O&E Paraplufonds HALFJAARBERICHT 2015 1 januari – 30 juni 2015
Inhoudsopgave I.
DEFINITIES
3
II.
VERSLAG VAN DE BEHEERDER OVER HET EERSTE HALFJAAR 2015
5
1.
PROFIEL
5
2.
MEERJARENOVERZICHT
10
3.
BEHEERDERSVERSLAG
11
3.1 3.2 3.3 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.5
Beleggingsomgeving Rendementen in het eerste halfjaar 2015 Vooruitzichten Beheer van Strategies O&E FIXED INCOME STRATEGY O&E FIXED INCOME STRATEGY MULTI ASSET O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY O&E HEDGE FUND STRATEGY In Control Statement
11 12 12 12 13 14 15 16 17
III.
HALFJAARCIJFERS 2015 O&E PARAPLUFONDS
18
1.
O&E PARAPLUFONDS
19
1.1 1.2 1.3 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.4.5 1.4.6
Balans per 30 juni 2015 Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2015 Kasstroomoverzicht per 30 juni 2015 Toelichting op het halfjaarbericht 2015 Algemeen Grondslagen voor waardering van activa en passiva Grondslagen voor bepaling van het resultaat Risicobeheer en financiële instrumenten Toelichting op de balans per 30 juni 2015 Toelichting op de winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2015
19 20 21 22 22 24 27 29 33 40
2.
O&E FIXED INCOME STRATEGY
45
2.1 2.2 2.3
Balans per 30 juni 2015 Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2015 Toelichting op de balans per 30 juni 2015
45 46 47
3.
O&E FIXED INCOME STRATEGY MULTI ASSET
49
3.1 3.2 3.3
Balans per 30 juni 2015 Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2015 Toelichting op de balans per 30 juni 2015
49 50 51
4.
O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY
53
4.1 4.2 4.3
Balans per 30 juni 2015 Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2015 Toelichting op de balans per 30 juni 2015
53 54 55
5.
O&E HEDGE FUND STRATEGY
57
5.1 5.2 5.3
Balans per 30 juni 2015 Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2015 Toelichting op de balans per 30 juni 2015
57 58 59
IV.
OVERIGE GEGEVENS
61
1.
GEEN ACCOUNTANTSCONTROLE TOEGEPAST
61
2.
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM
61
2
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
2
I.
DEFINITIES Accountant:
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Thomas R. Malthusstraat 5 1066 JR, Amsterdam
Administrateur1:
KAS BANK N.V. (tot en met 31 mei 2014) Spuistraat 172, 1012 VT Amsterdam
AFM:
Stichting Autoriteit Financiële Markten Vijzelgracht 50, 1017 HS Amsterdam
AIFMD:
Alternative Investment Fund Managers Directive Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake Beheerders van Alternatieve Beleggingsinstellingen
Asset Owner2:
Bewaarder O&E Paraplufonds B.V. (tot 1 juni 2014 genaamd: Kas-Trust Bewaarder O&E Paraplufonds B.V.) Claude Debussylaan 24, 1082 MD Amsterdam
Beheerder:
Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein 124, 1077 XV Amsterdam
Beleggingsadministrateur3:
The Bank of New York Mellon SA/NV, Amsterdam branch (BNY Mellon) WTC Podium Office, B Toren, Strawinskylaan 337, 1077 XX Amsterdam
Bewaarder4:
The Bank of New York Mellon SA/NV, Amsterdam branch, (ook wel “AIFMD bewaarder”) WTC Podium Office, B Toren, Strawinskylaan 337, 1077 XX Amsterdam
BGfo:
Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft
Depotbank:
de partij die de activa van het Fonds bestaande uit financiële instrumenten in bewaarneming houdt, zijnde BNY Mellon
DNB:
De Nederlandsche Bank N.V. Westeinde 1, 1017 ZN Amsterdam
Fiscaal adviseur:
Meijburg & Co, Belastingadviseurs Laan van Langerhuize 9, 1186 DS Amstelveen
Fonds:
het vermogen onder de naam O&E ParapluFonds, waarin ter collectieve belegging effecten, gelden of andere goederen zijn of worden
1
Tot en met mei 2014 is Kas Bank N.V. administrateur van het Fonds en de Strategies geweest. Vervolgens zijn de taken van de administrateur verdeeld, de financiële administratie is overgenomen door Oyens & Van Eeghen N.V., de beleggingenadministratie en de berekening van de NAV door de Beleggingsadministrateur, het bijhouden van het Participantenregister door SGG Financial Services B.V. 2 Als gevolg van de AIFMD is de functie van ‘depositary’ geïntroduceerd. De Nederlandse vertaling daarvan is ‘bewaarder’. Deze term werd voorheen gebruikt voor de partij die de functie van juridisch eigenaar van het vermogen van het Fonds uitoefende. Deze partij wordt thans de ‘Asset Owner’ genoemd. Het takenpakket van deze partij is door de invoering van de AIFMD gewijzigd en gedeeltelijk door de Bewaarder overgenomen. 3 Tot en met mei 2014 werd de beleggingenadministratie gevoerd door de administrateur Kas Bank N.V., vanaf begin juni 2014 wordt deze taak vervuld door The Bank of New York Mellon SA/NV.
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
3
3
opgenomen, onderverdeeld in meerdere Strategies (subfondsen) teneinde de Participanten in de opbrengst daarvan te doen delen NAV:
de intrinsieke waarde (de “Net Asset Value”) van een Participatie of van een Strategy vastgesteld conform het Prospectus
Netto-activa
Netto-activa zoals gedefinieerd in RJ 615, in de voorgaande jaarrekeningen aangeduid als Fondsvermogen
Oversight Entity:
FM&I B.V. (in functie tot en met juni 2014) Monnikevenne 38, 1141 RL Monnickendam
Op de naleving van de toepassingen zijnde regels en procedures werd tot ingang van de AIFMD toezicht gehouden door FM&I B.V., een van de Beheerder onafhankelijke partij Oyens & Van Eeghen:
Oyens & Van Eeghen N.V. Zuidplein 124, 1077 XV Amsterdam
Participanten:
de economisch deelgerechtigden tot één of meer Strategies
Participantenregister:
het door SGG Financial Services B.V. bijgehouden register waarin de Participaties worden geadministreerd
Participaties:
de evenredige aanspraken van Participanten in één of meer Strategies
Prospectus:
het prospectus van het Fonds, inclusief de Strategy-prospectussen, zoals van tijd tot tijd gewijzigd
Strategy:
een apart geadministreerd gedeelte van het vermogen van het Fonds (subfonds)
Transactiedag:
(1) een Werkdag waarop uitgifte of inkoop van Participaties in een Strategy plaats kan vinden conform hetgeen bij Uitgifte en inkoop is bepaald in het betreffende Strategy prospectus (2) een Niet-reguliere Transactiedag
Voorwaarden:
de voorwaarden van beheer en bewaring zoals opgenomen in het O&E Paraplufonds prospectus en in de bijlage bij de overeenkomst van beheer en bewaring afgesloten tussen Bewaarder en Beheerder
Wft:
Wet op het financieel toezicht
Het prospectus van het O&E Paraplufonds, de Essentiële Beleggersinformatie, de jaarrekeningen en halfjaarberichten van het O&E Paraplufonds van de afgelopen jaren staan op de website www.oebeheer.com
4
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
4
II.
VERSLAG VAN DE BEHEERDER OVER HET EERSTE HALFJAAR 2015
1.
Profiel
Algemeen Oyens & Van Eeghen N.V. te Amsterdam heeft voor haar vermogensbeheer propositie gekozen voor een paraplufonds-structuur, waarin cliënten kunnen participeren. Het O&E Paraplufonds (“Fonds”) is voor onbepaalde tijd opgericht op 5 april 2012 en is gevestigd te Amsterdam. De Beheerder van het Fonds is Oyens & van Eeghen Beheer B.V. een 100% dochter van Oyens & Van Eeghen N.V.. Het vestigingsadres van de Beheerder is Zuidplein 124 te Amsterdam. Vanwege deze structuur kunnen cliënten gebruik maken van kostenefficiëntie door pooling van o.a. oprichtingskosten, bewaarloon, transactie- en administratiekosten. Fonds voor gemene rekening Het O&E Paraplufonds is een fonds voor gemene rekening. Het is geen rechtspersoon, maar een overeenkomst tussen de Beheerder, de Asset Owner en elk van de Participanten. Op grond van die overeenkomst worden door de Beheerder voor rekening en risico van de Participanten gelden belegd in vermogenswaarden die op naam van de Asset Owner voor de Participanten worden bewaard. De Participanten in een Strategy zijn naar rato van het aantal door hen gehouden Participaties gerechtigd tot het vermogen van die Strategy. De overeenkomst tussen de Beheerder, de Asset Owner en elk van de Participanten vormt geen maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap en creëert ook anderszins geen overeenkomst tussen de Participanten onderling. De verplichting van een Participant om te betalen voor uit te geven Participaties is uitsluitend een verbintenis ten opzichte van de Asset Owner. Deze verplichting is geen inbreng of verbintenis tot inbreng. De Participaties scheppen uitsluitend rechten en verplichtingen van de Participanten ten opzichte van de Beheerder en de Asset Owner en niet ook tussen Participanten onderling. Paraplustructuur Het Fonds is opgezet volgens een zogenaamde paraplustructuur. Dat wil zeggen dat het Fonds is onderverdeeld in meerdere Strategies (subfondsen) waarin afzonderlijk kan worden belegd. Voor iedere Strategy is een Strategy-prospectus opgesteld. Elke Strategy heeft een eigen beleggingsbeleid, risicoprofiel, beleggingsportefeuille, kostenstructuur en NAV. De toe- en uittredingsmogelijkheden kunnen per Strategy verschillen. Voor elke Strategy wordt een aparte administratie gevoerd. Participanten in een bepaalde Strategy zijn niet gerechtigd tot het vermogen van een andere Strategy. Elke Strategy is ingericht als een fonds voor gemene rekening. Strategies Het Fonds bestaat uit de volgende Strategies (subfondsen): O&E Fixed Income Strategy O&E Fixed Income Strategy Multi Asset O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy Bij de start van het Fonds bestonden daarnaast tevens de volgende Strategies: O&E Fixed Income Strategy I (geëindigd per 28 mei 2014) De Participanten in O&E Fixed Income Strategy I Serie A zijn voorafgaand aan de opheffing over gegaan naar O&E Fixed Income Strategy Multi Asset, de Participanten in O&E Fixed Income Strategy I Serie B zijn voorafgaand aan de opheffing over gegaan naar O&E Fixed Income Strategy. O&E Commodity Strategy (geëindigd per 22 januari 2014).
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
5 5
Niet beursgenoteerd Het Fonds is niet genoteerd op een effectenbeurs. Open end Het Fonds kan Participaties inkopen en uitgeven. Tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen, is het Fonds verplicht om op verzoek op iedere transactiedag van een Strategy Participaties in die Strategy uit te geven of in te kopen tegen de NAV daarvan op die transactiedag, plus een opslag (ingeval van uitgifte) of minus een afslag (ingeval van inkoop). Uitgifte en inkoop of switchen Toetreding tot het Fonds is mogelijk op iedere Transactiedag. Een verzoek tot uitgifte van Participaties dient de Beheerder uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan de beoogde Transactiedag te hebben bereikt. Het verzoek dient het bedrag (in de valuta van het Fonds) te vermelden waarvoor uitgifte wordt verzocht. Uittreden uit het Fonds is mogelijk op iedere Transactiedag. Uittreding kan worden aangevraagd door het indienen van een verzoek tot inkoop van Participaties. De Participaties vervallen na inkoop. Een verzoek tot inkoop van Participaties dient: de Beheerder uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan de gewenste Transactiedag te hebben bereikt; te luiden in de valuta van het Fonds of in Participaties (tot in maximaal vier decimalen gespecificeerd). Participanten kunnen switchen tussen Strategies. Switchen vindt plaats met toepassing van de voorwaarden die gelden voor inkoop en uitgifte van Participaties en het bepaalde in de betreffende Strategy-prospectussen, met dien verstande dat inkoop en uitgifte plaats zullen vinden op dezelfde dag zonder dat de Participant een bedrag hoeft te storten of gelden zal ontvangen. Beheerder Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. (“Beheerder”) treedt op als de beheerder van het Fonds. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Beheerder zijn: het bepalen van het beleggingsbeleid; het (doen) voeren van de administratie van de Strategies; het juist en tijdig vaststellen van de NAV; het er zorg voor dragen dat het Fonds voldoet aan de toepasselijke wet- en regelgeving; het bewaken van het belang van de Participanten. De Beheerder kan de uitvoering van het beleggingsbeleid van een Strategy uitbesteden aan Oyens & Van Eeghen en/of één of meerdere andere vermogensbeheerders. Directie De directie van de Beheerder bestaat uit R. van Wechem, CFA, CAIA en drs. J.H.N. Hoogenraad. Wft-vergunning De Beheerder (Oyens & Van Eeghen Beheer B.V.) beschikt vanaf 6 juli 2012 over een vergunning als vereist uit hoofde van artikel 2:67 van de Wft. Het Fonds en de Strategies vallen onder de werking van deze vergunning. Met ingang van 22 juli 2014 is deze vergunning van rechtswege omgezet in een vergunning die voldoet aan de vereisten uit de AIFMD. AIFM-richtlijn Per 22 juli 2013 is de ‘Alternative Investment Fund Managers Directive’ (‘AIFMD’) van toepassing geworden in Nederland. Deze richtlijn zorgt voor geharmoniseerd Europees toezicht op beheerders van bepaalde beleggingsinstellingen en moet bijdragen aan grotere financiële stabiliteit en transparantie. De vergunning van Beheerder is per 22 juli 2014 van rechtswege omgezet in een ‘AIFMD-vergunning’ en de administratieve organisatie en interne beheersing van Beheerder voldoen aan de AIFMD. Ook is er een ‘AIFMD-bewaarder’ aangesteld. Deze heeft een onafhankelijke toezichthoudende functie en is door de Autoriteit Financiële Markten als bewaarder goedgekeurd.
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
6 6
Bewaarder De bewaarder van het Fonds is The Bank of New York Mellon SA/NV, Amsterdam Branch (BNY Mellon). De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Bewaarder zijn: het behartigen van de belangen van de Participanten; het optreden als Depotbank; het in bewaarneming houden van de activa van het Fonds, bestaande uit financiële instrumenten. het er op toezien dat het vermogen van het Fonds wordt beheerd in overeenstemming met wat daarover in het Prospectus en in de Voorwaarden is bepaald; het er op toezien dat de uitgaande geldstromen van het Fonds overeenkomen met daadwerkelijk te betalen bedragen, en dat uittredende Participanten een correcte vergoeding ontvangen; het er op toezien dat de inkomende geldstromen van het Fonds overeenkomen met daadwerkelijk te ontvangen bedragen; het controleren of toetredende Participanten het juiste aantal Participaties ontvangen; het controleren of de waarde van de Participaties wordt berekend overeenkomstig het Prospectus; het controleren of de inkoop en de uitgifte Participaties gebeurt in overeenstemming met de wet en het Prospectus; de aanwijzingen van de Beheerder uitvoeren, tenzij deze in strijd zijn met de wet, het Prospectus of de statuten van het Fonds; het controleren of de opbrengsten van het Fonds een bestemming krijgen in overeenstemming met de wet en het Prospectus. De Bewaarder kan gebruik maken van de diensten van derden. Asset Owner De Asset Owner van het Fonds en de Strategies is Bewaarder O&E Paraplufonds B.V. De Asset Owner heeft als enige statutaire doelstelling het vervullen van de functie van Asset Owner van het Fonds en de Strategies. De Asset Owner dient de belangen van de Participanten te behartigen. De Asset Owner fungeert ten behoeve van de Participanten als juridisch eigenaar van het vermogen van de Strategies. SGG Custody B.V. treedt (per 2 juni 2014) op als enig bestuurder van de Asset Owner. Administrateur Tot en met 31 mei 2014 trad KAS BANK NV op als administrateur van het Fonds. De belangrijkste taken van de administrateur, onder verantwoordelijkheid van de Beheerder, betroffen in deze periode: het voeren van de financiële- en beleggingsadministratie van de Strategies; het berekenen van de NAV van de Strategies; en het bijhouden van het participantenregister van de Strategies. Beleggingsadministrateur De Beheerder heeft The Bank of New York Mellon SA/NV, Amsterdam branch vanaf 1 juni 2014 aangesteld als Beleggingsadministrateur van het fonds en de Strategies. Op grond van de tussen de Belegggingsadministrateur en de Beheerder gesloten overeenkomst, die voldoet aan de daaraan in de toepasselijke regelgeving gestelde eisen, is de Beleggingsadministrateur onder supervisie van de Beheerder, verantwoordelijk voor: het voorbereiden en het voeren van de beleggingsadministratie van het Fonds en de Strategies; het periodiek berekenen van de NAV van iedere Strategy daarin.
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
7 7
Participanten De Participanten in een Strategy zijn gezamenlijk (ieder naar rato van het aantal door hem gehouden Participaties) economisch gerechtigd tot het vermogen van die Strategy. Het door de Participanten bijeen gebrachte vermogen is bestemd ter collectieve belegging voor hun rekening en risico. Rechtsverhouding tussen Participanten, Beheerder en Asset Owner De rechtsverhouding tussen de Participanten, de Beheerder en de Asset Owner wordt beheerst door wat in het Prospectus (en in ieder relevant Strategy-prospectus) is opgenomen. Beperkte overdraagbaarheid Participaties Participaties kunnen alleen worden verkocht aan het Fonds. Fiscaliteit Vanwege de beperkte overdraagbaarheid van Participaties wordt het Fonds voor de vennootschapsbelasting aangemerkt als “fiscaal transparant”. Daardoor is het niet belastingplichtig voor de Nederlandse vennootschapsbelasting. Risicobeheer Risicobeheer is een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Dagelijks worden de belangrijkste risico’s gemonitord door de Beheerder. Met name wordt daarbij gekeken of de beleggingen zich nog binnen de vastgestelde kaders en beleggingsrichtlijnen begeven. Bij het realiseren van de beleggingsdoelstelling kan de beheerder gebruik maken van derivaten, zoals futures, forwards en opties en swaps. Aan het beleggen in een Strategy zijn (financiële) risico’s verbonden. Er kunnen diverse risicofactoren worden onderkend, die voor beleggers van betekenis en relevant kunnen zijn in het licht van de gevolgen en de waarschijnlijkheid dat die risico’s zich zullen voordoen. Aangezien elke Strategy een eigen beleggingsbeleid voert, verschillen deze risico’s per Strategy en combinatie van Strategies. In ieder Strategy-prospectus worden de risico’s die specifiek zijn voor de betreffende Strategy vermeld. Het rendement van de belegging in Participaties over de periode van aankoopmoment tot verkoopmoment staat pas vast op het verkoopmoment van die belegging. Er bestaat geen enkele garantie dat de beleggingsdoelstelling zal worden behaald en er wordt geen rendement gegarandeerd. De waarde van Participaties is onder andere afhankelijk van de beleggingscategorieën en de financiële instrumenten waarin de Strategy belegt en van de keuzes die worden gemaakt bij de uitvoering van het beleggingsbeleid. Omdat iedere Strategy een ander beleggingsbeleid heeft, zal het rendementsrisico voor iedere Strategy anders zijn. Het rendementsrisico is het gevolg van waardeschommelingen van de beleggingen en/of fluctuaties van de directe opbrengsten van de beleggingen (voornamelijk dividenden, rente). De waarde van de beleggingen beweegt met koerswijzigingen van de financiële instrumenten waarin wordt belegd. Alle financiële instrumenten staan bloot aan het risico van koersschommelingen. Die kunnen het gevolg zijn van: algemene risicofactoren (marktrisico); specifieke risicofactoren die alleen gelden voor een individuele belegging (specifieke risico’s). Voor een verdere beschrijving van de risico’s wordt verwezen naar de algemene toelichting op het halfjaarbericht (Hoofdstuk III paragraaf 1.4.4).
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
8 8
Beleggingen en Corporate Governance Ten aanzien van de stemrechten die verbonden zijn aan de beleggingen van het Fonds worden de volgende uitgangspunten gehanteerd. Het Fonds is in principe een belegger in effecten en geen belegger in ondernemingen. Over het algemeen is sprake van een actief beleggingsbeleid. Doordat (vrijwel) geen sprake is van het beleggen in ondernemingen, zal de Beheerder in principe geen gebruik maken van de stemrechten die verbonden zijn aan de effecten die worden gehouden door het Fonds. Wordt gebruik gemaakt van de stemrechten dan zal de Beheerder dit in de eerste plaats doen door fysieke of persoonlijke deelname aan aandeelhoudersvergaderingen en in de tweede plaats door middel van ‘elektronisch’ stemmen op afstand (‘proxy voting’). Gedurende het eerste halfjaar 2015 heeft de Beheerder geen gebruik gemaakt van de stemrechten die verbonden waren aan beleggingen van het Fonds (jaar 2014: idem).
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
9 9
2.
Meerjarenoverzicht
Onderstaande cijfers hebben betrekking op de stand per 30 juni 2015 resp. 31 december van de verschillende jaren, tenzij anders vermeld. Het fonds is gestart in het voorjaar 2012.
Bedragen in duizenden euro's tenzij anders vermeld
30-06-2015
Direct resultaat uit beleggingen Indirect resultaat uit beleggingen Overig resultaat
Netto-vermogenswaarde per participatie (in EUR) O&E Fixed Income Strategy O&E Fixed Income Strategy Multi Asset O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy O&E Fixed Income Strategy I - A O&E Fixed Income Strategy I - B O&E Commodity Strategy
31-12-2012
1.537 16.050 31 17.618
1.953 8.736 53 10.742
1.725 8.340 45 10.110
(405)
(404)
(1.022)
(792)
17.214
17.214
9.720
9.318
343.399
351.613
396.595
263.743
525.909,53 1.131.135,96 909.926,29 220.997,60
541.781,77 1.095.074,08 1.094.823,13 224.740,51
1)
1)
1)
1)
2)
2)
636.908,45 802.584,29 1.132.034,82 233.617,88 456.595,82 258.198,23 88.312,16
648.864,80 597.770,31 437.503,57 136.399,09 316.747,25 253.977,38 76.385,53
112,14 101,94 117,63 107,29 109,37 108,55 81,12
113,82 103,31 101,27 100,77 110,59 110,31 92,15
Beleggingsresultaat
Aantal uitstaande participaties (stuks) O&E Fixed Income Strategy O&E Fixed Income Strategy Multi Asset O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy O&E Fixed Income Strategy I - A O&E Fixed Income Strategy I - B O&E Commodity Strategy
31-12-2013
1.537 16.050 32 17.619
Kosten
Netto-activa
31-12-2014
116,83 108,36 148,09 111,49
116,48 108,04 133,01 109,33
1)
1)
1)
1)
2)
2)
1) O&E Fixed Income Strategy I - A en I-B zijn opgeheven per 28 mei 2014 2) O&E Commodity Strategy is opgeheven per 20 januari 2014
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
10 10
3.
Beheerdersverslag
3.1
Beleggingsomgeving
Financiële markten begonnen het jaar zeer voortvarend, gedreven door de omvangrijke ECB obligatie opkoop-programma en een steviger herstel van de Europese economie. In het 2e kwartaal nam de volatiliteit sterk toe en lieten obligatie- en aandelenmarkten significante correcties zien. De belangrijkste redenen voor de correctie waren winstnemingen, de sterke rentestijging die beleggers verraste en angst voor een mogelijke Griekse wanbetaling en exit uit de Eurozone wat besmettingsgevaar voor andere perifere economieën met zich mee zou kunnen brengen. Aandelen wisten het eerste halfjaar desondanks met een goed resultaat af te sluiten. Veel vastrentende markten lieten uiteindelijk een negatief resultaat zien. Europa trekt aan, groei wereldeconomie gematigd De wereldeconomie groeide op een acceptabel niveau in het begin van 2015, gesteund door een daling van de olieprijs en een golf van monetaire verruiming door centrale banken wereldwijd. De groei was echter minder sterk dan verwacht. Tegenover de sterkere groei in Europa en Japan stonden tegenvallende groeicijfers uit de VS en de meeste opkomende markten. In het eerste kwartaal van 2015 stelde de Amerikaanse groei (-0,2%), net als in het eerste kwartaal van 2014, zwaar teleur. Hoopgevend is dat de zwakke groei opnieuw overwegend voortkomt uit tijdelijke effecten, waaronder het strenge winterweer, omvangrijke stakingen in belangrijke havens en de manier waarop de groei wordt berekend. In de komende kwartalen zal de Amerikaanse groei weer te versnellen. Consumentenbestedingen in de VS, veruit de grootste component van de economie, vielen eerder dit jaar tegen. Waar verwacht werd dat consumenten de ruimte van stijgende lonen en dalende energieprijzen zouden gebruiken om te consumeren, werd er vooral gespaard. Inmiddels zijn consumenten aan een inhaalslag bezig. Dit is niet verwonderlijk aangezien de werkloosheid verder daalt, de lonen stijgen en de waarde van huizen, beleggingen en andere bezittingen van huishoudens in de VS een nieuw recordniveau heeft bereikt. Al vele jaren presteert de Europese economie bijzonder zwak. In het eerste halfjaar van 2015 liet Europa echter de grootste positieve verrassing zien. Het herstel in Europa wordt steeds breder gedragen. Waar voorheen de export de rol van Europese groeimotor vervulde, neemt de kracht van de binnenlandse markt toe. Extern profiteert de regio van de forse depreciatie van de euro terwijl op de binnenlandse markt zeer lage rentes, kredietgroei en de lage olieprijs zorgen voor stevig aantrekkende consumentenbestedingen. De groei van de Europese consumentenbestedingen ligt inmiddels op het hoogste niveau sinds de aanvang van de kredietcrisis in 2008. Het IMF schat dat de groei van opkomende markten dit jaar terugvalt naar circa 4%, het laagste niveau sinds 2009. Opvallend is dat de groei in ontwikkelde markten de laatste jaren is verbeterd terwijl de groei in opkomende markten steeds verder afzwakt. Het groeiverschil tussen ontwikkelde en opkomende markten lijkt hierdoor dit jaar zelfs uit te komen onder de 2%. Dit groeiverschil was voor het laatst zo laag in het jaar 2000 toen ontwikkelde markten in de hoogtijdagen van de IT-gekte zaten. Het gemiddelde groeiverschil in deze eeuw ligt op 4%. De afzwakking in opkomende markten wordt breed gedragen. Vrijwel alle regio’s presteren zwakker dan verwacht. In Oost-Europa bevinden Rusland en Oekraïne zich in een forse recessie door de burgeroorlog in Oekraïne, Europese sancties tegen Rusland en lage grondstoffenprijzen. Ook de landen in Latijns-Amerika ondervinden pijn van de lage grondstofprijzen. Daarnaast staat de Braziliaanse economie extra onder druk door bureaucratie, te sterke inmenging van de overheid in de economie en corruptie. Tot slot viel de groei in Azië ook iets tegen. China, veruit de grootste opkomende markt, laat al een geruime tijd afzwakkende groei zien. Vooruitkijkend lijkt deze regio wel de beste papieren te hebben voor een groeiversnelling in de tweede helft van het jaar. Redenen hiervoor zijn onder andere dat veel Aziatische landen per saldo profiteren van de lage grondstofprijzen, de Chinese overheid opnieuw de steun lijkt op te voeren en exporterende landen in deze regio verder kunnen profiteren van de aantrekkende groei in het westen.
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
11 11
3.2
Rendementen in het eerste halfjaar 2015
Aandelenmarkten boekten in het eerste kwartaal uitstekende resultaten, mede door een forse depreciatie van de euro. Japan en Europa lieten de hoogste winsten zien. Deze regio’s werden ondersteund door de sterke winstgroei van bedrijven en zeer ruim monetair beleid van centrale banken. De stemming werd in het tweede kwartaal echter gedrukt door de sterke en onverwachte rentestijging en angst voor een Grieks faillissement en een mogelijk vertrek van Griekenland uit de Eurozone. Over het eerste halfjaar behaalden wereldwijde aandelenmarkten een rendement van 11,5%. Het opkoopprogramma van de ECB zorgde in het eerste kwartaal voor een nieuwe rally op vastrentende markten. Obligatierentes waren al zeer laag, maar daalden verder Sinds medio april lieten kapitaalmarktrentes in Europa een forse stijging zien door afnemende angst voor deflatie en een aantrekkende groei. Hierdoor boekten Europese obligatiemarkten in het eerste halfjaar alsnog negatieve koersresultaten. EMD in lokale valuta verloor in de laatste maanden veel terrein door een depreciatie van EM valuta’s maar eindigde deze periode per saldo in de plus.
3.3
Vooruitzichten
Het einde van deze conjunctuurcyclus is nog niet in zicht. Er is nog geen sprake van oververhitting, overmatig gebruik van vreemd vermogen of een sterke toename van onrendabele investeringen. De relatief lage nominale groeivoet en de beperkte inflatie laten centrale banken bovendien toe om monetair beleid nog langere tijd ruim te houden wat financiële markten ondersteunt. In ons basisscenario gaan wij ervan uit dat deze cyclus bovengemiddeld lang zal duren waardoor de waarderingen op financiële markten verder kunnen oplopen en excessen op de loer liggen. Voor de tweede helft van het jaar verwachten wij meer volatiliteit op financiële markten, onder meer vanwege de aanhoudende onzekerheid rond Griekenland, de naderende renteverhoging in Amerika en de mogelijke impact hiervan op opkomende markten. Wij verwachten echter niet dat de opgaande conjunctuur daadwerkelijk zal worden verstoord en zullen daarom door de volatiliteit heen kijken zolang het fundamentele beeld niet wezenlijk verandert. Wij hebben nog steeds een voorkeur voor aandelen boven vastrentende waarden. De waardering van aandelen is duidelijk gunstiger dan die van de meeste obligatiemarkten. Daarnaast is de huidige fase in de cyclus gunstiger voor aandelen omdat economische expansie de winstontwikkeling ondersteunt, terwijl obligaties in deze fase veelal te maken krijgen met stijgende rente- en inflatieverwachtingen en de toename van vreemd vermogen op de balans van bedrijven om de expansie te financieren.
3.4
Beheer van Strategies
De beleggingsomgeving, rendementen in het eerste halfjaar van 2015 en vooruitzichten (paragraaf 3.1 tot en met 3.3) geven achtergrondinformatie voor hierna omschreven doelstelling, beleggingsprofiel, beleggingsbeleid, beleggingsresultaat en vooruitzichten van de volgende Strategies: O&E Fixed Income Strategy O&E Fixed Income Strategy Multi Asset O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy.
12
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast) 12
3.4.1 O&E FIXED INCOME STRATEGY Doelstelling en beleggingsprofiel De O&E Fixed Income Strategy belegt in een combinatie van staatsobligaties en vastrentende beleggingsfondsen, met een brede spreiding over de diverse vastrentende asset klassen. Het fonds belegt vanuit een ‘absolute return’ perspectief. Doel is op langere termijn een hoger voor risico gecorrigeerd resultaat te behalen dan wanneer belegd zou worden in Nederlandse staatsobligaties. Hierbij wordt als referentie-index de EFFAS Bond Index Netherlands Govt All >1 Yr TR gehanteerd. De Beheerder zal een actief beleggingsbeleid voeren en de samenstelling van de portefeuille aanpassen aan (verwachte) wijzigingen in rente, inflatie en risicopremies. Bij het beleggingsbeleid wordt rekening gehouden met macro-economische ontwikkelingen in de wereld en de verwachte reactie daarop van monetaire en fiscale autoriteiten. De inzichten van de Beheerder worden vertaald in asset allocatiebeleid, duration beleid, valutabeleid en selectie van externe fondsmanagers, de belangrijkste bepalende factoren voor het rendement.
Beleggingsbeleid Gedurende de verslagperiode bleef de relatief lage rentegevoeligheid van de portefeuille aanvankelijk gehandhaafd met een duration van rond de driejaar. Door de lage rentegevoeligheid is de portefeuille minder kwetsbaar voor koersdalingen door een rentestijging. Keerzijde is dat minder geprofiteerd wordt van koersstijgingen bij een hernieuwde rentedaling. Eind juni is middels tactisch beleid de rentegevoeligheid van de portefeuille verhoogd (naar een duration van vier jaar). Dit met het oog op de in mei en juni flink gestegen kapitaalmarktrente en de mogelijke ‘flight tot quality’ als gevolg van de Griekse schuldencrisis en de toegenomen kans op een ‘Grexit’. Om dezelfde reden is in de staatsobligatieportefeuille het belang in perifere staatsobligaties verlaagd. Hier stond tegenover een uitbreiding van het belang in Nederlandse hypotheken. Deze categorie is interessant vanwege de nog relatief hoge
rentevergoeding bij een beperkt kredietrisico (geschatte credit rating AA). De positie in opkomende markten (EMD) is in een aantal stappen verkleind. EMD heeft in de eerste maanden van 2015 goed gepresteerd, maar is ook kwetsbaar voor de verwachte renteverhogingen in de VS.
Beleggingsresultaat Over de verslagperiode (01/01/2015 – 30/06/2015) steeg de intrinsieke waarde per participatie van de O&E Fixed Income Strategy van €116,48 naar €116,83, waarmee het beleggingsresultaat uitkwam op +0,30%. De performance van de benchmark van Nederlandse staatsobligaties bedroeg over deze periode -1,14%. Het hogere resultaat kan grotendeels worden verklaard door de lagere rentegevoeligheid (duration) van de portefeuille. Hierdoor werd de portefeuille minder geraakt door de sterke rentestijging in het tweede kwartaal. Ook de asset allocatie droeg positief bij door de brede diversificatie over meerdere vastrentende categorieën. Hierdoor kon worden geprofiteerd van de relatief sterke performance van een aantal specifieke markten (zoals de beleggingen in Nederlandse hypotheken en in EM corporates). Het fondsvermogen van de O&E Fixed income Strategy bedroeg ultimo juni 2015 €61,4 mln.
Vooruitzichten Vooruitkijkend is de ruimte voor een significante verdere rentestijging beperkt. Van de ECB worden tot eind 2017 nauwelijks renteverhogingen verwacht. Door dit ‘low for longer’ rentebeleid van de ECB is de korte kant van de eurozone yieldcurve verankerd. Dit beperkt de ruimte voor rentestijging van langere looptijden. Daarnaast zal het opkoopprogramma van de ECB (‘QE’) de obligatiemarkt blijven ondersteunen. Wel is er mogelijk opwaartse druk op de kapitaalmarktrente door de start van renteverhogingen in de VS eind 2015. In de portefeuille blijven wij een voorkeur houden brede spreiding over de diverse vastrentende asset klassen en in deze marktomgeving voorkeur voor kredietrisico boven renterisico.
Asset allocatie– O&E Fixed Income Strategy
13
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast) 13
3.4.2 O&E FIXED INCOME STRATEGY MULTI ASSET Doelstelling en beleggingsprofiel De O&E Fixed Income Strategy Multi Asset belegt in een combinatie van staatsobligaties en vastrentende beleggingsfondsen, met een brede spreiding over de diverse vastrentende asset klassen. Doel is op langere termijn (5 tot 7 jaar) een hoger resultaat te behalen dan de benchmark. De huidige benchmarksamenstelling is als volgt: 50% staatsobligaties Nederland (1-10 jr), 35% euro bedrijfsobligaties, 7,5% High Yield obligaties wereldwijd en 7,5% Emerging Market Debt lokale valuta. De Beheerder zal een actief beleggingsbeleid voeren en de samenstelling van de portefeuille aanpassen aan (verwachte) wijzigingen in rente, inflatie en risicopremies. Bij het beleggingsbeleid wordt rekening gehouden met macro-economische ontwikkelingen in de wereld en de verwachte reactie daarop van monetaire en fiscale autoriteiten. De inzichten van de Beheerder worden vertaald in asset allocatiebeleid, duration beleid, valutabeleid en selectie van externe fondsmanagers, de belangrijkste bepalende factoren voor het rendement.
Beleggingsbeleid Gedurende de verslagperiode werd ten aanzien van de rentegevoeligheid van de portefeuille een neutraal beleid gevoerd, waarbij de gemiddelde duration van de portefeuille min of meer vergelijkbaar was aan die van de benchmark (ca. 4,5 jaar). In de portefeuille werd wel een actief asset allocatie beleid gevoerd. Er werd een onderwogen positie aangehouden in eurozone staatsobligaties. Hiertegenover stond een overwogen positie in bedrijfsobligaties en in hoogrentende markten (High Yield en EMD). Aanvankelijk werd binnen de staatsobligatieportefeuille een deel belegd in de periferie (Spanje en Ierland). In mei/juni is deze positie sterk verkleind door het belang in Spaanse staatsobligaties te verkopen en terug te ruilen naar Nederland. Dit met het oog op de mogelijke ‘flight tot quality’ als gevolg van de Griekse schuldencrisis en de toegenomen kans op een ‘Grexit’. Daarnaast is in de loop van het jaar het belang in Nederlandse hypotheken
flink uitgebreid. Deze categorie is interessant vanwege de nog relatief hoge rentevergoeding bij een beperkt kredietrisico (geschatte credit rating AA). De positie in opkomende markten (EMD) is een aantal stappen verkleind. EMD had in de eerste maanden van 2015 goed gepresteerd, maar is ook kwetsbaar voor de verwachte renteverhogingen in de VS.
Beleggingsresultaat Over de verslagperiode (01/01/2015 – 30/06/2015) steeg de intrinsieke waarde per participatie van de O&E Fixed Income Strategy Multi Asset van €108,04 naar €108,36, waarmee het beleggingsresultaat uitkwam op +0,29%. De portefeuille presteerde hiermee beter dan de benchmark (-0,20%). De outperformance kan met name worden verklaard door de keuzes binnen het bedrijfsobligatiegedeelte van de portefeuille. Met name de positie in Nederlandse hypotheken en bedrijfsobligaties van opkomende markten presteerden sterk en droegen flink bij aan de relatieve performance. Het fondsvermogen van de O&E Fixed income Strategy Multi Asset bedroeg ultimo juni 2015 €122,6 mln.
Vooruitzichten Vooruitkijkend is de ruimte voor een significante verdere rentestijging beperkt. Van de ECB worden tot eind 2017 nauwelijks renteverhogingen verwacht. Door dit ‘low for longer’ rentebeleid van de ECB is de korte kant van de eurozone yieldcurve verankerd. Dit beperkt de ruimte voor rentestijging van langere looptijden. Daarnaast zal het opkoopprogramma van de ECB (‘QE’) de obligatiemarkt blijven ondersteunen. Wel is er mogelijk opwaartse druk op de kapitaalmarktrente door de start van renteverhogingen in de VS eind 2015. In de portefeuille blijven wij een voorkeur houden brede spreiding over de diverse vastrentende asset klassen en in deze marktomgeving voorkeur voor kredietrisico boven renterisico.
Asset allocatie – O&E Fixed Income Strategy Multi Asset
14
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast) 14
3.4.3 O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY Doelstelling en beleggingsprofiel De O&E Global Equity Strategy heeft als doelstelling om met wereldwijd beleggen in aandelen op de middellange termijn (3-5 jaar) een hoger rendement te halen dan de MSCI AC World Net Total Return in euro’s. De Beheerder belegt in een wereldwijd gespreide portefeuille van aandelen en hanteert daarbij een “core-satellite” benadering. De “core” bestaat uit indextrackers (passieve beleggingen), waarmee tegen lage kosten een efficiënte marktexposure wordt bereikt. De “satellite” bestaat uit actieve beleggingsfondsen van managers met een uitgesproken aanpak, die naar het oordeel van de Beheerder, een transparante, consistente en reproduceerbare beleggingsstrategie hebben en de potentie om bovengemiddelde rendementen te behalen. De Beheerder zal een actief beleid voeren, waarbij regioallocatie en manager selectie de belangrijkste bronnen van toegevoegde waarde zijn.
Beleggingsbeleid Gedurende de verslagperiode werden in de portefeuille kleine actieve regionale posities ingenomen ten opzichte van de benchmark (MSCI AC World Net Total Return in euro). Het jaar begon met een overwogen positie in opkomende landen en een kleine overweging in Japan. In de daaropvolgende maanden zijn de beleggingen in Amerika en Pacific ex. Japan afgebouwd ten gunste van de regio’s Japan en Europa. Dit regionale beleggingsbeleid heeft een positief beleggingsresultaat opgeleverd, vooral door de overweging van Japan. Eind 2014 is besloten binnen de Global Equity Strategy enkele accentveranderingen door te voeren om de verhouding tussen rendement, risico en kosten te verbeteren. Hiertoe is het belang in systematische managers opgehoogd. Dit zijn managers die op basis van een zorgvuldig geconstrueerd kwantitatief model aandelen selecteren en portefeuilles bouwen. Dergelijke modellen spelen veelal in op fenomenen die uitgebreid staan bescheven in de academische literatuur. Veelal leveren deze managers een robuuster rendement dan de actieve managers en doen dit bovendien tegen lagere kosten. In dit verband hebben wij positie genomen in de S&P500 Minimum Volatility ETF en het Robeco Momentum Equities fonds. Met deze beleggingen geven wij tevens een invulling aan de beoogde accentverschuiving naar
superieure beleggingsstijlen. Dit zijn beleggingsstijlen die een gunstigere rendement/risico-verhouding hebben dan de benchmark. Oyens & Van Eeghen heeft na grondig onderzoek Quality, Low volatility, Value en Momentum geselecteerd als superieure beleggingsstijlen. In het tweede kwartaal zijn de Europese beleggingen iets cyclischer gemaakt door het SEB European Small Cap fonds toe te voegen aan de portefeuille en de belegging in Invesco te verlagen. Met deze beweging kan beter worden geprofiteerd van het economische herstel in Europa.
Beleggingsresultaat Over de verslagperiode (01/01/2015– 30/06/2015) steeg de intrinsieke waarde van de Global Equity Strategy van €133,01 naar €148,09 per participatie, waarmee het beleggingsresultaat uitkwam op +11,3%. De performance van de benchmark (MSCI AC World Net Total Return) bedroeg over deze periode +11,5%. Het verschil komt voornamelijk doordat onze managers in opkomende markten niet in staat waren om de benchmark bij te houden vanwege de onderweging in China, waar de aandelenkoersen met ruim 44% stegen in het eerste halfjaar. Dit gebeurde tegen een achtergrond van zwakke groei en de rally had een duidelijk speculatief karakter wat redenen zijn waarom onze managers onderwogen waren in Chinese aandelen. De Amerikaanse kwaliteitsmanager Threadneedle wist de index ruim te verslaan met een geconcentreerde portefeuille. Het fondsvermogen van de O&E Global Equity Strategy bedroeg ultimo juni 2015 €134,8 mln.
Vooruitzichten De vooruitzichten voor de tweede helft van 2015 blijven gunstig hoewel we wel meer volatilteit verwachten in de zomermaanden. De combinatie van een stimulerend monetair beleid en een aantrekkende economische groei vormt een positieve omgeving voor de bedrijfswinsten. Veel beleggers onderschatten bovendien de kostenvoordelen die bedrijven nog steeds kunnen behalen. Daarnaast houden bedrijven de focus op aandeelhouders in de vorm van dividendgroei en de inkoop van eigen aandelen. Per saldo een gunstige omgeving voor aandelen.
15
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast) 15
3.4.4 O&E HEDGE FUND STRATEGY Doelstelling en beleggingsprofiel Het doel van de Hedge Fund Strategy is om via belegging in een breed scala aan hedge fund strategieën een investering te bieden die een lage correlatie heeft met andere vermogenscategorieën. De Strategy heeft een streefrendement op de middellange termijn van Euribor plus 2-4% bij een beperkt risico. De portefeuille is opgebouwd uit hedge funds met een beleggingsfilosofie die aansluit bij de doelstelling van de Strategy en met sterk risicomanagement. De toegevoegde waarde van de Beheerder bestaat uit het selecteren en combineren van de hedge fund strategieën en het voeren van tactisch beleid.
Beleggingsbeleid De focus ligt op strategieën die hun rendement grotendeels behalen uit andere risicofactoren dan regulier aandelen-, rente- of kredietrisico. Macro strategieën spelen hierbij een belangrijke rol omdat deze over de cyclus de minste correlatie vertonen met aandelenmarkten. Systematische macrostrategie hebben bovendien een negatieve correlatie met aandelen in crisisperiodes wat impliceert dat ze een positief rendement behalen in periodes dat aandelenmarken zware verliezen lijden. Dit is extra relevant omdat obligaties op de huidige lage renteniveaus veel minder compensatie bieden voor verliezen op aandelen dan in het verleden het geval is geweest. In februari hebben wij het RPM Evolving CTA fund toegevoegd. Dit is een systematische macrostrategie die vooral trendvolgende strategieën bevat. Hiermee wordt de bufferfunctie van de Strategy wat zwaarder aangezet. De Strategy heeft een goede balans tussen rendementspotentieel en bescherming in tijden van crisis.
Beleggingsresultaat In de eerste helft van 2015 steeg de intrinsieke waarde per participatie van de Strategy van €109,33 naar €114,49. Het beleggingsresultaat bedroeg 2,51%. De performance van de benchmark bedroeg over deze periode 0,94%. Aandelengerelateerde strategieën presteerden het Rendement strategieën in 2015 in €
sterkste over deze periode. Dit was slechts beperkt te danken aan het marktrendement van aandelen maar vooral aan de verbeterde omstandigheden voor managers om waarde toe te voegen. Dit geldt zowel voor pure stockpickers (long/short equity managers) als managers die inspelen op specifieke situaties rond bedrijven, bijvoorbeeld op vlak van fusies, overnames, wijziging van dividendbeleid of herstructureringen (event driven managers). Arbitragestrategieën op vastrentendemarkten (relative value) lieten een stabiel rendement zien, mee omdat de blootstelling aan rentebewegingen zeer beperkt was. Macrostrategieën zeten de sterk positieve lijn van de tweede helft van 2014 in het eerstekwartaal door, maar werden in het tweede kwartaal getroffen door het plotse draaien van de markttrends die gerelateerd waren aan het opkoopprogramma van de ECB (onder meer long Europese aandelen, long Duitse rente, long perifere spreadmarkten, short euro) waardoor ze als groep een negatief rendement laten noteren over de eerste helft van het jaar. Het fondsvermogen van de Hedge Fund Strategy bedroeg per eind juni 2015 €24,6 mln.
Vooruitzichten De vooruitzichten voor long/short equity en event driven blijven goed. Naast de positieve vooruitzichten voor de beta component is vooral de omgeving voor het genereren van alpha positief vanwege onder meer de toenemende bedrijfsactiviteit, sterke balansen en gedaalde correlaties. De omgeving voor relative value is uitdagender gezien de veelal lage rentes en spreads al zijn er nog steeds interessante mogelijkheden in nichemarkten. Het beeld voor macro is sterk verbeterd nu trendindicatoren rond het dieptepunt staan, de verschillen in positionering van CTA’s zijn toegenomen en de divergentie in economie en financiële markten lijkt aan te trekken. Per saldo zien wij goede kansen voor de meeste strategieën. Dit laat de Strategy toe een bufferfunctie te vervullen met behoud van een aantrekkelijke rendementsverwachting.
Rendement managers in 2015 in €
16
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast) 16
3.5
In Control Statement
Wij beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering, die voldoet aan de eisen van de Wft en het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo). Wij hebben gedurende de afgelopen verslagperiode verschillende aspecten van de bedrijfsvoering beoordeeld. Bij onze werkzaamheden hebben wij geen constateringen gedaan op grond waarvan wij zouden moeten concluderen dat de beschrijving van de opzet van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 van het BGfo niet voldoet aan de vereisten zoals opgenomen in de Wft en daaraan gerelateerde regelgeving. Op grond hiervan verklaren wij als Beheerder voor Beleggingsinstelling O&E Paraplufonds te beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 van het BGfo, die voldoet aan de eisen van het BGfo. Ook hebben wij niet geconstateerd dat de bedrijfsvoering niet effectief en niet overeenkomstig de beschrijving functioneert. Derhalve verklaren wij met een redelijke mate van zekerheid dat de bedrijfsvoering gedurende het eerste halfjaar 2015 effectief en overeenkomstig de beschrijving heeft gefunctioneerd.
Amsterdam, 28 augustus 2015
De Beheerder, Oyens & Van Eeghen Beheer B.V.
17
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
17
III.
HALFJAARCIJFERS 2015 O&E PARAPLUFONDS
O&E PARAPLUFONDS 1 januari – 30 juni 2015 (in euro)
18
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
18
1. O&E PARAPLUFONDS 1.1
Balans per 30 juni 2015
voor resultaatbestemming
noot
2015
2014
30 juni
31 december
EUR
EUR
60.430.353 120.837.318 134.468.445 24.654.142
62.788.028 116.968.976 145.603.690 22.664.068
1
340.390.258
348.024.762
Vorderingen Effectentransacties Overige vorderingen
2
621.000 1.853.564 2.474.564
42.031.883 1.024.353 43.056.236
Immateriële vaste activa
3
33.834
46.298
Geldmiddelen
4
1.802.534
2.452.783
344.701.190
393.580.079
324.674.316 33.834 1.477.121 17.213.889 343.399.160
350.423.251 46.298 1.142.981 351.612.530
407.000 895.030 1.302.030
38.179.748 3.247.078 540.723 41.967.549
344.701.190
393.580.079
ACTIVA Beleggingen O&E Fixed Income Strategy O&E Fixed Income Strategy Multi Asset O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
Totaal activa NETTO-ACTIVA EN PASSIVA Netto-activa Participantenvermogen Wettelijke reserve Herwaarderingsreserve Onverdeeld resultaat 1e halfjaar 2015 Totaal netto-activa
5
Passiva Crediteuren inzake effectentransacties Schulden Overige passiva
6 7 8
Totaal netto-activa en passiva
19
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
19
O&E PARAPLUFONDS 1.2
Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2015 noot
2015
2014
1 januari
1 januari
30 juni
30 juni
EUR
EUR
Opbrengsten Direct resultaat uit beleggingen Indirect resultaat uit beleggingen: - Gerealiseerde waardeveranderingen - Ongerealiseerde waardeveranderingen
9
1.536.985
1.171.397
10 10
9.409.517 6.640.263 17.586.765
1.350.605 14.221.599 16.743.601
Overig resultaat
11
31.742
138.382
17.618.507
16.881.983
162.164 12.464 81.929 148.061 404.618
230.610 14.738 78.226 206.891 530.465
17.213.889
16.351.518
Totaal opbrengsten Lasten Beheerkosten Afschrijving immateriële vaste activa Bewaarkosten Overige kosten Som der lasten
Beleggingsresultaat
12 3 13
20
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
20
O&E PARAPLUFONDS 1.3 Kasstroomoverzicht per 30 juni 2015 noot
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Beleggingsresultaat Indirect resultaat uit beleggingen: - Gerealiseerde waardeveranderingen - Ongerealiseerde waardeveranderingen Aankopen van beleggingen Verkopen van beleggingen Afschrijving immateriële vaste activa Mutatie vorderingen Mutatie passiva
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangen bij uitgifte participaties Betaald bij inkoop participaties
1, 10 1, 10 1 1 3 2 6,7,8
5 5
Netto kasstroom
2015
2014
1 januari
1 januari
30 juni
30 juni
EUR
EUR
17.213.889
16.351.518
(9.409.517) (6.640.263) (124.391.514) 148.409.938 12.464 40.581.672 (40.665.519)
(1.350.605) (14.221.599) (74.365.318) 109.270.799 14.738 (360.882) 1.013.753
25.111.150
36.352.404
32.374.803 (58.136.202) (25.761.399)
23.558.381 (60.576.143) (37.017.762)
(650.249)
(665.358)
Geldmiddelen begin verslagperiode
4
2.452.783
4.263.299
Geldmiddelen einde verslagperiode
4
1.802.534
3.597.941
21
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
21
O&E PARAPLUFONDS 1.4
Toelichting op het halfjaarbericht 2015
1.4.1 Algemeen Oyens & Van Eeghen te Amsterdam heeft voor haar vermogensbeheer propositie gekozen voor een paraplufonds-structuur, waarin cliënten kunnen participeren. Het O&E Paraplufonds (“Fonds”) is voor onbepaalde tijd opgericht op 5 april 2012 en is gevestigd te Amsterdam. De Beheerder van het Fonds is Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. een 100% dochter van Oyens & van Eeghen. De Beheerder beschikt vanaf 6 juli 2012 over een vergunning als vereist uit hoofde van artikel 2:65 van de Wft. Het Fonds en de Strategies vallen onder de werking van deze vergunning. Vanwege deze structuur kunnen cliënten gebruik maken van kostenefficiëntie door pooling van o.a. oprichtingskosten, bewaarloon, transactie- en administratiekosten. Vanaf 22 juli 2014 fungeert BNY Mellon als Bewaarder, zoals is bedoeld in de AIFMD. Het Fonds bestaat uit de volgende Strategies: O&E Fixed Income Strategy (tot 28 mei 2014 genaamd: O&E Fixed Income Strategy II) O&E Fixed Income Strategy Multi Asset (tot 28 mei 2014 genaamd: O&E Fixed Income Strategy III) O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy O&E Fixed Income Strategy I (geëindigd per 28 mei 2014) O&E Commodity Strategy (geëindigd per 22 januari 2014) Per 28 mei 2014 vond een herstructurering plaats, waarbij de O&E Fixed Income Strategy I is geëindigd. In de herstructurering is O&E Fixed Income Strategy I serie A toegevoegd aan de O&E Fixed Income Strategy Multi Asset (voorheen O&E Fixed Income Strategy III). Tegelijkertijd is de O&E Fixed Income Strategy I serie B toegevoegd aan de O&E Fixed Income Strategy (voorheen O&E Fixed Income Strategy II). Herstructurering heeft zoveel als mogelijk plaatsgevonden door middel van overboeken in natura en heeft als volgt plaatsgevonden. Fixed Income Strategy I per 28 mei 2014
ACTIVA Beleggingen
noot 1
Vorderingen Immateriële vaste activa Geldmiddelen Totaal activa Netto-activa Passiva Totaal netto-activa en passiva
5
Van: Fixed Income Strategy I serie A
Van: Fixed Income Strategy I serie B
Naar: Fixed Income Strategy Multi Asset
Naar: Fixed Income Strategy
Totaal
28 mei 2014
28 mei 2014
28 mei 2014
EUR
EUR
EUR
48.866.811
24.362.446
73.229.257
963.830
480.296
1.444.126
10.419
4.655
15.074
190.032
94.697
284.729
50.031.093
24.942.093
74.973.186
50.012.253
24.922.089
74.934.342
18.840
20.004
38.844
50.031.093
24.942.093
74.973.186
22
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
22
Presentatie van het Fonds en Strategies De in de balans en de winst- en verliesrekening gepresenteerde cijfers vertegenwoordigen de gegevens van het Fonds als geheel. In de toelichting van het Fonds zijn de balans, winst- en verliesrekening en bijbehorende toelichting van de Strategies separaat opgenomen. Als gevolg van de afwikkeling van de twee Strategies, O&E Fixed Income Strategy I en O&E Commodity Strategy, in het eerste halfjaar 2014, zijn van deze Strategies in dit halfjaarbericht geen separate balans en winst- en verliesrekening opgenomen. De balansposities van beide Strategies bedragen nihil per 30 juni 2014, de resultaten over het eerste halfjaar 2014 zijn wel meegenomen in de vergelijkende cijfers in de resultatenrekening. Onderstaand volgt een toelichting op de samenstelling van het resultaat over het eerste halfjaar 2014: W INST- EN VERLIESREKENING
O&E Fixed Income Strategy
O&E Fixed O&E Global Income strategy Equity Multi Asset Strategy
O&E Hedge Fund Strategy
O&E Fixed Income Strategy I
O&E Fixed Commodity Strategy
Totaal 1e halfjaar 2014
(t/m 28 mei 2014) (t/m 20 ja n. 2014)
Opbrengstem Direct resultaat uit beleggingen Indirect resultaat uit beleggingen - Gerealiseerde waardeveranderingen - Ongerealiseerde waardeveranderingen
Overig resultaat
Totaal opbrengsten Lasten Beheerkosten Afschrijving immateriële vaste activa Bewaarkosten Overige kosten Som der lasten
Resultaat
68.589
138.936
996.602 1.748.228 2.744.830
895.995 2.965.152 3.861.147
830.380 6.935.788 7.766.168
189.648 134.368 324.016
(847.752) 1.743.966 896.214
19.243
10.591
34.316
65.193
9.039
2.832.662
4.010.674
7.800.484
389.209
1.869.125
(20.171)
16.881.983
177.774 5.050 13.929 37.911 234.664
3.045 17.376 46.909 67.330
1.620 28.468 55.569 85.657
580 6.896 28.608 36.084
52.836 2.493 11.318 30.481 97.128
1.950 239 7.413 9.602
230.610 14.738 78.226 206.891 530.465
2.597.998
3.943.344
7.714.827
353.125
1.771.997
(29.773)
16.351.518
-
-
963.872
(714.268) 694.097 (20.171) -
1.171.397 1.350.605 14.221.599 15.572.204 138.382
Presentatiewijziging Met ingang van boekjaar 2014 wordt de algemene reserve verantwoord onder het Participantenvermogen, deze wordt niet meer separaat weergegeven. De vermogensopstelling per 30 juni 2014 is overeenkomstig aangepast. Stelselwijziging Op 22 december 2014 is de nieuwe Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 615 van kracht geworden voor verslagjaren startend op of na 1 januari 2014. De wijzigingen naar aanleiding hiervan zijn in het financieel verslag van het Fonds over het jaar 2014 verwerkt. Waar van toepassing zijn vergelijkende gegevens over het eerste halfjaar 2014 in dit halfjaarbericht aangepast. Deze wijzigingen hebben geen impact gehad op het beleggingsresultaat noch de netto-activa van het Fonds. Toelichting op het kasstroomoverzicht Voor de opstelling van het kasstroomoverzicht is de indirecte methode gehanteerd, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen kasstroom uit beleggings- en financieringsactiviteiten. Onder geldmiddelen zijn posten begrepen die ter vrije beschikking staan aan de beleggingsinstelling voor beleggingen, onder voorbehoud van eventuele opgenomen margeverplichtingen.
23
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
23
Verbonden partijen Als verbonden partij worden alle rechtspersonen aangemerkt waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van het fonds en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht.
1.4.2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva Algemeen Het halfjaarbericht is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving, alsmede de bepalingen in de Wft (inclusief BGfo). De halfjaarcijfers zijn opgesteld in euro, zijnde de functionele en presentatievaluta van de beleggingsinstelling. Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de winst- en verliesrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Schattingen en veronderstellingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van het halfjaarbericht te kunnen toepassen, is het nodig dat de Beheerder zich over verschillende zaken een oordeel vormt, zodat terzake schattingen worden gemaakt die essentieel kunnen zijn voor de in de halfjaarcijfers opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende posten in de balans en winst- en verliesrekening. Verwerking van activa, verplichtingen, baten en/of lasten Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de beleggingsinstelling zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. 24
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
24
Vreemde valuta De posten in het halfjaarbericht worden gewaardeerd met inachtneming van de valuta van de economische omgeving waarin het Fonds voornamelijk haar bedrijfsactiviteiten uitoefent (de functionele valuta). Transacties in vreemde valuta gedurende de verslagperiode zijn in het halfjaarbericht verwerkt tegen de koers op transactiedatum. Monetaire activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per balansdatum. De uit de afwikkeling en omrekening voortvloeiende koersverschillen komen ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening. Beleggingen Algemeen De beleggingen (long en short posities) zijn opgenomen tegen reële waarde. Waardeveranderingen ten opzichte van het voorgaande boekjaar, zowel gerealiseerd als ongerealiseerd, worden direct in de winsten verliesrekening verwerkt. Voor waardeveranderingen van beleggingen waarvoor geen frequente marktnotering bestaat, worden mutaties opgenomen in de herwaarderingsreserve. Aandelen Aandelen en participaties in beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd op marktwaarde, zijnde de beurswaarde per balansdatum (slotkoers van de laatste beursdag van de verslaggevingsperiode). De marktwaarde van niet-beursgenoteerde aandelen en participaties in beleggingsinstellingen is gebaseerd op het aandeel dat de beleggingsinstelling heeft in het eigen vermogen van het niet-beursgenoteerde aandeel per balansdatum (intrinsieke waarde of quotes van minimaal één, maar waar mogelijk meerdere brokers in samenhang met waarderingsmodel van bijvoorbeeld Administrateur of Bewaarder voor benaderde marktwaarde). Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden zijn gewaardeerd op marktwaarde, zijnde de beurswaarde per balansdatum (slotkoers van de laatste beursdag van de verslaggevingsperiode). Derivaten Derivaten worden in het halfjaarbericht opgenomen tegen de reële waarde (marktwaarde). Indien geen marktwaarde beschikbaar is, wordt de waarde bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen, vergelijkbare derivaten met dezelfde kenmerken waarvoor wel een marktnotering bestaat of wordt de marktwaarde ontleend aan informatie verkregen van gezaghebbende brokers/instituten. De waardeveranderingen worden direct in de winst-en-verliesrekening verantwoord. Er vindt geen hedge accounting plaats. De presentatie van de derivaten in de balans is gebaseerd op de verplichting en vorderingen per tegenpartij. Indien een derivatenpositie negatief is, wordt het bedrag onder de schulden verantwoord. Overige beleggingen Overige beleggingen zijn gewaardeerd tegen de marktwaarde. Effecten met een beursnotering worden in beginsel gewaardeerd tegen de slotkoers van de laatste beursdag van de verslagperiode. Alle overige beleggingen worden gewaardeerd tegen een benaderde marktwaarde. Daar waar sprake is van een benaderde marktwaarde baseert de beheerder zich bij de waardering op de intrinsieke waarde of op quotes van minimaal één, maar waar mogelijk meerdere brokers in samenhang met waarderingsmodellen van Administrateur of Bewaarder, indien van toepassing. Bijzondere waardeverminderingen van beleggingen Het Fonds beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een belegging aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe 25
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
25
het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Een bijzonder-waardeverminderingsverlies wordt direct als last verwerkt in de winsten-verliesrekening onder gelijktijdige verlaging van de boekwaarde van het betreffende actief. Indien wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord. Vorderingen De vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Daarna worden deze gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa (geactiveerde oprichtingskosten) zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, verminderd met een lineaire afschrijving van 20% per jaar. Het Fonds beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat er voor de immateriële vaste activa sprake is van een bijzondere waardevermindering. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Een bijzonder-waardeverminderingsverlies wordt direct als last verwerkt in de winst-enverliesrekening onder gelijktijdige verlaging van de boekwaarde van het betreffende actief. Geldmiddelen Onder de geldmiddelen zijn opgenomen die banktegoeden en geldmarktfondstegoeden die onmiddellijk opeisbaar zijn dan wel een looptijd korter dan twaalf maanden hebben. Zij worden onderscheiden van tegoeden in verband met beleggingstransacties. Geldmiddelen uit hoofde van beleggingstransacties worden gepresenteerd onder de beleggingen. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder de passiva onder de schulden. Geldmiddelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Netto-activa De netto-activa (ofwel: het fondsvermogen) worden bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd vermogen, inclusief de voorzieningen en achtergestelde schulden, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in de balans zijn opgenomen. De wettelijke reserve die de beleggingsinstelling conform artikel 2:389 en artikel 2:390 BW vormt, blijken op grond van artikel 2:373 lid 1 BW afzonderlijk uit de balans. Het Fonds kan Participaties inkopen en uitgeven. Het Fonds is verplicht om op verzoek op iedere transactiedag van een Strategy Participaties in die Strategy uit te geven of in te kopen tegen de NAV daarvan op die transactiedag, plus een opslag (ingeval van uitgifte) of minus een afslag (ingeval van inkoop), tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen. Wettelijke reserve Er is een wettelijke reserve gevormd voor de geactiveerde oprichtingskosten, welke in 2012 zijn verdeeld naar rato van de respectievelijke fondsvermogens. Vrijval van deze wettelijke reserve geschiedt naarmate de geactiveerde kosten worden afgeschreven of afgewaardeerd en op dezelfde wijze als de vorming ervan heeft plaatsgevonden. 26
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
26
Herwaarderingsreserve De herwaarderingsreserve betreft een wettelijke reserve. Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen worden via de winst- en verliesrekening verantwoord. Voor ongerealiseerde waardevermeerderingen, voor zover de reële waarde hoger is dan de historische kostprijs, wordt voor het verschil tussen de reële waarde en de historische kostprijs een herwaarderingsreserve gevormd indien er voor deze instrumenten geen frequente marktnoteringen bestaan. De mutatie wordt ten laste of ten gunste van het participantenvermogen gebracht. De herwaarderingsreserve wordt gevormd per individueel actief en bestaat uit waardeveranderingen van beleggingen met een reële waarde hoger dan de historische kostprijs. Crediteuren De crediteuren worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Daarna worden deze gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, zijnde het te betalen bedrag inclusief transactiekosten. Dit is meestal de nominale waarde. Schulden De schulden worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Daarna worden deze gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Dit is meestal de nominale waarde. Overige passiva De overige passiva worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Daarna worden deze gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Dit is meestal de nominale waarde.
1.4.3 Grondslagen voor bepaling van het resultaat Algemeen De in de winst- en verliesrekening opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat. Het beleggingsresultaat wordt bepaald als het verschil tussen de totale opbrengsten en de totale kosten over het jaar. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd; verliezen kunnen al gerealiseerd worden zodra zij voorzienbaar zijn. Direct resultaat uit beleggingen Direct resultaat uit beleggingen bestaat uit de aan de verslagperiode toe te rekenen opbrengsten uit beleggingen (zoals dividenden en ontvangen interest) en overige resultaatscomponenten zoals ongerealiseerde interest op obligaties. Indirect resultaat uit beleggingen De gerealiseerde waardeveranderingen worden bepaald door op de verkoopopbrengsten (inclusief verkoopkosten) de historische kostprijs in mindering te brengen. De ongerealiseerde waardeveranderingen worden bepaald door op de balanswaarde per einde van de verslagperiode de balanswaarde aan het begin van de verslagperiode in mindering te brengen. Bij verkoop worden de in de voorafgaande verslagperioden geboekte ongerealiseerde waardeveranderingen teruggeboekt. De transactiekosten van beleggingen vormen derhalve onderdeel van de (on)gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen.
27
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
27
Transactiekosten kunnen bestaan uit broker commissies, spreads tussen bied- en laatprijzen, belastingen en dergelijke. De transactiekosten worden ten laste van het resultaat van de betreffende Strategy gebracht. De totale transactiekosten kunnen niet bij voorbaat nauwkeurig worden vastgesteld. De totale transactiekosten worden mede bepaald door het gevoerde beleggingsbeleid in enig jaar en het best execution beleid van Oyens & Van Eeghen. In het halfjaarbericht zullen de totale transactiekosten, voorzover deze herkenbaar zijn, apart worden weergegeven. Overig resultaat Onder overig resultaat wordt verantwoord ontvangen toe- en uittredingsprovisies, bepaalde transactiekosten, ontvangen kortingen, interest baten op banksaldi en overige opbrengsten. Beheerkosten Onder de beheerkosten wordt verstaan de kosten gemoeid met het beheer van één van de Strategies, zijnde O&E Fixed Income Strategy (tot en met 28 mei 2014 eveneens O&E Fixed Income Strategy I B). Voor de overige Strategies van het Fonds ontvangt de beheerder geen vergoeding voor haar werkzaamheden. Bewaarkosten Onder de bewaarkosten zijn de kosten verantwoord die aan de Bewaarder en Bewaarneming van het Fonds en haar Strategies verschuldigd zijn. Afschrijving immateriële vaste activa Immateriële vaste activa wordt vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige levensduur van het actief. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige levensduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. De afschrijvingsperiode van oprichtingskosten is 5 jaar. Overige kosten Onder de overige kosten wordt verstaan de kosten gemoeid met de administratie en de bewaring van de beleggingen, de accountant, het toezicht en overige kosten van de beleggingsinstelling.
28
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
28
1.4.4 Risicobeheer en financiële instrumenten Algemeen Aan het beleggen in een Strategy zijn (financiële) risico’s verbonden. Hierna worden risicofactoren vermeld die voor beleggers van betekenis en relevant kunnen zijn in het licht van de gevolgen en de waarschijnlijkheid dat die risico’s zich zullen voordoen. Deze opsomming is niet uitputtend. Aangezien elke Strategy een eigen beleggingsbeleid voert, verschillen deze risico’s per Strategy en combinatie van Strategies. In ieder Strategy-prospectus worden de risico’s die specifiek zijn voor de betreffende Strategy vermeld, met verwijzing naar onderstaande beschrijvingen. Er worden geen garanties gegeven dat de diverse beleggingsdoelstellingen zullen worden gerealiseerd. De waarde van de beleggingen van een Strategy kan zowel stijgen als dalen. Als gevolg daarvan kan een Participant mogelijk minder terugkrijgen dan hij heeft ingelegd of deze inleg zelfs geheel verliezen. Risicobeheer Risicobeheer is een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Dagelijks worden de belangrijkste risico’s gemonitord door de Beheerder. Met name wordt daarbij gekeken of de beleggingen zich nog binnen de vastgestelde kaders en beleggingsrichtlijnen begeven. Bij het realiseren van de beleggingsdoelstelling kan de beheerder gebruik maken van derivaten, zoals futures, forwards en opties en swaps. De belangrijkste risico’s die bij het Fonds kunnen worden onderkend, zijn de volgende: Rendementsrisico Het rendement van de belegging in Participaties over de periode van aankoopmoment tot verkoopmoment staat pas vast op het verkoopmoment van die belegging. Er bestaat geen enkele garantie dat de beleggingsdoelstelling zal worden behaald en er wordt geen rendement gegarandeerd. De waarde van Participaties is onder andere afhankelijk van de beleggingscategorieën en de financiële instrumenten waarin de Strategy belegt en van de keuzes die worden gemaakt bij de uitvoering van het beleggingsbeleid. Omdat iedere Strategy een ander beleggingsbeleid heeft, zal het rendementsrisico voor iedere Strategy anders zijn. Het rendementsrisico is het gevolg van waardeschommelingen van de beleggingen en/of fluctuaties van de directe opbrengsten van de beleggingen (voornamelijk dividenden, rente). De waarde van de beleggingen beweegt met koerswijzigingen van de financiële instrumenten waarin wordt belegd. Alle financiële instrumenten staan bloot aan het risico van koersschommelingen. Die kunnen het gevolg zijn van: algemene risicofactoren (marktrisico); specifieke risicofactoren die alleen gelden voor een individuele belegging (specifieke risico’s). De gevolgen van het marktrisico zijn in veel gevallen van grotere invloed op de waardeontwikkeling van gespreide beleggingsportefeuilles dan de gevolgen van specifieke risico’s. Zowel marktrisico als specifieke risico’s nemen toe door beperking van de spreiding van de beleggingen (concentratie) tot een bepaalde regio, sector en/of door de keuze van individuele beleggingen. Marktrisico Onder marktrisico wordt verstaan het risico dat een belegging in waarde daalt of stijgt, niet vanwege specifieke omstandigheden betreffende die belegging, maar doordat de markt waarin wordt belegd als geheel beweegt. Bij een positief sentiment op de beurs voor aandelen zullen de koersen van aandelen stijgen en bij een negatieve stemming zullen ze dalen. Dit sentiment kan door diverse factoren beïnvloed worden zoals het vertrouwen van consumenten in de economie, dreigende veranderingen van de rente, etc. Marktrisico’s kunnen verschillen per categorie belegging en deelmarkt binnen een bepaalde categorie. Binnen de categorie aandelen verschillen de marktrisico’s per sector (sectorrisico) en per land (landenrisico). Binnen de categorie vastrentende waarden verschillen de marktrisico’s per soort debiteur (overheidsobligaties versus bedrijfsobligaties). 29
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
29
Specifieke risico’s en overige risico’s Specifieke risico’s hebben betrekking op de risico’s dat de ontwikkeling van de koers van een geselecteerde individuele belegging in werkelijkheid in negatieve zin afwijkt van hetgeen ten tijde van de aankoop van de belegging is ingeschat. Dit risico houdt verband met de mate van effectiviteit van effectenresearch, de daarop gebaseerde analyses en met het tijdig nemen en uitvoeren van beleggingsbeslissingen. De specifieke risico’s nemen toe naarmate de beleggingen minder zijn gespreid. Overige risico’s hebben betrekking op risico’s die voortvloeien uit buiten het Fonds gelegen factoren, zoals onder meer wijziging van wetgeving. Kredietrisico De waarde van beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door een positieve of negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van desbetreffende uitgevende instellingen, de debiteuren. Het kredietrisico wordt dan ook wel debiteurenrisico genoemd. Voor de kredietwaardigheid is de door beleggers gemaakte inschatting van de kans op tijdige voldoening van rente-en aflossingsverplichtingen door de debiteur bepalend. De inschatting wordt niet alleen beïnvloed door factoren die gelden voor een bepaald bedrijf, maar ook door factoren die meer specifiek op een bepaalde bedrijfstak van toepassing zijn. Minder gunstige winstvooruitzichten voor een sector kunnen een negatieve invloed hebben op de inschatting van de kredietwaardigheid van alle bedrijven in die sector. Renterisico en inflatierisico Het renterisico betreft het risico als gevolg van veranderingen in de kapitaalmarktrente. Met name wanneer een Strategy belegt in vastrentende waarden is de waarde van de onderliggende financiële instrumenten sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de rente op de financiële markten. De ontwikkelingen in de renteniveaus zijn afhankelijk van de algemene markt- en economische omstandigheden. Bij een stijgende rente zal de koers van vastrentende waarden dalen en andersom. Een veel gebruikte maatstaf voor de rentegevoeligheid van vastrentende waarden is de duration. Het algemene risico van inflatie houdt in dat de beleggingsopbrengsten worden aangetast door waardevermindering van de munteenheid via inflatie. In het verleden is gebleken dat bij beleggingen in zakelijke waarden (aandelen) de kans dat deze aantasting van de beleggingsopbrengsten op lange termijn wordt gecompenseerd door een hoger beleggingsrendement groter is dan ingeval belegd wordt in vastrentende waarden (obligaties, liquiditeiten). In geval van inflatie zijn de nominale beleggingsopbrengsten van beleggingen in vastrentende waarden hoger dan de beleggingsopbrengsten na aftrek van het effect van inflatie, de zogenoemde reële beleggingsopbrengsten. In de koers van vastrentende waarden is in beginsel met een verwachte ontwikkeling van het inflatietempo rekening gehouden. Het inflatierisico bij beleggingen in vastrentende waarden houdt dan in dat desbetreffende beleggingsopbrengsten onvoldoende zijn voor compensatie van de werkelijke inflatie. Valutarisico De waarde van beleggingen in aandelen en vastrentende waarden wordt beïnvloed door de ontwikkelingen van de valutakoersen waarin de betreffende beleggingen luiden, voor zover dit niet beleggingen in euro betreft. Bovenop het marktrisico komt dan het risico dat met betrekking tot de valuta wordt gewonnen of verloren. De waarde van een valuta kan zodanig dalen ten opzichte van de euro dat een positief beleggingsresultaat (meer dan) teniet wordt gedaan. Risico’s verbonden aan het beleggen in andere beleggingsinstellingen Indien en voorzover het beleggingsbeleid dit toestaat, kan een Strategy haar vermogen beleggen in andere beleggingsinstellingen. In dat geval is een Strategy dan ook afhankelijk van de kwaliteit van de uitvoering van het beleggingsbeleid en het risicoprofiel van deze andere beleggingsinstellingen. Een Strategy heeft hierop in beginsel geen invloed. Een Strategy wordt daarmee mede afhankelijk van het risicoprofiel van 30
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
30
deze beleggingsinstellingen. Tevens kunnen risico’s aan de orde zijn die betrekking hebben op de waardebepaling, de opschorting, beëindiging en eventueel de beschikbaarheid van deze beleggingen. Sommige beleggingsinstellingen: kunnen ook (gedeeltelijk) beleggen met geleend geld (“leverage”). Daardoor kunnen grotere winsten maar ook grotere verliezen ontstaan dan wanneer niet wordt belegd met geleend geld (het zogenaamde “hefboomeffect”); hebben de vrijheid om “short” te gaan. Ingeval van een short transactie worden effecten verkocht die de verkoper niet bezit. Om de verkochte effecten te kunnen leveren leent de verkoper de aandelen van een derde. Een short positie wordt gesloten door zoveel effecten in de markt te kopen als nodig is om eenzelfde aantal effecten als geleend terug te leveren aan de uitlener. Daarbij kunnen, ingeval van koersstijgingen verliezen worden geleden; maken gebruik van opties of andere, al dan niet beursgenoteerde, derivaten. Deze producten kunnen zich uiterst volatiel gedragen, waardoor het gebruik een grote invloed kan hebben (zowel positief als negatief) op de waarde van de betreffende Strategy. Deze technieken worden aangewend ter bescherming van het onderliggende vermogen en/of het genereren van extra inkomsten. Onder bepaalde marktomstandigheden kan toepassing daarvan echter leiden tot substantiële verliezen. Dit kan negatieve gevolgen hebben op de waarde van een Strategy; kunnen beleggingen uitlenen (“securities lending”). Daarbij bestaat het risico dat de inlener van de effecten zijn verplichting tot (tijdige) teruglevering van die aandelen niet nakomt. Systeemrisico Gebeurtenissen in de wereld of activiteiten van één of meer grote partijen in de financiële markten kunnen leiden tot een verstoring van het normale functioneren van die financiële markten. Hierdoor zouden grote verliezen kunnen ontstaan ten gevolge van door die verstoring verwezenlijkte liquiditeitsen tegenpartijrisico’s. Concentratierisico Een Strategy kan zijn beleggingen concentreren in ondernemingen die opereren in hetzelfde land, dezelfde regio, sector of in dezelfde markt of concentreren in een bepaalde onderneming. Als gevolg hiervan is de spreiding van de beleggingsportefeuille van de betreffende Strategy beperkt. De concentratie van de portefeuille kan het gevolg zijn van het gevoerde beleggingsbeleid. Voorts kan een concentratierisico zijn veroorzaakt door de omvang en samenstelling van het voor belegging beschikbare beleggingsuniversum. Een kleiner beleggingsuniversum leidt tot geringere spreidingsmogelijkheden dan een groter universum. Het concentratierisico houdt dan in dat bepaalde gebeurtenissen die deze onderneming(en) raken van grotere invloed zijn op de waarde van de beleggingsportefeuille van de Strategy dan indien de mate van concentratie geringer is. Verder kan een Strategy er voor kiezen om te beleggen in een beperkt aantal beleggingsinstellingen, hetgeen ook een concentratierisico in zich bergt. Derivatenrisico Een Strategy zal gebruik kunnen maken van derivaten, ter beperking van risico’s of voor een efficiënt portefeuillebeheer. Deze producten kunnen zich volatiel gedragen, waardoor het gebruik een grote invloed kan hebben (zowel positief als negatief) op de waarde van de Strategy. Verhandelbaarheidsrisico Onder bijzondere omstandigheden zal een Strategy voor korte of langere tijd geen Participaties kunnen uitgeven of inkopen. Oorzaken hiervan kunnen onder meer zijn het disfunctioneren van één of meer markten in financiële instrumenten, waaraan de beleggingen van de Strategy zijn genoteerd of opschorting van uitgifte of inkoop van deelnemingsrechten door een beleggingsinstelling waarin de Strategy belegt.
31
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
31
Liquiditeitsrisico Het kan voorkomen dat een door een Strategy ingenomen positie niet tijdig tegen een redelijke prijs kan worden geliquideerd vanwege gebrek aan liquiditeit (onvoldoende vraag) in de markt. Sommige beleggingen, zoals deelnemingsrechten in hedge funds, kunnen niet altijd tijdig tegen een redelijke prijs worden verhandeld. Gebrek aan liquiditeit kan leiden tot het limiteren of opschorten van de uitgifte en inkoop van Participaties. Tegenpartijrisico Een uitgevende instelling of een andere tegenpartij kan in gebreke blijven. Bij aan- en verkooptransacties met betrekking tot financiële instrumenten zullen over het algemeen slechts kortlopende vorderingen ontstaan waardoor het risico laag is, aangezien levering plaatsvindt tegen (vrijwel) gelijktijdige ontvangst van de tegenprestatie. Voorts is er tegenpartijrisico bij valutatransacties. Deze risico’s worden beperkt door selectie van tegenpartijen met voldoende kredietwaardigheid. Het tijdelijk aantrekken van vreemd vermogen onder de in het Prospectus bepaalde omstandigheden tot maximaal 25% van de NAV van de Strategy kan leiden tot tegenpartijrisico. Risico's van algemene economische en politieke aard Beleggingen van een Strategy zijn onderhevig aan risico's van algemene economische aard zoals afname van economische activiteit, stijging van de rente, inflatie en stijging van grondstofprijzen. Ook kan de waarde van investeringen van een Strategy beïnvloed worden door politieke ontwikkelingen en terroristische activiteiten. Risico van (fiscale) wetswijzigingen Dit is het risico dat de fiscale behandeling van het Fonds in negatieve zin wijzigt of dat andere wetgeving tot stand komt die een negatieve invloed heeft op het Fonds en haar Participanten. Waarderingsrisico Er is een risico dat onderliggende posities op enig moment moeilijk te waarderen zullen zijn. De Beheerder kan bij bepaalde posities afhankelijk zijn van derden aangaande de informatie met betrekking tot de waarde van de posities. Afwikkelingsrisico Dit is het risico dat afwikkeling via een betalingssysteem niet plaatsvindt zoals verwacht, omdat de betaling of levering van de financiële instrumenten door een tegenpartij niet, niet tijdig of niet zoals verwacht plaatsvindt (‘settlement risk’). Risico verlies van in bewaring gegeven activa In geval van insolvabiliteit, nalatigheid of frauduleuze handelingen van de Bewaarder of een financiële instelling waar de Bewaarder een effectenrekening aanhoudt bestaat het risico van verlies van in bewaring gegeven activa.
32
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
32
1.4.5 Toelichting op de balans per 30 juni 2015 1) Beleggingen De specificatie van de beleggingen van de Strategies per 30 juni 2015 zijn onder de respectievelijke toelichtingen van de afzonderlijke Strategies opgenomen. Het verloop van de beleggingen van het Fonds is als volgt: Boekwaarde 1 jan. 2015
O&E Fixed Income Strategy O&E Fixed Income Strategy Multi Asset O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
Waardeveranderingen Gereal. Ongereal.
Boekwaarde 30 juni 2015
Aankopen
Verkopen
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
62.788.028 116.968.976 145.603.690 22.664.068
32.483.632 64.346.343 21.981.539 5.580.000
(34.962.509) (59.929.871) (49.451.548) (4.066.010)
741.751 315.578 8.127.500 224.688
(620.549) (863.708) 8.207.264 251.396
60.430.353 120.837.318 134.468.445 24.654.142
348.024.762
124.391.514
(148.409.938)
9.409.517
6.974.403
340.390.258
In dit verloopoverzicht zijn ook de posities in futures meegenomen. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar hetgeen vermeld staat onder de geldmiddelen. De aan- en verkoopkosten zijn in de aankopen en verkopen van de beleggingen begrepen. De Beheerder voert alle aan- en verkoopopdrachten ten behoeve van het Fonds uit. Hierbij hanteert hij dezelfde marktconforme voorwaarden die, gegeven de gewenste graad van kwaliteit van dienstverlening, zijn overeengekomen met vergelijkbare cliënten voor dezelfde soort diensten. Van de totale beleggingen van de Strategies ad EUR 340.390.258 zijn EUR 129.532.574 ofwel 38% beursgenoteerd (ultimo 2014: 45% . Een nadere specificatie van de stand per 30 juni 2015 is als volgt: Beursgenoteerd
O&E Fixed Income Strategy O&E Fixed Income Strategy Multi Asset O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy Totaal
Niet beursNiet beursgenoteerd, met genoteerd, frequente zonder frequente marktnotering marktnotering
Totale portefeuille
Beursgenoteerd
Niet beursNiet beursgenoteerd, met genoteerd, frequente zonder frequente marktnotering marktnotering
in EUR
in EUR
in EUR
in EUR
in %
in %
15.945.562 50.534.213 63.052.799 129.532.574
44.484.791 70.303.104 71.415.646 2.935.119 189.138.661
21.719.023 21.719.023
60.430.353 120.837.318 134.468.445 24.654.142 340.390.258
26% 42% 47% 0% 38%
74% 58% 53% 12% 56%
Totale portefeuille in %
0% 0% 0% 88% 6%
100% 100% 100% 100% 100%
Methodiek bepaling marktwaarde Bij de waardering van de beleggingen van de Strategies kan veelal gebruik worden gemaakt van marktnoteringen of intrinsieke waarde, met uitzondering van de situatie waarbij gebruik wordt gemaakt van quotes van minimaal één, maar waar mogelijk meerdere brokers in samenhang met waarderingsmodel van bijvoorbeeld Administrateur of Bewaarder voor benaderde marktwaarde. Opgemerkt wordt dat schattingen, indien van toepassing, naar hun aard subjectief zijn en dat de geschatte actuele waarden van financiële instrumenten derhalve inherent onderhevig zijn aan onzekerheden en waardeoordelen ten aanzien van volatiliteit, rentestand en kasstromen. Deze schattingen zijn momentopnames, gebaseerd op de marktomstandigheden en de op dat moment beschikbare informatie.
33
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
33
Schatting van reële waarde in geval van ontbreken directe en afgeleide marktnoteringen De belangrijkste waarderingsmodellen en -technieken die gehanteerd zijn bij het schatten van de reële waarde van financiële instrumenten zijn: Gecontroleerde jaarrekeningen (intrinsieke waarde). Mededelingen gerenommeerde derde partijen: banken, brokers, bewaarders, etc. (transactieprijzen). 2) Overige vorderingen Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan een jaar. De samenstelling van deze post is als volgt:
Couponrente Valutatermijncontract
2015
2014
30 juni EUR
31 december EUR
1.853.564 -
997.036 27.617
1.853.564
1.024.653
De valutatermijncontracten ultimo 2014 zijn begin januari 2015 afgewikkeld. Per 30 juni 2015 lopen er geen valutatermijncontacten. 3) Immateriële vaste activa Geactiveerde oprichtingskosten Onder de immateriële vaste activa zijn de geactiveerde oprichtingskosten verantwoord. Het verloop gedurende de verslagperiode is als volgt: 2015 2014
Stand 1 januari Afschrijvingen verslagperiode Stand per 30 juni resp. 31 december
30 juni
31 december
EUR
EUR
46.298 (12.464)
72.812 (26.514)
33.834
46.298
De aanschafwaarde van de geactiveerde oprichtingskosten per 30 juni 2015 bedroeg EUR 124.643. Ter hoogte van de geactiveerde oprichtingskosten is een wettelijke reserve gevormd (note 5 Netto-activa).
34
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
34
4)
Geldmiddelen
De post geldmiddelen is als volgt samengesteld:
The Bank of New York Mellon N.V. Valbury (future) account - net liquidation value KAS BANK N.V.
2015
2014
30 juni
31 december
EUR
EUR
1.341.303 450.034 11.197 1.802.534
2.319.862 132.922 2.452.784
De geldmiddelen die worden aangehouden op de rekening-courant bij Bank of New York Mellon worden dagelijks omgezet in een direct opvraagbaar geldmarktfonds. Dit betekent dat het saldo op de rekeningcourant bij de bankier per saldo nihil bedraagt en dat het onder de geldmiddelen verantwoorde saldo, met uitzondering van het deel van het saldo dat dient te worden aangehouden uit hoofde van de future-posities, uit direct opvraagbare beleggingen in een geldmarktfonds bestaan. Per 30 juni 2015 staan de geldmiddelen ter vrije beschikking van het Fonds, met uitzondering van het saldo op de Valbury account, dat dient ter dekking van de verplichtingen uit hoofde van de margin posities behorende bij de futures. Het bruto saldo van deze geldmiddelenrekening bedraagt per 30 juni 2015 €451.410. Hierop wordt een bedrag van € 1.376 in mindering gebracht, samenhangend met de variation margin verplichting van de future-posities per 30 juni 2015. Per saldo bedraagt de Valbury (future) account (net liquidation value) per 30 juni 2015 € 450.034. Deze geldmiddelen zijn als gevolg van initial margin verplichtingen beperkt ter vrije beschikking, te weten ad € 412.920. De future posities per 30 juni 2015 zijn als volgt samengesteld: Verkochte futures Euro-Bobl Future (5 jrs Duitse staatsobligatie) US Staatsobligaties (10 jaars) US Staatsobligaties (5 jaars)
aantal per 1.000
looptijd
valuta
16 5 15
sept 2015 sept 2015 sept 2015
EUR USD USD
kostprijs per stuk 129,59 126,16 119,01
marktwaarde verschuldigd per stuk per 30-06-2015 129,58 € 126,06 € 119,08 €
160 1.402 (2.938)
€
(1.376)
Markt-
De future posities worden alleen door de O&E Fixed Income Strategy gehouden. Resultaten van futures in aantal per kostprijs waarde Verschuldigd per hetVerkochte Fondsfutures zijn verwerkt onder gerealiseerde waardeveranderingen en verliesrekening. Strategy 1.000 looptijd valuta van per stukdeperwinststuk 31-12-2014 US Staatsobligaties (5 jaars) US Staatsobligaties (10 jaars) EURO-BOBL (5 jrs Duitse Staatsobligatie) EURO-BUND (10 jrs Duitse Staatsobligatie) EURO-BOBL EURO-BUND koersverschil
O&E Fixed income strategy O&E Fixed income strategy O&E Fixed income strategy O&E Fixed income strategy O&E Fixed income strategy Multi asset O&E Fixed income strategy Multi asset O&E Fixed income strategy
19 5 63 27 20 5
maart 2015 maart 2015 maart 2015 maart 2015 maart 2015 maart 2015
USD USD EUR EUR EUR EUR
119,23 127,13 129,56 153,74 129,55 153,75
118,30 126,26 130,28 155,87 130,28 155,87
14.563 3.615 (45.360) (57.510) (14.600) (10.600) (3.516) (113.408)
35
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
35
5) Netto- activa Het verloop van de netto-activa gedurende de verslagperiode is als volgt: Participanten vermogen
Wettelijke reserve
Herwaar- Onverdeeld derings resultaat reserve EUR EUR
EUR
EUR
Stand per 1 januari Resultaatbestemming voorgaand jaar Vrijval wettelijke reserve Geplaatste participaties Ingekochte participaties Mutatie herwaarderingsreserve 1) Resultaat lopend boekjaar
324.871.667 25.551.584 12.464 32.374.803 (58.136.202) -
46.298 (12.464) -
1.142.981 334.140 -
Stand per 30 juni resp. 31 december
324.674.316
33.834
1.477.121
Totaal 1e halfjaar 2015 EUR
Totaal jaar 2014
25.551.584 (25.551.584) 17.213.889
351.612.530 32.374.803 (58.136.202) 334.140 17.213.889
396.595.405 46.509.142 (118.785.825) 27.293.808
17.213.889
343.399.160
351.612.530
EUR
1) In de jaarrekening 2014 is (voor de eerste maal) een herwaarderingsreserve gevormd, betrekking hebbende op de beleggingen in de portefeuille van de O&E Hedge Fund Strategy, waarvoor geen frequente marktwaardering bestaat. De hoogte van deze herwaarderingsreserve omvat de som van de ongerealiseerde herwaardering van deze beleggingen ultimo verslagdatum. Gedurende het eerste halfjaar 2015 is derhalve een deel van de ongerealiseerde herwaardering van deze beleggingen toegevoegd aan deze herwaarderingsreserve. De verdeling van de verschillende componenten van de netto-activa tussen de Strategies is als volgt: EUR
O&E Fixed O&E Fixed O&E Global Income Income Stategy Equity Strategy Multi Asset Strategy
O&E Hedge Fund Strategy
Participantenvermogen Saldo per 1 januari Resultaatbestemming voorgaand jaar Vorming herwaarderingsreserve Vrijval van wettelijke reserve Geplaatste participaties Ingekochte participaties Saldo per 30 juni resp. 31 december
Totaal Paraplu Fonds 2015
Totaal Paraplu Fonds 2014
60.480.295 2.608.058 5.476 17.343.000 (19.269.782)
112.892.089 5.404.301 4.788 13.059.763 (9.172.444)
128.566.921 17.046.976 1.620 1.507.540 (28.814.878)
22.932.362 492.249 580 464.500 (879.098)
324.871.667 25.551.584 12.464 32.374.803 (58.136.202)
386.802.309 9.720.284 (1.142.981) 26.514 46.509.142 (118.785.825)
61.167.047
122.188.497
118.308.179
23.010.593
324.674.316
323.129.443
Wettelijke reserve Saldo per 1 januari Vrijval van wettelijke reserve Saldo per 30 juni resp. 31 december
14.962 (5.476)
19.506 (4.788)
8.640 (1.620)
3.190 (580)
46.298 (12.464)
72.812 (26.514)
9.486
14.718
7.020
2.610
33.834
46.298
36
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
36
EUR
O&E Fixed O&E Fixed O&E Global Income Income Stategy Equity Strategy Multi Asset Strategy
O&E Hedge Fund Strategy
Herwaarderingsreserve
Totaal Paraplu Fonds 2015
Totaal Paraplu Fonds 2014
Saldo per 1 januari Mutatie herwaarderingsreserve
-
-
-
1.142.981 334.140
1.142.981 334.140
1.142.981
Saldo per 30 juni resp. 31 december
-
-
-
1.477.121
1.477.121
1.142.981
Onverdeeld resultaat Saldo per 1 januari Resultaatbestemming voorgaand jaar Onverdeeld resultaat 1e halfjaar 2015
2.608.058 (2.608.058) 266.182
5.404.301 (5.404.301) 363.835
17.046.976 (17.046.976) 16.435.423
492.249 (492.249) 148.448
25.551.584 (25.551.584) 17.213.889
9.720.284 (9.720.284) 27.293.808
266.182
363.835
16.435.423
148.448
17.213.889
27.293.808
61.442.715
122.567.050
134.750.622
24.638.773
343.399.160
351.612.530
Saldo per 30 juni resp. 31 december Totaalsaldo per 30 juni resp. 31 december
Netto-vermogenswaarde overzicht Onderstaand volgt een overzicht van de totale netto-vermogenswaarde over de afgelopen jaren. Het Fonds is opgericht in april 2012. 30 juni 2015
31 december 2014
31 december 2013
31 december 2012
Netto-vermogenswaarde: O&E Fixed Income Strategy O&E Fixed Income Strategy Multi Asset O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy O&E Fixed Income Strategy I - A O&E Fixed Income Strategy I - B O&E Commodity Strategy
EUR
EUR
EUR
EUR
61.442.716 122.567.049 134.750.622 24.638.773 -
63.103.315 118.315.896 145.622.537 24.570.782 -
71.423.807 81.812.121 133.164.666 25.064.779 49.939.513 28.026.762 7.163.756
73.853.013 61.756.131 44.304.212 13.745.101 35.029.231 28.016.448 7.038.701
Netto vermogenswaarde volgens balans
343.399.160
351.612.530
396.595.403
263.742.837
6) Crediteuren inzake effectentransacties De schulden uit hoofde van effectentransacties hebben een looptijd korter dan één jaar. 7) Schulden Onder dit hoofd zijn ultimo 2014 verantwoord de aan kredietinstellingen verschuldigde bedragen. Deze schulden hebben een looptijd korter dan één jaar.
37
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
37
8) Overige passiva Deze post is als volgt samengesteld:
Beheervergoeding Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Uit te geven participaties Te betalen kosten
1) 2)
2015
2014
30 juni
31 december
EUR
EUR
25.961 388.000 481.069 895.030
31.115 238.323 271.285 540.723
Ad 1) Per 30 juni 2015 zijn bedragen ontvangen van Participanten inzake uit te geven participaties, welke in juli 2015 zijn uitgegeven. Ad 2) Dit betreft de per balansdatum nog te betalen kosten inzake de Accountant, Depotbank, Bewaarder, (Beleggings)Administrateur, Asset Owner, toezichthouder en overige kosten. Fiscale status Vanwege de beperkte overdraagbaarheid van Participaties wordt het Fonds voor de vennootschapsbelasting aangemerkt als “fiscaal transparant”. Daardoor is het Fonds niet belastingplichtig voor de Nederlandse vennootschapsbelasting. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Uitbesteding kerntaken Ingevolge regelgeving wordt onderstaand een overzicht van de kerntaken weergegeven die door de Beheerder zijn uitbesteed. In de overeenkomsten met de hierna te noemen partijen zijn onder meer voorschriften opgenomen ten aanzien van de prestatienorm, de onderlinge informatieverschaffing, de (formele) opzegtermijn en de vergoeding. Uit hoofde hiervan bestaan er niet in de balans opgenomen verplichtingen. Administratievoering De administratie is over de periode tot en met 31 mei 2014 uitbesteed aan KAS BANK N.V. De taken van de Administrateur zijn toegelicht in het jaarverslag onder hoofdstuk II paragraaf 1 ‘Profiel’. Uitvoering beleggingsbeleid De Beheerder heeft de uitvoering van het beleggingsbeleid van het Fonds en de Strategies uitbesteed aan Oyens & Van Eeghen N.V.. De Beheerder brengt voor de per 31 mei 2014 afgewikkelde O&E Fixed Income Strategy I-B en voor de O&E Fixed Income Strategy (tot en met 31 mei 2014 : O&E Fixed Income Strategy II) maandelijks een beheervergoeding van 0,5% op jaarbasis, in rekening. Dit is tevens de vergoeding die de Beheerder krijgt doorbelast van Oyens & Van Eeghen N.V. Voor de overige Strategies ontvangt de Beheerder geen vergoeding voor haar werkzaamheden. De Participanten van de overige Strategies hebben rechtstreeks met Oyens & Van Eeghen N.V. een beheervergoedingsafspraak voor alle beleggingen in en eventueel buiten het Fonds. De directie van de Beheerder bestaat uit de heren R. van Wechem, CFA, CAIA en drs. J.H.N. Hoogenraad., die beide in dienst zijn van Oyens & Van Eeghen N.V.. 38
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
38
De taken van de Beheerder zijn toegelicht in dit halfjaarbericht onder hoofdstuk II paragraaf 1 ‘Profiel’. Overige transacties met de Beheerder zijn niet van toepassing. De Beheerder is aangesteld voor onbepaalde tijd. De Beheerder zal als zodanig defungeren: a. op het tijdstip van ontbinding van de Beheerder; b. door vrijwillig defungeren; c. doordat zijn faillissement onherroepelijk wordt of hij op enigerlei wijze het vrije beheer over zijn vermogen verliest, daaronder begrepen aan hem verleende surseance van betaling; De Beheerder kan slechts vrijwillig defungeren met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden en niet eerder dan in opvolging is voorzien. Bewaarder Vanaf 22 juli 2014 fungeert BNY Mellon als Bewaarder, zoals bedoeld wordt in de AIFMD. De taken van de Beheerder zijn toegelicht in het jaarverslag onder hoofdstuk II paragraaf 1 ‘Profiel’. Aansprakelijkheid Bewaarder Met ingang van 22 juli 2014 is de Bewaarder jegens het Fonds en/of de Participanten aansprakelijk voor het verlies door de Bewaarder of door een derde aan wie de bewaarneming van de in bewaarneming genomen financiële instrumenten is overgedragen. In geval van een dergelijk verlies van een in bewaarneming genomen financieel instrument restitueert de Bewaarder onverwijld een financieel instrument van hetzelfde type of voor een overeenstemmend bedrag aan het Fonds. De Bewaarder is niet aansprakelijk indien hij kan aantonen dat het verlies het gevolg is van een externe gebeurtenis waarover hij redelijkerwijs geen controle heeft en waarvan de gevolgen onvermijdelijk waren, ondanks alle inspanningen om deze te verhinderen. De Bewaarder is jegens het Fonds en/of de Participanten eveneens aansprakelijk voor alle andere verliezen die zij ondervinden doordat de Bewaarder zijn verplichtingen met opzet of door nalatigheid niet naar behoren nakomt. Volgens Nederlands recht kan de Bewaarder zijn aansprakelijkheid voor verlies van de in bewaring gegeven financiële instrumenten jegens het Fonds of de Beheerder in beginsel slechts uitsluiten indien: hij aan alle daarvoor geldende vereisten voor delegatie van bewaarnemingstaken heeft voldaan; hij een schriftelijke overeenkomst met de derde die de uitbestede werkzaamheden verricht, heeft gesloten waarin zijn aansprakelijkheid aan de derde wordt overgedragen en op grond waarvan het Fonds, de Beheerder of de Bewaarder namens hen, op dezelfde voet als waarin oorspronkelijk de Bewaarder kon worden aangesproken, de derde kan aanspreken wegens schade wegens verlies van financiële instrumenten; en hij een schriftelijke overeenkomst met het Fonds of de Beheerder heeft gesloten waarin het Fonds of de Beheerder namens het Fonds instemt met de uitsluiting van de aansprakelijkheid van de Bewaarder en waarin een objectieve reden voor die uitsluiting is opgenomen. Bewaarder heeft per de datum van het Prospectus zijn aansprakelijkheid niet uitgesloten. Indien er in de toekomst sprake is van een dergelijke uitsluiting zal de Beheerder deze informatie verstrekken aan de Participanten. De Bewaarder brengt een vergoeding van ongeveer 0,02% (exclusief BTW), waarvan minimaal EUR 10.000 exclusief BTW per Strategy op jaarbasis, maandelijks in rekening. (Overige) transacties met verbonden partijen In de verslagperiode hebben geen overige transacties plaatsgevonden met verbonden partijen. 39
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
39
1.4.6 Toelichting op de winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2015 9) Direct resultaat uit beleggingen Hieronder zijn de inkomsten uit hoofde van couponrente (€ 1.312.305) en dividendopbrengsten (€ 224.680) verantwoord (eerste halfjaar 2014 couponrente € 1.171.397). 10) Indirect resultaat uit beleggingen De indirecte resultaten uit beleggingen zijn als volgt samengesteld: Gerealiseerde waardeveranderingen O&E Fixed Income Strategy O&E Fixed Income Strategy Multi Asset O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy O&E Fixed Income Strategy I O&E Commodity Strategy
Ongerealiseerde waardeveranderingen O&E Fixed Income Strategy O&E Fixed Income Strategy Multi Asset O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy *) O&E Fixed Income Strategy I O&E Commodity Strategy
*)
Gerealiseerde winsten
Gerealiseerde verliezen
Saldo 1e hj 2015
EUR
EUR
EUR
EUR
1.155.253 744.436 8.127.500 1.885.188 11.912.377
(413.502) (428.858) (1.660.500) (2.502.860)
741.751 315.579 8.127.500 224.688 9.409.517
996.602 895.995 830.380 189.648 (847.752) (714.268) 1.350.605
Ongerealiseerde Ongerealiseerde winsten verliezen
Saldo 1e hj 2015
Saldo 1e hj 2014
Saldo 1e hj 2014
EUR
EUR
EUR
EUR
527.908 936.924 9.083.143 258.883 10.806.858
(1.148.457) (1.800.633) (875.878) (341.627) (4.166.595)
(620.549) (863.708) 8.207.264 (82.744) 6.640.263
1.748.228 2.965.152 6.935.788 134.368 1.743.966 694.097 14.221.599
De mutatie van de (positieve en negatieve) ongerealiseerde herwaarderingen van O&E Hedge Fund Strategy is in totaal € 251.396 positief. Van dit bedrag is € 334.140 rechtstreeks ten gunste van de herwaarderingsreserve geboekt. Het resterende bedrag ad € 82.744 negatief is ten laste van de resultatenrekening verwerkt.
11) Overig resultaat De samenstelling van het overig resultaat is als volgt:
Koers- en omrekenverschillen Toe- en uittredingsprovisie Overige opbrengsten
2015
2014
1 januari
1 januari
30 juni
30 juni
EUR
EUR
(56.416) 71.363 16.795
(2.918) 48.755 92.545
31.742
138.382
40
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
40
Koers- en omrekenverschillen zijn het gevolg van het omrekenen van monetaire activa en passiva in vreemde valuta. Deze worden omgerekend in de functionele valuta tegen de koers per balansdatum. De uit de afwikkeling en omrekening voortvloeiende koersverschillen komen ten gunste of ten laste van de winst-en-verliesrekening. Onder de toe- en uittredingsprovisie zijn de opbrengsten verantwoord die bij uitgifte of inkoop van Participaties in rekening zijn gebracht. Deze kosten kunnen voor rekening van de Participant komen, tot een maximum van 0,2% van het door de Participant gestorte of te ontvangen bedrag. De overige opbrengsten omvatten met name ontvangen kortingen en tot 2014 ontvangen retrocessies (2014 € 136.029). Het betreft vergoedingen die door onderliggende beleggingen worden uitgekeerd. Deze komen geheel ten gunste van de desbetreffende Strategies en daarmee de participanten van het Fonds . Retrocessies zullen als gevolg het provisieverbod van de Wft in 2015 niet meer van toepassing zijn. Voor het jaar 2014 geldt een overgangsregeling op het verbod op distributievergoedingen van beleggingen in beleggingsfondsen en is derhalve nog van toepassing. 12) Beheerkosten De beheerkosten over het eerste halfjaar 2015 die in rekening zijn gebracht door de Beheerder aan O&E Fixed Income Strategy bedroegen € 162.164. Over het eerste halfjaar 2014 bedroegen deze € 230.610, dit bedrag is inclusief O&E Fixed Income Strategy I-B en II ( tot en met de herstructurering per 28 mei 2014). 13) Overige kosten De overige kosten kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Beleggingsadministratie BNY Mellon (vanaf 1 juni 2014) Administratie KAS BANK (tot 31 mei 2014) Participantenadministratie SGG (vanaf 1 juli 2014) Bestuur SGG (vanaf 1 juli 2014) Accountantskosten PwC Juridisch, compliance en fiscale adviezen Kosten toezichthouder DNB/AFM/Oversight Bank-, rente- en overige kosten Incidentele baten en lasten
2015
2014
1 januari
1 januari
30 juni
30 juni
EUR
EUR
39.616 27.089 4.538 25.411 14.931 10.252 26.225 -
30.749 106.650 21.119 8.719 21.077 23.477 (4.900)
148.061
206.891
De accountantskosten van de externe onafhankelijke accountant, PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., bestaan uit controlewerkzaamheden op de jaarrekeningen. Alle bedragen onder overige kosten zijn, voor zover van toepassing inclusief BTW. 14) Personeel De Beheerder maakt ten behoeve van het Fonds gebruik van de diensten van derden en heeft zelf geen bestuurders of personeel in dienst. De bezoldiging van bestuurders bedraagt derhalve nihil (jaar 2014: nihil).
41
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
41
15) Kostenratio’s Berekeningswijze Deze ratio wordt ook wel "lopende kosten factor" (LKF) genoemd. De berekeningswijze wijkt enigszins af van de voorheen gebruikte "total expense ratio"(TER). Belangrijkste verandering betreft het aantal berekeningsmomenten van de intrinsieke waarde alsmede de behandeling van bepaalde kostencomponenten. De kostenratio wordt afgerond op twee decimalen en wordt berekend door alle relevante kosten die door de beleggingsentiteit zijn gemaakt te delen door de gemiddelde intrinsieke waarde van het Fonds. De gemiddelde intrinsieke waarde van het Fonds is de som van de intrinsieke waarden gedeeld door het aantal berekeningsmomenten van de intrinsieke waarde gedurende het jaar. Onder totale kosten worden begrepen alle kosten die in een periode van 12 maanden ten laste van het resultaat worden gebracht. De kosten van de beleggingstransacties worden buiten beschouwing gelaten. Kostenratio’s per Strategy Behoudens O&E Fixed Income Strategy, hebben de Strategies voor meer dan 10% van hun vermogens belegd in andere beleggingsfondsen. Alhoewel de kosten van deze beleggingsfondsen, zijnde de ‘indirecte kosten’ voor een Strategy, in de waardering van deze fondsen is verwerkt en aldus deel uitmaken van de waardeveranderingen van beleggingen, rust op de Strategy de wettelijke plicht om de kostenratio’s ook inclusief deze indirecte kosten weer te geven. De kostenratio’s per Strategy (inclusief indirecte kosten) luiden als volgt: Lopende Kosten Factor per Strategy O&E Fixed Income Strategy O&E Fixed Income Strategy Multi Asset O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
Halfjaar 2015
Jaar 2014
Halfjaar 2014
1,09% 0,43% 0,62% 1,26%
1,16% 0,57% 0,85% 1,48%
1,12% 0,68% 1,01% 0,41%
Vanwege de afwikkeling van O&E Fixed Income Strategy I A en B per mei 2014 en de afwikkeling van O&E Commodity Strategy per 22 januari 2014 zijn de lopende kosten factor van deze Strategies niet in dit overzicht opgenomen. Van de kosten van de beleggingsfondsen is een schatting gemaakt door een gewogen gemiddelde te berekenen van de ‘total expense ratio’ (TER) van de beleggingen van de Strategy. Omdat de meeste fondsen nog geen TER over het eerste halfjaar 2015 hebben gepubliceerd is als bron de TER van deze beleggingsfondsen die in Bloomberg vermeld staat gekozen. Bloomberg gebruikt de laatst bekende TER (bijvoorbeeld gebaseerd op jaarverslag 2014, halfjaarbericht of prospectus van het beleggingsfonds). Kostenratio van het Fonds De kostenratio van het Fonds (inclusief indirecte kosten) over het eerste halfjaar 2015 bedraagt 0,66% waarvan 13% ten gunste van Oyens & Van Eeghen (via de Beheerder) is gekomen. In het verslagjaar 2014 was dit 0,65%, waarvan 13% ten gunste van Oyens & Van Eeghen (via de Beheerder) is gekomen.
42
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
42
16) Portefeuille omloop factor Berekeningswijze De portefeuille omloop factor (voorheen: portfolio turnover ratio), geeft de omloopsnelheid van de activa weer en wordt als volgt berekend: [(T1 – T2) / X] * 100 T1: het totaalbedrag aan effectentransacties (effectenaankopen + effectenverkopen) van het Fonds gedurende de verslagperiode. T2: het totaalbedrag aan transacties (uitgifte + inkopen) van participatierechten van het Fonds gedurende de verslagperiode. X: de gemiddelde intrinsieke waarde van het Fonds. Dit is de som van de intrinsieke waarden gedeeld door het aantal berekeningsmomenten van de intrinsieke waarde gedurende het jaar. Portefeuille omloop factor van het Fonds De portefeuille omloop factor ratio van het Fonds laat het volgende beeld zien: 1e halfjaar 2015
jaar 2014
halfjaar 2014
Totaalbedrag effectenmutaties Totaalbedrag kapitaalmutaties
€ 272.801.452 € 90.511.005
€ 517.931.794 € 165.294.967
€ 183.994.061 € 84.134.524
Gemiddelde intrinsieke waarde
€ 364.816.028
€ 431.437.087
€ 387.288.180
Portefeuille omloop factor
49,97
81,74
25,78
Portefeuille omloop factor per Strategy O&E Fixed Income Strategy O&E Fixed Income Strategy Multi Asset O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
47,59 82,39 27,46 31,37
70,58 90,92 123,19 11,07
27,41 25,79 25,93 -8,21
N.B. Voor het berekenen van de portefeuille omloop factor van het gehele fonds, zijn in 2014 de reallocaties tussen de Strategies per 28 mei 2014 buiten beschouwing gebleven.
43
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
43
O&E FIXED INCOME STRATEGY
44
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
44
2. O&E Fixed Income Strategy 2.1 Balans per 30 juni 2015 voor resultaatbestemming ACTIVA Beleggingen Vorderingen Overige vorderingen
Immateriële vaste activa Geldmiddelen Totaal activa
2015
2014
30 juni
31 december
EUR
EUR
60.430.353
62.788.028
454.245 454.245
269.650 269.650
9.486
14.962
689.048
178.468
61.583.132
63.251.108
61.167.048 9.486 266.182 61.442.716
63.088.353 14.962 63.103.315
140.416 140.416
147.793 147.793
61.583.132
63.251.108
NETTO-ACTIVA EN PASSIVA Netto-activa Participantenvermogen Wettelijke reserve Onverdeeld resultaat 1e halfjaar 2015 Totaal netto-activa Passiva Overige passiva
Totaal netto-activa en passiva
45
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
45
O&E FIXED INCOME STRATEGY 2.2 Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2015 2015
2014
1 januari
1 januari
30 juni
30 juni
EUR
EUR
349.621
68.589
741.756 (620.549)
996.602 1.748.228
470.828
2.813.419
19.509
19.243
Totaal opbrengsten
490.337
2.832.662
Kosten Beheerkosten Afschrijving immateriële vaste activa Bewaarkosten Overige kosten Totale kosten
162.164 5.476 14.718 41.797 224.155
177.774 5.050 13.929 37.911 234.664
Beleggingsresultaat
266.182
2.597.998
Opbrengsten Direct resultaat uit beleggingen Indirect resultaat uit beleggingen: - Gerealiseerde waardeveranderingen - Ongerealiseerde waardeveranderingen
Overig resultaat
46
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
46
O&E FIXED INCOME STRATEGY 2.3 Toelichting op de balans per 30 juni 2015 Beleggingen Het verloop van de beleggingen gedurende de verslagperiode is als volgt:
Begin verslagperiode Reallocatie Strategies *) Aankopen Verkopen Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Einde verslagperiode
*)
Obligatie beleggingsfondsen
Staatsobligaties
Overige beleggingsfondsen
Futures
EUR
EUR
EUR
EUR
44.398.553 10.848.928 (16.173.983) 842.807 (727.244)
18.389.475 16.556.962 (18.687.783) (114.967) (198.125)
5.077.743 217.988
(100.743) 13.911 86.832
39.189.061
15.945.561
5.295.730
-
Totaal
Totaal
2015
2014
EUR
EUR
62.788.028 32.483.632 (34.962.509) 741.751 (620.549)
70.552.576 24.362.446 30.009.840 (65.647.767) 3.559.062 (48.129)
60.430.353
62.788.028
Op 28 mei 2014 is de O&E Fixed Income Strategy I samengevoegd met O&E Fixed Income Strategy en O&E Fixed Income Multi Asset. Als gevolg hiervan is per die datum voor een bedrag van € 24,4 miljoen aan beleggingen overgedragen.
Belangen groter dan 20% Kempen Lux Euro Credit Fund Plus Class I Het O&E Fixed Income Strategy had per 30 juni 2015 meer dan 20% van haar belegd vermogen geïnvesteerd in het Kempen Lux Euro Credit Fund Plus Class I. Het laatste jaarverslag is te vinden op de website van het Fonds: www.oebeheer.com onder Strategies, O&E Fixed Income Strategy. Bij de start van de verslagperiode was het belang iets onder de 21,5%, per 30 juni 2015 is het belang dat de Strategy heeft belegd in het Kempen fonds 23,3%. Geldmiddelen Voor een toelichting op de futures van O&E Fixed Income Strategy per 30 juni 2015 wordt verwezen naar paragraaf 1.4.5 Toelichting van de balans O&E Paraplufonds note 4 Geldmiddelen. Ten behoeve van de bestaande margin –verplichtingen wordt een banksaldo aangehouden ad € 451.410. Het saldo van de variation margin bedraagt € 1.376 en is in mindering gebracht van de geldmiddelen.
47
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
47
O&E FIXED INCOME STRATEGY MULTI ASSET
48
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
48
3. O&E FIXED INCOME STRATEGY MULTI ASSET 3.1 Balans per 30 juni 2015 voor resultaatbestemming ACTIVA Beleggingen Vorderingen Effectentransacties Overige vorderingen
Immateriële vaste activa Geldmiddelen Totaal activa
2015 30 juni
31 december
2014
EUR
EUR
120.837.318
116.968.976
204.000 1.399.319 1.603.319
21.500 727.086 748.586
14.718
19.506
432.824
1.001.091
122.888.179
118.738.159
122.188.496 14.718 363.835 122.567.049
118.296.390 19.506 118.315.896
321.130 321.130
341.875 80.388 422.263
122.888.179
118.738.159
NETTO-ACTIVA EN PASSIVA Netto-activa Participantenvermogen Wettelijke reserve Onverdeeld resultaat 1e halfjaar 2015 Totaal netto-activa Passiva Schulden Overige passiva
Totaal netto-activa en passiva
49
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
49
O&E FIXED INCOME STRATEGY MULTI ASSET 3.2 Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2015
Opbrengsten Direct resultaat uit beleggingen Indirect resultaat uit beleggingen: - Gerealiseerde waardeveranderingen - Ongerealiseerde waardeveranderingen
Overig resultaat Totaal opbrengsten Kosten Afschrijving immateriële vaste activa Bewaarkosten Overige kosten Totaal kosten Beleggingsresultaat
2015
2014
1 januari
1 januari
30 juni
30 juni
EUR
EUR
962.684
138.936
315.579 (863.708)
895.995 2.965.152
414.555
4.000.083
18.270
10.591
432.825
4.010.674
4.788 26.292 37.910 68.990
3.045 17.376 46.909 67.330
363.835
3.943.344
50
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
50
O&E FIXED INCOME STRATEGY MULTI ASSET 3.3 Toelichting op de balans per 30 juni 2015 Het verloop van de beleggingen gedurende de verslagperiode is als volgt:
Begin verslagperiode Reallocatie Strategies *) Aankopen Verkopen Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Einde verslagperiode
*)
Obligatie beleggingsfondsen
Staatsobligaties
Inflation linked bonds
Overige beleggingsfondsen
Futures
Totaal 2015
Totaal 2014
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
57.174.586 16.016.350 (11.500.000) 459.801 (228.230)
59.794.390 37.719.285 (48.429.871) (103.273) (913.908)
2.471.929 (4.339)
8.123.029 257.569
15.750 (40.950) 25.200
116.968.976 64.346.344 (59.929.871) 315.579 (863.708)
81.192.935 48.866.811 58.717.518 (76.710.633) 1.819.716 3.082.629
61.922.507
48.066.624
2.467.590
8.380.599
-
120.837.319
116.968.976
Op 28 mei 2014 is de O&E Fixed Income Strategy I samengevoegd met O&E Fixed Income Strategy en O&E Fixed Income Multi Asset. Als gevolg hiervan is per die datum een voor een bedrag van € 48,9 miljoen aan beleggingen overgedragen.
51
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
51
O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY
52
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
52
4. O&E GLOBAL EQUITY Strategy 4.1 Balans per 30 juni 2015 voor resultaatbestemming ACTIVA Beleggingen Vorderingen Valutatermijntransacties Effectentransacties
Immateriële vaste activa Geldmiddelen Totaal activa
2015
2014
30 juni
31 december
EUR
EUR
134.468.445
145.603.690
407.000 407.000
27.617 40.151.883 40.179.500
7.020
8.640
430.622
-
135.313.087
185.791.830
118.308.179 7.020 16.435.423 134.750.622
145.613.897 8.640 145.622.537
407.000 155.465 562.465
37.179.748 2.905.203 84.342 40.169.293
135.313.087
185.791.830
NETTO-ACTIVA EN PASSIVA Netto-activa Participantenvermogen Wettelijke reserve Onverdeeld resultaat 1e halfjaar 2015 Totaal netto-activa Passiva Crediteuren inzake effectentransacties Schulden Overige passiva
Totaal netto-activa en passiva
53
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
53
O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY 4.2 Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2015 2015
2014
1 januari
1 januari
30 juni
30 juni
EUR
EUR
Opbrengsten Direct resultaat uit beleggingen Indirect resultaat uit beleggingen - Gerealiseerde waardeveranderingen - Ongerealiseerde waardeveranderingen
Overig resultaat Totaal opbrengsten Lasten Afschrijving immateriële vaste activa Bewaarkosten Overige kosten Totaal lasten Beleggingsresultaat
224.680
-
8.127.491 8.207.265
830.380 6.935.788
16.559.436
7.766.168
(51.271)
34.316
16.508.165
7.800.484
1.620 30.797 40.325 72.742
1.620 28.468 55.569 85.657
16.435.423
7.714.827
54
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
54
O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY 4.3 Toelichting op de balans per 30 juni 2015 De beleggingen in de O&E Global Equity Strategy zijn in de vorm van beleggingen in aandelenbeleggingsfondsen. Het verloop van de beleggingen gedurende de verslagperiode is als volgt:
Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Einde verslagperiode
2015
2014
EUR
EUR
145.603.690 21.981.539 (49.451.548) 8.127.500 8.207.264 134.468.445
132.750.327 104.787.926 (109.190.373) 15.438.984 1.816.826 145.603.690
55
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
55
O&E HEDGE FUND STRATEGY
56
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
56
5. O&E HEDGE FUND Strategy 5.1 Balans per 30 juni 2015 voor resultaatbestemming ACTIVA Beleggingen Vorderingen Effectentransacties Immateriële vaste activa Geldmiddelen
Totaal activa
2015
2014
30 juni
31 december
EUR
EUR
24.654.142
22.664.068
10.000
1.858.500
2.610
3.190
250.040
1.273.224
24.916.792
25.798.982
23.010.593 2.610 1.477.121 148.448 24.638.773
23.424.611 3.190 1.142.981 24.570.782
278.019 278.019
1.000.000 228.200 1.228.200
24.916.792
25.798.982
NETTO-ACTIVA EN PASSIVA Netto-activa Participantenvermogen Wettelijke reserve Herwaarderingsreserve Onverdeeld resultaat 1e halfjaar 2015 Totaal netto-activa Passiva Crediteuren inzake effectentransacties Overige passiva
Totaal netto-activa en passiva
57
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
57
O&E HEDGE FUND STRATEGY 5.2 Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2015
Beleggingsresultaat Indirect resultaat uit beleggingen: - Gerealiseerde waardeveranderingen - Ongerealiseerde waardeveranderingen
Overig resultaat Totale opbrengsten Kosten Afschrijving immateriële vaste activa Bewaarkosten Overige kosten Totale kosten Beleggingsresultaat
2015
2014
1 januari
1 januari
30 juni
30 juni
EUR
EUR
224.688 (82.744)
189.648 134.368
141.944
324.016
45.236
65.193
187.180
389.209
580 10.122 28.029 38.731
580 6.896 28.608 36.084
148.448
353.125
58
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
58
O&E HEDGE FUND STRATEGY 5.3 Toelichting op de balans per 30 juni 2015 De beleggingen in de O&E Hedge Fund Strategy zijn in de vorm van beleggingen in aandelenbeleggingsfondsen. Het verloop van de beleggingen in Hedgefunds gedurende de verslagperiode is als volgt: 2015 2014
Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Einde verslagperiode
EUR
EUR
22.664.068 5.580.000 (4.066.010) 224.688 251.396 24.654.142
24.821.484 9.791.656 (12.429.503) 527.519 (47.088) 22.664.068
De mutatie van de positieve en negatieve ongerealiseerde herwaarderingen van O&E Hedge Fund Strategy over het eerste halfjaar 2015 is in totaal € 251.396 positief. Van dit bedrag is € 334.140 rechtstreeks ten gunste van de herwaarderingsreserve geboekt. Het resterende bedrag ad € 82.744 negatief is in de resultatenrekening verwerkt. Belangen groter dan 20%: De portefeuille van O&E Hedge Fund Strategy bevat twee investeringen waarbij gemiddeld meer dan 20% van het belegd vermogen in andere beleggingsfondsen is belegd, te weten: SSARIS Multi Manager Absolute Return SAIL Topaz SSARIS Multi Manager Absolute Return (in deze paragraaf verder ‘het SSARIS fonds’) Informatie van dit SSARIS fonds, die in het bezit is van de beheerder, mag niet publiekelijk worden verstrekt. Bij de start van de verslagperiode was het belang 25,8%, per 30 juni 2015 was het belang dat de Strategy had belegd in het SSARIS Fonds 24,2%. Het SSARIS fonds belegt in diverse strategieën die een lage correlatie vertonen met de financiële markten. Deze strategieën zijn te onderscheiden in 4 hoofdcategorieën, te weten Equity Hedge, Event Driven, Relative Value en Macro. Er zijn geen specifieke afspraken tussen de O&E Hedge Fund Strategy en het SSARIS fonds. Het SSARIS fonds staat niet onder toezicht, de beheerder (SSARIS Advisors, LLC, onderdeel van State Street) staat onder toezicht in de Verenigde Staten, te weten: U.S. Securities and Exchange Commission (“SEC”) en U.S. Commodity Futures Trading Commission (“CFTC”). SAIL Topaz (in deze paragraaf verder ‘het Sail Topaz fonds’) Informatie van dit Sail Topaz fonds, die in het bezit is van de beheerder, mag niet publiekelijk verstrekt worden. Bij de start van de verslagperiode was het belang 31,4%, per 30 juni 2015 was het belang dat de Strategy had belegd in Sail Topaz 34,6%. Het Sail Topaz fonds belegt in diverse strategieën die een lage correlatie vertonen met de financiële markten. Deze strategieën zijn te onderscheiden in 4 hoofdcategorieën, te weten Event Driven, Long/Short Equity, Relative Value en Tactical Trading. De nadruk ligt op Event Driven en Long/Short Equity strategieën. Het Sail Topaz fonds staat onder toezicht in Luxemburg, te weten: de Commission de Surveillance du Secteur Financier (“CSSF”)
59
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
59
Amsterdam, 28 augustus 2015 De beheerder, Oyens & Van Eeghen Beheer B.V.
_______________________ R. van Wechem, CFA, CAIA Directeur
____________________ drs. J.H.N. Hoogenraad Directeur
60
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
60
IV.
OVERIGE GEGEVENS
1. Geen accountantscontrole toegepast De cijfers in dit halfjaarbericht zijn niet door de onafhankelijke accountant gecontroleerd.
2. Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen materiële gebeurtenissen na balansdatum geconstateerd.
61
Halfjaarbericht 2015 O&E Paraplufonds (geen accountantscontrole toegepast)
61