O&E Paraplufonds HALFJAARBERICHT 2013 1 januari – 30 juni 2013
Inhoudsopgave I.
DEFINITIES
4
II.
VERSLAG VAN DE BEHEERDER OVER HET EERSTE HALFJAAR 2013
6
1
Profiel
6
2
Beheerdersverslag Oyens & Van Eeghen Beheer B.V.
9
2.1 2.2 2.3 2.4
Beleggingsomgeving Rendementen in het eerste halfjaar van 2013 Vooruitzichten Beheer van Strategies
9 10 10 10
2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.4.5 2.4.6
O&E FIXED INCOME STRATEGY I O&E FIXED INCOME STRATEGY II O&E FIXED INCOME STRATEGY III O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY O&E COMMODITY STRATEGY O&E HEDGE FUND STRATEGY
11 12 13 14 15 16
2.5
Verklaring van de beheerder
18
III.
HALFJAARCIJFERS 2013 O&E PARAPLUFONDS
19
1
O&E PARAPLUFONDS
19
1.1 1.2 1.3 1.1
Balans per 30 juni 2013 Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2013 Kasstroomoverzicht per 30 juni 2013 Toelichting op de halfjaarcijfers 2013
20 21 22 23
1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.5
Algemeen Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Risicobeheer en financiële instrumenten Toelichting op de balans per 30 juni 2013 Toelichting op de winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2013
23 24 24 30 33
2
O&E FIXED INCOME STRATEGY I
37
2.1 2.2 2.3
Balans per 30 juni 2013 Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2013 Toelichting op de balans per 30 juni 2013
38 39 40
3
O&E FIXED INCOME STRATEGY II
41
3.1 3.2 3.3
Balans per 30 juni 2013 Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2013 Toelichting op de balans per 30 juni 2013
42 43 44
4
O&E FIXED INCOME STRATEGY III
45
4.1 4.2 4.3
Balans per 30 juni 2013 Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2013 Toelichting op de balans per 30 juni 2013
46 47 48
5
O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY
49
5.1 5.2 5.3
Balans per 30 juni 2013 Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2013 Toelichting op de balans per 30 juni 2013
50 51 52
6
O&E COMMODITY STRATEGY
53
6.1 6.2 6.3
Balans per 30 juni 2013 Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2013 Toelichting op de balans per 30 juni 2013
54 55 56
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
2
2
7
O&E HEDGE FUND STRATEGY
58
7.1 7.2 7.3
Balans per 30 juni 2013 Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2013 Toelichting op de balans per 30 juni 2013
59 60 61
IV.
OVERIGE GEGEVENS
63
1
Geen controleverklaring van de onafhankelijke accountant
63
2
Gebeurtenissen na balansdatum
63
3
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
3
I.
DEFINITIES Accountant:
Onafhankelijk accountant PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Thomas R. Malthusstraat 5 1066 JR, Amsterdam
Administrateur1:
KAS BANK N.V. Spuistraat 172, 1012 VT Amsterdam
AFM:
Stichting Autoriteit Financiële Markten Vijzelgracht 50, 1017 HS Amsterdam
Beheerder2:
Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein 124, 1077 XV Amsterdam
Bewaarder3:
Kas-Trust Bewaarder O&E Paraplufonds B.V. Spuistraat 172, 1012 VT Amsterdam
BGfo:
Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft
DNB:
De Nederlandsche Bank N.V. Westeinde 1, 1017 ZN Amsterdam
Fonds:
het vermogen onder de naam O&E ParapluFonds, waarin ter collectieve belegging effecten, gelden of andere goederen zijn of worden opgenomen, onderverdeeld in meerdere Strategies (subfondsen) teneinde de Participanten in de opbrengst daarvan te doen delen
NAV:
de intrinsieke waarde (de “Net Asset Value”) van een Participatie of van een Strategy vastgesteld conform het Prospectus
Oversight Entity:
FM&I B.V. Monnikevenne 38, 1141 RL Monnickendam
De Beheerder past een aantal principes toe ter waarborging van een integere uitoefening van het bedrijf en een zorgvuldige dienstverlening (als bedoeld in de artikelen 4:11, 4:14 en 4:25 van de Wft). Deze principes zijn vooral gericht op de bescherming van de belangen van de Participanten en het zoveel mogelijk beperken van belangenconflicten. Op de naleving van de hierop gebaseerde regels en procedures (de “Principles of Fund Governance”) wordt toezicht gehouden door FM&I B.V., een van de Beheerder onafhankelijke partij (de “Oversight Entity”). Oyens & Van Eeghen N.V.:
Oyens & Van Eeghen N.V. Zuidplein 124, 1077 XV Amsterdam
Participanten:
de economisch deelgerechtigden tot één of meer Strategies
1
Tot begin juli 2012 is Caceis Netherlands N.V. de administrateur van de Fixed Income Pool I en II geweest. Deze beide pools zijn overgeheveld naar de Fixed Income Strategy I en II in het paraplufonds. 2 Tot begin juli 2012 is Oyens & Van Eeghen N.V. de beheerder van de Fixed Income Pool I en II geweest. Deze beide pools zijn overgeheveld naar de Fixed Income Strategy I en II in het paraplufonds. 3 Tot begin juli 2012 is Stichting Bewaarbedrijf Guestos de bewaarder van de Fixed Income Pool I en II geweest. Deze beide pools zijn overgeheveld naar de Fixed Income Strategy I en II in het paraplufonds.
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
4
4
Participaties:
de evenredige aanspraken van Participanten in één of meer Strategies
Strategy:
een apart geadministreerd gedeelte van het vermogen van het Fonds (subfonds)
Voorwaarden:
de voorwaarden van beheer en bewaring zoals opgenomen in het O&E Paraplufonds prospectus en in de bijlage bij de overeenkomst van beheer en bewaring afgesloten tussen Bewaarder en Beheerder
Wft:
Wet op het financieel toezicht (zoals van tijd tot tijd gewijzigd)
Het prospectus van het O&E Paraplufonds en de Essentiële Beleggersinformatie staan op de website www.oeplu.com
5
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
5
II. 1
VERSLAG VAN DE BEHEERDER OVER HET EERSTE HALFJAAR 2013 Profiel
Algemeen Oyens & Van Eeghen N.V. te Amsterdam heeft voor haar vermogensbeheer propositie gekozen voor een paraplufonds-structuur, waarin cliënten kunnen participeren. Het O&E Paraplufonds (“Fonds”) is voor onbepaalde tijd opgericht op 5 april 2012 en is gevestigd te Amsterdam. De Beheerder van het Fonds is Oyens & van Eeghen Beheer B.V. een 100% dochter van Oyens & van Eeghen N.V. Vanwege deze structuur kunnen cliënten gebruik maken van kostenefficiëntie door pooling van o.a. oprichtingskosten, bewaarloon, transactie- en administratiekosten. Fonds voor gemene rekening Het O&E Paraplufonds is een fonds voor gemene rekening. Het is geen rechtspersoon, maar een overeenkomst tussen de Beheerder, de Bewaarder en elk van de Participanten. Op grond van die overeenkomst worden door de Beheerder voor rekening en risico van de Participanten gelden belegd in vermogenswaarden die op naam van de Bewaarder voor de Participanten worden bewaard. De Participanten in een Strategy zijn naar rato van het aantal door hen gehouden Participaties gerechtigd tot het vermogen van die Strategy. De overeenkomst tussen de Beheerder, de Bewaarder en elk van de Participanten vormt geen maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap en creëert ook anderszins geen overeenkomst tussen de Participanten onderling. De verplichting van een Participant om te betalen voor uit te geven Participaties is uitsluitend een verbintenis ten opzichte van de Bewaarder. Deze verplichting is geen inbreng of verbintenis tot inbreng. De Participaties scheppen uitsluitend rechten en verplichtingen van de Participanten ten opzichte van de Beheerder en de Bewaarder en niet ook tussen Participanten onderling. Paraplustructuur Het Fonds is opgezet volgens een zogenaamde paraplustructuur. Dat wil zeggen dat het Fonds is onderverdeeld in meerdere Strategies (subfondsen) waarin afzonderlijk kan worden belegd. Voor iedere Strategy is een Strategy-prospectus opgesteld. Elke Strategy heeft een eigen beleggingsbeleid, risicoprofiel, beleggingsportefeuille, kostenstructuur en NAV. De toe- en uittredingsmogelijkheden kunnen per Strategy verschillen. Voor elke Strategy wordt een aparte administratie gevoerd. Participanten in een bepaalde Strategy zijn niet gerechtigd tot het vermogen van een andere Strategy. Strategies Het Fonds bestaat uit de volgende Strategies (subfondsen): O&E Fixed Income Strategy I O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy Niet beursgenoteerd Het Fonds is niet genoteerd op een effectenbeurs.
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
6 6
Open end Het Fonds kan Participaties inkopen en uitgeven. Het Fonds is verplicht om op verzoek op iedere transactiedag van een Strategy Participaties in die Strategy uit te geven of in te kopen tegen de NAV daarvan op die transactiedag, plus een opslag (ingeval van uitgifte) of minus een afslag (ingeval van inkoop), tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen. Beheerder Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. (“Beheerder”) treedt op als de beheerder van het Fonds. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Beheerder zijn: het bepalen van het beleggingsbeleid; het (doen) voeren van de administratie van de Strategies; het juist en tijdig vaststellen van de NAV; het er zorg voor dragen dat het Fonds voldoet aan de toepasselijke wet- en regelgeving; het bewaken van het belang van de Participanten. De Beheerder kan de uitvoering van het beleggingsbeleid van een Strategy uitbesteden aan Oyens & Van Eeghen N.V. en/of één of meerdere andere vermogensbeheerders. Directie De directie van de Beheerder bestaat uit R. van Wechem, CFA, CAIA en drs. J.H.N. Hoogenraad. Wft-vergunning De Beheerder beschikt vanaf 6 juli 2012 over een vergunning als vereist uit hoofde van artikel 2:65 van de Wft (Wet op het financieel toezicht). Het Fonds en de Strategies vallen onder de werking van deze vergunning. Bewaarder De bewaarder van het Fonds betreft Kas-Trust Bewaarder O&E Paraplufonds B.V. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Bewaarder zijn: het behartigen van de belangen van de Participanten; het ten behoeve van de Participanten fungeren als juridisch eigenaar van het vermogen van het Fonds; het controleren van de waardering en bestaan van beleggingen van het Fonds; het er op toezien dat het vermogen van het Fonds wordt beheerd in overeenstemming met wat daarover in het Prospectus en in de Voorwaarden is bepaald; het er op toezien dat de uitgaande geldstromen van het Fonds overeenkomen met daadwerkelijk gemaakte kosten, en dat uittredende Participanten een correcte vergoeding ontvangen; het controleren of toetredende Participanten het juiste aantal Participaties ontvangen. Indien de Bewaarder constateert dat niet conform het bepaalde in het Prospectus is gehandeld, kan de Bewaarder de Beheerder verzoeken de transactie op kostenneutrale basis voor de betreffende Strategy ongedaan te maken. De Bewaarder kan gebruik maken van de diensten van derden. Administrateur KAS BANK NV treedt op als administrateur van het Fonds. De Administrateur heeft, onder verantwoordelijkheid van de Beheerder, als belangrijkste taken: het voeren van de financiële- en beleggingsadministratie van de Strategies; het berekenen van de NAV van de Strategies; en het bijhouden van het participantenregister van de Strategies.
7
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds 7
Participanten De Participanten in een Strategy zijn gezamenlijk (ieder naar rato van het aantal door hem gehouden Participaties) economisch gerechtigd tot het vermogen van die Strategy. Het door de Participanten bijeen gebrachte vermogen is bestemd ter collectieve belegging voor hun rekening en risico. Rechtsverhouding tussen Participanten, Beheerder en Bewaarder De rechtsverhouding tussen de Participanten, de Beheerder en de Bewaarder wordt beheerst door wat in het Prospectus (en in ieder relevant Strategy-prospectus) is opgenomen, en door het bepaalde in de Voorwaarden, die als Bijlage I zijn opgenomen in het Prospectus en daarvan een onlosmakelijk onderdeel vormen. Beperkte overdraagbaarheid Participaties Het Fonds heeft een besloten karakter: Participaties kunnen alleen worden verkocht aan het Fonds. Fiscaliteit Vanwege de beperkte overdraagbaarheid van Participaties wordt het Fonds voor de vennootschapsbelasting aangemerkt als “fiscaal transparant”. Daardoor is het niet belastingplichtig voor de Nederlandse vennootschapsbelasting. Risicobeheer Risicobeheer is een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Dagelijks worden de belangrijkste risico’s gemonitord door de Beheerder. Met name wordt daarbij gekeken of de beleggingen zich nog binnen de vastgestelde kaders en beleggingsrichtlijnen begeven. Bij het realiseren van de beleggingsdoelstelling kan de beheerder gebruik maken van derivaten, zoals futures, forwards en opties en swaps. Voor een verdere beschrijving van de risico’s wordt verwezen naar de algemene toelichting op de jaarrekening (Hoofdstuk III paragraaf 1.4.3).
8
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds 8
2
Beheerdersverslag Oyens & Van Eeghen Beheer B.V.
2.1 Beleggingsomgeving Algemeen Het jaar begon voortvarend, maar werd al snel overschaduwd door negatieve politieke gebeurtenissen en tegenvallende economische cijfers in Europa en opkomende markten. Desalniettemin waren financiële markten tot medio mei positief gestemd, gedreven door de grote hoeveelheid liquiditeit die door de centrale banken in het financiële systeem werd gepompt. Gedurende mei werden markten echter negatief verrast door opmerkingen van de Amerikaanse centrale bank president Bernanke, die aangaf dat de bank haar steunprogramma’s vroegtijdig zou kunnen afbouwen als de economie blijft aansterken. Zowel aandelen als vastrentende waarden reageerden hier fors negatief op. Aandelen wisten het eerste halfjaar nog met een goed resultaat af te sluiten, veel vastrentende markten lieten uiteindelijk een negatief resultaat zien. Voorzichtig herstel ontwikkelde economieën, opkomende economieën blijven achter De VS neemt al geruime tijd het voortouw in het wereldwijde economische herstel. Mede door de grootschalige monetaire steunmaatregelen en flexibele economie toont de Amerikaanse private sector veerkracht. Waar de economie gedurende de kredietcrisis in een negatieve spiraal terecht kwam, is deze nu in een zichzelf voedende positieve spiraal gekomen: banen nemen toe, huizenprijzen stijgen, vertrouwen en inkomens nemen toe, bestedingen stijgen, daardoor nemen de investeringen en vacatures toe, hetgeen de groei verder voedt. In Europa modderde de economie door. De werkloosheid in veel Zuid- Europese landen bereikte nieuwe records. In Spanje bevond deze zich in maart zelfs boven de 27%. Ook in de sterkste economie van Europa, Duitsland, viel de groei tijdelijk terug. In het tweede kwartaal vertoonden de Europese cijfers verbetering. Na zes kwartalen van krimp was er eindelijk weer groei. Het vertrouwen van ondernemers en consumenten in de eurozone steeg geleidelijk naar het hoogste niveau in een jaar. De betere prestaties van de Eurozone worden in grote mate gedragen door een forse afname van de bezuinigingen. Landen hebben meer tijd gekregen om hun begrotingstekort op orde te krijgen, waardoor er meer ruimte is voor groei. Hoewel de groei in opkomende markten nog altijd veel hoger is dan in ontwikkelde landen stelden de economische cijfers, onder aanvoering van China, teleur. Na het uitbreken van de kredietcrisis werd het voor China steeds moeilijker om het economische beleid, dat vooral op export en investeringen was gericht, in stand te houden. Ontwikkelde landen groeiden veel te traag om het exportmodel in stand te houden en de onstuimige groei in kredietverlening was vaak verstrekt aan inefficiënte en verliesgevende staatsbedrijven en geinvesteerd in een opgeblazen huizenmarkt. Beleidsmakers zijn bang voor een kredietbubbel en proberen daarom de kredietgroei binnen de perken te houden. Chinese leiders geven prioriteit aan structurele hervormingen. Dit leidt momenteel tot lagere groei. Door de focus op hervormingen en het stimuleren van de consumentenbestedingen zal de groei op lange termijn iets lager maar wel houdbaar zijn. Politici en monetaire toezichthouders in focus Het jaar begon voortvarend op de financiële markten, maar werd al gauw overschaduwd door negatieve politieke gebeurtenissen en tegenvallende economische cijfers in Europa en opkomende markten. De risicobereidheid van beleggers nam in januari toe na signalen van economisch herstel en nadat er in de VS een politiek akkoord werd gesloten over het verlengen van belastingverlagingen voor huishoudens. Beleidsmakers waren in de afgelopen jaren onvoldoende daadkrachtig en eensgezind, waarbij ze menigmaal onrust op financiële markten veroorzaakten en pas veelal adequaat reageerden als markten in een paniekfase terecht kwamen. Ook dit jaar was dat het geval. In de VS konden politici het niet eens worden over het op orde krijgen van de overheidsfinanciën. In Europa waren er diverse ongunstige politieke ontwikkelingen. In februari was de aandacht van beleggers vooral gericht op de onwerkbare uitslag van de Italiaanse verkiezingen. In Griekenland en Portugal waren er diverse Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
9 9
momenten waarbij de regering leek te vallen. Ondanks deze negatieve ontwikkelingen waren financiële markten tot halverwege mei overwegend positief. De rally werd gedreven door de grote hoeveelheid liquiditeit die door centrale banken in het financiële systeem werd gepompt. Zo kondigde de Japanse centrale bank nog een radicale beleidswijziging aan. Aangezien de economie al jaren gebukt gaat onder deflatie, besloot de BoJ de inflatie te stimuleren door massaal staatsobligaties op te kopen (ca. €60 mrd per maand).
2.2 Rendementen in het eerste halfjaar van 2013 Op staatsobligaties en grondstoffen na, behaalden alle beleggingscategorieën een positief resultaat tot halverwege mei. Aandelen en de hoogrentende vastrentende markten behaalden in deze periode de sterkste resultaten. Gedurende mei werden financiële markten negatief verrast door opmerkingen van de Amerikaanse centrale bank president Bernanke, die aangaf dat de Federal Reserve (FED) haar steunprogramma’s vroegtijdig zou kunnen afbouwen als de arbeidsmarkt blijft aansterken. Zowel aandelen als vastrentende waarden reageerden hier sterk negatief op. De grootste beweging vond plaats in opkomende markten. EMD in lokale valuta was dit jaar tot mei de best presterende vastrentende categorie. Door de sterke fundamentals in combinatie met de relatief hoge rentevergoeding vormde het een interessant alternatief voor de laagrentende staatsobligatiemarkten. De grote kapitaalinstroom heeft er echter voor gezorgd dat deze categorie kwetsbaar is voor een uitstroom van kapitaal. In mei en juni liet EMD dan ook een forse daling zien. De zwakst presterende categorie dit halfjaar zijn grondstoffen. Aangezien China de belangrijkste afnemer is van veel grondstoffen, zorgde angst voor een harde landing van de Chinese economie voor druk op de grondstofprijzen.
2.3 Vooruitzichten De wereldeconomie lijkt aan kracht te winnen. Het is waarschijnlijk dat het cyclische herstel in de volwassen economieën de wereldeconomie in een hogere groeiversnelling zal brengen, waarvan opkomende markten op den duur ook zullen profiteren. Niettemin zal het hersteltempo gematigd blijven, aangezien ontwikkelde economieën nog kampen met schuldafbouw en een aantal opkomende economieën in een transitiefase zitten naar een meer consumptie gedreven economie. Tevens is het herstel in Europa fragiel. Politieke ontwikkelingen kunnen het groeipad sterk beïnvloeden. De recente ontwikkelingen geven verdere steun aan onze portefeuillepositionering, waar wij onderwogen renterisico zijn en overwogen aandelenrisico. De defensieve kant van het beleggingsspectrum is nog steeds duur ondanks de recente rentestijging. De waardering van aandelen is opgelopen en is nu historisch gezien neutraal. Ten opzichte van vastrentende waarden zijn aandelen nog altijd gunstig geprijsd.
2.4 Beheer van Strategies De beleggingsomgeving, rendementen in 2013 en vooruitzichten (paragraaf 2.1 tot en met 2.3) geven achtergrondinformatie voor hierna omschreven doelstelling, beleggingsprofiel, beleggingsbeleid, beleggingsresultaat en vooruitzichten van de volgende Strategies: O&E Fixed Income Strategy I O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
10
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds 10
2.4.1
O&E FIXED INCOME STRATEGY I
Doelstelling en beleggingsprofiel De doelstelling van de Fixed Income Strategy I is vermogensgroei op de langere termijn (5 tot 7 jaar), waarbij wordt nagestreefd een hoger resultaat te behalen dan op Nederlandse staatsobligaties. De Strategy belegt voornamelijk in obligaties in Euro die zijn uitgegeven door overheden van lidstaten van de Europese Economische Ruimte. Als benchmark wordt de EFFAS Bond Index Netherlands Govt All >1 Yr TR gehanteerd. De Strategy bestaat uit twee subfondsen die apart worden geadministreerd: Serie A (uitsluitend bestemd voor vermogensbeheer cliënten van Oyens & van Eeghen) en Serie B (bestemd voor niet-vermogensbeheer cliënten van Oyens & Van Eeghen). Het beleggingsbeleid is voor beide Series hetzelfde, het enige verschil is dat voor Serie A geen beheerfee verschuldigd is, wat leidt tot verschillende NAV’s en netto resultaten voor serie A en B. De beheerder voert een actief beleggingsbeleid en de samenstelling van de portefeuille wordt aangepast aan (verwachte) wijzigingen in rente, inflatie en risicopremies. Bij het beleggingsbeleid wordt rekening gehouden met macro-economische ontwikkelingen in de wereld en de verwachte reactie daarop van monetaire en fiscale autoriteiten. De inzichten van de beheerder worden vertaald in duration beleid, yieldcurve positionering en landenallocatie, de belangrijkste factoren die van invloed zijn op het beleggingsresultaat. Beleggingsresultaat Gedurende de verslagperiode bleef de relatief lage rentegevoeligheid van de portefeuille gehandhaafd met een duration van rond de 2 à 3 jaar. Belangrijkste reden voor de relatief lage duration is dat bij de huidige historisch zeer lage renteniveaus het renterisico naar onze mening sterk asymmetrisch is. Door de lage rentegevoeligheid van de portefeuille is deze minder kwetsbaar voor een mogelijke rentestijging. Rond de strategisch lage
rentegevoeligheid is wel een tactisch duration beleid gevoerd om in te spelen op de kortere termijn rentebewegingen. Zo is eind mei besloten de rentegevoeligheid iets te verhogen naar 3 jaar in reactie op de sterk gestegen rente. De verlaging van de rentegevoeligheid (door afdekking van het renterisico middels verkoop van obligatiefutures) heeft dit jaar positief bijgedragen aan het resultaat door de flinke stijging van de kapitaalmarktrente. In de landenverdeling werd de voorkeur gegeven aan de sterke eurozone landen: Duitsland, Nederland en Finland. Tevens was ruwweg 1/3 van de staatsobligatieportefeuille belegd in Duitse inflation linked bonds (ILB’s). Beleggingsresultaat Over de verslagperiode (01/01/2013 – 30/06/2013) daalde de intrinsieke waarde per participatie van de Fixed Income Strategy I van €110,59 naar €109,03 voor serie A en van €110,31 naar €108,48 voor serie B. Hiermee kwam het beleggingsresultaat uit op -1,41% (serie A) en -1,66% (serie B). De performance van de benchmark van Nederlandse staatsobligaties bedroeg over deze periode -2,03%. Door de relatief lage rentegevoeligheid van de portefeuille in vergelijking met de benchmark kon de waardedaling als gevolg van de rentestijging enigszins worden beperkt. Het fondsvermogen van Fixed income Strategy I (totaal van serie A en B) bedroeg ultimo juni 2013 €78,2 mln. Vooruitzichten Door de sterk gedaalde kapitaalmarktrente is het verwachte rendement op staatsobligaties van de euro kernlanden laag. Met het oog op het asymmetrische renterisico blijven wij voorzichtig ten aanzien van de rentegevoeligheid van de portefeuille. Aangezien de strukturele economische problemen in zuidelijke eurolanden nog niet zijn opgelost blijven wij ten aanzien van de landenverdeling de voorkeur geven aan de kernlanden van de eurozone.
11
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds 11
2.4.2 O&E FIXED INCOME STRATEGY II Doelstelling en beleggingsprofiel De O&E Fixed Income Strategy II belegt in een gespreide portefeuille van vastrentende beleggingsfondsen, met een focus op de hogere risicocategorieën, zoals bedrijfsobligaties, Emerging Market Debt en High Yield obligaties. Doel is op langere termijn (5 tot 7 jaar) een hoger resultaat te behalen dan wanneer belegd zou worden in Nederlandse staatsobligaties. Als benchmarkt wordt de EFFAS Bond Index Netherlands Govt All >1 Yr TR gehanteerd. De Beheerder zal een actief beleggingsbeleid voeren en de samenstelling van de portefeuille aanpassen aan (verwachte) wijzigingen in rente, inflatie en risicopremies. Bij het beleggingsbeleid wordt rekening gehouden met macro-economische ontwikkelingen in de wereld en de verwachte reactie daarop van monetaire en fiscale autoriteiten. De inzichten van de Beheerder worden vertaald in asset allocatiebeleid, duration beleid, valutabeleid en selectie van externe fondsmanagers, de belangrijkste factoren die van invloed zijn op het rendement. De O&E Fixed Income Strategy II zal beleggen in actief beheerde vastrentende beleggingsfondsen. Ook kan er belegd worden in passief beheerde vastrentende indexfondsen of ‘trackers’. Beleggingsbeleid Gedurende de verslagperiode bleef de relatief lage rentegevoeligheid van de portefeuille gehandhaafd met een duration van rond de 3 jaar. Rond deze strategisch lage rentegevoeligheid is tevens een tactisch duration beleid gevoerd om in te spelen op de kortere termijn rentebewegingen. Met het oog op de laagrentende marktomgeving en de sterke ‘search for yield’ bleef onze voorkeur uitgaan naar kredietrisico boven renterisico. De portefeuille werd daarom gekenmerkt door een brede spreiding over de diverse vastrentende asset klassen, met naast bedrijfsobligaties tevens posities in hoogrentende markten, zoals opkomende markten (EMD) en High Yield. Met het oog op de kwetsbaarheid van deze hoogrentende asset klassen voor het afbouwen van de monetaire
stimulering door de FED (‘FED tapering’) hebben we in juni de risico’s in de portefeuille verlaagd. Dit is gerealiseerd door de positie in de hoogrentende categorieën te verlagen. De posities in High Yield, EM bedrijfsobligaties en EMD in lokale valuta werd verlaagd naar in totaal 36%. Hiermee werd ook het valutarisico in de portefeuille gereduceerd. Naast een hogere cashpositie is een deel herbelegd in een wereldwijd bedrijfsobligatiefonds (Pimco Credit Absolute Return Fund) met een absolute return doelstelling. Beleggingsresultaat Over de verslagperiode (01/01/2013 – 30/06/2013) daalde de intrinsieke waarde per participatie van de Fixed Income Strategy II van €113,82 naar €111,18, waarmee het beleggingsresultaat uitkwam op -2,31%. De performance van de benchmark van Nederlandse staatsobligaties bedroeg over deze periode -2,03%. Terwijl de relatief lage rentegevoeligheid een positief effect had op de relatieve performance, had de asset allocatie een negatieve bijdrage. Vooral de positie in opkomende markten, waar een sterke correctie plaats vond in mei/juni, droeg negatief bij aan de performance. Ook de fondsselectie had een negatieve invloed door de per saldo achterblijvende performance van de geselecteerde fondsen. Het fondsvermogen van Fixed income Strategy II bedroeg ultimo juni 2013 €62,0 mln. Vooruitzichten De afgelopen 15 jaar hebben vastrentende waarden zeer sterk gepresteerd. De ongekende rentedaling is positief geweest voor obligatiekoersen. Vanaf de huidige niveaus zijn de vooruitzichten voor vastrentende waarden minder positief. Vooruitkijkend blijven wij in ons beleid de voorkeur geven aan kredietrisico boven renterisico. In de portefeuille zal de lage rentegevoeligheid daarom gehandhaafd blijven. Renterisico wordt onvoldoende beloond, terwijl kredietrisico op vastrentende waarden, waaronder EMD en High Yield, wel wordt beloond.
12
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds 12
2.4.3 O&E FIXED INCOME STRATEGY III Doelstelling en beleggingsprofiel De O&E Fixed Income Strategy III belegt in een gespreide portefeuille van vastrentende beleggingsfondsen, met een focus op de hogere risicocategorieën, zoals bedrijfsobligaties, Emerging Market Debt en High Yield obligaties. Doel is op langere termijn (5 tot 7 jaar) een hoger resultaat te behalen dan de benchmark. Als benchmark wordt de IBOXX Index Euro Corporates OA TR gehanteerd. De Beheerder zal een actief beleggingsbeleid voeren en de samenstelling van de portefeuille aanpassen aan (verwachte) wijzigingen in rente, inflatie en risicopremies. Bij het beleggingsbeleid wordt rekening gehouden met macro-economische ontwikkelingen in de wereld en de verwachte reactie daarop van monetaire en fiscale autoriteiten. De inzichten van de Beheerder worden vertaald in asset allocatiebeleid, duration beleid, valutabeleid en selectie van externe fondsmanagers, de belangrijkste factoren die van invloed zijn op het rendement. De O&E Fixed Income Strategy III zal beleggen in actief beheerde vastrentende beleggingsfondsen. Ook kan er belegd worden in passief beheerde vastrentende indexfondsen of ‘trackers’. Beleggingsbeleid Gezien het asymmetrische karakter van het renterisico (een grotere kans op een rentestijging dan op een verdere rentedaling) is in april besloten de rentegevoeligheid van de portefeuille significant te verlagen. De duration (maatstaf voor de rentegevoeligheid) werd hierbij verlaagd van 4,5 naar 2,5 jaar. Door de lagere rentegevoeligheid van de portefeuille is deze minder kwetsbaar voor een mogelijke rentestijging. De duration verlaging werd gerealiseerd door het verkopen van obligatiefutures op Duitse en Amerikaanse staatsobligaties. Later werd de duration om tactische redenen licht verhoogd naar 2,9 jaar om in te spelen op de gestegen rente. Ten aanzien van de asset allocatie werd de portefeuille gekenmerkt door een brede
spreiding over de diverse vastrentende asset klassen met naast bedrijfsobligaties tevens posities in hoogrentende markten, zoals opkomende markten (EMD) en High Yield. Deze bieden een aantrekkelijk effectief rendement (‘yield’) en worden tevens ondersteund door sterke economische fundamentals. De belangrijkste wijziging in de asset allocatie was de uitbreiding in het eerste kwartaal van de positie in high yield obligaties ten koste van de positie in EMD. Beleggingsresultaat Over de verslagperiode (01/01/2013 – 30/06/2013) daalde de intrinsieke waarde per participatie van de Fixed Income Strategy III van €103,31 naar €101,19, waarmee het beleggingsresultaat uitkwam op -2,05%. De performance bleef daarmee achter bij de performance van de benchmark van euro bedrijfsobligaties van +0,06%. Terwijl de relatief lage rentegevoeligheid een positief effect had op de relatieve performance, had de asset allocatie een negatieve bijdrage. Vooral de positie in opkomende markten, waar een sterke correctie plaats vond in mei/juni, droeg negatief bij aan de performance. Ook de fondsselectie had een negatieve invloed door de per saldo achterblijvende performance van de geselecteerde fondsen. Het fondsvermogen van Fixed income Strategy III bedroeg ultimo juni 2013 €88,4 mln. Vooruitzichten De afgelopen 15 jaar hebben vastrentende waarden zeer sterk gepresteerd. De ongekende rentedaling is positief geweest voor obligatiekoersen. Vanaf de huidige niveaus zijn de vooruitzichten voor vastrentende waarden minder positief. Vooruitkijkend blijven wij in ons beleid de voorkeur geven aan kredietrisico boven renterisico. In de portefeuille zal de lage rentegevoeligheid daarom gehandhaafd blijven. Renterisico wordt onvoldoende beloond, terwijl kredietrisico op vastrentende waarden, waaronder EMD en High Yield, wel wordt beloond.
13
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds 13
2.4.4 O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY Doelstelling en beleggingsprofiel De O&E Global Equity Strategy heeft als doelstelling om met wereldwijd beleggen in aandelen op de middellange termijn (3-5 jaar) een hoger rendement te halen dan de MSCI AC World Net Total Return index (met 50% van het dollar risico afgedekt). De Beheerder belegt in een wereldwijd gespreide portefeuille van aandelen en hanteert daarbij een “core-satellite” benadering. De “core” bestaat uit indextrackers (passieve beleggingen), waarmee tegen lage kosten een efficiënte marktexposure wordt bereikt. De “satellite” bestaat uit actieve beleggingsfondsen van managers met een uitgesproken aanpak, die naar het oordeel van de Beheerder, een transparante, consistente en reproduceerbare beleggingsstrategie hebben en het potentieel om bovengemiddelde rendementen te behalen. De Beheerder zal een actief beleid voeren, waarbij regioallocatie en managerselectie de belangrijkste bronnen van toegevoegde waarde zijn. Beleggingsbeleid Gedurende de verslagperiode werd in de portefeuille ten opzichte van de benchmark een overwogen positie aangehouden in de opkomende landen. Opkomende markten zijn aantrekkelijk gewaardeerd, kampen in veel mindere mate met de schuldproblematiek die in ontwikkelde economieën voor problemen zorgt en hebben goede groeivooruitzichten. Gedurende de verslagperiode hebben wij de VS opgehoogd ten koste van Europa. Europa blijft het meest kwetsbaar voor systeemrisico’s gerelateerd aan de hoge schuldenlast die op de schouders rust van overheden en delen van de private sector en waarin banken een spilfunctie vervullen. Bovendien is de relatieve waardering van Europese aandelen opgelopen versus Amerikaanse aandelen. De waardering in de VS is minder snel opgelopen omdat de koersstijging gepaard is gegaan met een geleidelijk verdere stijging van de bedrijfswinsten terwijl de trend van de winstgroei in Europa negatief is.
Beleggingsresultaat Sinds januari 2013 is de intrinsieke waarde van de Global Equity Strategy gestegen van €101,27 naar €108,36 per participatie op halfjaarultimo, waarmee het beleggingsresultaat uitkwam op +7,01%. De performance van de benchmark van wereldwijde aandelen bedroeg over deze periode +7,17%. De regioallocatie heeft een negatieve bijdrage geleverd aan de performance. De overweging in opkomende markten en de onderweging van NoordAmerika in het eerste kwartaal pakten niet goed uit. De fondsselectie droeg per saldo positief bij aan het relatieve rendement. In Europa wisten alle managers een beter rendement te behalen dan de MSCI Europa index. In de VS bleef Allianz licht achter ten opzichte van de MSCI NoordAmerika, voornamelijk door zijn defensieve stijl. In Japan wisten de managers de benchmark (MSCI Japan) bij te houden ondanks de zeer volatiele markt die werd veroorzaakt door de steunmaatregelen van de Bank of Japan. Binnen de opkomende markten bleef Carmignac licht achter. Aberdeen Emerging Markets Smaller Companies (+9.4%) en Skagen Kon-Tiki (+2,2%) deden het aanzienlijk beter dan de MSCI Emerging Markets index. Het fondsvermogen van de O&E Global Equity Strategy bedroeg per 30 juni 2013 € 93,7 mln. Vooruitzichten De vooruitzichten van de aandelenmarkten zijn gematigd positief. Al langere tijd is monetair beleid de drijvende factor op financiele markten. In de VS lijkt het monetaire beleid geleidelijk minder excessief te worden. Aandelen, zeker in ontwikkelde markten, zijn minder gevoelig voor deze ontwikkeling dan obligaties. De relatieve waardering van aandelen oogt bovendien nog steeds positief maar de absolute waardering van wereldwijde aandelen is eerder gemiddeld dan laag. Opkomende landen en specifieke segmenten van de Europese aandelenmarkt zijn nog wel aantrekkelijk geprijsd terwijl de Amerikaanse markt geleidelijk duur begint te worden. De grootste risico’s zien wij nog steeds in Europa.
Rendement aandelenmarkten in 2013 in €
14
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds 14
2.4.5 O&E COMMODITY STRATEGY Doelstelling en beleggingsprofiel De doelstelling van de Commodity Strategy is om te profiteren van de prijsontwikkelingen op wereldwijde grondstoffenmarkten waarbij de diversificatievoordelen van grondstoffen in een brede portefeuille en de inherente bescherming tegen inflatie behouden blijven. De Strategy belegt in een aantal gespecialiseerde fondsen. De toegevoegde waarde van de Beheerder bestaat uit het selecteren en combineren van de beleggingsstrategieën en het voeren van tactisch beleid op basis van de marktvisie van de Beheerder. Omdat grondstoffenprijzen over het algemeen erg volatiel zijn is het beheersen van neerwaarts risico een belangrijk aandachtspunt. Beleggingsbeleid Grondstoffenmarkten lagen in de verslagperiode sterk onder druk. De brede Dow Jones UBS Commodity index behaalde in de verslagperiode een rendement van -9,2% in euro. De sector Edelmetalen was veruit de slechtst presterende sector met een rendement van -28,6%. Het extreem ruime monetaire beleid van centrale banken heeft geresulteerd in een enorme vraag naar edelmetalen als bescherming tegen een uit de hand lopende inflatie. Nu de Amerikaanse centrale bank serieus overweegt om de kwantitatieve verruimingsmaatregelen te zullen gaan terugdraaien is er een verkoopgolf van edelmetalen op gang gekomen. Zilver verloor 35% en goud 24% in de verslagperiode. De sector Industriële Metalen verloor 16,2% door zorgen over de groei van de Chinese economie. De Chinese overheid is vastbesloten om oververhitting door excessieve kredietverlening en onrendabele investeringen te voorkomen en accepteert lagere groei als consequentie. Energie was de beste sector met een rendement van -0,6%, ondersteund door een sterke stijging van WTI olie (5,9%). De Commodity Strategy is belegd in 3 managers waarvan twee puur systematische managers en één discretionaire manager. Deze laatste manager beheert de portefeuille op basis van een diepgaande kennis van de onderliggende grondstoffenmarkten en de termijnmarkten. De tweede manager hanteert een systematische trendvolgende
strategie die meer liquiditeiten aanhoudt naarmate meer grondstoffen een negatieve trend vertonen. Dit was in de verslagperiode veruit de best presterende manager. De laatste manager hanteert een systematische strategie gericht op belegging in grondstoffen met lage voorraden die hierdoor gevoelig zijn voor opwaartse prijsschokken. Beleggingsresultaat Over de verslagperiode (01/01/2013 – 30/06/2013) daalde de intrinsieke waarde per participatie van de Commodity Strategy van €92,15 naar €84,61. Hiermee kwam het beleggingsresultaat uit op -8,2%. De performance van de benchmark (de Dow Jones UBS Commodity Index) bedroeg over deze periode -9,2%. De outperformance van 1,0% is te danken aan het relatief sterke resultaat van twee systematische managers. De trendvolgende strategie versloeg de index met 5,1%, de voorraadstrategie bleef de index voor met 1,7%. De discretionaire manager stelde teleur met een underperformance van 2,0%, vooral door ongelukkige keuzes in de sector Energie. Het fondsvermogen van de O&E Commodity Strategy bedroeg per 30 juni 2013 € 12,1 mln. Vooruitzichten De prijsdalingen hebben ervoor gezorgd dat marktprijzen dichter bij de productiekosten zijn komen te liggen wat het neerwaarts risico beperkt. Met name voor Industriële Metalen en in mindere mate Energie geldt dat een herstel van de wereldeconomie, en vooral China, voorwaarde is voor een noemenswaardig herstel. Edelmetalen blijven de dubbelrol vervullen van zowel monetaire grondstof als grondstof van sieraden en industriële toepassingen. Agrarische grondstoffen zijn nauwelijks gecorreleerd met de economische cyclus. Het verwachte rolrendement is na 9 negatieve jaren weer positief. Grondstoffen blijven interessant vanuit oogpunt van diversificatie maar lijken ook geleidelijk interessanter te worden vanuit rendementsperspectief.
Rendement managers 1e helft 2013
Rendement portefeuille & benchmark 1e helft 2013 O&E Commodity Str ate gy
DJ UBS Commodity
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
I n d e x
15
15
2.4.6 O&E HEDGE FUND STRATEGY Doelstelling en beleggingsprofiel Het doel van de Hedge Fund Strategy is om via belegging in een breed scala aan hedge fund strategieën een investering te bieden die een lage correlatie heeft met andere vermogenscategorieën. De Strategy heeft een streefrendement op de middellange termijn van Euribor plus 2-4% bij een beperkt risico. De kern van de portefeuille wordt gevormd door fund of hedge funds met een beleggingsfilosofie die aansluit bij de doelstelling van de Strategy en met sterk risicomanagement. De toegevoegde waarde van de Beheerder bestaat uit het selecteren en combineren van de hedge fund strategieën en het voeren van tactisch beleid. Beleggingsbeleid De verslagperiode (31/12/2012 – 30/06/2013) werd gekenmerkt door het begin van de normalisatie van monetair beleid, een geleidelijke verbetering van het macro-economische beeld in ontwikkelde landen en een verzwakking in opkomende markten. Aandelenmarkten behaalden als één van de weinige beleggingscategorieën een positief rendement in het 1e halfjaar van 2013. De meeste vastrentende markten leden verliezen, evenals grondstoffenmarkten. Hedge funds behaalden als groep een positief rendement. Strategieën met het meeste blootstelling aan aandelenmarkten, te weten long/short equity (5,1%) en event driven (5,3%) , presteerden het beste. Macro strategieën, die gemiddeld de laagste correlatie hebben met aandelen en voor een belangrijk deel afhankelijk zijn van trends in de markt, presteerden het zwakste (-0,7%). Gedurende de 1e helft van 2013 hebben wij de positie in een manager uitgebreid van 5% naar 20%. Deze manager heeft een goed gespreide portefeuille met een grote positie in multi-strategy managers die trading gericht zijn en hun portefeuille snel kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden. Dit is tevens de best presterende manager dit jaar. Daarnaast hebben wij de positie in de slechtst presterende manager verkocht. De aanleiding hiervoor was niet primair het tegenvallende rendement, maar de beleidsrichting die de manager heeft gekozen om de performance te verbeteren. Deze richting strookt niet met waar wij de kwaliteiten van de manager zien. Deze gelden zullen worden herbelegd in de andere managers en in een nieuwe manager met een volledig marktneutrale en zeer liquide portefeuille waardoor deze manager een zeer laag risico heeft.
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
Beleggingsresultaat Over de verslagperiode steeg de intrinsieke waarde per participatie van de Strategy van €100,77 naar €102,71. Het beleggingsresultaat bedraagt +1,9%. De performance van de benchmark (de HFRI Fund of Funds Composite index € hedged) bedroeg over deze periode +3,4% en de risicovrije rentevoet rendeerde 0,1%. Ongeveer 0,4% van het rendementsverschil wordt verklaart door het feit dat één van onze managers geen koers publiceert op maandultimo waardoor het rendement in dit geval is onderschat. Dit zal in juli een positief effect van dezelfde grootte opleveren. Het resterende verschil is vooral te herleiden tot de teleurstellende performance van de inmiddels ontslagen manager, de relatief grote positie in macro strategieën en onze filosofie om de blootstelling aan aandelenmarkten te allen tijde beperkt te houden. Aandelenrisico is immers veelal het overheersende risico in portefeuilles en hedge funds zouden toegang tot ongecorreleerde risicofactoren moeten bieden om een zinvolle rol in de portefeuille te kunnen spelen. Het fondsvermogen van de Hedge Fund Strategy bedroeg per 30 juni 2013 € 20,1 mln. Vooruitzichten Er zijn volop kansen voor hedge fund strategieën nu de verstorende werking van beleidsmakers op financiële markten afneemt en fundamentals weer een grote rol gaan spelen. Dit is positief voor zowel long-short en arbitrage strategieën als voor macromanagers. Daarnaast gebeurt er zeer veel op bedrijfsniveau waar hedge funds op kunnen inspelen, zoals overnames, verandering van dividendbeleid en wijzigingen in de kapitaalstructuur. Risicomanagement blijft van groot belang nu risico steeds minder wordt geprijsd. De rente is in grote delen van de wereld zeer laag, hetzelfde geldt voor de spreads op obligatiemarkten. Op aandelenmarkten is de volatiliteit zeer laag wat impliceert dat de markt het risico van een grote daling als zeer laag beoordeelt. Historisch gaat een dergelijke periode van kalmte en berusting veelal vooraf aan een periode van herprijzing van risico die gepaard gaat met sterke koersdalingen. Onze managers spelen hierop in door de blootstelling aan de richting van financiële markten te beperken en zich vooral te richten op risico’s die gerelateerd zijn aan specifieke bedrijven of gebeurtenissen. Daarnaast maken zij gebruik van de lage spreads en volatiliteit om goedkoop posities op te bouwen die zeer sterke rendementen zullen genereren indien de turbulentie op financiële markten terugkeert.
16 16
e
Rendement hedge funds & marktomgeving in de 1 helft 2013
e
Rendement managers in de 1 helft 2013
O&E Hedge Fund HFRI Fund of Fund Risicovrije rentevoet
I n d e x
S t r a t e g y
17
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
17
2.5
Verklaring van de beheerder
Wij verklaren dat de halfjaarcijfers een getrouw beeld geeft van activa, passiva, financiële posities en winst- en verliesrekening. Tevens verklaren wij dat het halfjaarbericht per 30 juni 2013 een getrouw overzicht geeft van belangrijke gebeurtenissen.
Amsterdam, 30 augustus 2013
De Beheerder, Oyens & Van Eeghen Beheer B.V.
18
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
18
III.
HALFJAARCIJFERS 2013 O&E PARAPLUFONDS
1
O&E PARAPLUFONDS
1 januari – 30 juni 2013 (in euro)
19
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
19
O&E PARAPLUFONDS 1.1
Balans per 30 juni 2013
voor resultaatbestemming noot ACTIVA Beleggingen O&E Fixed Income Strategy I *) O&E Fixed Income Strategy II *) O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
Overige activa Immateriële vaste activa Liquide middelen
Totaal Activa
Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Effectentransacties Overige schulden en overlopende passiva
Totaal Passiva
2012
30 juni
30 juni
EUR
EUR
74.324.549 56.800.211 86.728.222 93.296.213 11.950.554 19.720.175
58.286.943 58.847.860 -
342.819.924
117.134.803
2.143.385 1.446.087 3.589.472
1.199.015 1.199.015
86.390 15.614.131 15.700.521
11.778 4.810.698 4.822.476
362.109.917
123.156.294
344.858.140 86.390 11.093.882 (1.617.506) 354.420.906
111.970.466 11.778 1.850.712 2.976.223 116.809.179
7.226.478 462.533 7.689.011
242.120 2.745.799 3.359.196 6.347.115
362.109.917
123.156.294
1)
Vorderingen Effectentransacties Overige vorderingen en overlopende activa
PASSIVA Fondsvermogen Participantenvermogen Wettelijke reserve Algemene reserve Onverdeeld resultaat
2013
2)
*) De presentatie per 30 juni 2012 is aangepast voor vergelijkingsdoeleinden. 20
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
20
O&E PARAPLUFONDS 1.2
Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2013 noot
Beleggingsresultaat Opbrengsten uit beleggingen Gerealiseerde waardeveranderingen (incl. futures) Ongerealiseerde waardeveranderingen op beleggingen Ongerealiseerde waardeveranderingen op RC
1 1
Overige opbrengsten Interest Toe- en uittredingsprovisie Overige opbrengsten
Som der opbrengsten Lasten Interest Beheerkosten Afschrijving immateriële vaste activa Overige kosten Som der lasten Resultaat
4 5
2013
2012
1 januari
1 januari
30 juni
30 juni
EUR
EUR
872.519 4.996.847 (7.018.212) (10.623)
892.054 (497.707) 2.928.681 -
(1.159.469)
3.323.028
3 9.115 51.208
882 6.464 7.227
60.326
14.573
(1.099.143)
3.337.601
1.698 236.512 13.519 266.634 518.363
4.654 283.044 3.765 69.915 361.378
(1.617.506)
2.976.223
21
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
21
1.3
Kasstroomoverzicht per 30 juni 2013 noot
2013
2012
1 januari
1 januari
30 juni
30 juni
EUR
EUR
(1.617.506)
2.976.223
1
(3.459.565)
(628.599)
1 1 1
7.018.212 (179.477.754) 89.378.262 1.742.488 5.457.601 (80.958.262)
(2.210.700) (45.106.004) 31.079.248 (272.161) 5.876.266 (8.285.727)
13.519 13.519
3.765 3.765
146.435.187 (54.139.612)
33.572.660 (22.502.909)
92.295.575
11.069.751
11.350.832 11.350.832
2.787.789 2.787.789
Liquide middelen per 1 januari
4.263.299
2.022.909
Liquide middelen per 30 juni *)
15.614.131
4.810.698
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Gerealiseerde waardeveranderingen (exclusief futures) Ongerealiseerde waardeveranderingen Aankopen van beleggingen Verkopen van beleggingen Mutatie kortlopende vorderingen Mutatie kortlopende schulden Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in immateriële vaste activa Afschrijving immateriële vaste activa Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangen bij uitgifte participaties Betaald bij inkoop participaties
Netto kasstroom Koers- en omrekeningsverschillen Mutatie liquide middelen
2 2
22
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
22
O&E PARAPLUFONDS 1.1
Toelichting op de halfjaarcijfers 2013
1.1.1
Algemeen
Oyens & Van Eeghen N.V. te Amsterdam (ultieme moedermaatschappij) heeft voor haar vermogensbeheer propositie gekozen voor een paraplufonds-structuur, waarin cliënten kunnen participeren. Het O&E Paraplufonds (“Fonds”) is voor onbepaalde tijd opgericht op 5 april 2012 en is gevestigd te Amsterdam. De Beheerder van het Fonds is Oyens & van Eeghen Beheer B.V. een 100% dochter van Oyens & van Eeghen N.V. De Beheerder beschikt vanaf 6 juli 2012 over een vergunning als vereist uit hoofde van artikel 2:65 van de Wft. Het Fonds en de Strategies vallen onder de werking van deze vergunning. Vanwege deze structuur kunnen cliënten gebruik maken van kostenefficiëntie door pooling van o.a. oprichtingskosten, bewaarloon, transactie- en administratiekosten. Kas Bank N.V. en Kas-Trust Bewaarder O&E Paraplufonds B.V. zijn de Administrateur respectievelijk Bewaarder van het Fonds. Het Fonds bestaat uit de volgende Strategies: O&E Fixed Income Strategy I O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy Samenvoegen van cijfers en vergelijkende cijfers De in de balans en de winst- en verliesrekening gepresenteerde cijfers vertegenwoordigen de gegevens van het Fonds als geheel. In de toelichting van het Fonds zijn de balans, winst- en verliesrekening en bijbehorende toelichting van de zes Strategies separaat opgenomen. De O&E Fixed Income Strategy I en II zijn een voortzetting van de in 2010 gestarte fondsen voor gemene rekening Oyens & Van Eeghen Fixed Income Pool I (vanaf 1 mei 2010) en Oyens & Van Eeghen Fixed Income Pool II (vanaf 1 juni 2010). De beheerder van beide pools is tot begin juli 2012 Oyens & Van Eeghen N.V. geweest. Het eerste boekjaar van beide pools eindigde op 31 december 2011. De feitelijke overheveling van de pools naar beide Strategies heeft begin juli 2012 plaatsgevonden. De resultaten van de pools over de periode 1 januari 2012 tot en met begin juli 2012 zijn toegerekend aan de halfjaar resultaten 2012 van O&E Fixed Income Strategy I respectievelijk O&E Fixed Income Strategy II. De winst- en verliesrekening van de pools over de periode 1 januari 2012 tot en met 30 juni 2012, alsmede de balans per 30 juni 2012 zijn als vergelijkende cijfers opgenomen bij O&E Fixed Income Strategy I en II. De vergelijkende cijfers van het Fonds zijn O&E Fixed Income Strategy I en II tezamen. De Strategies O&E Fixed Income Strategy III en O&E Global Equity Strategy zijn per 1 september 2012 gestart, de O&E Commodity Strategy en O&E Hedge Fund Strategy zijn per 1 oktober 2012 gestart en hebben daarom geen vergelijkende cijfers.
23
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
23
Toelichting aanpassing presentatie Ten behoeve van vergelijkingsdoeleinden voor cijfers per 30 juni 2012, is de presentatie van de balans van Oyens & Van Eeghen Fixed Income Pool I en II aangepast. De presentatie van futures is gewijzigd en heeft geleid tot aanpassing van de beleggingen en liquide middelen. Beleggingen (activa) en liquide middelen (activa) per 30 juni 2012 zijn na correctie €311.581 (waarvan Fixed Income Pool I €138.021, Fixed Income Pool II €173.560) lager respectievelijk €311.581 hoger gepresenteerd. Deze wijziging heeft niet geleid tot aanpassing van het netto resultaat over het half jaar tot en met 30 juni 2012 en fondsvermogen per 30 juni 2012.
1.1.2
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Algemeen De halfjaarcijfers zijn opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ 615), die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving, alsmede de bepalingen in de Wft (inclusief BGfo). De halfjaarcijfers zijn opgesteld in euro, zijnde de functionele en presentatievaluta van de beleggingsinstelling. Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans en de winst- en verliesrekening zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. De gehanteerde grondslagen voor de waardering van activa en passiva en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Voor een gedetailleerde beschrijving verwijzen naar hetgeen is opgenomen in het jaarverslag 2012. Schattingen en veronderstellingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de halfjaarcijfers te kunnen toepassen, is het nodig dat de Beheerder zich over verschillende zaken een oordeel vormt, zodat terzake schattingen worden gemaakt die essentieel kunnen zijn voor de in de halfjaarcijfers opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.
1.1.3
Risicobeheer en financiële instrumenten
Algemeen Aan het beleggen in een Strategy zijn (financiële) risico’s verbonden. Hierna worden risicofactoren vermeld die voor beleggers van betekenis en relevant kunnen zijn in het licht van de gevolgen en de waarschijnlijkheid dat die risico’s zich zullen voordoen. Deze opsomming is niet uitputtend. Aangezien elke Strategy een eigen beleggingsbeleid voert, verschillen deze risico’s per Strategy en combinatie van Strategies. In ieder Strategy-prospectus worden de risico’s die specifiek zijn voor de betreffende Strategy vermeld, met verwijzing naar onderstaande beschrijvingen. Er worden geen garanties gegeven dat de diverse beleggingsdoelstellingen zullen worden gerealiseerd. De waarde van de beleggingen van een Strategy kan zowel stijgen als dalen. Als gevolg daarvan kan een Participant mogelijk minder terugkrijgen dan deze heeft ingelegd of deze inleg zelfs geheel verliezen.
24
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
24
Risicobeheer Risicobeheer is een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Dagelijks worden de belangrijkste risico’s gemonitord door de Beheerder. Met name wordt daarbij gekeken of de beleggingen zich nog binnen de vastgestelde kaders en beleggingsrichtlijnen begeven. Bij het realiseren van de beleggingsdoelstelling kan de beheerder gebruik maken van derivaten, zoals futures, forwards en opties en swaps. Rendementsrisico Het rendement van de belegging in Participaties over de periode van aankoopmoment tot verkoopmoment staat pas vast op het verkoopmoment van die belegging. Er bestaat geen enkele garantie dat de beleggingsdoelstelling zal worden behaald en er wordt geen rendement gegarandeerd. De waarde van Participaties in een Strategy is onder andere afhankelijk van de beleggingscategorieën en de financiële instrumenten waarin de Strategy belegt en van de keuzes die worden gemaakt bij de uitvoering van het beleggingsbeleid. Omdat iedere Strategy een ander beleggingsbeleid heeft, zal het rendementsrisico voor iedere Strategy anders zijn. Het rendementsrisico is het gevolg van niet voorzienbare waarde schommelingen van de beleggingen en/of niet voorzienbare fluctuaties van de directe opbrengsten van de beleggingen (voornamelijk dividenden, rente). De waarde van de beleggingen beweegt met koerswijzigingen van de financiële instrumenten waarin wordt belegd. Alle financiële instrumenten staan bloot aan het risico van koersschommelingen. Die kunnen het gevolg zijn van: algemene risicofactoren (marktrisico’s) specifieke risicofactoren die alleen gelden voor een individuele belegging (specifieke risico’s). De gevolgen van marktrisico’s zijn in veel gevallen van grotere invloed op de waardeontwikkeling van gespreide beleggingsportefeuilles dan de gevolgen van specifieke risico’s. Zowel marktrisico’s als specifieke risico’s nemen toe door beperking van de spreiding van de beleggingen (concentratie) tot een bepaalde regio, sector en/of door de keuze van individuele beleggingen. Marktrisico Onder marktrisico wordt verstaan het risico dat een belegging in waarde daalt of stijgt, niet vanwege specifieke omstandigheden betreffende die belegging, maar doordat de markt waarin wordt belegd als geheel beweegt. Bij een positief sentiment op de beurs voor aandelen zullen de koersen van aandelen stijgen (de koersen van obligaties zullen dan meestal dalen) en bij een negatieve stemming zullen ze dalen (de koersen van obligaties zullen dan meestal stijgen). Dit sentiment kan door diverse factoren beïnvloed worden zoals het vertrouwen van consumenten in de economie, dreigende veranderingen van de rente, etc. Marktrisico’s kunnen verschillen per categorie belegging en deelmarkt binnen een bepaalde categorie. Binnen de categorie aandelen verschillen de marktrisico’s per sector (sectorrisico) en per land (landenrisico). Binnen de categorie vastrentende waarden verschillen de marktrisico’s per soort debiteur (overheidsobligaties versus bedrijfsobligaties). Specifieke risico’s Specifieke risico’s hebben betrekking op de risico’s dat de ontwikkeling van de koers van een geselecteerde individuele belegging in werkelijkheid in negatieve zin afwijkt van hetgeen ten tijde van de aankoop van de belegging is ingeschat. Een zorgvuldige en professionele selectie en spreiding van de beleggingen in de portefeuille van een fonds vormen geen garantie voor het behalen van positieve dan wel relatief goede, resultaten. Dit risico houdt verband met de mate van effectiviteit van effectenresearch, de daarop gebaseerde analyses en met het tijdig nemen en uitvoeren van beleggingsbeslissingen.
25
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
25
Inflatierisico Het algemene risico van inflatie houdt in dat de beleggingsopbrengsten worden aangetast door waardevermindering van de munteenheid via inflatie. In het verleden is gebleken dat bij beleggingen in zakelijke waarden (aandelen) de kans dat deze aantasting van de beleggingsopbrengsten op lange termijn wordt gecompenseerd door een hoger beleggingsrendement groter is dan ingeval belegd wordt in vastrentende waarden (obligaties, liquiditeiten). Ingeval van inflatie zijn de nominale beleggingsopbrengsten van beleggingen in vastrentende waarden hoger dan de beleggingsopbrengsten na aftrek van het effect van inflatie, de zogenoemde reële beleggingsopbrengsten. In de koers van vastrentende waardepapieren is in beginsel met een verwachte ontwikkeling van het inflatietempo rekening gehouden. Het inflatierisico bij beleggingen in vastrentende waarden houdt dan in dat desbetreffende beleggingsopbrengsten onvoldoende zijn voor compensatie van de werkelijke inflatie. Kredietrisico De waarde van beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door een positieve of negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van desbetreffende uitgevende instellingen, de debiteuren. Het kredietrisico wordt dan ook wel debiteurenrisico genoemd. Voor de kredietwaardigheid is de door beleggers gemaakte inschatting van de kans op tijdige voldoening van rente- en aflossingsverplichtingen door de debiteur bepalend. De inschatting wordt niet alleen beïnvloed door factoren die gelden voor een bepaald bedrijf, maar ook door factoren die meer specifiek op een bepaalde bedrijfstak van toepassing zijn. Minder gunstige winstvooruitzichten voor een sector kunnen een negatieve invloed hebben op de inschatting van de kredietwaardigheid van alle bedrijven in die sector. Concentratierisico Een Strategy kan zijn beleggingen concentreren in ondernemingen die opereren in hetzelfde land, dezelfde regio, sector of in dezelfde markt of concentreren in een bepaalde onderneming. Als gevolg hiervan is de spreiding van de beleggingsportefeuille van de betreffende Strategy beperkt. De oorzaak van concentratie van de portefeuille kan het gevolg zijn van het gevoerde beleggingsbeleid. Voorts kan een concentratierisico zijn veroorzaakt door de omvang en samenstelling van het voor belegging beschikbare beleggingsuniversum. Een kleiner beleggingsuniversum leidt tot geringere spreidingsmogelijkheden dan een groter universum. Het concentratierisico houdt dan in dat bepaalde gebeurtenissen die deze onderneming(en) raken van grotere invloed zijn op de waarde van de beleggingsportefeuille van de Strategy dan indien de mate van concentratie geringer is. Verder kan een Strategy er voor kiezen om te beleggen in een beperkt aantal beleggingsinstellingen, hetgeen ook een concentratierisico in zich bergt. Valutarisico De waarde van beleggingen in aandelen en vastrentende waarden wordt beïnvloed door de ontwikkelingen van de valutakoersen waarin de betreffende beleggingen luiden, voor zover dit niet beleggingen in euro betreft. Bovenop het marktrisico komt dan het risico dat met betrekking tot de valuta wordt gewonnen of verloren. De waarde van een valuta kan zodanig dalen ten opzichte van de euro dat een positief beleggingsresultaat (meer dan) teniet wordt gedaan. In de O&E Fixed Income Strategy I wordt uitsluitend belegd in obligaties uitgegeven in Euro. Deze Strategy loopt geen valutarisico. O&E Fixed Income Strategy II en III beleggen in Euro obligaties of fondsen die het valutarisico afdekken naar Euro. Uitzondering hierop zijn beleggingen in emerging markets waar het valutarisico bewust gelopen wordt als onderdeel van de beleggingsstrategie. Op basis van kosten baten afweging is ongeveer 20% van beide Strategies niet gehedged. In de O&E Global Equity Strategy wordt de helft van het dollarrisico afgedekt. In de O&E Commodity Strategy wordt de exposure in buitenlandse valuta gezien als natuurlijke hedge. In de O&E Hedge Fund Strategy wordt belegd in fondsen die een absoluut rendement in Euro nastreven. In deze Stategy is geen sprake van valutarisico. 26
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
26
Renterisico Het renterisico betreft het risico als gevolg van veranderingen in de kapitaalmarktrente. Met name wanneer een Strategy belegt in vastrentende waarden is de waarde van de onderliggende financiële instrumenten sterk afhankelijk van de ontwikkeling van rente op de financiële markten. De ontwikkelingen in de renteniveaus zijn afhankelijk van de algemene markt- en economische omstandigheden. Bij een stijgende rente zal de koers van vastrentende waarden dalen en andersom. Een veel gebruikte maatstaf voor de rentegevoeligheid van vastrentende waarden is de duration. Derivatenrisico Een Strategy zal gebruik kunnen maken van derivaten, ter beperking van risico’s of voor een efficiënt portefeuillebeheer. Deze producten kunnen zich uiterst volatiel gedragen, waardoor het gebruik een grote invloed kan hebben (zowel positief als negatief) op de waarde van de Strategy. In de Strategies wordt uitsluitend gebruik gemaakt van beursgenoteerde derivaten die via een centraal clearinghuis worden afgewikkeld. Risico’s verbonden aan het beleggen in andere beleggingsinstellingen Indien en voorzover het beleggingsbeleid dit toestaat, kan een Strategy haar vermogen beleggen in andere beleggingsinstellingen. In dat geval is een Strategy dan ook afhankelijk van de kwaliteit van de uitvoering van het beleggingsbeleid en het risicoprofiel van deze andere beleggingsinstellingen. Een Strategy heeft hierop in beginsel geen invloed. Een Strategy wordt daarmee mede afhankelijk van het risicoprofiel van deze beleggingsinstellingen. Tevens kunnen risico’s aan de orde zijn die betrekking hebben op de waardebepaling, de opschorting, beëindiging en eventueel de beschikbaarheid van deze beleggingen. Sommige beleggingsinstellingen: kunnen ook (gedeeltelijk) beleggen met geleend geld (“leverage”). Daardoor kunnen grotere winsten maar ook grotere verliezen ontstaan dan wanneer niet wordt belegd met geleend geld (het zogenaamde “hefboomeffect”); hebben de vrijheid om “short” te gaan. Ingeval van een short transactie worden aandelen verkocht die de verkoper niet bezit. Om de verkochte aandelen te kunnen leveren leent de verkoper de aandelen van een derde. Een short positie wordt gesloten door zoveel aandelen in de markt te kopen als nodig is om eenzelfde aantal aandelen als geleend terug te leveren aan de uitlener. Daarbij kunnen, ingeval van koersstijgingen verliezen worden geleden; maken gebruik van opties of andere, al dan niet beursgenoteerde, derivaten. Deze producten kunnen zich uiterst volatiel gedragen, waardoor het gebruik een grote invloed kan hebben (zowel positief als negatief) op de waarde van de betreffende Fondsmanager. Deze technieken worden aangewend ter bescherming van het onderliggende vermogen en/of het genereren van extra inkomsten. Onder bepaalde marktomstandigheden kan toepassing daarvan echter leiden tot substantiële verliezen. Dit kan negatieve gevolgen hebben op de waarde van een Portefeuille; kunnen beleggingen uitlenen (“securities lending”). Daarbij bestaat het risico dat de inlener van de aandelen zijn verplichting tot (tijdige) teruglevering van die aandelen niet nakomt. Tegenpartijrisico Een uitgevende instelling of een andere tegenpartij kan in gebreke blijven. Bij aan-en verkooptransacties met betrekking tot financiële instrumenten zullen over het algemeen slechts kortlopende vorderingen ontstaan waardoor het risico laag is, aangezien levering plaatsvindt tegen (vrijwel) gelijktijdige ontvangst van de tegenprestatie. Voorts is er tegenpartijrisico bij valutatransacties. Deze risico’s worden beperkt door selectie van tegenpartijen met voldoende kredietwaardigheid. Het tijdelijk aantrekken van vreemd vermogen onder de in de Voorwaarden bepaalde omstandigheden ten behoeve van efficient portefeuillebeheer door de Beheerder tot maximaal 25% van de NAV van de Strategy aan vreemd vermogen mogen aantrekken kan leiden tot tegenpartijrisico. 27
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
27
Liquiditeitsrisico Het kan voorkomen dat een door een Strategy ingenomen positie niet tijdig tegen een redelijke prijs kan worden geliquideerd vanwege gebrek aan liquiditeit (onvoldoende vraag) in de markt. Sommige beleggingen, zoals deelnemingsrechten in hedge funds kunnen niet altijd tijdig tegen een redelijke prijs worden verhandeld. Derivaten, met name futures, worden dagelijks in geld afgerekend. Hierdoor is het mogelijk dat een deel van de beleggingen zal moeten worden geliquideerd om aan de cash betalingen te kunnen voldoen. Gebrek aan liquiditeit kan leiden tot het limiteren of opschorten van de uitgifte en inkoop van Participaties. Verhandelbaarheidrisico Onder bijzondere omstandigheden zal een Strategy voor korte of langere tijd geen Participaties kunnen uitgeven of inkopen. Oorzaken hiervan kunnen onder meer zijn het disfunctioneren van een of meer markten in financiële instrumenten, waaraan de beleggingen van de Strategy zijn genoteerd of opschorting van uitgifte of inkoop van deelnemingsrechten door een beleggingsinstelling waarin de Strategy belegt. Waarderingsrisico Er is een risico dat onderliggende posities op enig moment moeilijk te waarderen zullen zijn. De Fondsbeheerder kan bij bepaalde posities afhankelijk zijn van derden aangaande de informatie met betrekking tot de waarde van de posities. Afwikkelingsrisico Dit is het risico dat afwikkeling via een betalingssysteem niet plaatsvindt zoals verwacht, omdat de betaling of levering van de financiële instrumenten door een tegenpartij niet, niet tijdig of niet zoals verwacht plaatsvindt (‘settlement risk’). Risico verlies van in bewaring gegeven activa In geval van insolvabiliteit, nalatigheid of frauduleuze handelingen van de Bewaarder of een financiële instelling waar de Bewaarder een effectenrekening aanhoudt bestaat het risico van verlies van in bewaring gegeven activa. Overige risico’s Risico van (fiscale) wetswijzigingen Dit is het risico dat de fiscale behandeling van het Fonds in negatieve zin wijzigt of dat andere wetgeving tot stand komt die een negatieve invloed heeft op het Fonds en haar Participanten. Fondsstructuurrisico Een fonds voor gemene rekening is geen rechtspersoon maar een overeenkomst tussen een beheerder, een bewaarder en de participanten in dat fonds. In de Voorwaarden is bepaald dat het O&E Paraplufonds geen maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap vormt. Dit heeft volgens de meeste schrijvers als consequentie dat er geen sprake is van hoofdelijke aansprakelijkheid van de deelnemers in een dergelijk fonds en dat de crediteuren van dat fonds zich dus slechts kunnen verhalen op het vermogen van dat fonds. Volgens die schrijvers kunnen de Participanten dus niet meer verliezen dan hun inleg in het Fonds. Het is echter niet met absolute zekerheid te zeggen dat het O&E Paraplufonds onder geen enkele omstandigheid aangemerkt zal kunnen worden als een maatschap, omdat hierover geen duidelijke rechtspraak bestaat.
28
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
28
Risico's van algemene economische en politieke aard Beleggingen van een Strategy zijn onderhevig aan risico's van algemene economische aard zoals afname van economische activiteit, stijging van de rente, inflatie en stijging van grondstofprijzen. Ook kan de waarde van investeringen van een Strategy beïnvloed worden door politieke ontwikkelingen en terroristische activiteiten. Integriteitsrisico Het integriteitsrisico betreft het risico dat de integriteit van het Fonds wordt beïnvloed als gevolg van niet integere of onethische gedragingen. Binnen het Fonds is er grote aandacht voor de beheersing van risico’s op het gebied van integriteit en fraude. Screening van alle nieuwe medewerkers, functiescheidingen, vierogenprincipe en gedragscodes zijn aanwezige beheersmaatregelen bij de Beheerder, Administrateur en Bewaarder. De compliance officers van de Beheerder, Administrateur en Bewaarder houden toezicht op de naleving van de maatregelen van de beheersing van frauderisico’s. Systeemrisico Gebeurtenissen in de wereld of activiteiten van één of meer grote partijen in de financiële markten kunnen leiden tot een verstoring van het normale functioneren van die financiële markten. Hierdoor zouden grote verliezen kunnen ontstaan ten gevolge van door die verstoring verwezenlijkte liquiditeits- en tegenpartijrisico’s.
29
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
29
1.1.4
Toelichting op de balans per 30 juni 2013
1) Beleggingen De specificatie van de beleggingen van de Strategies per 30 juni 2013 zijn onder de respectievelijke toelichtingen van de afzonderlijke Strategies opgenomen. Het verloop van de beleggingen (exclusief futures) van het Fonds is als volgt:
Boekwaarde 1 januari 2013 O&E Fixed Income Strategy I O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
Aankopen
Waardeverandering Verkopen Gerealiseerd Ongerealiseerd
Boekwaarde 30 juni 2013
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
61.815.781 73.242.758 59.565.030 42.895.065 6.689.866 12.070.579
19.765.209 29.436.994 61.400.082 55.214.290 6.298.999 7.362.180
(5.172.608) (42.947.651) (32.729.234) (8.528.769) -
(73.391) 1.914.515 1.445.515 172.930 (4)
(2.010.442) (4.846.405) (2.953.171) 3.542.697 (1.038.311) 287.420
74.324.549 56.800.211 86.728.222 93.296.213 11.950.554 19.720.175
256.279.079
179.477.754
(89.378.262)
3.459.565
(7.018.212)
342.819.924
Resultaten op futures worden dagelijks afgerekend, futures kennen derhalve op 30 juni 2013 uitsluitend een niet uit de balans blijkende verplichting. Resultaten van futures (over het eerste halfjaar 2013 ad €1.537.282) in het Fonds zijn verwerkt onder gerealiseerde waardeveranderingen van de winst- en verliesrekening. De aan- en verkoopkosten zijn in de aankopen en verkopen van de beleggingen begrepen. De beheerder voert alle aan- en verkoopopdrachten ten behoeve van het Fonds uit. Hierbij hanteert zij dezelfde marktconforme voorwaarden die, gegeven de gewenste graad van kwaliteit van dienstverlening, zijn overeengekomen met vergelijkbare cliënten voor dezelfde soort diensten. 2) Fondsvermogen
Gestort en geplaatst kapitaal
O&E Fixed Income Strategy I O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
Boekwaarde 1 januari 2013 EUR 58.939.266 67.928.293 60.385.846 44.107.531 7.564.041 13.637.586
Geplaatst EUR 25.977.275 16.800.461 42.818.216 47.476.071 6.145.627 7.217.539
Ingekocht EUR 9.743.192 25.949.647 15.534.730 1.697.801 66.400 1.147.842
Boekwaarde 30 juni 2013 EUR 75.173.349 58.779.107 87.669.332 89.885.801 13.643.268 19.707.283
252.562.563
146.435.189
54.139.612
344.858.140
30
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
30
Wettelijke reserve
O&E Fixed Income Strategy I O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
Boekwaarde 1 januari 2013 EUR 25.995 29.814 21.000 15.120 2.470 5.510
Toegevoegd EUR -
99.909
Algemene reserve
O&E Fixed Income Strategy I O&E Fixed Income Strategy II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
Onttrokken EUR 4.200 4.609 2.250 1.620 260 580
Boekwaarde 30 juni 2013 EUR 21.795 25.205 18.750 13.500 2.210 4.930
13.519
86.390
-
Boekwaarde 1 januari 2013 EUR 2.542.929 (736.248) (21.000) (15.120) (2.470) (5.510)
Resultaat 2012 EUR 1.537.489 6.631.154 1.370.285 196.681 (525.340) 107.515
Overige mutaties EUR (4.198) (4.609) (2.250) (1.620) (260) (580)
Boekwaarde 30 juni 2013 EUR 4.084.616 5.899.515 1.351.535 183.181 (527.550) 102.585
1.762.581
9.317.784
-13.517
11.093.882
3) Netto-vermogenswaarde overzicht Conform regelgeving is onderstaand netto-vermogenswaarde overzicht opgesteld:
Netto-vermogenswaarde: O&E Fixed Income Strategy I - A O&E Fixed Income Strategy I - B O&E Fixed income Pool I *) O&E Fixed Income Strategy II/ -Pool II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy Netto vermogenswaarde volgens de balans
30 juni 2013
30 juni 2012
EUR
EUR
53.505.041 24.692.968 61.965.827 88.363.798 93.748.956 12.064.411 20.079.905
58.973.108 57.836.071 -
354.420.906
116.809.179
31
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
31
Aantal uitstaande participaties: O&E Fixed Income Strategy I - A O&E Fixed Income Strategy I - B O&E Fixed income Pool I *) O&E Fixed Income Strategy II/ -Pool II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
Netto-vermogenswaarde per participatie: O&E Fixed Income Strategy I - A O&E Fixed Income Strategy I - B O&E Fixed income Pool I *) O&E Fixed Income Strategy II/ -Pool II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
30 juni 2013
30 juni 2012
490.747,58 227.628,80 557.325,53 873.232,83 865.144,92 142.580,65 195.508,24
545.354,58 538.869,18 -
30 juni 2013
30 juni 2012
EUR
EUR
109,03 108,48 111,18 101,19 108,36 84,61 102,71
nvt nvt 108,14 107,33 nvt nvt nvt nvt
*) Per 30 juni 2012 heeft de Fixed Income Pool I geen verdeling naar serie A en B, derhalve is deze afzonderlijk in dit overzicht opgenomen. Fiscale status Vanwege de beperkte overdraagbaarheid van Participaties wordt het Fonds voor de vennootschapsbelasting aangemerkt als “fiscaal transparant”. Daardoor is het niet belastingplichtig voor de Nederlandse vennootschapsbelasting. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen De per balansdatum lopende futurescontracten betreffen: 174 verkochte EURO-BOBL Futures (5-jaars Duitse staatsobligaties), met een looptijd tot en met september 2013. De nominale waarde bedraagt € 17.400.000 en de koers per 30 juni 2013 is 125,20. 29 verkochte EURO-BUND Futures (10-jaars Duitse staatsobligaties), met een looptijd tot en met september 2013. De nominale waarde bedraagt € 2.900.000 en de koers per 30 juni 2013 is 141,52. 219 verkochte US-Staatsobl. Futures (5-jaars), met een looptijd tot en met september 2013. De nominale waarde bedraagt $ 21.900.000 en de koers per 30 juni 2013 is 121,05. 55 verkochte US-Staatsobl. Futures (10-jaars), met een looptijd tot en met september 2013. De nominale waarde bedraagt $ 5.500.000 en de koers per 30 juni 2013 is 126,56. De initial margin die voor deze posities aangehouden moet worden, is geblokkeerd op de dispositieruimte van de betreffende fondsen. De variation margin wordt dagelijks verrekend in de liquide middelen.
32
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
32
Uitbesteding kerntaken Ingevolge regelgeving wordt onderstaand een overzicht van de kerntaken weergegeven die door het Fonds zijn uitbesteed. In de overeenkomsten met de hierna te noemen partijen zijn onder meer voorschriften opgenomen ten aanzien van de prestatienorm, de onderlinge informatieverschaffing, de (formele) opzegtermijn en de vergoeding. Administratievoering Tot begin juli 2012 is de administratie van Oyens & Van Eeghen Fixed Income Pool I en II uitbesteed aan Caceis Netherlands N.V. Na overheveling van deze pools naar O&E Fixed Income Strategy I en II is de administratie uitbesteed aan KAS BANK N.V. KAS BANK NV is tevens de administrateur van de overige Strategies van het Fonds. De taken van de Administrateur zijn toegelicht in het jaarverslag onder hoofdstuk II paragraaf 1 ‘Profiel’. Uitvoering beleggingsbeleid De Beheerder heeft de uitvoering van het beleggingsbeleid van de Strategies uitbesteed aan Oyens & Van Eeghen N.V. is tot begin juli 2012 de beheerder van Oyens & Van Eeghen Fixed Income Pool I en II geweest en is geen sprake van uitbesteding geweest. De beheervergoeding van Oyens & Van Eeghen N.V. voor beide pools is 0,5% op jaarbasis geweest. De Beheerder van het Fonds brengt voor O&E Fixed Income Strategy I-B en O&E Fixed Income Strategy II een beheervergoeding van 0,5% op jaarbasis, maandelijks in rekening. Dit is tevens de vergoeding die de Beheerder krijgt doorbelast van Oyens & Van Eeghen N.V. Voor de overige Strategies ontvangt de Beheerder geen vergoeding voor haar werkzaamheden. De participanten van de overige Strategies hebben rechtstreeks met Oyens & Van Eeghen N.V. een beheervergoedingsafspraak voor alle beleggingen in en eventueel buiten het Fonds. De directie van de Beheerder bestaat uit R. van Wechem, CFA, CAIA, drs. J.H.N. Hoogenraad en drs. S.P.A Kok, MBA., die in dienst zijn van Oyens & Van Eeghen N.V. De taken van de Beheerder zijn toegelicht in het jaarverslag onder hoofdstuk II paragraaf 1 ‘Profiel’.
1.1.5
Toelichting op de winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2013
4) Beheerkosten De beheerkosten over het eerste halfjaar 2012 (die in rekening zijn gebracht door Oyens & van Eeghen N.V. aan Oyens & Van Eeghen Fixed Income Pool I en II) bedroegen € 283.044. De beheerkosten over het eerste halfjaar 2013 (die in rekening zijn gebracht door Oyens & van Eeghen Beheer B.V. aan O&E Fixed Income Strategy I-B en II) bedroegen € 236.512.
33
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
33
5) Overige kosten
Administrateur Caceis Netherlands B.V. Administrateur KAS BANK N.V. Accountantskosten *) Kosten Stichting bewaarbedrijf Guestos Kosten Kas-Trust Bewaarder O&E Paraplufonds B.V. Kosten toezichthouders (AFM/DNB/Oversight Entity) Custody en Bewaarloon Diversen
2013
2012
1 januari
1 januari
30 juni
30 juni
EUR
EUR
137.844 12.138 30.914 19.076 39.962 26.700
19.458 15.866 6.725 25.665 2.202
266.634
69.915
*) De accountantskosten over het eerste halfjaar 2013 hebben betrekking op het jaarverslag 2012 die in 2013 zijn verwerkt. 6) Personeel Het Fonds maakt gebruik van de diensten van een beheerder, bewaarder en administrateur en heeft zelf geen personeel in dienst. 7) Kostenratio’s Berekeningswijze De kostenratio, ofwel de “total expense ratio”, wordt afgerond op twee decimalen en wordt berekend door de totale kosten te delen door de gemiddelde intrinsieke waarde van het Fonds. De gemiddelde intrinsieke waarde van het Fonds is de som van de intrinsieke waarden gedeeld door het aantal waarnemingen. Hierbij wordt de som van de intrinsieke waarden gebaseerd op de cijfers per 31 december van het voorgaande boekjaar, 31 maart en 30 juni van het onderhavige boekjaar. Onder totale kosten worden begrepen alle kosten die in een periode van 12 maanden ten laste van het resultaat worden gebracht. De kosten van de beleggingstransacties worden buiten beschouwing gelaten.
34
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
34
Kostenratio’s per Strategy Behoudens O&E Fixed Income Strategy I, hebben de overige Strategies voor meer dan 10% van hun vermogens belegd in andere beleggingsfondsen. Alhoewel de kosten van deze beleggingsfondsen, zijnde de ‘indirecte kosten’ voor een Strategy of Strategies in de waardering van deze fondsen is verwerkt en aldus deel uitmaken van de waardeveranderingen van beleggingen, rust op het Fonds de wettelijke plicht om de kostenratio’s ook inclusief deze indirecte kosten weer te geven. De kostenratio’s per Strategy (exclusief en inclusief indirecte kosten) luiden als volgt:
Kostenratio per Strategy
O&E Fixed Income Strategy I-A O&E Fixed Income Strategy I-B O&E Fixed Income Pool 1 *) O&E Fixed Income Strategy II / -Pool II O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
1e helft 2013 1e helft 2012 exclusief exclusief indirecte indirecte kosten kosten 0,15% 0,60% nvt 0,64% 0,17% 0,17% 0,31% 0,28%
nvt nvt 0,66% 0,66% nvt nvt nvt nvt
1e helft 2013 inclusief indirecte kosten
1e helft 2012 inclusief indirecte kosten
0,15% 0,60% nvt 1,33% 0,90% 1,03% 1,48% 0,28%
nvt nvt 0,66% 1,38% nvt nvt nvt nvt
O&E Fixed Income Strategy I belegt niet in andere beleggingsfondsen en heeft daardoor geen indirecte kosten. Van de meeste beleggingen in de O&E Hedge Fund Strategy is geen TER bekend en kan geen betrouwbare kosteninschatting gemaakt worden; ook deze kostenratio is derhalve ongewijzigd ten opzichte van kostenratio exclusief indirecte kosten. Van de kosten van de beleggingsfondsen is een schatting gemaakt door een gewogen gemiddelde te berekenen van de ‘total expense ratio’ (TER) van de beleggingen van de Strategy die groter zijn dan 10% in een bepaald beleggingsfonds. Omdat de meeste fondsen nog geen TER over het eerste halfjaar 2013 hebben gepubliceerd is als bron de TER van deze beleggingsfondsen die in Bloomberg vermeld staat gekozen. Bloomberg gebruikt de laatst bekende TER (bijvoorbeeld gebaseerd op jaarverslag 2012, halfjaarbericht of prospectus van het beleggingsfonds). Kostenratio van het Fonds De kostenratio van het Fonds (inclusief indirecte kosten) over het eerste halfjaar 2013 bedraagt 0,90%, waarvan 16% ten gunste van Oyens & Van Eeghen N.V. (via de Beheerder) is gekomen. In het verslagjaar per 30 juni 2012 (met betrekking tot Fixed Income Pool I en II) was dit respectievelijk 0,99% en 49%.
35
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
35
8) Portfolio turnover ratio Berekeningswijze De portfolio turnover ratio (omloopfactor), geeft de omloopsnelheid van de activa weer en wordt als volgt berekend: [(T1 – T2) / X] * 100 T1: het totaalbedrag aan effectentransacties (effectenaankopen + effectenverkopen) van het Fonds gedurende de verslagperiode. T2: het totaalbedrag aan transacties (uitgifte + inkopen) van participatierechten van het Fonds gedurende de verslagperiode. X: de gemiddelde intrinsieke waarde van het Fonds. Dit is de som van de intrinsieke waarden gedeeld door het aantal waarnemingen. Hierbij wordt de som van de intrinsieke waarden gebaseerd op de cijfers per 31 december van het voorgaande boekjaar, 31 maart en 30 juni van het onderhavige boekjaar. Portfolio turnover ratio van het Fonds De portfolio turnover ratio van het Fonds laat het volgende beeld zien:
Stand per 30 juni 2013
Totaalbedrag effectentransacties Totaalbedrag kapitaalmutaties Gemiddelde intrinsieke waarde
30 juni 2013 6 maanden
Portfolio turnover ratio per Strategy O&E Fixed Income Strategy I/ Pool I *) O&E Fixed Income Strategy II/ Pool II *) O&E Fixed Income Strategy III O&E Global Equity Strategy O&E Commodity Strategy O&E Hedge Fund Strategy *)
30 juni 2012 6 maanden
EUR
EUR
268.856.016 200.574.801
76.185.252 56.075.569
321.419.871
Portfolio turnover ratio
Stand per 30 juni 2012
109.786.192 21,24
18,32
1e helft 2013
1e helft 2012
(15,40) 40,20 44,22 18,03 0,80 (5,96)
42,21 (10,51) nvt nvt nvt nvt
*) De omloopsnelheden van de O&E Fixed Income Strategy I, O&E Hedge Fund Strategy en O&E Fixed Income Pool II zijn negatief, omdat er meer participatierechten zijn uitgegeven, dan dat er effectentransacties zijn geweest.
36
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
36
2 O&E FIXED INCOME STRATEGY I
37
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
37
O&E FIXED INCOME STRATEGY I 2.1
Balans per 30 juni 2013
voor resultaatbestemming
ACTIVA Beleggingen Staatsobligaties Vorderingen Effectentransacties Overige vorderingen en overlopende activa Overige activa Immateriële vaste activa Liquide middelen
Totaal Activa
PASSIVA Fondsvermogen Participantenvermogen Wettelijke reserve Algemene reserve Onverdeeld resultaat
Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Effectentransacties Overige schulden en overlopende passiva
Totaal Passiva
2013
2012
30 juni
30 juni
EUR
EUR
74.324.549
58.286.943
1.000 1.446.087 1.447.087
1.199.015 1.199.015
21.796 2.514.402 2.536.198
5.825 1.622.833 1.628.658
78.307.834
61.114.616
75.173.349 21.796 4.084.615 (1.081.751) 78.198.009
56.161.109 5.825 2.563.099 243.075 58.973.108
35.754 74.071 109.825
107.120 1.044.979 989.409 2.141.508
78.307.834
61.114.616
38
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
38
O&E FIXED INCOME STRATEGY I 2.2
Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2013
Beleggingsresultaat Opbrengsten uit beleggingen Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen
Overige opbrengsten Interest Toe- en uittredingsprovisie Overige opbrengsten
Som der opbrengsten Lasten Interest Beheerkosten Afschrijving immateriële vaste activa Overige kosten Som der lasten Resultaat
2013
2012
1 januari
1 januari
30 juni
30 juni
EUR
EUR
872.513 161.429 (2.010.442)
892.054 (219.658) (236.295)
(976.500)
436.101
3 2.160 -
848 3.807 -
2.163
4.655
(974.337)
440.756
45 56.180 4.199 46.990 107.414
3.627 154.723 1.794 37.537 197.681
(1.081.751)
243.075
39
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
39
O&E FIXED INCOME STRATEGY I 2.3
Toelichting op de balans per 30 juni 2013
Het verloop van de beleggingen gedurende de verslagperiode is als volgt:
Beleggingen Staatsobligaties 1 januari Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat 30 juni
2013
2012
EUR
EUR
61.815.781 19.765.209 (5.172.608) (73.391) (2.010.442) 74.324.549
59.565.577 24.888.628 (25.931.228) 321.282 (557.316) 58.286.943
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Per 30 juni 2013 heeft de O&E Fixed Income Strategy I de volgende positie in futures: 96 verkochte EURO-BOBL Futures (5-jaars Duitse staatsobligaties), met een looptijd tot en met september 2013. De nominale waarde bedraagt € 9.600.000 en de koers per 30 juni 2013 is 125,20. 17 verkochte EURO-BUND Futures (10-jaars Duitse staatsobligaties), met een looptijd tot en met september 2013. De nominale waarde bedraagt € 1.700.000 en de koers per 30 juni 2013 is 141,52.
40
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
40
3 O&E FIXED INCOME STRATEGY II
41
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
41
O&E FIXED INCOME STRATEGY II 3.1
Balans per 30 juni 2013
voor resultaatbestemming
ACTIVA Beleggingen Obligatiebeleggingsfondsen Overige activa Immateriële vaste activa Liquide middelen
Totaal Activa
PASSIVA Fondsvermogen Participantenvermogen Wettelijke reserve Algemene reserve Onverdeeld resultaat
Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Effectentransacties Overige schulden en overlopende passiva
Totaal Passiva
2013
2012
30 juni
31 december
EUR
EUR
56.800.211
58.847.860
25.204 7.741.673 7.766.877
5.953 3.187.865 3.193.818
64.567.088
62.041.678
58.779.107 25.204 5.899.516 (2.738.000) 61.965.827
55.809.357 5.953 (712.387) 2.733.148 57.836.071
2.503.006 98.255 2.601.261
135.000 1.700.820 2.369.787 4.205.607
64.567.088
62.041.678
42
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
42
O&E FIXED INCOME STRATEGY II 3.2
Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2013
Beleggingsresultaat Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen op beleggingen Ongerealiseerde waardeveranderingen op RC
Overige opbrengsten Interest Toe- en uittredingsprovisie Overige opbrengsten
Som der opbrengsten Lasten Interest Beheerkosten Afschrijving immateriële vaste activa Overige kosten Som der lasten Resultaat
2013
2012
1 januari
1 januari
30 juni
30 juni
EUR
EUR
2.340.416 (4.846.405) (10.623)
(278.049) 3.164.976 -
(2.516.612)
2.886.927
2.653 18.922
34 2.657 7.227
21.575
9.918
(2.495.037)
2.896.845
116 180.332 4.610 57.905 242.963
1.027 128.321 1.971 32.378 163.697
(2.738.000)
2.733.148
43
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
43
O&E FIXED INCOME STRATEGY II 3.3
Toelichting op de balans per 30 juni 2013
Het verloop van de beleggingen gedurende de verslagperiode is als volgt:
Beleggingen Obligatiebeleggingsfondsen 1 januari Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat 30 juni
2013
2012
EUR
EUR
73.242.758 29.436.994 (42.947.651) 1.914.515 (4.846.405) 56.800.211
40.703.171 20.217.376 (5.148.020) 307.317 2.768.016 58.847.860
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Per 30 juni 2013 heeft de O&E Fixed Income Strategy II de volgende positie in futures: 19 verkochte EURO-BOBL Futures (5-jaars Duitse staatsobligaties), met een looptijd tot en met september 2013. De nominale waarde bedraagt € 1.900.000 en de koers per 30 juni 2013 is 125,20. 4 verkochte EURO-BUND Futures (10-jaars Duitse staatsobligaties), met een looptijd tot en met september 2013. De nominale waarde bedraagt € 400.000 en de koers per 30 juni 2013 is 141,52. 67 verkochte US-Staatsobl. Futures (5-jaars), met een looptijd tot en met september 2013. De nominale waarde bedraagt $ 6.700.000 en de koers per 30 juni 2013 is 121,05. 16 verkochte US-Staatsobl. Futures (10-jaars), met een looptijd tot en met september 2013. De nominale waarde bedraagt $ 1.600.000 en de koers per 30 juni 2013 is 126,56. Belangen groter dan 20% Pimco Global Investment Grade Credit Fund (deze paragraaf verder ‘het Pimco fonds’) Het O&E Fixed Income Strategy II heeft meer dan 20% van haar belegd vermogen geïnvesteerd in het Pimco fonds. Het laatste jaarverslag is te vinden op de website van het Fonds: www.oeplu.com onder Strategies, O&E Fixed income Strategy II. Bij de start van de verslagperiode was het belang 32%, per 30 juni 2013 is het belang dat de Strategy heeft belegd in het Pimco fonds 23% ofwel € 13,3 miljoen. Het Pimco fonds belegt in bedrijfsobligaties wereldwijd en is gehedged in EUR. Er zijn geen specifieke afspraken tussen de O&E Fixed Income Strategy II en het Pimco fonds. Het Pimco fonds staat onder toezicht in Ierland. Kempen Euro Credit Fund (deze paragraaf verder ‘het Kempen fonds’) Het O&E Fixed Income Strategy II heeft gemiddeld 20% of meer van haar belegd vermogen geïnvesteerd in het Kempen fonds. Het laatste jaarverslag is te vinden op de website van het Fonds: www.oeplu.com onder Strategies, O&E Fixed income Strategy II. Per 30 juni 2013 is het belang dat de Strategy heeft belegd in het Kempen fonds 20% ofwel € 12,3 miljoen. Het Kempen fonds belegt in Euro genoteerde bedrijfsobligaties. Er zijn geen specifieke afspraken tussen de O&E Fixed Income Strategy II en het Kempen fonds. Het Kempen fonds staat onder toezicht in Luxemburg.
44
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
44
4 O&E FIXED INCOME STRATEGY III
45
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
45
O&E FIXED INCOME STRATEGY III 4.1
Balans per 30 juni 2013
voor resultaatbestemming 2013 30 juni
ACTIVA Beleggingen Obligatiebeleggingsfondsen Vorderingen Effectentransacties Overige activa Immateriële vaste activa Liquide middelen
Totaal Activa
PASSIVA Fondsvermogen Participantenvermogen Wettelijke reserve Algemene reserve Onverdeeld resultaat
Kortlopende schulden Effectentransacties Overige schulden en overlopende passiva
Totaal Passiva
EUR
86.728.222
3.000 3.000 18.750 1.777.117 1.795.867 88.527.089
87.669.332 18.750 1.351.535 (675.819) 88.363.798
99.785 63.506 163.291 88.527.089
46
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
46
O&E FIXED INCOME STRATEGY III 4.2
Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2013 2013 1 januari 30 juni EUR
Beleggingsresultaat Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen
2.322.076 (2.953.171) (631.095)
Overige opbrengsten Toe- en uittredingsprovisie Overige opbrengsten
1.598 18.556 20.154
Som der opbrengsten Lasten Interest Afschrijving immateriële vaste activa Overige kosten Som der lasten Resultaat
(610.941)
958 2.250 61.670 64.878 (675.819)
47
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
47
O&E FIXED INCOME STRATEGY III 4.3
Toelichting op de balans per 30 juni 2013
Het verloop van de beleggingen gedurende de verslagperiode is als volgt:
2013 Beleggingen Obligatiebeleggingsfondsen 1 januari Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat 30 juni
EUR
59.565.030 61.400.082 (32.729.234) 1.445.515 (2.953.171) 86.728.222
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Per 30 juni 2013 heeft de O&E Fixed Income Strategy II de volgende positie in futures: 59 verkochte EURO-BOBL Futures (5-jaars Duitse staatsobligaties), met een looptijd tot en met september 2013. De nominale waarde bedraagt € 5.900.000 en de koers per 30 juni 2013 is 125,20. 8 verkochte EURO-BUND Futures (10-jaars Duitse staatsobligaties), met een looptijd tot en met september 2013. De nominale waarde bedraagt € 800.000 en de koers per 30 juni 2013 is 141,52. 152 verkochte US-Staatsobl. Futures (5-jaars), met een looptijd tot en met september 2013. De nominale waarde bedraagt $ 15.200.000 en de koers per 30 juni 2013 is 121,05. 39 verkochte US-Staatsobl. Futures (10-jaars), met een looptijd tot en met september 2013. De nominale waarde bedraagt $ 3.900.000 en de koers per 30 juni 2013 is 126,56.
Belangen groter dan 20% Pimco Global Investment Grade Credit Fund (deze paragraaf verder ‘het Pimco fonds’) Het O&E Fixed Income Strategy III heeft meer dan 20% van haar belegd vermogen geïnvesteerd in het Pimco fonds. Het laatste jaarverslag is te vinden op de website van het Fonds: www.oeplu.com onder Strategies, O&E Fixed income Strategy III. Bij de start van de verslagperiode was het belang 24,6%, per 30 juni 2013 is het belang dat de Strategy heeft belegd in het Pimco fonds 28,6% ofwel € 25,2 miljoen. Het Pimco fonds belegt in bedrijfsobligaties wereldwijd en is gehedged in EUR. Er zijn geen specifieke afspraken tussen de O&E Fixed Income Strategy III en het Pimco fonds. Het Pimco fonds staat onder toezicht in Ierland.
48
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
48
5 O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY
49
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
49
O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY 5.1
Balans per 30 juni 2013
voor resultaatbestemming 2013 30 juni
ACTIVA Beleggingen Aandelenbeleggingsfondsen Vorderingen Effectentransacties Overige vorderingen en overlopende activa Overige activa Immateriële vaste activa Liquide middelen
Totaal Activa
PASSIVA Fondsvermogen Participantenvermogen Wettelijke reserve Algemene reserve Onverdeeld resultaat
Kortlopende schulden Effectentransacties Overige schulden en overlopende passiva
Totaal Passiva
EUR
93.296.213
1.872.720 1.872.720 13.500 3.207.824 3.221.324 98.390.257
89.885.801 13.500 183.181 3.666.474 93.748.956
4.587.933 53.368 4.641.301 98.390.257
50
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
50
O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY 5.2
Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2013 2013 1 januari 30 juni EUR
Beleggingsresultaat Opbrengsten uit beleggingen Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen
7 172.930 3.542.697 3.715.634
Overige opbrengsten Toe- en uittredingsprovisie Overige opbrengsten
2.019 13.077 15.096
Som der opbrengsten Lasten Interest Afschrijving immateriële vaste activa Overige kosten Som der lasten Resultaat
3.730.730
42 1.620 62.594 64.256 3.666.474
51
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
51
O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY 5.3 oelichting op de balans per 30 juni 2013
T
Het verloop van de beleggingen gedurende de verslagperiode is als volgt:
2013 Beleggingen Aandelenbeleggingsfondsen 1 januari Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat 30 juni
EUR
42.895.065 55.214.290 (8.528.769) 172.930 3.542.697 93.296.213
Belangen groter dan 20% iShares S&P 500 EUR Hedged (in deze paragraaf verder ‘het iShares fonds’) De O&E Global Equity Strategy heeft meer dan 20% van haar belegd vermogen geïnvesteerd in iShares fonds, dat verhandeld wordt op NYSE Euronext Amsterdam. Het laatste jaarverslag van het iShares fonds is te vinden op de website van het Fonds www.oeplu.com of op http://nl.ishares.com/nl/rc/producten/IUSE:LSE. Bij de start van de verslagperiode was het belang 22,7%, per 30 juni 2013 is het belang dat de Strategy heeft belegd in het iShares fonds 24,4% ofwel € 22,8 miljoen. Het iShares fonds repliceert de S&P 500 index en hedged het valutarisico naar Euro. Er zijn geen specifieke afspraken tussen de O&E Global Equity Strategy en het iShares fonds.
52
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
52
6 O&E COMMODITY STRATEGY
53
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
53
O&E COMMODITY STRATEGY 6.1
Balans per 30 juni 2013
voor resultaatbestemming 2013 30 juni
ACTIVA Beleggingen Beleggingsfondsen in Commodities Vorderingen Effectentransacties Overige vorderingen en overlopende activa Overige activa Immateriële vaste activa Liquide middelen
Totaal Activa
PASSIVA Fondsvermogen Participantenvermogen Wettelijke reserve Algemene reserve Onverdeeld resultaat
Kortlopende schulden Overige schulden en overlopende passiva
Totaal Passiva
EUR
11.950.554
2.210 118.421 120.631 12.071.185
13.643.268 2.210 (527.550) (1.053.517) 12.064.411
6.774 6.774 12.071.185
54
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
54
O&E COMMODITY STRATEGY 6.2
Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2013 2013 1 januari 30 juni EUR
Beleggingsresultaat Ongerealiseerde waardeveranderingen
(1.038.311) (1.038.311)
Overige opbrengsten Toe- en uittredingsprovisie Overige opbrengsten
12 653 665
Som der opbrengsten Lasten Afschrijving immateriële vaste activa Overige kosten Som der lasten Resultaat
(1.037.646)
260 15.611 15.871 (1.053.517)
55
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
55
O&E COMMODITY STRATEGY 6.3
Toelichting op de balans per 30 juni 2013
Het verloop van de beleggingen gedurende de verslagperiode is als volgt:
2013 Beleggingen Beleggingsfondsen in Commodities 1 januari Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat 30 juni
EUR
6.689.866 6.298.999 (1.038.311) 11.950.554
Belangen groter dan 20% De O&E Commodity Strategy heeft 3 investeringen van meer dan 20% van haar belegd vermogen in andere beleggingsfondsen, te weten:
Russell OpenWorld Commodities Long/Neutral Strategy Threadneedle Enhanced Commodities Barclays Capital Backwardation Long Only Index Russell OpenWorld Commodities Long/Neutral Strategy (in deze paragraaf verder ‘het Russell fonds’) Het laatste jaarverslag van het Russell fonds is te vinden op de website van het Fonds www.oeplu.com of op http://www.openworldinvesting.com/fund_info/. Bij de start van de verslagperiode was het belang 34,4%, per 30 juni 2013 is het belang dat de Strategy heeft belegd Russell OpenWorld Commodities Long/Neutral Strategy 21,5% ofwel € 2,6 miljoen. Het Russell fonds belegt via futures in 11 commodity klassen die maandelijks worden gerebalanced volgens bepaalde objectieve algoritmes. Er zijn geen specifieke afspraken tussen de O&E Global Equity Strategy en het Russell fonds. Het Russell fonds staat onder toezicht in Ierland. Threadneedle Enhanced Commodities (in deze paragraaf verder ‘het Threadneedle fonds’) Het laatste jaarverslag van het Threadneedle fonds is te vinden op de website van het Fonds www.oeplu.com of op http://www.threadneedle.nl/en/Funds/Document-Centre/Legal-Documents/. Bij de start van de verslagperiode was het belang 39,5%, per 30 juni 2013 is het belang dat de Strategy heeft belegd Threadneedle Enhanced Commodities 42,9% ofwel € 5,2 miljoen. Het Threadneedle fonds belegt via derivaten in basis metalen, energieproducten, graan, vee, edelmetalen en soft commodities. De retrocessies van 0,30% komen ten goede aan de Strategy. Het Threadneedle fonds staat onder toezicht in Luxemburg.
56
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
56
Barclays Capital Backwardation Long Only Index (in deze paragraaf verder ‘het Barclays fonds’) Het Barclays fonds heeft nog geen jaarverslag, omdat het nog geen jaar bestaat. Informatie is te vinden op de volgende link: http://www.fundsadvisory.barclays.com/Home/Funds/FundsView.html?tab=fundOverview&isin=LU0772672126.
Bij de start van de verslagperiode was het belang 23,5%, per 30 juni 2013 is het belang dat de Strategy heeft belegd in Barclays Capital Backwardation Long Only Index 34,7% ofwel € 4,2 miljoen. Het Barclays fonds belegt in energieproducten, basis en edelmetalen, graan, soft commodities en vee. De retrocessies van 0,10% komen ten goede aan de Strategy. In 2013 zullen de retrocessies vervallen als gevolg van een wijziging van de feestructuur van het Barclays fonds. Het Barclays fonds staat onder toezicht in Luxemburg.
57
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
57
7 O&E HEDGE FUND STRATEGY
58
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
58
O&E HEDGE FUND STRATEGY 7.1
Balans per 30 juni 2013
voor resultaatbestemming 2013 30 juni
ACTIVA Beleggingen Hedge Funds Vorderingen Effectentransacties Overige vorderingen en overlopende activa Overige activa Immateriële vaste activa Liquide middelen
Totaal Activa
PASSIVA Fondsvermogen Participantenvermogen Wettelijke reserve Algemene reserve Onverdeeld resultaat
Kortlopende schulden Effectentransacties Overige schulden en overlopende passiva
Totaal Passiva
EUR
19.720.175
266.665 266.665 4.930 254.694 259.624 20.246.464
19.707.283 4.930 102.585 265.107 20.079.905
166.559 166.559 20.246.464
59
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
59
O&E HEDGE FUND STRATEGY 7.2
Winst- en verliesrekening over het eerste halfjaar 2013
2013 1 januari 30 juni EUR
Beleggingsresultaat Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen
(4) 287.419 287.415
Overige opbrengsten Interest Toe- en uittredingsprovisie Overige opbrengsten
673 673
Som der opbrengsten Lasten Interest Afschrijving immateriële vaste activa Overige kosten Som der lasten Resultaat
288.088
537 580 21.864 22.981 265.107
60
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
60
O&E HEDGE FUND STRATEGY 7.3
Toelichting op de balans per 30 juni 2013
Het verloop van de beleggingen gedurende de verslagperiode is als volgt:
2013 Beleggingen Hedge Funds 1 januari Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat 30 juni
EUR
12.070.579 7.362.180 (4) 287.420 19.720.175
Belangen groter dan 20% De O&E Hedge Fund Strategy heeft 4 investeringen van meer dan 20% van haar belegd vermogen in andere beleggingsfondsen, te weten:
Ssaris MMAR Sail Topaz Liongate Multi Strategy Fund Lyxor Diversified Fund Ssaris MMAR (in deze paragraaf verder ‘het Ssaris fonds’) Het laatste jaarverslag van het Ssaris fonds is te vinden op de website van het Fonds www.oeplu.com. Bij de start van de verslagperiode was het belang 25%, per 30 juni 2013 is het belang dat de Strategy heeft belegd in Ssaris MMAR 20,7% ofwel € 4,1 miljoen. Het Ssaris fonds belegt in diverse strategieën, die een lage correlatie vertonen met de financiële markten. Er zijn geen specifieke afspraken tussen de O&E Hedge Fund Strategy en het Ssaris fonds. Het Ssaris fonds staat niet onder toezicht, de beheerder (State Street) staat onder toezicht in de Verenigde Staten. Sail Topaz (in deze paragraaf verder ‘het Sail Topaz fonds’) Informatie van dit Sail Topaz fonds, die in het bezit is van de beheerder, mag niet publiekelijk verstrekt worden. Bij de start van de verslagperiode was het belang 28,4%, per 30 juni 2013 is het belang dat de Strategy heeft belegd in Sail Topaz gedaald onder de 20%. Liongate Multi Strategy Fund (in deze paragraaf verder ‘het Liongate fonds’) Informatie van dit Liongate fonds, die in het bezit is van de beheerder, mag niet publiekelijk verstrekt worden. Bij de start van de verslagperiode was het belang 23,1%, per 30 juni 2013 is het belang dat de Strategy heeft belegd in Liongate Multi Strategy Fund gedaald onder de 20%.
61
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
61
Amsterdam, 30 augustus 2013 De beheerder, Oyens & Van Eeghen Beheer B.V.
________________________ R. van Wechem, CFA, CAIA Directeur
____________________ drs. J.H.N. Hoogenraad Directeur
62
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
62
IV.
OVERIGE GEGEVENS
1 Geen controleverklaring van de onafhankelijke accountant De cijfers in dit halfjaarbericht zijn niet door de onafhankelijke accountant gecontroleerd.
2 Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen materiële gebeurtenissen na balansdatum geconstateerd.
63
Halfjaarbericht 2013 O&E Paraplufonds
63