O DEON Magazine van De Nederlandse Opera 23ste jaargang / nr. 88 mrt/apr/mei 2013
88
8
L’amour des trois oranges Sergej Prokofjev
14
Die Walküre Richard Wagner
24
La traviata Giuseppe Verdi
2
3
Zin in stilte… Column
Zowel voor als na de voorstelling serveren wij speciaal voor u het theatermenu a € 32,50. U bent uiteraard ook van harte welkom voor de lunch. Tegen inlevering van deze advertentie ontvangt u één glas bubbels in combinatie met het theater menu. Één glas per persoon. Geldig tot 31-3-2013. Openingstijden keuken: Lunch: maandag t/m vrijdag van 12.00 - 15.00 uur zondag vanaf 13.00 uur. | Diner: zondag t/m woensdag van 17.30 - 23.30 uur donderdag t/m zaterdag van 17.30 - 24.00 uur. Brasserie FLO Amsterdam | Amstelstraat 9, 1017 DA Amsterdam | Tel.: +31 (0)20 890 4757 | Mail: info@floamsterdam.nl | www.floamsterdam.nl FLO-theatermenu-odeon-17okt.indd 1
18-10-12 11:54
Het lidmaatschap van de Vrienden biedt u: u bent geïnteresseerd in opera? u bent een regelmatig bezoeker van dno?
* Exclusief Vriendenabonnement
u wilt daarom graag meer betrokken zijn bij dno?
* Voorbespreking plaatskaarten
De Vereniging Vrienden van De Nederlandse Opera biedt u daartoe de gelegenheid. De Vereniging is nauw betrokken bij De Nederlandse Opera, steunt DNO op allerlei manieren en wil de belangstelling voor opera in het algemeen bevorderen.
* Operafilmavonden
Contributie per seizoen: Individueel lidmaatschap Gezinslidmaatschap (2 personen) Donateur (minimaal) Fidelio (t/m 29 jaar)
* Meerdaagse operareizen
€ 35,€ 65,€ 100,€ 20,-
* Literaire avonden * Eendaagse operareizen
* Vriendenbulletin * Prix d’Amis | Kerstmatinee * Fotojaarboek DNO
ABN Amro: 43.40.57.207
vrienden van de nederlandse opera Vrienden van De Nederlandse Opera Waterlooplein 22 1011 PG Amsterdam telefoon: (020) 5518282 fax: (020) 6250920 e-mail:
[email protected] www.vriendenvdopera.demon.nl
Fidelio, dé vereniging voor jonge operafans Jonge mensen t/m 29 jaar kunnen lid worden van Fidelio, Jonge Vrienden van De Nederlandse Opera. Voor deze groep worden speciale activiteiten georganiseerd.
Ik sprak onlangs in de foyer van de Stopera een wat oudere vrouw. Tijdens de pauze van Die Zauberflöte stapte ze op mij en mijn vrouw af en vroeg: ‘Wat doet een opera met u?’ Ik moest een beetje lachen want ik vond het een nogal directe vraag. Ook een vraag waar je niet meteen een antwoord op zou weten. Wat doet een opera met me? Ik stelde een wedervraag: ‘Waarom wilt u dat weten?’ De vrouw antwoordde: ‘Ik ben met een onderzoek bezig over het nut van opera. Zo’n voorstelling als vanavond kost ontzettend veel geld en als bezoekers van zo’n voorstelling het nut er niet van inzien, is het gewoon weggegooid geld. Ik ben zelf niet tegen opera maar ik vind bijvoorbeeld kinderopvang veel belangrijker. En op de zorg voor demente bejaarden mag ook niet bezuinigd worden. En nou nog een keer mijn vraag: wat doet opera met u?’ Ik keek mijn vrouw aan en beiden beseften we dat we hier met een damesdrammer te maken hadden. Ik vroeg zo vriendelijk mogelijk: ‘Vindt u dat opera nut moet hebben?’ De vrouw werd ongeduldig en zei: ‘Ja, vind ik wel. Het moet je iets doen, je moet er een beter mens van worden waardoor je in de maatschappij ook beter functioneert. Op die manier breng je geld in het laatje van de maatschappij. Er gaat heel veel subsidie naar de opera en als de opera voor het publiek geen nut heeft dan is het weggegooid geld. U weet net zo goed als ik dat we in deze tijd allemaal de broekriem aan moeten halen. Maar goed, als u geen antwoord wilt geven op mijn simpele vraag wat opera met u doet, dan trek ik zelf mijn conclusie: het doet u niks. U bent hier alleen maar om wat met anderen te kwekken, om te netwerken, om te lanterfanten.’ De dramvrouw sprak op een zeurderige, scherpe dreuntoon en zij wist met haar betoog woede in mij op te wekken. Ik wilde wat zeggen maar mijn vrouw Geurtie was eerder: ‘Wat bent u een opdringerig wezen en wat trekt u snel foute conclusies. Ik vraag me af wat u hier eigenlijk doet, hoe u hier binnengekomen bent en waarom u onze pauze wilt verpesten.’ De ogen van de vrouw spuwden vuur. ‘Ik stel gewoon een hele simpele vraag en u weigert daar antwoord op te geven. U bent bezig mijn werk te verpesten want ik had nog veel meer mensen willen vragen. Ik verpest niet uw pauze maar u verpest mijn pauze.’ Mijn vrouw kon zich niet inhouden en zei: ‘U bent niet goed bij uw hoofd en daar wil ik het bij laten.’ De vrouw raakte buiten zinnen, er verschenen schuimvlokken rondom haar lippen en ze maakte aanstalten om mijn vrouw te slaan. Nog net op tijd kon ik haar in
bedwang houden. Van alle kanten schoten mensen ons te hulp. De vrouw begon te tieren over recht op vrijheid van meningsuiting en dat ik een dominee van lik-me-reet was en mijn vrouw een hoer. Het werd een onverkwikkelijke gebeurtenis die ik eigenlijk zo gauw mogelijk had willen vergeten, ware het niet dat deze vrouw symbool staat voor drammerige mensen die alles maar onder woorden willen brengen en overal het nut van in willen zien. En voortdurend appels met peren vergelijken. En ook altijd een snel antwoord van je eisen. En als je wat aarzelt, dan vinden ze je verdacht en al gauw een lamlul. Hebt u dat ook, dat je de neiging krijgt om tegenovergesteld te reageren van wat er van je verwacht wordt? ‘Wat is het nut van opera?’ ‘Nul!’ ‘Bent u gelukkig?’ ‘Nee!’ Helemaal niets zeggen kan ook fijn zijn. Niet zeggen wat er door je heen gaat tijdens en na afloop van een indrukwekkende opera, zoals Die Zauberflöte. Zoals het ook zo fijn is om niet te vertellen wat er door je heen gaat na een heerlijke liefdesnacht. Wat er door je heen gaat bij het aanschouwen van een mooi kunstwerk. Het lijkt me heerlijk om in 2013 veel te zwijgen. Veel mensen hebben tegenwoordig de neiging om essentiële gevoelens kapot te praten. Probeer niet alles onder woorden te brengen. En geef een ander ook de ruimte om te zwijgen. Als iemand ’s wat stil is, vraag dan niet meteen: ‘Is er wat?’ Geef geen antwoord op impertinente vragen. Loop weg bij mensen die jouw pauze willen bederven. Loop ook weg bij mensen die jouw leven willen bederven. Durf jezelf te beschermen. Durf ook in 2013 grenzeloos en met volle teugen te genieten. Ik wens u een fijne voortzetting en een aangenaam etensmaal.
Dominee Eppe Gremdaat
PS: gelukkig zaten we op tijd in de zaal om het gedeelte na de pauze te aanschouwen.
Wagner 200
4
5
Muziek om lang mee te leven
Die Wälkure (Foto: Ruth Walz)
Lang. Luid. Bombastisch. Zwaar. Moeilijk. Richard Wagner. Radio4-presentator Hans Haffmans vertelt: ‘Laatst kocht ik een donkerrode en loodzware wijn bij mijn plaatselijke specialist. Met hem heb ik het vaak over het karakter van wijn, waarvan hij meer weet dan ik en we vertalen dat dan wel eens naar muziek, waar ik weer iets vaker in duik. Hij typeerde de fles als een Wagner. Voor hen die Wagner niet gehoord hebben, is hij voorbaat al zwaar. De Ring bij DNO bewijst voor mij keer op keer het tegendeel.’ Richard Wagner jubileert in 2013: tweehonderd jaar geleden werd hij geboren. De echte liefhebbers zagen in de loop der jaren de meeste van zijn opera’s bij DNO voorbij komen. En het aantal liefhebbers breidde zich daarbij flink uit. Hans Haffmans zei het al: Wagner is niet zwaar. Of in elk geval niet té zwaar en dat hebben nieuwe luisteraars ontdekt. Zoals de zestienjarige Laura Laman. Met een voorliefde voor alternatieve rock, independent, punk-rock en klassieke muziek, zette Laura haar zinnen op Das Rheingold, de eerste van de vier opera’s die samen Der Ring des Nibelungen vormen: ‘Mijn ouders zouden er sowieso al heen gaan en waren daar erg enthousiast over. Ze dachten dat het te ingewikkeld voor mij zou zijn, maar ik was zo benieuwd door alle verhalen die ik erover hoorde dat ik ze heb overgehaald mij mee te nemen.’ Het werd een spannende avond: ‘Een moment waar ik bijna vergat te ademen was toen we afdaalden naar de smederij, met prachtige licht- en geluidseffecten van metaal (heavy metal!). Ook een kippenvelmoment was de opkomst van Erda: dat was echt onbeschrijfelijk mooi, heel erg indrukwekkend. Ik kan me nu heel goed het gevoel voorstellen als er een echte godin voor je komt te staan, zo voelde het toen Erda opkwam.’
Enkeltje orkestbak
Volgens Haffmans speelt de productie een grote rol in de aantrekkingskracht van de Ring op het publiek: ‘Pierre Audi duidt de karakters met meesterlijke hand en decorontwerper George Tsypin maakt van de toeschouwer-op-afstand een deelgenoot van het drama. De decors zijn geen zetstukken op een of ander toneel, de hele zaal is het toneel. Waar je ook zit, lijkt het wel een adventure seat te zijn. Je moet luisteren en kijken en erbij zijn. Er is geen andere optie.’ Ook niet voor de zangers, die in deze Ring wel heel dicht bij het publiek komen. Sopraan Lisette Bolle, vorig seizoen Knappe en Blumenmädchen in Parsifal, stond dit seizoen in Das Rheingold als Woglinde, een van de drie Rijndochters: ‘Ik ben me ervan bewust dat er publiek is, maar probeer me toch te concentreren op dat wat er op het podium speelt. Er is slechts één moment dat ik het publiek zie en dat is als ik op die enorme glasplaat op mijn rug lig en naar boven kijk. Die mensen daar, in die adventure seats, dat moet toch wel een bijzondere operaervaring voor ze zijn.’
Götterdämmerung (Foto: Monika Rittershaus)
Das Rheingold (Foto: Marco Borggreve)
De radiomaker, de Tolkienkenner, het orkestlid, de Rijndochter, het koorlid en twee Wagnernovicen: Wagner bij De Nederlandse Opera vanuit zeven verschillende oogpunten.
dichte rook, half op de tast achter een gaasmasker rond moesten bewegen.’ Fiselier maakte in de loop der jaren diverse producties mee. Is de gedragen sfeer van Parsifal voor koorleden al heel anders dan de levendigheid van Die Meistersinger (‘Je gaat met een heel andere energie de bühne op.’), de opvatting van de regisseur speelt natuurlijk ook mee: ‘Wat bij de vorige productie van Die Meistersinger opviel, was dat ondanks het massale aspect iedereen van regisseur Harry Kupfer een taak en een doel kreeg in zijn enscenering – totaal logisch met de tekst en de muziek van Wagner en dat bleef eigenlijk de hele lange opera door zo.’ Opvallende verschijning in die productie was de inmiddels overleden tenor Gösta Winbergh, die er aanvankelijk te oud uitzag voor de rol van de jonge Walther von Stolzing en die tot aan de generale maar niet uit wilde zingen: 'Tijdens Walthers prijslied, de grote zangerstest in het stuk, stonden wij allemaal strak van de spanning en liet de oudere Walther stralend vol zelfvertrouwen zijn innerlijke muzikale ervaring op ons los. Toen werd voor menigeen de euforie van de finalekandidaat in deze ouderwetse The voice of... pure realiteit op de bühne van het Muziektheater. Het gaf mij persoonlijk voor altijd het besef dat elke voorstelling voor elke solist een niet vanzelfsprekende prestatie of overwinning blijft.'
Siegfried (Foto: Ruth Walz)
Hein van Eekert
Andere dimensie
Bolle zwom en rende als waternimf energiek en in hoge snelheid over die wel akelig schuin hangende glasplaat. Was ze niet bang weg te glijden richting het beneden haar zittende orkest? ‘Om eerlijk te zijn: bang niet, maar er zijn wel momenten geweest dat ik bijna een enkeltje orkestbak te pakken had en dan realiseer je je hoe hoog het daar boven in die rechterhoek is. We hebben tijdens de repetitieperiode op een houten plaat gerepeteerd en de spieren kunnen laten wennen. Die glasplaat was weer een heel andere ervaring. Zodra daar wat stof op ligt wordt die, met de kostuums aan, spekglad. Ook was hij een flink stuk groter en steiler. Gelukkig hebben we de tijd gehad eraan te wennen om alle bewegingen heel bewust uit te voeren. Het lijkt misschien niet zo – wat ik hoop – maar de scène van Alberich met de Rheintöchter is zoiets als een uur flinke fitness en daarbij moet je dan zo mooi mogelijk proberen te zingen. Pierre Audi’s regie is hier prachtig maar ook veeleisend en als dan blijkt dat je dat kunt, is dat een mooie overwinning.’
Orkest en koor
Geen enkeltje orkestbak voor Lisette Bolle, maar daar is het volgens Hike Graafland, eerste violiste bij het Nederlands Philharmonisch Orkest, al spannend genoeg: ‘Ik vond het een unieke ervaring om telkens ergens anders te zitten bij de Ring. Vooral bij Siegfried en Walküre zaten we als orkest echt op het podium en raakte je vanzelf op een andere manier erbij betrokken. We konden opeens van alles zien! Vaak was dat heel spectaculair, dus soms moest je jezelf ertoe dwingen om vooral maar niet te kijken. De muziek van Wagner is te lastig om je telkens te laten afleiden.’ Veeleisend kan het ook zijn voor de koorleden, vertelt tenor Ruud Fiselier, lid van het Koor van De Nederlandse Opera. De scène waarin het leger van de Gibichungen naar voren komt in Götterdämmerung, ziet er imposant uit voor het publiek, maar hijzelf heeft vooral herinneringen aan ‘de dikke schuimrubberen pakken waarin we ons kruipend onder luid geweld, beschenen door een zee van warme lichtspots, soppend door de
Ruud Fiselier maakte twee Parsifalensceneringen mee. De tweede, die van Pierre Audi, werd voor de negentienjarige student geschiedenis Pascal Leroi zijn ‘geweldige eerste ontmoeting met een Wagneropera’: ‘In 2010 speelde ik op de middelbare school mee in het toneelstuk Merlijn of het barre land van Tankred Dorst, als Parsifal. Ik heb er erg veel goede herinneringen aan over gehouden. Al tijdens de repetities was bekend dat in 2012 de opera Parsifal van Wagner zou worden opgevoerd door De Nederlandse Opera. Ik ben er samen met het meisje dat mijn moeder Herzeloide speelde naartoe geweest. Vooral als Parsifal vertelt over het weggaan bij zijn moeder, en zijn binnenkomst bij de Graalridders zijn mij het meest bij gebleven. Dit vond ik heel mooie en ontroerende momenten. Het viel me op dat er niet echt een heel erg bombastisch decor was: het was eerder eenvoudig. Ik vond het heel knap hoe de solisten hun karakter zeer levendig lieten overkomen.’ Dat decor, van Anish Kapoor, wekte interessante associaties op bij vertaalster en schrijfster Renée Vink. Ze vertaalde onder meer J.R.R. Tolkiens The Legend of Sigurd and Gudrun en publiceerde onlangs Wagner and Tolkien: Mythmakers, waarin ze een aantal heersende misverstanden over de relatie tussen het werk van Wagner en Tolkien rechtzet en overeenkomsten tussen de werken van beide kunstenaars laat zien. De derde akte van Parsifal vond ze bijzonder memorabel: Als het om een enkele scène gaat, kies ik voor het begin van de derde akte van Parsifal, met dat zwarte gat van Anish Kapoor dat zo ontzettend goed bij de muziek paste. Ik kreeg ook prompt sciencefictionassociates, waarvoor de weg misschien wel was geplaveid door het zum Raum wird hier die Zeit uit akte I. Een space-time-continuüm met een gat dat misschien wel een wormgat
is naar een andere dimensie... Zoiets spreekt enorm tot mijn verbeelding.’ Voor Renée Vink staat vast dat je Wagner pas echt kunt beleven in de zaal: YouTube of een dvd geven gewoonweg niet dezelfde ervaring. ‘De drie ensceneringen die me het beste zijn bijgebleven, zijn de Tristan van 2008, de Parsifal van 2012 en de Götterdämmerung van 2005. Als geheel ga ik denk ik voor de laatstgenoemde. Het was de laatste voorstelling, iedereen ging er nog eens vol in, alles werkte mee en de sfeer was fantastisch. Vooral de tweede akte, met onder andere die stierenhoorns op de zijbalkons, en het slot – Linda Watson als een geweldige Brünnhilde tussen de wapperende rode doeken – vond ik fantastisch. Het was zo’n uitvoering waarbij het begrip Gesamtkunstwerk helemaal tot zijn recht kwam.’ Tolkienfans raadt ze aan om allereerst Die Walküre te gaan proberen.
een andere held uit het Wagnerfirmament van DNO: ‘Hartmut Haenchen is voor mij de ideale Wagnerdirigent, zeker in dit soort megaproducties als de Ring. Hij houdt altijd het grote overzicht, maar met oog voor detail. Hij is trouw aan de partituur, kent die grandioos van binnen en van buiten en weet de repetitietijd heel goed in te delen. Zangers werken niet voor niets graag met hem en dat merk je ook in het orkest. Vooral tijdens de voorstellingen is zijn manier van dirigeren groots en meeslepend. Je kunt bijna niet anders dan daarin meegaan, ook al heb je nog zo’n hekel aan Wagner of aan het spelen van Wagner. Zelfs de langste opera (Götterdämmerung) vloog daardoor voorbij. Hij heeft respect voor de musici en hij beseft hoe zwaar en moeilijk het is om alles zo goed mogelijk te spelen. Hij benadert opera echt vanuit de muziek.’ Muziek waar je volgens Hans Haffmans heel lang mee kunt leven om die helemaal te doorgronden: ‘Ik ben nog te jong als Ideale Wagnerdirigent Wagnerliefhebber om te spreken over de Voor violiste Hike Graafland bevat deze betekenis van zijn muziek. Voor mijn gevoel opera een fraai hoogtepunt: ‘Het slot uit de Walküre (derde akte, derde scène met Wotan zit ik voorlopig nog in het stadium van luisen Brünnhilde) is zo prachtig en bezorgt mij teren, heel veel en vooral langdurig luistenog altijd rillingen. Het allermeest is mij bij- ren. Over Berlioz, Tsjaikovski en Verdi heb ik een mening of zie ik een of ander perspecgebleven de Treurmars van Siegfried in tief, maar Wagner is me vooralsnog te machGötterdämmerung. De manier waarop tig. Hij is groter dan ik, voorlopig tenminste.’ Hartmut Haenchen dat elke keer dirigeerde was onvergetelijk.’ En daar noemt ze meteen
Adv_SAAR_ODEON_V2_92x133 09-01-13 13:02 Page 1
6
7
Open Huis 2013
De Stilte van Saar
zullen de verschillende ambachten in het Muziektheater centraal staan. elke dinsdag | 12:30 - 13:00
2012 2013
TOEGANG GRATIS
Opera en Het Nationale Ballet, de afdeling rekwisieten en de kap- en grimeafdeling
maart 2013 5 Peter Lockwood (piano) 12 Marieke Reuten (alt) John van Halteren (tenor) Jean-Claude Ohms (bariton) Brian Fieldhouse (piano)
De kostuumafdeling van De Nederlandse
stellen hun deuren open. Verder kunt u 16 23
Michaëla Karadjian (sopraan) Anneleen Bijnen (alt-mezzo) NN (piano)
die dag genieten van optredens en andere activiteiten.
Tadeu Duarte (piano)
3 0 Geen concert 19 26
Myra Kroese (alt-mezzo) Nathalie Doucet (piano) (NB: in de Boekmanzaal) Adva Tas (sopraan) Mirsa Adami (piano)
april 2013 2 Geen concert 9 Hiroko Mogaki (mezzosopraan) Mitsuyoshi Ikegaya (shakuhachi) Brian Masuda (piano)
mei 2013 7 Dutch National Opera Academy 14 Tomoko Makuuchi (sopraan) Harry Teeuwen (bariton) Ryoko Kondo (piano) 21 Geen concert 2 8 Frank Engel (tenor) Rende Luitjes (piano)
Bouw mee aan het Decoratelier en kom het resultaat met eigen ogen bekijken! De renovatie van het Decoratelier van De Nederlandse Opera is in volle gang. U kunt nog meebouwen!
Doneer en draag bij aan duurzaam vakmanschap! Kijk op www.dno.nl/decoratelier voor filmpjes over de ambachten in het Decoratelier, meer informatie en om online te doneren. U vindt hier ook meer informatie over de fiscale voordelen van schenken.
Zaterdag 23 maart 2013 Van 11.00 tot 16.00 uur Toegang gratis Kijk op www.muziektheater.nl voor het volledige programma.
Open Dag 2012 (Foto’s: Hans van den Bogaard)
Ook tijdens het komende Open Huis
8
9
Hierbij vervloek ik je tot liefde voor drie sinaasappelen! Ondanks ontberingen en gevaren zul je dag en nacht op zoek gaan naar de drie sinaasappelen! Begeer ze! Begeer ze! (Fata Morgana) Proloog Het publiek debatteert over de vraag wat voor voorstelling er moet worden opgevoerd. Er zijn voorstanders van de tragedie, van de komedie, van de farce en van het lyrische drama. De ‘Zonderlingen’ winnen het pleit, en kondigen de opvoering van ‘De liefde voor de drie sinaasappelen’ aan. I De zoon van de Klaverkoning lijdt aan ongeneeslijke zwaarmoedigheid. Er blijkt slechts één medicijn te bestaan: een flinke lachbui. De koning geeft opdracht aan de nar trouffaldino om festiviteiten te organiseren die dit moeten bewerkstelligen. Het gewenste resultaat wordt niet bereikt.
vr
1 mrt 2013 première
di 5 do 7 zo 10 di 12 vr 15 ma 18 do 21
mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt
20.00 uur 20.00 uur 20.00 uur 13.30 uur 20.00 uur 20.00 uur 20.00 uur 20.00 uur
Het Muziektheater Amsterdam
II Pas als de heks Fata Morgana – een beschermelinge van de vijandige Schoppenkoning, die er belang bij heeft dat de prins niet geneest – struikelt, barst de Prins in luid gelach uit. Fata Morgana is ziedend en spreekt een vloek uit: de Prins zal verliefd worden op drie sinaasappelen. Deze bevinden zich in het kasteel van de heks Créonte. III De Prins en trouffaldino stelen de sinaasappelen uit de keuken van Créonte, waar een angstaanjagende kokkin hen met een grote pollepel bedreigt. De vruchten mogen uitsluitend in aanwezigheid van water worden
geopend. Maar midden in de woestijn kan de dorstige trouffaldino zich niet bedwingen, en als gevolg daarvan sterven twee prinsessen die in de vruchten verborgen zitten. Een derde, Ninette, wordt gered. IV Pas na talrijke complicaties, waarbij onder meer Ninette in een rat wordt veranderd en de Prins bijna huwt met Sméraldine, een vertrouwelinge van Fata Morgana, komt alles toch nog goed. De Prins en Ninette trouwen met elkaar, en zij leven nog lang en gelukkig!
Kaartverkoop is reeds begonnen. Bij het ter perse gaan van deze Odeon zijn er nog kaarten verkrijgbaar. Bel het Kassa-bespreekbureau: 020-625 5455 Online reserveren: www.dno.nl Inleidingen door Willem Bruls Plaats: Muziektheater (foyer 2de balkon) Tijd: 45 minuten voor aanvang van iedere voorstelling, dus 19.15 uur (avond)/12.45 uur (matinee) Lengte: ± 30 minuten Toegang: gratis op vertoon van een plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag Met steun van de Vereniging Vrienden van De Nederlandse Opera Uitzenddatum Radio 4, NTR Opera Live: zaterdag 23 maart, 19.00 uur Dinerbuffetten Bij elke avondvoorstelling van DNO kunt u genieten van een dinerbuffet in de foyer van het Muziektheater. Zo kunt u rustig eten en bent u op tijd voor de opera. Reserveren: 020-625 5455 of via www.muziektheater.nl/kaarten.
L’amour des trois oranges Opéra en quatre actes avec prologue libretto Sergej Prokofjev muzikale leiding tomásˇ Netopil regie/kostuums Laurent Pelly decor Chantal thomas licht Joël Adam choreografie Laura Scozzi Le Roi de Trèfle Philippe Rouillon Le Prince Martial Defontaine La Princesse Clarice Letitia Singleton Léandre Nahuel di Pierro Trouffaldino Serghei Khomov Pantalon Quirijn de Lang Le Magicien Tchélio Kurt Gysen Fata Morgana Anna Shafajinskaja Linette Florieke Beelen Nicolette Julia Westendorp Ninette Elizabeth Cragg La Cuisinière Lukas Jakobski Farfarello/Le Héraut Alexander Vassiliev Sméraldine Olivia Vermeulen Residentie Orkest Koor van De Nederlandse Opera instudering Ms Ching-Lien Wu
L’amour des trois oranges (Foto’s: Hans van den Bogaard)
De voorstelling duurt circa 2 uur en 30 minuten. Er is 1 pauze. De opera wordt in het Frans gezongen, Nederlands en Engels boventiteld. Het operaboek L’amour des trois oranges is verkrijgbaar in het Muziek theater. Daarin staan onder meer een uitgebreide synopsis en het libretto in het Frans en het Neder lands. De prijs is 8.
Reprise
L’amour des trois oranges
Sergej Prokofjev 1891-1953
Achtergrond L'amour des trois oranges
10
11 L’amour des trois oranges (Foto: Hans van den Bogaard)
Kees Arntzen
Reis om de wereld met drie sinaasappelen
Sergej Prokofjev (1918)
‘Heeft u ooit in de gevangenis gezeten?’ vroeg de immigratiebeambte aan Sergej Prokofjev, toen die voor het eerst voet op Amerikaanse bodem probeerde te zetten. ‘Ja, zeker!’ ‘Da’s niet zo best,’ antwoordde de agent. ‘Waar was dat dan wel?’ ‘Hier op uw eiland...’ ‘Geen grapjes, dit is een serieuze ondervraging!’ was de barse repliek. Op 21 augustus 1918 meerde de ‘s.s. Grotius’ af in de haven van San Francisco, maar omdat in de Verenigde Staten juist de ‘war on Bolshevism’ in alle hevigheid woedde, werden Russische passagiers aan de scherpste controles onderworpen. Dat gebeurde tijdens een driedaagse detentie op Angel Island, vlak voor de kust. Na een droomverblijf op het bloemenrijke Honolulu kort daarvoor viel deze ontvangst de zevenentwintigjarige pianocoryfee wat rauw op het dak. Pas na een verklaring van de Russische consul mocht Prokofjev inreizen: het enige geweld dat Prokofjev volgens die verklaring in Amerika zou gaan gebruiken, zou dat van zijn vingers op pianotoetsen zijn. Dat liet de ‘kozakken-Chopin’ zoals de pers hem spoedig doopte, zich geen twee keer zeggen.‘Zijn vingers zijn van staal, zijn polsen zijn van staal, zijn biceps en triceps, zijn schouderblad, allemaal staal,’ wist de criticus van The New York Times over de pianist te melden. En volgens Prokofjev zelf voelde zelfs de zwarte liftboy van het hotel bewonderend aan zijn spieren, omdat hij hem voor een bokser hield. Met pianorecitals en hulp van industriële bewonderaars en Russische immigranten wist Prokofjev zich die eerste tijd in Amerika aardig staande houden. In plaats van een buitenlands verblijf van negen maanden, waarop hij zich had voorbereid, zou het uiteindelijk wel negen jaar duren voordat hij oude vrienden in het inmiddels totaal veranderde Rusland zou terugzien. Na enkele voorzichtige Rusland-bezoeken in de late jaren ’20 besloot Prokofjev in 1936 zich weer metterwoon met zijn gezin in Moskou te vestigen. Waarschijnlijk te zeer door heimwee gedreven, slaagde hij er niet in het ware karakter van het Stalinregime juist in te schatten. Hij moest meemaken hoe al binnen drie jaar, in juni 1939, een van zijn belangrijke artistieke vrienden uit de Revolutiejaren ten prooi viel aan Stalins ‘zuiveringen’. Dat was de visionaire dramaturg Vsevolod Meyerhold (1874-1940), die aan de basis stond van minstens drie Prokofjevopera’s en die ze graag had willen ensceneren. Tot de regie van zelfs maar één ervan is het nooit gekomen. In 1939 leek het eindelijk zover, maar midden onder de repetities van Prokofjevs Semyon Kotko werd Meyerhold gearresteerd en afgevoerd.
getrokken, omdat hij de daarin aanwezige elementen uit de commedia dell’arte wilde gebruiken bij zijn pogingen het Russische theater te vernieuwen. Tegen de laatromantische, superrealistische manier van theatermaken die Stanislavski in Rusland had ingevoerd, wilde Meyerhold zich bewust afzetten. De tekst sprak hem extra aan omdat ook Gozzi de theaterconventies van zijn tijd op de hak nam. Dat deed de Italiaan aan de hand van een volkssprookje: een prins wordt wegens zijn lamlendigheid door een hogere macht veroordeeld tot de liefde voor drie sinaasappelen. Dat uit die sinaasappelen drie mooie meisjes groeien waarvan de laatste zelfs tot prinses wordt uitverkoren, was voor het publiek fijn, maar niet direct Gozzi’s doel. Hij wilde vooral de twist tussen twee literaire grootheden uit zijn tijd opstoken: die tussen Carlo Goldoni en Pietro Chiari. De prins uit het sprookje is bij Gozzi dan ook niet zomaar ziek, maar ziek door een bepaald soort lectuur – de ‘martelliaanse verzen’ waarvan Chiari zich placht te bedienen. Theaterconventies Meyerhold had het goed te pakken: niet Meyerhold was het ook geweest, die Prokofjev op het spoor zette van de opera L’amour des alleen bewerkte hij de tekst, in de jaren pal trois oranges – zijn eerste grote theatersuc- voor de revolutie gaf hij zelfs een aantal tijdces. In een toneeltekst van de 18de-eeuwse schriften uit onder de naam De liefde voor de drie sinaasappelen. Prokofjev was ermee Venetiaanse toneelschrijver Carlo Gozzi bekend, toen hij na omzwervingen door de had Meyerhold voor zichzelf een goudmijn Kaukasus begin 1918 terugkeerde in Sintontdekt. Hij voelde zich er vooral door aan-
Petersburg, dat nog woelig was, maar vol artistiek élan. ‘Lenin stond volledig achter ons,’ schreef componist Arthur Lourié over die tijd. ‘Niemand belemmerde de futuristische kunstenaar in zijn decoratieve escapades. Tijdens de Revolutie werden alle omheiningen, bruggen en muren op de onwaarschijnlijkste wijze beschilderd met de onwaarschijnlijkste fantasie.’ Toch wilde Prokofjev daar toen niet blijven. Hij had in de Kaukasus een Amerikaanse industrieel ontmoet, die hem overzeese kansen bood: het Westen lonkte.
Naar Amerika
Van een rechterhand van Lenin, Loenatsjarski, inderhaast gebombardeerd tot ‘Commissaris voor Volkseducatie en Cultuur’, kreeg Prokofjev relatief gemakkelijk toestemming het land te verlaten, maar dwars door de frontlinies naar het Westen te reizen was in die dagen onmogelijk. Met de allerlaatste Transsiberië Express – vlak voordat ook die route door Tsjechische troepen werd afgesneden – wist Prokofjev naar Vladivostok te komen; vervolgens ging het naar Japan, naar Honolulu, naar Amerika. In zijn bagage: de door Meyerhold bewerkte Gozzi-tekst, van revolutionair gehalte, maar niet als zodanig herkend door de immigratiedienst. Het zou nog even duren voordat Prokofjev
de zegetocht van deze burleske en zo verfrissende opera kon meemaken. Al snel krijgt hij dankzij invloedrijke vrienden de opdracht een opera te schrijven voor Chicago. Over de keus hoeft hij niet lang te talmen. Tijdens het vele maanden durende reizen had hij er al vaak over nagedacht. De Italiaanse dirigent Campanini, directeur van de Chicago Opera Company, is meteen enthousiast en zwijmelt zelfs bij het idee aan muziektheater op tekst von ‘onze lieve Gozzi’. Maar hij sterft voortijdig en ook de jonge Prokofjev zelf lijkt in die zomer aan ziektes te bezwijken. Maar ondanks een aanval van roodvonk, gecombineerd met difterie en een abces in de keel, levert hij de partituur op de afgesproken datum in, op 1 oktober 1919. Dan volgen teleurstellingen en pas in 1921 kan de opera eindelijk in première gaan: met succes in Chicago, maar met een nog koele respons in New York. Europa betoont zich ontvankelijker. In 1922 keert Prokofjev naar het oude continent terug en vestigt zich op het platteland in Beieren. Naast symfonieën en concerten worden ook de Sinaasappelen uit Prokofjevs oeuvre gretig geplukt. Uitvoeringen van de opera vinden plaats in Keulen (1925), Berlijn (1926), Leningrad (1926) en Moskou (1927). Enthousiast is Prokofjev vooral over de uitvoering in de stad waar hij als dertienjarige aan het conservatorium kwam en waar hij zoveel herinneringen hervond. In 1927 bezoekt hij voor het eerst sinds jaren zijn oude vrienden in Leningrad en natuurlijk ook het theater aldaar. Prokofjev is zeer lovend over de uitvoering van zijn Oranges daar: ‘Het was niet alleen de beste van alle ensceneringen die ik heb gezien, maar ook in zoverre de beste, dat de andere zich daarbij vergeleken als uitgesproken provinciaals voordoen.’ Het is duidelijk: Prokofjev is eindelijk weer thuisgekomen, ook al onderbouwt hij zijn oordeel met talloze toelichtende waarnemingen: ‘De glans en de lichtheid van de proloog, het fantastische van de scène in de hel, de rennende voeten van Trouffaldino,
de trapeze, de kooi met Fata Morgana, de duizelingwekkende tempi en de precisie van de toneelmachinerie vlak voor het verschijnen van de Kokkin – dat alles kon slechts bereikt worden dankzij het buitengewoon hoge artistiek niveau van dit operahuis.’
Modern en bijzonder
Net als in Mozarts Zauberflöte staan er in deze sprookjesopera achter de voornaamste protagonisten universele machten van goed en kwaad. Tovenaar Tchélio is op de hand van de Prins en vertegenwoordigt het goede; de boze fee Fata Morgana steunt echter de snode samenspanners Léandre, Clarice en Sméraldine. Ook de buffo-karakters zijn verdeeld als bij de Zauberflöte: Papageno vinden we terug in de komische Trouffaldino, die alles doet om de Prins aan het lachen te krijgen en die ook fungeert als metgezel bij de speurtocht naar de drie sinaasappelen. Die worden bewaakt door een pendant van Monostatos uit Mozarts laatste Singspiel: dit keer niet een neger, maar een vrouw, een enorme kokkin, gewapend met een soeplepel maar door de geringste flikkering van een sieraad afgeleid en verkocht. Nieuw en revolutionair is echter vooral de rol van het koor, als een soort derde laag in het verhaal. Het neemt op beslissende momenten deel aan de actie, maar vecht onderling ook een huilerige strijd om het alleenrecht op het theater uit. Aanhangers van de komedie, de tragedie, van het lyrisch theater of juist van de klucht bestoken elkaar voor open doek met ‘moderne’ wapens als parapluutjes en zweepjes. Het zijn juist dit gelaagde concept en de veelheid aan theatrale actie, die deze opera in de jaren ’20 zo modern en bijzonder maakten, al moest Prokofjev wel het nodige aan de oorspronkelijke Meyerhold-tekst bijstellen. Hij verkortte de handeling en pepte het verhaal op door juist aan het bizarre zijn bijzondere aandacht te geven: de enorme soeplepel waarmee de Kokkin als een echte dragonder woest in het rond zwaait. En het
uitverkoren derde sinaasappelmeisje wordt door kwade machten van gedaante veranderd, juist als de Prins met zijn koninklijke vader terugkomt, om haar aan hem voor te stellen. Maar Prokofjev kiest niet, zoals Gozzi en Meyerhold, voor een witte duif, maar voor een mansgrote, zwarte rat, die prinsheerlijk op het fluweel van de troon zit en zijn snorharen op en neer laat gaan.
Subtiele verwijzingen
Opvallend ook de namen die Prokofjev voor de drie sinaasappelmeisjes kiest: Linette, Nicolette en Ninette. Zijn eerste vrouw Caroline, die Prokofjev na een concert in New York bij de artiestenuitgang had leren kennen, noemde zich als zangeres Lina, en bleek vereerd dat Prokofjev haar naam in de opera vereeuwigde, ook al sterft dit meisje als eerste van de dorst. Maar wist ze ook dat Prokofjev als negentienjarige in Rusland kennis had aan een veertienjarige Nina uit een welgestelde Petersburger familie, met wie hij wilde uitbreken? Ook al verandert het derde meisje, ‘Ninette’, in de opera tijdelijk in een vette rat, zij wordt tijdig teruggetransformeerd en is op de keper beschouwd het enige van de drie meisjes dat overblijft en een vorstelijke toekomst tegemoet gaat... Hoeveel elementen uit zijn eigen wereldProkofjev in de opera verstopte, zullen we nooit precies weten, maar zeker is dat hijzich naar hartenlust kon uitleven en zijn pijlen daarbij ook op de operatraditie richtte. Het is bijvoorbeeld niet moeilijk in de figuren van de complotterende Léandre en Clarice afspiegelingen van Wagners Telramund en Ortrud uit Lohengrin te herkennen. Door dit soort subtiele verwijzingen spat het makersplezier er soms van af. Uiterst trefzeker was Prokofjev erin om – net als bij zijn latere ballet Romeo en Julia – één enkele markante melodie tot handelsmerk en herkenningspunt van de hele opera te maken: de onvergetelijke marsmuziek die voor het eerst klinkt als de festiviteiten op komst zijn die de larmoyante Prins aan het lachen moeten brengen.
Interview L’amour des trois oranges
13
Marianne Broeder
Strikt en straight Met L’amour des trois oranges maakt de Tsjechische dirigent Tomáš Netopil zijn debuut bij De Nederlandse Opera. Een gesprek over de ‘eenvoud’ van Prokofjevs complexe partituur en de cinematografische vaart van het burleske libretto.
OperaFlirt-avonden 2012 - 2013 L’amour des trois oranges
La traviata
do 7 maart 2013
wo 8 mei 2013
Mijn eerste opera-ervaring… Wat was je eerste opera? Die Zauberflöte, geënsceneerd voor kinderen. Dat was in Berlijn toen ik nog maar vijf jaar oud was. Met wie ben je gegaan? Mijn vader en mijn vriendje (die nog steeds mijn beste vriend is). Hoe heb je het ervaren? Toen we naar huis liepen zong ik Pa-Pa-Pa-Pa-Pa-Papagena! Wat is je lievelingsopera? Ik hou wel heel erg van Puccini’s Madama Butterfly, daar krijg ik aan het eind altijd kippenvel van en een paar traantjes in mijn ogen. Maar bij DNO is het zeker A Dog’s Heart – toen ben ik echt van mijn stoel gevallen. Zo verrassend anders!
Lena Vizy – OperaFlirter 30 jaar, Amsterdam
Waarom vind je opera zo’n bijzondere kunstvorm? Het kan me raken als geen andere kunstvorm. Er bestaat zoiets als een speciaal operamoment, dat niet makkelijk in woorden is te vatten. Een zanger staat op het podium te presteren en ineens is er een moment van intense intimiteit. Je hebt het gevoel dat deze persoon alleen voor jou zingt en je begrijpt hem/haar volledig. Het is een universeel en verbindend moment dat je deelt met de zanger maar ook met het hele publiek. Het maakt helemaal niet uit of de opera 400 jaar oud is of één jaar en of er 10 mensen in de zaal zitten of 2.000. Dit is de reden waarom ik verliefd ben geworden op opera en altijd weer opnieuw verliefd zal worden.
Vlucht uit de werkelijkheid
Tijdens gestolen uurtjes tussen de repetities door buigt Netopil zich over de partituur van Oranges, die nieuw voor hem is. ‘Een geweldige uitdaging,’ vindt hij, ‘maar een complex werk en erg lastig voor de uitvoerders, ijzersterk met krachtige muziek.’ Oranges verbeeldt een komisch, absurdistisch sprookje over een zwaarmoedige Prins die veroordeeld wordt tot liefde voor drie sinaasappels die elk een potentiële bruid bergen. Het verhaal combineert personages uit verschillende werelden. Naast de hoofdpersonen de Prins, de Klaverkoning en zijn hofhouding figureren surrealistische onderaardse wezens: een heks, een tovenaar en andere boze geesten. Ook een kritisch publiek van Tragici, Komici, Lyrici, Leeghoofden en Zonderlingen neemt deel aan de handeling. Prokofjev ontleende zijn libretto voor Lyubov k Trem Apelsinam aan het gelijknamige tijdschrift van zijn geestverwant, theaterregisseur Vsevolod Meyerhold, die het naturalistische Moskouse theater van zijn tijd bekritiseerde. In Oranges keerde Prokofjev zich navenant tegen de laatromantische, superrealistische traditie in de opera. In 1918 week hij uit naar de Verenigde Staten, uit angst voor de toenemende beknotting van avant-gardekunst en vrijheid van denken in zijn vaderland. Een jaar later voltooide hij Oranges, aanvankelijk in het Russisch. Later vertaalde hij zijn libretto in het Frans. Heeft Prokofjev met zijn emigratie en zijn vrolijke opera de harde Russische politieke werkelijkheid willen ontvluchten? Netopil vermoedt van wel: ‘Prokofjevs houding doet denken aan die van Sjostakovitsj. Beiden bleven de Russische muziektraditie trouw, maar trokken hun idioom en soms hun teksten in het
Tomáš Netopil (Foto: Peter Adamik)
Kom mee op een prikkelende ontdekkingsreis. Met OperaFlirt beleef je een exclusieve opera-avond. Maak kans op een van de veelgevraagde plaatsen die we voor dit bijzondere programma gereserveerd hebben. Samen met anderen geniet je van een unieke voorstelling.
Hij is pas 35 jaar maar heeft de grote operahuizen en concertzalen al lang veroverd. De Tsjechische dirigent Tomáš Netopil leidde vele Mozarts, Frans repertoire en vanzelfsprekend werken van zijn landgenoten Dvorˇák, Smetana, Suk en Janácˇ ek. Dezer dagen maakt hij zijn debuut bij De Nederlandse Opera met L’amour des trois oranges. Wat minder bekend is: Netopil is ook violist. Ten tijde van ons gesprek is hij volop in beslag genomen door de repetities van Die Zauberflöte, een productie van de Vlaamse Opera Antwerpen in de regie van David Hermann. ‘Spectaculair,’ verklapt hij met groot enthousiasme. Met moeite maar terecht laat hij er vóór de première nog niets over los. Een voorkeur voor opera heeft Netopil ‘beslist niet’. Concertrepertoire en opera zijn voor hem als een Siamese tweeling, ze kunnen niet zonder elkaar. Voor zijn uitvoeringen brengt hij beide genres zorgvuldig in evenwicht. ‘Het is altijd fiftyfifty,’ verzekert hij. ‘Symfonische muziek bergt óók drama in zich. Een dirigent moet het verhaal van de muziek over het voetlicht kunnen brengen, ook als er geen tekst is.’ absurde. Grotesk, tegendraads en met bijtend sarcasme.’
Dialogen
In Oranges gaf Prokofjev de voorkeur aan snelle, levendige dialogen boven aria’s, die hij onnatuurlijk vond. Ze zouden bovenNeoklassiek idioom dien, meende hij, de vaart uit het verhaal We spreken over Prokofjevs partituur, een halen. Netopil is het hier volledig met meesterlijke uitbeelding van de burleske verhaallijnen. In totaal uiteenlopende muzi- Prokofjev eens. ‘Aria’s leggen soms een rem op de verhaallijn,’ vindt hij, ‘ze vragen kale stijlen, geniaal samengevoegd tot een extra aandacht voor de stemmingen en fascinerend geheel. Soms klinken contememoties. Je ziet deze vernieuwing vaker platief lyrische lijnen, dan weer absurdistiin de 20ste eeuw. Bij Janácˇek bijvoorbeeld, sche avant-garde met hortende ritmiek, die in zijn opera’s ook geen aria’s schrijft dissonante intervallen en botsende toonen altijd een hecht doorlopend verhaal versoorten. Herinnerend aan de Klassieke telt. Of in de krachtige dialogen in Richard symfonie, maar ook aan de Scythische suite met echo’s van Stravinsky’s neoclassicisme. Strauss’ Salome. Oranges heeft een enorm krachtige tekst, spannend van het begin Netopil knikt: ‘Alle stijlen van Prokofjev tot het einde ruim twee uur lang. Prokofjev zitten in deze opera. Ik heb zijn Eerste symfonie geleid, de pianoconcerten en ik speel- bracht er op een geweldige manier vaart in, bijna als in een film. Ook door het klassieke de een van zijn vioolsonates.’ (grinnikend) karakter van het idioom. Zonder de schaduwen ‘Misschien is dat een voordeel. Die ongevan de romantiek: geen ritardando, geen agilofelijke veelzijdigheid is dé grote moeilijktato, geen rubato. De muziek blijft strikt en heid voor de dirigent. Alle stijlen moeten helder uitkomen, maar we moeten ze tegelijk straight.’ Oranges stelt hoge eisen aan de strijkers. tot een eenheid smeden. De componist helpt Voor Netopil blijkt het bij zijn directie een ons daarbij door de manier waarop hij de groot voordeel dat hij zelf viool speelt. ‘Voormuziek schreef. Zijn idioom is hier in prinafgaand aan elke uitvoering, ook van concertcipe neoklassiek. Wanneer je de partituur repertoire, bepaal ik de lijnen en de fraseoppervlakkig bekijkt, doet ze denken aan ring van het orkest. Ik doe suggesties over Mozart of Haydn: eenvoudig, strak, niet stokvoering, frasering en articulatie. We modern. Pas als je haar preciezer bestubespreken die van te voren nauwkeurig, deert, zie je de vreemde modulaties, de daarmee besparen we veel tijd bij de repeongebruikelijke intervallen en natuurlijk tities. Daar krijg ik natuurlijk weerwoord op. de bijzondere bezetting. Een beetje à la De musici hebben elk hun eigen fysiek, Stravinsky in zijn neoklassieke periode. bovendien is wat ik bedacht heb soms te Klassiek zijn ook de dansen: de mars en ingewikkeld. Met wat compromissen zijn de vele passages in 6/8ste maat. Voor mij is het, zeker na Die Zauberflöte, fascinerend we er meestal snel uit. Dat zal nu met jullie Residentie Orkest vast weer het geval zijn.’ om een 20ste-eeuwse partituur te zien die zo helder en eenvoudig oogt.’
L'amour des trois oranges
14
15 L’amour des trois oranges (Foto’s: Hans van den Bogaard)
Opera in beeld De zoon van Klaverkoning heeft allerlei kwalen. De artsen stellen vast: de Prins lijdt aan chronische zwaarmoedigheid en hypochondrie. Alleen een stevige lachbui kan hem genezen...
Maar niets vindt hij leuk. De hofhouding besluit een groot feest te organiseren om de Prins op te vrolijken.
Daar duikt een ongewenste gast op: de heks Fata Morgana. Ze wordt weggejaagd en struikelt. De Prins lacht! Fata Morgana is woedend: voor straf zal hij verliefd worden op drie sinaasappelen, die hij moet gaan zoeken.
De Prins en de nar Trouffaldino vinden de sinaasappelen in de keuken van de heks Créonte. Een vervaarlijke kokkin bedreigt hen met een grote pollepel, maar laat zich afleiden door een mooi lint.
Trouffaldino heeft dorst en opent twee sinaasappelen. Daaruit komen twee prinsessen, die echter weldra sterven van de dorst.
In de derde sinaasappel zat prinses Ninette, die net op tijd een slok water kreeg. Na allerlei onheil, aangesticht door Fata Morgana, kan de Prins haar tot zijn bruid maken.
16
17
Die Walküre De vloek waarvoor ik vluchtte, Wijkt nu niet van mij: wat mij lief is, moet ik loochenen, vermoorden wie ik bemin, vals verraden wie mij vertrouwt! (Wotan) I Gevlucht na een verloren strijd vindt een man beschutting in Hundings huis. Diens vrouw verzorgt hem. Hunding keert huiswaarts, verlangt een maaltijd voor hemzelf en zijn ongenode gast, die hij naar afkomst en bezigheden vraagt. Dan wordt duidelijk dat zij in diezelfde strijd tegenstanders waren. Het gastrecht beschermt de vreemdeling voor de nacht; morgen zullen beide mannen vechten. ’s Nachts wijst Hundings vrouw haar gast op een zwaard dat een grijsaard op haar huwelijksdag achterliet voor een held. Zij voelt dat dit wapen voor deze man bestemd is. Zij vertelt hem haar geschiedenis, hij vraagt haar hem een naam te geven: Siegmund. Hij grijpt het zwaard, bevrijdt het. De vrouw vertelt hem wie zij is: Sieglinde. Als Siegmunds tweelingzuster én geliefde valt zij in zijn armen.
za 20 apr 2013 première
18.00 uur
wo 24 zo 28 wo 1 zo 5 do 9 zo 12
18.00 13.30 18.00 13.30 18.00 13.30
apr apr mei mei mei mei
uur uur uur uur uur uur
Het Muziektheater Amsterdam
II De god Wotan wil Siegmund – zijn buitenechtelijke zoon – in het tweegevecht helpen overwinnen. Zijn dochter, de Walküre Brünnhilde, zal Siegmund bijstaan. Maar Fricka, Wotans in haar eer gekrenkte echtgenote en godin van het huwelijk, doorziet dit plan. Niet Siegmund zal zegevieren, maar Hunding, zo eist zij. Wotan, verslagen, geeft Fricka zijn woord van eer. Brünnhilde probeert haar vader te troosten, die haar over zichzelf en Siegmund vertelt. Wotan moet de held die niet door Alberichs vloek belast is, en die voor hem de almacht schenkende ring had moeten bemachtigen, nu als hoop voor de toekomst opgeven. Hij gebiedt Brünnhilde voor Hunding te kiezen. Brünnhilde kondigt Siegmund diens dood aan. Als hij de slapende Sieglinde wil doden, om niet zonder haar te zijn, houdt Brünnhilde hem tegen en zegt aan zijn
zijde te staan. Hunding en Siegmund strijden. Brünnhilde spoort Siegmund aan, maar Wotan grijpt in. Siegmund sterft, Brünnhilde vlucht met Sieglinde, en Hundings leven wordt door Wotan aan Fricka’s eer geofferd. III De Walküren verzamelen gevallen strijders voor Wotans leger. Brünnhilde zoekt samen met Sieglinde bij haar zusters bescherming voor Wotans toorn. Zij stuurt de zwangere Sieglinde naar Fafners woud. Als Wotan de Walküren dreigt, laten zij hun zuster in de steek. Hij komt om Brünnhilde te straffen, nu zij tegen zijn gebod handelde. Brünnhilde houdt hem voor dat zij niet tegen zijn wil heeft gehandeld, en vraagt om een milde straf. Verscheurd door woede en liefde legt hij haar te slapen in een ring van vuur. Alleen de man die Wotans speer niet vreest, zal dit vuur trotseren!
Kaartverkoop is reeds begonnen. Bij het ter perse gaan van deze Odeon zijn er nog kaarten verkrijgbaar. Bel het Kassa-bespreekbureau: 020-625 5455 Online reserveren: www.dno.nl Inleidingen door Hein van Eekert Plaats: Muziektheater (foyer 2de balkon) Tijd: 45 minuten voor aanvang van iedere voorstelling, dus 17.15 uur (avond)/12.45 uur (matinee) Lengte: ± 30 minuten Toegang: gratis op vertoon van een plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag Met steun van de Vereniging Vrienden van De Nederlandse Opera Uitzenddatum Radio 4, NTR Opera Live: zaterdag 20 april, 19.00 uur Dinerbuffetten Bij elke avondvoorstelling van DNO kunt u genieten van een dinerbuffet in de foyer van het Muziektheater. Zo kunt u rustig eten en bent u op tijd voor de opera. Reserveren: 020-625 5455 of via www.muziektheater.nl/kaarten.
Der Ring des Nibelungen Erster Tag
Die Walküre In drei Aufzügen libretto Richard Wagner muzikale leiding Hartmut Haenchen regie Pierre Audi decor George tsypin kostuums Eiko Ishioka † Robby Duiveman licht Wolfgang Göbbel Cor van den Brink dramaturgie Klaus Bertisch video Maarten van der Put Siegmund Christopher Ventris Hunding Günther Groissböck Wotan thomas Johannes Mayer Sieglinde Catherine Naglestad Brünnhilde Catherine Foster Fricka Doris Soffel Gerhilde Marion Ammann Ortlinde Martina Prins Waltraute Lien Haegeman Schwertleite Julia Faylenbogen Helmwige Elaine McKrill Siegrune Wilke te Brummelstroete Grimgerde Helena Rasker Rossweisse Cécile van de Sant Nederlands Philharmonisch Orkest De voorstelling duurt circa 5 uur. Er zijn 2 pauzes.
Scènes uit Die Walküre (Foto’s: Ruth Walz)
De opera wordt in het Duits gezongen, Nederlands en Engels boventiteld. Het operaboek Die Walküre is verkrijgbaar in het Muziek theater. Daarin staan onder meer een uitgebreide synopsis en het libretto in het Duits en het Neder lands. De prijs is 8.
Reprise
Richard Wagner 1813 -1883
Achtergrond Die Walküre
18
19 Die Walküre (Foto: Ruth Walz)
Kasper van Kooten
Viering van het leven Hoe triomfantelijk de slotmaten van Das Rheingold ook mogen klinken, in werkelijkheid laten Wotan en zijn familie een ravage achter die niet een-twee-drie is opgeruimd. In Die Walküre worden de eerste stappen gezet naar een betere wereld, waarin liefde het wint van machtswellust. Dit levert een van de meest gepassioneerde drama’s uit de operageschiedenis op, en mede door de lyrische, zinderende muziek vormt Die Walküre voor velen het meest geliefde Ring-deel. Schopenhauers gedachtegoed zou in Tristan und Isolde en Parsifal nog nadrukkelijker tot uiting komen.
Menselijke trekken
Wanneer we Das Rheingold en Die Walküre vergelijken, valt allereerst op dat er flink wat tijd is verstreken. Van een wereld bemand door goden, reuzen, dwergen en nimfen verplaatst de handeling zich naar de mensenwereld. Tegelijkertijd krijgen we in Die Walküre in werkelijkheid slechts één mens te zien, Hunding. De overige karakters zijn stuk voor stuk goden of afstammelingen van de godenfamilie, hoewel een deel van de laatstgenoemden dit niet weet. Ondanks deze nuance valt wel op dat de karakters in Die Walküre meer menselijke trekken hebben dan in het voorgaande deel. In Das Rheingold belichamen de hoofdpersonen bovenal politieke principes, economische drijfveren en morele dilemma’s, maar is het moeilijk om werkelijk met hen te sympathiseren. Wotan bijvoorbeeld is er in het eerste Ring-deel vooral op uit om zijn macht te vergroten en zijn eigen hachje te redden. In Die Walküre komt zijn liefde, het element dat hem van de haatdragende Alberich onderscheidt, en de met zijn liefde gepaard gaande tragiek veel duidelijker naar voren. Door het dragen van de ring heeft Alberichs vloek vat op hem gekregen. Daarom moet hij ‘loochenen wat hem lief is, vermoorden wie hij bemint, en verraden wie hem vertrouwt.’ Geketend door de verdragen die hij heeft gesloten en achtervolgd door fouten uit het verleden, zit hij gevangen in zijn eigen situatie, en sleept hij bovendien zijn dierbaren mee de afgrond in. Dit alles maakt de oppergod in Die Walküre tot een uitgesproken tragische figuur, die – ondanks zijn verre van ideale gedrag – wel sympathie wekt bij de toeschouwer, omdat zijn worstelingen van diepmenselijke aard zijn. Niet alleen geven de karakters in Die Walküre de toeschouwer meer aanleiding tot sympathie en medeleven, maar ook binnen het verhaal zelf spelen begrip, begaandheid met het lot van de ander en liefde een sleutelrol. In dit opzicht wijkt het tweede deel van Wagners Ring eveneens af van zijn voorganger. De belangrijkste tekortkoming van de hoofdpersonen in Das Rheingold is de wijze waarop ze macht en bezit boven liefde verkiezen. Dit zien we duidelijk terug bij Alberich en Fafner, en in minder nadrukkelijke mate ook bij Wotan. In Die Walküre wordt de liefde gepresenteerd als mogelijke oplossing voor de misstanden in de wereld. Dit komt in eerste instantie tot uiting in de band tussen Siegmund en Sieglinde, die in een wereld vol vervreemding, afwijzing en
naar die van Tristan und Isolde, maar het verlangen (en daarmee de muziek) is minder koortsachtig en ‘ziekelijk’ dan in Wagners latere werk. Opmerkelijk genoeg geeft de componist de ‘Geschwisterliebe’ van Siegmund en Sieglinde niet weer als een gemankeerde geestesgesteldheid, maar als een explosie van natuurlijkheid en heroïek, geheel in lijn met zijn idealisering van de Natuurlijkheid en heroïek Dat de liefde tussen Siegmund en Sieglinde antieke Griekse geesteshouding. In zijn laatste muziekdrama Parsifal zal Wagner overspel vormt en bovendien incestueus is, vormt voor Wotan geen bezwaar, getuige zijn incest veel problematischer weergeven, wanneer Kundry de titelheld bijna verleidt discussie met zijn echtgenote Fricka in de door zich als zijn moeder voor te doen. tweede akte. Voor hem geldt vooral dat de Het einde van Die Walküre is, net als dat twee elkaar oprecht liefhebben, en dat Sieglindes huwelijk met Hunding was geba- van Das Rheingold, ambivalent. In de ontroerende dialoog tussen Brünnhilde en Wotan seerd op roof en dwang. Fricka neemt meer aanstoot aan het verliefde tweelingspaar, en vinden bestraffing, verzoening en afscheid plaats. Wotan neemt bovendien niet alleen ook voor de gemiddelde 19de-eeuwse theaafscheid van zijn lievelingsdochter, maar terbezoeker was de openlijke incestscène aan het eind van de eerste akte ongebruike- ook van zijn wereldheerschappij. Tegelijkertijd gloort er hoop: alleen de lijk, zo niet verwerpelijk. Daar droeg Wagners vormgeving van de scène, die lang- ‘grootste, vrije held, die Wotans speerpunt zaam naar een overweldigende climax werkt niet vreest’, zal door de vuurzee kunnen dringen die de tot jarenlange slaap verooren daarmee veel van de liefdesdaad wegheeft, zeker aan bij. De voortstuwende, sen- deelde Brünnhilde tegen lafaards beschermt. En de muziek maakt duidelijk dat suele kracht van de muziek wijst vooruit vijandigheid eindelijk een zielsverwant vinden. Hun liefde en compassie brengt een kettingreactie teweeg; Brünnhilde trotseert Wotans gebod uit medelijden met hun lot, en haar gedwongen menswording vormt de aanzet tot haar latere liefdesverbond met Siegfried.
‘Siegfriedmotiv’
‘Schicksalsmotiv’
Siegfried, de nog ongeboren liefdesvrucht van het tweelingpaar, deze held zal zijn (Muziekvoorbeeld 1). De muziek vertelt ons echter nog meer. In de slotmaten klinkt – als een dreigende wolk die een schaduw over de idylle werpt – het ‘Schicksalsmotiv’ (Muziekvoorbeeld 2). Dit motief hoorden we voor het eerst toen Brünnhilde in de tweede akte Siegmunds dood aankondigde. En zo eindigt Die Walküre, deze ‘viering van het leven’, toch met een vooruitwijzing naar het onvermijdelijke einde.
Muziekvoorbeeld 2
Wotans dilemma's
De viering van het leven en verwerping van
de belofte van een hiernamaals zien we duidelijk terug in de tweede akte van Die Walküre. Hier verschijnt Brünnhilde als schikgodin aan Siegmund, en kondigt ze hem zijn heldendood aan. Ze stelt Siegmund eeuwige roem en een royaal bestaan in Walhalla in het vooruitzicht, maar wanneer hij hoort dat zijn geliefde Sieglinde hem niet zal vergezellen, wijst hij Brünnhildes aanbod af. Hij weigert zijn tweelingzuster en bruid alleen op aarde achter te laten, omdat hij nog lief en leed met haar wil delen. Wanneer Brünnhilde hem echter aangeeft dat zijn dood onvermijdelijk is, en wanneer blijkt dat zijn vader Wälse (Wotan) hem verraden heeft, verkiest hij de hel boven de eeuwige heerlijkheid. Deze vastbeslotenheid brengt Brünnhildes wereldbeeld aan het wankelen, en vormt de aanzet tot haar menswording. In Wotans overpeinzingen gedurende de tweede akte komt een andere wereldbeschouwing naar voren. Hoewel hij geniet van Siegmund en Sieglindes liefdesgeluk, dat bovendien volledig door hemzelf gearrangeerd is, houdt de angst voor het door Erda aangekondigde einde hem in zijn greep. Wotan realiseert zich steeds meer dat hij het lot van de wereld niet zelf naar zijn hand kan zetten, maar moet hopen dat een volgende generatie de juiste keuzes zal maken. Enerzijds is Wotans bereidwilligheid om plaats te maken voor een nieuwe generatie in lijn met Wagners revolutionaire gedachtegoed. Wotan vertegenwoordigt immers het ancien régime, dat plaats moet maken voor de revolutie. Anderzijds valt op hoezeer Wagner zich gaandeweg met Wotans dilemma’s vereenzelvigt. Zo schrijft hij in januari 1854 aan zijn goede vriend August Röckel het volgende over Wotans problematiek: ‘We moeten leren te sterven, in de volle zin van het woord. De angst voor het einde is de bron van alle liefdeloosheid.’ Wotans voornemen om niet langer de wereld naar zijn hand te zetten vormt een voorbeeld van passieve acceptatie, en is daardoor juist in strijd met Wagners revolutionaire gedachten. Wagners nieuwe, in Wotans karakter tot uitdrukking gebrachte opvatting krijgt kort daarop een impuls door Arthur Schopenhauer. In de herfst van 1854 leert Wagner diens filosofie kennen, waarin passiviteit, acceptatie en medelijden centraal staan. Hoewel het Ringlibretto op dat moment al voor 99% vaststaat, beschrijft hij deze kennismaking later in Mein Leben (1865) als een waar aha-erlebnis: ‘Ik bekeek mijn Nibelungentekst, en ontdekte tot mijn verbazing dat Schopenhauers theorie in feite al in mijn eigen poëtische concept besloten lag. Nu pas begreep ik het karakter van mijn Wotan ten volle.’
Muziekvoorbeeld 1
Dat het tweede deel van de tetralogie het hart van menigeen sneller doet kloppen, valt deels te verklaren door Wagners eigen enthousiasme. Tijdens de totstandkoming van het werk (1852-1856) is hij volledig bezield door de stof, en hij typeert deze periode dan ook grotendeels als een extatische roes. Een mogelijke verklaring vormen de grote overeenkomsten tussen het verhaal en Wagners eigen leven in deze periode. Na zijn verbanning vlucht Wagner naar Zürich, en wordt hij verliefd op Mathilde Wesendonk, de vrouw van de man die hem onderdak en financiële steun biedt. In Zürich raakt hij teleurgesteld door de revolutie, en verandert hij geleidelijk van een activist in een beschouwelijk, meer passief persoon. Het is opvallend dat vluchten, overspelige liefdesgevoelens jegens de vrouw van je gastheer en postrevolutionaire hoofdbrekens ook in Die Walküre centraal staan. Een tweede reden voor Wagners fascinatie is de wereldbeschouwelijke diepgang van de handeling, getuige een brief uit mei 1852 aan zijn vriend Theodor Uhlig: ‘Meer dan ooit word ik gegrepen door de allesomvattende grootsheid en schoonheid van het verhaal; mijn volledige wereldbeschouwing komt hierin op de meest volmaakte, kunstzinnige wijze tot uiting.’ De wereldbeschouwelijke teneur van het werk is des te interessanter omdat zowel zijn oude als zijn nieuwe inzichten in Die Walküre nadrukkelijk naar voren komen. Toen Wagner in 1848 begon met het schrijven van zijn Nibelungen-epos, was hij vervuld van revolutionaire gedachten. Deze komen duidelijk tot uiting in zijn manifest Die Kunst und die Revolution (1849). Hierin typeert hij de moderne, christelijke cultuur als een huichelachtige wereld, waarin de mens zich vijandig verhoudt tot zijn eigen lijf en de natuur. Levenslust en seksualiteit worden volgens Wagner ten onrechte als boze demonen verworpen, met verkniptheid tot gevolg. Bovendien nemen mensen genoegen met hun leefomstandigheden in de hoop dat ze in het hiernamaals een beter leven zullen krijgen. Het kapitalisme, dat in Das Rheingold zo’n belangrijke rol speelt, bedient zich van dezelfde argumentatie, met uitbuiting van het proletariaat tot gevolg. Als alternatief voor deze miezerige levenshouding propageert Wagner de antieke Griekse wereldbeschouwing, die in de grote tragedies tot uiting komt. Deze kunstwerken vormen in zijn ogen een viering van het leven, en Wagner wil dat zijn eigen muziekdrama’s dat ook zijn.
20
Interview Die Walküre
Joke Dame
Michel Khalifa
Als een lopend vuurtje
Van de verpleging naar de opera
‘Waar Pierre is, is vuur,’ zeggen ze backstage op de rekwisietenafdeling. Pierre Audi houdt wel van een brandje. ‘Het is ook een spectaculair ding op toneel,’ vindt special-effectman Ruud Sloos, ‘het werkt altijd. Regisseurs vragen erom. ‘Hoeveel dan?' – 'Nou, zo groot.’ ‘En hoelang?’ – ‘Een paar minuten.’ Dan weet ik: dat wordt in de praktijk een paar seconden en de helft kleiner, want vuur is een showkiller: iedereen zit alleen maar naar dat vuurtje te kijken, het trekt alle aandacht van de actie weg. Vandaar dat Pierre het ook altijd spaarzaam inzet, als een accent: een leuning waar een vlammenspel langs loopt of een vuurlijn zoals in Das Rheingold en helemaal in Die Walküre. Daar heb je een soort vuurdans – het vuur ontstaat en wordt vervolgens weer uitgeblazen: je ziet dat vuur zich voortbewegen in het decor.’ Spaarzaam of niet, de vlammen kunnen in de Ring oplaaien tot vlak onder de adventure seats boven het podium – stoelen voor onverschrokken toeschouwers die op hun wenkbrauwen moeten passen.
Triomf
Ruud Sloos was 26 toen hij begon bij De Nederlandse Opera. Net afgestudeerd als leraar handvaardigheid, had hij een baan voor klas, maar koos al snel voor de rekwisietenafdeling van de Opera waar hij opviel door zijn handigheid. Nu, meer dan 25 jaar later, is hij hoofd van de afdeling special effects, research and development en hij geniet er nog steeds van. Het bedenken hoe hij de wensen van een regisseur kan realiseren, vindt hij het leukst. ‘Bij elke nieuwe productie denk ik: zo, kom maar op, ik ben benieuwd wat ze nu weer willen.’ Soms plaatst een artistiek team hem voor schier onmogelijke opgaven. Bouw maar eens een toren van één bij één en vierenhalve meter hoog waaruit een tafel moet komen van anderhalf bij zes meter. ‘Ja, hoe kan dat? Er moesten ook nog eens vijf mensen uitrollen. Qua volume kan dat dus niet. Uiteindelijk kwamen we op een tafel van dun buigtriplex die je kon oprollen. En zodra die tafel eruit kwam klapten er flanken op het blad neer om hem de nodige stijfheid te geven.’ Of bouw een levensecht paard, zoals voor ROSA, a Horse Drama van Louis Andriessen. Er was geen toestemming om een echt paard over het podium te laten galopperen. Triomf beleefde Sloos toen de Dierenbescherming na de première op hoge poten een bezwaarschrift afleverde. Terug naar het vuur waar het Muziektheater bepaald deskundig in is geworden, in nauw contact met de brandweer die bij elk vuur komt kijken. Sloos: ‘Het grote voordeel van Amsterdam is dat de brandweer ooit heeft gezegd: gas op het toneel..., nou ja oké. De meeste operahuizen zijn mordicus tegen het gebruik van gas. Wij hebben kunnen
aantonen dat het relatief veilig is. Een gasfles kan natuurlijk ontploffen, when the shit hits the fan. Het alternatief is fakkels met fakkelvloeistof of brandpasta. Maar brandstof op het podium is minder controleerbaar, dat moet gewoon uitbranden. Wij werken liever met gas – geen methaan maar propaan, dat mooi geel brandt – en snel afkoppelbare slangen en automatisch sluitende ventielen.’
Geel poeder
Maar soms brandt er toch iets anders op het Amsterdamse toneel. Sloos: ‘In Die Walküre staat een huisje in het decor, half boven het orkest, en Pierre wilde daar een enorme vuurkolking uit laten komen. Daarvoor gebruiken we geen gas maar lycopodium, een natuurproduct: stuifmeel van een plant die alleen in Kazachstan groeit, of daar ergens. We blazen dat spul met perslucht eruit en dan krijg je een mooie vuurbal. Onze grootste angst is dat het lycopodium niet zal ontbranden, waarna de orkestmusici onder een laag geel poeder komen te zitten, inclusief hun instrumenten. Dat moesten we te allen tijde zien te voorkomen, want dan ligt de show wel stil. Nee, het is gelukkig nooit gebeurd. We hebben er allerlei elektronische beveiligingen opgezet: als de waakvlam niet brandt, dan gaat het poeder de lucht niet in. Maar het blijft een spannend moment. Want het huisje met dat vuur moet ook nog eens
heel snel naar achteren schieten, het podium af. Alleen, het weegt een ton – zeg maar een kleine middenklasser. Dat was een probleem. Uiteindelijk hebben we het opgelost met gewoon elastiek – maar wel heel veel elastiek, een streng van zo’n tien centimeter in diameter. Die streng wordt een paar minuten van tevoren aangespannen – zwaar werk, het gaat heel langzaam – en op de cue Huisje nu! wordt het losgelaten en trekt het elastiek het huisje met een rotvaart naar achteren. Met de zender steek ik op hetzelfde moment het vuur aan boven het orkest – de musici voelen de hitte. Nee, ze hebben nooit geprotesteerd, maar ik heb ze ook nooit verteld wat er in de orkestbak gebeurt als het niet goed gaat.’
Sevilla, Amsterdam en binnenkort Bayreuth: de Engelse sopraan Catherine Foster is dé Brünnhilde van dit moment. Een gesprek met een nuchtere en leergierige zangeres die geroemd wordt om haar gloedvolle vertolkingen. Toen Catherine Foster tien jaar oud was, moest ze voor school in een schriftje opschrijven wat ze later wilden worden. ‘Verpleegster en zangeres,’ was haar antwoord. Deze tweevoudige voorspelling is uitgekomen. Na een verpleegopleiding kreeg Catherine een voltijdbaan als vroedvrouw. Pas zes jaar later ging ze serieus zang studeren. Om rond te komen moest ze wel blijven werken: door de week een bacheloropleiding aan het conservatorium van Birmingham, in het weekend bevallingen. Er leken betere tijden aan te breken toen ze na haar afstuderen de Dame Eva Turner Prize voor veelbelovende dramatische sopranen won. Dankzij een gulle sponsor kon ze zich verder in het operavak bekwamen aan de London Opera Studio. De echte doorbraak liet op zich wachten. In eigen land kon Catherine Foster maar geen werk vinden. Grijnzend: ‘Iedereen zei dat ik te lang was en dat mijn stem te groot was. Toen ben ik mijn geluk in Duitsland gaan zoeken. Bij de opera van Weimar kreeg ik direct een contract. Een betere vervolgopleiding had ik me niet kunnen wensen. Ik heb daar als ensemblelid fantastische jaren gehad met een geweldige intendant, een prachtig orkest en rollen die bij me pasten. Ik heb er wel keihard voor moeten werken, zeker nadat ik in januari 2003 een baby had gekregen. Maar met doorzettingsvermogen kom je er wel. Steeds weer opstaan nadat je gevallen bent, daar ligt het verschil tussen succes en mislukking.’ In 2004 begon ze voorzichtig elders op te treden als gastsolist. De laatste jaren is haar carrière in een stroomversnelling terechtgekomen. Steeds meer operahuizen ontdekken haar stem én haar dramatische talent. Foster blinkt uit in Wagnerrollen die tot de meest veeleisende van het repertoire behoren, zoals Isolde en vooral Brünnhilde, de jeugdige heldin die in achtereenvolgens Die Walküre, Siegfried en Götterdämmerung op de voorgrond staat. Komende zomer maakt ze als Brünnhilde haar debuut in Bayreuth met de complete Ring.
Brünnhilde als catalysator
Catherine Foster (Foto: Kevin Maltby)
'Kun jij dat maken?' was ruim 25 jaar geleden de vraag aan Ruud Sloos. Het ging om een zwerm vogels die verschrikt opvliegt als het theaterdoek opgaat. ‘Tuurlijk,’ blufte de net aangestelde rekwisiteur bij De Nederlandse Opera. Hij had geen idee, maar met radiografische besturing is het hem wel gelukt. Sindsdien is Ruud Sloos de Willie Wortel van vele speciale effecten die ons op verzoek van regisseurs en toneelontwerpers op het operapodium verbluffen.
Ruud Sloos
21
Interview Die Walküre
gebroken worden. Iemand als Alberich daarentegen kan overleven, omdat hij een deel van zichzelf heeft verloochend. Hij blijft in de duisternis leven.’ Als Alberich de duisternis symboliseert, vertegenwoordigt Brünnhilde dan het licht in de wereld? ‘Zo eenvoudig is het niet,’ zegt Catherine Foster. 'Alberich heeft de ondergang van de oude orde geïnitieerd, Brünnhilde voltooit deze missie als kind van het lot. Wotan had van alles geprobeerd, maar zijn liefde voor de macht brengt hem gewoonweg niet verder. Wat hij Brünnhilde meegeeft, is juist de macht van de liefde, waarmee zij kan groeien.’
Tegenspelers
Catherine Foster verwacht veel van de Ten tijde van ons skypegesprek eind novem- Amsterdamse reprise. Al jaren hoort ze lovende berichten over de regie en de aanber verblijft Catherine Foster in Sevilla, kleding van Pierre Audi’s Ring. Bovendien waar ze Siegfried repeteert. Volgens haar heeft ze al vaker samengewerkt met een vervult haar personage een sleutelfunctie binnen Wagners Ring: ‘Brünnhilde maakt als deel van de cast: ‘Het wordt bijvoorbeeld mens een diepgaande ontwikkeling door. Zij mijn vierde Walküre met Thomas Mayer, die Wotan zingt. Bij eerdere producties was hij is aanvankelijk een verlengstuk van haar vader, maar ontpopt zich tot een catalysator steeds in een laat stadium ingevallen, nu van gebeurtenissen met verregaande gevol- hebben we gelukkig de tijd om onze rollen gen. Dit is kennelijk haar lot: ze werd geboren samen te ontwikkelen.’ De rol van Brünnhilde in Die Walküre heeft opdat de aarde vooruit kon. Een vrouw die de ze naar eigen zeggen al 56 keer op de bühne wereld redt, dat vind ik opmerkelijk.’ vertolkt, maar zingen op routine is niet aan ‘Er zijn natuurlijk meer personages in de Ring die voortvarend handelen, bijvoorbeeld haar besteed. In elke productie laat Foster om de ring te bemachtigen, maar Brünnhilde zich graag verrassen door haar eigen persois de enige die vrijwillig haar leven opoffert. nage. Dat heeft mede met haar tegenspelers Dankzij haar offer kan de macht van de vloek in de Ring te maken. ‘Elke Wotan is anders,
elke Siegfried is anders. Daardoor ontdek ik in elke productie nieuwe verbindingen met de andere personages. En uiteraard is elke regisseur ook anders, wat dan weer gevolgen heeft voor de emotionele huishouding. Iedereen kent dat uit zijn sociale leven: met elk van je vrienden heb je een andere relatie.’ Wat is het geheim om vocaal fit te blijven bij loodzware rollen als Brünnhilde? Catherine Foster denkt even na: ‘Een degelijke zangtechniek is een absolute voorwaarde. Daar moet je altijd op terug kunnen vallen. Je moet ook je beperkingen kennen en alleen de rollen aannemen die je werkelijk aankunt. Maar de techniek is het allerbelangrijkste om te overleven in dit vak. Mijn dokter is tevreden: hij zei begin vorig jaar dat ik voor een Brünnhilde bijzonder gezonde stembanden heb.’
22 foto: GABO
Rolando Villazón Tsjechisch Nationaal Symfonie Orkest
CMS – Europees partner van DNO
23
Operamaand
tenor
Guerassim Voronkov dirigent
CMS_LawTax_CMYK_from101.eps
NOVEMBER
Aria’s van Verdi
Doe mee met ‘The Quest for Gold’ en win!
wo 12 jun Grote Zaal Bestel nu kaarten
OPERAMAAND
Amstelhoeck kunt u gewoonweg niet missen! Ons grand café bevindt zich namelijk op één van de mooiste plekjes van Amsterdam: op de hoek langs de Amstel, direct onder het stadhuis en pal naast het Muziektheater. Een bijzondere plek met enorm veel historie en een grote hoeveelheid dynamiek vandaag de dag. Bij Amstelhoeck kunt u heerlijk eten en drinken in een moderne, huiselijke sfeer. Met uitzicht op de gezellige Amstel en de prachtige Munttoren. Prima vertoeven dus!
ONTBIJTEN
LUNCHEN
DINEREN
BORRELEN
Om ook onze medewerkers extra te laten genieten van opera organiseren wij, sinds wij partner zijn van De Nederlandse Opera, ieder jaar een heuse Operamaand binnen ons kantoor. November 2012 stond daarom bij ons geheel in het teken van opera. Op onze vestigingen was van alles te zien en te beleven. DNO stelt ieder jaar weer een prachtige expositie voor ons samen. In Amsterdam pronkte zo bijvoorbeeld een prachtige troon uit Les Troyens in ons restaurant, samen met grote gouden attributen uit deze opera. Bij onze receptie was het kostuum van een kleurrijk bloemenmeisje uit Parsifal te bewonderen. In Utrecht stonden mooie schilden uit Iphigénie tentoongesteld. Ook had DNO voor ons een aangeschoten hert uit Deidamia uitgezocht, dit hert leek echter zo echt dat menigeen er aanstoot aan nam. Het hert heeft de publieke ruimtes dus niet gehaald. Het pièce de résistance was een camouflagejurk uit Iphigénie. Ook was er een prachtig kostuum van een schotse strijder uit Lucia di Lammermoor. Dat laatste zou niet misstaan op de catwalk in Milaan of Parijs. Daarnaast waren er diverse vakkundig gemaakte pruiken, schoenen en kleurrijke hoeden uit diverse opera’s te zien. Helaas werden deze objecten aan het einde van onze operamaand weer opgehaald, we hadden er graag blijvend van genoten. Een vast onderdeel van de Operamaand is de DNO-CMS Operaprijsvraag. Onze medewerkers konden dit jaar deelnemen aan ‘The Quest for Gold’ gekoppeld aan Das Rheingold van Wagner. Door het beantwoorden van een aantal lastige vragen over Wagner, Das Rheingold en De Nederlandse Opera maakten zij kans op prachtige prijzen. Een van onze notarissen trok de winnaars uit de inzenders van de correcte antwoorden. Vijf van hen wonnen een fantastische hoofd-
prijs: een compleet verzorgde avond voor twee naar Das Rheingold met een heerlijk diner vooraf, een inleiding op de opera en een borrel ter afsluiting. De reacties waren enthousiast. Ook andere inzenders wonnen mooie prijzen, zoals opera-dvd’s en -cd’s, boeken en DNO-paraplu’s. Een aantal jaar achtereen hebben wij onze vrijdagmiddagborrels tijdens de Operamaand omgedoopt tot Operaborrel. Tijdens deze operaborrels werden spontaan aria’s gezongen en werden heuse privéconcerten gegeven. Dit jaar kozen wij voor een andere, meer inhoudelijk aanpak. Met teasers als ‘Bratwurst en Wagner’ kondigden wij de speciale operalunchlezingen aan. Tijdens deze lezingen werden geheel passend bij het thema van de operamaand typisch Duitse hapjes geserveerd. Dramaturg Willem Bruls, die regelmatig samenwerkt met DNO’s artistiek directeur Pierre Audi, heeft ons versteld doen staan bij alles wat er nodig is om een opera tot stand te laten komen. Van concept tot regie: het aanlooptraject tot de daadwerkelijke uitvoering van een opera is indrukwekkend. Zo leerden wij bijvoorbeeld dat DNO gemiddeld ruim vier tot drie jaar van te voren het repertoire samenstelt en ook de betrokken dirigent, regisseur en cast vastlegt. Daarna is het aan de regisseur om keuzes te maken voor het decor-, kostuum- en lichtontwerp. De dirigent maakt op zijn beurt keuzes voor het orkest, koor en alle andere betrokkenen. Ongeveer twee jaar van te voren is de definitieve samenstelling en benoeming van het team dan een feit en gaat men het concept voor een productie verder ontwikkelen. DNO doet dit allemaal in eigen huis, in het decorcentrum, kostuumatelier en het Muziektheater. Zo worden de decors, kostuums, rekwisieten en pruiken, door DNO zelf gemaakt.
Ruim zes weken van te voren begint men vervolgens met de repetities, scenisch met het team, de solisten onder pianobegeleiding en daarnaast oefent de muziek, het orkest, met het koor en de solisten. Waarna het in de laatste week allemaal samenkomt op het toneel met decorbouwers en technici, met een voorgenerale begeleid op piano, de echte generale met het orkest en daarna natuurlijk het hoogtepunt: de première. De première van Das Rheingold was zo’n hoogtepunt. Ook onze gewaardeerde cliënten en relaties hebben wij mee laten genieten van onze Operamaand. Op 15 november waren wij getuige van de première en hebben wij na een diner in het voorgebouw van het Muziektheater gezamenlijk genoten van de voorstelling. Prachtig om te zien hoe alles resulteert in een topperformance. Ik kijk met veel genoegen terug op weer een geslaagde Operamaand.
Dolf Segaar Managing Partner
24
25
La traviata Altijd vrij, wil ik me storten in een roes van vrolijkheid, heel mijn leven moet zo voortgaan over wegen van plezier. (Violetta Valéry) I De Parijse courtisane Violetta Valéry geeft een groot feest. Een jonge bewonderaar van haar, Alfredo Germont, is een van de gasten. Als het gezelschap zich naar een andere kamer begeeft om te gaan dansen, voelt Violetta – die lijdt aan tuberculose – zich niet goed. Alfredo ontfermt zich over haar en vertelt haar dat hij verliefd op haar is. Hoewel Violetta niet echt in de liefde gelooft en altijd vrij wil zijn, maakt Alfredo's ontboezeming grote indruk op haar.
steken. Violetta krijgt een uitnodiging voor een feest bij haar vriendin Flora die avond. Zij is niet van plan te gaan. Een heer laat zich aandienen: het is Giorgio Germont, Alfredo's vader. Hij wil een eind maken aan hun 'ongepaste' verbintenis, zodat Alfredo's zuster met een goede partij kan trouwen. Germont zet Violetta dermate onder druk dat zij toegeeft. Ze schrijft Alfredo een afscheidsbrief en vertrekt naar Parijs, om alsnog naar Flora's feest te gaan. Alfredo ziet de uitnodiging en denkt dat Violetta hem heeft verlaten voor een ander. Hij is woedend en wil zijn gram halen op het feest. II Bij Flora wordt gespeeld om hoge inzetten. Alfredo en Violetta zijn in een buitenhuis Violetta wordt vergezeld door baron gaan wonen, waar ze erg gelukkig zijn. Douphol, van wie Alfredo een flinke som Maar Annina, de dienstmeid, verklapt geld wint. Als Violetta een uitbarsting Alfredo dat Violetta bezig is haar bezittintussen de twee mannen vreest, neemt ze gen te verkopen om hun dure levenswijze te kunnen bekostigen. Onmiddellijk vertrekt Alfredo apart. Deze dwingt haar te bekennen dat ze van Douphol houdt; Violetta hij naar Parijs om hier een stokje voor te
ziet geen andere mogelijkheid dan te doen alsof dat zo is. Alfredo roept de anderen erbij en werpt zijn gewonnen geld op de grond voor Violetta's voeten. Om deze grove belediging daagt Douphol Alfredo uit tot een duel. III Violetta's leven loopt ten einde. Germont schreef haar dat Douphol gewond werd in het duel en dat Alfredo nu weet waarom zij hem had verlaten. Alfredo is op weg naar haar om het weer goed te maken, maar zij voelt dat het te laat is. Buiten passeert een joelende menigte carnavalsvierders. Als Alfredo eindelijk arriveert, maken de geliefden plannen voor de toekomst. Giorgio Germont komt binnen, met de dokter. Na een laatste, korte opleving sterft Violetta.
ma 6 mei 2013 première
20.00 uur
wo 8 vr 10 di 14 vr 17 ma 20 do 23 zo 26 wo 29 vr 31
20.00 20.00 20.00 20.00 13.30 20.00 13.30 20.00 20.00
mei mei mei mei mei mei mei mei mei
uur uur uur uur uur uur uur uur uur
Het Muziektheater Amsterdam Kaartverkoop is reeds begonnen. Bij het ter perse gaan van deze Odeon zijn er nog kaarten verkrijgbaar. Bel het Kassa-bespreekbureau: 020-625 5455 Online reserveren: www.dno.nl Inleidingen door Joke Dame Plaats: Muziektheater (foyer 2de balkon) Tijd: 45 minuten voor aanvang van iedere voorstelling, dus 19.15 uur (avond)/12.45 uur (matinee) Lengte: ± 30 minuten Toegang: gratis op vertoon van een plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag Met steun van de Vereniging Vrienden van De Nederlandse Opera Uitzenddatum Radio 4, NTR Opera Live: zaterdag 25 mei, 19.00 uur Dinerbuffetten Bij elke avondvoorstelling van DNO kunt u genieten van een dinerbuffet in de foyer van het Muziektheater. Zo kunt u rustig eten en bent u op tijd voor de opera. Reserveren: 020-625 5455 of via www.muziektheater.nl/kaarten.
La traviata
Reprise
Giuseppe Verdi 1813-1901
Opera in tre atti libretto Francesco Maria Piave muzikale leiding Giuliano Carella regie Willy Decker decor Wolfgang Gussmann kostuums Wolfgang Gussmann Susana Mendoza licht Hans toelstede choreografie Athol Farmer dramaturgie Klaus Bertisch Violetta Valéry Marina Poplavskaya Joyce el Khoury 17 20 mei Flora Bervoix Karin Strobos Annina Diane Pilcher Alfredo Germont Ismael Jordi Giorgio Germont Dimitris tiliakos Gastone de Létorières Iain Paton Barone Douphol Roger Smeets Marchese d’Obigny Jérémie Brocard Dottor Grenvil Luigi Roni Giuseppe Richard Prada Commissionario Leo Geers Domestico di Flora Sander Heutinck Un Cavaliere Peter Arink Radio Kamer Filharmonie Koor van De Nederlandse Opera instudering Nicholas Jenkins Originele productie Salzburger Festspiele 2005 De voorstelling duurt circa 2 uur en 45 minuten. Er is 1 pauze.
Scènes uit La traviata (Foto’s: Klaus Lefebvre)
De opera wordt in het Italiaans gezongen, Nederlands en Engels boventiteld. Het operaboek La traviata is verkrijgbaar in het Muziek theater. Daarin staan onder meer een uitgebreide synopsis en het libretto in het Italiaans en het Neder lands. De prijs is 8.
Achtergrond La traviata
26
27
Een ‘zedeloze’ vrouw
Giuseppe Verdi (Foto: André Adolphe Disderi)
Het is onvoorstelbaar maar waar: een van de meest geliefde opera’s uit het hele repertoire was een regelrechte flop bij de wereldpremière. Het betrof hier La traviata, een inmiddels alom erkend meesterwerk, waarin Giuseppe Verdi zijn tragische heldin met zoveel liefde en inspiratie volgde als nog nooit eerder een operacomponist had gedaan. ‘Beste Ricordi, Het spijt me je een treurig bericht te moeten overbrengen, maar ik kan je de waarheid niet verhelen. La traviata is een fiasco geworden. Laten we niet gissen naar de oorzaken. Het is niet anders. Addio. Addio.’ Met deze woorden bracht Verdi op 7 maart 1853 aan zijn uitgever Giovanni Ricordi verslag uit van de wereldpremière van La traviata in het Venetiaanse Teatro La Fenice, die daar een dag eerder had plaatsgevonden. Wat was er gebeurd met dit werk, dat de meest geliefde opera van Verdi zou worden? Hoewel Verdi daar in zijn brief kennelijk niet nader op wilde ingaan, waren er wel degelijk een paar oorzaken aan te wijzen. Zo had de componist zich, weliswaar in een vrij laat stadium, verzet tegen het bezetten van de hoofdrol met de flink uit de kluiten gewassen sopraan Fanny Salvini-Donatelli. Muzikale bezwaren speelden hier geen enkele rol, maar het ging hem erom dat deze primadonna totaal niet beantwoorde aan het physique du rôle. De datum waarop Salvini’s contract zonder juridische consequenties nog had kunnen worden verbroken, was echter al verstreken. De componist had weer eens blijk gegeven van een feilloos dramatisch instinct, want wat hij vreesde, gebeurde: het publiek moest lachen bij het zien van een mollige dame als de aan tuberculose wegkwijnende courtisane. Ook lieten de prestaties van Ludovico Graziani (Alfredo) en Felice Varesi (Giorgio Germont) veel te wensen over. Verdi zou zijn revanche krijgen bij een nieuwe reeks uitvoeringen in 1854. Deze werd eveneens in Venetië gegeven, niet in La Fenice, maar in het Teatro San Benedetto en met andere zangers. Toen kreeg het hier en daar herziene werk wél het succes dat het verdiende.
Hedendaags onderwerp
Toen Verdi in april 1852 had ingestemd met het verzoek van La Fenice een nieuwe opera te componeren voor het carnavalsseizoen 1853, stond vast dat Francesco Maria Piave het libretto zou schrijven, maar een onderwerp moest nog worden gevonden. Er is welbeweerd dat Verdi al in 1851 dacht aan La dame aux camélias van Alexandre Dumas fils, maar dat is onjuist. Dit misverstand komt voort uit een zinsnede in een brief aan Salvatore Cammarano, de librettist van Il trovatore, waarin de componist spreekt over ‘een onderwerp, dat eenvoudig en teder is’, voor het geval hij met het Trovatoregegeven niet uit de voeten zou kunnen. ‘Eenvoudig en teder’ is het verhaal over de teloorgang van een courtisane echter allerminst: in Italië tijdens het begin van de jaren 1850 was het gegeven zelfs behoorlijk schokkend, bovendien niet iets waarmee Cammarano mee had kunnen behalen, omdat het hem niet lag. In februari 1852 was in Parijs de toneelbewerking van Dumas’ roman in
Duplessis), bij Dumas Marguerite Gautier genoemd. Zij was afkomstig van het platteland en vestigde zich op haar vijftiende in Parijs, waar zij overdag als winkelmeisje werkte en zich ’s avonds aansloot bij de zogeheten ‘grisettes’: artiesten- en studentenliefjes. Later zou Puccini zich door datzelfde milieu laten inspireren voor La bohème. Alphonsine was mooi en slank, met een ovaal gezicht en prachtige donkere ogen. Zij had voortreffelijke manieren en werd al gauw geliefd bij heren uit de hogere kringen, zoals de oude graaf Stackelberg, die haar een prachtig appartement in de rue Madeleine gaf. Als Alphonsine zich in het openbare leven begaf, droeg zij een witte camelia om aan te geven dat ze ‘beschikbaar’ was, een rode in de dagen dat ze dat niet was vanwege haar maandelijkse cyclus. De affaire tussen Alphonsine en Alexandre Dumas begon min of meer zoals die tussen Violetta en Alfredo in de opera: tijdens een ontvangst in haar huis hoestte zij bloed op en Dumas volgde haar bezorgd naar de slaapkamer om haar bij te staan. Dit ontroerde haar zeer en er ontstond tussen hen een hartstochtelijke verhouding, die echter niet lang standhield. Zoals Dumas zelf in zijn afscheidsbrief schreef: ‘Ik ben niet rijk genoeg om je lief te hebben zoals ik zou wensen en niet arm genoeg om te worden bemind zoals jij dat zou willen.’ Na een mislukt huwelijk met een burggraaf (1846) ging Alphonsines gezondheid snel achteruit en zij stierf in 1847 in haar Parijse woning, slechts 23 jaar oud.
Het graf van Alphonsine Plessis in Parijs
Frits Vliegenthart
Samenhangend geheel
première gegaan. Mogelijk bracht dat Verdi, die toen in Parijs was, op het idee om zijn volgende nieuwe opera – die wat hem betrof een ‘primadonna-opera’ moest worden – te baseren op dit tragische, diep-menselijke verhaal. La traviata (‘De zedeloze’) ontstond in een schrikbarend korte tijd. Pas in oktober 1852 lukte het Piave, door een nerveuze theaterdirectie naar Verdi’s nieuwe huis in Sant’ Agata gestuurd, om de componist te dwingen een onderwerp te kiezen, want deze schoof de beslissing telkens voor zich uit. De synopsis werd aan de censuur voorgelegd, die opmerkelijk soepel reageerde: als de werktitel Amore e morte werd veranderd, zou toestemming worden verleend. En zo kon Verdi op 1 januari 1853 – terwijl hij nog de laatste hand legde aan Il trovatore, dat diezelfde maand in première moest gaan! – aan zijn vriend Cesare De Sanctis schrijven: ‘Voor Venetië doe ik La dame aux camélias, dat wellicht La traviata zal heten. Het is een hedendaags onderwerp. Een ander zou het
misschien niet gedaan hebben vanwege de kostuums, vanwege de periode of duizend andere domme bedenkingen, maar ik schrijf het met veel plezier. Iedereen zette een grote keel op, toen ik voorstelde een gebochelde op het toneel te brengen. Welnu, ik schreef Rigoletto met veel genoegen. Hetzelfde geldt voor Macbeth, etc.’ Verdi wilde dat de kostuums voor La traviata eigentijds zouden zijn, maar dat ging voor de censuur te ver: de enscenering diende te worden gesitueerd in het begin van de achttiende eeuw. Gelukkig wordt dit eigenlijk nooit zo gedaan, want het zou ten koste gaan van de tijdloosheid van het verhaal en afleiden van de directe expressie van de emoties. Ook het piano-uittreksel van Ricordi vermeldt gewoon dat het stuk zich afspeelt omstreeks 1850.
Hartstochtelijke verhouding
De ongelukkige heldin Violetta Valéry gaat terug op een bestaande figuur: de demimondaine Alphonsine Plessis (alias Marie
La traviata is als het ware een vrouwelijke tegenhanger van het meer robuuste Il trovatore, wat des te meer opvalt omdat beide werken vlak na elkaar zijn voltooid. Het scheppingsproces verliep grotendeels parallel. Zoals wel vaker bij Verdi is de Traviata, ondanks de vele en grote koorscènes, intiem van sfeer, geheel gefocust op de interactie tussen de drie hoofdpersonen: Violetta, Alfredo en diens vader Giorgio. In de Preludio passeren drie episodes van Violetta’s verhaal in een notendop de revue, en wel in omgekeerde chronologische volgorde. IJle, chromatische strijkersklanken schilderen het sterven van Violetta, zoals zich dat in de derde akte voltrekt. Daarna klinkt in een brede melodie het motief van de liefde van Violetta voor Alfredo, en vervolgens horen we in snelle noten die deze lijnen versieren de uitbundige, frivole Violetta die in haar huis een groot feest geeft. Dergelijke herinneringsmotieven maken La traviata tot een fraai samenhangend geheel. Het veelvuldig voorkomende walsritme plaatst de opera in het wufte Parijs uit de tijd van ontstaan; het in dit verband quasi-vrolijke karakter van deze dans draagt bij tot het navrant-ontroerende karakter van de opera. Is het verhaal geloofwaardig? Voor een operalibretto zeker, en Verdi’s muziek doet de rest. Violetta (die haar cynisme opzij zet) en de ietwat naïeve Alfredo houden oprecht van elkaar, Giorgio (misschien een hypocriet te noemen) komt op voor het belang van zijn familie. Het is niet moeilijk zich in hun gevoelens te verplaatsen. Enigszins onbegrijpelijk is hooguit de snelheid waarmee Violetta aan Giorgio belooft Alfredo op te
geven. Dat heeft daarmee te maken dat er in een opera eenvoudig geen tijd is voor de psychologische ontwikkeling zoals die in een roman voldoende ruimte kan krijgen. Muzikale hoogtepunten zijn er te over. De provinciaal Alfredo, nieuw in de groep, wordt als het ware ingewijd wanneer hij op verzoek van Violetta, de gastvrouw, een drinklied aanheft, waarbij de anderen zich aansluiten (‘Libiamo...’). Lyrisch is zijn liefdesverklaring ‘Un dì felice... Di quell’amor...’. Na zijn vertrek is Violetta’s stemming eerst verbaasd en ontroerd: bestaat de ware liefde dan toch? (‘Ah fors’è lui... A quell’amor...’), maar dan besluit ze toch altijd vrij te blijven en te genieten (‘Sempre libera...’), terwijl Alfredo op straat zijn gevoelens nogmaals uit. Het grote duet tussen Giorgio Germont en Violetta in de tweede akte is het moment dat het verhaal zijn fatale wending neemt; Violetta’s wanhoop klinkt in ‘Amami, Alfredo’, als ze de nietsvermoedende Alfredo vaarwel zegt, wetend dat hij haar afscheidsbrief spoedig zal ontvangen. Met ‘Di Provenza
il mar...’ probeert Giorgio Alfredo te troosten voor het vertrek van Violetta. De derde akte opent met de ijle strijkersmuziek uit de allereerste maten van de opera. In haar laatste uren leest Violetta een brief van Giorgio waarin hij vertelt dat Alfredo alles weet en dat ze weldra bij haar zullen komen. Intussen klinkt in het orkest het motief ‘Di quell’amor’. Ze weet dat het te laat is en neemt verdrietig afscheid van het leven (‘Addio del passato’). De twee geliefden dromen van een nieuw leven op het land (‘Parigi, o cara/o, noi lasceremo’), maar Violetta beseft dat dit niet meer zal gebeuren (‘Ah! gran Dio!… morir sì giovine’) en terwijl ze Alfredo haar portretje geeft, klinkt een doodsmotief in het orkest, dat tijdens haar laatste opleving nogmaals ‘Di quell’amor’ laat horen.
La traviata
29
Bart Boone
Dodendans in driekwartsmaat Europees partner van De Nederlandse Opera CMS_LawTax_CMYK_from101.eps
als hEt DOEk OpENgaat.....
Dat geldt voor DNO maar ook voor u en uw onderneming op het turbulente bedrijfstoneel. Als Europees partner van DNO helpen wij hen bij het realiseren van hun ambities. Ook u helpen wij als juridisch adviseur en business partner graag met het realiseren van uw bedrijfsdoelstellingen en ambities. Of dat nu in Nederland is of internationaal. U bent dan altijd klaar voor het moment dat het doek opengaat.
Amsterdam | Berlin | Brussels | Lisbon | London | Madrid | Paris | Rome | Vienna | Zurich | Aberdeen | Algiers | Antwerp | Barcelona | Beijing | Belgrade | Bratislava | Bristol | Bucharest | Budapest | Casablanca | Cologne | Dresden | Duesseldorf | Edinburgh | Frankfurt | Hamburg | Kyiv | Leipzig | Ljubljana | Luxembourg | Lyon | Milan | Moscow | Munich | Prague | Rio de Janeiro | Sarajevo | Seville | Shanghai | Sofia | Strasbourg | Stuttgart | Tirana | Utrecht | Warsaw and Zagreb.
www.cms-dsb.com
Wereldwijd kwamen op de een of andere manier al twee miljoen mensen in contact met de in 2005 door de Salzburger Festspiele geconcipieerde La traviata. Zelfs al is die raming met de natte vinger wat opgeschroefd, dan nog zal de werkelijke omloop overrompelend zijn. Uiteraard joegen vooral de vele radio- en televisie-uitzendingen overal ter wereld, live of in uitgesteld relais, de teller op hol, alsook een openluchtprojectie en een cd-opname. Want de productie live genieten? Dat kon op slechts drie speelplekken. Telkens één voorstellingenreeks in Salzburg en Amsterdam, drie reeksen in New York. Ook het vastleggen van de productie op dvd deed de teller der massaverspreiding op volle toeren draaien. De regie had Peter Ruzicka, in 2005 nog Festspieleintendant, toevertrouwd aan Willy Decker. Hoeveel films met zijn La traviata-interpretatie er wereldwijd reeds over de toonbank gingen én – om te vergelijken – wat een opera-dvd normaliter doet qua verkoop, wilde Deutsche Grammophon om obscure redenen niet kwijt. ‘Maar,’ aldus de perschef van de legendarische platenfirma, ‘een rest: de figuren en hun onderlinge dramatifenomenale verkoophit ís het!’ sche conflicten en emoties. Vanuit dat ene beeld bouwt hij dan gaandeweg met zijn Focus op de regie geraffineerde muzikale personenregie een Ook bij DNO werd Deckers regie in april enorme psychologische gelaagdheid op. 2009 een fenomenale hit. Toch verschilde de Resultaat? Zelfs wie het verhaal niet kent, receptie hier van die tijdens de Festspiele. Niet bij het publiek. Dat sloot deze Traviata- kan alles volgen. En wie een opera grondig beheerst, krijgt van Decker voer om op te versie zowel in Salzburg als in Amsterdam kauwen. meteen in het hart. Maar in de lof die de Centraal in Deckers La traviata staat lokale en de internationale pers over de Violetta’s wanhopige schreeuw ‘È tardi!’ Verdi-productie op de bühne van het Großes Festspielhaus zong, werd Deckers werk vaak Voor haar komt alles te laat. Daartoe zette overschaduwd door een eenzijdige aandacht de Duitse regisseur een immense klok op het toneel. Al van begin af aan is de aan tbc voor de operasterren Anna Netrebko en lijdende courtisane visueel gedoemd te Rolando Villazón. Dé verklaring voor de sterven. Genadeloos tikt de klok verder. excessen met tickets en het begeesteren Ook voor de liefde is het te laat. Toch geeft van twee miljoen mensen in de zaal en via allerlei media? Het toen inderdaad excellent Violetta zich nog over aan Alfredo en lijkt de klok even gestopt. Tot Alfredo’s vader die presterende Traumpaar, zoals de pers de waan brutaal vermorzelt, qua personenregie Violetta- en Alfredo-vertolkers doopte. het hoogtepunt in Deckers regie. Violetta’s Toch loofde menige serieuze criticus zeker vlucht? Een immense zelfdestructieve ook de Duitse regisseur. Hoewel in 2009 niet één recensent het sen- levenslust. Verpletterend eenzaam, uitgesationele roldebuut van de jonge Russische beeld door de kale ruimte met torenhoge ondoordringbare muren, zuipt, danst en sopraan Marina Poplavskaya als Violetta onvermeld liet – ‘Marina is hartverscheurend!’ feest ze tot ze erbij neervalt in het bijzijn van één blok virtuoos geregisseerde burgerkopte Het Parool, lag in Nederland de focus mannetjes die haar verafgoden, opjagen of met beduidend meer krantenregels toch op begeren en in wezen innerlijk slopen. Tijdens de regie. En die kerfde diep in. Het publiek die dodendans in Verdi’s driekwartsmaat is viel ‘collectief gebiologeerd en ontroerd’ de dokter de enige die haar steunt. Hem zet stil, getuigde Trouw. Dat deed Willy Decker Decker haast constant op het toneel als De dankzij het hem typerende procedé. De Tijd. Of als De Dood. complexiteit van een opera herleiden tot één abstract, maar toegankelijk idee, theatraal vertaald in één machtig beeld. Weg Geen boegeroep! originele setting. Weg uiterlijke actie. Weg Op Nieuwjaarsavond 2010 was het bij The rekwisieten. Alleen het innerlijke drama New York Metropolitan Opera (de Met) bang
affiche La traviata in New York
...is het tijd om te acteren.
Een veertiendaagse cruise langs de Caraïben. Dat bood een wanhopige fan in 2005 aan voor één plaats voor de stampvolle première van La traviata bij de Salzburger Festspiele. Tickets voor de andere voorstellingen? Die werden soms voor exorbitante bedragen verpatst op de zwarte markt. Zelfs het nuchtere Holland kende mini-excessen nadat De Nederlands Opera de productie van Salzburg overnam. Om op dag 1 van de kaartverkoop nog goeie zitjes te scoren schoven de eerste gegadigden al aan vanaf half vijf ’s nachts! Waarom loopt het overal storm voor die indringende Verdi-lezing van regisseur Willy Decker?
afwachten of ook het oerconservatieve Amerikaanse publiek en dito pers Deckers La traviata wel zouden lusten. Een stijl zoals die van Decker mag in de Lage Landen ingeburgerd zijn, in de Nieuwe Wereld ligt een Europese oriëntatie qua operatheater nog – zacht uitgedrukt – lastig. Toen bijvoorbeeld de Belgische operagoeroe Gerard Mortier dreigde de scepter te zullen gaan zwaaien over The New York City Opera, bombardeerde de Amerikaanse pers diens benoeming tot een daad van operaterreur 9/11 waardig. ‘The end of Western civilization as we know it!’ jammerde een journalist. Ook los daarvan speelde Peter Gelb, directeur bij de Met, met vuur door de DNO-productie te huren. Deckers eenvoud moest opboksen tegen de aloude Met-regie van Franco Zeffirelli vol somptueuze naturalistische decors en kostuums, en – dát wel – met een sterke personenregie. De uiteindelijke reacties? Bijval voor ‘onze’ Marina en ook de regie werd door pers en publiek goed verdragen tot zelfs warm onthaald. ‘Verrassend genoeg klonk er nauwelijks boegeroep toen meneer Decker boog!’ meldde The New York Times. Maar in vele recensies kreeg hij felle kritiek te verteren: ‘geforceerd concept’, ‘te modern’, of neuzelde men dat een en ander niet spoorde met Piaves libretto. Toch signaleerden vier critici dat Gelb met producties als deze het theatrale niveau bij de Met langzaam maar zeker opkrikt tot het hoge vocale en muzikale niveau in het huis. De teller? Die tikt in mei de twee miljoen ver voorbij. Even genadeloos als Deckers klok.
Interview La traviata
30
31
Kunstvorm der compromissen vraagt flexibele zangers
Leo Geers
Sander Heutinck
(Foto’s: Sander van der Duin)
Vier koorzangers – Richard Prada, Peter Arink, Leo Geers en Sander Heutinck – wachten op hun beurt in de pianovoorgenerale voor Mozarts Zauberflöte. In kostuum volgen ze straks de aanwijzingen van de regisseur op het toneel, maar nog niet met het orkest erbij. Door de catacomben galmt een oproep voor Thomas Oliemans, die de rol van Papageno zingt. ‘Het kon wel eens een lange dag worden,’ voorspelt tenor Richard Prada. Gelukkig loopt nu Das Rheingold van Wagner, daarin is geen rol voor het koor weggelegd. Het maakt het leven iets minder hectisch. We hebben even tijd om te praten over de wereldbaan van koorzanger bij De Nederlandse Opera en hun aandeel in La traviata. Elk jaar presenteert De Nederlandse Opera tien tot twaalf producties. ‘Daarvan zijn er maar twee of drie zonder koor,’ schat bariton Sander Heutinck. Dat betekent dat tijdens een voorstellingsperiode van de ene opera de volgende opera alweer in de regiefase is en er bovendien muzikale repetities zijn voor opera’s die verder in de toekomst liggen. Is dit dus een normale werkdag voor koorleden? Lachend: ‘Normale werkdagen kennen we eigenlijk niet. Je moet voortdurend omschakelen. Daarbij hebben we steeds te maken met verschillende dirigenten en regisseurs, elk met hun eigen wensen. En dan heb je ook nog te maken met kappers, grimeurs en kostuumontwerpers. Flexibiliteit wordt bij ons met hoofdletters geschreven.’ Met soms drie of meer verschillende producties in voorbereiding wordt er ook zangtechnisch de nodige flexibiliteit gevraagd. Richard: ‘Voor de opera Billy Budd van Benjamin Britten gebruik je een heel andere techniek dan bij een avondje Rameau of Puccini’s Turandot. Om je te blijven ontplooien moet je je plooibaarheid onderhouden.’
Richard Prada
Peter Arink
Fysiek en emotioneel
Zingen in het Koor van De Nederlandse Opera is echt een vak apart. Collega-bariton Leo Geers: ‘De meeste mensen hebben geen idee hoe fysiek ons beroep is. Ik ga veel naar de sportschool, anders hou ik het gewoon niet vol. Een gezond lijf is een voorwaarde.’ Sander, lachend maar met een serieuze ondertoon: ‘We knielen en hollen heel wat af. Gezond leven is inderdaad een must. De meeste mensen kunnen met een verkoudheid gewoon doorwerken, wij niet. Het is ook belangrijk dat je rusttijden inbouwt. Het vak van koorzanger is onregelmatig. Vanavond werken we tot tien uur, morgenochtend staan we om half elf weer fris aan de start voor een muziekrepetitie van Rossini’s Guillaume Tell. Daarnaast werk je thuis ook aan het onderhoud van je stem en je fysiek. Veel zangers blijven altijd lessen volgen of worden gecoacht.’ Zingen in een operakoor is bovendien een emotioneel vak. ‘Je hebt best een intieme relatie met je collega’s. Je kleedt je samen om en fysiek contact wordt op het toneel ook niet geschuwd.’ Leo herinnert zich een vergadering waar het nogal fel aan toe ging. Hij reageerde volgens zeggen te emotioneel. ‘Maar dat is juist mijn vak, ik word betaald om emotioneel te zijn!’
Geboren als zanger
Er zijn maar weinig mensen die van jongs af
aan weten dat ze zanger willen worden. Maar Leo – met zijn 25-jarige carrière in het koor de nestor van het gezelschap aan tafel – is daar heel duidelijk over: ‘Ik ben als zanger geboren. Ik was lid van het jongenskoor in Oosterhout en zingen vond ik geweldig. Ik had het geluk dat mensen om mij heen iets in mij zagen, zo kon mijn talent langzaam groeien en werd mij de weg gewezen naar het conservatorium.’ Sander had als kleine jongen ook een droom, hij wilde acteur worden. ‘De toneelschool leek mij het
einde, maar ik speelde ook piano. Toen ik ook nog een goede zangstem bleek te hebben, was de combinatie snel gemaakt. Ik heb zo’n beetje alles gedaan waarin zang en theater gecombineerd wordt: musical, operette en natuurlijk opera.’ Ook bij bariton Peter Arink viel alles pas later op zijn plek. ‘Eigenlijk heb ik heel onbewust stap na stap gemaakt. Ik ging naar het conservatorium in Enschede om trompet te studeren. Wij hadden het geluk dat er in Enschede ook een operahuis was. Via Forum Jong maakte ik kennis met
opera. Ik had letterlijk voor die tijd nog nooit een opera gezien! Ik begon dus heel blanco met zingen. Ik was verkocht door de theatercultuur, veel minder calvinistisch dan de concertcultuur.’ Richard Prada wilde eigenlijk klavecinist en organist worden. ‘Oude muziek is mijn passie. Ik kwam ervoor van Brazilië naar Nederland om te studeren aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Daar begon ik ook met het zingen van oude muziek. Van het een kwam het ander, maar ik heb nog steeds een zwak voor muziek uit de middeleeuwen.’
La traviatai (Foto: Klaus Lefebvre)
Carine Alders
De kunst van de kleine rol
Alle vier zijn ze gevraagd om in La traviata een kleine rol te zingen. Dat is geen vanzelfsprekendheid. Geïnteresseerde koorleden kunnen auditie doen voor kleine rollen in een opera, maar of je een rol ook krijgt hangt van allerlei factoren af. De regisseur kan op zoek zijn naar een bepaald fysiek (groot, klein, dun of dik) of een bepaald stemgeluid. Het moet ook mogelijk zijn om naast je kleine rol ook je rol als koorlid te kunnen blijven vervullen. Met ingewikkelde kostuums kan dat lastig zijn. En tenslotte zijn er rollen – hoe klein ook – die technisch lastig zijn. Sander herinnert zich wel dat hij met vier collega’s auditeerde. ‘Dan zing je allemaal hetzelfde mopje en voel je toch wel enige onderlinge concurrentie.’ En hoe klein ook, het is en blijft een solo. ‘Er is niets zo lastig als het zingen van een kleine rol,’ beaamt Richard, ‘maar je levert wel een visitekaartje af voor het koor. Je hebt geen tijd om erin te komen, in een paar zinnen is het gedaan.’ Sander: ‘In vier woorden! Ik kom dronken op en dan zing ik vier woorden. En ik kan me daar vooraf niet op concentreren, want dan ben ik bezig met mijn rol in het koor. Het geeft absoluut extra spanning. Maar het zijn wel de krenten in de pap. Het doet een appèl op je eigen verantwoordelijkheid.’ Peter: ‘De druk is enorm, je doet wel je mond open naast een grote solist, het mag niet uit de toon vallen.’ En toch beseft iedereen dat het geen recht is om als koorlid kleine rollen te mogen zingen. ‘De artistieke leiding moet de vrijheid hebben om voor een productie te kiezen voor de beste invulling.’
maar helaas hoor je zo’n Drinklied of Slavenkoor vaak heel slecht uitgevoerd, als ringtone of zelfs lallend in een stadion.’ Het deert Richard niet. ‘De muziek is geniaal. Hoe Verdi de neergang en de vermoeidheid van Violetta symboliseert… met één akkoord dat steeds zachter herhaald wordt, of de melodieën van Violetta die steeds naar beneden lopen. Je voelt hoe moe ze is.’
Publiekstrekker
Het Koor van De Nederlandse Opera telt zo’n zestig vaste leden. Anders dan bij een concertkoor werken de sopranen, alten, tenoren en bassen door elkaar heen. ‘Je hebt geen vaste plek naast vaste collega’s, dat is een van de leuke dingen van ons koor. Het is heel aangenaam om steeds met verschillende mensen samen te zingen,’ vindt Peter. Iedereen is aangenomen op zijn of haar individuele kwaliteiten, maar net zo Droombaan belangrijk is dat je je in het collectief kunt De mannen zijn het er over eens: zingen in voegen. ‘Grappig is dat koorleden bijna het Koor van De Nederlandse Opera is een Misbruikte deuntjes en droombaan. In de woorden van Richard: ‘Het altijd met “jullie” aangesproken worden, jeugdsentiment terwijl we toch echt individuen zijn,’ merkt is een goed huis’. Peter vult aan: ‘Er zijn in Leo verheugt zich op La traviata. Ondanks Sander op. Het koor is een echte publieksNederland nauwelijks alternatieven en ook zijn lange staat van dienst is het de eerste trekker, het heeft een enorme impact op het keer dat hij de opera van Verdi in Amsterdam internationaal gezien is de kwaliteit goed.’ publiek. Solisten komen en gaan, het koor Ze weten waar ze het over hebben, want zingt. ‘Ik heb heel vaak de rol van Germont samen hebben ze bijna een halve eeuw erva- draagt voor een belangrijk deel de kwaliteit in concertante uitvoeringen gedaan, maar en de continuïteit van ‘het bedrijf’. vreemd genoeg heb ik alle eerdere producties ring in dit koor. En allemaal hebben ze ook Peter: ‘Het vak is nog steeds in ontwikkehier gemist.’ Voor Richard is het jeugdsenti- ervaring als freelancer. Sander zingt in de ling, en ook de individuele kwaliteiten van ment: ‘Mijn Italiaanse vader draaide vroeger zomer in het koor van de Bayreuther Festspiele. ‘Een geweldige festivalervaring, met de zangers groeien. We staan open voor uitlangspeelplaten met opera’s van Verdi.’ De daging en vernieuwing, we zitten nog niet 130 tot soms wel 180 zangers van verschilopera zit zo in zijn genen, dat hij met een aan de grens van wat mogelijk is.’ ‘Nou ja, klein gezelschap (OperArmida) een kamer- lende nationaliteiten in een snelkookpan. behalve die ene keer dan, toen we kostuums Dan ontkom je niet aan de Wagneritis.’ variant speelt, bedacht door Adva Tas. aan moesten waarin je het gevoel kreeg dat Richard vertelt dat hij als freelancer een ‘Samen met een regisseuse hebben we de je te lang in de sauna had gezeten. We opera teruggebracht tot de drie grote rollen, keer zes weken naar het buitenland moest moesten houterig bewegen. Eigenlijk ging toen zijn zoontje Paolo net geboren was. begeleid door een pianiste.’ Zelf neemt het net over de grens van wat mogelijk is, ‘Dan kom je terug en denk je: wat is mijn Richard in deze voorstellingen de rol van maar het zag er wel indrukwekkend uit,’ Alfredo voor zijn rekening. Ook Peter is een baby veranderd!’ Peter heeft zelfs de geeft Sander toe. Leo: ‘Ons koor lijkt soms geboorte van zijn kind gemist. ‘Als je jong echte Verdiliefhebber, van hem mag de een zootje ongeregeld, maar als alle neuzen bent, is het allemaal prachtig, dat reizen en Italiaanse componist wel vaker op het prodezelfde kant op staan, sta je versteld!’ avontuur, maar na een aantal jaar vraag je gramma staan. Leo vindt het wel jammer dat zoveel deuntjes van Verdi misbruikt zijn. je toch af of je zo wilt blijven leven,’ geeft ‘De muziek is prachtig, en in de context van Sander toe. ‘Je levert vrijheid in, maar je krijgt er ook een andere vrijheid voor terug.’ de opera valt het ook helemaal op zijn plek,
32
33
V.U. Peter de Caluwe © Maarten Vanden Abeele
LUDOVIC MORLOT / PIERRE AUDI
14, 16, 17, 18, 19, 20, 23, 24 & 25 APRIL 2013
DE MUNT LA MONNAIE DEC
ANIORS KAP SH OOR
+32 2 210 85 05 www.demunt.be
annonce Pelleas.indd 1
21/01/13 12:12
CONCERTO uw specialist in opera, klassieke muziek en nog veel meer
www.concertomania.nl
Das Rheingold Na vijftien jaar is Das Rheingold in de visionaire regie van Pierre Audi en met de grootse decors van George Tsypin – ontstaan in 1997 en twee maal hernomen – een feest van herkenning en een ervaring die fris imponeert. Wagners operavierluik met al zijn goden, machtswellust en liefde wordt sprookjesachtig tijdloos, maar ook modern gebracht, en blijft daardoor een wonder van theatrale verbeeldingskracht en technisch vernuft. ***** (regie)**** (muziek)
CONCERTO Utrechtsestraat 52-60 1017 VP Amsterdam 020-6235228 PLATO • Apeldoorn • Deventer • Enschede • Groningen • Leiden • Rotterdam • Utrecht • Zwolle
De nieuwe enscenering van Die Zauberflöte is een van die zeldzame producties waarop niets valt af te dingen. Wonderschoon was het. Een zinnenprikkelende opera-ervaring zoals je die zelden meemaakt. De voortreffelijke prestaties van dirigent Marc Albrecht en van de prachtige solisten niet te na gesproken, was deze Zauberflöte de triomf van de Britse regisseur Simon McBurney. ***** Erik Voermans, Het Parool (8 december 2012)
Mischa Spel, NRC Handelsblad (16 november 2012)
Vooral aan het slot, als de goden op de achtergrond majestueus naar Walhalla vertrekken, liet Haenchen zijn orkest grandioos uitpakken. Bij de kleinere goden en de drie Rijndochters is ook alles dik in orde, maar in haar korte optreden maakt Marina Prudenskaja als oergodin Erda de allermeeste indruk.*** Peter van der Lint, Trouw (19 november 2012)
In Mozarts Märchenoper zeigt McBurney wie ein Zauberkünstler gleich zu Beginn alle profanen Werkzeuge vor, mit denen er betören will. Gerade weil McBurney offen zeigt, wie er seine Zaubertricks anrichtet, stellt sich Magie ein. Das gilt auch für die subtile, nie aufdringliche Personenregie. Der Leichtigkeit der Bühnenaktion korrespondiert das Orchesterspiel, angeleitet von Amsterdams Musikchef Marc Albrecht. Reinhard J. Brembeck, Süddeutsche Zeitung
Dirigent Hartmut Haenchen en het Nederlands Philharmonisch Orkest weten het Muziektheater bij de première ruim twee uur lang los van de aarde te tillen. Onder de zangers excelleert Werner Van Mechelen als de neveling Alberich, de dief van het Rijngoud. Joost Galema, Elsevier (24 november 2012)
DNO abonnementhouders 10% korting in Concerto en de Plato winkels.
Die Zauberflöte
(14 december 2012)
McBurney’s set designer, Michael Levine, offers essentially an empty space, modern-dressed by Nicky Gillibrand, atmospherically lit by Jean Kalman, and filled with magical video images by Finn Ross, who conjures perhaps the most effective trials by fire and water I have ever seen (in the latter, Pamina and Tamino appear to float, submerged, thanks to Ross’s film work and old-fashioned theatre-flying techniques). In Amsterdam, McBurney had a likeminded collaborator in the mercurial new music director, Marc Albrecht who conjured magic from the Netherlands Chamber Orchestra.
(Foto: Lucie Jansch)
(Foto: Marco Borggreve)
CLAUDE DEBUSSY
(Foto: Clärchen & Matthias Baus)
PELLéAS ET MéLISANDE
Persstemmen I
Einstein on the Beach Onvergetelijk beeld: de glazen lift die met stationsklok en reiziger doelloos op en neer gaat. En dan blijkt Einstein on the Beach toch gewoon opera: een stuk dat handelt over de mens, gevangen in ruimte en tijd, die worstelt met liefde en dood. ***** Guido van Oorschot, de Volkskrant (7 januari 2013)
Einstein on the Beach was ooit vernieuwend. Nu is het een museumstuk, maar het leeft nog steeds, getuige de extreme reacties. ***1/2 Eddie Vetter, De Telegraaf (7 januari 2013)
De legendarische status heeft Einstein aan die ongrijpbare interactie van architectonische tableaus, obsessief repeterende danspasjes en meedogenloos denderende toonladderfragmenten te danken. Bewondering wekt de discipline van de uitvoerenden. Een hoogtepunt is de nachtelijke scène waar twee geliefden op het achterbalkon van een trein staan. Ze zingen in ademloze frasen, een liefdesduet waarin woorden irrelevant zijn. De opera sluit af met een bijna kinderlijk romantische anekdote. Dát is de onsterfelijke ziel van Einstein: een buiten de tijd geplaatste verklaring van oeverloze liefde. **** Floris Don, NRC Handelsblad (7 januari 2013)
Hugh Canning, Sunday Times
Deze recensies zijn ingekort.
(30 december 2012)
Zie ook www.dno.nl/archief
34
35
Persstemmen II
Seizoen 2013 2014 (Foto’s: Ruth Walz)
Op 26 februari 2013 maakt DNO haar nieuwe seizoen bekend. Zet deze datum alvast in uw agenda, want vanaf dit moment kunt u weer een abonnement voor het komende seizoen bestellen.
Met een abonnement bent u verzekerd van de beste plaatsen voor de laagste prijs. Alles is vooraf goed geregeld, u hoeft niet in de rij te staan en mist geen van uw favoriete voorstellingen.
Als abonnementhouder ontvangt u Odeon thuis en krijgt u 10% korting bij de Muziek theaterwinkel en in de winkels van Concerto/Plato.
Algemene informatie Prijzen losse kaarten Guillaume Tell Een briljante enscenering die zo ongeveer aan alle kanten klopt. Aan het slot vangt Audi de bühne in een goudgeel licht, de kleur van het jubelende C-groot waarmee de opera eindigt. Magnifiek en meeslepend. Zoals verwacht, stal tenor John Osborn de show als Arnold. De zaal ontplofte na zijn beruchte aria in de vierde akte. Eigenlijk was de Letse Marina Rebeka dé ontdekking van de avond. Een stem die prettig scherp klinkt en die machtig kan penetreren in de volle klankweefsels. In deze sublieme sterrencast was werkelijk geen enkele zwakke plek te ontdekken.
Maar de echte hoofdrollen waren voor het koor en het Nederlands Philharmonisch Orkest, hier vakkundig en precies opgezweept door Paolo Carignani. Grote, grote klasse! *****
lijnen met hoogte en kracht. De basis van deze topprestaties ligt bij het Nederlands Philharmonisch Orkest, dat onder leiding van dirigent Paolo Carignani tintelend licht en fabelachtig ritmisch een echte Rossinisfeer oproept. Met de bevrijding van het Zwitserse volk schudden ook Audi en Tsypin het juk van de letterlijke invulling van het operaverhaal van zich af – een schitterende vondst die de ontknoping een extra lading geeft en de productie naar een indrukwekkend niveau tilt. *****
Peter van der Lint, Trouw (30 januari 2013)
Voor het eerst werkt De Nederlandse Opera samen met de Metropolitan. Het is voor de New Yorkers te hopen dat ze niet alleen de enscenering maar ook de uitzonderlijk goed gekozen solisten uit Amsterdam krijgen. Zeker de Amerikaanse tenor John Osborn straalt oerkracht uit in zijn rol van de verliefde Arnold Melcthal. Hij combineert lyrische
Biëlla Luttmer, de Volkskrant (30 januari 2013) Deze recensies zijn ingekort. Zie ook www.dno.nl/archief
Wagner 200
Seizoen 2012-2013 Het Muziektheater Amsterdam L’amour des trois oranges / Die Walküre / La traviata
maandag t/m donderdag
vrijdag t/m zondag| feestdagen
standaard CJP/ standaard Stadspas
CJP/ Stadspas
1ste rang 2de rang 3de rang 4de rang 5de rang• 6de rang 7de rang• 8ste rang
130 105 90 80 65 50 40 25
130 105 90 75 60 45 30 15
120 95 80 70 55 40 30 15
140 115 100 85 70 55 40 25
• Plaatsen zonder zicht op de boventiteling
Verkoop kaarten
Muziektheaterwinkel Cd/dvd-aanbevelingen L'amour des trois oranges Cd L’amour des trois oranges componist: Sergej Prokofjev met Gabriel Bacquier en Jean-Luc Viala Opéra National de Lyon o.l.v. Kent Nagano EMI € 19,95
Cd/dvd-aanbevelingen Die Walküre
Cd/dvd-aanbevelingen La traviata Cd Die Walküre componist: Richard Wagner dirigent: Hartmut Haenchen De Nederlandse Opera regie: Pierre Audi Challenge Records € 36,95
Cd La traviata componist: Giuseppe Verdi met Anna Netrebko en Rolando Villazón Wiener Philharmoniker o.l.v. Carlo Rizzi DGG € 39,95
Precies drie maanden vóór de première van een productie gaan alle voors tellingen daarvan in de verkoop. U kunt kaarten kopen: – online via www.dno.nl; – bij het Kassa-bespreekbureau van Het Muziektheater Amsterdam: Amstel 3, Amsterdam, 020-625 5455. Openingstijden: maandag t/m vrijdag 12:00-18:00 of aanvang voorstelling; zaterdag, zon- en feestdagen 12:00-15:00 of aanvang voorstelling; zon- en feestdagen zonder voorstelling gesloten.
Odeon Nummer 88 mrt / apr/mei 2013
Dvd L’amour des trois oranges componist: Sergej Prokofjev De Nederlandse Opera met Martial Defontaine en Alain Vernhes Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Stéphane Denève, regie: Laurent Pelly Opus Arte € 39,95
Dvd box Der Ring des Nibelungen dirigent: Hartmut Haenchen De Nederlandse Opera met John Brocheler, Kurt Rydl, Nadine Secunde en Henk Smit regie: Pierre Audi Opus Arte € 69,95
Dvd La traviata componist: Giuseppe Verdi met Thomas Hampson, Anna Netrebko en Rolando Villazón Wiener Philharmoniker o.l.v. Carlo Rizzi Deutsche Grammophon € 24,95
Studentenkorting
Voor niet-uitverkochte voorstellingen kunnen studenten vanaf anderhalf uur voor aanvang op vertoon van een geldige college-/studentenkaart voor 15 een plaatskaart aan de kassa kopen.
Uitverkocht?
Bij uitverkochte voorstell ingen kunt u vanaf een uur vóór aanvang een volgnummer afhalen bij het Kassa-bespreekbureau. Vanaf een halfuur vóór aanvang worden niet-afgehaalde kaarten te koop aangeboden. Per volgnummer kunt u maximaal twee kaarten voor de betref fende voorstelling kopen.
Boventiteling
De voorstellingen van DNO worden Nederlands en Engels boventiteld. Plaatsen in de 5de en 7de rang in het Muziektheater bieden echter geen zicht op de boventiteling. Wilt u verzekerd zijn van zicht op de boventiteling, informeer dan bij het Kassa-bespreekbureau.
Openbaar vervoer
Vanaf Amsterdam Centraal Station of Amsterdam Amstel brengen metro’s 53 en 54 en sneltram 51 u naar het Waterlooplein. Tram 9 gaat vanaf het CS rechtstreeks naar het Muziektheater.
Parkeren bij het Muziektheater
Onder het Muziektheater bevindt zich de parkeergarage ‘Het Muziektheater’. Deze is echter vaak al vroeg vol. Andere parkeergarages in de buurt: ‘Waterlooplein’ aan de Valkenburgerstraat en ‘Markenhoven’ tegenover politiebureau IJtunnel.
Colofon
Magazine van De Nederlandse Opera
Om de 200ste geboortedag van Richard Wagner (1813-1883) te vieren gaat de legendarische DNO-productie van Der Ring des Nibelungen tussen 2012 en 2014 voor het laatst in reprise. Dit seizoen volgt na Das Rheingold in april Die Walküre. In juni 2013 presenteert DNO een nieuwe productie van Die Meistersinger von Nürnberg. In het kader van Wagner 200 is de kaartverkoop van beide producties reeds van start gegaan.
ISBN: 0926 - 0684 Oplage 25.000 exemplaren Ode on is een uitgave van De Nederlandse Opera Afdeling Communicatie Waterlooplein 22, 1011 PG Amsterdam. telefoon 020 - 551 8922 e-mail
[email protected] advertenties 020 - 551 8953 abonnementen 020 - 625 5455 internet www.dno.nl
Hoofdredactie
Sandra Eikelenboom Eindredactie, vertalingen en plotteksten
Frits Vliegenthart Bijdragen
Carine Alders, Kees Arntzen, Bart Boone, Marianne Broeder, Joke Dame, Hein van Eekert, Paul Haenen, Michel Khalifa, Kasper van Kooten, Dolf Segaar en Frits Vliegenthart Basisontwerp en lay-out, omslag
Lex Reitsma Opmaak
Bibi de Bruijn Productie en advertenties
Marjolijn Vis, Salwa Jabli Lithografie
MediaTraffic Press, Amsterdam Ode on is gratis verkrijgbaar in het Muziektheater.
Rechthebbenden die menen aan deze uitgave aanspraken te kunnen ontlenen, wordt verzocht contact op te nemen met de uitgever. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/ of openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
Druk
SDA Print+Media Bovenstaande cd’s en dvd’s zijn verkrijgbaar in de Muziektheaterwinkel en bij alle vestigingen van Concerto/Plato. Op vertoon van hun abonnementskaart krijgen DNO-abonnees 10% korting bij Concerto/Plato en in de Muziektheaterwinkel. Alle prijzen zijn onder voorbehoud.
Odeon 89 verschijnt op 21 mei 2013
Abonnementhouders van De Nederlandse Opera krijgen Odeon gratis thuisgestuurd. Wilt u Odeon ook ontvangen? Voor 15 ontvangt u alle vier nummers van het betreffende seizoen thuis. Losse nummers kosten 4 incl. porto per stuk. Geef uw naam, adres, postcode en woonplaats op per (brief)kaart, e-mail of telefonisch. Zie linkerkolom.
RIGOLETTO Giuseppe Verdi
DON GIOVANNI
Wolfgang Amadeus Mozart world premiere
THE HOUSE TAKEN OVER Vasco Mendonça
FESTIVAL
D’AIX-EN-PROVENCE
4 - 27 JUILLET 2013 +33 (0)4 34 08 02 17 Booking www.festival-aix.com Francisco Infante, Artifacts, from the series Pilgrimage of the Square, 1977
ELENA
Francesco Cavalli
ELEKTRA Richard Strauss
Concerts Académie européenne de musique