ODEON Magazine van De Nederlandse Opera 22ste jaargang / nr. 84 mrt / apr / mei 2012
84
6
Deidamia Georg Friedrich Händel
16
Il turco in Italia Gioacchino Rossini
24
Don Carlo Giuseppe Verdi
2
3
Een volmaakt huwelijk Der Schatzgräber George Benjamin
Written on Skin Richard Wagner
Moessorgski
Ringetje
Christianne Stotijn mezzosopraan vr 6 en di 10 april 20.15 uur Muziekgebouw aan ’t IJ kaarten 020 788 2000 / muziekgebouw.nl Bij een telefonische reservering vanaf twee kaarten ontvangt u Christianne Stotijns prijswinnende Tsjaikovski-cd. Alleen onder vermelding van ‘Odeon’.
cd
cadeau
voor lezers van Odeon
‘Stotijn’s charisma and her beautifully recorded altoish depth of tone is enough to hold me spellbound’ – BBC Music Magazine
Richard Wagner
Das Rheingold Wolfgang Amadeus Mozart
Die Zauberflöte Robert Wilson, Philip Glass
Einstein on the Beach Gioacchino Rossini
Bekijk het hele programma op sinfonietta.nl
Guillaume Tell
•
Sergej Prokofjev
L’amour des trois oranges Individuele Opera-weekends
Teatro alla Scala, Milaan: Weekend 09-11 ➔ Weekend 7-9 maart februari2012: 2009: €835,€Aïda 985,- p.p. met op zondag Tristan & p.p. o.l.v. Omer Meir Welber Isolde/R. Wagner o.l.v. D. Barenboim
Die Walküre Giuseppe Verdi
La traviata Michel van der Aa
Sunken Garden Richard Wagner
Die Meistersinger von Nürnberg Benjamin Britten
Death in Venice
Ook arrangementen op maat mogelijk voor een andere datum of voorstelling!
Arrangementsprijzen zijn per persoon, inclusief:
Retour KLM lijndienst zijn incl.per de taxen, 2 overnachtingen in supercentraal Arrangementenprijzen persoon inclusief: gelegen 4-sterrenhotel (2-pk, incl. plaatskaart 1e rang voor de Lijnretour Amsterdam-Milaan inc. ontbijt), taxen, 2 overnachtingen in een Meernabij infohet / reserveringen: operavoorstelling, superior 4-sterrenhotel operatheater (2pk, inclusief ontbijt), plaatskaart 1e rang.
Meer info / reserveringen:
www.fundadore.nl (lid SGR) 020-6245558
Seizoen 2012 2013 reserveren T 020 625 5455
www.dno.nl
zijn eigen misdaad terugziet. Eindelijk dringt de kijker even door tot de ziel van Ripley. De scène is subtiel, en zou bijvoorbeeld nooit in een trailer worden opgenomen. Maar regisseur Anthony Minghella fluistert een geheim, alleen voor operaliefhebbers. Ripley en Onjegin zijn allebei ambitieus en onverzadigbaar. De vergelijking is snel gemaakt en het treurige einde van de opera werpt vanaf nu zijn schaduw over de film. Overigens paste Oscarwinnaar Minghella jaren later filmtechnieken toe in zijn regie van Madama Butterfly voor The Met. Hij wilde de intimiteit van de film naar het operapodium overbrengen en gaf zijn zangers bijvoorbeeld opdracht om stiltes met evenveel gevoel te spelen als zangpartijen. 3. Nog een Oscarwinnaar, nog een oorlog: La vita è bella van Roberto Benigni. De joodse Guido is smoorverliefd op de katholieke Dora. Overal duikt hij op om de aandacht van zijn Principessa te trekken. In de opera, waar zij Les contes d’Hoffmann hoort, vangt hij tijdens de Barcarolle haar blik, dankzij veel clowneske gebaren. Ze krijgen een schattig zoontje, dat op vijfjarige leeftijd samen met zijn vader wordt afgevoerd naar een concentratiekamp. Dora volgt hen, maar is onbereikbaar in de vrouwenbarak. Behalve voor opera. Als bediende van hoge officieren ontdekt Guido een grammofoon en via een luidspreker laat hij de Barcarolle tot alle uithoeken doorklinken. ‘Belle nuit, ô nuit d'amour’ worden zijn laatste woorden aan Dora. 4. De film Milk leverde Senn Penn in 2009 een Oscar voor beste acteur op. Historisch feit is dat homorechtenactivist en stadsbestuurder van San Francisco Harvey Milk op 25 november 1978 een uitvoering bijwoonde van Tosca. In het gezelschap van burgemeester Moscone bewonderde hij de 68-jarige sopraan Magda Olivera. Het publiek beloonde de voorstelling met een ovatie van meer dan 20 minuten. De film toont hoe diep ook Milk is aangedaan. Maar alleen wie de opera kent, snapt precies waarom. Zangeres Tosca heeft een politieman gedood, die haar geliefde martelde en haar bijna tot prostitutie dwong. Maar Tosca weigert zich te onderwerpen. Harvey Milk, die ook nooit opgaf en vaak werd bedreigd, sprak een week eerder een bandje in met een boodschap voor zijn medestanders. Voor het geval hij zou worden vermoord. Kijken hoe Tosca vanaf de Engelenburg dapper haar dood tegemoet springt, voorvoelt hij dat de slotscène over hemzelf gaat. Twee dagen later wordt hij, samen met Moscone, in het stadhuis tegenover de opera doodgeschoten. Het laatste wat hij in de film ziet, is het operagebouw. 5. A Single Man. Opnieuw homoseksualiteit en dood, maar verandering van toon. Regisseur Tom Ford speelt
een magistraal spel met tragiek, schoonheid en humor. De Britse professor George Falcone, gespeeld door Colin Firth, is ontroostbaar na het overlijden van zijn vriend. Acht maanden later treft hij voorbereidingen voor zelfmoord. We horen ‘Ebben? Ne andrò lontana’, uit La Wally, over weggaan en nooit meer terugkeren. En zien hoe Falcone uit consideratie met de nabestaanden sleutels en documenten keurig op zijn bureau uitstalt. Naast het pak waarin hij moet worden opgebaard, compleet met manchetknopen en de aantekening ‘Windsorknoop’ bij de das. Maar hoe jaag je stijlvol een kogel door je keel? Liggend op je kussens? Zittend? De douche is schoner. George struikelt en kiest weer voor het bed. Een scharlaken slaapzak geeft vast minder bloedvlekken. Als een dikke rode rups kronkelt hij op het matras. Dan gaat de telefoon. George neemt op: ‘No, I did not forget the gin! See you in ten minutes.’ Eerst maar even bij zijn beste vriendin op bezoek. De combinatie van operadramatiek en bijna slapstickachtige beelden is reuze grappig en ontroert. Ook ontroerend zijn de vele vragen die filmkijkers stellen op het internet: ‘Van wie is de prachtige muziek die ik toen hoorde?’ ‘Kan iemand mij vertellen welk geluidsfragment mij kippenvel bezorgde?’ Als De Nederlandse Opera alle mensen die in de bioscoop voor het eerst verrukt raakten door operamuziek het Muziektheater zou binnen lokken, zou de aanwas van een fris en nieuw publiek gegarandeerd zijn. Hoge en lage cultuur. Never the twain shall meet? Liever: een volmaakt huwelijk. (Foto: William Rutten)
Weekend 16-18 maart 2012: DieWeekend Frau Ohne Schatten ➔ 27-29 maart 2009: € 775 ,- p.p. Semyon Bychkov €o.l.v. 925,p.p. met op vrijdag Alcina / F. Haendel o.l.v. Giovanni Antonini Weekend 24-26 maart 2012: Le Nozze di Figaro € 835,- p.p. ➔ Weekend april 2009: o.l.v. Andrea18-20 Battistoni € 995,- p.p. met op zondag Il Viaggio a Weekend 27-29 april enOttavio 11-13 mei 2012: Reims/G. Rossini o.l.v. Dantone Tosca € 835,- p.p. o.l.v. Nicola Luisotti ➔ Weekend 3-5 juli 2009: Weekend juni-01 julizondag 2012: galauitvoering Eur 1075,-29 p.p. met op Met op zaterdag € 835,- p.p. Aida/G. Verdi 30juni Don Pasquale o.l.v. Nicola LuisottiZeffirelli. o.l.v. D. Barenboim, regie Franco
Richard Wagner
Chazia Mourali Column
Franz Schreker
Vorig jaar leken de politieke debatten over de rol van kunst in de samenleving wel op een modderworsteling tussen De Barbaren en De Snobs. In de cultuurproductie waren intussen heel andere dingen aan de gang. Makers van groot entertainment bleven ongestoord putten uit high culture inspiratiebronnen. R&B-zangeres Beyoncé jatte voor haar clip Countdown het halve oeuvre van de Vlaamse choreografe Anne Teresa De Keersmaeker bij elkaar. Lady Gaga’s excentrieke zwart-witte kapsels en zonnebrillen leken verdacht veel op die van de Franse kunstenares Madame Orlan. En de grensoverschrijdende experimenten van performanceartiest Marina Abramovic´ worden nog steeds dunnetjes overgedaan op televisie. Wat vandaag ontoegankelijk heet, is morgen massaproduct. Of dit hergebruik om meer gaat dan vorm, is maar de vraag. Ik betwijfel of het gestoei met slangen, ijs en bloed door BNN-ers leidt tot dezelfde bewustwordingsprocessen als bij Abramovic´. Haar oorlogsachtergrond geeft haar gevecht met de angst een existentiële lading. Maar op het snijvlak tussen de zogenaamde hoge en lage cultuur komen ook nieuwe en spannende betekenissen tot stand. Zo citeren filmregisseurs vaak operafragmenten tijdens sleutelmomenten in het leven van hun personages. Als dat goed gebeurt, voegt de muziek een unieke waarde toe aan het beeld. Mijn favorieten: 1. Apocalypse Now van Francis Ford Coppola. Als een massale aanval van Amerikaanse helikopters in Vietnam begint, zitten gespannen soldaten kauwgom kauwend op hun helmen. Om te voorkomen dat ‘hun ballen eraf blazen’. Boven doelgebied laat aanvoerder Kilgore de Walkurenritt van Wagner uit zijn toestel schallen. ‘Daar schijten de spleetogen van in hun broek.’ Hutjes worden gebombardeerd, vrouwen beschoten, land in brand gezet. Als de totaalvernietiging door vliegtuigeenheden begint, verzucht Kilgore: ‘I love the smell of napalm in the morning.’ Die ruikt naar overwinning. Het contrast tussen de kristalheldere triomfklanken van de muziek en de beelden van zinloze pijn, chaos en wanhoop is ijzingwekkend. 2. In The Talented Mr. Ripley raakt de kleurloze Tom Ripley bevriend met playboy Dickie Greenleaf. Jaloers op diens luxe leven in Italie met vrouwen, jazz en zeiljachten vermoordt hij Dickie en neemt zijn identiteit en leven over. Nooit toont hij twijfel of berouw. Behalve in zijn nachtmerries. En in de opera. Daar wordt hij geconfronteerd met Tsjaikovski's Jevgeni Onjegin, waarin de hoofdpersoon zijn vriend Ljenski doodschiet. In de donkere loge zoomt de camera op zijn ogen in. Voor het eerst lezen we schrik, alsof hij op het podium
2
3
Een volmaakt huwelijk Der Schatzgräber George Benjamin
Written on Skin Richard Wagner
Moessorgski
Ringetje
Christianne Stotijn mezzosopraan vr 6 en di 10 april 20.15 uur Muziekgebouw aan ’t IJ kaarten 020 788 2000 / muziekgebouw.nl Bij een telefonische reservering vanaf twee kaarten ontvangt u Christianne Stotijns prijswinnende Tsjaikovski-cd. Alleen onder vermelding van ‘Odeon’.
cd
cadeau
voor lezers van Odeon
‘Stotijn’s charisma and her beautifully recorded altoish depth of tone is enough to hold me spellbound’ – BBC Music Magazine
Richard Wagner
Das Rheingold Wolfgang Amadeus Mozart
Die Zauberflöte Robert Wilson, Philip Glass
Einstein on the Beach Gioacchino Rossini
Bekijk het hele programma op sinfonietta.nl
Guillaume Tell
•
Sergej Prokofjev
L’amour des trois oranges Individuele Opera-weekends
Teatro alla Scala, Milaan: Weekend 09-11 ➔ Weekend 7-9 maart februari2012: 2009: €835,€Aïda 985,- p.p. met op zondag Tristan & p.p. o.l.v. Omer Meir Welber Isolde/R. Wagner o.l.v. D. Barenboim
Die Walküre Giuseppe Verdi
La traviata Michel van der Aa
Sunken Garden Richard Wagner
Die Meistersinger von Nürnberg Benjamin Britten
Death in Venice
Ook arrangementen op maat mogelijk voor een andere datum of voorstelling!
Arrangementsprijzen zijn per persoon, inclusief:
Retour KLM lijndienst zijn incl.per de taxen, 2 overnachtingen in supercentraal Arrangementenprijzen persoon inclusief: gelegen 4-sterrenhotel (2-pk, incl. plaatskaart 1e rang voor de Lijnretour Amsterdam-Milaan inc. ontbijt), taxen, 2 overnachtingen in een Meernabij infohet / reserveringen: operavoorstelling, superior 4-sterrenhotel operatheater (2pk, inclusief ontbijt), plaatskaart 1e rang.
Meer info / reserveringen:
www.fundadore.nl (lid SGR) 020-6245558
Seizoen 2012 2013 reserveren T 020 625 5455
www.dno.nl
zijn eigen misdaad terugziet. Eindelijk dringt de kijker even door tot de ziel van Ripley. De scène is subtiel, en zou bijvoorbeeld nooit in een trailer worden opgenomen. Maar regisseur Anthony Minghella fluistert een geheim, alleen voor operaliefhebbers. Ripley en Onjegin zijn allebei ambitieus en onverzadigbaar. De vergelijking is snel gemaakt en het treurige einde van de opera werpt vanaf nu zijn schaduw over de film. Overigens paste Oscarwinnaar Minghella jaren later filmtechnieken toe in zijn regie van Madama Butterfly voor The Met. Hij wilde de intimiteit van de film naar het operapodium overbrengen en gaf zijn zangers bijvoorbeeld opdracht om stiltes met evenveel gevoel te spelen als zangpartijen. 3. Nog een Oscarwinnaar, nog een oorlog: La vita è bella van Roberto Benigni. De joodse Guido is smoorverliefd op de katholieke Dora. Overal duikt hij op om de aandacht van zijn Principessa te trekken. In de opera, waar zij Les contes d’Hoffmann hoort, vangt hij tijdens de Barcarolle haar blik, dankzij veel clowneske gebaren. Ze krijgen een schattig zoontje, dat op vijfjarige leeftijd samen met zijn vader wordt afgevoerd naar een concentratiekamp. Dora volgt hen, maar is onbereikbaar in de vrouwenbarak. Behalve voor opera. Als bediende van hoge officieren ontdekt Guido een grammofoon en via een luidspreker laat hij de Barcarolle tot alle uithoeken doorklinken. ‘Belle nuit, ô nuit d'amour’ worden zijn laatste woorden aan Dora. 4. De film Milk leverde Senn Penn in 2009 een Oscar voor beste acteur op. Historisch feit is dat homorechtenactivist en stadsbestuurder van San Francisco Harvey Milk op 25 november 1978 een uitvoering bijwoonde van Tosca. In het gezelschap van burgemeester Moscone bewonderde hij de 68-jarige sopraan Magda Olivera. Het publiek beloonde de voorstelling met een ovatie van meer dan 20 minuten. De film toont hoe diep ook Milk is aangedaan. Maar alleen wie de opera kent, snapt precies waarom. Zangeres Tosca heeft een politieman gedood, die haar geliefde martelde en haar bijna tot prostitutie dwong. Maar Tosca weigert zich te onderwerpen. Harvey Milk, die ook nooit opgaf en vaak werd bedreigd, sprak een week eerder een bandje in met een boodschap voor zijn medestanders. Voor het geval hij zou worden vermoord. Kijken hoe Tosca vanaf de Engelenburg dapper haar dood tegemoet springt, voorvoelt hij dat de slotscène over hemzelf gaat. Twee dagen later wordt hij, samen met Moscone, in het stadhuis tegenover de opera doodgeschoten. Het laatste wat hij in de film ziet, is het operagebouw. 5. A Single Man. Opnieuw homoseksualiteit en dood, maar verandering van toon. Regisseur Tom Ford speelt
een magistraal spel met tragiek, schoonheid en humor. De Britse professor George Falcone, gespeeld door Colin Firth, is ontroostbaar na het overlijden van zijn vriend. Acht maanden later treft hij voorbereidingen voor zelfmoord. We horen ‘Ebben? Ne andrò lontana’, uit La Wally, over weggaan en nooit meer terugkeren. En zien hoe Falcone uit consideratie met de nabestaanden sleutels en documenten keurig op zijn bureau uitstalt. Naast het pak waarin hij moet worden opgebaard, compleet met manchetknopen en de aantekening ‘Windsorknoop’ bij de das. Maar hoe jaag je stijlvol een kogel door je keel? Liggend op je kussens? Zittend? De douche is schoner. George struikelt en kiest weer voor het bed. Een scharlaken slaapzak geeft vast minder bloedvlekken. Als een dikke rode rups kronkelt hij op het matras. Dan gaat de telefoon. George neemt op: ‘No, I did not forget the gin! See you in ten minutes.’ Eerst maar even bij zijn beste vriendin op bezoek. De combinatie van operadramatiek en bijna slapstickachtige beelden is reuze grappig en ontroert. Ook ontroerend zijn de vele vragen die filmkijkers stellen op het internet: ‘Van wie is de prachtige muziek die ik toen hoorde?’ ‘Kan iemand mij vertellen welk geluidsfragment mij kippenvel bezorgde?’ Als De Nederlandse Opera alle mensen die in de bioscoop voor het eerst verrukt raakten door operamuziek het Muziektheater zou binnen lokken, zou de aanwas van een fris en nieuw publiek gegarandeerd zijn. Hoge en lage cultuur. Never the twain shall meet? Liever: een volmaakt huwelijk. (Foto: William Rutten)
Weekend 16-18 maart 2012: DieWeekend Frau Ohne Schatten ➔ 27-29 maart 2009: € 775 ,- p.p. Semyon Bychkov €o.l.v. 925,p.p. met op vrijdag Alcina / F. Haendel o.l.v. Giovanni Antonini Weekend 24-26 maart 2012: Le Nozze di Figaro € 835,- p.p. ➔ Weekend april 2009: o.l.v. Andrea18-20 Battistoni € 995,- p.p. met op zondag Il Viaggio a Weekend 27-29 april enOttavio 11-13 mei 2012: Reims/G. Rossini o.l.v. Dantone Tosca € 835,- p.p. o.l.v. Nicola Luisotti ➔ Weekend 3-5 juli 2009: Weekend juni-01 julizondag 2012: galauitvoering Eur 1075,-29 p.p. met op Met op zaterdag € 835,- p.p. Aida/G. Verdi 30juni Don Pasquale o.l.v. Nicola LuisottiZeffirelli. o.l.v. D. Barenboim, regie Franco
Richard Wagner
Chazia Mourali Column
Franz Schreker
Vorig jaar leken de politieke debatten over de rol van kunst in de samenleving wel op een modderworsteling tussen De Barbaren en De Snobs. In de cultuurproductie waren intussen heel andere dingen aan de gang. Makers van groot entertainment bleven ongestoord putten uit high culture inspiratiebronnen. R&B-zangeres Beyoncé jatte voor haar clip Countdown het halve oeuvre van de Vlaamse choreografe Anne Teresa De Keersmaeker bij elkaar. Lady Gaga’s excentrieke zwart-witte kapsels en zonnebrillen leken verdacht veel op die van de Franse kunstenares Madame Orlan. En de grensoverschrijdende experimenten van performanceartiest Marina Abramovic´ worden nog steeds dunnetjes overgedaan op televisie. Wat vandaag ontoegankelijk heet, is morgen massaproduct. Of dit hergebruik om meer gaat dan vorm, is maar de vraag. Ik betwijfel of het gestoei met slangen, ijs en bloed door BNN-ers leidt tot dezelfde bewustwordingsprocessen als bij Abramovic´. Haar oorlogsachtergrond geeft haar gevecht met de angst een existentiële lading. Maar op het snijvlak tussen de zogenaamde hoge en lage cultuur komen ook nieuwe en spannende betekenissen tot stand. Zo citeren filmregisseurs vaak operafragmenten tijdens sleutelmomenten in het leven van hun personages. Als dat goed gebeurt, voegt de muziek een unieke waarde toe aan het beeld. Mijn favorieten: 1. Apocalypse Now van Francis Ford Coppola. Als een massale aanval van Amerikaanse helikopters in Vietnam begint, zitten gespannen soldaten kauwgom kauwend op hun helmen. Om te voorkomen dat ‘hun ballen eraf blazen’. Boven doelgebied laat aanvoerder Kilgore de Walkurenritt van Wagner uit zijn toestel schallen. ‘Daar schijten de spleetogen van in hun broek.’ Hutjes worden gebombardeerd, vrouwen beschoten, land in brand gezet. Als de totaalvernietiging door vliegtuigeenheden begint, verzucht Kilgore: ‘I love the smell of napalm in the morning.’ Die ruikt naar overwinning. Het contrast tussen de kristalheldere triomfklanken van de muziek en de beelden van zinloze pijn, chaos en wanhoop is ijzingwekkend. 2. In The Talented Mr. Ripley raakt de kleurloze Tom Ripley bevriend met playboy Dickie Greenleaf. Jaloers op diens luxe leven in Italie met vrouwen, jazz en zeiljachten vermoordt hij Dickie en neemt zijn identiteit en leven over. Nooit toont hij twijfel of berouw. Behalve in zijn nachtmerries. En in de opera. Daar wordt hij geconfronteerd met Tsjaikovski's Jevgeni Onjegin, waarin de hoofdpersoon zijn vriend Ljenski doodschiet. In de donkere loge zoomt de camera op zijn ogen in. Voor het eerst lezen we schrik, alsof hij op het podium
De fusie
4
Tanja Mlaker
Mandy Romme
Eén landelijk topinstituut voor opera en ballet
Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, meneer?
Waarom we fuseren? Door het creëren van één organisatie met één raad van toezicht en één directie ontdoen we ons voor een deel van bureaucratische ballast en administratieve rompslomp, worden we slagvaardiger en flexibeler, kunnen we sneller besluiten nemen, wat minder vergaderen en effectiever communiceren. Door samen als één te staan kunnen we ook beter het hoofd bieden aan de uitdagingen van vandaag en morgen: een snel veranderende omgeving, dynamische markt voor vrije tijd, steeds grotere noodzaak en moordende concurrentie voor sponsoring en donaties. De goede samenwerking in alle geledingen is nu al een feit en langzaam maar zeker functioneren de drie organisaties steeds meer volgens het principe ‘gezamenlijk waar mogelijk, afzonderlijk waar nodig’. Het is een historisch moment voor de drie organisaties en voor het culturele landschap in Nederland, maar aangezien deze stap naar één stichting achter de schermen al maandenlang is voorbereid, voelt het inmiddels zeer vertrouwd. De directies hebben reeds een intensief proces achter de rug: geïntegreerde subsidieaanvraag en beleidsplan waren op het moment van de bekendmaking bijna klaar, de subsidiënten hebben hun principetoestemming voor de fusie gegeven, de medewerkers zijn op de hoogte van de veranderingen. In wezen verandert er voor hen juist niet zo veel. De fusie is een sluitstuk van een jarenlang proces waarin steeds meer werkprocessen achter de schermen centraal werden georganiseerd: techniek, financiën, P&O, educatie, marketing en communicatie. De meeste medewerkers werken namelijk al op geïntegreerde afdelingen en dienen dus twee heren: opera en ballet. En wie zich specifiek met één kunstvorm bezighoudt, zal dat ook in de toekomst blijven doen. Opera en ballet op topniveau blijven natuurlijk onze hoofdtaak: zoveel mogelijk prachtige producties die het publiek verrassen, meeslepen, ontroeren, dat is ons doel.
Gelijkwaardigheid
Gaat het publiek de verandering eigenlijk merken? Bij het bezoek van een opera- of balletvoorstelling vrijwel niet. Of het moet zijn dat u vanaf volgend seizoen bij een première deels door andere directieleden wordt verwelkomd. De gefuseerde organisatie wordt geleid door een driehoofdige directie: een algemeen directeur, directeur opera en directeur ballet. Pierre Audi en Ted Brandsen worden directeur opera en directeur ballet, daarmee is artistieke continuïteit gewaarborgd. De procedure
Facebook, Twitter, YouTube en LinkedIn zomaar enkele namen die u ongetwijfeld al eens eerder heeft gehoord. Maar ziet u door de bomen het bos nog? Ook zo nieuwsgierig wat het eigenlijk allemaal inhoudt? Odeon stelt u voor aan het nieuwe internet.
Ontdek: nieuwe online media Facebook 3 jaar actief 4.000+ volgers
55% vrouw 44% man profiel groep like media check-in
voor werving en selectie van de algemeen directeur loopt. Opera en ballet zijn in andere Europese steden vaak verenigd in één organisatie. Wij doen dus niets bijzonders, maar we doen het wel met een bijzonder Amsterdams aspect: gelijkwaardigheid van de kunstvormen is verankerd in de samenstelling van de driehoofdige directie, door separate budgetten voor opera en ballet en doordat primair artistieke keuzes, zoals rolbezetting en keuze van regisseurs, choreografen en dirigenten, autonoom door directeur opera en directeur ballet worden bepaald. De Nederlandse Opera en Het Nationale Ballet hebben een plek onder de topgezelschappen op hun gebied en we willen de positie bij de wereldklasse bij zowel opera als ballet behouden. Als één opera-/ballethuis kunnen we ons voortaan op diverse aspecten makkelijker meten met de grote huizen in Europa. We zijn ervan overtuigd dat we onze positie dankzij het nieuwe organisatiemodel alleen maar zullen versterken.
een flinke verhoging van eigen inkomsten, voor de fusie moeten we dit jaar nog veel formele zaken regelen en we zijn – na het vaststellen van het beleidsplan voor de komende jaren – nog een aantal strategische vraagstukken aan het uitdiepen, bijvoorbeeld de naam van de gefuseerde organisatie. De Nederlandse Opera en Het Nationale Ballet zijn sterke en bekende merken die we zullen houden, maar de uitstraling van het geheel zal in de communicatie ook helder en nadrukkelijk aanwezig moeten zijn. Heeft u een suggestie voor de naam van de gefuseerde organisatie, laat het ons weten! Het is net een verbouwing: het huis staat er, de fundamenten zijn stevig en de bewoners en bespelers hebben het er naar hun zin, maar de voorgevel wordt opgefrist en een paar kamers zien er volgend jaar rond deze tijd anders uit. We gaan ervan uit dat u ons net zo graag zult blijven bezoeken, vertrouwend op de kwaliteit van ons huis en – misschien ook een beetje – uit nieuwsgierigheid naar de vernieuwde kamers. Vanzelfsprekend brengt een nieuwe directie ook een Net een verbouwing andere dynamiek met zich mee, maar één Het proces van organisatieontwikkeling en artistieke groei en verdieping is voortdurend ding kunnen we u verzekeren: goede service gaande en – zoals het in een creatieve orga- en onvergetelijke ervaringen voor bezoekers blijven onze topprioriteit. nisatie hoort – nooit voltooid. We gaan een spannende tijd tegemoet: de reeds door het Rijk opgelegde en door de Gemeente Tanja Mlaker is assistent van DNO’s zakelijk directeur Amsterdam geplande bezuinigingen eisen Truze Lodder en procesbegeleider van de fusie.
agenda delen fanclub updates
Twitter
De Nederlandse Opera YouTube
3 jaar actief 2.050+ volgers
@DeNedOpera Tweet ons!
4 jaar actief 605.000+ views
Podcast 5 jaar actief 56 Podcasts
Carmen
meest bekeken trailer
#dno
Checklist tweet = 140 tekens microblog @ mention # hashtag RT Retweet
Nog niet zo lang geleden was de belangrijkste functie van internet: informeren. Handig om te zien wat er op het programma van een theater of concertzaal staat, handig om te weten wanneer de voorverkoop begint. Goed om even te checken hoe je naar een zaal toe reist. Die functionaliteit is natuurlijk gebleven. Alleen de belangrijkste functie van het internet van nu is geworden: communiceren. Mensen gaan op zoek naar gelijkgestemden, hebben contact over de dingen die belangrijk voor ze zijn, praten samen over passies of problemen. Zelf publiceren en reageren is centraal komen te staan. Mensen zijn zelf actief en willen weten wat vrienden en bekenden bezighoudt. Hier komen de sociale media in beeld. Een sociaal netwerk is niets minder dan uw persoonlijke profiel online met daarbinnen uw gehele netwerk van vrienden, familie en zakelijke contacten. Waar Facebook en Twitter geschikt zijn voor uw vrienden en familie, leent LinkedIn zich het beste om in contact te staan met uw zakelijke relaties. Wie probeert een compleet overzicht te krijgen van alle sociale kanalen zal merken dat het moeilijk is volledig te zijn. De talloze websites die de afgelopen tien jaar zijn opgezet, hebben echter één ding gemeen: ze moedigen de gebruikers aan te delen. De Nederlandse Opera (DNO) heeft zich op een aantal sociale kanalen gepositioneerd: Facebook, Twitter en YouTube. Via deze kanalen deelt DNO het laatste nieuws, foto’s, video’s, muziekfragmenten maar ook krantenartikelen. Daarnaast probeert DNO u een kijkje achter de schermen aan te bieden. Op uw beurt kunt u aangeven dat u een bericht of foto leuk vindt, een interessant bericht delen met uw eigen netwerk of direct een reactie achterlaten.
??
Het was een zonnige maandagmiddag midden januari toen een klein gezelschap zich in de foyer van het Muziektheater verzamelde voor de aankondiging van het nieuws over de fusie van De Nederlandse Opera, Het Nationale Ballet en Het Muziektheater Amsterdam. De vier directeuren, Truze Lodder, Pierre Audi, Ted Brandsen en Stijn Schoonderwoerd, voerden afwisselend het woord, journalisten van grote landelijke media luisterden aandachtig. Iedere vraag werd overtuigend beantwoord. Truze Lodder, Ted Brandsen, Pierre Audi en Stijn Schoonderwoerd (Foto: Hans van den Bogaard)
5
Sociale media
MP3
bekijk, plaats, deel en beoordeel video’s
Hoe werkt het?
download en beluister een inleiding van elke productie
Heeft u een inspirerende avond gehad in het Muziektheater en wilt u graag via onze sociale kanalen uw mening met ons delen? Dat kan op twee manieren: u stuurt ons een Tweet via Twitter of een prikbordbericht via Facebook. Twitter Met Twitter kunt u snel korte berichten, ‘Tweets’, van maximaal 140 tekens uitwisselen met andere gebruikers. Dat wordt ‘twitteren’ genoemd. Twitter is een sociaal netwerk waarbij u vrienden kunt toevoegen van wie u de berichten leest. Uw vrienden kunnen ook uw account ‘volgen’ waardoor zij uw berichten zien. Via www.twitter.com kunt u eenvoudig een eigen profiel maken. Als u ons een Tweet wilt sturen, voeg dan aan uw bericht @DeNedOpera toe. Facebook Facebook is, zoals het op de homepage beschreven staat: ‘een sociaal hulpmiddel, waarmee je in contact komt met de mensen om je heen’. Nu zullen veel mensen denken: ‘Maar daar hebben we toch Hyves voor.’ Dat klopt, maar Facebook gaat een stapje verder dan Hyves. Waar Hyves zich bijvoorbeeld beperkt tot Nederland, is Facebook een social network site voor de hele wereld. Om op de hoogte te blijven van DNO hoeft u alleen naar de fanpagina van DNO te gaan en te klikken op ‘vind-ik-leuk’. Hierna krijgt u automatisch alles te zien wat wij met u willen delen. Via het prikbord op de DNO pagina kunt u uw bericht achterlaten. We kijken uit naar uw eerste bericht op ons prikbord! www.facebook.com/denederlandseopera Mandy Romme is redacteur nieuwe media bij Het Muziektheater Amsterdam.
De fusie
4
Tanja Mlaker
Mandy Romme
Eén landelijk topinstituut voor opera en ballet
Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, meneer?
Waarom we fuseren? Door het creëren van één organisatie met één raad van toezicht en één directie ontdoen we ons voor een deel van bureaucratische ballast en administratieve rompslomp, worden we slagvaardiger en flexibeler, kunnen we sneller besluiten nemen, wat minder vergaderen en effectiever communiceren. Door samen als één te staan kunnen we ook beter het hoofd bieden aan de uitdagingen van vandaag en morgen: een snel veranderende omgeving, dynamische markt voor vrije tijd, steeds grotere noodzaak en moordende concurrentie voor sponsoring en donaties. De goede samenwerking in alle geledingen is nu al een feit en langzaam maar zeker functioneren de drie organisaties steeds meer volgens het principe ‘gezamenlijk waar mogelijk, afzonderlijk waar nodig’. Het is een historisch moment voor de drie organisaties en voor het culturele landschap in Nederland, maar aangezien deze stap naar één stichting achter de schermen al maandenlang is voorbereid, voelt het inmiddels zeer vertrouwd. De directies hebben reeds een intensief proces achter de rug: geïntegreerde subsidieaanvraag en beleidsplan waren op het moment van de bekendmaking bijna klaar, de subsidiënten hebben hun principetoestemming voor de fusie gegeven, de medewerkers zijn op de hoogte van de veranderingen. In wezen verandert er voor hen juist niet zo veel. De fusie is een sluitstuk van een jarenlang proces waarin steeds meer werkprocessen achter de schermen centraal werden georganiseerd: techniek, financiën, P&O, educatie, marketing en communicatie. De meeste medewerkers werken namelijk al op geïntegreerde afdelingen en dienen dus twee heren: opera en ballet. En wie zich specifiek met één kunstvorm bezighoudt, zal dat ook in de toekomst blijven doen. Opera en ballet op topniveau blijven natuurlijk onze hoofdtaak: zoveel mogelijk prachtige producties die het publiek verrassen, meeslepen, ontroeren, dat is ons doel.
Gelijkwaardigheid
Gaat het publiek de verandering eigenlijk merken? Bij het bezoek van een opera- of balletvoorstelling vrijwel niet. Of het moet zijn dat u vanaf volgend seizoen bij een première deels door andere directieleden wordt verwelkomd. De gefuseerde organisatie wordt geleid door een driehoofdige directie: een algemeen directeur, directeur opera en directeur ballet. Pierre Audi en Ted Brandsen worden directeur opera en directeur ballet, daarmee is artistieke continuïteit gewaarborgd. De procedure
Facebook, Twitter, YouTube en LinkedIn zomaar enkele namen die u ongetwijfeld al eens eerder heeft gehoord. Maar ziet u door de bomen het bos nog? Ook zo nieuwsgierig wat het eigenlijk allemaal inhoudt? Odeon stelt u voor aan het nieuwe internet.
Ontdek: nieuwe online media Facebook 3 jaar actief 4.000+ volgers
55% vrouw 44% man profiel groep like media check-in
voor werving en selectie van de algemeen directeur loopt. Opera en ballet zijn in andere Europese steden vaak verenigd in één organisatie. Wij doen dus niets bijzonders, maar we doen het wel met een bijzonder Amsterdams aspect: gelijkwaardigheid van de kunstvormen is verankerd in de samenstelling van de driehoofdige directie, door separate budgetten voor opera en ballet en doordat primair artistieke keuzes, zoals rolbezetting en keuze van regisseurs, choreografen en dirigenten, autonoom door directeur opera en directeur ballet worden bepaald. De Nederlandse Opera en Het Nationale Ballet hebben een plek onder de topgezelschappen op hun gebied en we willen de positie bij de wereldklasse bij zowel opera als ballet behouden. Als één opera-/ballethuis kunnen we ons voortaan op diverse aspecten makkelijker meten met de grote huizen in Europa. We zijn ervan overtuigd dat we onze positie dankzij het nieuwe organisatiemodel alleen maar zullen versterken.
een flinke verhoging van eigen inkomsten, voor de fusie moeten we dit jaar nog veel formele zaken regelen en we zijn – na het vaststellen van het beleidsplan voor de komende jaren – nog een aantal strategische vraagstukken aan het uitdiepen, bijvoorbeeld de naam van de gefuseerde organisatie. De Nederlandse Opera en Het Nationale Ballet zijn sterke en bekende merken die we zullen houden, maar de uitstraling van het geheel zal in de communicatie ook helder en nadrukkelijk aanwezig moeten zijn. Heeft u een suggestie voor de naam van de gefuseerde organisatie, laat het ons weten! Het is net een verbouwing: het huis staat er, de fundamenten zijn stevig en de bewoners en bespelers hebben het er naar hun zin, maar de voorgevel wordt opgefrist en een paar kamers zien er volgend jaar rond deze tijd anders uit. We gaan ervan uit dat u ons net zo graag zult blijven bezoeken, vertrouwend op de kwaliteit van ons huis en – misschien ook een beetje – uit nieuwsgierigheid naar de vernieuwde kamers. Vanzelfsprekend brengt een nieuwe directie ook een Net een verbouwing andere dynamiek met zich mee, maar één Het proces van organisatieontwikkeling en artistieke groei en verdieping is voortdurend ding kunnen we u verzekeren: goede service gaande en – zoals het in een creatieve orga- en onvergetelijke ervaringen voor bezoekers blijven onze topprioriteit. nisatie hoort – nooit voltooid. We gaan een spannende tijd tegemoet: de reeds door het Rijk opgelegde en door de Gemeente Tanja Mlaker is assistent van DNO’s zakelijk directeur Amsterdam geplande bezuinigingen eisen Truze Lodder en procesbegeleider van de fusie.
agenda delen fanclub updates
Twitter
De Nederlandse Opera YouTube
3 jaar actief 2.050+ volgers
@DeNedOpera Tweet ons!
4 jaar actief 605.000+ views
Podcast 5 jaar actief 56 Podcasts
Carmen
meest bekeken trailer
#dno
Checklist tweet = 140 tekens microblog @ mention # hashtag RT Retweet
Nog niet zo lang geleden was de belangrijkste functie van internet: informeren. Handig om te zien wat er op het programma van een theater of concertzaal staat, handig om te weten wanneer de voorverkoop begint. Goed om even te checken hoe je naar een zaal toe reist. Die functionaliteit is natuurlijk gebleven. Alleen de belangrijkste functie van het internet van nu is geworden: communiceren. Mensen gaan op zoek naar gelijkgestemden, hebben contact over de dingen die belangrijk voor ze zijn, praten samen over passies of problemen. Zelf publiceren en reageren is centraal komen te staan. Mensen zijn zelf actief en willen weten wat vrienden en bekenden bezighoudt. Hier komen de sociale media in beeld. Een sociaal netwerk is niets minder dan uw persoonlijke profiel online met daarbinnen uw gehele netwerk van vrienden, familie en zakelijke contacten. Waar Facebook en Twitter geschikt zijn voor uw vrienden en familie, leent LinkedIn zich het beste om in contact te staan met uw zakelijke relaties. Wie probeert een compleet overzicht te krijgen van alle sociale kanalen zal merken dat het moeilijk is volledig te zijn. De talloze websites die de afgelopen tien jaar zijn opgezet, hebben echter één ding gemeen: ze moedigen de gebruikers aan te delen. De Nederlandse Opera (DNO) heeft zich op een aantal sociale kanalen gepositioneerd: Facebook, Twitter en YouTube. Via deze kanalen deelt DNO het laatste nieuws, foto’s, video’s, muziekfragmenten maar ook krantenartikelen. Daarnaast probeert DNO u een kijkje achter de schermen aan te bieden. Op uw beurt kunt u aangeven dat u een bericht of foto leuk vindt, een interessant bericht delen met uw eigen netwerk of direct een reactie achterlaten.
??
Het was een zonnige maandagmiddag midden januari toen een klein gezelschap zich in de foyer van het Muziektheater verzamelde voor de aankondiging van het nieuws over de fusie van De Nederlandse Opera, Het Nationale Ballet en Het Muziektheater Amsterdam. De vier directeuren, Truze Lodder, Pierre Audi, Ted Brandsen en Stijn Schoonderwoerd, voerden afwisselend het woord, journalisten van grote landelijke media luisterden aandachtig. Iedere vraag werd overtuigend beantwoord. Truze Lodder, Ted Brandsen, Pierre Audi en Stijn Schoonderwoerd (Foto: Hans van den Bogaard)
5
Sociale media
MP3
bekijk, plaats, deel en beoordeel video’s
Hoe werkt het?
download en beluister een inleiding van elke productie
Heeft u een inspirerende avond gehad in het Muziektheater en wilt u graag via onze sociale kanalen uw mening met ons delen? Dat kan op twee manieren: u stuurt ons een Tweet via Twitter of een prikbordbericht via Facebook. Twitter Met Twitter kunt u snel korte berichten, ‘Tweets’, van maximaal 140 tekens uitwisselen met andere gebruikers. Dat wordt ‘twitteren’ genoemd. Twitter is een sociaal netwerk waarbij u vrienden kunt toevoegen van wie u de berichten leest. Uw vrienden kunnen ook uw account ‘volgen’ waardoor zij uw berichten zien. Via www.twitter.com kunt u eenvoudig een eigen profiel maken. Als u ons een Tweet wilt sturen, voeg dan aan uw bericht @DeNedOpera toe. Facebook Facebook is, zoals het op de homepage beschreven staat: ‘een sociaal hulpmiddel, waarmee je in contact komt met de mensen om je heen’. Nu zullen veel mensen denken: ‘Maar daar hebben we toch Hyves voor.’ Dat klopt, maar Facebook gaat een stapje verder dan Hyves. Waar Hyves zich bijvoorbeeld beperkt tot Nederland, is Facebook een social network site voor de hele wereld. Om op de hoogte te blijven van DNO hoeft u alleen naar de fanpagina van DNO te gaan en te klikken op ‘vind-ik-leuk’. Hierna krijgt u automatisch alles te zien wat wij met u willen delen. Via het prikbord op de DNO pagina kunt u uw bericht achterlaten. We kijken uit naar uw eerste bericht op ons prikbord! www.facebook.com/denederlandseopera Mandy Romme is redacteur nieuwe media bij Het Muziektheater Amsterdam.
6
7
Deidamia Als mijn vrees bewaarheid wordt, zal ik, o ellendig lot, door mijn lief verlaten worden. (Deidamia) I Om te ontkomen aan de voorspelling van een orakel dat hij tijdens de Trojaanse oorlog zal sneuvelen, hebben de ouders van Achilles hem naar het hof van koning Lycomedes van Scyrus gestuurd. Daar groeit hij veilig op, verkleed als meisje, onder de naam Pyrrha. Er ontwikkelt zich niettemin een liefdesaffaire tussen Achilles en Deidamia, een dochter van Lycomedes. Ulysses komt Lycomedes’ steun tegen Troje vragen en vermoedt dat Achilles zich in diens paleis schuilhoudt. Volgens de waarzegger Calchas kunnen de Grieken Troje zonder Achilles niet verslaan. Lycomedes ontkent de aanwezigheid van de jongeman.
II Ulysses maakt Deidamia het hof, wat de jaloezie van Achilles opwekt. Tijdens een jachtpartij blijkt Achilles zo’n goed jager te zijn dat het voor Ulysses duidelijk is dat hij degene moet zijn die hij zoekt. Om hem te provoceren verklaart hij vervolgens ‘Pyrrha’ zijn liefde, tot verontwaardiging van Deidamia. Maar Achilles laat zich niet uit de tent lokken.
III Ulysses verzint een nieuwe list. Hij biedt de dames van het hof allerlei geschenken aan, waaronder een prachtige wapenrusting. Achilles weet hieraan geen weerstand te beiden, zet meteen de helm op en geeft zo zijn identiteit prijs. Trompetgeschal roept op tot het vertrek naar Troje en Achilles verklaart zich bereid mee ten strijde te trekken. Hoewel Deidamia ontroostbaar is, laat ze zich door Ulysses met Achilles in de echt verbinden. Zij zullen elkaar echter nooit meer zien.
do 15 mrt 2012 première
19.00 uur
ma 19 wo 21 vr 23 zo 25 di 27 do 29 zo 1
19.00 uur 19.00 uur 19.00 uur 13.30 uur 19.00 uur 19.00 uur 13.30 uur
mrt mrt mrt mrt mrt mrt apr
Het Muziektheater Amsterdam Kaartverkoop is reeds begonnen. Bij het ter perse gaan van deze Odeon zijn er nog kaarten verkrijgbaar. Bel het Kassa-bespreekbureau: 020-625 5455 Online reserveren: www.dno.nl Inleidingen door Marijke Schouten Plaats: het Muziektheater (foyer 2de balkon) Tijd: 45 minuten voor aanvang van iedere voorstelling, dus 18.15 uur (avond)/12.45 uur (matinee) Lengte: ± 30 minuten Toegang: gratis op vertoon van een plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag Met steun van de Vereniging Vrienden van De Nederlandse Opera Uitzenddatum Radio 4, NTR Opera Live: zaterdag 7 april, 19.00 uur. Dinerbuffetten Bij elke avondvoorstelling van DNO kunt u genieten van een dinerbuffet in de foyer van het Muziektheater. Zo kunt u rustig eten en bent u op tijd voor de opera. Reserveren: 020-625 5455 of via www.het-muziektheater.nl/kaarten.
Deidamia Opera in tre atti libretto van Paolo Antonio Rolli muzikale leiding Ivor Bolton regie David Alden decor Paul Steinberg kostuums Constance Hoffman licht Adam Silverman choreografie Jonathan Lunn Deidamia Sally Matthews Nerea Veronica Cangemi Achille Olga Pasichnyk Ulisse Silvia Tro Santafé Fenice Andrew Foster-Williams Licomede Umberto Chiummo Nestore Jan-Willem Schaafsma Concerto Köln De opera wordt in het Italiaans gezongen en Nederlands boventiteld. De voorstelling duurt circa 4 uur. Er zijn 2 pauzes.
Kostuumontwerpen Deidamia: Constance Hoffman
Het operaboek Deidamia is verkrijgbaar in het Muziek theater. Daarin zijn onder meer een uitgebreide synopsis, en het libretto in het Italiaans en in het Neder lands opgenomen. De prijs is € 8.
Nieuwe productie
Georg Friedrich Händel 1685 - 1759
6
7
Deidamia Als mijn vrees bewaarheid wordt, zal ik, o ellendig lot, door mijn lief verlaten worden. (Deidamia) I Om te ontkomen aan de voorspelling van een orakel dat hij tijdens de Trojaanse oorlog zal sneuvelen, hebben de ouders van Achilles hem naar het hof van koning Lycomedes van Scyrus gestuurd. Daar groeit hij veilig op, verkleed als meisje, onder de naam Pyrrha. Er ontwikkelt zich niettemin een liefdesaffaire tussen Achilles en Deidamia, een dochter van Lycomedes. Ulysses komt Lycomedes’ steun tegen Troje vragen en vermoedt dat Achilles zich in diens paleis schuilhoudt. Volgens de waarzegger Calchas kunnen de Grieken Troje zonder Achilles niet verslaan. Lycomedes ontkent de aanwezigheid van de jongeman.
II Ulysses maakt Deidamia het hof, wat de jaloezie van Achilles opwekt. Tijdens een jachtpartij blijkt Achilles zo’n goed jager te zijn dat het voor Ulysses duidelijk is dat hij degene moet zijn die hij zoekt. Om hem te provoceren verklaart hij vervolgens ‘Pyrrha’ zijn liefde, tot verontwaardiging van Deidamia. Maar Achilles laat zich niet uit de tent lokken.
III Ulysses verzint een nieuwe list. Hij biedt de dames van het hof allerlei geschenken aan, waaronder een prachtige wapenrusting. Achilles weet hieraan geen weerstand te beiden, zet meteen de helm op en geeft zo zijn identiteit prijs. Trompetgeschal roept op tot het vertrek naar Troje en Achilles verklaart zich bereid mee ten strijde te trekken. Hoewel Deidamia ontroostbaar is, laat ze zich door Ulysses met Achilles in de echt verbinden. Zij zullen elkaar echter nooit meer zien.
do 15 mrt 2012 première
19.00 uur
ma 19 wo 21 vr 23 zo 25 di 27 do 29 zo 1
19.00 uur 19.00 uur 19.00 uur 13.30 uur 19.00 uur 19.00 uur 13.30 uur
mrt mrt mrt mrt mrt mrt apr
Het Muziektheater Amsterdam Kaartverkoop is reeds begonnen. Bij het ter perse gaan van deze Odeon zijn er nog kaarten verkrijgbaar. Bel het Kassa-bespreekbureau: 020-625 5455 Online reserveren: www.dno.nl Inleidingen door Marijke Schouten Plaats: het Muziektheater (foyer 2de balkon) Tijd: 45 minuten voor aanvang van iedere voorstelling, dus 18.15 uur (avond)/12.45 uur (matinee) Lengte: ± 30 minuten Toegang: gratis op vertoon van een plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag Met steun van de Vereniging Vrienden van De Nederlandse Opera Uitzenddatum Radio 4, NTR Opera Live: zaterdag 7 april, 19.00 uur. Dinerbuffetten Bij elke avondvoorstelling van DNO kunt u genieten van een dinerbuffet in de foyer van het Muziektheater. Zo kunt u rustig eten en bent u op tijd voor de opera. Reserveren: 020-625 5455 of via www.het-muziektheater.nl/kaarten.
Deidamia Opera in tre atti libretto van Paolo Antonio Rolli muzikale leiding Ivor Bolton regie David Alden decor Paul Steinberg kostuums Constance Hoffman licht Adam Silverman choreografie Jonathan Lunn Deidamia Sally Matthews Nerea Veronica Cangemi Achille Olga Pasichnyk Ulisse Silvia Tro Santafé Fenice Andrew Foster-Williams Licomede Umberto Chiummo Nestore Jan-Willem Schaafsma Concerto Köln De opera wordt in het Italiaans gezongen en Nederlands boventiteld. De voorstelling duurt circa 4 uur. Er zijn 2 pauzes.
Kostuumontwerpen Deidamia: Constance Hoffman
Het operaboek Deidamia is verkrijgbaar in het Muziek theater. Daarin zijn onder meer een uitgebreide synopsis, en het libretto in het Italiaans en in het Neder lands opgenomen. De prijs is € 8.
Nieuwe productie
Georg Friedrich Händel 1685 - 1759
Achtergrond Deidamia
8
9
Marijke Schouten
Händels afscheid van de Italiaanse opera
Georg Friedrich Händel
Deidamia is de afsluiting van een reeks opera’s bij De Nederlandse Opera die gebaseerd zijn op mythen rond de Trojaanse oorlog. Hoewel het een zeer geslaagd, contrastrijk stuk is, lieten in 1741 de opkomst en de waardering van het publiek zo dramatisch te wensen over dat Händel definitief stopte met het componeren van Italiaanse opera’s, een kunstvorm die hij zelf in Engeland tot grote bloei had gebracht. Het genre opera heeft het in Engeland nooit echt makkelijk gehad. Dat acteurs op het podium zingend met elkaar communiceren in plaats van sprekend of declamerend, was binnen de Engelse theatertraditie van meet af aan geen aantrekkelijke optie: gezongen dialogen, het uitgangspunt voor opera’s, deden afbreuk aan de dramatische geloofwaardigheid. Toch had Henry Purcell aan het eind van de 17de eeuw in zijn semi-opera’s het gebruikelijke mengsel van gesproken dialogen en muzikale nummers al veranderd ten gunste van de muziek, en daarmee een verschuiving richting muziektheater ingezet. Helaas was hij te jong gestorven om nog een specifiek Engelse operatraditie van de grond te krijgen. En na zijn dood waren incidentele pogingen van bereisde Engelse aristocraten en ambitieuze theaterondernemers om Italiaanse opera’s met bijbehorende castraatzangers naar Engeland te halen, op niets uitgelopen. Deze impasse wist Händel, jong en veelbelovend, te doorbreken toen hij op 24 februari 1711 zijn Italiaanse opera Rinaldo in Londen in première bracht. Met het doorslaande succes van Rinaldo en Händels vaste voornemen om in het toneelland Engeland een carrière als operacomponist op te bouwen, begon een opvoeringstraditie van Italiaanse opera’s in Londen die in Händels geval op de kop af dertig jaar stand zou houden. Op 10 februari 1741 was het echter over en uit, want na drie mager bezochte opvoeringen viel het doek voor Deidamia en stond Händel voor het voldongen feit dat er voor zijn Italiaanse opera’s in Londen geen markt meer was. Een paar jaar lang had hij nog durven hopen dat zijn groeiende faam als componist van oratoria, koor- en orkestmuziek ook op zijn operaproducties zou afstralen, maar nee: het aristocratische operapubliek liet zich nog wel bekoren door de modernere opere serie uit Italië met hun prominente plaats voor de zangstemmen en minimale rol voor het orkest. Händels nieuwe supporters, afkomstig uit de gegoede burgerij, waar opera altijd als ‘een dwaze kunstvorm’ was beschouwd, bleken echter gevoeliger voor zijn nieuwe, Engelstalige oratoria. Dit was het moreel hoogstaande muziekdrama waar de Engelsen naar snakten, op bijbelse thema’s en met monumentale koren, wat naadloos aansloot op het moderne, serieuze levensgevoel en wat Händel eeuwige roem zou bezorgen. Het duurde even voor de componist over de schok van zijn voorbije operacarrière heen was, maar na Deidamia koos hij rigoreus voor het oratorium en schreef nooit meer een Italiaanse opera.
Van vriendinnetje tot titelheldin
Wie de mythologische Deidamia was, wist in Händels Londen elke theaterbezoeker die in 1733 Achilles, de ballad opera van John Gay had gezien in het nieuwe Covent Garden Theatre van John Rich. In datzelfde Covent Garden had Händel opera’s als Ariodante en Alcina in première gebracht en hij was ongetwijfeld ook op de hoogte van deze satirisch-burleske Achilles-productie. De onconventionele liefdesgeschiedenis tussen Deidamia, een van de dochters van koning Lycomedes van Scyrus, en de jonge Achilles, die, vermomd als het meisje Pyrrha, aan hetzelfde hof leeft om te ontsnappen aan een voorspelling dat hij in de Trojaanse oorlog zal sneuvelen, was pas in de late Romeinse oudheid toegevoegd aan de bestaande mythologische verhalen rond het leven van de grote held Achilles. In de renaissance en de barok vormde Achilles’ verblijf op Scyrus een populair thema in de beeldende kunst – zie bijvoorbeeld de zeven olieverfschetsen voor een reeks wandtapijten van Peter Paul Rubens in het Museum Boymans Van Beuningen in Rotterdam. In het baroktheater kreeg de episode ‘Achilles op Scyrus’ een diepere morele betekenislaag omdat dit klassieke conflict tussen
liefde en heroïek zo boordevol menselijke tragiek zat – zij zwanger en hij onstuitbaar op weg naar een roemvolle maar kortstondige carrière als oorlogsheld. Tegelijkertijd bood het element van Achilles’ travestie – een jongen in meisjeskleren die zijn ontluikende mannelijkheid niet kan bedwingen en onherroepelijk door de mand valt – volop aanleiding tot komische scènes van uiteenlopende soort. Maar of het nu ging om platte toespelingen op seksualiteit in de eindeloze rij 17de-eeuwse barokopera’s over deze jeugdige gelieven, om Deidamia’s vertwijfelde pogingen Achilles bij zich te houden, of om de flinterdunne en opwindende scheidslijn op de operapodia tussen mannelijke en vrouwelijke identiteiten en de onvermijdelijke discussies over een ‘verwijfde’ operamoraal, waarin Achilles en travesti als een inbreuk op de erecode van de mannelijke heroïek werd gezien, altijd was Deidamia, voor zij bij Händel promoveerde tot titelheldin van zijn operazwanenzang, slechts ‘het vriendinnetje van Achilles’ geweest. Ook bij John Gay is haar aandeel op het podium beperkt, maar zij mag wel ironisch commentaar leveren op de misplaatst heroïsche ambities van haar vriendje wanneer deze held-in-spe zich zorgelijk afvraagt hoe
sijpelt. De sympathie van Händel en zijn librettist Paolo Rolli ligt duidelijk bij de titelheldin die als een verliefd jong meisje begint maar gaandeweg onder ogen moet zien dat haar geluk van korte duur zal zijn. Als enige van de protagonisten maakt zij een sterke ontwikkeling door, die uit haar aria’s is af te lezen. Ook voor haar hoeft de Trojaanse oorlog niet: waarom zou de schaking van Helena gewroken moeten worden door de Grieken? ‘Laat die verdorven vrouw het maar berouwen! Povere reden voor zo’n grote oorlog,’ schampert ze tegen Ulisse, die tegen zijn zin huis en haard heeft moeten verlaten om ten strijde te trekken en zijn vrouw nog liever dood weet dan ‘haar terugzien in de armen van een ander’. Ulisse is Deidamia’s ware tegenspeler: hij wil dat Achille met hem meegaat naar Troje terwijl Deidamia haar wonderboy Pirra voor zichzelf wil behouden. Natuurlijk trekt zij aan het kortste eind wanneer Achille uit de mand met geschenken van Ulisse een glanzend, vlijmscherp zwaard kiest en hij zijn vermomming als Pirra niet langer kan en wil volhouden. ‘U heeft mijn leed veroorzaakt,’ verwijt ze Ulisse in Händels allermooiste noten, ‘moge een storm opsteken als u straks wegvaart op de verraderlijke zee, dat grillig element, en u doen zinken voor de vaderlandse kust’. Geen da capo-aria voor Deidamia, om haar zelfbeheersing te hervinden, maar een slot vol verwensingen die Ulisse nog lang zouden heugen.
een protegee van de comédienne Kitty Clive, voor wie Händel wel eens een lied schreef. Händel had haar ook aangetrokken voor de rol van Clomiri in zijn luchthartige operetta Imeneo, die pal vóór Deidamia in première ging. Ze was nog geen twintig en geknipt voor de rol van Achille: een jongen die een meisje moet spelen maar nog te jong is om de geheimen van het menselijk hart te kennen en het liefst met wapens zwaait. Zijn liefde voor Deidamia gaat niet diep en de vijf aria’s die Händel hem toebedeelt evenmin. Dat is niet altijd goed begrepen, maar Händel kende zijn personages door en door en wist hoe hij ze gestalte moest geven. De 18deeeuwse muziekhistoricus Charles Burney zou later over de aria’s van Deidamia schrijven dat ze ‘qua stijl, ontwerp en virtuositeit even contrastrijk waren als die van dertig jaar eerder’ en dat hij Händels laatste opera ‘tot de best geslaagde van zijn dramatische producties’ rekende. Deidamia eindigt met de inderhaast georganiseerde bruiloft van de jeugdige geliefden, en sloot qua thematiek perfect aan bij twee andere 'bruiloftsstukken' die Händel in het seizoen 1740-1741 geprogrammeerd had ter ere van het huwelijk van prinses Mary: Il Parnasso in festa en Imeneo. Il Parnasso in festa was oorspronkelijk opgevoerd voor Sterke ontwikkeling het huwelijk van prinses Anne, Händels In Deidamia zou Händel ditzelfde thema lievelingsleerlinge, en herhaald toen kroonaanboren om nog eenmaal – zeggen wij prins Frederick trouwde. In elkaars nabijheid met de kennis van nu – op basis van zijn kregen Deidamia en deze serenata een extra vertrouwde formule een Italiaanse opera betekenislaag omdat de laatste over de te schrijven, waarin zijn muziekdramatisch bruiloft van Thetis en Peleus gaat. Op hún meesterschap voor de laatste keer tot bloei Miss Edwards bruiloftsdis werd namelijk de beruchte appel kwam. Toen Deidamia exact een eeuw eerder Aangezien de travestierol van Achille vrijals personage haar entree had gemaakt op wel tot het eind van Deidamia geloofwaardig der tweedracht geworpen die de aanleiding vormde tot de Trojaanse oorlog waar hun het Venetiaanse operatoneel in Francesco moest zijn, had Händel hem ook vocaal verzoon Achilles zou sneuvelen omdat hij zijn Sacrati’s La finta pazza, had zij krankzinnig- momd als meisje. In Händels vriendenkring heid voorgewend om Achilles te beletten werd dat kennelijk riskant gevonden, getuige lot niet kon ontlopen en zijn vermomming als meisje op Scyrus niet waterdicht was geblenaar Troje te gaan en waren de grove grapde uitlating van Charles Jennens kort voor pen niet van de lucht geweest. Vergeleken de première dat ‘de opera misschien wel een ken. Zo’n doortimmerde programmering rondom Deidamia, en dan toch een flop… daarbij is Händels Deidamia een beschaafd, redelijke kans van slagen heeft, tenzij Miss Begrijpelijk dat Handel de handdoek in de modern stuk waarin geen onvertogen woord Edwards, een meisje dat Achille speelt, er operaring wierp! valt maar de ironie over heroïek en valse een farce van maakt’. Miss Edwards kwam oorlogsretoriek door iedere regel heenuit de hoek van het burleske theater en was er onder de gegeven omstandigheden nog iets van ‘zijn Eer’ terecht moet komen: Deidamia: ‘Ah Pyrrha, Pyrrha, what is become of mine!’ Achilles: ‘When shall I behave my self as a Man!’ Deidamia: ‘Wou’d you had never behav’d yourself as one!’ Een meisje zwanger maken en proberen onder een huwelijk uit te komen, was volgens de 18de-eeuwse moraal gewoon een lage streek en niet direct een heroïsch wapenfeit. Dat Gay in de muzikale nummers trompetten laat schallen telkens wanneer Achilles’ eer het van de liefde dreigt te winnen, is pure ironie en tevens een sneer naar het uitgeholde concept van eer en heroïek waar de Italiaanse opera’s en tragedies nog steeds op dreven, en die hij in zijn Beggar’s Opera met succes onder schot had genomen. Achilles’ moeder, Thetis, zegt in de openingsscène dat zij ‘a tender Regard’ heeft voor zijn eergevoel maar ze staat intussen met beide benen op de grond: ‘Spreek mij niet tegen, Achilles. Je leven hangt ervan af; echt kind, je moet niet naar dat beleg gaan.’ De Trojaanse oorlog kan haar gestolen worden.
Boeken in de Muziektheaterwinkel OPERA – Achter de schermen van de emotie De musicologen Francis Maes (docent aan de Universiteit van Gent) en Piet De Volder (dramaturg bij de Vlaamse Opera) stelden dit fraaie, strak vormgegeven boek samen, waarin een blik wordt geworpen op het denkproces dat achter de kunstvorm opera schuilgaat. Experts uit de wetenschap en uit de operapraktijk gaan in op de aspecten dramaturgie, operageschiedenis, visie en beleid. Topvoorstellingen van de Vlaamse Opera, de Brusselse Munt en De Nederlandse Opera worden volgens nieuwe, frisse inzichten tegen het licht gehouden. Behalve artikelen van Maes en De Volder bevat het boek bijdragen van Klaus Bertisch, Ian Burton, Guy Joosten, Bruno Forment, Sigrid T’Hooft, Truze Lodder en Katia Segers. Een fascinerend werk, zowel geschikt voorkenners als voor (beginnende) liefhebbers!
Over zingen gesproken OPERA - Achter de schermen van de emotie Uitgeverij Lannoo nv, Tielt 2011
€ 39,95
Over zingen gesproken Cora Canne Meijer Redactie Gerrit Bloothooft, 2011
€ 14
Cora Canne Meijer debuteerde in 1950 bij De Nederlands(ch)e Opera als Annina in La traviata. Haar doorbraak met de titelrol in Mignon (1954) leidde tot een lange carrière in binnen- en buitenland. Zij heeft grote mezzorollen op haar naam staan, zoals Rosina Il barbiere di Siviglia, Azucena Il trovatore, Cherubino Le nozze di Figaro, Prins Orlofsky Die Fledermaus, Komponist Ariadne auf Naxos, Ulrica Un ballo in maschera, Baba the Turk The Rake's Progress en Geneviève Pelléas et Mélisande, maar bovenal wordt zij door velen geassocieerd met de titelrol in Carmen. Ook zong Cora Canne Meijer veel in recitals en concerten. Bijna 35 jaar is zij hoofdvakdocent zang geweest aan het Amsterdamse Sweelinck Conservatorium. Het is verheugend dat mevrouw Canne Meijer haar rijke kennis en ervaring als zangpedagoog nu in boekvorm heeft vastgelegd. De kern van haar ‘leer’ kan worden omschreven als natuurlijk en vrij zingen. Helder wordt uiteengezet hoe een gezond evenwicht kan worden bereikt tussen intuïtie en techniek. Van harte aanbevolen!
Achtergrond Deidamia
8
9
Marijke Schouten
Händels afscheid van de Italiaanse opera
Georg Friedrich Händel
Deidamia is de afsluiting van een reeks opera’s bij De Nederlandse Opera die gebaseerd zijn op mythen rond de Trojaanse oorlog. Hoewel het een zeer geslaagd, contrastrijk stuk is, lieten in 1741 de opkomst en de waardering van het publiek zo dramatisch te wensen over dat Händel definitief stopte met het componeren van Italiaanse opera’s, een kunstvorm die hij zelf in Engeland tot grote bloei had gebracht. Het genre opera heeft het in Engeland nooit echt makkelijk gehad. Dat acteurs op het podium zingend met elkaar communiceren in plaats van sprekend of declamerend, was binnen de Engelse theatertraditie van meet af aan geen aantrekkelijke optie: gezongen dialogen, het uitgangspunt voor opera’s, deden afbreuk aan de dramatische geloofwaardigheid. Toch had Henry Purcell aan het eind van de 17de eeuw in zijn semi-opera’s het gebruikelijke mengsel van gesproken dialogen en muzikale nummers al veranderd ten gunste van de muziek, en daarmee een verschuiving richting muziektheater ingezet. Helaas was hij te jong gestorven om nog een specifiek Engelse operatraditie van de grond te krijgen. En na zijn dood waren incidentele pogingen van bereisde Engelse aristocraten en ambitieuze theaterondernemers om Italiaanse opera’s met bijbehorende castraatzangers naar Engeland te halen, op niets uitgelopen. Deze impasse wist Händel, jong en veelbelovend, te doorbreken toen hij op 24 februari 1711 zijn Italiaanse opera Rinaldo in Londen in première bracht. Met het doorslaande succes van Rinaldo en Händels vaste voornemen om in het toneelland Engeland een carrière als operacomponist op te bouwen, begon een opvoeringstraditie van Italiaanse opera’s in Londen die in Händels geval op de kop af dertig jaar stand zou houden. Op 10 februari 1741 was het echter over en uit, want na drie mager bezochte opvoeringen viel het doek voor Deidamia en stond Händel voor het voldongen feit dat er voor zijn Italiaanse opera’s in Londen geen markt meer was. Een paar jaar lang had hij nog durven hopen dat zijn groeiende faam als componist van oratoria, koor- en orkestmuziek ook op zijn operaproducties zou afstralen, maar nee: het aristocratische operapubliek liet zich nog wel bekoren door de modernere opere serie uit Italië met hun prominente plaats voor de zangstemmen en minimale rol voor het orkest. Händels nieuwe supporters, afkomstig uit de gegoede burgerij, waar opera altijd als ‘een dwaze kunstvorm’ was beschouwd, bleken echter gevoeliger voor zijn nieuwe, Engelstalige oratoria. Dit was het moreel hoogstaande muziekdrama waar de Engelsen naar snakten, op bijbelse thema’s en met monumentale koren, wat naadloos aansloot op het moderne, serieuze levensgevoel en wat Händel eeuwige roem zou bezorgen. Het duurde even voor de componist over de schok van zijn voorbije operacarrière heen was, maar na Deidamia koos hij rigoreus voor het oratorium en schreef nooit meer een Italiaanse opera.
Van vriendinnetje tot titelheldin
Wie de mythologische Deidamia was, wist in Händels Londen elke theaterbezoeker die in 1733 Achilles, de ballad opera van John Gay had gezien in het nieuwe Covent Garden Theatre van John Rich. In datzelfde Covent Garden had Händel opera’s als Ariodante en Alcina in première gebracht en hij was ongetwijfeld ook op de hoogte van deze satirisch-burleske Achilles-productie. De onconventionele liefdesgeschiedenis tussen Deidamia, een van de dochters van koning Lycomedes van Scyrus, en de jonge Achilles, die, vermomd als het meisje Pyrrha, aan hetzelfde hof leeft om te ontsnappen aan een voorspelling dat hij in de Trojaanse oorlog zal sneuvelen, was pas in de late Romeinse oudheid toegevoegd aan de bestaande mythologische verhalen rond het leven van de grote held Achilles. In de renaissance en de barok vormde Achilles’ verblijf op Scyrus een populair thema in de beeldende kunst – zie bijvoorbeeld de zeven olieverfschetsen voor een reeks wandtapijten van Peter Paul Rubens in het Museum Boymans Van Beuningen in Rotterdam. In het baroktheater kreeg de episode ‘Achilles op Scyrus’ een diepere morele betekenislaag omdat dit klassieke conflict tussen
liefde en heroïek zo boordevol menselijke tragiek zat – zij zwanger en hij onstuitbaar op weg naar een roemvolle maar kortstondige carrière als oorlogsheld. Tegelijkertijd bood het element van Achilles’ travestie – een jongen in meisjeskleren die zijn ontluikende mannelijkheid niet kan bedwingen en onherroepelijk door de mand valt – volop aanleiding tot komische scènes van uiteenlopende soort. Maar of het nu ging om platte toespelingen op seksualiteit in de eindeloze rij 17de-eeuwse barokopera’s over deze jeugdige gelieven, om Deidamia’s vertwijfelde pogingen Achilles bij zich te houden, of om de flinterdunne en opwindende scheidslijn op de operapodia tussen mannelijke en vrouwelijke identiteiten en de onvermijdelijke discussies over een ‘verwijfde’ operamoraal, waarin Achilles en travesti als een inbreuk op de erecode van de mannelijke heroïek werd gezien, altijd was Deidamia, voor zij bij Händel promoveerde tot titelheldin van zijn operazwanenzang, slechts ‘het vriendinnetje van Achilles’ geweest. Ook bij John Gay is haar aandeel op het podium beperkt, maar zij mag wel ironisch commentaar leveren op de misplaatst heroïsche ambities van haar vriendje wanneer deze held-in-spe zich zorgelijk afvraagt hoe
sijpelt. De sympathie van Händel en zijn librettist Paolo Rolli ligt duidelijk bij de titelheldin die als een verliefd jong meisje begint maar gaandeweg onder ogen moet zien dat haar geluk van korte duur zal zijn. Als enige van de protagonisten maakt zij een sterke ontwikkeling door, die uit haar aria’s is af te lezen. Ook voor haar hoeft de Trojaanse oorlog niet: waarom zou de schaking van Helena gewroken moeten worden door de Grieken? ‘Laat die verdorven vrouw het maar berouwen! Povere reden voor zo’n grote oorlog,’ schampert ze tegen Ulisse, die tegen zijn zin huis en haard heeft moeten verlaten om ten strijde te trekken en zijn vrouw nog liever dood weet dan ‘haar terugzien in de armen van een ander’. Ulisse is Deidamia’s ware tegenspeler: hij wil dat Achille met hem meegaat naar Troje terwijl Deidamia haar wonderboy Pirra voor zichzelf wil behouden. Natuurlijk trekt zij aan het kortste eind wanneer Achille uit de mand met geschenken van Ulisse een glanzend, vlijmscherp zwaard kiest en hij zijn vermomming als Pirra niet langer kan en wil volhouden. ‘U heeft mijn leed veroorzaakt,’ verwijt ze Ulisse in Händels allermooiste noten, ‘moge een storm opsteken als u straks wegvaart op de verraderlijke zee, dat grillig element, en u doen zinken voor de vaderlandse kust’. Geen da capo-aria voor Deidamia, om haar zelfbeheersing te hervinden, maar een slot vol verwensingen die Ulisse nog lang zouden heugen.
een protegee van de comédienne Kitty Clive, voor wie Händel wel eens een lied schreef. Händel had haar ook aangetrokken voor de rol van Clomiri in zijn luchthartige operetta Imeneo, die pal vóór Deidamia in première ging. Ze was nog geen twintig en geknipt voor de rol van Achille: een jongen die een meisje moet spelen maar nog te jong is om de geheimen van het menselijk hart te kennen en het liefst met wapens zwaait. Zijn liefde voor Deidamia gaat niet diep en de vijf aria’s die Händel hem toebedeelt evenmin. Dat is niet altijd goed begrepen, maar Händel kende zijn personages door en door en wist hoe hij ze gestalte moest geven. De 18deeeuwse muziekhistoricus Charles Burney zou later over de aria’s van Deidamia schrijven dat ze ‘qua stijl, ontwerp en virtuositeit even contrastrijk waren als die van dertig jaar eerder’ en dat hij Händels laatste opera ‘tot de best geslaagde van zijn dramatische producties’ rekende. Deidamia eindigt met de inderhaast georganiseerde bruiloft van de jeugdige geliefden, en sloot qua thematiek perfect aan bij twee andere 'bruiloftsstukken' die Händel in het seizoen 1740-1741 geprogrammeerd had ter ere van het huwelijk van prinses Mary: Il Parnasso in festa en Imeneo. Il Parnasso in festa was oorspronkelijk opgevoerd voor Sterke ontwikkeling het huwelijk van prinses Anne, Händels In Deidamia zou Händel ditzelfde thema lievelingsleerlinge, en herhaald toen kroonaanboren om nog eenmaal – zeggen wij prins Frederick trouwde. In elkaars nabijheid met de kennis van nu – op basis van zijn kregen Deidamia en deze serenata een extra vertrouwde formule een Italiaanse opera betekenislaag omdat de laatste over de te schrijven, waarin zijn muziekdramatisch bruiloft van Thetis en Peleus gaat. Op hún meesterschap voor de laatste keer tot bloei Miss Edwards bruiloftsdis werd namelijk de beruchte appel kwam. Toen Deidamia exact een eeuw eerder Aangezien de travestierol van Achille vrijals personage haar entree had gemaakt op wel tot het eind van Deidamia geloofwaardig der tweedracht geworpen die de aanleiding vormde tot de Trojaanse oorlog waar hun het Venetiaanse operatoneel in Francesco moest zijn, had Händel hem ook vocaal verzoon Achilles zou sneuvelen omdat hij zijn Sacrati’s La finta pazza, had zij krankzinnig- momd als meisje. In Händels vriendenkring heid voorgewend om Achilles te beletten werd dat kennelijk riskant gevonden, getuige lot niet kon ontlopen en zijn vermomming als meisje op Scyrus niet waterdicht was geblenaar Troje te gaan en waren de grove grapde uitlating van Charles Jennens kort voor pen niet van de lucht geweest. Vergeleken de première dat ‘de opera misschien wel een ken. Zo’n doortimmerde programmering rondom Deidamia, en dan toch een flop… daarbij is Händels Deidamia een beschaafd, redelijke kans van slagen heeft, tenzij Miss Begrijpelijk dat Handel de handdoek in de modern stuk waarin geen onvertogen woord Edwards, een meisje dat Achille speelt, er operaring wierp! valt maar de ironie over heroïek en valse een farce van maakt’. Miss Edwards kwam oorlogsretoriek door iedere regel heenuit de hoek van het burleske theater en was er onder de gegeven omstandigheden nog iets van ‘zijn Eer’ terecht moet komen: Deidamia: ‘Ah Pyrrha, Pyrrha, what is become of mine!’ Achilles: ‘When shall I behave my self as a Man!’ Deidamia: ‘Wou’d you had never behav’d yourself as one!’ Een meisje zwanger maken en proberen onder een huwelijk uit te komen, was volgens de 18de-eeuwse moraal gewoon een lage streek en niet direct een heroïsch wapenfeit. Dat Gay in de muzikale nummers trompetten laat schallen telkens wanneer Achilles’ eer het van de liefde dreigt te winnen, is pure ironie en tevens een sneer naar het uitgeholde concept van eer en heroïek waar de Italiaanse opera’s en tragedies nog steeds op dreven, en die hij in zijn Beggar’s Opera met succes onder schot had genomen. Achilles’ moeder, Thetis, zegt in de openingsscène dat zij ‘a tender Regard’ heeft voor zijn eergevoel maar ze staat intussen met beide benen op de grond: ‘Spreek mij niet tegen, Achilles. Je leven hangt ervan af; echt kind, je moet niet naar dat beleg gaan.’ De Trojaanse oorlog kan haar gestolen worden.
Boeken in de Muziektheaterwinkel OPERA – Achter de schermen van de emotie De musicologen Francis Maes (docent aan de Universiteit van Gent) en Piet De Volder (dramaturg bij de Vlaamse Opera) stelden dit fraaie, strak vormgegeven boek samen, waarin een blik wordt geworpen op het denkproces dat achter de kunstvorm opera schuilgaat. Experts uit de wetenschap en uit de operapraktijk gaan in op de aspecten dramaturgie, operageschiedenis, visie en beleid. Topvoorstellingen van de Vlaamse Opera, de Brusselse Munt en De Nederlandse Opera worden volgens nieuwe, frisse inzichten tegen het licht gehouden. Behalve artikelen van Maes en De Volder bevat het boek bijdragen van Klaus Bertisch, Ian Burton, Guy Joosten, Bruno Forment, Sigrid T’Hooft, Truze Lodder en Katia Segers. Een fascinerend werk, zowel geschikt voorkenners als voor (beginnende) liefhebbers!
Over zingen gesproken OPERA - Achter de schermen van de emotie Uitgeverij Lannoo nv, Tielt 2011
€ 39,95
Over zingen gesproken Cora Canne Meijer Redactie Gerrit Bloothooft, 2011
€ 14
Cora Canne Meijer debuteerde in 1950 bij De Nederlands(ch)e Opera als Annina in La traviata. Haar doorbraak met de titelrol in Mignon (1954) leidde tot een lange carrière in binnen- en buitenland. Zij heeft grote mezzorollen op haar naam staan, zoals Rosina Il barbiere di Siviglia, Azucena Il trovatore, Cherubino Le nozze di Figaro, Prins Orlofsky Die Fledermaus, Komponist Ariadne auf Naxos, Ulrica Un ballo in maschera, Baba the Turk The Rake's Progress en Geneviève Pelléas et Mélisande, maar bovenal wordt zij door velen geassocieerd met de titelrol in Carmen. Ook zong Cora Canne Meijer veel in recitals en concerten. Bijna 35 jaar is zij hoofdvakdocent zang geweest aan het Amsterdamse Sweelinck Conservatorium. Het is verheugend dat mevrouw Canne Meijer haar rijke kennis en ervaring als zangpedagoog nu in boekvorm heeft vastgelegd. De kern van haar ‘leer’ kan worden omschreven als natuurlijk en vrij zingen. Helder wordt uiteengezet hoe een gezond evenwicht kan worden bereikt tussen intuïtie en techniek. Van harte aanbevolen!
10
Achtergrond Deidamia
11 Scène uit Ercole amante (Foto: Ruth Walz)
Hein van Eekert
Humor in barokopera
Scène uit L’incoronazione di Poppea (Foto: Ruth Walz en Hans Hijmering)
In Händels Deidamia houdt de jonge Achilles zich in meisjesgedaante schuil op het eiland Scyrus. Ontdekking betekent een directe gang naar de dood. Humor en ernst gaan op subtiele wijze hand in hand in deze barokopera. Verkleedpartijen, valse identiteiten, travestie: we lusten er wel pap van. Wat meer is: we vinden ze ongelooflijk grappig. Wat beschouwen we als leuk? De door het American Film Institute opgestelde lijst van beste filmkomedies wordt aangevoerd door een film met travestie: Some Like It Hot uit 1959. Daarin zijn saxofonist Joe (Tony Curtis) en bassist Jerry (Jack Lemmon) op de vlucht zijn voor een groep gangsters uit Chicago en sluiten zich, om aan de dood te ontsnappen, verkleed als vrouw aan bij een damesorkest, dat in Florida gaat optreden. De heren krijgen het behoorlijk warm in hun vrouwelijk keurslijf nabij de door Marilyn Monroe gespeelde leadzangeres Sugar Kane. Een oudere miljonair en een hitsige piccolo hebben echter totaal geen oog voor haar en storten zich vol vuur op de als vrouwen verklede Joe en Jerry. De zaak wordt gevaarlijk als de gangsters – dekmantel: de ‘Vrienden van de Italiaanse opera’! – onverwacht opdagen in het hotel in Florida. Tweede grote complicatie: Joe heeft Sugar verleid in de gedaante van een oliemagnaat, omdat ze een rijke man wil en geen saxofonist. Opnieuw op de vlucht, moet hij haar verlaten.
ze legden grote nadruk op de gedragspatronen die ze associeerden met bepaalde types. Wij denken wellicht niet veel anders: in Some Like It Hot is Tony Curtis als vrouw briljant, maar tegelijkertijd één en al clichématig getuite lippen en wiegende heupen.
Subtiele mix
Typische humor voor de jaren vijftig of toch niet? We gaan eens een paar eeuwen terug. Terwijl wij denken dat Georg Friedrich Händel altijd zo bloedserieus is, is daar Deidamia, een opera waarin de jonge Achilles zich in meisjeskleding schuilhoudt op het eiland Scyrus om aan een heldendood in Troje te ontsnappen. Hij heeft het echter allengs moeilijker zich staande te houden in het vrouwelijk keurslijf: de mooie Deidamia en de verlokkingen van de jacht roepen steeds meer de man in hem wakker. Dan komt de Griekse vorst Ulysses – ook al in vermomming – met een groep strijders naar het eiland om Achilles mee te nemen naar de oorlog. Uiteraard moet Achilles daarbij in zijn vrouwengedaante aan de versiertrucs van de Griekse vorsten weerstand bieden. Tweede grote complicatie: Achilles en Deidamia zijn verliefd, maar nu moet hij haar verlaten. De dood hangt dreigend boven het verhaal van deze opera, maar toch zit het vol komische momenten. Die subtiele mix van ernst en komedie is een constante bij Händel. David Alden, de regisseur van Deidamia, ziet die schakeringen in alle werken van de componist: ‘Alle opera’s van Händel kijken naar het menselijk bestaan met diverse gradaties van humor of ironie of met scepsis. Zelfs in zijn donkerste opere serie vind je soms komische reacties op tragische situaties: er is een soort shakespeariaanse, sterk gelaagde visie op het menselijk bestaan en is er altijd meer dan één kleur tegelijkertijd.’ De grens tussen komisch en tragisch vervaagt daarbij: ‘Dat is een van de mooiste
kanten van Händel, en dat aspect redt veel van zijn opera’s. Sommige libretti die hij heeft gecomponeerd, zijn erg gestandaardiseerd en stijf. Maar dat probleem weet hij altijd op een of andere manier te overwinnen door een drama te creëren dat op verschillende niveaus functioneert.’
Geloofwaardigheid
Komedie en tragedie, werkelijkheid en fictie, ze gingen ook hand in hand bij de eerste opera die enorm succes boekte bij wat we tegenwoordig ‘het grote publiek’ noemen, honderd jaar eerder dan Händels Deidamia: Francesco Sacrati’s La finta pazza (‘De geveinsde waanzinnige’), waarmee in 1640 de deuren van het Teatro Novissimo in Venetië werden geopend. Het ging hier eveneens om een Achilles-in-meisjeskleren-verhaal. La finta pazza verhaalt de geschiedenis van Deidamia, maar tegelijkertijd spreken de personages soms op cabareteske wijze over de actualiteit, in Venetiaans dialect. De goden leggen in de opera een link tussen de mythologie en het heden: de val van Troje was immers de oorzaak voor de oprichting van het mooie Venetië. Er werd direct op het publiek gespeeld: als Deidamia, om Achilles bij
zich te kunnen houden, doet alsof ze waanzinnig wordt, vraagt een eunuch of er een dokter in de zaal is. De vertolkster van deze Deidamia, zangeres Anna Renzi, zou later de rol van keizerin Octavia zingen in Claudio Monteverdi’s L’incoronazione di Poppea. Die opera combineert gruwelijkheid, sensualiteit, humor en verdriet op verbazingwekkende wijze met elkaar door een afwisselend spel van ernstige en olijke situaties, waarbij vooral de lagere rangen – bedienden, voedsters – voor de vrolijke noot zorgen. Want nauwelijks heeft de bloedserieuze Seneca zelfmoord gepleegd, of een page begint over het zekere ik-weet-niet-wat dat hij voelt kriebelen. Hij verdwijnt vervolgens met een jonge hofdame achter de schermen (en, om het even helder te houden, niet om samen een boek te gaan lezen). Elders in Poppea pleegt een als vrouw verklede man een moordaanslag. Verkleedpartijen komen vaak voor in de Venetiaanse opera. Niet alleen verwisselingen van vrouw naar man of omgekeerd, maar ook veranderingen in sociale status: bijvoorbeeld vorsten die zich voordoen als bedienden. De 17de-eeuwers hadden niet veel moeite met de geloofwaardigheid van die identiteitsruil:
barokopera’s: ‘De stijl is anders. Ik vind dat Venetiaanse opera veel dichter bij commedia dell’arte ligt. Ze is onstuimiger: verschillende soorten podiumartiesten die bij elkaar gezet zijn in een wilde mix van komedie, improvisatie, beweging, dans en serieuze scènes en serieuze hoofdrolzangers. Bij Händel is alles veel meer geïntegreerd.’ Wrang raffinement Deidamia, Händels laatste opera, heeft zo’n Operacomponist Francesco Cavalli werkte, Venetiaanse oorsprong: ‘Er is een wrang zo weet David Alden, in Venetië met de soort raffinement in Deidamia dat heel onbeste tekstboeken die er ooit zijn geschregewoon is. Het is fascinerend: de opera is ven. Toen hij naar Parijs trok om voor het satirisch-heroïsch en komisch, maar er zit huwelijk van Lodewijk XIV Ercole amante ook een donkerheid in en een onderliggende (‘Hercules verliefd’) te creëren, bracht hij het Venetiaanse principe mee dat de gebeur- tragedie, zeker tegen het einde… Dit stuk, dat heel amusant en sexy en grappig is, tenissen op het toneel moesten verwijzen eindigt met Achilles die naar de Trojaanse naar de actualiteit, in dit geval die van het oorlog wordt meegenomen, naar zijn dood. Franse hof in de jaren zestig van de 17de eeuw. De aanpak was verrassend. Alden, die Hij sterft en iedereen weet dat het hele stuk lang, dat dit gaat gebeuren. Het is daardoor dit werk voor De Nederlandse Opera regiseen interessante combinatie van sekskomeseerde, vraagt zich nog altijd af wat de hofdie en bitter anti-oorlogsstuk…' houding gedacht moet hebben van de link die werd gelegd tussen een deels serieus en deels kolderiek voorgestelde held Hercules Castraten en de koning van Frankrijk: ‘Ercole amante De ernst is voelbaar in wat Alden de inteheeft fantastische muziek, maar kan niet ressantste relatie vindt in het stuk, die van tippen aan Cavalli’s grote Venetiaanse Ulysses en Deidamia: ‘Hun scènes samen stukken. Wat maak je van een opera die een onthullen veel over hem wat hij misschien groot huwelijk viert en een groot politiek helemaal niet wil onthullen. Ulysses is het moment in de Europese geschiedenis, en meesterbrein achter de hele operatie om die Louis XIV duidelijk gelijk stelt met Achilles te vinden. Hij is een wat oudere, Hercules, maar vervolgens Hercules in zo’n intelligente man, en zijn relatie met zijn lelijk en satirisch licht zet? Nam de gemeen- eigen vrouw Penelope, die nauwelijks wordt schap dit op een verlichte, filosofische genoemd in het libretto, is toch heel erg manier op of begreep men er niets van? En aanwezig: het feit dat hij haar heeft moeten zijn nieuwe echtgenote, die hem geportretverlaten en zijn liefde voor haar. Dan treft teerd zag als een vrouwenversierende… nu hij dit jonge meisje, wier leven hij om polija, je weet wel… idioot… Misschien begrijtieke redenen aan het verwoesten is.’ pen wij het nu gewoon niet. Ik heb daar geen In de uitvoering van DNO wordt zowel antwoord op, zelfs nu ik het zelf geregisseerd Ulysses als Achilles door een vrouw heb.’ gespeeld. Achilles is dus een vrouw. Die Georg Friedrich Händel greep voor zijn een jongen speelt. Die zich verkleedt als opera’s een aantal malen terug naar de kwa- meisje. Een uitdaging voor de regisseur? litatief goede tekstboeken van Venetiaanse ‘Het is een enorme uitdaging,’ zegt David oorsprong. Dat wil, meent David Alden, niet Alden. ‘Ik weet niet hoe het gaat werken… zeggen dat je de theaterstukken van Händel Je zou denken dat het beter zou zijn om het over een kam mag scheren met die eerdere door een countertenor te laten zingen, maar
we hebben een sopraan omdat het oorspronkelijk voor een sopraan is geschreven. Hoe moeilijk het ook is om met die lagen te spelen en het overtuigend te maken, het moet zowel grappig als duidelijk worden voor het publiek.’ Ulysses is oorspronkelijk geschreven voor een castraat. Händel maakte in zijn Londense tijd ruimschoots gebruik van castraten voor zijn hoofdrollen, maar hij zette ook meer dan eens een vrouw in om een mannenrol te spelen, terwijl er ook vrouwen in zijn opera’s rondlopen die vrouwen spelen vermomd als man. Het spel der verwarring was altijd al aanlokkelijk: in Shakespeares tijd speelde een jongen – want vrouwen werden niet toegelaten op het toneel – de rol van Rosalind in As You Like It en moest zich in dat stuk verkleden als man en daarna, om zich een opdringerig meisje van het lijf te houden, weer als vrouw. Zo’n zeventig jaar vóór Händels komst naar Londen had het Britse publiek de switch gemaakt van jongens als vrouwen in het theater naar de eerste actrices: ze werden ingezet voor vrouwenrollen, maar vaak ook in stukken waar ze een als man vermomde vrouw moesten spelen. Zo konden ze op het toneel dingen doen die vrouwen in het echte leven niet mochten, maar in de ontknoping werd natuurlijk ook altijd toegewerkt naar de ontmaskering. In de Venetiaanse opera lieten de tekstschrijvers en componisten het publiek aan het slot vaak in het luchtledige hangen: de afloop was goed, maar nooit helemaal bevredigend. Zo is het ook met Händels Deidamia. ‘M’hai resa infelice (‘Je hebt me ongelukkig gemaakt.’),’ zingt Deidamia tegen Ulisse als ze hoort dat Achille haar zal verlaten. ‘I’m Through With Love,’ verzucht Marilyn Monroe in Some Like It Hot als haar miljonair verdwijnt. De dames krijgen uiteindelijk hun man, maar de relatie wordt niet zoals ze die hadden gepland. Want zo gaat het nu eenmaal. Als alle maskers zijn gevallen, komen we er achter dat ‘niemand perfect’ is.
10
Achtergrond Deidamia
11 Scène uit Ercole amante (Foto: Ruth Walz)
Hein van Eekert
Humor in barokopera
Scène uit L’incoronazione di Poppea (Foto: Ruth Walz en Hans Hijmering)
In Händels Deidamia houdt de jonge Achilles zich in meisjesgedaante schuil op het eiland Scyrus. Ontdekking betekent een directe gang naar de dood. Humor en ernst gaan op subtiele wijze hand in hand in deze barokopera. Verkleedpartijen, valse identiteiten, travestie: we lusten er wel pap van. Wat meer is: we vinden ze ongelooflijk grappig. Wat beschouwen we als leuk? De door het American Film Institute opgestelde lijst van beste filmkomedies wordt aangevoerd door een film met travestie: Some Like It Hot uit 1959. Daarin zijn saxofonist Joe (Tony Curtis) en bassist Jerry (Jack Lemmon) op de vlucht zijn voor een groep gangsters uit Chicago en sluiten zich, om aan de dood te ontsnappen, verkleed als vrouw aan bij een damesorkest, dat in Florida gaat optreden. De heren krijgen het behoorlijk warm in hun vrouwelijk keurslijf nabij de door Marilyn Monroe gespeelde leadzangeres Sugar Kane. Een oudere miljonair en een hitsige piccolo hebben echter totaal geen oog voor haar en storten zich vol vuur op de als vrouwen verklede Joe en Jerry. De zaak wordt gevaarlijk als de gangsters – dekmantel: de ‘Vrienden van de Italiaanse opera’! – onverwacht opdagen in het hotel in Florida. Tweede grote complicatie: Joe heeft Sugar verleid in de gedaante van een oliemagnaat, omdat ze een rijke man wil en geen saxofonist. Opnieuw op de vlucht, moet hij haar verlaten.
ze legden grote nadruk op de gedragspatronen die ze associeerden met bepaalde types. Wij denken wellicht niet veel anders: in Some Like It Hot is Tony Curtis als vrouw briljant, maar tegelijkertijd één en al clichématig getuite lippen en wiegende heupen.
Subtiele mix
Typische humor voor de jaren vijftig of toch niet? We gaan eens een paar eeuwen terug. Terwijl wij denken dat Georg Friedrich Händel altijd zo bloedserieus is, is daar Deidamia, een opera waarin de jonge Achilles zich in meisjeskleding schuilhoudt op het eiland Scyrus om aan een heldendood in Troje te ontsnappen. Hij heeft het echter allengs moeilijker zich staande te houden in het vrouwelijk keurslijf: de mooie Deidamia en de verlokkingen van de jacht roepen steeds meer de man in hem wakker. Dan komt de Griekse vorst Ulysses – ook al in vermomming – met een groep strijders naar het eiland om Achilles mee te nemen naar de oorlog. Uiteraard moet Achilles daarbij in zijn vrouwengedaante aan de versiertrucs van de Griekse vorsten weerstand bieden. Tweede grote complicatie: Achilles en Deidamia zijn verliefd, maar nu moet hij haar verlaten. De dood hangt dreigend boven het verhaal van deze opera, maar toch zit het vol komische momenten. Die subtiele mix van ernst en komedie is een constante bij Händel. David Alden, de regisseur van Deidamia, ziet die schakeringen in alle werken van de componist: ‘Alle opera’s van Händel kijken naar het menselijk bestaan met diverse gradaties van humor of ironie of met scepsis. Zelfs in zijn donkerste opere serie vind je soms komische reacties op tragische situaties: er is een soort shakespeariaanse, sterk gelaagde visie op het menselijk bestaan en is er altijd meer dan één kleur tegelijkertijd.’ De grens tussen komisch en tragisch vervaagt daarbij: ‘Dat is een van de mooiste
kanten van Händel, en dat aspect redt veel van zijn opera’s. Sommige libretti die hij heeft gecomponeerd, zijn erg gestandaardiseerd en stijf. Maar dat probleem weet hij altijd op een of andere manier te overwinnen door een drama te creëren dat op verschillende niveaus functioneert.’
Geloofwaardigheid
Komedie en tragedie, werkelijkheid en fictie, ze gingen ook hand in hand bij de eerste opera die enorm succes boekte bij wat we tegenwoordig ‘het grote publiek’ noemen, honderd jaar eerder dan Händels Deidamia: Francesco Sacrati’s La finta pazza (‘De geveinsde waanzinnige’), waarmee in 1640 de deuren van het Teatro Novissimo in Venetië werden geopend. Het ging hier eveneens om een Achilles-in-meisjeskleren-verhaal. La finta pazza verhaalt de geschiedenis van Deidamia, maar tegelijkertijd spreken de personages soms op cabareteske wijze over de actualiteit, in Venetiaans dialect. De goden leggen in de opera een link tussen de mythologie en het heden: de val van Troje was immers de oorzaak voor de oprichting van het mooie Venetië. Er werd direct op het publiek gespeeld: als Deidamia, om Achilles bij
zich te kunnen houden, doet alsof ze waanzinnig wordt, vraagt een eunuch of er een dokter in de zaal is. De vertolkster van deze Deidamia, zangeres Anna Renzi, zou later de rol van keizerin Octavia zingen in Claudio Monteverdi’s L’incoronazione di Poppea. Die opera combineert gruwelijkheid, sensualiteit, humor en verdriet op verbazingwekkende wijze met elkaar door een afwisselend spel van ernstige en olijke situaties, waarbij vooral de lagere rangen – bedienden, voedsters – voor de vrolijke noot zorgen. Want nauwelijks heeft de bloedserieuze Seneca zelfmoord gepleegd, of een page begint over het zekere ik-weet-niet-wat dat hij voelt kriebelen. Hij verdwijnt vervolgens met een jonge hofdame achter de schermen (en, om het even helder te houden, niet om samen een boek te gaan lezen). Elders in Poppea pleegt een als vrouw verklede man een moordaanslag. Verkleedpartijen komen vaak voor in de Venetiaanse opera. Niet alleen verwisselingen van vrouw naar man of omgekeerd, maar ook veranderingen in sociale status: bijvoorbeeld vorsten die zich voordoen als bedienden. De 17de-eeuwers hadden niet veel moeite met de geloofwaardigheid van die identiteitsruil:
barokopera’s: ‘De stijl is anders. Ik vind dat Venetiaanse opera veel dichter bij commedia dell’arte ligt. Ze is onstuimiger: verschillende soorten podiumartiesten die bij elkaar gezet zijn in een wilde mix van komedie, improvisatie, beweging, dans en serieuze scènes en serieuze hoofdrolzangers. Bij Händel is alles veel meer geïntegreerd.’ Wrang raffinement Deidamia, Händels laatste opera, heeft zo’n Operacomponist Francesco Cavalli werkte, Venetiaanse oorsprong: ‘Er is een wrang zo weet David Alden, in Venetië met de soort raffinement in Deidamia dat heel onbeste tekstboeken die er ooit zijn geschregewoon is. Het is fascinerend: de opera is ven. Toen hij naar Parijs trok om voor het satirisch-heroïsch en komisch, maar er zit huwelijk van Lodewijk XIV Ercole amante ook een donkerheid in en een onderliggende (‘Hercules verliefd’) te creëren, bracht hij het Venetiaanse principe mee dat de gebeur- tragedie, zeker tegen het einde… Dit stuk, dat heel amusant en sexy en grappig is, tenissen op het toneel moesten verwijzen eindigt met Achilles die naar de Trojaanse naar de actualiteit, in dit geval die van het oorlog wordt meegenomen, naar zijn dood. Franse hof in de jaren zestig van de 17de eeuw. De aanpak was verrassend. Alden, die Hij sterft en iedereen weet dat het hele stuk lang, dat dit gaat gebeuren. Het is daardoor dit werk voor De Nederlandse Opera regiseen interessante combinatie van sekskomeseerde, vraagt zich nog altijd af wat de hofdie en bitter anti-oorlogsstuk…' houding gedacht moet hebben van de link die werd gelegd tussen een deels serieus en deels kolderiek voorgestelde held Hercules Castraten en de koning van Frankrijk: ‘Ercole amante De ernst is voelbaar in wat Alden de inteheeft fantastische muziek, maar kan niet ressantste relatie vindt in het stuk, die van tippen aan Cavalli’s grote Venetiaanse Ulysses en Deidamia: ‘Hun scènes samen stukken. Wat maak je van een opera die een onthullen veel over hem wat hij misschien groot huwelijk viert en een groot politiek helemaal niet wil onthullen. Ulysses is het moment in de Europese geschiedenis, en meesterbrein achter de hele operatie om die Louis XIV duidelijk gelijk stelt met Achilles te vinden. Hij is een wat oudere, Hercules, maar vervolgens Hercules in zo’n intelligente man, en zijn relatie met zijn lelijk en satirisch licht zet? Nam de gemeen- eigen vrouw Penelope, die nauwelijks wordt schap dit op een verlichte, filosofische genoemd in het libretto, is toch heel erg manier op of begreep men er niets van? En aanwezig: het feit dat hij haar heeft moeten zijn nieuwe echtgenote, die hem geportretverlaten en zijn liefde voor haar. Dan treft teerd zag als een vrouwenversierende… nu hij dit jonge meisje, wier leven hij om polija, je weet wel… idioot… Misschien begrijtieke redenen aan het verwoesten is.’ pen wij het nu gewoon niet. Ik heb daar geen In de uitvoering van DNO wordt zowel antwoord op, zelfs nu ik het zelf geregisseerd Ulysses als Achilles door een vrouw heb.’ gespeeld. Achilles is dus een vrouw. Die Georg Friedrich Händel greep voor zijn een jongen speelt. Die zich verkleedt als opera’s een aantal malen terug naar de kwa- meisje. Een uitdaging voor de regisseur? litatief goede tekstboeken van Venetiaanse ‘Het is een enorme uitdaging,’ zegt David oorsprong. Dat wil, meent David Alden, niet Alden. ‘Ik weet niet hoe het gaat werken… zeggen dat je de theaterstukken van Händel Je zou denken dat het beter zou zijn om het over een kam mag scheren met die eerdere door een countertenor te laten zingen, maar
we hebben een sopraan omdat het oorspronkelijk voor een sopraan is geschreven. Hoe moeilijk het ook is om met die lagen te spelen en het overtuigend te maken, het moet zowel grappig als duidelijk worden voor het publiek.’ Ulysses is oorspronkelijk geschreven voor een castraat. Händel maakte in zijn Londense tijd ruimschoots gebruik van castraten voor zijn hoofdrollen, maar hij zette ook meer dan eens een vrouw in om een mannenrol te spelen, terwijl er ook vrouwen in zijn opera’s rondlopen die vrouwen spelen vermomd als man. Het spel der verwarring was altijd al aanlokkelijk: in Shakespeares tijd speelde een jongen – want vrouwen werden niet toegelaten op het toneel – de rol van Rosalind in As You Like It en moest zich in dat stuk verkleden als man en daarna, om zich een opdringerig meisje van het lijf te houden, weer als vrouw. Zo’n zeventig jaar vóór Händels komst naar Londen had het Britse publiek de switch gemaakt van jongens als vrouwen in het theater naar de eerste actrices: ze werden ingezet voor vrouwenrollen, maar vaak ook in stukken waar ze een als man vermomde vrouw moesten spelen. Zo konden ze op het toneel dingen doen die vrouwen in het echte leven niet mochten, maar in de ontknoping werd natuurlijk ook altijd toegewerkt naar de ontmaskering. In de Venetiaanse opera lieten de tekstschrijvers en componisten het publiek aan het slot vaak in het luchtledige hangen: de afloop was goed, maar nooit helemaal bevredigend. Zo is het ook met Händels Deidamia. ‘M’hai resa infelice (‘Je hebt me ongelukkig gemaakt.’),’ zingt Deidamia tegen Ulisse als ze hoort dat Achille haar zal verlaten. ‘I’m Through With Love,’ verzucht Marilyn Monroe in Some Like It Hot als haar miljonair verdwijnt. De dames krijgen uiteindelijk hun man, maar de relatie wordt niet zoals ze die hadden gepland. Want zo gaat het nu eenmaal. Als alle maskers zijn gevallen, komen we er achter dat ‘niemand perfect’ is.
13
Interview Deidamia
Marianne Broeder
Een door en door goed mens Bezoekers van De Nederlandse Opera konden Sally Matthews al eerder bewonderen als Fiordiligi in Così fan tutte en als Sophie in Der Rosenkavalier. In de titelrol van Deidamia keert ze terug. ‘Deidamia is een nobele, oprechte vrouw. Het is heerlijk om zo’n karakter uit te beelden.’ Sally Matthews (rechts) in Der Rosenkavalier (Foto: A.T. Schaefer)
Niet alleen wij, ook Sally Matthews zelf bewaart goede herinnering aan haar DNOdebuut in 2006 als Fiordiligi. ‘Così,’ roept de Britse sopraan via de telefoon met een enthousiasme dat haar kenmerkt, ‘de enscenering van Jossi Wieler en Sergio Morabito was fantastisch, bovendien hadden we een geweldige cast met onder meer die leuke Garry Magee. Iedereen was gezond en in vorm, er ging niets mis. Dat is heel belangrijk. Daardoor vormden we een volkomen eenheid. Als tijdens de repetities mensen afvallen door ziekte en vervangen worden, voelt de hele cast zich minder sterk. Afgelopen jaar leerde ik tijdens Der Rosenkavalier Karin Strobos [invaller als Octavian, red.] kennen. Sindsdien zijn we dikke vriendinnen.’ Wie Matthews biografie bekijkt, raakt onder de indruk van de veelzijdigheid van haar repertoire: opera’s van Cavalli tot Poulenc, liederen van Purcell tot Messiaen (komend seizoen te beluisteren tijdens een duorecital in het Concertgebouw) naast oratoria en symfonische werken.
Vertrouwen op je techniek
Matthews: ‘Het is mijn rotsvaste overtuiging dat een zanger voor elk genre dezelfde techniek moet toepassen. Opera, lied, oratorium of symfonie: ik zing het allemaal op dezelfde manier. Voor mij voelt dat volkomen natuurlijk. Ik denk zelfs dat zangers stemproblemen krijgen als ze hun techniek “aanpassen” aan een genre. Zolang je kunt vertrouwen op je techniek is er geen reden waarom je repertoire dat binnen je bereik ligt niet zou zingen. Op die manier leer je heel veel soorten muziek kennen én heel verschillende zangers en dirigenten. Waarom zou je een bepaalde stijl niet kunnen zingen? Goed, ik zal geen Wagner zingen, maar dat is omdat zijn muziek te zwaar voor me is.’ ‘Een goede dirigent geeft precies aan wat hij wil. Niets wordt aan het toeval overgelaten. Ik weet het, er zijn musici die menen dat een zanger gespecialiseerd moet zijn om oude muziek te kunnen zingen. Ik denk het niet. De meeste dirigenten weten exact wat ze willen horen. Het is gewoon een kwestie van goed luisteren.’ ‘Het leuke van liederen zingen is dat je zelf de baas bent, technisch en dramatisch. Niemand bemoeit zich met je interpretatie. Hoe je de muziek en de poëzie ervaart, bepaal je met je pianist. Je bent niet afhankelijk van een dirigent of regisseur. Als afwisseling is het heerlijk om je eigen ideeen ongehinderd te kunnen uitleven. Een recital voelt een beetje als een miniopera in je eigen regie. Bij symfonische werken, waar ik niet hoef te acteren, voel ik de band met het orkest en met de dirigent het sterkst. Dat is bij opera altijd minder.’
Direct door de bocht
In Händels Deidamia, een van zijn sterk verwaarloosde laatste opera’s over de lotgevallen van Achilles ten tijde van de Trojaanse oorlogen, zingt Matthews de titelrol. Ze kende het werk niet maar viel voor de productie als een blok bij het vooruitzicht te mogen samenwerken met dirigent Ivor Bolton en regisseur David Alden. Ten tijde van ons gesprek probeert ze de opera in haar studeerkamer te veroveren. Matthews: ‘Twee jaar geleden had ik het geluk met Ivor en David te mogen samenwerken toen ik de titelrol zong in Cavalli’s La Calisto. Toen ik hoorde dat zij Deidamia gaan begeleiden, was ik direct door de bocht. Dit duo zal ongetwijfeld weer iets magisch neerzetten. David Alden is een genie. Hij heeft een ongelofelijke verbeelding. Als je een opera alleen kent van de partituur, wordt die door zijn toedoen technicolor.’ Deidamia is een door en door goed mens. Händel, meester in karakteruitbeelding, heeft wel lelijker vrouwen opgevoerd. De feeksachtige Agrippina bijvoorbeeld of de rancuneuze Dejanira. Deidamia heeft Achilles lief en is teder voor hem. Ze wordt belaagd door Ulisses en blijft hopen op een huwelijk met Achilles. Als hij uiteindelijk kiest voor de wapens en de strijd, blijft ze ontroostbaar achter. Het is moeilijk geen medelijden met haar te hebben.
Krachtige aria
Matthews, bescheiden, maar doortastend: ‘Als ik aan collega’s vertel dat ik Deidamia ga zingen, reageren ze zonder uitzondering: wat? wie? nooit van gehoord. Ook ik kende deze opera niet. Op het moment waarop je in je eentje thuis een nieuwe rol instudeert is het lastig er veel over te zeggen. Toen ik een opname beluisterde, raakte ik diep onder de indruk. Verschillende aria’s bleek ik heel goed te kennen, maar ik wist niet dat ze uit Deidamia kwamen. Onder meer de eerste aria “Due bell’alme innamorate” (“Twee verliefde jonge mensen die elkaar echt beminnen”). Een heel krachtige aria tekenend voor deze vrouw, een nobele, oprechte vrouw. Het onrecht wordt haar aangedaan, maar ze blijft krachtig en toont lef. Heerlijk om zo’n mooi karakter uit te beelden.’ ‘Maar hoe zij zal worden in deze productie weet ik natuurlijk nog niet. Dat merk ik pas tijdens de repetities. Het hangt immers af van hoe de andere personages met haar omgaan. Ik heb nu alleen nog maar een eendimensionaal beeld. Ik verwacht veel inspiratie van David Alden. Hij stuurde me beelden van de decors en de kostuums. Prachtig! Ik denk ook dat hij het tragisch-komische karakter van dit stuk sensitief zal behandelen, waarschijnlijk door het contrast te versterken. Deidamia is soms grappig, dan weer heel verdrietig. David kan zijn publiek aan het lachen brengen, maar ook tot tranen toe roeren.’
13
Interview Deidamia
Marianne Broeder
Een door en door goed mens Bezoekers van De Nederlandse Opera konden Sally Matthews al eerder bewonderen als Fiordiligi in Così fan tutte en als Sophie in Der Rosenkavalier. In de titelrol van Deidamia keert ze terug. ‘Deidamia is een nobele, oprechte vrouw. Het is heerlijk om zo’n karakter uit te beelden.’ Sally Matthews (rechts) in Der Rosenkavalier (Foto: A.T. Schaefer)
Niet alleen wij, ook Sally Matthews zelf bewaart goede herinnering aan haar DNOdebuut in 2006 als Fiordiligi. ‘Così,’ roept de Britse sopraan via de telefoon met een enthousiasme dat haar kenmerkt, ‘de enscenering van Jossi Wieler en Sergio Morabito was fantastisch, bovendien hadden we een geweldige cast met onder meer die leuke Garry Magee. Iedereen was gezond en in vorm, er ging niets mis. Dat is heel belangrijk. Daardoor vormden we een volkomen eenheid. Als tijdens de repetities mensen afvallen door ziekte en vervangen worden, voelt de hele cast zich minder sterk. Afgelopen jaar leerde ik tijdens Der Rosenkavalier Karin Strobos [invaller als Octavian, red.] kennen. Sindsdien zijn we dikke vriendinnen.’ Wie Matthews biografie bekijkt, raakt onder de indruk van de veelzijdigheid van haar repertoire: opera’s van Cavalli tot Poulenc, liederen van Purcell tot Messiaen (komend seizoen te beluisteren tijdens een duorecital in het Concertgebouw) naast oratoria en symfonische werken.
Vertrouwen op je techniek
Matthews: ‘Het is mijn rotsvaste overtuiging dat een zanger voor elk genre dezelfde techniek moet toepassen. Opera, lied, oratorium of symfonie: ik zing het allemaal op dezelfde manier. Voor mij voelt dat volkomen natuurlijk. Ik denk zelfs dat zangers stemproblemen krijgen als ze hun techniek “aanpassen” aan een genre. Zolang je kunt vertrouwen op je techniek is er geen reden waarom je repertoire dat binnen je bereik ligt niet zou zingen. Op die manier leer je heel veel soorten muziek kennen én heel verschillende zangers en dirigenten. Waarom zou je een bepaalde stijl niet kunnen zingen? Goed, ik zal geen Wagner zingen, maar dat is omdat zijn muziek te zwaar voor me is.’ ‘Een goede dirigent geeft precies aan wat hij wil. Niets wordt aan het toeval overgelaten. Ik weet het, er zijn musici die menen dat een zanger gespecialiseerd moet zijn om oude muziek te kunnen zingen. Ik denk het niet. De meeste dirigenten weten exact wat ze willen horen. Het is gewoon een kwestie van goed luisteren.’ ‘Het leuke van liederen zingen is dat je zelf de baas bent, technisch en dramatisch. Niemand bemoeit zich met je interpretatie. Hoe je de muziek en de poëzie ervaart, bepaal je met je pianist. Je bent niet afhankelijk van een dirigent of regisseur. Als afwisseling is het heerlijk om je eigen ideeen ongehinderd te kunnen uitleven. Een recital voelt een beetje als een miniopera in je eigen regie. Bij symfonische werken, waar ik niet hoef te acteren, voel ik de band met het orkest en met de dirigent het sterkst. Dat is bij opera altijd minder.’
Direct door de bocht
In Händels Deidamia, een van zijn sterk verwaarloosde laatste opera’s over de lotgevallen van Achilles ten tijde van de Trojaanse oorlogen, zingt Matthews de titelrol. Ze kende het werk niet maar viel voor de productie als een blok bij het vooruitzicht te mogen samenwerken met dirigent Ivor Bolton en regisseur David Alden. Ten tijde van ons gesprek probeert ze de opera in haar studeerkamer te veroveren. Matthews: ‘Twee jaar geleden had ik het geluk met Ivor en David te mogen samenwerken toen ik de titelrol zong in Cavalli’s La Calisto. Toen ik hoorde dat zij Deidamia gaan begeleiden, was ik direct door de bocht. Dit duo zal ongetwijfeld weer iets magisch neerzetten. David Alden is een genie. Hij heeft een ongelofelijke verbeelding. Als je een opera alleen kent van de partituur, wordt die door zijn toedoen technicolor.’ Deidamia is een door en door goed mens. Händel, meester in karakteruitbeelding, heeft wel lelijker vrouwen opgevoerd. De feeksachtige Agrippina bijvoorbeeld of de rancuneuze Dejanira. Deidamia heeft Achilles lief en is teder voor hem. Ze wordt belaagd door Ulisses en blijft hopen op een huwelijk met Achilles. Als hij uiteindelijk kiest voor de wapens en de strijd, blijft ze ontroostbaar achter. Het is moeilijk geen medelijden met haar te hebben.
Krachtige aria
Matthews, bescheiden, maar doortastend: ‘Als ik aan collega’s vertel dat ik Deidamia ga zingen, reageren ze zonder uitzondering: wat? wie? nooit van gehoord. Ook ik kende deze opera niet. Op het moment waarop je in je eentje thuis een nieuwe rol instudeert is het lastig er veel over te zeggen. Toen ik een opname beluisterde, raakte ik diep onder de indruk. Verschillende aria’s bleek ik heel goed te kennen, maar ik wist niet dat ze uit Deidamia kwamen. Onder meer de eerste aria “Due bell’alme innamorate” (“Twee verliefde jonge mensen die elkaar echt beminnen”). Een heel krachtige aria tekenend voor deze vrouw, een nobele, oprechte vrouw. Het onrecht wordt haar aangedaan, maar ze blijft krachtig en toont lef. Heerlijk om zo’n mooi karakter uit te beelden.’ ‘Maar hoe zij zal worden in deze productie weet ik natuurlijk nog niet. Dat merk ik pas tijdens de repetities. Het hangt immers af van hoe de andere personages met haar omgaan. Ik heb nu alleen nog maar een eendimensionaal beeld. Ik verwacht veel inspiratie van David Alden. Hij stuurde me beelden van de decors en de kostuums. Prachtig! Ik denk ook dat hij het tragisch-komische karakter van dit stuk sensitief zal behandelen, waarschijnlijk door het contrast te versterken. Deidamia is soms grappig, dan weer heel verdrietig. David kan zijn publiek aan het lachen brengen, maar ook tot tranen toe roeren.’
CMS – Europees partner van DNO
15
Over grenzen heen kijken – Europees partnerschap Europees partner van De Nederlandse Opera
WELCOME CMS RUI PENA & ARNAUT Sinds 1 januari 2012 is CMS een member firm rijker, het Portugese CMS Rui Pena & Arnaut. Hierdoor zijn wij nog beter in staat om u over grenzen heen van dienst te zijn.
10
30
>750
49
>2800
55
CMS firms
Partners
Lawyers
CMS - Distinctively European
Countries
Niet alleen in letterlijke zin kijken de juristen van CMS over grenzen heen. Als van nature nieuwsgierige en breed betrokken professionals zijn zij niet alleen bezig met het oplossen van juridische vraagstukken en het adviseren van bedrijven bij hun strategische plannen. Zij denken ook na over de bredere maatschappelijke ontwikkelingen die daarop van invloed zijn en die het fundament vormen voor de wereld van morgen. CMS heeft daarom de basis gelegd voor een innovatieplatform waar onze juristen samen met cliënten en ervaren experts samen kunnen werken, discussiëren, elkaar kunnen inspireren en samen op zoek gaan naar nieuwe gezichtspunten. Het platform is gericht op actuele thema’s die raken aan maatschappelijke discussies, te weten: leegstand, zorg, duurzaam bankieren, technische innovatie, duurzame energie, concurrentiekracht en creative financing cultuur. Ook aan dit laatste thema heeft zich een aantal meer dan geschikte externe experts verbonden om te werken aan nieuwe werken denkwijzen in de culturele sector. Denk daarbij aan de ontwikkelingen op financieel gebied die de culturele organisaties in Nederland direct raken, maar ook aan de voorbeelden van succesvolle samenwerking
Cities
Offices
www.cms-dsb.com
met andere sectoren. Wij hopen vanuit dit platform een positieve bijdrage te leveren aan de discussie in de culturele sector. Onze verbintenis met DNO als hun Europees partner, maakt het onderwerp voor mij heel tastbaar. Ook het Europees partnerschap van onze Engelse CMS-collega’s bijvoorbeeld met The English National Ballet, biedt hiervoor aanknopingspunten en inspiratie. Sinds 1 januari van dit jaar is CMS een member firm rijker, CMS Rui Pena & Arnaut uit Portugal. Het aantal CMS-firms komt daarmee op tien. CMS telt hierdoor ruim 2800 juristen werkzaam vanuit 55 kantoren in 30 landen. Dit maakt dat wij nog beter in staat zijn om onze cliënten over grenzen heen van dienst te zijn. Dolf Segaar Managing Partner
CMS – Europees partner van DNO
15
Over grenzen heen kijken – Europees partnerschap Europees partner van De Nederlandse Opera
WELCOME CMS RUI PENA & ARNAUT Sinds 1 januari 2012 is CMS een member firm rijker, het Portugese CMS Rui Pena & Arnaut. Hierdoor zijn wij nog beter in staat om u over grenzen heen van dienst te zijn.
10
30
>750
49
>2800
55
CMS firms
Partners
Lawyers
CMS - Distinctively European
Countries
Niet alleen in letterlijke zin kijken de juristen van CMS over grenzen heen. Als van nature nieuwsgierige en breed betrokken professionals zijn zij niet alleen bezig met het oplossen van juridische vraagstukken en het adviseren van bedrijven bij hun strategische plannen. Zij denken ook na over de bredere maatschappelijke ontwikkelingen die daarop van invloed zijn en die het fundament vormen voor de wereld van morgen. CMS heeft daarom de basis gelegd voor een innovatieplatform waar onze juristen samen met cliënten en ervaren experts samen kunnen werken, discussiëren, elkaar kunnen inspireren en samen op zoek gaan naar nieuwe gezichtspunten. Het platform is gericht op actuele thema’s die raken aan maatschappelijke discussies, te weten: leegstand, zorg, duurzaam bankieren, technische innovatie, duurzame energie, concurrentiekracht en creative financing cultuur. Ook aan dit laatste thema heeft zich een aantal meer dan geschikte externe experts verbonden om te werken aan nieuwe werken denkwijzen in de culturele sector. Denk daarbij aan de ontwikkelingen op financieel gebied die de culturele organisaties in Nederland direct raken, maar ook aan de voorbeelden van succesvolle samenwerking
Cities
Offices
www.cms-dsb.com
met andere sectoren. Wij hopen vanuit dit platform een positieve bijdrage te leveren aan de discussie in de culturele sector. Onze verbintenis met DNO als hun Europees partner, maakt het onderwerp voor mij heel tastbaar. Ook het Europees partnerschap van onze Engelse CMS-collega’s bijvoorbeeld met The English National Ballet, biedt hiervoor aanknopingspunten en inspiratie. Sinds 1 januari van dit jaar is CMS een member firm rijker, CMS Rui Pena & Arnaut uit Portugal. Het aantal CMS-firms komt daarmee op tien. CMS telt hierdoor ruim 2800 juristen werkzaam vanuit 55 kantoren in 30 landen. Dit maakt dat wij nog beter in staat zijn om onze cliënten over grenzen heen van dienst te zijn. Dolf Segaar Managing Partner
16
17
Il turco in Italia
vr
Een uilskuiken van een echtgenoot, een lichtzinnige bruid. Nee, beter is er niet! (Prosdocimo) I De dichter Prosdocimo heeft een verhaal nodig voor een komedie en zoekt dat in een zigeunerkamp bij Napels. Daar bevindt zich ook de gevluchte Turkse slavin Zaida, die nog altijd houdt van haar meester Selim, maar uit de harem moest vluchten vanwege een valse beschuldiging. Haar hing de doodstraf boven het hoofd. Geronio wil van een waarzegster horen of hij zijn lastige vrouw Fiorilla de baas kan worden, maar de 'zigeunerin' Zaida geeft hem weinig hoop. Prosdocimo weet dat er een Turkse prins in Napels wordt verwacht, die misschien als bemiddelaar voor Zaida kan optreden. De Turkse prins – niemand anders dan Selim – arriveert en maakt weldra Fiorilla het hof. Haar aanbidder Narciso is daar
woedend over, evenals haar wettige echtgenoot. Prosdocimo heeft al heel wat ingrediënten voor zijn toneelstuk. Als Selim op bezoek is bij Fiorilla, voegen zich onverwachts Geronio en Narciso bij hen. Geronio is uiterst vriendelijk tegen de Turk. Prosdocimo adviseert Geronio zijn vrouw flink aan te pakken maar dit leidt alleen maar tot een grote ruzie tussen de echtelieden. Selim wil Fiorilla ontvoeren en wil weten of het moment gunstig is. Op zoek naar een waarzegster komt hij bij Zaida terecht en een verzoening volgt. Ze worden betrapt door Fiorilla en nu ontstaat er een ruzie tussen de twee vrouwen, tot groot enthousiasme van Prosdocimo.
II In een herberg vraagt Selim aan Geronio of deze hem zijn vrouw wil verkopen. De Italiaan is razend. Fiorilla en Zaida zijn beledigd door de besluiteloosheid van Selim en dwingen hem te kiezen. Hij kiest voor Fiorilla, nadat Zaida is weggegaan. Selim zal Fiorilla tijdens een gemaskerd bal ontvoeren. Prosdocimo raadt Geronio aan zich als Selim te vermommen om de ontvoering te verhinderen. Maar ook Narciso verkleedt zich als de Turk, om te proberen er zelf met Fiorilla vandoor te gaan. Zo zijn er ineens twee namaak-Selims en één echte! Uiteindelijk kiezen Selim en Zaida voor elkaar en vertrekken samen naar Turkije.
6 apr 2012 première
ma 9 wo 11 zo 15 do 19 zo 22 di 24 do 26 zo 29
apr apr apr apr apr apr apr apr
20.00 uur 13.30 20.00 13.30 20.00 13.30 20.00 20.00 13.30
uur uur uur uur uur uur uur uur
Het Muziektheater Amsterdam Kaartverkoop is reeds begonnen. Bij het ter perse gaan van deze Odeon zijn er nog kaarten verkrijgbaar. Bel het Kassa-bespreekbureau: 020-625 5455 Online reserveren: www.dno.nl Inleidingen door Bart Boone Plaats: het Muziektheater (foyer 2de balkon) Tijd: 45 minuten voor aanvang van iedere voorstelling, dus 19.15 uur (avond)/12.45 uur (matinee) Lengte: ± 30 minuten Toegang: gratis op vertoon van een plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag Met steun van de Vereniging Vrienden van De Nederlandse Opera Uitzenddatum Radio 4, NTR Opera Live: zaterdag 21 april, 19.00 uur Dinerbuffetten Bij elke avondvoorstelling van DNO kunt u genieten van een dinerbuffet in de foyer van het Muziektheater. Zo kunt u rustig eten en bent u op tijd voor de opera. Reserveren: 020-625 5455 of via www.het-muziektheater.nl/kaarten.
Il turco in Italia Dramma buffo in due atti libretto Felice Romani
Nieuwe producite
Gioacchino Rossini 1792 - 1868
muzikale leiding Carlo Rizzi regie David Hermann decor/kostuums Christof Hetzer licht Manfred Voss video-ontwerp Martin Eidenberger dramaturgie Klaus Bertisch Selim Alex Esposito Donna Fiorilla Olga Peretyatko Don Geronio Renato Girolami Don Narciso Lawrence Brownlee Il poeta Prosdocimo Vito Priante Zaida Silvia de la Muela Albazar Enea Scala Nederlands Philharmonisch Orkest Koor van De Nederlandse Opera instudering Martin Wright De opera wordt in het Italiaans gezongen en Nederlands boventiteld. De voorstelling duurt circa 2 uur en 40 minuten. Er is 1 pauze.
Kostuumontwerp Il turco in Italia: Christof Hetzer
Decorontwerp Il turco in Italia: Christof Hetzer
Het operaboek Il turco in Italia is verkrijgbaar in het Muziek theater. Daarin zijn onder meer een uitgebreide synopsis en het libretto in het Italiaans en in het Neder lands opgenomen. De prijs is € 8.
16
17
Il turco in Italia
vr
Een uilskuiken van een echtgenoot, een lichtzinnige bruid. Nee, beter is er niet! (Prosdocimo) I De dichter Prosdocimo heeft een verhaal nodig voor een komedie en zoekt dat in een zigeunerkamp bij Napels. Daar bevindt zich ook de gevluchte Turkse slavin Zaida, die nog altijd houdt van haar meester Selim, maar uit de harem moest vluchten vanwege een valse beschuldiging. Haar hing de doodstraf boven het hoofd. Geronio wil van een waarzegster horen of hij zijn lastige vrouw Fiorilla de baas kan worden, maar de 'zigeunerin' Zaida geeft hem weinig hoop. Prosdocimo weet dat er een Turkse prins in Napels wordt verwacht, die misschien als bemiddelaar voor Zaida kan optreden. De Turkse prins – niemand anders dan Selim – arriveert en maakt weldra Fiorilla het hof. Haar aanbidder Narciso is daar
woedend over, evenals haar wettige echtgenoot. Prosdocimo heeft al heel wat ingrediënten voor zijn toneelstuk. Als Selim op bezoek is bij Fiorilla, voegen zich onverwachts Geronio en Narciso bij hen. Geronio is uiterst vriendelijk tegen de Turk. Prosdocimo adviseert Geronio zijn vrouw flink aan te pakken maar dit leidt alleen maar tot een grote ruzie tussen de echtelieden. Selim wil Fiorilla ontvoeren en wil weten of het moment gunstig is. Op zoek naar een waarzegster komt hij bij Zaida terecht en een verzoening volgt. Ze worden betrapt door Fiorilla en nu ontstaat er een ruzie tussen de twee vrouwen, tot groot enthousiasme van Prosdocimo.
II In een herberg vraagt Selim aan Geronio of deze hem zijn vrouw wil verkopen. De Italiaan is razend. Fiorilla en Zaida zijn beledigd door de besluiteloosheid van Selim en dwingen hem te kiezen. Hij kiest voor Fiorilla, nadat Zaida is weggegaan. Selim zal Fiorilla tijdens een gemaskerd bal ontvoeren. Prosdocimo raadt Geronio aan zich als Selim te vermommen om de ontvoering te verhinderen. Maar ook Narciso verkleedt zich als de Turk, om te proberen er zelf met Fiorilla vandoor te gaan. Zo zijn er ineens twee namaak-Selims en één echte! Uiteindelijk kiezen Selim en Zaida voor elkaar en vertrekken samen naar Turkije.
6 apr 2012 première
ma 9 wo 11 zo 15 do 19 zo 22 di 24 do 26 zo 29
apr apr apr apr apr apr apr apr
20.00 uur 13.30 20.00 13.30 20.00 13.30 20.00 20.00 13.30
uur uur uur uur uur uur uur uur
Het Muziektheater Amsterdam Kaartverkoop is reeds begonnen. Bij het ter perse gaan van deze Odeon zijn er nog kaarten verkrijgbaar. Bel het Kassa-bespreekbureau: 020-625 5455 Online reserveren: www.dno.nl Inleidingen door Bart Boone Plaats: het Muziektheater (foyer 2de balkon) Tijd: 45 minuten voor aanvang van iedere voorstelling, dus 19.15 uur (avond)/12.45 uur (matinee) Lengte: ± 30 minuten Toegang: gratis op vertoon van een plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag Met steun van de Vereniging Vrienden van De Nederlandse Opera Uitzenddatum Radio 4, NTR Opera Live: zaterdag 21 april, 19.00 uur Dinerbuffetten Bij elke avondvoorstelling van DNO kunt u genieten van een dinerbuffet in de foyer van het Muziektheater. Zo kunt u rustig eten en bent u op tijd voor de opera. Reserveren: 020-625 5455 of via www.het-muziektheater.nl/kaarten.
Il turco in Italia Dramma buffo in due atti libretto Felice Romani
Nieuwe producite
Gioacchino Rossini 1792 - 1868
muzikale leiding Carlo Rizzi regie David Hermann decor/kostuums Christof Hetzer licht Manfred Voss video-ontwerp Martin Eidenberger dramaturgie Klaus Bertisch Selim Alex Esposito Donna Fiorilla Olga Peretyatko Don Geronio Renato Girolami Don Narciso Lawrence Brownlee Il poeta Prosdocimo Vito Priante Zaida Silvia de la Muela Albazar Enea Scala Nederlands Philharmonisch Orkest Koor van De Nederlandse Opera instudering Martin Wright De opera wordt in het Italiaans gezongen en Nederlands boventiteld. De voorstelling duurt circa 2 uur en 40 minuten. Er is 1 pauze.
Kostuumontwerp Il turco in Italia: Christof Hetzer
Decorontwerp Il turco in Italia: Christof Hetzer
Het operaboek Il turco in Italia is verkrijgbaar in het Muziek theater. Daarin zijn onder meer een uitgebreide synopsis en het libretto in het Italiaans en in het Neder lands opgenomen. De prijs is € 8.
Achtergrond Il turco in Italia
18
19
Diepmenselijk clair-obscur met dubbele bodems
Gioacchino Rossini
Na de creatie van Il turco in Italia voelde het publiek van La Scala zich lelijk bekocht door Gioacchino Rossini. ‘Een opgewarmde Italiana!’ tierde het. Nog geen vier maanden tevoren had Milaan immers L’italiana in Algeri in het hart gesloten. Ook iets ‘Turks’, toch? De pers verweet Rossini het recyclen van eigen muziekfragmenten in oubollige vormschema’s. Nochtans was Il turco allesbehalve opgewarmde kost en stak er met deze tragikomedie een nieuw type opera buffa de kop op in Rossini’s oeuvre, dat de fundamenten bevatte voor latere komische meesterwerken als Il barbiere di Siviglia of La Cenerentola. Op 14 augustus 1814 beet niet zozeer Gioacchino Rossini in het stof na de wereldpremière van Il turco in Italia. De herinnering aan de klapper La pietra del paragone, Rossini’s eerste opdracht voor het Milanese operahuis uit 1812, was verre van uitgeblust en de triomfen die de componist in de lente van 1813 met Tancredi en L’italiana in Algeri scoorde in Venetië, bleven ook bij hun première in Milaan niet uit bij het Teatro Carlo Re, voor La Scala een geduchte concurrent. Publiek en pers in Milaan waren dus al zo verkikkerd op Rossini dat ze hun held de vermeende faux pas min of meer vergaven. Hun gratie gold echter niet La Scala. Genadeloos huilde de Corriere Milanese krokodillentranen toen de krant de lauwe respons op Il turco onder de loep nam: ‘De directie van het huis wordt zodanig geplaagd door rampen, dat het van barbaarsheid zou getuigen geen medelijden met haar te hebben.’ Toch verdiende Scala-directeur Benedetto Ricci medelijden. De genese der zogenaamde rampen, twee creatieopdrachten van La Scala, onthult dat het floppen van de eerste creatie, Aureliano in Parmida, en het uitfluiten van de tweede, Il turco in Italia, niet op het conto van Ricci te schrijven waren. Wat de maestro na zijn Venetiaanse successen vanaf juni 1813 precies uitspookte in de aanloop tot deze creaties? Daarover tasten de biografen in het duister. Zeker is echter dat het kassucces van La pietra nog vers in het geheugen van de Milanese operadirecteuren lag. Even zeker is dat ze de amper eenentwintigjarige componist met creatieverzoeken bestookten om munt te slaan uit zijn verpletterende populariteit. Vier opera’s uit Rossini’s reeds tien drama’s tellende creatievloedgolf hadden zijn roem immers al ver over Italiës landsgrenzen doen spoelen.
zijn Scala als de kippen bij om na juni 1813 in het kader van een helse concurrentie collega Carlo Re van het Teatro Carlo Re de loef af te steken. Moeite kostte dat Ricci niet. Want Rossini zélf was van plan zijn Venetiaanse zeges te verzilveren in nieuwe klussen voor Milaan. Bij voorkeur bij La Scala. Niet het prestige van het toen al illustere huis lonkte. Dat het hem een ideale voedingsbodem voor zijn broeiende vernieuwingsdrang bood, woog zwaarder. In de herfst hapte Rossini dus toe op een deal met Ricci voor één seria en één Broeiende vernieuwingsdrang buffa. Ricci aasde op artistieke doorbraken. Maar de jacht op Rossini kwam niet alleen De maestro evenzo, maar ook op het herhavoort uit winstbejag. Italië hongerde naar len en zelfs overtroeven van zijn stunts in artistieke vernieuwing. Daarom mat het Venetië. Tussenstand? La Scala-Teatro land het niveau van operaproducenten met de lat van een al dan niet florissante creatie- Carlo Re: 1-0. Het laatste huis moest zich troosten met reprises van Tancredi en politiek. In die artistieke race zag Milaan L’italiana. Rossini’s eerste creatie opende zichzelf, terecht, als koploper. Toch duldde het Scala-seizoen in december. Helaas kon de stad de positie van Venetië als tweede Aureliano zich niet meten met Tancredi. De invloedrijk operacentrum. Elke Milanese overtroeving? Die bleef nog meer uit. Milaan operadirecteur had dus met begerige aanreageerde ijzig. Vooral een funeste chronodacht gadegeslagen hoe Rossini in Venetië logie brak Rossini en La Scala zuur op. De met zijn eerste opera seria Tancredi vormgloed van Tancredi’s Milanese première twee vernieuwingen van het genre verkende en weken eerder overstraalde de Aurelianowelke potentie er schuilde in de briljante flop. Carlo Re verkneukelde zich: 1-1. klucht L’italiana. Zo was ook Ricci er voor
De periode na Aureliano zijn de biografen Rossini’s spoor opnieuw kwijt. In ieder geval was hij in april 1814 weer in Milaan voor de Italiana-reprise en de start van het werk aan Il turco, Scala-creatie twee. In L’italiana exploreerde hij in een roes van opperste inventiviteit nog puur vormelijk het clowneske om het clowneske, met een trits sketches vol groteske portretten van karikaturale personages. Ondergeschikt aan hun burleske perikelen stuwden ze niet zelf de plot. En ingebed in een fictieve ‘postkaartexotische’ setting refereerden ze evenmin aan een sociale realiteit. Met het toonzetten van het al in 1788 door Franz Seydelmann op muziek gezette Il turco-libretto van Caterino Tommaso Mazzolà betrad Rossini nu voor het eerst het terrein van de commedia di carattere. Daarin stond een identificeerbare ontwikkeling van de figuren centraal. Het komische karakterstuk schilderde de mens in zijn psychologische complexiteit als een ambigu wezen met zowel nobele en ernstige als zielige en larmoyante strevingen. Voorts situeerde het de interacties tussen de figuren vol diepmenselijk clair-obscur in een sociale context. Zo legde dit type theater de dynamiek van familiale, amoureuze en maat-
schappelijke relaties bloot. Zoals ambigue strevingen het reële leven drijven, stuwden ze in het karakterstuk een waarachtige dramatische actie om het leven of de sociale realiteit te spiegelen via satirische kritiek.
Meeslepende kettingreactie
Rossini’s gids in die nieuwe wereld was Felice Romani. In 1813 verbond Ricci hem als jong beloftevol dichter aan La Scala als librettist. Een briljante zet. Want later zou Romani zich met libretto’s voor Bellini en Donizetti ontpoppen tot Italiës hoogst geachte librettist van de eerste helft van die eeuw. Nadat Ricci hem aan Rossini koppelde voor Aureliano, spon Romani in april 1814, vermoedelijk in actief overleg met de maestro, een uiterst geslaagde, naar hun tijdsvak vertaalde upgrade van Mazzolà’s model van Il turco. Romani’s ingrepen dikten het effect van diens karakterstuk aan, wat een tragikomische sociale satire opleverde vol psychologisch raffinement. De dramaturg zwengelde bijvoorbeeld de identificeerbaarheid aan. Hoewel Geronio’s denken en gedrag ontsproot aan de klassieke brompot-hoorndrager uit de commedia dell’arte, verfijnde Romani de schijnbaar bange, laffe man tot een ontroerend diepmenselijk personage. Als bonafide, liefdevolle echtgenoot wordt hij oprecht gekwetst door de erotische escapades van zijn vrouw. Hij lijdt oprecht. Wordt oprecht boos. Wanhopig. Komt oprecht krachtig tot actie om vrouwlief bij te sturen om zowel haar eer als hun liefde te redden. En na de inkeer vergeeft hij haar oprecht. In Rossini’s toonzetting ‘stoort’ zijn aanwezigheid ook vaak de muzikale cohesie van de andere, op avontuurtjes beluste figuren. Dat drukt hen constant met de neus op het issue van huwelijksproblemen, een eerste thema in Il turco. Romani damde ook het aantal aria’s fors in om plaats te maken voor meer ensembles. Of hij integreerde Mazzolà’s aria’s in overkoepelende structuren. Fiorilla’s en Selims elkaar volgende intro-aria’s maken deel uit van hun eerste flirterig duet. Uiteraard benutte Rossini de vele duetten, het terzet, het kwartet en het kwintet ten volle. Ze vormden dé ideale voertuigen om zijn personages aanhoudend met elkaar te laten botsen en hen in een herkenbare sociale context te situeren om zo hun tragikomische strevingen te fileren. Even cruciaal echter was dat Romani’s ensembles uit de psychologische noden en verlangens van de figuren voortvloeiden en dat ze op hun beurt de verdere dramatische actie vooruit stuwden. Il turco herbergt dus geen stoet van aaneengeregen sketches. Ieder bedrijf draait dramatisch op een meeslepende kettingreactie van elkaar genererende ensembles binnen één krachtige spanningsboog.
Identiteitscrisis
Vooral Fiorilla’s ontwikkeling gedijt goed in de ensembleopera. Geronio’s wispelturige echtgenote is geen allegorie der vrouwelijke sensualiteit. Vanuit de ensembles die haar overgave aan haar liefdesgrillen kaderen in een sociale setting, komt zij als gehuwde vrouw naar voren als een burgerlijke zondares die aan de heersende sociale codes wil ontsnappen. Selim – stellig geen groteske idioot! – is geen prins uit Duizend-en-eennacht die Fiorilla naar een fictief oord voert.
apert als theater presenteert, inspireerde Rossini om in zijn partituur met afstand, als het ware samen met de Poeta, het tragikomische van zijn protagonisten te observeren en hen naar believen of in groteske uitwerkingen te ridiculiseren of gruwelijk ernstig te nemen of te analyseren met een combinatie van die twee benaderingen. Dramatische ironie pushte hem dus tot de integratie van de ingrediënten van het karakterstuk in zijn eerdere vormstudies van het groteske, wat een nieuw type ‘Rossini’ schiep. Een tragikomisch universum waarin zelfs de waarachtige dramatische actie dubbele bodems heeft. Zo gaan in Il turco vele compositorische spelletjes schuil. De misdadig aangename, meeslepend pompende ritmes waarmee Rossini zijn ouvertures, aria’s, ensembles en finales altijd al in crescendo’s tot climaxen bracht, verrijkte hij met ironische parodieën op traditionele buffa-elementen en classicistische vormschema’s. Voor de momenten van bezonken schoonheid, grote gevoeligheid of reflectie die regelmatig de wilde vaart van het drama stoppen, putte hij uit het arsenaal seria-elementen. In haar boetearia komt Fiorilla tot zelfcorrectie als een onvervalste seria-heldin. Maar vooral Rossini’s schipperen tussen klucht en ernst prikkelt. Dat liet hem toe geveinsde gevoelens te schetsen. Fiorilla dwingt haar opstandige man op de knieën in hun duet met een pathetisch geveinsde klaagzang op een zeurderige seria-zanglijn boven komisch snikkende motieven in het orkest. Het duet tot slot waarin Selim Fiorilla van Geronio wil kopen, start als een duel tussen twee commedia dell’arte-typetjes: de macho en de hoorndrager. Gaandeweg vallen ze letterlijk uit hun rol. Het publiek ziet plots twee mensen. Geronio’s woede doet Selims respect voor Geronio groeien en hijzelf komt in actie om zijn vrouw en zijn eer te redden, waarbij de pantoffelheld zich tot Selims gelijke verheft. Zo onthullen deze duetten, zoals de hele opera, reflecties over het spelen van echte of valse rollen in het ware leven en, via de Poeta, over de imitatie daarvan in het theater, thema drie in dit innovatieve werk. Helaas floot Milaan alle innovaties uit. De stad beséfte niet eens dat Rossini een muziektheatrale reuzenstap gezet had. Op basis van de titels giste het publiek dat Il turco een haastig in elkaar geknutselde variatie op L’italiana was en de pers las Rossini’s parodieën als een slaafs en ongeinspireerd dwepen met oubollige vormscheDubbele bodems ma’s. Milaan voelde zich in een context van Omarmde Rossini in 1814 dit karakterstuk interstedelijke rivaliteit ook gekrenkt in haar om sluimerende ambities te realiseren of duwde juist het contact met dit type theater eer. Hoe durfde Rossini Venetië kwaliteit te hem een andere artistieke weg op? Dat is in leveren en Milaan – Miláán! – met Aureliano en Il turco dúbbel teleur te stellen? Venetiënevelen gehuld. Maar zeker is dat Rossini Milaan: 2-0. Zoals bekend ging de maestro toen doorgrond heeft wat komedie echt is. vrijuit. Het gezichtsverlies voor Ricci was Een bemiddeling tussen klucht en tragiek. De compositorische vertaling daarvan haak- compleet. De arme man zag met lede ogen te in op Romani’s laatste wapenfeit, het uit- aan hoe de chronologie opnieuw roet in het eten gooide. De bijval die Carlo Re met buiten van Mazzolà’s personage van de Poeta. Die Poeta (dichter) zoekt bij aanvang L’italiana oogstte in april, overschaduwde Il turco totaal. Eindscore: 2-1. Deze match van de opera een intrige voor een buffa. In had La Scala verloren. Een pijnlijk onterechde verwikkelingen van Il turco, die hij vaak zelf aanjaagt en constant becommentarieert, te omkering der rollen. vindt de Poeta dé geknipte stof om zijn aria’s, terzetten, kwartetten en finales te vullen. Dit sterke staaltje van dramatische ironie, dat het handelen en denken van de figuren Hun erotische spel heeft het reële Napels van 1814 als decor. Noch ligt zijn verleidingskracht in een iconische viriliteit. Als levenslustig alternatief voor de saaie Geronio breekt hij de sleur van haar huwelijk, wat haar prikkelt om de verboden vrucht van de vrije liefde te proeven. Fiorilla lokt hetzelfde uit bij Selim die onjuist meent dat Zaida hem bedroog. Zoals Selim voor Fiorilla niet zozeer Turks is, maar nietGeronio, is Fiorilla voor Selim dus niet Italiaans, maar niet-Zaida. De nadruk ligt echter op Fiorilla. Door de ensembles heen stoot ze als vrouw van vlees en bloed op drie liefdesgedaanten. Viriliteit in Selim, wat ze in wezen op hem projecteert. Trouw en zorg in Geronio. En sensualiteit in de aanbidder Narciso, een door Romani vernuftig verzonnen extra personage dat Rossini gestalte gaf als een melancholiek gekwelde ziel die zijn liefdesgevoelens niet de baas is. Fiorilla ervaart de roes of beter illusie van de vrije liefde. En na ‘kritiek’ uit haar sociale context ronden schuld en inkeer haar psychologische traject af. Die afronding is innig vervlochten met een nieuw slot. Romani schrapte Mazzolà’s einde en laste een gekostumeerd bal in. Daarin stort een groots kwintet de figuren verder in hun in het verloop van de intrige opgebouwde identiteitscrisis, het tweede Turco-thema. Rossini’s toonzetting verhief dit kwintet tot hét pronkstuk van Il turco. Ze toverde de draaikolk van opperste verwarring om tot een haast abstracte ervaring van een sfeer van wanhoop en beklemming in een saus van bruisende humor. Tegelijk is een psychologische weergave van de figuren in crisis te horen. De vermommingen doen immers nieuwe koppels ontstaan, wat flink wat misverstanden baart. Met de verwarring plantte Romani reeds in het kwintet het zaad voor de inkeer in het hoofd van zijn protagonisten. Doordat de librettist in deze scène ingenieus al hun wederzijdse spiegelingen uit het stuk naar de oppervlakte haalt, worden ze zich van die spiegelingen bewust, een schok die hen zowel van de ander als van zichzelf vervreemdt. Wie is wie? Wie ben ik? Wat doe ik? Wat doet de ander? Selim en de als Turk verklede Narciso spiegelen elkaar, zoals Zaida en de als zigeunerin verklede Fiorilla elkaar spiegelen. En Geronio? Die is het noorden helemaal kwijt. Na Fiorilla’s boetearia volgen dan inderdaad de inkeer en – in de juiste koppels – het herstel van de sociale orde en van hun identiteit.
--
Bart Boone
Achtergrond Il turco in Italia
18
19
Diepmenselijk clair-obscur met dubbele bodems
Gioacchino Rossini
Na de creatie van Il turco in Italia voelde het publiek van La Scala zich lelijk bekocht door Gioacchino Rossini. ‘Een opgewarmde Italiana!’ tierde het. Nog geen vier maanden tevoren had Milaan immers L’italiana in Algeri in het hart gesloten. Ook iets ‘Turks’, toch? De pers verweet Rossini het recyclen van eigen muziekfragmenten in oubollige vormschema’s. Nochtans was Il turco allesbehalve opgewarmde kost en stak er met deze tragikomedie een nieuw type opera buffa de kop op in Rossini’s oeuvre, dat de fundamenten bevatte voor latere komische meesterwerken als Il barbiere di Siviglia of La Cenerentola. Op 14 augustus 1814 beet niet zozeer Gioacchino Rossini in het stof na de wereldpremière van Il turco in Italia. De herinnering aan de klapper La pietra del paragone, Rossini’s eerste opdracht voor het Milanese operahuis uit 1812, was verre van uitgeblust en de triomfen die de componist in de lente van 1813 met Tancredi en L’italiana in Algeri scoorde in Venetië, bleven ook bij hun première in Milaan niet uit bij het Teatro Carlo Re, voor La Scala een geduchte concurrent. Publiek en pers in Milaan waren dus al zo verkikkerd op Rossini dat ze hun held de vermeende faux pas min of meer vergaven. Hun gratie gold echter niet La Scala. Genadeloos huilde de Corriere Milanese krokodillentranen toen de krant de lauwe respons op Il turco onder de loep nam: ‘De directie van het huis wordt zodanig geplaagd door rampen, dat het van barbaarsheid zou getuigen geen medelijden met haar te hebben.’ Toch verdiende Scala-directeur Benedetto Ricci medelijden. De genese der zogenaamde rampen, twee creatieopdrachten van La Scala, onthult dat het floppen van de eerste creatie, Aureliano in Parmida, en het uitfluiten van de tweede, Il turco in Italia, niet op het conto van Ricci te schrijven waren. Wat de maestro na zijn Venetiaanse successen vanaf juni 1813 precies uitspookte in de aanloop tot deze creaties? Daarover tasten de biografen in het duister. Zeker is echter dat het kassucces van La pietra nog vers in het geheugen van de Milanese operadirecteuren lag. Even zeker is dat ze de amper eenentwintigjarige componist met creatieverzoeken bestookten om munt te slaan uit zijn verpletterende populariteit. Vier opera’s uit Rossini’s reeds tien drama’s tellende creatievloedgolf hadden zijn roem immers al ver over Italiës landsgrenzen doen spoelen.
zijn Scala als de kippen bij om na juni 1813 in het kader van een helse concurrentie collega Carlo Re van het Teatro Carlo Re de loef af te steken. Moeite kostte dat Ricci niet. Want Rossini zélf was van plan zijn Venetiaanse zeges te verzilveren in nieuwe klussen voor Milaan. Bij voorkeur bij La Scala. Niet het prestige van het toen al illustere huis lonkte. Dat het hem een ideale voedingsbodem voor zijn broeiende vernieuwingsdrang bood, woog zwaarder. In de herfst hapte Rossini dus toe op een deal met Ricci voor één seria en één Broeiende vernieuwingsdrang buffa. Ricci aasde op artistieke doorbraken. Maar de jacht op Rossini kwam niet alleen De maestro evenzo, maar ook op het herhavoort uit winstbejag. Italië hongerde naar len en zelfs overtroeven van zijn stunts in artistieke vernieuwing. Daarom mat het Venetië. Tussenstand? La Scala-Teatro land het niveau van operaproducenten met de lat van een al dan niet florissante creatie- Carlo Re: 1-0. Het laatste huis moest zich troosten met reprises van Tancredi en politiek. In die artistieke race zag Milaan L’italiana. Rossini’s eerste creatie opende zichzelf, terecht, als koploper. Toch duldde het Scala-seizoen in december. Helaas kon de stad de positie van Venetië als tweede Aureliano zich niet meten met Tancredi. De invloedrijk operacentrum. Elke Milanese overtroeving? Die bleef nog meer uit. Milaan operadirecteur had dus met begerige aanreageerde ijzig. Vooral een funeste chronodacht gadegeslagen hoe Rossini in Venetië logie brak Rossini en La Scala zuur op. De met zijn eerste opera seria Tancredi vormgloed van Tancredi’s Milanese première twee vernieuwingen van het genre verkende en weken eerder overstraalde de Aurelianowelke potentie er schuilde in de briljante flop. Carlo Re verkneukelde zich: 1-1. klucht L’italiana. Zo was ook Ricci er voor
De periode na Aureliano zijn de biografen Rossini’s spoor opnieuw kwijt. In ieder geval was hij in april 1814 weer in Milaan voor de Italiana-reprise en de start van het werk aan Il turco, Scala-creatie twee. In L’italiana exploreerde hij in een roes van opperste inventiviteit nog puur vormelijk het clowneske om het clowneske, met een trits sketches vol groteske portretten van karikaturale personages. Ondergeschikt aan hun burleske perikelen stuwden ze niet zelf de plot. En ingebed in een fictieve ‘postkaartexotische’ setting refereerden ze evenmin aan een sociale realiteit. Met het toonzetten van het al in 1788 door Franz Seydelmann op muziek gezette Il turco-libretto van Caterino Tommaso Mazzolà betrad Rossini nu voor het eerst het terrein van de commedia di carattere. Daarin stond een identificeerbare ontwikkeling van de figuren centraal. Het komische karakterstuk schilderde de mens in zijn psychologische complexiteit als een ambigu wezen met zowel nobele en ernstige als zielige en larmoyante strevingen. Voorts situeerde het de interacties tussen de figuren vol diepmenselijk clair-obscur in een sociale context. Zo legde dit type theater de dynamiek van familiale, amoureuze en maat-
schappelijke relaties bloot. Zoals ambigue strevingen het reële leven drijven, stuwden ze in het karakterstuk een waarachtige dramatische actie om het leven of de sociale realiteit te spiegelen via satirische kritiek.
Meeslepende kettingreactie
Rossini’s gids in die nieuwe wereld was Felice Romani. In 1813 verbond Ricci hem als jong beloftevol dichter aan La Scala als librettist. Een briljante zet. Want later zou Romani zich met libretto’s voor Bellini en Donizetti ontpoppen tot Italiës hoogst geachte librettist van de eerste helft van die eeuw. Nadat Ricci hem aan Rossini koppelde voor Aureliano, spon Romani in april 1814, vermoedelijk in actief overleg met de maestro, een uiterst geslaagde, naar hun tijdsvak vertaalde upgrade van Mazzolà’s model van Il turco. Romani’s ingrepen dikten het effect van diens karakterstuk aan, wat een tragikomische sociale satire opleverde vol psychologisch raffinement. De dramaturg zwengelde bijvoorbeeld de identificeerbaarheid aan. Hoewel Geronio’s denken en gedrag ontsproot aan de klassieke brompot-hoorndrager uit de commedia dell’arte, verfijnde Romani de schijnbaar bange, laffe man tot een ontroerend diepmenselijk personage. Als bonafide, liefdevolle echtgenoot wordt hij oprecht gekwetst door de erotische escapades van zijn vrouw. Hij lijdt oprecht. Wordt oprecht boos. Wanhopig. Komt oprecht krachtig tot actie om vrouwlief bij te sturen om zowel haar eer als hun liefde te redden. En na de inkeer vergeeft hij haar oprecht. In Rossini’s toonzetting ‘stoort’ zijn aanwezigheid ook vaak de muzikale cohesie van de andere, op avontuurtjes beluste figuren. Dat drukt hen constant met de neus op het issue van huwelijksproblemen, een eerste thema in Il turco. Romani damde ook het aantal aria’s fors in om plaats te maken voor meer ensembles. Of hij integreerde Mazzolà’s aria’s in overkoepelende structuren. Fiorilla’s en Selims elkaar volgende intro-aria’s maken deel uit van hun eerste flirterig duet. Uiteraard benutte Rossini de vele duetten, het terzet, het kwartet en het kwintet ten volle. Ze vormden dé ideale voertuigen om zijn personages aanhoudend met elkaar te laten botsen en hen in een herkenbare sociale context te situeren om zo hun tragikomische strevingen te fileren. Even cruciaal echter was dat Romani’s ensembles uit de psychologische noden en verlangens van de figuren voortvloeiden en dat ze op hun beurt de verdere dramatische actie vooruit stuwden. Il turco herbergt dus geen stoet van aaneengeregen sketches. Ieder bedrijf draait dramatisch op een meeslepende kettingreactie van elkaar genererende ensembles binnen één krachtige spanningsboog.
Identiteitscrisis
Vooral Fiorilla’s ontwikkeling gedijt goed in de ensembleopera. Geronio’s wispelturige echtgenote is geen allegorie der vrouwelijke sensualiteit. Vanuit de ensembles die haar overgave aan haar liefdesgrillen kaderen in een sociale setting, komt zij als gehuwde vrouw naar voren als een burgerlijke zondares die aan de heersende sociale codes wil ontsnappen. Selim – stellig geen groteske idioot! – is geen prins uit Duizend-en-eennacht die Fiorilla naar een fictief oord voert.
apert als theater presenteert, inspireerde Rossini om in zijn partituur met afstand, als het ware samen met de Poeta, het tragikomische van zijn protagonisten te observeren en hen naar believen of in groteske uitwerkingen te ridiculiseren of gruwelijk ernstig te nemen of te analyseren met een combinatie van die twee benaderingen. Dramatische ironie pushte hem dus tot de integratie van de ingrediënten van het karakterstuk in zijn eerdere vormstudies van het groteske, wat een nieuw type ‘Rossini’ schiep. Een tragikomisch universum waarin zelfs de waarachtige dramatische actie dubbele bodems heeft. Zo gaan in Il turco vele compositorische spelletjes schuil. De misdadig aangename, meeslepend pompende ritmes waarmee Rossini zijn ouvertures, aria’s, ensembles en finales altijd al in crescendo’s tot climaxen bracht, verrijkte hij met ironische parodieën op traditionele buffa-elementen en classicistische vormschema’s. Voor de momenten van bezonken schoonheid, grote gevoeligheid of reflectie die regelmatig de wilde vaart van het drama stoppen, putte hij uit het arsenaal seria-elementen. In haar boetearia komt Fiorilla tot zelfcorrectie als een onvervalste seria-heldin. Maar vooral Rossini’s schipperen tussen klucht en ernst prikkelt. Dat liet hem toe geveinsde gevoelens te schetsen. Fiorilla dwingt haar opstandige man op de knieën in hun duet met een pathetisch geveinsde klaagzang op een zeurderige seria-zanglijn boven komisch snikkende motieven in het orkest. Het duet tot slot waarin Selim Fiorilla van Geronio wil kopen, start als een duel tussen twee commedia dell’arte-typetjes: de macho en de hoorndrager. Gaandeweg vallen ze letterlijk uit hun rol. Het publiek ziet plots twee mensen. Geronio’s woede doet Selims respect voor Geronio groeien en hijzelf komt in actie om zijn vrouw en zijn eer te redden, waarbij de pantoffelheld zich tot Selims gelijke verheft. Zo onthullen deze duetten, zoals de hele opera, reflecties over het spelen van echte of valse rollen in het ware leven en, via de Poeta, over de imitatie daarvan in het theater, thema drie in dit innovatieve werk. Helaas floot Milaan alle innovaties uit. De stad beséfte niet eens dat Rossini een muziektheatrale reuzenstap gezet had. Op basis van de titels giste het publiek dat Il turco een haastig in elkaar geknutselde variatie op L’italiana was en de pers las Rossini’s parodieën als een slaafs en ongeinspireerd dwepen met oubollige vormscheDubbele bodems ma’s. Milaan voelde zich in een context van Omarmde Rossini in 1814 dit karakterstuk interstedelijke rivaliteit ook gekrenkt in haar om sluimerende ambities te realiseren of duwde juist het contact met dit type theater eer. Hoe durfde Rossini Venetië kwaliteit te hem een andere artistieke weg op? Dat is in leveren en Milaan – Miláán! – met Aureliano en Il turco dúbbel teleur te stellen? Venetiënevelen gehuld. Maar zeker is dat Rossini Milaan: 2-0. Zoals bekend ging de maestro toen doorgrond heeft wat komedie echt is. vrijuit. Het gezichtsverlies voor Ricci was Een bemiddeling tussen klucht en tragiek. De compositorische vertaling daarvan haak- compleet. De arme man zag met lede ogen te in op Romani’s laatste wapenfeit, het uit- aan hoe de chronologie opnieuw roet in het eten gooide. De bijval die Carlo Re met buiten van Mazzolà’s personage van de Poeta. Die Poeta (dichter) zoekt bij aanvang L’italiana oogstte in april, overschaduwde Il turco totaal. Eindscore: 2-1. Deze match van de opera een intrige voor een buffa. In had La Scala verloren. Een pijnlijk onterechde verwikkelingen van Il turco, die hij vaak zelf aanjaagt en constant becommentarieert, te omkering der rollen. vindt de Poeta dé geknipte stof om zijn aria’s, terzetten, kwartetten en finales te vullen. Dit sterke staaltje van dramatische ironie, dat het handelen en denken van de figuren Hun erotische spel heeft het reële Napels van 1814 als decor. Noch ligt zijn verleidingskracht in een iconische viriliteit. Als levenslustig alternatief voor de saaie Geronio breekt hij de sleur van haar huwelijk, wat haar prikkelt om de verboden vrucht van de vrije liefde te proeven. Fiorilla lokt hetzelfde uit bij Selim die onjuist meent dat Zaida hem bedroog. Zoals Selim voor Fiorilla niet zozeer Turks is, maar nietGeronio, is Fiorilla voor Selim dus niet Italiaans, maar niet-Zaida. De nadruk ligt echter op Fiorilla. Door de ensembles heen stoot ze als vrouw van vlees en bloed op drie liefdesgedaanten. Viriliteit in Selim, wat ze in wezen op hem projecteert. Trouw en zorg in Geronio. En sensualiteit in de aanbidder Narciso, een door Romani vernuftig verzonnen extra personage dat Rossini gestalte gaf als een melancholiek gekwelde ziel die zijn liefdesgevoelens niet de baas is. Fiorilla ervaart de roes of beter illusie van de vrije liefde. En na ‘kritiek’ uit haar sociale context ronden schuld en inkeer haar psychologische traject af. Die afronding is innig vervlochten met een nieuw slot. Romani schrapte Mazzolà’s einde en laste een gekostumeerd bal in. Daarin stort een groots kwintet de figuren verder in hun in het verloop van de intrige opgebouwde identiteitscrisis, het tweede Turco-thema. Rossini’s toonzetting verhief dit kwintet tot hét pronkstuk van Il turco. Ze toverde de draaikolk van opperste verwarring om tot een haast abstracte ervaring van een sfeer van wanhoop en beklemming in een saus van bruisende humor. Tegelijk is een psychologische weergave van de figuren in crisis te horen. De vermommingen doen immers nieuwe koppels ontstaan, wat flink wat misverstanden baart. Met de verwarring plantte Romani reeds in het kwintet het zaad voor de inkeer in het hoofd van zijn protagonisten. Doordat de librettist in deze scène ingenieus al hun wederzijdse spiegelingen uit het stuk naar de oppervlakte haalt, worden ze zich van die spiegelingen bewust, een schok die hen zowel van de ander als van zichzelf vervreemdt. Wie is wie? Wie ben ik? Wat doe ik? Wat doet de ander? Selim en de als Turk verklede Narciso spiegelen elkaar, zoals Zaida en de als zigeunerin verklede Fiorilla elkaar spiegelen. En Geronio? Die is het noorden helemaal kwijt. Na Fiorilla’s boetearia volgen dan inderdaad de inkeer en – in de juiste koppels – het herstel van de sociale orde en van hun identiteit.
--
Bart Boone
Interview Il turco in Italia
20
21
Willem Bruls
‘Opera is een feest der waarnemingen’
David Hermann
De jonge regisseur David Hermann maakt met Il turco in Italia zijn debuut bij De Nederlandse Opera. Odeon sprak met de veelzijdige theatermaker over het repertoire dat hem na aan het hart ligt. De vlotte, speelse opera’s van Rossini stellen volgens hem bijzondere eisen aan de regie.
manier wordt iedereen, behalve Medea, als onoprecht neergezet. Iedereen drukt zich uit in een valse hofetiquette. Toch zijn de psychologische karaktertekening en de problematiek van Medea zo scherp getekend dat zij zonder problemen naar het hier en nu kunnen worden vertaald. Zij zijn herkenbaar en doen zelfs vertrouwd aan, en dat wijst Hermann dan de weg voor zijn interpretatie. Dat gold ook voor zijn regie van Les Troyens, de vijf uur durende monsterproductie van Berlioz, die hij onlangs voor de opera van Karlsruhe monteerde. Volgens Hermann is Les Troyens een werk met veel complexe verbindingen en talloze lagen. In het eerste deel, De val van Troje, koos hij voor een archaïsch-Griekse vormentaal, die overeenkomt met de oorlogsmaatschappij die in dat deel wordt uitgebeeld. Op het schuin Een gevoelige ader oplopende toneel is een verdedigingslinie Voor me zit een opgeruimde regisseur, opgebouwd met schilden op grote houten wiens jongensachtige en vriendelijke uiterlijk iemand makkelijk op het verkeerde been speren, die vervaarlijk naar voren steken – een variant op de Siegfriedlinie. Bijna het zou kunnen zetten. Hij formuleert precies en ondanks de betrekkelijk korte periode dat hele eerste deel speelt in dit grimmige oorhij professioneel werkzaam is, weet hij exact logsgebied. Het paard van Troje zweeft als een enorme zwarte reuzenworm over het wat hij wil. Gedecideerd meldt hij zijn voorpubliek richting toneel, waar het bezit neemt en afkeuren. Hermann heeft gezien zijn tweetalige ach- van de ruimte. Kassandra zwerft als een bange hinde overal doorheen. tergrond een gevoelige ader voor Frankrijk Het tweede deel, De Trojanen in Carthago, en het Franse repertoire. In een spoorwegdepot in Frankfurt maakte hij een voorstelling toont – in dezelfde maar aangepaste ruimte – een meer verfijnde maatschappij, zij is van Médée van Marc-Antoine Charpentier. Volgens Hermann wordt in deze 17de-eeuw- meer filigraan. In dit stuk wordt geprobeerd een nieuwe, utopische maatschappij vorm te se opera het Franse hof, waarvoor het werk geven, waarin pacifisme wordt nagestreefd. bedoeld was, op een geniale wijze in de maling genomen. Op een haast karikaturale De twee delen worden volgens Hermann
verbonden door de geesten van de gevallen helden, die de levenden steeds achtervolgen. Zij vormen voor hem ook de visuele link tussen deel 1 en 2. De doden zijn, als blauwgeverfde schimmen, voortdurend op het toneel aanwezig, maar de levenden kunnen hen niet zien. Na de succesvolle Ring-Award, waarbij hij met zijn vaste decorontwerper Christof Hetzer een concept voor Wagners Parsifal ontwikkelde, tuimelden de Europese operahuizen over elkaar heen om hem te engageren, in Duitsland, Spanje, Zwitserland, Frankrijk, tot en met de Salzburger Festspiele. En het repertoire in de nabije toekomst is al even veelzijdig: van Mozarts Zauberflöte tot en met Helmut Lachenmanns experimentele Das Mädchen mit den Schwefelhölzern, gebaseerd op een sprookje van Hans Christian Andersen. Op teksten van regisseur en schrijver Thomas Ostermeier ontwikkelt hij een productie rond de muziek van Claude Vivier. Ook enkele wereldpremières staan op het programma: ‘Omdat ik verschillende componisten persoonlijk ken, kunnen we samen het stuk vormgeven. Dat is een fantastische manier van samenwerken.’
Rossini
Een van Hermanns eerste engagementen was L’italiana in Algeri van Rossini, die een beetje als pendant van Il turco kan worden beschouwd. Niet alleen omdat er maar een jaar tussen beide composities zit, maar vooral omdat in beide een confrontatie tussen oosterse en westerse karakters
Het verhaal van Il turco is eigenlijk een vertelling binnen een vertelling: de dichter Prosdocimo is het belangrijkste personage. Hermann: ‘Omdat hij een kunstenaar is die op zoek is naar stof voor een toneelstuk, ben ik daar als regisseur natuurlijk extra in geïnteresseerd, want het gaat hier om een geval van “metatheater”. Prosdocimo staat zelf als regisseur boven de andere karakters. Door verwarring te zaaien tussen de twee paren (Fiorilla en Geronio, Selim en Zaida) ontstaan er allerlei misverstanden, die hem de nodige inspiratie opleveren voor zijn geplande stuk.’ Aan het slot van de opera verzoenen de paren zich weer. Maar volgens Hermann gebeurt dit niet zonder de nodige tragiek. De manier waarop Don Geronio te grazen wordt genomen door de vier gemaskerde figuren op het bal, gaat ver voorbij een gewone grap. Hermann: ‘Het wordt hier bitter, zoals in Theatertalen een toneelstuk van Arthur Schnitzler. Ook David Hermann werkt voornamelijk samen het moment dat Geronio van Fiorilla wil met decor- en kostuumontwerper Christof scheiden door haar naar haar ouders terug Hetzer, met wie hij tijdens elk productie te sturen, raakt het tragische. Selim is voor eveneens een quasi theater-wetenschaphaar een wensdroom, de vreemdeling op wie pelijk onderzoek doet, om nieuwe zaken uit zij al haar verlangens projecteert. Aan het te proberen. Zo maakte hij in Salzburg een slot zijn Zaida en Selim waarschijnlijk weer voorstelling waarbij het publiek 3D-brillen moest dragen. Andere experimenten behels- gelukkig, maar de verhouding tussen Fiorilla en Geronio is zeker beschadigd.’ den gebruik van bijzondere materialen, Regisseur Peter Konwitschny beweert lichteffecten en water. Daarom kan men steeds dat kunst, inclusief opera, de wereld volgens Hermann ook niet spreken van een kan redden. Hermann is het daar met een uniforme, herkenbare stijl van zijn producties. Elke opera en elk proces is weer anders, persoonlijke variant mee eens: ‘Opera is een feest der waarnemingen, dat visueel, intelen daarom gebruik ik ook steeds andere lectueel en emotioneel beleefd kan worden. "theatertalen". Wel zoek ik met Christof Het kan politiek, maatschappelijk of utoaltijd naar authenticiteit, naar echte materialen. We proberen een taal te vinden waar- pisch zijn, maar het kan je ook in een andere werkelijkheid brengen en alle crises doen door wij en het publiek met het stuk kunnen vergeten. Dat is ook een vorm van redden.’ communiceren.’
wilde koken of iets anders doen. Hij is niet voor niets opgehouden met opera’s componeren om vervolgens nog bijna veertig jaar verder te leven. Rossini bezit daarom niet die atmosferische dichtheid die Mozart kenmerkt, maar dat wilde hij ook niet, of kon hij misschien niet. Hij streefde in ieder geval bewust naar het speelse.’ Ze zijn om die reden niet bepaald gemakkelijk om te regisseren. Volgens Hermann hebben Rossini’s opera’s een enorm tempo: ‘Alles gaat snel en er wordt een grote hoeveelheid informatie gegeven. Daar kan men als regisseur dan niet achteraan sukkelen. Je moet constant op het tempo inspelen. Belangrijk is wel dat je de muziek de ruimte geeft en laat spreken, dat je je in zekere zin overgeeft aan de taal van de componist en met hem meesurft.’
Open Dag 2012 Tijdens de Open Dag zullen dit jaar de verschillende ambachten in het Muziektheater centraal staan. Er zijn rondleidingen langs de kostuumafdelingen van De Nederlandse Opera en Het Nationale Ballet, langs de rekwisieten- en de kap- en grime-afdeling. Ook zal er een pendelbusje rijden tussen het Muziektheater en het Decoratelier in Amsterdam Zuidoost. In het Muziektheater zullen er optredens zijn en andere activiteiten.
Zaterdag 14 april 2012 Van 11.00 tot 16.00 uur Toegang gratis Kijk op www.muziektheater.nl voor het volledige programma.
Open Dag 2011 (Foto’s: Hans van den Bogaard)
‘Franco-German’ lees ik in alle biografieën over de afkomst van regisseur David Hermann. Die Frans-Duitse achtergrond maakt me extra nieuwsgierig naar deze jonge theatermaker, die in het jaar 2000 op 23-jarige leeftijd de prestigieuze RingAward won, een internationaal concours voor jonge operaregisseurs en ontwerpers. Hermann blijkt een Duitse vader en een Franse moeder te hebben en is volledig tweetalig opgevoed. Hij heeft wel zijn hele leven in Duitsland gewoond en studeerde in Berlijn aan het Hanns Eisler-conservatorium. Ook was hij enige tijd assistent bij de legendarische Hans Neuenfels, de nestor van het Duitse regietheater. Hermann: ‘Wat ik van Neuenfels geleerd heb, is de vrijheid van denken. Die absolute vrijheid waarmee hij het repertoire benadert, heeft me echt umgehauen. Hij kon anderhalve dag nadenken over een enkele aria. Die analyseerde hij tot op het bot en wilde hij in elk detail begrijpen.’ Toch wil Hermann niet in zijn ‘school’ geplaatst worden. Hij bewondert de intensiteit van Neuenfels, niet zijn esthetiek. In zijn jeugd pendelde hij tussen de operahuizen van Bazel en Zürich. Het eerste is altijd een plek van experiment en avontuur geweest, het tweede een gevestigd huis met kwalitatief uitstekende maar tamelijk risicoloze ensceneringen. Hermann: ‘Ik genoot van regisseur Herbert Wernicke en de eerste producties van Christoph Marthaler in Bazel. Later kwamen daar Frank Castorf en Stefan Bachmann bij. In Zürich ontdekte ik een andere radicaliteit: de wijze en de intensiteit waarmee Nikolaus Harnoncourt Mozart benaderde. Ik wil als regisseur zeker dingen openbreken, maar tegelijkertijd iets nieuws creëren. Ik zou het jammer vinden me tot het regietheater te moeten beperken. Kunst is afgeleid van “kunnen”, dus ben ik ook in het handwerk geïnteresseerd.’
plaatsvindt. Volgens Hermann zijn het echter twee totaal verschillende werken. Bovendien is hij op dit moment heel voorzichtig om de opera’s te verbinden met omstreden oriëntaalse cliches. Hermann: ‘Dat had ik vijftien jaar geleden misschien wel gedaan, en over vijftien jaar waarschijnlijk ook weer, maar nu is de verhouding tussen oost en west gewoon- weg te gespannen om zoiets te doen.’ Voor Hermann hebben de Italiana en de Turco eigenlijk meer verschillen dan overeenkomsten. L’italiana is licht en vrolijk, terwijl Il turco meer chiaroscuro is, meer een spel van licht en schaduw. Met zijn gefragmenteerde dramaturgie lijkt dit laatste werk ook meer op Così fan tutte. Onder de tegenstelling tussen oost en west ligt voor Hermann de fundamentele thematiek van het vreemde en de vreemdeling. Hoe is het om in een vreemde omgeving te zijn? Wat doet dat met me? De Italiana komt in Algerije bijvoorbeeld in een wereld met andere wetten en zeden terecht. De vreemdeling Selim komt in Il turco eveneens uit een andere cultuur. Hermann beklemtoont dat Il turco een komische opera is: ‘Rossini’s humor ligt heel dicht bij de mensen, die is echt hautnah. Eigenlijk heb je niet veel inspanning nodig om het te laten werken, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Donizetti, wiens humor veel energie vereist van een regisseur.’ Vandaar dat het werk meer verbindingen met Mozart heeft. Maar er zijn ook verschillen: ‘Mozart geloofde nog in de liefde. Rossini niet meer. Niet dat hij daarmee noodzakelijkerwijs cynischer is, maar de liefde heeft bij hem veel meer strijd en inzet nodig. Je voelt ook duidelijk dat Mozart nog in opera gelooft, terwijl Rossini net zo graag
Interview Il turco in Italia
20
21
Willem Bruls
‘Opera is een feest der waarnemingen’
David Hermann
De jonge regisseur David Hermann maakt met Il turco in Italia zijn debuut bij De Nederlandse Opera. Odeon sprak met de veelzijdige theatermaker over het repertoire dat hem na aan het hart ligt. De vlotte, speelse opera’s van Rossini stellen volgens hem bijzondere eisen aan de regie.
manier wordt iedereen, behalve Medea, als onoprecht neergezet. Iedereen drukt zich uit in een valse hofetiquette. Toch zijn de psychologische karaktertekening en de problematiek van Medea zo scherp getekend dat zij zonder problemen naar het hier en nu kunnen worden vertaald. Zij zijn herkenbaar en doen zelfs vertrouwd aan, en dat wijst Hermann dan de weg voor zijn interpretatie. Dat gold ook voor zijn regie van Les Troyens, de vijf uur durende monsterproductie van Berlioz, die hij onlangs voor de opera van Karlsruhe monteerde. Volgens Hermann is Les Troyens een werk met veel complexe verbindingen en talloze lagen. In het eerste deel, De val van Troje, koos hij voor een archaïsch-Griekse vormentaal, die overeenkomt met de oorlogsmaatschappij die in dat deel wordt uitgebeeld. Op het schuin Een gevoelige ader oplopende toneel is een verdedigingslinie Voor me zit een opgeruimde regisseur, opgebouwd met schilden op grote houten wiens jongensachtige en vriendelijke uiterlijk iemand makkelijk op het verkeerde been speren, die vervaarlijk naar voren steken – een variant op de Siegfriedlinie. Bijna het zou kunnen zetten. Hij formuleert precies en ondanks de betrekkelijk korte periode dat hele eerste deel speelt in dit grimmige oorhij professioneel werkzaam is, weet hij exact logsgebied. Het paard van Troje zweeft als een enorme zwarte reuzenworm over het wat hij wil. Gedecideerd meldt hij zijn voorpubliek richting toneel, waar het bezit neemt en afkeuren. Hermann heeft gezien zijn tweetalige ach- van de ruimte. Kassandra zwerft als een bange hinde overal doorheen. tergrond een gevoelige ader voor Frankrijk Het tweede deel, De Trojanen in Carthago, en het Franse repertoire. In een spoorwegdepot in Frankfurt maakte hij een voorstelling toont – in dezelfde maar aangepaste ruimte – een meer verfijnde maatschappij, zij is van Médée van Marc-Antoine Charpentier. Volgens Hermann wordt in deze 17de-eeuw- meer filigraan. In dit stuk wordt geprobeerd een nieuwe, utopische maatschappij vorm te se opera het Franse hof, waarvoor het werk geven, waarin pacifisme wordt nagestreefd. bedoeld was, op een geniale wijze in de maling genomen. Op een haast karikaturale De twee delen worden volgens Hermann
verbonden door de geesten van de gevallen helden, die de levenden steeds achtervolgen. Zij vormen voor hem ook de visuele link tussen deel 1 en 2. De doden zijn, als blauwgeverfde schimmen, voortdurend op het toneel aanwezig, maar de levenden kunnen hen niet zien. Na de succesvolle Ring-Award, waarbij hij met zijn vaste decorontwerper Christof Hetzer een concept voor Wagners Parsifal ontwikkelde, tuimelden de Europese operahuizen over elkaar heen om hem te engageren, in Duitsland, Spanje, Zwitserland, Frankrijk, tot en met de Salzburger Festspiele. En het repertoire in de nabije toekomst is al even veelzijdig: van Mozarts Zauberflöte tot en met Helmut Lachenmanns experimentele Das Mädchen mit den Schwefelhölzern, gebaseerd op een sprookje van Hans Christian Andersen. Op teksten van regisseur en schrijver Thomas Ostermeier ontwikkelt hij een productie rond de muziek van Claude Vivier. Ook enkele wereldpremières staan op het programma: ‘Omdat ik verschillende componisten persoonlijk ken, kunnen we samen het stuk vormgeven. Dat is een fantastische manier van samenwerken.’
Rossini
Een van Hermanns eerste engagementen was L’italiana in Algeri van Rossini, die een beetje als pendant van Il turco kan worden beschouwd. Niet alleen omdat er maar een jaar tussen beide composities zit, maar vooral omdat in beide een confrontatie tussen oosterse en westerse karakters
Het verhaal van Il turco is eigenlijk een vertelling binnen een vertelling: de dichter Prosdocimo is het belangrijkste personage. Hermann: ‘Omdat hij een kunstenaar is die op zoek is naar stof voor een toneelstuk, ben ik daar als regisseur natuurlijk extra in geïnteresseerd, want het gaat hier om een geval van “metatheater”. Prosdocimo staat zelf als regisseur boven de andere karakters. Door verwarring te zaaien tussen de twee paren (Fiorilla en Geronio, Selim en Zaida) ontstaan er allerlei misverstanden, die hem de nodige inspiratie opleveren voor zijn geplande stuk.’ Aan het slot van de opera verzoenen de paren zich weer. Maar volgens Hermann gebeurt dit niet zonder de nodige tragiek. De manier waarop Don Geronio te grazen wordt genomen door de vier gemaskerde figuren op het bal, gaat ver voorbij een gewone grap. Hermann: ‘Het wordt hier bitter, zoals in Theatertalen een toneelstuk van Arthur Schnitzler. Ook David Hermann werkt voornamelijk samen het moment dat Geronio van Fiorilla wil met decor- en kostuumontwerper Christof scheiden door haar naar haar ouders terug Hetzer, met wie hij tijdens elk productie te sturen, raakt het tragische. Selim is voor eveneens een quasi theater-wetenschaphaar een wensdroom, de vreemdeling op wie pelijk onderzoek doet, om nieuwe zaken uit zij al haar verlangens projecteert. Aan het te proberen. Zo maakte hij in Salzburg een slot zijn Zaida en Selim waarschijnlijk weer voorstelling waarbij het publiek 3D-brillen moest dragen. Andere experimenten behels- gelukkig, maar de verhouding tussen Fiorilla en Geronio is zeker beschadigd.’ den gebruik van bijzondere materialen, Regisseur Peter Konwitschny beweert lichteffecten en water. Daarom kan men steeds dat kunst, inclusief opera, de wereld volgens Hermann ook niet spreken van een kan redden. Hermann is het daar met een uniforme, herkenbare stijl van zijn producties. Elke opera en elk proces is weer anders, persoonlijke variant mee eens: ‘Opera is een feest der waarnemingen, dat visueel, intelen daarom gebruik ik ook steeds andere lectueel en emotioneel beleefd kan worden. "theatertalen". Wel zoek ik met Christof Het kan politiek, maatschappelijk of utoaltijd naar authenticiteit, naar echte materialen. We proberen een taal te vinden waar- pisch zijn, maar het kan je ook in een andere werkelijkheid brengen en alle crises doen door wij en het publiek met het stuk kunnen vergeten. Dat is ook een vorm van redden.’ communiceren.’
wilde koken of iets anders doen. Hij is niet voor niets opgehouden met opera’s componeren om vervolgens nog bijna veertig jaar verder te leven. Rossini bezit daarom niet die atmosferische dichtheid die Mozart kenmerkt, maar dat wilde hij ook niet, of kon hij misschien niet. Hij streefde in ieder geval bewust naar het speelse.’ Ze zijn om die reden niet bepaald gemakkelijk om te regisseren. Volgens Hermann hebben Rossini’s opera’s een enorm tempo: ‘Alles gaat snel en er wordt een grote hoeveelheid informatie gegeven. Daar kan men als regisseur dan niet achteraan sukkelen. Je moet constant op het tempo inspelen. Belangrijk is wel dat je de muziek de ruimte geeft en laat spreken, dat je je in zekere zin overgeeft aan de taal van de componist en met hem meesurft.’
Open Dag 2012 Tijdens de Open Dag zullen dit jaar de verschillende ambachten in het Muziektheater centraal staan. Er zijn rondleidingen langs de kostuumafdelingen van De Nederlandse Opera en Het Nationale Ballet, langs de rekwisieten- en de kap- en grime-afdeling. Ook zal er een pendelbusje rijden tussen het Muziektheater en het Decoratelier in Amsterdam Zuidoost. In het Muziektheater zullen er optredens zijn en andere activiteiten.
Zaterdag 14 april 2012 Van 11.00 tot 16.00 uur Toegang gratis Kijk op www.muziektheater.nl voor het volledige programma.
Open Dag 2011 (Foto’s: Hans van den Bogaard)
‘Franco-German’ lees ik in alle biografieën over de afkomst van regisseur David Hermann. Die Frans-Duitse achtergrond maakt me extra nieuwsgierig naar deze jonge theatermaker, die in het jaar 2000 op 23-jarige leeftijd de prestigieuze RingAward won, een internationaal concours voor jonge operaregisseurs en ontwerpers. Hermann blijkt een Duitse vader en een Franse moeder te hebben en is volledig tweetalig opgevoed. Hij heeft wel zijn hele leven in Duitsland gewoond en studeerde in Berlijn aan het Hanns Eisler-conservatorium. Ook was hij enige tijd assistent bij de legendarische Hans Neuenfels, de nestor van het Duitse regietheater. Hermann: ‘Wat ik van Neuenfels geleerd heb, is de vrijheid van denken. Die absolute vrijheid waarmee hij het repertoire benadert, heeft me echt umgehauen. Hij kon anderhalve dag nadenken over een enkele aria. Die analyseerde hij tot op het bot en wilde hij in elk detail begrijpen.’ Toch wil Hermann niet in zijn ‘school’ geplaatst worden. Hij bewondert de intensiteit van Neuenfels, niet zijn esthetiek. In zijn jeugd pendelde hij tussen de operahuizen van Bazel en Zürich. Het eerste is altijd een plek van experiment en avontuur geweest, het tweede een gevestigd huis met kwalitatief uitstekende maar tamelijk risicoloze ensceneringen. Hermann: ‘Ik genoot van regisseur Herbert Wernicke en de eerste producties van Christoph Marthaler in Bazel. Later kwamen daar Frank Castorf en Stefan Bachmann bij. In Zürich ontdekte ik een andere radicaliteit: de wijze en de intensiteit waarmee Nikolaus Harnoncourt Mozart benaderde. Ik wil als regisseur zeker dingen openbreken, maar tegelijkertijd iets nieuws creëren. Ik zou het jammer vinden me tot het regietheater te moeten beperken. Kunst is afgeleid van “kunnen”, dus ben ik ook in het handwerk geïnteresseerd.’
plaatsvindt. Volgens Hermann zijn het echter twee totaal verschillende werken. Bovendien is hij op dit moment heel voorzichtig om de opera’s te verbinden met omstreden oriëntaalse cliches. Hermann: ‘Dat had ik vijftien jaar geleden misschien wel gedaan, en over vijftien jaar waarschijnlijk ook weer, maar nu is de verhouding tussen oost en west gewoon- weg te gespannen om zoiets te doen.’ Voor Hermann hebben de Italiana en de Turco eigenlijk meer verschillen dan overeenkomsten. L’italiana is licht en vrolijk, terwijl Il turco meer chiaroscuro is, meer een spel van licht en schaduw. Met zijn gefragmenteerde dramaturgie lijkt dit laatste werk ook meer op Così fan tutte. Onder de tegenstelling tussen oost en west ligt voor Hermann de fundamentele thematiek van het vreemde en de vreemdeling. Hoe is het om in een vreemde omgeving te zijn? Wat doet dat met me? De Italiana komt in Algerije bijvoorbeeld in een wereld met andere wetten en zeden terecht. De vreemdeling Selim komt in Il turco eveneens uit een andere cultuur. Hermann beklemtoont dat Il turco een komische opera is: ‘Rossini’s humor ligt heel dicht bij de mensen, die is echt hautnah. Eigenlijk heb je niet veel inspanning nodig om het te laten werken, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Donizetti, wiens humor veel energie vereist van een regisseur.’ Vandaar dat het werk meer verbindingen met Mozart heeft. Maar er zijn ook verschillen: ‘Mozart geloofde nog in de liefde. Rossini niet meer. Niet dat hij daarmee noodzakelijkerwijs cynischer is, maar de liefde heeft bij hem veel meer strijd en inzet nodig. Je voelt ook duidelijk dat Mozart nog in opera gelooft, terwijl Rossini net zo graag
22
23
Interview Il turco in Italia
Kasper van Kooten
Komisch met een droevige ondertoon
Het lidmaatschap van de Vrienden biedt u: u bent geïnteresseerd in opera? u bent een regelmatig bezoeker van dno?
* Exclusief Vriendenabonnement
De Vereniging Vrienden van De Nederlandse Opera biedt u daartoe de gelegenheid. De Vereniging is nauw betrokken bij De Nederlandse Opera, steunt DNO op allerlei manieren en wil de belangstelling voor opera in het algemeen bevorderen.
* Operafilmavonden
Contributie per seizoen: Individueel lidmaatschap Gezinslidmaatschap (2 personen) Donateur (minimaal) Fidelio (t/m 29 jaar)
* Meerdaagse operareizen
€ 35,€ 65,€ 100,€ 20,-
De Russische sopraan Olga Peretyatko geldt als een van de operarevelaties van de afgelopen jaren. Amper de dertig gepasseerd, zong ze reeds wereldwijd in grote operahuizen, en met haar optredens in De nachtegaal en andere fabels (januari) en Il turco in italia (april) krijgt het Amsterdamse publiek dit seizoen ook de kans om met haar kennis te maken.
* Literaire avonden * Eendaagse operareizen
* Vriendenbulletin * Prix d’Amis | Kerstmatinee * Fotojaarboek DNO
ABN Amro: 43.40.57.207
vrienden van de nederlandse opera Fidelio, dé vereniging voor jonge operafans
Vrienden van De Nederlandse Opera Waterlooplein 22 1011 PG Amsterdam telefoon: (020) 5518282 fax: (020) 6250920 e-mail:
[email protected] www.vriendenvdopera.demon.nl
Jonge mensen t/m 29 jaar kunnen lid worden van Fidelio, Jonge Vrienden van De Nederlandse Opera. Voor deze groep worden speciale activiteiten georganiseerd.
Zingen bij De Nederlandse Opera Dit seizoen vindt de tweede editie plaats van Zingen bij De Nederlandse Opera.
dirigent Hans Veldhuizen koorstukken
Dit succesvolle participatieproject biedt
instuderen uit bekende opera’s, van onder
deelnemers de mogelijkheid samen te
anderen Mozart, Verdi, Von Weber en Grieg.
zingen onder leiding van professionals
Repetitie Grote Koor (Foto: Anna van Kooij)
Het Grote Koor zal onder leiding van
Het Gevorderdenkoor zal geleid wor-
uit het team van De Nederlandse Opera
den door Martin Wright, artistiek leider van
(DNO). Zo wil DNO op een toegankelijke
het Koor van De Nederlandse Opera en
wijze mensen enthousiasmeren voor
assistent-dirigent Hebe de Champeaux.
klassieke zang en de artistieke rijkdom
Zij zullen met hen fragmenten uit de opera
van de kunstvorm opera. Ook heeft
Carmen van Georges Bizet instuderen, die
het project als doel meer aandacht te
scenisch zullen worden uitgevoerd in een
creëren voor amateurkunstbeoefening
regie van Meisje Hummel, assistent-regis-
en talentontwikkeling.
seur bij De Nederlandse Opera. De solo-
Dit jaar zijn er maar liefst drie koren:
rollen zullen worden vertolkt door studenten
naast het voor iedereen toegankelijke
van Opera Studio Nederland en de Dutch
Grote Koor en het Gevorderdenkoor
National Opera Academy.
is er nu ook een Kinderkoor voor
Het Kinderkoor, geleid door Emma
kinderen van 9 tot en met 16 jaar. In totaal
Rekers, zal kinderkoorwerken uit diverse
doen meer dan 650 mensen mee met dit
opera’s ten gehore brengen, evenals vrije
bijzondere project.
interpretaties van scènes uit Carmen.
De uitvoering vindt plaats op zaterdagavond 14 april 2012 in het Muziektheater. Meer informatie: www.dno.nl/zingen
Peretyatko’s carrière heeft snel een vlucht genomen. Al tijdens haar studie zong ze als studiolid rollen in de Hamburgische Staatsoper, en vóór de voltooiing van haar opleiding begon ze met gastoptredens in operahuizen over de hele wereld. Uitzonderlijk vroeg in vergelijking met veel collega’s: ‘Ik had al snel door dat je naast studeren ook ervaring moet opdoen op het toneel en in het theaterbedrijf. Bovendien kreeg ik al snel aanbiedingen van verschillende huizen, waardoor er geen noodzaak was om me aan één theater te binden. Een nadeel daarvan is wel dat je op jonge leeftijd geen thuisbasis hebt, en dat is natuurlijk moeilijk. Mijn verloofde is dirigent, en reist ook voortdurend. Doordat we allebei niet vast aan een operahuis verbonden zijn, kunnen we elkaar tussen onze projecten door makkelijker opzoeken, dus het overal en nergens leven heeft ook voordelen.’
Olga Peretyatko in De nachtegaal (Foto: Monika Rittershaus)
u wilt daarom graag meer betrokken zijn bij dno?
* Voorbespreking plaatskaarten
Tragische slotaria
‘Ik verheug me heel erg op Il turco in italia, omdat de partij van Donna Fiorilla voor mij heel belangrijk is, en omdat de opera uitzonderlijk is. De clichégedachte dat Rossini’s opera’s per definitie komisch zijn, klopt helemaal niet. Hij heeft immers ook veel opere serie geschreven. Il turco is helemaal een geval apart. Veel mensen beschouwen het als een soort vervolg op het lichtvoetige L’italiana in Algeri, maar dat is niet zo. Il turco is een beetje zoals Mozarts Così fan tutte, het gaat over trouw en ontrouw tussen twee paren, en hoewel beide opera’s komische elementen hebben, is het verhaal in essentie helemaal niet grappig. Het is verschrikkelijk wanneer zoiets je in je eigen leven overkomt. Ook Donna Fiorilla is vooral tragisch; aanvankelijk liggen alle mannen aan haar voeten, maar uiteindelijk realiseert ze zich dat ze de strijd om Selim te veroveren niet kan winnen. Haar tragische slotaria met uitgebreide cabaletta is typisch voor Rossini’s opera seria-stijl. In dat opzicht is Fiorilla vergelijkbaar met de tragische Donna Elvira in Don Giovanni, die met soortgelijke muzikale middelen door Mozart wordt neergezet. Sowieso is Il turco een typische opera mozartiana, komisch met een droevige ondertoon.’ Peretyatko werkt zowel veel in Noord- als in Zuid-Europa. Wordt Rossini hier boven de Alpen doorgaans op meer experimentele wijze geënsceneerd? Heeft ze een voorkeur? ‘Het is belangrijk dat een enscenering de diepte ingaat, omdat Rossini veel diepere lagen heeft die je als zanger en als regisseur bloot moet leggen. Elke opera heeft een bepaalde problematiek, en die moet je zien te raken. Regietheater en bijvoorbeeld actualisering kunnen ertoe bijdragen dat je tot
deze diepere kern doordringt, maar een enscenering moet natuurlijk wel betekenisvol zijn, aan schandaalzucht heb je niets. Bovendien is het heel belangrijk dat een regisseur de zangers weet te overtuigen, en bereid is om met ze in dialoog te treden. Tot nu toe heb ik overigens nog nooit meegemaakt dat een regisseur iets wilde waar ik me totaal niet in kon vinden. Je bent gezamenlijk verantwoordelijk voor het eindresultaat, en meestal kom je er samen ook wel uit.’
De batterij opladen
De afgelopen jaren zijn stormachtig verlopen. Heeft ze bepaalde doelstellingen voor de komende jaren? ‘Als zanger ben je eigenlijk vooral in het nu bezig, je moet jezelf telkens opnieuw volledig inzetten voor het werk dat je op dit moment doet, en je niet blindstaren op vergezichten. Ik plan in dat opzicht niet al te veel. Ik hoop dat ik nieuwsgierig en gretig blijf, maar vooral ook dat ik gezond blijf. Toen ik in 2006 voor het eerst in Amsterdam was voor een auditie, heb ik in één middag alle belangrijke musea bezocht.
Nu probeer ik mezelf te sparen, tussen al het reizen en de repetities moet je de batterij opladen, en dat betekent dat je soms als een monnik moet leven. Dat is niet alleen belangrijk voor je fysieke conditie, maar ook voor je emotionele gesteldheid. Je moet rust in je hoofd hebben om zoveel reizen en optredens aan te kunnen.’ Daarnaast heeft Peretyatko een meer algemene ambitie: 'Ik vind het heel belangrijk om meer jonge mensen in de opera te krijgen. Een sprookjesachtige productie als De nachtegaal is perfect voor dit doeleinde. Het is echt een voorstelling voor kinderen, – dat wil zeggen – voor het kind dat in elk van ons schuilgaat. Ik heb in een eerdere voorstellingenreeks meegemaakt dat enkele toeschouwers op de eerste rij voor aanvang wat sceptisch naar het bassin en het decor keken, maar gaandeweg zichtbaar betoverd raakten door de opera, heel ontroerend. Wanneer het ons lukt om mensen in contact te brengen met het kind in henzelf, is dat de mooist denkbare beloning. Ik heb goede hoop dat dit ons ook bij Il turco zal lukken.'
22
23
Interview Il turco in Italia
Kasper van Kooten
Komisch met een droevige ondertoon
Het lidmaatschap van de Vrienden biedt u: u bent geïnteresseerd in opera? u bent een regelmatig bezoeker van dno?
* Exclusief Vriendenabonnement
De Vereniging Vrienden van De Nederlandse Opera biedt u daartoe de gelegenheid. De Vereniging is nauw betrokken bij De Nederlandse Opera, steunt DNO op allerlei manieren en wil de belangstelling voor opera in het algemeen bevorderen.
* Operafilmavonden
Contributie per seizoen: Individueel lidmaatschap Gezinslidmaatschap (2 personen) Donateur (minimaal) Fidelio (t/m 29 jaar)
* Meerdaagse operareizen
€ 35,€ 65,€ 100,€ 20,-
De Russische sopraan Olga Peretyatko geldt als een van de operarevelaties van de afgelopen jaren. Amper de dertig gepasseerd, zong ze reeds wereldwijd in grote operahuizen, en met haar optredens in De nachtegaal en andere fabels (januari) en Il turco in italia (april) krijgt het Amsterdamse publiek dit seizoen ook de kans om met haar kennis te maken.
* Literaire avonden * Eendaagse operareizen
* Vriendenbulletin * Prix d’Amis | Kerstmatinee * Fotojaarboek DNO
ABN Amro: 43.40.57.207
vrienden van de nederlandse opera Fidelio, dé vereniging voor jonge operafans
Vrienden van De Nederlandse Opera Waterlooplein 22 1011 PG Amsterdam telefoon: (020) 5518282 fax: (020) 6250920 e-mail:
[email protected] www.vriendenvdopera.demon.nl
Jonge mensen t/m 29 jaar kunnen lid worden van Fidelio, Jonge Vrienden van De Nederlandse Opera. Voor deze groep worden speciale activiteiten georganiseerd.
Zingen bij De Nederlandse Opera Dit seizoen vindt de tweede editie plaats van Zingen bij De Nederlandse Opera.
dirigent Hans Veldhuizen koorstukken
Dit succesvolle participatieproject biedt
instuderen uit bekende opera’s, van onder
deelnemers de mogelijkheid samen te
anderen Mozart, Verdi, Von Weber en Grieg.
zingen onder leiding van professionals
Repetitie Grote Koor (Foto: Anna van Kooij)
Het Grote Koor zal onder leiding van
Het Gevorderdenkoor zal geleid wor-
uit het team van De Nederlandse Opera
den door Martin Wright, artistiek leider van
(DNO). Zo wil DNO op een toegankelijke
het Koor van De Nederlandse Opera en
wijze mensen enthousiasmeren voor
assistent-dirigent Hebe de Champeaux.
klassieke zang en de artistieke rijkdom
Zij zullen met hen fragmenten uit de opera
van de kunstvorm opera. Ook heeft
Carmen van Georges Bizet instuderen, die
het project als doel meer aandacht te
scenisch zullen worden uitgevoerd in een
creëren voor amateurkunstbeoefening
regie van Meisje Hummel, assistent-regis-
en talentontwikkeling.
seur bij De Nederlandse Opera. De solo-
Dit jaar zijn er maar liefst drie koren:
rollen zullen worden vertolkt door studenten
naast het voor iedereen toegankelijke
van Opera Studio Nederland en de Dutch
Grote Koor en het Gevorderdenkoor
National Opera Academy.
is er nu ook een Kinderkoor voor
Het Kinderkoor, geleid door Emma
kinderen van 9 tot en met 16 jaar. In totaal
Rekers, zal kinderkoorwerken uit diverse
doen meer dan 650 mensen mee met dit
opera’s ten gehore brengen, evenals vrije
bijzondere project.
interpretaties van scènes uit Carmen.
De uitvoering vindt plaats op zaterdagavond 14 april 2012 in het Muziektheater. Meer informatie: www.dno.nl/zingen
Peretyatko’s carrière heeft snel een vlucht genomen. Al tijdens haar studie zong ze als studiolid rollen in de Hamburgische Staatsoper, en vóór de voltooiing van haar opleiding begon ze met gastoptredens in operahuizen over de hele wereld. Uitzonderlijk vroeg in vergelijking met veel collega’s: ‘Ik had al snel door dat je naast studeren ook ervaring moet opdoen op het toneel en in het theaterbedrijf. Bovendien kreeg ik al snel aanbiedingen van verschillende huizen, waardoor er geen noodzaak was om me aan één theater te binden. Een nadeel daarvan is wel dat je op jonge leeftijd geen thuisbasis hebt, en dat is natuurlijk moeilijk. Mijn verloofde is dirigent, en reist ook voortdurend. Doordat we allebei niet vast aan een operahuis verbonden zijn, kunnen we elkaar tussen onze projecten door makkelijker opzoeken, dus het overal en nergens leven heeft ook voordelen.’
Olga Peretyatko in De nachtegaal (Foto: Monika Rittershaus)
u wilt daarom graag meer betrokken zijn bij dno?
* Voorbespreking plaatskaarten
Tragische slotaria
‘Ik verheug me heel erg op Il turco in italia, omdat de partij van Donna Fiorilla voor mij heel belangrijk is, en omdat de opera uitzonderlijk is. De clichégedachte dat Rossini’s opera’s per definitie komisch zijn, klopt helemaal niet. Hij heeft immers ook veel opere serie geschreven. Il turco is helemaal een geval apart. Veel mensen beschouwen het als een soort vervolg op het lichtvoetige L’italiana in Algeri, maar dat is niet zo. Il turco is een beetje zoals Mozarts Così fan tutte, het gaat over trouw en ontrouw tussen twee paren, en hoewel beide opera’s komische elementen hebben, is het verhaal in essentie helemaal niet grappig. Het is verschrikkelijk wanneer zoiets je in je eigen leven overkomt. Ook Donna Fiorilla is vooral tragisch; aanvankelijk liggen alle mannen aan haar voeten, maar uiteindelijk realiseert ze zich dat ze de strijd om Selim te veroveren niet kan winnen. Haar tragische slotaria met uitgebreide cabaletta is typisch voor Rossini’s opera seria-stijl. In dat opzicht is Fiorilla vergelijkbaar met de tragische Donna Elvira in Don Giovanni, die met soortgelijke muzikale middelen door Mozart wordt neergezet. Sowieso is Il turco een typische opera mozartiana, komisch met een droevige ondertoon.’ Peretyatko werkt zowel veel in Noord- als in Zuid-Europa. Wordt Rossini hier boven de Alpen doorgaans op meer experimentele wijze geënsceneerd? Heeft ze een voorkeur? ‘Het is belangrijk dat een enscenering de diepte ingaat, omdat Rossini veel diepere lagen heeft die je als zanger en als regisseur bloot moet leggen. Elke opera heeft een bepaalde problematiek, en die moet je zien te raken. Regietheater en bijvoorbeeld actualisering kunnen ertoe bijdragen dat je tot
deze diepere kern doordringt, maar een enscenering moet natuurlijk wel betekenisvol zijn, aan schandaalzucht heb je niets. Bovendien is het heel belangrijk dat een regisseur de zangers weet te overtuigen, en bereid is om met ze in dialoog te treden. Tot nu toe heb ik overigens nog nooit meegemaakt dat een regisseur iets wilde waar ik me totaal niet in kon vinden. Je bent gezamenlijk verantwoordelijk voor het eindresultaat, en meestal kom je er samen ook wel uit.’
De batterij opladen
De afgelopen jaren zijn stormachtig verlopen. Heeft ze bepaalde doelstellingen voor de komende jaren? ‘Als zanger ben je eigenlijk vooral in het nu bezig, je moet jezelf telkens opnieuw volledig inzetten voor het werk dat je op dit moment doet, en je niet blindstaren op vergezichten. Ik plan in dat opzicht niet al te veel. Ik hoop dat ik nieuwsgierig en gretig blijf, maar vooral ook dat ik gezond blijf. Toen ik in 2006 voor het eerst in Amsterdam was voor een auditie, heb ik in één middag alle belangrijke musea bezocht.
Nu probeer ik mezelf te sparen, tussen al het reizen en de repetities moet je de batterij opladen, en dat betekent dat je soms als een monnik moet leven. Dat is niet alleen belangrijk voor je fysieke conditie, maar ook voor je emotionele gesteldheid. Je moet rust in je hoofd hebben om zoveel reizen en optredens aan te kunnen.’ Daarnaast heeft Peretyatko een meer algemene ambitie: 'Ik vind het heel belangrijk om meer jonge mensen in de opera te krijgen. Een sprookjesachtige productie als De nachtegaal is perfect voor dit doeleinde. Het is echt een voorstelling voor kinderen, – dat wil zeggen – voor het kind dat in elk van ons schuilgaat. Ik heb in een eerdere voorstellingenreeks meegemaakt dat enkele toeschouwers op de eerste rij voor aanvang wat sceptisch naar het bassin en het decor keken, maar gaandeweg zichtbaar betoverd raakten door de opera, heel ontroerend. Wanneer het ons lukt om mensen in contact te brengen met het kind in henzelf, is dat de mooist denkbare beloning. Ik heb goede hoop dat dit ons ook bij Il turco zal lukken.'
24
Donateurschap DNO
OperaFlirt
Afdeling Fondsenwerving en Relatiebeheer
Elaine Lok
Steun De Nederlandse Opera!
Dramaturg bij De Nederlandse Opera
Broeiende vernieuwingsdrang
De verwachtingen van ons publiek – van u – zijn altijd hoog. Wij beschouwen dat als een compliment en een uitdaging. De Nederlandse Opera (DNO) kent daarnaast nóg een uitdaging die veel creativiteit vraagt: de kostenbeheersing. Onze producties zijn veelomvattend en arbeidsintensief. Daarom moeten we ons zakelijk beleid goed op orde hebben. En dat is het geval. We zijn een financieel gezonde organisatie. Met uw steun houden we dat zo. Door de rijksoverheid is DNO aangemerkt als een culturele topinstelling. Om die reden kunnen wij blijven rekenen op subsidie, ook al is deze aanzienlijk verminderd. Daarnaast komen we graag tegemoet aan de wens van de overheid om onze activiteiten op het gebied van educatie, publieksparticipatie en talentontwikkeling verder uit te breiden. Dus: meer doen met minder geld. Daardoor worden we nu sterker afhankelijk van de inkomsten uit kaartverkoop en de extra geldelijke steun van bedrijven en particulieren.
Doelgericht schenken
Voor een succesvol voortbestaan kan DNO niet buiten financiële steun van particulieren. Met uw betrokkenheid in de vorm van een gift steunt u ons financieel én mentaal. Met uw hulp blijven wij in staat producties te maken van het allerhoogste niveau. Producties die operaliefhebbers verrassen, raken en inspireren. Uw gift kan voor verschillende doelen worden ingezet: OperaBreed: Uw gift komt ten goede aan het werk van DNO in al zijn facetten. Denk hierbij onder meer aan de ontwikkeling van nieuwe opera’s en het contracteren van toptalent. OperaStagione: Uw gift komt ten goede aan specifieke operaproducties. Een voorbeeld is de reprise van de Wagner-cyclus Der Ring des Nibelungen onder regie van Pierre Audi in 2012-2014. OperaPerspectief: Uw gift komt ten goede aan projecten op het gebied van (jeugd)educatie en publieksparticipatie. U draagt bij aan het enthousiasmeren en binden van bestaande en nieuwe publieksgroepen, die door middel van originele projecten en acties betrokken worden bij de kunst van het opera maken. OperaGilde: Uw gift komt ten goede aan de ambachtelijke kant van operaproducties, zoals het ontwerpen en vervaardigen van de decors door ons eigen decoratelier. Ook tot het OperaGilde behoren het maken van rekwisieten en kostuums, en de ontwikkeling van special effects.
Uw rol
Als begunstiger van DNO speelt u een belangrijke rol voor ons. U bepaalt zelf hoe groot die rol zal zijn. Het is mogelijk om DNO te steunen op verschillende niveaus, vastgelegd bij notariële akte voor de duur van vijf jaar. Op die manier is uw gift volledig aftrekbaar voor de belasting. Als u DNO een warm hart toedraagt en ons financieel wilt ondersteunen, kan dat uiteraard ook op andere manieren dan op basis van de hiervoor genoemde formules. Over de manieren waarop u ons kunt steunen en de blijken van waardering die wij daaraan koppelen, kunt u meer lezen in de donateursbrochure. Ook maken onze relatiebeheerders, Vroukje Boenk en Mathilde Smit, graag een afspraak met u voor een vrijblijvend persoonlijk gesprek.
De fiscale voordelen van uw gift
Schenken kan op vele manieren. Een gift houdt in dat er geen directe tegenprestatie tegenover de vrijwillige bijdrage staat. Eenmalige en jaarlijkse giften zijn onder bepaalde voorwaarden aftrekbaar voor de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Ook is het mogelijk om in uw testament De Nederlandse Opera tot erfgenaam te benoemen.
Op 1 januari 2012 is een nieuwe regeling in werking getreden, de zogenoemde fiscale multiplier, die de aftrekbaarheid van giften aan culturele instellingen vergroot met 25% per jaar tot een maximum van E 1.250,-. Doet u bijvoorbeeld een periodieke gift (die voor vijf jaar wordt vastgelegd) van E 1.000,-, dan is 125% hiervan aftrekbaar. De fiscale multiplier geldt ook voor eenmalige giften aan culturele instellingen. DNO heeft als culturele instelling de status Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Daardoor kunnen we donaties en erfenissen vrij van schenk- en erfbelasting ontvangen. Dat betekent dat uw gift volledig ten goede komt aan DNO. Uw voorgenomen schenking wordt kosteloos vastgelegd door onze notaris. Mocht u liever gebruikmaken van uw eigen notaris, dan kan dat natuurlijk ook.
Meer weten?
Wilt u meer weten over schenken aan De Nederlandse Opera, neemt u dan contact op met de afdeling Fondsenwerving en Relatiebeheer, via
[email protected] of per telefoon +31 (0)20 551 83 12, of vraag de donateursbrochure aan op www.dno.nl/ steunons.
Aan het opvoeren van een opera gaat heel wat jaren werk vooraf. Het artistieke team van een productie vormt de spin in het web en bepaalt de koers. Onderdeel van het team is soms de dramaturg, maar wat houdt het werk van een dramaturg precies in? Een gesprek met Klaus Bertisch, dramaturg van De Nederlandse Opera, over zijn fascinatie voor opera, zijn werkzaamheden en de nieuwe productie Il turco in Italia. De eerstvolgende OperaFlirt zal plaatsvinden rond Rossini’s komische opera Il turco in Italia, een nieuwe productie van De Nederlandse Opera. Het artistieke team van de productie bestaat uit regisseur David Hermann, decor- en kostuumontwerper Christof Hetzer, belichter Manfred Voss en dramaturg Klaus Bertisch. Klaus is al 21 jaar vaste dramaturg van De Nederlandse Opera. Wat ging daaraan vooraf en waar komt zijn fascinatie voor opera vandaan? ‘Rond mijn veertiende gingen we met muziekles naar Der Freischütz van Weber in Frankfurt. Dat was mijn eerste kennismaking met opera. De voorstelling beantwoordde aan alle clichés die je over opera kunt hebben. Ik vond het verschrikkelijk! Ik weet nog dat ik toen dacht: ‘Dit is niets voor mij!’. Pas toen hij vanwege zijn interesse in film en toneel Engelse en Duitse taal- en letterkunde ging studeren, keerde het tij. ‘De bekende filmregisseur Volker Schlöndorff – Oscarwinnaar met de film Die Blechtrommel – regisseerde de opera Kát’a Kabanová van Janácˇek. Die wilde ik zien omdat ik benieuwd was naar wat hij met een ander medium zou doen. Tegen al mijn verwachtingen in was ik totaal gefascineerd. Alles klopte! Meteen daarna kocht ik voor de volgende dag weer een kaartje. Dit keer voor Richard Strauss’ Salome. Het was een oubollige productie, maar de vertolking van Anja Silja in de titelrol was zeer overtuigend. Zij had zo veel persoonlijkheid dat ze alle aandacht op het toneel naar zich toe trok. Deze twee totaal verschillende voorstellingen zeiden mij ieder op hun eigen manier iets over het operavak. Toen wist ik: als zóiets mogelijk is, dan is dit mijn plek!’ Door zijn liefde voor en interesse in toneel kende hij al jong veel mensen in de toneelwereld. Toen een dramaturg van een toneelgezelschap hem tipte dat er een plek vrij kwam bij Oper Frankfurt, solliciteerde hij meteen. ‘Op 26-jarige leeftijd werd ik aangenomen bij Oper Frankfurt. Ik was jong, maar ze zochten juist iemand met een nieuwe frisse blik. Mijn sollicitatiegesprek kan ik me nog goed herinneren. Ik was kritisch over de manier waarop het koor in een nieuwe productie van Don Giovanni was neergezet. Dat maakte volgens mij veel indruk, vooral omdat ik daar ook een reden voor kon geven.’ Voordat Klaus bij DNO terechtkwam, werkte hij voor Siemens Kulturprogramm, waarvoor hij programma’s ontwikkelde waarin allerlei verschillende kunstvormen samenkwamen. ‘We presenteerden stomme films met orkestbegeleiding. We ontwikkelden een toneelstuk, waarin ik ook zelf acteerde. We deden dit altijd in samenwerking met werknemers van Siemens
in heel Duitsland. Een belangrijke ervaring. Mijn horizon is hierdoor enorm verbreed. Breed kijken is in het culturele veld ontzettend belangrijk. Je moet elkaar blijven stimuleren en beïnvloeden.’ Wat houdt het werk van een dramaturg bij DNO nu precies in? ‘Sinds Frankfurt heb ik mij steeds meer als productiedramaturg ontwikkeld. Voor Il turco heb ik diverse sessies gehad met de andere teamleden. We nemen het stuk samen door, beluisteren de muziek en verzamelen ideeën. Je gaat op zoek naar mogelijke valkuilen: het verhaal lijkt soms emotioneel, terwijl de muziek juist mechanisch klinkt. Waarom zingt Fiorilla op een gegeven moment een uitbundige coloratuur als daar helemaal geen echte emotie achter schuilt? Of, welke emoties heeft zij überhaupt? Daar moet je proberen een formule voor te vinden: moeten we deze fricties tonen, of gaan we daar juist overheen? Ook dat is een mogelijkheid.’ ‘Dramaturg is een adviserende functie. Het leuke aan mijn werk is de nauwe samenwerking met de artistiek directeur en het hoofd artistieke zaken. Samen met Pierre Audi en Hein Mulders overleggen we wat voor speellijst er moet komen, welke teams we daarvoor gaan aantrekken. Ik doe voorstellen, maar het is uiteindelijk de artistiek directeur die bepaalt wat er op de planken komt te staan.’ Hoewel de komische Italiaanse opera een goede instapopera is, komt er bij de uitvoering meer kijken. ‘Het lijkt licht repertoire, maar humor is juist extra moeilijk over te brengen zonder dat het flauw wordt. Thema’s als de relaties tussen man en vrouw en het effect van jaloezie spelen een belangrijke rol, maar je kunt dit niet alleen met emoties, met passie uitbeelden. David Hermann kwam erachter dat de drie mannenrollen Il poeta Prosdocimo, Don Geronio en Don Narciso vergelijkbaar zijn. Ze zitten met een soortgelijk probleem. Ze houden alle drie van Fiorilla, die op haar beurt weer gefascineerd is door een Turk. Een fantasie-Turk! We laten de drie mannen in de productie er hetzelfde uitzien. Op deze manier benadruk je de frictie, kom je tot een interpretatie van het stuk en tot een concreet beeld in de mise-en-scène.’ Tijdens de repetities kijkt Klaus of hetgeen van tevoren is uitgedacht ook op het toneel werkt. Zo niet, dan wordt het bijgesteld. Daarnaast maakt hij programmaboeken, verzorgt hij regelmatig inleidingen voorafgaand aan de voorstelling of geeft lezingen. ‘Ik heb hier veel vrijheid: ik mag veel zelf bepalen. Vooral de voordelen van het stagionesysteem heb ik hier leren kennen. In Frankfurt werd het repertoiresysteem
Klaus Bertisch (Foto: Hans van den Bogaard)
De Nederlandse Opera brengt al decennia bijzondere muziektheatervoorstellingen van het allerhoogste niveau. Met grote gedrevenheid en artistieke durf werken we aan producties waarin we traditie en vernieuwing samensmeden. Dat bezorgt ons al vele jaren nationale en internationale faam. We zijn artistiek en zakelijk kerngezond en om dat te blijven hebben we uw steun nodig. Natuurlijk door onze voorstellingen te blijven bezoeken, maar – indien mogelijk – ook door middel van een financiële bijdrage. Met uw steun kunnen wij spraakmakende producties van het allerhoogste niveau blijven maken. Voorstellingen die u verrassen, raken en inspireren!
Donateursbrochure, Vroukje Boenk (boven), Mathilde Smit (onder) (Foto’s: Jeronimus van Pelt)
25
gehanteerd. Er werd veel gerepeteerd om verschillende zangers in een productie in te werken. Als je voorstellingen niet in een reeks achter elkaar speelt, is dat nodig. Hier werken wij met één cast. Alleen zo kun je je publiek van de eerste tot de laatste voorstelling dezelfde kwaliteit garanderen.’ In de kunstvorm opera komen verschillende disciplines samen. ‘Dat vind ik juist spannend. Natuurlijk heb ik inmiddels een analytische blik. Ik weet meestal wat werkt en wat niet, wat óverkomt en wat niet. Maar er is eigenlijk niets leuker dan het zien van een voorstelling die je fascineert zonder dat je het in detail kunt benoemen.’ Tot slot nog een tip voor nieuwe operabezoekers. Klaus: ‘Kom niet met een heleboel verwachtingen. Stel je ervoor open. Probeer het verhaal, de beelden en de muziek tot je te laten spreken en creëer daar vervolgens je eigen plaatje van. Dan heeft een voorstelling een groot effect!’
OperaFlirt seizoen 2011-2012
donderdag 19 april 2012 Gioacchino Rossini, Il turco in Italia dinsdag 22 mei 2012 Giuseppe Verdi, Don Carlo Aanmelden voor een OperaFlirt kan een maand voor de betreffende voorstelling via www.operaflirt.nl. Bij meer aanmeldingen dan beschikbare plaatsen worden kaarten verloot.
Mogelijk gemaakt door:
24
Donateurschap DNO
OperaFlirt
Afdeling Fondsenwerving en Relatiebeheer
Elaine Lok
Steun De Nederlandse Opera!
Dramaturg bij De Nederlandse Opera
Broeiende vernieuwingsdrang
De verwachtingen van ons publiek – van u – zijn altijd hoog. Wij beschouwen dat als een compliment en een uitdaging. De Nederlandse Opera (DNO) kent daarnaast nóg een uitdaging die veel creativiteit vraagt: de kostenbeheersing. Onze producties zijn veelomvattend en arbeidsintensief. Daarom moeten we ons zakelijk beleid goed op orde hebben. En dat is het geval. We zijn een financieel gezonde organisatie. Met uw steun houden we dat zo. Door de rijksoverheid is DNO aangemerkt als een culturele topinstelling. Om die reden kunnen wij blijven rekenen op subsidie, ook al is deze aanzienlijk verminderd. Daarnaast komen we graag tegemoet aan de wens van de overheid om onze activiteiten op het gebied van educatie, publieksparticipatie en talentontwikkeling verder uit te breiden. Dus: meer doen met minder geld. Daardoor worden we nu sterker afhankelijk van de inkomsten uit kaartverkoop en de extra geldelijke steun van bedrijven en particulieren.
Doelgericht schenken
Voor een succesvol voortbestaan kan DNO niet buiten financiële steun van particulieren. Met uw betrokkenheid in de vorm van een gift steunt u ons financieel én mentaal. Met uw hulp blijven wij in staat producties te maken van het allerhoogste niveau. Producties die operaliefhebbers verrassen, raken en inspireren. Uw gift kan voor verschillende doelen worden ingezet: OperaBreed: Uw gift komt ten goede aan het werk van DNO in al zijn facetten. Denk hierbij onder meer aan de ontwikkeling van nieuwe opera’s en het contracteren van toptalent. OperaStagione: Uw gift komt ten goede aan specifieke operaproducties. Een voorbeeld is de reprise van de Wagner-cyclus Der Ring des Nibelungen onder regie van Pierre Audi in 2012-2014. OperaPerspectief: Uw gift komt ten goede aan projecten op het gebied van (jeugd)educatie en publieksparticipatie. U draagt bij aan het enthousiasmeren en binden van bestaande en nieuwe publieksgroepen, die door middel van originele projecten en acties betrokken worden bij de kunst van het opera maken. OperaGilde: Uw gift komt ten goede aan de ambachtelijke kant van operaproducties, zoals het ontwerpen en vervaardigen van de decors door ons eigen decoratelier. Ook tot het OperaGilde behoren het maken van rekwisieten en kostuums, en de ontwikkeling van special effects.
Uw rol
Als begunstiger van DNO speelt u een belangrijke rol voor ons. U bepaalt zelf hoe groot die rol zal zijn. Het is mogelijk om DNO te steunen op verschillende niveaus, vastgelegd bij notariële akte voor de duur van vijf jaar. Op die manier is uw gift volledig aftrekbaar voor de belasting. Als u DNO een warm hart toedraagt en ons financieel wilt ondersteunen, kan dat uiteraard ook op andere manieren dan op basis van de hiervoor genoemde formules. Over de manieren waarop u ons kunt steunen en de blijken van waardering die wij daaraan koppelen, kunt u meer lezen in de donateursbrochure. Ook maken onze relatiebeheerders, Vroukje Boenk en Mathilde Smit, graag een afspraak met u voor een vrijblijvend persoonlijk gesprek.
De fiscale voordelen van uw gift
Schenken kan op vele manieren. Een gift houdt in dat er geen directe tegenprestatie tegenover de vrijwillige bijdrage staat. Eenmalige en jaarlijkse giften zijn onder bepaalde voorwaarden aftrekbaar voor de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Ook is het mogelijk om in uw testament De Nederlandse Opera tot erfgenaam te benoemen.
Op 1 januari 2012 is een nieuwe regeling in werking getreden, de zogenoemde fiscale multiplier, die de aftrekbaarheid van giften aan culturele instellingen vergroot met 25% per jaar tot een maximum van E 1.250,-. Doet u bijvoorbeeld een periodieke gift (die voor vijf jaar wordt vastgelegd) van E 1.000,-, dan is 125% hiervan aftrekbaar. De fiscale multiplier geldt ook voor eenmalige giften aan culturele instellingen. DNO heeft als culturele instelling de status Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Daardoor kunnen we donaties en erfenissen vrij van schenk- en erfbelasting ontvangen. Dat betekent dat uw gift volledig ten goede komt aan DNO. Uw voorgenomen schenking wordt kosteloos vastgelegd door onze notaris. Mocht u liever gebruikmaken van uw eigen notaris, dan kan dat natuurlijk ook.
Meer weten?
Wilt u meer weten over schenken aan De Nederlandse Opera, neemt u dan contact op met de afdeling Fondsenwerving en Relatiebeheer, via
[email protected] of per telefoon +31 (0)20 551 83 12, of vraag de donateursbrochure aan op www.dno.nl/ steunons.
Aan het opvoeren van een opera gaat heel wat jaren werk vooraf. Het artistieke team van een productie vormt de spin in het web en bepaalt de koers. Onderdeel van het team is soms de dramaturg, maar wat houdt het werk van een dramaturg precies in? Een gesprek met Klaus Bertisch, dramaturg van De Nederlandse Opera, over zijn fascinatie voor opera, zijn werkzaamheden en de nieuwe productie Il turco in Italia. De eerstvolgende OperaFlirt zal plaatsvinden rond Rossini’s komische opera Il turco in Italia, een nieuwe productie van De Nederlandse Opera. Het artistieke team van de productie bestaat uit regisseur David Hermann, decor- en kostuumontwerper Christof Hetzer, belichter Manfred Voss en dramaturg Klaus Bertisch. Klaus is al 21 jaar vaste dramaturg van De Nederlandse Opera. Wat ging daaraan vooraf en waar komt zijn fascinatie voor opera vandaan? ‘Rond mijn veertiende gingen we met muziekles naar Der Freischütz van Weber in Frankfurt. Dat was mijn eerste kennismaking met opera. De voorstelling beantwoordde aan alle clichés die je over opera kunt hebben. Ik vond het verschrikkelijk! Ik weet nog dat ik toen dacht: ‘Dit is niets voor mij!’. Pas toen hij vanwege zijn interesse in film en toneel Engelse en Duitse taal- en letterkunde ging studeren, keerde het tij. ‘De bekende filmregisseur Volker Schlöndorff – Oscarwinnaar met de film Die Blechtrommel – regisseerde de opera Kát’a Kabanová van Janácˇek. Die wilde ik zien omdat ik benieuwd was naar wat hij met een ander medium zou doen. Tegen al mijn verwachtingen in was ik totaal gefascineerd. Alles klopte! Meteen daarna kocht ik voor de volgende dag weer een kaartje. Dit keer voor Richard Strauss’ Salome. Het was een oubollige productie, maar de vertolking van Anja Silja in de titelrol was zeer overtuigend. Zij had zo veel persoonlijkheid dat ze alle aandacht op het toneel naar zich toe trok. Deze twee totaal verschillende voorstellingen zeiden mij ieder op hun eigen manier iets over het operavak. Toen wist ik: als zóiets mogelijk is, dan is dit mijn plek!’ Door zijn liefde voor en interesse in toneel kende hij al jong veel mensen in de toneelwereld. Toen een dramaturg van een toneelgezelschap hem tipte dat er een plek vrij kwam bij Oper Frankfurt, solliciteerde hij meteen. ‘Op 26-jarige leeftijd werd ik aangenomen bij Oper Frankfurt. Ik was jong, maar ze zochten juist iemand met een nieuwe frisse blik. Mijn sollicitatiegesprek kan ik me nog goed herinneren. Ik was kritisch over de manier waarop het koor in een nieuwe productie van Don Giovanni was neergezet. Dat maakte volgens mij veel indruk, vooral omdat ik daar ook een reden voor kon geven.’ Voordat Klaus bij DNO terechtkwam, werkte hij voor Siemens Kulturprogramm, waarvoor hij programma’s ontwikkelde waarin allerlei verschillende kunstvormen samenkwamen. ‘We presenteerden stomme films met orkestbegeleiding. We ontwikkelden een toneelstuk, waarin ik ook zelf acteerde. We deden dit altijd in samenwerking met werknemers van Siemens
in heel Duitsland. Een belangrijke ervaring. Mijn horizon is hierdoor enorm verbreed. Breed kijken is in het culturele veld ontzettend belangrijk. Je moet elkaar blijven stimuleren en beïnvloeden.’ Wat houdt het werk van een dramaturg bij DNO nu precies in? ‘Sinds Frankfurt heb ik mij steeds meer als productiedramaturg ontwikkeld. Voor Il turco heb ik diverse sessies gehad met de andere teamleden. We nemen het stuk samen door, beluisteren de muziek en verzamelen ideeën. Je gaat op zoek naar mogelijke valkuilen: het verhaal lijkt soms emotioneel, terwijl de muziek juist mechanisch klinkt. Waarom zingt Fiorilla op een gegeven moment een uitbundige coloratuur als daar helemaal geen echte emotie achter schuilt? Of, welke emoties heeft zij überhaupt? Daar moet je proberen een formule voor te vinden: moeten we deze fricties tonen, of gaan we daar juist overheen? Ook dat is een mogelijkheid.’ ‘Dramaturg is een adviserende functie. Het leuke aan mijn werk is de nauwe samenwerking met de artistiek directeur en het hoofd artistieke zaken. Samen met Pierre Audi en Hein Mulders overleggen we wat voor speellijst er moet komen, welke teams we daarvoor gaan aantrekken. Ik doe voorstellen, maar het is uiteindelijk de artistiek directeur die bepaalt wat er op de planken komt te staan.’ Hoewel de komische Italiaanse opera een goede instapopera is, komt er bij de uitvoering meer kijken. ‘Het lijkt licht repertoire, maar humor is juist extra moeilijk over te brengen zonder dat het flauw wordt. Thema’s als de relaties tussen man en vrouw en het effect van jaloezie spelen een belangrijke rol, maar je kunt dit niet alleen met emoties, met passie uitbeelden. David Hermann kwam erachter dat de drie mannenrollen Il poeta Prosdocimo, Don Geronio en Don Narciso vergelijkbaar zijn. Ze zitten met een soortgelijk probleem. Ze houden alle drie van Fiorilla, die op haar beurt weer gefascineerd is door een Turk. Een fantasie-Turk! We laten de drie mannen in de productie er hetzelfde uitzien. Op deze manier benadruk je de frictie, kom je tot een interpretatie van het stuk en tot een concreet beeld in de mise-en-scène.’ Tijdens de repetities kijkt Klaus of hetgeen van tevoren is uitgedacht ook op het toneel werkt. Zo niet, dan wordt het bijgesteld. Daarnaast maakt hij programmaboeken, verzorgt hij regelmatig inleidingen voorafgaand aan de voorstelling of geeft lezingen. ‘Ik heb hier veel vrijheid: ik mag veel zelf bepalen. Vooral de voordelen van het stagionesysteem heb ik hier leren kennen. In Frankfurt werd het repertoiresysteem
Klaus Bertisch (Foto: Hans van den Bogaard)
De Nederlandse Opera brengt al decennia bijzondere muziektheatervoorstellingen van het allerhoogste niveau. Met grote gedrevenheid en artistieke durf werken we aan producties waarin we traditie en vernieuwing samensmeden. Dat bezorgt ons al vele jaren nationale en internationale faam. We zijn artistiek en zakelijk kerngezond en om dat te blijven hebben we uw steun nodig. Natuurlijk door onze voorstellingen te blijven bezoeken, maar – indien mogelijk – ook door middel van een financiële bijdrage. Met uw steun kunnen wij spraakmakende producties van het allerhoogste niveau blijven maken. Voorstellingen die u verrassen, raken en inspireren!
Donateursbrochure, Vroukje Boenk (boven), Mathilde Smit (onder) (Foto’s: Jeronimus van Pelt)
25
gehanteerd. Er werd veel gerepeteerd om verschillende zangers in een productie in te werken. Als je voorstellingen niet in een reeks achter elkaar speelt, is dat nodig. Hier werken wij met één cast. Alleen zo kun je je publiek van de eerste tot de laatste voorstelling dezelfde kwaliteit garanderen.’ In de kunstvorm opera komen verschillende disciplines samen. ‘Dat vind ik juist spannend. Natuurlijk heb ik inmiddels een analytische blik. Ik weet meestal wat werkt en wat niet, wat óverkomt en wat niet. Maar er is eigenlijk niets leuker dan het zien van een voorstelling die je fascineert zonder dat je het in detail kunt benoemen.’ Tot slot nog een tip voor nieuwe operabezoekers. Klaus: ‘Kom niet met een heleboel verwachtingen. Stel je ervoor open. Probeer het verhaal, de beelden en de muziek tot je te laten spreken en creëer daar vervolgens je eigen plaatje van. Dan heeft een voorstelling een groot effect!’
OperaFlirt seizoen 2011-2012
donderdag 19 april 2012 Gioacchino Rossini, Il turco in Italia dinsdag 22 mei 2012 Giuseppe Verdi, Don Carlo Aanmelden voor een OperaFlirt kan een maand voor de betreffende voorstelling via www.operaflirt.nl. Bij meer aanmeldingen dan beschikbare plaatsen worden kaarten verloot.
Mogelijk gemaakt door:
26
27
Don Carlo Wij zweren samen te leven en samen te sterven. (Don Carlo, Rodrigo) I Don Carlo, de Spaanse kroonprins, is verliefd op zijn jonge stiefmoeder, Elisabetta di Valois. Zijn vriend Rodrigo, markies van Posa, probeert hem af te leiden en smeekt hem zich in te zetten voor de onderdrukte Nederlanden. Carlo vraagt Elisabetta te bemiddelen bij de koning, Filippo II. Als hij zijn gevoelens de vrije loop laat, wijst zij hem terecht, hoewel ze ook van hem houdt. Carlo snelt weg. De koning is woedend omdat hij de koningin alleen aantreft. In een gesprek met Rodrigo, die bij hem voor de Nederlanden pleit, vertelt hij deze over zijn zorgen omtrent Elisabetta en Carlo. II Na een anoniem briefje te hebben ontvangen verwacht Carlo ’s nachts de koningin in de tuin. De schrijfster is echter prinses
Eboli, die verliefd op hem is. Als Carlo zich laat ontvallen dat hij van Elisabetta houdt en Eboli afwijst, zweert zij wraak. Rodrigo verzoekt Carlo belastende documenten inzake de Nederlanden aan hem toe te vertrouwen. Vlak vóór een openbare ketterverbranding benaderen afgezanten uit de Nederlanden de koning en smeken hem om hulp. Hij laat hen afvoeren, waarop Carlo met getrokken degen eist naar de Nederlanden te worden gestuurd. Rodrigo ontwapent hem, waarop Filippo de markies tot hertog bevordert en Carlo laat arresteren. III Filippo krijgt van de Grootinquisiteur hulp om zijn zoon een proces aan te doen. Prinses Eboli heeft de koning het juwelenkistje van Elisabetta toegespeeld, met daarin een portret van Carlo. Hij confronteert
haar daarmee, tot haar grote ontzetting. Eboli bekent alles aan de koningin, ook het feit dat ze de minnares van de koning is geweest. Elisabetta verbant haar van het hof. Bij Rodrigo zijn de documenten aangetroffen. Hij zoekt Carlo op in de gevangenis, wetend dat zijn eigen laatste uur geslagen heeft. Getroffen door een dodelijk schot, sterft Rodrigo in Carlo’s armen. Filippo wil Carlo zijn degen teruggeven, maar deze wijst hem af en bekent dat Rodrigo voor hem is gestorven. Als het volk de gevangenis bestormt, weet Carlo te vluchten. IV Elisabetta en Carlo nemen afscheid bij het klooster van San Yuste. Zij worden verrast door de koning en de Grootinquisiteur, maar voordat de wachten Carlo gevangen kunnen nemen, zoekt deze verlossing in het hiernamaals.
ma 7 mei 2012 première
19.30 uur
do 10 zo 13 wo 16 za 19 di 22 vr 25 ma 28 wo 30
19.30 13.30 19.30 19.30 19.30 19.30 13.30 19.30
mei mei mei mei mei mei mei mei
uur uur uur uur uur uur uur uur
Het Muziektheater Amsterdam Kaartverkoop is reeds begonnen. Bij het ter perse gaan van deze Odeon zijn er nog kaarten verkrijgbaar. Bel het Kassa-bespreekbureau: 020-625 5455 Online reserveren: www.dno.nl Inleidingen door Aukelien van Hoytema Plaats: het Muziektheater (foyer 2de balkon) Tijd: 45 minuten voor aanvang van iedere voorstelling, dus 18.45 uur (avond)/12.45 uur (matinee) Lengte: ± 30 minuten Toegang: gratis op vertoon van een plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag Met steun van de Vereniging Vrienden van De Nederlandse Opera Uitzenddatum Radio 4, NTR Opera Live: zaterdag 19 mei, 18.00 uur. Dinerbuffetten Bij elke avondvoorstelling van DNO kunt u genieten van een dinerbuffet in de foyer van het Muziektheater. Zo kunt u rustig eten en bent u op tijd voor de opera. Reserveren: 020-625 5455 of via www.het-muziektheater.nl/kaarten.
Don Carlo
Reprise
Giuseppe Verdi 1813 - 1901
Opera in quattro atti libretto Joseph Méry en Camille du Locle muzikale leiding Yannick Nézet-Séguin regie Willy Decker decor/kostuums Wolfgang Gussmann licht Hans Toelstede dramaturgie Klaus Bertisch Filippo II Mikhail Petrenko Don Carlo Andrew Richards Rodrigo Christopher Maltman Il grande inquisitore Sir John Tomlinson Un frate Andrea Mastroni Elisabetta di Valois Camilla Nylund La principessa d'Eboli Ekaterina Gubanova Tebaldo Eugénie Warnier La contessa d'Aremberg Mariëtte Oelderik Il conte di Lerma/Un araldo reale Rudi de Vries Una voce dal cielo Lisette Bolle Rotterdams Philharmonisch Orkest Koor van De Nederlandse Opera instudering Martin Wright De opera wordt in het Italiaans gezongen en Nederlands boventiteld. De voorstelling duurt circa 3 uur en 30 minuten. Er is 1 pauze.
Scènes uit Don Carlo, 2004 (Foto’s: Hans van den Bogaard)
Het operaboek Don Carlo is verkrijgbaar in het Muziek theater. Daarin zijn onder meer een uitgebreide synopsis en het libretto in het Italiaans en het Neder lands opgenomen. De prijs is € 8.
26
27
Don Carlo Wij zweren samen te leven en samen te sterven. (Don Carlo, Rodrigo) I Don Carlo, de Spaanse kroonprins, is verliefd op zijn jonge stiefmoeder, Elisabetta di Valois. Zijn vriend Rodrigo, markies van Posa, probeert hem af te leiden en smeekt hem zich in te zetten voor de onderdrukte Nederlanden. Carlo vraagt Elisabetta te bemiddelen bij de koning, Filippo II. Als hij zijn gevoelens de vrije loop laat, wijst zij hem terecht, hoewel ze ook van hem houdt. Carlo snelt weg. De koning is woedend omdat hij de koningin alleen aantreft. In een gesprek met Rodrigo, die bij hem voor de Nederlanden pleit, vertelt hij deze over zijn zorgen omtrent Elisabetta en Carlo. II Na een anoniem briefje te hebben ontvangen verwacht Carlo ’s nachts de koningin in de tuin. De schrijfster is echter prinses
Eboli, die verliefd op hem is. Als Carlo zich laat ontvallen dat hij van Elisabetta houdt en Eboli afwijst, zweert zij wraak. Rodrigo verzoekt Carlo belastende documenten inzake de Nederlanden aan hem toe te vertrouwen. Vlak vóór een openbare ketterverbranding benaderen afgezanten uit de Nederlanden de koning en smeken hem om hulp. Hij laat hen afvoeren, waarop Carlo met getrokken degen eist naar de Nederlanden te worden gestuurd. Rodrigo ontwapent hem, waarop Filippo de markies tot hertog bevordert en Carlo laat arresteren. III Filippo krijgt van de Grootinquisiteur hulp om zijn zoon een proces aan te doen. Prinses Eboli heeft de koning het juwelenkistje van Elisabetta toegespeeld, met daarin een portret van Carlo. Hij confronteert
haar daarmee, tot haar grote ontzetting. Eboli bekent alles aan de koningin, ook het feit dat ze de minnares van de koning is geweest. Elisabetta verbant haar van het hof. Bij Rodrigo zijn de documenten aangetroffen. Hij zoekt Carlo op in de gevangenis, wetend dat zijn eigen laatste uur geslagen heeft. Getroffen door een dodelijk schot, sterft Rodrigo in Carlo’s armen. Filippo wil Carlo zijn degen teruggeven, maar deze wijst hem af en bekent dat Rodrigo voor hem is gestorven. Als het volk de gevangenis bestormt, weet Carlo te vluchten. IV Elisabetta en Carlo nemen afscheid bij het klooster van San Yuste. Zij worden verrast door de koning en de Grootinquisiteur, maar voordat de wachten Carlo gevangen kunnen nemen, zoekt deze verlossing in het hiernamaals.
ma 7 mei 2012 première
19.30 uur
do 10 zo 13 wo 16 za 19 di 22 vr 25 ma 28 wo 30
19.30 13.30 19.30 19.30 19.30 19.30 13.30 19.30
mei mei mei mei mei mei mei mei
uur uur uur uur uur uur uur uur
Het Muziektheater Amsterdam Kaartverkoop is reeds begonnen. Bij het ter perse gaan van deze Odeon zijn er nog kaarten verkrijgbaar. Bel het Kassa-bespreekbureau: 020-625 5455 Online reserveren: www.dno.nl Inleidingen door Aukelien van Hoytema Plaats: het Muziektheater (foyer 2de balkon) Tijd: 45 minuten voor aanvang van iedere voorstelling, dus 18.45 uur (avond)/12.45 uur (matinee) Lengte: ± 30 minuten Toegang: gratis op vertoon van een plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag Met steun van de Vereniging Vrienden van De Nederlandse Opera Uitzenddatum Radio 4, NTR Opera Live: zaterdag 19 mei, 18.00 uur. Dinerbuffetten Bij elke avondvoorstelling van DNO kunt u genieten van een dinerbuffet in de foyer van het Muziektheater. Zo kunt u rustig eten en bent u op tijd voor de opera. Reserveren: 020-625 5455 of via www.het-muziektheater.nl/kaarten.
Don Carlo
Reprise
Giuseppe Verdi 1813 - 1901
Opera in quattro atti libretto Joseph Méry en Camille du Locle muzikale leiding Yannick Nézet-Séguin regie Willy Decker decor/kostuums Wolfgang Gussmann licht Hans Toelstede dramaturgie Klaus Bertisch Filippo II Mikhail Petrenko Don Carlo Andrew Richards Rodrigo Christopher Maltman Il grande inquisitore Sir John Tomlinson Un frate Andrea Mastroni Elisabetta di Valois Camilla Nylund La principessa d'Eboli Ekaterina Gubanova Tebaldo Eugénie Warnier La contessa d'Aremberg Mariëtte Oelderik Il conte di Lerma/Un araldo reale Rudi de Vries Una voce dal cielo Lisette Bolle Rotterdams Philharmonisch Orkest Koor van De Nederlandse Opera instudering Martin Wright De opera wordt in het Italiaans gezongen en Nederlands boventiteld. De voorstelling duurt circa 3 uur en 30 minuten. Er is 1 pauze.
Scènes uit Don Carlo, 2004 (Foto’s: Hans van den Bogaard)
Het operaboek Don Carlo is verkrijgbaar in het Muziek theater. Daarin zijn onder meer een uitgebreide synopsis en het libretto in het Italiaans en het Neder lands opgenomen. De prijs is € 8.
Achtergrond Don Carlo
28
29
‘Een schitterend drama’
Giuseppe Verdi
Behalve voor de toneelwerken van William Shakespeare en Victor Hugo koesterde Giuseppe Verdi als hij op zoek was naar geschikte operastof ook een voorliefde voor de drama’s van Friedrich Schiller. Diens stuk over de ongelukkige Spaanse kroonprins Don Carlos werd de basis voor een van Verdi's meest geslaagde werken. Een makkelijke bevalling was het niet, met name door de grote lengte van het drama in verzen. Er bestaan van Don Carlos (Frans)/Don Carlo (Italiaans) maar liefst vijf verschillende hoofdversies. De Nederlandse Opera koos voor die uit Milaan. In de zomer van 1864 stuurde Émile Perrin, de directeur van de Parijse Opéra, een libretto van Eugène Scribe, getiteld Judith, naar Verdi, in de hoop dat die daar een grand opéra van wilde maken. De componist wees de suggestie van de hand, maar liet ruimte voor een alternatief: ‘Als ik voor de Opéra zal schrijven, dan alleen op een tekst die mij geheel bevredigt en bovendien moet het er een zijn die echt indruk maakt.’ Via de impresario en muziekuitgever Léon Escudier bleef Perrin Verdi achtervolgen, waarbij als mogelijke titels onder meer King Lear (Shakespeare) en Cléopatra werden genoemd. Aan Escudier liet Verdi weten: ‘King Lear is geweldig, subliem en vol pathos, maar voor de Opéra is het visueel niet spectaculair genoeg. Wat dat betreft is Cléopatra weer beter geschikt, maar de liefdes van de hoofdpersonen, hun karakters en zelfs hun wederwaardigheden wekken maar weinig sympathie op... Kortom, alles hangt af van het libretto. Een libretto, een libretto en de opera is er!’ Toen Escudier in juli 1865 Verdi thuis in Sant’Agata kwam opzoeken, had hij niet alleen het libretto van Cléopatra bij zich, dat geschreven was door Joseph Méry en Perrins schoonzoon, Camille du Locle, maar ook hun scenario voor een Don Carlos, naar Friedrich Schillers Dom Karlos. Infant von Spanien. Beide libretti waren in het Frans. Meteen daarop liet Verdi aan Perrin weten dat hij niets zag in Cléopatra, maar dat Don Carlos ‘een schitterend drama’ was, ‘hoewel misschien wat arm aan toneelbeelden’. Nog diezelfde maand kon Escudier aan Perrin berichten dat Verdi een opdracht voor de winter 1866-1867 aanvaardde, mits er – als het Don Carlos werd – een verrassingselement aan het stuk zou worden toegevoegd, bijvoorbeeld de verschijning van keizer Karel V. Zelfs toen lag de keuze nog open tussen King Lear, waar Verdi toch veel voor voelde, en Don Carlos. Pas een tweede concept voor wat vermoedelijk het definitieve contract werd (november 1865), spreekt van ‘een opera in vier of vijf akten, gebaseerd op Schillers Don Carlos, op een libretto van Méry en Du Locle’.
Räuber, Kabale und Liebe en Die Jungfrau von Orléans – waarop Verdi repectievelijk I masnadieri, Luisa Miller en Giovanna d'Arco zou baseren. Geen wonder dat Verdi en zijn librettisten bij het componeren van de opera door die enorme omvang in de problemen kwamen. De eerste zes maanden van 1866 werkte Verdi ijverig aan Don Carlos, en toen hij in juli van dat jaar in Parijs arriveerde, had hij een zo goed als voltooide partituur bij zich. De repetitieperiode was lang en zwaar, en tegen het einde ervan bleek dat er moest worden gecoupeerd omdat de opera veel te lang was. Na de met weinig enthousiasme ontvangen première op 11 maart 1867 en de geplande reeks voorstellingen zou Don Carlos vanaf 1869 voorlopig van het repertoire van de Opéra verdwijnen. Ondanks de coupures die voor de generale repetitie en zelfs nog na de première waren doorgevoerd, bleef de grote lengte een van de voornaamste blokkades op de weg naar echte Bier en gebak populariteit. Hoe rijk het ook is aan ideeën en emoties, Geen enkele componist stemt zonder slag het toneelstuk Don Carlos vertoont een grote tekortkoming, namelijk een gebrek aan of stoot in met het aanbrengen van coupustructuur. Een mogelijke verklaring daarvoor res: instinctmatig zal een toondichter zijn geesteskinderen in bescherming nemen is het feit dat Schiller het schreef in een periode van vier jaar (1783-1787), met allerlei tegen dergelijke ‘amputaties’. Maar Verdi was realistisch genoeg om te weten wanonderbrekingen, waaronder de creatie van Kabale und Liebe. Toen het drama eindelijk af neer hij moest toegeven. In 1872 had hij voor Napels al flink in Don Carlo (zoals de opera was, bleek het een monsterlijke lengte van in het Italiaans heet) gesneden. Met het oog 6000 verzen te hebben, het dubbele van Die
drama niet. Integendeel, door het in te korten maken ze het levendiger. Het stuk wordt korter en veel krachtiger.’ Hoewel het vervallen van de Fontainebleau-akte, waarin Don Carlo en Elisabetta elkaar als verloofden ontmoeten en op het eerste gezicht verliefd raken, de toeschouwer berooft van belangrijke informatie (en van prachtige muziek), wint de opera in een verkorte versie inderdaad aanzienlijk aan spanning en zeggingskracht. Ook staat deze bewerking dichter bij Schiller. De versie in vier akten ging niet in Wenen in première, maar in Milaan, en wel in het Teatro alla Scala, op 10 januari 1884. Het is deze ‘Milanese’ Don Carlo die door De Nederlandse Opera wordt gepresenteerd. Voor de volledigheid moet echter worden vermeld dat deze versie niet de laatste is: in 1886 zou voor uitvoeringen in Modena de eerste akte weer worden teruggeplaatst. Dat brengt het totale aantal hoofdversies op vijf: 1. de Franse oerversie uit 1866, 2. de in 1867 gepubliceerde Parijse versie (vijf akten plus ballet), 3. de Napolitaanse versie uit 1872 (die gelijk is aan de Parijse, afgezien van wijzigingen in de duetten tusen Posa en Filippo, en tussen Carlo en Elisabetta), 4. de Milanese versie in vier akten zonder ballet uit 1884 en 5. de Modena-versie uit 1886 (vijf akten zonder ballet).
Scène uit Don Carlo, 2004 (Foto: Hans van den Bogaard)
Frits Vliegenthart
Huisarrest
op voorstellingen in Wenen werd hem tien jaar later verzocht het werk rigoureus terug te brengen naar vier akten. De componist schreef daarover ironisch aan zijn vriend Giuseppe Piroli (3 december 1882): ‘In deze stad sluiten de conciërges, zoals je weet, om tien uur ’s avonds de voordeuren van de huizen, en om die tijd zit iedereen aan het bier en het gebak. Als gevolg daarvan moeten alle theatervoorstellingen op tijd zijn afgelopen. Te lange opera’s worden onbarmhartig geamputeerd, zoals overigens in elk willekeurig theater in Italië. Maar als het echt onvermijdelijk is dat men mij mijn benen afzaagt, dan wil ik tenminste zelf het mes slijpen en hanteren.’ In de jaren 1882-1883 pakte Verdi zijn Don Carlo stevig aan, waarbij hij niet alleen sommige delen die hij eigenlijk niet goed genoeg vond herschreef, maar vooral een aantal ingrijpende coupures aanbracht. De belangrijkste daarvan: het schrappen van de gehele eerste akte, die in Fontainebleau speelt (waaruit Verdi Carlo’s aria ‘Io la vidi’ voor een goed begrip van de handeling overnam in de nieuwe eerste akte), van het ballet en de eraan voorafgaande scène in de (oude) derde akte, en van het koor van de Inquisitie in de (oude) vijfde akte. Uiteindelijk was de componist niet ontevreden over de versie in vier bedrijven. In een brief aan zijn vriend Opprandino Arrivabene schreef hij (15 maart 1883): ‘De coupures schaden het muzikale
Schiller baseerde zich op de novelle Don Carlos van Abbé de Saint-Réal, in 1672 te Amsterdam gepubliceerd. Het historische feit waaruit deze vertelling, het drama en de opera als uit een kiemcel zijn ontstaan, is de Vrede van Cateau-Cambrésis (1559). Daarbij nam de Spaanse koning Filips II – na de dood van zijn tweede vrouw, Mary Tudor van Engeland – de veertienjarige Franse prinses Élisabeth de Valois tot zijn derde vrouw. Deze was oorspronkelijk als bruid voorbestemd voor de even oude Infante (kroonprins) Don Carlos. Hoewel Carlos zijn nieuwe stiefmoeder aanvankelijk met argwaan bekeek – eventuele kinderen zouden immers rivalen kunnen worden voor zijn eigen troonopvolging – ontwikkelde zich tussen de beide jonge mensen een hechte vriendschap, zonder dat er aanleiding is om aan te nemen dat ze een verhouding hadden of op elkaar verliefd waren. Hier (en elders) veroorloofde Schiller zich een dichterlijke vrijheid. Naar verluidt heeft de Infante op jeugdige leeftijd hersenletsel opgelopen door een val van een trap, die hem bijna het leven kostte. Getuigen beschrijven zijn onevenwichtige karakter en veelvuldige woede-uitbarstingen. Hij was zeer zeker opstandig tegenover zijn vader, die hem uit vrees voor een burgeroorlog onder huisarrest liet plaatsen. Niet lang na deze gebeurtenis stierf Don Carlos een natuurlijke dood. Ook Élisabeth was geen lang leven beschoren: zij overleed drie maanden na Carlos op 22-jarige leeftijd, ten gevolge van een miskraam. Eerder had ze Filips twee dochters geschonken. Toen Filips Élisabeth in Spanje verwelkomde (1560), staarde zij hem aan, waarop de koning, die toen begin dertig was, lachend zei: ‘Waar kijkt u naar? Of ik al grijs ben?’ Naar dit moment verwijst hij in de opera tijdens zijn grote monoloog aan het begin van de derde akte. Ook bij Verdi is
Filips nog niet oud in jaren, maar hij vóélt zich oud en vooral onbemind. De historische figuur was niet alleen introvert maar ook zeer onbetrouwbaar; van hem werd gezegd ‘dat zijn dolk onmiddellijk volgde op zijn glimlach’. Filips II was paranoïde en niet in staat tot liefhebben. Hij vernederde zijn zoon regelmatig ten overstaan van het hele hof. Meer dan bij Schiller krijgt Filips bij Verdi menselijke trekken en wekt hij zelfs medelijden. Een sleutelfiguur in de opera is Carlo’s altruïstische vriend Rodrigo, markies van Posa. Historisch gezien valt er weinig over hem te melden, behalve dat er inderdaad iemand van die naam heeft bestaan. Vermoedelijk liet Schiller zich hier inspireren door Don Juan van Oostenrijk, een bastaardzoon van keizer Karel V. Don Juan werd door Filips II met tegenzin aangesteld als landvoogd in de Nederlanden en het is niet ondenkbaar dat hij sympathiseerde met de opstandelingen. Of zijn dood onder onduidelijke omstandigheden daarmee te maken had, zoals wel wordt beweerd, is niet bewezen. De echte prinses Eboli ontleende haar naam aan een van de titels van haar man, Ruy Gomez da Silva. Inderdaad was zij een hofdame van Élisabeth en had ze dus toegang tot haar privé-vertrekken. Van enige intrige is echter niets bekend, ofschoon
sommige historici denken dat minstens één van haar negen kinderen verwekt was door de koning. Ook de Grootinquisiteur is gebaseerd op een historische figuur, Diego de Espinosa. In werkelijkheid was de Inquisiteur echter niet in een positie om de koning te bedreigen, want deze had hem zelf aangesteld en had persoonlijk de leiding over de Inquisitie.
Herkenbaar en menselijk
Don Carlo[s], tegenwoordig in de top drie van Verdi’s meest geliefde werken, stijgt ver uit boven het genre grand opéra. Het is een opera van de dood: Elisabetta, Don Carlo, Filippo en Posa verlangen allen naar het einde van hun treurige levens. Terwijl de spannende gebeurtenissen zich afspelen tegen de achtergrond van een verstarde wereldmacht, gaat het in feite niet zozeer om die macht als wel om om een herkenbaar en menselijk drama over relaties tussen man en vrouw, vader en zoon, tussen vrienden. Dit uit zich in sterke mate in de duetten. In geen andere opera van Verdi zijn de hoofdpersonages uitgewerkt tot zulke complete en geloofwaardige individuen als in Don Carlo[s]. De diverse locaties en sferen worden haarfijn geschilderd in het orkest. En last but not least: tegenover intieme episodes staan imposante koorpartijen.
Achtergrond Don Carlo
28
29
‘Een schitterend drama’
Giuseppe Verdi
Behalve voor de toneelwerken van William Shakespeare en Victor Hugo koesterde Giuseppe Verdi als hij op zoek was naar geschikte operastof ook een voorliefde voor de drama’s van Friedrich Schiller. Diens stuk over de ongelukkige Spaanse kroonprins Don Carlos werd de basis voor een van Verdi's meest geslaagde werken. Een makkelijke bevalling was het niet, met name door de grote lengte van het drama in verzen. Er bestaan van Don Carlos (Frans)/Don Carlo (Italiaans) maar liefst vijf verschillende hoofdversies. De Nederlandse Opera koos voor die uit Milaan. In de zomer van 1864 stuurde Émile Perrin, de directeur van de Parijse Opéra, een libretto van Eugène Scribe, getiteld Judith, naar Verdi, in de hoop dat die daar een grand opéra van wilde maken. De componist wees de suggestie van de hand, maar liet ruimte voor een alternatief: ‘Als ik voor de Opéra zal schrijven, dan alleen op een tekst die mij geheel bevredigt en bovendien moet het er een zijn die echt indruk maakt.’ Via de impresario en muziekuitgever Léon Escudier bleef Perrin Verdi achtervolgen, waarbij als mogelijke titels onder meer King Lear (Shakespeare) en Cléopatra werden genoemd. Aan Escudier liet Verdi weten: ‘King Lear is geweldig, subliem en vol pathos, maar voor de Opéra is het visueel niet spectaculair genoeg. Wat dat betreft is Cléopatra weer beter geschikt, maar de liefdes van de hoofdpersonen, hun karakters en zelfs hun wederwaardigheden wekken maar weinig sympathie op... Kortom, alles hangt af van het libretto. Een libretto, een libretto en de opera is er!’ Toen Escudier in juli 1865 Verdi thuis in Sant’Agata kwam opzoeken, had hij niet alleen het libretto van Cléopatra bij zich, dat geschreven was door Joseph Méry en Perrins schoonzoon, Camille du Locle, maar ook hun scenario voor een Don Carlos, naar Friedrich Schillers Dom Karlos. Infant von Spanien. Beide libretti waren in het Frans. Meteen daarop liet Verdi aan Perrin weten dat hij niets zag in Cléopatra, maar dat Don Carlos ‘een schitterend drama’ was, ‘hoewel misschien wat arm aan toneelbeelden’. Nog diezelfde maand kon Escudier aan Perrin berichten dat Verdi een opdracht voor de winter 1866-1867 aanvaardde, mits er – als het Don Carlos werd – een verrassingselement aan het stuk zou worden toegevoegd, bijvoorbeeld de verschijning van keizer Karel V. Zelfs toen lag de keuze nog open tussen King Lear, waar Verdi toch veel voor voelde, en Don Carlos. Pas een tweede concept voor wat vermoedelijk het definitieve contract werd (november 1865), spreekt van ‘een opera in vier of vijf akten, gebaseerd op Schillers Don Carlos, op een libretto van Méry en Du Locle’.
Räuber, Kabale und Liebe en Die Jungfrau von Orléans – waarop Verdi repectievelijk I masnadieri, Luisa Miller en Giovanna d'Arco zou baseren. Geen wonder dat Verdi en zijn librettisten bij het componeren van de opera door die enorme omvang in de problemen kwamen. De eerste zes maanden van 1866 werkte Verdi ijverig aan Don Carlos, en toen hij in juli van dat jaar in Parijs arriveerde, had hij een zo goed als voltooide partituur bij zich. De repetitieperiode was lang en zwaar, en tegen het einde ervan bleek dat er moest worden gecoupeerd omdat de opera veel te lang was. Na de met weinig enthousiasme ontvangen première op 11 maart 1867 en de geplande reeks voorstellingen zou Don Carlos vanaf 1869 voorlopig van het repertoire van de Opéra verdwijnen. Ondanks de coupures die voor de generale repetitie en zelfs nog na de première waren doorgevoerd, bleef de grote lengte een van de voornaamste blokkades op de weg naar echte Bier en gebak populariteit. Hoe rijk het ook is aan ideeën en emoties, Geen enkele componist stemt zonder slag het toneelstuk Don Carlos vertoont een grote tekortkoming, namelijk een gebrek aan of stoot in met het aanbrengen van coupustructuur. Een mogelijke verklaring daarvoor res: instinctmatig zal een toondichter zijn geesteskinderen in bescherming nemen is het feit dat Schiller het schreef in een periode van vier jaar (1783-1787), met allerlei tegen dergelijke ‘amputaties’. Maar Verdi was realistisch genoeg om te weten wanonderbrekingen, waaronder de creatie van Kabale und Liebe. Toen het drama eindelijk af neer hij moest toegeven. In 1872 had hij voor Napels al flink in Don Carlo (zoals de opera was, bleek het een monsterlijke lengte van in het Italiaans heet) gesneden. Met het oog 6000 verzen te hebben, het dubbele van Die
drama niet. Integendeel, door het in te korten maken ze het levendiger. Het stuk wordt korter en veel krachtiger.’ Hoewel het vervallen van de Fontainebleau-akte, waarin Don Carlo en Elisabetta elkaar als verloofden ontmoeten en op het eerste gezicht verliefd raken, de toeschouwer berooft van belangrijke informatie (en van prachtige muziek), wint de opera in een verkorte versie inderdaad aanzienlijk aan spanning en zeggingskracht. Ook staat deze bewerking dichter bij Schiller. De versie in vier akten ging niet in Wenen in première, maar in Milaan, en wel in het Teatro alla Scala, op 10 januari 1884. Het is deze ‘Milanese’ Don Carlo die door De Nederlandse Opera wordt gepresenteerd. Voor de volledigheid moet echter worden vermeld dat deze versie niet de laatste is: in 1886 zou voor uitvoeringen in Modena de eerste akte weer worden teruggeplaatst. Dat brengt het totale aantal hoofdversies op vijf: 1. de Franse oerversie uit 1866, 2. de in 1867 gepubliceerde Parijse versie (vijf akten plus ballet), 3. de Napolitaanse versie uit 1872 (die gelijk is aan de Parijse, afgezien van wijzigingen in de duetten tusen Posa en Filippo, en tussen Carlo en Elisabetta), 4. de Milanese versie in vier akten zonder ballet uit 1884 en 5. de Modena-versie uit 1886 (vijf akten zonder ballet).
Scène uit Don Carlo, 2004 (Foto: Hans van den Bogaard)
Frits Vliegenthart
Huisarrest
op voorstellingen in Wenen werd hem tien jaar later verzocht het werk rigoureus terug te brengen naar vier akten. De componist schreef daarover ironisch aan zijn vriend Giuseppe Piroli (3 december 1882): ‘In deze stad sluiten de conciërges, zoals je weet, om tien uur ’s avonds de voordeuren van de huizen, en om die tijd zit iedereen aan het bier en het gebak. Als gevolg daarvan moeten alle theatervoorstellingen op tijd zijn afgelopen. Te lange opera’s worden onbarmhartig geamputeerd, zoals overigens in elk willekeurig theater in Italië. Maar als het echt onvermijdelijk is dat men mij mijn benen afzaagt, dan wil ik tenminste zelf het mes slijpen en hanteren.’ In de jaren 1882-1883 pakte Verdi zijn Don Carlo stevig aan, waarbij hij niet alleen sommige delen die hij eigenlijk niet goed genoeg vond herschreef, maar vooral een aantal ingrijpende coupures aanbracht. De belangrijkste daarvan: het schrappen van de gehele eerste akte, die in Fontainebleau speelt (waaruit Verdi Carlo’s aria ‘Io la vidi’ voor een goed begrip van de handeling overnam in de nieuwe eerste akte), van het ballet en de eraan voorafgaande scène in de (oude) derde akte, en van het koor van de Inquisitie in de (oude) vijfde akte. Uiteindelijk was de componist niet ontevreden over de versie in vier bedrijven. In een brief aan zijn vriend Opprandino Arrivabene schreef hij (15 maart 1883): ‘De coupures schaden het muzikale
Schiller baseerde zich op de novelle Don Carlos van Abbé de Saint-Réal, in 1672 te Amsterdam gepubliceerd. Het historische feit waaruit deze vertelling, het drama en de opera als uit een kiemcel zijn ontstaan, is de Vrede van Cateau-Cambrésis (1559). Daarbij nam de Spaanse koning Filips II – na de dood van zijn tweede vrouw, Mary Tudor van Engeland – de veertienjarige Franse prinses Élisabeth de Valois tot zijn derde vrouw. Deze was oorspronkelijk als bruid voorbestemd voor de even oude Infante (kroonprins) Don Carlos. Hoewel Carlos zijn nieuwe stiefmoeder aanvankelijk met argwaan bekeek – eventuele kinderen zouden immers rivalen kunnen worden voor zijn eigen troonopvolging – ontwikkelde zich tussen de beide jonge mensen een hechte vriendschap, zonder dat er aanleiding is om aan te nemen dat ze een verhouding hadden of op elkaar verliefd waren. Hier (en elders) veroorloofde Schiller zich een dichterlijke vrijheid. Naar verluidt heeft de Infante op jeugdige leeftijd hersenletsel opgelopen door een val van een trap, die hem bijna het leven kostte. Getuigen beschrijven zijn onevenwichtige karakter en veelvuldige woede-uitbarstingen. Hij was zeer zeker opstandig tegenover zijn vader, die hem uit vrees voor een burgeroorlog onder huisarrest liet plaatsen. Niet lang na deze gebeurtenis stierf Don Carlos een natuurlijke dood. Ook Élisabeth was geen lang leven beschoren: zij overleed drie maanden na Carlos op 22-jarige leeftijd, ten gevolge van een miskraam. Eerder had ze Filips twee dochters geschonken. Toen Filips Élisabeth in Spanje verwelkomde (1560), staarde zij hem aan, waarop de koning, die toen begin dertig was, lachend zei: ‘Waar kijkt u naar? Of ik al grijs ben?’ Naar dit moment verwijst hij in de opera tijdens zijn grote monoloog aan het begin van de derde akte. Ook bij Verdi is
Filips nog niet oud in jaren, maar hij vóélt zich oud en vooral onbemind. De historische figuur was niet alleen introvert maar ook zeer onbetrouwbaar; van hem werd gezegd ‘dat zijn dolk onmiddellijk volgde op zijn glimlach’. Filips II was paranoïde en niet in staat tot liefhebben. Hij vernederde zijn zoon regelmatig ten overstaan van het hele hof. Meer dan bij Schiller krijgt Filips bij Verdi menselijke trekken en wekt hij zelfs medelijden. Een sleutelfiguur in de opera is Carlo’s altruïstische vriend Rodrigo, markies van Posa. Historisch gezien valt er weinig over hem te melden, behalve dat er inderdaad iemand van die naam heeft bestaan. Vermoedelijk liet Schiller zich hier inspireren door Don Juan van Oostenrijk, een bastaardzoon van keizer Karel V. Don Juan werd door Filips II met tegenzin aangesteld als landvoogd in de Nederlanden en het is niet ondenkbaar dat hij sympathiseerde met de opstandelingen. Of zijn dood onder onduidelijke omstandigheden daarmee te maken had, zoals wel wordt beweerd, is niet bewezen. De echte prinses Eboli ontleende haar naam aan een van de titels van haar man, Ruy Gomez da Silva. Inderdaad was zij een hofdame van Élisabeth en had ze dus toegang tot haar privé-vertrekken. Van enige intrige is echter niets bekend, ofschoon
sommige historici denken dat minstens één van haar negen kinderen verwekt was door de koning. Ook de Grootinquisiteur is gebaseerd op een historische figuur, Diego de Espinosa. In werkelijkheid was de Inquisiteur echter niet in een positie om de koning te bedreigen, want deze had hem zelf aangesteld en had persoonlijk de leiding over de Inquisitie.
Herkenbaar en menselijk
Don Carlo[s], tegenwoordig in de top drie van Verdi’s meest geliefde werken, stijgt ver uit boven het genre grand opéra. Het is een opera van de dood: Elisabetta, Don Carlo, Filippo en Posa verlangen allen naar het einde van hun treurige levens. Terwijl de spannende gebeurtenissen zich afspelen tegen de achtergrond van een verstarde wereldmacht, gaat het in feite niet zozeer om die macht als wel om om een herkenbaar en menselijk drama over relaties tussen man en vrouw, vader en zoon, tussen vrienden. Dit uit zich in sterke mate in de duetten. In geen andere opera van Verdi zijn de hoofdpersonages uitgewerkt tot zulke complete en geloofwaardige individuen als in Don Carlo[s]. De diverse locaties en sferen worden haarfijn geschilderd in het orkest. En last but not least: tegenover intieme episodes staan imposante koorpartijen.
31
Interview Don Carlo
Michel Khalifa
Een visionair verhaal
Muziektheaterwinkel Cd/dvd-aanbevelingen Il turco in Italia
Cd/dvd-aanbevelingen Händel
Cd/dvd-aanbevelingen Don Carlo
Cd Il turco in Italia met Cecilia Bartoli, Michele Pertusi, Ramón Vargas Teatro alla Scala di Milano o.l.v. Riccardo Chailly Decca € 19,95
Cd Don Carlo met Plácido Domingo, Montserrat Caballé Royal Opera House Covent Garden o.l.v. Carlo Maria Giulini EMI € 24,95
Dvd Ariodante met Ann Murray, Joan Rodgers English National Opera Orchestra & Chorus o.l.v. Ivor Bolton regie: David Alden Arthaus € 24,95
Dvd Il turco in Italia met Simone Alaimo, Myrtò Papatanasiu Teatro Carlo Felice o.l.v. Jonathan Webb regie: Egisto Marcucci Arthaus € 29,95
Dvd Don Carlo met Rolando Villazon, Robert Lloyd, Amanda Roocroft Koninklijk Concertgebouworkest & Koor van De Nederlandse Opera o.l.v. Riccardo Chailly regie: Willy Decker Opus Arte € 34,95 (o.v.)
Bovenstaande cd’s en dvd’s zijn verkrijgbaar in de Muziektheaterwinkel en bij alle vestigingen van Concerto/Plato. Op vertoon van hun abonnementskaart krijgen DNO-abonnees 10% korting bij Concerto/Plato en in de Muziektheaterwinkel.
‘In Don Carlo zijn intieme gevoelens en wereldgeschiedenis met elkaar vervlochten,’ zegt Yannick Nézet-Séguin in de dirigentenkamer van de Rotterdamse Doelen. ‘Verdi neemt de onmogelijke liefde tussen twee gekwelde mensen als uitgangspunt en bouwt vervolgens een visionair verhaal op waar de politieke, religieuze en filosofische kwesties een gevoel van tijdloosheid aan verlenen. Ook muzikaal weet hij de spanning tussen persoonlijke kwesties en staatszaken meesterlijk weer te geven. Zelfs de twee grote politieke duetten, tussen Filips II en Rodrigo en tussen Filips en de Inquisiteur, bevatten momenten van extreme kwetsbaarheid. Juist daarom zijn ze zo mooi, omdat ze het stadium van muzikaal “armpje drukken” ontstijgen.’ ‘Verdi zet zijn personages neer als complexe mensen, die niet zwart of wit zijn. Een mooi voorbeeld is Filips’ aria “Ella giammai m’amò” [aan het begin van de derde akte], waarin de cellosolo een warme sfeer teweegbrengt. De koning wordt ons hier zeer sympathiek, terwijl hij kort daarna vreselijk tekeergaat tegen zijn echtgenote Elisabeth.’
Pianobar-setting
CONCERTO uw specialist in opera, klassieke muziek en nog veel meer
www.concertomania.nl DNO abonnementhouders 10% korting in Concerto en de Plato winkels.
Yannick Nézet-Séguin is voor de derde keer in drie jaar te gast bij De Nederlandse Opera. Na De zaak Makropulos van Janácˇek en Turandot van Puccini neemt hij wederom een reprise voor zijn rekening. ‘Als operadirigent heb ik uiteraard een voorkeur voor nieuwe producties,’ geeft hij toe. ‘Ik kan dan alles stukje per stukje opbouwen in voortdurend overleg met de regisseur. Maar gelukkig trekt DNO net zoveel tijd voor de muzikale repetities uit als het om een reprise gaat. Ik zal dan ook veel aan coaching doen in deze Don Carlo, zeker omdat enkele zangers in hun rol debuteren.’ Als het om muzikale coaching gaat, heeft Nézet-Séguin een voorkeur voor individuele repetities met zangers: pianist erbij, dirigent en zanger met de partituur aan weerszijde van de piano, en zingen maar. ‘Ik hou van een informele repetitiesfeer en stel me daarbij een knusse pianobar-setting voor. Het is mijn taak om elke zanger vertrouwen te geven, om hem of haar in staat te stellen zich vrij uit te drukken. Ik heb nooit één tempo in mijn hoofd. Veel hangt af van de stem, van de plek en van wat men wil zeggen. Die flexibiliteit heeft uiteraard grenzen, want ik moet er wel voor zorgen dat alles een samenhangend geheel vormt.’
Operarepertoire
CONCERTO Utrechtsestraat 52-60 1017 VP Amsterdam 020-6235228 PLATO • Apeldoorn • Deventer • Enschede • Groningen • Leiden • Rotterdam • Utrecht • Zwolle
Nézet-Séguin (1975) werd op 25-jarige leeftijd benoemd tot artistiek leider van het Orchestre Métropolitain van zijn geboortestad Montréal. Sinds juni 2008 zwaait hij de scepter bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest, waar hij Valery Gergiev als chefdirigent opvolgde. Daarnaast treedt hij in
Yannick Nézet-Séguin
Cd Deidamia met Simone Kermes, Anna Bonitatibus Il Complesso Barocco o.l.v. Alan Curtis Virgin € 19,95
Als chef-dirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest spreekt Yannick Nézet-Séguin een breed publiek aan, zowel op het concertpodium als in de orkestbak. De jonge en charismatische Canadees keert terug bij De Nederlandse Opera met Don Carlo, een tijdloze opera die hij als het absolute meesterwerk van Verdi beschouwt.
september aan als muziekdirecteur van het prestigieuze Philadelphia Orchestra. ‘Yannick’, zoals hij liefkozend wordt genoemd in de Maasstad, is ook vaste gastdirigent van het London Philharmonic Orchestra. Hij dirigeert op de meest vooraanstaande operapodia, van de Salzburger Festspiele tot de Metropolitan Opera (Met) in New York. Zijn operarepertoire, hoe indrukwekkend ook voor een musicus van zijn leeftijd, vermeldt geen andere Verdi dan de Don Carlo in vijf akten waarmee hij eind 2010 veel bijval oogstte bij de Met. ‘En toch hou ik heel veel van Verdi,’ zegt Nézet-Séguin stellig. ‘Ik heb vaak zijn Requiem gedirigeerd en ik heb ooit de weinig bekende Franse versie van Il trovatore concertant gedaan. Dat ik direct als eerste Verdi-productie Don Carlo mocht doen, en in New York ook nog, was voor mij als een droom. Zo gaat het nu eenmaal: er doen zich kansen voor en die moet je grijpen. Volgend jaar zal ik in de Met een totaal ander meesterwerk leiden, La traviata. En bij een ander operahuis staat een Otello op de rol.’
De juiste volgorde
‘Door omstandigheden ben ik vaak bij het einde begonnen. De allereerste Brucknersymfonie die ik dirigeerde, was de Negende. Ook heb ik Wozzeck gedaan voordat ik mijn eerste Strauss-opera ging leiden. Maar ik heb mezelf beloofd dat ik Wagner in de juiste volgorde zal aanpakken: ik ga met Der fliegende Holländer beginnen. De wereld van Wagner is zo veelomvattend dat je volgens mij zijn muzikale taal vloeiend moet spreken
voordat je je aan zijn latere werken waagt. Ik ben blij dat ik me kan permitteren deze weg uit te stippelen.’ Welke opera zou Nézet-Séguin met het Rotterdams Philharmonisch willen doen als hij veel tijd en geld ter beschikking had? 'Een van mijn vurige wensen is Die Frau ohne Schatten. Ik ben helemaal ondersteboven van deze muziek – misschien is dit de allerbeste opera van Strauss. Wel moeilijk om te casten en om te spelen, maar ik denk dat mijn orkestmusici hier in Rotterdam dat fantastisch zouden doen.’ Wellicht een hint voor De Nederlandse Opera, al zou het dan weer om een reprise gaan...
31
Interview Don Carlo
Michel Khalifa
Een visionair verhaal
Muziektheaterwinkel Cd/dvd-aanbevelingen Il turco in Italia
Cd/dvd-aanbevelingen Händel
Cd/dvd-aanbevelingen Don Carlo
Cd Il turco in Italia met Cecilia Bartoli, Michele Pertusi, Ramón Vargas Teatro alla Scala di Milano o.l.v. Riccardo Chailly Decca € 19,95
Cd Don Carlo met Plácido Domingo, Montserrat Caballé Royal Opera House Covent Garden o.l.v. Carlo Maria Giulini EMI € 24,95
Dvd Ariodante met Ann Murray, Joan Rodgers English National Opera Orchestra & Chorus o.l.v. Ivor Bolton regie: David Alden Arthaus € 24,95
Dvd Il turco in Italia met Simone Alaimo, Myrtò Papatanasiu Teatro Carlo Felice o.l.v. Jonathan Webb regie: Egisto Marcucci Arthaus € 29,95
Dvd Don Carlo met Rolando Villazon, Robert Lloyd, Amanda Roocroft Koninklijk Concertgebouworkest & Koor van De Nederlandse Opera o.l.v. Riccardo Chailly regie: Willy Decker Opus Arte € 34,95 (o.v.)
Bovenstaande cd’s en dvd’s zijn verkrijgbaar in de Muziektheaterwinkel en bij alle vestigingen van Concerto/Plato. Op vertoon van hun abonnementskaart krijgen DNO-abonnees 10% korting bij Concerto/Plato en in de Muziektheaterwinkel.
‘In Don Carlo zijn intieme gevoelens en wereldgeschiedenis met elkaar vervlochten,’ zegt Yannick Nézet-Séguin in de dirigentenkamer van de Rotterdamse Doelen. ‘Verdi neemt de onmogelijke liefde tussen twee gekwelde mensen als uitgangspunt en bouwt vervolgens een visionair verhaal op waar de politieke, religieuze en filosofische kwesties een gevoel van tijdloosheid aan verlenen. Ook muzikaal weet hij de spanning tussen persoonlijke kwesties en staatszaken meesterlijk weer te geven. Zelfs de twee grote politieke duetten, tussen Filips II en Rodrigo en tussen Filips en de Inquisiteur, bevatten momenten van extreme kwetsbaarheid. Juist daarom zijn ze zo mooi, omdat ze het stadium van muzikaal “armpje drukken” ontstijgen.’ ‘Verdi zet zijn personages neer als complexe mensen, die niet zwart of wit zijn. Een mooi voorbeeld is Filips’ aria “Ella giammai m’amò” [aan het begin van de derde akte], waarin de cellosolo een warme sfeer teweegbrengt. De koning wordt ons hier zeer sympathiek, terwijl hij kort daarna vreselijk tekeergaat tegen zijn echtgenote Elisabeth.’
Pianobar-setting
CONCERTO uw specialist in opera, klassieke muziek en nog veel meer
www.concertomania.nl DNO abonnementhouders 10% korting in Concerto en de Plato winkels.
Yannick Nézet-Séguin is voor de derde keer in drie jaar te gast bij De Nederlandse Opera. Na De zaak Makropulos van Janácˇek en Turandot van Puccini neemt hij wederom een reprise voor zijn rekening. ‘Als operadirigent heb ik uiteraard een voorkeur voor nieuwe producties,’ geeft hij toe. ‘Ik kan dan alles stukje per stukje opbouwen in voortdurend overleg met de regisseur. Maar gelukkig trekt DNO net zoveel tijd voor de muzikale repetities uit als het om een reprise gaat. Ik zal dan ook veel aan coaching doen in deze Don Carlo, zeker omdat enkele zangers in hun rol debuteren.’ Als het om muzikale coaching gaat, heeft Nézet-Séguin een voorkeur voor individuele repetities met zangers: pianist erbij, dirigent en zanger met de partituur aan weerszijde van de piano, en zingen maar. ‘Ik hou van een informele repetitiesfeer en stel me daarbij een knusse pianobar-setting voor. Het is mijn taak om elke zanger vertrouwen te geven, om hem of haar in staat te stellen zich vrij uit te drukken. Ik heb nooit één tempo in mijn hoofd. Veel hangt af van de stem, van de plek en van wat men wil zeggen. Die flexibiliteit heeft uiteraard grenzen, want ik moet er wel voor zorgen dat alles een samenhangend geheel vormt.’
Operarepertoire
CONCERTO Utrechtsestraat 52-60 1017 VP Amsterdam 020-6235228 PLATO • Apeldoorn • Deventer • Enschede • Groningen • Leiden • Rotterdam • Utrecht • Zwolle
Nézet-Séguin (1975) werd op 25-jarige leeftijd benoemd tot artistiek leider van het Orchestre Métropolitain van zijn geboortestad Montréal. Sinds juni 2008 zwaait hij de scepter bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest, waar hij Valery Gergiev als chefdirigent opvolgde. Daarnaast treedt hij in
Yannick Nézet-Séguin
Cd Deidamia met Simone Kermes, Anna Bonitatibus Il Complesso Barocco o.l.v. Alan Curtis Virgin € 19,95
Als chef-dirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest spreekt Yannick Nézet-Séguin een breed publiek aan, zowel op het concertpodium als in de orkestbak. De jonge en charismatische Canadees keert terug bij De Nederlandse Opera met Don Carlo, een tijdloze opera die hij als het absolute meesterwerk van Verdi beschouwt.
september aan als muziekdirecteur van het prestigieuze Philadelphia Orchestra. ‘Yannick’, zoals hij liefkozend wordt genoemd in de Maasstad, is ook vaste gastdirigent van het London Philharmonic Orchestra. Hij dirigeert op de meest vooraanstaande operapodia, van de Salzburger Festspiele tot de Metropolitan Opera (Met) in New York. Zijn operarepertoire, hoe indrukwekkend ook voor een musicus van zijn leeftijd, vermeldt geen andere Verdi dan de Don Carlo in vijf akten waarmee hij eind 2010 veel bijval oogstte bij de Met. ‘En toch hou ik heel veel van Verdi,’ zegt Nézet-Séguin stellig. ‘Ik heb vaak zijn Requiem gedirigeerd en ik heb ooit de weinig bekende Franse versie van Il trovatore concertant gedaan. Dat ik direct als eerste Verdi-productie Don Carlo mocht doen, en in New York ook nog, was voor mij als een droom. Zo gaat het nu eenmaal: er doen zich kansen voor en die moet je grijpen. Volgend jaar zal ik in de Met een totaal ander meesterwerk leiden, La traviata. En bij een ander operahuis staat een Otello op de rol.’
De juiste volgorde
‘Door omstandigheden ben ik vaak bij het einde begonnen. De allereerste Brucknersymfonie die ik dirigeerde, was de Negende. Ook heb ik Wozzeck gedaan voordat ik mijn eerste Strauss-opera ging leiden. Maar ik heb mezelf beloofd dat ik Wagner in de juiste volgorde zal aanpakken: ik ga met Der fliegende Holländer beginnen. De wereld van Wagner is zo veelomvattend dat je volgens mij zijn muzikale taal vloeiend moet spreken
voordat je je aan zijn latere werken waagt. Ik ben blij dat ik me kan permitteren deze weg uit te stippelen.’ Welke opera zou Nézet-Séguin met het Rotterdams Philharmonisch willen doen als hij veel tijd en geld ter beschikking had? 'Een van mijn vurige wensen is Die Frau ohne Schatten. Ik ben helemaal ondersteboven van deze muziek – misschien is dit de allerbeste opera van Strauss. Wel moeilijk om te casten en om te spelen, maar ik denk dat mijn orkestmusici hier in Rotterdam dat fantastisch zouden doen.’ Wellicht een hint voor De Nederlandse Opera, al zou het dan weer om een reprise gaan...
Achtergrond Don Carlo
32
33 v.l.n.r. Andrew Richards, Christopher Maltman (Foto: Pia Clodi), Ekaterina Gubanova
Joke Dame
Tussen liefde en plicht, kerk en staat
v.l.n.r. Mikhail Petrenko, Camilla Nylund (Foto: Markus Hoffmann)
Willy Deckers productie van Don Carlo wordt hernomen met een volledig nieuwe cast. Vijf jonge zangers – Mikhail Petrenko (Filippo II), Camilla Nylund (Elisabetta), Andrew Richards (Don Carlo), Christopher Maltman (Rodrigo) en Ekaterina Gubanova (Eboli) – werpen een blik vooruit op Verdi’s nachtzwarte opera en op hun eigen rol. Don Carlo, wat is dat voor een opera? Petrenko: ‘Het is een liefdesverhaal tegen de achtergrond van historische gebeurtenissen. Carlo, de zoon uit koning Filippo’s eerste huwelijk, is verliefd op zijn vaders derde vrouw Elisabetta – maar dat is niet historisch, dat heeft Schiller zo bedacht.’ Richards: ‘Maar dan wel een verwrongen liefdesverhaal. Je ziet niets van de liefde, althans in de Italiaanse versie zonder de eerste akte. Er is geen opbouw in de liefde, geen zicht op de passie. Hier bloeit niks.’ Nylund: ‘Het kan een huiveringwekkend liefdesverhaal zijn, maar ook een zeer politieke opera. En zoals Verdi het gecomponeerd heeft, roept het ook grote operagevoelens op over wat mensen en de mensheid zoal kan overkomen.’ Gubanova: ‘Liefde én politiek, inderdaad, en op beide niveaus spelen de intriges zich af.’ Maltman: ‘Maar het is ook net een sprookje. Dit soort verhalen met koningen, koninginnen, staatshoofden – allemaal zeer hoogstaande mensen – gaan in feite over vriendschap en trouw, over goed en kwaad.’ Goed en kwaad, hoe zit dat bij Filippo? Petrenko: ‘Filippo is een tiranniek mengsel van machtswellust en wreedheid; hij regeert over een enorm rijk – dat is zijn verantwoordelijkheid – en het maakt hem diep eenzaam en tragisch.’ Richards: ‘Ik zie veel overeenkomsten tussen Don Carlo en Filippo en mij en mijn eigen zwaar religieuze vader. Zodra er diep psychologisch op de opera wordt ingegaan, zoals dat in deze productie zeker zal gebeuren, lopen de rillingen van herkenning mij over de rug. Mijn vader heeft niettemin een paar keer zijn hart getoond. Filippo toont nooit zijn hart. Tussen deze vader en zoon bestaat niets menselijks.’ Petrenko: ‘Maar Schiller en Verdi hebben Filippo ook zachte kanten gegeven. Hij is echt verliefd op zijn vrouw en gelooft dat die liefde wederzijds is.’ Nylund: ‘Men trouwde destijds niet uit liefde; hij trouwde uit strategische overwegingen de Franse koningsdochter. Maar de muziek – zeker de grote monoloog van Filippo – dat is liefdesmuziek. En hoewel hij soms helse taal uitslaat, denk ik dat hij werkelijk van Elisabetta houdt.’ Petrenko: ‘Het feitelijke drama in deze opera is dat een zo machtig man zo intens eenzaam is. Hij denkt dat hij een liefhebbende vrouw heeft, maar zij houdt van zijn zoon; hij denkt dat hij het juiste geloof aanhangt, maar dat geloof dwingt hem Rodrigo – zijn aangenomen zoon, bijna – te verraden en te doden. Deze man is zo eenzaam en dat klinkt ook door in de muziek.’
eenvoudig ging dat. Loyaliteit was een zaak van leven en dood en niet van persoonlijk welbehagen.’
En bij de anderen? Nylund: ‘Elisabetta wordt in een rol gedrukt en ze kan niet uit haar dwangbuis weg. Ze is met Filippo getrouwd en zo opgevoed dat ze haar opdracht vóór de liefde stelt.’ Petrenko: ‘Houdt ze ergens toch van Filippo?’ Nylund: ‘Wat zal ik zeggen? We spelen de oorspronkelijke eerste akte niet waarin duidelijk wordt dat Carlo en Elisabetta aanvankelijk het liefdespaar waren. Dat maakt het anders. Ik geloof niet dat Elisabetta Filippo haat. Ze probeert het met hem, wil een goede echtgenote zijn. Liefhebben kan op vele manieren. Elisabetta houdt anders van Filippo dan van Carlo.’ Richards: ‘Ik zie Don Carlo op dit moment sterk in het verlengde van Shakespeares Hamlet. Er is een voortdurende strijd tussen wat er van hem verwacht wordt en wat hij zelf wil, daarin neemt hij een nogal vrouwelijke positie in. Hij gaat gebukt onder de last van zichzelf voortdurend te moeten wegcijferen en het landsbelang voorop te stellen. Ik denk na over hoe je op het podium moet bewegen in een staat van zelfverloochening.’ Gubanova: ‘Eboli wordt nogal eens eenzijdig als de kwade heks neergezet. Daar ben ik het niet mee eens. Ze wordt verkeerd begrepen. Ze raakt verstrikt in een vermeende liefde van Don Carlo en haar teleurstelling is enorm als die liefde fictief blijkt. Als Spaanse reageert ze vervolgens impulsief en temperamentvol.’ Maltman: ‘Rodrigo is de archetypische witte ridder: edel en betrouwbaar, tot in zijn diepste wezen een goed, fatsoenlijk en
eerlijk man. Hij doet onder de moeilijkste omstandigheden zijn uiterste best voor Don Carlo. Als kind al hield ik enorm van ridderverhalen, en de romantiek rondom deze rol doet me wel wat.’ De vriendschap tussen Don Carlo en Rodrigo springt nogal in het oog… Richards: ‘Belangrijk punt. Want dit soort vriendschap is in de laatste eeuw min of meer verdwenen. Zo’n tweehonderd jaar geleden hadden mannen heel diepgaande onderlinge relaties – of die nou seksueel waren of niet.’ Maltman: ‘Dat zie ik anders, want er bestaan nog steeds heel diepe kameraadschappen tussen mannen. Er is wel een cultureel bepaalde variatie in hoe mannen daar uitdrukking aan geven, maar de menselijke basisverhoudingen hebben volgens mij een zekere eeuwigheidswaarde.’ Richards: ‘Maar die vriendschappen gingen toen dieper dan bloedverwantschappen: die mannen betekenden álles voor elkaar. Voor de opera is belangrijk dat we dat herkennen, want de meest menselijke relatie in de opera speelt zich af tussen Carlo en Rodrigo.’ Maltman: ‘Ik blijf erbij dat menselijke relaties nooit erg zullen veranderen. Wat verandert, zijn de consequenties. Als je tegenwoordig als vriend ontrouw bent, of een hechte kameraadschap verbreekt, is het ergste wat je kan gebeuren dat er iets vals over je gezegd wordt op Facebook. In de tijd van Don Carlo stond er wel iets anders op het spel. De Spaanse Inquisitie bepaalde in naam van de kerk dat je kon sterven. Zo
Petrenko: ‘Het moeilijkst is de dramatische lijn neer te zetten en vast te houden in het personage. Vocaal is het ook lastig, maar de muziek is zo fantastisch en daardoor toch goed zingbaar.’ Gubanova: ‘Het is ook betrekkelijk. Na een paar zware Wagners en Donizetti valt Don Carlo me weer mee. Maar het blijft moeilijk en het is een heerlijke uitdaging, daar hou ik van.’ Maltman: ‘Dit wordt mijn allereerste Verdi. Ik ben tamelijk voorzichtig geweest met mijn stem en nu ben ik heel blij dat ik zo lang gewacht heb met de zwaardere rollen. Want het is veeleisende muziek. Het vereist een stemkleur die je niet kunt maken, die moet ontstaan. De fout die je veel zangers tegenwoordig ziet maken is dat ze Verdi veel te zwaar en te dramatisch aanpakken. Maar de cast is betrekkelijk jong. Dat helpt vast om het wat minder zwaar te krijgen.’ Nylund: ‘Jonge mensen reageren ook vaak wat onbevangener op hun partij. Omdat ze een rol nog niet zo vaak gezongen hebben, staan ze open voor de zoektocht, die daarbij hoort. Ze maken die gezamenlijke reis makkelijker, en dat vind ik aantrekkelijk.’
Er zijn geen winnaars in deze opera? Nylund: ‘Ondanks alles hangt er boven Elisabetta een sprankje van hoop. Er zit wel berusting in deze vrouw, maar ze offert zich op voor het goede. Ze wil ook het goede in de mens blijven zien. Verdi componeerde voor haar geen zwarte muziek. Dat ligt natuurlijk ook aan de stemligging van de sopraan.’ Maltman: ‘Don Carlo ziet ook dat er iets positiefs bestaat in de wereld, namelijk zijn vriendschap met Posa. Hij ervaart dat er iemand is die voor hem door het vuur gaat. Ook al sterft hij en verandert er niet veel in de situatie, hij heeft iets van het licht ervaren. Hoewel het eindresultaat diepzwart is, zijn er in deze opera kleine lichtmomenten die ons dagelijks leven weerspiegelen en die ons voorhouden wat we moeten doen onder heel moeilijke situaties.’ Gubanova: ‘Eboli krijgt spijt van haar impulsieve verraad. En dat geeft haar haar waardigheid weer terug. Ze overwint zichzelf.’ Petrenko: ‘En er blijft een moraal overMet een regisseur als Willy Decker ga je eind: het is beter om naar je hart te luisteren wel de diepte in… dan om de gruwelijke politieke omstandigNylund: ‘Hij is een zeer fysieke en ook zeer heden je leven te laten bepalen.’ psychologische regisseur. Je krijgt bij hem altijd het gevoel dat je daadwerkelijk je perHoe moeilijk is deze Verdi om te zingen? sonage wordt.’ Richards: ‘Het is absoluut een veeleisende Richards: ‘Hij zoekt naar gelaagdheid in rol en dan ook nog geen sterrenrol. Er zijn de personages en daar voel ik me goed bij. meer van die opera’s: je werkt je kapot, maar Mijn eerste ervaring met regietheater, met je krijgt geen sterfscène, geen dankbare Parsifal, was een gevecht, maar het leverde publiekstrekker, het is een echt ensemblewel iets op. Tegenwoordige regisseurs richstuk. Maar ik vind vind Don Carlo wel het ten zich op een publiek dat door het zien beste theatrale ensemblestuk van alle van films ervaren is en subtielere zaken op opera’s. Het is heerlijk om met deze opera het podium aankan.’ bij DNO te debuteren.’ Gubanova: ‘Ik ben jong genoeg om met Nylund: ‘Ik vind de geloofwaardigheid regieopera te zijn opgegroeid: ik sta er het allermoeilijkst. Als ik in de zaal zit, wil wel voor open als een regisseur een eigenik de gevoelens en gedachten van de persoon zinnige opvatting presenteert. Maar ik heb op het toneel zelf ook ervaren. Ik ben als uit- ook een opvatting. Mijn leermeester maestro Muti heeft me ooit ingeprent dat een voerder dan ook altijd met geloofwaardigVerdi-heldin als Eboli nooit eenzijdig kwaadheid bezig. Zó als mens te overtuigen dat het voor het publiek een werkelijke belevenis aardig is, en dat is goed bij mij ingedaald. Een eendimensionaal karakter is ook niet wordt, dat is voor mij muziektheater.’
interessant voor het publiek. Ik hoop dat Willy Decker hiervoor openstaat. Anders moet ik hem maar overtuigen.’ Maltman: ‘Voor mij is de psychologische benadering essentieel; ik moet een personage van binnenuit opbouwen – moet iets vinden waarvan ik hou of juist niet hou. Alleen dan kan ik de rol goed zingen. Want je zoektocht naar het personage informeert je over de manier waarop je de rol moet zingen en spelen op het toneel. Het gaat mij niet om alleen maar mooi zingen, het moet ook dramatisch overtuigend zijn. Anders staat er maar vijftig procent op het podium.’ Petrenko: ‘En daar heb je nou precies een regisseur voor nodig. Om niet aan de oppervlakte te blijven hangen en dieper te kunnen graven.’
Achtergrond Don Carlo
32
33 v.l.n.r. Andrew Richards, Christopher Maltman (Foto: Pia Clodi), Ekaterina Gubanova
Joke Dame
Tussen liefde en plicht, kerk en staat
v.l.n.r. Mikhail Petrenko, Camilla Nylund (Foto: Markus Hoffmann)
Willy Deckers productie van Don Carlo wordt hernomen met een volledig nieuwe cast. Vijf jonge zangers – Mikhail Petrenko (Filippo II), Camilla Nylund (Elisabetta), Andrew Richards (Don Carlo), Christopher Maltman (Rodrigo) en Ekaterina Gubanova (Eboli) – werpen een blik vooruit op Verdi’s nachtzwarte opera en op hun eigen rol. Don Carlo, wat is dat voor een opera? Petrenko: ‘Het is een liefdesverhaal tegen de achtergrond van historische gebeurtenissen. Carlo, de zoon uit koning Filippo’s eerste huwelijk, is verliefd op zijn vaders derde vrouw Elisabetta – maar dat is niet historisch, dat heeft Schiller zo bedacht.’ Richards: ‘Maar dan wel een verwrongen liefdesverhaal. Je ziet niets van de liefde, althans in de Italiaanse versie zonder de eerste akte. Er is geen opbouw in de liefde, geen zicht op de passie. Hier bloeit niks.’ Nylund: ‘Het kan een huiveringwekkend liefdesverhaal zijn, maar ook een zeer politieke opera. En zoals Verdi het gecomponeerd heeft, roept het ook grote operagevoelens op over wat mensen en de mensheid zoal kan overkomen.’ Gubanova: ‘Liefde én politiek, inderdaad, en op beide niveaus spelen de intriges zich af.’ Maltman: ‘Maar het is ook net een sprookje. Dit soort verhalen met koningen, koninginnen, staatshoofden – allemaal zeer hoogstaande mensen – gaan in feite over vriendschap en trouw, over goed en kwaad.’ Goed en kwaad, hoe zit dat bij Filippo? Petrenko: ‘Filippo is een tiranniek mengsel van machtswellust en wreedheid; hij regeert over een enorm rijk – dat is zijn verantwoordelijkheid – en het maakt hem diep eenzaam en tragisch.’ Richards: ‘Ik zie veel overeenkomsten tussen Don Carlo en Filippo en mij en mijn eigen zwaar religieuze vader. Zodra er diep psychologisch op de opera wordt ingegaan, zoals dat in deze productie zeker zal gebeuren, lopen de rillingen van herkenning mij over de rug. Mijn vader heeft niettemin een paar keer zijn hart getoond. Filippo toont nooit zijn hart. Tussen deze vader en zoon bestaat niets menselijks.’ Petrenko: ‘Maar Schiller en Verdi hebben Filippo ook zachte kanten gegeven. Hij is echt verliefd op zijn vrouw en gelooft dat die liefde wederzijds is.’ Nylund: ‘Men trouwde destijds niet uit liefde; hij trouwde uit strategische overwegingen de Franse koningsdochter. Maar de muziek – zeker de grote monoloog van Filippo – dat is liefdesmuziek. En hoewel hij soms helse taal uitslaat, denk ik dat hij werkelijk van Elisabetta houdt.’ Petrenko: ‘Het feitelijke drama in deze opera is dat een zo machtig man zo intens eenzaam is. Hij denkt dat hij een liefhebbende vrouw heeft, maar zij houdt van zijn zoon; hij denkt dat hij het juiste geloof aanhangt, maar dat geloof dwingt hem Rodrigo – zijn aangenomen zoon, bijna – te verraden en te doden. Deze man is zo eenzaam en dat klinkt ook door in de muziek.’
eenvoudig ging dat. Loyaliteit was een zaak van leven en dood en niet van persoonlijk welbehagen.’
En bij de anderen? Nylund: ‘Elisabetta wordt in een rol gedrukt en ze kan niet uit haar dwangbuis weg. Ze is met Filippo getrouwd en zo opgevoed dat ze haar opdracht vóór de liefde stelt.’ Petrenko: ‘Houdt ze ergens toch van Filippo?’ Nylund: ‘Wat zal ik zeggen? We spelen de oorspronkelijke eerste akte niet waarin duidelijk wordt dat Carlo en Elisabetta aanvankelijk het liefdespaar waren. Dat maakt het anders. Ik geloof niet dat Elisabetta Filippo haat. Ze probeert het met hem, wil een goede echtgenote zijn. Liefhebben kan op vele manieren. Elisabetta houdt anders van Filippo dan van Carlo.’ Richards: ‘Ik zie Don Carlo op dit moment sterk in het verlengde van Shakespeares Hamlet. Er is een voortdurende strijd tussen wat er van hem verwacht wordt en wat hij zelf wil, daarin neemt hij een nogal vrouwelijke positie in. Hij gaat gebukt onder de last van zichzelf voortdurend te moeten wegcijferen en het landsbelang voorop te stellen. Ik denk na over hoe je op het podium moet bewegen in een staat van zelfverloochening.’ Gubanova: ‘Eboli wordt nogal eens eenzijdig als de kwade heks neergezet. Daar ben ik het niet mee eens. Ze wordt verkeerd begrepen. Ze raakt verstrikt in een vermeende liefde van Don Carlo en haar teleurstelling is enorm als die liefde fictief blijkt. Als Spaanse reageert ze vervolgens impulsief en temperamentvol.’ Maltman: ‘Rodrigo is de archetypische witte ridder: edel en betrouwbaar, tot in zijn diepste wezen een goed, fatsoenlijk en
eerlijk man. Hij doet onder de moeilijkste omstandigheden zijn uiterste best voor Don Carlo. Als kind al hield ik enorm van ridderverhalen, en de romantiek rondom deze rol doet me wel wat.’ De vriendschap tussen Don Carlo en Rodrigo springt nogal in het oog… Richards: ‘Belangrijk punt. Want dit soort vriendschap is in de laatste eeuw min of meer verdwenen. Zo’n tweehonderd jaar geleden hadden mannen heel diepgaande onderlinge relaties – of die nou seksueel waren of niet.’ Maltman: ‘Dat zie ik anders, want er bestaan nog steeds heel diepe kameraadschappen tussen mannen. Er is wel een cultureel bepaalde variatie in hoe mannen daar uitdrukking aan geven, maar de menselijke basisverhoudingen hebben volgens mij een zekere eeuwigheidswaarde.’ Richards: ‘Maar die vriendschappen gingen toen dieper dan bloedverwantschappen: die mannen betekenden álles voor elkaar. Voor de opera is belangrijk dat we dat herkennen, want de meest menselijke relatie in de opera speelt zich af tussen Carlo en Rodrigo.’ Maltman: ‘Ik blijf erbij dat menselijke relaties nooit erg zullen veranderen. Wat verandert, zijn de consequenties. Als je tegenwoordig als vriend ontrouw bent, of een hechte kameraadschap verbreekt, is het ergste wat je kan gebeuren dat er iets vals over je gezegd wordt op Facebook. In de tijd van Don Carlo stond er wel iets anders op het spel. De Spaanse Inquisitie bepaalde in naam van de kerk dat je kon sterven. Zo
Petrenko: ‘Het moeilijkst is de dramatische lijn neer te zetten en vast te houden in het personage. Vocaal is het ook lastig, maar de muziek is zo fantastisch en daardoor toch goed zingbaar.’ Gubanova: ‘Het is ook betrekkelijk. Na een paar zware Wagners en Donizetti valt Don Carlo me weer mee. Maar het blijft moeilijk en het is een heerlijke uitdaging, daar hou ik van.’ Maltman: ‘Dit wordt mijn allereerste Verdi. Ik ben tamelijk voorzichtig geweest met mijn stem en nu ben ik heel blij dat ik zo lang gewacht heb met de zwaardere rollen. Want het is veeleisende muziek. Het vereist een stemkleur die je niet kunt maken, die moet ontstaan. De fout die je veel zangers tegenwoordig ziet maken is dat ze Verdi veel te zwaar en te dramatisch aanpakken. Maar de cast is betrekkelijk jong. Dat helpt vast om het wat minder zwaar te krijgen.’ Nylund: ‘Jonge mensen reageren ook vaak wat onbevangener op hun partij. Omdat ze een rol nog niet zo vaak gezongen hebben, staan ze open voor de zoektocht, die daarbij hoort. Ze maken die gezamenlijke reis makkelijker, en dat vind ik aantrekkelijk.’
Er zijn geen winnaars in deze opera? Nylund: ‘Ondanks alles hangt er boven Elisabetta een sprankje van hoop. Er zit wel berusting in deze vrouw, maar ze offert zich op voor het goede. Ze wil ook het goede in de mens blijven zien. Verdi componeerde voor haar geen zwarte muziek. Dat ligt natuurlijk ook aan de stemligging van de sopraan.’ Maltman: ‘Don Carlo ziet ook dat er iets positiefs bestaat in de wereld, namelijk zijn vriendschap met Posa. Hij ervaart dat er iemand is die voor hem door het vuur gaat. Ook al sterft hij en verandert er niet veel in de situatie, hij heeft iets van het licht ervaren. Hoewel het eindresultaat diepzwart is, zijn er in deze opera kleine lichtmomenten die ons dagelijks leven weerspiegelen en die ons voorhouden wat we moeten doen onder heel moeilijke situaties.’ Gubanova: ‘Eboli krijgt spijt van haar impulsieve verraad. En dat geeft haar haar waardigheid weer terug. Ze overwint zichzelf.’ Petrenko: ‘En er blijft een moraal overMet een regisseur als Willy Decker ga je eind: het is beter om naar je hart te luisteren wel de diepte in… dan om de gruwelijke politieke omstandigNylund: ‘Hij is een zeer fysieke en ook zeer heden je leven te laten bepalen.’ psychologische regisseur. Je krijgt bij hem altijd het gevoel dat je daadwerkelijk je perHoe moeilijk is deze Verdi om te zingen? sonage wordt.’ Richards: ‘Het is absoluut een veeleisende Richards: ‘Hij zoekt naar gelaagdheid in rol en dan ook nog geen sterrenrol. Er zijn de personages en daar voel ik me goed bij. meer van die opera’s: je werkt je kapot, maar Mijn eerste ervaring met regietheater, met je krijgt geen sterfscène, geen dankbare Parsifal, was een gevecht, maar het leverde publiekstrekker, het is een echt ensemblewel iets op. Tegenwoordige regisseurs richstuk. Maar ik vind vind Don Carlo wel het ten zich op een publiek dat door het zien beste theatrale ensemblestuk van alle van films ervaren is en subtielere zaken op opera’s. Het is heerlijk om met deze opera het podium aankan.’ bij DNO te debuteren.’ Gubanova: ‘Ik ben jong genoeg om met Nylund: ‘Ik vind de geloofwaardigheid regieopera te zijn opgegroeid: ik sta er het allermoeilijkst. Als ik in de zaal zit, wil wel voor open als een regisseur een eigenik de gevoelens en gedachten van de persoon zinnige opvatting presenteert. Maar ik heb op het toneel zelf ook ervaren. Ik ben als uit- ook een opvatting. Mijn leermeester maestro Muti heeft me ooit ingeprent dat een voerder dan ook altijd met geloofwaardigVerdi-heldin als Eboli nooit eenzijdig kwaadheid bezig. Zó als mens te overtuigen dat het voor het publiek een werkelijke belevenis aardig is, en dat is goed bij mij ingedaald. Een eendimensionaal karakter is ook niet wordt, dat is voor mij muziektheater.’
interessant voor het publiek. Ik hoop dat Willy Decker hiervoor openstaat. Anders moet ik hem maar overtuigen.’ Maltman: ‘Voor mij is de psychologische benadering essentieel; ik moet een personage van binnenuit opbouwen – moet iets vinden waarvan ik hou of juist niet hou. Alleen dan kan ik de rol goed zingen. Want je zoektocht naar het personage informeert je over de manier waarop je de rol moet zingen en spelen op het toneel. Het gaat mij niet om alleen maar mooi zingen, het moet ook dramatisch overtuigend zijn. Anders staat er maar vijftig procent op het podium.’ Petrenko: ‘En daar heb je nou precies een regisseur voor nodig. Om niet aan de oppervlakte te blijven hangen en dieper te kunnen graven.’
34
35
Lunchconcerten in Het Muziektheater Amsterdam
Persstemmen (Foto: Monika Rittershaus)
(Foto: Monika Rittershaus)
(Foto: Clärchen & Matthias Baus)
MAART 2012 6 Peter Lockwood, piano Bach 13 Maria Kowan, mezzosopraan Peter Nilsson, piano Berg 20 Nederlandse StrijkKwartet Academie: Aristo Kwartet 27 Opera Studio Nederland
Algemene informatie Prijzen losse kaarten
Orest
Het Nederlands Philharmonisch Orkest onder leiding van Marc Albrecht en de vocale solisten zorgden voor een wereldpremière van het hoogste niveau. [Componist Manfred] Trojahn spaart de zangers niet, maar de cast zong alles met een imponerend gemak en zeggingskracht. In de vrouwenscènes, waar Trojahn de hoed afneemt voor Richard Strauss, schitteren Sarah Castle (Elektra), Romy Petrick (Hermione) en Rosemary Joshua (Helena). Ook Finnur Bjarnason (Apollo) en Johannes Chum (Menelaos) zingen geweldig. Maar de ster is toch Dietrich Henschel als een indrukwekkende Orestes.**** Erik Voermans, Het Parool (9 december 2011)
Überhaupt war die Uraufführung glänzend besetzt, so auch der Orest mit Dietrich Henschel. Und Marc Albrecht zeigte als Chefdirigent der Niederländischen Nationaloper den ganzen Reichtum der Komposition. Christoph Schmitz, Deutschlandfunk (9 december 2011)
Bei Marc Albrecht ist die Partitur in guten Händen. Gelungen ist die Idee der britischen Regisseurin Katie Mitchell, das Stück in der Intimität eines modernen bürgerlichen Heims aufzuführen: Die verborgenen Kraftlinien und Grausamkeiten der Familie, ihr terroristisches Potenzial, werden hier verräterisch deutlich.
De nachtegaal en andere fabels [Regisseur Robert] Lepages gave om een tiental kortere, niets met elkaar van doen hebbende composities van Stravinsky organisch aan elkaar te smeden, getuigt van een poëtische en bijzondere verbeeldingskracht. In Le rossignol zijn de door het water wadende zangers meteen ook poppenspelers die op bootjes een kleine versie van zichzelf besturen. Vooral dit deel is een wonder van poëzie en harmonie. Een triomf van het ensemble: zangers, musici en acrobaten in wetsuits. Gaat dat zien. Peter van der Lint, Trouw (14 januari 2012)
De Chinese dirigente Xian Zhang laat horen dat ze precies weet hoe ze bij Stravinsky de puntjes, trema’s en andere accenten op de i moet zetten – of het nu gaat om boertige kwinkslagen, dwars lopende baslijnen of de betoverende klankmengsels die na de pauze aan bod komen in De nachtegaal, naar het sprookje van Andersen. De nachtegaal zelf heeft zowel de gedaante van een fladderend vogeltje aan een lange steel als die van sopraan Olga Peretyatko, die nog bekoorlijker zingt dan ze eruitziet. Ook de overige zangers van de overwegend Russische cast en het Koor van De Nederlandse Opera dragen flonkerende vocale steentjes bij aan deze gedenkwaardige voorstelling, waarin muzikale toverkunsten en visuele verrassingen elkaar alleen maar versterken.***** Frits van der Waa, de Volkskrant (16 januari 2012)
Udo Badelt, Der Tagesspiegel (13 december 2011)
Dit teamwork is een ware triomf van theatrale verbeelding. De grootste attractie is Olga Peretyatko, die als de nachtegaal niet alleen de oren van de Chinese keizer betovert met een prachtig en sonoor middenregister en verbluffende coloraturen. Met onder meer Edgaras Montvidas (visser) en Ilya Bannik (keizer) laat ook de rest van de cast niets te wensen over.****
De legende van de onzichtbare stad Kitesj en het meisje Fevronja Veel beter dan nu bij De Nederlandse Opera zal De legende van de onzichtbare stad Kitesj en het meisje Fevronja voorlopig niet te zien zijn. Operachef Marc Albrecht stuurt het Nederlands Philharmonisch en Koor van de Nederlandse Opera waakzaam aan in opulente natuurevocaties, imponerende massascènes en broos ensemblespel. Regisseur Dmitri Tcherniakov heeft de intieme begin- en slotakte geënsceneerd in een toverbos van zeldzame filmische schoonheid. De cast met vijftien solisten is uitstekend getypecast. Een hoofdrol is er ook voor het volk: het groots zingend operakoor. Deze internationale coproductie, met veel bravo’s voor zangers en team onthaald, reist door naar Milaan en Barcelona.**** Mischa Spel, NRC Handelsblad (9 februari 2012)
So schön! So unschuldig! Das Publikum in der Nederlandse Opera in Amsterdam klatscht spontan begeistert. Und ist schon gewonnen für einen langen, wirkungsmächtigen Abend, der viereinhalb Stunden später im Triumph endet. Der Abend ist intelligent, handwerklich erstklassig und musikalisch auf höchstem Niveau. Zwei Zentren hat dieser grandiose Abend. Grausamkeit und ungebrochener Glaube, Zuversicht und Hoffnungslosigkeit brechen sich im Spiegel von Fewronjas Unschuld. Svetlana Ignatovich singt sie mit klarem, ausdrucksvollem Sopran und bannender Ausstrahlung. Die geht auch von Marc Albrecht am Pult des Nederlands Philharmonisch Orkest aus. Der deutsche Musikdirektor hat die wunderbaren Chöre bestens im Griff, dirigiert nachdrücklich, aber ohne Hitze. Ein exemplarischer Opernabend. Manuel Brug, Die Welt (10 februari 2012)
(16 januari 2012)
maandag tot en met donderdag
vrijdag t/m zondag| feestdagen|première
standaard
CJP/65+/ Stadspas
standaard
€ 110 € 100 € 90 € 80 € 60 € 55 € 45 € 15
€ € € € € € € €
1ste rang 2de rang 3de rang 4de rang 5de rang• 6de rang 7de rang•
€ € € € € € € 8ste rang €
120 110 100 90 70 60 50 15
130 120 110 100 80 70 60 20
CJP/65+/ Stadspas
€ € € € € € € €
120 110 100 90 70 65 55 20
Het Muziektheater Amsterdam presenteert Beijing Opera School standaard
1ste rang 2de rang 3de rang 4de rang 5de rang•
€ € € € € 6de rang € 7de rang• € 8ste rang €
75 65 55 45 30 25 20 15
CJP/65+/ Stadspas
€ € € € € € € €
Deze recensies zijn ingekort.
Uitverkocht?
Waiting for Miss Monroe Stadsschouwburg Amsterdam
Seizoen 2011-2012 Het Muziektheater Amsterdam
70 60 50 40 25 20 20 15
• Plaatsen die geen zicht op de boventiteling bieden •• Plaatsen die (deels zeer) beperkt zicht op het toneel bieden
maandag tot en met donderdag standaard
1ste rang 2de rang 3de rang 4de rang zzb• luister••
€ € € € € €
75 65 50 40 25 15
CJP/65+/ Stadspas
€ € € € € €
65 60 45 35 20 15
Bij uitverkochte voorstel lingen kunt u vanaf een uur vóór aanvang een volgnummer afhavrijdag t/m zondag| len bij het Kassa-bespreekbureau. Vanaf een feestdagen|première halfuur vóór aanvang worden niet-afgehaalde kaarten te koop aangeboden. Per volgnummer standaard CJP/65+/ Stadspas kunt u maximaal twee kaarten voor de betreffende voorstelling kopen. € 85 € 75 € € € € €
75 60 50 35 15
€ € € € €
70 55 45 30 15
Verkoop kaarten
Precies drie maanden vóór de première van een productie gaan alle voor stellingen daarvan in de verkoop. U kunt kaarten kopen: – online via www.dno.nl; – bij het Kassa-bespreekbureau van Het Muziektheater Amsterdam: Amstel 3, Amsterdam, 020-625 5455. Openingstijden: maandag t/m vrijdag 12:00-18:00 of aanvang voorstelling; zaterdag, zon- en feestdagen 12:00-15:00 of aanvang voorstelling; zon- en feestdagen zonder voorstelling gesloten.
Studentenkorting
Voor niet-uitverkochte voorstellingen kunnen studenten vanaf anderhalf uur voor aanvang op vertoon van een geldige college-/studentenkaart voor € 15 een plaatskaart aan de kassa kopen.
Boventiteling
Alle voorstellingen van DNO worden Nederlands boventiteld. Plaatsen in de 5de en 7de rang in het Muziektheater bieden echter nooit zicht op de boventiteling. Wilt u verzekerd zijn van zicht op de boventiteling, informeer dan bij het Kassa-bespreekbureau.
Openbaar vervoer
Vanaf Amsterdam Centraal Station of Amsterdam Amstel brengen metro’s 53 en 54 en sneltram 51 u naar het Water looplein. Tram 9 gaat vanaf het CS rechtstreeks naar het Muziektheater.
Parkeren bij het Muziektheater
Onder het Muziektheater bevindt zich de parkeergarage ‘Het Muziektheater’. Deze is echter vaak al vroeg vol. Andere parkeergarages in de buurt: ‘Waterlooplein’ aan de Valkenburgerstraat en ‘Markenhoven’ tegenover politiebureau IJtunnel.
Colofon
ODEON Magazine van De Nederlandse Opera Nummer 84 mrt / apr / mei 2012 ISBN: 0926 - 0684 Oplage 25.000 exemplaren Ode on is een uitgave van De Nederlandse Opera Afdeling Communicatie Waterlooplein 22, 1011 PG Amsterdam. telefoon 020 - 551 8922 e-mail
[email protected] advertenties 020 - 551 8953 abonnementen 020 - 625 5455 internet www.dno.nl
Hoofdredactie
Sandra Eikelenboom Eindredactie, vertalingen en plotteksten
Frits Vliegent hart Bijdragen
Bart Boone, Marianne Broeder, Willem Bruls, Joke Dame, Hein van Eekert, Michel Khalifa, Kasper van Kooten, Elaine Lok, Tanja Mlaker, Chazia Mourali, Mandy Romme, Marijke Schouten, Dolf Segaar en Frits Vliegenthart
Ode on is gratis verkrijgbaar in het Muziektheater.
Rechthebbenden die menen aan deze uitgave aanspraken te kunnen ontlenen, wordt verzocht contact op te nemen met de uitgever. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/ of openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
Basisontwerp en lay-out, beeld omslag affiche Deidamia
Lex Reitsma Opmaak
Bibi de Bruijn Productie en advertenties
Marjolijn Vis Lithografie
Eddie Vetter, De Telegraaf
MEI 2012 1 Opera Studio Nederland 8 Aeolus Cellokwartet 15 Anneleen Bijnen, mezzosopraan Maarten Hillenius, piano 22 Tadeu Duarte, piano
APRIL 2012 3 Nederlandse StrijkKwartet Academie: Dudok Kwartet 17 Opera Studio Nederland 24 Paul Reijn, viool Bach
MediaTraffic Press, Amsterdam Druk
SDA Print+Media
Abonnementhouders van De Nederlandse Opera krijgen Odeon gratis thuisgestuurd. Wilt u Odeon ook ontvangen? Voor € 15 ontvangt u alle vier nummers van het betreffende seizoen thuis. Losse nummers kosten € 4 incl. porto per stuk. Geef uw naam, adres, postcode en woonplaats op per (brief)kaart, e-mail of telefonisch. Zie linkerkolom.
34
35
Lunchconcerten in Het Muziektheater Amsterdam
Persstemmen (Foto: Monika Rittershaus)
(Foto: Monika Rittershaus)
(Foto: Clärchen & Matthias Baus)
MAART 2012 6 Peter Lockwood, piano Bach 13 Maria Kowan, mezzosopraan Peter Nilsson, piano Berg 20 Nederlandse StrijkKwartet Academie: Aristo Kwartet 27 Opera Studio Nederland
Algemene informatie Prijzen losse kaarten
Orest
Het Nederlands Philharmonisch Orkest onder leiding van Marc Albrecht en de vocale solisten zorgden voor een wereldpremière van het hoogste niveau. [Componist Manfred] Trojahn spaart de zangers niet, maar de cast zong alles met een imponerend gemak en zeggingskracht. In de vrouwenscènes, waar Trojahn de hoed afneemt voor Richard Strauss, schitteren Sarah Castle (Elektra), Romy Petrick (Hermione) en Rosemary Joshua (Helena). Ook Finnur Bjarnason (Apollo) en Johannes Chum (Menelaos) zingen geweldig. Maar de ster is toch Dietrich Henschel als een indrukwekkende Orestes.**** Erik Voermans, Het Parool (9 december 2011)
Überhaupt war die Uraufführung glänzend besetzt, so auch der Orest mit Dietrich Henschel. Und Marc Albrecht zeigte als Chefdirigent der Niederländischen Nationaloper den ganzen Reichtum der Komposition. Christoph Schmitz, Deutschlandfunk (9 december 2011)
Bei Marc Albrecht ist die Partitur in guten Händen. Gelungen ist die Idee der britischen Regisseurin Katie Mitchell, das Stück in der Intimität eines modernen bürgerlichen Heims aufzuführen: Die verborgenen Kraftlinien und Grausamkeiten der Familie, ihr terroristisches Potenzial, werden hier verräterisch deutlich.
De nachtegaal en andere fabels [Regisseur Robert] Lepages gave om een tiental kortere, niets met elkaar van doen hebbende composities van Stravinsky organisch aan elkaar te smeden, getuigt van een poëtische en bijzondere verbeeldingskracht. In Le rossignol zijn de door het water wadende zangers meteen ook poppenspelers die op bootjes een kleine versie van zichzelf besturen. Vooral dit deel is een wonder van poëzie en harmonie. Een triomf van het ensemble: zangers, musici en acrobaten in wetsuits. Gaat dat zien. Peter van der Lint, Trouw (14 januari 2012)
De Chinese dirigente Xian Zhang laat horen dat ze precies weet hoe ze bij Stravinsky de puntjes, trema’s en andere accenten op de i moet zetten – of het nu gaat om boertige kwinkslagen, dwars lopende baslijnen of de betoverende klankmengsels die na de pauze aan bod komen in De nachtegaal, naar het sprookje van Andersen. De nachtegaal zelf heeft zowel de gedaante van een fladderend vogeltje aan een lange steel als die van sopraan Olga Peretyatko, die nog bekoorlijker zingt dan ze eruitziet. Ook de overige zangers van de overwegend Russische cast en het Koor van De Nederlandse Opera dragen flonkerende vocale steentjes bij aan deze gedenkwaardige voorstelling, waarin muzikale toverkunsten en visuele verrassingen elkaar alleen maar versterken.***** Frits van der Waa, de Volkskrant (16 januari 2012)
Udo Badelt, Der Tagesspiegel (13 december 2011)
Dit teamwork is een ware triomf van theatrale verbeelding. De grootste attractie is Olga Peretyatko, die als de nachtegaal niet alleen de oren van de Chinese keizer betovert met een prachtig en sonoor middenregister en verbluffende coloraturen. Met onder meer Edgaras Montvidas (visser) en Ilya Bannik (keizer) laat ook de rest van de cast niets te wensen over.****
De legende van de onzichtbare stad Kitesj en het meisje Fevronja Veel beter dan nu bij De Nederlandse Opera zal De legende van de onzichtbare stad Kitesj en het meisje Fevronja voorlopig niet te zien zijn. Operachef Marc Albrecht stuurt het Nederlands Philharmonisch en Koor van de Nederlandse Opera waakzaam aan in opulente natuurevocaties, imponerende massascènes en broos ensemblespel. Regisseur Dmitri Tcherniakov heeft de intieme begin- en slotakte geënsceneerd in een toverbos van zeldzame filmische schoonheid. De cast met vijftien solisten is uitstekend getypecast. Een hoofdrol is er ook voor het volk: het groots zingend operakoor. Deze internationale coproductie, met veel bravo’s voor zangers en team onthaald, reist door naar Milaan en Barcelona.**** Mischa Spel, NRC Handelsblad (9 februari 2012)
So schön! So unschuldig! Das Publikum in der Nederlandse Opera in Amsterdam klatscht spontan begeistert. Und ist schon gewonnen für einen langen, wirkungsmächtigen Abend, der viereinhalb Stunden später im Triumph endet. Der Abend ist intelligent, handwerklich erstklassig und musikalisch auf höchstem Niveau. Zwei Zentren hat dieser grandiose Abend. Grausamkeit und ungebrochener Glaube, Zuversicht und Hoffnungslosigkeit brechen sich im Spiegel von Fewronjas Unschuld. Svetlana Ignatovich singt sie mit klarem, ausdrucksvollem Sopran und bannender Ausstrahlung. Die geht auch von Marc Albrecht am Pult des Nederlands Philharmonisch Orkest aus. Der deutsche Musikdirektor hat die wunderbaren Chöre bestens im Griff, dirigiert nachdrücklich, aber ohne Hitze. Ein exemplarischer Opernabend. Manuel Brug, Die Welt (10 februari 2012)
(16 januari 2012)
maandag tot en met donderdag
vrijdag t/m zondag| feestdagen|première
standaard
CJP/65+/ Stadspas
standaard
€ 110 € 100 € 90 € 80 € 60 € 55 € 45 € 15
€ € € € € € € €
1ste rang 2de rang 3de rang 4de rang 5de rang• 6de rang 7de rang•
€ € € € € € € 8ste rang €
120 110 100 90 70 60 50 15
130 120 110 100 80 70 60 20
CJP/65+/ Stadspas
€ € € € € € € €
120 110 100 90 70 65 55 20
Het Muziektheater Amsterdam presenteert Beijing Opera School standaard
1ste rang 2de rang 3de rang 4de rang 5de rang•
€ € € € € 6de rang € 7de rang• € 8ste rang €
75 65 55 45 30 25 20 15
CJP/65+/ Stadspas
€ € € € € € € €
Deze recensies zijn ingekort.
Uitverkocht?
Waiting for Miss Monroe Stadsschouwburg Amsterdam
Seizoen 2011-2012 Het Muziektheater Amsterdam
70 60 50 40 25 20 20 15
• Plaatsen die geen zicht op de boventiteling bieden •• Plaatsen die (deels zeer) beperkt zicht op het toneel bieden
maandag tot en met donderdag standaard
1ste rang 2de rang 3de rang 4de rang zzb• luister••
€ € € € € €
75 65 50 40 25 15
CJP/65+/ Stadspas
€ € € € € €
65 60 45 35 20 15
Bij uitverkochte voorstel lingen kunt u vanaf een uur vóór aanvang een volgnummer afhavrijdag t/m zondag| len bij het Kassa-bespreekbureau. Vanaf een feestdagen|première halfuur vóór aanvang worden niet-afgehaalde kaarten te koop aangeboden. Per volgnummer standaard CJP/65+/ Stadspas kunt u maximaal twee kaarten voor de betreffende voorstelling kopen. € 85 € 75 € € € € €
75 60 50 35 15
€ € € € €
70 55 45 30 15
Verkoop kaarten
Precies drie maanden vóór de première van een productie gaan alle voor stellingen daarvan in de verkoop. U kunt kaarten kopen: – online via www.dno.nl; – bij het Kassa-bespreekbureau van Het Muziektheater Amsterdam: Amstel 3, Amsterdam, 020-625 5455. Openingstijden: maandag t/m vrijdag 12:00-18:00 of aanvang voorstelling; zaterdag, zon- en feestdagen 12:00-15:00 of aanvang voorstelling; zon- en feestdagen zonder voorstelling gesloten.
Studentenkorting
Voor niet-uitverkochte voorstellingen kunnen studenten vanaf anderhalf uur voor aanvang op vertoon van een geldige college-/studentenkaart voor € 15 een plaatskaart aan de kassa kopen.
Boventiteling
Alle voorstellingen van DNO worden Nederlands boventiteld. Plaatsen in de 5de en 7de rang in het Muziektheater bieden echter nooit zicht op de boventiteling. Wilt u verzekerd zijn van zicht op de boventiteling, informeer dan bij het Kassa-bespreekbureau.
Openbaar vervoer
Vanaf Amsterdam Centraal Station of Amsterdam Amstel brengen metro’s 53 en 54 en sneltram 51 u naar het Water looplein. Tram 9 gaat vanaf het CS rechtstreeks naar het Muziektheater.
Parkeren bij het Muziektheater
Onder het Muziektheater bevindt zich de parkeergarage ‘Het Muziektheater’. Deze is echter vaak al vroeg vol. Andere parkeergarages in de buurt: ‘Waterlooplein’ aan de Valkenburgerstraat en ‘Markenhoven’ tegenover politiebureau IJtunnel.
Colofon
ODEON Magazine van De Nederlandse Opera Nummer 84 mrt / apr / mei 2012 ISBN: 0926 - 0684 Oplage 25.000 exemplaren Ode on is een uitgave van De Nederlandse Opera Afdeling Communicatie Waterlooplein 22, 1011 PG Amsterdam. telefoon 020 - 551 8922 e-mail
[email protected] advertenties 020 - 551 8953 abonnementen 020 - 625 5455 internet www.dno.nl
Hoofdredactie
Sandra Eikelenboom Eindredactie, vertalingen en plotteksten
Frits Vliegent hart Bijdragen
Bart Boone, Marianne Broeder, Willem Bruls, Joke Dame, Hein van Eekert, Michel Khalifa, Kasper van Kooten, Elaine Lok, Tanja Mlaker, Chazia Mourali, Mandy Romme, Marijke Schouten, Dolf Segaar en Frits Vliegenthart
Ode on is gratis verkrijgbaar in het Muziektheater.
Rechthebbenden die menen aan deze uitgave aanspraken te kunnen ontlenen, wordt verzocht contact op te nemen met de uitgever. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/ of openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
Basisontwerp en lay-out, beeld omslag affiche Deidamia
Lex Reitsma Opmaak
Bibi de Bruijn Productie en advertenties
Marjolijn Vis Lithografie
Eddie Vetter, De Telegraaf
MEI 2012 1 Opera Studio Nederland 8 Aeolus Cellokwartet 15 Anneleen Bijnen, mezzosopraan Maarten Hillenius, piano 22 Tadeu Duarte, piano
APRIL 2012 3 Nederlandse StrijkKwartet Academie: Dudok Kwartet 17 Opera Studio Nederland 24 Paul Reijn, viool Bach
MediaTraffic Press, Amsterdam Druk
SDA Print+Media
Abonnementhouders van De Nederlandse Opera krijgen Odeon gratis thuisgestuurd. Wilt u Odeon ook ontvangen? Voor € 15 ontvangt u alle vier nummers van het betreffende seizoen thuis. Losse nummers kosten € 4 incl. porto per stuk. Geef uw naam, adres, postcode en woonplaats op per (brief)kaart, e-mail of telefonisch. Zie linkerkolom.
3-g
ang
The en meater € 29 nu ,50 p
l’Esprit Brasserie
.p.
Franse taferelen... ...bij Brasserie FLO. Brasserie FLO zal u verleiden met ambachtelijke brasseriegerechten en bereidingen aan tafel. Onder liefhebbers van de authentieke Franse keuken is Brasserie FLO een begrip. Oorspronkelijk alleen gevestigd in Parijs. Openingstijden Lunch: maandag t/m vrijdag van 12.00 tot 15.00 uur Diner: zondag t/m woensdag van 17.30 tot 23.30 uur en donderdag t/m zaterdag van 17.30 tot 24.00 uur
AMSTERDAM
www.floamsterdam.nl Amstelstraat 9, Amsterdam, T 020 - 890 47 57