Onderhoudsplan Suppletiepompstation Gouda Onderhoudsacties
7 november 2012 Status Definitief Versie: 0.0
Oasen N.V. Nieuwe Gouwe O.Z. 3 Postbus 122 2800 AC Gouda T 0182 59 35 30 www.oasen.nl Pagina 1 van 30
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Onderhoudsacties
7 november 2012 Status Definitief
Foto: pompenkelder SPS Gouda
Opdrachtgever:
Arie Haasnoot (hoofd Productie)
Steller:
Afdeling Productie Onderhoud
Bijdrage:
Afdeling Productie Noord
Verspreiding:
Intern
Versie: 0.0
Versiebeheer: Versie
Datum
Opmerking
1 2 3 Oasen N.V.
4
Nieuwe Gouwe O.Z. 3 Postbus 122 2800 AC Gouda
5
T 0182 59 35 30 www.oasen.nl Pagina 2 van 30
Inhoud 1 Inhoud
3
Inleiding
7 november 2012
5
1.1. 1.2. 1.3.
Algemeen Leeswijzer onderhoudsplan Activiteiten van afdeling Productie Noord & Productie Onderhoud
5 6 6
2
Wet- en regelgeving
7
2.1. 2.1.1. 2.1.2.
Toelichting Controle, testen & vervangen nood- en vluchtwegverlichting ARBO inspectie
8 8 8
2.1.3. 2.1.4. 2.1.5. 2.1.6.
Controle EHBO-verbanddoos Inspectie & onderhoud blusmiddelen Inspectie & (her)keuring hijs- en hefmiddelen Keuring klimmaterieel
8 9 9 9
2.1.7. 2.1.8. 2.1.9.
Herkeuring elektrische installatie Controle watergangen en beschoeiing (Her)keuring elektrische arbeidsmiddelen
10 10 10
3
Onderhoud Kritieke onderdelen
11
3.1. 3.2. 3.2.1.
Inleiding Productieregio Noord Controle & vervangen be- en ontluchtingsfilters RR01 & RR02
11 11 12
3.2.2. 3.2.3. 3.3. 3.3.1.
Controle & testen detectie be- en ontluchting RR01 & RR02 Verwijderen onkruid & zwerfafval dakvlak Productie Onderhoud Periodiek onderhoud brandmeldinstallatie
12 12 13 13
3.3.2. 3.3.3. 3.3.4.
Periodiek onderhoud inbraakmeldinstallatie Controle & inspectie dakvlak Inspectie & reinigen reinwaterreservoirs
13 13 14
4
Onderhoud back-up & noodsystemen
15
4.1. 4.2. 4.2.1.
Inleiding Onderhoud back-up en noodsystemen Productieregio Noord Statische noodstroomvoorziening
15 15 15
4.2.1.1. 4.2.2. 4.2.3. 4.2.4.
Snelladen 24 VDC-batterij Controle & belast testen 24 VDC-batterij Controle vlinderklep (scheidingsafsluiter; 500 & 700) Controle & testen verdrinkafsluiters & water op vloer melders
15 16 16 16
4.2.5. 4.2.6. 4.2.7. 4.2.8.
Smeren aandrijving scheidingsafsluiter en verdrinkafsluiters Controle overstortleiding, klep & verversen waterslot RR01 en RR02 Controle en testen lekwaterpomp Controle & testen chloordoseerinstallatiepunt
17 17 18 18
4.2.9. 4.2.10. 4.2.11. 4.3.
Controle & testen storingsmeldsysteem (Octalarm & GSM-kiezer) Vervangen batterij alarmdoormelder Testen & vervangen netwachter(s) Toelichting Onderhoud back-up- en noodsystemen Productie Onderhoud
18 19 19 20
4.3.1. 4.3.1.1. 4.3.1.2. 4.3.2.
Noodstroomvoorzieningen Periodiek onderhoud statische noodstroomvoorziening Capaciteitstest 24 VDC-batterij Periodiek onderhoud automatische netomschakeling MNSA
20 20 20 21
4.3.3.
Vervangen batterijen PLC‟s
21
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 3 van 30
5 5.1. 5.2.
Overig onderhoud Inleiding Overige onderhoudsactiviteiten Productieregio Noord
22 22 22
5.2.1. 5.2.2. 5.2.3. 5.2.4.
Controle frequentieomvormers Controle klimaat- en luchtbehandelingsinstallatie Verversen en ontluchten meetleidingen Smeren (elektrische) aandrijving regelafsluiters (vulleidingen)
22 23 23 23
5.2.5. 5.2.6. 5.2.7. 5.2.8.
Controle Controle Controle Controle
24 24 24 25
5.3. 5.3.1. 5.3.2. 5.3.3.
Overige onderhoudsactiviteiten Productie Onderhoud Schoonmaak puien & glasbewassing Periodiek onderhoud klimaat- en luchtbehandelingsinstallaties Periodiek onderhoud schuifpoort
25 25 26 26
5.3.4. 5.3.5. 5.3.6. 5.3.7.
Periodiek onderhoud debietmeters Inspectie gevelelementen & puien Onderhoud vermogensautomaten Inspectie railsysteem hoofdverdeler
27 27 27 28
5.3.8. 5.3.8.1. 5.3.8.2. 5.3.9.
Bliksembeveiliging Controle uitwendige bliksembeveiliging Controle overspanningsbeveiligingen Remplace terrein- en gevelverlichting
28 28 29 29
& & & &
kalibreren drukmeters bedienen koppelschakelaar generatorvoeding vervangen filters besturings- en FO-kasten vervangen koelventilatoren besturings- en FO-kasten
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 4 van 30
Inleiding Op het suppletiepompstation Gouda is er een risicoanalyse uitgevoerd, met behulp van de FMECA methodiek (Failure Modes Effects and Criticality Analysis). Aan de hand van onderstaande bedrijfsdoelstellingen zijn er een aantal kritieke componenten en/of installatieonderdelen zichtbaar geworden. Bedrijfsdoelstellingen:
1) 2) 3) 4)
Veiligheid; Milieu; Waterkwaliteit; Leveringsbetrouwbaarheid.
Het doel van dit document is om aan te geven wat er gedaan moet worden om de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van met name de kritieke onderdelen in stand te houden. Bij het nalaten van de omschreven onderhouds- en/of vervangingsactiviteiten komt de functionaliteit van het suppletiepompstation (SPS) in gevaar. Naast deze activiteiten geeft dit document inzicht in zaken (controle, inspectie keuring) die vanuit wet- en regelgeving verplicht zijn. Ook worden de reguliere onderhoudsactiviteiten beschreven waarbij de planningshorizon op 15 jaar is gehouden.
1.1.
Algemeen
SPS Gouda (opgeleverd in 2002) ligt aan de rand van Gouda, nabij de rijksweg A12 en de provinciale weg N452, heeft tot doel de levering aan het voorzieningsgebied (VZG) in perioden van hoog verbruik te ondersteunen. De distributiepompen onttrekken reinwater vanuit twee reservoirs met een netto inhoud van 5000 m3 per stuk en leveren dit aan het 7 november 2012
voorzieningsgebied. In de perioden met laag verbruik worden de reservoirs weer gevuld met reinwater afkomstig van zuiveringsstation C. Rodenhuis te Bergambacht. Het primaire proces van het station betreft reinwateropslag en –distributie. Secundaire processen zijn energie, besturing, luchtbehandeling en dergelijke. Onderstaande afbeelding geeft het processchema van SPS Gouda weer.
Afbeelding 1.1
De reinwater toevoer vindt plaats met regelbare vulafsluiters in de toevoerleidingen van de reservoirs. Voor het vullen van de reservoirs wordt gebruik gemaakt van standpijpen. De afvoer van de beide reservoirs gaat via een centrale zuigleiding naar de pompenkelder, waar 3 distributiepompen staan opgesteld (nominale capaciteit: 350 m3/h bij 440 kPa). De reservoirs staan communicerend als de handafsluiters in de centrale zuig- en persleiding leiding van de reinwaterpompen open staat (dit is de reguliere bedrijfssituatie). De 2 straten scheiding zal alleen worden toegepast bij onderhoud of calamiteit. Het vullen en verpompen vindt plaats via twee distributieleidingen. Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 5 van 30
1.2.
Leeswijzer onderhoudsplan
In dit onderhoudsplan staan een viertal aandachtsgebieden c.q. categorieën, welke zijn beschreven in de hoofdstukken 2 tot en met 5. In elk hoofdstuk is na een korte introductie een tabel opgenomen die de onderhoudstaken bevat met het daarbij behorende (meer)jaarlijkse interval. Naast deze taken staat een paragraaf nummer waar vervolgens de betreffende taak verder is uitgewerkt. Hierbij is er tevens onderscheid gemaakt tussen de onderhoudstaken van de afdeling Productie Noord en de afdeling Productie Onderhoud. Hoofdstuk 2 behandeld het eerste aandachtsgebied: de doelstelling om te (blijven) voldoen aan de wet- en regelgeving. Dit zijn voornamelijk verplichte controles, inspecties en keuringen die voortkomen uit de wet- en regelgeving. Hoofdstuk 3 behandelt het tweede aandachtsgebied: het uit te voeren onderhoud in of aan de installatie- of gebouwdelen die uit de risicoanalyse (FMECA-methode) naar voren zijn gekomen. Deze zaken zijn van essentieel belang voor het functioneren van het station. Door op tijd uit te (laten) voeren van onderhoudsactiviteiten, wordt ongewenst uitval tot een minimum beperkt, blijft het station in de gewenste conditie en kan het zijn functie blijven uitoefenen. Hoofdstuk 4 behandelt het derde aandachtsgebied: de uit te voeren testen en onderhoud in of aan back-up en noodsystemen. Deze back-up en noodsystemen schakelen tijdens een calamiteit automatisch in zodat de bedrijfsvoering ongehinderd kan doorgaan, dan wel om (gevolg)schade te voorkomen. Doordat deze back-up en noodsystemen bij normale bedrijfsvoering niet worden gebruikt zal bij het nalaten van deze onderhoudsactiviteiten op termijn leiden tot (ongewenst) uitval. Door tijdig onderhoudsactiviteiten uit te voeren kunnen storingen, gebreken, uitval en schade tot een minimum worden beperkt en blijft de bedrijfszekerheid gewaarborgd. Hoofdstuk 5 behandelt tot slot: het overig preventief onderhoud. De drijfveer voor dit onderhoud ligt op het financiële vlak. Het nalaten van deze onderhoudsactiviteiten aan bepaalde installatie- en gebouwdelen leidt op termijn tot (ongewenst) uitval met zeer hoge kosten tot gevolg. Door tijdig onderhoudsactiviteiten uit te voeren blijven de exploitatiekosten laag en kunnen tevens storingen, gebreken, uitval en schade tot een minimum beperkt. Voorts krijgt Oasen hierdoor zicht op toekomstige gebreken, reparaties en vervangingen.
1.3.
Activiteiten van afdeling Productie Noord & Productie Onderhoud
In het algemeen wordt al het onderhoud wat gerelateerd is aan de dagelijkse bedrijfsvoering door of namens de procesoperator (afdeling Productie Noord) uitgevoerd. Het periodiek onderhoud, wat via contracten & jaarorders wordt uitgevoerd, en ad hoc onderhoud (niet gepland onderhoud met een relatief korte voorbereidings- en hersteltijd) is in handen van de afdeling Onderhoud. De uitvoeringswerkzaamheden worden meestal door derden uitgevoerd. De onderhoudsacties, welke in dit onderhoudsplan worden genoemd en in de tabellen zijn weergegeven, worden door twee afdelingen gecoördineerd dan wel uitgevoerd, namelijk: (1) (2)
Productie Noord Productie Onderhoud
De onderhoudsacties staan in beginsel op de onderhoudslijsten van Productie Noord en Productie Onderhoud. Beide lijsten zijn aanwezig op de locatie en gedane activiteiten worden afgekruist door de uitvoeringsverantwoordelijke. Teamleiders Productie Noord en Productie Onderhoud bewaken de voortgang. Bij afwijkingen op de voortgang worden deze in het teamleidersoverleg besproken.
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 6 van 30
2
Wet- en regelgeving
Voor het onderhoud van dit pompstation is Oasen gehouden aan voorschriften die zijn opgenomen in de wet- en regelgeving. Dit zijn: 1) 2) 3)
Activiteitenbesluit: categorie type C (wet milieu beheer) Arbeidsomstandighedenwetgeving Bouwbesluit (met daarbij behorende NEN normen bouwverordening)
en/of
gemeentelijke
In het kader van wet- en regelgeving is er een verplichting tot het onderhouden van de onderstaande items:
1 jaar
Controle & inspecties Afdeling
Paragraaf
Onderhoudsactiviteiten
1
2.1.1
Controle, testen & vervangen nood- en vluchtwegverlichting
1
2.1.2
ARBO inspectie
1
2.1.3
Controle EHBO-verbanddoos
2
2.1.4
Inspectie & onderhoud blusmiddelen
2
2.1.5
Inspectie & (her)keuring hijs- en hefmiddelen
2
2.1.8
Controle watergangen en beschoeiing
x x x x x x Tabel 2.1
(Her)Keuringen
2
2.1.6
Keuring klimmaterieel
x x
2
2.1.9
2
2 2
2.1.5 2.1.7
(Her)keuring elektrische arbeidsmiddelen Inspectie & (her)keuring hijs- en hefmiddelen Herkeuring elektrische installatie
7 jaar
Inspectie & (her)keuring hijs- en hefmiddelen
Paragraaf
4 jaar
2.1.5
Afdeling
2 jaar
Onderhoudsactiviteiten
1 jaar
7 november 2012
x x x Tabel 2.2
Paragraaf
Onderhoudsactiviteiten
2
2.1.1
Controle, testen & vervangen nood- en vluchtwegverlichting
2
2.1.4
Inspectie & onderhoud blusmiddelen
15 jaar
Afdeling
5 jaar
Vervangingen
x x Tabel 2.3
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 7 van 30
2.1.
Toelichting
De onderhoudsacties inzake wet- en regelgeving wordt gevolgd op de onderhoudslijsten van deze locatie. De onderhoudsactiviteiten in dit onderhoudsplan worden door twee afdelingen gecoördineerd dan wel uitgevoerd, namelijk: (1) (2)
2.1.1.
Productie Noord Productie Onderhoud
Controle, testen & vervangen nood- en vluchtwegverlichting
Eis: Norm:
Bouwbesluit. NEN 1838; NEN 6088; Leveranciersvoorschriften; NBF uitgave " Een brandveilig gebouw installeren".
Frequentie:
1 keer per jaar testen en lamp vervangen; 1 keer per 5 jaar batterij vervangen.
Handeling:
Testen van de noodverlichting door de automaten 0056-F1 t/m 0056-F4 in de verlichtingskast -V01 af te schakelen. Tevens moet de permanent brandende lamp van de vluchtwegverlichting jaarlijks worden vervangen. Het vervangen, volgens de leverancier, van de batterijen wordt door een gecertificeerd en onafhankelijk bedrijf uitgevoerd.
2.1.2.
ARBO inspectie
Eis: Norm:
ARBO wet; ARBO besluit. KAM-formulier: F922.008 “Checklist ARBO – BV – Productie”.
Frequentie:
1 keer per jaar.
Handeling:
De ARBO inspectie op locatie moet, met behulp van het KAM-formulier F922.008, worden uitgevoerd. Zo nodig kan een deskundige van de ARBO dienst helpen bij het vaststellen van de grootte van het risico van een geconstateerd verbeterpunt.
2.1.3.
Controle EHBO-verbanddoos
Eis: Norm:
ARBO wet. Richtlijnen verbandset Oranje Kruis.
Frequentie:
1 keer per jaar.
Handeling:
Controle van de goedgekeurde verbanddoos (type A). De inhoud dient compleet en onaangebroken (volgens de inhoudsopgave) te zijn en er mogen geen middelen in de verbanddoos aanwezig zijn die over de datum zijn of voor het volgende controlemoment over de datum zijn.
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 8 van 30
2.1.4.
Inspectie & onderhoud blusmiddelen
Eis: Norm:
Bouwbesluit. Voldoen aan NEN-EN 3; NEN-EN 671-1 en/of NEN 3211.
Frequentie:
1 keer per jaar inspectie en onderhoud; 1 keer per 5 jaar uitgebreid onderhoud brandblusflessen; 1 keer per 5 jaar beproeven van brandhaspels op maximale werkdruk; 1 keer per 15 jaar vervangen blusmiddelen.
Handeling:
Het inspecteren en onderhouden van de brandblussers en haspels wordt door een externe onderhoudspartij (middels jaarorder) uitgevoerd, volgens voorschriften leverancier. Op hoofdlijnen wordt er gecontroleerd op lekkage, status slangen, verzegelingen en etiketten. Na 15 jaar dienen brandblussers en brandslangen te worden vervangen.
2.1.5.
Inspectie & (her)keuring hijs- en hefmiddelen
Eis:
ARBO besluit hoofdstuk 7.4.
Norm: Toelichting:
ARBO catalogus; ARBO informatieblad 17 (AI-17).
Frequentie:
1 keer per jaar inspecteren; 1 keer per jaar keuren takel; 1 keer per 4 jaar (her)keuren.
Handeling:
Inspectie
en
(her)keuring
dient
worden
uitgevoerd
door
een
erkend,
gecertificeerd en onafhankelijk bedrijf die een geldig EKH-certificaat (Erkende Keurbedrijven Hijs- en hefmiddelen) heeft. Onderhoud van loopkat, takel, ketting en kettingwerk dient volgens voorschriften fabrikant te worden uitgevoerd en gebeurt in combinatie met het
7 november 2012
jaarlijkse, dan wel vierjaarlijkse, inspectie en/of keuring.
2.1.6.
Keuring klimmaterieel
Eis: Norm:
ARBO besluit hoofdstuk 7.4. NEN 2484;
Frequentie:
1 keer per jaar.
Handeling:
(Her)keuring klimmaterieel (ladders en trappen) op locatie dient door een erkend, gecertificeerd en onafhankelijk bedrijf te worden uitgevoerd. Periodiek onderhoud, inspectie wordt conform service- en onderhoudscontract “Onderhoud ladders, trappen, steigers en persoonlijke valbeveiliging” uitgevoerd. Inspectie van gebiedsbegrenzing inclusief de gordels (persoonlijke beschermingsmiddelen) vind plaats op SPS Gouda tijdens de fabriekstop.
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 9 van 30
2.1.7.
Herkeuring elektrische installatie
Eis: Normen:
ARBO besluit. NEN 3140; NEN-EN-IEC 50110; NEN 3840; Inspectierapportage instantie.
Frequentie:
1 keer per 7 jaar (her)keuring
Handeling:
De elektrische installatie moet elke 7 jaar na ingebruikname worden gekeurd. Dit vindt plaats door een onafhankelijke, onpartijdige en erkende instantie. De bevindingen, metingen en beproevingen dienen in een inspectierapportage te worden geregistreerd. De geconstateerde gebreken dienen, afhankelijk van de urgentie, in hetzelfde jaar te worden opgelost. De opgeloste gebreken dienen in een uitvoeringsrapport te worden gerapporteerd.
2.1.8.
Controle watergangen en beschoeiing
Eis:
Waterwet oppervlaktewaterlichamen; Waterschapswet. Waterschapskeur / Legger Wateren.
Norm: Frequentie:
1 keer per jaar schouw en onderhoud; 1 keer per 12 tot 15 jaar schouw buitengewoon onderhoud.
Handeling:
Oasen moet aan de waterschapskeur / legger Wateren voldoen, wat inhoud: geen overmatige begroeiing in de watergangen aanwezig; Goede constructie van beschoeiing/damwand, zodat wordt voorkomen dat grond niet in de (hoofd)watergangen kan komen.
Toelichting:
Het verwijderen van overmatige begroeiing, het zogenaamde sloten of baggeren, in de watergangen wordt door een externe onderhoudspartij (op contractbasis) uitgevoerd. Ter controle voert het waterschap elk jaar na 1 november een schouw (gewoon onderhoud) uit. Tevens voert het waterschap in dezelfde periode eens per 12 tot 15 jaar een schouw buitengewone onderhoud uit met het accent op diepte en breedte van de watergangen. In voorkomende gevallen moet Oasen dan de watergang op voldoende diepte en breedte terug brengen.
2.1.9.
(Her)keuring elektrische arbeidsmiddelen
Eis: Norm:
ARBO besluit. NEN 3140; Richtlijn elektrische arbeidsmiddelen (laagspanning).
Frequentie:
1 keer per 2 jaar.
Handeling:
Het periodiek inspecteren, (her)keuren en registreren van elektrische arbeidsmiddelen wordt door afdeling productie in eigen beheer, volgens bewaakt KAM-formulier “richtlijn elektrische arbeidsmiddelen (laagspanning)”, uitgevoerd.
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 10 van 30
3
Onderhoud Kritieke onderdelen
3.1.
Inleiding
Uit de risicoanalyse van SPS Gouda zijn een aantal kritieke installatiedelen naar voren gekomen, waarbij het uitgangspunt is dat er geen preventief onderhoud wordt uitgevoerd. De kritieke installatiedelen zijn hieronder in tabel 3.1 weergegeven. Om vervolgens tot de juiste onderhoudsinterval te komen is er gebruik gemaakt van de procentuele inspectie- en onderhoudsfrequenties die in het document “Onderhoud op basis van risico Suppletiepompstation Gouda” in §1.3 zijn omschreven.
Installatie of gebouwdeel
Onderdeel
Be- ontluchtingsfilters Reinwaterberging
Leidingen, ontlast- en terugslagkleppen be-ontluchting
(PI&D)-code(s)
Document No.
RR01-LF01 & RR02-LF01 RR01PX01 &
007053-0005
RR02PX02
Dakbedekking
RR01 & RR02
Inbraak
Inbraakbeveiligingsinstallatie
n.v.t.
007097
Brand
Brandbeveiligingsinstallatie
n.v.t.
007096 Tabel 3.1
Deze installatiedelen zijn van essentieel belang voor het functioneren van het station. Door op tijd uit te (laten) voeren van onderhoudsactiviteiten, wordt ongewenst uitval tot een minimum beperkt, blijft het station in de gewenste conditie en kan het zijn functie blijven uitoefenen.
3.2.
Productieregio Noord
Onderstaande tabel 3.2 zijn de onderhoudsactiviteiten weergegeven waarvoor de afdeling Productie Noord verantwoordelijk is. Deze punten worden vervolgens in de volgende sub paragrafen verder toegelicht.
Omschrijving
3.2.1
Controle & vervangen be- en ontluchtingsfilters RR01 & RR02
3.2.2
Controle & testen detectie be- en ontluchting RR01 & RR02
3.2.3
Verwijderen onkruid & zwerfafval dakvlak
5 jaar
Paragraaf
1 jaar
Onderhoudsactiviteiten kritieke onderdelen Productieregio Noord ½ jaar
7 november 2012
x
x
x x Tabel 3.2
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 11 van 30
3.2.1.
Controle & vervangen be- en ontluchtingsfilters RR01 & RR02
Eis: Norm:
Goed werkende filters. Geen vocht of schimmelplekken. Drukverschil binnen specificaties leverancier
Frequentie:
1 keer per jaar controleren; 1 keer per 5 jaar vervangen filterelementen.
Handeling:
Het periodiek controleren van de be-ontluchtingsfilters op zichtbare verontreiniging zoals schimmels, alge of mos groei. Tevens dient de afdichting van de filters op de behuizing te worden gecontroleerd. Daarnaast het op advies van de leverancier periodiek vervangen van de beontluchtingsfilters.
Toelichting:
De be- en ontluchtingsfilters zorgen ervoor dat er geen verontreinigingen in het reservoir kunnen komen. Na verloop van tijd zijn de filters chemisch en bacteriologisch niet meer betrouwbaar en dienen te worden vervangen. In het geval dat de afdichting van de be- en ontluchtingsfilters en/of leidingen defect zijn, is besmetting van reinwater mogelijk via een open verbinding met verontreinigde buitenlucht.
3.2.2.
Controle & testen detectie be- en ontluchting RR01 & RR02
Eis:
Foutloze detectie en alarmmelding.
Norm:
Tenminste 1 maal laten aanspreken van het meldcontact.
Frequentie:
2 keer per jaar.
Handeling:
Aantonen werking detectiecontact, door het bedienen van de druk- en vacuümklep.
Toelichting:
De kleppen kunnen door het incidentele gebruik aan de rubberen O-ring verkleven, waardoor de kans bestaat dat bij onder- of overdruk de filters en/of leidingwerk beschadigd raken. In het geval de be- en ontluchtingsfilters en/of leidingen defect zijn is besmetting van reinwater mogelijk via een open verbinding met verontreinigde buitenlucht! Defecte filters worden via meldcontacten gedetecteerd.
3.2.3.
Verwijderen onkruid & zwerfafval dakvlak
Eis:
Geen organisch materiaal (onkruid, wortelgroei en bladeren) aanwezig
Norm:
NEN 2767
Frequentie:
Minimaal 2 keer per jaar.
Handeling:
Vrijhouden van afvoeren bij voorkeur in het najaar tijdens de bladvalperiode. Daarnaast wordt door derden dakvlakken en afvoeren blad- en onkruid vrijgehouden, zie hiervoor paragraaf 3.3.3
Toelichting:
Door het vrijhouden van afvoeren wordt voorkomen dat het dakvlak (deels)onderwater komt te staan, met als gevolg dat verontreinigingen in contact kunnen komen met het drinkwater en/of kortsluiting in de elektrische installaties als gevolg van lekkage.
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 12 van 30
3.3.
Productie Onderhoud
In onderstaande tabel 3.3 zijn de onderhoudsactiviteiten van de kritieke componenten en/of installatiedelen weergegeven waarvoor de afdeling Productie Onderhoud verantwoordelijk is. Deze punten worden vervolgens in de volgende sub paragrafen verder toegelicht.
Omschrijving
3.3.1
Periodiek onderhoud brandmeldinstallatie
3.3.2
Periodiek onderhoud inbraakmeldinstallatie
3.3.3
Controle & inspectie dakvlak
3.3.4
Inspectie & reinigen reinwaterreservoirs
x x x
5 jaar
Paragraaf
1 jaar
Onderhoudsactiviteiten kritieke onderdelen Productie Onderhoud
x x
Tabel 3.3
3.3.1.
Periodiek onderhoud brandmeldinstallatie
Eis:
Voldoen aan wet- en regelgeving; PvE en specificaties leverancier.
Norm:
NEN 2654; Onderhoudslijst(en) onderhoudspartij.
Frequentie:
1 keer per jaar.
Omschrijving:
Het jaarlijks onderhoud wordt door een erkende onderhoudspartij op basis van het programma van eisen en de daarbij behorende norm uitgevoerd. De brandmeldinstallatie is certificeerbaar aangelegd en wordt evenzo onderhouden.
7 november 2012
3.3.2.
Periodiek onderhoud inbraakmeldinstallatie
Eis: Norm:
Voldoen aan BORG-certificaat of BORG opleveringsbewijs. Nationale Beoordelingsrichtlijn BORG 2005 of diensopvolger.
Frequentie:
1 keer per jaar.
Omschrijving:
Het jaarlijks onderhoud wordt door een erkende onderhoudspartij op basis van het programma van eisen en de daarbij behorende norm uitgevoerd. De inbraakmeldinstallatie is onderdeel van de regels rondom „Goed Huisvaderschap‟. De richtlijnen van de leveranciers en de BORG-regeling worden nageleefd.
3.3.3.
Controle & inspectie dakvlak
Eis: Norm:
Afgifte van een inspectierapport. NEN 2767; NEN 6707; NPR 6708.
Frequentie:
5 jaar na oplevering eerste inspectie; Daarna 1 keer per 3 jaar inspecteren; 2 keer per jaar reinigen.
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 13 van 30
Omschrijving:
Om te voorkomen dat verontreinigingen in contact kunnen komen met het drinkwater en/of kortsluiting kan ontstaan in de elektrische installaties als gevolg van lekkage, wordt er bij inspectie en onderhoud van dakvlakken sterk gelet op gebreken zoals craquelé of scheurvorming, ophoping van bladeren en wortelgroei van onkruid. Bij constatering van (dreigende) gebreken worden derden inschakelt voor (herstel)advies. Eerste inspectie moet 5 jaar na oplevering nieuwe dakbedekking worden uitgevoerd (op de helft van de verzekerde garantieperiode van 10 jaar). De daarop volgende inspecties eens per 3 jaar uitvoeren. Naast inspecties moeten de dakvlakken blad- en onkruidvrij worden gehouden. Het blad- en onkruidvrij houden van dakvlakken moet 2 keer per jaar, bij voorkeur in het voorjaar en in het najaar -na bladvalperiode-, gebeuren.
3.3.4.
Inspectie & reinigen reinwaterreservoirs
Eis: Norm:
Betrouwbare reinwaterreservoir. KWR 2011-046 (2011); NEN 2767; NEN-EN 1508 (2008).
Frequentie:
1 keer per 5 jaar reguliere inspectie; 1 keer per 5 jaar reiniging; 1 keer per 10 jaar uitgebreide inspectie.
Omschrijving:
De reguliere inspectie en aansluitend schoonmaak van de reinwaterreservoirs is gepland eens per 5 jaar. Na de inspectie is het mogelijk om een oordeel te geven over de conditie en de geconstateerde gebreken te herstellen. Gelet op de technische levensduur van reservoirs is het beleid om eens per 10 jaar een uitgebreide inspectie door een externe, onafhankelijke, onpartijdige en gecertificeerde instantie worden uitgevoerd.
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 14 van 30
4
Onderhoud back-up & noodsystemen
4.1.
Inleiding
In dit hoofdstuk zijn de onderhoudsactiviteiten van de back-up en noodsystemen weergegeven, die om de bedrijfszekerheid te kunnen blijven waarborgen, worden uitgevoerd. Deze back-up en noodsystemen schakelen tijdens een calamiteit automatisch in zodat de bedrijfsvoering ongehinderd kan doorgaan, dan wel om (gevolg)schade te voorkomen. Doordat deze back-up en noodsystemen bij normale bedrijfsvoering niet worden gebruikt, wordt een onvolkomenheid niet automatisch opgemerkt. Door aandacht te schenken middels controle, inspectie, registratie en dergelijke, dan wel het in goede conditie houden van deze systemen en/of installatiedelen, kunnen storingen, gebreken, uitval en schade tot een minimum worden beperkt en blijft de bedrijfszekerheid gewaarborgd.
4.2.
Onderhoud back-up en noodsystemen Productieregio Noord
Onderstaande tabel 4.2 zijn de onderhoudsactiviteiten aan de back-up en noodsystemen weergegeven waarvoor de afdeling Productie Noord verantwoordelijk is. Deze punten worden vervolgens in de volgende sub paragrafen verder toegelicht.
4.2.1.1 7 november 2012
Snelladen 24 VDC-batterij
4.2.2
Controle & belast testen 24 VDC-batterij
4.2.3
Controle vlinderklep (scheidingsafsluiter; 500 & 700)
4.2.4
Controle & testen verdrinkafsluiters & water op vloer
10 jaar
5 jaar
2 jaar
Omschrijving
1 jaar
Paragraaf
½ jaar
Onderhoud back-up & noodsystemen Productie Noord
x x x x
melders
4.2.5
Smeren aandrijving scheidingsafsluiter en verdrinkafsluiters
x
4.2.6
Controle overstortleiding, klep & verversen waterslot RR01 en RR02
x
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
x
Pagina 15 van 30
Controle overstortleiding, klep & verversen waterslot RR01 en RR02 Eis: Functionerende overstortleiding en waterslot; Ververst waterslot. Norm: Gedurende 30 minuten overstorten (afhankelijk van het debiet) Frequentie:
2 keer per jaar.
Handeling:
Door het laten overstorten van de reinwaterreservoirs is het mogelijk om de watersloten te verversen. Bovendien kan er tevens de werking van de overstortleiding,
4.2.6
x
overstortklep worden aangetoond. Toelichting:
Een niet goed functionerende waterslot (te laag niveau) heeft als gevolg dat de be- ontluchtingsfilters niet goed meer werken. Ongefilterde lucht kan hierdoor in contact komen met het drinkwater.
Controle en testen lekwaterpomp 4.2.8 4.2.11 4.2.9 4.2.10
x x
Controle & testen chloordoseerinstallatiepunt Testen & vervangen netwachter(s)
Controle & testen storingsmeldsysteem (Octalarm & GSM-kiezer)
x
x x
Vervangen batterij alarmdoormelder
Tabel 4.2
4.2.1.
Statische noodstroomvoorziening
4.2.1.1. Snelladen 24 VDC-batterij Eis:
Conditie batterij optimaliseren door snelladen goed werkende batterij.
Norm:
Geen alarmmelding bij te hoge laadspanning gedurende de snellaadcyclus.
Frequentie:
2 keer per jaar.
Handeling:
Controle werking snelladen batterijen door de statische noodstroominstallatie handmatig op snelladen te zetten.
Toelichting:
Bij het snelladen (geautomatiseerd proces) wordt de batterij met een stroom van 0,3 tot 0,5 maal de nominale capaciteit geladen. De reden om de batterij te snelladen is om de maximale capaciteit (sneller) te bereiken en zo deze in goede conditie te houden. Na langdurige spanningsuitval duurt het meer dan 120 dagen om de maximale capaciteit te bereiken. In normaal bedrijf wordt de batterij geladen volgens het druppellaadprincipe om de batterij op maximale capaciteit te behouden.
4.2.2.
Controle & belast testen 24 VDC-batterij
Eis:
Goed werkende batterij
Norm:
Batterij minimaal batterijspanning
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
één
half
uur
belasten
en
geen
alarmmelding
lage
Pagina 16 van 30
Frequentie:
2 keer per jaar.
Handeling:
Het onder toezicht belasten van de 24 VDC batterijen door de netvoeding af te schakelen, om zo een goede werking aan te tonen. Tijdens en/of na deze periode mag de batterijspanning niet onder het alarmniveau 22VDC komen. Om te voorkomen dat de batterij tijdens of na periodieke belasting -bij spanningsuitval- geen capaciteit meer heeft, mag de batterij niet langer dan één half uur belast worden beproeft. N.B. Na het belast beproeven van de batterijen controleren ofdat de installatie overschakelt naar snelladen van de batterijen. Indien dit niet gebeurt dient de installatie handmatig op snelladen te worden gezet.
Toelichting:
Om bij calamiteiten er zeker van te zijn dat de batterijen voldoende capaciteit hebben, dienen de batterijen periodiek belast beproeft te worden. Tevens blijven de batterijen op deze manier in goede conditie.
4.2.3.
Controle vlinderklep (scheidingsafsluiter; 500 & 700)
Eis: Norm:
Goed werkende afsluiter o.a. geen lekkage en (goed) bedienbaar. NEN 2767.
Frequentie:
2 keer per jaar.
Handeling:
Vlinderklep contoleren op goede werking, zoals: afsluitbaarheid, doormelding van standmelding, waterdichte afsluiting spindel en lekkage behuizing. Door na het sluiten van de vlinderkleppen en het openen van de aanwezige drainen kan, nadat de leiding is geleegd, worden aangetoond ofdat de vlinderkleppen ook daadwerkelijk waterdicht afsluiten.
7 november 2012
Toelichting:
Om bij calamiteiten er zeker van te zijn dat de scheidingsafsluiters ook daadwerkelijk waterdicht afsluiten moeten deze periodiek worden getest.
4.2.4.
Controle & testen verdrinkafsluiters & water op vloer melders
Eis: Norm:
Goed werkende verdrinkafsluiter. Sluittijd afsluiter binnen gestelde tijd (120 seconden) en waterdicht.
Frequentie:
2 keer per jaar.
Handeling:
Door het laten aanspreken van 2 water op vloer melders moeten de verdrinkafsluiters sluiten. Door het openen van de aanwezige drainen in de zuigleiding kan, nadat de leiding is geleegd, worden aangetoond ofdat de afsluiters ook daadwerkelijk waterdicht afsluiten. Daarnaast is gezien de geringe frequentie van bedienen een functionele controle op sluittijd en waterdichtheid belangrijk. Let op: bij een te snelle sluittijd is er kans op waterslag! Tevens is de smering van de aandrijving belangrijk om de werking te blijven garanderen. Zie hiervoor paragraaf 4.2.5 Elektrische aandrijvingen.
Toelichting:
Om bij calamiteiten er zeker van te zijn dat de regeling ook daadwerkelijk functioneert moet deze periodiek worden getest. Bij disfunctioneren is de kans groot dat de pompenkelder onderwater loopt met grote schade en langdurige uitval van de locatie tot gevolg.
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 17 van 30
4.2.5.
Smeren aandrijving scheidingsafsluiter en verdrinkafsluiters
Eis: Norm:
Goed werkende aandrijving. Onderhoudsvoorschrift leverancier (Auma).
Frequentie:
2 keer per jaar 10-12 jaar smeermiddel vervangen
Handeling:
Uitvoeren van de leveranciersvoorschriften voor de open/dicht afsluiter: (1) (2) (3) (4) (5)
Toelichting:
Elke 6 maanden tenminste tweemaal een volledige cyclus van beginstand naar eindstand laten uitvoeren; 6 maanden na ingebruikname en vervolgens jaarlijks de bevestigingsschroeven contoleren en zo nodig vastdraaien; Aandrijvingen elke 6 maanden met behulp van vetspuit via de smeernippel(s) smeren; Spindel elke 6 maanden smeren; Smeermiddel aandrijfhuis na 10 - 12 jaar vervangen.
Op deze locatie zijn 4 stuks verdrinkafsluiters met elektrische aandrijving aanwezig. Daarnaast is er een handbediende tussenafsluiter in de centrale zuig- en persleiding aanwezig. De frequentie van bedienen tussenafsluiter en verdrinkafsluiters is erg laag, wat consequenties heeft voor de smering.
4.2.6.
Controle overstortleiding, klep & verversen waterslot RR01 en RR02
Eis: Norm:
Functionerende overstortleiding en waterslot; Ververst waterslot. Gedurende 30 minuten overstorten (afhankelijk van het debiet)
Frequentie:
2 keer per jaar.
Handeling:
Door het laten overstorten van de reinwaterreservoirs is het mogelijk om de watersloten te verversen. Bovendien kan er tevens de werking van de overstortleiding, overstortklep worden aangetoond.
Toelichting:
Een niet goed functionerende waterslot (te laag niveau) heeft als gevolg dat de be- ontluchtingsfilters niet goed meer werken. Ongefilterde lucht kan hierdoor in contact komen met het drinkwater.
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 18 van 30
4.2.7.
Controle en testen lekwaterpomp
Eis: Norm:
Functionerende lekwaterpomp. Per controlemoment de volledige inhoud van de lekwaterput verpompen.
Frequentie:
1 keer per jaar.
Handeling:
Functioneel testen van lekwaterpomp door lekwaterput te vullen met water. Door het open zetten van een van de monsterkranen kan de lekwaterput worden gevuld. De afvoer van de lekbak onder de monsterkranen komt namelijk uit op de lekwaterput. De vlotter zal aanspreken en de lekwaterpomp inschakelen om de inhoud van de lekwaterput verpompen.
Toelichting:
De lekwaterpomp (1 stuks inpandig) moet in staat zijn om het lekwater te verpompen. Gezien de beperkte hoeveelheid lekwater is het aantal bedrijfsuren gering. Het kan dus voorkomen dat ze niet functioneren doordat waaier vast zit en/of de vlotter klem zit.
4.2.8.
Controle & testen chloordoseerinstallatiepunt
Eis: Norm:
Direct inzetbare chloordoseerinstallatie. KIWA-ATA richtlijn; BY105 “chloordosering bij calamiteiten”.
Frequentie:
1 keer per jaar.
Handeling:
Aantonen goede werking chloordoseerinstallatie. Het draaiboek calamiteiten primair proces (DCP) moet er op worden nageslagen of de in te stellen waarden van de hoeveelheid chloorbleekloog (NaOCI 15%) versus debiet in de praktijk nog met elkaar overeenkomen. Omdat het daad werkelijk doseren van chloorbleekloog niet nodig is, dient men voor het periodiek testen reinwater toe te passen.
7 november 2012
Toelichting:
4.2.9.
Om er voor te zorgen dat de chloordoseerinstallatie direct inzetbaar is bij calamiteiten moet periodiek de werking en juiste dosering worden getest en gecontroleerd.
Controle & testen storingsmeldsysteem (Octalarm & GSM-kiezer)
Eis: Norm:
Foutloze alarmprocedure. Minimaal 5 foutloze alarmdoormeldingen.
Frequentie:
1 keer per jaar.
Handeling:
Storingsmeldsysteem controleren op goede werking door alarmmeldingen te maken en de waar te nemen acties te verifiëren met de te verwachten acties. Indien de waar te nemen acties niet overeenkomen met de te verwachten acties dient de oorzaak zo snel mogelijk te worden achterhaald. Indien nodig kan afdeling Proces Automatisering worden ingeschakeld.
Toelichting:
Om te voorkomen dat storingen niet meer doorgemeld worden moet minimaal eens per jaar het systeem getest worden. Uit de praktijk blijkt dat de voorgeschreven handeling wekelijks bij overdracht wachtdienst wordt uitgevoerd, om er zeker van te zijn dat de meldingen daadwerkelijk doorkomen bij de dienstdoende wachtdienstmedewerker.
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 19 van 30
4.2.10. Vervangen batterij alarmdoormelder Eis: Norm:
Conditie batterij volgens specificaties van leverancier. Voldoen aan specificatie leverancier (12V/1,2 Ah, capaciteit > 30%).
Frequentie:
1 keer per 2 jaar vervangen.
Handeling:
Het
periodiek
preventief
vervangen
batterij
van
de
alarmdoormelder.
(Octalarm) Toelichting:
In normaal bedrijf wordt de batterij volgens het druppellaadprincipe geladen en wordt maandelijks automatisch getest. Bij minder dan 30% batterij capaciteit wordt dit automatisch doorgemeld en er is tevens een akoestisch signaal te horen. De batterij van de alarmdoormelder, moet op advies van de leverancier om de 2 jaar preventief worden vervangen. Binnen deze periode moet de batterij aan de specificaties van de leverancier voldoen. Controle hierop is gezien de korte gebruiksperiode in relatie tot de levensduur (5 jaar) niet noodzakelijk.
4.2.11. Testen & vervangen netwachter(s) Eis:
Functionerende netwachter.
Norm:
Foutloze detectie spanningsuitval.
Frequentie:
1 keer per jaar testen; 1 keer per 5 jaar vervangen.
Handeling:
Door de netwachter uit te schakelen met schakelaar 0050-S4 in verdeler -A1, zal na 1 minuut de trafo schakelaar uitschakelen. Let op, door deze handeling gaat het hele pompstation spanningsloos!! Daarnaast is de levensduur van de netwachter, vanwege veroudering als gevolg van de warmtehuishouding, relatief kort. Door de netwachter na 5 jaar te vervangen is de betrouwbaarheid van de melding “netspanning afwezig” gegarandeerd.
Toelichting:
De netwachter (detectie spanningsuitval) spreekt in de praktijk weinig aan. Om de werking aan te tonen moet deze periodiek worden getest. Daarnaast is de levensduur van de netwachter, vanwege veroudering als gevolg van de warmtehuishouding, relatief kort. Door de netwachter periodiek te vervangen is de betrouwbaarheid van de melding “netspanning afwezig” gegarandeerd.
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 20 van 30
4.3.
Toelichting Onderhoud back-up- en noodsystemen Productie Onderhoud
Onderstaande tabel 4.3 zijn de onderhoudsactiviteiten aan de back-up en noodsystemen weergegeven waarvoor de afdeling Productie Onderhoud verantwoordelijk is. Deze punten worden vervolgens in de volgende subparagrafen verder toegelicht.
x
Capaciteitstest 24 VDC-batterij
4.3.2
Periodiek onderhoud automatische netomschakeling MNSA
4.3.3
Vervangen batterijen PLC‟s
5 jaar
Periodiek onderhoud statische noodstroomvoorziening
4.3.1.2
4 jaar
4.3.1.1
Paragraaf
3 jaar
Omschrijving
2 jaar
Onderhoud back-up & noodsystemen Productie Onderhoud
x x x Tabel 4.3
4.3.1.
Noodstroomvoorzieningen
4.3.1.1. Periodiek onderhoud statische noodstroomvoorziening Eis: Norm:
Voldoen aan specificaties van leverancier; Werkomschrijving statische no-break installaties Oasen. Preventief onderhoudsprotocol Oasen.
Frequentie:
1 keer per 2 jaar.
Omschrijving:
Het onderhoud wordt uitgevoerd door een externe onderhoudspartij op basis van een service- en onderhoudscontract. In geval van een storing kan er 24h x 7 een beroep op de onderhoudspartij worden gedaan.
7 november 2012
4.3.1.2. Capaciteitstest 24 VDC-batterij Eis:
Goed functionerende batterij; Voldoen aan specificaties van leverancier.
Norm:
Testprotocol leverancier en/of onderhoudspartij.
Frequentie:
1 keer per 4 jaar.
Omschrijving:
De batterijen stroomwaarde) belasting is het de werkelijke
(SPH 45) dienen binnen de specificaties (tijdsduur en te functioneren. Vanwege veroudering, (gering)gebruik en mogelijk dat de capaciteit terugloopt. Om inzicht te krijgen in conditie van de batterijen wordt er, volgens specificatie
leverancier, een C5-test uitgevoerd. De C5-test staat voor een duurtest van 5 aaneengesloten uren. Het testen bestaat uit het ontladen van de batterijen tot 1,1V/cel. Voor het ontladen wordt er gedurende 1 uur lang een externe belasting van 40,5Ah op de batterijen gezet welke gelijk is aan een belasting van 8,8Ah gedurende 5 uur. Om te voorkomen dat de batterijen -na C5-test bij netuitval- geen capaciteit meer hebben wordt de C5-test gestopt bij een ondergrens van 22VDC. Indien uit de C5-test blijkt dat: -
De batterijen een capaciteit hebben die lager is dan 70% en 10 jaar of ouder zijn dienen deze te worden vervangen.
-
De batterijen een capaciteit hebben die niet lager is dan 70% en niet ouder zijn dan 10 jaar dienen deze te worden geboosterd. De capaciteit van de
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 21 van 30
-
batterijen kan worden teruggebracht door reconditionering (diep ontladen, rusten en overladen). Er een cel defect is en de batterijen zijn niet ouder dan 10 jaar, dient deze te worden vervangen. LET OP: bij het plaatsen van een nieuwe cel dient het niveau van de huidige batterijen te worden aangevuld en de complete string met batterijen te worden gereconditioneerd. N.B.: Bij het nalaten van reconditionering is de kans groot dat de nieuw geplaatste cel binnen een jaar weer defect is.
4.3.2.
Periodiek onderhoud automatische netomschakeling MNSA
Eis: Norm:
Foutloos functionerende hardware besturing. M.SGD.EI.153 (manual aansluiten en testen MNSA)
Frequentie:
1 keer per 5 jaar.
Omschrijving:
Om de hardware besturing functioneel te kunnen testen dient er een MNSA op locatie te worden opgesteld en aangesloten. Door de netwachter uit te schakelen met schakelaar 0050-S4 in verdeler -A1, zal na 1 minuut de trafo schakelaar uitschakelen en de MNSA starten. Let op, door deze handeling gaat het hele pompstation spanningsloos!! Bij niet goed functionerende hardware componenten meten deze meteen worden vervangen. Indien er binnen de geplande 5 jaar een MNSA wordt geplaatst, dient men voordat deze weer wordt verwijderd ervan overtuigd te zijn dat er een goed werkende besturing wordt achter gelaten. In dit geval kan er op huurkosten worden bespaard door de planning aan te passen, zodat de functionele test pas weer over 5 jaar plaats vind.
4.3.3.
Vervangen batterijen PLC’s
Eis: Norm:
Goed functionerende batterij; Foutloos functionerende PLC. Voldoen aan specificaties van leverancier.
Frequentie:
1 keer per 3 jaar.
Omschrijving:
Testen conditie interne back-up batterij is een geautomatiseerd proces. Bij lage batterij spanning gaat er op de PLC de rode indicator led “LOW BATT” branden en moet de batterij direct worden vervangen. Bij een slecht of niet functionerende batterij kan het interne geheugen –tijdens spanningsuitvalniet goed meer werken of zelfs worden gewist. De batterijen hebben volgens de leverancier een levensduur van 10 jaar. Om te voorkomen dat het PLCgeheugen wordt gewist, wordt de batterij op voorhand tijdens de geplande vervangingsronde elke 3 jaar preventief door afdeling Proces Automatisering vervangen.
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 22 van 30
5
Overig onderhoud
5.1.
Inleiding
De drijfveer voor dit onderhoud ligt op het financiële vlak, dan wel om het behoud van garantie. Het nalaten van deze onderhoudsactiviteiten aan bepaalde installatie- en gebouwdelen leidt op termijn tot (ongewenst) uitval met zeer hoge kosten tot gevolg. Door tijdig onderhoudsactiviteiten uit te voeren blijven de exploitatiekosten laag en kunnen tevens storingen, gebreken, uitval en schade tot een minimum worden beperkt. Voorts krijgt Oasen hierdoor zicht op toekomstige gebreken, reparaties en vervangingen.
5.2.
Overige onderhoudsactiviteiten Productieregio Noord
Onderstaande tabel 5.2 zijn de overige onderhoudsactiviteiten weergegeven waarvoor de afdeling Productie Noord verantwoordelijk is. Deze punten worden vervolgens in de volgende sub paragrafen verder toegelicht.
Controle frequentieomvormers
5.2.2
Controle klimaat- en luchtbehandelingsinstallatie
5.2.3
Verversen en ontluchten meetleidingen
5.2.4
Smeren (elektrische) aandrijving regelafsluiters
5.2.5
Controle & kalibreren drukmeters
5.2.6
Controle & bedienen koppelschakelaar generatorvoeding
5.2.7
Controle & vervangen filters besturings- en FOkasten
5.2.8
Controle & vervangen koelventilatoren besturings- en FO-kasten
5.2.4
Smeren (elektrische) aandrijving regelafsluiters
x
x
8 jaar
1 jaar
6 jaar
5.2.1
2 jaar
7 november 2012
Omschrijving
½ jaar
Paragraaf
¼ jaar
Overige onderhoudsactiviteiten Productie Noord
x x x x x x x
x Tabel 5.2
5.2.1.
Controle frequentieomvormers
Eis:
Geregelde warmtehuishouding.
Normen:
NEN-EN-IEC 60439-1; Temperatuur niet hoger dan +40˚C en een 24-uurs gemiddelde van < 35˚C; Relatieve luchtvochtigheid maximaal 50% bij maximaal +40˚C; Er mag geen condensatie als gevolg van temperatuurswisselingen ontstaan of aanwezig zijn; Vervuilingsgraad 1: geen vervuiling of alleen droge niet-geleidende vervuiling.
Frequentie:
4 keer per jaar.
Handeling:
De frequentieomvormers visueel controleren op de warmtehuishouding (waaronder temperatuur, condensvorming, ventilatie), verouderingsverschijnselen, (glasvezel)verbindingen en het uitlezen van het storingsregister.
Toelichting:
Verhoging van de warmtehuishouding leidt tot versnelde veroudering van componenten van de frequentieomvormer.
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 23 van 30
5.2.2.
Controle klimaat- en luchtbehandelingsinstallatie
Eis: Normen:
Voldoen aan wenswaarden klimaatinstallatie. Temperatuur niet hoger dan +25˚C en een 24-uurs gemiddelde van < 20˚C; Relatieve luchtvochtigheid maximaal 90% bij maximaal +20˚C; Er mag geen condensatie als gevolg van temperatuurswisselingen ontstaan of aanwezig zijn.
Frequentie:
4 keer per jaar.
Handeling:
Visuele controle op luchtvochtigheidsgraad en condensvorming in alle ruimtes van het gebouw.
Toelichting:
De klimaatinstallatie zorgt ervoor dat apparatuur onder de juiste klimatologische omstandigheden kan functioneren en de levensduur ervan wordt bevorderd.
5.2.3.
Verversen en ontluchten meetleidingen
Eis:
Ontluchten en verversen meetleiding.
Norm:
ISO-5667-5 (1991).
Frequentie:
1 keer per jaar.
Handeling:
Bedienen van manometerkraantje op perszijde hoge druk pompen, zodat lucht en water door het ontluchtingsgaatje wordt afgevoerd. Bedienen van kogelkraan op verdeelblok, zodat lucht en water gedurende 1 minuut wordt afgevoerd.
Toelichting:
Om lucht, ongewenste bacterievorming door aangroei en “dood” water te voorkomen moeten periodiek de meetleidingen worden doorgespoeld. NB: Op dit moment is doorspoelen verdeelblok niet mogelijk, dit in verband met het ontbreken van aftap mogelijkheid.
5.2.4.
Smeren (elektrische) aandrijving regelafsluiters (vulleidingen)
Eis: Norm:
Goed werkende aandrijving. Onderhoudsvoorschrift leverancier (Auma).
Frequentie:
2 keer per jaar smeren; 1 keer per jaar bevestigingsschroeven controleren; 6-8 jaar vervangen smeervet.
Handeling:
Uitvoeren van de leveranciersvoorschriften voor de regelafsluiters: (1) 6 maanden na ingebruikname en vervolgens jaarlijks bevestigingsschroeven contoleren en zo nodig vastdraaien; (2) Smeervet aandrijfhuis na 6 - 8 jaar vervangen; (3) Spindel elke 6 maanden smeren.
Toelichting:
Op deze locatie zijn er 2-stuks regelafsluiters (inname- of vulafsluiter) met elektrische aandrijving, voor het regelen van het debiet, aanwezig. Door onvoldoende en/of verouderd smeervet ontstaat er overmatige slijtage. Hierdoor moet de elektrische aandrijving eerder worden vervangen.
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
de
Pagina 24 van 30
5.2.5.
Controle & kalibreren drukmeters
Eis: Norm:
Goed functionerende drukmeting inclusief marge meetafwijking. M.W&Z.AA.103 (manual locatie specifiek is nog niet aangemaakt).
Frequentie:
1 keer per jaar.
Handeling:
Conform kwaliteitssysteem Oasen: het controleren op afwijking van de drukmeters (uitgaand debiet) met behulp van een gekalibreerde drukmeter. Indien de afwijking groter (positief [+] / negatief [-]) is dan de toelaatbare afwijking, dienen de drukmeters te worden gekalibreerd. (Opgenomen waarde/100) x 1% (toelaatbare onnauwkeurigheid) = de toelaatbare afwijking
Toelichting:
Afwijkingen resulteren in of te hoge of te lage druk. Bij te hoge druk is er sprake van een ongewenst energieverlies. NB: is nu op locatie nog niet mogelijk in verband met het ontbreken van een test aansluitmogelijkheid.
5.2.6.
Controle & bedienen koppelschakelaar generatorvoeding
Eis: Norm:
Functionerende lastschakelaar. Foutloze uit- en inschakeling; Geen schade door vlambogen.
Frequentie:
1 keer per jaar.
Handeling:
Jaarlijks dient de koppelschakelaar te worden bedient om verkleving van de contacten te voorkomen. Hierdoor wordt in de verdeler de laagspanningszijde van de nettransformator geïsoleerd. Gezien het geringe gebruik van een MNSA (mobielnoodstroomaggregaat) is een functionele test van de lastschakelaar niet mogelijk. Indien er een MNSA
7 november 2012
wordt geplaatst, dient tijdens het belast beproeven de koppelschakelaar te worden bediend. Toelichting:
Om verkleving van de contacten door de geringe schakelfrequentie te voorkomen moet de schakelaar minimaal 1 keer per jaar worden bedient.
5.2.7.
Controle & vervangen filters besturings- en FO-kasten
Eis: Norm:
Geen vervuilde filters. vervangen filters > 3 jaar.
Frequentie:
2 keer per jaar controleren; 1 keer per 3 jaar vervangen.
Handeling:
Filters laagspanningskasten periodiek controleren op vervuiling. Indien de filters ernstig vervuild zijn moeten deze direct worden vervangen.
Toelichting:
Door vervuiling neemt het luchtdebiet af met als gevolg hogere kasttemperaturen wat leidt tot versnelde veroudering van elektronische componenten.
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 25 van 30
5.2.8.
Controle & vervangen koelventilatoren besturings- en FO-kasten
Eis: Norm:
Geen versleten ventilatoren. > 40.000 draaiuren of > 6 jaar.
Frequentie:
2 keer per jaar visuele controle; 1 keer per 6 jaar vervangen kastventilator.
Handeling:
Controleren kastventilatoren op goede werking, waarbij gelet moet worden of de ventilatoren niet overmatig resoneren. Vanwege de (korte) technische levensduur dienen deze periodiek te worden vervangen.
Toelichting:
De ventilatoren zorgen voor koeling van de laagspanningskasten. Bij uitval zal temperatuur in de laagspanningskasten oplopen wat leidt tot versnelde veroudering van elektronische componenten.
5.3.
Overige onderhoudsactiviteiten Productie Onderhoud
Onderstaande tabel 5.3 zijn de overige onderhoudsactiviteiten weergegeven waarvoor de afdeling Productie Onderhoud verantwoordelijk is. Deze punten worden vervolgens in de volgende sub paragrafen verder toegelicht.
Periodiek onderhoud klimaat- en luchtbehandelingsinstallaties
5.3.3
Periodiek onderhoud schuifpoort
5.3.4
Periodiek onderhoud debietmeters
5.3.8.1
Controle uitwendige bliksembeveiliging
5.3.8.2
Controle overspanningsbeveiligingen
5.3.9
Remplace terrein- en gevelverlichting
5.3.5
Inspectie gevelelementen & puien
5.3.6
Onderhoud vermogensautomaten
5.3.7
Inspectie railsysteem hoofdverdeler
10 jaar
5.3.2
5 jaar
x
4 jaar
Schoonmaak puien & glasbewassing
3 jaar
5.3.1
Paragraaf
1 jaar
Omschrijving
½ jaar
Overige onderhoudsactiviteiten Productie Onderhoud
x x x x x x x x x Tabel 5.3
5.3.1.
Schoonmaak puien & glasbewassing
Eis:
Krasvrije, heldere en lekvrije (geen condens tussen glaslagen) glasoppervlakken; Voldoen aan leveranciersvoorschriften.
Norm:
NEN 2075 (kwaliteitsmeetsysteem voor de schoonmaak-dienstverlening).
Frequentie:
2 keer per jaar.
Omschrijving:
Het schoonmaken van de puien en het glasoppervlak wordt door een externe onderhoudspartij schoongemaakt op voorschrift van de leverancier.
Toelichting:
Om aantasting van het glasoppervlak door neergeslagen vervuiling te voorkomen, moet het glasoppervlak en ventilatieroosters regelmatig worden
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 26 van 30
gereinigd. Daarbij dient te worden voorkomen dat op de omliggende (rubberen)profilering van de ramen en kozijnen vuil waswater achterblijft. Deze omliggende profilering dient dus altijd te worden mee gewassen. Tevens dient voor een goede afwatering en beluchting van de sponningen, de waterafvoergaten in de sponningen te worden vrijgehouden, dan wel schoongemaakt. Voor het schoonmaken is het alleen het gebruik van neutrale middelen met een pH-waarde tussen de 6 en 8 toegestaan. Het reinigen met een hogedrukinstallatie kan schade veroorzaken en dient ten alle tijden worden voorkomen. N.B. Het nalaten van dit onderhoud kan leiden tot het vervallen van de garantie.
5.3.2.
Periodiek onderhoud klimaat- en luchtbehandelingsinstallaties
Eis:
Goed functionerende installatie; Voldoen aan specificaties leverancier. Specificaties leverancier;
Norm:
Test- en controleformulieren onderhoudspartij. Frequentie:
1 keer per jaar.
Omschrijving:
Het onderhoud wordt door een externe onderhoudspartij op basis van serviceen onderhoudsovereenkomst volgens specificaties leverancier uitgevoerd. Tijdens het onderhoud wordt de totale installatie gecontroleerd op goede werking, waarbij met name ook gelet wordt opdat de ventilatoren niet overmatig resoneren. Tevens worden de filters vervangen in verband met vervuiling (weerstand).
7 november 2012
Toelichting:
De klimaatinstallaties zorgt voor droging, koeling, ventilatie en verwarming van het pompstation. Met name de koeling van de laagspanningsruimte is belangrijk. Langdurige uitval, met als gevolg verhoogde temperatuur, leidt tot versnelde veroudering van (elektronische) componenten.
5.3.3.
Periodiek onderhoud schuifpoort
Eis: Norm:
Goed functionerende schuifpoort; Voldoen aan specificaties leverancier. NEN-EN 13241-1; Specificaties volgens leverancier B&G; Test- en controleformulieren onderhoudspartij.
Frequentie:
1 keer per jaar.
Omschrijving:
Het jaarlijks onderhoud wordt door een externe onderhoudspartij, op basis van het “service- en onderhoudscontract poorten, slagbomen en hekwerken”, uitgevoerd. Het onderhoud bestaat op hoofdlijnen uit: -
Controle algehele status zoals: slijtage, beschadiging en corrosie; Controle goede werking veiligheidscomponenten (sensoren, contactlijst en noodstop); Smeren van tandwielen en lagers.
N.B.: In geval van een storing kan er 24h x 7 een beroep op de onderhoudspartij worden gedaan.
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 27 van 30
Toelichting:
De schuifpoorten wordt gezien als onderdeel van de regels rondom „Goed Huisvaderschap‟. Om de (persoonlijke)veiligheid, goede werking en ook de levensduur van de schuifpoort te kunnen blijven garanderen is jaarlijks onderhoud noodzakelijk. De ervaring leert ook dat hiermee wordt voorkomen dat contactlijsten en sensoren los komen te zitten, dan wel disfunctioneren.
5.3.4.
Periodiek onderhoud debietmeters
Eis:
Goed functionerende debietmeters; Voldoen aan specificaties leverancier; Specificaties leverancier;
Norm:
Test- en controleformulieren onderhoudspartij. Frequentie:
1 keer per 2 jaar.
Omschrijving:
Een externe onderhoudspartij controleert de debietmeters op afwijkingen binnen de specificaties van de leverancier, kalibreert de debietmeters en controleert vervolgens nogmaals op eventuele afwijking.
Toelichting:
De debietmeters zijn belangrijk voor de waterbalans. Elke straat heeft een eigen debietmeter die zowel in- als uitgaand reinwater kunnen meten (forwards/reverse meting). Uit de onderhoudsrapportages blijkt dat het verloop in foutmarge zeer gering is, waardoor jaarlijkse controle niet noodzakelijk is. De controle van de debietmeters dienen eens per 2 jaar te worden uitgevoerd.
5.3.5.
Inspectie gevelelementen & puien
Eis: Norm:
Degradatie binnen gestelde grenzen; Leveranciersvoorschriften. NEN 2767.
Frequentie:
1 keer per 5 jaar.
Omschrijving:
Controle van gevels (bakstenen & voegen) en puien (ventilatieroosters, profilering ramen & kozijnen) is verdeeld in visuele inspectie en conditiemeting en wordt overeenkomstig met de NEN 2767 door een externe onafhankelijke inspectiepartij uitgevoerd.
Toelichting:
Volgens leveranciersvoorschriften dient er 1 keer per 2,5 jaar een visuele inspectie te worden gehouden, om gebreken en beschadigingen in een eerder stadium vast te stellen. Vervolgens is er voorlopig bepaald om 1 keer per 5 jaar een conditiemeting te houden. Na elke 5 jaar kan er een representatief beeld worden geven over de degradatie in relatie tot het uitgangspunt (situatie bij oplevering).
5.3.6.
Onderhoud vermogensautomaten
Eis: Norm:
Voldoen aan de specificaties van de leverancier. Test- en controleformulieren onderhoudspartij.
Frequentie:
1 keer per 5 jaar.
Omschrijving:
Op advies van de leverancier wordt het periodieke onderhoud aan de vermogensautomaten door een externe onderhoudspartij -volgens voorschriften van de leverancier- uitgevoerd. De schakelaars worden tijdens
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 28 van 30
het onderhoud gecontroleerd op juiste werking instellingen en juist moment van uitschakeling. Toelichting:
5.3.7.
mechaniek,
controle
De reden voor dit onderhoud is dat thermische en dynamische belastingen kunnen leiden tot te hoge overgangsweerstanden, met als gevolg dat de schakelaar op verkeerde waarden uitschakelt, dan wel niet schakelt door een mechanisch defect.
Inspectie railsysteem hoofdverdeler
Eis:
Overgangs- en isolatieweerstanden binnen toleranties.
Norm:
Voldoen aan IEC-EN-NEN 60439 en NEN 3140; Specificaties leverancier.
Frequentie:
1 keer per 10 tot 12 jaar.
Omschrijving:
Op advies van de leverancier word er om de 10 tot 12 jaar het railsysteem volledig geïnspecteerd, door gemeten en verbindingen nagetrokken op moment . Deze inspectie is een aanvulling op de verplichte inspectie in paragraaf 2.1.7 herkeuring elektrische installatie. Slechte verbindingen in het railsysteem moeten in princiepen tijdens de verplichte inspectie naar voren komen.
Toelichting:
De reden voor deze inspectie is dat thermische en dynamische belastingen kunnen leiden tot te hoge overgangsweerstanden. Deze weerstanden veroorzaken plaatselijk overmatige warmteontwikkeling. Tevens wordt deze inspectie uitgevoerd om kijken of hoofdverdeler nog steeds voldoet aan de afgegeven CE-markering.
7 november 2012
5.3.8.
Bliksembeveiliging
5.3.8.1. Controle uitwendige bliksembeveiliging Eis: Norm:
Goedgekeurde installatie; Geen gebreken; voldoen aan PVE NEN-EN IEC 62305; NPR 1014; Inspectie door BRL 1201 gecertificeerde partij.
Frequentie:
1 keer per 3 jaar inspectie en onderhoud.
Omschrijving:
Inspectie en onderhoud wordt uitgevoerd door een externe gecertificeerde onderhoudspartij op basis van een jaarorder. Tijdens de inspectie wordt de uitwendige bliksembeveiliging gecontroleerd op losse daknetten, te hoge overgangsweerstanden en corrosie en dergelijke. Tevens worden er een aardverspreidingsweerstandsmeting van de aardelektrodes en een circuitmeting verricht.
Toelichting:
Op basis van de risicoanalyse (conform de NEN-EN IEC 62305) is geen jaarlijkse controle van de uitwendige bliksembeveiligingsinstallatie nodig. Op basis van praktijkervaring is de controle van de uitwendige bliksembeveiliging bepaald op eens per 3 jaar. De ervaring leert dat er na deze periode losse daknetten, te hoge weerstanden en dergelijke worden aangetroffen.
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 29 van 30
5.3.8.2. Controle overspanningsbeveiligingen Eis:
Goedgekeurde installatie; Geen gebreken; voldoen aan PVE; Geen aangesproken verklikker(s); Foutloze alarmmelding bij aanspreken van meldcontact. Voldoen aan NEN-EN IEC 62305;
Norm:
Inspectie door BRL 1201 gecertificeerde partij. Frequentie:
1 keer per 3 jaar inspectie en onderhoud.
Omschrijving:
Inspectie wordt uitgevoerd door een externe gecertificeerde onderhoudspartij op basis van een jaarorder. Tijdens de inspectie wordt er gecontroleerd op juiste plaatsing en aansluiting van de overspanbeveiligingen en of de signalering is aangesproken.
Toelichting:
De overspanningsbeveiligingen zijn veelal uitgevoerd met een verklikker (visueel zichtbaar) en/of meldcontact. Op basis van ervaring is een controleronde na 3 jaar noodzakelijk. De controle van overspanbeveiligingen worden meegenomen in de inspectieronde van uitwendige bliksembeveiliging.
5.3.9.
Remplace terrein- en gevelverlichting
Eis: Norm:
Voldoen aan het minimale oriëntatieverlichtingsniveau; Niet meer dan 20% (= 6 lampen) uitval. Verlichtingsniveau minimaal 1 lux op 0-niveau
Frequentie:
1 keer per 4 jaar.
Omschrijving:
De remplace (vervanging) van de terreinverlichting is gebaseerd op de gegarandeerde levensduur van de lampen gedeeld door de gemiddelde brandduur. Zodoende was de remplace op voorhand gepland om de 3 jaar.
Toelichting:
De ervaring is dat de remplace kan worden uitgesteld naar 1 keer per 4 jaar. Daarbij wordt tevens gehanteerd dat er niet meer 20% lampuitval mag zijn. Indien er dus binnen deze 4 jaar meer dan 20% lampuitval wordt geconstateerd, wordt de ramplace eerder uitgevoerd vanwege financiële redenen. Bij het vervangen van de terrein- en gevelverlichting is namelijk een hoogwerker nodig.
Onderhoudsplan locatie SPS Gouda Versie: 0.0
Pagina 30 van 30