Onafhankelijk vakblad voor lassen, lijmen en snijden
Themanummer
Nummer 3 | maart 2015
Onderwijs en Opleidingen
LASTECHNIEK
VOORWOORD - maar t 2015
Colofon www.vakbladlastechniek.nl Uitgave ISSN 0023-8694 Lastechniek wordt uitgegeven in opdracht van het Nederlands Instituut voor Lastechniek (NIL) in samenwerking met het Belgisch Instituut voor Lastechniek (BIL). Redactie Bert de Jong, Fleur Maas, Rolf Mul, Leo Vermeulen, Bart Verstraeten, Margriet Wennekes Eindredactie Margriet Wennekes, Leo Vermeulen (techniek) Uitgever Bert de Jong Advertenties Con-Sell, Rolf Mul T 06 12 50 90 58 - E
[email protected] Redactieadviesraad Paul Barendse, Ruud van Bezooijen, Tim Blok, Leen Dezillie, Rob Helmich, Marcel Hermans, Michel van ‘t Hof, Piet van der Horst, Michael Jak, Pieter Keultjes, Marco Kraaijeveld, Maurice Mol, Ed Mulder, Johan Schelfhorst, Frank Smit, Wil van der Stap, Erik Steenkist, Gregor Tokarenko, Fred Vasquez, Adriaan Visser Adressen Nederlands Instituut voor Lastechniek Postbus 190 - 2700 AD Zoetermeer T 088 018 70 00 - E
[email protected] - www.nil.nl Belgisch Instituut voor Lastechniek vzw Technologiepark 935 - B-9052 Zwijnaarde, België T +32 9 292 14 05 - F +32 9 292 14 01, E
[email protected] - www.bil-ibs.be OPUS communicatie-ontwerp Fruitweg 24 j - 2321 GK Leiden, T 071 589 56 44 - F 071 541 41 50 E
[email protected] Abonnementen Voor particulieren in Nederland € 62,50 op privé-adres, voor bedrijven in Nederland per abonnement. Voor studenten en senioren geldt in Nederland een speciaal tarief. Voor abonnementen in België kunt u contact opnemen met
[email protected] Prijzen zijn excl. btw. Lastechniek verschijnt tien keer per jaar en wordt toegezonden aan deelnemers van het Nederlands Instituut voor Lastechniek (NIL) en het Belgisch Instituut voor Lastechniek (BIL) en andere geïnteresseerden en belanghebbenden in de verbindingstechniek. Voor vragen over abonnementen kunt u terecht bij het NIL of het BIL voor België. Het abonnement geldt voor een geheel jaar. Opzeggingen per aangetekend schrijven vóór 1 oktober van het lopende jaar. Verzendadres wijzigen? Stuur dan het etiket met verbeterd adres retour. Alle advertentiecontracten worden afgesloten conform de regels voor het Advertentiewezen gedeponeerd bij de rechtbanken in Nederland.
De NILBIL Verbindingsgids is een uniek naslagwerk voor professionals in de verbindingstechniek. Technische informatietabellen en tekeningen vormen een belangrijk onderdeel van de gids. Deze zorgvuldig geselecteerde informatie is bedoeld als een leidraad bij het interpreteren van normen, procedures en specificaties. Verder bevat de gids informatie over de belangrijkste overkoepelende organisaties, een overzicht van erkende opleidingsinstellingen en het stroomschema van las- en laskaderopleidingen. De NILBIL Verbindingsgids is een uitgave van vakblad Lastechniek, in samenwerking met het NIL en het BIL. De gids is uitgevoerd als een handzaam en robuust boekje, bedoeld voor intensief gebruik op de werkvloer. Voor € 30, - excl. 6% btw en verzendkosten kunt u in het bezit komen van dit praktische naslagwerk. Bestellen is eenvoudig. Ga naar www.vakbladlastechniek.nl en klik op de cover van de Verbindingsgids.
Ontwerp en lay-out OPUS communicatie-ontwerp, Leiden.
Hoewel de informatie gepubliceerd in deze uitgave zorgvuldig is uitgezocht en waar mogelijk gecontroleerd, sluiten de uitgever en de redactie uitdrukkelijk iedere aansprakelijkheid uit voor eventuele onjuistheden en/of onvolledigheid van de verstrekte gegevens. ©2015 - Overname van artikelen is slechts mogelijk na verkregen schriftelijke toestemming van de uitgever.
Het lasvak, een prachtvak Na jaren in het mbo-onderwijsveld en in de lasbranche te hebben gewerkt, vraag ik het me vandaag toch weer af: wat is dat toch met lassers en lastechnici? Of ik nu op een school tussen lassers-in-opleiding een bakkie koffie drink of na een docentendag napraat met enkele IWE’ers uit de examencommissie, ieder van hen heeft een passie voor het lassen en de lastechniek. Of het nu gaat om de vraag hoe je het best een binnenhoek kunt stapelen, hoe een sigma-fase ontstaat of hoe je warmscheuren moet voorkomen, er straalt een enorme bezieling uit de mensen die werken in de lasbranche. Besmet met het lasvirus, wordt het ook wel genoemd. Zelf heb ik er, eerlijk gezegd, ook al jaren last van. Het mooie van mensen met een bezieling, passie voor hun vak, is dat ze dat ook graag overdragen op anderen. Zoals de docenten die met veel liefde voor hun vak het lassen en de veelzijdigheid van de lastechniek doceren, of het nu gaat om het ontwikkelen van handvaardigheid in de diverse processen, of om de IWE-opleiding (International Welding Engineer). In dit speciale nummer van Lastechniek, helemaal gewijd aan onderwijs en opleidingen in de lasbranche, wordt een aantal van deze mensen zichtbaar. Ook de mogelijkheden die je kunt bereiken in het lasvak worden zichtbaar gemaakt. Steeds vaker groeien lassers door naar kaderfuncties, sommigen zelfs naar IWE’er. De mogelijkheden zijn legio, en er komt steeds meer bij. Luisterend naar de behoeften in de markt, ontwikkelen het NIL, EWF en IIW, maar zeker ook de particuliere opleiders en scholen in Nederland nieuwe opleidingen die aansluiten bij de behoeften in de markt. Zelf vind ik het daarom ook erg belangrijk regelmatig scholen en bedrijven te bezoeken en met docenten en ondernemers van gedachten te wisselen. Wat zijn de behoeften van lassend en lerend Nederland? En hoe geven we daar met elkaar invulling aan? Lees erover in dit themanummer, laat u inspireren en deel de passie voor het lasvak en het lasonderwijs met iedereen die u een veelzijdig prachtvak toewenst! Yvonne Olgers Manager Onderwijs Nederlands Instituut voor Lastechniek
NIL Bestuursmededeling
Inhoud #3 maart 2015
Per 1 maart 2015 is het arbeidscontract met Henk Zandvliet, directeur van het Nederlands Instituut voor Lastechniek, beëindigd. In zijn afwezigheid van de afgelopen maanden zijn de taken van Henk reeds waargenomen door voormalig bestuursvoorzitter Maarten Jongejan. Het bestuur heeft Maarten bereid gevonden om tijdelijk, tot een nieuwe directeur is aangesteld, de leiding van de organisatie op zich te nemen.
LASTECHNIEK
De bestuursleden kijken ernaar uit om gezamenlijk met de NIL-medewerkers, het managementteam, Maarten Jon-
wordt uitgegeven door OPUS communicatie-ontwerp in opdracht van het Nederlands Instituut voor Lastechniek in samenwerking met het Belgisch Instituut voor Lastechniek
gejan en de toekomstig directeur, verder te bouwen aan een succesvol NIL. Natuurlijk staan ook dit jaar weer diverse NIL-activiteiten gepland, waar de mensen van het NIL u bij gelegenheid weer graag zullen verwelkomen.
www.vakbladlastechniek.nl
Namens het bestuur van het NIL, Mirjam van Dijk, voorzitter
28 04 12 16 20 23 24 26
Vanuit de verbindingswereld Vernieuwd techniekonderwijs in de startblokken De nieuwe profielen in het vmbo Het wat en waarom van de IWI-opleiding Overzicht erkende opleidingsinstellingen Stroomschema las- en laskaderopleidingen Vervolg erkende opleidingsinstellingen
8
34 36 38 43 44 46
44
Rondetafelgesprek over de toekomst van las(kader)opleidingen Leertrajecten in de praktijk Laskennis opgefrist 18 Lasonderwijs in Belgisch Limburg Willem de Welder Vaktrots Brancheregister Foto: Heidi Borgart
Foto: Steven Bemelman
“Ik zie wel kansen binnen het profiel PIE. Het nieuwe programma biedt vrijheid en als school hebben we de mogelijkheid om ons te profileren richting vervolgonderwijs en bedrijfsleven. Het bedrijfsleven kan ook meer invloed hebben door zich actief met het onderwijs te bemoeien.”
16
Foto: Ted Walker Coverfoto: Steven Bemelman bij Teylingen College KTS, Voorhout
34
LASTECHNIEK
BERICHTEN - maar t 2015
Van praktijkverklaring naar NIL-lasdiploma De examencommissie HVO van het NIL is gestart met een pilot om kandidaten die kiezen voor een praktijkexamen, de mogelijkheid te bieden daarna ook het theoretische examen en dus een NIL-lasdiploma te behalen. Docenten zijn enthousiast over deze nieuwe mogelijkheid voor hun leerlingen.
Toch een NIL-lasdiploma Kandidaten die het praktijkexamen met goed gevolg hebben afgelegd ontvangen in eerste instantie een praktijkverklaring. Wanneer ze daarna binnen twee jaar hun theorie-examen weten te behalen, kunnen ze alsnog het NIL-lasdiploma krijgen. Yvonne Olgers, manager afdeling Onderwijs van het NIL: “Deze pilot biedt kansen voor kandidaten die wat meer moeite hebben met de theorie en biedt ook voordelen binnen bepaalde opleidingstrajecten. Dit initiatief sluit aan bij ons motto: ‘Wij gaan voor jouw loopbaan!’”
Materials 2015 focust op ‘properties,applications & solutions’
Motiverend Op het Albeda College, locatie RDM Campus, is men blij met deze pilot. “Het is voor leerlingen een uitdaging om na het behalen van een praktijkverklaring toch een volledig lasdiploma te kunnen halen zonder dat ze alle praktijkwerkstukken opnieuw moeten lassen”, zegt Arie Kruithof, coördinator theorie van de afdeling metaaltechniek. “Ook hebben we een aantal BBL-opleidingen waarbij het moeilijk is om naast de praktijk ook alle theorie af te ronden binnen één jaar. In sommige BBL-trajecten, zoals bij de pijpfitters, constructiewerkers en monteurs, krijgen we dat nu nog niet goed ingepast. De tweestappenmogelijkheid naar een lasdiploma biedt dan wel uitkomst. In het eerste jaar kunnen deze leerlingen de praktijk afronden en aan de slag in het bedrijf waar ze werken. Aan het einde van hun opleiding is er meer tijd om de theorie diepgaander te doceren en sluiten we de opleiding af met een proeve van bekwaamheid en met het examen lastheorie. Bij onze opleiding tot basislasser geven we wel de theorie en praktijk gecombineerd. Alleen in uitzonderingsgevallen laten we deze leerlingen afzonderlijk examen doen voor praktijk en theorie.” Albert ten Cate, docent aan de praktijkschool Winkler Prins in Veendam, ziet ook kansen: “Wij proberen zoveel mogelijk onze leerlingen samen met de praktijk ook de theorie te leren. Onze jongens en meiden hebben een passie voor het lassen; aan hun lasvaardigheid ligt het zeker niet. Doordat ze goed met hun handen kunnen werken zijn ze voor bedrijven direct goed inzetbaar. Voor hen is het natuurlijk het mooiste als ze een volledig NIL-lasdiploma kunnen behalen: daar hoort de theorie bij, ook voor leerlingen die meer tijd nodig hebben om zich deze eigen te maken. De mogelijkheid om binnen twee jaar na het behalen van een praktijkverklaring een volledig lasdiploma te verkrijgen is voor mijn leerlingen zeer motiverend. Daarnaast biedt het ze meer kansen straks werk te vinden. Ik ben hier dan ook erg blij mee en ik denk met mij ook andere docenten en leerlingen van praktijkscholen.” www.nil.nl
4
LASTECHNIEK
maar t 2015
De vakbeurs Materials krijgt komend voorjaar, op 22 en 23 april 2015 in NH Conference Centre te Veldhoven, een praktijkgerichte en levendige opzet, gebaseerd op drie pijlers: properties – applications – solutions. Organisator Mikrocentrum wil bezoekers aanspreken op herkenbare praktijkproblemen en materiaaltoepassingen. Keynote-lezingen over materiaaltrends en praktijkverhalen over materiaaltoepassingen zorgen voor diepgang.
Materiaaltechnieken Naast (nieuwe) materialen en materiaaleigenschappen komen tijdens Materials 2015 veel materiaaltechnieken aan bod, zoals specialistische bewerkingen, warmtebehandelingen, omvormtechnieken, oppervlaktetechnieken en verbindingstechnieken. Deze technieken bieden oplossingen voor gewenste functionaliteiten. Denk aan lichtgewicht materialen die voor zowel de automobielindustrie als de lucht- en ruimtevaart van groot belang zijn. Verder is er veel aandacht voor het oplossen van allerlei ‘materiaaluitdagingen’, zoals corrosie, hechting, temperatuurbestendigheid, hergebruik, recyclebaarheid, slijtvastheid, wrijvingsweerstand, UV-bestendigheid en vervormbaarheid. Tot slot komen onderwerpen als analysetechnieken, schaarste en schade-onderzoek aan bod. Het aantal exposanten zal rond 110 liggen.
Congresprogramma De inhoudelijke pijlers properties – applications – solutions, zijn ook herkenbaar in het lezingenprogramma en worden belicht vanuit verschillende toepassingsgebieden, waardoor een interessante kruisbestuiving kan optreden. Er zijn ruim veertig lezingen van onafhankelijke experts en exposanten. Dit zijn zowel lezingen vanuit de industrie als de wetenschap. Hierbij wordt vooral aandacht besteed aan nieuwe materialen, bewerkings-, oppervlakte- en verbindingstechnieken specifiek voor de automotive, de lucht- en ruimtevaart, de civiele techniek, bouw en machinebouw.
Materia Materia is het internationale materialenplatform van tienduizenden architecten en materiaalontwikkelaars op het gebied van innovatieve materialen. De tentoonstelling van Materia op Materials 2015 bestaat uit meer dan 100 van de nieuwste materialen uit een onafhankelijke collectie, geheel afgestemd op de doelgroep: de technische industrie. Er worden twee thema's uitgewerkt: lichtgewicht materialen en biobased materialen. Het doel van de tentoonstelling is om een brug te slaan tussen de creatieve en de technische sector. www.materials.nl
5
LASTECHNIEK
BERICHTEN - maar t 2015
Euroweld gaat onderpoederlassers opleiden Het in Oud Gastel gevestigde Euroweld, gespecialiseerd in de verkoop en verhuur van mechanisatiematerieel en lasapparatuur voor de zware industrie, heeft een bedrijfshal ingericht om lassers te leren werken met onderpoederlasapparatuur. Op termijn wil het bedrijf ook andere lascursussen aanbieden, als aanvulling op het huidige dienstenpakket. Onderpoederlassen Jan den Hertog, oprichter en directeur van Euroweld, maakte enkele jaren geleden de strategische keuze om zich te specialiseren. “De concurrentie op standaard lasapparatuur werd steeds groter, onder andere door de toename van het internetgebruik. Ook de verhuurmarkt veranderde: in het verleden verhuurden we veel aan aannemers die werkzaam waren op nieuwbouwprojecten in de chemische en petrochemische industrie. Deze projecten kwamen er steeds minder, en hiervoor in de plaats ontstond er een grotere markt voor maintenance, in het bijzonder voor de grote shut-downs. Daar was voor ons als lasverhuurbedrijf geen plaats. Men koos voor de grote verhuurbedrijven die alles in het verhuurpakket hadden. We zagen drie opties: aansluiting zoeken bij een groot verhuurbedrijf dat geen of onvoldoende lasspecialisme in huis had, zelf een supermarktachtig verhuurbedrijf
advertentie
3-daagse Workshop AWS D1.1 en D1.6 Meer informatie vindt u op www.nil.nl 6
LASTECHNIEK
maar t 2015
worden, of ons verder specialiseren in bijzondere lastechnieken, zo als onderpoederlassen en geautomatiseerd lassen. We kozen voor de derde optie.” Naast de speciale lastechnieken heeft Euroweld zich ook gespecialiseerd in manipulatie- en mechanisatietechniek. “Zo hebben wij rollenbanken van 2,5 tot en met 1600 ton, lasmanipulatoren van 50 kg tot en met 160 ton en laskolommen tot 10 meter in ons verkoop- en verhuurprogramma. Ons doel is het bieden van een compleet pakket, en dat traject begint bij een studie om te gaan automatiseren of mechaniseren. Vervolgens leveren we manipulatie- en lasapparatuur, lasdraden en -poeders, en tot slot willen we een compleet scholingsprogramma bieden, om de lassers die met de apparatuur gaan werken om te scholen naar onderpoederlasser. Het onderpoederlassen is voor onze klanten, die het zwaardere materiaal verwerken, het snelste (drie tot vier keer sneller als het traditionele MIG/MAG-lassen), het mooiste en meest foutloze lasproces. Hier valt nog veel winst te behalen voor de zware industrie, zowel binnen als buiten onze landsgrenzen.”
Lasschool Op termijn wil Euroweld ook andere lascursussen gaan aanbieden, zoals de NIL Handvaardigheidscursussen. In de bedrijfshal zijn daartoe al vier lasboxen ingericht. “We willen beginnen met het aanbieden van opfriscursussen voor detacheringsbedrijven. Later kunnen we het aanbod eventueel uitbreiden en ook lassers gaan certificeren. Het zal geleidelijk moeten groeien, maar ik ben ervan overtuigd dat een lasschool een toegevoegde waarde vormt voor ons bedrijf.” www.euroweld.nl
advertentie
2-daagse Workshop Het visueel beoordelen van
LASVERBINDINGEN Meer informatie vindt u op www.nil.nl 7
LASTECHNIEK
BERICHTEN - maar t 2015
Populariteit
NDO-opleidingen Op industrieterrein Dintelmond, in het Noord-Brabantse Heijningen, heeft Materiaal Metingen Testgroep, onderdeel van de MME Group, sinds eind 2012 een compleet nieuw opleidingscentrum in gebruik. Jaarlijks worden hier vele NDO’ers opgeleid in diverse onderzoekmethoden. De cursussen zitten altijd snel vol en de belangstelling groeit. Kleinschalig en intensief De divisie Opleidingen verzorgt al sinds 1969 cursussen en opleidingen op het gebied van niet-destructief onderzoek en is daarmee het oudste opleidingsinstituut van Nederland. Het merendeel van de cursisten wordt opgeleid tot NDO-onderzoeker niveau 2 in de methoden visueel, penetrant, magnetisch, ultrasoon en radiografisch onderzoek. Dit zijn de meest gangbare onderzoekmethoden. Daarnaast verzorgt MME cursussen in de meer geavanceerde methoden als wervelstroomonderzoek, Phased Array en TOFD. De cursussen zijn kleinschalig van opzet en intensief, zowel voor cursisten als voor docenten. Hoofd Opleidingen en docent Bram Visser geeft momenteel een cursus Ultrasoon Onderzoek. “Gedurende drie weken krijgen de cursisten ’s morgens theorie en ’s middags praktijk. Tijdens het praktijkgedeelte zijn er twee instructeurs aanwezig om zes cursisten te begeleiden. Die intensieve begeleiding is echt nodig, omdat de cursisten bij dit type onderzoek gemakkelijk fouten kunnen maken. Als je niet op tijd zou corrigeren gaan ze op de verkeerde weg.”
neemt toe
LASTECHNIEK
maar t 2015
ook een officieel ‘examination centre’. Dat betekent dat wij de examens op onze locatie organiseren, zowel voor Hobéon SKO als voor ASNT (American Society For Nondestructive Testing).”
Wachtlijst Visser ziet de populariteit van de NDO-opleidingen toenemen. Vorig jaar heeft de afdeling Opleidingen ongeveer 70 NDO-cursussen verzorgd, en nog steeds is er een wachtlijst. De groeiende belangstelling heeft volgens Visser vooral te maken met de steeds hogere eisen die gesteld worden in de normen. “Er moet steeds meer onderzocht worden, dus zijn er steeds meer onderzoekers nodig.” Toch is het vak van NDO’er nog relatief onbekend. “Dat is eigenlijk al jaren zo. Je hoort nooit een jongere zeggen dat hij NDO’er wil worden. Het ontbreekt ook vaak aan kennis bij docenten, waardoor dit vakgebied onderbelicht blijft.” Maar wie eenmaal in het NDO-vak is gerold, blijft er meestal wel in hangen. Bram Visser is daar zelf het levende bewijs van. “Het is een bijzonder wereldje, dat nooit verveelt.” www.mme-group.com
4 juni: Landelijke Onderwijsdag
Te c h n i e k Investeren management en directie van scholen wel voldoende in techniek? Hoe ziet het techniekonderwijs van de toekomst eruit en wat betekent dit voor techniekdocenten? Om antwoord te krijgen op deze en andere vragen, organiseert het Consortium Beroepsonderwijs op 4 juni de jaarlijkse Landelijke Onderwijsdag Techniek in Lunteren. Inspirerend De Landelijke Onderwijsdag Techniek is een netwerken scholingsdag voor techniekdocenten in het vmbo en het mbo. Met tientallen stands en vele inspirerende workshops is de Landelijke Onderwijsdag Techniek al jaren hét podium om antwoorden op prangende vragen te krijgen, om hulp in te schakelen, om nieuwe ideeën op te doen en netwerken te versterken.
Grootste opleider
Technieklokaal van de Toekomst
De opleidingsfaciliteit in Heijningen bestaat uit diverse leslokalen en praktijkruimtes die voorzien zijn van de modernste apparatuur. In principe kunnen drie verschillende cursussen tegelijk gegeven worden. Ook e-learning is geïntegreerd in het lesprogramma. De cursistengroep bestaat grotendeels uit werknemers van verschillende vestigingen van de MME Group die al een of meer NDO-methoden beheersen op minimaal niveau 1. Maar er zijn ook cursisten die afkomstig zijn van andere NDO-bedrijven. Visser: “Er zijn niet zoveel aanbieders van NDO-cursussen. In Nederland zijn wij daarin de grootste. Zestig procent van de NDO’ers die in Nederland gecertificeerd worden, zijn bij ons opgeleid. We zijn niet alleen een erkende opleidingsinstelling, maar
Dit jaar wordt onder andere aandacht geschonken aan ‘good practice’ door middel van workshops en masterclasses. Daarnaast zijn er drie themapleinen: het Leermiddelen-, het Professionalisering- en het Inventaris- plein. Verder wordt het Technieklokaal van de Toekomst gepresenteerd.
8
Praktische informatie De Onderwijsdag vindt plaats in congrescentrum de Werelt in Lunteren en kost € 295 (voor niet-leden). Inschrijven kan vanaf half april via de website van het Consortium Beroepsonderwijs. www.consortiumbo.nl
9
LASTECHNIEK
BERICHTEN - maar t 2015
Nieuw uitzendbureau biedt opleiding met met baangarantie De technische bedrijfstak kampt al jaren met een enorm tekort aan goed gekwalificeerde en gecertificeerde lassers. Daarnaast zijn vele honderdduizenden mensen op zoek naar een baan. Haprotech Technisch Uitzendbureau biedt in samenwerking met gemeenten en bedrijven werkzoekenden een volwaardige lasopleiding mét baangarantie. Actieplan Jeugdwerkloosheid Haprotech begon anderhalf geleden een samenwerking met de gemeente Velsen. Ten behoeve van Actieplan Jeugdwerkloosheid kregen jongeren zonder baan de kans op een leerwerktraject met baangarantie. Wisten zij de aangeboden lasopleiding met goed gevolg af te leggen? Dan zorgde Haprotech dat zij bij een technisch bedrijf aan de slag konden gaan. “Het afgelopen jaar hebben we op deze manier al tientallen mensen duurzaam naar werk begeleid”, vertelt directeur André Schoorl. “Daarom hebben we deze formule verder ontwikkeld. Zo is Haprotech Technisch Uitzendbureau ontstaan.” Diverse gemeenten en het UWV hebben zich inmiddels aangesloten bij het unieke concept.
gebedrijven en apparatenbouwers zijn interessante doelgroepen. Haprotech richt zich vooral op de provincies Noord- en Zuid-Holland en Flevoland, met de focus op de Metropoolregio Amsterdam.
John Duncan, bedrijfsleider van Alcomij:
‘Support, scholing en service dicht bij huis’
Hoe het werkt “Wij leveren uitsluitend maatwerk. We beginnen altijd met een uitgebreide inventarisatie en het maken van een profielschets. Waar is het bedrijf naar op zoek? Aan welke specifieke werknemerskwaliteiten is er behoefte? Wil men gespecialiseerde of juist allround-lassers? Met die informatie gaan wij aan de slag”, legt Schoorl uit. Haprotech verzorgt een compleet wervingstraject, waarna geschikte kandidaten op maat worden opgeleid. Bovendien hoeft het bedrijf niet aan de opleidingskosten van zo’n 7.000 euro per werknemer mee te betalen. Het enige wat het bedrijf moet kunnen bieden, is dat de kandidaat-werknemer - na een inwerkperiode van twee tot drie maanden - er een half jaar gedetacheerd kan worden. Na deze periode van zo’n acht à negen maanden, waarin zes evaluatiemomenten zijn ingebouwd, kan het bedrijf besluiten of de kandidaat capabel genoeg is voor een langer dienstverband.”
Doelgroep Het uitzendbureau richt zich op de metaalverwerkende bedrijven, zoals Tata Steel. Maar ook de scheepsbouw, offshore-gerelateerde bedrijven, constructie- en monta-
10
Baangarantie Omdat Haprotech Technisch Uitzendbureau veel geld in de kandidaat-werknemers investeert, verwacht het van de werkzoekenden een positieve houding met een grote motivatie. “Wij willen mensen helpen die kwaliteit hebben, maar net dat kleine stukje aansluiting missen op de arbeidsmarkt en niet de financiën hebben om dat zelf te bekostigen”, vertelt Schoorl. “Zijn werkzoekenden gemotiveerd en hebben ze affiniteit met de metaalbranche? Dan investeren we graag in hen en bieden wij - bij gebleken kwaliteiten - tevens een baangarantie.”
Alcomij in ‘s-Gravenzande, toeleverancier voor o.a. de tuinbouwsector, zet Valk Welding lasrobots in voor de lasproductie van aluminium onderdelen. Bedrijfsleider John Duncan: “Valk Welding levert een compleet systeem, specifiek ontwikkeld voor het booglasproces en voor support, scholing en service hoeven we niet naar het buitenland.”
Zorgt dat het hele lasproces optimaal verloopt Service, training en parts dicht bij huis Specialisten op las- en robotgebied Complete sytemen uit één hand
www.hetlashuis.nl
Snel en eenvoudig te programmeren
Valk Welding tel. 078 69 170 11
[email protected] www.valkwelding.com
LASTECHNIEK
DE TOEKOMST VAN HET TECHNIEKONDERWIJS - maar t 2015
LASTECHNIEK
maar t 2015
Het vmbo gaat vernieuwen. Met ingang van augustus 2016 worden de tientallen beroepsgerichte programma’s teruggebracht naar tien nieuwe profielen. Techniekopleidingen worden aantrekkelijker en gaan sterk inspelen op de regionale arbeidsmarkt, zegt Adri Pijnenburg, programmaleider VMBO & MBO Techniek bij de Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Deze stichting is onder meer verantwoordelijk voor het ontwerp en de realisatie van de nieuwe examen- en opleidingsproducten. door Jaap van Sandijk, fotografie Steven Bemelman
A
Vernieuwd techniekonderwijs in de startblokken
12
antrekkelijk, uitdagend en innovatief. Met deze woorden omschrijft Pijnenburg het nieuwe techniekonderwijs in het vmbo. Hij klapt zijn laptop open en toont een van de vele Techno-Skills: digitale documenten die leerlingen een aantrekkelijke mix van onder meer video’s en leerstof bieden. “We leiden op in een digitale omgeving en spelen daarmee in op de ICT-vaardige jeugd”, licht de programmaleider toe.
Afstemming op de regio Maar de vernieuwing zit niet alleen in de uitdagende leeromgeving. Ook een hechte samenwerking met bedrijven uit de regio en een op de regionale arbeidsmarkt afgestemd aanbod aan opleidingen moeten het techniekonderwijs een impuls geven. Dat onderwijs moet macrodoelmatig zijn, zoals het ministerie van Onderwijs het verwoordt: organiseerbaar, duurzaam en betaalbaar. Pijnenburg: “Het ministerie richt zich op het ‘wat’, wij als Consortium - waarin 160 vmbo’s en 40 ROC’s samenwerken - richten ons op de ‘hoe’ vraag. Wij ondersteunen en begeleiden scholen op hun pad naar 2016 en verder. We maken, met de ontwikkeling en productie van onderwijsmateriaal, de vertaalslag naar de praktijk en stemmen het onderwijsprogramma af op de regio. Maar het is uiteindelijk de school die bepaalt hoe zij het onderwijs vormgeven. Voor de bij het Consortium aangesloten scholen is het materiaal op maat beschikbaar vanuit een grote onderwijsdatabank.”
Betere aansluiting In de nieuwe structuur sluit het vmbo beter aan op het mbo, zegt Pijnenburg. “Er komen doorlopende leerlijnen waarop leerlingen in het vmbo kunnen voorsorteren en vervolgens optimaal en volledig op maat kunnen aansluiten in het mbo.” Hij pakt er een overzicht van leerlijnen bij. De leerlijn ‘Metaal bewerken en verbinden’ loopt van een vmbo-keuzedeel (waaronder booglassen 1) direct door in het mbo-kwalificatiedossier ‘Metaalbewerken’. Het bedrijfsleven speelt een belangrijke samenwerkende rol in de nieuwe structuur, met name in het mbo. Daarmee gaat een lang gekoesterde wens van bedrijven in vervulling, zegt Pijnenburg. “Ondernemingen gaven al langer aan dat ze meer afstemming wilden tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt in de regio. Straks hebben ze bijvoorbeeld direct toegang tot het onderwijsmateriaal van het Consortium en kunnen ze in die leeromgeving verbetervoorstellen doen. Zo blijven de Techno-Skills actueel en sluit het lesmateriaal naadloos aan op de praktijk. Ook kunnen bedrijven voorstellen doen voor keuzevakken, zodat het onderwijs goed aansluit op de arbeidsvraag en het vervolgonderwijs.” Als gevolg hiervan kunnen de diploma’s in de toekomst inhoudelijk van elkaar afwijken: in de regio Twente zullen bijvoorbeeld andere keuzevakken worden gegeven dan in de Randstad. Maar die verschillen hebben op de waarde van het diploma geen effect. “Het blijven landelijk erkende diploma’s. Ze worden alleen regionaal ingekleurd.”
Foto: een vmbo-leerling aan het werk van het Teylingen College KTS in Voorhout
13
LASTECHNIEK
DE TOEKOMST VAN HET TECHNIEKONDERWIJS - maar t 2015
“Ondernemingen gaven al langer aan dat ze meer afstemming wilden tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt in de regio. Straks hebben ze bijvoorbeeld direct toegang
Dé totaal leverancier voor de verkoop en verhuur van lasapparatuur, manipulatieapparatuur en positioneringsapparatuur voor de zware industrie.
tot het onderwijsmateriaal van het Consortium en kunnen ze in die leeromgeving verbetervoorstellen doen. Zo blijven de Techno-Skills actueel en sluit het lesmateriaal naadloos aan op de praktijk. Ook kunnen bedrijven voorstellen doen voor keuzevakken,
Lasschool en opleidingen Wij hebben een interne lasschool, voor het verzorgen van in-huis opleidingen voor pijplassers en Onder Poederdek lassers op alle niveaus. Daarnaast bieden wij omscholingen van conventioneel lasser naar OP lasser aan. De opleidingen worden gegeven onder toezicht van deskundige docenten die in samenwerking met een onafhankelijke keuringsinstantie als Lloyds, zorg dragen voor de examinering.
zodat het onderwijs goed aansluit op de arbeidsvraag en het vervolgonderwijs.”
Onderwijsdagen De Stichting Consortium Beroepsonderwijs organiseert regelmatig bijeenkomsten, masterclasses en workshops, verspreid door het hele land. Zo staan binnenkort weer - op 1 april in Bussum en op 4 juni in Lunteren - onderwijsdagen op het programma, waarop docenten kunnen kennismaken met het beroepsonderwijs van de toekomst. Samen met het opleidingsfonds OOM is het Consortium een stage-offensief gestart. “Bedrijven die meedoen kunnen gratis vmbo- en mbo-stage-opdrachten bestellen”, zegt Pijnenburg. “Hiervoor hebben zich inmiddels, via de website stagewijs.nl, 171 bedrijven aangemeld.”
Euroweld verzorgt lasopleidingen in de volgende technieken: t&MFLUSPEFMBTTFO t.JH.BHMBTTFO t5JHMBTTFO t"VUPHFFOMBTTFO t0OEFS1PFEFSEFL 01 MBTTFO Euroweld B.V. | Steenstraat 16 d | 4751 GS Oud Gastel | T 0165 31 78 55 | F 0165 33 00 71 |
[email protected] | www.euroweld.nl
Meer instroom
14
EEquipment, quipment, Accessories A ccessories
Training, Training, Coordination, Coordination, Consultancy Consultancy
Instructions, Procedures, WPS services
met hart voor techniek
www.kemppi.com
ALYZ AN
OL TR
Kemppi ARC System 3
E CON
En dat is maar goed ook, want de behoefte aan techneuten blijft groot. “Net zoals de kans op een baan in techniek onverminderd hoog blijft, op alle niveaus”, zegt Pijnenburg, die wijst op het broze herstel van de economie. “De kentering is er. Maar ik vraag me af of het onderwijs straks het tekort kan opheffen. Bij elke procent economische groei zijn 13.500 extra techneuten nodig, zo blijkt uit onderzoek van de Universiteit Maastricht.”
TWXM
REFIN
Momenteel is hij programmaleider VMBO & MBO Techniek van het Consortium Beroepsonderwijs en het Platform vmbo Techniek. Dit is een samenwerkingsverband van 40 ROC's, 160 vmbo-scholen en een groeiend aantal branche-opleiders. Kerntaken van het Consortium zijn ontwikkeling en implementatie van een krachtige en duurzame opleidings- en examenmethodiek voor het vmbo en mbo.
Stop guessing Start knowing
E
Over Adri Pijnenburg Adri Pijnenburg is vanaf 2000 vanuit SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling) intensief betrokken bij de ontwikkelingen in de sector techniek van het vmbo. In 2004 werd hij landelijke programmamanager vmbo bij het vmbo Platform Metaal & Metalektro. In 2006 werd Pijnenburg ook projectleider van het innovatieproject Het Metalen Scharnierpunt. In 2007 fuseerde het Platform met de Stichting Consortium Beroepsonderwijs.
Het Consortium ligt, met de ontwikkeling en productie van vmbo- en mbo- opleidingsprogramma’s en bijeenkomsten voor scholen, op koers. De programma’s staan klaar en de bijeenkomsten worden goed bezocht. Maar dat is geen garantie voor succes. “Een belangrijke succesfactor is dat scholen investeren in de professionalisering van hun teams waarbij directie en teamleiding betrokken zijn. Door mét elkaar en in samenwerking met het Consortium de nieuwe structuur vorm te geven gaan we voor toekomstbestendig, duurzaam, uitdagend en vernieuwend techniekonderwijs”, aldus Pijnenburg. “Ook is het belangrijk dat vmbo-scholen samenwerking zoeken met ROC’s en stage-bedrijven. Onderwijs en bedrijfsleven zijn nu samen aan zet. We zien nu al dat scholen die doorpakken bij de vernieuwing en professionaliseren meer instroom krijgen.”
LASTECHNIEK
PRODUCEREN, INSTALLEREN EN ENERGIE (PIE) - maar t 2015
Vernieuwingen in het vmbo Jongeren die kiezen voor een vak in de lastechniek beginnen vaak met een vmbo-opleiding. De inrichting van het technische onderwijs op het vmbo gaat binnenkort veranderen. Vanaf augustus 2016 gaan de vmbo-scholen in het derde en vierde leerjaar werken met profielen. Wat houdt deze vernieuwing in en welke invloed heeft deze op het onderwijs in de metaaltechniek? door de redactie, gebaseerd op www.vernieuwingvmbo.nl, fotografie Steven Bemelman
D
e beroepsgerichte programma’s in het vmbo moeten duidelijker, eenvoudiger en actueler worden. Met die opdracht van het ministerie van OCW ging op 29 november 2011 het project ‘Vernieuwing beroepsgerichte programma’s in het vmbo’ van start. In dit project werken docenten en andere deskundigen nauw samen aan de nieuwe examenprogramma’s. In deze programma’s wordt vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen aan het eind van hun opleiding. De bedoeling is dat in 2017 de eerste beroepsgerichte vmbo-examens nieuwe stijl worden afgelegd.
Tien profielen De beroepsgerichte leerwegen kennen op dit moment meer dan dertig beroepsgerichte programma’s, zoals Administratie, Metselen, Horeca, Voertuigentechniek, … en natuurlijk Metaaltechniek. Al deze programma’s worden vervangen door tien profielen: 1. Economie en ondernemen 2. Horeca, bakkerij en recreatie 3. Zorg en welzijn 4. Bouwen, wonen en interieur 5. Produceren, installeren en energie 6. Mobiliteit en transport 7. Media, vormgeving en ICT 8. Groen 9. Dienstverlening en producten 10. Maritiem en techniek Volgens de projectorganisatie zijn de nieuwe profielen duidelijker, breder en actueler en bieden ze de leerlingen meer keuzevrijheid. De bedoeling is dat het vmbo straks beter aansluit op het mbo. Voor scholen zouden de nieuwe profielen gemakkelijker te organiseren moeten zijn, ook bij dalende leerlingenaantallen.
16
LASTECHNIEK
maar t 2015
Inhoud profiel Aan het einde van het tweede leerjaar kiezen leerlingen een van de beroepsgerichte profielen. Elk profiel bestaat uit drie delen, die nauw met elkaar samenhangen: 1. Gemeenschappelijk deel Dit deel bestaat uit vijf basisvakken: Nederlands, Engels, maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en minstens één kunstvak. De vakken in het gemeenschappelijk deel zijn voor alle profielen hetzelfde. 2. Profieldeel De vakken in dit deel hangen samen met het profiel dat de leerling gekozen heeft. Voor een technisch profiel bevat dit deel naast algemene vakken als wiskunde, natuur- en scheikunde, een beroepsgericht profielvak. Dit laatste is een combinatie van theorie en praktijk.
3. Vrije deel In dit deel kiezen leerlingen van de beroepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg vier keuzevakken die passen bij hun profiel en/of belangstelling. De school bepaalt het aanbod van beroepsgerichte keuzevakken. Ook deze vakken bestaan uit een combinatie van theorie en praktijk. Metaaltechniek valt volgens de nieuwe indeling binnen het profiel Produceren, Installeren en Energie, afgekort PIE. Mogelijke keuzevakken in dit profiel zijn booglassen (1 en 2), maar ook bijvoorbeeld plaat- en constructiewerk en verspaningstechnieken.
Pilotscholen Functioneren de kern- en keuzeprogramma’s zoals ze in de werkgroepen zijn ontwikkeld ook in de praktijk? Waar zijn aanpassingen nodig? Moeten de voorbeeldexamens worden aangepast? Om deze en andere vragen te kunnen beantwoorden, worden de nieuwe examenprogramma’s eerst uitgeprobeerd op een beperkt aantal pilotscholen. Metaaltechniek, dus ook het lasonderwijs, valt zoals gezegd onder het profiel PIE (Produceren, Installeren en Energie). De pilotscholen Produceren, Installeren, Energie (PIE) zijn: • Jacobus Fruytier SG, Apeldoorn • Dongemond College, Raamsdonksveer • RSG Pantarijn, Wageningen • Dacapo College, Sittard • Twents Carmel College, Oldenzaal • Nuborgh College, Elburg • Linde College, Wolvega • Vechtdal College, Hardenberg • Beroepscollege Campus, Kerkrade • Beroepscollege Herle, Heerlen • Stellingwerf College, Oosterwolde • Udens College, Uden • Teylingen College KTS, Voorhout
Kayran, Krijn, Danilo, Mike, Jesse en Lars (bovenste rij, v.l.n.r.); Jaimy, Jochem, Rick en Niels (onderste rij, v.n.l.r.) van het Teylingencollege KTS in Voorhout met hun begeleider Fred Boot, coördinator afdeling Metaaltechniek
17
LASTECHNIEK
PRODUCEREN, INSTALLEREN EN ENERGIE (PIE) - maar t 2015 WWW.BUS.NL
Positieve ervaringen Wat zijn de eerste ervaringen met het werken volgens het nieuwe profiel PIE en welke invloed heeft dit op het lasonderwijs? We vroegen het de medewerkers van de diverse pilotscholen. Wat opvalt is dat zij vooral positief zijn over de vernieuwing. Brant Visser (47), afdelingsleider vmbo aan het Stellingwerf College te Oosterwold: “Ik ben superpositief over de nieuwe indeling in profielen, die onderwijskundig ondernemerschap stimuleert en maatwerk mogelijk maakt. Vanwege verouderde wet- en regelgeving is flexibele examinering nog niet mogelijk, maar ook daar wordt aan gewerkt. Ik verwacht ook dat de kwaliteit van het technische onderwijs en het lasonderwijs omhoog gaat. De opleiding wordt ook beter afgestemd op de plaatselijke arbeidsmarkt. Metaalbedrijven kunnen actief meesturen door aan te geven welke arbeidskrachten nodig zijn in de plaatselijke economie.” Of ook de aansluiting op het mbo beter wordt, zal zich volgens Visser nog moeten bewijzen. “Ik denk wel dat er meer leerlingen doorstromen naar dezelfde branche op het mbo, omdat er in het vmbo een stevigere basis wordt gelegd.” Op het Teylingencollege in Voorhout, afdeling KTS, werkt Fred Boot (52) als coördinator van de afdeling metaaltechniek. “Ik zie wel kansen binnen het profiel PIE. Het nieuwe programma biedt vrijheid en als school hebben wede mogelijkheid om ons te profileren richting vervolgonderwijs en bedrijfsleven. Het bedrijfsleven kan ook meer invloed hebben door zich actief met het onderwijs te bemoeien.” De gevolgen voor het techniekonderwijs op het Teylingencollege zijn volgens Boot niet bijzonder groot. “PIE invoeren betekent alleen een herschikking van onderwijs/opdrachten met hier en daar een vernieuwing. Booglassen is in ons nieuwe programma PIE zwaar vertegenwoordigd. Voor een deel zit het in de profieldelen en we hebben twee keuzedelen booglassen. Verder bieden we ook alle NIL-niveaus en alle processen aan in de avonduren.” Wat betreft de aansluiting op het mbo denkt Boot dat op termijn een doorlopende leerlijn naar het mbo mogelijk is. “Binnenkort starten wij een project op om dit voor elkaar te krijgen. Wij gaan als vmbo-school dit jaar starten om op beperkte schaal niveau 2 mbo aan te bieden aan een aantal van onze eigen leerlingen. Op termijn zou dit voor meer leerlingen moeten gaan gebeuren.” Wiebold Paulus (34) is werkzaam als docent techniek op RSG Pantarijn te Wageningen. Ook hij vindt de verkleining van het aantal uitstroomprofielen een goede ontwikkeling. “Zo ontstaat er meer duidelijkheid en eenheid in het techniekonderwijs voor het vmbo.” Wat betekent het
18
werken met de nieuwe beroepsprofielen volgens deze docent voor de kwaliteit van het technische beroepsonderwijs op zijn school? “Wij komen van een techniek-breed examenprogramma. Nu bieden wij het profieldeel PIE aan met keuzedelen MT en BWI. Het voordeel is dat we met de techniek meer de diepte in gaan. Wij vinden het belangrijk dat ons techniekonderwijs georiënteerd is op lokale bedrijven en organisaties. Alle ingrediënten voor goed technisch onderwijs zitten in het nieuwe examenprogramma. Een minimale eis van kwalificaties is vastgesteld. Het is aan de leerling en ons om er meer uit te halen. Wij zien dat essentiële vaardigheden als lassen, draaien en andere metaalbewerkingen zijn gebleven in het PIE-examenprogramma. Daarnaast kun je met keuzedelen nog dieper op metaalbewerkingen ingaan. Voor ons blijft lassen in ons programma.”
UW PARTNER IN TECHNIEK
SSwift-Cut wiftt-Cut Plasma snijtafels snijtaf taffeels
NEEM VOOR MEER INFO CONTAC T OP MET EEN BUS VESTIGING OF VIA
[email protected]
Ideaal voor (reparatie) werkplaatsen, metaalverwerkende industrie, metaal opleidingen, ontwerpers en kunstenaars. ttSwift-Cut is de nr. 1 in zijn klasse ttOntworpen en gebouwd i d UK t beh
tWij t
ff
ld
d
l
i
L Leverbaar in 3 afmetingen en diverse ssamenstellingen. Diverse opties mogelijk: Zoals het swift trace systeem voor het met Z ccamera inlezen van li lijntekeningen.
“Wij zien dat essentiële vaardigheden als lassen, draaien en andere metaalbewerkingen zijn gebleven in het PIE-examenprogramma.” WWW.BUS.NL
UW PARTNER IN TECHNIEK
Aansluiting ROC Over de aansluiting op het vervolgonderwijs zegt Paulus: “Als vakdocenten moeten we een goed contact hebben met de ROC-opleidingen. Ons verhaal afstemmen op dat van de ROC-collega's en andersom. Het nieuwe examenprogramma vraagt je eigen inventaris te herzien. Misschien dat bepaalde werkzaamheden beter uitbesteed kunnen worden aan het ROC. Het nieuwe examenprogramma geeft aanleiding om contacten en aansluitingen met vervolgstudies te herzien, maar buiten deze nieuwe ontwikkeling zouden vmbo en mbo zich altijd moeten afvragen: wat kunnen wij voor elkaar betekenen?" Ook vanuit het ROC klinken positieve geluiden. Leon Oerlemans, lascoördinator en instructeur wtb, constructiebankwerken en lassen op ROC De Leijgraaf in Veghel, ziet de vernieuwing als een goede kans voor leerlingen om in het vmbo al voor te sorteren op hun vervolgopleiding. “Met de ons omringende vmbo-scholen maken we afspraken over de te volgen stappen naar het ROC. Het doel is om vmbo-leerlingen te laten wennen aan de kwaliteitseisen die gesteld worden op het ROC. Voor leerlingen in de PIE-route bestaat de mogelijkheid om de werkstukken op ROC-niveau te maken en deze vervolgens door het ROC te laten beoordelen. Het gevolg is een mogelijke verkorting van de studietijd op het ROC.”
Helder inzicht in uw lassen las sen en installaties Applus RTD levert innovatieve, betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige technologieën en diensten voor Niet-destructief Onderzoek, inspecties en certificatie. Wijj bieden u een duidelijjk inzicht in de integriteit van uw installaties.
Asset Asset Int Integrity egrity
Inspectie
Niet-destructief onderz onderzoek oek
Certificatie Certificatie (NoBo & AAKI) AAKI)
Training Training en Opleiding
Bezoek ons ook op de Maintenance NEXT, stand 2.107!
inf nffo.netherlands@applusrt o d.com
Stralingsbescherming
www.ApplusRTD.nl
LASTECHNIEK
DE IWI-OPLEIDING - maar t 2015
IWI-opleidingen: wat, waarom en voor wie?
maar t 2015
LASTECHNIEK
Wat?
De afkorting IWI staat voor International Welding Inspector. Het is een internationaal (door IIW) erkende opleiding voor lasinspecteurs, waarin veel aandacht wordt besteed aan technieken voor niet-destructief en destructief onderzoek van lassen (NDO en DO). Daarnaast leren de cursisten veel over het opstellen van lasserkwalificaties, het werken met diverse normen en het opstellen van een test- en inspectieplan. De opleiding kent drie niveaus met oplopende moeilijkheidsgraad: B (basic), S (standard) en C (comprehensive). In Nederland worden op dit moment alleen de niveaus S en C aangeboden. Dit gebeurt door drie erkende opleidingsinstellingen: Dielemans Technische Opleidingen (DTO-Breda), EQIN Opleidingen en Lastechniek Oost. Gediplomeerden kunnen (net als bijvoorbeeld IWT’ers en IWE’ers) gecertificeerd worden door het NIL. Daarmee laten de lasinspecteurs zien dat ze hun vakkennis en vaardigheden op peil houden. Jeroen Holleman krijgt zijn diploma uitgereikt door Piet Dielemans
Waarom?
Op vrijdag 6 februari jl. ontvingen 17 geslaagde kandidaten tijdens een speciaal daarvoor georganiseerde bijeenkomst bij Element Breda hun IWI-diploma (International Welding Inspector). De IWI-opleiding is bij velen nog relatief onbekend, maar vormt een waardevolle aanvulling op de IWT- of IWE-opleiding, betogen cursisten, opleiders en het NIL. “Met het IWI-C diploma bereik je het hoogste niveau in lasinspectie. Zeker nu de gediplomeerden ook gecertificeerd kunnen worden door het NIL.”
door Margriet Wennekes, fotografie Link fotografie
20
Internationale lasnormen, zoals NEN-ENISO 3834 en NENEN-ISO 14731, geven duidelijke voorschriften voor het kennisniveau van personeel dat te maken heeft met lasactiviteiten. Dat geldt dus niet alleen voor lassers en lascoördinatoren, maar ook voor lasinspecteurs. De IWI-opleidingen bieden (toekomstige) lasinspecteurs een gedegen basis om de kwaliteit van gelaste constructies te bewaken. Vooral de IWI-C-opleiding bereidt de kandidaten voor op een brede kwaliteitscontrolefunctie. Een goed opgeleide lasinspecteur is bovendien een gelijkwaardige gesprekspartner voor gespecialiseerde NDO-bedrijven.
Voor wie?
Wie in aanmerking wil komen voor de IWI-C-opleiding zal een IWT- of IWE-diploma moeten hebben; voor de IWIS-opleiding volstaat het IWS-diploma. Veruit de meeste cursisten volgen de uitgebreide IWI-C-opleiding. Onder de lichting geslaagden bevindt zich de 33-jarige Angelo Claessens uit Weert, werkzaam als Senior Welder bij DDVS (Dutch Defense Vehicle Systems) in Helmond. Angelo mist voor een deel de vingers van zijn linkerhand; een
beperking waarmee hij geboren is. “Ondanks mijn beperking ondervind ik geen hinder bij het uitvoeren van mijn werkzaamheden, maar ik denk niet dat ik het lassersvak tot aan mijn pensioen wil blijven uitoefenen. Om mijn toekomst zeker te stellen wil ik zoveel mogelijk leren. Na de schakelcursus SMLT heb ik eerst IWT gedaan en daarna IWI-C. Met deze opleidingen ben ik breder inzetbaar op de arbeidsmarkt.” Jeroen Holleman (42) is een van de twee gediplomeerden die cum laude wisten te slagen. Hij werkt als QA/QC Welding Engineer voor IHC Fabrication in Kinderdijk. Zijn motivatie voor het volgen van de IWI-opleiding: “Ik wil de top bereiken qua studie. Na de handvaardigheidopleidingen heb ik een heel studietraject afgelegd: van IWP en IWS, via de schakelcursus naar IWT en ten slotte IWI-C. Ik ben ambitieus en heb hard gestudeerd, maar het was een leuke cursus en mijn jarenlange ervaring heeft zeker geholpen.” Jeroens werkzaamheden zullen inhoudelijk niet sterk veranderen, maar hij legt uit dat de cursus een waardevolle aanvulling biedt binnen zijn functie. “Ik heb nu een nog beter begrip van NDO-technieken en kan op niveau meepraten. Verder ben ik nu nog beter in staat zelf een test- en inspectieplan te schrijven en te beoordelen.”
21
LASTECHNIEK
DE IWI-OPLEIDING - maar t 2015
Vergelijking CSWIP/AWS en IWI Michel Voorhout, docent bij EQIN Opleidingen en lid van de NIL IWIP-examencommissie: “De IWI-opleidingen kennen een veel breder opleidngsprofiel dan de CSWIPopleidingen. Bij CSWIP-examinering wordt de kandidaat, na een korte training, getoetst op de algemene vakbekwaamheid op het gebied van inspectie en lascoördinatietaken, terwijl bij de IWI-opleidingen veel dieper en breder wordt ingegaan op kwaliteitsborgingsaspecten, NDO en lastechniek. Het verschil tussen beide opleidingen blijkt ook al duidelijk uit het verschil in opleidingsduur en de zwaardere toelatingscriteria voor deelname aan de IWI-opleiding.
Marcelino Roest (53), werkzaam als Senior Quality Control Coordinator in de offshore-industrie, slaagde cum laude voor zijn IWI-C-diploma: “Om zeker te zijn van continuïteit in je werk moet je ervoor zorgen dat je je werkgever of opdrachtgever iets te bieden hebt waarmee je jezelf onderscheidt en waarmee je je inzetbaarheid en marktwaarde vergroot. Dit kun je bereiken door jezelf te specialiseren en benodigde competenties eigen te maken. Net als bij lassers worden competenties van kwaliteitsfunctionarissen in eerste instantie gemeten aan niveau en geldigheid van relevante certificaten. Ook met betrekking tot aansprakelijkheid is het belangrijk dat personeel over aantoonbare competenties beschikt. Dit geldt uiteraard ook voor de zelfstandigen onder ons.
maar t 2015
ERKENDE OPLEIDINGEN NEDERL AND
LASTECHNIEK
Erkende opleidingsinstellingen per 1 maart 2015 International Welding Engineer (IWE) EQIN Lasopleidingen, Rotterdam Hogeschool Utrecht, Utrecht
contactpersoon: Dhr. K. de Hoog |
[email protected] contactpersoon: Mevr. L. Kok |
[email protected]
International Welding Technologist (IWT) DKD Lasopleidingen, Joure DTO Dielemans Technische Opleidingen, Breda EQIN Lasopleidingen Rotterdam - Velsen-Noord - Weert Hogeschool Utrecht, Utrecht Kumoweld B.V., Assen Lastechniek Oost, Hengelo ROC Friese Poort, Drachten TSH Vakopleidingen, Emmen
contactpersoon: Dhr. R. Dekker |
[email protected] contactpersoon: Dhr. P. Dielemans |
[email protected] contactpersoon: Dhr. K. de Hoog |
[email protected] contactpersoon: Mevr. L. Kok |
[email protected] contactpersoon: Dhr. M. van Veen |
[email protected] contactpersoon: Mevr. R. Deen |
[email protected] contactpersoon: Dhr. H. de Vries |
[email protected] contactpersoon: Dhr. S. Rumahloine |
[email protected]
International Welding Specialist (IWS) | International Welding Practitioner (IWP)
Michel Voorhout van EQIN-opleidingen geeft uitleg in het testlaboratorium van Element Breda en reikt op de foto rechts het IWI-C diploma uit aan Marcelino Roest.
De reden dat de CSWIP-opleidingen meer bekend zijn heeft te maken met het feit dat internationale bedrijven uit de CPOG-industrie (Chemical, Process, Oil and Gas), van oudsher het CSWIP-profiel in hun eigen contractspecificaties hebben opgenomen. De weg naar internationale erkenning van de IWI-opleidingen is weliswaar ingezet (DNV OS-F101, Norsok M-101 en EEMUA 158), maar zal in de toekomst meer vorm moeten gaan krijgen. Het is slechts een kwestie van tijd dat meerdere nationale en internationale opdrachtgevers dit ook gaan inzien...”
22
In de offshore-industrie is ervaring essentieel en wordt gewaardeerd. Ik voel me met mijn 36-jarige werkervaring en 53 jaar dan ook niet ‘oud’ op de arbeidsmarkt. Echter, ervaring alleen is niet voldoende. Als QC-functionaris moet je aan de continu strenger wordende eisen blijven voldoen en op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen. Voldoende argumenten dus om regelmatig opleidingen en seminars te volgen. De keuze voor de IWI-C opleiding was voor mij vanzelfsprekend, want deze is in lijn met mijn werkzaamheden en achtergrond. Daarnaast bereik je met het IWI-C diploma het hoogste niveau in lasinspectie. Zeker nu in Nederland de gediplomeerden door het NIL ook gecertificeerd kunnen worden is de opleiding zeer waardevol, ook internationaal gezien. Daarom kan ik iedere QC-professional in de lastechniek deze cursus aanraden.”
De Groot Lasopleidingen, Breda DKD Lasopleidingen, Joure EQIN Lasopleidingen, Rotterdam Haprotech Lasopleidingen, Velsen-Noord Kumoweld, Assen Lastechniek Oost, Hengelo ROC Friese Poort, Drachten ROC Friese Poort, Leeuwarden ROC Rivor, Tiel Summa College, Eindhoven TSH Vakopleidingen, Emmen Vakopleiding Techniek, Cuijk
contactpersoon: Mevr. A. Dirkzwager |
[email protected] contactpersoon: Dhr. R. Dekker |
[email protected] contactpersoon: Dhr. K. de Hoog |
[email protected] contactpersoon: Dhr. R. Brand |
[email protected] contactpersoon: Dhr. M. van Veen |
[email protected] contactpersoon: Mevr. R. Deen |
[email protected] contactpersoon: Dhr. H. de Vries |
[email protected] contactpersoon: Dhr. E. Overzet |
[email protected] contactpersoon: Dhr. J. Adams |
[email protected] contactpersoon: Dhr. P. Manders |
[email protected] contactpersoon: Dhr. S. Rumahloine |
[email protected] contactpersoon: Dhr. H. Schepers |
[email protected]
Alleen IWP: EQIN Lasopleidingen, Velsen-Noord
contactpersoon: Dhr. K. de Hoog |
[email protected]
International Welding Inspector (IWI) DTO Dielemans Technische Opleidingen, Breda contactpersoon Dhr. P. Dielemans |
[email protected] EQIN Lasopleidingen, Rotterdam - Velsen-Noord - Weert contactpersoon: Dhr. K. de Hoog |
[email protected] Lastechniek Oost, Hengelo contactpersoon: Mevr. R. Deen |
[email protected]
Responsible Welding Coordinator (RWC) Bedrijfstakschool Anton Tijdink Heerenveen - Terborg De Groot Lasopleidingen, Breda Hatek, Wateringen Kumoweld, Assen Lastechniek Europa, Nieuwegein PomWeld, Heerhugowaard SNS, Nieuwegein
contactpersoon: Dhr. R. Smits |
[email protected] contactpersoon: Mevr. A. Dirkzwager |
[email protected] contactpersoon: Dhr. S. Achterberg |
[email protected] contactpersoon: Dhr. M. van Veen |
[email protected] contactpersoon: Mevr. H. Kaspers |
[email protected] contactpersoon: Dhr. W. Pomian |
[email protected] contactpersoon: Dhr. F. Vasquez |
[email protected]
LASTECHNIEK
STROOMSCHEMA L AS- EN L ASKADEROPLEIDINGEN - maar t 2015
maar t 2015
LASTECHNIEK
© 2015 NIL - Nederlands Instituut voor Lastechniek - OPUS communicatie-ontwerp
24
25
LASTECHNIEK
ERKENDE OPLEIDINGEN NEDERL AND EN BELGIË - maar t 2015
vervolg erkende opleidingsinstellingen Lijmopleidingen (EAB, EAS, EAE) Hogeschool Rotterdam (EAB en EAS), Rotterdam Lijmacademie (EAB en EAS), Gilze-Rijen
contactpersoon: Dhr. M. Kolle |
[email protected] contactpersoon: Dhr. A. Knottnerus
[email protected]
Raillasopleidingen Raillasschool Nederland (EAWRJ, EAWRR en EAW), Vianen
Handvaardigheidopleidingen niveau 3 en 4 (HVO 3 en 4) Albeda College, Rotterdam Bedrijfstakschool Anton Tijdink, Terborg Bronckhorst Lasopleidingen, Harderwijk De Groot Lasopleidingen, Breda Haprotech Lasopleidingen, Velsen-Noord Kumoweld B.V., Assen Lastechniek Europa, Nieuwegein Lastechniek Oost, Hengelo Perk Lasschool, Zaandam ROC De Leijgraaf, Veghel ROC Rivor, Tiel SBC Sasbout Vosmeer, Delft STODT, Hengelo Tetrix Bedrijfsopleidingen, Den Helder - Heerhugowaard
contactpersoon: Dhr. M. van ’t Hof |
[email protected] contactpersoon: Dhr. R. Smits |
[email protected] contactpersoon: Dhr. T. Bronckhorst |
[email protected] contactpersoon: Mevr. A. Dirkzwager |
[email protected] contactpersoon: Dhr. R. Brand |
[email protected] contactpersoon: Dhr. M. van Veen |
[email protected] contactpersoon: Mevr. H. Kaspers |
[email protected] contactpersoon: Mevr. R. Deen |
[email protected] contactpersoon: Dhr. P. Muntjewerff |
[email protected] contactpersoon: Dhr. L. Oerlemans |
[email protected] contactpersoon: Dhr. J. Adams |
[email protected] contactpersoon: Dhr. H. Pruisken |
[email protected] contactpersoon: Mevr. A. Reuter |
[email protected] contactpersoon: Dhr. De Wit |
[email protected]
LASTECHNIEK VERBINDT ONS. Lastechniek/Engineering • Laspraktijk Ingenieur (LPI) / International Welding Engineer (IWE) - Bereidt voor op NIL-examen - Hoog slagingspercentage - Jarenlange ervaring met LPI/IWE - Face to face onderwijs - Ondersteund door digitale leeromgeving • Middelbare Lastechniek (MLT) / International Welding Technologist (IWT) • Workshop Lasnormen • Procestechnologie *Voor MLT’ers bestaat de mogelijkheid (met vrijstellingen) deel te nemen aan IKT2.
Materialen • Introductie Metaalkunde • Introductie Corrosiebeheersing • Corrosie en Corrosiebeheersing • Hogere Gieterijtechniek • Expert Class Gieterijtechnologie • Post-HBO metaalkunde
MLT/IWT START 7 SEPTEMBER 2015
Onderhoud & Inspectie • Post-MBO Onderhoudstechniek • Post-HBO Onderhoudstechnologie • Post-HBO Onderhoud en Management • Inspectie- en Keuringstechnieken (IKT2 * en IKT3) • NDO Vakspecialist Level 3
• U HEEFT EEN LPI- OF IKT3 DIPLOMA EN WILT EEN COMBINATIE VAN BEIDEN? • U HEEFT EEN MLT-DIPLOMA EN WILT IKT2 VOLGEN? INFORMEER NAAR DE MOGELIJKE VRIJSTELLINGEN!
Goedgekeurde IIW-EWF opleidingen in België per 01-01-2015 • • • • • • • •
Belgisch Instituut voor Lastechniek (BIL), Brussel: IWE, IWT, IWS, RWC, IWI-C CPE-HN, Charleroi: IWT, IWS, IW (International Welder) Iris Tech+, Brussel: IW Lascentrum Arrondissement Mechelen, Sint-Katelijne-Waver: IW Lessius Hogeschool - De Nayer, Sint-Katelijne-Waver: IWE Technifutur, Seraing: IWE, IWT, RWC, IW, EAS VCL (VervolmakingsCentrum voor Lassers), Brussel: IW VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding), Antwerpen, BeverenRoeselare, Brugge, Haasrode, Hasselt, Herentals, Ieper, Peer, Sint-Katelijne-Waver, Sint-Niklaas, Vilvoorde, Wondelgem: IW Thomas Moore, Sint-Katelijne-Wever: IWT
•
De contactgegevens van alle opleidingsinstellingen zijn op te vragen bij de Belgische Vereniging voor Lastechniek, Brussel, T 0032 (0)2 260 11 70. Daar kunt u ook terecht voor nadere informatie over alle erkende lasopleidingen.
26
Voor alle cursussen en opleidingen geldt: naast individuele deelname behoort maatwerk voor meerdere medewerkers ook tot de mogelijkheden. Meer weten? Bel 088 481 88 88, of kijk op www.cvnt.nl
ER VALT NOG GENOEG TE LEREN
LASTECHNIEK
Imre Németh
Wim de Groot
Paul Deen
Harold Elshof
Rondetafelgesprek opleiders
Welke kant moeten we op met onze las(kader)opleidingen? De lastechniek is voortdurend in beweging. Hoe zouden opleiders en het NIL het best kunnen inspelen op de veranderende behoeften vanuit het bedrijfsleven, de ontwikkelingen in het onderwijs, technologische en maatschappelijke ontwikkelingen? Vertegenwoordigers vanuit vier particuliere opleidingsinstellingen en het NIL gingen met elkaar in gesprek over de toekomst van de las(kader)opleidingen in Nederland. door Margriet Wennekes, fotografie Bert de Jong
28
LASTECHNIEK
maar t 2015
RONDETAFELGESPREK OPLEIDERS - maar t 2015
Harold Scholing
Yvonne Olgers
Ben Weenink
Deelnemers rondetafelgesprek opleiders Imre Németh, manager bij EQIN Opleidingen. EQIN biedt vanuit vier locaties (Rotterdam, Velsen-Noord, Weert en Stein) het volledige IIW-pakket aan kaderopleidingen (IWP, IWS, IWT, IWI en IWE), een eigen opleiding voor lascoördinatoren en lasinspecteurs, NIL Handvaardigheidopleidingen en BBL-trajecten (niveau 2 en 3). Daarnaast is EQIN actief op het gebied van certificeren met de eigen examenorganisatie i-Cert. Wim de Groot, directeur en eigenaar van De Groot Lasopleidingen en voorzitter van de examencommissie HVO (Handvaardigheidopleidingen) van het NIL. De Groot Lasopleidingen biedt vanuit de vestiging in Breda de NIL Handvaardigheidopleidingen niveau 1 tot en met 4 en de kaderopleidingen IWP, IWS en RWC (B en S). De Groot verzorgt daarnaast certificeringen. Paul Deen, oprichter en eigenaar van Lastechniek Oost, gevestigd in Hengelo, Overijssel. Lastechniek Oost biedt alle NIL Handvaardigheidopleidingen en de kaderopleidingen IWP/IWS, IWT en IWI (S en C).
Harold Elshof, collega van Paul Deen, adviseur bij Lastechniek Oost en verantwoordelijk voor de regio Midden- en Noord-Nederland. Harold Scholing, directeur en eigenaar van TSH Vakopleidingen in Emmen. TSH Vakopleidingen verzorgt opleidingen voor lassers en elektromonteurs. Naast de NIL Handvaardigheidopleidingen biedt TSH de kaderopleidingen IWP, IWS, Schakelcursus IWT, IWT en een eigen lascoördinatoropleiding. Ook bij TSH nemen de certificatie-activiteiten toe. Yvonne Olgers, manager Onderwijs bij het NIL en verantwoordelijk afgevaardigde vanuit het NIL voor de internationale organisaties EWF en IIW. Ben Weenink, collega van Yvonne Olgers, senior beleidsmedewerker Onderwijs bij het NIL.
29
LASTECHNIEK
RONDETAFELGESPREK OPLEIDERS - maar t 2015
W
ilt u samen met andere opleiders en medewerkers van het NIL bij ons aan tafel komen praten over uw visie op de toekomst van de las- en laskaderopleidingen in Nederland? Met deze vraag benaderden we enkele particuliere opleiders uit verschillende regio’s van ons land. De reacties waren enthousiast. De behoefte om in deze samenstelling met elkaar van gedachten te wisselen was groot, zoals al snel bleek tijdens de bijeenkomst op 3 maart. De open vraag: ‘met welke verwachtingen zitten jullie hier en welk onderwerp zouden jullie vandaag in elk geval willen bespreken?’, leidde spontaan tot bijna een uur gespreksstof. Duidelijk is dat zowel opleidingsinstellingen als het NIL op zoek zijn naar het beste antwoord op allerlei ontwikkelingen, zoals veranderende behoeften van bedrijven, nieuwe wettelijke eisen, de groeiende behoefte aan nieuwe lesvormen, enzovoort. Harold Scholing vatte het als volgt samen: “Hoe kunnen we er met zijn allen voor zorgen dat lasopleidingen ook in 2020 nog voldoen aan de behoeften van de markt?” Aan de hand van zeven vragen geeft dit artikel de belangrijkste uitkomsten van de inspirerende bijeenkomst.
Welk onderwerp zouden jullie vandaag in elk geval willen bespreken? Paul Deen en Harold Elshof spreken hun zorgen uit over de zwaarte van de huidige NIL Handvaardigheidopleidingen; vooral het niveau van de theorie. “De opleidingen op niveau 1 en 2 bevatten zoveel theorie dat dit een drempel vormt voor de beginnende lasser. Daardoor lopen we het gevaar dat we ons doel voorbijschieten.” Paul Deen stelt voor om de opbouw vanaf niveau 1 tot en met niveau 4 te verbeteren. “Begin laagdrempelig, zodat de interesse gewekt wordt, en bouw de stof geleidelijk op. Het verschil tussen niveau 1 en 2 mag duidelijker, en ook de examenvragen zouden meer op de praktijk toegespitst mogen worden, zeker voor deze niveaus.” Wim de Groot gaat niet helemaal mee in de kritiek. “Maandelijks kijken we als HVO-commissie naar de examenresultaten. Landelijk gezien is het slagingspercentage hetzelfde als bij het
Paul Deen: “Onze docenten moeten niet alleen didactisch geschoold zijn, maar ze moeten ook het juiste technische niveau hebben. Een docent voor TIG niveau 2 moet zelf minstens TIG niveau 4 hebben.”
30
maar t 2015
oude systeem. Maar natuurlijk is het belangrijk dat wij geadviseerd worden door de opleidingsinstituten. Kom dus met aanbevelingen naar de HVO-commissie. Geef aan wat je mist en wat je graag anders zou zien.” Yvonne Olgers heeft al stappen ondernomen om docenten nog nauwer te betrekken bij het herzien van de lesstof.
Hoe kunnen we voldoen aan de veranderende behoeften vanuit het bedrijfsleven? Voor bedrijven is het belangrijk dat mensen snel en op maat geschoold worden. Volgens Harold Scholing worden de commerciële opleiders steeds vaker gevraagd voor in-company trainingen. Het kan gaan om een specifiek NIL-traject, of op maat gemaakte cursussen voor de eigen producten. “Het leuke is dat de lasser die bij ons onder handen wordt genomen, zich meer bewust wordt van de mogelijkheden van het lastoestel. Die lasser komt later terug omdat hij zijn kennis wil vergroten.” Bedrijven zoeken vooral een opleiding die direct is toe te passen op de producten die ze zelf maken. Yvonne Olgers en Ben Weenink vragen hoe het NIL in deze behoefte zou kunnen voorzien. Imre Németh doet een voorstel dat baanbrekend zou zijn: “Laat de lasposities de eindtermen zijn van het handvaardigheidsniveau en laat de materiaaldiktes los. In de standaardopleiding kun je dan bedrijfsgerichtheid implementeren. De theorie blijft gelijk; alleen de maatvoering verandert. De gevraagde materialen kan de klant zelf leveren.” Dit voorstel wordt enthousiast ontvangen. Het zou natuurlijk goed uitgewerkt moeten worden, maar Yvonne Olgers en Ben Weenink zien wel mogelijkheden, en ook de andere opleiders juichen het voorstel toe: Paul Deen: “De opleider zou cursussen op maat kunnen aanbieden en het NIL zou bijpassende examens kunnen maken.” Voor bedrijven gaat het niet alleen om de las, maar ook om de lasser. Hoe maak je de lasser completer, zodat hij meer toegevoegde waarde krijgt? Denk maar aan zaken als werkhouding en bewustwording van de eigen verantwoordelijkheid. Imre Németh. “We streven er in onze opleidingen naar om de lasser meer kostenbewust te maken, veiliger te laten werken, hem bewust te maken van de eigen inschakelduur, zijn werkplek beter te onderhouden enzovoort. Na afronding van de opleiding moet de werkgever positief verrast zijn over de totale ontwikkeling van de lasser.”
LASTECHNIEK
Hoe kan een lascoördinator het best worden voorbereid op zijn functie?
Wim de Groot: “We zouden weer een goede opleiding tot lasinstructeur moeten invoeren. Daarmee leg je de basis voor de toekomst. Dan weet je zeker dat je over tien jaar de goede mensen hebt.”
Ook als het gaat om kaderopleidingen heeft het bedrijfsleven behoefte aan werknemers die niet alleen beschikken over de juiste kennis, maar die ook andere vaardigheden ontwikkeld hebben, zoals leidinggeven, samenwerken, communiceren, rapporteren enzovoort. De Groot: “De IWT’ ers van nu zijn goeie techneuten, maar in hun opleiding wordt te weinig aandacht besteed aan andere vaardigheden, zoals kennis van ICT en rapporteren. Ze zijn vooral heel specialistisch in hun vak: de lastechnologie.” De vraag is wie verantwoordelijk is voor het aanleren van de extra competenties. Binnen de EWF/IIW-guidelines zijn deze niet omschreven. Harold Scholing: “Mogelijk zouden we vanuit het voortraject, zoals de schakelcursus, meer vaardigheden kunnen trainen, speciaal gericht op de functie van de IWT’er in de praktijk.”
Handelsondernemingen en ROC’s stellen zich steeds vaker op als particuliere opleiders. Hoe kijken de commerciële opleiders aan tegen deze ontwikkeling? “Schoenmaker, blijf bij je leest”, is de reactie van de opleiders aan tafel. Het belangrijkste is dat de kwaliteit van de opleidingen niet naar beneden gaat. “Bepaalde niveaus zou je moeten toetsen aan het niveau van de docent, anders dreigt het specialisme te verdwijnen”, vindt Paul Deen. “Onze docenten moeten niet alleen didactisch geschoold zijn, maar ze moeten ook het juiste technische niveau hebben. Een docent voor TIG niveau 2 moet zelf minstens TIG niveau 4 hebben.” Wim de Groot: “We zouden weer een goede opleiding tot lasinstructeur moeten invoeren. Daarmee leg je de basis voor de toekomst. Dan weet je zeker dat je over tien jaar de goede mensen hebt.”
Om lascoördinatoren voor te bereiden op hun taken zijn er verschillende opleidingsmogelijkheden. Een bekende opleiding is de EWF-opleiding RWC (B en S). Daarnaast hebben opleiders hun eigen lascoördinatorcursussen ontwikkeld. De opleiders zijn het erover eens dat de term lascoördinatoropleiding eigenlijk niet klopt. Németh: “Het begint met de vraag wat je verwacht van een lascoördinator. Ik denk dat als we hier met zijn allen een definitie moeten geven van een lascoördinator, we zes verschillende definities krijgen. De een legt de nadruk op ‘las’, de ander op ‘coördinator’. Heb je een IWS- of IWT-opleiding, dan zegt dit meer over je lasspecialisme dan over je vaardigheden als coördinator. Ook in de RWC-opleiding ontbreekt de link naar de praktijk. Daarom hebben we bij EQIN Opleidingen onze eigen cursus ontwikkeld waarin we praktijkopdrachten meegeven, zodat de lascoördinator niet alleen draagvlak creëert, maar ook meteen aan de slag gaat met zijn toekomstige taken.” Yvonne Olgers geeft aan dat dit in feite draait om de didactische uitwerking. “De inhoud van de RWC-opleiding voldoet aan de minimale kennisvereisten voor de functie van lascoördinator. Het is mede aan de opleider om aan de hand van deze basisstof opdrachten te ontwikkelen waarmee de link naar de praktijk wordt gelegd. Ook binnen de RWC-opleiding kun je dit dus doen.” Imre Németh pleit ervoor om meer te kijken naar profielen bij het kiezen van een opleiding. “Wat heeft een bedrijf nodig: een uitvoerend lasser, een lasspecialist, een lascoördinator of een lasinspecteur? Pas daar je opleiding op aan. Het is een andere manier van denken.” Geconcludeerd wordt dat het goed zou zijn om voor de ontwikkeling van nieuwe opleidingstrajecten vooraf een overleg te organiseren met alle betrokken partijen.
Imre Németh: “Wat heeft een bedrijf nodig: een uitvoerend lasser, een lasspecialist, een lascoördinator of een lasinspecteur? Pas daar je opleiding op aan. Het is een andere manier van denken.”
31
LASTECHNIEK
RONDETAFELGESPREK OPLEIDERS - maar t 2015
Hoe kunnen opleiders inspelen op nieuwe manieren van leren? De jongere generatie cursisten is kritischer en leert op een andere manier dan de oudere generatie. Jongeren zijn bijvoorbeeld meer gewend om te gaan met computers en zelf informatie op te zoeken via internet. Een ander soort leerling vraagt om nieuwe manieren van kennisoverdracht. Harold Scholing: “Cursisten van kaderopleidingen hoeven niet naar school te komen om te horen wat ze zelf kunnen lezen. Het huidige lesmateriaal sluit echter niet meer voldoende aan op de manier waarop wij de stof aanbieden. Je zou de docenten kunnen helpen door naast boeken moderne digitale leermiddelen te ontwikkelen, zoals apps en Youtubefilmpjes.” Yvonne Olgers is het ermee eens dat het overbrengen van lesstof gevarieerder zou moeten. “De verschillende manieren waarop mensen leren ga je echter niet afdekken met alleen een boek, maar ook niet met alleen contactonderwijs of digitaal leren. De docent speelt een cruciale rol. Het is de taak van de docent om te schakelen tussen allerlei verschillende aanbiedingsvormen. Ook het leren valideren van informatie die gevonden wordt op internet is een belangrijke vaardigheid die aangeleerd moet worden.” Harold Scholing haakt hierop in: “De docent moet een bepaalde bevlogenheid uitstralen, maar moet tegelijkertijd ondersteund worden met diverse soorten materialen. Het is de combinatie die telt.”. Geconcludeerd wordt nogmaals dat de opleiding tot lasinstructeur terug zou moeten komen. Daarbij zou je natuurlijk ook moeten nadenken over de verschillende tools die je instructeurs kunt bieden. Paul Deen is van mening dat digitaal leren voor de laagste handvaardigheidsniveaus weinig kans van slagen heeft, omdat de betreffende leerlingen vaak moeite hebben om zichzelf de stof eigen te maken. Imre Németh waarschuwt: “Als lastechnische opleiders kunnen we er echter niet omheen dat we te maken krijgen met een nieuwe generatie lassers en allerlei onderwijsinnovaties die doorgevoerd moeten worden.”
Harold Scholing: “De lasser van de toekomst is niet de man of vrouw die twee dingen aan elkaar vastmaakt, maar een vakman die het sluitstuk vormt van een heel productieproces en die zich daarvan bewust is.”
Word jij onze nieuwe collega?
Wat merken de opleidingsinstellingen van de steeds hogere kwaliteitseisen qua certificatie van lassers en lasmethoden? De toegenomen certificatie-eisen hebben een grote invloed op de activiteiten van de opleiders. Het certificeren vormt voor alle opleiders een groeiende activiteit en vergt veel capaciteit. De kwalificatieverzoeken komen vaak vanuit specialistische uitzendbureaus en kleinere bedrijven. Het certificeren zelf wordt steeds complexer en de uitvoering komt vaak neer op een beperkt aantal mensen. Een ander gevolg van de strengere eisen is dat er meer kaderopleidingen worden gevraagd.
Welk perspectief kunnen we bieden aan jonge mensen die kiezen voor de lastechniek? “De lasser van de toekomst is niet de man of vrouw die twee dingen aan elkaar vastmaakt, maar een vakman die het sluitstuk vormt van een heel productieproces en die zich daarvan bewust is”, formuleert Scholing zijn visie. Een belangrijke taak voor zowel het NIL als opleidingsinstellingen is om niet alleen jongeren, maar vooral ook hun ouders te laten zien wat de carrièreperspectieven zijn voor beginnende lassers. “Lassen is meer dan een uitvoerend beroep. Het kan de start zijn van een ontwikkeling tot lasspecialist, lascoördinator of lasinspecteur. Iemand die begint met een handvaardigheidopleiding kan doorgroeien naar hts-niveau.”
Ben jij de lasprocesdeskundige die wij zoeken? “We bouwen machines met een hoge automatiseringsgraad voor met name de automobielindustrie. Elke dag werken in een hightech organisatie met een grote diversiteit aan verbindingstechnologieën en de laatste stand der techniek. Wat is er nou leuker!?” WAT GA JE DOEN? Als lasprocesdeskundige ben je vanaf het begin tot het eind betrokken bij de projecten. Je adviseert verkoop over de haalbaarheid van het machineontwerp, helpt engineering met het waarborgen van de *)('&)*%$#%$"! #($#$!#! $*)((#(!#$!#!%($#!))#$#(!#!($#$!#$!#!'*)$!#!(#%!#'#! lasnormen en eisen af. Kortom; het is jouw taak om ervoor te zorgen dat de laskwaliteit die we aan de voorkant beloven daadwerkelijk gerealiseerd wordt.
WAT VERWACHTEN WIJ VAN JOU? Belangrijk is dat je een passie voor lassen hebt! Toch verwachten wij van onze nieuwe collega ook een ##!%$##((#! !#$!##*#! #(!))))($!#!#!))*!("!#)!# "!%#$!)! !#* !%##! handen te krijgen, ben je lichtelijk stressbestending en werk je zowel goed zelfstandig als in een team. Een HBO werk/denk niveau is een pre, evenal kennis van Engels en Duits.
WAT MAG JE VAN ONS VERWACHTEN?
Yvonne Olgers: “De verschillende manieren waarop mensen leren ga je niet alleen afdekken met een boek, maar ook niet alleen met contactonderwijs of digitaal leren. De docent speelt een cruciale rol. Het is de taak van de docent om te schakelen tussen allerlei verschillende aanbiedingsvormen. Ook het leren valideren van informatie die gevonden wordt op internet is een belangrijke vaardigheid die aangeleerd moet worden.”
Je komt te werken in een enthousiaste vakgroep met veel kennis van zaken. We bieden je een uitda##!))!%!##! (#(#! )%()!#!%#!))$ ))!(#( *!%(! !%!%!!%$($#'##! scholings- en carrièremogelijkheden.
BEN JIJ ONZE NIEUWE COLLEGA? $!)!#!!#$! !)!#!))!)&**!%'! !##!%$##%! !# !#*! !&&&)&**! Voor inhoudelijke vragen kun je terecht bij Ronnie Kuiper, Teamleider Assemblage. Tel.nr.: 0341 411 811. &%$#"! !!!!! ! !!!! ! ! %!!! ! !!! ! !#!! !!!! ! !!! !! ! ! %!!!! ! !!! ! ! !! ! !"! !!!!!!! ! !!!
32
AWL-Techniek BV | Postbus 245 | 3840 AE Harderwijk | www.awl.nl
LASTECHNIEK
LEVENSL ANG LEREN - maar t 2015
Leertrajecten in de praktijk In Nederland, maar ook in de rest van Europa, kennen we inmiddels een groot aanbod aan lastechnische opleidingen. Dit blijkt ook uit het stroomschema in het hart van dit blad. Het aantal leertrajecten – de mogelijke routes naar een eindbestemming - is zelfs nog groter. Steeds vaker zien we dat lassers zich verder willen verdiepen in hun vak, maar niet goed weten welk vervolgtraject ze het best kunnen volgen. Dit artikel laat aan de hand van enkele voorbeelden zien dat, afhankelijk van vooropleiding en werkervaring, verschillende routes gevolgd kunnen worden.
door Ilona van den Berk, fotografie Ted Walker
B
ij Emerson Process Management Flow B.V. in Ede is het personeelsbeleid gericht op het bieden van loopbaanperspectief en het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling van werknemers. Het faciliteren van bijscholing hoort daarbij. Niels de Theije, Supervisor Production bij Emerson, is verantwoordelijk voor de opleidingstrajecten van de productiemedewerkers. “Enkele van onze jonge lassers hebben aangegeven dat ze graag willen blijven groeien in hun vak en eventueel een laskaderopleiding zouden willen volgen. Die mogelijkheid willen we graag bieden, maar omdat wij niet goed weten in welke opleiding zij het best kunnen instromen, hebben we advies gevraagd aan het Nederlands Instituut voor Lastechniek.” Ben Weenink, senior beleidsmedewerker Onderwijs bij het NIL, heeft op basis van vooropleiding, werkervaring, lasdiploma’s en -certificaten van deze lassers een advies opgesteld voor mogelijke leertrajecten.
Voorbeelden leertrajecten Akbar Ansari heeft zeven jaar werkervaring als lasser en is sinds twee jaar werkzaam voor Emerson. Via een BBLtraject heeft hij een mbo-diploma Metaalbewerker op niveau 2 behaald. Daarnaast heeft hij diverse NIL lasdiploma’s: TIG (rvs, niveau 1 en 2) en MAG (niveau 1). Ook beschikt Akbar over diverse lassercertificaten. Op basis van zijn werkervaring, vooropleiding, diploma’s en certificaten kan Akbar direct kiezen voor diverse vervolgtrajecten: 1. Instromen in de RWC–B opleiding (lascoördinator). 2. Instromen in de NIL Handvaardigheidopleiding niveau 3.
34
maar t 2015
De keuze tussen opties 1 en 2 hangt mede af van de materialen die verwerkt worden en de doorgroeimogelijkheden binnen het bedrijf. Weenink licht zijn advies verder toe: “Zou deze lasser kiezen voor optie 2, dan kan hij met dit diploma doorstromen naar de NIL Handvaardigheidopleiding niveau 4. Een andere mogelijke vervolgopleiding is de IWP-opleiding, mits hij de juiste lasserkwalificaties behaalt, te beoordelen door het NIL. Met een IWP-diploma kan hij op basis van BBL-niveau 2 vervolgens instromen in de opleiding IWS. Een collega van Akbar heeft na de lts de mbo-diploma’s Assistent Operator en Constructie-Metaalbewerker behaald. Daarnaast heeft hij een NIL Handvaardigheidsdiploma TIG-lassen (rvs) op niveau 3. Hij heeft de afgelopen zeven jaar als lasser gewerkt, waarvan de laatste jaren bij Emerson. Op basis van zijn opleiding en ervaring kan voor diverse opleidingstrajecten worden gekozen: 1. Direct instromen in de opleiding RWC–B (lascoördinator) 2. Instromen in de IWP-opleiding, mits vooraf de juiste lasserkwalificaties worden behaald, te beoordelen door het NIL. 3. Instromen in de NIL Handvaardigheidopleiding niveau 4. 4. Instromen in de IWS-opleiding, mits de examencommissie hiermee akkoord gaat op basis van werkervaring en vooropleiding (lts metaal). 5. Het volgen van de schakelcursus IWT en daarna instromen in de IWT-opleiding. Weenink: “Zou de betreffende lasser kiezen voor optie 2, dan zou hij met een IWP-diploma op basis van zijn vooropleiding kunnen instromen in de opleiding RWC-S. Dit is mede afhankelijk van de materialen die verwerkt worden en de persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden binnen de organisatie. Met een keuze voor optie 5 zou de lasser na afronding van de IWT-opleiding kunnen doorstromen naar de IWI-C cursus voor lasinspecteur.”
LASTECHNIEK
Uw talent, ons vak! De Groot Lasopleidingen in Breda is het grootste lasopleidingscentrum van Zuid-Nederland. 3210/2.-,+*.)('(&%)&2&($)-#2"2! 2 32 10/2.-,+*.)('(&%)&2&($)-#2"2! 2 3210/2-')+*.)('(&%)&20 20222 32 10/2-')+*.)('(&%)&2020222 32/-,)!(()(&%)&2$+.%)&,21222 32 /-,)!(()(&%)&2$+.%)&,21222 32/-,)%(,!-!()2$(-2.-,)!((--! &. 32 /-,)%(,!-!()2$(-2.-,)!((--! &. 3 32( *(!2+*.)('(&%)& 2 ( *(!2+*.)('(&%)& 32 --!)2!-(&(&%)& 32--!)2!-(&(&%)& 32 +, +*,2 32+, +*,2 +2#&!2#2( 2+&,2!)) !2$++ +2#&!2#2( 2+&,2!)) !2$++ .-,)&+'(%' )')& .-,)&+'(%' )')& ____________________________________________________________
GROOT DE GROO T LASOPLEIDINGEN )(') )2222)')(') )2222)'T222"22 2I2 .-,+*.)('(&%)& &. T 222"22 2I2 .-,+*.)('(&%)& &.
TECHNOLOGY FOR THE WELDER’S WORLD.
ABIMIG A T Voor elke opdracht het geschikte laspistool.
ABIMIG A T: de beste keuze! ■ Flexibiliteit: de optimale positie en configuratie voor elke opdracht ■ Lichtgewicht: minder belastend voor de lasser
Conclusie Voor lassers die zich verder willen ontwikkelen zijn vele leertrajecten mogelijk. Zowel vooropleiding als werkervaring zijn belangrijke factoren bij het bepalen van een geschikte vervolgopleiding. Afhankelijk van persoonlijke capaciteiten en interesses en de groeimogelijkheden binnen het bedrijf kan een keuze worden bepaald.
■ Robuust: hoge mechanische sterkte en duurzame slijtonderdelen ■ Krachtig: onovertroffen verhouding gewicht-belastbaarheid ■ Kostenbesparend: forse vermindering van de stilstandtijd
Niels de Theije, Supervisor Production bij Emerson, wijst Akbar Ansari de weg
35
LASTECHNIEK
L ASBAARHEID VAN MATERIALEN - maar t 2015
Laskennis opgefrist 18 Hoe minder voorzorgsmaatregelen nodig zijn om een goed eindresultaat te bereiken bij het lassen aan een materiaal, hoe beter de lasbaarheid van dit materiaal. In de komende afleveringen van Laskennis Opgefrist bespreken we de lasbaarbaarheid van verschillende materialen. Per materiaal worden richtlijnen gegeven met betrekking tot de te nemen voorzorgsmaatregelen.
Lasbaarheid van materialen Onvolkomenheden Tijdens het lassen kunnen er onvolkomenheden ontstaan in de las, zeker als de las aan bepaalde mechanische eigenschappen moet voldoen. Onvolkomenheden kunnen ontstaan doordat: • de lasser niet over de nodige kennis en ervaring beschikt; • de lasser onvoldoende kennis heeft van het te lassen materiaal in combinatie met het lasproces; • er hoge spanningen ontstaan in het gelaste onderdeel.
reden is het uiterst belangrijk om het juiste toevoegmateriaal te kiezen. Niet alleen voor het behalen van de vereiste mechanische eigenschappen, maar bijvoorbeeld ook voor de gewenste corrosiebestendigheid en een zo homogeen mogelijke lasverbinding. Onvolkomenheden in de warmte-beïnvloede zone worden veroorzaakt door de negatieve invloed van de bij het lassen optredende warmte in het gebied direct naast de las. Ze kunnen voorkomen worden door het nauwkeurig opvolgen van de in de lasprocedure omschreven voorschriften.
maar t 2015
Groep 2: Thermomechanisch behandelde fijnkorrelige staalsoorten en gietstaal met een gespecificeerde minimale rekgrens van ReH > 360 N/mm2. Bij een gegeven sterkte heeft een thermomechanisch behandelde (TMCP) staalsoort een lager koolstofgehalte dan een genormaliseerd staal. Daardoor heeft deze staalsoort een betere lasbaarheid met betrekking tot koudscheuren en het binnen de perken houden van hoge hardheden. Na het lassen van TCMP-staalsoorten zal echter altijd een zeker sterkteverlies optreden in de WBZ. De warmte-inbreng dient daarom te worden beperkt om de vereiste eigenschappen van de lasverbinding te kunnen waarborgen (bijvoorbeeld maximaal 2,5 kJ/mm bij een plaatdikte van 15 mm). Groep 3: Gehard en ontlaten fijnkorrelige staalsoorten en precipitatiegeharde staalsoorten (uitgezonderd roestvast staal), ReH > 360 N/mm2. Deze staalsoorten zijn wel lasbaar, maar ze hebben vaak een hoog koolstofgehalte. Met gangbare lasprocedures bestaat dan een risico van hoge hardheden in de WBZ, en scheurvorming. Ook kan er een beperking gelden voor de warmte-inbreng of voorwarmen, om achteruitgang van de mechanische eigenschappen te voorkomen.
Lasbaarheid diverse staalsoorten Materiaalsoorten Elke materiaalsoort vereist zijn eigen voorzorgsmaatregelen bij het lassen. In de komende afleveringen van deze rubriek wordt de lasbaarheid van de volgende materiaalsoorten behandeld: • ongelegeerde en laaggelegeerde staalsoorten; • aluminium en aluminiumlegeringen; • nikkel en nikkellegeringen; • koper en koperlegeringen; • titanium en titaniumlegeringen; • gietijzer. De meeste van deze materialen kunnen met behulp van smeltlasprocessen worden gelast. Als er onvolkomenheden optreden, zullen deze vooral ontstaan in het lasmetaal of in de zogenaamde warmte-beïnvloede zone (WBZ), ook wel aangeduid als HAZ (Heat Affected Zone). De chemische samenstelling van het lasmetaal bepaalt voor een groot deel het risico van onvolkomenheden. Om die
Warmte-beïnvloede zone
De ISO/TR 15608 die voor lasmethoden en lasserskwalificaties is opgesteld, geeft een groepsindeling van staalsoorten met min of meer gelijke metallurgische lasbaarheid en laseigenschappen. Hieronder worden per groep richtlijnen gegeven voor het lassen aan deze materiaalsoorten. Groep 1: Laag koolstofhoudende ongelegeerde staalsoorten die geen speciale behandeling vereisen, met een minimum gespecificeerde rekgrens ReH ≤ 460 N/mm2. In niet te grote diktes zijn deze ongelegeerde materialen goed lasbaar. Bij het lassen van grotere diktes met beklede elektroden, gevulde draad of via onderpoederlassen, kunnen er koudscheuren ontstaan. Dan is voorwarmen vereist, of een lasproces met laag waterstof ter verkoming van scheuren in de WBZ.
Groep 4, 5 en 6: Chroom-molybdeen (CrMo) en chroom- molybdeenvanadium (CrMoV) kruipbestendige staalsoorten. Deze soorten zijn gevoelig voor waterstofscheuren, maar met de juiste voorzorgsmaatregelen zijn ze tamelijk goed te lassen. Dat wil zeggen: op de juiste manier voorwarmen; gebruik van toevoegmateriaal met een laag waterstofgehalte en toepassing van temperbead technieken om het risico van scheuren te verminderen. Een gloeibehandeling na het lassen wordt toegepast om de taaiheid in de WBZ te verbeteren. Groep 7: Ferritische, martensitische of precipitatiehardende roestvast staalsoorten. Bij het gebruik van een toevoegmateriaal met een sterkte die overeenkomt met die van het moedermateriaal is voorwarmen noodzakelijk om scheurvorming in de WBZ te voorkomen. Een warmtebehandeling na het lassen is noodzakelijk om de taaiheid in de WBZ te verbeteren. Als voorwarmen en een warmtebehandeling na het lassen niet mogelijk zijn, kan een toevoegmateriaal uit austenitisch roestvast staal worden toegepast.
LASTECHNIEK
Groep 8: Austenitisch roestvast staal. Voorwarmen is bij deze materialen niet gebruikelijk. Om problemen met warmscheuren te voorkomen, moeten de toevoegmaterialen zo worden gekozen dat ze een zuiver lasmetaal leveren en, indien van toepassing, een bepaald ferrietgehalte. Groep 9: Nikkelgelegeerde staalsoorten (Ni ≤10%). De lasbaarheid kan worden vergeleken met die van de groepen 4, 5 en 6. Groep 10: Austenitisch-ferritisch roestvaststaal (duplex). Bij het lassen van deze staalsoorten is het belangrijk om de toevoegmaterialen met zorg te kiezen, af te zien van voorwarmen en de maximale interpass temperatuur goed te controleren. Ook moet de warmte-inbreng minimaal zijn, omdat een langzame afkoeling austenietvorming in de WBZ bevordert. Groep 11: Staalsoorten met een hoog koolstofgehalte. Deze staalsoorten zijn minder goed lasbaar dan de staalsoorten in groep 1. De toevoegmaterialen moeten met de nodige zorg te worden gekozen en hoge voorwarmtemperaturen kunnen nodig zijn. Gaat men lassen aan een staalsoort waarmee nog geen ervaring is opgedaan, dan is het belangrijk om advies in te winnen.
Normen en Technische Richtlijnen In de Technische Richtlijnen ISO/TR 20172 t/m 20174 wordt een groepsindeling gegeven voor Europese, Amerikaanse en Japanse materialen voor lasconstructies. Per opgenomen materiaal verwijzen deze richtlijnen naar de van toepassing zijnde groep volgens de hiervoor beschreven ISO/TR 15608. NPR-CEN-ISO/TR 15608: Lassen - Leidraad voor een groepsindeling van metalen NPR-CEN-ISO/TR 20172: Lassen - Groepsindelingen van metalen - Europese materialen NPR-CEN-ISO/TR 20173: Lassen - Groepsindelingen voor materialen - Amerikaanse materialen ISO/TR 20174: Lassen - Groepsindelingen voor materialen - Japanse materialen
Deze aflevering in de rubriek 'Laskennis opgefrist' is een bewerking van 'Job Knowledge for Welders Part 19' uit TWI Connect (TWI Ltd, Cambridge, UK), geactualiseerd in 2015. Met dank aan Marcel Hermans, TU Delft.
36
37
LASTECHNIEK
L ASONDERWIJS IN BELGISCH LIMBURG - maar t 2015
maar t 2015
LASTECHNIEK
Limburgs lasonderwijs in de schijnwerpers Het lasonderwijs in Belgisch Limburg krijgt veel positieve aandacht. Overheid, bedrijfsleven en onderwijs werken nauw samen om de kwaliteit van de opleidingen te versterken. Tijdens een Lasevent op het Provinciehuis in Hasselt kwamen negentig betrokkenen samen om bijgepraat te worden over de diverse initiatieven die genomen worden om het lasonderwijs in de regio te versterken.
door Helena Penders, fotografie FTML
O
m de kwaliteit van het lasonderwijs te versterken en een goede aansluiting op het bedrijfsleven te waarborgen is de opleiding van leerkrachten essentieel, zo betoogde Jef Beckers, manager van het Sectorfonds FTML. Gebaseerd op de IIW-structuur voor lasopleidingen en certificatie (zie kader) presenteerde hij een stappenplan voor de toekomst, waarin voor leerlingen vanaf het vijfde leerjaar én hun docenten wordt aangegeven welk niveau zij zouden moeten bereiken aan het eind van elk leerjaar:
Leerjaar
5
6
7
kwalificatie leerkracht
M2
M4+T2
M4+T4
kwalificatie leerling
M1
M2
M4
Mobiel laslaboratorium Een belangrijk hulpmiddel voor het realiseren van deze doelstellingen is het mobiele LasLAB, een gezamenlijk initiatief van VDAB, FTML en RTC-L. Het LasLAB is voorzien van een cabine voor radiografisch onderzoek en apparatuur voor destructief onderzoek. “Een VDAB-instructeur gaat met dit mobiele laboratorium drie keer per jaar langs een school: twee keer voor een oefendag en de derde keer voor de keuringen onder toezicht van een erkende instantie. Dit systeem biedt structuur en heeft zijn meerwaarde voor het onderwijs al ruimschoots bewezen”, aldus Beckers. “Op dit moment hebben 28 van de 46 leerkrachten een lasdiploma of getuigschrift. Dat is ruim 60% en daar kunnen we al heel tevreden mee zijn, maar we moeten dit naar 100% brengen. Ik denk dat dit, onder andere met de inzet van het LasLAB, goed realiseerbaar is.”
Leren op de werkvloer Fons Leroy, afgevaardigd bestuurder van de VDAB, wees op de grote uitdaging om het dreigende toekomstige tekort aan jonge vakmensen op te vangen. “Stonden er tien
38
Mede-organisator Jef Beckers presenteert een stappenplan voor de toekomst en bespreekt de voordelen van het LasLAB
Het Lasevent Onder gastheerschap van de Provincie Limburg organiseerden het Limburgse Sectorfonds Metaal (FTML) en het Regionaal Technisch Centrum Limburg (RTC-L) op 24 februari een bijeenkomst over de toekomst van het Limburgse lasonderwijs. De bijeenkomst werd gehouden in de Boudewijnzaal van het Provinciehuis te Hasselt. Naast sprekers van FTML en RTC-L werden er lezingen gehouden door afgevaardigd bestuurder Fons Leroy van de VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) en medewerkers van het TISM (Technisch Instituut Sint-Michiel). Aan het eind van de dag werden diploma’s uitgereikt aan twaalf docenten die geslaagd waren voor hun lascoördinatorcursus.
jaar geleden nog 106 jongeren klaar voor elke 100 mensen die met pensioen gingen; in 2020 hebben we slechts 78 jongeren voor elke 100 arbeidsplaatsen die vrijkomen.” Hij presenteerde drie aanbevelingen van de Europese Commissie om deze kloof te dichten: 1. Zorg voor een goede studiekeuzebegeleiding, waarbij de nadruk wordt gelegd op de perspectieven die een studie biedt op de arbeidsmarkt. 2. Voer een extra schoolvak in: ‘Arbeidsmarkt’. In dit ‘vak’ wordt geleerd hoe je je het best kunt gedragen op de arbeidsmarkt, met antwoord op vragen als: Hoe kan ik mezelf het best presenteren? Hoe bouw ik een netwerk op? Hoe stel ik een aantrekkelijk cv op? 3. Richt volwaardige bedrijfsopleidingen op naast de reguliere opleidingen. Door het uitbouwen van het duaal onderwijs zouden toekomstige werknemers op de werkvloer hun diploma moeten kunnen halen, naar het voorbeeld van industrieel sterke landen, zoals Duitsland. IIW-structuur lasopleidingen en certificatie De lasopleidingen volgens de structuur van het IIW (International Institute of Welding) zijn modulair opgebouwd. Elk lasproces (elektrodelassen, MIG/MAGof TIG-lassen) kent zes modules die moeten leiden tot het behalen van bepaalde lascertificaten volgens de IIW opleidingsnorm. Voor elektrodelassen zijn er de modules: E1, E2, E3, E4, E5 en E6. Voor MIG/MAG-lassen (halfautomaatlassen) zijn dit de modules M1 tot en met M6 en voor TIG-lassen T1 tot en met T6. Na het volgen van telkens twee modules (bijvoorbeeld M1 en M2) kan een internationaal erkend lasdiploma worden behaald, dat namens het IIW wordt uitgereikt door de BVL (Belgische Vereniging voor Lastechniek). Om te mogen starten met een hogere module moet de kandidaat bewijzen dat hij de onderliggende niveaus beheerst. Leroy besluit zijn verhaal met een oproep tot blijvende nauwe samenwerking: “We zitten in een regio met veel KMO’s (kleine en middelgrote ondernemingen). Om de voorgestelde veranderingen te realiseren zijn sterke partnerschappen nodig. Partnerschappen tussen sectorfondsen, regionale technische centra, VDAB en scholen. De organisatie van deze dag is daar een mooi voorbeeld van.”
Fons Leroy benadrukt het belang van sterke partnerschappen om te kunnen beantwoorden aan de vraag van de arbeidsmarkt van morgen
39
LASTECHNIEK
L ASONDERWIJS IN BELGISCH LIMBURG - maar t 2015
LASTECHNIEK
maar t 2015
Ervaringen met virtueel lassen Op het Technisch Instituut Sint-Michiel in Bree (TISM) is, dankzij de financiële steun van diverse partners, geïnvesteerd in een systeem voor virtuele lastrainingen van Soldamatic, ter ondersteuning van het lasonderwijs. Technisch adviseur Theo Bemelmans en docent Ludo Breemans vertelden over hun eerste, overwegend positieve, ervaringen met dit systeem. “Het is een innovatieve manier van opleiden die dankzij de flashy, iPad-achtige omgeving ertoe bijdraagt dat het imago van het lassersvak verbeterd wordt.” Volgens Bemelmans biedt het inzetten van de virtuele lastrainer de volgende voordelen: • Het opleiden van lassers verloopt effectiever en meer ontspannen. • De leerling krijgt een grotere succesbeleving, dankzij de directe terugkoppeling door het systeem. • De trainingskosten zijn lager, door besparing op materialen en tijd die in de lasbox moet worden doorgebracht. • De theoretische lessen kunnen worden geïntegreerd in het virtuele trainingssysteem. • Het systeem biedt mogelijkheden voor het aanbieden van e-learning. • De veiligheidsrisico’s worden geminimaliseerd. • Er kan meer aandacht worden geschonken aan het aanleren van een juiste lichaamshouding en het verbeteren van de motoriek.
“Leerkrachten met vakkennis en passie zijn de sleutelfiguren om jongeren warm te maken voor het lassersvak.”
Ludo Breemans demonstreerde de apparatuur en liet aan de hand van praktijkvoorbeelden zien op welke manieren de docent ondersteund wordt door de speciale software die bij het systeem geleverd wordt. “Deze software maakt het voor de leerkracht gemakkelijker om leerlingen individueel te begeleiden en de voortgang per leerling in de gaten te houden.”
Concreet stappenplan Ook Liesbeth Schraepen, die aan het woord kwam namens RTC Limburg, hield een kort pleidooi voor het inzetten van het virtuele lassysteem: “Wij zien dit als een innovatieve manier van opleiden waar we in geloven en die we willen ondersteunen.” Zij verwoordde het gemeenschappelijk doel van FTML en RTC-L als volgt: “Het realiseren van een betere aansluiting met de arbeidsmarkt, door de competenties van leerkrachten en leerlingen verder te versterken.” Hoe deze doelstelling bereikt moet worden is neergelegd in een visietekst, waarin de aanpak op korte en lange termijn staat beschreven. “Een concreet en aanvaardbaar stappenplan” is volgens Schraepen een basisvoorwaarde om gebruik te blijven maken van het las LAB. Daarnaast zal het RTC-L de inzet van virtuele lastrainers blijven ondersteunen.
40
Ludo Breemans geeft uitleg over de mogelijkheden van de virtuele lastrainer van Soldamatic
advertentie
Docenten met vakkennis en passie De voorzitter van het RTC, Guido Bijnens, en de voorzitter van FTML, Peter Kunnen, verzorgden tot slot de diploma-uitreiking aan twaalf leerkrachten die wisten te slagen voor de lascoördinatorcursus van EQIN Opleidingen. De opleiding van deze leerkrachten werd gefinancierd door de schooldirecties, FTML, VDAB en RTC-L. “Met onze gezamenlijke investeringen wordt de afstand tussen onderwijs en bedrijfsleven kleiner gemaakt. Lasser is nog steeds een knelpuntberoep. Hoog gekwalificeerde leerkrachten met vakkennis en passie zijn de sleutelfiguren om jongeren warm te maken voor het lassersvak”, aldus besloot Peter Kunnen zijn toespraak.
Nieuw: de EXTRACTOR lastoorts • neemt meer dan 90% lasrook weg, direct bij de bron! • reduceert de concentratie van de lasrook tot < 1 mg/m3/dag • nooit meer giftige lasdampen inademen • ontwikkeld in samenwerking met TNO • ergonomisch ontwerp • geschikt voor MG-MAG lasproces
www.translas.nl • 030-604 73 73
maar t 2015
COLUMN
LASTECHNIEK
Staand of zittend lassen Wat geeft het beste lasresultaat: als je zittend of staande last? Dat hangt af van het lasproces. Bij TIGlassen bijvoorbeeld, kun je maar beter gaan zitten; het zal het lasresultaat ten goede komen. Voor het lassen met beklede elektrode zal het veel minder uitmaken of je zittend of staande last. Om gezondheidsredenen echter, moet je wel zo nu en dan even gaan staan. De hele dag zitten is gewoon slecht voor je bloeddruk en je conditie. Het is verstandig om zo nu en dan een rondje door de lashal te maken en dat heel rustig aan, een beetje slenterend, te doen. Als je baas dan vraagt wat je aan het doen bent, is je antwoord heel eenvoudig: ik werk aan mijn gezondheid en kan daardoor beter lassen. Haasten tijdens een lasklus en je schielijk bewegen naar de volgende laspositie is uit den boze. Rustig aan allemaal, dan breekt het lijntje niet. Hoe kom ik nu aan die inzichten? Uit een column in mijn krant, waarin een recent Deens onderzoek wordt aangehaald. De Denen hebben ten overvloede weer eens aangetoond dat wie zich haast, korter leeft. Wie veel hardloopt of in de winterperiode intensief schaatst, verkort daarmee zijn leven en rent of schaatst naar een versneld einde. Niet meer sporten dus, zal je zeggen, maar ook de lasser die de hele avond voor de tv hangt verkort zijn leven. Een rustig ommetje maken met moeder de vrouw in de avonduren zal na een hele dag zittend lassen je leven verlengen.
Lassen moet je leren, en aan opleidingen besteedt Lastechniek veel aandacht. Ook deze keer weer. Bij leren lassen is een goede houding van belang. Belgische lasinstructeurs geven de voorkeur aan lasinstructies via de computer. Het virtueel lassen, want dan kunnen ze beter zien of de cursist wel de goede houding aanneemt tijdens het lassen. Handige Belgen, maar als ze deze column gelezen hebben moeten ze ook weten dat de cursist zo nu en dan moet gaan staan. Dat verhoogt het plezier in lassen. En als je dan uiteindelijk via de pc en in de praktijk voldoende gelast hebt en je diploma hebt behaald, kun je deelnemen aan een laswedstrijd. Je weet nu dat je zo nu en dan moet gaan staan en rond moet lopen, dan ga je tenminste voor de hoofdprijs. Niet voor de tweede prijs, want daar was iets mee tijdens de prijsuitreiking van de laswedstrijden vorig jaar. De beker voor de tweede prijs miste een oor. Een oor dat er aangelast was en afgebroken. Hoe is het mogelijk? Verkeerde lasopleiding, of had de lasser te veel gezeten en geen ommetje in de lashal gemaakt nadat hij het zoveelste oor aan een beker had gelast?
Lastechniek #4 verschijnt in april Voor redactionele bijdragen en advertenties kunt u ons bellen 071 589 56 44 of mailen naar
[email protected] 43
LASTECHNIEK
VAKTROTS - maar t 2015
maar t 2015
T
ijdens het interview met Peter Boon vallen een paar keer woorden als karma en aura. Toch zijn we niet te gast bij een spiritueel centrum, maar bij Haprotech Lasopleidingen in Velsen-Noord. Bij dit bedrijf, dat zowel dag- als avondopleidingen biedt, is Boon één van de vijf docenten lastechniek. Mensen lezen Lesgeven doet de 56-jarige docent al sinds 1996. Uitzendbureau Hageweld - waar hij destijds voor werkte ontdekte zijn verborgen talent en zette hem op het spoor. Sinds december 2013 is Boon docent bij Haprotech. En dat bevalt hem uitstekend. Boon voelt zich namelijk sterk verwant met de doelgroepen waarop deze opleider zich richt. “Haprotech werkt samen met onder meer gemeenten en het UWV. Ik geef regelmatig les aan werkzoekenden, vluchtelingen en gedetineerden. Niet de makkelijkste groepen.”
‘Als ik de elektrode aanstrijk, gebeurt er bij mij wat van binnen’ Voor wie bewust wil leven, vormen verleden en toekomst een sta-in-de-weg. Daarom leeft Peter Boon volledig in het heden. Of, zoals de filosofisch aangelegde lasdocent het uitdrukt: “In het nu”. En dat sluit naadloos aan bij het werk van een lasser. “Je moet je hele ziel en zaligheid in het moment leggen.” door Jaap van Sandijk, fotografie Heidi Borgart
44
LASTECHNIEK
passie. Als ik de elektrode aanstrijk, gebeurt er bij mij wat van binnen. En omdat ik vind dat een goede lasser een kunstenaar is, eis ik van mezelf dat elke las die ik leg in het Rijksmuseum thuis zou moeten horen.” Een van de leuke aspecten van het werk is het ontdekken van nieuwe kunstenaars. “Er zijn er genoeg, maar die weten het niet van zichzelf”, is zijn ervaring. Om zo’n parel te ontdekken moet Boon soms best ver gaan. “Laatst had ik iemand die last heeft van claustrofobie, maar die het lassen wel in zich heeft. Die moest ik over zijn angst in de lascabine heen zien te krijgen. Dat lukte door hem te confronteren met zijn eigen gedrag. Ik vertelde hem dat zijn claustrofobie een verkapte vorm van aandacht vragen was. Hij heeft zijn claustrofobie inmiddels overwonnen.”
Toch beëindigt het leeuwendeel van zijn cursisten de opleiding met een kwalificatie op zak. Bovendien zijn deze cursisten zeer enthousiast over zijn manier van lesgeven, zo blijkt onder meer uit de lovende evaluatieformulieren die Boon laat zien. Wat is zijn geheim? “Ik ben streng maar rechtvaardig”, glimlacht de docent. “En ik kan mensen lezen. Ik ben hoog gevoelig voor karma’s. In vijf minuten kan ik zien of iemand het lassen in zich heeft. Dat zie ik onder meer aan de oog-handcoördinatie.” Boon stimuleert het zelfstandig denken van zijn cursisten. “Als ze uit de lascabine komen met een praktische vraag, beantwoord ik die niet. Ik stuur ze terug en laat ze eerst zelf denken. De oplossing moet namelijk uit je hoofd komen. Mijn drive is om mijn leerlingen beter te maken dan ik zelf ben.” En of dat nou lukt of niet Boon is er altijd weer trots op dat hij iets van zichzelf op anderen kan overbrengen. “Zodat zij daarmee zelf weer iets kunnen in hun leven.” Kunstenaars ontdekken Peter Boon geeft les in de NIL handvaardigheidopleidingen niveau 1 tot en met 4, MIG/MAG- en TIG-lassen en elektrodelassen. Zijn cursisten variëren in leeftijd van 16 tot 59 jaar. Maar leeftijd speelt geen rol als het gaat om talent. “Als lasser moet je creatief en gevoelig zijn. Je moet je heel goed kunnen focussen op je werk en ook streng zijn voor jezelf.” Een lasser is ook kwetsbaar: “Je kunt je niet verbergen achter je las. Die las zegt wat je doet. Daarom moet je je hele ziel en zaligheid in het moment leggen.” Dat geldt ook voor de docent zelf. “Lastechniek is mijn
Drie K’s De combinatie van lastechniek en filosofie maakt van Peter Boon een bijzondere docent. Toch weigert de leraar, die werkt aan een e-book en duizenden bezoekers trekt met zijn website peterpositief.nl, zichzelf op een voetstuk te plaatsen. “De belangrijkste parameters in dit vak zijn de drie K’s: de kennis, kunde en kwaliteit van de lasser. Die bepalen hoe ver je komt. Ik breng die op hen over, maar ze moeten het uiteindelijk zelf doen.” Voor ingewikkelde didactische methodieken hoef je bij Boon niet aan te kloppen. Zijn methodiek bestaat eigenlijk uit drie woorden. “Doe. Mij. Na.”
45
LASTECHNIEK ADVIES en CONSULTANCY
Zekeringstraat 33 - 1014 BV Amsterdam T +31 (0)20 556 35 55 E
[email protected] Voorerf 18 - 4824 GN Breda T +31 (0)76 5424 300 E
[email protected] www.element.com
BRANCHEREGISTER - maar t 2015
AFZUIGINSTALLATIES EN LUCHTBEHANDELING
Nederman Nederland BV Wiekenweg 33 - 3815 KL Amersfoort Postbus 2646 - 3800 GD Amersfoort T 033 298 81 22 - F 033 201 12 10 E
[email protected] www.nederman.nl
Locaties Benelux: Amsterdam, Antwerpen, Beek, Breda, Hengelo, Rotterdam, Veendam.
LASAPPARATUUR EN ANDERE TOEBEHOREN
Air Liquide Welding Nederland B.V. Rudonk 6b - 4824 AJ Breda Postbus 6902 - 4802 HX Breda T 076 541 00 80 - F 076 541 58 96 E
[email protected] www.airliquidewelding.nl
De Groot Lasopleidingen B.V. Weidehek 24 - 4824 AS Breda T 076 541 07 20 - F 076 542 72 95 E
[email protected] www.lasopleidingen.nl
Air Liquide Welding Nederland B.V. Rudonk 6b - 4824 AJ Breda Postbus 6902 - 4802 HX Breda T 076 541 00 80 - F 076 541 58 96 E
[email protected] www.airliquidewelding.nl
Lashuis Haprotech Rooswijkweg 200 1951 MD Velsen-Noord T 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09 E
[email protected] www.hetlashuis.nl Totaalpakket in lastechniek, opleidingen, training en consultancy
Lastechnische opleidingen, advisering en certificering.
AIB-Vinçotte Nederland B.V. Takkebijsters 8 - 4817 BL Breda Postbus 6869 - 4802 HW Breda T 076 571 22 88 - F 076 587 47 60 E
[email protected] www.vincotte.nl
Lincoln Smitweld B.V. Lincoln Electric Europa B.V. Nieuwe Dukenburgseweg 20 6534 AD Nijmegen Postbus 253 - 6500 AG Nijmegen T 024 352 29 11 - F 024 352 22 02 E
[email protected] www.lincolnelectric.nl
Totaalpakket in lastechniek, opleidingen, training en consultancy
Drachten | Zutphen | Rotterdam Hoofdkantoor Dukdalf 11 - 9206 BE Drachten Postbus 505 - 9200 AM Drachten T 0512 52 40 08 E
[email protected] www.weldmij.com
Zekeringstraat 33 - 1014 BV Amsterdam T +31 (0)20 556 35 55 E
[email protected] Voorerf 18 - 4824 GN Breda T +31 (0)76 5424 300 E
[email protected] www.element.com
LASTOEVOEGMATERIALEN
Air Liquide Welding Nederland B.V. Rudonk 6b - 4824 AJ Breda Postbus 6902 - 4802 HX Breda T 076 541 00 80 - F 076 541 58 96 E
[email protected] www.airliquidewelding.nl
Lashuis Haprotech Rooswijkweg 200 1951 MD Velsen-Noord T 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09 E
[email protected] www.hetlashuis.nl
MANIPULATOREN EN MECHANISATIE
Lashuis Haprotech Rooswijkweg 200 1951 MD Velsen-Noord T 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09 E
[email protected] www.hetlashuis.nl Totaalpakket in lastechniek, opleidingen, training en consultancy
Lashuis Haprotech Rooswijkweg 200 1951 MD Velsen-Noord T 0251 26 29 00 F 0251 26 29 09 E
[email protected] www.hetlashuis.nl Totaalpakket in lastechniek, opleidingen, training en consultancy
Totaalpakket in lastechniek, opleidingen, training en consultancy
KEURINGEN
Lashuis Haprotech Rooswijkweg 200 1951 MD Velsen-Noord T 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09 E
[email protected] www.hetlashuis.nl
LASKWALIFICATIES/ CERTIFICERING
Locaties Benelux: Amsterdam, Antwerpen, Beek, Breda, Hengelo, Rotterdam, Veendam.
GEAUTOMATISEERD SNIJDEN
LASTECHNIEK
maar t 2015
Lincoln Smitweld B.V. Lincoln Electric Europa B.V. Nieuwe Dukenburgseweg 20 6534 AD Nijmegen Postbus 253 - 6500 AG Nijmegen T 024 352 29 11 - F 024 352 22 02 E
[email protected] www.lincolnelectric.nl
NDO/DO ONDERZOEK
Zekeringstraat 33 - 1014 BV Amsterdam T +31 (0)20 556 35 55 E
[email protected] Voorerf 18 - 4824 GN Breda T +31 (0)76 5424 300 E
[email protected] www.element.com Locaties Benelux: Amsterdam, Antwerpen, Beek, Breda, Hengelo, Rotterdam, Veendam.
Materiaal Metingen Testgroep B.V. MME Group Rietdekkerstraat 16 - Ridderkerk Postbus 4222 - 2980 GE Ridderkerk T 0180 48 28 28 - F 0180 46 22 40 E
[email protected] www.mme-group.com
ONDERHOUD EN NIEUWBOUWINSPECTIE
3P Project Services B.V. Nijverheidsweg 4 - 4854 MT Bavel T 0161 43 85 00 - F 0161 43 85 01 E
[email protected] www.3pgroup.com Totaalproject in inspectie, lastechnische ondersteuning en projectmanagement
Drachten | Zutphen | Rotterdam Hoofdkantoor Dukdalf 11 - 9206 BE Drachten Postbus 505 - 9200 AM Drachten T 0512 52 40 08 E
[email protected] www.weldmij.com Kwaliteitsmanagement | Lasconsultancy | Inspectie
MECHANISATIE EN AUTOMATISERING Lincoln Smitweld B.V. Lincoln Electric Europa B.V. Nieuwe Dukenburgseweg 20 6534 AD Nijmegen Postbus 253 - 6500 AG Nijmegen T 024 352 29 11 - F 024 352 22 02 E
[email protected] www.lincolnelectric.nl
Air Liquide Welding Nederland B.V. Rudonk 6b - 4824 AJ Breda Postbus 6902 - 4802 HX Breda T 076 541 00 80 - F 076 541 58 96 E
[email protected] www.airliquidewelding.nl
Lorch Lastechniek B.V. Postbus 5 - 2200 AA Noordwijk T 071 362 56 27 - F 071 362 38 85 E
[email protected] www.lorch.eu Dumeta import / export B.V. Marconistraat 26 - 7575 AR Oldenzaal T 0541 53 33 69 - F 0541 53 33 71 E
[email protected] www.dumeta.nl
Kwaliteitsmanagement | Lasconsultancy | Inspectie
Magnatech International B.V. De Amer 24 - 8253 RC Dronten T 0321 38 66 77 - F 0321 31 41 65 E
[email protected] www.magnatech-international.com
46
47
LASTECHNIEK OPLEIDINGEN EN CURSUSSEN
BRANCHEREGISTER - maar t 2015
ORBITAAL EN APPARATUUR
ROBOTS EN ROBOTISERING
De Groot Lasopleidingen B.V. Weidehek 24 - 4824 AS Breda T 076 541 07 20 - F 076 542 72 95 E
[email protected] www.lasopleidingen.nl
Lashuis Haprotech Rooswijkweg 200 1951 MD Velsen-Noord T 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09 E
[email protected] www.hetlashuis.nl
Rolan Robotics B.V. De Corantijn 6 - 1689 AP Zwaag Postbus 135 - 1620 AC Hoorn T 0229 24 84 84 - F 0229 27 27 07 E
[email protected] www.rolan-robotics.nl
Lastechnische opleidingen, advisering en certificering.
Totaalpakket in lastechniek, opleidingen, training en consultancy
VOORBEWERKINGSAPPARATUUR VOOR PIJP EN PLAAT
Lashuis Haprotech Rooswijkweg 200 1951 MD Velsen-Noord T 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09 E
[email protected] www.hetlashuis.nl Totaalpakket in lastechniek, opleidingen, training en consultancy
STIFTLASSEN
WARMTEBEHANDELING Hogeschool Utrecht, Centrum voor Natuur & Techniek en ROC Midden Nederland NIL erkende opleidingen voor alle niveau’s en processen. •
International Welding Engineer (IWE/ LPI)
•
International Welding Technologist (IWT/ MLT)
•
Verkorte combinaties van IWT met Inspectie en
•
Lastechnisch construeren, Workshop lasnormen,
Magnatech International B.V. De Amer 24 - 8253 RC Dronten T 0321 38 66 77 - F 0321 31 41 65 E
[email protected] www.magnatech-international.com
Puntlas- en Projectielasmachines Rolnaadlas- en Stuiklasmachines
keuring mogelijk. Lasopleidingen MIG/MAG, BMBE, TIG, Autogeen, Laskwalificalties/ certificeringen, SMLT
PUNTLASSEN
Ook cursussen op gebied van Materialen, Procestechnologie, Onderhoud & Inspectie, Engineering, Bedrijfskunde (hbo, post-hbo en masterniveau). Meer informatie CvNT Lenneke Kok T 088 481 88 88 E
[email protected] www.cvnt.nl Meer informatie ROC Joost Zijderveld T 030 754 69 03 E
[email protected] bedrijfsopleidingen.rocmn.nl
Laskar Puntlastechniek B.V. Avelingen West 26 - 4202 MS Gorinchem Postbus 3604 - 4200 EB Gorinchem T +31 (0)183 61 88 88 F +31 (0)183 66 61 01 E
[email protected] www.laskar-puntlastechniek.nl
Puntlaselektroden | Componenten Stiftlasmachines en bouten Automatisering en mechanisering Training, onderhoud en Verhuur
Laskar Puntlastechniek B.V. Avelingen West 26 - 4202 MS Gorinchem Postbus 3604 - 4200 EB Gorinchem T +31 (0)183 61 88 88 F +31 (0)183 66 61 01 E
[email protected] www.laskar-puntlastechniek.nl
Delta Heat Services B.V. Scheelhoekweg 2 - 3251 LZ Stellendam Postbus 52 - 3250 AB Stellendam T 0187 49 69 40 - F 0187 49 68 40 E
[email protected] www.delta-heat-services.nl • • • • • • •
Elektrisch voorwarmen en gloeien Inductie verwarmen Stationaire gloeiovens Mobiele gloeiovens Uitdrogen beton / coatings Verhuur / verkoop Advisering
Puntlas- en Projectielasmachines Rolnaadlas- en Stuiklasmachines Puntlaselektroden | Componenten Stiftlasmachines en bouten
WEERSTANDLASSEN
Automatisering en mechanisering Training, onderhoud en Verhuur
Lashuis Haprotech Rooswijkweg 200 1951 MD Velsen-Noord T 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09 E
[email protected] www.hetlashuis.nl Totaalpakket in lastechniek, opleidingen, training en consultancy
Laskar Puntlastechniek B.V. Avelingen West 26 - 4202 MS Gorinchem Postbus 3604 - 4200 EB Gorinchem T +31 (0)183 61 88 88 F +31 (0)183 66 61 01 E
[email protected] www.laskar-puntlastechniek.nl Puntlas- en Projectielasmachines Rolnaadlas- en Stuiklasmachines Puntlaselektroden | Componenten Stiftlasmachines en bouten Automatisering en mechanisering Training, onderhoud en Verhuur
@597>8@
4<;@-B<+8* )('&%$#"! '"''"''$$#"'!" "!"%$%'"''! "'"%!" '"%!" '''"!
"' "' ' ' $#$' $$' %!' " '#%!#'"'!" '$"!$' '"!"'$!""!"! 3P Quality Services B.V. bemiddelt vanuit een projectmatige aanpak en/of vanuit een vaste bemiddeling binnen de vakgebieden Engineering, Construction management, Shutdown management en Project management. CBBA@?>=B:97<@<:@>:8B:97<@65:48><;@B3@2<8 1<0>@=9:@>:;3<48><@<:@99:=<:;8<:.@->,:@/>, ?BBA7B3<:?@B3@-B<+@:99A*
!%"%%"' '"$% )<@>?<97<@+9:?>?98<:@0<;42>++<:@(>:>(997@B=10B5/+5:?<@ ' $37<>?>:1@! # @!!#!!!@@<:#B6@&##!@ ' %<2<:1@=9:@&>4AB;B68@$66>4<@ ' B<@4B:89485<7<@<>1<:;42933<:@ ' AB8<@(98<@=9:@-<76;89:?>12<>? 3P Quality Services biedt kansen en mogelijkheden ook voor 50 plussers en starters op de arbeidsmarkt. 3P Quality Services is gecertificeerd volgens ISO 9001/VCA. Een kwaliteitsgarantie gaat echter niet alleen om systemen en standaarden, maar vooral om mensen. Daarom investeren wij voortdurend in onze professionals door middel van opleidingen en coaching. CBBA@(<:6BA(98><@<:@=A91<:@+5:8@5@4B:8948@B3:< (<:@(<8@)2A@@?<@A996@B6@)2A@ @=9:@$<=<7<:@ @ @ %<:8@5@B:-<@,5>;8<@+9:?>?998@&9>7@?9:@5/@;B77>4>898>< (<8@C@:99A@3;31AB534B( B:?:1@=9: @-B<+8@/10B5/+5:?>1<:@<:@,B:1@897<:8@
48
)('!'''!$#! @ 2<<68@ >:@ ;9(<:/:1@ (<8@ ?>=77<:@1A991@>:=<;8:@?<@8B<+B(;8@<:@@=?98<:@?><@97;@79;;:1 2<00<:@<:@<<:@&@?>37B(9@2<00<:@<:#B6@?>8@/>77<:@0<297<:@8< ;B77>4>8:@;9(<:/:1@(<8@B:-<@+79:8<:@-B<+8@@<<: 1<;42>+8<@/<@B(@@B3@8,:@?BBA@8<@1AB<><:@:99A@<<: =B7/99A?>1<@:;3<48<5A@@ CBBA@<<:@=B77>1@B=428@=9:@?<@=94985A<;@0<+>,+@2<8@99:0B? B3*@///31AB534B(
B:8>:58<>8@?BBA@ ?<;+5:?>12<>?
Rutiel beklede elektroden gemaakt in Europa BÖHLER FOX OHV BÖHLER FOX ETI PHOENIX BLAU PHOENIX GRÜN T PHOENIX SH GELB R
Hi, ik ben Martin. Als professioneel lasser weet ik wat ik wil: het beste laswerk door elding laselektroden – overal en altijd. Zij zijn van Europese kwaliteit en garanderen mij van:
Uitstekende start- en herstart eigenschappen
Zeer eenvoudig te gebruiken
Extreem goede lasnaden
Ervaar meer hierover op: www.boehler-welding.com
voestalpine Böhler Welding Nederland d B.V V. www.voestalpine.com/welding