Verslag Themamiddag “De samenwerking tussen het Veiligheidshuis en het CJG”
18 november 2010
VERSLAG THEMAMIDDAG
Introductie
Donderdag 18 november vond in ’s-‐Hertogenbosch de themamiddag 'de samenwerking tussen het Veiligheidshuis en het CJG' plaats, waar samen met de deelnemers de verschillende samenwerkingsvormen kritisch zijn verkend. Aanleiding waren de vele vragen over hoe de samenwerking tussen het Veiligheidshuis en het CJG in de praktijk kan worden ingevuld. Opening Opening: ‘Wel of niet samen? Waarom is samenwerking nodig?’ verzorgd door Mark Rouw (Onderzoeker/adviseur Jeugd en Leefbaarheid bij Partners+Pröpper) Waarom is samenwerking nodig? – Risicojeugd uit multi probleemgezinnen zijn gebaat bij een integrale aanpak. – De risicojongeren kenmerken zich door complexe meervoudige problematiek. Om een gedragsverandering van de jongere te bewerkstelligen, volstaat het niet om slechts één of enkele problemen van de jongere aan te pakken, maar is een breed opgezet hulpverleningstraject noodzakelijk waarin aandacht wordt besteed aan alle leefgebieden van de jongere en het systeem waarbinnen de jongere functioneert. – Binnen de gezinnen zijn vaak meerdere organisaties actief die ieder een klein deel – een enkel leefgebied – van het grotere probleem aanpakken. Vanuit het perspectief van de organisaties is er sprake van meerdere subproblemen, vanuit perspectief van de jongere is er één ongedeeld probleem. – Het afzonderlijk niet in samenhang aanpakken van subproblemen vormt geen effectieve aanpak van de complexe meervoudige problematiek. De verschillende aanpakken moeten in samenhang met elkaar worden bekeken en opgesteld. Één gezin één plan biedt hiervoor een oplossing. – Samenwerking tussen verschillende organisaties is vereist. In de praktijk zien we dat organisaties in toenemende mate erin slagen om samenwerking te organiseren langs verschillende domeinen zoals jeugd en veiligheid. Voorbeelden zijn Centrum voor Jeugd en Gezin, Veiligheidshuis, Bureau Schuldhulpverlening, WMO loket en Zorg Adviesteams binnen onderwijs. De uitdaging is om samenwerking ook tussen verschillende domeinen tot stand te brengen. – Slagen we hier niet in, dan blijven we allemaal afzonderlijk van elkaar de één gezin één plan aanpak hanteren en is er in de praktijk sprake van één gezin 10 plannen. – Laten we vandaag starten om de verbinding te leggen tussen het Centra voor Jeugd en Gezin en het Veiligheidshuis.
Samenwerking tussen het Veiligheidshuis en het CJG – De Centra voor Jeugd en Gezin en het Veiligheidshuis zijn het antwoord op de vraag naar meer en beter gecoördineerde samenwerking. – Met de oprichting van de Centra voor Jeugd en Gezin en het Veiligheidshuis zijn we er echter nog niet. Samenwerking tussen beide is noodzakelijk om te voorkomen dat er wederom sprake is van onnodige overlap dat resulteert in meerdere plannen voor één gezin. – Andere motieven voor samenwerking tussen het Veiligheidshuis en het CJG zijn: signalen vanuit verschillende deelgebieden (overlast en veiligheid, jeugdbescherming en vrijwilligere zorg) verbinden, efficiënter werken door interventies tijdig af stemmen en afstemmingsproblemen te voorkomen, zorgmijders traceren en shoppen in hulpverlening reduceren. – Of moet worden samengewerkt tussen het Veiligheidshuis en het CJG is dus niet meer aan de orde. Het is de vraag hoe deze samenwerking in de praktijk kan worden ingevuld. In de workshops is aan de hand van drie praktijkvoorbeelden uit Ede, Maastricht en Drenthe weergegeven hoe de samenwerking tussen het Veiligheidshuis en het CJG in de praktijk concreet vorm kan krijgen.
Workshop 1
Workshop 1: de samenwerking tussen het Veiligheidshuis West-‐Veluwe Vallei en het CJG, verzorgd door Paul Beekman (Kwartiermaker Veiligheidshuis West-‐Veluwe Vallei). Veiligheidshuis West-‐Veluwe Vallei – Het Veiligheidshuis West-‐Veluwe Vallei is gestart op 10 juni 2009. Het Veiligheidshuis werkt voor zes gemeenten, te weten Renkum, Wageningen, Ede, Barneveld, Scherpenzeel en Nijkerk. Betrokken partners zijn gemeenten, Openbaar Ministerie, politie, reclasseringsorganisaties, Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg, Dienst Justitiële Inrichtingen, Steunpunt Huiselijk Geweld, algemeen maatschappelijk werk en jeugdhulpverleningsinstellingen. – Het Veiligheidshuis West-‐Veluwe Vallei heeft vier zogenaamde kamers: jeugd, huiselijk geweld, veelplegers en nazorg ex-‐gedetineerden. Functies binnen het Veiligheidshuis zijn: signaleren van problematiek, informatie verzamelen, diagnose en behandelplan in casusoverleg, feitelijke casusbehandeling, voortgangsbewaking en monitoring. – Het Veiligheidshuis West-‐Veluwe Vallei heeft ervoor gekozen aan te sluiten op reeds bestaande goed functionerende lokale overleggen rond risicojongeren. Vervolgens zijn werkafspraken gemaakt tussen de lokale overleggen en de jeugdkamer van het Veiligheidshuis. De samenwerking tussen het Veiligheidshuis en het CJG – Bij de start van het Veiligheidshuis is reeds rekening gehouden met de aansluiting met de thans in oprichting zijnde Centra voor Jeugd en Gezin. In eerste instantie krijgt de verbinding tussen het Veiligheidshuis en het CJG gestalte door middel van een verbindingsoverleg, waarin personen die niet uit zichzelf naar het CJG komen,
–
–
–
maar ook (nog) niet strafrechtelijk aangepakt kunnen worden, worden besproken. Dit betekent dat er ook jongeren worden besproken die nog niet zijn geprioriteerd binnen het Veiligheidshuis. Het verbindingsoverleg wordt voorgezeten door een procescoördinator die werkzaam is bij het Veiligheidshuis en het CJG. Het CJG fungeert op zijn beurt weer als intermediair tussen de ZAT-‐teams en het Veiligheidshuis. Een volgende stap is de integratie van de backoffice van de CJG met die van het Veiligheidshuis. De backoffice van het CJG van de gemeente Ede is reeds aangehaakt met de backoffice van het Veiligheidshuis, het is de bedoeling dat de overige gemeenten nog aanhaken. Doelstelling is te komen tot een centrale backoffice CJG voor het gehele werkgebied van het Veiligheidshuis, gehuisvest in hetzelfde pand. Taken van het regionale backoffice CJG zijn: aanpak multiprobleemgezinnen, opschaling vanuit de lokale overleggen en informatie-‐ uitwisseling met het Veiligheidshuis en Centrale Toegang. Als mogelijk knelpunt wordt genoemd dat de samenwerking tussen het Veiligheidshuis en het CJG afbreuk zou doen aan het laagdrempelige imago van het CJG. Dit kan worden voorkomen door de frontoffice van het CJG te scheiden met de backoffice en alleen de samenwerking te zoeken waar het moet: de samenwerking concentreert zich rond de hulpverlening van multi probleemgezinnen. Productfinanciering en samenwerking tussen partners zitten elkaar soms in de weg waardoor, ondanks de samenwerking tussen de backoffice van het CJG en die van het Veiligheidshuis, nog niet altijd sprake is van een ‘één gezin één plan’ aanpak.
De verbinding met het Steunpunt Huiselijk Geweld – Het Veiligheidshuis West-‐Veluwe Vallei heeft ervoor gekozen om het Steunpunt Huiselijk Geweld in het Veiligheidshuis te huisvesten. Dit heeft geresulteerd in een huiselijk geweld kamer. Belangrijke reden hiervoor is dat zorgsignalen rondom jeugdigen vaak ook een relatie hebben met huiselijk geweld. – De gemeente Ede is belast met de procesvertegenwoordiging, zij bezit de expertise rond huiselijk geweld. Hiervoor is gekozen omdat kleinere gemeenten niet in staat zijn om deze expertise zelfstandig in huis te halen. Wel zijn er per gemeente contactpersonen zorg aangesteld.
Workshop 2
Workshop 2: de samenwerking tussen de backoffice van het Zorg-‐ en Veiligheidshuis district Maastricht en het CJG, verzorgd door Michel Schlösser (Procesmanager Zorg-‐ en Veiligheidshuis district Maastricht) en Manon Reckin (Procesmanager CJG Maastricht).
Zorg-‐ en Veiligheidshuis district Maastricht – Het Zorg-‐ en Veiligheidshuis district Maastricht is de opvolger van het Justitie in de Buurt (JiB) kantoor dat in 1997 van start ging. In het Zorg-‐ en Veiligheidshuis district Maastricht wordt onder meer samengewerkt door gemeenten, Openbaar Ministerie, politie, Leger des Heils, Servatius, Woonpunt, GGD, Mondriaan Zorggroep, Riagg, Radar, Bureau Jeugdzorg en Trajekt. – In 2009 wordt het Zorg-‐ en Veiligheidshuis district Maastricht verkozen tot ‘best practice’ onder de veiligheidshuizen. In 2010 wordt het Zorg-‐ en Veiligheidshuis district Maastricht vervolgens aangewezen als proeftuin voor de veiligheidshuizen. – Het Limburgse model waartoe het Zorg-‐ en Veiligheidshuis Maastricht behoort, is gezien de gekozen ontwikkelingsschaal (provinciebreed), de regionale werking (veiligheidshuizen per politiedistrict) en de integrale benadering (justitie-‐ en zorgpartners onder één dak), uniek.
Het Centrum voor Jeugd en Gezin Maastricht – Het eerste CJG-‐loket in Maastricht is in 2010 geopend in het wijkservicepunt Wyckerpoort/Wittevrouwenveld. Het CJG biedt kinderen, jongeren en ouders/verzorgers ondersteuning bij vragen over opgroeien en opvoeden. – Partners die deelnemen aan het CJG zijn onder meer Bureau Jeugdzorg, Bureau Halt, GGD Zuid Limburg, Groenekruis Domicura, INNOVO, Jongleren, Leerplicht, Limburgs Voortgezet Onderwijs (LVO) en Trajekt. Daarnaast vindt er samenwerking plaats met het Zorg-‐ en Veiligheidshuis.
–
–
–
–
Het doel van het CJG is het bevorderen van de algemene gezondheid, een optimale opvoeding en brede ontwikkeling onder alle jeugdigen, het voorkomen van problemen bij opvoeden, opgroeien en het vroegtijdig inzetten of mobiliseren van effectieve steun en hulp bij (beginnende) problemen die een belemmerende of negatieve invloed (kunnen) hebben bij opvoeden of opgroeien van een jeugdige. De frontoffice van het CJG doet dienst als loket. Haar opdracht is een dekkend aanbod bieden van informatie, voorlichting en algemene en preventieve opvoed-‐ en opgroeiondersteuning. Als blijkt dat de casuïstiek meer expertise vraagt, doet het loket een beroep op de backoffice. De backoffice arrangeert het aanbod op basis van de hulpvraag. Dit aanbod kan bestaan uit een pakket van producten en diensten dat door diverse betrokken partners wordt aangeboden. De doelstelling van de backoffice is het waarborgen van een sluitend netwerk rond een jeugdige/gezin. Risico’s en problemen rond opvoeden, opgroeien, ontwikkeling en gezondheid kunnen zo snel en effectief gesignaleerd en aangepakt worden.
De samenwerking tussen het Zorg-‐ en Veiligheidshuis en het CJG – In het Zorg-‐ en Veiligheidshuis district Maastricht zijn de zorg-‐ en justitieketen bij elkaar gebracht. De procesmanagers zijn zowel in de zorg-‐ als de justitieketen werkzaam, hetgeen de samenwerking tussen beide ketens vereenvoudigd. – De samenwerking tussen het CJG en het Zorg-‐ en Veiligheidshuis is op eenzelfde manier georganiseerd. Er vindt frequent afstemming plaats tussen de procescoördinatoren van het CJG en de procesmanagers van het Zorg-‐ en Veiligheidshuis. Daarnaast verrichten de procescoördinatoren hun werkzaamheden ook regelmatig vanuit het Zorg-‐ en Veiligheidshuis, waardoor zij letterlijk samen onder één dak actief zijn. – Per stadsdeel is er één overleg waar professionals casuïstiek kunnen inbrengen dat in het netwerkoverleg wordt besproken. – Het doel is te komen tot één centraal meldpunt en één geïntegreerd backoffice met daarin breed opgeleide procesmanagers die in iedere casus inzetbaar zijn. De keuze voor een procesmanager wordt bepaald door de caseload en in mindere mate door de specifieke expertise van de betreffende procesmanager in relatie tot de betreffende casus. – Het Zorg-‐ en Veiligheidshuis en het CJG werken met één registratiesysteem. – Nadruk op eigen kracht cliënt: zodra de situatie stabiel is (op meerdere leefgebieden) wordt de cliënt betrokken in het hulpverleningstraject. Dit kan betekenen dat de cliënt ook wordt uitgenodigd voor het overleg waar hij/zij zelf wordt besproken door de professionals. Opschalingsmodel – Iedere professional kan casuïstiek aanmelden met uitzondering van burgers. Burgers melden signalen via de reguliere weg opdat de hulpverlening zelf de afweging kan maken of er sprake is van multi problematiek en of er sprake is van stagnatie in de hulpverlening. – De instelling beslist zelf of een mono disciplinaire aanpak volstaat of dat de hulp van netwerkpartners gewenst is. – Als ervoor wordt gekozen om ‘op te schalen’ naar netwerkniveau wordt de casuïstiek ingebracht bij het zorgoverleg op stadsdeelniveau. Dit wordt voorgezeten door de procesmanager van dat betreffende stadsdeel. Hij stimuleert organisaties om vrijwillig met elkaar samen te (gaan) werken c.q. brengt organisaties met elkaar in contact.
–
–
Daar waar de procesmanager (al dan niet samen met netwerkpartners) stagnatie constateert, schaalt hij op naar procesmanagementniveau en wordt de samenwerking voor organisaties minder vrijblijvend. Indien nodig maakt de procesmanager gebruik van zijn doorzettingskracht. Leidt dit alles niet tot succes omdat er bijvoorbeeld een blinde vlek in het zorgaanbod is of onvoldoende mogelijkheden zijn om ‘op te schuiven’ naar meer drang en dwang, dan wordt dit signaal neergelegd op politiek niveau.
Figuur 1: opschalingsmodel
Workshop 3 Workshop 3: de plaats van het Jongerenopvangteam (JOT) en de rol van Bureau Jeugdzorg in de veiligheidshuizen en de CJG’s in de Provincie Drenthe, verzorgd door Theo Platje (Beleidsmedewerker Aansluiting bij Bureau Jeugdzorg Drenthe). Veiligheidshuizen Drenthe – De Provincie Drenthe kent 12 gemeenten en meerdere veiligheidshuizen. De veiligheidshuizen hebben één gezamenlijk bestuurlijk overleg. Daarnaast komen zij één keer per jaar met een gezamenlijk veiligheidsplan. – De kerndoelen van de veiligheidshuizen zijn: het verminderen en voorkomen van strafbare feiten, het verminderen en voorkomen van recidive en overlast, het herstellen van de rechtsnorm, het verlenen van passende zorg en het versterken van de ketenregie. – Betrokken partnerorganisaties zijn: gemeenten, politie, Stichting Reclassering Nederland, Dienst Justitiële Instellingen, Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg, GGD, Meldpunt Huiselijk Geweld, Bureau HALT, Verslavingszorg, Leger
des Heils, GGZ, Bureau Slachtofferhulp Nederland en Advies Meldpunt Kindermishandeling.
Jongerenopvangteam – Een centrale doelstelling van het JOT is het realiseren van aansluiting tussen jeugdbeleid en jeugdzorg. Door met de jeugdbeleid-‐ en jeugdzorgpartners om de tafel te zitten, wordt de afstemming bereikt. – Het JOT is gericht op voorkomen van crimineel gedrag en is voor de categorie Jeugd de preventieve poot van het Veiligheidshuis. Het JOT wil voorkomen dat jongeren in de criminaliteit terechtkomen door jongeren te bereiken die risicogedrag of risicofactoren laten zien (bijvoorbeeld spijbelen, baldadigheid, grensoverschrijdend gedrag) en voor hen een sluitend netwerk te creëren van lokaal jeugdbeleid naar provinciale jeugdzorg. – Betrokken partners zijn: politie, Bureau Jeugdzorg, Bureau Halt, Kinderbescherming, Maatschappelijk werk, gemeente (leerplichtambtenaar), Verslavingszorg, Jeugd-‐ en Jongerenwerk en GGZ. – De regionale functie van het JOT: 12 gemeenten maken gebruik van 4 JOT’s. De JOT’s zijn vrijwel op een zelfde wijze gepositioneerd als de veiligheidshuizen. Met de kleinere gemeenten rond de vier grote JOT-‐gemeenten zijn overeenkomsten gesloten om mee te doen met JOT. – Het JOT komt wekelijks bijeen op het politiebureau. Tijdens deze bijeenkomsten bespreekt het multidisciplinaire team nieuwe signalen, worden afspraken gemaakt over een verantwoordelijke partij voor deze nieuwe jongere(n) en wordt de voortgang besproken bij de al gesignaleerde jongeren. – Het JOT kan in urgente gevallen de wachtlijsten van BJZ omzeilen. JOT pleegt snelle interventies die heel kort kunnen zijn. Voldoet een casus aan bepaalde criteria en wordt de casus in het JOT bekrachtigd als urgent, dan kan snel zorg worden ingeschakeld. – Het JOT richt zich op het vroegtijdig signaleren van kinderen met risicogedrag en het verlenen van passende hulp vanuit de gezamenlijke deskundigheid en verantwoordelijkheid, het bespreken van de geconstateerde zorg met kind en ouders, doorverwijzen wanneer specialistische hulp vereist is en het ontwikkelen en
–
–
– –
gebruiken van programma’s in samenwerking met onderwijs, welzijn en sportverenigingen gericht op het verminderen van de risico’s welke de doelgroep loopt. De jongeren komen door het JOT sneller in beeld en de partners zijn al op een vroeg stadium bij de casus betrokken, waardoor de overdracht van politie naar jeugdzorg soepeler verloopt. Bij recidive zijn de al bekende informatie en reeds eerder ingezette acties en interventies bekend bij de justitiepartners en kan snel een adequaat vervolg hierop gerealiseerd worden. JOT maakt gebruik van een registratiesysteem dat gekoppeld is aan de landelijke verwijsindex. JOT is een project dat begonnen is op de werkvloer, en werd gedragen op bestuurlijk niveau. Door op kleine schaal de aanpak succesvol te maken, heeft het succes zich verspreid.
De samenwerking tussen het Veiligheidshuis en het CJG – In beide samenwerkingsverbanden zijn partijen geschikt als zogenaamde informatiedrager, dat wil zeggen het in staat zijn om informatie mee te nemen van bijvoorbeeld het regionale veiligheidshuis naar het gemeentelijke CJG. – Bureau Jeugdzorg vervult in veel provincies deze functie, omdat BJZ zowel in het preventieve deel, lid van het aanmeldteam, als in het repressieve deel, jeugdreclassering, partner is. – In de provincie Drenthe is Bureau Jeugdzorg in alle gemeenten volledig partner in de CJG’s, daardoor ligt het voor de hand BJZ deze functie van informatiedrager toe te kennen. – Daarnaast is in de landelijke afspraken over vroegsignalering en doorverwijzen met de politie opgenomen dat zorgsignalen van de politie door BJZ in de landelijke verwijsindex gemeld dienen te worden. Deze verwijsindex is bij uitstek het middel om te voorkomen dat kinderen op verschillende plekken besproken worden en er onafgestemde acties uitgezet worden, voorwaarde is wel dat alle partijen zorgsignalen melden in de verwijsindex. – Voor de communicatie met voorliggende voorzieningen en justitiepartners is het bijna een voorwaarde voor succes om een werkbare ICT voorziening te installeren, welke veilige informatie-‐uitwisseling mogelijk maakt. Politiesignalen Jeugdigen Zorg Preventie Criminele criminaliteit Activiteiten
BJZ CJG
JOT Veiligheidshuis
JCO Veiligheidshuis
Afsluiting Afsluiting: de belangrijkste leerpunten op een rij, verzorgd door Frank van Summeren (Onderzoeker/adviseur Veiligheid bij Partners+Pröpper) Samenwerking gewenst – Het CJG en het Veiligheidshuis werken ieder vanuit een eigen benadering en vanuit eigen expertise aan de problemen van jeugdigen. Door deze expertise aan elkaar te verbinden en te zorgen voor afstemming kan er efficiënter gewerkt worden en wordt overlap voorkomen. – Of het Veiligheidshuis moet samenwerken met het CJG is allang geen punt van discussie meer. Het is de vraag hoe die samenwerking het best kan worden vormgegeven. – De drie praktijkvoorbeelden laten zien dat er niet één ‘best practice’ bestaat om de samenwerking tot stand te brengen. Iedere samenwerkingsstructuur kent zijn voor-‐ en nadelen en wat werkt, is afhankelijk van de lokale situatie. Succes-‐ en faalfactoren – In de aanpak van het Veiligheidshuis en het CJG moet één gezin één plan centraal staan. Om dit te bereiken is een slimme en eenduidige samenwerkingsstructuur nodig, zodat wordt voorkomen dat cliënten in meerdere overleggen en netwerken worden besproken. Bij deze samenwerkingsstructuur hoort ook een gezamenlijk, efficiënt informatie-‐ en registratiesysteem. – Een mogelijke valkuil bij de samenwerking tussen het CJG en het Veiligheidshuis is dat de route naar de juiste aanpak bureaucratiseert, omdat er steeds meer partijen bij elkaar betrokken raken en met elkaar in overleg (moeten) zijn. Om dat te voorkomen is het van belang tot een duidelijke afbakening van taken te komen. – Het CJG en het Veiligheidshuis hebben duidelijk een eigen focus en aanpak. Alleen waar de doelgroep overlapt, is afstemming gewenst. Efficiënt samenwerken, betekent soms dus ook afspreken dat je niet samenwerkt. – Als mogelijke valkuil wordt genoemd dat de samenwerking tussen het Veiligheidshuis en het CJG afbreuk zou doen aan het laagdrempelige imago van het CJG. Dit kan worden voorkomen door de frontoffice van het CJG te scheiden met de backoffice en alleen de samenwerking te zoeken waar het moet: de samenwerking concentreert zich rond de hulpverlening van multi probleem gezinnen. – In alle drie de praktijkvoorbeelden is ervoor gekozen aan te sluiten op reeds bestaande goed functionerende lokale overleggen rond risicojongeren. – Denk groot, maar begin klein. Door op kleine schaal de aanpak succesvol te maken, kan het succes zich verspreiden. – Productfinanciering en samenwerking tussen partners zitten elkaar soms in de weg waardoor, ondanks de samenwerking tussen de backoffice van het CJG en die van het Veiligheidshuis, nog niet altijd sprake is van een ‘één gezin één plan’ aanpak. – Met de samenwerking tussen het Veiligheidshuis en het CJG zijn we er nog niet. Samenwerking met andere netwerken van organisaties, waaronder de ZAT-‐teams en het WMO loket, is nodig om te voorkomen dat organisaties langs elkaar heen blijven werken en de ‘één gezin één plan’ aanpak onvoldoende van de grond komt.
Partners+Pröpper is een strategisch onderzoeks-‐, advies-‐ en interimbureau voor de overheid en werkt aan innovatie en verbetering van beleid-‐ en werkprocessen in het openbaar bestuur. Verbeteringen die leiden tot effectiever beleid, slagvaardige organisaties en kansrijke samenwerkingsverbanden. Expertiseterreinen zijn onder meer interactief beleid, Centra voor Jeugd en Gezin, de veiligheidshuizen en de wijkaanpak.
OVER PARTNERS+PRÖPPER
Centra voor Jeugd en Gezin Partners+Pröpper is initiatiefnemer van het Kennisnetwerk Centra Jeugd en Gezin (KCJG). Met het KCJG faciliteert Partners+Pröpper kennisuitwisseling tussen gemeenten en organisaties over de ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin. In werkplaatsen en themamiddagen beidt KCJG handvatten voor de opzet en uitvoering van CJG. Meer informatie kunt u vinden op www.kcjg.nl.
Veiligheidshuizen De veiligheidshuizen staan voor verschillende landelijke, regionale en lokale opgaven. Partners+Pröpper helpt veiligheidshuizen bij het opstellen van een toekomststrategie en de realisatie van haar veiligheidsopgaven. Belangrijke thema’s zijn bijvoorbeeld het maken van een zinvolle verbinding tussen het Veiligheidshuis en het Centra voor Jeugd en Gezin of de samenwerking met de Regionale Informatie en Expertise Centra (RIEC) ter versterking van de lokale, bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit. Meer informatie kunt u vinden op www.hetveiligheidshuis.com.