Bespreekstuk Concept Notitie informatieplicht van het college (en/of de burgemeester) ten behoeve van de raad
Januari 2009
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Inleiding........................................................................................................ 3 Verantwoordelijkheid met betrekking tot informatieverkrijging ........................................... 3 Raadsleden en steunfractieleden ............................................................................................ 3 Hoofdstuk 2 Doelstelling en uitgangspunten .................................................................. 4 Doelstelling informatieplicht.................................................................................................. 4 Uitgangspunten....................................................................................................................... 4 Hoofdstuk 3 Actieve informatieplicht ............................................................................. 5 Wettelijk kader ....................................................................................................................... 5 3.1 Informatieve stukken.................................................................................................. 5 Kwalificatie informatiestromen.......................................................................................... 5 Stukken............................................................................................................................... 5 Ad. a. Besluitenlijst college en B&W-rapport ................................................................... 5 Ad. b. Bestuurlijke planning .............................................................................................. 6 Ad. c. Lijst met toezeggingen van het college ................................................................... 6 Ad. g. Memo’s actieve informatie...................................................................................... 6 Ad. h. Persberichten ........................................................................................................... 6 Ad. j. Mondelinge informatieoverdracht............................................................................ 6 Ad. k. Nieuwe instrumenten: bestuursopdrachten en projectplannen................................ 6 Evenwicht tussen kwaliteit en kwantiteit van de te verstrekken informatie ...................... 7 Digitalisering van stukken.................................................................................................. 7 3.2 Begrenzing actieve informatieplicht ...................................................................... 7 Openbaar belang................................................................................................................. 7 Geheimhouding .................................................................................................................. 7 Wettelijk kader ....................................................................................................................... 7 Uitwerking.......................................................................................................................... 7 Vertrouwelijke stukken ...................................................................................................... 7 Wet openbaarheid van bestuur (WOB) .............................................................................. 7 Dossiervorming .................................................................................................................. 8 Hoofdstuk 4 Bijzondere actieve informatieplicht........................................................... 9 Wettelijk kader ....................................................................................................................... 9 Bijzondere actieve informatieplicht ....................................................................................... 9 Privaatrechtelijke rechtshandelingen.................................................................................. 9 Rechtsgedingen: bezwaar- of beroepsprocedures .............................................................. 9 Gemeentelijk initiatief tot het voeren van een rechtsgeding ............................................ 10 Bezwaarschriften; beroepsprocedure ............................................................................... 10 Voorbereiding civiele verdediging................................................................................... 10 Instelling etc. jaarmarkten/gewone marktdagen............................................................... 10 Informatieplicht volgens artikel 160, lid 2, Gemeentewet ................................................... 10 Informatieplicht volgens de Verordening ex artikel 212 Gemeentewet .............................. 10 Hoofdstuk 5 Passieve informatieplicht.......................................................................... 12 Wettelijk kader ..................................................................................................................... 12
2
Hoofdstuk 1
Inleiding
Een eerdere notitie over de informatieplicht, die in 2006 is opgesteld, is nu geactualiseerd. Nieuwe ontwikkelingen, voortvloeiend uit ‘anders besturen’ maakten het voor het college nodig om opnieuw naar de inhoud te kijken. In deze notitie geven wij aan hoe wij u actief willen informeren. Wij hebben enerzijds de intentie uw raad alle benodigde informatie te verschaffen om uw drie rollen (kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende rol) goed te kunnen vervullen. Anderzijds willen wij u niet overspoelen met informatie over details. Duidelijke afspraken hiervoor zijn nodig. Het lijkt ons verstandig, om na de discussie met u over deze notitie, een en ander vast te leggen en te concretiseren in een handreiking. Verantwoordelijkheid met betrekking tot informatieverkrijging Op basis van de Wet dualisering gemeentebestuur kennen we de actieve, de passieve en de bijzondere informatieplicht. De informatieplicht betekent de verplichting van het college van burgemeester en wethouders (en/of de burgemeester) om aan de raad de informatie te verschaffen die hij nodig heeft voor de uitoefening van zijn controlerende, kaderstellende en volksvertegenwoordigende taken. De informatievoorziening vanuit het college gaat altijd via de griffier. Deze toetst de aangereikte informatie op vormvereisten en voegt zonodig een eigen advies toe. De wettelijke plicht die het college heeft om informatie te verstrekken doet niets af aan de actieve rol die de raad is toebedeeld om voldoende informatie van het college te verkrijgen. De raad heeft daarvoor z’n eigen instrumenten (zie hoofdstuk 5, passieve informatieplicht). Raadsleden en steunfractieleden Informatie voor de raad wordt op gelijke wijze aan alle raadsleden verstrekt. In verband met de belangrijke mate van gelijkwaardigheid tussen raadsleden en (bij de griffier gemelde) steunfractieleden, is het nodig dat laatstgenoemden op dezelfde wijze als raadsleden worden geïnformeerd. Zij krijgen ook toegang tot vertrouwelijke stukken die op de gebruikelijke wijze ter inzage worden gelegd, maar wel met de verplichting dat zij eerst een verklaring over het zorgvuldig omgaan met stukken hebben ondertekend. Met “steunfractieleden” worden de personen bedoeld, die op de lijst staan en aangemeld zijn en uit dien hoofde een fractie ondersteunen en/of zich bij gelegenheid kandidaat doen stellen bij een gemeenteraadsverkiezing. In het huidige politieke spectrum in de gemeente Wijk bij Duurstede nemen steunfractieleden (maximaal drie per groepering) volwaardig deel aan overleggen etc.
3
Hoofdstuk 2
Doelstelling en uitgangspunten
Doelstelling informatieplicht Doel van de informatieplicht van het college en/of de burgemeester aan de raad is het tijdig en volledig en op een zodanig niveau informeren van de raad dat hij zijn taken en bevoegdheden (controleren, kaderstellen en volksvertegenwoordiging) adequaat kan uitoefenen. Uitgangspunten De uitgangspunten voor de informatieverstrekking zijn: het college verstrekt alle informatie die de raad nodig heeft om zijn taken en bevoegdheden naar behoren te kunnen vervullen, zoals: a. informatie over zaken waartoe de raad bevoegd is om beslissingen te nemen; b. informatie over zaken waarvoor de bevoegdheid bij het college ligt; c. informatie over zaken in de uitvoeringssfeer (onderwerpen die formeel tot de bevoegdheid van het college behoren, maar materieel door de ambtelijke organisatie worden uitgevoerd); de informatieverstrekking vindt plaats gedurende het gehele beleidsproces; informatie wordt op hoofdlijnen verstrekt, tenzij een detail politiek relevant* is, of wanneer de raad er specifiek om vraagt; informatie wordt zoveel mogelijk via de digitale weg verstrekt; de raadsleden moeten op basis van de verstrekte informatie zich een beeld van het onderwerp of de activiteit kunnen vormen.
* Politiek relevant Een te hanteren omschrijving van het criterium “politiek relevant” is: Voorbeeld van 1. het gaat om een keuzevraagstuk: belangenafweging en/of dilemma’s in de een onderwerp samenleving; dat leeft in de 2. het onderwerp leeft in de samenleving (of is van belang voor de samenleving: toekomstige generaties); buitenschoolse 3. de raad moet of wil er over gaan: opvang aan de - zelf over beslissen; Zandweg, Viela Kresj. - advies geven (bijvoorbeeld aan de provincie); 4. de raad kan er invloed op uitoefenen. Ook bestuurlijke relevantie, gevoelig, nieuw, beleidsincident, omvangrijk of complex onderwerp, maatschappelijke en publicitaire consequenties, bestuurlijke/financiële/juridische aspecten (proces, financieel, politiek gevoelig, integriteit bestuur is aan de orde) en bij de zaak betrokken belangen kunnen criteria zijn op basis waarvan besloten wordt de raad te informeren.
4
Hoofdstuk 3
Actieve informatieplicht
Wettelijk kader Algemene actieve informatie- Artikelen 169, lid 2, en 180, plicht lid 2 Gemeentewet
3.1
Verschaffing alle inlichtingen, die de raad voor de uitoefening van zijn taken nodig heeft, door het college en de burgemeester
Informatieve stukken
Kwalificatie informatiestromen De informatiestromen aan de raad zijn als volgt te kwalificeren: beheersmatig: als voorbeeld handhavingszaken via de B&W-besluitenlijst; projectmatig: zie hierna onder projectinformatie; incidenteel: bijvoorbeeld de risico’s bij zeer hoge waterstand in de rivier: bij voorkeur mondeling; beleidsmatig: via plannen en raadsnotities. Stukken Met de volgende stukken wordt al actief algemene informatie aan de raad verstrekt: Wekelijks a. (wekelijkse) lijst waarop de besluiten van het college zijn vermeld en B&W-rapport. Periodieke rapportages b. bestuurlijke planning; c. lijst met toezeggingen van het college; d. raadsvoorstellen; e. kadernota, begroting, jaarrekening en –verslag; f. voorjaars- en najaarsnota. Tussentijdse informatie over specifieke onderwerpen g. memo’s actieve informatie; h. persberichten; i. uitnodigingen informatie- en inspraakbijeenkomsten; j. mondelinge informatieoverdracht. Projectinformatie k. bestuursopdrachten en projectplannen. De meeste stukken spreken voor zich. Enkele stukken worden hierna toegelicht. Ad. a. Besluitenlijst college en B&W-rapport De besluitenlijst van het college heeft een koppeling met aan het college voorgelegde ambtelijke rapporten. De inhoud van het besluit wordt uitgesplitst in de onderdelen Aanleiding, Wet/regelgeving, Beoogd doel, Aanpak/uitvoering en Communicatie. De besluitenlijsten worden op de gemeentelijke website gepubliceerd. In de toekomst komen de onderliggende ambtelijke rapporten op de website ‘aan de besluitenlijst te hangen’.
5
Ad. b. Bestuurlijke planning De bestuurlijke planning bevat het overzicht van de bestuurlijk relevante producten. Per product wordt aangegeven in welke maand er over het product een collegebesluit wordt genomen, wie de projectleider is en wie de portefeuillehouder. De planning wordt periodiek geactualiseerd en aan de raad aangeboden. Ad. c. Lijst met toezeggingen van het college Een toezegging van het college tijdens de bespreking van een onderwerp op de “Avond van de raad”, wordt door de griffier opgetekend en (direct) aan het college doorgegeven. De eerste verantwoordelijkheid namens het college voor het waarmaken van de toezegging ligt bij de betrokken portefeuillehouder. Als hulpbron wordt op het eerste blad van de B&W-besluitenlijst eens per 3 weken het kopje “toezeggingen van de portefeuillehouder aan de raad ” toegevoegd, zodat aan de hand van die lijst de afwikkelingen van toezeggingen doorgesproken en vastgelegd kan worden. Die lijst maakt dan deel uit van de vastgestelde besluitenlijst. Ad. g. Memo’s actieve informatie Via memo’s wordt uw raad tussentijds geïnformeerd over specifieke onderwerpen. Relevante informatie over projecten wordt veelal ook via memo’s verstrekt. Zie hierna onder Projectinformatie. Ad. h. Persberichten Alle persberichten worden, via de griffie, naar de raadsleden gestuurd. Met de griffier is afgesproken om persberichten over reguliere zaken te clusteren en op vrijdag met de raadsflits te versturen en persberichten over spoedeisende zaken direct via de mail te versturen. Ad. j. Mondelinge informatieoverdracht Naast schriftelijke informatieverstrekking kán mondelinge informatie door een portefeuillehouder tijdens de “Avond van de raad” verstrekt worden, mits er sprake is van een actuele, dan wel spoedeisende aangelegenheid. Ad. k. Nieuwe instrumenten: bestuursopdrachten en projectplannen Begin 2008 is afgesproken dat de grotere projecten in onze gemeente opgepakt worden volgens een vaste procedure die vastgelegd is in het "handboek projectmatig werken". Na een fase van ideevorming zijn we gestart met het opstellen van bestuursopdrachten. Hierin wordt beschreven welke doelen en resultaten door de opdrachtgever met het project worden beoogd. In de bestuursopdracht, en het daaropvolgende projectplan, wordt de werkwijze in een project expliciet gemaakt. Het onderdeel communicatie (inclusief de wijze waarop de raad wordt geïnformeerd) is een vast onderdeel van het projectplan. Dit betekent dat vooraf de momenten, waarop in ieder geval invulling wordt gegeven aan de informatieplicht, worden bepaald. Naast de vooraf bepaalde informatiemomenten in het projectplan kunnen zich binnen een project ontwikkelingen voordoen die politiek relevant zijn. Wij informeren u dan via een memo bij de raadsflits. Voorbeelden van zaken die zich voor kunnen doen zijn: onrust bij (groepen van) inwoners, uitlopen planning, overschrijding budget en veranderingen in het projectplan. Uitnodigingen voor informatie- en inspraakavonden ontvangt u via de griffie per email of via de raadsflits. Verslagen van dergelijke avonden zijn op internet terug te vinden.
6
Evenwicht tussen kwaliteit en kwantiteit van de te verstrekken informatie Het college zal bij de keuze van (een manier van) de informatieverstrekking steeds nagaan met welk doel en met het oog op welke bevoegdheid informatie aan de raad wordt verstrekt. Digitalisering van stukken Ons uitgangspunt is dat stukken zoveel mogelijk via de digitale weg worden aangeboden, in plaats van op papier.
3.2
Begrenzing actieve informatieplicht
Openbaar belang De actieve informatieplicht geldt niet als er sprake is van strijd met het openbaar belang. Hierop kan het college alleen een beroep doen als er zwaarwegende omstandigheden zijn aan te voeren. In zo’n geval heeft het college altijd nog de mogelijkheid er voor te kiezen de raad op hoofdlijnen van de zaak in kennis te stellen. Wat onder “openbaar belang” wordt verstaan is overigens niet in een definitie te vatten. Geheimhouding Wettelijk kader Oplegging geheimhouding
Artikel 25, leden 1 en 2, Gemeentewet
a. De raad kan geheimhouding opleggen omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van stukken die aan de raad zijn voorgelegd. b. Het college kan op stukken die het aan de raad(sleden) overlegt, geheimhouding leggen
Uitwerking Het belang om geheimhouding op te leggen wordt genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur. De geheimhouding als hierboven onder a. omschreven geldt totdat de raad haar opheft. Het opleggen van geheimhouding op stukken door het college (zie hiervoor onder b.) moet zichtbaar gemaakt worden door dat op het desbetreffende stuk aan te geven. Die geheimhouding vervalt wanneer de raad de oplegging in de eerstvolgende raadsvergadering niet bekrachtigt. Opheffing van de geheimhouding geschiedt door het college of door de raad. Schending van de geheimhouding is een strafbaar feit. Vertrouwelijke stukken Alleen de term “geheimhouding” wordt in de Gemeentewet genoemd. Bij vertrouwelijkheid is er eerder sprake van een “gentleman’s agreement”. Jurisprudentie leert echter dat de hogere rechterlijke macht dit onderscheid niet zonder meer erkent. Wet openbaarheid van bestuur (WOB) Deze wet regelt de informatierelatie tussen bestuursorganen en de burger. De gemeenterechtelijke informatieplicht houdt in, dat in principe alle informatie van de burgermeester en het college aan de raadsleden (en steunfractieleden) beschikbaar wordt gesteld en gaat
7
daarmee beduidend verder dan de WOB. Raadsleden mogen, gegeven hun positie, niet afhankelijk worden gesteld van de bepalingen van de WOB. Dossiervorming Zoals hierboven al is aangegeven, is in de Gemeentewet geregeld dat “[het college en elk van zijn leden afzonderlijk] (…) de raad alle inlichtingen [geven] die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft”(art. 169, lid 2). Voor de burgemeester is een vergelijkbaar artikel opgenomen (art. 180, lid 2). Dit artikel geeft een ruime interpretatie van informatie en bijbehorende documenten die verstrekt kunnen worden aan de raad. De raad heeft verschillende rollen (volksvertegenwoordigend, wetgevend, controlerend, budgettair) en afhankelijk van de taak, zullen inlichtingen verstrekt worden. Dit gaat dus verder dan de WOB, waarin is geregeld dat “een ieder (…) een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid [kan] richten tot een bestuursorgaan (…)” (art. 3). Overigens is er geen 'handboek soldaat', geen vaste wet of richtlijnen hoe de raad geïnformeerd moet worden. Ook paragraaf 4.3 van de memorie van toelichting op de Gemeentewet (over de versterking van de controlerende functie en o.a. art. 169, lid 2, Gemeentewet) zegt daar niets over. In plaats daarvan zijn er verschillende wettelijke regimes, die niet naadloos op elkaar aansluiten. Problemen kunnen zich voordoen wanneer college(leden) of raad(sleden) hun rol en de reikwijdte van hun taak te ruim opvatten. Op dat moment is het goed om in gesprek te gaan (en te blijven) over elkaars rollen en verantwoordelijkheden. De vragen ‘wat is een dossier en wat zit erin’ kunnen eigenlijk niet eenduidig beantwoord worden. Daarom hebben wij een overzicht gemaakt van documenten die naar redelijkheid in een dossier thuishoren ten behoeve van inzage door bijvoorbeeld een raadslid. Wij hebben een lijst opgesteld van documenten waarvan wij vinden dat die in ieder geval in een dossier thuishoren. De volgende stukken zijn opgenomen in een dossier: • stukken die nodig zijn voor besluitvorming door raad, college of burgemeester, inclusief de bijlagen hierbij. → denk hierbij aan het B&W rapport, raadsvoorstel- en besluit, aanvragen, voorgestelde besluiten, tekeningen, beschikkingen en overzicht van resultaten uit aanbesteding. • stukken voor opdrachtverlening aan derden → denk hierbij aan gunning na aanbesteding, opdrachtverlening voor het uitvoeren van onderzoeken. • correspondentie met externen → denk hierbij aan brieven, emails die zijn uitgewisseld tussen externen en de gemeente. • adviezen → denk hierbij aan welstandsadvies, advies van politie, provincie, maar ook aan financieel advies, communicatieadvies en juridisch advies van de afdeling Beleid, Control en Advies (BCA). • stukken met betrekking tot gemeenschappelijke regelingen → denk hierbij aan de tekst van de gemeenschappelijke regeling, jaarstukken, financiële gegevens en bijbehorende wetteksten en memories van toelichtingen, voor zover van toepassing.
8
Hoofdstuk 4
Bijzondere actieve informatieplicht
Wettelijk kader Bijzondere actieve informatieplicht
Artikelen 169, lid 4 en 160, lid 1, e tot en met h
Als de uitoefening van collegebevoegdheden ingrijpende gevolgen voor de gemeente kan hebben, dan hoorverplichting m.b.t. 4 bevoegdheden
Bijzondere actieve informatieplicht In artikel 160, lid 1, onder e tot en met h, van de Gemeentewet, gaat het om de uitoefening van de volgende vier collegebevoegdheden: 1) te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente; 2) te besluiten rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratieve beroepsprocedures namens de gemeente of het gemeentebestuur te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij de raad, voor zover het de raad aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist; 3) de voorbereiding van de civiele verdediging; 4) de instelling, afschaffing of verandering van jaarmarkten of gewone marktdagen. Het college, dan wel elk lid van het college, heeft de verplichting de raad vóóraf over de uitvoering van een vermelde bevoegdheid te informeren in het geval: - de raad daarom verzoekt; - de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. Wat dan als “ingrijpend” moet worden beschouwd wordt niet nader aangegeven, maar daarbij kan worden gedacht aan in geding zijnde (actuele) bestuurlijke, financiële of politieke verhoudingen. Privaatrechtelijke rechtshandelingen Het gaat bijvoorbeeld om (ver)kopen van grond of het aangaan van overeenkomsten. In bestemmingsplannen, grondexploitatiebegrotingen, de “gewone” begroting, reguliere planning- en controlcyclus, nota’s en voorstellen wordt de raad al (tijdig en) in voldoende mate geïnformeerd. Het college gaat er vanuit dat de raad hiermee voldoende wordt geïnformeerd. Rechtsgedingen: bezwaar- of beroepsprocedures Er zijn civiele, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke rechtsgedingen. In een enkel geval ziet de gemeente aanleiding een rechtsgeding op te starten, maar in de meeste gevallen begint de burger een rechtsgeding tegen de gemeente door een bezwaarschrift in te dienen, gericht tegen een genomen besluit. De burger kan vervolgens weer beroep instellen. Geeft een wet nog de mogelijkheid beroep op de raad in te stellen, of is er een wettelijke mogelijkheid dat de raad beroep instelt tegen een besluit van een hoger overheidsorgaan, dan is er sprake van een administratieve beroepsprocedure.
Voorbeeld van een rechtzaak die de raad interessant = politiek relevant vond: planschade Van Ojen.
9
Gemeentelijk initiatief tot het voeren van een rechtsgeding Hoewel een juridisch geschil op zich niet “ingrijpend” hoeft te zijn, kan de raad het voornemen tot het voeren van een rechtsgeding (denk ook aan het procederen in kort geding) toch als “politiek relevant” zien. Door ervoor te kiezen elk initiatief in dit verband toch het stempel “ingrijpend” mee te geven en dat initiatief dan per brief aan de raad te melden, kan de raad daarop reageren (vragen stellen). Bij spoedeisende beslissingen tot het voeren van rechtsgedingen enz. kan het college de raad informeren nadat het besluit is genomen, mits dat zo snel mogelijk na het genomen besluit gebeurt. Bezwaarschriften; beroepsprocedure Van veel bezwaarschriften kan gesteld worden dat die voor de gemeente geen “ingrijpende gevolgen” hebben. Uitgaande van de stelregel dat de raad op hoofdlijnen moet worden geïnformeerd, kan er geen aanleiding zijn de raad van de ontvangst van elk bezwaarschrift op de hoogte te stellen. Dit past ook binnen de bedoeling van het duale stelsel om juist het college de bevoegdheid te geven rechtsgedingen te voeren. Elk besluit volgend op een bezwaarschrift, wordt in de B&W-besluitenlijst opgenomen en is daarmee aan de raad kenbaar gemaakt. Enige inkadering met betrekking tot het geven van informatie over bezwaar of beroep is echter wel gewenst. Komen er op een genomen collegebesluit 10 of meer bezwaarschriften binnen, dan is er aanleiding de raad te informeren. Wordt na een besluit op een bezwaarschrift bij de rechter beroep ingesteld, dan wordt dat aan de raad meegedeeld wanneer er sprake is van politieke relevantie, hetgeen het college dan moet onderkennen. Voorbereiding civiele verdediging De reden voor de wetgever om deze bevoegdheid op te nemen is dat in de verschillende noodwetten voorbereidingsactiviteiten worden geëist van het gemeentebestuur, om te voorkomen dat aan bepaalde aspecten van de civiele verdediging geen of onvoldoende aandacht wordt besteed. Instelling etc. jaarmarkten/gewone marktdagen De instelling etc. van een gewone marktdag is voor deze gemeente te zien als een besluit met een “ingrijpend gevolg”, dus politiek relevant, waarover de raad altijd moet worden geïnformeerd. Informatieplicht volgens artikel 160, lid 2, Gemeentewet Besluit het college tot de privaatrechtelijke rechtshandeling van de oprichting van of deelneming in een stichting, maatschap, vennootschap, vereniging, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij (voor de behartiging van het daarmee gediende openbaar belang), dan moet het ontwerp-besluit aan de raad worden toegezonden. De raad heeft namelijk het recht eerst wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen. Het (definitieve) besluit moet ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten worden voorgelegd. Informatieplicht volgens de Verordening ex artikel 212 Gemeentewet Bedoelde verordening regelt de uitgangspunten voor het financieel beleid, en ook voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie. De raad moet volgens artikel 7 van die verordening vóóraf geïnformeerd worden en het college mag pas een besluit nemen nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van
10
het college te brengen, voor zover het verplichtingen betreffen inzake investeringen en aankoop en verkoop van goederen en diensten boven het normbedrag van Europese aanbestedingen.
11
Hoofdstuk 5
Passieve informatieplicht
Wettelijk kader Passieve informatieplicht
Artikelen 155, 169, leden 3 en Informatie op verzoek, tenzij 4 en 180, lid 3 Gemeentewet het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang
Bij passieve informatieplicht gaat het om aanvullende informatie over een onderwerp, waarover de raad reeds is geïnformeerd of vragen over bepaalde, bijvoorbeeld maatschappelijke ontwikkelingen, dus feitelijk de rechten van raadsleden om informatie op te vragen. De rechten van raadsleden zijn geborgd in een aantal regelingen, verordeningen en protocollen: Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad; Verordening rekenkamercommissie; Regeling voor het doen van initiatiefvoorstellen; Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning; Protocol agendacommissie; Protocol fractievoorzittersoverleg.
12