onbewaakte kopie
Protocollenboek Voorbehouden en Risicovolle en Overige handelingen Hoofdstuk Nier- en blaaskatheterisatie
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 1
Inhoudsopgave Blaaskatheterisatie ............................................................................................................................................ 1 Katheterisatie via urethra................................................................................................................................... 3 Suprapubische katheterisatie ............................................................................................................................ 6 Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie ......................................................................................... 8 Spoelen van de katheter en/of blaas ............................................................................................................... 11 Opvangen van urine voor onderzoek .............................................................................................................. 15 Externe katheter (uitwendige katheter, condoomkatheter).............................................................................. 18 Blaaskatheters ................................................................................................................................................. 21 Frequentie verwisselen blaaskatheter ............................................................................................................. 25 Urineopvangzak............................................................................................................................................... 26
© Vilans 20-12-2012
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 1
Blaaskatheterisatie Onder blaaskatheterisatie wordt verstaan: het inbrengen van een flexibele buis (de blaaskatheter) in de blaas, zodat de urine kan aflopen of om stoffen in de blaas te brengen (blaasspoelen/blaasintillatie).
Indicaties voor blaaskatheterisatie Indicaties voor blaaskatheterisatie zijn enerzijds het onvermogen om de blaas op natuurlijke wijze te ledigen (retentie) en anderzijds het onvermogen om urine vast te houden (incontinentie). Mogelijke oorzaken van een blaasretentie: afvloedbelemmering door obstructie, bijvoorebeeld door: – obstipatie, – tumor in de blaas, prostaat of cervix, – vergroting van de prostaat (prostaathypertrofie), – vernauwing van de blaashals (blaashalsstenose), – vernauwing van de urethra (urthrastrictuur) – stolsel bij haematurie (bijvoorbeeld na operatie) neurologische oorzaak (bijvoorbeeld bij diabetische neuropathie, multiple sclerose, dwarslaesie) medicatie. Incontinentie is alleen dan een indicatie voor katheterisatie wanneer het gepaard gaat met ernstige huidschade bij een bedlegerige cliënt of wanneer de cliënt daar nadrukkelijk om vraagt in verband met ongemak. Geef de cliënt, die vraagt om een blaaskatheter, altijd informatie over risico’s en andere oplossingen. Ook wordt geadiviseerd om zo weinig mogelijk een blaaskatheter te gebruiken voor diagnostische redenen. Gebruik bij voorkeur een blaasscan om een residu te bapalen. Alleen als deze niet aanwezig is wordt bij een vergrote blaasinhoud overgegaan tot een eerste katheterisatie.
Vormen van blaaskatheterisatie Bij katheterisatie is een onderscheid te maken in: blaaskatheterisatie via de plasbuis (urethra): – intermitterende (of eenmalige) katheterisatie; – het inbrengen van een verblijfskatheter (catheter à demeure: CAD); blaaskatherisatie via een kunstmatige opening in de buikwand, net boven het schaambeen (suprapubische katheter). Voor het goed uitvoeren van blaaskatheterisatie via de urethra is het van belang om goede informatie te hebben over: de indicatie; de mogelijke complicaties die bij de katheterisatie op kunnen treden.
Intermitterende blaaskatheterisatie Bij intermitterende katheterisatie of eenmalige katheterisatie wordt de katheter weer verwijderd zodra de blaas leeg is. Intermitterende katheterisatie (= het herhaaldelijk, dus met tussenpozen, © Vilans 27-08-2012
Achtergrondinformatie Blaaskatheterisatie: 1 (van 2)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 2
legen van de blaas met behulp van een katheter) of eenmalige katheterisatie vindt plaats via de urethra. Indien mogelijk verdient intermitterende katheterisatie de voorkeur boven een verblijfskatheter. Intermitterende katheterisatie is een veilige en effectieve manier om de blaas te legen. Intermitterende katheterisatie wordt overwogen bij een verstopte blaaskatheter en aanhoudende lekkage langs de verblijfskatheter of hematurie (veroorzaakt door langdurige blaaskatheterisatie). Intermitterende blaaskatheterisatie kan door de meeste cliënten zelf worden geleerd.
Katheterisatie met (suprapubische) verblijfskatheter Gezien het infectierisico dient het gebruik van een verblijfskatheter zoveel mogelijk te worden beperkt. Verblijfskatheters kunnen het slijmvlies van de urethra en de blaas beschadigen en zijn één van de grootste bronnen voor urineweginfectie. Een verblijfskatheter wordt alleen ingebracht als het absoluut noodzakelijk is en dan dient de katheter steriel ingebracht worden. Ter voorkoming van urineweginfectie ten gevolge van de verblijfskatheter, is goede vochtinname van belang. De vochtinname dient zodanig te zijn dat de urineproductie tenminste 1½-2 liter bedraagt. Er wordt een onderscheid gemaakt in: katheterisatie door middel van een verblijfskatheter die via de urethra (urethra) wordt ingebracht; katheterisatie door middel van een verblijfskatheter die via een kunstmatige opening in de buikwand, net boven het schaambeen wordt ingebracht (suprapubische katheter).
Levensduur van een katheter De levensduur van de katheter, waarbij verkalking of debrisvorming optreedt, kan verlengd worden door: katheterspoelingen met de juiste spoelvloeistoffen goede voeding voldoende vochtinname. Het is goed om de datum van de inbreng en de reden van het verwijderen vast te leggen. Hierdoor heb je na drie tot vijf katheters een duidelijk overzicht van de levensduur van de katheter bij betreffende cliënt 1 . Bron 1. Verenso (2011). Richtlijn blaasktheters. Langdurige blaaskatheterisatie bij patiënten met complexe multimorbiditeit. 2. Werkgroep Infectiepreventie. Preventie van infecties als gevolg van blaaskatheterisatie via de urethra, juli 2010. Ziekenhuizen. (www.wip.nl, externe link, gezien nov 2010)
1 © Vilans 27-08-2012
Bron: Braun, Uro-tainer katheteronderhoud. Gids naar het juiste behandelplan. Achtergrondinformatie Blaaskatheterisatie: 2 (van 2)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 3
Katheterisatie via urethra Voor het goed uitvoeren van blaaskatheterisatie via de urethra is het van belang om goede informatie te hebben over: de indicatie; de mogelijke complicaties die bij de katheterisatie op kunnen treden. Vooral bij aandoeningen of vernauwingen van de urethra (bijvoorbeeld tumorgroei of vergrote prostaat) kan het inbrengen van een urethrale blaaskatheter voor problemen zorgen. Overleg met de behandelend arts over het risico van complicaties en of de katheter veilig kan worden ingebracht. In dergelijke situaties wordt de katheter altijd eerst door een arts ingebracht (in aanwezigheid van degene die daarna de handeling overneemt). Het inbrengen van een katheter is een voorbehouden handeling; de arts bepaalt of katheterisatie verantwoord is.
Infectiepreventie Voorkom bij het inbrengen van de katheter infecties. Zorg dat er geen bacteriën in de blaas of urinewegen komen. Het inbrengen van een eenmalige of verblijfskatheter gebeurt op dezelfde wijze.
Katheterset Het gebruik van een katheterset verdient aanbeveling, hierin bevinden zich alle benodigdheden. Wattenbollen/gazen voor het reinigen van de urethraopening hoeven niet steriel te zijn, wel schoon 1 . Reden is dat ze niet in aanraking komen met een steriel gebied.
Reinigen bij mannen Trek de voorhuid, indien aanwezig, terug. Maak de glanspenis schoon met een wattenbol/gaas die in water uit een flink stromende kraan is gedrenkt 2 . Gebruik elke wattenbol/gaas maar één keer. Leg onder de penis een gaasje. Schuif de voorhuid na het katheteriseren weer terug. Dit moet zorgvuldig gebeuren, omdat anders een zogenaamde paraphimosis (Spaanse kraag = insnoering van de penis door achter de eikelrand teruggeschoven en daarna opgezwollen voorhuid) kan ontstaan, waarbij de teruggetrokken voorhuid strak om de glanspenis spant
Reinigen bij vrouwen Maak de urethraopening en de vulva (schaamlippen), schoon met een wattenbol/gaas gedrenkt in water uit een flink stromende kraan. Reinig drie keer van boven naar beneden in de richting van het perineum. Elke wattenbol/gaas maar één keer gebruiken.
1
Gazen en wattenbollen in een katheterset zijn wel steriel omdat ze samen met materialen die steriel moeten zijn gesteriliseerd worden. 2 Indien geen water uit flink stromende kraan voor handen is wordt steriel water gebruikt. © Vilans 27-08-2012
Achtergrondinformatie Katheterisatie via urethra: 1 (van 3)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 4
Vullen van de blaas bij het verwisselen van een verblijfskatheter Wanneer het verwisselen van een verblijfskatheter lastig gaat wordt in overleg met de arts de blaas soms eerst via de ‘oude’ katheter gevuld met ongeveer 50 ml zoutoplossing. Daarna wordt bij een enigszins gevulde blaas een nieuwe katheter ingebracht 3 .
Gebruik van glijmiddel Bij mannen en bij vrouwen wordt de urethra eerst ingespoten met een glijmiddel met anestheticum (verdovend middel). Het is belangrijk om de gehele inhoud van het spuitje in te brengen. Hierdoor glijdt de katheter beter naar binnen en voorkomt beschadiging van de urethrawand. De verdovende werking begint 5 – 7 minuten na inspuiting en duurt ongeveer 1,5 uur.
Steriel inbrengen van de katheter
Draag steriele handschoenen bij het, met de hand, inbrengen van de katheter. Wanneer de katheter met een pincet of gebruikmaking van de verpakkingshoes wordt ingebracht, voldoen niet-steriele handschoenen. Sommige katheters zijn zodanig dubbel verpakt dat de katheter kan worden ingebracht vanuit de steriele binnenverpakking. Bij het inbrengen mag de kathetertip niet in contact komen met de omgeving. Gebeurt dit wel, dan een nieuwe katheter nemen.
Vullen katheterballon bij verblijfskatheter en aansluiten urineopvangzak De katheterballon zorgt ervoor dat een verblijfskatheter op zijn plaats blijft. Schuif de katheter, op het moment dat urine afloopt, nog iets op (nog 2 cm bij een vrouw en tot 5 cm bij een man). Vul daarna de ballon met de voorgeschreven hoeveelheid gedestilleerd water (aquadest) 4 .
Tekening: een katheter in blaas bij een man. (bron: kiesbeter.nl)
Zowel bij mannen als bij vrouwen wordt de verblijfskatheter uitwendig met afvoerslang over het bovenbeen gefixeerd. Het is belangrijk dat de katheter niet onder spanning komt te staan en dat er een blijvende goede afvoer is. NB. Als de katheter onder het bovenbeen ligt, wordt bij mannen voortdurend druk uitgeoefend op de achterwand van de urethra, iets achter de sluitspier (sphincter externus). Hierdoor 3
Informatie van Dr. J.W. Noordzij en Dr. B.Y.M. Zeijlemaker, urologen. Redactie: www.urolog.nl (externe link). 4 Sommige fabrikanten raden aan de ontplooibaarheid van de ballon te controleren alvorens de katheter in te brengen. Soms krijgt de ballon niet helemaal een ronde vorm. © Vilans 27-08-2012
Achtergrondinformatie Katheterisatie via urethra: 2 (van 3)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 5
kunnen beschadigingen optreden. Deze beschadigingen kunnen oorzaak zijn van vernauwingen (strictuurvorming) in de urethra.
Aansluiten van de urineopvangzak De katheter wordt aangesloten op een urine-opvangzak. Eerst worden de aansluitpunten gedesinfecteerd met alcohol 70%. Men kan de urine-opvangzak al eerder aan de katheter aansluiten; het systeem is dan gesloten vanaf het moment van inbrengen. Dit verkleint de kans op morsen. De urine-opvangzak wordt onder het niveau van de blaas van de cliënt opgehangen. De zak mag nooit boven het niveau van de blaas worden gebracht. Om terugslag van de urine te voorkomen kan, bijvoorbeeld bij het overtillen van de cliënt, de katheter tijdelijk worden afgeklemd. Urineopvangzak en aftapkraan moeten voldoende hoog van de vloer hangen, dat wil zeggen dat zij noch de vloer, noch de voeten van verzorgers mogen raken, ook niet wanneer een hooglaagbed in de laagste stand wordt geplaatst.
Verzorgen van de urethrale verblijfskatheter Een volwassene met een urethrakatheter moet een dusdanig vochtinname hebben dat de urineproductie bij voorkeur tenminste 1,5 tot 2 liter per dag bedraagt. Een ruime vochtinname zorgt namelijk voor een ruime diurese (urineproductie) waardoor het spoelmechanisme om bacteriën uit de blaas te verwijderen zo optimaal mogelijk functioneert. De geslachtsdelen en het gebied rondom de katheter worden dagelijks gewassen met water 5 . Ophoping van secreet rond de urethramonding bevordert kolonisatie met bacteriën. Onderzoek toont niet aan dat bij meerdere malen per dag wassen van het geslachtstgebied de kans op infecties afneemt 6 . Verzorging van de uitwendige genitaliën met een desinfecterende vloeistof of zalf is niet effectief.
Verwijderen van de verblijfskatheter Voor het verwijderen van de verblijfskatheter wordt de ballon leeggezogen, waarna de katheter langzaam door de urethra naar buiten wordt getrokken. De eerste 8-24 uur na het verwijderen van de katheter is het belangrijk te controleren of de mictie weer op gang komt. Bron Werkgroep Infectie Preventie. Verzorging bij urinelozing en stoelgang. Verpleeghuis- woonen thuiszorg. September 2004, revisie: september 2009. www.wip.nl (externe link) Werkgroep Infectie Preventie. Preventie van infecties als gevolg van blaaskatheterisatie via de urethra. Ziekenhuizen, Werkgroep Infectiepreventie. Vastgesteld: juli 2005, Gewijzigd: juli 2006 en september 2006. Revisie: juli 2010. www.wip.nl (externe link) Richtlijn Blaaskatheterisatie, Langdurige blaaskatheterisatie bij patiënten met complexe multimorbiditeit. Verenso. April 2011.
5
WIP richtlijn: water en eventueel zeep Artikel in Nursing maart 2012: Is bij blaaskatheter tweemaal daags een onderwassing nodig? (externe link) 6
© Vilans 27-08-2012
Achtergrondinformatie Katheterisatie via urethra: 3 (van 3)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 6
Suprapubische katheterisatie Als een verblijfskatheter noodzakelijk is, wordt steeds vaker gekozen voor de suprapubische methode 1 . Voordelen van een suprapubische katheter ten opzichte van een urethrale verblijfskatheter zijn: minder kans op het ontstaan van urineweginfecties en urosepsis (blaasontsteking); minder kans op het optreden van blaaskrampen en blaasstenen; geen irritatie/beschadiging van het urethrale slijmvlies; minder belemmering van het seksuele contact; het weer zelf leren urineren (indien van toepassing) is eenvoudiger. Een nadeel van een suprapubische katheter ten opzichte van een urethrale katheter is dat deze de eerste keer door een uroloog ingebracht moet worden.
Inbrengen van de suprapubische verblijfskatheter De suprapubische verblijfskatheter wordt de eerste keer met steriele handschoenen ingebracht door een arts (veelal door een uroloog). De huid boven het schaambeen wordt verdoofd en gedesinfecteerd. De volle blaas, die boven het schaambeen te voelen is, wordt aangeprikt met een holle naald en vervolgens wordt de katheter met behulp van een troicart (een soort holle voerdraad) in de blaas geplaatst. Na een aantal weken (6 - 8 weken) vormt zich rond de katheter een fistel (een onnatuurlijke verbinding van een lichaamsholte met de huid) van de blaas naar de buikwand.
Verzorgen van de suprapubische verblijfskatheter De insteekopening wordt de eerste 5 dagen, dus als er nog sprake is van een wond en wanneer deze geïrriteerd is, beschermd door een steriel splitkompres. Het steriele gaasje wordt tenminste eenmaal per dag en bij iedere verontreiniging vervangen. Desinfecterende zalf, zoals betadinezalf, wordt alleen gebruikt op indicatie van de arts (Betadinezalf kan het materiaal van de katheter aantasten). De verzorging is verder gelijk aan de verzorging van de via de urethra ingebrachte katheter. Het gebied rondom de katheter wordt dagelijks gewassen met water 2 . Draaien en/of dompelen In de richtlijnen voor suprapubische katheters wordt niet meer gesproken over het draaien van de suprapubische katheter voor het vormen van een goede fistel. Er zijn echter artsen die dit (en zelfs het dompelen van de katheter) nog voorschrijven. Overleg dus altijd met de arts of de suprapubische katheter ook gedraaid moet worden en zo ja, hoe vaak.
1
Gebaseerd op richtlijnen Werkgroep Infectiepreventie (WIP): Verzorging bij urinelozing en stoelgang. Verpleeghuis-, woon- en thuiszorg. September 2004. Revisie: september 2009. Preventie van infecties als gevolg van blaaskatheterisatie via de urethra. Ziekenhuizen, Werkgroep Infectiepreventie. Vastgesteld: juli 2005, Gewijzigd: juli 2006 en september 2006. Revisie: juli 2010. 2 De insteekopening wordt gewassen met water (en eventueel met zeep) © Vilans 27-08-2012
Achtergrondinformatie Suprapubische katheterisatie: 1 (van 2)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 7
Verwisselen van de suprapubische verblijfskatheter Zolang de fistel nog niet goed is gevormd (meestal de eerste 6 weken), wordt de suprapubische verblijfskatheter door een arts verwisseld (meestal poliklinisch). Na het verwijderen van de suprapubische katheter uit de blaas sluit de fistel binnen 1 tot 6 uur. Een nieuwe suprapubische katheter moet dus altijd zo snel mogelijk worden ingebracht. De cliënt dient thuis een reservekatheter te hebben. Een suprapubische verblijfskatheter wordt altijd met steriele handschoenen aan of met een steriel pincet ingebracht 3 . Voordat de suprapubische katheter wordt ingebracht wordt katheterglijstof met een anestheticum op het uiteinde van de katheter aangebracht. Het is aan te bevelen de handeling met twee personen uit te voeren 4 . Vullen van de blaas voordat de katheter wordt ingebracht NB In de nieuwe richtlijn van Verenso wordt de blaas niet gevuld of wordt de katheter niet een paar uur afgeklemd voordat de katheter wordt verwisseld. Soms wordt het echter nog voorgeschreven: Het vullen van de blaas met 100 ml blaasspoelvloeistof of het twee uur van te voren afklemmen van de katheter heeft de volgende redenen: een nieuwe suprapubische katheter kan gemakkelijker ingebracht worden in een gevulde blaas; na het inbrengen kan direct worden vastgesteld dat de katheter goed zit. Het vullen van de blaas dient langzaam te gebeuren. Vooral bij cliënten die langere tijd een suprapubische verblijfskatheter hebben, kunnen blaasspasmen optreden ten gevolge van een verminderde blaascapaciteit.
Katheter verwijderen zonder terugplaatsing Als een suprapubische katheter blijvend wordt verwijderd sluit de fistel zich normaal gesproken spontaan tussen 1 – 6 uur. Behandel het wondje, dat ontstaat als de fistel zich niet sluit als een rode of gele wond 5 .
3
Gebaseerd op richtlijnen Werkgroep Infectiepreventie (WIP): Verzorging bij urinelozing en stoelgang. Verpleeghuis-, woon- en thuiszorg. September 2004. Revisie: september 2009 Preventie van infecties als gevolg van blaaskatheterisatie via de urethra. Ziekenhuizen, Werkgroep Infectiepreventie. Vastgesteld: juli 2005, Gewijzigd: juli 2006 en september 2006. Revisie: juli 2010. 4 Richtlijn blaaskatheters. Langdurige blaaskatheterisatie bij patiënten met complexe multimorbiditeit. Verenso. April 2011 5 WCS wondenboek. © Vilans 27-08-2012
Achtergrondinformatie Suprapubische katheterisatie: 2 (van 2)
onbewaakte kopie Nier- en blaaskatheterisatie 8
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie Aandachtspunten bij blaaskatheterisatie
De voorbereiding en inbrengen van een eenmalige of intermitterende katheter gebeuren op dezelfde wijze als voor de verblijfskatheter. De katheter wordt ingebracht met steriele handschoenen of steriele pincet. Een katheter moet voorzichtig worden ingebracht. Forceer het inbrengen niet. Een obstructie kan het gevolg zijn van spasmen van de sluitspier of een vernauwing daarvan. Laat de cliënt hoesten of rustig zuchten wanneer bij het inbrengen weerstand wordt ondervonden. Als de katheter daarna nog steeds niet in te brengen is, dient de arts daarover te worden ingelicht. Beëindig bij een bloeding uit de blaas (urethra) de handeling en licht de arts in. Te snelle lediging van de blaas kan eventueel een collaps (flauwte) van de cliënt veroorzaken doordat de grote vaten in de omgeving van de blaas open gaan staan. Dit is afhankelijk van de leeftijd en conditie van de cliënt en de conditie van de nieren 1 . Observeer de cliënt tijdens het legen van de blaas. Wanneer de cliënt zich niet goed voelt: – Klem de katheter af totdat de cliënt herstelt. – Leg de cliënt zo mogelijk in trendelenburg. – Overleg met de arts als de cliënt niet herstelt. Na herstel: – Adviseer de cliënt zo mogelijk (veel) te drinken. Een ernstige urineretentie (grote hoeveelheid residuale urine) kan betekenen dat de blaas continu gedraineerd moet worden (dmv een verblijfkatheter). Voor elke katheterisatie bij een cliënt wordt een nieuwe katheter gebruikt. Indien de cliënt zichzelf katheteriseert kan, bij een aantal merken, de katheter onder de kraan worden gereinigd en worden hergebruikt 2 . In het ziekenhuis wordt dit niet toegepast en gebruikt de cliënt steeds een nieuwe steriele katheter.
Observatiepunten bij katheterisatie (verblijfskatheter) Let op de volgende punten: de hoeveelheid urine Zeker wanneer de katheter pas is ingebracht dient de urineproductie gecontroleerd te worden. Per 24 uur is de urineproductie ongeveer 1500 ml. Dit betekent ongeveer 60 ml per uur.
Onrust of verwardheid van de cliënt Psychische onrust en verwardheid kan het risico op het zelf verwijderen van de katheter vergroten.
De volgende observatie punten kunnen wijzen op een blaasontsteking: 1
Vaak wordt alertheid gevraagd bij een afloop van 500 ml of meer, maar ook bij geringere hoeveelheden kan dit voorkomen. 2 De Werkgroep Infectie Preventie doet hierover geen uitspraak. © Vilans 27-08-2012
Achtergrondinformatie Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie: 1 (van 3)
onbewaakte kopie Nier- en blaaskatheterisatie 9
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
bestanddelen in de urine Controleer de urine op aanwezigheid van slierten, vlokken, gruis of bloed. Penetrante geur Een penetrante geur wordt alleen waargenomen tijdens het legen van de urinezak. Let tijdens het legen op de geur. Pijn in de onderbuik Pijn kan wijzen op een blaasontsteking. Blaaskrampen echter wijzen meestal niet op een blaasontsteking. Het is een natuurlijke reactie op de aanwezigheid van een vreemd voorwerp. Door blaaskrampen kan de urine langs de katheter lekken. Het terugbrengen van de hoeveelheid vloeistof in de ballon tot 5 ml kan de krampen en het lekken verminderen. De krampen kunnen ook ontstaan doordat de katheter verstopt of afgekneld is. Temperatuur Verhoging op koorts in combinatie met één van de bovengenoemde punten kan een aanwijzing zijn voor een blaasontsteking.
Complicaties ten gevolge van blaaskatheterisatie Complicaties die kunnen optreden ten gevolge van blaaskatheterisatie zijn: verstopping aanbevelingen: – zorg voor een ruime vochtinname van 1,5 tot 2 liter per dag. – spoel de blaaskatheter met een fysiologische zoutoplossing om de doorgankelijkehid na te gaan. – verwissel de blaaskatheter – verkort bij een cliënt die geregeld een verstopte blaaskatheter heeft, stapsgewijs het tijdsinterval tussen de katheterwisselingen, tot de voorstopping wordt voorkomen. – overweeg bij een verstopte blaaskatheter intermitterende katheterisatie.
hematurie (bloed in de urine) aanbevelingen: – ga na of er een kleinere maat blaaskatheter mogelijk is en evalueer het effect op de hematurie – vul de katheterballon pas nadat de urine is afgevloed en schuif de blaaskatheter daarna nog 2 cm bij vrouwen en 5 cm bij mannen op en evalueer het effect op de hematurie – overweeg bij hematurie (veroorzaakt door langdurige blaaskatheterisatie) intermitterende katheterisatie lekkage aanbevelingen – ga bij lekkage na of er verstopping van de blaaskather is en neem die weg – verminder de inhoud van de katheterballon en evalueer het effect op de lekkage – ga na of er een kleinere maat blaaskahteter mogelijk is en evalueer het effect op de lekkage. – overweeg bij aanhoudende lekkage intermitterende katheterisatie urineweginfecties aanbevelingen: – neem in opdracht arts een urinekweek af – het gebruik van antibiotica ter voorkoming van infectie bij een katheter wordt afgeraden. – Verwissel de blaaskatheter binnen 24 uur na de start van een antibioticabehandeling. Antibiotica krijgt de bacterie niet weg uit de blaaskatheter. De katheter moet worden verwisseld, omdat de katheter anders een bron vormt voor een nieuwe infectie 3 .
3
Richtlijn blaaskatheters. Langdurige blaaskatheterisatie bij patiënten met complexe multimorbiditeit. Verenso. April 2011 © Vilans 27-08-2012
Achtergrondinformatie Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie: 2 (van 3)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 10
blaaskrampen aanbeveling: – ga na of er een kleinere maat blaaskatheter mogelijk is en evalueer het effect op de blaaskramp – verminder de inhoud van de katheterballon en evalueer het effect op de blaaskramp
Bronnen Werkgroep Infectiepreventie (WIP): Verzorging bij urinelozing en stoelgang. Verpleeghuis-, woon- en thuiszorg. September 2004. Revisie: september 2009 Preventie van infecties als gevolg van blaaskatheterisatie via de urethra. Ziekenhuizen, Werkgroep Infectiepreventie. Vastgesteld: juli 2005, Gewijzigd: juli 2006 en september 2006. Revisie: juli 2010. Richtlijn blaaskatheters. Langdurige blaaskatheterisatie bij patiënten met complexe multimorbiditeit. Verenso. April 2011
© Vilans 27-08-2012
Achtergrondinformatie Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie: 3 (van 3)
onbewaakte kopie Nier- en blaaskatheterisatie 11
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Spoelen van de katheter en/of de blaas Ook al lijken de handelingen - op het eerste gezicht - veel op elkaar, er zit een groot verschil tussen het doel van het spoelen van de blaas en het spoelen van de katheter: Het spoelen van de katheter heeft als doel de katheter doorgankelijk te houden door encrustatie (letterlijk ‘korstvorming’, oftewel aanslag/verkalking aan de binnenkant van de katheter) en debrisvorming (weefselvorming) te voorkomen en te verwijderen. Katheterspoelen is zinvol bij cliënten die snel een verstopte blaaskatheter hebben. Katheterspoelen gebeurt altijd met een kleine hoeveelheid spoelvloeistof.
Het spoelen van de blaas heeft als doel medicatie aan te brengen aan de blaaswand (blaasinstillatie) of om bloedstolsels of debris (bezinksel) uit de blaas te verwijderen. Spoelen om debris weg te halen, gebeurt altijd met een ruime hoeveelheid spoelvloeistof 1 .
Oorzaken van en oplossingen voor verstopte katheter Mogelijke oorzaken van een verstopte katheter Oorzaken dat een katheter niet doorloopt kunnen zijn: knik in de slang of afgeknelde slang; urine-opvangzak hangt hoger dan het blaasniveau; katheter ligt tegen de blaaswand waardoor de afvoeropeningen worden afgesloten, bijvoorbeeld door zuigkrachten; verkalking in de katheter; debrisvorming (weefselvorming) in de katheter; te weinig gedronken constipatie Elke oorzaak heeft een andere behandeling nodig. Het is dan ook van belang om de oorzaak van de blokkade te achterhalen. Het regelmatig wisselen van de verblijfskatheters moet namelijk worden voorkomen, het geeft een verhoogd risico op een infectie en ongemak voor de client. Verkalking /encrustatie Bij vermoeden van verkalking/encrustatie is het goed dit, na het verwijderen van de katheter, te controleren door de katheter in de lengte open te snijden en te bestuderen. Wat is er te zien? Bij kalkvorming vormen zich kristallen rond de uitstroomopeningen, op de ballon en in het interne lumen van de katheter.
foto: verkalking van de katheter¹
1 © Vilans 27-08-2012
Verenso. Richtlijn Blaaskatheters (2011). Achtergrondinformatie Spoelen van de katheter en/of blaas: 1 (van 4)
onbewaakte kopie Nier- en blaaskatheterisatie 12
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Om verkalking/encrustatie en dus het regelmatig verstoppen van de katheter te voorkomen, wordt de katheter gespoeld met een zure spoelvloeistoef (bijvoorbeeld Solutio G/Suby G). De zure spoelvloeistoef lost de aanslag op en houdt de katheter open. Let op: Twee keer achter elkaar spoelen met kleinere hoeveelheden zure spoelvloeistof (2 x 10 50 ml) is effectiever dan een keer spoelen met een grote hoeveelheid (100 ml) en is minder irriterend voor de blaas. Wanneer spoelen met de spoelvloeistof Solutio G/Suby G niet voldoende effect heeft, is het mogelijk om een korte periode met Solutio R te spoelen. Dit is een spoelvoeistof met een hogere zuurgraad dan Solutio G/Suby G. Spoel hiermee niet langer dan twee weken 2 , omdat de hoge zuurgraad van Solutio R de blaaswand kan irriteren. Weefelvorming/debris Als de katheter niet is verstopt door verkalking en er is wel weefselvorming (debris) waarneembaar, dan is het heel goed mogelijk dat dit de oorzaak is van de verstopping. Een verstopping door weefselvorming kan worden voorkomen, door de katheter regelmatig met NaCl 0,9% te spoelen. Deze mechanische reiniging (door beweging, spoeling) met NaCl 0,9% moet passief (zwaartekracht) gebeuren: Breng NaCl 0,9% in en laat de vloeistof direct weer terugvloeien. Het direkt terugvloeien irriteert de blaaswand zo min mogelijk.
Katheterspoelen met een blaasspoelzakje of blaasspuit Het spoelen van de katheter kan worden uitgevoerd met spoelvloeistof die uit een blaasspoelzakje, uro-tainer twin bag (twee zakjes spoelvloeistof aan elkaar) of eventueel met een blaasspuit (van 50 ml) wordt toegediend. Bij het spoelen met blaasspoelzakjes is het risico op infectie geringer. Daarom verdient dit de voorkeur boven het spoelen met een spuit. Voer het spoelen met of zonder katheterventiel altijd op aseptische wijze (vrij van ziektekiemen) uit. Spoel de katheter nooit als een ‘standaard preventieve maatregel” omdat het loskoppelen van de urine-opvangzak van de katheter iedere keer een infectierisico met zich meebrengt. Spoel daarom alleen op voorschrift van de arts. Maak afspraken met de arts over de soort en de hoeveelheid spoelvloeistof, de frequentie van het spoelen en de periode van het spoelen. Breng de spoelvloeistof op lichaamstemperatuur in om blaasspasmen zoveel mogelijk te voorkomen. Haal de spoelvloistof tijdig uit de koelkast en verwarm de spoelvloeistof indien nodig door de verpakte zak in lauwwarm water te dompelen. Laat - bij het toedienen - de spoelvloeistof inlopen door het spoelzakje of de spuit boven het niveau van de blaas te houden. Als de spoelvloeistof niet spontaan inloopt, knijp dan licht in het zakje of oefen met de stamper van de spuit lichte druk uit. Doe dit abslouut niet te hard.
Blaasspoelen Bij blaasspoelen wordt een vloeistof via een (urethrale of suprapubische) verblijfskatheter in de blaas gebracht. Blaasspoelen vindt plaats om: vlokken, gruis en/of stolsels te verwijderen; met antibiotica ontstekingen te bestrijden (medicinale spoeling); om met BCG of cytostatica kwaadaardige ontaarding van blaaspoliepen te voorkomen of terug te dringen (medicinale spoeling).
2 © Vilans 27-08-2012
Bron: Kappert. Zorg voor een vlotte doorstroming’ Achtergrondinformatie Spoelen van de katheter en/of blaas: 2 (van 4)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 13
Spoelen van de blaas gebeurt alleen op indicatie van de arts. Voor het voorkomen van urineweginfecties is routinematig blaasspoelen met antibiotica of desinfecterend middel niet effectief¹. Wel is er bij het gebruik van chloorhexidine tijdens het spoelen kans op het ontstaan van chloorhexidineresistente bacteriën 3 . Blaasspoelen met blaasspoelzakje of blaasspuit Blaasspoelingen kunnen uitgevoerd worden met een spoelzakje of blaasspuit. Ook is het mogelijk om de spoeling doorlopend/continue te laten plaatsvinden met een spoelzak en afloopzak.. Bij medicinale spoelingen is het van belang dat de medicatie de blaaswand overal goed bereikt. De cliënt wordt daarom aangeraden om regelmatig van houding te wisselen. Voor alle vormen van blaasspoelen geldt dat het belangrijk is om de hoeveelheid uitgescheiden vocht nauwkeurig bij te houden. Het vochtverlies via de katheter moet gelijk zijn aan of iets meer zijn dan de ingebrachte hoeveelheid spoelvloeistof. Wanneer er meer vloeistof is ingebracht dan de hoeveelheid uitgescheiden vocht, kan sprake zijn van een nierbeschadiging of een blaasruptuur langs de hechtingen. Controleer de inhoud van de urineopvangzak op hoeveelheid, bloedstolsels en veranderingen in kleur. Dit verdient vooral aandacht wanneer gespoeld wordt tegen bloedingen. De handeling van het spoelen van de blaas of het spoelen van de katheter komt overeen. Dus ook bij het blaasspoelen geldt het volgende: Het handmatig spoelen van de blaas kan worden uitgevoerd met spoelvloeistof die via een blaasspoelzakje (50 of 100 ml) of eventueel met een blaasspuit (van 50 ml) wordt toegediend. Bij het spoelen met een blaasspoelzakje is het risico op infectie geringer. Daarom verdient dit de voorkeur boven het spoelen met een spuit. Voer het spoelen met of zonder katheterventiel altijd op aseptische wijze (vrij van ziektekiemen) uit.
Spoel de katheter nooit als een ‘standaard preventieve maatregel” omdat het loskoppelen van de urine-opvangzak van de katheter iedere keer een infectierisico met zich meebrengt. Spoel daarom alleen op voorschrift van de arts. Maak afspraken met de arts over de soort en de hoeveelheid spoelvloeistof, de frequentie van het spoelen en de periode van het spoelen. Breng de spoelvloeistof op lichaamstemperatuur 4 in om blaasspasmen zoveel mogelijk te voorkomen. Haal de spoelvloistof tijdig uit de koelkast en verwarm de spoelvloeistof indien nodig door de verpakte zak in lauwwarm water te dompelen. Laat - bij het toedienen - de spoelvloeistof inlopen door het spoelzakje of de spuit boven het niveau van de blaas te houden. Als de spoelvloeistof niet spontaan inloopt, knijp dan licht in het zakje of oefen met de stamper van de spuit lichte druk uit. Doe dit abslouut niet te hard.
Blaasspoelen met gesloten systeem Blaasspoelen met een gesloten systeem houdt in dat er continue spoeling plaatsvindt via een speciaal druppelsysteem, een drielumenspoelkatheter en een urineopvangzak. Door de blaas te spoelen met een gesloten systeem kan voorkomen worden dat de katheter verstopt raakt met bloedstolsels die zich vormen in de blaas. Ook kan blaasspoeling met gesloten systeem worden verricht om een geïrriteerde of ontstoken blaaswand te behandelen. Het lichte tamponade-effect van het ononderbroken inbrengen van spoelvloeistof door een derde katheterkanaal, kan tevens helpen een veneuze bloeding te voorkomen. 3
Werkgroep Infectiepreventie. Verzorging bij urinelozing en stoelgang. Verpleeghuis-, woon- en thuiszorg. Maart 2004. Revisie: september 2009. Preventie van infecties als gevolg van blaaskatheterisatie via de urethra. Ziekenhuizen, Werkgroep
Infectiepreventie. Vastgesteld: juli 2005, Gewijzigd: juli 2006 en september 2006. Revisie: juli 2010. 4 V&VN Urologie Verpleegkundigen, protocollen, blaasspoelen, http://www.urologie.venvn.nl/ (externe link). © Vilans 27-08-2012
Achtergrondinformatie Spoelen van de katheter en/of blaas: 3 (van 4)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 14
Meestal wordt de katheter direct na de operatie door de arts ingebracht. Na een blaas- of prostaatoperatie wordt vaak gespoeld met een fysiologische zoutoplossing. Een oplossing met antibioticum wordt gebruikt om een infectie te behandelen.
Aandachts- en observatiepunten bij katheter- en/of blaasspoelen
De spoelvloeistof moet gemakkelijk, zonder tegendruk of weerstand in lopen. Blaaskrampen Meestal ontstaan blaaskrampen door het te snel toedienen of door te koude spoelvloeistof. Breng daarom de spoelvloeistof rustig en op lichaamstemperatuur (37 graden Celcius) in. Vraag de cliënt te zuchten tijdens het inlopen van de spoelvloeistof. Urineweginfectie of blaasontsteking Doordat er iedere keer een open verbinding met de buitenlucht ontstaat, kunnen bacteriën gemakkelijk naar binnen gebracht worden en een infectie veroorzaken. Preventieve maatregelen en oplossingen: – aseptisch werken – desinfecteer het uiteinde van de katheter aan de binnenkant en het uiteinde van de urineopvangzak aan de buitenkant – het uiteinde van de katheter én het uiteinde van het spoelzakje mogen niet met de handen aangeraakt worden. Beschadigingen van de blaaswand Doordat met kracht de spoelvloeistof wordt ingebracht of door de prikkelende werking van de vloeistof kan de blaaswand geïrriteerd raken. Preventieve maatregel: Laat de spoelvloeistof langzaam inlopen.
Bron Kappert, M. (2010). Zorg voor een vlotte doorstroming Zorg voor een vlotte doorstroming (externe link) 21-02-2011 Informatie van W. Morrison, productspecialist BARD-n.v., mei 2008. Protocol ‘Het reinigen van de blaas, waarbij stolsels uit de blaas worden gespoeld en/of het doorgankelijk houden van de verblijfskatheter. http://www.urologie.venvn.nl/ (externe link) Verenso (2011). Richtlijn blaaskatheters. Langdurige blaaskatheterisatie bij patiënten met complexe multimorbiditeit. Verenso. April 2011. Braun (2011). Uro-Tainer katheteronderhoud. Gids naar het juiste behandelplan.
© Vilans 27-08-2012
Achtergrondinformatie Spoelen van de katheter en/of blaas: 4 (van 4)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 15
Opvangen van urine voor onderzoek Urine kan worden opgevangen voor diverse onderzoeken. Dit kan op verschillende manieren worden gedaan, afhankelijk van het onderzoek.
Methodes urine opvangen Voor het opvangen van urine worden hieronder twee methodes beschreven. Spontane urine De term 'spontaan' verwijst naar urine die zonder speciale maatregelen wordt opgevangen tijdens de normale mictie. De urine kan in een onsteriel monsterpotje worden opgevangen. Deze methode wordt gehanteerd bij onderzoek op bijvoorbeeld glucose, eiwit, kreatinine. Gewassen middenplas Bij een gewassen middenplas worden de genitaliën eerst gewassen. Vervolgens wordt 'midstreamurine' opgevangen in een po en/of monsterpotje. Midstream betekent dat de cliënt eerst begint met plassen en dit vervolgens onderbreekt. Het vervolg van de plas wordt opgevangen. Dit is de zogenaamde midstreamurine. Nadat de 'midstreamurine' is opgevangen, plast de cliënt helemaal uit. Katheterurine Urine voor het nemen van een monster katheterurine voor laboratoriumonderzoek mag nooit uit de urinezak worden afgenomen. De urine wordt met een spuit uit de katheter afgenomen via het afname/aanprikpunt. Het systeem moet gesloten blijven. Het verbreken van het drainagesysteem kan bacteriën de gelegenheid geven in het systeem te komen, een eerste stap op weg naar een urineweginfectie 1 . De techniek voor het afnemen van katheterurine verschilt voor:
katheter met afname/aanprikpunt (deze methode heeft de voorkeur) Voor afnemen van urine hebben deze katheters de voorkeur. Klem de verblijfskatheter gedurende 15-30 minuten af. Desinfecteer het aanprikpunt met een gaasje met alcohol 70%, om te voorkomen dat bacteriën door het aanprikken in het drainagesysteem worden gebracht. Zuig met een spuit en steriele naald de benodigde (meestal ongeveer 10 ml) urine via het aanprikpunt op1
Foto katheter met afnamepunt 1
Werkgroep Infectiepreventie: Preventie van infecties als gevolg van blaaskatheterisatie via de urethra. Ziekenhuizen, Werkgroep Infectiepreventie. Vastgesteld: juli 2005, Gewijzigd: juli 2006 en september 2006. Revisie: juli 2010. Verzorging bij urinelozing en stoelgang. Verpleeghuis-, woon- en thuiszorg. September 2004. Revisie: september 2009
© Vilans 28-08-2012
Achtergrondinformatie Opvangen van urine voor onderzoek: 1 (van 3)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 16
katheter zonder afname/aanprikpunt (deze methode heeft niet de voorkeur) Prik een katheter zelf aan (ga na of de katheter niet gaat lekken na het aanprikken). Klem de katheter af gedurende 15-30 minuten. Desinfecteer de katheter net boven het punt waar hij op de afvoerslang is aangesloten. Steek de naald onder een hoek van 45° door de katheter en zuig een monster urine op. Prik de schacht van de katheter niet aan, omdat dan het kanaal waardoor de ballon gevuld wordt, kapot kan gaan.
Urinekweek Bij verdenking van een urineweginfectie waarvoor gerichte antibiotische behandeling nodig wordt geacht, wordt een urinekweek afgenomen 1 . Wanneer urine moet worden gekweekt, wordt de gewassen middenplas opgevangen in een steriel monsterpotje. Bij aanwezigheid van een katheter wordt de urine met een steriele spuit uit de katheter afgenomen (zie katheterurine). Na het opzuigen van de urine wordt de urine overgebracht in een steriel urinepotje. Bij aanwezigheid van een externe katheter wordt deze verwijderd voordat een urinekweek wordt afgenomen. Voor het verzamelen van de urine wordt de glanspenis schoongemaakt met een wattenbol, gedrenkt in water uit een flink stromende kraan1.
Urinocol of plaszakje Een urinocol is een (steriel) opvangzakje voor zuigelingen of kinderen die nog niet zindelijk zijn. Het bestaat uit een transparant zakje met een huidplaat, de flexibele huidplaat zorgt voor een goede aansluiting op de huid rond de vagina of penis. De zakjes zijn voorzien van een aftap. Met behulp van een spuit kan gemakkelijk een urinemonster afgenomen worden voor onderzoek.
Testen van urine met behulp van urinesticks Beoordeel de urine met behulp van een urinestick op bijvoorbeeld (de aanwezigheid van): zuurgraad; glucose; ketonen; leukocyten; nitriet; eiwit; bloed. Een urinestick wordt ook wel teststrip of teststrook genoemd. Op een urinestick zitten meerdere testvelden met stoffen die reageren/verkleuren als ze in aanraking komen met bijvoorbeeld leukocyten of rode bloedcellen in de urine, of die reageren op de zuurgraad van de urine. De verkleuringen op de testvelden worden vergeleken met de kleurenschaal op het label van de verpakking (zie afbeelding).
1
© Vilans 28-08-2012
Werkgroep Infectiepreventie. Verzorging bij urinelozing en stoelgang. Verpleeghuis-, woonen thuiszorg. September 2004. Revisie: september 2009 (www.wip.nl). Preventie van infecties als gevolg van blaaskatheterisatie via de urethra. Ziekenhuizen, Werkgroep Infectiepreventie. Vastgesteld: juli 2005, Gewijzigd: juli 2006 en september 2006. Revisie: juli 2010. www.wip.nl Achtergrondinformatie Opvangen van urine voor onderzoek: 2 (van 3)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 17
Foto van verpakking van teststrips met kleurenschaal
Het testen van urine gebeurt op indicatie van de arts. Overleg met de behandelend arts hoe gehandeld moet worden op de uitslag van een urinetest. Testen op urineweginfectie De voornaamste indicatoren voor een urineweginfectie zijn leukocyten, nitriet en bloed. Als de urinestick voor de test op nitriet en leukocyten reageert (een positieve uitslag geeft) dan is een urineweginfectie waarschijnlijk. Indien urine wordt getest uit een verblijfskatheter slaat de stick vrijwel altijd positief uit. Alleen als er sprake is van specifieke klachten die wijzen in de richting van een urineweginfectie wordt er actie ondernomen. Overleg met behandelend arts als er sprake is van koorts, onrust, verwardheid of als de cliënt veel moet plassen.
© Vilans 28-08-2012
Achtergrondinformatie Opvangen van urine voor onderzoek: 3 (van 3)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 18
Externe katheter (uritip, uitwendige of condoomkatheter) Een externe katheter, ook wel uritip, uitwendige of condoomkatheter genoemd, is een hulpmiddel voor mannen voor het afvoeren van urine. Het is een op een condoom lijkende hoes die over de penis wordt geschoven en voorzien is van een afvoerbuisje dat aan de urineopvangzak wordt gekoppeld (zie plaatje).
Tekening Condoomkatheter
Indicaties voor externe katheter / condoomkatheter Een externe katheter wordt gebruikt bij mannen die: incontinent zijn en/of geen controle meer hebben over de sluitspier; zich moeilijk naar het toilet kunnen bewegen. Bij gebruik van een externe katheter blijft het gevaar van infectie van de urinewegen beperkt. Bij cliënten die nog controle hebben over de sluitspier, kan dit behouden blijven. Bij gebruik van een blaaskatheter gaat de sluitspierfunctie (tijdelijk) verloren. Het gebruik van een externe katheter biedt de mogelijkheid tot blaastraining.
Aanbrengen externe katheter / condoomkatheters Voor een goede bevestiging van de externe katheter is het van belang dat de huid van de penis schoon is en geen kleefresten van de vorige externe katheter bevat. Was de penis zonder zeep om een vettig laagje te voorkomen, waardoor de externe katheter minder goed plakt 1 . Knip of scheer overtollig haar weg. Let op. Bij scheren bestaat de kans op wondjes en stoppels die lekkage kunnen veroorzaken. Gebruik eventueel een haarprotector. Dit is een vierkant papiertje (of tissue) met een gaatje in het midden. Schuif dit om de penis. De haren blijven achter de protector.
Tekening: Haarprotector
1
© Vilans 29-11-2012
Gebruik bij cliënten met een neoblaas wel weinig zeep, om resten van darmvlokken van penis en eikel te verwijderen. Spoel de penis daarna goed af met warmwater om het vettige zeeplaagje te verwijderen. Materiaalbeschrijving Externe katheter (uitwendige katheter, condoomkatheter): 1 (van 3)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 19
Soms is een externe katheter voorzien van een applicator en/of afrolstrip. In de verpakking is de wijze van gebruik vermeld. Bepaal de juiste maat van de externe katheter (eenmalig) met behulp van een maatkaartje of meetlintje. Een juiste maat is erg belangrijk. Bij een te grote maat kan lekkage ontstaan en een te kleine kan irritatie veroorzaken. Neem een kleiner maat, wanneer de externe katheter rimpelt na aanbrengen. NB bij een ingetrokken penis is rimpelen van de externe katheter meestal niet te voorkomen. Een externe katheter wordt aangesloten op een urineopvangzak.
Fixatie van de externe katheter Er zijn diverse methoden om een externe katheter te fixeren: zelfklevende externe katheter Deze katheter wordt momenteel het meest gebruikt Andere vormen zijn: dubbelzijdige kleefband; bandje rond de buitenkant van de katheter;
Soort en merk katheter bepalen de fixatiemethode.
Soorten externe katheters Een externe katheter is stugger en dikker dan een gewoon condoom. Het bestaat uit een schacht die over de penis wordt gerold en een afvoerbuisje. Er bestaan verschillende maten externe katheters, variërend van diameter 20 t/m 40 mm. De meeste gangbare maten zijn diameter 25, 30 en 35 mm. Naast verschillende diameters zijn er ook verschillende lengtematen. Iedere fabrikant heeft hiervoor zijn eigen aanduidingen. Daarbij is ook de plaats en lengte van de kleeflaag variabel. Er zijn externe katheters van siliconen, latex en latexvrije katheters. Om een mogelijke latexallergie te voorkomen, heeft de latexvrije of siliconenkatheter de voorkeur. Een siliconenkatheter is doorzichtig en dat heeft het voordeel dat visuele controle bij het aanbrengen mogelijk is en dat de huid tijdens het dragen kan worden gecontroleerd. Externe katheters worden onderscheiden in: eendelige externe katheter: deze hecht zich zelf aan de penis door middel van een kleeflaag. tweedelige externe katheter: hierbij is een apart fixatiebandje of kleefstrip nodig ter bevestiging aan de penis. Varianten zijn: Anti Reflux katheter met terugslagventiel. Dit terugslagventiel zorgt ervoor dat de urine direct in de afvoerslang terecht komt.
© Vilans 29-11-2012
Externe katheter met een harmonicaconstructie: Dit voorkomt dichtknikken van de katheter. Penis Pouch Een reservoir dat met een huidplaat rond de penis op de onderbuik wordt geplakt, waar een urineopvangzak aan kan worden gekoppeld. Dit is aangewezen bij (oudere) mannen bij wie de penis dusdanig teruggetrokken is dat een normale externe katheter niet bevestigd kan worden. Zelfklevene katheter met grote bufferzone Te gebruiken bij meer dan normale urineafvoer. Hierbij wordt het vacuumtrekken voorkomen. Materiaalbeschrijving Externe katheter (uitwendige katheter, condoomkatheter): 2 (van 3)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 20
Bron Nederlandse Vereniging voor Urologieverpleegkundigen. De externe katheter. Protocol Aanbrengen externe katheter. (www.urologie.venvn.nl, externe link, gezien juni, 2010) Evean. Protocollen: Aanbrengen condoomkatheter en Verwijderen Condoomkatheter. 2004. Preventie van infecties als gevolg van blaaskatheterisatie via de urethra. Ziekenhuizen, Werkgroep Infectiepreventie. Vastgesteld: juli 2005, Gewijzigd: juli 2006 en september 2006. Revisie: juli 2010. Werkgroep Infectie Preventie. Verzorging bij urinelozing en stoelgang. September 2004.. revisie: september 2009. Curion. Externe catheters: www.curion.nl (externe link, gezien juni, 2010).
© Vilans 29-11-2012
Materiaalbeschrijving Externe katheter (uitwendige katheter, condoomkatheter): 3 (van 3)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 21
Blaaskatheters Blaaskatheters worden gebruikt om de afvloed van urine uit de blaas te waarborgen als urine in de blaas achterblijft. Op een blaaskatheter kan een opvangzak, katheterventiel 1 , blaasspuit of blaasspoelzakje worden aangesloten. Het gebruik van een katheter kan variëren van een eenmalige katheterisatie tot een permanente katheterisatie 2 . Voor de keuze van een goede blaaskatheter en voor de verzorging van een katheter zijn de volgende punten van belang kathetermaat materiaal blaaskatheter type blaaskatheters toepassing blaaskatheters katheterballon.
Kathetermaat Bij de vrouw is de urethra veel korter dan bij de man. De lengte van een blaaskatheter voor een man is 40 cm en voor een vrouw 20 cm. Bij suprapubische katheterisatie volstaat een lengte van ± 20 cm. Voor kinderen is de lengte afhankelijk van de leeftijd. De diameter van de katheter wordt uitgedrukt in Charrière (Ch): 1 Ch = 1/3 millimeter diameter. Kies altijd voor een zo klein mogelijke maat katheter, te beginnen bij een charrieremaat van 14 Ch of 16 Ch voor volwassenen en 6 Ch, 8 Ch of 10 Ch voor een kind¹ Dit voorkomt beschadiging van de urethra (urinebuis). Gebruik een dikkere katheter wanneer de urine gruis of bloedstolsels bevat. Dikkere katheters vergroten wel het risico op blaasspasmen en lekkage langs de katheter.
Materiaal blaaskatheter en toepassing Een blaaskatheter is gemaakt van PVC, latex, silicone of combinaties daarvan. Een PVC katheter is relatief goedkoop, maar niet zo soepel en kan storend zijn bij beweging. Ook is het risico op korstvorming groter. De katheter heeft de grootste interne diameter, oftewel Charrière. Kies bij eenmalige of intermitterende blaaskatheterisatie een eenmalige pvc katheter.¹
Een latex katheter is zacht en soepel, maar is niet geschikt voor mensen met een latexallergie. Bij langer gebruik dan 10 dagen zijn latexkatheters minder geschikt, omdat urine het latex aantast en er korstvorming kan ontstaan. Een hydrogel gecoate latex katheter kan langer in blijven zitten dan een siliconen gecoate latex katheter (lees gebruiksaanwijzing van de fabrikant over de duur)¹.
1
2
© Vilans 27-08-2012
In het ziekenhuis is het gebruik van katheterventielen niet toegestaan. De tekst is gebaseerd op de richtlijnen van de Werkgroep Infectie Preventie Preventie van infecties als gevolg van blaaskatheterisatie via de urethra. Ziekenhuizen. juli 2005, revisie: juli 2010 Verzorging bij urinelozing en stoelgang. Verpleeghuis-, woon- en thuiszorg. september 2004, revisie: september 2009 Materiaalbeschrijving Blaaskatheters: 1 (van 4)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 22
Een 100% siliconenkatheter heeft de voorkeur bij verblijfskatheterisatie met een verwachte duur van langer dan 10 dagen. Deze katheter verstopt minder snel, geeft minder vaak aanleiding tot irritatie van het urethraslijmvlies en kan tot 2 maanden blijven zitten. Een siliconenkatheters is in vergelijking tot latex of PVC katheters wat stijver, waardoor ze door sommige cliënten als hinderlijk worden ervaren1.
Het materiaal van de blaaskatheter heeft geen invloed op het risico op infecties. Soort
Formaat Indicatie
Voor en/of nadeel
Bijzonderheden
PVC of plastic katheter
groot lumen
eenmalige katheterisatie of intermitterende katheterisatie
goedkoop, maar neigt snel tot korstvorming
Latexkatheter met Polytetrafluorethyleen (PTFE)
klein lumen
kortdurende katheterisatie (< 7 dagen)
is zacht en irriteert het slijmvlies minder snel
niet geschikt voor cliënten met latexallergie
Latexkatheter, gesiliconiseerd
klein lumen
eenmalige katheterisatie of korte verblijfsduur (< 7 dagen)
Siliconenlaag vereenvoudigt inbrengen en helpt beschadiging binnenwand urethra te voorkomen
niet geschikt voor cliënt met latexallergie
Latexkatheter met hydrogel coating op binnen- en buitenzijde
klein lumen
middellange er hoeft geen glijmiddel te niet geschikt voor verblijfsduur worden gebruikt cliënten met volgens bijsluiter latexallergie fabrikant
ElastomeerKatheter met siliconenlaagje op binnen- en buitenzijde
klein lumen
korte irriteert het slijmvlies verblijfsduur (< 7 minder en korstvorming dagen) ontstaat minder snel, kan langer in situ blijven dan PFTE katheter
100% Siliconenkatheter
groot lumen
lange verblijfsduur (> 14 dagen)
niet geschikt voor cliënten met latexallergie
verstopt minder snel en kan tot 2 maanden in situ blijven
Tabel: overzicht van de katheters en hun toepassing (zoals opgegeven door de fabrikanten)
Type blaaskatheters Blaaskatheters zijn te onderscheiden in: blaaskatheters voor eenmalig gebruik; Urethrale verblijfskatheters (via de urinebuis) Suprapubische verblijfskatheters Katheter voor eenmalig gebruik Kies bij eenmalige of intermitterende blaaskatheterisatie een PVC katheter voor eenmalig gebruik (bron: richtlijn blaaskatheterisatie)¹. Verblijfskatheter (urethraal) Urehtrale verblijfskatheters zijn er in verschillende varianten: verblijfskatheters van latex, siliconen of van latex bedekt met een siliconenlaag, hydrofiel of hydrogel coating. verblijfskatheters met een rechte flexibele tip (Nelaton en Foley katheter) of gebogen stuggere tip (Tiemannkatheter). De licht gebogen stuggere katheter (Tiemannkatheter) wordt gebruikt bij mannen met © Vilans 27-08-2012
Materiaalbeschrijving Blaaskatheters: 2 (van 4)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 23
prostaathypertrofie. De gebogen vorm zorgt ervoor dat de prostaat makkelijker gepasseerd kan worden¹. eenwegkatheters, tweewegkatheters, of driewegkatheters dit zijn katheters met meerdere kanalen (= lumen).
Verblijfskatheters worden met behulp van een katheterballon op de plaats gehouden. Via een aparte kanaal wordt de ballon gevuld). Er zijn katheter met een voorgevuld vloeistofreservoir waarmee de ballon na inbrengen gevuld wordt . Voor blaasspoelen kan een driewegkatheter (= drie lumen katheter) gebruikt worden. Deze katheters hebben een kanaal om de spoelvloeistof in te brengen, een kanaal om de ballon te vullen en een kanaal voor de afvloed van de urine. Een tweewegkatheter met ballon verdient bij blaaskatheterisatie de voorkeur. Kies altijd eerst een siliconen gecoate latex katheter bij blaaskatherisatie, tenzij er sprake is van een latexallergie. Kies bij clienten die snel verstopte katheters of een latexallergie hebben een 100% siliconen katheter. Verblijfskatheter (suprapubisch) Suprapubische katheters zijn door de buikhuid in de blaas ingebracht. Voor suprapubische katheterisatie wordt bij voorkeur siliconen katheter gebruikt of een latexkatheter met hydrogel coating; zowel bij vrouwen als bij mannen volstaat een lengte van ± 20 cm. Doorgaans wordt een katheter van 16 Ch gebruikt. Suprapubische katheters worden over het algemeen met behulp van een katheterballon op de plaats gehouden. Voor suprapubische katheterisatie wordt soms een katheter zonder ballon gebruikt. Deze katheter wordt met een paar hechtingen vastgezet. Een katheter met hechtingfixatie wordt door een arts verwisseld.
Katheterballon Verblijfskatheters hebben dicht onder de tip een ballon die na het inbrengen van de katheter wordt gevuld met aquadest, zodat de katheter niet uit de blaas kan schieten. Het vullen van de ballon gebeurt via een tweede kanaal of lumen in de katheter, dat voorzien is van een ventiel. Er bestaan ook katheters met een voorgevuld reservoir met aquadest. Door het verwijderen van een klemmetje en het uitoefenen van lichte druk op het reservoir komt de aquadest in de ballon. Op de katheter staat het volume van de ballon aangegeven, bijv. '5 - 15 ml'. Een ballon met een klein volume leidt minder snel tot blaasspasmen dan een met een groot volume. Voor het vullen van de ballon wordt alleen aquadest (eventueel met glycerine) of steriel water gebruikt. Kraanwater, fysiologisch zout en lucht zijn geen alternatief. Bij kraanwater bestaat de kans op kalkvorming in het vulkanaal van de katheter en bij eventueel knappen van de ballon kan dit leiden tot overdracht van bacteriën. Fysiologisch zout kan zoutkristallen vormen en zo het vulkanaal verstoppen. Lucht in de ballon zorgt ervoor dat de ballon gaat drijven op de urine in de blaas. De drainagegaatjes steken boven het urinepeil uit, waardoor afvloed van de urine niet mogelijk is. Gebruik bij een siliconenkatheter aquadest met glycerine om de katheterballon te vullen. De ballon van 100% siliconen verblijfskatheter is namelijk poreus. Hierdoor kan de ballon na verloop van tijd leeglopen en de verblijfkatheter er spontaan uitglijden. De glycerine die
© Vilans 27-08-2012
Materiaalbeschrijving Blaaskatheters: 3 (van 4)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 24
toegevoegd is aan het aquadest legt een waterdicht laagje op de binnenwand van de ballon. Hierdoor kan deze niet leeglopen3. Balloncontrole Balloncontrole 4 is alleen nodig bij gebruik van een siliconenkatheter. De concentratie van de urine kan de doorlaatbaarheid van de ballonwand van een siliconenkatheter beïnvloeden. Hierdoor is het mogelijk dat de katheterballon leegloopt (door diffusie). Controle van de inhoud van de ballon is daarom wenselijk. Met een spuit wordt de aanwezige aquadest uit de ballon gezogen (de hoeveelheid wordt genoteerd). Met een nieuwe spuit wordt de voor de katheter aanbevolen hoeveelheid aquadest ingespoten. Hoe vaak is afhankelijk van de concentratie van de urine en de hoeveelheid aquadest die is weggelopen. Meestal is eens per drie weken voldoende. Bron 1. Richtlijn blaasktheters. Langdurige blaaskatheterisatie bij patiënten met complexe multimorbiditeit. Verenso. April 2011.
3 4 © Vilans 27-08-2012
Website Curion (januari, 2010). Op basis van informatie van Bard Benelux N.V. januari 2008 Materiaalbeschrijving Blaaskatheters: 4 (van 4)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 25
Frequentie verwisselen verblijfskatheter Bij sommige cliënten met blaaskatheters kan de katheter verstopt raken, bij anderen gebeurt dit niet of minder vaak. Daarom kunnen cliënten worden ingedeeld in een groep ‘verstoppers’ en een groep ‘niet-verstoppers’. Een verstopte blaaskatheter is voor de cliënt vervelend en er zitten ook risico’s aan verbonden. Hoe vaak een katheter moet worden vervangen, verschilt per client. De katheter wordt verwisseld in opdracht van een arts. Verblijfskatheters blijven altijd langer dan 14 dagen op zijn plaats (in situ) 1 . De voornaamste redenen voor het verwisselen van verblijfskatheters zijn: uitharden van de katheter door uitharding kan de katheter gaan irriteren; korstvorming; verminderde doorstroming; verstopping van de katheter; urineweginfectie. De blaaskatheter moet na de start van een antibioticabehandeling worden verwisseld in opdracht van de arts (binnen 24 uur na de start van de antibiotica). De antibiotica krijgt de bacterie namelijk niet weg uit de blaaskatheter en de ‘geïnfecteerde’ katheter kan en nieuwe infectie kan veroorzaken. Let bij het wisselen van de katheter altijd op de conditie van de katheter bij verwisseling. Hoe ziet de binnenkant van de katheter eruit? Knip de katheter open en kijk of er sprake is van een verkalking of weefselvorming. Wanneer er sprake is van encrustatie dient de katheter te worden gespoeld en/of eerder te worden verwisseld. De frequentie van verwisselen is afhankelijk van bovenstaande factoren en het materiaal van de katheter in combinatie met de conditie van de cliënt. Let daarbij op de volgende aspecten: hoeveelheid, geur en kleur van de urine; gruis, vlokken, bloedstolsels; signalen van de cliënt zoals koorts; Over de frequentie van het verwisselen van de blaaskatheter bestaat geen concensus. Dit verschilt per materiaal van de katheter. In de praktijk verwisselt men één keer per 6 à 12 weken. Hoe vaak de katheter moet worden verwisseld, staat in de gebruiksaanwijzing van de fabrikant. Bronnen Verpleeghuis-, woon- en thuiszorg. Module Verzorging bij urinelozing en stoelgang. September 2004. Revisie: september 2009. Richtlijn blaasktheters. Langdurige blaaskatheterisatie bij patienten met complexe multimorbiditeit. Verenso. April 2011 Preventie van infecties als gevolg van blaaskatheterisatie via de urethra. Ziekenhuizen, werkgroep Infectiepreventie. Vastgesteld: juli 2005, Gewijzigd: juli 2006 en september 2006. Revisie: juli 2010.
1 © Vilans 27-08-2012
European Association of Urology (2012). Catherisation Indwelling catheter in adults Materiaalbeschrijving Frequentie verwisselen blaaskatheter: 1 (van 1)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 26
Urineopvangzak Op de verblijfskatheter of externe katheter wordt een urineopvangzak ('katheterzak') aangesloten 1 . In de thuissituatie worden soms katheterstopjes gebruikt. In het ziekenhuis zijn katheterstopjes niet toegestaan, omdat in het ziekenhuis uitsluitend van een gesloten drainagesysteem gebruik mag worden gemaakt. Dit geldt ook als het een cliënt betreft die in de thuissituatie wél gebruik maakt van een katheterstopje.
Soorten urineopvangzakken Er is een grote variëteit in urineopvangzakken waardoor het moeilijk kan zijn een gerichte keuze te maken die het dichtst bij de specifieke behoefte van de cliënt komt. De volgende zaken kunnen helpen bij het maken van een goede keuze.
1
2 © Vilans 27-08-2012
Dag- en nachtzak Beenzakken worden, over het algemeen, gebruikt voor de opvang van urine overdag en nachtzakken (verder bedzakken genoemd) voor de opvang van de urine ‘s nachts 2 . De nachtzak moet een voldoende grote capaciteit hebben (min. 1500 ml). De urineopvangzakken hoeven niet steriel te zijn. Uit de VS afkomstige zakken zijn wel steriel overeenkomstig daar geldende voorschriften. Deze voorschriften zijn in Nederland niet van toepassing, daarom kan gekozen worden voor de goedkopere niet-steriele opvangzakken. De urine opvangzakken moeten degelijk verpakt zijn en stofvrij worden opgeslagen. Nb In het ziekenhuis worden wel steriele urineopvangzakken gebruikt Met terugslagklep De urineopvangzak moet voorzien zijn van een terugslagklep. Een terugslagklep is bedoeld om te voorkomen dat de urine terugstroomt naar de blaas wanneer de zak op een onjuiste manier gehanteerd wordt (dat wil zeggen hoger dan de blaas wordt gehouden). Als urine besmet is voorkomt een terugslagklep niet dat ook de urine in de katheter besmet raakt. Nb een terugstroom van urine is niet mogelijk bij een externe of condoom katheter. Met of zonder aftapkraan Een aftapkraan aan de onderkant van de urineopvangzak, dient om de urine uit de zak te laten lopen. De aanwezigheid van een kraan maakt het mogelijk de urineopvangzak te legen zonder dat de continuïteit van het drainagesysteem wordt verbroken. De aftapkraan moet gemakkelijk met één hand te bedienen zijn en bij het legen van de zak mogen handen of omgeving niet in contact komen met de urine. De urine moet redelijk snel kunnen afvloeien en de kraan mag niet lekken. Met aanprikpunt De urineopvangzak moet voorzien zijn van een lekvrij monsterafnamepunt, zo dicht mogelijk bij de katheteraansluiting. Het gesloten houden van het drainagesysteem is van belang. Verbreking kan bacteriën de gelegenheid geven in het systeem te komen. Alleen in situaties waarin geen onderzoek van urine nodig zal zijn, mag een urine-opvangzak zonder afnamepunt worden gebruikt. De informatie is gebaseerd op de richtlijnen van de Werkgroep Infectiepreventie. Verpleeghuis-, woon- en thuiszorg. Module Verzorging bij urinelozing en stoelgang. September 2004. Preventie van infecties als gevolg van blaaskatheterisatie via de urethra. Ziekenhuizen, Werkgroep Infectiepreventie. Vastgesteld: juli 2005, Gewijzigd: juli 2006 en september 2006. Revisie: juli 2010. In het ziekenhuis worden geen beenzakken gebruikt. Materiaalbeschrijving Urineopvangzak: 1 (van 5)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 27
Doorkoppelen 3 Doorkoppelen betekent dat de beenzak gekoppeld wordt aan de bedzak. Sluit van beide zakken de aftapkranen tijdens het doorkoppelen. Open de aftapkraan van de beenzak als het systeem gekoppeld is. Op deze wijze ontstaat een gesloten systeem. Slanglengtes en diameter De slang aan een bedzak is meestal ongeveer één meter. De slang van een beenzak varieert tussen de 5 en 65 cm. De lengte van het been is bepalend voor de keuze van de lengte van de slang. Er zijn losse slangen leverbaar om de slang van de beenzak te verlengen. De slang moet ook voldoende wijd zijn, ongeveer 8 mm binnendiameter1.
Niet-knikbare slang De slang moet soepel zijn en niet gemakkelijk knikken. Een onbelemmerde afvloed is belangrijk voor het voorkomen van een urineweginfectie. Met of zonder non-woven achterkant Een non-woven achterkant kan het draagcomfort verhogen omdat transpiratievocht wordt opgevangen. Dit kan huidirritatie voorkomen. Nadeel is dat de non-woven achterkant vocht opneemt tijdens douchen of transpireren en dan nat blijft. Na 5 tot 7 dagen is de achterkant vuil. Met maatverdeling De urineopvangzak moet voorzien zijn van een gemakkelijk leesbare volumemarkering1. Voor de beenzakken geldt dat de maatverdeling die vaak op de zak staat indicatief is. Voor een exacte volumebepaling moet een urineopvangzak met urinemeter gebruikt worden. Dit is alleen van belang bij cliënten waar een precieze uitscheiding van urine gemeten moet worden. Volume van de urineopvangzak De urineopvangzakken zijn leverbaar in verschillende volumes namelijk: – beenzaken van 350 tot 1000 ml 4 ; – bedzakken van 1000 tot 2000 ml. Rolstoelgebruikers met een dwarslaesie gebruiken bij voorkeur een 1500-ml-zak als beenzak. Er is een speciale beenzak van 1500 ml met een non-woven achterkant met een slang die ingekort kan worden. Ook zijn er speciale urineopvangzakjes om te sporten. Ze worden diagonaal op het been geplaatst.
Criteria voor keuze urineopvangzak in thuissituatie Criteria voor de keuze voor bepaalde urineopvangzak zijn:
3 4 © Vilans 27-08-2012
De verwachte duur van de verblijfskatheter Bij een korte katheterduur wordt gekozen voor een goedkope urineopvangzak. Bij een lange katheterduur is het van belang om een urineopvangzak te kiezen die het meest geschikt is voor de betreffende cliënt en zijn katheter. Het wel of niet loskoppelen van de urineopvangzak Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een gesloten en een open systeem. – Een gesloten systeem is een urineopvangzak en een katheter die niet dagelijks losgekoppeld worden en waarbij de beenzak doorgekoppeld wordt naar de nachtzak. Hierdoor wordt het veelvuldig afkoppelen van de beenzak voorkomen met als gevolg minder kans op infecties. In het ziekenhuis worden geen beenzakken gebruikt en wordt doorkoppelen niet toegepast. In het ziekenhuis worden geen beenzakken gebruikt. Materiaalbeschrijving Urineopvangzak: 2 (van 5)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 28
– Een open systeem is een urineopvangzak en een katheter waarbij de beenzak dagelijks losgekoppeld wordt van de katheter.
De mobiliteit van de cliënt Beenzakken zijn geschikt voor ambulante personen, bedzakken zijn meer geschikt voor bedlegerige personen. Zelfredzaamheid van de cliënt Wanneer de cliënt de katheter en de urineopvangzak zelf verzorgt, dient gelet te worden op: – de hand- en oogfunctie voor: - het bedienen van de aftapkraan, de ene aftapkraan is gemakkelijker te bedienen dan de andere; - het ontkoppelen van het systeem; - de fixatie van de urineopvangzak (voor slechtziende cliënten zijn speciale zakken te verkrijgen); – motoriek, dit is van belang voor b.v. rolstoelgebruikers; – algehele conditie en leeftijd, deze kunnen van invloed zijn op het acceptatieproces, het uiterlijk en seksualiteit.
Aandachtspunten bij gebruik van urineopvangzak Desinfectie aansluitpunten Voor het aansluiten van een urineopvangzak op de ingebruikzijnde katheter, worden de aansluitpunten gedesinfecteerd met alcohol 70% 5 . In het katheteruiteinde kan zich urine bevinden, daarom is desinfectie aangewezen. Een vochtige omgeving vergroot de infectiekans (je “sluit urine op” tussen de conus van de urineopvangzak en het uiteinde van de katheter) 6 .
Een urineopvangzak hoeft niet steriel te zijn, maar moet wel degelijk verpakt en stofvrij worden opgeslagen. Bij het inbrengen van een (nieuwe) katheter kan de urineopvangzak voor het inbrengen op de katheter worden aangesloten; het systeem is dan gesloten vanaf het moment van inbrengen van katheteriseren, wat de kans op morsen verkleint. Bij een nieuwe steriele katheter en nieuwe steriele urine-opvangzak hoeven de aansluitpunten dan niet gedesinfecteerd.
Bevestigen van de urineopvangzak Bij bedlegerige cliënten moeten opvangzak en aftapkraan voldoende hoog van de vloer hangen, dat wil zeggen dat zij noch de vloer, nog de voeten van de verzorgers mogen raken, ook niet wanneer het bed in de laagste stand wordt geplaatst. Beenzakken 7 worden gedragen op het bovenbeen, de kuit of de enkel. De beenzakken worden zo gefixeerd op het bovenbeen dat teruglopen van de urine voorkomen wordt. Bedzakken worden opgehangen aan een bedbeugel of aan een vloerstandaard. De urineopvangzak wordt onder het niveau van de blaas geplaatst en mag nooit boven het niveau van de blaas worden gebracht. Legen van de opvangzak Een volle opvangzak wordt geleegd in het toilet of pospoeler, waarna de lege zak in de afvalbak wordt weggegooid. Bij het legen van de opvangzak worden niet-steriele handschoenen gedragen. Het aftapkraantje wordt na het aftappen gedesinfecteerd met alcohol 70% 8 .
5 6
7 © Vilans 27-08-2012
WIP richtlijn. Navraag bij de Werkgroep Infectiepreventie wijst uit: Hoewel deze werkwijze door experts wordt bevestigd, zijn geen onderzoeksgegevens bekend die deze werkwijze onderbouwen. In het ziekenhuis worden geen beenzakken gebruikt. Materiaalbeschrijving Urineopvangzak: 3 (van 5)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 29
Opvangzakken zonder aftap 9 en met terugslagklep zullen ingeknipt moeten worden. Dit gaat vrijwel altijd gepaard met spatten en morsen. Ter vermijding daarvan kan men de volle opvangzak ook in zijn geheel weggooien in de afvalbak. Sluit, bij het legen van de urineopvangzak met een doorkoppelsysteem 10 , de aftapkraan van de beenzak al vorens de aftapkraan van de bedzak te openen.
Verwisselen urineopvangzakken en hergebruik Ten aanzien van het verwisselen van de urineopvangzakken dient onderscheid te worden gemaakt tussen een gesloten systeem (katheter en urineopvangzak worden niet ontkoppeld) en een open systeem (katheter en urineopvangzak worden wel ontkoppeld). – Vervang bij een gesloten systeem de urineopvangzak één keer per week of als de zak lekt of ruikt of op voorschrift van de leverancier. Bij katheterisatie korter dan tien dagen hoeft de urine-opvangzak niet te worden vervangen, tenzij duidelijk zichtbaar gruis in de opvangzak aanwezig is. 11 – Bij een open systeem geldt dat eenmaal afgekoppelde opvangzakken, ongeacht het type, niet hergebruikt worden. Het is niet toegestaan een been- of dagzak 's avonds af te koppelen en de andere morgen weer aan te sluiten 12 .
De datum van wisseling van urineopvangzak wordt genoteerd in het zorgdossier.
Reinigen van de buitenzijde van de urineopvangzak en slang De buitenzijde van de urineopvangzak zelf en de slang aan de urineopvangzak worden gereinigd met een huidhoudsopje. Reinigen en hergebruik van de urineopvangzak in thuissituatie Naar aanleiding van vele vragen over het verwisselen van de urineopvangzak hierbij de reactie van mevrouw Thea Daha van de Werkgroep infectiepreventie (2005): Vraag: In de thuiszorg wordt vaak gebruik gemaakt van beenzakken bij cliënten die een urethrale katheter hebben. Deze urineopvangzakken hebben veelal een inhoud van 500-750 ml. Voor de nachtelijke uren kan de inhoud van de beenzak als te klein worden ervaren en daarom wordt er voor de nacht een nachtzak aan de beenzak gekoppeld, die ’s morgens weer wordt losgekoppeld en weggegooid. De vraag is nu, zijn deze nachtzakken als echte disposables te beschouwen en moeten ze na ieder gebruik worden weggegooid of mogen deze zakken meerdere keren worden gebruikt. Antwoord: Nachtzakken die als disposables worden geleverd zijn door de fabrikant bedoeld als eenmalig. Hierop is ook de aansprakelijkheid geregeld. Mochten deze zakken meerdere keren worden gebruikt, dan zijn het geen disposables meer en vervalt bij de tweede keer gebruik de aansprakelijkheid van de fabrikant. Of dit in de dagelijkse praktijk echt problemen oplevert is maar de vraag omdat de consequenties van bijvoorbeeld een gescheurde nachtzak niet zo heel groot zullen zijn.
8 9 10 11 12
© Vilans 27-08-2012
WIP richtlijn Opvangzakken zonder aftapkraantje worden in het ziekenhuis niet gebruikt. Doorkoppelsystemen worden in het ziekenhuis niet gebruikt. Richtlijn blaasktheters . Langdurige blaaskatheterisatie bij patiënten met complexe multimorbiditeit. Verenso. April 2011 Navraag bij de Werkgroep Infectiepreventie wijst uit: Over deze regel zijn geen onderzoeksgegevens bekend, maar is ingegeven door de wet die voorschrijft dat wegwerp materiaal eenmalig mag worden gebruikt. Materiaalbeschrijving Urineopvangzak: 4 (van 5)
onbewaakte kopie Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Nier- en blaaskatheterisatie 30
Navraag bij de fabrikant van de nachtzakken leverde de informatie op dat de nachtzak na gebruik en na legen kunnen worden gespoeld met kraanwater waaraan eventueel een scheut azijn is toegevoegd. Nachtzakken kunnen sterk in prijs variëren. Zo zijn er hele goedkope nachtzakken maar ook hele dure. Over het algemeen komen de kosten voor het gebruik van nachtzakken, als dit betekent dat iedere dag een schone nachtzak moet worden gebruikt, voor de gebruiker zelf en worden niet vergoed door de zorgverzekeraar. Het advies van de Werkgroep InfectiePreventie (WIP) is om de nachtzakken te beschouwen als herbruikbare zakken. Dit wil zeggen dat de nachtzakken na gebruik worden geleegd in het toilet, vervolgens worden gespoeld met kraanwater, voor zover mogelijk worden gedroogd en onderste boven worden opgehangen tot gebruik. De WIP is zeer ervan bewust dat met dit advies wordt afgeweken van de eerder gegeven adviezen die staan verwoord in de richtlijn voor de thuiszorg en van het begrip “ disposables”. De nachtzak wordt cliëntgebonden gebruikt en de kans dat verwisseling optreedt met andere zakken is in de thuissituatie niet aanwezig. Verder gaat het hier om de flora van de cliënt zelf die wellicht al gedurende lange tijd wordt gekatheteriseerd. Dergelijke cliënten hebben allang een bacteriurie. Verder moet de nachtzak worden gezien als een opvangreservoir vergelijkbaar met een bokaal of een ander opvangmiddel. In de beenzak zit immers een terugslagklep. Met de koppeling van de nachtzak aan de beenzak wordt het traject blaas – zak vergroot wat migratie van micro-organismen vanuit het opvangsysteem zal verkleinen. Afweging: Of een nachtzak moet worden beschouwd voor hergebruik of als wegwerpmateriaal is ook afhankelijk van de kosten die gepaard gaan met de aanschaf van de zak en de werkkosten die moeten worden gemaakt door degene die de nachtzak leegt, spoelt en ophangt. Bij goedkope zakken zullen de werkkosten vaak hoger uitvallen. Verder moet de zak worden geleegd en gereinigd met handschoenen aan. Ook hier zijn kosten mee gemoeid.
© Vilans 27-08-2012
Materiaalbeschrijving Urineopvangzak: 5 (van 5)