Als vijfde drijvende kracht worden de ondernemers genoemd die gewoon aan de slag gaan. Hierbij wordt met name gedoeld op de ondernemers met visie. Dat type ondernemers denkt niet alleen vanuit het eigen bedrijf, maar zien vooral ook de toegevoegde waarde van samenwerking. Tevens onderkennen ze al in een vroeg stadium de noodzaak van goede infrastructurele voorzieningen. Dergelijke ondernemers laten hun plannen dan ook niet afhangen van subsidie. Ze gaan voor de ontwikkeling van hun bedrijf; ze gaan voor de ontwikkeling van het gebied (daarmee ook hun eigen belang dienende) en maken zich hard voor samenwerking in de productketen. Ze zijn open, laten zien hoe ze het doen en weten de signalen die ze van buiten opvangen om te zetten naar een verbeterde bedrijfsvoering. Naar de markt toe heeft deze voortrekkersrol een positieve werking; collega’s worden gestimuleerd in de professionalisering; de trekkers tonen leiderschap in samenwerkingsverbanden en netwerken, anderen volgen en durven ook hun nek uit te steken. De werking die van dergelijke ondernemers uitgaat heeft grote impact op de ontwikkeling van de sector. Het is zaak dat in een sector dergelijke ondernemers elkaar tijdig weten te vinden en stimulans ontvangen om zo de effecten op imago, professionalisering, samenwerking, infrastructuur en beleid voor de sector te verzilveren.
6 DRIJVENDE KRACHT 5: ONDERNEMERS DIE HET DOEN 47
ONDERNEMERS DIE HET DOEN
6 DRIJVENDE KRACHT 5: ONDERNEMERS DIE HET DOEN
www.zorgboerenbezig.nl
Jaap Hoek Spaans uit Purmerend Jaap is veehouder en zorgboer uit Purmerend. Enkele jaren terug al zag hij in Amsterdam een aantrekkelijke markt voor het versproduct rechtstreeks van de boer uit de regio. Onder de naam ‘Groene Hoed’ bracht hij een groeiend aantal streekproducten van boeren uit het hart van Noord-Holland in de winkelschappen. Geselecteerd door boeren en tuinders die inzien dat produceren voor een wereldmarkt, die ingesteld is op bulkproductie en anonieme producten, hen niet langer past. De boeren traden uit de anonimiteit met hun allerbeste producten om naam in de streek te verwerven. Ook onderkende Jaap de heilzame werking van het meewerken op een boerenbedrijf en richtte daarvoor Landzijde op. Landzijde maakt in de regio productieafspraken met het zorgkantoor, gemeenten en UWV en zorgt voor een zinvolle dagbesteding van cliënten – ook wel hulpboeren genoemd – bij inmiddels ruim 60 zorgboeren over geheel Noord Holland. Landzijde is niet alleen een regionaal loket voor zorgboeren, maar ook voor gemeenten en zorg- en begeleidingsinstellingen die op zoek zijn naar geschikte arbeidsintegratie plekken of dagbesteding voor hun cliënten. Inmiddels is vanuit Groene Hoed initiatief genomen voor een ‘groen’ centrum als visitekaartje van de verbrede landbouw, met als speerpunten kwaliteitsproductie, agrarisch natuurbeheer en dienstverlening. Zo krijgt het vermarkten van erkende streekeigen kwaliteitsproducten een spilfunctie in het centrum. Een andere belangrijke peiler vormt een professioneel ‘groen dienstenaanbod’, met een keur aan faciliteiten op het gebied van natuur- en landschapsbeheer, natuureducatie en sociale dienstverlening. Verder fungeert het centrum als vertrekpunt voor toeristische en educatieve activiteiten in Noord-Holland Midden. Vanuit één van de Green Valley projecten zijn met Landzijde contacten gelegd om de complexe zorgadministratie te professionaliseren en te automatiseren. De zorgketen is immers geen eenvoudige en zorgboeren zullen met hun bedrijf moeten voldoen aan de wettelijke eisen daaromtrent. Dit heeft geresulteerd in een vervolgproject waarbij gewerkt wordt aan de ontwikkeling en invoering van een geautomatiseerd systeem voor Landzijde en de bij haar aangesloten zorgboeren. Het centrale systeem is voor boeren via het internet toegankelijk. In dit project participeren naast Landzijde ook andere landelijke organisaties, waaronder het Steunpunt Landbouw en Zorg. Vanaf het begin heeft Jaap Hoek Spaans gesteld dat de ontwikkelde infrastructuur en daarin ondergebrachte kennis landelijk beschikbaar zou moeten komen.
6 DRIJVENDE KRACHT 5: ONDERNEMERS DIE HET DOEN 48
6.1 BOEREN EN ANDERE ONDERNEMERS Op de pagina hiernaast is het voorbeeld gegeven van de markante boer Jaap Hoek Spaans, die vanuit zijn bedrijf met een gehele regio aan de slag is gegaan en ook landelijk actief is. Naast boeren-initiatiefnemers, waaronder zich ook veel vrouwen bevinden, kunnen ook nietboeren een belangrijke stimulans betekenen in de ontwikkeling van de keten; ondernemers van ‘buiten’, uit een geheel andere - onverwachte - hoek. Van deze ondernemers kun je échte innovaties verwachten, zowel in de feitelijke producten en dienstverlening als in de wijze van marketing en ondernemen, zoals e-commerce van plattelandsbeleving. Zo werden we geconfronteerd met een voormalig docent, musicus en ondernemer die een geheel nieuw concept heeft ontwikkeld voor een belevingspark. Hij onderkende de ‘belevingsbehoeften’ van kinderen en zag de mogelijkheden in het Reconstructiegebied van de Gelderse Vallei. Vervolgens heeft hij het plan ‘Lingland’ uitgewerkt (zie voorbeeld). De impact van dit soort ondernemers op – in dit geval gebiedsbranding - is groot. In de juiste setting en samenwerking vaart de verbrede landbouw in de gehele Gelderse Vallei er wel bij. 6.2 ONDERNEMENDE AMBTENAREN De overheid is er voor de burger, als hoeder van maatschappelijke belangen en als regelgever. Deze verantwoordelijkheid leidt nog al eens tot defensief afhoudend gedrag en kritische houding ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen en ondernemersinitiatieven. Daarentegen ervoeren we bij de ontwikkeling van projecten in Green Valley verband, dat er ambtenaren zijn die met visie het beleid weten te interpreteren, open staan, inhoud kunnen en willen delen, en het voordeel ervan inzien als ondernemers een brede verantwoordelijkheid willen nemen. We ontmoetten ambtenaren die zich committeerden aan de plannen en zelf actief mee op zoek gingen naar wegen om deze te realiseren. Juist deze ambtenaren – zowel bij provincie, rijksoverheid en gemeente – openen daarmee de weg om draagvlak voor het eigen beleid bij de burgers te realiseren. Op zoek moet worden gegaan naar mogelijkheden om de
6 DRIJVENDE KRACHT 5: ONDERNEMERS DIE HET DOEN 49
Lingland Eelco Vos is musicus, creatief, ondernemend en heeft zelf nog kleine kinderen. Enkele jaren terug kocht hij voor de vakantie enkele CD’s van Pluk van de Petteflat om zijn kinderen tijdens de lange vakantiereis te vermaken. De CD’s sloegen aan. Eelco kreeg het idee om zelf sprookjes te schrijven. Daarmee was Pling geboren. Een jongen uit Lingland met een staartje en twee opstaande oortjes die allerlei zaken beleeft. Lingland is heideland; de mensen die er wonen leven van het verbouwen van heide. Kijk eens op de site www.lingland.nl of luister eens naar één van zijn sprookjes op de demo-CD. Eelco onderkende ook de behoefte aan een park voor kinderen in Midden Nederland; een park waar je gemakkelijk kan aanrijden. Waar kinderen kunnen spelen en hun fantasie geprikkeld wordt. Het Lingland concept was geboren. Qua plek kwam een goed bereikbaar terrein vlak bij de A12 en de A30 in beeld. Door Ede voorbestemd als recreatieplas en ‘nog iets?’; het nog iets was een probleem. De combinatie leidde tot een concreet plan onderbouwd met een businessplan en financiering. Lingland een park voor kinderen gethematiseerd rondom de sprookjes van Pling in Lingland, en die zich afspelen op de Veluwe. Typisch Veluwse zaken als heide, de Hoge Veluwe en de nabijgelegen Doesburger Molen zijn in het concept verwerkt. Duurzaamheid is integraal onderdeel van het concept. Het park is er ook voor de grote toeristenstroom die in het seizoen de Veluwe bevolkt. Een voorbeeld van een ontwikkeling met misschien een erg grote impact voor het gebied. Een voorbeeld die niet voortkomt uit beleid of planvorming van bovenaf, maar die komt van een ondernemer met visie, en die bij een juiste inbedding het bestaande beleid kan versterken. Een voorbeeld van de drijvende kracht van een ondernemer die met Neue Kombinationen innovaties teweeg brengt.
6 DRIJVENDE KRACHT 5: ONDERNEMERS DIE HET DOEN 50
publiek-private samenwerking met betrokken ambtenaren op gang te krijgen. Behoefte is er aan gemandateerde ‘ondernemende’ ambtenaren en passende overlegstructuren om de drijvende kracht die ervan uit gaat te laten landen. 6.3 DE REGISSEUR ALS KATALYSATOR Om de sector van de verbrede landbouw zich te laten ontwikkelen tot een professionele keten en waardenetwerk is leiderschap en regie noodzakelijk. Sturende en stuwende partijen met potentie: ketenregisseurs. In Nederland zijn er honderden franchiseformules. De ondernemingen leveren in dergelijke ketens een stukje onafhankelijkheid in en verplichten zich afspraken na te komen. De ketenregisseur regisseert en coördineert; een rol die toebedeeld en gegund moet worden. Ketenbeheersing in de verbrede landbouw zou vooral regisserend moeten zijn. Hierbij kunnen we denken aan het tuinbouwmodel. De veiling is zeer belangrijk in de tuinbouwketen. De veiling is een zeer geavanceerde regisseur die voorwaarden schept voor de handel. Ook hier is duidelijk dat er sprake is van leiderschap, visie, afstemming, draagvlak en vernieuwingsstructuren. De veiling is geen directe partij, de veiling is in beginsel neutraal. De verdere ontwikkeling van de verbrede landbouw vraagt om ondernemers en initiatieven die een regierol in de voorwaardenscheppende sfeer oppakken. De regisseur zorgt voor instrumenten, clusterbeleid, transitiemanagement, lost ketenknelpunten op, en creëert een ketenkennisinfrastructuur. Belangrijk is dat de drempel voor toetreding laag is, het directe nut meteen duidelijk is, de bewegingsvrijheid optimaal en het leervermogen groot. Dit zogenoemde ecologische concept is open, geeft vertrouwen, is toegankelijk op maat van de behoefte. Het verlaagt de investeringen voor iedere deelnemer en is voor groot en klein beschikbaar.
6 DRIJVENDE KRACHT 5: ONDERNEMERS DIE HET DOEN 51
6.4 PLATFORM Een bottom-up aanpak door ondernemers in de regio geeft belangrijke sturing in kleinschalige omgevingen. Top-down sturing is nodig voor een grootschalige sectorontwikkeling. In de sfeer van ontwikkeling van multifunctionele landbouw zijn beiden nodig. Op dit moment tendeert Nederland in overmaat naar het van onderaf aantonen en realiseren van noodzakelijke draagvlak voor de transitie-initiatieven. Een succesvolle aanpak komt van beide kanten.. In de kern komt dit neer op regionale ontwikkeling, als een synthese tussen top-down en bottom-up. Nodig in Nederland is nu de lacune van het top-down traject te verhelpen door het instellen van een platform met macht voor visieontwikkeling en transitie. Dit geldt zowel voor het nationale niveau, als voor de regio’s. Op beide niveaus ontbreekt immers integrale sturing. Het tot stand komen van een afstemmingsplatform vergt initiatief en visie. Wanneer daarbij het meest gehecht wordt aan draagvlak dan zullen de belangrijkste spelers mee moeten doen. Bij een resultaatgerichte aanpak zal daarentegen de mening overheersen dat de goede oplossingen gevonden worden, samen met spelers die er toe doen. Goede oplossingen zijn gerelateerd aan visie, leiderschap, transitiemanagement, procesarchitectuur en co-productie (zie hoofdstuk 4.6).
6 DRIJVENDE KRACHT 5: ONDERNEMERS DIE HET DOEN 52