Ondernemingsplan Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ‘ANDES’-model
In kader van het project “Sociaal aan de slag met Voedselverlies”
In opdracht van
Met steun van
Etienne Rubens 29 november 2014
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 2/124
Inhoudsopgave Ondernemingsplan .............................................................................................................................. 1 Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ‘ANDES’-model ....................................................................................................... 1 In kader van het project “Sociaal aan de slag met Voedselverlies” .................................................. 1 1 Dankwoord ...................................................................................................................................... 5 2 Samenvatting .................................................................................................................................. 5 3 Inleiding ......................................................................................................................................... 7 Kader .................................................................................................................................... 7 4 De huidige situatie / omgevingsanalyse .............................................................................................. 8 4.1 Vraagzijde ......................................................................................................................... 8 4.1.1 Huidig aanbod verse groenten bij voedselhulpinitiatieven in Vlaanderen ................. 8 4.1.2 De sector voedselhulp in Vlaanderen ................................................................. 8 4.2 Aanbodzijde .................................................................................................................... 10 4.2.1 Huidige landschap van de groente- en fruitveilingen .......................................... 10 4.3 Waarom uit de markt neming van groenten op een veiling? .................................................... 12 4.4 Uit de markt neming en het programma van gratis uitreiking .................................................. 12 4.4.1 Europees Wetgevend kader............................................................................ 12 4.4.2 Vlaams wetgevend kader inzake de gratis uitreiking van fr & groenten ................. 12 4.4.3 Wetgevend kader en formele info inzake verwerking van overschotten van veilingen ......................................................................................................................... 14 4.4.4 Hoe werkt de gratis uitreiking in de praktijk? .................................................... 15 4.5 Evaluatie van het huidige programma van gratis uitreiking ..................................................... 16 4.5.1 Voordelen van het huidig systeem van gratis uitreiking ...................................... 16 4.5.2 Verbeterpunten van het huidig systeem ........................................................... 17 4.5.3 Enkele conclusies ......................................................................................... 18 5 Missie en productidee.......................................................................................................................19 5.1 Missie en productidee ....................................................................................................... 19 5.1.1 Schematisch voorstelling van de huidige en toekomstige situatie ......................... 20 5.2 Best practice: Voorstelling van het ANDES-model.................................................................. 21 6 Aanpak / methodiek ........................................................................................................................23 6.1 De “standaard” structuur van een ondernemingsplan ............................................................. 23 6.2 Het Business Model Canvas (BMC) (van Österwalder) ............................................................ 23 7 Marktanalyse ..................................................................................................................................24 7.1 Marktvraag...................................................................................................................... 24 7.1.1 Beschrijving van de potentiële klanten: klantensegmenten en -profielen .............. 24 7.1.2 Potentiële marktvraag en bepalde factoren volgens resultaten van de bevraging in 2014 van het Innovatieproject in de sociale economie ................................................ 25 7.1.3 Potentiële marktvraag en bepalde factoren volgens 2 andere bevragingen “verse groenten en fruit” ................................................................................................. 27 7.1.4 Andere factoren/elementen die marktvraag bepalen .......................................... 29 7.1.5 Is er een marktvraag bi de kapitaalkrachtigere klantengroep? ............................. 29 7.1.6 Aandacht voor participatie van de doelgroep en de werking van de VH-intiiatieven . 29 7.2 Aanbod / leverancier......................................................................................................... 31 7.2.1 Welke uit de markt genomen groenten vertegenwoordigen de grootste volumes? .. 31 7.2.2 Variatie van de hoeveelheden per maand en per product .................................... 32 7.3 Concurrenten / partners .................................................................................................... 32 8 Marketingplan: de 4 P’s ....................................................................................................................35 8.1 Productidee/toekomstidee ................................................................................................. 35 8.1.1 Welke producten aanbieden in het sorteeratelier en hun eigenschappen? .............. 35 8.1.2 Productmogelijkheden en –eigenschappen voor het verwerkingsatelier ................. 36 8.2 Prijs ............................................................................................................................... 40 8.2.1 Vergelijking met de kleinhandelsprijs op de reguliere markt. ............................... 40 8.2.2 Vergelijking met de prijzen volgens de diverse bevragingen en bij ANDES............. 42 8.2.3 Vergelijking met huidige situatie inzake gratis uitreiking bij veilingen ................... 43 8.2.4 Conclusies en concreet prijsvoorstel ................................................................ 44 8.2.5 Verhouding kost van het product t.o.v. de totale kost ........................................ 44 8.3 Plaats en distributiekanalen ............................................................................................... 45 8.3.1 Voor de levering aan de sector voedselhulp ...................................................... 45 8.3.2 De verkoop van nieuwe verse producten (bv. soep) op de commerciële markt. ...... 45 In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 3/124
8.4 Promotie / klantenrelaties.................................................................................................. 46 8.4.1 Promotie t.a.v. voedselhulpinitiatieven ............................................................ 46 8.4.2 Marketingstrategie voor de verkoop van nieuwe verse producten (bv. soep) op de commerciële markt ............................................................................................... 46 8.4.3 Promotiemiddelen......................................................................................... 47 8.4.4 Promotieacties ............................................................................................. 47 8.4.5 Klanten-/samenwerkingsrelatie met de veiling .................................................. 48 8.5 Partners.......................................................................................................................... 48 8.5.1 Samenwerkingsrelatie met de voedselhulpinitiatieven en diens federaties/koepels . 49 8.5.2 Institutionele partners ................................................................................... 50 8.5.3 Subsidiërende overheid, mecenas en bedrijfsstichtingen die het project ondersteunen ......................................................................................................................... 51 8.5.4 Departement Landbouw & Visserij, Ministerie van Landbouw, .............................. 52 8.5.5 Federaal agentschap voor Voedselveiligheid, FAVV ............................................ 53 8.5.6 Samenwerkingsmogelijkheden met andere fruit- en groentenverwerkende bedrijven ......................................................................................................................... 53 8.5.7 Het sociaal economie bedrijf dat de sorteer- en verwerkingsateliers beheert ......... 53 8.6 Omzet bepalen ................................................................................................................ 54 9 Productieplan..................................................................................................................................56 9.1 Productieproces ............................................................................................................... 56 9.1.1 Schematische voorstelling van het productieproces ........................................... 56 9.1.2 Timing van de verschillende stappen in het productieproces................................ 57 9.1.3 Belangrijkste verschilpunten met ANDES-model: ............................................... 58 9.2 Proces ‘van ontvangst tot bestellingen klaarmaken’: het sorteeratelier ..................................... 58 9.2.1 Stappen in het proces ................................................................................... 58 9.2.2 Schematische voorstelling van mogelijke indeling van de sorteerruimte ................ 59 9.2.3 Voedselveiligheidsaspecten voor het sorteeratelier ............................................ 59 9.2.4 Investeringen en verbruiksmaterialen voor het sorteeratelier ............................. 62 9.2.5 Koeling en bewaring ..................................................................................... 66 9.3 Aankoop-proces ............................................................................................................... 67 9.3.1 Redenen om aan te kopen ............................................................................. 67 9.3.2 Wat leren we uit de bevragingen? ................................................................... 67 9.3.3 Enkele Tips om de extra aankopen te beperken ................................................ 68 9.3.4 Hoe gebeurt aankoop op een veiling en door wie? ............................................. 68 9.4 Proces ‘(Voorbereiding op) Verwerking’ ............................................................................... 69 9.4.1 Inleiding ..................................................................................................... 69 9.4.2 Schematische voorstelling van het verwerkingsatelier ........................................ 70 9.4.3 Procesflow voor de 3 geselcteerde productielijnen voor verwerking van groenten ... 70 9.4.4 Korte toelichting van de processtappen ............................................................ 71 9.4.5 Overzichtstabel van mogelijkheden tot invriezen en voorbereidende taken per soort73 9.4.6 Schatting van de oppervlakte koel- en vriesruimte ............................................ 74 9.4.7 Voedselveiligheidsaspecten en FAVV................................................................ 74 9.4.8 Recepten..................................................................................................... 76 9.4.9 Investeringen en verbruiksmaterialen voor het verwerkingsatelier ....................... 77 9.4.10 Inrichting van de ateliers ............................................................................. 78 9.5 Productiviteit ................................................................................................................... 79 9.5.1 Praktijkvoorbeeld 1: Recept en bereiding voor Gaspacho .................................... 80 9.5.2 Praktijkvoorbeeld 2: Bereiding van een aardappel-prei soep ............................... 80 9.6 Administratief proces ........................................................................................................ 81 9.6.1 Het bestelproces .......................................................................................... 81 9.6.2 Van bestelling tot facturatie ........................................................................... 82 9.6.3 Registratie en traceerbaarheid ........................................................................ 82 9.7 Hoe de piekperiode in de zomer opvangen en de winterperiode met weinig activiteit?................. 85 9.7.1 De Piekperiode in de zomer opvangen. Mogelijke oplossingen ............................. 85 9.7.2 Hoe de winterperiode met weinig activiteit opvangen? Mogelijke oplossingen ........ 86 9.8 Totale benodigde ruimte .................................................................................................... 87 9.9 Locatie van het sociaal economie bedrijf .............................................................................. 88 9.9.1 Scenario 1: sociaal economie bedrijf op of dichtbij de veilingsite.......................... 88 9.9.2 Scenario 2: sociaal economie bedrijf buiten de veilingsite ................................... 88 10 Transport en logistiek .....................................................................................................................90 10.1 Inleiding ....................................................................................................................... 90 10.2 Zelf vervoeren of beroep doen op externen? ....................................................................... 91 10.2.1 Verslag overleg met logistieke consulenten van Flanders Logistics...................... 91 10.2.2 Mogelijkheden tot samenwerking met Kringwinkels of andere sociale economie initiatieven? ......................................................................................................... 92 In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
11
12
13
14
15
16 17
v141229 4/124
10.3 Wettelijke vereisten ........................................................................................................ 92 10.4 Externe transportmiddelen / vrachtwagens......................................................................... 93 Personeelsplan ..............................................................................................................................95 11.1 Functies, profiel en taakinhoud van de medewerkers ........................................................... 95 11.1.1 Projectdirecteur /-verantwoordelijke / coördinator ........................................... 95 11.1.2 Sociale en professionele begeleider /omkadering ............................................. 95 11.1.3 Technische begeleiders ................................................................................ 96 11.1.4 Aankoper en bezieler van het partnernetwerk ................................................. 97 11.1.5 Administratief medewerker en boekhouder ..................................................... 97 11.1.6 Diëtist ....................................................................................................... 98 11.2 Welke werkvorm in de sociale economie meest geschikt? ..................................................... 98 11.3 Organogram .................................................................................................................. 99 11.3.1 Sociale economie ...................................................................................... 100 11.4 Technisch vormingsaanbod i.f.v. de activiteiten ................................................................. 101 11.5 Doorstromingsmogelijkheden ......................................................................................... 101 11.5.1 Vanuit het sociaal economie bedrijf ............................................................. 101 11.5.2 Vanuit de reguliere sector .......................................................................... 102 Risico’s, gevoeligheidsanalyse en evaluatie ...................................................................................... 103 12.1 Risico’s en maatregelen ................................................................................................. 103 12.2 Gevoeligheidsanalyse en verschillende scenario’s .............................................................. 103 12.2.1 Geen verwerking van echte overschotten tot nieuwe producten, wel van aangekochte producten ....................................................................................... 103 12.2.2 Helemaal geen verwerking , noch van v-overschotten als van aangekocht product ....................................................................................................................... 104 12.2.3 Enkel werken met overschotten en geen aankoop.......................................... 104 12.2.4 uitbreiden van de beoogde klantendoelgroep ................................................ 104 12.3 Evaluatie ..................................................................................................................... 104 12.3.1 Evaluatie van het project ........................................................................... 105 12.3.2 Evaluatie van de resultaten ........................................................................ 105 12.3.3 Evaluatie van het proces ............................................................................ 105 Financieel plan ............................................................................................................................ 106 13.1 Opbouw van het financieel model .................................................................................... 106 13.2 Investeringsplan........................................................................................................... 107 13.3 Werkingskosten............................................................................................................ 108 13.4 Personeelskosten.......................................................................................................... 109 13.5 Resultatenrekening ....................................................................................................... 109 13.5.1 Voorbeeld ................................................................................................ 110 13.5.2 Onderlinge verhouding van de kosten in dit voorbeeld .................................... 112 13.5.3 Verdere verbeteringen ............................................................................... 112 Implementatieplanning en vervolgproject ........................................................................................ 113 14.1 Algemeen: Waarom een implementatieplanning? .............................................................. 113 14.2 Concreet i.f.v. de samenwerking veiling – sociale economie ................................................ 114 14.2.1 Stappenplan voor start en groei van de activiteiten ........................................ 114 14.2.2 Nood aan verdere begeleiding en onderzoek ................................................. 114 14.2.3 Mogelijke alternatieven onderzoeken om financieel resultaat te verbeteren ....... 115 14.3 Vervolgproject ............................................................................................................. 116 Wettelijke vereisten en formaliteiten .............................................................................................. 117 15.1 Erkenningen en vergunningen aanvragen ......................................................................... 117 15.1.1 Registratie bij FAVV .................................................................................. 117 15.1.2 Heffingen en retributies van FAVV ............................................................... 117 15.1.3 andere wettelijke vereisten inzake Voedselveiligheid ...................................... 118 15.2 Bijkomende formaliteiten ............................................................................................... 118 15.3 Rechtsvorm ................................................................................................................. 118 Conclusie ................................................................................................................................... 119 Bijlagen ..................................................................................................................................... 121 17.1 Lijst van afkortingen ..................................................................................................... 121 17.2 Bronnen / bibliographie ................................................................................................. 122 17.3 Seizoenskalender voor groenten ..................................................................................... 123 17.4 Bewaartabel voor groenten ............................................................................................ 124
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 5/124
1 Dankwoord KOMOSIE wenst naast de opdrachtgever In-C en de subsidieverlenende Vlaamse overheid ook de volgende partners te bedanken voor hun bereidwillige medewerking aan de realisatie ondernemingsplan:
van
dit
Dank in het bijzonder aan: A.N.D.E.S. uit Frankrijk (Association Nationale de Développement des Epiceries Solidaires) ▪ Vooor het delen van hun ervaringen en het ter beschikking stellen van relevante studies; ▪ Voor het bedrijfsbezoek op 22 april 2014 dat we met een ruime delegatie vanuit Vlaanderen mochten brengen aan hun sociaal economie bedrijf dat op de vroegmarkt van Rungis aan de slag gaat met de fruit- en groentenoverschotten. veiling BelOrta ▪ voor het delen van hun ervaring en expertise inzake de werking van een veiling en de huidige uitreiking van uit de markt genomen groenten aan liefdadigheidsinitiatieven ▪ voor hun tussentijdse feedback op dit ondernemingsplan tijdens meerdere overlegmomenten. Dank ook aan de volgende partners: Leren Ondernemen vzw, Sociaal Winkelpunt vzw en MIVAS vzw afdeling Goed Gevoel, onze partners in het parallel lopende project ‘Innovatie in de sociale economie’ ▪ voor hun medewerking bij de uitgebreide bevraging van de sociale organisaties i.k.v. voedseloverschotten en de verwerking van de resultaten. Groupe One ▪ voor het toelichten van hun haalbaarheidsstudie voor het opzetten van een systeem van inzameling, sortering en herverdeling van onderkochte groenten en fruit op de vroegmarkt in Brussel (2013). Welzijnsconsortium Zuid-West-Vlaanderen ▪ voor het delen van hun ervaringen in kader van het samenwerkingsproject met de REO-veiling en de voedselbank West-Vlaanderen. Diverse overheden of overheidsinstellingen, waaronder: ▪ Het departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse overheid ▪ Het FAVV voor hun advies inzake voedselveiligheid ▪ De consulenten van Flanders Logistics voor hun logistiek advies. Metsense vzw en De Biehal vzw ▪ voor het delen van hun ervaringen en expertise omtrent verwerking van groenten tot soepen en andere producten en de vereiste uitrusting hiervoor. De voedselbank Brussel-Brabant, sociaal economie bedrijven WEBO en Entiris en RIMO Limburg ▪ voor hun nuttige feedback o.a. tijdens het partneroverleg dat we in juni 2014 organiseerden. De privé-bederijven Van Riel grootkeukens, METRO, Nisbets.be voor hun prijzen/prijsoffertes. … alsook dank aan alle anderen wiens bijdrage we zouden vergeten in dit overzicht.
2 Samenvatting Dit rapport is een ondernemingsplan voor het onderzoeken van de haalbaarheid voor toepassing van het ‘ANDES’model bij de Vlaamse veilingen. We willen een samenwerking bereiken tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven. We zijn hierbij geïnspireerd door de bestaande samenwerkingen tussen de grote vroegmarkten in Frankrijk met een sociale economie bedrijf (van A.N.D.E.S.) dat aan de slag gaat met de fruit- en groentenoverschotten en deze verdeelt aan talrijke en diverse voedselhulporganisaties. Uit de evaluatie van de huidige situatie in Vlaanderen leren we dat enkele Vlaamse veilingen nu reeds een grote bijdrage leveren aan de verdeling van verse groenten i.f.v. armoedebestrijding binnen het huidige systeem van gratis uitreiking van fruit en groenten (type 1) aan liefdadigheidsorganisaties en OCMW’s, maar er is nog marge tot verdere verbetering van het systeem. Dit ondernemingsplan beoogt daarom de bestaande situatie te optimaliseren door de valorisatie van de overschotten van de groente- en fruitveilingen in Vlaanderen te verhogen met behulp van nieuwe activiteiten In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 6/124
uitgevoerd door een sociaal economie bedrijf met als doel om de bevoorrading van de voedselhulpinitiatieven kwalitatief en kwantitatief te verbeteren, alsook eventuele andere afzetmarkten te onderzoeken. We onderzoeken concreet de haalbaarheid van de 4 kernonderdelen van dit concept: 1. De sorteeractiviteiten in een sorteeratelier dat verse groenten verdeelt aan zijn ‘klanten’ i.f.v. vraaggerichte bestellingen. 2. Een verwerkingsatelier om resterende (grote) hoeveelheden producten te transformeren i.f.v. het langer houdbaar maken van de groenten en verhogen van de afzetmogelijkheden van de overschotten. We selecteerden 3 “productielijnen”: diepvriesgroenten, verse soepen en vacuüm gegaarde groenten.…). 3. Bijkomende aankoop van groenten en ev. fruit op de veiling i.f.v. het – vraaggericht - aanbieden van een voldoende gamma aan de klanten en om toe te laten dat bv. sociale kruideniers een – weliswaar – lage vergoeding mogen vragen voor de producten i.p.v. ze gratis te moeten uitreiken. 4. Transport voor levering van de bestellingen aan ‘huis’, m.a.w. tot bij de voedselhulpinitiatieven (die doorgaans over geen / beperkt vervoer beschikken). We onderzoeken alle relevante aspecten binnen de structuur van een ‘klassiek’ ondernemingsplan, aangevuld met bijkomende interessante invalshoeken volgens het Business model canvas. “Wat willen we doen?” is beschreven in missie en productidee “Wat hebben/ wat kennen we?” is zowel voor vraagzijde als aanbodzijde beschreven in de marktanalyse. “Hoe willen we onze missie bereiken?” is beschreven in de diverse plannen (van marketingplan, productieplan, personeelsplan, gevoeligheidsanalyse, financieel plan en implementatieplanning. De marktanalyse en het marketingplan tonen o.a. aan dat er langs de vraagzijde een voldoende grote potentiële marktvraag is voor dit aanbod bij de voedselhulpinitiatieven. Of dit potentieel ook kan omgezet worden in reële bestellingen zal o.a. afhankelijk zijn van de prijs, die voldoende laag moet zijn, en een goede promotie. Langs de aanbodzijde is er bij de veilingen zeker een bereidheid tot samenwerking. Voor de organisatorische planning van de activiteiten is het belangrijk de variaties van het aanbod qua product en per seizoen vooraf goed in te schatten en overweg te kunnen met deze onvoorspelbaarheid. Steun van en samenwerking met diverse andere partners zal ook nodig zijn. Het productieplan legt uit hoe de diverse activiteiten van sortering, verwerking en aankoop praktisch kunnen georganiseerd worden. De administratieve opvolging is relatief omvangrijk. Indien vooraf goed doordacht en voorbereid lijken evenwel al deze activiteiten wel organisatorisch haalbaar te zijn in de praktijk. Op welke wijze het transport voor de levering van de bestellingen ‘aan huis’ het best (efficiëntst en goedkoopst) kan georganiseerd worden, dient verder onderzocht te worden. Het personeelsplan legt duidelijk uit welke functies er nodig zijn in dit nieuwe sociaal economie bedrijf, wat de diverse opdrachten zijn per functie en over welke vaardigheden die personen moeten beschikken. We verwachten dat er concrete mogelijkheden zijn om heel wat nieuwe sociale tewerkstelling te creëren voor de uitvoering van de diverse arbeidsintensieve activiteiten in de 2 ateliers. We bekijken welke werkvormen in de sociale economie ons het meest geschikt lijken. Het project biedt vele mogelijkheden tot opleiding en ev. doorstroming. We evalueren ook de financiële haalbaarheid aan de hand van een financieel plan. De resultatenrekening toont aan dat het een hele uitdaging zal zijn om dit zeer maatschappelijk waardevolle project, break-even te laten draaien want in de ‘standaard-situatie’ met de huidige instellingen in het voorliggende financieel plan was het financieel resultaat nog (te) sterk negatief. Dit dient echter genuanceerd te worden omdat voor een betrouwbare inschatting van het precieze financieel resultaat nog verder onderzoek nodig is (o.a. naar de productiviteit) en omdat het sterk afhankelijk is van de gemaakte instellingen o.b.v. een concrete situatie en de omgevingsfactoren. De gevoeligheidsanalyse geeft aan dat er op het in dit ondernemingsplan onderzochte “totaalconcept” van ons toekomstidee, nog variaties en aanpassingen mogelijk zijn. Inzake evaluatie is het voor de geloofwaardigheid van het project belangrijk om bij de voorbereiding reeds na te denken via welke criteria het behalen van de vooropgestelde doelstellingen kan gemeten worden. De implementatieplanning kon in dit “algemene” ondernemingsplan nog niet in detail uitgewerkt worden, deels door de korte duur van het project, deels omdat we ons niet hebben gefocust op 1 specifieke ‘case’. Het is evenwel duidelijk dat (verdere verbeteringen aan) een ondernemingsplan op maat van een concrete situatie nodig is en dat (heel) aantal randvoorwaarden zullen dienen vervuld te zijn om het financiële resultaat break-even te krijgen. We zijn daarom blij dat Vlaams Minister voor armoedebestrijding en sociale economie Liesbeth Homans alvast een vervolgproject goedgekeurd heeft. Dit zal de geïnteresseerde partijen toelaten om, met de nodige verdere begeleiding van KOMOSIE, in de komende 3 jaren werk te kunnen maken van de effectieve realisatie van dit ondernemingsplan. Hiermee kan er een concreet vervolgtraject voorzien worden dat zowel inhoudelijk als qua timing perfect aansluit op dit ondernemingsplan.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 7/124
3 Inleiding Dit rapport is een ondernemingsplan voor het onderzoeken van de haalbaarheid voor toepassing van het ANDESmodel bij de Vlaamse veilingen. A.N.D.E.S. is de federatie die de meeste sociale kruideniers in Frankrijk overkoepelt en ondersteunt. Het “ANDES-model” slaat op de bestaande samenwerkingen tussen de grote vroegmarkten in Frankrijk met een sociale economie bedrijf (van A.N.D.E.S.) dat aan de slag gaat met de fruiten groentenoverschotten en deze verdeelt aan talrijke voedselhulporganisaties. (zie hoofdstuk ‘4.2.) Enkele Vlaamse veilingen (BelOrta op kop maar bv. ook de REO-veiling) leveren nu reeds een grote bijdrage aan de verdeling van verse groenten aan voedselhulpinitiatieven. Een kleine 100 liefdadigheidsorganisaties en OCMW’s in België beschikken reeds over een toegangspas om meerdere dagen per weken uit de markt genomen groenten gratis op te mogen halen op de veiling. We onderzoeken in dit ondernemingsplan hoe met behulp van een of meerdere sociaal economie bedrijven het bestaande systeem van gratis uitreiking van uit de markt genomen groenten van de veiling nog verder kan geoptimaliseerd worden met als doel om o.a.: nog meer voedselhulpinitiatieven de mogelijkheid te geven om verse groenten van de veiling uit te reiken aan mensen in armoede en om, overschotten op de veilingen i.k.v. de uit de markt neming van producten prioritair voor menselijke consumptie te behouden, conform de cascade van waardebehoud die als leidraad dient voor het Vlaamse beleid inzake preventie van voedseloverschotten. Dit ondernemingsplan focust op het aanbod van ‘uit de markt genomen’ groenten bij de veiling en niet op fruit. Reden is dat er ‘in normale marktomstandigheden’ in principe geen/amper (uit de markt genomen) fruitoverschotten zijn (de eventuele huidige fruitoverschotten n.a.v. de Ruslandcrisis zijn dus in principe tijdelijk). Omdat er bij de voedselhulpinitiatieven evenwel vraag is naar zowel fruit en groenten zal toch naar beide aandacht gaan i.f.v. bevoorrading van de voedselhulpinitiatieven. KOMOSIE heeft voor dit project specifieke project partners gekozen met ervaring of expertise inzake gelijk-aardige samenwerking met veilingen of vroegmarkten: ANDES, Groupe one en Welzijnsconsortium Z-W-Vl.. Wij wensen u veel leesgenot!
Kader Dit ondernemingsplan wordt uitgevoerd in kader van het project “Sociaal aan de slag met voedselverlies” in opdracht van in-C, de collectieve ondersteuningsstructuur voor de sociale economie, met steun van de Vlaamse overheid. Looptijd was 1 februari 2014 tot eind november 2014. Bedoeling was de mogelijkheden te onderzoeken waar en hoe de sociale economie een zinvolle duurzame bijdrage zou kunnen bieden voor de problematiek van “voedseloverschotten”. Concreet gebeurde dit door het beoordelen en selecteren van (nieuwe of bestaande) activiteiten met het hoogste potentieel voor de sociale economie in de niche “sociaal aan de slag met voedselverlies”. Voor de 2 activiteiten met het hoogste potentieel werkte KOMOSIE vervolgens een grondig ondernemingsplan uit. Het 2e ondernemingsplan dat KOMOSIE in dit project uitwerkte handelt over de integratie van voedseloverschotten vanuit de supermarkt in de werking van een sociaal restaurant. We streven met dit/deze ondernemingsplannen naar de realisatie van “hefboomprojecten” rond sociaal aan de slag met voedseloverschotten. Hiermee bedoelen we projecten die op een grote schaal naast het realiseren van economische baten ook grote (direct en indirecte) maatschappelijke winsten realiseren met een win-win voor de diverse partijen, met name op vlak van: 1. De bestrijding van voedselverlies 2. De bestrijding van armoede (bij voorkeur op emancipatorische wijze) 3. De bevordering van kwalitatieve en gezonde verse voeding in de voedselhulp 4. De creatie van sociale tewerkstelling voor kansengroepen en opleidings- en doorstromingskansen Parallel aan dit project is KOMOSIE ook projectpartner in het project “Reguliere en sociale economie, partners in de strijd tegen voedselverlies” i.k.v.de projectoproep2013 “Innovatie in de sociale economie” van de Vlaamse overheid, met looptijd van december 2013 tot januari 2015. Doel van dit project is om potentiële samenwerking te onderzoeken tussen reguliere bedrijven die voedseloverschotten kunnen aanbieden en sociale (economie) organisaties die sociaal aan de slag kunnen hiermee. Omdat dit project ook verwijst naar het “ANDES-model” als best practice voor samenwerking en omdat de veiling BelOrta 1 van de projectpartners was in dit project hebben beide projecten nauw samengewerkt in 2014. Dit leverde een aantal synergieën op, bv. voor het organiseren van het bedrijfsbezoek bij ANDES te Parijs of voor de bevraging i.k.v. voedseloverschotten van alle Vlaamse sociale organisaties actief rond voedselhulp, hetgeen nuttige input opleverde voor de marktanalyse in dit ondernemingsplan. Waarvoor dank! In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 8/124
4 De huidige situatie / omgevingsanalyse Aan vraagzijde bespreken we het huidige landschap van voedselhulpinitiatieven en hun huidige aanbod inzake fruit en groenten. Aan aanbodzijde bespreken we het huidige landschap van veiling, wat er nu al met de overschotten gebeurt op de veiling(en). Hoe het programma voor gratis uitreiking fr&gr type1 geregeld is en hoe het in de praktijk verloopt. We evalueren het systeem, nl. de voordelen en verbeterpunten voor de verschillende partijen?
4.1 Vraagzijde 4.1.1 HUIDIG AANBOD VERSE GROENTEN BIJ VOEDSELHULPINITIATIEVEN IN VLAANDEREN We baseren ons hiervoor op de resultaten van diverse bevragingen, waaronder de recente bevraging ‘Noden van sociale organisaties i.k.v. voedseloverschotten’, uitgevoerd in 2014 i.k.v. het Innovatieproject in de sociale economie. Deze bevraging is niet naar alle voedselhulporganisaties in Vlaanderen gestuurd, behalve West-Vl. aangezien daar een aparte analoge bevraging liep i.k.v. het voedselproject W-Vl. De resultaten hiervan zijn echter nog niet verwerkt. Wij ontvingen 73 ingevulde vragenlijsten terug. Resultaten uit deze bevraging: Bijna 8 op 10 bieden al verse groenten aan (n=57) 45% biedt meer dan 5 verschillende soorten, 22% <5, 5% biedt 5 soorten aan Aantal kg dat wordt verkocht per maand ligt tussen de 0 en 1600 kg per maand Aantal weggeschonken groenten ligt tussen de 0 en 3000 kg per maand. Op de vraag “hoeveel kg groenen op maandbasis verkocht of weggeschonken worden” heeft +- 1/3e hier niet op geantwoord. Bij de organisaties die wel antwoordden, is bij meer dan 60% de hoeveelheid kleiner dan 100kg/maand. De hogere volumes per organisatie (> 500kg/maand) zijn vooral te vinden bij organisaties die de groenten gratis wegschenken.
Gem. aantal kg groenten
Verkocht
Gratis weggeschonken
Antwerpen (n=18)
92
225
Oost-Vlaanderen (n=17)
70
237
Limburg (n=11) Vlaams-Brabant (n=9)
57
160
240
550
115
293
Figuur: gemiddeld aantal kg groenten verkocht of wegeschonken per provincie 1 4.1.2 DE SECTOR VOEDSELHULP IN VLAANDEREN 4.1.2.1 Algemeen Aangesloten verenigingen
Aantal begunstigden
Voedselbedelingsinitiatieven aangesloten bij 5 prov. voedselbanken
273
52.693 personen (2013)
sociale kruideniers aangesloten bij Sociale kruideniers Vlaanderen
18
2.764 gezinnen (maart 04) 2
Sociale (buurt)restaurants
90 à 120
?
Daarnaast zijn ook nog diverse OCMW’s actief met voedselhulp die mogelijks nog niet opgenomen zijn in de statistieken hierboven.
1 De erg hoge cijfers voor Moeders voor Moeders werden niet meegenomen in het gemiddelde om de gemiddeldes niet te sterk te doen afwijken. 2 Opm: 5 sociale kruideniers zijn ook aangesloten bij de voedselbank en hun begunstigden zijn dus in beide rijen opgenomen.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 9/124
KOMOSIE maakte zelf ook een totale inventaris van alle voedselhulpinitiatieven in Vlaanderen. Dit gebeurde op basis van de gegevens uit de Sociale kaart (www.socialekaart.be) 3, aangevuld op basis van de lijsten van de Vlaamse voedselbanken en sociale kruideniers Vlaanderen, eigen emaildistributielijsten en diverse publicaties of websites met relevante adresgegevens. In totaal inventariseerden we een 370 à 400 voedselhulporganisaties in het hele Vlaamse gewest. 4.1.2.2 In meer detail 1.
Aantal aangesloten verenigingen bij de voedselbank 4 Voedselbank
# aangesloten verenigingen 56
# begunstigde personen 15.361
49
10.560
VBO (provincie OostVlaanderen) VBB – deel VlaamsBrabant
68
11.029
Grote diversiteit (7 St-Vincentius, 3 Welzijnschakels, 2 CAW …) Waarvan 34 lokale afdelingen van SintVincentius grote diversiteit
15
2.848
Dus minderheid in prov. Vl.-Brabant
188
39.798
VBW (provincie WestVlaanderen) Totaal Vlaanderen VBB (Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG)) Totaal Vlaanderen en BHG VBB (Waals-Brabant) VBC (Charleroi) VBT (Doornik) Totaal 5
82
12.895
273 87
52.695 16.347
370
69.040
16 66 39 491
2.828 15.609 9.412 96.889
VB AMT (provincie Antwerpen) VBL (provincie Limburg)
Totaal Vlaanderen excl. W-Vl.
2.
Opmerkingen
waarvan 1 met zetel in Mechelen en 1 in Bonheiden
Grote diversiteit (12 St-Vincentius, 7 CAW, 4 OCMW’s …) Grote meerderheid in Brussels gewest.
Aantal sociale kruideniers (aangesloten bij SKVlaanderen) In de tabel hieronder vindt u het aantal begunstigden per provincie, met het verschil tussen het totaal aantal bereikte gezinnen en het aantal actieve gezinnen (= met geldige toegangspas op dit moment) Aantal SK's 6
Totaal aantal bereikte gezinnen
Totaal aantal 'actieve' gezinnen
Provincie Antwerpen
9
2.510
1.714
Provincie Oost-Vlaanderen
5
534
484
Provincie Limburg
1
350
175
Provincie Vlaams-Brabant
2
1.100
252
Provincie West-Vlaanderen
1
1.060
139
18
5.554
2.764
Aantal begunstigden per provincie
Totaal
7
Bron: Sociale Kruideniers Vlaanderen, juni 2014 Opm.: Hier kunnen net zoals hierboven bij de voedselbanken ook de aantallen sociale kruideniers toegevoegd worden actief in het Brussels gewest en de dichtstbijzijnde provincies (Waals-Brabant en Henegauwen). 3 De 2 relevantste categorieën binnen cat. 15. Armoede en kansarmoede zijn “15.02.03 Materiële hulpverlening en voedselbedeling” en “15.02.02 Sociale restaurants”. Deze lijst bevatten - helaas - geen info over het aantal begunstigden die zij bereiken. 4 Jaarverslag 2013, Belgische federatie van voedselbanken 5 We schatten dit in als het max. werkings-/leveringsgebied voor gratis uitreiking gr&fr. Vanuit Vlaamse veilingen (rekening houdende met de ligging van BelOrta en REO) 6 7
Naast de 18 SK’s aangesloten bij SKV zijn er nog 3 niet-aangesloten leden (Kiel, Halle, Buizingen) Eind juni is ook Sociale kruidenier Bieskruid te Bilzen opgestart. Deze gegevens zijn nog niet mee opgenomen in de tabel. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 10/124
Er is natuurlijk een zekere mate van overlap tussen deze lijsten want 5 SK op 17 zijn aangesloten bij een VB). 3.
Sociale economie organisaties: De sector van de sociale economie stelt in Vlaanderen ruim 25.000 mensen tewerk en telt ongeveer 500 ondernemingen. Enkele van deze organisaties (bv. sociale werkplaats Spoor 2) hebben nu al een toegangspas voor BelOrta en halen dus ook groenten op bij BelOrta. In deze tabel vind je preciezere cijfers voor werkvormen in de SE waarvan de doelgroepwerknemers de langste afstand tot de arbeidsmarkt hebben (‘zwaarste’ profielen). Sociale Beschutte Arbeidszorg werkplaats werkplaats Aantal organisaties 85 68 57 Profiel doelgroep Werkzoekenden die Werkzoekenden met p. die door persoonlijke en/of minimum 5 jaar een maatschappelijke reden niet inactief zijn, arbeidshandicap, (meer) kunnen werken onder laaggeschoold en ingeschreven bij het een arbeidscontract in het fysieke, psychische VFSIPH of pet een reguliere of beschermde of sociale specifiek statuut tewerk-stellingscircuit beperkingen hebben “de allerzwakste doelgroep” Aantal doelgroep+- 6500 +- 17.000 ? medewerkers
4.2 Aanbodzijde 4.2.1 HUIDIGE LANDSCHAP VAN DE GROENTE- EN FRUITVEILINGEN Er zijn een 10tal fruit- en groenteveilingen in Vlaanderen, waarvan er 6 coöperatieve veilingen i.k.v. dit ondernemingsplan het meest relevant zijn: 3 verkopen voornamelijk fruit: BelOrta site Borgloon, Veiling Haspengauw en LTV (Limburgse Tuinbouwveiling): o Gelegen in Zuid-Limburg, gezien het zwaartepunt van de appel- en perenteelt in die regio. o Voor fruit zijn/waren er in ‘normale marktomstandigheden’ geen/amper overschotten (uit de markt genomen producten), want hard fruit kan lange tijd bewaard worden en niet-verkoopbaar of lichtbeschadigd (hard of zacht) fruit gaat naar de voedingsindustrie voor verwerking tot confituur, sappen enz.. o Sinds het invoerverbod van Rusland sinds 7 augustus 2014 voor de meeste voedingsproducten, waaronder fruit en groenten, uit de EU, zijn er echter wel – voorlopig – fruitoverschotten. 3 grote groenteveilingen: o BelOrta (site Sint-Katelijne-Waver bij Mechelen), o de REO-veiling te Roeselare o veiling Hoogstraten o Hiervan bieden er 2, nl. BelOrta en REO, een ruim gamma groenten (en in beperktere mate fruit) aan én verdelen zij momenteel reeds hun niet-verkoopbare producten via het programma “gratis uitreiking fruit en groenten”. Zeven veilingen zijn verenigd in het verbond van Belgische tuinbouwveilingen (VBT). Vijf veilingen groeperen zich in de logistieke en administratieve veilingsassociatie (LAVA). Het doel van dit samenwerkingsverband is de commercialisatie, de kwaliteitscontrole en het onderzoek op elkaar af te stemmen. De meeste en de grootste veilingen zijn opgezet als coöperaties. D.w.z. dat de initiatiefnemers ervan de telers zelf zijn. Opvallend is ook dat al deze veilingen in Vlaanderen gelegen zijn (uitgezonderd de kleine fruitveiling van Wépion). Op de volgende figuur vind je de belangrijkste Belgische coöperatieve fruit- en groenteveilingen en hun omzet in 2013.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 11/124
Figuur: Omzet van de Belgische fruit- en groenteveilingen in 2013 in euro. Bron: BelOrta De kerntaak van de veiling is het aanbod te groeperen en te vermarkten en dit onder het motto ‘samen kunnen we het beter’ 8. Deze oorspronkelijke doelstelling werd doorheen de jaren uitgebreid met • De optimale bewaring van het fruit en het uitgangsmateriaal ( zoals bijv. jonge aardbeiplantjes ) • Het keuren van het aangeleverde fruit in kwaliteitsgroepen • Het adviseren en controleren van de omstandigheden waarin het fruit gekweekt, geoogst en bewaard wordt bij de leden • Het actief promoten van het fruit naar de eindconsument door middel van een brede communicatie, het invoeren van merknamen (Flandria, ...) en het doen van marktonderzoek. We bevinden ons met dit ondernemingsplan met andere woorden (net) binnen de primaire sector.
Figuur: Voorstelling van de diverse schakels in de voedselketen. Bron: Voedselverlies in ketenperspectief, OVAM, 2012.
8
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Fruitveiling In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 12/124
4.3 Waarom uit de markt neming van groenten op een veiling? De verkoop van groenten en fruit verloopt in België hoofdzakelijk via producentenorganisaties (vnl. groente- en fruitveilingen). In bepaalde periodes kan het voorkomen dat er door de producenten/telers van groenten en fruit meer wordt aangeboden voor verkoop dan er door de handel wordt gevraagd. Op dat moment ontstaat er een overaanbod dat door de producentenorganisatie uit de markt wordt genomen wanneer een bepaalde minimumprijs niet gehaald wordt op de veilingklok. Groenten is specifiek product waarvoor relatief grotere hoeveelheden uit de markt worden genomen dan fruit omdat de meeste verse groenten niet lang bewaard kunnen worden i.t.t. de meeste fruitsoorten. Een groenteveiling verkoopt groenten in principe nooit de volgende dag want dan komen al nieuwe producten toe, i.t.t. de vroegmarkten van bv. Rungis in Parijs). Voor fruit zijn er amper overschotten gezien de langere bewaringsmogelijkheden en diverse toepassingen in de voedingsindustrie.
4.4 Uit de markt neming en het programma van gratis uitreiking 4.4.1 EUROPEES WETGEVEND KADER De Europese Commissie, die sinds 1996 een Gemeenschappelijke Marktordening (GMO) voor groenten en fruit heeft uitgewerkt, voorziet dat lidstaten de producentenorganisaties (= veilingen) onder bepaalde (strikte) voorwaarden voor deze uit de markt genomen producten. Relevante informatie uit deze Europese wetgeving (tevens van toepassing op nationale wetgeving (in casu Vlaanderen): Deze overschotten moeten bij voorrang/voorkeur gaan naar gratis uitreiking aan minderbedeelden (= type1) i.p.v. naar bv. bemesting of veevoeder (= type 4). Dit vertaalt zich concreet in hogere steun voor uit de markt genomen product dat naar gratis uitreiking gaat, naast enkele andere financiële voordelen/tegemoetkomingen. De lidstaten moeten mee de samenwerking stimuleren tussen veilingen en de liefdadigheidsorganisaties i.f.v. de gratis uitreiking. Wetgeving: Verordening (EG) nr. 103/2004 van de Europese Commissie van 21 januari 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad met betrekking tot de regeling inzake interventie en het uit de markt nemen van producten in de sector groenten en fruit 9 Verordening (EG) nr. 1182/2007 van de Europese Raad van 26 september 2007 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de sector groenten en fruit, tot wijziging van de Richtlijnen 2001/112/EG en 2001/113/EG en de Verordeningen (EEG) nr. 827/68, (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96, (EG) nr. 2826/2000, (EG) nr. 1782/2003 en (EG) nr. 318/2006, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2202/96. 10 4.4.2 VLAAMS WETGEVEND KADER INZAKE DE GRATIS UITREIKING VAN FR & GROENTEN Voor Vlaanderen zijn de instructies voor het uit markt nemen van fr&gr. geregeld binnen de “Nationale strategie voor duurzame operationele programma’s” van het departement Landbouw en visserij van de Vlaamse overheid. Looptijd: 2015-2019. Te vinden op de website van het Agentschap Landbouw en visserij van de Vlaamse overheid 11. Wetgeving: 26 JUNI 2007. - Ministerieel besluit houdende de uitvoering van het koninklijk besluit van 18 juni 1998 betreffende de interventieregeling in de sector groenten en fruit 12 8 MEI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit voor wat betreft de erkenning van producentenorganisaties, de actiefondsen, de operationele programma's en de toekenning van de financiële steun
9
http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:32007R1234L).
10
http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=celex:32011R0543
http://lv.vlaanderen.be/nl/landbouwbeleid/landbouwbeleid-eu/nationale-strategie-voor-duurzame-operationeleprogrammas zie (deel 5, bijlage 2 en 3) 12 Vlaamse Regering, Ministerieel Besluit 26/06/2007 (http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&table_name=wet&cn=2007062630 ) 11
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 13/124
Met een toegangspas kunnen uit de markt genomen groenten en fruit gratis worden afgehaald bij de producentenorganisaties. Voor alle info en aanvraagformulieren kan u terecht bij het departement Landbouw en Visserij. 13 Contactpersonen: Els De Leener,
[email protected] en Joris Schepens,
[email protected], tel: 02 552 73 22 (niet op vrijdag) of Peter De Ryck: tel: 02 552 73 24. Departement voor Landbouw en Visserij (ALV), Koning Albert II laan 35 – bus 41– 4e verdiep, 1030 Brussel. De gedetailleerde instructie inzake deze gratis uitreiking bevatten o.a. de erkenningsvoorwaarden, de bepalingen m.b.t. het afhalen van producten, bepalingen m.b.t. vergoeding voor transportkosten, m.b.t. overnamebewijs en m.b.t. controles en sancties besproken, alsook de aanvraagformulieren hiervoor. Belangrijke erkenningsvoorwaarden/modaliteiten: Actief zijn in de liefdadigheidssector en het liefdadigheidsdoel (zoals bepaald in de statuten van de instelling) daadwerkelijk nastreven; De behoeftigen of begunstigden duidelijk kunnen definiëren op basis van vaststaande criteria en hun aantal correct opgeven. De producten dienen immers te worden verdeeld aan personen die op basis van de nationale wetgeving recht hebben op bijstand van de overheid, met name omdat zij over onvoldoende middelen beschikken om in hun eigen levensonderhoud te voorzien; De producten moeten gratis verdeeld worden aan de begunstigden. De producten mogen ‘absoluut’ niet worden verkocht. o Uitzondering: Er mag een symbolische bijdrage gevraagd worden indien de producten worden verwerkt in een maaltijd. Onder een symbolische vergoeding wordt verstaan “een vergoeding die betrekking heeft op de kostprijs van de overige ingrediënten dan de gratis verkregen producten en de kostprijs van of een vergoeding voor de verwerking (bereiding) van de maaltijd”. Er is “via het overdrachtsformulier” de mogelijkheid om afspraken te maken met een 3e partij (bv. nabijgelegen collega-organisaties) dat die tevens de groenten ophaalt in uw plaats en bij u aflevert. Relevante vergoedingen voor sociale organisaties die uit de markt genomen groenten afnemen van de veiling: Voor alle uit de markt genomen producten die gratis worden uitgereikt kunnen de transportkosten tussen de plaats van afhaling op de producentenorganisatie en de plaats van levering worden vergoed indien hiervoor tijdig een schuldvordering wordt opgemaakt. Deze vergoeding bedraagt: o € 18,2 per ton als de afstand van de veiling tot de plaats van levering < 25km; o € 41,4 per ton als afstand > 25 km - < 200 km; o € 18,2 toeslag voor gekoeld transport o De vervoerskostenvergoeding worden betaald aan degene die de financiële kosten van het betrokken vervoer daadwerkelijk draagt. Relevante vergoedingen voor de producentenorganisatie/veiling: Vergoeding voor de sorteer- en verpakkingskosten ter voorbereiding van deze afhaling worden vergoed ten bedrage van: o € 201,1/ton o €169,1/ton voor bloemkool Vergoedingen voor uit de markt genomen fruit en groenten: o De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van product tot product. o Voor ‘gratis uitreiking’ is de vergoeding 3x hoger dan voor ‘andere bestemmingen (bv. bemesting, veevoeder). Bv. komkommer: 224,4 €/ton voor gratis uitreiking t.o.v. 74,8 €/ton voor ‘andere bestemmingen’. Desgevallend bovenstaande transportvergoeding. Toekomstige evoluties in wetgeving? De verwachting van het dep. L&V is dat er in komende jaren weinig of niets zal veranderen aan deze huidige regelgeving voor uit de markt neming van fr&&gr. binnen de GMO fruit & groenten. Er zijn in principe steeds evoluties in de wetgeving van de nieuwe GMO fr&gr. (die telkens 5 jaar van toepassing is) mogelijk, maar het dep. L&V verwacht wel dat de regelgeving inzake uit de markt neming van fr&&gr. za blijven bestaan. De Europese landbouwhervormingen situeren zich eerder op andere domeinen, zoals exportsubsidies enz. De recente Verordening (EU) Nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten vermeldt nog steeds de maatregelen omtrent “Het uit de markt nemen van producten”.
13 Tot 2014 kon u hiervoor terecht bi het BIRB een federale instelling. Sinds 16 oktober 2014 worden echter alle opdrachten voor het BIRB door de 3 gewesten uitgevoerd. U kan hiervoor nu dus terecht bij het dep. L&V. Vanaf 1 januari 2015 vormen het Agentschap voor Landbouw en Visserij en het Departement Landbouw en Visserij samen het Departement Landbouw en Visserij. (http://lv.vlaanderen.be/nl/nieuws/nieuwe-departement-landbouw-envisserij#sthash.yAouBuYd.dpuf)
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 14/124
Ook in de “Nationale Strategie voor duurzame operationele programma’s” van dep. Landbouw & Visserij van toepassing op de periode van 2015 – 2019 blijven de mogelijkheden en modaliteiten voor het “uit de markt nemen van producten” behouden. Geen wetgevend verband met het FEAD De regelgeving over het nieuwe Europese fonds voor voedselhulp (Fund of European Aid for Deprived people, afgekort FEAD) is aparte regelgeving, die geen verband heeft met de regelgeving rond GMO fr&gr. Het FEAD valt (sinds 2014) binnen het Europees beleidsdomein Sociale inclusie en wordt voor België (incl. Vlaanderen) gecoördineerd door de programmatorische overheidsdienst Maatschappelijke integratie (POD MI) de GMO fr&gr valt onder Europees landbouwbeleid en in Vlaanderen wordt gecoördineerd door dep. L&V. Op het terrein / te velde bij de voedselhulpinitiatieven is er natuurlijk wel een sterke link tussen beide aangezien het aanbod van producten van beide kanalen kan worden uitgereikte aan de begunstigden van voedselhulp. 4.4.3 WETGEVEND KADER EN FORMELE INFO INZAKE VERWERKING VAN OVERSCHOTTEN VAN VEILINGEN Omdat dit ondernemingsplan niet enkele beoogd om de gratis uitreiking van de verse groenten aan liefdadigheidsinstellingen en OCMW’s te optimaliseren, maar ook om de resterende overschotten maximaal te valoriseren door diverse verwerkingstechnieken i.f.v. bereiding van langer houdbare producten zoals soepen …) is ook relevant om het wetgevend kader inzake eventuele verwerking van overschotten te kennen. Wetgeving: Uitvoeringsverordening (EU) Nr. 543/2011 van de commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft. Link: http://eur-lex.europa.eu/legalcontent/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32011R0543&from=NL En meer bepaald: omtrent artikel 80 van deze verordening. Art.80 “Bestemmingen voor uit de markt genomen producten” bepaald onder meer: (in ’t vet de meest relevante passages) << 1.
De lidstaten bepalen de toegestane bestemmingen voor uit de markt genomen producten. …
2.
… De lidstaten mogen de in artikel 103 quinquies, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde liefdadigheidsinstellingen en -organisaties toestaan de eindontvangers van de uit de markt genomen producten een symbolische bijdrage te vragen indien die producten zijn verwerkt. De begunstigden van de gratis uitreiking van groenten en fruit mogen de verwerkers van de betrokken producten in natura betalen, wanneer met die betaling enkel de verwerkingskosten worden vergoed en wanneer de lidstaat waar de betaling wordt verricht, regels heeft vastgesteld die garanderen dat de verwerkte producten inderdaad zijn bestemd om door de in de tweede alinea bedoelde eindontvangers te worden verbruikt.
3.
Levering van producten aan de verwerkende industrie is mogelijk in dit verband. De lidstaten moeten bepalingen vaststellen om ervoor te zorgen dat dit voor de betrokken bedrijfstakken in de Unie of voor ingevoerde producten geen verstoring van de mededinging veroorzaakt, en dat de uit de markt genomen producten niet opnieuw in het commerciële handelscircuit worden gebracht. …
>> M.a.w. het zijn de lidstaten die mee concreet bepalen wat mogelijk is en die preciezere bepalingen opstellen of toestemmingen geven hieromtrent. KOMOSIE heeft begin januari ’15 een overleg met het Dep. Landbouw en Visserij om o.a. deze toestemmingen en bepalingen specifiek voor Vlaanderen na te vragen, alsook om desgevallend de vereiste aanvraagformulieren te ontvangen. Bovendien was in vorig hoofdstuk 3.2.2. al uitgelegd welke verwerkingsmogelijkheden er zijn voor bv. sociale restaurants die maaltijden bereiden. De instructies inzake gratis uitreiking voorzien hieromtrent volgende ‘uitzondering’: Er mag een symbolische bijdrage gevraagd worden indien de producten worden verwerkt in een maaltijd. Onder een symbolische vergoeding wordt verstaan “een vergoeding die betrekking heeft op de kostprijs van de overige ingrediënten dan de gratis verkregen producten en de kostprijs van of een vergoeding voor de verwerking (bereiding) van de maaltijd”.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 15/124
4.4.4 HOE WERKT DE GRATIS UITREIKING IN DE PRAKTIJK? 4.4.4.1 Bij BelOrta en REO Samengevat: Ophaling bij Belorta: o Zomer: ma-woe-vr; winter: enkel woensdag. o Er is een ruim gamma groenten beschikbaar Dit is omdat alle overschotten in aanmerking komen voor gratis uitreiking en dus naar ‘de loods’ gebracht worden waar de ophaling door de sociale organisatie gebeurt. o Een zeer gevarieerd aantal types sociale (economie) en voedselhulporganisaties komen zich er bevoorraden. o de meeste voedselhulp-organisaties komen zich individueel bevoorraden ter plaatse bij Belorta in een grote loods. De voedselbank Brussel-Brabant (VBB) en in mindere mate 2voedselbanken uit Wallonië (BANL en BAC) maar ook andere erkende sociale organisaties halen overschotten op die ze daarna verder verdelen aan hun aangesloten verenigingen. De rol van de voedselbank (VB) in de verdeling van groenten bij BelOrta is relatief beperkt o.w.v. praktische redenen: • VBB ligt in Anderlecht zodat o.w.v. de afstanden de verdeling aan organisaties in Vlaams Brabant vooral gebeurt in arr. Halle-Vilv. en niet/minder in arr. Leuven. Die organisaties bevoorraden zich eerder rechtstreeks bij BelOrta. Toch zamelde VBB in totaal 198 ton op bij Belorta (op totaal van 319 ton door alle VBen samen bij veilingen) 14 • VB Antwerpen en VB Limburg halen geen groenten bij de veiling omwille van de beperkte houdbaarheid of omdat sommige aangesloten verenigingen zelf rechtstreeks afhalen bij de veiling (bv. in prov. Antwerpen). o Ophaling gebeurt in principe vanaf 8u30. Rond 11u is alles afgerond. o Organisaties moeten voorzien in: eigen bakken (verbod op gebruik bakken van veiling) eigen vervoersmiddelen/transportcapaciteit (voor het transport komen ze wel in aanmerking voor de transportkostenvergoeding (cfr. hoger) die afh. van de afstand ongeveer de brandstofkosten kan dekken. eigen koelinfrastructuur voor bewaring • Dit is niet verplicht, maar wel sterk aanbevolen indien geen onmiddellijke sortering en verdeling is een koelcel/-kamer). De nodige administratie (cfr. instructies type1-uitreiking)
14
-
Ophaling bij REO-veiling: o REO kiest voor een ander model van samenwerking. Zij werken met 1 organisatie samen, de voedselbank West-Vlaanderen. o Transport van REO naar de voedselbank West-Vl. Bij die voedselbank komen dan alle voedselhulporganisaties zich bevoorraden. o Organisaties mogen/moeten bakken van REO gebruiken. o Organisaties moeten wel voorzien in: eigen vervoersmiddelen/transportcapaciteit eigen koelinfrastructuur voor bewaring o Er zou doorgaans geen ruim gamma groenten beschikbaar zijn. Er wordt telkens één of meerdere pallet van bepaalde soort(en) groente(n) geleverd door REO aan de Voedselbank, waardoor de voedselhulpinitiatieven niet meer de keuze hebben om te kiezen tussen alle soorten groenten die uit de markt genomen zijn.
-
Andere bestemmingen: Wat niet opgehaald wordt door de sociale organisaties, krijgt een “lagere toepassing volgens de cascade van waardebehoud” o Belorta: via een transportband gaan de resterende overschotten rechtstreeks in een vrachtwagen. Bestemming = bemesting / omploegen in de grond. Hiervoor betaalt BelOrta een vergoeding aan de verwerker. o REO: Bestemming = dierenvoeding bij een boer in de regio.
-
Controle door BIRB/Ag.L&V op plaats van ophaling
-
Registratie van gegevens door BelOrta
Bron: jaarverslag 2013 van de voedselbanken In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 16/124
Enkele kerncijfers en vaststellingen voor REO + BelOrta: 2e helft 2014) bijna 100 sociale organisaties bezitten een toegangspas voor gratis uitreiking, (d.d. nov. 2014) o daarvan zijn een meerderheid (ongeveer 3/4de) afkomstig uit Vlaanderen. Ongeveer 1/4e van de organisaties zijn afkomstig van Wallonië of het Brussels gewest. o Er komt een minderheid (naar schatting 1/3e) ook effectief wekelijks langs bij de veiling. De rest komt minder frequent (bv. 2-wekelijks, 1x per maand, niet in de winter …). o Van de voedselbanken in Vlaanderen haalt: VB Brabant-Brussel producten op bij BelOrta VB Oost-Vl. en VB West-Vl. producten op bij REO-veiling. De Voedselbanken verdelen wel zelf verder naar andere organisaties (die laatsten moeten dus geen aparte toegangspas aanvragen), dus het aantal begunstigde organisaties is wel groter. o N.a.v. de Rusland-crisis en de bekendmaking van deze mogelijkheid tot gratis uitreiking (o.a. door dep. L&V, KOMOSIE en VVSG) is er een groei in het aantal liefdadigheidsorganisaties en OCMW’s die een toegangspas aangevraagd hebben. deze organisaties vertegenwoordigen ‘in theorie’ zo’n 45.000 begunstigden in totaal (d.d. juli 2014) slechts +- 50% van de organisaties vragen ook effectief de vergoeding aan voor de transportkosten. (de rest vindt ’t waarschijnlijk niet de moeite omwille van bv. de bijkomende administratie.) Er mag max. 150kg./begunstigde 15 uitgereikt worden per jaar in Vlaanderen en het Brussels gewest en in Wallonië 75 kg., maar dit plafond wordt momenteel bij de meeste organisaties verre van bereikt.
4.4.4.2 Andere veilingen Om gratis uitreiking van uit de markt genomen producten te mogen doen, moet de producentenorganisatie (=veiling) dit in haar operationeel programma opgenomen en gebudgetteerd hebben. Tot half 2014 hadden enkel 3 veilingen dit gedaan: REO, BelOrta en veiling Hoogstraten. N.a.v. de start van de Rusland-crisis (aug. 2014) hebben diverse andere veilingen ook deze mogelijkheid opgenomen in hun operationeel programma, waaronder: Belgische Fruitveiling (BFV) te Sint-Truiden (Limburg) Limburgse Tuinbouwveiling (LTV) te Herk-de-Stad (Limburg) Greenfarm te Kortemark (W-Vl.) De Rusland-crisis heeft m.a.w. voor een zekere dynamiek gezorgd in de 2e helft 2014 bij zowel de veilingen als de begunstigde sociale organisaties (cfr. kader hier net boven).
4.5 Evaluatie van het huidige programma van gratis uitreiking We baseren ons hier op o.a. gesprekken met diverse partners, maar en op de resultaten van de recente bevraging ‘Noden van sociale organisaties i.k.v. voedseloverschotten’, uitgevoerd in 2014 i.k.v. het Innovatieproject in de sociale economie. 4.5.1 VOORDELEN VAN HET HUIDIG SYSTEEM VAN GRATIS UITREIKING Voor de veiling: Vermijden voedseloverschotten. Hogere financiële vergoeding voor gratis uitgereikt uit de markt genomen fruit en groenten dan voor andere bestemmingen. … Voor liefdadigheidsorganisaties / voedselhulp-initiatieven:
N.a.v. de Rusland-crisis en gelet op de aanbeveling van de WHO (400 gram per persoon per dag) besloot Vlaams Minister Schauvliege op 1/9/2014 om het plafond voor Vlaanderen te verhogen van 125 naar 150kg/pp . Tot nog toe was de maximumhoeveelheid bepaald op 125 kilo per persoon per jaar. Persbericht:
15
http://www.jokeschauvliege.be/content/toelating-niet-oogsten-appels-en-bepaalde-groenten In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
-
Voor de -
v141229 17/124
In onze bevraging hebben we als vragen gesteld: “Wat zijn uw positieve ervaringen in de samenwerking met veilingen”. 16 De meest voorkomende antwoorden waren (tussen haakjes aantal antwoorden): o Groot en gevarieerd aanbod van (zeer) verse groenten (10x), alhoewel minder in winter (1x) o Zeer goed ervaringen (3x) o Organisatie verloopt vlot (2x). o Transportkosten worden vergoed (1x) doelgroep-begunstigden: (in lijn met die voor de voedselhulpinitiatieven) Goedkopere en gezondere voeding Beter fysisch en geestelijk welzijn van de begunstigden …
4.5.2 VERBETERPUNTEN VAN HET HUIDIG SYSTEEM 4.5.2.1 Voor de veiling Er zijn ook enkele nadelen voor de veiling, zoals : organisatie en registratie conform de strikte vereisten van de wetgeving. Een groot aantal organisaties begeven/bewegen zich op de site van BelOrta. Economisch verlies voor de onverkoopbare groenten … 4.5.2.2 Voor de sociale organisaties In onze bevraging hebben we als vragen gesteld: Voor zij die reeds samenwerken: Wat zijn de verbeterpunten? Voor zij die nog niet samenwerken: Wat de redenen zijn waarom voedselorganisaties (nog) niet samenwerken met veilingen voor deze gratis uitreiking? Antwoorden op vraag “Wat zijn de verbeterpunten?” voor zij die samenwerken: lang wachten op vrachtbrief (4x) administratie (2x) beperkt of geen aanbod van fruit (2x) vroege uren (1x) bijdrage vragen voor handeling kosten moet mogelijk zijn (1x) verre afstand (1x) dat alles klaarstaat (1x) betere en gespreide verdeling van de producten (1x) het assortiment beter aanpassen aan de noden van de doelgroep (1x) Antwoorden op de vraag “Redenen voor niet samenwerking?” (op een totaal van 102 antwoorden, meerder antwoorden per organisatie mogelijk): 31%: Ik beschik niet over de nodige transportmiddelen en/of medewerkers om het vervoer te doen 28%: geen koelcapaciteit om de groenten te kunnen bewaren 24%: De veiling is te veraf gelegen 15%: Ik ben tevreden over mijn huidige andere leverancier 8%: voorwaarden en/of administratieve vereisten wegen niet op tegen de baten 7%: Ik ben niet op de hoogte van deze mogelijkheid 7%: Ik ben op de hoogte maar weet niet hoe ik dit praktisch moet organiseren 15% andere redenen (bv. enkel samenwerking met VB, lange wachttijd, … Het valt ook op dat een aantal enkelen ondertussen een toegangspas hebben aangevraagd). Antwoorden op de vraag “Waarom geen verse groenten in het aanbod?” Afhankelijk van giften (financiële redenen), beperkte openingsmomenten van het voedselbedelingsinitiatief (bv. sommige openen maar 1x/maand) Geen mogelijkheden tot bewaring/behandeling transport/afstand
Deze resultaten zijn voornamelijk van toepassing op de situatie bij BelOrta, aangezien 3/4 e van de respondenten hiermee samenwerkte (de bevraging is niet naar West-Vl. uitgestuurd, aangezien daar een aparte analoge bevraging liep i.k.v. het voedselproject W-Vl. De resultaten hiervan zijn echter nog niet verwerkt. 16
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 18/124
4.5.3 ENKELE CONCLUSIES Wat vooral opvalt bij de positieve punten is: de grote tevredenheid over het groot en gevarieerd aanbod van (zeer) verse groenten. De typische ‘onvoorspelbaarheid’ van het precieze aanbod van overschotten wordt in de bevraging nauwelijks als nadeel vermeld. Wat vooral opvalt bij de verbeterpunten: typische “harde” maatregelen: nood aan logistieke en koelinfrastructuur bij de voedselhulporganisaties en onvoldoende organisatiecapaciteit (gebrek aan medewerkers); typisch “softe” maatregelen: Nood aan eenvoudigere en vlottere voorwaarden en/of administratie (o.a. lange wachten op vrachtbrief bij de veiling), nood aan steun in de praktische organisatie. Wat nog opvalt: De bekendheid van het aanbod bij de begunstigde organisatie lijkt verbeterd. In 2012 leek dit nog een belangrijk aandachtspunt, maar bij onze bevraging in 2014 blijkt slechts 7% niet op de hoogte van deze mogelijkheid. Dit heeft vermoedelijk o.a. te maken met de actievere promotie n.a.v. de Ruslandcrisis in 2014 door de overheid, KOMOSIE en VVSG alsook door de samenwerking in West-Vl. tussen REO en de Voedselbank West-Vl. De vraag/capaciteit van de verenigingen blijft kleiner dan aanbod. O.a. het plafond van 150kg/begunstigde (of tot aug.2014 nog 125kg) wordt verre van bereikt. Samengevat: Het huidige systeem van gratis uitreiking levert al een grote bijdrage tot de bevoorrading van voedselhulpinitiatieven aan verse groenten en dit tot grote tevredenheid van de meeste organisaties die er gebruik van maken. Maar het systeem is ook voor verbetering vatbaar. Er is nog ruime marge/potentieel voor verbetering met een meerwaarde op vlak van: o Verder beperken van (groenten)overschotten o Verhoogde armoedebestrijding o bevorderen van gezonde voeding bij kansengroepen o mogelijkheid tot creatie van sociale tewerkstelling in een geoptimaliseerde systeem?
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 19/124
5 Missie en productidee 5.1 Missie en productidee Doelstelling van dit ondernemingsplan: De valorisatie van de overschotten van de groente- en fruitveilingen in Vlaanderen maximaliseren door de creatie van een sociale economie structuur met als doel om de bevoorrading met verse groenten en verwerkte producten van de voedselhulpinitiatieven kwalitatief en kwantitatief te verbeteren. We willen een innovatief samenwerkingsmodel creëren: tussen sociale economie organisatie(s), sociale organisaties actief in voedselhulp en de groente- en fruitveilingen in Vlaanderen. o de veiling als leverancier van overschotten o een (of meerdere) nieuwe sociale economie entiteit(en) die de verse groenten sorteert, bestellingen klaarmaakt, verdeelt en eventueel bewaart en/of verwerkt tot nieuwe producten o Voedselhulpinitiatieven / sociale organisaties die de groenten verdelen aan de doelgroep van mensen in armoede en andere kansengroepen. -
dat de (meeste) verbeterpunten voor het huidige systeem van gratis uitreiking (cfr. vorig hoofdstuk) inwilligt: o Ontlasten van de voedselhulporganisaties op vlak van administratieve en praktische organisatie o een efficiënt en voedselveilig logistieke vervoer tot aan het voedselhulpinitiatief o een (centraal) coördinatie en ondersteuning op maat aan de deelnemende organisaties o verdere bekendmaking van dit aanbod
-
dat bovendien een “klantgericht” aanbod biedt t.a.v. de voedselhulporganisaties en de begunstigde mensen in armoede: o vraaggericht aanbod: deze organisaties kunnen een bestelling plaatsen om binnen bepaalde voorwaarden zelf te kiezen wat ze ontvangen. Hiervoor zullen bovenop het beschikbare gamma van groenteoverschotten ook bijkomende groenten (in beperkte mate) aangekocht worden op de veiling zelf. o begeleidende /flankerende maatregelen i.f.v. workshops leren koken en eten van de groenten of voor het voorzien van de nodige koelcapaciteit bij de voedselhulpinitiatieven.
-
dat niet enkel verse groenten verdeelt aan zijn ‘klanten’, maar ook – in overeenstemming met de wetgeving terzake - : o de resterende overschotten van de veiling die niet uitgereikt kunnen worden, maximaal valoriseert door ze in te vriezen of te verwerken tot gezonde en langer houdbare producten. o de klanten dus een ruimere keuze kan geven: naast verse groenten ook verwerkte producten (soepen, vacuüm verpakte gekookte groenten …) of diepgevroren verse groenten.
-
met als o o o o
-
dat rekening houdt met de (rand)voorwaarden vanuit de analyse van het huidige situatie in vorig hfst.: o Werken conform de voorwaarden van de instructies voor gratis uitreiking volgens de Europese regelgeving GMO fr&gr./ zodat de veilingen steeds recht blijven hebben op de vergoedingen voorzien voor deze gratis uitreiking. o professioneel aangepakt o steeds conform regelgeving voedselveiligheid werken.
-
dat bij latere uitbreiding ook: o andere sociale initiatieven die kansengroepen bereiken ondersteunen om hun van verse groenten en fruit te voorzien. o andere voedingsbedrijven dan veilingen in deze opzet zou kunnen ondersteunen (voedingsbedrijven in de groentenverwerkende industrie, distributiecentra van supermarktketens …)
meerwaarden: een win-win-win realiseren op 4 (beleids)domeinen armoedebestrijding, bevorderen van gezonde voeding, bestrijding van voedselverlies creatie van sociale tewerkstelling: kortgeschoolde langdurig werkzoekenden een boeiende job aanbieden om de diverse deze logistieke en administratieve activiteiten uit te voeren, met uitzicht geven op doorstroming naar / integratie in het regulier arbeidscircuit.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 20/124
5.1.1 SCHEMATISCH VOORSTELLING VAN DE HUIDIGE EN TOEKOMSTIGE SITUATIE De figuren hieronder tonen op vereenvoudigde wijze de huidige situatie en het toekomstidee voor voedselhulpinitiatieven i.f.v. gratis uitreiking en van de transporten tussen veiling en klanten.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 21/124
5.2 Best practice: Voorstelling van het ANDES-model -
A.N.D.E.S. (Association Nationale de Développement des Epiceries Solidaires) is de federatie die de meeste sociale kruideniers in Frankrijk overkoepelt en ondersteunt. Het “ANDES-model” slaat op hun bestaande samenwerkingen tussen de grote vroegmarkten in Frankrijk met een sociale economie bedrijf (van A.N.D.E.S.) dat aan de slag gaat met de overschotten en deze verdeelt aan talrijke voedselhulporganisaties alsook groenten en fruit verwerkt tot bv. soepen of appelsappen.
-
Voor meer info, zie: o de presentatie gegeven door de directeur van ANDES op de Initiatiefnemersdag ‘Sociaal aan de slag met voedselverlies’ georganiseerd door KOMOSIE op 25 mei 2014; o het verslag van het bedrijfsbezoek dat een 18koppige delegatie op 22 april ’14 bracht aan dit sociaal economie bedrijf op de site van Rungis te Parijs. . o hun website http://www.epiceriessolidaires.org/pole_aie.shtml
Figuur: sociaal economie bedrijven van ANDES bij 4 veilingen
Het ANDES-model inspireerde ons voor dit ondernemingsplan omdat het in haar werking ook de diverse maatschappelijk voordelen combineert die wij in ons plan nastreven. Er zijn ook enkele belangrijke verschilpunten: -
Een vroegmarkt is geen veiling. o Een belangrijk verschil tussen Frankrijk en België is dat er in Frankrijk geen veilingen bestaan voor fruit en groenten zoals in Vlaanderen, maar wel veel meer vroegmarkten. Enkele gevolgen: De kwaliteit van fr&gr. is beter bij de veiling dan bij een vroegmarkt, omdat een vroegmarkt een stap lager is in de voedselketen (nl. grootdistributie). Daarom is ook de sortering en het kuisen van de ingezamelde fr&gr overschotten veel meer noodzakelijk bij ANDES.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 22/124
Een veiling is meer onderhevig aan seizoensschommeling van productie en oogst dan een vroegmarkt. In een vroegmarkt is er het hele jaar door een relatief continu aanbod, terwijl veilingen vooral in de wintermaanden januari tot maart een lage omzet hebben en bijgevolg ook (veel) lagere hoeveelheden overschotten in die maanden.
-
Een ander financiering en inkomstenmodel voor ANDES in Frankrijk als hier. o de vroegmarkten kunnen in hun samenwerking met ANDES geen beroep doen op de vergoedingen die Europa voorziet voor gratis uitreiking i.k.v. GMO fr&gr. aangezien deze specifiek bedoeld is voor producentenorganisaties (cf. veilingen) en niet vroegmarkten. De vroegmarkten kunnen we een ‘lucratievere’ prijs vragen dan veilingen aangezien zij leveren aan de kleinhandel (daar waar de veiling doorgaans levert aan de groothandel) o De organisatie ANDES en het sociale economiebedrijf op de site va de vroegmarkten zijn in belangrijke mate gefinancierd via steun van de Franse overheid (+-45%) en andere overheden (+- 10%) en private stichtingen (+- 20%). Slechts +- 15% van de inkomsten wordt gerealiseerd via eigen inkomsten uit de verkoop van de groenten aan de voedselhulporganisaties.
-
Een andere nationale wetgeving of ‘interne regeling’ t.a.v. schenking van voedseloverschotten: o De Franse wetgeving is vooruitstrevend t.o.v. de wetgeving in België in die zin dat schenkingen in natura van bedrijven die voedingswaren schenken aan voedselhulp-initiatieven voor 65% aftrekbaar van de vennootschapsbelasting. (in casu de groothandelaars op de vroegmarkt); o ‘interne regeling’ bij MIN Rungis waarbij de groothandelaars op de vroegmarkt vrijstelling krijgen van afvalverwerkingstaksen.
Enkele sfeerfoto’s van het praktijkbezoek aan ANDES op 22 april 2014.
Foto 1: de Vlaamse deelnemers aan het praktijkbezoek.
Foto 2 en 3: medewerkers van het sociaal economie bedrijf sorteren en kuisen de ingezamelde appelsienen in het sorteeratelier en schillen wortelen voor de soep die in het verwerkingsatelier geproduceerd wordt. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 23/124
6 Aanpak / methodiek De doelstelling van dit rapport is een gedetailleerd ondernemingsplan maken dat alle aspecten in kaart brengt die relevant zijn voor de opstart van deze activiteiten door het sociaal economie bedrijf. M.a.w.: het “business model” beschrijven op een logische en volledige manier achter het productidee. Voor de opbouw van dit ondernemingsplan is vertrokken van: 1. de “standaard” structuur van een ondernemingsplan (cf. literatuur terzake) 2. en het Business model Canvas (afgekort BMC). We hebben in dit ondernemingsplan gekozen voor de combinatie van beide methodieken. Zo combineren we ‘het beste van 2 werelden’ en zijn we het meest volledig. Het voordeel van het standaard ondernemingsplan is dat het erg volledig is. Bv. ook een gevoeligheidsanalyse, volledig financieel plan, implementatieplanning … het BMC is meer ‘naar buiten’ gericht (bv. klantenrelaties, sleutelpartners). Met deze methodiek moet het lukken om voldoende basisinformatie te verzamelen om duidelijk zicht te krijgen op de organisatorische en financiële haalbaarheid van het project zelf en van hieruit de concrete opstart ervan te overwegen.
6.1 De “standaard” structuur van een ondernemingsplan Samengevat: De “standaard” structuur van een ondernemingsplan omvat (volgens de literatuur terzake): o “Wat willen we doen?” = missie en productidee o “Wat hebben/ wat kennen we?” = marktanalyse o “Hoe willen we dat bereiken?” Marketingplan Productieplan Personeelsplan Gevoeligheidsanalyse Financieel plan Implementatieplanning Wettelijke/praktische formaliteiten voor opstart
6.2 Het Business Model Canvas (BMC) (van Österwalder) Deze methodiek beschrijft in 9 (onderlinge verbonden) velden de diverse elementen van een business model/idee.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 24/124
7 Marktanalyse Een analyse van de huidige markt is essentieel om een heel aantal vragen te beantwoorden en een goede strategie voor je onderneming uit te werken. Je beschrijft eerst de markt en analyseert de trends. Dan bepaal je welke klanten je met welk product of dienst wil bereiken (‘doelgroep’). Je bestudeert ook je concurrenten en de mogelijke leveranciers. Kortom: de marktanalyse is het in kaart brengen van de (markt)vraag van uw (potentiële) klanten” (cfr. veld “1.Klantensegmenten” bij het BMC) het aanbod vanwege uw leverancier(s) uw (sleutel)partners, cfr. financiers, logistieke partner, FAVV (cfr. veld “8.Sleutelpartners” bij het BMC)
7.1 Marktvraag 7.1.1 BESCHRIJVING VAN DE POTENTIËLE KLANTEN: KLANTENSEGMENTEN EN -PROFIELEN We onderscheiden volgende doelgroepen: 7.1.1.1 Ten 1e: De prioritaire klantendoelgroep Dit zijn: In enge zin: mensen in armoede In ruime zin: financieel en maatschappelijk kwetsbare doelgroepen (‘kansengroepen’) die over beperkte middelen beschikken en doorgaans minder gezond eten (bv. verse groenten en fruit). In officiële termen (cfr. definitie in programma gratis uitreiking): personen die op basis van de nationale wetgeving recht hebben op bijstand van de overheid, met name omdat zij over onvoldoende middelen beschikken om in hun eigen levensonderhoud te voorzien; in de praktijk: o personen die ‘klant zijn’ bij een voedselbedeelpunt, sociale kruidenier of sociaal restaurant en o doelgroepmedewerkers/-vrijwilligers bij sociale (economie) organisaties. 7.1.1.2 Ten 2e: De intermediairen die in rechtstreeks(er) contact staan met deze “klantendoelgroep”. Het op te richten sociale economie bedrijf zal immers in de praktijk niet rechtstreeks deze doelgroep bereiken, maar via intermediairen werken: Sociale organisaties actief rond voedselhulp: o voedselbanken (die zelf als intermediair optreden t.a.v. de VH-initiatieven) o voedselbedelingsinitiatieven o sociale restaurants (SR) (waarvan een groot deel ook actief binnen de sociale economie) o sociale kruidenier (SK). OCMW’s die zelf aan voedselhulp/-ondersteuning doen (vaak doe ze evenwel beroep op het zogenaamde “middelveld’: sociale organisaties actief rond voedselhulp niet gelinkt aan het OCMW) Eventuele andere die voldoen aan de voorwaarden en vereisten voor gratis uitreiking fruit en groenten, (bv. bepaalde sociale economie organisaties) Vergelijking van de relevante ‘typische’ eigenschappen van de “intermedaire” klantensegmenten actief rond voedselhulp. Eigenschappen Sociaal restaurant (SR) en sociale Voedselbedelingsinitiatieven kruideniers (SK) Koopkracht en Hogere koopkracht Zwak tot zeer zwak betalingsPersoneel zijn vooral vrijwilligers. bereidheid Bevoorrading komt vooral van schenkingen bestellingen / aankopen zijn hiervan afhankelijk en dus van nature onvoorspelbaar Mate van Eerder zwak Sterk. De EU-producten en andere bevoorrading Reden is vooral dat VB in principe gratis producten zijn vaak hun via voedselbank bedeling verplicht terwijl SK net een beperkte voornaamste bevoorradingsbron. vergoeding vragen aan de doelgroep Ze zijn doorgaans aangesloten bij een voedselbank. Noden inzake Hoger. Een aanbod van fr&gr. gebeurt al in Zwakker. Ook op preciezere vers fruit en praktijk (vers of diepvries) of is toch een tijdstippen (bv. als voedselgroenten streven. bedeling 1x per maand gebeurt). In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
(verwerkt of niet)
Vraag- of aanbodgericht?
Mate van professionaliteit Aantal bereikte begunstigden
SR hebben uiteraard een sterke ervaring met verwerking van groenten. Doorgaans langere/meer openingsuren vooral SR, zodat ze ook continuere (bv. dagelijkse) bevoorrading moete organiseren. Vraaggericht. SK wensen doorgaans een voldoende ruim gamma in hun winkel te hebben. SR wens doorgaan tijdig te weten welke soort overschotten ze gaan ontvangen (bv. omdat de menu reeds 1 week of 1 maand op voorhand wordt opgesteld) Hoger. Doorgaans zijn er (1 of meerdere) betaalde krachten werkzaam. Eerder laag voor SK (17 SK aangesloten bij SKV) Hoog voor SR (90 tot 120tal SR in Vl.)
v141229 25/124
Aanbodgericht. Het voedselpakket wordt doorgaans afgestemd op het aanbod (al dan niet reeds vooraf vastgelegd/samengesteld door de voedselbank) Zwakker, mede doordat beroep gedaan wordt op vrijwilligers. Soms eerder “charitatief/klassiek” van aard. Hoog. 200 à 250 tal in Vlaanderen 17
Conclusie: Bij een betalend aanbod (bv. incl. levering aan huis) geniet het de voorkeur om in 1e instantie (bv. testcase) de organisaties van type SR en SK eerst te betrekken en pas in 2e instantie de meer klassieke voedselbedelingsinitiatieven. 7.1.1.3 Ten 3e: Een kapitaalkrachtigere klantengroep? We willen ook evalueren of in dit ondernemingsplan of ook via reguliere verkoopskanalen onze producten mogen verkocht worden. Dit biedt de mogelijkheid om eventueel een hogere prijs te vragen voor onze producten. Dit is in lijn met de opgestelde visienota van het Lerend netwerk Sociaal aan de slag met Voedselverlies: “Gevaloriseerde voedseloverschotten dienen in principe voor iedereen toegankelijk te zijn. Gratis bedeling is een mogelijkheid en voor sommige mensen in armoede zelfs de enige toegang tot voeding.”) Het is aanbevolen om deze producten dan als een “exclusief merk” op de markt te brengen, bv. door het lokale en sociale karakter van het product uit te spelen als marketingtroef. Deze doelgroep zal dan waarschijnlijk ook via intermediairen bereikt worden, bv. reguliere commerciële verkoopskanalen. (bv. het restaurant van de Inno Galeria, Delhaize …) Cfr. ANDES die zijn verse soep verkoopt bij de luxe fijne kruideniers in Parijs. Enkele criteria: 1) Mogen de producten wel verkocht worden op de reguliere markt? Voor producten aangekocht op de veiling (‘door te drukken op de veilingklok’) is dat geen probleem. Dit zijn geen overschotten en de strikte voorwaarden inzake gratis uitreiking zijn hier niet op van toepassing. Voor producten die uit de markt genomen zijn, zijn er wel mogelijkheden in de Europese wetgeving, maar ook strikte voorwaarden. o EU, verordening 543/2011 art. 80, GMO G&F hieruit kunnen we (voorzichtig) concluderen dat als het voedselhulpinitiatief de verwerker ‘in natura betaalt voor de verwerking’, mag de verwerker in principe doen met die hoeveelheid ‘in natura’ wat hij wil, dus ook verwerken en desgewenst op de (reguliere) markt brengen. Dit is evenwel onderworpen aan toestemming die de lidstaten moeten geven (vermoedelijk geval per geval) en gebonden aan voorwaarden. Deze zijn voor Vlaanderen nog niet gekend. 2) Is de veiling akkoord? Doorgaans ligt dit erg gevoelig bij hun en hun klanten (“distributie”). 3) Wat is het marktpotentieel van het product? 7.1.2 POTENTIËLE MARKTVRAAG EN BEPALDE FACTOREN VOLGENS RESULTATEN VAN DE BEVRAGING IN 2014 VAN HET INNOVATIEPROJECT IN DE SOCIALE ECONOMIE Een gerichte bevraging is wenselijk om de precieze noden van deze organisaties oor verdeling/verkoop van verse groenten (en fruit) preciezer i kaart te brengen.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 26/124
We maken hiervoor dankbaar gebruik van de resultaten van de recente bevraging ‘Noden van sociale organisaties i.k.v. voedseloverschotten’, uitgevoerd in 2014 i.k.v. het Innovatieproject in de sociale economie. We kregen in totaal 73 bevragingen ingevuld terug. Dit zijn de interessantste resultaten /antwoorden i.f.v. bepaling van de potentiële marktvraag: 7 op 10 organisaties willen meer groenten in kg of in aantal soorten aanbieden naar de toekomst toe, namelijk: o 24% wil meer soorten aanbieden o 7% wil meer kg aanbieden o 39% wil zowel meer soorten én meer kg aanbieden o 19% geen van beide Hoeveel kg meer? (35 organisaties geven hierop antwoord) Antwoord is afhankelijk van de vraag en de grootte van de organisatie Potentieel bestelvolume per maand varieert sterk van 50 kg tot 4.500 kg per organisatie Wat is de max. aankoopprijs van groenten voor uw organisatie? Die prijs gaat van 0 tot 80% van de marktprijs (n=47 heeft hierop geantwoord) o 7% is bereid meer dan 50% ervoor te betalen o 26% is bereid om meer dan 25% tot en met 50% te betalen o 18% wil meer dan 0 tot en met 25% van de marktprijs te betalen o 48% wil/kan er niet voor betalen We stelden ook een concrete toekomstgerichte vraag i.v.m. samenwerking met een veiling voor groenten Het beschreven aanbod was : Stel: uw organisatie plaatst wanneer gewenst een bestelling. U hebt hierbij de keuze uit een gamma van een 10-tal soorten verse seizoensgroenten. U hebt de keuze om ofwel uw bestelling zelf op te halen bij de veiling BelOrta te Sint-Katelijne-Waver (bij Mechelen) ofwel worden de producten bij u ter plaatse geleverd maximum 3 dagen na het ontvangen van uw bestelling. De groenten zijn overschotten, zogenaamde ‘uit de markt genomen producten’, aangevuld met aangekochte producten op de veiling om uw bestelling te kunnen vervolledigen. U betaalt voor de groenten een prijs die lager is dan t.o.v. de reguliere marktprijs en ingeval van levering een beperkte/competitieve leveringskost t.o.v. uw eventuele eigen inspanningen om ophaling/transport te organiseren.
Antwoorden op de bijhorende vragen: 56% vindt dit aanbod interessant (31% ‘zeer interessant’ en 25% ‘eerder wel’), 37% vindt dit niet interessant (14% ‘helemaal niet’ en 22% ‘eerder niet’ 8% gaf geen antwoord. Redenen waarom wel of geen interesse: o Waarom wel?: Regelmatige levering nodig, nood aan gezonde voeding, kan verwerkt worden, goedkope prijs, levering ter plaatse, minder afhankelijk van voedselbanken, bestelling op maat o Waarom niet?: Geen budget om aan te kopen (enkel interesse indien gratis), te ver (geen transportmogelijkheden), periode tussen bestelling en levering is te lang, is nu gratis via lokale leverancier, nood aan vaste ploeg medewerkers die dit kunnen doen. Verkozen leverwijze (op totaal van 56 antwoorden) o 74% wil de producten aan huis geleverd krijgen - op voorwaarde dat het betaalbaar is. (cfr. bovenstaand scenario) o 16,7% zelf ophalen o 9,3% ‘andere’, bv. beide moet mogelijk zijn, afhaling op andere locatie, gezamenlijk vervoer, afhankelijk van de kostprijs ervan -
Op de vraag “Hoeveel kg groenten verwacht u ongeveer te bestellen op maandbasis” o 18 ton is het samengetelde totaal potentieel in bovenstaand scenario. o Dit is een weliswaar een onderschatting want gebaseerd op slechts 22 geldige antwoorden op totaal van 35 antwoorden (op totaal van 71 respondenten) o Potentieel bestelvolume per maand varieert sterk van 50 kg tot 4.500 kg per organisatie.
-
Op de vraag ‘Hoeveel mag de levering afwijken van de bestelling? (Op een schaal van 1 (levering mag niet afwijken van de bestelling) tot 5 (mag sterk afwijken). (we vermeldden om er rekening mee te houden dat ‘hoe meer afwijking u toestaat, hoe meer u kan beleverd worden met overschotten.’) Antwoorden: o Per groentesoort: 2,9/5 o Hoeveelheid per soort: 2,8/5 Conclusie: Mag iets meer dan gemiddeld afwijken
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 27/124
We peilden ook naar de interesse voor verwerkte producten zoals soepen e.d. De interesse om zelf te verwerken is niet erg groot (15%), maar de interesse is wel groot om verwerkte producten af te nemen als ze goedkoop zijn (68%) We peilden ook naar de frequentie van de bevoorrading. Meest voorkomende antwoorden: 22%: meermaals per week 28%: wekelijks 8%: elke 2 weken 19%: maandelijks Welke voorlopige conclusies trekken we uit deze resultaten? (cfr. tekst in vet hierboven) 7 op 10 organisaties willen meer groenten in kg of in aantal soorten aanbieden; +- 6 op 10 vindt het geformuleerde toekomstidee/-aanbod interessant bijna 8 op 10 wil de producten aan huis geleverd krijgen (op voorwaarde uiteraard dat het betaalbaar is). 18 ton is het eerste (en voorlopig enige) concreet becijferde potentieel aan bestellingen voor ons toekomstidee in bovenstaand scenario +- 7 op 10 heeft interesse om verwerkte producten af te nemen als ze goedkoop zijn. De frequentie van bevoorrading is variabel, afh. van organisatie tot organisatie. 7.1.3 POTENTIËLE MARKTVRAAG EN BEPALDE FACTOREN VOLGENS 2 ANDERE BEVRAGINGEN “VERSE GROENTEN EN FRUIT” Naast ‘onze’ bevraging voor Vlaanderen is het voor een verdere kwalitatieve inschatting van de marktvraag interessant om ook de resultaten van 2 andere recente bevragingen te bekijken. 1. Bevraging “verse groenten en fruit” a. Door wie?: Welzijnsconsortium Zuid-West-Vlaanderen b. Bij wie?: voedselhulpinitiatieven (overwegend voedselbedeling) in de regio Z-W-Vl. c. Wanneer?: maart - mei 2011 d. Respons: 15 op 22. (=~ 2.043 ‘begunstigden’ in totaal) 2. Bevraging over de “noden aan verse groenten en fruit” a. Door wie? Groupe One 2013 b. Bij wie? Diverse voedselhulpinitiatieven in het Brussels gewest: voedselbedeling, sociale kruideniers en sociale restaurants c. I.f.v.: opstart van samenwerking volgens het ANDES-model op de site van de vroegmarkt Brussel. d. Wanneer: december 2013 e. Respons: 21 op 30 7.1.3.1 Resultaten op vragen gesteld in beide bevragingen Vraag Worden momenteel verse groenten en fruit aangeboden bij de voedselhulp? Bent u vragende partij om in de toekomst verse groenten en fruit te kunnen aanbieden/toevoegen? Frequentie bij “ja” (12 antwoorden) Wat zijn de knelpunten die je ervan weerhouden om meer vers fruit en groenten aan te bieden? (of in geval van studie Groupe One ook: redenen om zich te
Zuid-West-Vl. 25% ja 18
Resultaat bevraging Brussels gewest 36% ja (4 op 15)
73,3% ja
95% ja
-
45%: 4 keer per maand 36%: 2 keer per maand 18%: 1 keer per maand
-
Ophalen en transport Beperkte houdbaarheid • stockeren in koelcel • snelheid om verdeling te realiseren • tijdstip van verdeling Verpakking
-
42%: 4 keer per maand 33%: bestelling op vast tijdstip i.f.v. de behoeften van ‘t moment. 23% geen antwoord Logistieke problemen (ophaling/transport, geen vervoersmiddel …) Koelinfrastructuur (schrik voor) richtlijnen voedselveiligheid/FAVV
18 Deze resultaten zijn niet meer representatief voor de situatie in W-Vl. in 2014 omdat door de samenwerking tussen de REO-veiling, Welzijnsconsortium Z-W-Vl. en VB W-Vl. het aanbod van verse groenten ondertussen al verhoogd is.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
bevoorraden bij het voorgestelde aanbod bij MaBru+ CEFL)
-
Kuisen Afval van groenten richtlijnen FAVV Methode van verdeling Mankracht
-
-
v141229 28/124
dagelijkse werkorganisatie aanpassen (sneller verdelen want beperkt houdbaar, afval van onverdeelde/onverkochte groenten …) Voorkeur voor diepgevroren producten Aandacht voor halal-producten bij bepaalde gemeenschappen
De conclusies van beide bevragingen zijn gelijklopend: Er is een grote potentiële vraag. Slechts een minderheid bood momenteel vers fruit en groenten aan (25 à 36%) terwijl een grote meerderheid wel wenst vers fruit en groenten aan te bieden (73 tot 95%). De belangrijkste knelpunten die (een deel van) de sociale organisaties aan vraagzijde tegenkomen zijn: o logistieke problemen (ophaling/transport, geen vervoersmiddel …) o koelinfrastructuur o (schrik voor) richtlijnen voedselveiligheid/FAVV o dagelijkse werkorganisatie aanpassen (methode/snelheid/tijdstip van verdeling, afval van groenten, koudeketen respecteren …)
Ten aanzien van onze Vlaamse bevraging zijn vooral de 2 laatste knelpunten nieuw en nuttig om ook mee rekening te houden. Ons lijkt dat goede opleiding en begeleiding dit (groten)deels oplossen en hiervoor beperkte investeringen nodig zijn. (i.t.t. de 2 eerst genoemde knelpunten die wel belangrijkere investeringen vergen).
Conclusie: Of de potentiële vraag ook omgezet kan worden in echte vraag, hangt mede af van de mate waarin er ook een oplossing geboden wordt (bv. via opleiding en begeleiding aan de voedselhulpinitiatieven voor de knelpunten/belemmeringen die deze organisaties in de praktijk tegenkomen. 7.1.3.2 Bijkomende relevante resultaten op vragen gesteld in studie Groupe One Criteria die voedselhulpinitiatieven hanteren voor leverancier van fr&gr. te kiezen Versheid van het product De intrinsieke kwaliteit van de producten De prijs Gemak van bestellen Levering aan huis ipv zelf ophalen
Belang volgens studie Groupe One (cf. grafiek)
Evaluatie of aanbod van veiling aan deze 5 criteria voldoet
Belangrijk Matig belangrijk
Ja! Ja
Zeer belangrijk Matig belangrijk Matig belangrijk
Matig / nog onzeker (zie financieel plan) Ja (zie productieplan) Ja (dat is de toch ambitie van dit plan)
Vraag Welke prijs bent u bereid te betalen? (dit is incl. transport ter plaatse)
Resultaat / conclusie Fruit/groenten zoals appelen en peren: = 0,50 €/kg (volgens 80% respondenten) “luxe/intermediaire” fruit/groenten: 1€/kg (volgens > 50% respondenten). 1 organisatie antwoordde
Opmerking De prijs zal per product competitief moeten zijn t.o.v. de marktprijs (bv. Colruyt …)
Hebt u nu continu een gamma ter beschikking van vers fruit en groenten
72% antwoordt negatief. (+ 19% gaf geen antwoord). Dus meer dan 90% eerder negatieve antwoorden. M.a.w. het is niet nodig om een breed gamma van producten aan te bieden. 71% antwoord positief. (voor de planning en aangeboden aanbod) 24% hebben geen probleem met ongekend variërend aanbod (gelijke verdeling tussen VB, SR en SK)
Gelukkig, want er is zeker in laagseizoen ook geen ruim gamma overschotten bij een veiling
Vindt u het nodig om de precieze hoeveelheden te kennen per product die u zal ontvangen?
1,50€/kg
Bron: studie Groupe One, 2013 In opdracht van
Hoeveelheden zijn in ’t algemeen geen probleem want aanbod bij veiling overtreft de vraag naar gratis uitreiking type 1. Maar door de onvoorspelbaarheid van overschotten, lijkt bijkomende aankoop op de veiling nodig om aan deze 71% te voldoen.
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 29/124
7.1.4 ANDERE FACTOREN/ELEMENTEN DIE MARKTVRAAG BEPALEN 7.1.4.1 Bepaling van het werkingsgebied De grootte van je klantendoelgroep hangt ook af van je ‘werkingsgebied’. Tot waar ben je bereid om de groenten en fruit te leveren? Enkele criteria de afstand van ‘de klant’ tot de veiling of tot het sociaal economie bedrijf. (hoe verder, hoe duurder het transport/vervoer) Kostprijs van transport. Het vervoer zeker van kleine hoeveelheden, is duur. Hou dus rekening met (kosten)efficiëntie als je uw gebied bepaalt. de aard van het product: groenten zijn verse product met een korte houdbaarheid. Dit varieert van product tot product en afhankelijk van de (omgevings)temperatuur. Transport in niet gekoelde vrachtwagen is niet verboden maar is niet aanbevolen en mag zeker niet te lang te duren, in bijzonder in de zomer / op zonnige dagen. Hou rekening met ev. andere veilingen en gelijkaardige samenwerkingen. o Stem onderling af wie welke regio’s/organisaties bedient. Er is bv. geen nood om groenten van BelOrta tot in West-Vl. te transporteren gezien de huidige samenwerking voor verdeling van vers fruit en groenten tussen de REO veiling en de aangesloten verenigingen bij de voedselbank WestVlaanderen. De marktvraag en specifieke regionale/provinciale context (bv. VBB bevoorraad reeds voedselhulpinitiatieven in arr. Halle-Vilv. En Brussels gewest met relatief veel verse producten). Je kan bv. een minimale en maximaal gebied bepalen. M.a.w een kerngebied en een eventueel uitbreidingsgebied in latere fase. … 7.1.4.2 Kwantitatieve inschatting van de grootte van de marktvraag Voor een kwantitatieve inschatting va de grootte van de marktvraag is het nodig om te vertrekken vanuit een concrete situatie / een concrete veiling. We doen dit niet in dit ondernemingsplan omdat dit een algemeen plan is dat toepasbaar is voor een veiling. De volgende stappen lijken ons: Afbakening van het potentieel werkingsgebied (cfr. Hoger) Inventarisatie van het potentieel aantal voedselhulpinitiatieven en het aantal begunstigden van voedselhulp die zij bereiken. (zie hfst 3.1.2. sector voedselhulp in kaart gebracht) Gericht marktonderzoek om hun concrete vraag/behoeft aan uw aanbod van groenten in te schatten. 7.1.5 IS ER EEN MARKTVRAAG BI DE KAPITAALKRACHTIGERE KLANTENGROEP? Binnen dit project is er geen specifiek marktonderzoek gedaan naar de mogelijkheden van afzet van de verwerkte producten binnen het reguliere circuit. Dit is dus iets dat desgewenst in het vervolgtraject zal moeten gebeuren. 7.1.6 AANDACHT VOOR PARTICIPATIE VAN DE DOELGROEP EN DE WERKING VAN DE VHINTIIATIEVEN Cf. de Visienota van ons lerend netwerk Voedselverlies: “Door de mensen in armoede inspraak te geven, kunnen we ze betrekken in de wijze waarop sociale initiatieven rond voedselverlies opgezet worden.” Aanbeveling: “We vragen meer ondersteuning om de mensen uit de kansengroepen participatief te betrekken bij de bespreking en uitwerking van de oplossingen zodat hun stem ook gehoord wordt.” Dit uiteraard binnen de lijnen die het ‘management’ bepaald. 7.1.6.1 Mogelijke acties om deze “participatie” aandacht te geven -
De doelgroep begunstigden rechtstreeks bevragen:
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 30/124
Bv. Weke groenten eten ze graag? Ontvangen ze graag verse groenten of is er voorkeur voor gekuiste en versneden of bereidde groenten? o Via bevragingen: bv. deze “participatieve” vragen waren noch voorzien in ‘onze’ bevraging in 2014, noch in de bevragingen die Groupe One en Welzijnsconsortium Z-W-Vl. uitvoerden (cfr. hoger). Zulke bevragingen zijn wel gebeurd door Samenlevingsopbouw RIMO Limburg en Samenlevingsopbouw Gent. De resultaten hiervan worden op het Lerend netwerk voedselverlies van april 2015 besproken. o Via rechtstreeks overleg / discussie met de doelgroep: Bv. op een overleg van armoedeverenigingen waar armen het woord nemen. Bv. op de Trefdag armoede van de prov. West-Vl. 8/9 waar KOMOSIE spreker was. … Raadplegen van beschikbare studies (onderzoeksgroep Oases van UA, FdSS …) Rekening houden met de aanbevelingen van het netwerk Armoede i.v.m. noodhulp ‘onder protest’ o
-
-
Zodoende zijn een groot aantal van de bekommernissen van de mensen in armoede nu al gekend, bv. o vraaggericht werken i.p.v. het ontvangen van een vast (voedsel)pakket o voorkeur voor gekuiste en versneden of bereidde groenten i.p.v. ongekuiste rauwe groenten o aandacht voor gekende groenten (bv. allochtonen kennen doorgaans witloof niet en weten dus niet hoe het te bereiden). o een lage prijs, een zeker gamma o naast groenten ook fruit aanbieden (zeker voor ouders met kinderen) o …
De doelgroep “goesting” doen krijgen om meer verse groenten te eten, via begeleiding/ondersteuning zoals bv.: o Lessen/-workshops rond gezond koken en gezonde voeding, zoals volgende praktijkvoorbeelden: 2011-‘12: “koken met het voedselpakket” door Welzijnsconsortium Z-W-Vl. i.s.m. Vormingsplus +”Interactieve vorming rond gezonde voeding i.s.m. LOGO Leieland 2013-’14: “koken zonder voedselverlies” door MIVAS – afdeling Goed Gevoel, ook i.s.m. Vormingsplus 2014-’15: project De Block “Gezonde voeding toegankelijk maken voor gezinnen in armoede” door MIVAS – afdeling Goed Gevoel i.s.m. Vormingsplus en KOMOSIE vzw. • vorming en begeleiding om sociale restaurants te ondersteunen om te koken met voedseloverschotten • lessenpakket / vorming uitwerken en aanbieden om gezonde voeding te promoten bij gezinnen in armoede (kookworkshops, ...) 2014-’15: project CM – Cebud – Sociaal Winkelpunt rond gezond en budgetvriendelijk koken. o Receptenbrochures … Er zijn al talrijke receptenboekjes beschikbaar: naast bovengenoemde projecten zie o.a. Belorta, voedselbank W-Vl., Kringwinkel Brugse poort, internet… o …
7.1.6.2 Aandacht voor de werkingsprincipes van de types VH-initiatieven De voedselbanken (VB), de voedselbedelingsinitiatieven waarmee ze samenwerken, sociale kruideniers (SK), sociale restaurants (SR) en andere sociale (economie) organisaties hebben elk hun “ideologische” uitgangspunten en hun eigen manier van werken. Elk van deze wijzen heeft zijn waarde. Bv. het belang dat voedselbanken hechten aan gratis inzameling en gratis schenking. Bv. de aandacht die SK geven aan emancipatorische armoedebestrijding. Bv. belang van sociale economie organisaties om door middel van hun activiteiten ook kwalitatieve (en betaalde) tewerkstelling voor kansengroepen te creëren. Gemeenschappelijke aandachtspunt (o.b.v. de visienota “Sociaal aan de slag met voedselverlies”, mei 2014) Gratis bedeling is een mogelijkheid en voor sommige mensen in armoede zelfs de enige toegang tot voeding. Door de huidige voedselverliezen veilig toegankelijk te maken voor kansengroepen kan hen gezonde, goedkope en gevarieerde voeding worden aangeboden. Het thema “Sociaal aan de slag met voedselverlies” laat evenwel ook toe om te ondernemen vanuit een emancipatorische visie op armoedebestrijding. De garantie van het basisrecht op voeding en eventueel toelaten dat mensen ook een lage prijs betalen voor hun zelfgekozen producten heeft een positief effect op hun eigenwaarde. Door de mensen in armoede inspraak te geven, kunnen we ze betrekken in de wijze waarop sociale initiatieven rond voedselverlies opgezet worden. Aan mensen in armoede, die als vrijwilliger meedraaien, kan een laagdrempelige insteek geboden worden om een opleidings- en tewerkstellingstraject aan te vatten. Dit alles bevordert hun integratie in de samenleving. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 31/124
Sommige van deze aandachtspunten zijn door de VH-organisaties intern op te nemen. bv. inspraak geven in de wijze van verdeling, doelgroepvrijwilligers betrekken in de werking van het VHinitiatief ... Maar voor sommige aandachtspunten dienen we wel rekening te houden in dit businessplan. bv. door op de veilingklok zelf groenten aan te kopen (aan de laagst mogelijke prijs) zorgen we dat de sociale kruideniers deze producten nadien verder mogen verkopen aan hun klanten.
7.2 Aanbod / leverancier De voornaamste en in beginfase enige leverancier(s) die we voorzien zijn de Vlaamse groenteveilingen. De uit de markt neming van de overschotten door een producentenorganisatie (= veiling) is een ‘structureel’ gegeven en geen occasioneel of uitzonderlijk gegeven. Deze min of meer continue ‘grondstoffen’-aanvoer, biedt een interessante mogelijkheid aan sociale (economie) ondernemers om hiermee sociaal aan de slag te gaan, volwaardige activiteiten met toegevoegde economische en maatschappelijke meerwaarde uit te bouwen en medewerkers uit kansengroepen hierin te werk te stellen. De veiling streeft er vanzelfsprekend naar om de hoeveelheid ‘uit de markt genomen groenten’ zo laag mogelijk te houden. En gezien de ruimere bekendmaking van de mogelijkheid van gratis uitreiking sinds 2014 is te verwachten dat de hoeveelheid ‘uit de markt genomen groenten’ die rechtstreeks i.k.v. gratis uitreiking verdeeld wordt aan voedselhulpinitiatieven zal stijgen. Maar grote veilingen, zoals BelOrta, geven aan dat de vraag naar gratis uitreiking nog voldoende lager ligt dan het aanbod uit de markt genomen groenten. Ondanks dat er ook groenten (bijkomend) kunnen aangekocht worden op de veilingklok, zijn de overschotten onze belangrijkste bevoorradingsbron gezien de aard van de projectopzet (bestrijding van overschotten) en het kostprijsverschil (gratis versus aan marktprijs). We bespreken hieronder: De meest voorkomende groenten die uit de markt genomen worden; de te verwachten variaties per product en per seizoen of maand. de specifieke ‘klantenrelatie” die we kunnen/moeten opbouwen met BelOrta. 7.2.1 WELKE UIT DE MARKT GENOMEN GROENTEN VERTEGENWOORDIGEN DE GROOTSTE VOLUMES? De aantallen uit de markt genomen groenten zijn uiteraard sterk verschillend van product tot product. Te verwachten is dat de volgende 9 groenten het meest beschikbaar zijn bij de uit de markt neming bij veilingen en deze dus ook het meest verdeeld/verkocht/verwerkt zullen worden: • Tomaten • Salade • Bloemkool • Komkommer • Courgette • Paprika • Prei • (sluit)kolen (rode en witte kolen …) Groenten die in mindere mate beschikbaar kunnen zijn, zijn o.a.: • Selder • Koolraap, Chinese kool • Aubergine • Asperges • Rode biet • Wortelen • Champignons Doordat deze slechts in beperkte hoeveelheden beschikbaar zijn, worden deze reeds grotendeels of volledig gratis uitgereikt. Belangrijk is om hierbij uiteraard ook rekening met de seizoenschommelingen van de overschotten. (zie volgend hoofdstuk)
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 32/124
Sommige producten worden nooit/amper uit de markt genomen (bv. bewaargroenten zoals aardappelen of ajuinen). Er zijn in normale marktomstandigheden ook weinig tot geen overschotten van fruit. Deze overschotten gaan immers naar de voedingsindustrie voor bv. sapverwerking. M.a.w.: ondanks dat er mogelijks in het kader van de huidige Rusland-crisis wel tijdelijk / voorlopig fruit-overschotten uit de marktgenomen worden, zijn deze in het kader van ‘structurele’ overschotten van de veiling verwaarloosbaar en worden dus niet veder mee in beschouwing genomen in dit ondernemingsplan.
7.2.2 VARIATIE VAN DE HOEVEELHEDEN PER MAAND EN PER PRODUCT Het aantal uit de markt genomen groenten bij een veiling zijn per definitie onvoorspelbaar en dus variabel. Voor het planning van de activiteiten in de beoogde sorteer- en verwerkingsateliers van het sociale economie bedrijf is het belangrijk om rekening te houden met de variatie in het aanbod en deze zo goed mogelijk op voorhand in te schatten. Enkele vaststellingen / conclusies: o.b.v. diverse bronnen, o.a. -
De hoeveelheden variëren dagelijks.
-
De seizoenschommeling inzake totale “uit de markt genomen overschotten” lijken elk jaar gelijkaardig: o Er is een duidelijk piek in de zomer (juni – aug). o Er is een sterke daling van de aantallen in de winter (januari tot maart).
-
Onderliggend zijn de seizoenschommelingen per product natuurlijk sterk verschillend van product tot product afhankelijk van het teeltseizoen. Bv. typische wintergroenten zoals prei of kolen), asperges in mei.
Zie de seizoensgroentenkalender in bijlage.
Hieronder een indicatie voor enkele producten: o Voor veelvoorkomende uit de markt genomen groenten: sla: juni tot september tomaten: juni –augustus bloemkool: mei – augustus komkommer: juli – augustus courgettes: juni – september prei (januari) kool (jan – sept) spits-, Chinese kool (jan-febr)
o
Voor minder voorkomende uit de markt genomen groenten: Aubergine (aug) Selder (sept) Asperges (mei – juni) Koolraap, rode biet (juli tot maart)
De veilingen en het dep. L&V beschikken over de precieze gegevens hoeveel overschot er van elk product per maand is uitgereikt of andere bestemming kreeg. Dit is noodzakelijk aangezien ook de Europese vergoeding per product berekend wordt. Het is de ambitie van dit ondernemingsplan om mee een oplossing aan te bieden om te zorgen dat het beschikbare aanbod uit de markt genomen fruit en groenten maximaal behouden wordt voor menselijke consumptie (conform de cascade van waardebehoud). Dit kan door bv.: Het aantal voedselhulpinitiatieven te verhogen dat gebruik maakt van de gratis uitreiking, doordat ze bv. instappen in het aanbod dat we in dit ondernemingsplan vorstellen (zie hoofdstuk ‘productidee’); het aantal kg. per jaar per begunstigde dat effectief verdeeld wordt stijgt (richting het max. plafond van 150 kg/inw.; Of alternatieven zoeken i.f.v. bewaring en verwerking naar andere langer houdbare producten (zie lager, productieplan).
7.3 Concurrenten / partners We identificeerden de belangrijkste huidige/bestaande en potentiële/toekomstige partners/concurrenten. Dit zijn o.a. zowel huidige leveranciers van (diverse) producten aan voedselhulpinitiatieven of sociale organisaties als leveranciers/producenten specifiek van groenten of –bereidingen. We bespreken wat hun sterke punten zijn en waarom / in welke mate hun aanbod complementair is of concurrentie kan vormen. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 33/124
Bedoeling is om in de 1e plaats uiteraard maximale afstemming en/of samenwerking na te streven, zodat de diverse initiatieven elkaar maximaal versterken en zodoende de beoogde maatschappelijk meerwaarden maximaal bereikt worden terwijl de schaarse middelen zo efficiënt mogelijk besteed worden.
Concurrentconcullega
Sterkte / troeven
Uitleg waarom ons aanbod complementair is:
Reguliere handelaars, supermarkten enz.
Door hun sterke logistiek, schaalgrootte en kleine marges (tot 2à3% op omzet) bieden de supermarkten al aan zeer lage prijzen fruit en groenten aan in een fijnmazig netwerk van winkels. Vlaanderen behoort tot de landen met de hoogste dichtheid qua supermarkten (aantal inwoners per supermarkt) in de wereld.
Dit aanbod wil vooral het aanbod verse groenten versterken. Vele voedselhulpinitiatieven bieden nu geen of weinig vers fruit en groenten aan. Aangezien het gamma van overschotten van de veiling beperkt is en geen fruit bevat, kan het VH-initiatief bijkomende aankopen blijven doen bij zijn leverancier.
Huidig gratis rechtstreekse ophaling door voedselhulpiniti atieven bij veilingen
Binnen het programma van gratis uitreiking van fruit en groenten, type 1 kunnen liefdadigheidsorganisaties gratis zelf groenten ophalen bij de veilingen (bv. Belorta). Momenteel beschikken een 100tal organisaties over zo’n toegangspas in België. Veel van deze organisaties zullen moeilijker te overtuigen zijn om te betalen voor de in dit ondernemingsplan aangeboden dienst van levering van bestellingen aan huis.
O.b.v. de resultaten van bevraging uitgevoerd in 2014 kennen we de knelpunten van dit huidige systeem. De in dit ondernemingsplan aangeboden dienst wil net een oplossing bieden voor deze knelpunten en daarom in 1e plaats vooral de talrijke organisaties bereiken die zich nu nog niet bevoorraden van uit de markt genomen groenten van de veiling.
Huidige levering van producten aan voedselhulpiniti atieven door voedselbanken
Verenigingen aangesloten bij de voedselbank moeten hiervoor geen of slechts een lage jaarlijkse vergoeding betalen. Door de lange houdbaarheid zijn er weinig problemen qua houdbaarheid of koelcapaciteit.
- Het aanbod van meerdere VB (Limburg, Antwerpen …) en van de ‘EU’/FEAD-producten bevatten typisch geen verse producten. maar zijn eerder gericht op een basisgamma met lange houdbaarheid (melk, conserven …). Provinciale verschillen zijn evenwel groot, bv. VB W-Vl. levert veel diepvriesproducten (o.a. groenten); VBBrabant levert bijna 50% verse producten; door de grote aanwezigheid van diepvriesindustrie in die provincie. - De voedselbanken zijn mee partner in dit project
Voor verwerkingsatelier: De reguliere voedingsindust rie voor groenten (diepvries e.a.).
Vlaanderen telt verschillende grote groentenverwerkende bedrijven (Greenyard foods, Univeg, Noliko …) die door hun schaalgrootte hun kosten sterk kunnen drukken.
Deze bedrijven kunnen ook als partner aangesproken worden in dit project. De klantendoelgroep is algemeen de detail- of groothandel en dus niet rechtstreeks onze beoogde klantendoelgroep.
…
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 34/124
Potentiële toekomstige evoluties
Wat is het?
In welke mate is ons aanbod concurrerend of complementair?
Aankoopplatform REPIS
Het Rode kruis (WalloniëBrussel), FdSS (Federatie van Bicomm. maatsch. Diensten in Brussel) en REPIS (netwerk van sociale kruideniers in WalloniëBrussel) doen vanaf januari 2015 een gefaseerde opstart van een aankoopplatform voor sociale kruideniers en sociale restaurants en eventueel voedselbedelingsinitiatieven.
Concurrerend want: - Ook sociale kruideniers in Vlaanderen kunnen van dit aanbod gebruik maken, zodat de klantendoelgroep dus deels overlapt. - verse groenten en fruit zijn belangrijke producten die ze in hun gamma mee willen aanbieden. - Vanuit ons ondernemingsplan zouden bij uitbreiding ook groenten aan voedselhulpinitiatieven in Brussel of delen van Wallonië kunnen geleverd worden.
Het OCMW Brussel wacht op eventuele goedkeuring van (de middelen van) een ingediend EFRO-project om een sociaal project te starten voor de valorisatie van de fruit- en groentenoverschotten van deze vroegmarkt i.f.v. levering aan voedselhulpinitiatieven. Opstart van dit project is afhankelijk van goedkeuring EFRO-project (beslissing verwacht januari 2015)
Concurrerend want: Specifiek gericht op valorisatie van fruit en groenten. Klantendoelgroep overlapt: Ook specifiek gericht naar voedselhulpinitiatieven. Vanuit ons ondernemingsplan zouden bij uitbreiding ook groenten aan voedselhulpinitiatieven in Brussel of delen van Wallonië kunnen geleverd worden.
Gepland: Het ANDES-model bij vroegmarkt van Brussel (Marché Matinal, MaBru + bij ernaast gelegen Centre Européain de fruits et légumes (CEFL)
Complementair want: - Dit is in hoofdzaak gericht op Brussel en Wallonië. - Samenwerking hiermee is zeker mogelijk. Bv. wij kunnen een leverancier zijn voor dit aankoopplatform, zodat zij de verdere logistieke verdeling van de groenten naar Brussel en Wallonië op zich nemen.
Complementair want: Enkel gericht op Brussels gewest, niet op Vlaanderen. Samenwerking is bespreekbaar.
…
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 35/124
8 Marketingplan: de 4 P’s In het marketingplan geef je aan hoe je jouw product of dienst naar de klant gaat brengen. Dit beschrijf je aan de hand van de 4 P’s: product, prijs, plaats en promotie. Wij voegden specifiek aan dit ondernemingsplan een 5e P toe, nl. partners. Voor dit plan vertrek je vanuit de resultaten van je marktanalyse. Je gaat dieper in op de middelen waarover je beschikt om op de wensen van je doelgroepklanten in te spelen. Tenslotte bepaal je de mogelijke omzet en of die realistisch is. 1. Welke product ga je verkopen? (productidee / waardenpropositie) 2. Tegen welke prijs 3. Plaats: Waar verkoop je jouw product en via welke distributie(kanalen) 4. Hoe voer je promotie 5. Omzet bepalen
8.1 Productidee/toekomstidee In vorig hoofdstuk “Productidee/missie” is het product al kort voorgesteld. Nu we in de marktanalyse een grondigere analyse maakten van de klantensegmenten en – wensen, moeten we bekijken of het product hier werkelijk aan tegemoetkomt en in welke mate het moet worden aangepast. We willen de klant niet puur een product aanbieden, maar wel een “(all-in-)service”, naar het voorbeeld van ANDES, namelijk: 1. De klant plaatst een bestelling wanneer hij/zij wil (bv. 1 of 2wekelijks) met keuze uit een gamma van 10 soorten seizoensgroenten. 2. Deze producten worden bij hem/haar ter plaatse geleverd. De groenten zijn allemaal zeer verse en kwalitatieve producten afkomstig van de veiling. Het zijn uit de markt genomen producten (~overschotten), indien gewenst aangevuld met aangekochte producten op de veiling om zodoende ook de andere producten van uw bestelling te kunnen leveren. 3. Naast verse groenten kan de klant ook verse producten kopen op basis van overschotten die verwerkt zijn door het atelier (soepen, geblancheerde diepvriesgroenten …). 4. De klant betaalt een prijs die competitief is t.o.v. de reguliere kleinhandelsprijs en dit incl. levering aan huis. Naast puur materiële/commerciële argumenten, kunnen we ook: Inspelen op het comfortgevoel van de klant doordat we de klant ontzorgen/ontlasten van heel wat praktische en administratieve rompslomp (vervoer ter plaatse, geen eigen vervoer en chauffeur regelen, ondersteuningsaanbod voor praktische organisatie en workshops “’gezond leren koken met groenten” …) de sympathie wekken bij de ‘klanten’ om deel te nemen aan dit project en er in beperkte mate financieel toe te willen bijdragen, door te wijze op de sterke maatschappelijke meerwaarden. “Uw deelname aan dit project draagt niet enkel bij tot lenigen van materiële hulp v oor mensen in armoede en gezondere voedingsgewoonten dankzij u eigen inzet, maar draagt tevens bij tot het verminderen van de overschotten op de veiling en de tewerkstelling voor kansengroepen.” Hier kan ook een zekere betalingsbereidheid van de klant tegenover staan. 8.1.1 WELKE PRODUCTEN AANBIEDEN IN HET SORTEERATELIER EN HUN EIGENSCHAPPEN? Het betreft rauwe groenten zonder enige verwerking, geselecteerd i.f.v. de bestellingen. Voordelen Sortering is goedkoop qua investeringen Sorteringsproces is eenvoudig / haalbaar voor SE-medewerkers Bij voorkeur gekoeld transport, maar niet verplicht. …
Nadelen Kort houdbaar, bewaring /opslag in gekoelde ruimte (op 2 temperaturen) Niet ‘ready-to-eat’ voor begunstigden van voedselhulp. Lage prijs in supermarkt (prijs 2014 voor seizoensbasisgroenten: 0,55 à 1€; ‘luxe’groenten: 1,3 à 1,8€/kg) Weinig innovatief bv. t.o.v. bestaande gratis uitreiking op veiling. …
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 36/124
8.1.2 PRODUCTMOGELIJKHEDEN EN –EIGENSCHAPPEN VOOR HET VERWERKINGSATELIER Groenten kunnen op diverse wijzen verwerkt worden i.f.v. langere houdbaarheid enz. O.b.v. diverse externe onderzoeken, gesprekken en eigen bevindingen maakten we een overzicht van de voor- en nadelen van de diverse toepassingen en op basis daarvan een evaluatie van de haalbaarheid om deze toepassing wel of niet te selecteren. 8.1.2.1 Algemene voor- en nadelen Alle productverwerkingsmogelijkheden hieronder hebben volgende gemeenschappelijk voor- en nadelen Voordelen Gezond product (vers, kwalitatief, veel groenten, …) Toepasbaar op meeste soorten groentenoverschotten van veiling in relatief grote hoeveelheden (schaalvoordelen). Relatief eenvoudig verwerkingsproces Langer houdbaar maken van de verse groenten … Gekende producten (en dus meer marktvraag?) Meer ‘ready to eat’ (en dus meer marktvraag?) …
Nadelen Kapitaalsintensief (machines voor stomen/koken, snelkoelen en vriezen) Arbeidsintensief (wassen, stomen, verpakken …) Eindproduct is op zich weinig innovatief Concurrentie van reguliere supermarkten en dus lage marktprijs.
We focussen hieronder op de verschillen qua voor- en nadelen van de diverse verwerkingsmogelijkheden. We herhalen dus niet telkens opnieuw deze algemene voor- en nadelen. 8.1.2.2 Geblancheerde diepvriesgroenten (extra) Voordelen Zeer lang houdbaar (tot 1 of zelfs 2j.) (doch let ook op de energiekost van vriescel) Veelzijdig inzetbaar qua product (in soep, puree/stoemp, wok …) en qua klanten (kleine zakken voor gezinnen; grote zakken voor sociale restaurants …) Standaard kookproces / eenvoudig recept (ingrediënten = 100% groenten)
(extra) Nadelen Delicaat kookproces (juiste timing v. h. blancheren, eenvoudige portionering van uw diepgevroren product) Zeer lage marktprijs (1 à 1,3 euro voor meest voorkomende seizoens-groenteoverschotten) Koudeketen respecteren (-18°C): Vrachtwagen die levert aan de organisaties moet diepvriesruimte hebben. Aangesloten organisaties moeten diepvriezers hebben. begunstigden v-hulp moeten diepvrieszak of frigobox mee hebben. …
Eenvoudige verpakking (diepvrieszak) en etikettering (ingrediënten = 100% groenten zonder additief) Verbruikt veel groenten. ingrediënten = 100% groenten) Veel marktvraag (?) want: smakelijk uitzicht bijna ‘ready to eat’, (bv. ook in microgolf te bereiden) … Voorlopige conclusie: Deze toepassing lijkt haalbaar in 2e fase na evaluatie marktvraag en garanties voor respect koudeketen
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 37/124
Foto van enkele diepvriesgroenten (links gesneden prei; rechts: bloemkool in roosjes) 8.1.2.3 Vacuüm verpakte gegaarde groenten (extra) Voordelen Langer houdbaar (2 weken tot 2 maanden afhankelijk van de techniek)
(extra) Nadelen Welke marktvraag? (beperkter inzetbaar qua product?, minder smakelijk uitzicht? …) Je vindt dit product amper in supermarkt tenzij bij meeneemmaaltijden Lage marktprijs (bv. 2 euro voor gekookte rode biet)
‘ready to eat’, (enkel kort opwarmen in microgolf) Veelzijdig inzetbaar qua product (in soep, puree/stoemp, wok …) en qua klanten (kleine zakken voor gezinnen; grote zakken voor sociale restaurants …) Eenvoudige verpakking (vacuümzak) en etikettering Koudeketen respecteren vanaf transport tot aan (tenzij kartonverpakking nodig?) begunstigden v-hulp (max. 7°c) Relatief eenvoudig kookproces (volledig garen) … Ingrediënten = 100% groenten zonder/ weinig additieven ? Standaard kookproces / eenvoudig recept … Voorlopige conclusie: Toepassing lijkt pas haalbaar in 2e of 3e fase na uitgebreider onderzoek over productie en afzetmarkt
Foto’s van 2 vacuüm gekookte / verpakte groenten: rode bieten en maïs In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 38/124
8.1.2.4 Verse soep (extra) Voordelen Langer houdbaar (5 dagen tot zelfs 6 weken inden je over gespecialiseerde bewaringstechnieken en – machines beschikt) Eenvoudig kookproces Eenvoudige verpakking (soepbeker/-emmer) Grote marktvraag (?) want: ‘ready to eat’ (enkel kort opwarmen in microgolf) veelzijdig inzetbaar qua klanten (kleine zakken voor gezinnen; grote zakken voor sociale restaurants …). Meer mogelijkheid om ook op reguliere markt te verkopen als premium-merk (hoge kwaliteit met sociale meerwaarde …) …
(extra) Nadelen Moeilijker recept en etikettering Verbruikt relatief weinig groentenoverschotten (ingrediënten = slechts 15 tot 35% groenten; diverse betalende basisingrediënten (bouillon …). moeilijkere Lage marktprijs (2 à 3 euro per liter in supermarkt)
Koudeketen respecteren (max. 7°c) vanaf transport tot aan begunstigden v-hulp. …
Voorlopige conclusie: Toepassing lijkt pas haalbaar in 2e of 3e fase na uitgebreider onderzoek over productie, voedselveiligheid en marketing/afzetmarkt.
kd
Foto van enkele verse soepen te koop in supermarkten in plastick soepbekers.
Foto: de vers bereide wortelsoep van ANDES, gesmaakt tijdens ons bedrijfsbezoek te Rungis, Parijs.
8.1.2.5 Niet weerhouden producten Versneden verse groenten (zogenaamde 4e gamma) Voordelen ‘ready to eat’
Nadelen Zeer kort houdbaar (enkele uren of dagen) = zeer delicaat Eenvoudig en verwerkingsproces en recept Lage marktprijs (2 à 3,5 euro per kg in supermarkt) Koudeketen respecteren (max. 7°c) vanaf transport tot aan begunstigden v-hulp. Weinig innovatieve/toegevoegde waarde voor verwerkt product dat wel aan zware regels qua vveiligheid moet voldoen. Voorlopige conclusie: Deze toepassing lijkt niet haalbaar, vooral wegens zeer korte houdbaarheid en lage prijs In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 39/124
Confituur Voordelen ‘ready to eat’
Nadelen In normale marktomstandigheden zijn er geen fruitoverschotten bij de veiling … Complexere productie Hoge productiekost maar lage marktprijs Minder gezond … Voorlopige conclusie: Deze toepassing is niet haalbaar alleen al omdat er bij veilingen in principe geen fruitoverschotten zijn. Chutney Voordelen Nicheproduct, meer mogelijkheid om u te onderscheiden van reguliere markt en het te verkopen als alternatief product op reguliere markt …
Nadelen Beperkte marktvraag (ongekend en onbemind in België)
Enkel productie op kleinere schaal mogelijk en dus duur product Voorlopige conclusie: Deze toepassing lijkt niet haalbaar gezien beperkte marktvraag en dus enkel productie op beperkte schaal. Meer onderzoek nodig over productie en marktvraag. Tomaten verwerking tot pasta/blokjes/pasata/puree Voordelen Veel aanbod van tomaten want ze behoren tot de groenten die meest voorkomen bij de overschotten van een veiling. …
Nadelen Zeer lage marktprijs (0,65 à 0,75 €/liter of /kg)
Verpakking is complexer (doorgaans brik of blik) Voorlopige conclusie: Deze toepassing lijkt niet haalbaar gezien beperkt is tot 1 product en zeer lage marktprijs. Foto: diverse tomatenverwerkingen te koop in de supermarkt Andere producten en bewarings- en verwerkingsmethoden (verwerken tot stoemp, salades, diverse basissausen, verwerken tot groentebouillon, drogen, wecken …) zijn in dit ondernemingsplan niet verder onderzocht.
8.1.2.6 Conclusie We focussen qua concrete verwerkte producten in dit ondernemingsplan specifiek op 3 producttypes: 1. Geblancheerde diepvriesgroenten 2. Vacuüm verpakte gegaarde groenten 3. Verse soepen
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 40/124
8.2 Prijs Tegen welke prijs verkopen we de ‘groenten-bestellingen’ aan de VH-organisaties? Geleverd aan huis Of op te halen bij de veiling. De prijs moet: enerzijds “concurrentieel” zijn, in die zin dat het de VH-organisaties niets meer mag kosten dan nu. We gaan ervan uit dat de VH-initiatieven zelf hun rekening maken waar ze ’t goedkoopst kunnen aankopen en dat ze niet ‘uit sympathie’ bij het sociaal economie bedrijf zullen aankopen als hun dat duurder uitkomt. o Bovendien, als voedselbedelingsinitiatieven de groenten zelf verplicht gratis moeten uitreiken, dan kan je eigenlijk moeilijk een vergoeding voor het product zelf vragen. Eigenlijk kan je enkel een transportvergoeding vragen. o Ook sociale restaurants mogen volgens het reglement enkel een symbolische vergoeding vragen ter compensatie van de bereiding van de maaltijd. anderzijds “marktconform” in die zin dat het een inkomstenbron is die de SE-werkplaats mee in staat moet stellen om de organisatie te financieren. 8.2.1 VERGELIJKING MET DE KLEINHANDELSPRIJS OP DE REGULIERE MARKT. Voedselhulpinitiatieven vergelijken doorgaans goed de productprijzen in verschillende winkels. Daarom moet de prijs van de groenten lager zijn dan de kleinhandelsprijs bij een reguliere handelaar/supermarkt. Rekening houden met het feit dat het productaanbod vanuit het sociaal economie bedrijf enkele voordelen (levering ter plaatse van uw bestelling, ontzorging …), maar ook nadelen heeft (een beperkter gamma groenten en geen fruit, een aanbod dat in sé relatief onvoorspelbaar is) verwachten daarom dat de prijs voor de groenten geleverd aan huis lager zou moeten zijn dan de prijs van de groenten in bv. een supermarkt. Hieronder vindt u een lijst van de prijzen per soort groenten in het hoogseizoen (2e helft juli ‘14) en in het laagseizoen (2e helft november ‘14), genoteerd in een Colruyt-, Lidl- en Delhaize-supermarkt (te Antwerpen). 8.2.1.1 Prijzen voor verse groenten Hieronder vindt u de prijzen voor verse groenten. In het vet staan de groenten waarvan gemm. de grootste hoeveelheden zijn bij een veiling.
Soort groente
2e helft juli (“hoogseizoen”) Prijs in € per Prijs in € per kg kg bij Colruyt bij Lidl
Andijvie
0,99 per stuk
Asperges
Geen
Aubergine
1,65
Bloemkool
0,69
Broccoli
0,49 per stuk 1,35 per stuk
Chinese kool Kg Courgette IJsbergsla Kg Knolselder Kg Rode of witte kolen Komkommer
2e helft november (“tussenseizoen”) Prijs in € per Prijs in € per kg Prijs in € per kg bij Colruyt bij Lidl kg bij Delhaize
0,75 0,35 per stuk
0,39 per stuk
1,05 (promo 0,79) 1,5 (promo 0,98) 1,35 per stuk 0,75 0,65 per stuk (promo 0,39)
0,49 per stuk (promo 0,38)
1,44 0,99
1,29 per stuk
geen 1,79/kg (promo: 1,69) 1,89
0,49 per stuk
1,70 (promo: 1,50)
1,23
1,89
0,81/stuk
0,85/stuk
0,65/stuk (promo:0,55) 0,55
0,75/stuk
0,59/kg
0,75/stuk (kleine)
In opdracht van
1,79 1,13/stuk 1,8 (3,6/kg)
1,99 0,79/stuk
0,75/stuk
0,89/stuk 0,79/stuk 1,4/stuk; 3,5/kg
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
Koolrabi Kg Paprika (rood) Kg Paprika (mix van kleuren) Kg Parijse champignon
0,89 per stuk 1,99
2,35 (promo 2,19)
3,49
2,7 (promo 2,5)
Kg Prei Kg Selder
Kg Sla Kg Spinazie (gewassen + verpakt)
0,79 per stuk
3,75
3,31
Kg Tomaat
tros: 0,59 ; extra: 0,88 ; coeurboeuf: 2,3
Venkel
1,65
1,05 (promo maargroen:0,69; verpakt:1,49, (promo 1,39) 1,65
Witloof Kg Witte champignon
1,28 3,56
Kg Spruiten
Kg Wortel
1,59
1,59 (promo: 1,55) 2,1
0,76 - 0,89
1
Groen:0,63 0,74; wit: 1,33 - 1,48 0,63/stuk (andere soorten: 0,83/st.
0,99 per zak
los: 1,16/kg; tros: 1,29/kg 1,69/kg
0,89/stuk (promo: 0,85) 3,31/kg 1,29 (promo: 0,79) Tros: 1,75/kg Verpakt: 1,89
1,70
0,75 (bulk); 0,73 (boni)
0,65 (bio: 0,99)
v141229 41/124
1,89
0,75 Verpakt: 0,89 Sla divers: 1,05
Tros: 1,59 – 3,49
2,93 0,75 (bulk); 0,62 à 0,73 (boni)
0,55 0,95
Conclusie: Gemiddelde prijs van basisgroenten in het hoogseizoen schommelt tussen €0,55 en €1 per kg. Gemiddelde prijs van duurdere/luxe groenten of groenten in tussenseizoen schommelen tussen €1,23 en €1,70 per kg. Dit zijn o.a.: paprika, courgette buiten seizoen, aubergine, witloof, witte selder, asperges, spinazie, venkel en champignon. Opm: De prijzen hierboven zijn evenwel laag o.w.v. 2 factoren: De kleinhandelsprijzen voor groenten zijn in de 2e helft van 2014 uitzonderlijk laag geweest, o.a. wegens de Ruslandcrisis die in de zomer uitbrak. De waarde van verse groenten is gemiddeld met 14% gedaald t.o.v. 2013. Bron: http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/economie/landbouw/financieel/ler/ In de tabel hierboven zijn nog geen prijzen voor groenten in de wintermaanden genoteerd (febr-maart), typisch laagseizoen voor vele groenten, met als gevolg hogere prijzen. 8.2.1.2 Prijzen voor diepvriesgroenten Dit zijn typisch geblancheerde groenten die daarna snel gekoeld/ingevroren zijn. Prijzen bij Colruyt: Prijzen bij Lidl: Groentesoort Brocolli (in roosjes) Bloemkool (in roosjes) Gesneden prei Spruiten Courgetteschijven Knolselderblokjes:
Prijs in € per kg 1,19 0,98 1,09 – 1,33 1,19 1,20 1,09
Groentesoort Brocolli, spruiten, bloemkool of wortel 2 variëteiten samen 4 var° samen ~mix Rode kool met appel Microgolfgroenten
Prijs in € per kg 1,19 1,10 2,65 2,20 3,30
Prijzen bij Delhaize Proxy: Gesneden prei: €1,9/kg.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 42/124
Conclusie: gemm. verkoopprijs voor geblancheerde diepvriesgroenten ligt tussen 1 en 1,3€/kg 8.2.1.3 Prijzen voor verse soepen Alle verse soepen die gevonden zijn in de supermarkt waren verpakt in een plastick soepemmertje/soepbeker. Hieronder vindt u de prijzen. Type soep en supermarktketen Delhaize AD – kervelsoep met balletjes (‘artisanaal’) Delhaize proxy – witloofsoep ‘luxe’ Aldi – verse soep (‘artisanaal’) Aldi – roomsoep (‘excellence’)
Prijs per stuk 2,99 (1l.)
Prijs per liter 2,99
3,19 (0,6l.) 1,99 (0,95l.) 2,49 (0,95l.)
5,316 2,095 2,62
Conclusie: gemm. verkoopprijs voor basisversie verse soep ligt tussen 2,1 en 3 €/liter. Ps: Geen verse soep bij Colruyt in het gamma, behalve “kreeftensoep (5€/stuk = 5,25€/l.) 8.2.1.4 Prijzen voor niet verse soepen Type soep en supermarktketen Delhaize – diepvriessoep merk IGLO (diverse smaken) Delhaize – diepvriessoep huismerk (prei, uisoep) Delhaize – diepvriessoep ander merk Lidl – soep in brik merk Knorr Lidl – soep in blik merk Kania Colruyt - soep in brik merk Knorr
Prijs per liter 8,143 5,68 5,65 – 6,9 2,64 (groentesoep) – 5,81 (aspergecrème) 2,15 2,5 à 3 € voor alle variëteiten
Conclusie: gemm. verkoopprijs voor soep in brik ligt tussen 2,5 en 3 €/liter. Diepvriessoep (bij Delhaize) is wel dubbel zo duur). 8.2.1.5 Prijzen voor vacuüm verpakte groenten Er zijn enkel rode bieten en maïs gevonden als voorverpakte vacuüm groenten. Type groente en supermarktketen Rode bieten – Aldi Rode bieten bio – Delhaize proxy Maïs bio - Delhaize proxy
Prijs per verpakking ? 1,75 (0,5 kg) 2,75
Prijs per kg 1,98 3,5 5,62
8.2.1.6 Prijzen voor gesneden verpakte groenten (4e gamma) Type groente en supermarktketen Delhaize proxy – witte kool Delhaize proxy – fijne prei
Prijs per kg 3,5 5
8.2.2 VERGELIJKING MET DE PRIJZEN VOLGENS DE DIVERSE BEVRAGINGEN EN BIJ ANDES 8.2.2.1 Praktijkervaring bij ANDES (Frankrijk): Fruit en groenten afkomstig van overschoten van de vroegmarkt worden door ANDES aan een lagere prijs verkocht aan de voedselhulpinitiatieven dan fr&gr. afkomstig van aanvullende aankopen op de vroegmarkt. De gevaloriseerde fruit en groenteoverschotten worden geleverd aan 0,3€/kg. De aangekochte fruit en groenten aan 0,7€/kg. En dit, ongeacht het soort fruit of groente. Men overweegt wel om in toekomst prijsdifferentiatie toe te passen i.f.v. het soort groenten (bv. tomaat versus asperges). (Voedingswaren worden in een SK verkocht aan slechts 10% van de winkelprijs.) Bedenking hierbij: deze prijzen zijn erg laag. Dit is mede het gevolg van het feit dat ANDES sterk gesubsidieerd is zowel voor zijn algemene werking als specifiek voor de aankoop van groenten en fruit op de vroegmarkt.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 43/124
8.2.2.2 Resultaat bevraging Groupe One (Brussels gewest): Vraag Welke prijs bent u bereid te betalen?
Antwoord Fruit/groenten zoals appelen en peren: = 0,50 €/kg (volgens 80% respondenten) “luxe/intermediaire” fruit/groenten: 1€/kg (volgens > 50% respondenten). 1 organisatie antwoordde 1,50€/kg
Bedenking hierbij (mede o.b.v. de feedback ontvangen op het partneroverleg op 30/6/13): deze prijzen lijken eerder aan de hoge kant. Het prijsverschil met sommige groenten in de supermarkt is niet erg groot. Men twijfelt eraan welke sociale organisaties bereid zijn om dat te betalen? 8.2.2.3 Resultaat van bevraging van KOMOSIE september 2014 Vraag: Wat is de max. aankoopprijs van groenten voor uw organisatie? Antwoorden/resultaat: Die prijs gaat van 0 tot 80% van de marktprijs (n=47 heeft hierop geantwoord) (slechts) 7% is bereid meer dan 50% ervoor te betalen 26% is bereid om meer dan 25% tot en met 50% te betalen 18% wil meer dan 0 tot en met 25% van de marktprijs te betalen 48% wil/kan er niet voor betalen Conclusie: de betalingsbereidheid is erg laag: (slechts) 7% is bereid meer dan 50% te betalen en bijna de helft wil/kan er niet voor betalen! De redenen hiervoor zijn o.a.: In de 1e plaats natuurlijk ook nauw verbonden met de huidige voorwaarden van het systeem van gratis uitreiking. Binnen dit kader zijn de voedselhulpinitiatieven immers verplicht om de producten GRATIS uit te reiken. Indien zij dus wel een (weliswaar lage) prijs moeten betalen voor bestellingen van groenten de ze ontvangen via het sociaal economie bedrijf, dan moeten ze daar financieel zelf eigen middelen voor hebben/vinden, wat niet evident is! Een oplossing kan zijn om maximaal groenten aan de “bodemprijs” aan te kopen”, net voordat ze uit de markt genomen worden. Soms ook ideologisch van aard. Bepaalde voedselhulporganisaties, maar ook de voedselbanken, kopen uit principe geen producten aan. De Federatie van Belg. voedselbank zou evenwel bereid zijn om in de nabije toekomst dit principe aan te passen om aankopen tegen lage prijs toch toe te staan. Een uitzondering hierop is dat er wel een symbolische bijdrage mag gevraagd worden onder voorwaarden voor: de bereiding van maaltijden de verwerkte producten (cfr. hoger. Onder voorbehoud van bevestiging door dep. L&V. of dit voor Vlaanderen kan). Deze cijfers kunnen wel enigszins genuanceerd worden, nl.: Deze antwoord was algemeen gesteld en niet i.f.v. een concrete toekomstgerichte vraag i.v.m. samenwerking met een veiling voor groenten. Dus zonder de diverse voordelen van dit aanbod: levering ‘aan huis’, ... Te verwachten is dat de mensen een voor hun wenselijk/comfortabel antwoord. (wie keuze krijgt om zelf te bepalen hoeveel ze willen betalen zal eerder een laag bedrag opgeven).
8.2.3 VERGELIJKING MET HUIDIGE SITUATIE INZAKE GRATIS UITREIKING BIJ VEILINGEN De sociale organisaties die nu al groenten gratis ophalen bij een veiling (bv. BelOrta) krijgen deze gratis en ze krijgen desgewenst een vergoeding voor hun transportkosten, als ze dat aanvragen. Als dit transport geregeld wordt via vrijwilligers of via sociaal tewerkgestelden en via een bestelwagen/camionette die reeds hun eigendom is, kost hun dit ook weinig. De algemene betalingsbereidheid bij deze organisaties is dus vermoedelijk erg laag. Als ‘onze’ prijs hoger is, blijven ze hun groenten wel zelf gratis afhalen bij de veiling. De betalingsbereidheid is vermoedelijk hoger bij de voedselhulporganisaties die nog geen ophalingen doen bij de veiling. Bv. omdat ze bepaalde logistieke of organisatorische knelpunten hebben (cfr. hoofdstuk Marktvraag> resultaten bevraging). Ze willen misschien wel groenten van de veiling ontvangen, maar kunnen het niet.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 44/124
Opm.: de mogelijkheid om groenten gratis te kunnen ontvangen bij meerdere veilingen is minder of niet aanwezig in Frankrijk of in Brussel. In Frankrijk bestaan weinig producentenorganisaties/veilingen bestaan. De voedselhulpinitiatieven mogen zich niet zelf rechtstreeks gratis bevoorraden bij de vroegmarkten in Frankrijk of bij die van Brussel (MaBru+CEFL). Uiteraard kunnen Brusselse organisaties zich ook bevoorraden via het systeem van gratis uitreiking bij de Vlaamse veilingen. 8.2.4 CONCLUSIES EN CONCREET PRIJSVOORSTEL Op basis van alle bovenstaande verzamelde input over prijzen doen we hieronder een concreet prijsvoorstel. We houden hierbij o.a. / ook rekening met het volgende: Je kan een hogere prijs vragen voor ‘duurdere’ groenten (‘klasse 1’) dan voor basisgroenten zoals tomaat, sla …). Je moet een hogere prijs vragen voor aangekochte producten op de veiling dan voor ’overschotten’ van de veiling. 2 redenen: o Je moet je aankoopprijs terugverdienen (+ev. bijkomende kosten van eventuele externe aankoper) o Je moet een stimulans inbouwen opdat de voedselhulpinitiatieven bij hun bestellingen eerder overschotten bestellen dan nieuwe aangekochte producten. Het sociaal economie bedrijf dient zoveel mogelijk zijn diverse kosten (investeringen, werking, personeelskost …) terug te verdienen. Het streeft ernaar om break-even te zijn en daarvoor zijn de verwerving van eigen inkomsten uit verkoop/levering belangrijk. Een belangrijke variabele die momenteel nog ontbreekt is de transportkost. Dit wordt n het vervolgproject mee opgenomen. Zo komen we uiteindelijk tot het volgende prijsvoorstel incl. transport: 8.2.4.1 Prijsvoorstel voor verse groenten Welk type product?
Typische klanten
1
Overschotten
2
Nieuw aangekochte producten aan bodemprijs Nieuw aangekochte producten aan gewone prijs
voedselbedelingsinitiatieven + sociale restaurants sociale kruideniers en sociale restaurants
3
-
sociale kruideniers en sociale restaurants
Prijs voor ‘duurdere’ groenten (‘klasse 1’) 0,75 €/kg
Prijs voor basis-groenten (kl.2) 0,45 €/kg
0,75 €/kg marge bovenop bodemprijs
0,45 €/kg marge bovenop bodemprijs
0,35€/kg marge bovenop aankoopprijs
0,35€/kg marge bovenop aankoopprijs
Geschatte verhouding van basisgroenten tov totaal (basis- en luxegroenten)= 75% Geschatte verhouding van volume aan klokprijs (3) t.o.v. totaal volume (1+2+3) = o Voor basisgroenten: 20% o Voor duurdere/luxe-groenten 40% Bedoeling is om deze verhouding zo laag mogelijk proberen te houden zodat maximaal overschotten gebruikt worden en de aankoopkost beperkt wordt.
8.2.4.2 Prijsvoorstel voor verwerkte producten 1 2 3
Welk type product? Geblancheerde diepvriesgroenten vacuüm verpakte gekookte groenten Verse soep
Prijs in €/kg 1 1,5 2
8.2.5 VERHOUDING KOST VAN HET PRODUCT T.O.V. DE TOTALE KOST O.b.v. een ruwe inschatting van een ervaren soepproducent vermoeden we dat de kost voor de ingrediënten voor 1 liter soep ongeveer 55 à 65 €cent per liter bedraagt in een klein regulier of sociaal bedrijf indien je goed/gunstig aankoopt. Op een gemiddelde marktprijs van 2 à 2,5 €/liter soep bedraagt dit dus +- 25 à 30% van de totale kostprijs. Dit betekent evenwel dat de kost van het product zelf (de ‘fooodcost’) zelf steeds ondergeschikt zal zijn aan de bijkomende kosten voor verwerking en logistiek en dit zoals in de normale keten. Bij de keuze van de recepten en ingrediënten in dit ondernemingsplan zal natuurlijk rekening gehouden worden met het precieze aanbod aan overschotten. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
-
v141229 45/124
Geblancheerde verpakte groenten bestaan voor 100% uit groenten, zodat hiervoor dus uitsluitend uit de markt genomen groenten kunnen gebruikt worden. Voor soepen zijn echter steeds enkele basis-ingrediënten nodig om, die nooit of zelden uit de markt genomen worden op een veiling: aardappelen, ajuin, zout, bouillon … Deze ingrediënten moeten dus standaard aangekocht worden. Hierin is vooral bouillon typisch het product met en relatief erg hoge kostprijs. Ter indicatie: hieronder een tabel met enkele prijzen van deze ingrediënten. Soort groente Prijs in € per kg Aardappel (Charlotte) zak 2,5kg 1,18 (promo 0,98) (Lidl) Aardappel (Nicola) zak 2,5kg 0,80 (promo 0,54) (Lidl) 0,40 à 0,40 in bulk Colruyt) Uien 0,35-0,6 (Lidl) Knoflook 4,75 (Lidl)
Dus afhankelijk van de bereiding zal je foodcost volledig of slecht gedeeltelijk kunnen wegvallen in dit ondernemingsplan t.o.v. een traditioneel regulier of sociaal verwerkingsbedrijf. Bv. voor geblancheerde of vacuüm verpakte gegaarde groenten kan de kost van je ingrediënten (de foodcost) in principe 0€ bedragen als je bereiding 100% uit deze groente is samengesteld. Bv. voor soepen zal je foodcost bv. slechts met 50% verminderen. Op een geschatte gemiddelde foodcost van 50 à 60 €cent per liter spaar je dus slechts 25 à 30€cent uit.
8.3 Plaats en distributiekanalen We focussen op de vraag: Waar verkoop je jouw product en via welke distributiekanalen? Onze producten moeten immers de klant bereiken. (Voor meer info over de locatie van het sociaal economie bedrijf bij de veiling: zie Hoofdstuk 8. Productieplan, 8.10. Ligging.) Het transport: zie Hoofdstuk 9: Transport en logistiek. 8.3.1 VOOR DE LEVERING AAN DE SECTOR VOEDSELHULP -
Enerzijds is het de bedoeling is om ook het transport te voorzien om de bestellingen te kunnen leveren rechtstreeks “aan huis” op het adres van de voedselhulporganisatie/-vereniging en dit op basis van het werkingsgebied dat je hebt afgebakend. o Zie hoger hoofdstuk “De sector voedselhulp in Vlaanderen” voor concrete cijfers.
-
Anderzijds kunnen de groenten ook aangeboden worden aan via intermediaire distributieplatformen die een ruimer gamma producten verdelen aan voedselhulpinitiatieven. Bv. de provinciale voedselbanken, aankoop platform REPIS, RIMO-Limburg, Waaslans/Interwaas (deze 2 laatsten in fase van onderzoek). Redenen: o “groenten” zijn slechts 1 van de vele producten die voedselhulpinitiatieven willen aanbieden aan hun klanten. Het is voor hun gebruiksvriendelijker om het aantal verschillende leveranciers te beperken. (principe “one-stop-shop”); o Mogelijke synergie-/efficiëntievoordelen versus de nadelen dienen concreet onderzocht te worden geval per geval.
-
Ingeval het SE-bedrijf gelegen is op of naast de site van een veiling waar de sociale organisaties zich ook rechtstreeks bevoorraden (bv. bij Belorta), zouden deze organisaties ook hun bestellingen kunnen afhalen bij deze SE-organisatie. Hierdoor wordt ook de logistieke transportkost uitgespaard.
8.3.2 DE VERKOOP VAN NIEUWE VERSE PRODUCTEN (BV. SOEP) OP DE COMMERCIËLE MARKT. -
Noot: (slechts) In bepaalde gevallen (bv. voor aangekochte groenten aan de veilingklok) of onder bepaalde voorwaarden (bv. in geval van natura vergoeding voor de verwerking in opdracht van liefdadigheidsinitiatieven, cfr. EU-verordening 543/2011, art.80) is het toegelaten om de groenten(bereidingen) te verkopen op de reguliere markt.
8.3.2.1 Distributiekanaal supermarkten -
Geblancheerde diepvriesgroenten worden al in alle supermarktketens verkopen reeds. Vacuüm verpakte groenten vind je nog niet veel in supermarkten. (met moeite vond ik maïs en rode bieten in de Delhaize) Verse soep: In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
o
o
v141229 46/124
De ketens Delhaize, Carrefour en Aldi verkopen reeds verse soep. Het is dus moeilijk om daar uw producten aan te verkopen aangezien er reeds aanbieders zijn. Bovendien heeft Delhaize en Aldi reeds “exclusieve kwaliteitssoepen” in zijn gamma (bv. Marokkaanse wortelsoep met foto van Sergio Herman in Delhaize, de ‘excellence’ soep van ALDI). De ketens Colruyt en Lidl lijken nog geen verse soep in hun gamma te hebben. Op 1e zicht lijkt het dus aangewezen om eerst deze ketens aan te spreken om uw verse soep aan te bieden.
8.3.2.2 Andere distributiekanalen Supermarkten willen steeds volume aan een lagere / de laagste prijs. Daarom zijn nichewinkels of exclusievere boetieks mogelijks interessanter want daar is eerder een hogere prijs te krijgen per liter soep (zoals bij ANDES). Bv. afhankelijk of de producten van de veiling biologische producten zijn, zouden ze bv. aan bioshops kunnen verdeeld worden. Bv. zou de organisatie Voedselteams vzw bereid zijn om de verwerkte producten mee te verdelen via de voedselteams … Nadeel kan zijn dat deze distributiekanalen slechts een beperkte hoeveelheid van uw soep kunnen afnemen gezien het beperkt aantal verkooppunten. Meer info: zie ook marktanalyse > marktvraag en zie volgend hoofdstuk “Promotie > marketingstrategie”
8.4 Promotie / klantenrelaties De promotie van ons aanbod zal zeer belangrijk zijn. De meeste voedselhulpinitiatieven werken nu reeds samen met bepaalde leveranciers. Om hun te overtuigen dat ons aanbod aantrekkelijker is, dienen we een sterke promotie(campagne) te voeren. Hoe voer je promotie ? Afhankelijk van het distributiekanaal (cfr. punt 7.3), zal ook je promotie anders zijn. Er zijn 2 soorten promotie: 1. Enerzijds voor de levering van verse groenten aan de sociale en VH-organisaties (‘gratis uitreiking’ of aangekocht product). 2. Anderzijds de verkoop van nieuwe verse producten (bv. soep) op de commerciële markt als een “exclusief merk”. We bespreken beide kort hieronder. 8.4.1 PROMOTIE T.A.V. VOEDSELHULPINITIATIEVEN Een sterke promotie van het aanbod t.a.v. de voedselhulpinitiatieven is belangrijk. Zij dienen overtuigd te zijn van de voordelen die het concept hun biedt: Voor zij die nog niet samenwerken met een veiling bekendmaking van dit aanbod aan alle OCMWs en liefdadigheidsorganisaties in een ruime regio. moet het een oplossing bieden voor de knelpunten die zij ervaren. Voor zij dit wel reeds samenwerken met een veiling. Overtuigd worden dat het voorgestelde aanbod/service hun meer voordelen kan opleveren dan de huidige werkwijze. (ontzorging: geen vervoer, minder administratie enz.) Nood aan een persoonlijke service/ondersteuning op maat aan de deelnemende organisaties Bv. Welke begeleidende /flankerende maatregelen bied je mee aan, i.f.v. workshops voor het leren koken en eten van de groenten, om de nodige koel- of vriescapaciteit te voorzien bij de organisatie? Enz. 8.4.2 MARKETINGSTRATEGIE VOOR DE VERKOOP VAN NIEUWE VERSE PRODUCTEN (BV. SOEP) OP DE COMMERCIËLE MARKT (slechts) In bepaalde gevallen (bv. voor aangekochte groenten aan de veilingklok) of onder bepaalde voorwaarden (bv. in geval van natura vergoeding voor de verwerking in opdracht van liefdadigheidsinitiatieven, cfr. EUverordening 543/2011, art.80) is het toegelaten om de groenten(bereidingen) te verkopen op de reguliere markt. Het meest potentieel hiervoor verwachten we van verse soep die als een “exclusief kwaliteitsmerk” wordt aangeboden, naar het voorbeeld van A.N.D.E.S. in Frankrijk. Het potentieel voor bv. geblancheerde groenten of voor ‘basis’-verse soepen achten we klein aangezien dit reeds talrijk en aan zeer lage prijzen aangeboden wordt aan/in bv. supermarkten. (zie hoger Hoofdstuk Marketingplan > Prijs) In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 47/124
8.4.2.1 Organisatie van denkoefening rond de marketingstrategie op maat Bij de verdere discussie over het opzet van het marketingplan op maat bevelen we aan om verschillende vaardigheden samen te brengen. Marketingspecialist(en), alsook mensen met een goede kennis van de agrovoedingssector en de distributie of horeca-sector enz. 8.4.2.2 Doelpubliek Een studie, uitgevoerd door TNS Media Intelligence in maart 2010 in Frankrijk 19 toonde aan dat 60% van de Fransen hun gedrag hebben veranderd in het licht van duurzame ontwikkeling. De consument wordt zo een “bewuste consument”. Uit dezelfde studie blijkt dat respectievelijk 36% en 26% van de Fransen vindt dat een verantwoord product milieuvriendelijk moet zijn en lokaal geproduceerd moet worden. Deze studie wijst ook op de “locavore” consumptie bij een deel van de Franse bevolking. 20% van de Fransen vindt bovendien dat hun overtuiging doorweegt in hun consumentengedrag. Toch behoort deze geëngageerde consument vaak tot het hogere kader, is hij gediplomeerd, lid van een of meer verenigingen en geniet hij van een maandloon boven 3000€. Dit consumentenprofiel heeft dan ook het meeste oor voor de productkenmerken die naar voor worden geschoven. 8.4.2.3 Positionering van het product Het product wordt verkocht als een kwaliteitsproduct. De nadruk wordt gelegd op waarden zoals solidariteit, nabijheid, moderniteit, ecologie, kwaliteit en het argument “beperkte hoeveelheid”. De producten van ons sociaal economie bedrijf onderscheiden zich van andere producten, zoals de huidige premium soep bij Delhaize, door het sociale voordeel van de herinschakeling van kansengroepen en / of het milieuvoordeel van op basis van kwalitatieve voedseloverschotten geproduceerd te zijn. Het product moet dus lekker smaken en biologisch zijn, en de sociale of milieuvoordelen moeten eenvoudig, ludiek en luchtig aan de consument worden uitgelegd / voorgesteld. 8.4.2.4 Mogelijke slogans De slogan “gewoon goed” kan bijvoorbeeld worden gebruikt om de nadruk te leggen op de smaak (eerste criterium bij de aankoop), maar tegelijk ook op het solidaire proces, namelijk de inschakeling van werknemers in de arbeidsmarkt en het vermijden van verspilling. Vanuit een ander uitgangspunt, kunnen ook merkloze producten worden voorgesteld maar wel met een verkoopnaam zoals “solidaire seizoenssoep”. 8.4.3 PROMOTIEMIDDELEN We voorzien minimum volgende basismaterialen te ontwikkelen Website Logo en eventueel slogan Bijhorende huisstijl Folder in 2 versies: 1 voor partner en 1 voor klanten. Aantrekkelijke verpakking, in ’t bijzonder indien ook op de reguliere markt verkocht wordt. De ‘investeringskosten’ hiervoor zijn ingeschat in het financieel plan. 8.4.4 PROMOTIEACTIES -
Promotiecampagne Mailing per post naar alle potentiële klanten Publiciteit via beschikbare communicatiekanalen a. Van federaties/groepen zoals de provinciale voedselbanken, sociale kruideniers Vlaanderen, … b. Van de Vlaamse overheid c. Via netwerk van KOMOSIE d. ….
De ‘werkingskosten’ hiervoor zijn ingeschat in het financieel plan.
19
Studie TNS Media Intelligence maart 2010, obv. studie “Rapport projet d’ingénieur”, ANDES en AgroParisTech, 2012. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 48/124
8.4.5 KLANTEN-/SAMENWERKINGSRELATIE MET DE VEILING Het toekomstidee dat met dit ondernemingsplan wordt beoogd staat of valt met de bereidheid tot medewerking van beide partners: de veiling en het sociaal economie bedrijf. Het engagement tot samenwerking krijgen van de veiling is dus cruciaal. Daarom is het ook belangrijk om even stil te staan bij deze ‘klantenrelatie’ en hoe het sociaal economie bedrijf zich mot promoten t.a.v. de veiling. De relatie met de veiling moet gebaseerd zijn op: Eenvoud en ontzorging: o bv. zorgen dat de veiling zo weinig mogelijk extra tijd moet spenderen aan de gratis uitreiking en verdere verdeling van de overschotten. o Bv. de REO-veiling wenste een duidelijk aanspreekpunt/-persoon tye hebben voor de voedselhulpinitiatieven die afnemer. VB West-Vl. neemt nu deze rol op van “single point of contact”. Professionalisme: nakomen van afspraken, stiptheid en regelmatigheid, respecteren van procedures en instructies, proactief handelen ... Aanspreekbaarheid: continue aanwezigheid van een coördinator of omkaderingspersoneel op de site van de veiling of minstens bereikbaarheid (cfr. helpdesk …). Kwaliteit: kwalitatief hoogstaande service bieden t.a.v. de veiling, Meerwaarden bieden: win-win vor de veide partijen (financieel, MVO …). Gezien de intense samenwerking met en op de site van de veiling is nodig om vooraf een duidelijke taakverdeling af te spreken worden tussen de sociale economie werkplaats en de veiling. Wie doet welke registratie van in- en uitgaande stromen en nodige documenten (leveringsbon ..): Wie doet het intern transport van het centrale magazijn naar de loods / sociale werkplaats die de overschotten sorteert en verder verdeelt? Eventueel toekomstgericht: o Welke toekomstige taken kunnen door de veiling opgenomen worden? o Welke toekomstige taken die de veiling nu op zich neemt, kunnen eventueel door het sociale economie bedrijf gebeuren? Hoe gebeurt het aankopen van bijkomende groenten op de veilingklok? Het sociaal economie bedrijf zal hiervoor vermoedelijk met de veiling een overeenkomst afsluiten eens de samenwerkingsmogelijkheden concreter zijn.
8.5 Partners We voegen aan dit ondernemingsplan een 5e P toe, nl. partners. Het SE-bedrijf zal met talrijke partners samen moeten werken zoals reeds opgelijst in hoofdstuk “Marktanalyse”. Dit project kan immers niet op duurzame wijze bestaan zonder ondersteund en gedragen te zijn door diverse partners. De 2 belangrijkste sleutelpartners zijn in de 1e plaats: 1.
De veiling als (hoofd)leverancier van de groenten. (zie hoger)
2.
De voedselhulpinitiatieven (en hun federaties/moedermaatschappijen) als afnemers van onze groenten en die direct in contact staan met de klantendoelgroep / begunstigden. (zie hoger punt 6.1.1 ‘beschrijving potentiële marktvraag’ en punt ‘7.4. Marketingplan’ promotie)
Daarnaast zijn er nog o.a. volgende andere partners te verwachten waarmee we een partner- of klantenrelatie moeten/kunnen opbouwen: 1.
Institutionele partners
2.
Subsidiërende overheid, mecenas en bedrijfsstichtingen
3.
Departement Landbouw&Visserij, onder de Minister van Landbouw, Vlaamse overheid
4.
Federaal Agentschap voor Voedselveiligheid (FAVV)
5.
Logistieke partner / transporteur
6.
De sociale (economie) organisatie(s) die het beheer van de sociale werkplaats op of bij de site van de veiling op zich neemt. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
7.
Concurrenten – concullegae ( zie hoofdstuk 6.3.)
8.
Andere fruit- en groentenverwerkende bedrijven
v141229 49/124
Het opbouwen van deze talrijke partnerschappen en onderhouden van deze relaties kan erg tijdrovend zijn. Elke partner heeft zijn eigen doelstellingen. Het komt erop aan dat elke partner zijn rol vervult in het project in een win-win relatie. We bespreken hieronder eerst de samenwerkingsrelatie met de federaties/koepels van de voedselhulpinitiatieven en daarna de diverse andere partners. 8.5.1 SAMENWERKINGSRELATIE FEDERATIES/KOEPELS
MET
DE
VOEDSELHULPINITIATIEVEN
EN
DIENS
Het sociaal economie bedrijf zal ook met elke begunstigde vereniging die groenten afneemt een overeenkomst afsluiten om de rechten en plichten van elk van de partijen te bepalen, meer bepaald de modaliteiten inzake bestelling en levering alsook de eventuele verplichtingen inzake evaluatie en traceerbaarheid. (zie bijlage) Voor deze standaard overeenkomst op te stellen kan inspiratie gehaald worden o.a. uit de overeenkomst die ANDES in Frankrijk gebruik of die bv. de Voedselbanken nu gebruiken voor verenigingen die zich bij de voedselbank willen aansluiten. Het volgende schema toont een algemene visie van het project. Fruit en groenten zijn kwetsbare en bederfelijke voedingswaren, waarvoor een welbepaalde bewaartemperatuur geldt. Het vervoeren van deze producten is dan ook ingewikkeld en duur, waardoor voedselhulpverenigingen weinig fruit en groenten verdelen. Om dit te verhelpen, moet de beheerorganisatie samenwerken met de netwerkverantwoordelijken/moederorganisaties van voedselhulpverenigingen (Belg. Federatie van voedselbanken, Sociale kruideniers Vlaanderen, Sint-Vincentius, Komosie …) om de nodige steun te krijgen en bv. de logistieke middelen te bundelen met het oog op meer kostenefficiëntie om zoveel mogelijk Vlamingen te bereiken.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 50/124
Om deze cruciale samenwerking en steun structureel te verankeren zou bv. een stuurgroep kunnen gevormd worden waarin naast bovenvermelde federaties o.a. ook de betrokken veiling aan zou deelnemen.
Figuur: mogelijke overlegstructuur / stuurgroep voor sturing van het sociaal economie bedrijf. 8.5.2 INSTITUTIONELE PARTNERS Diverse institutionele partners zijn belangrijk, in bijzonder bij de lancering en promotie van het project. Zij zullen in de 1e plaats optreden als ambassadeurs of facilitators om bv. de beoogde partners tot effectieve samenwerking te bewegen, mee financiële subsidies of sponsoring van materiële aard te zoeken; de promotie van het project te ondersteunen via hun bestaande communicatiekanalen; de opvolging van de sociale tewerkstellings- en opleidingsaspecten. Deze partners kunnen zich op het lokale/regionale/provinciale, gewestelijke of nationale niveau bevinden. -
We verwachten – naar het voorbeeld van Frankrijk - voor een dergelijk ambitieus en mooi (hefboom)project een ondersteuning - bij voorkeur interdepartementaal geregeld - van de verschillende ministers verantwoordelijk voor 1 of meerdere van de beleidsdomeinen waar het toekomstig ‘ANDESmodel bij de veiling’ een sterke maatschappelijke meerwaarde biedt: Meerwaarde op vlak van Milieu (cfr. beleidsnota: dit o-plan draagt bij tot een optimale valorisatie conform cascade van waardebehoud. Toepassing voor humane consumptie behoort tot de beste opties. + vermindering van de kosten voor afvalverwerking. Armoedebestrijding en gezonde voeding Cfr. beleidsnota Homans: Hefboomprojecten helpen mee de toegang tot voldoende en gezonde voeding voor mensen in armoede wordt gegarandeerd (op termijn zelfs minder voedselhulp via FEAD-middelen nodig?) In opdracht van
Beleidsdomein / verantwoordelijke Minister Vl. minister van landbouw en omgeving / milieu Schauvliege Dep. L&V, OVAM Vlaams Minister Armoedebestrijding Homans – dep. WVG Federaal Staatssecretaris voor Armoedebestrijding POD MI Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
Sociale economie / tewerkstelling Cfr. beleidsnota Homans. Link met beleidsdomein Werk: Ook de sector van de sociale economie heeft hier een belangrijke rol te vervullen. Deze sector biedt door zijn bijzonder karakter ook kansen op werk voor mensen die op de reguliere arbeidsmarkt moeilijk een baan vinden.
v141229 51/124
Vl. Minister van sociale economie Homans
Opm: Vlaams Minister Homans heeft inderdaad in december 2014 een vervolgproject goedgekeurd. Meer info: zie hoofdstuk ‘next steps’. -
-
-
-
-
Lokale besturen en/of het OCMW op het lokale niveau; o Zij zijn een belangrijke partner op het lokale niveau o De voordelen voor hun zijn o.a.: De uitstraling van dit project op/bij hun grondgebied, als voorbeeld van een duurzame sociaal ondernemerschap en samenwerking tussen reguliere en sociale economie met veel maatschappelijke meerwaarden. Hiermee een lokaal bestuur kan “uitpakken” Creatie van sociale tewerkstelling in hun regio Max. bevoorrading van alle sociale (voedselhulp)initiatieven met de groenteoverschotten op hun grondgebied. VDAB: voor opleiding van de medewerkers (en ev. de indicering van de toekomstige doelgroepwerknemers in geval van maatwerkbedrijf) o Departement Werk & Sociale Economie: De Vlaamse overheidsdienst verantwoordelijk voor de opvolging van de tewerkstelling en die i.f.v. de gecreëerde sociale tewerkstelling een loonkostsubsidie voorziet (ter compensatie van het rendementsverlies). Sinds 6e staatshervorming zijn alle sociale tewerkstellingsstatuten geregionaliseerd. Ondersteunende diensten die subsidieprogramma’s beheren of opvolgen: VLEVA, ESF, EFRO … Federaties of hun rechtstreekse leden, zoals: o VVSG (Vlaamse vereniging voor steden en gemeenten): het betrekken en motiveren van OCMW’s voor deelname aan het project o In de sociale economie: In-C, de ondersteuningsstructuur voor de sociale economie in Vlaanderen de werkvormkoepels in de sociale economie (SST, VLAB, KLDE, SLN …); Of rechtstreeks bv. • Een beschutte werkplaats in de regio met ervaring in enclave werking en (her)verpakking, • De Kringwinkels met capaciteit voor bv. logistiek, opslag of voor het leveren van koel/vriestoestellen. • Een sociale werkplaats met ervaring in logistiek of in de horeca. o in de voedselhulpsector: Zij beschikken doorgaans al over een ruim netwerk van contacten of aangesloten leden en van bepaalde ‘harde’ infrastructuur (transport, opslagplaats, koeling) of relevante ‘softe’ kennis en expertise (ervaringsuitwisseling …). Belgische federatie van voedselbanken Sociale kruideniers Vlaanderen FdSS: coördinator van het overleg voedselhulp in het Brussels gewest. Zij starten o.a. ook een distributieplatform op voor bevoorrading van sociale kruideniers (“platforme d’achat de Repis) in Brussel en Wallonië, waarmee samengewerkt kan worden. Derden: o Bv. RIMO Limburg gezien hun huidige opdracht om in Limburg voorde realisatie van een distributieplatform van gezonde voeding voor mensen in armoede tegen einde 2016. o … …
8.5.3 SUBSIDIËRENDE ONDERSTEUNEN
OVERHEID,
MECENAS
EN
BEDRIJFSSTICHTINGEN
DIE
HET
PROJECT
Op basis van het financieel plan (zie lager), kunnen we stellen dat dit ondernemingsplan zeker steun kan gebruiken van diverse partners. Die steun kan diverse vormen aannemen: financieel, materiaal andere, bv. ondersteuning in de communicatie/promotie of advies … Die precieze nood aan financiële ondersteuning via subsidies is afhankelijk van de financieringsbehoeften in het financieel plan en de concrete situatie/context. (zie verder)
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 52/124
Redenen: Een “hefboomproject” zoals beschreven in dit ondernemingsplan creëert wel bepaalde economische meerwaarden die echter niet noodzakelijk toereikend zijn om break-even te zijn. Maar het realiseert wel talrijke directe en indirecte maatschappelijke meerwaarden die de financiële kosten ruimschoots overschrijden. Bij de opstart moeten aanzienlijke kosten gemaakt te worden (diverse investeringen, promotiecampagne …). Het is goedkoper om voor deze eenmalige kosten zo veel mogelijk te kunnen terugvallen op subsidies van overheden, in de plaats van te moeten beroep doen op financiering via banken of risicokapitaalverschaffers die een (hoge) intrest aanrekenen hiervoor. Ter vergelijking: ook het sociaal economie bedrijf van ANDES bij de vroegmarkt dat als best practice geldt voor ons toekomstidee, is in belangrijke mate gefinancierd via steun van de Franse en andere overheden en private stichtingen. Zie hoger hoofdstuk “Best practice”. Er zal du actief gezocht moeten worden naar mogelijke subsidiegevers. Hieronder een kort overzicht Overheden, bv. o Sociale innovatiefabriek: www.socialeinnovatiefabriek.be (toegangspoort tot o.a. IWT-subsidies) o provinciale subsidiereglementen, o lokale overheden. Mogelijks beschikken zij ook over mogelijkheden om steun in natura te geven (opslag-, transport-, keuken- of koelinfrastructuur die niet (ten volle) benut wordt) o projectoproepen (van OVAM …) o Europese subsidies (Horizon 2020, EFRO …): Via de consulenten van het Vleva (www.vleva.eu ) of Kenniscentrum Sociaal Europa (www.kcse.be) Nuttig voor o.a. grotere bedragen op langere termijn te ontvangen. Fondsen die oproepen voor projectfinanciering organiseren: Lotto, Koning Boudewijnstichting (www.kbsfrb.be) … Privébedrijven: o Aangezien het aanbod complementair is aan en niet in concurrentie gaat met reguliere bedrijfsactiviteiten, kunnen zij vanuit hun beleid Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen sponsoring geven van financiële of materiele aard aan dit project: o In de 1e plaats: de veiling zelf, als meest rechtstreeks betrokkene. (bv. ook inbreng van hun knowhow/expertise, inbreng in het financieel kapitaal (kapitaalsparticipatie als aandeelhouder) o In de 2e plaats: bedrijven uit de agro-voedingsindustrie die een nauwe band hebben met het product (verse groenten en fruit) en die over een beleid/verantwoordelijke voor MVO beschikken. Bvb. een bedrijf dat fruit en/of groenten verwerkt, een supermarktketen … o Stichtingen van grote bedrijven: Ter vergelijking: ANDES ontving in 2012 voor ongeveer 1,5 mio € aan steun van 9 privépartners (op een totaal begroting van 8,4 mio € is dit +- 18%). Mogelijke gesprekspartners om dit veld te verkennen zijn: Kauri, Business&Society Belgium, United fund for Belgium. Aanpak: 1. Het zal nodig zijn om een degelijk onderbouwd en aantrekkelijk dossier op te stellen om onze vraag voor ondersteuning uit te leggen aan deze partners. a. We menen dat dit project een zeer belangrijk “sympathie-potentieel” heeft dankzij de vele maatschappelijke meerwaarden die het project realiseert. Dit lijkt ons een sterk “immaterieel kapitaal” van het project om ondersteuning te krijgen. 2. Vervolgsens een lijst opstellen van potentiële subsidiegevers (zie aanzet hierboven), gerangschikt volgens waarschijnlijkheid en prioriteit. Zodat op basis hiervan concrete persoonlijke contacten kunnen gelegd worden. 3. I.f.v. de aard van de schenking, zal een duidelijke verbintenis / doelstelling (moeten) afgesproken moeten worden met de subsidiegever. De steun die overheden of bedrijfsstichtingen typisch geven is bedoeld voor een duidelijk omschreven project/activiteit binnen (de groei van) de sociale organisatie. Tevens dienen bv. bijdragen geschreven te worden voor MVO-hoofdstuk in het jaarverslag, aanwezigheid op bepaalde evenementen enz. 8.5.4 DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ, MINISTERIE VAN LANDBOUW, Dit departement van de Vlaamse overheid heeft de bevoegdheid om o.a.: te controleren dat de instructies inzake gratis uitreiking gerespecteerd worden, zowel vanwege de veiling/producentenorganisaties (= veilingen) als vanwege de ‘liefdadigheidsinstellingen’ en OCMW’s die groenten ophalen bij de veiling. o Daarvoor doet het o.a. de nodige controles op de plaats van ophaling bij de veiling en de plaats van verdeling. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
-
v141229 53/124
aanvragen voor toegangspassen te controleren en goed te keuren. Het huidig en toekomstig beleid inzake de gemeenschappelijke Marktordening fruit en groenten en luik ‘interventie’ op te volgen en concrete toestemmingen/voorwaarden of aanvraagdocumenten te bepalen voor Vlaanderen. De interdepartementale werkgroep Voedselverlies te leiden binnen de Vlaamse overheid, die o.a. samen met de ketenpartners momenteel de roadmap Voedselverlies 2020 opstellen.
Meer info: www.vlaanderen.be/landbouw 8.5.5 FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR VOEDSELVEILIGHEID, FAVV De opdracht van het FAVV is te waken over de veiligheid van de voedselketen en de kwaliteit van ons voedsel, ter bescherming van de gezondheid van mens, dier en plant. Anders gezegd, dient het FAVV de risico's, die de gezondheid van mens, dier en plant kunnen aantasten, te evalueren en te beheren. Voedselveiligheid is dus één van de belangrijke aspecten die onder de bevoegdheid van het Agentschap vallen. Zodoende is het FAVV bevoegd voor de controles op levensmiddelen, voor het opstellen van de operationele reglementering en de door de operatoren van de voedselketen na te leven controles. De certificering en de normen inzake infrastructuur behoren eveneens tot haar opdrachten. Het FAVV verzorgt tevens de communicatie over alle materies waarvoor zij bevoegd is, zowel naar professionelen als naar consumenten toe. Hiertoe is hun website het instrument bij uitstek ( http://www.favv.be/professionelen/ ). Als lid van de stuurgroep “Sociaal aan de slag met voedselverlies” is het FAVV ook betrokken geweest bij de ontwikkeling van dit ondernemingsplan en heeft ze ons op specifieke vragen i.f.v. dit o-plan geantwoord. De specifieke aandachtspunten inzake voedselveiligheid voor dit ondernemingsplan zijn reeds opgenomen in dit plan (zie lager). 8.5.6 SAMENWERKINGSMOGELIJKHEDEN BEDRIJVEN
MET
ANDERE
FRUIT-
EN
GROENTENVERWERKENDE
In een latere fase zou er ook eventueel kunnen samengewerkt worden met andere fruit- en groentenverwerkende bedrijven in de regio. In de buurt van veilingen zijn typisch ook zulke bedrijven (voedingsindustrie) gevestigd. Deze bedrijven hebben doorgaans ook bepaalde overschotten en zijn vaak ook zoekende naar oplossingen om hier op de goedkoopste en duurzaamste wijze van af te geraken. 8.5.7 HET SOCIAAL ECONOMIE BEDRIJF DAT DE SORTEER- EN VERWERKINGSATELIERS BEHEERT Last but not least is natuurlijk de rol van het sociaal economie bedrijf cruciaal dat de diverse operationele activiteiten zal uitvoeren. We overlopen hieronder enkele bevoegdheden en criteria voor (een goede keuze) van het sociaal economie bedrijf Met het oog op het goede verloop van het project, moet deze ‘projectdrager’: -
-
Een erkenning als sociaal economie bedrijf hebben met 2 hoofdactiviteiten, in overeenstemming met de geldende reglementering, namelijk een sociale en professionele individuele begeleiding voor elke werknemer en de organisatie van aangepaste opleidingen voor de herinschakeling van de werknemers op de arbeidsmarkt, o
Het reeds beschikken over een gepaste erkenning in de sociale economie is belangrijk omdat voor de meeste SE-werkvormen momenteel geen of zeer moeilijk nieuwe erkenningen worden gegeven.
o
Bij voorkeur mogelijkheid te hebben om doelgroepmedewerkers en omkadering binnen het toegekende contingent (en dus gesubsidieerd) te werkte stellen voor deze nieuwe activiteiten, omdat er in komende jaren weinig uitbreidingsoproepen verwacht worden.
de activiteiten willen organiseren i.f.v. (de andere) beoogde doelstellingen van dit ondernemingsplan: o
maximale valorisatie van de overschotten van de veiling
o
bestrijding van armoede, zoveel mogelijk op emancipatorische wijze (keuzevrijheid bieden, inspraak van mensen in armoede …; cfr standpunt noodhulp van het netwerk armoede, 2009);
o
bevordering van gezonde voeding.
-
alles in het werk stellen om zich ter plaatse duurzaam te vestigen (partnerrelaties met de directie ontwikkelen en in stand houden enz.),
-
een logistiek netwerk voor het hele gebied opzetten,
-
georganiseerd zijn om maximaal te kunnen genieten van nationale of (boven)lokale financieringen, In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 54/124
-
een partnerschap oprichten met de voedselhulpverenigingen, beroepsmensen en financiers,
-
onvoorziene omstandigheden anticiperen en in goede banen leiden,
-
zich aanpassen aan de marktschommelingen (snel reactievermogen om dagelijks een gevarieerd aanbod groenten te kunnen aanbieden),
-
op de hoogte zijn van de basisregels inzake veiligheid en eerste hulp,
-
weten wie de mensen zijn die in moeilijkheden verkeren,
-
weten hoe het verengingsleven en de sector voedselhulp in België werkt,
-
op de hoogte zijn van het sociale (economie) beleid en de economische integratie.
-
het ondernemersrisico willen nemen. Goed en efficiënt de beoogde activiteiten organiseren en beheren om de activiteiten op een financieel duurzame wijze (minstens break-even) te kunnen continueren.
8.6 Omzet bepalen Op basis van de inschatting van de potentiële hoeveelheid bestellingen (zie hfst. marktanalyse) en de conclusies omtrent prijzen per kilogram in punt 7.2. ‘Prijs’ schatten we hieronder de verwachtte omzet. We werken met verschillende scenario’s voor de inschatting van de omzet: Base case is het verwachte normale scenario als de productie en omzet verloopt zoals gepland. Worst case Best case Om voldoende variatie in de omzet weer te geven voorzien we ook een ‘better case’ (tussen base en best case) De omzet uit eigen activiteiten kan bestaan uit: 1. omzet van de verkochte/geleverde groenten 2. omzet uit de verkoop van verwerkte producten 1. Schatting van de omzet van de verkochte/geleverde groenten Het base case scenario is gebaseerd op de concrete potentiële hoeveelheid bestellingen uit de bevraging van het Innovatieproject (+- 18 ton/maand), afgerond naar boven tot 20 ton. M.a.w. Enkel de concrete bestellingen die becijferd zijn in deze bevraging beschouwen we als toegezegd. 20 Dit geeft de volgende omzet per scenario: base case scenario = 20 ton / maand worst case = 1/2 x omzet van base case = 10 ton per maand better case = 2x omzet van base case = 40 ton per maand best case = 3x omzet van base case = 80 ton per maand. O.b.v. de resultaten van de bevraging die gebeurd is West-Vl. komen we tot de volgende cijfers o.b.v. de volgende assumpties: worst case scenario = scenario waarbij base case scenario = scenario waarbij dubbel zoveel besteld wordt als in scenario 1 best case scenario = scenario waarbij 3x zoveel besteld wordt als in scenario 1 Deze scenario’s zouden kunnen overeenkomen met de omzetverwachting van een startende onderneming. Worst case = opstartjaar. a. In het startjaar zijn er nog opstartproblemen/kinderziektes in de productie, komt de omzet vooral van klanten die een grotere betalingsbereidheid hebben (bv. SR, SK …) en. Base case = Jaar 2. a. Vanaf jaar 2 zijn de kinderziektes opgelost en bereiken we ook meer organisaties die niet of vaag antwoordden op de bevraging en meer voedselbedelingsinitiatieven waardoor de omzet stijgt. Best case = Vanaf jaar 3. a. Bv. Dan breidt het werkingsgebied verder uit en gebeurt extra promotiecampagne. We slagen erin om het aantal bestellingen sterk te verhogen.. 2. Schatting van de omzet uit de verkoop van verwerkte producten De verkoop van verwerkte producten schatten we voorzichtig in op 15%, dus: base case scenario: maandelijkse omzet = 3 ton / maand worst case = 1/2 x omzet van base case = 1,5 ton per maand better case = 2x omzet van base case = 6 ton per maand Dit is gebaseerd op antwoorden van 22 organisaties. Want er waren op de 35 antwoorden op deze vraag in de bevraging slechts 22 organisaties die een becijferd antwoord gaven. 73 organisaties vulden de vragenlijst in op een totaal van ongeveer 320 organisaties die de bevraging ontvingen. 20
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
-
v141229 55/124
best case = 3x omzet van base case = 9 ton per maand
Voorlopig voorzien we deze omzet voor elk van de producten die geproduceerd worden. M.a.w. dat er geen substitutie-effect/verdringingseffect ontstaat (bv. personen kopen minder diepgevroren groenten als ze ook vacuüm gekookte groenten kunnen kopen). Verwachtte omzet op maandbasis Dit is rekening houdende met het: - het prijsvoorstel in hoofdstuk “Marketingplan > Prijs” en de aldaar geschatte verhouding van basisgroenten t.o.v. totaal en de geschatte verhouding van volume aan klokprijs t.o.v. totaal); - voorlopig 1 productielijn opgestart (geblancheerde groenten) Scenario Worst case Base case Better case Best case
Verse basisgroenten 3.225 6.450 12.900 19.350
Verse luxe-groenten 1.475 2.950 5.900 8.850
Verwerkte groenten 1.500 3.000 6.000 9.000
Totaal 6.200 12.400 24.800 37.200
Verwachtte omzet op jaarbasis Dit is rekening houdende met 11 maanden omzet op jaarbasis (1maand collectief verlof/jaar), dus omzet/maand x11. Scenario Worst case Base case Better case Best case
Verse basisgroenten 35.475 70.950 141.900 212.850
Verse luxe-groenten 16.225 32.450 64.900 97.350
Verwerkte groenten 16.500 33.000 66.000 99.000
Totaal 68.200 136.400 272.800 409.200
Een betrouwbaardere omzetbepaling kan natuurlijk pas concreet gebeuren indien je een concrete veiling en specifieke klantendoelgroep/werkingsgebied afgebakend hebt. In dit ‘algemene’ ondernemingsplan zullen we ons maximaal baseren op de resultaten van de resultaten van de bevraging uitgevoerd i?.k.v? het innovatieproject. Ter vergelijking in orde van grootte: In de studie van Groupe One: Omzet ANDES bij 4 ACI op jaarbasis (2013) Geschatte omzet studie Groupe One bij Mabru en CEFL te Brussel
deze tabel vind je de reële omzet bij ANDES in 2013 en de theretische in € 1 mio voor een totale hoeveelheid van bijna 1.800 tonnen fruit en groenten verdeelt aan voedselhulpinitiatieven. € 48.000 € opgebouwd als volgt: Aantal kg verwerkt/verkocht per dag: 300 o Waarvan 200 kg van cat.2 (basis) aan 0,5€/kg o + 100 kg van cat.1 (‘luxe’) aan 1€/kg. 20 dagen = 1 maand = 200kg x 0,5€ x 20dagen x 12 maanden + 100kg x 1€ x 20dagen x 12 maanden = 2 x € 24.000
Het businessmodel genereert ook extra inkomsten voor de veiling doordat er nu meer ton naar gratis uitreiking gaat i.p.v. naar andere bestemmingen. Voor groenten die naar gratis uitreiking gaan ontvangt de veiling een 3x hogere Europese steunvergoeding dan voor andere bestemmingen. Doorgaans betalen de veilingen verwerkingskosten betaalt om zijn onverkoopbare groenten te laten vernietigen (bv. omploegen). (ter vergelijking bij de vroegmarkt Rungis was de afvalverwerkingstaks geldig voor de handelaren = 120€/ton) Maar we rekenen hiervoor in dit plan niet op extra inkomsten voor het sociaal economie bedrijf. Uit e markt genomen groenten zijn producten waar de telers zelf verlies op gemaakt heeft. Die Europese subsidies dienen dus in de 1e plaats naar de boeren terug te vloeien om hun verliezen te compenseren. Voor bijkomende inkomsten zullen andere financieringsbronnen moeten gezocht worden: zie hoofdstuk 7.5. Partners.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 56/124
9 Productieplan Elke onderneming bestaat uit combinatie van afzonderlijke activiteiten. Samen vormen ze een “proces”. Wanneer je ze op systematische wijze voorstelt met hun onderlinge relaties, spreek je va een “productieplan” of “businessmodel”. Je beschrijft o.a. het productieproces, administratief proces, vereiste investeringen in machines en uitrusting, leverancier(1?) en modaliteiten, arbeidsorganisatie en indeling gebouw, de “werkgelegenheidsgraad” doorheen het jaar en de Voedselveiligheidsaspecten doorheen het proces! Qua concrete activiteiten onderscheiden we 2 grote onderdelen in het productieplan: 1. Het sorteeratelier 2. Het verwerkingsatelier waar langer houdbare gezonde producten worden geproduceerd. Deze verwerking is geen doel op zich maar een middel om meer overschotten van de veiling te kunnen valoriseren voor menselijke consumptie.
9.1 Productieproces 9.1.1 SCHEMATISCHE VOORSTELLING VAN HET PRODUCTIEPROCES De proces flow voor alle voorziene activiteiten is als volgt:
Toelichting: Ten 1e: inzameling en ontvangst overschotten en telling. Dit is een cruciale stap. In de 1e plaats worden in het sorteeratelier, na visuele inspectie maximaal de overschotten gebruikt om bestellingen klaar te maken i.f.v. gratis uitreiking. In de 2e plaats gaan resterende overschotten naar het verwerkingsatelier: o Voor alle verwerkingstechnieken zijn er voorbereidende stappen (wassen, snijden ..) o Daarna kiest me de verwerkingsmethode, waarbij de bewaringstermijn een belangrijk criterium is. Aankoop van de nodige groenten bij de veiling gebeurt i.f.v. 2 bestemmingen: Om aan de bestellingen te voldoen, o Dit is in het bijzonder zo voor de sociale kruideniers die hun voedingswaren – weliswaar aan een zeer lage prijs – verkopen. Om zich ook en op voordelige wijze van groenten van BelOrta te kunnen bevoorraden worden de groenten voor de sociale kruideniers aangekocht op de veiling. Eventueel om aan voldoende hoeveelheid van een bepaald soort groente te hebben om een verwerkingsproces op te starten In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 57/124
Tenslotte: De bestellingen worden afgewerkt op basis van 4 bevoorradingsbronnen en klaargemaakt voor transport: In 1e plaats: vanuit sortering van de verse groenten Ten 2e: vanuit bewaarde groenten (gekoeld of diepgevroren - verpakt) Ten 3e: aankoop van nieuwe verse groenten op de veiling Ten 4e: verwerkte verpakte producten toevoegen indien bestelt. We onderscheiden m.a.w. 4 grote blokken in de procesflow: 1. het sorteeratelier 2. het verwerkingsatelier 3. het aankoopproces 4. het transport (klaarmaken voor transport en het transport zelf (indien niet uitbesteed aan een 3e partij). Hieronder in dit productieplan zullen we elk van deze 4 blokken bespreken. Naast de fysieke flow is er ook de hele administratieve flow. We bespreken dit in apart deel van dit productieplan. 9.1.2 TIMING VAN DE VERSCHILLENDE STAPPEN IN HET PRODUCTIEPROCES Volgens ons “toekomstidee” voorzien we om aan bestellingen te voldoen door na maximaal gebruik van de beschikbare voedseloverschotten ook groenten aan te kopen op de veilingklok. Aangezien de overschotten logischerwijs pas gekend zijn nadat de veilingklok is gestopt, zal ook pas ’s anderendaags bijkomend product kunnen aangekocht worden en de bestellingen afgewerkt en getransporteerd worden. Concreet: -
Op dag 1 kunnen volgende activiteiten/stappen gebeuren: o Ontvangen van de overschotten, ze inspecteren en zo veel als mogelijk de bestellingen voldoen. o eventuele tekorten van bepaalde producten oplijsten zodat je overzicht hebt welke producten de volgende dag bijkomend aangekocht moeten worden (incl. ev. telefonische onderhandeling met uw ‘klanten’ over aanpassing van hun bestelling). o eventuele overschotten t.o.v. de bestellingen kunnen gaan naar verwerking of (voorbereiding op) bewaring (koeling op korte termijn, invriezen voor langere termijn). o Alle producten (zowel de klaargemaakte bestellingen als ev. overschotten die bewaard worden), ‘s avonds opslaan in de koelruimte om de koudeketen zoveel mogelijk te respecteren.
-
Op dag 2 kunnen volgende activiteiten/stappen gebeuren: o extra product aankopen en (laten) leveren in uw werkplaats. o de bestellingen vervolledigen/afwerken en transporteren.
Een gevolg van het feit dat de transporten pas op dag 2 kan gebeuren is dat je (grotere) koelkamers nodig hebt. Zeker in de zomer kan je je niet permitteren om het product 24u ongekoeld in de loods te laten staan. zie hoofdstuk 8.2.5 “Koeling en bewaring” voor meer info. Indien het transport door een externe firma gebeurt, is het waarschijnlijk dat de producten pas op einde van de 2e dag opgehaald worden en (na ‘groupage’ ‘s nachts) op de 3e dag (vanaf ’s morgens vroeg) geleverd worden. Hieronder vind je schematisch weergegeven welke stappen op dag 1 en welke stappen pas op dag 2 kunnen starten. = dag 1
= dag 2
= dag 3
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
Figuur 1: stappen op dag 1 en 2 indien eigen vervoer.
v141229 58/124
Figuur 2: stappen op dag 1, 2 & 3 bij extern transport.
9.1.3 BELANGRIJKSTE VERSCHILPUNTEN MET ANDES-MODEL: We hebben ons voor de activiteiten geïnspireerd op wat bij ANDES gebeurt. Toch kozen we bewust voor een aantal verschilpunten: -
Bij ANDES was de activiteit “sortering en bestellingen klaarmaken” volledig apart van de “verwerkingsactiviteit”. Bij ons is dit niet zo voorzien: zowel qua instroom kunnen overschotten voor beide activiteiten gebruikt worden en ook qua uitstroom kunnen ze beide toegevoegd worden aan de bestellingen van de voedselhulpinitiatieven.
-
Aangezien de groenteoverschotten bij de veiling normaal product is dat enkel wegens marktredenen niet in de handel is gezet (‘uit de markt genomen’), is de kwaliteit van de overschotten bij de veiling zeer goed. Zodoende is er - behalve een visuele inspectie van elke kist - geen arbeidsintensieve sortering en reiniging nodig is i.f.v. van wat nog eetbaar is en wat afval is. o Dit is een belangrijk verschilpunt met ANDES: De sortering en het schoonmaken van de ingezamelde fr&gr overschotten is daar veel noodzakelijker en dus veel arbeidsintensiever. Wij stelden tijdens het bedrijfsbezoek op 22/4/’14 zelf vast dat de kwaliteit van de op de vroegmarkt ingezamelde fruit en groenten erg slecht kan zijn: de bestelwagen had kratten appelsienen ingezameld waarvan tot 1/3e sterk beschimmeld waren.
9.2 Proces ‘van ontvangst tot bestellingen klaarmaken’: het sorteeratelier 9.2.1 STAPPEN IN HET PROCES Dit proces omvat de volgende stappen: Ontvangst van de producten (en weging?). Deze worden gesorteerd per producttype op pallet gezet. Aangekocht product en overschotten worden gescheiden. o De ploegbaas/omkadering beslist welke typen groenten in welke volgorde in ‘productie’ gaan. Palet per palet of bak per bak wordt producten per soort tot aan de werkplaats gereden. De medewerkers sorteren de groenten i.f.v. de bestellingen. o Het lijkt het meest efficiënt om zo veel mogelijk 1 pallet van een zelfde product te verdelen over de verschillende bestellingen (relatie 1 tot n, cfr. schematische voorstelling hieronder). Als een bestelling klaar is, wordt deze rechtstreeks in de juiste koelkamer opgeslaan of naar de zone “afgewerkte bestellingen” gebracht. Als een bestelling halfafgewerkt is omdat er voor bepaalde groenten geen overschotten meer beschikbaar zijn, wordt deze naar zone “halfafgewerkte bestellingen” gebracht of ook rechtstreeks in koelkamer opgeslaan. Wanneer de afgewerkte of halfafgewerkte bestellingen (in deze zones) niet meer op de dag zelf getransporteerd worden naar de klant, wordt deze in de koelkamer gezet voor de nacht.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 59/124
9.2.2 SCHEMATISCHE VOORSTELLING VAN MOGELIJKE INDELING VAN DE SORTEERRUIMTE
Legende: = pallet/kisten met overschotten = afgewerkte bestelling Persoon
= medewerkers
= pallet/kisten met aangekocht product = half afgewerkte bestelling Persoon
= omkadering
= vuilbak De gewenste oppervlakte voor de sorteerafdeling is min. 148 m². (+- 10m breed op 15 m diep). De infrastructuur van deze ruimte dient te voldoen aan de vereisten qua voedselveiligheid m.b.t. o.a. vloeren, muren, plafonds, enz. Zie lager voor meer. Deze procesflow is zowel geldig voor de overschotten die op dag 1 toekomen als de bijkomende aankopen die op dag 2 gebeuren. Op einde van dag 1 maakt de verantwoordelijke en/of aankoper een overzicht van de ontbrekende producten om de bestellingen van die dag af te werken, zodat deze in precieze hoeveelheid op dag 2 aangekocht kunnen worden op de veiling. 9.2.3 VOEDSELVEILIGHEIDSASPECTEN VOOR HET SORTEERATELIER We vermelden hieronder de van toepassing zijnde regelgeving inzake voedselveiligheid. In vet vindt u de specifiek paragrafen/info met betrekking tot AGF-producten (aardappelen, fruit en groenten). 9.2.3.1 Omtrent autocontrolegids Wat de voedselveiligheid betreft dient er voldaan te worden aan de van toepassing zijnde autocontrolegids. Dit geldt zowel voor de infrastructuur, het gebruikte gereedschap en toestellen als de toegepaste praktijken. Dit ondernemingsplan heeft met deze vereisten rekening gehouden, maar het zou ons te ver leiden om al deze vereisten hier op te nemen. De autocontrolegids van toepassing op het sorteeratelier is: G-014 = Gids handel en verwerking AGF - optie handel. http://www.favv.be/autocontrole-nl/sectorspecifieketools/aardappelen-groenten-fruit/ Deze gids is niet gratis ter beschikking. Je kan via bovenvermelde link vinden bij welke sectororganisatie de gids te verkrijgen is. De gids dient in principe aangekocht te worden (650€ voor niet-leden + BTW). De kostprijs ervan In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 60/124
is opgenomen in het financieel plan. Mogelijks kan, indien je je project uitlegt aan de sectororganisatie korting ontvangen worden? Bovendien zal je afhankelijk van de exacte activiteiten, mogelijks slechts onderdelen van de gids nodig hebben. 9.2.3.2 Omtrent koeling (zowel bij opslag als bij transport) Algemeen: Levensmiddelen met de vermelding 'koel te bewaren' of 'gekoeld te bewaren' moeten bewaard worden in een gekoelde ruimte waar de temperatuur 7°C niet overschrijdt. De lijst van te koelen levensmiddelen is terug te vinden in bijlage van KB van 04/02/1980. Groenten, fruit en aardappelen staan niet expliciet in deze lijst vermeld. In het kader van een HACCP-plan kan het aangewezen zijn gekoeld transport te eisen voor een aantal gevoelige soorten zoals bladgroenten en scheuten (zie deel 8) om voedselveiligheid te kunnen garanderen. De te koelen levensmiddelen die van toepassing zijn voor deze gids zijn: -
Voedingsmiddelen die een vermelding dragen 'koel te bewaren' of 'gekoeld te bewaren'. Deze bepaling is niet van toepassing indien de vermelding vergezeld is van de aanduiding van een temperatuur, die hoger is dan 10°C.
-
Deze te koelen levensmiddelen mogen tijdens opslag de temperatuur van 7°C niet overschrijden. Een afwijking op deze temperatuur wordt gemaakt voor producten die zich tijdens het transport op de warmste plaats in de koelruimte bevinden. Deze afwijking is toegelaten indien de temperatuur van de producten 10°C niet overschrijdt.
-
Voedingsmiddelen die, veelal om organoleptische redenen, best koel bewaard worden maar niet onder de 7°C, krijgen de vermelding 'aanbevolen koel te bewaren' of 'bij voorkeur koel te bewaren'.
Opslag moet zodanig georganiseerd zijn dat er zich geen kwaliteitsachteruitgang of verontreiniging (microbiologisch, chemisch, fysisch, kruisbesmetting met allergenen) kan voordoen.
•
Bij AGF-producten is het belangrijk om de voorgeschreven opslagtemperatuur te respecteren om kwaliteitsachteruitgang van de producten te vermijden. De opslag moet op een ordentelijke en overzichtelijke manier gebeuren.
•
Betreffende de voorgeschreven opslagtemperatuur baseren we ons voor dit ondernemingsplan op de lijst in bijlage (folder Mechelse veiling: ‘Kwaliteit binnen handbereik’
•
AGF-producten en hulpstoffen en halffabrikaten moeten gescheiden van eindproducten worden opgeslagen indien kruisbesmetting mogelijk is.
9.2.3.3 Omtrent gereedschap en machines Alle machines, apparatuur en gebruiksvoorwerpen moeten zodanig gemaakt zijn (ontwerp, materiaal) dat gemakkelijk onderhoud en reinigen en/of ontsmetten mogelijk is. (bv. afgeronde hoeken, glad oppervlak …)
Inox is hier bij uitstek geschikt voor. In een nieuwe onderneming zou het zonde zijn om niet voor inox te gaan. Is bovendien ook duurzaam.
9.2.3.4 Omtrent het type activiteiten In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 61/124
De vereisten voedselveiligheid voor een sorteeratelier (AGF-handel) zijn verschillend dan voor een verwerkingsatelier (AGF-verwerking): -
De bewerking bij de AGF-handel kan volgende activiteiten omvatten: sorteren / triëren, wassen / spoelen, snijden, persen (hop)… Hierbij moet duidelijk gesteld worden dat de activiteit “snijden” beperkt wordt tot vb. op lengte snijden van prei, … en zeker niet het versnijden van AGF-producten omvat. Het versnijden van AGF-producten behoort tot de AGF-verwerkende sector. (Zie deel 8 – HACCP-plannen.)
-
Tijdens deze bewerking worden omverpakking, aarde, vreemde deeltjes en niet-voor-consumptie-geschikte aardappelen / groenten / fruit of hun delen verwijderd.
Aardappelen, groenten en fruit kunnen gewassen worden om grond en andere verontreinigingen te verwijderen. Bepaalde producten (scheuten, zacht rood fruit,…) worden niet gewassen omwille van organoleptische eigenschappen. Vooral visuele controle tijdens de bewerking is belangrijk om AGF-producten van onvoldoende kwaliteit en vreemde delen te verwijderen. Eventueel kunnen ook andere technieken gebruikt worden om vreemde delen te detecteren en te elimineren zoals scannen, metaaldetectie, schudden (hop)… 9.2.3.5 Omtrent verpakking Hout moet vermeden worden als gereedschap, werktuig of als onderdeel van machines en apparatuur in die ruimtes waar onverpakt product aanwezig is. Men moet ervoor zorgen dat er vanuit de omgeving, de apparatuur of het personeel geen vreemde voorwerpen zoals houtsplinters in de levensmiddelen kunnen terecht komen. Groenten, aardappelen en fruit kunnen aangeleverd worden in houten kisten of op houten palletten. Indien dit niet kan vermeden worden, dient er op toegezien te worden dat de houten kisten of palletten intact blijven. Maatregelen worden genomen op basis van een risico-analyse. Aanbevelingen betreffende de beheersing van hout zijn: -
Hout dient bij voorkeur systematisch vervangen te worden door roestvrij staal of kunststof. Er dient bij voorkeur een duidelijke politiek in het bedrijf aanwezig te zijn om het gevaar op contaminatie met hout zoveel mogelijk te vermijden.
-
Plaats systematisch een hoes (plastieken zak) ter bedekking van elke kist met groenten (functie van deksel) om zo stukjes hout te verhinderen die afkomstig zijn van de hogergestapelde kisten.
Indien geopteerd wordt om met houten / plastiek kisten of kartonnen verpakking te werken, dient de intactheid en properheid van deze verpakking gecontroleerd te worden. Afvullen en verpakken: Bij het gebruik van houten / plastiek kisten moet visueel gecontroleerd worden dat deze recipiënten voldoende proper zijn zodat de AGF-producten zo niet vervuild of gecontamineerd kunnen worden. De intactheid van houten kisten moet nagegaan worden zodat houtsplinters de AGF-producten niet kunnen contamineren. Eveneens kan geopteerd worden om te werken met bakzakken in een productafwijkende kleur (vb. blauw) zodat contaminatie met houtsplinters / karton vermeden wordt. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 62/124
Het is ook aangewezen om een hygiënecontrole van de houten bakken in te voeren : intactheid, splinters, vervuiling,
…
Tevens een regelmatige reiniging (zie deel 8 HACCP-specifiek)
9.2.3.6 Omtrent etikettering / traceerbaarheid Voor handel in groenten en fruit zijn er wettelijke vereisten mbt etikettering. Op iedere verpakkingseenheid moeten, aan éénzelfde kant, duidelijk leesbaar en onuitwisbaar en van buitenaf zichtbaar de volgende gegevens worden vermeld: A. B.
Identificatie (naam en adres van de verpakker / verzender). Aard van het product: 1. Aard van het product: • Indien de inhoud niet van buitenaf zichtbaar is; • bij mengsels moeten alle producten vermeld worden op het etiket, ongeacht of de producten zichtbaar zijn of niet. 2. Naam van de variëteit en/of handelstype wanneer dit in de betrokken handelsnorm voorgeschreven is. C. Oorsprong van het product (land van oorsprong en eventueel productiegebied of nationale, regionale of lokale benaming). D. Handelskenmerken (klasse, andere, wanneer dit in de betrokken handelsnorm voorgeschreven is). E. Officieel controlemerk (facultatief).
9.2.4 INVESTERINGEN EN VERBRUIKSMATERIALEN VOOR HET SORTEERATELIER Hieronder vindt u een inschatting van de diverse materiaalbenodigdheden voor het sorteeratelier ingedeeld in 5tal posten: opstartkosten, investeringen atelier, kantoor, sanitair, transportmiddelen intern en verbruiksmaterialen. Opstartkosten sorteeratelier voorstudies (marktonderzoek …) aanwerving projectcoördinator gedurende half jaar vooraf aan opstart
Aantal 1 0,50 VTE
Investeringen in inrichting, machines en gereedschap van het sorteeratelier Bankgarantie aan veiling (voor toelating om te mogen aankopen, in casu voor BelOrta) Inrichting werkplaats (water- en elektriciteitsaansluiting, eisen autocontrolegids AGF014 …) --> beperkt bedrag (rest voorzien in huur) Koelruimte van 14m² op 3°C (incl. motor) Koelruimte van 14m² op 12°C (incl. motor) Rekken voor koelruimtes (1,5 lang) (H1780mm-D400-L1488mm). 10 stuks in elke cel Werktafels in inox H90-L180-D60 Stoelen of krukken (1 per werkpost) Spoeltafel 150cm, 1 bak midden Kraan / spoeldouche Snijplank (professional - HACCP) Groen = groenten. Snijmes voor groenten Rek (B90xH183xD60cm) Vuilbakken (rolcontainers) Scheiding in 3 fracties (papier & karton, plastiek & reststroom, PMD), dus 3 per werkpost Afvalcontainers (buiten) met scheiding in 3 reststromen = uitbestede dienst -> zie Werkingskosten. Weegschaal (of op transpallet?) In opdracht van
Aantal 1 1 1
1 20 7 5 1 1 5 10 2 9 3 1 Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 63/124
Paletten op de grond of op wieltjes Divers klein materiaal
25 1
Kantoor/bureau van coördinator/admin. bediende Inrichting (muren, elektriciteit) is voorzien in huur Laptop Printer/copier/fax Bureau Kast internet aansluiting Informatica licenties Allerlei klein bureaumateriaal Diverse klein materiaal
Aantal 0 2 1 2 1 1 1 1 1
Sanitaire ruimte WC wasbak met kniebediening + achterschot allerlei (zeepdispenser, handdoekrollator …)
Aantal 2 1 1
Transport intern in het sorteeratelier Wagen coördinator type Kangoo/Dacia all-in Vorkheftruck 2e hands Elektrische transpallet nieuw met weegschaal (niet-gesorteerde paletten naar werkpost brengen) + bestellingen naar koelruimte) Duvels / steekkar (1 per werkpost sorteeratelier) ((half)afgewerkte bestellingen naar koelruimte of wachtzone) Groentenbak/-kist groot van veiling. Kost leeggoed voor in circulatie. Niet opklapbaar Groentenbakken klein (voor tomaten …) van veiling. Kost leeggoed voor in circulatie. Niet opklapbaar Thermische koelbox 40l. of kg, HACCP-standaard
Aantal 1 1 1 4 400 400 0
Verbruiksmaterialen atelier Vuilniszakken (doos met 80 stuks, 100 liter) Schoonmaakmateriaal Ongediertebestrijding (lokazen, vallen ..)
Verbruiksmaterialen kantoorruimte Telefoon & internet Papier (merk Aro, 5x500 vellen) inktcartridges, kantoormateriaal Afbeeldingen van de nodige interne logistieke vervoersmiddelen :
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 64/124
Foto’s van een vorkheftruck (links boven), elektrische transpallet (rechts boven), gewone transpallet (links onder) en een duveltje/steekkar (rechts onder). Bron: De Kringwinkel Antwerpen 9.2.4.1 In welke recipiënten worden de bestellingen verpakt? Er zijn 4 mogelijkheden: 1. De gekende ‘blauwe kisten’ van de veiling o Deze zijn steeds in bruikleen – roulatiesysteem: bij volgende levering neem je lege bakken mee terug. (zoals ook reguliere winkels ze kunnen gebruiken.) Bakken zijn dan onder waarborg. In principe kan je deze bakken niet zelf aankopen. o Als je ze in eigen circulatie gebruikt, betaal je ook een gebruiksrecht. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
o
v141229 65/124
De prijzen zijn afhankelijk van het type kist. Er zijn veel verschillende soorten: kleine grote, lage, halfhoge, hoge randen, opplooibaar of niet …
Foto van een grote kist (links) en een kleine kist (rechts) van de veiling.
Foto van een opplooibare kleine kist. 2. 3. 4.
Foto van gebruik houten en kartonnen verpakking bij ANDES te Rungis.
Eigen bakken HACCP/food proof die je zelf aankoopt en ook in roulatiesysteem gebruikt). Bij voorkeur in kunststof. Andere verpakkingen (kartonnen en houten dozen, naar het voorbeeld van ANDES, zie foto). o Let op: hou rekening met de hoger vernoemde voedselveiligheidsaspecten voor verpakking! Vaste bakken die desgevallend de externe transporteur voorziet. In dit geval verwachten we dat de kost opgenomen is in de algemene logistieke kost.
Je kan ook voorzien dat bij levering de bestellingen overgezet moeten worden in eigen bakken die de voedselhulporganisaties zelf voorzien. Voordeel is dat je beter overzicht houdt op de bakken die in roulatie zijn. Nadeel is dat je bij elke levering tijd verliest bij het overladen van de bestellingen. Aanbeveling: verder onderzoek is nodig om de voor- en nadelen van de verschillende systemen te onderzoeken. Onze voorlopige voorkeur lijkt uit te gaan naar systeem 1 of 3. Voordelen van het 1e systeem: veruit de meeste operatoren die groenten ophalen bij de veiling gebruiken deze blauwe kisten ook (supermarkten, transporteurs …); beperkte kost per kist voor waarborg in roulatiesystem. … Nadelen van het 1e systeem? … Voordelen van het 3e systeem: Geen aankoop of huur van bakken nodig. Gratis verpakking? Geen ingewikkeld roulatiesysteem te voorzien In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 66/124
Geen risico om bakken te verliezen die achterblijven bij de VH-organisaties zelf. Handig in geval van kleine bestellingen Nadelen van het 3e systeem: Kan je voldoende kartonnen en houten dozen krijgen op de veiling? Onhandiger in geval van grote bestellingen. We nemen voorlopig in het overzicht van investeringen (zie hierboven) en in financieel plan de kost op voor systeem 1 (het gebruik van blauwe bakken met waarborg in roulatie). 9.2.5 KOELING EN BEWARING 9.2.5.1 Inleiding Koeling is enkel bedoeld om gedurende korte tijd. (bv. groenten/bestellingen/verwerkte producten ‘s avonds opslaan in de koelruimte totdat deze op transport kunnen naar de klant.) i.t.t. diepvries dat is bedoeld om gedurende langere tijd producten te bewaren. Hieronder gaan we dieper in op de benodigde oppervlakte voor “koeling”. Het proces “invriezen” en berekening van de nodige opp. Vriesruimte vindt u in het volgend hoofdstuk. 9.2.5.2 Inschatting van de vereiste opslagcapaciteit koelruimte Gekoelde opslag is aanbevolen o.w.v. voedselveiligheidsaspecten (zie hoger). Ook omdat de transporten volgens ons o-plan pas op dag 2 kunnen gebeuren heb je (grotere) koelkamers nodig hebt. Zeker in de zomer kan je je niet permitteren om het product 24u ongekoeld in de loods te laten staan. Je hebt bovendien 2 koelkamers nodig op 2 verschillende temperaturen, zoals aangegeven op de tabel met bewaringstemperaturen van groenten in bijlage: 1 koelcel op 12 à 15°C voor aubergine, courgette, komkommer, paprika en tomaten. 1 koelcel op 1 à 5° voor alle andere groenten. Voor de berekening van de precieze capaciteit moet je rekening houden met 3 factoren: Het gemm. dagelijks volume aan bestellingen. De benodigde oppervlakte is direct evenredig hiermee. o Veel bestellingen = veel koelruimte voor de (half)afgewerkte bestellingen nodig o Weinig bestellingen = weinig koelruimte nodig o Idealiter zou de opslagcapaciteit voorzien moeten zijn op de piekmomenten. Maar dat maakte het (te) kostelijk en moeilijker om hoge benuttingsgraad te hebben. o Doordat er in principe toch dagelijks of elke 2 dagen geleverd wordt, zal de koelruimte toch relatief beperkt kunnen blijven. Hoe vaak/flexibel producten verwerkt geblancheerd worden i.f.v. invriezen. o In principe kan je de voorbereiding op invriezen flexibel doen. Je hebt geen grote hoeveelheden groenten nodig om te blancheren. Als de inkomende producten, die niet aan bestellingen kunnen gevoegd worden, onmiddellijk geblancheerd worden om ingevroren te worden, dan heb je hiervoor weinig koelruimte nodig, maar des te meer vriesruimte nodig. (zie lager) Hoe vaak/flexibel producten verwerkt worden tot nieuwe producten. o Verwerking van producten tot nieuwe producten zal vermoedelijk minder flexibel gebeuren. Om een productie van bv. wortelsoep te starten, moet je over voldoende producten beschikken (en ook je afname achteraf verzekerd zijn). Het is te verwachten dat je voor bepaalde groeten 1 of meerdere dagen zal wachten om over die voldoende min. hoeveelheid te beschikken om de productie op te starten. Normaal gezien wordt ook bv. per week een productieplanning opgesteld, cfr. ANDES) Je hebt m.a.w. relatief veel koelruimte nodig i.f.v. de verwerking tot nieuwe producten. Ook voor de bewaring van de verwerkte en verpakte producten die niet ingevroren maar gekoeld bewaard worden (soep en gegaarde vacuüm groenten), zal gebruik gemaakt worden van de koelcel die beschikbaar is in het sorteeratelier, zodat hier niet een aparte koelcel voor moet geïnstalleerd worden en we kosten besparen. De oppervlakte koelruimte moet dus ook hier mee rekening houden. We raden daarom aan om een voldoende ruime (maar niet overdreven grote) vriesruimte te voorzien, gezien de energiekosten. Voorlopige schatting: totale koelruimte van 28m² In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
-
v141229 67/124
Opgesplitst in 2 x koelcel van elk 14m² (+-3,5 op 4 meter op 2,5m hoog. In totaal max. 35 m³. Hou er rekening mee dat je voldoende gangpad moet vrijhouden en niet tot helemaal boven kan stapelen om de nodige luchtcirculatie toe te laten. Dan kan je in elke koelcel max. +- 300 blauwe bakken in stapelen (gemm. 15 bakken/m³ x 2/3e van 30m³) Dit komt +- overeen met totale hoeveelheid van 4.500 kg diepvriesgroenten (als gemm. 15 kg per bak)
PS: in tijd van grote nood kan je ook extern vriesruimte huren. Is natuurlijk niet optimaal maar misschien wel een hulpmiddel. Er zijn nog voordelen om een koelkamer op te splitsen: Je kan in de wintermaanden als er minder overschotten zijn, 1 van de 2 modules uitschakelen. Dit spaart relatief veel energiekosten aangezien koel- en vriesruimtes energievreters zijn. Je kan 1 koelcel voorbehouden voor de volledig afgewerkte bestellingen en 1 voor de halfafgewerkte bestellingen. Dat maakte het gemakkelijker voor de medewerkers om deze 2 stromen uiteen te houden en geen vergissingen te maken. Koelcellen worden standaard maximaal 5 op 4 m. gebouwd. Als je één koelruimte van grotere afmeting zou plaatsen, moet deze op maat gemaakt worden, hetgeen doorgaans duurder is dan een (deels) geprefabriceerde koelcel van een standaard maat. Ingeval deze koelcapaciteit toch te krap zou worden in de toekomst kan relatief eenvoudig een bijkomende koelkamer geplaatst worden. Het is wel belangrijk om bij de inrichting/bouw van de ruimte (architect?) reeds een potentiële ruimte hiervoor te voorzien in of nabij de werkplaats. We stellen voor om te starten met deze 28m² oppervlakte koelruimte en bij de bouwplannen wel te voorzien dat er bijkomende koelruimte kan bijgeplaatst worden (afh. van de succes van de opstart).
9.3 Aankoop-proces 9.3.1 REDENEN OM AAN TE KOPEN Het aankopen van fruit en groenten zou de voltooiing zijn van het systeem voor de terugwinning van onverkochte voedingswaren. Door fruit en groenten aan te kopen worden de schommelingen van de teruggewonnen goederen opgevangen en kan men bovendien het gewenste soort fruit en groenten kiezen. Zo zullen de verenigingen niet alleen over meer voedingswaren beschikken, maar ook de keuze voor de eindbegunstigde en zijn tevredenheid zullen groter zijn. Er zijn dus 3 concrete redenen om bijkomende groenten aan te kopen op de veiling: 1. Om een voldoende gamma te kunnen garanderen. 2. Gezien de onvoorspelbaarheid van de overschotten, moet je bijkomende producten aankopen om te kunnen voldoen aan de bestellingen. 3. Om toe te laten dat sociale kruideniers een – weliswaar – lage vergoeding mogen vragen voor de producten i.p.v. ze gratis te moeten uitreiken, mogen de groenten officieel geen overschot zijn. Hiervoor zou je kunnen de knop afdrukken net vóór het uit de markt wordt gehaald, m.a.w. aan 1 €cent meer dan de bodemprijs. Die aankoopprijs is dan nog altijd erg laag. o Een nadeel hierbij is wel dat je niet zeker bent of er bepaalde producten nog beschikbaar zijn of niet. Mogelijks hebben andere aankopers immers aan een hogere prijs al wat beschikbaar was van een bepaalde groente al opgekocht. 9.3.2 WAT LEREN WE UIT DE BEVRAGINGEN? 1) O.b.v. de marktanalyse (in casu de antwoorden op de bevraging van Groupe One en Welzijnsconsortium Z-WVl.) en de praktijkervaring bij ANDES, kunnen we concluderen: Een keuze uit 10tal soorten seizoensgroenten lijkt wel voldoende. Meer mag natuurlijk. Aanvullend aankopen van groenten op de veiling door ‘te bieden op de klok” is noodzakelijk. 2) Uit de antwoorden van de bevraging van het Innovatieproject 2014 in Vlaanderen (vraag omtrent de positieve ervaringen en verbeterpunten omtrent ophaling bij de veiling) stelden we vooral de grote tevredenheid over het groot en gevarieerd aanbod van (zeer) verse groenten. De typische ‘onvoorspelbaarheid’ van het precieze aanbod van overschotten wordt in de bevraging nauwelijks als nadeel vermeld. Op basis hiervan kunnen we vermoeden dat de hoeveelheid bijkomende aankopen in de praktijk relatief beperkt zullen zijn t.o.v. hoeveelheid overschotten die kunnen gebruikt worden om de bestellingen te vervolledigen. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 68/124
9.3.3 ENKELE TIPS OM DE EXTRA AANKOPEN TE BEPERKEN De extra aankopen kunnen zo beperkt mogelijk gehouden worden door: -
een goede forecasting van de te verwachten soorten groenteoverschotten o.b.v. en gedetailleerde statistische analyse van de overschotten in de voorbije 10 jaren. Hieruit zou relatief betrouwbaar moeten afgeleid worden of de overschotten per product per maand en in totalen een jaarlijks weerkerend gegeven zijn of niet.
-
Een prijsdifferentiatie te voorzien tussen de producten afkomstig van v-overschoten (aan een lagere prijs) en van aanvullende aankopen (aan hogere prijs), naar het voorbeeld van ANDES.
-
Een flexibel bestelsysteem dat toelaat dat de VH-initiatieven, i.f.v. de overschotten van de dag, hun bestellingen kunnen aanpassen waardoor ze bv. meer overschotten aan de goedkopere prijs kunnen bestellen dan de duurdere aangekochte groenten.
-
Natuurlijk moeten de Vh-organisaties ook de mogelijkheid hebben om te zeggen wat de maximumprijs (all incl.) is die ze wil betalen voor aangekochte groenten ( te voorzien op bestelformulier), aangezien de prijs aan de veilingklok elke dag schommelt. Zo vermijd je bv. in laagseizoen/winter dat uw ‘klanten’ hun bestelde groenten, die aangekocht moeten worden, aan een te hoge prijs moeten aankopen.
9.3.4 HOE GEBEURT AANKOOP OP EEN VEILING EN DOOR WIE? Aankopen gebeuren door op het juiste moment op de knop te drukken van de veilingklok. Een veilingklok telt af waarbij de prijs voor een specifieke groentesoort langzaam daalt. Nadien bepaal je welke hoeveelheid je aan deze vastgelegde prijs wenst aan te kopen. De -
voorwaarden om zelf aankoper te mogen zijn: min. 12.000 € bankgarantie of kredietverzekering geven. (precies bedrag is afh. van uw omzet). Inlichtingenformulier invullen (uw contactgegevens enz.) Algemene aankoopvoorwaarden accepteren
Er zijn 2 mogelijkheden om dit te doen. OF: het sociaal economie bedrijf registreert zich zelf als aankoper en biedt zelf op de veiling(klok) OF: samenwerking met een gespecialiseerd aankoopbedrijf dat aankopen doet en dat diverse kleine aankooporders bundelt. Zij zijn gespecialiseerd in het centraliseren van bestellingen van diverse kleinere klanten. Bv. de firma Compra (zie praktijkvoorbeeld lager) 9.3.4.1 Zelf aankopen door het sociaal economie bedrijf De functie van aankoper en productieplanner is cruciaal in de operationele activiteiten van het sociaal economie bedrijf. Er dient zeer gericht specifieke hoeveelheden aangekocht te worden rekening houden met: Het aantal bestellingen ontvangen/gegroepeerd op dag -1. De mate waarin deze bestellingen reeds voldaan zijn met overschotten op dag -1. Zijn/haar opdracht is om dagelijks te zorgen dat de hiervoor benodigde hoeveelheden aangekochte groenten (en fruit) beschikbaar zijn, met geen (of zo weinig mogelijk) overschotten te hebben. Deze functie is in meer detail uitgelegd in het personeelsplan. 9.3.4.2 Samenwerking met een gespecialiseerd aankoopbedrijf Het kan voordelen hebben om in 1e instantie samen te werken met dit gespecialiseerd aankoopbedrijf en pas in 2e fase zelf als aankoper op te treden (als je). Voordelen zijn o.a.: Ja ken “de knepen van het vak” voor het aankopen op de veiling leren kennen. Je moet nog niet voldoen aan voorwaarden als aankoper. Nadelen zijn o.a.: Betaling van een commissie. Onzekerheid over de precieze prijs … In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 69/124
Praktijkervaring: Leren Ondernemen vzw (afgekort LO), een sociale economie organisatie uit Leuven met sociaal restaurant en sociale kruidenier, werkt samen met aankoopbedrijf Compra, één van de bvba’s die op het terrein gevestigd zijn. -
-
Werkwijze: In principe dienen klanten min. aankoopvolumes te bestellen via Compra om klant te kunnen zijn. Dit bedrijf is dezelfde dagen open als de veiling. LO kan bestellen tot ten laatste in de vroege namiddag voor producten die ’s anderendaags op de veiling worden aangekocht. LO bestelt enkel voor die dagen dat ze sowieso naar de veiling rijden voor ophaling van gratis uit de markt genomen producten. Financiële afrekening: Compra rekent het volgende aan: a. prijs die zij betalen op de veiling + 10% b. 6% btw c. huur voor de bakken indien je niet in eigen bakken overlaadt d. verpakkingskost (ervaring LO: dit is steeds erg laag. Dikwijls 0,02 € voor de huur van bakken) e. Veilingkost (ervaring LO: enkel als LO grote bestellingen doet, dus dat is meestal 0.) f. Commissie (ervaring LO: wisselt sterk afhankelijk van de soort producten die worden aangekocht (soms is dat 11%, soms 4%)) Hoe deze laatste 3 precies berekend worden weten we niet. Ervaring LO: Het prijsvoordeel t.a.v. de winkel is niet vanzelfsprekend. Er is veel verschil van prijsklasse en de prijs schommelt sterk. Je weet niet vooraf hoeveel de prijs zal zijn, maar je kan natuurlijk zeggen wat de maximumprijs (all incl.) is die je wil geven. Als je bij seizoengroenten en –fruit blijft, kan het prijsverschil met Everyday groenten en fruit van de Colruyt tot 30%/35% verschil oplopen. Dikwijls is de prijs ook net onder de Everyday prijzen, of net erboven zoals bijv. voor wortels. Er is dan meestal wel een verschil in kwaliteit.
9.4 Proces ‘(Voorbereiding op) Verwerking’ 9.4.1 INLEIDING Wanneer de hoeveelheid groenteoverschotten zodanig groot is dat ze niet gratis uitgereikt kunnen worden, dienen ze gedurende een langere tijd te kunnen worden bewaard. Daarvoor is het noodzakelijk om de groenten: Te blancheren en in te vriezen (zeer lange houdbaarheid tot 1 jaar) en/of te verwerken tot geheel nieuw producten (bv. soep of vacuüm verpakte groenten). (beperkte houdbaarheid tot enkele weken of maanden. We maken geen groot onderscheid tussen beide omdat: Voor beide dezelfde voorbereidende stappen moeten gebeuren (wassen, snijden …) Al deze bereidingen relatief eenvoudig zijn en een relatief beperkte kennis en infrastructuur vereisen. 9.4.1.1 Zelf maken of laten maken? Voor deze verwerking zijn twee opties mogelijk, namelijk het “MAKEN” of “LATEN MAKEN”, de eigen verwerking of de onderaanneming. 1. De onderaanneming Voordelen: Procescontrole, expertise Schaalgrootte en daardoor financiële voordelen. Nadelen: Aangezien de installaties continu en met volle belasting draaien, is het weinig waarschijnlijk dat we een onderaannemer vinden voor onze producten. Zij kunnen immers het hele jaar door hun productieactiviteit in stand houden omdat ze hun producten invriezen en opslaan. 2. De eigen verwerking Deze oplossing is aantrekkelijk omdat we zo interne ontwikkelingsmogelijkheden creëert voor het sociale economie bedrijf voor de uit de markt genomen fruit en groenten. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 70/124
Voordelen: De combinatie van het verwerkingsatelier en het sorteeratelier biedt heel wat voordelen om flexibel in te spelen op de vraag vanuit de bestellingen van voedselhulpinitiatieven en het aanbod vanuit de veiling. De beheersing van een voedselvoorzieningsketen “van boer tot bord” inzake voedselhulp, Innoverende activiteit met veel potentieel voor creatie van sociale tewerkstelling voor kansengroepen met een lange afstand tot de arbeidsmarkt voor de beroepsintegratie, Activiteit met hoge professionele meerwaarde voor mensen met een lange afstand tot de arbeidsmarkt. Mogelijkheden tot doorstroming naar het reguliere circuit na verloop van tijd. Nadelen: De noodzaak om het type afgewerkt product duidelijk te omschrijven, Grote investeringen, rekening houden met afschrijvingen, Productie- en verpakkingskosten, Een professionele aanpak ontwikkelen. 9.4.2 SCHEMATISCHE VOORSTELLING VAN HET VERWERKINGSATELIER Schematische voorstelling van de indeling van het verwerkingsatelier:
We verwachten dat er in totaal min. 94m² ruimte nodig is (+- 9m breed op 10,5 meter diep). 9.4.3 PROCESFLOW VOOR DE 3 GESELCTEERDE PRODUCTIELIJNEN VOOR VERWERKING VAN GROENTEN 9.4.3.1 Voor geblancheerde groenten Transport & Wasontvangst sen 9.4.3.2 Voor soepbereiding
Schillen en/of versnijden
Blancheren
Snelkoelen
Verpakken, etiketteren en kuisen
invriezen& distributie
9.4.3.3 Voor gegaarde vacuüm verpakte groenten
Wassen
Schillen en/of versnijden
StoomKoken
Snelkoelen
Vacuüm verpakken etiketteren en kuisen
9.4.3.4 Voor soepbereiding Wassen
Schillen en/of versnijden
Koken in ketel
Mixen
Pasteuriseren
In opdracht van
Snelkoelen Met steun van
Verpakken, etiketteren en kuisen
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 71/124
Hieronder volgt een beknopte uitleg van deze verschillende processtappen en de mogelijkheden. Het is vanzelfsprekend dat een sociaal economie bedrijf dat deze activiteiten echt op zich zal nemen veel meer info en de nodige praktijkervaring zal moeten hebben of verwerven. 9.4.4 KORTE TOELICHTING VAN DE PROCESSTAPPEN Over het algemeen is invriezen of verwerking een eenvoudige manier om groenten en fruit lang houdbaar te maken (tot 12 maanden). We overlopen hieronder de diverse stappen in het proces. 9.4.4.1 Wassen Het is belangrijk om de groenten te wassen voor ze worden ingevroren en bereid om de restjes aarde die mogelijk ziektedragers zijn, te verwijderen. Mate van reinigen is mede afh. van type groente (bv. gegroeid in volle grond of aan stengel …). Eventuele rotte of verlepte delen (bv. buitenste blad van een bladgroente) worden afgesneden en in vuilbak gegooid. Om de groenten grondig te wassen, kunnen verschillende methoden worden gebruikt: 1. Gebruik van chloorwater Deze methode wordt vooral gebruikt voor kant-en-klaar fruit en groenten (salades van het vierde gamma bijvoorbeeld). De groenten worden gedurende 10 minuten ondergedompeld in gechloreerd drinkwater. In het algemeen worden de volgende hoeveelheden gebruikt: 15 ml water met 2,6% bleekwater (of een soeplepel) in 10 liter drinkwater. Aangezien bleekwater irritaties kan veroorzaken, moeten bepaalde voorzorgsmaatregelen worden genomen zowel voor het personeel als voor het spoelen van de groenten. 2. Spoelen met drinkwater onder druk Met deze methode worden restjes aarde verwijderd, maar het is geen garantie voor een voldoende microbiologische kwaliteit om de groeten zo te kunnen eten. 9.4.4.2 Schillen en versnijden van de groenten Sommige groenten moeten ook geschild worden (wortelen, courgettes, rode biet, ajuin … zie tabel hierboven) alvorens versneden te worden. Behalve eventueel peterselie en spruiten worden doorgaans alle groenten versneden. De kooktijd van groenten is afhankelijk van de grootte van de stukken die men gebruikt. Voor een gelijke kook- of blancheertijd van alle verschillende groenten wordt aangeraden om aan te geven hoe groot ze gesneden moeten worden. Worteltjes bijvoorbeeld koken trager dan aardappelen, voor eenzelfde kooktijd moeten de worteltjes dus in kleinere stukken worden gesneden dan de aardappelen. Aangezien bij blancheren de groenten slechts korte tijd meestal in water gekookt, mogen de groenten geen te grote omvang hebben (anders wordt de kern niet voorgegaard). Groenten die ev. niet vooraf versneden moeten worden omdat ze een gelijkmatige dikte hebben zijn bv. asperges en ev. (dunneren) wortelen. 9.4.4.3 Blancheren Wat? /Doel Blancheren is een voorbereidingstechniek voor het bereiden en bewaren van voedsel. Door te blancheren voorkom je dat zich bij het invriezen kleur- en smaakafwijkingen voordoen. Blancheren betekent: een product enkele minuten met kokend water of stoom in aanraking brengen. Daardoor worden enzymen gedood die van nature in een product aanwezig zijn en die verkleuring veroorzaken. Ook andere schadelijke micro-organismen leggen hierdoor het loodje. Bij bladgroenten wordt door blancheren voorkomen dat ze slinken tijdens het bevriezingsproces. Enkele groenten kunnen zonder verwerking direct diepgevroren worden, maar de meeste gebruikte bewaartechniek voor het invriezen is blancheren. Hoe? Verse groenten of fruit worden korte tijd (meestal 2 à 3 minuten) in kokend water (of met stoom) gekookt. Daarna worden ze direct afgekoeld in ijskoud water of in een snelkoeler waardoor het gaarproces wordt onderbroken. Het In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 72/124
blancheren in water wordt altijd zonder deksel gedaan zodat het ontstaande koolzuurgas kan ontsnappen Als de groenten goed afgekoeld zijn, laat ze dan uitlekken bv. in een vergiet. 9.4.4.4 Verpakken Na het wassen, uitlekken en verwerken volgt het verpakken. Afhankelijk van het product zal een andere verpakking vereist zijn: Verse soep: in soepbeker of –emmers Gegaarde groenten: in een vacuüm zak (dikkere/stevigere plastiek dan gewone diepvrieszakjes) Diepgevroren groenten in geschikte diepvrieszakjes. Het materiaal dat wordt gebruikt om producten in te vriezen moet goed bestand zijn tegen lage temperaturen. Dit geldt bijvoorbeeld voor diepvrieszakjes, aluminiumfolie of speciale diepvriesdozen. Deze laten ook weinig vocht door waardoor de kans op uitdroging (vriesdrogen) kleiner wordt. De verpakkingsgrootte is i.f.v. wat de klant wenst in kleine porties / maaltijdeenheden voor voedselbedeling / sociale kruideniers grotere kisten of zakken laat toe om grote hoeveelheden in bulk te bewaren, die zowel gebruikt kunnen worden als verpakking of voor de productie. Men zou zelfs kunnen overwegen om de keukens van sociale restaurants met dit formaat te bevoorraden. 9.4.4.5 Invriezen/koeling en basisregels voor bewaring Tenslotte worden de groenten, kruiden en vruchten afgekoeld en eventueel ingevroren. Bewaring voor beperkte tijd kan in koelkamer. Voordeel: U kan de groenten bewaren en nog verdelen/consumeren als rauwe groenten. Bewaring voor lange tijd d.m.v. invriezen. Houdbaarheid: o Direct ingevroren of geblancheerde groenten kunt u maximaal 12 maanden in de diepvriezer bewaren. (zie overzicht hieronder welke soorten groenten direct ingevroren worden zonder te blancheren)
-
o Bereide diepgevroren groenten kunt u maximaal 3 maanden in de diepvriezer bewaren. Alle groenten kunnen in principe ingevroren worden. Hoe meer vocht de groenten bevatten, hoe minder ze geschikt zijn voor de diepvriezer. Sla is bijvoorbeeld goed in te vriezen, maar zodra het 5 minuten uit de diepvriezer is gehaald, geeft de sla veel water vrij en is niet meer te gebruiken. Let op: rauwe groenten kunnen niet worden ingevroren om ze na het ontdooien terug rauw op te eten. Ze dienen ofwel in een nieuw product verwerkte worden (bv. door het sociale economie bedrijf zelf vor verse soepbereiding) of door de ‘klant’ (sociaal restaurant, begunstigde thuis …) in warme maaltijd verwerkt te worden. I.f.v. de houdbaarheid van gekoelde groenten, kan u, als u ze verwacht toch binnenkort als rauwe groenten bij volgende bestelling te kunnen toevoegen, ze dan beter tijdelijk gekoeld bewaren.
Diepvriezen omvat een snelle koeling van het product tot een kerntemperatuur van -18°C. Zo worden zeer fijne ijskristallen gevormd die geen afbreuk doen aan de kwaliteit van het product, in tegenstelling tot invriezen. Hoe meer en groter de ijskristallen, des te groter de schade aan het in te vriezen product. Zorg dat het invriezen snel verloopt. De tijd die verloopt tussen bereiding en bewaring heeft ook een voedselveiligheidsaspect. 21 Daarom wordt ook in dit ondernemingsplan gebruik gemaakt van een snelkoeler/snelvriezer, naast een gekoelde en dieprvries opslagruimte. Let op: I.f.v. transport en levering achteraf: U mag geen ontdooide groenten of andere ontdooide levensmiddelen nogmaals invriezen. De koudeketen tot bij de klant moet dus gerespecteerd worden!
Wachttijden: Na verhitting, zoals blancheren, pasteuriseren, voorbakken, stoomkoken, stoomschillen, …. kunnen er zich sporen en hitteresistente toxines ontwikkelen, als de periode tussen de verhitting en het verdere verloop van de behandeling (koeling, invriezen, sterilisatie of pasteurisatie,…) te lang is. Producten, die reeds verhit zijn, en een wachttijd of verdere behandeling moeten ondergaan zoals pureren/shredden/mengen,… moeten ofwel: 1) voldoende koud gehouden worden (Temperatuur <7°C) 2) voldoende warm gehouden worden (Temperatuur > 65°C) 3) wachttijd-temperatuur-combinatie gevalideerd te worden door middel van microbiologische analyses al dan niet gecombineerd met voorspellend modelleren om aan te tonen dat de gevolgde werkmethodiek geen ontkieming – groei – toxine productie toelaat. 21
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 73/124
9.4.4.6 Bijkomende praktische en logistieke aanvullingen. Stap 0: De (niet-gesorteerde) palletten met overschotten worden gegroepeerd per soort groente. De ploegbaas/omkadering beslist welke typen groenten in welke volgorde in ‘productie’ gaan. In principe start de productie met die groenten waarvan er de grootste hoeveelheid is, rekening houdend met vereisten qua voedselveiligheid m.b.t. allergenen. Om van 1 soort groente naar een andere soort te switchen zijn moet er gereinigd worden. Vooral na de verwerking van allergene producten moet dit zeer grondig gebeuren. Stap 1: aanvoer naar wastafels: ofwel per bak(ken) met een duvel ofwel per hele pallet met de transpallet. Volgende stappen: Gezien de zeer korte afstand tussen de verschillende tafels/processtappen (+- 0,5 à 1m) gebeurt de aan- en afvoer vooral manueel of op geschikte rolkarren. 9.4.5 OVERZICHTSTABEL VAN MOGELIJKHEDEN TOT INVRIEZEN EN VOORBEREIDENDE TAKEN PER SOORT Hieronder vindt u een tabel met de groentesoorten met aanduiding welke bewaringstechniek mogelijk is en welke voorbereiding nodig is. Deze tabel is gerangschikt van meest naar minder of niet voorkomende overschotten op veiling. Groentesoort
(snel-) Invriezen mogelijk? neen Ja
Blancheren?
Verwerken tot Soep? 22
Wassen?
Schillen?
Versnijden?
nee nee
Ja Ja
Ja nee Ja Ja Ja Ja
ja (2 à 3 min.) nee Ja Nee Nee, niet nodig Ja
Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Nee Nee of Ja (manueel) Nee Nee (ev.) Nee Nee (ev.) Nee Nee
Ja Ja
Bloemkool Komkommer Courgette Paprika Prei Kolen (gewoon, chinese, …) Koolraap Aubergine
ja Ja (of puree of pasata of basissaus) Ja Ja ja Ja Ja Nee
Ja moeilijk
Ja Ja (2 min.)
Ja Ja
ja nee
Ja Ja
Selder (witte / groene) Asperge Rode biet
Ja
Ja (2 min.)
Ja Nee (ev. in olie bakken) Ja (groene)
Ja
Nee
Ja
Ja Nee
Ja (2 à 3 min.) nee
Ja Ja
Ja, manueel Ja
Deels Ja
Wortel Peterselie
Ja Ja
Ja (2à5 min.) Nee (Ja voor
Ja Nee (ev.), koken en vacuüm Ja
Ja ja
Ja Nee
Ja Nee / ev.
Champignons
Ja
Nee (ev.)
Ja(borstelen)
Ja
(prinsessen)B onen Spruiten
Ja
Ja (2 min.)
Ja (of verwerken tot roomsaus …) Ja
Ja
Nee
Ja
Ja (3 à 5 min.)
Ja
Ja
Nee
Ja, topjes eraf Nee, beh.
Broccoli Aardappelen
Ja
Ja (2 min.) nee
Ja Ja
Ja ja
Nee ja
ja ja
Sla Tomaten
Moeilijk, wel in pureevorm Ja
beter kleurbehoud)
Ja
Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Beschadigde blaadjes
Ajuin Nee, niet nodig ja Nee ja ja … Bron: eigen onderzoek o.b.v. diverse websites + publicatie Testaankoop ‘Tips voor invriezen en inmaken’, 2013. 22
Voor soep moet je naast deze groenten ook basisingrediënten toevoegen: ajuin, prei, selder, peper en zout … In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 74/124
9.4.6 SCHATTING VAN DE OPPERVLAKTE KOEL- EN VRIESRUIMTE 9.4.6.1 Koelruimte We voorzien dat de afgewerkte producten kunnen opgeslagen worden in dezelfde koelcel als die van het sorteeratelier. Hiervoor wordt dus geen bijkomende aparte koelruimte voorzien. We voorzien wel dat er bijkomende koelruimte nodig is die uitgerust wordt als verpakkingsruimte. De activiteiten die aldaar plaatsvinden zijn: verpakken, etiketteren en wegen van de afgewerkte producten. Vandaar gaan de geblancheerde groenten richting vriesruimte en de gegaarde vacuüm groenten en verse soep naar de koelcel. 9.4.6.2 Vriesruimte De oppervlakte is, i.t.t. de koelruimte, niet direct evenredig met het volume aan bestellingen, maar eerder direct evenredig met het aanbodvolume aan ‘teveel’ overschotten die niet direct bij de bestellingen i.f.v. verdeling kunnen gevoegd worden. (De opp. vriesruimte is dus eerder omgekeerd evenredig met het volume aan bestellingen.) Het volume vriesruimte zal bepalend zijn voor de mate waarin je je invriesatelier kan uitbouwen want indien de vriesruimte vol is, ben je verplicht om je invriesatelier stil te leggen totdat een deel via bestellingen geleverd kan worden. De opslag- (alsook verwerkings-)capaciteit zou zelfs idealitair voorzien moeten zijn op de piekmomenten. Maar dat maakte het kostelijker en moeilijker om hoge benuttingsgraad te hebben. We raden daarom aan om een voldoende ruime maar niet overdreven grote vriesruimte te voorzien, namelijk van min. 9m². (3 op 3 meter breed op 2,5 meter hoog ~22m³. Hou er rekening mee dat je voldoende gangpad moet vrijhouden en niet tot helemaal boven kan stapelen om de nodige luchtcirculatie toe te laten. Dan kan je er max. +- 200 blauwe bakken in stapelen (gemm. 15 bakken/m³ x 2/3e van 20m³) Dit komt +- overeen met totale hoeveelheid van 3.000 kg diepvriesgroenten (als gemm. 15 kg per bak) PS: in tijd van grote nood kan je ook extern vriesruimte huren. Is natuurlijk niet optimaal maar misschien wel een hulpmiddel. 9.4.7 VOEDSELVEILIGHEIDSASPECTEN EN FAVV 9.4.7.1 Omtrent autocontrolegids Wat de voedselveiligheid betreft dient er voldaan te worden aan de van toepassing zijnde autocontrolegids. Dit geldt zowel voor de infrastructuur, het gebruikte gereedschap en toestellen als de toegepaste praktijken. Dit ondernemingsplan heeft met deze vereisten rekening gehouden, maar het zou ons te ver leiden om deze vereisten hier op te nemen. De autocontrolegids van toepassing op het verwerkingsatelier is: G-014 = Gids handel en verwerking AGF (Aardappelen, groenten en fruit) optie verwerking. (http://www.favv.be/autocontrolenl/sectorspecifieketools/aardappelengroentenfruit/ ) Meer info: zie hoofdstuk 8.2.3.1. Omtrent autocontrolegids voor het sorteeratelier 9.4.7.2 Inleiding: HACCP Alle vereiste maatregelen moeten worden genomen om te garanderen dat de bereide producten blijven beantwoorden aan vooraf bepaalde criteria en dat ze voldoen aan de geldende normen en reglementeringen. Daartoe moeten procedures worden ingesteld volgens het HACCP-principe. HACCP : Hazard Analysis Critical Control Point. Dit is een logisch systeem waarbij de belangrijke veiligheidsrisico’s van voedingswaren tijdens het productieproces worden geïdentificeerd, geëvalueerd en gecontroleerd. Dit is geen norm maar een methode en een beheersysteem die het proces analyseren op basis van zeven pijlers. Het HACCP-controleproces wordt toegepast volgens twaalf logisch opeenvolgende stappen, waaronder het analyseren van risico’s en het bepalen van kritieke punten zodat deze gemonitord kunnen worden. De HACCP richt zich hoofdzakelijk op 3 soorten risico’s inzake hygiëne van voedingswaren: - de biologische risico’s (virussen, bacteriën...) In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 75/124
- de chemische risico’s (pesticiden, additieven...) - de fysieke risico’s (hout, glas...). Het verwerkingsproces moet gebeuren volgens het principe van de “voorwaartse beweging”, zodat proper product niet kan gemengd worden met nog vuil/ongekuist product. 9.4.7.3 Omtrent koeling: (bijkomend aan wat reeds hoger vermeld bij sorteeratelier (AGF Handel) Achtergrond: De te koelen levensmiddelen die van toepassing zijn voor de AGF-verwerkende sector zijn: Salades van aardappelen / groenten / tomaten Kroketten van aardappelen / groenten Schotels en gerechten samengesteld met één of meer van bovengenoemde voedingsmiddelen Voedingsmiddelen die een vermelding dragen waaruit blijkt dat zij koel moeten bewaard worden. Deze bepaling is niet van toepassing indien de vermelding vergezeld is van de aanduiding van een temperatuur, die hoger is dan 10°C. In deze lijst van te koelen levensmiddelen staan 4de gamma AGF-producten (bv. in plastiek zak voorverpakte gewassen salades ..) niet vermeld. Toch is het voor deze producten belangrijk om ook gekoeld transport en gekoelde opslag te voorzien. Dergelijke producten vallen bijgevolg ook onder deze eis. Concreet: De 3 beoogde producten die in dit ondernemingsplan bereid worden in het verwerkingsatelier vallen onder de noemer “Schotels en gerechten samengesteld met één of meer van bovengenoemde voedingsmiddelen” en dienen bijgevolg gekoeld te worden. 9.4.7.4 Omtrent etikettering De exploitant in wiens naam of onder wiens handelsnaam het voedingsproduct wordt verkocht of de invoerder (indien de zogenaamde exploitant niet in de EU is gevestigd) is verantwoordelijk voor de informatie met betrekking tot de levensmiddelen. Hij dient erop toe te zien dat deze informatie wordt verstrekt en dat deze conform de Europese wetgeving inzake levensmiddelen is, alsook conform de van toepassing zijnde nationale voorschriften. Wanneer de levensmiddelen voorverpakt zijn, moet de verplichte informatie op de voorverpakking vermeld staan of op een etiket dat aan deze voorverpakking wordt bevestigd.
Foto: Voorbeeld van het etiket voor verse soepen
Minimaal de volgende gegevens moeten verplicht (op basis van de relevantie wetgeving) op het etiket staan: a.
de benaming van het levensmiddel;
b.
de lijst van ingrediënten;
c.
elke stof of technische hulpstof die volgens de wetgever allergieën of intoleranties veroorzaakt, en die bij de vervaardiging of de bereiding van een levensmiddel wordt gebruikt en nog in het eindproduct aanwezig is, zelfs in een veranderde vorm;
d.
de hoeveelheid van bepaalde ingrediënten of categorieën ingrediënten;
e.
de netto-hoeveelheid van het levensmiddel;
f.
de datum van minimale houdbaarheid of de uiterste consumptiedatum;
g.
bijzondere bewaarvoorschriften en/of gebruiksvoorwaarden;
h.
de naam of handelsnaam en het adres van exploitant van een levensmiddelenbedrijf of invoerder;
i.
het land van oorsprong of de plaats van herkomst overeenkomstig artikel 26;
j.
een gebruiksaanwijzing, als het levensmiddel moeilijk te gebruiken is zonder gebruiksaanwijzing;
k.
een voedingswaardevermelding (in bepaalde omstandigheden).
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 76/124
De verplichte vermeldingen moeten gemakkelijk te begrijpen, goed zichtbaar, duidelijk leesbaar en onuitwisbaar zijn. De x-hoogte van de letters moet minstens 1,2 mm bedragen (met uitzondering van kleine verpakkingen of recipiënten). De verplichte vermeldingen moeten aangebracht worden in een taal die de consument gemakkelijk kan begrijpen en indien nodig in meerdere talen. Nederlands (Frans en Duits indien de producten in andere gewesten dan Vlaanderen verdeeld worden).
Foto: Voorbeeld van ‘etiket’ en andere vermeldingen voor diepvriesgroenten.
Meer info: EU-verordening inzake etikettering en presentatie van levensmiddelen, http://eur-lex.europa.eu/legalcontent/NL/TXT/?uri=uriserv:co0019 Deze verordening is van toepassing met ingang van 13 december 2014, met uitzondering van de bepalingen betreffende de verplichting van de voedingswaardevermelding die van toepassing zijn met ingang van 13 december 2016. Richtlijn m.b.t. etikettering en presentatie van en reclame voor levensmiddelen. http://europa.eu/legislation_summaries/consumers/product_labelling_and_packaging/l21090_nl.htm (Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000) 9.4.8 RECEPTEN 9.4.8.1 Keuze van het recept Voor elk van de voorziene bereidingen/verwerkingen zal je een recept moeten voorzien. Bv. aparte recept voor elk type groentesoep. Deze recepten zijn gemakkelijk te vinden op internet. De hoeveelheden kunnen in principe vermenigvuldigd worden i.f.v. het maken van grotere hoeveelheden (bv. 100L. ineens). Deze recepten zijn daarom niet opgenomen in dit ondernemingsplan. (een ondernemingsplan is geen kookboek ) Tips: -
Hou rekening met het verwachte maandelijkse (seizoens)aanbod van overschotten van de veiling voor uw recepten en de planning / kalender van de bereidingen. Laat u bijstaan door een chef-kok voor de beste keuze van smaakvolle producten (bv. soepen). o I.f.v. marketingdoeleinden en kwaliteitsuitstraling kan u hierbij ook de begeleiding vragen van beroemde chef-koks (Jeroen Meeus, …). Kies in bijzonder voor soepen recepten met een groot % groenten. Doorgaans bevatten soepen in gewicht 15 à 20% groenten, maar hier kan dit zeker verhoogd worden tot bv. 30 à 35% aangezien in principe de gebruikte (uit de markt genomen) groenten gratis verkregen zijn. U kan dit dan als een kwaliteitskenmerk uitspelen in uw marktering/prijszetting. (zie ook lager hoofdstuk “Verhouding foodcost t.o.v. de totale kost”)
9.4.8.2 Soepen Soep kan beschouwd worden als voorgerecht, hoofdgerecht of nagerecht, afhankelijk van de ingrediënten, maar ook van de opgediende hoeveelheid. Dit is dus een zeer flexibel gerecht dat eenvoudig klaar te maken is, met of zonder toevoeging van andere kruiden, room, soldaatjes, gestoomde groenten enz., koud of warm, gekookt of ongekookt. Groentesoepen volgen daarbij altijd een basisrecept, ongeacht de hoeveelheid groenten in de soep: ten eerste een basissmaak/-ingrediënten (bv. ajuin, look, selder, prei) ten tweede één of meer groenten, ten derde (eventueel) een binding (bv. met aardappelen) en ten vierde kruiden(bouillon) en specerijen (zout). Een groente kan op zich soms twee van deze drie functies vervullen.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 77/124
Typische groenten voor groene zomer- en wintersoepen Groene zomersoep Kool, salade, andijvie, courgette, venkel, groene peper, broccoli, groene boontjes, aardappelen …
Groene wintersoep Courgettes, bloemkool, rapen, aardappelen, prei, andijvie…
9.4.9 INVESTERINGEN EN VERBRUIKSMATERIALEN VOOR HET VERWERKINGSATELIER Hieronder vindt je voor het verwerkingsatelier een overzicht van de bijkomende benodigde investeringen in inrichting, machines en gereedschap en de verbruiksmaterialen. (Verbruiks)materialen die reeds voorzien zijn voor het sorteeratelier worden hier niet herhaald (werkkledij, schoonmaakmateriaal, ongediertebestrijding …) In kolom 2 wordt bijkomend aangeduide of bepaalde materialen enkel voor 1 of 2 van de 3 productielijnen nodig zijn B betekent dat dit materiaal enkel nodig is voor het Blancheren van de groenten. S voor Soep V voor Vacuüm verpakte gegaarde groenten Of combinatie, bv; BV voor Blancheren + Vacuüm verpakte gegaarde groenten. In het financieel plan vindt u bijkomend voor al deze materialen de kostprijs (per stuk en in totaal). Opstartkosten verwerkingsatelier
Aantal
voorstudies algemeen (marktonderzoek …)
1
voorstudie verwerkingsatelier (HACPP, receptuur…)
1
aanwerving extra halftijdse projectcoördinator gedurende half jaar vooraf aan de opstart
0,25 VTE
Investeringen in inrichting, machines en gereedschap Inrichting werkplaats (HACCP-proof conform eisen autocontrolegids AGF014, gas-, water en elektriciteitsaansluiting, plaatsing en montage toestellen in regie …) Paletten op de grond of op wieltjes Spoeltafel 150cm, 1 bak midden Werktafels in inox H90-L180-D60 Werktafel in inox H90-L150-D60 Vergiet (36cm doorsnede) Groentesnijmachine (Robot coupe) Snijplank (professional - HACCP) Groen = groenten. Snijmes voor groenten (dun)schillers Combi-oven 20 niveaus voor GN-schalen (met blancheerprogramma) Beladingswagen voor combisteamer én snelkoeler (voor 20 GN-schalen) GN-schalen (gastronorm) Snelkoeler en –vriezer (blastchiller-freezer) bijhorend koelaggregaat voor snelkoeler en –vriezer Kookketel, in diverse volumes mogelijk: 100 liter, 150, 200, 300, 500 l.), met roerwerk en terugkoeling, met aftapkraan Dampkap Bewaardiepvriescel / Vriesruimte van 9m² (18m³) (voor opslag geblancheerde snelgevroren groenten) Bewaarkoelcel / Koelruimte van 9m² (voor etiketteren en verpakken gekoelde voeding) Rekken voor vries- (8) en koelruimtes (1) (1m lang) (H1780mm-D400-L1088mm) Stoelen of krukken (1 per werkpost) In opdracht van
B, V of S?
Aantal stuks 1 25 2 3 2 2 2 10
BV BV S
20 20 1 1 60 1 1 1
S
1
B
1
BSV
1
BSV
9
BV BV
6 Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
Extra diepe 40cm wasbak voor eenvoudig reinigen van snijplanken, GN bakken etc. Kraan / spoeldouche wasbak met kniebediening + achterschot Inox rolkar (1 per werkpost) Vacuümmachine lasbalk 30cm (voor verpakking gegaarde groenten) incl. mogelijkheid van verzegelen zonder vacuüm (voor verpakking geblancheerde groenten) Etiketteermachine (om etiket met alle verplichte vermeldingen op het product te zetten) Dispenser in inox voor etiketten (voor elke dag van de week, voor intern gebruik Kleine keukenweegschaal in etiketteer-ruimte met digitale display
v141229 78/124
1
BV
1 1 4 1 1 1 1
Grote weegschaal bij ontvangstruimte (of op transpallet?)
1
Afvulinstallatie/doseersysteem (voor verpakking van de soep in zakken of emmers van 1 of 5 liter) Duvel/steekkar (bakken van stock naar wastafel + verpakte producten naar koel- en vriesruimte) Paletten op de grond of op wieltjes (voor niet-gesorteerde groenten in ontvangstruimte verwerkingsatelier) Vuilbakken Scheiding in 3 fracties (papier & karton, plastiek & reststroom, PMD), dus 3 / werkpost x3 werkposten = 9. Rek (B90xH183xD60cm) Diverse extra investeringen voor soep (ifv snelkoeling op ijswater, transportband?, maalmachine?, perserij?, pulpmachine? ...) Divers keukenmateriaal
S
1 2 20 9
S
2
1
Verbruiksmateriaal
B, V of S?
Diepvrieszakken in diverse afmetingen (24 op 32cm, 24 op 40cm …
B
Vacuüm kookzak 20 x 30 cm (tot 121°C)
V
Vacuümzak in diverse afmetingen (20 x 30 cm, 30 x 40 cm, 40 x 50 cm) Soepbekers 1 liter + deksel Soepemmers 5 liter
V S S
Etiketten / stickers (HACCP-proof) voor intern gebruik (met enkele aanduiding product, werknemer, aantal, datum & uur, uiterste gebruiksdatum) Etiketten / stickers voor extern gebruik / verkoop (met meer gegevens) Wegwerpkledij: schorten, maskers, schoenenovertrek, haarnet, handschoenen …
9.4.10 INRICHTING VAN DE ATELIERS Een schematische voorstelling van de layout/inrichtring van het verwerkingsatelier vindt u hierboven in hoofdstuk 8.5.2. De inrichting van de werkplaats/ateliers dient te voldoen aan de wettelijke normen. We beperken ons in bijlage tot een niet-limitatieve opsomming van eisen en aanbevelingen inzake de inrichting i.f.v. wetgeving voedselveiligheid op basis van de Gids voor autocontrole AGF (aardappelen, fruit en groenten). Bv. afgeronde hoeken van machines, makkelijk afwasbare wanden en vloeren, spatwaterdichte stopcontacten bij/boven werktafels, weggewerkte leidingen … De vereisten zijn strenger voor het verwerkingsatelier dan voor het sorteeratelier (ontvangst, opslaglokalen …). Dit is hierboven ook telkens aangegeven. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 79/124
Uitgangspunten voor het financieel plan: We beschikken over een vaste inrichting van de ateliers. Een eventueel alternatief, nl. een “mobiele” inrichting van de ateliers in containers, is niet onderzocht in dit o-plan. Je huurt de ruimte in een bestaand gebouw aan standaard huurprijs, waarbij de ruimte evenwel nog verder aangepast/ingericht moeten worden conform bovenstaande wettelijke eisen. Noot: We raden aan om beroep te doen om een gespecialiseerde aannemer/bureau voor professionele inrichting van de werkplaats en keuken. Deze specialisten zorgen, tegen een vergoeding van +- bv. 6% van de globale kost van de bouw en inrichting van de lokalen, voor de realisatie van de inrichtings-/inplantingsplannen, technische plannen, kosteninschatting, opstellen van lastenboek, opvolging van de aanbesteding, werfopvolging tot en met de oplevering van de werf. Met aandacht voor de technische aspecten gelinkt aan de productieactiviteiten als voor het respecteren van de voedselveiligheid.
9.5 Productiviteit De productiviteit van de medewerkers is een belangrijk element in het financieel plan. De hoeveelheid dat 1 medewerker per uur respectievelijk kan sorteren (ontvangen, visueel inspecteren, soteren, wegzetten …) en verwerken (bv. wassen, schillen, blancheren en verpakken) zal bepalen hoeveel personeel nodig is in het sorteeratelier en in het verwerkingsatelier i.f.v. de (verwachte) bestellingen/verkoop. Of indien je een vast ploeg medewerkers hebt, zal je o.b.v. de verwachte productiviteit kunnen inschatten hoe groot uw afzet/verkoop dient te zijn. Hieronder vindt u een indicatie van de tijdsduur voor de productie van 2 soepen uit 2 praktijkvoorbeelden. Voor de tijdsduur van sortering en andere taken in het sorteeratelier hebben we zelfs nog geen praktijkvoorbeelden. Realistische te verwachten tijdsduren is één van de zaken die in het vervolgproject nauwkeuriger/betrouwbaarder moeten bepaald worden. Deze info kan verzameld worden via onderzoek bij bestaande verwerkers in de reguliere of sociale economie (in bijzonder voor verwerkingsatelier) of berekend worden tijdens toekomstige testcases/pilootprojecten (in bijzonder voor sorteeratelier). Ook het internet kan hierover zeker informatie opleveren (al zijn de productiehoeveelheden en dus ook de -tijden in dit ondernemingsplan natuurlijk wel veel groter dan de talrijke recepten die te vinden zijn voor huishoudens). Nuttige tips: -
De tijdsduur voor producten te bereiden is sterk afhankelijk van het soort groente(soep). Bvb. x kg aardappelen schillen en snijden gaat relatief sneller dan een zelfde hoeveelheid prei. Tomaten wassen gaat veel sneller dan sla wassen …
-
De werkorganisatie is belangrijk. Je moet een “dagschema” / “roulatiesysteem” opzetten waarbij uw medewerkers niet zonder werk vallen maar wel ‘continu’ kunnen doorwerken.
-
o
Bv. terwijl de pot gevuld wordt met water en de soep opgewarmd wordt, beginnen de andere werknemers reeds de volgende soep voor te bereiden. Dit zou op niveau van elk type bereiding (bv. wortelsoep) kunnen uitgewerkt worden, gezien de tijden voor bereiding verschillen ‘van soep tot soep’.
o
Bv. Het is waarschijnlijk efficiënter om grote hoeveelheden van eenzelfde groente in 1 keer voor te bereiden dan om je medewerkers veel te laten afwisselen tussen de soorten groenten. De groenten die je niet direct kan verwerken, kan je dan in vacuümzakken enkele dagen bewaren in de koelruimte voor de volgende soepbereiding of invriezen.
De tijden zijn ook sterk afhankelijk van de aard van het beginproduct. o
Komen de producten recht van het veld en bevatten ze nog veel aarde, dan duurt het wassen langer.
o
Werk je met diepgevroren reeds gekuiste en versneden groenten, dan gaat uw bereiding natuurlijk veel sneller. Bij wijze van spreken: “de zak open trekken en in de ketel gieten”.
o
Aangezien we voor dit ondernemingsplan vertrekken van groenten die op de veiling worden aangeboden, weten we dat de producten reeds relatief goed gekuist zijn. Het wassen van de groenten blijft evenwel nodig als 1e stap, nadat ev. de verpakking weggenomen is (bv. voor sla verpakt in een plasticzakje)
-
Weet dat je steeds een % verlies hebt van je producten na het wassen/schillen/snijden. (bv. +- tot een kwart of meer van het gewicht voor aardappelen).
-
Voor de berekening van uw gewenste verwerkingscapaciteit, moet je in bijzonder rekening houden dat bepaalde machines, afhankelijk van de bereiding, veel tijd in gebruik zijn. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 80/124
o
Voor geblancheerde groenten is de capaciteit van de snelvriezer/-koeler cruciaal. Vanaf bepaalde omzet (bv. in best case) is het nodig om een 2e snelkoeler te kopen). Bv. capaciteit voor de gekozen snelvriezer in dit ondernemingsplan (blast-chil.-freezer 10085kg, 20GN1/1, REM van Electrolux) • Inkoelcapaciteit 100 kg (UK-norm) 72kg (NFnorm): o van +90°C naar +3°C in 90 minuten • invriescapaciteit 85kg (UK-norm) 72kg (NFnorm) o van +90°C naar -18°C in 240 minuten (= 4uur!) o bij 43° omgevingstemp.
o
Bij soepbereiding is de capaciteit qua kookketels cruciaal aangezien 1 ketel tot 3,5 uur in gebruik kan zijn vanaf opwarmen t.e.m. terug gekuist na de bereiding.
9.5.1 PRAKTIJKVOORBEELD 1: RECEPT EN BEREIDING VOOR GASPACHO Bron: testcase te Perpignan 22/09/’11. Studie ‘Rapport project d’ingenieur, 2012’ van ANDES en AgroParisTech) Product / ingrediëntenlijst Basilicum Ajuin Azijn Peper Zout Tomatenpuree Paprika (rode en/of groene)
Gewicht 220g 7kg 300 ml een handpalm 800gr 54 kg 20 kg
% 0,25 8,50 0,33%
Productietijden voor verwerking Schillen ajuin Voorbereiden basilicum Voorbereiden komkommer Koken olie/ajuin 95°C Voorbereiden paprika Toevoegen paprika Voorbereiden tomaten Toevoegen tomaten 1e x mixen 2e x mixen Spoelen flessen Vullen flessen Kuisen
Start- en einduur
Aantal tewerkgestelden 4 1 4 2 4 2 2 2 1 1 2 3 4
7u50 - 8u15 7u50 - 8u05 8u15 – 8u20 8u15 8u20 – 8u50 8u50 8u45 – 9u10 9u10 9u30 – 9u35 9u55 – 10u 10u15 – 10u30 10u30 – 11u 11u – 11u45
1% 65% 24%
Conclusie: Voor deze soepbereiding zijn bij momenten tot 5 à 6 medewerkers tewerkgesteld, typisch bij de voorbereiding (7u50 - 8u50) of kuisen. Op andere momenten slechts 1 medewerker nodig (typisch tijdens het koken en mixen). 9.5.2 PRAKTIJKVOORBEELD 2: BEREIDING VAN EEN AARDAPPEL-PREI SOEP Bron: STC De Biehal, Jan Bijnens, nov. 2014 Richttijd: Voor de bereiding van 200 liter soep ben je gemiddeld met 2,5 personen 3 à 4 uren bezig. Aard van product: groenten die net van het veld komen, dus ongewassen. Groenten% in totale gewicht: 25 à 30% (doorgaans is 15 à 20% gangbaar) Tabel met gemm. productietijden voor verwerking Productietijden voor verwerking Ajuin schillen en snijden Knolselder
Hoeveelheid begin en eindproduct
Tijdsduur
8 kg 5 kg 5kg
20 min. 1 uur In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
Aardappelen wassen, schillen, snijden Prei Kippenbouillon (zak pakken, afwegen, toevoegen …) Melk toevoegen Vullen kookketel met water Opwarmen water Koken Mixen Uitscheppen/ Portioneren (met tapkraan in recipiënten of zakken) Kuisen
25 kg 18 kg
1 uur
10 kg 1,5 kg
1 uur 10 min.
4liter 200 l.
v141229 81/124
10 min. 30 à 45 min. 1,5 à 2 uur 15min. 30 min.
9.6 Administratief proces Naast het hele productieproces (klaarmaken van bestellingen ~order picking; voorbereiding op invriezen; ev. verwerking tot nieuw product) is er ook een omvangrijk administratief luik in deze onderneming te voorzien. -
Van bestelling tot facturatie Registratie en traceerbaarheid Tools en instrumenten …
9.6.1 HET BESTELPROCES 9.6.1.1 Vergelijking met huidige bestelwijzen van voedselhulpinitiatieven Hoe doen voedselhulpinitiatieven nu hun bestellingen? We bekijken de relevante antwoorden uit de uitgevoerde bevragingen. Resultaten bevraging Innovatieproject 2014 voor Vlaanderen Frequentie bevoorrading: 27% wekelijks, 23% meerdere keren per week, 19% maandelijks, 8% 2x/maand De duurtijd van bestelling tot levering is variabel van minder dan 1 tot 7 dagen. In +- 28% van de antwoorden is er maar (max.) 1 dag tussen het moment van bestelling en de levering. Bij de andere (+72%) meer dagen. Bestelling gebeurt via internet, telefonisch, per fax Resultaten bevraging studie Groupe One te Brussel, 2013) Bestellingen gebeuren zowel maandelijks, wekelijks als dagelijks Er zijn diverse wijze van bestellen: rechtstreeks in de winkel (33%), per telefoon (19%), email (14%), fax (5%) Levertermijn: a. Een deel van de organisaties wensen binnen de 1 à 3 dagen geleverd te worden. Er moet dus snel kunnen gereageerd worden op bestellingen om deze binnen de week en liefst binnen de 48 uren te leveren. b. Bij de voedselbank Brabant worden er maandelijkse bestellingen gedaan door de aangesloten verenigingen. Dit geeft aan dat er toch een zekere flexibiliteit mogelijk is, mede i.f.v. de aantrekkingskracht van het hele aanbod (bv. prijs, variatie, versheid …). 9.6.1.2 Ons bestelsysteem De verdeling van de groenten gebeurd op basis van een systeem van bestellingen. Dit kan bv. als volgt gebeuren: Stap 1: Maandelijks wordt bestelformulier opgesteld met 10 verschillende groenten (en fruit?) die de deelnemende organisaties kunnen bestellen in de komende maand. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 82/124
Stap 2: De voedselhulporganisaties geven hun bestelling door. Dit kan op verschillende manieren: 1. per mail /internet (bij voorkeur) 2. telefonisch (met emailbevestiging achteraf) of per fax a. we behouden deze mogelijkheden i.f.v. klantengerichtheid (bv. vrijwilligersorganisaties die niet (goed) uitgerust zijn met computers). 3. persoonlijk : indien je gelegen bent bij de veiling kunnen sociale organisaties die zich bevoorraden bij de veiling bijkomende aankomen doen bij het sociaal economie bedrijf. Je dient dan een soort ‘winkel’ open te houden op dit momenten. Er dient een gebruiksvriendelijk bestelformulier opgemaakt te worden (bv. op basis van bestelbon gebruikt bij ANDES). Noot: Er blijven natuurlijk nog verscheiden vragen onbeantwoord die verder in het vervolgtraject moeten beantwoord/onderzocht worden, zoals: Wordt het gamma ook uitgebreid met fruit? (weliswaar 100% aangekocht fruit op de veiling zelf want er zijn geen overschotten, tenzij nu tijdelijk) Bestelt de klant wanner hij wil of bestelt de klant op een vast tijdstip (2x per week, (2)wekelijks …) zodat bestelorders kunnen samengevoegd worden (bv. i.f.v. aankoop); … 9.6.1.3 Timing tussen bestelling en levering In principe is het logistiek mogelijk om alle bestellingen na 2 of 3 dagen te leveren: Na 3 dagen indien het transport uitbesteed is Na 2 of 3 dagen indien het transport in eigen beheer gebeurt. M.a.w. maandag of dinsdag vóór 10u bestellen = geleverd aan huis op woensdag namiddag of donderdag(voormiddag). Voorbeeld van mogelijke timing: Dag 0 tot dag 1 max. 10u: bestelling komt binnen Dag 1: o ’s morgen vanaf +- 12u worden de overschotten in ontvangst genomen en bestellingen zoveel mogelijk klaargemaakt. Afgewerkte en half afgewerkte bestellingen gaan naar de koelruimte. o O.b.v. hoeveelheid niet ingevulde bestellingen wordt berekend hoeveel er aangekocht moet worden op dag 2. Dag 2: o aangekocht product wordt rond 10 à 11u in ontvangst genomen half afgewerkte bestellingen worden prioritair zo snel mogelijk afgewerkt o Indien eigen transport kan het transport +- op de middag vertrekken en zijn leveringsronde doen gedurende de hele namiddag. o indien extern transport worden alle afgewerkte bestellingen in de namiddag opgehaald door de externe transporteur. Dag 3 (indien externe transporteur): transporteur pikt de goederen op en doet zijn leveringsronde gedurende de hele (voormid)dag. Noot: Meer info over aankoop en tips om de extra aankopen zo beperkt mogelijk te houden zie hoofdstuk 8.4 Aankoop-proces. 9.6.2 VAN BESTELLING TOT FACTURATIE Op basis van de bestellingen wordt maandelijks een factuur gemaakt door de administratief bediende. Bv. op 5 februari vertrekken alle bestellingen uitgevoerd in januari. Betalingstermijn factuur: datum factuur + 30 werkdagen (of korter) Maximale termijn tussen aankoop en betaling factuur is dus +- 2 maand. Dus is er in principe max. 2 maand prefinanciering te voorzien. Minimale termijn is zelfs <= 1 maand. 9.6.3 REGISTRATIE EN TRACEERBAARHEID Meten is weten! Door goede registratie en rapportage kan je veel leren over uw activiteiten en rendementen enz. berekenen. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 83/124
Bovendien zijn bepaalde registraties ook i.f.v. traceerbaarheid naar voedselveiligheid verplicht. Registratie is dus belangrijk. 9.6.3.1 Registratie van inkomende en uitgaande stromen Het is de bedoeling om een heel transparant en performante registratie van de productstromen te doen. In elk geval worden alle inkomende en uitgaande stromen geregistreerd. De eenheid voor registratie is het gewicht (kilogram). Dit sluit het nauwste aan bij de wijze van registreren op de veiling (cfr. formulieren voor uit de markt genomen producten) of van andere voedselbedelingsinitiatieven (bv. de voedselbanken) Schematische voorstelling van in- en uitkomende stromen in de onderneming:
Om een correcte massabalans te maken worden alle inkomende en uitgaande stromen dagelijks geregistreerd: Inkomende stroom bij ontvangst a. Van overschotten per type groente (reeds geregistreerd door controleurs van dep.L&V?) b. Van aangekocht product (reeds geregistreerd door veiling) c. + aantal bakken om nettogewicht te kennen (totaal gewicht – (gewicht per bak x # bakken). Uitgaande stroom van afgewerkte bestellingen naar transport a. Dit kan ter controle vergeleken worden met de voldane bestellingen. Uitgaande stroom van afval (afvalstroom) Daarnaast wil men minstens voor de belangrijkste procesflow de hoeveelheden dagelijks registreren. Voor basisproces (bestellingen klaarmaken op basis van overschotten) a. Per bestelling: hoeveel is hiervan vervolledigd door overschotten versus wat dient bijkomend aangekocht te worden op de veiling de volgende dag? b. Ratio’s: i. Hoeveel/% van ontvangen overschotten die direct in bestellingen kunnen omgezet worden ii. Versus hoeveel aankopen die moeten gebeuren om de bestellingen, ev. opgesplitst tussen: 1. % aan gewone marktprijs 2. % aan bodemkoers iii. Verhouding tussen beide iv. Hoeveel afval is (verwachting is dat dit erg beperkt zal zijn bij groenten van de veiling) Voor proces Verwerking tot nieuw product: a. Inkomende hoeveelheid product per productsoort (via transpallet met weegschaal), opgesplitst in: i. Overschotten ii. Aangekocht product b. Uitgaande stroom afval c. Uitgaande stroom hoeveelheid naar bestellingen: i. Voor diepvriesgroenten, verse soep, vacuüm groenten ii. Dit kan ter controle vergeleken worden met de voldane bestellingen. d. Hoeveelheid product die geproduceerd wordt e. … 9.6.3.2 Traceerbaarheid voor voedselveiligheid Noot: onderstaande tekst is van toepassing op bewerking & verwerking. Voor het sorteeratelier is mogelijks wel versoepeling van toepassing op basis van de omzendbrief. d.d. 02/08/’13 van het FAVV m.b.t. de bepalingen van toepassing op voedsel-banken en liefdadigheidsverenigingen. Deze gaat over Houdbaarheid, In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 84/124
Traceerbaarheid, Etiketteren, Invriezen).Link: www.favv.be/levensmiddelen/omzendbrieven/_documents/2013_08_02_Banquesalimentaires_NL.pdf Traceerbaarheid betekent “De mogelijkheid om een product doorheen alle stadia van de productie, verwerking en distributie te traceren en te volgen.” Door middel van een goed opgezet traceerbaarheidssysteem moet het mogelijk zijn om producten die schadelijk zijn voor de volksgezondheid of die ongeschikt zijn voor consumptie (vreemde bestanddelen, bedorven, rot, sterke kwaliteitsachteruitgang) te lokaliseren en terug te halen uit de markt. De oorzaak van eventuele problemen kan gelegen zijn op het niveau van de inkomende producten, op het niveau van het productieproces (halffabrikaten) of op het niveau van volgende schakels in de keten (afnemers). Melding van problemen kan gebeuren vanuit volgende situaties: leveranciers
interne medewerkers
klanten
eindgebruikers (consumenten)
overheid
Dit betekent dat er moet voorzien worden in: een voorwaartse traceerbaarheid moet mogelijk zijn: van inkomende producten over het productieproces tot de afgeleverde producten (=(waar gaan ze naartoe); maar ook een achterwaartse traceerbaarheid: van afgeleverde producten, via het productieproces naar de inkomende producten (= herkomst van het fruit en de groenten) Concreet betekent dit: 4.1.1 Traceerbaarheid op niveau van de aangevoerde producten (grondstoffen) = INkomende stroom 4.1.1 Van alle inkomende grondstoffen moet een registratie bijgehouden worden waarop volgende gegevens terug te vinden zijn : • aard van de ontvangen producten; • identificatie van de ontvangen producten; • aangeleverde hoeveelheid ontvangen producten; • ontvangstdatum; • identificatie van de vestigingseenheid van de leverancier. 4.1.2 Traceerbaarheid op niveau van de afgevoerde producten (eindproducten) = UITgaande stroom
4.1.2 Van alle geleverde eindproducten moet een registratie bijgehouden worden waarop volgende gegevens terug te vinden zijn : • aard van het afgevoerde product; • identificatie van het afgevoerde product; • afgeleverde hoeveelheid afgevoerd product; • leveringsdatum; • identificatie van de vestigingseenheid van de afnemer. 4.1.3 Link tussen grondstof en eindproduct 4.1.3 Er moet een systeem aanwezig zijn om traceerbaarheid uit te voeren zowel van grondstof naar eindproduct als van eindproduct tot grondstof waarbij het verband tussen aan- en afgevoerde producten ondubbelzinnig wordt vastgelegd.
Wijze waarop dit concreet kan opgevolgd worden Rapportage van het BEWIJS VAN ONTVANGST i.k.v. de gratis uitreiking van uit de markt genomen fruit en groenten (Bijlage 2)
Rapportage op basis van de bestelbonnen van de sociale organisaties (klanten). + Na de sortering worden nieuwe etiketten gemaakt (zie hoger hoofdstuk “Wettelijke vereisten mbt etikettering” en aangebracht op de nieuw samengestelde paletten, met alle informatie over de betrokken partij fruit en groenten.
= eigen rapportage te organiseren / aangepast registratieformulier te maken. Lotnummer van aangevoerd product te linken met het lot van productie / uitgaand product.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 85/124
Deze informatie wordt gedurende een vaste periode bewaard volgens het geldende reglement voor verse voedingswaren. Een werkplaatsverantwoordelijke moet al deze informatie verzamelen en zorgen voor de traceerbaarheid. Deze verplichte traceerbaarheid stroomop- en -afwaarts verschaft de consument informatie en garandeert de transparantie van het systeem om op een doelmatige en snelle manier niet-conforme voedingswaren uit de markt te kunnen halen. De nodige traceerbaarheid door de sociale organisaties die afnemen verder in de keten kan/moet ook afgesproken worden. Bv.: De verenigingen zorgen voor een strikte controle van de inkomende, uitgaande en eventueel verworpen hoeveelheden en houden daarover een boekhouding bij met desgevallend een uitleg waarom producten werden weggegooid. Deze boekhouding wordt aan het sociaal economie bedrijf bezorgd. De vereniging staat in voor de verdeling van de ter beschikking gestelde fruit en groenten en indien ze worden weggegooid, zorgt ze ook voor de vernietiging ervan en houdt ze daarmee rekening bij een volgende bestelling. Elke levering wordt vergezeld van een leveringsbon die wordt vermeld in de jaarrekening. 9.6.3.3 Materiaalbenodigdheden en tools en instrumenten -
Transpallet met weegschaal Professionele weegschaal
Registratiesystemen: Voor het sorteeratelier: Een eenvoudig registratie- en rapportagesysteem (MS Excel) is zeker voldoende of een meer geavanceerd registratiesysteem met scansysteem en rapportagemodule. Met o.a. Voor het verwerkingsatelier is een iets geavanceerder systeem handiger (bv. met scansysteem en). Formulieren: Bestelformulier Leveringsbon Registratieformulieren voor inkomende, tussen- en uitgaande stromen (zie hoger in tabel) --> Zoveel mogelijk geautomatiseerd om manuele ingave te vermijden. Bv. scanningsysteem? …
9.7 Hoe de piekperiode in de zomer opvangen en de winterperiode met weinig activiteit? Op basis van de beperkte statistieken over de overschotten in de voorbije jaren 2008 – 2012 bij Belorta verwachten we een stabiele aanvoer van overschotten gedurende ongeveer 9 à 10 maanden per jaar. In de winterperiode (jan tot maart) zijn er beduidend minder overschotten. In de zomerperiode (juni tot augustus) is er een piekperiode. Net in de warmste maanden van het jaar zijn er ook de grootste overschotten. Om die reden is ook het aantal dagen per week dat sociale organisaties zich momenteel kunnen bevoorraden bij bv. BelOrta lager in de winter: In zomer/lente/herfst 3x per week (op maandag, woensdag en vrijdag). In de winter slechts 1x per week (woensdag). Bovendien is er niet enkel méér aanbod van overschotten in de piekperiodes, maar is ook het type werk dat dan meest kan gebeuren arbeidsintensiever. Het is namelijk arbeidsintensiever om overschotten die door het overaanbod niet gratis uitgereikt kunnen worden te verwerken i.f.v. bewaring (bv. blancheren) of productie (versnijden, koken …) dan om overschotten uit te reiken (vooral ompakken / hersorteren van de bestellingen). Hou er ook rekening mee dat de timing van de overschotten productafhankelijk zijn (bv. asperges in voorjaar …) en licht wisselend van jaar tot jaar (bv. warme lente 2014). 9.7.1 DE PIEKPERIODE IN DE ZOMER OPVANGEN. MOGELIJKE OPLOSSINGEN Hoe ga je die piekperiodes (vooral +- juni – aug) van bepaalde overschotten opvangen? Welke scenario voorzie je? Impact op de capaciteit qua infrastructuur 1) Om de overschotten in piekperiodes maximaal te kunnen valoriseren moet er voldoende koel/vriesinfrastructuur en verwerkings-/productiecapaciteit voorzien worden.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
2)
3) 4)
v141229 86/124
Maar aangezien die ‘extra’ koel/vries- en verwerkingsinfrastructuur vooral in de zomermaanden gebruikt wordt en minder in de andere seizoenen, zal er een financiële evenwichtsoefening moeten gebeuren tussen voldoende capaciteit voorzien versus een voldoende benuttingsgraad van uw infrastructuur/uitrusting. Bv. Als de extra koel/vries- en productieruimte enkel 1 of 2 maanden per jaar gebruikt wordt en de rest van het jaar leeg staat, is dit waarschijnlijk financieel geen rendabele/verantwoorde investering. En omgekeerd ... Tip: Op basis van historische analyse van de overschotten van de afgelopen jaren bepaalde trends te detecteren over het maandelijks terugkerende volume en de type producten (ondanks de – van nature onvoorspelbaarheid van de overschotten). Mogelijk oplossingen: a. Start small, grow big? Bouw uw capaciteit in de loop der jaren gaandeweg uit op basis van uw kennis/ervaring van de reële overschotten en mogelijkheden tot bewaring/verwerking in de praktijk. Start met een beperkte infrastructuur en breidt deze uit indien dit economisch-financieel verantwoord is. b. Breng in kaart of er bestaande infrastructuur onbenut is in de zomer bij externe partners. i. Enkele voorbeelden: sociale economie organisatie met bestaande keuken, sociale restaurants die slechts enkele dagen per week open zijn, schoolkantines (juli- augustus onbenut), bedrijfskeukens die na 15u gesloten zijn ii. Onderzoek de concrete mogelijkheden in je regio. c. Tijdelijke leasing van infrastructuur (bv. mobiele koelcel). Doch het is mijn verwachting dat zulke uitgaven financieel niet rendabel zijn. i. Bv.http://www.petitforestier.be/containers/index.php?PHPSESSID=iseaiqkvuicg03nuejmlu7bki0
Impact op de capaciteit qua personeel: Elk bedrijf en in het bijzonder een sociale economie organisatie wenst zijn medewerkers bij voorkeur een stabiel werkvolume gedurende het hele jaar aan te bieden. Het is echter duidelijk dat dit in dit ondernemingsplan niet evident zal zijn (piek in zomer en dal in winter qua werkvolume). In de vakantieperiode werken sociale organisaties soms niet of minder wegens verlof. Hou hiermee rekening. Dat heeft een dubbele impact: o Enerzijds kunnen aan die VH-initiatieven minder/geen overschotten geleverd worden in de vakantieperiode. Dus lagere vraag in zomermaanden. o Anderzijds zijn sociale economie organisaties in zomermaanden tijdelijk collectief gesloten. (bv. BW voor 3 weken tot begin aug.) Daardoor zijn er ook minder werknemers die de overschotten kunnen behandelen. Mogelijk oplossingen: o Beroep doen op extra medewerkers die stand-by kunnen staan in de drukke periodes. Deze kunnen afkomstig zijn van de eigen organisatie (bv. andere afdelingen in de regio) of externe partners. o Voor dit laatste kunnen mogelijke partners de beschutte werkplaatsen in de regio zijn. Zij zijn gewend om voor bepaalde duur enclave-werk te doen, m.a.w. enkele doelgroepmedewerkers te werk te stellen ‘bij de klant’. 9.7.2 HOE DE WINTERPERIODE MET WEINIG ACTIVITEIT OPVANGEN? MOGELIJKE OPLOSSINGEN Hoe ga je de “dalperiode” (+- jan-maart) opvangen? Welke scenario voorzie je? 1)
Impact op de capaciteit qua infrastructuur: a. De impact is beperkt en zal vooral resulteren in een lage benuttingsgraad (bv. koelkamer slecht voor 30% gevuld …), wat de rendabiliteit van de investering verlaagt. b. Mogelijk oplossingen: i. Modulair opgebouwde koelruimtes, zodat je bvb. 1 koelruimte kan uitschakelen in de winterperiode. ii. Andere producten/activiteiten aantrekken 2) Impact op de capaciteit qua personeel: a. De impact is groot. i. We streven naar duurzame tewerkstelling van de medewerkers, doorgaans met contract van onbepaalde duur. Welk werk zal je de medewerkers geven als er in de wintermaanden minder overschotten zijn zodat er bv. nauwelijks nood is aan bewarings- of productieactiviteiten. b. Mogelijke oplossingen: i. De medewerkers tijdelijk technische/economisch werkloos maken. Dit is vooral bij beschutte werkplaatsen – helaas – een gebruikelijke maatregel, maar uiteraard niet de beste oplossing. • Opm: Algemeen bij de sector van de beschutte werkplaatsen (BW) is de technische/economische werkloosheid groter in de winter (+- gemm. 10%) en kleiner in bv. de zomer (gemm. 5%) (bv. o.w.v. groenwerk …) De zomermaanden zijn ook traditioneel maanden waarin medewerkers meer verlof opnemen.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
ii.
v141229 87/124
Beter is om concrete uitwijkmogelijkheden te hebben om de medewerkers te kunnen inzetten binnen andere afdelingen van de eigen organisatie op andere activiteiten die wel (meer) werk vergen in de winter. (bv. isoleren van daken bij Energiesnoeiers ... 1. Opm: Bovendien zijn voor sommige SE-werkvormen (LDE, SW) erkenningen nodig voor de activiteiten die uw ‘contingent’ doelgroepmedewerkers mogen uitvoeren. Die SE-bedrijven dienen dus eerst een erkenning aan te vragen en te krijgen alvorens de medewerker deze andere activiteiten mogen uitvoeren. (deze beperking verdwijnt evenwel in het nieuwe maatwerkdecreet)
9.8 Totale benodigde ruimte Schematische voorstelling van de layout/inrichting van het sorteer- en verwerkingsatelier:
In totaal bedraagt de gewenste vloeroppervlakte voor de binnenruimte: Voor de sorteerafdeling: 148m². Voor het verwerkingsatelier: 94 m² Totaal: minimum 250m² Dit gaat er vanuit dat volgende ruimtes kunnen gedeeld worden met andere gebouwen/bedrijven/organisaties. Bv. vergaderzaal(tje) , vestiaire, refter voor middaglunch / koffiehoek, los- en leveringsplaats voor vrachtwagen, parking voor de werknemers Wat valt op? Het verwerkings-/invriesatelier enerzijds en de sorteerafdeling voor verdeling anderzijds zijn 2 activiteiten die op dezelfde locatie gelegen zijn, maar ruimtelijk sterk gescheiden in 2 aparte ruimtes. De proces flow is verschillend. Ze gebeuren in aparte afdelingen/kamers, waartussen weinig (product-)transacties plaatsvinden. Dit is o.a. omwille van voedselveiligheid ook verplicht. AGF-producten en hulpstoffen en halffabrikaten moeten gescheiden van eindproducten worden opgeslagen indien kruisbesmetting mogelijk is. De inzamelbron en het afzetkanaal zou kunnen verschillend zijn zoals bij ANDES (overschotten verse groenten verdeeld i.f.v. voedselhulp versus nieuw aangekochte producten verkocht op reguliere markt), maar voor ons is
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 88/124
de opzet wel om voor beide zoveel mogelijk overschotten te gebruiken en om prioritair te verdelen naar VHinitiatieven.
9.9 Locatie van het sociaal economie bedrijf Qua locatie voor het sociaal economie bedrijf zijn in principe 2 scenario’s mogelijk: Vestiging op de veilingsite zelf (of net ernaast) Vestiging buiten de site We bespreken hieronder de mogelijkheden en voor- en nadelen van beide scenario’s. 9.9.1 SCENARIO 1: SOCIAAL ECONOMIE BEDRIJF OP OF DICHTBIJ DE VEILINGSITE Voordelen: Gekocht product wil een veiling nog wel intern op het terrein vervoeren Hele werking nauw verbonden met / geïntegreerd in de veiling. Vlotte bereikbaarheid en contact met de veiling die de voornaamste stakeholder is. Je spaart een transport uit. Er is geen transport nodig van de veiling tot bij het sociaal economie bedrijf. Nadelen: De investeringen/uitrusting/werkingsmiddelen/personeel kunnen moeilijker gedeeld worden. Ingeval in 2e fase de samenwerking uitgebreid wordt met andere bedrijven: Is de inzameling van overschotten van andere voedselverwerkende bedrijven in de buurt naar de SE-werkplaatsop de site van de veiling toegelaten? … Voorbeeld: Het sociaal-economisch bedrijf WEBO (beschutte werkplaats, afdeling van Borgerstein vzw) gaat zijn nieuwe centrale vestiging bouwen vlak naast BelOrta. De werken zouden eind 2916 afgerond zijn. Dit biedt natuurlijk efficiëntiewinsten en synergievoordelen. Je hebt wel bovenstaande voordelen, maar niet de nadelen. 9.9.2 SCENARIO 2: SOCIAAL ECONOMIE BEDRIJF BUITEN DE VEILINGSITE Het sociaal economie bedrijf kan ook buiten de veilingsite gelegen zijn. Het meest voor de hand liggend is dat dit dan ondergebracht wordt binnen/bij de gebouwen van een bestaande SE-organisatie (zie voordelen) Afstand t.o.v. de veiling: Hoe dichterbij de SE-werkplaats gelegen is hoe beter natuurlijk, maar op zich is de afstand niet zo belangrijk. Want als je de paletten met overschotten toch moet vervoeren kost ’t niet veel meer om ze verder weg te vervoeren. M.a.w.: het kost meer om 1 pallet 1 km ver te vervoeren dan om 15 palletten 30 km. ver te transporteren. Voordelen, o.a.: De investeringen/uitrusting/werkingsmiddelen/personeel kunnen gedeeld worden met andere SE-activiteiten op dezelfde site. De activiteiten van het beoogde sociaal economie bedrijf in dit o-plan kunnen wordt geïntegreerd binnen de ruimere werking van een sociale economie organisatie. a. Bv. als de ploeg werknemers niet continu aan het werk kan gehouden worden, kan deze ingeschakeld worden voor andere activiteiten zodat de tewerkstellingsgraad verbetert. b. Bv. vrachtwagen kan ook ingezet worden voor ander transporten zodat benuttingsgraad verbeterd. i. Let op met voedselveiligheidsaspecten: Een vrachtwagen mag niet zomaar voeding en nietvoedingsproducten vervoeren. Nadelen, o.a.: Dubbel transport nodig: van de veiling naar het sociaal econome bedrijf en vandaar naar de diverse klanten = kostenverhogend. Voorbeeld: Er bestaat al een bestaand praktijkvoorbeeld met REO Veiling en VB West-Vl. waar we van kunnen leren hoe dit transport enz. best georganiseerd wordt. Voorlopige conclusie (o.b.v. het overleg 11/6/14): Als blijkt dat je de palletten met overschotten toch moet vervoeren op de site met camion (bvb. 500m.) i.p.v. ze snel te kunnen verplaatsen met transpallet of vorkheftruck naar nabijgelegen loods. dan kan je evengoed buiten de site gelegen zijn en vanaf dat je (veel) palletten tegelijkertijd kan/moet transporteren doet het er niet toe of je kortbij of verder af van de veiling ligt. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
In opdracht van
Met steun van
v141229 89/124
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 90/124
10 Transport en logistiek 10.1 Inleiding Ons “toekomst-idee” (zie hoofdstuk 4.1. “Productidee” of zie figuur rechts) voorziet de mogelijkheid om de groenten ter plaatse bij de ‘klanten’ (sociale en VH-organisaties) te leveren. Hieronder behandelen we diverse vragen /thema’s omtrent dit voorziene transport. De analyse en de conclusies in dit hoofdstuk zijn echter nog niet concreet of volledig. Want het is nodig om voor een specifieke case te kunnen vertrekken om de concrete organisatie van dit transport te kunnen uitleggen. Ook is er nog verder onderzoek nodig naar diverse logistieke aspecten, bv. de richtprijzen in de reguliere transportsector o.b.v. offertes, functieprofiel en organisatie van chauffeurs, rittenoptimalisatie, . Deze aspecten dienen nog verder onderzocht te worden in een concreter vervolgtraject. Enkele voor- en nadelen om het transport om groenten ter plaatse bij de ‘klanten’ (sociale en VH-organisaties) te leveren: Voordelen: Efficiënter transport: o In de plaats dat elke organisatie nu apart de afstand tot aan de veiling moet afleggen, kan er een logische efficiënte routeschema worden opgesteld. o Hierdoor zou het aantal gereden kilometers logischerwijs moeten dalen. o Voordelen: goedkoper transport + milieuwinst (minder CO2-uitstoot) Meer garantie op gekoeld en voedselveilig transport o In de plaats dat elke organisatie apart transportinfrastructuur ter beschikking moet hebben voor het transport. Laagdrempeliger aanbod o Ontzorging van de VH-organisaties, die vaak met vrijwilligers werken, om ook zelf het transport te moeten regelen. Op basis van de diverse uitgevoerde bevragingen weten we dat het (voedselveilig) transport een knelpunt is voor vele VH-organisaties. Nadeel: in de praktijk is het een hele uitdaging om een efficiënte routing te organiseren omdat de voedselbedelingsinitiatieven doorgaans maar daags voor hun (wekelijkse of 2-wekelijkse) bedelingsronde de groenten willen ontvangen en op welbepaald uur net voor hun vrijwilligers er zijn enz. Deze factoren maken dat het zo’n routing sterk op maat van de noden van de indiv. voedselbedelingsinitiatieven zou moeten georganiseerd worden als je wil dat het voor hun voordelen heeft t.o.v. huidige situatie waar elke organisatie zich apart komt bevoorraden. De kostprijs. Gezien de te verwachten relatief lage bestelvolumes zal de logistieke kost mogelijks belangrijk zijn. Dit verhoogt dus de kostprijs van onze dienst. Belang van de goede ligging van het sociaal economie bedrijf. Om de logistieke kosten te verminderen dient dit bedrijf gunstig gelegen te zijn. Bv. op of vlak naast de site van de veiling heeft het voordeel dat je geen/weinig transportkosten hebt om de groenten van de veiling tot bij het sociaal economie bedrijf te leveren. Anderzijds kan het ook interessant zijn om net dicht bij uw klantendoelgroep gelegen te zijn, zodat de transportkost van fijnmazige levering kan beperkt worden. Immers het is minder de transportkost van een volle vrachtwagen die een langere afstand moet afleggen die duur is, maar wel de transportkost om kleine hoeveelheid bestellingen te transporteren tot bij de individuele ‘klanten’.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 91/124
10.2 Zelf vervoeren of beroep doen op externen? Mogelijke partners hiervoor kunnen bv. zijn: De SE-werkplaats zelf; Een reguliere transportfirma; Een collega-sociale organisaties die reeds over eigen vervoersmiddelen beschikken en die kunnen “gedeeld” worden (bv. de voedselbank(en), Levanto, de Kringwinkel … Voordelen om zelf het transport te doen: er is een nauwe band met de activiteiten van de SE-werkplaats. Het transport flexibeler kan ingezet worden wanneer de bestellingen afgewerkt zijn en klaar voor transport. er is rechtstreeks communicatie met (en informele feedback van) uw intermediaire klanten (de VHinitiatieven) bij de levering. Ter vergelijking: ook ANDES kiest bewust om het transport zelf te doen met vervoersmiddelen in leasing. Nadelen: het kan goedkoper zijn om een externe partner te zoeken aangezien zijn benuttingsgraad hoger is (er moet (bv. in de winter) slechts enkele dagen per week transport gebeuren en het wenselijk is dat op de andere momenten de vrachtwagen voor andere transporten kan benut worden. Als het transport uitbesteed wordt, zijn er mogelijkheden om dit goedkoop en efficiënt te laten uitvoeren door een collega-sociale organisaties of wordt er een reguliere transportfirma gezocht? (algemeen is de transportsector een zeer concurrentiële sector wat de prijzen drukt) Enkele -
criteria voor de keuze van een logistieke partner: Efficiënt en goedkoop Divers gamma van transportmiddelen (van kleine bestelwagen tot grote vrachtwagens) Goede kennis van de producten en het bestelsysteem Nauwe band is met de activiteiten van de SE-werkplaats Flexibel (bv. i.f.v. het omgaan met de vrijwilligers bij de levering) Betrouwbaar
Ter vergelijking: Case ANDES: Alle producten worden geleverd bij de voedselhulporganisaties. ANDES doet zelf het transport. Om de leveringen te doen beschikt ANDES zelf over diverse types vrachtwagens, van kleine bestelwagens, camionette tot grote vrachtwagen met C-rijbewijs. Al dit rollend materieel is gehuurd bij een privébedrijf (Le Petit Forestier, tevens actief in België, www.petitforestier.be 10.2.1 VERSLAG OVERLEG MET LOGISTIEKE CONSULENTEN VAN FLANDERS LOGISTICS KOMOSIE had op 21 augustus 2014 een overleg met de logistieke consulenten van Flanders Logistics. En hebben hun onze specifiek ondernemingsplan voorgelegd. Hun analyse was duidelijk: Hoe variabeler uw grondstof (aanbod overschotten), hoe beter om het uit te besteden. Want dan zijn de vrachtwagens niet continu aan ’t rijden en staan ze in winter vaak leeg. Dat kost je geld. Ook de praktische organisatie van logistiek is dan ingewikkelder.
Als je uitbesteed is dit de zorg van uw transporteur. Die is gespecialiseerd om dit op te lossen. Methoden die zij toepassen zijn bv. ▪ ‘Cross-docking / groupage’. Hierbij worden de goederen uit diverse bevoorradingsbronnen in distributiecentrum gegroepeerd om nadien terug te verdelen. ▪ Verdeling volgens “Hub & spoke” . Dit betekent dat vanuit het distributiecentrum kleine bestelwagens vertrekken elk naar hun regio.
Bij onderaanneming/uitbesteding transport is de kunst om juiste “gelijkaardige” partner te vinden, bv:. ▫ die in gelijkaardig werkingsgebied transporteert; ▫ die gelijkaardige klanten heeft. ▫ die gelijkaardige producten vervoert …
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 92/124
Dan is extra kost om dit transport ‘erbij te nemen’ efficiëntst.
Figuur1: schematische voorstelling van het “Hub & spoke”-systeem.
Fig.2: schematische voorstelling van ‘Cross-docking / groupage’
Hun concreet advies was: Door deze dienstverleners offertes te laten uitbrengen hebben we benchmark tarieven en kosten voor jullie projecten. (Prijs per drop, per krat, per drop, per krat per postcode of combinaties) Daarna kan je deze kosten vergelijken met de andere scenario’s. KOMOSIE heeft op basis hiervan contact gelegd met een zulke “gelijkaardige” transporteur, nl. de firma VAWI te Antwerpen die ook fruit en groenten van de veiling BelOrta verdeelt over het grootste deel van Vlaanderen. We hebben hun een concrete offerte gevraagd voor een ‘toekomstgerichte case’ gebaseerd op de resultaten van onze bevraging in het Innovatieproject 2014. VAWI heeft echter geen offerte willen maken (zonder specifiëring van de reden). Tot op heden hebben wij dus nog geen benchmark tarief kunnen opnemen in dit ondernemingsplan. Daarom gaan we er voorlopig vanuit in het financieel plan dat het transport in eigen beheer gebeurt door het sociaal economie bedrijf. 10.2.2 MOGELIJKHEDEN TOT SAMENWERKING MET KRINGWINKELS OF ANDERE SOCIALE ECONOMIE INITIATIEVEN? Kringwinkels beschikken in principe over 4 elementen die voedselhulpinitiatieven in ’t algemeen net ontbreken! 1. transport capaciteit via een uitgebreid vrachtwagenpark 2. opslag capaciteit via een fijnmazig winkelnetwerk van 120 winkels 3. koelcapaciteit via Revisie-koelkasten en vrieskisten 4. Logistiek personeel Op de Initiatiefnemersdag van 23 september ’14, die specifiek aan het thema ‘logistiek’ gewijd was, is o.a. specifiek gekeken welke rol de Kringwinkels daarom kunnen opnemen om de logistiek i.f.v. voedselhulpinitiatieven te ondersteunen. Meer info: zie het intranet Rotonde van KOMOSIE. Eén van de conclusies was dat de samenwerking met Kringwinkels biedt zeker opportuniteiten op vlak van logistiek, maar afhankelijk zijn van de concrete situatie/mogelijkheden regio per regio en dat deze dus eerder op maat verder te bekijken zijn. Ook de consulent van Flanders Logistics gaf ons als tip mee om samenwerking met de Kringwinkels te bekijken. Maar ook diverse andere sociale economie initiatieven hebben heel wat ervaring in logistiek. Bv. Levanto vzw.
10.3 Wettelijke vereisten Er Zin diverse wettelijke vereisten om zelf het transport te mogen doen. Bv. als je wil transporteren voor 3e partij is o.a. transportvergunning vereist (= certificaat van bekwaamheid) Het is dus ervan afhankelijk of je eigenaar van de overschotten bent of niet. Er zijn bovendien specifieke voedselveiligheidsaspecten.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
-
v141229 93/124
Bv. Een vrachtwagen mag niet zomaar voeding en niet-voedingsproducten vervoeren. Eenzelfde vrachtwagen mag dus niet zomaar flexibel ingezet worden voor andere transporten om bv. de benuttingsgraad te verbeteren.
Deze aspecten zijn nog niet volledig opgenomen in dit ondernemingsplan en dienen nog verder onderzocht te worden in het vervolgtraject.
10.4 Externe transportmiddelen / vrachtwagens De interne logistieke transportmiddelen (heftrucks, transpallet enz.) zijn reeds besproken in het hoofdstuk “Productieplan”.
Foto: diverse types vrachtwagens zijn in gebruik bij De Kringwinkels (bron: Kringwinkel Antwerpen) Hieronder vindt u een indicatieve vergelijking van diverse vrachtwagentypes die geschikt zouden kunnen zijn voor de levering van de groenten. (naast eventueel een grote bestelwagen voor kleine leveringen). Let op: deze cijfers zijn niet van toepassing op koelwagens, maar op gewone wagens. Type vrachtwagen (zie foto’s) Afmeting (buitenmaat) # (euro)palletplaatsen (zelf berekend) Maximaal toegelaten gewicht Resterend nuttig laadvermogen
Type B 440cm lang op 220cmbreed 6 3,5 ton (incl. chauffeur en benzine) Slechts 500 à max. 900 kilo
Geschatte kostprijs 35.000 in euro Bron: De Kringwinkel Antwerpen.
Type BE trein ?
Type BE + 2 wielen
Type C 520 of 600 of 700 cm op 220cm breed
Type C groot 750 op 240cm
8?
6 + 6? = 12?
8 tot 12
12 tot 15
7,5 ton
7,5 ton
7,5 of 8,5 ton (afh.
15 ton
+- 3 ton (Genoeg dus) 60 à 65 000
? (Genoeg dus)
Genoeg
genoeg
45 à 50.00
80 000
60 à 65 000
van tech. constructie)
Nuttige tips en weetjes : Door grote gewicht van vrachtwagen zelf is het nuttig laadvermogen vaak beperkt dus dat is vooral een belangrijk criterium. Bv. bij type B vrachtwagen is het nuttig laadvermogen zeer beperkt. Hou ermee rekening dat: o Laadklep is steeds nodig, maar weegt al gauw 400 kg o Een koelwagen is nog zwaarder: je hebt koelinstallatie nodig + geïsoleerde deuren en laadbak. Rijbewijs: beter type C vrachtwagen kopen want bij type B is nuttig laadvermogen zeer beperkt. Maar rijbewijs type C is zeer moeilijk te behalen: veel geld en veel tijd (4 à 5 examens), dus hopelijk vind je iemand die al zo’n rijbewijs heeft. (Beter direct type C-rijbewijs halen ipv C1.) In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
-
-
v141229 94/124
Bijkomende kosten (zoals bij gewone auto): Ingebruikstelling , roerende voorheffing (jaarlijks), verzekering, keuring/controle. Voor een vrachtwagen (type 7,5 ton (minus frigo van 2,5ton = +-5ton ton beschikbaar ~= ruimte voor 8tal paletten) met laadklep + koeling moet je rekenen op aankoopkost van ongeveer 85 000 euro incl. BTW (zonder loonkost van chauffeur). Per camion dien je 2 chauffeurs en 2 begeleiders te voorzien. (de ene ter vervanging van de andere) Voor alle organisatiewerk, zonder loon en afschrijvingen, rekent de VBB ongeveer aan 47€cent per km voor de operationele kost van transport (=brandstof, onderhoud, belastingen & taksen) voor leveringen in Vl.-Brabant.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 95/124
11 Personeelsplan Behalve de technisch-functionele indeling moet je ook de verschillende aspecten voor de organisatie van je personeel invullen. Je beschrijft in dit hoofdstuk o.a. 1) het management(team) – omkadering; 2) Profiel van de (doelgroep)werknemers; 3) Organisatiestructuur – organogram en 4) Personeelsbeleid (HRM)
11.1 Functies, profiel en taakinhoud van de medewerkers We bespreken hieronder de belangrijkste functies binnen het sociaal economie bedrijf en de respectievelijke opdrachten en vaardigheden voor elke functie. 11.1.1 PROJECTDIRECTEUR /-VERANTWOORDELIJKE / COÖRDINATOR Een projectverantwoordelijk moet aangeworven/aangesteld worden voor de algemene coördinatie van het project. De functie omvat het controleren en coördineren van de activiteit ter plaatse zowel op het sociale vlak als wat de productie betreft. Hij mobiliseert en coördineert de organisatorische en productieve middelen die het begeleidingsteam nodig heeft om zijn opdrachten uit te voeren. Hij staat in voor de goede werking van het project en het naleven van de regels. Zelfstandig kunnen werken, dynamisme, aanpassingsvermogen, anticipatie, verantwoordelijkheidszin en charisma zijn essentiële kwaliteiten voor een projectdirecteur. Een ervaring in de voedingssector en in de logistiek is een troef. Hij is bij voorkeur 2-talig (Nederlands/Frans). Bij voorkeur start deze persoon reeds min. een half jaar vooraf aan de opstart van de activiteiten. Deze opstartkost is in het financieel plan opgenomen. Hij/zij heeft de volgende opdrachten / verantwoordelijkheden: -
organiseren en opvolgen van het budget van de werkplaats, administratieve en hiërarchische verantwoordelijkheid van het personeel, bepalen van de algemene koers en vereiste veranderingen van het project (organisatorisch, vernieuwen van contracten, aanwerving enz.), verbindingspersoon tussen de externe partners (administratief en financieel), coördineren en stimuleren van het begeleidingsteam (HRM), toezicht houden op de activiteit op de werkplaats in overeenstemming met de regels en normen (sanitaire regels, reglementen, veiligheid enz.), voorrang geven aan de sociale en professionele integratie van mensen. productieopvolging
Hij/zij heeft de volgende vaardigheden: -
beschikt over de nodige vaardigheden in managementtechniek en sociaal beheer, kan beslissingen nemen, beschikt over sterk ontwikkelde menselijke en relationele vaardigheden, heeft zin voor organisatie en aanpassingsvermogen, is in staat om een team te begeleiden, te beheren, te motiveren, is in staat om problemen te identificeren, is in staat om partnerschappen met verschillende instellingen te beheren.
11.1.2 SOCIALE EN PROFESSIONELE BEGELEIDER /OMKADERING De sociale en professionele begeleiding beoogt de werknemer te helpen om in zijn privé- en beroepsleven een zekere mate van zelfstandigheid te (her)vinden of in stand te houden dankzij het werknemersstatuut. Deze In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 96/124
specifieke en individuele begeleiding omvat het uitwerken van een professioneel project, waarbij bij voorkeur een beroep wordt gedaan op alle sociale middelen die noodzakelijk zijn voor de toegang tot tewerkstelling of de herinschakeling in de arbeidsmarkt. Hij/zij heeft de volgende opdrachten: -
-
de resultaten evalueren (opleiding, competenties, beroepservaring), identificeren en opvolgen van individuele sociale problemen, doorverwijzen naar de bevoegde instanties (gezondheid, huisvesting, aanvragen van diverse uitkeringen, problemen met kindertoezicht), hulp bij administratieve formaliteiten, uitwerken van een professioneel project en een inschakelingstraject, Motiveren en psychologische en materiële ondersteuning bieden, ook buiten de werkuren, acties ondernemen inzake beroepsmobiliteit (bijvoorbeeld het behalen van een rijbewijs), persoonlijke ontwikkeling (toegang tot cultuur en ontspanning), organiseren van acties naar ondernemingen toe met het oog op de herinschakeling in de arbeidsmarkt, helpen bij het zoeken naar werk en oriënteren van werknemers.
Hij/zij heeft de volgende vaardigheden: -
-
dubbel profiel: maatschappelijk werk en inschakeling in de arbeidsmarkt, kan in teamverband werken (werkt samen met het begeleidingsteam en meer bepaald met de technische begeleider), kent de sociale sector, heeft een onmisbare zin voor menselijke contacten om een vertrouwensrelatie tot stand te brengen met de mensen in het inschakelingstraject, moet een gedegen kennis hebben van het maatschappelijke en professionele milieu om zijn rol van gesprekspartner en operationele verbindingspersoon tussen de structuren en instellingen van de sociale partners ten volle te kunnen vervullen, heeft een specifieke academische opleiding.
11.1.3 TECHNISCHE BEGELEIDERS Deze functie heeft betrekking op de technische begeleiding van de productieactiviteit. Zij worden ook genoemd: ploegbaas of instructeur. De technische begeleiding in een sociaal economie bedrijf heeft tot doel om de werknemers de onontbeerlijke vaardigheden bij te brengen die hen toegang bieden tot de arbeidsmarkt. De technische begeleider moet beschikken over pedagogische kwaliteiten en een goede kennis van de mensen in het inschakelingstraject, en over tal van andere kwaliteiten voor het goede verloop op de werkplaats (nauwgezetheid, beschikbaarheid, open geest, respect voor de anderen, kalm, tolerant enz.). In principe voert hij/zij zelfs zelf geen operationele taken uit, maar ondersteunt hij vooral de medewerkers om de taken meer en meer autonoom en zelfstandig uit te voeren. Hij heeft de volgende opdrachten: -
coördineren van het team, onthalen en integreren van de nieuwe (doelgroep)werknemers, samenstellen van werkgroepen, opstellen van dagelijkse en wekelijkse werkprogramma’s, organiseren van de productie (sorteren, toewijzen, opstellen van bestellingen,…), overdragen van professionele know-how in een welbepaalde productiesituatie, geven van opleiding aan de werknemers, op de werkvloer en tijdens formele opleidingen, deelnemen aan het maatschappelijke en professionele project van de werknemers in inschakelingstraject (informatiepunt naar de sociale en professionele begeleider), evalueren van de vooruitgang van de werknemers op de werkplek, preventie en beheer van risicosituaties (conflicten, veiligheid op het werk). geven van instructies, rekening houdende met de individuele moeilijkheden, zijn gezag laten gelden om het interne reglement te doen naleven (technische of gedragsregels), onderhoud en beheer van het gebouw, het materiaal, de site.
In opdracht van
Met steun van
het
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 97/124
Hij heeft de volgende vaardigheden: -
beschikt over de vereiste menselijke en relationele vaardigheden om mensen met sociale problemen te begeleiden, heeft organisatietalent en aanpassingsvermogen, is een teamspeler en initiatiefnemer, kan een team stimuleren en motiveren, is in staat om problemen te onderkennen, beschikt over een fysisch en psychisch weerstandsvermogen, heeft noties van onderhoud en doe-het-zelfwerk. technische kennis bij voorkeur gelinkt aan sector logistiek of voeding
11.1.4 AANKOPER EN BEZIELER VAN HET PARTNERNETWERK Deze functie omvat verschillende activiteiten. Deze persoon vormt de verbindingspersoon tussen het sociaal economie bedrijf en de projectpartners. In die zin moet hij enerzijds goede betrekkingen met de verschillende partners aanknopen, in stand houden en stimuleren, en anderzijds de bevoorradingen en aankopen beheren. Hij staat dus zowel in voor het onthaal, de communicatie, de kwaliteitscontrole, de logistiek en de integratie, en richt bijvoorbeeld partnerschappen op met bedrijven met het oog op de eventuele toekomstige doorstroming van de werknemers. Hij heeft de volgende opdrachten: -
aankopen van groenten en opstellen van bestellingen, instaan voor de logistiek en de bevoorrading van de distributiepunten, toezien op de naleving van het charter, controleren van de traceerbaarheid en de kwaliteit van de dienst, meten van de tevredenheid van de partners en opvolgen van geschillen, rekening houden met periodes van onderbreking van de bevoorrading door bepaalde partners (vakanties, onbeschikbaarheid, enz.), partnerschappen oprichten met beroepsmensen van de veiling, het project voorstellen en communicatietools opzetten.
Hij heeft de volgende vaardigheden: -
kan motiveren en in teamverband werken, is communicatie- en relatiegericht, heeft zin voor diplomatie, heeft zin voor organisatie, heeft goede schriftelijke vaardigheden, kan zelfstandig werken en zich aanpassen, heeft een algemeen beeld van het project, kan onderhandelen, kent de fruit- en groentesector.
11.1.5 ADMINISTRATIEF MEDEWERKER EN BOEKHOUDER De administratieve opvolging in het sociale economie bedrijf is omvangrijk (registratie binnenkomende goederen, bestellingen opvolgen, …), maar het is ook nodig voor de traceerbaarheid, proces van bestelling tot facturatie te beheren, om achteraf rapportage over cijfers en resultaten te kunnen doen, …. De registratie van gegevens is een taak verdeeld over meerdere functies en dient zo geautomatiseerd (via registratietools, barcodescanning …) mogelijk te verlopen. Deze functie omvat het invoeren van algemene informatie en het beoordelen en synthetiseren ervan. Deze syntheses geven een beschrijving van de financiële situatie van de entiteit, welke waarden en welke financiële stromen ze creëert. Deze functie omvat ook het opstellen van arbeidscontracten, loonfiches enz.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 98/124
De boekhoudkundige informatie helpt de directeuren van de entiteit en de andere belanghebbenden om beslissingen te nemen, meer bepaald over de toewijzing van de middelen en de resultaten van de entiteit. Om juridische, sociale en fiscale redenen is het wettelijk verplicht om een boekhouding bij te houden. Hij/zij heeft de volgende opdrachten: -
registreren van bestellingen, administratief beheer van de werkplaatsen, opvolgen van facturen en inningen, opvolgen van lidmaatschappen en de verlenging ervan, opstellen van contracten, loonfiches, registreren van periodes van onderbreking van de bevoorrading door bepaalde partners.
Hij heeft de volgende vaardigheden: -
kan werken met beheersoftware, heeft organisatietalent en werkt nauwgezet. analytisch vermogen …
11.1.6 DIËTIST Noot: Deze functie was voorzien in het sociaal economie bedrijf van ANDES en daarom voegen we ze ter informatie ook toe in dit o-plan. Deze functie is niet rechtstreeks nodig voor het beoogde sociaal economie bedrijf, maar biedt wel een grote meerwaarde voor de beoogde maatschappelijke doelstelling op vlak van gezonde voeding te bereiken.
De Franse ABENA-studie (2007) heeft een groot tekort aan voedingsmiddelen aangetoond, vooral aan fruit en groenten, bij mensen die beroep doen op voedselbanken. Daarom moeten sociaal zwakkere mensen gemakkelijker toegang krijgen tot fruit en groenten. Uit ervaring weten we dat acties om het eten van fruit en groenten te stimuleren efficiënter zijn wanneer ze begeleid worden door een voedingsspecialist. Daarom moet de diëtist middelen uitwerken om alle vrijwilligers van de partnerverenigingen voor voedselhulp, maar ook de mensen die deze hulp krijgen, te informeren en te sensibiliseren om de aanbevelingen van de studie op te volgen.
11.2 Welke werkvorm in de sociale economie meest geschikt? Tijdens de werkgroep ‘Sociale economie’ op 13/6/’14, georganiseerd door KOMOSIE, deden we de oefening om een matching te doen van de voorzien activiteiten in dit ondernemingsplan met de verschillende sociale economie werkvormen. Legende: WEP+ = Werkervaringsproject SW = sociale werkplaats BW = Beschutte werkplaatsen LDE = lokale diensteneconomie Voorlopig resultaat: -
WEP+ (en eventueel ook bepaalde SW) leken zeker geschikt voor de logistieke activiteiten.
-
BW (en eventueel ook SW) leken zeker geschikt voor het “bandwerk” in het sorteeratelier zelf: telling, visuele inspectie, ev. kuisen + hersorteren van de groenten in andere kisten in functie van de bestellingen. Dit zijn taken die relatief beperkte vaardigheden vereisen en die goed in deelopdrachten kunnen opgesplitst worden.
-
Voor de verwerking van de groenten of voorbereiding voor bewaring is het aanbevolen om een partner te hebben met een zekere horeca-ervaring (meestal zijn dit SW of opleidingsinitiatieven).
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 99/124
Figuur: vereenvoudigde procesflow met inschatting van de ‘matching’ tussen de activiteiten en de werkvorm in de sociale economie. Aanvullende werkvormen die mogelijk zijn: arbeidszorg (let op voor de hoge werkdruk in piekperiodes) Art. 60-ers (afh. van het OCMW). We beschouwen LDE niet als een geschikte werkvorm gezien de specifiek voorwaarden die voor LDE gesteld worden (o.a. het lokaal karakter en de overheidsopdracht, die beide niet aanwezig zijn in het ANDES-model).
11.3 Organogram Hieronder vindt u een voorbeeld van organogram op basis van de functies die hierboven toegelicht zijn.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 100/124
Afhankelijk van het precieze werkvolume per functie en concrete invulling van de verschillende functies, kunnen mogelijks meerdere (delen van functies) ook uitgevoerd worden één en dezelfde persoon. Belangrijk om te waken dat dan ook de verschillende vaardigheden bij deze persoon aanwezig zijn. Het zal vermoedelijk ook vanuit financieel oogpunt nodig zijn om dit te doen opdat de omkaderingsratio (# omkadering t.o.v. het aantal ‘(doelgroep)medewerkers) niet te laag is en de kost voor omkadering niet te hoog oplopen. Desgevallend lijkt ons het meest logisch om: De functie van netwerk-animator toe te voegen bij de functie van coördinator. De functie van aankoper toe te voegen bij de administratief bediende. De functie van sociaal begeleider toe te voegen bij de functie van technische omkadering. (schematisch voorgesteld in de figuur rechts) 11.3.1 SOCIALE ECONOMIE Meer info over de sociale economie op www.werk.be We lichten er 2 aspecten uit: De maatschappelijke en professionele begeleiding De opleidingen i.f.v. het inschakelingstraject. 11.3.1.1 De maatschappelijke en professionele begeleiding Een sociaal economie bedrijf beoogt niet alleen om professionele begeleiding te geven aan mensen die voordien langdurig werkzoekend of kortgeschoold waren, maar ook om de persoon in het inschakelingstraject te helpen bij het oplossen van allerhande privéproblemen, uiteraard alleen als die persoon deze meer individuele begeleiding wenst en aanvaardt. De problemen die deze mensen ervaren inzake mobiliteit, gezondheid, huisvesting, gedrag, financiën, gezin en analfabetisme, belemmeren de toegang tot de arbeidsmarkt. Om de herinschakeling in het arbeidsproces tot een goed einde te brengen, wordt individueel een aangepaste sociale begeleiding gegeven om een professioneel project uit te werken, rekening houdend met de persoonlijke moeilijkheden. Het uitbouwen van een professioneel project vormt trouwens een van de voorwaarden om een werkplaats voor beroepsintegratie op te starten, aangezien het niet louter de bedoeling is om de werknemer bezig te houden, maar om hem daadwerkelijk in te schakelen in de arbeidsmarkt. De sociale en professionele begeleiding heeft tot doel: − mensen de kans te geven hun identiteit te bevestigen, − mensen voldoende zelfstandig te maken zodat ze hun leven in eigen handen kunnen nemen, − de regels, gebruiken en beperkingen van de traditionele arbeidsmarkt bij te brengen. 11.3.1.2 Opleidingen i.f.v. het inschakelingstraject De opleiding heeft tot doel om een individueel aangepast plan uit te werken en zo een professioneel project samen te kunnen stellen, rekening houdend met de individuele persoonlijkheid en met het behoud van een groepsdynamiek dankzij collectieve modules. Tijdens deze opleiding worden zowel in groep als individueel de volgende vier punten behandeld: − samenstellen van het professioneel project − de vereiste scholing − de toegang tot de arbeidsmarkt of tot een bekwaamheidsopleiding − de tussentijdse doelstellingen voor het welslagen van het beoogde project Deze opleiding beoogt om de persoon in zijn geheel te benaderen door zijn kennis, vaardigheden en gedrag ten dienste te stellen van zijn persoonlijke ontwikkeling en die van zijn collega’s. De − − − − −
beoogde doelstellingen zijn: vergemakkelijken van de integratie van de werknemers in de maatschappij en de arbeidsmarkt, opnieuw in een werkritme raken, oriëntatiepunten aanreiken, gericht op de arbeidsmarkt, overbrengen van knowhow, ontwikkelen van persoonlijke en sociale vaardigheden, werk van gemeenschappelijk belang verrichten. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 101/124
Naast de opgedane ervaring op de werkplaats, moet een bijkomende opleiding de werknemers in het inschakelingstraject in staat stellen om hun sociale en professionele vaardigheden verder te ontwikkelen tijdens gezamenlijke workshops, individuele gesprekken, bezoeken en interventies van partners. Deze bijkomende opleiding wordt in een klassituatie aan een groep mensen gegeven door een opleider. Het is de bedoeling dat de werknemers in groep maar ook via individuele gesprekken, kennis verwerven en/of hun vaardigheden opnieuw leren benutten. De bijkomende opleiding rust op acht pijlers: 1. Testen van het niveau 2. Ontdekken van motiveringen, Werkattitudes 3. Het belang van lichaamstaal bij de communicatie 4. Mobiliteit 5. Kennis van de bedrijfswereld 6. Beroepsoriëntatie 7. Technieken en het zoeken naar werk, Sollicitatietraining 8. Gezondheid
11.4 Technisch vormingsaanbod i.f.v. de activiteiten Naast bovenstaande opleidingen i.f.v. het individuele inschakelingstraject, kunnen/moeten ook diverse technische opleidingen kunnen / moeten georganiseerd worden op de werkvloer voor de medewerkers om de medewerkers de nodige competenties bij te brengen. Hiervoor kunnen een aantal standard opleidingen gevolgd worden (bij VDAB, Syntra, Fevia, FAVV …), maar zullen tevens een aantal opleidingen of opleidingsprogramma’s specifiek op maat moeten ontwikkeld worden. -
Algemene vaardigheden: o Pakket veiligheid : EHBO, VCA, brandveiligheid, draag- en tiltechnieken …
-
Technische vaardigheden: o Pakket “Logistiek”: initiatie in logistiek; rijopleiding voor vorkheftruck en transpallet; rijopleiding vrachtwagenchauffeur type B of C. o Pakket “Bestellingen klaarmaken en informatica-vaardigheden” (ontvangst goederen en wegen, registratie(systeem)/scanning van de goederenstroom, bestelbonnen afwerken, leveringsbonnen klaarmaken enz.) o Pakket “Voedselveiligheid”: voedselveiligheidsapecten bij sorteeratelier, bij verwerkingsatelier, bij de klanten; HACCP-normen en autocontrolevereisten conform Gids-014 = Gids handel en verwerking AGF; …
Er zal gestreefd worden om voor de gevolgde opleidingen ook telkens officiële getuigschriften/attesten uit te (laten) reiken, die de medewerkers kunnen gebruiken bij hun zoektocht naar werk in de reguliere economie. (zie hoofdstuk hieronder “Doorstromingsmogelijkheden”)
11.5 Doorstromingsmogelijkheden 11.5.1 VANUIT HET SOCIAAL ECONOMIE BEDRIJF Een hoofddoelstelling van dit ondernemingsplan is om kortgeschoolde langdurig werkzoekenden een boeiende job aanbieden om de diverse deze logistieke en administratieve activiteiten uit te voeren, mét uitzicht op doorstroming naar / integratie in het regulier arbeidscircuit. Het is dus nuttig om ook het doorstromingspotentieel zichtbaar te maken van de tewerkgestelde doelgroepmedewerkers. De werkervaring in het SE-bedrijf biedt de medewerkers de kans om heel wat diverse competenties en vaardigheden op te bouwen: In het sorteeratelier: bestellingen klaarmaken (order picking), logistiek, voedselveiligheid enz. Vanuit het verwerkingsatelier: (voor)bereiding en verwerking van groenten tot nieuwe producten, kooken bewaringstechnieken, verpakken en etiketteren enz. De opgebouwde vaardigheden bieden kansen om door te stromen naar een nieuwe job in de reguliere economie in de voedingsindustrie in de brede zin: in de logistieke activiteiten, in de verwerkende bedrijven, in de horeca enz. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 102/124
Doorstromingskansen in de voedingsindustrie zien we echter eerder naar bv. voedingsbedrijven binnen KMO’s die artisanaal of biologisch werken, dan de grote bedrijven die op zeer grote schaalgrootte produceren. naar horeca moeilijk. De sociale begeleiders zullen de doelgroepmedewerkers coachen op hun sterkten/capaciteiten en bijstaan in het verwerven van de nodige competenties voor doorstroming en bij de zoektocht naar een job in de reguliere economie. Ze zullen hierbij in de 1e plaats uiteraard rekening houden met de jobspecifieke interesses van de doelgroepmedewerkers. Wat doet hij/zij graag en goed? Als een medewerker bv. zeer graag kapper wil worden, dan zou hij/zij daar in ondersteund worden. Elke doelgroepmedewerker wordt gecoacht door de omkadering op zijn sterkten/capaciteiten en ondersteunt om een job te zoeken die hij/zij graag doet. Bij wijze van spreken: medewerkers kunnen evengoed doorstromen tot logistieker als tot bv. kapper … … 11.5.2 VANUIT DE REGULIERE SECTOR “Voedingsindustrie vindt geen personeel” kopte de krant De Tijd op 4 december 2014. 23 De voedingsindustrie is de belangrijkste werkgever in Vlaanderen. Ongeveer 90.000 mensen zijn tewerkgesteld in de voedingsindustrie. Volgens Fevia is de sector de grootste werkgever in het Belgische industriële landschap. De voedingsindustrie kent ook talrijke KMO’s. De Belgische voedingsindustrie zou met een personeelstekort kampen. Jaarlijks staan in die sector 8.000 vacatures open, weliswaar vooral voor technische profielen. Om die plaatsen op te vullen, zijn verschillende initiatieven opgestart, zoals het concept Food@work om het imago van de sector en de competenties van studenten en werkzoekenden te verbeteren.
23
Bron: http://www.tijd.be/ondernemen/voeding_drank/Voedingsindustrie_vindt_geen_personeel.9575210-3074.art In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 103/124
12 Risico’s, gevoeligheidsanalyse en evaluatie Wanneer je een nieuw bedrijf opstart, kan je een heel aantal elementen controleren of met relatieve zekerheid bepalen. Maar je zal steeds met een aantal onzekerheden of potentiële risico’s blijven zitten (bv. een lagere omzet, lagere productiviteit, een partner beslist om toch niet mee te werken). Elke onderneming brengt immers risico’s met zich mee. Door deze mee op te nemen in je ondernemingsplan geef je aan dat je goed hebt nagedacht en niet te optimistisch bent. In dit hoofdstuk kom je te weten hoe je risico’s kan herkennen en hoe je een gevoeligheidsanalyse kan gebruiken om risico’s in te schatten en voor te stellen (bv. a.h.v. best case vs worst case). Je moet in je plan natuurlijk ook matregelen voorstellen om je te beschermen tegen deze risico’s. En om te controleren of het project beantwoordt aan de doelstellingen moet je het evalueren d.a.v. bepaalde tools en o.b.v. vooraf bepaalde criteria.
12.1 Risico’s en maatregelen Wat zijn potentiële risico’s voor dit plan waar we best mee rekening houden? Het aanbod aan groenten is relatief goed gekend. De mogelijke variaties in de tijd en in volume zijn bekend. De belangrijkste risico’s lijken zich vooral aan de vraagzijde te bevinden, nl. de onvoorspelbaarheid en variabiliteit van de marktvraag. Dit is een volledig nieuw gegeven. Mogelijke risico’s zijn bv.: De marktvraag is onderschat. De gevraagde prijs van de groenten (aangekocht of gratis uitgereikt) is te hoog. (afzet is omgekerd evenredig met de prijs) Er wordt geen afzetmarkt gevonden voor de verse soep e.d. aan een voldoende hoge prijs. Andere risico’s zijn: Onvoorspelbaarheid en variabiliteit van de hoeveelheid overschotten. Afhankelijk van de grootte van de veiling zal dit wel of niet een groot risico zijn. (hoe groter de veiling, hoe lager het risico omdat he globale aanbod groter is) . Concurrerende initiatieven verminderen de afzet van uw project … Het is nodig dat u voor elke van de geïdentificeerde risico’s mogelijke oplossingen hebt of maatregelen kan nemen om u in te dekken tegen deze risico’s.
12.2 Gevoeligheidsanalyse en verschillende scenario’s Volgende scenario’s zijn te overwegen: 12.2.1 GEEN VERWERKING VAN ECHTE OVERSCHOTTEN TOT NIEUWE PRODUCTEN, WEL VAN AANGEKOCHTE PRODUCTEN Redenen: 1) Je zit in het keurslijf van gratis uitreiking. D.w.z.: Je mag je producten niet op de reguliere markt verkopen, maar bent verplicht om je nieuwe producten o.b.v. overschotten aan de doelgroep te verdelen en je mag maximaal een “symbolische vergoeding” vragen voor de bereiding van de producten. 2) De foodcost is slechts een (klein) onderdeel van de totale kosten van uw ‘dienst’. 3) Uit ervaring heeft ook ANDES beslist om het verwerkingsatelier uitsluitend te bevoorraden met aangekochte producten. (De context bij ANDES is natuurlijk verschillend van bij onze veilingen.) 4) Aanvoer van overschotten is onvoorspelbaar. Welke verwerking kan dan wel: Van aangekocht groenten op de veiling aan bodemprijs +1 €cent EN/OF van aangekocht groenten op de veiling aan de gewone prijs. (cfr. ANDES) Het is afhankelijk van de flexibiliteit van het sociale economie bedrijf (en de vraag/klanten) inzake verwerking en van de aankoopmogelijkheden in hoeverre je producten aan de bodemprijs +1 €cent versus gewone prijs kan aankopen. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 104/124
Groot voordeel: Je mag je nieuwe producten op commerciële markt als een “exclusief merk” verkopen en (proberen) er een redelijke/hoge prijs voor krijgen (cfr. ANDES: hun exclusieve verse soep werd in luxe kruidenierszaken verkocht aan 11 €/liter!). Daarnaast blijven de activiteiten van levering van verse groenten bestaan: gratis uitreiking van overschotten voor voedselbedeling de aankoop aan bodemprijs +1 €cent om de SK’s te bedienen. de aankoop aan de gewone marktprijs om de bestellingen aan te vullen. 12.2.2 HELEMAAL GEEN VERWERKING , NOCH VAN V-OVERSCHOTTEN ALS VAN AANGEKOCHT PRODUCT Redenen: Het is mogelijks/waarschijnlijk erg moeilijk om de verwerkingsactiviteit rendabel op te starten (zoals ook blijkt uit het resultaat van het financieel plan. o De verwerking van producten is erg kapitaalsintensief: investeringen, HACCP-richtlijnen …. o De grote voedingsbedrijven produceren op zo’n grote schaal dat hun prijzen erg laag zijn. Wat je dus overhoudt is maximale verdeling van verse groenten. Alternatief is om pas in 2e fase verwerking toevoegen aan de activiteiten. Eerst focussen op gratis uitreiking en kijken hoeveel overschot er dan nog is. (zie lager hoofdstuk ‘implementatieplanning’. 12.2.3 ENKEL WERKEN MET OVERSCHOTTEN EN GEEN AANKOOP O.b.v. de resultaten van de bevraging 2014 in Vlaanderen zou je dit kunnen overwegen aangezien het aanbod toch erg positief ervaren werd. Nadelen: Als je niet aankoopt, kan je niet/moeilijker de SK’s beleveren want de producten mogen niet verkocht worden. Als je niet aankoopt kan je dus minder vraaggericht werken. Je mag je producten niet op de reguliere markt verkopen, enz. (zie scenario 1) Bijkomende marktonderzoek nodig om de impact op de vraagzijde te onderzoeken. 12.2.4 UITBREIDEN VAN DE BEOOGDE KLANTENDOELGROEP Je zou ook de beoogde klantendoelgroep kunnen wijzigen of verruimen tot andere maatschappelijk relevante doelgroepen. Bv. soepbedeling aan scholen op de middag. Je zou je hierbij specifiek kunnen beperken tot scholen met een hoog aantal ‘maatschappelijk kwetsbare’ leerlingen zoals scholen die minimum aantal extra middelen (SES-lestijden) krijgen vanuit het SES-beleid. Dit SES-beleid baseert zich op de Sociaal-Economische status van de gezinnen van de leerlingen. Het gaat uitsluiting, sociale scheiding en discriminatie tegen en geeft daarom speciale aandacht aan kinderen uit kansarme gezinnen. Dit aanbod zorgt ervoor dat alle leerlingen dezelfde mogelijkheden krijgen. Waarom ook niet op vlak van gezonde voeding? Redenen: Bij zulke klantendoelgroepen zal je gemakkelijker grotere hoeveelheden per klant (bv. per school) kunnen leveren. Dit zijn voordelen die je met de huidige doelgroep van voedselhulpinitiatieven minder hebt.
12.3 Evaluatie Om te controleren of het project beantwoordt aan de eisen voor een hogere kwantiteit en een betere kwaliteit van het fruit en de groenten die worden bezorgd aan de minstbedeelden, worden van bij de aanvang van het project evaluatietools toegepast. De evolutie van de behaalde resultaten moet toelaten om de kwaliteit van het uitgevoerde project te beoordelen. De verenigingen die groenten (en ev. fruit) ontvangen, moeten niet alleen de resultaten van de actie, maar ook de toepassing en de sociale impact ervan evalueren.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 105/124
12.3.1 EVALUATIE VAN HET PROJECT -
-
-
-
-
aantal en type verenigingen/organisaties die deelnemen aan het project aantal en type acties gevoerd bij verenigingen en gebruikers van voedselhulp o kooklessen (aantal lessen, aantal deelnemers enz.) o sensibilisering van de doelgroep o opleiding van de vrijwilligers o enz. aantal en type doelgroep betrokken bij het project o verhouding mannen/vrouwen o aantal kinderen ten laste o leeftijd o categorie (student, leefloner, behoeftige werknemer enz.) aantal en type verstrekte pedagogische ondersteuning o bestaande o ad hoc ingesteld aantal, type en bestemming van de ondersteuning o bestaande o ad hoc ingesteld aantal en type opgerichte partnerschappen aantal en type inrichtingen om de toegang tot fruit en groenten te vergemakkelijken o tarieven o presentatie van de kraampjes o toegankelijkheid
12.3.2 EVALUATIE VAN DE RESULTATEN I.f.v. verhogen van de consumptie van groenten (en fruit) Er zijn twee soorten evaluaties vereist: kwantitatieve evaluatie: wekelijks, welk fruit en welke groenten worden er geconsumeerd? kwalitatieve evaluatie: er dient grondig te worden nagedacht over dit soort evaluatie wegens de rotatie maar ook de anonimiteit van de doelgroep die niet altijd op lange termijn opgevolgd kan worden. Er kan overlegd worden met de diëtisten over de evaluatie van de prestaties, aangezien zij in hun departement al een soortgelijk project hebben uitgewerkt. I.f.v. de creatie van tewerkstelling: aantal medewerkers uit kansengroepen die tewerkgesteld zijn aantal medewerkers die doorstromen naar het reguliere circuit. 12.3.3 EVALUATIE VAN HET PROCES Deze evaluatie moet gebeuren bij de partners die bij het project betrokken zijn, bijvoorbeeld in de vorm van groepsgesprekken. Daarbij dienen volgende punten te worden behandeld: waardering van de acties o door de verenigingen o door de doelgroep kritische analyse over het verloop van het project (sterke en zwakke punten): o naleven van de vervaldatums o percentage mobilisatie en deelname van verenigingen en doelgroep o vergelijking van de geplande middelen en de reëel ingezette middelen o vergelijking van het aantal en type uitgevoerde acties o enz. kritische analyse van de actiestrategie o programmering o pedagogische methodes o toegepaste tools o partnerschappen o enz. voorstellen tot verbetering.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 106/124
13 Financieel plan Dit plan -
beantwoord volgende vragen: Wat zal uw onderneming opbrengen? Waarvoor is geld nodig en hoeveel? Hoe en waar kan je de vereiste financiering vinden? Hoeveel cash moet je beschikbaar hebben?
Een financieel plan omvat dus normaal gezien: Resultatenrekening, omgebouwd uit: o Enerzijds de opbrengsten o.b.v. uw omzetberekening eventuele transportvergoeding vanuit systeem ‘gratis uitreiking’ (25-200 km: 41,4 € per ton; toeslag voor gekoeld transport: 18,2€ per ton). o Anderzijds alle kosten, gebundeld in 3 blokken: Investeringskosten (en jaarlijkse afschrijvingen) Werkingskosten Personeelskosten Liquiditeitsplan: o Hoeveel cash heb je beschikbaar/nodig ? Bij de opstart en gedurende de looptijd van het project (financieringsbehoefte) in bijzonder voor het 1e jaar per maand. Financieringsplan o Wat zijn de mogelijke (inkomstenstromen) o Klaverbladfinanciering invullen o Wat is het tekort? Waar en hoe bijkomende financiering vinden Welke subsidiekanalen proberen? -
Balans (actief en passiefzijde) voor de eerste 3 jaren. Bv.: o Over welk eigen vermogen beschik je (kapitaalsinbreng van de vennoten …) o Welk vreemd vermogen (leningen)
Dit financieel plan beschouwen we momenteel eerder als een soort haalbaarheidsstudie voor het beoogde op te richten sociaal economie bedrijf. Het heeft immers nog weinig zin om in detail de cashflow per maand of de balanssituatie te bepalen als je nog geen zicht hebt op de algemene financiële haalbarheid van het geheel of de grote onderdelen. Daarom bevat het financieel plan in dit o-plan enkel de volgende onderdelen: 1. Resultatenrekening (RR) in verschillende scenario’s en break-even analyse. o Op basis van de info in het marketingplan, productieplan en personeelsplan berekenen we de de kostenzijde van de RR, opgesplitst in Investeringskosten (en jaarlijkse afschrijvingen) Werkingskosten Personeelskosten o Op basis van het marketingplan (omzetberekening) berekenen we de opbrengstenzijde van de RR. 2. De contributiemarge a. In welke mate dekken variabele opbrengsten, na aftrek van de variabele kosten, de vaste kosten? 3. Liquiditeitsbehoefte / Financieringsbehoefte bij de opstart. De hamvraag is immers: Dekt de voorzien omzet/prijs van de groenten, de kostprijs van het sorteren, transporteren enz. Wat is de grootte van de bijkomende inkomsten die gevonden moeten worden. Hoeveel geld is er nodig om te kunnen opstarten? Hoeveel kapitaal/vermogen is er nodig.
13.1 Opbouw van het financieel model Het financieel model is in Excel opgesteld, zodat gemakkelijk verschillende instellingen / scenario’s kunnen ingesteld worden op maat van de concrete situatie en vervolgens door middel van formules de resultaten automatisch aangepast worden. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 107/124
De figuur toont dat het model opgebouwd is uit een aantal “Inputwerkbladen”. Deze leveren de gegevens aan voor de “Berekeningswerkbladen”. De resultaten van die berekeningen worden vervolgens voorgesteld in de “Rapporteringswerkbladen (nl. resultatenrekening)”. Een gebruiker van het model kan in principe enkel met de donkergele werkbladen moeten werken. Hij moet zijn eigen specifieke gegevens invullen in het inputwerkblad en op basis hiervan de resultaten kunnen analyseren in het werkblad “resultatenrekening”. De licht-gele werkbladen zijn werkbladen die “in de achtergrond draaien” Om een goed aangepast financieel plan op maat van uw concrete situatie te maken en een betrouwbaarder resultaat te verkrijgen, zal je natuurlijk dieper in het model moeten duiken en ook deze icht-gele werkbladen moeten aanpassen en post per post overlopen welke kosten je wel/niet zal maken.
Rapporteringswerkbladen Berekeningswerkbladen
Inputwerkbladen Figuur: Structuur van het model Het werkmodel bevat volgende werkbladen: Werkblad Input en omzet Resultatenrekening Loonkosten Werkingskosten Afschrijvingskosten Productiviteit Transportkost
Omschrijving van de inhoud Dit blad is het uitgebreide inputblad en dient om de verschillende parameters en scenario’s in te stellen en om uw omzet te berekenen. Rapportering van de resultaten per activiteit Assumpties en berekeningen van de personeels-loonkost Assumpties en berekeningen van de werkingskost per rubriek Assumpties en berekeningen van de afschrijvingskost per rubriek Assumpties en berekeningen van de productiviteit per rubriek Assumpties voor berekening van de transportkost i.f.v. de concrete ritten/routing die je plant.
Je kan dus het model instellen specifiek volgens de parameters van zijn regio: o Alle donkergekleurde cellen in het werkblad “input”, MOETEN ingevuld of ingesteld worden. • We maken een onderscheid tussen donker gekleurde cellen en licht gekleurde cellen. o Alle lichtgekleurde cellen in blad “Input” maar ook in de andere werkbladen (Werkingskosten, investeringen …)), MOGEN enkel ingevuld worden indien de standaardinstellingen in deze cellen niet correct zijn. Je kan dit doen, maar weet dat je mogelijks bepaalde formules overschrijft, zodat je die later kwijt bent. o De gegevens in de niet-gekleurde cellen worden als vast beschouwd en MOGEN dus NIET door een kringloopcentrum ingevuld worden.
13.2 Investeringsplan O.b.v. een inschatting van de verwachte inrichtingskosten, materiaalbenodigdheden, uitrusting en benodigde ruimte in het productieplan hebben we de nodige investeringen bepaald. De investeringen voor het sorteeratelier zijn ingedeeld in 6 rubrieken: opstartkosten, investeringen atelier, kantoor, In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
-
v141229 108/124
sanitair, promotie transportmiddelen intern en extern
Voor het verwerkingsatelier slechts in 2 rubrieken: opstartkosten, investeringen atelier, Er wordt immers vanuit gegaan dat je de kantoorruime, sanitaire ruime, promotie en transportmiddelen kan delen zodat hiervoor voor het verwerkingsatelier geen extra investeringen nodig zijn. De investerings- en afschrijvingskosten zijn wel berekend i.f.v. elke productielijn afzonderlijk (diepvriesgroenten versus soep … of gecombineerd) Alle kostprijzen zijn voor nieuwe toestellen/materialen. Er is geen rekening gehouden met 2e handsmaterialen of met schenkingen (alhoewel dit in de sociale (economie) sector vaak voorkomt). In het financieel plan vindt u voor al deze materialen de kostprijs x het aantal stuks = de totale kostprijs door deze totale kostprijs te delen door de afschrijvingstermijn bekomen we de afschrijfkost per jaar. Aantal stuks formule
2
Kost per stuk in € Totale kost excl.21%BTW in € 1
Afschrijftermijn (in jaren)
3= 1*2
4
Afschrijfkost per j. 5=3/4
Wij hebben doorgaans de volgende afschrijvingstermijnen gehanteerd: Type materiaal/investering Afschrijftermijn in jaren Inrichting aan het gebouw 15 Koel- en vriescellen 10 Grote machines 8 (5 indien geen merkproduct) Kleine machines 5 Gereedschap 3 of 1, al naargelang het product We beschouwen de investeringskosten als vaste kosten. De investeringskosten zijn berekend op basis van diverse prijsofferten bij o.a. grootkeukens Van Riel, METRO, online-winkel Nisbets of o.b.v. de studies van Groupe One of ANDES die we ter beschikking hebben, aangevuld met enkele eigen ramingen. We gingen er van uit dat we geen eigen gebouw moeten plaatsen, maar dat we de nodige ruimte kunnen huren (bv. bij de veiling of bij een bestaand sociale economie bedrijf). De huurlast is voorzien in de werkingskosten.
13.3 Werkingskosten We maken een onderscheid tussen verbruiksmateriaal (i.f.v. volume/activiteit) en andere werkingskosten De werkingskosten zijn ingedeeld in 10 rubrieken: 1. verbruiksmateriaal a. voor elke van beide ateliers b. wat gedeeld kan worden voor beide ateliers en die reeds voorzien zijn voor het sorteeratelier (werkkledij, schoonmaakmateriaal, ongediertebestrijding …) werd niet herhaald voor het verwerkingsatelier. 2. kantoorruimte 3. huisvestingskost 4. Marketing en promotie 5. Persoonsgerelateerde werkingskosten (per VTE/medewerker) 6. (diverse) Exploitatiekosten 7. Transport vrachtwagen 8. jaarlijkse energiekosten van de koel- en vriesruimte 9. Kosten i.f.v. regelgeving voedselveiligheid De kosten voor aankoop van groenten op de veilingklok is niet apart mee in rekening genomen. We hebben immers ook aan de opbrengstenzijde enkel rekening gehouden met de (prijs)marge bovenop de aankoopkost. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 109/124
We hebben voor elke kost ingeschat of dit een variabele of vaste kost is. Uiteindelijk hebben we bepaald de totale VARIABELE kosten per jaar berekend voor elke van de 4 omzetscenario’s (worst case - … - best case). De totale vaste werkingskosten per jaar blijven telkens ongewijzigd.
13.4 Personeelskosten Zoals in het aangepaste organogram in hoofdstuk “Personeelsplan” beschreven, voorzien we de volgende functies: Coördinator – projectverantwoordelijke Ploegbaas – omkadering Administratief bediende De (doelgroep)medewerkers Chauffeur B- of C-rijbewijs + bijrijder Op basis van de ingeschatte personeelsinzet, berekent het model De bruto-loonkost/jaar per functie De subsidies jaar die een sociale economie organisatie ontvangt van het dep. Werk en Sociale economie i.f.v. het aantal tewerkgestelde doelgroepmedewerkers. Er is standaard gerekend aan een omkaderingsratio van 1 op 8 doelgroepmedewerkers. Een beschutte werkplaats en een initiatief lokale diensteneconomie (LDE) heeft max. recht op een omkaderingssubsidie voor 1 op 10 dgwn . Een sociale werkplaats 1 op 5. De loonkost is momenteel berekend voor 2 werkvormen in de sociale economie: sociale werkplaats en LDE. Daar kunnen er later nog andere aan toegevoegd worden (bv. beschutte werkplaats) De loonkost van de dgwn + omkadering + chauffeur wordt beschouwd als variabel. De loonkost van de coördinator en administratief bediende als vast.
13.5 Resultatenrekening De resultatenrekening toont/berekent het saldo van alle opbrengsten en alle kosten op jaarbasis. Het berekende resultaat is sterk afhankelijk van de instellingen die je maakt o.b.v. uw eigen specifieke situatie en inschattingen (in het werkblad ‘input’ ev. de andere werkbladen), waarvan de belangrijkste zijn: Welke ateliers heb je/activiteiten doe je ? o enkel sorteeratelier of ook verwerkingsatelier? En zo ja, welke productielijn(en)? Welke omzet verwacht je (van worst tot best case) Aan welke prijs verkoop je je producten? (€/kg) In welke SE-werkvorm zijn je medewerkers tewerkgesteld en welke reële omkaderingsratio? Hoe gebeurt transport voor levering van bestellingen? o indien zelf, met welk type vrachtwagen rij je? o Ontvangt u de transportvergoeding van dep.L&V? Welke productiviteit verwacht u met uw medewerkers te halen? o De productiviteit van de medewerkers is een belangrijk element in het financieel plan, want het bepaalt hoeveel medewerkers je verwacht nodig te hebben in et sorteeratelier en in het verwerkingsatelier. En de loonkost is % de belangrijkste kostenpost aan kostenzijde. o In bijzonder de productiviteit van de doelgroepmedewerkers is belangrijk omdat ook de omkadering in ons model variabel mee wijzigt i.f.v. het aantal doelgroepmedewerkers. De auteur van dit ondernemings- en financieel plan wil beklemtonen dat het in deze fase moeilijk of onmogelijk is om een betrouwbare resultatenrekening te maken in dit ondernemingsplan. Enkele redenen: Een financieel plan dient een plan op maat te zijn dat specifiek ingesteld is i.f.v. een specifieke ‘case’/situatie. Er is verder onderzoek nodig om diverse parameters juister te kunnen inschatten. In bijzonder voor: o de productiviteit die je mag verwachten van je medewerkers. o de transportkost. Toch willen we ter illustratie hieronder een voorbeeld geven van wat een mogelijke resultatenrekening zou kunnen zijn.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 110/124
13.5.1 VOORBEELD Hieronder geven we bij wijze van voorbeeld van voorlopige algemene resultatenrekening met de volgende instellingen: Parameter instelling Welke ateliers heb je/activiteiten doe je ? Scenario 2a = sorteeratelier + verwerkingsatelier voor geblancheerde diepvriesgroenten Welke omzet verwacht je? Base case In welke SE-werkvorm zijn je medewerkers SW tewerkgesteld en welke reële omkaderingsratio? Aan welke prijs verkoop je je producten? (€/kg) Instellingen conform marketingplan in het oplan Hoe gebeurt transport voor levering van bestellingen? zelf met welk type vrachtwagen rij je? BE+2wielen Ontvangt u de transport-vergoeding van dep.L&V? Nee* * We hebben dit voorlopig op nee gezet, ondanks dat we verwachten dat je deze vergoeding in principe zeker kan ontvangen. Maar omdat we ook de werkingskosten van de ritten zelf (brandstof …) nog niet kunnen berekenen, hebben we ter compensatie de transportvergoeding ook niet aangerekend.
Op de volgende blz. vind je voor dit voorbeeld: De resultatenrekening o Rode cijfers = negatief resultaat o Groen = positief resultaat de contributiemarge o in dit voorbeeld stellen we vast dat voor het sorteeratelier de contributiemarge positief • d.w.z.: de variabele opbrengsten dekken wel de variabele kosten en er is nog een (contributie)marge van 2.089€/ton om de vaste kosten te dekken. Voor het verwerkingsatelier de contributiemarge negatief is • d.w.z.: de variabele opbrengsten dekken niet eens de variabele kosten. In principe zal je dus zelfs bij een hogere omzet steeds verlieslatend blijven. M.a.w. hoe hoger de omzet, hoe hoger het verlies. De liquiditeitsbehoefte / financieringsbehoefte bij de opstart opgebouwd als volgt: o Investeringsbedrag o Loonkosten en werkingskosten voor de 1e drie maanden
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 111/124
Resultatenrekening Voor welke scenario's? qua activiteiten: scenario2 qua omzet: basecase transport zelf Resultaten
formule (1)
Sc1: enkel sorteeratelier
Opbrengsten
omzet transportvergoeding dep.L&V …
(2)
Variabele kosten
Werkingskost
loonkost medewerkers, omkadering en chauffeur
(3)=(1)-(2)
(4)
Operationeel resultaat
(6)
Werkingskost Loonkost projectcoördinator en admin. kracht Afschrijvingskost investeringen
(3)-(4)-(5)-(6)
Resultaat (winst of verlies)
(5)
Sc.2 enkel Sc.2 sorteer- + verwerkingsverwerkingsatelier blancheren atelier blancheren
44.000
147.400
61.626
45.750
107.376
45.305
36.640
81.945
103.400 103.400 0
16.321
41.774
Vaste kosten
Sc. 2a sorteer- + verwerkingsatelier blancheren
147.400 0
44.000 0
9.110
25.431
-1.750
40.024
105.594,34
58.073,08
163.667
60.450,00
23.700,00
84.150
25.404,06
21.716,81
47.121
19.740,28
-63.820
12.656,28
32.397
-59.822,94
-123.643
Berekening contributiemarge : /volume in ton
overzicht kosten variabel vast
3.081 5.279,7
overzicht opbrengsten contributiemarge in € per ton
5.170,0
2.089
Financieringsbehoefte bij opstart (in euro)
/volume in ton
11.000,0
-437
Werkingskosten 1e 3 maanden Loonkost 1e 3 maanden
Totaal
(2)
(2) - (1)
Sc. 2a sorteer- + verwerkingsatelier blancheren
Sc.2 enkel verwerkingsSc1: enkel atelier sorteeratelier blancheren Investeringsbedrag
formule
11.437,5 (1) 14.518,3
Sc.2 sorteer+ verwerkingsatelier blancheren
144.606
127.863
272.469
9.015
5.442
14.457
26.439
15.085
41.524
180.060
148.390
328.450
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 112/124
13.5.2 ONDERLINGE VERHOUDING VAN DE KOSTEN IN DIT VOORBEELD In de volgende grafiek vind je voor dit voorbeeld de verhouding van de 3 kostenposten voor enerzijds het sorteeratelier (links) en anderzijds verwerkingsatelier (rechts). Noot: loonkost is incl. de loonsubsidies sociale economie.
We geven hier geen verdere interpretatie van deze resultatenrekening omdat dit slechts een fictief voorbeeld is. Tijdens de verdere begeleiding in het vervolgproject zal de nodige interpretatie kunnen gebeuren van het resultaat op maat en de nodige acties kunnen besproken worden. 13.5.3 VERDERE VERBETERINGEN Zoals reeds hoger vermeld zijn algemene verdere verbeteringen van specifieke onderdelen van het financieel plan zijn zeker nog mogelijk en wenselijk. Dit kan gebeuren in het vervolgproject, bv. voor de volgende onderdelen: Productiviteit / tijden opzet van testcases Transport, o.a. offertes van externe transportfirma(s) als benchmark Verpakking(smachines soepen) … En aftoetsing van de diverse ‘theoretische’ assumpties/veronderstellingen en resultaten met diverse partners uit het werkveld. En uiteraard het ondernemings- en financieel plan op maat in functie van een concrete ‘case’ (specifieke veiling en sociale (economie) partners. Zie ook volgend hoofdstuk ‘Implementatieplanning’.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 113/124
14 Implementatieplanning en vervolgproject De doelstelling hiervan is: De nodige concrete stappen plannen i.f.v. de voorbereiding van de opstart van de beoogde activiteiten in dit ondernemingsplan. het plaatsen van een aantal mijlpalen in de tijd waartegen bepaalde doelstellingen moeten verwezenlijkt worden. Het tijdschema geeft aan in welke mate het actieplan “’tijdig” wordt uitgevoerd. Dit hoofdstuk is bewust nog niet concreet uitgewerkt in dit ondernemingsplan omdat dit bedoeld is als ‘algemeen’ ondernemingsplan waarbij niet specifiek 1 of andere veiling gekozen is. Om je implementatieplanning concreet te maken is het nodig dat je rond een concrete ‘case’ kan werken, m.a.w. één specifieke veiling, één of meerdere sociale economie organisaties die de de activiteiten operationeel willen uitvoeren, enz. Samen bepaal je dan in dit hoofdstuk: Concrete testcase(s) / proefproject dat je wil uitvoeren Realistische tijdsplanning voor de opstart … Daarom bevat het 1e deel van dit hoofdstuk een ‘theoretische uitleg’ voor de opstelling van een goede implementatieplanning. In het 2e deel geven we toch reeds een aanzet van (onderdelen van) het implementatieplan specifiek voor de opstart van de samenwerking met de veiling door het sociaal economie bedrijf.
14.1 Algemeen: Waarom een implementatieplanning? Waarom is realistisch plannen zo belangrijk: Je bouwt geloofwaardigheid op bij investeerders en partners. Je vergroot de kans op succes door vooraf over alle activiteiten en hun onderlinge samenhang na te denken. Je brengt je bedrijf in gevaar wanneer je verkeerde (in het bijzonder te optimistische) doelen stelt. Je beantwoordt in je planning vragen zoals: Welke taken dient je onderneming uit te voeren om te groeien en hoe kunnen die taken best worden gegroepeerd in werkpakketten? Welke zijn de belangrijkste mijlpalen in de ontwikkeling van je onderneming en wanneer moeten ze gehaald worden? Welke taken en mijlpalen zijn onderling afhankelijk? Hoe ziet het kritische pad eruit? Wanneer je gaat plannen, ga je altijd uit van veronderstellingen. De kans is dus reëel dat je te optimistisch of pessimistisch bent. Het is voor iedereen wel duidelijk welk gevaren een te optimistische planning met zich mee kan brengen. Maar ook een te pessimistische planning kan ernstige gevolgen hebben voor de toekomst van je bedrijf. Bv: De onderneming gaat van start, maar de nodige middelen ontbreken. Eén mogelijkheid bestaat erin om toch te voldoen aan de vraag. Dat gaat echter gepaard met kwaliteitsproblemen die op lange termijn het succes van de onderneming in gevaar brengen. Het bedrijf groeit sneller dan verwacht. Maar groei vereist liquide middelen (cash) en gewoonlijk ook investeringen in productiemiddelen. De onderneming heeft een tekort aan geld, hoewel winst geboekt wordt. De ondernemer moet sneller dan verwacht op zoek gaan naar bijkomende fondsen - onder hoge tijdsdruk en daarmee ook tegen aantrekkelijke voorwaarden. Dit scenario leidt vaak naar insolvabiliteit: een onderneming "groeit zichzelf failliet". In het hoofdstuk “Risico’s en Gevoeligheidsanalyse” wordt uitgelegd hoe je je kan voorbereiden en beschermen tegen een planning die in werkelijkheid anders uitdraait dan hetgeen gepland was. Je kan een implementatieplanning voorstelen met behulp van gespecialiseerde planningspakketten zoals MS Project of grafisch met behulp van Gantt-charts of stroomdiagrammen. Een eenvoudigere planningsvoorstelling is bv. de tabel zoals hieronder weergegeven. Op basis hiervan kan je het ‘kritisch pad’ bepalen.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
Actie
Begin
Einde
Afhankelijk van resultaat van actienummer
v141229 114/124
Verantwoordelijke
14.2 Concreet i.f.v. de samenwerking veiling – sociale economie 14.2.1 STAPPENPLAN VOOR START EN GROEI VAN DE ACTIVITEITEN Om de risico’s te beperken is het aanbevolen om geleidelijk aan de nieuwe activiteiten op te starten en te beginnen met een goede testcase en een gefaseerde aanpak. Beter klein/bescheiden beginnen en vandaar uit verder groeien. De feedback van de aanwezigen op het partneroverleg 30/06/14 was dat ze akkoord waren met keuze om: in 1e fase te starten met enkel het sorteeratelier (verdeling van verse groenten …), inclusief: o vraaggericht bestelsysteem en ontbrekend product bij aankopen op de veiling(klok) o transport en pas in 2e fase het verwerkingsatelier opstarten. (bv. na evaluatie na 1 jaar). Voordelen: Je start met activiteiten die minste risicovol zijn en nauwst aansluiten bij bestaande activiteiten o Je moet slechts een beperkte koelinfrastructuur aankopen om de producten 1 dag te kunnen opslaan zodat via bijkomende aankoop de bestellingen kunnen voldaan worden. o Je speelt in feite gewoon groothandelaar & transporteur. o En voor organisaties die nu al langskomen verandert er niets als ze willen blijven komen. Het is logisch om in 1e instantie maximaal in te zetten op gratis uitreiking en af te wachten (na enkele jaren?) hoeveel overschotten er nog zijn. Nadeel: De sociale tewerkstelling is lager: de uitgevoerde activiteiten zijn (enkel) “bestellingen klaarmaken” en “levering/transport”. … Eventueel kan je overwegen om ook de 3 productielijnen in het verwerkingsatelier gefaseerd op te starten, bv. de gegaarde vacuüm groenten en verse soepen pas in een 3e fase opstarten. 14.2.2 NOOD AAN VERDERE BEGELEIDING EN ONDERZOEK Over diverse onderwerpen / hoofdstukken van het ondernemingsplan zal verder onderzoek en externe begeleiding nodig zijn vooraleer de activiteiten daadwerkelijk te kunnen opstarten. Hieronder een niet-limitatief overzicht. Thema Garanties over de recepten inzake voedselveiligheid, inrichting ateliers en productieproces conform eisen gids AGF014 (HACCP-richtlijnen …), staalnames …. Marktonderzoek en marketingplan (o.a. mogelijkheden voor verkoop op reguliere markt) Administratief proces, in bijzonder het luik ‘registratie & traceerbaarheid’. Bv. het ontwikkelen van een gebruiksvriendelijk degelijk registratiesysteem op maat. Transport Testcases / pilootprojecten doen – de ‘theoretische’ assumpties in dit o-plan toetsen in de praktijk, bv. wat betreft productiviteit/tijdsduur van de activiteiten Aftoetsing van het aanbod bij mensen in armoede (participatief) bv. in samenwerking met Samenlevingsopbouw … Toolbox ontwikkelen met invul- en registratieformulieren, standaard overeenkomsten … Financieel plan op punt stellen, o.a. - het financieel plan verder verbeteren (zie hoger) - mogelijke alternatieven onderzoeken om financieel resultaat te verbeteren (zie hoofdstuk hieronder) Financieringsplan o.a. vinden van institutionele en subsidie verlenende partners, cfr. marketingplan > partners … Deze taken kunnen deels algemeen uitgewerkt worden (toepasbaar voor meerdere locaties), deels op maat van specifieke case/locatie/veiling.
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 115/124
14.2.3 MOGELIJKE ALTERNATIEVEN ONDERZOEKEN OM FINANCIEEL RESULTAAT TE VERBETEREN Als het standaard financieel plan in dit o-plan nu geen financieel resultaat geeft dat break-even is, welke creatieve oplossingen kunnen er geval per geval bekeken worden? Welke kosten- of opbrengstenpost? Investering- en werkingskosten verminderen
Hoe? -
-
-
Transportkosten verminderen
-
Personeelskosten verminderen
Expertise verhogen (kookproces, voedselveiligheid …) + werkingskosten verminderen (= efficiënter en professioneler) Productiecapaciteit flexibel verhogen (als afzet kan volgen) Afzet / omzet verhogen
Opbrengsten verhogen
-
-
Werken in een bestaande keuken / verwerkingsbedrijf o Bv. kokschool of sociaal restaurant waarvan de keuken enkel op bepaalde momenten in de week gebruikt worden, professioneel voedingsbedrijf (soepfabrikant, fabrikant van diepvriesgroenten …) Onderbrengen in bestaande organisatie en bestaande vestiging o Zodat je bepaalde overheadkosten kan delen zowel qua investeringen (bv. in huisvesting), personeelskosten (bv. secretariaat, personeelsadmin.) als werkingskosten (bv. gezamenlijke aankoop van materialen) Machines 2e hands aankopen (let op kwaliteit!) We hebben nu gekozen voor een semi-industriële werkwijze. Je kan ook kiezen voor kleinschaligere artisanale en/of mobiele flexibelere uitrusting (zie aanbod voor mobiele soepketel in bijlage 3) … Locatie zoeken op of vlak naast de veiling Maximale efficiëntie nastreven met externe leverancier zodat kosten zo laag mogelijk zijn Samenwerking onderzoeken met sociale of voedselhulporganisaties die (goedkope) transportcapaciteit hebben. Externe subsidiëring van de vrachtwagen Niet leveren ( dit heeft wel impact op uw afzetmarkt!) Zekerheid over voldoende contingent gesubsidieerde doelgroepmedewerkers en omkadering binnen de sociale economie organisatie (ev. toelating tot uitbreiding contingent) (gerichte / beperkte) inzet vrijwilligers Automatisering van de productie Onderbrengen in / samenwerking met bedrijf met ervaringen in voedingsindustrie of horeca (SR) …
Bijkomende mobiele koelcellen huren Bijkomende snelvriezer(s) aankopen (dit is de bottleneck ni de productie) of een snelvriestunnel (doch let op zware vaste kost)
-
Meer klanten (sociale organisaties) bereiken. marketing Focus op levering aan die sociale organisaties met hogere betalingsbereidheid: SR, SK … intensievere marketing … Meer omzet per klant, o.a. door flankerende acties om begunstigden meer groenten te leren koken en eten (workshops, ready-to-eat …) Verkoop op de reguliere markt (als premium-kwaliteitsmerk …) met overschot of aangekocht product op de veilingklok o Hogere marge te krijgen bij levering aan andere verkoopskanalen dan supermarkten marketing MAAR: verlies de doelstelling ‘armoedebestrijding’ niet! Een aantrekkelijk aanbod verkoopt zichzelf! Steun / subsidie voor opstartinvesteringen of zelfs voor deel van de operationele werking (volgens het klaverbladmodel) door stichtingen of overheden: Lokale overheden Vlaamse overheden (beleidsdomeinoverschrijdend) Federaal (vanuit FEAD-budget?) Europese projectoproepen (EFRO …)
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 116/124
14.3 Vervolgproject Het ondernemingsplan “Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model” ligt voor u. U hebt het doorgenomen, u bent geïnteresseerd maar u weet toch niet goed hoe er aan te beginnen. Hoe pakt u dit nu concreet aan? Kortom, u zit nog met veel vragen. Zoals ook hoger aangegeven zal verder ondersteuning en begeleiding nodig zijn voor deze opschaling en effectieve realisatie van deze ondernemingsplannen te velde. Dit ondernemingsplan is al een belangrijk instrument voor de sociale economie, maar geeft weinig tot geen garantie over verdere implementatie. De implementatie ervan is een hele uitdaging voor sociale economie organisaties waarbij de drempel soms te groot lijkt omdat het hen aan kennis en structurele ondersteuning ontbreekt. Daarom heeft Vlaams Minister voor armoedebestrijding en sociale economie Liesbeth Homans een vervolgproject goedgekeurd aan KOMOSIE om deze verdere begeleiding in de komende 3 jaren te kunnen geven voor de realisatie van dit ondernemingsplan. Hiermee kan er een concreet vervolgtraject voorzien worden dat zowel inhoudelijk als qua timing perfect aansluit op dit aflopende project. In opvolging van dit ondernemingsplan organiseert KOMOSIE in de periode 2015 – 2017 dus nog verschillende activiteiten i.f.v. de begeleiding bij implementatie van dit ondernemingsplan en de begeleiding van 2 concrete ‘cases’/pilootprojecten. Voor goed overleg met en maximaal draagvlak bij de diverse betrokkenen of begunstigden zulle we een stuurgroep organiseren met partijen vanuit de sociale economie, sociale partnerorganisaties, de overheid en de reguliere bedrijven (of hun vertegenwoordigers). Interesse? Contacteer ons voor meer informatie: KOMOSIE vzw, Etienne Rubens, projectmedewerker Voedselverlies
[email protected], tel: 03 281 03 30
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 117/124
15 Wettelijke vereisten en formaliteiten Vooraleer te starten moet je een aantal startersformaliteiten in orde brengen. Deze zijn wettelijk verplicht. Bovendien zijn er vanuit de aard van deze activiteit (‘verwerking van voeding …) specifieke vereisten op vlak van voedselveiligheid). Noot: De wettelijke vereisten en te vervullen formaliteiten zijn nog niet volledig opgenomen in dit ondernemingsplan en zullen in het vervolgproject verder aangevuld worden. Je kan dit hoofdstuk dus beschouwen als een niet-limitatief overzicht. We gaan er vanuit dat de beoogde activiteiten binnen een bestaande sociale economie organisatie worden uitgevoerd. M.a.w. er wordt geen nieuw bedrijf opgericht, maar eerder een nieuwe afdeling. Daarom beperken we de wettelijke vereisten tot deze die specifiek i.f.v. de opstart van de beoogde activiteiten en gaat dit hoofdstuk niet over de wettelijke formaliteiten om een nieuwe onderneming op te richten (statuten opstellen, inschrijving in ondernemersloket … en dienen nog verder onderzocht te worden in het vervolgtraject.
15.1 Erkenningen en vergunningen aanvragen De volgende erkenningen/vergunningen zijn nodig: Aard van erkenningen/vergunningen erkenning voor sociale tewerkstelling binnen bepaalde werkvorm in de sociale economie (bv. als sociale of beschutte werkplaats (toekomstig maatwerk), initiatief LDE …) Ev. uitbreiding van je activiteiten opgenomen in het kruispuntbank van ondernemingen Registratie bij FAVV + aanvragen van een toelating (zie lager voor meer info) + betaling van de nodige retributies/heffingen Aansluiting bij de sector-beroepsvereniging in de voedingsindustrie (Fevia) en specifieke sectororganisatie AGF Eventueel een transportvergunning en aansluiting bij de beroepsvereniging. Deze vergunning (= certificaat van bekwaamheid) is nodig als je de producten niet voor eigen rekening maar in opdracht van 3e partijen transporteert. We vermoeden bijgevolg dat deze erkenning niet nodig zal zijn als het sociaal economie bedrijf zelf het transport uitvoert aangezien ze eigenaar is van de overschotten die ze ter beschikking heeft. Als het transport uitbesteed wordt aan een onderaannemer, zal deze wel / reeds over deze erkenning (moeten) beschikken. Desgevallend de nodige milieuvergunningen …
Meer info? www.werk.be > sociale economie http://economie.fgov.be/nl/onder nemingen/bce/#.VJv9aBCcQ http://www.favv.be/erkenningen/ http://www.favv.be/financiering/ www.fevia.be o
www.ovam.be
15.1.1 REGISTRATIE BIJ FAVV Elke organisatie die voedingswaren op de markt brengt op welke manier dan ook dient geregistreerd te worden bij het FAVV. Afhankelijk van de activiteit dienen zij daarvoor bijkomend een toelating of erkenning aan te vragen. Voor alle activiteiten die in dit ondernemingsplan zijn opgenomen dient een toelating aangevraagd te worden. Voor meer info hieromtrent verwijzen wij naar de website van het FAVV http://www.favv.be/erkenningen/ 15.1.2 HEFFINGEN EN RETRIBUTIES VAN FAVV Operatoren betalen jaarlijks een bijdrage (of heffing) aan het FAVV. Deze hangt af van de uitgeoefende activiteit, het feit of het autocontrolesysteem (ACS) gevalideerd is en vaak ook van het aantal werknemers dat tewerkgesteld is. Naast de heffingen is het ook mogelijk dat retributies betaald moeten worden. Deze zijn verbonden aan een geleverde dienst en moeten dus enkel bij een uitgevoerde dienst betaald worden. Deze diensten zijn bijvoorbeeld het uitreiken van certificaten, het uitvoeren van een hercontrole, het uitvoeren van een audit … In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 118/124
Een controle/inspectie gebeurt onaangekondigd en is niet betalend. Een hercontrole die kan volgen op een ongunstige inspectie is wel betalend (zoals hierboven vermeld). Een audit wordt enkel op aanvraag van de operator uitgevoerd en heeft als doel het ACS te valideren. Een gevalideerd ACS heeft als voordeel dat de inspectiefrequentie verlaagd wordt en men een korting van 75% krijgt op de jaarlijkse heffing (= de bonus. De “malus” bestaat niet meer). De tarieven voor heffingen en retributies worden vastgelegd in KBs. Meer info: http://www.favv.be/financiering/ De verwachte heffing voor deze organisatie is opgenomen in het financieel plan. Als men zijn autocontrolesysteem wenst te valideren, dan kan men hiertoe beroep doen op het FAVV zelf of op een erkende certificeringsorganisatie. Een lijst van erkende controleorganisaties vindt men hier http://www.favv.be/autocontrole-nl/oci/ Het is aangeraden de kosten-baten analyse te maken van certifiëring van het autocontrolesysteem. Voor een kleine onderneming weegt de reductie van 75% vaak niet op tegen de kosten van de certificering. 15.1.3 ANDERE WETTELIJKE VEREISTEN INZAKE VOEDSELVEILIGHEID De voedselveiligheidsaspecten van toepassing op de beoogde activiteiten in dit ondernemingsplan (cfr. sorteeratelier, verwerkingsatelier) zijn reeds besproken in de respectievelijke hoofdstukken in dit o-plan. Er zijn ook specifieke voedselveiligheidsaspecten in het transport van groenten. Bv. Een vrachtwagen mag niet zomaar voeding en niet-voedingsproducten vervoeren. Eenzelfde vrachtwagen mag dus niet zomaar flexibel ingezet worden voor andere transporten om bv. de benuttingsgraad te verbeteren.
15.2 Bijkomende formaliteiten (Noot: Dit is een niet-limitatief overzicht) Verzekeringen : noodzaak tot afsluiten van volgende verzekeringen: o Burgerlijke aansprakelijkheid (BA) (ook na levering?) o Arbeidsongevallen (AO); … Paritair comité o Bepalen van het PC dat van toepassing is op uw bedrijf. Is dat dat van de voedingssector of dat van uw werkvorm in de sociale economie? Bv. Het PC van sociale werkplaats is steeds 327, onafhankelijk van de uitgevoerde activiteiten. Huishoudelijke regelement opstellen of aanpassen o Er werd een intern reglement opgesteld met de precieze regels inzake hygiëne, veiligheid en discipline op de werkplaats voor beroepsintegratie. Dit document wordt ook overgemaakt aan elke toekomstige werknemer tijdens het aanwervingsgesprek. Bij het ondertekenen van zijn arbeidscontract verbindt deze laatste zich ertoe dit reglement na te leven. o Omdat we de beoogde activiteiten onderbrengen in een bestaande organisatie is te bekijken of het bestaande huishoudelijk regelement van de organisatie kan gebruikt worden of dat er apart reglement dient opgesteld te worden.
15.3 Rechtsvorm Bij voorkeur kiezen we voor een vzw-structuur met BTW-plicht, binnen een bestaande organisatie. Een commerciële rechtsvorm lijkt ons niet geschikt gezien de aard van het project. Eventueel is later de omvorming naar de rechtsvorm CVBA vso (coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid met sociaal oogmerk) mogelijk. Voordelen: o Breder draagvlak bij sleutelpartners (veiling als leverancier, sociale organisaties als afnemer, lokale overheden…) die mee aandeelhouder kunnen zijn in uw organisatie. o mogelijkheid voor extra financiering via het aantrekken van nieuwe coöperanten die elk aandelen kopen. ; … Nadelen: o Complexere organisatievorm dan een vzw o In praktijk lijkt deze omvorming pas realistisch om in deze rechtsvorm op te starten wanneer het project reeds opgestart is én winstgevend is. ; … Gezien het belang en de betrokkenheid van vele partners in dit project, is het wenselijk om vertegenwoordigers van uw sleutelpartners mee op te nemen in de Algemene vergadering of toch minstens in een stuurgroep. In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 119/124
16 Conclusie Uit de evaluatie van de huidige situatie leerden we dat enkele Vlaamse veilingen (BelOrta, REO-veiling …) nu reeds een grote bijdrage leveren aan de verdeling van verse groenten i.f.v. armoedebestrijding binnen het huidige systeem van gratis uitreiking van fruit en groenten (type 1) aan liefdadigheidsorganisaties en OCMW’s, maar er is nog marge tot verdere verbetering van het systeem i.f.v. de doelstellingen (armoedebestrijding en bestrijding voedselverlies). Dit ondernemingsplan beoogt daarom de bestaande situatie te optimaliseren door de valorisatie van de overschotten van de groente- en fruitveilingen in Vlaanderen verder te verhogen met behulp van nieuwe activiteiten uitgevoerd door een sociaal economie bedrijf met als doel om de bevoorrading van de voedselhulpinitiatieven kwalitatief en kwantitatief te verbeteren. We onderzochten concreet de haalbaarheid van de 4 kernonderdelen van dit concept: 1. De sorteeractiviteiten in een sorteeratelier dat verse groenten verdeelt aan zijn ‘klanten’ i.f.v. vraaggerichte bestellingen. 2. Een verwerkingsatelier om resterende (grote) hoeveelheden producten te transformeren i.f.v. het langer houdbaar maken van de groenten en verhogen van de afzetmogelijkheden van de overschotten. We selecteerden hiervoor 3 “productielijnen”: geblancheerde diepvriesgroenten, verse soepen en vacuüm verpakte gegaarde groenten.…). 3. Bijkomende aankoop van groenten en ev. fruit op de veiling i.f.v. het – vraaggericht - aanbieden van een voldoende gamma aan de klanten en om toe te laten dat bv. sociale kruideniers een – weliswaar – lage vergoeding mogen vragen voor de producten i.p.v. ze gratis te moeten uitreiken. 4. Transport voor levering van de bestellingen aan ‘huis’, m.a.w. tot bij de voedselhulpinitiatieven (die doorgaans over geen / beperkt vervoer beschikken). We onderzochten alle relevante aspecten binnen de structuur van een ‘klassiek’ ondernemingsplan. De marktanalyse en het marketingplan tonen o.a. aan dat er langs de vraagzijde een voldoende grote potentiële marktvraag is voor dit aanbod bij de voedselhulpinitiatieven. Of dit potentieel ook kan omgezet worden in reële bestellingen zal o.a. afhankelijk zijn van de prijs, die voldoende laag moet zijn, en een goede promotie. Voor die promotie is o.a. de betrokkenheid en steun van de vertegenwoordigers/federaties van de diverse voedselhulpinitiatieven belangrijk. Naast rechtstreekse distributie, biedt ook samenwerking met bestaande of nieuwe distributiekanalen mogelijke opportuniteiten. Om te evalueren of eventuele verkoop van de verwerkte producten op de reguliere markt toegelaten, wenselijk en/of haalbaar is, is verder onderzoek en voorbereiding nodig. Langs de aanbodzijde is er bij de veilingen zeker een bereidheid tot samenwerking. Voor de organisatorische planning van de activiteiten is het belangrijk de variaties van het aanbod qua product en per seizoen vooraf goed in te schatten en overweg te kunnen met deze onvoorspelbaarheid. Steun van en samenwerking met diverse andere partners zal ook nodig zijn. Het productieplan legt uit hoe de diverse activiteiten van sortering, verwerking en aankoop praktisch kunnen georganiseerd worden. De activiteiten binnen het sorteeratelier zijn relatief eenvoudig en arbeidsintensief. De beoogde activiteiten in het verwerkingsatelier vergen ook manueel werk, maar zijn technischer en kapitaalsintensiever van aard door de diverse investeringen in machines en gereedschap. De administratieve opvolging is omvangrijk: van bestellingen tot facturatie, registratie vanaf de inkomende ontvangst van de groenten tot de uitgaande levering en de traceerbaarheid ook verder stroomopwaarts en –afwaarts. Indien vooraf goed doordacht en voorbereid lijken evenwel al deze activiteiten wel organisatorisch haalbaar te zijn in de praktijk. Er is nog verder onderzoek en voorbereiding nodig om beter te bepalen op welke wijze het transport voor de levering van de bestellingen ‘aan huis’ (zelf rijden of uitbesteden) het best (efficiëntst en goedkoopst) kan georganiseerd worden. Het personeelsplan legt duidelijk uit welke functies er nodig zijn in dit nieuwe sociaal economie bedrijf, wat de diverse opdrachten zijn per functie en over welke vaardigheden die personen moeten beschikken. We verwachten dat er concrete mogelijkheden zijn om heel wat nieuwe sociale tewerkstelling te creëren voor de uitvoering van de diverse arbeidsintensieve activiteiten in de 2 ateliers. Afhankelijk van het scenario (verwacht volume aan bestellingen) zou 1 hefboomproject met sorteer- en verwerkingsateliers al tussen 5 en 20 (doelgroep)werknemers kunnen tewerkstellen. Qua werkvorm in de sociale economie lijken ons een sociale of beschutte werkplaats (toekomstig maatwerkbedrijven) of werkervaringsproject het meest geschikt. Het project biedt vele mogelijkheden tot opleiding en persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers in het inschakelingstraject, waarbij ook doorstroming naar het reguliere bedrijfswereld, voor wie dit haalbaar is, maximaal kan ondersteund worden. We hebben ook de financiële haalbaarheid ingeschat aan de hand van een financieel model. De resultatenrekening die je kan genereren is natuurlijk sterk afhankelijk van de instellingen o.b.v. een concrete situatie en diverse In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 120/124
omgevingsfactoren. Het is evenwel in deze fase voorlopig nog moeilijk of onmogelijk om een betrouwbare resultatenrekening te maken voor dit ondernemingsplan omdat het plan nog niet op maat van een specifieke ‘case’/situatie ingesteld is en omdat verder onderzoek nodig om enkele parameters juister te kunnen inschatten (de productiviteit, de transportkost …). Het voorbeeld van resultatenrekening dat we toegevoegd hebben, toont - zoals verwacht - aan dat het evenwel een hele uitdaging zal zijn om dit maatschappelijk zeer waardevolle project, break-even te laten draaien. In de ‘standaard-situatie’ met de huidige assumpties en instellingen in het voorliggende financieel plan was het financieel resultaat immers nog (te) sterk negatief. De diverse investerings, werkings- en (vooral) loonkosten voor de sortering, de verwerking en de logistiek maken, zoals in de reguliere voedingsindustrie, de grootste fractie uit van de totale kostprijs. Het feit dat er in dit concept een lage of geen kost is voor het product zelf (de ‘foodcost’) is wel een voordeel, maar blijft van ondergeschikt belang in het totaalplaatje. Een essentiële vraag zal dus zijn hoe we het financieringsplan rondkrijgen voor dit ondernemingsplan. De gevoeligheidsanalyse geeft aan dat er op het i onderzochte “totaalconcept” van ons toekomstidee, nog variaties en aanpassingen mogelijk zijn. En inzake evaluatie is het voor de geloofwaardigheid van het project belangrijk om bij de voorbereiding reeds na te denken via welke criteria het behalen van de vooropgestelde doelstellingen kan gemeten worden. De implementatieplanning kon in dit “algemene” ondernemingsplan nog niet in detail uitgewerkt worden, deels door de korte duur van het project, deels omdat we ons niet hebben gefocust op 1 specifieke ‘case’. Het is evenwel duidelijk dat een (heel) aantal randvoorwaarden zullen dienen vervuld te zijn om in bijzonder het financiële resultaat break-even te krijgen, zoals: Een voldoende schaalgrootte en meer zekerheid over uw afzetmarkt. Inbedding van de beoogde activiteiten binnen een ruimere organisatie/bedrijf zodat maximaal synergiën (kostenbesparingen) kunnen gebeuren op vlak van investeringen in installaties, werkingskosten en overhead van personeel. De sociale economie organisatie moet in staat zijn om de activiteiten met gesubsidieerde doelgroepmedewerkers uit te voeren (via een uitbreiding van het contingent als het kan, binnen het huidige contingent als ‘t moet); Steun om de opstartinvesteringen te financieren en/of zelfs om een deel van de operationele werking te financieren volgens het klaverbladmodel. Welk engagement / bijdrage / rol zijn de verschillende partners bereid om op te nemen? o De veilingen o De netwerkverantwoordelijken/vertegenwoordigers binnen de voedselhulpsector o Het/de sociale economie bedrij(f)(ven) o De overheid op het lokale, Vlaamse en federale niveaus. Is het bv. bespreekbaar op het federale niveau om in de toekomst een klein deel van het fonds FEAD te gebruiken voor dit hefboomproject? De lezer van dit uitgebreide ondernemingsplan zal, net zoals KOMOSE, vermoedelijk nog met vele vragen overblijven hoe dit beoogde sociaal economie bedrijf het best kan gerealiseerd worden. Er is nog een hele afstand tussen dit ‘theoretisch’ ondernemingsplan en de concrete implementatie ervan in de praktijk. We zijn daarom ook blij dat Vlaams Minister voor armoedebestrijding en sociale economie Liesbeth Homans alvast een vervolgproject goedgekeurd heeft. Dit zal de geïnteresseerde partijen toelaten om, met de nodige verdere begeleiding van KOMOSIE, in de komende 3 jaren werk te kunnen maken van de effectieve realisatie van dit ondernemingsplan. Hiermee kan er een concreet vervolgtraject voorzien worden dat zowel inhoudelijk als qua timing perfect aansluit op dit ondernemingsplan.
Interesse? Contacteer ons: KOMOSIE vzw, www.komosie.be Etienne Rubens, projectmedewerker Voedselverlies
[email protected], tel: 03 281 03 30
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 121/124
17 Bijlagen Hieronder vindt u een lijst van nuttige bijlagen: Seizoenskalender voor groenten Bewaartabel (bewaartemperaturen voor groenten en relatieve vochtigheid). Daaraan kunnen in het vervolgproject nog diverse bijkomende nuttige bijlagen toegevoegd worden, zoals: Intekenformulier / modelovereenkomst omtrent de ontvangst, stockage en distributie van de uit de markt genomen of aangekochte groenten toevertrouwd aan
en anderzijds inclusief invulformulier voor de klantgegevens (i.f.v. levering, facturatie, bereik van de doelgroep …). Huishoudelijk reglement van het sociaal economie bedrijf Instructies en modelformulieren i.v.m. het programma van gratis uitreiking van fruit en groenten type 1 starterskit voor opstart met o.a. intekenformulier voor VH-organisatie Model-samenwerkingsovereenkomst tussen een veiling en het sociaal economie bedrijf.
17.1 Lijst van afkortingen SE: sociale economie BW: beschutte werkplaats WEP+ werkervaringsproject LDE: lokale diensteneconomie SW: sociale werkplaats VH: voedselhulp VB: voedselbank(en) SR: sociaal restaurant(s) SK: sociale kruidenier(s) A.N.D.E.S.: Association Nationale de Développement des Epiceries Solidaires L&V: Landbouw en Visserij GMO fr&gr: Gemeenschappelijke Marktordening voor groenten en fruit FAVV: Federaal agentschap voor de voedselveiligheid FEAD: Fund of European Aid for Deprived people POD MI : programmatorische overheidsdienst Maatschappelijke integratie,
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 122/124
17.2 Bronnen / bibliographie Geraadpleegde bronnen i.f.v. terreinverkenning en gegevensverzameling: -
Doeboek “Sociaal aan de slag met voedselverlies”, Lief Vandevoort, 2013
-
Over/van ANDES - Frankrijk
-
o
Website www.epiceries-solidaires.org
o
verslag bedrijfsbezoek georganiseerd door KOMOSIE aan ANDES op 22/04/14.
o
Presentatie ANDES op de Initiatiefnemersdag Voedselverles op 15/05/14)
o
Jaarverslag 2013
o
Haalbaarheidsstudie “Complémentarité entre les dispositifs de gestion des crises agricoles et d’aide alimentaire. Exemple de la mise à disposition gratuite des fgruits et légumes, oktober 2008, ANDES
o
studie “Rapport projet d’ingénieur,création de marque et mise sur le marché d’un jus de pomme et d’une game de soupes: qualité et sécurité, par ANDES en AgroParisTech, 2012
o
Haalbaarheidsstudie “La valorisation des fruits et légumes invendus mais consommables sur le marché d’intérêt national de Rungis.”
Groupe One o
-
-
Titel: “Haalbaarheidsstudie voor de opzet van een systeem voor inzameling en sortering van onverkoopbare fr&gr. van de Brusselse vroegmarkt (MaBru) en Centre Européain de fruits et légumes (CEFL) en herverdeling naar de sector van voedselhulp.”, December 2013
Welzijnsconsortium Zuid-West-Vl. o
Eindrapport/activiteitenverslag/perstekst over het samenwerkingproject Welzijnsconsortium ZW-Vl. - REO veiling – VB West-Vl.
o
Starterskit
Vlaamse overheid: o
Studie Voedsel in ketenperspectief, OVAM, 2011
o
Nationale strategie voor duurzame operationele programma’s > Instructies inzake de gratis uitreiking van fruit en groenten aan liefdadigheidsorganisaties en OCMW’s, 2014, departement Landbouw en visserij, 2014
o
Presentatie BIRB over gratis uitreiking fruit en groenten bij de veilingen, 8/10/2012
Overleggen met o.a.: -
BelOrta, de heer Luc Peeters (relatiebeheerder) op 20/1/14, 18/3/14, 11/6/14, 28/10/14
-
Welzijnsconsortium op 19/2 en 25/5
-
Groupe One, 26/2
-
VBT op 3/4/2014
-
In-C op 17/2 en 12/3
-
departement Landbouw en visserij, Joris Schepens en diensthoofd, 25/4/14
-
departement Landbouw en visserij, Kris Roels, juni 14
-
werkgroep ‘Sociale economie in de voedselniche’ op 13/6/’14
-
het ‘partneroverleg’ op 30/6 ter bespreking van de tussentijdse resultaten van het ondernemingsplan, met 8 tal sociale (economie) organisaties.
-
Flanders Logistics op 21/08/14
-
WEBO/Borgerstein op 26/08/14
-
FAVV op 28/08/14
-
Metsense op 17/11/2014
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
v141229 123/124
17.3 Seizoenskalender voor groenten
Bron: De kalender voor seizoensgroenten en fruit, LNE, http://www.lne.be/campagnes/eigen-kweek/duurzamevoeding/kalender/kalender-voor-seizoensgroenten-en-fruit/ Andere websites: zie o.a.: Groentenkaldender van VELT vzw: www.groentekalender.be/ Seizoenskalender van de CM: http://www.cm.be/gezondleven/voeding/voedingswaren/groenten/seizoensgroenten.jsp
In opdracht van
Met steun van
ONDERNEMINGSPLAN
Samenwerking tussen een groenteveiling, voedselhulporganisaties en sociale economie bedrijven volgens het ANDES-model Versie: Pagina:
17.4 Bewaartabel voor groenten Dit is een tabel met de ideale en min-max. bewaartemperaturen voor verse groenten en de relatieve vochtigheid). Bron: Mechelse veiling / BelOrta
In opdracht van
Met steun van
v141229 124/124