AG E N D A algemeen bestuur Datum
:
2 juli 2015
Tijdstip
:
09.30 uur
Locatie
:
Ridderzaal, Harlingertrekweg 58, Leeuwarden
Algemeen bestuur Onderwerp
Bijlage
Doel
1.
Opening
2.
Mededelingen
Bijlage
Informeren
3.
Conclusies vergadering 19 maart 2015
Bijlage
Vaststellen
4.
Jaarrekening 2014, begroting 2016 en
Bijlage
Vaststellen
viermaandsrapportage 2015 5.
Bestuurlijke conferentie oktober/november 2015
Bijlage
Vaststellen
6.
Aanbesteding accountantscontrole
Bijlage
Vaststellen
7.
Rondvraag
8.
Sluiting
Na afloop van de vergadering wordt nog een presentatie “Digitaal Opkopersregister” gegeven door de politie Eenheid Noord-Nederland.
CONCEPT
Veiligheidsberaad t.a.v. portefeuillehouder Informatievoorziening Dagelijks Bestuur Drs. H.J.J. Lenferink Postbus 7010 6801 HA ARNHEM
Datum 23 juni 2015
Uw kenmerk V019
Uw brief van 23 april 2015
Ons kenmerk Behandeld door M. Kool
Onderwerp Regionale consultatie LMO documenten
Bijlagen Doorkiesnummer 088 2299962
E-mail
[email protected]
Geachte heer Lenferink,
In uw brief van 23 april vraagt u een integrale reactie van ons bestuur op de documenten landelijke melkamerorganisatie (LMO). Aangezien we in het Noorden inmiddels hebben voorzien in een Meldkamer Noord Nederland (MkNN) te Drachten is deze bestuurlijke reactie in Noordelijk verband afgestemd. Op basis hiervan en in aanvulling op het advies van de Raad Directeuren Veiligheidsregio's en Raad Brandweercommandanten brengen wij het volgende onder uw aandacht. De Noordelijke Veiligheidsregio’s hebben kennis genomen van voorliggende documenten. Naar onze mening voegen de toegezonden documenten weinig toe aan het vastgestelde transitieakkoord. In het transitieproces wordt onderscheid gemaakt in de fasen: samenwonen, samenvoegen en integreren. De documenten gaan met name over de fasen samenwonen en samenvoegen. Voor de MkNN geldt dat deze fasen al zijn afgerond en de documenten doen daarmee geen recht aan de fase waarin NoordNederland zich bevindt. De ter consultatie aangeboden stukken zijn dan ook minder relevant voor de MkNN. Desondanks willen wij nog een aantal aandachtspunten (m.b.t. bestuur, inhoud, personeel, financiën, proces en overdracht) benoemen. In de nog op te stellen regionale overeenkomsten dient voldoende ruimte te worden geboden voor een regionaal specifieke uitwerking van deze aandachtspunten. Bestuur/ governance Gedurende het transitieproces moet het huidige niveau van dienstverlening gewaarborgd zijn. Dit met het oog op de huidige bestuurlijke verantwoordelijkheid van de veiligheidsregio's voor het meldkamerdomein. Pilots (bijv. multi -intake) mogen geen negatieve gevolgen hebben voor het huidige niveau van dienstverlening. Verder wordt in de documenten de governancestructuur voor de LMO geschetst. De huidige governance structuur voor MkNN voldoet reeds aan deze geschetste structuur. Wij willen hier dan ook gebruik van (blijven) maken gedurende de transitieperiode.
Inhoud In de verschillende documenten wordt gesproken over het meldkamerdomein. De exacte afbakening hiervan is van belang voor het ontwerp, maar zeker ook voor de financiële overdracht vanuit de veiligheidsregio’s. Deze afbakening ontbreekt echter op dit moment nog (bijv. bijlage 1 PvA LMO). Dit maakt een inhoudelijke maar ook een verdere financiële beoordeling onmogelijk. Verder hebben wij met verbazing kennis genomen van de zinsnede in het PvA KLMO over de verantwoordelijkheid van de disciplines in het realiseren van hun bijdrage aan de taakstelling LMO. Het realiseren van deze taakstelling is en blijft de verantwoordelijkheid van de Minister van Veiligheid & Justitie! Personeel Als werkgever is de zorg voor ons gezamenlijk personeel zeer belangrijk. Voor ons betekent dat in ieder geval een zorgvuldig en ordentelijk proces voor de overgang van het personeel naar de LMO. De Meldkamer Noord Nederland heeft een dergelijke transitie reeds eerder doorgemaakt en geëvalueerd. Prof. Bob Hogeboom van Nijenrode heeft de lessen en ervaringen verwoord in het document "Lessen uit Drachten". Mede naar aanleiding hiervan pleiten wij er voor om het personeel van de meldkamer(s) in een zo'n vroeg mogelijk stadium te betrekken in het transitieproces. Zodoende kan in gezamenlijkheid invulling en betekenis worden gegeven aan de nieuwe organisatie LMO en de daarbij behorende waarden zoals bijvoorbeeld vakmanschap en samenwerking. Onder samenwerking verstaan wij ook het continu investeren en behouden van een goede verbinding tussen de LMO organisatie en de veiligheidsregio's zowel in de voorbereiding op als tijdens incidenten. Bij de feitelijke overdracht van personeel is het van groot belang dat de LMO organisatorisch en beheersmatig in staat is om als werkgever te fungeren. In onze optiek kan dit zelfs betekenen dat de feitelijke overdracht iets later moet plaatsvinden dan de ingangsdatum van de wet. IV en ICT-domein In het ontwerpplan staan uitgangspunten voor multi-governance die een afhankelijkheid van de politie suggereren, welke haaks staat op het hebben van een separaat IM/ICT domein voor de LMO. De afhankelijkheid ontstaat door: -Het in beeld willen brengen van uitvoeringsconsequenties door de politie (dit zou multi-disciplinair moeten worden beschouwd t.a.v. IM/ICT) -het zoveel mogelijk gebruik willen maken van ict voorzieningen van de politie, (hier stellen wij voor dat CIO-LMO waar nodig multidisciplinair eigen normen stelt) -het onderbrengen van ict mensen en middelen binnen de politie, middels dedicated capaciteit, ( hier willen wij voorstellen dat geborgd wordt dat MDC een separaat onderdeel is, zo mogelijk ondergebracht binnen de LMO). De bestuurlijke Regiegroep, belast met de sturing op het im/ict domein, heeft voldoende middelen nodig om onafhankelijk sturing te kunnen geven aan de meldkamer, zoals dat nu in Noord-Nederland is geborgd. Financiën Voor de besteding van het beschikbare budget voor projectkosten van € 1,1 miljoen stelt de regionaal kwartiermaker een plan op. Voor de MkNN geldt dat dit plan betrekking zal hebben op overdracht en mogelijk een gedeelte van integreren. Thans kan reeds gesteld worden dat de reeds gemaakte projectkosten in het Noorden hiermee niet volledig gedekt kunnen worden. Onder verwijzing naar onze eerdere brieven zijn wij van mening dat volledige compensatie van deze kosten alsnog dient plaats te vinden. De frictiekosten als gevolg van de eerdere samenvoeging van de Noordelijke meldkamers zullen wij opvoeren in het kader van de financiële overdracht.
2
Proces Wij onderschrijven nadrukkelijk het belang van een bestuurlijke accordering van de Nulmeting MkNN. En ook het consulteren met betrekking tot het landelijke rapport Nulmeting achten wij noodzakelijk. In het verlengde van het ontbreken van een bestuurlijk akkoord op de nulmeting MkNN en het hierna geformuleerde uitgangspunt, behouden wij ons het recht voor bij de financiële overdracht af te wijken van het gestelde in de Nulmeting Meldkamers. Overdracht Ons uitgangspunt bij de overdracht is dat MkNN wordt overgedragen aan de LMO met een ongewijzigde taakopdracht, met het huidige budget en het uitgangspunt dat de dienstverlening kwalitatief op hetzelfde niveau blijft. Wij gaan er vanuit dat het Veiligheidsberaad bovengenoemde aandachtpunten en de bijzondere positie van het Noorden tot uitdrukking brengt in het advies aan de bestuurlijke regiegroep LMO.
Hoogachtend, Namens de besturen van Veiligheidsregio's Drenthe, Fryslân en Groningen,
C. Bijl Voorzitter Veiligheidsregio Drenthe
F.J.M. Crone Voorzitter Veiligheidsregio Fryslân
P.E.J. den Oudsten Voorzitter Veiligheidsregio Groningen
3
S AM E NV AT T E N D V E RS L AG E N AD V I E S Auditcommissie Veiligheidsregio Fryslân Datum Locatie
: :
9 februari 2015 Harlingertrekweg
Aanwezig: T. van de Zwan A. Aalberts C. de Pee C. Trompetter J.H. Wobma W. Kleinhuis J. Oostinga
R. Giesolf
Afwezig met kennisgeving: T. van Bekkum W. Piek
Onderwerp 1.
Opening De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
2.
Mededelingen De opdracht tot accountantscontrole zal opnieuw worden aanbesteed aangezien de huidige overeenkomst afloopt. In de volgende vergadering van de auditcommissie komt het programma van eisen aan de orde.
3.
Verslag van de vorig vergadering Het verslag van de vorige vergadering wordt ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van het verslag wordt gemeld dat voor de vrijwilligersvergoeding geldt dat deze voorlopig is aangemerkt als gerichte vrijstelling in de Werkkostenregeling (benoemd als risico in het financieel kader).
4.
Zienswijzen kaderbrief 2016-2019 Gelet op de gemeentelijke zienswijzen stelt het dagelijks bestuur voor om de versterking GGD en versterking bedrijfsvoering structureel te verwerken in de begroting. Voor de versterking bedrijfsvoering geldt dat deze nader zal worden onderbouwd, waarbij het de bedoeling is om deze versterking op termijn (2020) te absorberen binnen de begroting. De auditcommissie kan instemmen met het voorstel om de versterking van bedrijfsvoering nader te onderbouwen en op termijn te absorberen binnen de begroting. Het verwerken van de gebruikelijke indexaties in de begroting is in overeenstemming met het standpunt van de auditcommissie over het toepassen van indexering. Daarnaast is het doorvoeren van indexering in overeenstemming met de bepalingen van de financiële verordening. Conclusie: de auditcommissie adviseert het algemeen bestuur om het naar aanleiding van de zienswijzen gemeenten aangepaste financieel kader, zoals verwoord in de reactie van het dagelijks bestuur, ongewijzigd vast te stellen.
1
5.
Voorlopig resultaat 2014 (resultaatbestemming) Het voorlopige resultaat over 2014 bedraagt € 3,2 miljoen. In de toelichting op het voorlopige resultaat wordt niet ingegaan op de oorzaken van het verschil tussen het voorlopige resultaat en de resultaat volgens de 8-maandsprognose. De auditcommissie vindt het van belang om bij het aanbieden van de jaarrekening ook aandacht te besteden aan het verschil tussen het jaarresultaat en het resultaat volgens de prognose in de 8-maands bestuursrapportage. Conclusie: de auditcommissie neemt kennis van het voorstel voor voorlopige resultaatbestemming. De definitieve resultaatbestemming zal in de jaarrekening worden opgenomen. Advisering over de resultaatbestemming zal plaatsvinden in samenhang met de advisering over de vaststelling van de jaarrekening.
6.
Beleidsnota’s financiële verordening Weerstandsvermogen Naar aanleiding van de bespreking van de beleidsnota Weerstandsvermogen in de vergadering van 6 oktober 2014 zijn een aantal wijzingen doorgevoerd in de beleidsnota. Voor de aanwending van de post onvoorzien is een afzonderlijke beleidslijn toegevoegd. Het voorstel om een specifieke beleidslijn op te nemen voor de wijze van verrekenen van de exploitatiesaldi per programma is niet verwerkt. De besluitvorming over de verrekening van exploitatiesaldi per programma is feitelijke gezien de reguliere resultaatbestemming. Reserves en voorzieningen De auditcommissie onderschrijft de beleidslijn dat bespaarde rente over reserves en voorzieningen niet ingezet wordt als structureel dekkingsmiddel binnen de begroting. De formulering van beleidslijn 4 dient nog wel aangepast te worden. De beleidslijn spreekt namelijk over het verantwoorden van de bespaarde rente, maar het gaat om het inzetten als dekkingsmiddel. Conclusie: de auditcommissie adviseert het algemeen bestuur om de beleidsnota Weerstandsvermogen en de beleidsnota Reserves en voorzieningen (na aanpassing beleidslijn 4 over rentetoerekening) ongewijzigd vast te stellen.
7.
Meerjareninvesteringsprogramma 2015 Bij ongewijzigd beleid zullen de kapitaalslasten van investeringen in gebouwen en materieel niet meer passen binnen het kader van de begroting (mogelijk een structureel tekort van € 1,3 miljoen). Via het dekkingsplan 2.0 zal gezocht worden naar een oplossing voor de dekking van de kapitaalslasten. Voor het opstellen van het dekkingsplan 2.0 zullen verschillende scenario’s worden uitgewerkt (met een verschillend risicoprofiel). Eén van de mogelijke scenario’s is een scenario waarbij de kapitaalslasten van de benodigde investeringen in gebouwen en materieel passen binnen de begroting.
8.
Rondvraag en sluiting Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt.
2
S AM E NV AT T E N D V E RS L AG E N AD V I E S Auditcommissie Veiligheidsregio Fryslân Datum Locatie
: :
16 maart 2015 Harlingertrekweg
Aanwezig: T. van de Zwan A. Aalberts C. de Pee C. Trompetter J.H. Wobma W. Kleinhuis J. Oostinga
R. Giesolf
Aanwezig bij agendapunt 3 C. Alserda (PWC) E. Koster (PWC)
Afwezig met kennisgeving: T. van Bekkum W. Piek
Onderwerp 1.
Opening De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
2.
Verslag van de vorig vergadering Het verslag van de vorige vergadering wordt ongewijzigd vastgesteld.
3.
Jaarrekening 2014 Door de accountant wordt een toelichting gegeven op de bevindingen naar aanleiding van de controle van de jaarrekening 2014. Conclusie is dat ten aanzien van de jaarrekening een goedkeurende verklaring voor getrouwheid en rechtmatigheid zal worden verstrekt. Het proces van regionalisering is goed verlopen. Er zijn geen principiële tekortkomingen geconstateerd als het gaat om interne beheersing en de verantwoording. De druk op de organisatie is echter wel merkbaar en dit vormt een aandachtspunt voor de toekomst. Belangrijkste bevindingen van de accountant: - Overdracht vastgoed brandweer: uit de notariële akte blijkt dat zowel de juridische als economische overdracht 1 minuut voor 12 (in 2013) heeft plaatsgevonden. - Naleving BBV: de jaarrekening voldoet aan de minimale verslaggevingsvoorschriften. - Financiële verordening: de jaarrekening voldoet niet geheel aan de financiële verordening. - Weerstandsvermogen: de accountant is van mening dat de onderbouwing van de omvang van het weerstandsvermogen concreter uitgewerkt kan worden in de beleidsnota. - Liquiditeitsplanning: in de toekomst vereist liquiditeitsplanning meer aandacht (professionaliseren). - Interne controle en beheersing IT: accountant vraagt aandacht voor doorontwikkeling interne controle en opvolging bevindingen beheersing IT (in samenhang met uitkomsten onderzoek KPN). Conclusie: de auditcommissie neemt kennis van de jaarrekening 2014 en het verslag van bevindingen van de accountant. Advisering richting het algemeen bestuur over de vaststelling van de jaarrekening vindt plaats in samenhang met de zienswijzen gemeenten.
1
4.
Aanbesteding accountantscontrole PWC heeft de afgelopen vier jaren de opdracht tot accountantscontrole van de jaarrekening uitgevoerd. De huidige overeenkomt met PWC loopt af en dit is de reden dat een nieuwe aanbestedingsprocedure wordt gestart. Gelet op de behoefte aan een frisse blik op de organisatie en de ontwikkeling van bedrijfsvoering zal de huidige accountant (PWC) niet worden gevraagd om een offerte uit te brengen. De verwachting is dat de benodigde expertise vrijwel uitsluitend bij de grote kantoren aanwezig zal zijn. Conclusie: de auditcommissie adviseert het algemeen bestuur om het programma van eisen vast te stellen. Namens de auditcommissie zal mevrouw C. de Pee deelnemen aan de beoordelingscommissie. De zittende accountant zal niet worden gevraagd om een offerte uit te brengen.
5.
Rondvraag en sluiting Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt.
2
Veiligheidsregio Fryslân Kaderbrief 2016-2019 Algemeen Bestuur 19 maart 2015
Inhoud 1. 2. 3. 4. 5.
Voorlopig resultaat 2014 Zienswijzen en toepassing Aangepast kader 2016-2019 Risico’s Vervolg proces
Voorlopig resultaat 2014
- Resultaat structureel € 280.000: - financieringsresultaat => in kader ‘16-’19
- Resultaat incidenteel € 2.9 mln: - Zeer divers, kapitaallasten € 1.060.000
- Resultaat a € 3.2 mln ten gunste gemeenten
Zienswijzen en Toepassing 1/2 1. Structureel ipv Incidenteel 2. Investering GGD akkoord 3. Indexering CAO divers –
Toegepast
Indexering gehandhaafd: • •
conform financieel beleid conform melding risico begroting 2015
4. Investering BV ?! Onderbouwen => …
Zienswijzen en Toepassing 2/2 4. Investering BV ?! Onderbouwen: – Evaluatie conform besluit DB – Berenschot: Overhead -26% : • •
P&C, advisering, mutaties Resultaatkaart/Begroting 2.0
– Met € 620 tov benchmark nu op -20% Opgevoerd in kader
Omschrijving Materiële indexatie 2015 Fin resultaat + overige Index cao 2015 Index cao 2016 e.v. Index materieel 2016 e.v. Versterking GGD Versterking BV Taakstelling BV Vennootschapsbelasting
2015 350 -350 690 0 0 110 310
2016 350 -350 785 400 29 220 620
0
Overschot kapitaallasten Saldo Verhoging bijdrage t.o.v. 2015 Nadelig saldo Jaarlijkse stijging
60
2017 350 -350 785 800 314 220 620 -155 60
2018 350 -350 785 1.200 599 220 620 -310 60
2019 350 -350 785 1.600 884 220 620 -465 60
-1.100
pm
pm
pm
pm
10
2.114
2.644
3.174
3.704
0
2.114
2.644
3.174
3.704
51.027
53.141
53.671
54.201
54.731
4,14%
1,00%
0,99%
0,98%
Delta Indexatie en wegvallen WKR scheelt € 1.8 mln in 2015-2019
Aangepast kader 2016-2019 2/2 Incidentele dekking: Item Reserve Kwaliteitsplan Brandweer 1.225 Cultuur en Leiderschap 300 Regionalisering Brandweer -564 BDUR -98 Rampen en Crisis -500 Verlaging Alg.reserve -294 Saldo 69
Toelichting Geaccordeerd in BC V 2014 Vandaag in AB Vandaag in AB Vandaag in AB Vandaag in AB Vandaag in AB Nog op te lossen incidenteel
=> Structureel dekken conform financieel beleid => Geld over = geld terug: € 3.2 mln in 2014
Risico’s • • • • • • •
Landelijke Meldkamer Organisatie Aanpassen BDUR/gemeentefonds Kapitaallasten BW a € 1.3 mln (S) Herallocatie BW a € 800K (S) Aanbest. Arrestantenzorg a € 250K (S) Herinrichting GGD ICT Onderzoek
4. Vervolg Proces
1/2
• DB 26 maart voorlopig vaststellen: – Jaarrekening 2014 – Begroting 2016-2019
• Verzoek zienswijzen Gemeenten april-mei • Informatiesessie financiële ambtenaren • DB 18 juni: verwerken zienswijzen
4. Vervolg Proces • AB 2 juli vaststellen: – Jaarrekening 2014 – Begroting 2016 – Begroting 2015 via Berap
2/2
C O N CL US I E S algemeen bestuur Veiligheidsregio Fryslân Datum Locatie
: :
19 maart 2015 Leeuwarden
Aanwezig: F.J.M. Crone (voorzitter) H.H. Apotheker (lid DB, pfh. BRW) T. van Bekkum (lid DB, pfh. F/P) D. Fokkema (lid DB, pfh. GGD, vervanging E. J. Ter Keurs) P. Maasbommel (lid DB, pfh. IFS) W. van den Berg J.R.A. Boertjens G. van Klaveren G. Krol J. Liemburg T. van Mourik (eerder vertrokken) H. Oosterman G. Postma (vervanging G. Gerbrandy) Afwezig: A. Aalberts B. Bilker S. Heldoorn A. de Hoop
E. Schadd-de Boer E. van Selm W.R. Sluiter M.C.M. Waanders B. Wassink (eerder vertrokken) Tj. van der Zwan F. Bolhuis (provincie) W.K. Kleinhuis (algemeen directeur/secretaris) J.H. Oostinga (directeur bedrijfsvoering) H. Blokker (directeur/commandant brandweer) H.C. de Vries (directiesecretaris)
F. Veenstra J. Stellinga J. Eland (OM) P. van Erkelens (waterschap)
1. •
Opening en mededelingen Het algemeen bestuur besluit: de samenvattende verslagen van de auditcommissie (van 6 oktober en 1 december 2014) voor kennisgeving aan te nemen.
2. •
Conclusies van de vergadering van 27 november 2014 Het algemeen bestuur besluit: de conclusies ongewijzigd vast te stellen.
3. •
Financieel kader 2016 – 2019 (zienswijzen gemeenten) Naar de mening van de portefeuillehouder financiën, de heer Van Bekkum, is sprake geweest van een open proces met meerdere scenario’s. Gemeenten hebben volop gebruik gemaakt van de mogelijkheid een zienswijze in te dienen. Het dagelijks bestuur heeft de zienswijzen zorgvuldig gewogen en met behoud van de eigen verantwoordelijkheid voor de organisatie de reactie geformuleerd. Dit betekent dat thans een kader voor ligt waarin is gekozen voor een structurele dekking van de uitgaven met een jaarlijkse afrekening met de gemeenten. Een indexering overeenkomstig de besluitvorming van dit bestuur (vastgelegd in de financiële verordening) en handhaving van het uitgangspunt voor een “lean en mean” organisatie. Dit laatste impliceert een tijdelijke uitbreiding van de bedrijfsvoering waarvoor de accountant, in het kader van de controle van de jaarrekening, de organisatie complimenteert maar anderzijds ook kritische opmerkingen maakt over de robuustheid. Hij besluit met de opmerking dat de procedure voor het ophalen van de zienswijzen waardevol is geweest; wel doet hij een dringende oproep aan de bestuurders ambtenaren de informatiebijeenkomsten bij te laten wonen. De heer Oostinga geeft vervolgens een toelichting op de aangepaste kaderbrief 2016 – 2019. Ten
•
1
• • •
•
•
• •
•
• • • • •
• •
opzichte van de toegezonden stukken wijst hij nog op één wijziging; de indexering materieel (CPI februari) is thans bekend en is uitgekomen op 0,1% en zal als zodanig worden verwerkt in de ontwerpbegroting 2016. Meerdere leden zijn van mening dat de risicoduiding verwarrend is en in combinatie met de eveneens geagendeerde Weerstandsnota vragen oproept. Mevrouw Schadd-de Boer vraagt naar de betekenis van de alinea over de herijking van het basistakenpakket JGZ. De zienswijzen en de reactie van het dagelijks bestuur daarop zijn eveneens besproken in de auditcommissie. De voorzitter, de heer Van der Zwan, merkt op dat de auditcommissie het voorstel van het dagelijks bestuur voor de uitbreiding van de bedrijfsvoering van harte ondersteunt. In het kader van de controle jaarrekening is indringend met de accountant gesproken. Uit dat gesprek is duidelijk geworden dat de bedrijfsvoering nog fragiel is en dringend versterkt moet worden. Hij geeft aan dat binnen de auditcommissie ook getwijfeld wordt aan de haalbaarheid van de taakstelling bedrijfsvoering. Wat betreft de indexering, de auditcommissie heeft nooit een andere koers gevaren. Tenslotte geeft hij aan, mede gelet de discussie over de risicoduiding, dat risicomanagement nadrukkelijk aandacht vraagt. Meer en betere informatie is noodzakelijk ter voorkoming en beheersing van risico’s. Daarin ligt overigens een sterke relatie met de uitbreiding van bedrijfsvoering, De heer Oosterman is blij met de reactie van het dagelijks bestuur op de zienswijzen. De structurele benadering komt tegemoet aan de opmerkingen van nagenoeg alle gemeenten. Gelezen de reactie van het dagelijks bestuur en gehoord het advies van de auditcommissie is hij akkoord met het verwerken van de indexering en de uitbreiding bedrijfsvoering. Gelet op de uitgesproken twijfel acht hij het noodzakelijk dat regelmatig wordt gerapporteerd over de uitvoering van de taakstelling. Mevrouw Waanders geeft aan tevreden te zijn met de reactie van het dagelijks bestuur op de gemeentelijke zienswijzen. De thematische reactie is prettig leesbaar. Wel ontbreekt daardoor een reactie op de suggesties die sommige gemeenten hebben gedaan. Zij vindt het jammer dat de rapportage van Berenschot niet is meegezonden. Ook zij vraagt zich af of de taakstelling bedrijfsvoering haalbaar is. Verder wil ze graag meegenomen worden in een betere informatievoorziening omtrent dit onderwerp. Met het opnemen van de indexatie 2015 stemt zij in. Tenslotte hoort zij graag nog iets over het risico met betrekking tot de werkkostenregeling (WKR). Mevrouw Schadd-de Boer kan zich vinden in optie 1. De toelichting op de uitbreiding bedrijfsvoering heeft haar meer zicht gegeven op de problematiek. Verder ontvangt ze graag antwoord op de eerder gestelde vraag herijking basistakenpakket JGZ. Mevrouw Liemburg wijst met name op het proces en onderschrijft de oproep van de portefeuillehouder met betrekking tot de aanwezigheid van ambtenaren bij informatiebijeenkomsten. De voorlichting die in december is verstrekt ziet zij niet terug in de zienswijzen. Zij is tevreden over de communicatie vanuit deze gemeenschappelijke regeling. Enig bestuurlijk tegengas met betrekking tot het eigen ambtelijke advies was op zijn plaats geweest. De heer Apotheker geeft aan nog steeds gecharmeerd te zijn van het oorspronkelijke voorstel van het dagelijks bestuur: het resultaat 2014 reserveren om zodoende, zeker in deze tijden (financiële) rust te scheppen voor de komende beleidsperiode. Maar hij zal geen bezwaar maken tegen het aangepaste kader. Tenslotte merkt hij namens de gemeente Súdwest Fryslân op dat de kostenontwikkeling bij de veiligheidsregio de gemeente wel zorgen baart. De heer Van Mourik is het eens met de woorden van de heer Apotheker. Maar ook hij zal zich niet verzetten tegen het aangepaste kader. De heer Van den Berg zegt dat zijn gemeente kiest voor optie 1. Zelf is hij voorstander voor optie 2. Hij geeft aan voorstander te zijn om jaarlijks te kijken naar de omvang van het weerstandsvermogen. De heer Sluiter onderschrijft optie 1, de structurele variant. Hij heeft, gelet op de woorden van de voorzitter van de auditcommissie, grote twijfels bij het realiseren van de taakstelling bedrijfsvoering. De heer Boertjens sluit zich aan bij de eerder gemaakte opmerkingen. Mevrouw Postma pleit er voor de gemeenten individueel een reactie te sturen op de ingediende zienswijze. Hoewel het dagelijks bestuur goed is tegemoetgekomen aan de gemeentelijke zienswijzen, houdt zij twijfel over de uitbreiding bedrijfsvoering. Uit de benchmark blijkt ook dat de formatie van onderdelen boven het gemiddelde is. Zij pleit voor een nadere uitwerking. De heer Van der Zwan zegt dat zijn gemeente tevreden is over de informatievoorziening vanuit de veiligheidsregio. Hij geeft aan zich niet te verzetten tegen een projectmatige insteek met betrekking tot de versterking bedrijfsvoering (incidentele financiering). Mevrouw Van Selm geeft aan dat tegemoet gekomen is aan de zienswijze van de gemeente, namelijk optie 1.
2
•
• •
• •
•
•
• •
• • • • • • •
De heer Van Bekkum zegt dat het vertrek van de brandweer uit de gemeentelijke organisatie tot gevolg heeft dat ambtelijk nu veel technischer wordt gekeken naar de brandweerbegroting. Er mag volgens hem ook gekeken worden naar wat wel is gepresteerd. Smallingerland kan zich vinden in het voorstel. Monitoring van de realisatie van de taakstelling bedrijfsvoering is zeker van belang. De heer Fokkema zegt dat zijn gemeente pragmatisch gekozen heeft voor optie 2. Wellicht is er thans sprake van voortschrijdend inzicht. Hij wil zijn dank uitspreken voor de ondersteuning versterking GGD. Het onderwerp is nadrukkelijk van onderop opgepakt. Volgens de heer Van Klaveren is de veiligheidsregio met dit proces geslaagd voor een proeve van bekwaamheid. Niet alleen zijn zienswijzen gevraagd maar het dagelijks bestuur heeft met een aanpassing van het concept ook ingespeeld op de overwegingen van de gemeenten. Een goed proces. Hij doet de aanbeveling de tekst met betrekking tot bedrijfsvoering scherper te formuleren. Geen rekening houden met de loonindexering in de primaire begroting is niet handig geweest. De heer Krol zegt dat zijn gemeente heeft gekozen voor optie 2. De heer Crone zegt dat zijn gemeente nadrukkelijk kiest voor optie 1 omdat optie 2 in strijd is met het BBV. Met de indexering is de gemeente het principieel eens. Wel acht de gemeente het noodzakelijk dat de risico’s transparanter worden gemaakt. Een jaarlijkse update van die risico’s zou op zijn plaats zijn. Tenslotte geeft hij aan dat het een gemeenschappelijke regeling betreft die goed op orde en in control is. In de reactie op de gemaakte opmerkingen geeft de portefeuillehouder financiën aan dat de risicoduiding aandacht verdient. Ook een grondige onderbouwing van de meerjarenplanning investeringen maakt daar onderdeel van uit. Juist met de uitbreiding van bedrijfsvoering kan daaraan inhoud worden gegeven. Een structurele borging van de informatievoorziening vanuit de veiligheidsregio in de vorm van een jaarlijkse bestuurdersconferentie zou wat hem betreft overwogen kunnen worden. Naar aanleiding van vragen vult de heer Oostinga aan dat de kosten van de herijking basistakenpakket JGZ inmiddels structureel zijn opgenomen in de begroting. Met betrekking tot mogelijke extra kosten WKR geeft hij aan dat alle informatie er nu op wijst dat deze zich niet zullen voordoen. Het voorleggen van de nota’s Weerstandsvermogen en Reserves en Voorzieningen wordt niet overwogen mede gelet op het feit dat de veiligheidsregio al meer voor zienswijze voorlegt dan wettelijk vereist. Op zich niet verkeerd maar in proces betekent een en ander nogal wat. Een informele toetsing in een ambtelijk overleg zal intern worden besproken. De heer Krol hoopt dan wel dat alle gemeenten ambtelijk aanwezig zijn. De voorzitter merkt nog op dat de gemeenten de besluitvorming over de zienswijzen terugzien in de ontwerpbegroting 2016. Een individuele beantwoording van de zienswijzen is niet gebruikelijk. De heer Apotheker stelt in tweede termijn dat de kwaliteit van de veiligheidsregio en de omgang met de gemeenten niet ter discussie staat. Gelet op de diverse opmerkingen wil hij toch graag het voorstel van het dagelijks bestuur amenderen wat betreft de financiering van de extra kosten bedrijfsvoering. Hij stelt voor ten behoeve van deze extra kosten in de periode 2016 – 2019, € 1,5 mln., in de jaarrekening 2014 een voorziening te vormen. Hiermee worden de gemeenten in belangrijke mate tegemoetgekomen in de kostenontwikkeling van de veiligheidsregio. De voorzitter wijst er op dat gemeenten een en ander ook intern kunnen regelen door een deel van het resultaat over 2014 te reserveren ten behoeve van de gemeentelijke bijdrage aan de veiligheidsregio. Naar de mening van de heer Van Klaveren wordt met het amendement geen recht gedaan aan de gemeentelijke discussies. Hij vindt het een verkeerd signaal. De heer Van Bekkum is van mening dat het amendement een vorm van techniek is, de gemeenten betalen in beide gevallen. Hij deelt de mening van de heer Van Klaveren dat reservering afbreuk doet aan optie 1 die in de gemeentelijke discussies nadrukkelijk de voorkeur kreeg. De voorzitter brengt vervolgens het amendement (treffen voorziening in de jaarrekening 2014 ten behoeve van de extra kosten bedrijfsvoering in de periode 2016 – 2019) in stemming. Omdat de stemmen staken (voor 8 leden, tegen 8 leden) geeft overeenkomstig artikel 9, lid 8 van de gemeenschappelijke regeling de stem van de voorzitter de doorslag waarmee het amendement is verworpen. Vervolgens wordt ingestemd met het voorstel van het dagelijks bestuur. Het algemeen bestuur besluit: het concept van het financieel kader 2016 – 2019 vast te stellen met verwerking van de reactie van het dagelijks bestuur op de zienswijzen van de gemeenten. Het aldus vastgestelde kader is daarmee uitgangspunt voor de ontwerpbegroting 2016 (en meerjarenraming 2017 – 2019).
3
4. • • •
• •
Nota Weerstandsvermogen Onder verwijzing naar de discussie bij het voorgaande agendapunt zegt de voorzitter dat nadere verduidelijking van risico’s en meer aandacht voor risicomanagement al naar voren is gebracht. Mevrouw Waanders mist de onderbouwing voor de noodzakelijke omvang van het Weerstandsvermogen. Tevens vraagt ze nogmaals aandacht voor een reservering ten behoeve van preventie. De heer Kleinhuis zegt dat ook de accountant de onderbouwing dun achtte. In de auditcommissie is de afspraak gemaakt hier nog nader naar te kijken. Hierbij zal ook betrokken worden of een jaarlijkse update noodzakelijk is. De genoemde reservering ten behoeve van preventie maakt onderdeel uit van het kwaliteitsplan brandweer. Het algemeen bestuur besluit: de nota Weerstandsvermogen ongewijzigd vast te stellen met de toezegging dat het dagelijks bestuur in de volgende vergadering terugkomt op de risicoduiding.
5. •
Nota Reserves en Voorzieningen Het algemeen bestuur besluit: de nota Reserves en Voorzieningen ongewijzigd vast te stellen.
6. • •
Aanbesteding accountantscontrole De heer Boertjens wijst op onrechtmatigheid bij uitsluiting huidige accountant. Het algemeen bestuur besluit: het programma van eisen en de overeenkomst ongewijzigd vast te stellen en de beoordelingscommissie te mandateren het besluit voor de benoeming accountant voor te bereiden.
7. •
Tarieventabel 2015 Het algemeen bestuur besluit: de Tarieventabel 2015 ongewijzigd vast te stellen..
8. •
Rondvraag Met de gemeente Dongeradeel zal contact worden opgenomen over de toegezonden factuur WABOtaken. De heer Kleinhuis spreekt zijn dank uit voor de steun met betrekking tot het financieel kader en de waardering voor de inzet van het personeel..
• 9.
Sluiting
4
Resultaat na bestemming Verdeling over gemeenten bij uitbetaling Gezondheid Veiligheid Brandweer
Achtkarspelen Ameland Dantumadiel De Friese Meren Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel Harlingen Heerenveen Het Bildt Kollumerland Leeuwarden Leeuwarderadeel Littenseradiel Menameradiel Ooststellingwerf Opsterland Schiermonnikoog Smallingerland Súdwest-Fryslân Terschelling Tytsjerksteradiel Vlieland Weststellingwerf
€ -33.038 Inwoners € 485.876 Inwoners € 2.772.785 OOV - hist 2014 € 3.225.623 Inw € 19.676 € 2.468 € 13.394 € 36.403 € 16.960 € 6.197 € 14.330 € 11.097 € 34.531 € 7.457 € 8.977 € 74.888 € 7.222 € 7.669 € 9.608 € 18.079 € 20.937 € 673 € 38.793 € 59.032 € 3.359 € 22.386 € 777 € 17.922 € 452.838
OOV-hist* € 77.689 € 50.667 € 60.943 € 224.045 € 96.107 € 42.705 € 91.525 € 68.383 € 228.285 € 43.690 € 35.364 € 644.662 € 37.993 € 43.965 € 63.135 € 97.505 € 102.351 € 26.258 € 151.540 € 322.252 € 44.668 € 104.047 € 17.634 € 97.373 € 2.772.785
Totaal € 97.365 € 53.135 € 74.337 € 260.449 € 113.067 € 48.902 € 105.855 € 79.481 € 262.816 € 51.147 € 44.342 € 719.550 € 45.214 € 51.634 € 72.743 € 115.584 € 123.288 € 26.931 € 190.333 € 381.284 € 48.027 € 126.433 € 18.411 € 115.295 € 3.225.623
* = betreft de gecorrigeerde historische verdeling, zoals toegepast in de begroting 2014
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Fryslân
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in deze jaarstukken opgenomen jaarrekening 2014 van de Veiligheidsregio Fryslân gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en het overzicht van baten en lasten over 2014 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SiSa bijlage met verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen.
Verantwoordelijkheid van het Dagelijks Bestuur Het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Fryslân is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening alsmede voor het opstellen van het jaarverslag beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. Het Dagelijks Bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) en het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Badweg 2, 8934 AA Leeuwarden, Postbus 321, 8901 BC Leeuwarden T: 088 792 00 58, F: 088 792 94 27, www.pwc.nl ‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers Pensions, Actuarial & Insurance Services B.V. (KvK 54226368), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeente. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves. Deze goedkeuringstolerantie is door het Algemeen Bestuur op 27 november 2014 vastgesteld. Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn. Daarbij zijn voor de controle van de in de jaarrekening opgenomen WNTinformatie de toleranties gehanteerd zoals vastgelegd in het Controleprotocol WNT. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de Veiligheidsregio Fryslân een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2014 als van de activa en passiva per 31 december 2014 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213 lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Leeuwarden, 31 maart 2015 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door: C.R. Alserda AA
Pagina 2 van 2
Jaarrekening en jaarverslag 2014
Inhoudsopgave 1.
Voorwoord ...........................................................................................................................................3
2.
Resultaat 2014 ....................................................................................................................................5
3.
Programmaverantwoording .................................................................................................................7 3.1 Programma gezondheid ..............................................................................................................7 3.2 Programma Veiligheid ...............................................................................................................14 3.3 Programma Brandweer .............................................................................................................17
4.
Paragrafen .........................................................................................................................................21 4.1 4.2 4.3 4.4
5.
Financiering ...............................................................................................................................21 Weerstandsvermogen ...............................................................................................................22 Onderhoud kapitaalgoederen ....................................................................................................24 Bedrijfsvoering ...........................................................................................................................24
Jaarrekening ......................................................................................................................................28 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Balans per 31 december 2014 ..................................................................................................29 Programmarekening 2014 .........................................................................................................30 Waarderings- en resultaatbepalingsgrondslagen ......................................................................31 Toelichting op de balans ...........................................................................................................32 Toelichting op de programmarekening ......................................................................................38 5.5.1 5.5.2 5.5.3 5.5.4 5.5.5
6.
Analyse van de afwijkingen per programma ....................................................................38 Algemene dekkingsmiddelen en financiering ...................................................................42 Benutting van de post onvoorzien ....................................................................................42 Incidentele baten en lasten ..............................................................................................42 WNT-verantwoording........................................................................................................43
Overige gegevens ..............................................................................................................................45 6.1 Controleverklaring .....................................................................................................................45 6.2 Voorgestelde resultaatbestemming ...........................................................................................47 6.3 Vaststelling door het dagelijks bestuur ......................................................................................47
2
1. Voorwoord Hierbij bieden wij u de jaarstukken 2014 van Veiligheidsregio Fryslân ter vaststelling aan. De jaarstukken zijn het sluitstuk van de planning & controlcyclus over het jaar 2014 en daarmee een belangrijk instrument waarmee het Algemeen Bestuur haar kader stellende, maar vooral controlerende rol kan uitoefenen. Afgelopen jaar hebben we u regelmatig geïnformeerd over de voortgang en uitvoering van de in de programmabegroting overeengekomen beleidsvoornemens middels de bestuursrapportages. In deze jaarrekening sluiten wij daarop aan en informeren wij u op hoofdlijnen over de behaalde resultaten in 2014, zowel inhoudelijk als financieel. Het jaar 2014 stond met name in het teken van de integratie van Brandweer Fryslân in de veiligheidsregio. In totaal 65 kazernes en bijbehorende materieel met een balanswaarde van ruim € 40 miljoen, alsmede 180 beroepscollega’s en ca. 1.200 vrijwilligers zijn overgedragen aan, respectievelijk in dienst getreden bij de Veiligheidsregio Fryslân. De begrotingsomzet is gestegen van € 38 miljoen naar € 65 miljoen. Ook zijn wij erin geslaagd om de door het Algemeen Bestuur opgelegde taakstelling van € 1.036.000 structureel op te lossen en daarmee de efficiency van de regionalisering inhoud te geven. Gedurende het verslagjaar 2014 hebben zich naast de implementatie van de regionalisering van de brandweerzorg meerdere belangrijke ontwikkelingen voorgedaan. Veel aandacht ging vorig jaar uit naar de voorbereidingen van de decentralisaties binnen het sociaal domein. Nadat de gemeenten eind 2013 hebben besloten de Jeugdgezondheidszorg in het kader van de stelselherziening Jeugd onderdeel te laten blijven van de Veiligheidsregio Fryslân, heeft de GGD de nodige stappen gezet om de gemeenten en gebiedsteams goed te kunnen ondersteunen. Het jaar 2014 was ook het jaar van “Meiinoar Sun en Feilich”, de geformuleerde ambitie voor de Veiligheidsregio Fryslân. Wij hebben ondersteuning verleend bij een aantal grote evenementen, zoals het Oerol-festival Terschelling en de Visserijdagen Harlingen. Op het gebied van gezondheid stonden met name de problematiek met betrekking tot dioxinegehalten in eieren en de dreiging van Ebolabesmetting centraal. Helaas hebben wij in 2014 ook te maken gehad met een aantal calamiteiten. Het instorten van een dug-out tijdens een schoolkorfbaltoernooi in Twijzel met een dodelijke slachtoffer en een aantal forse branden staan ons nog vers in het geheugen. Dit is zomaar een greep uit de vele onderwerpen die onze aandacht heeft gevraagd in het afgelopen jaar. Meer vindt u terug in het jaarverslag. De jaarrekening 2014 sluit met een positief resultaat van € 3,2 miljoen. Voorgesteld wordt dit bedrag terug te betalen aan de deelnemende gemeenten. Leeswijzer De jaarstukken 2014 bestaan uit het jaarverslag en de jaarrekening. Het jaarverslag bestaat uit de programmaverantwoording en de paragrafen. De programmaverantwoording vormt het hart van de jaarstukken waarin verantwoording afgelegd wordt over het gevoerde beleid. Conform de opzet van de begroting 2014 worden de programma’s gepresenteerd aan de hand van de navolgende vragen: • Wat hebben we gedaan? • Wat heeft het gekost? De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de financiële aspecten van de jaarstukken, bezien vanuit een bepaald perspectief. Risicobeheersing en resultaatafspraken zijn hierbij belangrijke uitgangspunten.
3
Een apart onderdeel is de jaarrekening. In dit onderdeel bevinden zich de balans, inclusief toelichting, de toelichting op de programmarekening, de voorgestelde resultaatbestemming, de controleverklaring van de accountant en ten slotte de bijlage met verantwoordingsinformatie over de specifieke uitkeringen (SISA). Met vriendelijke groet,
W.K. Kleinhuis, algemeen directeur en secretaris Veiligheidsregio Fryslân
4
2. Resultaat 2014 Opbouw resultaat Veiligheidsregio Fryslân heeft in het eerste jaar van de nieuwe organisatie een positief resultaat behaald van € 3,2 miljoen. Dit resultaat is per programma als volgt (x €1.000): Gezondheid Veiligheid Brandweer Totaal
€ 33 € 486 € 2.773 € 3.226
In de voorgestelde resultaatbestemming wordt het saldo terugbetaald aan de deelnemende gemeenten, volgens de per programma voor 2014 geldende verdeelsleutel: voor de programma’s gezondheid en veiligheid is dit het inwonertal, voor het programma brandweer de OOV-sleutel in het gemeentefonds (inclusief correctie als gevolg van het ‘groeimodel’). Deze verdeling is gelijk aan de verdeling die is gehanteerd bij het in rekening brengen van de bevoorschotting. Afwijkingen naar oorzaak De afwijking ten opzichte van de begroting is in hoofdlijnen als volgt weer te geven (x €1.000): Onderuitputting van kapitaallasten Hogere inkomsten Diverse personele kosten Verzekeringen Opleidingen en keuringen Diverse materiële kosten Rente geldleningen Onvoorzien en dekkingsmiddelen Totaal
€ 1.060 € 290 € 300 € 200 € 560 € 150 € 345 € 321 € 3.226
Met uitzondering van de rente op geldleningen hebben de posten een incidenteel karakter en zijn ze te wijten aan de opstartfase van de nieuwe organisatie en het uitstellen van investeringen in kapitaalgoederen (met name brandweermaterieel), een post die bij vervanging van het huidige materieel en vastgoed binnen enkele jaren overslaat naar een tekort van uiteindelijk € 1,3 miljoen. Het structurele overschot op rente bedraagt € 280.000. In de begroting is in eerste instantie een rekenrente gehanteerd van 3,5%. Door het per begin 2014 meerjarig vastleggen van de geldleningen tegen de huidige lage marktrente, kan structureel worden gerekend met een gemiddelde rente van 3%. In de kaderbrief 2016 is voorgesteld deze structurele ruimte in te zetten voor dekking van de opgelegde (structurele) taakstelling. Begroting 2014 voor en na regionalisering De begroting 2014 is tot stand gekomen door de financiële kaders van Samen Naar 1 Brandweer (SN1B) toe te voegen aan de bestaande begroting 2014 van de Veiligheidsregio. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een integrale begroting 2014 die in juni 2014 is vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Deze nieuwe begroting 2014 heeft als startpunt gediend voor de nieuwe VRF organisatie met ingang van 1 januari 2014. Voor de oorspronkelijke organisatie was het financieel kader een begrotingstotaal van € 38,6 miljoen en een bijdrage in het nadelig saldo van € 24,3 miljoen door de deelnemende gemeenten. De regionalisering van de brandweer heeft geleid tot een uitzetting van de begroting naar € 64,7 miljoen. met een gemeentelijke bijdrage van € 50,3 miljoen.
5
Bij de vaststelling van de nieuwe begroting 2014 is de brandweer een efficiencytaakstelling opgelegd van € 1.036.000. Deze taakstelling is in 2014 (structureel) ingevuld. Aansluiting met achtmaands berap 2014 In vergadering van 27 november 2014 heeft het Algemeen Bestuur de achtmaands rapportage 2014 vastgesteld. Uit de prognose na acht maanden werd een voordelig resultaat verwacht van € 3,8 miljoen. De belangrijkste oorzaken voor het verwachte voordelige saldo waren in de achtmaands rapportage 2014 aangegeven: onderuitputting kapitaallasten (€ 1 miljoen.), BTW-effect (€ 0,5 miljoen.), vacatures nog niet invullen (€ 0,6 miljoen.), lagere onderhoudskosten huisvesting (€ 0,4 miljoen.), PPMO beleid in 2014, uitvoering in 2015 (€ 0,2 miljoen.). Het uiteindelijke resultaat 2014 komt uit op een voordelig saldo van € 3,2 miljoen. Het verschil ten opzichte van de prognose van het resultaat na acht maanden ad € 3,8 miljoen. wordt veroorzaakt door: • afbouwvergoeding vrijwilligers € 172.000 (in het vierde kwartaal 2014 is de afbouwvergoeding aan vrijwilligers uitbetaald) • lasten materiaalbeheer, niet in begroting voorzien € 163.000 (inhaalslag vervanging kleding, revisie hoogwerkers) • Aanvullende projectmatige inhuur personeel € 200.000 • Overige mee- en tegenvallers € 60.000
6
3. Programmaverantwoording 3.1 Programma gezondheid Algemeen GGD In 2014 is door de gemeenten hard gewerkt om zich voor te bereiden op de veranderingen in het sociaal domein. Wij, als uw GGD, hebben stappen gezet om ons zodanig in te richten dat wij ons dichterbij de gemeenten kunnen organiseren. Dit om de gemeenten en gebiedsteams te kunnen ondersteunen vanuit zowel pro-actie als vanuit reactie, vanuit onze eigen kracht, vanuit verbinding, vanuit uw behoeften en vragen om op deze wijze onze bijdrage te leveren aan uw uitdaging om de participatie van uw burgers in het sociaal domein te versterken.
Wat hebben we gedaan? Zorg en Advies De afdeling Z&A sluit af met een negatief saldo van € 286.000. Deze overschrijding is voornamelijk toe te schrijven aan drie oorzaken: bovenformativiteit, extra specialistische inhuur en niet behaalde bezuinigingstaakstellingen. De bovenformativiteit is ontstaan door eerdere aanpassingen binnen de afdeling en zal in 2015 door natuurlijk verloop opgelost worden. Vanwege onderzoeken binnen medische milieukunde, bijvoorbeeld dioxine en luchtkwaliteit, was voor specialistische kennis extra inhuur nodig. De afdeling Zorg & Advies had voor 2014 twee taakstellingen die opgelegd waren vanuit Skerp. De taakstelling op beleidsadvisering is niet gehaald maar via natuurlijk verloop zal deze grotendeels in 2015 zijn gerealiseerd. De taakstelling ten aanzien van de Noord Nederlandse samenwerking (2013 € 25.000 oplopend naar € 50.000 in 2014) was niet mogelijk. In 2013 is besloten om deze taakstelling te koppelen aan de Medische milieukunde. In 2014 is gebleken dat dit niet te realiseren valt omdat op bepaalde dossiers ondersteuning vanuit het Noord Nederlands samenwerkingsverband absoluut nodig was. We streven ook voor deze bezuiniging een structurele oplossing in 2015 door personele herschikking. De aanvullende producten Z&A Reizigersvaccinaties en Politiezorg hadden in 2014 een positief resultaat. Wel is vooral de continuïteit van Politiezorg onzeker vanwege de aanbesteding van deze dienst. Deze aanbesteding is het gevolg van de vorming van de nationale politie en zal in 2015 zijn vervolg hebben. Zorg Onder zorg vallen de Infectieziektebestrijding, TBC-bestrijding en SOA/Sense. Op het gebied van infectieziektebestrijding is er veel aandacht besteed aan het BMRO project (multi resistentie). Samen met het streeklaboratorium Izore is een projectplan opgesteld om in te spelen op de veranderingen in het zorgdomein in relatie tot antibioticaresistentie. Hieraan gekoppeld was het goed bezochte symposium Antibioticaresistentie; De Friese Aanpak. In 2015 zal een pilot gestart worden. Dit zal in nauwe samenwerking met het RIVM en LCI gedaan worden TBC heeft wederom een druk jaar gehad met onder andere het afronden van de uitbraak van TBC onder daklozen (start 2013) en nieuwe uitbraak onder de bezoekers van een casino en coffeeshop in Leeuwarden. Dit heeft mede geleid tot een toename van het aantal TBC-patiënten (6) en een forse stijging van het aantal geïnfecteerde personen van 43 naar 81. Er was in Friesland sprake van meerdere clusters van infectieziekten. Eén van deze clusters was die van Hepatitis B, hier vindt in 2015 nog brononderzoek op plaats. Overige verheffingen waren de ziekte van Weil en het NORO virus. De afdeling heeft voor wat betreft Ebola veel preventieve maatregelen getroffen. Deze voorbereidingen gingen in gezamenlijkheid met de GHOR en ketenpartners
7
SOA/SENSE In 2014 is meer ingezet op preventie omdat door veranderde landelijke regelgeving ten aanzien van prioritering naar doelgroep minder consulten zijn uitgevoerd. Ten opzichte van 2013 was dit een daling van 10%. Verschillende doelgroepen zoals bijvoorbeeld swingers worden niet meer geprioriteerd als zijnde risicogroep, waardoor deze groepen geen gratis gebruik meer kunnen maken van de GGD dienstverlening. Deze veranderingen zullen dan zorgen voor een verschuiving richting huisartsenzorg. Ook heeft er extra inzet plaatsgevonden op de invoering van het EPD en op beleidsmatige inzet betreffende de ontwikkeling van e-health en social media. Hierdoor kunnen we onze doelgroepen sneller en effectiever bereiken. OGGZ Vanwege de transities in het zorgdomein is extra ingezet op de OGGZ-functie. Dit betreft beleidsmatige aspecten maar ook de voorbereiding van het opzetten van de provinciale escalatiepool voor de centrumgemeente Leeuwarden. Onder OGGZ (Openbare Geestelijke Gezondheidszorg) vallen de ondersteuning van de sociale teams in Fryslân, de uitvoering van het casemanagement in scenarioteams en de inzet van verpleegkundigen als er in een huishouden sprake is van ernstige vervuiling en/of verwaarlozing. De casemanagers ten behoeve van psychosociale zorg zijn in totaal 12 keer ingezet. 9 keer was dit in verband met casussen omtrent het protocol maatschappelijke onrust. Deze variëren van zedenzaken tot misdrijven. Daarnaast zijn er in het kader van Psychosociale hulpverlening 3 grotere casussen geweest waarvan 1 zich nog in de nazorgfase bevindt. Lijkschouw en politiezorg Het tekort op lijkschouw wordt voornamelijk verklaard door bovenformativiteit. In 2015 zal dat grotendeels opgelost zijn. In mindere mate was het vanwege de inhuur van specialistische kennis. De lijkschouw en de politiezorg vormen samen de forensische geneeskunde. De lijkschouw is een wettelijke taak van gemeenten en wordt, conform bestuurlijke besluitvorming, uitgevoerd voor alle Friese gemeenten. Onder politiezorg verstaan we arrestantenzorg, letselschadespreekuur en advisering aan het openbaar ministerie. Deze politiezorg is een aanvullend product en wordt uitgevoerd in opdracht van de politie en het openbaar ministerie. In 2014 zijn er 495 schouwingen en afhandelingen van euthanasiemeldingen uitgevoerd. Dat was praktisch gelijk aan 2013. Wel is het aantal euthanasiemeldingen met 10% toegenomen. De politiezorg was marginaal hoger dan in 2013: 4.500 verrichtingen in 2014 tegen 4.459 in 2013. Deze worden veroorzaakt door een toename van het aantal letstelbeschrijvingen. Het letselspreekuur is geëvalueerd en wordt na de aanbestedingsprocedure (van de politiezorg) besproken met de politie. De Friese forensische geneeskunde participeert ook in drie noordelijke projecten t.a.v. samenwerking. Deze samenwerking is mede gericht op een betere afstemming van de politiezorg op noordelijk niveau als voorbereiding op de aanbesteding van politiezorg. Deze aanbesteding is het gevolg van de vorming van de Nationale Politie. Tweede helft 2014 heeft met name in het teken gestaan van voorbereiding op het inschrijven van het aanbestedingstraject. Reizigersvaccinatie In 2014 zijn er 10.113 consulten reizigersvaccinatie uitgevoerd. Dit was een stijging van 2% ten opzichte van 2013. Fryslân wijkt hierbij positief af van de landelijke trend. Het jaar 2014 werd dan ook met een positief resultaat van € 43.000 afgesloten. Het aantal vaccinaties is ook licht gestegen in vergelijk met 2013. Uit het klantentevredenheidsonderzoek is gebleken dat 98% van de cliënten tevreden tot zeer tevreden is over de afdeling reizigersvaccinatie.
8
Advies Onder advies vallen de uitvoering van de Medische Milieukunde, technische hygiënezorg, epidemiologie en beleidsadvisering gemeentelijk gezondheidsbeleid. Ook 2014 was een druk jaar voor de Medische Milieukunde. Naast advisering op individuele vragen aan burgers werd er onder meer tijd besteed aan de problematiek rondom dioxinegehalten in eieren van hobby-kippenboeren en de luchtkwaliteit van de REC. Dit ging in samenwerking met GGD Groningen. Tevens werd het tweede deel afgerond rondom het project laagfrequent geluid. Binnen de Medische Milieukunde is er extra tijd geïnvesteerd in de samenwerking met de GGD’en Groningen en Drenthe vanwege bijvoorbeeld de GAGS, gezondheidskundig adviseur gevaarlijke stoffen. Het tekort op MMK is te verklaren door extra inhuur van specialistische kennis van GGD Groningen, waardoor de bezuinigingen niet gerealiseerd konden worden. Binnen THZ is de oorzaak van het tekort een vertragend effect in het aanpassen van de formatie ten opzichte van de productie. Hier is in het laatste kwartaal 2014 op ingespeeld door het beëindigen van een tweetal contracten. De technische hygiënezorg voert inspecties uit op de kinderopvang, op peuterspeelzalen, bij gastouders, op bordelen, tattoo shops en schepen. Alle geplande inspecties zijn uitgevoerd, inclusief een aantal extra aanvragen door gemeenten. Oorzaken zijn te herleiden naar verhuizingen en overnames van kinderdagverblijven door faillissementen, welke allen opnieuw geïnspecteerd moesten worden. Het aantal nieuwe gastouders is toegenomen ter compensatie van verlies van arbeid en/of het niet kunnen vinden van passende arbeid elders in de branche. Het gemiddeld aantal kinderen per gastouder is daardoor verminderd. Binnen het product Inzicht in de gezondheidszorg zijn er dit jaar vele projecten geweest en producten opgeleverd. Voorbeelden hier van zijn de rapportage ‘Gezond opgroeien in’ 2014, de start van het nieuwe burgerpanel en is er gestart met de voorbereidingen voor Go-jeugd die in 2015 zal worden uitgevoerd. Epidemiologie heeft ook een aantal producten in samenwerkingsverband opgeleverd. Zo is met Partoer gewerkt aan een rapportage over armoede in Fryslân en zijn stappen gezet in de ontwikkeling van het Fries Sociaal Planbureau. Met het ‘Dashboard Gezondheid en zorg in de wijk’, een samenwerking van GGD Fryslân met Partoer, Sport Fryslân en ROS Fryslân, is data gebundeld gepresenteerd in een softwareapplicatie. Met De Friesland Zorgverzekeraar is gewerkt aan combineren van gegevens tot gemeentelijke profielen. Binnen Quo Fadis wordt meegewerkt aan gemeentelijke feitenbladen over genotmiddelen. In 2014 is wederom met de academische werkplaats samengewerkt aan onderzoek en is ondersteuning geleverd aan het project Nuchtere Fries. Epidemiologie heeft ook ondersteuning op maat geboden aan gemeenten. In twee gemeenten is een procesevaluatie uitgevoerd van projecten rondom gewicht. Daarnaast is een gemeente ondersteund in het maken van een wijkscan. In weer een andere gemeente is een begin gemaakt met de ondersteuning en advisering in de monitoring van het ambulante jeugdteam. Het product beleid heeft diverse bestaande en nieuwe projecten en beleidsvraagstukken opgepakt in 2014. Zo zijn meerdere gemeenten individueel ondersteund bij de ontwikkeling van de nota gemeentelijk gezondheidsbeleid waar het accent lag op de verbinding met het sociaal domein. De afdeling beleid heeft in samenwerking met het landelijke ondersteuningsprogramma t.a.v. de GIDS gelden (aanpak sociaaleconomische gezondheidsverschillen) een informatieve startbijeenkomst georganiseerd en adviseren gemeenten vervolgens individueel in dit traject. Er is een start gemaakt met de ontwikkeling van trainingsmodules voor de werkers in de wijk/gebiedteams in samenwerking met Pharos. Tevens is er in samenwerking met de gemeente Leeuwarden als centrumgemeente de consequenties voor gemeenten voor wat betreft de Wet verplichte GGZ in kaart gebracht en naar voren gebracht.
9
Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Noord-Nederland (AWPGNN) Het afgelopen jaar heeft de Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Noord-Nederland verder aandacht besteed aan de ontwikkeling van een breed gedragen samenwerkingsverband op het gebied van beleid, onderzoek en praktijk met vertegenwoordigers uit gemeenten en onderwijs (zowel HBO als universitair) en onderzoeksinstellingen. Hiertoe is een stuurgroep gevormd met GGD-directies en vertegenwoordigers van onderwijs- en onderzoeksinstellingen. Het coördinatieteam is geformeerd en bestaat uit drie onderzoekers van de Noordelijke GGD ’en. Naast het vraagstuk demografische krimp en gezondheid heeft de werkplaats aandacht geschonken aan vraagstukken binnen het brede gebied van de publieke gezondheid. We hebben hierbij de nadruk gelegd op het sociale domein met specifieke aandacht voor kwetsbare groepen (jongeren, mensen met een lage sociaaleconomische status en ouderen). Voor twee Friese gemeenten zijn onderzoeksopzetten voor de evaluatie van de gebiedsteams ontwikkeld. Het Centre of expertise Healthy Ageing heeft middelen beschikbaar gesteld voor de Innovatiewerkplaats 'Samen Doen: participatie en healthy ageing'. De IWP is een deelproject van de AWPGNN. Het Healthy Ageing Network Northern Netherlands biedt de AWPGNN financiële ondersteuning voor de opzet van een infrastructuur voor zorginnovatie projecten in Friesland. Jeugdgezondheidszorg De afdeling jeugdgezondheidszorg sluit 2014 af met een negatief saldo van € 87.000,-- wat een afwijking is van de begroting met slechts 0,5%. Dit heeft vooral te maken met extra personele inzet ten behoeve van het primaire proces. Het bezuinigingstraject “Skerp” is in 2014 afgerond. De bezuinigingen zijn behaald. De laatste wijzigingen zijn geïmplementeerd op het Voortgezet Onderwijs en de flexibele contactmomenten op het consultatiebureau zijn nu volledig ingevoerd. Hiermee geven we extra tijd aan kinderen die meer aandacht nodig hebben. Die extra tijd vinden we bij kinderen die dit minder nodig hebben. Het geheel past binnen het nieuwe basistakenpakket van de JGZ. Inhoudelijke (proces)evaluaties worden gehouden en eventuele aanpassingen beoordeeld. Algemeen Een aantal ontwikkelingen loopt dwars door alle producten heen en wordt daarom hier apart genoemd. Ter voorbereiding op het nieuwe basistakenpakket 2015 zijn met gemeenten voorstellen ontwikkeld over de inhoud van dit pakket. Dit heeft geleid tot een begrotingswijziging, die door het bestuur is aangenomen. De Jeugdgezondheidszorg is nauw betrokken geweest bij de discussie over en vormgeving van de decentralisatie van de taken van jeugdzorg/jeugdhulp naar gemeenten. Zij heeft deelgenomen aan provinciale en gemeentelijke werkgroepen Zorg voor jeugd en regelmatig overleg gevoerd met ketenpartners om de afstemming en samenwerking te verbeteren. De JGZ heeft voorbereidingen getroffen om de preventieve rol binnen het onderwijs beter vorm te geven. Het pilotproject ‘De werkplaats Heerenveen’ is een succes geworden. De eindevaluatie toont aan dat de werkwijze effectief en efficiënt is en door de klant positief wordt gewaardeerd. De werkwijze is door de gemeente Heerenveen meegenomen in haar visie en geformuleerd beleid en zal worden uitgevoerd binnen de Toegang Jeugd. GGD Fryslân heeft in de gemeente Tytsjerksteradiel een pilot uitgevoerd met een zelfsturend JGZ-team. Deze is in oktober beëindigd. De uitkomsten uit de evaluatie zullen worden gepresenteerd aan de gemeente. Verder wordt geparticipeerd in de School als vindplaats en werkplaats in Leeuwarden en het project ‘De basis versterkt’ in Sneek.
10
Met de gemeente Harlingen is een samenwerkingsovereenkomst gesloten, waarbij de GGD Fryslân de coördinatie een aansturing van het stads- en jeugdteam gaat verzorgen. Hiervoor is een coördinator aangesteld. In heel Fryslân wordt inmiddels gewerkt met de leeftijdsgrenzen 0-12 jarigen en 12+. Dit zorgt mede voor een betere aansluiting op de gemeentelijke wijk- en gebiedsteams. Medewerkers zijn hiervoor geschoold. We zijn hiermee één van de koplopers in Nederland en deze werkwijze vindt inmiddels ook elders navolging. In 2013 startte de Inspectie Gezondheidszorg een thematisch onderzoek onder alle JGZ organisaties in Nederland, gebaseerd op de Wet PG, kwaliteitswet zorginstellingen, wet op de jeugdzorg, Richtlijnen contactmomenten Basistakenpakket en NCJ richtlijnen. De JGZ Fryslân is beoordeeld op14 items. Op 2 onderdelen heeft de inspectie de JGZ als onvoldoende beoordeeld, te weten: 1. De scholing van medewerkers in het omgaan met kindermishandeling. 2. Het bereik van bijzondere groepen Daarnaast moest beter onderbouwd worden hoe de JGZ GGD Fryslân zicht houdt op de kwaliteit van zorg. Inmiddels zijn de scholing Kindermishandeling en de onderbouwing van het zicht op de kwaliteit van zorg door de IGZ met een voldoende beoordeeld. Bij het bereik van bijzondere groepen gaat het om bijvoorbeeld om jeugdige immigranten die niet zijn ingeschreven bij het GBA ( kinderen van Oost-Europese ouders), kinderen die wonen buiten in Friesland maar in Friesland op school zitten, illegalen en kinderen die verblijven op een tijdelijk adres (opvanghuis). Voor deze groepen zijn inmiddels specifieke acties en maatregelen opgezet, om zo ook te voldoen aan de inspectienorm om alle kinderen in beeld te hebben. Hierover zal voor 8 maart 2015 aan de IGZ worden gerapporteerd. Zorg voor alle kinderen Onder dit beleidsproduct vallen de uitvoering van alle vaste contactmomenten en in het verlengde hiervan zo nodig extra zorg, de neonatale screening, vaccinaties en advies en informatie. Op 31-12-2014 waren er 143.500 kinderen (0-19 jaar) in zorg bij JGZ. Door de uitvoering van de vaste contactmomenten ziet de jeugdgezondheidszorg bijna alle kinderen. De opkomst blijft onveranderd hoog. Op de consultatiebureaus is de bezettingsgraad lager dan de 90% waarmee gerekend wordt. Het project “Anders plannen” is gestart in het najaar 2014. In 2015 wordt bekeken wat de resultaten hiervan zijn op de bezetting. Er zijn enkele factoren, die door de JGZ niet te beïnvloeden zijn, zoals de no-show (6%) en de late afbellers (8%). Daarmee is theoretisch het meest optimale bezettingspercentage 86% i.p.v. de 90% waarmee wordt gerekend. In 2015 zal een meer realistische norm worden ontwikkeld voor de bezettingsgraad, waarna bekeken gaat worden of deze in de formatie voor 2016 kan worden gerealiseerd. De neonatale screening van alle nieuw geborenen bedraagt 99,9%. De vaccinatiegraad voor 1-jarigen is eveneens onverminderd hoog met 97,9%. Hiermee zitten we boven het landelijk gemiddelde van 96,7%. Voor de HPV-vaccinatie (baarmoederhalskanker) is de vaccinatiegraad 67,6% waarmee we de provincie zijn met de hoogste deelname. Landelijk is de vaccinatiegraad 58,1%.
11
Extra zorg bestaat onder andere uit extra contactmomenten en huisbezoeken, het programma Stevig Ouderschap, Integrale Vroeghulp en acties op basis van de verwijsindex. Bij de Integrale Vroeghulp is het aantal kinderen ongeveer gelijk gebleven (370). Het programma Stevig Ouderschap wordt iets vaker ingezet dan het landelijk gemiddelde (5,4%); dit is vergelijkbaar met 2013. Verwijsindex In de periode van 1-1'14 tot 1-1'15 zijn minder signalen afgegeven dan in vorige jaren (586 t.o.v. 726 in 2013), met een vergelijkbare daling in het aantal matches. Een duidelijke verklaring hiervoor is er niet. 50% van de meldingen betreft kinderen 0-4 jaar, 50% 5-19 jaar. In 2015 wordt gestart met de gezinsfunctionaliteit van de VWI. Hierdoor zullen er naar verwachting meer matches gaan komen. In 2014 heeft de JGZ 38.500 telefonische contacten gehad op de advies- en informatielijn van de JGZ en de CJG-lijn. Hiertussen wordt geen onderscheid meer gemaakt. Veel vragen van ouders gaan over voeding. Met de transitie naar de gemeenten en de invoering van gebiedsteams kiezen veel gemeenten ervoor hun bereikbaarheid op andere wijze te organiseren en het contract voor de CJG-telefonie niet te verlengen. De klanttevredenheid onder verschillende doelgroepen is hoog met (gemiddelde) waarderingscijfers van 8,4 voor het basisonderwijs, 8,4 voor het consultatiebureau en 8,8 voor de pedagogen. De aanbevelingsfactor ligt rond 85%. Klanttevredenheidsonderzoek onder scholen start in 2015. Het totaal aantal klachten in 2014 betrof 30. Allen zijn binnen gestelde termijn afgehandeld. Eén klacht is behandeld door de Nationale Ombudsman en is inmiddels afgerond. Crisis- en calamiteitenzorg Bij de instorting van een dug-out in Twijzel met een dodelijk slachtoffertje zijn diverse medewerkers van de JGZ betrokken geweest. Ondersteuning en (na)zorg aan de betrokkenen en intermediairs is aangeboden en verleend. Hierbij is samengewerkt met GGD medewerkers van de afdeling Zorg & Advies. Monitoring, beleid en preventieprogramma’s De preventieprogramma’s (gezondheidsbevordering) richten zich op de landelijke speerpunten: overgewicht, roken, schadelijk alcoholgebruik, depressie en diabetes. Rondom Stoppen met roken zijn zowel op groepsniveau als op individueel niveau activiteiten ontplooid. Actie tegengif is voortgezet. Het project “Stoptober” in oktober 2014 is een succes geworden en heeft veel media-aandacht gekregen. Rondom stoppen met roken wordt samengewerkt met de zorgverzekeraar De Friesland. In 2014 hebben 64 basisscholen 16 VO-scholen en 4 MBO-scholen in 11 gemeenten deelgenomen aan de Gezonde school (incl. begeleiding vanuit Jeugdimpuls). Vanuit het project Nuchtere Fries zijn diverse activiteiten ontplooid. Gemeenten zijn o.a. ondersteund bij het opstellen van hun preventie- en handhavingplannen, er is ondersteuning verleend bij diverse evenementen, er is een BobSportcafé en een provinciale themabijeenkomst “Hokken en keten” georganiseerd. De inventarisatieronde onder de Friese gemeenten naar de behoefte aan/plannen om te komen tot intergemeentelijke samenwerking op het terrein van toezicht op de naleving van de Drank- en Horecawet is afgerond. Deze inventarisatie willen de gemeenten gebruiken om te bepalen of en hoe zij vervolgstappen ondernemen om op termijn te komen tot een samenwerking op dit gebied.
12
Andere projecten waaraan een bijdrage werd geleverd zijn: Rookvrije schoolterreinen, Achtkarspelen Fit!, JOGG Smallingerland, sportimpuls Tytsjerksteradiel, brede school, cybersafety, pesten en depressiepreventie. Voor een projectplan JOGG zijn gemeenten bezocht om hun bereidheid tot deelname aan en samenwerking aan JOGG te onderzoeken. Beleidsinformatie is aan gemeenten verstrekt d.m.v. jaarrapportages aan elke gemeente in Friesland. Aanvullende producten Onder de aanvullende producten valt het zogenaamde maatwerk. Dit is onderdeel van het wettelijk basispakket van de jeugdgezondheidszorg en is bedoeld om op gemeentelijk niveau extra zorg te kunnen leveren die aansluit bij de lokale situatie. Over de afname en rapportage hiervan worden met gemeenten separaat afspraken gemaakt. Het gaat daarbij onder andere om de inzet van de pedagogische thuisbegeleiding, logopedie, toegeleiding naar VVE (Vroeg- en Voorschoolse Educatie), vertrouwenspersoon onderwijs, tandzorg en prenatale voorlichting. Vanaf 2015 maakt VVE onderdeel uit van het basistakenpakket. Op het niveau van groepsmonitoring, beleid en preventieprogramma’s gaat het onder andere om de inzet van het programma de Gezonde School en inzet bij de JOGG-gemeente.
Wat heeft het gekost?
13
3.2 Programma Veiligheid Wat hebben we gedaan? Crisis (GHOR) In 2014 uitgevoerde werkzaamheden: • Overeenkomsten met Friese ziekenhuizen ondertekend. • Visie op zorgcontinuïteit vastgesteld door Bestuurscommissie Veiligheid. • Vakbekwaamheid GHOR: Command and Control-trainingen in de geneeskundige keten, Trainingen Actiecentrum GHOR, oefeningen met ziekenhuizen, Trainingen Opgeschaalde Zorg op de Waddeneilanden, Trainingen Gewondennest, Awarenesstraining Verpleeg- en Verzorgingshuizen, bijdrage in opleiding Hulpverlening bij Ongevallen en Calamiteiten (SIGMA); 1e competentiemeting uitgevoerd. • Handboeken OvD-G en SIGMA geactualiseerd. • landelijk besluit slachtofferinformatiesystematiek geïmplementeerd. • De GHOR heeft een bijdrage geleverd aan multidisciplinaire activiteiten die bij het Veiligheidsbureau zijn benoemd (zie bij: evenementen, informatiemanagement, planvorming, vakbekwaamheid, operationele inzetten en evalueren). Veiligheidsbureau In 2014 uitgevoerde werkzaamheden: • In nauwe samenspraak met crisispartners, buurregio’s en Friese gemeenten is het Beleidsplan Crisisbeheersing 2015 – 2018 opgesteld; het plan is door Directie en leidinggevenden toegelicht bij de gemeenteraden/raadscommissies. • De regionale crisisorganisatie is versterkt door middel van het indikken en vereenvoudigen van het aantal piketten. Op de Waddeneilanden is de crisisorganisatie versterkt door het inrichten van het CoWa; er zijn Leiders CoWa geworven en benoemd en aansluitend hebben er oefeningen plaatsgevonden. • Overeenkomst met Wetterskip Fryslân gesloten.
• • • •
•
• • • •
Evenementen Themabijeenkomst Evenementenveiligheid georganiseerd (VRF, Friese gemeenten, organisatoren van evenementen). De bijeenkomst is gewaardeerd met een 7.3. De Afdeling heeft haar adviesrol nader uitgewerkt. De Afdeling is intensief betrokken geweest bij de voorbereidingen en tijdens de Tall Ships Races. De Afdeling Crisisbeheersing heeft gemeenten geadviseerd (advies en draaiboek) over evenementen en is bij de diverse evenementen aanwezig geweest in het Veiligheidsteam: o Koningsdag, Bevrijdingsfestival, Hemelvaartsdag (dance-event in Leeuwarden en in Heerenveen), Koninklijk bezoek opening sluizen in Stavoren, Special Olympics in Heerenveen, Oerol-festival Terschelling, Welcome to the village (Groene Ster in Leeuwarden), Wielerronde Surhuisterveen, PC Franeker, Ballonfeesten in Joure, Glemmerbeachfestival in Lemmer, Skutsjesilen (Grou), Sneekweek, Visserijdagen Harlingen,, Mara-Thon Sneek, Psy-fi Inside the Vortex (Groene Ster Leeuwarden) Organisatiestructuur XI-Stedentocht aangescherpt. Informatiemanagement Landelijke, (boven)regionale netwerken en interne overlegstructuren zijn in kaart gebracht. Tabblad Water in LCMS ontwikkeld samen met functionarissen van Rijkswaterstaat, Wetterskip en Kustwacht; medewerkers zijn opgeleid in de netcentrische werkwijze. Relevante planvorming wordt sinds april voorbereid in LCMS. Met ingang van december wordt wekelijks een operationele multidisciplinaire veiligheidsbriefing in LCMS geplaatst.
14
• •
•
•
Samen met de Veiligheidsregio Groningen is een programma van eisen opgesteld voor de Europese aanbesteding (in 2015) en verwerving van elk één Mobiele Commando Unit (MCU). De vakbekwaamheid van informatiemanagers is verder verhoogd. Planvorming Voor specifieke risico’s is planvorming opgesteld. De rampbestrijdingsplannen Van Gansewinkel, Motip Dupli en Basf zijn geactualiseerd; in Noord-Nederlands verband is samen met Pro Rail een Treinincidentbestrijdingsplan vastgesteld; in overleg met het FUMO is het Fries Protocol asbestbranden opgesteld; in overleg met de Waddengemeenten is het Handboek CoWa opgesteld; samen met de Veiligheidsregio’s Groningen en Drenthe, netbeheerders, Defensie, Rijkswaterstaat en hulpdiensten is een Plan van Aanpak Stroomuitval opgesteld. Het CRW is gestart met de actualisatie van het IBP-Waddenzee; tevens is een bijdrage geleverd aan het Landelijke Handboek Incidentbestrijding Water (Waterrand). Vakbekwaamheid Er is nieuw beleid voor vakbekwaamheid opgesteld (o.a. functiebeschrijvingen, competentieprofielen en inwerkprogramma’s opgesteld voor Leider ROT, Leider CoPI en Informatiemanager CoPI en ROT). Voor de burgemeesters is een masterclass georganiseerd, voor de loco-burgemeesters een introductieprogramma Crisisbeheersing. Functionarissen en Teams uit de hoofdstructuur hebben daarnaast meegedaan aan de systeemtest, ROT/CoPI training in combinatie met TBZ, Table Top CRW, oefening/demonstratie Tall Ships Races + ROT-oefening, Trainingen informatiemanagers en plotters, grootschalige hulpverleningsoefeningen Werpsterhoek, scholing Leiders CoWA op de Waddeneilanden, Trainingen IM en plotters (IM’ers ROT & COPI en IM’ers binnen de kolommen). Operationele inzetten In 2014 zijn 7 GRIP-inzetten geweest 1. 31 januari: brand in een grafkistenfabriek in Burgum (GRIP 1) 2. 5 maart: brand in een (kleinschalig) garagebedrijf in Rottevalle (GRIP 1) 3. 18 maart: incident in zwembad van sportschool Ebert in Heerenveen (GRIP 1). 4. 21 mei: instorten dug-out tijdens schoolkorfbaltoernooi in Twijzel (GRIP 3) 5. 18 juni: brand in een leegstaand restaurant aan het Ruiterskwartier in Leeuwarden (GRIP 1) 6. 19 juli brand bij vetverwerkingsbedrijf op industrieterrein in Harlingen (GRIP 1) 7. 29 juli: brand in zuivelfabriek Friesland Campina in Gerkesklooster (GRIP 2) Naast de GRIP-inzetten heeft de Afdeling Crisisbeheersing bemoeienis gehad met uitbraken van Mers, Ebola, vogelgriep en zieke zeehonden.
• • • • •
Evalueren De bovengenoemde 7 operationele inzetten zijn geëvalueerd. Bij de incidenten in Heerenveen en Twijzel is, in opdracht van de burgemeesters, een uitgebreide evaluatie opgesteld. Van alle trainingen en oefeningen zijn tevens diverse evaluaties opgesteld. In opdracht van de burgemeester van Harlingen is een evaluatie opgesteld van het nautische evenement The Tall Ships Races. Uit de evaluaties is een Rode Draad opgesteld met evaluatiepunten en actiepunten.
15
Coördinatie Bevolkingszorg In 2014 uitgevoerde werkzaamheden: • Overeenkomst met Monuta voor ondersteuning bij bijzondere uitvaartzorg ondertekend. • Het deelplan Bevolkingszorg (onderdeel van het regionaal Crisisplan) is geactualiseerd. Hierbij is rekening gehouden met bevolkingszorg op orde en de Slachtofferinformatiesystematiek is opgenomen in de taakorganisatie informatie. De belangrijkste wijziging is de regionalisering van de taakorganisatie communicatie. Als uitgangspunt is gebruik gemaakt van de door het Veiligheidsberaad vastgestelde functieprofielen GROOTer. • De lokale taakorganisaties (bemenst door medewerkers van de gemeenten en opgeleid en geoefend door VRF) zijn door middel van XVR (virtueel trainingsprogramma) getraind en zij hebben deelgenomen aan een oefening van het Team Bevolkingszorg. • De taakorganisatie crisiscommunicatie is geregionaliseerd tot één regionale pool. De functies in deze pool zijn geharmoniseerd conform de functieprofielen van GROOTer. Alle crisiscommunicatie functionarissen hebben deelgenomen aan een e-learning, functiegerichte training en een oefening van het Team Bevolkingszorg. • Er is een themamiddag crisiscommunicatie georganiseerd voor Friese gemeenten en ketenpartners; de middag werd gewaardeerd met een gemiddeld rapportcijfer van 7,9. • Er is een heidag georganiseerd voor de AOV’ers met als thema “leren van evaluaties”; de dag werd gewaardeerd met een gemiddeld rapportcijfer van een 7,9. • (Bureau) Bevolkingszorg heeft een bijdrage geleverd aan multidisciplinaire activiteiten die bij het Veiligheidsbureau zijn benoemd (zie bij: evenementen, informatiemanagement, planvorming, vakbekwaamheid, operationele inzetten en evalueren). Bevolkingszorg In 2014 uitgevoerde werkzaamheden: • Experts zijn geworven voor het expertteam communicatie, informatie en Leidinggevende team bevolkingszorg. Alle expertteams zijn op sterkte. • De expertteams hebben deelgenomen aan 2 oefeningen van het team bevolkingszorg; het expertteam communicatie is naar de Veiligheidsregio Drenthe geweest om kennis en ervaring te delen. • Er is een bijeenkomst georganiseerd voor de expertteams bevolkingszorg over de nafase. • Het informatiemanagement is belegd in de taakorganisatie informatie. Netcentrisch werken maakt onderdeel uit van het vakbekwaamheidsprogramma van bevolkingszorg.
Wat heeft het gekost?
16
3.3 Programma Brandweer Wat hebben we gedaan? Algemeen: Brandweer Fryslân kijkt terug op een vloeiende overgang naar één organisatie op 1 januari 2014. De incidentbestrijding heeft niet onder druk gestaan. De regionalisering is een omvangrijk proces geweest met impact voor onze medewerkers. Het is logisch dat in een dergelijk groot veranderingsproces medewerkers moeten wennen en zoeken in de nieuwe organisatie. Voor veel medewerkers betekende de nieuwe brandweerorganisatie niet alleen een nieuwe werkgever, maar ook een nieuwe werkplek met nieuwe collega’s, leidinggevenden, andere werkwijzen en -inhoud. Gezien de omvang van de regionalisering is de verwachting dat het wennen en zoeken nog wel even zal aanhouden. Van onze medewerkers hebben we in 2014 een grote inspanning gevraagd, de werkbelasting is hoog. We merken dit dan ook als zorgpunt aan en streven naar het krijgen van balans hierin. De sfeer in de organisatie is ondanks de werkdruk goed en het overgrote deel van de medewerkers is tevreden. De samenwerking tussen de beroeps(ondersteuning) en vrijwilligers verloopt naar wens. Ook slagen we erin de lokale eigenheid van de vrijwillige posten te behouden en korpsgebonden problematiek lokaal aan te pakken. Basis op de orde De ondertitel van het Beleidsplan Brandweer Fryslân 2014 luidde ‘de basis op orde’ (AB d.d. 28 november 2013). Het jaar heeft volledig in dit teken gestaan. In het beleidsplan waren om dit te bereiken speerpunten geformuleerd die richting gaven aan en voorwaardenscheppend waren voor het tactische en strategische niveau van de brandweerzorg. De speerpunten waren: de taken harmoniseren, inregelen en borgen, activiteiten Brandveilig Leven en STOOM projectmatig oppakken, beleid Periodiek Preventief Medisch Onderzoek (PPMO) en Vakbekwaam Blijven opstellen en implementatie voorbereiden, eerste- tweede- en derde lijnsonderhoud en Online Beheer Systeem Veiligheidsregio (OBSV) inregelen. Harmoniseren, inregelen & borgen De overgang van 11 organisaties naar 1, bracht een grote verscheidenheid aan beleid, regels en werkwijzen met zich mee binnen alle terreinen van de brandweer. Om veilig, efficiënt en effectief te kunnen werken in een organisatie met een dergelijk grote omvang als Brandweer Fryslân is het noodzakelijk om bestaande regels, werkwijzen, protocollen, leidraden en de diversiteit aan beleid te harmoniseren. Vervolgens dienen deze geharmoniseerde zaken ingeregeld en goed geborgd te worden. Het harmoniseren, inregelen en borgen is voor alle vier de functionele gebieden aan de orde, maar Planvorming had hier in 2014, omdat dit betrekking heeft op al haar taken, in het bijzonder de handen vol aan. Voorbeelden op dit vlak van de andere functionele gebieden zijn het afsprakendocument dat Risicobeheersing heeft opgesteld met alle gemeenten over de Wabo-taken en het nieuwe werving en selectiebeleid voor vrijwilligers dat is geformuleerd. Brandveilig Leven Er zijn verschillende voorlichtingsactiviteiten Brandveilig Leven uitgevoerd. Deze activiteiten waren primair gericht op leerlingen uit de bovenbouwgroepen van het basisonderwijs, studenten, woningeigenaren en huurders. Circa 13.000 personen zijn bereikt met deze activiteiten. De gastlessen brandveiligheid op de basisscholen voor 2014 en 2015 zijn en worden gedekt vanuit een subsidie van het FUEV. Omdat onzeker is of deze subsidie blijft, is de continuïteit nog niet geborgd en hiermee kwetsbaar. Deelname aan de Keurmerken Veilig Ondernemen (KVO) maakt tevens onderdeel uit van het Brandveilig Leven-project. Ook is de pilot Geen Nood Bij Brand opgestart. Deze pilot richt zich op brandveiligheid in zorginstellingen. In 2015 wordt deze pilot verder uitgerold. Onlangs zijn er gesprekken gevoerd met docenten van de opleiding NHL IVZ om een afstudeeronderzoek te laten uitvoeren naar kwalitatieve effectmeting. De uitkomsten van dit onderzoek willen we betrekken bij de ontwikkelingen van de activiteiten Brandveilig Leven 2016 e.v. Daarnaast worden aan gemeenten adviezen afgegeven en wordt toezicht gehouden op brandpreventie.
17
STOOM Brandweer Nederland heeft in 2012 het project Structureel Terugdringen van Ongewenste en Onechte Meldingen (STOOM) opgestart. Het doel is: automatische brandmeldingen leiden in 95% van de gevallen naar een echte brand en slechts 5% is loos. Het succesvol kunnen terugdringen van loze OMS-meldingen begint met een correcte registratie hiervan. In 2014 is Brandweer Fryslân gestart met het invoeren van een betere OMS-registratie. Ongewenste en onechte meldingen worden na gebeld om een gedegen registratie op te bouwen. De meldingen in de gemeente Opsterland en Smallingerland worden momenteel geverifieerd. Het levert ons op, dat we steeds meer inzicht verwerven en zicht krijgen op de problematiek. De cijfers vanuit de MkNN worden beter geduid. Het levert daarbij zogenaamde ‘veelplegers’ op, die worden aangesproken en waar indien nodig in afstemming met de Friese gemeenten, juridische (handhavings)maatregelen worden ingezet. Ook dit helpt in de strijd van het tegengaan van ongewenste en onechte meldingen. In vergelijking met voorgaande jaren zien we ook daadwerkelijk dat het aantal alarmering daalt en hiermee onze inspanningen zijn vruchten afwerpt. Vakbekwaamheid Vakbekwaamheid heeft een flinke inhaalslag op het gebied van opleidingen gemaakt. Gezien deze prioriteit is het formuleren van beleid op Vakbekwaam Blijven doorgeschoven naar 2015. In 2015 gaat Brandweer Fryslân haar repressieve medewerkers keuren door middel van het Preventief Periodiek Medisch Onderzoek (PPMO): een verplichte keurig die vastligt in de CAR-UWO. Alle Manschappen en Bevelvoerders in Nederland moeten deze keuring afleggen. Deze keuring sluit veel meer dan voorheen aan bij het brandweervak. In 2014 heeft binnen Brandweer Fryslân een projectgroep gewerkt aan het opzetten en implementeren van de PPMO-organisatie in onze regio. Materieelbeheer Op het vlak van het materieelbeheer kunnen we melden dat er goede werkafspraken zijn gemaakt tussen ploegleiders (vrijwilligers) en ons beroepspersoneel over de wijze waarop het onderhoud is geregeld. Het gaat dan over afspraken wat vrijwilligers zelf doen aan onderhoud, datgene wat de beroepsondersteuning verricht en wat extern wordt uitbesteed (het zogenaamde 1e, 2e, en 3e-lijns onderhoud). Dit blijft een punt waaraan we blijven ontwikkelen. Ook het inregelen van het Online Beheer Systeem Veiligheidsregio (OBSV) loopt. Daarnaast heeft materieelbeheer zich gericht op de verwerving van uitrukkleding en helmen. Deze zaken zijn afgerond. Tevens zijn aanbestedingen voor brandweervaartuigen en gaspakken uitgezet. Kwaliteitsdiscussie & beleidsplan 2015-2018 Naast het wennen en plek vinden in de nieuwe brandweerorganisatie en het uitvoeren van de speerpunten uit het beleidsplan hebben we in 2014 de kwaliteitsdiscussie gevoerd en het beleidsplan 2015-2018 opgesteld. Aanleiding hiertoe was het vaststellen op 6 maart 2014 door het Algemeen Bestuur van het financieel kader 2015-2018. Een SMART geformuleerd kwaliteitsniveau voor de taakuitvoering is hierbij als wenspunt genomen. Aangezien het vastleggen van een dergelijk kwaliteitsniveau gevolgen kan hebben voor de gemeentelijke bijdrage 2015 zijn de commissies gevraagd om met voorstellen te komen. Brandweer Fryslân heeft deze bestuurlijke opdracht betrokken bij de discussie over het huidige en vereiste kwaliteitsniveau van de brandweerzorg in Fryslân. Dit heeft geresulteerd in de notitie ‘Kwaliteitsdiscussie Brandweer Fryslân’ waarin het huidige kwaliteitsniveau is geschetst en de noodzaak tot kwaliteitsverbetering is aangetoond. De noodzaak tot kwaliteitsverbetering betekent niet dat voor 1 januari 2014 zaken onvoldoende geregeld waren, maar de omgeving waarbinnen de brandweerzorg zich afspeelt is wel in grote mate veranderd. Waar eerst de brandweer een gemeentelijke verantwoordelijkheid was, is het nu een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het bestuur van de VRF. Ook de schaalgrootte waarop de brandweerzorg nu is georganiseerd is overgegaan naar de grootte van de veiligheidsregio. Beide vraagt om in te zetten op eenduidigheid in processen, producten en kwaliteit. Op 1 oktober 2014 heeft de Bestuurscommissie Veiligheid de notitie vastgesteld en onderkend dat het noodzakelijk is om een kwaliteitsslag te maken binnen Brandweer Fryslân.
18
Na het vaststellen van deze noodzaak heeft het MT Brandweer de opdracht gekregen om een plan van aanpak kwaliteitsverbetering op te stellen. Hierbij werd aangegeven dat de verbetervoorstellen moesten passen binnen de bestaande begroting van Brandweer Fryslân. Het plan van aanpak kwaliteitsverbetering was feitelijk de koers voor de komende vier jaar en vormde daarmee de kern van het te voeren beleid. Het plan van aanpak kwaliteitsverbetering is daarom geïntegreerd in het Beleidsplan Brandweer Fryslân 2015-2018.De focus binnen het beleidsplan plan ligt op de koers naar toekomstbestendige brandweerzorg waarin harmonisatie, kwaliteitsverbetering en doorontwikkeling centraal staan. We volgen hiervoor twee sporen: 1. verder bouwen aan de staande organisatie; 2. doorontwikkeling naar toekomstbestendige brandweerzorg. In 2014 hebben we bereikt dat het ‘stof’ is neergedaald in onze organisatie. We zijn goed van start, maar de organisatie staat er nog niet, we zullen daarom de komende beleidsperiode nog verder met elkaar vorm geven aan de brandweerorganisatie. We richten ons op de ontwikkeling van medewerkers, het optimaal inzetten van competenties, communicatie en interne en externe verbinding. We pakken die processen en producten aan, die nog niet (geheel) zijn geharmoniseerd, gaan door met het borgen hiervan en gaan voor kwaliteitsverbetering. Het tweede spoor zetten we in door het programma brandweerzorg 2.0 te ontwikkelen. Dit omvat het afstemmen van de paraatheid, de lerende organisatie, operationele informatievoorziening, het brandrisicoprofiel, het dekkingsplan 2.0 en brandveilig leven. Er is een aantal verbeterpunten met de hoogste urgentie naar voren gebracht op 1 oktober 2014 tijdens de vergadering van de Bestuurscommissie, die terugkomen in het beleidsplan. Dit zijn paraatheid, de lerende organisatie en operationele informatievoorziening. Op het gebied van de paraatheid is eenduidig inzicht in en registratie van de paraatheid van posten (nog) niet beschikbaar. Er is sprake van een spanningsveld op het gebied van de beschikbaarheid bij verschillende kazernes op verschillende momenten, met name tijdens de dag-situatie en vakantieperiode. Er is het afgelopen jaar geïnvesteerd in het aantrekken van vrijwilligers om alle posten op voldoende sterkte te krijgen. We zijn verder gestart met het project voor de ontwikkeling van een eenduidig en veilig normenkader voor de basis uitruksterkte, waarin harmonisatie van lokale formele en informele afspraken ten aanzien van de paraatheid plaatsvindt (project paraatheid 1.0). Als lerende organisatie moeten en willen we continu op zoek zijn naar inzichten om ons eigen presteren te optimaliseren en aan bestuurders, burgers en maatschappij te laten zien wat we doen. Een van de voorwaarden hiervoor is de (door)ontwikkeling van een adequate registratie- en rapportagesystematiek. Het afgelopen jaar hebben we moeten constateren dat we hier nog niet zijn. Het duiden van cijfers en informatie is lastig gebleken, omdat er verschillend wordt geregistreerd. Informatie is hierdoor onvolledig en niet geheel valide door het ontbreken van duidelijke en heldere afspraken. Dit willen we in 2015 verbeteren en met het bestuur afspraken maken over wat en met welk doel we registreren. Ten aanzien van de operationele informatievoorziening hebben we gezien dat informatie die van belang is voor een veilige en doelmatige inzet van de brandweer niet altijd beschikbaar of up-to-date. Gevolg is dat de brandweer met onvolledige of onjuiste gegevens op pad is. Om dit te verbeteren hebben we middelen voor voertuigautomatisering en personele capaciteit vrijgespeeld om de benodigde kwaliteitsslag hierin te maken.
19
Ontwikkelingen Het afgelopen jaar hebben we verschillende ontwikkelingen binnen en buiten onze organisatie gesignaleerd en geconstateerd. - Piketten: er is beweging op het vlak van de piketten. De HOvD en OvD-piketten zijn eind 2014 weer volledig ingevuld. Door de Veiligheidsregio (afdeling crisisbeheersing) wordt momenteel onderzocht of multi-piketten binnen meerdere kolommen ingevuld kunnen worden. Dit heeft effect op de wijze waarop de brandweer haar piketten nu heeft ingevuld. Bij een loskoppeling van multi en mono gaat de brandweer een nieuwe structuur opzetten waarbij de mono (brandweertaken) met voldoende bezetting zijn geborgd; - Er ligt inmiddels een wetsvoorstel Omgevingswet bij de Tweede Kamer. De doelstelling is om een veilige, gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit te bereiken en te behouden. Brandweer Nederland ziet hierin een rol voor de Brandweer weg gelegd en is stevig aan het lobbyen om de adviesrol van de brandweer wettelijk te verankeren. Het is op dit moment nog onzeker of deze wettelijk adviesrol het gaat halen in de nieuwe Omgevingswet. Het kan voor Risicobeheersing van invloed zijn op de huidige invulling van de toetsingstaak Wabo-vergunningaanvragen. - Er wordt gewerkt aan de invoering van de wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Adviesbureaus voeren vanaf het moment van inwerkingtreding de technische Bouwbesluit toets uit voor bouwwerken die binnen gevolgklasse 1 (laag risico) vallen. Een toets aan het Bouwbesluit betekent echter niet automatisch een toets brandveiligheid. Brandweer Nederland pleit dan ook voor betrokkenheid van de brandweer bij de meest risicovolle objecten. En dan niet alleen betrokkenheid in de toezicht fase maar juist aan de voorkant bij de ontwerpfase. Invoering van deze nieuwe regel betekent voor gemeenten een inkomensdaling als het gaat om de legesopbrengsten. De private sector neemt immers een overheidstaak over. Dit heeft ook voor ons consequenties omdat de gemeenten nu door ons worden ondersteund bij de beoordeling van aanvragen.
Wat heeft het gekost?
20
4. Paragrafen 4.1 Financiering Financieringsbeleid en afdekken van risico’s Het financieringsbeleid van Veiligheidsregio Fryslân is erop gericht de financieringsrisico’s voor langere tijd af te dekken met vastrentende leningen. De omvang en looptijd van deze leningen is afgestemd op de omvang en levensduur van de materiële vaste activa en is gepland binnen de kaders voor de renterisiconorm. Afhankelijk van de situatie op de kapitaalmarkt en de hoogte van eigen financieringsmiddelen (eigen vermogen, voorzieningen en werkkapitaal) bestaat de mogelijkheid een deel (tot de kasgeldlimiet) kortlopend te financieren. Bij de financiering worden geen zekerheden verstrekt en worden geen afgeleide financiële instrumenten ingezet. Gewijzigde financieringsstructuur Als direct gevolg van de regionalisering per begin 2014 is de financieringsstructuur ingrijpend veranderd. Het van de Friese gemeenten overgenomen vastgoed en materieel ging gepaard met een forse investering voor de VRF. Deze en andere investeringen zijn begin 2014 gefinancierd door het aantrekken van leningen bij de BNG van in totaal € 42,5 miljoen. De looptijd van het leningenpakket is afgestemd op de verwachte levensduur van de investeringen. Daarnaast is de wijze van betalen van de gemeentelijke bijdragen in het nadelig saldo gewijzigd van 2 maal per jaar naar eens per maand. Dit om de totale financieringslast voor de VRF en de gemeenten gezamenlijk te beperken. Leningenportefeuille en liquiditeit Tot en met 2013 was sprake van twee langlopende leningen, die in 2003 zijn aangetrokken om de nieuwbouw van het hoofdkantoor aan de Harlingertrekweg te financieren. De betreffende leningen hadden per eind 2013 een saldo van € 5,9 miljoen. In januari 2014 is voor een bedrag van € 42,5 miljoen aan leningen aangetrokken in verband met de regionalisering. Het verloop is als volgt: Saldo per 1 januari Opgenomen leningen Reguliere aflossingen Saldo per 31 december
€ 5.885.675 € 42.500.000 € 1.823.991-/€ 46.561.684
Door het gerealiseerde rekeningsaldo en uitgestelde investeringen is het saldo aan liquide middelen (grotendeels aangehouden in de schatkist) opgelopen naar € 6,8 miljoen. Gezien de huidige liquiditeitsen investeringsplanning behoeft waarschijnlijk pas in 2016 weer externe (langlopende) financiering te worden aangetrokken. Kasgeldlimiet Door de toename van het begrotingstotaal naar € 65,8 miljoen is de kasgeldlimiet voor 2014 uitgekomen op € 5,4 miljoen (8,2%). Gedurende geheel 2014 is sprake geweest van een negatieve netto vlottende schuld. De kasgeldlimiet is derhalve niet overschreden in 2014. Renterisiconorm De renterisiconorm voor 2014 is gesteld op 20% van het begrotingstotaal, ofwel € 13,2 miljoen. In 2014 komt het totaal aan aflossingen op € 1,8 miljoen, derhalve ruim onder de renterisiconorm. Bij het samenstellen van de leningportefeuille is ervoor zorg gedragen dat ook in de toekomst de renterisiconorm niet wordt overschreden.
21
Schatkistbankieren Per 15 december 2013 is de Wet verplicht schatkistbankieren in werking getreden. Met ingang van deze datum dient Veiligheidsregio Fryslân haar overtollige liquide middelen aan te houden in de schatkist. Dit met uitzondering van een saldo tot het geldende drempelbedrag, wat voor 2014 is gesteld op € 491.000. De naleving van de regeling is conform het gewijzigde BBV opgenomen in de toelichting op de balans, onderdeel kortlopende vorderingen. Hieruit blijkt dat alleen in het eerste kwartaal het drempelbedrag wordt overschreden. Dit wordt veroorzaakt doordat op 2 en 3 januari 2014 de middelen betreffende de overgenomen activa brandweer op de lopende rekening aanwezig waren. Gedurende het eerste kwartaal is ingeregeld dat de huisbankier dagelijks de lopende rekening afroomt en het verschil afstort in de schatkist. Daarna is het drempelbedrag op kwartaalbasis niet meer overschreden. De eenmalige overschrijding heeft geen consequenties.
4.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing In de beleidsnota Weerstandsvermogen, die op 28 september 2011 door het Algemeen Bestuur is vastgesteld, is het weerstandsvermogen gedefinieerd als de mate waarin Veiligheidsregio Fryslân in staat is om omvangrijke tegenvallers op te vangen, zonder dat het beleid behoeft te worden aangepast. De weerstandscapaciteit wordt primair gevormd door de “Algemene reserve”. Daarnaast behoort de “Bestemmingsreserve Crisis en Rampen” voor de taakstelling rampen- en crisisbeheersing eveneens tot de weerstandscapaciteit. Het verloop van de weerstandscapaciteit tijdens het verslagjaar was als volgt: 1-1-2014 Algemene Reserve Reserve Crisis en Rampen Totaal weerstandsvermogen
31-122014 - 1.894.223 500.000 - 2.394.223
Toevoeging Onttrekking
1.800.000 500.000 2.300.000
94.223 94.223
De beschikbare weerstandscapaciteit is hiermee in overeenstemming met het noodzakelijk geachte weerstandsvermogen volgens de huidige beleidsnota Weerstandsvermogen (2010 – 2014). De beleidsnota Weerstandsvermogen wordt één keer in de vier jaar geactualiseerd en vastgesteld. In maart 2015 is een geactualiseerde beleidsnota Weerstandsvermogen (2015 – 2018) voorgelegd aan het Algemeen Bestuur. Algemene reserve De Algemene Reserve is bedoeld voor het opvangen van fluctuaties in de exploitatie van Veiligheidsregio Fryslân en vervult daarmee primair de bufferfunctie. In de huidige beleidsnota Weerstandsvermogen is het plafond gesteld op € 1.800.000. In het verslagjaar is het voordelige resultaat van 2013 toegevoegd aan deze reserve. Bij de vaststelling van de jaarrekening 2013 is besloten om het resultaat 2013 voorlopig te reserveren in afwachting van de actualisatie van de beleidsnota Weerstandsvermogen. Bestemmingsreserve Crisis en Rampen De bestemmingsreserve Crisis en Rampen is in 2013 gevormd voor een bedrag van € 500.000. Deze reserve is bedoeld voor het opvangen van incidentele kosten in verband met rampen en crises. De regionalisering van de brandweer is een ontwikkeling, die bij het opstellen van de huidige beleidsnota Weerstandsvermogen niet actueel was. Bij de actualisatie van het risicoprofiel is de impact van de regionalisering van de brandweer meegenomen.
22
Risico’s In de huidige beleidsnota Weerstandsvermogen zijn de risico’s benoemd die ten grondslag liggen aan de kwantificering van het benodigde weerstandsvermogen van € 1.800.000. Als gevolg van de regionalisering van de brandweer is Veiligheidsregio Fryslân in omvang (fte en budget) gegroeid. Daarnaast is het karakter van de Veiligheidsregio veranderd: vrijwilligersorganisatie, kapitaalintensiever en toename repressieve taken. Gelet op deze ontwikkelingen heeft een actualisatie van het risicoprofiel plaatsgevonden. Daarnaast was actualisatie van het risicoprofiel noodzakelijk in verband met het aflopen van de beleidsnota Weerstandsvermogen (2010 – 2014). Beleidsnota Weerstandsvermogen (2015 – 2018) In 2014 is intern een risicoworkshop gehouden voor het actualiseren van het risicoprofiel voor het weerstandvermogen. De conclusie van deze risicoworkshop is dat het risicoprofiel niet wezenlijk is gewijzigd. De belangrijkste risico’s in het kader van het weerstandsvermogen zijn nog steeds de mogelijkheid van personele frictie en de invloed van marktwerking in brede zin op de VRF. Voor de kwantificering van de risico’s van het risicoprofiel is gebruik gemaakt van de methodiek die ook bij de beleidsnota Weerstandsvermogen 2010 – 2014 is gehanteerd. Marktwerking is bij de kwantificering geoperationaliseerd door middel van ‘risicovolle omzet’: de omzet die gevoelig is voor fluctuatie in de vraag of het tarief. De belangrijkste ontwikkelingen die een rol spelen bij de kwantificering zijn de stijging van de ‘risicovolle omzet’ (gemiddeld 10% per jaar afgelopen periode) en een gewijzigde inschatting van het personeelsverloop (van 5% naar 4%). Op basis van deze ontwikkelingen is het weerstandsvermogen gekwantificeerd op € 2,1 miljoen. Het weerstandsvermogen gericht op het algemene risicoprofiel van de VRF wordt in de beleidsnota als volgt opgebouwd: - vorming egalisatiereserves Gezondheid en Brandweer voor een totaal bedrag van € 1,6 miljoen. - jaarlijkse post onvoorzien in de exploitatiebegroting van € 0,5 miljoen. Hiermee wordt onderscheid gemaakt in een incidenteel deel (via de reserves) en een structureel deel (via post onvoorzien). De omvang van de post onvoorzien is hierbij afgestemd op de inschatting van de incidentele kosten als gevolg van personele frictie. De aanwending van de post onvoorzien zal met ingang van 2015 worden verantwoord als onderdeel van de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. In de beleidsnota Weerstandsvermogen 2015 – 2018 wordt invulling gegeven aan de bestuurlijke behoefte om de financiële stromen tussen de verschillende programma’s strikter te scheiden. Het gewenste weerstandsvermogen wordt namelijk gekoppeld aan de verschillende programma’s op basis van de ‘risicovolle omzet’ binnen een programma. Op basis van ervaringen in de beleidsperiode 2010 – 2014 is de inschatting dat de kans op het daadwerkelijk optreden van een ramp of crisis zeer gering is. Gelet hierop wordt de bestemmingsreserve Crisis en Rampen opgeheven. De nieuwe beleidsnota Weerstandsvermogen 2015 – 2018 is op 19 maart 2015 vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Structurele risico’s Voor de komende jaren zijn enkele grote structurele risico’s aangemerkt, dit betreft: - Ontwikkelingen rondom de Landelijke Meldkamer Organisatie (LMO); - Herijking systematiek BDUR en achterblijven indexatie BDUR; - Onvoldoende geïndexeerde kapitaallasten, effect bij toekomstige vervanging (jaarlijks € 1,3 miljoen).
23
Deze risico’s zullen de komende jaren bij ongewijzigd beleid leiden tot structurele wijzigingen in de budgettering. Aangezien voor deze risico’s op het moment dat zij zich voordoen een structurele oplossing gevonden dient te worden, wordt hiervoor geen (incidentele) weerstandscapaciteit aangehouden.
4.3 Onderhoud kapitaalgoederen In deze paragraaf wordt verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid rondom het beheer van de gebouwen die Veiligheidsregio Fryslân in eigendom heeft. Met ingang van 2014 heeft de organisatie de volgende gebouwen in eigendom/beheer: - Het hoofdkantoor aan de Harlingertrekweg; - 66 Brandweerkazernes, waarvan 47 in eigendom; - 61 locaties voor JGZ, allen gehuurd; - Het regionaal coördinatie centrum (RCC), ondergebracht bij de meldkamer. Voor de gebouwen in eigendom is het gewenste kwaliteitsniveau gesteld op niveau 3 (‘redelijk’) van NEN 2767. Om deze kwaliteit te kunnen waarborgen zijn voor de eigendomslocaties meerjarige onderhoudsplanningen aanwezig. Bij de huurlocaties wordt ernaar gestreefd een vergelijkbaar kwaliteitsniveau vast te leggen in de huurovereenkomsten: bij de nieuw afgesloten huurovereenkomsten met de gemeenten is dit ook zo geregeld, bij huur van derden in de meeste gevallen ook, Bij de regionalisering zijn de budgetten voor de kazernes bepaald op basis van de van de gemeenten overgenomen locaties (huur of eigendom), gekoppeld aan het gewenste kwaliteitsniveau, inclusief een budget voor beheer van het vastgoed. Daarnaast zijn in het kader van het project Samen Naar 1 Brandweer budgetten vastgesteld voor facilitaire kosten en nutsvoorzieningen. Aangezien de kosten van groot onderhoud significant fluctueren over de jaren, is ervoor gekozen deze te egaliseren met behulp van een voorziening groot onderhoud. De stand van de voorziening per eind 2014 sluit aan met de bijgewerkte onderhoudsplanning. In 2014 is nog geen groot onderhoud uitgevoerd, deze werkzaamheden zijn herpland voor 2015. De budgetten voor kapitaallasten zijn gebaseerd op het huidige areaal en op het prijspeil waarop de investeringen in het verleden door de gemeenten zijn gedaan. Indien gebouwen en installaties moeten worden vervangen tegen het huidige (c.q. toekomstige) prijspeil doet zich een tekort voor, dat in de loop der jaren zal oplopen tot maximaal € 600.000. Dit risico is, als onderdeel van het totale risico voor nietgeïndexeerde kapitaallasten van €1,3 miljoen, gemeld in de kaderbrief 2016.
4.4 Bedrijfsvoering De bedrijfsvoering ondersteunt de organisatie bij de uitvoering van de programma's en heeft daarmee niet alleen betrekking op de interne organisatie (het personeel) maar ook op de bestuurlijke organisatie (het gezicht van de VRF naar de inwoners toe). De bedrijfsvoering dient aan de volgende criteria te voldoen: • Rechtmatigheid: de VRF handelt rechtmatig als zij handelt volgens de geldende wet- en regelgeving; • Betrouwbaarheid: de VRF heeft haar zaken op orde, voert de wettelijke regels voorspelbaar uit en handhaaft deze regels; • Transparantie: er wordt inzicht geboden in de uitvoering van de programma's en de ondersteunende processen; • Doelmatigheid: zoveel mogelijk resultaat behalen met zo weinig mogelijke middelen; • Doeltreffendheid: de beoogde effecten bereiken; • Responsiviteit: de VRF anticipeert en speelt in op maatschappelijke ontwikkelingen en/of wensen van burgers. Het doel van de bedrijfsvoering is het ondersteunen en faciliteren van de organisatie bij de uitvoering
24
van de programma's en tevens te voldoen aan de wettelijke regelgeving en informatieplicht (zoals de opvolging van de BBV-voorschriften bij de financiële verslaglegging en de informatieplicht aan het CBS in de vorm van de IV3). In de praktijk moet dit tot uiting komen in een goede samenwerking met de kolommen van onze organisatie, interne en externe processen efficiënt te laten verlopen en zorgvuldige besluitvorming te garanderen. Met de groei van Veiligheidsregio Fryslân is er ook voor de kolom Bedrijfsvoering veel veranderd. Zo zijn de meeste niet primaire taken bij Bedrijfsvoering ondergebracht en is de afdeling in formatie en deskundigheid gegroeid. Dit alles om Crisisbeheersing, Brandweer en de GGD maximaal te faciliteren in hun primaire proces. Toch is met de komst van de brandweer en de geplande groei van de overhead met 16% niet voldoende gebleken. Dit uit zich vooral op het gebied van Financiën, Juridische zaken en P&O. Een eerder afgesproken evaluatie door Berenschot toont dit ook aan, de VRF heeft 26% minder overhead dan een vergelijkbare organisatie. Dit is dan ook de reden dat er een voorstel bij het bestuur ligt dit deels op te lossen (is onderdeel van de kaderbrief 2016-2019). De taken van Bedrijfsvoering hebben betrekking op de onderdelen Kwaliteit, Communicatie, Inkoop, Facilitaire services, Huisvesting, ICT, Informatiemanagement, P&O en Financiën. Voor alle onderdelen worden zeer diverse resultaatafspraken gemaakt. De belangrijkste aandachtspunten voor 2014, zoals opgenomen in de begroting 2014, waren (conform het INK-model): Vanuit klantperspectief: 1. Klanttevredenheidsonderzoeken1 faciliteren voor alle kolommen en Veiligheidsregio Fryslân breed rapporteren met behulp van de NPS-methode; 2. De kolommen helpen met klantstrategie om de klanttevredenheid en loyaliteit in 2015 minimaal 10% te kunnen verhogen ten opzichte van 2014. Vanuit Medewerkersperspectief 3. Medewerkerstevredenheidsonderzoek houden voor alle kolommen en Veiligheidsregio Fryslân breed rapporteren met behulp van de NPS-methode 4. De kolommen helpen met ondersteuning van interventieteams om de medewerkerstevredenheid en loyaliteit in 2015 minimaal 10% te kunnen verhogen ten opzichte van 2014. 5. Starten met resultaatgesprekken (planning, voortgang en beoordeling) voor iedere collega met de vier onderdelen resultaat (wat), gedrag en vaardigheid (hoe), faciliteiten (nodig) en toekomst (employability). Vanuit Bestuurders/financiers perspectief 6. Het per kolom en Veiligheidsregio Fryslân breed rapporteren van de doelstellingen op basis van de resultaatgebieden van het INK-model inclusief analyse en advies; 7. Het voorbereiden van de bestuurlijke introductie van een Veiligheidsregio Fryslân resultaatkaart per 1 januari 2016; 8. Betere beoordeling risico en rendement investeringsaanvragen door introductie van gebruik business case; 9. Een jaarrekening 2015 met een maximale delta van 2% t.o.v. de begroting; 10. Een maandelijkse bandbreedte van max. 5% van de prognose van liquiditeit t.o.v. realisatie 11. Het implementeren van een opnieuw geaccordeerd begrotings- en jaarrekeningmodel model voor de begroting vanaf 2016, al dan niet met een separaat programma voor Bedrijfsvoering.
Vanuit Maatschappelijk perspectief: 1
Onder klanten wordt verstaan de inwoners en organisaties in Friesland. De gemeenten zijn in het geval van Bevolkingszorg klant, in de overige gevallen zijn de gemeenten bestuurder/financier en stellen zij de kaders over hetgeen de VRF moet bereiken, inclusief klanttevredenheid over dienstverlening..
25
12. Het implementeren van het beleidsplan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen 13. Betalen van facturen >= 95% binnen 21 dagen 14. Het vanaf 2015 opstellen van een maatschappelijk jaarverslag. Hieronder wordt per punt aangegeven hoe Bedrijfsvoering in 2014 aan deze gestelde doelen heeft gewerkt: 1. Door met Kwaliteit te borgen dat de NPS-methode geïmplementeerd wordt in alle bestaande of nieuw op te zetten onderzoeken; de NPS score van de nulmeting onder de financiële gemeenteambtenaren in 2014 was 5. Overige externe nulmetingen zijn onderhanden of zijn inmiddels gereed. Een voorbeeld is Reizigers, zij scoren bijzonder hoog; 2. In 2014 met een doorloop naar 2015 is/wordt met behulp van een kwartiermaker een klantstrategie geformuleerd. Deze kwartiermaker is met deelname van alle kolommen geselecteerd en zal worden opgevolgd medio 2015 binnen de huidige formatie; 3. Het MTO-onderzoek 2013 (gepresenteerd begin 2014) liet een resultaat zien van 7,0 voor de VRF organisatie. De NPS van de VRF was -12,5. Het “kleine MTO” in 2014 (gepresenteerd begin 2015) eenzelfde gemiddelde score zien, echter nu met een NPS van - 17.2. Opvolging van aanbevelingen worden op diverse niveaus georganiseerd, maar altijd door en met medewerkers. Daarnaast is in 2014 door projectteams van talentvolle medewerkers een advies aan de directie verstrekt om aan te geven hoe Veiligheidsregio Fryslân inhoud kan geven aan meer verantwoordelijkheid bij de professional; dit advies wordt ingebracht in het in 2015 te ontwikkelen leiderschap- en cultuurprogramma 4. De reeds ingevoerde reflectieteams worden in 2015 geëvalueerd. Begin 2016 vindt de meting plaats van het resultaat 2015 ten opzichte van 2014; 5. In 2014 heeft een deel van de organisatie in een proeftuin geëxperimenteerd met het plannings-, voortgangs- en beoordelingsmodel. Dit model is inmiddels door de OR geaccordeerd. Eventuele verbeter- en/of aandachtspunten worden doorgevoerd en opnieuw met de OR geëvalueerd. De jaren 2015 en 2016 zijn eveneens een proeftuin, waarin de gehele organisatie gaat deelnemen. 6. In 2014 is gestart met het intern ontwikkelen van rapportages per kolom per resultaatgebied vanuit het INK-model. In het directieteam zijn de breed geldende resultaten vastgesteld en worden nu de kolom specifieke doelen bepaald. Naast de introductie van het model zal de levering van de informatie naar een steeds hogere frequentie tijd en energie vragen. De verwachting is dat het systeem voldoende robuust en bestuurlijk presentabel is vanaf 2016; 7. In navolging op 6 wordt met ingang van 2016 de bestuurlijke resultaatkaart opgenomen in de P&C cyclus. Wel ligt hier een relatie met het voorstel aan het bestuur de formatie bij Bedrijfsvoering uit te bereiden. 8. In 2014 is een format voor projectmatig werken geïmplementeerd hoe om te gaan met investeringsaanvragen en projectplannen, hierin is de business case separaat opgenomen; 9. Bij iedere bestuursvergadering zijn (eventuele) begrotingswijzigingen voorgelegd om zo ontwikkelingen maximaal direct en transparant in de begroting te verwerken; 10. De invoering van een nieuw proces rondom investeringen heeft het mogelijk gemaakt een betere liquiditeitsplanning te maken, geënt op de nieuwe, maandelijkse betaaltermijnen van de gemeenten. Wel kan dit nog verder worden verfijnd met de invoering van de verplichtingenadministratie (begin 2015) en de maandelijkse planning van investeringen; 11. In samenwerking met de portefeuillehouder Financiën zal in 2015 de begroting worden geëvalueerd om te komen tot aanscherping van het begrotings- en jaarrekeningmodel ingaande de begroting 2017. Vooruitlopend op de evaluatie lijkt het voor de hand te liggen om in ieder geval mee te nemen: • Het SMART formuleren van doelen per resultaatgebied vanuit het INK-model • De totstandkoming van de bijdragen per gemeente; • Het verder expliciteren van de kosten per programma met aanvullend een programma voor Bedrijfsvoering.
26
12. In 2014 zijn de voorbereidingen getroffen om te komen tot een beleidsplan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). In 2015 wordt het MVO beleidsplan opgesteld, deze kan na akkoord van het bestuur in 2015/2016 geïmplementeerd worden; 13. De komst van de brandweer per 1-1-2014 veroorzaakte een enorme toename van het aantal facturen: een verdubbeling van 8.000 naar 16.000. De gemiddelde betaaltermijn in 2014 was 34,2 dagen tegenover gemiddeld 38,3 dagen in januari. Met de geplande invoering van de verplichtingenadministratie begin 2015 is de verwachting dat de betalingstermijn in 2015 richting het gestelde doel komt van 21 dagen. 14. In 2015 zal een maatschappelijk jaarverslag over 2014 worden opgesteld en voorgelegd aan het bestuur.
27
5. Jaarrekening
28
5.1 Balans per 31 december 2014
29
5.2 Programmarekening 2014
5.3 Waarderings- en resultaatbepalingsgrondslagen De jaarrekening 2014 van Veiligheidsregio Fryslân is opgesteld in overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de nadere aanwijzingen in de Financiële verordening van Veiligheidsregio Fryslân. Materiële vaste activa De materiële vaste activa betreffen uitsluitend investeringen met een economisch nut. De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs of vervaardigingprijs, verminderd met lineaire afschrijvingen. Eventueel wordt rekening gehouden met een restwaarde. De kapitaallasten in de begroting worden geïndexeerd voor toekomstige vervangingen. Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 10.000 worden, in principe, niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatst genoemde worden altijd geactiveerd. Voor de verschillende categorieën van activa worden de volgende afschrijvingstermijnen gehanteerd: 40 jaar Bedrijfsgebouwen; 20 jaar renovatie, restauratie en verbouwing van bedrijfsgebouwen; technische installaties in bedrijfsgebouwen; voorzieningen aan terreinen (zoals parkeerplaatsen); containers; 15 jaar brandweervoertuigen c.q. brandweervaartuigen; medische apparatuur t.b.v. tuberculosebestrijding; 12 jaar brandweervoertuigen (beroepskorps); 10 jaar kantoormeubilair; bouwrente; oefenmateriaal brandweer; ademluchtapparatuur; inventaris/bepakking brandweervoertuigen; overig brandweermateriaal; 7 jaar dienst- en OVD-voertuigen; persoonlijke beschermingsmiddelen brandweer; 6 jaar alarmeringsmiddelen (C2000 apparatuur); 5 jaar overige medische apparatuur; PSU GHOR functionarissen; overige kantoorinventaris; gebruikerssoftware, werkplek automatisering, telefooncentrale (incl. vaste telefoons); 3 jaar systeem soft- en hardware; mobiele telefoons; tablets; niet gronden en terreinen. Van de genoemde termijnen kan bij bestuursbesluit worden afgeweken. Vorderingen De vorderingen worden gewaardeerd tegen historische kostprijs. Bij de vorderingen wordt rekening gehouden met noodzakelijk geachte waarderingscorrecties in verband met oninbaarheid. Voorzieningen De voorzieningen worden opgenomen voor het geschatte bedrag van de toekomstige verplichting. Overige activa en passiva Alle overige posten in de balans worden gewaardeerd tegen historische kostprijs. Baten en lasten De baten en lasten zijn toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Baten worden slechts in aanmerking genomen voor zover zij gerealiseerd zijn. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Niet in de balans opgenomen verplichtingen Meerjarige financiële verplichtingen worden niet in de balans opgenomen. De lasten die hieruit voortvloeien worden onder de bedrijfslasten verantwoord.
5.4 Toelichting op de balans Materiële vaste activa
De investeringen in materiële vaste activa bestaan voor het grootste deel uit betalingen aan de Friese gemeenten inzake de regionalisering: € 14,9 miljoen aan materieel en € 25,2 miljoen aan vastgoed.
Uitzettingen met een looptijd van korter dan 1 jaar Schatkistbankieren Sinds half december 2013 neemt Veiligheidsregio Fryslân deel aan verplicht schatkistbankieren. Hiertoe is een overeenkomst afgesloten met het Rijk en worden overtollige tegoeden aangehouden in de schatkist. De VRF mag tot een bedrag van € 491.000 buiten de schatkist aanhouden. Per kwartaal was het buiten de schatkist aangehouden saldo gemiddeld als volgt: Eerste kwartaal Tweede kwartaal Derde kwartaal Vierde kwartaal
1.605.099 218.169 357.618 425.133
In het eerste kwartaal was sprake van een overschrijding door een eenmalig hoog saldo begin januari. Dit als gevolg van de aangetrokken leningen die een dag later zijn gebruikt bij de overdracht van activa. Sinds dat moment hebben dergelijke kasstromen zich niet meer voorgedaan én is automatische afroming door BNG in werking gesteld. Hierdoor doen zich op kwartaalbasis geen overschrijdingen meer voor.
32
Lening BON De lening aan Brandweer Opleidingen Noord bedroeg oorspronkelijk € 152.000 en is in 2012 volledig voorzien als oninbaar. Als gevolg van de verbeterde liquiditeitspositie van de BON is in 2014 de helft terugbetaald. Ontvangst van het restant is afhankelijk van de herstructurering van de BON, die naar verwachting rond de zomer van 2015 wordt afgerond. Daarom blijft het openstaande saldo voorzien als mogelijk oninbaar. Overlopende activa Nog te ontvangen subsidiebedragen Vooruitbetaalde bedragen Overige nog te ontvangen bedragen
238.189 640.466 1.242.877 2.121.532
Nog te ontvangen subsidiebedragen Saldo 1/1 FUEV Sociale kaart JGZ
144.000 0 0 144.000
Gemaakte Saldo 31/12 Voorschotten kosten 30145 178.899 123.891 0 25.000 25.000 0 89.298 89.298 -199.008 293.197 238.189
33
Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Vakantiedagen Rechtspositie Gezondheidsenquete Transitie JGZ Crisis en rampen Regionalisering
Totaal eigen vermogen
1-1-2014 Stortingen Onttrekkingen 1.800.000 94.223 0
31-12-2014 1.894.223
105.989 121.621 116.752 204.489 500.000 564.663 1.613.514
0 0 16.000 0 0 0 16.000
105.989 19.500 35.000 0 0 0 160.489
0 102.121 97.752 204.489 500.000 564.663 1.469.025
3.413.514
110.223
160.489
3.363.248
Algemene reserve Volgens de nota weerstandsvermogen is de algemene reserve gemaximeerd op € 1,8 miljoen. Echter, vooruitlopend op totstandkoming van een nieuw weerstandsvermogen (na regionalisering) is het resultaat over 2013 toegevoegd aan de reserve. De reserve wordt in 2015 herijkt naar aanleiding van de nieuwe nota weerstandsvermogen. Vakantiedagen De reserve vakantiedagen is destijds gevormd voor de dekking van risico's met betrekking tot verlofstuwmeren. Bij vaststelling van de jaarrekening 2012 is besloten dat de reserve per eind 2014 opgeheven wordt, onder gelijktijdige afbouw van stuwmeren. De reserve is ingezet ter dekking van de in 2014 uitbetaalde bedragen. Rechtspositie De reserve rechtspositie is gevormd voor de kosten van medewerkers waarvoor een wachtgeldregeling is afgesproken en medewerkers die met ingegane FPU. Aangezien de laatstgenoemde categorie in 2014 is vervallen, is het restant van het saldo bedoeld voor de resterende wachtgelders. Naar verwachting zal de reserve eind 2018 op nihil uitkomen. Gezondheidsenquête Periodiek worden door Veiligheidsregio Fryslân grootschalige onderzoeken uitgevoerd naar de gezondheidssituatie van de Friese bevolking. Met dergelijke onderzoeken zijn aanzienlijke kosten gemoeid, die met behulp van deze reserve worden geëgaliseerd over de jaren. Gemiddeld zijn de kosten € 16.000 per jaar. In 2014 waren de kosten van deze onderzoeken € 35.000. Transitie JGZ Deze reserve is bij de 8-maands bestuursrapportage van 2013 gevormd uit het resultaat van het programma gezondheid en zal worden ingezet ter dekking van incidentele uitgaven die samenhangen met de transitie van de JGZ. Crisis en rampen Deze reserve is gevormd als buffer voor het geval een grootschalige crisis of ramp zich voordoet. De reserve zal worden opgeheven op het moment dat de nota weerstandsvermogen in 2015 wordt vastgesteld.
34
Regionalisering Een deel van het rekeningsaldo van 2012 is destijds gestort in de reserve om ingezet te worden als dekking voor incidentele lasten van de regionalisering van de brandweer in Fryslân. In de kaderbrief 2016-2019 is een voorstel gedaan deze reserve in te zetten ter dekking van incidentele lasten als gevolg van het beleidsplan brandweer.
Voorzieningen 1-1-2014 Stortingen Verplichtingen, verliezen, risico's Voorziening opgebouwde spaaruren Voorziening sociaal plan SN1B
Egalisatie van lasten Groot onderhoud Harlingertrekweg Groot onderhoud brandweerkazernes Egalisatie lasten ILB
Van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden Brede Doeluitkering Rampenbestrijding Totaal voorzieningen
Onttrekkingen
31-12-2014
183.162 1.200.000 1.383.162
0 0 0
0 429.445 429.445
183.162 770.555 953.717
497.346 0 100.000 597.346
23.000 200.800 100.000 323.800
428.950 0 28.720 457.670
91.396 200.800 171.280 463.476
98.838
0
0
98.838
2.079.346
323.800
887.115
1.516.031
Voorziening opgebouwde spaaruren In het verleden konden medewerkers (op grond van de op dat moment geldende CAR/UWO) van de toenmalige HVD Fryslân en van verschillende thuiszorgorganisaties verlofuren sparen op basis van een spaarcontract. De gespaarde verlofuren kunnen in de toekomst door medewerkers worden aangewend om langdurig verlof op te nemen. De mogelijkheid om extra verlof te sparen is enige jaren geleden beëindigd, met als gevolg dat er geen nieuwe spaarcontracten bijkomen. De voorziening is bedoeld voor afwikkeling van het aantal uren dat is gespaard. In 2014 is de indexering van de uurtarieven ongeveer even hoog als de waarde van de opgenomen uren. Voorziening sociaal plan SN1B In 2013 is in het kader van de regionalisering deze voorziening gevormd voor garantiesalarissen en tegemoetkomingen in de reiskosten, zoals afgesproken in het sociaal plan Samen Naar Eén Brandweer. Gedurende 2014 is de voorziening bijgesteld naar aanleiding van herplaatsing van garantiekandidaten en de effecten van de nieuwe cao. Het resterende saldo is voldoende om de garantiesalarissen tot en met eind 2016 te kunnen dekken, alsmede de tegemoetkoming reiskosten tot en met 2018. Groot onderhoud Harlingertrekweg Begin 2014 is de vernieuwbouw van het hoofdkantoor van de VRF aan de Harlingertrekweg afgerond. Tijdens deze vernieuwbouw is een deel van de voorziening ingezet, zijnde onderhoudswerkzaamheden waarvoor in voorgaande jaren was 'gespaard'. In 2014 is een nieuw meerjaren onderhoudsplan opgesteld, dat voorziet in een totale onderhoudslast van € 55.000 per jaar, waarvan gemiddeld € 23.000 per jaar aan groot onderhoud. Ter egalisatie van het groot onderhoud is deze voorziening gevormd, waaraan jaarlijks € 23.000 wordt toegevoegd.
35
Groot onderhoud brandweerkazernes Als onderdeel van de regionalisering zijn 45 brandweerkazernes in eigendom overgenomen van de Friese Gemeenten. Tijdens het overnameproces is voor elk van deze gebouwen een meerjaren onderhoudsplanning opgesteld. Hieruit blijkt voor de eigendomskazernes een jaarlijkse onderhoudslast van in totaal € 545.000, waarvan € 200.800 groot onderhoud. Ter egalisatie van deze lasten is een onderhoudsvoorziening gevormd. Egalisatie lasten ILB Vanuit de CAR/UWO is voor de jaren 2013 tot en met 2015 de mogelijkheid opgenomen gebruik te maken van een Individueel Loopbaan Budget. Medewerkers kunnen over de gehele periode een bedrag van € 1.500 besteden. Naar aanleiding van een inschatting van het gebruik in de periode is een totale last begroot van € 300.000. Om deze lasten te kunnen egaliseren over deze jaren, is een voorziening gevormd waar per jaar € 100.000 aan wordt toegevoegd. De inschatting is dat het resterende saldo nog nodig zal zijn voor de uitgaven in 2015. Aangezien deze faciliteit per eind 2015 vervalt, zal dan de voorziening ook worden opgeheven. Brede Doeluitkering Rampenbestrijding De voorziening is in het verleden gevormd uit overschotten uit de BDUR, en is in 2013 voor een groot deel ingezet voor incidentele kosten met betrekking tot de regionalisering. In de kaderbrief 2016 is voorgesteld het restant in te zetten als dekking voor incidentele kosten inzake het meerjarenbeleidsplan brandweer. De voorziening kan daarna worden opgeheven.
Langlopende schulden Alle langlopende schulden zijn betrokken bij de Bank Nederlandse Gemeenten. Het verloop is als volgt: Stand per 1 januari 2014 Aangetrokken leningen Reguliere aflossingen Extra aflossingen Stand per 31 december 2014
5.885.675 42.500.000 1.823.991 0 46.561.684
De rentelast die in 2014 is gemoeid met de langlopende leningen bedraagt € 1.420.868
Schulden met een looptijd van minder dan 1 jaar Overlopende passiva Vooruitontvangen subsidies Overlopende rente Overige overlopende passiva
229.316 558.354 1.115.700 1.903.370
Vooruitontvangen subsidiebedragen
LFR Haakarmbakken Jeugd en alcohol Zorgopleiding 2e tranche Logopedie gem Leeuwarden Crisiscommunicatie AP Heerenveen OTO Simulering (UMCG)
Saldo Saldo 1/1 Voorschotten Vrijval/betaling 31/12 183.801 0 -15.983 167.818 35.000 31.000 -35.000 31.000 70.000 0 -70.000 0 2.075 0 0 2.075 10.500 0 -10.500 0 0 28.423 0 28.423 24.296 0 -24.296 0 325.672 59.423 -155.779 229.316
36
Niet in de balans opgenomen verplichtingen De niet uit de balans blijkende verplichtingen hebben betrekking op: •
Het Samenwerkingsconvenant Meldkamer Noord-Nederland met de politieregio’s en Veiligheidsregio’s Groningen, Fryslân en Drenthe inzake het gezamenlijke beheer van de meldkamers voor ambulancezorg, brandweer, politie en de Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen te Drachten (de Meldkamer Noord-Nederland). Op grond van dit convenant komt 25% van de gezamenlijke kosten voor rekening van de brandweerkolom. Binnen de brandweerkolom worden de kosten vervolgens op basis van inwoneraantallen over de regio’s verdeeld.
•
Het Convenant Werkgeverschap voor brandweerpersoneel Meldkamer Noord-Nederland met de Veiligheidsregio’s Groningen en Drenthe betreffende het formele werkgeverschap van het brandweerpersoneel in de Meldkamer Noord Nederland. Op grond van dit convenant draagt Veiligheidsregio Fryslân voor ongeveer 38% bij in de gezamenlijke kosten van het brandweerpersoneel.
•
Huurcontracten die zijn aangegaan voor de hoofd-, team- en consultatiebureaulocaties jeugdgezondheidszorg, brandweerkazernes en een aantal overige locaties. De diverse contracten hebben verschillende looptijden, wat resulteert in een jaarlijkse verplichting van € 1,4 miljoen per jaar. Deze verplichtingen hebben een looptijd van langer dan één jaar. Voor één van de contracten is een bankgarantie afgegeven van € 12.000.
•
De verplichtingen met betrekking tot het opgebouwde tegoed voor vakantiegeld en vakantiedagen zijn in overeenstemming met het BBV niet opgenomen in de balans, aangezien zij een meerjarig gelijkblijvend volume kennen. De waarde van de openstaande verlofdagen bedraagt € 942.000, het opgebouwde vakantiegeld is € 1.040.000.
37
5.5 Toelichting op de programmarekening 5.5.1
Analyse van de afwijkingen per programma
Hierna wordt een toelichting gegeven op de afwijkingen per programma, toegespitst naar de vastgestelde beleidsproducten. Totstandkoming begroting na wijzigingen De in juni 2013 vastgestelde primitieve begroting was nog gebaseerd op de organisatie vóór regionalisering van de brandweer. In dezelfde vergadering is de uitzetting als gevolg van SN1B toegevoegd en in oktober van dat jaar de budgetten met betrekking tot het vastgoed van de brandweer. Gedurende 2014 zijn diverse wijzigingen aangebracht, onder andere met betrekking tot de budgetten brandkranen, herijking van de WABO-taak en de geraamde mutaties in reserves. De laatste wijziging (4e) is vastgesteld als onderdeel van de bestuursrapportage over de eerste acht maanden. Programma Gezondheid Het programma Gezondheid bestaat uit de afdelingen Jeugdgezondheidszorg en Zorg&Advies waarbij het resultaat voor het totale programma uitkomt op -/- € 33.000.
Zorg & Advies De afdeling Zorg & Advies sluit met een saldo -/- € 286.000. De overschrijding is voornamelijk het gevolg van bovenformativiteit, extra specialistische inhuur en niet behaalde bezuinigingstaakstellingen. De bovenformativiteit is ontstaan door eerdere aanpassingen binnen de afdeling en zal in 2015 door natuurlijk verloop grotendeels worden opgelost. Per beleidsproduct hierbij een aantal specifieke oorzaken van het betreffende resultaat benoemd: Zorg Onder het beleidsproduct Zorg vallen Infectieziektebestrijding, TBC-bestrijding en SOA/Sense. Het tekort ad -/- € 74.000 is te verklaren door extra inzet bij TBC als gevolg van een aantal uitbraken, bovenformativiteit, frictiekosten en doorrekening van indirecte lasten.
38
OGGZ Het tekort ad € 24.000 is veroorzaakt door inzet van extra formatie t.b.v. de versterking van de OGGZfunctie, zoals de voorbereiding van het opzetten van de escalatiepool voor de gemeente Leeuwarden als centrumgemeente. Lijkschouw Het tekort op lijkschouw wordt verklaard door inhuur van specialistische kennis en toerekening van indirecte kosten vanuit de afdeling. Politiezorg en Reizigersvaccinatie Op beide “markt”-taken is een positief resultaat behaald van respectievelijk € 5.000 en € 43.000. De continuïteit van voornamelijk de Politiezorg is onzeker vanwege de aanbestedingsprocedure hieromtrent. Deze aanbesteding is het gevolg van de vorming van de nationale politie en zal in 2015 zijn vervolg hebben. Op Reizigersvaccinatie is het resultaat toe te schrijven aan efficiency vanwege de stijging van het aantal consulten ten opzichte van de raming. Advies Onder het beleidsproduct Advies vallen de uitvoering van de Medische Milieukunde, Technische Hygiënezorg, Epidemiologie en Beleidsadvisering gemeentelijk gezondheidsbeleid. Het tekort ad € 176.000 is te verklaren door: - extra inhuur bij Medische Milieukunde van specialistische kennis van GGD Groningen, waardoor de bezuinigingen niet gerealiseerd konden worden. - vertragend effect in het aanpassen van de formatie Technische Hygiënezorg ten opzichte van de dalende trend in aantallen inspecties. Hier is op ingespeeld door het beëindigen van een tweetal contracten in het laatste kwartaal van 2014. - het nog niet realiseren van de taakstelling Beleidsadvisering vanuit “Skerp”, waardoor bovenformativiteit is ontstaan. Jeugdgezondheidszorg De afdeling jeugdgezondheidszorg sluit 2014 af met een saldo van -/- € 87.000, wat een afwijking is ten opzichte van de begroting van slechts 0,5%. Dit heeft vooral te maken met extra personele inzet ten behoeve van het primaire proces en doorrekening van indirecte lasten. De verschillen op de beleidsproducten te opzichte van de begroting zijn marginaal waarbij geen relevante financiële afwijkingen zijn opgetreden. Het bezuinigingstraject “Skerp” is in 2014 afgerond waarbij de bezuinigingen zijn behaald en de laatste wijzigingen zijn geïmplementeerd. Het tekort op beide afdelingen wordt grotendeels gecompenseerd door een positief resultaat op de algemene dekkingsmiddelen. Een analyse hiervan is te lezen in paragraaf 5.5.2 en verder.
39
Programma Veiligheid Het programma veiligheid was in de primitieve begroting nog inclusief de regionale brandweer. Deze budgetten zijn met de 3e wijziging overgebracht naar het nieuwe programma brandweer. Wat resteert zijn de budgetten voor de afdeling crisisbeheersing (GHOR, veiligheidsbureau, bevolkingszorg). Het verloop van deze producten is als volgt:
Product Crisis (GHOR) In 2014 heeft de GHOR een nieuwe overeenkomst gesloten met de RAV Fryslân inzake de inhuur van GHOR personeel. In de begroting is er nog geen rekening mee gehouden dat deze inhuur Btw-plichtig is. Bovengenoemde BTW “tegenvaller” is overigens binnen dit product gecompenseerd op “algemene en materiële kosten” (ketensamenwerking, oto, operationeel, piketten) Product Veiligheidsbureau De kosten voor de piketten waren lager dan oorspronkelijk geraamd (naar aanleiding van het verbeterspoor “indikking van de crisisorganisatie” is in 2014 gekozen voor een andere invulling van de piketten), evenals de kosten voor inhuur en materiaal. Product Coördinatie Bevolkingszorg Het tekort binnen dit product is veroorzaakt door de contributie van het Instituut Fysieke Veiligheid, welke in 2014 voor het eerst in rekening is gebracht (contributie voor onder andere aansluiting op de Slachtoffersystematiek en deelname aan het project GROOTer). Product Bevolkingszorg De onderschrijding binnen dit product wordt veroorzaakt door Vakbekwaamheid Bevolkingszorg. 2014 kan voor wat betreft Vakbekwaamheid Bevolkingszorg worden beschouwd als een tussenjaar. Eind 2014 is het nieuwe Vakbekwaamheidsbeleid opgesteld. Met dit beleid wordt de basis gelegd voor aantoonbare vakbekwaamheid van de functionarissen in de hoofdstructuur van de crisisorganisatie en binnen de diverse processen.
40
Programma brandweer Tijdens de regionalisering is het programma brandweer gevormd, bestaande uit de reeds aanwezige budgetten van het regionaal bureau, aangevuld met de bij regionalisering overgedragen budgetten voor brandweer en vastgoed. Daarnaast heeft een herrekening plaatsgevonden van de organisatieoverhead, waarmee het programma brandweer wordt belast volgens de eerder vastgestelde verdeelsleutel. Het resultaat van de brandweer over 2014 is als volgt:
Het resultaat van Brandweer Fryslân over 2014 bedraagt € 2,8 miljoen positief. Op de kosten van de brandweerorganisatie (salarissen en de directe kosten) ontstond een resultaat van € 1,6 miljoen Het saldo van de huisvestingslasten, doorbelasting bedrijfsvoering en toerekening van het resultaat van de algemene dekkingsmiddelen bedroeg € 1,2 miljoen positief. Personele lasten Op de vaste formatie ontstaat een incidenteel resultaat van € 401.000, onder meer door het nog niet (volledig) invullen van vacatureruimte. Dit wordt deels gecompenseerd door externe inhuur van € 305.000, dit is zowel tijdelijke invulling en vervanging, als projectmatige werkzaamheden. Het resultaat op vrijwilligers is € 42.000 negatief, onder meer door eenmalige afkoop uit hoofde van het sociaal plan. Kapitaallasten Op kapitaallasten ontstaat een overschot van € 1,2 miljoen, als gevolg van uitgestelde investeringen. De geplande investeringen zijn, in afwachting van een nieuw dekkingsplan, beperkt tot hetgeen strikt noodzakelijk is voor de continuïteit van de dagelijkse operatie. Materiële kosten De materiële lasten vallen circa € 0,5 miljoen hoger uit, vooral door een noodzakelijke inhaalslag op groot onderhoud van voertuigen. Daarnaast is een inhaalslag gemaakt met betrekking tot de aanschaf van dienstkleding. PPMO/opleidingen In 2014 is beleid ontwikkeld voor de invoering van PPMO, daarom hebben niet alle geplande keuringen plaatsgevonden. Met ingang van 2015 wordt het personeel volgens de geplande cyclus gekeurd. Door de latere invoering ontstond een incidenteel voordeel van € 165.000. Inkomsten De inkomsten vallen hoger uit dan begroot, vooral door incidenteel hogere baten uit de subsidie FUEV van de Provincie. Er zijn meer gesubsidieerde activiteiten uitgevoerd dan initieel gepland.
41
5.5.2
Algemene dekkingsmiddelen en financiering
Rijksbijdrage BDUR De gewijzigde begroting is gebaseerd op de december-circulaire 2013. In deze circulaire wordt van het totale landelijke budget van € 176,8 miljoen voor € 8 miljoen toegewezen aan Fryslân. Als gevolg van de bijstelling gedurende 2014, onder meer in het kader van een incidentele extra bijdrage, is € 16.000 meer ontvangen dan begroot. Niet-bestede BDUR: In de begroting was de niet-ingezette BDUR nog opgenomen als stelpost, voor 2014 bedroeg deze nog € 251.000. In 2014 is de post volledig niet ingezet en valt derhalve vrij ten gunste van het resultaat. Vanaf 2015 is deze post niet meer aanwezig, als gevolg van de laatste tranche van bezuiniging op het rijksbudget BDUR en het niet-indexeren van de rijksbijdrage. Financiering: De totale financieringslast in de begroting is gebaseerd op het financieren van het tijdens de regionalisering vastgestelde investeringsniveau in kapitaalgoederen, tegen een marktrente van 3,5%. Door het niet volledig invullen van het investeringsplan in 2014 is minder geleend, en tevens tegen een lagere gemiddelde rente. Hierdoor ontstaat een overschot in 2014 van € 416.000, waarvan € 280.000 is aangemerkt als structureel. Van deze structurele ruimte is in de kaderbrief 2016 vastgesteld dat deze wordt (door bijstellen van de rekenrente naar 3%) ingezet als dekking voor de taakstelling materiële indexering. Bijdrage in het nadelig saldo De bijdrage in het nadelig saldo is conform gewijzigde begroting geïnd bij de deelnemende gemeenten. 5.5.3
Benutting van de post onvoorzien
De post onvoorzien was voor 2014 begroot op € 470.000 en is naar rato van de lasten toegerekend aan de drie programma’s. De benutting was in 2014 als volgt: Organisatieonderzoek Berenschot Implementatie office 365 Extra inhuur en bovenformatief Z&A Totaal
€ 54.000 € 52.000 € 171.000 € 277.000
Vanaf 2015 wordt de post onvoorzien aangepast en alleen nog ingezet voor personele fricties (zie ook paragraaf weerstandsvermogen). 5.5.4
Incidentele baten en lasten
Het resultaat over 2014 bestaat grotendeels uit incidentele overschotten. Onderstaand zijn de belangrijkste incidentele afwijkingen opgenomen: Onderuitputting van kapitaallasten Hogere inkomsten Diverse personele kosten Verzekeringen Opleidingen en keuringen Diverse materiële kosten Onvoorzien en dekkingsmiddelen
€ 1.060 € 290 € 300 € 200 € 560 € 150 € 321
42
5.5.5
WNT-verantwoording
Volgens de definitie uit de wet worden bij Veiligheidsregio Fryslân de leden van het algemeen bestuur, de leden van het dagelijks bestuur en de algemeen directeur aangemerkt als topfunctionaris. Voor 2014 gaat het om de volgende personen: Toezichthoudende topfunctionarissen: Algemeen bestuur Achtkarspelen
Gerbrandy
Leeuwarderadeel
Boertjens
Ameland
De Hoop
Littenseradiel
Liemburg
Dantumadiel
Heldoorn
Menameradiel
Van Mourik
De Friese Meren
Aalberts
Ooststellingwerf
Oosterman
Dongeradeel
Waanders
Opsterland
Ravestein / Jager / v. Selm
Ferwerderadiel
Van den Berg
Schiermonnikoog
Stellinga
Franekeradeel
Veenstra
Smallingerland
Van Bekkum
Harlingen
Sluiter
Súdwest-Fryslân
Apotheker
Heerenveen
Van der Zwan
Terschelling
Bats
Het Bildt
Krol
Tytsjerksteradiel
Ter Keurs
Kollumerland
Bilker
Vlieland
Schadd-De Boer
Leeuwarden
Crone
Weststellingwerf
Van Klaveren
Dagelijks bestuur Voorzitter
Crone
Plv. voorzitter
Apotheker
Lid
Van Bekkum
Lid
Fokkema
Lid
Maasbommel
De leden van het algemeen en dagelijks bestuur ontvangen voor deze functie geen vergoeding van Veiligheidsregio Fryslân. Leidinggevende topfunctionarissen: bedragen x € 1
W. K. Kleinhuis Algemeen directeur
Functie(s) Duur dienstverband in 2014
1/1 - 31/12
Omvang dienstverband (in fte)
1,0
Gewezen topfunctionaris?
Nee
(Fictieve) dienstbetrekking?
Ja
Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam?
Nvt
Bezoldiging Beloning
123.800
Belastbare onkostenvergoedingen
0
Beloningen betaalbaar op termijn
23.284
Totaal bezoldiging
147.084
Toepasselijk WNT-maximum
230.474
Motivering indien overschrijding: zie
nvt
Totale bezoldiging 2013
158.355
43
Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2014 een bezoldiging boven het toepasselijke WNT-maximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2014 geen ontslaguitkeringen aan overige functionarissen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.
44
6. Overige gegevens 6.1 Controleverklaring
45
46
6.2 Voorgestelde resultaatbestemming Het dagelijks bestuur stelt voor het nog niet bestemde resultaat over het boekjaar 2014 van € 3.225.623 uit te betalen aan de deelnemende gemeenten, in overeenstemming met artikel 32, lid 2 van de gemeenschappelijke regeling. Indien ongewijzigd vastgesteld zal het resultaat per programma worden teruggestort volgens de voor 2014 voor het betreffende programma geldende verdeelsleutel voor de gemeentelijke bijdragen.
6.3 Vaststelling Hiermee verklaart het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden dat het jaarverslag en de jaarrekening 2014 van de gemeenschappelijke regeling zijn opgemaakt in overeenstemming met het ter zake vastgestelde “Besluit Begroting en Verantwoording”. Het jaarverslag en de jaarrekening 2014 zijn op 2 juli 2015 vastgesteld door het algemeen bestuur.
Voorzitter
Secretaris
De heer drs. F.J.M. Crone
De heer W.K. Kleinhuis
47
V&J A2
Ontvanger
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Nummer
Departement
Bijlage Verantwoordingsinformatie specifieke uitkeringen
Brede Doel Uitkering Rampenbestrijding (BDUR) Besluit veiligheidsregio's artikelen 8.3 en 8.4 Veiligheidsregio's
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2014 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa – d.d. 2 januari 2015
I N D I C A T O R E N Besteding (jaar T)
Aard controle R
Indicatornummer: A2 / 01
€ 36.429.658
48
Accountantsverslag 2014 Basis voor de toekomst
Accountantsverslag 2014 voor Veiligheidsregio Fryslân 31 maart 2015
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Badweg 2 8934 AA Leeuwarden, Postbus 321, 8901 BC Leeuwarden T: 088 792 00 50, F: 088 792 94 24, www.pwc.nl ‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers Pensions, Actuarial & Insurance Services B.V. (KvK 54226368), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
Aan het Algemeen Bestuur van Veiligheidsregio Fryslân T.a.v. de heer W. Kleinhuis Postbus 612 8901 BK LEEUWARDEN 31 maart 2015 Referentie:[e-Geleide reference]
Accountantsverslag met betrekking tot de controle van de jaarrekening 2014 Geacht bestuur, Met genoegen presenteren wij u ons accountantsverslag met betrekking tot de controle van de jaarrekening 2014 van Veiligheidsregio Fryslân. Dit verslag gaat in op de belangrijkste bevindingen uit de controle van de jaarrekening van Veiligheidsregio Fryslân. Ons accountantsverslag bestaat uit drie delen. In deel 1 is een samenvatting opgenomen van onze belangrijkste boodschappen. In deel 2 worden de belangrijkste waarnemingen besproken die zijn voortgekomen uit onze controle. In deel 3 geven wij onze visie over de kwaliteit van uw interne beheersing. Mocht u nog vragen hebben, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.
Pagina 2 van 23
Wij willen graag van deze gelegenheid gebruik maken om u en uw medewerkers te bedanken voor de medewerking die we ervaren hebben tijdens onze werkzaamheden. Met vriendelijke groet, PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Origineel getekend door: C.R. Alserda AA
Managementsamenvatting 1.
Onze belangrijkste kernboodschappen
2.
Belangrijkste controlebevindingen
2.1. 2.2. 2.3.
Uw jaarrekening geeft een getrouw en rechtmatig beeld Ons beeld van de Veiligheidsregio Fryslân in 2014 De door het Dagelijks Bestuur gemaakte schattingen zijn evenwichtig
2.4.
De overige jaarrekeningposten nader bekeken
2.5.
Uw jaarrekening voldoet aan de minimale eisen vanuit het BBV; de informatiewaarde van de jaarstukken kan verbeterd worden
2.6. 2.7.
Begrotingscriterium Liquiditeitsplanning verdient aandacht
2.8.
WNT adequaat toegelicht in de jaarrekening
3.
Uw interne beheersing is adequaat, IT en interne controle vereisen aandacht
3.1.
Aandachtspunten interne beheersing
3.2.
Nadere beheersingsmaatregelen rondom de opbrengsten zijn noodzakelijk
3.3.
Wij hebben op basis van COS 610 niet gesteund op uw interne controlefunctionaris
3.4. 3.5.
De Wet verplicht schatkistbankieren is juist toegepast Niet alle IT bevindingen zijn opgevolgd, risico’s blijven bestaan
3.6.
Wijzigingsprocedure onvoldoende om hierop in de controle te kunnen steunen
3.7.
Logische en fysieke toegangsbeveiliging niet conform best-practice
3.8.
De dekking en reikwijdte van de accountantscontrole is voldoende
Ons accountantsverslag is uitsluitend opgesteld voor gebruik door het Algemeen en Dagelijks Bestuur en directie van Veiligheidsregio Fryslân. U mag dit verslag zonder onze toestemming vooraf niet aan derden verstrekken. Als gevolg hiervan accepteren wij geen aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid tegenover enige andere persoon die dit verslag in handen of ter inzage krijgt.
1.
Onze belangrijkste kernboodschappen
Onze belangrijkste boodschappen en aanbevelingen zijn: 1.
Wij zullen een controleverklaring afgegeven met een goedkeurend oordeel op het gebied van getrouwheid en rechtmatigheid. Ook de SiSa bijlage bevat geen materiële onjuistheden of onzekerheden.
2.
Door de regionalisering is uw organisatie in het afgelopen jaar verdubbeld in aantal medewerkers en in omvang van de begroting. Ondanks deze toegenomen omvang is ons algemene beeld dat de interne beheersing op een adequaat niveau is gebleven. Tijdens onze controle hebben wij in het bijzonder aandacht besteed aan enkele processen in uw organisatie die sterk zijn gewijzigd als gevolg van de regionalisering. Hierbij hebben wij geen tekortkomingen geconstateerd.
3.
Wij merken op dat wij gedurende onze controle wel een toenemende druk ervaren bij enkele van uw ondersteunende afdelingen. Dit sluit aan met de uitkomsten van het onderzoek van Berenschot naar onder andere de optimale inrichting van ondersteunende diensten. Mede gelet op de omvang van uw organisatie vragen wij uw aandacht voor een verdere doorontwikkeling van de interne controle en IT-omgeving.
4.
Eén van uw doelstellingen is het transparant maken van de activiteiten van de Veiligheidsregio Fryslân door SMART geformuleerde doelen voor resultaatgebieden. Met het oog hierop adviseren wij om ook uw jaarverslag tegen het licht te houden van het SMART-principe. In dat kader zijn wij van mening dat de programmatoelichting van uw jaarverslag verbetering behoeft.
5.
Wij zijn van mening dat de jaarrekening voldoet aan de minimale vereisten van het BBV. De informatiewaarde vinden wij echter evenals die van de paragrafen beperkt. Niet in alle gevallen voldoen de paragrafen aan de aanbevelingen vanuit het BBV. Tot slot hebben wij vastgesteld dat het jaarverslag niet geheel voldoet aan de toelichtingsvereisten vanuit uw financiële verordening.
PwC
6.
Wij hebben kennis genomen van de concept-nota weerstandsvermogen 2015-2018. Naar onze mening zijn de hierin opgenomen risico’s op een hoog abstractieniveau gedefinieerd. Daarnaast ontbreekt in onze ogen een concrete cijfermatige onderbouwing van het genoemde (benodigde) weerstandsvermogen van € 2,1 miljoen.
7.
Met de regionalisering van de brandweer is Veiligheidsregio Fryslân een kapitaalintensieve organisatie geworden. Het belang van een goede investeringsplanning gekoppeld aan een liquiditeitsplanning neemt hierdoor toe. De huidige liquiditeitsplanning moet naar onze mening verder in detail worden uitgewerkt. Wij hebben begrepen dat dit voor 2015 verder zal worden uitgewerkt.
8.
Een deel van de opbrengsten bestaat uit opbrengsten van diverse omzetstromen. De primaire registratie van deze opbrengststromen ontbreekt in een aantal gevallen wat de herleidbaarheid hiervan bemoeilijkt. Wij adviseren u de interne beheersing hiervan als ook de interne controle hierop aan te scherpen.
9.
In voorgaande jaren hebben wij een aantal aanbevelingen gedaan omtrent een verdere doorontwikkeling van het interne controleplan. Enkele van deze aanbevelingen zijn in 2014 opgevolgd, echter het controleplan kan in onze ogen verder worden verbeterd. In hoofdstuk 3.3 wordt dit nader toegelicht. In dit kader vragen wij ook uw aandacht voor de aanscherping van eisen ten aanzien van de positionering en het functioneren van de interne controlefunctie die volgt uit nationale en internationale controlestandaarden. Wij adviseren u na te gaan wat uw ambitieniveau is ten aanzien van de interne controlefunctie.
10.
Wij hebben vastgesteld dat in 2014 onze IT-bevindingen in beperkte mate opvolging hebben gehad. Wij hebben begrepen dat in 2015 verder opvolging aan deze bevindingen zal worden gegeven in combinatie met de uitkomsten van het onderzoek van KPN naar de IT-omgeving.
Pagina 4 van 23
2.
Belangrijkste controlebevindingen
Dit onderdeel bevat de belangrijkste bevindingen die zijn voortgekomen uit onze controle en die in onze professionele oordeelsvorming van belang zijn voor u als Algemeen Bestuur.
PwC
Pagina 5 van 23
2.1.
Uw jaarrekening geeft een getrouw en rechtmatig beeld
Wij zullen een goedkeurende controleverklaring verstrekken Wij hebben onze controle van de jaarrekening 2014 van Veiligheidsregio Fryslân afgerond en hebben een goedkeurende controleverklaring op de aspecten getrouwheid en rechtmatigheid verstrekt met betrekking tot de jaarrekening 2014, onder voorbehoud van goedkeuring van deze jaarrekening door het Algemeen Bestuur.
Eén ongecorrigeerd controleverschil geconstateerd ten aanzien van getrouwheid Uit onze controle blijkt één ongecorrigeerd controleverschil. Dit controleverschil blijft ruim binnen de door u vastgestelde goedkeuringstoleranties. Derhalve zullen wij ten aanzien van het aspect getrouwheid een goedkeurend oordeel verstrekken. Fouten
Onzekerheden
€’000
€’000
Controleverschillen: Ongecorrigeerde verschillen Voorziening Individueel Loopbaanbudget Totaal In % van de totale lasten + dotaties reserves van € 63.001.292 Goedkeuringstoleranties A.1.1.
Zie paragraaf 2.4.
171 171 0,3%
1%
Toelichting
n.v.t. n.v.t.
3%
In het volgende overzicht geven wij u inzicht in de geconstateerde fouten en onzekerheden met betrekking tot het aspect rechtmatigheid:
Fouten
Onzekerheden
€’000
€’000
Omschrijving:
Niet naleven Europese aanbestedingsregels Controleverschil ten aanzien van aspect getrouwheid is in het kader van rechtmatigheid ook een fout Totaal In % van de totale lasten + dotaties reserves van € 63.001.291 Goedkeuringstoleranties
Toelichting
281
Zie toelichting onder tabel
171
Zie paragraaf 2.4.
452
n.v.t. n.v.t.
0,7% 1%
3%
Tabel 2 controleverschillen inzake rechtmatigheid
Tabel 1 Niet gecorrigeerde controleverschillen betreffende getrouwheid
Tijdens onze controle en tot de datum van dit verslag hebben wij een viertal andere controleverschillen geconstateerd. Deze controleverschillen zijn verwerkt in de definitieve jaarrekening.
Een goedkeurend oordeel op het aspect rechtmatigheid Veiligheidsregio Fryslân is verantwoordelijk voor de rechtmatige besteding van de gelden. Op basis van de door ons uitgevoerde controlewerkzaamheden, concluderen wij dat de verantwoorde baten, lasten en balansmutaties van
PwC
Veiligheidsregio Fryslân tot stand zijn gekomen conform het door het Algemeen Bestuur vastgestelde normenkader en de wettelijke regels. De geconstateerde fouten en onzekerheden blijven binnen de door u vastgestelde grenzen. Daarom zullen wij eveneens ten aanzien van het aspect rechtmatigheid een goedkeurend oordeel verstrekken.
Tekortkoming in naleving Europese aanbestedingsrichtlijnen Ten aanzien van de naleving van de Europese aanbestedingsrichtlijnen heeft de Veiligheidsregio te maken met een fout vanuit het verleden, een contract is namelijk in 2010 ten onrechte niet Europees aanbesteed. In de loop van 2014 is de betreffende dienst alsnog aanbesteed. De uitgaven van het “oude” contract die aan 2014 moeten worden toegerekend, zijn echter nog wel onrechtmatig. Dit hebben we als tekortkoming ten aanzien van het aspect rechtmatigheid aangemerkt.
Pagina 6 van 23
Verplichtingenadministratie helpt u in 2015 met inzicht te krijgen in uw inkoopcontracten
De grondslagen voor financiële verslaggeving en het normenkader voor rechtmatigheid zijn adequaat
Op 1 april 2013 is de nieuwe Aanbestedingswet van kracht geworden. Dit is enerzijds van invloed op het inkoopbeleid binnen uw organisatie en anderzijds op de uitvoering van onze controlewerkzaamheden. Door de regionalisering van de brandweer heeft de Veiligheidsregio een groot aantal reeds bestaande contracten en mondelinge aangegane overeenkomsten overgenomen. Dit betekent veelal dat u voor een dienst meerdere leveranciers inhuurt. Om inkoopvoordeel te behalen, kan het voordelig zijn om een dienst als één perceel in de markt te zetten. Op basis van de wetgeving dienen de overgenomen contracten gerespecteerd te worden tot het moment van beëindiging van deze contracten.
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten. Als onderdeel van onze controle en met betrekking tot de jaarrekening hebben wij: • de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving beoordeeld; • de juistheid en de volledigheid van de toelichtingen beoordeeld; en • de geschiktheid van het gebruikte normenkader voor rechtmatigheid beoordeeld.
De interne beheersing van de inkoopcontracten zal met de invoering van de verplichtingenadministratie in 2015 naar verwachting verbeteren. Aan de hand hiervan kan in de aankomende jaren worden nagegaan op welk moment nieuwe contracten moeten worden aangegaan inclusief borging van naleving van de Aanbestedingswet.
Er zijn geen fouten en onzekerheden in de SiSa-verantwoording geconstateerd Jaarlijks is de SiSa-verantwoording een onderdeel van uw jaarrekening. Via deze verantwoording worden de rijksuitkeringen verantwoord. Daarmee vormt de SiSa-verantwoording de basis voor afwikkeling van deze uitkering. Wij hebben de SiSa-verantwoording gecontroleerd met inachtneming van de specifieke instructies die door de Rijksoverheid zijn vastgelegd in de ‘Nota verwachtingen accountantscontrole 2014’. Op grond van het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) gelden voor de SiSa andere, zwaardere, rapporteringstoleranties dan u als Algemeen Bestuur in uw controleprotocol hebt opgenomen. Dit om ministeries in staat te stellen de specifieke uitkeringen vast te kunnen stellen en de Algemene Rekenkamer van informatie te voorzien. Wij hebben bij onze controle van de SiSaverantwoording bij de jaarrekening 2014 geen afwijkingen geconstateerd. In bijlage 0 gaan wij nader in op de bevinding van deze regeling.
PwC
Wij zijn van mening dat de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling en het normenkader voor rechtmatigheid die het Dagelijks Bestuur heeft gehanteerd bij het opstellen van de jaarrekening 2014 en de totstandkoming van transacties aanvaardbaar zijn.
Het jaarrekeningproces verder borgen in uw organisatie Voor u als Algemeen Bestuur is het van belang dat de jaarrekening van de Veiligheidsregio Fryslân snel na balansdatum gereed is. Ondanks majeure ontwikkelingen in 2014 waaronder de regionalisering van de brandweer is de jaarrekening vroegtijdig in het nieuwe boekjaar gereed. Wel merken wij op dat wij in vergelijking tot de controle van 2013 nu meer controleverschillen hebben geconstateerd. Wij vinden dit een aandachtspunt voor de organisatie. Wij merken op dat de afdeling bedrijfsvoering bij het jaarafsluitingsproces vooral bezig is met het verzamelen van de informatie. Daardoor kan deze afdeling nog niet volledig haar controlerende rol vervullen bij de jaarafsluiting. Door een goede borging van de jaarafsluiting in uw organisatie is de jaarafsluiting niet meer dan een “maandafsluiting plus”. Hiervoor is het van belang dat de informatie die vanuit de keten komt van een goede kwaliteit is. Wij zijn van mening dat in dat kader de programmatoelichting van uw jaarverslag verbetering behoeft. Wij adviseren u ook uw jaarverslag tegen het licht te houden van het SMART-principe dat u wilt hanteren. Dit betekent het transparant maken van de activiteiten van de Veiligheidsregio door SMART geformuleerde doelen voor resultaatgebieden.
Pagina 7 van 23
2.2.
Ons beeld van de Veiligheidsregio Fryslân in 2014
Veiligheidsregio Fryslân heeft een intensief jaar achter de rug. Zo heeft ondermeer de regionalisatie van de brandweer grote gevolgen gehad voor uw interne organisatie en haar interne beheersing. De organisatie is verdubbeld in aantal medewerkers en omvang van de begroting. Dit heeft veel van haar medewerkers gevergd. Naast de regionalisatie van de brandweer is de Veiligheidsregio in 2014 ook volop bezig geweest met het verder professionaliseren van haar interne processen om zo een goede basis te leggen voor de toekomst. Ons algemene beeld is dat de opzet van de interne beheersing op een adequaat niveau is gebleven ondanks de toegenomen omvang van de organisatie. Zoals reeds gemeld in onze rapportage van de interim-bevindingen hebben wij tijdens onze controle in het bijzonder aandacht besteed aan enkele processen in uw organisatie die sterk zijn gewijzigd als gevolg van de regionalisering van de brandweer. Hierbij valt te denken aan het inkoopproces, salarisproces en de registratie van de materiële vaste activa. Hierbij hebben wij geen tekortkomingen geconstateerd. Onze indruk is dat dit vooral het gevolg is van
PwC
een gedegen voorbereiding op de forse uitbreiding van taken voor uw organisatie. Voor de verdere doorontwikkeling van de organisatie zien wij een aantal aandachtspunten. Deze vindt u in hoofdstuk 3. Wel merken wij op dat wij gedurende onze controle een toenemende druk ervaren bij enkele van uw ondersteunende afdelingen. Dit sluit ook aan met het externe onderzoek (Berenschot) dat in 2014 is uitgevoerd naar de optimale inrichting van ondersteunende diensten, van de directiestructuur en naar de huidige “State of Control” van de Veiligheidsregio en verbetermogelijkheden hierin. In dit onderzoek wordt onder andere ingegaan op de omvang van de ondersteunende diensten en de totale kosten van overhead (PIOFACH-taken) van de Veiligheidsregio in vergelijking tot een gemiddelde referentiegroep alsmede op de positionering van een centrale stafafdeling Control. Mede gelet op de omvang van uw organisatie vragen wij uw aandacht voor een verdere doorontwikkeling van uw interne controle en IT-omgeving. In hoofdstuk 3 van dit verslag gaan wij hierop nader in.
Pagina 8 van 23
2.3.
De door het Dagelijks Bestuur gemaakte schattingen zijn evenwichtig
Bij het opstellen van de jaarrekening moet het Dagelijks Bestuur belangrijke schattingen voor de verslaggeving maken en toelichten. Wij hebben de schattingen die door het Dagelijks Bestuur zijn gemaakt bij het opstellen van de jaarrekening 2014 doorgenomen in het kader van onze jaarrekeningcontrole. Onderstaande tabel geeft een overzicht van onze bevindingen met bijbehorende motivering. Belangrijkste schattingen Afschrijvingen materiële vaste activa. Voorziening debiteuren Voorzieningen Nog te betalen kosten Controleverschil
Bevinding 2014
Toelichting De verwachte levensduur van de verschillende activacategorieën en daarmee de afschrijvingspercentages zijn evenwichtig en consistent bepaald en in lijn met hetgeen gebruikelijk is. Wij kunnen instemmen met de inschattingen van het Dagelijks Bestuur. Daarbij hebben wij vastgesteld dat de gehanteerde levensduur bij de berekende afschrijvingen in overeenstemming is met uw financiële verordening. De Veiligheidsregio Fryslân stelt jaarlijks een analyse op ten aanzien van de oninbaarheid van de debiteuren. Wij vinden dat deze analyse evenwichtig is. Zie ook paragraaf 2.4. Betreft ondermeer een inschatting van het Dagelijks Bestuur welke reserveringen gemaakt moeten worden voor nog te ontvangen facturen. Voorzichtig
Evenwichtig
Optimistisch
Controleverschil
Aanvaardbare bandbreedte – gebaseerd op materialiteitsoverwegingen
PwC
Pagina 9 van 23
2.4.
De overige jaarrekeningposten nader bekeken
In deze paragraaf geven wij een beeld van enkele naar onze mening belangrijke jaarrekeningposten en onze bevindingen hierbij. Actualisaties van de investeringskredieten tussentijds goedgekeurd door het Algemeen Bestuur In de afgelopen jaren hebben wij geconstateerd dat investeringskredieten overschreden werden. In november 2014 heeft u als Algemeen Bestuur een actualisatie ontvangen van de aanwending van de investeringskredieten en daarbij overschrijdingen goedgekeurd. Deze tussentijdse informatie vinden wij een goede ontwikkeling die op basis van uw financiële verordening ook vereist is. Bij de actualisatie van de aanwending van de investeringskredieten tijdens het jaarafsluitingsproces blijkt nog een aantal investeringskredieten overschreden te zijn. Wij merken op dat overeenkomstig uw financiële verordening deze overschrijdingen in de eerst volgende vergadering van het Algemeen Bestuur moeten worden gemeld. Geen specifieke onderbouwing aanwezig voor Voorziening BDUR Jaarlijks verkrijgt de Veiligheidsregio de bijdrage BDUR. Door middel van de SiSa-bijlage wordt verantwoording afgelegd over de bestedingen. In de afgelopen jaren zijn de verantwoorde bestedingen hoger gebleken dan de rijksbijdrage BDUR. In 2013 zijn diverse rechtmatige bestedingen gedaan die ten laste van de voorziening zijn gebracht. Dit waren voorbereidende kosten in het kader van de regionalisering van de brandweer inclusief € 1.200.000 wat destijds is aangewend voor het vormen van een voorziening Sociaal Plan SN1B. De voorziening BDUR is gedurende 2014 niet gewijzigd en evenals de stand ultimo 2013 bedraagt de voorziening per jaareinde circa € 99.000. Deze voorziening is in 2012 gevormd op basis van besluitvorming van het Algemeen Bestuur. Voor 2015 bestaat het voornemen deze voorziening aan te wenden ter dekking van kosten van de brandweer. Aangezien het Algemeen Bestuur steeds besloten heeft over hoe deze voorziening ingezet wordt heeft deze voorziening mogelijk meer het karakter van een bestemmingsreserve. Gezien het bedrag van deze voorziening in relatie tot onze materialiteitgrenzen en de geplande besluitvorming door het Algemeen Bestuur omtrent deze voorziening kunnen wij instemmen met deze voorziening.
PwC
Onderhoudsvoorzieningen zijn geactualiseerd Voor het pand aan de Harlingertrekweg is op basis van een meerjarenonderhoudsplan een onderhoudsvoorziening gevormd. Per jaareinde heeft deze voorziening een omvang van afgerond € 91.000. In 2014 is een aanvullende onderhoudsvoorziening gevormd ten behoeve van de brandweerkazernes. In de balans is een voorziening hiervoor opgenomen van afgerond € 200.000. De onderhoudsvoorziening voor de brandweerkazernes is in 2014 gevormd. Om te komen tot een gedegen opbouw van de voorziening zijn onderhoudsplannen opgesteld door een ingenieursbureau. Op basis van deze onderhoudsplannen bedraagt de dotatie € 200.000 per jaar. Het onderhoud dat voor 2014 gepland was, is niet uitgevoerd en is doorgeschoven naar 2015. Wij hebben het Dagelijks Bestuur geadviseerd om jaarlijks te analyseren of het geplande onderhoud uitgevoerd is. Eventuele afwijkingen dienen verklaard te worden. We hebben de verantwoorde voorzieningen gecontroleerd aan de hand van de onderhoudsplannen en de meerjarenplanning. We kunnen instemmen met de gevormde onderhoudsvoorzieningen. Verantwoorde voorziening Individueel Loopbaanbudget (ILB) Vanuit de CAO heeft de Veiligheidsregio in beginsel de verplichting in de jaren 2013 tot en met 2015 een bedrag van € 1.500 per werknemer ter beschikking te stellen voor het Individueel Loopbaanbudget (ILB) ingeval de werknemer hierop een beroep doet. Door de afdeling P&O is een inschatting gemaakt dat 200 medewerkers gebruik gaan maken van deze regeling. Aan de aanwending van dit budget zijn voorwaarden verbonden: -
De afspraken met de individuele medewerkers moeten schriftelijk zijn vastgelegd inclusief waaraan het opleidingsbudget besteed gaat worden.
-
Het budget mag niet gespaard worden zonder dat hiervoor een bestedingsdoel is afgesproken.
Hieraan is tot dusverre niet voldaan door de Veiligheidsregio. Derhalve is er geen sprake van een daadwerkelijke verplichting voor te leveren prestaties en
Pagina 10 van 23
voldoet deze voorziening niet aan de vereisten vanuit het BBV. Wij hebben deze voorziening dan ook als een controleverschil aangemerkt.
PwC
Pagina 11 van 23
2.5.
Uw jaarrekening voldoet aan de minimale eisen vanuit het BBV; de informatiewaarde van de jaarstukken kan verbeterd worden
Wij hebben op hoofdlijnen de informatiewaarde van de jaarstukken beoordeeld. De jaarstukken 2014 bestaan volgens het BBV uit het jaarverslag en de jaarrekening. Het jaarverslag op haar beurt bestaat uit de programmaverantwoording en de verplichte paragrafen. De jaarrekening bevat de programmarekening, de balans en een toelichting op beide.
Uw jaarverslag is verenigbaar met de jaarrekening Als uw accountant dienen wij ingevolge artikel 213, lid 3 onder d Gemeentewet te vermelden of uw jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Op basis van de uitgevoerde werkzaamheden hebben wij geen tekortkomingen of inconsistenties te melden op dit gebied.
De informatiewaarde van de jaarrekening kan verbeterd worden Wij hebben vastgesteld dat de jaarrekening voldoet aan de minimale vereisten van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten en de stellige uitspraken in de notities van de commissie BBV. Wij vinden de toegepaste grondslagen passend. In 2014 zijn geen wijzigingen in de waarderingsgrondslagen doorgevoerd. De toelichtingen in de jaarrekening zijn beknopt maar voldoen aan de minimale vereisten vanuit het BBV. Wij zijn van mening dat de informatiewaarde van de jaarrekening verbeterd kan worden. Wij adviseren u als Algemeen Bestuur afspraken te maken met het Dagelijks Bestuur over de gewenste informatiebehoefte inzake de jaarrekening.
Uw jaarverslag voldoet niet geheel aan de financiële verordening Wij hebben vastgesteld dat het jaarverslag 2014 niet geheel voldoet aan de toelichtingsvereisten vanuit de financiële verordening. Op basis van uw financiële verordening dient bijvoorbeeld in de paragraaf financiering een liquiditeitsplanning opgenomen te worden. Het niet voldoen aan de financiële verordening leidt echter niet tot een financiële onrechtmatigheid en heeft om deze reden geen gevolgen voor onze controleverklaring. PwC
Informatiewaarde paragrafen is beperkt Wij zijn van mening dat de informatiewaarde van de paragrafen beperkt is. Zo wordt niet in alle gevallen voldaan aan de aanbevelingen vanuit het BBV. Naar aanleiding van onze controle is de toelichting op de paragraaf weerstandsvermogen in overeenstemming gebracht met het BBV. In 2014 heeft het Dagelijks Bestuur een nieuwe nota weerstandsvermogen opgesteld. Door middel van vragenlijsten en workshops zijn in de organisatie de risico’s ingeschat. Wij hebben kennis genomen van deze nieuwe nota (concept nota weerstandsvermogen 2015 – 2018). Wij zijn van mening dat hierin de risico’s op een hoog abstractie niveau gedefinieerd zijn en dat een concrete cijfermatige onderbouwing van het genoemde benodigde weerstandsvermogen van € 2,1 miljoen ontbreekt.
2.6.
Begrotingscriterium
Als blijkt dat de gerealiseerde lasten zoals weergegeven in de programmarekening hoger zijn dan de geraamde bedragen met inbegrip van de laatste begrotingswijzigingen, kan er sprake zijn van onrechtmatige uitgaven. Voor een juiste oordeelsvorming is van belang in hoeverre de begrotingsoverschrijding past binnen het door het Algemeen Bestuur geformuleerde beleid en/of wordt gecompenseerd door hogere opbrengsten. Het bepalen of, respectievelijk welke begrotingsoverschrijdingen onrechtmatig zijn, is voorbehouden aan het Algemeen Bestuur. In onderstaande tabel hebben wij de programma’s weergegeven met een overschrijding van de begrote kosten. Programma
Reden overschrijding
Conclusie rechtmatigheid
Gezondheid (€ 1.046.000)
Dit betreft kosten welke niet in de begroting waren opgenomen. Welke
De overschrijding past binnen bestaand beleid en wordt gecompenseerd door hiermee samenhangende baten. Op basis hiervan geen onrechtmatigheid. Pagina 12 van 23
Programma
Reden overschrijding met name betrekking hebben op pluspakketten. Deze worden gecompenseerd door hoger opbrengsten waardoor het saldo op dit programma positief is.
Conclusie rechtmatigheid
Uit onze controle op de begrotingsoverschrijdingen blijken geen bijzonderheden omtrent rechtmatigheid. Bij goedkeuring van de jaarrekening door het Algemeen Bestuur wordt deze overschrijding alsnog geautoriseerd.
PwC
2.7.
Liquiditeitsplanning verdient aandacht
Met de regionalisering van de brandweer is de Veiligheidsregio een kapitaalintensieve organisatie geworden. De activa en bedrijfsmiddelen zijn in omvang fors toegenomen en zijn uiteraard van groot belang voor de goede uitvoering van uw taken. Bij een kapitaalintensieve organisatie is een goede investeringsplanning gekoppeld aan een liquiditeitsplanning van belang. Momenteel heeft de Veiligheidsregio een liquiditeitsplanning op hoofdlijnen. Wij zijn van mening dat de huidige liquiditeitsplanning verder in detail moet worden uitgewerkt en periodiek geactualiseerd moet worden. Wij hebben begrepen dat dit ook de ambitie is en dat dit in 2015 opgepakt wordt.
Pagina 13 van 23
2.8.
WNT adequaat toegelicht in de jaarrekening
Wij hebben op grond van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) de naleving van de WNT door Veiligheidsregio Fryslân gecontroleerd. De WNT is van kracht vanaf 1 januari 2013. De regelgeving is echter complex. In de loop van 2014 werd duidelijk dat de normen voor de uitvoering van de WNT niet altijd eenduidig waren. Hieraan is invulling gegeven door de publicatie van de Beleidsregels toepassing WNT (26 februari 2014) en de Regeling bezoldigingscomponenten WNT (26 februari 2014). Bij besluit van de Minister van BZK d.d. 12 maart 2014 is besloten dat geen toezicht zal worden uitgeoefend op de naleving van de
PwC
openbaarmakingsverplichting voor niet-topfunctionarissen zonder dienstbetrekking. Ook accountants hoeven op dit onderdeel geen controle uit te voeren. De WNT-verantwoording van Veiligheidsregio Fryslân is opgenomen in de toelichting van de jaarrekening. Hierbij is een toelichting opgenomen op de bezoldiging van de algemeen directeur. Uit onze controle zijn geen tekortkomingen gebleken.
Pagina 14 van 23
3.
Uw interne beheersing is adequaat, IT en interne controle vereisen aandacht
Tijdens onze interim-controle hebben wij de interne beheersing van Veiligheidsregio Fryslân beoordeeld. Dit deel geeft u inzicht in de belangrijkste bevindingen
PwC
Pagina 15 van 23
3.1.
Aandachtspunten interne beheersing
Onze bevindingen over uw interne controleomgeving hebben we weergegeven in onze rapportage interim-bevindingen controle 2014 d.d. 21 november 2014. Onze conclusie is dat het huidige niveau van interne beheersing voldoende is. Hieronder voorzien we u van een update over de status van de belangrijkste interne controlebevindingen en onze opvolging bij de jaarrekeningcontrole hierop: #
Gerapporteerde tekortkoming
Situatie 2014
Update na rapportage interim-bevindingen controle
1
Verdere doorontwikkeling interne controle vergt aandacht
De opzet van het interne controle plan is verbeterd. Wij zien nog wel een aantal belangrijke aandachtspunten. Zie hiervoor paragraaf 3.3 en 3.4
2
Uw IT-omgeving kan nog diverse verbeteringen doormaken
Zie hiervoor paragraaf 3.7
3
Het treasury besluit wordt geactualiseerd.
Middels aanvullende controles achteraf heeft u vastgesteld dat er geen bijzonderheden zijn geweest.
4
Personeelsdossiers niet volledig op het onderdeel identiteitsbewijzen
Wij hebben vastgesteld dat u deze bevinding heeft opgelost.
Opgevolgd Geen actie ondernomen Opvolging onderhanden
PwC
Pagina 16 van 23
3.2.
Nadere beheersingsmaatregelen rondom de opbrengsten zijn noodzakelijk
De opbrengsten van de Veiligheidsregio betaan voor een groot gedeelte (88%) uit de gemeentelijke bijdrages en de rijksuitkering BDUR. De overige opbrengsten bestaan uit diverse relatief geringere omzetstromen. De opbouw van de totale opbrengsten hebben wij hieronder weergegeven: Categorie
Omvang € *1.000
Gemeentelijke bijdrage nadelig saldo
€ 50.367
Rijksuitkering BDUR
€ 8.024
Overige opbrengsten
€ 8.232
Totaal
€ 66.623
De interne beheersing rondom gemeentelijke bijdragen en de uitkering vanuit het Rijk zijn van voldoende niveau. Dit zijn relatief eenvoudig te controleren opbrengsten. Aan de hand van bestuursbesluiten en beschikkingen zijn deze opbrengsten verantwoord. De overige 12% van de opbrengsten, € 8,2 mln., bestaan uit een omvangrijk aantal omzetstromen. Afzonderlijk gezien zijn deze omzetstromen van geringe omvang echter gecumuleerd gaat het om een signficant deel van de totale opbrengsten. Belangrijke omzetstromen in deze categorie betreffen opbrengsten vanuit JGZ, Rijksvaccinatieprogramma, WABO en Forensische Politiezorg. In 2014 onze controle hebben wij nader stilgestaan op de beheersing van deze opbrengstenstromen. De aard en typologie van de verschillende omzetstromen verschillen. Veelal wordt gefactureerd op basis van de aantallen maal een tarief. De primaire registratie van de aantallen en de controle op de juistheid en de volledigheid van deze aantallen ontbreekt in een aantal gevallen. Dit bemoeilijkt in onze ogen de herleidbaarheid van deze opbrengststromen. In uw interne controle worden hierop geen aanvullende werkzaamheden uitgevoerd. Om deze reden hebben wij aanvullende werkzaamheden uitgevoerd om vast te stellen of de verantwoorde opbrengsten juist en volledig zijn. Wij hebben het Dagelijks Bestuur geadviseerd om de interne beheersing van de overige opbrengsten aan te scherpen inclusief de interne controle hierop.
PwC
Wat ons verder is opgevallen bij de opbrengsten is: - Niet aan alle afspraken liggen contractuele afspraken ten grondslag. In voorkomende gevallen vormen mondelinge afspraken de basis voor de facturering. - De registratie ten behoeve van de facturatie van de overige opbrengsten gebeurt veelal in excel. Een dergelijke vorm van registreren verhoogt de foutgevoeligheid. - De tijdigheid van facturatie is een aandachtspunt. Bij één van de opbrengstenstromen hebben wij geconstateerd dat in november 2014 de facturatie over het jaar 2013 heeft plaatsgevonden.
3.3.
Wij hebben op basis van COS 610 niet gesteund op uw interne controlefunctionaris
In 2013 zijn de internationale en nationale controlestandaarden met betrekking tot de positionering en het functioneren van een “Internal Audit Function” aangescherpt. Bij het beoordelen van de verbijzonderde interne controles dienen wij deze aangescherpte regelgeving te hanteren. Drie elementen zijn hierbij van belang: -
Objectiviteit: staan functionarissen los van de organisatie, rapporteren zij direct aan de hoogste leiding? Deskundigheid: zijn functionarissen getraind, niet alleen op de inhoud van het proces maar ook op de (ontwikkelingen in) controletechniek Is er sprake van een systematische en gedisciplineerde benadering met inbegrip van kwaliteitscontroles
De verbijzonderde interne controles van de Veiligheidsregio voldoen op dit moment niet volledig aan bovenstaande eisen, met name door het ontbreken van een zichtbare kwaliteitsreview op de uitvoering van de interne controles. Dit betekent dat wij voor onze controle niet gesteund hebben op de werkzaamheden van uw interne controlefunctionaris maar aanvullende controlewerkzaamheden hebben moeten uitvoeren. Wij adviseren de organisatie na te gaan wat het ambitieniveau is ten aanzien van de verbijzonderde interne controles en te bepalen in hoeverre de Veiligheidsregio wil toegroeien naar een volledige “Internal audit function”. Daarnaast hebben wij geconstateerd, vanuit onze natuurlijke adviesfunctie, dat enkele processen met name op juistheid wordt gecontroleerd, maar is het ook van belang om de volledigheid te betrekken in de controlewerkzaamheden.
Pagina 17 van 23
In voorgaande jaren hebben wij u een aantal aanbevelingen gedaan omtrent een verdere doorontwikkeling van het interne controleplan. Zoals gemeld in onze rapportage van de interim-bevindingen zijn enkele van deze aanbevelingen opgevolgd. Naar onze mening dient in het interne controleplan aanvullend aandacht te worden geschonken aan: •
De mate waarin gesteund wordt op gegevensgerichte werkzaamheden en systeemgerichte werkzaamheden.
•
Planning wanneer de werkzaamheden worden uitgevoerd.
•
Koppeling tussen de geconstateerde risico’s en de opvolging van constateringen uit de interne controlewerkzaamheden.
De opzet van de rechtmatigheidswerkzaamheden wordt meer risicogericht opgepakt door bovenstaande aspecten mee te nemen in het interne controleplan. Hierbij kan meer aandacht worden besteed aan processen of transacties met een hoog risico en wellicht minder aandacht aan processen met een laag risico. De uitkomsten van deze risico-analyse zijn ook leidend voor de planning van de uit te voeren interne controlewerkzaamheden.
3.4.
De Wet verplicht schatkistbankieren is juist toegepast
In december 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Wet verplicht schatkistbankieren. Deze wetswijziging is van invloed op uw toekomstige beleid en de wijze van uitzetten van overtollige middelen. Het BBV is met ingang van december 2013 op deze aspecten aangepast en geeft aan dat met ingang van de jaarrekening 2014 enkele verplichte balansposten in de jaarrekening opgenomen dienen te worden. Op basis van de wet mogen overheidsinstellingen de overtollige financiën tot een bepaald bedrag buiten de schatkist van het Rijk aanhouden. Voor de Veiligheidsregio geldt dat 0,75% van het begrotingstotaal zelf aangehouden kan worden; dit leidt tot een berekend drempelbedrag van afgerond € 494.000. We hebben tijdens de controle vastgesteld dat de wet op een juiste manier wordt toegepast, behoudens een incidentele overschrijding in het eerste kwartaal 2014. Verder hebben we vastgesteld dat de (voorgeschreven) toelichtingen in de jaarrekeningen juist zijn.
PwC
Pagina 18 van 23
3.5.
Niet alle IT bevindingen zijn opgevolgd, risico’s blijven bestaan
De organisatie heeft besloten om een extern onderzoek door KPN naar de IT te laten uitvoeren. In verband hiermee hebben onze IT bevindingen in 2014 in beperkte mate opvolging gehad. Dit aangezien deze worden meegenomen in het externe onderzoek. Gelijk aan voorgaand jaar steunen wij voor onze controle in beperkte mate op de algemene IT beheersmaatregelen en daarmee de systemen. De bevindingen rondom change management en toegangsbeveiliging liggen hier met name aan ten grondslag.
3.6.
Wijzigingsprocedure onvoldoende om hierop in de controle te kunnen steunen
Veiligheidsregio Fryslân bezit geen geformaliseerde procedure voor het verwerken van wijzigingen in applicaties zoals Coda en Inconto. Binnen de Veiligheidsregio Fryslân vindt geen centrale coördinatie plaats van wijzigingen. Mede door de koppelingen en afhankelijkheden tussen de diverse systemen kan dit een risico opleveren. Wijzigingen voor applicaties worden niet te allen tijde (formeel) aangevraagd en goedgekeurd. Documentatie van doorgevoerde wijzigingen en uitgevoerde controlemaatregelen worden niet tot beperkt geregistreerd. Testen worden uitgevoerd door de functioneel beheerder aan de hand van bijgeleverde release notes. Hiervoor zijn geen testscripts en/of procedures opgesteld en testresultaten worden niet structureel zichtbaar vastgelegd.
3.7.
Logische en fysieke toegangsbeveiliging niet conform best-practice
Veiligheidsregio Fryslân bezit een geformaliseerde procedure voor het verwerken van autorisaties (instroom, doorstroom en uitstroom). Gebruikersaccounts worden echter niet te allen tijde tijdig verwijderd bij uitdiensttreding. Periodiek (halfjaarlijks) wordt door IT een lijst met geautoriseerde medewerkers aan de betreffende leidinggevenden gestuurd ter controle. Echter, respons hierop is niet altijd volledig. Resultaten van periodiek uitgevoerde controles op autorisaties worden niet structureel vastgelegd. Overige relevante geconstateerde bevindingen betreffen: • De juistheid van verleende autorisaties/rechten binnen applicaties wordt niet periodiek gecontroleerd;
PwC
• •
3.8.
Activiteiten door super users/administrators in applicaties worden niet gemonitord; Relatief veel accounts (25) beschikken over uitgebreide rechten op het netwerk. Hiervan zijn 11 persoonlijke-, 8 serviceaccounts en 6 generieke accounts. De screensaver, op netwerkniveau. wordt na 30 minuten inactiviteit geactiveerd.
De dekking en reikwijdte van de accountantscontrole is voldoende
De dekking en de reikwijdte van de controle Wij voeren de jaarrekeningcontrole uit om een oordeel over de getrouwheid en rechtmatigheid van de jaarrekening als geheel te vormen, zoals bedoeld in artikel 213, tweede lid van de Gemeentewet. Het is niet de doelstelling van de jaarrekeningcontrole om zekerheid te verschaffen over de kwaliteit van de interne organisatie. De controle van de jaarrekening bestaat uit een combinatie van controlewerkzaamheden, waaronder risicoanalyse, cijferbeoordelingen, beoordeling van de administratieve procedures en het daarmee samenhangende systeem van interne beheersingsmaatregelen en gegevens gerichte controlewerkzaamheden. De samenstelling en omvang van die werkzaamheden zijn noodzakelijk voor het verkrijgen van dit oordeel over de getrouwheid en rechtmatigheid. Tijdens onze controlewerkzaamheden maken wij gebruik van de rapporteringsen goedkeuringstoleranties zoals opgenomen in het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden (‘BADO’), tenzij het Algemeen Bestuur in een controleprotocol ten behoeve van de accountant andere controle- en rapporteringstoleranties vaststelt. Dit houdt in dat wij een goedkeurende controleverklaring kunnen afgeven als de geconstateerde fouten minder zijn dan 1% (€ 630.013) en de onzekerheden minder zijn dan 3% (€ 1.890.039) van de totale werkelijke lasten en toevoegingen aan de reserves in de jaarrekening.
In 2014 is adequaat opvolging gegeven door de directie aan een geconstateerde fraude De verantwoordelijkheid voor de jaarrekening berust bij het Dagelijks Bestuur. Uit dien hoofde zijn zij verantwoordelijk voor het beschermen van het vermogen van Veiligheidsregio Fryslân, het voeren van een afdoende financiële administratie en het in stand houden van een geschikt systeem van interne
Pagina 19 van 23
beheersing (waaronder procedures voor het waarborgen van de betrouwbaarheid en continuïteit van geautomatiseerde systemen en het voorkomen en opsporen van fraude, overige onregelmatigheden en fouten en niet-naleving van wet- of regelgeving). Wij hebben onze controle zodanig ingericht dat wij er redelijk, maar niet absoluut, zeker van kunnen zijn dat materiële afwijkingen in de jaarrekening (waaronder materiële afwijkingen als gevolg van fouten of fraude) aan het licht zullen komen. Onze controle bestond niet uit een uitvoerige controle van transacties zoals noodzakelijk zou zijn om fouten of fraude die niet hebben geleid tot materiële afwijkingen in de jaarrekening te kunnen opsporen. Het dient te worden onderkend dat het controleproces inherente beperkingen kent. Als gevolg van de aard van fraude, met name wanneer daarbij sprake is van verhulling door samenzwering en vervalsing van documenten, is het mogelijk dat bij een controle die is opgezet en uitgevoerd in overeenstemming met algemeen aanvaarde controlestandaarden materiële fraude niet wordt ontdekt. Hoewel doeltreffende interne beheersingsmaatregelen het risico dat fouten en fraude zich voordoen of onontdekt blijven, doen afnemen, wordt dit risico
PwC
hiermee niet weggenomen. Wij kunnen daarom niet garanderen dat eventuele fouten of gevallen van fraude ontdekt worden. Gegeven de inherente beperkingen van het controleproces en het interne beheersingssysteem kan en mag er niet op vertrouwd worden dat ons onderzoek alle fouten of gevallen van fraude aan het licht zal brengen. Door de Veiligheidsregio is in 2014 in één geval geconstateerd dat onrechtmatig gebruik is gemaakt van bedrijfsmiddelen. Wij hebben vastgesteld dat de directie passende maatregelen richting deze medewerker heeft genomen. Tijdens onze controle van de jaarrekening 2014 hebben wij geen aanwijzingen voor fraude gevonden.
Wij zijn onafhankelijk We hebben onze naleving van de externe standaarden en de wereldwijde onafhankelijkheidsstandaarden van PwC voor onze totale dienstverlening in 2014 bewaakt en bevestigen dat we aan deze onafhankelijkheidsverplichtingen hebben voldaan.
Pagina 20 van 23
A.Bijlagen A.1.
Single information Single audit (SiSa)
Wij hebben in onze controle specifieke werkzaamheden verricht om een oordeel te kunnen geven over de getrouwheid en rechtmatigheid van de financiële verantwoordingsinformatie in de bijlage inzake SiSa bij de jaarrekening 2014 van Veiligheidsregio Fryslân. Onze werkzaamheden varieerden van het beoordelen van de interne beheersing tot het uitvoeren van detailcontroles. In de bijlage bij de jaarrekening zijn twee typen indicatoren opgenomen: • Indicatoren (bedragen en andere kwantitatieve gegevens, veelal prestatie-indicatoren), die van invloed zijn op de financiële vaststelling. • Indicatoren, zonder invloed op de financiële vaststelling. Voor de eerste indicator geldt dat er een relatie is tussen de jaarrekening en de bijlage. Wij hebben op deze indicatoren een reguliere rechtmatigheidscontrole uitgevoerd en indien specifiek gevraagd, is de deugdelijke totstandkoming van de indicator beoordeeld. De tweede indicator heeft normaliter geen directe relatie met de gemeentelijke jaarrekening. Deze indicatoren zijn noodzakelijk voor het departementale jaarverslag. Bij deze indicatoren hebben wij alleen de deugdelijke totstandkoming van de indicator beoordeeld en dus niet de rechtmatigheid vastgesteld. Voor de bevindingen uit onze controle gelden op grond van het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (‘BADO’) zwaardere rapporteringtoleranties dan voor andere onderdelen van de reguliere jaarrekening.
Nr
A2
PwC
Naam specifieke uitkering of overige
Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDUR)
In dit rapport van bevindingen hebben wij per specifieke uitkering fouten en onzekerheden, boven een vastgestelde financiële grens, opgenomen voor zover deze niet zijn gecorrigeerd. De financiële grens is afhankelijk gesteld van de omvangsbasis van de regeling. De omvangsbasis wordt gebaseerd op de gevraagde indicator. Bij een gevraagde indicator van ‘bestedingen gedurende het jaar’ wordt de omvangsbasis bijvoorbeeld gevormd door de bestedingen in de regeling. De financiële grens is per specifieke uitkering: • € 12.500 indien de omvangsbasis kleiner dan of gelijk is aan € 125.000; • 10% indien de omvangsbasis groter dan € 125.000 en kleiner dan of gelijk is aan € 1.000.000; • € 125.000 indien de omvangsbasis groter is dan € 1.000.000. De rapporteringstolerantie heeft geen consequenties voor de omvang en aard van de controle van specifieke uitkeringen. Het gaat alleen om het rapporteren van de waargenomen fouten en onzekerheden voortkomende uit de accountantscontrole. Op basis van de Nota verwachtingen accountantscontrole uitgegeven door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties rapporteren wij door middel van onderstaande voorgeschreven tabel de geconstateerde fouten of onzekerheden per regeling.
Totale fout of onzekerheid per specifieke uitkering
Geen
Totale omvang van de fout of de onzekerheid (in €)
N.v.t.
Toelichting fout/onzekerheid
N.v.t.
Pagina 21 van 23
A.2. Veiligheidsregio Fryslân krijgt in 2016 te maken met nieuwe regelgeving omtrent de Vennootschapsbelastingplicht Inventariseer tijdig uw vennootschapsbelastingpositie De huidige Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) heeft ter zake van de positie van overheidslichamen al tientallen jaren geen echte wijziging meer ondergaan. De Europese Commissie (EC) heeft Nederland verzocht de ongelijkheid tussen overheid en bedrijfsleven op te heffen. In grote lijnen schrijven de Europese regels voor, dat indien activiteiten zowel door overheidslichamen als door private partijen (kunnen) worden verricht er geen sprake mag zijn van ongeoorloofde (fiscale) staatssteun. Grosso modo is daarvan sprake als de overheidslichamen niet worden belast met vennootschapsbelasting en de private partijen wel. Anders gezegd: tussen hen moet sprake zijn van een fiscaal ‘Level Playing Field’. Van een dergelijke fiscale gelijkheid is volgens de EC nu in Nederland onvoldoende sprake. Daarom heeft de EC op 2 mei 2013 geoordeeld, dat Nederland passende maatregelen moet treffen om de bestaande regels zodanig aan te passen dat wel sprake is van een Level Playing Field. Op Prinsjesdag, 17 september 2014, is het definitieve wetsvoorstel gepresenteerd aan de Tweede Kamer. Het wetgevende proces is beoogd razend snel plaats te vinden. Het wetsvoorstel is op 18 december 2014 door de Tweede Kamer aangenomen. Inmiddels zijn de voorbereidingen voor de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer in volle gang. De wet zal dan per 1 januari 2016 van toepassing worden.
Op 18 december 2014 is door de Tweede Kamer een amendement aangenomen waarmee een aanvullende vrijstelling wordt opgenomen. Als gevolg van dit amendement kunnen activiteiten die op basis van een dienstverleningsovereenkomst worden verricht aan een ander overheidslichaam worden vrijgesteld. Voorwaarde voor de vrijstelling is dat de betreffende activiteiten bij de afnemer van deze dienst onder de overheidstaakvrijstelling zouden vallen, als de activiteiten door het afnemende overheidslichaam zelf zouden worden verricht.
Wat kunt u nu doen?
Vele partijen zijn nu echt gestart met opleidingen en inventarisaties om zo Vpb kennis op te bouwen en grip te krijgen op de mogelijke impact voor onder andere begrotingen en plannen. Een bijzonder punt van aandacht vormt de identificatie en allocatie van de voor de Vpb in aanmerking te nemen opbrengsten en kosten als ook waar relevant het opstellen van een openingsbalans. Tot slot is het ook van belang tijdig bewustzijn te creëren binnen uw organisatie en na te denken over vragen als wie verantwoordelijk is voor wat en wat de eventuele veranderingen zijn ten aan zien van de interne organisatie en processen. Kortom het ‘Vpb dossier’ is nu echt en zal heel snel realiteit worden. Het eigen Vpb-dossier is altijd maatwerk. De echte impact bij u is altijd sterk afhankelijk van de feiten en omstandigheden, maar ook van de mogelijkheden en de bereidheid om te heroriënteren (op activiteiten) en te herstructureren.
Welke impact kan het wetsvoorstel hebben?
De wijziging raakt publiekrechtelijke rechtspersonen zoals de Staat (meer precies de departementen), gemeenten, provincies, waterschappen, gemeenschappelijke regelingen, ZBOs, maar ook private rechtspersonen waarin zij deelnemen of anderszins (bijvoorbeeld bestuurlijk) mee gelieerd zijn.
Vrijstellingen
Hoewel het wetsvoorstel voorziet in een aantal belangrijke vrijstellingen zoals de interne-, de overheidstaak- en de samenwerkingsverbandvrijstelling zullen, ook als die vrijstellingen van toepassing zijn, de administratie- en compliance verplichtingen fors toenemen. Dit heeft onder andere te maken met de wijze waarop deze vrijstellingen nu zijn vormgegeven.
PwC
Pagina 22 van 23
A.3. Onze urenbesteding aan de controle 2014 Belangrijke investeringen in de kwaliteit van de door ons uitgevoerde controles betreffen de investeringen in technologie en in onze mensen. In ons boekjaar 2013/2014 hebben mensen binnen onze assurance praktijk gemiddeld 176 uren besteed aan training. Daarnaast vereist de controle van de jaarrekening van de Veiligheidsregio Fryslân voldoende tijd en aandacht van teamleden van het juiste niveau voor de uitvoering van controlewerkzaamheden, review en coaching. Voor de controle van de jaarrekening 2014 (inclusief tijdens het jaar uitgevoerde werkzaamheden ten aanzien van interne beheersingsmaatregelen) hebben wij de volgende uren besteed:
Functieniveau Director Manager Overige staf Totaal
PwC
Totaal aantal uren 42 94 345 482
Pagina 23 van 23
Achtkarspelen Ameland Dantumadiel De Friese Meren Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel Harlingen Heerenveen Het Bildt Kollumerland Leeuwarden Leeuwarderadeel Littenseradiel Menameradiel Ooststellingwerf Opsterland Schiermonnikoog Smallingerland Súdwest-Fryslân Terschelling Tytsjerksteradiel Vlieland Weststellingwerf
Jaarlijkse mutatie
2015 2016 € 1.803.811 € 1.934.085 € 638.475 € 636.026 € 1.288.062 € 1.348.949 € 4.108.909 € 4.254.823 € 1.829.114 € 1.906.433 € 743.071 € 764.299 € 1.625.641 € 1.661.441 € 1.275.867 € 1.349.169 € 4.006.474 € 4.122.368 € 822.348 € 859.580 € 831.710 € 904.580 € 10.192.026 € 10.333.006 € 738.832 € 761.796 € 821.506 € 844.908 € 1.095.338 € 1.104.037 € 1.900.113 € 1.982.341 € 2.088.337 € 2.187.481 € 302.286 € 297.127 € 3.635.191 € 4.001.915 € 6.326.848 € 6.694.256 € 633.759 € 649.847 € 2.190.896 € 2.314.178 € 239.011 € 259.149 € 1.888.902 € 1.968.234 € 51.026.527 € 53.140.027 €
2017 2018 € 2.012.179 € 2.091.720 € 611.898 € 587.261 € 1.370.878 € 1.393.173 € 4.236.795 € 4.218.195 € 1.932.081 € 1.958.140 € 760.900 € 757.395 € 1.650.495 € 1.639.248 € 1.378.609 € 1.408.562 € 4.120.766 € 4.118.923 € 869.649 € 879.873 € 945.072 € 986.320 € 10.185.537 € 10.034.621 € 760.492 € 759.124 € 854.824 € 864.893 € 1.075.196 € 1.045.729 € 2.005.066 € 2.028.141 € 2.217.121 € 2.247.236 € 285.681 € 273.992 € 4.287.222 € 4.577.974 € 6.844.849 € 6.998.082 € 638.331 € 626.554 € 2.373.298 € 2.433.470 € 267.496 € 275.994 € 1.993.440 € 2.019.046 € 53.677.877 € 54.223.668
2.113.500 € 4,14%
537.850 € 1,01%
2019 € 2.113.155 € 593.180 € 1.407.459 € 4.261.305 € 1.978.159 € 765.125 € 1.656.012 € 1.422.926 € 4.161.011 € 888.863 € 996.420 € 10.136.830 € 766.906 € 873.741 € 1.056.437 € 2.048.891 € 2.270.260 € 276.737 € 4.624.753 € 7.069.576 € 632.892 € 2.458.393 € 278.763 € 2.039.700 € 54.777.492
545.791 € 1,02%
553.824 1,02%
2016 7,22% -0,38% 4,73% 3,55% 4,23% 2,86% 2,20% 5,75% 2,89% 4,53% 8,76% 1,38% 3,11% 2,85% 0,79% 4,33% 4,75% -1,71% 10,09% 5,81% 2,54% 5,63% 8,43% 4,20% 4,14%
Mutatie bijdrage 2017 2018 4,04% 3,95% -3,79% -4,03% 1,63% 1,63% -0,42% -0,44% 1,35% 1,35% -0,44% -0,46% -0,66% -0,68% 2,18% 2,17% -0,04% -0,04% 1,17% 1,18% 4,48% 4,36% -1,43% -1,48% -0,17% -0,18% 1,17% 1,18% -2,61% -2,74% 1,15% 1,15% 1,35% 1,36% -3,85% -4,09% 7,13% 6,78% 2,25% 2,24% -1,77% -1,85% 2,55% 2,54% 3,22% 3,18% 1,28% 1,28% 1,01% 1,02%
2019 1,02% 1,01% 1,03% 1,02% 1,02% 1,02% 1,02% 1,02% 1,02% 1,02% 1,02% 1,02% 1,03% 1,02% 1,02% 1,02% 1,02% 1,00% 1,02% 1,02% 1,01% 1,02% 1,00% 1,02% 1,02%
2016 Achtkarspelen Ameland Dantumadiel De Friese Meren Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel Harlingen Heerenveen Het Bildt Kollumerland Leeuwarden Leeuwarderadeel Littenseradiel Menameradiel Ooststellingwerf Opsterland Schiermonnikoog Smallingerland Súdwest-Fryslân Terschelling Tytsjerksteradiel Vlieland Weststellingwerf
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
OGZ 162.665 20.774 110.491 298.518 140.277 51.036 118.707 91.859 289.722 61.696 74.772 623.245 59.676 63.438 79.388 149.056 173.389 5.469 322.050 488.763 27.753 185.640 6.445 147.790 3.752.620
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
JGZ 723.794 92.438 491.641 1.328.283 624.175 227.090 528.197 408.736 1.289.143 274.523 332.704 2.773.185 265.533 282.274 353.243 663.237 771.512 24.337 1.432.992 2.174.794 123.491 826.024 28.677 657.605 16.697.626
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
CB 70.023 8.943 47.564 128.504 60.385 21.970 51.100 39.543 124.718 26.559 32.187 268.290 25.689 27.308 34.174 64.165 74.640 2.354 138.634 210.399 11.947 79.913 2.774 63.620 1.615.404
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
Brw 977.602 513.870 699.253 2.499.518 1.081.596 464.203 963.437 809.031 2.418.786 496.802 464.917 6.668.285 410.899 471.887 637.232 1.105.883 1.167.941 264.967 2.108.238 3.820.300 486.655 1.222.601 221.253 1.099.219 31.074.377
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
Totaal 1.934.085 636.026 1.348.949 4.254.823 1.906.433 764.299 1.661.441 1.349.169 4.122.368 859.580 904.580 10.333.006 761.796 844.908 1.104.037 1.982.341 2.187.481 297.127 4.001.915 6.694.256 649.847 2.314.178 259.149 1.968.234 53.140.027
2017 Achtkarspelen Ameland Dantumadiel De Friese Meren Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel Harlingen Heerenveen Het Bildt Kollumerland Leeuwarden Leeuwarderadeel Littenseradiel Menameradiel Ooststellingwerf Opsterland Schiermonnikoog Smallingerland Súdwest-Fryslân Terschelling Tytsjerksteradiel Vlieland Weststellingwerf
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
OGZ 164.059 20.952 111.438 301.076 141.479 51.474 119.724 92.646 292.204 62.225 75.412 628.586 60.187 63.982 80.068 150.333 174.875 5.516 324.810 492.951 27.991 187.231 6.500 149.057 3.784.779
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
JGZ 729.997 93.230 495.854 1.339.666 629.523 229.036 532.724 412.239 1.300.190 276.876 335.555 2.796.950 267.808 284.693 356.270 668.921 778.123 24.545 1.445.272 2.193.431 124.550 833.102 28.923 663.241 16.840.717
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
CB 72.472 9.256 49.227 132.998 62.497 22.738 52.887 40.926 129.079 27.487 33.313 277.672 26.587 28.263 35.369 66.408 77.250 2.437 143.482 217.757 12.365 82.708 2.871 65.844 1.671.892
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
Brw 1.045.650 488.460 714.359 2.463.056 1.098.582 457.653 945.160 832.797 2.399.293 503.061 500.792 6.482.329 405.910 477.886 603.489 1.119.404 1.186.873 253.183 2.373.658 3.940.710 473.425 1.270.256 229.202 1.115.299 31.380.490
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
Totaal 2.012.179 611.898 1.370.878 4.236.795 1.932.081 760.900 1.650.495 1.378.609 4.120.766 869.649 945.072 10.185.537 760.492 854.824 1.075.196 2.005.066 2.217.121 285.681 4.287.222 6.844.849 638.331 2.373.298 267.496 1.993.440 53.677.877
2018 Achtkarspelen Ameland Dantumadiel De Friese Meren Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel Harlingen Heerenveen Het Bildt Kollumerland Leeuwarden Leeuwarderadeel Littenseradiel Menameradiel Ooststellingwerf Opsterland Schiermonnikoog Smallingerland Súdwest-Fryslân Terschelling Tytsjerksteradiel Vlieland Weststellingwerf
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
OGZ 165.475 21.133 112.400 303.675 142.700 51.918 120.758 93.446 294.727 62.762 76.063 634.012 60.707 64.534 80.759 151.631 176.385 5.564 327.614 497.206 28.233 188.847 6.556 150.343 3.817.448
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
JGZ 736.298 94.035 500.134 1.351.229 634.957 231.013 537.322 415.797 1.311.413 279.266 338.451 2.821.092 270.120 287.150 359.345 674.695 784.840 24.757 1.457.747 2.212.364 125.625 840.294 29.172 668.965 16.986.082
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
CB 74.953 9.572 50.912 137.550 64.636 23.516 54.698 42.327 133.497 28.428 34.453 287.178 27.497 29.231 36.580 68.682 79.894 2.520 148.394 225.211 12.788 85.539 2.970 68.098 1.729.125
* - Exclusief mogelijke effecten geplande herindelingen
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
Brw 1.114.994 462.520 729.727 2.425.740 1.115.846 450.948 926.471 856.992 2.379.286 509.417 537.353 6.292.340 400.801 483.978 569.045 1.133.134 1.206.118 241.151 2.644.219 4.063.301 459.908 1.318.790 237.296 1.131.639 31.691.014
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
Totaal 2.091.720 587.261 1.393.173 4.218.195 1.958.140 757.395 1.639.248 1.408.562 4.118.923 879.873 986.320 10.034.621 759.124 864.893 1.045.729 2.028.141 2.247.236 273.992 4.577.974 6.998.082 626.554 2.433.470 275.994 2.019.046 54.223.668
2019 Achtkarspelen Ameland Dantumadiel De Friese Meren Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel Harlingen Heerenveen Het Bildt Kollumerland Leeuwarden Leeuwarderadeel Littenseradiel Menameradiel Ooststellingwerf Opsterland Schiermonnikoog Smallingerland Súdwest-Fryslân Terschelling Tytsjerksteradiel Vlieland Weststellingwerf
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
OGZ 166.914 21.317 113.377 306.315 143.941 52.369 121.807 94.259 297.289 63.308 76.725 639.523 61.234 65.095 81.461 152.949 177.918 5.612 330.462 501.528 28.478 190.489 6.613 151.650 3.850.634
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
JGZ 742.699 94.852 504.482 1.362.976 640.477 233.021 541.993 419.412 1.322.813 281.693 341.393 2.845.617 272.468 289.646 362.469 680.560 791.663 24.972 1.470.420 2.231.596 126.717 847.598 29.426 674.781 17.133.745
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
CB 77.466 9.893 52.619 142.163 66.804 24.305 56.532 43.746 137.974 29.382 35.609 296.808 28.419 30.211 37.807 70.985 82.573 2.605 153.370 232.764 13.217 88.408 3.069 70.382 1.787.112
* - Exclusief mogelijke effecten geplande herindelingen
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
Brw 1.126.076 467.117 736.980 2.449.851 1.126.937 455.430 935.679 865.510 2.402.935 514.480 542.694 6.354.881 404.784 488.789 574.701 1.144.397 1.218.106 243.548 2.670.501 4.103.688 464.479 1.331.898 239.655 1.142.886 32.006.001
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
Totaal 2.113.155 593.180 1.407.459 4.261.305 1.978.159 765.125 1.656.012 1.422.926 4.161.011 888.863 996.420 10.136.830 766.906 873.741 1.056.437 2.048.891 2.270.260 276.737 4.624.753 7.069.576 632.892 2.458.393 278.763 2.039.700 54.777.492
Termijn 5 3 3 3 3 3 5 5 5 5 5 3 5 7 7 10 5
Bedrag 14.500 125.000 12.000 50.000 30.000 45.000 21.000 70.000 30.000 50.000 10.000 150.000 90.500 25.000 25.000 170.000 30.000 948.000
JGZ, herinrichtingskosten diverse locaties Huisvesting JGZ
5
100.000 100.000
Audiovisuele middelen RCC Computerapparatuur RCC Huisvesting RCC
5 5
205.000 17.000 222.000
15 15 15 12 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 10 15 15 10 7 10 7 15 15 15 7 10 10 15 10 7 10
411.143 392.741 362.308 362.244 359.250 355.952 354.821 342.858 323.705 323.705 315.208 297.660 286.736 285.258 254.378 225.827 223.245 187.430 154.153 112.473 109.127 104.103 103.980 103.980 100.178 95.827 88.225 78.582 77.447 76.275 74.459 71.066
Investering(sproject) Topdesk Smartphones, 250 stuks per jaar Citrix VDI Infrastructuur Citrix netscaler Ipads Vaste tefefonie, 60 stuks per jaar Thin clients, 200 stuks per jaar Monitoren, 200 stuks per jaar Vervanging Hello NT Audiovisuele middelen op kazernes Datawarehouse Decos Dienstauto (vervanging 34-HZN-4) Dienstauto (vervanging 98-HVF-5) Werkplekmeubilair, bureau's en stoelen 100 stuks per jaar Koppelingen Bedrijfsvoering
Tankauto TS1 (Dennis) BRANDWEER: BRANDWEERAUTO NES 2001; 87 % Tankautospuit Jubbega Autospuit as 2 lwd Hulpverleningsvoertuig Buitenpost Tankautospuit Menaam Vervanging tankautospuit Marssum(87 % voertuig) Tankautospuit DAF TS2; 87 %, alleen voertuig. TAS Rollend materieel, 87 % voertuig. TS1 Joure, 87 % voertuig Voertuig TS Sneek vv van TS2 Sneek, 87 % voertuig TS 2 Dokkum Tankautospuit BH-GN-34 Brandweerauto BakhuizenBH-LZ-36 TS Scherpenzeel, 87 % voertuig Bepakkingen drie tankautospuiten HV Dokkum Vervangen Magirus brandweerwagen Hydr. Redgereedschap Aanschaf personeel/materieelvoertuig PM1 Sneek69-BT-JS Hydr. Reddingsgereedschap Aanschaf trekkend voertuig (PM) (05-07)41-VKX-8 Hulpverleningsauto Wommels Hulpverleningsauto Mantgum Autospuit 2 Beetsterzwaag 1999, 87 % Voertuig HV/PM Koudum(vervanging BB-NB-21) Warmtebeeldcamera's Bepakkingen brandtechnisch c.a. 1997/98 brandweerwagen AS-2 Bepakking tankautospuit Jubbega Ford Transit manschappenwagen PM1 Bolsward Inventaris TS1 15 jaar
Hulpverleningsmateriaal 1996/98 brandweer 70-LG-B1 VW-Transporter (HOVD-noord) Ademluchttoestellen 114 stuks 4 x 4 Kia Sorento 85-ZN-SF brandweercom Vervanging PM Hollum Invenstaris brandweerauto Nes Materialen HV Dokkum Vervanging adembeschermers Inventaris hulpverl.voertuig 12 jr Aanschaf PM-wagen Marssum92-VT-FV Blustenues personeel Bepakking TAS Menaam Tankautospuit DAF TS 2, 13 % inventaris TAS Rollend materieel, 13 % inventaris. Inventaris TS 1 Joure, 13 % Inventaris TS Marssum 13 % Voertuig TS Sneek vv van TS2 Sneek, 13 % inventaris. Busje brandweer60-ZB-JN 3410 schuimblusvoertuig (2002) PM voertuig 4x4 (peugeot)42-VBZ-3 Bepakkingen brandtechnisch 1999 Motorspuitaanhanger/ultrasoonreiniger 98-JXB-9 VW-Touran opbouw ademluchtapparatuur Pakket hulpverleningsgereedsch. TAS DAF TS2 TS Scherpenzeel, 13 % inventaris Personen- en materiaalbus br.wr Anjum PM Kollum vervanging 29-BK-GV PM Ureterp 200577-RK-JJ Motorspuitaanhanger tbv brandweer Joure DA-8 (7 jr) DA-6 (7 jr) DA-5 (7 jr) DA-3 (7 jr) 98-JXB-9 VW-Touran (OVD) Voertuig officier van dienst brandweer 78-ZF-SF VW-Golf (DA) DA-7 (7 jr) DA-4 (7 jr) Hulpverleningsapparatuur Joure 2005 uitrukpakken brandweer J/17-1999 Motorspuitaanhanger Makkum (IP 1999) J/7-1997 Motorspuitaanhanger Witmarsum Aanv.materieel TAS (Biza) Inventaris AS 2 lwd Dienstauto 1 2012 * Zie component * AANKOOP M.S.A. Pakket hulpverleningsgereedschappen Menaam Warmtebeeldcamera Wa/Oe Motorspuitaanhanger 2000 Aanpassing bepakking tankautospuiten MSA Sint Nicolaasga PM West Terschelling(VG-22-XS) motorspuitaanhanger Personeels/-materialenbus brandw 2009 P voertuig Heeg roepnummer 02 5602 P voertuig Woudsend roepnummer 02 5702 P voertuig IJlst roepnummer 02 5603 Vervanging personeel/materieelvoert. PM2 Sneek17-RR-TT
10 7 10 7 7 10 10 10 10 7 7 10 10 10 10 10 10 7 15 7 10 15 7 10 10 10 7 7 7 15 7 7 7 7 7 7 7 7 7 10 7 15 15 10 10 7 15 10 10 15 10 15 7 15 7 7 7 7 7
70.222 68.125 67.772 62.556 60.063 58.686 56.180 55.094 54.289 52.980 52.538 50.850 49.982 48.370 48.370 46.861 45.951 45.850 43.544 42.423 40.755 40.453 37.961 37.506 37.208 37.083 36.857 36.857 36.564 36.486 36.430 36.430 36.430 36.430 34.797 34.756 34.089 33.628 33.628 33.239 33.124 33.104 32.769 32.612 32.576 32.527 32.471 31.781 31.752 30.566 30.398 29.791 29.016 28.957 28.766 27.500 27.500 27.500 27.335
Voertuig (vervanging 52-GJX-9) (7 jr) HV materiaal Pakket mat. cat. 2 t/m 8 TS 1 DokkumToegevoegd cat. 9 en 10 Aanpassing HV-voertuig07-ZR-KD (VW Transporter) Verv.pers.uitrusting Personeel Brandweer Warmtebeeldcamera's PPN2007 2.2 Materialen cat 2 t/m 8 en cat 9 en 10TS 2 Dokkum 84-NLB-9 VW-Polo (preventie) Warmtebeeldcamera's 64-JVD-5 VW-Polo (preventie) DA Dacia Sneek33-HXL-9 VW Polo Dokkum35-GGN-7 Camera infrarood (TI commander 2x) HV Gereedschap AS 2 lwd 3424 vervanging brandweerhelmen boot op trailer boot op trailer Warmtebeeldcamera's Materieel/boot op trailer 2015 07-KJH-4 VW-Polo (preventie Joure) Hydraulische redgereedschap Bepakkingen brandtechnisch 2000 Inventaris TS 2 Beetsterwzwaag, 13 % Inventaris TS1 8 jaar Auto's medewerkers staf BRANDWEER: DRAAGBARE MOTORSPUIT 2015 Aanschaf bluskleding brandweer J/53-2005 2 Stuks waterkanonnen Makkum/P (IP2005) Droogkast voor slangen bandweer compressor afzuiginstallatie AGS Voertuig; Locatie: regionaal. Oefentank OGS L'den (15 jr) motorspuitaanhanger 2e hands Mogelijk samengevoegde investeringen < € 10.000 Brandweer Totaal
7 10 10 7 7 10 10 7 10 7 7 7 10 10 7 15 15 10 15 7 10 10 10 10 7 10 7 10 10 10 15 15 15 10
26.537 26.414 25.503 23.393 21.708 21.341 20.766 20.626 20.464 20.395 20.000 20.000 19.844 19.546 18.856 18.604 18.604 18.604 18.604 16.970 15.334 14.969 14.969 13.735 13.063 13.023 11.426 10.525 10.361 18.604 80.000 40.165 31.006 62.174 10.168.819 11.438.819
Aangepaste bijdrage nav meicirculaire GF 2016 2017 Achtkarspelen € 977.602 € 1.084.629 Ameland € 513.870 € 496.813 Dantumadiel € 699.253 € 724.426 De Friese Meren € 2.499.518 € 2.564.716 Dongeradeel € 1.081.596 € 1.119.171 Ferwerderadiel € 464.203 € 477.500 Franekeradeel € 963.437 € 945.783 Harlingen € 809.031 € 786.279 Heerenveen € 2.418.786 € 2.386.406 Het Bildt € 496.802 € 521.424 Kollumerland € 464.917 € 505.900 Leeuwarden € 6.668.285 € 6.203.604 Leeuwarderadeel € 410.899 € 393.888 Littenseradiel € 471.887 € 494.301 Menameradiel € 637.232 € 630.744 Ooststellingwerf € 1.105.883 € 1.159.798 Opsterland € 1.167.941 € 1.231.943 Schiermonnikoog € 264.967 € 240.125 Smallingerland € 2.108.238 € 2.303.688 Súdwest-Fryslân € 3.820.300 € 3.973.306 Terschelling € 486.655 € 478.670 Tytsjerksteradiel € 1.222.601 € 1.325.104 Vlieland € 221.253 € 214.607 Weststellingwerf € 1.099.219 € 1.117.667 € 31.074.377 € 31.380.490
2018 € 1.193.723 € 479.392 € 750.059 € 2.631.072 € 1.157.432 € 491.035 € 927.729 € 763.033 € 2.353.256 € 546.506 € 547.668 € 5.729.373 € 376.519 € 517.133 € 624.093 € 1.214.720 € 1.297.151 € 214.777 € 2.502.895 € 4.129.138 € 470.500 € 1.429.571 € 207.818 € 1.136.421 € 31.691.014
Huidige bijdrage (begroting 2016) 2016 Achtkarspelen € 977.602 Ameland € 513.870 Dantumadiel € 699.253 De Friese Meren € 2.499.518 Dongeradeel € 1.081.596 Ferwerderadiel € 464.203 Franekeradeel € 963.437 Harlingen € 809.031 Heerenveen € 2.418.786 Het Bildt € 496.802 Kollumerland € 464.917 Leeuwarden € 6.668.285 Leeuwarderadeel € 410.899 Littenseradiel € 471.887 Menameradiel € 637.232 Ooststellingwerf € 1.105.883 Opsterland € 1.167.941 Schiermonnikoog € 264.967 Smallingerland € 2.108.238 Súdwest-Fryslân € 3.820.300 Terschelling € 486.655 Tytsjerksteradiel € 1.222.601 Vlieland € 221.253 Weststellingwerf € 1.099.219 € 31.074.377
2017 € 1.045.650 € 488.460 € 714.359 € 2.463.056 € 1.098.582 € 457.653 € 945.160 € 832.797 € 2.399.293 € 503.061 € 500.792 € 6.482.329 € 405.910 € 477.886 € 603.489 € 1.119.404 € 1.186.873 € 253.183 € 2.373.658 € 3.940.710 € 473.425 € 1.270.256 € 229.202 € 1.115.299 € 31.380.490
2018 € 1.114.994 € 462.520 € 729.727 € 2.425.740 € 1.115.846 € 450.948 € 926.471 € 856.992 € 2.379.286 € 509.417 € 537.353 € 6.292.340 € 400.801 € 483.978 € 569.045 € 1.133.134 € 1.206.118 € 241.151 € 2.644.219 € 4.063.301 € 459.908 € 1.318.790 € 237.296 € 1.131.639 € 31.691.014
Effect wijziging 2016 Achtkarspelen Ameland Dantumadiel De Friese Meren Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel Harlingen Heerenveen Het Bildt Kollumerland Leeuwarden Leeuwarderadeel Littenseradiel Menameradiel Ooststellingwerf Opsterland Schiermonnikoog Smallingerland Súdwest-Fryslân Terschelling Tytsjerksteradiel Vlieland Weststellingwerf
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
-
2017 2018 € 38.979 € 78.729 € 8.353 € 16.871 € 10.066 € 20.332 € 101.660 € 205.332 € 20.589 € 41.586 € 19.847 € 40.087 € 623 € 1.259 € -46.519 € -93.958 € -12.888 € -26.030 € 18.363 € 37.089 € 5.107 € 10.316 € -278.725 € -562.967 € -12.022 € -24.282 € 16.415 € 33.155 € 27.254 € 55.048 € 40.393 € 81.586 € 45.070 € 91.033 € -13.058 € -26.375 € -69.970 € -141.324 € 32.596 € 65.836 € 5.244 € 10.592 € 54.848 € 110.781 € -14.595 € -29.478 € 2.368 € 4.782 € - € -
Delta OOV € 295.368 € 97.738 € 144.332 € 696.057 € 237.182 € 132.406 € 144.693 € -15.510 € 325.642 € 136.705 € 98.972 € 85.382 € 23.616 € 126.610 € 174.088 € 302.649 € 328.724 € -4.263 € 185.432 € 729.291 € 87.476 € 377.086 € -9.729 € 181.830 € 4.881.775,45
Toelichting 1. Het begrotingsjaar 2016 verandert niet omdat de OOV sleutel conform GR va 2017 wordt toegepast 2. De bijdragen voor 2017 en 2018 zijn gebaseerd op de nieuwe OOV-sleutel, incl ingroei afspraak vanuit SN1B 3. In de kolom 'Delta OOV' worden de verschillen in uitkering per gemeente va 2016 weergegeven tov 2015. Deze is weergegeven zodat u kunt constateren dat er voor iedere gemeente een positief effect optreedt. Dat geldt ook als rekening wordt gehouden met de vuistregel dat 75% van de kosten in het cluster OOV gebruikt wordt voor de brandweerzorg.
01. VRF IN - 13148
a
w om Q f gemeente
ff*
tytsjerksteradiel
^
Veiligheidsregio Fryslan t.a.v. de heer W.K. Kleinhuis Postbus 612 8901 BK LEEUWARDEN
Burgum, 26 mei 2015
ons kenmerk dossier behandeld door telefoonnummer uw brief van uw kenmerk onderwerp
VERZONDEN O 2. 06. 15
S2015-12747 Z2015-03290 Hendrik Snip (0511)460 787 1 april 2015 jaarstukken 2014 en begroting 2016 Veillgheldsregio Fryslan
Geachte heer Kleinhuis, Op 1 april 2015 hebben wij de jaarstukken van 2014 en de conceptbegroting 2016 ontvangen van Veiligheidsregio Fryslan. Naar aanleiding van deze stukken wordt zowel het college als de raad gevraagd om eventuele zienswijzen kenbaar te maken. In deze brief reageren wij, mede namens de gemeenteraad (raadsvergadering 21 mei) van de gemeente Tytsjerksteradiel, op de deze stukken. Jaarstukken 2014 Wij kunnen instemmen met de jaarstukken 2014 en de uitkering van het resultaat van 2014 aan de gemeenten. Begroting 2016 Wij kunnen in stemmen met de begroting 2016. Wij onderstrepen het feit dat structurele uitgaven ook structureel moeten worden gedekt. Dit betekent echter niet dat dit automatisch leidt tot acceptatie van de gemeente bij nieuwe gevraagde uitzettingen. Daarnaast verwachten wij van de Veiligheidsregio Fryslan dat zij zichzelf als taak stelt om forse stijgingen in de meerjarenbegroting zoveel als mogelijk te voorkomen. WABO Wij gaan niet akkoord met de doorbelasting van ongedekte WABO kosten aan alle gemeenten. Onze gemeente neemt het keuzepakket WABO taken niet af bij de veiligheidsregio.
Postbus 3 I 9250 AA Burgum | Raadhuisweg 7 | tel 14 051 1 | fa x 0511 460 861 |
[email protected] | www.t-diel.nl
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 2
g
•»
<3
01. VRF IN - 13148
Achterstallig onderhoudt Kazernes Wij stemmen niet in met het voorstel om de rekening van de recent ontdekte onderhoudskosten van vier kazernes in de regio bij de betreffende gemeenten neer te leggen. De afrekening van de overdracht heeft al plaatsgevonden. Dit is voor risico van de veiligheidsregio. Vrijstelling OZB-betalina Wij stemmen niet in met het verlenen van "vrijstelling" aan de regio voor de OZB aanslag van de kazernes. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Tytsjerks de secretaris, urgemeestèr,
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 2 van 2
01. VRF IN - 13168
gemeente
Opsterland Veiligheidsregio Fryslên Postbus 612 8901 BK LEEUWARDEN
Uw kenmerk:
Uw brief van:
Ons kenmerk:
Behandeld door:
Tel.nr.:
UIT/15003801/DIR
1 april 2015
2015-15824
Yne Age Terpstra
(0512) 386 387
Onderwerp; Zienswijze op jaarstukken 2014 en begroting 2016
Bijlagen:
Beetsterzwaag, 1 juni 2015 _ Verzonden op:
Geacht bestuur, In uw brief van 1 april 2015 verzoekt u ons, conform de artikelen 29 en 31 van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Fryslan onze zienswijze te geven op de jaarstukken 2014 en deconcept begroting 2016. Onze zienswijze In onze collegevergadering van 19 mei jl. hebben wij uw stukken inhoudelijk besproken. Tevens hebben wij onze zienswijze voorgelegd aan de gemeenteraad van Opsterland. in de gemeenteraadsvergadering van 1 juni jl. zijn de stukken besproken. Middels deze brief maken wij, mede namens de gemeenteraad, aan u kenbaar dat wij kunnen instemmen met de jaarstukken 2014 en de concept begroting 2016. Met vriendelijke groet, buro^meester en wethouders, de^emeentesecretaris.
Ellen van Selm
Postbus 10.000
Hoofdstraat 82
T (0512) 386 222
[email protected]
IBAN NL82 BNCH 028.50.06.606
9244 ZP Beets terzwaag
9244 CR Beet sterzwaag
F (0512) 381 875
www.opsterland.nl
BTW NL001950149B01
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 1
01. VRF IN - 13215
gemeente >
Menameradiel
goed foarelkoar
Het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Postbus 612 8901 BK Leeuwarden
Datum
3 juni 2015
- 9 JUN ?015
Verzenddatum Uw brief van
1april 2015
Uw kenmerk
UIT/15003801/DIR
Behandeld door
MJ. Zijlstra
Doorklesnummer
(0518) 45 29 32
Ons kenmerk
Brief VRF Jaarstukken 2014 e n Begroting 2016 Jaarstukken 2014 en conceptbegroting 2016 VRF 1
Onderwerp Bijlage[n]
Geachte heer/mevrouw. De door u toegezonden jaarstukken 2014 en conceptbegroting 2016 Veiligheidsregio Fryslan zijn in de vergadering van de raadscommissie van 28 mei 2015 aan de orde gesteld. De commissie kon met deze documenten instemmen en had geen behoefte aan een nadere zienswijze erop te geven. Voor de totale zienswijze van de raadscommissie kan ik u verwijzen naar het bijgevoegd verslag van genoemde raadscommissievergadering (agendapunt 15).
Hoogachtend, Burgemeester!
wethouders van
ema, ecretaris
Bezoekadres: Dyksterbuorren 16 -9036 MS I Postadres:Postbus 3 - 9036 ZW Menaam Tel: (0518) 45 29 00 I Fax:(0518) 45 29 99 I gemeente{amenameradiel.nl I www.menameradiel.nl Bank: BNG te Den Haag IBAN: NL92BNGH0285005456 I BIC: BNGHNL2G
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 12
01. VRF IN - 13215
BESLUTELIST FAN DE GEARKOMSTE FAN DE RIE FAN MENAMERADIEL Tongersdei 28 maaie 2015 Oanwêzich Foarsitter Griffier
de haar T. van Mourik mefrou W. Bruinsma
P.v.d.A. F.N.P.
mefrou M. van der Meer en de hear J.C.L.M. van der Lubbe de hearen H.F. Sinnema en H. Hoekstra en mefrou S. Tijsma
Groenlinks C.D.A. Gemeentebelangen V.V.D.
de hearen J.J. Zijlstra, A. Osinga en J. Eijzenga de hearen W. Roersma, P. Kingma, P. Drost en K. Arendz en mefrou A.M. Mast de hear A. Magré
Kolleezje
wethalders L. Pen en A. Dijkstra
Mei kundskip ófwêzich
de hear J. Harms
1. lepenings en meidielings Foarsitter iepenet de gearkomste om 20.00 oere mei in hertlik wolkom en dielt mei dat de hear Harms mei kundskip öfwêzich is. De riedsleden ha in oersicht krigen fan de aktiviteiten rünom de namme fan de nije gemeente. 2. It fêststellen fan de wurklist De wurklist wurdt fêststeld. 3. Fragen troch boargers oer op de wurklist fermelde Onderwerpen Skoalle Bitgum en Bitgummole Ynsprekker mefrou Posthuma fan de pleatslik belangen fan Ingelum, Bitgum en Bitgummole seit dat der ünrêst yn it doarp üntston doe't de rie besluten hat fan nijbou yn it doarp óf te sjen en de besteande gebouwen earst te fernijen wêrtroch se noch wer 8-10 jier meigean. Tsjin dy tiid is der in nije gemeente en stean de skoallen yn Bitgummole faaks leger op de wurklist. Beide skoalbestjoeren soenen graach yn in nij fierder gebou gean. Mooitaki wol earst selsstannich bliuwe, de Martenaskoalle wol dan lyk wol in gearwurkingsskoalle wurde. De hear Sinnema (FNP) freget oft de bewenners harren miening al ütsprutsen ha. Mefrou Posthuma seit dat it by de jierlikse gearkomste besprutsen is, doe üntston der in soad ünrêst. Pleatslike belangen ha dêrnei fierder ündersyk dien om te sjen wêr't draachflak foar is. De hear Van der Lubbe (PvdA) freget oft der ek petearen mei de skoalbestjoeren west ha. Mefrou Posthuma seit dat dat noch dien wurdt. Skoalle Boksum Ynsprekker de hear Kuüpens (MR Otto Clant-skoalle) seit dat Underwiisgroep Fier foarnimmens is de skoalle yn Boksum te sluten mei yngong fan augustus 2016. Dit is noch net skriftlik befêstige, mar it makket de alders wol üngerêst en lilk. De skoalle is just de ófrüne jierren bot üntwikkele; it is in meertalige skoalle, in Team op Maat-skoalle, de ynspeksje is hiel posityf en de skoalle wurket hieltyd mear mei iPads en moderne
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 2 van 12
01. VRF IN - 13215
ünderwiismiddels. Fier wol de skoalle om finansjele redens slute, mar finansjele stikken üntbrekke en boppedat soe Fier in miljoen op de bank ha. In oar argumint is de notysje Kleine Scholen, mar dizze notysje is net iepenbier. De ynsprekker hopet dat de rie by it fêststellen fan de begrutting ek om de skoalle yn Boksum tinkt, (folsleine ynbring is taheakke) De hear Osinqa (CDA) freget oft alle Boksumer bern nel de Otto Clant-skoalle gean. De hear Kuiioens seit dat dat net it gefal is, dat is mei gjin ien doarpsskoalle it gefal. Mefrou Van der Meer freget oft der kontakt is tusken mr en bestjoer. De hear Kuijpens seit dat de mr earst op de formele brief wachtet. De hear Sinnema (FNP) seit dat yn 2013 al ris yn stikken fan Fier ston dat de takomst fan de skoalle yn Boksum Onwis wie. Wist de mr dêr net fan? En wat docht de skoalle om mear bern op skoalle te krijen? De hear Kuijpens seit dat der 4 jier lyn sein is dat de skoalle de kommende 10 jier bestean bliuwe soe. De skoalle organisearret in iepen dei en wol ek op are manieren kenber meitsje dat de Otto Clant-skoalle in goeie skoalle is, ek foar bern dy't wat mear search en oandacht nedich ha. Ynsprekker de hear Vereecken (doarpsbelanq Boksum) is skrokken fan it berjocht dat Fier de eask foar it tal learlingen fan 23 nei 35 brocht hat en kenber makke hat om de skoalle yn augustus 2016 te sluten. It is de léste skoalle yn it doarp, dy haldt it doarp ek leefber. (folsleine ynbring is taheakke) 4. Fragen troch riedsleden Gjin fragen. 5. It fêststellen fan it ferslach fan de rie fan 23 april 2015 Mefrou Van der Meer (PvdA) freget oft der al mear bekend is oer de ferbouwingskosten foar Mooitaki. Wethalder Dijkstra seit dat de stikken binnen twa wiken by it kolleezje lizze. Yn juny leit it foar oan de rie. It ferslach wurdt fêststeld. 6. Ynkommen stikken
7. Ynformaasje fan it kolleezje
8. Gemeentlike fertsjinwurdigings Wethalder Dijkstra seit dat de stikken fan de Tsjinst nei de griffier stjoerd binne, se komme gau nei de riedsleden ta. 9. List mei tasizzings It punt by 26 juny 2014 (Marrekrite) wurdt jün besprutsen en kin dêrom öffierd wurde. Mieningsfoarming 10. Swimbad Schatzenburg
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 3 van 12
01. VRF IN - 13215
De hear Maqré (WD) fynt dat der goeie ófspraken makke wurde moatte. De ündernimmers moatte oer in jier of twa net sizze dat it net kin oft dat der mear budzjet nedich is. De hear Hoekstra (FNP) slüt dêrby oan. Mefrou Mast (GB) fynt it moai dat it swimbad 3 jier iepen bliuwt en dat de tariven itselde bliuwe de kommende jierren. De hear Van der Lubbe (PvdA) freget hoe't de prizen berekkene binne en wat de ranefoarwaarden en tsjinprestaasjes binne. En wat binne de sanksjes as ófspraken net neikaam wurde? De hear Eiizenqa (CDA) is bliid mei it ütstel, it jout düdlikens en rêst de kommende jierren en de phis is akseptabei. Wethalder Pen seit dat de ünderhannelings mei de ündernimmers net soepel ferrinne. Alle bedragen binne net folslein ütwurke. Dat hie it kolleezje leaver oars sjoen, mar dat slagget net. De ündernimmers kinne mei de ütfieringsoerienkomst net twong wurde de ófspraken nei te libjen, mar de wethalder hat der wol betrouwen yn. De subsydzje is net mear keppele oan de kaartsjes, mar de gemeente docht in bydrage yn de ynvestearringskosten. De hear Van der Lubbe (PvdA) wol it swimbad graach iepen halde en hopet dat de makke ófspraken neikaam wurde. Dit punt giet as hammerpunt nei it beslütfoarmjende part fan dizze gearkomste. 11. Ferfanging stiennen dugouts De hear Kinoma (GB) stimt yn mei it ütstel. De hear Eilzenoa (CDA) stimt yn mei it ütstel en hopet dat de dugouts hufterproof wurde. De hear Hoekstra (FNP) stimt yn mei it ütstel. De hear Maqré (WD) stimt yn mei it ütstel en hopet dat der noch wat koarting üt ünderhannele wurde kin. Dit punt giet as hammerpunt nei it beslütfoarmjende part fan dizze gearkomste. 12. Konseptbegrutting en mearjierrenrüzing Marrekrite (gefoelen) De hear Ziilstra (CDA) fynt it bedrach akseptabei. De hear Van der Lubbe (PvdA) tinkt dat it no duorsum reparearjen op de lange termyn liede sil ta stabilere kosten. Mefrou Mast (GB) fynt it net helder wat it de gemeente opsmyt. En hie de Marrekrite dizze kosten net foarsjen kind? GB wol de bydrage letter net noch ris ferheegje. De hear Sinnema (FNP) fynt it goed dat der kritysk sjoen wurdt nei oare materialen fan walbeskoeiïng en de lingte fan de walbeskoeiïng. Yn de begrutting falie de hegere overheadkosten op. Yn Menameradiel is Marrekrite net hiel aktyf, kin de wethalder kenber meitsje dat de gemeente bygelyks graach mear stegers ha wol? De hear Maqré (WD) slüt dêrby oan, it soe moai wêze as ynsichtlik wurdt wat de gemeente derfoar werom krijt. WD fynt it nuver dat Marrekrite minder lisplakken ha wol, wylst de ambysjes en de provinsjale ynvestearrings yn faanvegen just sa grut binne. Mar de fraksje begrypt ek dat de Marrekrite wat moat om de begrutting te reden. Wethalder Dijkstra seit dat de Marrekrite goed sjocht wat der op eits plak nedich is, der ferdwynt net in soad, mar stegers wurde bygelyks koarter. De bydrage fan de gemeente giet nei lanrekreaasje (buorden) en wetterrekreaasje. Yn Menameradiel binne op 4 plakken stegers fan de Marrekrite, der wurdt besocht de stegers yn de beboude kom fan Berltsum dêroan ta te heakjen. Letter wurdt ek nei Deinum en Marsum sjoen. 13. Begrutting Fryslan-West (besprekpunt) Mefrou Van der Meer (PvdA) hat soargen oer de kosten fan de besteande kliïnten en it budzjet dat nedich is foar partisipaasje fan nije kliïnten. De jierrekken is noch net klear, dat
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 4 van 12
01. VRF IN - 13215
makket it dreech om hjiroer in beslüt te nimmen. De brief is noch net folslein, hjiroan moat taheakke wurde dat de jierrekken der earst lizze moat. Mefrou Tiisma (FNP) fynt it der aardich ütsjen, it is moai dat de gefoelen fan de rie meinaam binne. FNP is akkoard mei de brief. Mefrou Mast (GB) hat soargen oer it trochrekkenjen fan de kosten en stiet achter de brief. De hear Maqré (WD) stimt yn mei it ütstel. Wethalder Dijkstra ferwachtet de jierrekken oer twa wiken. It resultaat oer 2014 is in miljoen negatyf, dat komt troch it herstructureringsprogramma, dat wie by it meitsjen fan de begrutting noch net bekend. Mefrou Van der Meer (PvdA) bliuwt by it stanpunt, om goed te monitoaren is in jierrekken nedich. De fraksje wol dat harren namme net Onder de brief stiet. Foarsitter stelt üt oan de brief ta te heakjen dat 'een gedeeltje van de raad heeft de voorkeur haar visie op de begroting kenbaar te maken nadat er kennis is genomen van de resultaten van de jaarrekening 2014. Wij verzoeken u er voor te zorgen dat zulks in de toekomst wel voorhanden is.' Mefrou Van der Meer (PvdA) kin dêrmei ynstimme. Dit punt giet as hammerpunt nei it beslütfoarmjende part fan dizze gearkomste. 15. Jierstikken 2014 en konseptbegrutting 2016 Veiligheidsregio Fryslan (gefoelen) De hear Drost (GB) fynt de taryfferheging grut en hat dêr soargen oer. De hear Sinnema (FNP) fynt it spitich dat der 20% ynlevere wurdt op de reserves, dêrtroch is de kans grut dat der aansen wer te min is. Is dat ferstanich? De fraksje freget hoe't it giet mei de frijwilligers by de branwacht, binne der foldwaande? De hear Maqré (WD) hat soargen oer de automatyske yndeksearrings dy't der oankomme, want d y kinne in grut gat yn de begruttings slaan, mar hat fierder wol in goed gefoel by de stikken. De hear Ziilstra (CDA) hat der in goed gefoel oer. Mefrou Van der Meer (PvdA) fynt it goed dat de ekspertize rünom sünens brükt wurdt troch it gebietsteam. Portefüllehalder Van Mourik seit dat it tal frijwilligers fan de branwacht goed is. Ek de parsefoarljochter fan de gemeente is sunt dizze wikke branwachtfrou. Goed kontakt tusken de korpsen en de gemeente is wichtich en dat giet ek goed. Der is jild op d e planke bleaun om't grutte ynvestearrings n et dien binne om't se net goed rüsd binne. Dy ynvestearrings binne yn de takomst wol nedich, dat makket de takomst in bytsje ünwis. Mar de portefüljehalder fynt ek net dat de Veiligheidsregio in soad jild op de bank nedich hat. De opmerkings fan de riedsleden wurde meinaam. 16. Wet Markt en Overheid De hear Kinqma (GB) fynt it in moai inisjatyf foar lokale keunstners en stimt yn. De hear Eijzenqa (CDA) seit dat der net in soad gebouwen yn de gemeente binne wêr't jonge keunstners eksposearje kinne. As der yn de takomst wol wer sokke gebouwen binne, dan kinne dy ek besjoen wurde as geskikte lokaasje. De hear Van der Lubbe (PvdA) freget oft dizze wet wol fa n tapassing is as de keun stwurken brükt wurde as oanklaaiïng fan it gemeentehüs. Wethalder Pen moat dit neisykje. Foarsitter tinkt dat it te krijen hat mei it ferskil mei in galerie. Dit punt giet as hammerpunt nei it beslütfoarmjende part fan dizze gearkomste. 17. Fyfde begruttingswiziging (ekstra ynset gebietsteam)
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 5 van 12
01. VRF IN - 13215
Foarsitter seit dat der earder yn de kommisje sosjaal domein In stik akkoard krigen hat oer it regeljen fan ekstra ynset mei begruttingswizigings. Dat stik soe as hammerstik trochkinne nei dizze rie, mar de FNP hat der in tal fragen oer steld. Doe is sein dat dêr op weromkaam wurde soe en no is it op de wurklist set. Om it yn ien kear te regeljen is it dêrom in wat oar stik as wat by de kommisje sosjaal domein behannele is. Der wie tefolle romte by de tsjinst en te min romte by it gebietsteam, dat moast yn lykwicht brocht wurde. Mefrou Tiisma (FNP) kin har net fine yn de gong fan saken. De problematyk is düdlik, mar de rie hie der oer stimme moatten. FNP kart dizze gong fan saken óf. De hear Osinaa (CDA) fynt it goed dat it gebietsteam gau holpen is. Oars wie it beslüt earst yn de rie naam, mar dat koe yn dizze situaasje net. CDA stimt yn. De hear Arendz (GB) begrypt de arguminten. Ekstra fte's binne net altyd in oplossing foar wurkdruk, GB sjocht dit as in tydlike oplossing oant 2016. Mefrou Van der Meer (PvdA) tinkt dat dit foar eitsenien ek in learproses is. De fraksje begrypt de arguminten foar de ekstra ynset, mar de rüte fertsjinnet gjin phis. Wethalder Dijkstra seit dat it yndie in learproses is, foar rie, gebietsteam en kolleezje. Dit punt giet as hammerpunt nei it beslütfoarmjende part fan dizze gearkomste. 18. Op'e nij ikerjen subsydzjes (gefoelen) De hear Osinqa (CDA) fynt it spitich dat seit dat it kolleezje allinnich mar algemiene organisaasjes stypje wol, wylst de rol fan de tsjerke neffens CDA allinnich mar grutter wurdt. De gemeente kin dêr letter problemen mei krije. It soe dêrom better wêze om in iepening te bieden yn dy regel. De fraksje fynt it tige spitich dat der gjin romte mear is foar Interzorg, mar begrypt ek dat de resultaten der nei binne. De hear Maoré (WD) is bliid mei dit oersicht, it soe moai wêze as der eits jier sa'n oersicht makke wurdt. Kinne no de subsydzjes ek harmoniearre wurde mei oare gemeenten? De hear Magré kin him wol fine yn de argumintaasje. Mefrou Tiisma (FNP) freget it kolleezje der goed op ta te sjen dat kliïnten fan Vluchtelingenhulp en Aan zet net tusken wal en skip falie as de subsydzjes fuortfalle. Mefrou Mast (GB) is bliid mei dit oersicht. It moat foar kristlike organisaasjes ek mooglik wêze subsydzje oan te freegjen. GB is posityf oer dit stik. Mefrou Van der Meer (PvdA) slüt oan by FNP, de doelgroepen fan de stichtings dy't no gjin subsydzje mear krije moatte net tusken wal en skip falie. De fraksje stipet de prinsipiële kar fan it kolleezje, mar begrypt ek it ferhaal fan de hear Csinga. It is wichtich dat it gebietsteam search biedt fan üt algemiene grünslach, mar aktiviteiten dy't organisearre wurde ha in oare rol. Wethalder Dijkstra begrypt de rol fan de tsjerke, se wurkje ek gear mei oare organisaasjes by it organisearjen fan aktiviteiten. In lytse wiziging yn de tekst soe kinne. De wethalder seit ta dat der eIts jier in aktualisearre oersicht komt. De doelgroep fan bygelyks Vluchtelingenhulp fait net tusken wal en skip. Wêr't de subsydzjes ophalde, wurdt yn it gebietsteam sjoen nei in oplossing. Der geane in pear skiven tuskenüt, sa wurdt de search tichter by organisearre. Mefrou Van der Meer (PvdA) fynt it wichtich dat it gebietsteam sünder libbensbesköglike ynslach is. De hear Csinoa (CDA) is bliid mei de tasizzing fan de wethalder dat it ek oars formulearre wurde kin. De minsken dy't no by stichting Interzorg komme, kinne ek by Welzijn Centraal yn Ljouwert terjochte. Foarsitter stelt üt fan punten 19 en 20 allinnich in earste termyn te dwaan, de rest wurdt dien op 18 juny. 19. Jierrekken 2014 (beslüt op 18 juny 2015) De hear Drost (GB) freget oangeande de boargerpartisipaasje/burgernet wat der dien wurdt om burgernet mear Onder de oandacht te bringen.
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 6 van 12
01. VRF IN - 13215
Foarsitter seit dat der gjin aksjes west binne. It tal ynbraken rint in bytsje op, mar de boargers lette hiel goed op en rapportearje fertochte saken gau. Der wurdt sjoen hoe't aksje undernaam wurde kin op burgernet mear Cinder de oandacht te bringen. De hear Osinoa (CDA) is bliid mei it resultaat, it jout noch minder reden ta lestenferswierring en besunigings. De fraksje stimt yn mei de jierrekken De hear Sinnema (FNP) tinkt dat it wol wat in fertekene byld jout om't ferskowings yn de reserves ek meinaam binne. Fan skoallen heart de fraksje dat it ünreplik guod net goed oerdroegen is en dat it underhald is net te dwaan is, de fraksje ferwachtet dat hjir wol fraach nei komt. En hoe binne de kosten foarTOV berekkene? De ynkomsten oer haardhout steane der no net yn, mar it is moai dat dy yn 2015 wol meinaam wurde. De fraksje freget hoe't it no mei de FUMO giet. De hear Sinnema fynt it in dudlik ferhaal mei in goed resultaat en komt op 18 juny mei de definitive reaksje. Foarsitter oangeande de TOV; de posysje fan de TOV wurdt besjoen. Der is oerlis mei de provinsje, mar ek de gemeente moat rekken halde mei in bydrage, dit is rüsd, mar der wurdt noch ünderhannele. De gemeentlike bydrage wurdt besocht sa leech mooglik te halden. De hear Maqré (WD) komplimintearret de wethalder foar it by inoar sparjen fan dit resultaat. Mar der bliuwt benammen wat oer om't der wat net dien is, net om't der bygelyks better of effisjinter wurke is. Hoe komt it aansen mei de skoallen, as se aansen jild nedich ha, komt it dan üt de reserve? It syktefersom is aardich leger wurden, dat is in goed teken. Wethalder Dijkstra seit dat alle skoalbestjoeren berjocht han ha oer it oergean fan de budzjetten foar it ünderhald fan de bütenkant fan de skoallen. Der hat no gjin weardeoerdracht plakfün. As der letter jild nedich is foar in skoalle (bygelyks foar de skoallen yn Bitgummole), dan komt dat üt de algemiene reserve. 20. Ramtnota 2015 / Opmjitte programmabegrutting 2016 (beslüt op 18 juny) De hear Van der Lubbe (PvdA) freget oft der al in maaiesirkulêre is. De hear Osinqa.(CDA) seit dat de lesten foar de boargers heech binne yn fergelyk ta oare gemeenten. CDA wol graach dat de lestendruk wat mear middele wurdt. De hear Maqré (WD) slüt dêrby oan. It is spitich dat der noch gjin subsydzjeplafon is, dêr wurdt al in pear jier om frege. En duorsumens hat noch gjin plak krigen om't it wachtet op nij belied fan de provinsje en gearwurking mei oare gemeenten. Ek it haventsje stiet al in skoft op de list, komt der no aksje? En de diken binne op nivo, der kin wol wat minder foar reservearre wurde. It budzjet foar traksjeferfanging kin de léste twa jierren wol wat minder. De hear Sinnema (FNP) kin him yn grutte linen fine yn de ütgongspunten op side 8, mar tinkt dat it tal wenten wol wat heger kin. Yn programma 6 (kultuer) misse in pear saken; de taainota Frysk bygelyks, kommunikaasje foar it stypjen fan de Fryske taal, fêsthalden subsydzjes sosjaal domein. Dêrneist soe der yn alle programma's romte wêze moatte foar nij belied. Ek de bedragen foar it swimbad misse noch. Yn programma 11 soe it moai wêze as der ek grutte, takomstige projekten (NOC Berltsum, skoalle Bitgummole, nijbou yn ütwreidingsgebieden, fytspaad Wier-Berltsum, grünwal Dronryp ensafuorthinne) neamd wurde sa't de rie al op de hichte is fan wat der spilet. FNP sjocht dat der ferskil is yn hoe't Frjentsjerteradiel rekonstruksjes/grut ünderhald oan de diken begruttet. Dat kin by de füzje foar problemen soargje. Hoe komt dit aansen by inoar? Wethalder Pen ferwachtet de maaiesirkulêre begjin juny, it is net bekend oft der ferrassings yn sitte. Der wurdt al sjoen nei de harmonisaasje fan de tariven, it leit net fier üt inoar. De traksjes kinne der net üt, it kin net sa wêze dat Menameradiel by de weryndieling oankomt mei in min wagenpark. Beslütfoarming 10. Swimbad Schatzenburg Besluten wurdt oerienkomstich it ütstel.
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 7 van 12
01. VRF IN - 13215
11. Ferfanging stiennen dugouts Besluten wurdt oerienkomstich it ütstel. 13. Begrutting Fryslan-West Besluten wurdt oerienkomstich it ütstel. 16. Wet Markt en Overheid Besluten wurdt oerienkomstich it ütstel. 17. Fyfde begruttingswlziglng Besluten wurdt oerienkomstich it ütstel. Foarsitter slüt de gearkomste om 23.00 oere. Griffier,
Foarsitter,
W. Bruinsma
T. van Mourik
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 8 van 12
01. VRF IN - 13215
Ynbring Peter Kuijpens (punt 3) Mijn naam is Peter Kuijpens. Ik woon met mijn gezin in Boksum. Onze drie jongens gaan naar de Otto Clantskoalle, de basisschool in het dorp. Als ouder heb ik zitting in de medezeggenschapsraad van de Otto Clantskoalle. Ik sta hier voor u omdat op 12 mei jongstleden de directie van Onderwijsgroep Fier mondeling de mededeling heeft gedaan een voorstel te doen om de basisschool in Boksum te sluiten. Deze mededeling, die tot op vandaag niet schriftelijk is bevestigd, heeft tot onbegrip, frustratie en grote boosheid geleid bij ouders, team en dorpsbewoners. Om over het verdriet en onbegrip van onze kinderen maar te zwijgen. Boosheid en onbegrip die een ieder in Fryslan niet kan zijn ontgaan, en die door velen, ook niet-direct betrokkenen, wordt herkend en erkend. Ik maak graag van de gelegenheid gebruik om u bij te praten over de ontwikkelingen rond onze basisschool. Allereerst wil ik u informeren over de school, daarna over de plek van de school binnen het dorp en tot slot welke fout voor de toekomst ons en u boven het hoofd hangt. Tot slot zal ik een oproep aan u doen, mede namens andere ouders en bewoners van Boksum. DE SCHOOL De Otto Clantskoalle is sinds 1892 de school voor primair onderwijs in Boksum. De hoofdrekenaars onder ons weten dan dat in 2017 de school 125 jaar bestaat. De Otto Clantskoalle is een kleine school, die zich in 2011 heeft aangesloten bij Onderwijsgroep Fier. De Otto Clantskoalle was daarmee de eerste die als algemeen bijzondere basisschool onder Fier zijn weg verder zou gaan. De Otto Clantskoalle is een moderne school. Het team werkt met het zogeheten TOMsysteem. TOM staat voor Team Ondenwijs op Maat. Hierbij geven vakdocenten instructies en werken leerlingen zelfstandig of in groepjes aan hun taken. Hierdoor is de mogelijkheid gecreëerd om iedere leerling op zijn eigen niveau te instrueren en te laten presteren. De Otto Clantskoalle is vaak gastheer voor bezoekende docententeams die overwegen het TOMsysteem in te voeren. Het TOM-onderwijs wordt ondersteund door gebruik van tabiets en speciale digitale leerprogramma's. In overleg met de ouders is in 2015 het continurooster ingevoerd. Alle kinderen blijven gezamenlijk over, waardoor de lesdag korter wordt. Gevolg is een betere concentratie en daarnaast meer vrije tijd. De Otto Clantskoalle is een meertalige school. Op 21 april jongstleden ontving de Otto Clantskoalle als 2de school in Fryslan het 3-talige school Plus certificaat. In heel Nederland zijn er 35 scholen die een dergelijk certificaat hebben gehaald. Met recht een prestatie om trots op te zijn. Tot slot wil ik u nog vertellen over de resultaten van de inspectie. In het najaar van 2014 heeft de Schoolinspectie haar periode onderzoek uitgevoerd. Het resultaat is uitzonderlijk. Op alle onderdelen van het onderzoek heeft de Otto Clantskoalle een voldoende of beter gescoord. Iets wat de medewerker van de inspectie de zucht ontlokte: dit is zo mooi, ik heb dit zelden meegemaakt. Jullie schrijven niet alleen op wat je wilt doen, jullie doen het ook gewoon. Kortom, de Otto Clantskoalle is een school waar kwaliteit en vernieuwing hand in hand gaan. En waar ik als MR-lid ongelooflijk trots op ben. PLEK IN HET DORP Boksum is een dorp van ongeveer 400 inwoners. We hebben een bakker, een kerk, een dorpshuis en een dorpsschool. De school speelt een rol in ons dagelijks bestaan. Uiteraard als ontmoetingsplek voor ouders en als plek voor speelafspraken. Maar ook bij de vieringen
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 9 van 12
01. VRF IN - 13215
rond feestdagen, zoals kerstmis en Koningsdag. De Otto Clantskoalle is ook actief op het sociale terrein. De school doet mee aan de pannenkoekdag, waarbij voor senioren in het dorp een pannenkoek maaltijd wordt verzorgd. Daarbij wordt ook de zorgboerderij in Blessum betrokken. Kinderen van groep 6 en 7 gaan op bezoek en doen activiteiten met bewoners/bezoekers. De vrijdagochtend van het dorpsfeest staat in het teken van de kinderspelen voor de leerlingen van de Otto Clantskoalle. Tot slot wordt deelgenomen aan activiteiten in het dorpshuis, zoals de kerstmarkt of de muzikale inwijding van de nieuwe geluidsinstallatie in het dorpshuis. Het moge duidelijk zijn, de school brengt leven in het dorp. Leven, wat nodig is voor leefbaarheid. FOUT VOOR DE TOEKOMST Uit wat ik u hiervoor heb verteld, begrijpt u dat de Otto Clantskoalle een goede school is met meer dan zomaar een relatie met de leefbaarheid in ons dorp. De aangekondigde sluiting is ons uitgelegd als noodzakelijk voor het behoud van OWG Fier in de toekomst. OWG Fier dreigt onder het leerlingentotaal van 1600 kinderen te komen en zal daarmee financiering verliezen. Helaas is ons geen financiële onderbouwing hiervoor gegeven. Tevens maakt de OWG Fier bij de aanbieding van haar begroting voor 2015 melding van een te venwachten positief resultaat over 2014, waarbij de liquide middelen tot 1 miljoen euro stijgen. Ook spreekt de OWG Fier de verwachting uit dat 2015 budgettair neutraal verloopt. Dit heb ik overigens uit de raadsstukken voor de deelnemende gemeenten moeten halen, nu deze informatie voor mij niet anders beschikbaar was. Naast de verwijzing naar de moeilijke financiële situatie, verwijst de directie naar de notitie Kleine scholen. Deze notitie is niet openbaar, maar er wordt wel naar verwezen in de notulen van de GMR van 16 maart jongstleden. Overigens zonder melding of dit stuk is vastgesteld, ter instemming is aangeboden of anderszins besluitvorming heeft plaatsgevonden. In deze notitie zou zijn opgenomen dat de opheffingsnorm, die landelijk op 23 leerlingen is gesteld, voor scholen van. OWG Fier op 35 komt te liggen. . _ Duidelijk is in ieder geval, dat daling op andere scholen in OWG Fier leidt tot sluiting van onze school. Voor ons voelt het alsof wij moeten bloeden voor krimp in andere dorpen. Of zoals de simpele boer met de zieke kip had bedacht: ik slacht de gezonde om soep van te maken voor de zieke kip. Op 4 mei jongstleden heeft staatssecretaris Dekker een brief aan de Tweede Kamer gezonden, waarin hij aankondigt met nadere regelgeving te komen om de laatste school in een dorp te kunnen behouden. Toeval of niet, maar krap een week later werd de sluiting van de Otto Clantskoalle aangekondigd. Alsof er even een sprintje moet worden ingezet om nog snel onder de huidige regels een school te kunnen sluiten. OPROEP AAN DE GEMEENTERAAD Meneer de voorzitter, geachte leden van de gemeenteraad. Wat u heeft is een pareltje in de gemeente. Een gecertificeerde 3-talige school die goed scoort, zorgt voor leefbaarheid en die midden in de maatschappij staat. Een school die, eenmaal gesloten, nooit meer terugkomt. En een OWG Fier die met 1 miljoen op de bank, doet alsof ze arm is. Bij deze wil ik u verzoeken een oproep te doen aan OWG Fier om, in ieder geval tot landelijke besluitvorming aangaande dorpsscholen heeft plaatsgevonden, geen scholen te sluiten. U heeft de kans dit aan te kaarten bij de behandeling van de meerjarenbegroting in uw volgende vergadering. Laat ons en onze kinderen niet stikken. Tevens roep ik u op de directeur te corrigeren betreffende zijn opmerking van 22 mei jongstleden op Omrop Fryslan dat de gemeenteraad nooit zal kiezen voor openhouden van de Otto Clantskoalle. Mijns inziens miskent hij daarmee uw bevoegdheid als besluitvormend orgaan.
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 10 van 12
01. VRF IN - 13215
Ynbring Erik Vereecken (punt 3) Tijdens de ledenvergadering van Dorpsbelangen Boksum zijn we erg geschrokken van de mededeling door een medewerkster van de Otto Clantskoalle, dat FIER het leerlingenaantal voor het behoud van de school van 23 naar 35 heeft verhoogd. Nog erger vinden wij het om later te horen dat FIER aan de schoolleiding de mededeling heeft gedaan: van het voorgenomen besluit, om met ingang van 1 augustus 2016 de Otto Clantskoalle te willen sluiten. Dorpsbelangen Boksum vindt dit een zeer zorgelijke ontwikkeling. De landelijke tendens is om zolang mogelijk de laatste school in een dorp open te houden. Dan ga je geen leerlingenaantallen verhogen. Zie: Staatssecretaris Dekker (OCW) informeert de Tweede Kamer over de mogelijkheden die hij verkent om kleine scholen open te houden. Het gaat dan vooral om de laatste school in een dorp. Ook meldt hij de planning van 2 wetsvoorstellen die gaan over leerlingendaling. Dorpsbelangen Boksum heeft altijd achter de oudercommissie, medezeggenschapsraad, personeel en de schoolleiding van de Basisschool Boksum gestaan om te streven naar het in stand houden van de school. Het moet u ook duidelijk zijn dat wij ons ernstig zorgen maken nu Fier het minimum leerlingenaantal voor haar onderwijsgroep heeft opgeschroefd naar 35 II. Zo kun je alle kleine scholen wel sluiten. Zij overstijgen daarmee de landelijke opheffingsnorm van 23 en dat roept onrust op in ons dorp. In onze optiek dient FIER samen met de provinciale en gemeentelijke politiek te kijken naar de mogelijkheden voor het behoud van de laatste school in een dorp. Zie: Brief van minister Blok (Wonen en Rijksdienst) aan de Eerste Kamer over de beleidsdoorlichting van het Programma Bevolkingsdaling en het rapport van het Team Midterm Review Bevolkingsdaling. Uit deze brief volgt namelijk ook dat de regionale bestuurders er ook zorg voor moeten dragen dat de leefbaarheid op het platteland behouden blijft. De kleine groei van de bevolking moeten we niet naar de stad laten vloeien. U kunt in onze optiek als gemeentelijk bestuur niet toestaan dat FIER het bruisend hart van een dorp gaat sluiten, dit heeft nare gevolgen voor de leefbaarheid. Bewezen is dat de vergrijzing in een dorp zonder school sterker zal toenemen. Dit omdat gezinnen met kinderen zich er niet meer gaan vestigen. De bevolkingsopbouw zal te eenzijdig worden. Het moet geen bejaardenoord worden. Alle clubs waar jongeren lid van zijn, zullen leeglopen omdat er dan minder jongeren zijn. De jongeren gaan sporten en spelen in het dorp waar ze dan op de basisschool zitten of gezeten hebben. De verhuurbaarheid en verkoopbaarheid van de woningen zal afnemen omdat bij schoolsluiting de mogelijke kopers met kinderen toch kiezen voor plaatsen met een school. Ook dient u te kijken naar de gevolgen voor de werkgelegenheid in ons dorp. Zo zijn er genoeg voorbeelden te noemen die de leefbaarheid ernstig aantasten als de laatste school uit een dorp verdwijnt. We moeten de school open laten door te wachten op de volgende kleine bevolkingsaanwas die er zit aan te komen volgens de demografische ontwikkelingen. Wij hopen dat u ons zult steunen om de school in Boksum open te houden, om deze goed presterende school te behouden. De goede prestaties blijken uit het feit dat men in Boksum goede beoordelingen heeft behaald: 1. Voldoende beoordeling inspectie 2. Voldoende resultaten van de leerlingen (Cito scores) 3. Oudertevredenheid (via enquête zeer hoog gescoord) 4. Sociaal welbevinden van de leerlingen (middels enquête ook hoog gescoord) Uit de brief aan de kamer van Staatssecretaris Dekker blijkt ook dat u kunt zoeken naar samenwerking met de organisaties in een dorp zoals dorpsbelangen en oudervereniging
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 11 van 12
01. VRF IN - 13215
bijvoorbeeld. In onze ledenvergadering van Dorpsbelangen Boksum waren de leden het, ondersteund door een groot applaus, unaniem eens met de medewerker van de school, dat de school behouden moet blijven. Wij hopen dat u samen met ons gehoor kunt geven aan het behoud van de school, dit in het belang van de leefbaarheid van ons dorp.
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 12 van 12
01. VRF IN - 13325
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 2
01. VRF IN - 13325
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 2 van 2
01. VRF IN - 13371
GEMEENTE
GESCAND
het Bildt
nr.
KezmkuJn's van Harenstraat 47 9076 BT St.-Annaparochie fiisladrrs Postbus 34 9076 ZN St.-Annaparochie
Veiligheidsregio Fryslan t.a.v. het dagelijks bestuur Postbus 612 8901 BK Leeuwarden
T V E I
(0518)40 92 34 (0518)40 92 50 infoioihetbildt.nl www.hetblldt.nl Hunkirli/lii
BNG Bank IBAN: NL74 BNGH 0285 0011 24 BIC: BNGHNL2G BTW-nr.: NL001613996B01
1 6 J UNI ZQtb
KvK-nr.: 51302861 Verzonden: Datum: 12 juni 2015 Afdeling: Middelen behandeld door: mw J. Bouma Emailadres:
[email protected] Onderwerp: Jaarstukken 2014 en ontwerpbegroting 2016
Uw brief van: 1 april 2015 Uw kenmerk: UIT/15003801/DlR Ons kenmerk: 2015 -192 Telefoon: (0518)40 92 69
Geacht bestuur Wij kunnen u meedelen dat onze raad in zijn vergadering van 28 mei 2015 heeft besloten in te stemmen met de jaarstukken 2014 en ontwerpbegroting 2016 van de Veiligheidsregio Fryslan: Wij verwachten u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Burgemeester en Wethouders van de gemeente het Bildt, , burgemeester , secretaris
II I Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 1
m muil.
Geachte directie, We hadden tot begin juni om een zienswijze in te dienen als gemeente op de VRF-begroting 2016. Ik adviseer zowel voor de gemeente Schiermonnikoog als de gemeente Dongeradeel over de VRF. Bij zowel Schiermonnikoog als Dongeradeel wordt dit onderwerp in juni behandeld. Het voorstel is bij beide gemeenten om geen zienswijze in te dienen. Dat wilde ik u alvast meedelen. Een officiële brief volgt zodra de beide raden over het voorstel hebben besloten. Met vriendelijke groet, Wytze Visser Senior consulent Financiën Afdeling Financiële en Juridische Zaken (0519) 298737
[email protected]
Geacht bestuur, Op 1 april 2015 heeft u onze raad uitgenodigd zienswijzen in te dienen naar aanleiding van de jaarstukken 2014 en de begroting 2016 van de VRF. Onze raad vergadert hierover op 24 juni. Gezien onze zienswijzen eerder dit jaar op het financieel kader 2016-2019 en de verwerking hiervan in de begroting 2016 zal het college de raad voorstellen geen zienswijzen in te dienen. Mocht de raad toch afwijkend besluiten en wel zienswijzen in willen dienen dan zal onze burgemeester dit tijdens de ABvergadering op 2 juli kenbaar maken. Met vriendelijke groeten, Ellen Kuijper
Met vriendelijke groet, Ellen Kuijper Adviseur financieel beleid Gemeente De Friese Meren
Programmabegroting 2016
Inhoudsopgave 1.
Inleiding ................................................................................................................................................3
2.
Algemeen .............................................................................................................................................5 2.1 Meerjarenbeleidsplannen ..............................................................................................................5 2.2 Meerjarig financieel kader .............................................................................................................5
3.
Programmaplan ....................................................................................................................................7 3.1 Programma Gezondheid ...............................................................................................................7 3.1.1 Ontwikkelingen ......................................................................................................................7 3.1.2 Afdeling Zorg & Advies ..........................................................................................................7 3.1.3 Jeugdgezondheidszorg .......................................................................................................10 3.2 Programma Veiligheid .................................................................................................................12 3.2.1 Landelijke Ontwikkelingen ...................................................................................................12 3.2.2 Afdeling Crisisbeheersing ....................................................................................................12 3.3 Programma Brandweer ...............................................................................................................16 3.3.1 Missie & visie Brandweer Fryslân .......................................................................................16 3.3.2 Beleidsplan Brandweer Fryslân 2015-2018 ........................................................................16 3.3.3. Beleidsproducten ................................................................................................................18 3.4 Algemene dekkingsmiddelen.......................................................................................................23
4.
Paragrafen..........................................................................................................................................24 4.1 Financiering .................................................................................................................................24 4.2 Weerstandsvermogen .................................................................................................................25 4.3 Bedrijfsvoering .............................................................................................................................27 4.4 Onderhoud kapitaalgoederen ......................................................................................................30
5.
Financiële begroting ...........................................................................................................................31 5.1 Overzicht van baten en lasten .....................................................................................................31 5.2 Financiële positie .........................................................................................................................34 5.2.1 Arbeidsverplichtingen ..........................................................................................................34 5.2.2 Investeringskredieten ..........................................................................................................34 5.2.3 Reserves .............................................................................................................................34 5.2.4 Voorzieningen ......................................................................................................................34
2
1. Inleiding Hierbij bieden wij u de programmabegroting 2016 van de Veiligheidsregio Fryslân aan. Het startpunt voor het opstellen van de begroting 2016 vormen de begroting 2015, inclusief wijzigingen en de Kaderbrief 2016, zoals vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 19 maart 2015. In de begroting wordt het beleid met de bijbehorende financiële inspanning per programma op hoofdlijnen toegelicht. De lezer valt het direct op: het aantal pagina’s is fors verminderd in vergelijking met de begrotingen van voorgaande jaren. De reden hiervan is dat de meerjarenbeleidsplannen van GGD, Brandweer en Crisisbeheersing onlangs in uw bestuur zijn vastgesteld (19 maart 2015). Hiermee zijn de beleidsmatige en financiële kaders voor de drie programma’s bekend en vormen daarmee de basis voor de begroting 2016 e.v. In voorgaande jaren was het gebruikelijk om deze kaders jaarlijks in de begroting opnieuw aan te halen. Dit uitgangspunt hebben wij met de voorliggende begroting 2016 verlaten. Om overlappingen en herhalingen te voorkomen hebben wij niet alle teksten uit de meerjarenbeleidsplannen overgenomen in de begroting. Naar onze mening wordt de begroting 2016 hiermee een minder lijvig en een meer lezenswaardig, to-the-point document. De opzet van de begroting kan worden gewijzigd in verband met de herinrichting van de GGD. Een cultuur- en structuurverandering is nodig om het functioneren van de GGD beter te laten aansluiten op de veranderingen in de omgeving. De nu voorliggende begroting gaat nog uit van de bestaande onderdelen JGZ en Z&A. Wij zullen uw bestuur tijdig informeren omtrent de uit de structuurverandering voortvloeiende wijzigingen voor de begroting. In de begroting staan de drie programma’s Gezondheid, Brandweer en Crisisbeheersing centraal. Elk van de programma’s waarop gestuurd kan worden, bevat een aantal doelstellingen (wat willen we bereiken?) met daaraan gekoppeld de activiteiten die nodig zijn om de doelstellingen te realiseren (wat gaan we daarvoor doen?) en de financiële middelen die daartoe worden ingezet (wat mag het kosten?). De paragrafen geven informatie over bepaalde thema’s, die anders te gefragmenteerd aan de orde zouden komen. Deze informatie is van belang om een oordeel te kunnen vormen over de financiële positie van de Veiligheidsregio. In het Beleidsplan Brandweer Fryslân 2015-2018 wordt de koers uitgezet naar een toekomstbestendige brandweerzorg in Fryslân. Uw bestuur heeft ten behoeve van het realiseren van de noodzakelijke kwaliteitsverbetering incidenteel € 1,2 mln. beschikbaar gesteld. Voor de Veiligheidsregio ligt een taak om door herallocatie van middelen binnen de begroting te zoeken naar € 800.000 om een structurele invulling te kunnen geven aan het beleidsplan. Met ingang van de regionalisering per 1 januari 2014 bouwen wij stap voor stap verder aan de staande organisatie. De focus is enerzijds gericht op de ontwikkeling van medewerkers, communicatie, interne en externe verbinding en anderzijds op kwaliteitsverbetering en de harmonisatie van processen. Tevens gaan wij een doorontwikkeling meemaken naar een toekomstbestendige brandweerzorg: “Brandweerzorg 2.0”. Dit alles tezamen heeft als doel om te komen tot een brandweerzorg, waarbij het maatschappelijk rendement het hoogst is en het bestuurlijk risico het laagst. Veiligheidsregio Fryslân streeft naar minder incidenten, minder slachtoffers en minder schade. De bestrijding door de brandweer gebeurt effectief, efficiënt, maar vooral veilig. Om hierin de juiste afwegingen te maken, is het voor de Veiligheidsregio van belang in gesprek te blijven met uw bestuur om gezamenlijk het gewenste maatschappelijk rendement te bepalen.
3
Met het Beleidsplan 2015-2018 wil de GGD aansluiten op de opgaven waar de gemeenten de komende jaren voor staan. Een belangrijke ontwikkeling hierbij zijn de decentralisaties in het sociaal domein. De Veiligheidsregio Fryslân kan hier van toegevoegde waarde zijn door in te zetten op kennis over de gezondheid van de bevolking op wijk- en dorpsniveau en op basis hiervan gezamenlijk te werken aan preventie van gezondheidsproblemen. Als onderdeel van de Veiligheidsregio heeft de GGD de ambitie om flexibel en met maat antwoord te kunnen geven op de complexe (gezondheid) vragen in de buitenwereld en om kennis en expertise beter te ontsluiten en beschikbaar te laten zijn voor de lokale netwerken. De GGD gaat derhalve zich meer naar gemeentelijk niveau organiseren. Ten behoeve van het programma Crisisbeheersing is eveneens het Beleidsplan 2015-2018 opgesteld en door uw bestuur vastgesteld in vergadering van 19 maart jl. In dit plan zijn voornemens geformuleerd die moeten leiden tot een verdere versterking van de Friese crisisorganisatie. Speerpunten zijn onder andere de doorontwikkeling tot het kennis- en expertisecentrum op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing, het verbeteren van de kwaliteit van de multidisciplinaire advisering rondom evenementenveiligheid en investeren in onder meer planvorming, communicatie en vakbekwaamheid. Kortom, de Veiligheidsregio Fryslân is, samen met haar partners, volop in beweging! Het is belangrijk dat deze primaire processen goed en adequaat worden ondersteund. Een nadere analyse en doorlichting van de huidige formatie door Berenschot laat een forse ondercapaciteit zien bij Bedrijfsvoering. De extra investering om bedrijfsvoering te versterken is noodzakelijk. Het stelt ons in staat om de hoeveelheid werk aan te kunnen, beter in control te zijn en de inhoudelijke kolommen beter te adviseren en te helpen. Uw bestuur heeft dit risico onderkend en vervolgens ondersteund door in te stemmen met het voorstel tot het beschikbaar stellen van de benodigde middelen. Ik wens u veel lesplezier toe.
W.K. Kleinhuis, Algemeen directeur en secretaris Veiligheidsregio Fryslân
4
2. Algemeen 2.1 Meerjarenbeleidsplannen In haar vergadering van 19 maart 2015 heeft het algemeen bestuur van Veiligheidsregio Fryslân de beleidsplannen van de afdelingen vastgesteld voor de jaren 2015 tot en met 2018. In de in hoofdstuk 3 opgenomen programmaplannen is met name jaarschijf 2016 uit het meerjarenbeleidsplan gelicht.
2.2 Meerjarig financieel kader Tegelijk met de meerjarenbeleidsplannen is tevens het meerjarig financieel kader vastgesteld. In deze kaderbrief wordt zowel de reguliere indexatie meegenomen, als de financiële uitwerking van voorgesteld nieuw beleid. Indexatie Conform artikel 5a van de financiële verordening zijn de budgetten voor materiële lasten en loonkosten geïndexeerd: • De indexatie voor materiële kosten is gebaseerd op het consumentenprijsindexcijfer (CPI) van februari 2015, en komt uit op 0,1%, of € 28.000; • Voor de indexering van lonen geldt dat de verhoging als gevolg van de cao 2014-2015 voor het eerst in 2016 structureel wordt doorgevoerd (in 2014 en 2015 is zij opgevangen met incidentele middelen), leidend tot een toename van de lasten van € 785.000. Daar bovenop komt de indexatie van de lonen voor 2016, vooralsnog is hierbij aangesloten bij de lijn van de rijksoverheid, een verhoging van 1,25%. Dit leidt tot een structurele verhoging van € 400.000. De opbrengsten voor de maatwerkpakketten voor gemeentelijke taken en markttaken zijn geïndexeerd al naar gelang de verhouding van materiële en personele lasten in het geldende tarief. Nieuw beleid Bij het vaststellen van de kaderbrief is ook de uitwerking doorgerekend van vastgesteld nieuw beleid, de volgende zaken leiden tot een uitzetting van het budget: • Vastgesteld is dat enkele beschermingstaken van de GGD zich onder waakvlamniveau bevinden. Het ophogen van de capaciteit naar het landelijk gemiddelde vergt een toename van de personele capaciteit bij de producten infectieziekten bestrijding en medische milieukunde. Dit leidt tot een structurele uitzetting van € 220.000; • Uit een door bureau Berenschot uitgevoerde benchmark van de capaciteit voor overhead is gebleken dat de overhead van de VRF op bepaalde gebieden ruim onder de benchmark zit. Op de belangrijkste knelpunten is een toename van de personele capaciteit noodzakelijk, leidend tot een uitzetting van € 620.000 in 2016. In de kaderbrief is afgesproken dat deze uitzetting binnen vier jaar met efficiency-maatregelen opgelost wordt, zodat dit niet leidt tot een structurele uitzetting na 2019. Daarom is sprake van een trapsgewijs oplopende taakstelling, tot € 620.000 in 2020. Overige ontwikkelingen In 2016 wordt de vennootschapsbelastingplicht ingevoerd voor overheidsbedrijven. Naar verwachting wordt de VRF daardoor voor enkele markttaken van de GGD belastingplichtig. Het effect hiervan op de marges van deze producten wordt geschat op € 60.000 per jaar.
5
Effecten op 2015 Enkele van de hierboven genoemde punten hebben (deels) ook effect op het jaar 2015. In de kaderbrief is voorgesteld deze met de verwachte incidentele ruimte op kapitaallasten op te lossen. Daarnaast zijn er incidentele budgetten ter beschikking gesteld, waarvoor reserves zijn gevormd. De effecten hiervan zijn verwerkt in een begrotingswijziging, die wordt aangeboden bij de 4-maands berap. Aansluiting nadelig saldo Als gevolg van de hiervoor genoemde maatregelen neemt het nadelig saldo in totaal toe met € 2.113.000 ten opzichte van 2015. Samengevat leiden de verschillende oorzaken per post tot de volgende aansluiting (x. € 1.000): Bijdrage 2015 Indexering cao 14-15 Index lonen 2016 Indexatie materiële kosten Versterking GGD Versterking Bedrijfsvoering Vennootschapsbelasting Bijdrage 2016
€ 51.027 € 785 € 400 € 28 € 220 € 620 € 60 € 53.140
In de paragraaf algemene dekkingsmiddelen wordt ingegaan op de bijdrage per programma, in bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de bijdragen per gemeente.
6
3. Programmaplan 3.1 Programma Gezondheid 3.1.1 Ontwikkelingen Meerjarenbeleidsplan Het jaar 2016 is het tweede jaar van het meerjarenbeleidsplan 2015 – 2018. De speerpunten uit dit plan zijn leidend voor de uitwerking van de jaarlijkse begrotingen. In deze begroting zal dan ook de nadruk liggen op de bijdrage van de verschillende producten en diensten van de GGD aan het realiseren van de doelstellingen uit het meerjarenbeleidsplan. Laat natuurlijk onverlet dat het reguliere wettelijke basistakenpakket van de GGD uitgevoerd blijft worden, echter wel vanuit het perspectief van het meerjarenbeleidsplan. Organisatieontwikkeling In 2014 is gestart met de voorbereiding van een nieuwe organisatie-inrichting, die beter aansluit bij de opgaven van gemeenten op het terrein van het sociaal domein. De verwachting is dat het nieuwe organisatie-ontwerp in 2016 is ingevoerd. Dit moet een beweging op gang brengen die de GGD dichterbij de gemeenten brengt en daardoor beter kan aansluiten op de gemeentelijke ontwikkelingen. Deze begroting is echter nog opgebouwd volgens de huidige (2015) geldende organisatie-indeling. 3.1.2 Afdeling Zorg & Advies Zorg Het beleidsproduct Zorg bestaat uit Infectieziektebestrijding, Tuberculosebestrijding, Soa/Sense en Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers. Het meerjarenbeleidsplan zet in op versterking van gezondheidsbescherming, en daarmee op versterking van onder andere de infectieziektebestrijding. We gaan er vanuit dat dit in 2015 positief afgerond wordt en dat daarmee de pro-actie taken ingevuld kunnen gaan worden. Het BMRO project (gericht op multi-resistentie) is hier een voorbeeld en speerpunt van. Door de noordelijke samenwerking en andere werkwijzen zullen we ook op het vlak van TBC en SOA/Sense de ruimte gaan genereren voor een bredere invulling van preventie. Hierbij wordt tevens ingezet op samenwerking met ketenpartners zowel op het verbeteren van monitoring als op analyse, om de juiste risicotaxatie te kunnen maken, waarmee gerichte acties kunnen worden ondernomen om uitbraken zoveel mogelijk te voorkomen. In het kader van het Nationale Plan tuberculosebestrijding is in 2016 duidelijk hoe de noordelijke TBC regio met het regionaal TBC expertise centrum is ingericht en hoe het nationale plan zal worden geïmplementeerd.
7
OGGZ In het meerjarenbeleidsplan zijn als speerpunten o.a. genoemd Wonen en leven in een gezonde wijk, en Doelgroep 0-100 (aandacht voor sociaal economische gezondheidsverschillen). De OGGZ levert hier een bijdrage aan door: • bemoeizorg bij ernstige huisvervuiling, zorgmijders en mensen die overlast veroorzaken • regie en voorzitterschap scenarioteams bij crisis en maatschappelijke onrust • ondersteuning sociale teams • participatie veiligheidshuis • Regie en uitvoering escalatiepool Lijkschouw GGD Fryslân is de enige (publieke) organisatie in Fryslân die beschikt over de noodzakelijke expertise om deze taak uit te voeren. De Friese gemeenten hebben de uitvoering van de lijkschouw in handen gelegd van de GGD, omdat zij de uitvoering van de lijkschouw beschouwen als een publieke taak. Vooralsnog lijkt het er op dat in 2015 de nationale politie de aanbesteding van de medische arrestantenzorg en forensisch medisch onderzoek heeft toegewezen. Wanneer de politiezorg verdwijnt, heeft dit gevolgen voor de borging van zowel de capaciteit als het beheersbaar houden van de kosten van lijkschouw. Politiezorg & Overig Politiezorg is de medische advisering en zorgverlening voor ingeslotenen die onder de hoede zijn van de politie of het Openbaar Ministerie. In het aanbestedingstraject (2015) zijn, door de nationale politie, eisen gesteld aan het leveren van de medische arrestantenzorg en forensisch medisch onderzoek. Deze eisen zijn onder anderen het ontzorgen van de politie door het leveren van: - adviezen omtrent het wel/niet verantwoord insluiten van een arrestant - medische arrestantenzorg die vergelijkbaar is aan die niet ingeslotenen krijgen bij een huisarts - advies en het organiseren van verwijzingen naar de 2e-lijns gezondheidszorg en andere zorginstellingen - beoordeling en verwijzing naar de GGZ - letselbeschrijvingen en –rapportages bij arrestanten en slachtoffers - gescheiden forensisch medisch onderzoek bij slachtoffers en verdachten van zedenmisdrijven In 2015 zal er duidelijkheid ontstaan of de GGD de gunning krijgt van de nationale politie om dit te mogen blijven uitvoeren. Reizigersvaccinatie Reizigersvaccinatie richt zich op de bescherming van de Friese bevolking tegen importziekten . Daarnaast gaan beroeps gerelateerde vaccinaties een grotere rol spelen De inzet is om deze dienst tegen een kostendekkend tarief te leveren. Advies Het beleidsproduct Advies bestaat uit Technische Hygiënezorg, Milieu & Gezondheid, Inzicht in de gezondheidssituatie, Publieksinformatie en Beleidsadvisering. De Technische Hygiënezorg richt zich op inspecties van kinderopvang, gastouder(bureaus), peuterspeelzalen, bordelen, tattooshops en schepen. De kerntaken van Milieu & Gezondheid zijn risicobeoordeling en communicatie, signalering van milieugezondheidskundige risico’s, behandeling van meldingen en vragen, voorlichting aan burgers en advisering aan lokaal beleid op het gebied van de gezondheid en de fysieke leefomgeving. In het meerjarenbeleidsplan wordt o.a. ingezet op versterking van de medische milieukunde. Hiermee krijgt GGD Fryslân zelf voldoende capaciteit om de taken uit te kunnen voeren, en is inhuur van specialistische capaciteit op dit terrein veel minder nodig.
8
Zoals beschreven in het meerjarenbeleidsplan wil GGD Fryslân aansluiten op de opgaven waar gemeenten de komende jaren voor staan. Een belangrijke ontwikkeling hierbij zijn de decentralisaties in het sociale domein. GGD Fryslân kan hier van toegevoegde waarde zijn door in te zetten op kennis over de gezondheid van de bevolking op wijk- en dorp niveau (op de schaal van de gebiedsteams), en op basis hiervan in de wijk/het dorp gezamenlijk te werken aan preventie van gezondheidsproblemen. GGD Fryslân doet dit door: • haar monitoringfunctie te versterken. Zij doet dit door eigen data, vanuit de gezondheidsmonitors en vanuit registratiegegevens, zoveel mogelijk te bundelen met data/gegevens van andere organisaties en databases. Dit betekent tevens een intensivering van de samenwerking met andere organisaties op dit terrein. De aldus verkregen gegevens worden integraal beschikbaar gesteld op gemeente-, wijk- en/of dorp niveau; • op basis van genoemde data, maar ook op basis van kennis/expertise en het netwerk in de wijk/omgeving (gebiedsteams, onderwijs, peuterspeelzalen, kinderopvang, huisartsen, e.d.), samen met gemeenten en partners in te zetten op gerichte preventieve programma’s met als doel voorkomen en/of tijdig signaleren van problemen en/of kwetsbaarheid. De ingezette programma’s zijn al bewezen effectief, of worden op hun effectiviteit onderzocht. Crisis/calamiteitenzorg GGD is alert op gezondheidsbedreigingen en voorkomen van verspreiding van ziektes en escalatie van medische en psychsociale problematiek. Hiertoe heeft de GGD een rampenopvangplan (GROP) opgesteld. Het GROP heeft tot doel een efficiënte respons- en afstemmingsorganisatie te creëren binnen de GGD, voor de taken en verantwoordelijkheden van de GGD bij crises voor de 4 GGD processen medische milieukunde, psychosociale hulpverlening, gezondheidsonderzoek bij rampen en infectieziekten bestrijding.
9
3.1.3 Jeugdgezondheidszorg Inleiding Als GGD Fryslân voeren wij de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) uit met een basispakket dat wettelijk is omschreven en uniform is voor alle Friese gemeenten. Daarnaast bieden we een aantal diensten aan individuele gemeenten. De JGZ levert daarmee een grote bijdrage aan het gezond en veilig opgroeien van de Friese jeugd. De JGZ is dan ook een basisonderdeel van de publieke, openbare gezondheidszorg.
Zorg voor alle kinderen Individuele zorg Het beleidsproduct Zorg voor alle kinderen is onderdeel van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ). De Jeugdgezondheidszorg richt zich zowel op medisch-biologische als op psychosociale problematiek. De JGZ levert een bijdrage aan het gezond en veilig opgroeien van de Friese jeugd en legt hierbij de nadruk op samenwerking met de gebiedsteams, versterking van de preventie in de ketenzorg voor jeugd, uitvoering van het basistakenpakket voor alle Friese kinderen en normaliseren van de problematiek. Crisis/calamiteitenzorg De JGZ heeft een rol bij crises of calamiteiten waarbij kinderen en /of jongeren betrokken zijn. De crisis- en calamiteitenzorg voor jeugd wordt door de JGZ uitgevoerd gezamenlijk met de afdeling Zorg en Advies, die hierin het voortouw neemt. Monitoring & Beleid Naast aandacht voor het individuele kind heeft de Jeugdgezondheidszorg als onderdeel van de GGD Fryslân ook een beleidsadviserende taak en levert zij collectieve zorg. Dit doet zij op basis van de speerpunten van het meerjarenbeleidsplan: Wonen en leven in een gezonde wijk en omgeving, en Bovenlokale aanpak op thema’s. Effectief samenwerken is daarbij een voorwaarde. De JGZ sluit daarbij aan bij de lokale en regionale situatie, zoals de verschillende gebiedsteams, of andere nieuwe samenwerkingsvormen. JGZ heeft daarin de positie als basisvoorziening tussen nulde lijn en eerste lijn en zorgt voor verbinding met onderwijs en zorg. Met (dossier)kennis over kind en gezinssituatie heeft de JGZ een verbindende rol. We hebben vooral een preventieve, signalerende en adviserende rol, zowel individueel als maatschappelijk. De JGZ is voor ouders en kinderen een toegang tot en vindplaats voor het gemeentelijke gebiedsteam. Als GGD beschikken we over kennis van de gezondheid, de ontwikkeling en de leefstijl van groepen kinderen en de omgeving waarin ze opgroeien. Deze kennis is gebaseerd op de informatie die we verzamelen in het digitale dossier en de epidemiologische analyse van een deel van deze gegevens. Door de gezondheid, groei en ontwikkeling aan de hand van een aantal determinanten die in Nederland uniform worden verzameld te monitoren, kunnen we gemeenten en samenwerkingspartners adviseren over door hun te voeren beleid en ondersteunen we bij het maken van beleidskeuzes. Groepsmonitoring heeft betrekking op het gebruikmaken van de registratiegegevens van de JGZ, onder andere uit het digitaal dossier JGZ, ten behoeve van de ontwikkeling van een integraal gemeentelijk gezondheidsprofiel.
10
Gezondheidsbevordering & Preventieprogramma's De GGD levert vanuit diverse functies een bijdrage aan preventieprogramma’s en gezondheidsbevordering. De preventieprogramma’s sluiten aan bij de speerpunten uit het meerjarenbeleidsplan en de lokale speerpunten van het gemeentelijk beleid. Gezondheidsbevordering werkt met een sterke lokale focus. Door gezondheidsbevordering te koppelen aan lokaal opererende teams, kunnen we, naast individuele preventie, ook inzetten op collectieve interventies en voorlichtingsactiviteiten. Voorbeelden van preventieprogramma’s zijn de Nuchtere Fries en JOGG. Aanvullende producten JGZ De aanvullende producten zijn zogenaamde maatwerkproducten, die door de gemeenten of derden kunnen worden afgenomen bovenop het basispakket van de GGD. We kunnen daarmee beter aansluiten op het specifieke beleid van de individuele gemeenten of de specifieke situatie in bijvoorbeeld de wijk of de school. Voorbeelden zijn: coördinatie van een gebiedsteam, inzet van arts of verpleegkundige in een gebiedsof wijkteam, pedagogische thuisbegeleiding, opvoedkade, logopedische screening, preventieprojecten. Ook de zorg voor kinderen van asielzoekers (PGA) valt hieronder, omdat die op een andere wijze gefinancierd wordt.
11
3.2 Programma Crisisbeheersing 3.2.1 Landelijke Ontwikkelingen Het vak van crisisbeheersing is volop in beweging. De commissies Noordanus, Hoekstra en Bruinooge hebben zich de afgelopen jaren gebogen over hoe de veiligheidsregio’s bezig zijn met de crisisbeheersing en hoe het beter kan en moet. Dit alles is uitgemond in een strategische agenda voor de toekomst van het ministerie van Veiligheid en Justitie, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de veiligheidsregio’s gezamenlijk. In de Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio’s 2014 – 2016 worden een aantal uitgangspunten, strategische doelen en inhoudelijke thema’s benoemd die in opdracht van het Veiligheidsberaad samen met de veiligheidsregio’s verder worden uitgewerkt. De strategische doelen zijn: 1. Het versterken van de risicobeheersing: voorkomen is beter dan genezen! De illusie van volledige ‘beheersing’ wordt losgelaten en er wordt meer gesproken over ‘risicogerichtheid’. De focus moet meer worden gelegd op de beïnvloedbare risico’s. 2. Het versterken van de crisisbeheersing: iets wat je vaker doet, doe je vaker goed! De centrale vraag is wat je kunt doen om de ervaringen van de sleutelfunctionarissen in de crisisorganisatie te verbreden en kwalitatief te vergroten. Ter versterking van de risicobeheersing zijn er tussen de Minister van V en J en het DB van het Veiligheidsberaad ook een drietal thema’s benoemd: water en evacuatie, continuïteit van de samenleving en nucleair. Ontwikkelingen: 2015- 2018 In 2014 hebben wij - in nauwe samenspraak met gemeenten en crisispartners, en in afstemming met de buurregio’s - een nieuw Beleidsplan Crisisbeheersing voor de periode 2015 – 2018 opgesteld. Het conceptplan is in november 2014 aangeboden aan de gemeenten (te samen met het meerjarenbeleidsplan van de GGD en de Brandweer). In maart 2015 wordt dit plan vastgesteld door het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio. In het nieuwe plan worden beleidsvoornemens geformuleerd die voor de periode 2015 – 2018 moeten leiden tot een verdere versterking van de Friese crisisorganisatie. De inspanningen zijn er allemaal op gericht om ontwrichting van de Friese samenleving te voorkomen, dan wel de crisissituatie zo snel mogelijk te reduceren en de nadelige effecten tot een minimum te beperken. Tevens zijn in het Beleidsplan de doelen en thema’s verwerkt uit de bovengenoemde Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio’s 2014 – 2016. 3.2.2 Afdeling Crisisbeheersing 3 beleidsproducten (Crisisbeheersing / Coördinatie Bevolkingszorg / Bevolkingszorg) Wat willen we bereiken? Outcome Voorkomen van ontwrichting van de Friese samenleving, dan wel de crisissituatie zo snel mogelijk reduceren en de nadelige effecten (schade / gezondheidsschade voor de inwoners van de Veiligheidsregio Fryslân) tot een minimum te beperken. Prestatie-indicatoren De outcome hebben wij nader uitgewerkt in de volgende prestatie-indicatoren.
12
Tevredenheid Klanten & Partners: gemiddelde tevredenheid van partners (gemeenten, veiligheidspartners, partners in de geneeskundige keten) voor de Afdeling Crisisbeheersing (norm ≥ 7) Evenementen het percentage adviezen van de Afdeling Crisisbeheersing, dat door de burgemeester bij de vergunningverlening van een evenement is overgenomen (norm % = 100) Planvorming beschikbare planvorming wordt goed ontsloten (norm % = 100) planvorming wordt jaarlijks herzien (norm % = 100) planvorming wordt op toegankelijke wijze aangeboden (norm = 3) Vakbekwaamheid medewerkers in de crisisorganisatie beschikken over een portfolio vakbekwaamheid (norm = 6; jaarlijks beschikken 6 nieuwe functiegroepen over een portfolio) de jaarplanning van Vakbekwaamheid is uitgevoerd waardoor: a) iedere operationeel functionaris minimaal twee keer heeft kunnen deelnemen, en b) vastgestelde onderdelen (IBP, systeemtest, risicoprofiel), en prioriteiten op basis van evaluaties of afdeling zijn gerealiseerd (norm % = 95) Evaluaties GRIP-inzetten en Vakbekwaamheidsactiviteiten worden geëvalueerd; actie- en verbeterpunten opgevolgd (norm % ≥ 90) Tevredenheid betrokkenen bij rampen en crises oordeel van de betrokkenen over de hulpverlening – verkregen op basis van een publieksenquête is positief (norm % ≥ 70) Afdeling Crisisbeheersing voldoet aan normen Afdeling Crisisbeheersing voldoet aan prestatie-eisen uit de Wet op de Veiligheidsregio’s (11 thema’s uit de “Staat van de Rampenbestrijding”, norm 8 van de 11 thema’s % ≥ 75) Speerpunten / Wat gaan we daarvoor doen in 2016 ? •
Doorontwikkeling van de Afdeling Crisisbeheersing tot het kennis- en expertisecentrum op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing, ten dienste van de Friese gemeenten, keten- en netwerkpartners; hiertoe gaan wij: o intensief samenwerken met ketenpartners (netwerkmanagement) o themabijeenkomsten organiseren o ons netwerk verbreden op het gebied van zorgcontinuïteit, maatschappelijke onrust, ziektegolf & voedselveiligheid o convenanten met onze partners sluiten o Verder versterken van de samenwerking met Defensie (in het kader van de “Strategische agenda versterking veiligheidsregio’s 2014 – 2016)
13
•
Verbeteren van de kwaliteit van de multidisciplinaire advisering rond evenementenveiligheid zowel op inhoud als op proces; hiertoe gaan wij: o integrale (multidisciplinaire) adviezen opstellen bij alle vastgestelde Cevenementen (in 2016 in ieder geval de voorbereiding op Open Dagen Luchtmacht 2016 en Culturele Hoofdstad 2018) o op aanvraag deelnemen aan het Veiligheidsteam van de gemeenten o gemeenten ondersteunen en faciliteren bij de kleinere A- en B-evenementen in de vorm van een digitale veiligheidstoets of een gericht maatwerkadvies o de multidisciplinaire hoofdstructuur betrekken bij de voorbereidingen op evenementen) o implementatie van het in 2015 vastgestelde “Kader Evenementenveiligheid”
•
Verbinding leggen tussen onze planvorming en de operationele hoofdstructuur; hiertoe gaan wij: o ramp- en incidentbestrijdingsplannen opstellen en actualiseren (opstellen IBP “Natuurbranden”; actualiseren IBP “Abe Lenstra”; leveren van een bijdrage aan het actualiseren van de IBP’s IJsselmeer en Noordzee) o ons prepareren op overstromingen (in opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie gaan Veiligheidsregio’s en Waterschappen zich voorbereiden op overstromingen) o planvorming voorbereiden in LCMS o planvorming aanscherpen en verbeteringen doorvoeren indien evaluaties daar aanleiding toe geven o een bijdrage leveren aan de uitvoering van het Jaarprogramma van de CRWregeling (Coördinatie Rampenbestrijding Waddenzee) en de SAMIJ-regeling (Samenwerking IJsselmeergebied); opleidingen en trainingen van de CRW en SAMIJ worden afgestemd met de Vakbekwaamheidsprogrammering van de VRF
•
Adequaat communiceren over risico’s; hiertoe gaan wij: o samen met gemeenten en ketenpartners verschillende actuele risicothema’s onder de aandacht brengen van de Friese burger (door te communiceren via Facebook, Twitter en website) o communiceren over de mogelijke maatregelen bij een dreigend stralingsincident (projectplan “Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming” uit de “Strategische agenda versterking veiligheidsregio’s 2014 – 2016)
•
Onze crisisorganisatiestaat is 24 uur per dag paraat om hulp te verlenen bij incidenten, rampen of crises; hiertoe gaan wij o functionarissen (in multi-teams, expertteams, GHOR-functionarissen) inzetten bij de bestrijding van een ramp en / of crises o waar mogelijk de inrichting van onze crisisstructuur in bezetting en piketten vereenvoudigen o zorgen voor werving, selectie en beschikbaarheid van functionarissen (in de multiteams, expertteams bevolkingszorg, GHOR-functionarissen)
•
Systematisch en gericht verhogen van de vakbekwaamheid van teams en functionarissen; hiertoe gaan wij o een vakbekwaamheidsprogramma (in de vorm van een selectie- en/of ontwikkeltraject) aanbieden voor functionarissen die zijn aangesteld in een rol in een multidisciplinair team (CoPI, ROT, GBT, RBT), in de gemeentelijke crisisorganisatie (expertteams en medewerkers van gemeenten) en in de geneeskundige kolom (GHOR-functionarissen)
14
•
Versterken van het informatiemanagement; hiertoe gaan wij o wekelijks een multi-briefing voorbereiden in LCMS (met informatie over planvorming, evenementen, het weerbeeld, overige bijzonderheden voor de komende week, etc.) o de vakbekwaamheid van de informatiemanagers verhogen (bedienen en vullen van LCMS, rol in het team) o de vakbekwaamheid van de overige gebruikers (zoals sectiemedewerkers van het ROT in het LCMS, informatiemanagers van bevolkingszorg en politie en externe ketenpartners waaronder Wetterskip Fryslân en Rijkswaterstaat) verhogen o Geo-data voorziening inrichten (om plannen goed te kunnen voorbereiden in het LCMS is het nodig te beschikken over een geo-data omgeving)
•
Versterken van de crisiscommunicatie; hiertoe gaan wij o de vakbekwaamheid van sleutelfunctionarissen crisiscommunicatie verhogen o de verbinding tussen de communicatieprofessionals en de hoofdstructuur van de crisisorganisatie (CoPI, ROT) verbeteren o de kwaliteit van het communicatieproces evalueren (op proces en inhoud)
•
Versterken van de overdracht van de operationele fase naar de herstelfase; hiertoe gaan wij o gemeenten adviseren en begeleiden tijdens de nafase van een incident (VRF wil haar adviesrol verder professionaliseren) o een publieksenquête invoeren (deze publieksenquête is bedoeld om de tevredenheid onder betrokkenen over de bevolkingszorg inzichtelijk te maken)
•
Evalueren; hiertoe gaan wij o operationele inzetten, vakbekwaamheidsactiviteiten en grootschalige evenementen evalueren o jaarlijks een “Rode Draad” opstellen van evaluatie- en actiepunten; deze “Rode Draad” wordt besproken met betrokken teams en functionarissen van de crisisorganisatie o noodzakelijke verbeteracties uit de evaluaties doorvoeren
•
Kwaliteitszorg; hiertoe gaan wij o een bijdrage leveren aan de jaarlijkse HKZ-certificering van de GHOR o een bijdrage leveren aan het ontwikkelen en implementeren van een – landelijk kwaliteitszorgsysteem voor veiligheidsregio’s.
15
3.3 Programma Brandweer 3.3.1 Missie & visie Brandweer Fryslân Brandweer Fryslân is verantwoordelijk voor de brandweerzorg in Fryslân. Fryslân kenmerkt zich door veel water, uitgestrekte plattelands gebieden en Waddeneilanden. Fryslân heeft verstedelijkte (oude)kernen met complexe binnensteden, waar juist veel mensen op een relatief klein oppervlakte samen leven. Ook is er zware industrie en vormen het Van Harinxma- en Prinses Margriet Kanaal belangrijke vaarroutes voor de binnenvaart met verschillende (gevaarlijke) stoffen. Daarnaast hebben we te maken met toerisme in specifieke perioden van het jaar en is er een groot aantal (sport-) evenementen gedurende het jaar. Al deze verschillende kenmerken zorgen voor een gevarieerd risicobeeld en vragen het nodige van onze brandweerorganisatie. De zorg die wij in brede zin leveren, voeren we samen en in verbinding met onze omgeving uit: met onze partners zoals gemeenten en politie maar ook met bedrijven en burgers. Rekening houdend met het risicobeeld is onze missie: ‘Brandweer Fryslân voorkomt, beperkt en bestrijdt brand en ongevallen’ In onze visie betekent dit streven naar minder incidenten, minder slachtoffers en minder schade. Om dat te bereiken: • zijn (brand)risico’s in beeld gebracht; • leveren wij deskundige expertise op het terrein van fysieke veiligheid; • stimuleren wij brandveilig gedrag en zelfredzaamheid; • wijzen wij gebouweigenaren en gebruikers op eigen verantwoordelijkheid en zorgplicht voor brandveiligheid; • treden wij slagvaardig op bij incidenten; • staan onze beroeps- en vrijwillige medewerkers in verbinding met elkaar. Zij hebben vertrouwen in elkaar en zijn bij elkaar betrokken; • werken we vanuit een financieel gezonde basis, ondersteund door een afdeling bedrijfsvoering. Brand en ongevallen willen we dus het liefst voorkomen en hier zetten wij dan ook op in. De inspanningen die we hiervoor moeten leveren hangen af van de omstandigheden en van de grootte van het risico. Onze brandweerzorg, zowel de preventie als de repressie gaat daarom uit van het incidentrisicoprofiel, dat is opgesteld naast het regionaal risicoprofiel en dat in 2015 is ontwikkeld. We zetten in op het zoveel mogelijk voorkomen en treden doelmatig en slagvaardig op bij het daadwerkelijk bestrijden. 3.3.2 Beleidsplan Brandweer Fryslân 2015-2018 Het beleidsplan van de Brandweer beschrijft de wijze waarop we de komende jaren de brandweerzorg in Fryslân veilig, efficiënt en effectief uitvoeren, op welke wijze we de medewerkers stimuleren in hun eigen ontwikkeling en hoe we de koers naar een toekomstbestendige brandweerzorg in Fryslân uitzetten. Tijdens deze koers staan harmonisatie, kwaliteitsverbetering en doorontwikkeling centraal. De koers naar toekomstbestendige brandweerzorg in Fryslân sluit aan bij de ontwikkelingen die de ‘Strategische Reis’ (landelijke ontwikkeling van de (nieuwe) brandweer) met zich meebrengt. Door het werken aan het versterken van onze risico- en crisisbeheersing geven we invulling aan de Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio’s 2014-2016. Daarnaast zijn er andere landelijke ontwikkelingen die de komende jaren ons pad zullen kruisen en die invloed hebben op onze organisatie: RemBrand fase 2 is een door Brandweer Nederland uitgevoerd onderzoek naar een alternatief voor het huidige normstelsel van opkomsttijden. Insteek is meer aandacht voor voorkomen en beperken, waarbij de inzet op de voor- (preventie) en achterkant (repressie) van de keten meer in balans is. In 2015 zijn de resultaten van dit onderzoek gepresenteerd en in 2016 worden deze resultaten betrokken bij het opstellen van het dekkingsplan 2.0 en paraatheid 2.0;
16
de Raad Brandweer Commandanten heeft het Landelijk Kader Uitruk Op Maat vastgesteld. Dit kader vormt de basis voor het gemotiveerd afwijken van de basisbrandweer-eenheid (TS6) zoals genoemd in het Besluit veiligheidsregio’s; de vorming van één Landelijke Meldkamerorganisatie (LMO): dit heeft invloed op onder meer de alarmeringsprocedures en de standaard uitrukvoorstellen; ontwikkelingen op het terrein van omgevingsrecht; waaronder de invoering van een nieuwe Omgevingswet (naar verwachting per 1 januari 2018): de gewenste wettelijke verankering van onze adviesrol binnen deze toekomstige wet, de invoering van private kwaliteitsborging in de bouw, de implementatie van kwaliteitscriteria op het terrein van vergunningverlening, toezichten handhavingstaken en de te maken omslag van een van oudsher regelgerichte benadering van brandveiligheid naar een veel meer risicogerichte aanpak. Koers naar toekomstbestendige brandweerzorg Fryslân Bovengenoemde ontwikkelingen zijn onderdeel van onze koers naar toekomstbestendige brandweerzorg in Fryslân. Wij zijn verantwoordelijk voor het neerzetten van een gedegen organisatie waarin het prettig werken is en staan voor de doorontwikkeling van de brandweerzorg. Ons beleidsplan straalt dan ook energie, trots en vertrouwen uit. De koers bestaat uit 2 sporen, te weten: 1. verder bouwen aan de staande organisatie; 2. doorontwikkeling naar toekomstbestendige brandweerzorg. Verder bouwen aan de staande organisatie De regionalisering is een omvangrijk proces geweest met impact voor de medewerkers. Medewerkers krijgen deze beleidsperiode de ruimte om te groeien in de organisatie en de nieuwe werkomgeving eigen te maken. We bouwen met elkaar verder aan de staande organisatie. De focus binnen dit spoor is dan ook enerzijds gericht op de ontwikkeling van medewerkers, optimaal inzetten van competenties, communicatie en interne en externe verbinding. De focus ligt anderzijds op kwaliteitsverbetering en de harmonisatie van processen en producten. Kwaliteitsverbetering betekent niet dat voor 1 januari 2014 zaken onvoldoende geregeld waren, maar de omgeving waarbinnen de brandweerzorg zich afspeelt is wel in grote mate veranderd. Waar eerst de brandweer een gemeentelijke verantwoordelijkheid was, is het nu een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het bestuur van de VRF. Ook de schaalgrootte waarop de brandweerzorg nu is georganiseerd is overgegaan naar de grootte van de Veiligheidsregio. Beide aspecten vragen om in te zetten op eenduidigheid in processen, producten en kwaliteit. Doorontwikkeling naar toekomstbestendige brandweerzorg: Brandweerzorg 2.0 Het tweede spoor ‘doorontwikkeling naar toekomstbestendige brandweerzorg’ staat niet los van het eerste spoor, sterker nog deze sporen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Doorontwikkeling van ons vak kan alleen met onze beroepsmedewerkers en vrijwilligers, die zich bewegen en ontwikkelen in een organisatie waar het prettig en veilig werken is, waar open gecommuniceerd wordt en waar aandacht is voor verbinding. Naast dat we in de staande organisatie bezig zijn met het harmoniseren en borgen van onze reguliere ‘dagelijkse’ taken vraagt onze brandweerzorg om doorontwikkeling passend bij onze hoofddoelstelling om deze toekomstbestendig te maken en passend bij de landelijke ontwikkelingen. De doorontwikkeling zetten we in door het opzetten van het programma ‘Brandweerzorg 2.0’. Brandweerzorg 2.0 omvat het afstemmen van de paraatheid, de lerende organisatie, de operationele informatievoorziening, het brandrisicoprofiel, het dekkingsplan 2.0 en Brandveilig Leven.
17
Maatschappelijk rendement De twee in te zetten sporen uit het beleidsplan Brandweer Fryslân 2015-2018 zetten de koers in naar toekomstbestendige brandweerzorg waarbij het maatschappelijk rendement het hoogst is en het bestuurlijk risico het laagst. Daarmee wordt een kosten-baten benadering voor (brand)veiligheid geïntroduceerd. Wij streven naar minder incidenten, minder slachtoffers en minder schade. De ingezette koers geeft invulling aan een hogere veiligheid van de burger, waarbij specifieke aandacht is voor de veiligheid van kwetsbare groepen en risicovolle objecten en het voorkomen en beperken van ontwrichting van de samenleving. De bestrijding door de brandweer gebeurt effectief, efficiënt maar vooral veilig! Om hierin de juiste keuzes te maken en transparant te zijn richting het bestuur gaan wij in deze beleidsperiode regelmatig in gesprek met het bestuur. Op deze wijze bepalen we gezamenlijk het maatschappelijk rendement. Ook willen we in gesprek over de doorontwikkeling van de prestatieindicatoren: welke prestaties willen en kunnen we kwalitatief en kwantitatief meten en met welk doel? 3.3.3. Beleidsproducten Brandweer Fryslân kent een drietal beleidsproducten, te weten: • • •
risicobeheersing; operationele voorbereiding incidentbestrijding & nazorg
Risicobeheersing Het taakveld risicobeheersing brengt risico’s in beeld, levert met specialistische kennis een bijdrage aan een (brand)veilige leefomgeving en zet in op het verhogen van het risicobewustzijn en (brand)veilig gedrag in de samenleving door het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid. Minder incidenten, minder slachtoffers en minder schade is hierbij ons streven. Binnen risicobeheersing zijn drie hoofdprocessen te onderscheiden: 1. risico’s in beeld; 2. het voorkomen en beperken van risico’s; en 3. kennisontwikkeling. Wat willen we bereiken? • het structureel voorkomen van onveiligheid, bijvoorbeeld door vanuit veiligheidsoptiek invloed uit te oefenen op het maken van ruimtelijke plannen en risicovolle inrichtingen; • het toezien op de verwerking van de adviezen door het bevoegd gezag door het gehele adviseringsproces te doorlopen en te bewaken; • het bieden van inzicht in risico’s en zicht op maatregelen die er zijn om de risico’s te beheersen; • het voorkomen en beperken van ongevallen bij inrichtingen die werken met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen en indien nodig afdekken van bepaalde risico’s door de inzet van bedrijfsbrandweren; • het voorkomen van een mogelijke brand en het zoveel mogelijk beperken van de gevolgen van een brand en het door ontwikkelen c.q. actualiseren van bestaande producten; • het zoveel mogelijk voorkomen dan wel beheersen van (brand)onveilige situaties in de openbare ruimte en bebouwing in deze ruimte; • het op een eenduidige wijze en adequaat niveau adviseren van het bevoegd gezag inzake de wettelijke (advies)taken, evenementen, brandweer-gerelateerde objectvoorzieningen, ruimtelijke ontwikkelingen en maatwerkpakket 1 en 2, waarbij alle adviezen binnen de daarvoor vastgestelde termijn worden afgegeven; • alle OMS aansluitingen zijn conform afspraken, wetgeving en kwaliteitseisen; • het aantal ongewenste en onechte meldingen binnen twee jaar met 50% terugdringen; • via een doelgroepgerichte aanpak, in samenwerking met onze partners, de Friese samenleving van jong tot oud bewust maken van de gevaren van brand, hoe brand te voorkomen en hoe te handelen wanneer er onverhoopt toch brand uitbreekt. Het uiteindelijke resultaat wat hiermee wordt nagestreefd is het reduceren van het aantal branden en slachtoffers en de daarbij behorende hoeveelheid schade;
18
•
kennis en kunde over oorzaken van branden, brandverloop, de effectiviteit van brandpreventieve voorzieningen, brandbestrijding en menselijk gedrag bij brand.
Prestatie indicatoren • 100% adviseren conform vastgestelde werkwijze (van advisering t/m toezien op uitvoering hiervan door bevoegd gezag); • 50% van het aantal ongewenste en onechte meldingen binnen twee jaar terugdringen; • doelgroepgerichte aanpak Brandveilig Leven. Wat gaan we daarvoor doen? • verbeteren van de werkprocessen en producten aangaande onze wettelijke adviestaken, zodat deze nog beter aansluiten op de processen en producten van onze partners; • uitvoeren van de toetsing- en toezichtstaken op het gebied van brandveiligheid (maatwerkpakket 1: toetsing aspecten brandveiligheid/Wabo, inclusief toezicht tijdens de bouw en maatwerkpakket 2: toezicht aspecten brandveiligheid/Wabo); • ontwikkelen van een uniforme werkwijze en Fryslân-brede borging van advisering van Brandweer Fryslân inzake ruimtelijke ontwikkelingen (repressief advies) en evenementen; • ontwikkelen en uitvoeren van een gerichte aanpak voor terugdringen van het hoge aantal ongewenste en onechte automatische brandmeldingen; • door ontwikkelen van Brandveilig Leven: via een doelgroepgerichte aanpak willen we, in samenwerking met onze partners, de Friese samenleving van jong tot oud bewust maken van de gevaren van brand, hoe brand te voorkomen en hoe te handelen wanneer er onverhoopt toch brand uitbreekt;; • inspelen op de landelijke ontwikkelingen en dan in het bijzonder op de terreinen ‘brandonderzoek’ en ‘private toetsing bouwbesluit’. Operationele voorbereiding Operationele voorbereiding valt uiteen in de volgende drie beleidsproducten/functionele gebieden: I Planvorming Planvorming draagt zorg voor het opstellen, beheren en door ontwikkelen van het gehele stelsel van operationele plannen, aanvalsplannen, procedures, werkinstructies, handboeken, coördinatiestructuren en opschalingmodellen. Daarnaast is planvorming de spin in het web en de aanjager van de integrale doorontwikkeling van de repressieve brandweerorganisatie. II Vakbekwaamheid Vakmanschap is de basis voor veilig en effectief brandweeroptreden. Vakbekwaamheid heeft als doel om repressieve medewerkers op te leiden (vakbekwaam worden) en bij te scholen en te laten oefenen (vakbekwaam blijven) in hun repressieve taken. Vakbekwaamheid richt zich op het opleiden, het oefenen, het bijscholen en de beoordeling/registratie hiervan. III Materieelbeheer Het functioneel gebied Materieelbeheer draagt zorg voor beschikbare, goed werkende, veilige en betrouwbare brandweermiddelen. Uitgevoerd op een zo efficiënt en effectief mogelijke wijze. Hierin worden twee hoofdprocessen onderscheiden: Verwerving en Onderhoud/Beheer. Wat willen we bereiken? Algemeen • verdere voortgang van de ingezette weg in 2014 en 2015 om de “basis op orde” te verkrijgen: in de afgelopen jaren is al veel werk op dit vlak verzet maar het vraagt ook in 2016 nog extra inspanning om te komen tot nog meer eenheid en uniformiteit, zowel intern als extern gericht.
19
Planvorming • adequate informatievoorziening ten behoeve van incidentbestrijding, borging van paraatheid, verantwoording en bevorderen van het lerend vermogen; • het dekkingsplan 2.0 en de daaraan verbonden KVT en de alarmeringsregeling, wordt voor zover als mogelijk, afgestemd op het risicoprofiel; • in alle incidentsituaties wordt uitgerukt met de juiste mensen en het juiste materieel dat zo snel mogelijk ter plaatse is; • het gewenste niveau van paraatheid wordt structureel gewaarborgd door middel van daarop afgestemde maatregelen met betrekking tot bezetting en beschikbaarheid(beroeps, kazernering, consignatie, vrije instroom); • alle operationele informatievoorziening (verwerven en toegankelijk maken) geschiedt digitaal zodat alle sleutelfiguren beschikken over juiste en goed toegankelijke informatie afgestemd op het incident; • plannen en procedures zijn helder, up to date, bekend en eenvoudig toegankelijk. Ze zijn afgestemd op de behoefte aan informatievoorziening bij gebruikers; • stakeholders krijgen op transparante wijze inzicht in de inzet en prestaties van de brandweer; • de organisatie heeft een evaluatie- en kennisstructuur waarmee het lerend vermogen van de brandweerorganisatie wordt benut en gestimuleerd. Vakbekwaamheid • medewerkers worden en zijn vakbekwaam. Alle activiteiten staan in het licht tot het bereiken hiervan. Materieelbeheer • het zorg dragen voor beschikbare, goed werkende, veilige en betrouwbare brandweermiddelen. Uitgevoerd op een zo efficiënt en effectief mogelijke wijze door gemotiveerde, kundige, betrokken medewerkers en voor tevreden gebruikers van brandweermaterieel. Prestatie indicatoren Planvorming • maatregelen voor waarborgen paraatheid op lange termijn ontwikkeld en vastgelegd; • vastgesteld dekkingsplan op basis van RemBrand fase 2; • overgang van digitale omgeving naar geografische omgeving voertuigautomatisering; • kenniscentrum / kennisstructuur binnen Brandweer Fryslân ingericht en werkend. Vakbekwaamheid • implementatieplan invoering portfolio vakbekwaamheid is opgesteld; • elektronische leeromgeving is geïmplementeerd; • kwantitatieve oefennorm is behaald. Materieelbeheer • opstellen materieel spreidingsplan; • overeenkomst levering bepakking tankautospuit; • implementatie verbeteringen processen onderhoud&beheer en logistiek&ademlucht
20
Wat gaan we daarvoor doen? Algemeen • integrale afstemming tussen de afdelingen Risicobeheersing, Planvorming, Vakbekwaamheid en Materieelbeheer. Planvorming • voortgang dan wel verdere afstemming m.b.t. producten binnen Planvorming (o.a. plannen en procedures, paraatheid en Meldkamer, Rapportage en Registratie en Incidentbestrijding) om te komen tot synergie, eenheid of uniformiteit; • ontwikkeling dekkingsplan 2.0 op basis van input bevindingen RemBrand fase 2; • voortdurende informatie-uitwisseling met de Meldkamer over afwijkingen, verstoringen ten aanzien van de basisregelingen; • aansluiting bij de ontwikkeling Landelijke meldkamerorganisatie; • realisatie project Paraatheid 2.0 zodat er sluitende maatregelen zijn om de afgesproken paraatheid te waarborgen; • bewerkstelligen om te komen van een digitale omgeving naar een geografische omgeving; • alle noodzakelijke informatie voor repressie (incident en situatiegericht) wordt digitaal ontsloten en beheerd; • registratie en verantwoording op basis van afgesproken prestatie-indicatoren; • binnen Brandweer Fryslân wordt een kenniscentrum ingericht; • bij incidenten vinden standaardevaluaties plaats volgens de daarvoor afgesproken structuur. Vakbekwaamheid • uniform werken en registreren; • opstellen van het plan van aanpak voor het invoeren van de portfolio vakbekwaamheid; • implementeren van de elektronische leeromgeving centraal; • door ontwikkelen van oefeningen; • behalen van kwantitatieve oefennorm; • organiseren van oefeningen en themadagen; • coördineren en uitvoeren van het PPMO; • participeren in projecten Brandweerzorg 2.0; • opzetten van risicogericht oefenen; • ontwikkelen van normenset; • inzetten op oefenen op maat, vakbekwaam worden en de lerende organisatie; • anticiperen op ontwikkeling versterking brandweer; • in het kader van bovengenoemde ontwikkeling werkgroepen optuigen en betrekken en met posten in gesprek. Materieelbeheer • inzetten op binding van de medewerkers materieelbeheer, verbinding met vrijwilligers en samenwerking met bedrijfsvoering; • inzet op het verder inregelen van de reguliere werkzaamheden; • we gaan het meerjareninvesteringsplan verder door ontwikkelen door onder andere eenduidigheid van prijzen te realiseren; • er worden (raam)overeenkomsten gesloten voor het leveren van tankautospuiten, bepakking van tankautospuit en ademluchtapparatuur; • de medewerkers materieelbeheer participeren in de projecten van brandweerzorg 2.0 en zetten in op de doorontwikkeling van de organisatie en inrichting van logistiek/ademlucht en onderhoud/beheer.
21
Incidentbestrijding & nazorg Incidentbestrijding, ook wel repressie genoemd, is het daadwerkelijk bestrijden van onveiligheid en het verlenen van hulp in noodsituaties. Dat wil zeggen het uitrukken bij brand, ongevallen, hulpverlening. De repressie wordt opgebouwd vanaf de 65 kazernes in Fryslân en daarnaast beschikt Leeuwarden over een beroepskazerne waar ook een aantal specialistische taken belegd zijn. In het verlengde van de incidentbestrijding ligt de nazorg. Onder nazorg valt alles dat wordt gedaan om zo snel mogelijk terug te keren naar de normale verhoudingen na de inzet bij een incident. Hierbij kan o.a. gedacht worden aan de opvang van brandweerpersoneel bij schokkende gebeurtenissen. Daarnaast hoort ook het evalueren van het incident onder de nazorg. Wat willen we bereiken? • incidentbestrijding zorgt er voor dat branden en ongevallen en de gevolgen ervan tot een minimum beperkt blijven; • tevens heeft het tot doel bij te dragen aan het zo snel mogelijk terug keren naar de normale verhoudingen na de inzet bij een incident; • risicodifferentiatie vormt één van de basisvoorwaarden voor de verdere ontwikkeling van de brandweer in Fryslân: de komende jaren willen we als nieuwe brandweerorganisatie voortvarend aan de slag gaan met repressie die afgestemd is op de feitelijke risico’s in de omgeving en die rekening houdt met de beschikbaarheid van vrijwilligers. Prestatie indicator • repressieve prestaties zijn conform de bestuurlijke vastgestelde normen. Wat gaan we daarvoor doen? • het zorg dragen voor het optreden van de brandweer bij het bestrijden van brand, beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand; • het zorg dragen voor het verzamelen en evalueren van gegevens ten behoeve van de waarschuwing en alarmering van de bevolking; • het zorg dragen voor het waarschuwen van de bevolking door middel van het sirenenet, het • het verkennen van gevaarlijke stoffen en het verrichten van ontsmetting; • het ondersteunen van de incidentbestrijding en de bestrijding van rampen en zware ongevallen door middel van het uitvoeren van specialistische taken; • een op maat gesneden waterongevallenbeheersing in de regio Fryslân; • het invulling geven aan piketten conform vastgesteld beleid; • het inzetten van het BedrijfsOpvangTeam (BOT) conform de daarvoor geldende afspraken; • Ontwikkeling RI&E water en warm.
22
3.4 Algemene dekkingsmiddelen Gemeentelijke bijdrage in het nadelig saldo Conform de gemeenschappelijke regelingen wordt de vastgestelde bijdrage in het nadelig saldo over de gemeenten voor de programma’s gezondheid en crisisbeheersing verdeeld op basis van het inwonertal. In afwijking hiervan heeft het algemeen bestuur besloten de bijdrage voor het programma brandweer te verdelen op basis van de verdeling van het cluster openbare orde en veiligheid (OOV) in het gemeentefonds. De OOV-verdeling wordt in 2018 volledig toegepast, in de jaren 2014 tot en met 2017 wordt gewerkt met een ingroeimodel, waarbij in vier stappen van de historische verdeling naar de OOV-verdeling wordt toegewerkt. De uitzettingen in 2016 die betrekking hebben op de brandweer zijn in 2016 verdeeld op basis van de procentuele verhouding van de eerder (begroting 2015) vastgestelde verdeling voor het jaar 2016. Vervolgens wordt in twee gelijke stappen ‘gegroeid’ naar een verdeling op basis van OOV in 2018. Deze verdeling is gebaseerd op het oude cluster OOV, volgens de septembercirculaire 2014. Per programma is de bijdrage als volgt: Bijdrage Bijdrage 2015 2016 Gezondheid € 19.403.187 € 20.450.244 Brandweer € 30.145.529 € 31.074.377 Crisis € 1.477.812 € 1.615.405 € 51.026.528 € 53.140.026
verhoging 2016 € 1.047.058 € 928.849 € 137.593 € 2.113.500
In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van de verdeling van het saldo over de gemeenten, met een overzicht van het groeimodel richting 2018. Brede doeluitkering rampenbestrijdingen De in de begroting opgenomen bijdrage BDUR is gebaseerd op de decembercirculaire 2014. Deze geeft een overzicht van de verdeling van het landelijke budget over de veiligheidsregio’s voor 2015 en verder. De bijdrage voor 2016 is gebaseerd op deze meest recente informatie, en houdt nog geen rekening met de effecten van het onderzoek naar de BDUR, dat op dit moment nog niet is afgerond. De bijdrage wordt geraamd op € 7.900.861. Onvoorzien De opbouw van de post onvoorzien is gewijzigd bij het vaststellen van de nieuwe nota weerstandsvermogen. De post van € 500.000 kan alleen nog worden aangewend voor personele fricties, overige onvoorziene posten dienen uit de reguliere begroting te worden gedekt. De post onvoorzien is conform de verdeling in de nota toegewezen aan de drie programma’s. Financiering Op algemene dekkingsmiddelen wordt het saldo van de financieringsfunctie verantwoord. Aangezien de interne rekenrente gelijk is aan de rente van externe financieringen, is voorcalculcatorisch geen sprake van een saldo op de financieringsfunctie. Op basis van de kaderbrief 2016-2019 is zowel de rekenrente als de structurele rentelast voor financieringen verlaagd van 3,5% naar 3%.
23
4. Paragrafen 4.1 Financiering De kaders voor financiering zijn gebaseerd op de Wet Financiering Decentrale Overheden en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsregelingen. Het eigen treasury-beleid van Veiligheidsregio Fryslân is vastgelegd in de financiële verordening, aangevuld met het treasury-besluit. Beleid met betrekking tot financieringsrisico’s Het financieringsbeleid van Veiligheidsregio Fryslân is erop gericht de financieringsrisico’s voor langere tijd af te dekken met vastrentende leningen. De omvang en looptijd van deze leningen is afgestemd op de omvang en levensduur van de materiële vaste activa en de aflossing is gepland binnen de kaders voor de renterisiconorm. Afhankelijk van de situatie op de kapitaalmarkt en de hoogte van eigen financieringsmiddelen (eigen vermogen, voorzieningen en werkkapitaal) bestaat de mogelijkheid een deel (tot de kasgeldlimiet) kortlopend te financieren. Bij de financiering worden geen zekerheden verstrekt en worden geen afgeleide financiële instrumenten ingezet. Leningenportefeuille en liquiditeit In 2016 wordt de bestaande leningportefeuille naar verwachting conform het vastgestelde schema afgelost, met € 3,3 miljoen. Het saldo van de bestaande leningen zal dan teruglopen naar € 43,2 miljoen. Op basis van de verwachte kasstromen kan tot en met 2015 grotendeels worden volstaan met het kortlopend invullen van de toename van de financieringsbehoefte, met mogelijk consolidatie naar langlopend gedurende 2016. Kasgeldlimiet en renterisiconorm De kasgeldlimiet is gesteld op 8,2% van het begrotingstotaal, dit is voor 2016 een bedrag van € 5,6 miljoen. Zoals bovenstaand is aangegeven zal in 2016 tijdelijk kortlopend worden geleend tot deze grens, alvorens deze langlopend wordt vastgelegd. De renterisiconorm bedraagt 20% van het begrotingstotaal, of € 13,7 miljoen. In de huidige leningportefeuille is bij planning van het aflossingsschema rekening gehouden met deze limiet. Bij het afsluiten van nieuwe financieringen worden deze zodanig gepland, dat de renterisiconorm niet wordt overschreden. Intern liquiditeitsbeheer Met ingang van 2016 zal de noodzaak tot nieuwe externe financiering toenemen, zoals hierboven weergegeven. Dit vraagt om een scherpere sturing op de kasstromen, zodat tijdig kan worden geanticipeerd op deze behoefte. Het interne beheer wordt gedurende 2015 doorontwikkeld, zodat adequaat kan worden gestuurd op financierings- en renterisico’s.
24
4.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing In het BBV wordt het weerstandsvermogen omschreven als de relatie tussen de weerstandscapaciteit van de organisatie en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen. Het weerstandsvermogen kan ook worden omschreven als de mate waarin de organisatie in staat is om omvangrijke tegenvallers op te vangen, zonder dat het beleid behoeft te worden aangepast. De weerstandscapaciteit dient dus om de continuïteit van de organisatie te waarborgen. In de beleidsnota Weerstandsvermogen 2015-2018 wordt onderscheid gemaakt in: • algemene risico’s samenhangend met de exploitatie. • risico’s samenhangend met rampen- en crisisbeheersing. Algemene risico’s Voor de beleidsnota Weerstandsvermogen 2015-2018 is in 2014 het algemene risicoprofiel van de VRF geactualiseerd op basis van een risicoworkshop. Het afdelingsmanagement heeft hierbij vanuit de verschillende vlakken van het INK-model (leiderschap, strategie en beleid, management van middelen, management van medewerkers, management van processen, medewerkers, klanten en partners, bestuur en financiers en maatschappij) een aantal algemene risico’s geïdentificeerd. De volgende risico’s zijn geïdentificeerd als belangrijk in het kader van weerstandsvermogen: 1. 2.
3.
4.
5. 6. 7.
8.
Het risico dat door veranderde marktomstandigheden de concurrentiepositie van de Veiligheidsregio Fryslân in gevaar komt en hier niet tijdig adequaat op geanticipeerd wordt. Het risico dat de IT-infrastructuur en onderliggende processen en systemen onvoldoende aansluiten bij de wensen en eisen van de stakeholders (medewerkers, gemeenten, ketenpartners). Het risico dat het beleid van de landelijke of lokale overheid zodanig van invloed is op de Veiligheidsregio Fryslân dat het haar functioneren en behalen van doelstellingen nadelig beïnvloedt. Het risico dat te weinig vakbekwame/bevoegde medewerkers kunnen worden aangetrokken. Specifiek voor brandweerzorg, welke voor een belangrijk deel steunt op vrijwilligers, de eisen aan brandweerzorg worden steeds hoger en zijn/worden wettelijk verankerd. Het risico van ernstige verstoring van de reguliere dienstverlening door incidenten, rampen en crises. Het risico dat een nieuw financieringsregime een onvoordelig effect heeft op de beleidsuitvoering van de Veiligheidsregio Fryslân. Het risico van de invoering van de werkkostenregeling. Iedere organisatie krijgt hiermee te maken, maar voor de Veiligheidsregio Fryslân laat deze zich extra voelen door het grote aantal vrijwilligers. Het risico van uitval ven ICT en elektriciteit waardoor de cruciale voorzieningen voor hulpdiensten uitvallen.
Op grond van de risicoworkshop is de conclusie dat het risicoprofiel in het kader van weerstandsvermogen niet wezenlijk is veranderd ten opzichte van 2010. De veronderstelde impact van de regionalisering van de brandweer op het risicoprofiel is beperkt. Het belangrijkste risico is nog steeds marktwerking in brede zin en de impact hiervan op de dienstverlening en de mogelijkheid om hier tijdig op in te spelen (personele frictie en de mogelijkheid om hierop te anticiperen). Risico’s rampen- en crisisbeheersing Binnen het taakgebied rampen- en crisisbeheersing hangen de belangrijkste risico’s samen met het daadwerkelijk optreden van een ramp of crisissituatie. In een dergelijke situatie is de hulpverlening aan de burgers de eerste prioriteit van Veiligheidsregio Fryslân. Om hulp te kunnen bieden zal het noodzakelijk zijn om extra personeel en materieel in te zetten. In het Risicoprofiel Fryslân valt het merendeel van de incidenten met een hoge impact (zeer ernstig – catastrofaal) in de categorie ‘onwaarschijnlijk’ tot ‘zeer onwaarschijnlijk’. Gelet hierop is de huidige inschatting dat de kans op het zich daadwerkelijk voordoen van een ramp of crisis zeer gering is. In 2015 is besloten om gelet op de risico inschatting de bestemmingsreserve Crisis en Rampen te laten vrijvallen.
25
De Veiligheidsregio beschikt, door het opheffen van de bestemmingsreserve Crisis en Rampen, niet meer over dekkingsmiddelen voor dergelijke kosten. Afhankelijk van de omvang van de incidentele kosten en het (overige) saldo van het programma Crisisbeheersing kan dit leiden tot een verhoging van de gemeentelijke bijdrage (nabetaling). Weerstandscapaciteit Bij Veiligheidsregio Fryslân wordt de weerstandscapaciteit gevormd door de “Algemene reserve gezondheid”, “Algemene reserve Brandweer” en de post onvoorzien (per programma). Het verloop van de algemene reserves kan als volgt worden weergegeven (prognose op basis van de meerjarenbegroting: Weerstandscapaciteit (bedragen in hele euro’s) Algemene reserve gezondheid Algemene reserve brandweer Totaal
Stand per 01-01-2015 1.280.000 320.000 1.600.000
01-01-2016 1.280.000 320.000 1.600.000
01-01-2017 1.280.000 320.000 1.600.000
De algemene reserves kennen een gezamenlijke omvang van € 1.600.000. De omvang van de twee algemene reserves is gelijk aan de maximale omvang van deze reserves volgens de beleidsnota Weerstandsvermogen 2015-2018. De begroting van Veiligheidsregio Fryslân kent geen begrote toevoegingen of onttrekkingen aan de genoemde reserves. Conform de beleidsnota Weerstandsvermogen is in de begroting 2016 een post onvoorzien opgenomen van € 500.000. Deze post onvoorzien is per programma (Gezondheid, Brandweer en Crisisbeheersing) geraamd. De post onvoorzien vormt geen algemeen dekkingsmiddel, maar is bedoeld voor het opvangen van personele frictie binnen de programma’s. Beleid De huidige weerstandscapaciteit is gelijk aan het noodzakelijk weerstandsvermogen gelet op het risicoprofiel. Opbouw van de weerstandscapaciteit door middel van een begrote toevoeging aan de algemene reserve is derhalve niet noodzakelijk. Ten aanzien van een eventuele opbouw van de weerstandscapaciteit geldt de volgende beleidslijn: indien de weerstandscapaciteit daalt onder het gewenste weerstandsvermogen dan wordt de weerstandscapaciteit aangevuld vanuit een eventueel overschot op de post onvoorzien per programma en indien niet toereikend vanuit eventuele positieve exploitatiesaldi per programma. Structurele risico’s Voor de komende jaren worden enkele grote structurele risico’s aangemerkt, dit betreft: - Ontwikkelingen rondom de Landelijke Meldkamer Organisatie (LMO); - Herijking systematiek BDUR en achterblijven indexatie BDUR; - Onvoldoende geïndexeerde kapitaallasten, effect bij toekomstige vervanging (jaarlijks € 1,3 miljoen). Deze risico’s zullen de komende jaren bij ongewijzigd beleid leiden tot structurele wijzigingen in de budgettering. Aangezien voor deze risico’s op het moment dat zij zich voordoen een structurele oplossing gevonden dient te worden, wordt hiervoor geen (incidentele) weerstandscapaciteit aangehouden.
26
4.3 Bedrijfsvoering De bedrijfsvoering ondersteunt de organisatie bij de uitvoering van de programma's en heeft daarmee niet alleen betrekking op de interne organisatie (het personeel) maar ook op de bestuurlijke organisatie (het gezicht van de VRF naar de inwoners toe). De bedrijfsvoering dient aan de volgende criteria te voldoen: • Rechtmatigheid: de VRF handelt rechtmatig als zij handelt volgens de geldende wet- en regelgeving; • Betrouwbaarheid: de VRF heeft haar zaken op orde, voert de wettelijke regels voorspelbaar uit en handhaaft deze regels; • Transparantie: er wordt inzicht geboden in de uitvoering van de programma's en de ondersteunende processen; • Doelmatigheid: zoveel mogelijk resultaat behalen met zo weinig mogelijke middelen; • Doeltreffendheid: de beoogde effecten bereiken; • Responsiviteit: de VRF anticipeert en speelt in op maatschappelijke ontwikkelingen en/of wensen van burgers. Het doel van de bedrijfsvoering is het ondersteunen en faciliteren van de organisatie bij de uitvoering van de programma's en tevens te voldoen aan de wettelijke regelgeving en informatieplicht (zoals de opvolging van de BBV-voorschriften bij de financiële verslaglegging en de informatieplicht aan het CBS in de vorm van de IV3). In de praktijk moet dit tot uiting komen in het goed bedienen van de klanten van onze organisatie, interne en externe processen efficiënt te laten verlopen en zorgvuldige besluitvorming te garanderen. Met de groei van Veiligheidsregio Fryslân is er ook voor de kolom Bedrijfsvoering veel veranderd. Behalve dat de meeste niet primaire taken bij Bedrijfsvoering zijn ondergebracht, is Bedrijfsvoering ook een onderdeel van de directie geworden en is de afdeling in formatie en deskundigheid gegroeid. Dit alles om Crisisbeheersing, Brandweer en de GGD maximaal te faciliteren in hun primaire proces. De taken van Bedrijfsvoering hebben betrekking op de onderdelen Kwaliteit, Communicatie, Inkoop, Facilitaire services, Huisvesting, ICT, Informatiemanagement, P&O en Financiën. Voor alle onderdelen worden zeer diverse resultaatafspraken gemaakt. Het voert nu te ver om deze u allemaal te presenteren, daarom hieronder de belangrijkste aandachtspunten voor 2016: Vanuit klantperspectief 1. Klanttevredenheidonderzoeken1 faciliteren voor alle kolommen en Veiligheidsregio Fryslân breed rapporteren met behulp van de NPS-methode; 2. De kolommen helpen met klantstrategie om de klanttevredenheid en loyaliteit in 2016 minimaal 10% te verhogen ten opzichte van 2015; 3. Uptime computernetwerk dagvenster 7u-22u; dit betekent een maximale uitval van 39 uur per jaar. Vanuit Medewerkersperspectief 4. Medewerkerstevredenheidsonderzoek houden voor alle kolommen en Veiligheidsregio Fryslân breed rapporteren met behulp van de NPS-methode 5. De kolommen helpen met ondersteuning van interventieteams om de medewerkerstevredenheid en loyaliteit in 2016 minimaal 10% te verhogen ten opzichte van 2015. 6. Organisatie brede implementatie van resultaatgesprekken (planning, voortgang en beoordeling) voor iedere collega met de 4 onderdelen resultaat (wat), gedrag en vaardigheid (hoe), faciliteiten (nodig) en toekomst (employability).
1
Onder klanten wordt verstaan de inwoners en organisaties in Friesland. De gemeenten zijn in het geval van Bevolkingszorg klant, in de overige gevallen zijn de gemeenten bestuurder/financier en stellen zij de kaders over hetgeen de VRF moet bereiken, inclusief klanttevredenheid over dienstverlening..
27
Vanuit Bestuurders/financiers perspectief 7. Het per kolom en Veiligheidsregio Fryslân breed rapporteren van de doelstellingen op basis van de resultaatgebieden van het INK-model inclusief analyse en advies; 8. Het voorbereiden van de bestuurlijke introductie van een Veiligheidsregio Fryslân resultaatkaart per 2016; 9. Betere beoordeling risico en rendement investeringsaanvragen door introductie van gebruik business case; 10. Voortgang uitputting realisatie Meerjareninvesteringsplan; 11. Een jaarrekening 2016 met een maximale delta van 2% t.o.v. de begroting; 12. Een maandelijkse bandbreedte van max. 5% van de prognose van liquiditeit t.o.v. realisatie 13. Het implementeren van een opnieuw geaccordeerd begrotings- en jaarrekeningmodel model vanaf 2017, al dan niet met een separaat programma voor Bedrijfsvoering. Vanuit Maatschappelijk perspectief: 14. Het implementeren van het beleidsplan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen 15. Betalen van facturen >= 95% binnen 21 dagen 16. (Afstudeer) stages >5% ten opzichte van het aantal ft’s 17. Bezetting opleidingsplaatsen bij de GGD >90% Hieronder wordt per punt aangegeven hoe Bedrijfsvoering denkt deze gestelde doelen te kunnen realiseren: 1. Door met Kwaliteit te borgen dat de NPS-methode geïmplementeerd wordt in alle bestaande of nieuw op te zetten onderzoeken; 2. Binnen de huidige formatie een klantstrateeg te werven in 2015; 3. Proactief onderhoud bij systeembeheer; 4. De reeds bestaande opzet van medewerkerstevredenheidsonderzoeken te continueren. De reeds ingevoerde reflectieteams te evalueren, de werkwijze eventueel aan te passen en opnieuw toe te passen; 5. Door een proeftuin opstelling in 2015 en 2016 van het plannings-, voortgangs- en beoordelingsmodel. Dit model is door de Ondernemingsraad geaccordeerd. De proeftuin voorziet in deelname van de kolommen in het oefenen in 2015 en 2016. Eventuele verbeter- en/of aandachtspunten worden doorgevoerd en met de OR geëvalueerd alvorens definitief in te voeren in 2017; 6. In 2015 is gestart met het intern ontwikkelen van rapportages per kolom per resultaatgebied vanuit het INK-model. In het directieteam zijn de breed geldende resultaten inmiddels vastgesteld en worden nu de kolom specifieke doelen bepaald. Naast de introductie van het model zal de levering van de informatie naar een steeds hogere frequentie tijd en energie vragen. De verwachting is dat het systeem voldoende robuust en bestuurlijk presentabel is vanaf 2016; 7. In de kaderbrief over 2017 worden de doelen per resultaatgebied gepresenteerd als leidraad voor de activiteiten in 2017; 8. In 2015 wordt de bestuurlijke resultaat vormgegeven en met ingang van 2016 ingevoerd in de (bestuurlijke) P&C cyclus. 9. In 2015 is een format geïmplementeerd hoe om te gaan met investeringsaanvragen en projectplannen, hierin is de business case separaat opgenomen. Finetuning in 2016; 10. Voortgang uitputting realisatie Meerjareninvesteringsplan volgen via de management- en bestuursrapportages; 11. Bij iedere bestuursvergadering zullen eventuele begrotingswijzigingen worden voorgelegd om zo ontwikkelingen maximaal direct en transparant in de begroting te verwerken; 12. Door naast de ontwikkeling van een verplichtingenadministratie en een investeringsplanning een goede liquiditeitsplanning te maken, geënt op de nieuwe, maandelijkse betaaltermijnen van de gemeenten; 13. In samenwerking met de portefeuillehouder Financiën zal in 2015 de begroting worden geëvalueerd om te komen tot aanscherping van het begroting- en jaarrekeningmodel. Vooruitlopend op de evaluatie lijkt het voor de hand te liggen om in ieder geval mee te nemen:
28
• • •
14. 15.
16. 17.
Het SMART formuleren van doelen per resultaatgebied vanuit het INK-model De totstandkoming van de bijdragen per gemeente; Het verder expliciteren van de kosten per programma, al dan niet met een aanvullend programma voor Bedrijfsvoering. In 2015 wordt het MVO beleidsplan opgesteld, deze kan na akkoord van het bestuur in 2016 geïmplementeerd worden; Scherp te sturen en te rapporteren aan de kolommen, mogelijk aangevuld met een andere werkwijze. Invoering van de verplichtingenadministratie per 1 januari 2015 zal een positief effect hebben op de doorlooptijd. Nauwe contacten onderhouden met onderwijspartners zoals NHL, Stenden, Friese Poort, Friesland College idem
De benodigde middelen hiervoor vragen een uitzetting van € 620.000 voor Bedrijfsvoering. Dit naar aanleiding van een onderzoek van Berenschot naar de overhead en een onderschrijving hiervan door de accountant van PwC. Berenschot heeft een overheadbenchmark uitgevoerd, waarbij de overhead in kaart is gebracht en is afgezet tegen de totale formatie. Uit de resultaten blijkt dat het overheadpercentage van onze veiligheidsregio 26% lager is dan vergelijkbare organisaties2. Dit verschil is opgebouwd uit formatie (-15 Fte á € 1,3 mln.) en lagere inhuur (á € 1,4 mln.). De evaluatie van het afgelopen jaar leert ons dat, ondanks een verbetering t.o.v. 2013, de huidige structurele formatie inderdaad niet toereikend is om de reguliere werkzaamheden binnen bedrijfsvoering uit te voeren. Deze werkzaamheden hebben met name betrekking op advies en beleid op de terreinen P&O en F&C. Daarnaast is de administratieve last fors hoger dan voorzien. Zo zijn het aantal facturen en personeelsmutaties verdubbeld ten opzichte van vorig jaar. Ook dient de planning- en control cyclus qua proces en instrumentarium verder te worden vormgegeven en doorontwikkeld. Met inachtneming van de onderzoeksresultaten van Berenschot geeft een nadere analyse en een doorlichting van de huidige formatie volgens onze inzichten een ondercapaciteit aan van 8 fte voor P&O en Financiën en € 100.000 inhuur voor de versterking van concern ontrol. Hiermee blijft de VRF behoren tot ‘best in class’ omdat de VRF fors onder de benchmark blijft. Ten aanzien van Control wordt gekozen voor een separaat gepositioneerde concerncontroller om de VRF maximaal scherp te kunnen beoordelen op voortgang. Deze rol is nu niet als zodanig ingevuld en vraagt een aanvullende investering. Uitbreiding tot de gewenste formatie betekent een financiële inspanning van € 520.000. Tot slot wordt ook Juridische Zaken verbeterd door eerst de directiesecretaris te ondersteunen met een bestuurskundig jurist om het juridisch control binnen de VRF vorm te geven. De voorgestelde (dwingende) versnelde afbouw van het verhoogde budget halveert de beschikbare middelen voor de versterking van de bedrijfsvoering in de periode 2016 – 2019. Het zal duidelijk zijn dat daarmee het risico dat de versterking niet volledig tot wasdom komt, toeneemt. De totale lasten die behoren tot de organisatie-overhead bedragen in totaal € 11,6 miljoen. Gedurende 2016 zal worden onderzocht op welke wijze deze lasten beter gepresenteerd kunnen worden in jaarrekening en begroting (zie hierboven punt 13).
2 Agentschappen, N=55. In vergelijking met Veiligheidsregio’s (N=9) komt de VRF 17% lager uit (- € 1,8 mln.) maar vanwege de kleine N en dus is deze statistisch als onvoldoende beoordeeld.
29
4.4 Onderhoud kapitaalgoederen In deze paragraaf wordt een uiteenzetting gegeven van het geplande beleid rondom het beheer van de gebouwen die Veiligheidsregio Fryslân in eigendom heeft. Met ingang van 2014 heeft de organisatie de volgende gebouwen in eigendom / beheer: - Het hoofdkantoor aan de Harlingertrekweg; - 66 Brandweerkazernes, waarvan 47 in eigendom; - 61 locaties voor JGZ, allen gehuurd; - Het regionaal coördinatie centrum (RCC), ondergebracht bij de meldkamer. Voor de gebouwen in eigendom is het gewenste kwaliteitsniveau gesteld op niveau 3 (‘redelijk’) van NEN 2767. Om deze kwaliteit te kunnen waarborgen zijn voor de eigendomslocaties meerjarige onderhoudsplanningen aanwezig. Bij de huurlocaties wordt ernaar gestreefd een vergelijkbaar kwaliteitsniveau vast te leggen in de huurovereenkomsten: bij de nieuw afgesloten huurovereenkomsten met de gemeenten is dit ook zo geregeld, bij huur van derden in de meeste gevallen ook. Bij de regionalisering zijn de budgetten voor de kazernes bepaald op basis van de van de gemeenten overgenomen locaties (huur of eigendom), gekoppeld aan het gewenste kwaliteitsniveau, inclusief een budget voor beheer van het vastgoed. Daarnaast zijn in het kader van het project Samen Naar 1 Brandweer budgetten vastgesteld voor facilitaire kosten en nutsvoorzieningen. Aangezien de kosten van groot onderhoud significant fluctueren over de jaren, is ervoor gekozen deze te egaliseren met behulp van een voorziening groot onderhoud. De in de begroting geraamde dotatie aan de voorziening is het gemiddelde bedrag van het groot onderhoud dat de komende 20 jaar gepland is. Naar verwachting wordt de nieuw te bouwen kazerne in Lemmer begin 2016 opgeleverd. Daarnaast wordt een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd naar een eventuele wijziging van de huisvesting van de brandweer in Surhuisterveen. Voorafgaand aan het gereedkomen van het nieuwe dekkingsplan worden geen ingrijpende maatregelen op het gebied van huisvesting gepland. De budgetten voor kapitaallasten zijn gebaseerd op het huidige areaal en op het prijspeil waarop de investeringen in het verleden door de gemeenten zijn gedaan. Indien gebouwen en installaties moeten worden vervangen tegen het huidige (c.q. toekomstige) prijspeil doet zich een tekort voor, dat in de loop der jaren zal oplopen tot maximaal € 600.000. Dit risico is, als onderdeel van het totale risico voor nietgeïndexeerde kapitaallasten van €1,3 miljoen, gemeld in de kaderbrief 2016 en de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.
30
5. Financiële begroting 5.1
Overzicht van baten en lasten
Beleidsproduct 01.Zorg 02.OGGZ 03.Lijkschouw 04.Politiezorg 05.Reizigers 06.Advies 07.Zorg voor alle kinderen 08.Crisis/calamiteiten 09.Monitoring & Beleid 10.GBV & Preventie 11.Zorg alle kinderen + 12.ODM Gezondheid 13.Nadsal Gezondheid Totaal gezondheid 14.Crisisbeheersing 15.Coordinatie BBZ 16.BBZ 17.ODM Crisis 18.Nadsal Crisis Totaal crisisbeheersing 19.Risicobeheersing 20.Planvorming 21.Vakbekwaamheid 22.Materieel 23.WABO 24.Incidentbestrijding 26.ODM Brandweer 27.Nadsal Brandweer Totaal Brandweer
Lasten Baten Eindtotaal 2.036.762 -294.187 1.742.575 425.843 -255.892 169.951 367.515 367.515 249.384 -279.889 -30.505 628.104 -677.298 -49.194 2.125.960 -1.148.571 977.389 16.092.021 -1.056.000 15.036.021 39.181 39.181 1.172.755 1.172.755 677.358 677.358 591.405 -619.046 -27.641 374.839 374.839 -20.450.244 20.450.244 24.781.127 -24.781.127 0 2.836.091 304.501 1.461.070 10.000
-230.956
-2.765.301 -1.615.405 -4.611.662
4.611.662 2.146.858 3.424.373 9.182.698 11.664.518 762.364 10.253.361 4.839
-211.000
-5.135.560
37.439.011 66.831.800
-31.074.377 -37.439.011 -66.831.800
-10.000 -17.000 -991.074
31
2.605.135 304.501 1.461.070 -2.755.301 -1.615.405 0 1.935.858 3.424.373 9.172.698 11.647.518 -228.710 10.253.361 -5.130.721 31.074.377 0 0
Meerjarenperspectief Het meerjarenperspectief voor de programma’s is als volgt:
Toelichting: De mutatie van het nadelig saldo per programma ten opzichte van 2015 is als volgt, naar oorzaken: Analyse verhoging bijdrage per programma Gezondheid Brandweer Crisis versterking BV
229.690
versterking GGD
220.000
220.000
VPB
60.000
60.000
index materieel
5.000
20.000 3.500
28.500
index cao 2015
352.665
370.938 61.396
785.000
index cao 2016
179.702
189.013 31.285
400.000
Stijging nadelig saldo
1.047.058
348.898 41.412
Totaal 620.000
928.849 137.593 2.113.500
5.2 Financiële positie 5.2.1
Arbeidsverplichtingen
Conform het Besluit Begroting en Verantwoording is het niet toegestaan voorzieningen te vormen met betrekking tot jaarlijks terugkerende verplichtingen met een vergelijkbaar volume. Dit gaat met name om verplichtingen rondom vakantiegeld en het opgebouwde saldo vakantiedagen. Deze lasten zijn structureel gedekt in de begroting. 5.2.2
Investeringskredieten
Als onderdeel van de begroting is het nieuwe meerjaren-investeringsplan vastgesteld. De betreffende investeringen zijn aan te merken als investeringen met economisch nut, en worden geactiveerd conform de regels die zijn vastgelegd in de financiële verordening. De effecten hiervan zijn verwerkt in de kapitaallasten in de programma’s. De vast te stellen kredieten zijn opgenomen in bijlage 2 bij deze begroting. 5.2.3
Reserves
Het geraamde verloop in de reserves is als volgt: 1-1-2016 AR Gezondheid € 1.280.000 AR Brandweer € 320.000 Kwaliteitsprojecten brandweer € 835.000 Cultuur en leiderschap € 200.000 Gezondheidsenquete € 48.000 Rechtspostitie € 80.000 Transitie JGZ € 204.000 € 2.967.000
Storting € € € € € € € € -
Onttrekking € € € 525.000 € 100.000 € € 20.000 € € 645.000
31-12-2016 € 1.280.000 € 320.000 € 310.000 € 100.000 € 48.000 € 60.000 € 204.000 € 2.322.000
De reserves kwaliteitsprojecten brandweer en cultuur/leiderschap zijn gevormd in 2015 naar aanleiding van de kaderbrief 2016. Het hierboven weergegeven verloop is analoog aan de geraamde projectinzet in 2016. 5.2.4
Voorzieningen
Het geraamde verloop in de voorzieningen is als volgt:
Sociaal plan SN1B Spaarverlof Groot onderhoud brandweerkazernes Groot onderhoud HTW
€ € € € €
1-1-2016 434.000 160.000 205.000 55.000 854.000
Dotaties Onttrekkingen € - € 310.000 20.000 € - € € 200.800 € 98.000 € 23.000 € 13.000 € 223.800 € 441.000
31-12-2016 € 124.000 € 140.000 € 307.800 € 65.000 € 636.800
De voorzieningen met betrekking tot het sociaal plan en spaarverlof zullen voldoende zijn om de resterende onderliggende verplichtingen af te dekken. De voorzieningen groot onderhoud sluiten aan op de aanwezige meerjarenonderhoudsplanning.
34
B E S T U U R S R A P P O R T A G E Januari - april 2015
1. Algemeen Op koers De eerste vier maanden van 2015 zijn uiterlijk relatief rustig verlopen voor de Veiligheidsregio Fryslân. Er hebben zich gelukkig geen grote rampen voor gedaan, zowel niet op het gebied van de brandweer als de gezondheidszorg. Dit betekent niet dat de organisatie stil heeft gezeten. Om een bijdrage te kunnen leveren aan een gezond en veilig Fryslân, zijn de beleidsplannen voor veiligheid en gezondheid vastgesteld. Hiermee is de koers voor de komende vier jaar uitgezet. Daarbij streeft de veiligheidsregio naar een gezonde verhouding tussen kwaliteit en kosten. De stip op de horizon is in zicht, nu gaan we op weg om daar zo dicht mogelijk bij in de buurt te komen.
Samen op weg Deze weg bewandelen we zoveel mogelijk samen. Samen met de burger, samen met de gemeenten en samen met onze ketenpartners. Wij kunnen, en belangrijker nog, we willen dit niet alleen doen. Deze mentaliteit zien we in al ons doen en laten terug. Zo organiseert de GGD dit jaar haar taken dusdanig dat het een betere aansluiting vindt bij de gebiedsteams. Door het inbrengen van de bij de GGD beschikbare kennis werken we gezamenlijk met gemeenten aan de preventie van gezondheidsproblemen. Ook voor de brandweer is 2015 een jaar van implementatie van beleidsontwikkelingen. Het dekkingsplan 2.0 is daar de belangrijkste exponent van. Op dit moment wordt hier het voorbereidende werk voor uitgevoerd, wat moet leiden tot bestuurlijke vaststelling medio 2016. Ook hier moet een afweging gemaakt worden tussen inhoudelijke baten en financiële lasten. Mede omdat externe ontwikkelingen, zoals de vorming van de landelijke meldkamer, een hogere druk op de beschikbare middelen gaan leggen. Middelen die al schaars zijn, omdat op een aantal terreinen een inhaalslag gemaakt moet worden. De brandweer heeft tijdelijk extra middelen beschikbaar gekregen om tot een kwaliteitsplan te komen. En ook is er tijdelijk geïnvesteerd in de bedrijfsvoering om de groei van de organisatie bij te kunnen benen. De eerste middelen zijn al ingezet om deze kwaliteitsinjectie tot stand te brengen.
Directiewijziging De aansturing om te komen tot deze doelen vindt vanaf 1 juni 2015 plaats door een gewijzigde directie. Margreet de Graaf volgt Wim Kleinhuis op als directeur publieke gezondheid. Wim Kleinhuis blijft algemeen directeur, maar combineert dit met de functie van commandant van de brandweer.
Begrotingswijziging en prognose De gevolgen van de kaderbrief 2016-2019 voor het jaar 2015 zijn verwerkt als begrotingswijziging, die als bijlage bij deze kaderbrief is gevoegd. Ten opzichte van deze gewijzigde begroting komt het voorspelde saldo over 2015 uit op € 600.000 positief. Dit is exclusief de mogelijke effecten van een hernieuwde berekening van de adviestaken omgevingsrecht, waarover het algemeen bestuur in december een besluit neemt.
2
2. Programma gezondheid Algemene ontwikkelingen Reorganisatie GGD In 2015 is de GGD verder gegaan met de reorganisatie met als belangrijkste ontwerpcriterium "dichtbij de burger". Dit heeft opgeleverd dat in het organisatieplan wordt gestreefd naar daar waar mogelijk decentralisatie in de nieuw te vormen districten. Het organisatieplan GGD Fryslân is aangeboden aan de ondernemingsraad voor advies. De hoofdstructuur en managementstructuur is duidelijk en het streven is om deze per 1 oktober te implementeren. Eén van de gevolgen is dat de afdelingen JGZ en Z&A als zelfstandige units worden opgeheven. De taken worden ondergebracht in de districten en de twee centrale onderdelen. Tijdens het gehele proces zijn de medewerkers continu betrokken geweest en op de hoogte gehouden door o.a. informatiebijeenkomsten en brainstormsessies. Zorg en advies Medewerkers Voor de afdelingen Infectieziektenbestrijding en Medische Milieukunde is er bestuurlijk besloten het waakvlamniveau te verhogen. Binnen Infectieziektebestrijding heeft dit reeds geleid tot uitbreiding van de verpleegkundigen. Voor wat betreft de artsen wordt gewacht op de uitkomsten van gunning arrestantenzorg. Binnen de medische milieukunde vindt in het komende kwartaal de werving plaats van een verpleegkundige. Tevens is er een opleidingsplek medisch milieukundig arts ingevuld. TBC Binnen de afdeling TBC is het aantal patiënten hoog gebleven in het eerste kwartaal van 2015 en gelijk aan vorig jaar, in tegenstelling tot de rest van het land waar het aantal TBC patiënten afneemt. Er zijn meerdere outbreaks geweest waaronder één met een multiresistente bacterie. Dit heeft geleid tot extra inzet van personeel. Er is de afgelopen periode vastgesteld dat er een dreiging bestaat dat patiënten hun behandeling niet afmaken in verband met het verplichte eigen risico. Binnen de GGD is afgesproken dat voor deze kleine groep de GGD de kosten op zich neemt, dit omdat het maatschappelijk belang groot is dat elke patiënt zijn therapie afmaakt. Tularemie Tularemie (de hazenpest) was een belangrijk thema voor het eerste kwartaal. Het aantal positief vastgestelde hazen met tularemie is relatief hoog. Momenteel vindt er nader onderzoek plaats over de wijze van overdracht naar de mens (via wateroppervlak en insecten). Dit vindt in gezamenlijkheid plaats met het RIVM. Met de betrokken gemeenten in midden Fryslân is nauw contact geweest. Ook is er al afstemming geweest met de Provincie en het Wetterskip Jeugdgezondheidszorg De afdeling Jeugdgezondheidszorg ligt op koers. Er is een grote diversiteit aan ontwikkelingen, zowel intern als extern, die de aandacht van de JGZ vragen. Rapport Inspectie Gezondheidszorg Van de IGZ is een reactie ontvangen waarin deze aangeeft dat de JGZ GGD Fryslân nu voldoet aan alle normen uit het toezichtonderzoek. Projecten VRF breed is de keuze gemaakt om meer projectmatig te gaan werken. De JGZ participeert hierin. Er is een projectenwijzer gemaakt en er zal een training volgen voor projectleiders en management. Enkele lopende projecten binnen de JGZ: • ‘De Nuchtere Fries’ • Gezonde school: momenteel lopen er 68 trajecten in Fryslân. • Het project ‘Digitale planning’ (BaO en VO) is geïmplementeerd. • Het project ‘Anders Plannen’ (CB’s) is geïmplementeerd
3
• •
Zorg voor Jeugd in Harlingen: bij het Jeugdteam zijn in het eerste kwartaal 104 aanmeldingen, bij het Stadsteam 267. Voor de Friese gemeenten is een voorstel gedaan hoe en tegen welke kosten JOGG zou kunnen worden ingevoerd. Dit ligt nu bij de individuele gemeenten.
Implementatie nieuwe basispakket (BTP) • Nieuwe ‘Adolescenten contactmoment’ is ontwikkeld, waarbij het accent ligt op leefstijl. Dit contactmoment wordt uitgevoerd op het Voortgezet Onderwijs, Speciaal Onderwijs en MBO. • De aanpak van schoolverzuim wordt verder vormgegeven. • Beleidsadvisering: de GBV-ers zijn in de regio’s geplaatst. In het kader van de reorganisatie zullen ook de beleidsmedewerkers en de staf decentraal worden geplaatst. De gemeenten kunnen zo beter worden ondersteund met kortere lijnen. • Voorstellen voor gemeenterapportages, gemeente/wijk/schoolprofielen zijn in ontwikkeling. Implementatie KD+ (kinddossier) Optimaal gebruik maken van KD+ vergt een herinrichting van KD+ en een ander registratiegedrag van medewerkers. De aanpassing van KD+ is vastgelegd in KD+ 2.0 waarin op basis van de wettelijke normen van het BTP een beperkt, maar noodzakelijk aantal items zal moeten worden geregistreerd. De technische aanpassing kan na de zomer zijn gerealiseerd. De financiële dekking hiervoor is nog niet gevonden. Eind 2015 zal de JGZ aangesloten zijn op het LSP, ook om in aanmerking te komen voor een hogere vergoeding van het RVP. Daarnaast zal eind dit jaar een andere methode voor inloggen worden onderzocht om een herinvestering in uzi passen in 2016 te voorkomen. Aansluiting gebiedsteams Er bestaat grote diversiteit tussen de verschillende gemeenten. In sommige gemeenten is nog sprake van overleg over de aansluiting tussen JGZ en gebiedsteams, in enkele gemeenten zijn afspraken al vastgelegd. Alle JGZ teams hebben plannen gemaakt om voor 2015 contact en samenwerking met gebiedsteams te versterken. Crisis Terumo naalden Op 23 maart werd in het nieuws melding gemaakt van het feit, dat naalden van de fabrikant Terumo mogelijk onveilig zouden zijn. Deze naalden werden ook door de JGZ gebruikt. Door het geformeerde crisisteam werd besloten deze naalden in eerste instantie niet meer te gebruiken. Dit team heeft de operationele en logistieke zaken en de communicatie gecoördineerd. Het negatieve advies over gebruik van de Terumo naalden is inmiddels ingetrokken. Er moet nog een besluit worden genomen of de Terumo naalden weer gaan worden gebruikt
Risico’s Gunning medische arrestantenzorg De Nationale Politie geeft in de week van 18 mei uitsluitsel omtrent gunning medische arrestantenzorg en forensisch medisch onderzoek ten behoeve van Perceel 1 (Groningen, Drenthe en Friesland). Van de 10 percelen nationaal zijn er 2 percelen voorlopig niet aan een particuliere partij gegund waaronder Perceel 1. In verband met juridische vraagstukken is vertraging opgelopen waardoor perceel 1 nog niet gegund is. In het kader van risicomanagement zijn er een drietal scenario’s opgesteld waarin de mogelijke gevolgen van de verschillende keuzes voor GGD Fryslân in kaart zijn gebracht.
Afwijkingen ten opzichte van de begroting Het geprognotiseerde resultaat voor zowel jeugdgezondheidszorg als zorg & advies komt uit op nul, met een beslag op de post onvoorzien, conform de afspraak in de nota weerstandsvermogen (personeel). In de volgende rapportages zal hier meer duidelijkheid rondom zijn.
4
3. Programma Crisisbeheersing Algemene ontwikkelingen Beleidsplan Crisisbeheersing 2015 - 2018 In maart is het Beleidsplan Crisisbeheersing 2015 – 2018 vastgesteld door de Bestuurscommissie Veiligheid. In het plan, dat in nauwe samenspraak met crisispartners, buurregio’s en Friese gemeenten is opgesteld, wordt beschreven hoe we de komende jaren de crisisbeheersing willen versterken. De Afdeling Crisisbeheersing wil de samenwerking tussen crisispartners versterken om, passend bij de Friese nuchterheid, risicobewustzijn en redzaamheid te bevorderen en hulpverlening en herstel te organiseren bij crises in de samenleving. Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio’s In het Beleidsplan is rekening gehouden met de Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio’s van het Veiligheidsberaad. Aanleiding voor de Strategische Agenda vormt de evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s in 2013; deze evaluatie heeft laten zien waar nog kansen liggen om de veiligheidsregio’s verder door te ontwikkelen en te professionaliseren. De Strategische Agenda is er op gericht om Nederland veiliger te maken door het voorkomen en tegengaan van maatschappelijke ontwrichting door de risico- en crisisbeheersing te versterken. Er zijn 6 prioritaire thema’s benoemd (de eerste 3 thema’s worden ingevuld met het ministerie van Veiligheid en Justitie, de overige thema’s worden ingevuld door het Veiligheidsberaad): 1. Waterveiligheid en Evacuatie (preparatie van Waterschappen en Veiligheidsregio’s op overstromingen) 2. Continuïteit van de samenleving (voorkomen van maatschappelijke ontwrichting door grootschalige uitval ICT, energie, drinkwater, telecom etc.) 3. Nucleaire veiligheid en stralingsbescherming (risico- en crisisbeheersing bij stralingsincidenten; samenwerking Veiligheidsregio’s en nucleaire sector) 4. Kwaliteit en vergelijkbaarheid 5. Versterking Bevolkingszorg 6. Versterking samenwerking veiligheidsregio’s en Defensie De planning is er op gericht dat de 6 thema’s c.q. projecten worden vastgesteld in het Veiligheidsberaad van 12 juni 2015 en worden uitgevoerd in de periode 2016 – 2020. Afdeling Crisisbeheersing op schema met uitvoering jaarschijf 2015 Per 1 mei ligt de Afdeling Crisisbeheersing op schema met de uitvoering van de jaarschijf 2015 uit het bovengenoemde Beleidsplan 2015 – 2018. Onderstaand volgen enkele highlights over de maanden januari – april 2015: Inzetten De Afdeling is nauw betrokken geweest bij twee GRIP1 -inzetten: o op 7 januari heeft een zeer grote brand een pand aan de Lorentzkade, op het industrieterrein Leeuwarden West / Zwette, volledig in de as gelegd. o op 23 maart zijn zeven garageboxen aan de IJzerweg, op het industrieterrein in HeerenveenZuid, verwoest door een urenlange brand. Naast deze GRIP-inzetten heeft de Afdeling ook bemoeienis gehad met: o De jaarwisseling. De Friese hulpverleners kijken met een voldaan gevoel terug op de jaarwisseling. Voor zowel de Brandweer als de geneeskundige diensten is de overgang van 2014 naar 2015 ordentelijk verlopen. Nergens zijn mensen tijdens het uitvoeren van hun werk lastig gevallen. In totaal hebben de Friese ziekenhuizen 12 vuurwerkslachtoffers behandeld. o Na de aanslag in Parijs op 7 januari heeft de Politie Noord-Nederland, op verzoek van de NCTV, scenario’s uitgewerkt met betrekking tot “ondermijnend terrorisme”; de VRF is hierbij betrokken geweest (het dreigingsniveau in Nederland is en blijft “substantieel”; dit betekent dat de kans op een aanslag tegen Nederland reëel is). o Bij een pluimveebedrijf in Tzummarum is in maart een milde vorm van vogelgriep vastgesteld. Uit voorzorg zijn de dieren – 22.000 legkippen – geruimd. o Hazenpest (zie de toelichting bij het programma Gezondheid)
5
Zorgcontinuïteit In november 2014 heeft de Bestuurscommissie Veiligheid de Visie Zorgcontinuïteit vastgesteld. Als vervolg op dit visiedocument organiseerde de Afdeling in april de bijeenkomst Zorgcontinuïteit voor bestuurders en directies van zorginstellingen. Tijdens de bijeenkomst werd stil gestaan bij de vraag: in hoeverre zijn wij voorbereid op crises? Denk hierbij aan langdurige stroomuitval, een uitbraak van een infectieziekte, een overstroming. In zo’n situatie is het van belang dat cliënten verantwoorde zorg blijven ontvangen. De Afdeling Crisisbeheersing kan zorginstellingen hierbij ondersteunen. Risicovolle evenementen De Afdeling heeft diverse gemeenten geadviseerd over de risicovolle evenementen (N.B.: deze evenementen vinden plaats met ingang van mei) Incidentbestrijdingsplan “Stroomuitval” In nauwe samenwerking met netbeheerders Enexis, Alliander en Rendo hebben de Veiligheidsregio’s Fryslân, Groningen, Drenthe en de Meldkamer Noord-Nederland een Incidentbestrijdingsplan “Stroomuitval” opgesteld. Het plan bevat drie scenario’s (stroomuitval maximaal 2 uur / 2 – 8 uur / 8 – 24 uur) en legt de verbinding tussen de opschaling van de calamiteitenorganisatie van de netbeheerders én van de Veiligheidsregio’s. De betrokken partijen hebben het plan beoefend tijdens een “table top” oefening. Weerprotocol Naar aanleiding van de storm in oktober 2013 heeft de Afdeling een zogeheten “Weerprotocol” opgesteld. Als het KNMI een weerwaarschuwing geeft, kan de Operationeel Leider het weerprotocol in werking laten treden. De Veiligheidsregio Fryslân zet dan een aantal acties uit waaronder de afstemming naar gemeenten (“burgers dienen in verband met overbelasting van de Meldkamer alleen 112 te bellen bij levensbedreigende situaties”) en de Meldkamer Noord-Nederland. Coördinatieteam Waddeneilanden Bij de bestrijding van rampen en crises hebben de Waddeneilanden een bijzondere positie. In overleg met de burgemeesters is besloten om een Coördinatieteam Waddeneilanden (CoWa) op te richten. Het CoWa kan vanaf GRIP 0 worden opgestart en wordt ingezet bij incidenten op het eiland waarbij multidisciplinaire coördinatie noodzakelijk is. Inmiddels zijn per eiland 6 tot 10 leiders CoWa geworven; om er voor te zorgen dat de leiders CoWa goed toegerust zijn voor de uitoefening van hun functie, is de Afdeling Crisisbeheersing gestart met een opleidingstraject. Systeemtest In november 2014 heeft de jaarlijkse systeemtest plaatsgevonden. Bij een systeemtest beoordeelt de Inspectie Veiligheid en Justitie in hoeverre de crisisorganisatie voldoet aan de normen uit de Wet Veiligheidsregio’s. In maart 2015 heeft de Inspectie in haar rapportage geconcludeerd dat de VRF grotendeels voldoet aan de voorwaarden die nodig zijn om rampen en crises te kunnen bestrijden (Scores op de diverse onderdelen: Alarmering 94% / Opschaling 77% / Organisatie 93% / Informatiemanagement 50% / Wet veiligheidsregio’s 75%). De uitkomsten van de systeemtest worden door de Inspectie verwerkt in de periodieke Staat van de Rampenbestrijding. Vakbewaamheid In februari heeft de Directie Crisisbeheersing het nieuwe vakbekwaamheidsbeleid vastgesteld. De essentie van dit beleid is dat crisisbeheersing geen bijbaantje is maar een vak. De komende jaren worden een kleiner aantal mensen gerichter en systematischer opgeleid, getraind en geoefend; voor een aantal functies zal de kwaliteit worden geborgd door assessments of certificering. Centraal staat de professionaliteit van de functionarissen in de hoofdstructuur van de crisisorganisatie (Leider CoPI, Leider ROT, Informatiemanagers ROT en CoPI) en binnen de processen van Bevolkingszorg (Leider TBZ) en GHOR (AC, HAc en OvD-G). In de eerste vier maanden van 2015 zijn diverse geslaagde vakbekwaamheidsactiviteiten uitgevoerd (GBT-trainingen, Trainingen Scenariodenken ROT en CoPI, Training Rampbestrijdingsplan BASF, Table Top oefening grootschalige stroomuitval, Training Team Bevolkingszorg, Experts Bevolkingszorg en OvD Bevolkingszorg, Oefening Ziekenhuis Tjongerschans, Command and Controltrainingen in de geneeskundige keten etc.)
6
App Bevolkingszorg Fryslân De Afdeling Crisisbeheersing gaat gebruik maken van nieuwe technische mogelijkheden om vastgestelde plannen beschikbaar te stellen aan functionarissen die een rol hebben in de operationele hoofdstructuur van de rampenbestrijding. Een voorbeeld hiervan is de app Bevolkingszorg Fryslân die bedoeld is voor experts en medewerkers binnen bevolkingszorg. Periodieke overleg ministerie In maart heeft het periodieke overleg tussen VRF en het ministerie van Veiligheid en Justitie plaatsgevonden; gespreksonderwerpen waren o.a. de uitslag van de systeemtest, planvorming, strategische agenda Veiligheidsberaad, landelijke meldkamerorganisatie etc.
Risico’s Er zijn geen noemenswaardige risico’s.
Afwijkingen ten opzichte van de begroting De verwachting is dat het resultaat van de Afdeling Crisisbeheersing uit komt op nul.
7
4. Programma Brandweer Algemene ontwikkelingen Beleidsplan Brandweer Fryslân 2015 – 2018 Op 19 maart 2015 heeft u als Algemeen Bestuur het Beleidsplan Brandweer Fryslân ‘de koers naar toekomstbestendige brandweerzorg in Fryslân’ vastgesteld. Hiermee is het beleidsmatige en financiële kader voor onze brandweerorganisatie voor de periode 2015-2018 bepaald. Als budget voor kwaliteitsverbetering en als vliegwiel voor doorontwikkeling heeft u incidenteel 1,2 miljoen beschikbaar gesteld. Deze incidentele middelen worden de komende twee jaar ingezet voor voornamelijk extra (tijdelijke) capaciteit. Voor de structurele dekking van de doorontwikkeling dienen we 6-8 ton om te buigen in onze begroting. Het Beleidsplan Brandweer Fryslân 2015-2018 bestaat uit twee sporen, te weten verder bouwen aan de staande organisatie en doorontwikkeling naar toekomstbestendige brandweerzorg. Naast het vaststellen van deze sporen heeft u drie verbeterpunten met hoogste urgentie benoemd: paraatheid, operationele informatievoorziening en lerende organisatie. In deze rapportage geven wij aan wat er de afgelopen vier maanden op deze punten is gerealiseerd of welke ontwikkelingen er zijn. Paraatheid 1.0 Er is behoefte aan gezamenlijke afspraken over veilig en verantwoord uitrukken met daarbij de aanpak van onderbezetting en overbezetting. In Paraatheid 1.0 ligt het accent op harmonisering. Het project is gestart en kent drie fases: definiëring paraatheid, inventariseren van bestaande afspraken en formuleren van richtlijnen en aanbevelingen. Oplevering is voorzien in het derde kwartaal van dit jaar. Overigens, de paraatheid voor de zomerperiode is onder de loep genomen en goed geregeld. Als het project is afgerond, zijn de bestaande afspraken geharmoniseerd, zijn acute risico’s in beeld, worden oplossingen daarvoor uitgewerkt en is er een heldere verantwoordelijkheidsverdeling voor alle betrokkenen afgesproken. Operationele informatievoorziening Het is van belang om de incidentbestrijding informatie gestuurd te organiseren. Voor een veilige, efficiënte en effectieve repressieve inzet is het van belang dat de juiste informatie op de juiste plek op het juiste moment beschikbaar is voor de brandweermensen tijdens de inzet. Digitale ontsluiting van informatie vormt hiervoor één van de grootste uitdagingen. Digitale toegankelijkheid analoge informatie voor (H)OvD is gerealiseerd per september 2014 en voor bevelvoerderaandachtskaarten per april 2015. Uitrusten van alle 1e lijnsvoertuigen met digitale informatievoorziening is in voorbereiding en is in november 2015 gereed. Visie op Operationele Informatievoorziening wordt in december 2015 opgeleverd waarmee de investering naar 2016 wordt doorgeschoven Lerende organisatie Naast een netwerkorganisatie wil Brandweer Fryslân, passend bij de bestuurlijk vastgestelde ambitie, een lerende organisatie zijn. Wij moeten en willen continu op zoek zijn naar inzichten om ons eigen presteren te optimaliseren en aan bestuurders, burgers en maatschappij te laten zien wat we doen. Dit verbeterpunt krijgt op verschillende manieren vorm, hieronder de belangrijkste zaken op een rij: 1. project registratie & rapportage opgestart met als doel het registreren en rapporteren van operationele gegevens te uniformeren. 2. kwartiermaker Lerende Organisatie is aangesteld en start 1 juni 2015. 3. project Brandonderzoek 3Noord is opgestart, de doelstelling is brandonderzoek effectief borgen, doorontwikkelen en versterken op Noordelijke schaal. De opdracht bestaat uit het oprichten van 1 team brandonderzoek voor de 3 noordelijke veiligheidsregio’s. 4. projecten van Vakbekwaamheid met als doel in 2018: elke repressieve medewerker is opgeleid en geoefend voor de functie(s) die hij vervult waarbij het vakbekwaam worden en blijven is afgestemd op het risicobeeld van het gebied waar hij opereert. Plan van aanpak Brandweerzorg 2.0 Brandweerzorg 2.0 bestaat uit de projecten incidentrisicoprofiel, dekkingsplan 2.0, paraatheid 2.0, risicobeheersing verbreed, Brandveilig Leven, operationele informatievoorziening en lerende organisatie. Het MT heeft besloten om de uitvoering van het programma Brandweerzorg 2.0 in de staande organisatie te organiseren. Concreet betekent dit dat de projecten in de lijn / afdelingen worden georganiseerd en de programmaregie centraal plaatsvindt vanuit de regionaal commandant, die daarbij ondersteund wordt door de centrale staf. De ombuiging van 8 ton binnen de bestaande begroting voor
8
structurele dekking van de doorontwikkeling maakt onderdeel uit van het programma Brandweerzorg 2.0 en pakken we in de tweede helft 2015 op conform uw besluit 19 maart ’15. Momenteel wordt er gewerkt aan het incidentrisicoprofiel, dat mede als basis dient voor het dekkingsplan 2.0. Voorafgaand aan het dekkingsplan 2.0 zal een visie op incidentbestrijding worden opgesteld. Gedurende dit gehele proces zijn er, zoals afgesproken tijdens vaststelling van het beleidsplan, veel contactmomenten met het bestuur en de gemeenteraden. Op deze manier kunnen er weloverwogen besluiten worden genomen waarbij de consequenties / risico’s en financiële gevolgen inzichtelijk zijn. Operationele zaken In de bijlage wordt een totaaloverzicht gegeven van het aantal uitrukken per incidentclassificatie over de eerste 4 maanden in 2015 en dit wordt vergeleken met 2014. Een verklaring voor het verschil is niet 1op-1 te geven. Wel heeft Brandweer Fryslân beleid ontwikkeld om actief in te zetten op voorkoming van automatische brandalarmen. Een directe verbinding tussen daling en het ingezette beleid is echter nog te prematuur. Eind maart 2015 heeft er een storm gewoed en die heeft geleid tot veel meldingen betreffende storm- en waterschade. De betrouwbaarheid van de operationele cijfers betreffende opkomsttijden vraagt aandacht. Onlangs is het project Registratie & Rapportage opgestart en dit zet in op uniformering van de vastlegging hiervan en hiermee op een toename van de betrouwbaarheid van de gegevens.
Risico’s Hieronder een aantal voorziene risico’s en ontwikkelingen op een rij: • hernieuwde berekening brandweer adviestaken Omgevingsrecht, voor te leggen in de Bestuurscommissie Veiligheid van november 2015 • gevolgen gewijzigde regelgeving op de inhoud van het WABO-pakket nog niet helder, ontwikkelingen worden op de voet gevolgd; • het HOvD-piket inclusief AGS is voldoende, maar minimaal bezet; • t.a.v. het OvD-piket heeft een inventarisatie plaatsgevonden om knelpunten in de kaart te brengen: de komende jaren is er uitstroom binnen de piketten, dus werven en opleiden is een vereiste; • het RCvD- en voorlichtingspiket zijn voldoende gevuld; • financiële gevolgen Landelijke Meldkamerorganisatie; worden op de voet gevolgd.
Afwijkingen ten opzichte van de begroting Over het boekjaar 2015 wordt een resultaat van € 600.000 verwacht, wat wordt veroorzaakt door enkele vacatures in de vaste formatie, door een positief resultaat op de kapitaallasten 2015 en een voordelig resultaat op overige goederen en diensten.
9
5. Bedrijfsvoering Algemene ontwikkelingen Bedrijfsvoering 3.0 Het Algemeen Bestuur heeft bij de vaststelling van de kaderbrief 2016 erkent dat een kwaliteits- en kwantiteitsinjectie van de bedrijfsvoering nodig is, om de sterke groei van de organisatie bij te kunnen benen. Wel heeft het bestuur deze uitzetting een tijdelijk karakter gegeven. De voor 2015 beschikbaar gestelde middelen zijn allemaal al incidenteel benut. Het komende half jaar gaat de organisatie aan de slag om een plan te maken hoe, gegeven de taakstelling voor de komende jaren, deze middelen het beste kunnen worden ingezet. Wijziging begrotingsopzet De afgelopen maanden is er verder vorm gegeven aan het verbeteren van onze begroting. Dit heeft geleid tot een begroting 2016 met minder pagina’s, die beter leesbaar is en meer concreet in de doelstellingen. Ook is een eerste poging gedaan om de jaarrekening en het jaarverslag transparanter en begrijpelijker te maken. Dat we hier nog niet volledig in geslaagd zijn, blijkt uit onder andere kritiek uit Franekeradeel bij de behandeling van de jaarrekening. Deze geluiden nemen we serieus en we gaan dan ook graag de dialoog met de gemeenten aan om te onderzoeken welke informatie bestuurlijk relevant is. Hiervoor organiseren we, vermoedelijk in het najaar, een bestuurlijke bijeenkomst. Hierin worden ook voorstellen besproken die kunnen leiden tot een eenvoudiger opzet van zowel de begroting als de verantwoording (bestuursrapportages en jaarverslag).
Risico’s Individueel keuzebudget Eerder bent u geïnformeerd over een mogelijke eenmalige last van € 1 miljoen in 2015, als gevolg van het zogenaamd individueel keuzebudget (IKB). De invoering van het IKB is landelijk met een jaar uitgesteld. Daarmee is ook de onzekerheid later in de tijd komen te staan. Zodra meer duidelijk is over de definitieve invoering, informeren wij u weer over de mogelijke financiële gevolgen.
Afwijkingen ten opzichte van de begroting De verwachting is dat de kosten voor de bedrijfsvoering overeen komen met de begroting.
10
6. Financiën Algemeen Prognose resultaat VRF 2015 In de teksten van de programma’s worden de prognoses ten opzichte van de nu voorgestelde begrotingswijziging (zie bijlage 1) gesteld op € 600.000. In eerste instantie was het voorstel om deze middelen in te zetten om de effecten van een herberekening van de adviestaken voor het omgevingsrecht op te vangen. Dit vooruitlopend op besluitvorming in het algemeen bestuur van 2 juli. De agendacommissie veiligheid heeft voorgesteld om hierover in de vergadering van december een besluit te nemen, waardoor de financiële effecten van € 570.000 nu niet in het resultaat zijn opgenomen.
Risico’s Risico’s benoemd in de begroting In de begroting van 2016 is een aantal risico’s benoemd met een mogelijke financiële impact op de begroting van Veiligheidsregio Fryslân. Het betrof de volgende zaken: 1. Invoering landelijke meldkamer 2. Herijking BDUR en groot onderhoud OOV 3. Onvoldoende geïndexeerde kapitaallasten
€ 1 miljoen € 325.000 € 1,3 miljoen
Op dit moment blijft de geschatte impact van punten 1 en 3 gelijk. Voor punt 2 geldt dat de omvang tot en met de besluitvorming over de kaderbrief onbekend was. Inmiddels is vrijwel zeker dat de uitkering BDUR aan VR Fryslân met ingang van 2016 met € 325.000 structureel wordt verlaagd. Voor 2016 wordt voorgesteld deze uitzetting op te vangen met incidenteel geld. Bij de presentatie van de kaderbrief voor 2017 wordt hiervoor een structurele oplossing gepresenteerd. Nieuwe risico’s Tijdens de behandeling van de kaderbrief in het AB op 19 maart jl. is gemeld dat het DB een voorstel doet hoe om te gaan met twee restpunten vanuit de regionalisering van de brandweer, te weten: 1. De hernieuwde berekening brandweer adviestaken Omgevingsrecht a € 570.000 en 2. de OZB a € 120.000 Beide onderwerpen worden behandeld in november in de Bestuurscommissie Veiligheid en daarna voorgelegd aan het AB.
11
Bijlage 1: Begrotingswijziging Derde begrotingswijziging 2015 In de vergadering van het algemeen bestuur van 19 maart 2015 is het financieel kader 2016-2019 vastgesteld. Dit kader betreft vooral de opmaat naar de begroting 2016-2019, maar heeft ook financiële consequenties voor het jaar 2015. Deze consequenties worden bij deze bestuursrapportage als begrotingswijziging (nr 3) aangeboden ter vaststelling. Het betreft vooral in 2015 met incidentele ruimte invullen van structurele uitzettingen, inclusief de bijbehorende reservemutaties. Samengevat zijn deze wijzigingen als volgt (x €1.000): Exploitatie: Indexering materiële kosten 2015 Verlagen rente financiering Indexering cao 2015 Versterking GGD Versterking BV Overschot kapitaallasten Vrijval voorziening BDUR* Overige wijzigingen* Resultaat voor bestemming
€ 350 € 350 € 690 € 110 € 310 € 1.100 € 98 € 79 € 167 - (overschot)
Resultaatbestemming Resultaat voor bestemming Verlagen algemene reserve Opheffen reserve crisis en rampen Opheffen reserve regionalisering Vormen reserve projecten brandweer Vormen reserve cultuur/leiderschap Resultaat na bestemming
€ 167 (overschot) € 294 € 500 € 564 € 1.225 – € 300 – € 0
* In de kaderbrief was de vrijval van deze voorziening onder de resultaatbestemming opgenomen, conform het BBV wordt deze in bijgaande wijziging als onderdeel van de resultaatbepaling gepresenteerd. De overige wijzigingen van € 79.000 betreft overige incidentele wijzigingen die worden ingezet om het resterende benodigde saldo op te vangen. Naast de effecten van kaderbrief zijn de volgende zaken als begrotingswijziging doorgevoerd: •
Inzet reserve transitie JGZ De beschikbare reserve wordt in 2015 volledig ingezet in het kader van projecten inzake de wijzigingen van het sociaal domein. Door inzet van de reserve kunnen deze projecten budgetneutraal worden uitgevoerd;
•
Inzet reserve projecten brandweer en cultuur en leiderschap Deze beide reserves worden in 2015 gevormd (zie boven), en worden deels al in 2015 ingezet voor de projecten waarop zij betrekking hebben, Voor de brandweer is dit gepland op € 390.000, de inzet voor cultuur en leiderschap zal bekend zijn bij de 8 maands-rapportage;
•
Herziening doorrekening organisatie-overhead en financiering Na bovenstaande wijzigingen is de organisatie-overhead opnieuw doorgerekend, daarnaast is de doorrekening van de rekenrente naar de programma’s aangepast als gevolg van de aanpassing van het rentepercentage voor externe financiering. Deze aanpassingen vinden budgetneutraal plaats.
Conform het uitgangspunt van de kaderbrief heeft geen van de begrotingswijzigingen effect op de reeds vastgestelde gemeentelijke bijdragen over 2015. Op de volgende pagina is de begrotingswijziging opgenomen naar de indeling zoals opgenomen in de begroting.
12
Begroting 2015 Primitief Lasten
Baten
Bgr 2015 na 2e wijziging (8 maands 2014) Saldo
Lasten
Baten
Bgr 2015 na 3e wijziging (4 maands 2015)
Saldo
Lasten 5.861.547 17.756.024 23.617.572
Baten
Effecten Wijziging
Saldo
Programma gezondheid Producten Zorg en Advies Producten Jeugdgezondheidszorg
5.850.782 17.590.756 23.441.538
2.610.792 2.113.700 4.724.492
-3.239.990 -15.477.056 -18.717.046
5.850.782 18.117.924 23.968.706
2.610.792 1.981.151 4.591.943
-3.239.990 -16.136.773 -19.376.763
110.878 0 110.878
68.214 18.743.470 18.811.684
-42.664 18.743.470 18.700.806
110.878 0 110.878
68.214 19.403.187 19.471.401
-42.664 19.403.187 19.360.523
0
16.240
16.240
0
16.240
16.240
23.552.416
23.552.416
0
24.079.584
24.079.584
0
4.572.751
315.252
-4.257.499
4.572.751
315.252
-4.257.499
4.463.872
5.466 0 5.466
2.785.153 1.477.812 4.262.965
2.779.687 1.477.812 4.257.499
5.466 0 5.466
2.785.153 1.477.812 4.262.965
2.779.687 1.477.812 4.257.499
Reservemutaties crisisbeheersing
0
0
0
0
0
Totaal programma veiligheid
4.578.217
4.578.217
0
4.578.217
36.480.086
1.186.018
-35.294.068
425.019 0 425.019
5.421.848 30.297.239 35.719.087
0
Totaal programma brandweer Totaal VRF
Dekkingsmiddelen gezondheid Overige dekkingsmiddelen gezondheid Nadelig saldo gezondheid
Reservemutaties gezondheid
Totaal programma gezondheid
2.636.918 -3.224.630 1.667.401 -16.088.623 4.304.319 -19.313.253
15.360 48.150 63.510
-341.423 19.403.187 19.061.764
-298.759 0 -298.759
386.489
251.489
235.249
24.093.995 24.093.995
-0
-0
230.759
-4.233.113
24.386
10.000 0 10.000
2.765.301 1.477.812 4.243.113
2.755.301 1.477.812 4.233.113
-24.386 0
0
15.000
15.000
0
0
4.578.217
0
4.488.872
4.488.872
0
0
36.330.086
1.186.018
-35.144.068
36.895.584
1.216.838 -35.678.746
-534.678
4.996.829 30.297.239 35.294.068
425.019 0 425.019
5.421.848 30.147.239 35.569.087
4.996.829 30.147.239 35.144.068
0
0
0
0
0
36.905.105
36.905.105
0
36.755.105
36.755.105
65.035.738
65.035.738
0
65.412.906
65.412.906
341.423 0 0 19.403.187 341.423 19.403.187 135.000
Programma crisisbeheersing Producten Crisisbeheersing Dekkingsmiddelen crisisb eheersing Overige dekkingsmiddelen crisisbeheersing Nadelig saldo veiligheid
-24.386
Programma brandweer Producten brandweer Dekkingsmiddelen b randweer Overige dekkingsmiddelen brandweer Nadelig saldo brandweer
Reservemutaties brandweer
5.286.331 30.145.529 35.431.860
289.502 -1.710 287.792
1.621.886
246.886
246.886
0
38.297.651 38.297.651
-0
-0
0
66.880.518 66.880.517
-0
-0
27.068 5.313.398 0 30.145.529 27.068 35.458.927 1.375.000
Bijlage 2: Overzicht reserves en voorzieningen Begrote mutaties in reserves De wijzigingen in de begrote mutaties in reserves zijn opgenomen in de begrotingswijziging, zoals toegelicht in bijlage 1. Dit leidt tot de volgende mutaties in reserves in 2015: Raming reserves Algemene reserve Rechtspositie Gezondheidsenquete Transitie JGZ Crisis en rampen Regionalisering Cultuur en leiderschap Beleidsplan brandweer
1-1-2015 Storting Onttrekking € 1.894.223 € - € 294.223 € 102.121 € - € 20.000 € 97.752 € - € 50.000 € 204.489 € - € 204.489 € 500.000 € - € 500.000 € 564.663 € - € 564.663 € - € 300.000 € € - € 1.225.000 € 390.000 € 3.363.248 € 1.525.000 € 2.023.375
31-12-2015 € 1.600.000 € 82.121 € 47.752 € € € € 300.000 € 835.000 € 2.864.873
Begrote mutaties in voorzieningen De verwachte mutaties in voorzieningen zijn als volgt: Raming voorzieningen Voorziening opgebouwde spaaruren Voorziening sociaal plan SN1B Groot onderhoud Harlingertrekweg Groot onderhoud brandweerkazernes Egalisatie lasten ILB Brede Doeluitkering Rampenbestrijding
1-1-2015 € 183.162 € 770.555 € 91.396 € 200.800 € 171.280 € 98.838 € 1.516.031
Storting € 3.500 € € 23.000 € 200.800 € 100.000 € € 327.300
Onttrekking € 40.000 € 336.225 € 12.399 € 196.634 € 271.280 € 98.838 € 955.376
31-12-2015 € 146.662 € 434.330 € 101.997 € 204.966 € € € 887.955
Het verloop in de onderhoudsvoorzieningen sluit aan bij de actuele meerjaren-onderhoudsplannen. De voorzieningen voor verplichtingen zijn voldoende om de onderliggende risico’s af te dekken.
Bijlage 3: Stand van zaken investeringen Vaststelling van het meerjareninvesteringsplan zorgt voor incidentele ruimte in 2015 Uit het vastgestelde meerjaren-investeringsplan blijkt een totaal investeringsbedrag voor 2015 van € 11,8 miljoen. Ten opzichte van de structureel in de begroting geraamde investeringen en de bijbehorende kapitaallasten levert dit een incidenteel voordeel op kapitaallasten op van € 1,1 miljoen in 2015. Deze ruimte is middels de voorstelen in de kaderbrief ingezet voor het incidenteel dekken van uitzettingen in 2015 (zie bijgevoegde begrotingswijziging). De in de begroting beschikbare ruimte wordt de komende jaren volledig benut De structureel in de begroting geraamde kapitaallasten worden in 2015 nog niet gerealiseerd door uitgestelde investeringen, met name bij de brandweer. Dit uitstel heeft vooral plaatsgevonden voorafgaand aan de regionalisering, in samenspraak met de betreffende gemeenten. Naar verwachting wordt de aanwezige structurele ruimte volledig ingevuld vanaf 2018, gezien het meerjareninvesteringsplan. Voor de jaren daarna resteert een risico van € 1,3 miljoen in verband met onvoldoende geïndexeerde kapitaallasten. Uitgestellen van investeringen in 2015 zorgt voor incidentele overschotten Ten opzichte van het vastgestelde meerjareninvesteringsplan (en de gewijzigde begroting), wordt een aantal investeringen uitgesteld naar de periode na 2015. Dit zorgt voor een incidenteel overschot op kapitaallasten van € 308.000, wat is verwerkt in de prognoses per programma. Het betreft de volgende zaken: Investeringen (x. € 1.000) Bedrijfsvoering Brandweer Crisisbeheersing Zorg en Advies JGZ
MIP Berap -4 Effect op 2015 exploitatie 3.538 1.651 112 7.751 6.048 196 424 424 0 55 55 0 35 35 0 11.803 8.213 308
Doorgeschoven kredieten (x. € 1.000) Voertuigautomatisering brandweer Nieuwbouw kazerne Lemmer Toegangsverlening kazernes Noodaggregaat Vervanging smartphones
Brw BV BV BV BV
1.703 1.150 505 107 125 3.590
15
Bijlage 4: Samenvatting incidenten brandweer Aantal uitrukken per incidentclassificatie Incident Brand Alarm brand (automatische brandalarmen) Alarm overig (particuliere alarminstallaties) Ongeval Dienstverlening (o.a. liftopsluiting, dier in nood, ondersteuning Politie) Veiligheid & openbare orde (o.a. lijkvinding, bommelding) Leefmilieu (o.a. storm- en waterschade) Gezondheid (afhijsen van patiënten, ondersteuning ambulance) Verkeer (o.a. wegdekreiniging) Totaal
16
2014 438 430 6 201 84 12 21 28 1 1221
2015 376 381 1 227 60 8 71 19 2 1145
OPLEGNOTITIE
Voorstel ter behandeling in
de vergadering van het Algemeen Bestuur
Datum
2 juli 2015
Onderwerp
Jaarrekening 2014, begroting 2016 en eerste bestuursrapportage 2015
Bijlage ten behoeve van
agendapunt
Portefeuillehouder
T. Van Bekkum
Opsteller
F. Huisma
Telefoon
088-2299672
E-mail
[email protected]
Bijlage(n) 1. 2. 3. 4.
Jaarrekening en jaarverslag 2014 (inclusief voorgestelde resultaatbestemming) Verslag van bevindingen PwC bij jaarrekening Begroting 2016-2019 Eerste Bestuursrapportage januari-april 2015 (inclusief derde begrotingswijziging 2015)
Beslispunten • • • • • •
Neem kennis van de door de gemeenten ingediende zienswijzen bij de jaarrekening 2014 en begroting 2016; Neem kennis van het verslag van bevindingen van PwC bij de jaarrekening 2014; Stel de jaarrekening en het jaarverslag 2014 inclusief voorgestelde resultaatbestemming vast; Stel de meerjarenbegroting 2016-2019 vast; Neem kennis van de eerste bestuursrapportage (januari-april) over 2015; Stel de derde begrotingswijziging 2015 vast.
Toelichting Jaarrekening 2014 De jaarrekening over 2014 toont een batig saldo van € 3,2 miljoen. In de jaarstukken is een toelichting opgenomen op de totstandkoming van het resultaat. Voorgesteld wordt het volledige saldo uit te keren aan de deelnemende gemeenten. De accountant heeft een goedkeurende verklaring afgegeven bij de jaarrekening, voor zowel getrouwheid als rechtmatigheid. De gemeenten hebben in hun zienswijzen (zie bijlage 4) geen bezwaren kenbaar gemaakt bij de jaarrekening. Begroting 2016-2019 De programmabegroting 2016-2019 is uitgewerkt conform het in uw vergadering van 19 maart 2015 vastgestelde meerjarig financieel kader. In hoofdstuk twee zijn de gevolgen van het vastgestelde financieel kader voor de begroting toegelicht.
Pagina 1 van 2
De begroting die voor ligt bevat een bijgewerkt overzicht van de gemeentelijke bijdragen, bijlage 1, op basis van de meicirculaire gemeentefonds 2015. In deze circulaire zijn de effecten verwerkt van het groot onderhoud op enkele clusters in het gemeentefonds, waaronder het cluster Openbare Orde en Veiligheid. Hieruit blijkt een groei van het cluster van € 4,9 miljoen voor heel Friesland. Aangezien de verdeling van de kosten van de gemeentelijke bijdrage voor de brandweerzorg plaats vindt op basis van de verhouding binnen dit cluster kunnen wij nu ook een reëler beeld presenteren van de bijdragen van gemeenten voor 2017 en volgende jaren. In bijlage 3 vindt u per gemeente een nadere uitwerking wat de gevolgen van het groot onderhoud in het gemeentefonds zijn voor de bijdrage voor de brandweerzorg. In bijlage 4 vindt u de bij de veiligheidsregio binnengekomen zienswijzen van de Friese gemeenten. Hieruit blijken geen bezwaren bij de nu voorliggende begroting. Uit een ronde langs de openbaar beschikbare raadsstukken van de gemeenten die niet formeel een zienswijze hebben ingediend, zien wij geen signalen die kunnen leiden tot aanpassing van de stukken. Bestuursrapportage januari tot en met april 2015 Tweemaal per jaar legt het dagelijks bestuur verantwoording af over de in de begroting geformuleerde doelstellingen, en de daaraan gekoppelde middelen. In deze zogenaamde bestuursrapportage informeert het dagelijks bestuur over algemene ontwikkelingen en risico’s die zich voordoen, en die mogelijk van invloed zijn op de resultaten van de veiligheidsregio, zowel positief als negatief. Veelal leidt een aanpassing van de resultaten ook tot een aanpassing van de beschikbare middelen. Vandaar dat de bestuursrapportage zowel een inhoudelijke als een financiële verantwoording bevat. De financiële prognose voor 2015 leidt tot een voorlopig resultaat van € 600.000, vanuit het programma brandweer. Op 19 maart heeft het algemeen bestuur de kaderbrief voor 2016 en verder vastgesteld. Hierin zijn onder andere een aantal budgettaire wijzigingen voor 2015 opgenomen. Via de bijgevoegde begrotingswijziging (bijlage 1 bij de bestuursrapportage) worden deze formeel doorgevoerd Auditcommissie De stukken zijn in de auditcommissie van 8 juni 2015 behandeld. Het advies vanuit de auditcommissie is om akkoord te gaan met de stukken, met als enige opmerking om bij toekomstige rapportages ook aandacht te hebben voor risico’s die niet financieel van aard zijn.
Pagina 2 van 2
OPLEGNOTITIE
Voorstel ter behandeling in
de vergadering van het Algemeen Bestuur
Datum
2 juli 2015
Onderwerp
Bestuurlijke conferentie
Bijlage ten behoeve van
agendapunt 5
Portefeuillehouder
T. van Bekkum
Opsteller
Erwin Plantinga
Telefoon
088 229 9958
E-mail
[email protected]
Bijlage(n) Geen
Beslispunten 1. Bespreken voorstel 2. Standpunt innemen inzake het alternatief
Inleiding De Veiligheidsregio Fryslân is een gemeenschappelijke regeling, die voor 24 Friese gemeenten taken uitvoert op het gebied van (jeugd)gezondheid, veiligheid en brandweer. Doordat deze taken gemeentegrensoverschrijdend georganiseerd zijn, staan ze meer op afstand dan andere gemeentelijke taken. Het is dan ook belangrijk dat de veiligheidsregio regelmatig de dialoog aangaat met zijn bestuurders om elkaar zo tijdig te betrekken en te informeren. Oorspronkelijk stelde het bestuur voor om een bestuurlijke conferentie te organiseren gericht op een verbeterde inrichting van de begroting en de jaarrekening. De genodigden voor deze conferentie waren alle deelnemers van het algemeen bestuur (en daarmee de bestuurscommissie veiligheid) en de bestuurscommissie gezondheid. Bij de behandeling in de bestuurscommissies bleek hier geen breed gedragen draagvlak voor te zijn. Wel kwamen een aantal inhoudelijke thema’s naar voren in de beide bestuurscommissies die zich wellicht beter lenen voor een dergelijke conferentie. Denk bijvoorbeeld aan het dekkingsplan 2.0 van de Brandweer Fryslân. Binnen welke kaders moet dit plan opgesteld worden? En wat zijn de bestuurlijke wensen op dit vlak? Hetzelfde geldt voor het opstellen van evenementenbeleid. Hoe kan de veiligheidsregio helpen om tragedies zoals in Haaksbergen te voorkomen? Welke risico’s zijn aanvaardbaar?
Pagina 1 van 3
En, op het gebied van de publieke gezondheid, hoe kan de veiligheidsregio de gemeenten helpen om gericht preventie toe te passen, om zo de gemeentelijke kosten van de WMO in de hand te houden? Dit gehoord hebbende, stelt het bestuur voor om wel een bestuurlijke conferentie in het najaar te organiseren, maar dan gericht op de inhoudelijke thema’s zoals hierboven beschreven. Voor wat betreft het verder ontwikkelen van de financiële functie is het voorstel om dit voor te bereiden met twee leden uit de bestuurscommissie gezondheid en twee leden uit het algemeen bestuur/bestuurscommissie veiligheid onder voorzitterschap van de portefeuillehouder Financiën, uiteraard ambtelijk ondersteund. De resultaten worden voorgelegd aan de auditcommissie en de bestuurscommissie, om vervolgens besluitvormend gepresenteerd te worden in de vergadering van het algemeen bestuur van 3 december 2015. Het alternatief is om tijdens de inhoudelijke, bestuurlijke conferentie de begroting en verantwoording mee te nemen als 4e onderwerp.
Beleidsmatige context De bestuurlijke conferentie levert input voor verschillende beleidsdocumenten, zoals dekkingsplan 2.0 en nieuw evenementenbeleid. Het traject voor het verder ontwikkelen van het financieel beleid leidt tot een nieuwe financiële verordening en een verbeterde begrotings- en verantwoordingssystematiek. Kanttekeningen/risico’s Een bestuurlijke conferentie in oktober/november vraagt ruimte in de veelal drukbezette agenda’s van bestuurders, aangezien dit gauw een dagdeel in beslag neemt. Een eventueel alternatief is dat de veiligheidsregio zelf aan de slag gaat om de verschillende beleidsdocumenten op te stellen, om deze vervolgens toe te lichten wanneer deze ter besluitvorming voor liggen aan het algemeen bestuur. Daarmee wordt de bestuurlijke inzet beperkt tot de standaard contactmomenten.
Beoogd effect/resultaat Bestuurders in positie brengen om beter hun kaderstellende en controlerende rol uit te kunnen voeren
Na besluitvorming: Akkoord met voorstel
Paraaf secretaris:
Akkoord met voorstel met aantekening: [Vul hier de aantekening(en) in]
Niet akkoord met voorstel met aantekening: [Vul hier de aantekening(en) in]
Pagina 2 van 3
Origineel in archief Kopie naar ambtelijk aanspreekpunt
Pagina 3 van 3
OPLEGNOTITIE
Voorstel ter behandeling in
de vergadering van het Algemeen Bestuur
Datum
2 juli 2015
Onderwerp
Aanbesteding accountant
Bijlage ten behoeve van
Agendapunt 6
Portefeuillehouder
T. van Bekkum
Opsteller
Erwin Plantinga
Telefoon
088 229 9958
E-mail
[email protected]
Bijlage(n) Geen
Beslispunten -
Kennis nemen van de stopgezette aanbestedingsprocedure accountantsdiensten Akkoord gaan met verlenging van het huidige contract met PwC voor één jaar Akkoord gaan met het starten van een nieuwe aanbesteding op zeer korte termijn
Inleiding Aanbestedingsprocedure 31 december 2014 liep het contract met onze huidige accountant PwC af. De afgelopen maanden is daarom een aanbestedingsprocedure gestart om te komen tot een nieuwe leverancier van accountantsdiensten. Het aanbestedingsproces verloopt tot nu toe moeizaam. Van de vier geselecteerde aanbieders bleek slechts één geïnteresseerd. Na contact met de andere aanbieders is de inschrijvingstermijn verlengd naar 26 mei, wat leidde tot nog twee inschrijvingen. Stop zetten procedure Echter, de twee laatste partijen waren ervan uitgegaan dat daarmee de gehele procedure twee weken verschoven werd. Dit is niet het geval, omdat bestuurlijke besluitvorming vereist is van het algemeen bestuur. De twee laatst ingeschreven partijen lukte het daarom niet om een presentatie te verzorgen op 29 mei, en zij hebben zich daarom af moeten melden. Daarmee blijft er alsnog één inschrijving over. Dit is voldoende aanleiding om de meervoudige, onderhandse aanbesteding te stoppen.
Pagina 1 van 3
Contractverlenging Het is niet haalbaar om voor de bestuursvergadering van 2 juli een nieuwe aanbestedingsprocedure af te ronden. Daarmee ontstaat de situatie dat pas ruim na de zomervakantie duidelijkheid is over de nieuwe accountant. Dit is niet wenselijk, omdat de accountant ook gedurende het jaar al controles uit voert. Om alsnog over 2015 accountantsdiensten af te kunnen nemen, stellen wij daarom voor om het bestaande contract met PwC voor een jaar te verlengen. Immers, PwC kent als onze huidige accountant de veiligheidsregio al goed, en kan daarmee snel over gaan tot het uitvoeren van controles. Nieuwe aanbesteding Zo kopen we voor ons zelf tijd om alsnog een degelijke aanbestedingsprocedure te gaan voeren. Het voorstel is om deze zo snel mogelijk op te starten. Wel wordt de planning ruimer genomen dan de vorige keer, aangezien de tijdsdruk nu niet meer aanwezig is. Daarmee is de verwachting dat meer dan één aanbieders in gaan schrijven, waardoor er ook daadwerkelijk iets te kiezen valt. Daarbij is het voorstel om ook de huidige accountant aan te schrijven, met als voorwaarde dat deze zich inschrijft met een ander controleteam dan het huidige. Zo is de kans groter op meerdere, representatieve aanbieders, maar blijft de situatie gelijk dat vanaf 2016 nieuwe mensen met een frisse blik de controle uitvoeren. Auditcommissie Dit voorstel is in de vergadering van de auditcommissie van 8 juni 2015 behandeld. Vanuit de auditcommissie is het voorstel gedaan om ook de huidige accountant mee te laten doen met de aanbesteding, maar dan met een ander controleteam dan het huidige. Met die toevoeging adviseert de auditcommissie positief op het voorstel.
Beleidsmatige context De gemeentewet (artikel 213) schrijft voor dat de jaarrekening gecontroleerd wordt door een accountant. De controle van de accountant is gericht op het afgeven van een verklaring over de getrouwheid en de rechtmatigheid van de jaarrekening. Kanttekeningen/risico’s Er zijn geen noemenswaardige kanttekeningen of risico’s bij dit voorstel.
Beoogd effect/resultaat Voldoen aan de wettelijke eis van een door de accountant gecontroleerde jaarrekening
Na besluitvorming: Akkoord met voorstel
Paraaf secretaris:
Akkoord met voorstel met aantekening: [Vul hier de aantekening(en) in]
Pagina 2 van 3
Niet akkoord met voorstel met aantekening: [Vul hier de aantekening(en) in]
Origineel in archief Kopie naar ambtelijk aanspreekpunt
Pagina 3 van 3