Contact Commissie Onderzoekers Recreatie (CCOR)
Verslag CCOR Themamiddag gezondheid, recreatie en natuur 3 juni 2009 in Zoetermeer Opening Na een inspirerende rondleiding in het Speelbos de Balij, heet CCOR voorzitter Emile Bruls van het Kenniscentrum Recreatie iedereen van harte welkom. Gezondheid en natuur staan volop in de belangstelling. Vandaag is dan ook een breed gezelschap aanwezig om kennis uit te wisselen en te discussiëren over dit thema. Zowel het beleid, onderzoek als de praktijk komen aan bod. Verkenning groen en gezondheidszorg Pauline van Rijckevorsel vertelt over de verkenning groen en gezondheidszorg die het Kenniscentrum Recreatie uitvoerde in opdracht van het programma Groen en de Stad van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). De relatie tussen groen, gezondheid en de zorgsector is onderzocht. Zo is gekeken naar gezamenlijke initiatieven tussen de ‘groene sector’ en de gezondheidsector en waar kansen liggen. Gezondheidswinst Het model van Lalonde laat zien dat verschillende factoren van invloed zijn op de gezondheid, waaronder de fysieke leefomgeving. Het blijkt dat juist de meeste gezondheidswinst buiten de gezondheidszorg behaald kan worden. Groen kan bij deze factoren een rol spelen, zoals een groene leefomgeving (omgeving), bewegen in het groen (leefstijl) en groene preventieprogramma’s (zorgvoorzieningen).
De gezondheidswinsten van een groen liggen volgens de Raad voor Ruimtelijk, Milieu- en Natuuronderzoek (RMNO) bij vijf mechanismen:
Herstel van stress en aandachtsmoeheid Stimuleren tot bewegen Sociale integratie/vergemakkelijken van sociale contacten Bevorderen van de ontwikkeling van kinderen Bevorderen van de persoonlijke ontwikkeling en zingeving bij volwassenen 1
Gezondheidszorg en groen De gezondheidszorg is onder te verdelen in preventie, cure (herstel van ziekte) en care (verpleging en verzorging). Daar is ook de relatie met groen te leggen, bijvoorbeeld:
Preventie: natuurspeeltuinen nodigen uit tot bewegen wat overgewicht op jonge leeftijd kan voorkomen. Cure: healing environment in een ziekenhuis. Verpleging in een ziekenhuis met uitzicht op het groen kan het herstel van de patiënt versnellen. Care: een verblijf op een zorgboerderij in het landelijk gebied kan verlichtend werken voor chronisch zieken zoals geestelijk gehandicapten en psychiatrische patiënten.
De verkenning is gericht op preventie, omdat blijkt dat daar de grootste gezondheidswinst met groen te behalen valt. Actoren gezondheidszorg De Rijksoverheid stelt iedere vier jaar een preventienota op. Gemeenten en GGD’s werken dit rijksbeleid uit in lokale gezondheidsnota’s. Zorgverzekeraars zetten steeds meer in op preventie om mensen gezond te houden en zo de ziektekosten te reduceren. Voorbeelden hiervan zijn preventieprogramma’s als Big!Move en Bewegen op Recept. Werkgevers richten zich op preventie van ziekteverzuim en kunnen aan de gezondheid van hun medewerkers bijdragen door lunchwandelen en/of –fietsen in de groene omgeving van het bedrijf te stimuleren. Zorgaanbieders werken aan het herstel van de patiënt. Huisartsen verwijzen naar beweegprogramma’s, maar deze programma’s vinden vaak nog binnen plaats en niet buiten in het groen. Conclusies
Groen levert gezondheidswinst op Omslag naar ‘gezondheidsdenken’ biedt kansen Groen speelt nog een beperkte rol in gezondheidszorg, maar aandacht neemt toe. Maatschappelijke verantwoordelijkheid en onderscheidend vermogen zijn de belangrijkste redenen om in te zetten op groen. Zorgverzekeraar zet bijvoorbeeld in op groen om extra klanten te werven. Eerste samenwerkingsvormen ontstaan, zoals de coalitie tussen Natuurmonumenten en Menzis. Er is behoefte aan meer wetenschappelijk bewijs en kennis over de relatie tussen groen en gezondheid. Partijen willen vaak eerst bewijs zien, voordat ze actie ondernemen.
Onderzoek en praktijkvoorbeelden natuur en gezondheid Ronald van Zon presenteert het kennis en communicatieproject Natuur en gezondheid dat in 2008 in opdracht van het ministerie van LNV is gestart. Het project wordt uitgevoerd door Novioconsult, VIVEL, Movisie en Van Zon Advies en het bestaat uit 6 onderdelen:
2
Contact Commissie Onderzoekers Recreatie (CCOR)
Actorenanalyse De actorenanalyse heeft geleid tot een overzicht van personen en organisaties die zich met het thema natuur en gezondheid bezighouden of in de toekomst bezig zouden kunnen houden. De missies, strategieën en doelstellingen van deze actoren zijn vergeleken. State-of-the-art Literatuur Natuur en Gezondheid Als vervolg op het deeladvies 1 van de gezondheidsraad en de RMNO is er een literatuuroverzicht gemaakt van wetenschappelijke artikelen, boeken, verslagen en rapporten die na 2004 zijn verschenen. Voorbeelden van belangrijke onderzoeken zijn:
Gezondheidsraad en RMNO, Deeladvies 1 (2004): directe en indirecte invloed van natuur op gezondheid RMNO, Raad voor Gezondheidsonderzoek, en Raad voor het Landelijk Gebied Deeladvies 2 (2007): focus op gebruikersgroepen, omgeving en bestuurlijke organisatie Europese kennisproject Cost E-39: is nu in afrondingsfase
Het merendeel van de studies tussen 2005 en 2008 vindt een positieve relatie tussen natuur en gezondheid, vooral op het gebied van obesitas, ADHD bij kinderen, welzijn bij ouderen en mortaliteit. Daarnaast komen de vijf mechanismen (eerder aangehaald in de vorige presentatie) terug in deze onderzoeken en laten de indirecte effecten van natuur op de gezondheid zien. Praktijkvoorbeelden Als onderdeel van het project is er overzicht gemaakt van goede praktijkvoorbeelden:
Groene beweegprogramma’s en –projecten in Nederland: Beweegkuur, Natuursprong, Speelbossen, Prachtprojecten Amsterdam Groene beweegprogramma’s en –projecten in het buitenland: Walking the Way to Health (Groot-Brittannië), Green Gym (Groot-Brittannië), Parcours Vita (Zwitserland)
Workshops Er zijn drie workshops uitgevoerd met partijen die naar voren kwamen uit de actorenanalyse. De thema’s van de workshops waren: bewegen in het groen; invloed van de GGD op een gezonde groene leefomgeving in de stad; en de groene inrichting van zorgomgevingen zoals bij zorginstellingen en ziekenhuizen. Beleidssignalering Het project zorgt voor input voor de nieuwe visie groen en gezondheid van het ministerie van LNV. Kennismanagement en –infrastructuur Er is een proactief kenniscentrum nodig dat naast het verzamelen en structureren van kennis ook bezoeken organiseert aan praktijkvoorbeelden, kennis actief aanbiedt en publicaties verzorgt.
3
Visie groen en gezondheid Lorens Habing van het ministerie van LNV licht de visie groen en gezondheid toe. Waarom een visie? Gezondheid is een nieuw onderwerp voor het ministerie van LNV. Om een kader te stellen en af te bakenen waar het ministerie van LNV op het gebied van groen en gezondheid voor staat en wat het wil gaan doen, wordt er op dit moment een visie ontwikkeld. Deze is voor de zomer af, waarna de visie uitgewerkt zal worden naar concrete activiteiten. Gezondheid is belangrijk Gezondheid is voor mensen het belangrijkste aspect in hun leven. De gezondheid van Nederlanders bevindt zich in de middenmoot van Europa. De vijf speerpunten van het kabinet zijn: roken, diabetes, overgewicht, depressie en alcoholgebruik. Preventie en leefstijl spelen hierbij een grote rol. Groen heeft positieve invloed op gezondheid Groen heeft een positieve invloed op de gezondheid van mensen. Dat gevoel leeft al lang in de publieke opinie. Daarnaast is er bewijs voor deze positieve relatie. Het geldt bijvoorbeeld voor: aandachtsmoeheid, overgewicht, ontwikkeling van kinderen en volwassenen, hart- en vaatziekten, diabetes en depressie. Negatieve aspecten van groen zijn er ook. Zo kunnen hooikoorts en tekenbeten een negatief effect op de gezondheid hebben en mensen kunnen zich onveilig voelen in een groene omgeving. Doel ministerie van LNV De kern van de visie wordt het optimaal benutten van de positieve effecten van groen voor de gezondheid, zowel bij preventie, care als cure. Uitgangspunten Groen heeft meerdere waarden en niet alleen voor de gezondheid. Het ministerie van LNV wil deze waarden beter benutten. Uitgangspunt van het ministerie is het gebruik van de leefomgeving door burgers centraal te stellen; de vraag. De groepen allochtonen en ouderen worden steeds groter en hebben een andere beleving en hechten een andere waarde aan groen. Het ministerie wil aansluiten op wat er leeft in de samenleving en meer samenwerken met andere partners en departementen. Wat wil het ministerie van LNV doen? 1
2 3
Kennisontwikkeling en praktijkervaring inzetten ten behoeve van samenwerking tussen de gezondheidsector en de groene en ruimtelijke ordeningssector. Initiatief moet hierbij ook vanuit deze sectoren komen. Het ministerie van LNV wil bijvoorbeeld het ministerie van VWS verleiden meer aandacht aan groen te besteden. Gedacht kan worden aan een gezamenlijke onderzoeksprogrammering vanuit de rijksoverheid (LNV, VWS, VROM). Stimuleren dat er meer beschikbaar, bereikbaar, toegankelijk én bruikbaar (gezondheids) groen in de leefomgeving komt. Groen aanbod stimuleren dat aanzet tot bewegen, bijvoorbeeld ‘doe-groen’ en wandelnetwerken. 4
Contact Commissie Onderzoekers Recreatie (CCOR)
4 5 6
Een gezond groen aanbod stimuleren voor de jeugd, zoals veilige groene speelplekken in de buurt. Ondersteunen burgerinitiatieven Aandacht voor het verbeteren van aanbod groene middelen in gezondheidssector, zoals groene pakketten bij zorgverzekeraars of groenkamers in verzorgingstehuizen. LNV heeft hier echter een bescheiden rol.
Hoe verder? De visie is nog in ontwikkeling en nog niet vastgesteld. Het ministerie van LNV is interactief aan de slag met de visie. Het concept is voor geïnteresseerden in te lezen en opmerkingen zijn welkom.
Speelnatuur in de stad, hoe maak je dat? Josine van den Bogaard van de GGD Rotterdam-Rijnmond vertelt over de recente studie speelnatuur in de stad. Er is vrij weinig speelnatuur in Nederland en zeker te weinig in de stad. De studie is verricht om de stap te overbruggen van inspiratie naar echt doen. De studie is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV door:
Natuurspeeltuin de Speeldernis: dagelijkse praktijk speelnatuur GGD Rotterdam-Rijnmond: toegepaste kennis en beleid gezondheid en welzijn Wageningen Universiteit en Researchcentrum: wetenschappelijk onderzoek en theorieën rond gezondheid en maatschappij
Aldo van Eijck was de eerste ontwerper van speelplekken in 1960. Hij was de eerste die doelbewust ruimtes voor kinderen reserveerde in de stad. Groene speelplekken hebben verschillende meerwaarden: Gezond Kindvriendelijke omgeving Waterberging Sociale spin-off Klimaat bufferend effect Uitstraling gemeente En dit alles heeft ook een economische meerwaarde. Groene speelplekken zijn een visitekaartje voor een school of een gemeente. Meer van dat soort plekken zijn gewenst. Uitgangspunten speelnatuur Er moet volop ruimte zijn voor vrij spel. Natuurlijk en avontuurlijk spelen draagt bij aan de ontwikkeling van kinderen. Uitgangspunt van de studie is dat als meer dan 20% van een terrein uit speeltoestellen bestaat, er géén sprake is van speelnatuur. Er zijn vier categorieën speelnatuur ieder met eigen definitie en afbakening, namelijk natuurspeelplek, -plaats, -tuin en -terrein. Analyse bestaande projecten Er is een analyse gemaakt van natuurspeelplekken in gemeentes in binnen- en buitenland. In Leiden is een gewone speeltuin groener gemaakt. In België bij Gent zijn natuurspeelzones gemaakt in een bestaand park. In Rotterdam is er een schoolplein 5
groener gemaakt met groene speelplekjes voor de onderbouw. Het is nu echt een plein van de kinderen en de school geworden. De sfeer en de relatie met de buurt is verbeterd. De kosten voor de transformatie van dit schoolplein waren laag door veel eigen inzet; 12 andere basisscholen in de stad zullen dit voorbeeld volgen met iets meer budget. Participatie en lokaal, vraaggericht werken is belangrijk. Inrichtingsvoorwaarden gezond spelen Ruimtelijke elementen waar rekening mee moet worden gehouden met het vormgeven van speelnatuur zijn: reliëf, zicht, veranderbaarheid en verband tussen speelruimtes (speellandschap) speelruimtes. Voorwaarden voor een gezonde inrichting van speelnatuuur zijn:
Diversiteit in speelmogelijkheden: rijk zijn aan bewegingen die kinderen er kunnen doen Grootte van speelruimten afgestemd op behoeften van verschillende leeftijdsgroepen Leren omgaan met risico’s: bewegingstekort vormt een groter risico dan het bewegen zelf Speelnatuur moet passen bij de context: de wijk of stad. Er is bijvoorbeeld sprake dat er een tweede Speeldernis in Rotterdam-Zuid komt. Dit moet afgestemd worden op de buurt en de bewoners. Precies hetzelfde concept, maar dan in een andere buurt lukt niet.
Belangen van actoren betrokken bij speelnatuur Weinig bedreigingen veel kansen Veel te winnen voor allerlei partijen Iedereen wacht op elkaar, geen probleem/onderwerp eigenaar Geen eigen beleid Inspirerende voorbeelden zijn er genoeg. Er is behoefte aan een praktisch kenniscentrum speelnatuur. Prijsvraag Er is een prijsvraag voor een ‘ontwerp van de groenste speelplek van Nederland’. Minister Verburg heeft hier geld voor uitgeloofd. De prijsvraag is gelanceerd door Entente Florale en de winnaar wordt oktober 2009 bekendgemaakt.
Samenwerking tussen gezondheidssector en groene sector Florence van den Bosch van Alterra presenteert de conceptversie van het rapport ‘Natuur en gezondheid, samenwerking gezondheidssector en groene sector’. Omdat het rapport nog niet uitgebracht is, kan hier geen informatie uit de presentatie worden opgenomen.
6
Contact Commissie Onderzoekers Recreatie (CCOR)
Discussie Visie van gezondheidssector op groen Het ministerie van VWS is bijvoorbeeld positief over groen. In verschillende nota’s van VWS wordt groen genoemd, alleen in de praktijk werkt het nog niet echt door. Het ministerie van LNV heeft tijdens het ontwikkelen van de visie groen en gezondheid veel gesproken met het ministerie van VWS. Het ministerie van LNV zal dit gesprek blijven aangaan, ook als de visie af is. Daarnaast hebben de ministers Verburg en Klink onderling contact en overleg. Verder hebben alle partijen daar een rol in, niet alleen het ministerie van LNV. Het ruimtelijke ordening aspect is natuurlijk ook van belang als het over groen en gezondheid gaat. Ministeries van LNV en VROM hebben hierover ook contact met elkaar. Zo hebben de ministeries van VROM, VWS en LNV een nationale agenda milieu en gezondheid. GGD’s besteden aandacht aan groen en bewegen en proberen groen te promoten bij de ruimtelijke ordening binnen gemeenten. GGD’s worden vaak te laat betrokken bij ruimtelijke ordeningsprojecten, waardoor groen minder aandacht krijgt. Dit is herkenbaar voor andere aanwezige partijen. Er is onbekendheid met het onderwerp groen en gezondheid bij gemeenten. Communicatie en rapporten over groen en gezondheid helpen de onbekendheid tegen te gaan. Negatieve relaties tussen groen en gezondheid Vooral de positieve relatie tussen natuur en gezondheid komt terug in de gepresenteerde onderzoeken. Zijn er ook negatieve effecten van groen op de gezondheid? Verschillende studies zijn bijvoorbeeld niet eenduidig over de relatie tussen natuur in de woonomgeving en bewegen bij volwassenen. Bij kinderen is deze relatie wel duidelijk. Meer groen in de woonomgeving zorgt ervoor dat kinderen meer bewegen. Daarnaast is er sprake van een negatieve relatie tussen natuur en gezondheid op het gebied van bijvoorbeeld hooikoorts en insecten, zoals teken die in de natuur te vinden zijn. Hooikoorts en tekenbeten kunnen een negatief effect op de gezondheid hebben. Succesvolle initiatieven en samenwerkingsverbanden Hoe kunnen samenwerkingsverbanden tussen de groene sector en de gezondheidssector stand houden? Het is lastig om daar een algemeen antwoord op te geven, omdat de samenwerkingsvoorbeelden sterk van elkaar verschillen. Zo zijn de hoofddoelen vaak verschillend en is de continuïteit een knelpunt. Gedeelde doelen tussen de verschillende betrokken partijen en de inzet van professionals kunnen de continuïteit waarborgen. Een voorbeeld waar dit voor geldt is de Natuursprong (www.natuursprong.nl), maar ook de Speeldernis (www.speeldernis.nl) is succesvol. Er zijn goede praktijkvoorbeelden uit het buitenland die mogelijk een vervolg krijgen in Nederland, bijvoorbeeld bewegen in de natuur op recept. In Engeland wordt al enige tijd bewegen in de natuur door artsen voorgeschreven.
7
De Speeldernis is zo succesvol omdat er continuïteit is. Deze speelnatuurplek blijft zich ontwikkelen door goed tuinbeheer en door sociale partners die zich aandienen of die actief worden gezocht. De gemeente Rotterdam faciliteert inmiddels speelnatuur. Zo is de gemeente aanspreekpunt voor burgers die initiatieven nemen en de gemeentelijke afdelingen weten elkaar te vinden. Opschaling goede voorbeelden Goede voorbeelden en initiatieven zoals de Speeldernis lijken in Nederland vaak incidenteel. Welke voorbeelden blijven incidenteel en welke worden er opgeschaald? Wat zijn de succesfactoren om projecten op te schalen tot landelijke projecten? Een ander aandachtspunt voor de samenwerking tussen groen en gezondheid is dat er vaak geen probleemeigenaar is. De provincie Zeeland heeft deze rol van probleemeigenaar op zich genomen. Zo heeft deze provincie demonstratieprojecten opgezet waar de drie pijlers people, planet, profit centraal staan. Eén gemeente is projecteigenaar geworden, de gemeente Goes. Dit etalageproject is bedoeld om anderen enthousiast te krijgen. De rol van de provincie is die van spin in het web, ondersteunen van initiatieven en bij elkaar brengen van partijen. Aandachtspunten bij initiatieven Initiatieven mislukken als er geen draagkracht is onder bewoners en als er geen budget is voor beheer. Dit was het geval met de trimbanen in de jaren ’70. Ondanks dat er lang niet overal behoefte aan was, zijn die wel gerealiseerd. Binnen 10 jaar waren de meeste trimbanen verloederd of opgeheven. Het concept trimbanen in Zwitserland werkt wel. Daar zijn de trimbanen schoon en veilig. In Nederland wordt er minder gesport in de openbare ruimte. Wellicht werkt het wel als er een sociaal programma aan wordt gekoppeld, bijvoorbeeld gesponsord door een zorgverzekeraar. Aansprakelijkheid blijft een belangrijk onderwerp. Ook een speelbos heeft daarmee te maken. De nieuwe publicatie Speelnatuur en veiligheid kan hier misschien meer duidelijkheid in geven (Richtlijnen en aanbevelingen voor terreinbeheerders (2008) van Bas Visser en Gerard de Baaij). Het is belangrijk om te inventariseren aan welke informatie behoefte is en daar dan vervolgens aan te voldoen. Op de website www.natuurengezondheid.nl wordt veiligheid opgenomen.
Afsluiting Er is vandaag veel kennis en onderzoek aan bod gekomen over groen en gezondheid. Het is van belang om het onderwerp een stap verder te brengen. Zo is de behoefte aan een coördinerende partij regelmatig naar voren gekomen. Een kenniscentrum kan bijvoorbeeld deze rol vervullen, waar informatie over onderzoeken en praktijkvoorbeelden wordt verzameld en overzichtelijk wordt aangeboden. Daarnaast is het van belang dat verschillende partijen met elkaar kennismaken en blijven ontmoeten, zoals op een dag als vandaag.
8