ODEON Magazine van De Nederlandse Opera 23ste jaargang / nr. 86 sep/okt/nov 2012
86
8
Der Schatzgräber Franz Schreker
18
Written on Skin George Benjamin
24
Ringetje Richard Wagner
26
Das Rheingold Richard Wagner
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 1
10-08-12 10:16
2
49ste INTERNATIONAAL VOCALISTEN CONCOURS 21 t/m 30 september 2012 Theater aan de Parade ’s-Hertogenbosch
Franz Schreker
Der Schatzgräber George Benjamin
Written on Skin Richard Wagner Sopraan Daniela Köhler | Grand Prix 48ste IVC 2010 • Het Brabants Orkest o.l.v. David Angus
Internationale Tiendaagse van de Stem Opera – Oratorium – Lied Concours – Concerten – Masterclasses
Ringetje Richard Wagner
Das Rheingold
Jury: Nelly Miricioiu sopraan • Peter Schreier tenor | dirigent Sergei Leiferkus bariton • Peter de Caluwe intendant De Munt Brussel Arnold Alons casting Opera Toulouse | Santiago de Chile Hein Mulders vanaf 2013 intendant Aalto Theater & Philharmonie Essen Jesús Iglesias Noriega hoofd artistieke zaken DNO Amsterdam voorzitter Ioan Holender voormalig intendant Weense Staatsopera
Wolfgang Amadeus Mozart
Alle activiteiten toegankelijk voor publiek Koop nu de IVC 2012 Royaalkaart en ontvang korting! € 80 / € 40,- (studentenkaart)
Einstein on the Beach
www.ivc.nu hoofdsponsor
Die Zauberflöte Robert Wilson | Philip Glass Gioacchino Rossini
Guillaume Tell Sergej Prokofjev
L’amour des trois oranges Richard Wagner
Die Walküre Giuseppe Verdi
La traviata Michel van der Aa
Sunken Garden Richard Wagner
Die Meistersinger von Nürnberg Benjamin Britten
Death in Venice Seizoen 2012 2013 reserveren T 020 625 5455
www.dno.nl
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 2
10-08-12 10:16
3
Gesprek voor aanvang Paul Haenen Column
Annemarie: Ik verheug me zo verschrikkelijk op de voorstelling, ben ik nu abnormaal? Peter: Nee, ik verheug me er ook op. Annemarie: Maar jij doet dat anders. Jij bent veel introverter dan ik, jij bent een binnenvetter. Peter: Begin je weer? Als ik een echte binnenvetter zou zijn, hield ik nu mijn mond maar dat doe ik dus niet. Ik ben minder extreem dan jij, ik loop minder met mijn gevoelens te koop. Annemarie: O, nou loop ík ineens met mijn gevoelens te koop terwijl ik alleen maar spontaan ben. Ik juich na een mooie aria en dat doen anderen ook. Peter: Je gilt na een aria die helemaal niet zo mooi is. Jij wilt opvallen, aandacht van het andere publiek trekken. Jij wilt overal bovenuit gillen. Is niet erg maar wel een feit. Annemarie: Deze discussie heeft werkelijk geen zin. Ik geniet, uit me en ben niet van plan net zo gesloten te worden als jij. Ik mag toch wel genieten? Peter: Tuurlijk mag je genieten en je mag ook schreeuwen, je mag ook de aandacht trekken, je mag alles van mij. Annemarie: Ik ben nou eenmaal een genotsmens. Ik geniet nu ook al, voor de voorstelling, hier in de foyer. Ik geniet van de mensen, de kleding, het uiterlijk en de combinatie van alles. Let jij wel ’s op het operapubliek? Peter: Niet echt nee en eigenlijk wil ik zo gauw mogelijk de zaal in. Ik hou niet van die observerende blikken van al die vreemd uitgedoste mensen. Annemarie: Zo vreemd zijn ze niet uitgedost. Kijk, ze beseffen wel dat ze naar het theater gaan, dus ze kleden zich ervoor. Je ziet weinig mensen in afgedragen kleren, hoewel ik het soms wel opwindend vind om naar een totaal afgedragen spijkerbroek te kijken met een gescheurd shirt erboven en een uitgewoond hoofd.
Annemarie: Ja en daarom vind ik het altijd weer heerlijk om naar de Stopera te gaan. Zoals ik het vroeger ook leuk vond om naar de Stadsschouwburg te gaan en het voordeel daar was dat er heel veel mensen uit de Jordaan kwamen, lekker spontaan.
Annemarie: Ja, ik voel me zo verbonden met De Nederlandse Opera dat ik in ‘we’ denk, mag ik? Peter: Ja, je mag alles. Annemarie: Het is zo heerlijk om je door de muziek, door de zang en door het hele spektakel mee te laten slepen. Wat een verschil met een televisieprogramma. Hier ben je echt totaal uit en heb je haast een kosmische belevenis.
Peter: Ja, en die gingen dan meezingen met bijvoorbeeld een Verdi-opera.
Peter: Je zou een goeie zijn voor de p.r.-afdeling van de opera.
Annemarie: Dat vond jij nooit leuk maar ik genoot ervan. Opera voor het volk. Dat vind ik nu wel jammer dat je haast nooit meer mensen uit de Jordaan ziet, dat er haast nooit meer met een aria meegezongen wordt. Daar zouden ze bij De Nederlandse Opera wel wat aan moeten doen want de subsidie is ook bedoeld voor de gewone man.
Annemarie: Waarom zeg je dat nou? Je kent me dus je weet dat ik meen wat ik zeg. En ik vind het ook heerlijk om af en toe bekende Nederlanders hier te zien. Sommige doen heel normaal en anderen nemen afstand. Ik probeer ze altijd even aan te spreken maar vaak houden ze de boot af.
Peter: Wat bedoel je nou weer met de gewone man? Annemarie: De man in de straat die het zich niet kan permitteren om 100 euro voor een kaartje neer te tellen.
Peter: Dat kan ik me wel voorstellen. Annemarie: Hoezo kun jij je dat wel weer voorstellen? Peter: Omdat je volkomen over je toeren en met luide stem op ze afstapt.
Peter: Je hebt toch ook goedkope plaat- Annemarie: Ik heb helemaal geen luide sen in de Stopera? stem maar ik zorg wel dat ik verstaanbaar ben, terwijl jij vaak binnensmonds Annemarie: Ja maar dan moet je ergens wat mompelt. Ik ben helder en de een hoog achter zitten en bovendien voelen apprecieert dat en de ander moet niks ze zich in de Stopera minder thuis dan van een spontane vrouw hebben. Daar in de Schouwburg. weet ik zo langzamerhand mee te leven. Peter: In de Stadsschouwburg kunnen ze toch ook volksopera’s gaan geven? Dat kan trouwens ook in de Stopera, een goedkope operavoorstelling voor het hele volk.
Peter: We moeten naar binnen want de voorstelling gaat beginnen. Annemarie: O, wat heb ik er toch veel zin in! Paul Haenen als Frosch in
Peter: Nee, wel een uitgewoond lichaam.
Peter: Zeg maar een doorsnee van de maatschappij.
Peter: ‘We’?
Die Fledermaus, DNO 2008
Annemarie: Ja, van iemand die van het leven weet te genieten. Je weet toch wel wat een uitgewoond hoofd is?
Annemarie: Nee, daarom hou ik ook van jou en voel ik me veilig. Maar bij anderen vind ik juist het afwijkende interessant. En bij de opera zie je gelukkig heel veel afwijkende mensen. Aristocratische vrouwen, elitaire mannen, glunderende nichten en introverte operaliefhebbers.
Annemarie: Dat kan niet want de buitenlandse operazangers zijn heel duur. En we moeten met het toptalent uit de hele wereld kunnen werken want anders verliezen we in Nederland onze concurrentiepositie.
(Foto: Hans van den Bogaard)
Peter: Een uitgewoond hoofd?
Peter: Zo ben ik in elk geval niet.
Annemarie: Precies en meestal zit een uitgewoond hoofd op een uitgewoond lichaam. Ik geniet van mensen die het onderste uit de kan weten te halen.
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 3
10-08-12 10:16
4
Afscheid Truze Lodder
Roland de Beer
Na 25 jaar is DNO nog steeds een feest!
Truze Lodder (Foto: Jeronimus van Pelt)
Ze kwam bij De Nederlandse Opera als een onbeschreven blad, maar groeide uit tot een van Europa’s meest gerespecteerde operadirecteuren. Een kwarteeuw bestierde Truze Lodder (64) alles wat aan het Waterlooplein met organiseren en zakendoen te maken had. Een gesprek met haar over haar naderende afscheid: ‘Wat ik meeneem, past in een handtas.’ De opera en het calvinisme hebben geen groot gemeenschappelijk verleden. Maar misschien moet je juist een ‘calvinistisch meisje’ zijn, zoals Truze Lodder zichzelf wel eens heeft omschreven, om te kunnen uitgroeien tot een fenomeen als Truze Lodder. De zakelijk directeur van De Nederlandse Opera die in oktober op haar 64ste afscheid neemt van het Waterlooplein, doet dat na een dienstverband van liefst 25 jaar. Dat kunnen weinig operadirecteuren in de wereld haar nazeggen. Er zijn niet veel collega’s op dit complexe werkterrein, waar idealen en mogelijkheden doorgaans in een alarmerende staat van wrijving verkeren, die hun zuinigheid en vlijt even makkelijk als Truze Lodder weten te combineren met ‘rechtlijnigheid, duidelijkheid, navolgbaarheid en integriteit’. Dat zijn de motieven die Truze Lodder vanaf haar aantreden in oktober 1987 voor ogen heeft gehad. In een bedrijf waar de meest uiteenlopende technische en artistieke specialismen graag op onverwachte momenten willen botsen, kan dat moeilijk een luxe worden genoemd. De consistentie waarmee Lodder haar motto’s in praktijk heeft gebracht, heeft haar ongemerkt doen uitgroeien tot een van de langstzittende directeuren uit de operageschiedenis – een observatie die er wat Truze Lodder betreft overigens niet toe doet. ‘Een vraag zou kunnen zijn: is 25 jaar niet te lang?’ zegt ze, met een intonatie die goed zou passen bij een pittig functioneringsgesprek. ‘Ik heb heel lang gedacht dat tien jaar op één plek voor mij het maximum was.’ Maar wat is lang? Saaiheid is een zeldzame toestand in de dagelijkse praktijk van het operabedrijf, en in de samenwerking met artistiek directeur Pierre Audi, zegt Truze Lodder, luidt elke dag zo ongeveer een nieuwe periode van avontuur en onvoorspelbaarheid in. Dat was iets om voor te willen vechten. ‘En dat bleef het. Het bijzondere,’ zegt Voor De Nederlandse Opera is de herfst van 2012 een jaargetij van indringende personele veranderingen. In oktober vertrekt zakelijk directeur Truze Lodder na een loopbaan van 25 jaar aan het Waterlooplein. Koordirigent Martin Wright kreeg de kans zijn koers te verleggen naar de Chicago Lyric Opera. Zangersexpert Hein Mulders, hoofd artistieke zaken, is intendant geworden van de Opera van Essen. Artistiek directeur Pierre Audi gaat zijn werk voortzetten in een nieuwe constructie: vanaf januari vormen De Nederlandse Opera, Het Nationale Ballet en Het Muziek theater één stichting, waarin de nieuwe algemeen directeur Els van der Plas wordt geflankeerd door de directeuren Ted Brandsen en Audi.
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 4
Truze Lodder, ‘is niet mijn directeurschap, maar de lange samenwerking tussen Truze Lodder en Pierre Audi.’
Gastvrijheid
Menig DNO-bezoeker kan Truze Lodder dromen. Bij operapremières posteerde ze zich strijk en zet in de hal van het Muziektheater om binnenstromend publiek welkom te heten, en een hand te geven aan iedereen die daar schik in had. Soms geflankeerd door artistiek directeur Pierre Audi, vaak door het hoofd communicatie, straalde ze er de gastvrijheid en het moederlijk gezag bij uit van een schoolhoofd – niet per se het hoofd ener School met den Bijbel – wier humeur door niets of niemand kapot is te krijgen. Ziedaar de Truze Lodder van het ‘voorgebouw’, zoals de voor het publiek toegankelijke zones in het Muziektheater worden genoemd. In het achtergebouw, het complex van kantoren, studio’s en werkvloeren, waar de stoppenkasten zitten en de theatertrekken, de koffieautomaten, de repetitiepiano’s, de schermen en toetsenborden en vergadertafels, daar is ze eigenlijk net zo. Verschijnselen als tegenslag of intrige lijken rond Truze Lodder amper te bestaan bij De Nederlandse Opera in het Amsterdamse Muziektheater, en dat heeft vermoedelijk meer te maken met goed management en personeel dan met de intrinsieke aard van het operavak. Is er dan helemaal niemand
die het vertikt om samen met Truze Lodder in een lift te staan? ‘Er zijn heus wel mensen die mij lastig, of liever: veeleisend vinden,’ is haar geruststellende antwoord. ‘Maar zelfs die respecteren mij wel, denk ik.’
Miljoenentekort
Met de harmonie aan het Waterlooplein stond het er wel eens anders voor. Toen Truze Lodder in 1987 aantrad als zakelijk directeur van De Nederlandse Opera, ressorterend onder de toenmalige intendant Jan van Vlijmen – sommigen zeiden: als diens waakhond – trof ze pijnlijke taferelen aan. ‘Ik kwam binnen in een sociaal gewonde organisatie,’ zegt ze zelf. De Nederlandse Opera huisde in een pas geopend, technisch magnifiek geoutilleerd Muziektheater. Voor het eerst in de geschiedenis had de kunstvorm opera in Nederland een eigen huis, zij het om beurten met het ballet. Maar voor de overstap naar de grote theatermaten en de nieuwe internationale ambities werd tol betaald. Toen Van Vlijmen eind 1987 afscheid nam, krap anderhalf jaar na de opening van de nieuwe tempel van architect Cees Dam, liet hij een Nederlandse Opera achter die geplaagd werd door een miljoenentekort, door tweespalt tussen nieuw en oud personeel, en door slechte communicatie met de technische diensten van het Muziektheater. En helaas, voor het wegwerken van een miljoenentekort lijken tweespalt en slechte
10-08-12 10:16
5 Truze Lodder: 1948 geboren 1965 eindexamen HBS-B, Charlois Lyceum Rotterdam 1965-1974 Holland-Amerika Lijn Rotterdam. Eindfunctie: planning van c ruises. 1974-1984 AVRO, Hilversum. Eindfunctie: hoofd financieel beheer Radio en TV. 1984-1986 Reklamebureau Prins, Meijer, Stamenkovits & Van Walbeek, Amsterdam. Eindfunctie: directielid, belast met financiële en personele zaken. 1986-1987 Noordervliet & Winninghoff/ Leo Burnett BV, Amsterdam. Eindfunctie: plaatsvervangend algemeen directeur. 1987-2012 De Nederlandse Opera, zakelijk directeur, 1992-2006 daarnaast directeur Het Muziektheater 2006-2012 directievoorzitter Het Muziektheater. Truze Lodder zet na haar afscheid van de Nederlandse Opera haar huidige nevenfuncties voort. Ze is sinds 2004 commissaris bij de Nederlandse Spoorwegen en sinds 2005 bij Van Lanschot Bankiers. Ze werd in 2007 Lid van de Raad van Toezicht van de Universiteit Maastricht. Daarnaast is ze lid van de Raad van Toezicht van het VSBfonds en voorzitter van het NJO: de Nederlandse orkest- en ensembleacademie.
paradigma shift noemen: voor mijn komst werd er altijd geklaagd over hoe weinig geld er was voor dirigenten en solisten. En hoe erg dat toch was voor de kwaliteit. Ik heb dat omgedraaid: waartoe zijn wij hier? Wat wordt er van ons verwacht? Hoe krijgen we dat voor elkaar? En dan pas: wat voor staf kunnen we ons daarbij permitteren?’ De overheadkosten werden drastisch gereduceerd. Haar succes lag in een operatie waarvan het effect het grote publiek ontging. De miljoenen die het Rijk de Opera voorschoot ter overbrugging van het gapende gat, moesten verspreid over een aantal jaren worden vereffend. Dat is keurig gebeurd, volgens het afgesproken tijdschema. Maar Lodders sanering wierp eerder dan gepland haar vruchten af. Dat moest ook wel, want tijdens de sanering moest het aantal voorstellingen per seizoen aanzienlijk groeien en daar was geld voor nodig, dus werd besloten de megafoon thuis te laten. ‘Laten we het maar low profile houden,’ was het motto op de derde etage.
Evenwichtskunstenaar
Lodders grote waagstuk – ‘ik was niet de enige in de zoekcommissie, maar ik had er samen met onze toenmalige bestuursvoorzitter Bernard Sarphati wel de belangrijkste stem in’ – zat in de werving van een nieuwe artistiek directeur, die, zoals de betrokkene zelf toegaf, nauwelijks ervaring had met opera. Het was de toen pas 31-jarige Libanees Pierre Audi, die in Londen het Almeida Theatre had opgericht. Zijn kandicommunicatie niet de beste voorwaarden. Prominenten in het kunstenveld vroegen zich datuur was onwaarschijnlijk, a far shot, volopenlijk af of de problematiek van de Opera gens het commissielid dat zijn naam noemüberhaupt op te lossen viel. Aan zakelijk de (die bijna niemand kende). Het Almeida directeur Lodder, die eerder carrière maakte hield het midden tusen – in Amsterdamse als hoofd financieel beheer bij de AVRO en termen – Mickery en De IJsbreker, met als directielid van een reclamebureau, werd eigentijds theater en een zomerfestival vol niet de passie, noch de ervaring toegeschre- nieuwe muziek en muziektheater. Audi had er het organiseren en regisseren van prikkeven die nodig waren om zowel de boeken te saneren als tegelijkertijd de operakunst nog lende kleinschalige producties in de vingers een beetje op gang te houden op een draaggekregen. Van een Ring des Nibelungen was lijk niveau. ‘Ik was dat meisje uit de omroep zijn knowhow nog lichtjaren verwijderd. en van de reclame,’ zegt Lodder. ‘Ik heb opera Waarom we hem wilden? Het voelde pas geleerd toen ik binnenkwam.’ gewoon goed. Het onorthodoxe van die jonHaar grote verdienste – zelfs sceptici gen sprak ons aan,’ zegt Truze Lodder, onderwaren het daar snel over eens – is dat ze de strepend dat bij een mooie sollicitatie de knoop heeft ontward door aan alle einden intuïtie de ratio fors kan overvleugelen. ‘Er tegelijk te trekken. ‘Dat het er slecht voorwas een klik.’ En toen? ‘Toen werd het pas echt leuk, want doordat Pierre erbij kwam, stond, was voor mij een enorme stimulans.’ werd mijn werk weer moeilijk. Het was meteen afgelopen met mijn snelle beslissingen, Sanering genomen met het oog op het gezond maken Het lag voor de hand dat een paar grootvan de organisatie: het artistieke werd vanaf schalige nieuwe producties op het speelPierres komst de drijvende kracht.’ plan, waaronder Die Gezeichneten van De kunst was om het ook zakelijk en orgaSchreker, voorlopig plaatsmaakten voor minder begrotelijke projecten. Het kostbare nisatorisch goed te blijven doen. Truze Lodder noemt zichzelf een ‘evenwichtskunOrkest van de Achttiende Eeuw, dat de intendant had vastgelegd, moest wijken voor stenaar’. ‘Of een tolk-vertaler, tussen het artistieke en de harde wereld.’ Zij en Audi het ‘om niet’ beschikbare Nederlands Philharmonisch, het reguliere begeleidings- besloten gelijk maar een tienjarenplan op te stellen. Het moest een interne leidraad vororkest van De Nederlandse Opera. Dat men, het zou het huis voorzien van een sigscheelde al veel. Maar sowieso leed de artistieke begroting natuur, en het zou naar buiten het signaal te veel onder de druk van vaste personeels- afgeven dat de directeuren niet van zins waren de pijp na een jaartje of wat aan lasten, vond de net aangetreden zakelijk Maarten te geven. Het plan waarmee ze in directeur. Goed dat inkrimping van de staf gelijk op kon gaan met eliminering van com- oktober 1989 naar buiten kwamen, verbaast nog altijd door zijn detaillering, en door de municatieproblemen binnen diezelfde staf. consequentie waarmee het is gerealiseerd: Van medewerkers die al op een zijspoor meerjarige accenten op Monteverdi, Berlioz, stonden werd afscheid genomen, of ze werSchönberg. Eigentijdse, nieuw te schrijven den juist gereactiveerd. opera’s. Kleinschalig werk naast monsterTruze Lodder: ‘De belangrijkste verandeprojecten als de Ring en Les Troyens. ring was deze – je zou het tegenwoordig een
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 5
Betrokkenheid van beeldend kunstenaars, en van dirigenten als Pierre Boulez en Frans Brüggen, van regisseurs als Peter Stein, Peter Sellars en Pierre Audi zelf. En als er voor een prominent onderdeel geen ruimte was binnen die tien jaar, dan kwam het wel een jaar later aan de beurt. Zoals Kopernikus/Rêves d’un Marco Polo van Claude Vivier,’ zegt Truze Lodder, verwijzend naar een DNO-productie in de Westergasfabriek, die haar is bijgebleven als ‘een van de absolute hoogtepunten’. In de catalogus van haar geheugen is op bladzij 1 Il ritorno d’Ulisse in patria van Monteverdi gegrift, de eerste regie in het Muziektheater van Audi, ‘een productie waarmee hij definitief respect afdwong, ook van iedereen hier in huis.’ En bij haar topmomenten zitten Audi’s Walküre, de sublieme Wozzeck van Alban Berg door regisseur Willy Decker en dirigent Hartmut Haenchen, Dialogues des Carmélites in de regie van Robert Carsen, en Die Frau ohne Schatten, met het dirigeerdebuut van Marc Albrecht. ‘Dat vind ik de mooiste momenten: als ik voel dat alles klopt. Als ik erdoor opgetild word. Als ik blij word van het product waar ik werk voor verzet. En als ik het publiek blij zie. Dat je voelt dat je een toegevoegde waarde voor de maatschappij hebt.’ Ze leest alle (‘nou ja, bijna alle’) bezoekersbrieven aan De Nederlandse Opera, en vindt dat ze de onbevangenheid heeft van een publieke toeschouwer. ‘De generale repetitie is de eerste keer dat ik iets helemaal zie. Voor het volgen van gewone repetities heb ik echt geen tijd. Ik zeg wel graag tegen iedereen: kom een keer backstage, kom op het podium, ga mee met een rondleiding. Dan merk je dat je vanuit je plek in de zaal niet alles ziet wat de makers willen dat je ziet.’
Integratie
Een internationaal samengestelde visitatiecommissie onder leiding van Brian McMaster, de voormalige directeur van het Edinburgh Festival, bracht in 2010 rapport uit. Plaats van De Nederlandse Opera in het bestel: excellent. Artistieke kwaliteit: excellent. Artistieke ontwikkeling en innovatie: excel lent. Productiviteit: excellent. Financiële gezondheid: excellent. Contact met geïnteresseerde personen en organisaties: ai – uitstekend slechts (niet excellent). Was dat geen domper? ‘Uitstekend is nog altijd meer dan goed, en ik ben nu eenmaal niet iemand die eindeloos veel tijd besteedt aan lobbyen en iedereen te vriend houden,’ zegt Lodder. Kort na haar aantreden in 1987 ontdekte Truze Lodder dat in de boekhouding van het pas geopende Muziektheater (het gebouw) vorderingen uitstonden op De Nederlandse Opera (het gezelschap) die in de boekhouding van de Opera nergens als schulden waren te ontdekken. In de top van beide organisaties zat een overlap van dezelfde functionarissen. De jaarrekeningen werden getekend door dezelfde accountant. Lodder kwalificeerde die scheefstand als onbehoorlijk bestuur. ‘Ik trok meteen aan alle bellen en ben oplossingsgericht aan de slag gegaan.’ De kans op dergelijke rariteiten is inmiddels uitgesloten en dat blijft zo, nu de integratie van De Nederlandse Opera, Het Nationale Ballet en Het Muziektheater haar voltooiing nadert in de vorm van een werke-
10-08-12 10:16
6
Rêves d'un Marco Polo (Foto: Clärchen & Matthias Baus)
Afscheid Truze Lodder
lijke fusie. Die krijgt over een paar maanden haar beslag. Truze Lodder, die in 1992 – naast haar functie bij de Opera – directeur werd van Het Muziektheater, en in 2006 directievoorzitter, zegt jarenlang naar die fusie te hebben toegewerkt. Maar ze zal er het genoegen van een nog beter gestroomlijnde bedrijfsvoering niet meer aan ontlenen. Daar gaat de nieuwe directeur Els van der Plas mee aan de slag. Truze Lodder: ‘Ik zal het ordentelijk achterlaten. Ik heb weinig spullen om mee te nemen. Ik ben gauw klaar met opruimen. Wat ik meeneem, past in een handtas.’
2. En als de uitgaven hoger uitvallen dan gedacht? ‘Dat gebeurt zelden, we beheersen het proces, maar als het een enkele keer toch onvermijdelijk is, zullen we het in een volgend project met minder moeten doen.’
3. Een ontwerper kan voor die ene keer dat hij hier komt van alles bedenken. Hij hoeft toch niet mee te begroten? ‘Op een ontwerpersidee wordt altijd eerst een haalbaarheidsonderzoek losgelaten. En dan maken wij er wat we noemen een theaterontwerp van. Waarbij niet alleen de chef decorbouw wordt betrokken, die bij ons een Delftse ingenieur is, maar ook de mensen ‘Wij hanteren geen sterren die het moeten hanteren op het toneel. De tarieven’ – zeven vragen aan definitieve budgetten, die delen we toe na Truze Lodder het haalbaarheidsonderzoek. En wat we 1. Hoe hou je in het operavak de kosten in de definitief hebben toegewezen, wordt bewaakt. Als een ensceneringsteam steeds hand? Er komen zoveel technische en artismaar dingen wil veranderen, en steeds met tieke eisen en specialismen aan te pas dat nieuwe wensen komt, dan verwacht ik van dat per definitie onbegonnen werk lijkt. ‘Toen ik pas begon, was er een penningmees- onze organisatie dat ze flexibel zijn en meeter in het bestuur die zei: dit is zo’n r iskant denken, terwijl ze de kaders vasthouden. Tot hier en niet verder.’ vak, je moet altijd wel 50 procent onvoorzien inbouwen. Dat vond ik onzin. We zijn steeds 4. Voor het ontwerp van jullie jongste proscherper gaan begroten en processen gaan ductie van Parsifal heeft regisseur Pierre beheersen. Eigenlijk is iedere opera een proAudi een beeldend kunstenaar van wereldject. En omdat iedere opera en iedere enscefaam uitgenodigd, Anish Kapoor. Schept dat nering weer anders is, heb je allemaal verweer aparte voorwaarden? schillende projecten. Je hebt te maken met ‘Kapoor wilde dat er een spiegel van bijna grote bezettingen, kleine bezettingen, wel zeven meter doorsnee werd gemaakt, een koor, geen koor, zichtbaar koor, onzichtbaar koor. Dat heeft meteen al consequenties voor ronde spiegel uit één stuk. Er mochten geen naden in zitten. Ik had daar moeite mee, vande kostuums bijvoorbeeld. De eisen op het gebied van decorbouw en theatertechniek wege de transportkosten en vanwege het zullen ook steeds weer anders zijn. Voor al feit dat het je mogelijkheden beperkt om de die dingen hebben we een productieproces productie te verhuren aan andere operahuien een kostenallocatiesysteem ontwikkeld zen. Er was al een hele route uitgezet met waarin iedere afdeling verantwoordelijk is diepladers en dekschuiten, van Kapoors voor de realisatie van een bepaald deel van spiegelmakerij in Limburg naar Amsterdam. het project binnen de begroting. Daar let ik Ik zei: Pierre, als het uit de hand loopt, moet wel bij op of er scherp genoeg wordt begroot. ik het terughalen uit producties in de toeDat er niet wordt gemajoreerd op het gebied komst. Gelukkig waren de sterren met ons. van bijvoorbeeld de casting of de materialen. Het bedrijf in Limburg heeft net op tijd een Het moet altijd moeilijk zijn de targets te methode ontwikkeld om zo’n spiegel van halen, anders is er sprake van overbegroting. gepolijst metaal in delen in elkaar te zetten, Dat kunnen we niet hebben en daar ben ik met zulke fijne lasnaden dat ze bijna vasthoudend in. Maar de vakkennis en het onzichtbaar zijn. Toen kon de spiegel in een onderlinge vertrouwen hier zijn erg groot.’ gewone zeecontainer.’
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 6
5. Zangersmanagements hebben lang de neiging gehad de gages voor vocalisten steeds maar op te vijzelen. Valt daar tegenop te onderhandelen? ‘Wij hebben er altijd behoorlijk weerstand aan geboden. Soms door uitwisseling van informatie met andere operahuizen. Hoewel we daar ook slechte ervaringen mee hebben opgedaan, want er waren huizen in Duitsland en Italië, die een zanger dan gewoon van je wegkaapten door te overbieden. Echte afspraken, dat mag ook niet. Ook voor operahuizen gelden de regels van het vrije verkeer, je mag niet aan kartelvorming doen.’ 6. Betaalt De Nederlandse Opera een emiddelde van wat er op de internationale g zangersmarkt betaald wordt? ‘We betalen geen sterrentarieven. We onderhandelen scherp, en dat kunnen we doen omdat we eerder trensettend dan trendvolgend zijn. Artiesten komen hier vaak een rol instuderen die nieuw voor ze is. Ze vinden de werkomstandigheden fijn. Ze krijgen repetitietijd, ze kunnen er grondig mee aan de slag, ze vinden Amsterdam een leuke stad. Maar nu praten we over iets wat ik voor een heel groot deel gedelegeerd heb aan de specialistische kennis van het hoofd artistieke zaken.’ 7. Is goed zakendoen een voorwaarde voor goede opera? ‘Ja, als je beseft wat GOED is. Wat juist NIET moet gebeuren, is dat de randvoorwaarden bepalend worden voor de artistieke gang van zaken. Dan krijg je precies het omgekeerde van wat er nodig is. We zijn een bedrijf dat opereert vanuit een artistieke gedrevenheid. Niet vanuit een technische gedrevenheid, zoals hier ooit wel eens is gedacht, of een zakelijke gedrevenheid. We hebben een solide, professionele bedrijfsvoering, die onze missie om het publiek excellente opera te bieden en de kunstvorm levend te houden ondersteunt.’
10-08-12 10:16
7
Uitmarkt 2012 Bezoek De Nederlandse Opera op de informatiemarkt Op 24, 25 en 26 augustus wordt het landelijke culturele seizoen geopend tijdens de Uitmarkt op het Museumplein en Leidseplein in Amsterdam. Kom DNO bezoeken in het Theaterdorp op het Museumplein (stand Het Muziektheater Amsterdam) voor exclusieve aanbiedingen en leuke optredens.
Concertgebouw Kleine Zaal 26 aug 2012 12.00 uur Entree gratis Marco Borggreve)
(Foto's: Jennifer Adler, Peter Hurley en
Optreden DNO op de Uitmarkt 2012 DNO presenteert op zondag 26 augustus in de Kleine Zaal van het Concertgebouw een concert geïnspireerd door de opera Der Schatzgräber. Begeleid door pianiste Reinild Mees brengen castleden muziek van de lang vergeten componist van de opera, Franz Schreker, ten gehore. Hoofdrolzangeres Manuela Uhl (sopraan) zingt een scène uit de derde akte van Der Schatzgräber, tenor Gordon Gietz en bariton André Morsch zingen enkele liederen van Schreker.
Evenement gesprek Der Schatzgräber De opera Der Schatzgräber opent op 1 september a.s. het nieuwe operaseizoen. DNO presenteert in samenwerking met Sociëteit Arti et Amicitiae een gesprek rondom Franz Schrekers opera. Dramaturg Klaus Bertisch gaat met chefdirigent Marc Albrecht en Schreker-specialist Christopher Hailey in gesprek over deze magische en sensuele opera en over de componist. Een muzikaal optreden wordt verzorgd door zangers Gordon Gietz en André Morsch, begeleid door pianiste Reinild Mees. Arti et Amicitiae Rokin 112 2 september 2012 16.00 uur Entree gratis Reserveren verplicht:
[email protected]
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 7
10-08-12 10:16
8
Der Schatzgräber Kijk daar – een galg! Dat riekt naar cultuur. (Nar) vorige vrijers. Tijdens een toost op de afwe zige bruidegom komt Elis binnen, die een lied voor het feestende gezelschap zingt. Els is zeer onder zijn bekoring. Onderweg heeft Elis de ketting gevonden, die hij Els aanbiedt. Als het lijk van de jonker wordt ontdekt, reageert Els verheugd, want ze is nu vrij voor Elis. Deze wordt echter beschuldigd van de roofmoord.
I Els, de dochter van een herbergier, is tegen haar zin uitgehuwelijkt aan een rijke jonker. Hem stuurt ze de dag voor hun bruiloft naar een heler in de stad om een gouden ketting te gaan halen: het laatste stuk uit het bezit van de koningin, want de rest heeft ze al in huis verborgen. Ze beveelt haar knecht Albi, die verliefd op haar is, de jonker op de terugweg te vermoorden, net als haar twee
II Elis zal ter dood worden gebracht. Bij de executieplaats bevinden zich Els en de nar, die nog steeds op zoek is naar de zanger met de toverluit. Uit Els' woorden begrijpt de nar dat de veroordeelde de man is die hij moet hebben. Hij snelt weg naar de koning. Els raadt Elis aan tijd te winnen door het zingen van een afscheidslied. Hij verklaart haar zijn liefde. Op het laatste moment ver
hindert een koninklijke heraut de terecht stelling. Elis gaat met hem mee naar het hof. Morgen zal hij terugkeren naar Els. Om te voorkomen dat hij de juwelen bij haar aantreft, laat ze Albi zijn luit stelen. III Els en Elis brengen samen de nacht door. Hij is wanhopig omdat hij zonder de luit zijn opdracht niet kan uitvoeren. Zij belooft hem aan de schat te helpen op voorwaarde dat hij niet zal vragen hoe zij daaraan is gekomen. Els vertoont zich aan hem, behan gen met alle juwelen van de koningin. Bij het ochtendgloren overhandigt zij Elis de schat. IV Het hof viert feest omdat de koningin haar sieraden en daarmee haar jeugd en schoon
Kostuums Koor Der Schatzgräber (ontwerp: An D'Huys)
Voorspel De juwelen van de koningin zijn gestolen. Sindsdien voelt ze zich ziek en wil niet meer met de koning slapen. Als de hofnar uitkomst weet, mag hij zijn beloning uit kiezen: hij wil een vrouw. De rondtrekkende zanger Elis bezit een toverluit, waarmee verborgen schatten kunnen worden opge spoord. De koning laat naar hem zoeken.
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 8
10-08-12 10:16
9
za
heid terug heeft. Men zet Elis onder druk om hem te laten vertellen hoe en waar hij de schat heeft gevonden. Hij wordt boos, beledigt de koningin en eist de juwelen terug. Dan komt de voogd melden dat Albi alles heeft bekend. Als bewijs geeft hij de luit terug aan Elis. Els wordt ter dood veroordeeld. Maar nu herinnert de nar de koning aan diens belofte en eist Els op als bruid. Zij neemt afscheid van Elis en volgt de nar. Naspel In de kluizenaarshut van de nar ligt Els op sterven. De nar heeft Elis laten halen, die haar laatste ogenblikken verlicht met een lied over een paradijselijk oord, waar iedereen volmaakt gelukkig is.
1 september 2012 première
di 4 do 6 zo 9 wo 12 za 15 wo 19 zo 23
september september september september september september september
20.00 uur 20.00 uur 20.00 uur 13.30 uur 20.00 uur 20.00 uur 20.00 uur 13.30 uur
Het Muziektheater Amsterdam Kaartverkoop is reeds begonnen. Bij het ter perse gaan van deze Odeon zijn er nog kaarten verkrijgbaar. Bel het Kassa-bespreekbureau: 020-625 5455 Online reserveren: www.dno.nl Inleidingen door Kees Arntzen Plaats: het Muziektheater (foyer 2de balkon) Tijd: 45 minuten voor aanvang van iedere voorstelling, dus 19.15 uur (avond)/12.15 uur (matinee) Lengte: ± 30 minuten Toegang: gratis op vertoon van een plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag. Met steun van de Vereniging Vrienden van De Nederlandse Opera. Uitzenddatum Radio 4, NTR Opera Live: zaterdag 15 september, 19.00 uur Dinerbuffetten Bij elke avondvoorstelling van DNO kunt u genieten van een dinerbuffet in de foyer van het Muziektheater. Zo kunt u rustig eten en bent u op tijd voor de opera. Reserveren: 020-625 5455 of via www.het-muziektheater.nl/kaarten.
Der Schatzgräber Oper in einem Vorspiel, vier Aufzügen und einem Nachspiel libretto Franz Schreker
Nieuwe productie
Franz Schreker 1878-1934
muzikale leiding Marc Albrecht regie Ivo van Hove decor/licht Jan Versweyveld kostuums An D’Huys video Tal Yarden dramaturgie Janine Brogt Klaus Bertisch Der König Tijl Faveyts Die Königin Basja Chanowski Der Kanzler/Der Schreiber Alasdair Elliott Herold/Der Graf André Morsch Der Schultheiß/Der Magister Kurt Gysen Der Narr Graham Clark Der Vogt Kay Stiefermann Der Junker Mattijs van de Woerd Elis Raymond Very Der Wirt Andrew Greenan Els Manuela Uhl Albi Gordon Gietz Ein Landsknecht Harry Teeuwen Erster Bürger Cato Fordham Zweiter Bürger Richard Meijer Mezzosopransolo Marieke Reuten 1. Altsolo Inez Hafkamp 2. Altsolo Hiroko Mogaki Nederlands Philharmonisch Orkest Koor van De Nederlandse Opera instudering Alan Woodbridge De voorstelling duurt circa 2 uur en 50 minuten. Er is 1 pauze. De opera wordt in het Duits gezongen en Nederlands boventiteld. Het operaboek Der Schatzgräber is verkrijgbaar in het Muziektheater. Daarin zijn onder meer een uitgebreide synopsis en het libretto in het Duits en in het Neder lands opgenomen. De prijs is € 8.
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 9
10-08-12 10:16
Achtergrond Der Schatzgräber
10
Hein van Eekert
Muziek in de hoofdrol
Franz Schreker, omstreeks 1912
Een koningin voelt haar schoonheid en vruchtbaarheid verdwijnen door het verlies van haar sieraden. Een nar heeft zijn zinnen gezet op een knappe herbergiersdochter. Het alom begeerde meisje laat moorden voor een mooie set juwelen. Een minstreel heeft een luit waarmee hij kostbaarheden op kan sporen. De herbergiersdochter en de minstreel krijgen elkaar in het oog. Dit alles met als kookpunt een liefdesscène vol ongeremde sensualiteit. Er is tovenarij en de dreiging van een executie. De opera Der Schatzgräber uit 1920, van componist, verhalenbedenker en tekstschrijver Franz Schreker zou zo een spannende avonturenfilm kunnen zijn. Een avonturenfilm in ‘Glorious Technicolor’! De kostuumfilms die iets meer dan een decennium na het ontstaan van Der Schatz gräber in Hollywood werden gemaakt, hebben een bijzondere magie die een geheel eigen wereld suggereert: ze roepen met hun bonte, op renaissanceschilderijen geënte kleuren een gedroomd, niet realistisch verleden op, dat indrukwekkend is tot in de kleinste details. Die kracht heeft de muziek van Franz Schreker ook: ze verleidt, overspoelt, bedwelmt, betovert, is meeslepend en biedt ten slotte vertroosting. Het is een orkestrale waterval die glinstert in het zonlicht, maar die ineens ook het karakter kan aannemen van een eenvoudig wiegenliedje. De componist mengt invloeden van het Franse impressionisme met een paar afgestreken eetlepels van Puccini’s Italiaanse passie en het erfgoed van Richard Wagner tot een nieuw geluid. Schreker is daarmee geen mengelmoes van andere toondichters, maar boven alles een kunstenaar met zijn eigen klankkleur. ‘Een kleur,’ zo zegt chefdirigent van De Nederlandse Opera Marc Albrecht, ‘die we in onze tijd enigszins kwijt zijn geraakt.’
tenissen die het tweetal nog te wachten staan. Toch is zijn muziek niet een groot tapijt van strak georganiseerde motieven. Avant-garde De eerder gemaakte vergelijking met film Franz Schreker was er aan het begin van de gaat ook op voor de relatie tussen de tekst vorige eeuw enorm populair mee en stond en de muziek in Schrekers opera’s: zoals op eenzelfde voetstuk als Richard Strauss. filmmuziek dat later in de 20ste eeuw zou Hij prikkelde zijn publiek met een ware regenboog aan tonen, zodat het de moderne doen, reageert het orkest alert en wendbaar op de emoties en gebeurtenissen in het invloeden gemakkelijk accepteerde: Der ferne Klang, Die Gezeichneten en Der Schatz verhaal. Schreker is bijvoorbeeld goed in scènes met veel mensen op het toneel, zoals gräber, die respectievelijk in 1912, 1918 en het tweede bedrijf waarin een groot aantal 1920 in première gingen, waren daverende personages met elkaar in dialoog is en op successen. De herkenbare karakters, de dosis gedurfde erotiek en de sprookjesach- de achtergrond een stoet monniken voorbijloopt. De componist monteert vakkundig tige elementen in zijn tekstboeken werkten sterk op de verbeelding van de toeschouwers. melodieën en thema’s zoals een filmmaker Schrekers ster steeg snel: hij werd populair scènes monteert en zorgt dat alle karakters – de nar, Els, Elis, omstanders, monniken, als docent en accepteerde een baan aan de Musikakademie in Wenen, waar hij gestudeerd de dienaar Albi – duidelijk uit de verf komen. had. Met Arnold Schönberg, wiens machtige, complexe oratorium Gurrelieder hij in preToverinstrumenten mière bracht, was hij de grote vertegenwoor- De noten zijn echter niet zomaar de dienaar diger van de avant-garde en van de twee was van de woorden. Muziek speelt zelfs vaak een hoofdrol in Schrekers opera’s. Elis met hij degene wiens stijl het meest aansprak. zijn toverluit waarvan de snaren gaan trillen Van al zijn opera’s was Der Schatzgräber als er ergens sieraden verborgen liggen, is de populairste. In veel opzichten is het de in zijn oeuvre in het goede gezelschap van meest toegankelijke: de liefde tussen Els de minstreel in zijn eersteling Flammen, en Elis, de schatgraver van de titel, krijgt gestalte in lange, lyrische melodieën die van de componist Fritz in Der ferne Klang, smeulen, opvlammen en schitteren. Het de instrumentmaker en de musicus in Das derde bedrijf, waarin Els voor Elis in het Spielwerk, de componist in Christophorus maanlicht verschijnt met de sieraden van de oder Die Vision einer Oper (1924) en de boukoningin om haar hals, zorgt voor een spec- wers van een betoverd orgel in Der singende taculair duet, waarin de componist muzikaal Teufel (1924-28). De muzikale klankexperimenten, ingezet met Wagners Tristan und al vooruitwijst naar de noodlottige gebeur-
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 10
Isolde – het derde bedrijf van Der Schatzgräber bevat een citaat uit deze opera – werden door diverse componisten rond 1900 voortgezet. Schreker gebruikt de nieuwe mogelijkheden in de muziek voor de toverinstrumenten in zijn opera’s en voor het oproepen van onbestemde sferen of abstracte zaken als de kracht en de bestendigheid van de liefde. Het zat Schreker echter niet altijd mee. Ging hij in de ogen van de operaliefhebbers te ver met experimenteren, zoals in Das Spielwerk und die Prinzessin, dat voor het eerst in 1913 werd opgevoerd, dan kwamen ze er niet voor naar het theater. Schrekers werk na Der Schatzgräber kon de gunst van het publiek niet wegdragen, terwijl hij zijn componeerstijl een aantal keren veranderde: werken als Irrelohe of Der Schmied von Gent werden lauw ontvangen, terwijl er toch belangrijke pleitbezorgers waren, zoals de dirigenten Otto Klemperer en Erich Kleiber.
Erotische gevoelens
Dan waren er nog de critici die hem soms stevig aanpakten. Julius Korngold, de vader van componist Erich Wolfgang Korngold, was op zeker moment zo ongenadig hard in zijn oordeel dat er een tegenbeweging van critici en muziekliefhebbers werd gevormd om Schreker te verdedigen. Zij die niet van zijn werk hielden, kwamen met uitspraken als: ‘Er is geen seksuele afwijking die hij niet op muziek heeft gezet.’ Daarmee werd verwezen naar bijvoorbeeld zijn vrouwelijke
10-08-12 10:16
11 Die Gezeichneten, DNO, 2007 (Foto: A.T. Schaefer)
hoofdrollen, die worstelen met onderdrukte erotische gevoelens en die zich niet altijd conformeren aan wat de mannen van hen willen. In Schrekers eerste opera Flammen uit 1902 wijst de minstreel de jonkvrouw Irmgard erop dat liefde en passie almachtige krachten zijn. Dat idee slaat aan: Irmgard begint wat voor de minstreel te voelen. En dat terwijl haar op kruistocht vertrokken echtgenoot heeft gezegd dat hij, zou zij hem ontrouw zijn, bij zijn terugkeer dood neer zal vallen bij hun eerste kus. In Der ferne Klang ontsnapt de jonge Grete, wier geliefde Fritz haar verlaten heeft om een geheimzinnige verre klank te zoeken, aan een gedwongen huwelijk en komt daarbij in de prostitutie terecht. In Das Spielwerk moet een losban dige prinses de ware liefde leren kennen. In Die Gezeichneten ontdekt kunstenares Carlotta dat ze haar diepste lichamelijke verlangens jaren heeft onderdrukt: dat haar liefde voor de mismaakte Alviano medelijden is en dat ze veel meer voelt voor de knappe edelman Tamare. Els uit Der Schatzgräber heeft misschien wel iets van al deze vrouwen. Ze onttrekt zich aan verstandshuwelijken door ongewenste minnaars te laten vermoorden; ze wordt begeerd door een niet erg aantrekkelijke nar en verlangt naar het samenzijn met Elis; ze verleidt hem, maar moet hem om de tuin leiden om haar juwelendiefstal verborgen te houden. En zoals Irmgard haar eigen dood verkiest boven die van haar echtgenoot, Grete haar Fritz in haar armen ziet sterven en Carlotta met Tamare het onderspit delft tegen een furi euze Alviano, zo vindt Els, uiteindelijk toch weggegeven aan de nar, ook de dood, al
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 11
troost haar geliefde Elis haar met een voorspelling over een nieuw leven met mooie muziek.
56ste verjaardag, stierf hij. Componisten die in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog in de hoek der Entartete Kunst worden gedrukt, hebben het later in de 20ste eeuw niet gemakkelijk om weer in beeld te komen. Venijnige opmerkingen Een eerherstel is dus lang uitgebleven: Zo’n serie interessante vrouwenkarakters Franz Schreker stond geruime tijd in de zorgde dus voor scheve ogen: een man die schaduw der vergetelheid. zulke personages kon neerzetten was vast Nu niet meer: de laatste jaren wordt hij en zeker zelf geestelijk niet sterk, vooral omdat in zijn muziek de strakke vormen weer opgemerkt, ook in Nederland. En met ontbraken en er zoveel vreemde sporen in de nieuwe chef-dirigent van DNO is hij zijn klankwereld te vinden waren. De Franse meegekomen naar het Muziektheater in invloeden in Schrekers werk leidden tot Amsterdam. Marc Albrecht is een enthou venijnige opmerkingen van muziekjournalis- siast pleitbezorger: ‘Ik vind hem een ten onrechte vergeten componist: hij schreef ten die impressionisme verbonden met een gebrek aan viriliteit. Adolf Weissmann van net als Richard Wagner zelf zijn teksten; de Berliner Zeitung bracht het met een staal- hij heeft een geheel eigen stijl die men met tje kritisch machismo: ‘Schreker is een vrou- Richard Strauss in verband kan brengen, welijke, weke natuur… Ja, het pulserende, maar slechts tot op zekere hoogte, omdat hij maar mannelijke ritme van een krachtige zijn eigen idioom heeft. Het gaat weliswaar persoonlijkheid – de voorwaarde voor om dezelfde tijd in de muziekgeschiedenis, opbouw en eenheid – ontbreekt.’ En zo was maar Schreker heeft een geheel eigen er meer: nu eens stuitte zijn moderniteit toonval.’ op tegenstand, dan was het juist weer een Die toonval ontdekken we in Der Schatz gebrek aan vernieuwing of de grote mate gräber, het werk dat zoveel van Franz van spektakel. Een wending in de heersende Schrekers kenmerken in zich verenigt en smaak, voortschrijdende muzikale ontwikke- daarom een goede indruk geeft van deze lingen, bittere jaloezie en politieke verande- componist. Een werk dat bovendien een ringen drukten Schreker langzaam maar bijna alomvattende opening is van een zeker de marge in. Steeds openlijker antise- seizoen met meer toverinstrumenten in mitisme werkte hem ook tegen: in het begin Die Zauberflöte, meer narren in L’amour van de jaren ’30 waren er vreselijke demondes trois oranges, meer begeerte naar een straties bij u itvoeringen van zijn werk. Toen sieraad in Das Rheingold en Die Walküre en nog eens een sterke link tussen muziek en Hitler aan de macht kwam, verloor hij zijn eerder verworven betrekking aan de Berliner ware liefde in Die Meistersinger. Musikhochschule meteen. En zo verbleekte de ster van de man die ooit toonaangevend geweest was: in 1933, twee dagen voor zijn
10-08-12 10:16
Interview Der Schatzgräber
12
Joke Dame
Als de cactus die één nacht bloeit Toneelregisseur Ivo van Hove (Toneelgroep Amsterdam) voegt met het sprookje Der Schatzgräber een nieuweling toe aan zijn groeiende reeks operaregies; het wordt na Iolanta en De zaak Makropulos zijn derde regie bij De Nederlandse Opera. Maar voor Van Hove is Der Schatzgräber meer dan een sprookje. Hij spreekt van ‘een ode aan het menselijke tekort – in al zijn tristesse, in al zijn schoonheid’.
Ivo van Hove
Ivo van Hove: ‘Ik noem het een fairy tale for adults – dat maakt het meteen een beetje dreigender en dat is ook de richting die je mag verwachten in mijn regie. De sprookjeswereld is nooit zo mijn wereld geweest, het wordt dan ook niet het sprookje-sprookje. Opera heeft voor mij een raakvlak met f ilosofie, met gedachtegangen. Het gaat niet zomaar om stories. Dat komt door de irrationele kracht van de muziek. In het toneel is het veel moeilijker om aan het verhaal, aan de handeling te ontsnappen; in de opera is dat vanzelfsprekend. Je komt in meer abstracte gedachtegangen terecht, in gevoelsklimaten. Dat vind ik heel fijn aan opera, want in stories ben ik niet zo geïnteresseerd.’ Waar gaat dit sprookje voor volwassenen over? ‘Het gaat in Der Schatzgräber zonder uit zondering om personages die zich lelijk voelen of lelijk zijn en niet geaccepteerd worden. Dat is een terugkerend thema bij Schreker. Zijn opera’s – ook bijvoorbeeld Die Gezeichneten – zijn bevolkt met mensen die getuigen van het menselijke tekort. Hoe ga je om met je frustraties, met je seksuele verlangens als je jezelf niet mooi vindt, niet aantrekkelijk en niet geschikt? In deze opera gebeurt het via het sublimeren van die verlangens en daar heb ik een diepe connectie mee.’
bij haar echte familie, waardoor haar onschuldige kinderwereld op te jonge leeftijd totaal werd verwoest. Ze belandt in een wereld die nog gewelddadiger is en ze is de enige vrouw in die wereld, er is geen stiefmoeder. Voor mij is dat de scène zoals in John Boormans film Deliverance, waar mensen bijna tot dieren vervallen en zich alles permitteren tot aan verschrikkelijke verkrachtingen toe. Zo’n wereld is dat. Maar ze koestert nog altijd in haar hoofd de wereld die ze kende als onschuldig meisje en daar verlangt ze naar. En dan komt die prins op het witte paard – de Schatzgräber. Hij is een kunstenaar, een zanger, die ook over de verschrikkingen van het leven vertelt, maar gesublimeerd, door erover te zingen en parabels te vertellen. Voor mij waren dat de connecties die ik heel goed begreep. Het sprookje schoof wat meer naar de achtergrond en de ondergrond kwam meer naar voren.’
Dit vraagt om een voorbeeld. ‘Ik kan dit het duidelijkst illustreren aan de vrouwelijke hoofdrol Els. Zij heeft een cruciale aria aan het begin van het derde bedrijf, een wiegenlied waarin zij haar geschiedenis vertelt. Eigenlijk moet je om het personage Els goed te begrijpen vanuit die aria terugdenken. In die aria wordt duidelijk – niet heel expliciet, maar toch duidelijk – dat zij een enorm trauma heeft opgelopen als jong kind. Haar moeder vertelde dat haar vader gestorven is en nooit meer zal terugkomen. Onze fantasie daarbij, maar wel op de tekst gebaseerd, is dat haar ouders uit elkaar gaan, dat er een echtbreuk is. Hij is gewoon weggetrokken na een verschrikkelijke ruzie. Wat de moeder dat kleine meisje in behapbare beelden voorspiegelt, is dat haar vader gestorven is. En dat trauma is zij gaan sublimeren in haar verlangen naar een prins op het witte paard. Dat zegt ze ook zo: ze verlangt naar een prins op het witte paard, terwijl ze in feite in een verschrikkelijke wereld bij haar stiefvader leeft.’
Sympathie voor Els krijg je pas in de derde akte? ‘Er is iets dubbels aan haar want er is nog een andere kant aan Els: ze wil gewoon niet aan de man. Ze wil niet meer gebruikt, misbruikt, betast worden. Maar er is een grote perversiteit in haar gekomen. Dat is het geval bij mensen die ooit verkracht of misbruikt zijn: ze vertonen later hetzelfde patroon tegenover anderen omdat het de enige vorm is die ze kennen om met hun gevoelens om te gaan. Els doet wat haar is overkomen met Albi, de mismaakte, simpele jongen die zij gebruikt als handlanger om de mannen met wie zij moet trouwen van kant te maken. Ze is een totaal verscheurde vrouw, al begrijp je haar verscheurdheid niet meteen. Aanvankelijk denk je een femme fatale te zien, een vrouw die mannen opvreet. Je kunt pas in die derde akte de ondergrond daarvan begrijpen. En dan zie je ook de ongelooflijke daad die ze stelt – bijna vergelijkbaar met het offer van Brünnhilde. Na de fantastische liefdesnacht met Elis geeft ze haar juwelen af, wetende dat dit het einde van haar relatie met hem zal zijn. Het is ook het einde van haar seksualiteit, maar die heeft ze wel ten volle beleefd. Bijna zoals Romeo en Julia die ook maar één grote l iefdesnacht meegemaakt hebben. Ik noem dit altijd de cactusbloem. Cactusbloemen bloeien maar één nacht in volle hevigheid en dan ook nog in het duister, dus niemand ziet het. En de volgende dag liggen ze er zwart en u itgebloeid bij.’
Haar stiefvader? ‘In mijn interpretatie is de Wirt haar stiefvader die het kind Els alleen ziet als middel om hogerop te komen. Hij misbruikt haar emotioneel en fysiek. Dat komt nog eens bovenop het trauma dat ze heeft opgelopen
De liefdesnacht onttrekt zich enigszins aan het muziektheatrale en is bijna symfonisch te noemen? ‘Die liefdesnacht is een cruciaal moment in Wat zien we? de regie, dat snap je. Mij viel op dat Schreker ‘De inspiratie voor het beeld is een popdaar ontzettend veel tijd voor neemt. Met
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 12
tekst, maar ook met minutenlange orkestrale momenten. Voor mij is het een heel leven dat zich voltrekt in die ene nacht – zo wil ik het proberen te ensceneren. Het leven is helemaal geleefd: we hebben ruziegemaakt, we hebben gevreeën, we hebben het weer goed gemaakt, we hebben ontbeten, we hebben een krant gelezen, we hebben gewandeld samen – het hele leven heeft zich afgespeeld in die nacht. Het is dus niet alleen maar seks. Er is natuurlijk seksuele energie, maar er zit ook de energie van een heel leven in die scène.’ Schrekers opera speelt in de middeleeuwen – in deze regie ook? ‘Ik wil dat het eigentijdse opera wordt, alsof het stuk gisteren gemaakt is. Zo is het altijd voor mij, eigentijds maar niet geactualiseerd. Dat is vaak een misverstand. Soms actua liseer ik wel, bijvoorbeeld in de Ring – daar lopen echt mensen van vandaag op het toneel. Maar deze opera is visueel geïnspireerd door de beeldtaal van filmmakers als David Lynch, Terrence Malick en Lars von Trier. Het is realisme, maar dan in een hyper vorm en dat doen we ook hier in deze opera. Eigentijdse opera betekent niet dat je eigentijdse mensen op de scène zet, maar dat je moet proberen uit te zoeken wat die opera vandaag betekent. Dat gaat dus over interpretatie. En als ik het voor mezelf niet kan duiden, dan regisseer ik het ook niet. Voor mij moet een stuk een diepere blik willen geven op de dag van vandaag, maar geen commentaar op wat vandaag speelt, want dan ben je met opera altijd te laat.’
10-08-12 10:16
13 Maquette Der Schatzgräber (Ontwerp: Jan Versweyveld)
upboek, zo’n plaatjesboek waar van alles uit de bladzijden omhoog springt. Dat is de basisgedachte achter het decor, een eenheidsruimte die in alle bedrijven op een minimale manier transformeert. Daarin wordt heel belangrijk Elis – de Schatzgräber, de zanger, de troubadour, de kunstenaar die vaak wordt gevraagd naar duiding. In de opera heeft hij vier grote liederen en daarin neemt hij wagneriaans de tijd om te proberen voor de mensen om zich heen, zonder te actualiseren en zonder heel direct te zeggen waar het precies om gaat, een poëtische duiding te geven van de werkelijkheid. Maar het is tegelijkertijd verpakt in een lied, in een kunstvorm, in kunst – en daar speelt video een grote rol waarin die getransformeerde wereld, die gesublimeerde wereld tot leven komt. Daarin vertellen we een parallel verhaal dat ontstaan is vanuit het wiegenlied, waarin we laten zien hoe het is gegaan met die kleine Els. In zijn verhalen komt heel haar verhaal telkens terug, al zijn liederen gaan ook over haar maar op een verdoken manier, niemand begrijpt het.’ Hijzelf ook niet? ‘Jawel. Het laatste lied: als het over Ilse en Ilsenstein gaat, kan het niet anders dan dat het gaat over Els. Maar het evolueert, want in het begin kent hij haar nog niet. Ook al
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 13
t ijdens de executiescène, begin tweede akte, gaat het filmdoek over haar. Meestal houdt het doek rechtstreeks verband met zijn ervaringen met Els.’ ‘Elis staat voor de kunst en kunst sublimeert altijd. Als ik zeg dat ik probeer iets te vertellen over vandaag, dan is dat wel met mythische beelden. Maar er is ook wel degelijk aantrekkingskracht en gewone mannelijke seksuele drift. Het is liefde op het eerste gezicht en er ontstaat ook een gewone, banale liefdesband. Dus het is niet alleen maar sublimatie; dat is het mooie.’ ‘Uiteindelijk gaat Els bij de nar wonen, die gewone man die mismaakt is, die maatschappelijk aan de rand staat en niet geaccepteerd wordt, maar wel de noodzakelijke reddingen brengt en het eigenlijk altijd precies weet. Het is een gemankeerd huwelijk, maar wel heel mooi en teder. Want die nar onderdrukt zijn seksualiteit – dat is mijn interpretatie, dat wil zeggen: dat haal ik uit het libretto. Hij raakt haar niet één keer aan, tenminste niet op een ongewenste manier. Er is ontzettend veel respect, al is het wel een gemankeerd leven. Maar ik zie het zo: elk leven is gemankeerd. Hét grote geluk, dé grote passie… dat is waarschijnlijk die cactus die maar één nacht bloeit. Daarna moet je leven met elkaars mankementen.’
Elk sprookje – ook voor volwassenen – heeft een boodschap… ‘Dit is waarschijnlijk waar het Schreker om gaat: hij schreef een ode aan het leven met tekorten. Het is een ode aan het menselijke tekort, in zijn tristesse, maar het heeft ook iets moois, iets dat leefbaar is. Dat maakt het einde, het Nachspiel heel belangrijk. Dan zie ik mensen. Elis komt op bezoek en de nar laat hen dan alleen voor die laatste momenten. Dat is een ongelooflijk gebaar van menselijkheid. Dat heeft Schreker wel: ondanks de verschrikkingen en de duistere en irrationele krachten waarover we het hadden, komt het recht gewoon thuis bij iemand. Drie mensen hebben iets meegemaakt wat hen voor eens en voor altijd getekend heeft en waar ze mee hebben leren leven, waaraan ze geen boosheid of wrok hebben overgehouden. Het doet me denken aan Scènes uit een huwelijk van Ingmar Bergman. Aan het einde is er een scène waarin de twee na vele jaren weer bij elkaar komen en voor het eerst van hun leven kunnen ze elkaar echt toelaten, echt met elkaar praten, de verwijten van elkaar horen. Zoiets gebeurt ook in het Nachspiel voor mij.’
10-08-12 10:16
14
Interview Der Schatzgräber
Michel Khalifa
Veel rauwe gevoelens
Raymond Very in De zaak Makropulos, DNO, 2009 (Foto: Hans van den Bogaard)
Manuela Uhl en Raymond Very treden graag buiten de gebaande paden. Voor de Duitse sopraan en de Amerikaanse tenor biedt Der Schatzgräber dan ook een ideale uitdaging. Een dubbelinterview over vergeten opera’s, vocale uitersten en de grote levensvragen.
Terwijl sommige collega’s zich in de beroemde rollen van Verdi en Puccini specialiseren, zingen Manuela Uhl en Raymond Very graag in vrij onbekende opera’s. Ze leerden elkaar kennen bij de Deutsche Oper Berlin in Oberst Chabert, een opera uit 1912 van de inmiddels vergeten Duitse componist Hermann Wolfgang von Waltershausen. Hun tweede samenwerking brengt hen naar Amsterdam voor Der Schatzgräber van Franz Schreker, ook een werk uit de vroege 20ste eeuw dat een nieuwe kans verdient. ‘Ik hou van de uitdaging om onbekende rollen te zingen,’ zegt Raymond Very. ‘Daar word ik ook veel voor gevraagd, omdat ik de reputatie heb dat ik niet voor speciaal repertoire terugschrik. Ik zou wensen dat meer operahuizen het risico zouden nemen om naast kaskrakers ook opera’s te program meren die het verdienen om herontdekt te worden. De Nederlandse Opera heeft wat dat betreft een perfect evenwicht gevonden.’ Ook Manuela Uhl staat bekend als iemand die voor moeilijke opdrachten ingezet kan
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 14
worden. ‘Ik kan een rol snel leren en men weet dat,’ legt ze uit. ‘Destijds voegde ik me bij het team van Oberst Chabert pas twee weken voor het begin van de repetities, omdat een collega zich had teruggetrokken. Het was voor mij een ongelofelijke stress om de muziek op tijd onder de knie te krijgen, maar ik beschouw het achteraf als een positieve ervaring. Gelukkig heb ik deze keer veel meer tijd om me voor te bereiden.’
Cosmic thinking
Die langere voorbereidingstijd is geen overbodige luxe. Beide vocalisten beamen dat Schreker in Der Schatzgräber veel van de zangers eist. Raymond Very: ‘Bij het instu deren van de noten moet je terug kunnen vallen op muzikale patronen. Dergelijke patronen kan ik bij Schreker niet identificeren. Het duurt daardoor lang voordat ik alle melodische wendingen in mijn hoofd krijg. Bij Richard Strauss, Schrekers tijdgenoot, gaat dat veel makkelijker.’ Manuela Uhl valt hem bij: ‘In Der Schatzgräber moet ik achter-
eenvolgens heel hoog en heel laag zingen, heel luid en heel zacht, heel agressief en heel ingetogen. Dat is moeilijk, maar dat past ook goed bij mijn stem, die anderen omschrijven als krachtig en lyrisch tegelijk, met veel kleur in het lage register.’ De tenorstem van Raymond Very gedijt juist in de hoogte: ‘Ik ben gezegend met het vermogen om stratosferische noten voluit te zingen op de manier van een Heldentenor. Daarom word ik gevraagd voor partijen die in dat opzicht als extreem moeilijk te boek staan, zoals Matteo in Arabella van Strauss. Dat zal wel zo bedoeld zijn, ik heb geen invloed op dit proces. Ik geloof dat we in het leven geleid worden in de richting die voor ons bestemd is. Misschien is cosmic thinking hier een goede naam voor.’ Ook Manuela Uhl staat open voor uiteenlopende rollen: ‘In principe vertolk ik graag complexe personages. Het belangrijkste is dat ik met mijn stem en mijn lichaam in staat moet zijn als advocaat voor het betreffende karakter op te treden. Ik probeer altijd mijn
10-08-12 10:16
15 slachtoffer zijn. Maar de handelingen van Els zijn een gevolg van wat de buitenwereld haar wil opleggen. Paradoxaal genoeg is het een man, Elis, die met zijn zachtmoedige persoonlijkheid de vrouwel ijke dimensie in haar leven brengt. Zij raakt dan ook direct verliefd op hem.’ Beide zangers benadrukken de emotionele kracht van Schrekers partituur. ‘Der Schatzgräber is een zeer compact werk,’ aldus Raymond Very. ‘Er komen veel rauwe gevoelens aan bod, in real time ook, wat het acteren makkel ijker maakt. Ik probeer mijn personage met een open geest te benaderen. Omdat deze opera zo weinig opgevoerd wordt, ontbreekt het aan vergelijkingsmateriaal. Gelukkig maar! Dit opent veel moge lijkheden voor iedereen, en in de eerste plaats voor de regisseur.’ ‘Ik weiger om in Els een femme fatale te Emotionele kracht zien,’ vult Manuela Uhl aan. ‘Net als Salome Uhl beschouwt haar eigen personage per heeft zij ook een zachte kant die voor mij slot van rekening als een reactief wezen en heel belangrijk is. Deze opera gaat over herbetrekt de voorgeschiedenis van de opera erbij: ‘Els groeide op zonder moeder in een kenbare thema’s zoals verantwoordelijkheid mannelijke omgeving. Zij wacht op de grote en schuldgevoel. Mag Elis zich in zijn kunst liefde en laat alle mannen vermoorden met terugtrekken en hiermee uit de wereld vluchwie zij op last van haar vader zou moeten ten? Is Els werkelijk schuldig? Schreker trouwen. In die zin handelt zij echt, in tegen- leefde in de tijd van Freud. Hij stelt vragen stelling tot veel vrouwen in opera’s die slechts die ons allemaal aangaan.’
Manuela Uhl
personage te verdedigen en me in te leven in haar beweegredenen: wat meent ze hier? Denkt ze echt wat ze zingt? Hiervoor heb ik niet genoeg aan het libretto of het piano- uittreksel. Ik moet echt uit de orkestpartituur afleiden hoe de vocale partij en de orkestrale begeleiding zich tot elkaar verhouden. Dan pas voel ik waar de rol echt voor staat.’ Hoe liggen dan de onderlinge verhoudingen in Der Schatzgräber? Very vindt dat Els de drijvende kracht is waarop alle andere personages reageren: ‘Els weet de anderen te manipuleren om haar doel te bereiken. Mijn eigen personage Elis daarentegen is heel goed van vertrouwen, op het naïeve af: hij komt ergens aan met zijn toverluit, vindt schatten die hij dan aan de armen geeft, en reist verder. Klaar.’
Muziektheaterwinkel Cd/dvd-aanbevelingen Der Schatzgräber
Cd/dvd-aanbevelingen Das Rheingold
Cd Schreker - Overtures Dirigent: Edgar Seipenbusch Slovak Philharmonic Orchestra Naxos € 7,50
Dvd D ie Gezeichneten F. Schreker met Robert Hale, Michael Volle, Wolfgang Schöne, Anne Schwanewilms, Robert Brubaker, Deutsches Symphonie- Orchester Berlin & Konzert- vereinigung Wiener Staatsopernchor o.l.v. Kent Nagano Regie: Nikolaus Lehnhoff Euroarts € 34,95
De opera Der Schatzgräber door De Nederlandse Opera zal in september worden opgenomen en te zijner tijd worden uitgebracht op cd door Challenge Records International. Wilt u op de hoogte gehouden worden van het verschijnen? Stuur dan een bericht naar
[email protected] of laat uw gegevens achter bij de Muziektheaterwinkel. Deze bevindt zich op zaalniveau tegenover ingang ‘Zaal oneven’.
Cd/dvd-aanbevelingen Written on Skin
Cd Into the little Hill G. Benjamin met Anu Komsi en Hilary Summers, BBC Symphony Orchestra/ Ensemble modern o.l.v. Oliver Knussen/ Franck Ollu Nimbus € 19,95
Cd Das Rheingold R. Wagner met Albert Dohmen, Geert Smits, Doris Soffel, Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Hartmut Haenchen Etcetera € 24,95
Dvd Das Rheingold R. Wagner met John Bröcheler, Henk Smit, Graham Clark, Residentie Orkest o.l.v. Hartmut Haenchen Regie: Pierre Audi Opus Arte € 39,95
Bovenstaande cd’s en dvd’s zijn verkrijgbaar in de Muziektheaterwinkel en bij alle vestigingen van Concerto/Plato. Op vertoon van hun abonnementskaart krijgen DNO-abonnees 10% korting bij Concerto/Plato en in de Muziektheaterwinkel.
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 15
10-08-12 10:16
17
CMS – Europees partner van DNO
OperaLounge Als Europees partner ontwikkelen wij con tinu nieuwe projecten met DNO om zo veel mogelijk mensen te bereiken. Wij doen dit onder andere door onze speciale relatieavonden bij DNO, door ons gezamenlijk project voor jongeren onder de 30 jaar OperaFlirt en via diverse andere acties en events. Recentelijk kwam daar een nieuw gezamenlijk initiatief bij: OperaLounge. Met OperaLounge willen wij mensen uit verschillende sectoren en met verschillende interesses samenbrengen in een unieke context. Binnen OperaLounge discussiëren wij met hen over thema’s uit de opera en de actualiteit. Daarmee willen wij zorgen voor verdieping, voor onverwachte gezichtspunten en inspiratie. Ik kijk terug op twee geslaagde bijeenkomsten met geanimeerde discussies met de aanwezigen, met Fons van Westerloo en Martin Šimek als inspirerende sprekers. Van onze wederzijdse relaties horen wij dat wij met OperaLounge een bijzondere setting hebben gecreëerd binnen de wereld van opera. OperaLounge zal dan ook verder vorm worden gegeven en in het najaar een derde editie krijgen.
Naar aanleiding van OperaLounge, maar ook na onze relatieavonden, ontvangen wij steeds enthousiaste dankzeggingen en het doet mij genoegen het aantal operafans onder onze relaties te zien groeien. Ook van operabezoekers in het algemeen ontvangen wij positieve reacties op onze steun aan DNO. Steun die zij goed kunnen gebruiken om het kwaliteitsniveau en de innovatie bij DNO op peil te houden en ook de komende jaren weer producties op wereldniveau te leveren.
Ik ben dan ook blij dat DNO een mooi rogramma van mogelijkheden om hen te p steunen heeft ontwikkeld voor particuliere operafans. Naar gelang van de persoonlijke voorkeuren kan iemand kiezen waaraan hij of zij wil bijdragen: DNO in het algemeen, specifieke producties, programma’s voor jeugd en educatie of de ambachten zoals het decoratelier. Wanneer u meer wilt weten over deze mogelijkheden, kijkt u dan even op de website van DNO onder ‘steun ons’. Ik beveel het u van harte aan. Dolf Segaar Managing partner
elke dinsdag | 12:30 - 13:00 TOEGANG GRATIS
2012 2013 SEPTEMBER 2012 4 Vespucci Kwartet: Lisanne Soeterbroek Giles Francis Stephanie Steiner Douw Fonda Brahms: Eerste strijkkwartet 11 Vitali Rozynko Jean-Baptiste Milon Liszt, Rachmaninov
OKTOBER 2012 2 Shuann Chai viool viool altviool cello
bariton piano
18 Ensemble uit het Nederlands Philharmonisch Orkest Brahms 25 Opera Studio Nederland
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 17
piano
9 Dutch National Opera Academy 16 Elisabeth Wiklander cello Piatti: Capriccio op. 25 nr.4 Bach: Derde suite 23 Wieke van Wingerden mezzo sopraan Ernst Munneke piano Wagner: Wesendonklieder 30 Mondriaan Kwartet Guus Janssen piano Webern, Van Domselaer en Janssen: ‘Red, Yellow & Boogie Woogie’ – muziek en projecties (NB: in de Boekmanzaal)
NOVEMBER 2012 6 Ingrid Kappelle sopraan Marianne Koopman sopraan Maria de Moel mezzo sopraan Ineke Geleijns piano ‘Glorious Divas’
DECEMBER 2012 4 Francis van Broekhuizen sopraan NN piano 11 Céleste Zewald klarinet e.a.
13 Paul Reijn viool Bach 20 Diamantfabriek Pratley/Soifer: ‘Neighbors’ Mikhailova/Koerselman: ‘Black Perfume’
18 Christmas Carols
Wijzigingen voorbehouden!
27 Kimball Huigens piano Beethoven: Eroica-variaties
10-08-12 10:16
18
Written on Skin Als dit het Paradijs is – zegt Agnès – waar is dan de Hel? (Agnès) II Een en ander is de Protector niet ontgaan. Als hij de illustrator scherp ondervraagt, liegt deze dat hij een affaire heeft met Agnès' zuster Marie. De Protector gelooft het maar al te graag en confronteert Agnès ermee. Deze is jaloers en eist dat de Jongen om zijn trouw aan haar te bewijzen een nieuwe illustratie maakt die haar echtge noot voorgoed van zijn zelfvoldaanheid zal genezen.
III In plaats van een tekening beschrijft de Jongen uitvoerig wat Agnès en hij zoal met elkaar doen. De Protector is woedend, ver moordt de Jongen en laat zijn vrouw diens hart opeten, zonder dat zij het weet. Als hij het haar vertelt, antwoordt ze slechts dat het haar heel goed smaakte. De Jongen keert terug als Engel, met een slotbeeld dat toont hoe de Protector zijn vrouw met een mes wil doden en zij vanaf het balkon de dood tegemoet springt. Op de illustratie hangt ze voor eeuwig vallend tussen hemel en aarde.
Scène uit Written on Skin, Aix-en-Provence, 2012 (Foto: Pascal Victor/Artcomart)
I De Protector, een rijke, wrede landeigenaar, laat een jeugdige kunstenaar een fraai boek vervaardigen, op perkament. Het moet een afspiegeling worden van zijn geweld dadige machtsuitoefening maar ook van het huiselijk geluk met zijn gehoorzame vrouw Agnès. Zij is aanvankelijk niet blij met hun gast, maar raakt gefascineerd door de Jongen en daagt hem uit een portret te maken van een echte, aantrekkelijke vrouw, zoals zijzelf. De erotische spanning tussen hen stijgt en zij bedrijven de liefde.
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 18
10-08-12 10:16
19 6 okt 2012 première
di 9 do 11 zo 14 wo 17 zo 21 di 23
okt okt okt okt okt okt
20.00 uur
George Benjamin 1960
20.00 uur 20.00 uur 13.30 uur 20.00 uur 13.30 uur 20.00 uur
Written on Skin
Het Muziektheater Amsterdam Kaartverkoop is reeds begonnen. Bij het ter perse gaan van deze Odeon zijn er nog kaarten verkrijgbaar. Bel het Kassa-bespreekbureau: 020-625 5455 Online reserveren: www.dno.nl Inleidingen door Bart Boone Plaats: het Muziektheater (foyer 2de balkon) Tijd: 45 minuten voor aanvang van iedere voorstelling, dus 19.15 uur (avond)/12.15 uur (matinee) Lengte: ± 30 minuten Toegang: gratis op vertoon van een plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag Met steun van de Vereniging Vrienden van De Nederlandse Opera Uitzenddatum Radio 4, NTR Opera Live: zaterdag 27 oktober, 19.00 uur Dinerbuffetten Bij elke avondvoorstelling van DNO kunt u genieten van een dinerbuffet in de foyer van het Muziektheater. Zo kunt u rustig eten en bent u op tijd voor de opera. Reserveren: 020-625 5455 of via www.het-muziektheater.nl/kaarten.
A Lyric Drama libretto Martin Crimp muzikale leiding George Benjamin Franck Ollu 17 21 23 oktober regie Katie Mitchell decor/kostuums Vicki Mortimer licht Jon Clark
Nieuwe productie voor DNO
za
Agnès Elin Rombo Boy/Angel 1 Bejun Mehta The Protector Christopher Purves Marie/Angel 2 Victoria Simmonds John/Angel 3 Allan Clayton Nederlands Kamerorkest Opdracht van De Nederlandse Opera, Festival d’Aix-en-Provence, Théâtre du Capitole de Toulouse, Royal Opera House Covent Garden London, Teatro del Maggio Musicale Fiorentino, tevens coproductie tussen bovengenoemden Uitgever: Faber Music Ltd De voorstelling duurt circa 100 minuten. Er is geen pauze. De opera wordt in het Engels gezongen, Nederlands en Engels boventiteld. Het operaboek Written on Skin is verkrijgbaar in het Muziektheater. Daarin zijn onder meer een uitgebreide synopsis en het libretto in het Engels en in het Neder lands opgenomen. De prijs is € 8.
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 19
10-08-12 10:16
Portret Written in Skin
20
Frits Vliegenthart
Een ideale samenwerking
George Benjamin
Na hun eerste opera Into the Little Hill (2006) maakten componist George Benjamin en schrijver Martin Crimp samen Written on Skin. Het eerste werk was een sinistere versie van De rattenvanger van Hamelen, het tweede is gebaseerd op een dertiende-eeuwse sage over het gruwelijke einde van een troubadour. De ontmoeting met Crimp betekende voor Benjamin een essentiële creatieve impuls. De jonge George Benjamin werd beschouwd als een wonderkind, volgens sommigen zelfs een nieuwe Mozart. Hij werd geboren in Londen, studeerde bij de pianist en dirigent Peter Gellhorn, voordat hij als vijftienjarige de weg vond naar de compositieklas van Olivier Messiaen. In Benjamins eigen woorden (opgetekend door Alan Rusbridger, The Guardian, 10 mei 2012): ‘De wereld baadde in een warme, stralende gloed als ik daar was. Die kleine, best wel lelijke kamer in Parijs was een centrum van beschaving. Messiaen nam de nieuwste werken van Boulez, Lutoslawski en Ligeti mee om te bespreken. Voor iemand van mijn leeftijd was dat iets unieks.’ Al op zijn zestiende had hij een contract met de muziekuitgever Faber & Faber, toen hij twintig was, werd zijn orkeststuk Ringed by the Flat Horizon uitgevoerd tijdens de Londense Proms. Daarna ging hij verder studeren bij Pierre Boulez in Parijs. Een wonderkind? Misschien, maar waarom stokte het voortbrengen van nieuwe composities vervolgens? Terugblikkend stelt Benjamin dat hij verlamd was geraakt door de vrijwel onbeperkte keuzevrijheid waarmee hedendaagse componisten worden geconfronteerd: ‘Je schrijft één noot en vervolgens kun je voor de volgende niet alleen kiezen uit twaalf noten (of meer, als je microtonen gebruikt) maar ook uit allerlei registers en klankkleuren. Dat loopt op tot miljarden mogelijkheden binnen een paar noten en dat is onwerkbaar. Binnen de kortste keren zit je op een doodlopende weg.’
Crimp is een van de belangrijkste Engelse toneelschrijvers van deze tijd. Zijn eerste stuk, Clang, werd nog tijdens zijn studie Engels in Cambridge geënsceneerd. Sinds 1997 is hij writer-in-residence aan het Londense Royal Court Theatre, waar zeven van zijn stukken te zien waren. Door heel Doorbraak Naast Franse invloeden werd hij ook geïnspi- Europa wordt zijn werk regelmatig uitgereerd door muziek uit India, maar een echte voerd. Zijn beroemdste, meest vernieuwendoorbraak uit zijn impasse kwam langs twee de stuk is Attempts on Her Life (Royal Court, andere wegen tot stand. De eerste was het 1997). Hierin zijn de tekstregels niet toegehoren van een fantasia van Henry Purcell en kend aan specifieke personages, evenmin een canon van Anton Webern: ‘Niet alleen geeft Crimp aan door hoeveel acteurs het zijn dit twee heel beknopte stukken in omvang, stuk moet worden gespeeld. In schijnbaar maar vooral zijn ze polyfoon op een uitgelosse scènes becommentariëren groepen mensen afwezige hoofdrolspelers. Het kiende manier. Het is een polyfonie die een bewust fragmentarische karakter daagt het harmonische eenheid vormt in plaats van publiek uit om zijn definitie van ‘een toneeleen harmonie die het toevallige gevolg is van het kruisen van melodische lijnen. Je stuk’ te herzien. moet dus voor je begint te componeren heel goed weten waar je naartoe wilt en dit was Written on Skin iets nieuws wat ik beslist moest leren.’ Wat Benjamin vooral aantrekt in de taal De tweede weg was een toevallige ontvan Crimp, is de soberheid, gecombineerd met een grote fantasie. Zijn eenvoudige en moeting met de toneelschrijver Martin rechtstreekse manier van vertellen, aldus Crimp in 2005. Al jaren droeg Benjamin een notitieboekje op zak, met zo’n vijftig ideeën Benjamin, helpt met het omzeilen van het probleem dat de hedendaagse opera na voor een opera, waarmee hij, zoals hij zelf Benjamin Britten heeft met het verhalende zegt, ‘op het gênante af’ filmregisseurs, element: ‘Je moet dat niet willen wegmof dichters en toneelschrijvers achtervolgde. felen, want opera ís niet iets natuurlijks, Met Crimp klikte het meteen: ‘...the colla borator from heaven... hij brak mij open, als is geen film – daarom kan er ook in worden het ware. Ik schreef Into the Little Hill in zes gezongen, juist omdat het genre niet maanden.’ natuurlijk is.’
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 20
Was Into the Little Hill gebaseerd op De rattenvanger van Hamelen, Written on Skin gaat terug op een thema dat – conform de opdracht van Bernard Foccroule, directeur van het Festival d’Aix-en-Provence – gerelateerd is aan de Languedoc: een 800 jaar oude legende, Le coeur mangé. Oorspronkel ijk gaat het verhaal over de troubadour Guillem de Cabestanh (de spelling varieert), die na een optreden een affaire heeft met de vrouw van Ramon, heer van Castell-Rossellò (Château-Roussillon). Als de jaloerse echtgenoot hierachter komt, doodt hij zijn rivaal en laat zijn vrouw diens hart opeten. Vervolgens stort zij zich uit het venster. Benjamin en Crimp maakten van de troubadour een boekillustrator omdat ze niet weer een tovenaar-muzikant als hoofdpersoon wilden, zoals de Rattenvanger. Het wordt geen middeleeuws kostuumdrama en er zijn regelmatig tijdsprongen naar het heden. Was het de goden verzoeken dat er op het voorblad van de partituur staat dat Written on Skin op 7 juli 2012 in Aix-en-Provence al in première zou zijn gegaan? Toen Alan Rusbridger de componist er in dit verband op wees dat de eerste Londense uitvoering van Into the Little Hill vanwege een stroomstoring in het Royal Opera House naar de foyer moest worden verplaatst, antwoordde Benjamin stralend: ‘Wij zijn optimisten!’ En hij heeft gelijk gekregen...
10-08-12 10:16
Achtergrond Written in Skin
21
Klaus Bertisch
Het kruipt onder je huid Bevindingen en gesprekken bij de laatste repetitiedagen vóór de wereldpremière van Written on Skin, een met spanning verwachte internationale coproductie, die kort na de première tijdens het Festival d’Aix-en-Provence in oktober bij DNO in Amsterdam te zien is.
Scène uit Written on Skin, Aix-en-Provence, 2012 (Foto: Pascal Victor/Artcomart)
In het centrum van Aix-en-Provence is het heet. De straten zijn vol toeristen: zomer, vakantiestemming maar ook festivalstemming. Overal hangen affiches en aankondigingen van opera’s en concerten. Er is een flashmob met jonge zangers op een oud plein in de binnenstad. Zij lijken spontaan enkele scènes uit Le nozze di Figaro op te voeren, om zo de terrasbezoekers die genieten van een koele dronk, aan te zetten tot het bijwonen van een voorstelling door hun zomeracademie. Een jongen in jeans, die net nog naast mij zat, ontpopt zich onverwachts tot een krachtig zingende Figaro, die moet strijden om zijn geliefde Susanna. In het nieuwe Grand Théâtre de Provence is het weldadig koel, de airconditioning werkt goed. De repetities voor de wereldpremière van George Benjamins nieuwe opera Written on Skin zijn in volle gang. Drie makers zijn hier aan het werk: de componist George Benjamin is tevens de dirigent van zijn eigen werk; Martin Crimp als librettist lijkt zowel een rots in de branding te zijn als een kritisch oog in het scheppingsproces, en regisseur Katie Mitchell probeert de laatste coördinerende verfijningen aan te brengen in een puzzel van beeld, licht en beweging, zonder daarbij de diepliggende en diepgaande intenties van het verhaal uit het oog te verliezen.
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 21
Twee niveaus Waarschijnlijk was het in de dertiende eeuw in het mediterrane Frankrijk, waar het kernverhaal van Written on Skin zich afspeelt, niet anders. De zon brandde de mensen op de huid en in hun gemoed. Binnen de oude muren van de oude herenhuizen was het aangenaam fris. Figuren uit die tijd zijn door de auteurs net zo ten tonele gevoerd als mensen die uit onze eigen tijd stammen. De basis voor Written on Skin is een middeleeuwse razo, een verhaallijn in proza, over een coeur mangé (gegeten hart), deel uitmakend van de biografie van een troubadour, later naverteld door Stendhal. Het Festival d’Aix-en-Provence wilde als opdrachtgever graag een rechtstreekse link zien met de plaats van de uitvoering. George Benjamin en Martin Crimp waren beiden gefascineerd door dit verhaal, dat zij na lang zoeken min of meer toevallig hadden gevonden, en dat ze vervolgens naar hun eigen wensen aanpasten. ‘Ik wilde niet simpelweg een oud verhaal in een nieuwe dramatische vorm gieten,’ licht Martin Crimp toe, ‘maar ook voor mijzelf nieuwe wegen inslaan, iets nieuws creëren. Zo kwamen we op deze merkwaardige verbinding van twee niveaus die nu zo duidelijk tot ons spreekt uit Katie Mitchells productie. Ik noemde het a hot story in a cool frame. Heet is het verhaal zelf, evenals de macht, de
seks, het geweld, de menselijke lichamen. De koude omlijsting wordt gevormd door het bewustzijn dat de wereld wordt gadegeslagen en beheerst door moderne schepselen, de Engelen. Juist dat heeft Katie zo nauwkeurig uitgewerkt.’ Driehoeksverhouding Het is een driehoeksverhouding tussen een landbezitter, zijn jonge, door hem onderdrukte vrouw en haar minnaar, die de echtgenoot zelf in huis heeft gehaald: een bekend en toch telkens weer actueel thema. ‘Ook al gaat het om een oud verhaal, we willen er een hedendaags aspect aan toevoegen,’ merkt de componist op. ‘Het publiek moet met ons op een reis gaan, een reis naar het verleden, die men heel bewust ervaart.’ George Benjamin ziet het, als dirigent van zijn eigen wereldpremière, als zijn grootste probleem om de ideeën, de voorstellingen die hij in noten op papier heeft gezet en die in zijn gedachten altijd hebben geklonken, nu ook werkelijk aan het (uitstekende) orkest te ontlokken, om zijn klankvoorstellingen te verwezenlijken. ‘Het is anders dan wanneer een hiervoor geëngageerde dirigent de wereldpremière van mijn stuk zou verzorgen. Ik had het bij het schrijven al in mijn hoofd zitten, maar hij zou het pas uit de noten moeten lezen.’ Telkens weer oefent hij ook na de repetitie nog zijn slag,
10-08-12 10:16
22 om zo wellicht het laatste detail te halen uit de zeer gemotiveerde musici, die toch al elke muzikale wens van de inspirerende Brit vervullen. Zijn muziek ontwikkelt zich eerst rustig, maar wordt dan steeds indringender, aangrijpender en emotioneler. Je kunt je er niet aan onttrekken en zij laat geen luisteraar onverschillig. ‘Ook al is het een wreed verhaal, toch gaat het over de menselijkheid, de innerlijke toestanden, waaruit je iets voor jezelf moet begrijpen.’ Onontkoombaarheid Katie Mitchell, die zich na Orest lijkt te ontwikkelen tot een specialist in duistere familieverhalen (waarbij ook het decor, deze keer ontworpen door Vicki Mortimer, duidelijk aan Orest doet denken), vertelt dit dertiende-eeuwse verhaal als een reconstructie waarvan het publiek getuige wordt. Telkens weer wisselen de niveaus: als acteurs in een film worden de historisch gekostumeerde hoofdpersonen door hedendaagse figuren naar hun scènes begeleid, soms zelfs door dezen in een middeleeuwse huid gestopt. In opdracht van de Protector moet een boek worden geschreven en vormgegeven. En zoals dat boek het voorbije leven voorstelt en dat opnieuw ontsluit, zijn het de Engelen in het verhaal die ons als moderne figuren tegemoet treden, die aan de touwtjes trekken bij het weergeven van de gebeurtenissen. Katie Mitchell laat deze Engelen het verleden opnieuw openrollen, om zo te doorgronden en te laten zien wat er destijds voor vreselijks is gebeurd, opdat dat nooit weer zal gebeuren. Emotioneel verlangt ze daarbij het uiterste van haar vertolkers. Behalve de complexe, moeilijk te zingen muziek is de onontkoombaarheid waarmee de personages in hun ‘koele’ chateau aan elkaar zijn overgeleverd meer dan indringend te noemen. De geconcentreerde muziek van Benjamin zorgt er bovendien voor dat alles zich vrijwel ongemerkt steeds meer samentrekt, als een strop om je nek. Toch kunnen de zangers zich niet verschuilen achter deze muziek. Haar emotionele geladenheid hangt zo duidelijk samen met de inhoud van het stuk, dat geen van de drie hoofdvertolkers een façade of een gekunstelde houding kan optrekken of overeind houden. Allen moeten zich geestelijk, inhoudelijk en ook persoonlijk voor 100 procent geven in de omgang met hetgeen muziek, tekst en regie van hen verlangen; daardoor wordt het moeilijk het personage en de vertolker uit elkaar te houden. Tijdens deze laatste repetitiedagen is de spanning tussen de drie zangers dan ook om te snijden. Omdat zij op het toneel emotioneel alles moeten geven, zich in overdrachtelijke zin volledig naakt moeten tonen, zoeken zij andere wegen om deze spanning te verminderen of te ontladen. Katie Mitchell moet daarbij oppassen dat ze niet alleen nog maar als bemiddelaar fungeert, maar dat ze juist in de laatste repetitiefase na al het werk aan de details het overzicht houdt over haar totale concept. Ze wordt daarbij geholpen doordat zij haar personages altijd heel concrete biografieën geeft, die vanaf het repetitiebegin worden uitgewerkt, zodat het raam waarbinnen een karakter kan worden gevormd vanaf het begin duidelijk is.
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 22
Tussenpersonen Written on Skin – op de huid geschreven: dat is zowel het verhaal dat zich afspeelt als de manier waarop het wordt vastgelegd. Doordat er bij Written on Skin echter ook zoveel gebeurt dat niet wordt uitgesproken, dat als het ware ‘onder de huid’ plaatsvindt, stelde juist het profileren van de personages zeer hoge eisen. Katie Mitchell: ‘In ons werk is het uiterst belangrijk dat de gebaren, bewegingen en handelingen van onze vertolkers heel waarachtig, precies en geloofwaardig zijn. We hebben de architectuur en de kleding van die tijd nauwkeurig bestudeerd, ons verdiept in de literatuur van die periode. Daarbij hebben we begrepen dat we niet uitsluitend in de dertiende eeuw konden blijven hangen maar dat er ook een hedendaagse laag moest komen. Anders zou er te veel afstand tussen publiek en personages gebleven zijn. Ik had de Engelen nodig als tussenpersonen.’ Het wisselen van de verhaalniveaus, het theatraal voorstellen van het verleden en het heden, brengt op de breukvlakken daartussen een soort surrealisme tot stand, dat dan volkomen logisch uit zichzelf lijkt voort te komen. Een ware reconstructie van het verleden uit het heden.
niveaus zoals die in de productie tussen de historische figuren en de moderne Engelen duidelijk worden. Maar de auteurs leggen er de nadruk op dat het helemaal niet de bedoeling was om een identificatie met de diepe emoties van Agnès, de Protector en de Jongen te vermijden. Integendeel! De toeschouwers moeten zich juist verplaatsen in de figuren, waardoor de wreedheid van het hele verhaal, culminerend in het opeten van het hart van de vermoorde Jongen, des te sterker voelbaar wordt. Dan blijft echter, na ademloos gevolgde, meebeleefde en meegeleden momenten, de terugkeer naar het bewustzijn dat het hier gaat om een kunstwerk.
Samenwerking Wanneer Martin Crimp hier spreekt over George Benjamin en probeert diens bedoelingen duidelijk te maken, verontschuldigt hij zich meteen en vindt dat dit iets is om rechtstreeks met Benjamin te bespreken. En de componist zelf benadrukt telkens weer dat je ook alles aan Martin Crimp kunt vragen, want zij denken hoe dan ook hetzelfde over hun samenwerking. In ieder geval blijkt hier duidelijk uit dat we te maken hebben met een congeniale samenwerking tussen twee autonome kunstenaars, die ‘Narrated drama’ elkaar in het genre opera gevonden hebben Als theaterregisseur had Katie Mitchell al om unieke dingen te scheppen. Inderdaad vaker stukken van Martin Crimp geënsceziet Martin Crimp het wanneer hij voor het neerd. Ze bewondert vooral zijn precisie, die muziektheater werkt vooral als zijn taak om helemaal aansluit bij haar eigen werkwijze, een componist te inspireren. ‘Daarom heb ik en de strengheid van zijn taal. ‘Het feit dat de techniek van het narrated drama ook zeer er niets overbodigs in zijn teksten zit, vergt intensief verder ontwikkeld, want ik weet het uiterste van een regisseur. De lat ligt wat deze bij Benjamin teweegbrengt.’ voor mij extreem hoog,’ vindt Katie Mitchell. Katie Mitchell merkt hoe muziek en tekst Bijzonder interessant is daarbij dat alle hier op heel bijzondere wijze bij elkaar regieaanduidingen deel uitmaken van de komen. Martin Crimp heeft in haar ogen een gezongen tekst van het stuk, dat alle perso- vertellende en tevens dramatische tekst nages hun handelingen aankondigen. Martin geschapen, die gewoonweg om muziek leek Crimp vindt het moeilijk om dit logisch te te vrágen. Tegelijkertijd vindt zij daarin alle beargumenteren. Het is de voortzetting noodzakelijke psychologische elementen van een idee dat al was ontstaan tijdens de voor een heldere enscenering. Voor haar samenwerking met George Benjamin aan versterkte George Benjamins muziek dat Into the Little Hill. nog: ‘Een fascinerend muzikaal landschap, ‘George vond het buitengewoon intereswaaraan je je niet kunt onttrekken,’ zoals ze sant dat ik in mijn oudere toneelstukken iets zei na het beluisteren van Benjamins eerste heb gecreëerd dat je narrated drama kunt opera, Into the Little Hill. noemen, waarbij de personages de gebeurDaarbij kwamen – eerst in het hete Aixtenissen beschrijven, in plaats van die en-Provence, later ook in herfstig Amsteralleen te belichamen of te vertolken. Deze dam – de heldere beelden van Mitchells techniek heeft iets in George Benjamin los- enscenering en de intensiteit van de vertolgemaakt. Natuurlijk had hij ook een zekere king van drie adembenemende hoofdpersoantihouding tegenover de traditionele nen, van wie de eigen spanningen ook bij de operavorm of een zekere gêne tegenover zangers pas na het slotapplaus langzaam de noodzaak mensen zingend met elkaar te leken weg te ebben. Ook de toeschouwers laten spreken. Natuurlijk gebeurt juist dat in het Muziektheater zullen na het bijwonen in ons werk heel vaak, maar doordat de figu- van de indringende en spannende voorstelren ook vertellen wat ze doen, wordt deze ling, die een onweerstaanbare kracht heeft, manier van communiceren weer mogelijk. In een ‘koele’ dronk kunnen gebruiken, om zich mijn theatertechniek kon hij zich bevrijden te bevrijden van een spanning die onder de van traditionele gezongen dialogen en daar- huid kruipt. Het verhaal blijft ‘heet’, aldus door vond hij de mogelijkheid dieper in de Martin Crimp. emoties van de personages door te dringen en die zo in zijn muziek tot spreken te brenVertaald door Frits Vliegenthart gen. Als de gesprekken tussen de figuren voortdurend slechts direct zouden plaatsvinden, was het hem niet mogelijk geweest zijn personages vorm te geven op de manier waarop ze ons nu tegemoet treden.’ Dit lijkt in eerste instantie te wijzen op een soort vervreemdingseffect, als je bovendien denkt aan de verschillende tijd-
10-08-12 10:16
23
Interview Written on Skin
Carine Alders
Countertenor Bejun Mehta slaat zijn vleugels uit Voor de Amerikaanse zanger Bejun Mehta is het etiket ‘countertenor’ niet meer dan een aanduiding van zijn stembereik. Hoewel hij dol is op barokopera’s, ziet hij zichzelf niet als barokinstrument. Verbreding van het repertoire voor zijn stemvak is zijn missie. Bejun Mehta in Tamerlano, DNO, 2005 (Foto: Clärchen & Matthias Baus)
De rol van Boy/Angel 1 in George Benjamins Written on Skin is hem op het lijf geschreven. Letterlijk. Als ik hem begin juni – een maand voor de première – spreek, heeft hij net een half uurtje vrij tussen de repetities en het passen van de kostuums. ‘Het is echt een werk in wording. Ik heb nu een goed beeld van waar het heen gaat, maar aan details wordt nog volop gewerkt.’ Mehta is vanaf het begin nauw betrokken bij het proces. ‘Het is de plicht van elke musicus om te helpen nieuwe muziek tot stand te brengen. Ik ben voortdurend op zoek naar nieuwe muziek, liefst een productie waar ik zelf nog iets aan bij kan dragen. En toen kwam in 2008 het telefoontje over deze opera.’ De gewilde countertenor krijgt regelmatig partituren opgestuurd. Lang niet alles spreekt hem aan, maar bij de namen van George Benjamin en Martin Crimp werd hij meteen enthousiast. ‘Benjamins eerste operaproductie Into the little Hill was f antastisch en Crimp is een van de beste hedendaagse toneelschrijvers. Meteen nadat ik het libretto gelezen had belde ik George dat ik het wilde doen. Een enorme eer dat hij mij in gedachte had voor zo’n belangrijke rol!’ De tekst van het libretto was voor 90 procent klaar, de muziek moest nog geschreven worden. Bejun Mehta vloog naar Londen om thuis bij Benjamin de mogelijkheden van zijn stem te onderzoeken. ‘We zaten uren aan de piano, George nam veel tijd om mijn stem te leren kennen.’ Maar er is nog een reden waarom Mehta deze kans met beide handen aangreep: ‘Ik ben geen fan van de manier waarop hedendaagse opera’s soms tot stand komen. Eerst is er een boek dat verfilmd wordt en uiteindelijk komt iemand op het idee om daarvan een opera te maken, terwijl het oorspronkelijke boek zich misschien helemaal niet leent voor dit medium. Daarom vind ik Written on Skin geweldig: het materiaal is geschreven als opera, volkomen origineel.’
k ansen moeten creëren. Sinds zijn naam gevestigd is, gaat dat makkelijker. ‘Wanneer een intendant mij vraagt welke barokopera ik een volgende keer graag zou doen geef ik natuurlijk wel antwoord, maar ik noem ook een aantal mogelijkheden die buiten het standaardrepertoire vallen. Het geeft veel meer voldoening om veel verschillende en onverwachte dingen te doen. Je moet af en toe nieuwe spieren aanspreken, ook in je hersenen. If you do not use it you lose it!’ Ook een liedrecital met 20ste-eeuws repertoire behoort tegenwoordig tot de mogelijkheden. Zijn cd Down by the Salley Gardens met liederen van componisten als Vaughan Williams, Quilter en Finzi werd uitstekend ontvangen.
aangeboden mij te helpen met het vinden van een nieuwe weg. ‘Ik heb het,’ riep ik door de telefoon. Marilyn zat net midden in een auditiereeks voor jong talent en zei ‘Kom maar laten zien dan’. Ik zong voor haar en weer zes weken later had ik een agent en mijn eerste rol als countertenor.’ Written on Skin zal tot ver in 2013 een belangrijk onderdeel zijn van zijn leven, maar Bejun Mehta zit vol met plannen. In april volgend jaar komt een cd uit met aria’s van onder anderen Mozart en Gluck, maar ook herontdekte onbekende componisten. ‘Ik zie enorm uit naar het Amsterdamse publiek. Jullie weten tenminste dat hedendaagse opera niet eng is!’
Een teruggevonden stem
Als adolescent maakte Mehta furore als jongenssopraan en natuurlijk was hij benieuwd Geen barokinstrument naar zijn volwassen stem. Dat viel tegen. Voor wie zich Bejun Mehta herinnert als ‘Ik weet wat een goede stem is en mijn baribijvoorbeeld Händels Tamerlano (2005) of ton was dat duidelijk niet. Ik was een goede Ottone in Monteverdi’s L’incoronazione di Poppea (2007) is het misschien even wennen: cellist, maar ook daar lag mijn toekomst een countertenor in een hedendaagse opera. niet. Ik zat zonder werk en wist eigenlijk niet Voor de zanger zelf is het de gewoonste zaak hoe het verder moest. Totdat ik het verhaal van de Amerikaanse countertenor David van de wereld. ‘Het begrip countertenor is Daniels las. Het kwartje viel. Op 4 november voor mij niets anders dan een aanduiding 1997 werd ik wakker, ik weet het nog precies, van mijn stembereik.’ Om de vergelijking en ik probeerde mijn stem als countertenor. met een gambist die Brahms speelt moet Ik had niets te verliezen. De volgende dag hij dan ook hartelijk lachen. ‘Ik voel me niet probeerde ik het opnieuw en zo ontdekte ik vastgeklonken aan een bepaalde periode. in zes weken dat ik wel degelijk een goede Ik zing muziek. Punt.’ Zo eenvoudig is het stem had. Ik belde mijn dierbare vriendin, de niet altijd geweest. Veel mensen hebben mezzosopraan Marilyn Horne. Ze was op de toch een vastomlijnd beeld van counter hoogte van mijn dilemma en had al eens tenors en Bejun Mehta heeft zijn eigen
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 23
10-08-12 10:16
24
Ringetje
Der Ring des Nibelungen voor kinderen
Bert en Rita willen alleen maar de weg terugvinden naar de andere padvinders en beleven intussen het ene spannende avon tuur na het andere. Een ontdekkingsreis dwars door de verhalen van Siegfried, de oppergod Wotan en zijn dochter Brünnhilde.
Scènes uit Ringetje (Foto's: Hans van den Bogaard)
Wat zou jij doen als je in een betoverd bos terechtkwam? Zou je bang zijn of juist niet? Padvinders Bert en Rita raken de weg kwijt en komen terecht in het Nibelungenrijk, waar reuzen, goden, dwergen en andere wezens wonen. In het bos is van alles aan de hand: de dwerg Alberich heeft het goud van de Rijndochters gestolen om er een ring van te maken. Daarmee wil hij de macht over de wereld krijgen. Dat mag niet gebeuren!
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 24
10-08-12 10:16
25
zo
7 okt 2012 première
13.00 uur
zo
7 okt 2012
16.00 uur
Ringetje
Reprise
Richard Wagner 1813 - 1883
Der Ring des Nibelungen voor kinderen
Het Muziektheater Amsterdam Kaartverkoop is reeds begonnen. Bij het ter perse gaan van deze Odeon zijn er nog kaarten verkrijgbaar. Bel het Kassa-bespreekbureau: 020-625 5455 Online reserveren: www.dno.nl
bewerking Jonathan Dove Claudia Rumondor spreekteksten ArentJan Linde Anne Lamsvelt Lotte de Beer muzikale leiding Hans Leenders regie Lotte de Beer decor/kostuums Marouscha Levy licht Wijnand van der Horst dramaturgie Chikako Kitagawa acteurs ArentJan Linde Anne Lamsvelt Siegmund/Siegfried Morschi Franz Sieglinde/Brünnhilde Dana Ilia Erda/Walküre/Rheintochter Marieke Reuten Freia/Walküre/Rheintochter Elizabeth Poz Gutrune/Walküre/Rheintochter Wieke van Wingerden Mime/Fafner Richard Prada Alberich Jan Willem van der Hagen Wotan Nanco de Vries Fasolt/Hunding/Gunther Bas Kuijlenburg Holland Symfonia Kinderkoor De Kickers koordirigent Lorenzo Papolo De voorstelling duurt circa 1 uur en 45 minuten. Er is geen pauze. De opera wordt in het Duits gezongen, met Nederlandse spreekteksten. Het programma Ringetje is gratis verkrijgbaar in het Muziektheater.
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 25
10-08-12 10:16
26
Das Rheingold De ring moet ik hebben! (Wotan) Als de reuzen Freia komen opeisen en van geen andere beloning willen weten, moet de slimme vuurgod Loge met een oplossing komen. Hij stelt als prijs het Rijngoud voor, waar de twee bouwlieden mee instemmen. Als gijzelaar moet Freia echter met hen mee. Wotan en Loge dalen af naar Nibelheim, waar Alberich een ring heeft gesmeed. Zijn broer Mime dwong hij een helm (de 'Tarnhelm') te maken waarmee de drager elke gewenste gedaante kan aannemen. Door een list weten de goden Alberich de schat met de ring en de Tarnhelm afhandig te maken.
De dwerg vervloekt de ring. Als losprijs voor Freia verlangen Fasolt en Fafner zoveel goud dat zij geheel aan het oog wordt onttrokken. Om het laatste gaatje in de stapel te dichten dwingen ze Wotan de ring af te staan. De vloek doet zich meteen gelden: Fasolt en Fafner strijden om het bezit van de ring, waarbij Fasolt door zijn broer wordt gedood. Wotan en de andere goden nemen hun intrek in Walhall, behalve Loge, die eigenlijk maar half goddelijk is. De Rijndochters beklagen hun verlies.
Scènes uit Das Rheingold (Foto’s: Ruth Walz)
Diep in de Rijn ligt een grote goudschat, die wordt bewaakt door de drie Rijndochters. De dwerg Alberich kijkt vol begeerte naar de meisjes, die hem uitdagen en afwijzen. Als het zonlicht de schat doet flonkeren, zingen de Rijndochters over de almacht die degene die een ring van het goud maakt zal verkrijgen. Maar dat kan alleen iemand zijn die de liefde afzweert. Woedend over de afwijzing vervloekt Alberich de liefde en rooft het Rijngoud. De god Wotan heeft door de reuzen Fasolt en Fafner een burcht, Walhall, laten bou wen. De bedongen prijs was zijn schoon zuster Freia, godin van de eeuwige jeugd, maar Wotan wil onder die afspraak uit.
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 26
10-08-12 10:16
27
do 15 nov 2012 première
20.00 uur
zo 18 wo 21 za 24 di 27 vr 30
15.00 uur 20.00 uur 20.00 uur 20.00 uur 20.00 uur
nov nov nov nov nov
Het Muziektheater Amsterdam Kaartverkoop is reeds begonnen. Bij het ter perse gaan van deze Odeon zijn er nog kaarten verkrijgbaar. Bel het Kassa-bespreekbureau: 020-625 5455 Online reserveren: www.dno.nl Inleidingen door Hein van Eekert Plaats: het Muziektheater (foyer 2de balkon) Tijd: 45 minuten voor aanvang van iedere voorstelling, dus 19.15 uur (avond)/14.15 uur (matinee) Lengte: ± 45 minuten Toegang: gratis op vertoon van een plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag. Met steun van de Vereniging Vrienden van De Nederlandse Opera. Uitzenddatum Radio 4, NTR Opera Live: zaterdag 24 november, 19.00 uur Dinerbuffetten Bij elke avondvoorstelling van DNO kunt u genieten van een dinerbuffet in de foyer van het Muziektheater. Zo kunt u rustig eten en bent u op tijd voor de opera. Reserveren: 020-625 5455 of via www.het-muziektheater.nl/kaarten.
Der Ring des Nibelungen Vorabend
Reprise
Richard Wagner 1813 - 1883
Das Rheingold libretto van Richard Wagner muzikale leiding Hartmut Haenchen regie Pierre Audi decor George Tsypin kostuums Eiko Ishioka † licht Wolfgang Göbbel video Maarten van der Put dramaturgie Klaus Bertisch Wotan Thomas Johannes Mayer Donner Vladimir Baykov Froh Marcel Reijans Loge Stefan Margita Alberich Werner Van Mechelen Mime Wolfgang AblingerSperrhacke Fasolt Stephen Milling Fafner JanHendrik Rootering Fricka Doris Soffel Freia Anna Gabler Erda Marina Prudenskaja Woglinde Machteld Baumans Wellgunde Barbara Senator Flosshilde Bettina Ranch Nederlands Philharmonisch Orkest De voorstelling duurt circa 2 uur en 35 minuten. Er is geen pauze. De opera wordt in het Duits gezongen, Nederlands en Engels boventiteld. Het operaboek Das Rheingold is verkrijgbaar in het Muziektheater. Daarin zijn onder meer een uitgebreide synopsis en het libretto in het Duits en in het Neder lands opgenomen. De prijs is € 8.
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 27
10-08-12 10:16
Achtergrond Das Rheingold
28
Kasper van Kooten
Revolutionaire vooravond van een groot epos
Richard Wagner
28 jaar liggen er tussen de eerste schetsen (1848) en de wereldpremière van Der Ring des Nibelungen (1876). Roerige jaren, waarin de aanvankelijk links-radicale revolutionair Richard Wagner geleidelijk zijn wilde haren verliest. Das Rheingold, het deel dat hij reeds in 1854 voltooide, ademt echter nog de geest van de jonge hemelbestormer, niet alleen in politiek, maar ook in muziektheatraal opzicht. Om de politieke teneur en de stijl van Das Rheingold te kunnen plaatsen, dienen we tenminste terug te gaan tot Wagners ervaringen in Parijs. In 1839 belandt hij in de Franse hoofdstad, op dat moment het Hollywood van de Europese operawereld, in de hoop dat hij hier zijn pasgeschreven opera Rienzi kan laten uitvoeren. Hoewel het werk volledig aansluit op de in Parijs heersende spectaculaire grand-opéra-stijl, valt de belangstelling tegen. Ook met aanbevelingsbrieven van zijn succesvolle en invloedrijke collega Meyerbeer op zak lukt het niet om Rienzi aan een theater te slijten. Mede hierdoor leeft hij ruim twee jaar in bittere armoede in een stad die sowieso gekenmerkt wordt door schrijnende tegenstellingen tussen arm en rijk. Zijn erbarmelijke bestaan in Parijs heeft grote gevolgen voor zijn esthetische en politieke opvattingen. Hij ontwikkelt een intense haat voor de grand-opéra en de commerciële operapraktijk, en verfoeit het kapitalisme en de in zijn ogen verderfelijke civilisation van de Fransen; een kunstmatige vorm van beschaving waarbinnen de mens het contact met de (eigen) natuur is kwijt geraakt. In 1842 wordt Wagner eindelijk uit zijn Parijse lijden verlost door de mogelijkheid om Rienzi in Dresden te laten uitvoeren. De première is een zodanig succes dat de componist een jaar later als Kapellmeister wordt aangesteld. Hierdoor is Wagner niet alleen voor het eerst artistiek, maar ook financieel succesvol. De ironie is echter dat Wagner zijn eerste succes boekt met een werk dat in compositorisch opzicht voor hem inmiddels een gepasseerd station, zo niet een beschamende jeugdzonde is. Critici prijzen weliswaar de theatrale effecten in Rienzi, maar zijn minder positief over de kwaliteit van de muziek. Ze typeren Wagners kunst als spectaculair, maar weinig verheven. Dit stempel bleef Wagner gedurende zijn jaren in Dresden achtervolgen. Aan de andere kant verwachtte het publiek dat voor Rienzi was gevallen juist meer werken van hetzelfde pluimage. De première van de duistere, introspectieve opera Der fliegende Holländer in 1843 werd daarom vrij lauw ontvangen.
harmonisch palet. Tegelijkertijd bevatten beide opera’s echter nog veel ceremoniële massascènes met koor, die juist typerend zijn voor de Franse opera van zijn tijd. Wagner streeft na Lohengrin echter naar een muziekdramatische stijl die compleet anders is dan al het voorafgaande. Dit hangt samen met de revolutionair-socialistische, anarchistische wereldbeschouwing die hij in deze jaren aanhangt. De bestaande opera vormen en uitvoeringstraditie zijn in Wagners ogen onderdeel van een reactionaire, geperverteerde maatschappij die haar langste tijd gehad heeft. Al het bestaande dient omvergeworpen te worden om plaats te maken voor een nieuwe mens, die in harmonie met zichzelf en zijn omgeving leeft. De nieuwe kunst kan bijdragen aan het ontstaan van de nieuwe mens, maar anderzijds is de komst van deze nieuwe mens ook een voorwaarde voor het welslagen van Wagners artistieke idealen. Om de gewenste revolutie teweeg te brengen kan Wagner zich echter niet tot componeren, dirigeren en schrijven beperken. Daarom neemt hij in 1849 deel aan een tot mislukken gedoemde opstand tegen het Saksische regime. Noodgedwongen ontvlucht hij Dresden omdat er een arrestatiebevel tegen hem is uitgevaardigd, en belandt in Zürich. Hiervandaan is het onmogelijk om de door hem gewenste revolutie op de barricaden te bevechten. Daarom steekt hij zijn energie in een muziektheaterproject waarin hij de toeschouwer de noodzaak en betekenis van deze revolutie bij kan brengen. Na voltooiing van Lohengrin overweegt hij verschillende onderwerpen, waaronder een opera over de Duitse middeleeuwse keizer Friedrich Barbarossa en zelfs een drama over Jezus van Nazareth. Uiteindelijk besluit hij echter om uit verschillende eeuwenoude mythische vertellingen over de Nibelungen een nieuw epos te smeden. Aanvankelijk staat de ondergang van Siegfried, een revolutionaire held die door de hem omringende corrupte maatschappij ten onder gaat, centraal. De voorgeschiedenis van deze episode is echter zo belangrijk dat Wagner besluit om zich niet tot een enkel drama te beperken. Zijn behoefte om het voorafgaande helder uiteen te zetten leidt Opstand uiteindelijk tot de gigantische, vier avonden Hoewel Wagner in de daaropvolgende opevullende omvang van Der Ring des Nibelungen. ra’s Tannhäuser (1845) en Lohengrin (1848) Das Rheingold vormt het eerste deel, en steeds nadrukkelijker een eigen geluid en dramatische stijl ontwikkelt, blijft de invloed dient als vooravond, waarin de belangrijkste lijnen van het epos uitgelegd worden. van traditionele genres, met name die van de grand-opéra, aanwezig. Vooruitstrevend zijn de vervaging van het onderscheid tusDe Griekse tragedie Tot 1852 werkte Wagner aan de tekst van zijn sen muzikale nummers en recitatieven en vierluik. Hoewel hij in 1850 voorzichtig was de verfijning van zijn orkestratiekunst en
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 28
begonnen met componeren, legde hij het werk kort daarop stil. Deze weifeling had er vooral mee te maken dat zijn ideeën over een revolutionair nieuwe vorm van muziektheater, in alle opzichten afwijkend van t raditionele opera, nog niet waren uitgekristalliseerd. Daarom greep hij de eerste jaren in Zürich aan om zijn ideeën theoretisch uit te werken, en begon hij pas in 1853 met componeren. Het belangrijkste model voor zijn eigen Kunstwerk der Zukunft vormde de antieke Griekse tragedie. Wagner veronderstelde dat de afzonderlijke kunstvormen in het oude Griekenland in perfecte harmonie versmolten waren, en streefde daarom zelf ook een Gesamtkunstwerk na. Daarin vormt het drama niet alleen een aanleiding voor mooie aria’s en duetten, maar geeft de muziek uitdrukking aan het verhaal. Het orkest geeft duiding aan de handeling, op vergelijkbare wijze als het koor in de Attische tragedie. Daarom is het zangkoor, dat in de traditionele opera vooral als decibelmachine dient en te weinig karakter heeft, in zijn ogen overbodig geworden. Sowieso staat Wagner in zijn muziekdrama nauwelijks nog samenzang toe, omdat een dergelijke samensmelting van stemmen alleen gepast is wanneer twee of meer mensen ook in volledige harmonie met elkaar leven. Een duet van twee vijanden die ruzie maken terwijl ze in parallelle tertsen dezelfde melodie zingen – vast bestanddeel van 19de-eeuwse Italiaanse opera’s – is voor Wagner onverdraaglijk. Hij hecht veel waar-
10-08-12 10:16
29 Scène uit Das Rheingold (Foto: Ruth Walz)
die binnen de Ring met de natuur en met Radicaliteit positieve eigenschappen verbonden zijn. Wagner voltooide Das Rheingold al in 1854. Melodieën die op dissonante akkoorden zijn De compositie van de overige drie delen zou gebaseerd, horen doorgaans bij kwaadaaruiteindelijk nog twintig jaar in beslag nemen. dige personen en gedachten, of bij pijn, Hoewel de componist in deze jaren nog een Het leidmotief verlangen en verdriet. Zo wordt de muziek enorme muzikale ontwikkeling doormaakte, Wagners muziekdrama is geen opeenvolvormt Das Rheingold wel een uniek en buiging van muzikale nummers, maar een door- plotseling dissonant en duister wanneer Alberich aan de oevers van de Rijn verschijnt. tengewoon interessant werk. Bovendien is gecomponeerd, organisch geheel. In Das De tegenstelling tussen ‘positieve’ het eerste deel van de Ring het kortst na de Rheingold komt dit het duidelijkst tot uiting. majeurdrieklanken en ‘negatieve’ dissonantotstandkoming van de tekst en zijn theoreDe vier scènes worden met elkaar verbontische bespiegelingen geschreven, waardoor den door tussenspelen, waarin de muziek de te akkoorden kan echter ook bedrieglijk zijn. muziek en dramaturgie naadloos aansluiten denkbeeldige verplaatsing van bijvoorbeeld Dit zien we in de relatie tussen het Ring Motiv en het WalhallMotiv (Muziekvoorop de revolutionaire geest van het libretto. de Rijn naar het Walhalla evoceert. Binnen Met Das Rheingold slaagde Wagner in zijn deze innovatieve muzikale structuur fungeren beeld 3). De motieven van de godenburcht opzet om een muziekdrama te schrijven dat leidmotieven als bouwstenen die de immense en de door Alberich gesmede ring hebben een vergelijkbare melodische vorm, maar afweek van al het voorgaande, en de radicaconstructie bijeenhouden. het RingMotiv is een dissonante variant van liteit van het werk is ook voor hedendaagse Een leidmotief is een melodie, motief of het eerste. De melodische overeenkomst toeschouwers nog herkenbaar. Kennismaking akkoord dat verbonden is met een persoon, met het stuk is niet alleen noodzakelijk om een voorwerp of een idee binnen het drama. duidt echter op inhoudelijke raakvlakken. In beide gevallen draait het om macht die tot het verdere verloop van de Ring te kunnen Doordat leidmotieven telkens terugkeren, volgen, maar ook om de ontwikkeling van ontstaat een nauwe relatie tussen muziek en corruptie leidt. De gelijkvormigheid van beide melodieën werpt een schaduw over de het operagenre na 1850 te kunnen begrijpen. drama. Meestal klinken de motieven in het schittering van de godenburcht. Hier onderDaarnaast is het werk, met zijn muzikale orkest wanneer desbetreffende persoon op streept Wagners muziek dus een dubbelzinimitaties van natuurfenomenen, de subtiele het toneel verschijnt of wanneer over een overgangen, de indrukwekkende taferelen en bepaald idee wordt gesproken. Tegelijkertijd nigheid in het verhaal, en problematiseert ze de schijnbare goed-kwaad-tegenstelling zijn prikkelende politieke analyse een belekunnen ze ook herinneren aan iets uit het tussen de goden en Alberich. venis op zich. verleden, of vooruitwijzen naar iets dat nog moet komen. Tot slot kan een onverwachte verschijning van een motief dubbelzinnigheid stichten. Hoewel de wijze waarop Wagner de melodieën gebruikt zeer geraffineerd is, zijn de motieven zelf vaak vrij elementair en gemakkelijk herkenbaar. Zo is het met ondergang verbonden Götterdämmerung Muziekvoorbeeld 1: GötterdämmerungMotiv Motiv (Muziekvoorbeeld 1) aan het einde van Rheingold een omgekeerde, dalende versie van het stijgende NaturMotiv (Muziekvoorbeeld 2), dat in de openingsmaten het ontstaan van de wereld symboliseert. Deze beginmaten schetsen de contouren Muziekvoorbeeld 2: NaturMotiv van het muzikale universum binnen de Ring. Aanvankelijk klinkt slechts een Es in de contrabassen, die langzaam wordt uitgebreid tot een majeurdrieklank. Deze klank, die in totaal ruim vier minuten blijft liggen, wordt langzaam verlevendigd door steeds snellere variaties van het NaturMotiv, die het stromen Muziekvoorbeeld 3: RingMotiv en het WalhallMotiv van de Rijn uitbeelden. De majeurdrieklank vormt in feite de basis voor alle motieven de aan karakteristieke muziek; aan het orkest moet je kunnen horen dat een personage als Alberich kwaadaardig is.
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 29
10-08-12 10:16
Interview Das Rheingold
31
Marianne Broeder
‘Hans Sachs is een wijsgeworden Wotan’ Bariton Thomas Johannes Mayer maakt zijn debuut bij De Nederlandse Opera als Wotan in Das Rheingold. Later in het seizoen keert hij terug als Hans Sachs in Die Meistersinger von Nürnberg. Als zanger en alfawetenschapper doorziet hij beide rollen door en door.
en blijft zichzelf voorhouden dat alles zo zal lopen als hij wil.’ ‘Wotan is in zekere zin te vergelijken met Don Giovanni. Mannen met hybris, overmoedig, aanmatigend. Dat verklaart de dilemma’s waar ze voor staan, en is tegelijk kenmerkend voor creatieve mensen die met een ijzeren wil hun macht over anderen weten uit te oefenen. Die koste wat het kost greep willen hebben op de loop der gebeurtenissen. De spanning tussen Wotans kracht en zijn falen is wat deze rol zo aantrekkelijk maakt. Als vertolker kun je daarin volledig met hem meeleven: het is een spanning die elk mens voelt. Dat was precies Wagners opzet bij de creatie van zijn personages. Het zijn geen individuen maar psychologische constructies, bedachte karak ters, die een combinatie laten zien van uiteenlopende diepmenselijke eigenschappen.’ ‘Wagners personages vertegenwoordigen alles wat een mens beweegt. Ze leven met elkaar, communiceren, hebben elkaar lief en lopen op elkaar stuk. Ze zijn antwoorden op de vraag: wat drijft de mens? Inderdaad is Wagner zelf gepersonifieerd in al zijn persoWagners personages nages – als mens, als minnaar, als componist, Wotan begint aarzelend maar ontpopt zich als een genadeloze streber. Wat voor karak- als kunstenaar. Hij wilde aanzien, respect en bewondering. Hij wilde de muziekgeschiedeter heeft Wagner willen neerzetten? Zijn nis naar zijn hand zetten. Dat is hem ook eigen karakter, zoals hij ergens schrijft? gelukt. In zijn brieven schrijft hij dat hìj Mayer: ‘Wotan bezit een grote drang naar kennis, macht en autoriteit. Hij wil een groot Wotan is. Hij gaf verschillende aanwijzingen rijk veroveren en daar zijn macht laten gelden. voor de psychologische duiding van zijn perTegelijk probeert hij zijn vrouw eerbiedig te sonages. Erda bijvoorbeeld staat voor het Es, behandelen. Hij voelt dat hij zijn idealen niet het onbewuste, Wotan voor het Über-Ich, het rimpelloos kan verenigen maar blijft zich superego, al die interessante zaken die later koppig gedragen als een duizendpoot. Hij in de psychoanalyse werden geformuleerd.’ laat zich door Loge overrompelen en verzint listen. Je ziet dat de serieuze kant van zijn Hans Sachs karakter te wensen overlaat. Hij voelt dat Later dit seizoen zal Mayer de rol zingen van hij ook zwak is maar weet dat te verhullen Hans Sachs in Die Meistersinger von
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 31
Thomas Johannes Mayer
Wie bariton Thomas Johannes Mayer hoort zingen herkent een musicus in hart en nieren, wie hem spreekt ontwaart een doorgewinterde academicus. Niet verwonderlijk. Voordat hij zijn zangopleiding begon bij Kurt Moll, studeerde hij geschiedenis, Duitse taal- en letterkunde, filosofie en muziekonderwijs. Zeker bij het zingen van Wagnerrollen – behalve Hans Sachs, die hij dit seizoen bij DNO zal vertolken, zong hij ze allemaal – is zijn academische kennis een groot voordeel, vindt hij. Mayer spreekt op luide, onderwijzende toon, in doordachte volzinnen. ‘Voor een goed begrip van de muziekgeschiedenis en de maatschappelijke context van de opera’s waarin ik zing zijn mijn studies onmisbaar. Vooral bij de werken van Wagner, waar de politieke omstandigheden zo’n belangrijke rol spelen. Met kennis van Wagners zogenoemde “Revolutietheorie”, zijn bewondering voor Schopenhauer en Feuerbach en zijn betrekking tot Nietzsche leer je zijn opera’s beter begrijpen. En er zijn treffende overeenkomsten tussen het wezen van zijn personages en de latere psycho analytische inzichten van Sigmund Freud.’ Dit seizoen maakt Mayer zijn debuut bij DNO als Wotan in Das Rheingold. Hij zong de rol van de oppergod in Die Walküre al vele malen. In Das Rheingold ontvouwt zich het karakter van de ambitieuze god – bewust van zijn zwaktes, die hij vaardig weet weg te moffelen, als opmaat voor de machtswellustige heerser in Die Walküre. Mayer gaat liever nog een stap verder: ‘In Das Rheingold wordt alles geëtaleerd wat in de volgende drie opera’s in detail wordt uitgewerkt. Maar wat speelde zich af vóór Das Rheingold? Eigenlijk zou je nog een opera wensen die daaraan voorafgaat, waarin wordt uitgewerkt hoe het kwaad in de wereld is gekomen. Er is helaas ook geen opera na Götterdämmerung, waarin we zien hoe het uiteindelijk met iedereen afloopt. Die zaken heeft Wagner opengelaten. Maar als we dat zouden weten, zou er geen stof meer zijn om opera’s over te schrijven.’
Nürnberg, Wagners komisch-ernstige opera over jonge zangers die een zangwedstrijd hopen te winnen waardoor ze de dochter van de goudsmid mogen trouwen. De wijze, goedmoedige schoenmaker-meesterzanger Sachs sust de verhitte gemoederen. Iets heel anders dan de genadeloze machtsstrijd van de Ring. Is Sachs een tegenpool van Wotan? ‘Beslist niet,’ vindt Mayer. ‘Immers na tegenslag en mislukkingen komt Wotan erachter dat men om gelukkig te zijn de wil moet kunnen loslaten. Dat is precies de kracht van Hans Sachs. Ook hij wilde ooit heer en meester zijn over zijn leven. Hij is zich ervan bewust geworden dat dat niet mogelijk is. Sachs is vooral een wijze grijsaard, maar laat zich niet steeds van zijn goedmoedige kant zien. In het duet met Eva bijvoorbeeld, waarin hij haar vertelt dat haar gedroomde geliefde zich verzongen heeft is hij bepaald niet mild. Daar zie ik overeenkomsten met de aanmatigende karaktertrekken van Wotan. Eigenlijk is Sachs de oudere, wijsgeworden Wotan.’ Hans Sachs is de langste rol voor bariton uit het Wagnerrepertoire. Daar staat tegenover dat de gelijkmatige Sachs nauwelijks emotionele hoogte- of dieptepunten kent. Maar dat is volgens Mayer precies wat deze rol zo veeleisend maakt. ‘De stoïcijnse rust die je de hele opera moet volhouden vraagt ongelofelijk veel energie en kracht. Er zijn geen emotionele pieken die houvast bieden. Dit is een rol die je om het zo te zeggen moet uitzitten. Je moet je er voortdurend van bewust zijn waar je bent en wat er nog komt. Met een zekere gelatenheid hopen dat de essentie stand houdt.’
10-08-12 10:16
33
Donateurschap DNO
Afdeling Fondsenwerving en Relatiebeheer
DonateursEvenement: een voorproefje op Parsifal De Nederlandse Opera kan niet zonder de financiële steun van particulieren. Deze keer in Odeon een terugblik op een bijzondere middag in juni, toen OperaDonateurs een bezoek brachten aan een repetitie. Op maandagmiddag 4 juni ontvingen wij een groep OperaDonateurs voor het bijwonen van een repetitie van Parsifal. Een gedeelte van het gezelschap volgde voorafgaand een rondleiding backstage waarbij zichtbaar werd wat voor enorme wereld er achter de schermen bij De Nederlandse Opera schuilgaat. Niet alleen de OperaDonateurs vonden het bijzonder om dat mee te maken: ook de medewerkers van DNO lieten graag zien welke rol zij spelen in de totstandkoming van zo’n grote productie. Klaus Bertisch, vaste dramaturg van DNO, hield een inleiding op de opera waarbij hij onder andere de bijzondere samenwerking tussen artistiek directeur en regisseur Pierre Audi en beeldend kunstenaar Anish Kapoor toelichtte. Toen Audi en Kapoor jaren geleden samenwerkten in Brussel, vroeg Audi aan Kapoor: 'Wat is je droom, voor welke opera zou je nog eens willen ontwerpen?'. 'Parsifal,' luidde het antwoord.
Dus toen Parsifal een tijd later ter sprake kwam als mogelijkheid om te programmeren, wist onze artistiek directeur meteen wie hij voor het decorontwerp wilde benaderen. Kapoor maakte graag tijd vrij voor deze samenwerking. Met veel plezier keken de OperaDonateurs die maandagmiddag hoe Kapoors handelsmerk – de grote bollende spiegel – in de tweede akte tevoorschijn kwam en hoe onze technici bezig waren om het reflecterende licht op het podium in goede banen te leiden. Weer een stap verder gezet op weg naar de première op 12 juni.
Meer weten over schenken aan DNO? Wilt u meer weten over schenken aan De Nederlandse Opera, neemt u dan contact op met de afdeling Fondsenwerving en Relatiebeheer, via
[email protected] of per telefoon +31 (0)20 551 8312, of vraag de donateursbrochure aan op www.dno.nl/ steunons.
elke dinsdag | 12:30 - 13:00 TOEGANG GRATIS
2012 2013 JANUARI 2013 8 Leonard van Lier Schumann, Debussy 15 Robbert Muuse Micha van Weers 22 Philip Dingenen Erik Spaepen Bach 29 Jeroen de Vaal Shuann Chai Schumann: Dichterliebe FEBRUARI 2013 5 Brian Fieldhouse Brahms, Chopin
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 33
piano
bariton piano
viool piano
tenor piano
piano
12 Jeanneke van Buul sopraan Fang Fang Kong sopraan NN piano Händel: duetten 19 Lisanne Soeterbroek viool Douw Fonda cello Kodály 26 Cato Fordham tenor NN piano MAART 2013 5 Peter Lockwood piano Bach: o.a. Italienisches Konzert 12 Marieke Reuten alt John van Halteren tenor Jean-Claude Ohms bariton Brian Fieldhouse piano Britten: Canticle II en IV
19 Instrumentaal programma (NB: Boekmanzaal) 26 Adva Tas Mirsa Adami
30 GEEN CONCERT
sopraan piano
APRIL 2013 2 GEEN CONCERT 9 Hiroko Mogaki mezzo- sopraan Mitsuyoshi Ikegaya shakuhachi Brian Masuda piano Japans programma 16 Michaëla Karadjian sopraan Anneleen Bijnen alt-mezzo NN piano 23 Instrumentaal programma
MEI 2013 7 Dutch National Opera Academy 14 Tomoko Makuuchi Harry Teeuwen Ryoko Kondo
sopraan bariton piano
21 GEEN CONCERT 28 Frank Engel tenor Rende Luitjes piano Luitjes: Songs uit ‘The Pleiades’
Wijzigingen voorbehouden!
10-08-12 10:16
34
Persstemmen (Foto: Hans van den Bogaard)
Don Carlo Deze tijdloze, tragische en vol fraaie tableaus geënsceneerde Don Carlo is met zijn duistere orkestrale woelingen, monumentale koorscènes een voorstelling om niet te missen. Nézet-Séguin gaat het Rotterdams Philharmonisch voor in zeer kleurrijk spel en scherpe contrasten, waarbij zijn grootste fort ligt in detaillering, subtiliteit en raffinement. Giordano is met zijn viriele fysiek en tenorale snikjes een bevredigende Carlos, een ontdekking zelfs. Fraai en imposant is het roldebuut van Christopher Maltman (Posa) en lekker dramatisch de Eboli van Ekaterina Gubanova. ****
burg ist aus mehreren Gründen ein Erfolg. De Raaff und seine Librettistin Janine Brogt sind nah dran an der Geschichte der Monroe und liefern doch mehr als ein Biopic. Laura Aikin in der Titelrolle ist ein Glücksgriff! Aikin verlässt sich nicht auf die platinblonden Haare, sondern schlüpft, ja kriecht in ihre Figur, eignet sie sich an, erweckt sie mit spitzem, schrillem Sopran und einem enormen Stimmumfang zum Leben. Steven Sloane dirigiert die Partitur mit Entschlossenheit und Biss. Der in Deutschland zuunrecht unbekannte Robin de Raaff hat dazu eine nervöse, fiebrig-flimmernde Musik geschrieben, pointiert und zugespitzt, wenig lyrisch, aber doch reich an schwelgenden Klangfarben. Bei Waiting for Miss Monroe überzeugt auch die Arbeit der jungen Regisseurin Lotte de Beer.
Christopher Ventris als Parsifal, Petra Lang als Kundry, Alejandro MarcoBuhrmesters Amfortas, Mikhail Petrenko als Klingsor und Titurel sowie Falk Struckmanns Gurnemanz bilden ein ebenso namhaftes wie eindrucksvolles Sängerensemble. Diesmal war das Concertgebouworkest an der Reihe: wunderbarer Vollklang, dunkel grundiert, erlesene instrumentale Details. Gerhard Rohde, Frankfurter Allgemeine Zeitung (22 juni 2012)
(Foto: Victor Tonelli)
A mixture of fact and fiction, Ms. Brogt’s well-structured libretto draws inspira tion from the supposed tape recordings Marilyn made for her psychiatrist. The skillfully crafted score demonstrates the composer’s keen ear for sonorities and makes good use of the orchestra. And within his narrow expressive range, Mr. de Raaff achieves some good effects that underscore the drama. The vocal lines are well conceived for the voices – a decisive factor in Laura Aikin’s tourde-force portrayal of the title role. Also outstanding is Lotte de Beer’s production, which begins grippingly with Marilyn and her nemesis, a movie camera, eyeing each other warily on a bare stage.
Gebleven zijn het geweldige regieconcept van regisseur Willy Decker en het prachtdecor van Wolfgang Gussmann. Decker en zijn team zetten het enigszins rommelige verhaal in dit overwel digende decor dramatisch en perfect in de pas met de grootse muziek van Verdi neer. Het licht verschiet prachtig bij al die donkere wolken die in de orkestbak voorbijtrekken. Nézet-Séguin verricht daar fantastisch werk. Zijn opvatting is minder medogenloos dan de zwart vlammende Italiaanse vuurzee van Chailly, acht jaar geleden, en pakt dus anders, maar heel goed uit. ****
Beijing Opera School
George Loomis, International Herald Tribune (12 juni 2012) (Foto: Monika Rittershaus & Ruth Walz)
Roeland Hazendonk, Het Parool (8 mei 2012)
(Foto: Hans van den Bogaard)
Die Uraufführung im Rahmen des Holland-Festivals in der Stadsschouw-
Erik Voermans, Het Parool (13 juni 2012)
Udo Badelt, Der Tagesspiegel (11 juni 2012)
Mischa Spel, NRC Handelsblad (8 mei 2012)
Waiting for Miss Monroe
Een schitterende Petra Lang en een fraai masculiene Christopher Ventris stegen hier tot grote hoogte. Tot grote hoogte stegen ook het Koninklijk Concertgebouworkest in de bak en het Koor van De Nederlandse Opera op het toneel. ****
Alle scènes zijn kleine wondertjes van gestileerde bewegingen. In de aller eerste gespeelde scène, De geest van Yan Poxi, kan met zich vergapen aan de docente Chen Chen, die in een fraai wit habijt kan lopen alsof ze zweeft. In de grande finale met 108 mensen op het toneel komt alles samen in een spectaculaire vechtscène. Erik Voermans, Het Parool (16 mei 2012)
Parsifal Een magistrale theaterbelevenis. De tweede akte is de triomf van decorman Anish Kapoor, beroemd beeldend kunstenaar. Zijn reusachtige, hangende spiegelende zilveren schaal werkt als een 21ste-eeuwse hallucinatoire pendant van de vloeistofdia. Ongelooflijk mooi. Een vocaal hoogtepunt was het liefdesduet tussen Kundry en Parsifal.
Deze recensies zijn ingekort.
Odeon 86_8 aug_MTP.indd 34
10-08-12 10:16
35
Algemene informatie Nieuwe verlaagde prijzen
Het Muziektheater Amsterdam Ringetje
Seizoen 2012-2013 per 1 juli 2012 De Nederlandse Opera
standaard CJP/65+/ Stadspas
Het Muziektheater Amsterdam Laag tarief geldt voor Der Schatzgräber, Written on Skin, Einstein on the Beach en Death in Venice maandag t/m vrijdag t/m zondag/ donderdag feestdagen
standaard CJP/65+/ standaard CJP/65+/ Stadspas Stadspas
1ste rang € 105 2de rang € 85 3de rang € 65 4de rang € 50 5de rang• € 40 6de rang € 30 7de rang• € 20 8ste rang € 15
€ 95 € 75 € 55 € 45 € 35 € 25 € 15 € 15
€ 115 € 95 € 75 € 60 € 45 € 35 € 25 € 15
€ 105 € 85 € 65 € 55 € 40 € 30 € 20 € 15
Hoog tarief geldt voor de overige producties maandag t/m vrijdag t/m zondag/ donderdag feestdagen
standaard CJP/65+/ standaard CJP/65+/ Stadspas Stadspas
1ste rang € 130 2de rang € 105 3de rang € 90 4de rang € 75 5de rang• € 60 6de rang € 45 7de rang• € 30 8ste rang € 15
€ 120 € 95 € 80 € 70 € 55 € 40 € 30 € 15
€ 140 € 115 € 100 € 85 € 70 € 55 € 40 € 25
€ 130 € 105 € 90 € 80 € 65 € 50 € 40 € 25
• Plaatsen die geen zicht op de boventiteling bieden
1ste rang € 36 2de rang € 31 3de rang € 27 4de rang € 22 5de rang• € 18 6de rang € 13 7de rang• € 9 8ste rang € 9
€ 18 € 16 € 13 € 11 € 9 € 7 € 5 € 5
Rabozaal, Stadsschouwburg Amsterdam Sunken Garden 1ste rang € 60 2de rang € 50
Verkoop kaarten
Precies drie maanden vóór de première van een productie gaan alle voors tellingen daarvan in de verkoop. U kunt kaarten kopen: – online via www.dno.nl; – bij het Kassa-bespreekbureau van Het Muziektheater Amsterdam: Amstel 3, Amsterdam, 020-625 5455. Openingstijden: maandag t/m vrijdag 12:00-18:00 of aanvang voorstelling; zaterdag, zon- en feestdagen 12:00-15:00 of aanvang voorstelling; zon- en feestdagen zonder voorstelling gesloten.
Uitverkocht?
Bij uitverkochte voorstell ingen kunt u vanaf een uur vóór aanvang een volgnummer afhalen bij het Kassa-bespreekbureau. Vanaf een halfuur vóór aanvang worden niet-afgehaalde kaarten te koop aangeboden. Per volgnummer kunt u maximaal twee kaarten voor de betref fende voorstelling kopen.
Boventiteling
Alle voorstellingen van DNO worden boventiteld. Plaatsen in de 5de en 7de rang in het Muziektheater bieden echter nooit zicht op de boventiteling. Wilt u verzekerd zijn van zicht op de boventiteling, informeer dan bij het Kassa-bespreekbureau.
Openbaar vervoer
Vanaf Amsterdam Centraal Station of Amsterdam Amstel brengen metro’s 53 en 54 en sneltram 51 u naar het Waterlooplein. Tram 9 gaat vanaf het CS rechtstreeks naar het Muziektheater.
Parkeren bij het Muziektheater
Onder het Muziektheater bevindt zich de parkeergarage ‘Het Muziektheater’. Deze is echter vaak al vroeg vol. Andere parkeergarages in de buurt: ‘Waterlooplein’ aan de Valkenburgerstraat en ‘Markenhoven’ tegenover politiebureau IJtunnel.
Studentenkorting
Voor niet-uitverkochte voorstellingen kunnen studenten vanaf anderhalf uur voor aanvang op vertoon van een geldige college-/studentenkaart voor € 15 een plaatskaart aan de kassa kopen.
Met ingang van seizoen 2012-2013 geeft De Nederlandse Opera geen 65+ korting meer.
Colofon
Odeon Magazine van De Nederlandse Opera Nummer 86 sept/okt/nov 2012 ISBN: 0926 - 0684 Oplage 25.000 exemplaren Ode on is een uitgave van De Nederlandse Opera Afdeling Communicatie Waterlooplein 22, 1011 PG Amsterdam. telefoon 020 - 551 8922 e-mail
[email protected] advertenties 020 - 551 8953 abonnementen 020 - 625 5455 internet www.dno.nl
Hoofdredactie
Sandra Eikelenboom Eindredactie, vertalingen en plotteksten
Frits Vliegenthart Bijdragen
Carine Alders, Roland de Beer, Klaus Bertisch, Marianne Broeder, Joke Dame, Hein van Eekert, Paul Haenen, Michel Khalifa, Kasper van Kooten en Frits Vliegenthart Basisontwerp en lay-out, omslag
Lex Reitsma Opmaak
Jacqueline Schipper, Olivia Kadarman, Marjolijn Vis Productie en advertenties
Marjolijn Vis Lithografie
MediaTraffic Press, Amsterdam Ode on is gratis verkrijgbaar in het Muziektheater.
Rechthebbenden die menen aan deze uitgave aanspraken te kunnen ontlenen, wordt verzocht contact op te nemen met de uitgever. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/ of openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
Druk
Abonnementhouders van De Nederlandse Opera krijgen Odeon gratis thuisgestuurd. Wilt u Odeon ook ontvangen? Voor € 15 ontvangt u alle vier nummers van het betreffende seizoen thuis. Losse nummers kosten € 4 incl. porto per stuk. Geef uw naam, adres, postcode en woonplaats op per (brief)kaart, e-mail of telefonisch. Zie linkerkolom.
SDA Print+Media
Odeon 87 verschijnt op 22 november 2012 Odeon 86_8 aug_MTP.indd 35
10-08-12 10:16