende oefeningen heeft een omvang van 28 studiepunten en bevat: * minimaal 10 studiepunten Maritieme Techniek vakken (zie onderstaande lijst). * minimaal 6 studiepunten Maatschappij vakken.

3.

De stage heeft een omvang van 14 studiepunten.

4.

De afstudeeropdracht heeft een omvang van 42 studiepunten. 2. en 3. vormen het D3-examen. 4. het D4-examen.

4e/5e jaars

vakken

Maritieme Techniek



Vaknaam

mt112


2

mt113


2

mt212


2


2,5

mt213 d1 Maritieme werktuigkunde 4 (tentamen)

1

mt213

mt213 d2 Mar.werktuigk.4 (simulatie-oefening)

Stp.

1

2

2

2t

3

4

5

herkansing

Toetsvorm

Beoordeling

2

2t

t

s

c

t 4t

c

s

c

t

s

c

ec 2t

1,5

p

c

t

s

c

4t

t

s

c

2t

t

s

c

2

2t

t

s

c

2

2t

t

s

c

2

m

c

2

m

c

m

c

m

c

mt312

Innovatie in de scheepvaart

2

mt313

Scheepvaartmanagement

2

mt411

Offshore 2

2

2

mt514

Bewegingen en sturen 2

2

mt515


2

mt720/mt721

Werfinr., werfbedrijf, bedrijfsomgeving v.d. werf

1/1

mt722/mt723

Projectmanagement in scheepsbouw en offshore

1/2

mt724

Financiering van schepen

2

mt725

Binnenvaart

1

mt814

Scheepstrillingen en -geluid

mt815

Constructie en sterkte b.o.

mt816

Composietmaterialen

1

2t

t

mt817

Toepassing eind.elem.methode

1

2

2t

xt s m p c d ec sc

s t

4t

2

4 2

2

2

1,5

= x uren college, gevolgd door tentamen = schriftelijk tentamen = mondeling tentamen, scriptie, voordracht = practische oefening = cijfer = voldoende/onvoldoende = eindcijfer; deze worden bepaald door de delen (gewogen) te middelen = computertentamen.


t

2t

t

s

c

4t

t

m

c

s

c

s

c

Specialisaties Maritieme Techniek

Subfaculteit Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Hoofdvakken Maritieme Techniek en hun specialisaties (incl. homepages) Vormeisen Ontwerpen van Vaartuigen 1.1 Ontwerpen van Vaartuigen 1.2 Maritieme Werktuigkunde 1.3 Rederijkunde 1.4 Ontwerpen Offshore-eenheden Scheepshydromechanica 2.1 Scheepshydromechanica Constructie, Sterkte en Productie 3.1 Constructie, Sterkte en Trillingen 3.2 Scheepsproductie

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Hfd_home.htm [29/12/1999 15:21:34]

Inhoudsopgave MT-Kompas

Subfaculteit Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Gebruikers van een Netscape browser worden geadviseerd door te linken naar de volgende pagina

Onderwijsfilosofie en doelstellingen Homepage Thematische Projecten Het onderwijsprogramma in de verschillende studiejaren 1e jaars vak

Verkort programma voor studenten met HBO-vooropleiding De Jaarindeling Studentenstatuut en Onderwijs- en Examenreglement

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/0inhoud.htm [29/12/1999 15:21:35]

2e jaars vak

3e jaars vak

4e jaars vak

Onderwijs- en Examenreglement Maritieme Techniek Bijlage 1 van het Statuut

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT 1998-1999 MARITIEME TECHNIEK PARAGRAAF 1 - ALGEMEEN Artikel 1: Toepasselijkheid van de regeling. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de opleiding Maritieme Techniek in het 5 jarige programma, verder te noemen: de opleiding. De opleiding wordt verzorgd binnen de subsubfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek verder te noemen: de subsubfaculteit. Voor het Propedeuse Examen van de 4-jarige opleiding geldt het Onderwijs- en Examenreglement (OER) van het cursusjaar 1993-1994, voor het Afsluitend Examen van de 4-jarige opleiding geldt het OER van het cursusjaar 1994-1995. Artikel 2: Begripsbepalingen. In deze regeling wordt verstaan onder: 1. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992, 593);

2. de Examencommissie: de Examencommissie van de opleiding, als bedoeld in art. 7.12 van de wet;

3. student: hij die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding;

4. 5. 6. 7.

propedeuse: de propedeutische fase van de opleiding, als bedoeld in art. 7.8 van de wet; postpropedeuse: het gedeelte van de opleiding, dat volgt op de propedeuse; onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet; practicum: een practische oefening, als bedoeld in art. 7.13 van de wet, in een van de volgende vormen: ❍ het maken van een scriptie, ❍ ❍ ❍ ❍ ❍

het maken van een werkstuk of een proefontwerp, het uitvoeren van een onderzoekopdracht, het deelnemen aan veldwerk of een excursie, het doorlopen van een stage, of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden.

Artikel 3: Doel van de opleidingen. Met de opleiding wordt beoogd zodanige kennis, vaardigheid en inzicht bij te brengen op het gebied van de Maritieme Techniek, Wiskunde en Natuurkunde, alsmede op het gebied van de Maatschappelijke aspecten van de Maritieme Techniek, dat de afgestudeerde in staat is tot een zelfstandige beroepsuitoefening op academisch niveau en in aanmerking komt voor een eventuele vervolgopleiding tot leraar, wetenschappelijk onderzoeker of ontwerper. Artikel 4: Voltijds / deeltijds. De opleiding worden uitsluitend voltijds verzorgd. Artikel 5: De examens van de opleiding. In de opleiding kunnen de volgende examens worden afgelegd: a. Het propedeutisch examen (1e cursusjaar) -Dit examen wordt afgesloten met een diplomab. Het afsluitend examen onderverdeeld in de volgende tussenexamens:

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Oer_mt97.htm (1 of 6) [29/12/1999 15:21:36]

Onderwijs- en Examenreglement Maritieme Techniek

● ● ● ●

D1-examen (2e cursusjaar) D2-examen (3e cursusjaar) D3-examen (4e cursusjaar) D4-examen (5e cursusjaar)

-De D1, 2 en 3-examens worden afgesloten met een certificaat. Het D4-examen wordt afgesloten met een diplomaPARAGRAAF 2 - PROPEDEUSE Artikel 6: Samenstelling. 1. Zie: 1e cursusjaar. artikel 7: Propedeutische practica.

1. De volgende onderdelen van de propedeuse omvatten, naast het onderwijs in de vorm van hoorcolleges, een practicum in de daarbij aangegeven vorm en van de daarbij vermelde omvang: - zie artikel 6 -

2. Van de verplichting tot het deelnemen aan practica kan door de Examencommissie vrijstelling worden verleend. Deze vrijstelling kan onder meer worden verleend op grond van gewetensbezwaren. In dat geval kan de examencommisssie bepalen dat de praktika op een andere, door haar te bepalen wijze wordt verricht. PARAGRAAF 3 - POSTPROPEDEUSE Artikel 8: Samenstelling. De Postpropedeuse MT omvat de volgende onderdelen: 1. 2e cursusjaar.

2. 3e cursusjaar. 3. 4e cursusjaar. 4. 5e cursusjaar. Voor een beschrijving van de specialisatieprogramma's wordt verwezen naar Het Kompas. Artikel 9: Postpropedeutische practica.

1. De volgende postpropedeutische onderdelen, als genoemd in art. 8, omvatten, naast het onderwijs in de vorm van hoorcolleges, een practicum in de daarbij aangegeven vorm en van de daarbij vermelde omvang: - Zie artikel 8

2. Het tentamen van een onderdeel, genoemd in dit artikel, kan niet worden afgelegd dan nadat het desbetreffend practicum met voldoende resultaat is gevolgd. - Voor zover dit van toepassing is zie inhoudsomschrijving van het desbetreffende onderdeel. PARAGRAAF 4 - AFLEGGEN VAN TENTAMENS Artikel 10: Volgorde tentamens.

1. De Examencommissie verleent in het 1e en 2e dimester toegang tot de practicum-onderdelen van het doctoraalprogramma 1e gedeelte indien minstens 80% van de studielast van het programma van de propedeuse met gunstig gevolg is afgelegd.

2. Afzonderlijke toelatingseisen aan examen-onderdelen van het 1e, 2e en 3e jaarsprogramma zijn opgenomen in artikel 6 en 8.

3. De examinandus kan pas deelnemen aan het specialisatieprogramma nadat is voldaan aan de eisen voor het slagen van het D1-examen en 20% van de vakken van het derde jaar en



de ontwerpoefening zijn voltooid. 4. De Examencommissie kan op verzoek van de examinandus afwijken van het bepaalde in lid 2.

5. De examinandus kan pas tentamen afleggen in het onderdeel afstudeeropdracht nadat alle overige examenonderdelen van het doctoraalprogramma met goed gevolg zijn afgelegd. Artikel 11: Tijdvakken en frequentie tentamens.

1. Tot het afleggen van de tentamens van de in de art. 6 en art. 8 genoemde onderdelen wordt in een cursusjaar tenminste tweemaal de gelegenheid gegeven.

2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt tot het afleggen van het tentamen van een onderdeel, waarvan het onderwijs in een bepaald cursusjaar niet is gegeven, in dat jaar slechts eenmaal de gelegenheid gegeven. Artikel 12: Vorm van de tentamens.

1. De tentamens van de onderdelen, genoemd in art. 6 en art. 8. worden schriftelijk afgelegd met uitzondering van de tentamens, die op de daarbij aangegeven wijze worden afgelegd. Op verzoek van de student kan de Examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd.

2. Aan lichamelijk of zintuigelijk gehandicapte studenten wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De Examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. Artikel 13: Afnemen van tentamens door meer dan een examinator. Ingeval hetzelfde tentamen al dan niet te zelfder tijd door meer dan een examinator wordt afgenomen en beoordeeld, ziet de Examencommissie erop toe, dat die examinatoren beoordelen aan de hand van dezelfde normen, en wijst zo nodig een voor het examineren eerst verantwoordelijke examinator aan. Artikel 14: Mondelinge tentamens.

1. Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald.

2. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de Examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. PARAGRAAF 5 - TENTAMEN-UITSLAG Artikel 15: Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag.

1. De examinator stelt direkt na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit.

2. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen dertig dagen na de dag waarop het is afgelegd, en verschaft de administratie van de subsubfaculteit de nodige gegevens ten behoeve van de uitreiking van het schriftelijk bewijsstuk omtrent de uitslag aan de student Deze uitreiking vindt plaats d.m.v. publicatie en 2 x per jaar verzending van de studieresultaten.

3. T.a.v. een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de Examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen.

4. Op de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in art. 17, eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. Artikel 16: Geldigheidsduur.



De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt. In afwijking hiervan kan de Examencommissie m.b.t. een onderdeel, waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen. Artikel 17: Inzagerecht.

1. Gedurende tenminste dertig dagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeeld werk. Tevens wordt hem op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie verschaft van dat werk.

2. Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belangstellende kennis nemen van vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden.

3. De Examencommissie kan bepalen, dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op tenminste twee vaste tijdstippen. Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn. PARAGRAAF 6 - VRIJSTELLING Artikel 18: Vrijstelling van tentamens. De Examencommissie kan op voorstel van de desbetreffende examinator vrijstelling verlenen van een tentamen van een in art. 6 resp. art. 8 genoemd onderdeel, indien de student een tentamen heeft behaald van een qua inhoud en studielast overeenkomstig onderdeel van een andere opleiding. Verzoeken tot vrijstelling van het afleggen van een tentamen, voorzover niet geregeld als in bijlage 2 van het O.E.R., moeten schriftelijk worden ingediend bij de Examencommissie. Een verzoek wordt slechts in behandeling genomen als de examinandus is ingeschreven voor de opleiding en indien het schriftelijk advies van de betreffende vakdocent(en) is bijgevoegd. Ingeval van buitenlandse studenten behoudt de Examencommissie zich het recht voor tevens advies te vragen van de Commissie Beoordeling Buitenlandse Diploma's. Een uitgebreid overzicht van het vrijstellingenbeleid voor van het VWO afwijkende vooropleidingen is opgenomen in bijl. 2. PARAGRAAF 7 - EXAMENS Artikel 19: Tijdvakken en frequentie afleggen examens.

1. De examenuitslag voor het P- examen en het D1- vindt plaats binnen 6 weken na beëindiging van het 2e en 4e dimester en de augustus tentamens.

2. Het D1 t/m D4 examen kan niet eerder worden afgelegd dan nadat het Propedeutische examen met gunstig gevolg is afgelegd danwel vrijstelling van het afleggen daarvan is verkregen.

3. Het D4-examen wordt afgenomen op een na overleg met de examinandus vast te stellen tijdstip. Artikel 20: Uitslag examen.

1. De Examencommissie stelt de uitslag van het examen vast, zodra de student voldoende bewijzen overlegt van door hem behaalde onderdelen van het desbetreffende examen.

2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de Examencommissie, alvorens de uitslag van het examen vast te stellen, zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student m.b.t een of meer onderdelen van de opleiding, indien en voorzover de uitslagen van de desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven. PARAGRAAF 8 - VOOROPLEIDING



Artikel 21: Vervangende eisen deficiënties vooropleiding.

1. Deficiënties in de vooropleiding m.b.t. de vakken Wiskunde B en Natuurkunde worden vervuld door het met goed gevolg afleggen van de toetsen Wiskunde en Natuurkunde bij de TU-Delft danwel van de zomercursussen verzorgd door de Stichting Aanvullend Onderwijs te Utrecht.

2. Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van de toets Nederlands, afgenomen door de Fac. der WTM. Artikel 22: Equivalente vooropleiding. De Examencommissie bepaalt wanneer een vooropleiding aan equivalentie-eisen voldoet. Artikel 23: Colloquium doctum. Aspirant studenten zonder de vereiste vooropleiding moeten een toelatingsonderzoek afleggen De eisen zijn: kennis en inzicht in Wiskunde B en Natuurkunde op het niveau van het eindexamen van het Nederlandse VWO en voldoende beheersing van de Nederlandse taal. Een colloquium doctum dient schriftelijk aangevraagd te worden bij het College van Bestuur van de TUD. Artikel 23a: Aanvullend bewijs van bekwaamheid. Ten aanzien van een bezitter van een getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen van dezelfde opleiding aan een andere universiteit kan de Examencommissie bepalen dat in de postpropedeutische fase behoren te worden opgenomen die onderwijseenheden die in het afgelegd propedeutisch examen niet of niet in gelijke mate begrepen zijn geweest. Artikel 23b: Degene die onderdelen van de postpropedeutische fase met goed gevolg heeft afgelegd aan een andere universiteit en die de nog overgebleven tentamens van deze fase aan deze universiteit wenst af te leggen, dient daarbij, indien de Examencommissie dit noodzakelijk acht, alsnog bewijs van bekwaamheid te leveren in die onderwijseenheden, die in de door hem reeds afgelegde tentamens niet of niet in gelijke mate begrepen zijn geweest. PARAGRAAF 9 - STUDIEBEGELEIDING Artikel 24: Studievoortgang en studiebegeleiding.

1. Het subsubfaculteitsbestuur draagt zorg voor een zodanige registratie van de studieresultaten, dat tenminste eenmaal per half jaar aan elke student een overzicht verschaft kan worden van de door hem behaalde resultaten in relatie tot het onderwijs- en examenprogramma van de opleiding.

2. De registratie van de studievoortgang vindt plaats in studiepunten die corresponderen met de in artikel 7.4, eerste lid van de wet bedoelde studielast zoals die voor de onderscheiden onderwijseenheden van de opleiding is vastgesteld.

3. Het subfaculteitsbestuur draagt zorg voor studiebegeleiding van de studenten, die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. PARAGRAAF 10 - SLOT- EN UITVOERINGSBEPALINGEN Artikel 25: Wijziging.

1. Wijzigingen van deze regeling worden door de subfaculteitsraad bij afzonderlijk besluit vastgesteld.

2. Geen wijzigingen vinden plaats die van toepassing zijn op het lopende cursusjaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad.

3. Wijzigingen kunnen voorts niet ten nadele van de student van invloed zijn op: http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Oer_mt97.htm (5 of 6) [29/12/1999 15:21:36]


- de goedkeuring, die krachtens art. 6 of art. 8 is verkregen; - enige andere beslissing, welke krachtens deze regeling door de Examencommissie is genomen ten aanzien van een student. Artikel 26: Bekendmaking.

1. Het subfaculteitsbestuur draagt zorg voor bekendmaking, van deze regeling, van de regelen en richtlijnen die door de Examencommissie zijn vastgesteld (bijlage 2), alsmede van wijzigingen van deze stukken.

2. Elke belangstellende kan op het subfaculteitsbureau een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. Artikel 27: Omrekening studieresultaten 'oude stijl'. De Examencommissie stelt, op verzoek van de student, de waarde van diens voor de inwerkingtreding van de wet behaalde studieresultaten vast in studiepunten t.b.v. een volgens deze onderwijs- en examenregeling af te leggen examen. Artikel 28: Inwerkingtreding. Deze regeling treedt in werking op 1 september 1998. Aldus vastgesteld door de decaan van de Faculteit Ontwerp, Constructie en Productie. Bijlagen bij het Onderwijs en Examenreglement (O.E.R.) Deze bijlagen vormen een onverbrekelijk geheel met het O.E.R. en kunnen slechts tezamen met de genoemde regeling worden goedgekeurd of gewijzigd. ● Bijlage 1. Vrijstellingenbeleid. ●

Bijlage 2. Regelen en richtlijnen vastgesteld door de Examencommissie.

●

Bijlage 3. Normen en procedure van de Studie Advies Commissie. Webmaster terug naar: Inhoudsopgave


Vrijstellingenbeleid HBO

Bijlage 2 bij het Studentenstatuut 1998-1999 Maritieme Techniek Hieronder is schematisch weergegeven hoe de inschaling in de opleiding Maritieme Techniek is geregeld voor studenten met een HBO-vooropleiding.

Studiepunten afhankelijk van vooropleiding KIM-Nautische KIM-Werktuigbouwk. TH-Scheepsbouwk. HZS-Werktuigbouwk. Techniek Wiskunde/Mechanica 19 --19 19 2e en 3e jaars vakken voor specialisatie Voorbereiding op scheepsontwerp Scheepsontwerp

---

---

15

15

10 1)

10 1)

---

10

10

10

---

10

Afstuderen

71

70

71

71

Totaal

110

90

105

125

1)

deze vakken mogen niet al eerder in het kader van de KIM-opleiding zijn gedaan.

Voor studenten met een ander TH-diploma of HZS-ers zeevaart en KIM-ers zeedienst wordt een individuele inschaling geregeld. Alle verzoeken tot inschaling moeten gericht worden aan de Examencommissie MT, t.a.v. Ewoud van Luik, Mekelweg 2, 2628 CD Delft. De coördinator voor HBO-afgestudeerden is Ton Slavenburg, tel. 015-2781513.

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Oer_vrij.htm [29/12/1999 15:21:37]

OER-regelen en richtlijnen

Bijlage 3 bij het Studentenstatuut 1998-1999 Maritieme Techniek REGELS EN RICHTLIJNEN BIJ DE EXAMENS MARITIEME TECHNIEK Artikel 1: Begripsomschrijving. In deze regelen en richtlijnen wordt verstaan onder: ● Onderwijs- en Examen Reglement (O.E.R.). Het O.E.R. is de nadere regeling van de inrichting en de omvang van de examens, vastgesteld door de Faculteitsraad van de Faculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek; ●

Fraude: het bedrieglijk handelen of nalaten van een examinandus dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken.

Artikel 2: Dagelijkse gang van zaken van de Examencommissie. De Examencommissie wijst uit haar midden een commissie van tenminste drie leden aan die belast is met de behartiging van de dagelijkse gang van zaken van de Examencommissie. Artikel 3: De taal waarin het examenonderdeel wordt afgenomen. De examenonderdelen worden afgenomen in het Nederlands of, voorzover de desbetreffende Examencommissie of examinator dit nodig of gewenst acht en de examinandus hiermee instemt, in een andere taal. Artikel 4: De vaststelling van de uitslag van het examen.

1. De uitslag van het examen met inachtneming van het bepaalde in artikel 7 en 13 wordt vastgesteld door de desbetreffende Examencommissie op de daartoe aangegeven tijdstippen, zoals aangegeven zijn in het O.E.R., artikel 20.

2. De Examencommissie neemt de beslissing bedoeld in het voorgaande lid bij gewone meerderheid van stemmen.

3. Ingeval de vereiste meerderheid niet is behaald, is de geëxamineerde afgewezen. 4. Aan een beslissing dienen tenminste drie leden van Examencommissie deel te nemen. Artikel 5: Het getuigschrift en de cijferlijst.

1. Als de onderdelen van het doctoraal-examen deel 1, 2 en 3 (D1, 2, 3) met gunstig gevolg zijn afgelegd, wordt een certificaat met cijferlijst verstrekt.

2. Ten bewijze dat het doctoraal-examen deel 4 (D4) met gunstig gevolg is afgelegd, wordt door de desbetreffende Examencommissie een diploma uitgereikt. Het diploma wordt ondertekend door tenminste twee door de Examencommissie aan te wijzen leden.

3. Ingeval de geëxamineerde tijdens het afleggen van het D4-examen blijk heeft gegeven van uitzonderlijke bekwaamheid, kan dit op het diploma worden vermeld met de woorden 'met lof'. Het bepaalde in artikel 7, tweede, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

4. Uitzonderlijke bekwaamheid, bedoeld in het vorige lid, is aanwezig indien wordt voldaan aan de richtlijnen voor de toekenning van het predikaat 'met lof' bij het doctoraal examen zoals in artikel 14 van deze regelen en richtlijnen vermeld.

5. Aan de geëxamineerde wordt bij het slagen voor de D1 t/m D4-examens een afzonderlijke cijferlijst verstrekt. Artikel 6: De tijdstippen.

1. Schriftelijk af te nemen examenonderdelen worden afgenomen op de tijdstippen die tenminste twee maanden tevoren door de desbetreffende Examencommissie worden http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Oer_rr.htm (1 of 6) [29/12/1999 15:21:38]


vastgesteld met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 van de nadere regeling. 2. Bij de vaststelling van de tijdstippen bedoeld in het eerste lid wordt zoveel mogelijk voorkomen dat examenonderdelen samenvallen.

3. De in het eerste lid bedoelde tijdstippen worden, met het oog op een adequate bekendmaking daarvan, medegedeeld aan het bestuur van de faculteit.

4. Mondeling af te nemen examenonderdelen worden op een door de examinator dan wel examinatoren zo mogelijk na overleg met de examinandus te bepalen tijdstip afgenomen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 van de nadere regeling.

5. Het bepaalde in het eerste tot en met derde lid is van overeenkomstige toepassing op examenonderdelen die anders dan schriftelijk of mondeling worden afgenomen. Artikel 7: De aanmelding.

1. De aanmelding voor een onderdeel van examen geschiedt bij de onderwijsadministratie van de faculteit die het onderdeel verzorgt, uiterlijk 14 dagen voor het tijdstip waarop het desbetreffende examen of onderdeel daarvan zal worden afgenomen of zoals door de desbetreffende faculteit is bepaald.

2. De aanmelding, bedoeld in het vorige lid, geschiedt door persoonlijke verschijning of door inzending van het daarvoor bestemde formulier.

3. De desbetreffende Examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijkingen toestaan van het bepaalde in het eerste lid met betrekking tot de plaats waar en het tijdstip waarop de aanmelding uiterlijk moet zijn geschied en van het bepaalde in het tweede lid met betrekking tot de wijze van aanmelding.

4. De aanmelding voor het examen zelf geschiedt bij de Centrale Studentenadministratie uiterlijk op de datum die daartoe door het bureau onderwijsadministratie van de faculteit is bekendgemaakt.

5. Het bureau onderwijsadministratie van de faculteit draagt er door middel van een tentamenrooster aan het begin van het cursusjaar zorg voor dat plaats en tijd van het examen of examenonderdeel bekend zijn. Afwijkingen van het gepubliceerde rooster worden uiterlijk een week voor de datum dat het examen of examenonderdeel wordt afgenomen bekend gemaakt. Artikel 8: De terugtrekking.

1. Terugtrekking voor examens of examenonderdelen is toegestaan, mits deze uiterlijk plaatsvindt een week voordat het desbetreffende examen of examenonderdeel plaatsvindt. Terugtrekking op een later tijdstip is uitsluitend toegestaan ingeval van overmacht van de examinandus, te beoordelen door de desbetreffende Examencommissie.

2. De terugtrekking dient te geschieden door een mededeling aan de instantie bij wie ingevolge het bepaalde in artikel 7 de aanmelding heeft plaatsgevonden.

3. Ontijdige terugtrekking en niet-verontschuldigbare afwezigheid kan tot uitsluiting leiden van het eerstvolgende examen of examenonderdeel.

4. Alvorens een beslissing, als bedoeld in het eerste lid tweede volzin te nemen, hoort de Examencommissie, indien de examinandus daarom verzoekt, de studieadviseur of studentendecaan. Artikel 9: Vrijstelling van een examen of examenonderdeel.

1. Een verzoek tot vrijstelling van het afleggen van een examen of een examenonderdeel op grond van het bepaalde bij of krachtens de wet wordt ingediend bij de desbetreffende Examencommissie. De examinandus dient bij zijn verzoek voor elk examen of examenonderdeel waarvoor vrijstelling wordt gevraagd, het advies van de betreffende vakdocent(en) te overleggen.

2. Een verzoek tot vrijstelling van een examen of een examenonderdeel wordt alleen in behandeling genomen als de examinandus is ingeschreven voor de opleiding Maritieme Techniek.

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Oer_rr.htm (2 of 6) [29/12/1999 15:21:38]


3. De desbetreffende Examencommissie neemt een gemotiveerde beslissing binnen een maand na ontvangst van het verzoek. De examinandus wordt van het besluit onverwijld in kennis gesteld.

4. Indien een examinandus bij of krachtens de wet reeds vrijstelling geniet voor een of meer examenonderdelen doet hij hiervan mededeling aan de desbetreffende Examencommissie. Artikel 10: De orde tijdens het afnemen van een examenonderdeel.

1. De desbetreffende Examencommissie c.q. examinator draagt er zorg voor dat ten behoeve van de schriftelijke examinering surveillanten worden aangewezen, die erop toezien dat het afnemen van het examenonderdeel in goede orde verloopt.

2. De examinandus is verplicht zich op verzoek van of vanwege de Examencommissie te legitimeren met het bewijs van inschrijving.

3. Aanwijzingen van de Examencommissie c.q. examinator of surveillant die voor de aanvang van het examen of examenonderdeel zijn gepubliceerd, alsmede aanwijzingen die tijdens het examen of examenonderdeel en onmiddellijk na afloop daarvan gegeven worden dienen door de examinandus te worden opgevolgd.

4. Een examinandus die niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens het tweede en derde lid kan door de desbetreffende Examencommissie c.q. examinator worden uitgesloten van verdere deelname aan het desbetreffende examenonderdeel, of wanneer het gaat om deelname aan het examen van verdere deelname aan dat examen. De uitsluiting is slechts van toepassing op het examenonderdeel of het examen, tijdens hetwelk de onregelmatigheid is geconstateerd. De uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag van het desbetreffende examenonderdeel of van het examen wordt vastgesteld. Voordat de Examencommissie een besluit tot uitsluiting neemt, stelt zij de examinandus in de gelegenheid terzake te worden gehoord.

5. De duur van het examenonderdeel is zodanig dat examinandi, naar redelijke maatstaven gemeten, voldoende tijd hebben om de vragen te beantwoorden.

6. Bij deelname aan een schriftelijk examen/tentamen mag de examinandus de zitting verlaten een half uur na de aanvang van de zitting. Examinandi die te laat komen worden tot een half uur na de aanvang toegelaten tot de zitting. Het is niet toegestaan een schriftelijk tentamen te verlaten gedurende het laatste half uur.

7. De examenopgaven mogen door de examinandus na afloop van het examen worden meegenomen. Een uitzondering op deze regel geldt voor examens waarbij de antwoorden bij de tekst van de opgaven moeten worden aangegeven of bijgeschreven, in welk geval de opgaven en de antwoorden tezamen dienen te worden ingeleverd, doch desgewenst kunnen worden opgehaald gedurende de twee weken waarin inzage in het beoordeelde werk kan worden verkregen en zoals geregeld in de nadere regeling art. 14, lid 1. Artikel 11: Fraude.

1. Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een examinandus dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken.

2. In geval van fraude kan de examencommissie de examinandus het recht ontnemen om gedurende een door haar te bepalen termijn van ten hoogste één jaar één of meer door haar daarbij aan te wijzen tentamens of examens aan de instelling af te leggen. Deze beslissing wordt genomen op basis van het schriftelijk verslag over de geconstateerde of vermoede fraude.

3. In spoedeisende gevallen kan een surveillant tot uitsluiting beslissen. De examinator draagt er zorg voor dat terstond na afloop van het tentamen een verslag voor de examencommissie op schrift wordt gesteld, waarvan een afschrift aan de examinandus verstrekt wordt.

4. De examinandus kan aan de examencommissie verzoeken de uitsluiting ongedaan te maken. Bij dit verzoek voegt hij een afschrift van het verslag, bedoeld in het derde lid, en zijn schriftelijk commentaar daarop.

5. Voordat de examencommissie een beslissing neemt op een verzoek, als bedoeld in het http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Oer_rr.htm (3 of 6) [29/12/1999 15:21:38]


vierde lid, stelt zij de examinandus en de examinator in de gelegenheid te worden gehoord. 6. Een uitsluiting heeft tot gevolg, dat geen uitslag wordt vastgesteld voor het desbetreffende tentamen. Artikel 12: De vragen en opgaven.

1. De vragen en opgaven van het examenonderdeel gaan de tevoren bekend gemaakte bronnen waaraan de examenstof is ontleend niet te buiten. Uiterlijk een maand voor het afnemen van het examenonderdeel wordt de omvang van de te examineren stof bekend gemaakt.

2. De vragen en opgaven van het examen of examenonderdeel zijn zo evenwichtig mogelijk verspreid over de examenstof.

3. 4. 5. 6.

Het examenonderdeel representeert de onderwijsdoelen naar inhoud en vorm. De vragen en opgaven van het examen of examenonderdeel zijn duidelijk en ondubbelzinnig. Uit de vraagstelling blijkt hoe gedetailleerd het antwoord van de examinandus moet zijn. Geruime tijd voor het afnemen van het desbetreffende examenonderdeel maakt de Examencommissie c.q. examinator bekend op welke manier uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 13 van het O.E.R. met betrekking tot de wijze waarop het examenonderdeel wordt afgelegd.

7. Geruime tijd voor het afnemen van een schriftelijk examen of examenonderdeel stelt de Examencommissie of examinator de examinandi, zo mogelijk, in de gelegenheid kennis te nemen van een schriftelijke proeve van een dergelijk examen of examenonderdeel alsmede van de modelbeantwoording en de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. Artikel 13: De beoordeling.

1. Indien de beoordeling van een examen of examenonderdeel door middel van een cijfer tot uitdrukking wordt gebracht, dan dient aan de cijfers de volgende betekenis te worden gegeven: 1 zeer slecht 2 slecht 3 zeer onvoldoende 4 onvoldoende 5 bijna voldoende 6 voldoende 7 ruim voldoende 8 goed 9 zeer goed 10 uitmuntend Een vrijstelling wordt geacht overeen te komen met het cijfer 6.

2. De examinandus heeft een onderdeel van het propedeutisch examen met gunstig gevolg afgelegd indien aan een der volgende voorwaarden is voldaan: a. zijn werk met het cijfer 6 of hoger is beoordeeld; b. een practicum met voldoende resultaat is afgesloten. De examinandus is voor het propedeutisch examen geslaagd, als alle examenonderdelen met gunstig gevolgd zijn afgelegd. Indien in de lijst van eindcijfers voor één vak het cijfer 5 voorkomt, terwijl de overige vakken en practica minstens met voldoende resultaat zijn afgesloten, is de examinandus eveneens geslaagd. Deeltentamens worden voor het bepalen van het eindcijfer voor een vak slechts meegeteld indien zij 5 of hoger zijn. De examenuitslagcommissie is bevoegd gemotiveerd ten gunste van de examinandus van deze slaagregels af te wijken indien b.v. studiesnelheid en cijferniveau daartoe aanleiding geven.

3. De examinandus heeft een onderdeel van het afsluitende examen met gunstig gevolg afgelegd indien aan een der volgende voorwaarden is voldaan: a. zijn werk met het cijfer 6 of hoger is beoordeeld; b. een practicum met voldoende resultaat is afgesloten.



De examinandus is voor het D1-examen (2e jaar) geslaagd als alle examenonderdelen met gunstig gevolg zijn afgelegd. Indien in de lijst van eindcijfers voor één vak het cijfer 5 voorkomt terwijl de resterende vakken en practica minstens met voldoende resultaat zijn afgesloten, is de examinandus eveneens geslaagd. Deeltentamencijfers worden voor het bepalen van het eindcijfer voor een vak slechts meegeteld indien zij 5 of hoger zijn. De examinandus is voor het D2-examen (3e jaar) geslaagd als alle examenonderdelen met gunstig gevolg zijn afgelegd. Indien in de lijst van eindcijfers voor één vak het cijfer 5 voorkomt terwijl de resterende vakken en practica minstens met voldoende resultaat zijn afgesloten, is de examinandus eveneens geslaagd. Deeltentamencijfers worden voor het bepalen van het eindcijfer voor een vak slechts meegeteld indien zij 5 of hoger zijn. De examinandus is voor het D3-examen (4e jaar) geslaagd als alle examenonderdelen met gunstig gevolg zijn afgelegd. De examinandus is eveneens voor het D3-examen geslaagd indien de volgende resultaten zijn behaald: a. in de lijst van tentamencijfers komt voor een vak het cijfer 5 voor, terwijl de resterende vakken en de practica minstens met voldoende resultaat zijn afgesloten; De examinandus is voor het D4-examen (5e jaar) geslaagd als alle examenonderdelen met gunstig gevolg zijn afgelegd. Deeltentamencijfers worden voor het bepalen van het eindcijfer voor een vak slechts meegeteld indien zij 5 of hoger zijn.

4. De beoordeling van schriftelijke examenonderdelen geschiedt zo mogelijk aan de hand van tevoren voor de beoordeling schriftelijk vastgestelde en eventueel naar aanleiding van de correctie van het examenonderdeel bijgestelde normen.

5. De wijze van beoordeling is zo doorzichtig dat de geëxamineerde kan nagaan hoe de uitslag van zijn examenonderdeel tot stand is gekomen.

6. De desbetreffende Examencommissie kan ten gunste van de student van het gestelde in het tweede, derde en vierde lid afwijken. Artikel 14: Richtlijnen voor de toekenning van het predicaat 'met lof' bij het doctoraalexamen.

1. Cijferniveau: 1. Tentamens Dl- en D2-examen gemiddeld >=7. 2. Tentamens van het D3-programma gemiddeld >=7,6. 3.1. Diverse aspecten van individuele opdrachten in de hoofdvakstudie >=8 en gemiddeld >=8,6. 3.2. Het eindcijfer is tenminste 9. 4. In de doctoraalstudie geen cijfers < 6.

2. Tijdsduur: Het doctoraalexamen wordt afgelegd binnen 5 jaar na het P-examen.

3. Procedure: De hoofdvakdocent deelt via het formulier, waarmee de uitslagcommissie wordt benoemd, mee, of de examenkandidaat al dan niet voor Lof in aanmerking komt. Voldoet de kandidaat aan de normen, dan geeft de Examencommissie groen licht aan de uitslagcommissie, die daarna -mede op grond van het afgelegde ingenieursexamen- de beslissing neemt.

4. Ingeval de hoofdvakdocent een kandidaat, die slechts in geringe mate afwijkt van de normen, in aanmerking wil laten komen voor het predikaat MET LOF, dan vermeldt de docent uiterlijk twee weken voordat het examen plaats vindt in een begeleidende brief bij het commissieformulier welke compensatie aanwezig is en welke overwegingen er zijn om de normen in dit specifieke geval niet volledig strikt toe te passen. De Examencommissie zal dan een advies aan de uitslagcommissie geven.

5. Bekendmaking: De voorzitter van de uitslagcommissie deelt direct na afloop van het doctoraalexamen de vastgestelde uitslag alsmede de beslissing over de toekenning van het predicaat'met lof' aan



de examinandus mee. Artikel 15: Het gebruikmaken van een afwijkende mogelijkheid.

1. De examinandus c.q. geëxamineerde kan de Examencommissie of examinator verzoeken om alvorens van een in het O.E.R. of in deze regelen en richtlijnen geboden afwijkingsmogelijkheid gebruik te maken, de studie-adviseur of studentendecaan in de gelegenheid te stellen om van bericht en raad te dienen. Artikel 16: De maatstaven.

1. De Examencommissie c.q. de examinator neemt bij de beslissingen die zij moeten nemen tot richtsnoer de volgende maatstaven en weegt bij strijdigheid het belang van hantering van een maatstaf tegen dat van de andere af: a. het behoud van kwaliteits- en selectie-eisen van een examen of examenonderdeel; b. doelmatigheidseisen, onder meer tot uitdrukking komend in een streven om: - tijdverlies voor studenten bij de voorbereiding van een examen of examenonderdeel zoveel mogelijk te beperken; - studenten zo snel mogelijk te bewegen hun studie af te breken, indien het slagen voor een examen of examenonderdeel onwaarschijnlijk is geworden; c. bescherming tegen zichzelf van de student die een te grote studielast op zich wil nemen; d. mildheid ten opzichte van de studenten die door omstandigheden buiten hun schuld in de voortgang van hun studie vertraging hebben ondervonden. Artikel 17: Wijziging van deze regelen en richtlijnen. Geen wijzigingen vinden plaats die van toepassing zijn op het lopende cursusjaar, tenzij de belangen van examinandi of geëxamineerden hierdoor redelijkerwijs niet worden geschaad. Artikel 18: Vaststelling Regelen en Richtlijnen. De Regelen en Richtlijnen zijn vastgesteld door de Examencommissie Maritieme Techniek op 26 augustus 1997. Webmaster terug naar: Inhoudsopgave


Normen Studie-Advies-Commissie

Bijlage 4 bij het Studentenstatuut 1998-1999 Maritieme Techniek NORMEN VAN DE STUDIE-ADVIES-COMMISSIE De Studie Advies Commissie brengt vóór 15 juli schriftelijke advies uit aan alle eerstejaarsstudenten. Er worden 4 adviezen onderscheiden: 1. Positief:>=67% P-programma afgerond. 2. Gematigd positief: >=50% en <67% P-programma afgerond. 3. Twijfel:>=10% en <50% P-programma afgerond. 4. Negatief: <10% P-programma afgerond. De tekst in de adviezen zoals deze aan de studenten wordt verstrekt luidt als volgt: Positief: De commissie raadt u aan de studie voort te zetten en verwacht dat u deze binnen de daarvoor geldende termijnen zult kunnen voltooien bij onverminderde inzet. Het moge u bekend zijn dat u zich omtrent vragen voor wat betreft de inrichting van uw studie steeds kunt wenden tot de studie-adviseur. Gematigd positief: De Commissie verkeert in twijfel ten aanzien van de vraag of u wel de voor uw studie juiste aanpak hebt gevonden. Gevreesd moet worden dat zonder een betere aanpak ontoelaatbare vertraging zou kunnen ontstaan. Derhalve wordt u dringend aangeraden over de verdere inrichting van uw studie overleg te plegen met de studie-adviseur. Ter voorbereiding op dat gesprek worden u de volgende vragen ter overweging gegeven: ●

Wat zijn de oorzaken van mijn studievertraging ?

●

Wat moet ik doen om de slaagkans in deze studierichting te vergroten?

●

Moet ik eventueel overwegen de studiekeuze te herzien en welke stappen moeten dan worden ondernomen?

Twijfel: De Commissie twijfelt er ernstig aan of u de studie binnen de wettelijke termijnen zult kunnen voltooien. U wordt aangeraden u te bezinnen op een ingrijpende verandering van uw studieaanpak en studieplanning en op de vraag of deze studie wel de juiste voor u is. Daarover kunt u zich verstaan met de studie-adviseur. Ter voorbereiding op dat gesprek worden u de volgende vragen ter overweging gegeven: ●

Wat zijn de oorzaken van mijn studievertraging?

●

Kan ik deze op korte termijn opheffen opdat de studie met enige kans van slagen kan worden voltooid?

●

Moet ik, gezien de geringe kans van slagen, de studiekeuze herzien en welke stappen moeten dan worden ondernomen?

Negatief: De Commissie raadt u af deze studie voort te zetten. Zij beveelt u aan om met spoed een wijziging te brengen in uw toekomstplannen door een alternatief voor deze studie te zoeken. Voor advies

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Oer_sadv.htm (1 of 2) [29/12/1999 15:21:39]


hierover kunt u zich bij de studie-adviseurs vervoegen.

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Oer_sadv.htm (2 of 2) [29/12/1999 15:21:39]

Inschaling HBO-ers bij Maritieme Techniek

Verkort programma voor HBO-studenten Maritieme Techniek Hieronder is schematisch weergegeven hoe de inschaling in de opleiding Maritieme Techniek is geregeld voor studenten met een HBO-vooropleiding. Onder "Wiskunde/Mechanica" vakken is het collectieve programma van 16 punten nader gespecificeerd.

Studiepunten afhankelijk van vooropleiding KIM-Nautische KIM-Werktuigbouwk. TH-Scheepsbouwk. HZS-Werktuigbouwk. Techniek Wiskunde/Mechanica 16 --16 16 2e en 3e jaars vakken voor specialisatie Voorbereiding op scheepsontwerp Scheepsontwerp

---

---

15

15

10 1)

10 1)

---

10

10

10

---

10

Afstuderen

74

70

74

74

Totaal

110

90

105

125

1)

deze vakken mogen niet al eerder in het kader van de KIM-opleiding zijn gedaan.

Voor studenten met een ander TH-diploma of HZS-ers zeevaart en KIM-ers zeedienst wordt een individuele inschaling geregeld. Alle verzoeken tot inschaling moeten gericht worden aan de Examencommissie MT, t.a.v. Ewoud van Luik, Mekelweg 2, 2628 CD Delft. De coördinator voor HBO-afgestudeerden is Ir. J.P.P.M. van der Zanden, tel. 015-2781513.

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Th_progr.htm [29/12/1999 15:21:39]

Jaarindeling WbMT 1999-2000

ACADEMISCHE JAARINDELING 1999-2000 Activiteit Wb / TUD IO Week Maandag Legenda MT 4 x 10 6 x 7 5x8 1 1 1 36 06.09.1999 Onderwijs 37 13.09 Collegevrije periode (MT wel colleges) 38 20.09 T=Tentamens HT=Hertentamens 39 2709 Witte week / Tentamenweek 40 04.10 Witte week 41 11.10 Vakantie 2 42 18.10 43 25.10 2 44 01.11 2 45 08.11 46 15.11 47 22.11 48 29.11 3 49 06.12 50 13.12 51 20.12 52 27.12 3 01 03.01.2000 3 02 10.01 03 17.01 04 24.01 05 31.01 3 4 06 07.02 07 14.02 08 21.02 09 28.02 10 06.03 4 11 13.03 12 20.03 5 13 27.03 14 03.04 15 10.04 16 17.04 17 24.04 vr. 21.04 t/m vr. 28.04 Paasvakantie. Link door naar Opmerking 4 18 01.05 vr. 05.05 Bevrijdingsdag 19 08.05 5 20 15.05 6 21 22.05 22 29.05 do. 01.06 Hemelvaartsdag 23 05.06 24 12.06 ma. 12.06 Pinksteren 25 19.06

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Jr_ind.htm (1 of 2) [29/12/1999 15:21:39]

Jaarindeling WbMT 1999-2000

26 27 28 29 30 31 32 33 34 35

26.06 03.07 10.07 17.07 24.07 31.07 07.08 14.08 21.08 28.08

Opmerking: de plaats van de Paasvakantie is bij circulaire van het CvB gewijzigd. Oorspronkelijk was deze gepland van do. 20.04 t/m wo. 26.04.2000

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Jr_ind.htm (2 of 2) [29/12/1999 15:21:39]

Studentenstatuut Maritieme Techniek

Subfaculteit Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek

Centraal deel Studentenstatuut Opleidingsspecifiek deel Studentenstatuut: ❍ Toepasselijkheid ❍ Begripsbepalingen ❍ Omschrijving van de opleiding ❍ Opleiding voltijds/deeltijds ❍ Flexibele leerwegen ❍ Verantwoording opleiding ❍ Visie op leren en onderwijzen ❍ Visie didactische principes ❍ Uitgangspunten opleiding ❍ Doelstellingen onderwijsprogramma ❍ Schema structuur opleiding ❍ Criteria studieadvies ❍ Criteria deelname uitwisselingsprogramma's ❍ Duur en structuur opleiding ❍ De propedeutische fase ❍ De doctorale fase ❍ Specialisaties ❍ Structuur afsluitende fase ❍ Buiten-curriculaire activiteiten ❍ Studielast en studeerbaarheid ❍ Onderwijsvorm en praktische vaardigheden ❍ Studiebegeleiding ❍ Spreekuren ❍ In- en uitstroombegeleiding ❍ Functie en doelen stage ❍ Functie en doelen afstudeerproject ❍ Organisatie tentamens en examens ❍ Mondelinge tentamens ❍ Bekendmaking en nabespreking ❍

Inzagerecht

❍

Geldigheidsduur tentamens

❍

Aanwezigheid- of deelnameverplichting

❍

Fraude en sancties

❍

Evaluatie en kwaliteitszorg

❍

Studievoortgangscontrole

❍

Studiekosten

❍

Voorlichting en informatievoorziening

❍

Uitvoering van onderwijs

❍

Administratie

❍

Vaststelling Studentenstatuut

❍

Klacht, bezwaar en beroep

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Stathome.htm (1 of 2) [29/12/1999 15:21:41]

Studentenstatuut Maritieme Techniek

Bijlagen bij het Statuut 1.

OnderwijsExamenreglement (OER)

2.

Vrijstellingenbeleid HBO

3.

Regels en Richtlijnen examens

4.


5.

Overgangsregeling van 4 naar 5

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Stathome.htm (2 of 2) [29/12/1999 15:21:41]

mt500

Vakcode: mt500 Vaknaam: Technische Systemen Het betreft een college TUD studiepunten: 3 ECTS studiepunten: 5 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Keuning, dr.ir. J.A., Plettenburg, ir. D.H.

Tel.: 015-2781897/5615

Trefwoorden: Algemene inleiding in werktuigkundige en maritieme constructies. Systeemleer, modelvorming, evenwicht en stabiliteit, mechanische versterkers, schaalwetten, wrijving en weerstand, geometrie en numerieke integratie, voortstuwing.

Cursusjaar: 1 Quintaal: 0/0/4/0/0 Coll.uren p/w: 4 Andere uren: Toetsvorm: Schriftelijk, open boek Tentamenperiode: 3, 4 (zie jaarindeling)

Voorkennis: Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ●

Systemen: soorten systemen, inwendige en uitwendige krachten/momenten, deelsystemen.

●

Modelvorming: functionele werking eenvoudige apparaten, blokschema's, energie-betrekkingen, interactie.

●

Evenwicht: krachten, krachtontbinding en -samenstelling, evenwicht van (gekoppelde) systemen.

●

Wrijving en veerkracht. Stabiliteit: begrippen, stabiliteit van vaartuigen, stabiele, labiele en indifferente systemen, aanvangsstabiliteit, formule van Scribanti.

● ●

Geometrie en numerieke integratie: beschrijving scheepsvorm, integratieregel van Simpson.

●

Schaalwetten: statische en dynamische schaalwetten, kental, vertakken, moeilijkheden bij modelproeven.

●

Weerstand: vloeistof- en luchtweerstanden, invloed van omgeving, vormoptimalisatie, continuïteitsvergelijking, wet van Bernouilli.

●

Voortstuwing: werking van vleugels, geometrie en werking van schroeven, schroefkarakteristieken, zeilen.

College materiaal: ●

"Werktuigkundige Systemen" Jan C. Cool, 3e-druk 1992, DUM, ISBN 90 6562 092 3. "Werktuigkundige Systemen, vraagstukken en antwoorden" Jan C. Cool, Dick H. Plettenburg, 2e-druk 1993, DUM, ISBN 90 6562 147 4.

●

diktaat: "Technische Systemen", dr.ir. J.A. keuning

●

Referenties vanuit de literatuur: o.a.: "Engineering Mechanics" J.L. Meriam, 1980, John Wiley. Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): De eerste vijf colleges worden gegeven door de docent werktuigbouwkunde. Daarna geeft de docent Maritieme Techniek college over de overige onderwerpen. Tentamen: open boek tentamen.


mt500

Doel: Het doel van het college is inzicht te verschaffen in het "hoe en waarom" van werktuigkundige en maritieme constructies. Computer gebruik: Practicum: Ontwerp component: Het college draagt basiskennis aan nodig voor het het zelfstandig uitvoeren van een werktuigkundig of maritiem ontwerp. Percentage ontwerponderwijs: 75%


mt700

Vakcode: mt700 Vaknaam: Vervaardigingskunde MT. mt700 en mt800 zijn sinds 01-09-1998 in het kader van thematisch onderwijs geïntegreerd. Het betreft een College TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde & Maritieme Techniek Docent(en): Dirkse, ir. C., Hengst, prof.ir. S.

Tel.: 015-2785306

Trefwoorden: Cursusjaar: 1 Bewerkingen, bewerkingsmachines, scheepsbouw, offshore, staal, Quintaal: 0/0/0/4/6 plaat, profiel, lay-out Coll.uren p/w: 4/6 Andere uren: Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: 4, 5, 6 (zie jaarindeling) Voorkennis: mk1a Wordt vervolgd door: mt710 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ●

Productiesystemen en productieprocessen. Kenmerken en verschillen. Toepassing in de scheepsbouw.

●

Karakteristieken van de scheepsbouw. Het productiesysteem scheepswerf met de verschillende productieprocessen zoals ontwerp, (pre)-fabricage, afbouw, proefvaart etc. Logistiek en integratie van het productieproces.

●

De maritieme infrastructuur: oorsprong, de verschillende bedrijfstakken, zoals scheepsbouw, binnenvaart, zeevaart, visserij etc. De rol van de overheid, economisch betekenis en toekomst.

●

Materialen in de scheepsbouw en de toepassing van staal. Het ijzer-koolstof diagram. Staalbereiding: hoogovenproces, walsen, gieten, legeringen, warmtebehandelingen.

●

Introductie verspanende bewerkingen: boren, frezen, schaven, draaien, slijpen etc. Voorbewerking: CAD/CAM, gritten, stralen, conserveren. Snijprocessen, zoals autogeen-, plasma- en lasersnijden. Brandsnijmachines. Aftekenen van platen en profielen. Knippen en ponsen.

●

●

Omvormen van platen: walsen, vouwen, zetten, drukken en rollen. Het buigen van profielen en pijpen.


Boek: Scheepsbouw, deel 1, prof.ir. S. Hengst verkrijgbaar bij mw. A. Nieuwland-Jobse (blok 2, 2e etage).

Referenties vanuit de literatuur: Storch, Hammon en Bunch. "Ship Production". (1988 Cornell Maritime Press, Inc. / ISBN 0-87033-357-7). Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Periodieke schriftelijke oefeningen over de behandelde stof maken deel uit van de beoordeling.


mt700

Doel: Inzicht verschaffen in de activiteiten van de partijen (spelers) in de maritieme sector. Aan de hand van de bouw (vervaardiging) van de (onderdelen van) schepen wordt de rol van werven, reders, klassebureaus, onderaannemers en leveranciers toegelicht. Tevens wordt de functie van de overheid en andere instellingen, die betrokken zijn bij de bouw, exploitatie en instandhouding van schepen duidelijk gemaakt. De student kent de opzet en productiewijze van werven en is in staat het proces in modelvorm weer te geven. Hij kent de processen om staal te fabriceren, de voorkomende scheepsbouwkundige bewerkingen en de daarbij gebruikte technieken en is in staat deze kennis te reproduceren en tijdens het praktisch werken te gebruiken, heeft inzicht in beperkingen die de bewerkingen aan de constructie opleggen bij bijvoorbeeld bij het snijden, mechanisch vervormen, conserveren, verbinden en assembleren. Computer gebruik: geen Practicum: Practisch werken: vragen over het productie proces moeten in een verslag worden uitgewerkt. 6 middagen basisbewerkingen. Ontwerp component: Ongeveer 20 % van de cursus heeft betrekking op het ontwerpen van de lay-out van werkplaatsen Percentage ontwerponderwijs: 50%


mt800

Vakcode: mt800 Vaknaam: Constructieleer MT mt700 en mt800 zijn sinds 01-09-1998 in het kader van thematisch onderwijs geïntegreerd. Het betreft een college TUD studiepunten: 4 ECTS studiepunten: 6 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Dirkse, ir. C., Hengst, prof. ir. S.

Tel.: 015-2785306

Trefwoorden: Constructieleer, Krachtstromen, Boutverbindingen, Lasverbindingen, Types zeegaande constructies, Materialen, Belastingen, Langsscheepse sterkte, Verstijfde plaatvelden, Constructieve indeling van schepen

Cursusjaar: 1 Quintaal: 0/0/0/4/6 Coll.uren p/w: 4/6 Andere uren: Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: 4, 5, 6 (zie jaarindeling)

Voorkennis: mk1a, wb1109 Wordt vervolgd door: mt700, mt827 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Uitgangspunt is de krachtenstroom door het beschouwde systeem. Een constructeur moet in staat zijn om deze krachtstromen doelgericht te beheersen. Een en ander wordt toegepast op enkele veel voorkomende verbindings-typen. Het systeem schip wordt in zijn omgeving beschouwd. De anatomie van het schip wordt behandeld in samenhang met de constructie, de belasting en de responsie van het schip op de belasting. Constructieleer, krachtstromen, boutverbindingen, lasverbindingen, types zeegaande constructies, materialen, belastingen, langsscheepse sterkte, verstijfde plaatvelden, constructieve indeling van schepen. Het vak mt800, Constructieleer, omvat 2 delen: Deel 1: mt800-1: Constructieleer: Wb-deel voor MT College uren: 0/0/0/2/0. Doel en inhoud: Uitgangspunt is de krachtenstroom door het beschouwde systeem. Een constructeur moet in staat zijn om deze krachtstromen doelgericht te beheersen. Een en ander wordt toegepast op enkele veel voorkomende verbindings-typen. De student moet in staat zijn de behandelde types verbindingen te vertalen in een relevant fysisch model, daarop de kennis uit de krachtstroomleer toe te passen om tenslotte een beeld van de samenhang tussen de relevante parameters te verkrijgen. Deel 2: mt800-2: Inleiding Constructieleer Maritieme Techniek College uren: 0/0/0/0/4. Doel en inhoud: Kennis maken met de begrippen en termen die in de Maritieme Techniek worden gebruikt. Een en ander gebeurt door het systeem "schip" in zijn omgeving te beschouwen. Na een globale beschrijving van enkele zeegaande transportmiddelen en offshore constructies volgt een overzicht van de materialen die worden gebruikt, en de wijze waarop deze worden verbonden. Na een beschrijving van de belastingen op, en de responsie van de constructie, wordt een aantal constructies behandeld, waarbij de integratie van het ontwerp en de berekening van een constructie, de constructietekening als voorbereiding op de fabricage en de fabricage geintegreerd aan de orde komen. http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/vakken/mt800.htm (1 of 2) [29/12/1999 15:21:42]

mt800

De student moet, gebruik makend van de geintroduceerde begrippen en de verkregen kennis omtrent constructiewijzen, eisen, belastingen op en responsie van maritieme constructies in staat zijn om eenvoudige berekeningen uit te voeren, en de constructie in een schets of tekening vast te leggen. College materiaal: ● ●

Dictaat: mt800-2: Inleiding Constructieleer Maritieme Techniek, prof. ir. S. Hengst. Dictaat: mt800-1: Constructieleer: Wb-deel voor MT; ir. J.H. Vink, dr.ir. A. van Beek, ir. C.J. Houtman, ing. G.J. Pasman, ir. P.V. Pistecky

Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Multiple choice tentamen (gesloten boek) Periodieke schriftelijke oefeningen over de behandelde stof maken deel uit van de beoordeling. Doel: De student is in staat de behandelde verbindingen te vertalen in een fysisch model, daarop de kennis uit de krachtstroomleer toe te passen en zich een beeld van de samenhang tussen de parameters te vormen. De student heeft een overzicht van de maritieme sector en kent de begrippen en termen die in de Maritieme Techniek worden gebruikt, kan zeegaande transportmiddelen en offshore constructies globaal beschrijven, kent de materialen die worden gebruikt, de eigenschappen en de wijze waarop deze worden verbonden. Hij heeft kennis van de anatomie van het schip en voorkomende constructies, de belastingen op, en de responsie van de constructie. De student moet, gebruik makend van de geïntroduceerde begrippen en de verkregen kennis van de anatomie en wijze van construeren, eisen, belastingen en responsie van staat zijn om eenvoudige berekeningen uit te voeren, en de constructie in een schets of tekening vast te leggen. De student is in staat een eenvoudige constructie te beoordelen t.a.v. maakbaarheid en toegankelijkheid. Computer gebruik: Practicum: Zie mt032P Ontwerp component: Het college mt800 geeft inzicht in de relaties die bestaan tussen tussen het constructief concept (ontwerp) en sterkte- plus productie-aspecten. Percentage ontwerponderwijs: 75%


wb1109

Vakcode: wb1109 Vaknaam: Technische Mechanica voor MT (voorheen Technische Mechanica, wb1103)

Het betreft een College TUD studiepunten: 7 ECTS studiepunten: 11 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Wisse, ir. G.

Tel.: 015-2782702

Trefwoorden: Statica, dynamica, sterkteleer, spanningsleer, kinematica, vervormingsleer

Cursusjaar: 1 Quintaal: 6/6/6/0/0 Coll.uren p/w: 6 Andere uren: Toetsvorm: Zie opm. Tentamenperiode: 1 t/m 4 (zie jaarindeling)

Voorkennis: VWO Wordt vervolgd door: mt828, mt511 deel 3 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ❍

Statica (6/0/0/0/0) Inleiding, 2- en 3-dimensionale krachten, koppels en momenten. Evenwicht in 2D en 3D, statisch bepaald en onbepaald. Vlakke vakwerken, knooppunts- en snedemethode. Oppervlak, statisch moment, zwaartepunt, oppervlakte traagheidsmomenten van vlakke doorsneden. Inwendige belasting in balken: momenten-, dwarskrachten- en normaalkrachtenlijnen.

❍

Stijfheid en sterkte 1 (0/6/0/0/0) Inleiding trek, druk en afschuiving. Axiaal belaste staven, lengteverandering bij statisch bepaalde/onbepaalde staafconstructies, temperatuurbelasting en voorspanning, spanning in niet loodrechte doorsneden, vormveranderingsarbeid. Torsie van assen (massief en dunwandig gesloten), schuifspanningen, torsievervorming, zuivere afschuiving, verband tussen E en G, vermogensoverdracht. Spanningen in balken, rek, buigspanningen, ontwerp van balkdoorsneden, schuifspanning in lijfplaten, samengestelde doorsneden, balken belast op buiging en normaalkracht. Dwarskrachtmiddelpunt. Doorbuiging van statisch bepaalde en onbepaalde balken, superpositie, vergeet-me-nietjes, vormveranderingsarbeid. Stabiliteit. Knik van staven.

❍

Dynamica 1 (0/0/6/0/0) Inleiding, kinematica van een punt, rechten kromlijnige beweging, rechthoekige-, baan- en poolcoordinaten, ruimtelijke beweging, relatieve beweging, "constrained motion". Dynamica van een puntmassa, 2e wet van Newton, bewegingsvergelijkingen, rechtlijnige- en gekromde beweging. Arbeid, kinetische en potentiele energie. Impuls en impulsmoment. Botsing, elastisch/onelastisch. Relatieve beweging. Dynamica van stelsels puntmassa's, 2e wet van Newton, arbeid en energie, impuls en impulsmoment, conservatieve systemen, massastroom en variabele massa. Trillingen, vrije en gedwongen trilling van puntmassa-systemen, gedempt en ongedempt.

❍

Raadpleeg de wb1109 home-page voor meer informatie.

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/Wb1109.htm (1 of 2) [29/12/1999 15:21:43]

wb1109

College materiaal: ❍

Statics, Volume 1, fourth edition, SI version. J.L. Meriam and L.G. Kraige, ISBN 0-471-24164-4.

❍

Dynamics, Volume 2, fourth edition, SI version. J.L. Meriam and L.G. Kraige, ISBN 0-471-24167-9.

❍

Mechanics of Materials, fourth SI Edition. J.M. Gere and S.P. Timoshenko, ISBN 0-7487-3998-X

Referenties vanuit de literatuur: Geen Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Tentamenregeling: zie wb1109 home-page Doel: Het vak Technische Mechanica handelt over de grondslagen van de Statica, de Stijfheid en Sterkte en de Dynamica. Tijdens de colleges worden de basisbegrippen en de wetmatigheden besproken als ook de toepassing ervan beoefend. Kennis en vaardigheid die iedere ingenieur nodig heeft om voorspellingen te doen over de sterkte (breuk/plasticiteit), de stijfheid (vervormingen) en het bewegingsgedrag van eenvoudige constructies. Het doel van het vak is de inzichten die hiervoor nodig zijn langs analystische weg over te dragen. Computer gebruik: 1 uur computertoets per week + afsluitend schriftelijk tentamen per quintaal. Practicum: Geen Ontwerp component:Percentage ontwerponderwijs: -

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/Wb1109.htm (2 of 2) [29/12/1999 15:21:43]

wi1256mt

Vakcode: wi1256mt Vaknaam: Analyse module 1 Het betreft een college TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Faculteit der Informatietechnologie en Systemen Docent(en): Hensbergen, drs. A.T.

Tel.: 015-2785818 kr. 03.090 ( Et-HB )

Trefwoorden: Limieten en continuïteit, differentieerbaarheid, enkelvoudige integralen, meervoudige integralen, complexe getallen, differentiaalvergelijkingen.


Voorkennis: VWO-wiskunde Wordt vervolgd door: wi204mt Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Functies van R naar R en aanverwante begrippen: (niet) stijgend, injectief, surjectief; limieten, continuiteit en differentieerbaarheid. Impliciet differentiëren. Middelwaardestelling met gevolgen (extremen, buigpunten, asymptoten). Linearizering. Formule van Taylor met restterm. Foutschatting + ordesymbool. Taylorontwikkelingen van standaardfuncties. Limietberekening m.b.v. Taylor; Stelling van l´Hospital. College materiaal: Instellingspakket Analyse module 1 te verkrijgen bij Dictatenverkoop ITS, Zuidplantsoen 4. Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): In het vak wordt per week 4 uur college en 2 uur instructie gegeven. Meer informatie is te vinden op: http://aw.twi.tudelft.nl/~hensberg/index.html Doel: De doelstelling van het vak is tweeledig. Aan de ene kant passeren verschillende technieken de revue, die binnen verschillende deelgebieden van de werktuigbouwkunde hun toepassing vinden. Aan de andere kant wordt aandacht besteed aan de theoretische achtergronden en de samenhang tussen deze methoden. Computer gebruik: Practicum: Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 0%

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/wi1256mt.htm [29/12/1999 15:21:43]

wi1257mt


Tel.: 015-2785818 kr. 03.090 ( Et-HB )



Voorkennis: VWO-wiskunde Wordt vervolgd door: wi204mt Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Enkelvoudige integralen: Definities + enkele elementaire eigenschappen. Substitutieregel en partiële integratie. Het primitiveren van rationele functies (breuksplitsing). Numerieke integratie. Definities van twee en drievoudige integraal (met interpretaties). Rechtstreekse berekening: stelling van Fubini. Substitutieregel: pool-, bol- en cilindercoördinaten. Toepassingen: bepaling van massa, volume, massamiddelpunt, en traagheidsmoment. College materiaal: Instellingspakket Analyse module 2 te verkrijgen bij Dictatenverkoop ITS, Zuidplantsoen 4. Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): In het vak wordt per week 4 uur college en 2 uur instructie gegeven. Doel: De doelstelling van het vak is tweeledig. Aan de ene kant passeren verschillende technieken de revue, die binnen verschillende deelgebieden van de werktuigbouwkunde hun toepassing vinden. Aan de andere kant wordt aandacht besteed aan de theoretische achtergronden en de samenhang tussen deze methoden. Computer gebruik: Practicum: Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 0%


wi1258mt


Tel.: 015-2785818 kr. 03.090 ( Et-HB )



Voorkennis: VWO-wiskunde Wordt vervolgd door: wi204mt Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Complexe getallen: Definities van C met optelling en vermenigvuldiging. Interpretatie in het complexe vlak. Complex geconjugeerde, modulus en argument. (Complexe) exponentiële functie. Polynomen met complexe coëfficiënten: de hoofdstelling. De vergelijking zn=a. Differentiaalvergelijkingen: (enkele eenvoudige) eerste orde vergelijkingen + lineaire vergelijkingen met constante coëfficiënten. College materiaal: Instellingspakket Analyse module 3 te verkrijgen bij Dictatenverkoop ITS, Zuidplantsoen 4. Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): In het vak wordt per week 4 uur college en 2 uur instructie gegeven. Meer informatie is te vinden op: http://aw.twi.tudelft.nl/~hensberg/index.html Doel: De doelstelling van het vak is tweeledig. Aan de ene kant passeren verschillende technieken de revue, die binnen verschillende deelgebieden van de werktuigbouwkunde hun toepassing vinden. Aan de andere kant wordt aandacht besteed aan de theoretische achtergronden en de samenhang tussen deze methoden. Computer gebruik: Practicum: Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 0%


wi1307mt

Vakcode: wi1307mt Vaknaam: Lineaire algebra Het betreft een College TUD studiepunten: 4 ECTS studiepunten: 6 Faculteit der Informatietechnologie en Systemen Docent(en): Koekoek, dr. R.

Tel.: 015-2787218

Trefwoorden: stelsels lineaire vergelijkingen, vectoren, matrices, matrixalgebra, determinanten, vectorruimten, lineaire afbeeldingen, eigenwaarden en eigenvectoren, orthogonaliteit, inwendig product, kleinste kwadraten, symmetrische matrices, kwadratische vormen.

Cursusjaar: 1 Quintaal: 0/0/6/0/6 Coll.uren p/w: 0/0/4/0/4 Andere uren: 0/0/2/0/2 Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: 3 t/m 6 (zie jaarindeling)

Voorkennis: VWO-wiskunde Wordt vervolgd door: wi2050mt Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ●

Stelsels lineaire vergelijkingen, Gauss-eliminatie en echelonvorm, vectorvergelijkingen in R^n, de matrixvergelijking Ax=b, oplossingsverzamelingen van stelsels lineaire vergelijkingen, lineaire onafhankelijkheid, inleiding lineaire afbeeldingen, de matrix van een lineaire afbeelding, toepassingen.

●

Matrixalgebra, de inverse van een matrix, karakteriseringen van inverteerbare matrices, blokmatrices, matrixfactorisaties, deelruimten van R^n, nulruimte en kolomruimte van een matrix, toepassingen.

●

Determinanten, eigenschappen van determinanten, de regel van Cramer, toepassingen.

●

Vectorruimten en deelruimten, lineaire afbeeldingen, kern en beeldruimte van een lineaire afbeelding, bases, coördinatiseringen, de dimensie van een vectorruimte, basistransformaties, toepassingen.

●

Eigenwaarden en eigenvectoren, de karakteristieke vergelijking, diagonaliseerbaarheid, eigenvectoren en lineaire afbeeldingen, toepassingen.

●

Inwendig product, lengte (norm) en orthogonaliteit, orthogonale verzamelingen, orthogonale projecties, het orthogonaliseringsproces van Gram-Schmidt, kleinste kwadraten problemen, inwendig productruimten, toepassingen.

●

Diagonaliseerbaarheid van symmetrische matrices, kwadratische vormen, singuliere waarden ontbindingen, toepassingen.


Linear Algebra and its Applications, David C. Lay, Second Edition, Addison-Wesley, 1997, ISBN 0-201-76717-1.

●

Studiehandleiding (tevens tentamenbundel), Dr. R. Koekoek.

Referenties vanuit de literatuur: idem

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/Wi1307mt.htm (1 of 2) [29/12/1999 15:21:44]

wi1307mt

Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): In het vak wordt per week 2 uur college en 2 uur instructie gegeven. Meer informatie is te vinden op: http://aw.twi.tudelft.nl/~koekoek/onderw9900/wi1307mt.html Doel: Basisvak voor differentiaalvergelijkingen, mechanica, systeemtheorie, en vele andere vakken. Computer gebruik: Matlab en Maple Practicum: Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 0%


mt020

Vakcode: mt020 Vaknaam: Projektweek Het betreft een Practicum TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 2 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Hengst, prof.ir.S., Pinkster, ir. J.

Tel.: 015-2786606

Trefwoorden: Projectweek, projectgroep, praktijkprobleem,Maritieme bedrijfstak, groepsverslag

Cursusjaar: 1 Quintaal: 0/0/x/0/0 Coll.uren p/w: Andere uren: 40 (totaal) Toetsvorm: Zie opm. Tentamenperiode: 3 (zie jaarindeling)

Voorkennis: Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Groepjes studenten (eerstejaars met een ouderejaars) proberen een probleem uit het bedrijfsleven op te lossen. Men heeft daarvoor een week de tijd. Voor de eerstejaars studenten is de projectweek een verplicht onderdeel van het studieprogramma. Voor de ouderejaars is de projectweek facultatief in het D2 programma. Studenten werken in een team, maken een werkverdeling met eigen individuele verantwoordelijkheden en pakken het probleem als een project aan en maken gezamelijk een groepsverslag en verzorgen een presentatie. College materiaal: Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Inschrijven voor deelname in 5e quintaal, met als eis dat minimaal 10 studiepunten van het eerste jaar zijn behaald. Uitwerking van praktijkprobleem in groepjes van ca. 4 eerstejaars studenten. Begeleiding door ouderejaars student en onder supervisie van een medewerker van de vakgroep. Beoordeling aan de hand van groepsverslag met mondelinge presentatie. Doel: ● ● ● ● ● ●

Kennis maken met actuele problemen/ vraagstellingen uit het maritieme bedrijfsleven. Kennis uit eerste jaar toepassen op praktijkprobleem. Beroep doen op creativiteit om probleem op te lossen. Bezoek aan het bedrijf in kwestie. Leren werken in groepsverband. Groepsverslag schrijven en presentatie verzorgen

Computer gebruik: Geheel vrij Practicum: Een hele week, direct aansluitend op de 5e tentamenperiode. Ontwerp component: Oplossingen bedenken voor praktijkproblemen. Percentage ontwerponderwijs: 75% http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/vakken/mt020.htm (1 of 2) [29/12/1999 15:21:44]

mt020


mtop01 deel 1

Projectcode: mtop01 d1 Projectnaam: Introductieproject Uitgebreide beschrijving project 1 op de homepage Thematische Projecten MT

Het betreft een project TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 2 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Pinkster, ir. J.

Tel.: 015-2786606

Trefwoorden: Oriëntatie op werktuigbouwkunde en maritieme techniek aan de hand van een aantal voorbeelden en projecten, gerelateerd aan containerschepen (en het ontwerpen daarvan) waarbij uitvoerig gebruik wordt gemaakt van de in het vak Computers & netwerken (mtop01 deel 2) behandelde Operatingsysteem Windows, Internet, WWW, MS-Word, Powerpoint, Excel, Explorer, Netwerken

Cursusjaar: 1 Quintaal: 1e (week 36) Coll.uren: 10 Andere uren: 30 Toetsvorm: project Tentamenperiode: (zie jaarindeling)

Voorkennis: VWO-wiskunde en natuurkunde Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ●

Oriëntatie op werktuigbouwkunde en maritieme techniek gebruikmakende van containerschepen.

●

Het systeem containerschip, samenstelling, hoofdafmetingen, vormcoëfficiënten, maximalisering van aantal containers. Tevens enkele daarbij voorkomende processen, systemen en werkvoertuigen.

●

Het Maritieme Informatie Centrum te Delft en het zoeken naar gepubliceerde gegevens. Het rubriceren, verwerken, analyseren en presenteren van ontwerp data containerschepen. Het creëreren van ontwerp graphieken en het vaststellen van trends.

● ● ● ● ●

Lijnenplan van een containerschip en het tekenen van een dergelijk scheepsvorm. Voortstuwingsinstallatie van containerschepen, samenstelling, last- en aandrijfkarakteristieken. Eenvoudige voorontwerp van een containerschip voor een gegeven afvaartdienst. Een vijftal projecten (door studented uitgevoerd in groepsverband) gerelateerd aan het behandelde stof waarbij uitvoerig gebruik wordt gemaakt van de in het vak Computers & netwerken (mtop01 deel 2) behandelde Operatingsysteem Windows, Internet, WWW, MS-Word, Powerpoint, Excel, Explorer, Netwerken.

College materiaal: J. Klein Woud, "Introductie Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek", 1996 Referenties vanuit de literatuur: Diverse n.t.b. (vak)publikaties over containerschepen.

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/mtop01d1.htm (1 of 2) [29/12/1999 15:21:45]

mtop01 deel 1

Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): ●

Het vak wordt getoetst door het uitvoeren van een vijftal projecten volgens een strakke tijdsplanning door groepen van maximaal 8 studenten. Hieraan ca. 28 uur te besteden.

●

Voor een succesvolle uitvoering van deze vijftal projecten is het noodzakelijk dat de studenten het vak Computers & netwerken (mtop01 deel 2) gevolgd hebben dan wel vrijstelling hiervoor verkregen hebben. Eventuele vrijstelling voor mtop01 deel 2 dient verleend te worden door de vakdocent ir. E.M.A.J. van de Kamp (Tel.: 015-2781860).

Doel: Het project heeft tot doel een introductie te verzorgen in de maritieme techniek. Tevens wordt daarbij oefening en ervaring opgedaan m.b.t. het huidige gebruik van computers & netwerken in de maritieme technniek. Computer gebruik: Hands-on voor alle studenten t.a.v. het gebruik van Windows-applicaties en Internet, in het bijzonder Internet, WWW, MS-Word, Powerpoint, Excel, Explorer en Netwerken. Practicum: Een vijftal projecten op het gebied van containerschepen en het (voor)ontwerpen daarvan waarbij veelvuldig gebruik wordt gemaakt van van Windows-applicaties en Internet, in het bijzonder Internet, WWW, MS-Word, Powerpoint, Excel, Explorer en Netwerken.moderne computer. Ontwerp component: Het (voor) ontwerpen van containerschepen alsmede verwante werktuigbouwkundige en maritieme systemen. Percentage ontwerponderwijs: 50%


mtop01 deel 1

Projectcode MT: mtop01 deel 2 Projectnaam: Computers & netwerken ❍ Uitgebreide beschrijving op de website van dit project ❍ English version of this document

Het betreft een Project TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 1,5 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent: Kamp, ir. E.M.A.J. van de

Tel.:015-2781860

Trefwoorden: Operatingsysteem Windows, Netwerken, Internet, WWW, email, Explorer, MS-Word, Excel, PowerPoint

Cursusjaar: 1 Quintaal: 1e quintaal College-uren: 10 uur Geroosterde project-uren: 14 uur Zelfstudie: 16 uur Toetsvorm: Zie opm. Tentamenperiode: 1 (zie jaarindeling)

Voorkennis: geen Wordt vervolgd door: Alle vakken waarbij computersystemen worden gebruikt. Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Het vak wordt gegeven in projectvorm waarbij inleidende colleges, een begeleid groepsproces en zelfstudie moeten leiden tot het verkrijgen van voldoende kennis over: ● Computersystemen en netwerken, het operatingsysteem Windows. ●

Het presenteren van resultaten met behulp van een tekstverwerker en een presentatieprogramma (Powerpoint).

●

Het zoeken naar informatie en recent onderzoek via Internet.

●

Het verwerken en analyseren van informatie met behulp van een spreadsheet-programma (Excel).


Pagina's m.b.t. het project op de website van de faculteit.

Er wordt 1 set boeken per groep beschikbaar gesteld; eigen aanschaf door de student is niet nodig: ● Basiscursus Windows NT Workstation 4 ; A.J. de Boer ●

Dubbelboek Internet Explorer 4, in 20 stappen / helpdesk

●

Dubbelboek Word, in 20 stappen / helpdesk

●

Dubbelboek Excel, in 20 stappen / helpdesk

●

PaintShop Pro in 20 stappen

●

Dubbelboek Frontpage 98, in 20 stappen / helpdesk

●

Praktijkboek Power Point ; Anna Penta. ISBN 90-395-0716-3.

Referenties vanuit de literatuur: ● ●

D. Buitenhek (1996). Inleiding computers en netwerken wb3100. TU Delft, WbMT (dictatenverkoop WbMT) R. Elling e.a. (1994). Rapportagetechniek, schrijven voor lezers met weinig tijd. Groningen: Wolters-Noordhoff. (dictatenverkoop WTM)


De student ontvangt voor het begin van het project een projectbeschrijving; actuele en gedetailleerde aanwijzingen staan echter steeds op de website van het project.

●

Van de student wordt verwacht dat de gevraagde kennis voor een groot deel door zelfstudie wordt verkregen, en door samenwerking binnen zijn projectgroep.

●

Bij het lesmateriaal zijn een aantal opdrachten gevoegd waarmee geoefend kan worden om voldoende vaardigheden aan te leren. Elke groep van ca. 5 studenten beschikt over een computersysteem waarmee deze opdrachten kunnen worden uitgevoerd.

●

Beoordeling van de groep en van de individuele student vindt plaats door begeleiders en de docent tijdens de ingeroosterde project-uren.

Doel: ● ● ●

Het verkrijgen van inzicht in de mogelijkheden en het gebruik van computersystemen zowel op de faculteit als thuis. Het gebruik van informatiesystemen binnen de TU en daarbuiten. Het geven van een algemene werkwijze en gereedschappen voor het verkrijgen en verwerken van informatie, het rapporteren en het presenteren van resultaten.

Computergebruik: Hands-on voor alle studenten t.a.v. het gebruik van Windows-applicaties en Internet.


mtop01 deel 1

Practicum: Practica vinden plaats op de aanwezige werkstations aan de hand van gegeven opdrachten. Ontwerp-component: Ondersteuning bij het ontwerpen. Percentage ontwerponderwijs: 25%.


mtop01 deel 3

Projectcode: mtop01 d3 Vaknaam: Ingenieur en Maatschappij ❍ Zie uitgebreide beschrijving op de homepage Thematische Projecten MT

Het betreft deels een college deels een project TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 2 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Faculteit der Techniek, Bestuur en Management Docent(en): Dekkers, ir. R., Bikker, prof.ir. H., Andriessen, prof.dr.ir. J.H.T.H.

Tel.: 015-2783153

Trefwoorden: Sociaal-economische verhoudingen, medezeggenschap, waarneming en oordeelsvorming, motivatie en handelen, sociale psychologie van de (on)verantwoordelijkheid, Kritische verantwoordelijkheid. Wettelijke aspecten.

Cursusjaar: 1 Quintaal: 0/0/2/0/0 (zie opm.) Coll.uren p/w: 2 Andere uren: geen Toetsvorm: Projectverslag Tentamenperiode: -(zie jaarindeling)

Voorkennis: geen Wordt vervolgd door: aa22, bb1 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ●

Sociaal economische verhoudingen in Nederland 1800-1945

●

Sociaal economische verhoudingen in Nederland 1945-heden

●

Medezeggenschap in de onderneming

●

Waarneming en oordeelsvorming

●

Motivatie en Handelen

●

Kritische verantwoordelijkheid

●

Sociale psychologie van de (on)verantwoordelijkheid

Studiemateriaal: Syllabus wb5101 en website "Thematische projecten" Referenties vanuit de literatuur: ●

Bernal, J.D., Science in history, Penguin Books, 1969

●

Ziman, J., The force of knowledge. The scientific dimension of society, Cambridge University Press, 1976

●

Poole, M., Workers participation in industry, Routledge Keegan Paul, 1978

Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Het vak wordt gegeven in projectvorm. Na een inleidend college (4 x 2 uur) zullen de studenten in een groep de opdrachten, zoals die op de website vermeld zijn, uitvoeren. Doel: Dit vak heeft tot doel een overzicht te geven van de sociaal economische ontwikkelingen in en buiten de industrie sinds 1800. De verhoudingen tussen werknemers, vakbonden, werkgevers en regeringen tot 1945 vormen de basis voor de sociale wetgeving en de realties tussen de sociale partners van vandaag. Computer gebruik: Practicum: Ontwerp component: Vijfentwintig procent van dit vak is gewijd aan kennis t.a.v. het omgaan met het (her)ontwerpen van organisaties. Percentage ontwerponderwijs: 25%

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/mtop01d3.htm [29/12/1999 15:21:46]

mtop01 deel 4

Projectcode: mtop01 d4 Projectnaam: Systeemkunde ❍ Uitgebreide beschrijving project 12 op de homepage Thematische Projecten MT

Het betreft deels een college deels een project TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 2 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Bikker, Prof.ir.H. Trefwoorden:

Tel.: 015-2782711 Cursusjaar: 1 Quintaal: 0/0/0/0/2 (zie opm.) Coll.uren p/w: 2 Andere uren: geen Toetsvorm: Projectverslag Tentamenperiode: -(zie jaarindeling)

Voorkennis: geen Wordt vervolgd door: bb1 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Wat is systeemkunde, waarom in het eerste jaar, waar toegepast ? Begrippen: systeem, element, eigenschappen, relatie, omgeving, sub- en aspektsystemen; toestand, inhoud en struktuur, proces, gedrag. Toepassing met de zaal op diverse, bij iedereen bekende systemen zoals: dit hoorcollege, auto, gebouw, verkeerssysteem. Begrippen: doel, functie, taak, systeem en omgeving, systeemgrens. Toepassing: dit hoorcollege, auto, constructie van vliegtuig. Doel van een systeem, belang en methoden voor doelformulering. Oefening met de zaal: noodlanding op de maan, sorteren van bouten en moeren, opstellen specificaties van een strijkijzer. Black-box benadering. Voorbeeld: autopech onderweg. Het principe van de onbepaaldheid van een struktuur. Abstractiestrata (aggregatieniveaus), in- en uitzoomen, Voorbeelden: auto in een totaal transportsysteem, sub- en aspektsysteem van auto en de relaties van die subsystemen. Vervanging door andere elementen die dezelfde functie kunnen vervullen. Distributie van goederen. Beheersing van processen; materie, energie, informatie. in- en uitgangssignalen, sturen, regelen, toevoegen van het ontbrekende; Voorbeelden: waterleiding, spoelbak, watertermostaat. Probleemanalyse van een produktiestroom (vliegbedrijf), modelontwikkeling en berekeningen. Systeemhierarchie van Boulding. Real life system, model, isomorfie, analogie, soorten modellen, modelbouw (modelvorming). Voorbeelden: modelleren van een hydraulisch systeem, functie- en flowdiagrammen. Opgaven: Containerterminal, Centraal verwarmingssysteem College materiaal: ●

Prof. ir. J. in't Veld, Analyse van Organisatie Problemen, Stenfert Kroese, 7e druk 1998. ISBN 90-207-2281-6

●

Syllabus Wb5100


mtop01 deel 4

Referenties vanuit de literatuur: ● ● ●

P. Checkland and J. Scholes, Soft Systems Methodology in Action, Wiley, 1990 C. West Churchman, The systems approach and its enemies, Barie Books, 1979 G.M. Weinberg, An introduction to general systems thinking, Wiley, 1975, ISBN 0-471-92562-2

Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Het vak wordt gegeven als college (4 x 2 uur) met aansluitend een project. Het project is gericht op het ontwikkelen van vaardigheden in het hanteren van systeemkundige gereedschappen. Het project wordt afgesloten met de verdediging van de resultaten voor de docent. Het cijfer wordt berekend uit de resultaten van de oefeningen en de verdediging. Doel: Dit vak heeft tot doel de basisprincipes van het herkennen, definieren, ontwerpen en beheersen van systemen en processen te onderwijzen. Computer gebruik: Practicum: Ontwerp component: Tachtig procent van dit vak heeft te maken met ontwerp aspecten: formuleren van eisen en randvoorwaarden voor een systeem, het ontwikkelen van funktieelementen en hun relaties (struktuur), het gebruik van modellen als ontwerphulpmiddel. Percentage ontwerponderwijs: 80%


mtop01 deel 5

Projectcode: mtop01 d5 Projectnaam: Maritiem Object Project Drijvende Bok ● Uitgebreide beschrijving project op de homepage Thematische Projecten MT

Het betreft een project TUD studiepunten: 2,5 ECTS studiepunten: 3,75 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): coördinatie: Dirkse, ir. C., Drooger, J.C., Bom, ing. C.J.

Tel.: 015-2784057/2700/6870

Trefwoorden: Ontwerpen, Construeren, Basisbewerkingen, Vervaardigen, Beproeven, Projectonderwijs

Cursusjaar: 1 Quintaal: x/x/x/-/x Coll.uren p/w: n.v.t. Andere uren: oef. rooster Toetsvorm: zie opm. Tentamenperiode: (zie jaarindeling)

Voorkennis: mk1A, wb1103, mt500 Wordt vervolgd door: mt700, mt800 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: De "Maritieme Oefeningen" bestaan uit 6 delen, te weten: P1: Docent Mentor systeem: Doel: versoepelen van overgang VWO naar TUD; studievaardigheidstraining; bekend maken met de gang van zaken op de faculteit. Groepen van 10 studenten komen in het 1e quintaal wekelijks bijeen (1/2 à 1 uur), onder begeleiding van een docent- plus student-mentor. In het 2e quintaal zijn de bijeenkomsten eens per twee weken. In het 3e quintaal treedt de docent-mentor op als begeleider bij de projecten met meerdere korte bijeenkomsten per week. P2: Trekproef, uit te voeren gedurende een middag in quintaal 1. Doelen: zelfstandig uitvoeren van een experiment, waarnemen van het materiaalgedrag, en vaststellen van karakteristieke materiaaleigenschappen, als toelichting bij mk1A. P3: Basisbewerkingen: In quintaal 2 worden de basisbewerkingen geleerd en in groepjes van 2 studenten toegepast bij het vervaardigen van een stalen draagbalk volgens tekening. Er wordt geleerd welke de belangrijke proces-parameters zijn bij de verschillende bewerkingen zoals boren, frezen, zagen, branden, lassen, knippen en hoe je veilig kunt omgaan met de apparatuur. De verbinding tussen deze activiteiten is de te vervaardigen draagbalk welke aan het eind van quintaal 5 wordt beproefd (zie mtop01 d5 p6), terwijl er bij mt032P4 voor de gefabriceerde draagbalk een sterkteberekening wordt gemaakt. P4: Projectbeschrijving: In quintaal 3 wordt met groepjes van 5 studenten een maritiem object ontworpen en gefabriceerd dat moet voldoen aan vrij strakke ontwerp-eisen die nauw aansluiten bij de leerstof van mt500 en wb1103. In de eerste week zijn 36 uur gepland waarin het ontwerp gemaakt wordt. Elke middag is er in aanwezigheid van de begeleider een kort groepsgesprek ter bewaking van de voortgang. Verder moet de groep zelf het ontwerpproces organiseren. Het ontwerp wordt in 4 halve dagen vervaardigd, waarna het aan het eind van quintaal 3 moet worden beproefd en geevalueerd. P5: Weerstandsproef, met groepjes van 4 à 5 studenten uit te voeren gedurende een middag in quintaal 5. Doel: theoretische kennis uit college mt500 toetsen aan de praktijk, en gevoel krijgen

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/Mtop01d5.htm (1 of 2) [29/12/1999 15:21:46]

mtop01 deel 5

voor het fenomeen scheepsweerstand. Zie ook berekeningen bij mt032P2 week 5 en 6 P6: Beproeving plus evalueren van de draagbalk, die bij P3 is gemaakt, en waarvan bij mt032P4 de sterkte is berekend. In quintaal 5 zullen per middag 8 à 10 verschillende draagbalken door de betrokken studenten worden beproefd. De meetresultaten moeten worden vergeleken met de berekeningen. Tevens worden de bezwijkvormen van de diverse staven gezamenlijk besproken. College materiaal: Handleidingen bij de onderdelen van mtop01 d5. Referenties vanuit de literatuur: n.v.t. Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Aanwezigheid bij alle onderdelen volgens het oefeningenrooster is verplicht. * Voor toelating tot P4 moet P3 afgerond zijn * Voor toelating tot P6 moet P3 en mt032P.4 week 2 en 3 afgerond zijn. De beoordeling van de onderdelen is voldoende/onvoldoende op basis van: * Aanwezigheid, * Ontwerpdossier, tekeningen en/of eindproduct gereed, * Evaluatie en/of verslag van de meting(en). Zie ook nadere detaillering bij elk onderdeel in de betreffende handleiding. Het practicum mtop01 d5 is pas afgerond als alle deeloefeningen gedaan zijn. De zwaarte van de onderdelen P1 t/m P6 is respectievelijk: 0.1 - 0.1 - 0.5 - 2.1 - 0.1 - 0.1. Doel: De samenhang tussen de verschillende theoretische vakken leren zien. Kennis maken met de basisbewerkingen. Het aanleren van basisvaardigheden voor ontwerpen en fabriceren. Het leren werken in een groep. Computer gebruik: Bij de onderdelen P4 t/m P6 is het gebruik van de computer wenselijk. Practicum: Ontwerp component: Zie beschrijving Percentage ontwerponderwijs: 75%

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/Mtop01d5.htm (2 of 2) [29/12/1999 15:21:46]

mt032P

Vakcode: mt032P Vaknaam: Technisch tekenen en ontwerpen Het betreft een Practicum TUD studiepunten: 3.5 ECTS studiepunten: 7 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Bom, ing. C.J., Drooger, J.C., Wouters, ing. R.L.C Tel.: 015-2786870/2700/6603 Trefwoorden: Schetsen, tekenen, CAD, plaatuitslag, berekenen, ontwerpen

Cursusjaar: 1 Quintaal: x/x/x/x/x Coll.uren p/w: Andere uren: 30 midd. Toetsvorm: Zie opm. Tentamenperiode: (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt500, mt800 Wordt vervolgd door: mt082P, mt083P, mt081P Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Het practicum MT032P is als volgt verdeeld over de weken van de 5 quintalen: P1: 1e quintaal: 6 middagen oefenen van basisvaardigheden, bestaande uit: wk 1 Ruimtelijk tekenen. wk 2,3 Projektieleer. wk 4,5 Doorsnijdingskrommen. wk 6 Plaatuitslag schoorsteen P2: 2e quintaal: 6 middagen oefeningen: handschetsen P3: 3e quintaal: 6 middagen oefenen met schetsen, construeren en berekeningen, bestaande uit: wk 1 Uitslag huidplaat. wk 2 Scheepsbouwschetsen op locatie. wk 3,4 Tekenen en 3D-schetsen van dekconstructie. wk 5,6 Berekening van de scheepsweerstand gebruik makend van modelproefresultaten. P4: 4e quintaal: 6 middagen oefeningen: introductie CAD (met het EAGLE-pakket) P5: 5e quintaal: 6 middagen constructie oefeningen, bestaande uit: wk 1 Berekening schroefas met flenskoppeling wk 2,3 Berekening van bout en lasverbinding voor de zelfgemaakte draagbalk. wk 4,6 Berekenen en tekenen van een dwarsschot voor een schip. College materiaal: collegedictaten bij mt500 en mt800 en handleiding voor EAGLE Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): ●

Voor de viif hoofdonderdelen P1 t/m P5 worden afzonderlijke gemiddelde eindcijfers toegekend nadat alle deeloefeningen van het betreffende quintaal gemaakt zijn.

●

Het eindcijfer van elk van de vijf delen P1 t/m P5 dient voldoende te zijn. Het eindcijfer voor mt032P is het gewogen gemiddelde van de viif hoofdonderdelen. De weegfactor is: 0.6 : 1.0 : 0.6 : 0.6 : 0.7

●

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/vakken/mt032P.htm (1 of 2) [29/12/1999 15:21:47]

mt032P

Doel: Kennis maken met tekenconventies, aanleren om schetsen te gebruiken als communicatiemiddel, toepassingen bij onderdelen van de theorie uit de colleges mt500 en mt800 Computer gebruik: Bij een aantal onderdelen wordt gebruik gemaakt van software pakketten. Practicum: Vak is practicum Ontwerp component: Zie beschrijving. Percentage ontwerponderwijs: 100%

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/vakken/mt032P.htm (2 of 2) [29/12/1999 15:21:47]

mt110

Vakcode: mt110 Vaknaam: Ontwerpen van Schepen 1 Het betreft een College TUD studiepunten: 3 ECTS studiepunten: 5 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde & Maritieme Techniek Docent(en): Aalbers, prof.ir. A.

Tel.: 015-2781732

Trefwoorden: Cursusjaar: 2 ontwerpmethoden, ontwerpgereedschap voor deplacementsschepen Quintaal: 0/0/0/6/0 Coll.uren p/w: 2/4 Andere uren: 0 Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: 4, 5 (zie jaarindeling) Voorkennis: mt210, mt510, mt512 Wordt vervolgd door: mt111 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●

Overzicht van de grondslagen van het scheepsontwerp. De eisen van de opdrachtgever. Ontwerpmethoden. Bepaling van hoofdafmetingen en vormcoëfficienten. Vormgeving en carèneberekening in het ontwerp. Bepaling van de voortstuwingsinstallatie. Algemeen plan en ruimte-indeling. Vrijboord. Gewichts- en zwaartepuntberekeningen. Inrichting en machinekamerinstallatie. Ruim- en tankinhoudsberekening. Trim en stabiliteit. Scheepsmeting. Bouwkosten. Bouwcontract. Invloed van de computer op het scheepsontwerp. Maatgevend voor de inhoudsomvang is de bij de colleges onderwezen stof.

College materiaal: C. Gallin, F. Härtel, H.J. Westers en H. van Keimpema, "Ontwerpen van Schepen I" met bijlagen (deel A en B), november 1988 Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Doel: Het vak geeft studenten een eerste introductie in het ontwerpen van schepen en behandelt methodieken en gereedschappen waarmee conventionele deplacementsschepen kunnen worden ontworpen.


mt110



mt214

Vakcode: mt214 Vaknaam: Maritieme Werktuigkunde 1 Het betreft een college TUD studiepunten: 3 ECTS studiepunten: 5 Faculteit Ontwerp, Constructie en Produtie Faculteit Informatietechnologie en Systemen Docent(en): Klein Woud, prof.ir. J, Woudstra, ir. J.B..

Tel.: 015 – 278 1556 / 5793

Trefwoorden: Voortstuwingssystemen, dieselmotoren, verstelbare schroefsystemen, transmissiesystemen, afstemming machine-installatie voortstuwer, hulpsystemen, dynamische modelvorming. Elektrische aandrijvingen: gelijkstroom, wisselstroom, draaistroom, wet van Kirchhof, halfgeleiders, Lorentz-kracht; gelijkstroom motor,synchrone en asynchrone draaistroom motor.

Cursusjaar: MT2,Wb4 Quintaal: 0/0/0/0/6 Coll.uren p/w: 6 Andere uren: Toetsvorm: schriftelijk Tentamenperiode: 2, 3 (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt511d1, mt516d1 Wordt vervolgd door: mt211, mt212, mt213 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ● Voortstuwingssystemen 1. Functies, hoofdcomponenten, last- en aandrijfkarakteristieken ● Dieselmotoren: 1. Functie, werkingsprincipe, indeling naar bouwwijze, toerental en luchtvoorziening. 2. Drukvulling, types. 3. Indicateur-diagram, vermogen, gemiddelde druk, koppel, rendementen, brandstofen luchtverbruik, koppel en vermogen-toerenkarakteristiek. 4. Theoretische vergelijkingsprocessen, Otto-, Diesel-, Seiligerproces, theoretisch en thermodynamisch rendement. 5. Constructieve uitvoering. 6. Toerenregeling en regulateurs. ● Transmissiesystemen: 1. Asleidingcomponenten, koppelingen en tandwieloverbrengingen. 2. Asleidingontwerp, sterkte- en trillingsanalyses. ● Verstelbare schroefsystemen ● Afstemming machine-installatie voortstuwer: 1. Motor-, schroefafstemming, basis probleemstelling. 2. Motorkarakteristieken, motor bedrijfsveld en keuzeveld. 3. Lastkarakteristieken voor vaste en verstelbare schroeven. 4. 'Off-design' omstandigheden, oorzaken, bepaling nieuwe evenwichtstoestand. ● Hulpsystemen: 1. Koelwater-, smeerolie- en brandstofsystemen, lay out, functies. 2. Pompen, types, karakteristieken, systeemberekeningen. ● Dynamische modellen: 1. Voorwaarts- c.q. terugkoppeling. 2. Linearisatie, Laplace transformatie, overdrachtsfunctie. 3. 1e orde systemen. 4. Blokdiagrammen, berekening van overdrachtsfuncties. 5. Voorbeelden van voortstuwingssysteem en scheepsvinstabilisatie. ● Elektrische aandrijvingen: 1. Stroom geleiding, gelijkstroom, wisselstroom en 3-fase stroom. http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/vakken/mt214.htm (1 of 2) [29/12/1999 15:21:48]

mt214

2. De wet van Kirchhof. 3. Half-geleiders. 4. Inductie, Lorentz-kracht. 5. Gelijkstroom motor, synchrone e-motor en generator, asynchrone inductie e-motor. 6. Aandrijfsystemen met AC-AC frequentie omvormers. College materiaal: J. Klein Woud, "Maritieme Werktuigkunde I", 1995 Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Tentamenopgaven worden tijdens de colleges besproken. Voorbeeld-tentamenopgaven zijn verkrijgbaar bij ing. O. van Lent op kamer 3.03, blok II. Tentamen met "open boek". Doel: Kennis verwerven omtrent scheepsvoortstuwingssystemen, uitgerust met dieselmotoren. Ontwerpen van dergelijke systemen, gebaseerd op technische en operationele eisen en economische criteria. Kennis verwerven van elektrische aandrijvingen. Computer gebruik: Practicum: zie mt214P Metingen aan een dieselmotor voor scheepsvoortstuwing m.b.t. belangrijkste eigenschappen, brandstofen luchtverbruik, warmtebalans. Metingen elektrische aandrijving: zelfinductie, gelijkstroom motor en asynchrone sleepring motor. Ontwerp component: Ontwerpen van voortstuwingsinstallaties Percentage ontwerponderwijs: 100%


mt510

Vakcode: mt510 Vaknaam: Geometrie en stabiliteit Het betreft een College TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Keuning, dr.ir. J.A.

Tel.: 015-2781897

Trefwoorden: Zie vakbeschrijving


Voorkennis: Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ● ● ● ● ● ● ● ●

Ontwerpen scheepsvorm, opzetten lijnenplan, affine transformatie. Gebruik resultaten systematische series. CarJnediagram. Dwars- en langsscheepse stabiliteit, dynamische stabiliteit Bijzondere toepassingen, zoals: vrije vloeistofoppervlakken, aan de grond lopen, dokken, overgaan lading, hellingproef enz. Stabiliteit bij grote hellingshoeken. Stabiliteitsverlies in zeegang. Lekberekening, schottenkromme en equivalente methode.

College materiaal: Collegedictaat: "Geometrie en Stabiliteit". Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Ter voorbereiding op het tentamen worden vraagstukken tijdens de colleges behandeld. Een bundel met ca. 45 tentamenopgaven met uitwerkingen ligt ter inzage. 50% van de opgaven tijdens het tentamen zal bestaan uit opgaven uit deze bundel. Doel: Het doel van het college is de studenten inzicht en kennis te verschaffen over het ontwerpen van de geometrie van het onderwaterschip en het kunnen berekenen van alle voor het ontwerp en de veiligheid van belang zijnde hydrostatische grootheden zoals deplacementen, langs- en dwarsscheepse stabiliteit in zowel intacte als in lekke toestanden. Computer gebruik: Practicum: demonstratie + oefening Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 5%


mt511 deel 1

Vakcode: mt511 d1 Vaknaam: Weerstand en voortstuwing 1A Het betreft een College TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 2 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Kuiper, prof.dr.ir. G.

Tel.: 015-2786860

Trefwoorden: Zie vakbeschrijving.

Cursusjaar: 2 en 3 Quintaal: 2/0/0/0/0 Coll.uren p/w: 2 Andere uren: Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: 2, 3 (zie jaarindeling)

Voorkennis: wb1123 Wordt vervolgd door: mt515 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Bepaling van de weerstand van scheepsvormen. De nadruk ligt op de weerstand van conventionele deplacementsschepen, hoewel enige aandacht wordt gegeven aan andere scheepsvormen als catamarans en planerende schepen. Ontwerp van de voortstuwer. De aandacht is geconcentreerd op de schroefvoortstuwing in uniforme aanstroming. Methoden: Extrapolatie op basis van experimenten op modelschaal. Schaalwetten en schaaleffecten. Berekeningen op basis van potentiaaltheorie (draaglijntheorie en panelenmethoden). Gelineariseerde methoden. Korte beschrijving RANS solvers. Uitgebreide omschrijving: Rompvormen, typen voortstuwers. Elemementen van weerstand, golfweerstand, driedimensionale grenslagen, relatie omstroming en volgstroom. Predictie van ware grootte condities vanuit modelproeven, schaaleffecten. Omstromingsberekeningen: potentiaal, RANS-solvers. Lineariseren. Berekening golfweerstand met panelenbeleggingen. Schroefgeometrie, ontwerpparameters, experimentele karakteristieken, systematische series, schaaleffecten. Schroefontwerp met draaglijntheorie: volgstroommodel, vleugelkarakteristieken, keuze bladsecties. Interaktie schroef-romp, efficiencies en proeftochtpredictie. Cavitatie, erosie, geluidsuitstraling. College materiaal: Collegediktaat Weerstand en Voortstuwing 1. Referenties vanuit de literatuur: SNAME: Principles of Naval Architecture. NEWMAN: Marine Hydrodynamics. Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Doel: Ontwerpers leren om te gaan met hydrodynamische analyse en ontwerpmethoden. Algemene kennis, gericht op het omgaan met specialisten en programmatuur. Aandacht voor basisprincipes, oplosmethoden en toegepaste vereenvoudigingen. Computer gebruik: Tijdens de colleges wordt getraind met computerprogramma's voor schroefontwerp. Practicum: Een 4-tal middagen wordt besteed aan het uitvoeren van weerstands en voortstuwingsmetingen en aan cavitatie. Extrapolatie naar ware grootte wordt uitgevoerd. Ontwerp component: Het college moet het mogelijk maken een scheepsontwerp op hydrodynamische eigenschappen te beoordelen en om zelfstandig een eenvoudig schroefontwerp te maken. Percentage ontwerponderwijs: 50%

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/Mt511d1.htm [29/12/1999 15:21:48]

mt511 deel 2

Vakcode: mt511 deel 2 Vaknaam: Oefeningen weerstand en voortstuwing Het betreft een Practicum TUD studiepunten: 0,5 ECTS studiepunten: 1 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Bom, ing. C.J.

Tel.: 015-2781893

Trefwoorden: Zie inhoudsbeschrijving

Cursusjaar: 2 Quintaal: 0/x/0/0/0 Coll.uren p/w: Andere uren: 5 halve dagen Toetsvorm: Zie opm. Tentamenperiode: (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt511 deel 1 Wordt vervolgd door: mt513P Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ● ● ● ●

Openwater diagram van modelschroef bepalen. Weerstandskromme van het model van een kotter bepalen. Voortstuwingsproef. Cavitatie-inceptieproef.

College materiaal: Practicumhandleiding: Weerstand en Voortstuwing, mt511d2, ing. C.J. Bom. Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): ●

Toelatingseis: Het practicum staat open voor studenten die het college mt511d1 ten tijde van het practicum volgen of hebben gevolgd.

● ●

Toetsvorm: Voor het practicum mt511d2 wordt een beoordeling vastgesteld. Aanmelding: Opgave voor deelname dient te geschieden uiterlijk een week voor aanvang van het practicum op het publicatiebord.

●

Plaats van het practicum: Laboratorium voor Scheepshydromechanica (kleine sleeptank).

Doel: Zie mt511d1 Computer gebruik: Practicum: Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs:


mt511 deel 3

Vakcode: mt511 deel 3 Vaknaam: Dynamica voor MT Het betreft een College TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Woerkom, dr.ir. P.Th.L.M. van

Tel.: 015-278 2792

Trefwoorden: Mechanismen, voertuigen. Puntmassa's en massieve, starre lichamen. Modellen met enkele en meerdere vrijheidsgraden. Bewegingsvergelijkingen van Newton en Euler. Kinematica, dynamica. Trillingen. Dynamica van enkele maritieme systemen: boei, offshore constructie, schip

Cursusjaar: 2 Quintaal: 0/3/0/0/0 Coll.uren p/w: 3 Andere uren: Toetsvorm: schriftelijk Tentamenperiode: 2, 3 (zie jaarindeling)

Voorkennis: wb1109, wi104mt, wi232mt Wordt vervolgd door: mt511d4 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: 1. Elementaire systemen met een enkele vrijheidsgraad (translatie, rotatie) 2. Responsie op harmonische excitatie 3. Beweging van een massief lichaam in het platte vlak: bewegingsvergelijkingen van Newton en Euler (ontkoppeld) 4. Toepassing op bewegingen van boei en schip in zeegang (stampen, dompen, rollen) 5. Belasting in de constructie ten gevolge van systeembewegingen 6. Bepaling van menselijk comfort onder invloed van systeembewegingen 7. Beweging van een massief lichaam in de drie-dimensionale ruimte: kinematica, dynamica, bewegingsvergelijkingen van Newton en Euler, ontkoppeling 8. Toepassing op scheepsmaneuvres. College materiaal: 1. Meriam, J.L. and Kraige, L.G. Engineering Mechanics, Vol. 2: Dynamics. J. Wiley and Sons, Inc., N.Y. 2. Extra materiaal voor zover tijdens de colleges behandeld Referenties vanuit de literatuur: Meriam, J.L. and Kraige, L.G. Engineering Mechanics, Vol. 2: Dynamics. J. Wiley and Sons, Inc., N.Y. Opmerkingen (specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Een degelijke kennis van de inhoud van de drie colleges hierboven vermeld onder "Voorkennis" is essentieel. Doel: Het college geeft een inleiding in het wiskundig modelleren en de analyse van de bewegingen van enkelvoudige, massieve, starre lichamen. Het materiaal wordt geïllustreerd aan de hand van eenvoudige voorbeelden uit de hydromechanica van schepen en offshore constructies. Computer gebruik: Practicum: Ontwerp component:

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/mt511d3.htm (1 of 2) [29/12/1999 15:21:49]

mt511 deel 3

Percentage ontwerponderwijs:

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/mt511d3.htm (2 of 2) [29/12/1999 15:21:49]

mt511 deel 4

Vakcode: mt511 deel 4 Vaknaam: Bewegingen en sturen 1A Het betreft een College TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 1, 5 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Pinkster, prof.dr.ir. J.A.

Tel.: 015-2783598

Trefwoorden: Scheepsbewegingen, sturen en manoeuvreren.

Cursusjaar: 2 Quintaal mt511: 0/0/4/0/0 Coll.uren p/w: 4 Andere uren: Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: 3, 4 (zie jaarindeling)

Voorkennis: Wordt vervolgd door: mt514 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ●

●

Scheepsbewegingen. Golven: lineaire golftheorie, zeegolven, golfspectra. Definities van bewegingen: Assenstelsels en bewegingscomponenten, harmonische bewegingen. Bewegingsvergelijkingen van Euler, massa en massatraagheidsmomenten. Bewegingen in vlak water: Ongekoppelde bewegingen, bewegingsvergelijkingen, hydrodynamische massa, demping, veertermen, eigenfrequenties. Gekoppelde bewegingen: Dompen-stampen-schrikken, verzetten-gieren-slingeren. Experimenten: Uitdempingsproeven in vlak water, gedwongen oscillaties in vlak water. Bewegingen in enkelvoudige golven: Dompende ton en slingerende bak; hydromechanische krachten; bewegingsvergelijkingen; frequentiekarakteristieken; experimenten en berekeningen. Gekoppelde dompen en stampen: 2-dimensionale hydromechanische krachten; invloed van voorwaardse snelheid; bewegingsvergelijkingen; frequentiekarakteristieken; verticale absolute en relatieve bewegingen; dwarskrachten en buigende momenten; experimenten-berekeningen. Sturen en manoeuvreren. Definities en begrippen. Standaard ware grootte proeven: Draaicirkel proef, spiraal proef, zig-zag proef, reversed spiraal proef, pull-out proef; presentatie resultaten. Lineaire bewegingsvergelijkingen: gelineariseerde vergelijkingen van Euler; stabiliteitsonderzoek; vergelijkingen van Nomoto. Modelonderzoek: soorten van experimenten, analyse van resultaten, voorbeelden. Het gestuurde schip: Vergelijkingen, blokdiagram, optimalisatie stuurgedrag op zee. Roeren: Roertypen, roerprofieleigenschappen, roerkrachten en momenten.

College materiaal: Diktaat: Bewegingen en sturen 1 (prof.ir. J. Gerritsma). Referenties vanuit de literatuur: Proceedings ITTC conferenties. Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Doel: Computer gebruik: Practicum: Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 10%


mt710

Vakcode: mt710 Vaknaam: Scheepsbouwkunde Het betreft een College TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 2 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Hengst Prof.Ir.S., Dirkse, ir. C., Drooger, J.C.

Tel.: 015-2785306/4057/2700

Trefwoorden: Werf lay-out, materiaalstromen, werftransport, bouwsystemen, lassen, sectie-indeling, tewaterlaten.

Cursusjaar: 2 Quintaal: 0/0/2/0/0 Coll.uren p/w: 2 Andere uren: 4 Toetsvorm: S Tentamenperiode: 3, 4 (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt700, mt800 Wordt vervolgd door: mt711 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Lasprocessen, lasinstallaties, robots. CAD/CAM. De lay-out van een werf, logistiek, materiaaltoevoer en opslag, montage, aanbouw, afbouw, transport Te water laten. Werfpraktijk: ● 1.1 De ontwikkeling van de scheepsbouw. ● ● ● ● ● ● ●

1.2 De lay-out van een werf. Enkele kenmerkende verschillen. 2.1 De materialen stroom van plaat tot schip. 2.2 Transportsystemen, toevoer en opslag van materiaal. 3.1 De sectie-indeling, bouwsystemen. 3.2 Montage, aanbouw en afbouw, lassen. Robots op een scheepswerf. 4.1 De randvoorwaarden van de eind-assemblage (helling, dok). 4.2 Bedrijfsmiddelen: kranen, te water zetten.

Tewaterlaten: ● 5.1 De praktijk van het te waterlaten ● 5.2 Klinken en remmiddelen ● 6.1 Theorie, berekeningen en diagrammen. ● 6.2 Metingen en stabiliteit. College materiaal: ●

Dictaat mt710: Inleiding tot de Technologie van de Scheepsbouw, Dr.Ir. K.J. Saurwalt Dictaat mt710: Inleiding tot de Technologie van de Scheepsbouw (aanvullend colledictaat), Dr.Ir. K.J. Saurwalt

●

Dictaat mt710: Tewaterlaten van schepen, ir. P. Stijnen.

●

Referenties vanuit de literatuur:


mt710

Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): De kandidaat is uitsluitend geslaagd als hij een voldoende heeft gehaald voor zowel het geheel alsook voor het onderdeel tewaterlaten apart. Om aan het tentamen deel te mogen nemen moet mt083P1 afgerond zijn. Doel: De student heeft kennis van scheepsbouwkundige CAD/CAM-systemen en is in staat met behulp hiervan een constructie op te zetten. De student heeft kennis van NuBe en de automatisering van de tekenkamer en heeft een beeld van de samenhang tussen de verschillende systemen en de betekenis voor bijvoorbeeld, logistiek, werkvoorbereiding en bewerking. De student kent de lasprocessen en daarbij behorende lasinstallaties, heeft inzicht in de werkwijze, overzicht van de toepassingen in scheepsbouw en offshore en kent de invloed op de eigenschappen van het materiaal en de verbinding. De student is in staat een assemblage volgorde voor een stalen romp op te zetten aan de hand van beschikbare transportmiddelen. De student is in staat een berekening voor een tewaterlating te maken, kent de opzet en gebruikte technieken en is in staat deze kennis te reproduceren, heeft inzicht in beperkingen die zich bij tewaterlaten voordoen. De student is in staat aan de hand van een huiduitslag een eenvoudige sectie indeling en gewichtsberekening voor de assemblage op te zetten. Computer gebruik: Practicum: Practicum mt083P. Ontwerp component: De ontwerp component van het vak bedraagt ongeveer 25% en heeft betrekking op de CAD-CAM aspecten en het ontwerpen en berekenen van een tewaterlatingssysteem. Percentage ontwerponderwijs: 75%


mt827 deel 1

Vakcode: mt827 d1 Vaknaam: Constructie en sterkte 1 Het betreft een College TUD studiepunten: 2,5 ECTS studiepunten: 5 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Boon, prof.ir. B.

Tel.: 015-2784538

Trefwoorden: Scheepsconstructie, offshore-constructies, constructief ontwerp, conceptueel ontwerp, belastingen, quasi-statische responsies, lateraal belaste plaatvelden, elasto-plastische berekeningen, knik van plaatvelden en verstijvers, draagkracht, ontwerpfilosofie

Cursusjaar: 2 Quintaal: 0/6/0/0/0 Coll.uren p/w: 4/2 Andere uren: Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: 2, 3 (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt800, mt824, wb1103, mk1a, mt700 Wordt vervolgd door: mt823, mt825, mt826, mt812, mt110 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Het college plaatst het constructief ontwerp binnen het totale ontwerpproces van schepen en offshore-constructies. De ontwikkeling en achtergronden en de betekenis hiervan voor de verdere ontwikkeling van het vakgebied worden toegelicht. Uitgaande van de verschillende taken van de constructie en de algemene beschouwing van de sterkte en stijfheid, zowel (quasi-)statisch als dynamisch, zowel deterministisch als stochastisch beschouwd, worden de fundamentele aspecten behandeld van het conceptueel ontwerp van de constructie. Dit alles mede in het licht van economische en fabricagetechnische randvoorwaarden. Om analyse van het concept mogelijk te maken, wordt het gedrag van staven, balken en plaatvelden, zowel verstijfd als onverstijfd, behandeld. De respons wordt afgeleid op de verschillende belastingsvormen die mogelijk zijn. Modellering van een complexe constructie teneinde deze toegankelijk te maken voor numerieke analyse wordt vervolgens besproken. Hierbij worden de voor- en nadelen van verschillende analysemethodieken besproken. Veel aandacht wordt gegeven aan de onderling verbinding tussen constructie-elementen en deelconstructies. Tenslotte worden de constructiematerialen met hun voor- en nadelen besproken. College materiaal: Collegediktaat Referenties vanuit de literatuur: ●

J.R. Paulling: Strength of Ships, in E.V. Lewis (ed.): Principles of Naval Architecture, 2nd ed., ISBN 0-939-773-00-7

●

D.W. Chalmers: Design of Ships' Structures, HMSO London, 1993, ISBN 011 772717 2. O.F. Hughes: Ship Structural Design, SNAME, 1988, ISBN 0-939773-04 X. K.J. Rawson, E.C. Tupper: Basic Ship Theory, part 1, 4th ed., Longman. R. Taggart (ed.): Ship Design and Construction , SNAME, 1980, ISBN 0-9603048-0-0.

● ● ●

Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Bij het vak hoort een afzonderlijk omschreven practicum (mt827 D2) in het laboratorium voor Scheepsconstructies. Het eindcijfer van mt827 is het gewogen gemiddelde van het tentamen (d1) en practicum (d2).

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/Mt827d1.htm (1 of 2) [29/12/1999 15:21:50]

mt827 deel 1

Doel: Het doel van het college is alle toekomstige scheepsbouwkundig ingenieurs inzicht bij te brengen in de achtergronden en het gedrag van scheeps- en offshore-constructies, hen te leren een verantwoord constructief concept op te zetten, de invloed van materiaalkeuze, fabricagefactoren en andere randvoorwaarden duidelijk te maken en aan hen de belangrijkste responsanalyse-methoden bij te brengen. Computer gebruik: Geen computergebruik bij de colleges, wel bij de oefeningen, waar de computer gebruikt wordt bij de bepaling van verbanddelen (CAD). Practicum (mt827 d2): In het laboratorium worden proeven gedaan om materiaaleigenschappen te bepalen, het spanningsverloop in een plaat vast te stellen en het torsiegedrag van een balk met open doorsnede te bepalen. Het eindcijfer van mt827 wordt bepaald door een gewogen middeling van d1 (2,5) en d2 (0,5). Ontwerp component: De gehele cursus betreft het ontwerpen van scheeps- en offshore-constructies. Ongeveer een kwart betreft het conceptueel ontwerp, overigens het controleren van het ontwerp middels responsanalyse en de invloed van andere factoren op het ontwerp. Percentage ontwerponderwijs: 75%

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/Mt827d1.htm (2 of 2) [29/12/1999 15:21:50]

mt827 deel 2

Vakcode: mt827 d2 Vaknaam: Pract. Constructie en Sterkte 1 Het betreft een Practicum TUD studiepunten: 0,5 ECTS studiepunten: 1 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Boon, prof.ir. B., Hommel, ir. G., Vonk, ing. R.

Tel.: 015-2785705


Cursusjaar: 2 Quintaal: 0/0/0/x/0 Coll.uren p/w: Andere uren: 5 middagen Toetsvorm: Zie opm. Tentamenperiode: (zie jaarindeling)

Voorkennis: Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Na het algemene gedeelte, inleiding, beschrijving en uitvoering van de mechanische proeven volgt de theoretische uitwerking. Het practicum vergt veel zelfwerkzaamheid. Vooral het vergelijken van de proefresultaten met de theorie is belangrijk. College materiaal: Handleiding Practicum Laboratorium voor Scheepsconstructies. Jaarlijks (zo nodig) bijgesteld. Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): ●

Toelatingseis: Voor het welslagen van het practicum is het aan te bevelen dat de handleiding van de proeven alsmede de collegestof van de colleges mk1A en mt827 d1 is bestudeerd.

●

Toetsvorm: Uitwerking van de proeven en het beantwoorden van de bijbehorende vragen op de daartoe bestemde pagina's in de handleiding geschiedt in principe in het laboratorium en wel direct aansluitend op de proef. Het verslag moet op zijn minst als voldoende zijn beoordeeld.

●

Aanmelding: Over de data en de opgave voor het practicum wordt mededeling gedaan in 'De Koppeling' en op de publikatieborden.

Doel: Zie mt827 d1 Computer gebruik: Voor data-acquisitie en uitrekenen theoretische benadering. Practicum: Vak is practicum Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 75%


mt828

Vakcode: mt828 Vaknaam: Stijfheid en sterkte 2 en Eindige elementen methode Het betreft een College TUD studiepunten: 4 ECTS studiepunten: 6 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Hommel, ir. G.

Tel.: 015-2786507


Cursusjaar: 2 Quintaal: 0/4/0/4/0 Coll.uren p/w: 4 Andere uren: 0 Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: 2, 3, 4, 5 (zie jaarindeling)

Voorkennis: wb1109mt Wordt vervolgd door: mt826 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ●

Deel 1 (0/4/0/0/0) Loodrecht op hun vlak belaste balkconstructies en 3D balkconstructies, berekening van verplaatsingen, inwendige krachten en reactiekrachten. Spannings- en vervormingsleer, cirkel van Mohr, rekstrookmetingen. Grensspanningshypothesen (Tresca en Von Mises). Bezwijkanalyse, plastische scharnieren, restspanningsverdeling, bezwijkmechanismes. Verplaatsingen van en spanningen in loodrecht op hun vlak belaste platen.

●

Deel 2 (0/0/0/4/0) Knik van balken, dwarskrachtmiddelpunt, algemene torsietheorie van balken, speciaal toegepast op balken met een dunwandige open of gesloten dwarsdoorsnede met en zonder welvingsverhindering. Concretisering eindige-elementenmethode voor 2d en 3d staaf- en balkconstructies m.b.v. de evenwichtsvergelijkingen en de vervormingsrelaties (vergeet-me-nietjes), symmetrie en keersymmetrie opbouw computerprogramma's, afleiding stijfheids- en massamatrices m.b.v. het principe van de virtuele arbeid, trillingsberekeningen.

College materiaal: ● ● ●

Delen uit: Mechanics of Materials (Gere and Timoshenko, 3e SI editie). Uitgewerkte collegenotities. Collegedictaat: Inleiding eindige-elementenmethode (ir.G.Hommel).

Referenties vanuit de literatuur: ●

Concepts and Applications of Finite Element Analysis, Cook, R.D. et al., third edition, ISBN 0-471-50319-3.

●

Finite Element Modelling for Stress Analysis, Cook, R.D., ISBN 0-471-11598-3.

Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Tekst nog herzien Doel: Verkrijgen van inzicht in en kennis van het gebruik van onderwerpen uit de technische mechanica. Computer gebruik: Bij een aantal oefeningen wordt de computer gebruikt.


mt828

Practicum: Bij het college hoort een computerpracticum. Ontwerp component: Kennis van de behandelde onderwerpen is nodig om te ontwerpen en ontworpen constructies te kunnen beoordelen op stijfheid, sterkte en stabiliteit. De eindige-elementenmethode wordt vaak gebruikt om te ontwerpen en ontworpen constructies door te rekenen voor wat betreft stijfheid, sterkte en trillingsgedrag. Percentage ontwerponderwijs: 35%


wi2019mt

Vakcode: wi2019mt Vaknaam: Analyse module 5 Het betreft een College TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Faculteit der Informatietechnologie en Systemen Docent(en): Hensbergen, drs. A.T.

Tel.: 015-2785818

Trefwoorden: Vektoranalyse: lijnintegralen; differentiaalvormen; oppervlakte-integralen.

Cursusjaar: 2 Quintaal: 0/0/0/0/6 Coll.uren p/w: Andere uren: Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: (zie jaarindeling)

Voorkennis: wi1250, wi1251, wi1252 Wordt vervolgd door: wb1221, wi380, wi212 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Lijnintegralen, oppervlaktebepaling van gekromde oppervlakken, functies en vektorvelden over gekromde oppervlakken integreren, differentiaalvormen, divergentie, rotatie, stelling van Green, stelling van Gauss, stelling van Stokes. College materiaal: Instellingspakket Analyse, moduul 5 Referenties vanuit de literatuur: R. Adams: Calculus. Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Practicum: Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 0%

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/Wi2019mt.htm [29/12/1999 15:21:51]

wi2050mt

Vakcode: wi2050mt Vaknaam: Differentiaalvergelijkingen Het betreft een College TUD studiepunten: 3 ECTS studiepunten: 5 Faculteit der Informatietechnologie en Systemen Docent(en): Smits, prof.dr.ir. Th.H.M.

Tel.: 015-2783503

Trefwoorden: Eerste orde differentiaalvergelijkingen, lineaire, niet-lineaire vergelijkingen, tweede- en hogere-orde lineaire vergelijkingen, stelsels van lineaire eerste orde vergelijkingen. Transformatie van Laplace. Lineaire differentiaalvergelijkingen met niet constante coëfficiënten. Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourier reeksen. Randwaarde problemen en Sturm-Liouville theorie.

Cursusjaar: 2 Quintaal: 6/0/0/6/0 Coll.uren p/w: 4/0/0/4/0 Andere uren: Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: 1, 2 en 4, 5 (zie jaarindeling)

Voorkennis: wi1307mt Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ●

Eerste orde vergelijkingen, lineaire vergelijkingen, separabele vergelijkingen, exacte vergelijkingen, homogene vergelijkingen, toepassingen.

●

Tweede en hogere orde lineaire vergelijkingen, homogene en inhomogene vergelijkingen, basis oplossingen van de homogene vergelijking, lineaire onafhankelijkheid en Wronski, complexe wortels en de karakteristieke vergelijking, meervoudige wortels en orde reductie, inhomogene vergelijkingen, methode van onbepaalde coëfficiënten, variatie van de constante, toepassingen.

●

Stelsels van eerste orde lineaire vergelijkingen, matrices, eigenwaarden en eigenvectoren, theorie van stelsels, homogene en inhomogene vergelijkingen, fundamentaal oplossing, stelsels met constante coëfficiënten.

●

Transformatie van Laplace, integraaltransformaties, oplossing van beginwaarde problemen van differentiaalvergelijkingen, stap en impulsfunctie, convolutieintegraal.

●

Vergelijkingen van de tweede orde met niet-constante coëfficiënten, oplossingen in de vorm van reeksen in de buurt van reguliere en regulier-singuliere punten, voorbeelden.

●

Partiële Vergelijkingen, drie typen: diffusievergelijking, golfvergelijking, vergelijking van Laplace; scheiden van de veranderlijken, Fourier reeksen, even en oneven functies, Fourier stelling.

●

Randwaarde problemen en Sturm-Liouville theorie, twee punts randwaarde problemen, lineaire homogene randwaardeproblemen, eigenwaarden en eigenfuncties, Sturm-Liouville randwaarde problemen, inhomogene problemen, singuliere problemen.

College materiaal: Elementary differential equations and boundary value problems, William E.\ Boyce, Richard C.\ DiPrima, John Wiley \& Sons, Inc. ISBN 0-471-57019-2 Referenties vanuit de literatuur: idem Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Doel: basisvak voor mechanica, systeemtheorie, en vele andere vakken.


wi2050mt

Computer gebruik: Matlab en Maple Practicum: Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 0%


in2046mt

Vakcode: in2046mt Vaknaam: Programmeren in Visual Basic Het betreft een college en practicum TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Faculteit der Informatietechnologie en Systemen Docent(en): Nieuwenhuizen, drs. P.R. van Catalog data:

Tel.: 015-2788036 Cursusjaar: 2 Quintaal: 0/0/2/0/0 Coll.uren p/w: 2 Andere uren: 4 uur pract. Toetsvorm: schriftelijk tentamen Tentamenperiode: 3 (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt800, mt827 (in verband met het onderwerp van de practicumopgaven) Wordt vervolgd door: geen specifieke Visual Basic vakken; in4023TU Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Kennismaking met de visuele programmeeromgeving van Visual Basic binnen Microsoft Excel (VBA): forms en controls (visuele componenten: o.a. labels, text boxes, buttons, check boxes, listen combo boxes). Het gebruik van objecten. Macro’s in Excel. Onderwerpen met betrekking tot de taal: Event handlers van visuele componenten (event procedures), procedures en functies, elementaire datatypen, variabelen en constanten, toekenningsopdrachten, samengestelde opdrachten: If-statements, Do-loops, For/Next-loops, Case-statements. Arrays. Kopieren van data vanuit een spreadsheet naar variabelen in Visual Basic en omgekeerd.

College materiaal: Programming in Visual Basic 5.0, Bradley en Millspaugh, MC Graw-Hill, 1998, ISBN 0-256-25941-0 Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): ●

Het is zeer gewenst dat de vakken mt800 en mt827 zijn gevolgd voordat het practicum bij dit vak wordt uitgevoerd.

●

Het vak wordt getentamineerd met een schriftelijk tentamen.

Doel: Aan het eind van de cursus dient de student een ontwerp te kunnen maken voor een klein informatica probleem en een implementatie te kunnen maken in Visual Basic for Applications in combinatie met een spreadsheet in Excel.

Computer gebruik: Bij het practicum wordt gebruik gemaakt van Microsoft Excel en VBA op een PC. Practicum: Het practicum heeft een omvang van 40 bestedingsuren en bestaat uit enkele programmeeropdrachten die tezamen leiden tot de berekening van het vlak water buigend moment van een eenvoudig schip. Ontwerp component: Een belangrijk idee van het vak is gericht op het ontwerpen van computerprogramma’s.

Percentage ontwerponderwijs: 25%

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/in2046mt.htm [29/12/1999 15:21:52]

mt081P

Vakcode: mt081P Vaknaam: Oefeningen scheepshydromechanica Het betreft een Practicum TUD studiepunten: 3 ECTS studiepunten: 5 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Bom, ing. C.J., Keuning, dr.ir. J.A.

Tel.: 015-2786870/1897

Trefwoorden: Lijnenplan, stabiliteit, weerstand, vermogen, schroefberekening

Cursusjaar: 2 Quintaal: x/x/0/0/0 Coll.uren p/w: Andere uren: 120 Toetsvorm: Zie opm. Tentamenperiode: (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt510, mt511 deel 1 Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Maken van een lijnenplan, stabiliteitsberekening in rechte stand, stabiliteitscontrole en toetsing aan de eisen van NSI, weerstands- en vermogensschatting en schroefberekening College materiaal: ●

Handleiding Oefeningen Scheepshydromechanica - mt081P, rapportnr. 1040-K 1995, ing. C.J. Bom

●

Moederscheepsvormen, rapportnr. 438-A 1995, ing. A. Versluis Instructie PIAS, ing. H. Van Keimpema

●

Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): ● ●

Toetsvorm: Voor het practicum wordt een cijfer vastgesteld. Toelatingseis: Het practicum staat open voor studenten die de colleges mt510 en mt512 gevolgd hebben of volgen ten tijde van het practicum.

●

Aanmelding: Opgave voor deelname dient te geschieden uiterlijk een wJJk voor aanvang van de oefening bij ing. C.J. Bom.

●

Plaats van het practicum: Op de tekenzalen van MT.

Doel: Zie mt510 Computer gebruik: ● ●

Weerstandsberekening: "Holtrop - Mennen" Stabiliteitscontrole: "Piasa"

Practicum: Vak is practicum Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs:

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/Mt081p.htm [29/12/1999 15:21:52]

mt082P

Vakcode: mt082P Vaknaam: Constructie oefeningen Het betreft een Practicum TUD studiepunten: 1,5 ECTS studiepunten: 2,75 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Boon, prof.ir. B., Drooger, J.C., Vink, ir. J.H.

Tel.: 015-2784538/2700/5923

Trefwoorden: Grootspant, voorschriften klasseburo, buigend moment, weerstandsmoment, sterkteberekening, werktekening, grootspanttekening

Cursusjaar: 2 Quintaal: 0/0/0/x/0 Coll.uren p/w: Andere uren: 80 Toetsvorm: Zie opm. Tentamenperiode: (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt800, mt083P1 Wordt vervolgd door: mt827 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ●

Het dimensioneren en tekenen van het grootspant overeenkomstig de voorschriften van een klasseburo. Hierbij kan gebruikt gemaakt worden van diverse (PC) rekenprogramma's, zoals: * materiaalafmetingen voor het grootspant volgens de rules. * diverse programma's voor drager- of profieldoorsneden. * weerstandsmoment van het grootspant. * spreadsheet.

●

Het berekenen van het vlakwater buigend moment (SWBM). Het berekenen van materiaalspanningen in onderdelen van de constructie. Het beantwoorden van enkele vragen over een werktekening. Dimensionering, berekeningen en antwoorden samenvatten in een verslag.

● ● ●


Handleiding Constructie Oefeningen - mt082P - J.C. Drooger, ir. J.H. Vink Instructiedictaat "De constructie van het schip en de scheepsonderdelen, deel I en II mt810PID" en Scheepsbouwprofielen ter inzage op tekenzaal MT.

Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): ●

Toetsvorm: De beoordeling wordt gebaseerd op het verslag en de grootspanttekening. De oefeningen zijn afgerond als het cijfer voldoende is, ze afgehaald zijn en indien gewenst met de instructeur/begeleider besproken zijn.

●

Toelatingseis: De oefeningen staan open voor studenten die het vak mt800 hebben gehaald en het practicum mt083P1 hebben gevolgd.

●

Aanmelding: Bij aanvang van het 4e quintaal wordt een instructie gegeven, waarvoor men zich kan aanmelden op het publicatiebord. Het verslag moet binnen zes weken na de instructie ingeleverd worden, de tekening aan het eind van het 5e quintaal. Bij niet (tijdige) inlevering vervalt de uitgereikte opgave. Een nieuwe opgave zal een andere zijn.

●

Plaats van het practicum: Berekeningen op de tekenzaal van MT of thuis. Tekeningen op de SUN-kamer, blok II, 2e verdieping, volgens afspraak met instructeur/begeleider.

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/vakken/mt082p.htm (1 of 2) [29/12/1999 15:21:52]

mt082P

Doel: zie mt827 Computer gebruik: Rekenen met PC-programma's en CAD-tekenen op werkstations Practicum: Vak is practicum Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 75%


mt083P

Vakcode: mt083P Vaknaam: Productie oefeningen Het betreft een Practicum TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 2 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Drooger, J.C., Hengst, prof.ir. S., Wouters, ing. R.L.C.

Tel.: 015-2782700/5306/6603

Trefwoorden: Cursusjaar: 2 CAD, NUPAS, xEagle, macro's, huiduitslag, sectieplan, doorlooptijd Quintaal: 0/0/x/0/x (planning) Coll.uren p/w: Andere uren: 40 Toetsvorm: Zie opm. Tentamenperiode: (zie jaarindeling) Voorkennis: mt700, mt710, mt800 Wordt vervolgd door: mt710, mt711 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ●

P.1: Tekenen van delen van de scheepsconstructie m.b.v. NUPAS (scheepsbouwkundig CAD/CAM /CAE pakket). Indelen en plotten van de tekening. Macro-oefening met xEagle (= basis van NUPAS). Excursie of gastcollege naar/van een maritiem bedrijf (deelname verplicht).

●

P.2: Een huiduitslag maken aan de hand van het, bij mt085P D2 gemaakte, lijnenplan. Met behulp van werfgegevens en materiaalafmetingen bepaald bij mt082P, van de huiduitslag een sectieplan maken. Aan de hand van dat sectieplan de doorlooptijd (planning), capaciteit, benodigd oppervlak en werfproblemen uitwerken.


P.1: Productie oefeningen - Inleiding CAD (2D) - mt083P1 - J.C. Drooger, ir. J.H. Vink, ing. R.L.C. Wouters

●

P.2: Productie oefeningen - Werfpraktijk - mt 083P2 - J.C. Drooger, prof. ir. S. Hengst

Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): P.1: Toetsvorm: De beoordeling wordt gebaseerd op het resultaat van de oefening en moet voldoende zijn. ● Toelatingseis: Geen. Aanmelding: Men dient zich voor aanvang van het eerste quintaal aan te melden bij de heer Wouters. ●

Plaats van het practicum: Op de SUN-kamer, blok II, 2e verdieping.

P.2: Toetsvorm: Het eindresultaat van het practicum moet voldoende zijn. ● Toelatingseis: Het practicum staat open voor studenten die een voldoende hebben voor de vakken mt700 en mt800 (1e jaar), de colleges mt710 gevolgd hebben en van de practica mt081P (lijnenplan) en mt082P (verslag grootspant) de benodigde delen hebben afgerond. ●

Aanmelding: Men dient zich voor aanvang van het vijfde quintaal aan te melden via het publicatiebord. Plaats van het practicum: Op de kleine tekenzaal van MT.

Doel: ● ●

P.1: Kennis maken met een specifiek scheepsbouwkundig CAD tekenpakket. P.2: Inzicht krijgen hoe de bouw van een schip op een werf verloopt.


mt083P

Computer gebruik: ● ●

P.1: CAD-tekenen op werkstations P.2: -

Practicum: Vak is practicum Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 75%


wm0201MT

Vakcode: wm0201MT Vaknaam: Schriftelijke verslaglegging Het betreft een Practicum TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 2 Faculteit der Techniek, Bestuur en Management Docent(en): Elling, dr. M.G.M.

Tel.: 015-2786418


Cursusjaar: 2 Quintaal: 2/0/0/0/0 Coll.uren p/w: Andere uren: 2 Toetsvorm: Zie opm. Tentamenperiode: (zie jaarindeling)

Voorkennis: Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ● ● ● ● ● ●

Systematische aanpak van het schrijven. Analyse doel en doelgroep. De indeling van rapporten; eisen aan rapportonderdelen. Professioneel rapporteren in de beroepspraktijk; memo's. Effectief taalgebruik. Effectieve zakenbrieven en sollicitatiebrieven.

College materiaal: Boek: Rapportagetechniek (Elling e.a., Groningen 1994. Wolters Noordhoff) Dictaat: Opgavenboek bij de cursus Schriftelijk Rapporteren (laatste druk). Beide verkrijgbaar bij de dictatenverkoop WTM (De Vries van Heystplantsoen). Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Toetsvorm: schrijfopdrachten. Meer informatie op: http://www.wtm.tudelft.nl/onderwijs/cv/wm0201.htm Doel: Zie vakbeschrijving. Computer gebruik: Practicum: Ontwerp component: geen Percentage ontwerponderwijs: 0%

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/wm0201MT.htm [29/12/1999 15:21:53]

mt214P

Vakcode: mt214p Vaknaam: Practicum maritieme werktuigkunde 1 Het betreft een Practicum TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 2 Faculteit Ontwerp, Constructie en Productie. Faculteit Informatietechnologie en Systemen Docent(en): Niet, ing. H. de, Woudstra, ir. J.B

Tel.: 015-278 5542 / 5793

Trefwoorden: Dieselmotor: gemiddelde effectieve druk, geïndiceerd vermogen, brandstofen luchtverbruik, warmtebalans, effectievermogen. Elektrische aandrijvingen: zelfinductie, gelijkstroom motor, asynchrone sleepring motor.

Cursusjaar: MT2,Wb4 Quintaal: 5 Coll.uren p/w: Andere uren: 4 middagen. Toetsvorm: Pract.verslag Tentamenperiode: (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt214 Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Een middag instructie ter voorbereiding van de metingen. Gedurende één middag het uitvoeren van een serie metingen aan een dieselmotor, betreffende vermogens, rendementen, brandstofen luchtverbruik, luchtovermaat en warmtebalans. Als voorbereiding voor de elektrische metingen moeten enkele theoretische vragen worden beantwoord. Het practicum duurt 2 middagen. Het practicum wordt uitgevoerd op zelf inductie, een gelijkstroom motor en een asynchrone sleepring motor. Het practicum mt214P is een verplicht onderdeel van het college mt214. College materiaal: Practicumhandleiding (wordt uitgereikt op instructiemiddag) Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Uitwerking van de metingen, dataverwerkingen en resultaten in een verslag. Doel: Kennis van de dieselmotor: in/uit bedrijf stellen, meten, analyseren van meetgegevens. Kennis van aandrijfkarakteristieken van de e-motor. Computer gebruik: Data acquisitie en verwerking Practicum: Vak is practicum, inschrijflijst op publicatiebord MT Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 0%

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/vakken/mt214p.htm [29/12/1999 15:21:53]

mt040

Vakcode: mt040 Vaknaam: Praktisch Werken Het betreft een Oefening TUD studiepunten: 3 ECTS studiepunten: 5 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Bom, ing. C.J.

Tel.: 015-2786870

Trefwoorden:

Cursusjaar: 2 Quintaal: 3e Coll.uren p/w: Andere uren: 3 x 40 Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: (zie jaarindeling)

Voorkennis: 21 studiepunten van het 1e jaar. Wordt vervolgd door: Hoofdvakstage. Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Ambachtelijke stage in een industriële omgeving; kennismaking met de technische-, organisatorische- en maatschappelijke aspecten van een maritiem bedrijf. ● Tot eind oktober wordt, als men aan de de toelatingseis voldoet, de mogelijkheid geboden om in te schrijven voor de stage. Voor het vinden van een stageplaats kan door bemiddeling van de stagecoördinator gekozen worden uit het aanwezige adressenbestand. Voor half december ontvangt de student(e) bericht over zijn/haar plaatsing. ●

Afronding: schriftelijk verslag, dat 1 maand na het einde van de stage ingeleverd moet worden, ondertekend door het bedrijf.

●

De omvang van het verslag is minimaal 10, bij voorkeur niet meer dan 15 bladzijden. Hierbij niet gerekend de schetsen, die in ruime mate in het verslag opgenomen dienen te worden.

College materiaal: Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): ●

Aan iedere student wordt dringend ontraden een stage te beginnen zonder in het bezit te zijn van een behoorlijke ziektekosten of ongevallenverzekering en een persoonlijke wettelijke aansprakelijkheidsverzekering.

●

Studenten kunnen op grond van reeds eerder verricht practisch werk of een uitgebreide voorpraktijk (gedeeltelijke) vrijstelling van dit onderdeel krijgen.

Doel: ●

Ontwikkelen van vaardigheid tot communicatie in een industriële omgeving. Inzicht verkrijgen in de maritieme-, maatschappelijke- en organisatorische aspecten van een bedrijf.

●

het schrijven van een verslag.

●

Computer gebruik: Gebruik tekstverwerker Practicum:


mt040

Ontwerp component: Student wordt geconfronteerd met zowel het resultaat van een ontwerpproces als met het fabricageproces. Percentage ontwerponderwijs: 100%


mt111

Vakcode: mt111 Vaknaam: Ontwerpen van schepen 2 en offshore eenheden I Het betreft een college TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Aalbers, prof.ir. A., Boonstra, ir. H.

Tel.: 015-2781732, 2781521

Trefwoorden: Ontwerpmethoden en ontwerpaspecten van diverse scheepstypen en mobiele offshore platformen

Cursusjaar: 3 Quintaal: 0/0/4/0/0 Coll.uren p/w: 4 Andere uren: 0 Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: 3, 4 (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt110 Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Het college behandelt specifieke ontwerpproblemen van schepen voor transport van lading en passagiers en mobiele offshore eenheden. Met name wordt aandacht besteed aan recente ontwikkelingen m.b.t.: containerschepen, zware lading schepen, koelcontainerschepen, gastankers, ruwe-olietankers, Ro-Ro schepen, cruiseschepen, hefeilanden,semi submersible booreenheden, overslag- en opslageenheden, mobiele produktie eenheden. College materiaal: ●

C. Gallin, H. van Keimpema en H.J. Westers, "Ontwerpen II" met bijlagen, september 1988, C. Georgescu, "Bijlage Ontwerpgegevens", april 1990.

●

B. Boon en H. Boonstra, "Ontwerpen van Maritieme Offshore Constructies I", 1991

Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Doel: Het verschaffen van inzicht in de ontwerpproblematiek van diverse scheepstypen Computer gebruik: Bij de ontwerpoefening mt111p wordt gebruik gemaakt van programma's voor analyse van stabiliteit, weerstand en voortstuwing, inhouden en gewichten, etc. Voor visualisatie wordt gebruik gemaakt van een CAD-systeem. Practicum: Bij het college hoort een scheepsontwerpoefening (mt111p) van 10 studiepunten. Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 100%


mt114

Vakcode: mt114 Vaknaam: Milieu-aspecten in de Maritieme Techniek Het betreft een college c.q. project TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Pinkster, ir. J., e.a.

Tel.: 015-278

Trefwoorden:

Cursusjaar: 3 Quintaal: 0/0/0/2/2 Coll.uren p/w: 2 Andere uren: Toetsvorm: Tentamenperiode: (zie jaarindeling)

Voorkennis: Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Vak is in ontwikkeling

College materiaal: Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Doel: Computer gebruik: Practicum: Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs:

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/mt114.htm [29/12/1999 15:21:54]

mt211

Vakcode: mt211 Vaknaam: Maritieme werktuigkunde 2 Het betreft een college TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Faculteit Ontwerp, Constructie en Productie Docent(en): Grimmelius, ir.ing. H.T.

Tel.: 015 278 2746

Trefwoorden: Total energy systemen, koelinstallaties en compressoren, luchtbehandeling en ventilatie, elektrische (voeding)installaties, dynamisch gedrag van installaties

Cursusjaar: MT3,Wb4 Quintaal: 4/0/0/0/0 Coll.uren p/w: 4 Andere uren: Toetsvorm: schriftelijk Tentamenperiode: 1, 3 (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt214, wb1123, wb1224 Wordt vervolgd door: mt212, mt213 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ●

Total energy systemen; 1. gebruik van de voortstuwingsinstallaties voor andere energiebehoeftes, aandrijving van werktuigen, asgeneratoren, afvalwarmtebenuttingssystemen 2. asgeneratoren, methodes voor constant houden van de netfrequentie, glijdende netfrequentie 3. afvoergassen stoomsystemen t.b.v. verwarming en aandrijving van generatoren

●

Koelinstallaties en compressoren: 1. CARNOT proces voor arbeidslevering en voor koeling 2. compressie-koelproces, koelfactor, exegetisch rendement, proces in T,s en p,h-diagram 3. compressoren, types, werking, rendementen Luchtbehandeling en ventilatie: 1. doel, functies, hoofdcomponenten 2. eigenschappen van vochtige lucht, Mollier diagram 3. warmte-, vocht- en CO2-belasting voor luchtbehandelingssystemen, ontwerpcondities 4. enkele processen m.b.t. luchtbehandeling: menging, verwarming, koeling, bevochtiging 5. opbouw van enkele scheepsluchtbehandelingssystemen, energetische berekeningen Elektrische (voeding)installaties: 1. hoofdcomponenten 2. karakteristieken van elektromotoren/generatoren 3. elektrische belasting, aantal en capaciteit van generatoren en omvormers 4. lay-out van voedingssystemen, schakelborden

●

●

●

Dynamisch gedrag van installaties: 1. dynamisch gedrag van een dieselmotor-voortstuwingsinstallatie 2. bewegingsvergelijkingen voor het schip en de voortstuwingsinstallatie 3. koppel- en stuwkracht als functie van scheepssnelheid en schroeftoerental: Robinson diagrammen 4. aanzet tot de simulatie van het dynamisch gedrag

College materiaal: J. Klein Woud, "Maritieme werktuigkunde II", 1995 Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.):


mt211

Doel: Het kunnen ontwerpen van scheepshulpsystemen. Het begrijpen van het dynamische gedrag van machines Computer gebruik: Practicum: Ontwerp component: Het ontwerpen van scheepshulpsystemen Percentage ontwerponderwijs: 100%


mt311

Vakcode: mt311 Vaknaam: Scheepvaart en exploitatie van schepen Het betreft een College TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Wijnolst, prof.dr.ir. N.

Tel.: 015-2784682

Trefwoorden: Zeegaande vervoersstromen, scheepvaartsegment en scheepstypen, samenstelling wereldvloot, scheepsbouw, scheepvaart kosten, vrachten en opbrengsten, relatie vrachttarieven en scheepsprijzen, markten en marktstructuren, modeleren van vrachten markten, scheepsoperaties, zoals charteren, maritieme politiek, routeren en scheduling, maritieme logistiek, risico management, investeringen, scheepsfinanciering.


Voorkennis: Wordt vervolgd door: mt312, mt313 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: 1. Zeegaande vervoersstromen, internationale handel, motorische krachten achter groei 2. Scheepvaartsegmenten (tankers, bulk carriers, container-, heavy lift, etc.) en scheepstypen 3. Samenstelling en leeftijdsopbouw wereldvloot 4. Wereld scheepsbouw, concurrentiekracht van werven, methodologie voor het analyseren 5. Scheepvaart kosten: capital-, operating-, voyage- en cargo handling costs, reisberekening 6. Vrachten, opbrengsten en user cost; voorbeelden tanker-, bulk carrier- en container sector 7. Vracht tarieven per scheepvaart segment; nieuwbouw en tweedehands prijzen 8. Markten en structuren in de scheepvaart 9. Modeleren van vrachtenmarkten; case-studies bulk- en lijnvaart 10. Scheepsoperaties, aanbesteden van nieuwbouw, classificatie, chartering, performance claims, sale en purchase, shipping management, verzekering 11. Maritieme politiek, regels en internationale organisaties, vlagge- en havenstaten, code of conduct, casestudy tanker shipping pollution 12. Routeren en schedulen van schepen: bulk- reefer- en lijnvaart, offshore 13. Maritieme logistiek, snelle schepen 14. Risico management, theory en instrumenten, futures, Biffex, bunker hedging, options 15. Investeringen, financiering en strategieen in de scheepvaart 16. Jaarverslagen van maritieme beursfondsen


mt311

College materiaal: Shipping; N. Wijnolst, T. Wergeland Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Meer informatie over de leerstoel en het vak is te vinden op internet: http://www-mt.wbMT.TUDelft.nl/rederijkunde/overview.htm. of via e-mail: [email protected] Doel: ●

Bijbrengen van de basiskennis en terminologie in de scheepvaart

●

Inzicht in de motorische krachten achter de vraag naar en het aanbod van schepen

●

Kosten en opbrengsten structuren en de relatie met het ontwerp van schepen

●

Relatie tussen schip, goederenstromen, logistieke ketens en logistieke techniek

Computer gebruik: Practicum: Ontwerp component: kennis van scheepvaart is voorwaarde voor de ontwerp innovatie in de scheepsconcepten; kollege creëert een basis voor het kollege mt312 en mt313 Percentage ontwerponderwijs: 20%


mt516 deel 1

Vakcode: mt516 d1 Vaknaam: Weerstand en voortstuwing 1B Het betreft een College TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 2 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Kuiper, prof.dr.ir. G.

Tel.: 015-2786860





mt516 deel 2

Vakcode: mt516 deel 2 Vaknaam: Bewegingen en sturen 1B Het betreft een College TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 1, 5 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Pinkster, prof.dr.ir. J.A.

Tel.: 015-2783598

Trefwoorden: Scheepsbewegingen, sturen en manoeuvreren.


Voorkennis: Wordt vervolgd door: mt514 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ●

●

Scheepsbewegingen. Golven: lineaire golftheorie, zeegolven, golfspectra. Definities van bewegingen: Assenstelsels en bewegingscomponenten, harmonische bewegingen. Bewegingsvergelijkingen van Euler, massa en massatraagheidsmomenten. Bewegingen in vlak water: Ongekoppelde bewegingen, bewegingsvergelijkingen, hydrodynamische massa, demping, veertermen, eigenfrequenties. Gekoppelde bewegingen: Dompen-stampen-schrikken, verzetten-gieren-slingeren. Experimenten: Uitdempingsproeven in vlak water, gedwongen oscillaties in vlak water. Bewegingen in enkelvoudige golven: Dompende ton en slingerende bak; hydromechanische krachten; bewegingsvergelijkingen; frequentiekarakteristieken; experimenten en berekeningen. Gekoppelde dompen en stampen: 2-dimensionale hydromechanische krachten; invloed van voorwaardse snelheid; bewegingsvergelijkingen; frequentiekarakteristieken; verticale absolute en relatieve bewegingen; dwarskrachten en buigende momenten; experimenten-berekeningen. Sturen en manoeuvreren. Definities en begrippen. Standaard ware grootte proeven: Draaicirkel proef, spiraal proef, zig-zag proef, reversed spiraal proef, pull-out proef; presentatie resultaten. Lineaire bewegingsvergelijkingen: gelineariseerde vergelijkingen van Euler; stabiliteitsonderzoek; vergelijkingen van Nomoto. Modelonderzoek: soorten van experimenten, analyse van resultaten, voorbeelden. Het gestuurde schip: Vergelijkingen, blokdiagram, optimalisatie stuurgedrag op zee. Roeren: Roertypen, roerprofieleigenschappen, roerkrachten en momenten.

College materiaal: Diktaat: Bewegingen en sturen 1 (prof.ir. J. Gerritsma). Referenties vanuit de literatuur: Proceedings ITTC conferenties. Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Doel: Computer gebruik: Practicum: Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 10%


mt711

Vakcode: mt711 Vaknaam: Lay-out, inrichting en uitrusting van werven. Het betreft een Werkcollege TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek. Docent(en): Hengst., Prof.Ir.S., Dirkse, ir. C.

Tel.: 015-2785306

Trefwoorden: Planning, organisatie van bouwproces.

Cursusjaar: 3 Quintaal: 0/0/0/2/2 Coll.uren p/w: 2 Andere uren: Toetsvorm: scriptie+ presentatie Tentamenperiode: 5, 6 (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt710 Wordt vervolgd door: mt712, mt713, mt714, mt715 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Werforganisatie, management, het productieproces van marketing tot nazorg. Overdekte bouw, bouwmethoden, werkvoorbereiding, werkverdeling en planning van de productie, planningsmethoden. Tarieven, begroting en kostprijs. Dit college wordt gegeven in een combinatie van hoorcolleges met een project in teamverband. Het college wordt afgerond met een scriptie en een presentatie. De casestudy bestaat uit: ● het uitvoeren van een opdracht, bijv. Het ontwerp van de lay-out van een werf voor een scheepstype, ●

het doen van een aantal waarnemingen (met bijbehorend overleg, voorbereidingen en besprekingen) voor een onderdeel van een enkelproductieproces, de metingen ordenen, analyseren en evalueren,

●

een kritische beschouwing van het behaalde resultaat en planning en projectmanagement

●

Onderwerpen: ● Werforganisatie en technisch management. ● De fasen van het produktieproces van marketing tot nazorg. ● Werkvoorbereiding, werkverdeling en planning van de produktie. ● Planningsmethoden en technieken. ● Tarieven, begroting. Kostprijs en marktprijs. ● Effecten op doorlooptijden en kosten van bijv. overdekte bouw, bouwmethoden. College materiaal: ● ●

"Werven nader bekeken", Dr.ir. K.J. Saurwalt, 1977 nr. 32-SB-7709 "Inleiding tot de technologie van de scheepsbouw" (aanvullend college dictaat), Dr.ir. K.J. Saurwalt, december 1987


mt711

Referenties vanuit de literatuur: Storch, Hammon en Bunch. =Ship Production=. (1988 Cornell Maritime Press, Inc. / ISBN 0-87033-357-7). Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): De student dient de propaedeuse en het tweede jaar volledig te hebben afgerond evenals alle maritieme vakken uit de eerste helft van het derde jaar. Het vak wordt parallel aan de ontwerp-oefening gegeven en heeft daar ook een relatie mee. De gegevens over het te bouwen schip komen uit de ontwerp-oefening en zijn nodig om de case-study uit te kunnen voeren. De case-study wordt beoordeeld aan de hand van: ● Een schriftelijke rapportage van de "case-study" met als bijlage de uitgewerkte aantekeningen van de colleges (teamverslag). ●

Een presentatie van het team over de resultaten van de "case- study".

Doel: De studenten zijn in staat een planning van een project te maken waarin o.m. de activiteiten en de te besteden aangegeven. De studenten zijn in staat aan te geven met welke middelen de voortgang van het werk kan worden gevolgd. De studenten zijn in staat doelstellingen per tijdseenheid te formuleren, te beoordelen of deze zijn gehaald of waarom niet zijn behaald, maatregelen ter correctie te voorzien, de gevolgen voor de voortgang evalueren, zonodig doelstellingen op korte termijn te herzien, budgetten te beoordelen, bijv. uren t.o.v. de geplande uren per periode en totaal (cumulatief), maatregelen te treffen ter correctie. De studenten passen een methode van planning en projectorganisatie toe op een door hen uit te voeren project voor het ontwerp van een werf, een methode voor het bouwen van een schip. Computer gebruik: Practicum: Geen. Ontwerp component: Een ontwerp heeft slechts zin wanneer het economisch gebouwd kan worden. Kennis van de mogelijkheden van een werf zijn daarbij onontbeerlijk. Percentage ontwerponderwijs: 25%


mt826

Vakcode: mt826 Vaknaam: Eindige elementenmethode Het betreft een College TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Hommel, ir. G.

Tel.: 015-2786507

Trefwoorden: 3d constructies opgebouwd uit vlakke plaatelementen, oplostechnieken, modelleren, fouten en nauwkeurigheid, standaardtests, trillingen.


Voorkennis: mt824, mt825 Wordt vervolgd door: mt817 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: In en loodrecht op hun vlak belaste vlakke plaatelementen, 3d constructies opgebouwd uit plaatelementen, 3d elementen, sustructuring, oplostechnieken, modelleeraspecten, fouten en nauwkeurigheid, standaardtests, trillingen en dynamica, computerprogramma's. College materiaal: ● ●

Collegedictaat: Inleiding eindige-elementenmethode (ir.G.Hommel). Finite Element Modelling for Stress Analysis, Cook, R.D., ISBN 0-471-10774-3.



Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Onderdeel van een deeltentamen zijn een tweetal oefeningen. De oefeningen dienen volgens het tijdens het college bekend te maken tijdschema, met een positieve beoordeling, te worden afgehandeld. Vlak voor het herkansingstentamen is er gelegenheid eventueel ontbrekende oefeningen alsnog af te handelen. Het tijdschema van afhandeling hiervan wordt tijdig bekend gemaakt. Een positief beoordeelde oefening blijft geldig tot en met de twee eerstvolgende tentamens. Doel: Verkrijgen van inzicht in achtergrond en kennis van het gebruik van de eindige-elementenmethode. Computer gebruik: Bij de oefeningen wordt de computer gebruikt. Practicum: Bij het college hoort een computerpracticum. Ontwerp component: De eindige-elementenmethode wordt vaak gebruikt om te ontwerpen en ontworpen constructies door te rekenen voor wat betreft stijfheid, sterkte en trillingsgedrag. Percentage ontwerponderwijs: 50%


mt829

Vakcode: mt829 Vaknaam: Scheepstrillingen en -geluid Het betreft een College TUD studiepunten: 3 ECTS studiepunten: 4,5 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Boon, prof.ir. B.

Tel.: 015-2784538

Trefwoorden: Scheepstrillingen, geluid, trillingsmetingen, ontwerpfilosofie, schroefexcitatie, trilvormen. Scheepsconstructie, offshore-constructies, constructief ontwerp, conceptueel ontwerp, materialen, stochastische belastingen, dynamische respons, betrouwbaarheid, vermoeiing, draagkracht, ontwerpfilosofie, materiaaleigenschappen.


Voorkennis: mt822, mt110, mt111, mt210, mt211, mt512 Wordt vervolgd door: mt814, mt212, mt213, mt515 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: De algemene theorie van trillingen wordt ingeleid en toegepast op het schip als slanke balk. Oplossingen voor 1e en hogere orde trillingen worden afgeleid. Excitatie vindt zowel vanuit het schip (de hoofdmotor) als vanuit de schroef als vanuit de golven plaats. De toegevoegde massa van het omringende water wordt beschreven. Het uitvoeren van trillingsmetingen en het analyseren en beoordelen daarvan wordt behandeld. Geluid, geluidsbronnen, geluidswegen en criteria voor geluidsbeoordeling worden besproken. Aangegeven wordt hoe met trillingen en geluid in het ontwerp van het schip moet worden omgegaan. Voortbouwend op de college-inhoud van mt 822 wordt nader ingegaan op bezwijkvormen en draagkracht van de constructie. Hierbij spelen vermoeiing, scheurgroei en brosse breuk een grote rol. Deze aspecten worden zowel fundamenteel als aan de hand van de praktische vertaling in standaard voorschriften behandeld. Geleerd wordt hoe deze aspecten het ontwerp van de scheepsconstructie en haar details en de fabricagemogelijkheden voor een belangrijk deel bepalen. Het constructief ontwerp wordt zowel vanuit een deterministische als vanuit een probabilistische benadering van de sterkte behandeld. Aandacht wordt gegeven aan metingen op zee. De eigenschappen van het belangrijkste constructiemateriaal, staal, en de manieren om deze eigenschappen te beïnvloeden worden behandeld. De invloed van productietechnieken (lassen) op deze materiaaleigenschappen en daarmee de veiligheid van de constructies is groot. College materiaal: ●

"Noise, vibration and shock on board ships", 16th WEGEMT Graduate School, Genoa, 1992.

●


●

"Vibration Control in Ships", Oslo 1985, ISBN 82-515-0090-7 Collegediktaat (tijdens de colleges uitgereikt)

●


mt829


J.R. Paulling: Strength of Ships, in E.V. Lewis (ed.): Principles of Naval Architecture, 2nd ed., ISBN 0-939-773-00-7.

●

D.W. Chalmers: Design of Ships' Structures, HMSO London, 1993, ISBN 0 11 772717 2. O.F. Hughes: Ship Structural Design, SNAME, 1988, ISBN 0-939773-04 X. K.J. Rawson, E.C. Tupper: Basic Ship Theory, part 1, 4th ed., Longman. R. Taggart (ed.): Ship Design and Construction, SNAME, 1980, ISBN 0-9603048-0-0

● ● ●

Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Bij het vak hoort een afzonderlijk omschreven practicum (mt823P) Doel: 1. Doel van het vak is de studenten begrip bij te brengen voor de trillingsen geluidsproblematiek aan boord van schepen, de bronnen en de bestrijdingsmethodieken. Ook wordt geleerd hoe trillingen en geluid te meten en de resultaten te interpreteren. Bovendien wordt geleerd hoe bij het ontwerp van het schip met deze aspecten rekening te houden. 2. Het doel van het college is alle toekomstige scheepsbouwkundig ingenieurs inzicht bij te brengen in de achtergronden en het gedrag van scheeps- en offshore-constructiematerialen, hen te leren hoe deze materialen zich onder de verschillende wisselende belastingen gedragen en hoe dit om te zetten in een verantwoord constructief ontwerp, hen de vaardigheid van het maken van vermoeiingsberekeningen bij te brengen en inzicht te geven in de rol van scheurgroei en brosse breuk. Computer gebruik: Als onderdeel van het praktikum mt 823P worden eenvoudige trillingsmetingen gedaan aan een balk al dan niet in water trillend en een ingeklemde balk waarvan de eindmassa gevarieerd wordt. Practicum: Geleerd wordt hoe in het ontwerp met trillingsen geluidsproblematiek rekening wordt gehouden. Ontwerp component: Het vak is geheel gericht op het maken van het constructief ontwerp, de responsanalyse en het vaststellen van de toelaatbaarheid van de optredende responsies. Percentage ontwerponderwijs: 50%


wi3012mt

Vakcode: wi3012mt Vaknaam: Kansrekening en statistiek Het betreft een College TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Faculteit der Informatietechnologie en Systemen Docent(en): Kraaikamp, dr. C.

Tel.: 015-2787258

Trefwoorden: Axiomatische opbouw, klassieke kansdefinitie, kansverdelingen, schattingstheorie, betrouwbaarheidsintervallen, toetsingstheorie.

Cursusjaar: 3 Quintaal: 2/2/0/0/0 Coll.uren p/w: 2 Andere uren: 1 (instr.uren) Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: 2, 3 (zie jaarindeling)

Voorkennis: Wordt vervolgd door: wi280, wi290, wi473 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ●

Axiomatische opbouw. Klassieke kansdefinitie van Laplace, symmetrische kans ruimten. Eenvoudige combinatoriek. Voorwaardelijke kans, theorema van Bayes.

●

Stochastische onafhankelijkheid, stochastische variabelen, kansfunctie, kansdichtheid en verdelingsfunctie.

●

Kansverdelingen: alternatief, binomiaal, Pascal, Poisson, uniform, exponentieel, normaal. Kansverdelingen vervolg: gezamenlijke verdeling van twee stochastische variabelen, onafhankelijkheid en voorwaardelijke verdelingen.

● ●

Verwachting, variantie, covariantie, correlatie, momenten, ongelijkheid van Chebychev en centrale limietstelling. Populatie, steekproef en steekproefverdelingen.

●

Schattingstheorie: zuiverheid, momentenschatters, meest aannemelijke schatters. Betrouwbaarheidsintervallen: definitie en eenvoudige voorbeelden.

●

Toetsingstheorie: onbetrouwbaarheid, kritiek gebied, fout van de eerste en tweede soort, onderscheidingsvermogen.

College materiaal: Syllabus Kansrekening en Statistiek (wi380wb) verkrijgbaar bij de Dictatenverkoop TWI. Referenties vanuit de literatuur: ● ● ●

Larson. Introduction to probability theory and statistical inference, Wiley. Feller. An introduction to probability theory I, Wiley. Hogg en Craig. Introduction to mathematical statistics, Collier, McMillan.

Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Doel: Computer gebruik: Practicum: Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 0 %

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/Wi3012mt.htm [29/12/1999 15:21:57]

wm0732mt

Vakcode: wm0732mt Vaknaam: Recht voor Maritieme Techniek Het betreft een College TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Faculteit der Techniek, Bestuur en Management Docent(en): Wijting, mr.dr. W., Rijlaarsdam, mr.ir. A., Festen-Hoff, mr.drs. K., Biesheuvel-Roosenburg, mr. S., Schutte-Postma, mr. L. Trefwoorden: Zie vakbeschrijving.

Tel.: 015-2784710 Cursusjaar: 3 Quintaal: 0/0/0/4/0 Coll.uren p/w: 4 Andere uren: Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: 3, 4 (zie jaarindeling)

Voorkennis: Voorkennis is niet noodzakelijk. Elk college dient het hulpboek meegenomen te worden. Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: In het latere beroepsleven maar ook al tijdens de studie komt de maritiem technoloog voortdurend in aanraking met het recht. In het dagelijks leven komt iedereen het recht tegen, bijvoorbeeld bij het aanschaffen van apparatuur, het sluiten van een arbeidsovereenkomst of het regelen van verkeersschade. In de beroepspraktijk zal de maritiem ingenieur, afhankelijk van zijn werkkring, te maken krijgen met zaken als scheepsbouw- en reparatieovereenkomsten, scheepshypotheek, bevrachtings- en vervoerscontracten, averij en de afwikkeling daarvan. Dit vak wil studenten maritieme techniek een eerste oriNntatie geven op voor hun belangrijke rechtsgebieden. College materiaal: Dictaat aa32 deel 1 en aa32 hulpboek editie 1996. Deze zijn verkrijgbaar bij de dictatenverkoop WTM. Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): ●

Het college wordt gegeven in de vorm van een hoorcollege, waarbij discussie tot de mogelijkheden behoort. Het hulpboek bevat wetsteksten en illustratieve juridische documenten.

●

Het tentamen bestaat uit 8 open vragen (gesloten boek), waarbij het hulpboek mag worden geraadpleegd.

●

Inlichtingen bij het secretariaat, Kanaalweg 2B, kamer 2.04, toestel 4798.

Doel: Aan het einde van de cursus heeft de student: ● elementaire kennis van en enig inzicht in het recht; ● ●

enige vaardigheid in het lezen van eenvoudige juridische documenten; de capaciteit om beter met een jurist te kunnen samenwerken.

Computer gebruik: Practicum: Ontwerp component:

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/vakken/wm0732mt.htm (1 of 2) [29/12/1999 15:21:57]

wm0732mt


http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/vakken/wm0732mt.htm (2 of 2) [29/12/1999 15:21:57]

mt043

Vakcode: mt043 Vaknaam: Vaarweek Het betreft een Oefening TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 2 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Bom, ing. C.J.

Tel.: 015-2786872


Cursusjaar: 3 Quintaal: 0/0/0/0/x Coll.uren p/w: Andere uren: enkele dagen Toetsvorm: Tentamenperiode: (zie jaarindeling)

Voorkennis: Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Vaartocht op zee. In het 5e quintaal wordt ieder jaar een vaartocht op zee georganiseerd, meesal met een schip van de Koninklijke Marine. Deelname aan deze vaartocht is verplicht voor alle MT-studenten, die de vakken mt211, mt513 en mt812 hebben gevolgd. De bedoeling is de deelnemers te laten kennismaken met het varen op zee en wat daar zoal bij komt: wachtlopen, navigatie, sturen, corvee in de kombuis, etc. Nadere bijzonderheden worden bekendgemaakt via de Koppeling, op de publicatieborden en tijdens colleges. College materiaal: Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): presentie = tentaminering Doel: zie inhoudsbeschrijving Computer gebruik: Practicum: vak is oefening Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 0%

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/Mt043.htm [29/12/1999 15:21:58]

mt111P/5

Vakcode: mt111P/5 Vaknaam: Scheepsontwerp Het betreft een Practicum TUD studiepunten: 10 ECTS studiepunten: 15 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Begeleiders ontwerp: ir. H. Boonstra, ir. J. Pinkster, ing. Tel.: 015-2781521 H. van Keimpema. Begeleider machinekamer: ing. O. van Lent Trefwoorden: Scheepsontwerp, schriftelijke en mondelinge presentatie

Cursusjaar: 3 Quintaal: 0/0/x/x/x Coll.uren p/w: Andere uren: Toetsvorm: Zie opm. Tentamenperiode: (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt111, mt510, mt512 Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Bij het scheepsontwerp vindt een integratie plaats van de leerstof die in diverse colleges is behandeld. De opdracht is individueel en wordt op verzoek van de student voor de aanvang van het derde dimester verstrekt. Informatie over de inhoud van de oefening en de eisen waaraan het ontwerp moet voldoen zijn aangegeven in "Richtlijnen voor het scheepsontwerp", verkrijgbaar bij de dictatenverkoop van de faculteit. In de "Richtlijnen" is tevens een overzicht opgenomen van de kennis die noodzakelijk is om het scheepsontwerp te kunnen uitvoeren. Wanneer je die leerstof mist, zul je tijdens de oefening veel extra tijd moeten besteden aan het bestuderen daarvan. In de nieuwe opzet van de ingeroosterde oefening, met een strakke tijdsplanning, is die tijd niet beschikbaar. De nieuwe ontwerpoefening loopt over de twee laatste dimesters van het derde jaar, hetgeen enerzijds het iteratieve karakter van het ontwerpen benadrukt en anderzijds het werken onder enige tijdsdruk doet ervaren. Daarnaast wordt samenwerking met andere studenten gestimuleerd door één startmoment voor alle aangemelde studenten. Studenten met studievertraging kunnen een half jaar later beginnen. Een eerste "ontwerpslag" wordt aan het einde van het derde dimester, dus halverwege de oefening, afgerond. Van het ontwerp wordt een schriftelijk verslag gemaakt. Dit verslag dient voor het einde van het vierde dimester te worden ingeleverd. De resultaten van het scheepsontwerp worden door de deelnemende studenten mondeling gepresenteerd in een gezamenlijke bijeenkomst. Hiertoe dient het vak tc3 (mondeling rapporteren en presenteren) als onderdeel van mt111p/5 te worden gevolgd. Het tijdstip van dit werkcollege wordt door de begeleiders bekend gemaakt. College materiaal: demo-bestand Seaway-programma , hier te downloaden (490 kbyte). Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): De aanvraag voor een opdracht dient te geschieden voor 1 december bij de secretaresse van de sectie Ontwerpen, mevr. L. Kock. De opdracht wordt uiterlijk 15 januari verstrekt. De mondelinge presentatie vindt plaats omstreeks 24 juni. Op die datum dient ook het eindverslag te zijn ingeleverd. Inschrijving voor deze oefening is ook mogelijk tot 1 juli. De data zijn dan: verstrekking opdracht omstreeks 7 september, eindverslag/presentatie omstreeks 25 januari. Doel: Zie mt111

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/vakken/mt111p5.htm (1 of 2) [29/12/1999 15:21:58]

mt111P/5


http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/vakken/mt111p5.htm (2 of 2) [29/12/1999 15:21:58]

mt513P

Vakcode: mt513P Vaknaam: Practicum scheepshydromechanica Het betreft een Practicum TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 2 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Pastoor, Ir. L.W. (kamer 1.21 boven de sleeptank)

Tel.: 015-2786871

Trefwoorden: Golven, potentiaal theorie, dynamica, hydrodynamische krachten, hydrodynamische coefficienten, diffractie en Froude-Krylov krachten, scheepsbewegingen, overdrachtsfuncties, toegevoegde weerstand, meetapparatuur en -opstelling, schaalwetten, 3D diffracttie en 2D strip theorie programmatuur

Cursusjaar: 3 Quintaal: x/0/0/0/0 Coll.uren p/w: Andere uren: 4 halve dagen Toetsvorm: zie opm. Tentamenperiode: none (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt511d4, mt516d2 Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ●

Maak een voorspelling en valideer de bewegingen van een ton in golven met oscillatie, excitatie en vrijbewegende proef. (3 halve dagen)

●

Bepaal de domp en stampbeweging alsmede de toegevoegde weerstand van een kotter in kopgolven. (1 halve dag)

●

Valideer Delfrac en Seaway (3D panelenprogramma en 2D strip programma). Vooropgaven worden verstrekt en uitgebreid besproken op het practicum.

●

Alle test resultaten en extra vragen worden uitgewerkt tijdens het practicum. College materiaal: ● ●

Pastoor, L.W., "Manual mt513p" Pinkster, J.A., "Golven, scheepsbewegingen, sturen en manoeuvreren I"


Lloyd, A.R.J.M., "Seakeeping, ship behaviour in rough weather", Ellis Horwood series in Marine Technology, 1989.

●

Faltinsen, O.M., "Sea loads on ships and offshore structures", Cambridge Ocean Technology Series", 1990.


Inschrijvingsinformatie wordt minimaal 6 weken voor aanvang van het practicum op het publicatiebord in de hal opgehangen. Hierna is de handleiding op te halen bij de practicumleider

●

Toelatingseis: Open voor alle studenten die volgen of hebben gevolgd het bijbehorende college. Vooropgaven verstrekt bij de handleiding moeten worden gemaakt voor aanvang van het practicum. Degenen die deze opgaven niet hebben gemaakt worden uitgesloten van deelname!

●

De beoordeling wordt gedaan op basis van de resulaten behaald met de opgaven alsmede de participatie tijdens het practicum. (voldoende of onvoldoende)


mt513P

Doel: ●

Kennis maken met de experimentele mogelijkheden om scheepshydromechanica te onderzoeken

●

Toepassen van opgedane kennis in de colleges "Bewegingen en sturen 1A en 1B".

Computer gebruik: Gebruik wordt gemaakt van spreadsheets voor de verwerking en presentatie van meetdata. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van een data-acquisitie programma. Uitvoer van scheepsbewegingsprogrammatuur wordt gebruikt voor validatie. Practicum: Ontwerp component: Rompvorm ontwerp aangaande bewegingen in golven wordt met meerdere voorbeelden toegelicht. Percentage ontwerponderwijs: 15 a 20%


mt823P

Vakcode: mt823p Vaknaam: Practicum Constructie en Sterkte 2 Het betreft een Practicum TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 2 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Boon, prof.ir. B., Vonk, ing. R.

Tel.: 015-2785705

Trefwoorden: Materiaaleigenschappen van staal, scheurgroei, vermoeiing, brosse breuk, kerftaaiheid, massa-veer-systeem, trillende balk

Cursusjaar: 3 Quintaal: 0/x/0/0/0 Coll.uren p/w: Andere uren: 40 Toetsvorm: Ander Tentamenperiode: (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt827 deel 1 Wordt vervolgd door: mt815 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Het practicum bevat een vermoeiingsproef, een COD-proef en een metaalkundige proef. De proeven zijn gericht op een bepaling van scheurgroei- en breuktaaiheidseigenschappen van in de scheepsbouw en offshore gebruikelijke staalsoorten. De metaalkundige proef is gericht op structuurverandering van lasverbindingen. In de proeven worden de uitkomsten van toepassingen van breukmechanica geverifieerd aan de meetresultaten van de proeven. Er zullen een tweetal trillingsproeven worden uitgevoerd. Beschrijving van de proeven en de aanwijzingen voor de rapportage zijn te vinden in de handleiding. College materiaal: Handleiding bij de proeven. Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Toetsvorm is het schrijven van een verslag. Doel: zie mt823 Computer gebruik: geen Practicum: vak = practicum Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 75%

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/vakken/mt823p.htm [29/12/1999 15:21:59]

mt720/mt721

Vakcode: mt720/mt721 Vaknaam: Werfinrichting, werfbedrijf, en bedrijfsomgeving van de werf (Voorheen mt712/mt713/mt716)

Het betreft een werkcollege TUD studiepunten: 1/1 ECTS studiepunten: Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Hengst, prof. ir. S.

Tel.: 015-278 5306

Trefwoorden: Kenmerken enkelproduktie, interne en externe bedrijfsfactoren, markt-factoren, strategische planning, begroting, operationele research, productie optimalisatie, probleemanalyse, kwaliteitsbeheersing.


Voorkennis: mt711, wm0501, wb0504 Wordt vervolgd door: mt722/723, mt724 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Methode: ●


●


● ●

Vakbeschrijving (1): "Opzet en indeling" Voor het vak ‘Werfinrichting, werfbedrijf, en bedrijfsomgeving van de werf’ wordt de student gevraagd een keuze te maken uit een aantal aandachtsgebieden die direct gerelateerd zijn aan de bedrijfsvoering en de lay-out van een werf. Aandachtgebieden zijn: ● Planning en organisatie ● ● ● ● ●


Binnen deze aandachtsgebieden staat het de studenten vrij zelf een onderwerp te kiezen. De gekozen onderwerpen worden behandeld voor scheepnieuwbouwwerven en / of voor reparatiewerven. Het vak wordt voltooid met een scriptie en een presentatie. Voor het vak zijn maximaal 2 studiepunten te behalen. Het is ook mogelijk het vak voor 1 studiepunt te volgen. De scriptie wordt hier op afgestemd. Het aantal college-uren is in beide gevallen gelijk. Vakbeschrijving (2): "Mogelijke onderwerpen binnen de aandachtgebieden"

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/Mt720_721.htm (1 of 3) [29/12/1999 15:21:59]

mt720/mt721

De door de student gekozen onderwerpen worden nader onderzocht ten aanzien van het belang ervan binnen een maritiem bedrijf. In het bijzonder een scheeps (-reparatie) werf. Mogelijke onderwerpen zijn: ● De interne bedrijfsfactoren. ● ● ● ● ●

● ● ● ● ● ● ●

Sleutelfuncties. Het karakter van de enkelproduktie in de scheepsbouw en reparatie. Voorwaarden voor produktiebeheersing. Technische-en organisatorische aspecten van bouwsystemen. Produktie ondersteunende, service verlenende en managements afdelingen en diensten, karakteristieken en kosten. Werkplanning en allokatie. De risico's van bouwers en gebruikers. Management en omgeving - ontwerp produkt - produktiemethodieken - produktiebesturing. Beheersing produktieproces. Begrotingsbudgetten. De externe bedrijfsfactoren. Markt, invloedsfactoren, marketing. De taken van de organisatie, strategische planning in de maritieme staalverwerkende industrie, het beoordelen van investeringen, marketing, verkoop en innovatie, produkt-en marktcombinaties.

●


●


Kwalificaties procedures. Planning en werkvoorbereiding. Opleveringsdocumenten. College materiaal: ●


●

Ship Production Kaizen, Imaki Masai Produceren door informeren. Th.M.J. van Rijn. Produktie management H. Botter ISO-9000 t/m 9004.

● ● ● ●



●


●

In overleg: boeken over "Quality Assurance" en "Total Quality Management"


mt720/mt721


Het verkrijgen van kennis over en inzicht in de productieprocessen in de scheepsbouw, de scheepsreparatie, de toeleverende industrie en de wijze waarop deze processen kunnen worden beïnvloed.

●

Het verkrijgen van inzicht in de factoren die de organisatie van een werf beïnvloeden en de productiviteit bepalen.



mt722/mt723

Vakcode: mt722/mt723 Vaknaam: Projectmanagement in de scheepsbouw en offshore (Voorheen mt714/mt715/mt716)

Het betreft een werkcollege TUD studiepunten: 1/2 ECTS studiepunten: Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en) Hengst, prof. ir. S.

Tel.: 015-278 5306

Trefwoorden: Marktfactoren, strategische planning, begroting, operationele research, productie-optimalisatie, probleemanalyse, kwaliteitsbeheersing, organisatie en uitvoering van reparaties en bergingen, slopen, expertise, verzekering, enkelproductie, productiebesturing, planningssystemen.


Voorkennis: mt711, wm0501, wm0504 Wordt vervolgd door: mt720/721, mt724 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Methode: ●


●


● ●

Vakbeschrijving (1): "Opzet en indeling" Voor het vak ‘Projectmanagement in de scheepsbouw en offshore’ wordt de student gevraagd een keuze te maken uit een aantal aandachtsgebieden die direct van belang zijn bij het projectmatige karakter van de geleverde producten en diensten in de maritieme industrie. Aandachtgebieden zijn: ● Planning, organisatie en uitvoering van maritieme projecten ● ● ● ● ●


Binnen deze aandachtsgebieden staat het de studenten vrij zelf een onderwerp te kiezen. De gekozen onderwerpen worden behandeld voor projecten in de scheepnieuwbouw, de scheepsreparatie, het slopen van schepen en / of voor projecten in de bergingssector. Het vak wordt voltooid met een scriptie en een presentatie. Voor het vak zijn maximaal 3 studiepunten te behalen. Het is ook mogelijk het vak voor 1 of 2 studiepunt te volgen. De scriptie wordt hier op afgestemd. Het aantal college-uren is in alle gevallen gelijk. http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/Mt722_723.htm (1 of 3) [29/12/1999 15:22:00]

mt722/mt723

Vakbeschrijving (2): "Mogelijke onderwerpen binnen de aandachtgebieden" De door de student gekozen onderwerpen worden nader onderzocht ten aanzien van het belang ervan binnen een project in de maritieme sector. Mogelijke onderwerpen zijn: ● Interne bedrijfsfactoren. Externe bedrijfsfactoren. Markt, invloedsfactoren, marketing. ● ● ●

Management en omgeving - ontwerp produkt - produktiemethodieken - projectbesturing. Begrotingsbudgetten. De taken van de organisatie, strategische planning in de maritieme industrie, het beoordelen van investeringen, marketing, verkoop en innovatie, produkt-en marktcombinaties.

●


●


●

Kwalificatie procedures. Planning en werkvoorbereiding. Opleveringsdocumenten. Organisatie van nieuwbouw, reparatie, sloop en bergingsprojecten. Financiële aspecten. Verzekering, assuradeuren, expertise. Bergingsmethoden. Slopen. Relatie eigenaar, berger, verzekeraar, overheid, reparatiewerf. Geavanceerde planning systemen.

● ● ● ● ●

De bouw van schepen en offshore-units en -installaties worden gekenmerkt als enkelprodukten. Voor de beheersing en besturing van het produktie-proces kan niet worden uitgegaan van de principes voor serie-matige of massa produktie. Het ver doorvoeren van een gedetailleerde voorbereiding van het werk is voor het produkt te kostbaar. Welke voorwaarden worden gesteld aan de beheersing en aan het management van een proces in de enkel-produktie. Wat is de relatie tussen het ontwerpen, de produktietechnieken, produktiemethodes en de produktiebesturing. Gelijke overwegingen gelden ook voor projecten in de reparatie- en de bergingssector. Elke sector heeft een eigen cultuur en kent eigen management technieken. College materiaal: ●


●

Ship Production

●

Kaizen, Imaki Masai Produceren door informeren. Th.M.J. van Rijn. Produktie management H. Botter ISO-9000 t/m 9004. Literatuur afhankelijk van het onderwerp, Lloyd’s List en tijdschriften.

● ● ● ●


mt722/mt723



●


●

In overleg: boeken over "Quality Assurance" en "Total Quality Management" In overleg: boeken over "Project Management".

●


Het verkrijgen van kennis over en inzicht in de specifieke aspecten verbonden aan het projectmanagement in de scheepsbouw, scheepsreparatie en offshore.

●

Het verkrijgen van inzicht in de factoren die de organisatie en de uitvoering van projecten in de maritieme industrie beïnvloeden.

Computer gebruik: Tekstverwerking en spreadsheets Practicum: Zie ‘Opmerkingen’ Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs:


mt724

Vakcode: mt724 Vaknaam: Financiering van schepen (Voorheen mt717)

Het betreft een werkcollege TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Hengst, prof. ir. S.

Tel.: 015-278 5306

Trefwoorden: Kostprijs- en exploitatieberekeningen, begrotingssystemen, marketing, prijsvorming, kosten en tarieven, rentabiliteitsberekeningen, financiering, wisselkoersen, interne en externe bedrijfsfactoren voor reders en werven.

Cursusjaar: 4 Quintaal: 0/0/4/0/0 Coll.uren p/w: 4 Andere uren: Toetsvorm: Scriptie, presentatie, verslaglegging en schriftelijk tentamen Tentamenperiode: 4e (zie jaarindeling)

Voorkennis: Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Opzet en werkwijze: De deelnemers bestuderen zelfstandig, aan de hand van de door hen verzamelde literatuur, een onderwerp, schrijven daarover een scriptie en houden een presentatie. Ze zijn aanwezig bij alle voordrachten en nemen deel aan de colleges die onder meer verzorgd worden door vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven zoals werven, reders en banken. Deelname en voorkennis: Deelname staat open voor studenten Maritieme Techniek aan de TU-Delft die de propadeuse hebben behaald en het D1 vrijwel hebben afgerond en voor derde en vierde jaars studenten scheepsbouwkunde van de HTS-en Haarlem en Rotterdam. Dat wil zeggen dat de student beschikt over kennis van schepen, over scheepstypen, het ontwerp en de bouw. Enige kennis van (bedrijfs-)economie is aan te bevelen. Tentamen en beoordeling: De beoordeling wordt gemaakt aan de hand van: ● de deelname aan de colleges ● ● ●

de verslaglegging van de voordrachten uit het bedrijfsleven de scriptie en de voordracht met een daarbij behorend literatuur overzicht de (schriftelijke) uitwerking van enkele case-studies (schriftelijk tentamen)

Het eindcijfer berust op een combinatie van de beoordelingen. Tijdstip: De werkcolleges vinden plaats op 6 opeenvolgende woensdagmiddagen in het vierde quintaal. Opdracht voor een project: Elke deelnemer werkt een project uit en bereidt daarover een presentatie voor. Het project betreft een onderwerp dat tijdens de eerste bijeenkomst wordt vastgesteld. De student werkt het project zelfstandig uit en levert daarvan op de dag van de voordracht een schriftelijk verslag van ca. 6 getypte pagina’s (A4) in. Het verslag Het verslag bevat tenminste korte samenvattingen van de bestudeerde literatuur, een uitwerking http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/Mt724.htm (1 of 3) [29/12/1999 15:22:01]

mt724

van het onderwerp bestaande uit het formuleren van het doel van het project (wat wordt beoogd), de methode van werken, een analyse van de verzamelde informatie (theorie en praktijk), een evaluatie (aan de hand van uit de literatuur verzamelde criteria) en een kritische beschouwing. De presentatie De presentatie behandeld de hoofdzaken van het project d.w.z. een kort overzicht van de literatuur, doel, analyse en evaluatie. Kenmerken van het project-college: Het project wordt gekenmerkt door het zelfstandig zoeken naar literatuur en informatie, het bestuderen ervan en het ontplooien van de nodige initiatieven om de informatie buiten de TU Delft, bijvoorbeeld bij bedrijven te verkrijgen. Onderwerpen voor de opdrachten: Kostprijs- en exploitatieberekeningen. Begrotingssystemen. De risico’s van bouwers en reders. Marketing, prijsvorming. De bepaling van kosten en tarieven. Berekeningen van de rentabiliteit van een project of investering (methoden voor de afweging van opbrengsten en kosten bijvoorbeeld afschrijvingen, rentelasten, etc.) Financiering, wisselkoersen en valuta, de rol van de dollar als rekeneenheid etc. Interne en externe bedrijfsfactoren van reders en werven. Inhoud van het college: Factoren die de kostprijs van een werf bepalen: De banken. De voor- en nafinanciering van een schip. De invloed van de materialen, lonen, (arbeidskosten) overhead. Wat is een tarief? Welke factoren bepalen de hoogte van een tarief? Vaste en variabele kosten. Waar zit de kennis van een werf? Hoe kan de werf de (kost)prijs beïnvloeden, welke factoren beïnvloeden kostprijs, levertijd en kwaliteit van een schip en waarom (externe en interne bedrijfsfactoren)? Aspecten van financiering van een schip voor de werf: Vermogensverschaffers. Bronnen van financiering. Subsidies. Criteria voor financiering. Cash-flow. Rendementsnormen. Risico’s. Fiscaliteit. Garanties. Subsidies. Wisselkoersen en valuta. Het belang van eigen vermogen bij financiering. Eigen en vreemd vermogen. Factoren die de exploitatie van een schip bepalen: De financiering van een schip. Kostprijsfactoren. De (kost)prijs van schepen, bemanningskosten, brandstofkosten, overige kosten etc. Vaste en variabele kosten. Opbrengsten. Factoren die de vrachtenmarkt beïnvloeden. Registratie (vlag) en invloed daarvan. Welke partijen opereren in de markt en hoe? Waar zit de kennis van de reder? Hoe kan de reder de (kost)prijs beïnvloeden, welke factoren bepalen de kostprijs, (lever)tijd en kwaliteit van het transport en waarom? Externe en interne bedrijfsfactoren. Risico’s. Aspecten van financiering van een schip voor een reder: Vermogensverschaffers. Bronnen van financiering. Subsidies. Criteria voor financiering. Cash-flow. Rendementsnormen. Risico’s. Fiscaliteit. Garanties. Wisselkoersen en valuta. Het belang van eigen en vreemd vermogen bij financiering. Deelname: Gezien de opzet is de deelname aan het college aan een maximum en minimum aantal deelnemers gebonden. De volgorde van inschrijving is bepalend. Maximum deelname 15 studenten. Bij minder dan 8 inschrijvingen vindt het college geen doorgang.

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/Mt724.htm (2 of 3) [29/12/1999 15:22:01]

mt724

College materiaal: Bronnen: ● ● ● ● ●

Bronnen als accountants en banken bijv.: KPMG, Moret, Ernst & Young, NIB, enz. Shipping desks bij de banken. Scheepshypotheekbanken. Onderzoeksinstituten. Werkgeversorganisaties bijv.: NEI, VNSI, KVNR.


Algemene literatuur over financiering (begrippen en terminologie) en methoden voor het beoordelen van investeringen.

●

Specifieke publicaties over scheepsfinanciering. Boeken van Peter Stokes en Sloggett. Rapporten van Van Holst & Koppies over de scheepsbouw. UNAS (UNiforme Administratie in de Scheepsbouw).

● ● ●

Opmerkingen (specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Doel: Het doel is de studenten inzicht te geven in de rol die de financiering van schepen heeft bij het verkrijgen van opdrachten voor de werf en de exploitatie van schepen door de reder, het belang en de wijze van de financiering van schepen, de invloed van de financiering op respectievelijk de bouwkosten en de exploitatie, en de daarbij voorkomende problemen, beperkingen en risico’s Computer gebruik: Practicum: Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs:


mt725

Vakcode: mt725 Vaknaam: Binnenvaart (voorheen mt718)

Het betreft een werkcollege TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 1,5 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Hengst, prof. ir. S.

Tel.: 015-278 5306

Trefwoorden: Typen binnenvaartschepen, haven Rotterdam, waterwegen, vervoersketens, voorschriften, ontwikkelingen:


Voorkennis: mt711, wm0501, wm0504 Wordt vervolgd door: mt724 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ●

De positie van de haven van Rotterdam wordt in niet onbelangrijke mate bepaald door de binnenvaart.

●

De positie van de binnenvaart, scheepstypen en hun achtergrond. Keuze van scheepstype en uitrusting. Vervoersketens en optimalisatie. Voorschriften. Relatie schip waterweg. Nieuwe scheepstypen.

● ● ●

Bouw en constructie. Nieuwe ontwikkeling in de binnenvaart. College materiaal: "Binnenvaart in beeld", prof.ir. S. Hengst, Delftse Universitaire Pers. Referenties vanuit de literatuur: Literatuur afhankelijk van het onderwerp. Opmerkingen (specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Het onderwijs in het vierde en vijfde jaar wordt verzorgd in de vorm van werkcolleges. De studenten bestuderen zelfstandig de opgegeven literatuur, maar dienen eveneens literatuur op te sporen. Naast de bestudering van de literatuur worden "case studies" opgedragen. Voor een opdracht winnen de studenten onder meer informatie bij bedrijven, om de gang van zaken in de praktijk te bestuderen. De colleges zijn besprekingen van de voortgang, met alle daarbij behorende aspecten van verslaggeving, het vastleggen van de gemaakte afspraken, planning en voortgangscontrole. Er worden de studenten onderwerpen aangereikt die tijdens de colleges worden besproken. Omdat er in teamverband moet worden gewerkt kunnen meerdere aspecten in een onderwerp worden meegenomen en ontstaan "combinaties" van vakken in een bepaalde groep. Een schriftelijke verslaggeving en mondelinge presentaties van de groep ronden het werk af. De beoordeling van de scripties geschiedt aan de hand van een aantal criteria waarin de elementen voorkomen die met de opdracht worden beoogd. De opdrachten hebben meerdere invalshoeken (multi-disciplinair) en lenen zich voor de combinatie van literatuur en veldwerk bij bedrijven. Deze werkwijze is voor de studenten weliswaar arbeidsintensief maar door het samenspel van theorie en praktijk leerzaam.


mt725

Doel: ● ●

Kennis maken met de specifieke aspecten van de binnenvaart. Het zelfstandig bestuderen van de literatuur over de theorie en praktijk van de binnenvaart, de organisatie van projecten en de specifieke toepassingen daarvan in de producerende en dienstverlenende sectoren van de maritieme branches.

●

Het zelfstandig leren uitvoeren van projecten in teamverband en het toepassen van de in de literatuur aangetroffen theorie.

●

Het kritisch beoordelen van de theoretische modellen met betrekking tot de toepassing in de praktijk.



Specialisatie Offshore

Hoofdvak Ontwerpen van Vaartuigen Ontwerpen van Offshore-eenheden Hoogleraar: prof.ir. A. Aalbers Contactpersoon: ir. H. Boonstra Vakgebied De maritieme offshore houdt zich bezig met drijvende constructies die gebruikt worden voor het uitvoeren van industriële werkzaamheden op zee. Deze constructies kunnen eventueel ook tijdelijk of gedeeltelijk drijven, zoals: semi-submersibles, tension leg platforms, zelfheffende eilanden, één-punts afgemeerde tankers, etc. De uit te voeren industriële werkzaamheden houden veelal verband met de winning van olie of gas op zee, maar kunnen ook omvatten: mijnbouw, baggeren, energieopwekking, civiele werkzaamheden etc. Het vakgebied behandelt het ontwerp en de specifieke toepassing van hydromechanica en constructieve aspecten voor dit type constructies. Afstudeeronderwerpen De hiervoor gegeven omschrijving van het vakgebied houdt in dat vrijwel ieder afstudeeronderwerp met betrekking tot offshore meer of minder nauw verband heeft met één der andere afstudeerrichtingen. Veelal zal het dan ook wenselijk zijn de afstudeeronderwerpen in samenwerking met de andere afstudeerhoogleraren op te zetten. Waar de afstudeerrichting Offshore hoofdverantwoordelijke is, zal het veelal gaan om ontwerpaspecten en onderzoeken die verschillende andere richtingen in zich herbergen. Te denken valt hierbij aan: ❍ Ontwerp van een volledige eenheid of een onderdeel daarvan ❍ ❍ ❍

Feasability studies van nieuwe concepten Ontwikkelen van ontwerpprogramma's Optimalisatie (technisch en/of economisch) van eenheden etc., etc.

Voorbeelden van afstudeeronderwerpen zijn: ❍ ❍ ❍ ❍ ❍

Ontwikkeling van een computerprogramma voor de analyse van jack-up platformen Ontwerpaspecten van dynamisch gepositioneerde 'weathervaning' productieplatformen Ontwerp van een onbemand 'boosterstation' Computerprogramma voor het voorontwerp van een semi-submersible Ontwerp van een constructie voor het installeren van sub-sea equipment.

Plaatsingsmogelijkheden

❍

Ingenieursbureaus Oliemaatschappijen Werven Klassebureaus Onderzoeksinstituten

❍

Aannemingsbedrijven.

❍ ❍ ❍ ❍

Verplichte vakken: Vakcode mt112

Vaknaam Ontwerpen van schepen 3


Stp. 2

mt113


2/2/0/0/0

2

mt411

Offshore 2

0/0/0/2/2

2

mt514

Bewegen en sturen 2

0/0/0/2/2

2

x1

Inleiding offhore technologie Offshore ontwerp en uitvoering Offshore moorings

0/0/3/3 0/4/0/0 0/0/4/0

3 2 2

College-uren

Stp.

x2ct3 x3ct2 Aanbevolen vakken Vakcode

Vaknaam


Specialisatie Offshore b3 b78 f12 io24 lr32 mt213

Probabilistisch ontwerpen Windgolven Havens en scheepvaartwegen Ontwerpmethodologie Composieten Maritieme werktuigkunde 4

mt213P


mt312

Innovatie in het rederijbedrijf

0/0/0/4/0

2

mt712

Werfinrichting, werfbedrijf

0/0/0/3/0

1.5

mt713

Grootschalig enkelproducten

0/0/0/0/2

1

mt816


0/2/0/0/0

1

mt817

Toepassing EEM

2/0/0/0/0

1

wb3407A

Logistiek: introductie

0/0/0/2/2

2

wb3408B

Ontwerpen van baggerwerktuigen

2/2/0/0/0

2

wb3410

Grootschalige transportsystemen

0/0/0/0/2

1

wb3413

Baggerprocessen 1

2/2/0/0/0

2,5

wb3414

Baggerprocessen 2

0/0/0/2/2

2,5

wm0102

Arbeidspsychologie

0/0/2/2

2

wm0504

Industriële organisatie

4/0/0/0

2

wm0610

Bedrijfseconomie

2/0/0/0/0

2

wm0611

Kosteninformatie

0/2/0/0/0

2

x3ct5

Offshore pijpleidingen


4/0/0/0 0/4/0/0 0/0/2/2 0/0/2/0 0/4/0/0 0/0/0/0/2

2 2 2 1 2 1 1,5

1

mt822

Vakcode: mt822 Vaknaam: Constructie en sterkte 1 Vak is vervallen. Zie mt827 d1 Het betreft een College TUD studiepunten: 2,5 ECTS studiepunten: 5 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Boon, prof.ir. B.

Tel.: 015-2784538

Trefwoorden: Scheepsconstructie, offshore-constructies, constructief ontwerp, conceptueel ontwerp, belastingen, quasi-statische responsies, lateraal belaste plaatvelden, elasto-plastische berekeningen, knik van plaatvelden en verstijvers, draagkracht, ontwerpfilosofie

Cursusjaar: 2 Quintaal: 0/0/0/4/2 Coll.uren p/w: 4/2 Andere uren: Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: 5, 6 (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt800, mt824, wb1103, mk1a, mt700 Wordt vervolgd door: mt823, mt825, mt826, mt812, mt110 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Het college plaatst het constructief ontwerp binnen het totale ontwerpproces van schepen en offshore-constructies. De ontwikkeling en achtergronden en de betekenis hiervan voor de verdere ontwikkeling van het vakgebied worden toegelicht. Uitgaande van de verschillende taken van de constructie en de algemene beschouwing van de sterkte en stijfheid, zowel (quasi-)statisch als dynamisch, zowel deterministisch als stochastisch beschouwd, worden de fundamentele aspecten behandeld van het conceptueel ontwerp van de constructie. Dit alles mede in het licht van economische en fabricagetechnische randvoorwaarden. Om analyse van het concept mogelijk te maken, wordt het gedrag van staven, balken en plaatvelden, zowel verstijfd als onverstijfd, behandeld. De respons wordt afgeleid op de verschillende belastingsvormen die mogelijk zijn. Modellering van een complexe constructie teneinde deze toegankelijk te maken voor numerieke analyse wordt vervolgens besproken. Hierbij worden de voor- en nadelen van verschillende analysemethodieken besproken. Veel aandacht wordt gegeven aan de onderling verbinding tussen constructie-elementen en deelconstructies. Tenslotte worden de constructiematerialen met hun voor- en nadelen besproken. College materiaal: Collegediktaat Referenties vanuit de literatuur: ●

J.R. Paulling: Strength of Ships, in E.V. Lewis (ed.): Principles of Naval Architecture, 2nd ed., ISBN 0-939-773-00-7

●

D.W. Chalmers: Design of Ships' Structures, HMSO London, 1993, ISBN 011 772717 2. O.F. Hughes: Ship Structural Design, SNAME, 1988, ISBN 0-939773-04 X. K.J. Rawson, E.C. Tupper: Basic Ship Theory, part 1, 4th ed., Longman. R. Taggart (ed.): Ship Design and Construction , SNAME, 1980, ISBN 0-9603048-0-0.

● ● ●

Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Bij het vak hoort een afzonderlijk omschreven practicum (mt827 D2) in het laboratorium voor Scheepsconstructies. Het eindcijfer van mt827 is het gewogen gemiddelde van het tentamen (d1) en practicum (d2).

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/vakken/Mt822.htm (1 of 2) [29/12/1999 15:22:03]

mt822

Doel: Het doel van het college is alle toekomstige scheepsbouwkundig ingenieurs inzicht bij te brengen in de achtergronden en het gedrag van scheeps- en offshore-constructies, hen te leren een verantwoord constructief concept op te zetten, de invloed van materiaalkeuze, fabricagefactoren en andere randvoorwaarden duidelijk te maken en aan hen de belangrijkste responsanalyse-methoden bij te brengen. Computer gebruik: Geen computergebruik bij de colleges, wel bij de oefeningen, waar de computer gebruikt wordt bij de bepaling van verbanddelen (CAD). Practicum (mt827 d2): In het laboratorium worden proeven gedaan om materiaaleigenschappen te bepalen, het spanningsverloop in een plaat vast te stellen en het torsiegedrag van een balk met open doorsnede te bepalen. Het eindcijfer van mt827 wordt bepaald door een gewogen middeling van d1 (2,5) en d2 (0,5). Ontwerp component: De gehele cursus betreft het ontwerpen van scheeps- en offshore-constructies. Ongeveer een kwart betreft het conceptueel ontwerp, overigens het controleren van het ontwerp middels responsanalyse en de invloed van andere factoren op het ontwerp. Percentage ontwerponderwijs: 75%


wi204mt

Vakcode: wi204mt Vaknaam: Analyse vervolg Vak is vervallen. Zie wi2019mt Het betreft een College TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Faculteit der Informatietechnologie en Systemen Docent(en): Hensbergen, drs. A.T.

Tel.: 015-2785818

Trefwoorden: Eindige analyseformules; benaderingen van nulpunten en integralen; vektorfunktieonderzoek; extremen; lijnintegralen; Gauss; Stokes.

Cursusjaar: 2 Quintaal: 0/0/0/0/6 Coll.uren p/w: Andere uren: Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: (zie jaarindeling)

Voorkennis: wi104wb Wordt vervolgd door: wb1221, wi380, wi212 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ●

1e quintaal: Functies van meerdere variabelen en vektorfuncties, continuïteit, partiële afgeleiden, richtingsafgeleiden, totale differentieerbaarheid, continu differentieerbaar, gradiëNnt, divergentie, rotatie, functionaalmatrix, Taylorontwikkeling voor meerdere variabelen, foutenberekening, impliciete functies, inverse functiestelling, extremen.

●

2e quintaal: Bewijsmethoden, volledige inductie, formule van Newton, formule van Leibniz, interpolatie volgens Lagrange, nulpuntsbepalingen, numerieke integratie van eindige en oneindige integralen, afschatting van oneindige integralen, het tekenen van omwentelingsoppervlakken en cilinders.

●

4e quintaal: Lijnintegralen, oppervlaktebepaling van gekromde oppervlakken, functies en vektorvelden over gekromde oppervlakken integreren, stelling van Gauss, stelling van Stokes.


Boek: Analyse door Adams

●

Diktaat: Analyse door Almering Handleiding voor 1e, 3e en 4e dimester door Edelaar. Practicum voor 1e en 3e dimester door Edelaar.

Referenties vanuit de literatuur: Finney en Thomas: Calculus ISBN 0-201-54977-8. Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Doel: Analytisch leren denken en kennismaking met MAPLE. Computer gebruik: Practicum: MAPLE-practicum Ontwerp component:


wi204mt



mt210

Vakcode: mt210 Vaknaam: Maritieme werktuigkunde 1 Vak is vervallen. Zie mt214 Het betreft een college TUD studiepunten: 3 ECTS studiepunten: 5 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Klein Woud, prof.ir. J.

Tel.: 015-2781556

Trefwoorden: Voortstuwingssystemen, dieselmotoren, verstelbare schroefsystemen, transmissiesystemen, afstemming machine-installatie voortstuwer, hulpsystemen

Cursusjaar: 2 Quintaal: 0/0/0/0/6 Coll.uren p/w: 6 Andere uren: Toetsvorm: schriftelijk Tentamenperiode: 5, 6 (zie jaarindeling)

Voorkennis: mt512 Wordt vervolgd door: mt211, mt212, mt213 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ● Voortstuwingssystemen 1. Functies, hoofdcomponenten, last- en aandrijfkarakteristieken ● Dieselmotoren 1. Functie, werkingsprincipe, indeling naar bouwwijze, toerental en luchtvoorziening. 2. Drukvulling, types. 3. Indicateur-diagram, vermogen, gemiddelde druk, koppel, rendementen, brandstofen luchtverbruik, koppel en vermogen-toerenkarakteristiek. 4. Theoretische vergelijkingsprocessen, Otto-, Diesel-, Seiligerproces, theoretisch en thermodynamisch rendement. 5. Constructieve uitvoering. 6. Toerenregeling en regulateurs. ● Verstelbare schroefsystemen ● Transmissiesystemen 1. Asleidingcomponenten, koppelingen en tandwieloverbrengingen. 2. Asleidingontwerp, sterkte- en trillingsanalyses. ● Afstemming machine-installatie voortstuwer 1. Motor-, schroefafstemming, basis probleemstelling. 2. Motorkarakteristieken, motor bedrijfsveld en keuzeveld. 3 Lastkarakteristieken voor vaste en verstelbare schroeven. 4. 'Off-design' omstandigheden, oorzaken, bepaling nieuwe evenwichtstoestand. ● Hulpsystemen 1. Koelwater-, smeerolie- en brandstofsystemen, lay out, functies. 2. Pompen, types, karakteristieken, systeemberekeningen. ● Dynamische modellen 1. Voorwaarts- c.q. terugkoppeling. 2. Linearisatie, Laplace transformatie, overdrachtsfunctie. 3. 1e orde systemen. 4. Blokdiagrammen, berekening van overdrachtsfuncties. 5. Voorbeelden van voortstuwingssysteem en scheepsinstabilisatie College materiaal: J. Klein Woud, "Maritieme Werktuigkunde 1", 1994 Referenties vanuit de literatuur:


mt210

Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Tentamenopgaven worden tijdens de colleges besproken. Voorbeeld-tentamenopgaven zijn verkrijgbaar bij ing. O. van Lent op kamer 3.03, blok II. Doel: Kennis verwerven omtrent scheepsvoortstuwingssystemen, uitgerust met dieselmotoren. Ontwerpen van dergelijke systemen, gebaseerd op technische en operationele eisen en economische criteria. Computer gebruik: Practicum: Metingen aan een dieselmotor voor scheepsvoortstuwing m.b.t. belangrijkste eigenschappen, brandstofen luchtverbruik, warmtebalans Ontwerp component: Ontwerpen van voortstuwingsinstallaties Percentage ontwerponderwijs: 100%


mt512

Vakcode: mt512 Vaknaam: Weerstand en voortstuwing 1 Vak is vervallen. Zie mt511 d1 en mt516 d1 Het betreft een College TUD studiepunten: 1 + 1 ECTS studiepunten: 2 + 2 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Kuiper, prof.dr.ir. G.

Tel.: 015-2786860


(zie jaarindeling)



wi104MT

Vakcode: wi104mt Vaknaam: Analyse Vak is opgesplitst in modules: Module 1: wi1256mt, module 2: wi1257mt, module 3: wi1258mt Het betreft een college TUD studiepunten: 6 ECTS studiepunten: 9 Faculteit der Informatietechnologie en Systemen Docent(en): Hensbergen, drs. A.T.

Tel.: 015-2785818 kr. 03.090 ( Et-HB )


Cursusjaar: 1 Quintaal: 6/6/0/6/0 Coll.uren p/w: 6 Andere uren: Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: 1 t/m 5 (zie jaarindeling)

Voorkennis: VWO-wiskunde Wordt vervolgd door: wi204mt Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Functies van R naar R en aanverwante begrippen: (niet) stijgend, injectief, surjectief; limieten, continuiteit en differentieerbaarheid. Impliciet differentiëren. Middelwaardestelling met gevolgen (extremen, buigpunten, asymptoten). Linearizering. Formule van Taylor met restterm. Foutschatting + ordesymbool. Taylorontwikkelingen van standaardfuncties. Limietberekening m.b.v. Taylor; Stelling van l´Hospital. Enkelvoudige integralen: Definities + enkele elementaire eigenschappen. Substitutieregel en partiële integratie. Het primitiveren van rationele functies (breuksplitsing). Numerieke integratie. Definities van twee en drievoudige integraal (met interpretaties). Rechtstreekse berekening: stelling van Fubini. Substitutieregel: pool-, bol- en cilindercoördinaten. Toepassingen: bepaling van massa, volume, massamiddelpunt, en traagheidsmoment. Complexe getallen: Definities van C met optelling en vermenigvuldiging. Interpretatie in het complexe vlak. Complex geconjugeerde, modulus en argument. (Complexe) exponentiële functie. Polynomen met complexe coëfficiënten: de hoofdstelling. De vergelijking zn=a. Differentiaalvergelijkingen: (enkele eenvoudige) eerste orde vergelijkingen + lineaire vergelijkingen met constante coëfficiënten. College materiaal: Instellingspakket Analyse module 1, 2 en 3 te verkrijgen bij Dictatenverkoop ITS, Zuidplantsoen 4. Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): In het vak wordt per week 2 of 4 uur college (quintaal-afhankelijk) en 2 of 4 uur (4e en 5e quintaal) instructie gegeven. Meer informatie is te vinden op: http://aw.twi.tudelft.nl/~hensberg/index.html


wi104MT

Doel: De doelstelling van het vak is tweeledig. Aan de ene kant passeren verschillende technieken de revue, die binnen verschillende deelgebieden van de werktuigbouwkunde hun toepassing vinden. Aan de andere kant wordt aandacht besteed aan de theoretische achtergronden en de samenhang tussen deze methoden. Computer gebruik: Practicum: Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 0%


wi232mt

Vakcode: wi232mt Vaknaam: Differentiaalvergelijkingen Vakcode is gewijzigd. Zie wi2050mt Het betreft een College TUD studiepunten: 3 ECTS studiepunten: 5 Faculteit der Informatietechnologie en Systemen Docent(en): Smits, prof.dr.ir. Th.H.M.

Tel.: 015-2783503

Trefwoorden: Eerste orde differentiaalvergelijkingen, lineaire, niet-lineaire vergelijkingen, tweede- en hogere-orde lineaire vergelijkingen, stelsels van lineaire eerste orde vergelijkingen. Transformatie van Laplace. Lineaire differentiaalverglijkingen met niet constante coëfficiënten. Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourier reeksen. Randwaarde problemen en Sturm-Liouville theorie.

Cursusjaar: 2 Quintaal: 6/0/0/6/0 Coll.uren p/w: 4/0/0/4/0 Andere uren: Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: 1, 2 en 4, 5 (zie jaarindeling)

Voorkennis: wi135wb Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ●

Eerste orde vergelijkingen, lineaire vergelijkingen, separabele vergelijkingen, exacte vergelijkingen, homogene vergelijkingen, toepassingen.

●

Tweede en hogere orde lineaire vergelijkingen, homogene en inhomogene vergelijkingen, basis oplossingen van de homogene vergelijking, lineaire onafhankelijkheid en Wronski, complexe wortels en de karakteristieke vergelijking, meervoudige wortels en orde reductie, inhomogene vergelijkingen, methode van onbepaalde coëfficiënten, variatie van de constante, toepassingen.

●

Stelsels van eerste orde lineaire vergelijkingen, matrices, eigenwaarden en eigenvectoren, theorie van stelsels, homogene en inhomogene vergelijkingen, fundamentaal oplossing, stelsels met constante coëfficiënten.

●

Transformatie van Laplace, integraaltransformaties, oplossing van beginwaarde problemen van differentiaalvergelijkingen, stap en impulsfunctie, convolutieintegraal.

●

Vergelijkingen van de tweede orde met niet-constante coëfficiënten, oplossingen in de vorm van reeksen in de buurt van reguliere en regulier-singuliere punten, voorbeelden.

●

Partiële Vergelijkingen, drie typen: diffusievergelijking, golfvergelijking, vergelijking van Laplace; scheiden van de veranderlijken, Fourier reeksen, even en oneven functies, Fourier stelling.

●

Randwaarde problemen en Sturm-Liouville theorie, twee punts randwaarde problemen, lineaire homogene randwaardeproblemen, eigenwaarden en eigenfuncties, Sturm-Liouville randwaarde problemen, inhomogene problemen, singuliere problemen.

College materiaal: Elementary differential equations and boundary value problems, William E.\ Boyce, Richard C.\ DiPrima, John Wiley \& Sons, Inc. ISBN 0-471-57019-2 Referenties vanuit de literatuur: idem Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.):


wi232mt

Doel: basisvak voor mechanica, systeemtheorie, en vele andere vakken. Computer gebruik: Matlab en Maple Practicum: Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 0%


mt824

Vakcode: mt824 Vaknaam: Stijfheid en sterkte 2 Vak is vervallen. Zie mt828 Het betreft een College TUD studiepunten: 3 ECTS studiepunten: 5 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Hommel, ir. G.

Tel.: 015-2786507


Cursusjaar: 2 Quintaal: 2/2/0/2/0 Coll.uren p/w: 2 Andere uren: 0 Toetsvorm: Schriftelijk Tentamenperiode: 1, 2, 3, 4, 6 (zie jaarindeling)

Voorkennis: wb1103 Wordt vervolgd door: mt825, mt826 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ●

Deel 1 (2/0/0/0/0): Loodrecht op hun vlak belaste balkconstructies en 3D balkconstructies, berekening van verplaatsingen, inwendige krachten en reactiekrachten. Spannings- en vervormingsleer, cirkel van Mohr, rekstrookmetingen. Grensspanningshypothesen (Tresca en Von Mises).

●

Deel 2 (0/2/0/0/0): Bezwijkanalyse, plastische scharnieren, restspanningsverdeling, bezwijkmechanismes. Verplaatsingen van en spanningen in loodrecht op hun vlak belaste platen.

●

Deel 3 (0/0/0/2/0): Knik van balken, dwarskrachtmiddelpunt, algemene torsietheorie van balken, speciaal toegepast op balken met een dunwandige open of gesloten dwarsdoorsnede met en zonder welvingsverhindering.


Delen uit: Mechanics of Materials (Gere and Timoshenko, 3e SI editie). Uitgewerkte collegenotities.

Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Onderdeel van een deeltentamen zijn een tweetal oefeningen. De oefeningen dienen volgens het tijdens het college bekend te maken tijdschema, met een positieve beoordeling, te worden afgehandeld. Vlak voor het herkansingstentamen is er gelegenheid eventueel ontbrekende oefeningen alsnog af te handelen. Het tijdschema van afhandeling hiervan wordt tijdig bekend gemaakt. Een positief beoordeelde oefening blijft geldig tot en met de twee eerstvolgende tentamens. Over de delen 1, 2 en 3 wordt apart getentamineerd. Voor elk deel geldt dat het cijfer van elk vraagstuk tenminste een 4 dient te zijn wil een cijfer toegekend worden. De gewichtsfactoren voor de deeltentamens zijn gelijk.

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/mt824.htm (1 of 2) [29/12/1999 15:22:07]

mt824

Doel: Verkrijgen van inzicht in en kennis van het gebruik van onderwerpen uit de technische mechanica. Computer gebruik: Bij een aantal oefeningen wordt de computer gebruikt. Practicum: Ontwerp component: Kennis van de behandelde onderwerpen is nodig om te ontwerpen en ontworpen constructies te kunnen beoordelen op stijfheid, sterkte en stabiliteit. Percentage ontwerponderwijs: 25%


mt823

Vakcode: mt823 Vaknaam: Constructie en sterkte 2 Vak is vervallen. Zie mt829 Het betreft een College TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Boon, prof.ir. B.

Tel.: 015-2784538

Trefwoorden: Scheepsconstructie, offshore-constructies, constructief ontwerp, conceptueel ontwerp, materialen, stochastische belastingen, dynamische respons, betrouwbaarheid, vermoeiing, draagkracht, ontwerpfilosofie, materiaaleigenschappen.


Voorkennis: mt822, mt824, mt825, mt826, mk1a, mt812, mt513 Wordt vervolgd door: mt815, mt817, mt411, mt212, mt514, mt814, mt816 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Voortbouwend op de college-inhoud van mt 822 wordt nader ingegaan op bezwijkvormen en draagkracht van de constructie. Hierbij spelen vermoeiing, scheurgroei en brosse breuk een grote rol. Deze aspecten worden zowel fundamenteel als aan de hand van de praktische vertaling in standaard voorschriften behandeld. Geleerd wordt hoe deze aspecten het ontwerp van de scheepsconstructie en haar details en de fabricagemogelijkheden voor een belangrijk deel bepalen. Het constructief ontwerp wordt zowel vanuit een deterministische als vanuit een probabilistische benadering van de sterkte behandeld. Aandacht wordt gegeven aan metingen op zee. De eigenschappen van het belangrijkste constructiemateriaal, staal, en de manieren om deze eigenschappen te beïnvloeden worden behandeld. De invloed van productietechnieken (lassen) op deze materiaaleigenschappen en daarmee de veiligheid van de constructies is groot. College materiaal: Collegediktaat (tijdens de colleges uitgereikt) Referenties vanuit de literatuur: ●

J.R. Paulling: Strength of Ships, in E.V. Lewis (ed.): Principles of Naval Architecture, 2nd ed., ISBN 0-939-773-00-7.

●

D.W. Chalmers: Design of Ships' Structures, HMSO London, 1993, ISBN 0 11 772717 2. O.F. Hughes: Ship Structural Design, SNAME, 1988, ISBN 0-939773-04 X. K.J. Rawson, E.C. Tupper: Basic Ship Theory, part 1, 4th ed., Longman. R. Taggart (ed.): Ship Design and Construction, SNAME, 1980, ISBN 0-9603048-0-0

● ● ●

Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Bij het vak hoort een afzonderlijk omschreven practicum. Doel: Het doel van het college is alle toekomstige scheepsbouwkundig ingenieurs inzicht bij te brengen in de achtergronden en het gedrag van scheeps- en offshore-constructiematerialen, hen te leren hoe deze materialen zich onder de verschillende wisselende belastingen gedragen en hoe dit om te zetten in een verantwoord constructief ontwerp, hen de vaardigheid van het maken van vermoeiingsberekeningen bij te brengen en inzicht te geven in de rol van scheurgroei en brosse breuk.


mt823

Computer gebruik: Geen computergebruik bij de colleges. Practicum: In het laboratorium worden proeven gedaan ter bepaling van scheur- en breukgedrag van de materialen. Ontwerp component: Het vak is geheel gericht op het maken van het constructief ontwerp, de responsanalyse en het vaststellen van de toelaatbaarheid van de optredende responsies. Percentage ontwerponderwijs: 50%


mt825

Vakcode: mt825 Vaknaam: Inl. eindige elementenmethode Vak is vervallen. Zie mt828 Het betreft een College TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 2 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Hommel, ir. G.

Tel.: 015-2786507

Trefwoorden: Concretisering eindige-elementenmethode voor 2d en 3d staaf- en balkconstructies m.b.v. de evenwichtsvergelijkingen en de vervormingsrelaties (vergeet-me-nietjes).


Voorkennis: wb1103, mt824 Wordt vervolgd door: mt826 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Concretisering eindige-elementenmethode voor 2d en 3d staaf- en balkconstructies m.b.v. de evenwichtsvergelijkingen en de vervormingsrelaties (vergeet-me-nietjes), symmetrie en keersymmetrie opbouw computerprogramma's, afleiding stijfheids- en massamatrices m.b.v. het principe van de virtuele arbeid, trillingsberekeningen. College materiaal: Collegedictaat: Inleiding eindige-elementenmethode (ir.G.Hommel). Referenties vanuit de literatuur: ●


●

Finite Element Modelling for Stress Analysis, Cook, R.D., ISBN 0-471-11598-3.

Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Onderdeel van een deeltentamen zijn een tweetal oefeningen. De oefeningen dienen volgens het tijdens het college bekend te maken tijdschema, met een positieve beoordeling, te worden afgehandeld. Vlak voor het herkansingstentamen is er gelegenheid eventueel ontbrekende oefeningen alsnog af te handelen. Het tijdschema van afhandeling hiervan wordt tijdig bekend gemaakt. Een positief beoordeelde oefening blijft geldig tot en met de twee eerstvolgende tentamens. Doel: Verkrijgen van inzicht in achtergrond en kennis van het gebruik van de eindige-elementenmethode. Computer gebruik: Bij de oefeningen wordt de computer gebruikt. Practicum: Bij het college hoort een computerpracticum. Ontwerp component: De eindige-elementenmethode wordt vaak gebruikt om te ontwerpen en ontworpen constructies door te rekenen voor wat betreft stijfheid, sterkte en trillingsgedrag. Percentage ontwerponderwijs: 50%


mt825


mt812

Vakcode: mt812 Vaknaam: Inleiding scheepstrillingen en -geluid Vak is vervallen. Zie wb829 Het betreft een College TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 2 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Boon, prof.ir. B.

Tel.: 015-2784538

Trefwoorden: Scheepstrillingen, geluid, trillingsmetingen, ontwerpfilosofie, schroefexcitatie, trilvormen.


Voorkennis: mt822, mt110, mt111, mt210, mt211, mt512 Wordt vervolgd door: mt814, mt212, mt213, mt515 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: De algemene theorie van trillingen wordt ingeleid en toegepast op het schip als slanke balk. Oplossingen voor 1e en hogere orde trillingen worden afgeleid. Excitatie vindt zowel vanuit het schip (de hoofdmotor) als vanuit de schroef als vanuit de golven plaats. De toegevoegde massa van het omringende water wordt beschreven. Het uitvoeren van trillingsmetingen en het analyseren en beoordelen daarvan wordt behandeld. Geluid, geluidsbronnen, geluidswegen en criteria voor geluidsbeoordeling worden besproken. Aangegeven wordt hoe met trillingen en geluid in het ontwerp van het schip moet worden omgegaan. College materiaal: Collegediktaat ● "Noise, vibration and shock on board ships", 16th WEGEMT Graduate School, Genoa, 1992. ●


●

"Vibration Control in Ships", Oslo 1985, ISBN 82-515-0090-7

Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Doel van het vak is de studenten begrip bij te brengen voor de trillingsen geluidsproblematiek aan boord van schepen, de bronnen en de bestrijdingsmethodieken. Ook wordt geleerd hoe trillingen en geluid te meten en de resultaten te interpreteren. Bovendien wordt geleerd hoe bij het ontwerp van het schip met deze aspecten rekening te houden. Doel: Computer gebruik: Als onderdeel van het praktikum mt 823P worden eenvoudige trillingsmetingen gedaan aan een balk al dan niet in water trillend en een ingeklemde balk waarvan de eindmassa gevarieerd wordt. Practicum: Geleerd wordt hoe in het ontwerp met trillingsen geluidsproblematiek rekening wordt gehouden. Ontwerp component: 25%


mt812

Percentage ontwerponderwijs:


mt827 deel 2

Vakcode: mt822P Vaknaam: Pract. Constructie en Sterkte 1 Practicum is vervallen. Zie mt827 d2 Het betreft een Practicum TUD studiepunten: 0,5 ECTS studiepunten: 1 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Boon, prof.ir. B., Hommel, ir. G., Vonk, ing. R.

Tel.: 015-2785705


Cursusjaar: 2 Quintaal: -/-/-/-/x Coll.uren p/w: Andere uren: 5 middagen Toetsvorm: Zie opm. Tentamenperiode: (zie jaarindeling)

Voorkennis: Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Na het algemene gedeelte, inleiding, beschrijving en uitvoering van de mechanische proeven volgt de theoretische uitwerking. Het practicum vergt veel zelfwerkzaamheid. Vooral het vergelijken van de proefresultaten met de theorie is belangrijk. College materiaal: Handleiding Practicum Laboratorium voor Scheepsconstructies. Jaarlijks (zo nodig) bijgesteld. Referenties vanuit de literatuur: Opmerkingen (Specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): ●

Toelatingseis: Voor het welslagen van het practicum is het aan te bevelen dat de handleiding van de proeven alsmede de collegestof van de colleges mk1A en mt827 d1 is bestudeerd.

●

Toetsvorm: Uitwerking van de proeven en het beantwoorden van de bijbehorende vragen op de daartoe bestemde pagina's in de handleiding geschiedt in principe in het laboratorium en wel direct aansluitend op de proef. Het verslag moet op zijn minst als voldoende zijn beoordeeld.

●

Aanmelding: Over de data en de opgave voor het practicum wordt mededeling gedaan in 'De Koppeling' en op de publikatieborden.

Doel: Zie mt827 d1 Computer gebruik: Voor data-acquisitie en uitrekenen theoretische benadering. Practicum: Vak is practicum Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs: 75%

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/VAKKEN/Mt822p.htm [29/12/1999 15:22:09]

mt714

Vakcode: mt714 Vaknaam: Financiering van schepen Vak is vervallen. Zie mt722/mt723 Het betreft een .. TUD studiepunten: 2 ECTS studiepunten: 3 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Hengst, prof. ir. S.

Tel.: 015-278 5306

Trefwoorden: Kostprijs- en exploitatieberekeningen, begrotingssystemen, marketing, prijsvorming, kosten en tarieven, rentabiliteitsberekeningen, financiering, wisselkoersen, interne en externe bedrijfsfactoren voor reders en werven.

Cursusjaar: 4 Quintaal: 0/0/0/4/0 Coll.uren p/w: 4 Andere uren: Toetsvorm: Scriptie, presentatie, verslaglegging en schriftelijk tentamen Tentamenperiode: 4e (zie jaarindeling)

Voorkennis: Wordt vervolgd door: Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: Opzet en werkwijze: De deelnemers bestuderen zelfstandig, aan de hand van de door hen verzamelde literatuur, een onderwerp, schrijven daarover een scriptie en houden een presentatie. Ze zijn aanwezig bij alle voordrachten en nemen deel aan de colleges die onder meer verzorgd worden door vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven zoals werven, reders en banken. Deelname en voorkennis: Deelname staat open voor studenten Maritieme Techniek aan de TU-Delft die de propadeuse hebben behaald en het D1 vrijwel hebben afgerond en voor derde en vierde jaars studenten scheepsbouwkunde van de HTS-en Haarlem en Rotterdam. Dat wil zeggen dat de student beschikt over kennis van schepen, over scheepstypen, het ontwerp en de bouw. Enige kennis van (bedrijfs-)economie is aan te bevelen. Tentamen en beoordeling: De beoordeling wordt gemaakt aan de hand van: ● de deelname aan de colleges ● ● ●

de verslaglegging van de voordrachten uit het bedrijfsleven de scriptie en de voordracht met een daarbij behorend literatuur overzicht de (schriftelijke) uitwerking van enkele case-studies (schriftelijk tentamen)

Het eindcijfer berust op een combinatie van de beoordelingen. Tijdstip: De werkcolleges vinden plaats op 6 opeenvolgende woensdagmiddagen in het vierde quintaal. Opdracht voor een project: Elke deelnemer werkt een project uit en bereidt daarover een presentatie voor. Het project betreft een onderwerp dat tijdens de eerste bijeenkomst wordt vastgesteld. De student werkt het project zelfstandig uit en levert daarvan op de dag van de voordracht een schriftelijk verslag van ca. 6 getypte pagina’s (A4) in.


mt714

Het verslag Het verslag bevat tenminste korte samenvattingen van de bestudeerde literatuur, een uitwerking van het onderwerp bestaande uit het formuleren van het doel van het project (wat wordt beoogd), de methode van werken, een analyse van de verzamelde informatie (theorie en praktijk), een evaluatie (aan de hand van uit de literatuur verzamelde criteria) en een kritische beschouwing. De presentatie De presentatie behandeld de hoofdzaken van het project d.w.z. een kort overzicht van de literatuur, doel, analyse en evaluatie. Kenmerken van het project-college: Het project wordt gekenmerkt door het zelfstandig zoeken naar literatuur en informatie, het bestuderen ervan en het ontplooien van de nodige initiatieven om de informatie buiten de TU Delft, bijvoorbeeld bij bedrijven te verkrijgen. Onderwerpen voor de opdrachten: Kostprijs- en exploitatieberekeningen. Begrotingssystemen. De risico’s van bouwers en reders. Marketing, prijsvorming. De bepaling van kosten en tarieven. Berekeningen van de rentabiliteit van een project of investering (methoden voor de afweging van opbrengsten en kosten bijvoorbeeld afschrijvingen, rentelasten, etc.) Financiering, wisselkoersen en valuta, de rol van de dollar als rekeneenheid etc. Interne en externe bedrijfsfactoren van reders en werven. Inhoud van het college: Factoren die de kostprijs van een werf bepalen: De banken. De voor- en nafinanciering van een schip. De invloed van de materialen, lonen, (arbeidskosten) overhead. Wat is een tarief? Welke factoren bepalen de hoogte van een tarief? Vaste en variabele kosten. Waar zit de kennis van een werf? Hoe kan de werf de (kost)prijs beïnvloeden, welke factoren beïnvloeden kostprijs, levertijd en kwaliteit van een schip en waarom (externe en interne bedrijfsfactoren)? Aspecten van financiering van een schip voor de werf: Vermogensverschaffers. Bronnen van financiering. Subsidies. Criteria voor financiering. Cash-flow. Rendementsnormen. Risico’s. Fiscaliteit. Garanties. Subsidies. Wisselkoersen en valuta. Het belang van eigen vermogen bij financiering. Eigen en vreemd vermogen. Factoren die de exploitatie van een schip bepalen: De financiering van een schip. Kostprijsfactoren. De (kost)prijs van schepen, bemanningskosten, brandstofkosten, overige kosten etc. Vaste en variabele kosten. Opbrengsten. Factoren die de vrachtenmarkt beïnvloeden. Registratie (vlag) en invloed daarvan. Welke partijen opereren in de markt en hoe? Waar zit de kennis van de reder? Hoe kan de reder de (kost)prijs beïnvloeden, welke factoren bepalen de kostprijs, (lever)tijd en kwaliteit van het transport en waarom? Externe en interne bedrijfsfactoren. Risico’s. Aspecten van financiering van een schip voor een reder: Vermogensverschaffers. Bronnen van financiering. Subsidies. Criteria voor financiering. Cash-flow. Rendementsnormen. Risico’s. Fiscaliteit. Garanties. Wisselkoersen en valuta. Het belang van eigen en vreemd vermogen bij financiering. Deelname: Gezien de opzet is de deelname aan het college aan een maximum en minimum aantal deelnemers gebonden. De volgorde van inschrijving is bepalend. Maximum deelname 15 studenten. Bij minder dan 8 inschrijvingen vindt het college geen doorgang.


mt714

College materiaal: Bronnen: ● ● ● ● ●

Bronnen als accountants en banken bijv.: KPMG, Moret, Ernst & Young, NIB, enz. Shipping desks bij de banken. Scheepshypotheekbanken. Onderzoeksinstituten. Werkgeversorganisaties bijv.: NEI, VNSI, KVNR.


Algemene literatuur over financiering (begrippen en terminologie) en methoden voor het beoordelen van investeringen.

●

Specifieke publicaties over scheepsfinanciering. Boeken van Peter Stokes en Sloggett. Rapporten van Van Holst & Koppies over de scheepsbouw. UNAS (UNiforme Administratie in de Scheepsbouw).

● ● ●

Opmerkingen (specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Doel: Het doel is de studenten inzicht te geven in de rol die de financiering van schepen heeft bij het verkrijgen van opdrachten voor de werf en de exploitatie van schepen door de reder, het belang en de wijze van de financiering van schepen, de invloed van de financiering op respectievelijk de bouwkosten en de exploitatie, en de daarbij voorkomende problemen, beperkingen en risico’s Computer gebruik: Practicum: Ontwerp component: Percentage ontwerponderwijs:


mt715

Vakcode: mt715 Vaknaam: Binnenvaart Vak is vervallen. Zie mt722/mt723 Het betreft een werkcollege TUD studiepunten: 1 ECTS studiepunten: 1,5 Subfaculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek Docent(en): Hengst, prof. ir. S.

Tel.: 015-278 5306

Trefwoorden: Typen binnenvaartschepen, haven Rotterdam, waterwegen, vervoersketens, voorschriften, ontwikkelingen:


Voorkennis: mt711, wm0501, wm0504 Wordt vervolgd door: mt724 Uitgebreide beschrijving van het onderwerp: ●

De positie van de haven van Rotterdam wordt in niet onbelangrijke mate bepaald door de binnenvaart.

●

De positie van de binnenvaart, scheepstypen en hun achtergrond. Keuze van scheepstype en uitrusting. Vervoersketens en optimalisatie. Voorschriften. Relatie schip waterweg. Nieuwe scheepstypen.

● ● ●

Bouw en constructie. Nieuwe ontwikkeling in de binnenvaart. College materiaal: "Binnenvaart in beeld", prof.ir. S. Hengst, Delftse Universitaire Pers. Referenties vanuit de literatuur: Literatuur afhankelijk van het onderwerp. Opmerkingen (specifieke informatie over tentaminering, toelatingseisen, etc.): Het onderwijs in het vierde en vijfde jaar wordt verzorgd in de vorm van werkcolleges. De studenten bestuderen zelfstandig de opgegeven literatuur, maar dienen eveneens literatuur op te sporen. Naast de bestudering van de literatuur worden "case studies" opgedragen. Voor een opdracht winnen de studenten onder meer informatie bij bedrijven, om de gang van zaken in de praktijk te bestuderen. De colleges zijn besprekingen van de voortgang, met alle daarbij behorende aspecten van verslaggeving, het vastleggen van de gemaakte afspraken, planning en voortgangscontrole. Er worden de studenten onderwerpen aangereikt die tijdens de colleges worden besproken. Omdat er in teamverband moet worden gewerkt kunnen meerdere aspecten in een onderwerp worden meegenomen en ontstaan "combinaties" van vakken in een bepaalde groep. Een schriftelijke verslaggeving en mondelinge presentaties van de groep ronden het werk af. De beoordeling van de scripties geschiedt aan de hand van een aantal criteria waarin de elementen voorkomen die met de opdracht worden beoogd. De opdrachten hebben meerdere invalshoeken (multi-disciplinair) en lenen zich voor de combinatie van literatuur en veldwerk bij bedrijven. Deze werkwijze is voor de studenten weliswaar arbeidsintensief maar door het samenspel van theorie en praktijk leerzaam.


mt715

Doel: ● ●

Kennis maken met de specifieke aspecten van de binnenvaart. Het zelfstandig bestuderen van de literatuur over de theorie en praktijk van de binnenvaart, de organisatie van projecten en de specifieke toepassingen daarvan in de producerende en dienstverlenende sectoren van de maritieme branches.

●

Het zelfstandig leren uitvoeren van projecten in teamverband en het toepassen van de in de literatuur aangetroffen theorie.

●

Het kritisch beoordelen van de theoretische modellen met betrekking tot de toepassing in de praktijk.



TH-programma Maritieme Techniek

Verkort programma (verplicht deel) HBO-studenten Maritieme Techniek U begint direct met een specialisatieprogramma (afstudeerprogramma). Raadpleeg hiertoe de beschrijvingen van de specialisaties. Tot de specialisatie behoort een pakket met wiskunde en mechanica van in totaal 16 studiepunten. Dit pakket is voor elke student gelijk. In overleg met de docent stelt u voor het vervolg van de studie een programma op, bestaande uit colleges en een afstudeerproject. Coördinator voor TH-ingenieurs is ir. J.P.P.M. van der Zanden. Hieronder volgt het collectieve programma: Contact-uren per week en tentamens per quintaal


Colleges

mt828


Stp.

1

2

3

4

5

h

Toets- Beoorvorm deling

4

ec


2

-

4t

t

-

-

-

s

c


2

-

-

-

4t

t

-

s

c

-

4t

t

-

-

-

mt511 deel 3

Dynamica 2 voor MT

2

wi1082

Lineaire algebra voor TH

4

ec ec

wi1082 d1 Lineaire algebra voor TH deel 1

2

2

2t

t

-

-

-

s

c

wi1082 d2 Lineaire algebra voor TH deel 2

2

-

-

4t

-

-

t

s

c

eindcijfer

6

Analyse voor TH

ec

wi1152th Analyse voor TH deel 1

2

4t

-

t

-

-

-

s

c

wi1153th Analyse voor TH deel 2

2

-

4t

t

-

-

-

s

c

2

-

-

4t

-

-

t

s

c

wi1154th Analyse voor TH deel 3 Totaal

16

*) afhankelijk van te kiezen specialisatie

xt s p

= x uren college, gevolgd door tentamen = schriftelijk tentamen = practische oefening = project: groepsbeoordeling op basis van rapport. individuele beoordeling op pr basis van taken, inzet en aanwezigheid in de projectgroep c = cijfer d = voldoende/onvoldoende sc = computertentamen ec = eindcijfer. Deze worden bepaald door de delen (gewogen) te middelen.

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Th_progr2.htm [29/12/1999 15:22:12]

Studentenstatuut 1998-1999 MT

STUDENTENSTATUUT 1998-1999 MARITIEME TECHNIEK Toepasselijkheid van dit statuut Dit statuut is van toepassing op het onderwijs en de examens van de opleiding Maritieme Techniek, verder te noemen: de opleiding. De opleiding wordt verzorgd binnen de Faculteit Ontwerp, Constructie en Productie, verder te noemen: de Faculteit. Het statuut geldt voor studenten die het programma van de vierjarige opleiding volgen en voor studenten die het programma van de vijfjarige opleiding volgen. De tekst gaat nader in op de vijfjarige opleiding en bevat waar nodig verwijzingen naar de als bijlage 1 opgenomen Onderwijs- en Examenregeling, verder te noemen de OER, en naar de overgangsregeling van het vierjarig naar het vijfjarig programma, verder te noemen OVER4-5 die als bijlage 5 is opgenomen. Begripsbepalingen In dit statuut wordt verstaan onder: ●

de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Staatsblad. 1992, 593)laatstelijk gewijzigd bij de Wet van 4 juli 1996 (Staatsblad 1996, 434);

●

student: hij of zij die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding;

●

propedeuse: de propedeutische fase van de opleiding, het eerste cursusjaar, als bedoeld in artikel 7.8 van de wet;

●

postpropedeuse: de postpropedeutische of afsluitende fase van de opleiding, het tweede tot en met het vijfde cursusjaar, die volgt op de propedeuse;

●

studie-onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, af te sluiten met een beoordeling, in de zin van artikel 7.3 lid 2 van de wet;

●

practicum: een praktische oefening, als bedoeld in artikel 7.13, lid 2, sub c van de wet, in een van de volgende vormen: het maken van een werkstuk of een proefontwerp, het uitvoeren van een onderzoeksopdracht, of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden. Hiertoe behoren de projecten die in het kader van thematisch onderwijs worden aangeboden;

●

keuzevak: een onderwijseenheid waarvoor kan gelden dat uit een bepaalde selectie moet worden gekozen;

●

tentamen: een onderzoek naar kennis, inzicht en/of vaardigheid van de examinandus met betrekking tot een bepaald onderdeel van de opleiding;

●

studiepunt: de omvang van een (deel van een) studie-onderdeel, waarbij één studiepunt gelijk is aan een studiebelasting van 40 uren.

Voor de overige begripsbepalingen wordt verwezen naar het centrale deel van het Studenten Statuut. 1. Omschrijving van het onderwijs 1.1 Omschrijving van de opleiding 1.1.1 Onderwijsfilosofie en doelstellingen. De opleiding Maritieme Techniek beslaat het gebied van het ontwerp, de bouw en de exploitatie van producten die drijvend, zwevend, of met een flexibele verbinding naar de bodem, in het water worden gebruikt, zowel

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Stat_mt.HTM (1 of 19) [29/12/1999 15:22:17]


varend als stilliggend. De specialisaties bieden de studenten de mogelijkheid zich te specialiseren in essentiële vakgebieden van de opleiding. Dat wil zeggen het economisch verantwoord ontwerpen, produceren en beheren (in onderlinge samenhang) van de producten, met de daarbij behorende procedures voor het optimaliseren van het product. Dit vraagt analytische, conceptuele en innovatieve vaardigheden van de maritieme ingenieur. Maritieme ingenieurs zijn werkzaam in een internationale omgeving. Dit vindt zijn weerslag in de ontwikkeling van het vakgebied waarbij de uitersten liggen tussen geavanceerd onderzoek en samen-werking met ontwikkelingslanden. De opleiding Maritieme Techniek wordt geconfronteerd met een ver-anderend eisenpakket voor de studie: ●

meer aandacht voor duurzame ontwikkelingen, de toenemende eisen voor milieu-effecten bij de bouw en exploitatie van maritieme producten;

●

de veranderingen in de industriële structuur ten gevolge van internationalisering en (deels) globalisering van de maritieme branches, waardoor de concurrentiepositie van de bedrijven meer en meer wordt bepaald door een hoge productiviteit in combinatie met een hoogwaardig product;

●

de veiligheid op zee;

●

het toenemend belang van de binnenvaart;

●

integratie van de transportketen (van deur tot deur).

1.1.2 Inhoud De opleiding bestaat uit een propedeutisch en een afsluitend examen. Elk van deze examens omvat een aantal onderwijseenheden. In hoofdstuk 8 zijn de onderwijseenheden per studiejaar vermeld. De onderwijseenheden van het eerste studiejaar behoren tot het propedeutisch examen. De onderwijseenheden van het tweede, derde, vierde en vijfde studiejaar behoren tot het afsluitende examen. 1.1.3 Methoden Het programma van ieder studiejaar bestaat uit onderwijseenheden tot een omvang van 42 studiepunten (1680 studie-uren). Deze uren worden besteed aan colleges en het afleggen van (deel)tentamens, praktische oefeningen, projecten en individuele en groepsopdrachten en het maken van verslagen daarover en zelfwerkzaamheid. 1.2 Opleiding voltijds/deeltijds De opleiding wordt uitsluitend voltijds verzorgd. 1.3 Flexibele leerwegen Binnen het programma van de opleiding zijn geen flexibele leerwegen uitgewerkt in de zin dat één of meer onderwijseenheden door andere kunnen worden vervangen. Wel kan van de door het rooster opgelegde volgorde worden afgeweken, bijv. in het geval



van studievertraging. Overleg met de studie-adviseur is dan aan te bevelen. 2. Verantwoording van de opleiding Zowel doelstellingen als eindtermen zijn onderwerp van discussie in het docententeam en de opleidingscommissie en worden getoetst in het overleg met de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. In vergelijking met opleidingen in het Hoger Onderwijs (HBO, HTS) heeft de opleiding Maritieme Techniek een hoger abstractieniveau en omvat zij elementen die de afgestudeerden in hun beroepspraktijk in staat stelt een wetenschappelijk verantwoorde benadering te kiezen. Daardoor is de afgestudeerde maritiem ingenieur inzetbaar in leidinggevende functies in het bedrijfsleven en is hij geschikt voor functies op het gebied van de Maritieme Techniek bij inge-nieursbureau's en bij de (semi)overheid. 3. Visie op de kennisoverdracht 3.1 Visie op leren en onderwijzen Leren vereist het actief opdoen, abstraheren, interpreteren, becommentariëren, verwerken en toepassen van nieuwe leerstof. De student wordt hierin gestimuleerd door de docent, die niet alleen nieuwe kennis aandraagt, maar de studenten ook inspireert om de nieuwe kennis te gaan verwerken. Ook de gekozen onderwijsvormen activeren en inspireren de studenten zodanig dat voldoende gerichte zelfstudie wordt uitgelokt. 3.2 Visie op didactische principes Als de stof zich daarvoor leent wordt er zoveel mogelijk gewerkt met zelfstudie. Als er participatie van de student in het geboden onderwijs is, is er een betere kennisoverdracht. Om dit te bereiken wordt er gestreefd naar een zo goed mogelijk balans tussen instructies, practica, opdrachten, projecten en hoorcolleges. De colleges en practica van een zelfde deelgebied worden zo veel mogelijk in een logische volgorde ingeroosterd. 4. Uitgangspunten voor de inrichting en opbouw van de opleiding 4.1 Kennisoverdracht, inzichtgeving en aanleren van vaardigheden In het verplichte (uniforme) basisprogramma van de eerste drie studiejaren wordt getracht de student kennis, inzicht en vaar-digheden bij te brengen die noodzakelijk zijn om als maritiem ingenieur te functioneren. Daarmee wordt de wetenschappelijke basis gelegd voor het vervolg van de studie. Aan het eind van het derde jaar moet een keuze worden gemaakt uit de afstudeerrichtingen. 4.2 Keuzevrijheid t.a.v. het volgen en samenstellen van het onderwijspakket In de afstudeerfase, bestaande uit het vierde jaar en vijfde studiejaar, kiest de student binnen randvoorwaarden en onder goedkeuring van de afstudeerhoogleraar (daartoe gemandateerd door de Examencommissie) een aantal onderwijseenheden en bestaat de mogelijkheid door het kiezen van onderwerpen voor de scriptie en de afstudeeropdracht een eigen invulling of specialisatie aan de opleiding te geven. In dit deel van de opleiding wordt de kennis uit het verplichte deel geïntegreerd toegepast. 5. Doelstellingen en schema van het onderwijsprogramma 5.1 Doelstellingen van de opleiding MT Doelstellingen met betrekking tot de inhoud van de opleiding 1. De maritieme ingenieur dient over wetenschappelijke- en vakkennis te http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Stat_mt.HTM (3 of 19) [29/12/1999 15:22:18]


beschikken die hem inzetbaar maakt bij werkzaamheden die betrekking hebben op het ontwerp, de bouw en de exploitatie van maritieme producten. 2. De maritiem ingenieur dient daartoe inzicht te hebben verworven in de maatschap-pelijke gevolgen van zijn handelen en in staat te zijn persoonlijk verantwoordelijkheid te dragen voor de resultaten van zijn werk. Dit stelt bijzondere eisen aan de ingenieur. De maatschappelijke gevolgen van zijn handelen kunnen verstrekkend zijn. Dit betreft onder meer de duurzaamheid en betrouwbaarheid van het product tijdens de exploitatie, de voorzieningen voor de veiligheid aan boord van schepen en andere maritieme producten (op zee en in binnenwateren), en de gevolgen van calamiteiten tijdens de exploitatie (aanvaringen, strandingen en andere gevallen). 3. De maritiem ingenieur is in staat om tijdens het ontwikkelen en ontwerpen van het product voortdurend technische compromissen te vinden tussen conflicterende eisen waarbij hij/zij zich realiseert dat het eindproduct wordt vastgelegd in begrippen die gekoppeld zijn aan prestaties die niet door middel van prototypes kunnen worden bepaald. Tijdens de bouw moet het resultaat "in één keer goed" zijn. Doelstellingen met betrekking tot de werkwijze van de ingenieur 1. De maritiem ingenieur dient zowel zelfstandig als in teamverband door analyse en synthese innoverend te kunnen werken op één van de maritieme vakgebieden, waarbij hij/zij over voldoende kennis van andere (maritieme) vakgebieden dient te beschikken om de effecten van bepaalde oplossingen in een groter verband te kunnen plaatsen en met deskundigen uit andere, niet maritieme vakgebieden te kunnen overleggen. 2. De maritiem ingenieur dient over de vereiste attitude te beschikken om de verworven kennis te kunnen toepassen in een bij uitstek internationaal opererende branche. Hij dient voldoende wetenschappelijke belangstelling te hebben om zijn kennis niet alleen op peil te houden maar ook te verdiepen en nieuwe ontwikkelingen te volgen c.q. te anticiperen. 5.2 Schema van de structuur van de opleiding Maritieme Techniek Schema structuur opleiding 6. Toelatingsbeleid 6.1 Toelating tot de aanvang van de opleiding Zie hiervoor het Instellingsdeel van het Studentenstatuut. 6.2 Criteria voor het studie-advies aan het eind van het eerste jaar Binnen de opleiding wordt geen bindend studie-advies na het eerste studiejaar uitgebracht. Het door de opleiding uitgebrachte, niet bindende, studie-advies berust op het aantal behaalde studiepunten met speciale aandacht voor selectieve onderwijseenheden en is gebaseerd op de prognose van de studievoortgang. Persoonlijke omstandigheden worden niet bij het advies betrokken. Deze kunnen worden ingebracht bij een gesprek met de studie-adviseur naar aanleiding van het advies. 6.3 Ingangseisen voor deelname aan tentamens en practica Voor enkele 1e, 2e en 3e jaars practica worden ingangseisen gesteld. Zie de OER. 6.4 Criteria voor deelname aan uitwisselingsprogramma's



Voor deelname aan uitwisselingsprogramma=s zijn geen criteria vastgesteld. Indien de student binnen een uitwisselingsprogramma studie-onderdelen elders wil afleggen, dient hiervoor, voorafgaand aan de uitwisseling en na overleg met de coördinator, met de Examencommissie terzake een regeling te worden getroffen. 7. Duur en structurering van de opleiding 7.1 Duur van de opleiding Het programma van de opleiding duurt vijf jaar (210 studiepunten). Het programma van de vierjarige opleiding (168 studiepunten) kan tot 1 september 2000 worden afgelegd. Studenten die het vierjarige programma volgen en meer of minder vertraging hebben opgelopen, kunnen aan de hand van de overgangsregeling OVER4-5 (bijlage II) nagaan van welk onderwijsaanbod zij gebruik kunnen maken. Het 4-jarige Propedeuseprogramma is opgenomen in het Het Kompas 1993-1994. Van het 4-jarige Doctoraal programma in Het Kompas 1994-1995. 7.2 Structuur van de opleiding De opleiding kent een structuur van cursusjaren. Het eerste cursusjaar is de Propedeuse. Het tweede cursusjaar is het Doctoraal 1e gedeelte. Het derde cursusjaar is het Doctoraal 2e gedeelte. Het vierde en het vijfde jaar vormen de afstudeerfase van de opleiding, het Doctoraal 3e gedeelte. Deze kan, behoudens goedkeuring door de Examencommissie, naar eigen voorkeur worden ingevuld. 7.3 De onderwijseenheid Een onderwijseenheid is het geheel aan activiteiten, gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de onderwijseenheid met voldoende resultaat aflegt, dient te beschikken. De omvang wordt uitgedrukt in studiepunten, waarbij één studiepunt een studielast van veertig uren studie bedraagt. 8. Onderwijseenheden per fase 8.1 De propedeutische fase Het programma van de propedeuse is zo gekozen dat het oriënterend en selecterend voor de opleiding is. Indien de student tot de conclusie komt dat de opleiding niet aan zijn verwachtingen vol-doet, kan de studie-adviseur, mede op basis van de in de propedeuse behaalde resultaten, behulpzaam zijn bij verwijzing naar een andere opleiding. Het Propedeutisch Programma Maritieme Techniek Propedeuse tabel 8.2 De doctorale fase In het kader van de trits ontwerp-bouw-gebruik worden in de eindtermen van de basisstudie drie elementen van de opleiding onderscheiden: ●

Het concipiëren en ontwerpen van maritieme producten.

●

De bedrijfsvoering bij de bouw en de exploitatie van maritieme kapitaalgoederen.

●

Het onderzoek op maritiem-technisch gebied (bijv. op het gebied van scheepshydromechanica en sterkte van zeegaande constructies).



De combinatie met een specialisatie in een van de drie boven-genoemde hoofdrichtingen, maakt de inzet van de ingenieur in de verschillende maritieme branches mogelijk. 8.2.1 Het onderwijsprogramma van het tweede cursusjaar D1-tabel 8.2.2 Het onderwijsprogramma van het derde cursusjaar D2-tabel 8.2.3 Het onderwijsprogramma van het vierde en vijfde cursusjaar Het onderwijsprogramma van de laatste twee jaar wordt het hoofdvak genoemd. Het hoofdvakprogramma van de student wordt na overleg met de hoofdvakdocent conform de volgende regels vastgesteld. 1. Het hoofdvakprogramma heeft een omvang van 84 studiepunten. 2. Het vakkenpakket inclusief de bijbehorende oefeningen heeft een omvang van 28 studiepunten en bevat: * minimaal 10 studiepunten Maritieme Techniek vakken (zie onderstaande D3-tabel) * minimaal 6 studiepunten Maatschappij vakken. 3. De stage heeft een omvang van 14 studiepunten. 4. De afstudeeropdracht heeft een omvang van 42 studiepunten. D3-tabel Specialisaties Ontwerpen van schepen De ontwerper van schepen of offshore eenheden concipieert vaartuigen zodanig, dat zij hun taak efficiënt en veilig kunnen uitvoeren tegen de laagste kosten op levensduur. Hierbij moet een synthese worden bereikt vanuit verschillende maritieme en niet-maritieme disciplines, rekening houdend met de specifieke wensen van de reder, de eisen gesteld door classificatiebureaus en overheidsinstellingen etc. Het profiel is vanzelfsprekend ontwerpgericht. Maritieme werktuigkunde De maritieme werktuigkundige ontwerpt werktuigkundige/elektrische systemen en installaties aan boord van schepen en offshore eenheden. Hierbij is een hoofddoel de samenstellende componenten te integreren tot een optimaal functionerende, kosteneffectieve installatie. Het profiel is ontwerpgericht. Rederijkunde De ingenieur als rederijkundige heeft inzicht in en kennis van de scheepvaart en de exploitatie van schepen. De rederijkundige bestudeert de wijze waarop dit kan worden gerealiseerd d.w.z. stelt de "terms of reference" op een zodanige wijze vast dat de ontwerper over de juiste uitgangspunten beschikt. Het profiel is bedrijfs-kundig gericht.



Scheepshydromechanica De scheepshydromechanicus ontwikkelt en past methoden toe om het hydromechanisch gedrag van varende, drijvende of zwevende maritieme constructies te bepalen. Dit betreft de scheepsbewegingen, de weerstand en voortstuwing in zeegang als vlakwater, het sturen, het manoeuvreren, de veiligheidsaspecten en de belasting van de constructie. Het profiel is onderzoekgericht. Constructie en Sterkte De specialisatie Constructie en Sterkte verzorgt onderwijs en verricht onderzoek op het gebied van de constructie en de sterkte van schepen en offshore eenheden, hun betrouwbaarheid en levensduurvoorspelling en hun trillingsgedrag. Het onderwijs betreft het hele vakgebied waaronder het conceptueel constructief ontwerp, de vaststelling van de belastingen, het berekenen van de responsies van de constructie daarop en het beoordelen van deze in het licht van het voor de constructie geldende draagvermogen. De belastingen en responsies worden zowel (quasi-)statisch als dynamisch (o.a. trillingen en geluid) bezien. Specialisatie scheepsproductie De specialisatie scheepsproductie behelst de kennis van methoden en technieken die betrekking hebben op het verkrijgen en realiseren van de opdracht voor de bouw van een schip. Dit betreft enerzijds de "omgeving" van de scheepswerf, de bedrijfs-externe aspecten, zoals de markt met daarin optredende veranderingen, de daarbij behorende activiteiten als marketing, verkoop en inkoop, begrippen als product/markt combinaties, berekening van de kostprijs, project-financierng e.d. Anderzijds heeft dit betrekking op externe bedrijfsfactoren, gerelateerd aan de bouw van het schip, d.w.z. activiteiten als ontwerpen, tekenen (CAD/CAM en constructie), werkvoorbereiding, intern transport, te water laten, bewerkingen (fabricage), assamblage, de installatie van systemen, de organisatie van de productie met begrippen als informatiebeheersing, planning, productiviteit, kwaliteitszorg, modulaire bouw. De verkenning van de toepassing van nieuwe technieken voor bewerkingen en nieuwe materialen, robotisering, methoden voor de assemblage, is hier onlosmakelijk mee verbonden. Tevens valt de binnenvaart onder de verantwoordelijkheid van de leerstoel. 8.2.4 Structurering van de afsluitende fase in onderwijseenheden Zie de uitwerking in verplichte vakken, keuzevakken, practica en opdrachten in het >Kompas=. Onder verplicht dient te worden verstaan dat de het desbetreffende onderdeel in het algemeen op de vakkenlijst van iedere student in de gekozen afstudeerrichting zal voorkomen. 8.2.5 Buiten-curriculaire activiteiten In de opleiding vindt een aantal buiten-curriculaire activiteiten plaats die leiden tot het toekennen van studiepunten. Studiepunten voor buiten-curriculaire activiteiten kunnen slechts worden toegekend in de specialisatiestudiefase. De buiten-curriculaire activiteiten dienen een aanzienlijke omvang te hebben (minstens overeenkomend/vergelijkbaar met 40 uren studielast) en dienen een duidelijke bijdrage te leveren aan de opleiding. Er kunnen in totaal per http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Stat_mt.HTM (7 of 19) [29/12/1999 15:22:18]


student maximaal twee studiepunten toegekend worden voor buiten-curriculaire activiteiten. Het voorstel tot toekenning van 1 studiepunt dient de instemming te hebben van de afstudeerhoogleraar. Over het toekennen van het studiepunt wordt besloten door de Examencommissie van de desbetreffende opleiding. Voorbeelden van activiteiten waarvoor studiepunten kunnen worden toegekend: ●

succesvolle deelname aan een ontwerpwedstrijd

●

organisatie van en deelname aan een omvangrijke buitenlandse excursie en een goede verslaglegging daarvan.

De Faculteit vindt het verder belangrijk dat studenten zich ook naast het volgen van de opleiding ontplooien. Dit kan bijv. door deel te nemen aan het bestuur van de studievereniging of een studentenvereniging of door te participeren in de organisatie van activiteiten. De universiteit ondersteunt dit door bijv. toekenning van een bestuursbeurs of een bijdrage uit het Afstudeerfonds. Studenten die aanspraak willen maken op deze ondersteuning moeten in een zo vroeg mogelijk stadium contact opnemen met de studieadviseur. De Regeling Financiële Ondersteuning van de TU Delft beschrijft de beschikbare mogelijkheden. 9. Studielast en studeerbaarheid In de tabellen in de Onderwijs- en Examenregeling is per onderwijseenheid aangegeven hoe groot de studielast is. De bepaling van de studielast van een onderwijseenheid vindt plaats op basis van in het verleden verrichte studietijdmetingen en wordt aangepast als uit enquêtes en evaluaties blijkt dat de feitelijke studielast voor de gemiddelde student aanmerkelijk afwijkt van de vastgestelde studielast. De berekening wordt gebaseerd op de bruto tijd, omvat-tende alle tijd die met het studeren in verband staat. Dit betreft onder andere voorlichting over de onderwijseenheid, het college, de zelfwerkzaamheid, het tentamen en de nabespreking van het tentamen. Bij de vaststelling van het rooster wordt per onderwijsperiode bepaald hoe groot de studielast is. Uitgangspunt hierbij is te komen tot een onderwijskundig verantwoorde volgorde van de onder-delen van het programma en een zo gelijkmatig mogelijke spreiding van de studielast over deze perioden. Ieder studiejaar van de opleiding heeft een studielast van 42 studiepunten (1680 uur). Door zorgvuldig na te gaan of de studielast per onderwijs-eenheid ook daadwerkelijk overeenkomt met de aangegeven last, is er een programma tot stand gekomen dat per jaar een gelijke studielast heeft. Criteria voor de bepaling van studeerbaarheid worden gevonden in de definitie van een studeerbaar programma: Wij spreken van een studeerbaar programma wanneer er geen duidelijke belemmeringen vallen te constateren in de afstemming op de aanleg, voorkennis en leervermogen, op de interesse en eigen doelen van de studenten en als er voldoende rekening is gehouden met de omgevingsfactoren. Deze definitie is tot stand gekomen op basis van de volgende rederingen: ●

Het studieprogramma wordt zo opgezet dat een optimaal resultaat kan worden gerealiseerd.

●

Het op een bepaald moment feitelijk bereikte leerresultaat is het resultaat van leerinspanningen van de studenten.

●

Gegeven de te bereiken eindtermen is het leerresultaat voor iedere student afhankelijk van de verhouding van de bestede tijd en de benodigde tijd.



●

De hoeveelheid tijd die een student besteedt is maximaal gelijk aan de beschikbare tijd en hangt verder samen met een eigen prioriteit-stelling.

●

De benodigde studietijd hangt af van aanleg, voorkennis en leer-vermogen van de student en de effectiviteit van het programma van de opleiding.

●

De studeerbaarheid geeft aan in welke mate het programma een nuttig beroep doet op de tijd van de student.

●

Hoe lang de student uiteindelijk over de studie doet, wordt bepaald door de studeerbaarheid van het programma, de voor de student benodigde studietijd en de beschikbare studietijd.

●

Om te komen tot waarborging van de studeerbaarheid worden het programma als geheel en de daarvan deel uit makende onderwijseenheden periodiek kritisch geanalyseerd aan de hand van bovenstaande criteria. In de praktijk zal deze analyse zich richten op studie-concept, leerdoelen, eindtermen, leerstof, werkvormen, leermid-delen, toetsing, studielast, roosters, studievoortgang en personele organisatie. De opleidingscommissie, de Examencommissie en het docentenoverleg beoordelen de analyse en stellen zo nodig maatregelen voor.

●

De inroostering van de vakken is zodanig, dat voor elk vak de vereiste voorkennis aanwezig is.

●

Per tentamenperiode worden gemiddeld vier tentamens (met uit-zondering van hertentamens) ingeroosterd.

●

Het onderwijsrooster bevat voldoende ruimte voor zelfstudie om de aangedragen kennis van ieder afzonderlijk onderwijsmoment snel daarna te kunnen verwerken. Dit houdt in dat er maximaal zes parallelle cursussen ingeroosterd zijn.

10. Onderwijsvorm en praktische vaardigheden 10.1 Gehanteerde onderwijsvormen In de voorgaande tabellen is per onderwijseenheid aangegeven wat de gehanteerde onderwijsvormen zijn. Dit betreft college, praktische oefening, project en opdracht. Bij sommige onderwijseenheden kan een combinatie zijn aangegeven. 10.2 Praktische vaardigheden Praktische vaardigheden worden aangeleerd in de verschillende practica, projecten en bij de stage en de afstudeeropdracht. 10.3 Functie en doelen van de onderwijsvormen en praktische vaardigheden Het doel van een hoorcollege is het demonstreren van de nieuwe leerstof, het uitleggen van notoir moeilijke punten, het geven van feedback op de gedane zelfstudie en het structureren van de komende zelfstudie uren. Bij een instructie is de interactie tussen student en docent erop gericht de opgedane kennis gebruiksklaar te maken. Een colstructie is een mengvorm van bovenstaande vormen, hierin wordt dus zowel nieuwe stof aangeboden als aandacht besteed aan het gebruiken hiervan. Een practicum wordt gegeven om vaardigheden te oefenen. 10.4 Aandeel van de gehanteerde onderwijsvormen op het totaal van het aantal studie uren Per studiepunt (= 40 studie-uren) worden maximaal twaalf college-uren gegeven of maximaal vijf dagen practica. 10.5 Vrijstelling, compensatie en honorering van extra activiteiten



Indien de student extra activiteiten onderneemt in de vorm van het afleggen van extra onderwijseenheden, leidt dit niet tot vrijstelling of compensatie. Op verzoek van de student kunnen de studieresultaten in de administratie worden opgenomen als extra afgelegde onderwijseenheden. Deze worden als zodanig op de cijferlijst bij het diploma voor het afsluitende examen vermeld. 10.5.1 Onderwijsvormen of praktische vaardigheden die hiervoor in aanmerking komen Voor de in het voorgaande bedoelde extra afgelegde onderwijseen-heden komen in aanmerking alle aan een Nederlandse instelling voor wetenschappelijk hoger onderwijs aangeboden onderwijsvormen en praktische vaardigheden. Onderwijseenheden die met voldoende resultaat aan overeenkomstige instellingen in het buitenland zijn afgelegd kunnen hiervoor, behoudens toestemming van de examen-commissie, eveneens in aanmerking komen. 10.5.2 Criteria bij de beoordeling Bij de beoordeling van de extra afgelegde onderwijseenheden geldt het criterium dat sprake is van een voldoend wetenschappelijk niveau. 10.5.3 Procedure Indien de student met voldoende resultaat een extra onderwijseen-heid aflegt, verzoekt hij de examinator een schriftelijk bewijs hiervan. Met dit bewijs verzoekt de student de administratie om registratie dan wel in geval van een in het buitenland afgelegde onderwijseenheid, om toestemming van de Examencommissie voor registratie van deze uitslag. 11. Studiebegeleiding 11.1 Functie en doelen van studiebegeleiding Algemene studiebegeleiding is gebaseerd op inventarisatie en analyse van studieproblemen in de opleiding en heeft ten doel het voorkomen, tijdig signaleren en oplossen van studieproblemen. Studiebegeleiding is bedoeld voor alle studenten in de opleiding. 11.2 Collectieve en individuele studiebegeleiding 11.2.1 Wijze en methoden van begeleiding Het Faculteitsbestuur draagt zorg voor de instelling van de studiebegeleiding van studenten, die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van de oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. Hiervoor wordt jaarlijks het >Kompas= uitgegeven, waarin informatie is opgenomen die van belang is voor een goede voortgang van de studie. Na afloop van iedere onderwijs-/tentamenperiode worden de studieresultaten beoordeeld en zo nodig worden de aan het tentamen deelnemende studenten geënquêteerd. De uitkomsten van deze activiteiten worden aan de studie-adviseur ter beschikking gesteld. Deze kan besluiten individuele studenten voor een gesprek op te roepen. Studenten kunnen op ieder moment met de studieadviseur in contact treden voor overleg en advies over hun studievoortgang. Hiervoor moet een afspraak gemaakt worden. In de eerste helft van het eerste jaar is een studiebegeleidings-systeem opgenomen dat er speciaal op gericht is om studenten bewust te laten omgaan met de overgang van VWO naar universiteit. Om de begeleiding http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Stat_mt.HTM (10 of 19) [29/12/1999 15:22:18]


goed aan te laten sluiten bij de belevingswereld van eerstejaars, worden groepjes eerstejaars begeleid door een docent en een getrainde ouderejaars student. 11.2.2 Vormen van begeleiding, overzichtstabel Voor de begeleiding van de student zijn veel personen en instanties beschikbaar. In de volgende tabel is dit per onderwerp aangegeven. De met (vette) x aangegeven instantie is het eerst aanspreekbaar. Hierbij worden de volgende afkortingen gebruikt: DD : Desbetreffende docent SA : Studie-adviseur M : Eerstejaars mentor OA : Onderwijsadministratie S : Studenten Advies Bureau (Sta*D) OD : Onderwijsdirecteur Studiebegeleiding DD SA M OA S OD Voor de studie Doelen, inhoud en aard van x de studie Benodigde kennis en startvaardigheden x Deficiënties Propedeuse/doctoraal Onderwijsorganisatie en x personen Rooster en leerplan Didactische werkvormen incl. x zelfstudie Studieloopbaanbegeleidingen Toetsen, examen en studievorderingen Materiële voorzieningen en middelen Keuzemogelijkheden x Stage en stageplaatsen Stage buitenland Studieperiode in het buitenland Afstuderen x Scriptie x Afstuderen Mogelijkheden arbeidsmarkt Solliciteren Vervolgstudies Keuze afstudeerprogramma Studievoortgang Studieproblemen Studiekeuze

x

x x x

x

x

Overig

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x x

x

x

x

x

x

x x x

x x

Het Kompas Stagecoördinator CICAT,Nuffic coördinator buitenland

x

x

x

x

Afstudeerdocent Contactpersoon Subfaculteit

x x x x x x

x x

x

x x x

x

x Afstudeerdocent afstudeerdocent



Plannen en studeren (Practicum)groep Rechten, regelingen Klachten over docenten Aanvragen afstudeerfonds Registratie van studievertraging College van Beroep voor de examens Inschrijvingsrechten en plichten Voorlichting/uitleg regels en richtlijnen Randvoorwaarden Studiefinanciering Tempobeurs/prestatiebeurs Woning Emancipatie Handicap Gezondheid Psychologische test Psychologische problemen Ongewenste intimiteiten Werkomstandigheden op de Subfaculteit

x

x

x x

x

x x

x x

x

x x

x

x

x

x

x

x x x x

x

x

x x x x x x

x x x x x x x x x

x

x

x

x

11.3 Wanneer komt men voor studiebegeleiding in aanmerking In paragraaf 12.2.1 is reeds aangegeven dat de studieadviseur, indien daartoe aanleiding is, studenten kan oproepen voor overleg of advies. Het is niet verplicht op deze oproep te reageren, maar het wordt wel op prijs gesteld. Indien een student van één van de andere vormen van studiebegeleiding gebruik wil maken, zal betrokkene zelf het initiatief moeten nemen. De wachttijd voor een afspraak met een studieadviseur is maximaal drie weken. 11.4 Spreekuren Indien een docent, studieadviseur of begeleiders van stages, scripties en dergelijke een spreekuur hebben, is dit in het >Kompas= en op de publicatieborden in de Hal van het gebouw aangegeven. 11.5 In- en uitstroombegeleiding ●

Informatie voor de instromende studenten is zoveel mogelijk opgenomen in het >Kompas=. Daarnaast zijn er voor bepaalde onderwijseenheden, zoals practica, handleidingen beschikbaar.

●

Studenten, die besluiten de opleiding niet verder voort te zetten, wordt dringend aangeraden tijdig in contact te treden met de studieadviseur. Deze begeleidt de studenten bij een eventuele overgang naar een andere opleiding.

12. Beleid ten aanzien van stage en afstudeerproject 12.1 Functie en doelen van de stage De in het programma van de opleiding opgenomen stages en de eerstejaars



projectweek worden uitgevoerd bij een instituut of een bedrijf. De wijze van uitvoering is bedoeld als het zich eigen maken van expertise en/of een maatschappelijke oriëntatie op het vakgebied. De eerste verplichte stage en de projectweek zijn geplaatst in het eerste studiejaar. De omvang bedraagt maximaal drie studiepunten. De tweede stage van 14 studiepunten is onderdeel van de afstudeer-fase. De stages worden voor MT-studenten centraal binnen de Faculteit gecoördineerd. Indien een student zelf een stageplaats regelt, dan legt hij/zij het voorstel voor aan de stagecoördinator. Deze beoordeelt de aangeboden plaats en verleent de student, in geval van een positieve beoordeling, toestemming de stage op de desbetreffende plaats uit te voeren. De stage in de afstudeerfase komt mede tot stand in samenwerking met het beroepenveld. De kosten voor het uitvoeren van de stage zijn voor rekening van de student. In sommige gevallen geeft het instituut of bedrijf een stagevergoeding. Voor stages in het buitenland zijn soms beurzen beschikbaar. De beoordeling van de stage vindt plaats aan de hand van een door de student op te stellen verslag over de stage. Hierin dient in ieder geval te zijn opgenomen: ●

Een beschrijving van het bedrijf en de organisatie daarvan.

●

Een beschrijving van de opgedragen werkzaamheden en de resultaten daarvan.

Criteria voor de beoordeling zijn de wijze van verslaglegging en het wetenschappelijk dan wel technologisch niveau van de werkzaamheden en de verslaglegging daarvan. 12.2 Functie en doelen van afstudeerproject Het afstudeerproject is bedoeld om de tijdens de studie opgedane kennis toe te passen op een probleem. Het is tevens bedoeld als een voorbereiding op de beroepspraktijk. Het afstudeerproject omvat het vijfde jaar van de opleiding. De omvang bedraagt 42 studiepunten. Het afstudeerproject kan zowel binnen als buiten de Faculteit worden uitgevoerd. De afstudeerhoogleraar blijft in beide gevallen verantwoordelijk voor de begeleiding en de beoordeling. Het afstudeerproject wordt beoordeeld op de praktische uitvoering, de inhoud van de verslaglegging en op de mondelinge presentatie en de verdediging van het verslag. Criteria hierbij zijn creativiteit, productiviteit en een voldoende wetenschappelijke benadering van de gegeven opdracht, ook tot uitdrukking komend in de wijze van presenteren van de resultaten. 13. Organisatie tentamens en examens 13.1 Tentamens per onderwijseenheid In ''Het Kompas'' is per onderwijseenheid aangegeven welke kennis, inzicht en vaardigheden zullen worden getoetst. 13.2 Toetsvormen De hierna vermelde tentamens over de onderwijseenheden worden op de daarachter aangegeven wijze afgelegd: Het propedeutisch examen De tentamens over de onderwijseenheden van het propedeutisch examen worden schriftelijk of mondeling afgelegd.



Het afsluitend examen De tentamens over de onderwijseenheden van het afsluitend examen worden schriftelijk of mondeling afgelegd. Met betrekking tot de in lid 1 van dit artikel en de in de tabellen als praktische oefening, practicum, project, stage of afstudeer-onderzoek vermelde onderwijseenheden geldt het met voldoende resultaat deelnemen aan deze eenheden als het behalen van het desbetreffende tentamen. In dat geval bestaat het tentamen alleen uit de beoordeling van de desbetreffende onderwijseenheid. De tentamens over de onderwijseenheden van het vrij te kiezen afsluitende examen worden afgelegd op de wijze als in dit artikel ten aanzien van die eenheden is bepaald. Aan lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examen-commissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. De Examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan, dat wordt afgeweken van het bepaalde in de vorige leden. Indien ten aanzien van een tentamen over een onderwijseenheid niet is aangegeven op welke wijze het zal worden afgelegd, wordt dit mondeling of schriftelijk afgelegd. Mondeling af te nemen tentamens over onderwijseenheden worden op een door de examinator, na overleg met de examinandus, te bepalen tijdstip afgenomen. Indien ten aanzien van een tentamen over een onderwijseenheid niet is aangegeven op welke wijze het zal worden afgelegd, omdat dat tentamen betrekking heeft op een onderwijseenheid dat niet in de opleiding wordt onderwezen, is het daaromtrent in de voor die eenheid geldende Onderwijs en Examenregeling bepaalde van toepassing, behoudens een hiervan afwijkende beslissing van de Examencommissie. 13.3 Het mondeling afleggen van tentamens Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald en de desbetreffende studenten daartegen geen bezwaar hebben. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de Examencommissie in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. 13.4 Bekendmaking van de uitslag en nabespreking van afgelegde tentamens De examinator stelt direct na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen vijftien werkdagen na de dag waarop het is afgelegd, en verschaft de administratie van de Faculteit de nodige gegevens ten behoeve van de uitreiking van het schriftelijk bewijsstuk omtrent de uitslag aan de student. Deze uitreiking vindt plaats d.m.v. publicatie en 2 x per jaar verzending van de studieresultaten. T.a.v. een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de Examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. Op de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student



gewezen op het inzagerecht, bedoeld in art. 17, eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. 13.5 Inzagerecht Na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen kan de student op zijn verzoek inzage verkrijgen in zijn beoordeeld werk. De periode waarbinnen deze mogelijkheid bestaat eindigt op het moment dat het cijfer is vastgesteld, d.w.z. op het moment dat het desbetreffende examen is afgelegd. Tevens wordt hem op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie van dat werk verschaft. Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belangstellende kennis nemen van vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. De Examencommissie kan bepalen, dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op tenminste twee vaste tijd-stippen. Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn. 13.6 Geldigheidsduur van tentamens De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt. In afwijking hiervan kan de Examencommissie m.b.t. een onderdeel, waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen. 13.7 Aanwezigheid- of deelnameverplichting Er bestaat geen aanwezigheids- of deelnameverplichting voor het volgen van onderwijseenheden die in de vorm van colleges worden aangeboden. Voor praktische oefeningen geldt dat deze alleen met een voldoende resultaat afgelegd kunnen worden als alle daarvoor voorgeschreven opdrachten daadwerkelijk en op de daarvoor voor-geschreven plaats zijn uitgevoerd. 14. Fraude en sancties Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een examinandus dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. In geval van fraude kan de Examencommissie de examinandus het recht ontnemen om gedurende een door haar te bepalen termijn van ten hoogste één jaar één of meer door haar daarbij aan te wijzen tentamens of examens aan de instelling af te leggen. Deze beslissing wordt genomen op basis van het schriftelijk verslag over de geconstateerde fraude. In voorkomende gevallen kan een surveillant tot uitsluiting beslissen. De examinator draagt er zorg voor dat terstond na afloop van het tentamen een verslag voor de Examencommissie op schrift wordt gesteld, waarvan een afschrift aan de examinandus verstrekt wordt. De examinandus kan aan de Examencommissie verzoeken de uitsluiting ongedaan te maken. Bij dit verzoek voegt hij een afschrift van het verslag, bedoeld in het derde lid, en zijn schriftelijk commentaar daarop. Voordat de Examencommissie een beslissing neemt op een verzoek, als bedoeld in het vierde lid, stelt zij de examinandus en de examinator in de gelegenheid te worden gehoord. Een uitsluiting heeft tot gevolg, dat geen uitslag wordt vastgesteld voor het desbetreffende tentamen. 15. Evaluatie en kwaliteitszorg Voor de evaluaties van colleges en praktische oefeningen wordt gebruik gemaakt van het 'course http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Stat_mt.HTM (15 of 19) [29/12/1999 15:22:18]


evaluation' systeem van de TU Delft. De evaluatie vindt plaats aan de hand van een uitgebreide enquête. De onderwijsdirecteur beziet per evaluatieperiode welke onderwijs-eenheden voor evaluatie in aanmerking komen. Bij de gebruikte evaluatie worden op een groot aantal aspecten geënquêteerd. De voor de evaluatie benodigde enquête wordt schriftelijk en anoniem gehouden onder studenten die aan het tentamen van de desbetreffende onderwijseenheid deelnemen. De eerder genoemde enquête bevat vragen waarop met ''ja'', ''neen'' of ''geen mening'' kan worden geantwoord. Tevens bestaat de mogelijkheid op de achterzijde van het desbetreffende formulier opmerkingen te maken. De uitkomsten van de evaluaties zijn openbaar en zijn op het Bureau van de Faculteit ter inzage. Een samenvattende rapportage wordt in ''De Koppeling'' gepubliceerd. Na verwerking van de gegevens op de formulieren worden de uit-komsten door de onderwijsdirecteur met de docent besproken. De uitkomsten hiervan worden ter kennis gebracht van de Opleidings-commissie, waarbij de onderwijsdirecteur zo nodig en mogelijk aangeeft welke maatregelen zijn getroffen. De Opleidingscommissie kan aan de hand van de uitkomsten adviezen uitbrengen aan het Faculteitsbestuur. Controle op de uitkomsten van de getroffen maatregelen vindt plaats door evaluatie van de betreffende onderwijseenheid in het volgende studiejaar. De eindverantwoordelijkheid van de evaluaties berust bij het Faculteitsbestuur. 16. Studievoortgangscontrole De regelingen met betrekking tot de toekenning van een beurs op basis van de studievoortgang zijn opgenomen in het Instellingsdeel van dit statuut. Daarnaast geldt: ●

De berekening van het aantal behaalde studiepunten heeft betrekking op een geheel studiejaar; van 1 september tot en met 31 augustus.

●

Per berekening wordt per onderwijseenheid/examenonderdeel slechts eenmaal een volgens het examenreglement geldig cijfer in beschouwing genomen en wel het in die periode laatst behaalde cijfer.

●

Studiepunten voor onderwijseenheden waarvoor vrijstelling is verleend worden niet meegeteld indien de vrijstelling is verleend op basis van een prestatie die in het betreffende studiejaar is geleverd.

●

Voor vrijstellingen kunnen alleen studiepunten worden toegekend indien de bijbehorende studieprestatie is geleverd in een ander jaar dan in het jaar waarin de vrijstelling is verleend.

●

Voor de vaststelling van de studievoortgang komen alleen die onderwijseenheden in aanmerking die zijn opgenomen in de vastgestelde vakkentabel.

●

Onderwijseenheden behaald aan een buitenlandse instelling voor wetenschappelijk onderwijs kunnen eveneens in aanmerking komen indien de Examencommissie deze als gelijkwaardig equivalent van een in vakkentabel opgenomen onderwijseenheid beschouwd.

17. Studiekosten Voor de opleiding is geen normbedrag aan studiekosten vastgelegd. In het >Kompas= is per onderwijseenheid aangegeven welke informatiedragers worden aanbevolen om aan te schaffen. Studenten kunnen aan excursies die binnen een onderwijseenheid worden georganiseerd gratis deelnemen. Reis- en verblijfkosten die ten behoeve van een stage, een afstudeeropdracht of enig andere onderwijseenheid worden gemaakt, zijn voor rekening van de desbetreffende student.



Indien een student niet in staat is de hiervoor genoemde kosten te voldoen, zijn er geen mogelijkheden hierin door subsidie van de Faculteit te voorzien. 18. Voorlichting en informatievoorziening In het kader van de informatievoorziening wordt het Studentensta-tuut aan alle eerstejaarsstudenten persoonlijk toegestuurd. Voor de ouderejaars is een exemplaar van het statuut verkrijgbaar bij de onderwijsadministratie. Verder is het statuut op internet beschikbaar voor alle geïnteresseerden. Voorlichting aan studenten binnen de opleiding vindt voor een groot deel plaats door Het Kompas. Deze is voor aanvang van het studiejaar beschikbaar. Daarnaast heeft de faculteit op internet een eigen website en zijn er binnen het Gebouw voor Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek publicatieborden en displays waarop medede-lingen worden gepubliceerd. De uitgave voor mededelingen van De Koppeling bevat eveneens mededelingen die voor studenten van de opleiding van belang zijn. Het onderwijs-, practicum- en tentamenrooster worden bij Het Kompas gepubliceerd. Regelingen voor inschrijving voor practica en wijzigingen in het onderwijsrooster worden op de publicatie-borden en in De Koppeling gepubliceerd. Publicatie vindt zo vroeg mogelijk plaats. Buitencurriculaire activiteiten, met name die door de studie-vereniging William Froude worden georganiseerd, worden op de publi-catieborden en in De Koppeling gepubliceerd. Het Faculteitsblad De Koppeling probeert een zo goed mogelijk beeld te geven van de ontwikkelingen binnen de opleiding en de Faculteit. De besluiten van bestuursorganen van de Faculteit maken hiervan deel uit. De verantwoordelijke voor deze publicatie is gewoonlijk aan het eind van de publicatie weergegeven. 19. Uitvoering van Onderwijs Voor zover van toepassing wordt onderwijzend en begeleidend personeel geselecteerd op de juiste opleiding. Voor beginnende docenten is er verplichte docententraining. In geval van ziekte, zwangerschapsverlof of anderszins van docenten of de studieadviseurs wordt getracht op zo kort mogelijke termijn vervanging te regelen. Indien dit niet mogelijk blijkt zullen maatregelen worden getroffen om de studenten zo min mogelijk hinder hiervan te laten ondervinden. 20. Administratie 20.1 Onderwijsadministratie Bij de Onderwijsadministratie van de Faculteit worden de door de studenten behaalde studieresultaten in een geautomatiseerd administratiesysteem opgenomen aan de hand van door de desbetref-fende docent ondertekende lijsten of cijfersbriefjes. Studenten kunnen tijdens de openingstijden van de administratie inzage krijgen in de voor de hun in de administratie opgenomen studiere-sultaten. De tentamenuitslagen worden op studienummer gepubliceerd op de publicatieborden. 20.2 Wijze van studievoortgangscontrole De student ontvangt tweemaal per jaar, in februari en in juli, een schriftelijk overzicht van de behaalde studieresultaten. Indien daar vragen over zijn, moet de betrokken student zich richten tot de administratie. De student ontvangt bovendien in september een overzicht van de behaalde studieresultaten in verband met de regelingen betreffende de studiefinanciering. 20.3 Regels voor inschrijving voor onderwijseenheden en tentamens



Binnen de afzonderlijke fasen van de opleiding heeft de student toegang tot het volgen van colleges en practica. Inschrijving voor tentamens dient uiterlijk veertien dagen voorafgaand aan de tentamendatum plaats te vinden op de daarvoor aangegeven plaats. 20.4 Uitvoering van de studievoortgangscontrole De studieadviseur houdt toezicht op de studievoortgang van de studenten. Dit vindt onder meer plaats op de tijdstippen waarop de desbetreffende overzichten verschijnen. 20.5 Periode waarover de tentamengegevens worden bewaard Gegevens over de tentamens van de studenten worden tenminste dertig jaar bij de Faculteit bewaard. 21. Vaststelling opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut 21.1 Procedure voor het opstellen van het opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut Het opgestelde concept voor het opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut is beoordeeld door het Faculteitsbestuur en voor advies voorgelegd aan de Opleidingscommissie. Deze commissie, voor de helft bestaande uit vertegenwoordigers van de studenten en voor de andere helft bestaande uit wetenschappelijke personeel brengt advies uit aan het Faculteitsbestuur. Het College van Bestuur stelt het opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut vast na instemming van de Studentenraad. 21.2 Procedure voor wijziging van het opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut Wijziging van het opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut zullen plaatsvinden overeenkomstig de procedure voor de vaststel-ling hiervan. Het Studentenstatuut wordt jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld. Er vinden geen wijzigingen plaats die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. Wijzigingen kunnen voorts niet ten nadele van de studenten van invloed zijn op beslissingen die krachtens de daarvoor geldende regelingen genomen zijn door de Examencommissie. Deze wijzigingen zullen bekend gemaakt worden op de eerder aangegeven wijze met betrekking tot wijze van informatievoorziening aan de studenten (zie artikel 18). 22. Klacht, bezwaar en beroep 22.1 Klacht Indien de student of een groep van studenten een klacht heeft betreffende de regeling en uitvoering van een onderwijseenheid, dan wel over de wijze waarop een bestuursorgaan of een medewerker van de faculteit zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen, kan deze schriftelijk worden ingediend bij de onderwijsdirecteur van de opleiding. De onderwijsdirecteur neemt de klacht terstond in behandeling. Om te komen tot een oordeel hoort de onderwijsdirecteur de student(en) en de desbetreffende docent of medewerker. Uiterlijk veertien dagen na indiening van de klacht, de vakantieperioden uitgezonderd, deelt de onderwijsdirecteur zijn oordeel over de klacht dan wel de door hem getroffen maatregelen mee aan de desbetreffende student(en). 22.2 Bezwaar en beroep



In het instellingsdeel is aangegeven tegen welke beslissingen van organen van de Faculteit bezwaar en beroep open staat. Bijlage 1 Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bijlage 2 Vrijstellingenbeleid voor HBO-studenten Bijlage 3 Regels en richtlijnen bij de examens Bijlage 4 Normen van de Studie-Advies-Commissie Bijlage 5 Overgangsregeling van 4 naar 5 jaar


Onderwijs- en Examenreglement 1998-1999 MT

Bijlage 1 bij het Studentenstatuut 1998-1999 Maritieme Techniek ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT 1998-1999 MARITIEME TECHNIEK PARAGRAAF 1 - ALGEMEEN Artikel 1: Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de opleiding Maritieme Techniek in het 5 jarige programma, verder te noemen: de opleiding. De opleiding wordt verzorgd binnen de Faculteit Ontwerp, Constructie en Productie, verder te noemen: de Faculteit. Voor het Propedeuse Examen van de 4-jarige opleiding geldt het Onderwijs- en Examenreglement (OER) van het cursusjaar 1993-1994, voor het Afsluitend Examen van de 4-jarige opleiding geldt het OER van het cursusjaar 1994-1995. Artikel 2: Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: 1. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992, 593); 2. de Examencommissie: de Examencommissie van de opleiding, als bedoeld in art. 7.12 van de wet; 3. student: hij die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; 4. propedeuse: de propedeutische fase van de opleiding, als bedoeld in art. 7.8 van de wet; 5. postpropedeuse: het gedeelte van de opleiding, dat volgt op de propedeuse; 6. onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet; 7. practicum: een praktische oefening, als bedoeld in art. 7.13 van de wet, in een van de volgende vormen: ●

het maken van een scriptie,

●

het maken van een werkstuk of een proefontwerp,

●

het uitvoeren van een onderzoeksopdracht,

●

het deelnemen aan veldwerk of een excursie,

●

het doorlopen van een stage,

●

of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden.

Artikel 3: Doel van de opleidingen Met de opleiding wordt beoogd zodanige kennis, vaardigheid en inzicht bij te brengen op het gebied van de Maritieme Techniek, Wiskunde en Natuurkunde, alsmede op het gebied van de Maatschappelijke aspecten van de Maritieme Techniek, dat de afgestudeerde in staat is tot een zelfstandige beroepsuitoefening op academisch niveau en in aanmerking komt voor een eventuele vervolgopleiding tot leraar, wetenschappelijk onderzoeker of ontwerper. Artikel 4: Voltijds / deeltijds De opleiding worden uitsluitend voltijds verzorgd. Artikel 5: De examens van de opleiding http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Oer_mt98.htm (1 of 7) [29/12/1999 15:22:20]


In de opleiding kunnen de volgende examens worden afgelegd: . Het propedeutisch examen (1e cursusjaar). Dit examen wordt afgesloten met een diploma. b. Het afsluitend examen onderverdeeld in de volgende tussenexamens: ●

D1-examen (2e cursusjaar)

●


●


●


-De D1, 2 en 3-examens worden afgesloten met een certificaat. Het D4-examen wordt afgesloten met een diploma. PARAGRAAF 2 - PROPEDEUSE Artikel 6: Samenstelling De propedeuse (1e cursusjaar) omvat de volgende onderdelen: P-tabel Artikel 7: Propedeutische practica De volgende onderdelen van de propedeuse omvatten, naast het onderwijs in de vorm van hoorcolleges, een practicum in de daarbij aangegeven vorm en van de daarbij vermelde omvang: (zie artikel 6). Van de verplichting tot het deelnemen aan practica kan door de Examencommissie vrijstelling worden verleend. Deze vrijstelling kan onder meer worden verleend op grond van gewetensbezwaren. In dat geval kan de Examencommissie bepalen dat de practica op een andere, door haar te bepalen wijze wordt verricht. PARAGRAAF 3 - POSTPROPEDEUSE Artikel 8: Samenstelling De Postpropedeuse MT omvat de volgende onderdelen: Tweede cursusjaar: D1-tabel Derde cursusjaar D2-tabel Vierde en vijfde cursusjaar Het onderwijsprogramma van de laatste twee jaar wordt het hoofdvak genoemd. Het hoofdvakprogramma van de student wordt na overleg met de hoofdvakdocent conform de volgende regels vastgesteld. 1. Het hoofdvakprogramma heeft een omvang van 84 studiepunten. 2. Het vakkenpakket inclusief de bijbehorende oefeningen heeft een omvang van 28 studiepunten en bevat: * minimaal 10 studiepunten Maritieme Techniek vakken (zie onderstaande D3-tabel). * minimaal 6 studiepunten Maatschappij vakken.



3. De stage heeft een omvang van 14 studiepunten. 4. De afstudeeropdracht heeft een omvang van 42 studiepunten. D3-tabel Artikel 9: Postpropedeutische practica. De volgende postpropedeutische onderdelen, als genoemd in art. 8, omvatten, naast het onderwijs in de vorm van hoorcolleges, een practicum in de daarbij aangegeven vorm en van de daarbij vermelde omvang. Het tentamen van een onderdeel, genoemd in dit artikel, kan niet worden afgelegd dan nadat het desbetreffende practicum met vol-doende resultaat is gevolgd. (Voorzover dit van toepassing is: zie inhoudsomschrijving van het desbetreffende onderdeel). PARAGRAAF 4 - AFLEGGEN VAN TENTAMENS Artikel 10: Volgorde tentamens 1. De Examencommissie verleent in het 1e en 2e dimester toegang tot de practicumonderdelen van het doctoraalprogramma 1e gedeelte, indien minstens 80% van de studielast van het programma van de propedeuse met gunstig gevolg is afgelegd. Afzonderlijke toelatingseisen aan examenonderdelen van het 1e, 2e en 3e jaarsprogramma zijn opgenomen in artikel 6 en 8. 2. De examinandus kan pas deelnemen aan het specialisatieprogramma nadat is voldaan aan de eisen voor het slagen van het D1-examen en 20% van de vakken van het derde jaar en de ontwerpoefening zijn voltooid. 3. De Examencommissie kan op verzoek van de examinandus afwijken van het bepaalde in lid 1 en 2. 4. De examinandus kan pas tentamen afleggen in het onderdeel afstudeeropdracht nadat alle overige examenonderdelen van het doctoraalprogramma met goed gevolg zijn afgelegd. Artikel 11: Tijdvakken en frequentie tentamens 1. Tot het afleggen van de tentamens van de in de art. 6 en art. 8 genoemde onderdelen wordt in een cursusjaar tenminste tweemaal de gelegenheid gegeven. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt tot het afleggen van het tentamen van een onderdeel, waarvan het onderwijs in een bepaald cursusjaar niet is gegeven, in dat jaar slechts eenmaal de gelegenheid gegeven. Artikel 12: Vorm van de tentamens 1. De tentamens van de onderdelen, genoemd in art. 6 en art. 8. worden schriftelijk afgelegd met uitzondering van de tentamens, die op de daarbij aangegeven wijze worden afgelegd. Op verzoek van de student kan de Examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd. 2. Aan lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De Examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. Artikel 13: Afnemen van tentamens door meer dan een examinator Ingeval hetzelfde tentamen al dan niet terzelfder tijd door meer dan een examinator wordt afgenomen en beoordeeld, ziet de Examen-commissie erop toe, dat die examinatoren beoordelen aan de hand van dezelfde normen en wijst zo nodig een voor het examineren eerst http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Oer_mt98.htm (3 of 7) [29/12/1999 15:22:20]


verantwoordelijke examinator aan. Artikel 14: Mondelinge tentamens Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de Examencommissie in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. PARAGRAAF 5 - TENTAMENUITSLAG Artikel 15: Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1. De examinator stelt direct na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. 2. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen vijftien werkdagen na de dag waarop het is afgelegd, en verschaft de administratie van de faculteit de nodige gegevens ten behoeve van de uitreiking van het schriftelijk bewijsstuk omtrent de uitslag aan de student Deze uitreiking vindt plaats d.m.v. publicatie en 2 x per jaar verzending van de studieresultaten. 3. T.a.v. een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de Examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. 4. Op de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in art. 17, eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. Artikel 16: Geldigheidsduur De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt. In afwijking hiervan kan de Examencommissie m.b.t. een onderdeel, waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen. Artikel 17: Inzagerecht. 1. Na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen kan de student op zijn verzoek inzage verkrijgen in zijn beoordeeld werk. De periode waarbinnen deze mogelijkheid bestaat eindigt op het moment dat het cijfer is vastgesteld, d.w.z. op het moment dat het desbetreffende examen is afgelegd. Tevens wordt hem op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie verschaft van dat werk. 2. Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belangstellende kennis nemen van vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 3. De Examencommissie kan bepalen, dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op tenminste twee vaste tijdstippen. Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn. PARAGRAAF 6 - VRIJSTELLING Artikel 18: Vrijstelling van tentamens



De Examencommissie kan op voorstel van de desbetreffende examinator vrijstelling verlenen van een tentamen van een in art. 6 resp. art. 8 genoemd onderdeel, indien de student een tentamen heeft behaald van een qua inhoud en studielast overeenkomstig onderdeel van een andere opleiding. Verzoeken tot vrijstelling van het afleggen van een tentamen, voorzover niet geregeld als in bijlage 2 van het O.E.R., moeten schriftelijk worden ingediend bij de Examencommissie. Een verzoek wordt slechts in behandeling genomen als de examinandus is ingeschreven voor de opleiding en indien het schriftelijk advies van de betreffende vakdocent(en) is bijgevoegd. Ingeval van buitenlandse studenten behoudt de Examencommissie zich het recht voor tevens advies te vragen van de Commissie Beoordeling Buiten-landse Diploma's. Een uitgebreid overzicht van het vrijstellingenbeleid voor van het VWO afwijkende vooropleidingen is opgenomen in bijl. 2. PARAGRAAF 7 - EXAMENS Artikel 19: Tijdvakken en frequentie afleggen examens 1. De examenuitslag voor het Propedeutisch examen en het Doctoraal examen 1e gedeelte vindt plaats binnen 6 weken na beëindiging van het 2e en 5e kwintaal en de augustus tentamens. 2. Het afsluitend examen kan niet eerder worden afgelegd dan nadat het Propedeutische examen met gunstig gevolg is afgelegd dan wel vrijstelling van het afleggen daarvan is verkregen. 3. Het afsluitend examen wordt afgenomen op een na overleg met de examinandus vast te stellen tijdstip. Artikel 20: Uitslag examen 1. De Examencommissie stelt de uitslag van het examen vast, zodra de student voldoende bewijzen overlegt van door hem behaalde onderdelen van het desbetreffende examen. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de Examencommissie, alvorens de uitslag van het examen vast te stellen, zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student m.b.t een of meer onderdelen van de opleiding, indien en voorzover de uitslagen van de desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven. PARAGRAAF 8 - VOOROPLEIDING Artikel 21: Vervangende eisen t.a.v. deficiënties in de vooropleiding. 1. Deficiënties in de vooropleiding m.b.t. de vakken Wiskunde B en Natuurkunde worden vervuld door het met goed gevolg afleggen van de toetsen Wiskunde en Natuurkunde bij de TU-Delft dan wel van de zomercursussen verzorgd door de Stichting Aanvullend Onderwijs te Utrecht. 2. Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van de toets Nederlands, afgenomen door de Faculteit Techniek, Bestuur en Management, subfaculteit Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen (WTM). Artikel 22: Equivalente vooropleiding De Examencommissie bepaalt wanneer een vooropleiding aan equivalentie-eisen voldoet. Artikel 23: Colloquium doctum Aspirant studenten zonder de vereiste vooropleiding moeten een toelatingsonderzoek afleggen. De eisen zijn: kennis en inzicht in Wiskunde B en Natuurkunde op het niveau van het eindexamen van http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Oer_mt98.htm (5 of 7) [29/12/1999 15:22:20]


het Nederlandse VWO en voldoende beheersing van de Nederlandse taal. Een colloquium doctum dient schriftelijk aangevraagd te worden bij het College van Bestuur van de TUD. Artikel 23a: Aanvullend bewijs van bekwaamheid. Ten aanzien van een bezitter van een getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen van dezelfde opleiding aan een andere universiteit ,kan de Examencommissie bepalen, dat in de postpropedeutische fase behoren te worden opgenomen die onderwijs-eenheden die in het afgelegd propedeutisch examen niet of niet in gelijke mate begrepen zijn geweest. Artikel 23b: Degene die onderdelen van de postpropedeutische fase met goed gevolg heeft afgelegd aan een andere universiteit en die de nog overgebleven tentamens van deze fase aan deze universiteit wenst af te leggen, dient daarbij, indien de Examencommissie dit noodzakelijk acht, alsnog bewijs van bekwaamheid te leveren in die onderwijseenheden, die in de door hem reeds afgelegde tentamens niet of niet in gelijke mate begrepen zijn geweest. PARAGRAAF 9 - STUDIEBEGELEIDING Artikel 24: Studievoortgang en studiebegeleiding. 1. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een zodanige registratie van de studieresultaten, dat tenminste eenmaal per half jaar aan elke student een overzicht verschaft kan worden van de door hem behaalde resultaten in relatie tot het onderwijs- en examenprogramma van de opleiding. 2. De registratie van de studievoortgang vindt plaats in studiepunten die corresponderen met de in artikel 7.4, eerste lid van de wet bedoelde studielast, zoals die voor de onderscheiden onderwijseenheden van de opleiding is vastgesteld. 3. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor studiebegeleiding van de studenten, die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. PARAGRAAF 10 - SLOT- EN UITVOERINGSBEPALINGEN Artikel 25: Wijziging Wijzigingen van deze regeling worden door het bestuur van de Faculteit bij afzonderlijk besluit vastgesteld. Geen wijzigingen vinden plaats die van toepassing zijn op het lopende cursusjaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. Wijzigingen kunnen voorts niet ten nadele van de student van invloed zijn op: ●

de goedkeuring, die krachtens art. 6 of art. 8 is verkregen;

●

enige andere beslissing, die krachtens deze regeling door de Examencommissie is genomen ten aanzien van een student.

Artikel 26: Bekendmaking 1. Het bestuur van de Faculteit draagt zorg voor bekendmaking van deze regeling, van de regelen en richtlijnen die door de Examencommissie zijn vastgesteld (bijlage 2), en van wijzi-gingen van deze stukken. 2. Elke belangstellende kan op het bureau van de Faculteit een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen.



Artikel 27: Omrekening studieresultaten 'oude stijl' De Examencommissie stelt, op verzoek van de student, de waarde van diens voor de inwerkingtreding van de wet behaalde studieresultaten vast in studiepunten t.b.v. een volgens deze onderwijs- en examenregeling af te leggen examen. Artikel 28: Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1_september 1998. Aldus vastgesteld door de decaan van de Faculteit Ontwerp, Constructie en Productie. Bijlagen bij het Onderwijs en Examenreglement (O.E.R.) Deze bijlagen vormen een onverbrekelijk geheel met het O.E.R. en kunnen slechts tezamen met de genoemde regeling worden goedgekeurd of gewijzigd: ●

Bijlage 1: Vrijstellingenbeleid.

●

Bijlage 2: Regelen en richtlijnen vastgesteld door de Examencommissie.

●

Bijlage 3: Normen en procedure van de Studie Advies Commissie.


Overgangsregeling van 4 naar 5

Bijlage 5 bij het Studentenstatuut 1998-1999 Maritieme Techniek OVERGANGSREGELING VAN 4 NAAR 5 JAAR In het studiejaar 1998/1999 kunnen examens worden afgelegd in de propedeuse en het doctoraal van het vierjarige en het vijfjarige programma*. 1. De examens van het vierjarige programma 1. Het propedeuseprogramma, gepubliceerd in de ''Het Kompas'' 1993/94; 2. Het programma voor het doctoraal examen dat is gebaseerd op het D1-programma, gepubliceerd in de ''Het Kompas'' van 1994/95 en de hoofdvakprogramma's, gepubliceerd in de ''Het Kompas'' 1995/96. 2. De examens van het vijfjarige programma 1. Het propedeuseprogramma, gepubliceerd in ''Het Kompas'' vanaf 1995/96; 2. Het doctoraal programma, gebaseerd op het tweede- en de eerste helft van het derdejaarsprogramma en de hoofdvakprogramma's, gepubliceerd in ''Het Kompas'' vanaf 1996/97. Het onderwijsaanbod in 1998/99 is het onderwijs behorende bij het vijfjarige programma. 3. studiepunten in het kader van de tempobeurs Aan een onderdeel dat voorkomt zowel in het vier- als vijfjarige programma, wordt in het kader van de tempobeursmeeting het hoogste aantal studiepunten toegekend. Overgangsregeling eerstejaarsprogramma In het studiejaar 98.99 kunnen studenten van de generatie 1997 het onderwijsprogramma, zoals gepubliceerd in ''Het Kompas'' 97/98, afronden volgens het schema. Overgangsregeling tweedejaarsprogramma Studenten van de generatie 96/97 kunnen in het studiejaar 98/99 het programma van het tweede jaar, zoals gepubliceerd in het ''Het Kompas'' 97/98, afronden volgens het schema.

http://www-ocp.wbmt.tudelft.nl/fac/Onderw/MTKOMPAS/Ov45mt.htm [29/12/1999 15:22:20]

Onderwijsfilosofie en doelstellingen Homepage Thematische Projecten Het onderwijsprogramma in de verschillende studiejaren

Recommend Documents